Europese Commissie
Inhoudsopgave Natura 2000 – deel van een levend landschap
pagina 3
Natura 2000-gebieden beheren
pagina 4
Landbouw en Natura 2000-gebieden
pagina 6
Bosbouw en Natura 2000-gebieden
pagina 8
Recreatieve activiteiten binnen Natura 2000
pagina 10
Nieuwe ontwikkelingsprojecten afwegen
pagina 12
Natura 2000 - de mythes ontkrachten
pagina 14
Hebt u vragen over de Europese Unie? Neem dan contact op met de dienst “Europe Direct” op het gratis telefoonnummer
00 800 6 7 8 9 10 11 Nog meer informatie over de Europese Unie vindt u op internet via de Europa server (http://ec.europa.eu). Verdere informatie over het natuurbeleid van de Europese Commissie is beschikbaar op http://ec.europa.eu/environment/nature/index_en.htm Bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie. Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen, 2009
Alle foto’s in deze publicatie zijn auteursrechterlijk beschermd. Geen enkele foto mag zonder de schriftelijke toestemming van de fotografen worden gebruikt. Voorpagina: Christopher Achemeier; Nationalpark Hainich; Lorne Gill/SNH; Espaces Naturels de France (ENF); Kerstin Sundseth/Ecosystems LTD; Hortobagy National Park Pagina 3: English Nature; Pauliina Kulmala; Kerstin Sundseth/ Ecosystems LTD; Eduardo de Miguel/Fundacion Global Nature Pagina’s 4 & 5: Kerstin Sundeth/Ecosystems LTD; Espaces Naturels de France (ENF); Catherine Keena; Hortobagy National Park; Archiv der Abteilung Umweltschutz, Amt der Tiroler Landesregierung Pagina’s 6 & 7: Christopher Achemeier; Rüdiger Specht/ Untersee life; F. Kis/WWF Hungary; E. Stegmaier – RP Freiburg; Fundacion CBD Habitat; APCOR; Voldemar Rannap; Susanne Forslund Pagina’s 8 & 9: Nationalpark Hainich; John Houston; Buchenwaldinstitut.e.V; Forstliche Versuchs- und Forschungsanhalt, Abt. Landespflege, Arbeitsbereich Wildökologie; Jorma Luhta; Peter Creed
ISBN 978-92-79-11550-9
Pagina’s 10 & 11: Lorne Gill/SNH; George Logan/SNH; Kerstin Sundseth/Ecosystems LTD; FACE; Micheal O’Briain; Diego L Sanchez; K Taskinen
© Europese Gemeenschappen, 2009
Pagina’s 12 & 13: Lorne Gill/SNH; Rotterdam flygbild; Peter Creed; Stuart Elsom
Overneming met bronvermelding toegestaan. Alle foto’s in deze publicatie zijn auteursrechterlijk beschermd en mogen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de fotografen niet voor andere doeleinden dan deze publicatie worden gebruikt. Gedrukt op kringlooppapier, voorzien van de EU eco-label voor grafisch papier http://ec.europa.eu/environment/ecolabel/index_en.htm
Pagina’s 14 & 15: Wolfgang Hochhardt, NABU/Untersee LIFE project; LPN; John Houston; LIFE New Forest Partnership; Spanish Cetacean Society SEC; Jim Asher
Het Natura 2000-netwerk zal bijna één vijfde van de EU oppervlakte beslaan. Dit betekent dat het een integraal deel van het platteland vormt waar mensen centraal staan
Het Natura 2000-netwerk is in 1992 tot stand gekomen door de goedkeuring van de Habitatrichtlijn die, samen met de Vogelrichtlijn, de hoeksteen vormt van het natuurbeleid in Europa. Het maakt deel uit van het antwoord van Europa om in uitvoering van de internationale verplichtingen van de Biodiversiteitconventie, de biodiversiteit in stand te houden . Het is ook een belangrijk element in de uitvoering van de verbintenis die Europese staatshoofden zijn aangegaan om het verlies aan biodiversiteit tegen 2010 een halt toe te roepen. Het EU-Biodiversiteitsactieplan van juni 2006 legt uit hoe deze ambitieuze doelstelling gehaald zal worden.
Bovendien is het Natura 2000-netwerk, puur door zijn omvang, een machtige bondgenoot om de economische leefbaarheid en het een sociaal netwerk van vele landelijke gebieden in Europa duurzaam te beheren. Het kan nieuwe mogelijkheden voor economische diversificatie en investering in eigen streek genereren. Dit wordt nu zelfs op het hoogste politieke niveau erkend. De recente hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid heeft betalingen ontkoppeld van de productie en het vervangen door een bedrijfstoeslag, op basis van goede landbouw- en milieuvoorwaarden.
Het doel van het Natura 2000-netwerk is om in Europa de kwetsbare soorten en habitats binnen hun natuurlijk areaal te beschermen en te beheren, ongeacht nationale of politieke grenzen. Natura 2000 is echter geen netwerk van louter strikte natuurreservaten waar alle menselijke activiteiten systematisch worden geweerd.
Het aantal maatregelen dat nu gefinancierd kan worden onder het Plattelandsontwikkelingsbeleid is ook uitgebreid. Eén van de doelstellingen is het mllieu en het platteland te verbeteren door beheersmaatregelen te ondersteunen die gunstig zijn voor de Europese biodiversiteit en het Natura 2000-netwerk in het bijzonder.
Het neemt een andere invalshoek – het erkent dat de mens een integraal deel van de natuur is en dat de twee het best gecoördineerd samenwerken. Vele Natura 2000-gebieden zijn juist waardevol door de manier waarop ze tot nog toe zijn beheerd, en het zal belangrijk zijn deze vorm van activiteit (zoals extensieve begrazing) in de toekomst voort te zetten.
In deze brochure kijken wij naar de beheersimplicaties van Natura 2000 in de verschillende vormen van landgebruik en verkennen we beschikbare opties om in samenwerking met de verschillende belangengroepen Europa’s rijke biodiversiteit duurzaam te handhaven.
Zo’n aanpak heeft vele voordelen, zowel voor het natuurbehoud als voor de mensen die leven en werken in landelijke gebieden. Door actief de verschillende gebruikers te betrekken bij het beheer van Natura 2000-gebieden is het mogelijk om kwetsbare halfnatuurlijke habitats en soorten die afhankelijk zijn van halfnatuurlijk beheer, te behouden.
Meer informatie is beschikbaar op de natuurwebsite van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/ environment/nature/index_en.htm
3
Natura 2000 ondersteunt het principe van duurzame ontwikkelling. Het doel is niet om economische activiteiten tegen te gaan maar eerder om bakens uit te zetten waarbinnen deze activiteiten kunnen plaatsvinden en zodoende Europa’s biodiversiteit veilig te stellen.
Hoe worden gebieden gekozen?
➤ De tweede stap omvat het selecteren
Het omvat ook speciale beschermingsgebieden (Vogelrichtlijngebieden of SBZ-VR) die aangewezen zijn onder de Vogelrichtlijn voor meer dan 190 bedreigde vogelsoorten en wetlands van internationaal belang(1). Sommige erg belangrijke gebieden zijn zowel Habitatals Vogelrichtlijngbied.
De doelstelling is om deze kwetsbare habitats en soorten in stand te houden, of waar mogelijk, te herstellen tot een gunstige staat van instandhouding binnen hun natuurlijk areaal in Europa.
➤ Stap drie: Zodra de gebieden
Het Natura 2000-netwerk bestaat uit speciale beschermingszones (Habitatrichtlijngebieden of SBZ-HR) ingesteld voor één of meer van de 230 bedreigde habitattypen of voor de meer dan 1000 soorten uit de Bijlagen van de Habitatrichtlijn.
Ongeveer 25.000 gebieden zijn tot nog toe in het Natura 2000-netwerk opgenomen. Samen beslaan zij bijna één vijfde van het Europees grondgebied. Gebieden onder de Habitatrichtlijn worden in 3 stappen geselecteerd:
➤ De eerste stap omvat een
wetenschappelijke raming op nationaal niveau. Iedere lidstaat identificeert belangrijke gebieden voor de soorten en habitats die aanwezig zijn binnen zijn grondgebied, op basis van gemeenschappelijke wetenschappelijke criteria. Deze nationale lijsten worden dan formeel aan de Europese Commissie gemeld.
1 Natura 2000 is tot stand gekomen door de Richtlijn van de Raad 92/43/EEG van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, en de Richtlijn van de Raad 79/409/EEG van 2 april 1979 inzake het behoud an de vogelstand.
4
van gebieden van Communautair belang uit de nationale lijst voor elk van de negen biogeografische regio’s in Europa. Dit wordt door de Europese Commissie gedaan, in nauwe samenwerking met de lidstaten en wetenschappelijke experts. Omdat iedere biogeografische regio verschillende landen, of gedeelten van landen met gelijkaardige natuurlijke condities beslaat, kunnen gebieden geselecteerd worden in functie van het natuurlijk bereik van iedere soort of habitattype, ongeacht politieke of administratieve grenzen. van Communautair belang zijn geselecteerd, maken ze deel uit van het Natura 2000-netwerk. Lidstaten hebben dan tot 6 jaar tijd om deze speciale beschermingszones (SBZ-HR) aan te wijzen en, indien nodig, positieve beheersmaatregelen te introduceren om de aanwezige soorten en habitats in een gunstige staat van instandhouding te handhaven of te herstellen.
Gebieden onder de Vogelrichtlijn volgen een andere procedure; zij worden aangewezen door de lidstaten en, na evaluatie, direct in het Natura 2000netwerk opgenomen.
Wat zijn de verplichtingen voor Natura 2000-gebieden?
De Richtlijn vereist dat ten opzichte van Natura 2000-gebieden: ➤ schadelijke activiteiten, die de soorten of de habitats waarvoor het gebied is aangewezen aanzienlijk zouden verstoren, worden vermeden; ➤ waar nodig positieve maatregelen getroffen worden om habitats en soorten binnen hun natuurlijke uitbereiding in een gunstige staat van instandhouding te houden of te herstellen.
Natura 2000: Samenwerken voor de natuur
Hoe dit wordt bewerkstelligd, kan de lidstaat zelf beslissen. De te gebruiken bepalingen kunnen zijn: • statutair (bijv. door er een natuurreservaat van te maken), • contractueel (bijv. beheersovereenkomsten met de eigenaar) of • administratief (de nodige fondsen ter beschikking te stellen om het gebied te beheren). Welke methode er ook gebruikt wordt, er moet rekening gehouden worden met de economische, sociale en culturele vereisten en regionale en lokale karakteristieken van het betroffen gebied. Dit principe ligt vervat in de Habitatrichtlijn.
De belanghebbenden engageren In de praktijk betekent dit nauw samenwerken met landeigenaren en belangengroepen in en rond individuele Natura 2000-gebieden om samen overeen te komen wat de meest geschikte manier is om binnen de plaatselijke socioeconomische context de aanwezige soorten en habitats te beschermen. De Habitatrichtlijn raadt aan om beheersplannen op te stellen om een dialoog tussen alle betrokken partijen te bevorderen om zo tot pragmatische beheersoplossingen voor het betrokken gebied te komen. Hoewel niet verplicht, zijn beheersplannen nuttige instrumenten: • ze leggen de instandhoudingsdoelstellingen van de aanwezige habitats en soorten vast, zodat het voor iedereen duidelijk is wat er behouden wordt en waarom; • zij analyseren de sociaal-economische en culturele context van het gebied en de interactie tussen de verschillende landgebruiken en de aanwezige soorten en habitats; • zij bieden een open forum aan om de discussie tussen alle betrokken partijen te stimuleren en dragen bij
om een overeenstemming over het langetermijnbeheer van het gebied te bereiken; ze creëren een gevoel van gedeeld eigenaarschap voor de uiteindelijke uitkomst; ze helpen praktische beheersoplossingen vinden die duurzaam en volledig geïntegreerd zijn met de andere landgebruiken.
• •
Biogeografische regio’s in de Europese Unie ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Alpien Atlantisch Zwarte Zee Boreaal Continentaal Macaronesisch Mediterraan Pannonisch Steppe
Commissieleidraad
Om het inzicht van de bepalingen van de natuurrichtlijnen te vergemakkelijken wat betreft het beheer van Natura 2000-gebieden, heeft de Commissie een interpretatiegids uitgegeven met uitgebreide richtlijnen terzake. http://ec.europa.eu/environment/nature/ natura2000/management/guidance_en.htm
Wat is waar… • • • •
Vele bestaande landgebruiken zullen gewoon doorgaan omdat zij reeds verenigbaar waren met het behoud van de aanwezige habitats en soorten Waar activiteiten de aanwezige habitats en soorten negatief beïnvloeden, kunnen vaak aanpassingen worden uitgevoerd die de productiviteit niet in gevaar brengen Beheeractiviteiten die natuurbehoud begunstigen kunnen bijkomende financiële steun krijgen van het Plattelandsontwikkelingsbeleid Jacht, visvangst, toerisme en andere recreatieve activiteiten kunnen doorgaan, vooropgesteld dat ze op een duurzame manier worden beheerd en geen negatief effect hebben op de aanwezige zeldzame soorten en habitats of hun herstel in de weg staan.
Wat is niet waar… • • • • •
Natura 2000: Samenwerken voor de natuur
Eigendommen verliezen automatisch hun waarde als gevolg van Natura 2000 toewijzing Alle economische activiteiten worden beperkt Jachtactiviteiten worden verboden Iedere nieuwe infrastructuur is verboden Dagelijkse activiteiten moeten aan een milieueffectenbeoordeling onderworpen worden.
5
Veel Natura 2000-gebieden zijn waardevol voor de natuur juist door de manier waarop ze tot nog toe toe zijn gebruikt
Veranderende trends in de landbouw
Landbouwgrond in Natura 2000
Europa heeft een van de meest gediversifieerde en gevariëerde rurale landschappen ter wereld. Deze diversiteit is ontstaan door eeuwenlang verscheidene landbouwpraktijken uit te oefenen die halfnatuurlijke habitats opleveren die uitzonderlijk rijk zijn aan wilde fauna en flora – zoals hooilanden, natte graslanden, bosrijke weiden en open heiden. Deze halfnatuurlijke habitats zijn datgene wat Europa zo speciaal maakt, zowel vanuit een cultureel als vanuit een biodiversiteitoogpunt. Deze waardevolle hulpbron is echter snel aan het verdwijnen. De landbouw is in Europa gedurende de laatste vijftig jaar aan belangrijke veranderingen onderhevig geweest. Na de tweede wereldoorlog werden boeren aangemoedigd om zoveel mogelijk te intensiveren en te moderniseren om zo hun opbrengsten te verhogen en hun efficiëntie te verbeteren. Monoculturen werden geïntroduceerd, velden werden vergroot, veeboerderijen uitgebreid en het gebruik van pesticiden en meststoffen werd ingevoerd. Niet alle boerderijen waren in staat deze trend door te voeren. Sommigen ondervonden hinder van de plaatselijke omstandigheden: hun velden waren te steil, de bodem te arm, het gebied te afgelegen, het werk te arbeidsintensief .... Hierdoor waren vele boeren in de marginale landbouwgebieden van Europe gedwongen hun land te verlaten en op zoek te gaan naar werk elders. Het resultaat is dat grote stukken landbouwgrond in Europa erg veranderden of simpelweg verlaten werden. Het gecombineerde effect van deze tegengestelde trends op de biodiversiteit van Europa is aanzienlijk en veel van onze landbouwgrond met hoge natuurwaarde is nu snel aan het verdwijnen.
6
Omdat een hoge biodiversiteit meestal samengaat met lage landbouwopbrengst, bevinden de meeste landbouwgronden die ook Natura 2000-gebieden zijn, zich in de marginale landbouwgebieden. Typische voorbeelden hiervan zijn alpiene weiden en graslanden, steppevlakten, dehesas en montados, open heiden of natte graslanden. In deze gebieden zullen de bestaande landbouwpraktijken waarschijnlijk al volledig verenigbaar zijn en moeten zodoende gehandhaafd blijven. Toewijzing onder Natura 2000 kan juist helpen zulke activiteiten te benadrukken door speciale aandacht te schenken aan hun waarde voor de samenleving en door EU fondsen te concentreren op de handhaving en waar nodig de herinvoering van deze activiteiten.
De Verordening Plattelandsontwikkelingsbeleid Het belang van landbouw voor het behoud van onze natuurlijke omgeving is nu ook op het hoogste politieke niveau doorgedrongen. Met de laatste wijzigingen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zijn bijvoorbeeld de bedrijfstoelagen ontkoppeld van de productie en zijn de toelagen gekoppeld aan behoud van goede landbouw- en milieuvoorwaarden..
Het laatste Plattelandsontwikkelingsbeleid (2007–2013) heeft nu ook als één van zijn doelstellingen het verbeteren van het leefmilieu en het platteland. Het ondersteunt een paar beheerspraktijken die gunstig zijn voor het milieu, zoals agromilieumaatregelen. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de biodiversiteit van Europa en voor het Natura 2000-netwerk in het bijzonder, aangezien landbouwers nu recht hebben op extra financiële steun als ze natuurvriendelijke landbouwpraktijken toepassen.
Natura 2000: Samenwerken voor de natuur
Opties voor Natura 2000 onder het Plattelandsontwikkelingsbeleid ➤ De bedrijfstoeslag is niet langer verbonden aan de productie. Daarentegen is het verplicht het land in een “goede landbouw- en milieuconditie” te behouden. Dit betekent onder meer dat de voorzieningen van de Habitat- en Vogelrichtlijn moeten worden gerespecteerd. ➤ Tijdelijke en afnemende steun is beschikbaar om de effecten van het overschakelen op bijzonder veeleisende milieu-, hygiëne- en dierenwelzijnvoorwaarden, die opgelegd zijn door de EU, te overbruggen. ➤ De definitie van “Gebieden met Specifieke Beperkingen op Milieugebied” (AERs 1).is nu exclusief voorbestemd voor Natura 2000-gebieden. Dit helpt boeren
de voorzieningen van de Vogelen Habitatrichtlijn te treffen en vergoedt ze voor iedere speciale beheersmaatregel die ze moeten nemen die verder gaat dan de normale vereisten voor goede landbouwpraktijken. ➤ Dit kan verder aangevuld worden door vrijwillige agromilieumaatregelen die in het leven zijn geroepen om het milieu te beschermen en de biodiversiteit te behouden. Deze kunnen specifiek gericht zijn op bepaalde natuurlijke gebieden of wilde fauna- of florasoorten. Het is aan iedere lidstaat om agromilieumaatregelen te ontwerpen die hun eigen regionale of nationale prioriteiten weerspiegelen. ➤ Steun kan ook worden gegeven voor het opstellen van beheersplannen voor Natura 2000-gebieden en andere gebieden met een hoge natuurlijke waarde.
1 AERs: Areas faced with Environmental Restrictions
Samenwerken met boeren om het begrazingsbeheer op het eiland Öland in Zweden te herstellen.
Landbouwmaatregelen die de wilde fauna en flora ten goede komen 1. Laat een vrije ruimte met niet bebouwd en onbemest land op de randen van je velden of langs een waterloop 2. Introduceer late maaitijden om zeldzame wilde bloemen en nestelende dieren aan te moedigen 3. Verminder het gebruik van pesticiden en meststoffen 4. Vermijd ploegen of oogsten in de tijd van het jaar waarin soorten hun jongen grootbrengen 5. Pas het grazen aan om een mozaiek habitatstructuur aan te moedigen en voorkom de effecten van over- of onderbegrazing 6. Creëer kleine poelen 7. Gebruik voorjaarsgewassen zoals koolzaad, luzerne, boerenkool .... 8. Doe aan rotatie met gemengde gewassen, weilanden en braakland 9. Hou kleine landschapselementen in stand die belangrijk zijn voor wilde planten en dieren zoals hagen, kleine bosjes, sloten, veldranden, stenen muren,... 10. Laat onbehandelde winterstoppels op de grond liggen
Gedurende eeuwen werd het eiland Öland in zuid Zweden extensief begraasd door een mix van schapen, koeien en paarden wat resulteerde in een complexe mozaiek van het ‘alvar’ habitat met zijn uitzonderlijke botanische diversiteit. Dit was ook de belangrijkste bron van inkomsten voor de duizenden inwoners van het eiland. Echter, tijdens de laatste 30–40 jaar zijn, mede door de lage inkomsten uit extensieve veeteelt, veel van de kleine landbouwbedrijven bankroet gegaan. Met minder gebieden die begraasd werden begon de alvar te verdwijnen, verstikt door overwoekerende struikgewassen van mindere ecologische waarde. Na de opname van 20.000 ha alvar in het Natura 2000-netwerk hebben de regionale natuurbeschermingsautoriteiten nauw samengewerkt met de lokale landbouwgemeenschap om specifiek voor de alvar een agromilieuschema uit te dokteren. Als resultaat hiervan werd 85% van de alvar in Stora Alvaret weer begraasd en de boeren krijgen meer dan € 2 miljoen per jaar in betalingen. Nieuwe marketingkansen voor hun producten beginnen zich te ontwikkelen door de grote toevoer van toeristen die aangetrokken worden door dit unieke culturele en natuurlijke erfgoed.
Natura 2000: Samenwerken voor de natuur
7
Natura 2000 aanwijzing betekent niet dat alle bossen systematisch uit productie moeten worden genomen, maar dat activiteiten misschien aangepast moeten worden om te garanderen dat ze geen van de aanwezige zeldzame soorten en habitats bedreigen.
Europa’s bossen
Ongeveer één derde van het Europees grondgebied is bedekt door bossen, hoewel de mate van bedekking aanzienlijk verschilt van lidstaat tot lidstaat (tot 72% in Finland en maar 8% in Ierland). De meerderheid ervan is geklasseerd als “beschikbaar voor houtvoorziening” en is onderhevig aan verschillende gradaties van intensiteit van menselijke gebruik. Zoals in de landbouw is de afgelopen 50 jaar de bosbouw gekenmerkt door een toenemende intensifiëring en het gebruik van exotische bomen. De EU is nu de op één na grootste papier- en zaaghoutproducent in de wereld. De Europese bossen zijn echter ook om andere redenen belangrijk: zij voorkomen erosie, zij slaan water en koolstof op, en zij hebben een hoge recreatieve en ontspanningswaarde. Daarenboven zijn ze bijzonder rijk in biodiversiteit. Door hun structurele complexiteit en diversiteit zijn ze een ideale habitat voor een grote waaier van planten en dieren, en een natuurlijk onderkomen van grote carnivoren zoals beren, arenden en wolven, die eens vrij door Europa’s boslandschappen rondwaarden.
Natura 2000 omvat zowel natuurlijke bossen als beheerde half-natuurlijke bossen. Zoals in de landbouw betekent Natura 2000 toewijzing niet dat alle bossen systematisch uit de commerciële productie moeten worden genomen. Bestaande beheerspraktijken moeten evenwel rekening houden met de natuurlijke waarden die aanwezig zijn, in het bijzonder voor de soorten en habitats waarvoor het gebied aangewezen is. Aanpassingen kunnen relatief eenvoudig zijn, zoals het op de grond laten liggen van dood hout of het beschermen van bepaalde bomen met nesten van zeldzame vogels; of ze kunnen iets ingewikkelder zijn zoals het introduceren van selectieve of langere kaprotaties, of het verwijderen van exoten en het planten van inheemse boomsoorten. Veel hangt af van de plaatselijke toestand van het bos en van de aanwezige soorten en habitats. Daarom is het aangeraden dat beslissingen over het langetermijnbeheer per geval gemaakt worden en dat dit gebeurt in nauwe samenwerking met de plaatselijke betrokkenen en eigenaars.
Typische voorbeelden van oude natuurlijke bossen zijn onder andere de westelijke taiga van Finland en Zweden, de maagdelijke beukenbossen en steeneikenwouden van centraal Europa, en Portugese eik- of jeneverbestruwelen in het Middelandse Zeegebied. Helaas hebben weinig van deze ongerepte bossen de 21ste eeuw gehaald. Wat overblijft is over het algemeen erg beperkt in grootte and sterk versnipperd, de redenen waarom ze in de Habitatrichtlijn zijn opgenomen.
8
Bosbeheer in Natura 2000
Om dit proces te begeleiden heeft de EU onder het nieuwe Plattelandsontwikkelingsbeleid (2007–2013) fondsen te beschikking gesteld voor Natura 2000-bossen die in privébezit zijn. Nieuwe bosmilieumaatregelen zijn ook ingevoerd. Net als de agromilieumaatregelen geven deze bijkomende financiële steun voor vrijwillige natuurvriendelijke bosbouwpraktijken.
Natura 2000: Samenwerken voor de natuur
Bosbeheercontracten in Frankrijk In Frankrijk komt de helft van de boshabitattypen uit Bijlage 1 van de Habitatrichtlijn voor met als gevolg dat meer dan 40% van de Natura 2000-gebieden, door Frankrijk voorgesteld, een bostype omvatten. De meerderheid hiervan is in privé handen, geen grote bosmaatschappijen, maar kleine privé-eigenaars met een gemiddelde perceelgrootte van 4 ha. Daarom heeft Frankrijk voor de implementatie van Natura 2000 gekozen voor een wettelijke regeling gebaseeerd op vrijwillige samenwerking op lokaal niveau. Dus werd er voor ieder Natura 2000-gebied onder toezicht van de lokale overheid beheersrichtlijnen opgesteld om de specifieke behoudsbehoeften vast te stellen en de praktische maatregelen (inclusief fondsen) te bepalen. De resulterende aanbevelingen worden dan besproken in een formeel bestuurscomité dat opgericht is om alle plaatselijke belanghebbenden erbij te betrekken vooraleer de aanbevelingen worden omgezet in een lokaal Decreet. De lokale overheden en betrokkenen worden in deze taak bijgestaan door een uitgebreide boshabitatreferentiegids, opgesteld door het Franse Milieuministerie, die gedetailleerde informatie geeft over de beheersbelangen van elk van de bostypen en geassocieerde soorten evenals over de productiecapaciteit en economisch gebruik. Dit maakt het mogelijk om een gepast niveau van commerciële bosbouwactiviteit te bepalen. Wanneer de beheersrichtlijnen zijn vastgesteld en afhankelijk van het soort extra beheer dat nodig is, kan de lokale overheid een publieke onderhoudsovereenkomst, genoemd Natura 2000-overeenkomst, afsluiten die de lokale betrokkenen betaalt voor ‘aan de samenleving verleende diensten”. De overeenkomst omschrijft de preciese taken die gedurende een periode van minimun 5 jaar uitgevoerd moeten worden om de staat van de bedoelde soort of habitat te herstellen of te handhaven en legt de manier van betaling vast, of het nu om een investeringssubsidie of om een jaarlijkse ondersteuning per hectare gaat. Deze contracten worden gedeeltelijk gefinancierd door de EU door middel van het nieuwe Plattelandsontwikkelingsbeleid. Zo kunnen aanzienlijke financiële middelen worden aangewend om lokale betrokkenen in staat te stellen beboste Natura 2000-gebieden actief te beheren, bosgebieden die anders mogelijk gekapt of verlaten zouden worden.
Bossen beheren en de auerhoen beschermen in Duitsland Het laatste overblijvende toevluchtsoord van de auerhoen in centraal Europe is het Zwarte Woud in zuid Duitsland. In de jaren 90 werd 80 km2 van een commercieel bos met hoge opbrengst uit productie genomen om het in de richting van een natuurlijk bos te laten evolueren. Dit was echter geen goed nieuws voor de auerhoen. Zonder enig beheer werd hier het bos te oud, te uniform en te dichtbegroeid voor vele bossoorten zodat het niet langer de complexe mozaiek van habitattypen vertoonde die de auerhoen nodig heeft om te overleven. Het Regionaal Bosinstituut besloot daarom om in het gebied actieve beheersmaatregelen toe te passen die gericht waren op de behoeften van de soort. Het was van oordeel dat niet het hele bos een optimale habitat voor de soort hoefde te zijn; 30–45% zou genoeg zijn en dit aandeel zou zich in de loop van de tijd over het gebied kunnen verplaatsen. De specifieke beheersvoorschriften die hiervoor nodig waren, werden besproken met de lokale bosbouwers met wie een overeenkomst werd afgesloten om deze uit te voeren. Deze dynamische aanpak in bosbeheer werd zeer op prijs gesteld door de lokale bosbouwers. Zij konden weer commercieel actief zijn in het gebied en veel van de behoudsmaatregelen konden naast de normale bosbouwpraktijken gedaan worden. Hun interesse hiervoor was zo groot dat ze een paar jaar later hun volledige steun gaven aan een voorstel om de beboste gebieden in Natura 2000 te vergroten om de hele metapopulatie van de auerhoen te bestrijken.
Natura 2000: Samenwerken voor de natuur
9
Het Natura 2000-netwerk biedt mensen een unieke gelegenheid om te genieten van Europa’s rijke natuurlijk erfgoed
Ontspanning in de natuur
Mensen gaan op zoek naar natuur voor een waaier van verschillende redenen. Velen zijn op zoek naar ontspanning in de rust en stilte van een mooie omgeving, anderen zijn happig om nieuwe gebieden te ontdekken, terwijl nog anderen meer geïnteresseerd zijn in het uitoefenen van natuurgerichte bezigheden zoals zwemmen, wandelen, fietsen, hengelen of jagen ..... Wat hun beweegreden ook is, Natura 2000 biedt de mensen een unieke gelegenheid om Europa’s rijke natuurlijke erfgoed te ontdekken en ervan te genieten. De meeste van deze recreatieve activiteiten kunnen verenigbaar zijn met de bepalingen van de Habitat- en Vogelrichtlijn zo lang ze geen nadelige gevolgen hebben voor de aanwezige habitats en soorten. De sleutel ligt in het voorzichtig plannen en verstandig gebruiken van hulpbronnen om te verzekeren dat niet datgene vernietigd wordt dat beschermd is. De jacht is een typisch voorbeeld. De Vogel- en Habitatrichtlijn erkennen de geldigheid van jagen als een vorm van duurzaam gebruik en a priori verbieden zij niet de beoefening ervan in Natura 2000gebieden.
Commissieleidraad voor de jacht
Om het inzicht in de relatie tussen de Vogelrichtlijn en de jacht op wilde vogels in Europa te bevorderen, heeft de Commissie over dit onderwerp een leidraaddocument opgesteld. Het leidraaddocument wenst een betere uitleg te geven over de bepalingen van de Vogelrichtlijn met betrekking tot de jacht, en dit binnen het bestaande wettelijk kader en jurisprudentie. Het is gebaseerd op wetenschappelijke principes en gegevens. Het kijkt in het bijzonder naar de aspecten van timing van de recreatieve jacht in relatie tot de Vogelrichtlijn en geeft de mogelijkheden en beperkingen aan om op een flexibele manier jachtseizoenen vast te stellen. Dit document is tot stand gekomen door een nauwe samenwerking met zowel jagers als natuurbeschermingsorganisaties, hetgeen geleid heeft tot de ondertekening van de “Overeenkomst over Duurzaam Jagen” om de dialoog over duurzame jachtpraktijken te kunnen voortzetten.
Integendeel, deze Richtlijnen geven een kader om jachtactiviteiten te beheren waardoor de balans tussen enerzijds jacht en anderzijds het langetermijnbelang van gezonde en levensvatbare populaties van bejaagbare soorten verzekerd kan worden.
10
Natura 2000: Samenwerken voor de natuur
Toerisme
Toerisme is een van de snelst groeiende economische sectoren in Europa. Aangezien meer en meer mensen minder uren werken en vaker korte maar geregelde vakanties nemen, is er een toenemende vraag ontstaan naar meer gespecialiseerde vormen van toerisme, zoals wandelen in de natuur of natuurobservatie. Deze alternatieve vormen van toerisme groeien bijna drie keer sneller dan de klassieke toerismemarkt. Omdat het Natura 2000-netwerk veel van Europa’s beste gebieden voor natuur en biodiversiteit omvat, kan het voor veel bezoekers als een magneet werken, door hun de mogelijkheid te bieden om de natuur uit de eerste hand te ontdekken, zij het door natuurobservatie, wandelen, ontdekkingstochten, kano varen .... Dit kan op zijn beurt de plaatselijke economie diversifiëren en investeringen in lokale bedrijven stimuleren of in andere initiatieven die met toerisme samengaan. Het is echter belangrijk zich ervan te vergewissen dat toerisme dusdanig ontwikkeld wordt dat geen schade aan de natuurwaarden van het betroffen gebied wordt toegebracht. Dit is makkelijker te bereiken als er gevestigde belangen zijn om de natuurlijke hulpbronnen te behouden. Daarentegen zijn vele ontwikkelingen voor massatoerisme en vooral langs de kust en in de bergen in direkte concurentie met de natuur. Omdat toerisme zo’n concurrerende industrie is, staat voorzichtig plannen centraal in het succes van elk initiatief. Dit helpt niet enkel verzekeren dat de waardevolle natuurlijke hulpbronnen op een duurzame manier worden gebruikt, maar moedigt ook een betere integratie van toeristische activiteiten met andere landelijke activiteiten aan.
Er is een toenemend aantal ervaringen met het ontwikkelen van duurzame toeristische activiteiten rond Natura 2000. Landelijke toerisme-ontwikkelaars in 2 testregio’s in Letland en in Andalusië hebben bijvoorbeeld een reeks van 40 nieuwe toerismeproducten ontwikkeld die gebaseerd zijn op Natura 2000. Hun ervaringen zijn neergelegd in een serie van goedepraktijkgidsen. Meer informatie is beschikbaar op www.natura2000tourism.eu
De Canarische Eilanden: een paradijs voor natuurtoeristen Meer dan 11 miljoen toeristen bezoeken de Canarische Eilanden per jaar. Hoewel de meesten voor de zon komen, is er een gestage groei in natuurtoerisme, dat gebaseerd is op een milieuvriendelijke, kwaliteitsvolle vakantieërvaring. En er is genoeg te zien! Voor planten zijn de Canarische Eilanden een biodiversiteitsparadijs van wereldklasse, de zeeën zijn gevuld met dolfijnen en schildpadden en de dramatische binnenlanden verbergen vele zeldzame en ongewone soorten. Meer dan 30% van de eilanden is daarom aangewezen als Natura 2000. Deze internationale erkenning heeft de op natuurtoerisme gebaseerde bedrijven een flinke stimulans gegeven. Het heeft ook enkele interessante coöperaties opgeleverd waarbij inkomsten vanuit toerisme bijdragen tot het behoud van zeldzame soorten zoals de Hierro reuzehagedis (het grootste Europese reptiel). Geen wonder dat deze vriendelijke reuzehagedis nu de mascotte van het eiland is geworden.
Natura 2000 toerisme in Lapland Lapland omvat uitgestrekte gebieden met bossen en venen van uitzonderlijke natuurlijke schoonheid. Toen een gebied van 300 km2 aangewezen werd als Natura 2000-gebied waren de plaatselijke gemeenschappen aanvankelijk tegen deze aanwijzing, bang dat de opkomende toerismemarkt zou terugvallen. De parkautoriteiten verzekerden hen dat, integendeel, dit zou helpen nieuwe banen en handelsmogelijkheden te creëren. Ze ontwikkelden een reeks van nauwkeurig uitgestippelde natuurpaden die de bezoekers weg hielden van de gevoelige gebieden maar ze toch nog een aangename ervaring gaven. De paden bleken zo populair dat ze in de plaatselijke pers de krantenkoppen haalden. Lokale bedrijven hebben sindsdien een gestage groei in bezoekers gezien en velen zien Natura 2000 nu als een potentiele bondgenoot in plaats van een hindernis.
Natura 2000: Samenwerken voor de natuur
11
Nieuwe activiteiten of ontwikkelingen die Natura 2000-gebieden beïnvloeden zijn niet automatisch uitgesloten. Beslissingen moeten geval per geval genomen worden en de stapsgewijze procedure volgen zoals neergelegd in de Habitatrichtlijn.
Nieuwe ontwikkelingen en Natura 2000
Soms worden nieuwe ontwikkelingsplannen en –projecten voorgesteld die een impact zouden kunnen hebben op gebieden van het Natura 2000netwerk. Deze kunnen bijvoorbeeld de constructie van een nieuwe weg, een toerismecomplex of het openen van een nieuwe steengroeve inhouden.
Onderzoek van plannen en projecten (PP) die gevolgen hebben voor Natura 2000-gebieden
Neen
Ja
Het zou ook om belangrijke veranderingen in het huidige ruimtelijk gebruik binnen en rond een Natura 2000-gebied kunnen gaan, zoals een grote bebossing of irrigatieprojecten. Geen van deze activiteiten is a priori verboden door de EU Natuurrichtlijnen. In plaats daarvan worden ze door een rigoreus doorlichtingsproces gehaald om vast te stellen of het plan of project goedgekeurd kan worden en door kan gaan of niet. Indien echter geen alternatieven bestaan en het project van groot openbaar belang is dan kan het plan nog steeds goedgekeurd worden vooropgesteld dat er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Deze is neergelegd in Artikel 6 van de Habitatrichtlijn en volgen het principe van duurzame ontwikkeling.
Ja
Neen
Een stapsgewijze procedure
Artikel 6 van de Habitatrichtlijn definieert de stapsgewijze procedure.
Neen
Ja
➤ Stap één: De eerste stap is om vast te
Ja
stellen of het plan of project mogelijk significante gevolgen voor het gebied zal hebben. Als er besloten wordt dat de gevolgen waarschijnlijk niet significant zullen zijn, kan het project direct goedgekeurd worden.
Neen
➤ Stap twee: Als echter het plan of Neen
Neen
Ja
Ja
Neen
Ja
Er kan toestemming worden verleend.
project mogelijk significante gevolgen voor het gebied zal hebben dan wordt de aanvrager gevraagd het project te herwerken om de waarschijnlijkheid van deze invloeden te verwijderen of om alternatieve opties te overwegen (bijvoorbeeld de route van een voorgestelde weg verleggen) die geen negatieve gevolgen voor het gebied hebben.
➤ Stap drie: Als er geen alternatieven
bestaan maar het project of plan wordt verondersteld onontkoombaar
12
Natura 2000: Samenwerken voor de natuur
te zijn, d.w.z., vanwege dwingende redenen van groot openbaar belang, kan het nog steeds doorgang vinden op voorwaarde dat er voldoende compenserende maatregelen genomen worden om te garanderen dat de samenhang van het Natura 2000-netwerk wordt bewaard.
Er is een bijkomende waarborg voor plannen of projecten die vermoedelijk een gebied waar prioritaire habitats of soorten voorkomen zal raken – d.w.z. deze die uiterst bedreigd of kwetsbaar zijn. In deze gevallen kan het project alleen nog doorgaan indien het nodig is voor de menselijke gezondheid of om openbare veiligheidsredenen, of als de betrokken lidstaat de Commissie met overtuigende argumenten presenteert die het groot
openbaar belang aantonen. Dit moet ook vergezeld zijn van bevredigende compensatiemaatregelen die de schade aan of het verlies van de betrokken EU habitats en soorten goed maken. Beslissingen die betrekking hebben op stap 1 tot 3 worden genomen door de nationale overheid in de betrokken lidstaat. De Commissie komt alleen tussenbeide in deze beslissingen indien er een officiële klacht is ingediend tegen de beslissing die door de lidstaat is genomen of indien het ontwikkelingsvoorstel mogelijk prioritaire soorten of habitats zal treffen. De Commissie moet echter geïnformeerd worden over alle compensatiemaatregelen die voorgesteld worden bij elk plan of project dat
goedgekeurd is onder stap drie zodat zij kan controleren dat de coherentie van het Natura 2000-netwerk niet wordt aangetast.
Commissieleidraad
Om het inzicht van deze bepalingen te verbeteren, heeft de Commissie een leidraaddocument geproduceerd dat niet-verplichte methodologische hulp biedt in de uitvoer en het herzien van de afwegingen die nodig zijn onder Artikel 6(3) en (4) van de Habitatrichtlijn. http://ec.europa.eu/environment/nature/ natura2000/management/guidance_ en.htm
Uitbreiding van de haven van Le Havre De Seinemonding in Frankrijk is een belangrijk Natura 2000-gebied dat 188 km² beslaat. Op een steenworp ligt de haven van Le Havre. Het is de drukste containerhaven van Frankrijk en een belangrijk centrum van wereldhandel. Om het steeds groeiende scheepvaartvolume aan te kunnen is net de eerste fase van een grote havenuitbreiding beëindigd. Maar voor het project kon doorgaan, moest eerst een geschikte beoordeling onder Artikel 6 van de Habitatrichtlijn plaatsvinden. Het was duidelijk dat zo’n gigantische havenuitbreiding een dramatische impact zou hebben op het milieu, maar de Artikel 6 beoordeling erkende ook dat het project van “groot openbaar belang” was. Om de ecologische schade van het uitbreidingsproject te beperken en een geschikt compensatiepakket voor te stellen dat voor alle partijen aanvaardbaar was, besloten de havenautoriteiten om in een vroeg stadium met alle plaatselijke betrokken groeperingen te onderhandelen zodat zij stap voor stap konden uitwerken wat belangrijk was voor de Seinemonding. In minder dan vier maanden tijd organiseerden de havenautoriteiten meer dan 40 openbare raadplegingen en ontwikkelden ze een efficiente samenwerking met milieudeskundigen. Het eindresultaat was een pakket van milieumaatregelen ter waarde van € 46 miljoen (alsnog maar 1% van de totale kost van het ontwikkelingsproject) die uitgevoerd moesten worden vooraleer de havenuitbreidingswerken konden beginnen. Deze maatregelen omvatten: • Het bouwen van een klein eiland ten zuiden van de monding om als nieuwe rustplaats voor zeevogels te dienen; • Het aanleggen van een tweede rustplaats voor vogels in de duinen langs de kust ter vervanging van een zone die door de nieuwe haven overgenomen wordt; • Het herstellen van de slikken in de Seinemonding stroomopwaarts van de haven met een ingewikkeld technisch plan die het niveau van de rivier en de stroming wijzigen en zodoende de aangelegde slikken blijvend overstroomt. Het havenuitbredingsproject van Le Havre toont aan dat economische ontwikkeling hand in hand kan gaan met Natura 2000 vooropgesteld dat de bepalingen van Artikel 6 volledig gerespecteerd worden en dat een dialoog met alle betrokken partijen op gang komt zodat zij voor het vinden van geschikte oplossingen of alternatieven vroeg in het beslissingsproces betrokken worden .
Natura 2000: Samenwerken voor de natuur
13
De toepassing van het Natura 2000-netwerk hangt af van een goede kennis van de bepalingen van de Habitat- en Vogelrichtlijn
Publieke raadpleging is een belangrijk deel van het Natura 2000 proces. Om de doelstellingen van zulke discussies te halen, is het belangrijk dat zij in een atmosfeer van wederzijds begrip en vertrouwen worden uitgevoerd. Echter, door de jaren zijn er een aantal misvattingen over de toepassing van de EU Natuurrichtlijnen ontstaan. Deze verwarren niet enkel de discussie hieromtrent maar creëren tevens onnodige bezorgdheid.
staan in de Habitat- of Vogelrichtlijn. In vele gevallen zullen deze soorten en habitats al in een gunstige staat van instandhouding zijn dankzij de bestaande menselijke activiteiten. Al wat nodig is, is dat dit zo blijft.
Het volgende gaat in op enkele van de meest voorkomende misverstanden. Het is te hopen dat deze antwoorden bepaalde angsten zullen wegnemen en een beter inzicht in de ultieme objectieven van Natura 2000 zullen geven. •
•
14
“De Habitatrichtlijn is een EU initiatief dat in het geheim door Brusselse technocraten is bekokstoofd” Natura 2000 is een direkt antwoord op de publieke bezorgdheid over het snelle verlies van natuur in Europa. Volgens een recent Eurobarometer onderzoek, vinden 43% van de Europeanen dat biodiversiteitsverlies een erg serieus probleem is. Als antwoord op deze bezorgdheid hebben de Milieuministers van de lidstaten in 1992 unaniem de Habitatrichtlijn aangenomen na vijf jaar debat in de Raad en het Europees Parlement. Veel belangengroepen hebben in die periode hun standpunt kenbaar gemaakt zowel aan de lidstaten als aan de Commissie en hun opmerkingen zijn in overweging genomen. “Alle Natura 2000-gebieden zullen natuurreservaten worden” Als een gebied in het Natura 2000netwerk is opgenomen is dat omdat het van Europees belang is voor de soorten of habitattypen die genoemd
Een gebied voor Natura 2000 aanwijzen houdt dus a priori niet in dat de bestaande activiteiten binnen het gebied zullen moeten veranderen of ophouden. De activiteiten moeten echter wel rekening houden met de zeldzame soorten en habitats aanwezig om hun gunstige staat van instandhouding te garanderen.
•
“We zullen al onze activiteiten binnen het gebied moeten stoppen om de natuur te beschermen” Er zullen, natuurlijk, gelegenheden zijn waarbij beslissingen genomen zullen moeten worden om bepaalde activiteiten te beperken of te stoppen omdat ze een grote bedreiging vormen voor de soorten of habitattypes waarvoor het Natura 2000-gebied is aangewezen. Maar deze moeten per geval bekeken worden en gelden niet over de hele linie.
Soorten of habitats in een gunstige staat van instandhouding houden is niet noodzakelijk onverenigbaar met menselijke activiteiten. Integendeel, vele van de natuurlijke gebieden zijn voor hun overleving juist in hoge mate afhankelijk van bepaalde menselijke activiteiten (bijv. landbouw).
Sommige van deze gebieden worden reeds in de geest van Natura 2000 beheerd. Hun toevoeging aan het Natura 2000-netwerk zal garantie bieden dat het gevoerde beheer tot ver in de toekomst kan doorgaan.
Alleen al de omvang van het Natura 2000-netwerk op zich betekent dat het netwerk een krachtige bondgenoot is
Natura 2000: Samenwerken voor de natuur
om lokale investeringen te genereren, om bestaande landbouwpraktijken te behouden of om alternatieve beheersmaatregelen uit te werken. Bepaalde maatregelen onder het Plattelandsontwikkelingsbeleid zijn specifiek gericht op Natura 2000gebieden waardoor hun belangrijke rol in het behouden van een dynamische landelijke omgeving wordt erkend. •
“Brussel zal dicteren wat wel en niet mag in elk gebied” De Habitatrichtlijn en het Natura 2000-netwerk zijn gebaseerd op het subsidiariteitsprincipe. Het is aan de lidstaten om te beslissen hoe zij het best de gebieden van Communautair belang willen behouden.
Hoewel het geen verplichting is, zijn beheersplannen in de Richtlijn erkend als een geschikt instrument in het bepalen van wat er gedaan moet worden om een gebied in een gunstige staat van instandhouding te houden of te herstellen.
Deze plannen zijn gebiedsgericht en verschaffen een kader voor plaatselijk overleg met belangengroepen om samen in een geest van samenwerking en medezeggenschap over het lot van een Natura 2000-gebied te beslissen. Beheersplannen helpen de verschillende belangengroepen vaak om een aanvaarde overeenkomst te vinden.
•
onderworpen worden alvorens ze uitgevoerd worden.
•
“Wanneer een gebied in Natura 2000 is opgenomen, is het uitgesloten dat in de toekomst nog ontwikkelingen mogen plaatsvinden” De Richtlijn weerhoudt niet a priori elke nieuwe activiteit of ontwikkeling binnen een Natura 2000-gebied. Artikel 6 vereist echter wel dat nieuwe plannen of projecten die mogelijke significante gevolgen zullen hebben, aan een passende beoordeling
Natura 2000: Samenwerken voor de natuur
Als blijkt dat een voorgestelde activiteit mogelijk aanzienlijke schade kan aanrichten aan een gebied en indien alle andere mogelijke alternatieven uitgeput zijn, dan zou het nog kunnen doorgaan indien het van groot openbaar belang is en indien er maatregelen worden getroffen om het verlies in de betroffen soorten en habitats te compenseren. “Het zijn de inwoners van de Natura 2000-gebieden die de kosten moeten dragen van de kosten van deze bescherming” Het is de plicht van de lidstaten en de Commissie om te garanderen dat de kosten van Natura 2000 gedeeld zijn door eenieder. Dat is waarom de lidstaten ten tijde van het indienen van hun nationale lijsten van gebieden gevraagd worden de kosten van het beheer van de gebieden, waar prioritaire soorten en species
voorkomen, te evalueren en deze aan de Commissie mee te delen. Deze kosten kunnen dan overwogen worden voor medefinanciering onder verschillende EU subsidieringsprogramma’s. Voor laagintensieve en milieuvriendelijke landbouwpraktijken zijn de agromilieumaatregelen onder het Plattelandsontwikkelingsbeleid van speciaal belang voor vele Natura 2000-gebieden. Het EU LIFE+ fonds heeft ongeveer €800 miljoen beschikbaar voor de periode 2007–2013 voor natuur- en biodiversiteitsprojecten en projecten met goede praktijkvoorbeelden in Natura 2000-gebieden.
Waar kan men bijkomende informatie vinden? Om de uitvoering van van de Habitat- en Vogelrichtlijn te ondersteunen, heeft de Europese Commissie een aantal leidraaddocumenten en goedepraktijkrapporten, afgezien van de reeds eerder genoemde, geproduceerd. Er is ook een Natura 2000 Newsletter waarop u zich kunt abonneren: • Een leidraadhandboek en IT tool over het financieren van Natura 2000 • Richtlijnen over het oprichten van Natura 2000 in het mariene milieu • Raad voor de uitvoering van speciale beschermingsmaatregelen onder de Habitatrichtlijn • Richtlijnen voor beheerplannen voor de populaties van grote carnivoren • Uitspraken van het Europese Hof van Justitie inzake de Habitaten Vogelrichtlijn • Goedepraktijkvoorbeelden in het beheer van Natura 2000-gebieden • Beheersmodellen voor Natura 2000 habitats Deze zijn allen beschikbaar op de natuur & biodiversiteit webpagina: http://ec.europa.eu/environment/nature/index_en.htm
15
Natura 2000 is opgebouwd rond een ecologisch netwerk van gebieden dat bekend staat als het Natura 2000-netwerk. Tot dusver zijn ongeveer 25 000 gebieden in dit netwerk opgenomen Samen beslaan zij ongeveer één vijfde van het EU oppervlak waardoor dit het grootste netwerk van beschermde natuurgebieden ter wereld is . Omdat de Natura 2000‑gebieden volledig in ons natuurlandschap zijn geïntegreerd, moet bij het beheer ervan rekening worden gehouden met de aanwezige kwetsbare habitats en soorten. Het is dus niet de bedoeling van Natura 2000 om de economische activiteit in deze gebieden volledig uit te schakelen, maar veeleer om een kader te scheppen waarin de economie kan gedijen zonder dat de Europese soortenrijkdom hierdoor bedreigd wordt. Het succes van Natura 2000 hangt af van een breed spectrum van partijen: zowel voor particuliere grondbezitters als gebruikers, overheden, natuurbeschermers en individuele burgers is een belangrijke taak weggelegd.
Europese Commissie Natura 2000 – Samenwerken voor de natuur Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen 2009 – 16 blz. – 21 x 29,7 cm ISBN 978-92-79-11550-9
KH-71-09-401-NL-C
Natura 2000 is het meest ambitieuze initiatief dat ooit is genomen om het rijke natuurlijke erfgoed van Europa te beschermen. In het kader van dit initiatief werken de 27 lidstaten van de EU samen om, over de grenzen van het eigen grondgebied heen, onze meest kwetsbare natuur en habitats in hun natuurlijke verspreidingsgebied te beschermen.