Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 Het onderwerp Hoe kom je aan een onderwerp? De invalshoek Hoor en wederhoor Werkhouding Hoofdstuk 2 Op Pad Aantekeningen maken Interviewtechniek Telefonisch interview Verslaggeving Hoofdstuk 3 Aan de Structuur Citeren Beeldgebruik Hoofdstuk 4
Slag
Spelling en Grammatica
Hoofdstuk 5
huisregels
De Uitstraling
1
Inleiding “Hé, heb ik jou niet zien staan in De Uitstraling? Mooie foto hoor!” Iedere correspondent van De Uitstraling zal dit soort opmerkingen herkennen. Uit de vele reacties blijkt dat De Uitstraling een goed gelezen blad is. Van jong tot oud en van hoog tot laag, iedereen kent ‘dat boekske’. De één bladert het snel een keer door, de ander spit het boekje uit van A tot Z. Hoe is het mogelijk, dat De Uitstraling bijna alle inwoners van de gemeente bereikt? Er zijn talloze huis-aan-huisbladen die wekelijks in de brievenbus belanden. De meeste zijn gericht op lokaal nieuws: wat gebeurt er in de gemeentelijke politiek? Wat is er te doen in de regio? Wie is er vijftig jaar getrouwd? Omdat De Uitstraling tweewekelijks verschijnt, is het onmogelijk om lokaal nieuws te brengen. De onderscheidende kracht zit hem meer in de genremix. De meest voorkomende genres in het blad zijn: interview, opinie, sfeerverslag, advertorial en column. In deze verschillende genres ligt het accent niet op nieuws, maar op human interest. De mensen uit de regio staan centraal. Human interestonderwerpen worden gekenmerkt door terugkerende aspecten: curiositeit, humor, vermaak, leeftijd, avontuur, prestaties of tragedies. De mensen waarover geschreven wordt in De Uitstraling zijn even divers als de lezers. Een markant persoon die met pensioen gaat, prins carnaval, of iemand met een ongewone hobby. Zo divers als de mensen zijn, zo divers zijn ook de onderwerpen in het blad. Het schrijven van deze stukken vergt wel wat inzicht en oefening van de correspondenten. Je moet de lezers aanspreken in eenvoudige, heldere taal over lichte onderwerpen, met een lichtvoetige ondertoon zonder flauw of vervelend te worden. Zoals elk huis-aan-huisblad bevat De Uitstraling naast redactionele stukken ook wervende/commerciele stukken. Een goede balans van de inhoud tussen commercieel en redactioneel is van groot belang. De verhouding ligt ongeveer op vijftig procent commercieel en vijftig procent redactioneel. Bij teveel nadruk op comNotities:
2
De Uitstraling
merciële stukken haken lezers af, advertentieblaadjes oogsten weinig waardering. Maar er moet ook brood op de plank komen, dus commerciële stukken zijn noodzakelijk. Onder commerciële stukken vallen advertorials, advertenties en de rubrieken ‘onder de loep’ en ‘de metamorfose’. De commerciële stukken worden aangeleverd door de adverteerders, of worden geschreven door de profielschrijvers. De grens tussen commercieel en redactioneel is soms vaag. Met het oog op de adverteerders is het van belang dat deze grenzen niet overschreden worden. In de huisregels komen deze grenzen nog eens aan bod. De waardering voor De Uitstraling wordt dus verklaard door de mix van mensen en genres die een grote doelgroep aanspreekt. De artikelen zijn informatief, laagdrempelig, herkenbaar en gevarieerd. Voeg daarbij het sterk lokale karakter, het gebruik van veel fotomateriaal en het handzame formaat, en je hebt de unieke bladformule van De Uitstraling! Leeswijzer De komende vier hoofdstukken zijn gericht op redactioneel schrijven voor De Uitstraling. De hoofdstukindeling volgt de werkwijze van een correspondent: je kiest een onderwerp (Hoofdstuk 1), je gaat op pad (Hoofdstuk 2) en werkt het artikel uit (Hoofdstuk 3). Vervolgens wordt er een aantal taal- en grammaticaknelpunten behandeld (Hoofdstuk 4). Ten slotte vind je in het laatste hoofdstuk nog eens de huisregels van De Uitstraling op een rij.
Hoofdstuk 1
Het onderwerp Correspondenten van De Uitstraling zijn vrij om zelf onderwerpen te kiezen. De diversiteit aan onderwerpen maakt het blad interessant voor de lezers, dus probeer zelf ook te variëren in je onderwerpen en thema’s. Het vinden van een interessant of verrassend onderwerp valt niet altijd mee. De makkelijkste weg is vaak om toch maar een bekende te vragen voor een interview. Dat is jammer, want de onderwerpen liggen voor het oprapen. Als je je antenne maar hebt uitgestoken, zie je tal van ideeën ontstaan waarover je kunt schrijven. Als je in je achterhoofd houdt, dat je ‘nee’ hebt en ‘ja’ kunt krijgen, zul je zien dat het een stuk makkelijker wordt om op een onbekende af te stappen voor een vraag om medewerking. Bovendien, als je meer ervaring krijgt als correspondent, zullen je kwaliteiten als schrijver alleen maar groeien. Als je niet bang bent om ergens op af te stappen, kom je vaak in contact met mensen waar je anders aan voorbij zou gaan. Hoe kom je aan een onderwerp? Globaal zijn er twee manieren waarop je aan onderwerpen voor artikelen komt: de passieve en de actieve nieuwsgaring. Passieve nieuwsgaring houdt in dat je een artikel schrijft aan de hand van bestaande stukken. Zoals bijvoorbeeld een persbericht, een rapport of berichten van internet. Op de redactie van De Uitstraling komen dagelijks persberichten binnen. Als de redactie een onderwerp interessant genoeg vindt voor het blad, wordt het doorgestuurd naar een correspondent. Het is van groot belang dat de correspondent het persbericht kritisch leest. In de meeste gevallen is een persbericht zodanig opgesteld dat het grotendeels kan worden overgenomen, maar dit kan een valkuil zijn. Omdat hetzelfde persbericht wordt verspreid onder verschillende media, zie je vaak dat exact hetzelfde bericht staat afgedrukt in alle lokale bladen (soms zelfs met exact dezelfde fouten). Persberichten kunnen wel gebruikt worden, maar een combinatie van bronnen geniet de voorkeur. Lettend op de bladformule van De Uitstraling, waarin mensen uit de regio centraal staan, is het beter om het persbericht te gebruiken als basis voor je artikel, en aan te vullen met een mondelinge bron, bijvoorbeeld een (telefonisch) interview. Actieve of spontane nieuwsgaring houdt in dat je zelf op zoek gaat naar nieuws en mogelijke onderwerpen. Dit wordt ook wel eigen nieuwsgaring genoemd; enige creativiteit komt hierbij om de hoek kijken. Je kunt dit beschouwen als een echte uitdaging. Er zijn verschillende manieren waarop je aan een onderwerp komt. Actualiteit Elk uur van de dag kun je vers nieuws vinden, dat aanleiding kan geven voor een artikel in De Uitstraling. Ook landelijk nieuws is interessant, omdat veel onderwerpen vertaald kunnen worden naar je eigen leefomgeving. Houd daarom nieuwssites in de gaten en lees een dagblad of de regionale nieuwsbladen. Hieruit valt allerlei informatie te halen die je op een idee kan brengen. Zo kun je bijvoorbeeld
de drukte op Eindhoven Airport, waar veel over geschreven wordt in het Eindhovens Dagblad, gebruiken voor een artikel over geluidsoverlast van vliegtuigen in jouw eigen omgeving. Een ander voorbeeld van landelijk nieuws als aanleiding gebruiken, is de uitbraak van vogelgriep. Ongetwijfeld speelt dit ook in jouw eigen omgeving. Een afspraak met een regionaal pluimveebedrijf is immers zo gemaakt, je hebt daarmee een interessante en actuele insteek voor jouw artikel. Het is ook slim om aanplakposters en agenda’s in de gaten te houden. Eigen omgeving Een uitstekende inspiratiebron is de eigen omgeving. En dan niet zozeer ‘ik ken iemand, die heeft wel een leuke hobby’ (dit kan natuurlijk wel, maar je bent dan snel uitgeschreven). Denk hierbij eerder aan situaties waarin je verzeild raakt. Hier speelt de antenne een belangrijke rol. Je bent bijvoorbeeld op bezoek bij jouw oma in het bejaardenhuis en hoort op de gang dat steeds meer bejaarden een nieuwe relatie beginnen. Maar tijdens ditzelfde bezoek kun je ook te horen krijgen dat er een nieuwbouw op de rol staat, wat ook een prima aanleiding is voor een artikel. Eigen observatie Een bekend gezegde luidt: ‘Het nieuws ligt op straat’. Soms is dat letterlijk het geval. Als je om je heen kijkt, zie je allerlei onderwerpen waar een verhaal inzit. De vele Polen die je in de supermarkt ziet, kunnen aanleiding geven om een Pool te interviewen over zijn verblijf en werk in Nederland. Of je constateert dat de voetpaden altijd bevuild zijn met hondenpoep. Je laat hondenbezitters aan het woord, iemand die zich hieraan ergert, of een gemeenteambtenaar die verantwoordelijk is voor deze kwestie. Follow-up Een follow-up komt voort uit een ander artikel dat je hebt geschreven. Wanneer er geen ruimte is in het eerste artikel De Uitstraling
3
om over details uit te wijden, kun je zo’n detail als aanleiding gebruiken voor een nieuw verhaal. Een concreet voorbeeld hiervan: tijdens een interview over het vijftigjarige jubileum van een gymvereniging, krijg je te horen dat er sinds kort ook trampolinelessen worden gegeven. Dit gegeven is een mooie aanleiding om een artikel te schrijven over trampolinespringen. Internet Het internet is een bodemloze put van inspiratie. Als je eens een blik werpt op de vele startpagina-dochters, zie je tal van voorbeelden die kunnen dienen als onderwerp voor een artikel. De vertaalslag naar het lokale is meestal niet zo moeilijk. Neem eens een kijkje op de talloze forums en discussieplatforms, je ziet meteen wat er leeft. Een voorbeeld: op een discussiepagina voor jongeren wordt gesproken over Lonsdale-jongeren. Neem eens contact op met een plaatselijke groep Lonsdale-jongeren. Wat zijn hun standpunten, wat vinden ze ervan dat ze zo genoemd worden? Zijn ze er trots op? Waaróm dragen ze Lonsdale-kleding? De invalshoek Het vinden van een leuk onderwerp is één ding, maar het vinden van een verrassende invalshoek is weer iets anders. Veel onderwerpen en personen keren regelmatig terug in de (lokale) media. Probeer daarom altijd even te checken of die persoon die je interviewt ook al is benaderd door een ander blad. Let ook op de verschijningsdatum van het artikel. Meestal zit er ruim een week tussen het interview en de daadwerkelijke verschijning van het artikel. Hoe kom je tot een originele, frisse aanpak van je onderwerp? • Overeenkomsten en verschillen; zoek naar datgene wat anders is, onderscheidend. • Je inleven in een persoon of onderwerp. Probeer het onderwerp ‘van binnenuit’ te benaderen. • Verleden en toekomst. Kan het onderwerp ook in het verleden of de toekomst geplaatst worden? • Associaties. Wat heeft het onderwerp te maken met andere zaken? Hoor en wederhoor Het principe van hoor en wederhoor is een groot goed in de professionele journalistiek. Het houdt in dat je alle betrokken partijen de gelegenheid geeft om hun kant van het verhaal te vertellen. Toepassing van dit beginsel is een aanNotities:
4
De Uitstraling
wijzing dat de journalist zonder vooringenomenheid, met gevoel voor rechtvaardigheid en onpartijdig te werk gaat. Nu zal het principe van hoor en wederhoor weinig aan bod komen bij De Uitstraling, omdat er weinig onthullende artikelen worden geschreven. De insteek van het blad is immers positief. Toch kan het voorkomen dat een geïnterviewde zich negatief uitlaat over iemand anders. Wees altijd hierop bedacht voordat je dit soort kritieken klakkeloos overneemt. Het is namelijk helemaal niet zeker dat de geïnterviewde gelijk heeft in zijn kritiek; misschien houdt hij wel informatie achter. Meestal is het een kleine moeite om de persoon in kwestie te contacteren om zijn/haar kant van het verhaal te horen. Maar als dit niet lukt, is het een betere oplossing om de kritiek van de geïnterviewde niet te vermelden in het artikel. Let op als iemand gepeperde uitspraken doet die voor waarheid zouden kunnen worden aangenomen. Laat je nooit leiden door jouw verwachtingen of jouw vooroordelen of door wat ‘men’ zegt of verklaart. Bedenk of het omgekeerde ook waar zou kunnen zijn, maak je er niet van af met: ‘Het is maar een citaat’. Durf kritisch te zijn. En als je vermoedt dat het niet waar is, geef dan duidelijk aan dat het gaat om een mening. Wederhoor wordt vaak verward met het recht op een weerwoord. Het is niet meer dan eerlijk dat iemand die wordt aangevallen, of zich aangevallen voelt, het recht heeft om zich te verdedigen. De redactie is zich hier ook van bewust. Wanneer er een telefoontje binnenkomt van een gekwetste lezer, wordt deze ook altijd in de gelegenheid gesteld om zijn of haar visie op te laten tekenen in De Uitstraling. Werkhouding Belangstelling voor mensen en inlevingsvermogen horen bij het werk als correspondent. Kun je je inleven in vijftigplussers, sterrenkundigen, timmermannen, wethouders, voetballers, allochtonen en crècheleidsters? Het zal wel moeten. Natuurlijk kan het voorkomen dat je na een interview denkt: ‘Hier had ik nou helemaal niks mee’. Dan moet je toch proberen om de knop om te zetten en het verhaal helder optekenen. Nieuwsgierigheid is een gezonde eigenschap voor een correspondent. Niet in de figuurlijke zin, maar letterlijk nieuws-gierig. Willen weten wat er speelt. Wie niet nieuwsgierig is of geen enkele neiging heeft ergens méér van te willen weten, wie klakkeloos aanneemt wat er wordt verteld, is snel uitgeschreven. Als correspondent heb je een professionele nieuwsgierigheid. Je zult altijd verder doorvragen, om het naadje van de kous te achterhalen. Daarbij is een gezond wantrouwen op zijn plaats. Kritisch durven zijn en doorvragen zijn hierbij van belang. Want alles voor zoete koek aannemen, is ook niet goed.
Hoofdstuk 2
Op pad Het onderwerp is gekozen, de afspraak gemaakt: tijd om op pad te gaan voor het interview of evenement waarover je schrijft. Een goede voorbereiding kost soms wat tijd, maar draagt uiteindelijk wel bij aan de kwaliteit van je artikel. Bedenk van tevoren goed waar je het over wil hebben, en als het mogelijk is kun je op voorhand wat informatie zoeken over het onderwerp. Internet is daarbij een makkelijke bron. Als je weet waarover je praat, kun je scherpe vragen stellen, je komt eerder tot de kern. Denk ook aan de praktische voorbereiding: zorg dat je genoeg schrijfmateriaal bij je hebt – en eventueel een fotocamera - en probeer op tijd te komen voor de afspraak! Dat voorkomt ergernis, waardoor het gesprek beter begint. Aantekeningen De meeste artikelen in De Uitstraling komen tot stand op basis van een interview of een bezoek aan een evenement. In een relatief korte tijd krijg je een hoop informatie die verwerkt moet worden tot een goed artikel. Je kunt na-tuurlijk een gesprek opnemen, zodat je je volledig kunt focussen op het interview, maar praktischer is het om goede aantekeningen te maken. Als dit een routinekwestie is, kun je je aandacht ook beter bij het gesprek houden. Aantekeningen worden snel rommelig. Dat is niet handig als je de aantekeningen op een later tijdstip nog eens nodig blijkt te hebben, bijvoorbeeld als een artikel herschreven moet worden, of als je een vervolgverhaal schrijft. Hoewel iedereen een eigen aantekenstijl heeft, volgt hieronder een aantal tips die kunnen bijdragen aan gestructureerde, overzichtelijke aantekeningen. • Markeer kernpunten, dingen die je tijdens de uitwerking zeker niet over het hoofd mag zien. Bijvoorbeeld met een kruisje in de kantlijn. • Noteer alleen wat belangrijk is voor het artikel. • Noteer alleen trefwoorden of delen van zinnen. Bij het uitwerken van het stuk heb je hier doorgaans voldoende geheugensteun aan. • Gebruik eigen afkortingen voor veel voorkomende woorden in het interview. Bijvoorbeeld in een interview met iemand die vrijwilligerswerk in Zuid-Afrika heeft gedaan: VW voor vrijwilligerswerk en ZA voor Zuid-Afrika. • Noteer citaten waarvan je denkt of verwacht dat ze belangrijk zijn letterlijk, en beschrijf de sfeer (lachend, opgelucht, boos). • Als er verschillende onderwerpen aan de orde komen tijdens een interview is het makkelijk als de aantekeningen worden gerangschikt. Dat kan op twee manieren. Bij de ene stijl zet je alle aantekeningen achter elkaar, tijdens het uitwerken breng je een rangeschikking aan. De andere manier is om te rangschikken tijdens het maken van de aantekeningen. Je gebruikt dan voor elk onderwerp een eigen bladzijde. Het kan wel eens voorkomen dat een onderwerp continu terugkeert tijdens een ge-sprek. • Wees nauwkeurig in het noteren van feitelijke gegevens,
zoals namen en adressen en functies: is iemand voorzitter, secretaris of penningmeester van een vereniging? Dit geldt ook voor data, tijden, telefoonnummers en aantallen. Let op: als achteraf blijkt dat je te weinig aantekeningen hebt gemaakt of informatie mist, aarzel dan niet om nog even na te bellen. Zelf iets verzinnen - ‘zo zal hij het ongeveer wel bedoeld hebben’ - is veel erger. Interviewtechniek Interviews zijn er in soorten en maten, De Uitstraling bevat voor het merendeel portretinterviews. Hierin worden het leven en werk geschetst van verschillende mensen. Maar correspondenten kiezen soms ook voor een achtergrondinterview. Je schrijft dan een interview naar aanleiding van een nieuwsfeit. Bijvoorbeeld een interview met een wethouder die betrokken is geweest bij de bouw van een nieuwe sporthal. Het hoeft geen actueel onderwerp te zijn, het kan ook gaan over iets wat al lange tijd speelt. Zo’n interview kán nieuws opleveren als de geïnterviewde opmerkelijke uitspraken doet. Op het eerste gezicht is het portretinterview één van de makkelijkste genres voor een correspondent. Je laat iemand aan het woord, je vat dit samen en verwerkt dit op papier. Of je maakt een lijstje met voor de hand liggende vragen, laat ze beantwoorden en maakt er een ‘vraag-enantwoord’-verslag van. In de praktijk komt dit veel voor, maar eigenlijk is het een beetje zonde, de mogelijkheden van het genre blijven hiermee onbenut. Een goed interview maken is namelijk een echte uitdaging. Als je goed bent voorbereid, kun je gebruikmaken van andere bronnen. Daarnaast kun je gebruikmaken van eigen observaties. Met een vlotte schrijfstijl kun je het geheel samenpakken tot een boeiende, leesbare tekst. Juist hierin zit de uitdaging. Een goed interview is prettig om te lezen. Mensen komen tot leven, je hoort ze bijna praten. Het gaat niet alleen om De Uitstraling
5
het standpunt of de gedachte, maar ook om de manier waarop die wordt verwoord. Hoe praat iemand? Hoe denkt iemand? Interviews zijn vaak vlot leesbaar en bevredigen de nieuwsgierigheid van de lezers naar mensen die iets te melden hebben. Het interview valt te verdelen in zes fasen: 1. De keuze: kies je voor een interview of is een ander verhaal toepasselijker? Welke persoon kies je? Welke in-valshoek kies je? 2. Voorbereiding: het verzamelen van voorinformatie, een afspraak maken, een lijst met gespreksonderwerpen of vragen maken. 3. Gesprek: hoe benader je de geïnterviewde? Wordt het ‘u’ of ‘jij’? Wat voor soort vragen kun je stellen? Wat moet je wel doen en wat niet? 4. Vorm: interviews kunnen op verschillende manieren worden opgeschreven. Kies je voor een ‘vraag-en-antwoord’-stijl of een verhalende stijl, waarin feiten, ob-servaties en citaten elkaar afwisselen? 5. Uitwerking: zet voordat je gaat schrijven alle informatie nog eens op een rijtje, maak een grove indeling. 6. Nazorg: inzage voor publicatie en autorisatie.
1. De keuze Voordat je aan de slag gaat, bespreek je met de redactie het onderwerp en de ruimte die beschikbaar is. Probeer bij het kiezen van een persoon een al te voor de hand liggende figuur te vermijden. Iemand die regelmatig te vinden is in de lokale kranten zal ongetwijfeld medewerking verlenen. Maar is waarschijnlijk ook al twintig keer geïnterviewd. 2. De voorbereiding Als je iemand gaat interviewen over een onderwerp waar je zelf niet zoveel vanaf weet, is het nuttig om eerst informatie te verzamelen. Bijvoorbeeld in kranten of op internet. Je komt dan beslagen ten ijs, wat voor de geïnterviewde ook prettig is. Notities:
6
De Uitstraling
Er moet een afspraak worden gemaakt, waarbij de geïnterviewde goed geïnformeerd wordt. Vertel het doel van het interview, waarom je deze persoon hebt gekozen, hoe je aan zijn/haar naam bent gekomen, waarover je wilt spreken en hoelang het interview zal duren. Ook een geïnterviewde moet zich kunnen voorbereiden op het gesprek. Maak ten slotte een lijstje met vragen en onderwerpen. Niet al te uitgebreid, want er moet ook ruimte zijn voor improvisatie. Tijdens het gesprek kunnen bepaalde onderwerpen worden toegevoegd. Het is slim om het lijstje er tijdens het gesprek bij te houden, zodat je zeker weet dat alle onderwerpen besproken zijn. 3. Het gesprek Kom op tijd Wat je moet vermijden, is te laat komen. Het wekt irritaties bij veel mensen en kan daardoor een slechte start voor het gesprek betekenen. Houding De houding die je aanneemt ten aanzien van de geïnterviewde, is bepalend voor wat hij/zij vertelt. Als je alles beaamt en zegt dat je je prima kunt inleven, kom je vaak niet verder dan wat algemene uitspraken. Als je zo nu en dan ook kritische vragen stelt, komen er vaak verrassende en pittige uitspraken, die zeer bruikbaar zijn bij de uitwerking van je verhaal. Als je bijvoorbeeld vraagtekens stelt bij een bepaalde bewering, zal de geïnterviewde je proberen te overtuigen. Dat levert bruikbaar materiaal op. Maar pas op: een té kritische houding is ook niet aan te bevelen. De geïnterviewde mag zich niet aangevallen voelen. Observeren Observaties zijn een belangrijke aanvulling op je citaten, omdat je hiermee de sfeer van het gesprek kunt weergeven. Let daarom niet alleen op de persoon zelf, maar ook op de omgeving. Wat hangt er aan de muur, welke boeken staan er in kast? Met dit soort beschrijvingen kun je het verhaal aankleden. Bescherming Het is goed om te beseffen dat de meeste mensen niet ervaren zijn in het geven van interviews. Zo kunnen mensen
soms botte uitspraken doen, terwijl ze niet in de gaten hebben dat het door duizenden gelezen zal worden. Als zoiets gebeurt, geef je de geïnterviewde wel meteen de kans om zich te herroepen op deze uitspraak. Vragen stellen Er zijn drie soorten vragen te onderscheiden bij een interview: de open, half-open en gesloten vraag. Voorbeeld van een open vraag is: ‘Hoe was het feest?’ Zo’n open vraag werkt stimulerend, omdat het antwoord alle kanten op kan. Nadeel is de vrijblijvendheid, de kans bestaat dat er geen duidelijk antwoord komt op de vraag. Voorbeeld van een gesloten vraag: ‘Was het een geslaagd feest?’ Het antwoord is ‘ja’ of ‘nee’. Dat is duidelijk en efficiënt, maar als je teveel van dit soort vragen stelt, komt de geïnterviewde niet tot zijn recht, er is geen ruimte voor zijn verhaal. Er-gens daartussenin zitten de half-open vragen zoals: ‘Hoe vond je het feest?’. De antwoorden die je krijgt op je vragen moeten beoordeeld worden op bruikbaarheid: Zegt de geïnterviewde wat hij denkt? Is het antwoord volledig? Slaat het antwoord op de gestelde vraag? Is het antwoord duidelijk? Is het antwoord publiceerbaar en interessant voor de lezer? Dit beoordelen van de antwoorden is essentieel voor een goed interview, hierdoor wordt uiteindelijk de kwaliteit bepaald. Hoe meer ervaring je krijgt met interviews, des te beter word je in deze beoordelingen. Een goede interviewer is een goede luisteraar. Hoe beter je luistert, hoe be-ter je kunt reageren en hoe beter het interview wordt. Wanneer je twijfelt bij de beoordeling van de antwoorden, kun je de volgende methoden toepassen: • De vraag herhalen, anders formuleren, verduidelijken of doorvragen • Aanmoedigen door bijvoorbeeld instemmend te knikken, of belangstellend te kijken • Samenvatten: ‘Dus als ik het goed begrijp is het...’ • Zwijgen. Een stilte hoeft niet altijd ongemakkelijk te zin. Die geeft ook tijd om nog eens na te denken.
• Zelfonthulling: je vertelt dan iets over een eigen ervaring in relatie tot het onderwerp. • Gevoelsreflectie: ‘Dat moet vervelend zijn geweest voor u.’ Het is niet aan te bevelen om suggestieve vragen te stellen, waarmee je het antwoord eigenlijk al in de mond van de geïnterviewde legt. Je beïnvloedt daarmee de inhoud van de antwoorden. Ook oppassen dat je niet teveel vragen achter elkaar stelt. Er moet ook ruimte zijn voor antwoorden. Dubbelinterview Soms ontkom je er niet aan dat er twee of meer personen worden geïnterviewd voor je verhaal. Let dan op dat je duidelijkheid schept in het verhaal, over wie wie is, wie wat doet en wie wat zegt. Als er veel personen in het interview aan bod komen, probeer deze personen dan niet te laten reageren op elkaar, maar werk ze stuk voor stuk uit. 4. De vorm De interviewvorm die de voorkeur geniet van De Uitstraling, is een mengvorm van citaten en achtergrondinformatie. Deze achtergrondinformatie dient tegelijkertijd als brug tussen verschillende onderwerpen. Voorbeelden hiervan zijn beschrijvingen, samenvattende beschrijvingen of feitelijke informatie over iets of iemand. Citaten worden vaak gebruikt om dingen toe te lichten. Naast de mengvorm zijn er nog twee andere interviewvormen die bruikbaar zijn voor De Uitstraling: Het vraag-antwoordinterview en het full-quote interview. Bij deze laatste vorm wordt de geïnterviewde kort voorgesteld, het verhaal zelf bestaat uit één lang citaat. Het wekt de indruk dat iemand geheel uit het niets een verhaal vertelt, dat echt boeiend kan zijn. Maar er is geen ruimte voor sfeerbeschrijvingen. Het vraag-antwoordinterview wordt gezien als de meest makkelijke vorm om je interview uit te werken. Deze vorm wordt door de redactie niet aanbevolen, tenzij je er een goede reden voor hebt. Bijvoorbeeld als je een lijstje met
Notities:
De Uitstraling
7
originele vragen hebt, dat zich leent voor korte, puntige antwoorden. 5. De uitwerking Als correspondent maakt iedereen wel eens mee, dat je na afloop van een interview thuiskomt en ontdekt dat je eigenlijk helemaal geen verhaal hebt gekregen. Het is dan een kwestie van hard werken om er toch nog iets van te maken. En makkelijk als je de geïnterviewde nog even kunt nabellen voor wat extra informatie. Als je zoiets vaker meemaakt, probeer dan te ontdekken waarom dit je telkens overkomt. Het omgekeerde gebeurt ook: uit een gesprek van een uurtje heb je twintig pagina’s aantekeningen gehaald. Bedenk in zo’n geval van tevoren wat de lijn van je verhaal wordt. Stel jezelf de vraag: wat wil ik vertellen? Probeer het gesprek in één basiszin samen te vatten. Vervolgens ga je de informatie selecteren, ordenen en indelen. Het maken van een tekstschema is een handig middel tijdens het schrijfproces. Bekijk je aantekeningen en haal alle verschillende onderwerpen eruit, zet ze in volgorde van belangrijkheid. De leidraad daarbij is: wat wil de lezer weten? Als het goed is, ben je nu nog niet aan het schrijven. Hoe beter je van tevoren nadenkt, hoe beter je het verhaal op papier krijgt. Schrijven begint met denken. Als je het verhaal niet helder in je hoofd hebt, wordt schrijven een marteling. Of het resulteert in een warrig, onsamenhangend verhaal. Bij het schrijven laat je je leiden door drie principes: 1. Eenheid: het hoofdthema loopt als een rode draad door je artikel. Alles wat daar niet bij past, wordt geschrapt. 2. Samenhang: alle informatie die met het thema samenhangt wordt in een logische volgorde gepresenteerd. Zodanig dat de lezer het verhaal moeiteloos kan volgen. 3. Nadruk: de belangrijkste informatie krijgt de meeste aandacht. 6. Nazorg Meestal vraagt de geïnterviewde zelf of hij/zij het artikel Notities:
8
De Uitstraling
nog ter inzage krijgt vóór publicatie. Dit mag na-tuurlijk en is een goed gebruik bij De Uitstraling. Ver-geet alleen niet om het autorisatie-onderschrift te plaatsen bij het artikel, vóórdat je het laat lezen aan de geïnterviewde. Hierin staat omschreven dat de correspondent degene is die bepaalt wat wel en niet veranderd mag worden. In de praktijk zul je als correspondent echter soepel omgaan met het autorisatierecht. Als iemand graag iets veranderd wil hebben, is dit mees-tal een kleine moeite. Mochten er toch problemen ontstaan, neem dan contact op met de redactie. Telefonisch interview Een telefonisch interview heeft nooit hetzelfde effect als een ‘live’ interview. Soms kan het toch handig zijn om nog wat extra informatie te krijgen, of als je tegen een deadline zit aan te hikken. Het grote verschil tussen een telefoongesprek en een gesprek met iemand die tegenover je zit, is dat je de ander wel hoort maar niet ziet. Daarom onderbreken mensen elkaar vaker in een telefoongesprek dan in een gewoon gesprek. Je kunt niet door een gebaar of gezichtsuitdrukking aangeven dat je ook iets wilt zeggen of iets te vragen hebt. Als je besluit om een interview telefonisch te doen, is het handig om vooraf een lijstje te maken met punten die je in het gesprek aan de orde wil laten komen. Vragen die van tevoren volledig zijn uitgeschreven, hebben echter een belemmerend effect. Het gevaar be-staat dan dat je je teveel vasthoudt aan de vragen, en niet kunt reageren op de informatie aan de andere kant van de lijn. Maak aan het begin van het telefoongesprek altijd duidelijk wie je bent (correspondent van De Uitstraling), waarvoor je belt, en hoeveel tijd het telefoongesprek in beslag zal nemen. Het is handig te vragen of de persoon die je belt, op dat moment tijd heeft om je te woord te staan. Iemand aan de lijn hebben die op dat moment bezig is met iets totaal anders, kan het gesprek om zeep helpen. Vraag in zo’n geval wanneer het uitkomt dat je terugbelt. Aan het einde van een telefoongesprek kan het zinvol zijn om de hoofdpunten nog eens samen te vatten. Verder vraag je of je nog iets ver-
geten bent en of je ‘voor het geval dat’ nog eens terug mag bellen. Verslaggeving Verslaggeving kan een boeiend verhaal opleveren. He-laas komt dit genre nog weinig aan bod in de meeste edities. Des te meer uitdaging om je hier eens in te verdiepen, want het genre biedt veel mogelijkheden. Bovendien is het leuk om aan een verslag te werken: je kunt verschillende mensen aan het woord laten, er is volop ruimte voor beschrijvingen en meestal zijn de evenementen of gebeurtenissen waar je over schrijft leerzaam of vrolijk. Wanneer je eropuit gaat voor een verslag, volg je in principe dezelfde werkwijze als bij een interview. Al-leen zul je je ogen en je oren meer de kost moeten ge-ven. Ook voor verslagen geldt dat er vele (meng)vormen zijn. Hieronder gaan we kort in op het sfeerverslag en het achtergrondverslag, genres die prima passen in de bladformule van De Uitstraling. Sfeerverslag Het voornaamste kenmerk van een sfeerverslag is, dat er geen nieuwswaarde in zit. Er wordt alleen een sfeer geschetst van een evenement, bijeenkomst of gebeurtenis. Het genre biedt gelegenheid om je eigen stilistische schrijfstijl te oefenen. Vermijd clichés, zoals ‘het zag zwart van de mensen’ of ‘je kon er over de koppen lopen’. Er zijn talloze evenementen of gebeurtenissen denkbaar waarover je een sfeerverslag kunt schrijven: demonstraties, een sinterklaasintocht of een open dag van een vereniging. Hier nemen we als voorbeeld een braderie. Het sfeerverslag wordt opgebouwd uit een aantal stukken, probeer hierin een goede balans te vinden. • Beschrijvingen van eigen observaties. Je gaat er eens rustig voor zitten en neemt alles in je op: geuren, geluiden, wat voor mensen lopen er rond? Zijn de mensen vrolijk of geïrriteerd door de drukte? Hoe zijn de weersomstandigheden? • Informatie over het evenement / de gebeurtenis. Getallen over bezoekersaantallen, het aantal standhouders. Hoelang wordt de braderie al gehouden? Is er een goed
doel aan verbonden? • Delen van gesprekken, citaten van verschillende betrokkenen. Bijvoorbeeld een citaat van een organisator, een bezoeker of een standhouder. Achtergrondverslag Zoals eerder gezegd kan nieuws dienen als aanleiding voor een verhaal in De Uitstraling. Het achtergrondverslag is een genre dat hier goed bij past. Je neemt dan een nieuwsbericht als aanleiding en maakt een vertaalslag naar je eigen gemeente. Ook kun je een onderwerp kiezen uit het maatschappelijke debat. Het integratiedebat kan bijvoorbeeld dienen om een artikel te schrijven over een migrantengemeenschap in je eigen regio. Maar ook plaatselijke onderwerpen kunnen bruikbaar zijn. Bijvoorbeeld de commotie die ontstaat wanneer het gemeentebestuur besluit om het openbare zwembad te sluiten. Tenslotte nog enkele tips om rekening mee te houden. • Ga niet teveel uit van je eerste indruk, maar probeer er echt ‘in te duiken’. (De moeite nemen om verschillende kanten te bekijken.) • Zoek naar typeringen die niet voor de hand liggen, maar wel herkenbaar zijn voor de lezers. (Niet de drukte, maar de stilte wanneer alle bezoekers vertrokken zijn.) • Schotel de lezer iets anders, iets nieuws voor. (Bij-voorbeeld een kijkje achter de schermen.) • Illustreer je bevindingen met details (De dames van de hamburgerskraam draaien overuren. Na enige tijd ontstaat er paniek omdat de ketchup op is.) • Probeer de lezer snel (direct na de lead) in de locatie te plaatsen, zodat hij zich kan inleven in het verhaal. Kom daarom niet te snel met achtergrondinformatie. • Bij het schrijven van citaten probeer je zoveel mogelijk spreektaal te schrijven.
Notities:
De Uitstraling
9
Hoofdstuk 3
Aan de slag En daar zit je dan achter je beeldscherm. Terug van het interview, gelijk aan de slag om je informatie te verwerken. Als je wat ervaren bent, zul je tijdens de terugweg al bedacht hebben hoe je het artikel wil gaan schrijven, welke citaten je zeker wil inpassen. Maar een bekend spreekwoord luidt niet voor niets: bezint eer ge begint. Als je alles goed op een rijtje hebt, zal het schrijfproces soepeler verlopen. In het voorgaand hoofdstuk hebben we het gebruik van een schrijfschema al aangestipt. Je maakt vooraf een overzichtje van de opbouw van je verhaal, een tekstontwerp. Dit kun je gebruiken als leidraad tijdens het schrijven. Houd tijdens het schrijven de volgende zaken continu in je achterhoofd. De doelgroep: de doelgroep van De Uitstraling is breed. Dit betekent dat je je verhaal niet teveel moet toespitsen op een kleine groep mensen. Stel jezelf de vraag: ‘Is dit wat de lezers interessant vinden’? Eenheid: het hoofdthema loopt als rode draad door je artikel. Alles wat daar niet bij past, wordt geschrapt. Nadruk: de belangrijkste informatie krijgt de meeste aandacht. Structuur Een duidelijke structuur is essentieel voor de leesbaarheid van je artikel. Hieronder zetten we uiteen hoe je het verhaal gestructureerd kunt uitwerken. Begin, middenstuk en slot, daar komt het op neer. Maar hoe schrijf je een begin, een middenstuk en een slot? We be-ginnen met de lead, en eindigen met het schrijven van de kop. Voor sommigen lijkt dit onlogisch, maar wanneer je artikel echt af is, kun je beter beoordelen welke kop erbij past. De lead Notities:
10 De Uitstraling
De eerste, vetgedrukte alinea van je verhaal noemen we de lead. De lead moet kort en helder zijn en direct een indruk geven van waar het artikel over gaat. Na het lezen van de lead moet de lezer direct besluiten om het artikel verder te lezen. Er zijn verschillende manieren waarop je de lead schrijft. Hieronder komen er zes aan bod, geïllustreerd met een voorbeeld over drankgebruik onder jongeren. Tafereellead: het is zaterdagavond, 23.00 uur en de jongeren staan weer te dringen voor de deuren van de plaatselijke discotheek. Citaatlead: “Vorige week was ik zo dronken, dat ik met mijn fiets in de sloot ben beland”, giechelt Tessa. Stellende of constaterende lead: de berichten in de krant liegen er niet om: in onze regio is het drankmisbruik onder jongeren waanzinnig hoog. Lezerslead: kent u een coma-zuiper? Contrastlead: vroeger ging je om tien uur op stap en dronk je een paar pintjes, dan waren je munten op. Om een uur sprong je weer op je fiets naar huis, lichtelijk aangeschoten. Tegenwoordig luiden de zorginstanties de noodklok, omdat het alcoholmisbruik onder jongeren schrikbarend zou toenemen.
Portretlead: Tessa is net vijftien jaar geworden en mag nu voor het eerst op stap in Reusel. Met handige manoeuvres weet ze zichzelf binnen te praten bij de discotheek. Het middenstuk Er zijn verschillende manieren waarop je het middenstuk kunt uitwerken. Chronologisch ligt voor de hand, maar is niet noodzakelijk. Je kunt ook middenin het verhaal beginnen en werken met terugblikken en vooruitblikken. Als je deze stijl hanteert, wees dan wel zorgvuldig met je taalgebruik. Een andere vorm is om het middenstuk in te delen naar de verschillende subonderwerpen. Het middenstuk bestaat altijd uit verschillende alinea’s, liefst voorzien van subkopjes. Dit verhoogt de leesbaarheid van het artikel. Zorg dat de alinea’s mooi afgeronde stukken zijn. Het slot Een goed slot heeft als kenmerk dat het de lezer bijblijft als hij De Uitstraling dichtslaat. Evenals bij de lead zijn er verschillende manieren om een slot te schrijven. Eveneens geïllustreerd met het voorbeeld over drankgebruik onder jongeren. - Samenvattend slot: iedereen drinkt, dus waarom zou je niet? Bovendien werken de meeste jongeren om het stappen te bekostigen. Het echte coma-zuipen, dat hebben ze hier nog nooit van dichtbij meegemaakt. - Verhaal is rond: de kroegen zijn dicht, de lichten weer aan. Buiten staat Tessa te wankelen op haar benen. Voor ze de taxi instapt, geeft ze over. - Tafereelbeschrijving: het bier spat uit de glazen, voor de vijfde keer dit uur wordt een nieuw blaadje bier gebracht. - Citaat: “Het was een ge-wel-di-ge avond”, besluit ze. - Concluderend: alcohol hoort bij uitgaan. Geen haan die ernaar kraait. Koppen maken Soms is het moeilijk om een goede kop te bedenken voor je artikel. Geef het niet te snel op, want een goe-de kop is de opening van je artikel. Voor snelle lezers bepaalt de kop of het artikel wel of niet gelezen wordt. Een goede kop
dekt de lading van het artikel. Schrijf koppen het liefst in de actieve vorm, in de te-genwoordige tijd. Als je het moeilijk vindt om een passende kop te bedenken, schrijf dan eerst een volledige zin die de inhoud van het artikel weergeeft, en dik die vervolgens in tot hij past. Wat ook wel eens werkt: kies de woorden die in elk geval in de kop moeten staan en hussel deze tot een goede zin. Als je teveel informatie hebt die je in de kop kwijt wil, kun je gebruikmaken van een subkop (châpeau). Maar wees ook hierin voorzichtig, want een kop moet bovenal pakkend zijn. Er zijn verschillende kop-constructies te bedenken. - Dubbele punt-kop: Beukentuin: een ideaal gezinsuitje - Citaatkop: “Iedereen welkom in de Beukentuin.” Citeren Over het algemeen geldt dat citaten een verhaal aantrekkelijker maken, ze geven je verhaal kleur. Maar pas op dat je verhaal geen opeenstapeling is van citaten. Citaten zijn bedoeld om af te wisselen. Je gebruikt ze als dit een betere omschrijving is dan je eigen om-schrijving. Gebruik geen citaten als iemand uitgebreid verslag doet van een gebeurtenis. Beter is dan om het zelf samen te vatten en aan te vullen met citaten.
Notities:
De Uitstraling 11
Er zijn vier citaatvormen mogelijk: Direct citeren: goed te gebruiken als iemand iets uitlegt, verduidelijkt of beweert. (Mark: “Ik leg mijn ziel en zaligheid in deze sport.”) Indirect citeren: dit is een variatie op direct citeren. Met behoud van de woordkeus van de spreker worden de gesproken woorden samengevat tot enkele zinnen die de essentie weergeven. (Het gebruik van scheenbeschermers is noodzakelijk in deze sport, het zal niet lang meer duren voor het verplicht wordt gesteld door de Bond, zo stelt Mark.) Gedeeltelijk citeren: dit gebruik je als je een paar woorden of een zinsnede wil benadrukken, omdat het een treffende beschrijving is. (Zonder scheenbeschermers worden je benen natuurlijk “bont en blauw geschopt”, dus een verplichting zal niet lang uitblijven.) Parafraseren: dit is geschikt als iemand een lang, saai, vaag of uitgebreid verhaal vertelt. De woorden worden samengevat tot enkele krachtige zinnen. (Mark is van mening dat de Bond op korte termijn de scheenbeschermers zal verplichten.) Enkele tips wat betreft citeren: • Probeer zo letterlijk mogelijk te citeren, maar gebruik wel zoveel mogelijk schrijftaal. • Citaten in De Uitstraling worden aangegeven tussen dubbele aanhalingstekens. • Wissel af in de citaatvormen. • Maak citaten niet te lang. Nog enkele tips om de leesbaarheid van je artikel te behouden: • Gebruik niet teveel moeilijke woorden. • Probeer het gebruik van cijfers in de tekst te vermijden, dit maakt de tekst onrustig. Schrijf getallen Notities:
12 De Uitstraling
•
• • • • •
•
onder de twintig, honderdtallen en duizendtallen voluit. Wees wel consequent in het gebruik van getallen. Niet eerst 81% en even verderop tien procent. Breng structuur aan in je verhaal door het gebruik van tussenkopjes. Zorg dat deze kort zijn en de inhoud van de alinea weergeven. Wees zuinig met uitroeptekens en vraagtekens. Dubbele vraag- en uitroeptekens zijn uit den boze. Vertaal afkortingen en vreemde woorden altijd aan het begin van je tekst. Afkortingen zijn uit den boze, zoals d.w.z., i.p.v., etc., enzovoort. Vermijd het gebruik van lange woorden Let op voor ‘lege’ woorden. Dit zijn woorden die niet ergens concreet naar verwijzen en waarvan niet duidelijk is wat er precies mee wordt bedoeld. Zoals ‘situatie’, ‘element’ ‘programma’ of ‘structuur’. In De Uitstraling is het gebruik van de ik-vorm niet toegestaan. Deze regel is ontstaan om conflicten over meningen te vermijden.
Beeldgebruik Onderscheidend in de bladformule van De Uitstraling is het vele gebruik van fotomateriaal. Probeer ook hierin net een beetje meer te doen dan een ‘recht-toe-rechtaan’- kiekje. Je kunt mensen allerlei houdingen laten aannemen, of op zoek gaan naar een mooie achtergrond. Als je werkt aan een groot artikel, is het raadzaam om een staande foto te nemen van een persoon. De redactie kan deze dan eventueel inzetten voor de cover. Probeer je niet te beperken tot een portret, dat vaak nietszeggend is. Het is mooi als je in de foto iets van de inhoud van het artikel kunt laten terugkomen. Wees ook bedacht op de resolutie-instelling van je camera. Foto’s met een hoge resolutie komen mooier van de drukpers dan foto’s met een lage resolutie.
Hoofdstuk 4
Spelling en grammatica Hoewel alle artikelen in De Uitstraling worden nagekeken door een corrector, is taalbeheersing een goede eigenschap voor correspondenten. Oefening baart kunst. Hoe meer schrijfervaring je opdoet, des te beter zul je de taal gaan beheersen. Hieronder worden enkele grammatica- en spellingsregels aangestipt die in de praktijk niet door iedereen goed worden toegepast. Even opfrissen dus. • Maak zoveel mogelijk gebruik van het Groene Boekje. Als je niet zeker bent van de spelling van een moeilijk woord, is het een kleine moeite om dit even op te zoeken. De spellingscontrole in je Wordprogramma kan ook uitkomst bieden, maar het Groene boekje is betrouwbaarder. Hoe meer je gebruikmaakt van het Groene boekje, des te meer train je je taalvaardigheid. • Vaak worden citaten gebruikt en wordt er geen naam bij vermeld. Het moet altijd duidelijk zijn wie degene is die iets zegt. Als je een citaat in een titel gebruikt, moet dat ook in het artikel terugkomen, anders lijkt het citaat uit de lucht gegrepen. • Let ook op een goed gebruik van de tijden van werkwoorden. Het door elkaar gebruiken van tegenwoordige en verleden tijd werkt zeer verwarrend. • Gebruik geen afkortingen, schrijf bijvoorbeeld niet etc. maar et cetera. Ook als je namen schrijft, schrijf ze dan voluit, niet bijvoorbeeld mevrouw v.d. Ven, maar mevrouw Van de Ven. • Als je iemand citeert, gebruik dan “……” (dubbele aanhalingstekens) in plaats van enkele ‘………… ‘.
Wanneer gebruik je enkele aanhalingstekens? * Als alternatief voor cursivering, wat je vaak gebruikt voor titels van boeken, films, et cetera. * Voor woorden die voor de lezer waarschijnlijk onbekend zijn, bijvoorbeeld omdat het gaat om nieuwe en anderstalige woorden zoals: Die uitgeverij is onze ‘preferred partner’. * Bij zelfbedachte woorden bijvoorbeeld: Nederland ‘vervinext’ in rap tempo * Bij ironisch bedoelde woorden: Dat was een ‘geslaagde’ grap * Bij een citaat in een ander citaat, bijvoorbeeld: Jan: “Mijn moeder gaat regelmatig naar de kerk. Als ze gaat zegt ze: ‘Ik bid voor jou’.” • Maak zo kort mogelijke zinnen, dat voorkomt grammaticale blunders. • De vergrotende en vergelijkende trap worden vaak door elkaar gebruikt. Gebruik ‘dan’ na groter, kleiner, dikker dunner et cetera. ‘Als’ gebruik je bij vergelijkingen: even groot als, even dik als et cetera. • Wanneer schrijven we wordt je en wanneer word je? Wat is bijvoorbeeld juist in: 'Dan word(t) je zeker kampioen'? Juist is: 'Dan word je zeker kampioen.'
Notities:
De Uitstraling 13
precies hetzelfde. In dat geval vinden veel mensen het lastig om te bepalen of je het onderwerp van de zin is of niet. Er zijn twee manieren om erachter te komen of je het onderwerp van de zin is en de t achter word dus weg kan blijven. 1. Je kan alleen onderwerp zijn als het vervangbaar is door jij: 'Dan word jij zeker kampioen.' Als dit je (=jij) ná de persoonsvorm staat, vervalt de t. 2. Als je niet vervangen kan worden door jij, maar door jou, moet een ander woord het onderwerp van de zin zijn, en is wordt de juiste spelling. Dat is bijvoorbeeld het geval in deze zin: 'Dat wordt je duidelijk'.
Als je het onderwerp van de zin is, en achter de persoonsvorm staat, vervalt de t achter het werkwoord. Bij een werkwoord als blijven is dit goed te horen: 'Dan blijf je zeker kampioen.' Bij worden horen we het verschil echter niet: wordt en word klinken immers Notities:
14 De Uitstraling
• Gebruik van het woord ‘ze’ en ‘hen’. Het woord 'ze' is ofwel onderwerp bijvoorbeeld: “Ze komen”, ofwel slaat ze terug op dieren of zaken, bijvoorbeeld: “Ik heb ze gezien”, (katten, boeken). Gebruik als lijdend voorwerp (mensen) is het hen. Ik heb hen gezien, niet: ik heb ze gezien. Opmerking: in de spreektaal wordt ‘ze’ als lijdend voorwerp vaak op mensen toegepast.
Hoofdstuk 5
Huisregels Vooraf: 1. Verwacht wordt dat correspondenten zoveel mogelijk contact houden met de bureauredactie indien er sprake is van veranderingen in de eerder gemaakte afspraken. 2. Verwacht wordt dat de correspondent zich ervan bewust is dat elke aanpassing kort voor de deadline grote gevolgen kan hebben. 3. Verwacht wordt dat alle artikelen vóór de door de bureauredactie aangegeven deadline ingediend worden. Alleen in overleg met de bureauredactie kan hiervan worden afgeweken. 4. Indien de correspondent meerdere weken niet beschikbaar is, bijvoorbeeld door vakantie, wordt verwacht dat deze dit minimaal twee weken vóóraf meldt, zodat de bureauredactie hier rekening mee kan houden. Indien de correspondent door ziekte niet beschikbaar is, wordt verwacht dat deze dat op een zo kort mogelijke termijn meldt. 5. Contacten met de bureauredactie kunnen per mail:
[email protected] /
[email protected] [email protected] /
[email protected] [email protected] /
[email protected] [email protected] (afhankelijk voor welke gemeente het artikel bestemd is). Telefonisch is de bureauredactie te bereiken onder nummer: 0499463524. Het interview: 6. Eigen gekozen onderwerpen dienen met de bureauredactie te worden overlegd, vóórdat er actie ondernomen wordt. 7. Onderwerpen die door onze bureauredactie worden geopperd gaan altijd in overleg met desbetreffende gekozen correspondent. 8. Door de bureauredactie gedane suggesties worden geacht door de betreffende correspondent te worden opgevolgd/uitgewerkt tenzij de betreffende correspondent binnen drie werkdagen anders heeft laten weten. Het betreffende artikel wordt dan als zodanig ingepland. 9. Na overeenstemming tussen correspondent en bureauredactie onderneemt de correspondent actie richting betrokken perso(o)n(en) en maakt eventueel een afspraak met betrokkene(n), indien niet anders overeengekomen. 10. Na het uitwerken van een interview is het gebruikelijk het artikel te laten controleren op feitelijke onjuistheden door de geïnterviewde. 11. Om oneigenlijk gebruik van het artikel te voorkomen, dienen rechtsbovenstaande regels aan het document toegevoegd te worden.
Autorisatie:
Auteursrechten:
Graag zie ik uw reactie tegemoet voor ????? Indien ik voor genoemde datum niets van u vernomen heb, ga ik ervan uit dat u akkoord gaat met het artikel. Ik zal dan deze versie aan De Uitstraling verzenden voor verdere verwerking. Let wel: het is dan niet meer mogelijk om tekstueel (inhoudelijk) te veranderen. 12. Het auteursrecht van de artikelen ligt bij de auteur. In verband met de auteursrechten is het niet toegestaan, tenzij bronvermelding wordt toegepast, tekstpassages over te nemen uit andere publicaties. 13. Indien de geïnterviewde het inhoudelijk niet eens is met het artikel en de schrijver niet met de argumenten van de geïnterviewde, dient de correspondent dit te melden bij de bureauredactie, zodat de gepaste oplossing kan worden bepaald. 14. De correspondent dient zich ervan bewust te zijn dat reclameuitingen in een artikel NIET toegestaan zijn. Bij twijfel dient de correspondent eerst met de bureauredactie te overleggen. Een vraag die je je hierbij kunt stellen is of er sprake is van een permanente omzet, inkomen of worden er geldstromen gegenereerd? 15. De bureauredactie heeft de eindbeslissing om een artikel te weigeren. Dit kan bijvoorbeeld zijn wanneer een artikel te commercieel of in strijd is met waarden en normen. Een weigering tot plaatsing wordt met redenen omkleed meegedeeld aan de correspondent. Het artikel: 16. Artikelen dienen als Wordbestand te worden gemaild. 17. De ruimte die voor een artikel gereserveerd moet worden, gaat in overleg met de bureauredactie. Die wordt De Uitstraling 15
vóóraf bepaald. Alleen na overleg met de bureauredactie kan hiervan afgeweken worden. Aantal woorden per artikel: 2/3 pagina maximaal 500 woorden 1 pagina maximaal 750 woorden 1 1/3 pagina maximaal 900 woorden 1 2/3 pagina maximaal 1100 woorden 2 pagina’s maximaal 1200 woorden Deze woordenaantallen zijn EXCLUSIEF de foto’s. Elke foto neemt ongeveer 100 woorden aan ruimte in beslag. 18. Het artikel dient aangeleverd te worden in de volgende opmaak:
Kop = lettergrootte 14 en bold Inleiding = lettergrootte 10 bold en cursief Door: naam correspondent = lettergrootte 10 en cursief Tussenkop = lettergrootte 10 en bold Tekst = lettergrootte 10 19. Het is niet van belang in welk lettertype de kopij wordt aangeleverd. 20. Alle kopij wordt, voordat deze naar de afdeling Opmaak gaat, gecorrigeerd en/of geredigeerd door onze corrector. 21. Hieronder enkele veelvoorkomende huisstijlvoorbeelden. Citaat: Meneer de Vries: ”Het is hartstikke leuk.” (punt dus vóór de sluittekens) ”Het is hartstikke leuk”, aldus meneer De Vries. (komma dus ná de sluittekens) Accentueren in een tekst: Het is niet toegestaan om hele woorden/zinnen in een vette letter te gebruiken. Ook hele woorden/zinnen in hoofdletters of onderstrepen is niet toegestaan. Om de nadruk op een woord/zin te leggen, kunnen de volgende tekens gebruikt worden: één dag, blèren, dat is dé oplossing, dóén, vóór, ‘nieuwe’, et cetera. Dit is allemaal grammaticaal toegestaan volgens het Groene Boekje. Notities:
16 De Uitstraling
22. Indien er inhoudelijk wijzigingen worden aangebracht door de corrector, ligt het initiatief bij de bureauredactie of deze de wijzigingen met desbetreffende correspondent overlegt of niet. Foto’s 23. Foto’s dienen te worden aangeleverd als JPG-bestand met een hoge resolutie (300 dpi). 24. Het aanleveren van minimaal één ‘staande’ foto (dus hoger dan die breed is) geniet de voorkeur. Dit omdat deze dan eventueel gebruikt kan worden voor de voorpagina. 25. Bij gebruik van foto’s welke bijvoorbeeld van internet zijn gekopieerd, is het van belang dat deze foto’s rechtenvrij zijn. Verantwoordelijkheid hiervan ligt bij de correspondent. 26. Geplaatste foto’s worden alleen vergoed indien er bij de foto-onderschriften ‘eigen’ vermeld staat op het moment van aanleveren bij de redactie. Betaling: 27. Foto’s worden alleen uitbetaald als deze met een ‘eigen’ fototoestel zijn gemaakt. Dus bijvoorbeeld niet indien deze van het internet komen of worden aangeleverd door de geïnterviewde. 28. Er worden maximaal drie foto’s per artikel uitbetaald. 29. Artikelen, berust op fotocollages, krijgen maximaal 30 euro per pagina vergoed, mits een en ander is overlegd met de bureauredactie. 30. Foto’s gemaakt met een camera van De Uitstraling worden niet vergoed. 31. De correspondent dient zelf de artikelen en de foto’s te declareren. De correspondent zal aan het einde van de maand de betaling ontvangen van de voorafgaande maand, mits de declaratie vóór de vijftiende van de maand ontvangen is. 32. Uitgeverij De Uitstraling bv betaalt het volgende uit: voor geplaatste artikelen waarvoor de correspondent ‘de deur uit moet’, ofwel gaat interviewen: € 0,055 per woord. Voor de overig geplaatste artikelen: € 0,045 per woord. Per geplaatste foto, mits gemaakt met eigen toestel: € 5,- met een maximum van drie per artikel. Voor een foto-impressie of collage wordt per foto € 5,- vergoed, met een maximum van € 30,-.