1
INHOUDSOPGAVE INLEIDING Deel 1 1. 2. 3.
BIJZONDERE GROEPEN Duurzame gebruiksgoederen Deelname sociaal maatschappelijk verkeer Collectieve ziektekostenverzekering
Deel 2
DRAAGRKRACHT
Deel 3
DREMPELBEDRAG
Deel 4
RESERVERING EN AFLOSSING BIJ EEN GELDLENING
Deel 5
CATEGORIEEN EN KOSTENSOORTEN
Categorie 1: Categorie 2: Categorie 3: Categorie 4: Categorie 5: Categorie 6:
Directe levensbehoeften Woonvoorzieningen Maatschappelijke zorg Financiële transacties Medische dienstverlening Overige kostensoorten
2
INLEIDING Met de beleidsregels worden richtlijnen gegeven voor de uitvoering van de bijzondere bijstand. De uitgangspunten voor de uitvoering van de bijzondere bijstand en het minimabeleid zijn opgenomen in de nota “Bijzondere bijstand en minimabeleid 2004”. Deze beleidsregels zijn onlosmakelijk verbonden met de nota. BIJZONDERE GROEPEN Voor een aantal groepen en kostensoorten gelden de uitgangspunten niet (zie de beleidsnota bijzondere bijstand en minimabeleid). Dit betekent dat uitsluitend moet worden vastgesteld of belanghebbende tot de doelgroep behoort en voldoet aan de gestelde voorwaarden. Het betreft de volgende kostensoorten: 1. duurzame gebruiksgoederen 2. deelname maatschappelijk verkeer 3. collectieve ziektekostenverzekering 1. duurzame gebruiksgoederen Inwoners van de gemeente, die drie jaar of langer een minimuminkomen hebben, kunnen éénmaal per 12 maanden een bedrag voor duurzame gebruiksgoederen krijgen. Dit bedrag is gelijk aan het bedrag van de langdurigheidstoeslag (dus gehuwden € 454, voor een alleenstaande ouder € 408 (90%) en voor een alleenstaande € 318 (70%). Voorwaarden: • individueel aanvragen; • inkomen en vermogen worden getoetst aan de normen van de WWB; • overleggen van bewijsstukken; • de criteria voor de langdurigheidstoeslag zijn van toepassing, dus geen arbeidsmarktperspectief; • aanvrager(s) mogen niet tot de doelgroep van de langdurigheidstoeslag behoren; • aanvrager(s) moeten een zelfstandige huishouding voeren. Om de uitvoering zo eenvoudig te laten verlopen en om te verkomen dat er sprake is van “voor financiering” mogen de bewijsstukken ook achteraf worden ingeleverd. Niet inleveren betekent verrekenen met lopende uitkering of terugvorderen 2. deelname sociaal maatschappelijk verkeer Alle inwoners van de gemeente kunnen hiervoor in aanmerking komen. Voorwaarden: • Individueel aanvragen; • Inkomen en vermogen worden getoetst aan de normen van de WWB; • Overleggen van bewijsstukken; • Aanvrager(s) moeten een zelfstandige huishouding voeren. • Op het moment van de aanvraag langer dan een jaar een inkomen op minimumniveau De bijdrage voor deelname maatschappelijk verkeer is bedoeld voor de volgende kosten: • Contributies voor sport- en sociaal culturele activiteiten; • abonnement bibliotheek, telefoon, krant of kabel-televisie; • Schoolreisjes en excursies;
3
Hoogte bijdrage De hoogte van de bijdrage bedraagt € 90,-- per gezinslid per jaar. 3. Collectieve ziektekostenverzekering De collectieve ziektekosten verzekering geldt voor personen met een bijstandsuitkering. en inwoners die op het zelfde inkomensniveau zitten. Voorwaarden: • Individueel aanvragen; • Inkomen en vermogen worden getoetst aan de normen van de WWB; DRAAGKRACHT Bij de vaststelling van de bijzondere bijstand dient rekening te worden gehouden met de draagkracht. Er wordt ingegaan op de volgende zaken: 1. draagkrachtperiode bij incidentele verstrekking; 2. draagkrachtperiode bij periodieke verstrekking; 3. vaststelling van het netto-inkomen; 4. vaststelling draagkrachtruimte 5. hoogte van draagkracht Draagkrachtperiode bij incidentele verstrekking Bij incidentele bijstand wordt de draagkracht over het gehele draagkrachtjaar (kalenderjaar) in aanmerking genomen. De draagkracht wordt in één keer verrekend. Het gaat dan om incidentele kosten die ten gevolge van bijzondere omstandigheden niet uit het inkomen betaald kunnen worden. Draagkrachtperiode bij periodieke verstrekking De draagkracht wordt per maand in mindering gebracht op de periodiek te verstrekken bijzondere bijstand. Bij incidentele en periodieke verstrekking heeft incidentele verrekening altijd voorrang op periodieke verrekening. Vaststelling van het netto-inkomen Bij een vast inkomen kan worden uitgegaan van het inkomen per datum aanvraag. Bij een wisselend inkomen moet worden uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de achterliggende 12 maanden.* Bij de vaststelling van het netto-inkomen wordt uitgegaan van de som van het netto-inkomen verminderd met de middelen zoals opgenomen in artikel 31 lid 2 en 3 WWB. Bij spaarloon gelden de volgende regels: • wordt het spaarloon ingehouden op het brutoloon, dan wordt het inkomen verhoogd met 60% van het ingehouden spaarloon; • wordt het spaarloon ingehouden op het nettoloon, dan wordt het inkomen verhoogd met 100% van het ingehouden spaarloon. * In uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken. Bijvoorbeeld als iemand op grond van de gegevens van de afgelopen periode, voldoende draagkracht heeft en daardoor het verzoek om bijstand wordt afgewezen, maar het huidige inkomen op bijstandsniveau is. Of als iemand in het kalenderjaar een sterke inkomensterugval heeft en daardoor in financiële moeilijkheden komt.
Vaststelling draagkrachtruimte Voor de vaststelling van de draagkrachtruimte wordt het netto inkomen verminderd met:
4
•
de van toepassing zijnde bijstandsnorm (exclusief vakantietoeslag) en toeslagen/verlagingen; • wettelijke betalingen voor levensonderhoud (alimentatie) voor de (ex)partner en kinderen tot 21 jaar die niet tot het gezinsverband van de belanghebbende behoren; • eigen bijdragen AWBZ. Er wordt geen rekening gehouden met een toegepaste maatregel (dit zou het effect daarop verliezen) Hoogte van de draagkracht De draagkracht wordt vastgesteld op 100% van de ruimte boven de bijstandsnorm exclusief vakantietoelage bij: • woonkosten • geldleningen; • aflossing en rente aan de Kredietbank Alkmaar; • algemene periodieke bestaanskosten zoals: toeslag voor zelfstandig wonende jongeren, toeslag voormalig alleenstaande ouder; De draagkracht wordt vastgesteld op 35% van de ruimte boven de bijstandsnorm exclusief vakantie toelage bij bijzondere kosten. Als tijdens de aanvraag al bekend is dat het inkomen van belanghebbende tijdens de draagkrachtperiode zal wijzigen, kan daar bij de berekening van de periodieke bijzondere bijstand rekening mee worden gehouden. De draagkracht wordt berekend vanaf een inkomen dat hoger is dan de voor de belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm. DREMPELBEDRAG Bij de vaststelling van de draagkracht wordt geen rekening gehouden met het drempelbedrag zoals genoemd in artikel 35, lid 2 van de WWB. RESERVERING EN AFLOSSING BIJ EEN GELDLENING De kosten van inrichting, aanschaf en vervanging van normale duurzame gebruiksgoederen behoren tot de algemene bestaanskosten. In principe moeten deze kosten uit het normale inkomen worden betaald. Om die reden kan in beginsel geen bijstand worden verleend voor deze kosten. Bijstand kan slechts verleend worden voor de noodzakelijke kosten als er bijzondere sociale of financiële omstandigheden zijn. Voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen wordt in principe bijstand verleend in de vorm van een geldlening, of in de vorm van borgtocht bij geldlening (vóórliggende voorziening). De beoordeling over de noodzakelijkheid is in beide gevallen hetzelfde. De volgende zaken komen aan de orde: 1. bijzondere omstandigheden; 2. de noodzaak van de bijstandsverlening 3. de hoogte van de bijzondere bijstand 4. bepaling van de reserveringscapaciteit 5. reservering en aflosssingscapaciteit 6. belanghebbende met een schuldregeling of WSNP 7. tekortschietend besef van verantwoordelijkheid 8. tekortschietend besef wegens overige redenen 9. overige uitgangspunten 10. richtlijnen voor indicatiestelling door de consulent
5
Bijzondere omstandigheden Alleen in individuele situaties kan bij bijzondere omstandigheden bijzondere bijstand worden verleend: • de noodzaak tot aanschaf en/of vervanging was niet voorzienbaar en • buiten toedoen van de belanghebbende kon voor deze kosten niet worden gereserveerd; • buiten toedoen van de belanghebbende, kan niet in deze kosten worden voorzien door middel van gespreide betaling achteraf. De kredietbank is een vóórliggende voorziening. Eerst moet een lening aangevraagd worden voor dergelijke kosten. Indien dit niet mogelijk is moet een afwijzingsbrief overgelegd worden. De noodzaak van de bijstandsverlening Naast de bijzondere omstandigheden wordt de noodzaak van de bijstandsverlening voor duurzame gebruiksgoederen beoordeeld aan de hand van: • de feitelijke toestand van de aan te schaffen of te vervangen duurzame gebruiksgoederen; • de grootte van de woning van de belanghebbende; • de grootte van het gezin van de belanghebbende; • de overige van belang zijnde feiten en omstandigheden. De hoogte van de bijzondere bijstand Als bijstand of een lening wordt verstrekt voor de kosten van inrichting en de aanschaf en/of vervanging van algemeen noodzakelijke gebruiksgoederen, dan wordt de hoogte van de bijstand bepaald op de reële noodzakelijke kosten. Uitgangspunt is dat de aanvrager onderzoekt wat de goedkoopste oplossing is. Vervolgens wordt deze getoetst aan de Nibud bedragen. De NIBUD bedragen worden als maximaal te vergoede bedragen gehanteerd. Het is dus geen automatisme dat de Nibud bedragen altijd gehanteerd moeten worden. Bepaling van de reserveringscapaciteit Als voorzienbaar is dat duurzame gebruiksgoederen moeten worden aangeschaft of vervangen, dan moet hiervoor gereserveerd worden uit het periodieke inkomen. Vanaf het moment dat bekend is dat de kosten zich gaan aandienen, moet maandelijks worden gereserveerd. De maximale periode waarover de reserveringscapaciteit berekend kan worden is 36 maanden. Dit is ook de gebruikelijke maximale termijn om een lening af te lossen. Om de reserveringsperiode te bepalen moet uitgegaan worden van het moment waarop de belanghebbende redelijkerwijs kon weten dat er gereserveerd moest worden, bijvoorbeeld: bij inschrijving als woningzoekende of bij opname in een verzorgingshuis. Reservering en aflossingscapaciteit Uitgaande van de geldende bijstandsnorm exclusief vakantiegeld en inclusief toeslagen en verlagingen: • met een inkomen tot 100%: 6 %; • met een inkomen boven 100%: 100% van het meerdere; • het minimale aflossingsbedrag is altijd 6%; • belanghebbenden die 3 jaar of langer een inkomen hebben op bijstandsniveau worden geacht niet gereserveerd te kunnen hebben. Belanghebbenden met een schuldregeling of WSNP Belanghebbenden die begeleid worden bij een officiële schuldregeling hebben meestal geen reserverings- en aflossingscapaciteit. Personen die vallen onder de werking van de WSNP, hebben geen reserverings- en aflossingscapaciteit. Tijdens de looptijd van de sanering
6
kunnen deze belanghebbenden geen nieuwe verplichtingen aangaan omdat het de bedoeling is dat na afloop van de regeling een schuldenvrije situatie is ontstaan. Bij een aanvraag om bijstand voor duurzame gebruiksgoederen moet contact opgenomen worden met de bewindvoerder WSNP. Bij een vastgestelde noodzaak kan bijstand in de vorm van een geldlening worden verstrekt, waarop niet afgelost kan worden. Is de schuldregelingperiode met succes beëindigd wordt alsnog bijstand om niet verstrekt. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid Als niet is gereserveerd terwijl daar volgens de richtlijnen wel de mogelijkheden toe was, is belanghebbende tekort geschoten in het besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in de noodzakelijke kosten van aanschaf en/of vervanging van de algemene noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen. In dat geval moet altijd 36 maanden (maximale aflossingsperiode) worden afgelost, vermeerderd met de periode dat belanghebbende voorafgaande aan de datum van de aanvraag had kunnen reserveren. Tekortschietend besef wegens overige redenen. Bij ernstige vormen van tekortschietend besef moet de lening volledig worden afgewezen of terugbetaald: • als de belanghebbende vrijwillig en zonder reden afstand heeft gedaan van de eigen inboedel; • als de inboedel verloren is gegaan door brand en de belanghebbende geen inboedelverzekering had afgesloten. Op grond van artikel 18 lid 1 WWB kan het verzoek worden afgewezen. Overige uitgangspunten • geen bijstand voor inrichtingskosten of een lening hiervoor wordt verleend aan jongeren en alleenstaanden die voor het eerst zelfstandig gaan wonen, tenzij de noodzaak hiervoor nadrukkelijk is aangetoond; • onder duurzame gebruiksgoederen zoals hier bedoeld wordt verstaan de gebruikelijke inventaris van een woning. Richtlijnen voor Indicatiestelling De bijstand wordt afgestemd op de omstandigheden. Als de belanghebbende een beroep doet op bijzondere bijstand moeten de bijzondere omstandigheden uitdrukkelijk in de besluitvorming betrokken worden. Van een noodzaak kan niet worden gesproken als het de belanghebbende alleen ontbreekt aan middelen. Het moet gaan om een acute noodzaak die op een andere manier niet te verhelpen is. In de afweging moet betrokken worden welke gevolgen van sociale aard het heeft voor de belanghebbende als de bijzondere bijstand niet wordt verleend. Ook moet in beeld gebracht worden of er sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid: • er moet eerst een indicatie worden gesteld voordat bijstand kan worden verleend. Er kan dus nooit een indicatie worden gevraagd als de voorziening al is aangeschaft of een behandeling al is opgestart. Bijstandsverlening is in dit geval niet mogelijk. Dit geldt zowel voor medische als sociale noodzaak.; • in beeld brengen in welke sociale omstandigheden de belanghebbende verkeert; • de reden aangeven. Is die buiten toedoen van de belanghebbende? Zo ja, dan kan bijstand verleend worden met inachtneming van de beleidsrichtlijnen. Zo nee, dan moet het verzoek worden afgewezen. Als er een acute noodzaak is kan in de vorm van een geldlening bijstand worden verleend. De formulering “acute noodzaak” is overigens geen ontsnappingsclausule op de uitsluitingsgronden van de WWB (artikel 13 WWB); • aangeven of de te maken kosten te voorzien waren, zo ja dan rekening houden met de reserveringscapaciteit; • omschrijven wat de gevolgen zijn als er geen bijstand of lening wordt verstrekt.
7
CATEGORIEEN EN KOSTENSOORTEN Er zijn 6 categorieën die onderverdeeld zijn in kostensoorten. Categorie 1: Directe levensbehoeften • Kleding en schoeisel • Eenmalig levensonderhoud • Extra verwarmingskosten • Toeslag voormalig alleenstaande ouder • Aanvullende bijstand jonger dan 21 jaar • Doorbetaling vaste lasten bij opname in een inrichting • Doorbetaling vaste lasten bij detentie Categorie 2: Woonvoorzieningen • Duurzame gebruiksgoederen • Verhuiskosten • woonkosten tot aan de huursubsidiegrens • Woonkosten boven de huursubsidiegrens • Woonkostentoeslag bij eigen woning Categorie 3: Maatschappelijke zorg • Bijzondere reiskosten • Huishoudelijke hulp Categorie 4: Financiële transacties • Waarborgsom, eerste huur en dubbele huur • Kosten voor rente en aflossing • Kosten vestiging krediethypotheek • Kosten in verband met borgstelling • Arbeidsongeschiktheidsverzekering • Ziektekostenverzekering • Rechtsbijstand Categorie 5: Medische dienstverlening • Alternatieve geneeswijzen en (alternatieve) geneesmiddel • Brillen en lenzen • Eigen bijdragen hulpmiddelen • Dieetkosten • Kosten i.v.m. geboorte • Kosten psycholoog / psychiater • Tandheelkundige hulp • Overige medische / paramedische kosten Categorie 6 : Overige kostensoorten • begrafenis / crematie / uitvaartkosten • Overige kosten
8
Categorie 1: DIRECTE LEVENSBEHOEFTEN 1.1 Kleding en schoeisel Bijstand Draagkracht Uitkering Indicatie
: tot maximaal bedrag Nibud : 100% : incidenteel : GGD, GGZ, RIMA
1. De kosten voor het aanschaffen van kleding behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Dit betekent, dat belanghebbenden deze kosten uit eigen middelen moeten betalen. Er kunnen echter omstandigheden zijn, waardoor de kosten als bijzonder noodzakelijk kunnen worden aangemerkt. Deze omstandigheden kunnen uit een sociale situatie voortvloeien. Bijvoorbeeld: • opname in een ziekenhuis of inrichting (beperken tot nachtkleding); • uithuisplaatsing van kinderen; • bij ontslag uit langdurige detentie (langer dan 12 maanden) • beroepskleding bij werkaanvaarding na langdurige werkloosheid (tenminste 1 jaar) • babyuitzet (geen duurzame gebruiksgoederen) • kosten i.v.m. reiniging en slijtage van kleding en beddengoed 2. De GGD geeft naast de noodzaak ook aan voor welke termijn het advies geldt. 3. Kosten voor speciaal uitgevoerde kleding of schoenen i.v.m. medische noodzaak of handicap vallen onder de categorie: medische dienstverlening.
1.2 Eenmalig levensonderhoud Bijstand
: de hoogte van de geldende bijstandsnorm over de periode waarover niet over een inkomen beschikt kan worden Draagkracht : 100% Uitkering : incidenteel Voorliggende voorziening : tegoeden op bank- en/of girorekeningen, reservering 1. De bijstand wordt in de vorm van een geldlening verstrekt op grond van artikel 48 lid 2 onder a WWB). Bijstand kan worden verleend als aangetoond kan worden dat binnen 3 maanden beschikt kan worden over voldoende middelen. 2. De bijstand moet worden terugbetaald volgens de bepaalde aflossingscapaciteit van tenminste 6% van de bijstandsnorm inclusief vakantiegeld. 3. In individuele bijzondere situaties kan bijstand “om niet” worden verstrekt. De noodzaak hierbij aangeven en de reden waarom niet kan worden afgelost. 4. Het vrij te laten vermogen moet eerst ingeteerd worden.
9
1.3 Extra verwarmingskosten Bijstand Draagkracht Uitkering Indicatie
: maximaal de meerkosten die zijn vastgesteld door het nutsbedrijf : 100% : maximaal 1 jaar : GGD
1. Uit het advies van de GGD moet blijken of deze kosten noodzakelijk zijn en zo ja, of de verwarming alleen in de wintermaanden (oktober t/m april) nodig is of gedurende het gehele jaar. GGD tevens aan laten geven of het om een structurele noodzaak gaat of tijdelijk. 2. Door het nutsbedrijf moeten de meerkosten worden vastgesteld omdat de soort woning van invloed is op het verbruik. 3. Bij het heronderzoek nagaan of de bijstand voor de extra kosten terecht aan het doel zijn besteed. Als blijkt dat er teveel of ten onrechte bijstand is betaald, moet de beslissing worden herzien en/of worden teruggevorderd.
1.4 Toeslag voormalig alleenstaande ouder Bijstand Uitkering
: 6 maanden: eerste 3 maanden 20% van het minimumloon laatste 3 maanden 10% van het minimumloon : max. 6 maanden
1. Het laatste in de gezinsbijstand begrepen inwonend kind komt niet meer ten laste van de ouder waardoor het normbedrag voor een alleenstaande van toepassing wordt 2. Het gezamenlijk inkomen van de oudere en de jongere blijft onder dat van een echtpaar in vergelijkbare omstandigheden. 3. De studiefinanciering en/of tegemoetkoming WTOS blijft buiten beschouwing
1.5 Aanvullende bijstand jonger dan 21 jaar Bijstand Draagkracht Uitkering Voorliggende voorziening
: tot maximaal het bedrag voor een alleenstaande van 21 jr : 100% : periodiek : onderhoudsplicht ouders
1. Onderzoek op grond van artikel 12 WWB 2. De noodzaak onderzoeken tot zelfstandig wonen. Dit doet zich in ieder geval voor indien: - de ouders zijn overleden - de jongere op grond van een officiële maatregel uit huis is geplaatst - de jongere (voordat de bijstand wordt aangevraagd) al langer dan een jaar buitenshuis woonde
10
- het op individuele gronden niet verantwoord is dat de jongere bij zijn ouders woont hetgeen is onderbouwd met een indicatiestelling, vergelijkbaar met een indicatiestelling tot uithuisplaatsing, van het algemeen maatschappelijk werk, RIAGG of SPD
1.6 Doorbetaling vaste lasten bij opname in een Inrichting of AWBZ instelling Bijstand Draagkracht Uitkering Indicatie
: de hoogte van de noodzakelijke vaste lasten : 100% : maximaal 1 jaar : is reeds bij opname gesteld
1. Wegens medische of sociale omstandigheden kan belanghebbende elders worden opgenomen. Als op voorhand duidelijk is dat het een blijvende situatie betreft, kan bijstand verleend worden tot de huurovereenkomst van de woning wordt beëindigd en de nutsvoorzieningen zijn opgezegd. Hierbij in acht nemen dat de huurovereenkomst en de nutsvoorzieningen tijdig worden opgezegd. 2. Als op voorhand niet duidelijk is of het een tijdelijke of bepaalde opname betreft kan maximaal 1 jaar bijstand worden betaald. De situatie moet om de 3 maanden onderzocht worden. 3. Er kan alleen bijstand verleend worden voor huur, het vastrecht van: gas, elektriciteit en water. Aan de hand van afrekeningen van de nutsbedrijven moet een onderzoek worden ingesteld om te bepalen of de beslissing moet worden herzien en/of er moet worden nabetaald dan wel teruggevorderd. 4. Als de opname langer dan 1 jaar duurt, kan geen bijstand worden verleend. 5. Bij weekendverlof de bijstand relateren aan het aantal dagen dat elders wordt verbleven.
11
1.7 Doorbetaling vaste lasten bij detentie in acute noodsituaties Bijstand Draagkracht Uitkering Indicatie Voorliggende voorziening
: de verschuldigde huur : 100% : maximaal 6 maanden : justitie, reclassering : alle liquide middelen
Instructie: 1. Op grond van artikel 13 WWB zijn gedetineerden uitgesloten van het recht op algemene en bijzondere bijstand. De gemeente heeft op dit punt geen beleidsvrijheid, maar volgt de wettelijke bepalingen. Er kan alleen bijstand worden verleend als er sprake is van een acute noodsituatie (artikel 10 WWB). Het gaat dan om bijzondere uitzonderingssituaties waarbij op individuele gronden bijstand wordt verleend. Hierbij moet beoordeeld worden wat de gevolgen zijn van het opgeven van de woning als de belanghebbende de kosten niet zelf kan betalen. Alleen als de gevolgen voor de belanghebbende onevenredig ernstig zijn ten opzichte van het belang van de gemeente om afwijzend te besluiten op een aanvraag, wordt overwogen bijstand te verlenen. Uit jurisprudentie wordt ontleend dat het moet gaan om levensbedreigende omstandigheden. 2. De bijstand moet vooraf worden aangevraagd, als de belanghebbende achteraf een aanvraag indient, is de noodzaak tot bijstandsverlening niet (meer) aanwezig. 3. Geen bijstand wordt verleend voor nutsvoorzieningen omdat hiervan geen gebruik gemaakt wordt tijdens detentie. 4. Alle liquide middelen van de belanghebbende moeten ter beschikking worden gesteld. Dit betekent dat het vrij te laten vermogen eerst ingeteerd moet worden. 5. Draagkracht: Bij het vaststellen van de draagkracht wordt het inkomen vergeleken met de norm voor personen die verblijven in een inrichting. Sociale verzekeringsuitkeringen blijven doorbetaald worden tijdens de detentieperiode. Betalingen van ZW, WW worden stopgezet. In een open inrichting wordt betaald werk verricht. Deze inkomsten zijn meestal hoger dan de norm persoonlijke toelage. Bij de comptabele van de gevangenis/inrichting moet de hoogte van de verdiensten en het tegoed worden opgevraagd. 6. Er kan geen bijstand, in welke vorm dan ook, verleend worden bij detentie in het buitenland. (territorialiteitsbeginsel).
12
Categorie 2: WOONVOORZIENINGEN 2.1 Kosten duurzame gebruiksgoederen Bedrag Uitkering Indicatie
: maximaal tot NIBUD prijzengids en handboek : incidenteel : GGD bij medische noodzaak GGZ, RIMA of consulent Voorliggende voorziening : Kredietbank, WWG art. 15, WVG, reservering, gespreide betaling achteraf Instructie, De kosten van inrichting, aanschaf en vervanging van normale duurzame gebruiksgoederen behoren tot de algemene bestaanskosten en moeten in beginsel uit het normale inkomen worden betaald. Voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen wordt in principe bijstand verleend in de vorm van een geldlening of in de vorm van borgtocht (lening bij de GKB). Alleen in individuele gevallen kan op grond van bijzondere omstandigheden bijstand worden verleend als: a. de noodzaak tot aanschaf en/of vervanging die niet voorzienbaar was en b. buiten toedoen van de belanghebbende voor deze kosten niet gereserveerd kon worden; c. buiten toedoen van de belanghebbende niet in deze kosten kan worden voorzien door gespreide betaling achteraf. d. het product kapot is en niet meer kan worden gerepareerd (moet blijken uit verklaring deskundige) 1. Het betreft maximumbedragen, er kan dus minder leenbijstand of lening worden verstrekt; 2. Het is redelijk cliënt te wijzen op 2e hands artikelen; 3. Rekening houden met de bedragen bij overname, zowel bij het verlaten van de woning als bij het betrekken van de woning; 4. Bij het bepalen van de hoogte van het bedrag overzien of het aflossingsbedrag gedurende 3 jaar is op te brengen; 5. Beoordelen aan de hand van de aan te schaffen of te vervangen duurzame gebruiksgoederen, de grootte van de woning, de grootte van het gezin, overige van belang zijnde feiten en omstandigheden. 6. Er wordt geen bijstand verleend aan jongeren en alleenstaanden die voor het eerst zelfstandig gaan wonen, tenzij er een nadrukkelijke aantoonbare noodzaak aanwezig is. 7. Indien voor een bepaald product bijzondere bijstand wordt verstrekt dan kan pas na acht jaar opnieuw voor deze voorziening bijstand worden aangevraagd. 8. Bij het bepalen van de hoogte van de bijstandsverlening voor een volledige woninginrichting gelden maximale bedragen. Deze bedragen zijn vastgesteld op 60% van de door het Nibud berekende bedragen.
13
2.2 Verhuiskosten Bijstand Draagkracht Uitkering Indicatie Voorliggende voorziening
: tot maximaal de goedkoopste voorziening : 100% : incidenteel : GGD bij medische noodzaak, GGZ, RIMA of consulent : Kredietbank, WVG, reservering, gespreide betaling achteraf
Instructie: 1. Er moet aangetoond worden dat de noodzaak tot verhuizing aanwezig is; 2. Er wordt geen bijstand verleend aan jongeren en alleenstaanden die voor het eerst zelfstandig gaan wonen; 3. De goedkoopste voorziening komt in aanmerking voor bijstand; 4. Bij verhuizing naar een andere gemeente kan alleen voor de transportkosten bijstand in de vorm van leenbijstand worden verstrekt dan wel bijstand om niet; 5. Bij verhuizing naar onze gemeente vanuit een andere gemeente, komen de transportkosten voor rekening van de andere gemeente.
2.3 Woonkostentoeslag tot aan de huursubsidiegrens Bijstand Draagkracht Uitkering Voorliggende voorziening
: gelijk aan het van toepassing zijnde subsidiebedrag : 100% : periodiek tot 1 juli van het huursubsidietijdvak : Huursubsidiewet, Vangnetregeling
Instructie: 1. Onderzoeken of het zinvol is een beroep te doen op de hardheidsclausule. Zo ja dan dit als voorwaarde opleggen en de bijstand als geldlening verstrekken. 2. Bijstand kan alleen verleend worden als belanghebbende op grond van de huursubsidiewet voor huursubsidie in aanmerking komt.
14
2.4 Woonkostentoeslag boven de huursubsidiegrens Bijstand Draagkracht Uitkering Indicatie
: huur van de woning minus het bedrag dat zelf moet betaald worden indien er in die situatie huursubsidie zou zijn toegekend, berekend naar de maximum huurgrens : 100% : maximaal 6 maanden : GGD bij medische indicatie
Instructie: 1. De toepassing is conform de huursubsidiewet + het bedrag dat boven de huursubsidiegrens uitgaat. 2. Als er blijvend een beroep gedaan moet worden op bijstand dan verhuisplicht opleggen binnen 6 maanden. Wanneer blijkt dat belanghebbende alles heeft ondernomen om aan goedkopere woonruimte komen en dit niet gelukt is, kan de bijstand met een periode van 6 maanden worden verlengd. 3. Geen verhuisplicht wordt opgelegd aan: a. Gehandicapten, als de hoge huur is veroorzaakt door de voorzieningen die in de woning zijn aangebracht vanwege de handicap; b. Belanghebbenden van 65 jaar of ouder, zolang er geen goedkoper woonalternatief is, dat gelet op de medische omstandigheden voorhanden is; c. Huishoudens die uit meer dan 8 personen bestaan; 4. Geen bijstand wordt verleend aan jongeren die vanwege de hoge huurlast niet in aanmerking komen voor huursubsidie. 5. Zie onder kostensoort 2.3 m.b.t. de hardheidsclausule. 6. Als er sprake is van ongenoegzaam besef van verantwoordelijkheid moet de aanvraag worden afgewezen. 2.5 Woonkostentoeslag bij eigen woning Bijstand Draagkracht Uitkering
: het toepasselijke bedrag volgens de huursubsidiewet : 100% : periodiek tot 1 juli van het huursubsidietijdvak
Instructie: 1. De toepassing is conform de huursubsidiewet; 2. Er wordt geen verhuisplicht opgelegd zolang de bijstand verstrekt wordt onder verband van krediethypotheek 3. Verhuisplicht wordt wel opgelegd als de woonlasten hoger zijn dan de maximale huurprijs volgens de huursubsidiewet. 4. Geen verhuisplicht geldt voor zelfstandigen die een korte tijd beroep doen op de bijstand maar geldt wel als de zelfstandige het bedrijf beëindigd. 5. Bij de berekening voor de toeslag rekening houden met: a. de hypotheekrente (dus geen aflossing) b. het eigenaarsgedeelte van de OZB, de opstalverzekering (dus geen
15
inboedelverzekering) en het onderhoud van de woning, volgens Nibud.
Categorie 3: MAATSCHAPPELIJKE ZORG 3.1 Bijzondere reiskosten Bedrag
: kosten openbaar vervoer of bedrag per kilometer (reisbesluit binnenland) Draagkracht : 100% Uitkering : incidenteel of periodiek volgens indicatiestelling Indicatie : GGD bij medische noodzaak GGZ , RIMA of consulent Voorliggende voorziening : WVG, Zorgverzekeraar Instructie: 1. Reiskosten voor familiebezoek, ziekenbezoek, het bijwonen van een uitvaart en dergelijke behoren tot de algemene bestaanskosten en komen niet in aanmerking voor bijstand; 2. Reiskosten die gemaakt worden voor bezoek aan elders verpleegden of verzorgden, gedetineerden of uit huis geplaatsten, voor zover het gezinsleden betreft, worden als bijzondere kosten aangemerkt; 3. De noodzaak wordt op individuele basis vastgesteld; 4. De opname moet langer dan een maand duren; 5. De kosten die een kind moet maken (kindertehuis) om naar het ouderlijk huis te reizen, vallen onder de werking van de AWBZ. Als het kind niet in staat is alleen te reizen voorziet ook hier de AWBZ in; 6. Er moet altijd uitgegaan worden van de goedkoopste manier van reizen.
3.2 Huishoudelijke hulp Bijstand Uitkering Indicatie
: eigen bijdrage : periodiek / incidenteel : Thuiszorg
Instructie: Als door de Thuiszorg geen hulp beschikbaar is moet dit schriftelijk door de Thuiszorg worden bevestigd. In deze brief moet staan dat thuiszorg dringend nodig is en wanneer wel hulp beschikbaar is. Ter overbrugging kan dan een beroep worden gedaan op particuliere hulp. De vergoeding bedraagt dan maximaal € 10,00 per uur.
16
Categorie 4: FINANCIELE TRANSACTIES 4.1 Waarborgsom, eerste huur inclusief administratiekosten, dubbele huur Bijstand Draagkracht Uitkering Indicatie
: waarborgsom -/- teruggave waarborgsom vorige woning : 100% : incidenteel : GGD bij medische noodzaak GGZ , RIMA of consulent Voorliggende voorziening : reservering, gespreide betaling achteraf Instructie: Deze kosten behoren tot de incidenteel voorkomende algemene bestaanskosten die in beginsel uit het normale inkomen moeten worden betaald. Er kan geen bijstand voor verleend worden. Alleen in individuele gevallen kan op grond van bijzondere omstandigheden bijstand verleend worden. Er moet in ieder geval sprake zijn van een noodzaak tot het aanvaarden van (andere) woonruimte. Als de belanghebbende beschikt over adequate woonruimte, dan is er geen noodzaak tot verhuizen. De noodzaak wordt bepaald aan de hand van de (on)geschiktheid van de huidige woning in relatie tot: a. psychische aspecten m.b.t. personen die behoren tot het huishouden van de belanghebbende; b. medische aspecten met betrekking tot personen die behoren tot het huishouden van de belanghebbende, waarbij de WVG geen uitkomst biedt c. de sociale omstandigheden waarin de belanghebbende verkeert (dit in beeld brengen) d. er wordt geen bijstand verleend als de verhuizing geen wezenlijke oplossing biedt voor de sociale of medische problemen (dit in beeld brengen). e. Jongeren en alleenstaanden die voor het eerst zelfstandig gaan wonen komen niet in aanmerking voor bijstand. 1. Eerste huur en administratiekosten: deze kosten betreffen de ingangsdatum van de huurovereenkomst tot maximaal de datum waarop over de uitkering kan worden beschikt. Gelet op de betaling achteraf van de uitkering kan gesteld worden dat achteraf over de middelen beschikt kan worden. Om die reden moet de bijstand in de vorm van een geldlening worden verstrekt. (artikel 48 lid 2 WWB). 2. Waarborgsom: de restitutie van de waarborgsom van de vorige woning moet altijd in mindering worden gebracht. De bijstand wordt eveneens in de vorm van een geldlening verstrekt (artikel 48 lid 2 WWB). 3. Dubbele huur: bij een niet voorziene verhuizing of verhuizing op korte termijn, kan i.v.m. de in acht te nemen opzegtermijn hiervan sprake zijn. Voor de eerste maand huur voor de nieuwe woning bestaat geen recht op huursubsidie als die al is toegekend voor de vorige woning. Evenmin bestaat recht op huursubsidie over de eerste maand, als de huur ingaat na de eerste dag van de maand. In die gevallen moet over de betreffende maand het recht op woonkostentoeslag worden onderzocht. Als bijstand voor dubbele huur wordt verleend (het volledige bedrag), wordt daarbij uitgegaan van het huurbedrag van de nieuwe woning en als bijstand “om niet” verleend. Als een dubbele huurbetaling te vermijden was geweest, is er sprake van tekortschietend besef verantwoordelijkheid. Wordt er in die situatie toch bijstand verstrekt, dan moet deze verstrekt worden als geldlening (artikel 48 lid 2 WWB). Statushouders die zich voor de eerste maal vanuit een Azielzoekerscentrum vestigen in de
17
gemeente wordt bijzondere bijstand om niet verstrekt voor de administratiekosten en voor de woonkosten indien de huur ingaat na de eerste dag van de maand (woonkostentoeslag verstrekken tot de eerste van de volgende maand).
4.2 Kosten voor rente en aflossing Bijstand Draagkracht Uitkering Indicatie
: het bedrag hoger dan 6% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm : 100% : periodiek, 1 jaar : noodzaak reeds vastgesteld bij toekenning lening
Instructie: Voor toekenning van bijstand voor deze kosten geldt onvoorwaardelijk dat: • moet worden vastgesteld dat de gebruiksgoederen waarvoor een lening werd verstrekt, behoren tot de noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen en dat de aanschaffing daarvan beslist noodzakelijk was; • moet worden vastgesteld dat de belanghebbende voor de aanschaffingen niet heeft kunnen reserveren. Als blijkt dat er sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid is punt 7 (reservering en aflossing bij een geldlening) van toepassing; • als het aflossingsbedrag is gebaseerd op een looptijd die korter is dan 3 jaar, moet uitgegaan worden van het aflossingsbedrag dat zou hebben gegolden bij eenzelfde lening met een looptijd van 3 jaar. Over dit aflossingsbedrag wordt de bijstand voor kosten rente en aflossing berekend; • jaarlijks moet de aflossingscapaciteit berekend worden aan de hand van de dan geldende bijstandsnorm. 4.3 Kosten vestiging krediethypotheek Bijstand Draagkracht Uitkering
: de feitelijke kosten : 100% : incidenteel
Instructie: 1. De bijzondere bijstand wordt opgenomen in de krediethypotheek. Het betreft notariskosten, en taxatiekosten; 2. Als het niet komt tot vestiging van krediethypotheek moet de bijstand worden teruggevorderd. 4.4 Kosten in verband met borgstelling Bijstand Draagkracht Uitkering Voorliggende voorziening
: volgens opgave kredietbank : 100% : incidenteel : reservering
Instructie: 1. Bijstand voor de kosten komt slechts voor bij wanbetaling door de belanghebbende aan de kredietbank voor een lening, waarvoor de gemeente zich borg voor heeft gesteld. 2. De bijstand wordt verleend aan de belanghebbende maar betaald aan de kredietbank.
18
3. De bijstand wordt teruggevorderd van de belanghebbende
4.5 Arbeidsongeschiktheidsverzekering Attentie: deze bijstand is fiscaal belast. Bijstand : de hoogte van de premie (excl poliskosten e.d.) Draagkracht : 100% Uitkering : periodiek voor een bepaalde periode Instructie: 1. Bijstand voor de kosten kan alleen aan zelfstandigen worden verleend die na advies van derden, in aanmerking komen voor Bbz. 2. De verleende bijstand wordt altijd achteraf aan de hand van de jaarrekening definitief vastgesteld door middel van een heronderzoek. 4.6 Ziektekostenverzekering Attentie: deze bijstand voor de premie is voor zelfstandigen fiscaal belast. Bijstand : de hoogte van de premie (excl poliskosten e.d.) Draagkracht : 100% Uitkering : periodiek voor een bepaalde periode Instructie: 1. In een enkel geval kunnen belanghebbenden niet verplicht verzekerd worden ingevolge de ziekenfondswet: inkomen uit alimentatie, zelfstandigen etc. 2. Uitgaan van het basispakket en de aanvullende verzekering volgens de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering. 3. In mindering brengen de nominale premie (wordt reeds in de bijstandsnorm rekening mee gehouden).
19
4.7 Rechtsbijstand Bijstand Uitkering Indicatie
: de eigen bijdrage Wrb, griffiekosten : incidenteel : toevoeging door de Raad van Rechtsbijstand
Instructie: 1. Eigen bijdrage Wrb: op grond van de Wet op de Rechtsbijstand (Wrb) kan een eigen bijdrage voor de kosten van rechtshulp verschuldigd zijn. Voor deze bijdrage is bijstand mogelijk als de rechtsbijstand wordt gegeven op basis van een toevoeging. De Raad voor de Rechtsbijstand beoordeelt per geval of aan het verzoek om rechtsbijstand een wezenlijk belang ten grondslag ligt waarvoor een toevoeging noodzakelijk is. Als deze toevoeging is verleend kan de noodzaak voor bijzondere bijstand worden aangenomen. Er kan dus geen bijstand worden verleend als er geen toevoeging is afgegeven.. 2. Griffierecht: Ook alleen mogelijk als er toevoeging is verleend. 3. Proceskosten: a. Als de tegenpartij van belanghebbende wordt veroordeeld in de proceskosten, dan wordt de verleende bijstand teruggevorderd. b. Als belanghebbende wordt veroordeeld in de proceskosten, dan moeten deze kosten gezien worden als schuld. Voor deze kosten wordt geen bijstand verleend tenzij de procedure is gestart op advies of als verplichting door de afdeling sociale zaken, bijvoorbeeld wegens een loonvorderingsprocedure, ontslag of alimentatie. 4. Overige kosten: Ook alleen mogelijk als er toevoeging wordt verleend. Het betreft hier kosten voor het opvragen van medische gegevens, het verrichten van een medisch onderzoek, reiskosten. Voor deze kosten moet altijd een individuele beoordeling tot de noodzaak plaatsvinden. Als de belanghebbende de procedure wint, wordt de tegenpartij mogelijk veroordeeld tot het betalen van deze kosten. In dit geval moeten de kosten van bijstand worden teruggevorderd
20
Categorie 5: MEDISCHE DIENSTVERLENING 5.1 Alternatieve geneeswijzen en (alternatieve) geneesmiddelen Bijstand Uitkering Indicatie
: vergoeding van de eigen bijdrage (zie punt 1) : incidenteel : is reeds gesteld als het een eigen bijdrage betreft GGD als het geen eigen bijdrage betreft Voorliggende voorziening : collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, ziektekostenverzekeringen en AWBZ Instructie: 1. Als de zorgverzekeraar de geneeswijzen /of geneesmiddelen vergoedt, kan voor de eigen bijdrage bijzondere bijstand worden verleend, voor zover dat valt binnen het reguliere verstrekkingenpakket (basisverzekering + goedkoopste aanvullende verzekering, of AZG) 2. Aan belanghebbenden die niet willen deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering wordt bijstand verleend als zouden zij wel op deze wijze verzekerd zijn. 3. In andere omstandigheden kan alleen bijstand worden verleend wanneer na een advies van de GGD blijkt dat: a. de belanghebbende een levensbedreigende ziekte heeft, waarop de erkende medische wetenschap geen hulp biedt; b. de behandeling verricht wordt door of onder begeleiding van een in Nederland gevestigde erkende arts; c. de behandeling op psychische gronden noodzakelijk is, aanbeveling verdient en niet schadelijk is; d. een behandeling binnen de reguliere geneeskunde niet helpt; e. medicijnen moeten zijn voorgeschreven door een erkende arts; f. medicijnen moeten worden geleverd door een apotheek.
5.2 Brillen en lenzen Bijstand
: bedragen die vergoed worden door het AZG resterende eigen bijdrage voor de glazen (resterende eigen bijdrage montuur wordt niet vergoed) Uitkering : incidenteel, 1x per 36 opeenvolgende maanden Indicatie : opticien / oogarts Vóórliggende voorziening : collectieve aanvullende ziektekostenverzekering ziektekostenverzekeringen en AWBZ Instructie: 1. Belanghebbenden die aangesloten zijn bij de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, doen in principe geen aanvraag voor bijstand voor deze kosten. Slechts in bijzondere situaties kan binnen de termijn van 36 maanden bijstand verleend worden als blijkt dat de glazen of lenzen die in gebruik zijn sterk afwijken van de nieuw gestelde indicatie; 2. Aan belanghebbenden die niet aangesloten zijn bij de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, wordt bijstand verleend als zouden zij aangesloten zijn;
21
3. Eenmaal per twaalf maanden kan een vergoeding voor lenzenvloeistof worden verstrekt ter hoogte van € 50,00. 5.3 Eigen bijdragen hulpmiddelen Bijstand Uitkering Indicatie Voorliggende voorziening
: de maximale eigen bijdrage : periodiek / incidenteel : is reeds gesteld bij verstrekking van de (hulp)middelen : collectieve ziektekostenverzekering ziektekostenverzekeringen en AWBZ
Instructie: 1. Het betreft hier bijdragen aan: ziekenvervoer, kraamzorg, borstprotheses, steunzolen, pruiken, hoortoestellen en eventueel niet genoemde hulpmiddelen die in de vergoedingenlijst van het ziekenfonds voorkomen. 2. Voor wat betreft orthopedisch schoeisel en aangepaste schoenen komt een gedeelte van de eigen bijdrage niet in aanmerking voor bijzondere bijstand. Schoenen horen namelijk tot de zaken die een ieder uit zijn eigen inkomen moet betalen. Het bedrag dat schoenen in het algemeen koten, wordt niet vergoed via de bijstand. Voor de bepaling van dit bedrag wordt de prijzengids van het NIBUD gehanteerd. 3. Aan belanghebbenden die niet aangesloten zijn bij de collectieve aanvullende ziektekosten verzekering, wordt bijstand verleend als zouden zij aangesloten zijn.
5.4 Dieetkosten Bijstand Uitkering Indicatie Voorliggende voorziening
: bedragen die geïndiceerd zijn : volgens indicatie : GGD : collectieve aanvullende ziektekostenverzekering ziektekostenverzekeringen en AWBZ
Instructie: 1. De kosten voor een dieet kunnen hoger zijn dan voor normale gezonde voeding. Voor deze meerkosten kan bijzondere bijstand worden verleend. 2. De GGD geeft in het medisch advies aan hoe hoog de meerkosten op jaarbasis zijn en de duur van het dieet (tijdelijk dan wel voor bepaalde tijd). 3. Dieetpreparaten zijn voedingen op medisch voorschrift. Deze kosten worden vergoed door de AWBZ. Hier kan dus geen bijzondere bijstand voor worden verleend.
5.5 Kosten in verband met geboorte Bijstand : eigen bijdrage Uitkering : incidenteel Voorliggende voorziening : collectieve aanvullende ziektekostenverzekering ziektekostenverzekeringen en AWBZ Instructie: 1. Het betreft hier de eigen bijdrage voor kraamzorg en de eigen bijdrage voor de kosten van de verloskamer bij een poliklinische bevalling zonder medische indicatie. 2. De vergoedingen van de zorgverzekeraar in mindering brengen op de bijstand. 3. Aan belanghebbenden die niet aangesloten zijn bij de collectieve aanvullende ziektekosten verzekering, wordt bijstand verleend als zouden zij aangesloten zijn.
22
5.6 Kosten psycholoog / psychiater Bijstand Uitkering Indicatie Voorliggende voorziening
: eigen bijdrage : zoals gesteld in indicatie : reeds gesteld : collectieve aanvullende ziektekostenverzekering ziektekostenverzekeringen en AWBZ
Instructie: 1. Het betreft behandelingskosten door medisch erkende specialisten door de zorgverzekeraar. 2. Aan belanghebbenden die niet aangesloten zijn bij de collectieve aanvullende ziektekosten verzekering, wordt bijstand verleend als zouden zij aangesloten zijn. 3. Slechts in zeer bijzondere omstandigheden kan bijstand worden verleend aan niet door de zorgverzekeraar erkende psychologen. De GGD moet een advies uitbrengen. De noodzaak hiervoor dient vooraf vastgesteld te worden. Belanghebbenden die uitkering aanvragen nadat de behandeling is gestart, komen niet in aanmerking voor bijzondere bijstand. 4. Er worden maximaal 10 consulten per twaalf maanden vergoed. 5. Bij langdurige hulpverlening door het RIAGG wordt de eigen bijdrage vergoed tot maximaal de noodzakelijke duur van de behandelingen.
5.7 Kosten tandheelkundige hulp Bijstand Uitkering Indicatie Voorliggende voorziening
: de eigen bijdrage : incidenteel : nvt : collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, ziektekostenverzekeringen en AWBZ
Instructie: 1. Belanghebbenden die aangesloten zijn bij de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering zijn in principe voldoende verzekerd voor reguliere behandelingen bij de tandarts. Als blijkt dat de aanvullende verzekering onvoldoende is kan alleen bijzondere bijstand worden verstrekt voor de eigen bijdrage van noodzakelijke nood-behandelingen. (dus geen vervanging van vullingen enz.) Voor gewone behandelingen moet dus worden gewacht tot het nieuwe verzekeringsjaar. 2. Aan belanghebbenden die niet aangesloten zijn bij de collectieve verzekering wordt bijstand verleend als zouden zij aangesloten zijn. 3. Aan belanghebbenden die hoger verzekerd zijn kan niet meer bijstand worden verleend dan de kosten die zij zelf moeten bijdragen. Dit geldt niet voor kronen enz. 4. Kronen komen in aanmerking voor bijzondere bijstand tot een bedrag van € 227,00 voor tandheelkundige behandeling en € 300,00 voor techniekkosten (maximaal 2). 5. Voor de behandelingen die vanwege de wachttijd niet worden vergoed door de verzekeraar kan geen bijzondere bijstand worden verleend. 6. Onvoldoende besef van verantwoordelijkheid: hiervan is sprake als de belanghebbende a. zich niet of niet tijdig verzekerd heeft; b. niet gesaneerd is
23
De aanvraag moet in dit geval worden afgewezen. 5.8 Overige medische / paramedische kosten Bijstand Uitkering Indicatie Voorliggende voorziening
: de eigen bijdrage of de werkelijke kosten : incidenteel / periodiek : GGD : collectieve aanvullende ziektekostenverzekering ziektekostenverzekeringen en AWBZ
Instructie: 1. Het betreft kosten die gedeeltelijk worden vergoed door de zorgverzekeraar. Zie hiervoor de vergoedingenlijst van het AZG extra pakket. 2. Ook kosten voor de pedicure die niet vergoed worden door het ziekenfonds komen na een positief medisch advies in aanmerking voor bijstand 3. Als de kosten hoger zijn dan de vergoedingen is het noodzakelijk om vooraf een advies te vragen bij de GGD. 4. Geen bijstand kan worden verleend als de kosten reeds gemaakt zijn. 5. Aan belanghebbenden die niet zijn aangesloten bij de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, wordt bijstand verleend als zouden zij aangesloten zijn. 6. Voor de behandelingen die vanwege de wachttijd niet worden vergoed door de verzekeraar kan geen bijzondere bijstand worden verleend. 7. Onvoldoende besef van verantwoordelijkheid: hiervan is sprake als de belanghebbende zich niet of niet tijdig verzekerd heeft. De aanvraag moet in dit geval worden afgewezen.
24
Categorie 6: OVERIGE KOSTENSOORTEN 6.1 Begrafenis / crematie / uitvaartkosten Bedrag : maximaal € 2500,00 Uitkering : incidenteel Voorliggende voorziening : levens-, overlijdens-, begrafenis/crematieverzekering, Speciaal gereserveerd op bank / giro rekening, Wet op de lijkbezorging Instructie: 1. De kosten komen in principe altijd ten laste van de nabestaanden van de overledene, voor zover de kosten niet uit de nalatenschap kunnen worden bestreden en niet door een verzekering of anderszins kunnen worden gedekt. 2. De kosten vormen een schuld van de nalatenschap die overgaat op de erfgenamen. Voor die kosten kan op individuele basis naar rato bijstand aangevraagd worden. 3. Geen bijstand wordt verleend voor reiskosten naar het buitenland om een begrafenis of crematie bij te wonen of voor de kosten die gepaard gaan met het vervoer van de overledene naar het buitenland. 4. Geen bijstand wordt verleend voor begrafenis of crematiekosten in het buitenland. 5. Ongenoegzaam besef van verantwoordelijkheid: als door de belanghebbende voor zichzelf en de gezinsleden geen verzekering is afgesloten, kan slechts eenmaal bijzondere bijstand verleend worden. In de beschikking moet hiervan melding worden gemaakt (artikel 55 WWB). Als de belanghebbende daarna geen passende verzekering heeft afgesloten kan de bijstand alleen in de vorm van een geldlening worden verstrekt. Als iemand op moment van overlijden een bijstandsuitkering heeft, worden de kosten van begraven betaald door de afdeling Sociale Zaken. Bij deze verstrekking wordt rekening gehouden met spaargeld en polissen. Als er geen nabestaande is, die opdracht tot begraven geeft, is de Wet op de lijkbezorging van toepassing. Met maximaal te verstrekken bedrag is vastgesteld op € 2.500,00.
5.2 Overige kosten Bijstand Uitkering
: noodzakelijke bedrag : incidenteel
Instructie: 1. Het betreft kosten die niet in te delen zijn bij de eerder genoemde kostensoorten. 2. De noodzaak moet duidelijk weergegeven worden
25