Fundamenten van het geloof
Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Suggesties voor groepsstudie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Cursusdoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
3 3 4 5
Fundamenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Bekering van dode werken – deel 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Bekering van dode werken – deel 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Geloof in God . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Leer van dopen – deel 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Leer van dopen – deel 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Opleggen der handen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 Opstanding uit de doden – deel 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Opstanding uit de doden – deel 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 Eeuwig oordeel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106 Vervolmaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137 Antwoorden op de zelftesten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .139
2 van 143
Fundamenten van het geloof
Hoe gebruik je deze handleiding. Elke les bestaat uit: • Doelen: Dit zijn de doelen die je kunt bereiken door het hoofdstuk te bestuderen. Lees ze voor je met de les begint. • Sleutelvers: Dit vers benadrukt het belangrijkste thema uit het hoofdstuk. Leer het uit je hoofd. • Hoofdstukinhoud: Bestudeer elk onderdeel. Gebruik je Bijbel om de tekstverwijzingen op te zoeken die niet in deze handleiding voluit zijn neergezet. • Zelftest: Doe deze test nadat je het hoofdstuk hebt doorgenomen. Probeer de vragen te beantwoorden zonder je Bijbel of deze handleiding te gebruiken. Wanneer de zelftest af is controleer je jouw antwoorden met de antwoorden achter in dit boek. • Vervolgstudie: Dit onderdeel helpt je jouw studie over dit onderwerp voort te zetten en toe te passen wat je geleerd hebt. Extra materiaal dat je nodig hebt: Ik maak in mijn studies altijd gebruik van de NBG vertaling. M aar jij kunt natuurlijk ook een andere vertaling van de Bijbel gebruiken. S uggesties voor groepsstudie Eerste bijeenkomst • Opening: Begin met gebed en inleidingen. Leer elkaar kennen en registreer de studenten. • Stel groepsprocedures vast: Bepaal wie de bijeenkomsten zal leiden, de tijd, de plaats en de data voor de bijeenkomsten. • Lofprijs en aanbidding: Nodig de aanwezigheid van de Heilige Geest uit bij je trainingsbijeenkomsten. • Deel de handleidingen uit: Geef een korte inleiding over het gebruik van deze handleiding, zoals dat op de eerste bladzijden aangegeven is. • Maak de eerste opdracht: Studenten nemen het hoofdstuk door en doen de zelftest voorafgaand aan de volgende bijeenkomst. De hoeveelheid materiaal die je per les doorneemt is afhankelijk van de lengte van het hoofdstuk, de inhoud en de bekwaamheid van je groep. Tweede en daaropvolgende bijeenkomsten • Opening: Bid. Welkomstwoord en evt. registratie van nieuwe studenten (geef hen een handleiding). Neem tijd voor lofprijzing en aanbidding. • Samenvatting: Geef een korte samenvatting van datgene wat de vorige keer is behandeld. • Les: Bespreek elk onderdeel van een hoofdstuk. M aak daarbij gebruik van de vetgedrukte en schuingedrukte tekstdelen. Vraag studenten of ze vragen of commentaar op de stof hebben. Pas de lessen toe op hun levens. • Zelftest: Bespreek de zelftest die men gedaan heeft. • Vervolgstudie: Dit kan individueel gedaan worden, maar ook als groep.
3 van 143
Fundamenten van het geloof
Inleiding “Ik voel me zo onzeker, soms twijfel ik aan alles, is er dan helemaal geen zekerheid?” Allemaal hartverscheurende roepstemmen, en vaak terecht. Alle zogenaamde menselijke zekerheden, ook religie en zelfs het Christendom met haar vele richtingen, helpen niet om de mens enig houvast te geven. Daarom spreekt God niet over religie, maar over een werkelijke relatie met Hem. Echt contact met de Vader, door Jezus Christus. De basisleerstellingen van het Christelijke geloof zijn het onderwerp van deze cursus. Leerstellingen zijn een verzameling van onderwijs over een bepaald onderwerp. De basisleerstellingen van het Christelijke geloof zijn de onderwijzingen van Jezus Christus, zoals die in de Bijbel vermeld staan. Een lijst van deze basisleerstellingen vinden we in de Bijbel. Hebr. 6:1-3:
Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het v olkomene, zonder opnieuw het f undament te leggen v an bekering v an dode werken en v an geloof in God, v an een leer v an dopen en v an oplegging der handen, v an opstanding der doden en v an een eeuwig oordeel; en dat zullen wij doen, indien God het v ergunt.
In deze tekst worden twee geestelijke onderwerpen genoemd: 1. Je geestelijke leven bouwen op het juiste fundament, namelijk de leer van Jezus Christus. 2. Je richten op het volkomene, dat wil zeggen: op geestelijke volwassenheid. Er zijn twee verschillende redenen waarom men geen overwinnend Christelijk leven heeft: 1. Sommigen die proberen Christelijk te leven hebben nooit een wedergeboorte ondergaan. Ze begrijpen de basisleerstellingen van Jezus Christus niet. Door dit gebrek aan begrip reageren ze op de verkeerde manier op God. 2. M en groeit niet op tot geestelijke volwassenheid. Het eerste doel van deze cursus is: de basisleerstellingen van het Christelijke geloof bespreken, die nodig zijn voor een goede fundering. De zes basisleerstellingen uit Hebr. 6:1-3 zullen worden behandeld: • • • • • •
Bekering van dode werken Geloof in God Leer van dopen Oplegging der handen Opstanding der doden Eeuwig oordeel
Nadat het fundament geplaatst is gaan we ons bezig houden met het tweede doel: het bereiken van geestelijke volwassenheid… “…en dat zullen wij doen, indien God het v ergunt…” 4 van 143
Fundamenten van het geloof
Cursusdoelen Aan het eind van deze cursus kun je: • • •
De zes basisleerstellingen van het Christelijke geloof, genoemd in Hebr. 6:1-3, uitleggen. Een goed geestelijk fundament in je leven leggen. Doorgroeien naar geestelijke volwassenheid.
5 van 143
Fundamenten van het geloof
1. Fundamenten Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • Onderscheid maken tussen goede en verkeerde geestelijke fundamenten • Het belang aantonen van het bouwen op het juiste geestelijke fundament • Jezus Christus erkennen als het enige juiste geestelijke fundament • Drie stappen noemen om een geschikt geestelijk fundament te bouwen S leutelvers: Hebr. 6:1-3:
Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het v olkomene, zonder opnieuw het f undament te leggen v an bekering v an dode werken en v an geloof in God, v an een leer v an dopen en v an oplegging der handen, v an opstanding der doden en v an een eeuwig oordeel; en dat zullen wij doen, indien God het v ergunt.
Inleiding De Bijbel vergelijkt het leven van een gelovige met de constructie van een gebouw… Jud. 20:
Maar gij, gelief den, bewaart uzelf in de lief de Gods, door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en door te bidden in de Heilige Geest,
1Cor. 3:9-10:
Want Gods medearbeiders zijn wij; Gods akker, Gods bouwwerk zijt gij. Naar de genade Gods, die mij gegev en is, heb ik als een kundig bouwmeester het f undament gelegd, waarop een ander v oortbouwt. Maar ieder zie wel toe, hoe hij daarop bouwt.
Col. 2:7:
geworteld en dan opgebouwd wordend in Hem, bev estigd wordend in het geloof , zoals u geleerd is, ov erv loeiende in dankzegging
Hand. 20:32:
En nu, ik draag u op aan de Here en het woord zijner genade, aan Hem, die bij machte is te bouwen en het erf deel te gev en onder alle geheiligden.
Elke gelovige wordt in Christus verenigd met andere Christenen om gezamenlijk de kerk te vormen. De Kerk wordt in de Bijbel ook vergeleken met een gebouw. Ef . 2:19-22:
Zo zijt gij dan geen v reemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineen sluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.
Wanneer iemand een gebouw wil bouwen, moet hij eerst een geschikt fundament leggen. Omdat dit natuurlijke principe door iedereen begrepen kan worden, heeft God het gebruikt om een grote geestelijke waarheid duidelijk te maken. Een gelovige moet het juiste fundament in zijn leven hebben om een goed geestelijk huis te bouwen. Het fundament moet geplaatst worden in overeenstemming met de plannen van de Architect. De Bijbel geeft de bouwplannen van de grote Architect: Jezus Christus. Dit hoofdstuk toont het belang van het hebben van het juiste geestelijke fundament. Het geeft ook de basisprincipes die de Bijbel onderwijst over dit fundament. 6 van 143
Fundamenten van het geloof
Het doel van bouwen Het doel van je geestelijk ‘bouwen’ is voorzien in een woonplaats voor God. Zijn Geest zal alleen in je wonen wanneer je leven gebaseerd is op het juiste fundament. Paulus vroeg: 1Cor. 3:16:
Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?
1Cor. 3:10:
Naar de genade Gods, die mij gegev en is, heb ik als een kundig bouwmeester het f undament gelegd, waarop een ander v oortbouwt. Maar ieder zie wel toe, hoe hij daarop bouwt.
Het fundament Het geestelijke fundament waar de Bijbel het over heeft: •
Is gebaseerd op Gods Woord: 2Tim. 2:19:
•
Is een goed fundament: 1Tim. 6:19:
•
Als de stormwind v oorbijgaat, dan is de goddeloze niet meer, maar de rechtv aardige staat als een duurzame grondslag.
Is eeuwig: 1Tim. 6:19:
•
waardoor zij zich een v aste grondslag v oor de toekomst v erzekeren om het ware lev en te grijpen.
Is gebaseerd op rechtvaardigheid: Spr. 10:25:
•
En toch staat ongeschokt het hechte f undament Gods met dit merk: De Here kent de zijnen, en: Een ieder, die de naam des Heren noemt, breke met de ongerechtigheid.
waardoor zij zich een v aste grondslag v oor de toekomst v erzekeren om het ware lev en te grijpen.
Rust op twee basisprincipes: 2Tim. 2:19:
En toch staat ongeschokt het hechte f undament Gods met dit merk: De Here kent de zijnen, en: Een ieder, die de naam des Heren noemt, breke met de ongerechtigheid.
De twee principes, waarop het fundament rust, zijn: Geredde mensen Geredde levens leiden
•
⇒ ⇒
De Heer weet dat zij van Hem zijn Laat iedereen de zichzelf bij de naam van de Heer noemt, alle ongerechtigheid opgeven en nalaten.
Is gebouwd op een vaste Rots: Luk. 6:47-48:
Een ieder, die tot Mij komt en mijn woorden hoort en ze doet, Ik zal u tonen aan wie hij gelijk is. Hij is gelijk aan iemand, die bij het bouwen v an een huis diep gegrav en en het f undament op de rots gelegd heef t. Toen een waterv loed 7 van 143
Fundamenten van het geloof kwam en de stroom tegen dat huis aansloeg, kon hij het niet aan het wankelen brengen, omdat het goed gebouwd was.
•
Die rots is Jezus: Jes. 44:8:
Weest niet v erschrikt en v reest niet. Heb Ik het u niet v an oudsher doen horen en v erkondigd? Gij zijt mijn getuigen: is er een God buiten Mij? Er is geen andere Rots, Ik ken er geen.
Jezus: het Fundament God is Degene die Jezus Christus koos als fundament voor geestelijk leven. Jes. 28:16:
daarom, zo zegt de Here HERE: Zie, Ik leg in Sion een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen van een vaste grondslag; hij die geloof t, haast niet.
1Petr. 2:4-8:
En komt tot Hem, de lev ende steen, door de mensen wel v erworpen, maar bij God uitv erkoren en kostbaar, en laat u ook zelf als lev ende stenen gebruiken v oor de bouw v an een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te v ormen, tot het brengen v an geestelijke of f ers, die Gode welgev allig zijn door Jezus Christus. Daarom staat er in een schriftwoord: Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. U dan, die geloof t, geldt dit kostbare, maar v oor de ongelov igen geldt: De steen, die de bouwlieden af gekeurd hadden, die is geworden tot een hoeksteen en een steen des aanstoots en een rots der ergernis, v oor hen, die zich daaraan, in hun ongehoorzaamheid aan het woord, stoten, waartoe zij ook bestemd zijn.
Het fundament van geestelijk leven is geen belijdenis, die door mensen gemaakt is, of een denominatie of een religieuze ceremonie. Het fundament is Jezus Christus. Veel belijdende gelovigen proberen grote Christelijke geestelijke structuren in hun leven te bouwen. Ze raken betrokken bij kerkprogramma’s en doen veel goede werken. Uiterlijk ziet hun geestelijke gebouw er goed uit. M aar al een hele tijd is het bezig te verzakken en in te storten. Ze worden ontmoedigd, verslagen en vallen in zonde. Dit komt omdat ze gebouwd hebben op het verkeerde fundament. Net zoals een goed fundament in de natuurlijke wereld noodzakelijk is om een gebouw te dragen, is een goed geestelijk fundament noodzakelijk om je geestelijke leven te dragen. 1Cor. 3:11-13:
Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen. Is er iemand, die op dit f undament bouwt met goud, zilv er, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met v uur v erschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het v uur uitmaken.
Ps. 18:3:
O Here, mijn steenrots, mijn vesting en mijn bevrijder, mijn God, mijn Rots, bij wie ik schuil, mijn schild, hoorn mijns heils, mijn burcht.
Ps. 62:1-8:
Voor de koorleider. Naar de wijze v an Jedutun. Een psalm v an Dav id. Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is mijn heil; Waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal niet te zeer wankelen. Hoelang zult gij op een man aanstormen? Gij allen zult omv ergestoten worden als een hellende wand, een neerstortende muur. Waarlijk, zij beraadslagen om hem v an zijn hoogte af te stoten, zij scheppen behagen in leugen; zij zegenen met hun mond, maar in hun binnenstev loeken zij. [sela] Waarlijk, mijn ziel, keer u stil tot God, want v an Hem is mijn v erwachting; Waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal niet wankelen. Op God rust mijn heil en mijn eer, mijn sterke rots, mijn schuilplaats is in God. 8 van 143
Fundamenten van het geloof
De woorden ‘heil’ en ‘rots’ komen hier veel voor. Dit betekent dat zij nauw en onafscheidelijk met elkaar verbonden zijn. Beiden worden slechts in één persoon gevonden, en die persoon is de Heer zelf. Petrus zegt ook dat wij bij de Heer moeten zijn voor ons behoud. Hand. 4:12:
En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegev en, waardoor wij moeten behouden worden.
Joh. 17:3:
Dit nu is het eeuwige lev en, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.
Dit betekent God kennen, zoals Hij Zich persoonlijk heeft geopenbaard in Jezus Christus. Het betekent niet: iets weten over Jezus Christus, als historisch figuur of groot leraar; of God kennen vanuit de natuur of het geweten. Het is het kennen van Jezus Zelf, direct en persoonlijk, en God in Hem. 1Joh. 5:13:
Dit heb ik u geschrev en, die geloof t in de naam v an de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig lev en hebt.
De eerste Christenen geloofden niet alleen, het was voor hen ook een weten. Zij hadden het geloof dat in de praktijk een zeker weten meebracht. Hun oorsprong is de kennis van een persoon en die persoon is Jezus Christus. 1Joh. 5:20:
Doch wij weten, dat de Zoon v an God gekomen is en ons inzicht gegev en heef t om de Waarachtige te kennen; en wij zijn in de Waarachtige, in zijn Zoon Jezus Christus. Dit is de waarachtige God en het eeuwige lev en.
Ook de zogenaamde ‘Christelijke’ werken worden door God getoetst. 1Joh. 5:2-3:
Hieraan onderkennen wij, dat wij de kinderen Gods lief hebben, wanneer wij God liefhebben en zijn geboden doen. Want dit is de lief de Gods, dat wij zijn geboden bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar,
1Joh. 2:4-5:
Wie zegt: Ik ken Hem, en zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet; maar wie zijn woord bewaart, in die is waarlijk de lief de Gods v olmaakt. Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem zijn.
Je ziet hoe belangrijk Gods Woord in je leven dient te zijn. Je liefde voor God is te herkennen aan de mate waarin jij Gods Woord houdt. Je hebt niet meer plaats in je hart en in je leven voor God dan voor Zijn Woord. De structuur van je geestelijke leven zal onderzocht worden om te bepalen of je op het juiste fundament gebouwd hebt. Het enige fundament in je geestelijke leven, dat de toets kan doorstaan, is dat wat gebouwd is op Jezus Christus. Het belang van fundamenten Fundamenten zijn heel belangrijk. De schrijver van de Psalm realiseerde zich dit, toen hij vroeg: Ps. 11:3:
Wanneer de grondslagen zijn v ernield, wat kan dan de rechtv aardige doen?
9 van 143
Fundamenten van het geloof
Wanneer het fundament van een gebouw in de natuurlijke wereld niet goed gelegd is, kan de hele structuur in elkaar klappen. Hetzelfde geldt in de geestelijke wereld. Een verkeerd fundament zal resulteren in geestelijke rampspoed. Het Bijbelse verslag van Haggai benadrukt het belang van juiste geestelijke fundamenten. Israël had slechte oogsten in het natuurlijke. Haggai gaf hun de opdracht dat zij zichzelf moesten onderzoeken. Hag. 1:6-9:
Gij hebt v eel gezaaid, maar weinig binnengehaald; gij hebt gegeten, maar zonder dat gij v erzadigd werdt; gij hebt gedronken, maar zonder dat gij v oldaan werdt; gij hebt u gekleed, maar zonder dat gij warm werdt; en wie zich v oor loon v erhuurde, ontv ing zijn loon in een doorboorde buidel. Zo zegt de HERE der heerscharen: Bedenkt wat u wederv aren is. Beklimt het gebergte, haalt hout en herbouwt dit huis; dan zal Ik er welgev allen aan hebben en v erheerlijkt worden, zegt de HERE. Gij hebt op v eel gerekend, maar zie, het liep op weinig uit, en toen gij het binnengehaald hadt, blies Ik erin. Waarom dat? luidt het woord des HEREN der heerscharen. Om mijn huis, dat v erwoest ligt, terwijl gij draaf t, ieder v oor zijn eigen huis.
Om het probleem op te lossen zei Haggai dat zij zowel hun natuurlijke als geestelijke wereld moesten herbouwen. Herbouw in de natuurlijke wereld was noodzakelijk voor Israël omdat ze de bouw van het huis van de Heer hadden uitgesteld. Ze hadden hun eigen huizen gebouwd en hun eigen zorgen boven Gods bevel om de tempel te bouwen geplaatst. M aar, nog belangrijker, Het geestelijke fundament van hun levens was verkeerd. Ze hadden offers (goede werken) gebracht met onheilige handen. Hag. 2:15:
Toen antwoordde Haggai: Zo staat het met dit v olk en zo staat het met deze natie v oor mijn aangezicht, luidt het woord des HEREN, en zo staat het met al het werk v an hun handen, en wat zij daar of f eren, dat is onrein.
Een rechtvaardig werk geofferd door onheilige handen is niet acceptabel. Het geestelijke fundament van hun leven was niet goed en daarom werden ze niet gezegend door God. In de natuurlijke wereld moest het fundament van de tempel van de Heer verlegd worden, vertelde Haggai Gods volk. Hij zei ook dat zij hun levens moesten herbouwen op het juiste fundament. Vanaf de dag dat Israël op het juiste fundament ging bouwen, zegende God hen. Hag. 19: 19-20:
Bedenkt toch wat v ooraf gegaan is aan deze dag, de v ierentwintigste der negende maand, v an de dag aan, waarop de tempel des HEREN gegrondv est werd. Bedenkt: Is er nog zaad in de schuur? Ja, ook de wijnstok, de v ijgenboom, de granaatappelboom en de olijf boom hebben niet gedragen. Van deze dag aan zal Ik zegenen.
Vanaf de dag dat jij op het juiste geestelijke fundament gaat bouwen, zal God je zegenen. De Leer van Jezus Jezus benadrukt het belang van bouwen op het juiste geestelijke fundament. Hij gebruikte daarvoor de gelijkenis van de twee mannen die huizen bouwden. Er staan twee verslagen van deze gelijkenis in de Bijbel (M ath. 7:24-29; Luk. 6:46-49). We hebben ze in twee kolommen naast elkaar gezet, zodat je ze kunt vergelijken.
10 van 143
Fundamenten van het geloof
Luk. Wat noemt gij M ij Here, Here, en doet niet wat Ik zeg?
Math.
Een ieder, die tot M ij komt en mijn woorden hoort en ze doet, Ik zal u tonen aan wie hij gelijk is.
Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots.
Hij is gelijk aan iemand, die bij het bouwen van een huis diep gegraven en het fundament op de rots gelegd heeft. Toen een watervloed kwam en de stroom tegen dat huis aansloeg, kon hij het niet aan het wankelen brengen, omdat het goed gebouwd was.
En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, en het viel niet in, want het was op de rots gegrondvest.
Doch wie hoort en het niet doet, is gelijk aan iemand, die een huis op de grond bouwt zonder fundament.
En een ieder, die deze mijn woorden hoort en ze niet doet, zal gelijken op een dwaas man die zijn huis bouwde op het zand.
Toen de stroom daar tegenaan sloeg, stortte het terstond in en het huis werd één grote bouwval.
En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het viel in, en zijn val was groot. En het geschiedde, toen Jezus deze woorden geëindigd had, dat de scharen versteld stonden over zijn leer, want Hij leerde hen als gezaghebbende en niet als hun schriftgeleerden.
Er zijn verschillende geestelijke principes in deze passages: Leer: Het eerste principes is dat het bouwen op het juiste fundament een deel is van de leer van Jezus. De bovengenoemde tekst toont dat men versteld stond van de leer van Jezus. Een deel van Zijn leer was de gelijkenis van de twee fundamenten. Paulus verwijst ook naar het bouwen van een fundament als onderdeel van de leer van Jezus. Hebr. 6:1:
Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het v olkomene, zonder opnieuw het f undament te leggen v an…
We lezen hier “het eerste onderwijs aangaande Christus”. In de grondtekst staat daar: ‘•DP³H J@Ú OD4FJ@Ü 8Ï(@<’ (archos ton Christos logoi), hetgeen zoveel betekent als: de oorsprong of het begin van de leer (het woord) van Christus. Het gaat dus om de leerstellingen die het begin vormen van ons geloof.. Dit wordt ook nog eens bevestigd door de term “fundament”. De schrijver van dit Bijbeldeel noemt 2 dingen, namelijk: het leggen van het juiste fundament en je daarna richten op het volkomene (dat wil zeggen: het voltooide gebouw van Christelijke leerstellingen en gedragingen). Het gebouw kan pas voltooid worden 11 van 143
Fundamenten van het geloof
als het fundament juist is en op de juiste wijze gelegd is. Daarna vervolgt hij met een opsomming van de onderdelen van dat fundament. Het juiste fundament De stappen om een goed geestelijke fundament te bouwen vinden we in Luk. 6:47. 1. Een ieder, die tot M ij komt… 2. M ijn Woorden hoort… 3. en ze doet. Alle drie stappen zijn nodig. Het is niet genoeg om naar Jezus te komen. Je moet luisteren naar wat Hij zegt. M aar komen en luisteren is ook niet genoeg. Je moet ook zelf actie ondernemen. Iemand kan naar Jezus komen, horen wat Hij zegt en niet reageren. Luk. 6:46:
Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet wat Ik zeg?
Je kunt Gods Woord kennen en er niet naar handelen. Jezus is dan niet werkelijk de Heer in je leven, totdat je reageert op Zijn onderwijs. Een goed fundament is gebaseerd op het Woord van God. De man die naar Jezus kwam, Zijn Woord hoorde, en daar naar handelde wordt ‘wijs’ genoemd. Deze man zorgde er voor dat het geestelijke fundament van zijn leven stevig was. Hij ‘groef diep’ om alles wat tussen hem en de Rots, Jezus Christus, instond, te verwijderen. Gods Woord is het plan dat je toont hoe jij je geestelijke leven moet bouwen. De Bijbel dient geaccepteerd te worden als de absolute autoriteit en het plan voor je geestelijke fundament, omdat… 2Petr. 1:21:
Het zou immers beter v oor hen geweest zijn, geen kennis v erkregen te hebben v an de weg der gerechtigheid, dan met die kennis zich af te keren v an het heilige gebod dat hun ov ergelev erd is.
Het doel van Gods openbaring is: 2Tim. 3:16-17:
Elk v an God ingegev en schrif twoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te v erbeteren en op te v oeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods v olkomen zij, tot alle goed werk v olkomen toegerust.
De Bijbel bevat instructies in de basisleerstellingen van Jezus. Het bevat afkeuringen en correcties voor het niet opvolgen van deze onderwijzingen. Het is dus Gods Woord, dat we horen toe te passen, dat bij machte is in de gelovige te bouwen aan een sterk en veilig ‘geloofsbouwwerk’, dat staat op het fundament ‘Christus’. Wil dat zeggen dat wij alles wat ons verteld wordt klakkeloos voor waar moeten aannemen? Nee, alles moet getoetst worden. Hand. 17:10-11:
Maar de broeders zonden terstond in de nacht Paulus en Silas naar Berea, die, daar aangekomen, naar de sy nagoge der Joden gingen; en dezen onderscheidden zich gunstig v an die te Thessalonica, daar zij het woord met alle bereidwilligheid aannamen en dagelijks de Schrif ten nagingen of deze dingen zo waren.
Waaraan kunnen we verantwoord toetsen? Alleen aan het Woord van God, want dat is het hoogste gezaghebbende Woord dat wij tot onze beschikking hebben. 12 van 143
Fundamenten van het geloof
Als je zo met Gods Woord omgaat, verklaart God Zelf dat je een gelukkig mens bent, sterk geworteld in Hem, vrucht dragend. Ps. 1:1-3:
Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; maar aan des Heren wet zijn welgev allen heef t, en diens wet ov erpeinst bij dag en bij nacht. Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn v rucht geef t op zijn tijd, welks loof niet v erwelkt; al wat hij onderneemt, gelukt.
Het verkeerde fundament: De man die zijn huis op het verkeerde fundament bouwde, hoorde het Woord van God en ondernam geen persoonlijke actie daarop. Hij wordt een dwaze man genoemd en vergeleken met iemand die bouwt zonder een fundament (Luk. 6:49). Zijn huis werd op het zand gebouwd in plaats van op de rots (M ath. 7:27). Je bouwt geestelijk op zand, wanneer jij je leven baseert op tradities of op religieuze overtuigingen van mensen. Het omvat ook het denken waarbij men aanneemt dat je geestelijk wordt door goede werken, kerkbezoek of door religieuze ceremonies. De stormen van het leven: Jezus’ verhaal over de twee fundamenten openbaart nog een andere grote waarheid. Het leven zit vol stormen. De omstandigheden van het leven kunnen uitlopen in veel persoonlijke crisissen. Je komt dood, ziekte en rampen tegen. Zelfs gelovigen maken dit mee. Hand. 14:22 waarschuwt dat wij door verdrukkingen heen het Koninkrijk van God binnengaan. Jezus zei: Joh. 16:33:
Dit heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij v rede hebt. In de wereld lijdt gij v erdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld ov erwonnen.
Niemand ontkomt aan de stormen. Stormachtige omstandigheden in het leven worden door alle mensen in de wereld ervaren. De stormen komen overeen, maar wat verschilt is de manier waarop mensen erop reageren. Wanneer je geestelijke leven niet het juiste fundament heeft, zul je vallen. Net zoals bij het huis dat op het zand gebouwd was, zal je val groot zijn. Wanneer je leven gebouwd is op het fundament van Jezus Christus en Zijn Woord (leer), kan de storm je niet raken. Hebr. 12: 26-27:
Toen heef t zijn stem de aarde doen wankelen, doch thans heef t Hij een belof te gegev en, zeggende: Nog eenmaal zal Ik niet slechts de aarde, maar ook de hemel doen bev en. Dit: nog eenmaal, doelt op een v erandering der wankele dingen als v an iets, dat slechts geschapen is, opdat blijv e, wat niet wankel is.
Wanneer het moment van het schudden komt, zal alles wat niet geschud kan worden standhouden. Zij die blijven staan hebben het juiste geestelijke fundament. Fundament: een eerste vereiste Een goed fundament is het eerste vereiste om een goed gebouw neer te zetten in de natuurlijke wereld. ‘Eerste vereiste’ houdt in dat het noodzakelijk is. Een goed fundament is noodzakelijk om een uitstekend gebouw te kunnen plaatsen op dat fundament. Een goed fundament is noodzakelijk om geestelijk volwassen te kunnen worden. In Hebr. 6:1-3 staat dat we ons niet kunnen vervolmaken wanneer het fundament niet goed gelegd is in ons leven. Geestelijke volwassenheid is het gebouw dat rust op het geestelijke fundament. 13 van 143
Fundamenten van het geloof
Wanneer het fundament niet goed is zal het gebouw geen stand houden en zul je nooit geestelijk volwassen worden. De volgende lessen leggen dingen uit die een onderdeel horen te zijn van je geestelijke fundament. M aar, zoals de gelijkenis van de twee fundamenten al aangeeft, het is niet genoeg om alleen over deze dingen te horen. Je moet een persoonlijke reactie geven op Gods Woord en deze waarheden opnemen in het geestelijke fundament van jouw leven. Wanneer jij niet reageert op Gods Woord, ben jij als de man die door de apostel Jakobus wordt omschreven. Jak. 1:22-25:
En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden. Want wie hoorder is v an het woord en niet dader, die gelijkt op een man, die het gelaat, waarmede hij geboren is, in een spiegel beschouwt; want hij heef t zich beschouwd, is heengegaan en heef t terstond v ergeten, hoe hij er uitzag. Maar wie zich v erdiept in de v olmaakte wet, die der v rijheid, en daarbij blijf t, niet als een v ergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen.
Denk eraan: vanaf het moment dat jij besluit om je geestelijke leven op het juiste fundament te bouwen, zal God je zegenen. Dit zijn de basisprincipes die je in de volgende lessen gaat doornemen: • • • • • •
Bekering van dode werken Geloof in God Leer van dopen Oplegging der handen Opstanding der doden Eeuwig oordeel
14 van 143
Fundamenten van het geloof
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Wat zijn de zes fundamentele leerstellingen, genoemd in Hebr. 6:1-3? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Wat maakt mogelijk dat jij geestelijk volwassen kunt worden? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Wat zijn de drie stappen om een goed geestelijk fundament te bouwen, volgens Luk. 6:47? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 5. Wie is het geestelijke fundament dat door God gelegd is? ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt je achterin deze handleiding)
15 van 143
Fundamenten van het geloof
Vervolgstudie De Bijbel bevat het onderwijs van Jezus Christus en de woorden van de enige echte levende God. Zij legt uit hoe jij je leven moet bouwen op het juiste fundament. Bestudeer de volgende teksten over het Woord van God en vat samen wat ze onderwijzen. De Bijbel is Gods Woord: 2Tim. 3:14-17: ______________________________________________________________ 2Petr. 1:19-21: ______________________________________________________________ Hebr. 1:1: __________________________________________________________________ 1Cor. 2:13: _________________________________________________________________ 1Thess. 2:13: _______________________________________________________________ Joh. 5:39: __________________________________________________________________ De Bijbel is eeuwig: M ath. 24:35: ________________________________________________________________ Jes. 40:8: ___________________________________________________________________ De Bijbel levert de standaard waar wij ons geestelijke leven op moeten baseren: Ps. 119:89: _________________________________________________________________
16 van 143
Fundamenten van het geloof
2. Bekering van dode werken – deel 1 Doelen: Aan het einde van dit hoofdstuk kun je: • • • •
Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven ‘bekering van dode werken’ definiëren De oorsprong van zonde verklaren De verschillende namen die de Bijbel gebruikt voor zonde herkennen
S leutelvers: Rom. 3:23:
Want allen hebben gezondigd en derv en de heerlijkheid Gods,
Inleiding Hebr. 6:1-3 geeft een lijst van principes uit de leer van Christus waarop een gelovige zijn geestelijke leven dient te baseren. Deze principes worden ‘fundamenten’ van het Christelijke geloof genoemd. Het zijn de basisleerstellingen waarop het Christelijke geloof rust. Het eerste principe is: bekering van dode werken. Bekering De basisbetekenis van ‘bekering’ is een verandering in het denken die een verandering in de zichtbare handelingen tot gevolg heeft. In de Nederlandse Bijbel wordt de term “zich bekeren” gebruikt om het Griekse :,J"<@Æ"H “metanoia” te vertalen. De belangrijkste betekenis van dit Griekse woord is: ‘de verandering van iemands denken’. Bekering is een vastberaden innerlijke beslissing, een verandering van denken. Het woord dat in het Oude Testament gebruikt wordt, betekent: zich omkeren, terug keren. Ook daar is sprake van een innerlijk besluit, de uitwendige handeling, die genoemd wordt is een gevolg van dat besluit. Bekering is dus een innerlijke verandering van denken die resulteert in een uiterlijke terugkeer of ommekeer, om in een totaal nieuwe richting te gaan en daar naar te handelen. Sommige mensen associëren ‘bekeren’ met emoties, zoals het vloeien van tranen en je schuldig voelen over verkeerde daden en gedachten. Bekering is geen emotie. Het is een besluit. Emoties gaan soms gepaard met echt bekering. M aar het is heel goed mogelijk dat iemand erg emotioneel wordt en veel huilt, maar toch niet echt bekeerd is. Anderen associëren bekering met het voldoen aan speciale religieuze vereisten. Dit wordt ook wel ‘boete doen’ genoemd. Het is mogelijk om veel van deze religieuze vereisten te vervullen en toch geen bekering te ondergaan op de manier zoals de Bijbel het bedoelt. Echte bekering is een verandering van denken dat zich uit in een verandering van zichtbare handelingen. Zichtbare verandering is te zien in het afkeren van de zonden en je toekeren naar God en Zijn rechtvaardigheid. Dit ‘omkeren’ is een gevolg van de verandering die in het denken heeft plaatsgevonden. Samenvattend: Bijbelse bekering is innerlijke verandering in je denken die uiterlijk zichtbaar wordt door je af te keren van de zonde en je naar God en Zijn rechtvaardigheid toe te keren. 17 van 143
Fundamenten van het geloof
Ineffectief berouw Er zijn enkele teksten in de Bijbel waar ‘berouw’ op een andere manier gebruikt wordt. Judas: In M ath. 27:3-4 realiseerde Judas Iskariot zich dat Jezus ter dood veroordeeld was. Hij had berouw over zijn aandeel in het oordeel van Jezus. Math. 27:3-4:
Toen kreeg Judas, die Hem v erraden had, berouw, daar hij zag, dat Hij v eroordeeld was, en hij bracht de dertig zilv erlingen aan de ov erpriesters en oudsten terug, en hij sprak: Ik heb gezondigd, onschuldig bloed v erraden! Maar zij zeiden: Wat gaat ons dit aan? Gij moet zelf maar zien wat erv an komt!
Het Griekse woord dat hier gebruikt wordt is niet hetzelfde woord, dat verandering betekent. Het is een woord wat mensen vaak op een verkeerde manier uitleggen als oprecht berouw. In veel talen zijn er woorden die meer dan één betekenis hebben. Dit geldt ook voor de talen waarin de Bijbel is geschreven. Er zijn meer dan één betekenissen voor het woord ‘berouw’ in de Bijbel. Het woord dat in deze tekst, over Judas, gebruikt wordt, betekent: emotie, schuldgevoel, angst. Er wordt in dit stuk niet ‘metanoein’ gebruikt, maar ‘metamelein’ (emotie, wroeging, smart). Judas had spijt over wat hij had gedaan, maar hij, Bijbels gezien, geen echt berouw. Hij nam geen besluit dat een verandering van handelen tot gevolg had. Hij ging door met verkeerde handelingen en hing zichzelf op. Esau: Esau was een andere man die dezelfde tragische fout maakte. Esau zondigde door het door God gegeven eerstgeboorterecht te verkopen voor een kom soep. De Bijbel zegt: Hebr. 12:17:
Want gij weet, dat hij later, toen hij (toch) de zegen wilde erv en, af gewezen werd, want toen v ond hij geen plaats v oor berouw, hoewel hij het onder tranen zocht.
Esau ruilde zijn eerstgeboorterecht voor een kom soep. Door dit te doen verwierp hij alle zegeningen en beloften van God, die verbonden zijn aan het eerstgeboorterecht. Later had Esau spijt van wat hij had gedaan. Hij huilde hevig en liet bittere tranen (Gen. 27:30-40). M aar heftige emoties zijn niet het bewijs voor berouw. Esau had niet echt berouw. Hij vond het alleen erg dat hij zijn eerstgeboorterecht verloren had en wenste dat hij het terug zou krijgen. Zijn ‘berouw’ was niet acceptabel omdat er een groot verschil is tussen ‘spijt hebben’ en ‘echt berouw hebben. Dode werken Wanneer we een volledig begrip hebben van de betekenis van berouw, moeten we ook nog weten waar wij berouw over moeten hebben. We moeten weten wat ‘dode werken’ zijn. ‘Dode werken’ zijn de handelingen van een leven zonder God. Deze werken kunnen verkeerde daden zijn of handelen uit eigenbelang. Dit wordt ‘zonde’ in de Bijbel genoemd. De meest fundamentele oorzaak achter zonde is egoïsme. Het is liefde voor jezelf in de plaats van liefde voor God. Deze liefde voor zichzelf maakt dat mensen ‘hun eigen weg’ gaan. 18 van 143
Jes. 53:6:
Fundamenten van het geloof Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de HERE heef t ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen.
Jezus stierf voor de zonden van de mens, opdat… 2Cor. 5:15:
daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat één v oor allen gestorv en is. Dus zijn zij allen gestorv en. En v oor allen is Hij gestorv en, opdat zij, die lev en, niet meer v oor zichzelf zouden lev en, maar v oor Hem, die v oor hen gestorv en is en opgewekt.
Wanneer je berouw hebt over deze zelfzuchtige dode werken, betekent dit dat jij erkent dat de enige echte God bestaat. Je bent je bewust dat je een zondaar bent. Je vraagt vergeving van je zonden en accepteert Gods reddingsplan door Jezus Christus. De oorsprong van de zonde Het kwaad bestond al voordat de mens werd geschapen. Zonde is afkomstig van Lucifer, ook bekend als satan. Lucifer was een bijzondere engel die van oorsprong volmaakt was geschapen door God. M aar hij zondigde toen hij rebelleerde tegen God. Vanwege deze zonde werd Lucifer vanuit de hemel op de aarde geworpen. Jes. 14:12-14:
Hoe zijt gij uit de hemel gev allen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde gev eld, ov erweldiger der v olken! En gij ov erlegdet nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen, bov en de sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst v er in het noorden; ik wil opstijgen bov en de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen.
Ezech. 28:14-16:
Gij waart een beschuttende cherub met uitgespreide v leugels; Ik had u een plaats gegev en: gij waart op de heilige berg der goden, wandelend te midden v an v lammende stenen. Onberispelijk waart gij in uw wandel, v anaf de dag dat gij geschapen werdt, totdat er onrecht in u werd gev onden: door uw uitgebreide handel zijt gij v erv uld geraakt met geweldenarij en kwaamt gij tot zonde. Van de berg der goden v erbande Ik u en deed u weg, gij beschuttende cherub, v an tussen de v lammende stenen.
Lucifer ging op aarde door met zijn rebellie tegen God. Toen God de eerste mensen maakte (Adam en Eva), verleidde satan hen om te zondigen tegen God. Deze rebellie wordt vaak de ‘zondeval’ genoemd. Dit betekent dat de mens vanuit zijn rechtvaardigheid in een zondige staat verviel. Je kunt hierover lezen in Gen. 2 en 3. God waarschuwde Adam en Eva dat de straffen op de zonde lichamelijke en geestelijke dood zouden omvatten. Geestelijke dood is het verlies van de relatie met God. Lichamelijke dood is de dood van het tastbare lichaam. Door de zonde van Adam en Eva kwam de dood over alle mensen. Rom. 5:12:
Daarom, gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben;
Door de val van de eerste man en vrouw werd zonde overgedragen op de hele mensheid. Dit betekent dat iedereen die geboren wordt van nature een zondig karakter heeft. Net als lichamelijke kenmerken overgeërfd kunnen worden, worden geestelijke kenmerken van de zondige natuur ook overgedragen. Iedere persoon heeft gezondigd en staat voor de 19 van 143
Fundamenten van het geloof
straffen van lichamelijke en geestelijke dood. Satan is verantwoordelijk voor het kwaad in de wereld. Zijn rebellie tegen God gaat nog steeds door, door mensen te verleiden om te zondigen. Er is een voortdurende strijd in de geestelijke wereld voor de harten, gedachten en de zielen van de mensen. Iedereen heeft een zondige natuur geërfd. Iedereen zondigt individueel, wanneer hij door zijn zondige natuur getrokken wordt om te rebelleren tegen God. Jak. 1:14-15:
Maar zo v aak iemand v erzocht wordt, komt dit v oort uit de zuiging en v erlokking zijner eigen begeerte. Daarna, als die begeerte bev rucht is, baart zij zonde; en als de zonde v olgroeid is, brengt zij de dood v oort.
Iedereen heeft gezondigd, maar God heeft voorzien in een weg om te ontkomen aan de straf op de zonde. Door berouw en inkeer van dode werken en het accepteren Jezus Christus als persoonlijke Redder kun je bevrijd worden van de straf op je zonde. Namen voor zonde De Bijbel gebruikt verschillende namen voor zonde: Zonde: Math. 1:21:
Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus gev en. Want Hij is het, die zijn v olk zal redden v an hun zonden.
Jak. 4:17:
Als iemand dan weet goed te doen en het niet doet, is het hem tot zonde.
De eigenlijke betekenis van ‘zonde’ is: je doel missen, fout zijn. Het is te vergelijken met het afschieten van een wapen en het doel niet raken. Het is tekort schieten in wat jij zou moeten zijn en in Gods volmaakte plan voor jou. Kwaad: Mark. 7:21-22:
Want v an binnenuit, uit het hart der mensen, komen de kwade ov erleggingen, hoererij, dief stal, moord, echtbreuk, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, godslastering, ov ermoed, onv erstand.
Kwaad betekent: slecht waardeloos, corrupt en moreel zondig. Boosheid: Boosheid betekent een slecht denkpatroon hebben met het doel overtredingen te begaan. M entaal gezien sluit je rechtvaardigheid, recht, waarheid en deugd uit. Math. 13:49:
Zó zal het gaan bij de v oleinding der wereld. De engelen zullen uitgaan om de bozen uit het midden der rechtv aardigen af te zonderen,
Overtredingen: Overtreden betekent dat je de wet overtreedt. Het is alsof je een lijn overstapt die je niet mag 20 van 143
Fundamenten van het geloof
over gaan. Je betreedt verboden terrein. Je overschrijdt de grens tussen goed en fout. Gal. 3:19:
Waartoe dient dan de wet? Om de ov ertredingen te doen blijken is zij erbij gev oegd, totdat het zaad zou komen, waarop de belof te sloeg, en zij is op last v an (God) door engelen in de hand v an een middelaar gegev en.
Ongerechtigheid: Dit omvat onrechtvaardigheid, valse houding en misleiding 1Joh. 5:17:
Alle ongerechtigheid is zonde, en er bestaat zonde niet tot de dood.
Goddeloosheid: Goddeloosheid omvat oneerlijkheid, slechtheid en een totaal negeren van God. Het is handelen alsof God niet bestaat. Goddeloosheid is niet hetzelfde als atheïsme. Deze laatste heeft de overtuiging dat er geen God is. Bij Goddeloosheid weet je dat er een God is maar negeer je Hem en Zijn geboden volledig. Rom. 1:18:
Want toorn v an God openbaart zich v an de hemel ov er alle goddeloosheid en ongerechtigheid v an mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden,
Wetteloosheid: Wetteloosheid is zonder wetten leven, ofwel zonder de wet ofwel door de wet te overtreden. Math. 7:23:
En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg v an Mij, gij werkers der wetteloosheid
Ongehoorzaamheid: Ongehoorzaamheid is het tegenovergestelde van gehoorzaamheid. Het houdt in dat je God en Zijn wet negeert. Rom. 5:19:
Want, gelijk door de ongehoorzaamheid v an één mens zeer v elen zondaren geworden zijn, zo zullen ook door de gehoorzaamheid v an één zeer v elen rechtv aardigen worden.
Overtredingen: Dit betekent dat je het rechte pad verlaat en de grens tussen goed en fout overschrijdt. Het is alsof je op het grondgebied van een ander bent, waar jij niet thuis hoort. Ef . 2:1:
Ook u, hoewel gij dood waart door uw ov ertredingen en zonden,
Alleen een inleiding Dit hoofdstuk is slechts een inleiding op het onderwerp: ‘bekering van dode werken’. Je leerde de definitie van bekering, de namen en definities voor zonde, en de oorsprong van de 21 van 143
Fundamenten van het geloof
zonde. Het volgende hoofdstuk gaat verder met de behandeling van de eerste principe van het Christelijke geloof, bekering van dode werken.
22 van 143
Fundamenten van het geloof
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Definieer "bekering van dode werken". ___________________________________________________________________________ 3. Noem de negen woorden die de Bijbel voor zonde gebruikt. _____________________________________ ______________________________________ _____________________________________ ______________________________________ _____________________________________ ______________________________________ _____________________________________ ______________________________________ _________________________________________ 4. Hoeveel mensen zijn zondaar? Geef een passende tekstverwijzing als bewijs: ___________________________________________________________________________ 5. Beschrijf de oorsprong van de zonde. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 6. Noem twee mensen uit de Bijbel waarbij hun berouw geen effect had. ____________________________________ en ____________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt je achterin deze handleiding) 23 van 143
Fundamenten van het geloof
Vervolgstudie Dit hoofdstuk behandelde de oorsprong van de zonde en definieerde haar Bijbelse namen. M aar hoe ziet God zonde? Zonde is elke overtreding van Gods wetten. 1Joh. 3:4:
Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid.
Gods wetten staan in de Bijbel. Naast Zijn wetten noemt God ook specifieke zonden die wij moeten vermijden. Zonden genoemd in de Schriften Het Nieuwe Testament noemt verschillende zonden, identificeert de bron van deze zonden en openbaart speciale oordelen daarover. De volgende teksten stellen in totaal 103 verschillende zonden vast. Sommigen komen in meer dan één lijst voor. Het zijn… • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Zeven die uit het hart komen en verontreinigen Dertien die uit het hart komen en verontreinigen Drieëntwintig die het oordeel van God brengen Zeven die gelovigen niet mogen doen Zes waar gelovigen geen contact mee mogen hebben Tien die je verhinderen het Koninkrijk van God binnen te gaan Zeventien die de toegang tot Gods Koninkrijk verhinderen Vier die Gods toorn brengen en je uitsluiten van Gods rijk Elf waar gelovigen zich van af dienen te keren Negen waar ongelovigen in leven en gelovigen dat niet mogen Zes die niet bij gelovigen voor mogen komen Negen waar gelovigen afstand moeten doen Zes die gelovigen af moeten leggen Zes die gelovigen moeten vernietigen en die Gods toorn brengen Veertien waarvoor de wet werd gegeven Negentien waar gelovigen zich van af moeten keren Negen waar gelovigen van gered worden Vijf die gelovigen aan de kant moeten doen Zeven zonden van het vlees, waar gelovigen niet in leven Acht die je veroordelen tot de poel des vuurs Zes die de toegang tot de boom des levens en de Heilige Stad verhinderen
24 van 143
M ath. 15:18-20 M ark. 7:21-23 Rom. 1:29-32 Rom. 13:13-14 1Cor. 5:9-11 1Cor. 6:9-10 Gal. 5:19-21 Ef. 5:5-6 2Cor. 12:20-21 Ef. 4:17-19 Ef. 5:3-4 Ef. 4: 25, 28-29, 31 Col. 3:8-9 Col. 3:5-6 1Tim. 1:9-10 2Tim. 3:1-5 Tit. 3:3-5 1Petr. 2:1 1Petr. 4:2-4 Openb. 21:8 Openb. 22:14
Fundamenten van het geloof
3. Bekering van dode werken – deel 2 Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • • • • • • • • •
Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven Het belang van berouw uitleggen Uitleggen wat een mens ertoe brengt berouw te tonen Vier dingen noemen die verband houden met berouw en bekering Bekering definiëren Het belang van bekering uitleggen Rechtvaardiging definiëren Uitleggen wat het betekent om ‘gered’ te zijn De gelijkenis van de verloren zoon gebruiken om berouw en bekering uit te leggen.
S leutelvers Luk. 5:32:
Ik ben niet gekomen om rechtv aardigen te roepen, maar zondaars, tot bekering.
Inleiding Het vorige hoofdstuk behandelde ‘bekering van dode werken’. Dit is de eerste basisleerstelling die genoemd wordt in Hebr. 6:1-3. ‘Dode werken’ werden gedefinieerd als zonde en de oorsprong van de zonde werd onderzocht. Je leerde hoe de oorspronkelijke zonde de menselijke natuur van Adam en Eva veranderde en hoe het zondige karakter overgedragen werd van mens tot mens. Je leerde ook dat deze zondige natuur mensen ertoe brengt om individueel te zondigen wanneer deze natuur hen ertoe verleidt. Dit hoofdstuk gaat verder met het principe van bekering van dode werken. Bekering Bekering van dode werken werd gedefinieerd als: “innerlijk een beslissing nemen, of van gedachten veranderen, wat zichtbaar wordt in handelingen van afkeren van de zonde naar God en Zijn rechtvaardigheid toe.” Hand 20:21 noemt het: “bekeren tot God”. Door berouw te tonen over je dode werken en je ervan af te keren, keer jij jezelf naar God toe. Bekering is een persoonlijk besluit om de zonde na te laten en in gemeenschap met God te komen. Het is de macht van God die uiteindelijk de verandering in het verstand, hart en leven van de zondaar brengt. Hand. 11:18:
En toen zij dit gehoord hadden, kwamen zij tot rust en v erheerlijkten God, zeggende: Zo heef t dan God ook de heidenen de bekering ten lev en geschonken.
Bekering is een gave van God. 25 van 143
Hand. 5:31:
Fundamenten van het geloof Hem heef t God door zijn rechterhand v erhoogd, tot een Leidsman en Heiland om Israël bekering en v ergev ing v an zonden te schenken.
Hoewel er bij een bekering sprake kan zijn van emoties, is echte bekering van dode werken een besluit en niet alleen een emotie. Zoals gezegd: spijt hebben van zonden, tranen rijkelijk laten vloeien, etc., is niet genoeg. Het moet gepaard gaan met een innerlijke beslissing die zichtbaar wordt in een uiterlijke verandering. Het belang van bekering Er zijn verschillende redenen waarom bekering een fundamentele waarheid is van het Christelijke geloof: God beveelt het: Hand. 17:30:
God dan v erkondigt, met v oorbijzien v an de tijden der onwetendheid, heden aan de mensen, dat zij allen ov eral tot bekering moeten komen;
Het is noodzakelijk om geestelijke dood te voorkomen: Luk. 13:3:
Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen ev enzo omkomen.
Het is noodzakelijk voor het eeuwige leven: Door bekering wordt de doodstraf verwijderd en eeuwig leven gegeven: Hand. 11:18:
En toen zij dit gehoord hadden, kwamen zij tot rust en v erheerlijkten God, zeggende: Zo heef t dan God ook de heidenen de bekering ten lev en geschonken.
Het is noodzakelijk voor het ontvangen van vergeving: God kan je zonden niet vergeven tenzij jij berouw toont en je bekeert. Hand. 2:38:
En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder v an u late zich dopen op de naam v an Jezus Christus, tot v ergev ing v an uw zonden, en gij zult de gav e des heiligen Geestes ontv angen.
Het is noodzakelijk om Gods Koninkrijk te kunnen binnengaan: Math. 4:17:
Van toen aan begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
Het is Gods verlangen voor iedereen: God wil niet dat er iemand geestelijk dood gaat en voor eeuwig van God gescheiden in de hel zal zitten. 2Petr. 3:9:
De Here talmt niet met de belof te, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen v erloren gaan, doch dat allen tot 26 van 143
Fundamenten van het geloof bekering komen.
Het is de reden waarom Jezus in de wereld kwam: Luk. 5:32:
Ik ben niet gekomen om rechtv aardigen te roepen, maar zondaars, tot bekering.
Moeten Christenen berouw hebben en zich bekeren? Bij de eerste bekeringshandeling bekeren zondige mensen zich van hun foute wegen naar de juiste, door de boodschap van het Evangelie te accepteren en echte gelovigen in Jezus Christus te worden. In het proces waar je naar geestelijke volwassenheid toe groeit (wat later in deze cursus aan de orde komt), valt een gelovige soms terug in zijn oude patroon van zondig gedrag. Volgens de Bijbel moet een gelovige die zondigt zich ook bekeren. De Corinthiërs: De gelovigen van Corinthe moesten zich bekeren. 2Cor. 7:9:
thans v erblijdt het mij, niet, dat gij bedroef d zijt geworden, maar dat de droef heid u tot inkeer heef t gebracht; want gij zijt bedroef d geworden naar Gods wil, zodat gij generlei nadeel v an ons hebt geleden.
2Cor. 12:20-21: Ik ben onv erstandig geworden; gij hebt mij ertoe genoodzaakt, want ik had door u aanbev olen moeten worden. Immers, in geen enkel opzicht heb ik ondergedaan v oor die onv ergelijkelijke apostelen, ook al ben ik niets.
De gelovigen uit Efeze: Ze kregen de opdracht zich te bekeren. Openb. 2:5:
Gedenk dan, v an welke hoogte gij gev allen zijt en bekeer u en doe (weder) uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en Ik zal uw kandelaar v an zijn plaats wegnemen, indien gij u niet bekeert.
Christenen in Pergamum: God zei tegen hen: Openb. 2:16:
Bekeer u dan; maar zo niet, dan kom Ik spoedig tot u en Ik zal strijd tegen hen v oeren met het zwaard mijns monds.
Christenen in Sardis: Openb. 3:3:
Bedenk dan, hoe gij het ontv angen en gehoord hebt, en bewaar het en bekeer u. Indien gij dan niet wakker wordt, zal Ik komen als een dief , en gij zult niet weten, op welk uur Ik u zal ov erv allen.
Christenen in Laodicea: Openb. 3:19:
Allen, die Ik lief heb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijv erig en bekeer u.
Als er sprake van zonde is, moet er bekering plaatsvinden. 27 van 143
1Joh. 1:8-9:
Fundamenten van het geloof Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtv aardig, om ons de zonden te v ergev en en ons te reinigen v an alle ongerechtigheid.
De boodschap van bekering Omdat bekering noodzakelijk is om gered te worden, heeft God een speciaal plan gemaakt om de boodschap van bekering bij ieder mens te laten komen. De oproep tot bekering in het Nieuwe Testament begon met de bediening van Johannes de Doper. Mark. 1:3-4:
stem v an een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden, geschiedde het, dat Johannes doopte in de woestijn en de doop der bekering tot v ergev ing v an zonden predikte.
Bekering was nodig om de M essias (Jezus) openbaar te laten worden. Jezus kon niet in de openbaarheid treden tot Israël de oproep had gehoord om zich te bekeren tot God. Bekering was ook de eerste boodschap die Jezus bracht. Mark. 1:14-15:
En nadat Johannes was ov ergelev erd, ging Jezus naar Galilea om het ev angelie Gods te prediken, [en Hij zeide]: De tijd is v erv uld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en geloof t het ev angelie.
Let op de volgorde: eerst bekeren en dan geloven. Bekering werd verkondigd door de gelovigen in de vroege kerk. Mark. 6:12:
En zij v ertrokken en predikten, dat zij zich zouden bekeren.
Hand. 20:21:
Joden en Grieken betuigende zich te bekeren tot God en te gelov en in onze Here Jezus.
Ook nu hebben de gelovigen de verantwoordelijkheid om de boodschap van bekering te verspreiden door de hele wereld. Jezus gaf deze instructie aan Zijn volgelingen: Luk. 24:47:
en dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot v ergev ing der zonden aan alle v olken, te beginnen bij Jeruzalem.
Wat zorgt ervoor dat mensen zich bekeren? Omdat bekering een onderdeel is van het fundament waar het Christelijke geloof op rust, moeten we begrijpen wat mensen tot bekering brengt. Wanneer jij verantwoordelijk bent om de boodschap van bekering door de hele wereld te verspreiden moet je weten hoe mensen overgehaald kunnen worden om zich te bekeren van dode werken. Goedheid van God: De zegeningen van God in het leven van een goddeloos persoon moeten niet onderschat worden. De goedheid van God is een manier waardoor Hij mensen oproept om tot Hem te komen. Rom. 2:4:
Of v eracht gij de rijkdom v an zijn goedertierenheid, v erdraagzaamheid en 28 van 143
Fundamenten van het geloof lankmoedigheid, en besef t gij niet, dat de goedertierenheid Gods u tot boetv aardigheid leidt?
Verkondiging: De verkondiging van het Woord van God maakt dat mensen zich bekeren. De preken van Jona hadden tot gevolg dat de hele stad Nineve tot bekering kwam. Math. 12:41:
De mannen v an Ninev e zullen in het oordeel opstaan met dit geslacht en het v eroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking v an Jona en zie, meer dan Jona is hier.
De oproep van Christus: Wanneer het Woord van God verkondigd wordt, horen mensen het en reageren ze op de oproep van Christus, die naar bekering leidt. Math. 9:13:
Gaat heen en leert, wat het betekent: Barmhartigheid wil Ik en geen of f erande; want Ik ben niet gekomen om rechtv aardigen te roepen, maar zondaars.
God de Vader: Jezus zei dat niemand tot Hem kon komen, tenzij de Vader hem trekt. God trekt mensen tot bekering: Joh. 6:44:
Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heef t, hem trekke, en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage.
Bestraffing: Bestraffing brengt mensen tot bekering. Bestraffing is corrigeren op basis van Gods Woord. Luk. 17:3:
Ziet toe op uzelf ! Indien uw broeder zondigt, bestraf hem, en indien hij berouw heef t, v ergeef hem.
Goddelijke spijt: Je weet inmiddels dat bekering gepaard kan gaan met emoties. Natuurlijke emoties op zich zijn geen bekering, maar Goddelijke emoties leiden naar echte bekering. 2Cor. 7:10:
Want de droef heid naar Gods wil brengt onberouwelijke inkeer tot heil, maar de droef heid der wereld brengt de dood.
Dingen die verbonden zijn met bekering De Bijbel noemt verschillende dingen die verbonden zijn met bekering. Geloof: Geloof in God is verbonden met bekering. In Hebr. 6 is dit het tweede geestelijke principe dat bij het fundament van het geloof hoort. Bekering van dode werken moet gepaard gaan met geloof in God. Mark. 1:15:
en Hij zeide: De tijd is v erv uld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en geloof t het ev angelie. 29 van 143
Hand. 20:21:
Fundamenten van het geloof Joden en Grieken betuigende zich te bekeren tot God en te gelov en in onze Here Jezus.
Je leert meer over geloof in God in het volgende hoofdstuk. Doop: Doop dient gepaard te gaan met bekering, als een uitwendig teken van de innerlijke verandering die plaats heeft gevonden. Hand. 2:38:
En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder v an u late zich dopen op de naam v an Jezus Christus, tot v ergev ing v an uw zonden, en gij zult de gav e des heiligen Geestes ontv angen.
De leer van dopen komt later in deze cursus aan de orde. Werken: De werken van de mens, die door de Bijbel ook ‘vrucht’ genoemd wordt, zijn een bewijs voor echte bekering (of juist niet). Hand. 26:20:
maar ik heb eerst hun, die te Damascus waren, en te Jeruzalem en in het gehele Joodse land en de heidenen v erkondigd, dat zij met berouw zich zouden bekeren tot God en werken doen, met hun berouw in ov ereenstemming.
Math. 3:8:
Brengt dan v rucht v oort, die aan de bekering beantwoordt;
‘Werken’ en ‘vrucht’ verwijzen naar het uitwendige gedrag dat hoort te veranderen na echte bekering. Bekering: Hand. 3:19:
Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden v an v erademing mogen komen v an het aangezicht des Heren,
Bekering is gekoppeld aan berouw. Daarom moet je weten wat het is. Bekering Bekering betekent: je omkeren. Wanneer het gebruikt wordt in combinatie met het Bijbelse berouw, betekent het: je afkeren van het kwade naar het goede. Luk. 1:16:
en v elen der kinderen Israëls zal hij bekeren tot de Here, hun God.
Hand. 9:35:
En alle bewoners v an Ly dda en Saron zagen hem en bekeerden zich tot de Here.
Hand. 11:21:
En de hand des Heren was met hen, en een groot aantal kwam tot het geloof en bekeerde zich tot de Here.
Bij bekering keer jij je van de duisternis van de zonde naar het licht van Gods rechtvaardigheid. 30 van 143
Hand. 26:18:
Fundamenten van het geloof om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en v an de macht v an de satan tot God, opdat zij v ergev ing v an zonden en een erf deel onder de geheiligden zouden ontv angen door het geloof in Mij.
Je keert je van de macht van satan naar God. Hand. 26:18:
om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God, opdat zij v ergev ing v an zonden en een erf deel onder de geheiligden zouden ontv angen door het geloof in Mij.
Je keert je van de wereldse dingen naar de geestelijke dingen. Hand. 14:15:
uitroepende: Mannen, wat doet gij daar? Ook wij zijn maar zwakke mensen zoals gij en v erkondigen u, dat gij u v an dit ijdel bedrijf moet bekeren tot de lev ende God, die de hemel, de aarde, de zee en al wat erin is gemaakt heef t.
Je keert je van valse goden naar de enige echte levende God. 1Thess. 1:9:
Want zelf v erhalen zij v an ons, hoe wij bij u ontv angen zijn en hoe gij u v an de af goden tot God bekeerd hebt, om de lev ende en waarachtige God te dienen,
Het belang van bekering: Bekering moet met berouw gepaard gaan. Je moet je afkeren van het kwade naar het goede omdat… Dat noodzakelijk is om het Koninkrijk van God binnen te gaan: Math. 18:3:
en zeide: Voorwaar, Ik zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen v oorzeker niet binnengaan.
Het je redt van de geestelijke dood: Jak. 5:20:
weet dan, dat, wie een zondaar v an zijn dwaalweg terugbrengt, diens ziel v an de dood zal behouden en tal v an zonden bedekken.
Het noodzakelijk is voor het verwijderen van zonden: Hand. 3:19:
Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden v an v erademing mogen komen v an het aangezicht des Heren,
De verloren zoon Berouw en bekering worden het beste weergegeven in de gelijkenis van de verloren zoon (Luk. 15:11-24). Deze jonge man verliet zijn vader en zijn huis. Hij ging naar een ver land en verbraste alles wat hij had in zonden. Uiteindelijk realiseerde hij zich in welke toestand hij verkeerde. Hij was hongerig, eenzaam en varkenshoeder. Toen nam hij een belangrijk besluit. Hij zei: “Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan.” Deze innerlijke beslissing had een verandering in zijn handelen tot gevolg. Hij ging naar zijn vader om vergeving te vragen. 31 van 143
Fundamenten van het geloof
Berouw…de verandering van denken: Lees Luk. 15:17-19. De jonge man werd zich bewust van zijn zondige toestand. Hij besloot naar zijn vader te gaan en berouw te tonen over zijn zonden. Dit is een voorbeeld van berouw, een innerlijke beslissing die een uiterlijke handeling tot gevolg heeft. Bekering… handelen op basis van het besluit: Luk. 15:20 zegt dat de man opstond en zijn oude leven achterliet en naar zijn vader ging om een nieuw leven te beginnen. Dat is bekering. Verloren mensen In zijn eigen zondige toestand heeft ieder mens zijn rug naar God toegekeerd en naar de hemel als zijn thuis. Elke stap die gedaan wordt is dan een stap verder van God weg en dichter naar de geestelijke dood, en de eeuwige scheiding van God, toe. Er is een belangrijke beslissing die genomen moet worden. M en moet ‘tot zichzelf komen’ en zijn eigen geestelijke situatie herkennen. M en moet een besluit nemen dat leidt naar een verandering in geestelijke richting. Die verandering in geestelijke richting is een keer van de zonde naar God toe. Dit is de eerste stap voor een geschikt geestelijk fundament. Rechtvaardiging en redding Er zijn twee termen in de Bijbel die te maken hebben met berouw. Deze termen zijn: ‘rechtvaardiging’ en ‘redding’. God is de Rechter over de hele mensheid. Wanneer je in dode werken leeft (in zonde), word je veroordeeld door Hem. Joh. 3:18-19:
Wie in Hem geloof t, wordt niet v eroordeeld; wie niet geloof t, is reeds v eroordeeld, omdat hij niet heef t geloof d in de naam v an de eniggeboren Zoon v an God. Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is en de mensen de duisternis liev er gehad hebben dan het licht, want hun werken waren boos.
Wanneer je berouw hebt over je zonden en het besluit neemt om je af te keren van je zondige leven zal dit de juiste relatie met God tot gevolg hebben. Deze juiste relatie, of recht voor God staan, wordt ‘rechtvaardiging’ genoemd. Rom. 6:16-18:
Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slav en ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slav en, hetzij dan v an de zonde tot de dood, hetzij v an de gehoorzaamheid tot gerechtigheid? Maar Gode zij dank: gij wáárt slav en der zonde, doch gij zijt v an harte gehoorzaam geworden aan die v orm v an onderricht, die u ov ergelev erd is; en, v rijgemaakt v an de zonde, zijt gij in dienst gekomen v an de gerechtigheid.
De straf op de zonde is lichamelijke en geestelijke dood. Toen Jezus aan het kruis stierf, betaalde Hij de straf voor de zonden van de hele mensheid. 2Cor. 5:21:
Hem, die geen zonde gekend heef t, heef t Hij v oor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.
Wanneer je gelooft dat Jezus voor je zonden gestorven is, je toont berouw en accepteert Hem als Redder, dan zul je geen geestelijke dood ervaren en ook geen eeuwige scheiding van God in de hel. Hoewel je natuurlijke lichaam zal sterven, zul je opgewekt worden tot eeuwig leven. Dit is mogelijk gemaakt door de dood en de opstanding van onze Heer Jezus. Je bent 32 van 143
Fundamenten van het geloof
gerechtvaardigd, ofwel in de juiste relatie met God gebracht door Jezus Christus. Rom. 3:24:
en worden om niet gerechtv aardigd uit zijn genade, door de v erlossing in Christus Jezus.
Rom. 5:9:
Veel meer zullen wij derhalv e, thans door zijn bloed gerechtv aardigd, door Hem behouden worden v an de toorn.
Rom. 5:1:
Wij dan, gerechtv aardigd uit het geloof , hebben v rede met God door onze Here Jezus Christus,
Wanneer je gerechtvaardigd bent door berouw te tonen en Jezus te accepteren als je Redder, word je gered van een leven in zonde en de straf op de zonde. Joh. 5:24:
Voorwaar, v oorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem geloof t, die Mij gezonden heef t, heef t eeuwig lev en en komt niet in het oordeel, want hij is ov ergegaan uit de dood in het lev en.
Dit is wat het betekent om gered te zijn en waar de Bijbel het over heeft wanneer de term ‘redding’ gebruikt wordt. Het is Gods verlangen dat alle mensen gered worden in plaats van dat zij de wraak van God moeten ondergaan. 1Thess. 5:9-10:
Joh. 3:16-17:
want God heef t ons niet gesteld tot toorn, maar tot het v erkrijgen v an zaligheid door onze Here Jezus Christus, die v oor ons gestorv en is, opdat wij, hetzij wij waken, hetzij wij slapen, tezamen met Hem zouden lev en. Want alzo lief heef t God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegev en heef t, opdat een ieder, die in Hem geloof t, niet v erloren ga, maar eeuwig lev en hebbe. Want God heef t zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld v eroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde.
33 van 143
Fundamenten van het geloof
S amenvatting Het schema hierna geeft een samenvatting van de behandelde stof uit hoofdstuk 2 en 3. Het is heel belangrijk dat je beseft dat elk basisprincipe van het Christelijke geloof aan elkaar gekoppeld is. Een voorbeeld: bekering van dode werken kan niet gescheiden worden van geloof in God. Oorsprong van de zonde (Satan) Rebelleerde tegen God Hij verleidde de mens tot zonde; gevolg: ↓ De val van de mens (Adam en Eva) ↓ Dit resulteerde in ↓ Ieder mens erft de zondige natuur en begaat zelf zonden ↓ Zonden leiden tot ↓ Geestelijke dood / Lichamelijke dood ↓ Aan het kruis droeg Jezus de schuld van de hele mensheid wat rechtvaardiging van de zondige mens tot gevolg heeft ↓ Berouw over dode werken (een innerlijke beslissing) leidt tot: ↓ Bekering (uiterlijke verandering) ↓ Wat resulteert in: ↓ Rechtvaardiging van de zondige mens voor God en Redding van een leven in zonden en van de straf op de zonde.
34 van 143
Fundamenten van het geloof
Zelftest 1. Noem zeven redenen waarom berouw belangrijk is en noodzakelijk voor redding. ______________________________________ _____________________________________ ______________________________________ _____________________________________ ______________________________________ _____________________________________ ______________________________________ 2. Noem zes dingen die mensen tot berouw brengen. ______________________________________ _____________________________________ ______________________________________ _____________________________________ ______________________________________ _____________________________________ 3. Definieer ‘bekering’. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Omschrijf berouw en bekering aan de hand van de gelijkenis van de verloren zoon. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 5. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 6. Noem vier dingen die de Bijbel in relatie brengt met berouw. _______________________________________ ____________________________________ _______________________________________ ____________________________________ 7. M oeten Christenen berouw tonen? _____________________________________________
35 van 143
Fundamenten van het geloof
8. Geef drie Bijbelse voorbeelden waarbij Christenen berouw moesten tonen. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 9. Definieer ‘rechtvaardiging’. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 10. Wat betekent het: “gered worden”? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt je achterin deze handleiding) 36 van 143
Fundamenten van het geloof
Vervolgstudie Berouw, bekering en rechtvaardiging werden in dit hoofdstuk besproken. Gebruik de volgende teksten om verder te gaan met het bestuderen van deze belangrijke onderwerpen. Bekering: M ath. 18:3 Hand. 3:19 19:7 Ps. Rechtvaardiging: Hand. 13:39 Rom. 2:13; 3:4,20,24,28; 4:2,25; 5:1,16,18; 8:30 1Cor. 6:11 Gal. 2:16-17; 3:8,11,24 3:7 Tit. Jak. 2:21-25 Berouw: M ath. 3:2,8,11; 4:17; 9:13; 11:20-21; 12:41 M ark. 1:4,15; 2:17; 6:12 Luk. 3:3,8; 5:32; 11:32; 13:3,5; 15:7,10; 17:3,4; 24:47 Hand. 2:38; 3:19; 5:31; 8:22; 17:30; 26:20; 5:31; 11:18; 13:24; 19:4; 20:21 Rom. 2:4 2Cor. 7:8-10 2Petr. 3:9 Openb. 2:5,16; 3:3,19
37 van 143
Fundamenten van het geloof
4. Geloof in God Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • • • • • •
Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven Geloof definiëren Verschillende typen geloof vaststellen ‘Geloof in God’ definiëren Uitleggen waarom geloof in God belangrijk is Uitleggen hoe geloof kan toenemen
S leutelvers Hebr. 11:6:
maar zonder geloof is het onmogelijk (H em) welgevallig te zijn. Want wie tot G od komt, moet geloven, dat H ij bes taat en een beloner is voor wie H em erns tig zoeken.
Inleiding De tweede van de fundamentele leerstellingen is: ‘geloof in God’. “Geloof in God’ verwijst naar je houding ten aanzien van God. Sommige mensen hebben een afkeer van God en rebelleren tegen Hem. Anderen zijn bang voor Hem. Je houding dient er een te zijn van geloof in God. Geloof en berouw zijn beiden noodzakelijk voor een echte bekering. Naar God toekeren en doorgaan met zondigen is geen echte bekering. Zonden proberen na te laten en niet naar God toe gaan in geloof maakt dat je faalt. De bediening van Paulus voor ongeredden was: Hand. 20:21:
Joden en Grieken betuigende zich te bekeren tot God en te gelov en in onze Here Jezus.
Zowel berouw als geloof in God zijn nodig voor echte bekering. Definitie Geloof betekent geloven en de zekerheid hebben van iets. Geloven is vertrouwen hebben. De woorden ‘geloven’ en ‘vertrouwen’ betekenen beiden hetzelfde wanneer we ze in relatie tot God gebruiken. De Bijbel definieert geloof als: Hebr. 11:1:
Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet. Want door dit (geloof ) is aan de ouden een getuigenis gegev en.
Geloof geeft de zekerheid dat de dingen die beloofd zijn voor de toekomst werkelijk waar zijn en dat de dingen die niet gezien worden echt zijn. Geloof is het bewijs voor de dingen die je niet ziet. Geloof is niet gebaseerd op zintuiglijke waarneming, maar op de eeuwige onzichtbare waarheden en realiteiten die door Gods Woord geopenbaard worden. Paulus brengt het contrast tussen zintuiglijke waarneming en geloof 38 van 143
Fundamenten van het geloof
naar voren. 2Cor. 5:7:
want wij wandelen in geloof , niet in aanschouwen
Hoop: Geloof verschilt van hoop. Hoop is een verlangen of een verwachtingsvolle houding ten aanzien van toekomstige dingen. Geloof is iets aanvaarden dat je niet kunt zien, maar de zekerheid hebben dat het al in je bezit is. Hoop zit in je verstand en geloof in je hart. 1Thess. 5:8:
maar laten wij, die de dag toebehoren, nuchter zijn, toegerust met het harnas v an geloof en lief de en met de helm v an de hoop der zaligheid;
In dit vers wordt geloof verbonden met het gebied van het hart, als een borstplaat (een harnas). Hoop is een mentale houding van verwachting met betrekking tot de toekomst. Geloof is de toestand van het hart waarbij vertrouwen in God ontwikkeld wordt. Rom. 10:10:
want met het hart geloof t men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis.
Het is niet genoeg om het Evangelie te accepteren met je verstand. Dat is geen echt Bijbels geloof en het bewerkt dan ook geen veranderingen in je leven. Echt Bijbels geloof, geloven met je hart, brengt altijd verandering in je leven. Het resultaat is dan iets wat nu ervaren wordt in plaats van waar men op hoopt in de toekomst. Verstand boven materie: Geloof is niet ‘verstand boven materie’, wat voorkomt als leer in sommige religies. ‘Verstand boven materie’ leert dat mensen alle problemen kunnen overwinnen in de werkelijke wereld (de materiële wereld) door hun verstand te gebruiken, door de rede en door wilskracht. Dit onderwijs zet de mens centraal. M en vertrouwt op zijn eigen ik en niet op God. ‘Verstand boven materie’ is niet gebaseerd op het Woord van God. Geloof plaatst God centraal, en niet de mens. Het is een gave van God, niet iets dat de mens ontwikkelt door eigen pogingen met zijn verstand. Typen geloof Er zijn verschillende typen geloof. Natuurlijk geloof: Dit is een natuurlijk vertrouwen in dingen die bewezen hebben stabiel te zijn. Een voorbeeld: je gelooft dat de stoel waar je op zit je zal blijven dragen. Dit is geen geloof in God. Het is een natuurlijk geloof in bepaalde zaken om je heen. Je hebt dit vertrouwen gekregen door ervaring. De volgende typen geloof passen bij het begrip ‘geloof in God’.
39 van 143
Fundamenten van het geloof
Heiligend geloof: Gal. 2:20:
Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leef t in mij. En v oor zov er ik nu (nog) in het v lees leef , leef ik door het geloof in de Zoon v an God, die mij heef t lief gehad en Zich v oor mij heef t ov ergegev en.
Heiligend geloof stelt de gelovigen in staat om een heilig leven te leiden na hun bekering. Je leert meer over heiliging in het laatste hoofdstuk van deze studie, wanneer we het over vervolmaking gaan hebben. Geloof in God omvat heiligend geloof. Dat is geloven dat je een heilig leven kunt leiden. Je doet dit niet uit eigen kracht maar door de kracht van God die in je is. Verdedigend geloof: Geloof is één van de wapens om je te verdedigen tegen de geestelijke vijand, satan. Ef . 6:16:
neemt bij dit alles het schild des geloof s ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen v an de boze zult kunnen dov en;
Satan zal proberen je geloof aan te vallen door ‘pijlen van’ ongeloof op je af te schieten in je verstand. Geloof hebben in God is de geestelijke verdediging tegen deze aanvallen. Reddend geloof: Rom. 5:1:
Wij dan, gerechtv aardigd uit het geloof , hebben v rede met God door onze Here Jezus Christus,
Geloof in God, in combinatie met echt berouw, is reddend geloof. Redding is geloven, weten, en persoonlijk de boodschap van het Evangelie aanvaarden. Reddend gelooft vereist een persoonlijke reactie naar God toe. Niemand kan namens een ander reageren. Iedere persoon wordt gered door zijn eigen reactie naar God toe. Geloof is een feit. Het is een gave van God om de mens in staat te stellen om gered te worden. Ef . 2:8:
Want door genade zijt gij behouden, door het geloof , en dat niet uit uzelf : het is een gav e v an God;
M aar geloof is ook een handeling. Iedereen moet in het geloof , dat God hem gaf, handelen. Geloof in God is jouw reactie, je actie door geloof naar Hem toe. Nadat je ‘geloof in God’ ervaren hebt, word je een gelovige, het deel van de vrucht van de Geest (geloof) en de gave van de Geest (geloof) vergroten beide je geloof in God. De gave en de vrucht van de Geest worden besproken in de studie over de Heilige Geest. Misplaatst geloof De leerstelling die jij bestudeert heet ‘geloof in God’. Het is geen algemeen geloof, maar het is gericht geloof. Je kunt geloven in de verkeerde richting. Verkeerd gericht geloof kan voorkomen in… 40 van 143
Fundamenten van het geloof
Natuurlijke wapens: Ps. 44:6:
Met U stoten wij onze tegenstanders neer, in uw naam v ertreden wij wie tegen ons opstaan.
Grote mensen (mensen van aanzien): Ps. 146:3:
Vertrouwt niet op edelen, op een mensenkind, bij wie geen heil is;
Jezelf: Spr. 28:26:
Wie op eigen hart v ertrouwt, is een dwaas; maar wie in wijsheid wandelt, zal ontkomen.
Afgoden (idolen): Jes. 42:17:
Zij zullen terugdeinzen en diep beschaamd worden, die op gesneden beelden v ertrouwen; die tot gegoten beelden zeggen: Gij zijt onze goden.
Valse profeten: Jer. 7:4,8:
Stelt uw v ertrouwen niet op bedrieglijke woorden: Des HEREN tempel, des HEREN tempel, des HEREN tempel is dit!... Zie, gij stelt uw v ertrouwen op bedrieglijke woorden, zonder bate.
Natuurlijke machten: Ps. 20:8:
Dezen beroemen zich op wagens en genen op paarden, maar wij roemen in de naam v an de Here, onze God.
Rijkdom: Ps. 52:9:
Ziedaar de man die God niet tot zijn v este stelde, maar die op zijn grote rijkdom v ertrouwde, zich sterk waande door wat zijn onheil werd.
Vrienden: Ps. 41:10:
Zelf s mijn v riend, op wie ik v ertrouwde, die mijn brood at, heef t zijn hiel tegen mij opgehev en.
Geloof hebben is niet genoeg. Je geloof kan misplaatst zijn. Echt geloof is gericht geloof. Het is: ‘geloof in God’. Het belang van geloof Er zijn twee redenen waarom geloof in God nodig is:
41 van 143
Fundamenten van het geloof
Het is nodig voor redding: Je kunt zonder geloof in God niet gered worden. Mark. 16:16:
Wie geloof t en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet geloof t, zal v eroordeeld worden.
Ef . 2:8:
Want door genade zijt gij behouden, door het geloof , en dat niet uit uzelf : het is een gav e v an God;
Luk. 8:12:
Die langs de weg, zijn zij, die het gehoord hebben; daarna komt de duiv el en neemt het woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden gelov en en behouden worden.
Zonder geloof kun je God niet welgevallig zijn: Hebr. 11:6:
maar zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgev allig te zijn. Want wie tot God komt, moet gelov en, dat Hij bestaat en een beloner is v oor wie Hem ernstig zoeken.
Niveaus van geloof De Bijbel openbaart dat er verschillende niveaus van geloof zijn. Jezus noemde mensen die hun geloof niet gebruikten: ongelovig (M ath. 17:17). Hij sprak over hen die weinig geloof hadden (M ath. 6:30; 8:26; 14:31; Luk. 12:28) en over hen die groot geloof hadden (M ath. 8:10; 15:28; Luk. 7:9). De Bijbel leert ons dat iedereen een bepaalde mate van geloof bezit, dat aan hem is gegeven als een gave van God. Rom. 12:3b:
… maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate v an het geloof , dat God elkeen in het bijzonder heef t toebedeeld.
Elke gelovige heeft een bepaalde mate van geloof, want door geloof wordt je behouden. Ef . 2:8:
Want door genade zijt gij behouden, door het geloof , en dat niet uit uzelf : het is een gav e v an God;
Hoe kun jij je geloof laten toenemen? Heiligend geloof stelt je in staat een heilig leven te leiden. Toegenomen geloof zal je helpen om tot volmaaktheid in Christus te komen. Verdedigend geloof beschermt je tegen de aanvallen van de tegenstander, satan. Wanneer je geloof toeneemt, neemt ook de kracht van je geestelijke verdediging toe. De Bijbel vertelt ons hoe we geloof kunnen laten toenemen. Rom. 10:17:
Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord v an Christus.
Je laat het geloof in God toenemen door het horen van het Woord van God. Je moet eerst het Woord van God horen om berouw te kunnen krijgen over je zonden en Jezus als Redder te kunnen accepteren. Reddend geloof komt door het horen van Gods Woord. Nadat je gered bent zal Bijbels onderwijs en verkondiging je geloof nog meer toe laten nemen. Hoe meer je Gods Woord hoort, hoe meer je geloof toeneemt. Hoe meer je geloof toeneemt, hoe makkelijker het zal worden om een heilig leven te leiden en je te verdedigen 42 van 143
Fundamenten van het geloof
tegen de aanvallen van de tegenstander. Een heel klein beetje geloof is al heel krachtig. Math. 17:20:
Hij zeide tot hen: Vanwege uw klein geloof . Want v oorwaar, Ik zeg u, indien gij een geloof hebt als een mosterdzaad, zult gij tot deze berg zeggen: Verplaats u v anhier daarheen en hij zal zich v erplaatsen en niets zal u onmogelijk zijn.
Niets is onmogelijk als je slechts een heel klein beetje geloof hebt. Geloof en werken Geloof is een gave van God. Het kan niet toenemen door werken. Door geloof betekent: ‘door dat wat jij gelooft’. Door werken betekent: ‘door dat wat jij doet’. De Bijbel zegt: Ef . 2:8-9:
Want door genade zijt gij behouden, door het geloof , en dat niet uit uzelf : het is een gav e v an God; niet uit werken, opdat niemand roeme.
Geloof is de gave van God waarmee we kunnen geloven. Dit betekent niet dat werken (dat wat we doen) niet belangrijk zijn. Eerst komt er geloof, als een gave van God. Werken (wat je doet) zijn een test waarmee je kunt zien of je geloof echt is of niet. Jak. 2:14-18:
Wat baat het, mijn broeders, of iemand al beweert geloof te hebben, als hij geen werken heef t? Kan dat geloof hem behouden? Stel, dat een broeder of zuster gebrek heef t aan kleding en aan dagelijks v oedsel, en iemand uwer zegt tot hen: Gaat heen in v rede, houdt u warm en eet goed, zonder hen echter v an het nodige v oor het lichaam te v oorzien, wat baat dit? Zo is het ook met het geloof : indien het niet met werken gepaard gaat, is het, op zichzelf genomen, dood. Maar, zal iemand zeggen: Gij hebt geloof en ík heb werken. Toon mij dan uw geloof zonder de werken, en ik zal u mijn geloof tonen uit mijn werken.
Je werken… Hoe je leeft en reageert op de noden van hen die om je heen zijn… zijn een test voor de echtheid van je geloof. Jakobus noemt het verband tussen geloof en werken door het voorbeeld te gebruiken van het verband tussen het lichaam en de geest van de mens. De Bijbel onderwijst dat wanneer een mens sterft, zijn geest zijn lichaam verlaat. Jakobus zegt: Jak. 2:26:
Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood.
Je handelingen moeten een afspiegeling zijn van het levende geloof dat binnen in je is. Gal. 3:11:
En dat door de wet niemand v oor God gerechtv aardigd wordt, is duidelijk; immers, de rechtv aardige zal uit geloof lev en.
Een voorbeeld van geloof Hebr. 11 noemt namen van veel mensen die grote voorbeelden van geloof zijn. M aar er is slechts één man in de Bijbel die de ‘vader van geloof’ genoemd wordt, en dat is Abraham. (Rom. 4:11). 43 van 143
Fundamenten van het geloof
Christenen zijn zij die wandelen in de voetstappen van de gelovige Abraham (Rom. 4:12). M en zegt van hen wel dat zij kinderen van Abraham zijn (Gal. 3:7). Vanwege dit geloof in God werd Abraham gerechtvaardigd. Jak. 2:23:
en het schrif twoord werd v erv uld, dat zegt: Abraham geloof de God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een v riend v an God genoemd.
Toen Paulus geloof in God wilde illustreren, gebruikte hij Abraham als voorbeeld. Rom. 4:23-25:
Echter niet om zijnentwil alleen werd geschrev en: het werd hem toegerekend, maar ook om onzentwil, wie het zal worden toegerekend, ons, die ons geloof v estigen op Hem, die Jezus, onze Here, uit de doden opgewekt heef t, die is ov ergelev erd om onze ov ertredingen en opgewekt om onze rechtv aardiging.
Paulus zei dat het verslag van Abrahams geloof, dat tot rechtvaardiging leidde, niet alleen voor Abraham was. We kunnen ook, door het geloof in het Evangelie, gerechtvaardigd worden. De redenen waarom Abraham een geloofsvoorbeeld is, zijn: Hij hoorde het Woord van God: Abraham luisterde naar de beloften van God. Rom. 4:13, 21: Want niet door de wet had Abraham of zijn nageslacht de belof te, dat hij een erf genaam der wereld zou zijn, maar door gerechtigheid des geloof s… in de v olle zekerheid, dat Hij bij machte was hetgeen Hij beloof d had ook te v olbrengen.
Hij geloofde het Woord: Hij hoorde niet alleen de beloften van God, maar geloofde die ook. Rom. 4:18:
En hij heef t tegen hoop op hoop geloof d, dat hij een v ader v an v ele v olken zou worden, v olgens hetgeen gezegd was: Zo zal uw nageslacht zijn.
1Petr. 1:8-9:
Hem hebt gij lief , zonder Hem gezien te hebben; in Hem geloof t gij, zonder Hem thans te zien, en gij v erheugt u met een onuitsprekelijke en v erheerlijkte v reugde, daar gij het einddoel des geloof s bereikt, dat is de zaligheid der zielen.
Hij keerde zich af van zijn hopeloze situatie: Het horen van het Woord van God bracht een verandering in het leven van Abraham. Rom. 4:18-19:
En hij heef t tegen hoop op hoop geloof d, dat hij een v ader v an v ele v olken zou worden, v olgens hetgeen gezegd was: Zo zal uw nageslacht zijn. En zonder te v erf lauwen in het geloof heef t hij opgemerkt, dat zijn eigen lichaam v erstorv en was, daar hij ongev eer honderd jaar oud was, en dat Sara’s moederschoot was gestorv en;
Net als mensen die verloren zijn in zonde, bevond Abraham zich in een hopeloze situatie in de natuurlijke wereld. De belofte om vader te worden van vele volken kan alleen door God vervuld worden omdat Abraham en Sara te oud waren om kinderen te krijgen. Redding komt alleen door Jezus Christus. Er is geen enkele andere manier waarop je aanspraak kunt maken op deze belofte dan door Zijn reddingsplan. Ef . 3:17:
opdat Christus door het geloof in uw harten woning make. Geworteld en gegrond in de 44 van 143
Fundamenten van het geloof lief de,
Hij accepteerde de belofte als een feit: maar aan de belof te Gods heef t hij niet getwijf eld door ongeloof , doch hij werd v ersterkt in zijn geloof en gaf Gode eer,
Rom. 4:20:
Dit is geloof in God. Een voorbeeld voor ons Abraham is een voorbeeld om na te volgen met betrekking tot geloof in God. Je moet: • • • •
Het Woord van God horen Het Woord van God geloven Je afkeren van je hopeloze situatie (verandering door bekering van dode werken) Gods belofte accepteren als een feit. Zijn belofte dat jij gerechtvaardigd bent door berouw en bekering en geloof in God door Jezus.
45 van 143
Fundamenten van het geloof
Zelftest 1. Definieer "geloof". ___________________________________________________________________________ 2. Definieer der volgende typen geloof: Natuurlijk geloof: ___________________________________________________________________________ Reddend geloof: ___________________________________________________________________________ Heiligend geloof: ___________________________________________________________________________ Verdedigend geloof: ___________________________________________________________________________ 3. Geef twee redenen waarom geloof in God noodzakelijk is. _____________________________________ _____________________________________ 4. Hoe kun jij je geloof in God laten toenemen? ___________________________________________________________________________ 5. Schrijf de sleuteltekst uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 6. Noem vier redenen waarom Abraham een goed voorbeeld van geloof is. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 46 van 143
Fundamenten van het geloof
7. Wat is het verschil tussen geloof en hoop? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 8. Wat is het verschil tussen geloof en ‘verstand boven materie’? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 9. Wat is het verschil tussen geloof en werken? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 10. Wat wordt bedoeld met ‘geloof in God’? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt je achterin deze handleiding) 47 van 143
Fundamenten van het geloof
Vervolgstudie ‘Vertrouwen’ is een ander woord voor geloof. David schreef veel over vertrouwen in de Psalmen. Gebruik de volgende teksten om verder te studeren over geloof in God, wat David ‘vertrouwen’ noemt. Misplaatst vertrouwen: Bestudeer de volgende teksten. Schrijf achter de tekstverwijzing waar je geen vertrouwen in mag hebben. Tekst:
Heb geen vertrouwen in:
Ps. 20:7:
________________________________________________________
Ps. 41:9:
________________________________________________________
Ps. 44:6:
________________________________________________________
Ps. 49:6:
________________________________________________________
Ps. 52:7:
________________________________________________________
Ps. 115:8:
________________________________________________________
Ps. 118:8-9:
________________________________________________________
Ps. 135:17-18:________________________________________________________ Ps. 146:3:
________________________________________________________
Goed geplaatst vertrouwen: Door de Psalmen heen moedigt David ons aan God te vertrouwen. Hij moedigt ons ook aan te vertrouwen in de dingen die met God in verband staan. Schrijf achter de tekstverwijzingen waar wij vertrouwen in moeten hebben. Tekst:
Heb vertrouwen in:
Ps. 33:21:
_______________________________________________________
Ps. 36:7:
_______________________________________________________
Ps. 13:5:
_______________________________________________________
Ps. 52:8:
_______________________________________________________
Ps. 57:1:
_______________________________________________________
Ps. 61:4:
_______________________________________________________ 48 van 143
Fundamenten van het geloof
Ps. 78:22:
_______________________________________________________
Ps. 91:4:
______________________________________________________
Ps. 119:42:
______________________________________________________
Wanneer moeten we vertrouwen… Ps. 56:3:
______________________________________________________
Voordelen van vertrouwen: David noemde veel voordelen van vertrouwen of geloven in God. Bestudeer de volgende teksten en schrijf de voordelen achter elke tekstverwijzing. Tekst:
Voordeel van geloof in God:
Ps. 25:2:
______________________________________________________
Ps. 25:20:
______________________________________________________
Ps. 26:1:
______________________________________________________
Ps. 28:7:
______________________________________________________
Ps. 31:1:
______________________________________________________
Ps. 31:6:
______________________________________________________
Ps. 31:19:
______________________________________________________
Ps. 32:10:
______________________________________________________
Ps. 33:21:
______________________________________________________
Ps. 34:8:
______________________________________________________
Ps. 34:22:
______________________________________________________
Ps. 37:5:
______________________________________________________
Ps. 37:40:
______________________________________________________
Ps. 40:3:
______________________________________________________
Ps. 2:12:
______________________________________________________
Ps. 5:11:
______________________________________________________
Ps. 7:1:
______________________________________________________ 49 van 143
Fundamenten van het geloof
Tekst:
Voordelen van vertrouwen in God:
Ps. 9:10:
______________________________________________________
Ps. 16:1:
________________________________________________________
Ps. 17:7:
________________________________________________________
Ps. 21:7:
________________________________________________________
Ps. 22:4:
________________________________________________________
Ps. 22:5:
________________________________________________________
Ps. 22:8:
________________________________________________________
Ps. 40:4:
________________________________________________________
Ps. 56:4:
________________________________________________________
Ps. 56:11:
________________________________________________________
Ps. 57:1:
________________________________________________________
Ps. 64:10:
________________________________________________________
Ps. 71:1:
________________________________________________________
Ps. 73:28:
________________________________________________________
Ps. 84:12:
________________________________________________________
Ps. 86:2:
________________________________________________________
Ps. 112:7:
________________________________________________________
Ps. 119:42:
________________________________________________________
Ps. 125:1:
________________________________________________________
Ps. 141:8:
________________________________________________________
Ps. 143:8:
________________________________________________________
Ps. 144:2:
________________________________________________________
50 van 143
Fundamenten van het geloof
Resultaten van het niet vertrouwen van God: Tekst:
Resultaat van het niet vertrouwen van God:
Ps. 32:10:
________________________________________________________
Ps. 55:23:
________________________________________________________
Ps. 78:21-22: ________________________________________________________ David vertelt hoelang hij God vertrouwt: Ps. 71:5: Sinds mijn "__________________________________________________". Bijkomende teksten In de hierna volgende teksten heeft David het ook over het vertrouwen van God. Bestudeer de teksten en vat ze samen in je eigen woorden. Tekst:
Samenvatting:
Ps. 31:4:
_________________________________________________________
Ps. 4:5:
_________________________________________________________
Ps. 11:1:
_________________________________________________________
51 van 143
Fundamenten van het geloof
5. Een leer van dopen – deel 1 Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • • • • •
Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven De vier dopen uit het Nieuwe Testament noemen Het woord “dopen” uitleggen Het belang van de Christelijke doop uitleggen De voorwaarden opnoemen waar iemand aan moet voldoen om Christelijk gedoopt te worden
S leutelvers Math. 3:11:
Ik doop u met water tot bekering, maar Hij, die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; die zal u dopen met de Heilige Geest en met v uur..
Inleiding Het derde fundamentele principe wat genoemd wordt in Hebr. 6 is: een leer van dopen. In Hebr. 6:2 is ‘dopen’ meervoud. Dit betekent dat deze leerstelling over meerdere dopen gaat. Vier dopen In het Nieuwe Testament komen vier verschillende dopen ter sprake: 1. 2. 3. 4.
Christus’ doop van het lijden De doop van Johannes De Christelijke doop De doop in de Heilige Geest
Dit hoofdstuk gaat over de eerste drie dopen. Het volgende hoofdstuk gaat over de doop in de Heilige Geest. Definitie Het woord ‘dopen’ betekent: totaal onderdompelen in iets. Christus’ doop in het lijden Er is één doop in het Nieuwe Testament die wij de doop in het lijden noemen. Jezus spreekt over deze doop. Luk. 12:50:
Ik moet gedoopt worden met een doop, en hoe beklemt het Mij, totdat het v olbracht is.
Deze doop wordt ook in M ark. 10:38 genoemd waar de zonen van Zebedeüs vragen om de eer om aan de linker- en rechterhand van Christus in de hemel te zitten. Jezus antwoordde: “Kunt 52 van 143
Fundamenten van het geloof
gij de beker drinken, die Ik drink, of met de doop gedoopt worden, waarmede Ik gedoopt word?” Jezus had het over het lijden dat Hij moest ondergaan door Zijn dood voor de zonde van de hele mensheid. Hij zou ondergedompeld worden in lijden, begraven worden in een tombe (grot) en opstaan in een nieuw lichaam. De doop van Johannes De doop van Johannes was een doop in water die gekoppeld was met de oproep tot berouw en bekering. Johannes de Doper werd op wonderbaarlijke wijze geboren (Luk. 1). Zijn ouders waren Zacharias en Elizabeth. God had een speciaal plan voor zijn leven. Hij zou de voorbode van Jezus Christus worden. Luk 1:76-77:
En gij, kind, zult een prof eet des Allerhoogsten heten; want gij zult uitgaan v oor het aangezicht des Heren, om zijn wegen te bereiden, om aan zijn v olk te gev en kennis v an heil in de v ergev ing hunner zonden,
Het woord ‘voorbode’ betekent: iemand die voorafgaat aan een ander en de weg voor hem bereidt. Johannes moest oproepen tot berouw en bekering en Israël dopen om hen voor te bereiden op de komst van hun M essias, Jezus Christus. Math. 3:11:
Ik doop u met water tot bekering, maar Hij, die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; die zal u dopen met de Heilige Geest en met v uur.
Het begin van de bediening van Johannes was het begin van een nieuw geestelijk tijdperk. Luk. 16:16:
De wet en de prof eten gaan tot Johannes; sinds die tijd wordt het ev angelie gepredikt v an het Koninkrijk Gods en ieder dringt zich erin.
Voor de tijd van Johannes leefden de mensen onder de wet. Profeten en priesters dienden als geestelijke leiders en uitleggers van de wet. Alleen de priesters hadden toegang tot de aanwezigheid van God in de tempel. Ze dienden als middelaars tussen de mensen en God en offerden zondeoffers, zoals God voorgeschreven had. Dit veranderde allemaal door de komst van Jezus Christus. Door Zijn leven, dood en opstanding maakte Jezus het mogelijk dat ieder mens bij god kan komen. Jezus is nu de M iddelaar tussen de zondige mens en de rechtvaardige God. Johannes vroeg twee dingen van de mensen: berouw en openbaar belijden van zonden. Zij die voldeden aan deze eisen, die door God gegeven waren, werden gedoopt in de Jordaan als een openbaar getuigenis. Het was een uiterlijk teken dat zij berouw hadden van hun zonden. Toen sommige religieuze leiders naar Johannes kwamen om gedoopt te worden, weigerde hij dit te doen. Hij eiste dat zij bewijzen zouden laten zien van de werkelijke verandering in hun levens, voordat zij gedoopt zouden worden. Math. 3:7-8:
Toen hij nu zag, dat v ele v an de Farizeeën en Sadduceeën tot de doop kwamen, zeide hij tot hen: Adderengebroed, wie heef t u een wenk gegev en om de komende toorn te ontgaan? Brengt dan v rucht v oort, die aan de bekering beantwoordt;
Berouw en nalaten van zonden was de eis om de doop van Johannes te ontvangen. De zinsnede ‘doop tot berouw en nalaten van zonde’ betekent niet dat deze twee ervaringen een gevolg waren van de doop in water. De doop is een zichtbare bevestiging van dat wat in de 53 van 143
Fundamenten van het geloof
gelovigen had plaatsgevonden. Ze hadden berouw getoond en vergeving ervaren. Christelijke doop Dit tekstdeel, dat de doop van Jezus beschrijft, is de beste introductie op de Christelijke doop. Math. 3:13-17:
Toen kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes, om Zich door hem te laten dopen. Maar deze trachtte Hem daarv an terug te houden en zeide: Ik heb nodig door U gedoopt te worden en komt Gij tot mij? Jezus echter antwoordde en zeide tot hem: Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te v erv ullen. Toen liet hij Hem geworden. Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen. En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de gelief de, in wie Ik mijn welbehagen heb.
Jezus werd niet gedoopt door Johannes als een bewijs dat Hij berouw had over Zijn zonde; Hij had helemaal geen zonde. Jezus werd gedoopt om ‘alle gerechtigheid te vervullen’. Hij werd een rechtvaardig voorbeeld van gedrag, waarvan Hij wilde dat alle gelovigen dit navolgden. Kinderdoop Jezus werd niet gedoopt als kind. Toen hij nog een kind was werd Hij door Zijn ouders naar de tempel in Jeruzalem gebracht om Hem te presenteren aan de Heer (Luk. 2:22). M aar Hij werd niet gedoopt. Jezus liet Zich pas dopen toen Hij wist wat Hij deed en ook de verklaring kon geven waarom Hij het deed. Baby’s moeten niet gedoopt worden. Kinderen kunnen aan de Heer opgedragen worden voor toewijding en zegen, door handoplegging. M aar ze moeten niet gedoopt worden tot ze de betekenis van de handeling begrijpen en voldoen aan de Bijbelse vereisten. Er is geen vastgestelde leeftijd voor de komst van dit begrip. Het hangt af van de geestelijke en mentale ontwikkeling van elk kind. Besprenkelen of onderdompelen Sommige kerken dopen door water te besprenkelen. Anderen dompelen volledig onder in water. Toen Jezus gedoopt werd, ging Hij in het water en kwam Hij op uit het water. Wanneer je daar naar kijkt en naar de betekenis van het woord ‘dopen’ moeten we concluderen dat Hij volledig werd ondergedompeld in de Jordaan. Door Zichzelf te laten dopen toonde Jezus zichtbare gehoorzaamheid aan de wil van God. Door deze daad van gehoorzaamheid vervulde hij het plan van God. Wanneer gelovigen gedoopt worden is dat een uiterlijk teken van de innerlijke rechtvaardigheid die zij door geloof hebben ontvangen. Voorwaarden voor de doop Er waren geestelijke voorwaarden waaraan voldaan moest worden door hen die de doop van Johannes wilden ontvangen. Hetzelfde kan gezegd worden van de Christelijke doop. Instructies: De eerste voorwaarde werd gegeven door Jezus: 54 van 143
Math. 28:19-20:
Fundamenten van het geloof Gaat dan henen, maakt al de v olken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bev olen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de v oleinding der wereld.
De opdracht van Christus om nieuwe gelovigen te onderwijzen wordt twee keer gegeven. Ze moeten voor en na de doop onderwezen worden. Zondaren moet eerst het Evangelie horen en aanvaarden om echte gelovigen te worden. Hand. 2:41:
Zij dan, die zijn woord aanv aardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongev eer drieduizend zielen toegev oegd.
Hand. 19:5:
En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam v an de Here Jezus.
Hand. 16:14-15:
En een zekere v rouw, met name Ly dia, een purperv erkoopster uit de stad Ty atira, die God v ereerde, hoorde toe, en de Here opende haar hart, zodat zij aandacht schonk aan hetgeen door Paulus gezegd werd. En toen zij gedoopt was en haar huis, nodigde zij ons, zeggende: Indien gij v an oordeel zijt, dat ik de Here getrouw ben, neemt dan uw intrek in mijn huis. En zij drong ons ertoe.
Hand. 16:30-34:
En hij leidde hen naar buiten en zeide: Heren, wat moet ik doen om behouden te worden? En zij zeiden: Stel uw v ertrouwen op de Here Jezus en gij zult behouden worden, gij en uw huis. En zij spraken het woord Gods tot hem in tegenwoordigheid v an allen, die in zijn huis waren. En in datzelf de uur v an de nacht nam hij hen mede om hun striemen af te wassen, en hij liet zichzelf en al de zijnen terstond dopen; en hij bracht hen naar bov en in zijn huis en richtte een taf el aan, en hij v erheugde zich, dat hij met zijn gehele huis tot het geloof in God gekomen was.
Hand. 18:8:
En Crispus, de ov erste der sy nagoge, kwam tot geloof in de Here met zijn gehele huis, en v ele v an de Korintiërs, die hem hoorden, geloof den en lieten zich dopen.
Voor de doop moeten de gelovigen in ieder geval zoveel onderwijs ontvangen dat zij de betekenis ervan kunnen bevatten. Daarna moeten ze verder onderwijs ontvangen om volwassen Christenen te kunnen worden. Paulus noemt dit “richten op het volkomene’ (Hebr. 6). Berouw: De tweede voorwaarde voor de doop is berouw hebben over je zonde. Petrus legde hier de nadruk op in zijn preek op de Pinksterdag. Hand. 2:37-38:
Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun hart getrof f en, en zij zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannen broeders? En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder v an u late zich dopen op de naam v an Jezus Christus, tot v ergev ing v an uw zonden, en gij zult de gav e des Heiligen Geestes ontv angen.
M erk op dat overtuiging van zonden niet genoeg is. Er moet actie worden ondernomen. De twee opdrachten die Petrus gaf, waren: heb berouw en word gedoopt. Berouw gaat aan de doop vooraf.
55 van 143
Fundamenten van het geloof
Geloof: De derde voorwaarde voor de doop is geloof: En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, v erkondigt het ev angelie aan de ganse schepping. Wie geloof t en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet geloof t, zal v eroordeeld worden.
Mark. 16:15-16:
Een voorbeeld van de toepassing van deze eis vinden we in het verhaal van Filippus en de Ethiopiër (Hand. 8:26-39). Filippus hoorde de kamerling lezen uit Jesaja. Hij vergezelde de man om het Evangelie uit te leggen. Toen ze verder reisden kwamen ze langs water. Op basis van het verzoek van de Ethiopiër en zijn geloofsbelijdenis, doopte Filippus hem. Hand. 8:36-38:
En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water, en de kamerling zeide: Zie, daar is water; wat is ertegen, dat ik gedoopt word? [En hij zeide: Indien gij v an ganser harte geloof t, is het geoorloof d. En hij antwoordde en zeide: Ik geloof , dat Jezus Christus de Zoon v an God is.] En hij liet de wagen stilhouden en beiden daalden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem.
Filippus zei: “Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd.” De Ethiopiër antwoordde: “Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is.” Iemand die de Christelijke doop wil ontvangen moet eerst belijden dat hij gelooft in Jezus Christus als de Zoon van God. Een goed geweten tot God: De vierde voorwaarde voor de Christelijke doop is een goed geweten naar God toe. Petrus vergelijkt de Christelijke doop in water met de ervaringen van Noach en zijn familie die gered werden van het oordeel toen zij de ark binnen gingen. 1Petr. 3:21:
Als tegenbeeld daarv an redt u thans de doop, die niet is een af leggen v an lichamelijke onreinheid, maar een bede v an een goed geweten tot God, door de opstanding v an Jezus Christus,
Petrus verwerpt elk idee dat het doel van de doop een reiniging van het tastbare lichaam is. Hij zegt dat de voorwaarde om de Christelijke doop te ontvangen een innerlijke relatie van het hart van de gelovige met God is. Hij noemt het: ‘een goed geweten tot God’. De tijd van dopen Om in aanmerking te komen voor de doop in water moet iemand het geschikte onderwijs krijgen, berouw hebben, geloven en een goed geweten tot God hebben. De tijdsduur voordat men aan deze voorwaarden voldoet varieert per persoon. Sommige kerken eisen een langdurige instructie, die de gelovigen, die gedoopt willen worden, moeten ondergaan. Dat kan variëren van weken tot maanden. M aar de Bijbel zegt dat er op de Pinksterdag drieduizend gedoopt werden. Een paar uur daarvoor waren ze nog ongelovigen die Jezus verwierpen als M essias van Israël en/of als Zoon van God. Vanaf het moment dat Petrus zijn preek eindigde tot het moment van de doop kan nooit langer zijn geweest dan een paar uur. Hand. 2:41:
Zij dan, die zijn woord aanv aardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongev eer drieduizend zielen toegev oegd.
Filippus doopte de Ethiopiër op dezelfde dag dat hij het Evangelie aan hem uitlegde. 56 van 143
Fundamenten van het geloof
S amenvatting De praktijk die de vroege kerk volgde met betrekking tot de doop was: 1. Voor de doop werd basisonderwijs gegeven uit het Evangelie, waarbij de aandacht vooral uitging naar het leven, de dood en de opstanding van Jezus Christus. 2. Ze verbonden deze feiten met de doophandeling. 3. Ze toetsten het begrip van de nieuwe gelovige over deze feiten. Ook toetsten ze of er berouw was en de geloofsbelijdenis van de nieuwe gelovige werd getoetst. Daarna volgde direct de doop in water. 4. Na de doop kreeg de nieuwe gelovige verder onderwijs met het doel geestelijk volwassen te worden. Het belang van de doop De volgende tekst toont het belang van de Christelijke doop: Rom. 6:1-4:
Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijv en, opdat de genade toeneme? Volstrekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorv en zijn, daarin nog lev en? Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begrav en door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des lev ens zouden wandelen.
Wanneer je berouw hebt en Jezus Christus als Redder accepteert, zul je sterven voor de zonden en je oude leven. Er is de schepping van een nieuw rechtvaardig leven voor God. Rom. 6:11-12, 14:
Zo moet het ook v oor u v aststaan, dat gij wèl dood zijt v oor de zonde, maar lev end v oor God in Christus Jezus. Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterf elijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen… Immers, de zonde zal ov er u geen heerschappij v oeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.
De Christelijke doop in water is een symbool van de dood en de opstanding van Jezus. Het symboliseert dood zijn voor de zonde op het moment dat je ondergedompeld bent in het ‘graf’ van het water en opstanding tot nieuw leven dat geleefd wordt voor God in rechtvaardigheid op het moment dat je uit het water omhoog komt. De gelovige, die opgewekt wordt uit het water om een nieuw leven te leven, doet dat niet in eigen kracht. Het nieuwe leven wordt geleefd door de kracht van God, dezelfde kracht die Jezus uit het graf deed komen (we horen hier meer over in hoofdstuk 11). Het effect van de waterdoop is afhankelijk van de mate van berouw en geloof van degene die gedoopt wordt. Zonder dit heeft de doop totaal geen waarde. Col. 2:12:
daar gij met Hem begrav en zijt in de doop. In Hem zijt gij ook medeopgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heef t opgewekt.
Echte Christelijke doop betekent dat we in Christus gedoopt worden, niet in een bepaalde kerk of groep. Gal. 3:27:
Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed.
57 van 143
Fundamenten van het geloof
Doop: een verschil Zowel de Christelijke doop als de doop van Johannes worden uitgevoerd door onderdompeling in water. M aar toch is er een verschil tussen die twee. Toen Paulus de stad Efeze bezocht, vond hij een groep mensen die discipelen waren van Johannes de Doper. Ze hadden de boodschap van Johannes, over berouw en afleggen van zonde, gehoord en waren gedoopt, maar ze wisten niets van het Evangelie van Jezus Christus. Hand. 19:1-5:
En terwijl Apollos te Korinte was, geschiedde het, dat Paulus, na door de bov enlanden gereisd te zijn, te Ef eze kwam, en daar enige discipelen v ond. En hij zeide tot hen: Hebt gij de Heilige Geest ontv angen, toen gij tot het geloof kwaamt? Doch zij zeiden tot hem: Wij hebben zelf s niet gehoord, dat er een Heilige Geest is. En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In de doop v an Johannes. Maar Paulus zeide: Johannes doopte een doop v an bekering en zeide tot het v olk, dat zij moesten gelov en in Hem, die na hem kwam, dat is in Jezus. En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam v an de Here Jezus.
Nadat Paulus het Evangelie had uitgelegd, accepteerden deze mensen het en ze werden gedoopt. Deze keer werden ze gedoopt in de naam van de Here Jezus. Dit voorbeeld toont dat de doop van Johannes en de Christelijke doop twee verschillende dingen zijn. De doop van Johannes werd niet langer geaccepteerd na de dood en de opstanding van Jezus. Zij die doop van Johannes hadden ondergaan werden opnieuw gedoopt, maar dan met de Christelijke doop. De boodschap van Johannes bereidde de harten van de mensen in Israël voor op de openbaring van hun M essias, Jezus Christus. Door de doop beleden zij zichtbaar dat zij berouw hadden over hun zonden en dat ze geloofden in de komende M essias. Na de dood en de opstanding van Jezus werden de mensen gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Door dit te doen toonden zij dat zij het Evangelie accepteerden en het feit dat dit hun leven veranderd had. Jezus gaf opdracht tot deze doop. Math. 28:19:
Gaat dan henen, maakt al de v olken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bev olen heb.
Het verschil tussen de Christelijke doop en de doop van Johannes is dat de Christelijke doop uitgevoerd moet worden in de autoriteit van de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De doop van Johannes kon niet uitgevoerd worden met dezelfde autoriteit. Het was alleen een doop van berouw en een belijdenis van geloof in de komende M essias. Christelijke doop is een doop die belijdt het volledige reddingsplan van God te accepteren. Woorden die bij dopen gesproken worden We hebben het gehad over de eisen die nodig zijn om de doop te kunnen ontvangen en dat dit alles bevestigd wordt door volledige onderdompeling in water. Rest er nog één vraag: Welke woorden moeten er tijdens de doop uitgesproken worden? Jezus zei dat wij moeten dopen in de naam van ‘de Vader, de Zoon en de Heilige Geest’. 58 van 143
Fundamenten van het geloof
Velen kiezen ervoor dezelfde woorden te gebruiken bij de doop en dit is toegestaan volgens de Bijbel. M aar het is ook toegestaan om alleen de naam van Jezus te gebruiken bij de doop. De Bijbel geeft aan dat de discipelen dat deden. Hand. 8:16:
Want deze was nog ov er niemand v an hen gekomen, maar zij waren alleen gedoopt in de naam v an de Here Jezus.
Hand. 10:48:
En hij bev al hen te dopen in de naam v an Jezus Christus. Toen v erzochten zij hem nog enige dagen te blijv en.
Hand. 19:5:
En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam v an de Here Jezus.
Jezus beval Zijn discipelen niet om te dopen in de namen (meervoud) van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, maar in de naam (enkelvoud) van de personen van de Drie-eenheid van God. De naam van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest is de naam voor Jezus Christus want: Col. 2:9:
want in Hem woont al de v olheid der godheid lichamelijk;
De Bijbel leert ons dat wij in Christus gedoopt worden. Rom. 6:3:
Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn?
Sommige kerken hebben veel strijd gekend over het gebruik van de woorden die bij de doop uitgesproken worden. Ze beweren dat de ene uitspraak wel goed is en de andere niet. M aar volgens de Bijbel zijn zowel dopen in de naam van Jezus Christus als dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest goed. Er is geen tegenstrijdigheid tussen beide uitspraken. Beiden verwijzen naar de Drie-eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest. Om in overeenstemming met de Bijbel te zijn en tegelijkertijd eenheid op dit gebied te bewerken, wordt de volgende uitspraak voorgesteld: Op basis van de belijdenis van uw geloof en in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest doop ik u in de Heer Jezus Christus.
59 van 143
Fundamenten van het geloof
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 2. Definieer het word ‘dopen’. __________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Waarom is de Christelijke doop belangrijk? __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 4. Wat zijn de vier voorwaarden om de Christelijke doop te kunnen ontvangen _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ 5. Welke vier dopen worden in het Nieuwe Testament genoemd? _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ 6. Hoe snel werden nieuwe gelovigen gedoopt in het Nieuwe Testament? __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 7. Geef een tekstverwijzing die het verschil tussen de Christelijke doop en de doop van Johannes toont. __________________________________________________________________________ 8. M oeten baby’s in water gedoopt worden? __________________________________________________________________________
60 van 143
Fundamenten van het geloof
9. Op welke leeftijd is het toegestaan om een kind in water te dopen? ___________________________________________________________________________ 10. Zet een “G” voor een uitspraak die goed is en een “F” voor een uitspraak die fout is. a. _____
Wanneer je gedoopt bent in de naam van Jezus moet je opnieuw gedoopt worden in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
b. _____
Het Bijbelse woord “dopen” betekent: onderdompelen en niet: besprenkelen.
c. _____
Je moet de betekenis van de doop begrijpen voor je gedoopt kunt worden.
(Antwoorden op de zelftesten vindt je achterin deze handleiding)
61 van 143
Fundamenten van het geloof
Vervolgstudie Dit hoofdstuk heeft de leer van dopen behandeld. Om meer kennis te krijgen over dit onderwerp kun je de volgende teksten over dopen bestuderen: M ath.
3:6,7,11-16; 11:11-12; 14:2; 16:4; 20:22-23; 21:25
M ark.
1:4,5,8,9; 10:38-39; 11:30; 16:16
Luk.
3:3,7,12,16,21; 7:29-30; 12:50; 20:4
Joh.
1:25-28,33; 3:22-23,26; 4:1-2; 10:40
Hand.
1:5,22; 2:38,41; 8:12,13,16,36,38; 9:18; 10:37,47-48; 11:16; 13:24; 18:8,25; 19:3,4,5; 22:16
Rom.
6:3-4
1Cor.
1:13-16; 10:2; 12:13; 15:29
Gal.
3:27
Ef.
4:5
Col.
2:12
1Petr.
3:21
Hebr.
6:2
62 van 143
Fundamenten van het geloof
6. Een leer van dopen – deel 2 Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • • • • • •
Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven Enkele doelen van de Heilige Geest uitleggen Uitleggen hoe je de doop in de Heilige Geest kunt ontvangen Het uitwendige teken voor de doop in de Geest noemen Het echte bewijs voor ontvangst van de doop in de Geest vaststellen De gaven en de vrucht van de Heilige Geest herkennen
S leutelvers Hand. 1:8:
maar gij zult kracht ontv angen, wanneer de heilige Geest ov er u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
Inleiding In het vorige hoofdstuk leerde je de definitie van het woord ‘dopen’. En bestudeerde je drie van de vier dopen die in het Nieuwe Testament genoemd worden. Je leerde over de doop van het lijden, die ervaren werd door Jezus. Ook leerde je over de doop van Johannes en de Christelijke doop in water. Dit hoofdstuk gaat over de vierde doop: de doop in de Heilige Geest. (Dit hoofdstuk is een korte inleiding op de Heilige Geest. Om meer te weten over de Heilige Geest kun je een speciale studie over Hem doen). De belofte van de Heilige Geest Na de opstanding en voorafgaand aan de hemelvaart gaf Jezus een belangrijke instructie aan Zijn volgelingen. Luk. 24:49:
En zie, Ik doe de belof te mijns Vaders op u komen. Maar gij moet in de stad blijv en, totdat gij bekleed wordt met kracht uit den hoge.
De belofte waar Jezus naar verwijst is de Heilige Geest. Jezus had hier al eerder iets van gezegd. Joh. 14:16-18:
En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster gev en om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontv angen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijf t bij u en zal in u zijn. Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u.
Doelen van de Heilige Geest Eén van de belangrijkste doelen van de Heilige Geest hebben we al gelezen: het troosten van de gelovigen. M aar de Bijbel geeft nog veel meer doelen van de Heilige Geest. De Heilige Geest wil: 63 van 143
Fundamenten van het geloof
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
De gelovige vullen en hem dopen: In de gelovige wonen: Hem in de Geest één maken met God en andere gelovigen: Voor hem bidden: Hem leiden: De liefde van Christus aan hem en door hem tonen: Hem vormen naar het beeld van Christus: De Bijbelse waarheid aan hem openbaren: Hem onderwijzen: Hem tot echte aanbidding brengen: Hem versterken: Hem opwekken: Hem heiligen: Hem veranderen: Hem overtuigen van zijn fouten: Zekerheid van redding geven: Hem vrijheid geven: Door hem spreken: Gods macht demonstreren: Hem de kracht geven om te getuigen: Hem inspireren tot aanbidding:
Hand. 2:4 1Cor. 6:19 1Cor. 6:17 Rom. 8:26 Joh. 16:13 Rom. 5:5 2Cor. 3:17-18 1Cor. 2:10 Joh. 14:26 Joh. 4:24 Ef. 3:16 Rom. 8:11 2Thess. 2:13-14 Tit. 3:5 Joh. 16:8-11 Rom. 8:16 Rom. 8:2 M ark. 13:11 1Cor. 2:4 Hand. 1:8 Joh. 4:24
Het bewijs van de Heilige Geest De Heilige Geest heeft veel doelen in het leven van de gelovige, maar het belangrijkste doel en het echte bewijs van de doop in de Heilige Geest is een Christen tot een krachtige getuige te maken van het Evangelie. Hand. 1:8:
maar gij zult kracht ontv angen, wanneer de Heilige Geest ov er u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
Het bewijs van de doop in de Heilige Geest was direct zichtbaar in het leven van apostel Petrus. Voor Pinksteren had hij in zijn angst Jezus verloochend. Na zijn doop in de Heilige Geest gaf Petrus een krachtig getuigenis van het Evangelie, wat de redding van 3.000 mensen tot gevolg had. Door de kracht van de Heilige Geest werd het Evangelie door de vroege kerk over de hele wereld verspreid. Het boek Handelingen is een krachtig getuigenis van het bewijs van de doop in de Heilige Geest. Doop in de Heilige Geest Er zijn zeven passages in het Nieuwe Testament waar het woord ‘dopen’ in verband staat met de Heilige Geest. Vier van deze teksten zijn woorden van Johannes de Doper. Math. 3:11:
Ik doop u met water tot bekering, maar Hij, die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; die zal u dopen met de Heilige Geest en met v uur.
Mark. 1:8:
Ik heb u gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de Heilige Geest. 64 van 143
Luk. 3:16:
Joh. 1:33:
Fundamenten van het geloof antwoordde Johannes en zeide tot allen: Ik doop u met water, doch Hij komt, die sterker is dan ik, wiens schoenriem ik niet waardig ben los te maken; die zal u dopen met de Heilige Geest en met v uur. En ik kende Hem niet, maar Hij, die mij gezonden had om te dopen met water, die had tot mij gezegd: Op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijv en, deze is het, die met de Heilige Geest doopt.
Jezus sprak ook over de doop in de Heilige Geest. Hand. 1:5:
Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet v ele dagen na deze.
Toen Petrus het had over de gebeurtenissen in het huis van Cornelius, citeerde hij Jezus. Hand. 11:16:
En ik herinnerde mij het woord des Heren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden.
Ook Paulus gebruikte het woord ‘dopen’ in verband met de Heilige Geest. 1Cor. 12:13:
want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slav en, hetzij v rijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt.
Het gebruik van het woord ‘doop’ bij doop in de Heilige Geest is hetzelfde als bij de Christelijke doop in water. In beide gevallen gaat het om een uiterlijke bevestiging van een innerlijke geestelijke toestand. De Heilige Geest kwam op de Pinksterdag uit de hemel op de discipelen en dompelde ze volledig onder in de Heilige Geest. Petrus zei dat deze ervaring de vervulling van de belofte was in Joël 2:28. Het uiterlijke teken M et het blote oog was de Heilige Geest niet waarneembaar. Hij werd door Jezus vergeleken met de wind. Joh. 3:8:
De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, v anwaar hij komt of waar hij heengaat; zó is een ieder, die uit de Geest geboren is.
Hoewel de wind onzichtbaar is, kunnen de effecten ervan wel gezien en gehoord worden. Wanneer de wind waait wervelt er stof op van de grond, bomen buigen zich allemaal in één richting, bladeren ritselen, de golven van de zee brullen en wolken bewegen zich langs de hemel. Dit zijn allemaal waarneembare tekenen van de wind. Dat geldt ook voor de Heilige Geest. Hoewel Hij onzichtbaar is, kunnen de effecten van Zijn activiteiten worden waargenomen. Er zijn drie plaatsen in het Nieuwe Testament waar ons verteld wordt wat er gebeurde toen de mensen de doop in de Heilige Geest ontvingen. De Pinksterdag: Hand. 2:2-4:
En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als v an een geweldige windv laag en v ulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; en er v ertoonden zich aan hen tongen als v an v uur, die zich v erdeelden, en het zette zich op ieder v an hen; en zij werden 65 van 143
Fundamenten van het geloof allen v erv uld met de Heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.
Het huis van Cornelius: Een verslag van wat er met Cornelius en zijn huisgenoten gebeurde toe Petrus daar sprak: Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, v iel de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden. En al de gelov igen uit de besnijdenis, die met Petrus waren medegekomen, stonden v erbaasd, dat de gav e v an de Heilige Geest ook ov er de heidenen was uitgestort, want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken.
Hand. 10:44-46:
Bekeerlingen in Efeze: Hand. 19:6:
En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest ov er hen, en zij spraken in tongen en prof eteerden.
Wanneer we deze teksten met elkaar vergelijken is er een waarneembaar teken dat bij alle drie voorkomt: zij die de doop in de Heilige Geest ontvingen spraken in andere tongen. Er worden ook andere bovennatuurlijke tekenen van de Heilige Geest genoemd, maar geen van deze tekenen kwam bij alle drie gebeurtenissen voor. Op de Pinksterdag was er het geluid van een geweldige windvlaag en waren er tongen als van vuur. M aar dat kwam niet voor bij de twee andere gebeurtenissen. In Efeze was er profetie. M aar dat kwam bij de andere twee gebeurtenissen niet voor. Het enige uiterlijke teken dat de apostelen waarnamen in het huis van Cornelius was het spreken in tongen. Dit was voor de discipelen het bewijs dat zij gedoopt waren in de Heilige Geest. Uit deze Bijbelse verslagen concluderen we dat het spreken in tongen door de kracht van de Heilige Geest bevestigt dat iemand in de Geest gedoopt is. De tongentaal Het teken van tongentaal kan bestaan uit talen die bekend zijn bij de mensen. Dat gebeurde tijdens Pinksteren. Hand. 2:7-8:
En buiten zichzelf v an v erwondering zeiden zij: Zie, zijn niet al dezen, die daar spreken, Galileeërs? En hoe horen wij hen dan een ieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn?
Tongentaal kan ook een taal zijn die niet bekend is bij de mens. Dit wordt ook wel ‘onbekende tong’ of ‘nieuwe tong’ genoemd. 1Cor. 14:2:
Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand v erstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen.
Het doel van tongentaal De ‘andere tongen’ die men ontvangt bij de doop in de Heilige Geest, hebben verschillende doelen in het leven van de gelovige. 1Cor. 14 laat wat van die doelen zien. 66 van 143
Fundamenten van het geloof
• • • • • • •
Gebed tot God Zelf heiliging: geestelijke groei Bij uitleg: heiliging voor de kerk Voorbede Teken voor ongelovigen Vervulling van profetie Lofprijzing
vers 2 vers 4 vers 12 vers 14 (zie ook Rom. 8:26-27) vers 22 vers 21 (zie ook: Jes. 28:11-12) vers 15, 17
Bezwaren Sommige mensen hebben bezwaren tegen het teken van tongentaal. Hier zijn er enkele: Iedere Christen heeft de Heilige Geest: Eén van de meest voorkomende bezwaren is de stelling dat iedere Christen de Heilige Geest al heeft omdat Deze ontvangen wordt op het bekeringsmoment. M en heeft dan ook geen andere ervaring, als de doop in de Heilige Geest, nodig. M aar kijk eens naar de voorbeelden in het Nieuwe Testament, waar sprake is van echte gelovigen. De apostelen hadden berouw getoond over hun zonden en geloofden dat Jezus de M essias was. Ze hadden persoonlijk getuigd en de feiten van Zijn dood, begrafenis en opstanding voor waar aangenomen. Jezus zei tegen Zijn volgelingen: Luk. 24:49:
En zie, Ik doe de belof te mijns Vaders op u komen. Maar gij moet in de stad blijv en, totdat gij bekleed wordt met kracht uit den hoge.
Hand. 1:5:
Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet v ele dagen na deze.
De beloofde ervaring van de doop in de Heilige Geest, kwam op de Pinksterdag. Hand. 2:4:
en zij werden allen v erv uld met de Heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.
Hoewel de apostelen al echte gelovigen waren, werden ze pas op de Pinksterdag gedoopt in de Heilige Geest. De mensen uit Samaria hadden het Evangelie gehoord. Ze geloofden en werden gedoopt. M aar ze hadden de Heilige Geest nog niet ontvangen. Hand. 8:14-17:
Toen nu de apostelen te Jeruzalem hoorden, dat Samaria het woord Gods had aanv aard, zonden zij tot hen Petrus en Johannes, die, daar aangekomen, v oor hen baden, dat zij de Heilige Geest mochten ontv angen. Want deze was nog ov er niemand v an hen gekomen, maar zij waren alleen gedoopt in de naam v an de Here Jezus. Toen legden zij hun de handen op en zij ontv ingen de Heilige Geest.
De Samaritanen werden gered door de bediening van Filippus. Ze ontvingen de Heilige Geest door de bediening van Petrus en Johannes. De doop in de Heilige Geest was een aparte ervaring naast de ervaring van redding. Hand. 19:1-6 beschrijft hoe Paulus in Efeze ‘discipelen’ ontmoette. De eerste vraag die Paulus stelde was: “Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt?” 67 van 143
Fundamenten van het geloof
Wanneer mensen de doop in de Geest ontvangen op het moment van hun redding zou het geen zin hebben gehad dat Paulus deze vraag stelde. Het feit dat deze vraag gesteld wordt maakt duidelijk dat mensen gelovigen kunnen worden, in Christus, zonder dat zij de doop in de Heilige Geest ontvangen. Zelfs wanneer iemand de doop in de Geest ontvangt op het moment van zijn bekering, moet het toch beschouwd worden als een aparte ervaring. M aar het is wel iets anders dan vervuld worden met de Heilige Geest. Jezus maakte dat duidelijk toen Hij zei: Joh. 14:17:
de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontv angen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijf t bij u en zal in u zijn.
De Heilige Geest was met de discipelen, maar nog niet in hen. Ze werden gedoopt in de Geest op de Pinksterdag. De Heilige Geest is met (bij) de zondaar om hem naar Christus te trekken. M aar dat is niet hetzelfde als in de gelovige zijn. De Heilige Geest was met de geestelijke leiders in de tijd van het Oude Testament. M aar Hij was nog niet in hen. Dat is het grote verschil tussen het werk van de Heilige Geest in het Nieuwe Testament en het werk van Hem in het Oude Testament. Spreken allen in tongen? Een ander bezwaar komt voort uit het verkeerd begrijpen van de vraag die Paulus in 1Cor. 12:30 stelt. Hij vraagt: “Spreken soms allen in tongen?” Het antwoord is: “Nee, niet allen spreken in tongen.” M aar Paulus heeft het hier niet over de doop in de Heilige Geest. Zijn vraag is een onderdeel van de behandeling van de gaven van de Geest, die door de gelovigen in de kerk gebruikt kunnen worden. 1Cor. 12:27-28:
Gij nu zijt het lichaam v an Christus en ieder v oor zijn deel leden. En God heef t sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede prof eten, ten derde leraars, v erder krachten, daarna gav en v an genezing, (bekwaamheid) om te helpen, om te besturen, en v erscheidenheid v an tongen.
Paulus heeft het over de uitingsgaven die gebruikt kunnen worden door leden van de kerk. Eén van deze gaven van de Geest is “verscheidenheid van tongen’. Het is de bekwaamheid om speciale boodschappen aan de kerk door te geven in tongen en onder de kracht van de Heilige Geest. Hoewel iedereen bij de doop in de Heilige Geest het teken van tongentaal ontvangt, heeft niet iedereen de gave van verscheidene tongen. Angst: Sommige gelovigen verlangen niet naar de doop in de Heilige Geest omdat ze bang zijn dat ze iets zullen ervaren dat niet van God is. M aar de Bijbel zegt: Math. 7:7-11:
Bidt en u zal gegev en worden; zoekt en gij zult v inden; klopt en u zal opengedaan worden. Want een ieder, die bidt, ontv angt, en wie zoekt, v indt, en wie klopt, hem zal opengedaan worden. Of welk mens onder u zal, als zijn zoon hem om brood v raagt, hem een steen gev en? Of als hij een v is v raagt, zal hij hem toch geen slang gev en? Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gav en weet te gev en aan uw kinderen, hoev eel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede gev en aan hen, die Hem daarom bidden.
68 van 143
Fundamenten van het geloof
Wanneer gelovigen naar God toegaan om een bepaalde gave te ontvangen, zal God hen niet wat geven wat schade zou kunnen aanbrengen (net zoals een aardse vader dat niet zou doen). Emotionele ervaring: Een ander bezwaar tegen tongen is dat het een emotionele ervaring is. Veel gelovigen die de doop in de Heilige Geest hebben ontvangen benadrukken hun eigen emotionele reacties op deze ervaring. De mens is een emotioneel schepsel. Bekering sluit de gevoelens niet uit. Hij zal nog steeds blijdschap en verdriet ervaren. Bekering bevrijdt de menselijke emoties van de beheersing door de zonde. De gevoelens worden gericht naar de aanbidding van God. Het woord ‘blijdschap’ in de Bijbel staat heel dicht bij de Heilige Geest. In Hand. 15:32 lezen we dat de discipelen vervuld werden met blijdschap en met de Heilige Geest. Sommige mensen reageren heel emotioneel op de blijdschap die komt met de doop in de Heilige Geest omdat ze van nature al veel meer emotioneel zijn dan anderen. Ze kunnen gaan schreeuwen, lachen of heel andere ervaringen hebben in hun eigen lichaam. M aar deze emotionele reacties zijn geen teken van de doop in de Heilige Geest. Het enige teken dat bevestigt is tongentaal. Het is niet nodig om heftige emoties te tonen, zoals lachen, schreeuwen, dansen etc. om gedoopt te kunnen worden in de Heilige Geest. Hoe iemand emotioneel reageert op deze ervaring staat vaak in verband met zijn natuurlijke emotionele aard. We moeten hen die een blijde emotionele ervaring hebben door de Geest niet bekritiseren. De Bijbel geeft voorbeelden van emotionele reacties van mensen die God ontmoeten. M ensen schudden, vallen op de grond, roepen, verblijden zich en dansten voor de Heer. Het is interessant om eens te kijken naar de emotionele reacties van mensen bij sportevenementen. Ze zullen schreeuwen, roepen, lachen, op- en neerspringen, en veel opwinding vertonen over het spel. Hoeveel meer opgewonden zouden wij moeten zijn over de gave van de Heilige Geest, die zoveel doelen bereikt in ons leven, grote blijdschap brengt, en ons toerust met de kracht om de hele wereld te bereiken. David was het hier mee eens. Hij breng een luide, blijde, emotionele aanbidding aan God. Ps. 95:1-3:
Komt, laat ons jubelen v oor de HERE, juichen ter ere v an de rots onzes heils. Laat ons met lof zang v oor zijn aangezicht komen, ter ere v an Hem juichen bij snarenspel. Want de HERE is een groot God,
Ps. 150:3-6:
Loof t Hem met bazuingeschal, loof t Hem met harp en citer, loof t Hem met tamboerijn en reidans, loof t Hem met snarenspel en f luit, loof t Hem met klinkende cimbalen, loof t Hem met schallende cimbalen. Alles wat adem heef t, lov e de HERE. Halleluja.
Je hoeft niet bang te zijn dat de doop in de Heilige Geest je dwingt om dingen te doen die niet horen, of dat je de controle over jezelf verliest. De Bijbel zegt: 1Cor. 14:32:
En de geesten der prof eten zijn aan de prof eten onderworpen,
Dit betekent dat iedere gave van God onder controle is van de wijsheid van haar gebruiker. God doet niet iets dat niet gepast is, omdat… 1Cor. 14:33:
want God is geen God v an wanorde, maar v an v rede.
69 van 143
Fundamenten van het geloof
Gaven van de Heilige Geest Jezus verliet Zijn volgelingen met de verantwoordelijkheid om het Evangelie te brengen tot aan de uiteinden van de aarde. De kracht van de Heilige Geest zou hen helpen om deze taak te volbrengen. Een deel van deze ‘kracht’ van de Heilige Geest zijn de gaven en de bedieningen, die de gelovige toerusten om effectief te zijn in hun taak. De gaven van de Geest zijn niet hetzelfde als natuurlijke talenten. Natuurlijke talenten zijn bekwaamheden die je meekrijgt bij je geboorte of die je ontwikkelt door natuurlijke oefening gedurende de tijd van je leven. Ze kunnen in de kerk worden ingezet, maar ze zijn heel anders dan de gaven van de Geest. Gaven van de Geest komen van de Heilige Geest. Hun doel is… Ef . 4:12-15:
om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw v an het lichaam v an Christus, totdat wij allen de eenheid des geloof s en der v olle kennis v an de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat v an de wasdom der v olheid v an Christus. Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder inv loed v an allerlei wind v an leer, door het v alse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling v erleidt, maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in lief de in elk opzicht naar Hem toe, die het hoof d is, Christus.
Deze tekst toont dat deze geestelijke gaven zijn voor: • De heiligen te vervolmaken • Het werk van de bediening te promoten • De kerk te heiligen Het einddoel van deze gaven is dat wij: • Verenigd zullen worden in geloof • Onze kennis van Christus ontwikkelen • M eer volmaakt worden, naar het beeld van Christus • Stabiel worden, niet beïnvloedbaar voor valse leringen • Geestelijk volwassen worden in Christus Sommige kerken beweren dat alle gaven van de Geest niet meer van toepassing zijn voor deze tijd. Ze beweren dat sommige krachtige gaven, zoals wonderen en spreken in tongen alleen voor de vroege kerk bestemd waren. Het antwoord op dit bezwaar is dit: De Heer gaf de gaven om bepaalde doelen in de kerk te bereiken. Hij zal ze niet terugnemen van de kerk voordat het doel bereikt is. Zijn alle kerken één? Hebben ze allemaal de volledige kennis van God? Zijn ze al volmaakt, stabiel en geestelijk volwassen? Hebben we de positie bereikt dat valse leren de kerk niet meer kunnen binnendringen? Het antwoord op deze vragen is “nee”. Alle doelen van de bedieningsgaven zijn nog niet bereikt. Daarom werken alle gaven van de Geest ook vandaag nog. De Bijbel zegt dat al de gaven en de roeping van God onberouwelijk zijn (Rom. 11:29). Dit betekent dat God niet van gedachten verandert. Hij neemt de gaven en de roeping niet terug. De Heilige Geest geeft iedere gelovige op zijn minst één gave (1Petr. 4:10; Ef. 4:7; 1Cor. 12:7). Het is heel belangrijk dat we ontdekken welke gave(n) van de Geest wij 70 van 143
Fundamenten van het geloof
ontvangen hebben en hoe we deze moeten gebruiken in de Kerk. De belangrijkste teksten over de gaven die de Geest aan de gelovigen heeft gegeven door de Heilige Geest zijn: Rom. 12:1-8; 1Cor. 12:1-31; Ef. 4:1-16, 1Petr. 4:7-11. De gaven en de vrucht van de Heilige Geest worden verder uitgelegd in de studie over de Heilige Geest. Ook wordt uitgelegd hoe je dit alles moet toepassen in je eigen leven. De vrucht van de Heilige Geest De Heilige Geest ontwikkelt in het leven van de gelovige kwaliteiten die de Bijbel “vrucht van de Geest” noemt. De vrucht van de Geest wijst naar het karakter van de Heilige Geest, zichtbaar in het leven van de gelovige. God wil dat de hele vrucht zichtbaar wordt in het leven van de gelovige Christen. Gal. 5:22-23:
Maar de v rucht v an de Geest is lief de, blijdschap, v rede, lankmoedigheid, v riendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelf beheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet. Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het v lees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.
De ontwikkeling van deze kwaliteiten is een andere belangrijke taak van de Heilige Geest in het leven van de gelovige. De Heilige Geest ontvangen Hier zijn de Bijbelse richtlijnen om de doop in de Heilige Geest te ontvangen: Heb berouw en wordt gedoopt: Dit plaatst je in een positie van geestelijke ontvankelijkheid Hand. 2:38:
En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder v an u late zich dopen op de naam v an Jezus Christus, tot v ergev ing v an uw zonden, en gij zult de gav e des Heiligen Geestes ontv angen.
Geloof dat het voor jou is: Hand. 2:39:
Want v oor u is de belof te en v oor uw kinderen en v oor allen, die v erre zijn, zov elen als de Here, onze God, ertoe roepen zal.
Luk. 11:13:
Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gav en weet te gev en aan uw kinderen, hoev eel te meer zal uw Vader uit de hemel de Heilige Geest gev en aan hen, die Hem daarom bidden?
Verlang ernaar: Joh, 7:37-39:
En op de laatste, de grote dag v an het f eest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heef t, hij kome tot Mij en drinke! 38 Wie in Mij geloof t, gelijk de Schrif t zegt, stromen v an lev end water zullen uit zijn binnenste v loeien. 39 Dit zeide Hij v an de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontv angen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet v erheerlijkt was.
Wees je bewust dat het een gave (een cadeau) is: De Heilige Geest is al gegeven. Deze werd gegeven aan de Kerk op de Pinksterdag. Omdat 71 van 143
Fundamenten van het geloof
het een gave is kun je niets doen om het te verdienen. Hand. 2:38:
En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder v an u late zich dopen op de naam v an Jezus Christus, tot v ergev ing v an uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontv angen.
Gal. 3:2, 5, 14: Zijt gij zó onv erstandig? Gij zijt begonnen met de Geest, eindigt gij nu met het v lees?... Die u de Geest schenkt en krachten onder u werkt, (doet Hij dit) ten gev olge v an werken der wet, of v an de prediking v an het geloof ?... Zo is de zegen v an Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontv angen zouden door het geloof .
Begin met het danken en prijzen van God voor de gave van de Heilige Geest. Geef je over aan God: Wees niet bang om een taal te spreken, die jij niet kent, die de Geest je geeft terwijl je Hem prijst en aanbidt. Wanneer je Hem hardop prijst zal dat eerst stamelend gaan. Geef je tong over aan de Heilige Geest en Hij zal door je heen spreken met woorden die jou vreemd overkomen. Dat is het teken van de doop in de Heilige Geest. Jes. 28:11:
Voorwaar, door mensen die een onv erstaanbare taal spreken, en in een v reemde tongv al zal tot dit v olk spreken Hij, die tot hen gezegd heef t:
Hand. 2:4:
en zij werden allen v erv uld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.
Vraag andere gelovigen voor je te bidden: De doop in de Heilige Geest kun je ontvangen door handoplegging (Hand. 8, 9, 19); of zonder handoplegging (Hand. 2, 4, 10). Bestudeer deze hoofdstukken die tonen hoe Geestvervulde gelovigen je kunnen helpen om de doop in de Geest te ontvangen.
72 van 143
Fundamenten van het geloof
Zelftest 1. Noem enkele doelen die de Heilige Geest in het leven van de gelovige heeft. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Geef zes richtlijnen om de doop in de Heilige Geest te ontvangen. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Wat is het waarneembare teken voor het ontvangen van de doop in de Heilige Geest? ___________________________________________________________________________ 5. Wat is het echte bewijs voor de doop in de Geest? Ondersteun je antwoord met een tekstverwijzing. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 6. Wat wordt bedoeld met de ‘vrucht’ van de Geest? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
73 van 143
Fundamenten van het geloof
7. Noem de negen kenmerken van de vrucht van de Geest die in het leven van de gelovige aanwezig horen te zijn. ______________________________________ _____________________________________ ______________________________________ _____________________________________ ______________________________________ _____________________________________ ______________________________________ _____________________________________ _________________________________________ 8. Wat zijn enkele doelen van de gaven van de Heilige Geest? ___________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 9. Waarom is dit een onjuiste uitspraak: “Niet alle gaven van de Geest zijn van toepassing in de huidige tijd. Sommigen waren alleen bedoeld voor de vroege kerk.” ___________________________________________________________________________ 10. Wat zijn de vier belangrijkste bezwaren die sommigen hebben tegen het teken van nieuwe tongen? ______________________________________ _____________________________________ ______________________________________ _____________________________________ 11. Zijn er ook terechte bezwaren bij die zich op de Schrift baseren? ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt je achterin deze handleiding) 74 van 143
Fundamenten van het geloof
Vervolgstudie Dit hoofdstuk was een inleiding op de studie over de Heilige Geest, door het bespreken van de doop in de Heilige Geest. Ga verder met het bestuderen van de Heilige Geest op basis van het hierna volgende. Het karakter van de Heilige Geest. - Hij wordt God genoemd: - Alomtegenwoordig: Hij is overal aanwezig. - Alwetend: Hij weet alles. - Almachtig: Hij heeft alle macht. - Eeuwig: Hij is zonder begin of einde. - Hij is gelijk aan de Vader en de Zoon:
Hand. 5:3-4 Ps. 139:7 1Cor. 2:10-11 Hand. 1:8 Hebr. 9:14 M ath. 3:16-17
De persoonlijkheid van de Heilige Geest: - Hij heeft een verstand: - Hij is intelligent: - Hij doorzoekt het menselijke verstand: - Hij heeft een wil: - Hij leidt door al dan niet toestemming te geven: - Hij spreekt: - Hij heeft lief: - Hij heeft verdriet: - Hij bemiddelt:
Rom. 8:27 1Cor. 2:10-11 1Cor. 2:10 1Cor. 12:11 Hand. 16:6-7,10 Hand. 8:29 Rom. 15:30 Ef. 4:30 Rom. 8:26
Een gevoelig karakter: De Heilige Geest heeft een gevoelig karakter. We moeten oppassen met: - Liegen tegen de Heilige Geest: - Weerstaan van de Heilige Geest: - Het uitdoven van de Geest: - Het grieven van de Geest: - Het beledigen van de Geest: - Het bedroeven van de Heilige Geest: - Het lasteren van de Heilige Geest:
Hand. 5:3-4 Hand. 7:51 1Thess. 5:19 Ps. 78:40 Hebr. 6:4-6 Jes. 63:10 M ath. 12:31-32
Namen en titels van de Heilige Geest: De namen en titels van de Heilige Geest geven ons meer kennis over Zijn karakt er en Zijn doelen. Hij wordt genoemd: - De Geest van God: - De Geest van Christus: - De eeuwige Geest: - De Geest der Waarheid: - De Geest van Genade: - De Geest van Leven: - De Geest van Glorie: - De Geest van wijsheid en openbaring:
1Cor. 3:16 Rom. 8:9 Hebr. 9:14 Joh. 16:13; 14:26 Hebr. 10:29 Rom. 8:2 1Petr. 4:14 Ef. 1:17 75 van 143
Fundamenten van het geloof
- De Trooster: - De Geest der belofte: - De Geest der heiligheid: - De Geest van geloof: - De Geest van het zoonschap:
Joh. 14:26 Hand. 1:4-5 Rom. 1:4 2Cor. 4:13 Rom. 8:15
Symbolen voor de Heilige Geest: - de duif: - olie: - water: - een zegel: - wind: - rivieren: - vuur: wat staat voor: - de aanwezigheid van God: - goedkeuring: - bescherming: - zuivering: - de gaven van de Geest: - oordeel:
Joh. 1:32 Luk. 4:18 Joh. 7:37-39 Ef. 1:13 Joh. 3:8 Joh. 7:38-9 Ex. 3:2 Lev. 9:24 Ex. 13:21 Jes. 6:1-8 Hand. 2:3 Hebr. 12:29
76 van 143
Fundamenten van het geloof
7. Oplegging der handen Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • • • • •
Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven ‘Opleggen der handen’ definiëren Doelen voor opleggen der handen noemen uit de Oud Testamentische periode Doelen voor opleggen der handen noemen uit de Nieuw Testamentische periode De eisen noemen waar je aan moet voldoen om handen te kunnen opleggen
S leutelvers Hand. 14:3:
Zij v erkeerden daar dan geruime tijd, v rijmoedig sprekende in v ertrouwen op de Here, die getuigenis gaf aan het woord zijner genade en tekenen en wonderen door hun handen deed geschieden..
Inleiding De leer van het opleggen der handen is het vierde principe in de fundamenten van het geloof. Handoplegging is een handeling waarbij de ene persoon zijn handen op het lichaam van een ander legt met een bepaald geestelijk doel. Deze handoplegging gaat vaak gepaard met gebed of profetie. Oud Testamentische verslagen Handoplegging werd in het Oude Testament gebruikt voor het volgende: 1. Overdracht van geestelijke zegen of autoriteit (overdracht houdt in dat iets geestelijks overgaat van de persoon die handen oplegt naar degene die aangeraakt wordt.) 2. Openbare bevestiging van een geestelijke zegen of autoriteit die men van God ontving. 3. Toewijding aan God voor een speciale bediening. Drie voorbeelden uit het Oude Testament om het voorgaande te illustreren: Israël: Gen. 48 geeft het eerste verslag van handoplegging met geestelijke bedoelingen. Jozef bracht zijn twee zonen, Efraïm en M anasse, bij zijn vader om door hem gezegend te worden. Gen. 48:14:
Toen strekte Israël zijn rechterhand uit en legde die op het hoof d v an Ef raïm, hoewel hij de jongste was, en zijn linkerhand op het hoof d v an Manasse; hij legde zijn handen kruiselings, of schoon Manasse de eerstgeborene was.
De zegen van Jakob werd overgedragen aan zijn twee kleinzoons doordat hij de handen op hun hoofd legde. Levieten: God gaf de levieten de opdracht om het volk Israël te dienen als geestelijke leiders. In deze 77 van 143
Fundamenten van het geloof
positie vertegenwoordigden zij het volk voor God. Handoplegging was de bevestiging van de autoriteit van de levieten door het volk voor God. Num. 8:10:
Hebt gij de Lev ieten v oor het aangezicht des HEREN doen naderen, dan zullen de Israëlieten de Lev ieten de handen opleggen.
Mozes: Toen M ozes aan het eind van zijn aardse bediening kwam, vroeg hij God om een nieuwe leider over Israël aan te stellen. Num. 27:18-20, 22-23:
Toen zeide de HERE tot Mozes: Neem u Jozua, de zoon v an Nun, een man, v an geest v erv uld, en leg hem uw hand op, en stel hem v oor de priester Eleazar en v oor de gehele v ergadering, en geef hem in hun tegenwoordigheid uw bev elen en leg op hem v an uw heerlijkheid, opdat de gehele v ergadering der Israëlieten het hore… En Mozes deed, zoals de HERE hem geboden had, en hij nam Jozua en stelde hem v oor de priester Eleazar en v oor de gehele v ergadering; hij legde hem zijn handen op en gaf hem zijn bev elen, zoals de HERE door de dienst v an Mozes gesproken had.
Het resultaat van deze handoplegging op Jozua was: Deut. 34:9:
Jozua nu, de zoon v an Nun, was v ol v an de geest der wijsheid, want Mozes had zijn handen op hem gelegd. Daarom luisterden de Israëlieten naar hem en deden zoals de HERE Mozes geboden had.
De handoplegging door M ozes op Jozua was belangrijk voor Jozua, maar ook voor de hele vergadering van Israël. Door deze handeling droeg M ozes een bepaalde mate van wijsheid en autoriteit over die hij zelf van God had ontvangen. M ozes bevestigde hiermee voor het volk dat God Jozua had uitgekozen om hun nieuwe leider te zijn. Nieuw Testamentisch verslag Het Nieuwe Testament noemt vijf algemene doelen voor handoplegging. Bovennatuurlijke tekenen: Jezus paste handoplegging in Zijn bediening toe. Mark. 6:5:
En Hij kon daar geen enkele kracht doen; alleen genas Hij enige zieken door handoplegging.
Luk. 4:40:
Toen de zon onderging, brachten allen, die zieken hadden, lijdende aan allerlei kwalen, dezen tot Hem. Hij legde ieder v an hen af zonderlijk de handen op en genas hen.
Luk. 13:13:
en Hij legde haar de handen op, en terstond richtte zij zich op en zij v erheerlijkte God.
Aan het eind van Zijn aardse bediening had Jezus nog een laatste boodschap voor Zijn discipelen. Hij noemde bovennatuurlijke tekenen die gepaard gaan met de verkondiging van het Evangelie. Mark. 16:17-18:
Als tekenen zullen deze dingen de gelov igen v olgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijv en, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen, en zelf s indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade 78 van 143
Fundamenten van het geloof doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.
Eén van deze bovennatuurlijke tekenen was het opleggen der handen, waardoor God zieken geneest en andere wonderen doet. M ark. 16:17-18 bevestigt dat dit zal voortduren na het einde van de aardse bediening van Jezus. Handoplegging in de naam van Jezus wordt toegepast om zieken lichamelijk te genezen. Degene die de handen oplegt draagt bovennatuurlijke genezingskracht over op de persoon die hij aanraakt. Soms voelen de zieken feitelijk de kracht van God in hun lichaam. Soms voelen ze helemaal niets, maar dat betekent niet dat er geen genezing zal plaatsvinden. Handoplegging is een geloofshandeling in gehoorzaamheid aan Gods Woord. De effectiviteit is niet afhankelijk van gevoelens. De genezingsduur kan variëren. Soms wordt er ineens complete genezing gegeven op het moment van de handoplegging. Soms komt de genezing geleidelijk (M ark. 8:22-25). Het is belangrijk om hen, die genezing zoeken, te instrueren over standvastig geloven in de genezing, tot de genezing volledig is. Het boek Handelingen geeft een verslag over hoe God handoplegging door gelovigen gebruikt om wonderbaarlijke genezingen te bewerken en andere bovennatuurlijke tekenen te doen voor de bevestiging van Zijn Woord. Hand. 14:3:
Zij v erkeerden daar dan geruime tijd, v rijmoedig sprekende in v ertrouwen op de Here, die getuigenis gaf aan het woord zijner genade en tekenen en wonderen door hun handen deed geschieden.
Hand. 5:12:
En door de handen der apostelen geschiedden v ele tekenen en wonderen onder het v olk; en zij waren allen eendrachtig bijeen in de zuilengang v an Salomo.
Hand. 9:17:
En Ananias ging heen en kwam in het huis, en hij legde hem de handen op en zeide: Saul, broeder, de Here heef t mij gezonden, Jezus, die u v erschenen is op de weg, waarlangs gij gekomen zijt, opdat gij weer zoudt zien en met de Heilige Geest v erv uld worden.
Hand. 19:11:
En God deed buitengewone krachten door de handen v an Paulus,
Hand. 28:8:
Nu geschiedde het, dat de v ader v an Publius met ingewandskoortsen te bed lag; en Paulus ging tot hem en deed een gebed, en hij legde hem de handen op en genas hem.
Doop in de Heilige Geest: Een andere reden waarom handoplegging plaatsvindt is de doop in de Heilige Geest. Er zijn vijf voorbeelden genoemd in Handelingen waarbij mensen de doop in de Heilige Geest ontvangen. Het eerste is in de bovenzaal (Hand. 2:1-4). Dan zijn er de nieuwe bekeerlingen uit Samaria (Hand. 8:14-20), Saulus van Tarsus (Hand. 19:7), Cornelius en zijn huis (Hand. 10:44-46) en de discipelen uit Efeze (Hand. 19:1-6). In drie van deze voorbeelden is er sprake van handoplegging door andere gelovigen. • • •
Hand. 8:18 zegt dat de doop in de Heilige Geest ontvangen werd door handoplegging Ananias legde zijn handen op Paulus, waarna deze zag en de Heilige Geest ontving Paulus legde de handen op de discipelen te Efeze en zij ontvingen de Heilige Geest
Handoplegging is niet de enige manier waarop mensen de doop in de Heilige Geest kunnen ontvangen. In de bovenzaal in Jeruzalem en in het huis van Cornelius werden helemaal geen 79 van 143
Fundamenten van het geloof
handen opgelegd en ontvingen de mensen toch de Geest. Het is Bijbels om de handen op te leggen voor de doop in de Geest, maar het is niet noodzakelijk. Meedelen van geestelijke gaven: Ook geestelijke gaven worden meegedeeld door handoplegging. 1Tim. 4:14:
Veronachtzaam de gav e in u niet, die u krachtens een prof etenwoord geschonken is onder handoplegging v an de gezamenlijke oudsten.
2Tim. 1:6:
Om die reden herinner ik u eraan, de gav e Gods aan te wakkeren, die door mijn handoplegging in u is.
Handoplegging werd hier gecombineerd met de gave van profetie om richting te geven, te bemoedigen en Timotheüs te versterken om zijn door God gegeven taak te vervullen. Christenwerkers activeren: Een ander doel voor handoplegging is het activeren van Christenwerkers. ‘Activeren’ houdt in: ze van autoriteit voorzien, delegeren of uitzenden (met een missie) Toen de geestelijke leiders op de Heer wachtten in Antiochië…. Hand. 13:2-4:
En terwijl zij v astten bij de dienst des Heren, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af v oor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. Toen v astten en baden zij, en legden hun de handen op en lieten hen gaan. Dezen dan, door de heilige Geest uitgezonden, trokken naar Seleucië en v oeren v andaar naar Cy prus;
De Bijbel geeft aan dat de Heilige Geest al persoonlijk met Paulus en Barnabas over het werk had gesproken. Hij heeft dat gedaan voordat Hij in het openbaar sprak tot de geestelijke leiders. De publieke openbaring was een bevestiging van de roeping die zij al hadden ontvangen. De leiders zonden Paulus en Barnabas niet direct uit. Ze namen tijd voor gebed en vasten. Het uitzenden van deze twee mannen werd gecompleteerd met het opleggen der handen door de kerkleiders. Paulus legde bij Timotheüs ook handen op om hem voor te bereiden op zijn bediening. 2Tim. 1:6:
Om die reden herinner ik u eraan, de gav e Gods aan te wakkeren, die door mijn handoplegging in u is.
De praktijk van de oplegging der handen om Christenwerkers te activeren werd niet altijd openlijk toegepast. Bij de aanstelling van de diakenen (Hand. 6:1-6) was wel sprake van handoplegging. Hand. 6:6:
hen stelden zij v oor de apostelen, die, na gebeden te hebben, hun de handen oplegden.
Het ambt waar deze mensen in werkten in de kerk in Jeruzalem werd later bekend als: diakenen. De methode voor het benoemen van diakenen wordt besproken in Hand. 6:3-6. De apostelen gaven de mensen de verantwoordelijkheid om gekwalificeerde mensen voor deze taak te kiezen. Deze mensen werden voor de apostelen geplaatst die hen de handen oplegden en voor hen baden. Door deze handelingen toonden de apostelen dat zij deze mensen accepteerden en 80 van 143
Fundamenten van het geloof
geschikt vonden om dit ambt te vervullen. Ze wijdden hen toe aan God voor deze taak, waar zij voor gekozen waren, en zij droegen een deel van hun geestelijke wijsheid aan hen over wat noodzakelijk was om deze taak te vervullen. Toewijding van kinderen: Het is niet Bijbels om kinderen te dopen, omdat zij nog geen oprecht berouw kunnen tonen of geloven. Dat zijn de twee vereisten voor de doop in water. M aar door handoplegging kunnen kinderen aan God opgedragen worden. Ze vallen dan onder Zijn bescherming, leiding en zegen. Mark. 10:16:
En Hij omarmde ze en hun de handen opleggende, zegende Hij ze.
Een speciale waarschuwing Het Nieuwe Testament geeft een speciale waarschuwing in verband met het opleggen der handen. 1Tim. 5:22:
Leg niemand ov erijld de handen op, heb ook geen deel aan de zonden v an anderen, houd u rein.
Omdat handoplegging een handeling van geestelijke overdracht is, is het wijs om voorzichtig te zijn bij het gebruik van deze praktijk. Wanneer de handoplegger geestelijk niet gekwalificeerd is, zal deze handeling geen effect hebben. De Bijbel is heel duidelijk over wie de handen mag opleggen om geestelijke voordelen over te dragen. Gelovigen: Gelovigen mogen anderen de handen opleggen: Mark. 16:17-18:
Als tekenen zullen deze dingen de gelov igen v olgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijv en, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen, en zelf s indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.
De kwalificaties van echte gelovigen zijn al besproken in vorige hoofdstukken toen we het hadden over bekering van dode werken en geloof in God. Apostelen en discipelen: Hand. 8:18:
En toen Simon zag, dat door de handoplegging der apostelen de Geest werd gegev en, bood hij hun geld aan,
Hand. 9:17:
En Ananias ging heen en kwam in het huis, en hij legde hem de handen op en zeide: Saul, broeder, de Here heef t mij gezonden, Jezus, die u v erschenen is op de weg, waarlangs gij gekomen zijt, opdat gij weer zoudt zien en met de Heilige Geest v erv uld worden.
De apostelen en discipelen zijn mensen die door God aangewezen en gezalfd zijn. Ze waren volwassen gelovigen en voorbeelden van gekwalificeerd leiderschap.
81 van 143
Fundamenten van het geloof
Leden van de gezamenlijke oudstenraad Veronachtzaam de gav e in u niet, die u krachtens een prof etenwoord geschonken is onder handoplegging v an de gezamenlijke oudsten.
1Tim. 4:14:
De hoge eisen die aan oudsten worden gesteld zijn te vinden in 1Tim. 3:1-7 en Tit. 1:6-9. S amenvatting De vijf redenen om de handen op te leggen zijn: • • • • •
Bovennatuurlijke tekenen Doop in de Heilige Geest Overdragen van geestelijke gaven Christenwerkers activeren Opdragen van kinderen
Het begrijpen en het gebruik van oplegging der handen is belangrijk omdat Jezus aangaf dat dit deel uitmaakt van de zendingsopdracht van de kerk. Handoplegging is een geestelijke praktijk die tegenwoordig in veel kerken ontbreekt. M aar.. •
•
Kijk eens naar de impact op de verspreiding van het Evangelie wanneer elke gelovige effectief de oplegging der handen toepast voor genezing en tekenen en wonderen. Kijk eens naar de impact op de verspreiding van het Evangelie wanneer geestelijke gaven doorgegeven worden en Christenwerkers actief worden door handoplegging.
82 van 143
Fundamenten van het geloof
Zelftest 1. Geef drie Oud Testamentische voorbeelden van handoplegging. __________________________ _______________________ _________________________ 2. Noem de vijf redenen waarom handen opgelegd worden in het Nieuwe Testament. __________________ __________________ __________________ __________________ __________________ 3. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ 4. Geef een tekstverwijzing die bevestigt dat opleggen der handen doorgaat nadat Jezus naar de hemel terug keerde.
________________________________________________
5. Definieer "oplegging der handen". ___________________________________________________________________________ 6. Wie noemt de Bijbel specifiek als gekwalificeerd om handen op te leggen? _______________________, ________________ en ________________ ________________ 7. Schrijf “G” als een uitspraak klopt. Klopt hij niet, dan schrijf je er een “F” voor. a. _____ Als er geen gevoelens zijn bij handoplegging, dan werkt deze niet. b. _____ Handoplegging kan gebruikt worden om Christenwerkers uit te zenden. c. _____ De Bijbel zegt dat iedereen de handen bij een ander op mag leggen. d. _____ Handoplegging is de enige manier om de doop in de Geest te ontvangen. e. _____ Geestelijke gaven kunnen meegedeeld worden door handoplegging. f ._____ Gebruik geen handoplegging bij kleine kinderen, ze begrijpen het toch niet.
(Antwoorden op de zelftesten vindt je achterin deze handleiding) 83 van 143
Fundamenten van het geloof
Vervolgstudie Bestudeer de wonderen die Jezus gedaan heeft tijdens Zijn aardse bediening. Bekijk hoe en wanneer Hij handoplegging gebruikte om geestelijke zegen over te dragen. Doden tot leven wekken: Dochter van Jaïrus: Zoon van de weduwe: Lazarus:
M ath. 9:18-19, 23-25 Luk. 7:11-15 Joh. 11:1-44
Genezing: M elaatse: Centurion's knecht: Petrus' schoonmoeder: Gadarener: Verlamde man: Bloedvloeiende vrouw: Blinde mannen: Stomme bezeten man: M an met de verdorde hand: Blind, stom, bezeten: Kanaänitisch meisje: Jongen met epilepsie: Blinde mensen: Doofstomme man: M an met onreine geest: Blinde bij Bethsaida: Kromme vrouw: M an met waterzucht: Tien melaatsen: Oor van M alchus: Zoon van hoveling: Zieke man bij Bethesda: Blindgeboren man:
M ath. 8:2-3 M ath. 8:5-13 M ath. 8:14-15 M ath. 8:28-34 M ath. 9:2-7 M ath. 9:20-22 M ath. 9:27-31 M ath. 9:32-33 M ath. 12:10-13 M ath. 12:22 M ath. 15:21-28 M ath. 17:14-18 M ath. 20:29-34 M ark. 7:31-37 M ark. 1:23-26 M ark. 8:22-26 Luk. 13:11-13 Luk. 14:1-4 Luk. 17:11-19 Luk. 22:50-51 Joh. 4:46-54 Joh. 5:1-9 Joh. 9
(Jezus gebruikte nooit een vast patroon bij wonderen. God werkt op verschillende manieren om wonderbare tekenen te tonen die Zijn Woord bevestigen. Handoplegging is slechts één van de manieren die God gebruikt.)
84 van 143
Fundamenten van het geloof
8. Opstanding der doden – deel 1 Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • • • • •
Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven ‘Opstanding’ definiëren Onderscheid maken tussen opstandingen uit het verleden, het heden en in de toekomst De tegenwoordige geestelijke opstanding van gelovigen in Jezus Christus beschrijven De opstanding van Jezus Christus beschrijven
S leutelvers Joh. 11:25-26:
zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het lev en; wie in Mij geloof t, zal lev en, ook al is hij gestorv en, en een ieder, die leef t en in Mij geloof t, zal in eeuwigheid niet sterv en; geloof t gij dat?
Inleiding Er zijn nog twee andere fundamentele principes in het Christelijke geloof. Dat zijn de opstanding der gelovigen en een eeuwig oordeel. Bij bestudering van deze twee onderwerpen neemt de Bijbel ons mee, door middel van openbaring, van deze tijd naar de toekomstige eeuwigheid. Door de schepping bracht God de wereld tot stand, met de tijdlijn, die het verleden, het heden en de toekomst omvat (Gen. 1). Eens zal God de wereld, zoals die nu is, beëindigen en zal de tijd, zoals wij die kennen, ophouden te bestaan. De Bijbel openbaart dat het einde van de tijd komt, voor de hele wereld, op een speciaal door God bepaald moment. Er zijn veel gebeurtenissen die gaan plaatsvinden in de wereld in de eindtijd. Alleen God weet precies wanneer er wat gebeurt. Als individuen zullen we een moment tegenkomen dat “tijd niet langer is”. Dit is op het moment van het einde van onze aardse leven en onze stap naar de eeuwigheid. Voor iedereen geldt dat het einde van het fysieke leven het einde van de tijd is. Er zijn wat mysteries rond het einde van de tijd en de eeuwigheid, die de Bijbel niet uitlegt. M aar de leer van de ‘opstanding der doden’ geeft ons wat kennis over het einde der tijden en de eeuwigheid die daar op volgt. Dit hoofdstuk is een inleiding op de leer van de opstanding der doden. De verleden, huidige en toekomstige opstandingen worden besproken. De toekomstige opstanding der doden wordt besproken in het volgende hoofdstuk. Definitie Het woord ‘opstanding’ betekent: opgewekt worden of opstaan. Het betekent dat opstanding uit de dood of opwekking uit de dood veroorzaakt wordt.
85 van 143
Fundamenten van het geloof
Drie opstandingen Er zijn drie opstandingen genoemd in het Nieuwe Testament: Verleden: Heden: Toekomst:
De opstanding van Jezus Christus uit de dood De geestelijke opstanding van gelovigen in Jezus Christus De toekomstige opstanding van allen die gestorven zijn
Degene die uit de doden opwekt Door de kracht van God wekt Jezus de mensen op uit de dood. 1Cor. 15:15:
Dan blijken wij ook v alse getuigen v an God te zijn, want dan hebben wij tegen God in getuigd, dat Hij de Christus opgewekt heef t, die Hij toch niet heef t opgewekt, indien er geen doden opgewekt worden.
Door Jezus ervaren de gelovigen nu geestelijke opstanding. Door Hem zullen in de toekomst de doden uit hun graven opstaan. De Bijbel bevestigt dat Jezus de doden laat opstaan. Joh. 11:25:
zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het lev en; wie in Mij geloof t, zal lev en, ook al is hij gestorv en,
1Cor. 15:45:
Aldus staat er ook geschrev en: de eerste mens, Adam, werd een lev ende ziel; de laatste Adam een lev endmakende geest.
2Tim. 1:10:
doch die nu geopenbaard is door de v erschijning v an onze Heiland, Christus Jezus, die de dood v an zijn kracht heef t beroof d en onv ergankelijk lev en aan het licht gebracht heef t door het ev angelie.
Het verleden: de opstanding van Jezus Christus Oud Testamentische profetie: Het Oude Testament voorspelde de geboorte van Jezus Christus, Zijn dood voor de zonden van de hele mensheid en Zijn opstanding. David noemde de opstanding van Jezus. Hand. 2:30-31:
Daar hij nu een prof eet was en wist, dat God hem onder ede gezworen had een uit de v rucht zijner lendenen op zijn troon te doen zitten, heef t hij in de toekomst gezien en gesproken v an de opstanding v an de Christus, dat Hij niet aan het dodenrijk is ov ergelaten, noch zijn v lees ontbinding heef t gezien.
Veel verzen in de Bijbel bevestigen de opstanding van Jezus uit de dood, drie dagen na Zijn begrafenis. 1Cor. 15:20:
Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling v an hen, die ontslapen zijn.
Math. 28:1, 5-7: Laat na de sabbat, tegen het aanbreken v an de eerste dag der week, ging Maria v an Magdala en de andere Maria het graf bezien… Doch de engel antwoordde en zeide tot de v rouwen: Weest gij niet bev reesd; want ik weet, dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde. Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, gelijk Hij gezegd heef t; komt, ziet de plaats, waar Hij gelegen heef t. En gaat terstond op weg en zegt zijn discipelen, dat Hij is opgewekt uit de doden. En zie, Hij gaat u v oor naar Galilea; daar zult gij Hem zien. Zie, ik heb het u gezegd. 86 van 143
Fundamenten van het geloof
(De vervolgstudie aan het eind van dit hoofdstuk geeft veel andere tekstverwijzingen die de opstanding van Jezus bevestigen.) Verschijningen: Jezus werd door verschillende mensen gezien, na Zijn opstanding. Hand. 1:3:
aan wie Hij Zich ook na zijn lijden met v ele kentekenen lev end heef t v ertoond, v eertig dagen lang hun v erschijnende en tot hen sprekende ov er al wat het Koninkrijk Gods betref t.
1Cor. 15:5-8:
en Hij is v erschenen aan Kef as, daarna aan de twaalv en. Verv olgens is Hij v erschenen aan meer dan v ijf honderd broeders tegelijk, v an wie het merendeel thans nog in lev en is, doch sommigen zijn ontslapen. Verv olgens is Hij v erschenen aan Jakobus, daarna aan al de apostelen; maar het allerlaatst is Hij ook aan mij v erschenen, als aan een ontijdig geborene.
Zijn opgewekte lichaam: Na Zijn opstanding was Jezus voorzichtig in het geven van bewijzen dat Hij een echt lichaam had en dat Hij dezelfde persoon was die men gekruisigd had. Het bewijs daarvan waren Zijn handen en voeten en Zijn zijde. De merktekens van de spijkers en de speer waren te zien. Op een bepaalde manier had Zijn lichaam opmerkelijke veranderingen ondergaan. Zij was niet langer onderworpen aan de begrenzingen van een sterfelijk lichaam. Hij kon verschijnen en verdwijnen wanneer Hij maar wilde. Hij kon een gesloten kamer binnenkomen en Hij kon heen en weer reizen tussen hemel en aarde (Joh. 20:19). Vlak voor Zijn dood en opstanding tijdens een gesprek met de geestelijke leiders van Israël… Joh. 2:19-21:
Jezus antwoordde en zeide tot hen: Breekt deze tempel af en binnen drie dagen zal Ik hem doen herrijzen. De Joden dan zeiden: Zesenv eertig jaren is ov er deze tempel gebouwd en Gij zult hem binnen drie dagen doen herrijzen?
Jezus sprak niet over de tempel in Jeruzalem. Hij verwees naar Zijn eigen lichaam als een tempel. Na de dood en de begrafenis van Jezus, toen de vrouwen het graf binnengingen om Zijn lichaam te zalven, konden zij het lichaam van Jezus niet vinden (Luk. 23:55 – 24:3). Toen Jezus aan Zijn discipelen verscheen liet Hij zijn littekens zien en aanraken om Zijn identiteit te bewijzen. Luk. 24:36-40:
En terwijl zij hierov er spraken, stond Hij zelf in hun midden; en zij werden ontzet en v erschrikt en meenden een geest te aanschouwen. Doch Hij zeide tot hen: Waarom zijt gij ontsteld en waarom komen er ov erwegingen op in uw hart? Ziet mijn handen en mijn v oeten, dat Ik het zelf ben; betast Mij en ziet, dat een geest geen v lees en beenderen heef t, zoals gij ziet, dat Ik heb. [En bij dit woord toonde Hij hun zijn handen en v oeten.]
Joh. 20:27-28:
Daarna zeide Hij tot Thomas: Breng uw v inger hier en zie mijn handen en breng uw hand en steek die in mijn zijde, en wees niet ongelov ig, maar gelov ig. Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Here en mijn God!
Het belang van Zijn opstanding: Waarom is de opstanding van Jezus uit de dood zo belangrijk voor het Christelijke geloof? 87 van 143
Fundamenten van het geloof 1Cor. 15:13-14: Indien er geen opstanding der doden is, dan is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof .
Geloven in de opstanding van Jezus is noodzakelijke om een echte gelovige te kunnen worden. Rom. 10:9:
Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart geloof t, dat God Hem uit de doden heef t opgewekt, zult gij behouden worden;
Paulus bracht de opstanding van Jezus als een deel van de Evangelieboodschap. 1Cor. 15:1-4:
Ik maak u bekend, broeders, het ev angelie, dat ik u v erkondigd heb, dat gij ook ontv angen hebt, waarin gij ook staat, waardoor gij ook behouden wordt, indien gij het zó v asthoudt, als ik het u v erkondigd heb, tenzij gij tev ergeef s tot geloof zoudt gekomen zijn. Want v óór alle dingen heb ik u ov ergegev en, hetgeen ik zelf ontv angen heb: Christus is gestorv en v oor onze zonden, naar de Schrif ten, en Hij is begrav en en ten derden dage opgewekt, naar de Schrif ten,
De opstanding van Jezus bevestigt dat Jezus de Zoon van God is. Rom. 1:4:
naar de geest der heiligheid door zijn opstanding uit de doden v erklaard Gods Zoon te zijn in kracht, Jezus Christus, onze Here
De opstanding bewijst dat Jezus boven alle schepselen staat. Ef . 1:20-23:
die Hij heef t gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten, bov en alle ov erheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw. En Hij heef t alles onder zijn v oeten gesteld en Hem als hoof d bov en al wat is, gegev en aan de gemeente, die zijn lichaam is, v erv uld met Hem, die alles in allen v olmaakt.
De opstanding bevestigt dat gelovigen gerechtvaardigd worden. Rom. 4:25:
die is ov ergelev erd om onze ov ertredingen en opgewekt om onze rechtv aardiging.
De opstanding betekent dat de dood verslagen is. Hebr. 2:14:
Daar nu de kinderen aan bloed en v lees deel hebben, heef t ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht ov er de dood had, de duiv el, zou onttronen,
Omdat Jezus is opgestaan, zullen gelovigen ook opstaan en nieuwe lichamen hebben. 1Cor. 15:51-52: Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij v eranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onv ergankelijk opgewekt worden en wij zullen v eranderd worden. Fil. 3:21:
die ons v ernederd lichaam v eranderen zal, zodat het aan zijn v erheerlijkt lichaam gelijkv ormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen. 88 van 143
Fundamenten van het geloof
In het volgende hoofdstuk zullen we nog meer bestuderen over de opstanding uit de dood. Door de opstanding is er een nieuwe levensbron voor gelovigen. Geloof d zij de God en Vader v an onze Here Jezus Christus, die ons naar zijn grote barmhartigheid door de opstanding v an Jezus Christus uit de doden heef t doen wedergeboren worden tot een lev ende hoop,
1Petr. 1:3:
Nu: de opstanding der gelovigen De Bijbel heeft het over de actuele opstanding der gelovigen. Dit betekent dat zij die eens geestelijke dood waren in zonde, nu geestelijk levend gemaakt zijn door Jezus Christus. Ef . 2:1,5:
Ook u, hoewel gij dood waart door uw ov ertredingen en zonden,… ons, hoewel wij dood waren door de ov ertredingen mede lev end gemaakt met Christus, – door genade zijt gij behouden –,
Col. 2:13:
Ook u heef t Hij, hoewel gij dood waart door uw ov ertredingen en onbesnedenheid naar het v lees, lev end gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze ov ertredingen kwijtschold,
2Cor. 5:17:
Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is v oorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.
Het uiterlijke teken van deze opstanding: De doop in water is het uiterlijke teken van de dood van het oude leven in zonde en van de geestelijke opstanding van de gelovige in Jezus Christus. M aar niet alleen de doop bevestigt de geestelijke opstanding van de gelovige. Het is het nieuwe leven dat hij leeft. Wij zijn dan met Hem begrav en door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des lev ens zouden wandelen. Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn (met hetgeen gelijk is) aan zijn opstanding;
Rom. 6:4-5:
Bewijzen van deze opstanding: Jezus voorzag in veel bewijzen voor Zijn opstanding. Deze waren onder meer: het lege graf, de boodschap van de engelen, en Zijn zichtbare verschijningen na Zijn opstanding. Zo zijn er ook bewijzen voor de geestelijke opstanding van de gelovigen. Enkele bewijzen zijn: •
Dood voor de zonde, wat nieuw leven tot gevolg heeft: Geestelijke opstanding heeft de dood voor de zonde tot gevolg. De gelovige leeft niet meer zoals hij gewoon was te leven. Hij is dood voor alle dode dingen van de wereld en levend in Jezus. Rom. 6:11:
•
Zo moet het ook v oor u v aststaan, dat gij wèl dood zijt v oor de zonde, maar lev end v oor God in Christus Jezus.
Een nieuwe Heer: Geestelijke opstanding maakt Jezus tot Heer van je leven. In plaats van voor jezelf te leven, leef je om Hem te dienen. 2Cor. 5:15:
daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat één v oor allen gestorv en is. Dus zijn zij allen gestorv en. En v oor allen is Hij gestorv en, opdat zij, 89 van 143
Fundamenten van het geloof die lev en, niet meer v oor zichzelf zouden lev en, maar v oor Hem, die v oor hen gestorv en is en opgewekt.
•
Een nieuw levensdoel: Een nieuw levensdoel is het gevolg van de geestelijke opstanding. In plaats van de zorgen over tijdelijke dingen van de wereld, zoals materieel gewin, ambitie etc, wordt de gelovige gericht op de eeuwige dingen. Col. 3:1-2:
Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die bov en zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die bov en zijn, niet die op de aarde zijn.
S amenvatting De opstanding van Jezus, uit het verleden, en de huidige geestelijke opstanding van de gelovigen zijn twee van de drie opstandingen die genoemd worden in het Nieuwe Testament. De derde is de toekomstige opstanding van alle doden uit het graf. Dit wordt in het volgende hoofdstuk behandeld.
90 van 143
Fundamenten van het geloof
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Definieer het woord "opstanding". ___________________________________________________________________________ 3. Wat zijn de drie opstandingen die in het Nieuwe Testament staan? Verleden: ___________________________________________________________________ Heden: _____________________________________________________________________ Toekomst: __________________________________________________________________ 4. Geef een tekstverwijzing om elke hierna volgende uitspraak te bevestigen: Het Oude Testament voorspelde de opstanding van Jezus: ___________________________ Jezus stond op uit de dood: ____________________________________________________ Jezus verscheen aan mensen na Zijn opstanding:
__________________________________
Hij had toen hetzelfde lichaam, maar geen lichamelijke beperkingen: __________________ 5. Waarom is geloof in de opstanding van Jezus Christus belangrijk? ___________________________________________________________________________ 6. Wat wordt bedoeld met ‘huidige geestelijke opstanding van de gelovigen’? ___________________________________________________________________________ 7. Wat zijn bewijzen voor de geestelijke opstanding der gelovigen, genoemd in dit hoofdstuk? _________________________ _________________________ ________________________ 8. Welke uiterlijke handeling is tekenend voor de geestelijke opstanding der gelovigen? ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt je achterin deze handleiding) 91 van 143
Fundamenten van het geloof
Vervolgstudie Bestudeer de volgende teksten om je kennis over de opstanding van Jezus te vergroten. De vier belangrijkste verslagen over Zijn opstanding zijn te vinden in: M ath. 28 M ark. 16 Luk. 24 Joh. 20 De volgende teksten geven ook extra informatie over de opstanding van Jezus. Hand.
1:22; 2:24,32; 3:15,26; 4:10,33; 5:30; 10:40,41; 13:30-33,34,37; 17:18,32
Rom.
1:4; 4:24; 6:5; 8:11,34
1Cor.
6:14; 15:12-58
2Cor.
4:14
Gal.
1:1
Fil.
3:10
Ef.
1:20
1Thess.
1:10
2Tim.
2:8
1Petr.
1:3
92 van 143
Fundamenten van het geloof
9. Opstanding der doden – deel 2 Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • • • •
Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven De toekomstige opstanding uit de dood beschrijven Onderscheid maken tussen de opstanding van de rechtvaardigen en die van de onrechtvaardigen Uitleggen hoe de dood en opstanding van Jezus invloed heeft op de bestemming van de menselijke ziel
S leutelvers 1Thess. 4:16-17:
want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen v an een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen v an de hemel, en zij, die in Christus gestorv en zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, lev enden, die achterblev en, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggev oerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen.
Inleiding In het vorige hoofdstuk werd de term ‘opstanding’ gedefinieerd en drie opstandingen die in het Nieuwe Testament staan werden genoemd. De opstanding van Jezus, in het verleden, en de huidige geestelijke opstanding der gelovigen werden uitgebreid besproken. Dit hoofdstuk behandelt de toekomstige opstanding van allen die zich in de graven bevinden. De toekomstige opstanding bestaat eigenlijk uit twee verschillende opstandingen: één van de rechtvaardigen en één van de onrechtvaardigen. Dit hoofdstuk legt ook uit hoe de dood en de opstanding van Jezus Christus de toekomst van de menselijke ziel beïnvloedt. Omdat dit hoofdstuk gaat over gebeurtenissen in de toekomst, heeft het te maken met profetieën over de eindtijd en over de eeuwigheid. Wanneer je niet bekend bent met Bijbelse profetie moet je de vervolgstudie bij dit hoofdstuk eens bekijken. Deze geeft een algemeen raamwerk van toekomstige gebeurtenissen, zoals die in Gods Woord staan. De toekomst: opstanding van allen die zich in de graven bevinden De Bijbel openbaart twee dingen over alle menselijke wezens: • •
Iedereen zal de opstanding uit de dood ervaren Iedereen zal het eeuwige oordeel ondergaan
Jezus zei over de toekomstige opstanding: Joh. 5:28-29:
Verwondert u hierov er niet, want de ure komt, dat allen, die in de grav en zijn, naar zijn stem zullen horen, en zij zullen uitgaan, wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten lev en, wie het kwade bedrev en hebben, tot de opstanding ten oordeel. 93 van 143
Fundamenten van het geloof
De apostel Paulus zegt over deze opstanding: 1Cor. 15:22:
Want ev enals in Adam allen sterv en, zo zullen ook in Christus allen lev end gemaakt worden.
Door de oorspronkelijke zonde van Adam moeten alle mensen sterven. M aar door de dood en de opstanding van Jezus, zullen alle mensen lichamelijk wel sterven maar later weer opstaan. Uitzonderingen op de opstanding Zij die nooit sterven hebben het niet nodig om uit de dood op te staan. 1Cor. 15:51-53: Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij v eranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onv ergankelijk opgewekt worden en wij zullen v eranderd worden. Want dit v ergankelijke moet onv ergankelijkheid aandoen en dit sterf elijke moet onsterf elijkheid aandoen.
Wanneer Paulus zegt: “Allen zullen wij niet ontslapen”, bedoelt hij daarmee dat alle gelovigen die nog leven bij de terugkomst van Christus, niet zullen sterven. Deze gelovigen zullen de dood niet meemaken. Zij zullen opgenomen worden om Jezus te ontmoeten en verenigd worden met de Christenen die uit de graven opstaan. De bestemming van de doden Er is heel weinig in de Bijbel geopenbaard over de periode tussen de lichamelijke dood en de opstanding. M aar drie dingen zijn duidelijk. 1. Op het moment van de dood is er een scheiding tussen het lichaam en de geest en ziel. Het lichaam wordt in een graf gestopt, maar de geest en ziel leven eeuwig voort. 2. De geesten en zielen van hen die rechtvaardig zijn gaan naar een andere plaats dan die van de onrechtvaardigen. 3. De bestemming van de rechtvaardigen was verschillend voor en na de opstanding van Jezus. Jezus openbaarde wat er gebeurt na de dood door het verhaal te vertellen van de bedelaar Lazarus die in de poort van een rijke man lag. Luk. 16:22-26:
Het geschiedde, dat de arme stierf en door de engelen gedragen werd in Abrahams schoot. Ook de rijke stierf en hij werd begrav en. En toen hij in het dodenrijk zijn ogen opsloeg onder de pijnigingen, zag hij Abraham v an v erre en Lazarus in zijn schoot. En hij riep en zeide: Vader Abraham, heb medelijden met mij en zend Lazarus, opdat hij de top v an zijn v inger in water dope en mijn tong v erkoele, want ik lijd pijn in deze v lam. Maar Abraham zeide: Kind, herinner u, hoe gij het goede tijdens uw lev en hebt ontv angen en insgelijks Lazarus het kwade; nu wordt hij hier v ertroost en gij lijdt pijn. En bij dit alles, er is tussen ons en u een onov erkomelijke kloof , opdat zij, die v anhier tot u zouden willen gaan, dit niet zouden kunnen, en zij v andaar niet aan onze kant zouden kunnen komen.
Na de dood keert het lichaam terug in de aarde.
94 van 143
Gen. 3:19b:
Fundamenten van het geloof totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.
De ziel en de geest van de mens komen in een nieuw bestaan in de eeuwigheid. Er is nog steeds een persoonlijkheid, herkennen van elkaar, een bewustwording van de huidige situatie. De bestemming van de geesten van de rechtvaardigen is heel anders dan die van de onrechtvaardigen. Zowel Lazarus als de rijke man gingen naar een plek voor geesten die vertrokken zijn: het dodenrijk. Deze plek heet in het Hebreeuws (-0!–) Sheool (spreek uit: sje-ool) en in het Grieks (™*0.) Hades. M aar de bestemming van deze twee mannen was verschillend. De rijke kwam in een plaats van pijniging terecht, wat de hel genoemd wordt. Lazarus kwam op een plaats van rust. Tussen deze twee plaatsen is er een onoverbrugbare kloof. Omdat de kloof onoverbrugbaar is, is er geen hoop dat de eeuwige bestemming van de ziel veranderd kan worden na de dood. Daarom heeft het ook geen nut om voor de doden te bidden. De beslissing om Jezus te accepteren of te verwerpen moet tijdens het leven hier op aarde genomen worden. Die beslissing bepaalt de bestemming van de ziel. De plaats van rust voor de geesten van de gestorven rechtvaardigen wordt “schoot van Abraham” genoemd. Dit betekent dat dit de plaats is voor hen die wandelden in hetzelfde geloof, als Abraham had, door de enige echte levende God te dienen. Na de opstanding van Jezus Het verhaal van de rijke man en de arme Lazarus toont wat er gebeurt met de zielen van gestorven mensen voor de dood en de opstanding van Jezus. Na Zijn opstanding bleef de bestemming van de zielen van de ongelovigen hetzelfde, maar de bestemming van de rechtvaardige zielen veranderde. Toen Jezus stierf, zei Hij: “Vader in Uw handen beveel Ik M ijn Geest”. Zijn lichaam werd in een graf gelegd maar de bestemming van Zijn geest werd bepaald door God. De Bijbel openbaart wat er gebeurde met de Geest van Jezus na Zijn dood. Ef . 4:9-10:
Wat betekent dit: Hij is opgev aren, anders dan dat Hij ook nedergedaald is naar de lagere, aardse gewesten? Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgev aren v er bov en alle hemelen, om alles tot v olheid te brengen.
Voor Zijn dood zei Jezus tegen een stervende dief die berouw had: Luk. 23:43:
En Hij zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.
De Geest van Jezus daalde af in het “sjeool’, de plaats voor geesten van overledenen. Eerst ging Hij naar de plaats die bestemd is voor de geesten van de rechtvaardigen. Deze plaats wordt ‘paradijs’ genoemd, of ‘Abrahams schoot’. Vanuit het paradijs ging Jezus verder het gebied van ‘sjeool’ binnen, namelijk in het gebied dat voor de slechte geesten bestemd is. Dit was nodig om het werk af te maken dat leidt tot de verzoening voor de zonden van de mens. Hij moest de straf op de zonde zowel lichamelijk als geestelijk ondergaan. De geestelijke straf is gescheiden zijn van God, wat ‘geestelijke dood’ genoemd wordt. Jezus heeft dat ondergaan in ‘sjeool’. Toen kwam de Geest van Jezus uit het ‘sjeool’ weer naar de aarde terug. Opdat moment, werd Zijn lichaam, die de hele tijd levenloos in het graf had gelegen, opgewekt uit de dood. Zij ziel, Geest en lichaam werden verenigd om een complete persoonlijkheid te vormen. Zoals we in het laatste hoofdstuk leerden, verscheen Jezus aan velen in zichtbare vorm hier op aarde, 95 van 143
Fundamenten van het geloof
voor Hij terugkeerde naar de hemel. Het nieuwe patroon De gebeurtenissen tussen de dood en de opstanding van Jezus vestigden een nieuw patroon voor de bestemming van de rechtvaardige zielen. Voorafgaand aan de opstanding van Jezus gingen de rechtvaardige zielen naar het paradijs. Na Zijn dood en opstanding gaan de rechtvaardige zielen rechtstreeks naar de plek waar God aanwezig is. Dit wordt bevestigd door het verslag van de dood van Stefanus. Hand. 7:55-56; 59-60:
Maar hij, v ol v an de Heilige Geest, sloeg de ogen ten hemel en zag de heerlijkheid Gods en Jezus, staande ter rechterhand Gods, En hij zeide: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande ter rechterhand Gods… En zij stenigden Stef anus, die de Here aanriep, zeggende: Here Jezus, ontv ang mijn geest. En op de knieën v allende, riep hij met luider stem: Here, reken hun deze zonde niet toe! En met deze woorden ontsliep hij. En Saulus stemde in met zijn terechtstelling.
Vlak voor zijn dood zag Stefanus een visioen van Jezus in de hemel aan de rechterhand van God. Zijn woorden: “Here Jezus, ontvang mijn geest”, geven aan dat hij wist dat zijn geest direct na zijn dood rechtstreeks naar de hemel gaan. Paulus bevestigt dit. 2Cor. 5:6,8:
Daarom zijn wij te allen tijde v ol goede moed, ook al weten wij, dat wij, zolang wij in het lichaam ons v erblijf hebben, v er v an de Here in den v reemde zijn… maar wij zijn v ol goede moed en wij begeren te meer ons v erblijf in het lichaam te v erlaten en bij de Here onze intrek te nemen.
Paulus vergeleek de waarde van de dood met het in leven blijven om zijn aardse opdracht te vervullen. Hij zei dat zonder lichaam zijn hetzelfde is als met Christus zijn. Fil. 1:21-24:
Want het lev en is mij Christus en het sterv en gewin. Indien ik in het v lees blijf lev en, betekent dat v oor mij werken met v rucht, en wat ik moet kiezen, weet ik niet. Van beide zijden word ik gedrongen: ik v erlang heen te gaan en met Christus te zijn, want dit is v erreweg het beste; maar nog in het v lees te blijv en is nodiger om uwentwil.
Naast de nieuwe bestemming voor de rechtvaardige doden voorzag Jezus in nog een nieuw patroon dat gevolgd zal worden door alle mensen: 1. Bij de dood van de mens zullen zijn geest en ziel over gaan naar het rijk van de gestorven geesten. De rechtvaardigen zullen direct in de aanwezigheid van God zijn. De slechten gaan naar een plaats van pijniging, die ‘hel’ wordt genoemd. 2. Op het moment van de opstanding zal het lichaam uit de dood herrijzen en verenigd worden met geest en ziel. Opstanding van de doden: drie stappen De apostel Paulus beschreef de opstanding uit de dood in drie stappen:
96 van 143
Fundamenten van het geloof
Ten eerste: De eerste die opstond uit de dood is Jezus. 1Cor. 15:22-24: Want ev enals in Adam allen sterv en, zo zullen ook in Christus allen lev end gemaakt worden. Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, v erv olgens die v an Christus zijn bij zijn komst; daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader ov erdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben.
De eerste opstanding was die van Jezus. Dat wordt bedoeld met ‘Christus, als eersteling’. Er zijn twee andere opstandingen die in de toekomst plaats zullen vinden. Dat zijn de opstandingen van de rechtvaardigen en van de onrechtvaardigen. Hand. 24:15:
terwijl ik v an God hoop, gelijk ook dezen zelf het v erwachten, dat er een opstanding v an rechtv aardigen en onrechtv aardigen zal zijn.
De Bijbel noemt deze opstandingen ook: de opstanding ten leven en de opstanding ten oordeel. Joh. 5:25, 28-29:
Voorwaar, v oorwaar, Ik zeg u, de ure komt en is nu, dat de doden naar de stem v an de Zoon v an God zullen horen, en die haar horen, zullen lev en… Verwondert u hierov er niet, want de ure komt, dat allen, die in de grav en zijn, naar zijn stem zullen horen, en zij zullen uitgaan, wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten lev en, wie het kwade bedrev en hebben, tot de opstanding ten oordeel.
Ten tweede: De opstanding ten leven vindt plaats wanneer Jezus terugkeert naar de aarde voor Zijn Kerk. Alle echte gelovigen in Jezus zullen bij deze gebeurtenis opstaan. Dit wordt de opstanding van de rechtvaardigen of de opstanding ten leven genoemd. De opstanding van Jezus was de eerste stap… De opstanding van de gelovige is de tweede stap… Ten derde: De derde stap van de opstanding der doden wordt ‘het einde’ genoemd. Deze opstanding vindt plaats aan het eind van de 1000 jaar durende regering van Christus op aarde. Deze opstanding wordt de opstanding van de onrechtvaardigen genoemd, of de opstanding ten oordeel. S amenvatting: Het hierna volgende schema is dat wat je geleerd hebt over de drie stappen van de opstanding uit de dood.
97 van 143
Fundamenten van het geloof
Opstanding uit de dood Stap 1: De opstanding van Jezus Christus ↓ Stap 2: Opstanding van de rechtvaardigen (opstanding ten leven) ↓ Stap 3: Opstanding van de onrechtvaardigen (opstanding ten oordeel) Je hebt de opstanding van Jezus al bestudeerd. Nu gaan we de opstanding van de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen bestuderen. De opstanding van de rechtvaardigen Paulus zei dat zij die bij de tweede stap van de opstanding horen, ‘zij die in Christus zijn’. Dit betekent dat zij zich bekeerd hebben van dode werken en door het geloof Jezus als Redder geaccepteerd hebben. Paulus zei dat de opstanding van deze gelovigen plaatsvindt bij de komst van Christus. De belangrijkste tekst over de opstanding ten leven is: 1Thess. 4:13-18:
Doch wij willen u niet onkundig laten, broeders, wat betref t hen, die ontslapen, opdat gij niet bedroef d zijt, zoals de andere (mensen), die geen hoop hebben. Want indien wij gelov en, dat Jezus gestorv en en opgestaan is, zal God ook zó hen, die ontslapen zijn, door Jezus wederbrengen met Hem. Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, lev enden, die achterblijv en tot de komst des Heren, zullen in geen gev al de ontslapenen v oorgaan, want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen v an een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen v an de hemel, en zij, die in Christus gestorv en zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, lev enden, die achterblev en, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggev oerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen. Vermaant elkander dus met deze woorden.
Het doel van het onderwijs van Paulus is de gelovigen te troosten met betrekking tot de Christenen die al gestorven zijn. Zijn boodschap voorziet in de verzekering dat alle gelovigen zullen worden opgewekt. Wanneer Jezus terugkomt zullen er twee grote gebeurtenissen plaatsvinden op aarde: 1. Echte gelovigen die al gestorven zijn zullen opgewekt worden, een nieuw lichaam krijgen en verenigd worden met hun eigen ziel en geest. 2. Alle gelovigen die dan op aarde leven zullen een snelle verandering in hun lichaam ondergaan. Zowel zij die opgewekt worden als zij die levend zijn, bij de komst van Christus, zullen door Gods kracht van de aarde in de lucht opstijgen. Ze zullen herenigd worden met de Heer en met elkaar. Vanaf die tijd zullen ze voor eeuwig bij God zijn. Het boek Openbaring voorziet ook in een tekst die gaat over de opstanding van de rechtvaardigen. 98 van 143
Openb. 20:4-6:
Fundamenten van het geloof En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegev en; en (ik zag) de zielen v an hen, die onthoof d waren om het getuigenis v an Jezus en om het woord v an God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun v oorhoof d en op hun hand ontv angen hadden; en zij werden weder lev end en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang. De ov erige doden werden niet weder lev end, v oordat de duizend jaren v oleindigd waren. Dit is de eerste opstanding. Zalig en heilig is hij, die deel heef t aan de eerste opstanding: ov er hen heef t de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters v an God en v an Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, [die] duizend jaren.
De opstanding, die hier beschreven staat, geldt voor gelovigen die als martelaar tijdens de verdrukking gestorven zijn. Ze worden opgewekt vlak voordat het Koninkrijk van Christus op aarde gevestigd wordt. Deze tekst openbaart dat de opstanding van de rechtvaardigen, die de eerste opstanding genoemd wordt, compleet is na de opstanding van deze laatste groep van gelovigen. Nieuwe lichamen voor gelovigen De Bijbel openbaart enkele dingen over de nieuwe lichamen die de gelovigen zullen ontvangen. Het nieuwe lichaam zal zijn: In overeenstemming met de wil van God: 1Cor. 15:38:
Maar God geef t er een lichaam aan, gelijk Hij dat gewild heef t, en wel aan elk zaad zijn eigen lichaam.
Een glorieus lichaam: 1Cor. 15:43:
er wordt gezaaid in oneer, en opgewekt in heerlijkheid; er wordt gezaaid in zwakheid, en opgewekt in kracht.
Een geestelijk lichaam: 1Cor. 15:44:
Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt. Is er een natuurlijk lichaam, dan bestaat er ook een geestelijk lichaam.
Een krachtig lichaam: 1Cor. 15:43:
er wordt gezaaid in oneer, en opgewekt in heerlijkheid; er wordt gezaaid in zwakheid, en opgewekt in kracht.
Een onsterfelijk lichaam: Dit betekent dat het nieuwe lichaam nooit veroudert, vergaat of sterft. 1Cor. 15:52-54: in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onv ergankelijk opgewekt worden en wij zullen v eranderd worden. Want dit v ergankelijke moet onv ergankelijkheid aandoen en dit sterf elijke moet onsterf elijkheid aandoen. En zodra dit v ergankelijke onv ergankelijkheid aangedaan heef t, en dit sterf elijke onsterf elijkheid aangedaan heef t, zal het woord werkelijkheid worden, dat geschrev en is: De dood is v erzwolgen in de ov erwinning.
99 van 143
Fundamenten van het geloof
Een lichaam dat overeenkomt met die van onze verrezen Heer: 1Cor. 15:20:
Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling v an hen, die ontslapen zijn.
Jezus stond het eerst op uit de dood. Zijn opstanding wordt vergeleken met de eerste schoof van een grote oogst die gaat volgen. Die oogst is de opwekking van de gelovigen in de opstanding. Onze opstandingslichamen zullen lijken op die van Christus. 1Joh. 3:2:
Gelief den, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.
Fil. 3:21:
die ons v ernederd lichaam v eranderen zal, zodat het aan zijn v erheerlijkt lichaam gelijkv ormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen.
De opstanding van de onrechtvaardigen. De laatste opstanding is beschreven in 1Cor. 15:24. Dit is de opstanding van de onrechtvaardigen. Paulus noemt dit ‘het einde’. Wanneer Jezus Zijn aardse regering van 1000 jaar heeft afgemaakt, zal God al Zijn vijanden verslaan. De laatste vijand die overwonnen wordt is de dood. Dit zal Gods plan afmaken, wat Hij met de wereld heeft. Ef . 1:9-10:
door ons het geheimenis v an zijn wil te doen kennen, in ov ereenstemming met het welbehagen, dat Hij Zich in Hem had v oorgenomen, om, ter v oorbereiding v an de v olheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder één hoof d, dat is Christus, samen te v atten,
Openb. 20 openbaart hoe de opstanding van de onrechtvaardigen verbonden is met andere delen uit Gods plan. In dit hoofdstuk beschrijft de apostel Johannes de laatste poging van satan om de autoriteit van God te nemen. Dit gebeurt aan het einde van de 1000 jarige regering van Christus. Openb. 20:7-10:
En wanneer de duizend jaren v oleindigd zijn, zal de satan uit zijn gev angenis worden losgelaten, en hij zal uitgaan om de v olkeren aan de v ier hoeken der aarde te v erleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te v erzamelen, en hun getal is als het zand der zee. En zij kwamen op ov er de breedte der aarde en omsingelden de legerplaats der heiligen en de gelief de stad; en v uur daalde neder uit de hemel en v erslond hen, en de duiv el, die hen v erleidde, werd geworpen in de poel v an v uur en zwav el, waar ook het beest en de v alse prof eet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheden.
Tijdens de 1000 jarige regering zal Jeruzalem de regeringszetel zijn, waar Christus heerst over de volken van de wereld. In die tijd zal satan gevangen zitten. M aar aan het eind van het millenium zal satan lang genoeg losgelaten worden om een laatste opstand onder de heidense volken tot stand te brengen. Dit zal een aanval op Jeruzalem tot gevolg hebben. God zal ingrijpen met vuur uit de hemel en de rebellie zal neergeslagen worden. Satan wordt in de poel van eeuwig vuur geworpen en zal altijd pijn lijden. Het einde en de eeuwigheid Johannes beschrijft de laatste opstanding van de resterende doden. 100 van 143
Openb. 20:11-15:
Fundamenten van het geloof En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, v oor wiens aangezicht de aarde en de hemel v luchtten, en geen plaats werd v oor hen gev onden. En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande v oor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het (boek) des lev ens; en de doden werden geoordeeld op grond v an hetgeen in de boeken geschrev en stond, naar hun werken. En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gav en de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken. En de dood en het dodenrijk werden in de poel des v uurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des v uurs. En wanneer iemand niet bev onden werd geschrev en te zijn in het boek des lev ens, werd hij geworpen in de poel des v uurs.
S amenvatting Alle echte gelovigen die gestorven zijn, zullen opgewekt worden uit de dood voor de 1000 jarige regering van Christus. Dat is de eerste opstanding. Het is de opstanding van de rechtvaardigen tot eeuwig leven. Het merendeel dat aan het eind van het millennium zal opstaan zullen onrechtvaardige doden zijn. Dit is de opstanding van de onrechtvaardigen ten oordeel. De Bijbel heeft het over nog een grote gebeurtenis die plaatsvindt na deze opstandingen. Deze gebeurtenis heet het eeuwig oordeel. Dit wordt later behandeld. Na het oordeel zal de bestemming van de onrechtvaardigen de poel van vuur zijn, die in de Bijbel ‘de tweede dood’ wordt genoemd. De slechten hebben de lichamelijke dood al ondergaan. Nu zullen ze een tweede dood ondergaan, namelijk de eeuwige scheiding van God. Dit is de geestelijke dood, of ‘de tweede dood’. De bestemming van de rechtvaardigen is voor eeuwig in de aanwezigheid van God zijn. De opstandingsboodschap De leer van de opstanding is een fundamenteel onderdeel van het Christelijke geloof. De boodschap van het Evangelie omvat niet alleen het leven en de dood van Christus, maar boodschapt ook over Zijn opstanding. De apostelen verkondigden zowel de opstanding van Jezus als de opstanding uit de dood. Hand. 4:2:
zeer v erontwaardigd, omdat zij het v olk leerden en in Jezus de opstanding uit de doden v erkondigden;
Hand. 17:18, 32:
En ook enige v an de Epikureïsche en Stoïcijnse wijsgeren twistten met hem en sommigen zeiden: Wat zou die betweter willen beweren? Maar anderen: Hij schijnt een v erkondiger v an v reemde goden te zijn; want hij bracht het ev angelie v an Jezus en v an de opstanding… Toen zij nu v an een opstanding v an doden hoorden, spotten sommigen, maar anderen zeiden: Wij zullen u hierov er nog wel eens horen.
Deze verzen tonen twee verschillende reacties van de mensen op de boodschap van de opstanding. Sommigen willen het niet geloven. Anderen zullen luisteren naar de boodschap. Onze verantwoordelijkheid, als gelovigen, is dat we de boodschap van de opstanding brengen als onderdeel van het Evangelie. Dit deed Paulus: 1Cor. 15:1-8:
Ik maak u bekend, broeders, het ev angelie, dat ik u v erkondigd heb, dat gij ook ontv angen hebt, waarin gij ook staat, waardoor gij ook behouden wordt, indien gij het zó v asthoudt, als ik het u v erkondigd heb, tenzij gij tev ergeef s tot geloof zoudt gekomen zijn. Want v óór alle dingen heb ik u ov ergegev en, hetgeen ik zelf ontv angen heb: Christus is gestorv en v oor onze zonden, naar de Schrif ten, en Hij is begrav en en 101 van 143
Fundamenten van het geloof ten derden dage opgewekt, naar de Schrif ten, en Hij is v erschenen aan Kef as, daarna aan de twaalv en. Verv olgens is Hij v erschenen aan meer dan v ijf honderd broeders tegelijk, v an wie het merendeel thans nog in lev en is, doch sommigen zijn ontslapen. Verv olgens is Hij v erschenen aan Jakobus, daarna aan al de apostelen; maar het allerlaatst is Hij ook aan mij v erschenen, als aan een ontijdig geborene.
De boodschap van het Evangelie is niet complete zonder de leer van de opstanding. 1Cor. 15:14, 19-22:
En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof …. Indien wij alleen v oor dit lev en onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenswaardigste v an alle mensen. Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling v an hen, die ontslapen zijn. Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens. Want ev enals in Adam allen sterv en, zo zullen ook in Christus allen lev end gemaakt worden.
102 van 143
Fundamenten van het geloof
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Hoe worden de toekomstige opstandingen genoemd? _____________________________________ en ___________________________________ 3. Welke twee dingen openbaart de Bijbel over de bestemming van alle menselijke zielen? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Schrijf een ‘G’ voor de uitspraken die goed zijn en een ‘F’ voor de uitspraken die fout zijn. a. _____ Zij die niet sterven, worden niet opgewekt. b. _____ Op het moment van sterven vindt er een scheiding plaats tussen de geesten van de rechtvaardigen en van de onrechtvaardigen. c ._____ Het is belangrijk om te bidden voor het behoud van de doden. d. _____ De bestemming van de rechtvaardige zielen is veranderd sinds de dood en de opstanding van Christus. e. _____ De opstanding van Jezus is belangrijk maar het is geen onderdeel van de boodschap van het Evangelie. 5. Welke tekst toont de twee reacties van mensen op de boodschap van de opstanding? ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt je achterin deze handleiding) 103 van 143
Fundamenten van het geloof
Vervolgstudie De leer van de opstanding der doden en de leer van het eeuwige oordeel gaan beiden over toekomstige gebeurtenissen. Toekomstige gebeurtenissen worden voorspeld in het Woord van God. Hoewel deze gebeurtenissen nog niet hebben plaatsgevonden, geeft God kennis over deze gebeurtenissen door middel van profetie. Er zijn veel dingen uit de toekomst niet geopenbaard in het Woord van God. Dat wat wel geopenbaard is, wordt op verschillende manieren uitgelegd door mensen die de Bijbel bestuderen. De meeste van deze verklaringen richten zich op de juiste timing van bepaalde profetische gebeurtenissen of op specifieke details van bepaalde gebeurtenissen. Wat belangrijk is voor de fundamenten van het Christelijk geloof is het algemene begrip van wat de Bijbel zegt dat er gaat gebeuren. Het volgende is een raamwerk van de belangrijkste gebeurtenissen: III.
De Bijbel onderwijst dat de Heer terug keert naar de aarde voor de gelovigen. Jezus beloofde Zijn volgelingen: Joh. 14:2-3:
A.
B.
In het huis mijns Vaders zijn v ele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want Ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.
De opname: 1Thess. 4:13-18 geeft meer details over de terugkeer van Christus voor de gelovigen. Deze terugkeer heet: opname: 1.
Christus keert Zelf terug. (vers 16)
2.
De gestorven gelovigen zullen uit hun graven opstaan (vers 16)
3.
Er zal een opname zijn, een handeling waar iemand van de ene plek naar de nadere verplaatst wordt. Levende gelovigen zullen van de aarde genomen worden om Christus te ontmoeten. (vers 17)
4.
Er zal een vereniging zijn tussen de opgewekte en de levende gelovigen op het moment dat Christus terugkeert, en met hun Heer Jezus. (vers 17)
De Verdrukking: De Bijbel spreekt van een verschrikkelijke tijd op aarde: de verdrukking. 1.
De verdrukking duurt 42 maanden of 1,260 dagen (Dan. 9:24-27).
2.
Het is een heel moeilijke tijd. Er zijn heel moeilijke tijden in de wereld geweest, maar deze onderscheidt zich van de andere in drie dingen. a. Ten eerste: het is wereldwijd, niet plaatselijk. (Openb. 3:10) b. Ten tweede: mensen realiseren zich dat het einde van de wereld nabij is. (Openb. 6:16) 104 van 143
Fundamenten van het geloof
c. Ten derde. De intensiteit van de problemen zal groter zijn dan ooit eerder. (M ath. 24:4-14)
C.
3.
Haar beschrijving: Er komt een serie van Goddelijke oordelen over de aarde tijdens de verdrukking. Ze staan in Openb. 6, 8-9, 16 en M ath. 24:4-14.
4.
De reden voor de verdrukking: De slechtheid van de mens moet bestraft worden, satan moet verslagen worden en Jezus moet erkend worden als allerhoogste Heer. Dit voleindigt het plan van God (Ef. 1:8-9).
De timing van de opname: Sommigen geloven dat de opname plaatsvindt voor de grote verdrukking en dat gelovigen niet de verschrikkelijke tijd op aarde mee hoeven te maken. Anderen geloven dat de opname plaatsvindt in het midden van de grote verdrukking. Weer anderen zeggen dat het gebeurt aan het eind van de grote verdrukking. De meest algemene opvatting zegt dat de opname voor de grote verdrukking plaatsvindt. De verschillende verklaringen komen door verschillende interpretaties van de profetische boodschappen in de Bijbel. Wat het belangrijkste is, is dat je weet dat je een echte gelovige bent en klaar bent om mee te gaan met Jezus wanneer de opname plaatsvindt.
D.
Het M illennium: Het M illennium is een periode van 1.000 jaar na de verdrukking, waarin Jezus rechtvaardig over de aarde zal regeren (Zach. 14:9; Dan. 7:14). De stad Jeruzalem zal de regeringszetel bevatten (Jes. 2:3). Deze periode zal eindigen wanneer satan een laatste opstand organiseert tegen God (Openb. 20:7-9). God zal een vuur van de hemel zenden en alle tegenstand eindigen. Satan wordt voor eeuwig in de poel van vuur geworpen (Openb. 20:10).
E.
Oordeel: Alle schepselen zullen door God geoordeeld worden. Dit staat bekend als de tijd van het eeuwige oordeel. Het is het laatste fundamentele principe uit Hebr. 6:1-3. Dit wordt besproken in het volgende hoofdstuk. Zij die ongelovig stierven zullen opstaan ten oordeel. Omdat zij zich niet bekeerden van hun zonden en Jezus als Redder accepteerden worden ze veroordeeld tot een eeuwig verblijf in de hel, zonder God (Openb. 20:12-15). Echte gelovigen die berouw hebben getoond over hun zonden en Jezus als Redder hebben aangenomen, zullen eeuwig in de hemel in de aanwezigheid van God zijn (Openb. 21).
105 van 143
Fundamenten van het geloof
10. Een eeuwig oordeel Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • • • • •
Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven Het woord ‘oordeel’ definiëren Uitleggen waarom oordeel noodzakelijk is Zeggen Wie het laatste oordeel velt Zeggen wie onder het laatste oordeel vallen
S leutelvers: Jes. 33:22:
Want de HERE, onze Rechter, de HERE, onze Wetgev er, de HERE, onze Koning, Hij zal ons v erlossen.
Inleiding Eeuwig oordeel is het laatste van de zes fundamentele principes van het Christelijke geloof. In het Oude Testament wordt ‘oordeel’ op twee manieren gebruikt. De ene verwijst naar statuten, getuigenissen en wetten van God. De andere gaat over het oordeel van God ten aanzien van mensen en volkeren. De laatste betekenis van ‘oordeel’ wordt in het Nieuwe Testament gebruikt. In dit hoofdstuk hebben we het over de laatste betekenis. Definitie Het woord ‘oordelen’ betekent: uiteen halen, scheiden, ergens een verschil tussen maken. Dit omvat: voor het gerecht brengen, bewijzen onderzoeken, schuld of onschuld bepalen, de straf op de zonde bepalen. Eeuwig oordeel is het grootste en het laatste oordeel wat besproken wordt in de Bijbel en wat de eeuwige bestemming van elke ziel bepaalt. De Rechters God is de Rechter: Jes. 33:22:
Want de HERE, onze Rechter, de HERE, onze Wetgev er, de HERE, onze Koning, Hij zal ons v erlossen.
Hebr. 12:23:
en tot een f eestelijke en plechtige v ergadering v an eerstgeborenen, die ingeschrev en zijn in de hemelen, en tot God, de Rechter ov er allen, en tot de geesten der rechtv aardigen, die de v oleinding bereikt hebben,
(Dat Hij de Rechter is, kun je ook zien in Gen. 18:25; Richt. 11:27 en Ps. 94:2) God veroordeelt het zondige gedrag van de mensheid. Gods echte verlangen is niet te oordelen, maar dat alle mensen Jezus Christus leren kennen. Joh. 3:17:
Want God heef t zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld v eroordele, 106 van 143
Fundamenten van het geloof maar opdat de wereld door Hem behouden worde. 2Petr. 3:9:
De Here talmt niet met de belof te, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen v erloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.
Gods verlangen is dat alle mensen, waar dan ook, zich bekeren. Wanneer zij geen berouw hebben over hun zonden zullen zij Zijn oordeel ondergaan. Hand. 17:30-31:
God dan v erkondigt, met v oorbijzien v an de tijden der onwetendheid, heden aan de mensen, dat zij allen ov eral tot bekering moeten komen; omdat Hij een dag heef t bepaald, waarop Hij de aardbodem rechtv aardig zal oordelen door een man, die Hij aangewezen heef t, waarv an Hij v oor allen het bewijs gelev erd heef t door Hem uit de doden op te wekken.
Jezus Christus: God heeft Jezus de autoriteit gegeven om te oordelen. Joh. 5:22,27:
Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heef t het gehele oordeel aan de Zoon gegev en… En Hij heef t Hem macht gegev en om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is.
De heiligen: Bij het laatste oordeel zullen de echte gelovigen helpen de wereld te oordelen. 1Cor. 6:2-3:
Of weet gij niet, dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En indien bij u het oordeel ov er de wereld berust, zijt gij dan onbev oegd v oor de meest onbetekenende rechtspraak? Weet gij niet, dat wij ov er engelen oordelen zullen? Hoev eel te meer dan ov er alledaagse dingen?
Het woord ‘heiligen’ betekent hier: echte gelovigen. Ze zullen helpen de ‘wereld’ (de onrechtvaardigen) te oordelen. De norm van oordeel De norm waar wij naar geoordeeld worden is het Woord van God. Joh. 12:47-48:
En indien iemand naar mijn woorden hoort, maar ze niet bewaart, Ik oordeel hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te oordelen, doch om de wereld te behouden. Wie Mij v erwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heef t een, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage.
M ensen worden niet geoordeeld op basis van kerkwetten, normen, geloofsbelijdenissen of tradities. Ook niet op basis van organisatieregels. De enige toets die gebruikt wordt is de vaste norm van het Woord van God. Ps. 119:89:
Voor eeuwig, o HERE, houdt uw woord stand in de hemelen.
De reden voor het oordeel De Bijbel openbaart dat oordeel noodzakelijk is vanwege zonde tegen Gods wet, goddeloosheid, onrechtvaardigheid, ongeloof, overtredingen en slechte daden. Hoewel het 107 van 143
Fundamenten van het geloof
allemaal verschillende woorden zijn, zijn het allemaal zonden. Zonde tegen de wet van God: Rom. 2:12:
Want allen, die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet v erloren gaan; en allen, die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden;
Goddeloosheid: 2Petr. 3:7:
Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelf de woord als een schat weggelegd, ten v ure bewaard tegen de dag v an het oordeel en v an de ondergang der goddeloze mensen.
Jud. 15:
om ov er allen de v ierschaar te spannen en alle goddelozen te straf f en v oor al hun goddeloze werken, die zij goddeloos bedrev en hebben, en v oor al de harde taal, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben.
Onrechtvaardigheid: 2Petr. 2:9:
dan weet de Here de godv ruchtigen uit de v erzoeking te v erlossen en de onrechtv aardigen te bewaren om hen op de dag des oordeels te straf f en,
Ongeloof: Joh. 3:18:
Wie in Hem geloof t, wordt niet v eroordeeld; wie niet geloof t, is reeds v eroordeeld, omdat hij niet heef t geloof d in de naam v an de eniggeboren Zoon v an God.
Overtredingen: Rom. 5:18:
Derhalv e, gelijk het door één daad v an ov ertreding v oor alle mensen tot v eroordeling gekomen is, zo komt het ook door één daad v an gerechtigheid v oor alle mensen tot rechtv aardiging ten lev en.
Slechte daden: Joh. 3:19:
Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is en de mensen de duisternis liev er gehad hebben dan het licht, want hun werken waren boos.
De principes van Goddelijk oordeel Wereldse principes om te oordelen variëren van land tot land. De normen kunnen variëren per staat, per provincie, per gemeente. Wereldse oordelen en straffen variëren omdat mensen bepaalde handelingen op een verschillende manier interpreteren. Een bepaalde handeling kan in een bepaalde cultuur goedgekeurd worden, terwijl zij in een andere cultuur helemaal niet geaccepteerd wordt. Het doden van een koe, voor consumptie, wordt in de westerse wereld heel anders bekeken dan in India, waar de koe voor velen een heilig dier is. Het oordeel van de mens varieert omdat de normen, die men gebruikt voor het oordeel, variëren.
108 van 143
Fundamenten van het geloof
Op basis van het Woord van God Ps. 119:89:
Voor eeuwig, o HERE, houdt uw woord stand in de hemelen.
Op basis van kennis: M ensen en volkeren zullen geoordeeld worden op basis van de kennis van God die aan hen gegeven werd. Jezus zei dat sommigen zwaarder gestraft zullen worden dan de steden Sodom en Gomorra, Nineve, Tyrus en Sidon. Dit zijn de slechte steden uit het Oude Testament die God geoordeeld en gestraft heeft. De reden waarom Jezus aangeeft dat sommigen een zwaarder oordeel te wachten staat is omdat die steden dan meer kennis van God hebben. Jezus Zelf heeft in deze steden gediend en grote werken gedaan van genezing en bevrijding. Toch wilden de mensen uit deze steden zich nog steeds niet bekeren. Jezus waarschuwde: Math. 11:21-24: Wee u, Chorazin, wee u, Betsaïda! Want indien in Ty rus en Sidon die krachten waren geschied, welke in u geschied zijn, reeds lang zouden zij zich in zak en as bekeerd hebben. Doch Ik zeg u, het zal v oor Ty rus en Sidon draaglijker zijn in de dag des oordeels dan v oor u. En gij, Kaf arnaüm, zult gij tot de hemel v erhev en worden? Tot het dodenrijk zult gij nederdalen; want indien in Sodom de krachten waren geschied, die in u geschied zijn, het zou geblev en zijn tot de dag v an heden. Maar Ik zeg u, het zal v oor het land v an Sodom draaglijker zijn in de dag des oordeels dan v oor u. Math. 12:41:
De mannen v an Ninev e zullen in het oordeel opstaan met dit geslacht en het v eroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking v an Jona en zie, meer dan Jona is hier.
De algemene openbaring van God wordt aan iedereen gegeven door het scheppingswonder. Rom. 1:20:
Want hetgeen v an Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het v erstand doorzien, zodat zij geen v erontschuldiging hebben.
Deze algemene openbaring van God in de schepping die aan alle mensen wordt gegeven, is de norm die gebruikt wordt om alle mensen te oordelen. Zij die daarnaast openbaring ontvangen door het Woord van God te horen zullen geoordeeld worden op basis van een hogere mate van kennis. Individueel: Elke persoon zal individueel geoordeeld worden. Ezech. 18:20:
De ziel die zondigt, die zal sterv en. Een zoon zal niet mede de ongerechtigheid v an de v ader dragen, en een v ader zal niet mede de ongerechtigheid v an de zoon dragen. De gerechtigheid v an de rechtv aardige zal alleen rusten op hemzelf en de goddeloosheid v an de goddeloze zal alleen rusten op hemzelf .
Het oordeel bepaalt de individuele eeuwige bestemming en zal niet in groepsverband plaatsvinden. Naar de Waarheid: Rom. 2:2:
Wij weten echter, dat het oordeel Gods onpartijdig gaat ov er hen, die zulke dingen bedrijv en. 109 van 143
Fundamenten van het geloof
Op basis van persoonlijk gedrag: Ieder van ons zal voor de rechterstoel van God komen en geoordeeld worden op basis van onze daden. De Bijbel noemt dit ‘oordeel naar werken’. 2Cor. 5:10:
Want wij moeten allen v oor de rechterstoel v an Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam v erricht heef t, naardat hij gedaan heef t, hetzij goed, hetzij kwaad.
Rom. 2:6:
die een ieder v ergelden zal naar zijn werken:
1Petr. 1:17:
En indien gij Hem als Vader aanroept, die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt, wandelt dan in v reze de tijd uwer v reemdelingschap,
Openb. 20:12:
En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande v oor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het (boek) des lev ens; en de doden werden geoordeeld op grond v an hetgeen in de boeken geschrev en stond, naar hun werken.
Het gaat bij het oordeel naar werken niet alleen om handelingen, maar ook om gedachten en motieven. God kijkt naar het hart, niet alleen naar het uiterlijke (1Sam. 16:7). Zonder partijdigheid: Het eeuwig oordeel zal onpartijdig plaatsvinden. Dit betekent dat niemand een voorkeursbehandeling krijgt. M ensen worden niet geoordeeld op basis van hun rijkdom, sociale positie, nationaliteit of onderwijs. 1Petr. 1:17:
En indien gij Hem als Vader aanroept, die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt, wandelt dan in v reze de tijd uwer v reemdelingschap,
Wanneer je respect voor iemand hebt, betekent dat vaak dat je oordeel ten aanzien van die persoon beïnvloed wordt door externe factoren als rijkdom, sociale status etc. Gods oordeel wordt niet beïnvloed door dergelijke factoren. 1Sam. 16:7:
Doch de HERE zeide tot Samuël: Let niet op zijn v oorkomen noch op zijn rijzige gestalte, want Ik heb hem v erworpen. Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat v oor ogen is, maar de HERE ziet het hart aan.
Naar de wet: Rom. 2:12:
Want allen, die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet v erloren gaan; en allen, die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden;
Naar rechtvaardigheid: Ps. 9:8:
Maar de HERE zetelt v oor eeuwig, zijn rechterstoel heef t Hij ten gerichte gezet;
Ps. 96:13:
v oor de HERE, want Hij komt, want Hij komt om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtigheid en de v olken in zijn trouw.
Hand. 17:31:
Maar toen de Joden uit Tessalonica bemerkten, dat het woord Gods ook te Berea door Paulus werd v erkondigd, kwamen zij ook daar de scharen opzetten en v erontrusten.
110 van 143
Rom. 2:5:
2Tim. 4:8:
Fundamenten van het geloof Maar in uw weerbarstigheid en onboetv aardigheid v an hart hoopt gij u toorn op tegen de dag des toorns en der openbaring v an het rechtv aardig oordeel Gods, v oorts ligt v oor mij gereed de krans der rechtv aardigheid, welke te dien dage de Here, de rechtv aardige rechter, mij zal gev en, doch niet alleen mij, maar ook allen, die zijn v erschijning hebben lief gehad.
Naar motieven en gedachten: 1Cor. 4:5:
Daarom, v elt geen oordeel v óór de tijd, dat de Here komt, die ook hetgeen in de duisternis v erborgen is, aan het licht zal brengen en de raadslagen der harten openbaar maken. En dan zal aan elk zijn lof geworden v an God.
Rom. 2:16:
ten dage, dat God het in de mensen v erborgene oordeelt v olgens mijn ev angelie, door Christus Jezus.
Hebr. 4:12-13:
Want het woord Gods is lev end en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het v aneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schif t ov erleggingen en gedachten des harten; en geen schepsel is v oor Hem v erborgen, want alle dingen liggen open en ontbloot v oor de ogen v an Hem, v oor wie wij rekenschap hebben af te leggen.
Tijden van oordeel De Bijbel geeft aan dat er een verleden oordeel is, een tegenwoordig en een toekomstig oordeel. Verleden oordeel: De Bijbel is een geschiedenis van Gods oordeel in het verleden. Vanaf de tijd van Adam en Eva zijn er verslagen van Gods oordeel over personen en volkeren. De Bijbel geeft het verslag van twee oordelen in het verleden, die heel belangrijk zijn voor gelovigen. Dat zijn de oordelen over satan en de wereld. God heeft al een oordeel geveld en de straf bepaald voor beiden. •
Satan en zijn engelen: Door de dood en de opstanding van Jezus Christus heeft God het laatste oordeel over satan geveld. Joh. 16:11:
oordeel, omdat de ov erste dezer wereld geoordeeld is.
Col. 2:15:
Hij heef t de ov erheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo ov er hen gezegev ierd.
Satan is al geoordeeld door God. Hij heeft nog recht op beperkte activiteiten tot hij in de poel van vuur wordt geworpen bij het einde van de wereld; maar hij is al schuldig bevonden. Satans engelen, die hun oorspronkelijke positie in de hemel verlieten als engelen van God om met hem te rebelleren tegen God, zijn ook al veroordeeld. Jud. 6: en dat Hij engelen, die aan hun oorsprong ontrouw werden en hun eigen woning v erlieten, v oor het oordeel v an de grote dag met eeuwige banden onder donkerheid heef t bewaard gehouden;
111 van 143
Fundamenten van het geloof
•
De wereld: Joh. 12:31:
Nu gaat er een oordeel ov er deze wereld; nu zal de ov erste dezer wereld buitengeworpen worden;
Omdat zij verknoeid is door de aanwezigheid van zonde, is de tastbare wereld al veroordeeld door God. De Bijbel zegt dat de wereld vernietigd zal worden door vuur. 2Petr. 3:10:
Maar de dag des Heren zal komen als een dief . Op die dag zullen de hemelen met gedruis v oorbijgaan en de elementen door v uur v ergaan, en de aarde en de werken daarop zullen gev onden worden.
Tegenwoordig oordeel: Er is op dit moment een oordeel dat voortdurend doorgaat. Alle mensen worden op dit moment geoordeeld als zondig of rechtvaardig ten aanzien van God. Het tegenwoordige oordeel vindt plaats op basis van het al dan niet aannemen van Jezus als Redder. Joh. 3:18:
Wie in Hem geloof t, wordt niet v eroordeeld; wie niet geloof t, is reeds v eroordeeld, omdat hij niet heef t geloof d in de naam v an de eniggeboren Zoon v an God.
Gods tegenwoordige oordeel over ongelovigen gebeurt door Zijn woede te tonen omdat zij de Waarheid verhinderen. Rom. 1:18:
Want toorn v an God openbaart zich v an de hemel ov er alle goddeloosheid en ongerechtigheid v an mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden,
Gods tegenwoordige oordeel over de gelovigen is liefde. Hij corrigeert hen als zij iets fout doen. Hebr. 12:5-6, 8: en gij hebt de v ermaning v ergeten, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht de tuchtiging des Heren niet gering, en v erslap niet, als gij door Hem bestraf t wordt, want wie Hij lief heef t, tuchtigt de Here, en Hij kastijdt iedere zoon, die Hij aanneemt… Blijf t gij echter v rij v an de tuchtiging, welke allen ondergaan hebben, dan zijt gij bastaards, en geen zonen.
Net als een natuurlijke vader zijn kinderen corrigeert, corrigeert God het gedrag van Zijn kinderen. Wanneer zij zondigen, wijst God hen in liefde terecht zoals een vader bij zijn kinderen doet. Gods tuchtiging (terechtwijzing) voor Zijn kinderen heeft een doel: Hebr. 12:11:
Want alle tucht schijnt op het ogenblik zelf geen v reugde, maar smart te brengen, doch later brengt zij hun, die erdoor geoef end zijn, een v reedzame v rucht, die bestaat in gerechtigheid.
Toekomstig oordeel: In Hebr. 6 heeft Paulus het over het toekomstige oordeel, wanneer hij spreekt over ‘een eeuwig oordeel’. Eeuwig oordeel vindt plaats na de dood. Hebr. 9:27:
En zoals het de mensen beschikt is, éénmaal te sterv en en daarna het oordeel,
Je leerde in de vorige les al dat van een persoon die sterft onmiddellijk bepaald wordt of hij de aanwezigheid van God mag binnengaan of niet. De bestemming van de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen verschillen. M aar het laatste oordeel, dat hun eeuwige bestemming 112 van 143
Fundamenten van het geloof
bevestigt, komt bij het einde van de wereld en de opstanding. 2Tim. 4:1:
Ik betuig u nadrukkelijk v oor God en Christus Jezus, die lev enden en doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn v erschijning als op zijn koningschap:
Jud. 14-15:
Ook ov er hen heef t Henoch, de zev ende v an Adam af , geprof eteerd, zeggende: Zie, de Here is gekomen met zijn heilige tienduizenden, om ov er allen de v ierschaar te spannen en alle goddelozen te straf f en v oor al hun goddeloze werken, die zij goddeloos bedrev en hebben, en v oor al de harde taal, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben.
De plaatsen van het eeuwige oordeel Er zijn drie plaatsen waar het laatste oordeel zal plaatsvinden: De rechterstoel van Christus: Hier worden de echte gelovigen geoordeeld. Rom. 14:10:
Gij echter, wat oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat minacht gij uw broeder? Want wij zullen allen gesteld worden v oor de rechterstoel Gods.
2Cor. 5:10:
Want wij moeten allen v oor de rechterstoel v an Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam v erricht heef t, naardat hij gedaan heef t, hetzij goed, hetzij kwaad.
De troon van Zijn glorie: De tweede plaats van oordeel wordt ‘de troon van de glorie van Christus’ genoemd. Zij die daar geoordeeld worden zijn degenen die op aarde verbleven tijdens de verdrukking. De rechtvaardigen zullen opgewekt en geoordeeld worden vlak voordat Jezus Zijn 1000 jarige Koninkrijk op aarde vestigt. Openb. 20:4-5:
En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegev en; en (ik zag) de zielen v an hen, die onthoof d waren om het getuigenis v an Jezus en om het woord v an God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun v oorhoof d en op hun hand ontv angen hadden; en zij werden weder lev end en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang. De ov erige doden werden niet weder lev end, v oordat de duizend jaren v oleindigd waren.
De grote witte troon: De laatste plaats van oordeel heet ‘de grote witte troon’. Daar worden de resterende doden geoordeeld die aan het eind van het 1000 jarige rijk opgewekt worden (dit is de tweede opstanding of de opstanding van de onrechtvaardigen). Het oordeel vanaf de grote witte troon wordt beschreven in Openb. 20:11-15. De onrechtvaardigen zullen geoordeeld worden op basis van hun zonden en in de poel van vuur geworpen worden samen met satan en zijn engelen. Eeuwig oordeel Er zullen in het laatste oordeel twee basisgroepen zijn die geoordeeld zullen worden: gelovigen en ongelovigen.
113 van 143
Fundamenten van het geloof
Gelovigen: Gelovigen zullen geoordeeld worden naar hun werken en op basis daarvan een beloning ontvangen. Rom. 14:12:
Zo zal [dan] een ieder onzer v oor zichzelf rekenschap gev en [aan God].
2Cor. 5:10:
Want wij moeten allen v oor de rechterstoel v an Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam v erricht heef t, naardat hij gedaan heef t, hetzij goed, hetzij kwaad.
Gelovigen worden geoordeeld op de wijze waarop zij hun leven hebben opgebouwd op het fundament van Gods Woord. 1Petr. 4:17-18:
Want het is nu de tijd, dat het oordeel begint bij het huis Gods; als het bij ons begint, wat zal het einde zijn v an hen, die ongehoorzaam blijv en aan het ev angelie Gods? En indien de rechtv aardige ternauwernood behouden wordt, waar zal dan de goddeloze en zondaar v erschijnen?
1Cor. 3:12-15:
Is er iemand, die op dit f undament bouwt met goud, zilv er, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met v uur v erschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het v uur uitmaken. Indien het werk, dat hij erop gebouwd heef t, standhoudt, zal hij loon ontv angen, maar indien iemands werk v erbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door v uur heen.
In de natuurlijke wereld groeien hout, hooi en stoppels zichtbaar boven de grond. Ze verbranden gemakkelijk. Het zijn de werken die de gelovigen doen om gezien te worden door andere mensen. Het motief voor deze werken was verkeerd. Goud en zilver worden niet vernietigd door vuur. In de natuurlijke wereld bevinden deze stoffen zich onder de grond en kunnen ze niet door de mens worden gezien. Ze zijn het voorbeeld van werken die gedaan worden met de juiste motieven. Deze werken werden niet gedaan om indruk te maken op de mensen. Ze zijn waardevol voor God Koninkrijk omdat zij werden gedaan vanuit de juiste motieven. De werken van de echte gelovigen zullen geoordeeld worden op basis van gehoorzaamheid. De gelijkenis van de talenten (M ath. 25:14-30) en de gelijkenis van de ponden (Luk. 19:1127) werden verteld door Jezus om deze waarheid te onderstrepen. In beide gelijkenissen werden de knechten beoordeeld op basis van wat ze gedaan hadden met datgene wat zij ontvangen hadden. Zij moesten hun gaven investeren voor hun bazen. Ongehoorzame knechten kregen het oordeel dat zij ontrouw waren. Net als in de gelijkenissen heeft onze Heer ons verantwoordelijkheden gegeven. Een van die verantwoordelijkheden is de grote opdracht. Math. 28:19-20: Gaat dan henen, maakt al de v olken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bev olen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de v oleinding der wereld.
We moeten dat wat God ons gegeven heeft, de boodschap van het Evangelie, nemen en reproduceren door het te delen met anderen door de hele wereld. Wanneer wij gehoorzamen aan deze opdracht investeren wij wat God ons heeft gegeven en laten we het toenemen. Sommigen hebben, ten aanzien van deze opdracht, grotere verantwoordelijkheden dan anderen. Ze heten herders, evangelisten, leraars etc. M aar elke wedergeboren gelovige heeft een bepaalde mate van verantwoordelijkheid om de wereld te bereiken met het Evangelie. 114 van 143
Fundamenten van het geloof
Gelovigen zullen geoordeeld worden op basis van betrouwbaarheid ten aanzien van de verantwoordelijkheden die God hen heeft gegeven. 1Cor. 4:2:
Voor zulke beheerders is dit tenslotte het v ereiste: betrouwbaar te blijken.
Gelovigen zullen niet beoordeeld worden op basis van hun bekwaamheden, onderwijs of gaven van de Geest. Ze zullen geoordeeld worden op basis van gehoorzaamheid en betrouwbaarheid ten aanzien van de taak die God hen geeft. Het oordeel van echte gelovigen is er niet eentje tot veroordeling. Echte gelovigen kunnen niet veroordeeld worden tot eeuwige straf. Omdat zij Jezus Christus geaccepteerd hebben zijn zij overgegaan van geestelijke dood naar eeuwig leven. Joh. 5:24:
Voorwaar, v oorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem geloof t, die Mij gezonden heef t, heef t eeuwig lev en en komt niet in het oordeel, want hij is ov ergegaan uit de dood in het lev en.
Een echte gelovige is iemand die berouw heeft getoond over zijn zonden, zich daarvan af heeft gekeerd en geloof in God heeft getoond door het accepteren van Jezus Christus als persoonlijke Redder. Hij is iemand die een nieuwe schepping is geworden en die leeft in Christus. Paulus bevestigt: Rom. 8:1:
Zo is er dan nu geen v eroordeling v oor hen, die in Christus Jezus zijn.
Wanneer een zondaar tot Jezus komt wordt het archief van zijn zonden volledig gewist. Wanneer een gelovige zondigt, hoeft hij zich alleen maar te bekeren en zijn zonden te belijden en verwijdert God ze uit zijn archief. 1Joh. 1:9:
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtv aardig, om ons de zonden te v ergev en en ons te reinigen v an alle ongerechtigheid.
Ongelovigen: De onrechtvaardigen zullen geoordeeld worden voor hun zonden en daarvoor boeten. God houdt een verslag bij wat ‘het boek des levens’ heet, waarin de namen staan van hen die berouw toonden en Jezus Christus accepteerden en echte gelovigen werden. Zij die Hem verworpen hebben zullen geoordeeld worden voor hun zonden en de eeuwige straf ondergaan. Hun namen zijn niet opgeschreven in het boek des levens. Openb. 20:15:
En wanneer iemand niet bev onden werd geschrev en te zijn in het boek des lev ens, werd hij geworpen in de poel des v uurs.
Het is belangrijk om te begrijpen dat je moet leven als een nieuwe schepping in Jezus, na je bekering. Het is mogelijk om gered te worden en dan, door doorgaan met je zonde, terug te vallen in je oude leven. De Bijbel bevestigt dat het mogelijk is dat je naam in het boek des levens is opgeschreven en dat deze gewist wordt ten gevolge van zonde. Ex. 32:33:
Maar de HERE zeide tot Mozes: Wie tegen Mij gezondigd heef t, zal Ik uit mijn boek delgen.
Daarom is het zo belangrijk dat je leert een heilig leven te leven. (In een volgende les komen we hier op terug). Door de zonden in je leven te overwinnen, kun jij er zeker van zijn dat God jouw naam niet uit het boek des levens verwijdert. 115 van 143
Openb. 3:5:
Fundamenten van het geloof Wie ov erwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des lev ens, maar Ik zal zijn naam belijden v oor mijn Vader en v oor zijn engelen.
De bestemming van de rechtvaardigen De rechtvaardigen zijn bestemd om eeuwig leven te hebben in de aanwezigheid van God. De aanwezigheid van God wordt ‘hemel’ genoemd. In de Bijbel wordt het beschreven met verschillende namen. Het huis van de Vader: Jezus beschreef het als ‘het huis van Zijn Vader’, een thuisplaats, een plaats van rust en gemeenschap. Joh. 14:2:
In het huis mijns Vaders zijn v ele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want Ik ga heen om u plaats te bereiden;
Een hemels land: De Bijbel beschrijft de hemel als een land, waar wij naar toe reizen, net zoals Israël naar het beloofde land reisde. Hebr. 11:16:
maar nu v erlangen zij naar een beter, dat is een hemels, v aderland. Daarom schaamt God Zich v oor hen niet hun God te heten, want Hij had hun een stad bereid.
Een stad: Openb. 21:2:
En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, v an God, getooid als een bruid, die v oor haar man v ersierd is.
Heiligheid: Openb. 21:27:
En in haar zal niets onreins binnenkomen, en niemand, die gruwel en leugen doet, maar alleen zij, die geschrev en zijn in het boek des lev ens v an het Lam.
Blijdschap: Openb. 21:4:
en Hij zal alle tranen v an hun ogen af wissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn v oorbijgegaan.
Schoonheid: Openb. 21:18:
En de bouwstof v an haar muur was diamant; en de stad was zuiv er goud, gelijk zuiv er glas.
Verering: Openb. 7:15:
Daarom zijn zij v oor de troon v an God en zij v ereren Hem dag en nacht in zijn tempel; en Hij, die op de troon gezeten is, zal zijn tent ov er hen uitspreiden.
Regeren met Christus: Jezus beloofde: 116 van 143
Openb. 3:21:
Fundamenten van het geloof Wie ov erwint, hem zal Ik gev en met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb ov erwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.
Aanbidding: Openb. 5:14:
En de v ier dieren zeiden: Amen. En de oudsten wierpen zich neder en aanbaden.
Licht en glorie: Openb. 21:23:
En de stad heef t de zon en de maan niet v an node, dat die haar beschijnen, want de heerlijkheid Gods v erlicht haar en haar lamp is het Lam.
Een plaats met nieuw perspectief: Wanneer we in de hemel zijn ontvangen we een nieuw perspectief op alles. Jes. 65:17:
Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; aan wat v roeger was, zal niet gedacht worden, het zal niemand in de zin komen.
De woonplaats van God: Openb. 21:3:
En ik hoorde een luide stem v an de troon zeggen: Zie, de tent v an God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn v olken zijn en God zelf zal bij hen zijn,
Eeuwige bestemming van de onrechtvaardigen Hel is de bestemming van de onrechtvaardigen. Hel is een plaats van: Extreem lijden: Openb. 20:10:
en de duiv el, die hen v erleidde, werd geworpen in de poel v an v uur en zwav el, waar ook het beest en de v alse prof eet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheden.
Herinnering en spijt: Luk. 16:23, 25: en de duiv el, die hen v erleidde, werd geworpen in de poel v an v uur en zwav el, waar ook het beest en de v alse prof eet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheden… Maar Abraham zeide: Kind, herinner u, hoe gij het goede tijdens uw lev en hebt ontv angen en insgelijks Lazarus het kwade; nu wordt hij hier v ertroost en gij lijdt pijn.
Onbevredigd verlangen: Luk. 16:24:
En hij riep en zeide: Vader Abraham, heb medelijden met mij en zend Lazarus, opdat hij de top v an zijn v inger in water dope en mijn tong v erkoele, want ik lijd pijn in deze v lam.
Afgrijzen: Dan. 12:2:
Velen v an hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig lev en en genen tot v ersmading, tot eeuwig af grijzen. 117 van 143
Fundamenten van het geloof
Slecht gezelschap: Openb. 21:8:
Maar de laf hartigen, de ongelov igen, de v erf oeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tov enaars, de af godendienaars en alle leugenaars – hun deel is in de poel, die brandt v an v uur en zwav el: dit is de tweede dood.
Hopeloosheid: Spr. 11:7:
Bij de dood v an een goddeloos mens v ergaat de v erwachting, en het v erlangen der boosheid gaat teniet.
Eeuwige straf: De hel was oorspronkelijk bedoeld voor satan en zijn engelen. M aar door zijn zonde werd de mens ook bestemd tot een eeuwigheid in de hel, tenzij hij gered is door Jezus Christus. Math. 25:41:
Dan zal Hij ook tot hen, die aan zijn linkerhand zijn, zeggen: Gaat weg v an Mij, gij v erv loekten, naar het eeuwige v uur, dat v oor de duiv el en zijn engelen bereid is.
De straf voor de Goddelozen is eeuwigdurend. Hetzelfde woord dat voor eeuwig leven (Joh. 3:15) wordt gebruikt en voor eeuwige God (1Tim. 1:17), wordt ook gebruikt voor de beschrijving van het eeuwige oordeel (Hebr. 6:2). Wanneer één van deze tijdelijk zou zijn, dan zouden de anderen ook tijdelijk zijn. Er is geen manier om te ontsnappen aan de conclusie dat God eeuwig is en het eeuwige leven ook. Dus moet de straf in de hel dat ook zijn. God stuurt de mens niet naar de hel. De mens kiest ervoor door Jezus te verwerpen en een zondig leven te leven. God heeft voorzien in een weg om te ontkomen aan de eeuwige straf door Zijn reddingsplan. Hij wil niet dat iemand verloren gaat. Hoe moeten we dan leven? Hoe zou de leer van het eeuwige oordeel het leven van de gelovigen moeten beïnvloeden? De apostel Petrus gaf antwoord op deze vraag toen hij over dit onderwerp schreef. 2Petr. 3:11,14:
Daar al deze dingen aldus v ergaan, hoedanig behoort gij dan te zijn in heilige wandel en godsv rucht… Daarom, gelief den, beijv ert u in deze v erwachting, onbev lekt en onberispelijk te blijken v oor Hem in v rede,
Het begrijpen van het eeuwige oordeel moet geestelijke volwassenheid bewerken in het leven van de gelovige. Geestelijke volwassenheid wordt in het volgende hoofdstuk besproken.
118 van 143
Fundamenten van het geloof
Zelftest 1. Op welke twee manieren wordt het word ‘oordeel’ in het Oude Testament gebruikt? ______________________________________ _____________________________________ 2. Wat is de betekenis van het woord ‘oordelen’? ___________________________________________________________________________ 3. Waarom is oordeel noodzakelijk? ___________________________________________________________________________ 4. Wie oordeelt er tijdens het laatste oordeel? ___________________________________________________________________________ 5. Wie wordt er dan geoordeeld? ___________________________________________________________________________ 6. Welke principes bepalen het oordeel op dat moment? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 7. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ 8. Schrijf een ‘G’ voor een goede uitspraak een een ‘F’ voor een foute uitspraak. a. _____ Er is voortdurend een oordeel gaande. b. _____ Er is een oordeel gepland op een speciaal moment in de toekomst. c. _____ De Bijbel zegt ons niet of ere en oordeel plaatsvindt in de toekomst.
(Antwoorden op de zelftesten vindt je achterin deze handleiding) 119 van 143
Fundamenten van het geloof
Vervolgstudie Dit hoofdstuk ging over het onderwijs over oordeel, zoals dat in de Bijbel wordt genoemd. Om je kennis uit te breiden op dit gebied kun je het volgende raamwerk gebruiken: Oordeel is een kenmerk van God: Ps. 89:14; 97:2; 99:1-5; Jes. 28:5-6; 30:18; 61:8; Dan. 4:37 Doelen van Gods oordeel: • Leven geven: • Zijn volk redden: • Vestigen: • Tuchtigen (terecht wijzen): • Zijn mensen helpen:
Lev. 18:4-5; Neh. 9:29; Ps. 119:149,156 Ex. 6:6; 7:4; Jes. 1:27 1Kron. 28:7; Ps. 37:28; Spr. 2:8; Zef. 2:3 Ps. 119:75; Jer. 10:24; Hab. 1:12 Ps. 76:8-9; 119:175
De zegeningen van Gods oordeel: • Troost: • Beloning: • Instructie en rechtvaardigheid:
Ps. 119:52 Ps. 58:11 Jes. 26:8-9
Straffen wanneer niet gereageerd wordt op Zijn oordeel: Ze staan vermeld in Ezech. 5:6-17; 11:11-12; 14:21; M al. 2:1-4; 3:1-6 Het karakter van Gods oordelen: • Rechtvaardig: • • • • • • • •
Deut. 4:8; Ps. 19:9; 119:137; Jer. 11:20; 2Thess. 1:4-6; 1Petr. 2:23; Openb. 15:4; 16:7; 19:2,11 Gebaseerd op liefde: Ps. 33:5 Waarachtig en rechtvaardig: Ps. 111:7; Spr. 2:9; Jer. 4:2; Joh. 8:15-16 Ver boven het slechte: Ps. 10:5 Eeuwig: Ps. 119:160 Groot: Ps. 36:6-7 Vernieuwd: Zef. 3:15 Rom. 11:33 Onnaspeurlijk: Openb. 15:4 Zichtbaar voor ons:
Wie wordt door God geoordeeld: • Alle mensen: • Zij die de rechtvaardigen vervolgen: • De rechtvaardigen: • Spotters: • Ieder mens: • Jonge mensen: • Volkeren: • Leiders: • De kwaden:
Ps. 7:8; 9:7-8; 96:10; Hebr. 12:23; Jud. 15-16 Ps. 119:84 Ps. 7:11 Spr. 19:29 Spr. 29:26 Pred. 11:9 Jes. 2:4 Jes. 3:13-14 Deut. 7:10-11; Jer. 1:16; Hebr. 13:4; Jud. 15-16
120 van 143
Fundamenten van het geloof
• • • • • • • •
De wereld: De prins van de wereld (satan): Zij die zonder kerk zijn: Zijn volk: Leraars: Klagers: De kerk (huis van God): De heidenen:
Hoe God oordeelt: • Door Jezus Christus: • Door de Heilige Geest: • Naar Gods Woord: • Naar het werk van een ieder: • Door Zijn dienaren:
Joh. 9:39; 12:31 Joh. 16:11; 12:31 1Cor. 5:13 Hebr. 10:30 Jak. 3:1 Jak. 5:9 1Petr. 4:17 Ezech. 39:21
Joh. 5:22,27 Joh. 16:11; Ezech. 36:27 Joh. 12:48 1Petr. 1:17 Ezech. 44:24; Hos. 6:5
Onze houding ten aanzien van Gods oordelen: Wij moeten: Ezra 7:10; Ps. 37:30 • Ze onderwijzen: Deut. 11:32 • Bekijk en doe ze: Ps. 48:11; 97:8; 119:7,62,164 • Prijs God voor ze: • Verlang ernaar: Ps. 119:20 • Zet ze voor ons: Ps. 119:30 • Hoop op ze: Ps. 119:43 Ps. 119:13 • Proclameer ze: Verlaat ze niet: Ps. 119:102 • Ps. 119:120 • Wees er bang voor: Ps. 35:23 • Wees er bewust van: • Vraag God ons te oordelen: Ps. 35:24 Hand. 24:25 • Preek Zijn oordelen: De doelen van Gods tegenwoordige oordelen: Zijn doelen voor tuchtiging van de gelovigen: • Ons heilig maken: • Rechtvaardigheid in ons leven brengen: • Leven brengen: • Ons voorbereiden op de leiding van de Geest: • Eer brengen: • Wijsheid brengen: • De vreze des Heren leren: • Ons vervolmaken: • Ons geduld leren: • Veroordeling tegengaan: 121 van 143
Hebr. 12:10 Hebr. 12:11 Hebr. 12:9; Spr. 15:31 Spr. 1:23 Spr. 13:18 Spr. 15:5,32 Spr. 15:33 Col. 1:28; 2Tim. 3:16-17 1Petr. 2:20 1Cor. 11:32
Fundamenten van het geloof
• •
Berouw brengen: Ons corrigeren:
De redenen om te tuchtigen: • Zonden en terugval: • Fouten: • Ongeloof: • Ongehoorzaamheid: • Partijdigheid:
Openb. 3:19; Rom. 2:4 Jer. 10:24
Jer. 2:19; Joh. 3:20; 16:8; 2Petr. 2:16 1Petr. 2:20 Rom. 11:20 Luk. 12:47-48 Job 13:10
Hoe je tuchtiging kunt voorkomen: 1Cor. 11:31-32 [zelfonderzoek]; Rom. 11:22; Fil. 2:12-16 De mate van tuchtiging: God gebruikt een patroon van tuchtiging in ons leven. Het gaat van afkeuring, wat een eenvoudige vorm van tuchtiging is, tot vormen die veel zwaarder zijn (Hebr. 12:11). • Afkeuring: Om een fout recht te zetten, wordt afkeuring uitgesproken, instructie of correctie gegeven. God spreekt tot ons en keurt af wat er fout is in ons leven. Jes. 11:4; Ps. 50:21; 141:5; Spr. 1:23; Ef. 5:13; 2Tim. 3:16 • Bestraffing: Een scherpe afkeuring of reprimande. Wanneer wij niet luisteren naar afkeuring zal God strenger worden in Zijn optreden. Hebr. 12:5; Openb. 3:19; Ps. 6:1; Deut. 28:20 • Toorn: Wanneer we volharden in onze zonde, nadat God bestraft heeft, en we weigeren Gods correctie te accepteren, dan kan Zijn toorn over ons komen. Rom. 2:8-9. • Verdrukking: Gods toorn kan aan ons geopenbaard worden door verdrukkingen. Dit kan plaatsvinden op financieel, materieel en lichamelijk gebied (Dit betekent niet dat iedere verdrukking een oordeel van God is). Rom. 2:9, Ps. 119:75; Deut. 28:15-47; Lev. 26:14-39; Amos 4:6-13 • Verwerping: Dit is de laatste stap in Gods oordeel, wanneer tuchtiging niet helpt om je tot inkeer te brengen. Hebr. 6:4-6; 10:26-31; Jer. 14:11-12; 2Petr. 2:20; 1Joh. 5:16; Spr. 1:25-32; 5:1-23; 15:10; 29:1 De gevolgen van tuchtiging: Gods plan met tuchtiging is dat het ons ertoe moet brengen om terug te keren naar Hem (Hos. 6:1).
122 van 143
Fundamenten van het geloof
11. Vervolmaking Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • • • • • •
Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven Het woord ‘volmaaktheid’ definiëren Het voorbeeld van volmaaktheid voor de gelovigen noemen De norm van volmaaktheid voor de gelovigen beschrijven Onderscheid maken tussen beginnende volmaaktheid en toenemende volmaaktheid Factoren noemen die te maken hebben met het vervolmakingsproces
S leutelvers: Gij dan zult v olmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader v olmaakt is.
Math. 5:48:
Inleiding Net zoals een goede fundering in de natuurlijke wereld noodzakelijk is om een goed gebouw neer te zetten, is een goede geestelijke fundering noodzakelijk voor de gelovige. Door de gelijkenis over de twee fundamenten heb je geleerd dat je geestelijke fundament gebaseerd moet worden op Gods Woord. Hebr. 6:1-3 zegt dat het fundament van geloof bestaat uit: o o o o o o
Bekering van dode werken Geloof in God Leer van dopen Opleggen der handen Opstanding der doden Eeuwig oordeel
Dit zijn de basisleerstellingen van het Woord van God, waarop wij ons geestelijke leven moeten bouwen. We hebben ze allemaal bekeken in de vorige hoofdstukken. Op naar volmaaktheid In Hebr. 6:1-3 geeft Paulus nog een extra stap om je geestelijke leven op te bouwen. Hebr. 6:1:
Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het v olkomene, zonder opnieuw het f undament te leggen v an bekering v an dode werken en v an geloof in God,
Bekering van dode werken, geloof in God, dopen, handoplegging, opstanding der doden en een eeuwig oordeel zijn allemaal principes uit de leer van Christus. Er zijn twee uitersten gebruikelijk onder de gelovigen. De ene is dat zij kennis van Gods Woord hebben, maar dit niet toepassen in hun dagelijkse leven. De andere is dat gelovigen de 123 van 143
Fundamenten van het geloof
nadruk leggen op ervaring en de leer negeren. Zowel de leer als ervaring zijn belangrijk. Een goed begrip van de leer zal ervaringen tot gevolg hebben. M aar ervaringen die niet gebaseerd zijn op de Bijbelse leer zijn onbetrouwbaar. Je moet niet alleen de basisleerstellingen uit Hebr. 6:1-3 begrijpen. Je moet ze ook ervaren. Wanneer jij je leven eenmaal gebouwd hebt op de leerstellingen door ervaring heen, moet je leren je ‘te richten op het volkomene’. Dat is het doel van dit hoofdstuk. Definitie Het woord ‘volmaaktheid’ betekent: compleet, afgemaakt en volwassen. De Bijbel gebruikt vaker ‘volmaaktheid’ of ‘volkomenheid’ dan ‘volwassenheid’, om de geestelijke volwassenheid van de gelovige te beschrijven. Een ‘volmaakte’ Christen is iemand de geestelijk volwassen is geworden. Dit betekent dat zijn lichaam, ziel en geest onder controle staan van de Heilige Geest. Het woord ‘volmaaktheid’ komt overeen met ‘heiliging’ of ‘toewijding’, die ook in de Bijbel worden gebruikt. ‘Heiliging’ betekent: apart gezet worden voor God. ‘Toewijding’ betekent: jezelf volledig op iets richten, apart gezet worden in rechtvaardigheid. Twee gevaren Er zijn twee gevaren wanneer er nadruk gelegd wordt op het geestelijke fundament zonder aandacht te besteden aan vervolmaking. 1. Je kunt een goed geestelijk fundament leggen en nooit geestelijk volwassen worden 2. De neiging om een ‘superstructuur’ te bouwen op een verkeerd geestelijk fundament Het fundament afmaken Een fundament is geen compleet gebouw. Er moet nog iets op het fundament geplaatst worden om een gebouw te krijgen. Dat wat erop gebouwd wordt is waarneembaar voor de omgeving. Een goed geestelijk fundament is niet het laatste doel van de gelovige. Luk. 14:29-30:
Anders zouden, als hij de f undering gemaakt had, en het werk niet kon v oltooien, allen, die het zagen, beginnen hem te bespotten, zeggende: Die man begon te bouwen, maar hij kon het niet v oltooien.
Veel mensen beginnen met God. Ze horen het Evangelie, bekeren zich van dode werken, hebben geloof in God, maar gaan niet verder dan dit punt. Ze maken hun geestelijke fundament nooit af en vervolmaken zich niet. Een gedeeltelijk fundament werkt niet in de natuurlijke wereld. Je kunt geen gebouw plaatsen op een gedeeltelijk fundament; het zou immers op den duur instorten. Je moet het fundament afmaken en dan beginnen met de bouw van het huis. Gelovigen die hun fundament niet afgemaakt hebben zullen, onder druk, in moeilijkheden komen. Ze hebben een leven dat geestelijk gezien ‘op en neer’ gaat. Hun geestelijke gebouw is niet bestand tegen de stormen van het leven. Ze kunnen zich niet vervolmaken (geestelijk volwassen worden) omdat hun fundament incompleet is.
124 van 143
Fundamenten van het geloof
Het gebouw bouwen In de natuurlijke wereld is een fundament op zich niet erg functioneel. Het gebouw, dat op het fundament geplaatst wordt, kan functioneren als huis, kantoor of school. De reden waarom sommige Christenen geestelijk onvolwassen blijven is omdat zij alleen een geestelijk fundament plaatsen en er geen gebouw op zetten. Paulus had het over deze geestelijk onvolwassen gelovigen. Hebr. 5:12-14:
Want hoewel gij, naar de tijd gerekend, leraars behoordet te zijn, hebt gij weer nodig, dat men u de eerste beginselen v an de uitspraken Gods leert, en gij hebt nog melk nodig (en) geen v aste spijs. Want ieder, die nog v an melk leef t, heef t geen weet v an de rechte prediking: hij is nog een zuigeling. Maar de v aste spijs is v oor de v olwassenen, die door het gebruik hun zinnen geoef end hebben in het onderscheiden v an goed en kwaad.
Paulus zei tegen de gelovigen in Corinthe dat het tijd werd dat zij anderen het Evangelie gingen onderwijzen. In plaats daarvan moesten ze eerst onderwezen worden in de eerste (fundamentele) principes van God. Hij vergeleek ze met baby’s die alleen melk konden drinken. M aar ‘melk’ betekent: de eerste principes van God. M elk is heel erg gezond en het brengt groei, maar er moet een tijd komen dat de baby overgaat naar vast voedsel. Jes. 28:9:
Wie wil hij kennis leren en wie wil hij een openbaring doen v erstaan? Hun die v an de melk gespeend, aan de borst ontwend zijn?
Zoals in de natuurlijke wereld een baby op den duur af moet stappen van de melk, zo is dat ook noodzakelijk in de geestelijke wereld. Gelovigen moeten verder gaan dan de eerste principes naar geestelijk volwassenheid (vervolmaking). Geestelijk volwassen gelovigen zijn in staat om het vaste voedsel van het Woord van God tot zich te nemen, niet alleen de melk. De oproep tot volmaaktheid Jezus roept Zijn volgelingen op tot volmaaktheid. Math. 5:48:
Gij dan zult v olmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader v olmaakt is.
Deze volmaaktheid reflecteert de aanwezigheid van God. Joh. 17:23:
Ik in hen en Gij in Mij, dat zij v olmaakt zijn tot één, opdat de wereld erkenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en dat Gij hen lief gehad hebt, gelijk Gij Mij lief gehad hebt
Het heeft geestelijke volwassenheid tot gevolg. 1Cor. 14:20:
Broeders, weest geen kinderen in het v erstand, maar in de boosheid; wordt in het v erstand v olwassen.
Volmaaktheid was ook een doel van de vroege kerk. 2Cor. 13: 9,11: Want wij v erblijden ons, als gij krachtig zijt, al zijn wij zwak; want dit bidden wij, dat het met u geheel in orde komt… Ov erigens, broeders, weest blijde, laat u terecht brengen, 125 van 143
Fundamenten van het geloof laat u v ermanen, weest eensgezind, houdt v rede, en de God der lief de en des v redes zal met u zijn.
Persoonlijke volmaaktheid heeft tot gevolg dat je perfect verbonden wordt met andere gelovigen in het Lichaam van Christus. 1Cor. 1:10:
Doch ik v ermaan u, broeders, bij de naam v an onze Here Jezus Christus: weest allen eenstemmig en laten er geen scheuringen onder u zijn; weest v ast aaneengesloten, één v an zin en één v an gev oelen.
Verdeling in het Lichaam van Christus is het gevolg van geestelijke onvolwassenheid. Voorbeelden van volmaaktheid Jezus is het voorbeeld van volmaaktheid voor gelovigen. 1Petr. 2:21:
Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus v oor u geleden heef t en u een v oorbeeld heef t nagelaten, opdat gij in zijn v oetstappen zoudt treden;
Hebr. 2:10:
Want het v oegde Hem, om wie en door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om v ele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman hunner behoudenis door lijden heen zou v olmaken.
Hebr. 5:9:
en toen Hij het einde had bereikt, is Hij v oor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak v an eeuwig heil geworden,
God wil dat de gelovigen gevormd worden naar het beeld van Jezus, die ons voorbeeld van volmaaktheid is. Rom. 8:29:
Want die Hij tev oren gekend heef t, heef t Hij ook tev oren bestemd tot gelijkv ormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder v ele broederen
De norm voor volmaaktheid De norm voor volmaaktheid, waar gelovigen aan getoetst worden, is Gods Woord. Jezus was het voorbeeld van volmaaktheid en gedroeg Zich volmaakt in overeenstemming met Gods Woord omdat Hij de zichtbare openbaring is van Gods Woord. God heeft normen in Zijn Woord gegeven die ons leven horen te bepalen. De eerste normen die Hij de mens gaf, noemde Hij ‘wet’. Die staan genoteerd in de eerste vijf boeken van het Oude Testament. Veel van de Oud Testamentische geschiedenis gaat over de onbekwaamheid van de mens om de wet van God te houden. God wist dat de mens niet in staat is om uit zichzelf Zijn wet te houden. M aar God had enkele speciale redenen waarom Hij de wet gaf. Eén van die redenen was de mens bewust laten worden van zijn zondige toestand. Een andere reden was: hen tonen dat zij nooit rechtvaardig konden worden door eigen pogingen. Rom. 3:20:
daarom, dat uit werken der wet geen v lees v oor Hem gerechtv aardigd zal worden, want wet doet zonde kennen.
God liet ons niet achter in deze hopeloze situatie. Door de wet beloofde Hij de M essias. 126 van 143
Fundamenten van het geloof Deut. 18:18-19: een prof eet zal Ik hun v erwekken uit het midden v an hun broederen, zoals gij zijt; Ik zal mijn woorden in zijn mond leggen, en hij zal alles tot hen zeggen, wat Ik hem gebied. De man, die niet luistert naar de woorden welke hij in mijn naam spreken zal, v an die zal Ik rekenschap v ragen.
In Hand. 3:22-26 worden dezelfde woorden geciteerd door de apostel Petrus en toegepast op Jezus Christus. In het Oude Testament waren er verschillende offers nodig voor de zonde. Nadat Jezus Zijn leven heeft opgeofferd voor de zonde van de hele mensheid, waren de offers uit het Oude Testament niet meer nodig. Hebr. 10:1,14:
Want daar de wet slechts een schaduw heef t der toekomstige goederen, niet de gestalte dier dingen zelf , is zij nimmer in staat ieder jaar met dezelf de of f eranden, die onaf gebroken gebracht worden, degenen, die toetreden, te v olmaken… Want door één of f erande heef t Hij v oor altijd hen v olmaakt, die geheiligd worden.
Het doel van de wet wordt samengevat in deze woorden: Gal. 3:22-24:
Neen, de Schrif t heef t alles besloten onder de zonde, opdat ten gev olge v an het geloof in Jezus Christus de belof te het deel zou worden v an hen, die gelov en. Doch v oordat dit geloof kwam, werden wij onder de wet in v erzekerde bewaring gehouden met het oog op het geloof , dat geopenbaard zou worden. De wet is dus een tuchtmeester v oor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtv aardigd zouden worden.
De mens kon uit eigen beweging niet voldoen aan de normen van een rechtvaardige God. De wet toonde dat er een Redder nodig was en leidde de mens naar Jezus Christus. Door Christus, niet uit eigener beweging, wordt je vervolmaakt. Door Hem word je gevormd naar Zijn beeld en voldoe je aan de normen van Zijn Woord. Hebr. 7:19:
- immers de wet heef t in geen enkel opzicht het v olmaakte gebracht - maar thans wordt een betere hoop gewekt, waardoor wij nader tot God komen.
Niveaus van volmaaktheid Er zijn twee niveaus van volmaaktheid: •
Beginnende volmaaktheid: In 1Cor. 1:2 noemt Paulus de gelovigen: ‘heiligen’ wat betekent: ‘zij die apart gezet zijn voor God’. M aar in dezelfde brief corrigeert Hij de heiligen vanwege zonden. Zij waren gelovigen, die geheiligd waren in Christus, maar sommigen waren niet verantwoord bezig in hun dagelijkse gedrag. Deze gelovigen hadden de beginnende volmaaktheid ontvangen. Ze hadden vergeving van hun zonden ontvangen door bekering van dode werken. Deze zonden werden voor eens en voor altijd vergeven (Hebr. 10:14). De beginnende volmaaktheid ontvingen ze op het moment dat Jezus als Redder geaccepteerd werd. M aar deze Christenen waren nog niet vervolmaakt. Ze waren niet doorgegaan met het afleggen van de ‘oude mens’ van zonde. Rom. 6:6:
dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slav en der zonde zouden zijn; 127 van 143
Fundamenten van het geloof
Paulus zei dat je na de bekering niet verder mag leven in zonden. 2Cor. 5:17:
Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is v oorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.
Als gelovige moet je een nieuw leven leiden. Het is niet goed dat je doorgaat in je zonden. Rom. 6:1-2, 4:
Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijv en, opdat de genade toeneme? Volstrekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorv en zijn, daarin nog lev en… Wij zijn dan met Hem begrav en door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des lev ens zouden wandelen.
We moeten verder groeien naar volmaaktheid. •
Toenemende volmaaktheid: Beginnende volmaaktheid door bevrijding van de zonde op het moment van bekering is het begin van toenemende volmaaktheid. Na de bekering leef je het nieuwe leven in Christus. Gal. 2:20:
Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leef t in mij. En v oor zov er ik nu (nog) in het v lees leef , leef ik door het geloof in de Zoon v an God, die mij heef t lief gehad en Zich v oor mij heef t ov ergegev en.
Paulus beschreef de toenemende volmaaktheid in zijn eigen leven: Fil. 3:12:
Niet, dat ik het reeds zou v erkregen hebben of reeds v olmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht, omdat ík ook door Christus Jezus gegrepen ben.
Paulus had de volledige volmaaktheid nog niet bereikt, maar het was zijn doel. Hij beschreef zijn worsteling hiervoor: Rom. 7:15-23:
Want wat ik uitwerk, weet ik niet; want ik doe niet wat ik wens, maar waar ik een af keer v an heb, dat doe ik. Indien ik nu wat ik niet wens, toch doe, stem ik toe, dat de wet goed is. Doch dan bewerk ik het niet meer, maar de zonde, die in mij woont. Want ik weet, dat in mij, dat wil zeggen in mijn v lees, geen goed woont. Immers, het wensen is wel bij mij aanwezig, maar het goede uitwerken, kan ik niet. Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dát doe ik. Indien ik nu datgene doe, wat ik niet wens, dan bewerk ík het niet meer, maar de zonde, die in mij woont. Zo v ind ik dan deze regel: als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig; want naar de inwendige mens v erlustig ik mij in de wet Gods, maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd v oert tegen de wet v an mijn v erstand en mij tot krijgsgev angene maakt v an de wet der zonde, die in mijn leden is.
Paulus wilde naar de normen van God leven. M aar hij realiseerde zich dat hij het uit zichzelf (in zijn vlees) niet kon bereiken. Er was een voortdurende strijd tussen zijn vlees en zijn geest. Zij geest wilde de wet van God houden (vers 22). Zijn vlees wilde zondigen. Hij ontdekte dat de enige manier om tot volmaaktheid te komen door 128 van 143
Fundamenten van het geloof
Christus is. Rom. 8:10-11,13:
Christus in u is, dan is wel het lichaam dood v anwege de zonde, maar de geest is lev en v anwege de gerechtigheid. En indien de Geest v an Hem, die Jezus uit de doden heef t opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heef t, ook uw sterf elijke lichamen lev end maken door zijn Geest, die in u woont… Want indien gij naar het v lees leef t, zult gij sterv en; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij lev en.
Alleen door de Geest van God kun je al de slechte verlangens van het vlees overwinnen en je richten naar Gods normen. Wanneer ‘het vlees’ je verleidt tot dingen die jij niet wilt doen, heeft God voorzien in een weg om je te herstellen tot volmaaktheid. 1Joh. 1:9:
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtv aardig, om ons de zonden te v ergev en en ons te reinigen v an alle ongerechtigheid.
Je hoeft niet te proberen dit nieuwe leven uit eigen beweging te leven. Je leeft het door ‘geloof in de Zoon van God’. Wanneer jij faalt kun je tot volmaaktheid hersteld worden door belijdenis van je zonden en het vragen van vergeving. Wanneer je wedergeboren bent, lijk je erg op een kleine baby in de natuurlijke wereld. Je moet, geestelijk gezien, nog veel leren. Terwijl je leert maak je fouten. Wanneer jij fouten maakt, moet jij je zonden belijden en God om vergeving vragen. Als gelovige vecht je tegen de vijand, satan. Dit is de geestelijke strijd die plaatsvindt in je verstand en door de omstandigheden in je leven. Het kan zijn dat je een veldslag tegen de vijand verliest. M aar dat betekent nog niet dat hij de oorlog heeft gewonnen. Je kunt tijdelijk ten onder gaan in een nederlaag maar door de belijdenis van je zonden kun je weer opstaan in rechtvaardigheid om te groeien naar volmaaktheid. Zoals je in het vorige hoofdstuk al leerde, heeft Jezus satan allang veroordeeld. Satan werd door Jezus verslagen op Golgotha. De macht van God in je is veel groter dan de macht van de vijand. 1Joh. 4:4:
Gíj zijt uit God, kinderkens, en gij hebt hen ov erwonnen; want Hij, die in u is, is meerder dan die in de wereld is.
Je groeit naar volmaaktheid door de kracht van deze macht, niet door menselijke pogingen. Groeien naar volmaaktheid is geen cursus voor zelfverbetering. Het is leren te leven als een nieuwe schepping door je geloof in Jezus Christus. Het vervolmakingsproces De volgende dingen zijn nodig om het vervolmakingsproces in je leven plaats te laten vinden: •
Een goed fundament: Zoals je al leerde: een goed geestelijk fundament in noodzakelijk voor vervolmaking van jezelf (Hebr. 6:1-3)
•
Reactie op het Woord van God: 129 van 143
Fundamenten van het geloof
Eén van de doelen van Gods Woord is correctie die naar volmaaktheid leidt. 2Tim. 3:16-17:
Elk v an God ingegev en schrif twoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te v erbeteren en op te v oeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods v olkomen zij, tot alle goed werk v olkomen toegerust.
Alleen de bestudering van het Woord van God zal je niet volmaakt maken. Je moet persoonlijk reageren op dat Woord. Jak. 1:21-25:
Legt dus af alle v uilheid en alle uitwas v an boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden. En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden. Want wie hoorder is v an het woord en niet dader, die gelijkt op een man, die het gelaat, waarmede hij geboren is, in een spiegel beschouwt; want hij heef t zich beschouwd, is heengegaan en heef t terstond v ergeten, hoe hij er uitzag. Maar wie zich v erdiept in de v olmaakte wet, die der v rijheid, en daarbij blijf t, niet als een v ergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen.
Je moet niet alleen kijken naar Gods wet, Je moet ernaar gaan leven. Je moet persoonlijk reageren op het Woord door ‘alle vuilheid en uitwas van boosheid’ af te leggen. Het Woord doen brengt zekerheid van redding. 1Joh. 2:5:
•
Gebed: Gebed leidt naar volmaaktheid. Col. 4:12:
•
maar wie zijn woord bewaart, in die is waarlijk de lief de Gods v olmaakt. Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem zijn.
Epaf ras laat u groeten, die een der uwen is, een dienstknecht v an Christus Jezus, altijd in zijn gebeden v oor u worstelende, dat gij moogt staan, v olmaakt en v erzekerd bij alles wat God wil.
Toewijding: Rom. 12:1-2:
Ik v ermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een lev end, heilig en Gode welgev allig of f er: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkv ormig aan deze wereld, maar wordt herv ormd door de v ernieuwing v an uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil v an God is, het goede, welgev allige en v olkomene.
Door je leven toe te wijden aan God zul je Zijn volmaakte wil leren kennen. Toewijding betekent: jezelf apart zetten. Wanneer jij je toewijdt aan God weiger je te leven volgens de normen van de wereld. Je gaat leven volgens de normen van Gods Woord. •
Gaven van de Heilige Geest: Eén van de doelen van de gaven van de Heilige Geest is je te helpen in het vervolmakingsproces in jouw leven. Zoals je al eerder zag, heeft God bedieningen in het Lichaam ingesteld om… 130 van 143
Ef . 4:12-13:
•
•
Fundamenten van het geloof om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw v an het lichaam v an Christus, totdat wij allen de eenheid des geloof s en der v olle kennis v an de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat v an de wasdom der v olheid v an Christus.
Onderwerping aan goede geestelijke leiders: God gebruikt geestelijke leiders in het vervolmakingsproces. Je moet je onderwerpen aan het leiderschap van hen die God met autoriteit in de Kerk heeft geplaatst. Onderwerpen aan ‘bewezen’ bedieningen houdt in dat jij je onderwerpt aan leiderschap dat aangetoond heeft in overeenstemming te zijn met het Woord van God. De rol van geestelijke leiding in het proces van vervolmaking wordt door Paulus geopenbaard. Col. 1:28:
Hem v erkondigen wij, wanneer wij ieder mens terechtwijzen en ieder mens onderrichten in alle wijsheid, om ieder mens in Christus v olmaakt te doen zijn.
Col. 4:12:
Epaf ras laat u groeten, die een der uwen is, een dienstknecht v an Christus Jezus, altijd in zijn gebeden v oor u worstelende, dat gij moogt staan, v olmaakt en v erzekerd bij alles wat God wil.
2Cor. 13:9:
Want wij v erblijden ons, als gij krachtig zijt, al zijn wij zwak; want dit bidden wij, dat het met u geheel in orde komt.
Lijden: Niemand wil graag lijden. M aar wanneer lijden in het leven van een gelovige komt, kan het een positief gevolg hebben. Lijden vervolmaakt. 1Petr. 5:10:
Doch de God v an alle genade, die u in Christus geroepen heef t tot zijn eeuwige heerlijkheid, Hij zal u, na een korte tijd v an lijden, v olmaken, bev estigen, sterken en grondv esten.
Geduld oefenen in tijden van lijden heeft vervolmaking tot gevolg: Jak. 1:4:
•
Maar die v olharding moet v olkomen doorwerken, zodat gij v olkomen en onberispelijk zijt en in niets te kort schiet.
Zelfbeheersing: Een onderdeel van vervolmaking is zelfbeheersing leren. Er wordt ons gezegd… 2Cor. 7:1:
Daar wij nu deze belof ten bezitten, gelief den, laten wij ons reinigen v an alle bezoedeling des v lezes en des geestes, en zo onze heiligheid v olmaken in de v reze Gods.
Eén van de meest moeilijke dingen om te beheersen is onze tong. M aar de beheersing van de tong is de sleutel tot zelfbeheersing van je hele leven. Jak. 3:2:
Want wij struikelen allen in v elerlei opzicht; wie in zijn spreken niet struikelt, is een v olmaakt man, in staat zelf s zijn gehele lichaam in toom te houden.
131 van 143
Fundamenten van het geloof
•
Reageren op geestelijke correctie: Correctie die door volwassen gelovigen geven wordt, leidt ook naar vervolmaking. Gal. 6:1:
Broeders, zelf s indien iemand op een ov ertreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest v an zachtmoedigheid, ziende op uzelf ; gij mocht ook eens in v erzoeking komen.
Je zult hersteld worden tot volmaaktheid wanneer je op de juiste manier op zo’n correctie reageert. S amenvatting Geestelijke volwassenheid betekent niet vooruitgaan in de gunst van God. Het betekent ook niet dat het werk van de redding niet compleet is. Het voorziet je niet in een toegang tot de hemel, omdat dit gedaan is door de dood van Jezus Christus. Door Jezus Christus wordt je gerechtvaardigd voor God. Door Hem word je gered en heb je de belofte van de hemel. Volmaaktheid komt er niet door je aan bepaalde regels te houden. Het is mogelijk dat iemand zich nauwgezet aan regels houdt en dat dit uiterlijk een goede geestelijke indruk geeft maar dat het toch ongeestelijk is en dat men zelfs ongered is. Geestelijke volwassenheid is niet afhankelijk van hoe jij je voelt. Het komt niet automatisch naar je toe door de jaren heen dat je Christen bent, of door kerkbezoek. Geestelijke volwassenheid (volmaaktheid) komt door een toename in en een toepassing van geestelijke kennis. Deze toename van kennis komt door het bestuderen van Gods Woord. Deze studie heeft tot gevolg dat je de processen, die leiden naar geestelijke volwassenheid, begrijpt. Je begrijpt dan ook de opdrachten van God. Persoonlijke toepassing van wat je leert leidt naar geestelijke volwassenheid doordat de kracht van God dat in je mogelijk maakt. Volmaaktheid (Geestelijke volwassenheid) Studie van Gods Woord ↓ leidt naar ↓ Een toename in geestelijke kennis ↓ Wanneer dit toegepast wordt door Gods kracht ↓ leidt dit tot ↓ Geestelijke volwassenheid (volmaaktheid)
132 van 143
Fundamenten van het geloof
Ten slotte… We zijn aan het eind van de studie over de fundamenten van het Christelijke geloof gekomen. M aar in werkelijkheid is deze studie nog niet af. Zoals Paulus al zei: we moeten ons nu richten op het volkomene (Hebr. 6:1). Elk hoofdstuk in deze cursus begon met een aantal doelen. Deze doelen kon je bereiken door de bestudering van het hoofdstuk. Je nieuwe doel, voor het volgende hoofdstuk in je leven is: volkomenheid… 2Cor. 13:9:
Want wij v erblijden ons, als gij krachtig zijt, al zijn wij zwak; want dit bidden wij, dat het met u geheel in orde komt.
133 van 143
Fundamenten van het geloof
Zelftest 1. Definieer "volkomenheid" of “volmaaktheid”. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Wie is het voorbeeld van volmaaktheid voor de gelovigen? ___________________________________________________________________________ 3. Definieer beginnende volmaaktheid. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Wat wordt bedoeld met toenemende volmaaktheid? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 5. Noem negen factoren die een rol spelen in vervolmaking. ______________________________________ _____________________________________ _______________________________________ ____________________________________ _______________________________________ ____________________________________ _______________________________________ ____________________________________ _______________________________________ 6. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
134 van 143
Fundamenten van het geloof
7. Schrijf voor de uitspraak een ‘G’ als deze klopt; klopt de uitspraak niet, dan schrijf je er en ‘F’ voor. a. _____ Geestelijke volwassenheid is afhankelijk van hoe lang je al Christen bent. b. _____ Toenemende volmaaktheid betekent niet dat je redding niet compleet was. c. _____ Veel Christelijke activiteiten helpen je geestelijk volwassen te worden. d. _____ Volmaaktheid komt door een toename van geestelijke kennis en een persoonlijke toepassing van die kennis. 8. Wat is de norm van volmaaktheid voor de gelovigen? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt je achterin deze handleiding) 135 van 143
Fundamenten van het geloof
Vervolgstudie Bestudeer vervolmaking verder aan de hand van de volgende teksten: Nieuwe Testament: Opdrachten om volmaakt te zijn: Joh. 17:23 M ath. 5:48 Col. 4:12 2Cor. 7:1; 13:9,11 Jak. 1:4
1Cor. 1:10 Hebr. 6:1; 13:21
Dingen die volmaaktheid voorkomen: Gal. 3:3 Luk. 8:14 Hebr. 7:11,19; 9:9; 10:1
Fil. 3:15
Redenen om vervolmaakt te worden: Rom. 12:2 Joh. 17:23 Jak. 1:4; 2:22; 3:2 2Tim. 3:16-17
Col. 4:12 1Joh. 2:5
Hoe we vervolmaakt worden: M ath. 19:21 Luk. 6:40 Ef. 4:12-13 Gal. 3:3 2Tim. 3:16-17 Col. 1:28; 3:14 1Petr. 5:10 Jak. 1:4,17,25; 2:22; 3:2
2Cor. 7:1; 12:9 Fil. 3:12,15 Hebr. 2:10; 7:11 1Joh. 2:5; 4:12; 4:17-18
Oude Testament Abraham moest volmaakt voor God zijn: Jesaja was volmaakt voor God: Gods weg voor ons is volmaakt:
Gen. 17:1 Jes. 38:3 2Sam. 22:31
Lees 1Kon. en 2Kon. Je vindt heel vaak “zijn hart was niet volmaakt” om de slechte koningen te beschrijven die Israël regeerden. Onderzoek waarom hun hart niet volmaakt was en wat de gevolgen daarvan waren. Vervolmaking in de Psalmen Bestudeer wat David zei over vervolmaking. Gods weg is volmaakt: Gods wet is volmaakt: Het einde van een volmaakt mens is vrede: We moeten in volmaaktheid voor God wandelen:
Ps. 18:30,32 Ps. 19:7 Ps. 37:37 Ps. 101: 2,6
136 van 143
Fundamenten van het geloof
Bijlage “Fundamenten van geloof” is een belangrijke studie voor nieuwe gelovigen. Het onderwijst de basisleerstellingen van Jezus die voorzien in het juiste fundament voor geestelijke volwassenheid (Hebr. 6:1-3). Nieuwe gelovigen zijn te vergelijken met pasgeboren baby’s in de natuurlijke wereld. Je zou nooit een pasgeboren baby nemen, hem de deur wijzen en zeggen: “We zien over een paar weken wel hoe het met je gaat.” Toch gebeurt dit heel vaak in kerken. Daarom sterven er, geestelijk gezien, veel pasgeboren gelovigen. Je verantwoordelijkheid voor de zielen van deze mensen eindigt niet na het bekeringsgebed. Jouw verantwoordelijkheid is de nieuwe gelovige van het gebed af te trainen om een volwaardig actief lid van het Lichaam te worden. Een nieuwe gelovige komt in een vreemde omgeving. Hij is het Koninkrijk van God binnen gekomen (Joh. 3:3-7). Wij spreken een heel andere taal dan hij ooit gehoord heeft. Er zijn begrippen zoals: geloof, berouw, doop, eeuwig oordeel etc., die uitgelegd moeten worden aan hem. Niet alleen moet hij de taal van het Koninkrijk leren begrijpen, hij moet ook de basisprincipes voor het leven in de Rijk leren kennen en toepassen. Elke nieuwe gelovige heeft de persoonlijke aandacht nodig van een volwassen Christen. Hij moet opgevoed worden in de geestelijke wereld, net als een baby in de natuurlijke wereld. Direct na de geboorte heeft de baby veel meer aandacht nodig dan daarna. Gebruik de volgende richtlijnen om de juiste geestelijke zorg te geven aan een pasgeboren gelovige. Stap 1: Binnen 24 uur nadat iemand gereageerd heeft op het Evangelie, zich bekeerd heeft en Jezus geaccepteerd heeft als Redder, moet hij contact hebben met een volwassen Christen. De nieuwe gelovige zou in een slechte omgeving kunnen leven, omringd door vloeken, immorele gesprekken en zondige daden. Persoonlijk contact met een volwassen Christen zal hem bemoedigen: hij weet dat er iemand om hem geeft en voor hem bidt. Dit zijn de zaken die ter sprake moeten komen bij het eerste persoonlijke contact: • • • •
Laat de nieuwe gelovige weten dat hij een Christenvriend heeft die om hem geeft Beantwoord de vragen die hij heeft Bid met hem over alle persoonlijke noden die hij heeft Laat hem de fundamentencursus doen, volgens stap 2
Stap 2: Zoals al benadrukt werd in deze cursus, was het patroon dat Jezus gebruikte er eentje van voortdurend onderwijs na de bekering. De vroege kerk deed het ook zo. Deze cursus over de fundamenten kan gebruikt worden om de basisleerstellingen te onderwijzen die Jezus Zijn leerlingen onderwees. Je kunt dit op twee manieren doen: Ten eerste: Vorm een fundamenten studieclub voor nieuwe gelovigen. Deze studie moet onderwezen worden door een volwassen gelovige en dient regelmatig herhaald te worden in de kerk. Elke nieuwe gelovige moet deze cursus volgen. Wanneer iemand een bijeenkomst mist moet de leraar persoonlijk contact met hem opnemen en hem een kans geven het gemiste in te halen. 137 van 143
Fundamenten van het geloof
Het voordeel van deze methode is dat nieuwe gelovigen worden onderwezen in een groepssituatie, met andere nieuwe gelovigen. Ze maken kennis met mensen die zich op hetzelfde geestelijke niveau bevinden en die dezelfde noden en vragen hebben. Of… Ten tweede: Een volwassen Christen kan gekoppeld worden aan een nieuwe gelovige. Deze Christen ontmoet de nieuwe gelovige regelmatig en ze bestuderen de fundamentencursus op individuele basis. Het voordeel van deze methode is dat de nieuwe gelovige op zijn eigen tempo geestelijk kan groeien. Hij kan, naar zijn bekwaamheid, snel of langzaam door de lessen heen gaan. Er zijn meer mogelijkheden tot het stellen van persoonlijke vragen en tot het beantwoorden daarvan en er ontwikkelt zich een relatie tussen de nieuwe gelovige en zijn leraar. Wanneer individueel onderwijs gebruikt wordt, moeten mannen alleen mannen trainen en vrouwen alleen vrouwen. Iedereen die de fundamentencursus geeft, moet hem zelf ook gedaan hebben en toegewijd zijn om zorg te geven aan nieuwe gelovigen. Stap 3: Leidt de gelovige naar regelmatig gebed en Bijbelstudie. Ga er niet van uit dat hij al weet hoe hij moet bidden en hoe hij Bijbelstudie moet doen. Geef hem basisinstructies hierover. Richtlijnen voor Bijbelstudie vind je in de studie die erover gaat. Richtlijnen voor gebed vind je in een studie over geestelijke strategieën. Stap 4: De nieuwe gelovige moet geleid worden naar de waterdoop en de doop in de Geest, zo gauw hij er geestelijk aan toe is. Voor sommigen geldt dat dit op de dag van bekering is, voor anderen geldt dat dit later gebeurt. Sommigen moeten er echt op voorbereid worden. Wanneer er groepsonderwijs plaats vindt moet je niemand belemmeren in zijn groei. Laat iedereen op zoveel mogelijk op zijn eigen tempo verder gaan. Stap 5: Help de nieuwe gelovige een plek te vinden in het Lichaam van Christus, de Kerk. Help hem zijn gaven van de Geest te ontdekken. Doe bijvoorbeeld een studie daarover. Daag hem uit met de persoonlijke verantwoordelijkheid van iedere gelovige om anderen met het Evangelie te bereiken. Denk eraan: Je doel is de nieuwe gelovige deel te laten worden van de Kerk als een functioneel, reproducerend lid, bekwaam om zich te vervolmaken (geestelijk volwassen te worden) door Christus.
138 van 143
Fundamenten van het geloof Antwoorden op zelf testen Hoofdstuk 1: 1.
Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het volkomene, zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God, van een leer van dopen en van oplegging der handen, van opstanding der doden en van een eeuwig oordeel; en dat zullen wij doen, indien God het (Hebr. 6:1-3)
3.
- bekering van dode werken - Geloof in God - Leer van dopen
3.
Een geschikt geestelijk fundament, gebaseerd op de leer van Jezus Christus.
4.
Zie Luk. 6:47.
5.
Jezus Christus.
- Opleggen der handen - Opstanding der doden - Eeuwig oordeel
- Wie tot Mij komt... - Hoort wat Ik zeg... - en dat doet.
Hoofdstuk 2: 1.
Rom. 3:23:
Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods,
2.
Bekering van dode werken is een innerlijke verandering van denken met als resultaat een uiterlijk afkeren van zonden en naar God en rechtvaardigheid toe bewegen.
3.
- Zonde - Ongerechtigheid - Vergrijpen
- Goddeloosheid - Slechtheid - Overtredingen
4.
Iedereen is zondaar.
Rom. 5:12
5.
Lucifer [satan] is de oorsprong van de zonde want hij rebelleerde tegen God in de hemel. Hij werd uit de hemel op de aarde geworpen en verleidde de eerste mensen tot zonde. Daardoor werden zonde en de straf daarop doorgegeven aan alle mensen.
6.
Judas (Math. 27:3-4) en Esau (Hebr. 12:17).
- Kwaad - Ongehoorzaamheid - Onrechtvaardigheid
Hoofdstuk 3: 1.
- God beveelt het. - Het is noodzakelijk om geestelijke dood te voorkomen. - Het is noodzakelijk voor eeuwig leven. - Het is noodzakelijk voor vergeving. - Het is noodzakelijk om Gods Koninkrijk binnen te gaan. - Het is Gods verlangen voor allen. - Het is de reden waarom Jezus in de wereld kwam.
2.
- De goedheid van God. - God de Vader.
3.
Bekering betekent dat jij je van de verkeerde weg afkeert naar de goede weg toe.
4.
De verloren zoon is als een man die zijn rug naar God de Vader en naar zijn huis in de hemel toekeert. Wanneer hij zich zijn zondige positie realiseert, neemt hij het besluit naar Zijn Vader terug te keren en berouw te tonen over zijn zonden. Dat is berouw. De man liet zijn oude leven achter, ging naar zijn Vader en begon een nieuw leven. Dat is bekering. 139 van 143
- P reken. - Bestraffing.
- De oproep van Christus. - Goddelijk berouw.
Fundamenten van het geloof Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars, tot bekering.
5.
Luk. 5:32:
6.
Geloof, doop, werken (vrucht), bekering.
7.
Ja.
8.
Kijk naar de subtitels in dit hoofdstuk. Het zijn allemaal Bijbelse voorbeelden dat Christenen berouw moeten tonen en zich bekeren.
9.
Rechtvaardiging is een juiste relatie hebben of recht voor God staan. Dit is mogelijk door berouw en bekering van dode werken en het accepteren van Gods reddingsplan door Jezus Christus.
10.
Gered worden van een leven in zonde en de straf op de zonde door berouw te tonen en Jezus Christus als Redder te accepteren.
Hoofdstuk 4: 1.
Geloof betekent: geloven en de zekerheid hebben van iets. Geloof is de zekerheid dat de beloofde dingen in de toekomst echt zijn en dat wat niet gezien wordt werkelijkheid is (Hebr. 11:1).
2.
Natuurlijk geloof: Reddend geloof: Heiligend geloof: Verdedigend geloof:
3.
Het is noodzakelijk voor de redding. Je kunt God niet eren zonder dit.
4.
Door het horen van het Woord van God.
5.
Hebr. 11:6:
6.
- Hij hoorde het Woord. - Hij keerde zich af van zijn hopeloze situatie.
7.
Geloof is een houding van in iets geloven dat je niet kunt zien maar waarvan je zeker weet dat je het al bezit. Hoop is een verlangen of een verwachtingsvolle houding over dingen die nog in de toekomst zijn.
8.
"Verstand boven materie" leert dat een mens al zijn problemen kan overwinnen door zijn verstand te gebruiken, zijn redeneren, zijn wilskracht. Dit onderwijs stelt de mens in het centrum en vertrouwt op het eigen ik in plaats van op God. Geloof is God gericht, niet mens gericht, het is een gave van God, niet iets dat de mens produceert uit eigen beweging.
9.
Geloof is dat wat jij gelooft. Werken is dat wat je doet.
10.
"Geloof in God" verwijst naar je houding ten aanzien van God. Het moet er eentje van geloof zijn, niet van rebellie, angst etc.
Natuurlijk vertrouwen in dingen die bewezen stabiel zijn. Geloof in God gecombineerd met echte bekering. Helpt je een heilig leven te leiden na je bekering. Geestelijk verdedingswapen tegen satan.
Rom. 10:17.
maar zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken. - Hij geloofde het Woord. - Hij accepteerde Gods belofte als een feit.
Hoofdstuk 5: 1.
Math. 3:11:
Ik doop u met water tot bekering, maar Hij, die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; die zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur...
2.
Het woord "dopen" in de Bijbel betekent: volledig onderdompelen in iets.
3.
Het is een uiterlijke belijdenis van de innerlijke verandering die er plaatsvond. 140 van 143
Fundamenten van het geloof - Berouw en bekering - Goed geweten naar God toe
4.
- Instructie - Geloof
5.
- De doop van het lijden van Christus - De Christelijke doop
6.
Direct nadat zij onderwijs ontvangen hadden en hun geloof beleden.
7.
Hand. 19:1-5
8.
Nee.
9.
De leeftijd is afhankelijk van hun bekwaamheid om de betekenis van de doop te begrijpen en het voldoen aan de eisen.
10.
a. Fout
b. Goed
- De doop van Johannes - De doop in de Heilige Geest
c. Goed
Hoofdstuk 6: 1.
Vergelijk je lijst met de doelen die genoemd worden in hoofdstuk 6.
2.
- Bekeer je en laat je dopen - Verlang ernaar - Vraag het gebed van andere gelovigen
3.
Hand. 1:8:
4.
Spreken in een taal die niet bekend is bij de spreker.
5.
Een Christen tot krachtig getuige van het Evangelie maken.
6.
De vrucht van de Geest verwijst naar het karakter van de Heilige Geest, zichtbaar in het leven van de gelovige.
7.
Gal. 5:22-23 - Liefde - Zachtmoedigheid - Zelfbeheersing
- Geloof dat het voor jou is - Wees je bewust dat het een gave (cadeau) is - Geef je over aan God
maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
- Blijdschap - Goedheid
Hand. 1:8
- Vrede - Geloof, trouw
- Lankmoedigheid - Zachtmoedigheid
8.
- voor vervolmaking van de heiligen. - om het werk van de bediening te promoten. - voor heiliging van de kerk.
9.
Omdat de Heer de bedieningen gaf om bepaalde doelen in de kerk te bereiken. Deze zijn nog niet bereikt. Hij zal Zijn gaven niet terugnemen voordat deze doelen bereikt zijn.
10.
- Iedere Christen ontvangt de Heilige Geest bij zijn bekering. - De Bijbel zegt dat niet allen in tongen spreken. - Angst. - Het is een emotionele ervaring.
11.
Nee.
Hoofdstuk 7: 1.
-Israël op Efraïm en Manasse
2.
- Bovennatuurlijke tekenen
- Het volk Israël op de Levieten - Doop in de Heilige Geest 141 van 143
-Mozes die Jozua uitzendt.
Fundamenten van het geloof - Delen van geestelijke gaven - Christenwerkers uitzenden/activeren - Opdragen/toewijden van kinderen 3.
Hand. 14:3:
Zij verkeerden daar dan geruime tijd, vrijmoedig sprekende in vertrouwen op de Here, die getuigenis gaf aan het woord zijner genade en tekenen en wonderen door hun handen deed geschieden..
4.
Mark 16:17-18.
5.
Handoplegging is een handeling waarbij iemand zijn handen plaatst op het lichaam van een ander met een bepaald geestelijk doel. Het wordt vergezeld met gebed en profetie.
6.
- Gelovigen
- Apostelen en discipelen
- Leden van de raad (oudsten)
7.
a. Fout
b. Goed
d. Fout
c. Fout
e. Goed
f. Fout
Hoofdstuk 8: 1.
Joh. 11:25-26:
zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; gelooft gij dat?
2.
Opstanding is opwekken of tot leven wekken. Het betekent dat je ervoor zorgt dat iemand vanuit de dood terugkomt in het leven.
3.
Verleden: Tegenwoordig: Toekomst:
De opstanding van Jezus Christus uit de dood. De geestelijke opstanding van de gelovigen in Jezus Christus. De toekomstige opstanding van allen die in de graven zijn.
4.
- Hand. 2:30-31 - 1Cor. 15:5-8
- Math. 28:1,5-7 - Joh. 20:19
5.
Wanneer Christus niet uit de dood zou zijn opgestaan, zouden onze preken en ons geloof geen waarde hebben (1Cor. 15:13-14). Geloof in de opstanding is ook noodzakelijk om een echte gelovige te kunnen worden (Rom. 10:9; 1Cor. 15:1-4). De opstanding bevestigt dat Jezus de Zoon van God is (Rom. 1:4) en boven alle schepselen staat (Ef. 1:20-23). Het bevestigt dat gelovigen gerechtvaardigd worden (Rom. 4:25) en dat de dood verslagen is (Hebr. 2:14). Vanwege Zijn opstanding zullen ook wij opstaan en een nieuw lichaam ontvangen (1Cor. 15:51-52; Fil. 3:21).
6.
Dit betekent dat zij, die geestelijk dood zijn in de zonde, geestelijk levend gemaakt worden door Jezus Christus (Ef. 2:1,5).
7.
- Dood voor de zonde geeft nieuw leven in Christus - Een nieuwe Meester - Nieuwe levensdoelen
8.
Christelijke doop in water en het nieuwe leven van de gelovige.
Hoofdstuk 9: 1.
1Thess. 4:16-17: want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen
2.
De opstanding van de rechtvaardigen en de opstanding van de onrechtvaardigen.
3.
Allen zullen de opstanding der doden meemaken. Allen zullen het eeuwige oordeel meemaken. 142 van 143
4.
a. Goed
5.
Hand. 17:13,32
Fundamenten van het geloof c. Fout d. Goed
b. Fout
e. Fout
Hoofdstuk 10: 1.
Om te verwijzen naar statuten, getuigenissen en wetten van God. Met betrekking op Gods oordeel over de handelingen van mensen en volkeren.
2.
Het woord "oordelen" betekent: scheiden of een onderscheid maken tussen. Dit omvat: voor het gerecht brengen, bewijzen onderzoeken, schuld of onschuld bepalen, en de straf vaststellen.
3.
Oordeel is noodzakelijk vanwege de zonde.
4.
God, Jezus, en de heiligen.
5.
Alle zielen.
6
- Het Woord van God. - Individueel. - Op basis van persoonlijk gedrag. - Volgens de wet. - Volgens motieven en gedachten.
7.
Jes. 33:22:
Want de HERE, onze Rechter, de HERE, onze Wetgever, de HERE, onze Koning, Hij zal ons verlossen.
8.
a. Goed
b. Fout
- Volgens de kennis. - Volgens de waarheid. - Onpartijdig. - Volgens rechtvaardigheid.
c. Fout
Hoofdstuk 11: 1.
Het woord ‘ volmaaktheid’ betekent: compleet, afgemaakt en volwassen. Een volmaakte Christen is iemand die geestelijke volwassenheid heeft bereikt. Dit betekent dat zijn geest, ziel en lichaam onder controle staan van de Heilige Geest.
2.
Jezus Christus.
3.
Beginnende volmaaktheid is al je zonden vergeven door berouw en het accepteren van Jezus Christus als Redder.
4.
Toenemende volmaaktheid is het voortdurende proces van vervolmaking in het leven van de gelovige na zijn bevrijding van zonde op het moment van de redding.
5.
- Een goed fundament - Toewijding - Lijden
6.
Math. 5:48:
Gij dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is.
7.
a. Fout
b. Goed
8.
Het Woord van God.
- Reactie op Gods Woord - Gaven van de Geest - Zelfbeheersing
c. Fout
- Gebed - Onderwerping aan goede leiding - Reageren op correctie
d. Goed
143 van 143