Discipelschap
Discipelschap
Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze handleiding? . . . . . . . . . . . . . . . 3 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Gods verzekering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Gods vergeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Gods kracht . . . . . . … . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Gemeenschap . . . . . . … . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Het Woord . . . . . . … . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Gebed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Getuigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Geestelijke vermenigvuldiging . . . . . . . . . . . . 29
Discipelschap verbond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Geestelijk leven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Geestelijk vrucht dragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Geestelijke vervulling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41 Geestelijke strijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Geestelijke vrijheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 Geestelijke richting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56 Geestelijke relaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Jezus: ons geestelijke voorbeeld . . . . . . . . . . . .64 Tijd met God: stille tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
Inleiding tot Bijbelstudie . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Het grote overzicht krijgen . . . . . . . . . . . . . . . . 88 Alleen voor de feiten gaan . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Regels voor uitleg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 Dat bedoelde ik niet! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 En wat dan nog? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 Het gaat niet om wat jij weet... . . . . . . . . . . . . . 104
Deel 2: Kenmerken van een discipel . . . . . . . . . . . . . 111 25. Toewijding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 26. Zelfverloochening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128 27. Bereidwilligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134 28. Gehoorzaamheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141 29. Dienstbaarheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150 30. Test op waar discipelschap . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
2 van 161
Discipelschap
Hoe gebruik je deze handleiding Doel: Deze handleiding is ontworpen om Christenen te helpen Jezus Christus te verhogen en om hen toe te rusten om anderen tot discipel te maken. Het kan gebruikt worden in persoonlijke Bijbelstudie, in nazorg voor pasbekeerden, één op één discipelschapstraining, training in kleine groepen of in seminars. Het gebruik van het boek: • • • •
Hoofdstuk 1 tot en met 8 moeten direct geleerd worden aan nieuwe Christenen om ze vast te laten wortelen in hun nieuwe geloof. Hoofdstuk 9 tot en met 16 kunnen pas gedaan worden als de eerste 8 hoofdstukken volledig afgerond zijn. Deel deze lessen met andere gelovigen om groei te stimuleren. Daag iedereen uit om het geleerde door te geven. Je leert namelijk niet alleen door te ontvangen. Je leert juist heel veel van het doorgeven aan anderen. Je geestelijke groei versnelt en je krijgt meer inzicht in Gods Woord. Ook maak je dan deel uit van het geestelijke vermenigvuldigingsproces.
Indeling: Het hoofddeel op iedere bladzijde bevat de les. De rechter kolom bevat: gedachten, vragen, nuttige informatie, verwante teksten en adviezen voor memorisatie. Werkwijze: De lessen kunnen zonder voorbereiding gevolgd worden, maar ze kunnen ook als huiswerkopdracht worden meegegeven en dan besproken worden tijdens de studietijd. Hoofddeel (de les): • Lees de hele les en geef veel aandacht aan de tekstverwijzingen. • Instructies worden aangegeven met “•” ze bevatten aanwijzingen als: omcirkel, onderstreep of Lees de Bijbeltekst. Ze helpen je om heel belangrijke waarheden in de Bijbel te ontdekken. • Toepassingen: maak alle toepassingen in elke les af. Het doel van de Bijbel is niet alleen geïnformeerd worden, maar vooral getransformeerd worden. Rechter kolom - dit materiaal is vooral bedoeld om dieper op de stof in te gaan: • Nuttige informatie: bevat veel extra informatie om de les meer volledig te maken. • Vragen: worden aangegeven met L in de rechter kolom. Ze helpen je een beter begrip te krijgen van het onderwerp van de les. • Verwante teksten: worden aangegeven met _. Het zijn extra Bijbelteksten die je kunt opzoeken. Je krijgt daarmee een beter begrip van wat de Bijbel zegt over het onderwerp. • Memorisatie: teksten om uit het hoofd te leren worden aangegeven met: ..
3 van 161
Discipelschap
1. Gods verzekering Wanneer jij vandaag zou sterven hoe zeker ben je er dan van dat je eeuwig leven hebt? Plaats een merkteken op de plek die het beste bij je past. niet zeker misschien heel zeker └────────────────┴───────────────┘ Er zijn veel mensen die al jaren de kerk bezoeken, maar er absoluut niet zeker van zijn dat zij eeuwig leven hebben. Zekerheid van eeuwig leven heeft te maken met de zekerheid van je besluit om Jezus te volgen. De volgende vier waarheden leggen deze belangrijke beslissing uit. Vier waarheden 1. God, onze Schepper, houdt van ons. Joh. 3:16:
• • • •
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.
Omcirkel de waarheid die Gods houding ten aanzien van ons omschrijft. Onderstreep het deel dat toont hoe God Zijn liefde toonde. Onderstreep wat wij moeten doen om eeuwig leven te krijgen. Omcirkel aan wie eeuwig leven wordt aangeboden.
Joh. 10:10: De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.
• •
Onderstreep in Joh. 10:10 waarom Jezus kwam. Omcirkel het soort leven dat Hij wil dat wij hebben.
2. Onze zonde heeft ons gescheiden van God. Rom. 3:23:
Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods
Rom. 6:23:
Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.
Gods liefde: Liefde komt van het Griekse woord Agape, wat geestelijke liefde betekent. Elke andere vorm van liefde is in zekere mate ik-gericht. Agape is alles gevende liefde, ongeacht de kosten.
Geestelijke dood: De straf voor onze zonde is de dood. Deze dood is meer dan alleen maar onze lichamen die doodgaan. Het geestelijke scheiding van God. Bij onze lichamelijke dood wordt deze scheiding eeuwig. De scheiding tussen God en de zondige mens is zo groot dat het niet uitmaakt hoe ‘goed’ we zijn. We zijn niet in staat de kloof te overbruggen. Rom. 3:10-20
• •
Omcirkel hoeveel mensen gezondigd hebben in Rom. 3:23 Onderstreep de gevolgen van de zonde in Rom. 3:23 en 6:23.
4 van 161
Discipelschap
3. Jezus Christus, Gods Zoon stierf aan het kruis voor onze zonden! Joh. 14:6:
• •
Omcirkel 3 dingen die Jezus over Zichzelf zegt. Onderstreep wie er tot God kan komen zonder Jezus
Rom. 5:8:
• •
God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is.
Onderstreep hoe God ons Zijn liefde toonde in Rom. 5:8 Omcirkel je toestand toen God al van je hield.
1Cor. 15:3-6:
• •
Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.
Want voor alle dingen heb ik u overgegeven, hetgeen ik zelf ontvangen heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de Schriften, en Hij is verschenen aan Kefas, daarna aan de twaalven.
Onderstreep 4 dingen die Jezus deed in 1Cor. 15:3-6. Omcirkel alle mensen waar Jezus levend aan verscheen na Zijn dood en opstanding.
4. We moeten Jezus Christus als Heer en Redder accepteren! Joh. 1:12:
•
Omcirkel de 2 dingen die wij moeten doen om kinderen van God te worden.
Ef. 2:8-9:
• •
Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven
Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme.
Omcirkel hoe wij gered worden volgens Ef. 2:8-9. Onderstreep waarom God ons wil redden door geloof en niet door werken.
Christus aanvaarden Heb jij zelf Christus als je persoonlijke Redder aangenomen en weet je dat Hij je zonden vergeven heeft? Zo niet, bidt dan dit gebed: Jezus ik belijd al mijn zonden tegenover U. Ik heb Uw vergeving nodig. Dank U dat U voor mijn zonden aan het kruis stierf. Ik aanvaard U in mijn leven want U bent mijn Heer en Redder. In Jezus’ naam, amen. 5 van 161
!! Joh. 14:6 !! Wat bedoeld Jezus met ‘de Weg’, ‘de Waarheid’ en ‘het Leven’? Hand. 4:12; 1Tim. 2:5; 1Joh. 5:11
Wat is bijzonder aan het feit dat God ons liefheeft vóór wij Hem kenden? Jezus Christus, door God gegeven God offerde Zijn Zoon Jezus Christus als genoegdoening voor onze zonden. Toen Jezus aan het kruis stierf, droeg Hij de straf op onze zonden. Daarom hebben wij eeuwig leven door Hem. 2Cor. 5:15,21; Ef. 1:7; 1Petr. 3:18; Rom. 10:9-10
Hoe kunnen we weten dat Jezus uit de dood opstond? Denk je dat al deze mensen ernaast zaten? !! Joh. 1:12; Ef. 2:8-9 !! Christus aanvaarden Deze uitdrukking wijst naar de handeling waaruit blijkt dat je gelooft dat Jezus jouw Heer en Redder is.
Waarom denk je dat God eeuwig leven baseert op geloof in plaats van werken? Belangrijk Woorden zijn niet belangrijk , maar geloof. We moeten geloven dat Jezus vergeeft, want Hij beloofde dat.
Discipelschap
Zekerheid van eeuwig leven • Lees de volgende tekst en beantwoord de vragen daarna om te leren hoe je er zeker van kunt zijn dat je eeuwig leven hebt. 1Joh. 5:11-13: En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt.
• • • •
Omcirkel wat God ons gegeven heeft volgens Joh. 5:11-13. Onderstreep waar eeuwig leven te vinden is. Maak een blok om dat wat iemand ook heeft wanneer hij Jezus Christus heeft. Streep door wat iemand niet heeft wanneer hij Jezus Christus niet heeft.
!! 1Joh. 5:11-13 !! Basis van onze zekerheid Eeuwig leven is niet gebaseerd op hoe goed wij zijn, of hoe wij ons voelen. Het is gebaseerd op ons geloof in Jezus Christus. Merk op dat het onderwijs in 1Joh. 5:11-13 bedoeld is voor zij die geloven in de naam van de Zoon Gods.
Kan iemand zeker zijn van eeuwig leven, volgens deze tekst? Ja: _____ • •
Nee: _____
Onderstreep in deze tekst het antwoord op de vorige vraag. Omcirkel wie er kan weten eeuwig leven te hebben.
Wat heeft 1Joh. 5:14-15 te maken met het onderwijs in 1Joh. 5:11-13?
Heb jij eeuwig leven in Christus? Ja: _____ Nee: _____ Wanneer je antwoord ‘ja’ is, wat heb je nog meer van Hem gekregen? Een volmaakt uiterlijk Rijkdom
Gezondheid Eeuwig leven
Toepassing We sluiten af met de vraag waar we mee begonnen: Wanneer jij vandaag zou sterven hoe zeker ben je er dan van dat je eeuwig leven hebt? Ik heb de absolute zekerheid dat ik eeuwig leven heb door Jezus Christus Gods Zoon. Wanneer ik vandaag zou sterven, dan weet ik dat ik naar God in de hemel ga. Datum: ___________
Handtekening: ____________________
(Ben je nog niet zeker van eeuwig leven, lees dan Joh. 5:11-13 nog eens. Stel je vragen aan je voorganger of geestelijk leider. Het is belangrijk dat je deze les begrijpt want het is de basis voor wat komt.)
6 van 161
Rom. 1:16-17 Bevestiging: 1. Christus stierf aan het kruis voor mij 2. God verwelkomt mij in de hemel, na mijn sterven, want Hij belooft dat. 3. Ik heb eeuwig leven omdat ik Christus heb. Een gebed: Vader ik prijs U omdat U eeuwig leven beloofd hebt aan allen die in Uw Zoon Jezus Christus geloven. Uw beloften staan vast. U liegt niet. U bent getrouw in alles. Ik dank U voor de zekerheid die ik in Christus heb. Amen
Discipelschap
2. Gods vergeving Inleiding Hoe zou je de volgende uitspraak afmaken? Wanneer iemand Christen wordt… worden alleen de zonden die beleden worden vergeven worden alle zonden uit het verleden vergeven, andere niet wordt hij volmaakt en kan dus niet meer zondigen worden alle zonden (verleden, heden, toekomst) vergeven Een probleem voor elke Christen is zonde. De komende 2 lessen geven niet alleen het juiste antwoord, maar zeggen ook wat Gods oplossing is om Christenen zonden te laten overwinnen. Omgaan met zonden In deze studie beantwoorden we 4 vragen: 1. Wat is zonde? 2. Wie zondigt er? 3. Wat is Gods oplossing voor zonde? 4. Wat moeten we doen wanneer we zondigen? 1. Wat is zonde? Vanuit het Grieks vertaald betekent het woord voor zonde: ‘je doel missen’. Je kunt het vergelijken met de afstand tussen de plaats waar een afgeschoten pijl neerkomt en de roos. Kijk eens hoe dit gebruikt wordt in de volgende Bijbeltekst: Rom. 3:23:
Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods
Rom. 3:23 beschrijft zonde als ‘de heerlijkheid van God verderven’. Zonde is het tekortkomen van de mens ten aanzien van de volmaakte norm van God. Wij allemaal hebben Gods morele wetten overtreden, of het nu in gedachten is of in handelen. Zelf ons falen het goede te doen is zonde! Dus er niemand onschuldig of volmaakt onder ons.
!! Rom. 3:23 !!
Denk aan de beste mens die je kent. Kun je van die persoon zeggen dat deze volmaakt is? Waarom of waarom niet? Jak. 2:10; 4:17
Het gevolg van de zonde Ezech. 18:20: De ziel die zondigt, die zal sterven. •
Zonde (Gr.: Hamartia) - je doel missen - dwalen - de fout ingaan - ernaast zitten - Gods wet overtreden
Omcirkel het woord dat het gevolg van de zonde beschrijft
Vind jij dat mensen die schuldig zijn aan het overtreden van een morele wet gestraft moeten worden? God vindt dat ook. Zonde brengt het oordeel van God in de vorm van de dood over iedereen die God volmaakte morele wet overtreedt.
7 van 161
Discipelschap
2. Wie zondigt er? • Onderstreep het woord in Rom. 3:23 (vorige bladzijde) wat aangeeft wie in Gods ogen zondigt. 1Joh. 1:8-10:
•
Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot een leugenaar en zijn woord is in ons niet.
Onderstreep hoe 1Joh. 1:8-10 Christenen omschrijft die beweren zonder zonde te zijn of niet gezondigd te hebben.
3. Wat is God oplossing voor zonde? • Lees Col. 2:13-14, waarin Gods oplossing voor de zonde staat. Col. 2:13-14:
Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold, door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen
Joh. 19:30:
Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest.
2Cor. 5:21:
Hem (Jezus), die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.
Spr. 20:9; Pred. 7:20; Jes. 63:6; 64:6
Kon God ons vergeven hebben zonder Zijn Zoon te offeren aan het kruis? Waarom wel of niet? De dood van Jezus Christus was genoegdoening voor de heiligheid van God. Zijn heiligheid eiste dat er een straf op de zonde kwam. Het was ook goed genoeg voor de liefde van God. Door Zijn liefde werd de mens gered, door het offer van Jezus. God kan tegelijk Zijn heiligheid en Zijn liefde tonen! !! 2Cor. 5:21 !!
In Col. 2:13-14 wordt een beeld uit het recht gebruikt. Het ‘bewijsstuk’ waar al onze overtredingen op stonden, en de straf die erbij hoorde, is veranderd. Er is een woord overheen gestempeld, het Griekse ‘telestai’ wat betekent: ‘volledig betaald!’ Dit komt precies overeen met de woorden van Jezus, die Hij uitsprak vlak voor Zijn dood aan het kruis: “Het is volbracht.” (Joh. 19:30). • •
• •
Omcirkel hoeveel zonden God vergeeft volgens Col. 2:13-14 Onderstreep wat God met het bewijsstuk van onze zonden deed (‘door het aan het kruis te nagelen’ liet God Zijn Zoon Jezus Christus in onze plaats sterven. Wanneer Jezus niet betaald zou hebben voor onze zonden, moesten wij het zelf doen!) Omcirkel ‘Het is volbracht’ in Joh. 19:30. Schrijf er ‘volledig betaald!’ boven. Onderstreep wat God deed volgens 2Cor. 5:21.
8 van 161
Theologen beschrijven de dood van Christus aan het kruis als een plaatsvervangende boetedoening omdat Hij voor ons in de plaats onze straf voor onze zonden op Zich nam.
Discipelschap
4. Wat moeten we doen wanneer we zondigen? 1Joh. 1:9:
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
!! 1Joh. 1:9 !! Ps. 32:5
1Joh. 1:9 bevat de sleutel over hoe wij met zonde in ons leven om dienen te gaan. Deze tekst toont ons de actie die wij moeten ondernemen wanneer wij zondigen. •
Omcirkel het woord dat deze actie omschrijft
‘Belijden’ komt van een Grieks woord dat betekent: ‘ermee instemmen, hetzelfde zeggen’. Belijden is met God ermee instemmen dat wij gezondigd hebben! Merk op dat er in de bovenstaande tekst een voorwaarde geldt. Indien wij onze zonden belijden, zal God twee dingen voor ons doen. •
Omcirkel die twee dingen.
Belijden (Gr.: Homologeo) Homo = hetzelfde Logeo = zeggen ‘hetzelfde zeggen’ of ‘ermee instemmen’
Waarom eist God van ons dat wij onze zonden belijden zodat Hij ons kan vergeven?
Toepassing 1. Bid en vraag God om elke zonde aan je te openbaren die je nog niet beleden hebt. 2. Belijd ze aan God door ermee in te stemmen dat je gezondigd hebt. Probeer je zonden niet goed te praten. 3. Keer je af van je zonden en vraag God of Hij je helpt om ze niet weer te doen. 4. Maak aanspraak op de twee beloften die God geeft aan hen die hun zonden belijden, volgens 1Joh. 1:9. 5. Dank God voor zijn vergeving om te laten zien dat je Hem gelooft. 6. Leer 1Joh. 1:9 uit je hoofd. Meer Goed nieuws! Hebr. 10:17:
en hun zonden en ongerechtigheden zal Ik niet meer gedenken.
Ps. 103:12:
Zover het oosten is van het westen, zover doet Hij onze overtredingen van ons
Jes. 1:18:
Komt toch en laat ons tezamen richten, zegt de Here; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.
9 van 161
De 3 Bijbelteksten links tonen onze vergeving op verschillende manieren: Erkennend dat God alles weet, wat denk je dat: ‘…zal Ik niet meer gedenken’ betekent? (Hebr. 10:17) Hoe ver is het oosten van het westen? (Ps. 103:12) Hoe wit is sneeuw? (Jes. 1:18) Hoe compleet en hoe groot is Gods vergeving als je naar deze verzen kijkt? Memoriseer één of meer van deze teksten.
Discipelschap
Vragen en antwoorden Vraag: Antwoord:
Vraag: Antwoord:
Zijn al mijn zonden vergeven door God of alleen die, die ik in het verleden gedaan heb? Christus stierf voor AL onze zonden: verleden, heden en toekomst.
Hebr. 10:8-18
Als God al mijn zonden al vergeven heeft, waarom moet ik ze dan nog belijden aan Hem? Belijden maak dat we vergeving kunnen ervaren die we al in Christus hebben. Zonde verbreekt de gemeenschap met God, niet de relatie met Hem. Onze relatie met God als Zijn kinderen is gebaseerd op Zijn onvoorwaardelijke liefde voor ons, maar onze gemeenschap met Hem hangt af van het feit of wij ons houden aan een intieme wandel met Hem. Zonde vernietigt intimiteit, belijdenis herstelt het!
Vraag: Antwoord:
Wat zal ik mij nog steeds schuldig voel na de belijdenis? Elk schuldgevoel na echte oprechte belijdenis is niet van God. Satan, onze aanklager, vindt het leuk om ons schuldgevoelens te laten houden. Hij hoopt daarmee dat we verhinderd worden om God te dienen.
Vraag: Antwoord:
Waarom zou ik mijn zonden moeten belijden? Regelmatig belijden van zonden houdt onze gemeenschap met God in stand en fris. Het maakt ook dat ons hart gevoelig is
Job 1:1-11; Zach. 3:1; Openb. 12:9-10
Ps. 66:18
voor Gods Geest. Voortdurend zondigen verhardt het hart ten aanzien van God. Math. 5:23-24
Vraag: Antwoord:
Hoe zit het met goedmaken/herstellen? Wanneer je anderen gekwetst hebt door te zondigen, moet je hen vergeving vragen en, indien nodig, de schade herstellen. Ef. 4:26-27
Vraag: Antwoord:
Hoe vaak moet ik mijn zonden belijden? Zo vaak als nodig is (vgl. 1Joh. 1:9). Belijd je zonden direct nadat God ze aan je heeft laten zien. Stel je de belijdenis uit dan geef je de duivel een voet (ruimte) in je leven.
10 van 161
Discipelschap
3. Gods kracht Inleiding Hoe zou jij de volgende uitspraak afmaken? Het meest belangrijke ingrediënt in het Christelijke leven is… je hart en je gedachten vullen met de Bijbel zoveel bidden als je maar kunt Christelijke bijeenkomsten bezoeken om inspiratie op te doen betrokken raken bij een bediening dat doen wat goed en Goddelijk is geen van bovengenoemde mogelijkheden Elk van de bovengenoemde keuzes zijn belangrijk in het leven van een Christen, maar geen van deze is het meest belangrijk. Ze helpen geen van allen Christenen het belangrijkste obstakel voor hun te overwinnen. Dat obstakel maakt niet alleen het Christelijke leven heel moeilijk, maar zelfs onmogelijk om het te leven! In deze les leren we meer over Gods voorzieningen om dit probleem te overwinnen. Waarom kunnen wij geen Christelijk leven? Het belangrijkste obstakel is onze zondige natuur. We zijn niet in alle onschuld geboren. De Bijbel zegt dat we geen zondaren worden, maar dat wij al vanaf geboorte zondaren zijn. Kijk wat David, de man naar Gods hart, zegt: Ps. 51:7:
Zie, in ongerechtigheid ben ik geboren, in zondeheeft mijn moeder mij ontvangen.
Vanaf het moment dat we verwekt zijn, zijn we al beschadigd met een fataal gebrek… een erfelijke aandoening die maakt dat zondigen een deel van onze natuur wordt! •
Lees de volgende teksten over dit probleem
Rom. 3:10-12: gelijk geschreven staat: Niemand is rechtvaardig, ook niet een, er is niemand, die verstandig is, niemand, die God ernstig zoekt; allen zijn afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die doet wat goed is, zelfs niet een. Mark. 7:21-23: Want van binnenuit, uit het hart der mensen, komen de kwade overleggingen, hoererij, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, godslastering, overmoed, onverstand. Al die slechte dingen komen van binnen uit naar buiten en maken de mens onrein. Rom. 8:7-8:
Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens, het kan dat ook niet: zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen.
11 van 161
Als wij bij de geboorte al zondig zijn, waar denk jij dan dat de zonde vandaan komt? Ps. 58:3; Job 15:14; Rom. 5:12 Als niemand God zoekt, wie zal Hem dan uiteindelijk vinden? Joh. 6:65; Math. 11:27; 16:17
Discipelschap
Ongeacht de hoeveelheid Bijbelkennis die wij hebben, hoe vaak we bidden hoeveel goede bijeenkomsten we bezoeken, hoeveel we bij een dienen, hoe graag we goede doen, onze beste pogingen zullen falen vanwege onze zondige natuur. Al die pogingen doen namelijk niets aan het probleem! Wanneer we in onze eigen kracht handelen, kan er hooguit geestelijke trots ontstaan. Maar God heeft een oplossing voor ons. Gods oplossing Gods oplossing voor onze zondige natuur is: ons een nieuwe natuur geven. Hij deed dat door de wedergeboorte op het moment dat we Jezus Christus accepteerden. •
Lees de volgende teksten die dit wonder beschrijven.
Joh. 3:5-7:
Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan. Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest. Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden.
2Cor. 5:17:
Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.
Ef. 4:23-24:
dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken, en de nieuwe mens aandoet, die naar de wil van God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.
•
Omcirkel in de bovengenoemde teksten woorden die verwijzen naar de nieuwe natuur. God legt die nieuwe natuur in ons.
Naast die nieuwe natuur moeten we gedoopt worden in de Geest. Ezech. 36:26-27: Een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven. Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt. Hand. 1:8:
• • •
•
maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
Omcirkel 3 dingen die God ons geeft in Ezech. 36:26-27. Onderstreep dat wat gebeurt wanneer God Zijn Geest in ons uitstort. Omcirkel wat wij ontvangen wanneer de Heilige Geest over ons komt (Hand. 1:8). Gods Geest geeft ons het verlangen (Ezech. 36:26-27) en de kracht (Hand. 1:8) om Zijn wil te doen! Lees Fil. 2:13
Fil. 2:13:
want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt. 12 van 161
Religie tegenover Christendom Veel religies zeggen dat we ons moeten schikken naar de geestelijke principes (of wetten) om volmaakt te kunnen worden. Het Christendom leert dat de mens zichzelf niet kan veranderen. Wat nodig is, is een volledig nieuw leven.
welke woorden uit de 3 teksten hiernaast zeggen dat? Col. 3:10 Gods Geest in ons Het verlangen in je om God te eren en Zijn wil te doen is het werk van de Heilige Geest in je hart. Het is een bewijs voor de nieuwe natuur die je ontving toen je wedergeboren werd door God. ‘kracht’ betekent: ‘de bekwaamheid om de taak te doen’
!! Fil. 2:13 !!
Discipelschap
Gods oplossing toepassen
Het schema hierboven toont het leven van een Christen. We komen de wereld binnen met een zondige natuur. Maar op het moment dat we opnieuw geboren worden krijgen we een nieuwe natuur, wat niet alleen de nieuwe ik is maar ook de echte ik. De zondige natuur, of de oude mens, wil God niet eren. De nieuwe natuur wil God eren, en kan het ook door de kracht van de Heilige Geest. Merk op dat de zondige natuur niet eeuwig standhoudt en dat de nieuwe natuur voor eeuwig bestaat. DE uitdaging waar wij voor staan is de strijd tussen deze twee naturen. Zij willen beiden de leiding hebben over ons denken, ons hart en ons lichaam. Er heerst oorlog in ons. Het goede nieuws is dat de strijd slechts tijdelijk is. Wanneer wij eenmaal bevrijd zijn van onze zondige natuur, zal onze nieuwe natuur alles kunnen doen wat God verlangt.
Rom. 7:22; Fil. 2:13
Gal. 5:16-17
Kun je de keren herinneren waarbij je nieuw natuur streed tegen je zondige natuur binnen in je?
De sleutel tot overwinning is Gods Geest binnen in ons. Alleen door toe te laten dat Gods Geest in ons leeft kunnen wij Gods kracht en Zijn wil ervaren (kijk nog eens naar Fil. 2:13 op bladzijde 12). •
Bestudeer Ef. 5:18 hieronder.
!! Ef. 5:18 !!
Wordt voortdurend vervuld met de Geest Ef. 5:18:
En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest
Ef. 5:18 leert ons hoe wij Gods voorziening om zonde te overwinnen moeten toepassen. •
Omcirkel wat wij horen te doen met de Geest. Het woord ‘vervuld’ betekent: ‘helemaal vol, tjokvol’. Iemand die vol is van de Heilige Geest laat geen ruimte over voor zijn zondige natuur. Zijn zondige natuur kan zijn leven niet beheersen. De volgende eigenschappen van ‘vervuld worden’ helpen ons dat te begrijpen en toe te passen.
Bevel: Dit werkwoord leert ons dat wij vervuld moeten worden met de Heilige Geest en dat het een handeling van onze eigen wil is. God vraag ons niet om 13 van 161
Wat heeft dronken zijn te maken met vervuld met de Geest zijn. Ef. 5:18 In de grondtekst wordt voor ‘wordt vervuld’ een woord gebruikt dat betekent: ‘wordt voortdurend vervuld’.
Discipelschap
vervuld te worden met de Geest wanneer wij daar zin aan hebben. Hij beveelt ons vervuld te zijn. Het maakt niet uit hoe wij ons voelen; het maakt niet uit wat onze omstandigheden zijn, wij kunnen ervoor kiezen vervuld te zijn en toestaan dat God ons leven leidt. Gods werk: Uit het werkwoord blijkt dat God ons vult. We stellen onszelf eenvoudigweg beschikbaar voor hem. Wanneer wij onze levens aan God overgeven, geeft Zijn Geest ons Zijn verlangens en mogelijkheden. Tegenwoordige tijd: Tot slot beveelt dit werkwoord ons om voortdurend vervuld te worden met Gods Heilige Geest, ieder moment, uur na uur, dag na dag. Geen onderbrekingen en ook geen moment dat toegelaten wordt dat onze zondige natuur over ons regeert. Tit. 1:2
Hoe kunnen wij er zeker van zijn dat God ons vult met Zijn Geest? Hij zei dat Hij dat zal doen en God liegt niet! •
!! 1Joh. 5:14-15 !!
Lees Zijn belofte in 1Joh. 6:14-15.
1Joh. 5:14-15: En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar zijn wil, ons verhoort. En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden.
• • •
Omcirkel de houding die wij moeten hebben wanneer wij tot God naderen. Onderstreep welk soort verzoek God verhoort. Maak een rechthoek rond het resultaat wanneer God ons gebed hoort.
1. Is het Gods wil dat wij vervuld zijn met Zijn Geest? 2. Wanneer we Hem om vervulling met Zij Geest vragen, Hoort Hij dan ons gebed? 3. Wanneer we zeker weten dat God ons hoort, kunnen we Er dan van op aan dat we vervuld zullen worden?
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Toepassing 1. Belijd: Niet volledig vervuld zijn met Gods Geest is zonde. Belijdt dit aan God en vraag om vergeving (1Joh. 1:9) 2. Wordt vervuld met de Heilige Geest: Vraag God je te vervullen met Zijn Geest. Geef Hem de leiding over je denken, hart en lichaam. Gebed Lieve God, vergeef me dat ik zonde toeliet mijn leven te regeren. Ik geef mijn hart, gedachten en lichaam over aan U en vraag U mij te vervullen met Uw Heilige Geest. Ik wil dat U regeert in mijn leven! Dank U Heer, dat U mij gebed hoort en het beantwoordt. In Jezus’ naam, amen. 14 van 161
Gods wil bidden 1Joh. 5:14-14 kan toegepast worden bij alles wat wij naar Gods wil bidden. We kunnen erop vertrouwen dat God zo’n gebed beantwoordt omdat Hij dat beloofd heeft!Z
Discipelschap
4. Gemeenschap Inleiding Een baby wordt geboren. Tien jaar later heeft deze nog steeds dezelfde grootte als bij de geboorte. Jouw directe reactie is: ‘Wauw, hij is nog steeds zo grappig’ ‘Nou… Ik denk dat sommige baby’s langzamer groeien dan andere’ ‘Breng dit kind naar de arts… NU!’ Je hoeft er geen dokter voor te zijn om te weten dat dit kind niet normaal is. Normale baby’s groeien en worden volwassen. Het niet doen is abnormaal! Toen God je nieuw leven gaf, had je Hem om vergeving gevraagd en Hem als Redder aangenomen. Daardoor werd je geestelijk wedergeboren. Door de wedergeboorte maakte je direct deel uit van Gods eeuwige familie. Je was een nieuwe schepping in Christus, bedoeld om te groeien naar geestelijke volwassenheid en bestemd om God te eren door je leven. •
Lees 2Petr. 3:18.
2Petr. 4:18:
maar wast op in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland, Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag der eeuwigheid.
In de volgende 4 lessen leer je principes die je helpen een levensstijl te ontwikkelen die de geestelijke groei in je leven stimuleert. Net als in de natuurlijke wereld heeft groei tijd nodig en heb je geduld nodig om geestelijk volwassen te worden. Maar wanneer jij je leven disciplineert en deze principes toepast, zal geestelijke groei zeker plaatsvinden. Kracht in aantallen Het 1 e principe voor geestelijke groei is sterke relaties aangaan met andere groeiende Christenen. In vuur en vlam voor Jezus! Net als kooltjes heter branden wanneer zij bij elkaar gelegd worden, zo moeten Christen ook samenkomen in geestelijke gemeenschap om elkaars geloof te versterken en de liefde voor Hem op te doen laaien. Hier zijn enkele redenen waarom wij onszelf moeten invoegen in een Christelijke gemeenschap.
15 van 161
1Petr. 1:23; Joh. 1:12; 2Cor. 5:17; 6:18; 1Petr. 2:2
Discipelschap
Aanmoediging: Hebr. 10:25:
• •
!! Hebr. 10:25 !!
Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.
Onderstreep wat wij moeten doen. Omcirkel het woord ‘aansporen’. Dat woord is een vertaling van een Grieks woord wat ondermeer betekent: ‘naast zich roepen’. Dit geeft het beeld van naast elkaar verder gaan. We vinden het vaak gemakkelijker om een ander te bekritiseren, te belasteren of te veroordelen. Vooral zij dien niet voldoen aan onze norm zijn het slachtoffer. Maar God vraagt ons te bemoedigen, aan te moedigen en naast de ander, die het moeilijk heeft, te gaan staan.
Inspiratie: 1Cor. 15:33: Misleidt uzelf niet; slechte omgang bederft goede zeden. •
•
Omcirkel het woord wat wij niet moeten zijn (1Cor. 15:33). Het woord ‘misleidt’ betekent: ‘afgeleid worden van de waarheid’. We vinden deze vermaning door de hele Bijbel heen, misschien omdat wij gewoon zijn te denken dat wij de weg weten, zelfs nadat God ons de juiste weg heeft verteld! Onderstreep het woord dat het gevolg aangeeft van slechte omgang. ‘Bederven’ betekent: ‘vervuilen, verontreinigen, vernietigen’.
Heb je ooit mensen ontmoet die dachten dat zij mensen die diep in zonde waren wel konden helpen, maar uiteindelijk werden zij zelf de zonde in getrokken? Het leven is vol van voorbeelden van Christenen die ervoor kozen om slechte omgang te hebben en er daardoor achterkwamen dat hun geloof vernield was.
“Geef nooit op!” Winston Churchill, de premier van Engeland in de 2e wereldoorlog, was uitgenodigd ergens te spreken. Men wilde graag zijn wijze woorden horen. Hij was welbespraakt en geestig. Ze zaten allen met de oren gespitst toen hij het podium opkwam. En gedurende enkele minuten riep Churchil: “Geef nooit op, Geef nooit op, Geef nooit op…!” Daarna ging hij zitten voor en zeer verbaasd publiek. !! 1Cor. 15:33 !! Math. 24:4; Spr. 13:20; 2Petr. 2:17-22
Op welke specifieke manieren bederft slechte omgang goede zeden?
Op welke manieren kan goede omgang het goede karakter bezielen?
‘Misleidt uzelf niet!’ Wij worden beïnvloed door ons gezelschap, en uiteindelijk worden wij als zij. Wanneer ons doel geestelijke groei is en we volwassen Christenen willen worden, moeten wij omgaan met Christenen die geestelijk groeien naar volwassenheid! Satan, onze tegenstander
Terecht helpen(herstellen) Gal. 6:1:
•
Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen.
Omcirkel wat een onwaakzame Christen (een gelovige die het niet verwacht) kan overkomen (Gal. 6:1). Het woord ‘betrapt’ wijst op het onverwachte 16 van 161
2Cor. 2:11; Luk. 22:31; Ef. 6:11-12; !Petr. 5:8
Discipelschap
Ben jij wel eens in moeilijkheden geweest en had je toen hulp nodig die met geen mogelijkheid te vinden was? Niets is meer frustrerend en gevaarlijk dan dat. Het lijkt er dan op dat je meegesleurd wordt door een sterke stroming in het water. Christenen kunnen helemaal meegesleurd worden door de verleidingen van de zonde. De Christen, die een geestelijke vriend heeft die niet twijfelt om hem te hulp te schieten en te redden, is zeer gezegend! •
•
Onderstreep wat geestelijke Christenen (zij die vervuld zijn met de Heilige Geest) moeten doen wanneer medechristenen in zonde vallen (Gal. 6:1). Omcirkel het woord dat aangeeft hoe ze de medechristen helpen te herstellen. Maar al te vaak kunnen wij hard en veroordelend zijn naar andere Christenen die in zonden gevangen zitten. Maar er wordt ons gezegd dat wij zachtmoedig moeten zijn.
Toen je een Christen werd, werd satan je vijand. Hij probeert je voortdurend te vangen in zonden.
Denk eens aan zonden die je regelmatig begaat. Zie hoe satan je gestrikt heeft, zodat je het steeds weer doet? Wat kun je doen om te voorkomen dat je zondige gewoonten ontwikkelt?
Zachtmoedig: Het woord ‘zachtmoedig’ houdt in dat je nederig naar God toe bent: Hij is de Schepper en jij bent door Hem geschapen. Dit voorkomt dat trots je tegenhoudt om andere Christenen te helpen die gevangen zitten in zonden. Toepassing • •
• •
Kom regelmatig bijeen met andere Christenen die ook geestelijk willen groeien (Hand. 2:44-47). Wordt Lid van een kerk waar God geëerd wordt en er onderwijs wordt gegeven vanuit Zijn Woord, en bezoek de diensten zoveel mogelijk (Hebr. 10:25). Wordt actief betrokken bij het werk voor de Heer in de kerk (Ef. 4:11-12). Ondersteun het werk van de kerk ook door regelmatig geld te geven. (Gal. 6:6; 1Tim. 5:17; 2Cor. 9:7).
17 van 161
Hand. 1:14; 2:42; 1Tim. 5:17-18; 1Thess. 5:12; 1Cor. 16:1-2
Discipelschap
5 Het Woord Inleiding Hoe lang denk jij dat wij kunnen blijven leven zonder te eten? 1 dag
3 dagen
60 dagen
100 dagen
10 dagen
20 dagen
40 dagen
Wanneer je ‘1 dag’ aangevinkt heb, zeg je eigenlijk dat je nog nooit een maaltijd in je leven hebt overgeslagen. Nee, het gaat ook niet om 20 of 30 dagen. We kunnen 40 dagen zonder eten, maar daarna begint ons lichaam te verhongeren en is de dood nabij. Net als ons lichaam voedsel nodig heeft om te kunnen groeien, moet onze geest ook gevoed worden. Let op de hoe beeldspraak ‘melk’ en ‘vast voedsel’ in de Bijbel wordt gebruikt. Hebr. 5:12:
Want hoewel gij, naar de tijd gerekend, leraars behoordet te zijn, hebt gij weer nodig, dat men u de eerste beginselen van de uitspraken Gods leert, en gij hebt nog melk nodig en geen vaste spijs.
1Petr. 2:2:
en verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid
• •
Onderstreep wat ‘melk’ betekent, volgens Hebr. 5:12. Omcirkel waarom wij moeten verlangen naar de redelijke onvervalste melk in 1Petr. 2:2.
In deze les leer je wat: • De bron van het Woord is • Het doel van het Woord is • De kracht van het Woord is • Het Woord toe te passen !! 2Tim. 3:16-17 !!
De bron van het Woord
Op welke manier is
2Tim. 3:16-17: Elk van God ingegeven Schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.
•
•
Omcirkel de bron van de Schrift in 2Tim. 3:16-17. Het Griekse woord dat vertaald wordt met ‘door God ingegeven’ werd nergens anders in het Nieuwe Testament gebruikt. Hoewel het woord niet aangeeft hoe de Schrift aan ons gegeven werd, toont het wel de Goddelijke oorsprong van de Schrift. Omcirkel hoeveel van de Schrift van God komt. Deze tekst zegt dat elk Schriftwoord van God komt!
18 van 161
‘van God ingegeven’ een goede omschrijving voor de Goddelijke oorsprong van de Bijbel?
‘Schriftwoord’ is een ander woord voor ‘Bijbeldeel’ of ‘Bijbeltekst’ 2Petr. 1:20-21; 1Petr. 1:10-11
Discipelschap
Het doel van het Woord Lees 2Tim. 3:16-17 nog eens en noem hieronder de 4 manieren waarop de Schrift nuttig is voor ons: _______________________ Instrueert ons de waarheid van God •
Welk patroon kun je zien in de 4 manieren van Schriftgebruik?
_______________________ Overtuigt ons van Gods waarheid _______________________ Verbetert ons naar Gods waarheid
Ps. 119:105
_______________________ Leert ons Gods waarheid te leven • •
Onderstreep het resultaat van die 4 acties van Gods Woord in ons. Omcirkel voor hoeveel goede werken wij toegerust worden. Waarom denk jij dat
De kracht van Gods Woord Ef. 6:17:
•
en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God.
Onderstreep hoe het Woord van God beschreven wordt in Ef. 6:17. Het ‘woord van God’ is een aanvalswapen in Ef. 6:10-17, waar de wapenrusting van God beschreven wordt. De Christen die het leert te hanteren kan zijn geestelijke vijanden verslaan. Helaas zijn veel Christenen onbekend met Gods Woord en gebruiken zij het vaak meer als een zakmes dan als een zwaard.
het Woord beschreven wordt als zwaard van de Geest? Hebr. 4:12; Math. 4:1-11
De toepassing van het Woord Memorisatie: Ps. 119:11:
Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige.
!! Ps. 119:11 !!
Ps. 119 is een groot eerbetoon aan het Woord van God. Het bevat aansporingen die elke Christen zou moeten lezen! •
Onderstreep wat wij zouden moeten doen met Gods Woord. Het woord ‘bergen’ betekent: ‘opbergen; als schat bewaren’. Gods Woord moet opgeborgen worden in ons hart omdat het waardevol is. Het woord ‘hart’ verwijst naar ons wezen, denken, gevoel, geweten, wil en verlangens. Met andere woord: het memoriseren van Gods Woord is niet alleen een intellectuele oefening, maar iets wat de hele persoon aangaat!
Memorisatie wordt gemakkelijk wanneer je het in stapjes doet: o Lees het vers 3 keer o Schrijf het vers 3 keer o Zeg het vers 3 keer op o Herhaal dit dagelijks gedurende de komende 10 dagen. 19 van 161
Hoe houdt het bergen van Gods Woord in ons hart ons van de zonde af?
Discipelschap
Meditatie Ps. 1:1-3:
• • • • •
Waarom is de boom Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; maar aan des HEREN wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; – al wat hij onderneemt, gelukt.
een goed beeld van iemand die welgevallen heeft aan Gods Woord? !! Ps. 1:1-3 !!
Omcirkel 1 woord in Ps. 1 dat iemand omschrijft die afstand neemt van goddelozen, zondaars en spotters. Onderstreept waarin die persoon zijn welgevallen heeft. Zet een dubbele streep onder wat hij doet met Gods Woord. Zet een golvend lijntje onder dat waar die persoon mee vergeleken wordt. Plaats een blok rond het gevolg van de levensstijl van zo’n iemand.
Meditatie op Gods Woord is opzettelijk steeds opnieuw een tekst overpeinzen, de geestelijke voedingsstoffen in je opnemend. Een manier om het te doen is… Een vers steeds opnieuw opzeggen in je denken. Daarna… Steeds een ander woord benadrukken om de betekenis van het woord binnen het vers goed tot je door te laten dringen. !! Jak. 1:22
Toepassing Jak. 1:22:
• •
En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden.
Onderstreep wat zij die het Woord alleen horen zichzelf aandoen. Omcirkel wat in de plaats daarvan met het Woord moeten doen.
Hieronder zijn 6 toepassingen uit Gods Woord Wanneer je Gods Woord leest, het memoriseert of erover mediteert, let er dan op of er… • Zonden beleden moeten worden • Beloften geclaimd kunnen worden • Houdingen aangenomen of vermeden kunnen worden • Handelingen aangenomen of vermeden kunnen worden • Voorbeelden zijn om na te volgen We begonnen de les met hoe wij moeten eten om te overleven. Zoals we degelijks voeding nodig hebben, zo hebben we dagelijks ook een portie van Gods Woord nodig om geestelijk gezond te leven (en dus niet alleen op zondag!). Maak er een gewoonte van dagelijks Gods Woord te lezen, te memoriseren, te overdenken en toe te passen… DAGELIJKS!
20 van 161
Hoe misleiden wij onszelf wanneer wij alleen het Woord horen?
Wat zegt dit vers ons dat wij zouden moeten doen wanneer wij leren uit de Bijbel?
Math. 12:50; Luk. 6:46; Jak. 1:22-25
Discipelschap
6. Gebed Inleiding Laten we een proefje doen. Haal drie keer diep adem en houd de laatste adem in. Hoe lang kun je dat volhouden? Een paar dagen? Natuurlijk niet, zelfs niet een paar uur! De meesten houden het hooguit een paar minuten vol. Gebed is zo. Gebed is voor je geestelijke leven zoals lucht voor je lichaam is. Het is dat wat je nieuwe natuur energie geeft en je ziel verfrist. Zonder gebed gaat je geestelijke leven stilstaan. Waarom? Omdat… Gebed de enige activiteit is die ons in contact brengt met de levende God!
Je kunt deelnemen aan elke soort Christelijke activiteit zonder dat je kracht ontvangt van de Heilige Geest. Alleen gebed vereist dat je een zuivere open relatie met God hebt want in het gebed ontmoet de mens God persoonlijk.
Vier aspecten van gebed • • • •
Aanbidding Belijdenis Dankzegging Smeken
Aanbidding ‘Aanbidding’ is: ‘de eer geven; prijzen’ Prijzen Ps. 106:2:
Wie kan de machtige daden des HEREN uitspreken, al zijn lof doen horen?
De schrijver van Ps. 106:2 gebruikt een literaire vorm waarin het hetzelfde op twee verschillende manieren zegt. •
Onderstreep dat wat overeenkomt met ‘al zijn lof doen horen’. God prijzen is: Zijn machtige daden proclameren (verkondigen).
Noem enkele machtige daden die God in jouw leven heeft gedaan. 1. ________________________________________________________ 2. ________________________________________________________ 3. ________________________________________________________ 4. ________________________________________________________ •
Lees het lofprijzinggebed van David hierna:
21 van 161
Aanbidding Het Hebreeuwse woord voor ‘heerlijkheid geven’ in Ps. 29:2 heeft als betekenis: ‘neerbuigen; zich ter aarde werpen’. Dit is een houding van aanbidding. In Ps. 100:2 staat ‘komt met gejubel’. Dit is een aanbiddingshandeling. Jezus gebruikt tegelijkertijd de houding en de handeling in Luk. 4:8.
1Kron. 29:11-13:
• •
Discipelschap Van U, o HERE, is de grootheid en de kracht, de heerlijkheid, de roem en de majesteit, ja, alles wat in de hemel en op de aarde is; van U is de heerschappij, o HERE, en Gij zijt als hoofd boven alles verheven. Want rijkdom en eer komen van U, en Gij heerst over alles; in uw hand is sterkte en kracht, en Gij hebt het in uw macht een ieder groot en sterk te maken. Thans loven wij U, o onze God, en prijzen wij uw heerlijke naam.
Omcirkel elk kernmerk dat David over God noemt. Onderstreep Davids reactie op God.
Toepassing
Aanbidding wordt versterkt wanneer we de kenmerken van God leren kennen, en Zijn karakter. Probeer boeken te pakken te krijgen waarin de attributen (kenmerken) en het karakter van God beschreven worden. Zij zullen je laten beseffen hoe groot de God is die wij aanbidden. Dan. 2:19-23; Rom. 11:33-36.
Prijs God voor elke machtige daad in je leven (zie lijst hiervoor). Dank Hem en prijs Zijn glorieuze naam! Belijdenis Een ander belangrijk aspect van gebed is belijdenis van je zonden. Lees de volgende teksten over belijdenis: Ps. 66:18:
Had ik onrecht beoogd in mijn hart, dan zou de Here niet hebben gehoord.
Ps. 32:5:
Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid verheelde ik niet; ik zeide: Ik zal de HERE mijn overtredingen belijden, en Gij vergaaft de schuld mijner zonden.
•
• • •
Onderstreep in Ps. 66:18 wat er gebeurt al je zonde beoogt in je hart. Dit vers leert dat er een relatie is tussen zonde en gebed. Zonde onderbreekt de gemeenschap met God en voorkomt dat Hij ons gebed hoort (zie Joh. 1:14-15 voor het belang dat God ons gebed verhoort.) Onderstreep wat de Psalmist bekend maakt aan God in Ps. 32:5. Omcirkel Gods reactie. Lees de belijdenis van David na zijn zonde met Batseba:
Ps. 51: 3-6, 11-14: Wees mij genadig, o God, naar uw goedertierenheid, delg mijn overtredingen uit naar uw grote barmhartigheid; was mij geheel van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde. Want ik ken mijn overtredingen, mijn zonde staat bestendig vóór mij. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in uw ogen, opdat Gij rechtvaardig blijkt in uw uitspraak, zuiver in uw gericht… Verberg uw aangezicht voor mijn zonden, delg al mijn ongerechtigheden uit. Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest; verwerp mij niet van uw aangezicht, en neem uw heilige Geest niet van mij; hergeef mij de blijdschap over uw heil, en laat een gewillige geest mij schragen.
•
Onderstreep 4 dingen die David aan het eind van de tekst aan God vraagt. 22 van 161
!! Ps. 66:18 !! !! Ps. 32:5 !!
Kan God onbeleden zonden vergeven? Waarom wel of niet?
Waarom, denk je dat God van ons eist dat wij onze zonden belijden om vergeven te worden?
Echte belijdenis heeft het verlangen om God te gehoorzamen tot gevolg. Merk op dat David, na het erkennen van zijn zonden aan God, God vraagt om een gehoorzaam hart.
Discipelschap
Dankzegging Het derde aspect van gebed is dankzegging. 1Thess. 5:18:
• •
dankt onder alles, want dat is de wil Gods in Christus Jezus ten opzichte van u.
Omcirkel onder welke omstandigheden wij moeten danken (1Thess. 5:18). Onderstreep waarom wij moeten danken. ‘Dankt’ is een bevel. God eist van ons dat wij onder alle omstandigheden danken. Rom. 8:28 zegt waarom wij doet moeten doen.
Rom. 8:28: Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn.
• •
Onderstreep de reden waarom wij kunnen danken onder alle omstandigheden (Rom. 8:28). Omcirkel hoeveel dingen God ten goede laat meewerken. Dit vers zegt dat wat er ook gebeurt in ons leven, God het ten goede gebruikt voor ons. Nu je dit weet, kun jij hem echt danken voor alles? Ja Nee
Toepassing Neem nu tijd om God voor alle dingen te bedanken die Hij in je leven toelaat, goed of slecht, wetend dat Hij alles laat meewerken in jouw voordeel. God danken is je geloof tonen! Smeken
• • •
Wat zijn de voordelen van een dankbaar iemand te zijn?
!! Rom. 8:28 !! Gods soevereiniteit Gods soevereiniteit kan gedefinieerd worden als een uitoefening van Zijn oppermacht. Hij is zelfs boven de hoogste schepselen verheven. Hij is de allerhoogste God van hemel en aarde. Onderworpen aan niemand, beïnvloed door niemand, absoluut onafhankelijk. God doet wat Hij wil, altijd en alleen wat Hij wil. Nieman kan Zijn plan doorkruisen of verhinderen. Jes. 46:10; Dan. 4:35; Ef. 1:11
Smeken is onze verzoeken aan God voorleggen. Te vaak zijn we bezorgd en vergeten die Ene die ons kan helpen. Lees de volgende tekst: Fil. 4:6-7:
!! 1Thess. 5:18 !!
Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus.
Onderstreep in Fil. 4:6-7 wat gezegd wordt over bezorgdheid. Omcirkel waar we God om kunnen vragen. Plaats een blok om de resultaten van het bekendmaken van onze verzoeken aan God.
Heb jij je ooit afgevraagd waarom sommige van onze gebedsverzoeken niet beantwoord worden? De teksten op de volgende bladzijde geven aan waarom.
23 van 161
!! Fil. 4:6-7 !!
Welke twee tegengestelde emoties worden in Fil. 4:6 genoemd? Op welke manier is gebed aan elk van de emoties verbonden?
Jak. 4:3:
Discipelschap Of, gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, doordat gij verkeerd bidt, om het in uw hartstochten door te brengen.
1Joh. 5:14-15: En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar zijn wil, ons verhoort. En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden.
!! 1Joh. 5:14-15 !!
Joh. 15:7:
Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden.
!! Joh. 15:7 !!
Math. 21:22:
En al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen.
!! Math. 21:22 !!
• • • • •
Maak een blok om dat waarom wij niet altijd krijgen waar wij om vragen (Jak. 4:3). Omcirkel wat Jakobus bedoeld met verkeerde motieven Onderstreep de voorwaarde voor beantwoord gebed in 1Joh. 5:14-15. Onderstreep de voorwaarde voor beantwoord gebed in Joh. 15:7. Onderstreep de voorwaarde voor beantwoord gebed in Math. 21:22
Voor wie we moeten bidden
voorwaarden voor beantwoord gebed?
Wat denk je dat de belangrijkste voorwaarde voor beantwoord gebed is ?
Toen Paulus 1Tim.
1Tim. 2:1:
Ik vermaan u dan allereerst smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen te doen voor alle mensen
Jak. 5:16:
Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt. Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.
Ef. 6:18:
En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen
•
Waarom stelt God
Omcirkel alle mensen, in de bovenstaande teksten, waarvoor we moeten bidden.
Toepassing Breng een aantal minuten in gebed door voor alles wat de Heer je in gedachten brengt.
24 van 161
2:1 schreef, was de regerende autoriteit de Romeinse keizer Caesar. Hoe bid je voor regeringen, waar je niet mee eens bent?
Wat is de waarde ven het belijden van de zonden tegenover elkaar?
Discipelschap
7. Getuigen Inleiding Wat is volgens jou de grootste bedreiging voor het Christendom? Goddeloze mensen Hoe kan het feit dat
Onze cultuur Vijandelijke regeringen Sommigen beweerden dat… De grootste bedreiging voor het Christendom Christenen zijn, Die de hemel proberen binnen te sluipen zonder ooit hun geloof te delen. Eén van de grootste voorrechten van Gods kinderen is de autoriteit en het voorrecht om anderen uit te nodigen zich met God te verzoenen. Er is geen belangrijkere beslissing, die mensen kunnen maken, dat het aannemen van Jezus als je persoonlijke Redder en Heer. In deze les leer je vijf manieren om je geloof in Christus met anderen te delen.
Christenen hun geloof niet delen de grootste bedreiging zijn voor het Christendom?
Waarom denk je dat veel Christenen hun geloof niet delen? Rom. 10:13-14
Je geloof delen, of getuigen, is één van de belangrijkste factoren in de Christelijke groei. Het houdt je geloof fris en opwindend wanneer je anderen veranderd ziet worden door een wonder van God. Maar wij moeten aan het volgende denken om een effectieve getuige van Christus te worden: 1. Wees beschikbaar: Geef je leven over aan God. God gebruikt dienaren die beschikbaar zijn. 2. Wees biddend: Vraag God jou te leiden naar mensen om het Evangelie te delen. Vraag God of Hij ze open wil maken voor Zijn Woord. 3. Wees voortdurend gevuld met de Geest: Alleen God kan anderen naar Zich toetrekken. Ons aandeel is eenvoudigweg voortduren vervuld te zijn met Zijn Geest en Hem toestaan Zijn liefde door ons heen met anderen te delen. Christus delen met je getuigenis We weten misschien niet veel van de Bijbel of van theologie, maar wij zijn allemaal specialist in ons eigen leven. Hoewel mensen niet geïnteresseerd zijn om te horen wat wij voor God hebben gedaan, zijn zij wel geïnteresseerd in wat God voor ons heeft gedaan! Ons getuigenis is het verhaal van wat Christus voor ons heeft gedaan in ons leven. Gebruik de volgende richtlijnen om je getuigenis voor te bereiden. Je getuigenis voorbereiden: 1. Je leven voor Christus: Deel specifiek iets over een gebied van je leven waarin God jou heeft veranderd. Weersta de verleiding om voortdurend aan te geven hoe slecht jij was.
25 van 161
Joh. 6:44
Hand. 26:1-9
Bid, voor jij je getuigenis ontwikkelt eb vraag God of Hij Zijn kant van het verhaal aan jou vertelt.
Discipelschap
2. Hoe je Christus leerde kennen: Leg duidelijk uit hoe je over Christus hebt gehoord en hoe je het besluit nam Hem om vergeving te vragen en als Redder aan te nemen. Hierdoor krijgt je toehoorder een duidelijk beeld van Christus in je getuigenis. 3. Je leven nadat je Christus geaccepteerd hebt: Deel hoe Christus jou veranderd heeft in het gebied van je leven dat je aan de orde hebt gebracht. Je geloof delen met plaatjes
Zet je getuigenis volledig op papier en zoek naar een thema dat het tot één geheel maakt.
Maak je getuigenis aan de hand van dat thema en de richtlijnen hiernaast.
Teken het 1 plaatje en voeg de rest steeds toe, bij het delen (Je hoeft dus niet alle 3 plaatjes te tekenen).
Memoriseer de teksten: Joh. 3:16; Rom. 3:23; 6:23; 5:8; Joh. 14:6; 1:12; Ef. 2:8-10. Gebruik deze teksten , wanneer je het plaatje afmaakt.
Het Evangelie kan snel en gemakkelijk op deze manier getekend worden. Nadat het laatste plaatje afgemaakt is, gebruik je die om te laten zien hoe wij tot God moeten komen door geloof in Jezus Christus. Hij is de brug naar God toe. Deze manier werkt heel goed wanneer je het Evangelie met kinderen deelt. Je geloof delen na een presentatie Na het lezen, horen of zien van een presentatie van het Evangelie door middel van een boekje, video, film, drama, geluidtape, muziek e.d., gebruik je de volgende vier vragen om het Evangelie te brengen: 1. Wat vind je hiervan (het boek, de film etc.)? 2. Begreep je het? 3. Heb je God ooit gevraagd je zonden te vergeven, zoals hier werd aangegeven? 4. Zou je dat nu willen doen? Je geloof delen met een boekje of traktaat Er zijn veel traktaten en boekjes beschikbaar, die allemaal dezelfde boodschap bevatten: Hoe vind je eeuwig leven in Jezus Christus?
26 van 161
Leer de vier vragen uit je hoofd, zodat je ze kunt stellen zonder een spiekbriefje te gebruiken. Rom. 1:16
Discipelschap
Voordelen: 1. Gemakkelijk: Boekjes of traktaten maken het gemakkelijker om te getuigen wanneer de essentiële waarheden van het Evangelie eraan toegevoegd worden, evenals het gebed om iemand te helpen zich aan Christus over te geven. 2. Duidelijk: Dit materiaal brengt het Evangelie op een logische manier, vaak aan de hand van vier stellingen die ondersteund worden door Bijbelteksten. 3. Klein: Het materiaal is gemakkelijk mee te nemen, waar wij ook heengaan. 4. Beknopt: Binnen 5-10 minuten is het doorgelezen. 5. Weggeefbaar: Je kunt het bij mensen achterlaten zodat zij het later nog eens kunnen bekijken. Velen komen daardoor tot geloof. 6. Overdraagbaar: het kan meerdere keren doorgegeven worden van de ene aan de andere. Het boekje of traktaat introduceren: Het grootste probleem is het onderwerp Christus voorleggen aan anderen. Het werk meestal het best om het Evangelie te koppelen aan iemands nood. Hier zijn een aantal manieren waarop je het boekje of het traktaat kunt introduceren om het Evangelie met hen te delen: 1. De boodschap hierin heeft mij veel meer geholpen dan iets anders. Mag ik het met je delen? 2. Heeft er ooit iemand aan jou verteld hoe je God op een heel persoonlijke manier kunt kennen? Dit boekje legt dat uit, mag ik het met je delen? 3. Wanneer jij nu zou sterven, weet je dan absoluut zeker dat je naar de hemel gaat? Dit boekje zegt hoe dat wel kan, mag ik het met je delen? Het boekje of het traktaat presenteren: 1. Houdt het boekje zichtbaar voor de toehoorder. Zorg ervoor dat deze gemakkelijk de bladzijden kan bekijken. 2. Houdt de aandacht van de toehoorder vast door belangrijke woorden of plaatjes aan te wijzen, terwijl je het doorneemt. Soms helpt het om het boekje om te vouwen, zodat je samen naar 1 bladzijde kijkt. 3. Lees het boekje eenvoudigweg samen door! Weersta de verleiding om extra dingen aan de boodschap toe te voegen. Dit verwart vaak de persoon die toehoort en laat de tijd behoorlijk toenemen. Je geloof delen met gebed Hoewel veel mensen terughoudend zijn om over God te praten, zijn er heel veel blij wanneer je voor ze bidt. Dit geeft een grote kans om Christus te delen met anderen. Bied aan vrienden, medewerkers, bekenden buren, etc. aan dat je voor hun noden wilt bidden. Bid dat God zij tot Zichzelf trekt en kijk uit naar kansen om het Evangelie met hen te delen, want God voorziet. 27 van 161
Kun je nog andere manieren bedenken waarop jij het Evangelie kunt delen met anderen? Joh. 4:7-14; Hand. 8:26-35
Houd een gebedsdagboek bij, met verzoeken en antwoorden Op gebed.
bid volhardend voor elk verzoek en verwacht dat God gaat werken in de levens van de mensen.
Discipelschap
Toepassing 1. Bekijk elk van de bovengenoemde manieren om het Evangelie te delen nog eens en voer ze uit in de praktijk. 2. Bid en vraag God om je mensen te laten zien die over Gods vergeving in Jezus Christus moeten horen. Maak daarna een lijst met namen die God in je gedachten brengt. 3. Bid elke dag voor ieder persoon en vraag God of Hij ze naar Zich toe wil trekken. 4. Maak gebruik van iedere kans die God je geeft en deel Christus in de kracht van de Heilige Geest. 5. Wees beschikbaar om het Evangelie te delen met de mensen die je de hele dag tegenkomt. God heeft een Goddelijke afspraak voor je waarin jij het Evangelie met iemand kunt delen. 6. Denk er altijd aan dat het God is die de mensen naar Zich toetrekt. Het is niet onze bekwaamheid of onze uitstraling. Wees voortdurend vervuld met Gods Geest en verwacht dat God je gebruikt!
28 van 161
Zoek uit of God het gebed beantwoord en gebruik de kansen om Zijn liefde te delen.
Col. 4:5
Discipelschap
8. Geestelijke vermenigvuldiging Hoe zou je de volgende vraag beantwoorden: Waarom ben ik hier in plaats van in de hemel? Omdat mijn huis in de hemel nog niet af is Omdat ik nog niet goed genoeg ben Omdat God nog eens even over mij moet nadenken
Joh. 4:34; 17:4; Hand. 20:24
Geen van de bovengenoemde antwoorden De reden waarom wij hier zijnen niet in de hemel is dat wij de laatste opdracht van Jezus aan al Zijn volgelingen nog moeten vervullen. •
Lees hieronder deze ‘Grote opdracht’ van Jezus:
Math. 28:18-20: En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.
!! Math. 28:18-20 !!
De grote opdracht
Waarom begint
Deze laatste instructie wordt de ‘grote opdracht’ genoemd omdat Jezus ons de opdracht geeft om het Evangelie over de hele wereld te verspreiden. De belangrijkste woorden in deze opdracht zijn: ‘maak discipelen’. Drie werkwoorden zijn hiermee verbonden en laten zien hoe je dat moet doen. • Ga:
•
Joh. 17:2
Omcirkel de drie werkwoorden. Je kunt de mensen niet bereiken wanneer je niet naar ze toe gaat. Het werkwoord is een bevel. God verwacht dat wij gaan. Omcirkel waar wij naar toe moeten gaan volgens de grote opdracht.
Doop: De doop is een symbool voor de reiniging en voor het nieuwe leven die Christenen in Christus ontvangen, wanneer ze in Hem gaan geloven. •
Onderstreep in welke naam wij gedoopt moeten worden.
Leert: Discipelen maken is hen onderwijzen en het geleerde laten doen. •
Jezus de grote opdracht met: “Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde”?
Plaats een blok rond datgene wat wij de nieuwe discipelen moeten leren. 29 van 161
Discipelschap
Het plan Waar moet je beginnen met het ‘maakt alle volkeren tot Mijn discipelen’? Hand. 1:8 geeft ons een plan dat wij kunnen volgen: Hand. 1:8:
•
maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
!! Hand. 1:8 !! Hand. 2:14-42; 8:1; 22:17-21
Onderstreep de drie geografische gebieden waar wij naar toe moeten gaan.
Jeruzalem: Deze stad stelt het huis van de discipel voor (zijn familie, vrienden, nabije omgeving) Judea & Samaria: Deze twee provincies staan voor het omliggende gebied (streek, provincie, land). Uiterste der aarde: Dit omvat alle anderen die bereikt moeten worden met het Evangelie (alle volkeren). We kunnen allemaal in ons Jeruzalem getuigen. Ook kunnen wij in samenwerking met andere Christenen iedereen bereiken in Judea & Samaria. Maar om de einden der aarde te kunnen bereiken, moet de Christen daar naar toe gaan en onder die mensen leven in andere landen. Elke Christen moet bereid zijn om te gaan. En zelfs als we niet gaan moeten we iedereen ondersteunen die wel gaat, met ons gebed en ons geld. De strategie: discipelschap Nu wij onze opdracht weten: discipelen maken van alle volkeren, is de vraag: ‘Hoe?’ Het maken van discipelen is aangegeven in Math. 28:18-20. Hieronder is het schematisch weergegeven.
Het proces van discipelschap resulteert in een groeiend aantal Christenen, die discipel worden. Zij worden opgebouwd in Christus en uitgezonden voor Christus. Hierdoor start het ‘geestelijk vermenigvuldigingsproces’.
30 van 161
Waar is jouw Jeruzalem?
Waar is jouw Judea & Samaria? (Judea staat voor de oorspronkelijke inwoners en Samaria zijn mensen van andere herkomst)
Hoe wil je het uiterste der aarde bereiken?
Hoe draagt het onderwijzen van de discipelen: ‘gehoorzaam alles wat Ik u bevolen heb’, bij aan het feit dat zij anderen winnen voor Christus en hen opbouwen in het geloof?
Discipelschap
Geestelijke vermenigvuldiging 2Tim. 2:2:
!! 2Tim. 2:2 !!
en wat gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan vertrouwde mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten.
Het principe van geestelijke vermenigvuldiging staat in 2Tim. 2:2. •
•
Merk op dat elke volgende generatie in aantal toeneemt wanneer zij die geleerd hebben anderen onderwijzen. Dat is zo bijzonder bij geestelijke vermenigvuldiging Geestelijke toevoeging: Mensen voor Christus winnen, maar ze niet opbouwen en uitzenden om anderen te winnen en op te bouwen.
Hiernaast zie je een schema van geestelijke vermenigvuldiging. Vergelijk de numerieke resultaten tussen Geestelijke toevoeging en Geestelijk vermenigvuldiging jaar: Geestelijke vermenigvuldiging: Geestelijke toevoeging: (bereik elke dag 100 mensen voor Christus)
36000 72000 108000 144000 180000 216000 252000 288000 324000 360000 396000 432000 468000 504000 540000 576000
‘vertrouwd’ iemand omschrijven? 1Cor. 4:2; Luk. 6:40; 14:26
Onderstreep wat wij moeten doen met dat wat we geleerd hebben. Omcirkel wat ‘vertrouwde mensen’ moeten doen met wat zij leerden.
(duizend)
Hoe zou jij een
(win, bouw op en zend 1 persoon per 6 maanden uit)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
4 16 64 256 1024 (duizend) 4096 16384 65536 262144 1048576 (miljoen) 16777216 67108864 268435456 10736741824 (biljoen) 4294967296 17179867184
Eén persoon kan het verschil maken!
God wil dat jij het bent! 31 van 161
Geestelijke vermenigvuldiging: Voortdurend anderen winnen, opbouwen en uitzenden om steeds anderen te winnen, opbouwen en uit te zenden. Wanneer we de wereld moeten bereiken, moet geestelijke toevoeging overgaan in geestelijke vermenigvuldiging. Het schema: Dit laat zien hoeveel mensen er bereikt worden voor Christus na een jaar. De wereld kan in 16 jaar bereikt worden wanneer iedereen zich geestelijk vermenigvuldigt. Eén persoon kan de hele wereld bereiken! Wanneer jij iets opmerkelijks wilt doen, ga je dan geestelijk vermenigvuldigen. Wijdt je hieraan toe en onderteken het verbond wat hierna komt.
Discipelschap
Verbond van Discipelschap “Een leven op zich zal snel ophouden, Alleen dat wat voor Christus gedaan is zal standhouden!” In gehoorzaamheid aan de Grote Opdracht Van mijn Heer en Verlosser Jezus Christus. Beloof ik ____________________________________ Mijzelf toe te wijden aan het helpen Mensen voor Christus te WINNEN Mensen OP TE BOUWEN in Christus Mensen UIT TE ZENDEN voor Christus Zodat de hele wereld zal weten dat
Jezus Christus Heer is! Ik beloof dit Op deze ____________ dag, de ______________, _________!
God is mijn getuige!
32 van 161
Discipelschap
9. Geestelijk leven Inleiding De meesten van ons leven heel comfortabel in onze woonplaats tussen onze eigen mensen. Maar wat gebeurt er wanneer we geplaatst worden in een vreemd land met een vreemde taal en een onbekende cultuur? Velen zullen verward worden, of bang of depressief. De naam voor die toestand is: cultuurshock. Een cultuurshock vindt plaats wanneer we onszelf in een omgeving bevinden die voor ons compleet nieuw is. Bekende gewoonten en gebruiken zijn niet meer geschikt en we moeten daarom veel nieuwe dingen aanleren. Een Christen worden kan een cultuurshock veroorzaken. We moeten namelijk leren door de Geest te leven. Na zo’n lange tijd geleefd te hebben in een tastbare wereld, op basis van je wil, je denken en/of gevoel, moet je nu geestelijk leren leven. De geestelijke natuur van een Christen
1Thess. 5:23
De Bijbel beschrijft de mens als een levende ziel, die in een lichaam bestaat en een geest heeft. Onze lichamen staan in contact met de tastbare wereld, terwijl onze geest in contact staat met God en de geestelijke wereld. Onze ziel, waarin onze wil, gevoel en verstand besloten zit, wordt beïnvloed door ons lichaam en onze geest. Ieder mens wordt geboren met een zondige natuur, maar wedergeboren Christenen zijn wedergeboren door God, met een nieuwe natuur en staan onder de leiding van de Heilige Geest.
33 van 161
Discipelschap
De geestelijke natuur van de mens
Hoe wordt elke soort
De Bijbel beschrijft drie soorten mensen in 1Cor. 2:14-3:3. 1. De niet-christen: - is niet van Christus en heeft geen eeuwig leven - leven overheerst door de zondige natuur - leven beïnvloed door satan en de wereld - geen gemeenschap met God - vijand van God - onbekwaam om tot Gods eer te leven De niet-christen heeft Christus niet in zijn leven en is geestelijk gescheiden van God. Van nature is hij zondig en wordt hij sterk beïnvloed door satan en de wereld. Hij is Gods vijand en kan Hem niet eren. 2. De geestelijke Christen: - heeft Christus en een eeuwig leven - zijn leven wordt overheerst door Christus - zijn leven wordt beïnvloed door God en Zijn Woord - hij is een kind van God - hij leeft tot Gods eer De geestelijke Christen heeft Christus in zijn leven en is geestelijk levend voor God. Zijn wezenlijk natuur is heilig en hij wordt sterk beïnvloed door God en Zijn Woord. Hij is kind van God en vereert Hem met zijn leven. 3. De wereldse Christen - heeft Christus en eeuwig leven - leven overheerst door de zondige natuur - leven beïnvloed door satan en zonde - hij is een kind van God - hij heeft geen gemeenschap met God - hij leeft niet tot eer van God. De wereldse Christen heeft Christus in zijn leven en is geestelijk levend voor God. Zijn wezenlijke natuur is heilig en zuiver, maar hij leeft naar zijn zondige natuur, door zichzelf open te stellen voor de invloed van de wereld en satan. Hij is een kind van God, maar eert God niet met zijn leven. Toepassing: • Welke persoon komt het beste overeen met jouw leven? • Ben je een niet-christen, aanvaard Hem; geef Hem de leiding over jou. • Ben je een wereldse Christen, bekeer je en geef Hem de leiding. 34 van 161
mens beschreven in 1Cor. 2:14-3:3? Wat is de beschrijving van wereldse Christenen in 1Cor. 3:3? 1Cor. 2:14; Ef. 2:1-3 De niet-christen is in de Bijbel ‘dood’ in zonde. Hij leeft zonder God en zal voor eeuwig gescheiden blijven van God, wanneer hij geen vergeving door Christus ontvangt. 1Cor. 2:15; Gal. 2:20 De geestelijke Christen is levend voor God in Christus. Hij leert door geloof te leven en geeft zichzelf over aan God. Hij is vervuld met de Geest en weerstaat invloed van de wereld, satan en zijn zondige natuur, in de kracht van de Geest. 1Cor. 3:1-3; Hand. 5:1-5 De wereldse Christen leeft niet door het geloof en geeft zich niet volledig over aan God. Vaak geeft hij zich over aan de verlangens van zijn zondige natuur. Hij opent zich daardoor voor invloeden van de wereld en satan.
Waarschuwing! Een Christen die voortdurend in zonde leeft, kan wel eens helemaal geen echte Christen zijn (zie 1Joh. 2:3-6).
Discipelschap
Geestelijke groei Geestelijke groei vindt plaats wanneer we meer van ons leven overgeven aan Christus totdat wij volledig aan Hem overgegeven zijn. Wanneer we geestelijk groeien, gaan we van het overheersende wereldse in ons leven over naar het geestelijke. 1. Ons denken gevuld Christus Rom. 12:2:
En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.
Het woord ‘gelijkvormig’ betekent: ‘in dezelfde vorm gedrukt, geperst worden’. Die vorm is hier de wereldse waarden en gebruiken. In plaats daarvan moeten wij ‘hervormd’ (Gr.: metamorphosis), of van binnenuit veranderd worden door de vernieuwing van ons denken. 2. Onze wil gevuld met Christus Luk. 22:42:
Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van mij weg; doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede!
In Luk. 22:42 bidt Jezus dat, indien het de wil van Zijn Vader is, Hij op de een of andere manier minder mag lijden. Maar Hij geeft Zijn wil over aan de Vader. Waarom? Hij is ervan overtuigd dat God alwijs, alwetend is, en allen liefheeft. Ook weet Hij dat Gods wil het goede, welgevallige en volkomene is. 3. Ons gevoel gevuld met Christus: Col. 3:12:
!! Rom. 12:2 !! Col. 3:1-2
Hoe worden wij in het patroon van deze wereld gedrukt? Hoe beschermt deze vernieuwing ons tegen de wereldse invloed? Leg elk woord uit dat Gods wil beschrijft. Joh. 4:34; Ezech. 36:26-27; Hebr. 12:2
Hoe zeker ben jij ervan dat Gods wil het goede welgevallige en volkomene is? Hoe kunnen wij in die zekerheid groeien? Math. 9:36
Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld.
Onze gevoelens zijn één van de moeilijkste gebieden in ons leven om onder controle te houden. Gevoelens zijn heel vaak afhankelijk van de omstandigheden die heel plotseling kunnen veranderen. Maar wij kunnen de gevoelens van God ervaren wanneer wij onze levens aan Hem overgeven en ieder moment onderworpen zijn aan de leiding van de Heilige Geest.
Lees Joh. 2:13-17. Wat zegt deze tekst over Jezus en woede? Kun jij momenten bedenken waarop het terecht is om boos te zijn? En welke zijn dat dan?
4. Onze lichamen gevuld met Christus !! Rom. 12:1 !! Rom. 12:1
Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst.
35 van 161
Discipelschap
In Rom. 1-11 beschrijft Paulus Gods ongelofelijke Reddingsplan, waarin Hij Zijn gerechtigheid legt op iedereen die gelooft in Zijn Zoon. Een deel van dat plan houdt in dat Hij ons doopt in Zijn Geest, waardoor wij Zijn wil kunnen kennen en vervullen. In Rom. 12:1 trekt Paulus de logische conclusie die voortkomt uit deze waarheid.
1Cor. 6:19-20
Wat betekent het om onze lichamen als levende offers aan God aan te bieden? Op welke manier is dit een ‘redelijke eredienst’?
Geloof: de enige weg want wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen
2Cor. 4:8; Gal. 2:20
In de tastbare wereld leven we met behulp van onze lichamelijke zintuigen: zien, voelen, horen, proeven en ruiken. Maar hoe leven we in het geestelijke vlak wanneer wij nog steeds in onze lichamen zijn? 2Cor. 5:7 geeft hierop antwoord: door geloof!
Geloof We leven allemaal elke dag door geloof! We moeten de mensen om ons heen vertrouwen. Ook moeten we heel veel dingen vertrouwen om de dag door te komen. Christenen moeten leren op God te vertrouwen en afhankelijk te zijn van Hem als de bron voor het ledigen van al hun noden.
2Cor. 5:7:
Leven door geloof in God en in Zijn Woord is als het besturen van een vliegtuig op basis van de instrumenten. Hoewel jij het gevoel hebt dat je rechtop vliegt kunnen je instrumenten aangeven dat je ondersteboven vliegt! Een piloot moet zichzelf trainen helemaal op zijn instrumenten te leren vertrouwen en niet op zijn eigen gevoel. Christenen moeten zichzelf leren helemaal op Gods Woord te vertrouwen en niet op hun gevoel! Gevoelens ten opzichte van de Waarheid van Gods Woord. 1. Ik voel Gods aanwezigheid niet t.o.v. Math. 28:20; Hebr. 13:5 2. Ik voel niet dat ik vergeven ben t.o.v. 1Joh. 1:9 3. Ik ben bang om te sterven t.o.v. Joh. 14:1-3; Ps. 16:11 4. Ik ben bang t.o.v. Fil. 4:6, 19. Hebr. 11:6:
maar zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.
36 van 161
Toepassing Onderzoek je leven en evalueer je geloof. Welk cijfer zou jij jezelf geven? Hoe denk je te gaan groeien in je geloof in God? Bevestiging 1. Christus in mij 2. Mijn leven hoort God toe 3. Ik krijg kracht van Christus 4. Ik vertrouw Christus in alles Een gebed Lieve Heer, U hebt mij leven gegeven door Uw Geest. Vul mij volledig met de Geest van Christus. Ik geef mijn verstand, gevoel, wil en lichaam aan U, zodat Uw leven kan doordringen in elk deel van mijn leven. Amen.
Discipelschap
10. Geestelijk vrucht dragen Inleiding Wat zou jij denken wanneer je een fruitboom geplant hebt en die nooit vrucht draagt? Op zijn minst zou je teleurgesteld zijn. Op zijn ergst denk je: “Waar heb ik de bijl gelaten?” Fruitbomen horen vrucht te dragen en zij die dat niet doen, voldoen niet aan hun doel/bestemming. Joh. 15:16:
• •
Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen en u aangewezen, opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen en uw vrucht zou blijven, opdat de Vader u alles geve, wat gij Hem bidt in mijn naam.
Onderstreep de reden waarom Jezus ons koos, volgens Joh. 15:16 Maak een blok rond het soort vrucht dat Jezus wil dat wij dragen.
Christenen zijn nieuwe scheppingen in Christus. Ze zijn herschapen om Hem te eren door vruchtdragende levens.
2Cor. 5:17; Ef. 2:10
Beschrijving van een leven dat vrucht draagt Vrucht wordt wel eens beschreven als ‘de uiterlijke weergave van de innerlijke natuur’. Met andere woorden: appelbomen produceren appels en geen peren. Welk soort vrucht hoort een Christen dan te produceren? Omdat de innerlijke natuur van Christenen Christus is, is de vrucht van de Christenen de uitdrukking van de persoon van Christus en Zijn werk. 1. De persoon van Christus uitbeelden Gal. 5:22-23:
Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet. Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.
De vrucht van de Geest is de uitbeelding van de persoon van Christus in ons leven. Het woord ‘vrucht’ is enkelvoud en wijst dan ook op een eenheid in de kenmerken. • •
Omcirkel elk kenmerk van de vrucht van de Geest eb zeg die op (Gal. 5:22-23) Onderzoek elk kenmerk (kwaliteit) zoals het hierna is aangegeven.
37 van 161
Gal. 2:20 De definitie van liefde 1Cor. 13:1-8
Discipelschap
Gods onvoorwaardelijke liefde wordt gekenmerkt door zelfopoffering. Blijdschap: Gods blijdschap is niet gebaseerd op materiële zaken maar op geestelijke zegen. Vrede: Deze vrede is gebaseerd op Gods soevereine liefde en gunst. Lankmoedigheid: Dit is geduld. Je past dit toe bij onrechtmatige behandeling door anderen, net als Christus deed. Vriendelijkheid: Anderen zo behandelen als Christus ons voorgedaan heeft. Goedheid: Morele zuiverheid en rechtvaardigheid van God tonen. Trouw: Te vertrouwen zijn, net als God dat is. Zachtmoedigheid: Gods nederigheid tonen ten aanzien van anderen. Zelfbeheersing: Gods leiding over je vleselijke verlangens aanvaarden. Liefde:
2. Het werk van Christus uitbeelden
Wat is er zo belangrijk aan: “Tegen zodanige mensen is de wet niet?” Onderzoek elk van de kenmerken van de vrucht van de Geest en vraag jezelf: ‘Hoe zichtbaar is dit kenmerk in mijn leven?’ Toepassing: Memoriseer Gal. 5:2223. Mediteer over elk karakterkenmerk. Bid dat elk karakterkenmerk realiteit zal worden in je leven.
Het Christelijke geloof is geen passief geloof. Het is een actief geloof. We worden niet alleen opgeroepen om te geloven, maar ook om te gehoorzamen! Echt geloof produceert liefhebbende gehoorzaamheid. Naast het laten zien van de persoon van Christus moet wij ook Zijn werk laten zien. Het werk van Christus Joh. 1:29
•
Luk. 19:10:
Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden.
Math. 20:28:
gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.
Joh. 10:10:
De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.
Onderstreep de redenen waarom Christus kwam.
De belangrijkste redenen waarom Jezus kwam, was om Zijn leven te geven als losprijs op de zonde, om zondaren te redden van de eeuwige dood en het Evangelie van genade te verkondigen
Christus werd geboren om te sterven als Gods offer voor onze zonden. Hij moest de kloof tussen de zondige mens en de heilige God overbruggen. Zijn tijd op aarde gebruikte Hij om anderen te onderwijzen over het Goede Nieuws van Gods reddingsplan en om te waarschuwen voor het komende oordeel.
Ons werk !! Mark. 16:15 !! Mark. 16:15:
En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping.
In Mark. 16:15 geeft Jezus ons de opdracht om iets te doen. • •
Onderstreep de omschrijving van de taak die Jezus geeft. Maak een blok rond de twee uitspraken die de grootte van die taak aangeven. 38 van 161
Ef. 2:10
Hoe wordt God verheerlijkt door het werk van Mark. 16:5 te doen?
Discipelschap
We werden geboren om als Gods kinderen Hem te eren en gehoorzamen. Onze tijd op aarde moet gevuld worden met het afmaken van het werk en het onderwijs van Jezus over Gods vergeving, zodat men aan het komende oordeel kan ontkomen. Sleutel om vrucht te dragen Joh. 15:5:Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.
• • •
Stel je de beeldspraak voor van Jezus in Joh. 16:5. Onderstreep de voorwaarde, die Jezus noemt, om vrucht te dragen. Omcirkel het woord dat aangeeft wat wij kunnen doen zonder Jezus Christus.
!! Joh. 15:5 !!
Op welke manier is het beeld van de wijnstok en de ranken een goed beeld voor onze relatie met Christus?
Toepassing Blijf in Christus door: • Al je zonden te belijden en 1Joh. 1:9 voor jezelf op te eisen • Toe te laten dat Christus elk deel van je leven vult. Belemmeringen voor een leven dat vrucht draagt Mark. 4:2-8:
En Hij leerde hun vele dingen in gelijkenissen, en Hij zeide tot hen in zijn onderwijs: Hoort. Zie, een zaaier ging uit om te zaaien. En het geschiedde bij het zaaien, dat een deel langs de weg viel, en de vogels kwamen en aten het op. Een ander deel viel op steenachtige bodem, waar het niet veel aarde had, en terstond schoot het op, omdat het geen diepe aarde had. Maar toen de zon opging, verschroeide het, en omdat het geen wortel had, verdorde het. En een ander deel viel in de dorens en de dorens kwamen op en verstikten het en het gaf geen vrucht. En het overige viel in goede aarde en opkomende en uitstoelende gaf het vrucht, en het droeg tot dertig-, zestig- en honderdvoud toe.
Mark. 4:13-20: En Hij zeide tot hen: Weet gij niet, wat deze gelijkenis betekent, en hoe zult gij dan al de gelijkenissen verstaan? De zaaier zaait het woord. Dit zijn degenen, die langs de weg zijn: waar het woord gezaaid wordt, en zodra zij het horen, komt terstond de satan en neemt het woord, dat in hen gezaaid is, weg. En evenzo zijn, die op steenachtige plaatsen gezaaid worden, degenen, die, zodra zij het woord horen, het terstond met blijdschap aannemen. Doch zij hebben geen wortel in zich, maar zijn mensen van het ogenblik; wanneer later verdrukking of vervolging komt om der wille van het woord, komen zij terstond ten val. En een ander deel zijn degenen, die in de dorens gezaaid worden: dit zijn zij, die het woord horen, 39 van 161
Waarom is zaad een goed beeld voor het Woord van God?
Hoe neemt satan Gods Woord bij ons weg? Waarom doet hij dat? Wie is de zaaier?
Wat betekent het dat sommigen geen wortels hebben? Beschrijf de persoon op steenachtige plaatsen.
Wat denk jij dat de ‘oogst’ is? Wat heeft jouw uitleg te maken met dertig-, zestig of zelfs honderdvoudig? Beschrijf de persoon in goede aarde.
Discipelschap maar de zorgen van de wereld en het bedrog van de rijkdom en de begeerten naar al het andere komen erbij en verstikken het woord en het wordt onvruchtbaar. En dit zijn degenen, die in goede aarde gezaaid zijn: zij, die het woord horen en in zich opnemen en vrucht dragen, dertig- en zestig- en honderdvoud.
In de gelijkenis van de zaaier gebruikt Jezus het beeld van de boer die zaad zaait om de verschillende reactie van mensen op Gods Woord aan te geven. • • •
Maak een blok om wat de zaaier zaait in Mark. 4:13-20. Omcirkel elke plaats waar het zaad terechtkomt. Onderstreep de uitleg van elke soort grond.
Toepassing
Onderzoek je eigen leven op basis van deze gelijkenis.
Welke grond komt het beste overeen met jouw leven?
Wat moet er in je leven gebeuren om goede aarde te worden?
Vertrouw op God dat Hij je in je leven vrucht laat dragen.
Vier soorten bodem 1. Langs de weg: Een verhard hart: Iemand die door zonde verhard is en daardoor Gods Woord niet kan aannemen. 2. Steenachtige grond: Een oppervlakkig hart: Iemand die een oppervlakkige relatie met God heeft, zonder een diep geloof in Zijn Woord. 3. Dorens: Een afgeleid hart: Iemand die hoofdzakelijk bezig is met de zorgen en problemen van de wereld. 4. Goede aarde: Een toegewijd hart. Iemand die het Woord van God ontvangt, vertrouwt en gehoorzaamt. “Een leven als zal snel voorbij zijn, Alleen dat wat voor Christus is gedaan zal standhouden!”
Bevestiging 1. Mijn leven is een beeld van de persoon Christus. 2. Ik moet het werk van Christus doen. 3. Het leven van Christus stroomt door mij. 4. Ik ben goede grond en draag veel vrucht. Een gebed Heer Jezus, U bent de ware wijnstok en ik ben een rank. U alleen bezit leven en al het goede komt van U. Laat Uw leven zo door mij stromen, dat anderen U, en Uw werk, in mij kunnen zien. Amen.
40 van 161
Discipelschap
11. Geestelijke vervulling “Er is een door God geschapen vacuüm in het hart van ieder mens dat niet gevuld kan worden door een geschapen voorwerp, maar alleen door God de Schepper, bekend gemaakt door Jezus Christus.” Blaise Pascal – Frans natuurkundige en filosoof
De Franse natuurkunde Blaise Pascal dacht dat er meer in het leven moet zijn dan alleen maar in onze lichamelijke behoeften voorzien. God schiep de mens om een geestelijke relatie met Hem te hebben. Tot Christus ons hart vult, zullen wij voortdurend op zoek zijn naar iets in deze wereld dat dit vacuüm vult en ons leven zin geeft. Wat maakt het leven waard om het te leven? In een krant werd die vraag een aantal jaren geleden gesteld naar aanleiding van het onderwerp “tienerzelfmoord’. Een psycholoog zei dat veel tieners heen levenslust verloren omdat zij één of meer van de essentiële kwaliteiten missen die het leven zinvol maken: geloof, hoop en liefde. Dezelfde drie kwaliteiten worden in 1Cor. 13:13 genoemd. Maar wat houden ze eigenlijk in? Elk van deze kenmerken komt niet alleen tegemoet aan een geestelijke basisbehoefte in ons leven, maar geeft ook een antwoord op één van de drie tijdloze vragen. Kwaliteit Geloof Hoop Liefde
Geestelijke nood Betekenis Zekerheid Eigenwaarde
Beschrijving Een betekenisvol leven Een vertrouwd leven Een waardevol leven
Beantwoorde vraag “Waarom ben ik hier?” “Waar ga ik naar toe?” “Wie ben ik?”
Betekenis:
God schiep ons met de behoefte een zinvol leven te leiden. We willen dat ons leven iets zegt. We willen ergens in geloven… de vraag: “Waarom ben ik hier?” beantwoorden. Gods antwoord is een relatie met Hem gebaseerd op geloof in Hem en Zijn trouw aan ons.
Zekerheid:
God schiep ons met de behoefte een vertrouwd leven te leiden. We willen weten of ons leven veilig is en onze toekomst veiliggesteld is… zodat wij “Waar ga ik naar toe?” kunnen beantwoorden. God reageert door ons de belofte van hoop voor de toekomst te geven.
Eigenwaarde: God schiep ons met de behoefte waardevolle levens te leiden. We willen als persoon gewaardeerd worden en geaccepteerd worden zoals we zijn… om de vraag “Wie ben ik” te kunnen beantwoorden. God reageert door Zijn Liefde te geven en ons Zijn kinderen te noemen. Een vrouw die smachtte naar geestelijke vervulling Joh. 4:5-18:
Hij kwam dan in een stad van Samaria, genaamd Sichar, dicht bij het veld, dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had; daar was de bron van Jakob. 6 Jezus nu was vermoeid van de tocht en bleef zo bij de bron zitten; het was ongeveer het zesde uur. 7 Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten. Jezus zeide tot haar: Geef Mij te drinken. 8 Want zijn discipelen waren naar de stad gegaan om voedsel te kopen. 9 De Samaritaanse vrouw dan zeide tot Hem: Hoe kunt Gij, als Jood, van mij, een Samaritaanse vrouw, te drinken vragen? Want Joden gaan niet om met Samaritanen.
41 van 161
Discipelschap 10 Jezus antwoordde en zeide tot haar: Indien gij wist van de gave Gods en wie het is, die tot u zegt: Geef Mij te drinken, gij zoudt het Hem gevraagd hebben en Hij zou u levend water hebben gegeven. 11 Zij zeide tot Hem: Here, Gij hebt geen emmer en de put is diep; hoe komt Gij dan aan het levende water? 12 Zijt Gij soms meer dan onze vader Jakob, die ons de put gegeven en zelf eruit gedronken heeft met zijn zonen en zijn kudden? 13 Jezus antwoordde en zeide tot haar: Een ieder, die van dit water drinkt, zal weder dorst krijgen; 14 maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven. 15 De vrouw zeide tot Hem: Here, geef mij dit water, opdat ik geen dorst heb en niet hierheen behoef te gaan om te putten. 16 Hij zeide tot haar: Ga heen, roep uw man en kom hier. 17 De vrouw antwoordde en zeide: Ik heb geen man. Jezus zeide tot haar: Terecht zegt gij: ik heb geen man; 18 want gij hebt vijf mannen gehad en die gij nu hebt, is uw man niet; hierin hebt gij de waarheid gesproken.
Jezus gebruikte regelmatig alledaagse voorwerpen om eeuwige waarheden te verduidelijken. Hij gebruikte ‘water’ en ‘dorst’ om ons verlangen, naar een levensvervulling, te verduidelijken. • •
Omcirkel ‘water’ elke keer waar jij denkt dat het letterlijk naar water verwijst. Plaats een blok om ‘water’ elke keer waar jij denkt dat het verwijst naar meer dan alleen maar letterlijk water.
Hoewel de Samaritaanse water kwam putten om haar lichamelijke dorst te lessen, zag Jezus dat zij ook geestelijk dorstig had die niet door dingen in de wereld gelest konden worden. •
Onderstreep de uitspraak van Jezus in vers 13 en 14 en overweeg wat Hij daar precies zegt.
Jezus merkt op dat natuurlijke water slechts tijdelijk de dorst lest. Uiteindelijk zullen we weer dorst krijgen. Toen de vrouw liet blijken dat zij interesse had in het water dat voor eeuwig de dorst lest, confronteerde Jezus haar met een verzoek dat duidelijk maakte waar zij werkelijk naar verlangde (eigenwaarde, zekerheid en betekenis) en de ongeschikte bron waar zij gebruik van maakte (de verschillende mannen in haar leven). Deze mannen vervulden haar basisbehoeften slechts tijdelijk. • •
Onderstreep het verzoek van Jezus in vers 16. Omcirkel hoe vaak de vrouw naar deze ‘bron’ ging, die alleen tijdelijke vervulling gaf?
Goede vervulling ten aanzien van verkeerde vervulling Waarin vind jij jouw betekenis, zekerheid en/of eigenwaarde? Bekijk de tabel op de volgende bladzijde.
42 van 161
Zeg de uitspraak van Jezus, in vers 13 en 14, in je eigen woorden.
Hoe voorzagen de mannen de vrouw in eigenwaarde? In zekerheid? In betekenis?
Hoe proberen we de dorst m.b.t. deze 3 behoeften nog anders te lessen in deze wereld? Waarom geven wereldse bronnen slechts tijdelijk vervulling?
Discipelschap Afgoderij
Mijn werk
Mijn man
Mijn kinderen
Mijn vriend
Mijn vriendin
Mijn vrouw
Mijn geld
Mijn goede daden
Mijn investeringen
Succes van mijn kinderen
Mijn diploma’s
Mijn uiterlijk
Mijn vrienden
Mijn besluiten
Mijn resultaten
Mijn bezittingen
Mijn bekwaamheden Mijn ouders
• • •
Omcirkel elk item hierboven waarin jij betekenis vindt Maak een blok om elk item hierboven waarin jij zekerheid vindt Onderstreep elk item hierboven waarin jij eigenwaarde vindt
Wanneer wij onze vervulling in de wereld vinden, zullen we al snel ontdekken dat dit tijdelijk is. Uiteindelijk hebben we meer nodig en zijn we weer terecht gekomen op het punt waar wij begonnen. Dingen worden oud, mensen voldoen niet aan onze verwachtingen, resultaten worden vergeten en het applaus sterft weg. Wanneer wij onze vervulling in God vinden is die compleet en permanent. Vervuld zijn in Christus bevrijdt ons van het smachten naar vervulling in de wereldse dingen. In plaats daarvan worden wij vrijgezet om onszelf te geven zonder er iets voor terug te verwachten. Vind je jouw vervulling in God of in de wereld? Om erachter te komen of jij je vervulling in God vindt, of in de wereld, moet jij jezelf de vraag stellen: “Hoe reageer ik wanneer iemand één van de bovengenoemde items van mij wegneemt?” Zij die hun vervulling in een item vinden zullen boos, wanhopig of bang reageren. Waarom? Omdat het nemen van deze dingen te vergelijken is met het leven nemen uit die dingen. Daarom worden velen gewelddadig wanneer een geliefde hen verlaat of ze hun bezittingen verliezen, of hun baan. Voor hun is dit het verlies van hun betekenis, zekerheid en eigenwaarde. Maar zij die hun vervulling in God vinden zullen zich nooit verloren voelen want niets kan hen scheiden van God en Zijn liefde (Rom. 8:38-39) De gezegende mens Ps. 1:1-3:
Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; maar aan des HEREN wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht.
43 van 161
Wanneer jij je betekenis, zekerheid en eigenwaarde in iets anders vindt dan in God, is er het gevaar dat jij daar een afgod van maakt. Een afgod is een geschapen voorwerp dat de plaats van de plaats van de enige echte God in ons leven inneemt. Emotionele invloed van wereldse afgoden Wij worden bang wanneer wij niet zeker zijn of de wereld in onze behoeften voorziet. We worden boos op iedereen en alles dat ons van onze wereldse afgod afhoudt. We wanhopen wanneer de wereldse afgoden niet in onze behoeften voorzien. We voelen ons schuldig wanneer wij niet kunnen voldoen aan de eis van de wereld. Lees voor meer informatie: ‘Principes voor Bijbels pastoraat’ van L. Crab.
Vergelijk eens hoe iemand in de wereld en iemand die leeft in God reageert op het verlies van: - hun baan - hun grote liefde - hun bezittingen
Hoe verduidelijkt Ps. 1:1-3 deze les?
Discipelschap
• • •
Maak een blok om elke kwaliteit van de ‘gezegende mens’ Omcirkel waarin hij vreugde vindt. Onderstreep waarmee hij vergeleken wordt.
Echt van betekenis zijn God voorziet in de grootste betekenis die wij kunnen hebben! Hand. 13:47:
•
Want zo heeft ons de Here geboden: Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij tot heil zoudt zijn tot aan het uiterste der aarde.
Onderstreep het doel van de Christenen, volgens Hand. 13:47.
Er is geen belangrijker betekenisvol werk dan Christus naar de wereld brengen. Elk ander werk zal vergaan, maar dat wat je voor je Heer doet houdt eeuwig stand. Openb. 22:5:
•
En er zal geen nacht meer zijn en zij hebben geen licht van een lamp of licht der zon van node, want de Here God zal hen verlichten en zij zullen als koningen heersen tot in alle eeuwigheden.
Onderstreep wat God voor ons in petto heeft in de toekomst.
Christenen zullen voor eeuwig met Christus regeren in het komende Koninkrijk. Wet kan er nog meer betekenisvol zijn dan dat? Echte eigenwaarde God waardeert ons meer dan wij ons kunnen voorstellen: 1Joh. 4:10:
• •
Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon gezonden heeft als een verzoening voor onze zonden.
Omcirkel Gods houding ten aanzien van ons in 1Joh. 4:10. Onderstreep hoe sterk God ons waardeert.
De waarde van iets wordt bepaald door het bedrag dat iemand er voor over heeft. God was bereid Zijn Zoon, Jezus Christus, te geven voor jou! Kun jij je iemand voorstellen die je meer waarde toekent?
44 van 161
Denk je dat Christenen echt weten waarom zij hier zijn? Waarom denk je van wel of niet?
Wat kunnen wij doen ten aanzien van ons toekomstige werk, regeren met Christus in het Koninkrijk, om ons daarop voor te bereiden.
Discipelschap
Echte zekerheid Punten van toepassing:
God voorziet in de beste zekerheid die wij ooit kunnen hebben. Fil. 4:19:
•
Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus.
Omcirkel het aantal behoeften waarin God zal voorzien volgens Fil. 4:19.
God weet niet alleen wat wij nodig hebben, Hij kan en wil er ook in voorzien. Jer. 29:11:
• •
Want Ik weet, welke gedachten Ik over u koester, luidt het woord des HEREN, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven.
Onderstreep wat God over ons weet in Jer. 29:11 Omcirkel welk plan God voor ons heeft.
God alleen weet wat onze toekomst inhoudt, en die is goed! ECHT LEVEN ‘Want het leven is mij Christus en het sterven gewin.’ Fil. 1:21
Lees en herlees elk onderwerp uit dit hoofdstuk en laat de waarheden jouw visie op het leven veranderen. Memoriseer en overdenk zoveel mogelijk Bijbelteksten zodat jouw denken veranderd wordt.
Hoe kunnen deze teksten je helpen wanneer jij twijfelt aan jouw betekenis, eigenwaarde of zekerheid. Bevestiging Christus is mijn betekenis. Christus is mijn eigenwaarde. Christus is mijn zekerheid. Christus is mijn leven. Een gebed Lieve Heer, dank U dat U mij leven geeft en dat het enige dat ik nodig heb is het ten volle ervaren! Leer mij om altijd mijn leven van U te verwachten. Amen.
45 van 161
Discipelschap
12. Geestelijke strijd Inleiding Succesvolle vissers kennen hun vis. Ze weten dat er meer bij het vissen komt kijken dan alleen maar aas aan een haak doen en dan het beste ervan verwachten. Ze bestuderen hun prooi en bepalen het meest verleidelijke aas voordat zij gaan vangen. Succesvolle vissers laten niet vaal aan het toeval over. Iets dergelijks gebeurt ook in de geestelijke wereld. Daar zijn de Christenen de prooi en is satan de visser. De wereld is zijn aas. Satan weet wat het beste aas is om Christenen te strikken en hij weet ook hoe hij het aan moet bieden. Christenen die de duivel en zijn sluwe spelletje begrijpen, kunnen zijn aanvallen beter weerstaan. Onze tegenstanders Christenen hebben te maken met drie tegenstanders: 1. De wereld: een systeem van denken en waarden die tegen Gods waarheid ingaan. 2. De zondige natuur: die natuur die tegen Gods wil ingaat 3. satan: een geest die in rebellie is tegen de heerschappij van God De wereld 1Joh. 2:15-17: Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld. En de wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.
• • • •
Onderstreep Gods opdracht met betrekking tot onze relatie met de wereld. ‘Liefhebben’ betekent: ‘het waardevol vinden, koesteren’. Plaats een blok om de drie wereldse dingen. Onderstreep waarom wij de wereld niet moeten waarderen. Omcirkel waarom God daarvoor in de plaats moeten waarderen.
1Tim. 6:10:
• •
Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord.
Onderstreep de ‘wortel van alle kwaad’ volgens 1Tim. 6:10. Omcirkel wat er kan gebeuren wanneer wij ‘geldzucht’ hebben.
Opmerking: Geld op zich is niet de wortel van het kwaad, velen denken echter dat dit vers dat wel zegt. Geldzucht is het probleem! 46 van 161
Toen je een Christen werd, kreeg je automatisch drie vijanden: de wereld, de zondige natuur en satan. Je wordt ook ingelijfd in het leger van de Enige Echte God die op een dag al je vijanden, en hun macht, zal vernietigen. Jak. 4:4
Hoe zou je elk van de drie dingen van de wereld omschrijven?
Waarom is de wereld zo’n sterke verleiding voor de Christen?
Op welke manier zijn de dingen van de wereld tijdelijk?
Welke slechte dingen hebben mensen vanwege geldzucht gedaan?
Hoe beïnvloed geldzucht ons geloof in God en brengt het verdriet?
Discipelschap
De zondige natuur. Mark. 14:38 Gal. 5:17:
• •
Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander – zodat gij niet doet wat gij maar wenst.
Omcirkel het woord dat de relatie tussen de zondige natuur en de Geest beschrijft. Onderstreep het resultaat van dit conflict.
De zondige natuur weerstaan Gal. 5:16:
• •
Maak een blok rond wat wij moeten doen volgens Gal. 5:16. Onderstreep het wat er gebeurt indien je hieraan gehoorzaamt.
Col. 3:1-2:
•
Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees.
Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn.
Onderstreep alles wat wij moeten doen volgens Col. 3:1-2.
Satan 1Petr. 5:8:
• • •
Omcirkel het woord dat de duivel beschrijft in relatie tot ons. Onderstreep waar de duivel mee vergeleken wordt. Maak een blok rond de twee woorden die beschrijving welke houding wij moeten hebben ten aanzien van satan.
2Cor. 11:14:
•
Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.
Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts.
Maak een blok rond satans vermomming in 2Cor. 11:14.
Als een engel van het licht kan satan Christenen verleiden en misleiden. Daarom moeten wij nuchter en waakzaam zijn ten aanzien van zijn gemene spelletjes en verleidingen. Joh. 8:44:
•
Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen
Omcirkel de manieren waarop Jezus de duivel beschrijft in Joh. 8:44 47 van 161
Omschrijf de strijd tussen de zondige natuur en de Geest in je leven. Leven door de Geest Wanneer wij door de Geest leven is het onmogelijk voor de zondige natuur om zichzelf te doen gelden. De keuze is aan ons!
Hoe beïnvloedt wie wij zijn wat wij doen? Christenen worden in de Bijbel ‘heiligen’ genoemd. Wat doen heiligen?
Wat betekent: ‘de dingen zoeken en bedenken die boven zijn’? Satan = tegenstander Duivel = lasteraar/ aanklager; kwaadspreker satans oorsprong Lees Ezech. 28:12-15 Let op alle overtreffende woorden die God hier gebruikt om satan te beschrijven. De meeste theologen denken dat hier de oorsprong van satan beschreven wordt. Welk ‘onrecht’ denk je dat er in satan gevonden werd? Lees Jes. 14:12-14 Beschrijf de verlangens die satans hart vulden voor zijn val uit de hemel. Waarom had hij die verlangens? Wat hebben ze met zonde te maken?
Discipelschap
Jezus zegt herhaaldelijk dat de duivel een leugenaars is. Het belangrijkste doel van satan is ons te verleiden en ons over te halen zijn leugens te geloven. (Zie Gen. 3:1-5 voor satans verleidingen).
Noem enkele
De aanvallen van satan weerstaan
Welke leugens
Math. 4:1-4:
• •
Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn geleid om verzocht te worden door de duivel. En nadat Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, kreeg Hij ten laatste honger. En de verzoeker kwam en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan, dat deze stenen broden worden. Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.
Onderstreep de verzoeking van de duivel in Math. 4:1-4. Omcirkel de reactie van Jezus op de aanval van satan.
Merk op dat Jezus de aanvallen van satan weerstaat door Gods Woord hardop uit te spreken. Gods Woord is het zwaard van de Geest (Ef. 6:17). Het proclameren van Gods Woord laat Gods licht schijnen op de leugens van satan en verwijdert daarmee de kracht van die leugens om ons te verleiden.
Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus
Omcirkel waar de Goddelijk krachtige wapens voor zijn. Onderstreep wat ‘het slechten van bolwerken’ is. Het letterlijke woord voor ‘bolwerk’ verwijst naar een fort of kasteel. Maar nu betekent het ook: ‘argumenten en redenen’, die wij gebruiken om onze mening te verdedigen tegenover een tegengesteld idee. • Plaats een blok om het soort argumenten wat hier bedoeld wordt. • Omcirkel waarom wij elke gedachte krijgsgevangene moeten maken.
• •
Ef. 4:27:
gebruikt satan nu om mensen te verleiden? Hoe zorgt hij ervoor dat wij aan God twijfelen? 1Joh. 4:4
Wat is de reden voor satans verzoekingen, volgens de reactie van Jezus? Hoe gebruikt Jezus Gods Woord om satans aanvallen te pareren? Hoe kon Jezus zo snel het juiste Bijbelvers opzeggen?
Wat betekent:
Bewaak je gedachten 2Cor. 10:3-5:
leugens die satan in Gen. 3:1-5 gebruikte om Eva te verleiden.
en geeft de duivel geen voet.
Elke keer dat we zondigen tegen God geven we satan een opening waardoor hij een voet kan krijgen in ons leven. Het woord ‘voet’ wijst naar een plaats of een gebied dat afgezonderd wordt van het omgevende gebied. De duivel wil ons leven controleren en hij begint met de ‘voet’ die hem geboden wordt. Het geheim is dat je hem totaal geen ruimte in je leven geeft.
48 van 161
‘redeneringen en elke schans, die opgeworpen is tegen de kennis van God, slechten.’ Wat zijn ‘redeneringen en schansen tegen de kennis van God’. Wat betekent: ‘elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder gehoorzaamheid aan God’. Wat zijn volgens Fil. 4:8 de enige soort gedachten die toelaatbaar zijn? Hoe doen wij dat? ‘Voet’ = topos (Gr.) waar onze topografie vandaan komt.
Op welke vlakken wil satan een voet in ons leven krijgen? (Ef. 4:26; 2Cor. 2:10-11) Op welke andere vlakken wil satan een ‘voet’ krijgen?
Discipelschap
Toepassing De verzoekingen van satan, om aan God te twijfelen en Hem niet te gehoorzamen, pareren doe je door gebruik te maken van het Zwaard van de Geest - Gods Woord. Zoek bij elke leugen en verleiding van satan, in de linkerkolom, de juiste tekst, in de rechterkolom: 1. Je kunt het echt niet doen 2. Je bent waardeloos 3. Je kunt God niet vertrouwen 4. Seksuele immoraliteit 5. Trots 6. Materiële behoeften
a. 1Petr. 5:6 b. Fil. 4:19 c. Rom. 5:8 d. 2Tim. 2:13 e. Fil. 4:13 f. 1Cor. 6:18-20
Wanneer je verzocht wordt om aan God te twijfelen of om ongehoorzaam te zijn aan Hem, doorzoek dan Gods Woord naar Zijn waarheid. Je kunt dan Zij Zwaard gebruiken om de aanvallen van satan af te weren. Memoriseer de tekst zodat je er klaar voor bent om de volgende aanval te weerstaan. Onder invloed! Overwinning in de geestelijke strijd is afhankelijk van ons bewust zijn van de machten die ons willen overheersen. Satan gebruikt de wereld om onze zondige natuur te verleiden en onder haar invloed te brengen. Als aas gebruikt hij lege beloften van de wereld om onze zondige natuur te verleiden. Wanneer hij beet heeft, zitten we aan zijn lijn vast. God gebruikt Zijn Woord en de Heilige Geest in ons om onze nieuwe natuur in staat te stellen overwinnend voor Christus te leven. Wanneer wij op Gods Woord vertrouwen en door Zijn Geest leven, snijden wij satans lijn door en bevrijden wij onszelf van zijn verleidingen en misleidingen.
49 van 161
We horen God toe Een basis voor het bewaken van onze gedachten is het feit dat God ons bezit (1Cor. 6:19-20). Wij zijn slechts rentmeesters van ons denken en ons lichaam. We hebben het recht niet om satan of de zondige natuur over ons te laten heersen. God, die ons bezit, die ons als geen ander liefheeft, heeft grenzengesteld, en door Zijn liefde worden wij gedwongen Hem te gehoorzamen.
Discipelschap
Wanneer we aangevallen worden! Stop en bid! Laat je emoties of je lichamelijke verlangens je besluiten niet bepalen wanneer je verzocht wordt. Stop, daarvoor in de plaats, en bidt! Richt je denken en je hart op God! Laat de Geest van Christus actief in je zijn (Ps. 46:10, Mark. 14:33). Weersta de duivel! Trek het Zwaard van de Geest, het Woord van God, om satans leugens te niet te doen. Memorisatie van Gods Woord stelt je in staat om sneller tegenstand te bieden. Hoe meer jij weet van Gods Woord, hoe groter je zwaard is. Proclameer Gods Woord hardop wanneer je geconfronteerd wordt met de leugens van satan, en vecht terug (Jak. 4:7; Ef. 6:13-17; Ps. 119:11). Wees standvastig Besluit om stand te houden tegen de aanvallen van satan. Hij wil je verslaan en van God afkeren. Bevestig dat je een burger bent van het Koninkrijk der hemelen en dat je verbonden bent met de Koning der koningen (Ef. 6:10-13).
50 van 161
Bevestiging 1. God is groter dan al mijn vijanden. 2. God is mijn Beschermer. 3. Ik waak over mijn hart en denken. 4. Ik zal standhouden. 5. Ik vermag alle dingen in God die mij kracht geeft (Fil. 4:13). Een gebed Heer, U bent de almachtige God en Uw vijanden zijn hulpeloos voor U. Laat Uw Geest mij kracht en inzicht geven zodat ik de verzoekingen van satan kan weerstaan, de misleidingen van de wereld en de verlangens van mijn eigen zondige natuur. Amen.
Discipelschap
13. Geestelijke vrijheid Inleiding Wanneer je in de Geest leeft, kunnen er nog steeds zonden zijn die aan je leven kleven. Dit kunnen zondige gewoonten zijn, goddeloze gedachten, herinneringen die schuldgevoelens oproepen, binding aan vleselijke verlangens zoals: teveel eten, pornografie, seksuele immoraliteit en nog veel meer andere dingen. Hoe graag je Christus ook wilt volgen, deze dingen trekken je geestelijke leven naar beneden, alsof je er met kettingen aan vast zit. Maar er is vrijheid door de opstandingskracht en autoriteit van Jezus Christus. Gal. 5:1:
• •
Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen.
Omcirkel de reden waarom wij in Christus vrijgemaakt zijn. Onderstreep het alternatief voor die vrijheid.
Gal. 5:13
Wat zijn enkele van de meest gebruikelijke gebieden waarop Christenen bindingen ervaren? De computer Ons denken is te vergelijken met de hoofdchip in een computer. Gods waarheden en satans leugens zijn te vergelijken met software die op de computer kan draaien. De werkwijze van de computer is afhankelijk van de software die gebruikt wordt. Wanneer de software beschadigd is (de leugens van satan) zal het resultaat ook beschadigd zijn (Goddeloos gevoel, onrechtvaardige daden). Wanneer de software volmaakt is (Gods Waarheid) zal het resultaat dat ook zijn (Goddelijk gevoel en rechtvaardige daden). Let erop dat je de juiste software in je denken plaatst!
51 van 161
Discipelschap
De aard van geestelijke gebondenheid (naar het schema op bladzijde 51)
Hoe beschrijft de
De twee kleinere cirkels stellen de twee geestelijke rijken voor, waar wij mee te maken hebben. Je leeft in onderwerping aan satan, in het rijk der leugens, of je leeft onder God, in Zijn Koninkrijk der waarheid. We worden allemaal geboren in het rijk van satan (Ef. 2:1-3), maar we worden veranderd en overgeplaatst in het Koninkrijk van God op het moment dat wij geloven dat Jezus onze zonden vergeeft en ons eeuwig leven geeft (Col. 1:13-14). De pijlen die uit de kleine cirkels komen staan voor de krachten die invloed uitoefenen op ons leven. Satan maakt ons tot slaaf door leugens en angsten, terwijl God ons bevrijdt door Zijn Waarheid en Genade. Vanaf de geboorte hebben deze machten invloed op wat wij denken, voelen en doen. Geestelijke gebondenheid vindt plaats wanneer de leugens van satan ‘voet’ krijgen, of controle te krijgen op een gebied in ons denken en ons lichaam. De vurige pijlen van satan zijn als harpoenen met weerhaken: ze blijven vasthaken in je denken en handelen. Deze vurige pijlen moeten herkend en verwijderd worden voor je vrij kunt zijn in Christus.
Bijbel ons voordat we Christen waren? (Ef. 2:1-3)
Wat gebeurt er volgens Col. 1:13-14 wanneer iemand Christen wordt? 2Tim. 2:25-26
Hoe beschrijft 2Tim. 2:25-26 geestelijke gebondenheid?
Waarover moeten wij denken volgens Col. 3:1-2 en Fil. 4:8
Geef voorbeelden Opmerking: Verzoekingen zijn zelf geen geestelijke bindingen. Het voortdurend toegeven aan verzoekingen door te zondigen maakt dat je gebonden wordt aan het rijk van satan. Als een wagenspoor in een oude zandweg worden zondige gewoonten en valse overtuigingen bolwerken in ons leven waaraan moeilijk te ontsnappen valt.
Ons denken is het centrum of het slagveld voor de controle in ons leven, want het denken bepaalt hoe wij ons voelen en wat we doen. Daarom beschiet satan ons met leugens. Wanneer hij ons zover krijgt dat we hem geloven, heeft hij de controle over ons leven (ook al zijn we ons dat niet bewust). Daarom geven we aan dat jij je gedachten moet richten op Goddelijke zaken. Onze gevoelens zijn automatische reacties op onze gedachten, ook wanneer die gedachten niet reëel zijn. Hoe vaak heb je niet gelachen, gehuild of ben je boos geworden in een heel kort tijdsbestek, namelijk toen je naar een film keek? We kunnen het verhaal en de personen begrijpen met ons verstand. Hoewel alles fictief is beïnvloed dit ons gevoel alsof het werkelijkheid is. Om onze gevoelens te beheersen moeten we dan ook controle op ons denken hebben. Onze wil controleert onze opzettelijke handelingen. We kiezen te handelen op basis van dat wat we denken. Goddeloze gedachten bewerken onrechtvaardige daden. Goddelijke gedachten geven rechtvaardige daden. De reclamemakers zitten ernaast. Het is niet: “Je bent wat je eet.” Het is veel meer: “Je bent wat je denkt.” Spr. 23:7:
want als iemand die zijn eigen plannen maakt, zo is hij; „eet en drink!” zegt hij tot u, maar zijn hart is niet met u;
52 van 161
hiervan.
Op welke manier zijn TV, films en andere massamedia schadelijk voor ons denken? Hoe kunnen zij nuttig zijn?
Hoe handelt en voelt iemand zich wanneer hij is zijn denken overtuigd is dat… a. Er geen God, hemel of hel is. b. De mens voortkomt uit de evolutie. c. Hij niets goed doet. d. Er een God is die alles geschapen heeft en die soeverein heerst over Zijn schepping. e. God van ons houdt en ons met een doel geschapen heeft. f. Jezus de enige weg tot God is g. Christen macht en autoriteit over satan hebben ontvangen. h. God en Zijn Woord de ultieme bron van waarheid zijn.
Discipelschap
De weg naar geestelijke vrijheid Dr. Neil Anderson zegt dat geestelijke vrijheid het resultaat is van dat wat wij geloven, belijden, vergeven, verwerpen en nalaten. Herinner je Vraag God om je in herinnering te brengen waar satan en zijn leugens vat op je hebben gekregen. Deze stap is te vergelijken met onkruid wieden. Wanneer je de wortel er niet uit haalt zal het onkruid weer terug komen. Maar al te vaak belijden wij goddeloze gevoelens en zondige daden (voor zover wij die kunnen zien), maar wij falen om met het verkeerde denken af te handelen die de wortel is van de zondige gevoelens en handelingen. Vraag God of Hij de wortel van je probleem toont (Bid wel eerst om Gods bescherming tegen satans invloed voor je hier aan begint). Elk vals geloof en wereldse waarde aanvaard door andere mensen, televisie, advertenties, onze cultuur en opvoeding, ons onderwijs e.d. Betrokkenheid bij het occulte en bij vereringen in het verleden en heden (Satanische rituelen, hekserij, waarzeggerij, geheime inwijding, etc.). Elke zondige handeling die een gewoonte geworden is (seksuele immoraliteit, verslavingen, eetstoornissen, e.d.). Alles wat andere tegen, of over je gezegd hebben, wat een verkeerde voorstelling geeft ten opzichte van wat God over jou zegt (‘Je bent stom’, ‘Je bent lelijk’, ‘Je bent een nietsnut’, etc.). Elke houding die jij nu hanteert en die God niet eert (Trots, rebellie, onvergevingsgezindheid, een kritische geest, jaloezie, etc.). Verwerp het Persoonlijke verwerping van iedere valse overtuiging/gedachte of zondige activiteit die wij doen met ons lichaam en die God je in gedachten brengt. Door de autoriteit die je in Christus hebt kun je satan verwerpen in je leven! (Opmerking: We kunnen niet helemaal de zonde uit ons leven kwijtraken omdat wij nog steeds een zondige natuur hebben. Wanneer Christus terugkomt en onze sterfelijke lichamen verandert in geestelijke lichamen, zal onze natuurlijke kwetsbaarheid en neiging tot zondigen verdwijnen. Bevrijding Bevrijd je van elke woede, bitterheid en haat die je tegen een ander hebt door een lijst te maken van mensen waarvan jij denkt dat zij je beschadigd hebben. Vergeef ieder persoonlijk! Onze woede geeft satan alleen maar een ‘voet’, of een gebied waarop hij ons kan controleren en ons uiteindelijk tot een slaaf van bitterheid maakt. Het is heel belangrijk dat satan geen ‘voet’ in ons leven krijgt, want dat kunnen ‘bolwerken’ worden van waaruit hij ons controleert.
53 van 161
Math. 28:18
Hoeveel autoriteit hebben we in Christus, volgens Math. 28:18?
Wanneer we ‘alle macht’ hebben, hoeveel autoriteit heeft satan over hen die in Christus zijn? Ps. 119:23-24
Waarom is het belangrijk God om bescherming te vragen voor wij onszelf gaan onderzoeken op geestelijke bindingen? Hoe houdt satan zijn greep op deze vlakken van ons leven om onze geestelijke levens te beïnvloeden? Hoe en waarom hebben valse overtuigingen, waarden en beelden zo’n stevige plek in ons denken? Math. 16:21-23; 28:18; Rom. 12:1; 1Cor. 15:35-44; 2Cor. 10:3-5.
Waarom is het belangrijk valse overtuigingen en zondige activiteiten specifiek te verwerpen? Ef. 4:26-27; 2Tim. 2:25-26; 2Cor. 2:10-11; 10:3-5
Hoe is satan ons te slim af (2Cor. 2:10-11)? Waarom is het zo moeilijk andere te vergeven? Hoe kan de vergeving die God voor onze zonden geeft ons helpen anderen te vergeven?
Discipelschap
Vernieuwing Veranderde levens komen niet door het tonen van meer gevoelens of meer wilskracht. Veranderde levens komen veel meer voort door vernieuwing van het denken. Alleen door ons denken te vernieuwen, door te gaan denken zoals God denkt, kunnen we er zeker van zijn dat wij reageren met Goddelijke gevoelens en handelingen. Onthoud dit: We kunnen satans leugens geloven, of Gods waarheid. DE KEUZE IS AAN ONS!
2Cor. 10:3-5; Rom. 12:2
Gebruik het schema op bladzijde 51. leg uit hoe de vernieuwing van ons denken de sleutel is voor veranderde levens.
Je geestelijke vrijheid vasthouden Afhandelen met diep gewortelde zondige gedachten en handelingen is slechts het begin van een levenslange reis om de vrijheid in Christus te ervaren. De vijand blijft voortdurend zoeken naar manieren om ons tot slaaf van de zonde te maken, om ons getuigenis te vernietigen en, uiteindelijk, het getuigenis van de kerk van Christus (waar we allemaal deel van uitmaken). Hieronder zijn enkele suggesties om je te helpen je geestelijke vrijheid vast te houden. Wandel in het licht van God De spelletjes en de leugens van de vijand kunnen niet op tegen het ‘Licht’ van God. Wanneer je verzocht wordt door valse overtuiging of zonden, laat dan onmiddellijk het Licht van Gods Waarheid daarop schijnen zodat duidelijk wordt welke leugens het zijn. Verwerp de leugen en bevestig de Waarheid van God. Een voorbeeld: iemand vernedert je. Verwerp die vernedering onmiddellijk en bevestig dat je een kind van God bent (Joh. 1:12). Wanneer je verleid wordt door seksuele gedachten, verwerp die gedachten dan onmiddellijk en bevestig dat je lichaam een tempel van de Heilige Geest is en God toebehoort (1Cor. 6:18-20). Beantwoord elke aanval van satan, om jou tot zijn slaaf te maken, met Gods Waarheid. Maak elke zondige gedachte tot krijgsgevangene om gehoorzaam te kunnen zijn aan Christus. Wandel in de wapenrusting van God Vergis je niet. Wij zijn in oorlog. T-shirts, korte broeken en strandslippers zijn goed voor een dagje Noordzeestrand, maar voor de geestelijke strijd heb je geestelijke wapens nodig, om elke vurige pijl van de vijand te pareren. Onze wapenrusting is de helm des heils, het pantser der gerechtigheid, het schild van geloof, de gordel der waarheid, de schoenen van de bereidvaardigheid van het Evangelie des vredes en het Zwaard van de Geest, het Woord van God. Daarnaast is gebed heel belangrijk. Wandel in Gods genade In van de meest effectieve streken van satan is de gelovigen beschuldigen van hun falen. Hij wil daarmee de geestelijke vrijheid vervangen door geestelijke schuld. Hij wil dat wij het idee krijgen dat wij niet waardig zijn om door God geaccepteerd te worden. De Waarheid is echter: “zo is er echter geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn.” Wat betekent dat? Wanneer wij geloven dat Jezus onze zonden vergeeft, bekleedt God ons met de 54 van 161
1Joh. 1:5-10; Math. 4:1-11; Fil. 4:8; 2Cor. 10:3-5
Met welke waarheid zou jij gereageerd hebben in Gen. 3:4-5?
Beschrijf hoe je leven zal zijn wanneer je voortdurend in Gods licht wandelt en elke gedachte gehoorzaam maakt aan Christus. Ef, 6:10-18; 1Petr. 5:8
Omschrijf hoe elk deel van de wapenrusting gebruikt dient te worden in de strijd tegen satan. Rom. 8:1; Joh. 17:23; 2Cor. 5:21
Welk soort leven is het gevolg van ons geloof dat we ‘onwaardig zijn om door God aanvaard te worden’? Hoe ziet zo’n iemand anderen?
Discipelschap
rechtvaardigheid van Christus Zelf. Hij adopteert ons als Zijn eigen kind en houdt voor eeuwig van ons met de liefde die Hij ook voor Zijn Zoon had. Wanneer God naar ons kijkt ziet hij ons zoals Hij naar Zijn eigen Zoon kijkt. Dat is genade! Joh. 8:32:
en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.
Joh. 17:17:
Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid.
Deze les kan moeilijk zijn voor sommige mensen. Wanneer je hulp nodig hebt om de principes toe te passen, ga dan naar de leiding van je gemeente en deel je verlangen om geestelijk vrij te zijn in Christus. Uitstekende boeken Neil T. Anderson heeft een aantal heel goede boeken geschreven over dit onderwerp, die ook in het Nederlands te krijgen zijn: -
De bevrijder (ISBN: 9789060676394) Overwinning over de duisternis (ISBN: 9789060677506)
55 van 161
Hoe beschermt Gods genade ons voor de strikken van satan? Een gebed Vader God, dank U voor de vrijheid die wij hebben door Jezus Christus en voor de autoriteit die wij in Hem hebben om elk werk van satan in ons leven te verwerpen. Ik bevestig de Waarheid van Uw Woord en wijd mijzelf toe om mijn denken voortdurend te vernieuwen zodat ik denk wat U denkt en Uw wil doe. In de naam van Christus. Amen.
Discipelschap
14. Geestelijke richting Joh. 4:34:
Jezus zeide tot hen: Mijn spijze is de wil te doen desgenen, die Mij gezonden heeft, en zijn werk te volbrengen.
Een kenmerk in het leven van Jezus was Zijn gehoorzaamheid aan God, Zijn Vader. Het is ook een kenmerk van ons leven als volgeling van Christus. Als Christenen is een heel belangrijke taak voor ons dat wij weten wat Gods wil is en dat wij Zijn wil doen. Maar hoe bepalen we Gods wil voor ons? We gaan drie aspecten van Gods wil nader bekijken. Ook kijken we hoe elk van die aspecten gekend kan worden. Gods soevereine wil Gods soevereine wil is de uitoefening van Zijn oppermacht als Schepper over Zijn schepping. God heeft alles in de hand, of wij dat nu geloven of niet. Jes. 46:10:
Ik, die van den beginne de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zeg: Mijn raadsbesluit zal volbracht worden en Ik zal al mijn welbehagen doen
Hand. 4:26, 28: De koningen der aarde hebben zich opgesteld en de oversten zijn tezamen vergaderd tegen de Here en tegen zijn Gezalfde… om te doen al wat uw hand en uw raad tevoren bepaald had, dat geschieden zou.
•
Onderstreep in elk vers dat wat Gods soevereiniteit omschrijft.
Rom. 8:28:
•
Hoe beschrijf je Gods soevereine wil op basis van de teksten hiernaast?
Ps. 135:6; 115:3; 33:9; Job 42:2
Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn.
Onderstreep Gods soevereine wil voor gelovigen.
De soevereine wil van God kun je gemakkelijk ontdekken en uitvoeren omdat het alles omvat wat staat te gebeuren… waar we geboren werden, hoe wij opgevoed werden etc. Om Gods soevereine wil te ontdekken hoef je alleen maar naar het verleden te kijken, of het een minuut of 1000 jaar geleden was. Alles wat heeft plaatsgevonden is onderworpen aan Gods soevereine wil. Gods soevereine wil ten aanzien van de toekomst is veel lastiger te vinden. Dit is weergegeven in profetieën van de Bijbel, die moeilijk te begrijpen zijn. Wat is Gods soevereine wil voor jouw leven in het volgende vlak? 1. Mijn ouders zijn: 2. Ik werd geboren in: 3. Ik ben (ras): Over deze dingen heb je geen controle. God heeft het soeverein voor je bepaald. 56 van 161
Rom. 11:33-34; Jes. 40:28
Discipelschap
Gods morele wil God morele wil zijn de morele instructies die Hij geeft in Zijn wet en in de Bijbel. Gods morele wil kun je dan ook heel gemakkelijk te weten komen, maar het is veel moeilijker deze uit te voeren. Christenen die regelmatig de Bijbel bestuderen krijgen wel eens het verwijt dat zij de Schrift veel beter kennen dan dat zij die toepassen. Onderzoek de volgende Bijbelteksten, die Gods morele wil beschrijven. Ps. 119:105:
Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.
2Tim. 3:16:
Elk van God ingegeven Schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid
Joz. 1:8:
Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alles wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en zult gij voorspoedig zijn.
Joh. 17:17:
Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid.
Toepassing Gods morele wil ontdekken is gewoon een kwestie van het lezen en bestuderen van Gods Woord, want daarin staat wat God goed en/of fout vindt. Ontdek Gods wil met betrekking tot het volgende: 1. Mag jij je belastingformulier verkeerd invullen, om meer terug te krijgen? (Lev. 19:11; Math. 22:16-21; Rom. 13:1-7) 2. Mag je seks hebben buiten het huwelijk? (Ex. 20:14; 1Cor. 6:13-20) 3. Mag ik van mijn wederhelft scheiden? (Mal. 2:16; Math. 5:31-32; Mark. 10:4-9) 4. Mag ik een afkeer hebben van mijn buren? (Math. 22:36-40; Luk. 6:35) 5. Mag ik Christus met anderen delen? (Mark. 16:15; Rom. 10:9-15) •
Zoek Bijbelteksten die Gods morele wil voor jou openbaren.
De weg naar op Christus lijken Wanneer je Gods Woord toepast in je leven, ga je steeds meer Zijn volmaakte wil doen. Met andere woorden: je gaat steeds meer op Christus lijken. Het schema toont hoe de Heilige Geest Gods morele wil gebruikt om ons steeds meer op Christus te laten lijken. Elke keer dat we overtuigd worden van zonden, het belijden en ons bekeren, komen we dichter bij het leven van Jezus.
57 van 161
Discipelschap
Gods individuele wil Veel Christenen vragen zich af wat Gods persoonlijke wil voor hun leven is. Bepaalt Gods wil bijvoorbeeld met wie ik trouw of welke baan ik moet aannemen? En hoe zit het met welke auto ik moet rijden, waar ik moet wonen, welk merk zeep ik het beste kan gebruiken? Veel Christenen hebben moeite met dergelijke beslissingen omdat zij bang zijn dat zij het ‘beste’ van God voor zich zullen missen in hun leven. Gods wil ontdekken in Handelingen De vroege Christen deden in Handelingen verslag van hoe men persoonlijke besluiten nam. De studie van Handelingen laat zien dat het hele boek om slechts 1 vers draait: Hand. 1:8: maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde
Wanneer we kijken naar hoe de vroege Christenen besluiten namen, komen we ondermeer het volgende tegen: Besluiten waren gebaseerd op persoonlijke keuze in het licht van Gods Woord en wat te verwachten was in die omstandigheden. (4:36-37; 6:1-3, 5-6; 8:36-38; 9:26, 38-39; 14:5-6; 15:12-20, 22 ,36-41; 16:4; 17:2,16-17; 18:3, 20-21; 19:21; 20:3, 24) Het lot (alleen hier en verder niet in het N.T.) (1:24-26) Visioenen en dromen (2:17; 9:3-7, 10-15; 10:1-3, 9-13; 16:9-10; 18:911) Profetie (11:28; 13:1; 21:10-14) Acties van engelen (1:10-11; 5:19-20; 8:26; 12:6-9; 27:23-24) Soeverein ingrijpen door de Geest (1:10-11; 5:19-20; 8:26; 12:6-9; 27:23-24) De les die we leren van de vroege Christenen is dat zij hun leidden in gehoorzaamheid aan God en Zijn Woord. Zij stonden open voor bovennatuurlijk ingrijpen van God door middel van profetieën, visioenen, dromen, engelen en de Heilige Geest. Hoe ver reikt Gods wil? De Bijbel geeft niet voor ieder persoonlijk een ideaal en gedetailleerd levensplan. God geeft de vrijheid om te kiezen. Op basis van onze keuze wordt de inhoud van ons leven bepaalt. Je doet er goed aan om keuzes te maken die overeenstemmen met Gods Woord. Toch heeft God voor iedere Christen een plaats in het Lichaam van Christus om de goede werken te doen die Hij van tevoren gepland heeft. Daarin leidt Hij je en maakt Hij duidelijk wat Zijn plan voor jou is.
58 van 161
Wat is het belang van Gods Woord voor Jeremia in Jer. 1:5? Denk je dat dit vers ook op ons van toepassing is? Waarom wel of niet? Kun je Bijbelteksten vinden dat God ook zoiets voor jou deed?
Leert Ef. 2:10 dat God een plan heeft voor ons leven? Waarom wel of niet? Wat heeft dit vers te maken met Joh. 17:4?
Discipelschap
Hoe kun je Gods wil voor jouw leven kennen? 1. Gods Woord De duidelijkste communicatie van Gods wil vind je in Zijn Woord. Daar kunnen we voor 100% zekerheid zeggen dat God spreekt. In Gods Woord vinden we duidelijke opdrachten die we moeten gehoorzamen, beloften die we kunnen opeisen en geestelijke waarheden die we moeten geloven. Voor dat waar Gods Woord niet duidelijk over spreekt, zijn er geestelijke principes die ons helpen wijze besluiten te nemen. Sommige daarvan staan in de volgende teksten: 1Cor. 6:12:
Alles is mij geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is mij geoorloofd, maar ik zal mij door niets laten knechten.
1Cor. 10:23:
Alles is geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles bouwt op.
1Cor. 10:31-32: Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ere Gods. Geeft noch aan Joden, noch aan Grieken, noch aan de gemeente Gods aanstoot
•
Onderstreep de principes, in de teksten hierboven, die je kunnen leiden in het nemen van besluiten.
2. Gods Geest Wees voortdurend vervuld, bekrachtigd en geleid door de Heilige Geest. Hij geeft je Zijn verlangens, gedachten en kracht om Zijn wil te doen. Wanneer we vervuld zijn met de Heilige Geest, kan God ons richting geven. En wanneer Hij ons een bepaalde richting uitstuurt, doet Hij dat door Zijn Geest in ons hart, denken en wil te laten werken. Fil. 2:13:
want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt.
3. Gods soevereine handelen Vertrouw op God die in staat is om jou in Zijn soevereine wil te houden. Wanneer jij God volgt door Zijn Woord te gehoorzamen en vervuld te zijn met Zijn Geest, zie je God aan het werk in je leven doordat Hij je op verschillende manieren leidt en richting geeft (omstandigheden, bekwaamheden, kansen, adviezen, werking van de gaven van de Geest). Rom. 8:28:
Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn.
4. Gods bovennatuurlijk handelen Sta open voor de mogelijkheid dat God je bovennatuurlijk leidt. Maar let op omdat satan je op dit gebied kan misleiden door zich voor te doen als een ‘engel des lichts’. (Let op de voorbeelden van bovennatuurlijke leiding in Handelingen). 59 van 161
Ps. 19:7; Joh. 17:17 Bijbelse principes gebruiken Hoe zou je Bijbelse principes gebruiken bij de volgende besluiten: 1. Welke kleren moet ik aantrekken? 2. Mag ik alcoholische dranken gebruiken? 3. Mag ik roken? 4. Welke soort films, TV programma’s en muziek mag ik kijken/luisteren? 5. Mag ik drugs gebruiken? 6. Mag ik gokken? Gods Geest Ezech. 36:26-27; Fil. 2:13 Gods soevereiniteit Rom. 8:28-29; Fil. 1:6; 1Thess. 5:24 Zijn bovennatuurlijk handelen Deut. 13:1-4; Spr. 14:15; Hand. 2:17; 1Thess. 5:19-21; 1Joh. 4:1 Bevestiging 1. God heeft een doel en plan voor mijn leven. 2. God leidt me door Zijn Woord, Zijn Geest, Zijn soevereine en bovennatuurlijke handelen Een gebed O Heer, dank U dat U Uw wil aan mij openbaart en Uw Geest in mijn hart uitstort. Geef me de wijsheid om Uw wil te kennen in Uw Woord der Waarheid. Leid mij door Uw Geest en Uw handelen in mijn leven. Amen.
Discipelschap
15. Geestelijke relaties Wanneer je Gods Woord bestudeert kom je er al gauw achter dat relaties een hoge prioriteit hebben voor God. Hij geeft om Zijn schepselen. Liefde doordring Zijn hele karakter en elk onderdeel van Zijn persoonlijkheid. Inderdaad, Liefde is de hoeksteen van Zijn wil voor ons. Een Christen is iemand waarin God is en zichtbaar wordt. Een belangrijk deel van het zichtbaar worden van God in ons leven komt door het tonen van Gods liefde in de relatie met anderen. Dit hoofdstuk kijkt naar verschillende relaties en hoe Gods liefde daarin tot uitdrukking komt. Mens – God: Waarom omschrijft
God kennen Joh. 17:3:
•
Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.
Onderstreep de beschrijving van ‘eeuwig leven’.
God het eeuwige leven op die manier? Wat heeft ‘God kennen’ te maken met het ervaren van Zijn leven? Groei jij in de kennis van God? Hoe doe jij dat?
Voor Christus betekent eeuwig leven: de enige echte God kennen en Zijn Zoon Jezus Christus. God kennen geeft het leven inhoud en betekenis. Wat betekent:
Heb God liefde Math. 22:37-38: Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod.
• •
- met heel je hart? - met heel je ziel? - met heel je verstand?
Onderstreep Gods opdracht voor ons. Omcirkel drie beschrijvingen van de grootte van onze liefde voor God.
Deze tekst beschrijft ‘het grootste en eerste gebod’ van onze Heer. Het vestigt de basis voor ode belangrijkste relatie in ons leven, onze relatie met God. Onze plicht is God op de eerste en de belangrijkste plaats in ons leven te zetten. Dien God Luk. 4:8:
•
En Jezus antwoordde en zeide tot hem: Er staat geschreven: Gij zult de Here, uw God, aanbidden en Hem alleen dienen.
Omcirkel het bevel dat Jezus citeert.
Toen satan Jezus verzocht hem te aanbidden, citeerde Jezus Deut. 6:13. Daar krijgen we het bevel alleen God te aanbidden en te dienen.
60 van 161
Je kunt God alleen dienen wanneer je Hem kent en van Hem houdt. Dienstbaarheid op zich eert God niet (1Cor. 13:1-3; Math. 7:21-23). God wordt alleen geëerd wanneer jij Hem oprecht dient, vanuit je kennis over Hem en liefde voor Hem.
Discipelschap
Wanneer je God leert kenen, ga je van Hem houden. Wanneer je van Hem gaat houden, ga je Hem dienen. Wanneer je God niet wilt dienen komt dat misschien omdat je niet werkelijk van Hem houdt. Wanneer je niet werkelijk van God houdt komt dat waarschijnlijk omdat je Hem niet echt kent. Mens – mens: Gal. 5:14:
Want de gehele wet is in één woord vervuld, in dit: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
Omcirkel ‘gehele wet’ en ‘één woord’ en teken een pijl van de eerste cirkel naar de tweede. Onderstreep het bevel dat de gehele wet van God vervuld.
• •
Zij die Gods wet niet volledig kennen, hoeven alleen deze regel te onthouden. We moeten anderen liefhebben (koesteren, respecteren en waarderen), als onszelf. Dit is een variatie op ‘wat gij niet wilt dat u geschied, doe dat ook een ander niet’. Deze wet kan gebroken worden door iets slechts te doen, maar ook door iets goeds niet te doen. We hebben allemaal wel een idee hoe wij denken dat anderen ons horen te behandelen. God wil dat wij rekenschap afleggen van onze behandeling van anderen ten aanzien van het idee dat wij hebben over hoe wij behandeld horen te worden.
• •
Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft
Omcirkel Gods bevel voor de mannen. Onderstreep Gods standaard voor die liefde van de man voor zijn vrouw.
Mannen moeten hun vrouw liefhebben (waarderen, koesteren, respecteren en eren), in dezelfde mate als Christus van de Kerk houdt en Zijn eigen leven voor haar heeft opgeofferd. Ef. 5:21-23:
•
en weest elkander onderdanig in de vreze van Christus. Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here, want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het, die zijn lichaam in stand houdt.
Omcirkel het woord dat aangeeft hoe echtgenoten elkaar dienen te behandelen ‘in de vreze van Christus’.
Het woord ‘onderwerpen’ betekent: ‘jezelf onder de autoriteit van een ander’. Het betekent niet: dat de een minder waard is dan de ander. Mannen onderwerpen zich aan hun vrouw door haar lief te hebben. •
Wanneer ging jij de mist in door een ander niet zo te behandelen als jij behandeld wilt worden?
Wat is het beste dat iemand voor jou kan doen? Wat is het beste dat jij voor een ander kunt doen?
Waarom is het bevel
Man – vrouw: Ef. 5:25:
Lees het verhaal van de barmhartige Samaritaan in Luk. 10:25-37. Wat is de belangrijkste les in dit verhaal? Welke impact had dit verhaal op de toehoorders? Maak een moderne versie van het verhaal.
Maak een blok rond Gods opdracht aan vrouwen 61 van 161
hier in de eerste plaats voor de man? In welke behoeften voorziet de liefde van een man in het leven van zijn vrouw? Hoe moeten mannen liefde voor hun vrouw tonen volgens Ef. 5:25-31? 1Petr. 3:1
Wat betekent ‘onderdanig als aan de Here’? Waarom is deze opdracht in de 1e plaats voor de vrouw bedoeld? Wat is de reden om dit bevel te geven? ? In welke behoeften voorziet de onderdanigheid van een vrouw in het leven van haar man? Hoe gehoorzaam je hieraan wanneer je man je mishandelt?
Discipelschap
•
Onderstreep Gods standaard voor de onderwerping van de vrouw aan de man.
Vrouwen moeten hun man liefhebben (waarderen, koesteren, respecteren en eren) door zich te onderwerpen aan ham als ‘hoofd’ in die relatie, zoals Christus ‘het hoofd van de kerk’ is. Mannen en vrouwen moeten zich beseffen dat God hun rekenschap vraagt voor het vervullen van hun eigen verantwoordelijkheid in hun relatie. God verwacht niet van mannen dat zij hun vrouwen willens en wetens onderwerpen. Hij kijkt ernaar of zij hun vrouw werkelijk liefhebben. God verwacht niet van vrouwen dat zij er willens en wetens voor zorgen dat mannen hun liefhebben, maar Hij kijkt er wel naar of zij zich onderwerpen aan hun man en hem respecteren als leider in de relatie. De zorg van ouders 1Tim. 5:8
Ouder – kind Deut. 6:5-7:
• •
Omcirkel waar Gods geboden moeten zijn bij de ouders. Onderstreep wanneer Gods geboden bij de kinderen ingeprent moeten worden.
Ef. 6:1-3:
•
Gij zult de HERE, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat.
Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in de Here, want dat is recht. Eer uw vader en uw moeder – dit is immers het eerste gebod, met een belofte – opdat het u welga en gij lang leeft op aarde.
Omcirkel de manieren hoe wij ons ten aanzien van onze ouders horen te gedragen.
Let eens op Gods belofte die aan dit bevel verbonden is. Werkgever – werknemer Col. 3:23-24:
• •
De zorg van kinderen 1Tim. 5:4 Col. 3:21
Hoe kunnen ouders aangemoedigd worden hun kinderen geestelijk te instrueren? Waarom delegeert God deze verantwoordelijkheid naar de ouders? Col. 3:20
Wat betekent: ‘eer uw vader en uw moeder’? Wat is het belang van de belofte in relatie met het bevel?
Hoe zou de
Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Here en niet voor mensen; gij weet toch, dat gij van de Here tot vergelding de erfenis zult ontvangen. Gij dient Christus als heer.
Onderstreep hoe wij ons werk horen te doen Omcirkel voor wie wij werkelijk werken.
De Bijbel onderwijst dat zelfs ons werk een vorm van aanbidding van God kan zijn.
62 van 161
werkhouding van mensen veranderen wanneer zij voor Christus zouden werken in plaats van voor hun werkgever? Hoe zouden werkgevers hun houding ten aanzien van werknemers veranderen wanneer zij weten dat God hierover rekenschap vraagt?
Col. 4:1:
• •
Discipelschap Heren, betracht jegens uw slaven recht en billijkheid; gij weet toch, dat ook gij een heer in de hemel hebt.
Onderstreep de verantwoordelijkheid van een werkgever ten aanzien van zijn werknemers. Omcirkel wat een werknemer hoort te weten.
God zal van werkgevers rekenschap vragen of zij hun werknemers eerlijk behandelen. Hij zal de werknemers verantwoordelijk houden, dat zij net zo hard voor hun werkgever werken als zij voor Christus zouden doen. In al onze relaties is het belangrijkste dat wij anderen respecteren en hun behandelen als God in Christus zou doen, want Gods liefde is het allerbelangrijkste. God zal je nooit vragen of je ongeacht wat dan ook werkte, Maar Hij vraagt je wel of je liefgehad hebt, ongeacht wat dan ook.
63 van 161
Bevestiging 1. Ik zal in de eerste plaats God zoeken, liefhebben en dienen. 2. Ik zal van mijn wederhelft houden, van mijn kinderen, mijn buren en medechristenen zoals Christus van mij houdt. 3. Ik zal mijn ouders eren en mijn verantwoordelijkheden op werk vervullen als ik voor Christus doe. Een gebed Vader, dank U dat U van mij houdt en dat U mij laat zien hoe ik anderen moet liefhebben. Help me om met de mensen in mijn omgeving een relatie aan te gaan zoals u dat zou doen. Laat Uw Geest mij tot een zegen voor anderen maken. Laat mij Uw wil vervullen door anderen lief te hebben zoals Christus mij liefheeft. Amen.
Discipelschap
16. Jezus: ons geestelijk voorbeeld
C
Heeft iemand je ooit gezegd dat hij in God gaat geloven wanneer Deze even aan hem verschijnt? Het feit is dat God Zich allang geopenbaard heeft aan de mensheid door het leven van iemand die ongeveer tweeduizend jaar geleden leefde. Hebr. 1:3:
Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge
Wanneer je werkelijk wilt zien hoe God is, kijk dan naar Jezus, Zijn Zoon. Jezus is de Zoon van God Joh. 1:1-3, 14: In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is… Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.
• •
Hoe bevestigt Jes. 44:24 dat Jezus God de Schepper is? (Zie ook: Col. 1:15-16).
Omcirkel wie het Woord is. Onderstreep wat het Woord heeft gedaan om Zijn identiteit te bevestigen.
Het Woord werd mens en leefde onder ons als de eniggeboren Zoon, Jezus Christus. Col. 1:15, 2:9: Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping… want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk
•
Joh. 1:18; 5:18
Omcirkel elke omschrijving van Christus in bovengenoemde verzen.
Christus is de zichtbare manifestatie van de onzichtbare God. In de persoon van Christus, wandelde God in een tastbaar lichaam op aarde. Rom. 8:3; Joh. 5:1718
Jezus de Zoon des mensen Fil. 2:5-7:
• •
Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is.
Omcirkel wat Christus Jezus in de eerste plaats was Onderstreep wat Jezus deed en wat Hij uiteindelijk werd. 64 van 161
Hoe beïnvloedt de bereidheid van Jezus om een dienende mens te worden onze levens? Wat leert deze handeling je over God? Wet zegt het over Gods kijk op de mensheid?
Discipelschap
Hoewel Jezus Christus werkelijk God was, was Hij bereid om Zijn recht God te zijn af te leggen en menselijkheid aan te doen, zelfs als een dienaar. De Zoon van God was de Zoon des mensen. Wanneer Christus God is en voor mij stierf, Is er niets te groot dat Ik voor Hem zou doen! C.T. Studd. Jezus, ons voorbeeld om… Meelevend te zijn:
Wat is het belang
Hebr. 2:17-18: Daarom moest Hij (Jezus) in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en getrouw hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen. Want doordat Hij zelf in verzoekingen geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht worden, te hulp komen.
van het feit dat Jezus ‘in alle opzichten’ aan ons gelijk is geworden? Betekent dit dat wij ‘in alle opzichten’ kunnen leven als Hem? Waarom wel of niet?
Maak een blok rond de mate waarin Christus aan Zijn broeders gelijk werd. Omcirkel de reden waarom Hij zo werd. Onderstreep het resultaat van het lijden van Christus.
• • •
God de Zoon kan onze pijn begrijpen vanuit Zijn eigen ervaringen. Daardoor kan Hij meeleven met ons, wanneer wij het moeilijk hebben. Dit is ook de reden waarom Hij ons zo goed kan helpen. Gehoorzaam te zijn: Joh. 6:38:
•
Want Ik ben van de hemel nedergedaald, niet om mijn wil te doen, maar de wil van Hem, die Mij gezonden heeft.
Onderstreep de reden waarom Jezus uit de hemel neerdaalde.
Joh. 12:49:
• •
Joh. 17:4; 5:19
Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, die Mij heeft gezonden, heeft zelf Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen en spreken moet.
Onderstreep wat Christus niet deed. Omcirkel hoe Hij God gehoorzaamde.
Het is bijna niet te geloven dat de gehoorzaamheid van Jezus ook over Zijn uitspraken ging, zelfs hoe Hij iets zei. Ons leven over te geven: Joh. 5:19:
Jezus dan antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, de Zoon kan niets doen van Zichzelf, of Hij moet het de Vader zien doen; want wat deze doet, dat doet ook de Zoon evenzo.
65 van 161
Wat leert Jak. 3:2 ons over Christus, in het licht van Joh. 12:49? Hoe kunnen wij weten wat God wil dat wij zeggen en doen?
Discipelschap
• • •
Omcirkel het woord dat omschrijft wat Jezus Zelf kon doen Onderstreep wat Christus wel kan doen. Maak een blok ronde de relatie van Jezus met Zijn Vader.
Toen Jezus op aarde was, gaf Hij zijn onafhankelijkheid op en gaf Hij Zijn leven volledig over aan God. Kort gezegd: Zijn leven was een exacte weergaven van de wil van God.
Als Christus zo afhankelijk is van God de Vader, wat zegt dat dan over onze levens? Wat zou er gebeuren wanneer alle Christenen zich zo aan God zouden overgeven. Waarom doen wij dat niet?
Vervuld te zijn met de Geest: Hand. 10:38:
•
van Jezus van Nazareth, hoe God Hem met de heilige Geest en met kracht heeft gezalfd. Hij is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem.
Onderstreep het resultaat van Jezus’ zalving ‘met Geest en kracht’.
Wij, Geestvervulde Christenen, zijn ook gezalfd met Gods Geest en met Zijn kracht om rond te gaan en goed te doen, net als Jezus deed. Om te bidden: Hebr. 5:7:
•
Tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit zijn angst
Onderstreep hoe Christus bad toen Hij op aarde was.
Let op de intensiteit van het gebed van Jezus. De gebeden van Jezus waren echt, persoonlijk en vol meelevendheid. Kunnen wij dat ook van onze gebeden zeggen? Nederig te zijn: Fil. 2:8: En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises.
• •
Omcirkel wie Christus vernederde volgens Fil. 2:8 Onderstreep hoe de nederigheid van Jezus tot uitdrukking kwam in Zijn leven.
Zie je dat Jezus Zichzelf vernederde? Anderen kunnen je kleineren, maar wij kunnen onszelf vernederen, en dat is een groot verschil! Wanneer jij niet nederig bent, moet je eens in de spiegel kijken om te zien wie jou dwars zit.
66 van 161
Mark. 1:35; 14:35
Discipelschap
Als dienaar te leven: Luk. 4:40:
• •
Toen de zon onderging, brachten allen, die zieken hadden, lijdende aan allerlei kwalen, dezen tot Hem. Hij legde ieder van hen afzonderlijk de handen op en genas hen.
Onderstreep wie er bij Jezus gebracht werd Omcirkel wat Jezus met de mensen deed
Het leven van Christus is een voorbeeld van dienstbaarheid voor hen die in nood in Zijn omgeving waren. Wat heel verbazingwekkend is in Zijn leven is dat Hij nooit mensen wegstuurde. Doen wij dat wel? Een leven vol vertrouwen te hebben: Hebr. 12:2:
•
Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods.
Omcirkel dat wat maakte dat Jezus het lijden aan het kruis kon doorstaan.
Toen Jezus naar het kruis keek, zijg hij de ‘vreugde’ die daar het gevolg van zou zijn en de overwinning die uiteindelijk voor Hem zou zijn. Wij moeten ook door onze problemen heenkijken naar de overwinning die God ons kan, en wil, geven aan de andere kant. Christus, waard geëerd te worden! Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader! Fil. 2:9-11
67 van 161
Toepassingspunten Bestudeer het leven en het onderwijs van Jezus in de Evangeliën en beantwoord daarbij: - Wat was belangrijk voor Hem? - Wat was het belangrijkste in Zijn onderwijs? - Hoe was Zijn relatie met verschillende mensen? - Hoe was Zijn relatie met Zijn familie? - Hoe diende Hij anderen? - Hoe eerde Hij God? Bevestiging 1. In Christus kan ik de enige echte onzichtbare God zien zoals Hij is. 2. Als discipel van Christus, leven we … … een meelevend leven … een gehoorzaam leven … een overgegeven leven … een Geestvervuld leven … een gebedsleven … een nederig leven … een dienstbaar leven … een leven vol vertrouwen Een gebed Heer Jezus, Ik buig voor U neer in aanbidding, want U bent de Schepper van de hemel en de aarde, en de Koning der koningen en de Here der Heren! Ik prijs U en dank U dat U voor mij stierf. Helpt U mij Uw voorbeeld te volgen en laat Uw Geest door mij leven. Zodat U alle eer ontvangt. Alle eer en glorie komt U toe en God de Vader en de Heilige Geest. Amen.
Discipelschap
17. Tijd met God: stille tijd Om een relatie met iemand te kunnen onderhouden moet er sprake zijn van communicatie. Stel je voor dat je een diepe vriendschap met iemand hebt, maar dat je nooit met elkaar praat of naar elkaar luistert. Ik kan je verzekeren dat die vriendschap dan niet lang stand houdt. Zo is het ook in je relatie met God. Hij wil dat je met Hem praat en naar Hem luistert. De basis hiervoor is de tijd die jij speciaal voor Hem neemt. We noemen dat Stille tijd. De basis voor stille tijd. Iedereen heeft gezondigd (Rom. 3:23). Dit heeft tot gevolg dat wij niet bij God kunnen komen (Deut. 4:24). God wil echter een relatie met ons, mensen. Daarom moest Jezus voor onze zonden sterven (Hebr. 10:19-22). God zoekt vriendschap met ons (Joh. 15:15). Wij hebben vaak het idee dat God een soort rechter is, die ons allemaal wetjes en regeltjes voorhoudt en eist dat wij daaraan voldoen. Hij houdt zoveel van ons, dat Hij er zelfs Zijn Zoon voor over had om de relatie met ons te herstellen (Joh. 3:16). We hoeven niet bang voor Hem te zijn. Er komt heel vaak ‘vrees niet’ in de Bijbel voor. Hij wil een intieme relatie met een ieder van ons 1Cor. 1:9:
God is getrouw, door wie gij zijt geroepen tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Here.
Deze intieme relatie kenmerkt zich door een vertrouwelijke omgang met ons. Ps. 25:14:
Des Heren vertrouwelijke omgang is met wie Hem vrezen, en zijn verbond maakt Hij hun bekend.
De Heer gaat daarin zover dat Hij daarin bepaalde dingen aan je bekend maakt. In deze relatie hoort ook communicatie thuis. God spreekt daarbij tot ons (vgl. Jer. 35:14b). Zoals bij elke relatie, geldt ook hier datje er wat voor over moet hebben. Je moet bereid zijn om te luisteren en met Hem in contact te treden. Redenen om stille tijd te gaan houden: • • • •
God wil vriendschap met ons. Gods weg leren kennen (Ps. 27:11; 86:11). Voeding & geestelijke groei (1Petr. 2:2). We krijgen daardoor een houding die de discipelen ook hadden ten aanzien van Jezus (Joh. 6:68-70).
Wat is stille tijd? Stille tijd is de tijd waarin jij je volledig afzondert voor de Heer. Het is de tijd waarin jij met God spreekt en Hij met jou. Jullie komen bij elkaar (vgl. Ex. 33:9). Je zou kunnen zeggen dat er twee vrienden bij elkaar komen (Ex. 33:11). In je geestelijke leven moet je steeds weer verschillende dingen overwinnen (Openb. 2:7, 11, 17, 26-29; 3:5-6, 12-13, 21-22). Het gaat ook om je discipline: je bent een discipel of je bent het niet!!! 68 van 161
Discipelschap
Jezus had als mens ongestoord contact met de Vader. Toch kende Hij ook Zijn tijden van afzondering voor de Vader (Math. 14:13, 23; Luk. 4:42; 5:16; 6:12; 9:18; 11:1). Hij bad langdurig en overlegde met de Vader wat Hij moest doen (Joh. 5:19; 15:15). Had Jezus het erg druk, of moest Hij een belangrijk besluit nemen, dan nam Hij meer tijd voor gebed (Mark. 1:35). Zo ontving Hij nieuwe kracht en leiding. Jezus erkende hierin het Oude Testament (Ps. 5:4). Mensen die door God gebruikt worden, zijn altijd mensen van gebed. Denk aan Abraham (Gen. 15:2; 12:8) of aan Daniël, die drie maal daags bad (Dan. 6:11). Anderen die regelmatig tijd met God namen zijn bijvoorbeeld: Izaäk (Gen. 24:63), David (Ps. 5:2-4), Jezus (Mark. 1:35; Luk. 6:12), Paulus (2Tim. 1:3) en Petrus (Hand. 10:9). Wanneer wij bidden moeten we er goed aan denken dat God naar ons luistert. Hij wil ons graag zegenen. Hij verlangt niet naar ons gebed, Hij verlangt naar ons! Hebben we geen blijdschap in onze stille tijd, dan is er iets aan de hand. Verlangen we werkelijk naar God of zijn wij op onszelf gericht, op onze vragen en verlangens? Wanneer kun je het beste stille tijd houden? Hoewel je in principe zelf kunt bepalen wanneer je stille tijd wilt houden, is het raadzaam om dit ’s morgens te doen: Jezus geeft hierin het voorbeeld (Mark. 1:35) Het Oude Testament geeft hierop toespelingen (Ex. 16:13-20; Ps. 5:4; 61:9) Wanneer heel veel Christenen ondervinden dat ’s morgens stille tijd houden voor hen heel goed is, dan zal dat voor jou en mij ook wel gelden. • Een dag vóór God begin je met God. Wie stemt er nu zijn instrument als het concert al voorbij is? • Maak gemakkelijk door er een vaste gewoonte van te maken, bijvoorbeeld tussen de tijd van het opstaan en je ontbijt. Denk je dat je geen tijd voor zoiets hebt? Ga dan eens na hoeveel tijd je verspilt. Tijd is geen geld, tijd is leven. Maak eens een schema! We moeten volhardend, bewust en met discipline de Here zoeken (Jes. 55:6). We moeten niet voldoen aan onze eigen verlangens (Math. 16:24), tenzij die overeenkomen met die van God. Denk eraan dat Jezus heel veel van je houdt en dat Hij op je wacht en altijd voor jou bidt (Rom. 8:1-2). • • •
Waar moet je stille tijd houden? Je kunt het beste stille tijd houden in goede afzondering. Zorg ervoor dat er niets in de buurt is dat je zou kunnen afleiden (Luk. 9:18). Math. 6:6:
Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.
Jezus trok Zich ook nogal eens terug om met Zijn Vader te spreken (Luk. 5:16).
69 van 161
Discipelschap
Hoe lang moet je stille tijd houden? Vraag dit aan God. Hij vindt in de eerste plaats kwaliteit veel belangrijker dan kwantiteit. Het is wel ideaal wanneer je zoveel tijd tot je beschikking hebt om bij God te zijn, dat je niet voortdurend op de klok hoeft te kijken. Is het jouw schuld datje geen stille tijd kunt houden, dan doe je er goed aan God om vergeving te vragen. Maar wanneer het jouw schuld niet is, hoef jij je er ook niet schuldig om te voelen. De Heer is niet aan tijd gebonden om jou tot zegen te zijn! Gebed in je stille tijd God neemt alle tijd om naar je te luisteren en je persoonlijk te spreken in je stille tijd, en om gebeden te verhoren. Hij wil dat wij vrijmoedig naar Hem toegaan en met Hem spreken (Hebr. 4:16; Jak. 4:8). Jer. 33:3:
Roep tot Mij en Ik zal u antwoorden en u grote, ondoorgrondelijke dingen verkondigen, waarvan gij niet weet.
Bijbelstudie is niet zinvol en opbouwend zonder gebed. Gebed dat niet gecorrigeerd wordt door het Woord van God, is niet goed gebaseerd op de beloften die God geeft en wordt daardoor vaag. God heeft de eerste stap gedaan, en wij kunnen Hem antwoord geven in ons gebed (1Joh. 4:19). Jezus is ook ons voorbeeld in het gebed. Hij vond het heel belangrijk. Het maakte niet uit hoe druk Hij was, Hij nam altijd tijd voor gebed (Luk. 6:12; 5:15-16). God heeft ons verteld hoe wij tot Hem moeten naderen (Hebr. 10:19-22). Hij heeft ons ook verteld waarom wij horen te bidden (Ef. 6:11-12, 18-19, vgl. Joh. 8:44; 15:7). Het gebed is niet iets dat wij moeten doen om op te vallen in het openbaar (Math. 6:5-6). Gebed is als het ware een sleutel. Heel Gods schatkamer ligt voor ons open. Maar wij moeten de sleutel zelf omdraaien. Jezus zegt dat bijvoorbeeld in Joh. 16: 23-24. Enkele voorbeelden van personen die bidden: • Jezus nam extra tijd voor gebed (Mark. 1:35) • David nam tijd voor gebed (Ps. 5:4) • Daniël bad drie maal daags (Dan. 6:11, vgl. Ps. 55:17-18) Bij het bidden hoort ook het stil zijn voor God (Ps. 37:7 – ‘verbeiden’ = verwachten, Ps. 62:2). Ps. 37:7:
Wees stil voor de Here en verbeid Hem; wees niet afgunstig op wie zijn weg voorspoedig maakt, op de man die boze plannen smeedt.
Je wacht op God en verwacht hierbij dat Hij tot je gaat spreken. God kan op verschillende manieren tot je spreken, bijvoorbeeld door Zijn Woord, door Zijn stem in je (vgl. 1Sam. 3:19), door omstandigheden, door beelden, door profetieën of door woorden die anderen uitspreken. Hoe kun je stil zijn voor God? Dit kun je door innerlijk tot rust te komen en je volledig op God te richten. Vooral in het begin, maar ook later wel, heb je veel oefening en volharding nodig. 70 van 161
Discipelschap
We moeten duidelijk zien op Wie wij ons willen richten (Ef. 1:17; Joh. 16:12-14). Bidden is een kunst die je moet leren. Je leert het ondermeer van andere gebeden (bijvoorbeeld Joh. 17 en Math. 6:9-13). Onverhoorde gebeden bestaan niet. Er zijn gebeden naar Gods wil en gebeden die niet naar Zijn wil zijn. Het doel van gebed is verhoring. Als deze er niet is, dan is gebed zinloos. Gebeden zijn concreet en doelgericht. Opdracht:
Ga na hoeveel gebeden van de laatste weken verhoord zijn (maak een lijst).
Gods antwoorden: God antwoorden op gebed kun je krijgen door: • • •
•
•
Gods Woord Lees je de Bijbel? Sta je open voor profetieën en kun je die toetsen? De Heilige Geest Is je contact met God zo dat Hij jou iets duidelijk kan maken? Andere mensen Heb jij voldoende contact met andere Christenen die jou kunnen opbouwen, vermanen, bemoedigen en versterken? Omstandigheden In welke situaties begeef jij je doorgaans? Zijn er plotselinge veranderingen in de situaties die normaal gesproken niet aanwezig zouden zijn? Je eigen gedachten, gevoelens en mogelijkheden Ondanks dat deze een rol kunnen spelen, moet je toch wel heel goed uitkijken dat jij jezelf niets wijsmaakt!
Hoe kan je gebed effectief worden? •
Vraag (Jak. 1:5-6; 4:2-3, Joh. 14:13-14) Als wij willen dat God onze gebeden verhoort, moeten wij dat bidden wat Hij kan verhoren. Sommige mensen bidden dingen die God allang weet. Ze steken hele preken af tegen God (Luk. 18:9-14). Dit bedoelt Jakobus met: “Je bidt niet”. Onze gebeden moeten concreet en duidelijk zijn (bijvoorbeeld Math. 6:11; Luk. 11:9 – je moet niet op de muur kloppen, klop op de deur!). Oorspronkelijk betekent ‘bidden’: ‘vragen’.
•
Gods wil (1Joh. 5:14-15; Ef. 5:17) We moeten leren wat Gods wil is. Dat is een proces waarin je God Zelf beter leert kennen. Het is een groei, waarin je niet kunt zonder dat wat je al geleerd hebt. De beste regel om naar Gods wil te bidden is: * Vraag niet boven je macht (Rom. 12:3) * NIET: u geschiede naar uw fantasie (Math. 8:13) 71 van 161
Discipelschap
Een goede manier om je op Gods wil af te stemmen is niet meteen beginnen met gebed. Begin met het prijzen en loven van God. Vertel Hem wat je van Hem vindt. Wordt daarna stil voor God en laat de Heilige Geest je leiden. Hij zal je in gedachten brengen waarvoor je moet bidden (Rom. 8:26-27). Ook David vroeg aan God wat Hij wilde (b.v.: 2Sam. 5:17-25). •
Geloof Bij het gebed geldt dat hoop een uitdrukking van het geloof is: je gelooft dat de Heer het zal doen (vgl. Math. 21:21-22; Hebr. 11:6). Zeker weten is dan: ik geloof dat God het gedaan heeft (Mark. 11:25). In dit proces van geloof komen twee fasen voor: de fase waarin je vraagt en hoopt en de fase waarin je dankt datje Gods belofte hebt gekregen. De verhoring is daarom (al voordat je hebt ontvangen) een feit. Veel mensen zien slechts twee kanten van de zaak. Ze denken: “Ik heb niet, dus ik bid”. Als God het dan geeft, prijzen zij de Heer. Als Hij het gebed niet verhoort, denken zij: “Pech gehad.” Er hoort sprake te zijn van drie punten: 1. Bidden met iets in handen (hoop) 2. Ik ontvang Gods belofte (geloof) 3. Ik heb het in handen (verhoring) Wanneer het punt van geloof bereikt is moeten we niet verder bidden. Het enige wat je dan nog kunt doen is: danken.
•
Toewijding Zeg tegen Jezus dat je Hem wilt gehoorzamen en navolgen. Zeg Hem dat je helemaal van Hem wilt zijn en datje graag wilt dat dit elke dag in jouw leven zichtbaar is. Wanneer je hier werkelijk naar verlangt zal God je hiervoor concrete aanwijzingen geven. Wij zijn geen eigen baas. Voor we werkelijk gingen doen wat God wil, leek het alsof we vrij waren om te doen wat wij wilden (Joh. 8:30-36; Ef. 2:1-3). Maar nu blijkt dat onze vrijheid bestaat in het gehoorzamen van God. Daardoor kennen wij zijn wijsheid en liefde en hebben we een geweldige toekomst (1Cor. 2:9). Ook in de dingen die wij van Hem vragen speelt onze toewijding een belangrijke rol (1Joh. 3:21-24). In de Bijbel wordt nadrukkelijk gewaarschuwd tegen een verkeerd bidden. Verkeerd bidden wordt gekenmerkt door een houding van egoïsme (Jak. 4:2-3).
•
Volharding Soms wil de Heer dat wij aanhoudend bidden. Hier hebben we doorzettingsvermogen voor nodig (vgl. Luk. 18:1-8). Er is ook een dosis moed voor nodig (Luk. 18:8). Veel van onze gebeden zijn wij alweer vergeten zodra we ze uitgesproken hebben. Onze gebeden zijn sporadisch en zwak. Jezus wil ons aanmoedigen opdat wij: “altijd zullen bidden” en niet verslappen. Echte bidders hebben het geloof van de weduwe. God zoekt nog steeds dat soort bidders. Ben jij er zo eentje? 72 van 161
Discipelschap
Vormen van gebed Paulus noemt verschillende vormen van gebed (1Tim. 2:1). Naast de genoemde vormen zijn er ook nog andere, die we summier zullen bespreken. God wil dat wij voortdurend bidden (1Thess. 5:16-18). 1. Smekingen Gebeden waarin we een diepe nood kenbaar maken aan God. Het doet denken aan ‘onuitsprekelijke verzuchtingen van de Geest’ (Rom. 8:26-27). Vaak zal de Heilige Geest Zelf het gebed overnemen en ons de diepe nood kenbaar maken. We zien dat ook bij Jezus, wanneer Hij Zich in Getsemane voorbereidt op Zijn lijden (Luk. 22:4144; Hebr. 5:7-8). Het is een opdracht die God aan ons heeft gegeven (Fil. 4:6-7). Soms is het nodig om aanhoudend voor iets te bidden (Luk. 18:1-8). Wanneer wij dan gehoorzamen, kan God juist door deze vorm van gebed grote verhoringen geven. 2. Gebeden ‘Bidden’ betekent oorspronkelijk: ‘vragen’. Jezus gaf les over bidden (Math. 7:7-12; 6:5-15; 21:22). Het is niet verkeerd om God iets te vragen. Onze Vader wil dat wij alles waar wij mee zitten aan Hem voorleggen. Hij wil ook dat wij het vertrouwen hebben dat Hij ons zal antwoorden. Vraag om hulp en leiding, want Hij wil je stap voor stap tonen welk plan Hij met jouw leven heeft. Je kunt bidden met je geest en je kunt bidden met je verstand (1Cor. 14:8-9). Het voordeel van bidden met je geest, in tongen bidden, is: -
stichting van jezelf(1Cor. 14:4) Het spreken in geheimenissen: niemand verstaat het, ook de tegenstander niet (1Cor. 14:2)
3. Voorbede God heeft je de verantwoordelijkheid gegeven voor je omgeving, om daar voor te bidden: -
Voor je familie (Wie anders zal voor hen bidden?) Voor je werk/school (Misschien heeft God je er daarom geplaatst) Voor je land (1Tim. 2:1-4) Voor je gemeente (leden van het Lichaam – Col. 1:9-11; Jak. 5:16) Voor je geestelijke leiders (1Thes. 5:12-13; 1Tim. 5:17-18; Col. 4:2-4) Voor zendelingen en anderen met een geestelijke taak (Math. 9:37-38) Voor hen die Jezus nog niet kennen (Rom. 10:1-3) Voor je vijanden (Math. 5:44-46; Luk. 6:28) Voor Israël (Jes. 62-6-7; Ps. 122:6, 8-9; Ezech 13:5) In principe kun je voor alles bidden (Joh. 15:7-8)
Voorbede is bidden voor anderen, hun noden voorleggen aan God (Gen. 18:16-33; Ex. 7-14, 31-34; 1Sam. 12:23; Dan. 9:21; Ef. 1:15-17; Fil. 1:3-5; Col. 1:9, 4:12-13). Voorbede is iets heel specifieks. Voor bepaalde dingen weet je dat de Heer wil dat jij bidt. Andere dingen wil Hij aan je bekend maken door de leiding van Zijn Heilige Geest (1Joh. 5:14-15). 73 van 161
Discipelschap
Het doen van voorbede is zwaar: het kost energie en eist van je dat je trouw en volhardend bent. Het is als het ware een strijd waarin jij je bevindt, een geestelijke strijd. Zorg er daarom voor dat je de wapenrusting van God volledig aangetrokken hebt (Ef. 6:10-20). Onze Heer zoekt voorbidders (Jes. 59:15-16; Ezech. 22:30-31). De beloning is groot: God geeft Zijn zegen. 4. Dankzegging We zien in de Bijbel dat er maar één van de tien lepralijders terugkomt om de Heer te bedanken voor de genezing die hij mocht ontvangen (Luk. 17:11-19). Ons gebed dient gepaard te gaan met dankzegging (Fil. 4:4-7). Dankbaarheid is meer dan een vorm van beleefdheid. Het laat zien, dat het je niet alleen om de gave te doen is, maar om de Gever (1Thess. 5:17-18; Col. 2:6-7). Dankbaarheid is een levenshouding. Wij kunnen altijd danken, want God heeft immers het beste met ons voor. In iedere situatie kunnen we danken dat het zal meewerken ten goede (Rom. 8:28; Ef. 5:20; 1Thes. 5:16-18). Het kan zijn dat jij je niet bewust bent van alle dingen die God je geeft. Om dankbaarheid te leren zien, kun je een lijst maken van alle zegeningen die Hij geeft. 5. Schuldbelijdenis Wanneer wij bij onszelf zonden of fouten ontdekken, dienen wij die te belijden bij de Heer (1Joh. 1:9-10; Ps. 38:19; 139:23-24). Doen wij dat niet, dan wordt onze stille tijd erg saai: God hoort niet meer naar ons (Ps. 66:18; Jes. 59:1-2). Belijden houdt vaak veel meer in dan alleen maar tegen God zeggen wat je fout hebt gedaan en Hem dan om vergeving vragen. Het betekent vaak ook dat je iets goed hebt te maken met je medemens: je moet bijvoorbeeld je verontschuldigingen aanbieden of iets dat je een ‘onbeperkte’ tijd geleend hebt weer teruggeven. 6. Aanbidding De Bijbel zegt dat wij alleen God mogen aanbidden (Ex. 20:3; Math. 4:10). Heel ons gebed moet doordrenkt zijn met aanbidding en lofprijzing. Het is iets dat voortdurend opstijgt naar God en al onze gebeden vergezelt (Openb. 8:4). God zoekt mensen die Hem aanbidden in geest en in waarheid (Joh. 4:23-24). Aanbidding is het gevolg van een persoonlijk contact met God (Math. 28:17; 1Cor. 14:25). We zien God in Zijn grootheid en heerlijkheid. Aanbidding laat zien wat God kan en wil doen; we gaan op in Zijn grootheid. We kennen waarde toe aan God en erkennen wie Hij is (Ps. 107:8). Daarom is het goed om je stille tijd met aanbidding te beginnen. Aanbidding opent de weg, zodat je Zijn heil zult zien (Ps. 50:23). Voor lofprijzing en aanbidding is vrijheid nodig. Je moet je niet afvragen: “Wat vindt de ander ervan?”, maar: “Wat zou de Heer van mij willen horen?” (Gal. 2:20). 7. Lofprijzing God loven is Hem eren (Ps. 100; 92:2; 68:20; 63:3-5). Je zou kunnen zeggen dat lofprijs hetzelfde is als aanbidding. Niets kan ons geloof zo versterken als het loven van onze God. We dwingen onszelf daarmee onze blik te richten naar God toe, in plaats van naar de omstandigheden, onszelf of een ander. Er is geen betere manier om de tegenstander terug te laten trekken (Ps. 100:2,4; 103:2-3; 18:4). We komen door 74 van 161
Discipelschap
lofprijzing in de voorhoven van de Heer en zeggen tegen Hem wat Hij voor ons deed en doet. We bouwen Zijn troon waarop Hij zit (Ps. 22:4). Kees Goedhart vindt in 1Kron. 16:23-36 wel zestien verschillende redenen om de Heer te prijzen. Hij geeft er wel bij aan dat er nog veel meer redenen zijn om de Heer te prijzen, en daar heeft hij gelijk aan! Het maakt ons vrij, bijvoorbeeld van neerslachtigheid. In de Bijbel staan voorbeelden genoemd van mensen die door lofprijzing de overwinning behaalden: Paulus en Silas (Hand. 16:25); Israël bij Jericho (Joz. 6:20). God heeft lofprijzing als voorschrift aan Israël gegeven (Ps. 122:4). Laten wij Hem voortdurend prijzen (Hebr. 13:15). Je leert dan Zijn heil te zien (Ps. 50:23). Het is bovendien het enige werkelijke offer dat wij kunnen brengen, alles is namelijk van God (1Cor. 6:20). Lofprijzing kan zowel sprekend (Jes. 12:1-6) als zingend (Ps. 47:7-8) gedaan worden. Ook Jezus deed aan lofprijzing (Mark. 14:26). Lofprijzing kan zich uiten op verschillende manieren, bijvoorbeeld door: -
Klappen (Ps. 47:1) Juichen en jubelen (Jes. 12:6) Dansen (2Sam. 6:14; Ps. 149:3) Opheffen van handen (Ps. 141:2) Opheffen van het hart (Klaagl. 3:41) Hiermee wordt bedoeld: je volledig op God richten Buigen voor de Heer (1Kron. 16:29; Ps. 92:2; Math. 28:9)
De Bijbel in de stille tijd Zoals we gezien hebben is stille tijd de levende omgang met de levende God. Daarom heeft God ook iets kostbaars van Zichzelf gegeven: Zijn Woord! Je zou de Bijbel kunnen vergelijken met een liefdesbrief van God aan de mens: Hij vertelt veel over Zichzelf en over hoe Hij graag wil dat Zijn relatie met ons in elkaar moet zitten. Hij heeft Zijn Woord gegeven en blijft er trouw aan. Het is onmogelijke Bijbelstudie of stille tijd te doen zonder de Bijbel (Spr. 28:9). Je kunt geen leiding van de Heer verwachten wanneer je dat wat Hij geopenbaard heeft negeert. Gods Geest wil je tot de volle waarheid leiden (Joh. 16:13). Die leiding is er in de eerste plaats via het Boek dat Hij geïnspireerd heeft. Juist daarom heeft Hij deze liefdesbrief aan ons gegeven. God wil dat we op Zijn beloften staan, en ons daarom ‘vastpinnen’ in Zijn Woord (Jes. 54:2, vgl. Hebr. 7:22; 8:6). Zo heeft God altijd met ons om willen gaan (vgl. Ex. 34:27; Deut. 4:13). Wat doet het Woord? De Bijbel leeft. Zij spreekt over God en over Zijn wereld. Het Woord is geschreven opdat wij zouden geloven (Joh. 20:31). Maar het spreekt ook over jou zelf, over dingen die jij je niet bewust was. • •
Het schept (Joh. 1:3) Het reinigt (Joh. 15:13) 75 van 161
Discipelschap
• • • • • • • • • •
Het geneest (Ps. 107:20) Het wekt geloof (Rom. 10:17) Het maakt levend (Ps. 119:25) Het leidt ons op ons levenspad (Ps. 119:105) Het oordeelt (Joh. 12:48; Hebr. 4:12-13) Het bewerkt wedergeboorte (1Petr. 1:23) Het kan in je wonen (Col. 3:16) Het doet wat God zegt (Jes. 55:11) Het vertelt over Jezus (Joh. 5:39, 46-47; Luk. 24:27; 44) Het blijft altijd van kracht (Math. 24:35)
De Bijbel wil ons veranderen en vernieuwen. Via het verstand wil het Woord in ons hart komen (Spr. 2:10; Ps. 119:9-11). God openbaart niet alles aan ons, alleen datgene wat wij aankunnen (Deut. 29:29). Hij wil dat we Zijn Woord in zachtmoedigheid aannemen (Jak. 1:21-22). Wij zijn dan echt discipelen van Hem en Zijn waarheid maakt ons vrij (Joh. 8:3132). Hoe moet je de Bijbel benaderen? • •
• •
Je moet bereid zijn om eerlijk te kijken en te luisteren (Joh. 9:41). Onze vastgeroeste mening kan het Woord krachteloos maken. Je moet bereid zijn om te leren. Wanneer wij willen leren zal de Heer ons onderwijzen. Dat heeft Hij beloofd. Wat voor wijzen en verstandigen (in eigen oog) verborgen is, zal Hij aan Zijn kinderen openbaren (Luk. 10:21). We moeten gehoorzamen (Joh. 7:17). Wanneer wij Gods wil willen doen, zal Jezus ons liefhebben en Zichzelf aan ons openbaren (Joh. 14:21). We moeten geloven (Hebr. 11:6). Ongeloof is zonde (Luk. 9:41; Joh. 8:24). God wil dat we Hem helemaal vertrouwen. Hij wil ook dat wij als kinderen van Hem worden, die hun Vader volledig vertrouwen, ook al begrijpen ze niet alles van Hem. Hudson Taylor, stichter van de China Inland Mission, wees erop dat ‘Hebt geloof in God’ (Mark. 11:22) eigenlijk betekent: ‘Houdt God voor geloofwaardig’.
•
We moeten ons geloof versterken door te luisteren naar wat Christus zegt (Rom. 10:17). Hoe kunnen wij dit doen? Door het horen van het Woord van Christus (vgl. Hebr. 4:2). De dingen die in de Bijbel beschreven staan, zijn geschreven opdat wij geloven (Joh. 20:31). We moeten vertrouwen hebben in God (Mark. 11:22-24).
Praktisch Bijbelgebruik. In Ps. 1:1-3 zien we de man die dag en nacht over Gods wet nadenkt; deze overpeinst (vgl. Gen. 24:63; Joz. 1:8). Overpeinzen, overdenken, is geen passieve handeling. Het is een actief bezig zijn met Gods Woord, je voorbereiden, je trainen. ‘Overpeinzen’ betekent ook: geluid geven (Hand. 8:30; 1Tim. 4:13; Openb. 1:3). Alle hiervoor genoemde teksten hebben betrekking op het hardop lezen. Het is dus niet fout om de Bijbel hardop te lezen.
76 van 161
Discipelschap
Om de Bijbel verantwoord te gebruiken zou je kunnen beginnen met de volgende vragen bij het lezen: •
Wat staat er? Soms is de inhoud van het deel dat je gelezen hebt bijzonder duidelijk. Maar het zal ook wel voorkomen dat een gedeelte niet direct duidelijk is. Je zou er dan een andere vertaling bij kunnen pakken om de teksten met elkaar te vergelijken. Vaak kom je er dan wel achter wat er geschreven staat.
•
Wat betekent het? De betekenis in het gelezen deel is vaak al duidelijk als we het hele stuk lezen waar het deel in voorkomt. Je legt iets uit in zijn verband. Het zal duidelijk zijn dat de Bijbelschrijvers zelf wel eens niet begrepen wat zij schreven (1Petr. 1:10-12). Een voorbeeld hiervan is David. Op het moment dat hij Ps. 22:8, 15 en 19 schreef, kon hij niet weten wat ermee bedoeld werd door God. God liet hem schrijven over het lijden van Christus.
•
Wat kan ik ervan leren? Om een toepassing te vinden kun jij jezelf de volgende vragen stellen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Is er een voorbeeld om na te volgen? Is er een gebod om te gehoorzamen? Is er een fout die ik kan vermijden? Is er een zonde die ik moet opgeven? Is er een belofte die ik mag aanvaarden? Is er een nieuwe gedachte over God Zelf?
In de volgende lessen gaan we dieper in op bepaalde manieren van Bijbelgebruik. Daarnaast is er een cursus waarin uitgelegd wordt hoe je op verschillende manieren Bijbelstudie kunt doen: ‘Creatieve Bijbelstudiemethoden’.
77 van 161
Discipelschap
18. Inleiding tot Bijbelstudie Inleiding Wij staan op het punt een van de meest avontuurlijke reizen te maken die iemand kan meemaken. Nee, ik heb het niet over een survivaltocht op de Bahamas (Natuurlijk kan dat ook heel avontuurlijke zijn), maar het is een reis in het hart en het denken van God. Dit doen we door Zijn Woord te onderzoeken. Maar we moeten eerst de nodige voorbereidingen doen, zoals bij elke reis geldt. Het gaat dan om: De juiste hartshouding hebben 1. Een nieuw hart: Om de Bijbel echt goed te kunnen begrijpen (een boek met geestelijke waarheden geschreven door Gods Geest) moet je de auteur (de Heilige Geest) in zijn hart hebben en Hem erkennen als Leider en Leraar. Je moet opnieuw geboren zijn en een nieuw hart van God hebben ontvangen (1Cor. 2:13-14). 2. Een hongerig hart: De belangrijkste eis om Gods Woord goed te kunnen bestuderen is niet een bepaalde theologische graad, maar een intens verlangen om Zijn wil te leren kennen. Het bestuderen van Gods Woord is hard werken! Het vraagt geduld en volharding. Wanneer je Gods wil niet echt voor jezelf wilt kennen, ontdek je dat Bijbelstudie veel werk en tijd vraagt en soms zelfs heel vervelend kan zijn. Wanneer jij een intens verlangen hebt om Zijn wil voor jou te leren kennen via Zijn Woord, komt de discipline die daarvoor nodig is vanzelf (op een bovennatuurlijke wijze). 3. Een gehoorzaam hart: Het sterke verlangen om Gods wil te leren kennen gaat bijna altijd gepaard met het verlangen om Zijn wil te doen. Je kunt vrij gemakkelijk academische kennis opdoen van de Bijbelse feiten en gebeurtenissen, maar alleen een verlangen om Gods wil te doen zal die kennis in wijsheid veranderen (Joh. 7:17). Hoe graag wil jij de wil van God doen? Het antwoord op die vraag bepaalt hoeveel jij uit Gods Woord zult halen. 4. Een nederig hart: Het ontdekken van Gods waarheden vereist nederigheid en de bereidheid om van anderen te leren en om je eigen denken te veranderen (mocht je fouten ontdekken). God is de Enige die nooit faalt! De juiste overtuiging hebben 1. De Bijbel is het Woord van God: De Bijbel is door God geïnspireerd (ingegeven), zowel in boodschap als in woorden. Inspiratie houdt meer in dan het feit dat schrijvers zich genoopt voelden om iets op te schrijven. God Zelf werkte soeverein door de verschillende mensen heen en door hun unieke persoonlijkheden om precies dat op te schrijven wat Hij door wilde geven aan
78 van 161
Discipelschap
de mensheid. Wanneer wij de Bijbel lezen kunnen we er zeker van zijn dat wij Gods eigen Woord lezen, dat aan ons gericht is (2Tim. 3:16). 2. De Bijbel brengt de boodschap van God: De Bijbel bestaat uit 66 boeken, geschreven door ongeveer 40 verschillende mensen in een tijdsbestek van ongeveer 1500 jaar en op verschillende plaatsen. Toch is het heel duidelijk dat er slechts één boodschap in staat, zonder tegenstrijdigheden: Gods plan om de mens te redden van de zonden en hem te veranderen in een kind van God. Bestudeer de informatie op de volgende bladzijden om een beter inzicht te krijgen in de boeken van de Bijbel.
79 van 161
Discipelschap Samenvatting:
Boek:
Schrijver:
Datum:
Oude Testament Genesis Exodus Leviticus Numeri Deuteronomium Jozua Richteren Ruth 1Samuël 2Samuël 1Koningen 2Koningen 1Kronieken 2Kronieken
Mozes Mozes Mozes Mozes Mozes Jozua (Samuël?) (Samuël?) Samuël Samuël Jeremia Jeremia Ezra Ezra
1450-1410 v.C. 1450-1410 v.C 1450-1410 v.C 1450-1410 v.C 1410 v.C 1400-1370 v.C. 1050-1000 v.C. 1000 v.C. 930 v.C. 930 v.C. 550 v.C. 550 v.C. 450 - 425 v.C. 450 - 425 v.C.
Ezra Nehemia Esther Job Psalmen Spreuken Prediker Hooglied Jesaja Jeremia Klaagliederen Ezechiël Daniël Hosea Joël Amos Obadja Jona Micha Nahum Habakuk Zefanja Haggaï Zacharia Maleachi
Ezra Nehemia Onbekend Onbekend Verschillende Salomo, e.a. Salomo Salomo Jesaja Jeremia Jeremia Ezechiël Daniël Hosea Joël Amos Obadja Jona Micha Nahum Habakuk Zefanja Haggaï Zacharia Maleachi
456 - 444 v.C. 445 - 425 v.C. 465 v.C. onbekend verschillend 950 - 700 v.C. 935 v.C. 965 v.C. 740 - 680 v.C. 627 - 585 v.C. 586 - 585 v.C. 592 - 570 v.C. 537 v.C. 710 v.C. 835 v.C. 755 v.C. 840 v.C. 760 v.C. 700 v.C. 663 - 612 v.C. 607 v.C. 625 v.C. 520 v.C. 520 - 518 v.C. 450 - 400 v.C.
Het begin van de wereld en Israël, de zondeval God redt Zijn volk uit slavernij in Egypte door Mozes Gods wetten voor Israël Israël zwerft 40 jaar in de woestijn rond Laatste woorden van Mozes voor Israël De verovering van Kanaän door Israël onder Jozua Leiders na de verovering en voor het koninkrijk Over Ruth de Moabitische uit Davids stamboom De 1e twee koningen van Israël: Saul en David De regering van David De regering van Salomo en het verdeelde rijk Elia, Elisa, Assyrische en Babylonische ballingschap Regering van Saul en David Salomo’s regering, verdeeld rijk, Babylonische ballingschap Israël keert terug naar Jeruzalem, herbouw tempel Israël keert terug naar Jeruzalem, herbouw muren Esther, Joodse, wordt koningin van Perzië, redt Israël Job, de rechtvaardige, komt problemen door satan Een verzameling van 150 liederen en gebeden Wijze uitspraken van Salomo en anderen De antwoorden van Salomo op de zin van het leven Liefdeslied over een Man (God) en Zijn bruid Profetieën: Gods oordeel over en redding van Israël Profetieën: Gods oordeel over Israël Uiting van verdriet over vernietiging van Jeruzalem Profetieën van Ezech. (Babylonische ballingschap) Profetieën van Daniël en verhaal Nebukadnessar Beeld Israëls verraad van God: gebroken huwelijk Profetie over Gods komende oordeel Amos spreekt zich uit tegen sociale onrecht Profetie tegen de Edomieten Rebellie van Jona en behoud van Nineve Profetieën voor sociaal recht en ware aanbidding Val van Assyrië en Gods soevereiniteit “Waarom kennen slechte mensen voorspoed?” Profetieën over de doem van Jeruzalem Aanmoediging voor Israël de tempel te herbouwen Profetieën over de komst van de komende Messias Confrontatie van Israëls zonde met God
80 van 161
Boek:
Schrijver:
Nieuwe Testament Mattheüs Mattheüs Markus Markus Lukas Lukas Johannes Johannes Handelingen Lukas Romeinen Paulus 1Corinthiërs Paulus 2Corinthiërs Paulus Galaten Paulus Efeziërs Paulus Filippenzen Paulus Colossenzen Paulus 1Thess. Paulus 2Thess. Paulus 1Timotheüs Paulus 2Timotheüs Paulus Titus Paulus Filemon Paulus Hebreeën (Paulus?) Jakobus Jakobus 1Petrus Petrus 2Petrus Petrus 1Johannes Johannes 2Johannes Johannes 3Johannes Johannes Judas Judas Openbaring Johannes
Datum:
60 50 60 85-90 61 58 56 57 49/55 61 61 61 51 51 63 66 65 61 64-68 45-50 63 66 90 90 90 70-80 90
Discipelschap Samenvatting:
A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D. A.D.
De biografie van Christus voor de Joden Het vroegste verslag van het leven van Christus De biografie van Christus voor niet-Joden Over leven van Christus; nadruk op Goddelijkheid Ontstaan en groei van de Christelijke kerk Uitleg van het Evangelie door Paulus Reactie op verdeeldheid en immoraliteit Vervolgbrief aan Corinthe Reactie op vasthouden aan oude wetten Onderwijs over kerk en eenheid onder Christenen Bemoediging voor de Fillipenzen De oppermacht van Christus Bemoediging en de wederkomst van Christus Meer uitleg over de wederkomst van Christus Bemoediging van Timotheüs als kerkleider Bemoediging van Timotheüs in Paulus’ laatste brief Bemoediging voor Titus, een kerkleider Paulus vraagt Filemon Onesimus te vergeven Jezus maakt af wat het Oude Testament begon De Spreuken van het Nieuwe Testament Het ondergaan van vervolging en lijden Valse leraren en de wederkomst van Christus Wandel in het licht, broederliefde, geloofszekerheid Aanmoediging elkaar lief te hebben Waarschuwing op te passen voor dictatoriale leiders Waarschuwing tegen valse leraren Het einde van de wereld, terugkeer van de Koning
81 van 161
Discipelschap
De juiste gereedschappen Inleiding Bijbelgeleerden hebben speciale boeken geschreven die je kunnen helpen in je Bijbelstudie. Dit hoofdstuk legt uit hoe je deze Bijbelstudie gereedschappen dient te gebruiken. Het is echter niet noodzakelijk om deze boeken te hebben voor je Bijbelstudie. Maak je geen zorgen wanneer jij je deze boeken niet kunt permitteren of er niet aan kunt komen. In deze cursus leer je hoe jij zelf de Bijbel kunt bestuderen. Het enige wat je echt nodig hebt is een Bijbel. Wanneer je op dit moment niet de beschikking hebt over deze gereedschappen, is het toch belangrijk dat je weet dat er zulke hulpmiddelen bestaan. Daarom hebben we dit hoofdstuk geschreven. Wanneer je wel over deze hulpmiddelen beschikt is het goed om te weten hoe je ze verantwoord moet gebruiken, zodat ze jou werkelijk tot hulp zijn. Er zijn verschillende manieren om met deze hulpmiddelen te werken. Misschien kun je een aantal van de genoemde boeken kopen bij een Christelijke boekhandel in de buurt. Wanneer jij je dat niet kunt permitteren, kun je ze misschien wel van iemand lenen. Veel hulpmiddelen zijn gratis te vinden op internet. Het hiervoor genoemde e-sword is gratis. Het bevat veel Bijbelvertalingen en naslagwerken. Helaas is het wel in het Engels. Online Bible geeft je de mogelijkheid om een gratis pakket te downloaden met diverse Nederlandse Bijbels. Er zijn echter geen hulpmiddelen toegevoegd. Ik zelf gebruik een combinatie van die twee, naast verschillende boeken. Wanneer je dicht bij een Bijbelschool woont mag je misschien wel gebruik maken van hun bibliotheek. Bijbelstudie gereedschappen zijn belangrijk, maar zij kunnen nooit de Bijbel vervangen. Je zou deze zaken alleen moeten gebruiken nadat jij je eigen studie van Gods Woord al gedaan hebt. Wanneer jij een commentaar gebruikt voordat je een studie doet wordt je beïnvloed door het denken en de manier van interpreteren van de persoon die dat commentaar schreef. De primaire bron van informatie voor jou is het Woord van God. Het is niet nodig om te steunen op het onderzoek van anderen. Wanneer je geen hulpmiddelen tot je beschikking hebt, hoef je niet te wanhopen. Binnen in je woont de creatieve Heilige Geest. Hij is de bijzondere Leraar die door God gestuurd is en die je zal leiden tot de volle waarheid. Dat is veel beter dan welk hulpmiddel dan ook dat door mensen gemaakt is. Wanneer je deze gereedschappen wel tot je beschikking hebt, leer ze dan te gebruiken om jouw studie van Gods Woord aan te vullen, maar zorg ervoor dat je er niet afhankelijk van wordt. Wees afhankelijk van de creatieve kracht van de Heilige Geest. Concordanties Een Bijbelse Concordantie geeft een alfabetische lijst van de belangrijkste woorden in de Bijbel, met de directe context eromheen. Dit is het belangrijkste hulpmiddel dat je kunt gebruiken in je Bijbelstudie. Wanneer je er geen bezit, is dit het eerste waar je aan moet denken, na de aanschaf van je Bijbel. De belangrijkste Concordanties zijn: - NBG vertaling:
* Concordantie op de Bijbel in de NBG vertaling (uitgegeven door Kok in Kampen - ISBN 90 242 2900 6) * Concordantie op het Oude en Nieuwe Testament (uitgegeven door Bosch & Keuning in Baarn - ISBN 90 246 2007 4) De laatste is kleiner en goedkoper. 82 van 161
Discipelschap
- Statenvertaling:
* Trommius: Nederlandse Concordantie van de Bijbel in de Statenvertaling (uitgegeven door Kok, Kampen – ISBN 9043505099)
Een concordantie kan op drie manieren nuttig zijn: 1.
Alle tekstverwijzingen voor een woord vinden Stel dat je een studie wilt maken over ‘engelen’, dan kun je bijvoorbeeld de woorden ‘engel’ en ‘engelen’ opzoeken in je concordantie. Je zult een lijst vinden voor elk van deze woorden met de tekstverwijzingen door de hele Bijbel heen. Hiermee kun je elke tekst in je Bijbel opzoeken. Je kunt ook naar Bijbelse namen zoeken en op die manier een biografie maken, bijvoorbeeld van ‘Manasse’. De woorden zijn geordend in alfabetische volgorde. Ieder woord is geordend in de volgorde waarin ze in de Bijbel staat. Een voorbeeld: Eniggeboren, eniggeborene: Am. 8:10. Ik zal het maken als een rouw over een e. Joh. 1:14. een heerlijkheid als van een e. des Vaders. Joh. 1:18. de eniggeboren Zoon... heeft Hem doen kennen. Joh. 3:16. dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Joh. 3:18. in de naam van de eniggeboren Zoon van God. 1Joh. 4:9. dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft.
Soms wordt het woord weergegeven met de letter ‘e’. Voor de Bijbelboeken worden afkortingen gebruikt. In sommige concordanties komen getallen voor (bijv. 3439 bij Joh. 3:16). Dit is een codering die Strongs codering wordt genoemd. In Strongs zijn alle betekenissen van het woord uit de grondtekst opgenomen onder zo’n code. De juiste betekenis moet je dan bepalen aan de hand van de grammatica in de grondtekst. (Dit kun je bijvoorbeeld tegenkomen in het programma e-sword en in de Interlinear Bible) 2.
Een specifieke tekst vinden Het kan voorkomen dat je moet denken aan een aantal woorden uit een bepaalde tekst en je wilt het vers terugvinden in de Bijbel. Gebruik het woord waarvan je zeker weet dat het in die tekst staat en zoek het op in je concordantie. Je herinnert je bijvoorbeeld ‘eniggeboren’ uit de tekst ‘want alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft’. Je zoekt ‘eniggeboren’ op in de concordantie en gaat de lijst langs tot je ‘dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft’ gevonden hebt. Je ziet dan dat de tekstverwijzing ervoor aangeeft dat het afkomstig is uit Joh. 3:16.
3.
De betekenis van een woord vinden Wanneer een concordantie de Strongs codering bevat, vind je vaak achterin het boek twee woordenboeken die betrekking hebben op de grondtekst. Wanneer een woord uit het Oude Testament komt moet je het bijbehorende nummer opzoeken in het Hebreeuwse woordenboek. Komt het uit het Nieuwe Testament, dan zoek je het op
83 van 161
Discipelschap
in het Griekse woordenboek. In een computerprogramma hoef je vaak niet meer te doen dan te dubbelklikken op het nummer bij het woord. Zoals hiervoor al gemeld is, heeft ‘eniggeboren’ in Joh. 3:16 de code: 3439. In het Griekse woordenboek vind je: 3439 :@<@(,<0´ monogenes, mon_og_en_ace’; from 3441 and 1096; only_born, i.e., sole_only begotten child.
In e-sword vind je: G3439 :@<@(,<0´ monogen‘s mon-og-en-ace From G3441 and G1096; only born, that is, sole: - only (begotten, child).
Wanneer je de betekenis van een woord in de Bijbel niet begrijpt, kun je ook een woordstudie doen. Je kijkt dan wat het woord betekent, elke keer dat je het tegenkomt in de Bijbel. Bijbels woordenboek Een Bijbels woordenboek geeft woorden uit de Bijbel in alfabetische volgorde en legt de betekenis van elk woord uit. Een Bijbels woordenboek is niet hetzelfde als een gewoon woordenboek. Een gewoon woordenboek geeft de betekenis van woorden zoals ze op dit moment in gebruik zijn. Een Bijbels woordenboek geeft definities van Bijbelse woorden zoals zij werden gebruikt in de context van de Bijbel. Hier is een voorbeeld uit een Bijbels woordenboek: Beloofde land, belofte. In het N.T. het beeld van het geestelijke rijk, waarheen de christen op uittocht is, van de ‘rust’ voor het volk van God (Hebr. 4:1-11)
De volgende Bijbelse woordenboeken raden we aan: - Woordenboek voor Bijbellezers van Dr. A. Noordegraaf e.a. (ISBN: 9789023912040) Voor mensen met een kleinere beurs voldoen ook: - Bijbels woordenboek van Frithiof Dahlby (uitgever: Ten Have, ISBN: 9025941125) - Bijbels beeldwoordenboek van A. van Deursen (uitg.: Kok, ISBN: 902423189 2) Woordstudieboeken: Woordstudieboeken gaan veel verder dan de normale Bijbelse woordenboeken in het definiëren van woorden die in de Bijbel gebruikt worden. Ze voorzien in het Griekse en/of Hebreeuwse woord en de verschillende betekenissen die aan hetzelfde woord gegeven worden. Een woordstudieboek geeft ook tekstverwijzingen waarin het woord gebruikt wordt.
84 van 161
Discipelschap
Een voorbeeld: Goed 1. Oude Testament Het Hebreeuwse woord is tob ‘ goed 1. Tob in Genesis 1 Hier komt het niet minder dan zeven keer voor, wel een teken hoe gewichtig men het juist met betrekking tot Gods scheppend handelen geacht heeft. “God zag dat het goed was”, is het refrein van het Bijbelse scheppingsepos. De betekenis ervan blijkt uit de volgende overwegingen:....
Het volgende woordstudieboek zou je kunnen aanschaffen: - Bijbelse woorden en hun geheim van F.J. Pop (uitg. Boekencentrum; ISBN: 9023912217) In dit boek worden slechts een aantal woorden uit de Bijbel besproken. Bijbelse encyclopedieën: Een Bijbelse encyclopedie bespreekt ook verschillende Bijbelse onderwerpen en woorden in alfabetische volgorde. Maar zij is uitgebreider dan een Bijbels woordenboek. Een voorbeeld: Augustinus (Thagaste 13.11.354 - Hippo 28.8.430) Heilige en *kerkvader, feestdag in de *Rooms-katholieke Kerk op 28 augustus. Aurelius Augustinus werd geboren in Thagaste (Noord-Afrika) als zoon van een niet-christelijke vader, Patricius, en een christelijke moeder, Monnica. Hij krijgt onderricht in de retorica te Madaura en Carthago. In 372 krijgen zijn concubine en hij een zoon, Adeodatus. In 373 doet de Hortensius van Cicero hem inzien dat de wijsbegeerte de weg tot geluk is en wordt hij manicheeër (*manicheïsme). Negen...
De volgende Bijbelse encyclopedie kan aangeraden worden: - Bijbelse Encyclopedie van W. Gispen (uitg. Kok; ISBN: 9024209064) Bijbelse commentaren: Een commentaar is een boek dat commentaar geeft op een deel van de Bijbel of op de hele Bijbel. Het commentaar wordt per tekstdeel gegeven (bijvoorbeeld over elk hoofdstuk of over ieder vers). Een commentaar kan je helpen om een moeilijk te begrijpen tekstdeel beter en sneller te begrijpen. Maar denk eraan: in zo’n commentaar staat het idee van de schrijver wat de Schrift zou kunnen betekenen. Commentaren zijn nogal eens gekleurd op basis van kerkelijke achtergrond en cultuur. Daarom is het belangrijk dat jij eerst zelf de Bijbelstudie doet en niet afhankelijk bent van de commentaren van andere mensen. Er zijn veel verschillende Bijbelse commentaren. Sommige commentaren bestaan uit slechts 1 boek en gaan over de hele Bijbel. Andere commentaren besteden een boek uit een serie aan een deel van een Bijbelboek of aan een heel Bijbelboek. Enkele voorbeelden van commentaren zijn: - 1 Johannes en Judas - Bijbel commentaar van Johannes Calvijn - de serie ‘Korte verklaring’ uitgegeven door Kok, Kampen. Helaas niet meer in de
85 van 161
Discipelschap
handel maar nog wel tweedehands te krijgen (ik vind ze goed) - de serie ‘tekst & toelichting’ uitgegeven door Kok in Kampen. Bijbelse atlas: Een Bijbelse atlas bevat kaarten en informatie over de landen uit de Bijbel. Ze kunnen behulpzaam zijn om de plaats te vinden waar iets uit de Bijbel is gebeurd. Enkele Bijbelse atlassen die nog in de handel zijn, zijn: - Grollenberg, Luc. H,, Kleine atlas van de Bijbel (uitg.: Elsevier – niet meer in de handel) - Strange, John. Atlas van de bijbel : de wereld van de bijbel in kaart gebracht (uitg.: Nederlands Bijbelgenootschap; ISBN: 9061265738) - Due, Andrea, Atlas van de Bijbelse landen : geschiedenis, dagelijks leven en tradities (uitg.: Corona; ISBN: 9054951575) Onderwerpstudieboeken: Een onderwerpstudie is een Bijbelstudie over een bepaald onderwerp in de Bijbel. Er zijn veel van deze boeken in de handel. Ook hier geldt dat het door iemand geschreven is, die een bepaalde visie kan hebben, die anders is dan jouw overtuiging. Doe daarom eerst zelf de studie en gebruik daarna pas zo’n boek voor eventuele aanvullingen. Een voorbeeld: - de geheimen van de offers van H.G. Koekkoek (uitg: Het licht des levens; ISBN: 9070700174) Bijbelse handboeken: Een Bijbels handboek is meestal één boek met daarin een samenvatting van uitgekozen informatie over de Bijbel. Het bevat nuttige kaarten en schema’s, definities, informatie over de tijd waarin de Bijbel zich afspeelt en samenvattingen van elk Bijbelboek. Een Bijbels handboek geeft een algemeen overzicht van de Bijbel. Een voorbeeld: - Handboek bij de Bijbel van Pat Anderson e.a. (uitg.: Voorhoeve; ISBN: 9029704640) De juiste manier hebben Nu zijn wij eindelijk aangekomen bij het doel van dit onderwerp. Je bent misschien wel eens naar een Bijbelkring geweest waar een tekst werd gelezen en dan aan iedereen gevraagd werd wat de tekst voor hem of haar betekende. Wat er dan vaak gebeurt is dat er verschillende verklaringen voor de tekst komen (soms net zoveel verklaringen als er mensen aanwezig zijn op de kring). Iedereen komt met zijn eigen ervaringen en bekijkt de tekst dan ook subjectief (‘met een bril op’).
86 van 161
Discipelschap
Je moet je dan ook afvragen: “Welke uitleg is de juiste?” Waarom? Elke schrijver van de Bijbel had slechts één bepaalde bedoeling met dat wat hij opschreef. Onze taak is dan ook niet afvragen wat wij denken dat de betekenis zal zijn, maar onze taak is het ontdekken van de oorspronkelijke betekenis die God aan die tekst geeft. We doen dat door een logische, verantwoorde objectieve studiemethode te hanteren. Het volgen van deze methode voorkomt dat wok beïnvloed worden door onze eigen gevoelens en meningen en het maakt eveneens mogelijk dat wij onze verklaring op een objectieve manier kunnen delen en vergelijken met anderen. Drie stappen voor Bijbelstudie: 1. Observatie: Hier ontdekken wat de Bijbel zegt. Daarvoor moeten we wel iets meer doen dan alleen maar oppervlakkig lezen. De waarheden uit de Bijbel zijn soms te vergelijken met schelpen op het strand, die je gemakkelijk kunt zien en verzamelen. Maar heel vaak zij ze meer kostbare edelstenen die diep onder de oppervlakte verborgen zijn en die pas naar boven gehaald worden door een nauwkeurige en vastbesloten schatgraver. Deze extra inspanningen geven waardevolle lessen en kostbare waarheden. We leren hoe we een tekstdeel moeten analyseren om te weten wat de Schrijver daar zegt. 2. Interpretatie: Hier ontdekken wat een bepaalde tekst betekent. Er is wel eens gezegd: “Er is slechts één betekenis, maar er zijn veel toepassingen.” Onze taak is die ene betekenis te ontdekken en dit doen we voorla met behulp van een onderzoekende geest die onder leiding van de Heilige Geest belangrijke vragen stelt. Het is noodzakelijk dat wij de juiste betekenis vinden. Indien wij dat niet vinden zullen we de tekst ook niet goed kunnen toepassen. 3. Toepassing: Tot slot ontdekken wat de tekst voor ons betekent. De Bijbel was niet gegeven om onze nieuwsgierigheid te vervullen, maar om onze levens te veranderen. God verandert levens en Hij doet dat door Zijn Geest en door Zijn Woord. Hij verandert de harten, het denken en de wil. Hij vormt onze levens zodat wij in overeenstemming zijn met het Levende Woord, Jezus Christus. Wij leren hoe wij de Bijbel op een praktische manier in ons leven toe moeten passen. Laten wij nu aan onze spannende reis beginnen!
87 van 161
Discipelschap
19. Het grote overzicht krijgen Inleiding Er is een misdaad gepleegd. Als hoofdinspecteur, belast met het onderzoek, stel jij jezelf onnoemelijk veel vragen. Maar wanneer je op de plek des onheils aankomt, stop je en neem je alles in je op. Je weet dan wat er het eerste moet gebeuren om de misdaad op te lossen. Je hebt overzicht. Je neemt alles nauwkeurig in je op om ervoor te zorgen dat je niets zult missen in het vervolgonderzoek. Ook kijk je goed hoe alle voorwerpen liggen en wat hun relatie ten opzichte van elkaar is, dit is namelijk het bewijs waarop je onderzoek gebaseerd is. Bijbelstudie is te vergelijken met het onderzoek van een misdaad. De eerste stap die je moet doen is: ervoor zorgen dat je overzicht krijgt. Je moet het bos zien voor je de bomen ziet. Bekijk de tekst in zijn geheel om de onderdelen daarvan beter te begrijpen. Schematisch indelen Een heel goede manier om een tekst in zijn geheel te bekijken is een schematische indeling maken. Hierdoor krijg je de kans de individuele onderdelen te zien en ook om te zien hoe zijn met elkaar te maken hebben. Gebruik de volgende werkwijze om een schematische indeling te maken: 1. Lees de hele tekst zo vaak, dat je zeker begrijpt wat er staat 2. Splits de tekst op in belangrijke zinsneden (een woord of een zinsdeel) 3. Verdeel de zinsneden in hoofdpunten en bijkomende punten zodat zichtbaar wordt welke gedachten met elkaar te maken hebben. We dienen wel op te merken dat er niet zoiets bestaat als een volmaakt schema. Je hoeft geen taaldeskundige te zijn om een schema te maken van een tekstdeel. Het is niets anders dan vaststellen wat de belangrijke zinsneden zijn en ze zo in te delen dat voor jou duidelijk zichtbaar wordt hoe de delen met elkaar te maken hebben. Het schema, dat daardoor ontstaat, geeft je de mogelijkheid om de relatie tussen verschillende woorden en zinsneden te zien, waaruit het tekstdeel is opgebouwd. Ook krijg je hierdoor beter inzicht in wat je verder moet doen. Bekijk het hierna volgende schema van Mark. 4:35-41:
88 van 161
Discipelschap
Schematische indeling van Mark. 4:35-41 Mark. 4:35-41: 35
36
37 38
39
40 41
En Hij zeide tot hen op die dag, toen het laat geworden was: Laten wij oversteken naar de overkant. En zij lieten de schare achter en namen Hem, zoals Hij was, in het schip mede, en er waren andere schepen bij Hem. En er stak een zware stormwind op en de golven sloegen in het schip, zodat het schip reeds vol liep. Maar Hij zelf lag op het achterschip tegen het kussen te slapen. En zij maakten Hem wakker en zeiden tot Hem: Meester, trekt Gij er U niets van aan dat wij vergaan? En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind en zeide tot de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen en het werd volkomen stil. En Hij zeide tot hen: Waarom zijt gij zo bevreesd? Hoe hebt gij geen geloof En zij werden bovenmate bevreesd en zeiden tot elkander: Wie is toch deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?
Een schematische indeling is een visueel hulpmiddel dat je helpt om de verbanden te zien tussen de verschillende woorden en zinsneden in een tekst. Merk op hoe het je helpt om je ogen meer te richten op elke zinsnede dan wanneer de tekst normaal wordt weergegeven. Wanneer de NBG gebruik zou maken van normale leestekens, zou je ook zien dat deze steeds een nieuw deel binnen de tekst aangeven. Probeer zinsneden die een gelijkaardige nadruk hebben even ver in te laten springen. En denk eraan: er is geen volmaakte schematische indeling. Het is een eenvoudige manier om een overzicht over een tekstdeel te krijgen en om te zien hoe de verschillende delen met elkaar in verband staan. Nu is het jouw beurt. Maak op de volgende bladzijden een schematische indeling van Mark. 8:22-30. Gebruik je eigen Bijbel voor deze oefening.
89 van 161
Discipelschap
90 van 161
Discipelschap
20. Alleen voor de feiten gaan Inleiding Om even verder te gaan op je rol als misdaadonderzoeker: wanneer je een algemene indruk hebt gekregen van de plek des onheils moet je weerstand bieden om overhaast conclusies te trekken. Je kunt daarmee beter wachten tot het hele onderzoek afgerond is en alle feiten bij je bekend zijn. Ook bij Bijbelstudie kan het verleidelijk zijn om snel conclusies te trekken en de tekst te verklaren en toe te passen voordat je werkelijk alle onderdelen onderzocht hebt. Maar er is een grote kans dat onze uitleg onjuist is en onze toepassing onbehoorlijk is wanneer niet alles van meet af aan nauwkeurig is onderzocht. Maak hierin geen fouten. De grondigheid van de observatie bepaalt de juistheid van en de interpretatie en de geschiktheid van de toepassing! Wat moeten we observeren en hoe moeten we het doen? 1. Lees, lees, lees! Elke keer dat je de tekst leest probeer je iets te zien dat je de vorige keer gemist hebt. Kijk naar ieder woord. Neem een pen en omcirkel, onderstreep en breng blokken aan om je observatie te verduidelijken. Maak daarbij ook gebruik van pijlen. Er is een Bijbelleraar die zegt dat je merkstiften moet gebruiken om sleuteldetails in de tekst aan te geven. Het maakt niet uit hoe je het doet, als je het maar doet! 2. Kijk naar: Sleutelwoorden: Woorden die heel belangrijk zijn voor de betekenis van de tekst (ze geven antwoord op: Wie? Wat? Wanneer?, Waar? Hoe?) Verbindingen: Woorden die ideeën en zinsneden verbinden (maar, en, of, omdat, daarvoor, met, daardoor, als, wanneer, indien). Ze geven redenen aan, voorwaarden, vergelijkingen, verschillen en conclusies. Grammatische opbouw Werkwoorden: let op de tijd en op meervouw of enkelvoud Woorden/voornaamwoorden: let op namen plaatsen, relaties Bijwoorden/bijvoeglijke naamwoorden: hoe, wat beschrijven ze Herhalingen, ontwikkeling in woorden, ideeën en zinsneden Advies, waarschuwingen of beloften Verbanden in oorzaak en gevolg: “Als… dan.” Redenen: een uitleg of rechtvaardiging of een besluit, bevel, actie, etc. Vragen: Let op wat er gevraagd wordt, Is de vraag retorisch? Verschillen: Verbinding van tegengestelde dingen benadrukken of vergelijken verschillen. Let op de aanwezigheid van ‘maar’ wat meestal op een verschil wijst. Vergelijkingen: Verbinding tussen overeenkomstige dingen. Overeenkomsten zijn vaak te vinden aan de hand van ‘als’ of ‘zoals’. Let ook op metaforen (beeldspraken) die een sterk vergelijking in zich hebben (b.v.: “Ik ben het Brood des levens”). Uitdrukking van gevoelens: Uitdrukkingen die gevoel weergeven en betekenis hebben.
91 van 161
Discipelschap
Belangrijk! Elke observatie die je doet moet rechtstreeks en alleen afkomstig zijn uit de Bijbel. Zorg ervoor dat je alles ziet wat er in de tekst is, niet meer en niet minder. Let er dus ook op dat je niet iets ziet wat er helemaal niet aanwezig is. Observaties in Mark. 4:35-41.
Let op hoe cirkels, omlijningen, onderstrepingen en pijlen gebruikt worden. Ga naar je schema van Mark. 8:22-30. Kijk naar wat de Schrijver in deze tekst wil zeggen. Gebruik pen, potlood en kleuren om sleutelwoorden, zinsneden en ideeën in de tekst aan te geven. Gebruik naast je ogen je verstand. Beschouw jezelf als een soort Sherlock Holmes of als CSI. Niets mag er aan je aandacht ontsnappen. Elk detail moet waargenomen worden, want dat bepaalt namelijk of je de tekst op de juiste manier verklaart. Wil je meer weten over het maken van je eigen Bijbelstudies, doe dan de cursus ‘Creatieve Bijbelstudiemethoden’. Daarin komen verschillende vormen van studie aan de orde, met voorbeelden en uitwerkingen daarvan. Ook wordt daar verder aandacht besteedt aan interpretatie en toepassing. Je kunt dan ook gebruik maken van de bijgevoegde formulieren voor het doen van je eigen studies.
92 van 161
Discipelschap
21. Regels voor uitleg Inleiding ‘Er is slechts één uitleg, Maar er zijn veel toepassingen!’ Het belangrijkste doel van interpretatie (verklaren, uitleggen) is ontdekken wat de schrijver bedoelde te zeggen. Je wilt zijn doel en zijn boodschap ontdekken. Je probeert jezelf in hem te verplaatsen en zij gedachten, houding en gevoelens in je op te nemen. In je denken probeer je de ervaring van de schrijver weer te geven om te ontdekken waarom hij opschreef wat hij deed in een bepaalde historische situatie en welk doel erachter lag. Ook probeer je de mensen te begrijpen voor wie het geschrevene bedoeld was. Bijbelse uitleg Bij interpretatie, uitleg, proberen we de puzzelstukjes in elkaar te passen die wij tegen kwamen in onze observatie om de vraag ‘wat betekent deze tekst?’ te kunnen beantwoorden. Het is heel belangrijk dat je in gedachten houdt dat er slechts één uitleg van een Bijbeltekst mogelijk is. Daarom moet je erg nauwkeurig zijn in je studie, terwijl je tegelijkertijd zo nederig en bereidwillig moet zijn dat jij jouw interpretatie aanpast wanneer je meer inzicht krijgt in de betekenis van de tekst. We moeten er altijd voor waken dat wij niet trots worden, omdat dit tot gevolg kan hebben dat wij onze harten afsluiten voor een betere uitleg van het Bijbelgedeelte, vooral wanneer anderen ons dat als advies geven! Hoe kunnen we er zeker van zijn dat onze uitleg accuraat is? Door principes toe te passen die gebruikt kunnen worden om de Bijbel te verklaren. Deze principes moedigen ons aan objecties en gestructureerd de betekenis van een tekst te zoeken. Zij helpen ons om objectief te blijven, wanneer we de uitleg vinden. De verklaring kan dan geanalyseerd worden op basis van dezelfde principes, door anderen. En die kunnen, indien dat nodig is, de verklaring verbeteren. We beginnen met een aantal begrippen die te maken hebben met de bestudering van de Bijbel. De wetenschap van Bijbelse interpretatie en de bestudering van de principes die daarbij horen, wordt hermeneutiek (uitlegkunde) genoemd. De toepassing van deze principes in onze Bijbelstudie noemt men exegese (uitleg, verklaring). De uitleg, die we vonden, aan anderen onderwijzen heet verklaren. Bijbel onderwijzers gebruiken hermeneutiek om de Bijbel uit te leggen en zij presenteren die uitleg in verklarende lessen. Wanneer we met deze principes bezig zijn, houd dan in gedachten: ‘Het hoofddoel van interpretatie is: ontdekken wat de schrijver bedoelt met dat wat hij zegt.’ Pas er altijd voor op dat je probeert de Bijbel te laten zeggen wat JIJ wilt dat het moet zeggen!
93 van 161
Discipelschap
De principes van Bijbelse uitleg De regel van Goddelijke autoriteit De regel van Goddelijke autoriteit zegt dat wij de Bijbel als hoogst gezaghebbend dienen te beschouwen. De Bijbel heeft altijd het laatste woord. We geloven dat de hele Bijbel geïnspireerd is door de Heilige Geest, van Genesis tot aan Openbaring. 2Tim. 3:16:
Elk van God ingegeven Schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid,
2Petr. 1:19-21: En wij achten het profetische woord daarom des te vaster, en gij doet wel er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten. Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken.
Er zijn twee soorten inspiratie: woordelijke inspiratie en volledige inspiratie. Met woordelijke inspiratie bedoelen we dat elk woord in de originele manuscripten van de Bijbel geïnspireerd is door God. Met volledige inspiratie bedoelen we dat de hele Bijbel geïnspireerd is door God en niet slechts delen daarvan. Wanneer we de regel van Goddelijke autoriteit accepteren is er geen conflict tussen de Bijbel en de geschiedenis/wetenschap. Wanneer er toch een conflict is kom dat omdat: 1.
We de geschiedenis of de wetenschap niet goed begrepen hebben of...
2.
De moderne wetenschappelijke kennis is niet accuraat. Wanneer er sprake is van conflicten, nemen we de Bijbel als hoogste autoriteit omdat dit het Goddelijke geïnspireerde Woord van God is. In het verleden is regelmatig gebleken dat er bij conflicten slechts één van de twee het bij het rechte eind had, namelijk de Bijbel.
De regel van letterlijke interpretatie De Bijbel letterlijk interpreteren betekent dat je precies gelooft wat er letterlijk in staat. Interpreteer de Bijbel altijd letterlijk, tenzij de context zelf aangeeft dat het anders moet. Wanneer de Bijbel zegt dat Israël de rivier de Jordaan oversteekt over droge grond, aanvaardt dit zoals vermeld wordt; het is echt gebeurd. Wanneer de Bijbel zegt dat de muren van Jericho ingestort zijn, neem je dat voor waar aan, want de Heilige Geest zegt het. In de Bijbel komen verschillende ‘typen’ voor. Bepaalde personen, gebeurtenissen en plaatsen, die op zichzelf letterlijk genomen dienen te worden, zijn ook vaak een beeld van wat nog komen gaat. Hoofdstuk 21 uit deze cursus gaat hier dieper op in. Symbolen worden ook gebruikt in de Bijbel. Een symbool heeft naast haar gewone betekenis ook nog een geestelijke betekenis. Een voorbeeld: In Mark. 14:22 wordt wijn gebruikt als een symbool voor het bloed van de Here Jezus Christus (ze dronken daar niet echt bloed). Symbolen worden vaak gebruikt in Bijbelse profetie. Denk aan het grote beeld waar koning Nebukadnessar over droomde in Daniël; dit had duidelijk een symbolische betekenis. Elk deel 94 van 161
Discipelschap
van het beeld stond voor een toekomstig koninkrijk (Dan. 2). Meestal legt de Bijbel de symbolen uit die zij op dat moment gebruikt. Voorbeeld: de uitleg voor de droom, door Daniël, staat in Dan. 2:31-45. Jezus gebruikte vaak gelijkenissen in Zijn onderwijs. Een gelijkenis is een verhaal dat verteld wordt om een geestelijke waarheid te illustreren. Wanneer Jezus een gelijkenis gebruikt, wordt dit altijd in de Bijbel aangegeven. Wanneer er niet staat dat het om een gelijkenis gaat, moet je een verhaal als een werkelijke gebeurtenis zien. De regel van het passen in de context Elk Bijbelvers moet bekeken worden in de context waar zij in geplaatst is. Dit betekent dat het bestudeerd moet worden in relatie tot de tekst die ervoor en erna staat. Ook moet het beschouwd worden in relatie met de rest van de Bijbel. Vele valse leringen en sekten zijn ontstaat omdat verzen, of delen van verzen, apart beschouwd werden (zonder de context). Een voorbeeld: de Bijbel zegt dat er geen God is. Wist je dat? Je vindt dat in Ps. 14:1. Daar staat heel duidelijk: ‘Er is geen God’. Maar wanneer we het hele vers lezen staat er: Voor de koorleider. Van David. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij bedrijven gruwelijke en afschuwelijke misdaden, niemand is er, die goed doet.
Het hele vers heeft een heel andere betekenis dan een klein deeltje dat verwijderd is uit het vers. Om een vers in haar context goed te bestuderen dien jij jezelf de volgende vragen te stellen: 1.
Wie schrijft of spreekt er?
2. 3. 4.
Wat wordt er gezegd? Voor wie is het bedoeld? Waarom wordt het gezegd?
Hoewel de Bijbel Gods Woord is, werden er verschillende mensen gebruikt om het te schrijven of spreken. Vat het belangrijkste punt samen van wat er staat. Israël? De heidenen? De Kerk? Een individu? Wat is het doel van het tekstdeel?
De Bijbel geeft zelf doelen voor sommige boeken en tekstdelen: Joh. 20:30-31: Jezus heeft nog wel vele andere tekenen voor de ogen zijner discipelen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat gij, gelovende, het leven hebt in zijn naam.
Voor andere delen van de Schrift is de reden om het te schrijven niet zo duidelijk weergegeven. Je moet de context dan wat beter bestuderen om erachter te komen waarom de boodschap vastgelegd werd. 5.
Wanneer werd het gezegd? De tijden en de omstandigheden van sommige Bijbelgedeelten helpen om de betekenis te begrijpen. Een voorbeeld: Toen er verwarring was in de kerk van Corinthe, schreef Paulus een speciaal tekstdeel. Hij zei dat vrouwen hun mond moesten houden in de kerk. Betekent dit dat vrouwen niet hardop mochten zingen, bidden, onderwijzen en 95 van 161
Discipelschap
aanbidden in de kerk? Om hierop een antwoord te vinden moeten we onderzoeken wanneer, waarom en tot wie dit gezegd wordt. In de Joodse kerk zaten de mannen aan de ene kant van de kerk en de vrouwen aan de andere kant. De vrouwen uit Corinthe verstoorden de dienst door vragen te schreeuwen naar hun mannen die aan de andere kant van de kerk zaten. Daarom vond Paulus het noodzakelijk om te schrijven: 1Cor. 14:34:
Zoals in alle gemeenten der heiligen moeten de vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet vergund te spreken, maar zij moeten ondergeschikt blijven, zoals ook de wet zegt.
Een tekstdeel interpreteren binnen haar context helpt je om de betekenis van het tekstdeel te begrijpen. Wanneer je een vers uit de context neemt kan dat tot gevolg hebben dat je deze verkeerd begrijpt. Heel vaak geeft de context in de Bijbel zelf als de uitleg. Een goed voorbeeld is de gelijkenis van de zaaier (Math. 13:1-9). Wanneer je de context doorleest kom je vanzelf bij de uitleg in Math. 13:18-23. Heel vaak legt de Bijbel zichzelf uit binnen de context. Daarom is het belangrijk om de context te bekijken. De regel van het eerst genoemde Deze regel is: De eerste keer dat een woord, zinsnede, voorwerp of gebeurtenis in de Bijbel wordt genoemd, geeft het sleutels voor de betekenis, wanneer het ergens anders vermeld wordt. Een voorbeeld: In Gen. 3 is er voor het eerst sprake van vijgenbladeren. Adam gebruikte vijgenbladeren om uit eigen beweging zijn zonden en zijn naaktheid te bedekken. Vijgenbladeren staan dus voor eigengerechtigheid, verwerping van de oplossing die God biedt en een poging om jezelf te rechtvaardigen voor God. Deze betekenissen worden later in de Bijbel aan vijgenbladeren gegeven, waar je ze ook tegenkomt. Een voorbeeld: de laatste keren dat vijgenbladeren genoemd worden in de Bijbel, is dat door Jezus in Math. 21; Mark. 11, 13. Hier gaat het om een vijgenboom die wel bladeren heeft, maar geen vrucht draagt. Jezus vervloekte de boom en zij verdorde. Om dit goed te kunnen begrijpen moeten we terug gaan naar de regel van het eerst genoemde. We moeten daarvoor terug naar Gen. 3, waar de vijgenbladeren voor het eerst genoemd worden. Vijgenbladeren staan voor: de verwerping van Gods oplossing, door de mens, en een poging in eigengerechtigheid om zichzelf te rechtvaardigen. De vijgenboom, die door Jezus vervloekt werd, stond voor de zelfgerechtigheid van het Israël dat Jezus verwierp. Zij verwierp Hem als Koning en accepteerde Zijn reddingsplan uit de zonden niet. Zij wilden rechtvaardig worden uit eigen beweging. De regel van herhaling De hele Bijbel is Goddelijk geïnspireerd. Er zijn geen nutteloze delen in de Bijbel. Elk woord is geïnspireerd en noodzakelijk. Daarom geldt dat een herhaling van iets in de Schrift een speciale bedoeling heeft. Het betekent dat een waarheid zo belangrijk is dat deze herhaald wordt weergegeven. Joh. 3 toont de regel van herhaling. Jezus zegt tegen Nicodemus dat het noodzakelijk is om de ervaring van de wedergeboorte te ondergaan en Hij herhaalt dat drie keer: Joh. 3:3:
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.
Joh. 3:5:
Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan.
96 van 161
Joh. 3:7:
Discipelschap Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden.
Denk eraan: Wanneer de Bijbel iets herhaalt, zegt de Heilige Geest eigenlijk: “Stop en kijk hier eens heel goed naar.” De regel van toenemende openbaring Deze regel wordt in de Bijbel genoemd. 2Petr. 1:20-21: Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken.
De regel van toenemende openbaring is dit: De volle waarheid van Gods Woord over welk onderwerp dan ook moet niet gehaald worden uit één enkel vers. De toenemende (totale) openbaring van alles wat de Bijbel zegt over een waarheid moet bekeken worden. Daarom wordt dit de regel van de ‘toenemende’ openbaring genoemd. Je kunt je leerstelling, onderwijs of geloof niet baseren op enkele geïsoleerde verzen over een bepaald onderwerp. Je moet doorgaan met het bestuderen van het onderwerp tot jouw uitleg overeenstemt met de hele Bijbel.
97 van 161
Discipelschap
22. Dat bedoelde ik niet! Inleiding Stel je voor: je schrijft een brief naar ‘Loveletters’ om iemand, die jouw bewondert, duidelijk te maken datje niet geïnteresseerd bent in een serieuze relatie en je merkt dan dat die bewonderaar je brief helemaal verkeerd opvat en je nu bijna gaat stalken van enthousiasme. Het zou heel ergerlijk voor je zijn. Misschien ben je iets dergelijks wel eens tegengekomen. Maar, zoals jouw brief slechts één heel duidelijke betekenis heeft, zo geldt dat ook voor de Bijbel. Denk aan het principe: ‘Er is slechts één uitleg, maar er zijn veel toepassingen!’ Laten we eens verder gaan met ons beeld van de misdaadonderzoeker. De plaats delict is in kaart gebracht en gefotografeerd en bewijsstukken zijn gevonden. Nu moet de misdaad nog opgelost worden! Het belangrijkste gereedschap voor deze onderzoeker is zijn verstand en zijn bekwaamheid om de betekenis en het belang te vinden in alles wat hij observeert. Daarom is de Cock zo heel anders dan de rest. Maar hoe vindt hij de betekenis en het belang in de bewijzen? Door de juiste vragen te stellen! De zoektocht naar de betekenis In de zoektocht naar de betekenis is het hel belangrijk dat je de juiste vragen stelt. De vragen hieronder zijn bedoeld om je de betekenis en het belang van een Bijbelstekst te laten ontdekken. Stel de betekenis vast: • Wat betekent dit woord? • Wat betekent dit zinsdeel? • Moet je het woord of zinsdeel letterlijk of geestelijk opvatten? Het belang vaststellen: • Wat is het belang van dit woord of dit zinsdeel? • Wat is het belang van de tijd van het werkwoord of van de verbinding? • Waarom werd dit woord gebruikt? Waarom wordt het op deze manier gezegd? De bedoeling vaststellen: • Wat wordt er bedoeld met het gebruik van dit woord of zinsdeel? Vaststellen wat de sleutelwoorden, -verzen of ideeën zijn: • Welke woorden, verzen of ideeën geven het doel van de auteur aan? • Waarom doen zij dat? Gebruik je observaties en naslagwerken om je vragen te beantwoorden. Heb niet het gevoel dat je alle vragen dient te beantwoorden. Het is beter om geen antwoord te hebben dan het verkeerde antwoord te hebben!
98 van 161
Discipelschap
Interpretatievragen voor Mark. 4:35-41 Mark. 4:35-41:
Vragen:
35 En Hij zeide tot hen op die dag, > Wat is belangrijk aan die tijd? toen het laat geworden was: > Sleuteluitdrukking: Jezus zegt Zijn wil Laten wij oversteken naar de overkant. > Wat is belangrijk aan deze instructie? 36 En zij lieten de schare achter > Hoe ver is ‘de overkant’? en namen Hem, > Waarom zegt Markus dat de discipelen Jezus meezoals Hij was, namen in de boot? in het schip mede, > wat voor soort boot was het? en er waren andere schepen bij Hem. > Wat is zo bijzonder aan die andere boten die er 37 En er stak een zware stormwind op waren? en de golven sloegen in het schip, > Wat wordt bedoeld met ‘zware stormwind’? zodat het schip reeds vol liep. > Komen die stormen vaker voor? 38 Maar Hij zelf lag op het achterschip > Wat is betekenisvol in deze situatie? tegen het kussen te slapen. > Wat is belangrijk bij de beschrijving van Jezus? En zij maakten Hem wakker en zeiden tot Hem: Meester, trekt Gij er U niets van aan dat wij vergaan? > Wat is de bedoeling van deze vraag? 39 En Hij, wakker geworden, > Wat is opmerkelijk aan het handelen van Jezus? bestrafte de wind en zeide tot de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen > Wat is opmerkelijk aan de gevolgen hiervan? en het werd volkomen stil. 40 En Hij zeide tot hen: > Sleutelvers: de reden achter deze gebeurtenis Waarom zijt gij zo bevreesd? > Waarom stelt Jezus deze vragen? Hoe hebt gij geen geloof > Op wie moesten de discipelen vertrouwen? 41 En zij werden bovenmate bevreesd en zeiden tot elkander: Wie is toch deze, > Wat is veelzeggend over hun reactie? dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?
Op zoek naar de betekenis van een tekstdeel komt er geen einde aan de vragen die je kunt stellen. In feite: hoe meer je vraagt, hoe meer informatie je krijgt en hoe beter je interpretatie zal zijn. Aarzel niet om over elk ding vragen te stellen en alles te vragen dat je observatie aan het licht bracht. Maar zorg ervoor dat je niet afgeleid raakt van je hoofddoel en dat is: ontdekken wat de schrijver bedoelde met dat wat hij geschreven heeft. Elke vraag, die jij stelt, moet je dichter bij dat doel brengen. Mijn interpretatie van Mark. 4:35-41 Het doel van Mark 4:35-41 is het openbaren van het hoofddoel van Jezus in Zijn discipelschapstraining: De ontwikkeling van het geloof in het leven van Zijn discipelen (Sleutelvers: Mark. 4:40). De reis over het meer van Galilea (Mark. 2:1; 4:1 en Bijbelse Atlas), is ongeveer 13- 24 km, was het klaslokaal van Jezus, waar zo direct een les gegeven wordt over geloof. De les begint met de opdracht van Jezus dat zij naar de overkant moeten gaan van het meer, een betekenisvolle uitspraak. De tekst zegt dat de discipelen Jezus meenamen. Normaal gesproken nam Jezus Zijn discipelen mee, maar hier hebben de discipelen blijkbaar de leiding. Er is een sfeer van vertrouwen onder de discipelen, waarvan er vier beroepsvissers op dit meer waren (Mark. 1:16-20). Zij waren in hun element, bekend met de omgeving… er al geweest en ze hadden 99 van 161
Discipelschap
het al eerder gedaan. Maar het onverwachte gebeurt. Een ‘zware stormwind’ stak op. Dit was geen ongewoon natuurlijk fenomeen waarbij sterke winden over de oostelijke woestijn jaagden, van de steile rotsen neerviel op het meer en daar voor nogal wat turbulentie zorgde. Die turbulentie kon zo heftig zijn dat boten erdoor konden zinken (Bijbelse Encyclopedie). Om het nog erger te maken: het is avond (Mark. 4:35) en dat droeg bij aan de angst voor gevaar bij de discipelen. Jezus had nergens last van, Hij lag te slapen. Hij was niet bang en ook niet bezorgd door de storm die om Hem heen raasde. De discipelen hebben er echter genoeg van en maken hem wakker met de beschuldiging: “Meester, trekt Gij er U niets van aan dat wij vergaan? Een commentaar geeft aan dat het een beschuldiging is in de trend van: “U had ons op zijn minst wel even eruit kunnen halen!” Hun dringend verzoek legt alleen extra nadruk op de gevaarlijke situatie van dat moment. Vergeet daarbij niet dat er ook nog eens vier beroepsvissers aan boord waren! Jezus is inmiddels wakker en beveelt de wind en de golven op te houden, en dat gebeurt onmiddellijk! Jezus maakt Zich veel minder druk over de heftige weersomstandigheden dan over het ongeloof van de discipelen. Hij geeft hen een standje: “Waarom ben je zo bang? Heb je nog steeds geen geloof?” Dit houdt in dat zij toen geloof hadden moeten hebben. Waarom? Omdat zij ooggetuigen waren van de wonderen van Jezus (Mark. 1-2), waarmee Hij Zijn kracht en autoriteit liet zien over de natuurlijke en geestelijke machten. Een studie over de genezingen van Jezus laat zien dat door de autoriteit van Zijn Woord de demonen en ziekte moesten wijken (Mark. 1:24-27; 41-42). Daarom geldt dat wanneer Jezus iets zegt, bijvoorbeeld: “Ga naar de overkant”, dat het ook daadwerkelijk gebeurt! Wij geloven Christus in al Zijn autoriteit en rechtschapenheid. Wat er ook gebeurt, het Woord van God zal overwinnen! De discipelen waren dan wel in de boot, maar zij hadden de boot gemist. Zij vroegen elkaar: “Wie is dit? Zelfs de wind en de golven gehoorzamen Hem.” Demonen bevelen is één ding, maar de natuur? Dat kan toch niet? Dat is wat hun bezighoudt terwijl de boot over het kalme water zijn tocht vervolgt. Ga terug naar je schematische indeling van Mark. 8:22-30 en stel vragen om te kunnen interpreteren. Schrijf die op in het schema. Schrijf daarna je interpretatie van de tekst en dat wat jij denkt dat de schrijver (Markus) bedoelde (op de achterkant van het schema of op een ander vel papier).
100 van 161
Discipelschap
23. En wat dan nog? Inleiding Toen Christus Zijn troon in de hemel verliet en de wereld van de mens binnenging, beschreef Johannes dat zo: “En het Woord is vleesgeworden” (Joh. 1:14). Jezus is het vleesgeworden Woord van God. Het is alsof Gods Woord de genetische code is en Jezus daarvan het tastbare resultaat is. God laat Zijn Woord nog steeds vlees worden, maar nu door de levens van Zijn kinderen. Jij en ik hebben het voorrecht en de verantwoordelijkheid om God toe te staan dat Hij Zijn Woord in onze levens tot werkelijkheid maakt! Het belangrijkste in de toepassing is het Woord werkelijkheid in onze levens laten worden. Wanneer de Bijbel geen invloed op ons heeft en ons leven niet verandert, is al ons werk van observatie en interpretatie nutteloos. Gods Woord werd niet gegeven om alleen maar onze nieuwsgierigheid te bevredigen, maar om ons denken, onze harten en onze wil te veranderen zodat wij meer op Christus gaan lijken. Wanneer dat niet gebeurt zijn wij als mensen die in de spiegel kijken en onszelf zien zoals wij zijn, maar dan weglopen zonder daar iets aan te veranderen. (Jak. 1:22-24). Heel wat teksten geven aan dat God hen zegent die Hem gehoorzamen! (Deut. 29:9; Joz. 1:8; Ps. 1:1-3; Joh. 14:21; Jak. 1:25; 1Joh. 2:17) Waarom zouden we al die moeite doen om Gods wil te ontdekken en dan Zijn zegen missen omdat we Hem niet gehoorzamen?
En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden. Jak. 1:22 De Bijbel zegt veel over dwaasheid en wijsheid. Een dwaas is iemand die weet wat hij moet doen, maar het niet doet. Een wijze is iemand die weet wat te doen en het ook doet. Maar wanneer de waarheid niet zichtbaar wordt in je eigen leven, heb je alleen maar hoofdkennis. Je zou dan slim en dwaas tegelijkertijd zijn. God raakt niet onder de indruk van de hoeveelheid kennis die jij hebt, maar door de mate waarin jij op Zijn Woord vertrouwt en het gehoorzaamt in je leven.
Geestelijke wijsheid = Gods Woord kennen Gods Woord vertrouwen Gods Woord toepassen
101 van 161
Discipelschap
Toepassen Toepassing van Gods Woord in je persoonlijke leven doe je door de volgende vragen te stellen: Zonden: Beloften: Houding/handelingen: Opdrachten/bevelen: Voorbeelden: Waarheden:
Zijn er zonden die ik moet belijden? Zijn er beloften waar ik aanspraak op kan maken? Zijn er houdingen of handelingen die ik moet vermijden/aannemen? Zijn er opdrachten/bevelen die ik dien te gehoorzamen? Zijn er voorbeelden die ik na moet volgen? Zijn er waarheden die ik moet geloven?
Neem elk van de bovengenoemde punten door om na te gaan of er iets is dat jij kunt toepassen in je leven. Wanneer er zonden zijn: Wanneer er een belofte is: Wanneer houding/handeling vermeden of aangenomen moet worden: Wanneer er bevelen/opdrachten zijn: Wanneer er waarheden zijn:
Belijd die dan! Maak er dan aanspraak op! Doe het! Gehoorzaam! Geloof het!
Toepassingen op basis van Mark. 4:35-41 De voorgaande vragen om de tekst te kunnen toepassen, kunnen ook op dit tekstdeel toegepast worden: Zonden: Beloften: Houding/handelingen:
Opdrachten/bevelen:
> Gebrek aan geloof in Christus en in Zijn Woord. > Worden in dit tekstdeel niet gegeven > Vermijd het gebrek aan geloof dat bij de discipelen voorkwam en aanvaard de houding van Christus: volledig vertrouwen in God. > Geen (Opmerking: Niet elke opdracht of belofte in de Bijbel kan toegepast worden in ons leven. Sommige worden aan specifieke personen in de Bijbel gegeven en gelden alleen voor hen.)
Voorbeelden: Waarheden:
> Volg het voorbeeld van Jezus: Zijn geloof in God. > Geloof dat Christus kan doen wat Hij zegt. Geloof dat Christus de autoriteit over alles heeft.
Ga terug naar je schematische indeling van Mark. 8:22-30 en stel deze vragen om de zaken te vinden die je in je persoonlijke leven kunt toepassen.
102 van 161
Discipelschap
Principes, waar je naar kunt leven Een andere manier om de Bijbel op ons leven toe te passen is het ontdekken van principes in de Bijbel, die op onze levens toegepast kunnen worden. Elk principe moet aan de volgende eisen voldoen: 1. De principes die toegepast kunnen worden zijn universele waarheden die de cultuur en de tijden overstijgen. 2. De principes moeten helder zijn en volledig ondersteund worden door onze observaties en interpretaties. Principes in Mark. 4:35-41, die op onze levens toegepast kunnen worden: Mark. 4:35-41:
Principes:
35 En Hij zeide 1. Onze grootste kracht wordt vaak onze tot hen onze grootste zwakheid (4:36-38) op die dag, toen het laat geworden was: 2. Jezus wordt overdonderd door de Laten wij oversteken naar de overkant. ‘stromen’ in ons leven (4:37-39) 36 En zij lieten de schare achter en namen Hem, 3. Jezus heeft autoriteit over alle dingen zoals Hij was, die ons leven bemoeilijken (4:39) in het schip mede, en er waren andere schepen bij Hem. 4. Jezus wil niet dat we bang zijn, maar 37 En er stak een zware stormwind op wij in Hem geloven (4:35, 40) en de golven sloegen in het schip, zodat het schip reeds vol liep. 5. Wat Jezus zegt, dat doet Hij! (4:35) 38 Maar Hij zelf lag op het achterschip tegen het kussen te slapen. Wanneer je principes zoekt om toe te passen, houd je En zij maakten Hem wakker en zeiden tot Hem: dan aan de hiervoor genoemde eisen. Sta ook open Meester, trekt Gij er U niets van aan dat wij vergaan? Voor anderen die jouw kunnen corrigeren, mocht 39 En Hij, wakker geworden, je het niet goed begrepen hebben. bestrafte de wind en zeide tot de zee: Zwijg, wees stil! De waarheid in deze principes, indien zij En de wind ging liggen op de Bijbel gebaseerd zijn, kan gebruikt en het werd volkomen stil. Om je denken te vernieuwen en je leven 40 En Hij zeide tot hen: te veranderen. Waarom zijt gij zo bevreesd? Hoe hebt gij geen geloof 41 En zij werden bovenmate bevreesd en zeiden tot elkander: Wie is toch deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?
Ontdek nu principes in Mark. 8:22-30, die je kunt toepassen in je eigen leven. Wil je meer weten over het maken van je eigen Bijbelstudies, doe dan de cursus ‘Creatieve Bijbelstudiemethoden’. Daarin komen verschillende vormen van studie aan de orde, met voorbeelden en uitwerkingen daarvan. Ook wordt daar verder aandacht besteedt aan interpretatie en toepassing. Je kunt dan ook gebruik maken van de bijgevoegde formulieren voor het doen van je eigen studies.
103 van 161
Discipelschap
24. Het gaat niet om wat jij weet... Misschien ken je de uitspraak: ‘Niet dat wat jij weet, maar wat jij doet met dat wat je weet maakt het verschil.’ Er is veel wijsheid verborgen in deze uitspraak, want indien wij niet toepassen wat we geleerd hebben, zijn wij niet veel beter af dan voor wij het leerden! Nu jij de principes en methoden voor Bijbelstudie geleerd hebt is het de tijd om het te gebruiken! Er zijn veel manieren waarop Bijbelstudie toegepast kan worden. Enkele daarvan zijn: Persoonlijke studie Iedere Christen hoort niet alleen persoonlijk de Bijbel te lezen, maar ook persoonlijk de Bijbel te bestuderen. Er is niets te vergelijken met een persoonlijke duik in de Schriften om Gods waarheden te ontdekken en Zijn wil voor jouw leven! Teveel Christen zijn volledig afhankelijk van leraren die hen ‘voeden’ met het Woord van God. Zij beperken daarmee hun deel hebben aan het Woord van God. Dit kan hun geestelijke groei en het vruchtdragen voor God behoorlijk vertragen. Bekijk daarom de volgende punten om persoonlijke Bijbelstudie een deel van jouw leven te laten worden. • • • •
Wijd je toe aan de persoonlijke bestudering van het Woord van God Stel een doel; bijvoorbeeld de bestudering van een uitgekozen Bijbelboek, een persoon uit de Bijbel of een Bijbels onderwerp Reserveer een plaats en een vaste tijd voor je persoonlijke Bijbelstudie Houd een verslag bij van je studie om er later in terug te kunnen zoeken en om het met anderen te kunnen delen
Groepsstudie Een hele goede manier om de Bijbel te bestuderen is dat met anderen samen doen. Er zijn hier voordelen aan. We noemen er een paar: • • • • •
Het bestuderen van de Bijbel met anderen kan de Bijbel veel interessanter maken Het bestuderen van de Bijbel met anderen houdt ons meer gemotiveerd dan wanneer we het alleen doen Het bestuderen van de Bijbel met anderen vergroot het aantal observaties, interpretaties en toepassingen omdat wij die met elkaar delen en van elkaar leren Het bestuderen van de Bijbel met anderen beschermt ons tegen verkeerde interpretaties Het bestuderen van de Bijbel met anderen maakt ons verantwoordelijk dat toe te passen wat we geleerd hebben.
Wanneer je een Bijbelstudiegroep vormt, zorg er dan voor dat iedereen de methoden en principes voor Bijbelstudie kan gebruiken. Doe het met Christenen aan wie jij bereid bent rekenschap af te leggen en van wie jij rekenschap kan vragen. Iedereen moet bereid zijn eerlijk te zijn, objectief en nederig – bereid om gecorrigeerd te worden en om correctie te geven. Ze moeten allemaal bereid zijn om de waarheden uit Gods Woord te onderzoeken en te bespreken, niet om te discussiëren of te argumenteren.
104 van 161
Discipelschap
Besluit gezamenlijk wel soort studie je wilt gaan doen: onderwerpstudie, biografie, boekstudie, etc. Spreek dan een plaats en een tijd af en geniet van elkaars gezelschap en bijdrage. Actief luisteren naar preken en lezingen Gebruik deze methode voor Bijbelstudie, met de daarbij horende principes, terwijl je naar preken of lezingen luistert. Door dat te doen bevestig (of ontken) je niet alleen wat je leert, maar haal je ook veel meer uit de tekst (Hand. 17:11): • •
Actief luisteren houdt je aandacht gericht op de boodschap die uitgesproken wordt. Actief luisteren maakt dat je een Bijbeltekst beter begrijpt, zeker wanneer je het vergelijkt met passief luisteren.
Anderen trainen zodat zij Gods Woord gaan bestuderen Overweeg om anderen te leren hoe zij de Bijbel moeten bestuderen. Hoe meer Christenen leren de Bijbel zelf te bestuderen, hoe meer er zijn die zich kunnen verblijden in het ontdekken van Gods waarheden en Zijn wil voor hun leven. En jij hebt dan een belangrijke rol gespeeld in hun geestelijke groei. Gebruik eenvoudigweg dit studieboek en leidt hen er stap voor stap doorheen. Door een kleine groep te trainen, geniet je ook nog eens van de voordelen van een groepsstudie die hierboven genoemd zijn. •
•
Anderen onderwijzen in de bestudering van de Bijbel helpt jouw een betere Bijbelleerling te worden om dat jij voor jezelf de principes en de methoden voor Bijbelstudie steeds herhaalt, wanneer je het aan anderen leert. Het onderwijs aan anderen helpt je om de grote opdracht te vervullen door heen deel te laten hebben aan het Woord.
Bijbellessen schrijven Wanneer je gevraagd wordt om onderwijs te geven vanuit de Bijbel, kan dit cursusboek gebruikt worden om lessen te ontwikkelen die je aan anderen geeft. Het proces van Bijbelverklaring, rechtstreeks op basis van een Bijbeltekst wordt ‘verklarend Bijbelonderwijs’ genoemd. We geven hier een korte bespreking van twee methoden hiervan: vers voor vers verklaring en thematische verklaring Er is meningsverschil over wat de beste methode is voor verklarend onderwijs. Voor beide methoden zijn voorstanders te vinden en sommigen zijn heel standvastig in hun mening. Maar welke methode je ook gebruikt: het belangrijkste doel van verklarend onderwijs is de betekenis en de toepassing van het Woord van God zo duidelijk, nauwkeurig en relevant uitleggen, dat de toehoorder het gelooft en haar waarheid gehoorzaamt. Alles wat hier niet aan voldoet, ongeacht de gebruikte methode of vorm, is niet aanvaardbaar. Gods belangrijkste zorg is dat wij Hem vertrouwen en alles gebruiken en toepassen dat wij van Hem geleerd en gekregen hebben om Hem te dienen, ongeacht de methode die gebruikt 105 van 161
Discipelschap
wordt. Nu we bijna aan het eind van dit hoofdstuk zijn, verzoeken wij je dit in gedachten te houden: Van een ieder, wie veel gegeven is,zal veel geëist worden, en aan wie veel is toevertrouwd, van hem zal des te meer worden gevraagd. b Luk. 12:48
Aan het eind van dit hoofdstuk vind je een aantal werkbladen die je kunt gebruiken om de verborgen schatten te vinden in Gods Woord. Maak daar een levenslange gewoonte van! Vers voor vers verklaring Onderwijs door middel van vers voor vers verklaring vindt plaats door elk vers in volgorde van de tekst uit te leggen. Dit maakt datje een grondige uitleg geeft van elk vers op zich, maar ook van het hele Bijbelgedeelte. 1. Bepaal al biddend het onderwerp van je les. 2. Besluit welk soort studie (boekstudie, biografie, themastudie, etc.) het meest geschikt is voor dit onderwerp. 3. Doe zelf een grondige studie over het onderwerp en gebruik daarbij de principes voor Bijbelstudie. 4. Maak nauwkeurig aantekeningen van al je observaties, interpretaties en toepassingen. 5. Rangschik je aantekeningen naar: observaties, interpretaties en toepassingen, zodat je ze op een heldere en logische manier kunt delen. 6. Wanneer jij je les geeft, leg de verzen dan in volgorde uit door je interpretaties en toepassingen te delen. Zorg ervoor dat je niet teveel deelt en dat je niet zaai wordt ten aanzien van je toehoorders. 7. Voeg relevante vergelijkingen toe, of anekdotes, om de toehoorders meer bewust te maken van de waarheden in de tekst. Opmerking: Wanneer je Gods Woord onderwijst zorg er dan voor dat je vol bent van de Heilige Geest. Wees enthousiast! Een van de ergste die jij als Bijbelleraar kunt doen is de Bijbel zaai te maken. (Enthousiasme is afgeleid van twee Griekse woorden: ‘en’ (in) en ‘Theos’ (God). Zij die in God zijn, zijn enthousiast!). Voorbeeld van een vers voor vers les: Mark. 4:35-41:
Vers voor vers les:
35 En Hij zeide tot hen op die dag, toen het laat geworden was: Laten wij oversteken naar de overkant. 36 En zij lieten de schare achter en namen Hem, zoals Hij was, in het schip mede, en er waren andere schepen bij Hem. 37 En er stak een zware stormwind op en de golven sloegen in het schip,
35 Deze tekst begint aan het eind van een vermoeiende dag. Jezus en Zijn discipelen bevinden zich in een boot op het meer van Galilea. Hij moest vanaf het dek de grote menigte onderwijzen (4:1) en nu geeft Hij de opdracht naar de overkant te varen (ca 22 km). Het werd donker 36 De discipelen namen Jezus mee in de boot. Zij hadden blijkbaar een groot vertrouwen en namen de leiding. Waarom? Vier waren er visser. Zij kenden het meer en konden Jezus laten zien wat zij konden. Maar zij wisten niet wat er zou komen. Er waren toen nog geen
106 van 161
Discipelschap zodat het schip reeds vol liep. Weerradars. Uit ervaring wisten ze hoe verraderlijke het 38 Maar Hij zelf lag op het achterschip meer kon zijn. Misschien maakte hun vaardigheden dat tegen het kussen te slapen. Zij hun geloof in God lieten vallen. Dan kun je problemen En zij maakten Hem wakker en zeiden tot Hem: verwachten! Meester, trekt Gij er U niets van aan dat wij vergaan? 39 En Hij, wakker geworden, En op deze manier ga je door met het verklaren bestrafte de wind en zeide tot de zee: van elk vers. Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen en het werd volkomen stil. 40 En Hij zeide tot hen: Waarom zijt gij zo bevreesd? Hoe hebt gij geen geloof 41 En zij werden bovenmate bevreesd en zeiden tot elkander: Wie is toch deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?
Thematische lessen In thematische lessen wordt een individuele waarheid in een tekst rond een centraal thema georganiseerd. Deze waarheden worden zo geformuleerd dat zij het centrale thema van de tekst ondersteunt. Daarna worden zij op een duidelijke en logische manier geordend. 1. Bepaal al biddend het onderwerp van je les. 2. Besluit welk soort studie (boekstudie, biografie, themastudie, etc.) het meest geschikt is voor dit onderwerp. 3. Doe zelf een grondige studie over het onderwerp en gebruik daarbij de principes voor Bijbelstudie. 4. Maak nauwkeurig aantekeningen van al je observaties, interpretaties en toepassingen. 5. Bepaal het hoofdthema van de tekst die jij bestudeert. 6. Bepaal welke waarheden zich in de tekst bevinden, die het thema ondersteunen en die ook je observaties en interpretaties ondersteunen. 7. Rangschik deze waarheden op een duidelijke en logische manier. 8. Presenteer je les door deze waarheden uit te leggen aan de hand van je interpretaties. 9. Voeg actuele vergelijkingen toe, of anekdotes, om de waarheden uit de Bijbel meer relevant te maken voor je toehoorders. 10. Geef praktische toepassingen voor elke waarheid. Voorbeeld van een thematische les: Mark. 4:35-41:
Thema: geloofsontwikkeling e
35 En Hij zeide tot hen op die dag, toen het laat geworden was: Laten wij oversteken naar de overkant. 36 En zij lieten de schare achter en namen Hem, zoals Hij was, in het schip mede, en er waren andere schepen bij Hem. 37 En er stak een zware stormwind op en de golven sloegen in het schip, 107 van 161
Het 1 principe in deze tekst is: 1. De ontwikkeling van het geloof vereist een confrontatie met ons falen (4:36-38): God ziet ons anders dan wijzelf: wanneer wij sterk denken te zijn, zijn we het tegenovergestelde. De discipelen konden tonen hoe goed zij waren op eigen terrein: als vissers. De avond viel, maar dat maakte niet uit. De discipelen wisten wat zij deden en hadden de leiding van Jezus niet nodig. Hij kon wel gaan slapen! Dit is humor van God. Op het moment dat jij denkt dat jij alles onder controle hebt, gaat het fout. Waarom? Jezus is de enige die alles onder controle heeft. Je bent
Discipelschap zodat het schip reeds vol liep. afhankelijk van Hem. Maar het falen van de discipelen 38 Maar Hij zelf lag op het achterschip wordt uiteindelijk hun sterke punt. tegen het kussen te slapen. En zij maakten Hem wakker en zeiden tot Hem: Meester, trekt Gij er U niets van aan dat wij vergaan? 39 En Hij, wakker geworden, 2. Geloof ontwikkelen vereist een confrontatie met bestrafte de wind en zeide tot de zee: ‘stormen’ die wij niet in de hand hebben (4:37-39). Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen 3. Geloof ontwikkelen vereist een confrontatie met en het werd volkomen stil. Hem die de ‘stormen’ onder controle heeft (4:39) 40 En Hij zeide tot hen: Waarom zijt gij zo bevreesd? Hoe hebt gij geen geloof 41 En zij werden bovenmate bevreesd en zeiden tot elkander: Wie is toch deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?
108 van 161
Discipelschap
Bijbelstudie werkbladen Datum: _____________________
Tekst: _________________________________
Observatie:
Schematische indeling:
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
109 van 161
Discipelschap
Interpretaties:
Toepassingen:
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
Principes:
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
____________________________________
110 van 161
Discipelschap
Deel 2: Kenmerken van een discipel Een discipel is een volgeling van Jezus. ‘Discipel’ betekent: iemand die onderwijs krijgt en dit in de praktijk toepast. De discipelen van Jezus hebben Hem als voorbeeld en leraar. Zij volgen Hem na en horen en doen wat Hij zegt. Om een goede discipel van Jezus te kunnen zijn, zijn er een aantal kenmerken waaraan je moet voldoen: 1. Toewijding 2. Zelfverloochening 3. Bereidwilligheid 4. Gehoorzaamheid 5. Dienstbaarheid In deze deel gaan wij kijken naar die kenmerken
111 van 161
Discipelschap
25. Kenmerken van een discipel: Toewijding
JEZUS volgen
Jezus volgen betekent:
zonden uitdelgen handen afkappen voeten verbrijzelen ogen uitrukken viervoudig teruggeven
en met lege handen verbrijzelde handen uitgerukte ogen zonder geld
in Jezus’ armen vallen...
Klaas van Elsäcker
112 van 161
Discipelschap
Inleiding Je zult inmiddels al wel gemerkt hebben dat God de relatie met jou heel belangrijk vindt. Hij wil niet alleen iets voor jou betekenen, maar Hij wil ook heel graag dat jij iets voor Hem betekent. Hij wil graag dat je Zijn discipel wordt. Een discipel is een leerling. In dit geval betekent het dat je een leerling van Jezus bent. Een goed leerling neemt alles aan wat hem geleerd wordt. Hij doet dat op zo’n manier dat de dingen die hij van Jezus geleerd heeft, daadwerkelijk een onderdeel van zijn leven worden. Eén van de kenmerken van een goede leerling van Jezus is: toewijding. In de christelijke wereld zien veel mensen de kerk en alles wat daarbij hoort als een soort hobbyclub. Als je zin hebt doe je mee, maar het mag vooral geen energie kosten, want dan kan iemand anders het beter doen. Als je geen zin hebt kom je gewoon niet opdagen. Een gemeente kan alleen goed functioneren als haar leden toegewijd zijn. Dat betekent dat ze actief deelnemen: niet alleen luisteren naar de preek, maar ook doen wat God je geleerd heeft. Bovendien doe je ook de dingen die er op je weg komen. Daarom wil God dat iedereen die discipel van Hem wil zijn, dit besluit neemt op basis van serieus nadenken over de betekenis en de gevolgen. Luc. 14:25-35: Vele scharen reisden met Hem mede, en Zich omkerende zeide Hij tot hen: Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn. Want wie van u, die een toren wil bouwen, zet zich niet eerst neder om de kosten te berekenen, of hij het werk zal kunnen volbrengen? Anders zouden, als hij de fundering gemaakt had, en het werk niet kon voltooien, allen, die het zagen, beginnen hem te bespotten, zeggende: Die man begon te bouwen, maar hij kon het niet voltooien. Of, welke koning, die tegen een andere koning wil optrekken om met hem tot een treffen te komen, zet zich niet eerst neder om te beraadslagen, of hij in staat is met tienduizend man iemand te ontmoeten, die met twintigduizend tegen hem optrekt? En zo niet, dan zendt hij, als de ander nog veraf is, een gezantschap en vraagt om de vredesvoorwaarden. Zo zal dus niemand van u, die niet afstand doet van al wat hij heeft, mijn discipel kunnen zijn. Het zout is wel goed, maar wanneer zelfs het zout zijn kracht verliest, waarmede zal het smakelijk gemaakt worden? Noch voor het land, noch voor de mesthoop is het geschikt: men werpt het weg. Wie oren heeft om te horen, die hore! Luc. 9:57-62:
En toen zij op weg waren, zeide iemand tot Hem: Ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat. En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen. En Hij zeide tot een ander: Volg Mij. Maar deze zeide: Sta mij toe eerst heen te gaan en mijn vader te begraven. Maar Hij zeide tot hem: Laat de doden hun doden begraven; maar ga gij heen en verkondig het Koninkrijk Gods. En weer een ander zeide: Ik zal U volgen, Here, maar laat mij eerst afscheid nemen van mijn huisgenoten. Maar Jezus zeide tot hem: Niemand, die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk Gods.
We moeten niet denken dat Gods macht begrensd is. Zijn macht komt tot uitdrukking in heel Zijn handelen en in heel Zijn wezen. Alle volken die Hij gemaakt heeft zullen voor Hem buigen.
113 van 161
Ps. 86:9-10:
Discipelschap Alle volken, die Gij gemaakt hebt, zullen komen en zich voor U nederbuigen, o Here, en uw naam eren; want Gij zijt groot en doet wonderen, Gij, o God, alleen.
Wat is toewijding: Het woord ‘toewijding’ komt niet zo vaak in de Bijbel voor. In de NBG vertaling vinden we het op 8 plaatsen: 2Kron. 31:21; 1Cor. 7:35; 2Cor. 8:7; 2Cor. 8:8; 2Cor. 8:16; 2Cor. 8:17; 2Cor. 8:22; 2Cor. 11:3. In de grondtekst wordt in 2Kron. 31:21 de term kool lebab gebruikt, wat zoveel betekent als: met je hele wezen, met je ganse hart. In het Nieuwe Testament worden meerdere woorden in de grondtekst gebruikt, waar NBG ‘toewijding’ gebruikt: • •
eu’prosedos: spou’de:
• •
spoudai’oteros: hap’lotes:
volhardend, bestendig (1Cor. 7:35) met inspanning, moeite, ernst, haast (2Cor. 8:7; 2Cor. 8:8; 2Cor. 8:16) ijverig, serieus, ernstig (2Cor. 8:17; 2Cor. 8:22) eenvoud, oprechtheid; niet zichzelf zoekend (2Cor. 11:3).
We kunnen zeggen dat in het Nieuwe Testament vooral gesproken wordt van een houding, die je volledige inzet vraagt. In de Bijbel wordt het begrip ‘toewijding’ heel vaak omschreven met “een volkomen hart” of “je ganse hart” (zie bijvoorbeeld Deut. 4:29; 1Kon. 15:14; 2Kron. 16:9). In het antwoord van Job aan Elifaz wordt een omschrijving gegeven van een oprecht christen, iemand die toegewijd is aan de Heer. Hij zegt dan dat zo’n iemand Gods Woord een deel van zichzelf laat worden door er niet alleen naar te horen, maar het ook nauwgezet toe te passen in zijn leven. Job 23:10-12:
Want Hij weet, hoe mijn wandel is; toetste Hij mij, ik kwam als goud te voorschijn. Mijn voet bleef vast in zijn spoor, ik hield zijn weg zonder af te buigen; het gebod zijner lippen deed ik niet wijken, in mijn binnenste verborg ik de woorden van zijn mond.
1Cor. 7:35:
Dit zeg ik in uw eigen belang, niet om u een strik om te werpen, maar lettende op de betamelijkheid en de onverdeelde toewijding aan de Here.
Bovengenoemd vers toont dat onze toewijding onverdeeld moet zijn. Dit betekent dat je de Heer met je hele hart moet dienen. Alles wat er in je leven is komt in aanmerking voor toewijding: je ambities, je toekomstplannen, je kracht, je tijd, je geld, etc. Vraag jezelf eens af: “Waar ben ik eigenlijk mee bezig? Ben ik bezig God te dienen of dien ik mijzelf?” In het Oude Testament lezen we over de wijding van de priesters. Het was niet iets voor het hele volk en ook niet voor een hele stam. Alleen de familie van Aäron werd hiervoor apart gezet door God.
114 van 161
Ex. 28:1:
Lev. 8:1-12:
Discipelschap Gij dan, doe tot u naderen uw broeder Aäron, en zijn zonen met hem, uit het midden der Israëlieten, om voor Mij het priesterambt te bekleden: Aäron, Nadab en Abihu, Eleazar en Itamar, de zonen van Aäron. De Here sprak tot Mozes: Neem Aäron en zijn zonen met hem, de klederen, de zalfolie, de stier van het zondoffer, de beide rammen en de korf met de ongezuurde broden, en roep de gehele vergadering samen bij de ingang van de tent der samenkomst. En Mozes deed, zoals de Here hem geboden had, en de vergadering werd samengeroepen bij de ingang van de tent der samenkomst. Toen zeide Mozes tot de vergadering: Dit is het, wat de Here geboden heeft te doen. En Mozes deed Aäron en zijn zonen naderen en wies hen met water; daarna deed hij hem het onderkleed aan, omgordde hem met de gordel, bekleedde hem met het opperkleed, deed de efod daarover, omgordde hem met de band van de efod en bond hem die om. Daarna deed hij hem het borstschild aan en legde in het borstschild de Urim en de Tummim. Vervolgens zette hij hem de tulband op het hoofd en bevestigde voor op de tulband de gouden plaat, de heilige diadeem, zoals de Here Mozes geboden had. Toen nam Mozes de zalfolie en zalfde de tabernakel en alles wat daarin was en heiligde dat. Ook sprenkelde hij daarvan op het altaar, zevenmaal, en zalfde het altaar met al zijn toebehoren, benevens het wasbekken en zijn voetstuk, om ze te heiligen. Daarna goot hij van de zalfolie op het hoofd van Aäron, en hij zalfde hem om hem te heiligen.
Zij hadden een speciale positie in heel Israël. Hetzelfde kunnen we vandaag zeggen van ieder kind van God. Zij hebben een speciale positie te midden van alle andere mensen. De positie die je inneemt is: IN CHRISTUS! Van daaruit ga je leven. In Christus ben je onoverwinnelijk, onaantastbaar, heilig en rechtvaardig. De Heer geeft ons nadrukkelijk de opdracht dat we ons aan Hem dienen te onderwerpen. Jak. 4:7-8:
Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden. Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij, die innerlijk verdeeld zijt.
Deut. 28:15:
Maar indien gij niet luistert naar de stem van de Here, uw God, en niet al zijn geboden en inzettingen, die ik u heden opleg, naarstig onderhoudt, dan zullen de volgende vervloekingen alle over u komen en u treffen:
Wanneer we dat doen, dan is dat wat na deze opdracht beschreven staat eigenlijk een logische stap. God vraagt niet van je dat je volmaakt bent, maar wel dat je WAARACHTIG bent. Hebr. 10:22:
laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water.
Iedereen is zich wel eens bewust van de spanningsvelden die er zijn. Als iemand bijvoorbeeld problemen heeft op financieel gebeid, kan dat wijzen op een gebrek aan toewijding. In de eerste plaats heeft God in Zijn Woord gezegd dat we niet bezorgd hoeven te zijn (Math. 6:25, vgl. Math. 6:33-34); maar ook heeft Hij ons geleerd om niet een slaaf van het geld te zijn (Math. 6:24). Natuurlijk zijn er ook andere gebieden in je leven waar een gebrek aan toewijding zich kan manifesteren. Denk maar eens aan: je bezit, je relaties, liefde, kleding, eten, de toekomst enz.
115 van 161
Discipelschap OPMERKING: Hudson Taylor zei: “Iemand kan nog zo toegewijd zijn, als hij geen zelfbeheersing heeft, kan hij weinig voor God betekenen.”
God verwacht van ons dat we Hem volledig dienen. Toewijding is dus eigenlijk God zo dienen dat er niets tussen jou en Hem in staat. Dit betekent dat er geen andere goden in je leven mogen zijn en dat God de allereerste plaats heeft. Misschien vraag je jezelf af of zoiets wel mogelijk is voor een mens. In 1Cor. 10:1-13 gebruikt Paulus verschillende voorbeelden uit de geschiedenis van Israël om te laten zien dat God het belangrijkste vindt dat we naar Hem luisteren en Zijn wil doen. Hij besluit dan met de woorden: “Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt.” Het verzoek van God aan ons mag dan wel zwaar zijn, maar Hij zal ons erdoor helpen, zodat wij Zijn wil ten volle kunnen uitvoeren. God wil dat we Hem alleen dienen. Deut. 6:13-14: De Here, uw God, zult gij vrezen, Hem zult gij dienen en bij zijn naam zweren. Gij zult geen andere goden achternalopen, van de goden der volken rondom u,
We kunnen zien hoe Jezus dat duidelijk maakt aan satan tijdens Zijn verzoeking in de woestijn. Math. 4:10:
Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan! Er staat immers geschreven: De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.
Luc. 4:8:
En Jezus antwoordde en zeide tot hem: Er staat geschreven: Gij zult de Here uw God, aanbidden en Hem alleen dienen.
Jezus wist direct al dat de mens problemen zou hebben om volledig toegewijd te zijn aan God. Ook nu nog zijn er velen, zoals de Farizeeën en de rijke jongeling: geld (status) en materialisme zijn voor hen belangrijker dan God zelf (Luc. 16:13-15). De rijke jongeling is hiervan wel een heel schrijnend voorbeeld. Hij had immers alles gedaan om God daadwerkelijk te dienen. En Jezus kreeg hem lief! Maar toch was er nog een hindernis die hij moest nemen: afstand doen van zijn grootste schat, zijn bezittingen. Deze hindernis was hem te hoog, ondanks de liefde die Jezus voor hem had (Marc. 10:17-27). OPMERKING: Jim Elliot zei: “Men is zeker geen dwaas als men prijsgeeft wat men niet kan behouden om te verkrijgen wat men niet kan verliezen.”
Op basis van Zijn genade wil Hij dat wij ons volledig toewijden. Hij wil dat wij onszelf als het ware helemaal aan Hem teruggeven en, omdat wij het idee hebben dat het ons veel kost, wordt door Hem gezegd dat wij onszelf als een offer moeten brengen. Rom. 12:1:
Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. 116 van 161
Discipelschap
De Heer wil dat jij je volledig overgeeft. Dit betekent dat je Hem verheerlijkt met je geest (1Cor. 6:20 zegt in de grondtekst: “Verheerlijk God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn”, vgl. 1Petr. 4:6). Eveneens: verheerlijk God met je lichaam (Rom. 12:1; 1Cor. 6:20) en met je ziel (1Thess. 5:23-24; Ps. 62:2,6). Dit betekent dat wij niet langer dingen doen, die een scheiding brengen tussen God en ons, maar dat we gaan doen wat Hij van ons vraagt (Rom. 6:12-13, 1Petr. 4:1-2). Rom. 6:12-13: Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God.
Toewijding is dus in feite je hele hart aan God geven. Dit uit zich in: • • • • •
Je liefde voor Hem (Deut. 6:5; 30:2; Math. 22:37-40; Luc. 10:27). Gehoorzaamheid aan Hem en aan Zijn roeping (Ps. 119:2, 33-34; Rom. 12:1-2; 2Cor. 10:5-6; 1Thess. 2:11-12). De manier waarop jij Hem dient (1Sam. 12:24; Rom. 12:9-11; vgl. 1Cor. 10:31). Het vertrouwen dat je in Hem hebt (Spr. 3:5-6; Hand. 8:37). De mate van je zelfverloochening, je kruis opnemen en Jezus volgen (Marc. 8:34; Luc. 9:23-26, vgl. 2Cor. 5:15; 1Thess. 4:1). Het kruis opnemen kan je het idee geven dat je een heel moeilijke en zware last met je mee te dragen krijgt. In zekere zin is dat waar: als je eenmaal van Christus bent, krijg je te maken met de strijd die een christen doormaakt in de naam van de Heer (vgl. Joh. 15:20). Maar Jezus zei ook dat je met je last naar Hem toe mag gaan. Hij zal je rust geven en laat je Zijn juk dragen. Dat juk is niet meer en niet minder dan Zijn arm, vol vriendschap, om je schouder gelegd (Math. 11:29-30).
• • • •
Dienen zonder enig voorbehoud of reserve (Math. 6:24; Luc. 14:33; Rom. 14:8; Fil. 1:20-24). De volharding van jou (Luc. 1:74-75; 9:62). De houding die je hebt tijdens het gebed (Jer. 29:13). Het berouw dat je toont als er iets tussen jou en God in is gekomen (Joël 2:12-13).
OPMERKING: Sam Shoemaker zei: “Echt geloof begint als we onszelf overgeven aan God, Die zich in Christus openbaarde, door onszelf aan Hem te geven voor zover we Hem kennen.”
Enkele belangrijke factoren voor toewijding. 1. tijd:
Toewijding kost tijd. Toewijding aan de Heer kost je op z’n minst stille tijd. Daarbij komt nog de tijd die je nodig hebt om Zijn opdrachten uit te voeren.
2. trouw:
In je toewijding moet je trouw zijn. Trouw in de tijd die je eraan besteedt, trouw in de taken die je erbij hebt en trouw in het beschikbaar zijn.
117 van 161
Discipelschap
3. je houding:
Je houding is kenmerken d voor de mate van je toewijding. Wat of Wie komt op de eerste plaats? God wil dat je Hem volledig dient in alles (1Cor. 10:31).
4. volharding: Of het nu goed gaat of dat er tegenslagen zijn, je blijft toegewijd. Inspanning en verdriet hoeren bij het leven en doen je beseffen hoe groot de overwinning en de zegen is, die God geeft. 5. dankbaarheid: Omdat je weet dat elke stap die je dichter bij God brengt, niet aan jou te danken is. God Zelf zorgt ervoor dat je voorzien wordt in je noden (vgl. Ps. 107:9; Fil. 2:13). Waaraan of aan Wie moeten we ons toewijden? a. aan God Jezus heeft een s een vergelijking gemaakt om te tonen hoe diep onze toewijding aan Hem dient te gaan (Joh. 15:1-16). Hij vergelijkt Zichzelf met een wijnstok. Wij zijn de ranken aan die Wijnstok. Als een rank goed wil functioneren, moet hij geënt zijn op de wijnstok. Deze voorziet hem van voedsel en water. Het voedsel is het Woord van God en het water is de Heilige Geest. Hierdoor kan een evenwichtige groei ontstaan en kan de rank veel vrucht dragen. Als een rank niet goed vrucht draagt, wordt hij gesnoeid of zelfs weggehaald. Een rank die niet goed verbonden is met de Wijnstok, wordt verwijderd. b. aan het Woord van God God heeft jou geschapen. Hij is het ook die de Bijbel heeft geschreven. De Bijbel is eigenlijk een soort handleiding bij het leven. Je kunt rustig zeggen dat er geen enkele situatie is waarop het Woord van God geen antwoord heeft. In Zijn Woord vinden we alles om ons leven aan te kunnen. Het geeft je PRINCIPES die je in het dagelijkse leven kunt toepassen. c. aan mensen God heeft leiders boven je aangesteld (Rom. 13:1-2). Het is belangrijk om loyaal en trouw te zijn aan je leiders die boven jou gesteld zijn. Een leider kan ook fouten maken. Kijk maar eens naar Saul en David. Ondanks het feit dat Saul geen goede leider was, wilde David hem niet verwijderen (1Sam. 24:7, 11; 26:9, 23). Een leider heeft verantwoordelijkheid af te leggen aan God (Hebr. 13:7). Dat is niet altijd even gemakkelijk. Daarom heeft hij des te meer steun en bemoediging als de mensen hem trouw blijven. Je kunt je ook toewijden aan mensen met een bediening. Misschien denk je dat dit niet zo verstandig is. Maar toch heb je mensen nodig om je aan toe te wijden, omdat: 1. je dan die persoon helpt in het werk dat deze voor de Heer doet. 2. je deel kunt krijgen aan de zegenrijke bediening van een ander. 3. je heel veel kunt leren van iemand die al langer een dienaar van God is.
118 van 161
Discipelschap
Als het goed is, is het gezin de plaats waar mensen in ieder geval aan elkaar toegewijd zijn. De leden besteden tijd aan elkaar voor de onderlinge omgang met elkaar, maar ook om elkaar te helpen. Toch moet je altijd ervoor blijven zorgen dat je God in de eerste plaats dient en Hem het meest gehoorzaamt. Dit doe je door je relatie met Hem op de eerste plaats te stellen en door Zijn Woord de hoogste prioriteit in je leven te geven. d. Aan het werk van God We hebben allemaal een taak van God gekregen (Ef. 2:10). Iedere christen heeft een taak. Vaak worden we daarin beproefd. “Moet het nou wel? Is het wel Gods wil?” Dit zijn vragen die op ons afkomen en ons ertoe willen brengen om het werk van God neer te leggen. Als God je een taak gegeven heeft is het belangrijk dat je trouw en toegewijd bent (Math. 24:45-46). Toewijding gaat heel ver, het beslaat je hele leven. Alles wat je doet, moet je doen in de naam van onze Here Jezus Christus. En daarbij moet je ook nog dankbaar zijn dat je het door Hem mag doen (Col. 3:16-17). Naar je medemens toe betekent dit, dat je alles in het werk stelt om deze dichter bij Christus te brengen. OPMERKING: Charles Haddon Spurgeon zei: “Van het in stilte gebeden gebed gaat één grote zegen uit - iets wat niet te beschrijven en niet nagebootst kan worden - een zalving van de heilige God. Wanneer onze zalving niet van de Heer der Heerscharen komt, zijn wij bedriegers, want slechts in het gebed kunnen wij de wijding ontvangen. Laten we vasthouden aan volhardend en vurig smeken. Laat uw vacht op de dorsvloer der smekingen liggen tot ze nat is van de dauw des hemels.”
Waarom is toewijding nodig? De gemeente van Laodicea had het probleem dat zij niet heet of koud was: Openb. 3:14-22:En schrijf aan de engel der gemeente te Laodicea: Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige, het begin der schepping Gods: Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud, zal Ik u uit mijn mond spuwen. Omdat gij zegt: Ik ben rijk en ik heb mij verrijkt en heb aan niets gebrek, en gij weet niet, dat gij zijt de ellendige en jammerlijke en arme en blinde en naakte, raad Ik u aan van Mij te kopen goud, dat in het vuur gelouterd is, opdat gij rijk moogt worden, en witte klederen, opdat gij die aandoet en de schande uwer naaktheid niet zichtbaar worde; en ogenzalf om uw oogleden te bestrijken, opdat gij zien moogt. Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u. Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij. Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon. Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.
Daarom werden ze verworpen door God. De Heer wil dat we een concrete keuze maken en die dan ook navolgen. Je bent heet en kiest daarbij voor volledige toewijding aan God en volledige navolging van Zijn wil; of je bent koud en verwerpt daarmee God en alles wat met Hem te maken heeft. God heeft geen interesse in uiterlijk vertoon, Hij wil dat jij je toewijdt 119 van 161
Discipelschap
vanuit gehoorzaamheid (vgl. 1Sam. 15:22-23). Jezus biedt het leven in Zijn Geest aan. Je hoeft alleen maar te komen en te drinken en het kost je verder niets. Jes. 55:1-3:
O, alle dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet; ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk. Waarom weegt gij geld af voor wat geen brood is en uw vermogen voor wat niet verzadigen kan? Hoort aandachtig naar Mij, opdat gij het goede eet en uw ziel zich in overvloed verlustige. Neigt uw oor en komt tot Mij; hoort, opdat uw ziel leve; Ik zal met u een eeuwig verbond sluiten: de betrouwbare genadebewijzen van David.
Je bent niet van jezelf. Omdat Jezus de losprijs voor je heeft betaald, ben je VRIJGEKOCHT van de slavernij van de zonde. Dit betekent echter ook dat Jezus onze rechtmatige eigenaar is geworden. Dit is de 1 e reden waarom we ons aan Hem moeten toewijden. 1Cor. 6:19-20: Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.
De andere reden is LIEFDE. Paulus zegt dat hij gedrongen wordt door de liefde van Christus. 2Cor. 5:14-15: Want de liefde van Christus dringt ons, daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat een voor allen gestorven is. Dus zijn zij allen gestorven. En voor allen is Hij gestorven, opdat zij, die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem, die voor hen gestorven is en opgewekt.
Hij bedoelt hiermee dat hij zo onder de indruk is van het feit dat Jezus Zichzelf gegeven heeft uit liefde voor ons, dat Paulus zichzelf als het ware gedwongen voelt om hierdoor voor God te leven. Conclusie: Toewijding heeft te maken met het feit dat we van God zijn en dat we uit liefde onszelf aan Hem geven. Toewijding is het GEVOLG van Zijn liefde en van het besef dat wij van Hem zijn. Toewijding is de DAAD die Zijn liefde en onze positie in Hem vereist. Bovendien eist God van ons dat wij alleen Hem dienen. Deut. 6:13-14: De Here, uw God, zult gij vrezen, Hem zult gij dienen en bij zijn naam zweren. Gij zult geen andere goden achternalopen, van de goden der volken rondom u, Math. 4:10:
Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan! Er staat immers geschreven: De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.
Hoe moeten wij ons toewijden? Vlak voordat Jezus naar de hemel ging beloofde Hij dat we kracht zouden ontvangen wanneer de Heilige Geest over ons zou komen. Hand. 1:8:
maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
120 van 161
Discipelschap
Aan deze belofte van kracht zit een voorwaarde vast: de Heilige Geest moet over je komen. De 1 e stap om ruimte te geven aan de Heilige Geest in jouw leven is berouw tonen. Berouw is alles wat er tussen God en jou in staat erkennen en wegdoen (Hebr. 9:14; 1Joh. 1:9). Ps. 51:9-13:
Ontzondig mij met hysop, dan ben ik rein, was mij, dan ben ik witter dan sneeuw; doe mij blijdschap en vreugde horen, laat het gebeente dat Gij verbrijzeld hebt, weer jubelen. Verberg uw aangezicht voor mijn zonden, delg al mijn ongerechtigheden uit. Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest; verwerp mij niet van uw aangezicht, en neem uw Heilige Geest niet van mij; hergeef mij de blijdschap over uw heil, en laat een gewillige geest mij schragen.
Ps. 51:16-19:
Red mij van bloedschuld, o God, God mijns heils, laat mijn tong over uw gerechtigheid jubelen; Here, open mijn lippen, opdat mijn mond uw lof verkondige. Want Gij hebt geen behagen in slachtoffers, dat ik die brengen zou; aan brandoffers hebt Gij geen welgevallen. De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God.
Daarnaast is het een Bijbels gegeven dat God ons zal belonen als we Hem laten blijken dat we ons willen toewijden. Hij kent de ernst van ons zoeken naar Hem (Jak. 4:7-8). Hebr. 11:6:
maar zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.
Als we ons dagelijks voor 100% onderwerpen aan Gods wil (horen en doen!!!) zijn wij gehoorzaam en tonen we hoe groot ons vertrouwen in Hem is (vgl. Ef. 5:15). Rom. 12:1-2:
Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.
Op die manier ontstaat er ruimte voor de Heilige Geest in ons leven. Zij Geest wil ons hart vervullen. Ef. 3:16-19:
opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens, opdat Christus door het geloof in uw harten woning make. Geworteld en gegrond in de liefde, zult gij dan samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is, en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods.
Het is zelfs een bevel van de Heer om voortdurend vervuld te zijn met Zijn Geest. Ef. 5:18:
En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest,
Als we ons elke dag intensief verdiepen in de woorden van God (de Bijbel), dan leren we Hem beter kennen en kan er een relatieverdieping plaatsvinden. We weten dan hoe we rein en heilig voor Hem kunnen leven.
121 van 161
Ps. 119:9:
Discipelschap Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren? Als hij dat houdt naar uw woord.
Daardoor tonen we dat we Hem liefhebben boven alles. Bovendien kunnen we daardoor beter voldoen aan het 2e gebod: de naaste liefhebben als onszelf (Col. 3:16). Onze relatie met Hem wordt ook verdiept als we regelmatig met Hem praten en naar Hem luisteren. 1Thess. 5:17-18:bidt zonder ophouden, dankt onder alles, want dat is de wil Gods in Christus Jezus ten opzichte van. Ef. 6:18-19:
En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen; ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het geheimenis van het evangelie bekend te maken,
Een relatie bestaat immers uit communicatie: het gesprek. Bidden is niet alleen spreken met God, maar ook luisteren naar wat Hij te zeggen heeft en daarop reageren zoals Hij dat wil. Wees elke dag een getuige. Zorg ervoor dat de mensen aan je kunnen zien dat je van Christus bent. Wees een getuige in woord, Rom. 1:16-17: Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. Want gerechtigheid Gods wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, gelijk geschreven staat: De rechtvaardige zal uit geloof leven.
En in daad. Ef. 2:10:
Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.
Gebed van toewijding Heer, Ik stel mijzelf onvoorwaardelijk en zonder enige reserve in Uw handen. Ik besef, dat ik geen enkel recht heb op mijn leven, daarom wil ik U dienen. Ik wil U dienen uit liefde voor wat U voor mij deed. Daarom is het mij een vreugde mijzelf aan U te geven. Heer, Ik geloof dat U een plan hebt met mijn leven en dat U mij gebruiken wilt. Ik wil mij daarom door U laten vormen en U tot Uw volle doel in mijn leven laten komen. Heer, Ik wil leven volgens Uw Woord, dat ik zie als een leidraad voor mijn leven. Ik wil mijzelf onderwerpen aan degenen die U boven mij hebt gesteld. Ik wil de taak, die U mij gegeven hebt, ook volledig ten uitvoer brengen. Ik dank U dat ik mag rekenen op Uw leiding en bemoeienis met mij. Heer, U hebt mij Uw naam gegeven en ik wil die dragen tot eer van U. Ik wil van Christus zijn, ik wil christen heten. Amen.
122 van 161
Discipelschap
Voorbeelden met betrekking tot toewijding. Jezus wordt door zijn ouders voorgesteld aan de Here. Luc. 2:22-24:
En toen de dagen hunner reiniging naar de wet van Mozes vervuld waren, brachten zij Hem naar Jeruzalem om Hem de Here voor te stellen, gelijk geschreven staat in de wet des Heren: Al het eerstgeborene van het mannelijke geslacht zal heilig heten voor de Here, en om een offer te brengen overeenkomstig hetgeen in de wet des Heren gezegd is, een paar tortelduiven of twee jonge duiven.
Na de geboorte van Jezus moesten Maria en Jozef nog veertig dagen in afzondering in Bethlehem blijven, omdat de wet dat zegt (Lev. 12:1-8; Num. 18:15). Na die tijd gingen ze naar Jeruzalem om de benodigde offers te brengen (Lev. 12:8). In de tempel zou dan ook het Kind aan God worden voorgesteld (toegewijd, aangeboden). In de tijd van Abraham was het al zo dat de eerstgeboren zoon speciale rechten had: hij werd als het ware de priester van de familie. Na de laatste plaag in Egypte werden ze zelfs “dubbel” van de Heer. Omdat de wet vereist dat priesters een goede opleiding hadden genoten, werden uiteindelijk de stam van Levi en de nakomelingen van Aäron afgezonderd voor deze dienst (Num. 3:12). De stam van Levi nam daarbij de plaats in van de eerstgeborenen. Daarom moesten alle eerstgeborenen vrijgekocht worden van de tempeldienst door het betalen van vijf sikkels (ongeveer fl. 7,50). Door het betalen van deze prijs erkende je dat God nog steeds recht had op de eerstgeborene. OPMERKING: Deze ceremonie vindt bij de orthodoxe Joden nog steeds plaats. Het gaat ongeveer zo: De vader nodigt tien vrienden uit, en een rabbi die een afstammeling van Aäron moet zijn. Dit gebeurt op de eenendertigste dag na de geboorte van het kind. Het kind wordt binnengedragen en voor de rabbi op tafel gelegd, met het benodigde geld. Daarna deelt de vader officieel mee dat het kind zijn eerstgeboren zoon is en dat hij het daarom aan de rabbi, die vertegenwoordiger van God is, geeft. De rabbi vraagt dan: “Wat wil je liever doen, je eerstgeborene aan Jahweh geven of hem vrijkopen voor vijf sikkels?” (Num. 18:6) De vader antwoordt natuurlijk dat hij het kind wil vrijkopen. De rabbi pakt het geld. Hij maakt, met het geld in zijn hand, een beweging rond het hoofd van het kind als teken dat de koop bezegeld is. Zijn andere hand legt hij op het voorhoofd van het kind en hij zegt: “Dit kind is in plaats van dit geld, en dit geld is in plaats van dit kind; moge dit kind grootgebracht worden in de onderdanigheid aan de wet en tot de vreze des hemels; en omdat hij hier gebracht werd om verlost te worden, zo moge hij dan ingaan tot de wet en tot goede werken.”
Ook voor moderne ouders is dit een goed voorbeeld. Door onze kinderen aan de Heer voor te stellen in een daad van toewijding, erkennen wij dat God recht heeft op hun leven en hun dienst. Dit geldt voor al onze kinderen, want het Nieuwe Testament zegt dat alle gelovigen priesters zijn. 1Petr. 2:9:
Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht:
Het zegt ook dat kinderen geheiligd zijn in de ouders (vgl. 1Cor. 7:13-14). Eveneens aanvaarden we dan onze verantwoordelijkheid om de kinderen op te voeden en te onderwijzen, zodat zij God leren kennen en Hem voortdurend zullen dienen. Dat Jezus werkelijk toegewijd is kunnen we zien aan de uitspraken die de Heilige Geest door Simeon en Anna deed. Alles wat zij over Jezus uitspraken is vervuld! Zijn toewijding blijkt 123 van 161
Discipelschap
ook uit de uitspraken die Hij deed (Joh. 4:34) en de daden die daarbij hoorden: Hij heeft werkelijk gedaan wat God Hem vroeg (Joh. 17:4). De rijke jongeling Marc. 10:17-30: En toen Hij op weg ging, liep iemand op Hem toe, viel op de knieën en vroeg Hem: Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? En Jezus zeide tot hem: Waarom noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan God alleen. Gij kent de geboden: Gij zult niet doodslaan, gij zult niet echtbreken, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven, gij zult niet ontvreemden, eer uw vader en moeder. Hij zeide tot Hem: Meester, dat alles heb ik in acht genomen van mijn jeugd af. En Jezus, hem aanziende, kreeg hem lief en zeide tot hem: Een ding ontbreekt u, ga heen, verkoop al wat gij hebt en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemel hebben, en kom hier, volg Mij. Maar zijn gelaat betrok bij dat woord en hij ging bedroefd heen, want hij bezat vele goederen. En Jezus, rondziende, zeide tot zijn discipelen: Hoe moeilijk zullen zij, die geld hebben, het Koninkrijk Gods binnengaan. En zijn discipelen waren zeer verbaasd over zijn woorden, maar Jezus antwoordde weder en zeide tot hen: Kinderen, hoe moeilijk is het het Koninkrijk Gods binnen te gaan. Het is gemakkelijker dat een kameel gaat door het oog ener naald, dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat. En zij waren nog meer verslagen en zeiden tot elkander: Maar wie kan dan behouden worden? Jezus zag hen aan en zeide: Bij mensen is het onmogelijk, maar niet bij God; want alle dingen zijn mogelijk bij God. Petrus begon tot Hem te zeggen: Zie, wij hebben alles prijsgegeven en zijn U gevolgd. Jezus zeide: Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of broeders of zusters of moeder of vader of kinderen of akkers heeft prijsgegeven om Mij en om het evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig terug: nu, in deze tijd, huizen en broeders en zusters en moeders en kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven.
Veel mensen zijn als de rijke jongeling. Ze denken dat zij zich volledig aan de Heer hebben toegewijd, maar ze hebben niet de rechten op bepaalde delen van hun leven overgedragen aan de Heer. Vaak betekent dat ook dat niet afgerekend hebben met bepaalde zonden in hun leven en dat God niet volledig de leiding heeft over hun. Jezus zei, naar aanleiding van de rijke jongeling, dat het moeilijk was voor een rijke (in eigen ogen) om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Hij is te groot voor het oog van de naald. Jezus bedoelt hiermee dat wij zo klein moeten worden dat we wel door die kleine poort kunnen (Marc. 10:25). Dit kan alleen als we alles wat tussen Hem en ons in staat verwijderen. Toewijding is dus een soort zuiveringsproces. Alles wat onrein is gaat tegen Gods wil in en dient dus verwijderd te worden (vgl. Gal. 5:19-21). Je kunt bijvoorbeeld denken aan: onoprechtheid, oneerlijkheid, schijnheiligheid, egoïsme, jaloezie, hebzucht, enz. Oproep aan Israël ten tijde van Jozua Jozua roept het hele volk bijeen om het verbond met God te vernieuwen. Zijn oproep geeft duidelijk aan hoe diep de toewijding is die God van een mens verwacht. God wil dat je alles aan de kant doet wat er tussen jou en Hem in staat en dat je Hem met heel je hart gaat dienen.
124 van 161
Discipelschap Joz. 24:14-15: Welnu, vreest dan de Here en dient Hem oprecht en getrouw; doet weg de goden die uw vaderen gediend hebben aan de overzijde der Rivier en in Egypte, en dient de Here. Maar indien het kwaad is in uw ogen, de Here te dienen,
kiest dan heden, wie gij dienen zult: of de goden die uw vaderen aan de overzijde der Rivier gediend hebben, of de goden der Amorieten, in wier land gij woont. Maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen!
David David vraagt aan God of hij een huis mag bouwen voor Hem in Jeruzalem. God wijst dit af. Uit de eerste reactie van de profeet Nathan zien we dat David bekend staat als een toegewijd man: De Here is met hem. 2Sam. 7:3:
Toen zeide Nathan tot de koning: Welaan, doe al wat in uw hart is, want de Here is met u
Petrus, Andreas, Jacobus en Johannes Toen Jezus de discipelen riep, lieten zij alles achter en volgden Hem. Math. 4:18-22: Toen Hij nu langs de zee van Galilea ging, zag Hij twee broeders, Simon, die Petrus genoemd wordt, en Andreas, diens broeder, een net in zee werpen; want zij waren vissers. En Hij zeide tot hen: Komt achter Mij en Ik zal u vissers van mensen maken. Zij nu lieten terstond hun netten liggen en volgden Hem. En vandaar verder gegaan zijnde, zag Hij nog twee broeders, Jacobus, de zoon van Zebedeüs, en Johannes, zijn broeder, in het schip met hun vader Zebedeüs, terwijl ze bezig waren hun netten in orde te brengen, en Hij riep hen. Zij lieten dan terstond het schip en hun vader achter en volgden Hem. Math. 19:27-29: Daarop antwoordde Petrus en zeide tot Hem: Zie, wij hebben alles prijsgegeven en zijn U gevolgd; wat zal dan ons deel zijn? Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, gij, die Mij gevolgd zijt, zult in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen op de troon zijner heerlijkheid zal zitten, ook op twaalf tronen zitten om de twaalf stammen van Israël te richten. En een ieder, die huizen of broeders of zusters of vader of moeder of kinderen of akkers heeft prijsgegeven om mijn naam, zal vele malen meer terugontvangen en het eeuwige leven erven.
Maria, Johanna en anderen Nadat Jezus deze vrouwen genezen en/of bevrijd had, dienden zij Jezus (en anderen) met alles wat zij bezaten. Luk. 8:1-3:
En het geschiedde kort daarna, dat Hij van stad tot stad en van dorp tot dorp trok, verkondigende het evangelie van het Koninkrijk Gods, en de twaalven met Hem, en enige vrouwen, die genezen waren van boze geesten en van ziekten: Maria, met de bijnaam: van Magdala, van wie zeven boze geesten uitgegaan waren, en Johanna, de vrouw van Chusas, de rentmeester van Herodes, en Susanna en vele andere, die hen dienden met hetgeen zij bezaten.
Paulus Het getuigenis van Paulus over hemzelf geeft al aan hoe groot zijn toewijding is. Fil. 1:21:
Want het leven is mij Christus en het sterven gewin.
125 van 161
Discipelschap
In zijn leven is Christus het middelpunt. Alles draait om zijn Heer. En hij weet dat het sterven gewin is omdat hij dan voor eeuwig bij God zal zijn. Timotheüs Paulus noemt hier de kenmerken van een toegewijd mens: zijn leerling Timotheüs. Deze heeft zijn eigen belang helemaal aan de kant gezet voor de zaak van Christus. Bovendien voelt Timotheüs zich zeer nauw betrokken bij de belangen van de naaste. Ook is in het verleden al aangetoond dat hij trouw is in zijn houding en handelen. Fil. 2:19-22:
Ik hoop in de Here Jezus Timotheüs spoedig tot u te zenden, opdat ook ik welgemoed moge zijn, wanneer ik vernomen heb, hoe het u gaat. Want ik heb niemand die zo eens geestes met u is, om uw belangen getrouw te behartigen; want allen zoeken zij hun eigen belang, niet de zaak van Christus Jezus. Zijn beproefde trouw kent gij echter, dat hij, gelijk een kind zijn vader, mij in de dienst van het evangelie heeft geholpen.
Epafroditus Door dienstbetoon aan anderen, en dus ook aan Christus, heeft Epafroditus zijn leven op het spel gezet. Fil. 2:25-30:
Maar ik achtte het noodzakelijk, Epafroditus tot u te zenden, mijn broeder en medearbeider en medestrijder, die uw afgevaardigde was om mij te helpen in hetgeen ik nodig had. Immers, hij was vol verlangen naar u allen en ook in zorg, omdat gij gehoord hadt, dat hij ziek was. Hij is ook ziek geweest, de dood nabij, maar God heeft Zich over hem ontfermd, en niet alleen over hem, maar ook over mij, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben. Ik zend hem dan met te meer spoed, opdat gij, als gij hem ziet, u weer verblijden moogt en ik minder zorg moge hebben. Ontvangt hem dan in de Here met alle blijdschap en houdt mannen zoals hij in ere. Want om het werk van Christus is hij de dood nabijgekomen en hij heeft zijn leven gewaagd om aan te vullen wat nog aan uw dienstbetoon jegens mij ontbrak.
Toch is hij doorgegaan. Hij vond het werk van Christus belangrijker dan zichzelf. Noach Noach is een discipel ten voeten uit. Je komt bij hem tenminste vijf kenmerken van discipelschap tegen: toewijding, zelfverloochening, bereidwilligheid, gehoorzaamheid en dienstbaarheid. Het is daarom heel zinvol om een studie van zijn leven met God te maken. Hier kijken we alleen naar zijn toewijding. Gen. 6:9:
Dit is de geschiedenis van Noach. Noach was onder zijn tijdgenoten een rechtvaardig en onberispelijk man; Noach wandelde met God.
Toewijding blijkt uit je leven. Het moest zichtbaar zijn aan je wandel.
126 van 161
Discipelschap
Toetsen van je toewijding. Je toewijding aan God blijkt in de eerste plaats uit de tijd die je met God neemt (je stille tijd). Als je ergens aan toegewijd bent, geef je daar tijd aan. Als je er problemen mee hebt om stille tijd te houden, dan heb je er ook problemen mee om je relatie met God te onderhouden. Dit betekent dat je niet toegewijd bent aan de Heer. OPMERKING: John Wimber zei: “Eén van de belangrijkste dingen in het leven van een christen is de intieme omgang met God door gebed... Wanneer we een hechte relatie met de Vader hebben, ontvangen we vergeving, vernieuwing en kracht tot een rechtvaardig leven. Alleen in intieme relatie met God kunnen we Zijn stem horen, Zijn wil kennen en Zijn diepste wezen verstaan.”
Een ander middel waarmee we onze toewijding kunnen toetsen, zijn onze problemen. Problemen kunnen nogal eens ontstaan doordat we anders leven en handelen dan God ons gezegd heeft. Een probleem kan dus een indicator zijn voor een gebrek aan toewijding. We kunnen dat heel duidelijk zien in het leven van Jona. Hij was ongehoorzaam aan God en kwam daardoor in de problemen. Zijn problemen werden opgelost op de momenten dat hij tot inkeer kwam. Het leven van een christen wordt wel eens vergeleken met een wedstrijd. 1Cor. 9:24-27: Weet gij niet, dat zij, die in de renbaan lopen, allen wel lopen, doch dat slechts een de prijs kan ontvangen? Loopt dan zo, dat gij die behaalt! En al wie aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een vergankelijke erekrans te verkrijgen, wij om een onvergankelijke. Ik loop dan ook niet maar in den blinde en ik ben geen vuistvechter, die zo maar in de lucht slaat. Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden. Hebr. 12:1-2:
Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die voor ons ligt. Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke voor Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods.
Iemand die een wedstrijd wil winnen, moet niet alleen dat doel voor ogen hebben, maar hij zal ook veel werk moeten leveren om dat doel te bereiken. Voor een christen geldt hetzelfde. Toewijding en discipline brengen je dichter bij het einddoel: het behalen van de onvergankelijke erekrans. Als er geen verbetering van ons geestelijk leven te bespeuren valt of als er geen overwinning te ontdekken is, dan zullen we merken dat dit vaak te wijten is aan een gebrek aan toewijding, volharding en/of discipline.
127 van 161
Discipelschap
26. Kenmerken van een discipel: Zelfverloochening
Een levensweg
God Maak mij een werktuig van Uw vrede. Waar haat is, laat mij daar Uw liefde zaaien. Waar overtreding, vergiffenis. Waar scheiding is, hereniging. Waar twijfel is, geloof. Waar wanhoop is, hoop. Waar duisternis is, licht. Waar droefheid is, vreugde. O Goddelijke Meester Geef dat ik minder zoek Getroost te worden, dan te troosten; Minder begrepen te worden, dan te begrijpen; Minder bemind te worden, dan te beminnen. Want wij ontvangen, door te geven; Wij krijgen vergiffenis, door vergiffenis te schenken; En we worden tot eeuwig leven geboren door te sterven. Amen
Franciscus van Assisi
128 van 161
Discipelschap
Inleiding Wanneer je hoofdstuk 25 goed doorgenomen hebt, heb je eigenlijk tegen God gezegd: “Heer hier ben ik, doe met mij maar wat u wilt.” Misschien dat je het gebed aan het einde van dat hoofdstuk nog eens door kunt lezen. Met zo’n beslissing gaat God echt iets doen. De Heer test of je wel echt gekozen hebt. Bij deze les wordt afgerekend met elke vorm van egoïsme. Petrus Petrus was een erg toegewijd mens. Hij was zelfs zo toegewijd dat hij zei tegen Jezus: “Zelfs al moest ik met U sterven, ik zal U zeker niet verloochenen.” (Math. 26:35). Ondanks zijn toewijding wist hij helemaal niets van zelfverloochening. Kijk maar eens naar wat er nog geen dag later gebeurde: Math. 29:69-75: Petrus zat buiten in de hof en er kwam een slavin naar hem toe, die zeide: Ook gij waart bij Jezus, de Galileeër. Maar hij loochende het ten aanhoren van allen en zeide: Ik weet niet, wat gij zegt. Toen hij naar het portaal ging, zag een andere hem en zij zeide tot hen, die daar waren: Die man was bij Jezus, de Nazoreeër. En wederom loochende hij het met een eed: Ik ken de mens niet. Even later kwamen zij, die daar stonden, naar Petrus toe en zeiden: Waarlijk, ook gij behoort tot hen, want ook uw uitspraak verraadt u. Toen begon hij zich te vervloeken en te zweren: Ik ken de mens niet. En terstond kraaide een haan. En Petrus herinnerde zich het woord, dat Jezus gesproken had: Eer de haan kraait, zult gij Mij driemaal verloochenen. En hij ging naar buiten en weende bitter.
Hij verloochende Jezus. Je moet nu niet denken dat hij minder toegewijd was of dat hij de Heer niet meer liefhad. Welnee! Hij deed het juist om bij de Heer te blijven en Hem niet uit het oog te verliezen. Hij dacht misschien wel dat het al erg genoeg was dat Jezus gevangen genomen was en dat hij eer wel voor zou zorgen dat ze hem niet zouden pakken zodat hij misschien nog wat voor Hem kon doen… Toen Petrus Jezus verloochende ontkende hij dat hij een relatie met Hem had. Verloochenen betekent: zelf afstand nemen van iets of iemand. Zelfverloochening is dan: zelf afstand nemen van jezelf, van je eigen verlangens en je eigen ik. Je zegt dan eigenlijk tegen jezelf: “Ik ken jou niet”. Achter Jezus aan Math. 16:24-25: Toen zeide Jezus tot zijn discipelen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het vinden.
Misschien wil je wel bij Jezus horen. Je hebt gehoord dat dit veel voordelen biedt. En dan komt het… “die verloochene zichzelf.” En daar houdt het juist voor veel mensen op. “Mijzelf verloochenen, wat voor nut heeft dat? Ik wil liever mezelf blijven.” Zonder zelfverloochening is het onmogelijk om bij Jezus te blijven. Jezus gaat de weg van het kruis en Hij vraagt dat ook van jou. Je moet jezelf wel verloochenen, met jouw kruis op je rug, en mensen die jou bespotten.
129 van 161
Discipelschap Opmerking: ‘Je kruis opnemen’ verwijst niet naar de lasten in het leven. Deze komen algemeen voor, bij alle mensen. Dat zijn verzoekingen, beproevingen, teleurstellingen en onderdrukking die naar ons toekomt omdat wij in een zondige wereld leven. De gelovige krijgt hier net zo goed mee te maken als ieder ander. Hij maakt ziekten door, ongelukken, brand en natuurrampen omdat hij leeft in een wereld die gedompeld is in zonde. Maar toch zijn deze lasten niet ‘je kruis opnemen’. Je kruis opnemen doe je vrijwillig, het is niet iets dat je opgelegd wordt door de lasten in het leven. Het is een voortdurende (dagelijks) keuze om je eigen begeerten en verlangens te verloochenen en dan Gods wil te doen. Jezus zei: “Wie zijn kruis niet opneemt en Mij navolgt, kan mijn discipel niet zijn.” Je kruis opnemen is niet prettig voor je menselijke natuur want jij moet jezelf verloochenen. Je moet het zelf doen voor de zaak van Christus. Om je kruis op te nemen, moet je jouw handen leegmaken. De dingen van de wereld moeten verwijderd worden. Wanneer jouw hart gericht is op geld, zijn jouw handen te vol om je kruis op te nemen. Wanneer jouw tijd in beslag genomen wordt door genoegens en door dingen die je vlees bevredigen, zijn je handen te vol om het kruis op te nemen. Nadat jij jezelf verloochend hebt en je kruis opgenomen hebt, is de volgende stap: volgen. Je moet je oude leven achter je laten, inclusief de zondige relaties.
‘Achter Jezus aangaan’ betekent een leven waarin je geen aanspraak meer kunt maken op je genoegens, je comfort, eer voor jezelf, liefde van mensen, op wat dan ook voor jezelf. Daarom is zelfverloochening noodzakelijk om bij Jezus te blijven. Drie punten Er zijn drie dingen waaraan je kunt merken dat jij jezelf nog niet hebt verloochend: 1. Zelfrechtvaardiging: Wat doe je als iemand naar je toekomt en zegt dat je een fout gemaakt hebt? Is dan je eerste reactie: jezelf verdedigen? Kom j op voor jezelf? En als blijkt dat je inderdaad fout was, probeer jij jezelf dan te verontschuldigen? Wil jij die ander dan overtuigen van je onschuld, van de ‘verkeerde’ omstandigheden of van de ‘verkeerde medewerkers’? Van nature willen we onszelf verdedigen. We laten niet over ons heen lopen. We slaan terug wanneer er geslagen wordt en we laten onze tanden zien. Bij Christus was dat anders: 1Petr. 2:23:
die, als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem, die rechtvaardig oordeelt;
Zelfrechtvaardiging staat tegenover zelfverloochening. Het is een houding waarin jij jezelf beschermt en vasthoudt aan je eigen recht. Maar juist dan kan God jou niet rechtvaardigen! 2. Rebellie: Wanneer er sprake is van rebellie, kun je er zeker van zijn dat je op de verkeerde weg bent. Er zijn er velen die opstandig zijn. Dat maakt hen ongevoelig voor de Heilige Geest. Zij gaan tekeer tegen allerlei verkeerde omstandigheden en verschillende vormen van onrecht. Maar al hun strijden komt voort uit een hart dat niet overgegeven is aan God. Ze moeten eerst zelf veranderen (denk aan de spreuk: ‘verbeter de wereld, begin bij jezelf’). Rebellie is altijd een verkeerde reactie en het verhindert dat God Zijn werk door jou heen kan doen. Door zelfverloochening kunnen wij boven de omstandigheden staan en kunnen wij ervoor bidden. Dan zal God horen want…
130 van 161
1Sam. 15:22:
Discipelschap Heeft de Here evenzeer welgevallen aan brandoffers en slachtoffers als aan horen naar des Heren stem? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffers, luisteren beter dan het vette der rammen.
Hij zal dan zeker ingaan op de verandering die Hij heeft gezien in je hart. 3. Ongeloof: Hebr. 3:18-19: Aan wie anders zwoer Hij, dat zij tot zijn rust niet zouden ingaan, dan aan hen, die ongehoorzaam geweest waren? Zo zien wij, dat zij niet konden ingaan wegens hun ongeloof.
Hier zien we dat ongeloof voortkomt uit ongehoorzaamheid. Met ongehoorzaamheid beweer jij het beter te weten dan God. Je volgt daarom Zijn Woord niet op en onttrekt je aan Zijn autoriteit. Daarmee plaats jij jezelf buiten het Koninkrijk van God. Je wordt kwetsbaar en de duivel ziet kans om je te grazen te nemen. Allerlei gedachten van kritiek gaan je beheersen en je dwaalt steeds verder van God af. Je bent in de strik van satan gelopen en schuldig aan de zonde die hij ook had. De enige weg terug is die van zelfverloochening. Zet je kritische gedachten aan de kant en wordt gehoorzaam aan God. Voorbeelden van zelfverloochening Hier volgen voorbeelden van zelfverloochening. Stel je bij elk voorbeeld de vraag: “Ben ik ooit in een dergelijke situatie beland? Zo ja, wat deed ik toen?” Het kan zijn dat God je dan gebieden laat zien waarin jij jezelf nog niet verloochend hebt. Doe dat door dat gebied in je leven eenvoudigweg in een gebed aan God te geven en door Hem om vergeving te vragen. 1. Abraham (Gen. 13): Er komt een ruzie tussen de herders van Abraham en Lot. Het loopt uit op een scheiding. Abraham, die veel ouder is dan zijn neef en meer recht heeft om te kiezen, zegt: Gen. 13:9:
Ligt het gehele land niet voor u open? Scheid u toch van mij af; hetzij naar links, dan ga ik rechts, hetzij naar rechts, dan ga ik links.
Lot kiest het meest vruchtbare land. Dat is een egoïstische keuze. Abraham deed afstand van zijn recht en liet Lot de eerste keuze. Hij had in middels al van God geleerd. Hij had zijn land en alles wat hij had al achter zich gelaten, toen God hem riep, om naar een land te gaan waarvan hij niet eens wist waar het lag. Lot zal uiteindelijk spijt krijgen van zijn egoïstische keuze. Bij een strijd tegen Sodom wordt hij als krijgsgevangene meegenomen en weer later ontkomt hij maar net aan de straf die God over deze stad laat komen. 2. De weduwe van Sarefat (1Kon. 17:9-16): Er is hongersnood en de Heer zendt de profeet Elia naar Sarefat. Daar komt hij een weduwe tegen en vraagt haar om een brood. Haar antwoord is tragisch: 1Kon. 17:12:
Daarop zeide zij: Zo waar de Here, uw God, leeft, ik heb geen broodkoek, maar enkel een handvol meel in de pot en een weinig olie in de kruik. En zie, ik ben bezig een paar stukken hout te sprokkelen. Dan wil ik het thuis voor mij en mijn zoon gaan bereiden, en als wij het gegeten hebben, moeten wij maar sterven. 131 van 161
Discipelschap
De profeet daagt haar uit eerst een koek voor hem te bakken en daarna pas eentje voor haar en haar zoon. Zij verloochent zichzelf en neemt die uitdaging aan. Het gevolg is dat de meel en de olie niet meer opraken. Zij deed afstand van zichzelf en dat bracht haar in de overvloed van God! 3. Esther (Est. 4-9): Het Joodse volk wordt bedreigd, vooral door Haman. De Heer heeft echter in Zijn wijsheid de Jodin Esther koningin laten worden. Door haar oom Mordechai komt zij achter het uitroeiingsplan van Ahasveros, de koning. Zij is de enige die hier iets aan kan doen. Maar zij mag niet zomaar ongevraagd bij de koning komen. Dat kan haar dood betekenen, of in ieder geval haar positie. Van haar zijn de woorden: Est. 4:16:
…kom ik om, dan kom ik om.
Door deze daad van zelfverloochening werd het Joodse volk gered. Haman moest het onderspit delven en Mordechai werd in ere hersteld. 4. Daniël (Dan. 5:16-17): Wanneer aan het hof van Belsazar een schrift aan de wand verschijnt, wordt Daniël gevraagd om uitleg te geven. De koning belooft hem allerlei rijke beloningen. Maar Daniël antwoordt: Dan. 5:17:
Daarop antwoordde Daniel de koning: Behoud uw geschenken, en schenk uw gaven aan een ander; nochtans zal ik het schrift voor de koning lezen en hem de uitlegging bekendmaken.
God wil niet dat wij aan vriendjespolitiek doen. We moeten er ook niet uit zijn op beloning. Ons loon is van de Heer. Zoek niet de eer van mensen, want onze God is een jaloers God. Hij geeft Zijn eer aan geen ander. 5. Mozes (Hebr. 11:24-26): Mozes wilde liever lijden en onrecht verdragen dan de eer en rijkdom genieten van het Egyptische hof. 6. Paulus (Hand. 20:24): Door de bediening van Paulus is het heil naar de heidenen gekomen. In feite zijn de Christenen uit de westerse landen allemaal een vrucht van zijn werk. Paulus verloochende zichzelf. Hij zei tegen de gemeente in Efeze: Hand. 20:24:
Maar ik tel mijn leven niet en acht het niet kostbaar voor mijzelf, als ik slechts mijn loopbaan mag ten einde brengen en de bediening, die ik van de Here Jezus ontvangen heb om het evangelie der genade Gods te betuigen.
Wie het leven van Paulus bestudeert, zal concluderen dat hij deze woorden waargemaakt heeft in zijn leven. 7. Jezus (Fil. 2:5-6): Jezus heeft Zijn leven afgelegd om mens te worden en is in gehoorzaamheid de weg van het kruis gegaan, dwars door de dood. Hij deed niet alleen afstand van Zijn familie, comfort en rijkdom, Hij deed ook afstand van Zijn heerlijkheid en glorie, die Hij bij de Vader had. 132 van 161
Discipelschap Joh. 5:19:
Jezus dan antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, de Zoon kan niets doen van Zichzelf, of Hij moet het de Vader zien doen; want wat deze doet, dat doet ook de Zoon evenzo.
Heb je het moeilijk met zelfverloochening, kijk dan naar het kruis. Daar vond een schijnbare nederlaag plaats, die uiteindelijk de grootste overwinning bleek te zijn. Het kruis is het antwoord op ons egoïsme, de overwinning op ons vlees. Toepassing Hoe werkt het in de praktijk? God zegt: “Geef.” Jij vindt het moeilijk om zomaar iets weg te geven. Dan verloochen jij jezelf en ontdekt dat er gegeven wordt aan degene die geeft (Math. 25:29). Je ontdekt nog iets belangrijkers. Je ontvangt een openbaring over wie God is, dat Hij een God van geven is. Zelfverloochening brengt je op Gods niveau en verlost je van zelfzucht. Heb je dit nog niet, doe dan het volgende: 1. 2. 3. 4.
Beslis dat je iets wilt weggeven. De Heer wil dat je afrekent met zelfzucht. Geloof dat de Heer jou hiervoor uitkiest, en niet een ander (dat is genade). Wees stil voor de Heer en vraag wat jij mag doen. Sluit hierbij niets uit. Als er iets is dat niet binnen je vermogen ligt, mag je geloven dat de Heer voorziet, op tijd. Je leert zo te meer te vertrouwen op Jezus. 5. Verwacht geen beloning of dankbaarheid. 6. Bid voor degene, die jij mag dienen. Misschien heeft jouw dienstbaarheid verstrekkende gevolgen (bekering, herstel van relaties e.d.) 7. Onthoud dat Jezus om ons arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat wij door Zijn armoede rijk zouden worden. 2Cor. 8:9: Gij kent immers de genade van onze Here Jezus Christus, dat Hij om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij door zijn armoede rijk zoudt worden.
133 van 161
Discipelschap
27. Kenmerken van een discipel: Bereidwilligheid
Vijf minuten
Geef mij nog vijf minuten, Heer, Voor de brief die ik niet schreef, En waardoor een mensenhart in een koude leegte bleef. Geef mij nog vijf minuten, Heer, Voor het woord, dat ik niet sprak, Waardoor ik in een mensenhart misschien iets kostbaars brak. Geef mij nog vijf minuten, Heer, Voor een lach, spontaan en blij, Waardoor ik warmte breng en sfeer, in huizen rondom mij. Geef mij nog vijf minuten, Heer, Voor een traan die ik niet liet; Zo bleef een ander mensenkind eenzaam met zijn verdriet. Geef mij nog vijf minuten, Heer, Voor alles wat ik niet heb gedaan, Ofschoon U vele kansen gaf, die ik voorbij liet gaan. Geef mij nog tien minuten, Heer, Misschien dat het wat wordt; Ach, geef mij een heel leven, Heer, Minuten zijn zo kort...
(Uit: De Reddingboot)
134 van 161
Discipelschap
Inleiding Wanneer je bereidwillig bent, ben je vergelijkbaar met een bonk klei. Je bent soepel en kneedbaar, zodat er uit die bonk klei iets moois of iets nuttigs kan ontstaan. Maar als je oude klei bent, ben je hard en droog en moet er gehakt worden. Dat doet pijn… Bereidwilligheid zegt iets over jouw opstelling: ben jij bereid jouw WIL ondergeschikt te laten zijn aan die van God? Bereid zijn en willen leren zijn de hoofdzaken in dit hoofdstuk. Ef. 6:15 zegt dat je voeten geschoeid moeten zijn met de bereidvaardigheid van het Evangelie des vredes. Is dat bij jou zo? Elisa 1Kon. 19:19-21: Nadat hij vandaar gegaan was, trof hij Elisa aan, de zoon van Safat, bezig te ploegen met twaalf span voor zich, terwijl hij zelf bij het twaalfde was Toen Elia hem voorbijging, wierp hij hem zijn mantel toe. Daarop verliet hij de runderen, snelde Elia achterna en zeide: Laat mij toch mijn vader en mijn moeder kussen, dan wil ik u volgen. En hij zeide tot hem: Ga heen, keer terug, want wat heb ik u gedaan?
Elisa was de zoon van een rijke boer en hij was niet bepaald een luiaard. In zijn eentje kon hij 12 ossen in bedwang houden en de steenachtige grond in die omgeving omploegen. Juist wanneer hij hiermee bezig is komt de grote profeet Elia langs. Dat is niet toevallig. Elke keer wanneer God mensen roept vindt dat plaats midden in hun dagelijkse bestaan. Petrus werd geroepen toen hij in de vissersboot bezig was. Johannes was bezig met het boeten van netten. God roept nooit luie mensen. Elisa zit niet onder een appelboom op een strootje te kauwen en zegt dan: “Nou Heer, roept U me maar, ik ben er helemaal klaar voor…” Elisa is een werker en dat zie je hier duidelijk. Dan komt Elia en werpt hem zonder enige waarschuwing zijn mantel over zijn schouders. Wat betekent dat? Elisa weet precies wat ermee bedoeld wordt en volgt de profeet. Elisa laat de keien achter; als God roept laat je alles achter. Er is geen uitleg nodig. Die ossen, die voor die tijd voor een boer van onschatbare waarde waren, werden geslacht en gebraad op het hout van de ploegen. Elisa verbrandt alle schepen achter zich en gaat Elia achterna. Hij geeft alles op: zijn carrière, zijn toekomst en zijn familie. Hij dient Elia. Wat is er eigenlijk aan de hand met Elisa? 1. God had Elia de opdracht gegeven Elisa tot profeet te zalven. Hij moest de taak van Elia overnemen. 2. Elia werpt hem de mantel toe. De mantel is een teken van zijn autoriteit en bediening. Ook Johannes de Doper droeg een specifieke mantel: Luk. 1:17:
En hij zal voor zijn aangezicht uitgaan in de geest en de kracht van Elia, om de harten der vaderen te keren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de gezindheid der rechtvaardigen, ten einde voor de Here een weltoegerust volk te bereiden.
Math. 3:4:
Hij nu, Johannes, droeg een kleed van kameelhaar en een lederen gordel om zijn lendenen; en zijn voedsel bestond uit sprinkhanen en wilde honing. 135 van 161
Discipelschap
Elisa begreep dat het niet zomaar een gebaar was. Het zegt eigenlijk: “Jij bent mijn opvolger, je staat nu onder het gezag en de autoriteit van God.” 3. Nadat dit gebeurd is, volgt Elisa Elia en dient hem. Er volgt een tijd waarin hij de man van God dient en van hem leert voor hijzelf aan zijn bediening begint. Dat gebeurt later: 2Kon. 2:13-14: Daarop raapte hij de mantel van Elia op, die van hem afgevallen was, keerde terug en ging aan de oever van de Jordaan staan. En hij nam de mantel van Elia, die van hem afgevallen was, sloeg op het water, en riep: Waar is de Here, de God van Elia, ja Hij? Hij sloeg op het water en dit verdeelde zich herwaarts en derwaarts, zodat Elisa kon oversteken.
Je ziet hier dat Elisa de mantel van Elia opraapt en de daarbij behorende autoriteit gebruikt. Elisa is een voorbeeld van bereidwilligheid. Hij was bereid om alles achter zich te laten en de man van God te volgen. Zijn grootste wens was: 2Kon. 2:9:
En zodra zij overgestoken waren, zeide Elia tot Elisa: Doe een wens. Wat zal ik voor u doen, eer ik van u word weggenomen? En Elisa zeide: Zo moge dan een dubbel deel van uw geest op mij zijn.
God beloont zo’n verzoek. Hij verhoorde Elisa inderdaad en uit zijn levensbeschrijving blijkt dat hij inderdaad tweemaal zoveel wonderen deed dan Elia. Bereid om te leren Een discipel is iemand die wil leren. Het Griekse woord voor discipel is ‘mathetes’ (µαθητής). Dit is afkomstig van het werkwoord ‘manthano’ (µανθάνω) wet betekent: 1. 2. 3. 4. 5.
leren waarnemen proberen te weten te komen horen leren door horen, zien en doen
Een discipel is dan ook iemand die: 1. 2. 3. 4. 5.
wil leren goed waarneemt, het voorbeeld goed observeert probeert te weten te komen waarom iemand zo handelt (bedoeling begrijpen) bereid is om te luisteren naar instructie het voorbeeld overneemt en zelf in toepassing brengt wat hij geleerd heeft
Een discipel is een leerling. Daar kan hij niet onder uit. ‘Een discipel staat niet boven zijn Meester’. Als dat wel zo was, zou hij geen leerling meer zijn, want ‘al wie volleerd is, zal zijn 136 van 161
Discipelschap
als zijn Meester’. Een discipel kan nooit denken dat hij niks meer te leren heeft. Dat kan pas wanneer je gelijk bent aan de Meester. Wij moeten dan ook voortdurend een houding aannemen waarin wij willen leren: Luk. 6:40:
Een discipel staat niet boven zijn meester, maar al wie volleerd is, zal zijn als zijn meester.
Het is heel moeilijk om iets te leren aan iemand die niet wil leren. Vaak willen wij wel de andere leren, maar willen wijzelf niet geleerd worden. Als wij iemand anders iets kunnen leren staan wij direct klaar. Wij vinden onszelf dan verstandiger en beter dan de ander. In het Koninkrijk van God is het anders: niet wie het meeste weet is het beste, maar wie het meeste wil leren! In de profetieën van Jesaja staat over Jezus (de Knecht des Heren): Jes. 50:4-5:
De Here Here heeft mij als een leerling leren spreken om met het woord de moede te kunnen ondersteunen. Hij wekt elke morgen, Hij wekt mij het oor, opdat ik hore zoals leerlingen doen. De Here Here heeft mij het oor geopend en ik ben niet weerspannig geweest, ik ben niet teruggedeinsd.
Jezus leerde spreken als een leerling, en luisteren! Hij sprak de dingen die Hij van de Vader geleerd had. Hij stond ook open voor instructie en was bereid om geleerd te worden. Hoe zit dat met jou? Is jouw mening belangrijker dan die van anderen? Is jouw mening belangrijker dan die van God? Ben jij bereid om te luisteren naar de Heer, en anderen, om instructie te ontvangen? Houd jij stille tijd? Ga jij naar de Bijbelstudies? Bid je? Volg mij na God wil ons leren wandelen als mannen en vrouwen van God. Daarom geeft Hij leiders om ons dat te leren en ons tot voorbeeld te zijn. Als discipel moet je niet bang zijn om te zeggen: “Ik volg deze man van God.” Heel vaak wordt er gezegd: “Kijk niet naar mij, kijk naar Jezus.” Hoewel dit op zich klopt zit er bij deze uitspraak vaak een addertje onder het gras. Men zegt dit vaak om nederig over te komen, terwijl men heel goed weet dat men niet voldoet aan het beeld dat Jezus van Zijn discipelen verwacht. Mensen die dit zeggen weten vaak dat er iets niet goed zit tussen God en hen en weten dan ook dat zij geen goed beeld van Christus laten zien. Dat moet anders. Paulus spreekt zichzelf niet tegen wanneer hij het volgende zegt: Ef. 5:1:
Weest dan navolgers (imitators) Gods, als geliefde kinderen
en: 1Cor. 11:1:
Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg.
Je moet het zien zoals hij het hier zegt:
137 van 161
1Thess. 1:6:
Discipelschap En gij zijt navolgers geworden van ons en van de Here en gij hebt het woord onder zware verdrukking met blijdschap des Heiligen Geestes aangenomen
Je zou 1Cor. 11:1 kunnen verklaren met: “Als je niet precies weet wat de Heer van je vraagt, kijk dan naar mij, om te weten hoe de Heer jou wil leiden”Er zijn tijden dat we God niet kunnen volgen omdat we de weg van Go met ons leven niet begrijpen. Op die momenten hebben we de man van God nodig. Hij is dan het voorbeeld om na te volgen. Het is onze hoogmoed die maakt dat wij vaak wel de Heer willen volgen, maar niet de leider die door Hem boven ons gesteld is. Wanneer je alles alleen moet leren, heb je waarschijnlijk heel wat tijd nodig en moet je door ‘schade en schande’ leren. Van anderen, die geestelijk meer volwassen zin, kunnen we leren hoe wij fouten, die zij misschien wel gemaakt hebben, dienen te vermijden. Soms kan het voorbeeld van iemand, die God volgt, meer doen dan 100 uur Bijbelstudie. De moed om na te volgen en dat ook daadwerkelijk doen is een kenmerk van discipelschap. Een discipel zoekt mensen die hij na kan volgen. Volwassenheid Paulus sprak anders tot de Efeziërs dan tegen de Corinthiërs. Hij kon ook anders tot hen spreken. Zij waren volwassen geworden in de Heer. De Corinthiërs waren nog baby’s in het geloof. 1Cor. 3:1:
En ik, broeders, kon niet tot u spreken als tot geestelijke mensen, maar slechts als tot vleselijke, nog onmondigen in Christus.
Ze moesten nog geleid en gestuurd worden. Wij moeten deze les leren: Eerst leren en dan doen! Eerst moeten we met Gods wegen bekend worden en God persoonlijk leren kennen en dan pas kunnen we anderen leren hoe Hij is en wat Zijn wegen zijn. Het teken van geestelijke volwassenheid is niet dat je alle gaven van de Geest hebt en in tongen kunt spreken. Het is dat jij God kent! Ps. 103:7:
Hij maakte Mozes zijn wegen bekend, de kinderen Israëls zijn daden.
He doel van discipelschap is volwassenheid in Christus. God geeft ons daarvoor leiders, met wie wij een relatie dienen op te bouwen. Wanneer wij een voorbeeld volgen, kunnen wij op onze beurt anderen leiden en hen tot voorbeeld zijn: 2Tim. 2:1-2:
Gij dan, mijn kind, wees krachtig in de genade van Christus Jezus, en wat gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan vertrouwde mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten.
Alleen maar luisteren naar de preken van iemand is niet voldoende. Timotheüs schonk de volle aandacht aan het onderwijs dat hij ontving. Hij richtte zich volledig op de bedoeling daarvan, op het geloof, geduld, liefde, volharding, vervolgingen en lijden. Je leert die dingen pas nadat je iemand allang kent.
138 van 161
Discipelschap
Enkele punten die belangrijk zijn, wanneer je iemand navolgt: 1. Onderken en erken de autoriteit van die persoon: Er zijn verschillende soorten relaties, maar Paulus zegt: 1Cor. 4:15-16:
Want al hadt gij duizenden opvoeders in Christus, gij hebt niet vele vaders. Immers, ik heb u in Christus Jezus door het evangelie verwekt. Ik vermaan u dus: volgt mijn voorbeeld.
Erken je de autoriteit van iemand niet over je leven, dan ben je niet in staat van hem te leren. Je voorganger heeft op die manier autoriteit, de oudste, degene die je tot de Heer heeft geleid, etc. (Het volgende hoofdstuk gaan we hier dieper op in.) 2. Het volgen van de man van God moet leiden tot het volgen van God: Het resultaat van zo’n meester-discipel relatie moet zijn dat jij zelf groeit in jouw relatie met God. Beide partijen moeten hierop gericht zijn. Als discipel mag jij je nooit blindstaren op je leider. Je moet in gedachten houden dat hij ook een mens is die fouten kan maken. Als leider moet jij plaatsmaken voor God. Daarom zegt Jezus tegen Zijn discipelen: Joh. 16:7: Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden.
3. Bega nooit de fout die de Corinthiërs begingen: Zij zeiden: “Ik ben van die en ik ben van die…” (met de nadruk op ‘ik’). Het volgen van iemand moet leiden tot eenheid en niet tot verscheidenheid, tot clubjes en groepjes. Relaties in het Koninkrijk van God zijn er niet om je af te zetten tegen anderen of om er een betere positie door te krijgen, of meer invloed. Zij zijn er om het leven van en met Christus te leren. 4. Een op God gerichte relatie moet voor jou als discipel als gevolg hebben: a. Het moet je dichter bij God brengen b. Het moet ervoor zorgen dat je Gods plan voor jou en voor de wereld beter kent c. Het zal je kracht geven voor je eigen bediening Houding Bereidwilligheid is een houding. Een houding die het voor mensen aangenaam maakt om met je om te gaan. Spr. 19:22:
Het aantrekkelijke van de mens is zijn welwillendheid; beter is een arme dan een leugenachtig man.
Het laat zien dat jij wilt leren, in woord en in daad. Paulus roept het uit tegen de Corinthiërs: “Wie wijs meent te zijn, worde dwaas” (1Cor. 3:18). Denk niet dat je alles al weet. Dat is niet zo en daarom kun je altijd nog iets leren. Jezus zei:
139 van 161
Math. 11:29:
Discipelschap neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen
De wereld van vandaag heeft geen behoefte aan mensen die het allemaal zo goed weten. Zij heeft behoefte aan mensen die bereid zijn om te leren. Zeg tegen de Heer dat jij al jouw kennis op wilt geven voor Zijn kennis. Zeg tegen Hem dat jij al jouw inzichten aan de kant zet en datje gaat steunen op Zijn inzichten. Vervang jouw wijsheid door Zijn wijsheid. Laten we bidden dat er meer mensen geleerd willen worden, zodat er meer echte discipelen van Jezus komen.
140 van 161
Discipelschap
28. Kenmerken van een discipel: Gehoorzaamheid
Leer ons luisteren Heer!
Leer ons luisteren Heer, Want wij spreken zoveel, en we horen onszelf zo graag praten. We vergeten zo vaak in ons drukke gedoe, dat we U eens aan ’t Woord moeten laten. Doe ons horen, nadat mond en hart zijn verstild, Wat U zelf in die stilte tot ons zeggen wilt. Leer ons luisteren Heer, Naar de stem van Uw Boek dat U ons als gids hebt gegeven; Dat ons spreekt van Uw liefde, genade en trouw voor het aardse en het eeuwige leven. Dat vertelt van Uw Zoon en wat Hij voor ons leed. Toen U Hem tot ons heil aan een kruis sterven deed. Leer ons luisteren Heer, Naar de stem van de tijd die steeds meer op Zijn komst gaat wijzen. Leer ons uitzien, met hunkerend verlangen, naar Hem, En naar ’t land waarheen U ons doet reizen. Laat ons niet op die reis van onszelf zijn vervuld, Maar van U, die ons daar op die troon wachten zult. Leer ons luisteren Heer, Doe ons ook om Uws Naams wil de mensen verstaan, Die ons met hun verdriet overstelpen; Dat wij met een bewogen en liefdevol hart Dan bereid zijn tot troosten en helpen. Leer ons toch steeds de zin van Uw Woord: “Spreek Heer want Uw diensknecht, die hoort!”
141 van 161
Discipelschap
Inleiding Als er iets noodzakelijk is om discipel te zijn dan is dat wel gehoorzaamheid. Met gehoorzaamheid staat of valt je hele leven voor God. Kijk maar eens naar alle ellende in de wereld, alle ziekte, pijn, verdriet en oorlogen. Tal dit allemaal bij elkaar op over de periode van alle eeuwen dat de wereld bestaat. Voeg daarbij nog eens het verdriet dat God heeft om al deze dingen. Nu heb je ongeveer een idee van het belang van ongehoorzaamheid. Autoriteit Wanneer we de Heer steeds beter leren kennen willen we steeds meer gehoorzamen aan Zijn wil. Gehoorzaamheid heeft te maken met autoriteit. Daarom moet je vrijgemaakt worden van de vooroordelen die de wereld tegenwoordig heeft ten aanzien van autoriteit. Bid daarvoor. Vraag God je te laten zien waarin jij nog niet gehoorzaam bent en wees bereid om dat te onderwerpen aan Zijn autoriteit. God is niet geschapen. Hij is compleet in Zichzelf. Hij is de Eeuwige, de Onveranderlijke. Hij noemt Zichzelf: “Ik ben”. Hij is aan niemand verantwoording schuldig. Gods autoriteit is gebaseerd op wie Hij is. Wij zien Zijn autoriteit in de schepping: Ps. 148:13:
Dat zij de naam des Heren loven, want zijn naam alleen is verheven, zijn majesteit is over aarde en hemel.
Zijn autoriteit is in Jezus Christus: Math. 28:18:
En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde.
En Zijn autoriteit is in Zijn Woord: Hebr. 1:3:
Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge
Ook zie je het in de door God ingestelde gezagsinstellingen en personen: Rom. 13:1-2:
Ieder mens moet zich onderwerpen aan de overheden, die boven hem staan. Want er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld. Wie zich dus tegen de overheid verzet, wederstaat de instelling Gods, en wie dit doen, zullen een oordeel over zich brengen.
Het karakter van Gods autoriteit is niet machtswellust, maar liefde. Het doel van Zijn autoriteit is om liefde te beschermen en te handhaven. Als we aan Gods autoriteit komen, schenden wij de wet van de liefde. Deze wet garandeert vrede, gerechtigheid, veiligheid en harmonie. Het overtreden van deze wet heeft catastrofale gevolgen voor de hele schepping. Het is onmogelijk liefde te handhaven zonder de autoriteit van God. Voor God is het een groot probleem wanneer Zijn schepselen Zijn autoriteit verwerpen. Zowel engelen en mensen zijn daardoor gevallen. God wil niet dat deze rebellie eeuwig 142 van 161
Discipelschap
voortduurt. Daarom werd satan uit de hemel geworpen en moest de mens het paradijs verlaten. God wil Zijn autoriteit opnieuw bevestigen en hij begint daarmee in het hart van de mens. Het Koninkrijk van God begint met gehoorzaamheid in het hart van de mens. Het Koninkrijk van God Hoe bevestigt God Zijn Koninkrijk? Door gehoorzaamheid! Door gehoorzaamheid geven wij God de gelegenheid Zijn autoriteit in ons leven te herstellen. Dit betekent dat wij afzien van onze eigen meningen, redeneren, gemurmureer en opstandigheid. We gehoorzamen aan Zijn wil en daarmee begint het Koninkrijk van God in ons leven. Dat is het gebied waar God Zijn autoriteit uitoefent. Gehoorzaamheid is de deur waardoor de mens binnenkomt en eeuwig leven ontvangt. Jezus heeft het Koninkrijk op aarde gevestigd. Hoe? Door gehoorzaamheid: Hebr. 5:8-9:
en zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden, en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden
De volgende stap in Gods plan is: Zijn Koninkrijk vestigen in de Kerk. Wanneer Gods autoriteit zichtbaar is in de Kerk, volgt er nog een stap: Zijn autoriteit gaat de hele wereld in beslag nemen: Openb. 11:5:
En indien iemand hun schade wil toebrengen, komt er vuur uit hun mond en het verslindt hun vijanden; en indien iemand hun schade wil toebrengen, moet hij zo de dood vinden.
Dat het zolang duurt voor het Koninkrijk van God zichtbaar wordt, komt door de ongehoorzaamheid van de Kerk. Drie dingen spelen een belangrijke rol bij de vestiging van het Koninkrijk van God: 1. Wij dienen de geest van gehoorzaamheid te bezitten, elke vorm van opstand moet uit ons leven verwijderd worden. 2. We moeten de gehoorzaamheid in de praktijk brengen: overal en altijd gehoorzaam zijn aan Hem. 3. We moeten leren autoriteit uit te oefenen in Zijn naam. Overdragen van autoriteit Vanaf het eerste begin heeft God Zijn autoriteit gedelegeerd (overgedragen) aan de engelen: Col. 1:16:
En indien iemand hun schade wil toebrengen, komt er vuur uit hun mond en het verslindt hun vijanden; en indien iemand hun schade wil toebrengen, moet hij zo de dood vinden.
Ook heeft Hij het overgedragen aan de mens: Gen. 1:28:
En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt.
Gen. 9:1-3:
En God zegende Noach en zijn zonen en zeide tot hen: Weest vruchtbaar, wordt 143 van 161
Discipelschap talrijk en vervult de aarde. En de vrees en de schrik voor u zij over al het gedierte der aarde en over al het gevogelte des hemels, al wat zich op de aardbodem roert en alle vissen der zee; in uw hand zijn zij gegeven. Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; Ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid.
Hij Heeft Zijn schepselen altijd al verantwoordelijkheid willen geven en houdt Zich daar ook aan, zelfs wanneer zij in opstand zijn tegen Hem. Op dit moment is Jezus de hoogste Heerser in het universum: Ef. 1:21:
boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw.
Maar ook Jezus heeft, net als God, Zijn autoriteit gedelegeerd: Math. 10:40:
Wie u ontvangt, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft.
Gods gedelegeerde autoriteit zien wij in: 1. 2. 3. 4.
Het gezin: De overheid: De Kerk: Elke autoriteit die oven je gesteld is:
Ef. 5:22-23 Rom. 13:1-7; 1Petr. 2:13-14 1Tim. 3:1-13, 15 2Petr. 2:10
Als kinderen van God moeten we leren autoriteit te herkennen, maar we moeten ook op zoek zijn naar gelegenheden om ons onder autoriteit te stellen. Het staan onder autoriteit geeft bescherming en veiligheid. Niemand is geschikt om autoriteit uit te oefenen wanneer hij niet eerst zichzelf onder autoriteit plaatst en heeft afgerekend met zijn eigen opstandigheid. God heeft een geweldig risico genomen door Zijn autoriteit te delegeren. Er is namelijk grote kans dat er misbruik gemaakt wordt van de gedelegeerde autoriteit. Toch heeft God het aangedurfd Zijn autoriteit te delegeren, zouden wij dan aarzelen om ons onder autoriteit te stellen? God laat alleen rekenschap afleggen aan wie Hij Zijn autoriteit gedelegeerd heeft en wij dienen rekenschap af te leggen van onze gehoorzaamheid. De manier waarop wij reageren op een gedelegeerde autoriteit toont onze houding ten aanzien van de autoriteit van God. Wanneer wij het gezag van God accepteren, zullen wij ook het gezag van anderen, die door God boven ons gesteld zijn, accepteren. Eisen voor gedelegeerde autoriteit Wanneer iemand autoriteit van God ontvangen heeft en niet langer Gods autoriteit erkent, of er zelfs tegenin gaat, ontstaan er grote problemen. Onthoud echter dat God autoriteit altijd respecteert. Zelfs toen Saul allang door God verworpen was, zag David in hem Gods gedelegeerde autoriteit. 1Sam. 24:7:
Hij zeide tot zijn mannen: De Here beware mij ervoor, dat ik aan mijn heer, aan de gezalfde des Heren, dit zou doen, dat ik mijn hand aan hem zou slaan want hij is
144 van 161
Discipelschap de gezalfde des Heren.
Paulus nam zijn woorden terug toen hij de hogepriester, die autoriteit van God had gekregen, beledigde: Hand. 23:3-5:
Toen zeide Paulus tot hem: God moge u slaan, gij gewitte wand! En gij, zit gij over mij recht te spreken naar de wet en beveelt gij tegen de wet mij te slaan? Maar de omstanders zeiden: Scheldt gij de hogepriester Gods uit? En Paulus zeide: Ik wist niet, broeders, dat het de hogepriester was, want er staat geschreven: Van een overste uws volks zult gij geen kwaad spreken.
Wat zijn de eisen voor iemand die autoriteit mag uitoefenen? 1. Hij moet Gods gezag erkennen en beseffen dat hij slechts uit genade autoriteit van God ontvangen heeft. Alleen God bezit autoriteit. Alle anderen vertegenwoordigen autoriteit. 2. Hij moet zich onderwerpen aan de Bijbel als hoogste gezagsbron. 2Tim. 3:16:
Elk van God ingegeven Schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid
Hij moet zijn autoriteit toetsen aan het Woord van God. De mate waarin iemand kennis heeft van Gods principes en van Zijn wil, is de mate waarin God hem autoriteit zal toekennen. 3. Hij moet zichzelf gemakkelijk onder autoriteit kunnen stellen. Hij zal zoeken naar anderen waar hij verantwoording aan kan afleggen, die hem kunnen corrigeren, bemoedigen en/of vermanen. Hij moet bereid zijn om te leren. 4. Hij moet zichzelf kunnen verloochenen. Math. 20:25-28: Doch Jezus riep hen tot Zich en zeide: Gij weet, dat de regeerders der volken heerschappij over hen voeren en de rijksgroten oefenen macht over hen. Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn; gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.
Mensen met veel eigen mening en ideeën komen niet in aanmerking om autoriteit uit te oefenen. Zij lopen gemakkelijk de kans om subjectief te zijn en hun ideeën aan anderen op te dringen. 5. Hij mag niet bemoeizuchtig zijn. Als je autoriteit ontvangt, wil dat niet zeggen dat jij je van alles kun aanmatigen en je overal mee kunt bemoeien. Je moet blijven bij datgene wat God je heeft gegeven. 6. Hij moet een diepe intieme relatie met God hebben. Hoe dichter iemand bij God leeft, hoe duidelijker hij zijn eigen fouten en zwakheden zal zien en hoe voorzichtiger hij zal zijn om fouten te maken. Hij vertrouwt niet op zichzelf, maar alleen op God. Er bestaat een verband tussen ‘de vreze des Heren’ en de autoriteit die God op een persoon legt. Hoe meer iemand God vreest, hoe meer autoriteit hij zal bezitten. Omdat alle autoriteit van God komt en wij het niet uit onszelf bezitten, zij wij slechts vertegenwoordigers. Zij autoriteit is aan ons gedelegeerd. Daarom mogen wij geen houding 145 van 161
Discipelschap
aannemen die egoïstisch is of afgaat op de eisen van de wereld. We moeten in een diepe relatie met God leven. God geeft Zijn autoriteit aan mensen die Hem werkelijk kennen. Mozes was de man met de hoogste gedelegeerde autoriteit, in de Oud Testamentische tijd. Hij sprak met God van aangezicht tot aangezicht. Hij had geleerd om boven de kritiek te staan en om de kritiek bij God te brengen. Van hem wordt gezegd dat hij de meest zachtmoedige man was die er ooit op de aarde rondliep: Num. 12:3:
Mozes nu was een zeer zachtmoedig man, meer dan enig mens op de aardbodem.
Hij probeerde niet zijn eigen gezag te vestigen, maar zijn gezag was gegrondvest in de kennis van God. Onthoud: Hoe meer autoriteit iemand denkt te hebben, hoe minder hij dat heeft. In hoeverre? In hoeverre moet iemand de autoriteit, die boven hem geplaatst is, gehoorzamen? 1. Gedelegeerde autoriteit mag nooit tegen Gods autoriteit, vastgesteld in Zijn Woord, ingaan. 2. Als gedelegeerde autoriteit wel tegen Gods gezag ingaat dan geldt: Hand. 5:29:
Maar Petrus en de apostelen antwoordden en zeiden: Men moet Gode meer gehoorzamen dan de mensen.
(vergelijk de ouders van Mozes, die het bevel van de farao weerstonden, en aan Daniël die doorging met het aanbidden van God ondanks het verbod. Denk ook aan de apostelen die, ondanks het verbod, bleven getuigen van Jezus) 3. Hoewel je in dat geval niet hoeft te gehoorzamen, is het wel noodzakelijk een houding van onderwerping te handhaven. Gehoorzaamheid is relatief; onderwerping is absoluut. Gehoorzaamheid heeft te maken met je gedrag en onderwerping met je houding. De Bijbel heeft het herhaaldelijk over onderwerping. In het Koninkrijk van God is er geen dwang. Dat is anders dan in de wereld, waar men het principe van ‘gedwongen onderwerping’ hanteert. Math. 20:25-28: Doch Jezus riep hen tot Zich en zeide: Gij weet, dat de regeerders der volken heerschappij over hen voeren en de rijksgroten oefenen macht over hen. Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn; gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.
In het Koninkrijk van God wordt autoriteit uitgeoefend op basis van vrijwillige onderwerping. Daarom legt de bijbel nadruk op het feit dat wij ons dienen te onderwerpen aan gezag. 146 van 161
Discipelschap
Wanneer er geen onderwerping is kan er geen autoriteit worden uitgeoefend en wordt het werk van God belemmerd. Aan we moet een Christen zich onderwerpen? 1. Alle Christenen aan elkaar Ef. 5:21:
en weest elkander onderdanig in de vreze van Christus.
1Petr. 5:5:
Evenzo gij, jongeren, onderwerpt u aan de oudsten. Omgordt u allen jegens elkander met nederigheid, want God wederstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.
2. Vrouwen aan mannen Ef. 5:22:
Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here,
3. Kinderen aan ouders Ef. 6:1-3:
Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in de Here, want dat is recht. Eer uw vader en uw moeder - dit is immers het eerste gebod, met een belofte – opdat het u welga en gij lang leeft op aarde.
4. Slaven aan meesters, in je beroep Ef. 6:5:
Slaven, weest uw heren naar het vlees gehoorzaam met vreze en beven, in eenvoud uws harten, als aan Christus,
5. Jongeren aan ouderen 1Petr. 5:5:
Evenzo gij, jongeren, onderwerpt u aan de oudsten. Omgordt u allen jegens elkander met nederigheid, want God wederstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.
6. Alle Christenen aan wereldse gezaghebbers Tit. 3:1-2:
Herinner hen eraan, dat zij zich aan overheid en gezag onderwerpen, gehoorzaam, tot alle goed werk bereid zijn, geen lastertaal uiten, niet twisten, vriendelijk zijn en alle zachtmoedigheid bewijzen aan alle mensen.
7. Alle Christenen aan hen die geestelijke leiders zijn in de gemeente 1Thess. 5:12-13:
1Tim. 5:17:
Wij verzoeken u, broeders, hen, die onder u zich moeite getroosten, die u leiden in de Here en u terechtwijzen, te erkennen, en hen zeer hoog te schatten in liefde, om hun werk. Houdt vrede onder elkander.
De oudsten, die goede leiding geven, komt dubbel eerbewijs toe, vooral hun, die zich belasten met prediking en onderricht.
147 van 161
Hebr. 13:7: Hebr. 13:17:
Discipelschap Houdt uw voorgangers in gedachtenis, die het woord Gods tot u hebben gesproken; let op het einde van hun wandel en volgt hun geloof na. Gehoorzaamt uw voorgangers en onderwerpt u (aan hen), want zij zijn het, die waken over uw zielen, daar zij rekenschap zullen moeten afleggen. Laten zij het met vreugde kunnen doen en niet al zuchtende, want dat zou u geen nut doen.
Onderwerping is een innerlijke gesteldheid, niet alleen uiterlijke gehoorzaamheid. Het is mogelijk om te gehoorzamen zonder dat er sprake is van onderwerping (zie bijvoorbeeld de oudste zoon in de gelijkenis van de verloren zoon in Luk. 15:25-30). Ook kun je een houding van onderworpenheid hebben en niet gehoorzamen (zij bijvoorbeeld Hand. 4:19-20). Onderwerping getest Onderwerping wordt pas getest wanneer er iets van ons gevraagd wordt wat wij eigenlijk niet willen. God heeft leiders gegeven om ons te leren, ouders om ons discipline aan te leren en regels waardoor wij daarop gewezen worden. Wanneer wij onveranderd doorgaan zijn wij niet in staat om meer van God te ontvangen. Als Christen gehoorzamen we iemand niet omdat hij altijd gelijk heeft, maar omdat iemand autoriteit heeft en omdat autoriteit altijd afkomstig is van God. God heeft ons leiders gegeven, hoewel zij niet volmaakt zijn, omdat Hij ons gehoorzaamheid wil leren. Houd je altijs aan de volgende regels: 1. Val nooit een leider af 2. Bekritiseer je leider nooit 3. Neem niet zomaar de kritiek op een leider aan, ook al komt die van een ander uit de eerste hand 4. Bid voor je leider 5. Ben je het niet eens met je leider, bid er dan voor en bespreek de kwestie met hem in een houding van onderworpenheid en gehoorzaamheid, zolang dat mogelijk is. Rebellie Mensen die zich niet kunnen of willen onderwerpen kenmerken zich door: •
•
Een opstandige houding. Zij bezitten een geest van onafhankelijkheid en individualisme. Rebellie heeft te maken met trots. Dat was de oorzaak van de val van satan. Rebellie wordt pas overwonnen wanneer iemand werkelijk een ontmoeting heeft met Gods autoriteit en liefde. Wanneer jij rebellie probeert te breken door hardheid loop je grote kans zelf een rebel te worden. Jaloezie. Men zegt dan: “Wat hij kan, kan ik ook.” Uiteindelijk leidt jaloezie naar rebellie. In Num. 12 zien we dat jaloezie ten gronde lag aan de rebellie tegen Mozes. Het gevolg van die jaloersheid was kritiek op de leider. God vraagt: Num. 12:8:
Waarom hebt gij u dan niet ontzien tegen mijn knecht Mozes te spreken?
148 van 161
Discipelschap
•
Streven naar een hogere positie. Korach, Dathan en Abiram stonden op tegen de autoriteit die God aan Mozes had gegeven Num. 16:3:
Zij dan liepen te hoop tegen Mozes en Aaron en zeiden tot hen: Laat het u genoeg zijn, want de gehele vergadering, zij allen zijn heiligen, en de Here is in hun midden. Waarom verheft gij u dan boven de gemeente des Heren?
Hun rebellie was besmettelijk en het hele volk Israël werd erdoor aangetast. God had hun gemurmureer al een hele tijd verdragen, maar door deze openlijke rebellie stierven er 14.700 mensen. Rebellie is een principe van de hel en het opent het dodenrijk. Num. 16:30:
Maar, indien de Here iets nieuws zal scheppen, zodat de grond zijn mond zal opensperren en hen verzwelgen met alles wat hun toebehoort, zodat zij levend in het dodenrijk zullen dalen, dan zult gij weten, dat deze mannen de Here gesmaad hebben.
Mensen die zich wel kunnen onderwerpen kenmerken zich door: 1. Onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan God 2. Zij plaatsen zich onder autoriteit van anderen en zijn er niet op uit om autoriteit uit te oefenen 3. Zij zijn vriendelijk, zachtmoedig en kunnen fungeren als voorbidder voor anderen Num. 12:13:
En Mozes riep tot de Here: O God, genees haar toch.
4. Zij zijn in staat zelf autoriteit uit te oefenen.
149 van 161
Discipelschap
29. Kenmerken van een discipel: Dienstbaarheid
Liefde!
Een wonderlijk mooi woord. Misschien het mooiste woord dat er bestaat. Liefde is van centrum veranderen, Niet in jezelf opgesloten blijven, niet egocentrisch zijn Liefde is je centrum in de ander leggen. Liefde is loslaten, overgave, één worden. Liefde is openheid, prijsgeven. Liefde is jezelf kwetsbaar maken: Spel van pijn en vreugde, van rijkdom en van armoede. Liefde is klaarstaan, helpen, een dienst bewijzen, Teleurstellingen besparen. Liefde is ruimte scheppen waarin een ander zichzelf kan zijn. Hem te helpen om te worden zoals hij is. Liefde is communicatie, samenspel, uitwisselen. Liefde is bemoedigen, waarderen, bevestigen. Het is een ander nemen zoals hij is: Met zijn zwakke en sterke kanten. Zoals jij bent, zo mag jij zijn en het is goed zo. Liefde is de ander niet beoordelen naar uiterlijkheden: Prestaties, resultaten, successen. Liefde is niet: wat beteken jij voor mij; wat heb ik aan je, Maar: wat beteken ik voor jou. Liefde is een ondoorgrondelijk, onuitputtelijk mysterie. Liefde is een ander worden.
150 van 161
Discipelschap
Inleiding Dienstbaarheid is het doel van discipelschap. Wij waarschuwen je. Je kunt nu nog terug. Wil je gewoon een fijne Christen zijn en blijven wie jij nu bent? Wil je leven ontvangen, maar niet je leven prijsgeven? Stop dan nu! Wil jij God dienen, ga dan door. Wie is de eerste? Hoe zal het straks in de hemel gaan? Wie zal daar de belangrijkste plaats innemen? Jakobus en Johannes hadden zo’n vraag voor Jezus. Mark. 10:35-40:
En Jakobus en Johannes, de twee zonen van Zebedeüs, kwamen tot Hem en zeiden tot Hem: Meester, wij wilden wel dat Gij ons deedt, wat wij U zullen vragen. Hij zeide tot hen: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? Zij zeiden tot Hem: Geef ons, dat wij de een aan uw rechterzijde en de andere aan uw linkerzijde mogen zitten in uw heerlijkheid. Doch Jezus zeide tot hen: Gij weet niet, wat gij vraagt. Kunt gij de beker drinken, die Ik drink, of met de doop gedoopt worden, waarmede Ik gedoopt word? Zij zeiden tot Hem: Wij kunnen het. Jezus zeide tot hen: De beker, die Ik drink, zult gij drinken en met de doop, waarmede Ik gedoopt word, zult gij gedoopt worden, maar het zitten aan mijn rechterzijde of linkerzijde, staat niet aan Mij te geven, maar het is voor hen, voor wie het bereid is.
We zien dat Jezus hen niet afwijst. Hij zegt alleen: “Je weet niet wat je vraagt.” Zij wilden werkelijk dicht bij de Heer zijn, zo dicht mogelijk. Het is heel goed wanneer je voor Gods Koninkrijk wilt werken en iets wilt bereiken voor God. Je moet alleen weten wat het inhoudt en wat het je kost. Jezus heeft het over de ‘beker’ die Hij moet drinken en de ‘doop’ waarmee Hij gedoopt moet worden:Zijn lijden, Zijn diepste vernedering. Er is maar één weg naar eer en heerlijkheid en dat is de onderste weg. Wie is de eerste, de belangrijkste? Eigenlijk kunnen we dat maar beter niet vragen omdat wij er direct ruzie over krijgen. Wie is het? De populairste, de sterkste, degene met de meeste kennis of hij die het meeste gedaan heeft? Wij worden direct in beslag genomen door jaloezie, trots of zelfmedelijden. Dat zijn allemaal gevoelens die ons oneerlijk en ons oordeel onzuiver maken. Jezus zegt niet wie de eerste is. Hij geeft wel een weg aan om het te worden: Math. 20:26-27: Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn
Bij God is de belangrijkheid omgekeerd. Wie de minste wil zijn rekent Hij als de meeste. Hij meet onze belangrijkheid af aan onze dienstbaarheid. Een verhaaltje: Een beroemde evangelist komt in de hemel om zijn loon te ontvangen. Hij heeft honderden zielen tot de Heer geleid en rekent op een goede plaats. Maar als hij voor Gods troon staat. Wijst God een oud vrouwtje aan en zegt: “Geef haar een plaats vooraan. Want zij is degene die al jaren gebeden heeft voor al die mensen die tot bekering zijn gekomen.” Gods manier van rekenen is heel anders dan de onze. Laten we ons niet vergissen!
151 van 161
Discipelschap
Wat is dienstbaarheid? Misschien zegt je dat je wel wilt dienen, maar dan je dan eerst uit je eigen problemen moet zijn. Misschien vind je dat ook nog een heel redelijk argument. Maar dat is het eigenlijk niet. Het probleem is het woordje ‘eerst’. Dat woordje is heel belangrijk in het Koninkrijk van God. Het gaat hierom: welk belang dien jij het eerst? Je eigen belang of het belang van het Koninkrijk van God? Dienstbaarheid is: bereid zijn om anderen op de eerste plaats te stellen. Dienstbaarheid houdt in dat je eerst naar de ander toegaat. Je zet je eigen problemen opzij om anderen te dienen. Zelfs als het pijn doet, als het je niet schikt, zelfs als alles tegen zit. Bij mensen die werkelijk hebben besloten dienstbaar te zijn zie je meestal vier dingen: 1. Zij hebben niet veel problemen met zichzelf 2. Zij zien hoe klein hun eigen problemen zijn, vergeleken bij die van de anderen 3. God leert ze hun houding een heleboel lessen, waardoor ze gemakkelijk in staat zijn hun problemen te overwinnen 4. Zij hebben doorgaans weinig tijd voor problemen Let op: hier wordt niet gezegd dat je nooit je eigen problemen kenbaar mag maken. Binnen de Christelijke gemeenschap is dat zelfs een noodzaak. Maar het moet niet zijn in de sfeer van: “Ik heb het altijd zo moeilijk. Ik heb recht op hulp.” We moeten nederig genoeg zijn om onze problemen te erkennen, maar ook nederig genoeg om de betrekkelijkheid van onze problemen in te zien. Onze problemen zijn niet de grootste problemen in de wereld. Dienstbaarheid is leren zeggen: “eerst die ander.” Hem belangrijker vinden dan jijzelf. Eerst komt die ander en dan ik. Het hart van een diensknecht Dienstbaarheid vereist het hart, het karakter, van een dienstknecht. Je kunt dienen zonder werkelijk een dienstknecht te zijn. Je dient dan om er zelf beter aan te worden, of omdat het jou goed uitkomt. Het gaat niet om de persoon die jij dient, maar om het dienen. Je kunt iemand dienen en jezelf toch in je eigen hart belangrijker vinden dan hij. Dienstbaarheid moet een onderdeel zijn van je karakter. Het doel is: die ander. Het doel is: God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf. Wat is de gesteldheid van een dienstknecht? 1. Hij verwacht geen beloning: Een dienstknecht is een dienstknecht en geen heer. Al wij rebelleren tegen zo’n gezagsverhouding, zijn wij geen dienstknecht die God wil. Je kunt dit testen door na te gaan of je een beloning verwacht voor je diensten.
152 van 161
Luk. 17:7-10:
Discipelschap Wie van u zal tot zijn slaaf, die voor hem ploegt of het vee hoedt, als hij van het land thuiskomt, zeggen: Kom terstond hier aan tafel? Zal hij niet veeleer tot hem zeggen: Maak mijn maaltijd gereed, schort uw kleren op en bedien mij, tot ik klaar ben met eten en drinken, en daarna kunt gij eten en drinken? Zal hij de slaaf soms danken, omdat hij deed wat hem bevolen was? Zo moet ook gij, nadat gij alles gedaan hebt wat u bevolen is, zeggen: Wij zijn onnutte slaven; wij hebben slechts gedaan, wat wij moesten doen.
Wanneer je alles gedaan hebt wat je bevolen is, moet je zeggen: “Ik ben een onnutte slaaf, want ik heb slechts gedaan wat ik moest doen.” ‘Slaaf zijn’ is de meest waardeloze en ondankbare taak die er bestaat en jij moet daar genoegen mee nemen. 2. Hij wil anoniem blijven: Je moet niet op elk werkje dat je doet jouw naamplaatje achter willen laten. Je dient de Heer. We moeten bereid zijn om anoniem te blijven wanneer dat nodig is. 3. Hij dient overvloedig: God is nooit karig. Hij heeft ons leven en overvloed gegeven. Joh. 10:10:
De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.
Dienen naar de maatstaf van God is: meer doen dan je moet doen. Dienstbaarheid is altijd een vrijwillige zaak. Het is een vrijwillig offer. Je doet het niet om er iets voor te krijgen. Ps. 54:8:
Ik zal U vrijwillig offers brengen, ik zal uw naam loven, Here, want hij is goed;
4. Hij is trouw: God beloont Zijn dienstknechten omdat zij trouw zijn. Math. 25:23:
Zijn heer zeide tot hem: Wel gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer.
De dienstknechten van Naäman waren trouw. Ze deden niet wat mensen vaak doen wanneer iemand met een hoge positie een fout maakt. Zij lachten hun meester niet uit, toe hij wilde terugkeren omdat hij verontwaardigd was over de houding van Elisa. 2Kon. 5:9-12:
En Naäman kwam met zijn paarden en met zijn wagens en hield stil bij de ingang van het huis van Elisa. Elisa zond een bode tot hem met de opdracht: Ga heen en baad u zevenmaal in de Jordaan, dan zal uw lichaam weer gezond worden en gij zult rein zijn. Toen werd Naäman toornig en ging heen, terwijl hij zeide: Zie, ik dacht bij mijzelf: hij zal zeker naar buiten komen en daar gaan staan en de naam van de Here, zijn God, aanroepen en zijn hand over de plek heen en weer bewegen en zo de melaatsheid wegnemen. Zijn de Abana en de Parpar, de rivieren van Damaskus, niet beter dan alle wateren van Israel? Zou ik mij daarin niet kunnen baden en rein worden? Daarop wendde hij zich om en ging heen in grimmigheid.
153 van 161
Discipelschap
Zij beschermden hun meester. Zij probeerden hem terug te brengen in Gods plan. Zij zochten zijn redding en genezing. 2Kon. 5:13:
Toen traden echter zijn dienaren nader, spraken hem aan en zeiden: Mijn vader, had de profeet u iets moeilijks opgedragen, zoudt gij dat dan niet doen? Hoeveel te meer, nu hij tot u gezegd heeft: Baad u en gij zult rein worden?
Die trouw hebben onze leiders heel hard nodig. Zij hebben behoefte aan onze dienstbaarheid, niet alleen als alles goed gaat, maar juist wanneer het moeilijk is. 5. Hij dient belangeloos: De houding van Gehazi is heel anders. 2Kon. 5:20:
Dacht Gehazi, de knecht van Elisa, de man Gods: Zie, daar heeft mijn heer deze Arameeër Naäman ontzien door niets van hem aan te nemen van wat hij had meegebracht! Zo waar de Here leeft, ik snel hem achterna en neem iets van hem aan.
Hij dacht: “Wat is mijn meester dom dat hij zo’n kans voorbij laat gaan.” Inwendig verachtte hij zijn meester en vond hij van zichzelf dat hij veel slimmer was. Een ware dienstknecht is er niet op uit er het beste van te maken voor zichzelf. Een ware dienstknecht let op het belang van zijn meester. 6. Hij dient met heel zijn hart: David had veel helden. Maar van drie staat er beschreven dat zijn beste mannen waren. Waarom? Wat hadden zij voor op de anderen? Het geheim was dat zij hun hele hart aan David gegeven hadden. David had op een gegeven moment dorst en heimwee naar Bethlehem. 1Kron. 11:17-18:
En er kwam een verlangen bij David op en hij zeide: O, dat iemand mij water te drinken gaf uit de put van Bethlehem, die bij de poort is. Toen braken die drie door het leger der Filistijnen heen, schepten water uit de put van Bethlehem, die bij de poort is, namen het mee en brachten het naar David. Maar David wilde het niet drinken, doch plengde het voor de Here, en zeide
Deze drie mannen riskeerden toen hun leven om David water te brengen uit de put van Bethlehem. Maar David wilde er niet van drinken. 1Kron. 11:19: Mijn God beware mij ervoor, dat ik dit zou doen! Zou ik het bloed van deze mannen drinken, voor de prijs van hun leven? Want met gevaar voor hun leven hebben zij het gebracht. En hij wilde het niet drinken. Dit hebben de drie helden gedaan.
Het lijkt een zinloze geschiedenis, maar het tont wel de toewijding van deze drie. Uit Davids relatie blijkt dat zo’n toewijding eigenlijk alleen God toekomt.
154 van 161
Discipelschap
Als wij werkelijk het hart van een dienstknecht bezitten, zullen wij ook de vreugde van het dienen leren. Niet eerder, want alleen het hart van een echte dienstknecht kent de vreugde die voortkomt uit de waardering door de Heilige Geest. Belemmeringen Wat kan ons belemmeren om dienstbaar te zijn? 1. onzekerheid: Het belangrijkste voorbeeld voor dienstbaarheid is de voetwassing (Joh. 13:1-17). Johannes beschrijft deze situatie en legt daarbij de nadruk op de zekerheid waarmee Jezus handelt. Jezus was de situatie volkomen de baas: • • • • •
Hij wist dat Zijn tijd gekomen was (Joh. 13:1) Hij wist dat Hij naar de Vader zou gaan (Joh. 13:1) Hij wist dat Judas Hem zou verraden (Joh. 13:11) Hij wist dat de Vader Hem alles in handen gegeven had (Joh. 13:3) Hij wist dat Hij van God uitgegaan was en tot God heenging (Joh. 13:3)
Onzekerheid kan een hinderbis zijn om met een oprecht hart te kunnen dienen. De belangrijkste oorzaak is het feit dat wij ons niet geaccepteerd weten omdat wij onszelf niet accepteren. Jezus was zeker van Zijn zaak, omdat Hij zich geaccepteerd wist door God en omdat Hij zowel Zijn oorsprong als bestemming accepteerde. Onzekerheid wordt veroorzaakt door verkeerde motieven. Wij dienen om gewaardeerd te worden door mensen, of om in de smaak te vallen. Ook kan onzekerheid maken dat wij ons niet dienstbaar willen opstellen; wij denken dan dat de mensen over ons heen zullen lopen. Wij zijn dan bang dat onze nederigheid maakt dat de mensen ons minder waarderen en daarom doen wij ons sterker en harder voor dan wij in werkelijkheid zijn. Het gaat erom dat wij onszelf leren accepteren, door onszelf te zien als een schepsel dat door God gemaakt is. Dat wat God maakt is uniek, wij dus ook. Bovendien hebben wij Zijn speciale aandacht voor ons. Het gaat er dan ook helemaal niet om hoe mensen ons behandelen. Het gaat erom hoe wij handelen. Handelen wij zoals Jezus dat zou doen? Onze onzekerheid is afhankelijk van onze relatie met God en niet van de positie die wij innemen tegenover onze medemens. 2. het ontbreken van liefde: Jezus handelde bij de voetwassing volkomen uit liefde. Hij had lief ‘tot het einde’. Hij diende, omdat Hij Zijn liefde wilde laten blijken. Wanneer ons dienstbetoon niet gebaseerd is op liefde, is het tevergeefs: 1Cor. 13:3:
Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand, maar had de liefde niet, het baatte mij niets.
Zeg niet: “Ik kan hem of haar niet liefhebben”, want daarmee zeg je eigenlijk: “Ik ben te trots om hem of haar te dienen”. Het komt vaak door trots dat we geen liefde ervaren voor iemand. We willen die persoon dan niet dienen want wij voelen ons veel beter en veel belangrijker. In 155 van 161
Discipelschap
principe gaat liefde nooit tegen onze persoonlijkheid in, maar wel tegen onze trots. In zo’n geval, waar liefde ontbreekt om te dienen, moeten we naar het kruis van Jezus toe. Daar zien wij namelijk dat wij allemaal Jezus even hard nodig hebben: wij hebben immers allemaal gezondigd. Bij het kruis leren wij om elkaar volledig te dienen, want daar verlost God ons van onze eigendunk en trots. We zien dan dat de Allerhoogste Zich zo diep voor ons vernederde: Fil. 2:5-8:
Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises.
Dienen is doen De discipelen deden alsof hun neus bloedde. Zij hadden natuurlijk ook wel gemerkt dat er geen slaaf was om de voeten te wassen. Maar zij presteerden het om met ongewassen voeten aan tafel te gaan liggen. Moet jij je dat eens voorstellen: Johannes ligt naast de vieze voeten van Filippus en Filippus naast die van Petrus en iedereen doet maar of er niets aan de hand is. Jezus doorbreekt het patroon van ‘laat eerst die ander het maar doen’. Jezus komt in actie. Uiteindelijk zegt Hij: Joh. 13:17:
Indien gij dit weet, zalig zijt gij, als gij het doet.
Dat is de raad die jij ontvangt aan het eind van deze cursus over discipelschap: Als jij het wet, zorg dan dat jij het ook doet! Een echte discipel is een Christen is niet iemand die het allemaal weet, maar iemand die ook alles doet wat hij weet.
156 van 161
Discipelschap
30. Test op waar discipelschap Inleiding Voer deze test uit voor het aangezicht van God. Wees daarbij volkomen eerlijk. Zeg geen ‘ja’ als het ‘nee’ moet zijn. Het gaat om jou! God kent jouw hart. Ps. 51:8:
Zie, Gij wilt waarheid in het verborgene, in het geheim maakt Gij mij wijsheid bekend.
Dit is een test voor jouw toewijding aan de Heer. Aan de hand van een huis gaan we ons leven bekijken. Het huis stelt jouw leven voor en de kamers in je huis vormen de verschillende gebieden in je leven. Ieder gebied is afgesloten met een deur. Je moet een sleutel omdraaien om er naar binnen te gaan. Bekijk elke kamer goed voor je ‘ja’ of ‘nee’ als antwoord geeft. Lees niet eerst de hele studie, maar ga pas verder als je een eerlijk antwoord hebt gegeven. Je moet niet denken dat je deze ruimtes aan de Heer moet geven, zij zijn al van Hem. Je moet elke kamer zien als een gebied dat je toe kunt wijden aan de Heer. Wanneer je dat doet, kun je beter voor Hem leven. 1. Mentaliteit a. Kelder (motieven): De kelder is de ruimte onder het huis, direct gebouwd op het fundament van toewijding, zelfverloochening en gehoorzaamheid. Het is dus onder de oppervlakte verborgen. Hier jij schuilen je motieven. God vraagt in de eerste plaats niet: “Wat doe je?”, maar: “Waarom doe je het?” Voor wie leef jij werkelijk? Dat is de belangrijkste vraag in je leven. Alle motieven kun je samenvatten in de vraag: “Leef jij voor God of leef jij voor jezelf?” Hier is te zien of je werkelijk een discipel van Jezus bent. Heb jij jouw motieven, jouw kelder toegewijd aan Jezus? Heb jij jouw egoïstische leven achtergelaten en leef jij nu voor Jezus? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: Math. 6:33
b. Galerij of gang (houding): In de galerij van deftige huizen hangen vaak schilderijen van statige lieden en oude dames, het voorgeslacht dat in ere wordt gehouden. Vaak zijn onze houdingen te vergelijken met zo’n schilderij. Wij doen er dan erg ons best voor om te laten zien hoe goed wij zijn. Wij pronken met onszelf alsof wij de belangrijkste persoon van de wereld zijn. Of wij zijn juist het tegenovergestelde. Wij willen niet dat iemand ons door heeft. We hebben ons teruggetrokken in onze schulp. Verlegenheid is net zo’n groot probleem als opschepperij. God wil dit soort schilderijen bij jou omdraaien. Hij wil ze veranderen, zodat die oude gezichten gaan stralen en echt worden. Geef je houdingen prijs. Trots is zo’n beetje de slechtste eigenschap voor een Christen. Laat jij jouw houding bepalen door de Heer? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: Fil. 2:5
157 van 161
Discipelschap
c. Bibliotheek (gedachten): In de bibliotheek zijn al je gedachten opgeslagen. Welke titels hebben de boeken op de planken van de bibliotheek van jouw gedachten? Verleiding komt meeste binnen via je gedachten. Daarom moeten wij deze kamer eens aan een grondig onderzoek onderwerpen. Wanneer de bibliotheek van jouw gedachten alleen vuilnis bevat, zal jouw leven er ook niet al te fris uitzien. Als daar de titel ‘IK’ vooraan staat, zal dat ook zichtbaar zijn in jouw daden. Iedereen heeft wel eens een verkeerde gedachte, maar het gaat om de vraag hoe wij ermee om gaan. Hoe weersta jij verkeerde gedachten? God zegt niet voor niets: “Gij zult niet…”. Is je hele denken al gehersenspoeld door het bloed van de Heer? Staat het onder controle van jouw Heer Jezus Christus? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: Rom. 12:2
d. Studeerkamer (training): Niets gaat vanzelf. Bij alles wat je doet heb je training nodig. Je moet jezelf disciplineren wanneer je iets wilt bereiken. Als Christen kun jij je niet veroorloven om slordig te zijn. In Gods Koninkrijk bestaan geen halve krachten. Dat wil niet zeggen dat je alles moet kunnen of dat je een genie moet zijn. Het betekent dat jij doet wat je kunt. De tijd die jij in de studeerkamer van je leven doorbrengt laat je inzet zien voor het Koninkrijk. Doe jij alles wat de Heer van je vraagt en heb jij afgerekend met luiheid en slordigheid? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: 2Tim. 2:15
2. Lichamelijk 1Cor. 6:19-20: Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.
a. Kleedkamer, badkamer (uiterlijk, hygiëne): De manier waarop jij je kleedt en of jij er al dan niet verzorgd uitziet heeft invloed op je getuigenis. Het kan dan ook een bijdrage leveren om anderen te bereiken met het Evangelie. Het is heel goed mogelijk om je niet te kleden naar de laatste modegrillen, zonder dat je alle aandacht voor jezelf opeist. Ook je uiterlijke verzorging speelt een belangrijke rol. Dragen beiden positief bij aan je getuigenis? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: Rom. 12:1
b. Slaapkamer (zelfbeheersing): De meeste mensen hebben problemen met seksuele gevoelens en verlangens. Het is een strijd die jij met jezelf moet voeren door geen verkeerde relatie aan te knopen, je lichaam niet te misbruiken en telkens alert te zijn op de manier waarop je denkt. God kan je niet gebruiken wanneer jij jouw verlangens niet onder controle hebt. Zijn jouw verlangens onder controle van Christus en staan jouw relaties mat anderen onder de discipline van God? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: 1Thess. 5:22 158 van 161
Discipelschap
3. Geestelijk a. Keuken (de Bijbel): Breng jij evenveel tijd door in je geestelijke keuken van je leven als in de normale keuken? Neem jij evenveel tijd voor je geestelijke voedsel als voor de voeding van je lichaam? Veel problemen, die je tegenkomt, kunnen zo beantwoord worden uit het Woord van God. Maar dan moet je het Woord van God wel vaak genoeg lezen! Lezen is meer dan alleen maar even kijken naar de omslag, voor je slapen gaat. Is het Woord van God een dagelijks hoofdgerecht voor jou? Lees je Gods Woord, bestudeer en memoriseer je het? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: 2Tim. 3:16-17
b. Toilet (gebed): Misschien vindt je dit een vreemde vergelijking, maar het toilet is het enige kamertje waar jij helemaal alleen kunt zijn. Zet jij altijd tijd apart voor God. Om alleen met Hem te zijn, om met Hem over anderen te spreken, over problemen, om je zegeningen te tellen, om eerlijk te zijn, je twijfels uit te spreken, naar Hem te luisteren en Hem te aanbidden? Geen werk van God komt ooit van de grond zonder gebed. Gebed is de allerbelangrijkste factor in het leven van een Christen. Heb jij een dagelijks gebedsleven dat resultaten heeft en waardoor jij antwoorden van God ontvangt? Neem jij de tijd om Hem te bedanken voor wie Hij is en wat Hij doet voor jou en anderen? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: Math. 6:6
c. Zitkamer (getuigen): In de zitkamer ontmoet jij je vrienden en bekenden. Hier deel jij je leven met anderen. Geloof moet uitgedeeld worden. Jezus heeft ons hier gelaten opdat wij Hem zouden vertegenwoordigen hier op aarde. Dat is een heel belangrijke verantwoordelijkheid en eveneens een heel bijzonder voorrecht. De zitkamer van je geestelijk leven is overal waar je de gelegenheid hebt om Jezus te laten zien en van Hem te vertellen. Ben jij bereid altijd en overal te getuigen als God dat van je vraagt? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: Joh. 15:27
d. Stookhok (kracht): Het stookhok is de plek waar alle brandstof werd opgeslagen. Brandstof is de krachtbron waarmee het huis van energie werd voorzien (bijvoorbeeld voor koken, stoken, etc.) Wij hebben ook een krachtbron nodig in ons geestelijk leven: de Heilige Geest. De Heilige Geest wil ons gebruiken. Hij wil door ons heen werken. Hij is de plaatsvervanger van Jezus op aarde en wil dat wij dezelfde werken doen als Jezus deed toen Hij op aarde was. Strek je uit naar de gaven van de Geest en ontvang Zijn kracht opdat jij daarmee Gods Koninkrijk kunt dienen. 159 van 161
Discipelschap
Heb jij de kracht van de Heilige Geest ontvangen zodat jij in woord en daad getuigen van Christus kun zijn in deze wereld? Heb ij je overgegeven aan de leiding van de Heilige Geest en je uitgestrekt naar de gaven van de Geest? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: Hand. 1:8; 1Cor. 14:1
4. Sociaal Col. 3:17:
En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem!
We komen nu bij de kamers waar jij waarschijnlijk het meest gebruik van maakt en juist daar komen nogal eens problemen voor. a. Logeerkamer (vrienden): Als je me vertelt wie je vrienden zijn zeg ik jou wie jij bent. Vriendschappen onthullen wie ij bent of wie jij wilt zijn. Zorg ervoor dat jouw vrienden jou stimuleren in je relatie met de Heer. Je hoort een vriend te zijn van zondaren, want Jezus was dat ook. Maar de meest intieme contacten heb je met andere Christenen. Zeg eens eerlijk, zijn jouw vriendschappen er vooral om jezelf te verheerlijken of verheerlijken zij Jezus? Onderzoek al je vriendschappen met deze vraag. Zijn al je vrienden of vriendinnen door de Heer uitgekozen en zijn zij niet zo belangrijk als Christus? Zijn vriendschappen met ongelovigen gebaseerd op het verlangen ze bij Jezus te brengen? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: Amos 3:3
b. Woonkamer (familie): In het gezin, waar jij bij hoort, wordt je getest op discipelschap. God zal je testen (bij mensen die je het beste kennen) om te zien of jij bereid bent Hem onvoorwaardelijk, zonder klagen, te gehoorzamen en te volgen. Hij corrigeert je en vermaant je in je familie. Wat voor problemen er thuis ook zijn, heb jij daadwerkelijk geprobeerd dat te doen wat God van jou vraagt? Ben jij bereid om de andere gezinsleden te vergeven en onvoorwaardelijk lief te hebben? Heb jij al je familieleden in de handen van de Heer gelegd? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: Ef. 6:1-3
c. Kantoor (leiderschap): Iedereen heeft op een bepaald gebied de bekwaamheid om een leider te worden. Misschien ben je goed in studie, kunst, sport, relaties dienstbaarheid, etc. Daar waar je goed in bent, daar vind je de beste middelen om een krachtige getuige van Jezus te zijn. God wil je helpen op jouw plaats in de maatschappij, om daar te leven voor Hem en daar te laten zien wie de Koning is en wie Hij voor anderen wil zijn.
160 van 161
Discipelschap
Heb jij al je bekwaamheden, op elk gebied, aan de Heer gegeven, inclusief de rechten op jouw leven en jouw carrière? Gebruik jij al je kansen en mogelijkheden in de maatschappij om een getuige voor Jezus te zijn, in woord en daad? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: Ps. 75:7
d. Rommelkamer (tijd): Hier wordt zo ontzettend veel aangerommeld dat het echt nodig is om op dit gebied orde aan te brengen. Eén van de grootste zonden van deze tijd is de verspilling van tijd. Verloren tijd valt niet meer in te halen. Tijd moet goed beheerd worden en bewaakt worden. Maak een planning van je tijd en deel die zo effectief mogelijk in voor alles wat je doet. Geef jij al je tijd (24 uur per dag) aan de Heer en maak jij plannen en voer je die zo uit dat God daardoor de eer krijgt? Antwoord:
Ja/Nee
Sleutel: Ef. 5:15-17
Doe de hele test. Wanneer je op elk deel een antwoord hebt gegeven open je de verschillende kamers met de bij elke kamer genoemde sleutel. Maak je eigen wat er in staat en leef ernaar.
161 van 161