Handleiding
Met de aankoop van dit multifunctionele apparaat hebt u een kwaliteitsproduct van de firma PHILIPS gekozen. Uw apparaat voldoet aan de verschillende eisen die de moderne home office sector hedentendage stelt. U kunt met het apparaat scannen, printen, kopiëren en faxen – zowel in zwart-wit als in kleur. Als volwaardige fotoprinter beschikt uw apparaat over de vereiste steekplaatsen voor alle gangbare foto-opslagmedia en over een directe aansluitmogelijkheid voor digitale camera’s. De beeld- en optimalisatiefunctie Crystal Image zorgt voor de optimale afdruk- en kopieerkwaliteit van uw zwart-wit- en kleurendocumenten. Crystal Image helpt u ook het storende rode ogen effect van uw flitsopnames te retoucheren (rode ogen reductie). Met het apparaat Crystal 660 kunt u menu en foto’s eenvoudig via het verlichte kleurendisplay (openklapbaar) selecteren. U kunt het multifunctionele apparaat op uw PC aansluiten (Microsoft Windows 98 SE · 2000 (SP3) · ME · XP). Installeer het bijgevoegde softwarepakket en gebruik het multifunctionele apparaat als (netwerk-)printer. Bovendien kunt u via de PC ook faxberichten verzenden en ontvangen, de telefoongids beheren, documenten scannen, bewerken en opslaan alsmede SMS-berichten* overdragen. Voor de kabelloze PC-communicatie staat een aansluitmogelijkheid voor een WLAN-adapter ter beschikking. Bovendien kunt u vanaf alle apparaten die over een infrarood-interface* of Bluetooth beschikken (bijv. fotomobieltje, handheld) bestanden naar het multifunctionele apparaat zenden om deze af te drukken. (WLAN en Bluetooth zijn optioneel en functioneren uitsluitend met een originele adapter die u via onze bestelservice (zie achterzijde van deze handleiding) kunt kopen. Nadere inlichtingen vindt u op onze homepage: www.fax.philips.com Het apparaat Crystal 660 beschikt over een ingebouwde modem, waarmee u Text2Fax/SMS/MMS-berichten* onafhankelijk van de PC kunt verzenden en ontvangen. Uw multifunctionele apparaat print met de meest moderne inkjet-technologie. Bij uw apparaat bevinden zich twee gratis inktpatronen (black/zwart en colour/kleur). Plaats deze en u kunt de veelsoortige mogelijkheden van uw multifunctioneel apparaat meteen uitproberen. Wij wensen u veel plezier!
Inleiding
Deze handleiding Lees deze handleiding a.u.b. zogvuldig door en volg de veiligheidsinstructies op om een storingsvrij functioneren van uw multifunctioneel apparaat te waarborgen. Gebruikte symbolen en fundamentele begrippen: Waarschuwt voor onvakkundig gebruik dat verwondingen, storingen of beschadigingen van het apparaat tengevolge kan hebben resp. wijst op land- en apparaatspecifieke kenmerken. Kenmerkt tips voor een doeltreffend gebruik van uw multifunctioneel apparaat en dient als helpfunctie ter vermijding van eventuele moeilijkheden bij het uitvoeren van bepaalde functies. Document: Origineel dat u met uw apparaat kopieert, scant of als fax, Text2Fax/SMS/MMS-bericht* overdraagt. Papier: Printmedium dat u in het papiervak plaatst om het met uw multifunctionele apparaat te bedrukken. Sjabloon: Bedrukt papier (bijv. briefpapier, postkaarten) dat u met uw apparaat kunt bedrukken. Menu: Instelmogelijkheden voor functies die op het display aangegeven en geselecteerd worden. Foto-opslagmedia: Gegevensdragers die met het mutifunctionele apparaat compatibel zijn (bijv. digitale camera’s, geheugenkaarten, mobiele apparatuur). Uitgangsmodus: Bedrijfstoestand van het apparaat. Standby-modus: Energiebesparende rustmodus bij niet-gebruik van het multifunctionele apparaat. In deze handleiding worden twee modeltypes van dezelfde serie – Crystal 650 en Crystal 660 – beschreven. Ter vereenvoudiging van de oriëntering bestaat de handleiding uit twee gedeelten: In het gedeelte Functies van het apparaat vindt u de toepassingsmogelijkheden die u direct op het apparaat kunt realiseren; in het gedeelte PC-functies worden de instellingen verklaard die u m.b.v. de PC kunt toepassen. Denk er a.u.b. aan dat voor de afbeeldingen een algemeen aanzicht van beide apparaten is gekozen. In het gedeelte Functies van het apparaat / Paneel met display vindt u de correcte afbeelding voor uw apparaat. Denk er a.u.b. ook aan dat bepaalde functies modelafhankelijk ter beschikking staan! Toepassingen die slechts voor één van beide types gelden of aan landspecifieke afwijkingen onderhevig zijn, zijn met een sterretje “*” gemarkeerd en worden aan het einde van de bladzijde toegelicht. Wij streven naar verbeteringen en innovaties. Eventueel zijn bepaalde functies voor de firmware van uw apparaat nog niet vrijgeschakeld. Actualiseer de firmware van uw apparaat (zie gedeelte PC-functies / Companion Suite IH gebruiken / Firmware-update).
Æ
Inleiding
Geachte klant,
²
* SMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) MMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) Text2Fax – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) Infrarood-interface – Crystal 660
3
Handelsmerk Alle rechten voorbehouden. Geen gedeelte van deze publicatie mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SAGEM SA gereproduceerd, in een archiefsysteem opgeslagen of in een andere vorm of op andere wijze – elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opname of andere mogelijkheden – worden overgedragen. De informaties in dit document zijn uitsluitend bestemd voor het gebruik met dit product. SAGEM aanvaardt geen verantwoording, als deze informaties bij andere apparaten worden toegepast. Noch SAGEM SA noch aangesloten maatschappijen zijn tegenover de koper van dit product of tegenover derden aansprakelijk met betrekking tot schadevorderingen, verliezen, kosten of uitgaven die voor de koper of derden tengevolge van een ongeluk, verkeerd gebruik of misbruik van dit product of door niet geautoriseerde wijzigingen, reparaties, veranderingen van het product resp. het niet opvolgen van de bedrijfs- en onderhoudsinstructies van SAGEM SA ontstaan.
IrDA® is een geregistreerd handelsmerk van Infrared Data Association. USB™ is een handelsmerk van de USB Implementers Forum, Inc. Algemene aanwijzing: De in dit handboek genoemde referenties zijn handelsmerken van de betreffenden firma’s. Het ontbreken van de symbolen ® en ™ rechtvaardigt niet de veronderstelling dat er bij de desbetreffende begrippen van vrije handelsmerken sprake is. Andere in dit document gebruikte productnamen worden uitsluitend als aanduidingen gebruikt en kunnen handelsmerken van de desbetreffende eigenaars zijn. SAGEM SA wijst alle rechten op deze merken van de hand.
Als deelnemer aan het Energy Star-programma heeft SAGEM Communication Austria GmbH vastgesteld dat dit product voldoet aan de Energy Star-richtsnoeren voor energie-efficiëntie.
SAGEM SA is niet aansprakelijk voor schadevorderingen of problemen tengevolge van het gebruik van opties of verbruiksmaterialen die niet als originele producten van SAGEM of als door SAGEM geautoriseerde producten gekenmerkt zijn.
Het begrip PictBridge® en het PictBridge logo zijn geregistreerde handelsmerken van de CIPA (Camera and Imaging Products Association).
SAGEM SA is niet aansprakelijk voor schadevorderingen tengevolge van elektromagnetische interferenties veroorzaakt door het gebruik van verbindingskabels die niet als producten van SAGEM gekenmerkt zijn. SAGEM CRYSTAL® is een geregistreerd handelsmerk van SAGEM SA, en CRYSTAL 650/660™ zijn handelsmerken van SAGEM SA. Microsoft® en Windows® zijn geregistreerde handelsmerken van de Microsoft Corporation. Apple® en Macintosh® zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. Intel® en Pentium® zijn handelsmerken van de Intel Corporation. CompactFlash® is een geregistreerd handelsmerk van de SunDisk Corporation. MEMORY STICK® is een geregistreerd handelsmerk van de Sony Corporation.
¿
Het reproduceren van bepaalde documenten (bijv. door scannen, printen, kopiëren) is in sommige landen verboden. De onderstaand aangegeven lijst van zulke documenten maakt geen aanspraak op volledigheid, maar dient uitsluitend als overzicht. Vraag in geval van twijfel uw juridisch adviseur om raad. •
Paspoorten (persoonsbewijzen)
•
In- en uitreispapieren (immigratiepapieren)
Secure Digital® is een geregistreerd handelsmerk van de Toshiba Corporation.
•
Militaire dienst-documenten
•
Bankbiljetten, reischecks, betalingsopdrachten
Microdrive® is een geregistreerd handelsmerk van Hitachi Global Storage Technologies.
•
Postzegels, belastingzegels (gestempeld of ongestempeld)
MultiMedia Card® is een geregistreerd handelsmerk van de Siemens AG en/of Infineon Technologies AG; MultiMedia Card™ is een handelsmerk van de MultiMedia Card Association.
•
Leningdocumenten, inlegcertificaten, obligaties
•
Door de auteurswet beschermde documenten
SmartMedia™ is een handelsmerk van de Toshiba Corporation.
xD-Picture Card™ is een handelsmerk van de Fuji Photo Film Co., Ltd. DPOF® is een geregistreerd handelsmerk van de Fuji Photo Film Co., Ltd. Het woordmerk Bluetooth en de Bluetooth logo’s zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc.; het gebruik van deze merken door SAGEM SA vindt onder licentie plaats.
4
Opmerkingen m.b.t. wettelijke beperkingen, gegevensbescherming en rechtsgeldigheid
¿
Neem de wettelijke richtlijnen van uw land in acht met betrekking tot de rechtsgeldigheid van faxberichten – vooral in verband met de geldigheid van handtekeningen, bezorgingstermijnen binnen de gestelde tijd of ook nadelen op grond van kwaliteitsverliezen bij de transmissie enz..
¿
Zorg voor het respecteren van het telecommunicatiegeheim en het in acht nemen van de gegevensbescherming, zoals de wetgeving in uw land dit voorschrijft.
Inleiding
Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Functies van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Beschrijving van het multifunctionele apparaat . . . . . . . . . . . . . . .8 Paneel met display – Crystal 650 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 Paneel met display – Crystal 660 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
1. Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Inhoud van de verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 Multifunctioneel apparaat plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 Printmedia plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 Documenten plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 Printmedia – Documenten positioneren . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 Telefoonkabel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 Netkabel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 Land kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 Taal kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 Nummer en naam intoetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 Datum en tijd intoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17 Patronen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17 Patronen in de juiste positie zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 Extra apparatuur aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
2. Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Datum en tijd intoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Nummer en naam intoetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Land en taal instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 ISDN-aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Telefooncentrale (PABX) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Nummerweergave (CLIP) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21 Energiespaarmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
3. Crystal Image µ . . . . . . . . . . . . . . . 22 Crystal Image toepassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Crystal Image activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Crystal Image deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Foto’s met Crystal Image printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
4. Kopieerapparaat K . . . . . . . . . . . . . 23 Kopieën maken met fabrieksinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23 Kopieën maken met speciale instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23 Kopieerinstellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
5. Fotoprinter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 Foto-opslagmedia gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 Fotobestanden lezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 DPOF-bestanden printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Fotobestanden via het fotomenu printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 PictBridge-Bestanden direct printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Diashow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Scan naar geheugenkaart overdragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Fotobestanden opnieuw analyseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Opslagmedium verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Inhoud geheugenkaart op de PC bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Printerinstellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
6. Telefoongids m . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Contacten aanleggen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Groepen aanleggen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Contacten en groepen bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Contacten en groepen wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Contacten zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Telefoongids gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Snelkeuzetoetsen (A – I) * . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Telefoongids afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Nummers combineren (Chain Dialling) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
7. Faxschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Modi SM instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Timer U activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Faxontvangstmodus instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Inhoudsopgave
Externe telefoons gebruiken (Easylink) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Extern antwoordapparaat gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
8. Fax Y . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Zwart-wit faxen verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37 Kleurenfaxen verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37 Faxen handmatig verzenden (luidspreker) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Speciale zendopties instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 Verzendrapport afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 Faxen ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 Aanvullende ontvangstopties instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 Berichtengeheugen leegmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 Automatisch afdrukken van faxberichten blokkeren . . . . . . . . . .39 Faxberichten afroepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 Fax-instellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
9. SMS »* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 SMS-vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 SMS verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 SMS ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Berichtengeheugen leegmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 SMS naar e-mail of fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 Aanvullende verzendopties instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 SMS-instellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
10. MMS »* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 MMS-vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 MMS verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 MMS ontvangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47 Berichtengeheugen leegmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48 MMS-instellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
11. Text2Fax »* . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Text2Fax verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
12. Tips & Trucs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Papierstoring verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 Patronen wisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 Fotopatroon plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52 Printproblemen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Inktniveau weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Journaal afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Opdrachten bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Apparaat blokkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54 Servicecodes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55 Quick help . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
PC-functies . . . . . . . . . .56 PC-vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56 Draadloos netwerk-vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56
1. Drivers en software installeren . . . . 56 2. Netwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Draadloze netwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61 Draadloze netwerken aanmaken (WLAN) . . . . . . . . . . . . . . . . .61
3. COMPANION SUITE IH gebruiken . . . . 64 Telefoongids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64 Faxen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65 SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67 Printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69 Scannen Á . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70 Inktniveau van patroon weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .71 Firmware-update . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72
4. Drivers en software deïnstalleren . . 73
Bijlage . . . . . . . . . . . . . .75 Verklarende woordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75 Afkortingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .77 Functieslijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80 Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .81 Environment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82 Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84 * SMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) MMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) Text2Fax – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) Snelkeuzetoetsen – Crystal 650
5
Veiligheidsinstructies Houd de volgende instructies voor de plaatsing en het gebruik van het apparaat a.u.b. goed aan om eventuele gevaren, beschadigingen of storingen te vermijden.
Een geschikte plaats
¿
Het multifunctionele apparaat moet veilig en stabiel op een vlak, glad en trillingsvrij oppervlak staan. Als uw apparaat schuin staat, kan een storingsvrij functioneren niet worden gewaarborgd. Plaats het apparaat niet op bedden, dekens, kussens, sofa’s, tapijten of een andere zachte ondergrond, aangezien er oververhittings- en daardoor brandgevaar bestaat. Zorg voor voldoende luchtcirculatie rondom het apparaat en dek het apparaat niet af. Gebruik het apparaat niet in gesloten dozen, kasten, laden enz. De afstand tot andere apparaten of voorwerpen moet minstens 10 cm bedragen. Laat vóór het apparaat minstens 30 cm vrij, omdat afdrukken aan de voorzijde uit het apparaat komen.
¿
Bescherm het multifunctionele apparaat goed tegen directe zonnestralen, fel licht en bovenmatige warmte. Plaats het apparaat niet vlak in de buurt van een verwarming, radio- en tv-apparaat en airconditioning.
Stroomvoorziening
¿van uw multifunctionele apparaat aangegeven is Controleer of de netspanning die op het typeplaatje
met de netspanning van de plaats van gebruik overeenstemt. Vraag in geval van twijfel uw elektrohandelaar. Gebruik alleen de bijgevoegde netkabel.
¿bereikbaar is, omdat uw multifunctioneel apparaat Plaats uw apparaat zo dat het stopcontact makkelijk
geen in- en uitschakelknop heeft. Monteer alle kabels zo dat u er niet over kunt struikelen.
¿tionele apparaat niet (opgeslagen gegevens blijven
Bij een stroomstoring functioneert het multifunc-
bewaard).
¿als de isolering ervan beschadigd is, zonder dat u
Raak in geen geval de telefoon- en/of netkabel aan,
eerst de telefoon- en netstekker uit het stopcontact hebt getrokken.
U moet het apparaat van het stroom- en telefoonnet scheiden, als: ¿
de behuizing en/of de telefoon- of netkabel beschadigd zijn.
¿
een onweer op komst is. In een dergelijk geval bestaat gevaar van bliksemslag voor de gebruiker en/ of van beschadiging van het apparaat. Kunt u de stekker er niet uittrekken, mag u het apparaat niet bedienen.
¿
u het oppervlak van het apparaat wilt reinigen.
¿
vloeistoffen of vreemde voorwerpen in het apparaat zijn terechtgekomen. Er bestaat gevaar van een elektrische schok en/of beschadiging van het apparaat.
¿
het apparaat oververhit en in brand raakt of rook uit het apparaat dringt.
¿vlammen op een afstand van dit product worden Om het uitbreiden van vuur te vermijden moeten
gehouden.
¿Zet het apparaat niet bloot aan extreme tempera-
Vermijd de invloed van stof, water en chemicaliën.
tuurschommelingen en/of hoge luchtvochtigheid.
¿Raak de netstekker, de stroomaansluiting of het teSluit het apparaat niet aan in vochtige ruimten.
lefoonstopcontact nooit met natte handen aan.
¿
Als het multifunctionele apparaat ergens af valt, kan dit ernstige schade aan het apparaat en/of persoonlijk letsel, vooral bij kleine kinderen, tot gevolg hebben. Laat kinderen nooit zonder toezicht met het apparaat hanteren.
Gebruik en onderhoud
¿apparaat uit te voeren. Onvakkundig onderhoud Probeer nooit zelf reparatiewerkzaamheden aan het
kan tot beschadiging van het apparaat, brand of een elektrische schok leiden (zie Bijlage / Garantie). Laat uw apparaat uitsluitend door een erkende servicedienst repareren.
6
Veiligheidsinstructies
Druk niet met geweld op het scannerdeksel, als u
scant, dit kan een beschadiging van het scannerdeksel en/of het scannerglas tot gevolg hebben.
¿
Open de papierstoringsklep in geen geval terwijl het multifunctionele apparaat een printopdracht uitvoert.
¿tifunctionele apparaat bij ontvangst van een op-
Als u geen papier geplaatst hebt, probeert het mul-
dracht toch papier te laden. Open ondertussen in geen geval de papierstoringsklep. Plaats papier.
Foto-opslagmedia
¿functionele apparaat compatibel zijn (zie gedeelte
Gebruik alleen opslagmedia die met het multi-
Functies van het apparaat / Fotoprinter / Fotoopslagmedia gebruiken).
¿ Terwijl gegevens op het opslagmedium worden op¿geslagen, mag u in geen geval de verbinding tussen Gebruik niet meer dan één opslagmedium tegelijk!
het foto-opslagmedium en het multifunctionele apparaat scheiden. Apparaat niet van het net scheiden!
de ingestoken geheugenkaart er in geen geval ¿nele apparaat zorgvuldig en in horizontale positie, ¿Trek uit, terwijl het multifunctionele apparaat toegang anders kan er inkt uit lopen. Gebruik, bewaar of transporteer het multifunctio-
¿
tot deze kaart heeft en de printopdracht uitvoert. Hierdoor kunnen gegevens beschadigd worden of verloren gaan.
Scheid het multifunctionele apparaat van het telefoon- en stroomnet, voordat u het oppervlak reinigt. Gebruik in geen geval vloeibare, gasvormige of licht ontvlambare reinigingsmiddelen (sprays, schuurmiddelen, politoeren, alcohol) om schade aan de gelakte onderdelen te vermijden!
¿medium om het op juiste wijze te gebruiken.
¿
¿stroombelasting van alle USB-aansluitingen niet
Gebruik voor de reiniging van het display een droge, zachte doek. Als het display breekt, kan een matig irriterende vloeistof uitstromen. Mocht u met de vloeistof in contact komen, spoel de desbetreffende plekken dan met veel water uit. Raadpleeg bij het optreden van klachten onmiddellijk een arts.
Inktpatronen
Lees in ieder geval de handleiding van uw opslag-
Algemene aanwijzingen Om de USB-functionaliteit te waarborgen mag de
Veiligheidsinstructies
¿dikkere documenten of driedimensionele sjablonen
hoger zijn dan 0,7 ampère. Sluit niet meer dan één high-power-apparaat tegelijk op uw multifunctioneel apparaat aan. Sluit geen extra apparatuur – zoals bijv. accu’s, ventilatoren, acculaders – op uw multifunctioneel apparaat aan.
Laad elke originele inktpatroon die u voor het moet u een afstand van minstens 15 cm tussen het ¿eerst in het apparaat plaatst met de bijgevoegde ¿ multifunctionele apparaat en het basisstation van het
Plug’n’Print-kaart, alleen zo worden alle informaties opgeslagen die voor een probleemloos uitwisselen en hergebruik van de patronen noodzakelijk zijn. Andere inktpatronen kunnen het apparaat beschadigen (zie Bijlage / Garantie).
¿
Bewaar tijdelijk verwijderde patronen in de bewaarbox van de fotopatroon of verpak de patronen elk afzonderlijk in een plastic zak en sluit deze af. Bewaar de inktpatronen om veiligheidsredenen buiten het bereik van kinderen.
Als u een extra draadloze telefoon wilt gebruiken,
draadloze apparaat aanhouden, omdat anders akoestische storingen in de telefoonhoorn kunnen optreden.
¿materiaal. Informeer aan het einde van de levens-
Dit elektronische apparaat bevat veel recyclebaar
duur van het apparaat naar de in uw land bestaande eisen inzake recycling van oude apparatuur.
¿klachten op, blijf dan a.u.b. op afstand van het Als u drager van een pacemaker bent en er treden
multifunctionele apparaat en raadpleeg uw arts.
Ga met de gebruikte inktpatronen voorzichtig om, stemming met de normen EN 60950-1 resp. ¿zodat er geen inkt op kleding of voorwerpen te- ¿ IEC 60950-1 gekeurd en mag alleen op telefoon- en
Uw multifunctionele apparaat is in overeen-
rechtkomt. Inktpatronen niet schudden! Vermijd huiden oogcontact. Verwijder inktvlekken met veel water. Raadpleeg bij het optreden van klachten of gezichtsproblemen onmiddellijk een arts.
¿
Manipuleer in geen geval met de originele inktpatronen, u zou hierdoor de printkoppen kunnen beschadigen.
¿transporteert. Deponeer de lege patronen in overeenstemming ¿met de afvalvoorschriften van uw land.
Neem de inktpatronen eruit als u het apparaat
Veiligheidsinstructies
stroomnetten worden gebruikt die aan deze normen voldoen.
¿gebruik in het desbetreffende land van verkoop Het multifunctionele apparaat is uitsluitend voor
ontwikkeld. Het voldoet aan de bepalingen van de telefoonmaatschappij van het land. Breng geen instellingen en veranderingen aan die niet in deze handleiding worden beschreven.
7
Functies van het apparaat
Functies van het apparaat Beschrijving van het multifunctionele apparaat
Scannerdeksel
Deksel van het apparaat
USB-aansluiting voor WLAN-/ Bluetooth-adapter*
Luidspreker
Paneel met display (afhankelijk van het apparaat)
Gleuf voor Plug’n’Print-kaart
Vier steekplaatsen voor tien verschillende soorten geheugenkaarten
Documentenuitvoervak Papierstopper Papierlengtegeleider met ruiter Papiervak
Infrarood interface (Crystal 660) Front-USB – Papierdwars- directe aansluiting geleider voor digitale camera’s
EXT.-bus – Aansluiting voor externe apparatuur (telefoon, antwoordapparaat etc.)
USB-aansluiting voor de PC
LINE-bus – Telefoonkabelaansluiting
Papierstoringsklep
8
* WLAN en Bluetooth zijn optioneel en functioneren uitsluitend met een originele adapter die u via onze bestelservice (zie achterzijde van deze handleiding) kunt kopen. Nadere inlichtingen: www.fax.philips.com
Netkabelaansluiting
Beschrijving van het apparaat
Symbolen op het tweeregelige display
m Telefoongidsfuncties oproepen À Rondzenden – Faxberichten naar meerdere ontvangers zenden Faxresolutie: f voor klein gedrukte teksten en tekeningen F voor foto’s h voor teksten en tekeningen COL kleurenfaxen verzenden $
Geluid compleet uit (ook op de EXT.-bus aangesloten apparaten rinkelen niet)
PAUSE/R Bij het kiezen of opslaan van telefoonnum mers: kiespauze (/) invoegen; bij gebruik met een telefooncentrale: buitenlijncode (R) intoetsen h/f/F/COL Faxresolutie instellen (standaard, fijn h, superfijn f, foto F en kleurenfax COL)
S/M/U Gekozen modus (Dag/Nacht)
Y Faxtransmissie, kopieer- of printopdracht starten
Een melding op het display informeert u over de status van het berichtengeheugen.
z Luidspreker voor het meeluisteren bij het opbouwen van een verbinding (handsfree niet mogelijk)
De gekozen menufunctie wordt met een pijl (>) gemarkeerd.
³ Nummerherhalingslijst oproepen
K Kleurenkopie maken; fotoafdruk starten Á Scan naar de PC overdragen X Lopende processen annuleren; naar de uitgangsmodus terugkeren K Zwart-wit-kopie maken; fotoafdruk starten v Knippert dit controlelampje, lees dan a.u.b. de informatie op het display
MENU/OK Menufuncties oproepenen; invoeren bevestigen / Menufuncties kiezen; cursor op het display bewegen; cijfers intoetsen C
U/M/S Timer U in- en uitschakelen; tussen modi S (Dag) en M (Nacht) wisselen
Snelkeuzenummers A – I µ Crystal Image-beeld- en tekstoptimalisatie: kwalitatief hoogwaardige afdrukken en kopieën maken (in kleur of zwart-wit) Crystal Image-rode ogen reductie: retoucheert “rode ogen” van uw flitsopnames
Invoeren wissen; naar de laatste menufunctie terugkeren
Beschrijving van het apparaat
Paneel met display – Crystal 650
Cijfer- en lettertoetsenveld
Lampje brandt (blauw): Crystal Image is geactiveerd Lampje knippert (blauw): Crystal Image voert een opdracht uit Lampje brandt niet: Crystal Image is gedeactiveerd
Beschrijving van het apparaat
9
Paneel met display – Crystal 660 Functies van het apparaat
m Telefoongidsfuncties oproepen À Rondzenden – Faxberichten of Text2Fax/SMS/ MMS-berichten* naar meerdere ontvangers zenden
K Kleurenkopie maken; fotoafdruk starten Á Scan naar de PC overdragen X Lopende processen annuleren; naar de uitgangsmodus terugkeren
PAUSE/R Bij het kiezen of opslaan van telefoonnum mers: kiespauze (/) invoegen; bij gebruik met een telefooncentrale: buitenlijncode (R) intoetsen h/f/F/COL Faxresolutie instellen (standaard, fijn h, superfijn f, foto F en kleurenfax COL) Y Faxtransmissie, kopieer- of printopdracht starten
K Zwart-wit-kopie maken; fotoafdruk starten v Knippert dit controlelampje, lees dan a.u.b. de informatie op het display
z Luidspreker voor het meeluisteren bij het opbouwen van een verbinding (handsfree niet mogelijk) ³ Nummerherhalingslijst oproepen – ’ binnengekomen oproepen (max. tien); ‘ gekozen nummers (max. tien)
» Text2Fax/SMS/MMS-berichten* lezen, bewerken en verzenden; het controlelampje naast de toets knippert, als er nieuwe berichten binnengekomen zijn
µ Crystal Image-beeld- en tekstoptimalisatie: kwalitatief hoogwaardige afdrukken en kopieën maken (in kleur of zwart-wit) Crystal Image-rode ogen reductie: retoucheert “rode ogen” van uw flitsopnames Lampje brandt (blauw): Crystal Image is geactiveerd Lampje knippert (blauw): Crystal Image voert een opdracht uit Lampje brandt niet: Crystal Image is gedeactiveerd
Cijfertoetsenveld
MENU/OK Menufuncties oproepen; invoeren bevestigen / Opties kiezen; cursor op het display bewegen; cijfers invoeren C
Openklapbaar kleurendisplay met achtergrondverlichting en lettertoetsenveld
10
* SMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) MMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) Text2Fax – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk)
Invoeren wissen; naar de laatste menufunctie terugkeren
U/M/S Timer U in- en uitschakelen; tussen modi S (Dag) en M (Nacht) wisselen
Beschrijving van het apparaat
Faxresolutie: h voor teksten en tekeningen f voor klein gedrukte teksten en tekeningen F voor foto’s COL kleurenfaxen verzenden I
Binnengekomen oproepen tijdens afwezigheid (met nummerweergave (CLIP))
²
U kunt het contrast van uw kleurendisplay instellen.
1
Druk op MENU/OK en 270.
2
Stel met / het contrast `: minder contrast; ^: meer contrast
3
Bevestig dit met OK.
in:
W Binnengekomen SMS/MMS-berichten* $
Geluid compleet uit (ook op de EXT.-bus aangesloten apparaten rinkelen niet)
S/M/U Gekozen modus (Dag/Nacht) ´ Status berichtengeheugen De gekozen menufunctie wordt met een gekleurde balk gemarkeerd.
²
Met de functie 87 kunt u de kleurinstellingen voor het display veranderen.
1
Druk op MENU/OK en 87.
2
Kies met / de gewenste displaykleuren.
3
Bevestig dit met OK.
Beschrijving van het apparaat
Symbolen op het achtregelige kleurendisplay
Lettertoetsenveld onder openklapbaar beschermdeksel Behalve de letters hebt u ook speciale tekens voor het invoeren van tekst ter beschikking: + – Voor de invoer van hoofdletters: Druk de +-toets en (gelijktijdig) de betreffende lettertoets in om hoofdletters in te voegen. ½ – Voor de invoer van spaties Ü-Toets – Voor de invoer van speciale tekens: Druk de Ü-toets en (gelijktijdig) de betreffende lettertoets in om de erboven afgebeelde speciale tekens in te toetsen. J – Return-toets; alinea’s invoegen
Beschrijving van het apparaat
11
Functies van het apparaat
1.
Installatie
Inhoud van de verpakking De verpakking bevat de volgende onderdelen:
Multifunctioneel apparaat plaatsen 1
Verwijder eventueel aanwezige transportbeveiligingen (bijv. plakbanden). U kunt aanwezige stickers zonder achterblijfselen verwijderen.
Ækelijk bereikbaar is, omdat uw multifunctio-
Plaats uw apparaat zo dat het stopcontact mak-
neel apparaat geen in- en uitschakelknop heeft. (Trek de netstekker uit het stopcontact om uw apparaat, zo nodig, van het net te scheiden – zie hoofdstuk Veiligheidsinstructies.)
Multifunctioneel apparaat
2
Schuif de documentenopvang tot de aanslag in de hiervoor bestemde gleuf in het documenten-uitvoervak.
3
Trek de documentenopvang er zo ver mogelijk uit en klap de papierstopper omhoog om te vermijden dat het papier vastloopt.
Documentenopvang
Twee inktpatronen (zwart en kleur) Handleiding
Installeerhulp
Installatie-CDROM Netkabel met stekker (landspecifiek) Telefoonkabel met stekker (landspecifiek) USB-kabel (leveringsomvang landspecifiek) WLAN-adapter (leveringsomvang landspecifiek) Papiermonster (leveringsomvang landspecifiek)
²niet onder de landspecifieke leveringsomvang Mocht een van de onderdelen ontbreken die
vallen of beschadigd zijn, neem dan a.u.b. met uw vakhandelaar of met onze klantenservice contact op (zie achterzijde van deze handleiding).
12
Printmedia plaatsen Plaats het papier in het papiervak voordat u het apparaat op het net aansluit. Uw multifunctioneel apparaat ondersteunt talrijke papierformaten- en soorten. U kunt zowel sjablonen als normaal papier gebruiken om de ondersteunde papiersoorten bij te vullen (zie Bijlage / Technische gegevens).
1. Installatie
Gebruik uitsluitend papier dat speciaal voor het gebruik met inkjet-printers geschikt en niet beschadigd is.
²om een slechte afdrukkwaliteit te vermijden.
Gebruik geen papier dat lichter is dan 75 g/m2
1
Schud het papier even los en maak er op een vlakke ondergrond een strakke stapel van. Zo verhindert u dat er meerdere vellen tegelijk in het apparaat worden getrokken.
Klap de documentenopvang voorzichtig terug in de oorspronkelijke positie.
4
2
Til de documentenopvang op en houd deze vast. Trek de papierlengtegeleider er zo ver mogelijk uit. Plaats maximaal 150 vellen papier (standaardformaat A4, 210×297 mm, 80 g/m2) met de korte rand naar voren tot de aanslag in het papiervak.
1. Installatie
... en de -lengtegeleider. Let erop dat het papier bij het fixeren niet geknikt wordt.
Plaatsen van papier
Aanwijzingen voor het gebruik van papier
²om het papier op de juiste wijze te gebruiVolg de instructies van de papierfabrikant op
ken.
¿
Gebruik geen vochtig of beschadigd papier om een papierstoring en een slechte afdrukkwaliteit te vermijden. Vul het papier nooit aan terwijl het apparaat aan het afdrukken is. Als het papier na het afdrukken golvend op de documentenopvang ligt, moet u het meteen verwijderen. Hoe u een papierstoring kunt verhelpen vindt u in het hoofdstuk Tips & Trucs / Papierstoring verhelpen.
Æterwijl
Open in geen geval de papierstoringsklep het multifunctioneel apparaat een printopdracht uitvoert.
¿is. Vermijd het om papier dat al in het papiervak
Plaats pas nieuw papier in het papiervak, als dit leeg
Æ
De capaciteit van het papiervak hangt af van de dikte van het gebruikte printmedium. Plaats het papier maximaal tot aan de hoogtebegrenzing van de beide papierdwarsgeleiders (zie fabrieksmatige markering).
3
Fixeer het papier met behulp van de beide papierdwarsgeleiders …
ligt met nieuw papier – vooral als het verschillende papiersoorten zijn – te vermengen.
¿fieken) kan de afdruk langer vochtig blijven. Laat
Bij hogere afdrukdichtheid (bijv. bij complexe gra-
de afdruk 30 tot 60 seconden op de documentenopvang liggen om te drogen.
Plaatsen van fotopapier
²multifunctioneel apparaat ontwikkeld om
Het originele fotopapier is speciaal voor uw
met betrekking tot printkwaliteit en houdbaarheid een optimaal resultaat te verkrijgen. Als u andere papiersoorten gebruikt, bestaat het risico dat het papier verkeerd in het apparaat wordt getrokken of de inkt kan uitwissen. U kunt origineel fotopapier bij onze bestelservice bestellen (zie achterzijde van deze handleiding).
Plaats het fotopapier met de gecoate zijde (= glanzende zijde) onder en de korte rand naar voren tot de aanslag
1. Installatie
13
Functies van het apparaat
in het papiervak. Fixeer het formaat 10×15 bovendien met de ruiter op de papierlengtegeleider.
Plaatsen van sjablonen Wilt u sjablonen (bijv. formulieren, briefpapier) bedrukken, plaats de sjablonen dan met de bedrukte zijde onder tot de aanslag in het papiervak. Als u sjablonen met een briefhoofd gebruikt, legt u het papier eerst met de bovenste rand in het papiervak.
²door tenminste twee vel samen (tot Bescherm het oppervlak van het fotopapier
max. 20 vel papier) in het papiervak te plaatsen.
Plaats na de fotoafdruk in 10×15-formaat A4- of Letter-papier in het papiervak, omdat anders binnenkomende faxberichten onvolledig afgedrukt worden en verloren gaan. (Stel met de functies 241 en 242 papierformaat en papiersoort in, zodat uw multifunctioneel apparaat het geplaatste papiertype herkent.)
Aanwijzingen voor het gebruik van fotopapier
Plaatsen van enveloppen
²werkingsprogramma vindt u de nodige forIn de Help-bestanden van uw PC-tekstver-
matteringsaanwijzingen voor het correct bedrukken van de verschillende envelop-designs.
Plaats enveloppen met de flap naar boven gericht en met de korte rand naar voren tot de aanslag in het papiervak. Fixeer kleinere formaten bovendien met de ruiter op de papierlengtegeleider.
¿vingerafdrukken en vlekken op de gecoate zijde Pak het fotopapier alleen aan de randen vast om
resp. in het printgedeelte te vermijden.
¿gebruik het fotopapier niet bij hoge luchtvochtig-
Vermijd het contact met vocht en vloeistoffen en
heid, extreme temperaturen of in direct zonlicht.
¿op een koele en droge plaats en stel het niet bloot
Bewaar het fotopapier in de originele verpakking
aan ultraviolette stralen.
¿ruimtecondities drogen. Plaats zuurvrij papier tusLaat de afdrukken minstens 24 uur onder normale
sen de afzonderlijke afdrukken.
¿mijd plasticsoorten die PVC bevatten om een uit-
Gebruik fotoalbums van zuurvrij materiaal en ver-
bleken van uw foto’s te verhinderen.
¿duur en de printkwaliteit van het fotopapier ten Volg de aangegeven instructies op om de levens-
Plaatsen van transparante folies Plaats de transparante folie met de printzijde (= ruwe zijde) onder tot de aanslag in het papiervak. Gebruik uitsluitend transparante folies die voor het gebruik met inkjet-printers geschikt zijn.
volle te benutten.
Documenten plaatsen
Ænat of met correctievloeistof bewerkt zijn!
Leg geen documenten op het scannerglas die
Zorg ervoor dat het scannerglas schoon is (zie hoofdstuk Tips & Trucs / Reiniging en onderhoud).
14
1. Installatie
Open het scannerdeksel.
5
Sluit het scannerdeksel.
²ren voorzien; zo kunt u ook dikkere docuHet scannerdeksel is van instelbare scharnie-
menten (bijv. boeken) in de flatbedscanner plaatsen. Til het scannerdeksel voorzichtig op, zodat het er zo gelijkmatig mogelijk op ligt. Gebruik transparante folie, als u driedimensionele voorwerpen (bijv. munten, bloemen) kopieert, zodat het scannerglas niet beschadigd wordt.
2
Plaats het document met de beeldzijde onder op het scannerglas.
Printmedia – Documenten positioneren
1. Installatie
1
Positioneer het document met de lange rand tegen de achterzijde van het scannerglas. Plaats het papier met de korte rand naar voren in het papiervak. Dit geldt vooral voor fotoafdrukken in het formaat 10×15!
3
Leg het document in de linker achterste hoek van het scannerglas in de juiste positie (pijlmarkering).
4
De markeringen op de scanner omranding voor de formaten A4 en A5 helpen u erbij het document juist te positioneren.
1. Installatie
15
Functies van het apparaat
Telefoonkabel aansluiten Sluit de telefoonkabel op het multifunctionele apparaat aan door de kleine stekker van de telefoonkabel in de met LINE gekenmerkte bus aan de achterzijde van het apparaat te steken. Steek de telefoonstekker in het telefoonstopcontact.
Nederland
Land kiezen 1
Druk op OK.
2
Kies met / het land, waar u het apparaat gaat gebruiken.
3
Druk twee keer op OK.
Taal kiezen 1
Druk op OK.
2
Kies met / de gewenste displaytaal.
3
Druk twee keer op OK.
Nummer en naam intoetsen Wilt u dat uw nummer en uw naam als afzenderherkenning (= kopregel) op uitgaande berichten verschijnen, toets dan hier uw afzenderherkenning in:
België
²individueel verbergen (zie hoofdstuk Fax / U kunt de kopregel voor elk type bericht
Fax-instellingen veranderen, SMS / SMS-instellingen veranderen).
Intoetsen van nummers (max. 20 cijfers)
Intoetsen van cijfers met Crystal 650
Netkabel aansluiten Steek de kleine stekker van de netkabel in de netkabelaansluiting aan de achterzijde van uw apparaat. Sluit de grote stekker op het stopcontact aan.
Toets uw telefoonnummer met de cijfertoetsen in en druk op OK. Speciale tekens toetst u met de toets 0 in. Houd de toets ingedrukt tot het gewenste speciale teken op het display verschijnt: Toets 0
Teken 0 + spatie
Intoetsen van cijfers met Crystal 660 Toets uw telefoonnummer met de cijfertoetsen in en druk op OK. (Voor een plus-teken drukt u op de lettertoetsen gelijktijdig op de Ü-toets en op Q; voor een spatie op de toets ½.)
Intoetsen van namen (max. 20 tekens) Nadat u uw multifunctioneel apparaat op het net hebt aangesloten, begeleidt het apparaat u door de volgende basisinstellingen. U kunt deze instellingen op elk gewenst tijdstip veranderen (zie hoofdstuk Instellingen).
²bruikt, dan schakelt het over naar de energie-
Wordt uw multifunctioneel apparaat niet ge-
besparende standby-modus (zie Instellingen / Energiespaarmodus).
16
Intoetsen van letters met Crystal 650 Met de cijfertoetsen kunt u ook letters (zie opdrukken) weergeven. Speciale tekens toetst u met de toets 0 in. Houd de betreffende toets ingedrukt tot de gewenste letter of het speciale teken op het display verschijnt: Toets 0
Teken spatie . - 0 + ? / : % ! ( ) [ ]
1. Installatie
1
Crystal 660: Klap het kleurendisplay terug in de oorspronkelijke positie. Open het apparaat door in de diepliggende handgreep onder het deksel van het apparaat te grijpen …
Intoetsen van letters met Crystal 660 Klap het beschermdeksel van het lettertoetsenveld omhoog. Druk gelijktijdig op + en op de gewenste toets om hoofdletters in te toetsen. De beschikbare speciale tekens staan rechts boven het lettertoetsenveld aangegeven en kunnen door gelijktijdig indrukken van de Ü-toets en de betreffende lettertoets worden ingevoerd (voor @ drukt u bijv. gelijktijdig op de Ü-toets en op ½). Spaties toetst u in met ½.
1. Installatie
Als u een verkeerd cijfer of een verkeerde letter hebt ingetoetst, kunt u de invoer met / en C corrigeren. Druk na het intoetsen op OK.
Als u een verkeerd cijfer of een verkeerde letter hebt ingetoetst, kunt u de invoer met / en C corrigeren. Druk na het intoetsen op OK. … en de behuizing omhoog te klappen.
Datum en tijd intoetsen Bevindt het multifunctionele apparaat zich in de uitgangsmodus, dan worden op het display datum en tijd weergegeven.
ÆDag – Maand – Jaar – Uur – Minuut (tweeHoud deze volgorde bij het intoetsen aan:
cijferig).
1
Toets datum en tijd met de cijfertoetsen in en bevestig dit met OK (u toetst bijv. 08 08 05 14 00 in voor 8 augustus 2005, 14.00 uur).
2
Als u een verkeerd cijfer hebt ingetoetst, kunt u de invoer met / en C corrigeren.
3
Bevestig dit met OK.
2
Druk op de snapsluiting van de patronenhouder om deze te openen.
3
Neem de inktpatronen uit de verpakking, verwijder het aanwezige verpakkingsmateriaal en trek de beschermstrook er voorzichtig af.
²(bijv. na een stroomstoring), moet u datum
Als de stroomtoevoer onderbroken geweest is
en tijd opnieuw intoetsen.
Patronen plaatsen Voor het scannen, kopiëren en printen moet u inktpatronen in uw multifunctioneel apparaat plaatsen. Om deze functies meteen te kunnen gebruiken bevinden zich twee inktpatronen (black/zwart en colour/kleur) bij uw apparaat. Het inktniveaugeheugen voor de patronen is door de fabriek reeds ingesteld. Voor het laden van de patronen hebt u geen Plug’n’Print-kaart nodig. Hoe u patronen vervangt of een fotopatroon plaatst, kunt u in het hoofdstuk Tips & Trucs nalezen!
Æuw apparaat alleen de tot de leveringsomvang Gebruik bij de eerste ingebruikneming van
behorende inktpatronen!
Æstrook compleet verwijderd is. Let erop dat u
Overtuig uzelf er a.u.b. van dat de bescherm-
sproeiers en contacten niet aanraakt.
1. Installatie
17
Functies van het apparaat
4
Zet de patronen er met de “neus” naar beneden wijzend – schuin naar achter hellend – in; de zwarte patroon links, de kleureninktpatroon rechts.
Patronen in de juiste positie zetten Druk op OK. Na het plaatsen van de inktpatronen drukt uw multifunctioneel apparaat een testpagina af en stelt automatisch de juiste parameters voor een optimaal afdrukresultaat in; deze instellingen vergen wat tijd. Neem de testpagina eruit. Hiermee is het installatieproces beëindigd.
Extra apparatuur aansluiten 5
6
Sluit de houder. U hoort een klikkend geluid, als de afdekking van de houder vastklikt.
Sluit het apparaat.
U kunt op één telefoonaansluiting naast het multifunctionele apparaat nog andere apparaten aansluiten, zoals bijv. een draadloze telefoon, een antwoordapparaat, een kostenteller of een modem. Als u op dezelfde telefoonaansluiting een extra draadloze telefoon gebruikt die voor SMS/MMS* geschikt is, kan niet met zekerheid worden voorspeld of de SMS/ MMS-berichten* op uw multifunctioneel apparaat of op de draadloze telefoon worden ontvangen. SMS/ MMS-ontvangst* is slechts op één apparaat mogelijk. Probeer de SMS/MMS-ontvangst* op de extra draadloze telefoon uit te schakelen. Mocht dat niet mogelijk zijn, sluit dan geen ander, voor SMS/MMS* geschikt extra apparaat op uw multifunctioneel apparaat aan om storingen te vermijden. Neem contact op met uw leverancier als u het multifunctionele apparaat met speciale extra apparatuur wilt gebruiken.
Aansluiting op het multifunctionele apparaat U kunt extra apparatuur direct op uw multifunctioneel apparaat aansluiten. Steek de telefoonkabel van het extra apparaat in de EXT.-bus aan de achterzijde van uw multifunctioneel apparaat.
Ævervang cartridg, dan hebt u de patroVerschijnt op het display de foutmelding
nen eventueel verkeerd geplaatst. Open het apparaat en plaats de patronen op de juiste wijze (zie bedieningsstappen 1 – 6).
²multifunctionele apparaat aan, omdat de Wij raden een directe aansluiting op het
ingebouwde actieve faxschakelaar op deze wijze optimaal functioneert en de extra apparatuur kan controleren (zie hoofdstuk Faxschakelaar / Faxontvangstmodus instellen).
18
* SMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) MMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk)
1. Installatie
Mogelijkheid 4
Let a.u.b. op de juiste volgorde, als u meer telecommunicatieapparatuur op hetzelfde telefoonstopcontact aansluit. Mogelijkheid 1
1. Installatie
Aansluiting op de telefoonlijn
DSL-verbinding Mogelijkheid 2
Voor het geval dat u een DSL-modem gebruikt: Sluit het multifunctionele apparaat achter de modem aan! Nadere inlichtingen vindt u in de handleiding van uw DSL-installatie.
ISDN-verbinding Details over de ISDN-aansluiting vindt u in de handleiding die zich bij de terminaladapter of de keuze router bevindt.
Mogelijkheid 3
1. Installatie
19
Functies van het apparaat
2.
Instellingen
Druk op MENU/OK en 29. U krijgt een afdruk van de menufuncties van uw apparaat; een extra bladzijde informeert u over de actuele instellingen. Er bestaan twee mogelijkheden om functies in het menu op te roepen:
Land en taal instellen Hier stelt u het lokale telefoonnetwerk en de displaytaal in. 1
Druk op MENU/OK en 281. Kies met / het land, waar u het multifunctionele apparaat gaat gebruiken en bevestig dit met OK. Stel het land in ieder geval in, omdat uw apparaat anders niet aan het lokale telefoonnet aangepast is.
2
Stel de gewenste taal in door op MENU/OK en 282 te drukken. Kies met / de displaytaal en bevestig dit met OK.
²dus, druk dan op een willekeurige toets om Bevindt het apparaat zich in de standby-mo-
de uitgangsmodus in te stellen; nu pas kunt u functies oproepen (zie Energiespaarmodus).
1
2
Selecteer een menufunctie door op MENU/OK te drukken en met / in het menu te bladeren. De geselecteerde functie wordt door een pijl > (Crystal 650) of door een gekleurde balk (Crystal 660) gemarkeerd. Bevestig dit met OK om een menufunctie te selecteren. Selecteer een menufunctie direct door op MENU/OK te drukken en met de cijfertoetsen de betreffende menucijfers in te voeren. Het directe oproepen van het menu is een snelle en eenvoudige mogelijkheid de functies te selecteren.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
ISDN-aansluiting Uw multifunctioneel apparaat is geen ISDN-apparaat (groep 4), maar een analoog apparaat (groep 3). Het apparaat kan dan ook niet direct op een ISDN-aansluiting worden gebruikt, maar u hebt hiervoor òf een (analoge) adapter òf een ISDN-installatie met aansluitingen voor analoge eindapparatuur nodig. Nadere inlichtingen vindt u in de bedieningshandleiding van uw ISDN-installatie, of informeer bij uw telefoonaanbieder.
Als u de actuele instellingen wilt veranderen, staan volgende functies ter beschikking:
Datum en tijd intoetsen 1
Druk op MENU/OK en 21.
2
Toets datum en tijd in en sla de instelling op met OK (zie hoofdstuk Installatie / Datum en tijd intoetsen).
²
Als de stroomtoevoer onderbroken geweest is (bijv. na een stroomstoring), moet u datum en tijd opnieuw intoetsen.
Nummer en naam intoetsen 1
Druk op MENU/OK en 22.
2
Toets uw telefoonnummer en uw naam in en sla de instelling op met OK (zie hoofdstuk Installatie / Nummer en naam intoetsen).
Ævenrand van elke pagina (= kopregel) samen
Telefooncentrale (PABX) Telefooncentrales worden in talrijke ondernemingen en privé-huishoudens gebruikt. Om vanaf een aansluiting (extensie) van een dergelijke centrale een verbinding met het openbare telefoonnet te verkrijgen, moet u een buitenlijncode kiezen.
Æfunctionele apparaat op één telefoonaansluiting
Een extra telefoon die u samen met het multi-
hebt aangesloten, geldt niet als extensie!
Voer volgende instellingen uit, als u het multifunctionele apparaat op een telefooncentrale wilt gebruiken: 1
Druk op MENU/OK en 231. Kies met / PABX, en bevestig dit met OK.
2
Kies met / de functie 232 prefix, en druk op OK.
3
Toets het aantal cijfers in om een extern telefoonnummer te kenmerken. Het vereiste aantal hangt af van de interne telefoonnummerorganisatie van uw telefooncentrale (als u bijv. viercijferige doorkiesnummers gebruikt, moet u 5 intoetsen). Bevestig dit met OK.
4
Toets de buitenlijncode in die nodig is om het openbare telefoonnet te bereiken. Dit is meestal 0. Bevestig dit met OK.
Uw naam en uw nummer worden aan de bo-
met datum, tijd en paginanummer meegestuurd, als u deze gegevens met de functies 21 en 22 opslaat!
20
2. Instellingen
Met deze instelling bespaart u zichzelf het
tern nummer belt. Het apparaat zet automatisch de buitenlijncode vóór nummers die langer zijn dan de ingetoetste doorkiesnummers.
Æcode (R) (ook FLASH genoemd) zijn. Druk
Bij oudere telefooncentrales kan de buitenlijn-
op PAUSE/R, om de buitenlijncode (R) in te toetsen. Bevestig dit met OK. Als bij uw telefooncentrale (R) als buitenlijncode aangegeven is, maar desondanks geen verbinding met de buitenlijn mogelijk blijkt, voldoet uw centrale niet aan de nieuwste standaards. Vraag zo nodig de aanbieder van uw telefooninstallatie.
Energiespaarmodus Wordt uw multifunctioneel apparaat niet gebruikt, dan schakelt het over naar de energiebesparende standbymodus. Als u op een willekeurige toets drukt of een bericht resp. gesprek ontvangt, schakelt uw apparaat onmiddellijk van de standby-modus naar de uitgangsmodus. Alleen in de uitgangsmodus kunt u invoeren intoetsen en functies oproepen.
²display wordt in de standby-modus uitge-
Crystal 660: De verlichting van het kleuren-
schakeld om stroom te sparen.
2. Instellingen
²intoetsen van de buitenlijncode, als u een ex-
Nummerweergave (CLIP) (Crystal 660) Uw multifunctioneel apparaat geeft bij een binnenkomende oproep op het display nummer en naam van de afzender weer. Hiervoor moet uw telefoonaansluiting voor de nummerweergave CLIP (Caller Line Identification Presentation) vrijgeschakeld zijn. Informeer bij uw telefoonmaatschappij of deze extra functie voor uw aansluiting beschikbaar is. De nummerweergave is eventueel met kosten verbonden. Informeer bij uw telefoonmaatschappij (afhankelijk van land en netwerk).
²de abonnee in de telefoongids hebt opgeslaUw toestel geeft de naam weer, waaronder u
gen.
Nummer en naam worden niet weergegeven, als de beller zijn nummer onderdrukt. Hebt u tijdens uw afwezigheid een oproep ontvangen, verschijnt op het display het symbool I. Uw multifunctioneel apparaat slaat de laatste tien oproepen op in de nummerherhalingslijst. U kunt de nummerherhalingslijst voor het intoetsen van telefoonnummers gebruiken: 1
Druk op ³. Op het display verschijnt de lijst van de laatste tien oproepen (gemarkeerd door ’).
2
Kies met / een contact. Nieuwe contacten zijn met een ster “*” gekenmerkt.
3
Start de transmissie van berichten zoals in de desbetreffende hoofdstukken (zie hoofdstuk Fax, Text2Fax, SMS, MMS) wordt beschreven.
Æhebt (zie hoofdstuk Faxschakelaar / FaxAls u het aantal belsignalen op nul (0) gezet
ontvangstmodus instellen), worden de telefoonnummers van bellers op extra aangesloten telefoons niet weergegeven.
2. Instellingen
21
Functies van het apparaat
3. Crystal Image µ Uw multifunctioneel apparaat beschikt over de beelden tekstoptimalisatiefunctie Crystal Image, waarmee u een optimale print- en kopieerkwaliteit van uw fotobestanden en documenten – zowel in kleur als in zwartwit – kunt bereiken.
²van de PC!
Crystal Image functioneert onafhankelijk
Crystal Image is uit drie componenten samengesteld die afhankelijk van de gestelde eisen worden ingezet: ¿ Tekstoptimalisatie (in kleur of zwart-wit) ¿ Beeldoptimalisatie (in kleur of zwart-wit) ¿ Rode ogen reductie
²ces en neemt enige tijd in beslag. Bevestig de De rode ogen reductie is een complex pro-
aanvraag op het display rode ogen alleen desgewenst met reduceren.
Crystal Image toepassen De Crystal Image-beeld- en tekstoptimalisatie kunt u op documenten toepassen die u via de flatbedscanner ingelezen of van een geheugenkaart geladen hebt resp. die u via Bluetooth* of infrarood* verzendt om af te drukken. Bovendien kunt u Crystal Image ook bij PictBridge-printopdrachten toepassen.
²Image geoptimaliseerd hebt over naar de geDraag de fotobestanden die u met Crystal
plaatste geheugenkaart om deze voor verdere toepassingen op te slaan (zie hoofdstuk Fotoprinter / Scan naar geheugenkaart overdragen).
Crystal Image voert automatisch alle noodzakelijke instellingen en correcties met betrekking tot beeldscherpte, kleurenmanagement en contrast uit om een optimale printkwaliteit te behalen. Bovendien worden belichtingsfouten gecorrigeerd (onderbelichte foto’s worden bijv. opgehelderd of fotogedeelten met sterk van elkaar afwijkende contrasten worden aangepast). De rode ogen reductie retoucheert “rode ogen” op flitsopnames.
22
Crystal Image activeren 1
Druk aan het begin van de print- of kopieeropdracht op het paneel op de toets µ. Als Crystal Image geactiveerd is, brandt de µ-toets blauw.
2
Volg de overige bedieningsstappen van de betreffende toepassing (zie hoofdstuk Kopieerapparaat, Fotoprinter).
3
Als u “rode ogen” wilt retoucheren, kiest u met / reduceren, en bevestigt u dit met OK.
4
Start de print- of kopieeropdracht zo als in de betreffende toepassingen (zie hoofdstuk Kopieerapparaat, Fotoprinter) wordt beschreven.
5
Wacht zolang de gegevens voor de Crystal Imagekwaliteitsverhoging worden bewerkt. Tijdens deze procedure knippert het Crystal Image-lampje blauw.
Ægina afdrukken. De formaatoptie 10×15’A4
Met Crystal Image kunt u één foto per pa-
(= twee 10×15 foto’s op A4) en de meervoudige afdruk (bijv. index-afdruk) zijn daarom niet mogelijk.
Crystal Image deactiveren Druk na het beëindigen van de print- of kopieeropdracht op de toets µ om de Crystal Image-functie te deactiveren. Het blauwe lampje gaat uit. Uw multifunctioneel apparaat keert automatisch naar de laatste instellingen of naar de standaardinstellingen terug.
Foto’s met Crystal Image printen
²beeldoptimalisatie raden wij het gecombi-
Voor afdrukken met de Crystal Image-
neerde gebruik van fotopapier (zie hoofdstuk Installatie / Printmedia plaatsen / Plaatsen van fotopapier) en fotopatroon aan (zie hoofdstuk Tips & Trucs / Fotopatroon plaatsen).
* Bluetooth is optioneel en functioneert uitsluitend met een originele adapter die u via onze bestelservice (zie achterzijde van deze handleiding) kunt kopen. Nadere inlichtingen: www.fax.philips.com Infrarood-interface – Crystal 660
3. Crystal Image
Met uw multifunctioneel apparaat kunt u kwalitatief hoogwaardige kleuren- en zwart-wit kopieën op verschillende papiersoorten en -formaten maken. U kunt automatisch – d.w.z. met de fabrieksinstellingen – kopiëren of speciale parameters instellen.
²Crystal Image om kwaliteitskopieën in kleur of Gebruik de beeld- en tekstoptimalisatiefunctie
zwart-wit te vervaardigen. Druk aan het begin van het kopiëren op de µ-toets om Crystal Image te activeren (zie hoofdstuk Crystal Image).
Kopieën maken met fabrieksinstellingen 1
Plaats het document met de beeldzijde onder in de flatbedscanner (zie hoofdstuk Installatie / Documenten plaatsen).
4
Voor het kopiëren staat een hogere resolutie ter beschikking dan voor faxtransmissies. Kies met / de gewenste resolutie:
ontwerp – Voor documenten zonder tekeningen of details. Met deze instelling vindt het kopiëren het snelst plaats. De printkwaliteit kan echter slechter uitvallen. Bevestig dit met OK. NORM. – Voor documenten met kleingedrukte teksten of tekeningen. Deze instelling is voor de meeste kopieereisen het beste geschikt. Bevestig dit met OK. kwalit. – Voor de hoogste resolutie. Het kopiëren is langzamer dan bij de beide andere instellingen. De printkwaliteit van fotobestanden of foto’s is de beste. Bevestig dit met OK.
²foto-afdruk raden wij het gecombineerde geVoor de speciale eisen van een hoogwaardige
bruik van fotopapier (zie hoofdstuk Installatie / Printmedia plaatsen / Plaatsen van fotopapier) en fotopatroon aan (zie hoofdstuk Tips & Trucs / Fotopatroon plaatsen).
5
Kies onder Scanformaat met / het formaat van het geplaatste document en bevestig dit met OK. 10×15
6
Kies onder formaat papier met / het formaat van het gewenste printmedium en bevestig dit met OK. 10×15
7
Als het scan- en papierformaat overeenstemmen (zie bedieningsstappen 5 en 6), kunt u een document tot 25 % verkleind resp. tot maximaal 400 % vergroot kopiëren. De proporties van het origineel blijven gehandhaafd. Toets de gewenste waarde met de cijfertoetsen (of met /) in. Bevestig dit met OK. ZOOMen 250%
4. Kopieerapparaat
4. Kopieerapparaat K
²van het scannerglas in de juiste positie.
Leg het document in de linker achterste hoek
2
Druk één van de beide K-toetsen (Kopiëren in kleur of zwart-wit) twee keer in. De kopie wordt gemaakt.
Kopieën maken met speciale instellingen 1
Plaats het document met de beeldzijde onder in de flatbedscanner (zie hoofdstuk Installatie / Documenten plaatsen).
2
Druk één van de beide K-toetsen (Kopiëren in kleur of zwart-wit) één keer in. Volgende opties staan ter beschikking:
3
Voer met behulp van de cijfertoetsen (of met /) het gewenste aantal kopieën (1 – 99) in en bevestig dit met OK. aantal exempl. 1
4. Kopieerapparaat
Wilt u een detail (bijv. een grafiek) van uw document kopiëren, plaats het document dan zo dat het detail dat u op de voorgrond wilt plaatsen tegen de linker zijrand aan ligt. In verbinding met de zoomfunctie kunt u het gewenste bereik in het document op de voorgrond plaatsen.
23
Functies van het apparaat
8
9
Voor de kleurenkopie: Stel met / de verzadiging (kleurintensiteit) in. De verzadiging wordt in verhouding tot het contrast gemeten: - zwakt de kleuren af (tot aan de grijstinten), + versterkt de kleuren. Bevestig dit met OK.
Zoomparameter instellen 1
De standaardinstelling voor de zoomfunctie (fabrieksmatig: 100%) wijzigt u door op MENU/ OK en 253 te drukken.
Stel met / de helderheid van de kopie in: - kopie verdonkeren; + kopie verhelderen. Bevestig dit met OK.
2
Kies met / de gewenste waarde voor het verkleinen resp. vergroten (25% – 400%) of zet het op schaal brengen zelf vast. Bevestig dit met OK.
10 Kies met / of u op normaal of gecoat papier, fotopapier of transparante folie wilt kopiëren. Bevestig dit met OK. Foto
²
Het printresultaat hangt ook af van het gebruikte printmedium. Gebruik geschikt papier om een optimaal resultaat te behalen.
11 Voor de kleurenkopie met Crystal Image: Als u wilt dat Crystal Image het rode ogen effect reduceert, kiest u met / reduceren en bevestigt u dit met OK.
²ces en neemt enige tijd in beslag. Bevestig de
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Verzadigingsgraad instellen (voor de kleurenkopie)
Æcontrast gemeten: - zwakt de kleuren af (tot De verzadiging wordt in verhouding tot het
aan de grijstinten), + versterkt de kleuren.
1
De standaardinstelling voor de verzadiging (fabrieksmatig: gemiddelde verzadiging) wijzigt u door op MENU/OK en 254 te drukken.
2
Kies met / de gewenste kleurintensiteit. Bevestig dit met OK.
De rode ogen reductie is een complex pro-
aanvraag alleen, indien nodig.
12 De kopie wordt met de ingestelde speciale instellingen gemaakt.
²ren vanuit elke willekeurige bedieningsstap te Druk op K (of de Y-toets) om het kopië-
starten. Met de X-toets kunt u het kopiëren annuleren en naar de uitgangsmodus terugkeren.
Kopieerinstellingen wijzigen Alle speciale instellingen worden na beëindiging van het kopiëren op de fabrieksinstellingen teruggezet, behalve wanneer u deze als nieuwe standaardinstelling opslaat.
Resolutie instellen
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Helderheidsgraad instellen
Æafdruk op.
- maakt de afdruk donkerder, + heldert de
1
De standaardinstelling voor de helderheid (fabrieksmatig: gemiddelde helderheid) wijzigt u door op MENU/OK en 255 te drukken.
2
Kies met / de gewenste helderheidsgraad. Bevestig dit met OK.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Moiré-effect reduceren
1
De standaardinstelling voor de resolutie (fabrieksmatig: Norm.) wijzigt u door op MENU/OK en 251 te drukken.
U kunt uw document met dubbele resolutie kopiëren om eventuele streepvorming (= moiré-effect) op uw afdruk te verhinderen.
2
Kies met / de gewenste resolutie en bevestig dit met OK. kwalit.
1
Druk op MENU/OK en 256.
2
Kies met / reduceren, en bevestig dit met OK.
²
Keer met C terug naar het laatste menupunt; met X stelt u de uitgangsmodus in.
Scanformaat instellen 1
De standaardinstelling voor het scanformaat wijzigt u door op MENU/OK en 252 te drukken.
2
Kies met / het formaat van het geplaatste document. Bevestig dit met OK.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
24
4. Kopieerapparaat
Fotoprinter
Uw multifunctioneel apparaat beschikt over alle vereisten en aansluitingen om als volwaardige fotoprinter te worden gebruikt. U kunt uw digitale foto’s zowel van een geheugenkaart als direct van een digitale camera printen. Bovendien kunt u fotobestanden met Bluetooth* of infrarood* verzenden om te printen. Hebt u het bijgevoegde softwarepakket geïnstalleerd en uw apparaat op de PC aangesloten, dan kunt u fotobestanden op de PC beheren en van daaruit naar het printen zenden (zie gedeelte PC-functies / Companion Suite IH gebruiken / Printen).
Vereisten Ondersteunde fotoprintmedia Er staan talrijke papiersoorten ter beschikking om uw foto’s te printen. Als bijzondere vormgevingsmogelijkheid kunt u het formaat randloos kiezen om uw digitale foto’s formaatvullend af te drukken. Voor uw fotobestanden staan volgende formaatopties ter beschikking: ¿ ¿ ¿ ¿ ¿
10×15 standaard 10×15 randloos 10×15’A4 (twee 10×15-foto’s op A4) A4 standaard A4 randloos
²tioneel apparaat eventueel de rand van de foto
Bij het randloos printen snijdt uw multifunc-
af om een randloze afdruk te krijgen, waarbij de proporties van het origineel bewaard blijven.
Plaats na een fotoafdruk in 10×15-formaat A4papier, omdat anders binnenkomende faxberichten onvolledig afgedrukt worden en verloren gaan. (Stel met de functies 241 en 242 papierformaat en papiersoort in, zodat uw multifunctioneel apparaat de geplaatste papiersoort herkent.) Fotoformaten worden in inch gemeten. De gangbare handelsnamen zijn afgeronde waarden. Let daarom op de aangegeven inch-maten in verband met gestandaardiseerde foto-toebehoren!
dia plaatsen / Plaatsen van fotopapier) en fotopatroon aan (zie hoofdstuk Tips & Trucs / Fotopatroon plaatsen). U kunt origineel fotopapier bij onze bestelservice (zie achterzijde van deze handleiding) bestellen.
Ondersteunde fotobestanden U kunt fotobestanden gebruiken die aan volgende vereisten voldoen: Mediumformaat
DCF (Design Rule for Camera File System)-compatibel (versie 1.0)
Bestandsformaat
JPG( JPEG)-formaat BASELINE
Bestandsgrootte
tot 3 MB
Herkenbare bestanden
tot 999
Foto-opslagmedia gebruiken Geheugenkaart plaatsen Als uw digitale camera een geheugenkaart voor het opslaan van de fotobestanden gebruikt, kunt u deze kaart in het multifunctionele apparaat plaatsen en de fotobestanden afdrukken – op voorwaarde dat de geheugenkaart met het apparaat compatibel is. Het is ook mogelijk een foto via de flatbedscanner in te lezen en de scan naar de geplaatste geheugenkaart over te dragen (zie Scan naar geheugenkaart overdragen).
Compatibele geheugenkaarten Uw multifunctioneel apparaat ondersteunt volgende geheugenkaarten: CompactFlash (I, II), SmartMedia, MultiMedia Card (MMC), Secure Digital, Memory Stick, Memory Stick Duo (Pro), Memory Stick Pro, Microdrive, XD-Picture-Card. Er staan vier steekplaatsen ter beschikking; let op de configuratie van de steekplaatsen: Boven links
Memory Stick, Memory Stick Duo (Pro), Memory Stick Pro MultiMedia Card (MMC), Secure Digital (SD)
Handelsnaam (cm)
Millimeter-formaat
Inch-formaat
Boven rechts
10×15
102×152
4×6
Beneden links
CompactFlash (I, II), Microdrive
Beneden rechts
XD-Picture-Card, SmartMedia (SM-Card)
Met Bluetooth* of infrarood* kunt u tot 24 fotobestanden naar het multifunctioneel apparaat overdragen. Bij een stroomstoring gaan de gegevens verloren.
5. Fotoprinter
5.
Voor de speciale eisen van een hoogwaardige fotoafdruk raden wij het gecombineerde gebruik van fotopapier (zie hoofdstuk Installatie / Printme-
5. Fotoprinter
* Bluetooth is optioneel en functioneert uitsluitend met een originele adapter die u via onze bestelservice (zie achterzijde van deze handleiding) kunt kopen. Nadere inlichtingen: www.fax.philips.com Infrarood-interface – Crystal 660
25
Functies van het apparaat
niet hoger zijn dan 0,7 ampère. Sluit niet meer dan één high-power-apparaat tegelijk op uw multifunctioneel apparaat aan. Sluit de digitale camera met een USB-kabel (bevindt zich meestal in de leveringsomvang van uw digitale camera) op de front-USB-aansluiting van uw multifunctioneel apparaat aan.
Ækaart zorgvuldig door om een correct gebruik
Lees de gebruiksaanwijzing van uw geheugen-
te waarborgen en over de mogelijkheden en vereisten geïnformeerd te zijn. Voor de geheugenkaarten Memory Stick Duo (Pro) hebt u een adapter nodig (bevindt zich meestal in de leveringsomvang van de geheugenkaart).
Aanwijzingen voor het gebruik van een geheugenkaart
²functioneel apparaat aan, als alle wachtende
Sluit uw digitale camera pas op uw multi-
printopdrachten beëindigd zijn en het apparaat zich in de uitgangsmodus bevindt.
Met de functie 85 kunt u de geheugeninhoud van uw aangesloten digitale camera (mass storage class) oproepen, ook als u het foto-menu verlaten hebt en het apparaat zich in de uitgangsmodus bevindt. Druk op MENU/OK en 85.
¿in de steekplaats, let op de insteekrichting (zie
Plaats de geheugenkaart in geen geval met geweld
steekplaatsopdruk op het apparaat).
¿Als uw multifunctioneel apparaat de geplaatste ge¿heugenkaart niet kan lezen, controleer dan of u een Gebruik niet meer dan één opslagmedium tegelijk!
compatibele geheugenkaart hebt gebruikt resp. of u de geheugenkaart correct geplaatst hebt.
¿
Trek de geplaatste geheugenkaart er pas uit, als het multifunctioneel apparaat alle printopdrachten uitgevoerd heeft (zie hoofdstuk Veiligheidsinstructies / Foto-opslagmedia).
²houd van uw geplaatste geheugenkaart op Met de functie 84 kunt u de geheugenin-
elk gewenst tijdstip oproepen, ook als u het fotomenu verlaten hebt en het apparaat zich in de uitgangsmodus bevindt. Druk op MENU/OK en 84.
Fotobestanden met infrarood overdragen (Crystal 660) U kunt vanuit alle apparaten (bijv. foto-mobieltje, handheld) die over een infrarood-interface beschikken, foto’s naar uw multifunctioneel apparaat zenden om deze te printen (OBEX-protocol). 1
Plaats uw mobiele apparaat met infrarood-functie zo voor het multifunctionele apparaat dat beide infrarood-interfaces naar elkaar toe wijzen.
Digitale camera direct aansluiten Uw multifunctioneel apparaat is compatibel met digitale camera’s van de mass storage class en de imaging class en ondersteunt de PictBridge-standaard.
Æmera zorgvuldig door om een correct gebruik
Lees de gebruiksaanwijzing van uw digitale ca-
te waarborgen en over de mogelijkheden en vereisten geïnformeerd te zijn. Om de USB-functionaliteit te waarborgen mag de stroombelasting van alle USB-aansluitingen
26
5. Fotoprinter
Houd een afstand van max. 20 cm en een hoek
3
neel apparaat aan.
Gebruik niet meer dan één opslagmedium tegelijk! 2
Kies op uw mobiele apparaat de fotobestanden die u naar het printen wilt zenden. Nadere inlichtingen hierover vindt u in de gebruiksaanwijzing van uw mobiele apparaat.
3
Bevestig dit met OK om toegang tot het fotomenu van uw multifunctioneel apparaat te verkrijgen (zie Fotobestanden via het fotomenu printen).
²kunt de infrarood-functie deactiveren door
Infrarood is vanaf fabriek vrijgeschakeld. U
op het multifunctionele apparaat op MENU/OK en 941 te drukken. Kies met / uit, en bevestig dit met OK.
Fotobestanden met Bluetooth overdragen
Activeer Bluetooth op uw mobiele apparaat en toets het voorgedefinieerde password (= 1234) voor uw Bluetooth-verbinding in. Optioneel: Als u de Bluetooth-verbinding door een ander password wilt beveiligen, druk dan op uw multifunctioneel apparaat op MENU/OK en 932 . Toets het nieuwe password in en bevestig dit met OK.
4
Kies op uw mobiele apparaat de fotobestanden die u naar het printen wilt zenden. Nadere inlichtingen hierover vindt u in de gebruiksaanwijzing van uw mobiele apparaat.
5
Bevestig dit met OK om toegang tot het fotomenu van uw multifunctioneel apparaat te verkrijgen (zie Fotobestanden via het fotomenu printen).
Fotobestanden lezen
U kunt vanuit alle apparaten (bijv. foto-mobieltje, handheld) die over een Bluetooth-functie beschikken, foto’s naar uw multifunctioneel apparaat zenden om deze te printen (OBEX-protocol).
Nadat u de gegevensoverdracht op één van de bovenstaand genoemde manieren hebt gestart, verschijnt op het display een melding hoeveel fotobestanden uw multifunctioneel apparaat herkend heeft (tot 999 foto’s). Uw multifunctioneel apparaat herkent aanwezige DPOF-bestanden en PictBridge-signalen automatisch. U kunt uw foto’s ook via het fotomenu afdrukken.
Æsluitend met een originele adapter die u via
²zen van de foto’s een tijdje duren.
Bluetooth is optioneel en functioneert uit-
onze bestelservice (zie achterzijde van deze handleiding) kunt kopen. Nadere inlichtingen: www.fax.philips.com
1
Activeer Bluetooth op uw multifunctioneel apparaat, door op MENU/OK en 931 te drukken. Kies met / aan, en bevestig dit met OK.
2
Sluit de originele adapter op de USB-aansluiting aan de zijkant van uw multifunctioneel apparaat aan.
Æmag de stroombelasting van alle USB-aansluiOm de USB-functionaliteit te waarborgen
tingen niet hoger zijn dan 0,7 ampère. Sluit niet meer dan één high-power-apparaat tegelijk op uw multifunctioneel apparaat aan. Gebruik niet meer dan één opslagmedium tegelijk!
Bij grote gegevenshoeveelheden kan het inle-
DPOF-bestanden printen Uw multifunctioneel apparaat voldoet aan de DPOF (Direct Print Order Format)-standaard (bestandsformaat 1.10). Met het digitale printcommando-formaat DPOF kunt u direct op uw digitale camera foto’s selecteren om te printen en de gewenste parameters hiervoor instellen. Het apparaat leest de DPOF-bestanden op de geheugenkaart en herkent welke foto’s voor het printen gemarkeerd zijn. Als u DPOF-bestanden met uw multifunctioneel apparaat afdrukt, wordt over de printinstellingen van uw apparaat heen geschreven, d.w.z. de geselecteerde fotobestanden worden met de ingestelde DPOF-instellingen van de digitale camera afgedrukt.
Æstelde DPOF-instellingen niet ondersteunt,
Als uw multifunctioneel apparaat de inge-
geeft het display mogelijke printopties aan of de printopdracht wordt niet uitgevoerd. Let daarom op de printparameters van uw multifunctioneel apparaat (zie Vereisten).
1
Start het DPOF-printen door op het multifunctioneel apparaat DPOF afdrukken met OK te bevestigen.
2
Kies met / het gewenste papierformaat voor de afdruk en bevestig dit met OK. 10×15
Voor een goede transmissie mag de afstand tussen de apparaten max. 10 m bedragen.
5. Fotoprinter
5. Fotoprinter
Ævan ca. 15 ° ten opzichte van uw multifunctio-
27
Functies van het apparaat
3
Kies met / of u normaal papier, fotopapier of transparante folie wilt gebruiken. Bevestig dit met OK. FOTO
4
Voor de kleurenafdruk met Crystal Image: Als u wilt dat Crystal Image het rode ogen effect reduceert, kiest u met / reduceren en bevestigt dit met OK.
5
Uw multifunctioneel apparaat start het printen.
²uw multifunctioneel apparaat krijgen, kunt Wilt u toegang tot de printinstellingen van
u het fotomenu oproepen, door met / foto menu te kiezen en dit met OK te bevestigen.
Fotobestanden via het fotomenu printen
²vinden zich meer dan 24 foto’s op uw opslag-
Op een A4-pagina passen 24 indexfoto’s. Be-
medium, dan kunt u met de functie serie de geheugeninhoud over meerdere gebruikersgedefinieerde indexpagina’s verdelen.
Crystal 660: Uw multifunctioneel apparaat geeft de herkende foto’s op het display weer. Met / kunt u door de foto’s bladeren. Markeer met OK een of meerdere fotobestanden voor de indexafdruk. Het geselecteerde foto wordt met een gekleurde rand gemarkeerd. 2
Voer met behulp van de cijfertoetsen (of met /) het gewenste aantal kopieën (1 – 99) in en bevestig dit met OK. aantal exempl. 1
3
Kies met / of u normaal papier, fotopapier of transparante folie wilt gebruiken. Bevestig met OK (of met K resp. met de Y-toets). FOTO
4
Uw multifunctioneel apparaat start de indexafdruk.
Het fotomenu van uw multifunctioneel apparaat biedt volgende functies: 1
index afdrukken
2
afb. afdrukken
3
diashow (Crystal 660)
4
scan naar kaart
5
afb. analyse
6
beeindigen
Index printen Op de index print uw multifunctioneel apparaat de miniatuuraanzichten van de digitale foto’s en geeft aan elke foto een eigen indexnummer, waarmee u snel en eenvoudig foto’s voor het printen kunt selecteren.
Æ
De indexafbeelding van een fotobestand is alleen mogelijk, als het opslagmedium de benodigde EXIF-informaties beschikbaar stelt. Het indexnummer kan van het nummer of de aanduiding van uw opslagmedium verschillen! Elke verandering (bijv. door toevoegen of wissen van foto’s) vereist een nieuwe indexafdruk om toegang tot de actuele indexnummers voor de fotoselectie te krijgen (zie Fotobestanden opnieuw analyseren).
1
Kies in het fotomenu met / index afdrukken en druk op OK. Kies met / uit de volgende opties:
alle – Druk op OK. Er wordt een index van alle herkende foto’s afgedrukt. laatste 24 – Druk op OK. Er wordt een index van de 24 als laatste opgenomen foto’s afgedrukt. serie – Druk op OK. Stel de fotoserie voor de indexafdruk individueel samen: Voer met de cijfertoetsen het nummer voor de eerste foto in en bevestig dit met OK. Toets dan het nummer voor de laatste foto van uw indexafdruk in. Bevestig dit met OK.
28
²Met de X-toets annuleert u de printop-
Keer met C terug naar het laatste menupunt.
dracht. De pagina wordt uitgeworpen.
Fotobestanden printen
²tie Crystal Image om kwaliteitsafdrukken in
Gebruik de beeld- en tekstoptimalisatiefunc-
kleur of zwart-wit te maken. Druk aan het begin van het printen op de µ-toets om Crystal Image te activeren (zie hoofdstuk Crystal Image).
1
Kies in het fotomenu met / Afb. afdrukken en bevestig dit met OK. Kies met / uit de volgende opties:
alle – Druk op OK om alle herkende foto’s te printen. serie – Druk op OK. Stel de fotoserie voor de afdruk individueel samen: Voer met de cijfertoetsen het nummer voor de eerste foto in en bevestig dit met OK. Toets dan het nummer voor de laatste foto van uw afdruk in. Bevestig dit met OK. geselecteerd – Druk op OK. Selecteer met / een of meerdere foto’s om te printen. De geselecteerde foto‘s worden met een pijl “>” (Crystal 650) resp. een gekleurde rand (Crystal 660) gemarkeerd. Voeg er an-
5. Fotoprinter
²
Als u er niet zeker van bent welk nummer bij welke foto hoort, maak dan eerst een indexafdruk (zie Fotoselectie met behulp van indexafdruk).
2
Voer met behulp van de cijfertoetsen (of met /) het gewenste aantal kopieën (1 – 99) in en bevestig dit met OK. aantal exempl. 1
3
Kies met / het gewenste papierformaat voor de afdruk en bevestig dit met OK. 10×15 randloos
4
Kies met / of u normaal papier, fotopapier of transparante folie wilt gebruiken. Bevestig met OK (of met K resp. met de Y-toets). FOTO
5
Voor de kleurenafdruk met Crystal Image: Als u wilt dat Crystal Image het rode ogen effect reduceert, kiest u met / reduceren en bevestigt dit met OK.
²ces en neemt enige tijd in beslag. Bevestig de
De rode ogen reductie is een complex pro-
aanvraag alleen, indien nodig.
6
Uw multifunctioneel apparaat start het printen met de gebruikersgedefinieerde instellingen.
²
Keer met C terug naar het laatste menupunt. Met de X-toets annuleert u de printopdracht. De pagina wordt uitgeworpen.
PictBridge-Bestanden direct printen Uw multifunctioneel apparaat voldoet aan de PictBridge-standaard. Met PictBridge heeft de digitale camera direct toegang tot de fotoprinter. Als u een PictBridge-compatibele digitale camera op het multifunctionele apparaat hebt aangesloten, verschijnt op het display de melding PICT BRIDGE. De functie PictBridge geeft de printinstellingen die het multifunctionele apparaat ondersteunt (resolutie, papierformaat en -soort, bestandsformaat, Crystal Image-beeldoptimalisatie enz.) op het display van uw digitale camera weer.
Diashow (Crystal 660) Met deze functie worden alle herkende foto’s van het opslagmedium na elkaar steeds vijf seconden lang op het kleurendisplay weergegeven. Activeer deze functie door in het fotomenu met / diaSHOW te kiezen en met OK te bevestigen. De diashow wordt gestart. Na het weergeven van alle foto’s keert uw apparaat naar het fotomenu terug.
²met de X-toets stelt u de uitgangsmodus in. De weergave van een fotobestand op het disÆplay is alleen mogelijk, als het geheugenme-
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
5. Fotoprinter
dere foto’s met OK aan toe. Als u een foto wilt wissen, roept u deze met / op en drukt u nogmaals op OK; de betreffende foto wordt uit de selectie verwijderd. Beeindig het selecteren met K of met de Y-toets.
dium de vereiste EXIF-informaties ter beschikking stelt.
Scan naar geheugenkaart overdragen* Met deze functie kunt u m.b.v. de flatbedscanner een document inlezen en de scan naar een geplaatste geheugenkaart overdragen.
²Crystal Image om een kwaliteitsscan van het
Gebruik de beeld- en tekstoptimalisatiefunctie
document (in kleur of zwart-wit) te maken. Druk op de µ-toets om Crystal Image te activeren (zie hoofdstuk Crystal Image). 1
Plaats de geheugenkaart in uw multifunctioneel apparaat (zie Foto-opslagmedia gebruiken).
2
Kies in het fotomenu met / scan naar kaart, en bevestig dit met OK.
²oproepen door op MENU/OK en 86 te Deze functie kunt u ook direct via het menu
drukken.
3
Plaats het document met de beeldzijde onder in de flatbedscanner (zie hoofdstuk Installatie / Documenten plaatsen), en bevestig voer document in met OK.
4
Kies met / het gewenste papierformaat voor de scan en bevestig dit met OK. 10×15
Voer alle vereiste bedieningsstappen op de digitale camera uit! Start het PictBridge-printen direct vanaf uw digitale camera. Nadere inlichtingen hierover vindt u in de gebruiksaanwijzing van uw digitale camera.
²dens het direct-printen op de stroomtoevoer
Sluit de netadapter van de digitale camera tij-
aan resp. let erop dat de accu volledig geladen is om gegevensverliezen te vermijden.
Onderbreek de USB-verbinding pas nadat het multifunctionele apparaat alle printopdrachten heeft beëindigd (zie hoofdstuk Veiligheidsinstructies / Foto-opslagmedia).
5. Fotoprinter
* Scan naar fotogeheugenkaart: Eventueel zijn bepaalde functies voor de firmware van uw apparaat nog niet vrijgeschakeld. Actualiseer de firmware van uw apparaat (zie gedeelte PC-functies / Companion Suite IH gebruiken / Firmware-update)
29
Functies van het apparaat
5
Kies de resolutie. Wijzig, afhankelijk van de documenteneisen, met / de standaardinstelling voor de actuele scan:
TEksT – voor documenten zonder tekeningen of details NORM. – voor documenten met kleingedrukte teksten of tekeningen
Opslagmedium verwijderen
Æhet printen van een foto in geen geval de verOnderbreek tijdens de gegevensoverdracht of
binding tussen uw multifunctioneel apparaat en het opslagmedium! Wacht tot alle printopdrachten beëindigd zijn (zie hoofdstuk Veiligheidsinstructies / Foto-opslagmedia).
FOTO – voor de hoogste resolutie Bevestig dit met OK. 6
Kies met / de kwaliteit waarmee u de scan wilt opslaan:
gering – De scan wordt met een lagere kwaliteit opgeslagen en heeft minder geheugen nodig.
1
Als u het fotomenu wilt verlaten, kiest u met / beeindigen en bevestigt dit met OK.
2
Onderbreek nu pas de verbinding tussen uw opslagmedium en het mutlifunctionele apparaat door de geheugenkaart eruit te trekken of de USB-verbinding te onderbreken.
matig – De scan wordt met middelmatige kwaliteit opgeslagen. hoog – De scan wordt met een hogere kwaliteit opgeslagen en heeft meer geheugen nodig. Bevestig dit met OK. 7
Voor de kleurenscan met Crystal Image: Als u wilt dat Crystal Image het rode ogen effect reduceert, kiest u met / reduceren en bevestigt u dit met OK.
²
De rode ogen reductie is een complex proces en neemt enige tijd in beslag. Bevestig de aanvraag alleen, indien nodig.
8
Inhoud geheugenkaart op de PC bewerken U kunt vanaf de PC toegang tot de kaartlezer van uw multifunctioneel apparaat verkrijgen en fotobestanden bewerken en beheren. 1
Verbind het apparaat met een USB-kabel met uw PC (zie gedeelte PC-functies / Drivers en software installeren).
2
Plaats de geheugenkaart in uw multifunctioneel apparaat (zie Geheugenkaart plaatsen). Het opslagmedium verschijnt als wisselbaar station in Windows Explorer op de PC. Gebruik dit station om foto’s toe te voegen, te kopiëren, te verschuiven, op te slaan of te wissen.
De scan wordt gemaakt en naar de geplaatste geheugenkaart overgedragen. Trek de geplaatste geheugenkaart er pas uit als de datatransfer beëindigd is, anders kunnen gegevens verloren gaan.
Æ(Design Rule for Camera File System)-stan-
De geheugennaam wordt volgens de DCF
daard verstrekt.
²Photo Impression) kunt u foto’s direct op
Hebt u geen geheugenkaart geplaatst (bijv. als u de functie via het menu oproept), verschijnt op het display een foutmelding die u eraan herinnert een geheugenkaart te plaatsen.
3
Mocht de gegevensoverdracht niet functioneren, kan het er eventueel aan liggen dat uw geheugenkaart schrijfbeveiligd is.
Met een fotobewerkingsprogramma (bijv.
de geheugenkaart bewerken.
Trek de geplaatste geheugenkaart er pas uit, nadat u de verbinding hebt onderbroken; anders kunnen gegevens verloren gaan. Klik in Windows Explorer met de rechter muistoets op het wisselbare station en onderbreek de verbinding. Het wisselbare station verschijnt niet meer in Explorer.
Fotobestanden opnieuw analyseren Als u na de gegevensoverdracht en het inlezen van de fotobestanden een verandering aanbrengt (bijv. als u vanaf de PC foto’s toevoegt of wist), moet u de fotobestanden opnieuw inlezen om de actuele indexnummers voor de fotoselectie te bereiken. Kies in het fotomenu met / afb. analyse en druk op OK. Het multifunctionele apparaat analyseert opnieuw de gewijzigde fotobestanden en verstrekt de indexnummers opnieuw.
30
5. Fotoprinter
Met de volgende functies verandert u de fabrieksinstellingen.
²bij veelvuldig gebruik te wijzigen.
Wij raden aan de standaardinstellingen alleen
Papierformaat instellen 1
De standaardinstelling voor het papierformaat (fabrieksmatig: A4) wijzigt u door op MENU/OK en 241 te drukken.
2
Kies met / het gewenste formaat en bevestig dit met OK. 10×15
5. Fotoprinter
Printerinstellingen wijzigen
²met de X-toets stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Papiersoort instellen 1
De standaardinstelling voor het geplaatste soort papier (fabrieksmatig: NORMAaL) wijzigt u door op MENU/OK en 242 te drukken.
2
Kies met / het gewenste soort papier en bevestig dit met OK. gecoat
²met de X-toets stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
5. Fotoprinter
31
Functies van het apparaat
6. Telefoongids m
1
Druk op MENU/OK en 12.
2
Toets een groepsnaam in (max. 20 tekens). (Voor het intoetsen van tekens op uw apparaat zie hoofdstuk Installatie / Nummer en naam intoetsen.) Bevestig dit met OK.
U kunt in de telefoongids afzonderlijke contacten (met naam en de bijbehorende nummers resp. e-mail adressen*) en groepen (die uit meerdere contacten bestaan) aanleggen. Het geheugen heeft plaats voor max. 50 contacten (Crystal 650) resp. 200 contacten (Crystal 660).
3
Roep een telefoongidscontact op door op het toetsenveld de beginletters in te toetsen of het gewenste contact met / te selecteren. Druk op OK om het contact aan de groep toe te voegen. Herhaal deze stappen tot u alle deelnemers van een groep hebt samengesteld. De geselecteerde contacten worden met een pijl “>” gemarkeerd. Beëindig het selecteren met de Y-toets (of met de m-toets).
Als u het bijgevoegde softwarepakket geïnstalleerd en uw apparaat op de PC aangesloten hebt, kunt u de telefoongids naar de PC overdragen en daar bewerken (zie gedeelte PC-functies / Companion Suite IH gebruiken / Telefoongids).
Contacten aanleggen 1
Druk op MENU/OK en 11.
2
Toets m.b.v. het toetsenveld een naam in (max. 20 tekens). (Voor het intoetsen van tekens op uw apparaat zie hoofdstuk Installatie / Nummer en naam intoetsen.) Bevestig dit met OK.
3
Toets met de cijfertoetsen een telefoonnummer in (bijv. vast of mobiel nummer met max. 30 cijfers) of gebruik nummers uit de nummerherhalingslijst door op ³ te drukken en met / het gewenste nummer te selecteren. Bevestig dit met OK. Als u een interlokaal nummer registreert, moet u eventueel een kiespauze invoegen. De positie en lengte van de pauze hangen van het betreffende telefoonsysteem af. Druk op PAUSE/R om een kiespauze (/) in te voeren.
4
Crystal 660: U kunt ook een e-mail adres invoegen dat uit max. 30 cijfers resp. tekens kan bestaan. Druk op OK.
Ækunnen bevatten!
Denk eraan dat e-mail adressen geen spaties
Het contact wordt opgeslagen. Uw multifunctioneel apparaat maakt automatisch een alfabetische rangschikking van de in de telefoongids aanwezige contacten (= telefoongidsindex).
²
Voor de faxtransmissie kunt u een snelheid instellen (zie gedeelte PC-functies / Companion Suite IH gebruiken / Fax).
Groepen aanleggen
Als u een contact wilt wissen, roept u het met / op en drukt u nogmaals op OK; het betreffende contact wordt uit de selectie verwijderd.
²voegd, worden in de telefoongids met (L)
Contacten die u aan een groep hebt toege-
gekenmerkt. Bij het alfabetische snelzoeken hoeft u met het (L) geen rekening te houden.
Contacten en groepen bewerken 1
Druk op MENU/OK en 13.
2
Roep een telefoongidscontact op door op het toetsenveld de beginletters in te toetsen of het gewenste contact met / te selecteren. Druk op OK.
3
Corrigeer het contact en bevestig elke stap met OK. Met / beweegt u de cursor in een contact; met C kunt u tekens wissen.
Contacten en groepen wissen 1
Druk op MENU/OK en 14.
2
Roep een telefoongidscontact op door op het toetsenveld de beginletters in te toetsen of het gewenste contact met / te selecteren. Druk op OK.
3
Bevestig het wissen van het contact of de groep met OK.
²tacten uit de telefoongids wist, maar ook
Denk eraan dat u hiermee niet alleen con-
eventuele toewijzingen aan een groep of snelkeuzetoets*.
U kunt meerdere contacten in uw telefoongids als groepen samenvoegen, bijv. om een bericht naar meerdere personen te zenden. Uw multifunctioneel apparaat slaat tot tien groepen op.
32
* E-Mail – Crystal 660 Eventueel zijn bepaalde functies voor de firmware van uw apparaat nog niet vrijgeschakeld. Actualiseer de firmware van uw apparaat (zie gedeelte PC-functies / Companion Suite IH gebruiken / Firmware-update) Snelkeuzetoetsen – Crystal 650
6. Telefoongids
Benut de mogelijkheid van het alfabetisch snelzoeken. Druk (in de uitgangsmodus) op de m-toets en toets m.b.v. het toetsenveld de beginletter van het contact of de groep in. Bij een omvangrijke telefoongids kunt u de trefzekerheid verhogen door meerdere letters in te toetsen.
4
Bevestig wijzigen met OK. Corrigeer het contact en bevestig elke stap met OK. Met / beweegt u de cursor in een contact; met C kunt u tekens wissen.
Contacten onder snelkeuzetoetsen overschrijven 1
Kies MENU/OK en 15.
Telefoongids gebruiken
2
Druk op de snelkeuzetoets (A – I) die u door een nieuw contact wilt vervangen. Druk op OK.
Als u een bericht wilt verzenden (fax, Text2Fax/SMS/ MMS-berichten*), kunt u de ontvanger snel en eenvoudig in de telefoongids selecteren:
3
Bevestig overschrijven met OK.
4
Kies met / telefoonboek: en bevestig dit met OK. Overschrijf het bestaande contact door met / een contact uit de lijst op te roepen en met OK te bevestigen.
1
Druk op de m-toets.
2
Roep het gewenste telefoongidscontact op door op het toetsenveld de beginletters in te toetsen of het gewenste contact met / te selecteren. Bevestig dit met OK.
3
Start het overdragen (bijv. drukt u voor het verzenden van een fax op de Y-toets) of volg de overige bedieningsstappen van de desbetreffende toepassing (zie hoofdstuk SMS, MMS, Text2Fax).
6. Telefoongids
Contacten zoeken
Contacten onder snelkeuzetoetsen wissen 1
Druk op de snelkeuzetoets (A – I) die u wilt wissen.
2
Druk op C. Selecteer met / wissen? ja, en bevestig dit met OK.
Snelkeuzetoetsen (A – I) ²contact onder de snelkeuzetoets wist, maar
Denk eraan dat u hiermee niet alleen het
ook het bijbehorende contact in de telefoongids.
(Crystal 650) Voor vaak gebruikte telefoonnummers staan behalve de telefoongids ook negen snelkeuzetoesten ter beschikking.
Contacten onder snelkeuzetoetsen oproepen 1
Als u een faxbericht wilt verzenden, kunt u de ontvanger snel en eenvoudig m.b.v. de snelkeuzetoetsen selecteren. Roep de als snelkeuzetoetsen geregistreerde contacten op door de desbetreffende snelkeuzetoets (A – I) in te drukken.
2
Start de transmissie met de Y-toets.
Contacten onder snelkeuzetoetsen registreren 1
Kies MENU/OK en 15.
2
Druk op de snelkeuzetoets (A – I), waaronder u het contact wilt opslaan. Druk op OK.
3
Bevestig kiescodes met OK en leg het contact handmatig aan (zie ook Contacten aanleggen) of kies met / telefoonboek:, en selecteer met / een contact uit de lijst; bevestig dit met OK.
²toets reeds bezet kan zijn (zie ook Contacten
Denk eraan dat de geselecteerde snelkeuze-
onder snelkeuzetoetsen overschrijven).
Contacten onder snelkeuzetoetsen bewerken 1
Kies MENU/OK en 15.
2
Druk op de snelkeuzetoets (A – I) die u wilt bewerken. Druk op OK.
3
Bevestig overschrijven met OK.
6. Telefoongids
²geen contact geregistreerd is, verschijnt op
Als u een snelkeuzetoets indrukt, waaronder
het display de foutmelding geen nummer.
Telefoongids afdrukken Druk op MENU/OK en 16. Het multifunctionele apparaat drukt uw opgeslagen contacten in alfabetische volgorde af. Alle aangelegde groepen worden op een extra bladzijde aangegeven. In de afdruk kunt u bovendien zien onder welke snelkeuzetoets* u een contact hebt opgeslagen.
* SMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) MMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) Text2Fax – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) Snelkeuzetoetsen – Crystal 650
33
Functies van het apparaat
Nummers combineren (Chain Dialling)
34
U kunt telefoongidscontacten, contacten onder snelkeuzetoetsen*, handmatig ingevoerde cijfers alsmede nummers uit de nummerherhalingslijst vrij combineren, voordat het nummer gedraaid wordt. Hebt u bijvoorbeeld het kengetal van een gunstige telefoonaanbieder (Call-by-Call) als contact in uw telefoongids (of onder een snelkeuzetoets*) opgeslagen, selecteert u dit contact en toetst u het navolgende nummer handmatig in of u kiest een ander nummer uit de telefoongids of de nummerherhalingslijst.
* Snelkeuzetoetsen – Crystal 650
6. Telefoongids
Dankzij de actieve faxschakelaar kunt u extra apparatuur (bijv. externe antwoordapparaten of telefoons) die u op dezelfde telefoonlijn als uw multifunctioneel apparaat hebt aangesloten, gebruiken en controleren. De faxschakelaar controleert of er bij een binnenkomende oproep van een faxbericht of een telefoonsgesprek sprake is, stuurt de oproep automatisch naar het desbetreffende eindapparaat door en bepaalt het belpatroon van de extra apparatuur. Terwijl het multifunctionele apparaat bezig is met controleren, gaat het door met rinkelen. Met de modi S (Dag) en M (Nacht) kunt u vastleggen hoe vaak uw multifunctioneel apparaat in de betreffende modus mag rinkelen, voordat het de lijn overneemt en faxberichten ontvangt (u kunt faxberichten bijv. stil (= zonder belsignaal) ontvangen om niet gestoord te worden).
²veranderen, als het apparaat zich in de uit-
Het volume van de belsignalen kunt u ook
gangsmodus bevindt: Druk op / en kies het gewenste volume. Bevestig dit met OK.
5
Kies de functie 62 (M Nacht) door op MENU/OK en 62 te drukken. Herhaal de bedieningsstappen 2 – 4.
²met de X-toets stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Als u geen faxberichten kunt ontvangen, hebt u eventueel in beide gevallen het aantal belsignalen te hoog ingesteld (zie punt 2 en 3). Stel beide belsignalen in op een waarde lager dan 5.
Timer U activeren Met de Timer-functie kunt u de tijdsbestekken voor de modi Dag (S) en Nacht (M) individueel instellen. Is de timer U geactiveerd, dan schakelt het apparaat automatisch om tussen Dag- en Nacht-modus.
Met geactiveerde Timer-functie U wisselt uw multifunctioneel apparaat automatisch tussen de modi S (Dag ) en M (Nacht).
Het display geeft de actuele modus weer. Om de timer in en uit te schakelen drukt u zo vaak op de toets U/M/S tot het symbool U op het display verschijnt resp. verdwijnt.
Modi SM instellen
Ædat het apparaat om 22.00 uur naar de Nacht-
Met de volgende functies kunt u het aantal belsignalen en het belsignaalvolume voor de modi S (Dag) en M (Nacht) instellen en zo het belpatroon aan uw persoonlijk ritme aanpassen. Display
Instelmogelijkheden
totaal sign.
0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
faxsign.
0, 1, 2, 3, 4, 5, handmatig
vol. belsign.
uit, zacht, hard
1
Kies functie 61 (S Dag) door op MENU/OK en 61 te drukken.
2
Kies met / faxsign., en bevestig dit met OK. Toets met de cijfertoetsen (of /) het aantal belsignalen in, waarna de faxschakelaar faxberichten van gesprekken gaat scheiden. Druk op OK. faxsign. 3
3
4
Kies met / totaal sign. en bevestig dit met OK. Toets met de cijfertoetsen (of /) het totale aantal belsignalen in. Dit is het aantal belsignalen voordat het multifunctionele apparaat de faxontvangst start (ook zogenoemde “stille” faxberichten) resp. een oproep overneemt. Bevestig dit met OK. totaal sign. 5 Kies met / vol. belsign. en bevestig dit met OK. U kunt met / uit drie volumetrappen kiezen. Sla op met OK. hard
7. Faxschakelaar
7. Faxschakelaar
7. Faxschakelaar
Fabrieksmatig is de timer zo geprogrammeerd
modus (M/U) schakelt en om 7.00 uur naar de Dag-modus (S/U) terugkeert.
1
Kies de functie 63 door op MENU/OK en 63 te drukken.
2
Kies met / dag, en bevestig dit met OK. Toets met de cijfertoetsen (of /) de tijd in, waarop het apparaat naar Dag S moet omschakelen (bijv. 08 00 voor 8:00 uur), en sla dit op met OK.
3
Kies met / nacht, en bevestig dit met OK. Toets met de cijfertoetsen (of /) de tijd in, waarop het apparaat naar Nacht M moet omschakelen (bijv. 23 30 voor 23:30 uur), en sla dit op met OK.
²met de X-toets stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Faxontvangstmodus instellen Stille faxontvangst Als u faxberichten zonder belsignalen wilt ontvangen, stelt u het aantal belsignalen onder faxsign. op 0 in. Nu rinkelt uw multifunctioneel apparaat niet.
35
Functies van het apparaat
Stil belpatroon $ Als u – bijv. ‘s nachts – niet door binnenkomende oproepen of faxberichten gestoord wilt worden, kunt u het aantal van beide belsignalen (faxsign. en totaal sign.) op 0 instellen. Uw apparaat schakelt dan meteen naar stille faxontvangst, en ook externe apparatuur (bijv. telefoons, antwoordapparaten) rinkelen niet.
Ægesloten telefoons niet bereikbaar. Er worTijdens deze instelling bent u via extern aan-
den geen berichten op uw extern antwoordapparaat opgenomen. Maar u kunt faxberichten, Text2Fax/SMS/MMS-berichten* ontvangen.
Handmatige faxontvangst Als u in de instelling faxsign. (zie ook Modi SM instellen) de optie handmatig kiest, worden faxberichten niet automatisch ontvangen. U moet de faxontvangst handmatig starten: Druk op uw multifunctioneel apparaat op de Y-toets (of *5 op uw externe telefoon). Dit kan nuttig zijn als u faxberichten bijvoorbeeld via een externe modem wilt ontvangen.
Externe telefoons gebruiken (Easylink) Met de Easylink-functie hebt u extra mogelijkheden ter beschikking voor het beheer van externe apparatuur die op dezelfde telefoonlijn als uw multifunctioneel apparaat is aangesloten. Extra telefoons moeten hiervoor op de toonkiesfunctionaliteit (DTMF tonen) worden ingesteld. Kijk a.u.b. in de handleiding van uw extern eindapparaat na hoe u het apparaat op de toonkiesfunctionaliteit instelt.
Ænoodzakelijk is. Denk eraan dat de codes verWijzig deze codes alleen, als het absoluut
schillend moeten zijn. Anders verschijnt op het display de melding: code onjuist.
Faxontvangst starten Als u op een extra telefoon de hoorn optilt en merkt dat het om een fax gaat (fluittoon of geen geluid), kunt u de faxontvangst starten door op het multifunctionele apparaat op de Y-toets of op de externe telefoon op *5 te drukken.
nele apparaat van de lijn scheiden en de oproep overnemen door op de externe telefoon op ** te drukken.
²drukt u op MENU/OK en 643. Toets
Als u de vooraf ingestelde code wilt wijzigen,
de nieuwe code in en bevestig dit met OK. De code moet met * of # beginnen!
Extern antwoordapparaat gebruiken Sluit het externe antwoordapparaat aan zoals in hoofdstuk Installatie / Extra apparatuur aansluiten wordt beschreven. Voor een optimaal gebruik moet het externe antwoordapparaat op één of twee keer rinkelen ingesteld zijn. Stel bij totaal sign. en faxsign. een minstens twee belsignalen hoger aantal in dan op uw extern antwoordapparaat om te vermijden dat oproepen door de faxschakelaar automatisch worden overgenomen. Als u het antwoordapparaat uitgeschakeld hebt, worden oproepen door de faxschakelaar aangenomen. Instellingsvoorbeeld: Aantal belsignalen antwoordapparaat 2 faxsign. 4 totaal sign. 5
²raat mag niet langer zijn dan tien seconden.
De meldtekst van uw extern antwoordappa-
Gebruik geen muziek in de meldtekst.
Als uw extern antwoordapparaat over een “spaarfunctie” beschikt (d.w.z. een functie waarbij het aantal belsignalen verandert zodra er nieuwe berichten zijn ingesproken), dan kunt u deze functie het beste uitschakelen. Het kan zijn dat het antwoordapparaat niet alleen de binnengekomen berichten, maar ook faxoproepen telt. Als uw extern antwoordapparaat faxsignale registreert, maar uw multifunctioneel apparaat geen faxberichten kan ontvangen, moet u de aansluiting van uw extern antwoordapparaat controleren (zie hoofdstuk Installatie / Extra apparatuur aansluiten).
²drukt u op MENU/OK en 641. Toets
Als u de vooraf ingestelde code wilt wijzigen,
de nieuwe code in en bevestig dit met OK. De code moet met * of # beginnen!
Lijn overnemen Als u de hoorn van een externe telefoon optilt en het multifunctionele apparaat gaat door met rinkelen resp. probeert een fax te ontvangen, kunt u het multifunctio-
36
* SMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) MMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) Text2Fax – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk)
7. Faxschakelaar
Fax Y
Met uw multifunctioneel apparaat kunt u zowel zwartwit als kleurenfaxen zenden en ontvangen.
²om de kwaliteit te controleren. Druk op een Druk het faxbericht vóór het verzenden af
van de beide K-toetsen (in kleur of zwart-wit); het faxbericht wordt afgedrukt.
4
Als u één faxpagina wilt verzenden, kiest u met / zenden en drukt u op OK. Wilt u een document met meerdere pagina’s verzenden, dan legt u er een volgende pagina in en roept u met / volgende pag. op. Druk op OK; het faxbericht wordt verzonden.
5
Als u de faxtransmissie wilt annuleren en naar de uitgangsmodus terug wilt keren, drukt u twee keer op de X-toets.
Als u het bijgevoegde softwarepakket geïnstalleerd en uw apparaat op de PC aangesloten hebt, kunt u ook van de mogelijkheid van een elektronische faxtransfer profiteren (zie gedeelte PC-functies / Companion Suite IH gebruiken / Faxen).
Zwart-wit faxen verzenden 1
Plaats in de uitgangsmodus het document met de beeldzijde onder in de flatbedscanner (zie hoofdstuk Installatie / Documenten plaatsen).
8. Fax
8.
²tioneel apparaat met bepaalde tussenpozen Als de abonnee bezet is, kiest uw multifunc-
het nummer opnieuw. Als u de nummerherhaling wilt annuleren, moet u het document uit het geheugen wissen (zie hoofdstuk Tips & Trucs / Opdrachten bewerken). Na de transmissie drukt het apparaat, afhankelijk van de instelling, een verzendrapport af (zie Verzendrapport afdrukken).
Kleurenfaxen verzenden* 2
Toets het nummer van de ontvanger in. Hiervoor staan meerdere mogelijkheden ter beschikking:
Handmatige keuze: Toets het faxnummer van de abonnee met de cijfertoetsen in. Telefoongids: Druk op m. Roep het gewenste contact in de telefoongids op door op het toetsenveld de beginletters in te toetsen of het gewenste contact met / te selecteren. Bevestig dit met OK. Nummerherhalingslijst: Roep met ³ de nummerherhalingslijst op en kies met / het gewenste nummer (’ kenmerkt de binnengekomen oproepen (Crystal 660) en ‘ de gekozen nummers). Rondzenden: U kunt het faxdocument naar meerdere ontvangers zenden. Toets de nummers op één van de bovenstaand beschreven manieren in en druk na elk ingetoetst nummer op À. Op deze wijze kunt u tot tien nummers intoetsen. Snelkeuzetoetsen (Crystal 650): Druk op de snelkeuzetoets (A – I), waaronder het abonneenummer geregistreerd is. 3
Druk na het intoetsen van het nummer op de Ytoets.
8. Fax
1
Activeer de kleuren-faxmodus door zo vaak op COL/h/f/F te drukken tot op het display COL verschijnt.
2
Plaats het kleurendocument in de flatbedscanner (zie ook hoofdstuk Installatie / Documenten plaatsen) en volg de bedieningsstappen (2 – 5) zoals deze onder Zwart-wit faxen verzenden worden beschreven.
Æning (= kopregel) verzonden.
Kleurenfaxen worden zonder afzenderherken-
Herkent uw multifunctioneel apparaat dat het faxapparaat van de ontvanger alleen zwart-wit faxberichten kan ontvangen, annuleert het de transmissie en het display informeert u met een foutmelding. Als u het faxbericht desondanks wilt verzenden, wisselt u naar de zwart-wit faxmodus.
Faxen handmatig verzenden (luidspreker) Als het berichtengeheugen vol is, kunnen geen faxdocumenten meer worden ingelezen (zie ook Berichtengeheugen leegmaken). U kunt faxberichten echter handmatig verzenden.
* Kleurenfax-modus: Eventueel zijn bepaalde functies voor de firmware van uw apparaat nog niet vrijgeschakeld.
37
Functies van het apparaat
De luidsprekerfunctie kunt u ook gebruiken om het tot stand brengen van een verbinding akoestisch te controleren (bijv. als het verzenden van een fax voortdurend mislukt).
1
Plaats het document zoals in het hoofdstuk Installatie / Documenten plaatsen wordt beschreven.
2
Druk op MENU/OK en 31.
3
Toets het faxnummer van de abonnee in of kies een contact uit de telefoongids (m), de nummerherhalingslijst (³) of met behulp van de betreffende snelkeuzetoets (A – I) (Crystal 650). Druk op OK.
4
Toets m.b.v. de cijfertoetsen de tijd in, waarop de fax overgedragen moet worden (binnen 24 uur), bijv. 17 30 voor 17:30 uur. Hierdoor kunt u bijv. van gunstigere telefoontarieven profiteren, een ontvanger op bepaalde tijdstippen bereiken of met tijdverschuivingen rekening houden. Druk op OK.
5
Stel met / het contrast in: + versterkt het contrast, - reduceert het contrast. Druk op OK.
6
Als u één faxpagina wilt verzenden, kiest u met / zenden en drukt u op OK. Wilt u een document met meerdere pagina’s verzenden, dan legt u er een volgende pagina in en roept u met / volgende pag. op. Druk op OK; het faxbericht wordt verzonden.
1 2
Druk op de luidspreker-toets z.
3
Toets het faxnummer van de abonnee in of kies een contact uit de telefoongids (m), de nummerherhalingslijst (³) of met behulp van de betreffende snelkeuzetoets (A – I) (Crystal 650). Druk op OK.
4
Druk op de Y-toets; het faxbericht wordt verzonden.
Æis niet mogelijk!
Het handmatige verzenden van kleurenfaxen
Uw multifunctioneel apparaat heeft geen microfoon. U kunt niet antwoorden, als de abonnee de hoorn oppakt.
Speciale zendopties instellen De parameters die u hier instelt hebben betrekking op de actuele faxopdracht. Nadat uw multifunctioneel apparaat de opdracht heeft beëindigd, keert het terug naar de fabrieksinstellingen.
Resolutie Druk aan het begin van het faxen zo vaak op de toets COL/h/f/F tot op het display het symbool voor de gewenste resolutie verschijnt: Verschijnt geen symbool op het display, dan is de standaardresolutie ingesteld (voor zwart-wit documenten zonder bijzondere kenmerken) h – voor zwart-wit documenten met kleingedrukte teksten of tekeningen
Plaats het document zoals in het hoofdstuk Installatie / Documenten plaatsen wordt beschreven. Als u een kleurenfax wilt verzenden, activeert u de kleuren-faxmodus (zie Kleurenfaxen verzenden).
Verzendrapport afdrukken Het verzendrapport informeert u over het resultaat van een berichttransmissie. 1
Druk op MENU/OK en 361. Kies met / een optie:
aan – Het verzendrapport wordt na elke transmissie afgedrukt, ook als het verzenden van een fax geannuleerd werd.
f – voor zwart-wit documenten met talrijke details
uit – Er wordt geen rapport afgedrukt. U kunt naderhand een verzendrapport via het journaal afdrukken (zie hoofdstuk Tips & Trucs / Journaal afdrukken).
F – voor zwart-wit foto’s
2
Bevestig dit met OK.
COL – voor kleurenfaxen
²de juiste instelling vast te stellen! Druk op
Maak een kopie met de gekozen resolutie om
Verzenden van faxen via het menu
Hebt u de fabrieksinstelling voor de faxontvangst niet veranderd, worden ontvangen faxen automatisch afgedrukt. Als zich geen papier in het papiervak bevindt of geen inktpatronen geplaatst zijn, slaat het apparaat binnenkomende faxberichten op (zie ook Berichtengeheugen leegmaken). Het display informeert u over de geheugenstatus.
Als u faxberichten (in zwart-wit of kleur) via het menu wilt verzenden, hebt u volgende instellingsmogelijkheden:
²A4- of Letter-papier in het papiervak, omdat
een van de beide K-toetsen (in kleur of zwartwit); het faxbericht wordt afgedrukt.
38
Faxen ontvangen
Plaats na de fotoafdruk in 10×15-formaat
anders binnenkomende faxberichten onvolledig
8. Fax
Aanvullende ontvangstopties instellen Afdrukken in veelvoud U kunt van te voren instellen dat faxberichten bij het ontvangen in veelvoud worden afgedrukt. Druk op MENU/OK en 351. Toets het gewenste aantal in (1 tot 99) en druk op OK.
Gesorteerd afdrukken Een uit meerdere pagina’s bestaand faxbericht wordt volgens de nummers van de pagina’s gesorteerd afgedrukt. De als laatste ontvangen pagina wordt als eerste afgedrukt. Deze functie kunt u uitschakelen: Druk op MENU/OK en 352. Kies met / uit. Om de functie in te schakelen kiest u aan. Bevestig dit met OK.
Faxen op de PC ontvangen Als u het bijgevoegde softwarepakket geïnstalleerd en uw apparaat op de PC aangesloten hebt, kunt u instellen of u faxberichten op de PC en/of op het apparaat wilt ontvangen (zie gedeelte PC-functies / Companion Suite IH gebruiken / Faxen).
Æniet mogelijk.
Het ontvangen van kleurenfaxen op de PC is
1
Druk op MENU/OK en 38.
2
Kies met / de gewenste optie:
uit – Faxberichten worden uitsluitend op uw multifunctioneel apparaat ontvangen. automatisch – Als de PC ingeschakeld en de verbinding met uw apparaat tot stand gebracht is, worden binnenkomende faxberichten op de PC ontvangen. 3
Bevestig dit met OK.
Berichtengeheugen leegmaken Binnengekomen faxberichten worden meteen afgedrukt en uit het geheugen gewist, behalve wanneer...
8. Fax
afgedrukt worden en verloren gaan. (Stel met de functies 241 en 242 papierformaat en papiersoort in, zodat uw multifunctioneel apparaat het geplaatste papiertype herkent.)
¿ het multifunctionele apparaat zojuist een print- of kopieeropdracht uitvoert. ¿ geen papier aanwezig is. ¿ geen inktpatronen aanwezig of de patronen leeg zijn. ¿ u het automatische afdrukken door een code geblokkeerd hebt. Als het berichtengeheugen vol is (tot 2 MB geheugencapaciteit), kunnen geen berichten meer worden ontvangen. Het display informeert u over de geheugenstatus. Is het geheugen vol, dan kunt u faxberichten niet ontvangen noch verzenden en sommige functies niet meer uitvoeren. Maak het geheugen leeg door papier te plaatsen en op de Y-toets te drukken en/of patronen te plaatsen om het afdrukken van faxberichten te starten.
Æuit het geheugen gewist. Wordt het afdrukken Als een faxzending afgedrukt is, wordt deze
van een faxzending onderbroken, blijft de zending opgeslagen.
Automatisch afdrukken van faxberichten blokkeren Als u het automatisch afdrukken van ontvangen faxberichten wilt verhinderen, kunt de toegang met een blokkeercode beveiligen. Faxberichten worden in het berichtengeheugen ontvangen en alleen na intoetsen van de desbetreffende code afgedrukt.
Blokkeercode opslaan Druk op MENU/OK en 343. Toets met de cijfertoetsen een viercijferige blokkeercode in en druk op OK.
²eerst de oude blokkeercode in voordat u de Als u al een code opgeslagen hebt, toetst u
Faxen verkleind afdrukken Binnenkomende faxberichten worden een beetje verkleind afgedrukt, zodat geen informatie verloren gaat. Deze functie kunt u uitschakelen. Druk op MENU/OK en 275. Kies met / uit. Om de functie in te schakelen kiest u aan. Bevestig dit met OK.
8. Fax
code verandert.
Deactiveren/Activeren Druk op MENU/OK en 342. Toets de blokkeercode in en druk op OK. Kies met / aan en druk op OK om faxberichten in het geheugen te ontvangen. De blokkering wordt na elk gebruik automatisch weer ingeschakeld. Om de blokkering uit te schakelen kiest u met / uit en drukt u op OK.
39
Afdrukken van faxberichten
Functies van het apparaat
Druk op MENU/OK en 341. Toets de blokkeercode in en druk op OK. De ontvangen faxberichten worden afgedrukt en uit het geheugen gewist.
Met de volgende functies verandert u de fabrieksinstellingen.
Faxberichten afroepen
²leen bij veelvuldig gebruik te wijzigen.
Faxberichten later afroepen
Faxresolutie
Met deze functie kunt u documenten afroepen die in een door u opgebeld faxapparaat voor u klaarliggen. 1
Druk op MENU/OK en 32.
2
Toets het nummer in van het apparaat, van waar u een fax wilt afroepen. Druk op OK.
3
Toets de tijd in waarop het document afgeroepen moet worden (binnen 24 uur), bijv. 17 30 voor 17:30 uur. Druk op de Y-toets. Dankzij het later afroepen van een fax kunt u van gunstigere telefoontarieven profiteren of met tijdverschuivingen rekening houden.
Verzenden op afroep U hebt de mogelijkheid een document in uw multifuctioneel apparaat voor het afroepen door andere apparaten klaar te leggen. 1
Plaats het document met de beeldzijde onder in de flatbedscanner (zie hoofdstuk Installatie / Documenten plaatsen).
2
Druk op MENU/OK en 33.
3
Kies met / een van de volgende opties:
enkelv. – Het document kan één keer worden afgeroepen. Vervolgens wordt het in het geheugen gewist. Druk op OK. MEerv.– Het document kan willekeurig vaak uit het geheugen worden afgeroepen. Druk op OK. (Wis het document uit het geheugen om het oproepen te beëindigen – zie hoofdstuk Tips & Trucs / Opdrachten bewerken). 4
Stel met / het gewenste contrast in en bevestig dit met OK.
5
Als u één faxpagina wilt verzenden, kiest u met / zenden en drukt u op OK. Wilt u een document met meerdere pagina’s verzenden, dan legt u er een volgende pagina in en roept u met / volgende pag. op. Druk op OK.
6
40
Fax-instellingen wijzigen
Het document ligt klaar om afgeroepen te worden.
Wij raden aan de standaardinstellingen al-
Als u vaak faxdocumenten verzendt die een afwijkende resolutie vereisen, kunt u de standaardinstelling (= Norm.) veranderen: 1
Druk op MENU/OK en 271.
2
Kies met / de resolutie die u als nieuwe standaardinstelling voor het verzenden van faxberichten wilt gebruiken. Bevestig dit met OK.
²met de X-toets stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Kopregel verbergen Als u niet wilt dat uw afzenderherkenning (= kopregel) op de uitgaande berichten verschijnt, kunt u de weergave van de kopregel verbergen:
Æten zo hebben ingesteld dat berichten zonder Denk eraan dat veel ontvangers hun appara-
afzenderherkenning worden geweigerd.
1
Druk op MENU/OK en 272.
2
Kies met / uit en bevestig dit met OK. De kopregel wordt verborgen.
²met de X-toets stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Verzendsnelheid instellen Als u vaak berichten naar netten stuurt met een slechtere lijnkwaliteit, kunt u de verzendsnelheid reduceren.
Æeen betere transmissiekwaliteit, maar verhoogt Een langzamere verzendsnelheid zorgt voor
de transmissieduur.
1
Druk op MENU/OK en 273.
2
Kies met / de gewenste verzendsnelheid. Bevestig dit met OK.
²met de X-toets stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
8. Fax
Stel in welke informaties het display tijdens het verzenden moet weergeven. 1
Druk op MENU/OK en 276.
2
Kies met / een van de volgende opties:
8. Fax
Displayweergave
snelheid – de verzendsnelheid wordt weergegeven pagina nr – het nummer van de actueel verzonden pagina wordt weergegeven 3
Bevestig dit met OK.
²met de X-toets stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Tijdstempel printen Uw multifunctioneel apparaat print aan de onderste rand van binnenkomende faxberichten een extra ontvangststempel (= tijdstempel) Deze functie kunt u uitschakelen. 1
Druk op MENU/OK en 277.
2
Kies met / uit. Om de functie in te schakelen kiest u aan. Bevestig dit met OK.
²met de X-toets stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Ontvangstsnelheid Als u vaak faxberichten uit netten ontvangt met een slechtere lijnkwaliteit, kunt u de ontvangstsnelheid reduceren. 1
Druk op MENU/OK, 278 en op OK.
2
Kies met / de gewenste ontvangstsnelheid. Bevestig dit met OK.
²met de X-toets stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
8. Fax
41
9.
SMS »
Functies van het apparaat
(Crystal 660; afhankelijk van het land en het netwerk) U kunt met uw multifunctioneel apparaat SMS (Short Message Service) -berichten verzenden en ontvangen.
²verzend het bericht als MMS. Druk hiervoor Voeg aan uw SMS naderhand een foto toe en
na het intoetsen van de tekst op Á. Het menu gaat automatisch verder met het verzenden van een MMS-bericht (zie hoofdstuk MMS / MMS verzenden).
Als u het bijgevoegde softwarepakket geïnstalleerd en uw apparaat op de PC aangesloten hebt, kunt u SMS-berichten ook op de PC beheren (zie gedeelte PC-functies / Companion Suite IH gebruiken/ SMS).
U kunt het SMS-bericht vóór het verzenden afdrukken. Druk op een van de beide K-toetsen; de SMS wordt afgedrukt. 3
SMS-vereisten Uw apparaat is vooraf ingesteld voor het gebruik van SMS-diensten. Om de SMS-functie mogelijk te maken moet voor uw telefoonaansluiting CLIP vrijgeschakeld zijn (zie hoofdstuk Instellingen / Nummerweergave (CLIP)). Mochten er problemen bij een SMS-transmissie optreden, dan kan het eraan liggen dat u een geheim nummer gebruikt of uw multifunctioneel apparaat met een oudere ISDN-installatie (zie hoofdstuk Instellingen / ISDN-aansluiting) gebruikt. U kunt eventueel geen SMS-berichten van een telefooncentrale versturen en ontvangen (afhankelijk van land en netwerk). Informeer bij uw dienstenaanbieder: • of u zich voor de SMS-functie moet aanmelden. • naar welke mobiele-telefoonaanbieders u SMSberichten kunt verzenden en van welke mobieletelefoonaanbieders u SMS-berichten kunt ontvangen. • welke kosten voor het verzenden en welke eventueel voor het ontvangen van een SMS-bericht worden verrekend. • welke extra diensten en functies ter beschikking staan.
SMS verzenden 1
Druk twee keer op » (of op MENU/OK, 51 en OK).
2
Toets de tekst in die u wilt versturen. U kunt maximaal 160 tekens intoetsen.
Klap het beschermdeksel van het lettertoetsenveld omhoog. Druk gelijktijdig op + en op de gewenste toets om hoofdletters in te toetsen. De beschikbare speciale tekens staan rechts boven het lettertoetsenveld aangegeven en kunnen door gelijktijdig indrukken van de Ü-toets en de betreffende lettertoets worden ingevoerd (bijv. drukt u voor een “+” gelijktijdig op de Ü-toets en op Q). Spaties toetst u in met ½. Als u een hard return wilt invoegen, drukt u op J. Als u een verkeerd cijfer
42
of een verkeerde letter hebt ingetoetst, kunt u de fout met / en C corrigeren. Druk na het intoetsen van de tekst op OK.
Toets het nummer van de ontvanger in. Hiervoor staan meerdere mogelijkheden ter beschikking:
Handmatige keuze: Toets het telefoonnummer van de abonnee met de cijfertoetsen in. Telefoongids: Druk op m. Roep het gewenste contact in de telefoongids op door met de lettertoetsen de desbetreffende beginletters in te toetsen of het gewenste contact met / te selecteren. Nummerherhalingslijst: Roep met ³ de nummerherhalingslijst op en kies met / het gewenste nummer (’ kenmerkt de binnengekomen oproepen en ‘ de gekozen nummers). Rondzenden: U kunt uw SMS-bericht naar meerdere ontvangers sturen. Toets de nummers op één van de bovenstaand beschreven manieren in en druk na elk ingetoetst nummer op À. Op deze wijze kunt u tot tien nummers intoetsen. 4
Druk na het intoetsen van het nummer op »; uw SMS-bericht wordt verzonden.
²en naar de uitgangsmodus terug wilt keren,
Als u de SMS-transmissie wilt annuleren
drukt u twee keer op X.
Als de abonnee bezet is, kiest uw multifunctioneel apparaat met bepaalde tussenpozen het nummer opnieuw. Als u de nummerherhaling wilt annuleren, moet u het SMS-bericht uit het geheugen wissen (zie hoofdstuk Tips & Trucs / Opdrachten bewerken). Na de transmissie drukt het apparaat, afhankelijk van de instelling, een verzendrapport af (zie hoofdstuk Fax / Verzendrapport afdrukken).
SMS ontvangen Als u een SMS hebt ontvangen, knippert het controlelampje naast de toets » en op het display verschijnt het W-symbool. Ontvangen SMS-berichten worden automatisch afgedrukt. Hebt u het automatisch afdrukken uitgeschakeld (zie ook SMS-instellingen wijzigen), dan worden nieuwe SMS in het berichtengeheugen ingelezen.
9. SMS
1
Druk op » en op OK (of op MENU/OK en 52).
2
Kies met / het SMS-bericht dat u wilt lezen en druk op OK. (Niet gelezen berichten zijn met een sterretje “*” gemarkeerd.)
3
Beweeg de cursor met / door de tekst. Aan het einde van het SMS-bericht zijn afzender en tijdstip van ontvangst aangegeven.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
SMS printen Als u het automatisch afdrukken uitgeschakeld hebt (zie ook SMS-instellingen wijzigen) of als u een SMSbericht nogmaals af wilt drukken, kunt u opgeslagen SMS-berichten via het menu printen.
SMS naar e-mail of fax (afhankelijk van het land en het net) U kunt SMS-berichten naar een e-mail adres of als faxbericht naar een faxapparaat versturen.
SMS naar e-mail 1
Druk twee keer op » (of op MENU/OK, 51 en OK). Toets de tekst in zoals onder SMS verzenden wordt beschreven. Druk op OK.
2
Kies met / E-MAIL: en bevestig dit met OK.
3
Toets het e-mail adres van de abonnee in of kies een contact uit de telefoongids (m).
Ækunnen bevatten!
Denk eraan dat e-mail adressen geen spaties
4
Druk na het intoetsen van het e-mail adres op »; uw SMS-bericht wordt verzonden.
1
Druk op » en K (of op MENU/OK en 53).
2
Kies met / welke SMS-berichten u af wilt drukken:
1
selecteren – Druk op OK en kies met / het SMS-bericht dat afgedrukt moet worden. Bevestig dit met OK.
Druk twee keer op » (of op MENU/OK, 51 en OK). Toets de tekst in zoals onder SMS verzenden wordt beschreven. Druk op OK.
2
Kies met / FAX en bevestig dit met OK.
3
Toets het faxnummer van de abonnee in of kies een contact uit de telefoongids (m).
4
Druk na het intoetsen van het nummer op »; uw SMS-bericht wordt verzonden.
Nieuw – Bevestig dit met OK. Alle ongelezen SMSberichten worden afgedrukt.
SMS naar fax
ALLEs – Druk op OK. Alle opgeslagen SMS-berichten worden afgedrukt.
Berichtengeheugen leegmaken Als het berichtengeheugen vol is (tot 2 MB geheugencapaciteit), kunnen geen berichten meer worden ontvangen. Het ´-symbool op het display informeert u over de geheugenstatus. Houd het geheugen klaar voor ontvangst door berichten te wissen. 1
Druk op MENU/OK en 54.
2
Kies met / welke SMS-berichten u wilt wissen:
selecteren – Druk op OK en kies met / het SMS-bericht dat gewist moet worden. Bevestig dit met OK.
Aanvullende verzendopties instellen (afhankelijk van het land en het net)
SMS naar subadres Met een subadres stuurt u een SMS-bericht naar een bepaald faxapparaat dat samen met diverse andere apparaten op één telefoonlijn aangesloten is. Voeg het subadres aan het gedraaide nummer toe; is het subadres van het apparaat bijvoorbeeld 1, kiest u 123 45 67 1.
SMS naar gebruikersaccount
ontvange – Bevestig dit met OK. Alle gelezen berichten worden gewist.
Sommige SMS-ontvangstapparaten kunnen meerdere gebruikersaccounts beheren. Zo verstuurt u een SMSbericht naar een bepaalde user van een apparaat:
ALLEs – Druk op OK. Alle opgeslagen berichten worden gewist.
1
Æhet geheugen worden gewist, maar ook MMSDenk eraan dat niet alleen SMS-berichten uit
9. SMS
SMS lezen
Druk twee keer op » (of op MENU/OK, 51 en OK). Toets de tekst in die u wilt versturen, zoals onder SMS verzenden wordt beschreven. Druk op OK.
mededelingen (zie hoofdstuk MMS / MMS ontvangen).
9. SMS
43
Functies van het apparaat
2
Toets het nummer van de abonnee in of kies een contact uit de telefoongids (m). Bevestig dit met OK.
3
Toets de naam van het gebruikersaccount van de ontvanger in. Druk op »; uw SMS-bericht wordt verzonden.
SMS-instellingen wijzigen
Naam van de afzender Als u niet wilt dat uw afzenderherkenning (= kopregel) op de uitgaande SMS-berichten verschijnt, kunt u de weergave van de kopregel verbergen: 1
Druk op MENU/OK, 554 en op OK.
2
Kies met / uit, en bevestig dit met OK. De kopregel wordt verborgen.
²tekst wordt gerekend, waardoor het aantal Denk eraan dat uw afzenderherkenning als
tekens voor uw SMS-bericht minder wordt.
Met de volgende functies verandert u de fabrieksinstellingen.
Keer met C terug naar het laatste menupunt; met X stelt u de uitgangsmodus in.
²leen bij veelvuldig gebruik te wijzigen.
Ontvangstbevestiging
SMS-aanbieder
U kunt een ontvangstbevestiging aanvragen, als de SMS-centrale uw SMS-bericht naar de ontvanger heeft doorgestuurd of de geldigheidsduur afgelopen is.
Wij raden aan de standaardinstellingen al-
Vanaf fabriek zijn in uw multifunctioneel apparaat alle nummers opgeslagen die u voor het verzenden en ontvangen van SMS-berichten nodig hebt. Als u naar een andere telefoonaanbieder wilt wisselen of SMS-berichten ook van andere aanbieders wilt ontvangen, moet u de betreffende nummers van de SMS-centrale opslaan (de benodigde gegevens ontvangt u van uw telefoonaanbieder). 1
Druk op MENU/OK en 551.
2
Kies met / verzend nr en bevestig dit met OK. Toets het nummer in dat uw apparaat moet kiezen om een SMS te verzenden. Bevestig dit met OK.
3
4
Kies met / ontvang nr. en bevestig dit met OK. Toets het nummer van de aanbieder in dat uw apparaat moet kiezen om een SMS te ontvangen. Bevestig dit met OK. U kunt SMS-berichten bovendien via een tweede SMS-centrale ontvangen. Kies MENU/OK en 552 en bevestig dit met OK. Toets het nummer van de tweede aanbieder voor de SMS-ontvangst in.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Automatisch afdrukken van SMS Uw multifunctioneel apparaat drukt SMS-berichten automatisch af. U kunt het automatisch afdrukken uitschakelen. 1
Druk op MENU/OK en 553.
2
Kies met / uit en bevestig dit met OK. SMSberichten worden in het geheugen ontvangen.
Æging!
De ontvangstbevestiging is geen leesbevesti-
Het aanvragen van een ontvangstbevestiging kan eventueel met kosten verbonden zijn. Vraag desgewenst uw telefoonaanbieder. 1
Druk op MENU/OK en 555.
2
Kies met / aan en OK. Om de ontvangstbevestiging uit te schakelen herhaalt u deze stap en kiest u uit.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Subadres (terminal ID) (afhankelijk van het land en het net) Als u meerdere apparaten met SMS-functie op één telefoonlijn aangesloten hebt, kunt u aan deze apparaten subadressen toekennen. De SMS-berichten kunnen dan naar een bepaald apparaat worden gestuurd. 1
Druk op MENU/OK en 556.
2
Toets een cijfer van 0 tot 9 als subadres in. De afzender kan een SMS-bericht direct naar dit apparaat sturen door het subadres aan het telefoonnummer toe te voegen. Bevestig dit met OK.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
44
9. SMS
Met de functie 557 kunt u het tijdsbestek vastleggen, waarin uw SMS-bericht op de server van de SMS-centrale opgeslagen blijft, als de ontvanger niet bereikbaar is. Tijdens de ingestelde periode probeert de centrale het SMS-bericht naar de ontvanger door te sturen. Als uw SMS-bericht niet binnen de geldigheidsduur kan worden verzonden, wordt het SMS-bericht op de server gewist. 1
Druk op MENU/OK en 557.
2
Kies met / uit de volgende instellingen: 6 uur, 1 dag, 1 week en MAXIMaal. Bevestig dit met OK.
9. SMS
Geldigheidsduur
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Berichtsignalen U wordt door een signaaltoon gewaarschuwd, als een SMS-bericht binnengekomen is. Deze functie kunt u uitschakelen. 1
Druk op MENU/OK en 57.
2
Kies met / uit en bevestig dit met OK. Nieuwe SMS-berichten worden zonder signaaltoon ontvangen.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
9. SMS
45
10. MMS » Functies van het apparaat
(Crystal 660; afhankelijk van het land en het netwerk)
¿van
De transmissieduur van een MMS-bericht hangt de modemsnelheid, het gegevensvolume en de lijnkwaliteit af. Met een transmissiesnelheid van 33.600 bps draagt uw multifunctioneel apparaat ertoe bij de tijd voor de transmissie gering te houden.
U kunt met uw multifunctioneel apparaat MMS (Multimedia Message Service-)berichten verzenden resp. ontvangen. MMS als multimediale uitbreiding van SMS maakt het mogelijk dat u teksten en foto’s tot berichten kunt combineren. Via de vastnet-MMS-dienst kunt u deze multimediale berichten naar aansluitingen in het vaste net (analoge apparaten en ISDN-installaties) en naar mobiele netten overdragen. Bovendien kunt u MMS-berichten naar e-mail adressen verzenden.
Informeer bij uw dienstenaanbieder • naar welke mobiele providers of vastnet providers u MMS-berichten kunt sturen en van welke aanbieders u MMS kunt ontvangen, • welke kosten voor het zenden en eventueel ontvangen van een MMS-bericht worden verrekend, • welke gegevenshoeveelheden u kunt overdragen, • welke diensten en functies ter beschikking staan.
MMS-vereisten Uw apparaat is vanaf fabriek reeds voor het gebruik van de vastnet-MMS-dienst ingesteld. Hiervoor is geen afzonderlijke aanmelding nodig. Neem, indien problemen optreden, met uw telefoonaanbieder contact op of controleer de instellingen van uw apparaat (zie ook MMS-instellingen wijzigen).
Aanwijzingen voor de MMS-functie:
MMS verzenden Geef uw MMS-bericht een individuele vorm door een tekst in te voeren en een foto naar keuze (in de formaten A4, A5, foto (10×15) of ter grootte van een visitekaartje) toe te voegen.
gegevensvolume van uw MMS-bericht ¿vangen moet de SMS-functie voor uw aansluiting ÆHet is beperkt (zie ook MMS-vereisten). Let bovrijgeschakeld zijn en probleemloos functioneren (zie Om MMS-berichten te kunnen verzenden en ont-
vendien op de formaatbeperkingen bij mobiele eindapparatuur. Neem voor gedetailleerde inlichtingen met uw telefoonaanbieder contact op.
hoofdstuk SMS / SMS-vereisten).
¿fooncentrale gebruikt, controleer dan of u als type Als u het multifunctionele apparaat op een tele-
van de telefoonaansluiting pabx gekozen hebt (zie hoofdstuk Instellingen / Telefooncentrale (PABX)). U kunt eventueel geen MMS-berichten van een telefooncentrale versturen en ontvangen (afhankelijk van land en netwerk).
¿stuurt, wordt uw multifunctioneel apparaat auto-
Als u voor de eerste keer een MMS-bericht ver-
matisch aangemeld. Stuur eerst een test-MMS naar uw eigen nummer om uw apparaat voor de MMS-dienst te registreren en de functionaliteit te controleren.
1
Druk op » en kies met / MMS. Bevestig dit met OK.
2
Kies met /, of u de foto voor uw MMS-bericht wilt scannen of een foto van een geheugenkaart wilt selecteren. Bevestig dit met OK.
Foto scannen a
Plaats het document met de beeldzijde onder in de flatbedscanner (zie hoofdstuk Installatie / Documenten plaatsen).
b
Kies met / het gewenste documentformaat en bevestig dit met OK. A5
¿vastnet-MMS-dienst aangesloten zijn! Mochten er problemen bij een MMS-transmissie ¿optreden, dan kan het eraan liggen dat u een geheim
Denk eraan dat niet alle vastnet-aanbieders op de
nummer gebruikt of uw multifunctioneel apparaat met een oudere ISDN-installatie gebruikt die CLIP niet ondersteunt (zie hoofdstuk SMS / SMS-vereisten).
¿MMS geschikt is, ontvangt de deelnemer een SMSAls het eindapparaat van de ontvanger niet voor
bericht met opgave van een internetadres, waar het MMS-bericht opgehaald resp. bekeken kan worden.
¿vaste net (tot 500 kB) en naar mobiele telefoons
Het gegevensvolume voor transmissies binnen het
(tot 100 kB) hangt van de provider af. Vraag desgewenst uw telefoonaanbieder.
46
10. MMS
a
b
Plaats de geheugenkaart in de betreffende steekplaats op het apparaat en bevestig dit met OK. Op het display verschijnt een melding hoeveel fotobestanden het apparaat herkend heeft. Daarna wordt het fotomenu geopend. U kunt een index van de fotobestanden afdrukken, een foto selecteren of de geheugenkaart nieuw analyseren (zie ook hoofdstuk Fotoprinter). Kies met / kies afb.. Selecteer met / een van de foto’s op de geheugenkaart. Bevestig dit met OK.
²
Met X keert u terug naar het fotomenu.
3
Voer de gewenste tekst of tenminste een spatie in om uw fotobestand als attachment te kunnen verzenden.
Klap het beschermdeksel van het lettertoetsenveld omhoog. Druk gelijktijdig op + en op de gewenste toets om hoofdletters in te toetsen. De beschikbare speciale tekens staan rechts boven het lettertoetsenveld aangegeven en kunnen door gelijktijdig indrukken van de Ü-toets en de betreffende lettertoets worden ingevoerd (bijv. drukt u voor een “+” gelijktijdig op de Ü-toets en op Q). Spaties toetst u in met ½. Als u een hard return wilt invoegen, drukt u op J. Als u een verkeerd cijfer of een verkeerde letter hebt ingetoetst, kunt u de fout met / en C corrigeren.
²den afdrukken. Druk op een van de beide KU kunt het MMS-bericht vóór het verzen-
toetsen (in kleur of zwart-wit); de MMS wordt afgedrukt.
4
Druk na het invoeren van de tekst op OK.
5
Toets de tekst voor “Onderwerp” in (max. 40 tekens; speciale tekens worden niet weergegeven) en bevestig dit met OK. Als u geen titel voor uw MMS-bericht wilt zetten, drukt u zonder tekst in te voeren op OK.
6
U kunt uw MMS-bericht naar een telefoonnummer of naar een e-mail adres sturen:
MMS naar telefoonnummer Toets het telefoonnummer van de ontvanger in. Hiervoor staan meerdere mogelijkheden ter beschikking: Handmatige keuze: Toets het telefoonnummer van de abonnee met de cijfertoetsen in. Telefoongids: Druk op m. Roep het gewenste contact in de telefoongids op door met de lettertoetsen de desbetreffende beginletters in te toetsen of het gewenste contact met / te selecteren. Nummerherhalingslijst: Roep met ³ de nummerherhalingslijst op en kies met / het gewenste nummer (’ kenmerkt de binnengekomen oproepen en ‘ de gekozen nummers).
10. MMS
Rondzenden: U kunt het MMS-bericht naar meerdere ontvangers sturen. Toets de nummers op één van de bovenstaand beschreven manieren in en druk na elk ingetoetst nummer op À. Op deze wijze kunt u tot tien nummers intoetsen. Druk na het intoetsen van het nummer op »; uw MMS-bericht wordt verzonden.
MMS naar e-mail
10. MMS
Foto van geheugenkaart lezen
Als u gevraagd wordt het telefoonnummer in te voeren, drukt u op OK. Het display wisselt naar de optie EMAIL: Toets het e-mail adres van de abonnee in of kies een contact uit de telefoongids (m).
Ækunnen bevatten!
Denk eraan dat e-mail adressen geen spaties
Het verzenden van een MMS-bericht naar meerdere e-mail adressen is niet mogelijk. Druk na het intoetsen van het e-mail adres op »; uw MMS-bericht wordt verzonden. 8
Wacht tot de transmissie beëindigd is om andere functies op uw multifunctioneel apparaat te kunnen uitvoeren.
Is het gegevensvolume van uw MMS-bericht groter dan 100 kB, dan verschijnt op het display een waarschuwing dat eventueel niet alle eindapparaten (bijv. mobiele telefoons) MMS-berichten van deze omvang kunnen ontvangen. Als u desondanks wilt verzenden, drukt u op OK. Bevindt zich een MMS-bericht in de opdrachtenlijst, kan geen ander MMS-bericht worden verstuurd. Wis het MMS-bericht uit de opdrachtenlijst (zie Tips & Trucs / Opdrachten bewerken). Als u de MMS-transmissie wilt annuleren en naar de uitgangsmodus terug wilt keren, drukt u twee keer op X. Na de transmissie drukt het apparaat, afhankelijk van de instelling, een verzendrapport af (zie hoofdstuk Fax / Verzendrapport afdrukken).
MMS ontvangen Als u een MMS hebt ontvangen, knippert het controlelampje naast de toets » en op het display verschijnt het W-symbool. Ontvangen MMS-berichten worden automatisch van de server gehaald en afgedrukt. U kunt zowel de automatische ophaalfunctie als het onmiddellijke afdrukken van de MMS-berichten uitschakelen (zie ook MMS-instellingen wijzigen).
²beperkingen overschrijdt, verkleint en com-
Als een ontvangen MMS-bericht de formaat-
primeert het multifunctionele apparaat de MMS tot de juiste grootte.
47
MMS lezen
Functies van het apparaat
Als een MMS-bericht binnengekomen is, krijgt u een mededelings-SMS. De inhoud van de mededelingsSMS kunt u op het display lezen: 1
Druk op » en op OK (of op MENU/OK en 52).
2
Kies met / de gewenste mededelings-SMS en druk op OK. (Niet gelezen berichten zijn met een sterretje “*” gemarkeerd.)
3
Beweeg de cursor met / door de tekst. De mededelings-SMS informeert u over de afzender, het onderwerp en de ophaalstatus van het gedeponeerde MMS-bericht.
4
Druk op OK om het MMS-bericht meteen af te drukken resp. van de server te halen:
a
Als u de fabrieksinstelling niet veranderd hebt, wordt het MMS-bericht dat de grondslag voor de mededelings-SMS vormt, meteen afgedrukt.
b
Hebt u op handmatige MMS-ontvangst (zie ook MMS-instellingen wijzigen) ingesteld, dan kunt u kiezen of u het MMS-bericht van de server wilt halen.
Berichtengeheugen leegmaken Als het berichtengeheugen vol is (tot 2 MB geheugencapaciteit), kunnen geen berichten meer worden ontvangen. Het ´-symbool op het display informeert u over de geheugenstatus. Houd het geheugen klaar voor ontvangst door berichten te wissen. 1
Druk op MENU/OK en 54.
2
Kies met / welke MMS-berichten u wilt wissen:
selecteren – Druk op OK en kies met / het bericht dat gewist moet worden. Bevestig dit met OK. al gelezen – Bevestig dit met OK. Alle gelezen berichten worden gewist. ALLEs – Druk op OK. Alle opgeslagen berichten worden gewist.
Æuit het geheugen worden gewist, maar ook
Denk eraan dat niet alleen MMS-berichten
SMS-mededelingen.
In de handmatige ophaalmodus moet u MMSberichten van de server naar uw multifunctioneel apparaat laden om ze te wissen. Anders wist u alleen de mededelings-SMS en u ontvangt steeds weer mededelingen dat er nog MMS op de server voor u klaar liggen.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
MMS printen
Niet opgehaalde MMS-berichten worden na een bepaalde tijd op de server gewist. Neem voor nadere inlichtingen met uw telefoonaanbieder contact op.
Als u het onmiddellijke afdrukken uitgeschakeld hebt (zie ook MMS-instellingen wijzigen) of als u een MMSbericht nogmaals af wilt drukken, kunt u opgeslagen MMS-berichten via het menu printen. 1
Druk op » en K (of op MENU/OK en 53).
2
Kies met / welke MMS-berichten u af wilt drukken:
selecteren – Druk op OK en kies met / het bericht dat afgedrukt moet worden. Bevestig dit met OK. nieuw – Bevestig dit met OK. Alle nieuw ontvangen MMS worden afgedrukt. ALLEs – Druk op OK. Alle opgeslagen MMS worden afgedrukt.
Ædan wordt de gekozen MMS, die de grondslag Is op automatische MMS-ontvangst ingesteld,
voor de mededelings-SMS vormt, meteen afgedrukt.
Hebt u op handmatige MMS-ontvangst ingesteld, dan moet u het gewenste MMS-bericht eerst van de server laden. Bevestig met OK om het MMS-bericht op te halen. Een indicator op het display informeert u over de transmissiestatus.
48
MMS-instellingen wijzigen Met de volgende functies verandert u de fabrieksinstellingen.
²leen bij veelvuldig gebruik te wijzigen.
Wij raden aan de standaardinstellingen al-
Automatische ophaalfunctie Uw multifunctioneel apparaat is zo ingesteld dat het ontvangen MMS-berichten automatisch van de server haalt. U kunt de automatische ophaalfunctie uitschakelen en uw MMS-berichten handmatig van de server laden. 1
Druk op MENU/OK en 562.
2
Kies met / handmatig en bevestig dit met OK. De handmatige ophaalmodus is geactiveerd.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
10. MMS
MMS-account 1
Druk op MENU/OK en 561.
Uw multifunctioneel apparaat is zo ingesteld dat het opgehaalde MMS-berichten automatisch afdrukt. U kunt het automatisch afdrukken uitschakelen.
2
Kies met / MMS account en bevestig dit met OK. Toets de naam voor uw MMS-account op de server in en bevestig dit met OK.
1
Druk op MENU/OK en 563.
2
Kies met / uit en bevestig dit met OK. De MMS worden in het berichtengeheugen ontvangen.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Berichtsignalen U wordt door een signaaltoon gewaarschuwd, als een mededelings-SMS binnengekomen is. Vóór het afdrukken van de MMS hoort u een lange pieptoon. Als een MMS-bericht niet van de server geladen kon worden, hoort u drie korte signaaltonen. 1
Druk op MENU/OK en 57.
2
Kies met / uit en bevestig dit met OK.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
10. MMS
Automatisch afdrukken van MMS
MMS-password 1
Druk op MENU/OK en 561.
2
Kies met / MMS PASSWd. en bevestig dit met OK. Toets het password in en bevestig dit met OK.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
MMS-aanbieder Uw apparaat is vanaf fabriek reeds voor het gebruik van de MMS-vastnet-dienst ingesteld. Als er problemen optreden of als u naar een andere telefoonaanbieder wilt wisselen of MMS-berichten ook van andere aanbieders wilt ontvangen, moet u de betreffende gegevens van de MMS-centrale opslaan (de benodigde gegevens ontvangt u van uw telefoonaanbieder)).
Æalleen, als u door geautoriseerd servicepersoWijzig de instellingen voor de MMS-centrale
nal hiertoe wordt uitgenodigd!
Telefoonnummer 1
Druk op MENU/OK en 561.
2
Kies met / CENTER nr. en bevestig dit met OK. Toets het telefoonnummer in dat uw apparaat moet kiezen om een MMS-bericht te verzenden. Bevestig dit met OK.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Internetadres (URL) 1
Druk op MENU/OK en 561.
2
Kies met / CENTER URL en bevestig dit met OK. Toets het adres in dat uw apparaat moet kiezen om een MMS te verzenden. Bevestig dit met OK.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
10. MMS
49
Functies van het apparaat
11. Text2Fax » (Crystal 660; afhankelijk van het land en het netwerk) U kunt op uw multifunctioneel apparaat een tekst intoetsen en als faxbericht naar een ander eindapparaat sturen.
²en naar de uitgangsmodus terug wilt keren,
Als u de Text2Fax-transmissie wilt annuleren
drukt u twee keer op X.
Als de abonnee bezet is, kiest uw multifunctioneel apparaat met bepaalde tussenpozen het nummer opnieuw. Als u de nummerherhaling wilt annuleren, moet u het Text2Fax-bericht uit het geheugen wissen (zie hoofdstuk Tips & Trucs / Opdrachten bewerken). Na de transmissie drukt het apparaat, afhankelijk van de instelling, een verzendrapport af (zie hoofdstuk Fax / Verzendrapport afdrukken).
Text2Fax verzenden 1
Druk op » (of op MENU/OK, 51 en OK).
2
Toets het faxnummer van de ontvanger in. Hiervoor staan meerdere mogelijkheden ter beschikking:
Handmatige keuze: Toets het faxnummer van de abonnee met de cijfertoetsen in. Telefoongids: Druk op m. Roep het gewenste contact in de telefoongids op door op het toetsenveld de desbetreffende beginletters in te toetsen of het gewenste contact met / te selecteren. Nummerherhalingslijst: Roep met ³ de nummerherhalingslijst op en kies met / het gewenste nummer (’ kenmerkt de binnengekomen oproepen en ‘ de gekozen nummers). Rondzenden: U kunt het faxdocument naar meerdere ontvangers sturen. Toets de nummers op één van de bovenstaand beschreven manieren in en druk na elk ingetoetst nummer op À. Op deze wijze kunt u tot tien nummers intoetsen. Druk op OK. 3
Toets de tekst in die u wilt versturen (max. 5.600 tekens).
Klap het beschermdeksel van het lettertoetsenveld omhoog. Druk gelijktijdig op + en op de gewenste toets om hoofdletters in te toetsen. De beschikbare speciale tekens staan rechts boven het lettertoetsenveld aangegeven en kunnen door gelijktijdig indrukken van de Ü-toets en de betreffende lettertoets worden ingevoerd (bijv. drukt u voor een “+” gelijktijdig op de Ü-toets en op Q). Spaties toetst u in met ½. Als u een hard return wilt invoegen, drukt u op J. Als u een verkeerd cijfer of een verkeerde letter hebt ingetoetst, kunt u de fout met / en C corrigeren.
²zenden afdrukken. Druk op een van de beide U kunt het Text2Fax-bericht vóór het ver-
K-toetsen (in kleur of zwart-wit); het Text2Faxbericht wordt afgedrukt.
4
50
Druk op »; uw Text2Fax-bericht wordt verzonden.
11. Text2Fax
1
Open het apparaat door in de diepliggende handgreep onder het deksel van het apparaat te grijpen …
Papierstoring verhelpen
Æterwijl
Open de papierstoringsklep in geen geval het multifunctionele apparaat een printopdracht uitvoert.
1
2
Als het papier vastgelopen is, verschijnt op het display een foutmelding en de printopdracht wordt gestopt. Druk op de snapsluiting aan de achterzijde van het apparaat om de papierstoringsklep te openen.
… en de behuizing omhoog te klappen.
12. Tips & Trucs
12. Tips & Trucs
Trek het papier er voorzichtig uit en sluit de papierstoringsklep. Bevestig dit met de Y-toets. 2
Druk op de snapsluiting van de patronenhouder om deze te openen.
3
Verwijder de inktpatroon.
Patronen wisselen Het display informeert u, als een patroon bijna leeg is en uitgewisseld moet worden. Is een van de inktpatronen leeg, dan stopt het apparaat met printen, ook als in de andere patroon nog inkt aanwezig is. Elke nieuwe patroon die u in het apparaat plaatst moet met de bijgevoegde Plug’n’Print-kaart worden geladen om het inktniveaugeheugen op 100 % te zetten
²om een optimale printkwaliteit te beha-
Gebruik uitsluitend originele inktpatronen
len (zie bestelservice op de achterzijde van deze handleiding).
12. Tips & Trucs
51
Æming met de afvalvoorschriften van uw land. Functies van het apparaat
Deponeer de lege patronen in overeenstem-
7
Sluit de behuizing.
8
Steek de bijgevoegde Plug’n’Print-kaart met de contacten boven in de gleuf onder het paneel.
9
Het laden van de patroon kan een poosje duren. Als het laden beëindigd is, verschijnt op het display: actie voltooid / verwijder kaart.
Ga met de inktpatronen voorzichtig om, zodat er geen inkt op kleding of voorwerpen terechtkomt. Vermijd contact met huid en ogen (zie hoofdstuk Veiligheidsinstructies / Inktpatronen).
4
Neem de inktpatroon uit de verpakking, verwijder het aanwezige verpakkingsmateriaal en trek de beschermstrook er voorzichtig af.
Æstrook compleet verwijderd is. Let erop dat u
Overtuig uzelf er a.u.b. van dat de bescherm-
sproeiers en contacten niet aanraakt.
5
Zet de patroon er met de “neus” naar beneden wijzend – schuin naar achter hellend– in; de zwarte patroon links, de kleureninktpatroon rechts.
10 Trek de Plug’n’Print-kaart eruit. De nieuw geplaatste patroon is geactiveerd.
²Plug’n’Print-kaart geactiveerd is, herkent uw Zodra de patroon met de bijgevoegde
6
apparaat de patroon, ook als u deze er tijdelijk uitgenomen hebt. U hoeft de verwijderde patroon niet nogmaals te laden, als u hem er weer in zet!
Sluit de patronenhouder. U hoort een klikkend geluid, als de afdekking van de houder vastklikt.
11 Voor een optimale printkwaliteit raden wij aan de patronen na elke keer wisselen opnieuw in de juiste positie te brengen. Bevestig de display-vraag nu uitlijn. met OK. Druk op de X-toets, als u de patronen niet opnieuw in de juiste positie wilt zetten (zie ook Reiniging en onderhoud / Patronen reinigen in de juiste positie zetten).
Fotopatroon plaatsen Voor de speciale eisen die aan een hoogwaardige fotoafdruk worden gesteld raden wij het gebruik van een fotopatroon aan (zie bestelservice op de achterzijde van deze handleiding). 1
52
Open het apparaat en de snapsluiting zoals onder Patronen wisselen wordt beschreven.
12. Tips & Trucs
3
Neem de zwarte patroon eruit en zet in plaats daarvan de fotopatroon erin. Laad deze met de bijgevoegde Plug’n’Print-kaart (zie ook Patronen wisselen). De fotopatroon is geactiveerd.
Inktniveau weergeven
Voor een optimale printkwaliteit raden wij aan de patronen na elke keer wisselen opnieuw in de juiste positie te brengen. Bevestig de display-vraag nu uitlijn. met OK. Druk op de X-toets, als u de patronen niet opnieuw in de juiste positie wilt zetten (zie ook Reiniging en onderhoud / Patronen reinigen in de juiste positie zetten).
Ækrachtig, als u elke nieuwe patroon met de
²de foto’s weer door de zwarte patroon om
Vervang de fotopatroon na het printen van
kosten te besparen!
Bewaar tijdelijk verwijderde patronen in de bewaarbox voor de fotopatroon om deze tegen uitdrogen en stof te beschermen.
Het apparaat registreert het verbruik van een patroon en berekent daaruit het inktniveau. Het aangegeven inktniveau is alleen bewijs-
bijgevoegde Plug’n’Print-kaart oplaadt!
1
Druk op MENU/OK en 822.
2
Kies met / voor welke patroon het inktniveau aangegeven moet worden. Druk op OK.
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Journaal afdrukken
12. Tips & Trucs
2
Het journaal omvat een lijst van de 30 laatste berichttransmissies (faxberichten, Text2Fax/SMS/MMS-berichten*). Het journaal wordt na 30 transmissies automatisch afgedrukt of u drukt het, indien nodig, zelf af: Druk op MENU/OK en 37. Het journaal wordt afgedrukt.
Opdrachten bewerken
Printproblemen verhelpen Slechte printkwaliteit Als de printkwaliteit van uw apparaat niet goed is, kan het eraan liggen dat de beschermstroken niet volledig van de patronen verwijderd zijn. Open het apparaat en neem de patronen eruit. Verwijder eventueel aanwezige folieresten. Leg de patronen weer terug en sluit het apparaat.
²aan de patronen na elke keer wisselen op-
Voor een optimale printkwaliteit raden wij
nieuw in de juiste positie te brengen. Bevestig de display-vraag nu uitlijn. met OK. Druk op de X-toets, als u de patronen niet opnieuw in de juiste positie wilt zetten (zie ook Reiniging en onderhoud / Patronen reinigen in de juiste positie zetten).
Verticale strepen Als er verticale strepen op uw afdrukken zitten, is het scannerglas misschien vuil. Reinig het scannerglas (zie ook Reiniging en onderhoud).
12. Tips & Trucs
Uw multifunctioneel apparaat maakt een lijst van alle verzendopdrachten (faxberichten, Text2Fax/SMS/ MMS-berichten*) die zojuist worden uitgevoerd, voor de afroep voorbereid zijn of op een later tijdstip verzonden moeten worden.
Opdracht oproepen of wijzigen De status geeft inlichtingen over de opdrachtfunctie. Documenten in de lijst kunnen volgende status hebben: znd – Later overdragen doc – Verzenden op afroep afr – Later afroepen van een fax tr. – Opdracht wordt zojuist uitgevoerd SMS – SMS-transmissie* MMS – MMS-transmissie* Druk op MENU/OK en 72. Selecteer met / de opdracht die u wilt wijzigen en druk op OK. Toets de gewenste wijzigingen in en bevestig dit met OK.
Opdracht meteen uitvoeren Druk op MENU/OK en 71. Selecteer met / de opdracht die u eerder wilt uitvoeren en druk op OK. De opdracht wordt meteen uitgevoerd.
Opdracht wissen Druk op MENU/OK en 73. Selecteer met / de opdracht die u wilt wissen en druk op OK. Bevestig het wissen van de opdracht met OK.
* SMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) MMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) Text2Fax – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk)
53
Opdracht afdrukken
Functies van het apparaat
Druk op MENU/OK en 74. Selecteer met / de opdracht die u wilt afdrukken en druk op OK.
Reiniging en onderhoud
Druk op MENU/OK en 75. Het apparaat drukt een lijst van alle wachtende opdrachten af.
Uw multifunctioneel apparaat is voor een onderhoudsarm gebruik ontwikkeld en heeft slechts weinig onderhoud nodig. Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u het reinigt!
²met X stelt u de uitgangsmodus in.
²is, moet u datum en tijd opnieuw intoetsen.
Apparaat blokkeren
Oppervlak van het apparaat reinigen
Opdrachtenlijst printen Keer met C terug naar het laatste menupunt;
Met de blokkeerfunctie verhindert u dat onbevoegden uw multifunctioneel apparaat gebruiken.
Blokkeercode opslaan Eerst moet u een code intoetsen, waarmee u de blokkeerfunctie activeert resp. deactiveert. 1
Druk op MENU/OK en 811.
2
Toets met de cijfertoetsen een viercijferige blokkeercode in en druk op OK.
3
Toets de code nogmaals ter bevestiging in en druk op OK.
²eerst de oude blokkeercode in voordat u de Als u al een code opgeslagen hebt, toetst u
Als de stroomtoevoer onderbroken geweest
Gebruik voor de reiniging een zachte, pluisvrije doek. Via onze bestelservice zijn speciale reinigingsdoeken verkrijgbaar (zie achterzijde van deze handleiding). Gebruik in geen geval vloeibare of licht ontvlambare reinigingsmiddelen (sprays, schuurmiddelen, politoeren, alcohol enz.) om schade aan de gelakte onderdelen te vermijden!
Ægereinigd te worden. Er mag geen vocht binDe binnenzijde van het apparaat hoeft niet
nenin het apparaat terechtkomen.
Scannerglas reinigen 1
Open het scannerdeksel.
2
Veeg met een pluisvrije doek behoedzaam over het scannerglas.
3
Sluit het scannerdeksel.
code verandert.
Toetsenbordvergrendeling activeren 1
Druk op MENU/OK en 812.
2
Toets de code in die u opgeslagen hebt en druk op OK.
3
Kies met / aan en bevestig dit met OK. De toetsenbordvergrendeling is geactiveerd.
²keercode kunt u functies oproepen of cijfers Pas na het invoeren van de opgeslagen blok-
intoetsen. De blokkering wordt na elk gebruik automatisch weer ingeschakeld.
Toetsenbordvergrendeling deactiveren 1
54
Toets de code in die u opgeslagen hebt en druk op OK.
2
Druk op MENU/OK en 812.
3
Toets de code in die u opgeslagen hebt en druk op OK.
4
Kies met / uit en bevestig dit met OK. De toetsenbordvergrendeling is gedeactiveerd.
12. Tips & Trucs
Wordt de kwaliteit van de afdrukken slechter, dan moeten de patronen gereinigd of opnieuw in de juiste positie gezet worden.
Servicecodes Met de functie 83 kunt u de fabrieksinstellingen controleren en configureren.
Firmware-versie opvragen
1
Druk op MENU/OK en 8211. De patronen worden gereinigd.
De firmware bepaalt de basisfuncties en toepassingsmogelijkheden van uw multifunctioneel apparaat.
2
Start het positioneren van de patronen met MENU/OK en 8212. Uw multifunctioneel apparaat drukt een testpagina af en stelt daardoor automatisch de juiste parameters voor de optimale printkwaliteit in.
Informeer op onze homepage naar de actuele firmware-versie die voor uw apparaat wordt aangeboden en actualiseer de firmware, indien nodig (zie gedeelte PC-functies / Companion Suite IH gebruiken / Firmware-update).
²aan de patronen na elke keer wisselen op-
Voor een optimale printkwaliteit raden wij
nieuw in de juiste positie te brengen.
Als de printkwaliteit ook daarna niet tevredenstellend is, moet u de patronen handmatig reinigen: 1
Open het apparaat en neem de patronen uit de houder (zie ook Patronen wisselen). Reinig de contacten (A) met een droge, pluisvrije doek.
1
Druk op MENU/OK en 83.
2
Toets met de cijfertoetsen de volgende code in: 704100 en druk op OK.
3
Selecteer met / Bevestigen: Ja en bevestig dit met OK. Het display toont de actuele firmware-versie van uw apparaat.
12. Tips & Trucs
Patronen reinigen en in de juiste positie zetten
²intoetsen, als u een verkeerde code ingevoerd Met Bevestigen: nee annuleert u het
hebt.
Toetsentonen uitschakelen Elke bediening van een toets wordt door een toon begeleid. U kunt de toetsentonen op uw apparaat uitschakelen.
2
Leg een pluisvrije doek op een glad oppervlak en span de doek. Maak de doek voor de helft vochtig (A). Plaats de “neus” (= sproeierzijde) van de patronen op het vochtige gedeelte (A) en trek de patronen één enkele keer langs de richting van de pijl (B) naar het droge gedeelte (C).
1
Druk op MENU/OK en 83.
2
Toets met de cijfertoetsen de volgende code in: 102300 en druk op OK.
3
Kies met / Bevestigen: Ja en bevestig dit met OK. De toetsentonen zijn uitgeschakeld. Volg de bedieningsstappen 1 – 3 om de toetsentonen weer te activeren.
²intoetsen, als u een verkeerde code ingevoerd Met Bevestigen: nee annuleert u het
hebt.
Quick help
Æbovenstaande grafiek om de sproeiers niet te
Let op de juiste stand van de patronen volgens
beschadigen!
Raak de sproeiers en contacten in geen geval met blote vingers aan en schud de patronen niet.
12. Tips & Trucs
Als een probleem optreedt dat zich met de beschrijvingen in deze handleiding niet laat verhelpen, gaat u als volgt te werk: 1
Trek de netstekker er a.u.b. uit.
2
Wacht minstens tien seconden en steek dan de netstekker weer in het stopcontact.
3
Treedt hetzelfde probleem herhaaldelijk op, raadpleeg dan a.u.b. onze technische klantendienst (zie achterzijde van deze handleiding) of neem met uw vakhandelaar contact op.
55
PC-functies PC-vereisten
Æ
U kunt uw multifunctioneel apparaat uitsluitend op een PC (besturingssysteem Microsoft Windows) aansluiten. Het apparaat is niet compatibel met Linux® en Apple Macintosh®.
Besturingssysteem: Windows 98 SE · 2000 (SP 3) · ME · XP Processor: 500 MHz voor Windows 98 SE 800 MHz voor Windows 2000 · ME 1 GHz voor Windows XP Werkgeheugen: 128 MB voor Windows 98 SE · 2000 · ME 192 MB voor Windows XP Vrij geheugen: 700 MB vrij geheugen voor de complete installatie van de Companion Suite IH Aansluitingen: USB-interface Adapter draadloos netwerk
Æ
USB-installatie: Installeer eerst de software Companion Suite IH en start de PC opnieuw. Sluit daarna pas uw multifunctioneel apparaat met een USB-kabel op de PC aan.
PC-functies
WLAN-installatie: Sluit eerst uw multifunctioneel apparaat met de WLAN-adapter op de PC (het netwerk) aan en stel de benodigde parameters op het multifunctionele apparaat in, zodat uw apparaat in het netwerk geïntegreerd kan worden (zie Draadloze netwerken aanmaken (WLAN)). Installeer daarna pas de software Companion Suite IH.
Draadloos netwerkvereisten
1. Drivers en software installeren De CD-ROM – Companion Suite IH omvat:
¿en communicatietoepassingen (telefoongids, faxen, Companion Suite IH – Installeert apparaatdrivers
SMS-berichten * enz.). Met de USB-aansluiting kunt u alle toepassingen van de Companion Suite IH gebruiken: U kunt het multifunctionele apparaat als kleurenof fotoprinter gebruiken, berichten (faxen of SMS *) met de PC versturen en ontvangen alsmede gegevens (bijv. telefoongidscontacten) overdragen en bewerken. Met een draadloze verbinding kunt u het apparaat als netwerkprinter gebruiken.
¿en een verbeterde printkwaliteit van uw digitale foPhoto Impression – Voor een creatieve bewerking
to’s.
¿documenten. Acrobat Reader – Voor het weergeven en printen ¿van PDF-bestanden. Paper Port – Voor het scannen en beheren van uw
Sluit alle lopende programma’s en toepassingen voordat u met de installatie begint. Ook geactiveerde anti-virusprogramma’s kunnen de installatie storen. Plaats de installatie-CD in het CD-ROM-station van uw PC. De installatie begint automatisch. (Start het installatieprogramma niet, zoek dan uw CD-ROM-station in Windows Explorer en selecteer met een dubbele klik het programma Setup.exe.) Op het beeldscherm verschijnt het startvenster Companion Suite IH.
Æmet een originele adapter die u via onze bestelserWLAN is optioneel en functioneert uitsluitend
vice (zie achterzijde van deze handleiding) kunt kopen. Nadere inlichtingen: www.fax.philips.com
56
1. Drivers en software installeren
Installatie van alle toepassingen
4
Windows 2000 · XP-gebruikers: Uw multifunctioneel apparaat is voor PHILIPS gekeurd en ontwikkeld om een volledige compatibiliteit met Windows 2000 en Windows XP te waarborgen. Klik op Volgende om de installatie voort te zetten.
5
Klik op Installeren om de installatie van de apparaatdrivers te starten. Dit kan enkele minuten in beslag nemen.
Æte IH en start de PC opnieuw. Sluit daarna
Installeer eerst de software Companion Sui-
pas uw multifunctioneel apparaat met een USBkabel op de PC aan.
1
Klik in het startvenster Companion Suite IH op de knop Producten installeren en selecteer in het volgende keuzevenster Alle om alle toepassingen van de installatie-CD (scanner- en printerdrivers alsmede de programma’s Photo Impression en Paper Port) te installeren.
Het programma Acrobat Reader moet af-
van afzonderlijke toepassingen).
2
3
6
Het programma Photo Impression wordt geïnstalleerd; dit neemt wat tijd in beslag. De installatie-wizard begeleidt u door de overige installatie; bevestig dit met Volgende. Lees eerst de licentievoorwaarden, voordat u de installatie voortzet en accepteer deze met Ja.
Klik op Volgende om de installatie van het programma Paper Port en van de toepassing One Touch te starten. De programma’s van het softwarepakket worden standaard in de map Alle programma’s op uw PC opgeslagen.
7
Tenslotte wordt u gevraagd de PC opnieuw te starten. Neem de diskettes die zich nog in de stations bevinden eruit en klik op Voltooien. Neem de installatie-CD pas uit het CD-ROM-station, als Windows weer gestart en de installatie beëindigd is.
²nieuw starten om eventueel nog geopende en U kunt de PC ook op een later tijdstip op-
niet opgeslagen programma’s te bewerken resp. op te slaan.
1. Drivers en software installeren
1. Drivers en software installeren
Æzonderlijk worden geïnstalleerd (zie Installatie
Op de desktop van uw PC-beeldscherm worden de shortcuts Companion – Director en Companion – Monitor aangemaakt (zie Companion Suite IH gebruiken).
57
8
Sluit pas na het opnieuw starten het multifunctionele apparaat met een in de handel gebruikelijke USB-kabel op uw PC aan. De USB-interface vindt u op de achterzijde van het apparaat.
²de fabriek de connectiviteit via de kabelver-
Klik in het startvenster op de knop Producten installeren en selecteer in het volgende keuzevenster Aangepast om de aangeboden toepassingen afzonderlijk te installeren.
Bij de installatie van alle toepassingen is door
binding (USB) ingesteld. U kunt het multifunctionele apparaat ook draadloos met de PC resp. het draadloze netwerk verbinden (zie Installatie van afzonderlijke toepassingen).
9
Voorbeeld Companion Suite IH: 1
Selecteer Companion Suite IH door op de bijbehorende knop te klikken.
2
De installatie-wizard begeleidt u door de overige installatie; bevestig dit met Volgende. Accepteer de licentievoorwaarden met Ja. Het installatieprogramma stelt een opslagmap voor de Companion Suite IH voor. U kunt een andere doelmap selecteren door op Bladeren... te klikken en een map te kiezen. Bevestig dit met Volgende.
Uw multifunctioneel apparaat wordt als nieuw periferie-apparaat herkend en geregistreerd. In de menubalk rechts onderaan op uw PC-beeldscherm (naast de tijdindicatie) worden de icons voor de toepassingen One Touch en MF monitor toegevoegd. Dit kan een poosje duren. Wacht tot de installatie beëindigd is.
10 Eindinstallatie voor Windows 2000 · XPgebruikers: Als uw besturingssysteem met Windows XP (SP 2) loopt, verschijnt bij de eindinstallatie een extra venster: Selecteer Nee, nu niet en klik op Volgende. Onder Windows XP selecteert u bij de eindinstallatie Software automatisch installeren (aanbevolen), dan klikt u op Volgende.
PC-functies
Windows 2000 · XP: Ook als de installatie-wizard u informeert dat het periferie-apparaat niet voor de Windows-Logo-test geslaagd is, kunt u op Ja klikken om de installatie te beëindigen.
Installatie van afzonderlijke toepassingen (gebruikersgedefinieerd)
²vooral dan selecteren, als u de Companion
De gebruikersgedefinieerde installatie moet u
Suite IH met de benodigde drivers voor de netwerkfunctie wilt installeren. Zoek uw CD-ROMstation in Windows Explorer en selecteer met een dubbele klik het programma Setup.exe om het startvenster Companion Suite IH te openen.
58
1. Drivers en software installeren
3
Selecteer het gewenste verbindingstype en klik op Volgende. U kunt ook beide aansluitingsmogelijkheden selecteren!
Windows 2000 · XP-gebruikers: Uw multifunctioneel apparaat is voor PHILIPS gekeurd en ontwikkeld om een volledige compatibiliteit met Windows 2000 en Windows XP te waarborgen. Klik op Volgende om de installatie voort te zetten.
5
Volg de overige instructies van de installatie-wizard en start de PC tenslotte opnieuw. Verwijder de installatie-CD pas na de nieuwe start uit het CDROM-station.
6
USB-verbinding: Sluit pas na het opnieuw starten uw multifunctioneel apparaat met een USB-kabel op de PC aan.
7
Eindinstallatie voor Windows 2000 · XPgebruikers: zie a.u.b. Installatie van alle toepassingen (bedieningsstap 10).
USB-verbinding Kies USB-verbinding, als u uw multifunctioneel apparaat met een USB-kabel op een PC wilt aansluiten. De drivers voor de USB-verbinding worden geïnstalleerd. Met de USB-verbinding hebt u alle toepassingen van de Companion Suite IH ter beschikking.
Æmultifunctioneel apparaat met een USB-kabel Sluit pas na het opnieuw starten uw
op uw PC aan. U kunt het apparaat niet direct met een USBkabel op een netwerk aansluiten!
Draadloos netwerk (WLAN) Kies Netwerk printing, als u uw multifunctioneel apparaat met een WLAN-adapter in een draadloos netwerk wilt integreren. De drivers voor de netwerkprinter worden geïnstalleerd. Met de draadloze netwerkaansluiting kunt u uw multifunctioneel apparaat uitsluitend als netwerkprinter gebruiken (zie hoofdstuk Netwerken / Draadloze netwerken aanmaken (WLAN)).
²ook door de installatie van Photo ImpresDe installatie-CD begeleidt u op deze wijze
sion, Paper Port en Acrobat Reader.
1. Drivers en software installeren
1. Drivers en software installeren
4
59
Handleidingen 1
Zoek uw CD-ROM-station in Windows Explorer en selecteer met een dubbele klik het programma Setup.exe om het startvenster Companion Suite IH te openen.
2
Klik in het startvenster op de knop Gebruiksaanwijzingen zien om u over de toepassingsmogelijkheden van Paper Port te laten informeren.
²niet op uw PC geïnstalleerd hebt, installeert
Als u het programma Acrobat Reader nog
u het van de installatie-CD om de bedieningshandleiding in PDF-bestandsformaat te kunnen lezen (zie Installatie van afzonderlijke toepassingen (gebruikersgedefinieerd)).
Inhoudsoverzicht van de installatie-CD-ROM Zoek uw CD-ROM-station in Windows Explorer en selecteer met een dubbele klik het programma Setup.exe om het startvenster Companion Suite IH te openen.
2
Klik in het startvenster op de knop Inhoud browsen om u over de inhoud van de installatie-CD te laten informeren.
PC-functies
1
60
1. Drivers en software installeren
2.
Netwerken
U kunt uw multifunctioneel apparaat met een USB-kabel op een PC aansluiten of draadloos (= radiografisch) met een PC of netwerk verbinden. Met de USB-kabel kunt u uw multifunctioneel apparaat met een PC verbinden die op een netwerk aangesloten is. Andere PC’s van dit netwerk hebben dan toegang tot het multifunctionele apparaat, als het hiervoor vrijgegeven is. U kunt het apparaat niet direct met een USBkabel op een netwerk aansluiten!
Ad-hoc-netwerk In een ad hoc netwerk communiceren de apparaten gelijkwaardig onder elkaar zonder de tussenkomst van een access point (gateway, router). De transmissiesnelheid in het complete ad hoc netwerk is afhankelijk van de slechtste verbinding in het netwerk. De transmissiesnelheid is afhankelijk van de ruimtelijke afstand en van hindernissen zoals muren of plafonds tussen zender en ontvanger.
Met een WLAN-adapter is het mogelijk het multifunctionele apparaat als netwerkprinter in een bestaand draadloos netwerk te integreren. Dit functioneert uitsluitend met een originele adapter die u via onze bestelservice (zie achterzijde van deze handleiding) kunt kopen. Nadere inlichtingen: www.fax.philips.com
Draadloze netwerken Men spreekt van een draadloos netwerk of WLAN (Wireless Local Area Network), als tenminste twee computers, printers en andere extra apparatuur in een netwerk via radiografische golven (hoogfrequente golven) met elkaar communiceren. De gegevenstransmissie in het draadloze netwerk baseert op het TCP/IP-protocol. Afhankelijk van de wijze waarop het netwerk opgebouwd is, spreekt men van een infrastructuur- of een ad hoc netwerk.
Infrastructuur-netwerk In een infrastructuurnetwerk communiceren meerdere apparaten via een centraal access point (gateway, router). Alle gegevens worden naar het access point (gateway, router) gestuurd en van hieruit verder verdeeld.
Draadloze netwerken aanmaken (WLAN) Er zijn drie stappen nodig om uw multifunctioneel apparaat in een draadloos netwerk (WLAN) te integreren: 1
Configureer het netwerk op uw PC.
2
Maak uw multifunctioneel apparaat klaar voor de netwerkfunctie.
3
Installeer de software Companion Suite IH met de benodigde printerdrivers op uw PC, nadat u het apparaat hebt voorbereid.
Æfigureert, moet het netwerk op uw PC en,
Voordat u het multifunctionele apparaat con-
²borgd, als u ook op uw PC een originele adapEen probleemloze communicatie is gewaar-
ter gebruikt (zie bestelservice op de achterzijde van deze handleiding). De nieuwste drivers voor de originele adapter en andere informaties vindt u op onze internet-site: www.fax.philips.com
2. Netwerken
2. Netwerken
indien van toepassing, op alle aangesloten apparaten (andere PC’s, access point, gateway, router) voorbereid zijn en functioneren. Alle benodigde gegevens voor het voorbereiden van het apparaat zoals netwerknaam (SSID), radiokanaal, WEPsleutel, IP-adres of subnet-masker moeten met de gegevens van het netwerk overeenstemmen. Op uw PC vindt u deze gegevens onder Start > Instellingen > Netwerkomgeving. Selecteer hier het WLAN. Hoe u het draadloze netwerk op uw PC aanmaakt, vindt u in de handleiding van uw WLAN-adapter. In grotere netwerken vraagt u uw netwerkadministrator.
61
Multifunctioneel apparaat voorbereiden Steek de WLAN-adapter in de USB-aansluiting aan de zijkant van uw apparaat.
VRIJGEGEVEN – Het multifunctionele apparaat authentiseert zich met de ingetoetste WEP-sleutel bij het access point (gateway, router) en gegevens worden gecodeerd overgedragen. beide – De authentiseringsmodus wordt door het apparaat willekeurig geselecteerd. Kies een modus met /, en bevestig dit met OK. Als u oPen, VRIJGEGEVEN of beide instelt, moet u met de functie 914 een WEP-sleutel intoetsen.
Netwerknaam (SSID) intoetsen
²multifunctioneel apparaat draagt gegevens De adapter voor draadloos netwerk van uw
over via het draadloze protocol IEEE 802.11g, kan echter ook in een bestaand IEEE 802.11bnet worden geïntegreerd. Gebruik voor de aansluiting op het multifunctionele apparaat uitsluitend originele adapters (zie bestelservice aan de achterzijde van deze handleiding). Andere zend- en ontvangstadapters kunnen het apparaat beschadigen.
Onafhankelijk van het feit of u uw multifunctioneel apparaat in een draadloos infrastructuur- of ad hoc netwerk gebruikt, moet u bepaalde netwerk- en veiligheidsinstellingen uitvoeren (bijv. de Service-Set-ID (SSID) en de WEP-sleutel). De instellingen moeten met de gegevens van het netwerk overeenstemmen.
Soort netwerk instellen Druk op MENU/OK en 912 om het soort netwerk te selecteren. Kies met / Ad-hoc of Infrastruc. (zie hoofdstuk Draadloze netwerken). Bevestig dit met OK.
PC-functies
a
b
Als u Ad-hoc kiest, wordt u gevraagd het radiokanaal voor de transmissie in te stellen (vooraf ingesteld is 10). U kunt een willekeurig kanaal invoeren, als er storingen met naburige draadloze netwerken ontstaan. Het radiokanaal moet met het ingestelde kanaal op de PC overeenstemmen. Toets het radiokanaal in en bevestig dit met OK. Als u Infrastruc. kiest, wordt u gevraagd de authentiseringsmodus te selecteren. Hiermee bepaalt u of het multifunctionele apparaat zich met de WEP-sleutel bij het access point (gateway, router) authentiseert en of de gegevens voor de transmissie in het draadloze netwerk gecodeerd moeten worden. Volgende selectiemogelijkheden staan ter beschikking: GEEN – Er vindt geen authentisering plaats en gegevens worden ongecodeerd overgedragen. OPen – Er vindt geen authentisering plaats, maar gegevens worden gecodeerd overgedragen.
62
Druk op MENU/OK en 913 om de netwerknaam (Service-Set-ID (SSID)) in te toetsen. Toets de SSID in en bevestig dit met OK (vooraf ingesteld is Crystal_ mfp). De netwerknaam vindt u in de netwerkinstellingen van uw PC. De SSID moet met de SSID op de PC of op het access point overeenstemmen.
WEP-codering activeren
Æbuitenstaanders toegankelijk! Bescherm uw Onbeveiligde draadloze netwerken zijn voor
netwerk daarom in ieder geval tegen onbevoegde toegang met de WEP (Wired Equivalent Privacy-)standaard. U moet dezelfde WEP-sleutel zowel op uw multifunctioneel apparaat als op de aangesloten PC’s of op het access point (gateway, router) gebruiken.
De WEP-codering is vanaf fabriek gedeactiveerd. Druk op MENU/OK en 914. Selecteer met / 64-bit of 128-bit. Bevestig dit met OK. Toets de WEP-sleutel in en bevestig dit met OK.
²uit 5 tekens (ASCII) of 10 cijfers (hexadeci-
Met de 64-bit-codering moet de WEP-sleutel
maal) bestaan. Met de 128-bit-codering moet de WEP-sleutel uit 13 tekens (ASCII) of 26 cijfers (hexadecimaal) bestaan. U kunt vier verschillende WEP-sleutels intoetsen. De WEP-sleutel vindt u in de netwerkinstellingen van uw PC.
Verbindingsmodus selecteren Met de verbindingsmodus stelt u het IP-adres en subnet-masker in. In een infrastructuurnetwerk kunt u kiezen of de instellingen automatisch uitgevoerd moeten worden resp. of u het IP-adres en het subnet-masker handmatig wilt intoetsen. In een ad hoc netwerk moet u de instellingen handmatig uitvoeren. Druk op MENU/OK en 915 om de verbindingsmodus te selecteren. Kies met / Auto (DHCP) of handmatig en bevestig dit met OK (vooraf ingesteld is Auto (DHCP), in een ad hoc netwerk moet u handmatig kiezen).
²subnet-masker kan op de aangesloten netDe automatische instelling van IP-adres en
werk-PC’s even duren.
2. Netwerken
Als u handmatig selecteert, moet u het IP-adres en het subnet-masker handmatig invoeren: a
Het IP-adres is het adres van het apparaat in het netwerk. Dit mag niet met het IP-adres van de PC of van andere netwerkcomponenten overeenstemmen, moet echter in hetzelfde IP-gebied liggen. Het IP-adres vindt u in de netwerkinstellingen van uw PC.
Hebt u de Companion Suite IH reeds geïnstalleerd, dan kunt u de set-up van de installatie-CD opnieuw starten en Herstellen selecteren. U kunt ook op de PC op Start > Alle programma’s > Companion Suite > Companion Suite IH > Een apparaat toevoegen of verwijderen klikken.
Druk op MENU/OK en 916. Toets het IPadres in (bijvoorbeeld 192.168.001.××× – de eerste drie cijfergroepen zijn het IP-gebied, deze gegevens moeten met het IP-adres op uw PC overeenstemmen. De laatste drie plaatsen bepalen het individuele IP-adres van het apparaat. U kunt een willekeurig getal tussen 000 en 255 intoetsen. Dit getal moet in het netwerk echter uniek zijn en mag op geen andere PC resp. geen ander netwerkcomponent voorkomen. Bevestig dit met OK. b
Het subnet-masker geeft in een netwerk met gateway of router aan of de betreffende gegevenspakketten aan een interne ontvanger in het netwerk geadresseerd zijn resp. of deze naar een ontvanger buiten het netwerk verstuurd moeten worden. Het subnetmasker vindt u in de netwerkinstellingen van uw PC. Druk op MENU/OK en 917. Toets het subnet-masker in (bijvoorbeeld 255.255.255.000). Bevestig dit met OK.
Selecteer Installeer een netwerk printer en bevestig dit met Volgende.
Hostnaam intoetsen Met de hostnaam wordt uw multifunctioneel apparaat bij het netwerk aangemeld. De invoer van een naam is optioneel; als u de fabrieksinstelling niet verandert, wordt het apparaat als Crystal aangemeld. Druk op MENU/OK en 918. Toets een willekeurige hostnaam in en bevestig dit met OK.
²de PC en op alle andere aangesloten PC’s of
Alle gegevens moeten met de instellingen op
Printerdrivers installeren Nadat u uw multifunctionele apparaat hebt voorbereid, moet u de Companion Suite IH met de benodigde printerdrivers installeren. Hebt u de software nog niet geïnstalleerd, kies dan de gebruikersgedefinieerde installatie van de Companion Suite IH (zie Installatie van afzonderlijke toepassingen (gebruikersgedefinieerd). Kies tijdens de installatie Netwerk printing als soort verbinding.
2. Netwerken
Netwerkbericht afdrukken U kunt een overzicht van alle netwerkinstellingen afdrukken. Druk op MENU/OK en 95. Het netwerkbericht wordt afgedrukt.
Fabrieksinstellingen terugzetten Met de functie 919 kunt u de fabrieksinstellingen terugzetten. 1
Druk op MENU/OK en 919.
2
Kies met / zeker: ja, en bevestig dit met OK. Alle WLAN-instellingen worden op de fabrieksinstellingen teruggezet.
2. Netwerken
op het access point (gateway, router) overeenstemmen. Het radiokanaal, de netwerknaam (SSID), de WEP-sleutel en het subnet-masker moeten overeenstemmen; het IP-adres moet in hetzelfde IP-gebied liggen, maar moet in het netwerk uniek zijn. De benodigde inlichtingen vindt u in de netwerkinstellingen van uw PC.
Selecteer de Crystal en klik op Geselecteerde printer installeren.
63
3. COMPANION SUITE IH gebruiken Met het keuzevenster Companion – Director kunt u talrijke toepassingen van uw multifunctioneel apparaat vanaf uw PC gebruiken. U kunt de telefoongids van uw multifunctioneel apparaat oproepen en bewerken, documenten scannen en met de OCR-software de scan in een gewenst bestandsformaat converteren alsmede documenten en fotobestanden naar het printen sturen. Bovendien staan programma’s voor de grafische opmaak van uw fotobestanden (Photo Impression) en voor het bestandsbeheer (Paper Port) ter beschikking. Uw berichten (faxen of SMS*) kunt u direct op de PC verzenden en ontvangen.
Telefoongids De toepassing Adresboekje roept de telefoongids van uw multifunctioneel apparaat op (zie ook gedeelte Functies van het apparaat / Telefoongids). Alle wijzigingen die u op de PC aanbrengt worden automatisch in de telefoongids van uw multifunctioneel apparaat opgeslagen. Dankzij deze koppeling van telefoongidsen kunt u PC-berichten (faxen, SMS*) probleemloos verzenden. Klik in het keuzevenster Companion – Director op de knop Adresboek; het dialoogvenster Companion – Adresboek wordt geopend.
Open het keuzevenster Companion – Director, door … • … dubbel op de shortcut Companion – Director op de desktop te klikken of • … met de rechter muistoets op het icon Companion – Monitor in de menubalk rechts onderaan op het PC-beeldscherm te klikken en Companion – Director te selecteren,
²boek kunt u ook contactgegevens tussen de Met de toepassing Companion – Adres-
adresboeken van Windows, Microsoft Outlook en uw multifunctioneel apparaat heen en weer kopiëren. Markeer hiervoor een contact in uw telefoongids en trek het met ingedrukte muistoets naar de gewenste telefoongidsmap.
• … op de PC Start > Alle programma’s> Companion Suite > Companion Suite IH > Companion – Director te selecteren.
PC-functies
Contacten aanleggen 1
Klik in de werkbalk op Nieuw en selecteer Contact.
2
Toets de naam, het telefoonnummer (of e-mail adres*) alsmede de snelheid voor de faxtransmissie in. Aan vaak gebruikte telefoonnummers kunt u snelkeuzetoetsen* toewijzen.
²anderen door op de rechter muistoets te klik-
U kunt het uiterlijk van het Startmenu ver-
ken.
64
* E-Mail – Crystal 660 Eventueel zijn bepaalde functies voor de firmware van uw apparaat nog niet vrijgeschakeld. Actualiseer de firmware van uw apparaat (zie gedeelte PC-functies / Companion Suite IH gebruiken / Firmware-update) SMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) Snelkeuzetoetsen – Crystal 650
3. Companion Suite IH gebruiken
3
Klik op . Het contact wordt in de telefoongids van uw multifunctioneel apparaat opgeslagen. (Druk op om de lopende functie te annuleren.)
Groepen aanleggen 1
Telefoongids printen Klik in de werkbalk op Afdrukken. Als u geen contacten gemarkeerd hebt, drukt uw multifunctioneel apparaat een lijst van alle aanwezige telefoongidscontacten af.
Klik in de werkbalk op Nieuw en selecteer Groep.
Telefoongids importeren – exporteren Met de toepassing Companion – Adresboek kunt u de telefoongids van het multifunctionele apparaat op uw PC opslaan/archiveren of contacten op uw apparaat laden.
²bestandsformaat *.EAB plaatsvinden.
De gegevensimport en -export moet met het
2
Klik op . De groep wordt in de telefoongids van uw multifunctioneel apparaat opgeslagen. (Druk op om de lopende functie te annuleren.)
Æ
Uw multifunctioneel apparaat kan max. 20 tekens en 30 cijfers op het display weergeven.
Contacten en groepen bewerken 1
Markeer in het dialoogvenster Companion – Adresboek het contact dat u wilt bewerken en klik in de werkbalk op Eigenschappen.
2
Breng de gewenste wijzigingen aan en klik op . om de lopende functie te annuleren.) (Druk op
Klik in de menubalk op Bestand > Exporteren om de telefoongidscontacten van uw multifunctioneel apparaat op de PC te laden. Kies de gewenste archiefmap.
2
Klik in de menubalk op Bestand > Importeren om contacten naar uw multifunctioneel apparaat over te dragen. Kies het bestand dat u wilt importeren.
Faxen
²beurt via de modem die in uw multifuncti-
Het verzenden en ontvangen van faxen ge-
oneel apparaat ingebouwd is. Lees voor gedetailleerde inlichtingen a.u.b. het gedeelte Functies van het apparaat / Fax.
Klik in het keuzevenster Companion – Director op de knop Fax; het dialoogvenster Companion – Manager Fax wordt geopend. U kunt uw faxdocumenten zien, bewerken en verzenden.
Contacten en groepen wissen 1
Markeer in het dialoogvenster Companion – Adresboek het contact dat u wilt bewerken en klik in de werkbalk op Wissen.
2
Bevestig het wissen van het contact of de groep.
²tacten uit de telefoongids wist, maar ook Denk eraan dat u hiermee niet alleen con-
eventuele toewijzingen aan een groep of snelkeuzetoets*.
Telefoongids gebruiken Als u een bericht wilt verzenden (faxen, SMS*), kunt u de ontvanger snel een eenvoudig in de telefoongids selecteren (zie hoofdstuk Faxen, SMS).
3. Companion Suite IH gebruiken
* SMS – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) Snelkeuzetoetsen – Crystal 650
3. Companion Suite IH gebruiken
3
Toets een groepsnaam in. Klik op Leden selecteren en voeg contacten toe door een contact onder Adresboekje te markeren en op > te klikken. (Met < kunt u een contact weer uit de groep verwijderen.)
1
65
Faxen verzenden Verzenden van faxen via het dialoogvenster COMPANION – MANAGER FAX U kunt zowel documenten die op de PC opgeslagen zijn als scans die u op het multifunctionele apparaat maakt als fax verzenden. 1
6
De fax-beheersmap Postvak uit informeert u over de transmissiestatus van uw fax-berichten. Als u een faxtransmissie wilt annuleren, markeert u het faxbericht en klikt u in de werkbalk op Stoppen.
²u op
Wilt u uw fax als sjabloon opslaan, dan klikt . Klik op om de lopende functie te annuleren.
Na de transmissie drukt het apparaat, afhankelijk van de instelling, een verzendrapport af (zie ook PC-Fax-instellingen wijzigen).
Klik in de werkbalk op Nieuw en selecteer Fax.
Als de fax-verzendbox ca. 30 contacten bevat, drukt uw multifunctioneel apparaat automatisch een journaal af en in de map Verzendlogboek wordt een log-invoer aangemaakt die uw faxtransmissies documenteert. De log-invoeren worden na bereiken van een A4-pagina automatisch afgedrukt (zie Fax-instellingen op de PC).
Verzenden van faxen via de PC-toepassingen a
b
PC-functies
2
Scan faxen: Klik op Scanner, en plaats het document met de beeldzijde onder in de flatbedscanner (zie ook gedeelte Functies van het apparaat / Installatie / Documenten plaatsen). PC-document faxen/doorzenden (bestandsformaten: *.tif (*.tiff); *.fax): Klik op Geheugen, en selecteer Alle programma’s > Companion Suite IH > Documents > Fax. Hier vindt u alle documenten die u via de PC ontvangen en verzonden hebt. In de map Received kunt u ontvangen faxen selecteren en naar een abonnee doorzenden. Toets het nummer van de ontvanger in. Hiervoor staan meerdere opties ter beschikking: Toets in het veld geadresseerden het nummer van de abonnee in en klik op ^, of markeer een telefoongidscontact onder Adresboekje en klik op >. U kunt uw fax ook naar meerdere ontvangers sturen.
²klik op
Markeer een contact in de ontvangerslijst en om een abonnee uit de lijst te verwijderen.
Als u uw multifunctioneel apparaat met een telefooncentrale gebruikt, toetst u voor het verzenden van PC-faxen de ingestelde buitenlijncode in (zie gedeelte Functies van het apparaat / Instellingen / Telefooncentrale (PABX)). 3
4
5
66
Klik op Voorblad om een afzenderherkenning mee te sturen. Gebruik een opgeslagen versie of maak een nieuwe titelpagina aan (zie ook Fax-instellingen op de PC). Bevestig uw invoeren met . Klik op Geavanceerde opties om de gewenste resolutie in te stellen resp. om uw fax op een later . tijdstip te verzenden. Klik op Klik tenslotte op
. De fax wordt verzonden.
U kunt vanuit elk Windows-programma een document als fax verzenden. 1
Klik in de betreffende toepassing op Bestand > Afdrukken en selecteer als printernaam Companion Suite Fax.
2
Het dialoogvenster Fax verzenden wordt geopend; hiermee kunt u het document als fax versturen.
Faxen ontvangen
Æhet multifunctionele apparaat met de functie Denk eraan dat u de PC-faxontvangst op
38 moet vrijschakelen (zie gedeelte Functies van het apparaat / Fax / Geavanceerde ontvangstopties instellen).
Komt een nieuw faxbericht binnen, dan verschijnt aan de onderste rand van het dialoogvenster Companion – Manager Fax het symbool t. Als u de fabrieksinstellingen voor de faxontvangst niet veranderd hebt, worden faxen automatisch in de fax-beheersmap Ontvangstlogboek ontvangen en afgedrukt.
Faxberichten lezen Markeer het gewenste faxbericht in de map Postvak in en klik in de werkbalk op Voorbeeld, om de fax te lezen.
Faxbericht printen Selecteer het gewenste faxbericht in de map Postvak in en klik in de werkbalk op Afdrukken om de fax af te drukken.
²drukt uw multifunctioneel apparaat automaAls de ontvangstmap ca. 30 contacten bevat,
tisch een journaal af en in de map Ontvangst-
3. Companion Suite IH gebruiken
logboek wordt een log-invoer aangemaakt die uw faxtransmissies documenteert. De log-invoeren worden na bereiken van een A4-pagina automatisch afgedrukt (zie PC-fax-instellingen wijzigen).
PC-fax-instellingen wijzigen
Profiel en titelpagina Met de toepassing Profiel kunt u uw persoonlijke afzenderherkenning samenstellen en opslaan die als titelpagina met uw faxberichten wordt meegestuurd. 1
Klik in de menubalk op Extra > Profiel.
2
Toets de gegevens in die op de titelpagina moeten verschijnen.
3
Sla uw profiel op door op te klikken. Klik op om de lopende functie te annuleren.
Print- en verzendopties 1
Klik in de menubalk op Extra > Opties > Fax.
2
Via het dialoogvenster Logboek en bevestigingen kunt u gebruikersgeoriënteerde printparameters voor uw faxen, verzendrapporten en journalen op de PC instellen. Een meervoudige keuze is toegestaan.
SMS (Crystal 660; afhankelijk van het land en het netwerk)
²richten gebeurt via de modem die in uw
Het verzenden en ontvangen van SMS-be-
Klik in het keuzevenster Companion – Director op de knop Sms; het dialoogvenster Companion – Manager SMS wordt geopend.
Via het Faxinstellingen-venster kunt u gebruikersgeoriënteerde instellingen voor de PC-faxtransmissie aanbrengen.
SMS verzenden 1
²ren, indien problemen bij de faxtransmissie Wij raden aan de fax-parameters te controle-
optreden (zie gedeelte Functies van het apparaat / Fax / Fax-instellingen wijzigen). Let op de voor het betreffende apparaat specifieke verzendsnelheid (zie Bijlage / Technische gegevens).
3
Klik op om uw instellingen op te slaan. Klik op om de lopende functie te annuleren.
3. Companion Suite IH gebruiken
Klik in de werkbalk op Nieuw en selecteer Sms.
3. Companion Suite IH gebruiken
multifunctioneel apparaat ingebouwd is. Lees voor gedetailleerde inlichtingen voor de toepassing van SMS a.u.b. het gedeelte Functies van het apparaat / SMS .
67
2
Toets in het veld Onderwerp: de tekst in die u wilt versturen. U kunt aan uw bericht “smileys” evenals datum en tijd toevoegen, door op een van de symbolen links naast het tekstinvoerveld te klikken.
Æmen optreden, dan kan het eraan liggen dat
Mochten bij het verzenden van SMS proble-
uw SMS te lang is. U kunt maximaal 160 tekens intoetsen (afhankelijk van het land en het net).
3
Selecteer in de map Postvak in het gewenste SMS-bericht en klik in de werkbalk op Afdrukken om de SMS af te drukken.
²drukt uw multifunctioneel apparaat automaAls de ontvangstmap ca. 30 contacten bevat,
tisch een journaal af en in de map Ontvangstlogboek wordt een log-invoer aangemaakt die uw SMS-transmissies documenteert. De log-invoeren worden na bereiken van een A4-pagina automatisch afgedrukt (zie PC-SMS-instellingen wijzigen).
Toets in het veld Telefoonnummer het telefoonnummer van de abonnee in en klik op ^ of markeer een telefoongidscontact onder Lijst met contactpersonen: en klik op>. U kunt uw SMS-bericht ook naar meerdere ontvangers sturen.
²klik op
Markeer een contact in de ontvangerslijst en of < om een abonnee uit de lijst te verwijderen.
4
SMS-bericht printen
, als u op een later tijdstip wilt verzenKlik op den of aan uw SMS een prioriteit wilt toekennen.
5
Klik op
6
De SMS-beheersmap Postvak uit informeert u over de transmissiestatus van uw SMS-berichten. Als u een SMS-transmissie wilt annuleren, markeert u het SMS-bericht en klikt u in de werkbalk op Stop.
PC-SMS-instellingen wijzigen Printopties 1
Klik in de menubalk op Extra > Opties > Sms.
2
Via het venster Logboek en bevestigingen kunt u gebruikersgeoriënteerde printparameters voor uw SMS-berichten, verzendrapporten en journalen op de PC instellen. Een meervoudige keuze is toegestaan.
3
Klik op om uw instellingen op te slaan. Klik op om de lopende functie te annuleren.
; uw SMS-bericht wordt verzonden.
²dan klikt u op
Wilt u uw SMS-bericht als sjabloon opslaan, . Klik op om de lopende functie te beëindigen.
Na de transmissie drukt het apparaat, afhankelijk van de instelling, een verzendrapport af (zie ook PC-SMS-instellingen wijzigen).
PC-functies
Als de SMS-verzendmap ca. 30 contacten bevat, drukt uw multifunctioneel apparaat automatisch een journaal af en in de map Verzendlogboek wordt een log-invoer aangemaakt die uw SMStransmissies documenteert. De log-invoeren worden na bereiken van een A4-pagina automatisch afgedrukt (zie PC-SMS-instellingen wijzigen).
SMS ontvangen
Profiel
Komt een nieuw SMS-bericht binnen, dan verschijnt aan de onderste rand van het dialoogvenster Companion – Manager Sms het symbool t. Als u de fabrieksinstellingen voor de ontvangstmodus niet veranderd hebt, worden SMS-berichten automatisch in de SMSbeheersmap Postvak in ontvangen en afgedrukt.
Met de toepassing Voorblad kunt u uw persoonlijke afzenderherkenning samenstellen en opslaan die als kopregel met uw SMS-berichten wordt meegestuurd.
SMS-bericht lezen Markeer in de map Postvak in het gewenste SMS-bericht en klik in de werkbalk op Voorbeeld om de SMS te lezen.
1
Klik in de menubalk op Extra > Voorblad.
2
Toets de gegevens in die als afzenderherkenning moeten verschijnen.
3
Sla uw profiel op door op te klikken. Klik op om de lopende functie te annuleren.
²tekst wordt gerekend, waardoor het aantal Denk eraan dat uw afzenderherkenning als
tekens voor uw SMS-bericht minder wordt.
68
3. Companion Suite IH gebruiken
Printen Als u de Companion Suite IH op uw PC installeert, wordt het multifunctionele apparaat als (netwerk-) printer onder Windows ingesteld. In het Windowsprintermenu vindt u het multifunctionele apparaat als Crystal Printer.
Onder Afdrukindeling kunt u layout-instellingen aanbrengen en de rangschikking van de afzonderlijke pagina’s op de afdruk definiëren.
U hebt vanuit elk programma toegang tot uw multifunctioneel apparaat en kunt afdrukken in kleur of zwart-wit maken. Selecteer in het betreffende programma eenvoudig Crystal Printer als printer.
Printinstellingen bewerken Klik op Eigenschappen om de printinstellingen te bewerken. Het Crystal Printer-venster wordt geopend. Onder Kwaliteit/exemplaren kunt u het gewenste soort papier en de afdruksnelheid instellen alsmede het aantal kopieën vastleggen.
²(= duplex-afdruk). Uw multifunctioneel ap-
U kunt papier aan beide zijden bedrukken
Klik in het dialoogvenster Crystal Printer op Taken om andere specifieke printparameters in te stellen.
Printinstellingen opslaan
Onder Papierinstellingen kiest u het papierformaat en de positionering van het printmedium.
Alle printparameters die u instelt worden na het maken van een afdruk op de fabrieksinstellingen teruggezet, behalve wanneer u deze als nieuwe standaardinstelling opslaat. Klik in het dialoogvenster Crystal Printer op Instellingen opslaan om een profiel van uw instellingen te registreren en te selecteren resp. om niet meer benodigde profielen te wissen.
Print-Help weergeven Klik in het Crystal Printer-venster op Opties, als u printspecifieke informaties en hulp nodig hebt.
3. Companion Suite IH gebruiken
3. Companion Suite IH gebruiken
paraat stopt het afdrukken na de helft van het printproces. Op het PC-beeldscherm verschijnt de uitnodiging het papier om te draaien en opnieuw te plaatsen, zodat de duplex-afdruk kan worden voortgezet.
69
Scannen Á
VARIANT 2 – ONE TOUCH
Met de Companion Suite IH kunt u documenten scannen en vervolgens op de PC bewerken. Bij het scannen worden documenten (bijv. teksten, foto’s) voor de PC elektronisch opgemaakt, zodat u de scan in een tekstverwerkings- of fotobewerkingsprogramma kunt openen, bewerken en opslaan. 1
Klik op het icon in de menubalk rechts onderaan op uw PC-beeldscherm (naast de tijdindicatie). Geopend wordt het keuzevenster One Touch.
Plaats het document met de beeldzijde onder in de flatbedscanner (zie gedeelte Functies van het apparaat / Installatie / Documenten plaatsen). 1
Met dit keuzevenster kunt u verschillende mogelijkheden voor de bewerking van documenten selecteren:
Cust. – Selecteer een willekeurig programma, waarin de scan geïmporteerd moet worden. eMail – De scan wordt aan een e-mail toegevoegd.
2
U kunt het scannen zowel vanaf de PC als vanaf het multifunctionele apparaat starten. U hebt volgende mogelijkheden:
VARIANT 1 – SCAN TO
OCR – Met de OCR-software (optische herkenning van tekens) kunt u het complete document corrigeren, veranderen en in andere programma-formaten converteren. Fax – De scan kan per fax worden verzonden. Copy – Van de scan wordt een kopie gemaakt. Scan – Het gescande document wordt met het programma Paper Port geopend.
Open het Scan To-venster op het PC-beeldscherm, door op het multifunctionele apparaat op Á te drukken. Het scannen wordt gestart.
Klik op het gewenste symbool. De scan wordt gestart en aan de geselecteerde toepassing toegewezen.
PC-functies
2
Bovendien kunt u speciale configuraties voor deze toepassingen instellen en de standaardinstellingen wijzigen (met een rechter muisklik op de desbetreffende knop).
Als u het programma Paper Port geïnstalleerd hebt, wordt het document gescannt en volgens de fabrieksinstellingen aan de toepassing Paper Port toegewezen. (U kunt de standaardinstelling ook wijzigen – zie ook variant 2 – One Touch). Selecteer een doel: Als u de functie Scan To met een ander programma dan Paper Port wilt verbinden, kunt u een ander programma selecteren, waarin de scan als standaard geïmporteerd moet worden. Klik op Kopiëren naar map en klik onder Knop op de optie Alle
70
3. Companion Suite IH gebruiken
bestemmingen weergeven om nieuwe bestemmingsprogramma’s voor de scan te registreren.
Selecteer een configuratie: Hier legt u profielen aan. U kunt instellingen opslaan die u vaker voor het scannen wilt gebruiken. Selecteer een overdrachtsmethode: U kunt meerdere scans tot één document samenvoegen of in verschillende documenten opslaan.
Variant 3 – MF-TWAIN
•
…dubbel op de shortcut Companion – Director op de desktop te klikken en in het keuzevenster Doc – Manager te klikken of
•
…op de PC op Start > Alle programma’s > ScanSoft Paper Port > Paper Port te selecteren.
²grafisch programma starten, als het Twain-
U kunt het scannen ook vanuit elk ander
drivers ondersteunt.
Als u op de regelaars klikt, kunt u positionering en filterinstellingen voor de scan selecteren. Met de knop onder de regelaars stelt u in of u in de zwart-wit of de kleurenmodus wilt scannen. Stel onder Resolutie de gewenste scan-resolutie in. Onder het menupunt Profiel kunt u verschillende profielen aanleggen. In een profiel slaat u instellingen op die u vaker wilt gebruiken, bijv. om een vaak gebruikt documenttype te scannen. Voer eerst de instellingen uit. Klik dan op Nieuw en toets een naam in voor het profiel. Klik op Bewaren. Selecteer het aangelegde profiel om documenten met de opgeslagen instellingen te scannen. Klik op de knop Uitbrengen van de digitaliserin om het scannen te starten. Na het scannen verschijnt het document in het hoofdvenster van Paper Port. U kunt de scan opslaan of met een grafisch programma (bijv. Photo Impression) of de OCR-software verder bewerken.
Inktniveau van patroon weergeven Met de Companion Suite IH kunt u het verbruik van de inktpatronen op de PC laten weergeven. Klik op de PC op Start > Alle programma’s > Companion Suite > Companion Suite IH > Solution Center (Printer); het dialoogvenster Crystal Raadgever wordt geopend:
3. Companion Suite IH gebruiken
3. Companion Suite IH gebruiken
Open het programma Paper Port door …
Stel onder Scanner: de Twain-driver in. Kies of u een document of een foto wilt scannen. Klik op Scannen. Het volgende keuzevenster gaat open.
71
3
Download het firmware-bestand van onze homepage en sla het op uw PC op.
Ætelefoongidscontacten
Door de firmware-update worden alle evenals fax-, SMS- en MMS-berichten gewist. Archiveer de telefoongids met het Companion – adresboekje of kopieer de contacten in het Windows adresboek. Druk de opgeslagen fax-, SMS- of MMS-berichten vóór de firmware update af om gegevensverliezen te vermijden.
4
Firmware-update De firmware bepaalt de basisfuncties en toepassingsmogelijkheden van uw multifunctioneel apparaat. Wij streven naar verbeteringen en innovaties. Met de Companion Suite IH kunt u een firmware-update uitvoeren. 1
2
ÆBootloader Writing verschijnt, omdat
Controleer of op het display de melding
uw apparaat zich voor het update-proces in de Bootloader-modus moet bevinden.
Informeer op onze homepage www.fax.philips.com naar de actuele firmwareversie die voor uw multifunctioneel apparaat wordt aangeboden. De firmware-versie, waar uw apparaat mee werkt, kunt u opvragen door op de PC op Start > Alle programma’s> Companion Suite > Companion Suite IH > Companion – Update Device te klikken. Geopend wordt dan het MFUpdateApparaat:
Selecteer in het MFUpdateApparaat-venster onder Firmware bestand te laden: het opgeslagen firmware-bestand. Klik vervolgens op Start het laden om het actuele firmware-bestand naar het multifunctionele apparaat over te dragen.
Onderbreek tijdens de update in geen geval de USB-verbinding! Wacht tot de actualisering van de firmware beeindigd is om andere functies op uw multifunctioneel apparaat te kunnen uitvoeren. 5
Afhankelijk van het besturingssysteem moet u bij de eerste firmware-update op het volgende letten. Windows 98 SE · ME: Op het PC-beeldscherm verschijnen enkele vensters die echter vanzelf verdwijnen. Windows 2000 (SP3): Er kan een extra waarschuwingsvenster op het PC-beeldscherm verschijnen. U kunt op Ja klikken om de firmware-update te beëindigen.
PC-functies
Klik op Informatie versies om toegang tot de meest recente firmware voor uw apparaat te verkrijgen.
Windows XP (SP2): Er kan een extra waarschuwingsvenster op het PC-beeldscherm verschijnen. Selecteer Nee, nu niet en klik op Volgende. Volg de overige aanwijzingen om de firmware-update te beëindigen.
²versie direct op het apparaat opvragen: (zie Met de menufunctie 83 kunt u de firmware-
gedeelte Functies von het apparaat / Tips & Trucs / Servicecodes).
72
3. Companion Suite IH gebruiken
Volgende, en bevestig dit in het navolgende venster met Ok.
4. Drivers en software deïnstalleren Deïnstallatie met de CD-ROM Sluit alle lopende programma’s en toepassingen voordat u met de deïnstallatie begint. Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station van uw PC. (Start het programma niet, zoek dan uw CD-ROM-station in Windows Explorer en selecteer met een dubbele klik het programma Setup.exe.) 1
²u op de knop Aangepast. De CD-ROM be-
Als u bepaalde toepassingen wilt wissen, klikt
Voor gebruikersgedefinieerde instellingen se-
bindingstype veranderen door de USB-verbinding te deïnstalleren of een draadloos netwerk toe te voegen. Bovendien kunt u uw multifunctioneel apparaat als netwerkprinter instellen.
4
Klik op Volgende om met de deïnstallatie van Paper Port door te gaan. U kunt het programma Paper Port repareren of verwijderen. Selecteer Verwijderen, en klik op Volgende.
5
Kies Bestanden verwijderen om de instellingen voor Paper Port van de PC te wissen. Klik op Verwijderen, en beëindig de deïnstallatie van Paper Port door in het navolgende venster op Voltooien te klikken.
geleidt u door de deïnstallatie van de geselecteerde toepassing.
2
U kunt het programma Photo Impression wijzigen, repareren of verwijderen. Selecteer Verwijderen, en klik op Volgende. Bevestig de deïnstallatie van Photo Impression met Voltooien.
²Annuleren.
Wilt u de deïnstallatie annuleren, klik dan op
3
Uw PC bereidt de deïnstallatie voor. Markeer Verwijderen om de apparaatdrivers te wissen. Klik op
4. Drivers en software deïnstalleren
4. Drivers en software deïnstalleren
Klik in het startvenster Companion Suite IH op de knop Producten verwijderen en selecteer in het volgende keuzevenster Alle om de toepassingen te deïnstalleren.
²lecteert u Herstellen. U kunt het PC-ver-
73
6
Ter beëindiging van de deïnstallatie van de apparaatdrivers en de programma’s moet u uw PC opnieuw starten. Onderbreek de verbinding tussen multifunctioneel apparaat en PC vóór het opnieuw starten. Klik op Voltooien. Verwijder de CD-ROM pas uit het CD-ROM-station na het opnieuw starten.
²per Port worden niet gewist en blijven voor De programma’s Photo Impression en Pa-
verdere toepassingen beschikbaar.
Variant 2 Klik op de PC op Start > Instellingen > Configuratiescherm > Software om informaties over de programma’s te verkrijgen die op de PC geïnstalleerd zijn. 1
Klik op het programma dat u wilt wissen en selecteer Wijzigen/Verwijderen.
2
Volg de overige aanwijzingen op het PC-beeldscherm om het gewenste programma van de harddisk van uw PC te wissen.
²nieuw starten om eventueel nog geopende en U kunt de PC ook op een later tijdstip op-
niet opgeslagen programma’s te bewerken resp. op te slaan.
Deïnstallatie via het Startmenu U kunt de Companion Suite IH ook zonder gebruik van de CD-ROM deïnstalleren. Sluit alle lopende programma’s en toepassingen voordat u met de deïnstallatie begint.
Variant 1 Klik op de PC op Start > Alle programma’s > Companion Suite > Companion Suite IH > Deïnstalleren.
PC-functies
U kunt de apparaatdrivers repareren of verwijderen. Selecteer Verwijderen en klik op Volgende.
U wordt gevraagd de deïnstallatie te bevestigen. Nadat u op Ok geklikt hebt, wordt de Companion Suite IH van uw PC verwijderd. Ter beëindiging van de deïnstallatie moet u uw PC opnieuw starten. Onderbreek de verbinding tussen multifunctioneel apparaat en PC vóór het opnieuw starten.
74
4. Drivers en software deïnstalleren
Bijlage
Bijlage Verklarende woordenlijst Access Point: Centraal toegangspunt tot een WLAN. Alle netwerkapparaten moeten zich bij het Access Point aanmelden om met andere apparaten in het netwerk te kunnen communiceren. Alle apparaten sturen de gegevens naar het Access Point, dat ze in het netwerk verdeelt. Actieve faxschakelaar: De passieve faxschakelaar splitst binnenkomende oproepen in faxberichten en gesprekken, waarbij van de Calling-Tone (CNG-signaal, 1100 Hertz) wordt uitgegaan. De actieve faxschakelaar regelt bovendien het belpatroon van de apparaten en coördineert extern aangesloten apparatuur (zie Extra apparatuur, zie Faxschakelaar). Active Sensing: Samenvattend begrip voor de actieve sturing en coördinatie van extern aangesloten apparaten. Met Active Sensing herkent het multifunctionele apparaat zowel parallel als serieel aangesloten extra apparatuur en stuurt gesprekken en berichten naar deze apparaten door. Adapter voor draadloos netwerk: Interne of externe verzend- en ontvangstinrichtingen op apparaten. Ad-hoc-netwerk: zie Netwerk Afzenderherkenning (= kopregel): Weergave van telefoonnummer, naam alsmede datum en tijd op uitgaande berichten. Automatische nummerherhaling (herkiezen): Als de abonnee bezet is, kiest uw apparaat de aansluiting na een bepaalde tijd nogmaals. Bluetooth: Standaard voor een draadloze transmissie van gegevens over een afstand tot ca. tien meter. Met het OBEX-protocol (Object Exchange Protocol) kunt u bestanden unidirectioneel van apparaten met Bluetoothfunctie naar uw multifunctioneel apparaat overdragen.
Bijlage
Broadcast: zie Rondzenden Buitenlijncode: De buitenlijncode is een cijfer (meestal “0”) of een letter (meestal “R”) die men in een telefooncentrale vóór het eigenlijke telefoonnummer moet kiezen om een verbinding met het openbare telefoonnet te verkrijgen (zie ook Telefooncentrale). Call-by-Call: Het is mogelijk telefoongesprekken via verschillende particuliere telefoonaanbieders te voeren. Met kengetallen vóór het eigenlijke telefoonnummer kan voor elk telefoongesprek een andere aanbieder worden gekozen. Calling Line Identification Presentation (CLIP): zie Nummerweergave Chain Dialling ( Nummers combineren): zie Call-by-Call CNG-toon (Calling Signal): Een toon (CalliNG), waarmee een faxtransmissie wordt aangekondigd. Aan de CNG-toon herkent de faxschakelaar van het apparaat een binnenkomend faxbericht en start de faxontvangst. Codering: Een proces waarmee de informaties van een faxbericht gecodeerd en gecomprimeerd worden. Minimum standaard is MH (Modified Huffmann). Uw multifunctioneel apparaat gebruikt de betere coderingsprocessen MR (Modified Read) en MMR (Modified Modified Read), voorzover het apparaat van de abonnee eveneens over deze modi beschikt. Codering: Veiligheidsbescherming voor het verzenden van netwerkgegevens (zie ook WEP-standaard). Crystal Image: Een speciaal voor uw multifunctioneel apparaat ontwikkelde beeld- en tekstoptimalisatiefunctie voor het printen en kopiëren van uw zwart-wit en kleurendocumenten. Dongle: zie Adapter voor draadloos netwerk
Easylink: Coördineert extern aangesloten telefoons op dezelfde telefoonlijn (doorsturen van gesprekken, starten van de faxontvangst enz.) – zie ook Extra apparatuur E.C.M. ( Error Correction Mode): Reduceert transmissiefouten die bijvoorbeeld door slechte leidingen ontstaan en verkort daardoor de transmissieduur. Beide verbonden faxapparaten moeten ECM ondersteunen. Energiespaarmodus: Het apparaat schakelt, als het niet gebruikt wordt, na ca. 2 minuten in de energiespaarmodus. Als het apparaat geactiveerd wordt (bijv. door een faxbericht) of u wilt een afdruk of kopie maken, schakelt het apparaat naar de uitgangsmodus. EXIF-informaties: Gedetailleerde beeld-informaties van uw foto‘s (bijv. opnametijd, diafragma, belichtingstijd). Bijna alle moderne digitale camera‘s ondersteunen de EXIF-standaard. Extra apparatuur: U kunt andere apparaten als antwoordapparaten, telefoons, kostentellers of computermodems serieel of parallel op uw faxapparaat aansluiten. Parallel aangesloten wil zeggen dat de apparaten op een ander telefoonstopcontact van dezelfde lijn aangesloten zijn. Als u de apparaten op de externe bus van uw faxapparaat aansluit, zijn ze serieel aangesloten. De actieve faxschakelaar van uw apparaat kan zowel serieel als parallel aangesloten apparaten controleren en sturen. Fax afroepen (Polling): De mogelijkheid documenten van een ander faxapparaat af te roepen (actief ) of documenten klaar te leggen die door andere faxapparaten afgeroepen kunnen worden (passief ). Faxgroepen: De faxapparaten worden, afhankelijk van de transmissiewijze en –snelheid, in internationaal gestandaardiseerde faxgroepen ingedeeld. De verbinding van twee apparaten van verschillende groepen is mogelijk, dan
75
wordt de kleinste gemeenschappelijke transmissiesnelheid gekozen. Het vastleggen van de snelheid vindt tijdens de handshake plaats. De faxgroepen 1 tot 3 zijn analoge faxapparaten. Groep 1 en 2 bestaan tegenwoordig nauwelijks meer; gebruikelijk zijn de faxapparaten van groep 3 die een transmissiesnelheid van 9.600 tot 33.600 bps hebben. Groep 4 zijn digitale faxapparaten die uitsluitend met ISDN-installaties functioneren. Deze hebben een transmissiesnelheid van maximaal 64.000 bps. Faxschakelaar: Als u het multifunctioneel apparaat en een externe telefoon op dezelfde lijn gebruikt, splitst de (passieve) faxschakelaar de faxberichten van de andere oproepen. Faxschakelaars kunnen “actief ” of “passief ” zijn. Uw multifunctioneel apparaat bezit een actieve faxschakelaar (zie Actieve faxschakelaar). Faxtoon (CNG-signalen): zie CNGtoon (Calling Signal) Firmware: Een in het flash-memory opgeslagen programmaroutine die bepaalde basisfuncties van een apparaat stuurt. Soms ook apparaatdriver genoemd. Firmware-upload: Actualiseren van de apparaatfunctionaliteit. Gateway (Router): Inrichtingen voor de gegevenstransfer tussen netwerken. De router stuurt de gegevens door die bij de gateway aankomen. Als uw netwerk met andere netwerken communiceert, moet u eventueel het GatewayIP-adres configureren (neem met uw netwerkaanbieder contact op). High-Power-verbinding: zie USB Infrarood (ook IrDA – Infrared Data Association): Gegevenstransmissie met behulp van infrarood over een afstand van max. één meter. Tussen de IrDA-interfaces moet een zichtverbinding bestaan. Met het OBEXprotocol (Object Exchange Protocol) kunt u bestanden unidirectioneel van apparaten met Bluetooth-functie naar uw multifunctioneel apparaat overdragen. Infrastructuur-netwerk: zie Netwerk Inktniveaugeheugen: Uw multifunctioneel apparaat registreert het inkt-
76
verbruik van elke afdruk en berekent daaruit het inktniveau van de inktpatroon. Het aangegeven inktniveau is alleen bewijskrachtig, als u elke nieuwe inktpatroon met de bijgevoegde Plug’n’Print-kaart oplaadt (zie ook Plug’n’Print-kaart). IP-adres: Door punten gescheiden cijferreeks (= adres) ter identificatie van computers die met het internet of een WLAN-netwerk verbonden zijn (zie ook TCP/IP). Journaal: Een bericht over de ontvangen en verzonden documenten. Het journaal wordt na 30 transmissies automatisch afgedrukt of u drukt het, indien benodigd, handmatig zelf af. Kiespauze: Bij interlokale nummers of nummers met subadressen/doorkiesnummers moet eventueel een kiespauze worden ingevoegd om een te snel doorkiezen en onderbreking van de verbinding te vermijden. Low-Power-verbinding: zie USB Modem: Een modem zet digitale computersignalen om in akoestische signalen (en omgekeerd). Multifrequentie-methode: zie Toonkiesmethode Netwerk: Verbinding van twee of meer computers en/of andere netwerkapparatuur zoals printers, modems of routers. In een LAN (Local Area Network) kunnen de netwerkcomponenten in plaats van per kabel ook draadloos met elkaar verbonden zijn: Wireless Local Area Network (WLAN). Netwerken verschillen qua opbouw van elkaar (= architectuur). In een infrastructuurnetwerk zijn alle apparaten op een centraal Access-Point (= toegangspunt) aangesloten. De gegevensuitwisseling in het netwerk vindt via dit Access Point plaats. In een ad-hoc-netwerk communiceren de apparaten direct met elkaar, zonder Access Point. Nummers combineren (Chain Dialling): U kunt telefoongidscontacten, handmatig ingetoetste cijfers en nummers uit de nummerherhalingslijst vóór het eigenlijke kiezen individueel samenstellen en bewerken. Hebt u bijvoorbeeld het kengetal van een gunstige telefoonaanbieder (zie Call-by-Call) als telefoongidscontact opgeslagen, dan kunt u dit contact selecteren en het gewenste telefoonnummer intoetsen.
Nummerweergave (Calling Line Identification Presentation, CLIP): Er bestaan twee vormen van nummerweergave: Nummerweergave bij binnenkomende oproepen en meezenden van het telefoonnummer bij uitgaande oproepen. Uw telefoonmaatschappij moet beide diensten aanbieden en voor uw telefoonaansluiting vrijschakelen. Het verzenden van het telefoonnummer kan tijdelijk of geheel uitgeschakeld worden (= onderdrukking van het nummer). Parallelle aansluiting: zie Extra apparatuur Plug’n’Print-kaart: Chipkaart voor het laden van nieuw geplaatste inktpatronen. Een patroon die met de overeenkomstige Plug’n’Print-kaart geactiveerd is, wordt herkend, ook als u de patroon er tijdelijk uitgenomen hebt. Polling: zie Fax afroepen POP (Post-Office-Protocol): Internet-protocol voor e-mail-download. Protocollen: Gestandaardiseerde regels en conventies voor gegevenstransmissie in netwerken (bijv. TCP/IP: het bekendste en door bijna alle besturingssystemen gebruikte protocol voor de internet-communicatie; IEEE 820.11b: gebruikelijk protocol voor draadloos netwerk; StandardITU T.30 voor faxtransmissies). Pulskiezen: Een kiesmethode die in oudere telefoonnetten wordt gebruikt. U hoort na elk gekozen cijfer een “tikken”. Reductie van transmissiefouten: zie E.C.M. Resolutie: Aantal drukpunten per inch (dpi). Voor faxtransmissies staan volgende instellingen ter beschikking: Standaard, Fine h, Super Fine f, Foto F en voor kleurenfaxen COL . Voor het kopiëren bestaan de oplossingen ontwerp., NORM. en kwalit.. Rondzenden (Broadcast): Met deze functie kunt u een bericht naar meerdere ontvangers sturen. Scannen: Inlezen van een document via een flatbedscanner om het als bericht te versturen, te kopiëren, te faxen of op de PC te bewerken. Seriële aansluiting: zie Extra apparatuur
Bijlage
nodig. U kunt slechts één high-powerapparaat en max. twee low-power-apparaten gelijktijdig op uw multifunctioneel apparaat aansluiten.
Stand-alone: Uw multifunctioneel apparaat functioneert ook onafhankelijk van een PC- of netwerkaansluiting.
WEP-standaard (statische codering): Uw multifunctioneel apparaat ondersteunt de WEP-standaard: alle apparaten in het netwerk gebruiken dezelfde codering. Volgende types WEP-codering kunnen in het netwerk worden gebruikt: 64-bit (max. tien tekens) en 128-bit (max. 26 tekens).
TCP/IP (Transmission Control Protocol over Internet Protocol): Fundamenteel internetverbindings-protocol, vaak ook als samenvattend begrip voor de internetprotocol-suite gebruikt. Telefoongidsindex: De in de telefoongids opgeslagen contacten worden automatisch alfabetisch gesorteerd en kunnen door indrukken van de betreffende beginletters snel worden opgeroepen. Toonkiezen (multifrequentie-methode): Een kiesmethode die in moderne telefoonnetten wordt gebruikt. Aan elk gekozen cijfer is een specifieke toon toegewezen (zogenaamde DTMF-tonen). Transmissiesnelheid: De CCITT/ ITU heeft voor de gegevenstransmissie via de telefoonlijn internationale normen uitgegeven. De belangrijkste transmissiesnelheden voor faxberichten zijn: V.17 – 7.200 tot 14.400 bps V.21 – maximaal 300 bps V.22 – maximaal 1.200 bps V.22 bis – maximaal 2.400 bps V.27 ter – maximaal 4.800 bps V.29 – maximaal 9.600 bps V.32 bis – maximaal 14.400 bps V.34 – maximaal 33.600 bps URL (Uniform Ressource Locator): Gestandaardiseerde vorm van objecten in het internet, meestal wwwpagina‘s, maar ook bestanden op FTPservers of e-mail adressen. USB-verbinding: Op de USB-aansluiting (Universal Serial Bus) kan extra apparatuur op het multifunctionele apparaat worden aangesloten. Men maakt een onderscheid tussen HighPower- en Low-Power-verbindingen. High-power-apparaten worden door de USB-aansluiting extra met stroom gevoed; zij hebben geen eigen voedingseenheid. Low-power-apparaten worden door een eigen voedingseenheid met stroom gevoed, zij hebben geen stroom van de USB-aansluiting
Bijlage
WLAN: Groepering van minstens twee computers, printers en andere extra apparatuur die via radiogolven met elkaar verbonden zijn. Vereiste: alle apparaten moeten over een adapter voor draadloos netwerk beschikken.
Afkortingen BIP: Basic Imaging Profile (Bluetoothprotocol) bps: bits per second (transmissiesnelheid) CCITT: Comité Consultatif International Téléphonique et Télégraphique (voorloper van de ITU) CE: Conformité Européenne CEPT: Conference Européenne des Administrations des Postes et des Télécommunications (vereniging van de administratie van de posterijen) CLIP: Caller Line Identification Presentation (zie Nummerweergave) CLIR: Caller Line Identification Restriction (onderdrukking van telefoonnummers) - zie Nummerweergave CNG: Calling Signal (zie Faxtoon) DCF: Design Rule for Camera File System DHCP: Dynamic Host Configuration Protocol dpi: Dots per Inch (zie Resolutie) DPOF: Direct Print Order Format DTMF: Dual Tone Multiple Frequency (zie Toonkiesmethode) E.C.M.: Error Correction Mode (zie Reductie van transmissiefouten) EXIF: Exchangable Image File
GAP: Generic Access Profile (draadloos protocol voor draadloze hoorns) HCRP: Hardcopy Cable Replacement Profile IrDA: Infrared Data Association ISDN: Integrated Services Digital Network
Bijlage
Snelkeuzetoetsen: Voor vaak gebruikte telefoonnummers staan behalve de telefoongids ook negen snelkeuzetoesten ter beschikking.
ITU: International Telecommunications Union (organisatie van de UNO) JPG (JPEG): Joint Photographie Expert Group LCD: Liquid Crystal Display (vloeibaar kristal display) LED: Light Emitting Diode (lichtdiode) MFV: Multifrequentie-methode Toonkiesmethode)
(zie
MH: Modified Huffmann (codeerproces voor faxen, zie Codering) MHC: Modified Huffmann Code (codeerproces voor faxen, zie Codering) MMR: Modified Modified Read (codeerproces voor faxen, zie Codering) MMS: Multimedia Message Service MR: Modified Read (codeerproces voor faxen, zie Codering) MRC: Modified Read Code (codeerproces voor faxen, zie Codering) OBEX: Object Exchange Protocol (Bluetooth-/infrarood-protocol) OCR: Optical Character Recognition (tekstherkenning) PABX/PBX: Private Automatic Branch Exchange (telefooncentrale) POTS: Plain Old Telephone Service (analoge telefoondienst met lage transmissiesnelheid) PSTN: Public Switched Telephone Network (openbaar telefoonnet) RAM: Random Access Memory (werkgeheugen) RJ-11: Registered Jack 11 (ook Westernstekker, gestandaardiseerde telefoonstekker) SMS: Short Message Service SSID: Service-Set-ID (netwerk-identificering)
77
TCP/IP: Transmission Control Protocol over Internet Protocol (internetprotocol) TWAIN: Tool Without An Interesting Name (standaard voor scannerdrivers) USB: Universal Serial Bus (computeraansluiting) WEP: Wired Equivalent Privacy (netwerkcodering) WLAN: Wireless Local Area Network (draadloos netwerk)
78
Bijlage
54
Druk op MENU/OK en 29. U krijgt een afdruk van de menufuncties van uw apparaat; een extra bladzijde informeert u over de actuele instellingen.
55
1
Telefoongids
11
Nieuw contact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Contacten aan de telefoongids toevoegen Nieuwe groep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Meerdere contacten tot een groep samenvoegen bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Contacten/groepen wijzigen Wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Contacten/groepen wissen Snelkeuze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Snel kiezen van vaak gekozen nummers* afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Telefoongids printen
12 13 14 15 16
2
Instellingen
21
Datum/Tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Datum en tijd instellen Nummer/Naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Uw telefoonnummer/uw naam intoetsen Tel. netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Publiek telefoonnetwerk/Telefooncentrale aanleggen Printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 Printer-instellingen uitvoeren vlakbedscan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24 Scanner-instellingen uitvoeren Parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 40, 41 Speciale parameters instellen geografisch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Land instellen functielijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 79 Functielijst afdrukken
22 23 24 25 27 28 29
56 57
6
Faxschakelaar
61
Dag stand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Bedrijfsmodus S instellen Nacht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Bedrijfsmodus M instellen Timer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Tussen bedrijfsmodiS/M omschakelen Easylink . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Extra telefoons controleren
62 63 64
7
Opdrachten
71
Uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Opdrachten in de wachtlijst meteen uitvoeren wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Opdrachten in de wachtlijst wijzigen Wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Opdrachten in de wachtlijst wissen afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54 Opdrachten in de wachtlijst afdrukken overz. afdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54 Opdrachtenlijst afdrukken
72 73 74 75
8
Extra’s
81
lock . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54 Toetsenbordvergrendeling instellen Printercartr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Patronen reinigen en in de juiste positie zetten; inktniveau weergeven Service code . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Toetsentonen in- en uitschakelen; apparaatfirmware opvragen kaart zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Toegang tot een geplaatste geheugenkaart Camera zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Toegang tot aangesloten digitale camera scan naar kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Gegevens naar een geplaatste geheugenkaart overdragen Kleurenschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Kleurinstellingen voor het display wijzigen
82
83
3
Fax
31
overdragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 Faxen via het menu verzenden AFR Ontvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 Faxen van een ander apparaat afroepen afr zenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 Faxen van uw apparaat laten afroepen geheugen fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 Beveiligde faxontvangst instellen INST. FAXONTV. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 Instellingen voor de faxontvangst uitvoeren inst. faxverz. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Instellingen voor het verzenden van faxen uitvoeren print journ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Lijst van de 30 laatste transmissies afdrukken Pc/fax optie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 Faxontvangst selecteren
32 33 34 35 36 37 38
5
Verz./Ontv.*
51
zenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42, 46, 50 Text2Fax/SMS/MMS-berichten verzenden gelezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43, 48 SMS/MMS-berichten lezen afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43, 48 SMS/MMS-berichten printen
52 53
Bijlage
wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43, 48 SMS/MMS-berichten wissen SMS setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44, 48 Speciale instellingen voor berichten uitvoeren MMS setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48, 49 Speciale MMS-instellingen uitvoeren sign. bericht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45, 49 Berichtensignaal in- en uitschakelen
84 85 86
87
9
Netwerkinst.
91
wireless lan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62, 63 WLAN configureren (optioneel) Bluetooth . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Bluetooth activeren/deactiveren (optioneel) Infrarood . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Infrarood activeren/deactiveren* Netw. bericht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63 Netwerkinstellingen afdrukken
93 94 95
* Snelkeuzetoetsen – Crystal 650 Verz./Ontv. – Crystal 660 (afhankelijk van het land en het netwerk) Infrarood-interface – Crystal 660
Bijlage
Functieslijst
79
Technische gegevens Grondslagen
Printmedia max. 150 vel standaardpapier (A4, 80 g/m2) max. 50 vel standaardpapier (A4, 80 g/m2) 10×15, A4, Letter 76,2 mm – 215,9 mm 127 mm – 431 mm 0,08 – 0,28 mm 75 – 272 g/m2 normaal papier, gecoat papier, transparante folies, fotopapier
Kopieerapparaat Type Resolutie
Meervoudige kopieën Zoomgebied
Telefoongidscontacten Snelkeuzetoetsen
Afmetingen (b×d×h) 447×385×239 mm Gewicht 7,8 kg Netaansluiting 220 – 240V / 50 – 60 Hz Opgenomen vermogen: Standby-modus 7 watt Uitgangsmodus 10 watt Soort aansluiting PSTN, PABX Overeenstemming met de normen: Veiligheidsschakelaar EN60950-1 Emissie EN55022 Class B Storingsongevoeligheid EN55024 Overige Energy Star, CE Toegestane temperatuur: 15 – 35 ° C omgeving van het apparaat relatieve luchtvochtigheid: 10 % – 80 % (niet condenserend) Beeldverwerking Crystal Image beeld- en tekstoptimalisatie
Maximale capaciteit papiervak Maximale capaciteit uitvoervak Papiermaten Breedte Lengte Papierdikte Papiergewicht Ondersteunde printmedia
Telefoongids
stand-alone kleur ontwerp.: 300×300 dpi norm.: 600×600 dpi kwalit.: 1200×1200 dpi tot 99 pagina’s 25 % – 400 %
Fotoprinter Steekplaatsen voor kaarten: CompactFlash (I, II), Smart Media, MultiMedia Card (MMC), Secure Digital, Memory Stick, Memory Stick Duo (Pro), Memory Stick Pro, Microdrive, XD-Picture-Card Aansluiting digitale camera: USB host 1.1 (USB-Stick) USB-interface USB 2.0 Full speed Ondersteunde standaards DPOF, PictBridge
tot 50 (Crystal 650) tot 200 (Crystal 660) 9 (Crystal 650):
Internetverbinding Type Modemsnelheid Codering (gegevenscompressie) Internetprotocol
PSTN-V.34 33k6 – V.34 V.42bis, MNP5 TCP/IP
Fax Type Compatibiliteit Codering (gegevenscompressie) Soort aansluiting Kiesmethode Keuze type Modulatie Transmissiesnelheid Berichtengeheugen Resolutie
Correctiemodus
RTC (G3), groep 3 T.30 MH, MR, MMR, JPEG (JPG) Buitenlijn (PSTN) Extensie (PABX) Toonkiezen DTMF V.29,V.27ter,V.21,V.17 14k4 – V.17 (Crystal 650) 33k6 – V.34Fax (Crystal 660) tot 2 MB Standaard: 100×100 dpi Fine: 200×200 dpi Foto: 200×200dpi Super Fine: 400×400 dpi COL: 200×200 dpi T.30 ECM MB
SMS (Crystal 660 – afhankelijk van het land en het netwerk)
Gateway SMS-geheugen Berichtlengte
V.23 zie Fax / Berichtengeheugen 160/640 tekens (afhankelijk van het land en het netwerk)
MMS (Crystal 660 – afhankelijk van het land en het netwerk)
Gateway MMS-geheugen Foto-opslagcapaciteit Ondersteunde beeldformaten
V.23, TCP/IP zie Fax / Berichtengeheugen ca. 2 MB JPEG (JPG), GIF, WBMP
PC-aansluiting Soort aansluiting
USB 2.0 Full Speed
Ondersteunde besturingssystemen Scannerdriver
Windows 98 SE/ 2000 (SP 3)/ME/XP TWAIN, WIA (Windows XP)
Scanner Printer Type Opwarmtijd (scanner) Resolutie Afdruksnelheid Afdrukbreedte
Bubble Inkjet kleur max. 1 seconde max. 4800×1200 dpi z/w tot 22 pagina’s/minuut kleur tot 15 pagina’s/minuut 203 mm
Type Resolutie Scansnelheid
Flatbed, CIS max. 1200×4800 dpi z/w 3,9 seconden/A4-pagina kleur 7,9 seconden/A4-pagina Scangebied 216×300 mm Kleurdiepte van het inlezen z/w 16-Bit kleur 48-Bit
Wijzigingen van de technische specificaties zonder vooraankondiging voorbehouden.
80
Bijlage
B
SAGEM zal niet aansprakelijk zijn voor garantie in het geval van:
(voorwaarden Nederland en België) OPMERKING
•
Begin april 2002 heeft SAGEM SA de faxdivisie van PHILIPS overgenomen. SAGEM SA is nu de Europese nummer 1 op het gebied van faxdiensten en biedt een compleet assortiment aan faxen met diverse functionaliteiten zoals SMS en multifunctionele producten die voldoen aan de wensen van alle klanten, van particulieren tot multinationals.
- een externe oorzaak (waaronder, maar niet beperkt tot, bliksem, brand, aardebevingen of waterschade van welke aard dan ook); - aanpassingen die aan het apparaat zijn gemaakt zonder schriftelijke toestemming van SAGEM SA; - verzuim of nalatigheid het apparaat te onderhouden of incorrect onderhoud; - ongeschikte gebruiksomstandigheden, met name ten aanzien van temperatuur en vochtigheid;
Indien u het apparaat direct bij SAGEM hebt gekocht, gelden de volgende bepalingen:
- reparaties of onderhoud aan het apparaat door personen die hiertoe niet door SAGEM zijn geautoriseerd; •
slijtage als gevolg van normaal dagelijks gebruik van het apparaat en de accessoires;
•
schade als gevolg van onvoldoende of slechte verpakking van het apparaat bij transport of verzending naar SAGEM;
•
levering van nieuwe softwareversies;
•
werk aan een apparaat of aanpassing of toevoeging van software zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SAGEM;
•
storingen die niet het gevolg zijn van het apparaat of van de software die is geïnstalleerd op werkstations van gebruikers voor gebruik van het apparaat;
•
communicatieproblemen als gevolg van een ongeschikte omgeving, waaronder:
De volgende bepaling geldt indien de klant het apparaat koopt voor zijn/haar bedrijf, vak of beroep.
- problemen betreffende toegang tot en/of verbinding met het internet, zoals onderbrekingen door toegangsnetwerken of storingen op de lijn die door de klant of zijn relatie wordt gebruikt;
Tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld in onderhavig document, en zover de wet dit toestaat, geeft SAGEM geen service of garantie, direct of indirect, uit wettelijke bepalingen voortvloeiend of op andere wijze, in situaties die niet zijn beschreven in deze garantie en dientengevolge worden alle voorwaarden die door de wet zijn opgelegd bij deze uitgesloten. Deze garantie heeft geen invloed op de wettelijke rechten van de klant.
Bijlage
schade, defecten of storingen die het gevolg zijn van: - verzuim het installatieproces correct uit te voeren of de gebruiksinstructies correct op te volgen;
Neem contact op met uw dealer wanneer u aanspraak wilt maken op de garantie. U dient hierbij het aankoopbewijs te overleggen. Indien er storingen optreden, zal de dealer u adviseren hoe te handelen.
A Gedurende een periode van vierentwintig (24) maanden (in België 12 maanden) na de originele leverdatum van het apparaat, zal SAGEM in het geval van defecten aan het apparaat die te wijten zijn aan foutieve fabricage zorgdragen voor reparatie zonder de kosten voor arbeidsloon en vervangende onderdelen in rekening te brengen. Tijdens deze garantieperiode van vierentwintig maanden (in België 12 maanden) zal het defecte apparaat gratis worden gerepareerd. De transportkosten om het defecte apparaat te bezorgen bij het adres dat is verstrekt door de afdeling After Sales van SAGEM, zijn echter voor rekening van de klant. Het telefoonnummer van deze afdeling staat op de leverbon. Reparaties worden niet op de locatie van de klant uitgevoerd, tenzij de klant met SAGEM een onderhoudscontract heeft afgesloten waarin uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat reparaties op locatie bij de klant worden uitgevoerd.
Uitsluitingen van garantie
Bijlage
Garantie
- overdrachtsstoringen (bijvoorbeeld slechte geografische dekking door radiozenders, storingen of slechte kwaliteit van de lijn); - storingen op het lokale netwerk (kabels, servers, werkstations) of storing op het overdrachtsnetwerk; •
reguliere onderhoudswerkzaamheden (zoals gedefinieerd in de gebruikershandleiding die bij het apparaat is geleverd), evenals storingen die het gevolg zijn van uitgebleven onderhoudswerkzaamheden. Onderhoudskosten zijn altijd voor rekening van de klant.
81
C In de gevallen die zijn beschreven in sectie B, evenals na het verstrijken van de garantieperiode van vierentwintig maanden (in België 12 maanden), dient de klant SAGEM een prijsopgave te vragen en dient hij/zij deze te accepteren en ermee in te stemmen de kosten genoemd in de prijsopgave te voldoen alvorens het apparaat naar SAGEM terug te sturen. De reparatie- en verzendkosten worden aan de klant in rekening gebracht. Bovenstaande bepalingen zijn van toepassing, tenzij schriftelijk anders overeengekomen met de klant. Indien een bepaling uit deze garantieverklaring geheel of gedeeltelijk ongeldig of onwettig is als gevolg van een wettelijke regel die van toepassing is op consumenten, voortvloeiend uit de nationale wetgeving, heeft deze ongeldigheid of onwettigheid geen invloed op de overige bepalingen of delen van deze garantieverklaring.
Environment Respect voor het milieu is een van de belangrijkste oogmerken van SAGEM SA. Daarom gebruikt de SAGEM-groep in zijn ondernemingen milieuvriendelijke processen en onderwerpt de complete levenscyclus van zijn producten, van de fabricage via het gebruik tot aan het einde van de levensduur toe, aan strenge criteria met betrekking tot de milieubescherming.
Verpakking Houd de lokale recyclingvoorschriften a.u.b. aan om het recycleren van de verpakking te vereenvoudigen.
Batterijen Lege batterijen moeten op de hiervoor bestemde inzamelplaatsen worden afgegeven.
Product Het doorgekruiste vuilnisbaksymbool op uw product betekent dat dit product als elektrisch en elektronische apparatuur geclassificeerd is, waarvoor speciale afvalvoorschriften gelden. Ter bevordering van de recycling en ter uitvoering van de verordening m.b.t. het hergebruik van elektrisch en elektronisch afval (The Waste Electrical and Electronic Equipment, WEEE) alsmede ter bescherming van milieu en gezondheid schrijven de Europese bepalingen voor dat de selectieve inzameling van afgedankte apparatuur volgens één van de twee onderstaande opties moet plaatsvinden: · U kunt het oude product graag bij uw distributeur (detaillist) inleveren, als u een nieuw apparaat bij hem koopt. · Afgedankte apparatuur kunt u ook op de hiervoor bestemde inzamelplaatsen afgeven.
82
Bijlage
Bijlage
Bijlage
83
Index A Aanmaken Draadloze netwerken . . . . . . . . . . . 58 MMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Netwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 SMS op de PC . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Text2Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 USB-aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Aansluiten Digitale camera . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Extern antwoordapparaat . . . . . . . . 19 Extra apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . 18 Netkabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Telefoonkabel . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Aantal belsignalen Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Aanwijzingen MMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Access Point. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Acrobat Reader Deïnstalleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Activeren/Deactiveren Bluetooth. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Crystal Image . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Faxafdruk blokkering. . . . . . . . . . . . 39 MMS-afdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 MMS-ontvangst . . . . . . . . . . . . . . . . 48 SMS-afdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Timer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Toetsenbordvergrendeling . . . . . . . 54 Toetsentonen . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Verzendrapport . . . . . . . . . . . . . . . . 38 WLAN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 ADSL-verbinding . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Afzenderherkenning Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Nummer en naam . . . . . . . . . . . . . . 16 Printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Annuleren Faxtransmissie . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 MMS-transmissie . . . . . . . . . . . . . . . 47 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Apparaat Blokkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
B Belpatroon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Extra apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . 35 Symbool op het display . . . . . . . . 9, 11 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Belsignaalvolume Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Berichten Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Berichtengeheugen. . . . .37, 38, 42, 48, 80 Leegmaken. . . . . . . . . . . . . . 39, 43, 48 SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Berichtsignalen MMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Bescherming tegen echo’s . . . . . . . . . . 40 Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . 8 Bewerken Contacten onder snelkeuzetoetsen 33 Foto-opslagmedia op de PC . . . . . . 30 Groepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Groepen op de PC . . . . . . . . . . . . . 65 Opdrachten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Telefoongidscontacten . . . . . . . . . . 32 Telefoongidscontacten op de PC . . 65 Blokkeren Apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Automatisch afdrukken van faxberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Code intoetsen . . . . . . . . . . . . . 39, 54 Printen van faxberichten . . . . . . . . . 39 Bluetooth Activeren/Deactiveren . . . . . . . . . . 27 Adapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8, 27 Fotobestanden overdragen . . . . . . . 27 OBEX-protocol. . . . . . . . . . . . . . . . 27 Password . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Buitenlijncode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Intoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10
84
Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Code Afdrukken van faxberichten blokkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Apparaat blokkeren. . . . . . . . . . . . . 54 Companion-Adresboek . . . . . . . . . . . . 64 Companion-Director . . . . . . . . . . . . . . 64 Companion-Manager Fax. . . . . . . . . . . 65 Companion-Manager SMS . . . . . . . . . . 67 Companion Suite Deïnstalleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Contrast Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Kleurendisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 SMS/MMS/Text2Fax. . . . . . . . . . . . . 10 Crystal 650 Paneel met display . . . . . . . . . . . . . . . 9 Toetsen op het paneel. . . . . . . . . . . . 9 Crystal 660 Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Lettertoetsenveld . . . . . . . . . . . . . . 11 Paneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Toetsen op het paneel. . . . . . . . . . . 10 Crystal Image . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Activeren\\/Deactiveren . . . . . . . . . 22 DPOF-bestanden. . . . . . . . . . . . . . . 28 Fotobestanden printen . . . . . . . . . . 28 Gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10
Eerste installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Datum en tijd intoetsen . . . . . . . . . 17 Inktpatronen in de juiste positie zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Land kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Nummer en naam intoetsen. . . . . . 16 Plug\\’n\\’Print-kaart . . . . . . . . . . . . 17 Taal kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Energiespaarmodus . . . . . . . . . . . . . . . 21 Enveloppen Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Error Correction Mode. . . . . . . . . . . . 41 EXIF-informaties Indexafdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 EXT.-bus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Extra apparatuur . . . . . . . . . . . . . . 18 Extern antwoordapparaat Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Extra aparatuur Faxontvangst starten. . . . . . . . . . . . 36 Extra apparatuur Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Belpatroon. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Easylink . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 EXT.-bus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Lijn overnemen . . . . . . . . . . . . . . . . 36 SMS\\/MMS-ontvangst . . . . . . . . . . . 18 Stil . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Toonkiesfunctionaliteit . . . . . . . . . . 36 Extra apparatuur Faxschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
D
F
Dag-modus Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Symbool op het display . . . . . . . . 9, 11 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Datum Intoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 20 Deïnstalleren Acrobat Reader. . . . . . . . . . . . . . . . 73 Afzonderlijke PC-toepassingen . . . . 73 Alle PC-toepassingen . . . . . . . . . . . 73 Companion Suite. . . . . . . . . . . . . . . 73 Drivers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Paper Port . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Photo Impression . . . . . . . . . . . . . . 73 Software . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Design Rule for Camera File . . . . . 25, 30 Diashow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Digitale camera Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Mass storage class . . . . . . . . . . . . . . 26 PictBridge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Display Crystal 650 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Crystal 660 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Displayweergave Faxtransmissie . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Documenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . 14, 37, 70 Positioneren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Documentenopvang Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 DPOF-bestanden . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Crystal Image . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Draadloze netwerken . . . . . . . . . . . . . 57 Aanmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Ad-hoc-netwerk . . . . . . . . . . . . . . . 57 Hostnaam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Infrastructuur-netwerk . . . . . . . . . . 57 IP-adres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Netwerk-ID. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Radiokanaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Service-Set-ID . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Subnet-masker. . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Verbindingsmodus . . . . . . . . . . . . . . 59 Vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 WEP-codering . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Drivers Deïnstalleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 DSL-verbinding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37, 80 Aanvullende ontvangstopties . . . . . 39 Afdrukken vóór verzenden . . . . . . . 37 Automatisch afdrukken blokkeren 39 Berichtengeheugen . . . . . . . . . . . . . 37 Berichtengeheugen leegmaken . . . . 39 Bescherming tegen echo’s. . . . . . . . 40 Contrast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Displayweergave . . . . . . . . . . . . . . . 41 Error Correction Mode . . . . . . . . . 41 Fabrieksinstellingen wijzigen . . . . . . 40 Faxontvangstmodus instellen . . . . . 35 Handmatige ontvangst. . . . . . . . . . . 36 Handmatig verzenden . . . . . . . . . . . 37 Instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Kleurenfax verzenden . . . . . . . . . . . 37 Kopregel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Kopregel printen . . . . . . . . . . . . . . . 41 Later verzenden . . . . . . . . . . . . . . . 38 Menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Nummerherhalingslijst . . . . . . . 37, 42 Ontvangst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Op de PC lezen. . . . . . . . . . . . . . . . 66 Op de PC ontvangen . . . . . . . . . . . 66 Overzee. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 PC-instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Resolutie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38, 40 Rondzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Snelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40, 41 Stille faxontvangst . . . . . . . . . . . . . . 35 Transmissie annuleren . . . . . . . . . . . 37 Van de PC printen. . . . . . . . . . . . . . 66 Van de PC verzenden . . . . . . . . . . . 65 Verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Verzendrapport . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Zwart-wit fax verzenden . . . . . . . . 37 Faxberafroepen Verzenden op afroep. . . . . . . . . . . . 40 Faxberichten afroepen . . . . . . . . . . . . . 40 Later . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Faxontvangst Extra aparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Handmatig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Faxontvangstmodus Handmatige ontvangst. . . . . . . . . . . 36 Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Faxschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Extra apparatuur . . . . . . . . . . . . . . 18 Symbool op het display . . . . . . . . . . . 9 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Firmware-update . . . . . . . . . . . . 3, 71, 72 Laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Firmware-versie Opvragen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Foto-opslagmedia . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Compatibele geheugenkaarten . . . . 25 Diashow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 DPOF-bestanden. . . . . . . . . . . . . . . 27 Fotobestanden opnieuw analyseren 30 Gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Op de PC bewerken . . . . . . . . . . . . 30 PictBridge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Scannen op geheugenkaart . . . . . . . 29 Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . 7 Verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
C C
E E-mail adres MMS verzenden. . . . . . . . . . . . . . . . 47 SMS verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Telefoongids. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Easylink. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Een geschikte plaats Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . 6
Fotobestanden DPOF-bestanden. . . . . . . . . . . . . . . 27 Fotomenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Fotoprinter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Indexnummers . . . . . . . . . . . . . 28, 30 Lezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Opnieuw analyseren . . . . . . . . . . . . 30 PictBridge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 PictBridge-transmissie. . . . . . . . . . . 29 Printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Fotobestanden overdragen Bluetooth. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 DPOF-bestanden. . . . . . . . . . . . . . . 27 Infrarood . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 PictBridge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Fotomenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Fotobestanden printen . . . . . . . . . . 28 Functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Fotoprinter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 80 Bluetooth-transmissie . . . . . . . . . . . 27 Diashow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Digitale camera aansluiten . . . . . . . 26 DPOF-bestanden. . . . . . . . . . . . . . . 27 Foto-opslagmedia gebruiken . . . . . . 25 Foto-opslagmedia plaatsen . . . . . . . 25 Foto-opslagmedia verwijderen . . . . 30 Fotobestanden. . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Fotobestanden lezen . . . . . . . . . . . . 27 Fotobestanden voor printen selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Fotomenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Infrarood-transmissie . . . . . . . . . . . 26 Instellingen wijzigen. . . . . . . . . . . . . 31 Papierformaat instellen . . . . . . . . . . 31 Papiersoort instellen . . . . . . . . . . . . 31 PictBridge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Printmedia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
G Gebruiken Companion Suite. . . . . . . . . . . . . . . 64 Crystal Image . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Extern antwoordapparaat . . . . . . . . 36 Extra apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . 36 Foto-opslagmedia . . . . . . . . . . . . . . 25 Telefoongids. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Telefoongids op de PC . . . . . . . . . . 65 Gebruikersaccount SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Gegevensvolume MMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Geldigheidsduur SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Groepen Bewerken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Intoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Op de PC intoetsen . . . . . . . . . . . . 65 Wissen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
H Handelsmerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Handleiding Begrippen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Handmatige faxontvangst. . . . . . . . . . . 36 Handmatig verzenden van faxen . . . . . 37 Helderheid Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Hoofd-/kleine letters . . . . . . . . . . . . . . 11 Hostnaam Draadloze netwerken . . . . . . . . . . . 59
I Indexafdruk Fotobestanden opnieuw analyseren 30 Indexnummers . . . . . . . . . . . . . . . . 28, 30 Infrarood Fotobestanden overdragen . . . . . . . 26 OBEX-protocol. . . . . . . . . . . . . . . . 26 Inhoud Installatie-CD . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Inhoud van de verpakking . . . . . . . . . . 12 Inktiveau Weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Inktniveau Inktpatronen . . . . . . . . . . . . . . . 17, 51 Op de PC weergeven . . . . . . . . . . . 71 Inktpatronen Fotopatroon plaatsen . . . . . . . . . . . 52 Inktniveaugeheugen . . . . . . . . . . . . . 17 Inktniveau op de PC weergeven . . . 71 Inktniveau weergeven . . . . . . . . . . . 53 In de juiste positie zetten . . . . . 18, 55 Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . 7 Wisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Bijlage
Installatie Acrobat Reader. . . . . . . . . . . . . . . . 60 Afzonderlijke PC-toepassingen . . . . 61 Alle PC-toepassingen . . . . . . . . . . . 60 Companion Suite. . . . . . . . . . . . . . . 60 Documentenopvang . . . . . . . . . . . . 12 Documenten plaatsen . . . . . . . . . . . 14 Drivers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 DSL-verbinding . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Eerste installatie . . . . . . . . . . . . . . . 16 Enveloppen plaatsen . . . . . . . . . . . . 14 Extra apparatuur aansluiten . . . . . . 18 Fotopapier plaatsen. . . . . . . . . . . . . 13 Inhoud van de verpakking . . . . . . . . 12 ISDN-verbinding . . . . . . . . . . . . . . . 19 Multifunctioneel apparaat plaatsen 12 Netkabel aansluiten. . . . . . . . . . . . . 16 Papierstopper . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Papier plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Printmedia/Documenten positioneren 15 Printmedia plaatsen. . . . . . . . . . . . . 12 Sjablonen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . 14 Software . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Telefoonkabel aansluiten . . . . . . . . . 16 Transparante folies plaatsen . . . . . . 14 Instellen Aantal belsignalen . . . . . . . . . . . . . . 35 Belsignaalvolume . . . . . . . . . . . . . . . 35 Dag-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Faxontvangstmodus. . . . . . . . . . . . . 35 Land en taal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 MMS-aanbieder . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Nacht-modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Papierformaat op de PC . . . . . . . . . 69 Papierformaten . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Papiersoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 SMS-aanbieder. . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Timer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 DPOF-bestanden. . . . . . . . . . . . . . . 27 Draadloze netwerken . . . . . . . . . . . 58 Energiespaarmodus . . . . . . . . . . . . . 21 Extern antwoordapparaat . . . . . . . . 36 Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Fotoprinter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 ISDN-verbinding . . . . . . . . . . . . . . . 20 Kopieerinstellingen wijzigen . . . . . . 24 MMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Ontvangen van faxen. . . . . . . . . . . . 39 PABX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 PC-Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 PC-Printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 PC-SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 Printinstellingen op de PC . . . . . . . 69 SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Telefooncentrale . . . . . . . . . . . . . . . 20 Intoetsen Blokkeercode faxafdruk . . . . . . . . . 39 Buitenlijncode . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Contacten onder snelkeuzetoetsen 33 Datum en tijd . . . . . . . . . . . . . . 17, 20 E-mail adressen . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Groepen in de telefoongids . . . . . . 32 Groepen op de PC . . . . . . . . . . . . . 65 Nummer en naam . . . . . . . . . . . 16, 20 SMS-bericht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Speciale tekens . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Telefoongidscontacten . . . . . . . . . . 32 Telefoongidscontacten op de PC . . 64 In de juiste positie zetten Inktpatronen . . . . . . . . . . . . . . . 18, 55 IP-adres Draadloze netwerken . . . . . . . . . . . 59 ISDN-verbinding. . . . . . . . . . . . . . . 19, 20
J Journaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53, 66, 68 Printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
K Kaartlezer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Kiespauze Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Kiezen Land . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Taal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Kleurendisplay Contrast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Crystal 660 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Diashow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Kleurenkopieën Maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Kleurintensiteit Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Kopieën Maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Kopieerinstellingen Wijzigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Bijlage
Kopiëren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Aantal kopieën . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Crystal Image . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Detail vergroten . . . . . . . . . . . . . . . 23 Helderheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Kleurintensiteit . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Met fabriekinstellingen . . . . . . . . . . 23 Met speciale instellingen . . . . . . . . . 23 Op schaal brengen . . . . . . . . . . . . . 23 Papiersoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Resolutie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Verkleinen\\/Vergroten . . . . . . . . . . 23
L Laden Firmware-update. . . . . . . . . . . . . . . 71 Land Kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Leegmaken Berichtengeheugen . . . . . . . 39, 43, 48 Lettertoetsenveld Crystal 660 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Lezen Faxen op de PC. . . . . . . . . . . . . . . . 66 Fotobestanden. . . . . . . . . . . . . . . . . 27 MMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 SMS op de PC . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 Lijn overnemen Extra apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . 36 LINE-bus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8, 16 Luidspreker Handmatig verzenden van faxen . . . 37 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10
M Maken Kleurenkopieën . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Kopieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Zwart-wit kopieën . . . . . . . . . . . . . 23 Mededelings-SMS MMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 MENU Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Menu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Fotoprinter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Kopieerapparaat . . . . . . . . . . . . . . . 24 Menufuncties Afdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 79 Oproepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Meteen uitvoeren Opdrachten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 MF-Twain Scannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 MMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46, 80 Aanbieder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Aanmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Account . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Automatisch afdrukken . . . . . . . . . . 48 Automatisch ophalen . . . . . . . . . . . 48 Berichtsignalen . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Document plaatsen . . . . . . . . . . . . . 47 Formaatbeperkingen . . . . . . . . . . . . 47 Gegevensvolume . . . . . . . . . . . . . . . 46 Instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Internetadres. . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Lezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Mededelings-SMS. . . . . . . . . . . . . . . 47 Naar e-mail . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Naar telefoonnummer . . . . . . . . . . 47 Ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Password . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Rondzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Symbool op het display . . . . . . . . . . 11 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Transmissie annuleren . . . . . . . . . . . 47 Vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 46
N Naam Intoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16, 20 Nacht-modus Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Symbool op het display . . . . . . . . 9, 11 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Navigatietoets Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Netkabel Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Netwerk-ID Draadloze netwerken . . . . . . . . . . . 58
Netwerkbericht Printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Netwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Aanmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Draadloze netwerken . . . . . . . . . . . 57 Draadloze netwerken aanmaken . . 58 USB-aansluiting . . . . . . . . . . . . . 56, 57 Nummer Intoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16, 20 Nummerherhalingslijst. . . . . . . . . . . . . 21 Fax verzenden . . . . . . . . . . . . . . 37, 42 MMS verzenden. . . . . . . . . . . . . . . . 47 Symbool op het display . . . . . . . . . . 11 Text2Fax verzenden . . . . . . . . . . . . 50 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Nummers combineren. . . . . . . . . . . . . 34 Nummerweergave . . . . . . . . . . . . . . . . 21
O OBEX-protocol Bluetooth-transmissie . . . . . . . . . . . 27 Infrarood-transmissie . . . . . . . . 26, 27 OK Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 One Touch Scannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Ontvangen Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Fax op de PC. . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 MMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 SMS op de PC . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 Ontvangen van faxen . . . . . . . . . . . . . . 38 Afdrukken in veelvoud . . . . . . . . . . 39 Gesorteerd afdrukken . . . . . . . . . . 39 PC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Ontvangstbevestiging SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Opdrachten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Bewerken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Lijst printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Meteen uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . 53 Printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Wijzigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Wissen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Oplossen Printproblemen . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Slechte printkwaliteit . . . . . . . . . . . 53 Verticale strepen . . . . . . . . . . . . . . . 53 Opnieuw analyseren Fotobestanden. . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Oppervlak van het apparaat Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Oproepen Contacten onder snelkeuzetoetsen 33 Menufuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Opslaan Printinstellingen op de PC . . . . . . . 69 Opvragen Firmware-versie . . . . . . . . . . . . . . . 55 Overdragen Bluetooth. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 DPOF-bestanden. . . . . . . . . . . . . . . 27 Infrarood . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 PictBridge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Overzee . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
P PABX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Paneel Crystal 650 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Crystal 660 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Paper Port Deïnstalleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Scannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Capaciteit papiervak . . . . . . . . . . . . 13 Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Papierformaten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Op de PC instellen . . . . . . . . . . . . . 69 Papiersoort Fotoprinter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Papierstopper Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Papierstoring Verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Password Bluetooth. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 MMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 PAUZE Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10
PC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Companion-Adresboek. . . . . . . . . . 64 Companion-Director . . . . . . . . . . . 64 Fax-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Fax-profiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Fax-titelpagina . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Faxen lezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 Faxontvangst . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 Fax printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 Fax verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Foto-opslagmedia bewerken . . . . . . 30 Groepen bewerken . . . . . . . . . . . . . 65 Groepen intoetsen . . . . . . . . . . . . . 65 Groepen wissen . . . . . . . . . . . . . . . 65 Handleidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Inktpatronen-inktniveau weergeven 71 Kaartlezer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Ontvangen van faxen. . . . . . . . . . . . 39 Papierformaat instellen . . . . . . . . . . 69 Print-Help . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 Printinstellingen. . . . . . . . . . . . . . . . 69 Printinstellingen opslaan . . . . . . . . . 69 SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 SMS-instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . 68 SMS lezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 SMS ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . . 68 SMS printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 SMS verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . 80 Telefoongids. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Telefoongidscontacten bewerken . . 65 Telefoongidscontacten intoetsen . . 64 Telefoongidscontacten wissen. . . . . 65 Telefoongids gebruiken . . . . . . . . . . 65 Telefoongids importeren/exporteren 65 Telefoongids printen . . . . . . . . . . . . 65 Vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Photo Impression Deïnstalleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 PictBridge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Digitale camera . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Fotobestanden printen . . . . . . . . . . 29 Plaatsen Documenten . . . . . . . . . . . . 14, 37, 70 Enveloppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Foto-opslagmedia . . . . . . . . . . . . . . 25 Fotopapier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Fotopatroon . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Inktpatronen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Papier. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Plug’n’Print-kaart. . . . . . . . . . . . . . . 52 Printmedia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Sjablonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Transparante folies . . . . . . . . . . . . . 14 Plug’n’Print-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Printen Crystal Image . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 DPOF-bestanden. . . . . . . . . . . . . . . 27 Faxblokkering . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Fax van de PC . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 Fotobestanden. . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Fotobestanden via fotomenu . . . . . 28 Indexafdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Journaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Kopregel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Menufuncties . . . . . . . . . . . . . . . 20, 79 MMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Netwerkbericht. . . . . . . . . . . . . . . . 59 Opdrachten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Opdrachtenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . 54 PictBridge-fotobestanden . . . . . . . . 29 SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 SMS van de PC . . . . . . . . . . . . . . . . 68 Telefoongids. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Telefoongids op de PC . . . . . . . . . . 65 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Van de PC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 Printmedia Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Fotoprinter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Positioneren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Printproblemen Oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Profiel Scannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Q Quick help . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
85
R R Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Radiokanaal Draadloze netwerken . . . . . . . . . . . 58 Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Inktpatronen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Oppervlak van het apparaat . . . . . . 54 Scannerglas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Resolutie Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 40 Fax verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23, 80 Scannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Scannen op foto-opslagmedia . . . . . 30 Symbolen op het display . . . . . . . 9, 11 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Return-toets. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Rode ogen reductie . . . . . . . . . . . . . . . 22 DPOF-bestanden. . . . . . . . . . . . . . . 28 Fotobestanden printen . . . . . . . . . . 29 Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Rondzenden Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 MMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Text2Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10
S Scangebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Scannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 MF-Twain . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 One Touch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Op foto-opslagmedia . . . . . . . . . . . 29 Paper Port . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Profiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Resolutie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Scan To. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Scan To Scannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Selecteren Foto’s op het kleurendisplay . . . . . . 28 Fotobestanden. . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Land . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Taal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Server-client-verbinding . . . . . . . . . . . . 56 Service-Set-ID Draadloze netwerken . . . . . . . . . . . 58 Servicecodes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Sjablonen Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Sjabloon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Slechte printkwaliteit Oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 SMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42, 80 Aanbieder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Afzenderherkenning . . . . . . . . . . . . 44 Automatisch afdrukken . . . . . . . . . . 44 Berichtengeheugen . . . . . . . . . . . . . 42 Berichtengeheugen leegmaken . . . . 43 Berichtsignalen . . . . . . . . . . . . . . . . 45 CLIP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Gebruikersaccount . . . . . . . . . . . . . 43 Geldigheidsduur . . . . . . . . . . . . . . . 45 Instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Instellingen wijzigen. . . . . . . . . . . . . 44 Lezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 MMS-mededeling. . . . . . . . . . . . . . . 47 Naar e-mail adres . . . . . . . . . . . . . . 43 Naar fax. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Ontvangstbevestiging . . . . . . . . . . . 44 Op de PC aanmaken . . . . . . . . . . . . 67 Op de PC lezen. . . . . . . . . . . . . . . . 68 Op de PC ontvangen . . . . . . . . . . . 68 PC-instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . 68 PC-Profiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 Printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Subadres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Symbool op het display . . . . . . . . . . 11 Tekst intoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Van de PC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Van de PC printen. . . . . . . . . . . . . . 68 Van de PC verzenden . . . . . . . . . . . 67 Vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 42 Wissen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 SMS/MMS-ontvangst Extra apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . 18 Snelheid Faxtransmissie . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Ontvangen van faxen. . . . . . . . . . . . 41
86
Snelkeuzetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Contacten bewerken . . . . . . . . . . . 33 Contacten intoetsen . . . . . . . . . . . . 33 Contacten oproepen. . . . . . . . . . . . 33 Telefoongids. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 33 Snelzoeken Telefoongidscontacten . . . . . . . . . . 33 Software Deïnstalleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Spaties Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Speciale tekens Intoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Stand-by-Modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Start Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Steekplaatsen voor kaarten . . . . . . . . . 80 Stille faxontvangst . . . . . . . . . . . . . . . . 35 STOP Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Stroomvoorziening Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . 6 Subadres SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Subnet-masker Draadloze netwerken . . . . . . . . . . . 59 Symbolen Belpatroon. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 CLIP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Dag-\\/Nacht-modus . . . . . . . . . . . . 11 Faxschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Nummerherhalingslijst . . . . . . . . . . 11 Resolutie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 11 SMS\\/MMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Timer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
T Taal Kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . 80 Telefooncentrale . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Interne telefoonnummers . . . . . . . . 20 Telefoongids . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32, 80 Bericht verzenden . . . . . . . . . . . . . . 33 Contacten bewerken . . . . . . . . . . . 32 Contacten intoetsen . . . . . . . . . . . . 32 Contacten op de PC bewerken . . . 65 Contacten op de PC intoetsen. . . . 64 Contacten op de PC wissen . . . . . . 65 Contacten wissen . . . . . . . . . . . . . . 32 Contacten zoeken. . . . . . . . . . . . . . 33 Fax verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Groepen bewerken . . . . . . . . . . . . . 32 Groepen intoetsen . . . . . . . . . . . . . 32 Groepen op de PC intoetsen . . . . . 65 Groepen op de PC wissen . . . . . . . 65 Groepen wissen . . . . . . . . . . . . . . . 32 Importeren/Exporteren op de PC . 65 MMS verzenden. . . . . . . . . . . . . . . . 47 Nummers combineren . . . . . . . . . . 34 Op de PC gebruiken . . . . . . . . . . . . 65 PC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Printen vanaf de PC . . . . . . . . . . . . 65 SMS verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Snelkeuzetoetsen . . . . . . . . . . . . . . 33 Telefoongidsindex . . . . . . . . . . . . . . 32 Text2Fax verzenden . . . . . . . . . . . . 50 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Telefoonkabel Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Text2Fax. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Aanmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Rondzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 50 Tijd Intoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 20 Timer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Activeren/Deactiveren . . . . . . . . . . 35 Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Symbool op het display . . . . . . . . 9, 11 Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10 Tips & Trucs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Toetsenbordvergrendeling . . . . . . . . . . 54 Toetsentonen Activeren/Deactiveren . . . . . . . . . . 55 Toetsen op het paneel Crystal 650 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Crystal 660 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Transparante folies Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
U Uitgangsmodus. . . . . . . . . . . . . . 3, 20, 21 USB-aansluiting. . . . . . . . . . . . . . 8, 26, 30 Aanmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Netwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Stroombelasting . . . . . . . . . . . . . 7, 26
V Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . 6 Verbindingsmodus Draadloze netwerken . . . . . . . . . . . 59 Vereisten Draadloos netwerk . . . . . . . . . . . . . 56 Fotoprinter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 MMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 PC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Verhelpen Papierstoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Verklaring van Overeenstemming . . . . 88 Verkleinen\\/Vergroten Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Verticale strepen Oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Verwijderen Foto-opslagmedia . . . . . . . . . . . . . . 30 Verzenden Fax handmatig . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Fax later. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Fax van de PC . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Kleurenfax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 MMS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 46 MMS naar e-mail . . . . . . . . . . . . . . . 47 MMS naar telefoonnummer . . . . . . 47 SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 42 SMS naar e-mail. . . . . . . . . . . . . . . . 43 SMS naar fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 SMS naar gebruikersaccount. . . . . . 43 SMS naar subadres . . . . . . . . . . . . . 43 SMS van de PC . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Text2Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 50 Verzendrapport . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Zwart-wit fax . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Verzenden op afroep Faxberichten afroepen . . . . . . . . . . 40 Verzendrapport . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
W Weergeven Inktniveau inktpatronen . . . . . . . . . 53 WEP-codering Draadloze netwerken . . . . . . . . . . . 58 Wijzigen Fax-fabrieksinstellingen . . . . . . . . . . 40 Instellingen fotoprinter . . . . . . . . . . 31 Kopieerinstellingen . . . . . . . . . . . . . 24 MMS-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . 48 Opdrachten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 SMS-instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . 44 Wisselen Inktpatronen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Wissen Contacten op de PC . . . . . . . . . . . . 65 Groepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Groepen op de PC . . . . . . . . . . . . . 65 Opdrachten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Telefoongidscontacten . . . . . . . . . . 32
Z Zoeken Telefoongidscontacten . . . . . . . . . . 33 Zoom Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Zwart-wit kopieën Maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Bijlage
Klanteninformatie Omdat wij continu streven naar absoluut tevreden klanten, zijn al onze produkten heel eenvoudig in gebruik en uitermate betrouwbaar. Er kunnen echter altijd momenten zijn, waarop u hulp nodig heeft in verband met de werking of een correcte installatie van uw produkt. Indien u, na het lezen van de gebruiksaanwijzing, nog steeds hulp nodig heeft, kunt u altijd telefonisch contact opnemen met het Call Centre. Ons personeel bestaat uit goed getrainde specialisten, die er garant voor staan, dat u altijd de beste service voor uw produkt ontvangt.
Nederland Telefoon: Fax:
0900 - 767 67 60 0900 - 767 67 61
België Telefoon: Fax:
070 23 34 31 070 - 23 34 35
U mag alleen origineel PHILIPS verbruiksmateriaal gebruiken – scahade aan uw produkt veroorzaakt door ander, niet origineel verbruiksmateriaal valt niet onder de garantie. U kunt direct alle originele verbruiksmatrialen bestellen via onderstaand, gratis nummer of via onze website.
Nederland Telefoon:
0800 - 023 07 11
België Telefoon:
0800 - 485 88
Het CE-merk bevestigt dat het apparaat voldoet aan de betreffende richtlijnen van de Europese Unie. Verklaring van Overeenstemming (DoC) Hierbij verklaart SAGEM Communication Austria GmbH dat het toestel PHILIPS MFP 650 of MFP 660 in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG Bij deze verklaart SAGEM Communication Austria GmbH dat deze PHILIPS MFP 650 of MFP 660 voldoet aan de essentiële eisen en aan de overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. Bezoek onze website als u een afdruk van de DoC nodig hebt. Dit product is bestemd voor het gebruik op een analoog publiek telefoonnetwerk (PSTN) en voor het gebruik in het land dat op het typeplaatje van de verpakking staat aangegeven. Het gebruik in andere landen kan storingen veroorzaken. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het technische servicecenter in uw land. Mochten er tijdens het gebruik van uw apparaat problemen optreden, neem dan a.u.b. eerst contact op met uw vakhandelaar. De handleiding is gedrukt op chloorvrij gebleekt recyclingpapier. Hiermee wordt aan de hoogste standaards van de ecologische veiligheid voldaan. De gebruikte kartonnen verpakkingen en de verpakkingselementen van papier en karton kunnen als oud papier worden gedeponeerd. De plastic folies gooit u in de recyclingbak of in de restafvalbak, afhankelijk van de voorschriften in uw land. Het faxapparaat bevat talrijke materialen die hergebruikt kunnen worden. Informeer aan het einde van de levensduur van het apparaat a.u.b. naar de eisen in uw land met betrekking tot hergebruik van oude apparaten.
e-mail:
[email protected]
Deze handleiding is een document zonder verdragskarakter.
Internet:
www.fax.philips.com www.sagem.com
Vergissingen, drukfouten en wijzigingen voorbehouden
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe produkt!
Copyright © 2005 SAGEM Communication Austria GmbH
SAGEM SA Le Ponant de Paris 27, rue Leblanc 75512 PARIS CEDEX 15
251822725-B
NL/BE
(MFP 650/660)