Pedagogisch werkplan Kindercentrum Petteflet 2015
1
Voorwoord
Dit pedagogisch werkplan geeft enerzijds informatie en kan als werkinstrument dienen om ouders en nieuwe medewerkers inzicht te geven in onze manier van werken. Anderzijds is het een werkplan dat gebruikt kan worden om jaarlijks de pedagogische kwaliteit van Kindercentrum De Petteflet in kaart te brengen en te voorzien van de nodige acties. Deze acties hebben betrekking op de pedagogische kwaliteit en acties die samenwerking in de BSO, regio, wijk en met derden kunnen bevorderen. Op deze manier is het een plan dat jaarlijks bijgesteld kan worden. Wij zijn ons bewust van eventuele risico’s. Hiervoor gebruiken wij de risico inventarisaties voor Veiligheid en Gezondheid. De acties die daaruit voort komen zijn in te zien op de locaties en bij de managers. Het uniek zijn van ieder kind stelt Quadrant Kindercentra samen met de drie basisgedachten ruimte, respect en veiligheid centraal. Naast deze basisgedachten werken we ook aan de vier pedagogische doelen die ontleend zijn aan het model van Riksen- Walraven.
Team Kindercentrum De Petteflet en manager Annette Gelderblom Quadrant Kindercentra Cluster Korte Akkeren en Kort Haarlem Tel: 0182 – 525215 of M 06 41122053 Email:
[email protected] [email protected]
2
Inhoudsopgave
DEEL A: algemene pedagogische informatie
1. Voorbeelden van goede praktijk: werken aan de pedagogische doelen 2. Voorbeelden van goede praktijk: werken aan onze basisgedachten 3. Algemene informatie over De Petteflet
DEEL B: specifiek gedeelte van het pedagogisch werkplan per locatie
4. Werken aan emotionele veiligheid door indeling van stamgroepen 5. Dagritme 6. Groepsregels en tradities 7. Activiteitenplanning 2015
3
Deel A: algemene pedagogische informatie 1. Voorbeelden van goede praktijk: werken aan de pedagogische doelen Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid Een basisgevoel van veiligheid, in de brede zin van het woord. Emotionele veiligheid is de basis van elk handelen binnen de kinderopvang en daarbuiten. Vanuit emotionele veiligheid kan een positieve ontwikkeling van een persoon worden ingezet. Een onveilig gevoel staat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg. Voorbeelden • Ieder nieuw kind krijgt een mentor. Deze pedagogisch medewerker is degene die het kind voedt, naar bed brengt, verschoont en knuffelt. De mentor onderhoudt het contact met de ouders. Na enkele weken, als het kind gewend is, gaan ook andere pedagogisch medewerkers voor het kind zorgen. • We benoemen het gevoel van een kind. Daardoor voelt het zich gezien en gehoord en mag het zichzelf zijn. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie Brede persoonskenmerken zoals veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Onderzoeken, spelen en uitproberen zijn belangrijk voor kinderen om greep op de omgeving te krijgen. De inrichting van de ruimte, aanbod van materiaal en activiteiten, vaardigheden van de pedagogisch medewerkers en aanwezigheid van leeftijdsgenootjes dragen positief bij aan de persoonlijke ontwikkeling. Voorbeelden • Op de groep hebben we verschillende hoeken, die ook per thema kunnen veranderen. Er zijn ook hoeken waar slechts minimaal zicht is op de kinderen zodat kinderen zich ook zelfstandig en vrij kunnen voelen. Kinderen zijn binnen bepaalde waarden en normen vrij om te doen wat ze willen. • Als er een knutsel activiteit is, mogen kinderen hun eigen creaties maken. Er wordt niet of nauwelijks met voorbeelden gewerkt. Kinderen kunnen daardoor hun eigen fantasie ontwikkelen en trots zijn op hun eigen werk. Het ontdekken van het materiaal is hierbij een van de belangrijkste uitgangspunten. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie Een scala van sociale kennis en vaardigheden, zoals inleven in anderen, communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten oplossen en ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. Interactie met anderen, deel zijn van een groep en deelnemen aan groepsgebeurtenissen helpen het kind zijn sociale vaardigheden te ontwikkelen. De volwassene is belangrijk om de interacties tussen de kinderen te ondersteunen en waar nodig te begeleiden. Voorbeelden • We leren kinderen om voor zichzelf op te komen. We doen het voor en laten ze het nadoen. We leren de kinderen om naar elkaar te luisteren en te kijken: kijk hij kijkt boos, verdrietig, blij, bang. • Op de verticale groep troost een ouder kindje een baby die ligt te huilen in een wippertje. We geven zo’n kind dan een complimentje: Nina, wat ben je lief voor Dylan. Gelegenheid bieden om normen, waarden en de cultuur van een samenleving eigen te maken Kinderopvang is een samenleving waar verschillende normen, waarden en culturen elkaar ontmoeten. Volwassenen zijn belangrijk voor de morele ontwikkeling van kinderen in verband met het omgaan met verschillende mensen, normen en waarden en culturen. Van de manier waarop volwassenen reageren en met elkaar omgaan leren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders mogen zijn, van mogen en moeten. Voorbeelden • We houden rekening met eetgewoontes (bijvoorbeeld geen varkensvlees) • We plannen het zomerfeest niet in de ramadan. • We brengen kinderen beleefdheidsnormen bij: de pedagogisch medewerkers zeggen ‘alsjeblieft’ bij het uitdelen van brood en drinken, de kinderen zeggen dan makkelijk ‘dankjewel’. Iedereen zegt ’s morgens in de kring ‘goedemorgen’. We leren de kinderen om te vragen om een boterham “mag ik…”ipv “ik wil….”. 4
2. Voorbeelden van goede praktijk: werken aan onze basisgedachten Ruimte Kinderen hebben ruimte nodig om zich te kunnen ontwikkelen op hun eigen manier en tempo. Binnen Kindercentrum De Petteflet zorgen wij ervoor dat alle kinderen de ruimte krijgen die zij nodig hebben. Dit kun je zien in de inrichting van de ruimte. Door het creëren van hoeken zorgen wij ervoor dat ieder kind ergens terecht kan waar hij of zij behoefte aan heeft. Voorbeelden • We hebben een speelhuis waar niet meer dan twee kinderen tegelijkertijd in mogen spelen. Dat geeft rust, het is een afgebakende overzichtelijke ruimte. Kinderen spelen er graag. • We passen de ruimte aan naar de behoeften van de groep. Bij veel drukke jongens maken we veel hoeken voor jongens met auto’s, duplo en trein. We gaan op drukke dagen ook vaak met de kinderen naar buiten om ze uit te laten razen. Naast de fysieke ruimte, bieden wij het kind ook de ruimte om zijn eigen keuzen te maken. Kinderen krijgen de gelegenheid om hun verhalen en interesse met andere te delen. De ideeën en wensen van kinderen worden serieus genomen. Voorbeelden • Tijdens de kring mag iedereen wat vertellen. • Kinderen mogen mee doen met een activiteit, maar moeten niet. We stimuleren ze wel • Kinderen mogen zelf kiezen waar ze mee willen spelen en, indien veilig, ook zelf speelgoed pakken. Het speelgoed staat op kindhoogte. Respect Respect is een basisgedachte die constant terugkomt in alles wat wij doen. Wij leren kinderen omgaan met elkaar, met alles wat leeft in hun omgeving, met materialen en afspraken. De gevoelens van kinderen worden serieus genomen en ieder kind wordt geaccepteerd zoals hij/zij is. Pedagogisch medewerkers hebben een voorbeeldfunctie als het gaat om het overdragen van regels en omgangsnormen. Regelmatig worden de groepsregels besproken. De groepsregels bestaan nu nog voor een groot deel uit afspraken die gelden voor kinderen en pedagogisch medewerkers. De splitsing zal gedaan worden in een van de evaluaties die later in het jaar plaatsvinden. Ook in de sociale omgang van het kind speelt respect een belangrijke rol. Samen met de kinderen besteden wij aandacht aan conflicthantering en inleving in een ander. Voorbeelden • We leren de kinderen aan te geven wat ze wel of niet willen • Bij een conflict tussen kinderen begeleiden we de kinderen in het zoeken naar een oplossing en benoemen ook wat bepaald gedrag met een ander doet. Dat ontwikkelt het inlevingsvermogen. Veiligheid Wij creëren binnen Kindercentrum De Petteflet een veilige omgeving voor kinderen door maandelijks kritisch te kijken naar de ruimtes en door het uitvoeren van klussen. Hierbij kan gedacht worden aan de keuring van speeltoestellen, aanbrengen van “fingersafes” en andere nodige veiligheidaspecten. Voorbeelden • Er worden brandoefeningen gedaan. • Speelgoed dat kapot is, wordt gemaakt of weg gegooid Wij bieden ook emotionele veiligheid door met vaste pedagogisch medewerkers te werken en daarnaast bieden wij ook een herkenbare structuur met bekende dagritmes en afspraken over het gebruik van ruimtes en speelmateriaal. Voorbeeld • We hebben een wenschema voor nieuwe kinderen en passen deze aan aan de behoeften van het kind. • Als een kind moeite heeft met wennen, overleggen we met de ouders. Ieder kind is uniek Voorbeelden
5
• • •
Gevoelige kinderen benaderen we ‘tactvol’. We geven ze de ruimte zelf naar ons toe te komen. Spreken ze met zachte stem aan. Kinderen met een pittig karakter accepteren we tot op zekere hoogte, we zijn duidelijk in wat wel en niet mag. Kinderen van dezelfde leeftijd kunnen totaal verschillend zijn. We passen onze manier van werken daar op aan.
6
3. Algemene informatie over Kindercentrum De Petteflet Naam: Adres: Postcode: Plaats: Telefoonnummer:
Kindercentrum De Petteflet Lethmaetstraat 47 2802 KB Gouda 0182 – 525215
De locatie is geopend van maandag t/m vrijdag van 7.00 – 19.00 uur. In het kindercentrum worden de volgende diensten aangeboden: Aangeboden diensten • • • •
Dagopvang 0-4 jarigen en Qflexibel dagopvang 0 – 4 jaar Speelotheek Het Bulderbeest Voorschoolse opvang voor BSO De Westervriend (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag) Naschoolse opvang voor BSO de Westervriend op woensdag en vrijdag
Personeelsbezetting Wij hanteren binnen Quadrant Kindercentra de pedagogisch medewerker – kindratio zoals deze in de Wet Kinderopvang is omschreven. We streven ernaar om met vakanties, vrije dagen en ziekte van onze pedagogische medewerkers vaste invallers in te zetten vanuit onze flexpool. Kinderen en ouders komen hierdoor vaste medewerkers op de groep tegen. In de schoolvakanties worden de groepen van het kinderdagverblijf soms samengevoegd. Informatie hierover wordt gegeven op de groepen. Ondersteunend personeel Op de dinsdagen komt Astrid. Zij is cliënt van Gemiva. Onder begeleiding van Gemiva en een vaste pedagogisch medewerker van de Petteflet voert zij groepshulp taken uit. Achterwacht De manager is te bereiken op maandag, dinsdag, woensdagmorgen en vrijdag op wisselende dagen. Er is achterwacht van een van de collega managers op donderdagen en bij verlof en ziekte. Het bereikbaarheidsrooster hangt op het memobord in het kantoor zit voorin de map met de roosters als het gaat om vakantie achterwacht. Mentorschap Bij Kindercentrum de Petteflet werken wij met mentorschap. Dat betekent dat ieder kind een eigen mentor heeft en deze tevens aanspreekpunt is voor ouders tijdens het intakegesprek, de wenperiode en volggesprekken. De mentor begeleidt het kind de eerste weken op het kinderdagverblijf. Het kind wordt middels het kind volgsysteem door de mentor gevolgd. Op deze wijze brengen wij de ontwikkeling van kinderen in kaart. Daarnaast vindt er op vaste momenten informatie uitwisseling plaats tussen ouder en pedagogisch medewerker met het kind volgsysteem als leidraad. Het vierogenprincipe Naar aanleiding van een zedenzaak in Amsterdam heeft de commissie Gunning in haar rapport de term vierogenprincipe geïntroduceerd. Het vierogenprincipe betekent dat altijd iemand moet kunnen meekijken of meeluisteren en vormt de basis voor veiligheid in de kinderopvang. De ondernemer dient bij de invulling van het vierogenprincipe rekening te houden met de voorspelbaarheid, mogelijkheid en frequentie waarin een pedagogisch medewerker alleen op de groep of in het centrum is. Op de Petteflet wordt het vierogenprincipe als volgt toegepast: In de ochtenden wordt er van 7.00 uur en 8.00 uur samengevoegd op de Torteltuin. Van alle groepen zijn er pedagogisch medewerkers aanwezig. Vanaf 8.00 gaan alle kinderen met pedagogisch medewerkers terug naar de groepen. Tussen 8.00 en 9.00 uur en aan het einde van de dag van 16.30 – 18.00 wordt gewerkt volgens het open deuren principe. 2 groepen, de Torteltuin en Stampertjes zijn aan elkaar geschakeld door een verschoonruimte in het midden. Deze staat vaak open en ook door het glas in de ramen is er contact mogelijk. De kinderen worden opgevangen op hun eigen groep. 7
Pedagogisch medewerkers zijn op beide groepen aanwezig om de verantwoordelijkheid voor hun kinderen te dragen. Als het te onrustig wordt of de pedagogisch medewerker wil met een klein clubje kinderen een activiteit doen dan gaat zij terug naar haar eigen groep. Alle groepen starten met hun eigen dagprogramma om 9.00 uur als de tweede collega binnenkomt. Op vaste dagen (buiten de schoolvakanties om) zijn er ook stagiaires op sommige groepen aanwezig. De Torenkamer, die alleen open is op dinsdag, sluit aan bij het openen en sluiten op de Torteltuingroep. Op de Torenkamer groep is een camera geplaatst waarvan de Torteltuin beeld ontvangt als er besloten wordt om op de groep te blijven met de kinderen. Deze keuze wordt gemaakt om in alle rust de dag te beginnen of af te sluiten. Op woensdag is er slechts een groep open. Er is een hek in de deur van de Torteltuin geplaatst. De deur van de groep blijft open staan en schuin tegenover de ingang van deze groep is het kantoor. De clustermanager of een tweede pedagogisch medewerker is aanwezig van 7.00 – 9.00. Van 16.30 – 18.30 uur wordt er afgesloten met de pedagogisch medewerker van de BSO. (via camera of samen beneden) Tussen de middag, als de kinderen op bed liggen, zijn er afspraken over hoe we toezicht houden op de opblijvers en op de kinderen die liggen te slapen. Er is ondersteuning van babyfoons die ook aanstaan als medewerkers bij de kinderen zitten. Op de slaapkamers die niet grenzen aan de groepen is een babyfoon met camerafunctie opgehangen. Daarnaast gaan pedagogisch medewerkers minimaal om de 10 minuten kijken bij de kinderen die in bed liggen. Zij registeren dit op een daarvoor ontwikkeld formulier. Aan het einde van de dag, als de collega van de vroege dienst weggaat, is de collega van de late dienst in eerste instantie alleen. Zij biedt een activiteit aan om even het overzicht te hebben met de kinderen waar zij op dat moment nog zorg voor draagt. Er wordt gekeken naar de behoefte van de kinderen of er wel of niet wordt samengevoegd. De groepen liggen dicht naast elkaar en er zijn verbindingen die direct contact mogelijk maken. ( zoals ramen, deuren en gedeelde verschoonruimtes) of camera’s. De ouders lopen in en uit en op 2 van de 3 groepen zijn stagiaires op wisselende dagen aanwezig. Ook kan met meerdere groepen buiten of in de gang afgesloten worden. In de ochtend is de VSO pedagogisch medewerker ook in het pand van 7.00 – 8.30 uur. Op vrijdag morgen is hij, door middel van een camera, de tweede volwassenen die meekijkt en luistert voor de Torteltuin groep. Er wordt een actieve houding van alle pedagogisch medewerkers verwacht als het gaat om het uitvoeren van het vier ogen-orenbeleid voor alle groepen. (een actieve houding is regelmatig even om de hoek kijken en reageren op hulpvragen of extreme geluiden/stiltes) Daarnaast zijn de medewerkers samen verantwoordelijk voor de kinderen van de groep. Er wordt overlegd over de indeling van dag, het welbevinden van de kinderen en de manier waarop zij werken. Feedback geven op elkaars handelen hoort daar ook bij. Mentorschap Bij Kindercentrum de Petteflet werken wij met mentorschap. Dat betekent dat ieder kind een eigen mentor heeft en deze tevens aanspreekpunt is voor ouders tijdens het intakegesprek, de wenperiode en de 10-minuten gesprekken. De mentor begeleidt het kind de eerste weken op de groep. Bij baby’s proberen we de pedagogisch medewerker die het kind het meest ziet mentor te laten zijn en zeker de eerste 3 maanden het kind te laten verzorgen en de fles te laten geven. Alle pedagogisch medewerkers gaven aan dat dit een van de belangrijkste stappen is naar het bieden van emotioneel gehecht voelen en vanuit dit gevoel verder te gaan ontwikkelen. Net als op andere locaties wordt het kind middels het kind volgsysteem door de mentor gevolgd. Pedagogisch medewerkers die de mentor zijn houden de ontwikkeling van de kinderen in de gaten en doen de daarbij horende registratie Ouders worden uitgenodigd voor de gesprekken. Daarnaast vindt er op vaste momenten informatie uitwisseling plaats tussen ouder en pedagogisch medewerker met het kind volgsysteem als leidraad.
8
Wenbeleid Een nieuwe situatie vereist een zorgvuldige aanpak, zeker bij kinderen. Om de overgang van een thuissituatie naar de kinderopvang of tussen twee groepen zo soepel mogelijk te laten verlopen zijn er afspraken gemaakt over de manier van wennen. Het wennen begint bij het eerste contact met het kinderdagverblijf. De eerste kennismaking van ouders (en kind) is de rondleiding. De clustermanagers leidt de ouders rond in het kinderdagverblijf en laten hen het gebouw zien. Er wordt o.a verteld over de indeling van de groepen, verticaal, horizontaal, dagritmes, activiteiten, thematisch werken, openingstijden en er is aandacht voor de vragen van ouders. Een rondleiding kan voor ouders een eerste kennismaking zijn met een kinderdagverblijf. Het is soms moeilijk voor te stellen dat hun kindje straks hier komt spelen als je nog volop bezig bent met werken en de zwangerschap. Ook daar wordt bij stil gestaan. Extern wenbeleid Op de Petteflet is het eerste contact met de ouders telefonisch. Daar wordt een afspraak gemaakt voor een intakegesprek met de pedagogisch medewerker die mentor wordt van het te plaatsen kind. Afhankelijk van de tijd en de bezetting vindt dit gesprek plaats op de groep of op kantoor. Dit gesprek duurt ongeveer een half uur. In het gesprek wordt verteld over zaken als het wennen in het algemeen, de theorie achter het wennen en de opbouw. Daarnaast wordt er uitleg gegeven over het pedagogisch beleid en veel algemene onderwerpen zoals bijv.: ziek zijn, klachten, O.C, voedingsbeleid en te laat komen. Ouders krijgen informatie in de vorm van folders en kopieën mee. Ook zitten er bij deze informatie formulieren die thuis ingevuld kunnen worden en bij het eerste wenmoment weer mee genomen kunnen worden naar de Petteflet (inentingen formulier, toestemming uitstapjes, foto’s en kindgegevens) De pedagogisch medewerker van de groep vertelt verder in het intakegesprek over het reilen en zeilen van de groep en vraagt alles over het kind en de verwachtingen van de ouders. Er wordt aandacht besteed aan de gevoel dat ouders hebben om het kind naar het kinderdagverblijf te brengen en goed geluisterd naar de start die een kindje heeft doorgemaakt na de geboorte. De informatie van thuis is belangrijk om in te kunnen springen op de behoefte van de kinderen, zeker in de wenperiode. In deze periode willen we zo veel mogelijk aansluiten bij de situatie van thuis als het gaat om ritme. Aan het einde van het gesprek lopen we de wenperiode nog even na en de afspraken die daarvoor gemaakt zijn. Ouders kunnen, als zij dit willen, even een kijkje nemen op de groep. Het wennen begint bij de aanvang van de ingangsdatum van het contract. Hoewel dit vermeld staat blijft het altijd een aandachtspunt om nog eens extra te benoemen. Komt een kind 2 of meerdere dagen dan wordt het wennen ingepland op de dagen dat het kind geplaatst wordt. De opbouw gebeurt is 4 wenmomenten. 1e
bezoek - maximaal 2 uur waarvan een deel mét en een deel zonder ouders e 2 bezoek - +/- 4 uur, inclusief het eten, het kind blijft zonder ouders e 3 bezoek - +/- 6 uur, inclusief het slapen, evaluatiemoment over het wennen e 4 bezoek - eerste hele dag Met de aanduiding eerste hele dag bedoelen we een dag van +/- 8 uur. De ouder wordt gevraagd/ verzocht om het kind vóór 16.30 uur op te halen. Het kind ziet op deze manier niet eerst alle andere ouders komen en er voldoende tijd voor een overdracht omdat beide teamleden nog op de groep zijn. In het belang van het kind kan van dit schema worden afgeweken. Wanneer het wennen korter of langer duurt dan 2 weken, dan heeft dat geen invloed op de kosten die volgens het contract in rekening worden gebracht. Het wennen voor eendagskinderen verloopt iets anders. De opbouw gaat iets sneller maar vraagt iets extra’s van de ouders in de vorm van bereikbaar zijn als het kind de opvang nog lastig vindt.
e
1 bezoek - +/- 2 uur waarvan een deel met en een deel zonder ouders e 2 bezoek - +/- 4 uur tot 1 volledig dagdeel inclusief het eten, het kind blijft zonder ouders
9
e
3 bezoek – eerste hele dag, Het zou fijn zijn als ouders bereikbaar zijn, mocht het wennen “problemen” opleveren. e 4 bezoek - het kind draait volledig mee.
Intern wennen Binnen Kindercentrum de Petteflet maken kinderen soms de overstap van de ene verticale groep naar de andere. Soms gebeurt dit op verzoek van ouders of bij verandering van samenstelling van de groepen. Dit valt onder intern wennen. Samen met de ouders wordt afgesproken op welke manier het kind gaat wennen op de nieuwe groep. Dit kan intern begeleidt worden door de pedagogisch medewerkers. Het kinddossier wordt overgedragen aan de nieuwe mentor. Mocht een kind van locatie wijzigingen dan worden ook de afspraken voor het wennen met de ouders besproken. De oude en nieuwe mentor hebben contact met elkaar voor de overdracht van het kinddossier. N.B oude en nieuwe mentor moeten zorgen dat de papierenoverdracht op de nieuwe locatie ligt bij de start. Evaluatie van het wennen – het 3-maanden-gesprek Als het kind ongeveer 3 maanden het kinderdagverblijf bezoekt volgt er een gesprek Het gesprek wordt door de mentor van het kind voorbereid door vooraf F 4.5.1.3 Evaluatie wennen in te vullen. Mocht de drie maanden evaluatie ongeveer gelijk vallen met de gesprekken die je doet volgens het K.V.S. dan wordt er met ouders overlegd dit samen te voegen. Ruilen en extra dagen De Petteflet biedt haar klanten de mogelijkheid om een aantal niet genoten opvangdagen kosteloos op een andere dag af te nemen. Dit wordt het ruilen van dagen genoemd. Ook is het mogelijk om extra opvangdagen af te nemen. Algemeen Het ruilen van dagen of extra dagen is aan een aantal regels gebonden: • •
Ruilen is mogelijk als de wisseling binnen 4 weken voor en 4 weken na de ruildag plaatsvindt. Ruilen kan alleen bij identieke diensten. De dienst kan uitsluitend geruild worden voor dezelfde dienst, dus ochtend voor een ochtend, middag voor een middag en niet een reguliere dag voor een vakantiedag.
•
De pedagogisch medewerkers noteren in de agenda iedere afwezige dag en de geruilde dag. Noteer in de agenda bij de afwezig-dag tegen welke dag deze is geruild. Op de aanwezigheidsregistratie kun je deze ruil vermelden met de R.
Voorwaarden • •
• • •
Algemeen erkende feestdagen behoren niet tot de dagen, die geruild kunnen worden. Ruilen van dagen is mogelijk op de eigen groep van het kind. Wanneer er geen plek is op de eigen groep van het kind en de ouder opvang wil in een andere stamgroep of locatie, dan moet de ouder hiervoor schriftelijk toestemming geven. Door het ruilen of extra opvang mag de ratio niet de wettelijke minimumgrens overschrijden. Deze is gekoppeld aan het aantal kinderen, de leeftijd van de aanwezige kinderen en ingezette pedagogisch medewerkers. Voor kdv: Check op www.1ratio.nl De pedagogisch medewerker geeft binnen 2 dagen uitsluitsel over de mogelijkheid tot ruilen. Op de Petteflet kan dit iets langer duren omdat er gewacht moet worden op het rooster van de Q flexibel kinderen.
10
• •
De manager beslist over eventuele afwijking van bovenstaande regels. Voor KDV geldt dat de aanvraag tot ruilen of extra opvang in de vakantieperiode alleen gehonoreerd kan worden als de van tevoren gemaakte roosters dit toelaten.
Afspraken voor de doorgaande ontwikkeling van het kind Als een kind drie maanden op de Petteflet is, vullen de pedagogisch medewerkers een evaluatie formulier in. Deze evaluatie wordt besproken met de ouders. Ieder half jaar wordt er een observatie Welbevinden uitgevoerd en wordt het KindVolgSysteem ingevuld. Het eerste formulier is vooral gericht op het welbevinden van het kind in de groep. Het tweede observeert en beschrijft de ontwikkeling van het kind. Als het kind doorstroomt van de Petteflet naar een ander kdv vullen de pedagogisch medewerkers het overgangsformulier kdv-kdv in. Hetzelfde geldt voor doorstroming van kdv naar bso. Als het kind doorstroomt naar de basisschool vullen de pedagogisch medewerkers een overdrachtsformulier in. In het eindgesprek met ouders wordt dit besproken. De ouders krijgen het formulier mee en bepalen zelf of ze het aan de basisschool geven. Er zijn contacten met het consultatiebureau. Dit jaar zijn de wijkverpleegkundigen langs gekomen om met de pedagogisch medewerkers en de locatie kennis te maken. We hebben informatiefolders en contact gegevens uit gewisseld. Mocht het nodig zijn dan weten we elkaar makkelijker te vinden. De fysieke omgeving Het aanbod van spel en speelmateriaal, zowel binnen als buiten, nodigt het kind uit tot spelen, ontdekken of rustig samen / alleen te zijn. Naar gelang de ontwikkeling kan het kind uitdaging vinden in de verschillende ruimtes. Voorwaarde is wel dat het kind zelf aangeeft wanneer hij/zij deze stap maakt. De rol van de pegagogisch medewerker is het kind te begeleiden naar zijn/ haar volgende stap in deze ontwikkeling. De basisgroep van de kinderen moet veilig, herkenbaar en vertrouwd zijn. Een omgeving waar het kind op terug kan vallen om van daaruit de volgende stap te zetten in zijn/ haar eigen ontwikkelingsbehoefte. In de binnenruimte zijn er verschillende hoeken gecreëerd om te spelen, zoals een bouwhoek, een leeshoek, een keukenhoek. In de buitenruimte beschikken wij over een grote zandbak, een grasveld met een speeltoestel en een grasveld onder een boom. Verder is het plein belegd met tegels. Er is een schuur met fietsen en ander buitenspeelgoed. Er staat een picknicktafel en twee houten banken. De kinderen hebben veel ruimte om te fietsen, te hollen, in de zandbak te spelen of lekker op de bank te zitten kijken. Alle groepen op de begane grond hebben via een trapje, rechtstreeks toegang tot de buitenruimte. Activiteitenaanbod Wij bieden verschillende activiteiten aan: structurele, dagelijkse en incidentele activiteiten. Het dagelijks terugkerende activiteitenaanbod bestaat uit: liedje zingen aan tafel (voor het fruit, of de broodmaaltijd) liedje zingen na afloop bij het handen wassen; voorlezen; buitenspelen; vrij spelen binnen. Er is een activiteitenaanbod op de Petteflet die voorziet vanuit VVE basisprincipes. Bij ieder thema wordt een vast liedje en een boekje aangeboden. Activiteiten die worden aangeboden zijn gericht op de verschillende ontwikkelingsgebieden en ook de aankleding wordt aangepast aan het thema. Denk aan themahoekje. Informatie over de thema’s voor de ouders hangt op de ingangsdeur naar de groepen toe. Op elke groep hangt per week een overzicht van welke activiteiten er per dag gedaan worden. Groene Opvang 2014 was het Jaar van de Groene opvang. Binnen de Petteflet is er aandacht besteed aan tuinieren, zowel binnen als buiten. Samen met de kinderen is er gezaaid, verpot, water gegeven en uiteindelijk geoogst. Hierdoor kon er tijdens de lunch gegeten worden van zelf gekweekte tomaatjes. Daarnaast is er een Modderfeest gehouden. De kinderen konden die dag buiten spelen met modder en zand. Groene opvang zal ook in 2015 een rol spelen binnen de Petteflet. Met de inrichting van de nieuwe buitenruimte zal er met beplanting en spelmogelijkheden zeker weer een slag geslagen worden met de aandacht op groene opvang.
11
Het speelmateriaal dat wij aanbieden Wij bieden voldoende en afwisselend spelmateriaal aan. In de groepsruimte zijn kasten met daarin het spel - en speelmateriaal. Cognitieve ontwikkeling: boeken, blokken, Duplo, Nopper en puzzels. Fantasie ontwikkeling: verkleedkleding, poppenhoek met kookspullen, poppen, knuffels, dieren, garage, auto’s en ‘echt’ materiaal zoals lege shampooflessen, verpakkingen. Sociale ontwikkeling: spelletjes. Emotionele ontwikkeling: zachte kussens en terugtrek plekjes Creatieve ontwikkeling: klei, verf, papier, kralen, kleurplaten en nog veel meer. Motorische ontwikkeling: steppen, fietsjes, verschillende soorten ballen, grote speelkussens.
12
Deel B: specifiek gedeelte van het pedagogisch werkplan per locatie 4. Werken aan emotionele veiligheid door indeling van stamgroepen De pedagogisch medewerkers zijn op vaste dagen op de groep aanwezig. Kinderen en hun ouders weten dus op welke dagen welke pedagogisch medewerker aanwezig is. Dat is belangrijk voor het gevoel van veiligheid van de kinderen. De pedagogisch medewerkers zijn verschillende persoonlijkheden, ieder met hun eigen kwaliteiten. Kinderen leren daardoor dat mensen verschillen van elkaar en de verschillende pedagogisch medewerkers ook verschillende dingen te bieden hebben. Bij de een kun je heerlijk op schoot zitten, met de ander kun je lekker buiten ravotten. Het belangrijkste is dat de kinderen zich bij alle volwassenen op de groep veilig voelen. Op de muur of de deur van de groepsruimtes hangen foto’s van de kinderen met hun naam er onder. Kinderen zien dus dat ze een plekje hebben in de groep wat hen een gevoel van welkom en van ‘erbij horen’ geeft. Ook kan de pedagogisch medewerker de foto’s gebruiken om te bespreken met de kinderen wie er zijn en wie er niet zijn en waarom. Dat bevordert het groepsgevoel van de kinderen: “ik word niet vergeten als ik er niet ben. “ Alle kinderen hebben een mentor. De mentor heeft vooral een belangrijke rol bij het wennen van een kind. Zij is degene die de eerste paar weken het kind verzorgt. Dat zorgt voor een goede hechtingsrelatie tussen kind en 1 volwassene. De pedagogisch medewerker leert het kind goed kennen en kan dus goed inspelen op de behoeften van het kind. Het kind zal zich daardoor snel veilig voelen op de groep. Als het kind gewend is, wordt het kind ook door andere pedagogisch medewerkers verzorgd. De mentor blijft degene die de ontwikkeling van het kind volgt en documenteert. Zij heeft ook regelmatig een gesprekje met de ouders over de voortgang van het kind. Voor ouders is dit systeem van mentorschap prettig omdat ze een vast aanspreekpunt hebben en weten dat er 1 iemand extra op hun kind let. De ochtend begint met samen wat eten en drinken aan tafel. De pedagogisch medewerker nodigt de kinderen uit om te vertellen over wat hen bezig houdt. Is er kermis in de stad, dan gaat het gesprek daarover, is er een kind bij oma op bezoek geweest, dan gaat de pedagogisch medewerker daar op in en nodigt de andere kinderen uit ook over oma te vertellen. Zo worden de kinderen uitgenodigd hun ervaringen met elkaar te delen, te luisteren naar elkaar en zich in te leven in de ander. Op de groepen wordt In de kring ook het boek voorgelezen dat hoort bij het thema. In deze kring worden ook liedjes gezongen met elkaar. Samen luisteren naar een verhaal en samen zingen is een plezierige ervaring voor kinderen. Dit versterkt het groepsgevoel en daardoor de emotionele veiligheid van de kinderen. Ook tussen de middag wordt er op de eigen groep samen een boterham gegeten. De pedagogisch medewerkers helpen de kinderen waar nodig met het smeren en/of opeten van een boterham. Er is rust aan tafel. De pedagogisch medewerkers richten hun aandacht op de kinderen en gaan in op de dingen die door de kinderen worden gezegd of verteld. Kinderen kunnen in rust eten en voelen zich gehoord en gezien als ze contact maken met de pedagogisch medewerker of met elkaar. Er zijn duidelijke afspraken in de groep (zie de informatie over afspraken en regels). Daardoor kennen de kinderen de grenzen die gesteld worden op het kinderdagverblijf. De regels zijn gemaakt om zowel de fysieke als de emotionele veiligheid van kinderen te waarborgen. De pedagogisch medewerkers vertellen de regels en leggen deze uit aan de kinderen. Kinderen leren om rekening te houden met elkaar, zorg te dragen voor anderen, de ruimte en de spullen in de ruimte. De dag heeft een vaste structuur. Kinderen weten hoe de dag gaat verlopen en wat er op welk tijdstip van hen wordt verwacht. Ook dit draagt bij aan het gevoel van emotionele veiligheid. De kinderen die spelen tijdens hun dag op de Petteflet, hebben een vast bedje waar ze in slapen. Ze mogen een knuffel en een speen mee naar bed nemen. Ieder kind wordt lekker ingestopt en welterusten gewenst. Voor de kinderen die nog moeten wennen aan slapen op het kinderdagverblijf wordt alle tijd genomen. Als een kind het moeilijk vindt om in een bedje te slapen, dan proberen we de box of een wandelwagen. Soms valt een kind in slaap op schoot en wordt dan voorzichtig over getild naar een bedje. 13
Omdat de Petteflet een kleine vestiging is met een klein en hecht team, kennen alle pedagogisch medewerkers alle kinderen en andersom. Dat zorgt er voor dat kinderen graag ook eens “bij de buren” spelen. Er is een goed contact met de ouders. Pedagogisch medewerkers investeren hier veel tijd in. Ouders dragen vol vertrouwen hun kind over aan de pedagogisch medewerkers. Kinderen voelen dat en ook dat komt hun gevoel van emotionele veiligheid ten goede. De mondelinge overdracht naar de ouders wordt aan het einde van de dag ook uitgebreid gedaan. Het team hecht hier veel waarde aan. Door de samenvoeging van de groepen op de woensdag komen de kinderen soms in twee stamgroepen. Ouders worden ingelicht over deze samenvoeging bij de rondleiding en het intake gesprek. In het aanbod dat zij toegestuurd krijgen staat nogmaals vernoemd dat het kind gebruik gaat maken van twee stamgroepen. De mentor is degene die het kind het meeste ziet van de dagen dat hij/zij gebruik maakt van de opvang. Bijvoorbeeld: een kind bezoekt de Petteflet 3 dagen. Maandag woensdag en donderdag. Op maandag en donderdag is de stamgroep de Stampertjes. Op woensdag voegen alle kinderen samen op de Torteltuin. De mentor is de vaste pedagogisch medewerker van de Stampertjesgroep. In de werkoverleggen (6 keer per jaar) worden alle kinderen besproken en bijzonderheden worden doorgegeven aan de ouders en aan de mentor als deze zich voordoen. Qflexibel Binnen Kindercentrum de Petteflet wordt er naast de reguliere opvang ook flexibele opvang geboden. Deze opvang wordt op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag aangeboden op alle groepen. De flexibele opvang vindt plaats op werkdagen tussen 7.00 uur en 19.00 uur. Ouders hebben de mogelijkheid om op wisselende dagen en wisselende tijden opvang af te nemen voor hun kind(eren). De ouder koopt een aantal Q-uren per kalenderjaar in. De ouder krijgt een contract met daarin het aantal ingekochte Q-uren en de daarbij behorende prijs. Deze Q-uren zijn te plannen in onderstaande Q-blokken. In het contract wordt het volgende voorbehoud opgenomen: Er geldt een maximaal aantal kinderen binnen de Q-blokken. Voor Q-flexibel zijn de Algemene Voorwaarden van Quadrant van kracht. De Q-blokken zijn:
7.00 - 13.00 uur 6 uur 9.00 - 13.00 uur 4 uur 13.00 - 16.00 uur 3 uur 13.00 - 18.00 uur 3 uur 15.00 - 19.00 uur 4 uur 13.00 - 19.00 uur 6 uur
De Q-blokken mogen aaneengesloten afgenomen worden. Tijdens de Q-blokken die om 19.00 uur eindigen is het mogelijk een maaltijd voor de kinderen te verzorgen. De planning wordt via onze website door de ouder zelf gedaan. Een Q-blok kan tot 5 werkdagen voor aanvang gepland worden. Het geplande Q-blok kan tot 10 werkdagen voor aanvang geannuleerd worden. De geplande uren worden dan niet in mindering gebracht op het aantal ingekochte Q-uren. Is de annulering later dan brengt Quadrant het blok wel in mindering op het aantal ingekochte Q-uren. Plaatsingsverzoeken van ouders korter dan 5 werkdagen worden door de afdeling Planning & Plaatsing afgehandeld. Emotionele veiligheid binnen flexibele opvang Een goed dagritme en groepssamenstelling komen tegemoet aan de basisbehoeften van de kinderen. Beide zijn belangrijke voorwaarden voor veiligheid, welzijn en leren van de kinderen. Eind maart is de Q flexibel opvang geëvalueerd met de teamleden. Er is besloten om van de Torteltuin de opvang groep te maken voor Q flexibel. Op deze groep worden 10 reguliere kinderen geplaatst en de 2 plaatsen die over zijn worden ingevuld door Q flexibel kinderen. Op dinsdag is er extra plek voor Q flexibel kinderen die alleen de donderdag afnemen. Deze groep is ook alleen op dinsdag open. Alle teamleden hebben ervaren dat Q flexibel kinderen het beste functioneren in een groep waar de dagstructuur en regels al door een vaste groep wordt gevormd. 14
5. Dagritme verticale groepen Petteflet 7.30-9.30
Brengen van de kinderen. Overdracht ouder- pedagogisch medewerker
9.30
Samen wat eten en drinken
9.50
Vrij spelen, binnen of buiten. Activiteit
11.30
Samen aan tafel voor een boterham
12.30
De kinderen die slapen gaan naar bed
15.00
Samen aan tafel wat eten en drinken
16.30-18.00
Ophalen van de kinderen. Overdracht pedagogisch medewerker - ouder
Toelichting op het dagritme “s Morgens tussen 7:30 – 9:30 komen de kinderen binnen (voor Q-flexible kinderen gelden eigen tijden). Ouders doen hun overdacht naar de pm’er* van de groep over eventuele bijzonderheden en leuke weetjes over hun kind(eren). Om goede pedagogische kwaliteit te bieden, alle tijd voor de ouders te hebben en daarna alle tijd en rust voor de kinderen te hebben, vragen wij u om de kinderen zeker voor 9:30 uur te brengen. Dit is een duidelijke start van de dag. Iedereen is binnen, we gaan opruimen en het vaste programma gaat beginnen. Mocht u dit een keer niet gaan lukken dan vinden wij het fijn om daarover geïnformeerd te worden. Alleen of samen met een pedagogisch medewerkers nemen de kinderen afscheid van hun ouders/verzorgers, dit mag het kind zelf beslissen. Daarna mogen ze lekker vrij spelen of aan tafel bijvoorbeeld een puzzel maken. Rond half 10 gaan we met de kinderen aan tafel, we zingen een liedje, lezen een boekje voor of hebben een gesprekje met de kinderen. De invulling verschilt per dag want wordt afgestemd op het thema. Op de dag zelf bieden we de kinderen verschillende activiteiten aan, we hebben veel divers spelmateriaal zoals bouwmateriaal, een huishoek, puzzels en boekjes. Voor elke leeftijd is er voldoende speelmateriaal. Voor de grootste kinderen is er daarnaast ook nog een kast met extra uitdagender en klein speelmateriaal. We werken met thema’s die gemiddeld 4 tot 6 weken duren, op de hal deur en de groepsdeuren vind u hier meer informatie over. Binnen deze thema’s bieden wij diverse activiteiten aan die verschillende ontwikkelingen stimuleren. We proberen elke dag minstens één keer met de kinderen naar buiten te gaan, ook met slecht weer. De Petteflet heeft een aantal regenjassen en laarzen zodat we met z’n allen in de plassen kunnen stampen! Ook de aller kleinste nemen we met mooi weer mee naar buiten. Ze kunnen in een kinderwagen van alle spelende kinderen genieten of vanaf een babykleed. Buiten kunnen de kinderen heerlijk op de tegels fietsen en van de glijbaan afglijden. Wij leren de kinderen dat de glijbaan naar beneden gaat en de trap omhoog. De zandbak gaat ook regelmatig open en is het zand te droog om wat moois te bouwen, dan doen we er een emmer water in. Bij erg slecht weer is er gelegenheid om op de gang te spelen met de binnenzandbak en de motoren, mits er geen kinderen slapen. In de hal hebben we een ballenbak en klimkussen die we ook met veel plezier gebruiken. Er is ook altijd tijd om wat te vieren. Een verjaardag, een broertje of zusje gekregen en natuurlijk afscheidsfeestje worden gevierd. We horen graag wanneer u dit zou willen doen (dag graag overleggen) en voor traktatie ideeën hebben we ons traktatiebeleid. Dit is uiteraard niet verplicht. Iedere groep heeft haar eigen tradities om een feestje te vieren. Als ouders(s) een fotocamera meegeven dan worden er wat foto’s gemaakt van het feestje. Na elk eet moment is er het plasmoment, dan gaan we verschonen en plassen. Kinderen met een luier wordt gevraagd of ze even op de wc willen zitten. Zo nemen we de kinderen mee in het voorbereiden op de zindelijkheid. Lukt het plassen niet? Dan gaan we het later nog een keer 15
proberen. Kinderen die al helemaal zindelijk zijn doen alle handelingen zelf en we helpen ze als er iets niet lukt. Op de groep wordt na het plassen de handen gewassen. Tijdens het verschonen van de baby’s vertellen we altijd wat we gaan doen. “Ik doe je benen omhoog en de luier uit!” We hebben vier keer per dag een eetmoment, s’ morgens 9:30 fruit en diksap, tussen de middag 11:30 brood met melk, 15:30 diksap met een koekje en rond 17:00-17:30 sap met een soepstengel. Het is altijd erg gezellig aan tafel, we zingen vaak een liedje voor het eten ( zoals eet maar smakelijk voor de lunch) en wie het nodig heeft of wil krijgt een slab om. We stimuleren de kinderen het geboden eten en drinken op te eten, maar hebben ze geen trek dan is dit niet verplicht. We geven bij het halen aan de ouders door als hun kind minder goed gegeten of gedronken heeft. Naast deze vaste eet momenten hebben de baby’s hun eigen drink momenten. We gaan gezellig met hun op de bank zitten en nemen de tijd voor het geven van de fles. Ook bij hen geldt dat we ze de fles niet opdringen en aan ouders doorgeven hoeveel er gedronken is bij de mondelinge overdracht of via schriftje. De meeste kinderen gaan na de lunch (12:30-13:00) een middagdutje doen. We kleden gezamenlijk de kinderen uit en alle kinderen krijgen een mandje om hun spullen in te doen. Ieder kind heeft zijn/haar eigen bedje. De bedjes worden wekelijks verschoond en de matrassen gelucht. De baby’s e hebben ook hun eigen bedje en hebben allen hun eigen slaapritme. Ook hebben zij tot hun 1 levensjaar een eigen mandje in de badkamer, daarna vragen wij de ouders om een tas aan de kapstok te hangen met daarin extra kleding en eventuele knuffel en/of speen. Met al die spelende kinderen binnen en buiten gebeuren er wel eens ongelukjes. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen hebben we regels die we de kinderen leren. Zo rennen we buiten en niet binnen. Klimmen we niet over de rugleuning van de bank of over het babyhekje. We zitten op een stoel op onze billen en niet bovenop tafel. Fietsen we zonder scheppen aan ons stuur en klimmen we niet op het dak van de glijbaan. Mocht er nu toch iets gebeuren hebben al onze pedagogisch medewerkers een diploma kinder- EHBO en zijn er enkele mensen opgeleid tot BHV’er. Waar kinderen spelen wordt het vies! Elke dag komt er een schoonmaak bedrijf onze vloeren en toiletjes, etc. schoon maken. Daarnaast maken de pedagogisch medewerkers zelf ook het één en ander schoon, hier zijn speciale schoonmaakschema’s voor. Kinderen mogen niet in de badkamer spelen want die is alleen voor het plassen en verschonen. Heeft u nog vragen? Kom dan gerust bij één van ons langs. Team de Petteflet
16
6. Groepsregels en tradities alle groepen Petteflet (deze wordt gebruikt om flexers en nieuwe medewerkers in te werken) 1) Halen en brengen • • • •
• •
Kinderen worden voor 9.30 gebracht, als zij er dan niet zijn bellen wij (uiterlijk 10.00 uur) de ouders. Kinderen duidelijk afscheid laten nemen van ouders, zodat het kind weet dat de ouder weg is. Met meegebracht speelgoed mag iedereen spelen, anders gaat het in het mandje of bij de kapstok. Eventueel meegebrachte medicijnen, duidelijk met de naam van het kind erop en de dosering, in het mandje op de bovenste plank in de nis òf in de koelkast. Voor de medicijnen wordt een formulier ingevuld en ondertekend, wat in de werkmap te vinden is. ’s Morgens wordt er door de pedagogisch medewerkers bijzonderheden in de agenda genoteerd.(ook van de groep waarmee wordt samengevoegd) Alle kinderen worden in de werkmap op de aanwezigheidsregistratie genoteerd en het label met hun naam wordt aan de aanwezigheidsring gedaan.
2) Vrij spelen • • •
• • • • • • •
De stoelen, klein en groot, en de bank zijn om op te zitten. De maxi-swing is voor de kleinste baby’s en geen speelgoed voor de “grote kinderen”. Zo ook de maxi-cosy’s. Voor de kleinste baby’s is er op het stuk vloerbedekking een hekje geplaatst, waar ze veilig achter kunnen spelen. De grotere kinderen spelen aan de andere kant op de groep. Er komt geen rijdend materiaal op de vloerbedekking. Als het hekdeurtje dicht zit, mogen kinderen het hekdeurtje niet open en dicht doen. Dit doen de pedagogisch medewerkers. Speelgoed is om mee te spelen, gooien mag met de zachte ballen. Wij leren de kinderen te wachten tot de ander klaar is ermee te spelen, of iets anders te pakken. Probeer te praten met de ander, i.p.v. te slaan of te huilen. Kinderen worden in deze communicatie ondersteund door de pedagogisch medewerkers. Kinderen leren wij alert te zijn op het spelen met klein materiaal. Dit bieden we aan op de tijden dat de baby’s slapen of in een andere ruimte als activiteit (open deuren) Scherp of kapot speelgoed gooien we weg. Rennen proberen we zoveel mogelijk buiten te doen.
3) Het aanbieden van activiteiten • • • •
Wanneer een kind op welke manier dan ook aangeeft niet te willen, zullen wij het niet dwingen, we stimuleren wel. Creatieve activiteiten zijn bedoeld ter ontdekking van materialen, zich uitleven. Resultaat is niet belangrijk. Er wordt voor vader- en moederdag geknutseld door kinderen vanaf 1 jaar. Spullen (knutselwerkjes en brieven) blijven drie weken aan de knijper hangen, daarna gooien wij het weg.
4) Buiten spelen • • •
Het net op de zandbak dient als bescherming en het is dus niet om over heen te lopen, ook voorkomen we daarmee een grote kans op beschadiging. Kinderen wordt aangeleerd geen speelgoed van anderen af te pakken, beter is het te wachten tot de ander ermee klaar is, of iets anders zoeken. Probeer te praten met de ander, i.p.v. te slaan of te huilen. Kinderen worden in deze communicatie ondersteund door de pedagogisch medewerkers.
17
•
Na het buitenspelen altijd schoenen uit (eerst weer schoonmaken), handen en gezicht wassen.
5) Verschonen / toiletgang • •
•
• • • •
Als een kind op welke manier dan ook aangeeft op het potje / toilet te willen mogen ze dit. De Torteltuin deelt de verschoonruimte met De Stampertjes, De Torteltuin gebruikt het rechter kussen, De Stampertjes het linker. We kunnen beide kussens gebruiken als de andere groep deze op dat moment niet nodig heeft. Rond 13.00 uur als alle kinderen van beide groepen verschoond zijn en hebben geplast, wordt de verschoonruimte schoongemaakt. We kijken per keer wie dit doet. Ook worden dan de luiers bijgevuld. Bij erge poepluiers wordt er door de pedagogisch medewerker handschoenen gedragen en wordt het verschoonkussen extra grondig gereinigd. Na iedere uierwisseling even een schoonmaakdoekje over het verschoonkussen en je handen wassen. Kinderen wassen hun handjes na het plassen/poepen in de groepen. Ouders zorgen ervoor dat er voldoende reserve kleding is.
6) Drinken en fruit eten • • • • • •
•
Voor het gaan drinken en fruit eten wassen de groepsleiding en de kinderen hun handen We leren de kinderen dat ze geen fruit of drinken op de grond ( of in ’t rond) gooien. We leren de kinderen dat ze, indien ze genoeg gegeten hebben, hun bord weg te schuiven. We nemen de tijd om fruit te eten, rustig te kauwen en stukjes te verkleinen als dit nodig is. Wij leren de kinderen op hun beurt te wachten. Een bordje met stukjes fruit gaat in het rond en zo leren de kinderen wanneer zij aan de beurt zijn. Na het eten worden de gezichten gepoetst en de handen gewassen. Kinderen krijgen washandjes uitgedeeld en beginnen zelf alvast met de poetsklus terwijl er een lidje wordt gezongen. Bij. Wiesje washand. We leren de kinderen de bekers uit een beker te drinken waanneer het kind daar aan toe is.
7) Flesvoeding • • • • • • •
Voor het klaarmaken van een fles wassen wij onze handen. Flessenvoeding wordt met kraanwater gemaakt in de keuken. Flessenvoeding wordt in de koelkast bewaard als het niet binnen het uur ( na het aanmaken) gebruikt wordt. Op nieuw geopende pakken babyvoeding wordt de datum vermeld, na 1 maand wordt het resterende poeder weggegooid. Voeding wordt niet voor een tweede keer opgewarmd in de magnetron. Borstvoeding bewaren we in de keuken in de koelkast. Het is fijn wanneer de nam van kind op de verpakking staat. Borstvoeding wordt altijd opgewarmd in een flessenwarmer.
8) Brood eten • • • • • •
Voor het aan tafel gaan wassen wij allemaal onze handen. Kinderen leren op hun beurt te wachten door ze om en om te helpen en zelf een taakje te laten doen tijdens het wachten. (boter smeren bijvoorbeeld) We geven de kinderen de mogelijkheid broodbeleg te kiezen. We leren en stimuleren de kinderen zelf hun brood te smeren We geven de kinderen de mogelijkheid te kiezen tussen stukjes te eten of een dubbele boterham te eten.. We nemen de tijd om brood te eten, rustig te kauwen en stukjes te verkleinen als dit nodig is.
18
•
Wij leren de kinderen dat ze, indien ze genoeg gegeten hebben, hun bord weg kunnen schuiven. Communicatie daarover wordt gestimuleerd.
9)
Slapen en uitkleden
•
We vegen eerst de vloer, daarna mogen de kinderen nog even op de grond spelen. Vlak voor het naar bed gaan verschonen we de kinderen. Meestal kleden we uit op de vloerbedekking, krijgen alle kinderen een mandje en helpen wij ze met uitkleden. Kleding gaat in het mandje. We stimuleren kinderen zelf uit te kleden. Tussen 13.00 en 13.15 uur worden alle kinderen, die moeten slapen op bed gelegd. Elk kind heeft eigen beddengoed en slaapt zoveel mogelijk in een eigen / zelfde bed.
• • •
10) Spelen op de gang • • • •
Eén pedagogisch medewerker is altijd op de gang bij de kinderen. De deuren naar het toilet, washok, keuken en de twee hallen zijn gesloten, zodat het overzichtelijk en veilig blijft. De deur naar de groep blijft open, zodat de kinderen altijd terug kunnen naar hun eigen “vertrouwde” groep. Verder gelden dezelfde regels als bij vrij spelen.
11) Veiligheidsafspraken • •
• • • •
• •
• •
Op de verwarming klimmen is heel gevaarlijk. Deze regel blijven we communiceren.. Als we alleen op de groep zijn (de eerste en laatste anderhalf uur van de dag) en we moeten naar het toilet of iets op de slaapkamer doen dan meld je dat bij je collega of andere volwassene in het pand. ALTIJD TOEZICHT!! De deur naar de speelplaats is overdag van het slot (veiligheid). Baby’s ( naar eigen inzicht) achter het hek op de vloerbedekking of in de box. De stoelen ( klein en groot) en de bank zijn om op te zitten. Voor de kleinste baby’s is er op de vloerbedekking een hek, waar ze redelijk veilig voor de grotere kinderen achter liggen en kunnen spelen. De grotere kinderen spelen aan de andere kant en er komt geen rijdend materiaal op de vloerbedekking. Er wordt niet met speelgoed gegooid, je kunt het tegen iemand aangooien en dit kan erg pijnlijk zijn. Kinderen kunnen van het trapje naar buiten af vallen. Daarom doen we altijd het traphekje dicht, ook als alle kinderen op bed liggen. Er liggen rubber tegels om het trapje buiten, om de val te breken. De box wordt altijd aan beide kanten gesloten, ook als er geen kinderen in liggen. We bieden geen onveilig of te klein speelgoed (of onderdeeltje ervan) aan, zodat de baby’s er zich niet aan kunnen bezeren of in de keel krijgen.
12) Specifieke hygiëneregels • • • • •
• •
Na het buiten spelen altijd de schoenen uit (eerst weer schoonmaken), handen en gezicht wassen. Na het eten gezichten poetsen en handen wassen. Na het eten wordt de vloer geveegd en de tafel en stoelen schoongemaakt. Na het verschonen ’s middags worden de toiletjes en de verschoonkussens schoongemaakt. Wij gebruiken stoffen washandjes uit milieu- en financieel oogpunt. Na het fruit of koekje eten gebruiken we één washand per kind (naar eigen inzicht), en na de broodmaaltijd ook één washand per kind. Bij heftige poepluiers gebruiken we papieren washandjes en handschoenen. Ook wordt het verschoonkussen extra grondig gereinigd.. De pedagogisch medewerker wast haar handen na het verschonen van elke kind, eigen toiletgebruik, voor het eten ( fruit, brood, koekje) en voor het maken van flessenvoeding. 19
13) Diverse afspraken • • • • • • • • • • • • • •
Om 9 uur de bijzonderheden met de collega doorpraten; schriften en agenda lezen. Altijd bij binnenkomst even een raam openzetten. Als je even van de groep af gaat, altijd overleggen met je collega. Om 13.15 uur als het mogelijk is even de ramen en deuren open zetten, voor wat frisse lucht. Speelgoed opruimen gebeurt meestal om ong. 9.30 en 13.15 uur. Wanneer er tijd is bijv. als je collega pauze heeft en er veel kinderen slapen, schriften schrijven of uitvoeren van taken. Privacy van kinderen en ouders staan in communicatie altijd voorop. Bij het weggaan einde van de middag, controleer alle ramen en deuren op de groep. Kijk of de flessenwarmer uit is gezet, of de stekers van radio, babyfoon etc. uit de stopcontacten zijn. Zet de telefoon in het ‘station’ , leg de agenda en de werkmap in de kast. Bedden verschonen en matrassen omhoog zetten volgens schema. In de slaapkamer wordt geslapen, in de verschoonruimte verschoond. Als wij in die ruimtes zijn, de deur sluiten zodat kinderen ons niet kunnen volgen. Kinderen tot één jaar schrijven we één keer per week in het schrift. Kinderen van één jaar en ouder krijgen een plakboek. Medicijnen in het mandje op de groep, in de nis boven de wastafel of in de koelkast, met duidelijk de naam erop. Kinderen aan het einde van de dag niet aan een ander dan de ouders meegeven, mits wij bericht hebben gekregen.
20
7.Activiteitenplanning 2015 Week 3 t/m 8 Boris gaat naar Zee (incl voorleesontbijt) Week 10 t/m 15 Eet maar smakelijk (incl. pannenkoekendag) Week 17 t/m 22 De natuur en ik Week 24 t/m 29 Ons huis (incl modderweek) Week 31 t/m 36 Water Week 38 t/m 43 Herfst Week 45 t/m 49 Muziek en Dans (incl Sinterklaas) Week 51 t/m 53 Winter