Inhoudsopgave Inleiding
3
Lesmateriaal Leerdoelen Lesopzet Uitgangspunten Voorbereiding
3 3 4 5 5
Lesdag 1: Les 1 – Zakgeld Les 2 – Besteding zakgeld en doelen Les 3 – HoT or NoT
6 7 8
Lesdag 2: Les 4 – Platzak Les 5 – Dat wil ik ook
10 11
Lesdag 3: Les 6 – Prijsvergelijking en stunten Les 7 – In de reclame?
12 14
Lesdag 4: Les 8 – Reclame Les 9 - We doen onderzoek
15 16
Lesdag 5: Les 10-Voorlichting: Geld de baas!
17
Evaluatieformulier
18
Suggestielijst
19
Bijlage
20
Nuttige websites
27
Literatuurlijst
28
2
Inleiding
Lesmateriaal
Steeds meer mensen raken in financiële problemen. Zij krijgen te maken met schuldhulpverlening dat hen helpt hun financiën weer op orde te krijgen. Wanneer mensen grote financiële problemen hebben, waar ze zelf niet meer uit kunnen komen, is daar meestal al een lange tijd aan vooraf gegaan; de kiem ligt in het verleden. Veel mensen hebben niet geleerd goed met geld om te gaan.
Het is gewenst dat de school het volgende materiaal tot zijn beschikking heeft:
In de pers duiken regelmatig berichten op over jongeren met forse schulden. De scooter, het mobieltje en de juiste kleding zijn felbegeerde artikelen, die de bezitter status verlenen. Deze zaken kosten veel geld en het budget van jongeren is lang niet altijd toereikend om alle wensen te vervullen.
- Werkboek kinderen - Flip-over - Dvd speler (voor televisie) - Reclamefolders/advertenties - Kleurpotloden/stiften - Lijm/plakband
- Computers voor leerlingen - Televisie/Digitaal schoolbord - Videocamera - Voorbeelden logo´s - A0/2/3/4 papier
Leerdoelen Lesdag 1:
Oud Nederlandse gezegden zoals: ´Voorkomen is beter dan genezen´ en ´Jong geleerd is oud gedaan´ zijn nog steeds actueel. Vanuit die gedachte is het idee ontstaan om in de bovenbouwgroepen van het basisonderwijs aandacht te besteden aan de vraag ´Hoe ga je goed om met geld?´ Aan de hand van allerlei praktijksituaties, die nauw verband houden met de belevingswereld van de kinderen, wordt het onderwerp vanuit verschillende perspectieven benaderd. Geld uitgeven heeft bijvoorbeeld te maken met emotie en beïnvloeding door andere kinderen. De beperkingen zijn voor de één groter dan voor de ander, want er zijn verschillen in zakgeld en de mate waarin ouders willen of kunnen ´bijspringen´. Daarnaast wordt er gekeken naar de beïnvloeding van reclame. Hoe gaat dat bij de kinderen en hoe werkt dit bij ouders. De kinderen werken vanaf de eerste dag toe naar een eindopdracht. De eindopdracht is een voorlichting maken: ´Geld de baas´. De kinderen zijn elke dag met een onderwerp bezig en zullen aan het einde van iedere dag een samenvatting maken. Dit door de onderwerpen klassikaal te bespreken of door het gedane werk op flip-over te schrijven.
De kinderen: kunnen hun wensen afstemmen op de mogelijkheden van hun budget. kennen de verschillen tussen sparen en lenen en de daarbij behorende voor- en nadelen. weten het verschil tussen inkomsten en uitgaven. weten hoe je je inkomsten- en uitgavenpatroon goed in de gaten kan houden door het maken van een kasboekje. weten wat je kan doen wanneer je uitgaven hoger zijn dan je inkomsten. signaleren dat hun wensen mede beïnvloed wordt door vrienden. Lesdag 2: De kinderen: weten dat je geld maar één keer kan uitgeven. kunnen een mindmap maken. signaleren dat hun wensen niet alleen beïnvloed worden door vrienden maar óók door anderen.
3
Lesdag 3:
Lesopzet
De kinderen: zien dat advertenties en reclames overal om hen heen zijn. zien verschillen en overeenkomsten tussen allerlei advertenties. weten wat een logo is en aan welke eisen een goed logo moet voldoen. weten dat reclames producten mooier maken dan ze zijn. weten dat een slogan een soort kort, actiegerichte en pakkende slagzin voor een product of bedrijf is. kunnen een poster maken waarmee reclame voor een product of bedrijf gemaakt wordt.
Het is de bedoeling alle modules te volgen met de daarbij horende lessen. Tijdens de lessen is het in gesprek komen met leerlingen erg belangrijk. Hierbij kan het ook voorkomen dat leerlingen persoonlijke ervaringen vertellen die niet altijd positief zijn. Er kunnen kinderen zijn die ouders of familieleden hebben met schuldproblematiek. Geef de leerlingen daarom ook de tijd en ruimte om hun verhaal te doen.
Lesdag 4:
Per lesdag houden we rekening met een tijdsduur van een dagdeel. De ochtend is hier het meest geschikt voor. Natuurlijk kan dit per school variëren en kan het project in 4 of 5 dagdelen worden gegeven.
De kinderen: herkennen de beïnvloeding van reclame. gaan met ouders in gesprek over het onderwerp ´reclame´. ontdekken dat niet alleen zij, maar ook hun ouders beïnvloed worden door reclame. zijn zich bewust van de kosten die ouders maken voor hun kinderen. Lesdag 5: De kinderen: weten hoe beïnvloedbaar reclame is. kunnen informatie verwerken en anderen hierover informeren. kunnen door de verleiding van reclame heen kijken en geven dit mee aan de desbetreffende doelgroep. kunnen vorm geven aan het ontwikkelen van gewenst gedrag van de betreffende doelgroep. kunnen gebruik maken van verschillende communicatiemiddelen.
Elke les begint met een uitleg over de leerdoelen, zodat daar aan het einde van de les weer naar teruggekoppeld kan worden. Daarna begint elke les klassikaal. Per les is afhankelijk wat daarna gebeurd. Hou iedere dag tijd over voor het evalueren van de dag.
Bij een aantal lessen zijn suggesties opgenomen. Er kan dan zelf gekozen worden voor een organisatievorm. Daarnaast is er achter in de handleiding nog een suggestielijst opgenomen. Hier staan verschillende tips voor uitstapjes en activiteiten die de school kan ondernemen in het kader van de projectweek. Een aantal lessen worden met behulp van de Rabobank gegeven. Voor deze lessen moeten de leerlingen op het internet. Zij zullen sommige opdrachten maken van ´Leren omgaan met geld´. In bijlage 9 staan instructies voor de website.
4
Uitgangspunten -
-
Les 7: In de reclame?
De lessen moeten op een positieve manier gebracht worden. Er moet niet teveel worden gewezen op gevaren en risico´s, maar juist de voordelen en mogelijkheden benadrukken. De leerlingen moeten vanuit hun eigen belevingswereld benaderd worden en zelf de consequenties van hun gedrag ervaren.
Donderdag
Les 9: We doen onderzoek Vrijdag
De kinderen werken in de projectweek toe naar een voorlichting. De voorlichting kan op beeld, poster of voor publiek (andere klassen, ouders).
Les 8: Reclame
-
Les 10: Voorlichting: Geld de baas!
-
logo’s kleurpotloden/stiften A3/4 papier computer/digitaal schoolbord reclamefolders en advertenties flip-over/schoolbord lijm/plakband digitaal schoolbord/ computers A3 papier videocamera
Voorbereiding
Dag
Lessen
Maandag
Les 1: Zakgeld
Materiaal -
werkboek flip-over/schoolbord computers
-
televisie/digitaal schoolbord flip-over/schoolbord computer A0/2/4 papier kleurpotloden/stiften werkboek computer/digitaal schoolbord reclamefolders voorbeelden van
Les 2: Besteding zakgeld en doelen
Dinsdag
Les 3: HoT or NoT Les 4: Platzak Les 5: Dat wil ik ook
Woensdag
Les 6: Prijsvergelijking en stunten
-
5
Lesdag 1 Les 1: Zakgeld Doel De kinderen:
kunnen hun wensen afstemmen op de mogelijkheden van hun budget kennen de verschillen tussen sparen en lenen en de daarbij behorende voor- en nadelen.
vraag of ze zakgeld krijgen. Bekijk dan klassikaal naar het filmpje via www.klassetv.nl , groep 7, thema: zakgeld, introvideo. Bespreek de introductievideo aan de hand van de volgende vragen:
Duur van de les
Wat herken je in de video uit je eigen leven? Wat doe je zelf nooit? (klusjes doen, geld pinnen, prijzen vergelijken, iets kopen in de winkel, reclame) In de video zie je mensen/kinderen die dingen kopen. Wat zou jij met je zakgeld kopen? (speelgoed, kleding, cadeautjes, computerspelletje) Waarom denk je dat je ouders je zakgeld geven? (leren om te gaan met geld, verschil tussen uitgeven en sparen, waarde van geld leren kennen/weten hoeveel iets kost)
1 uur
Materiaal
Werkboek Flip-over Computers
Werkvormen Doceren, kijkopdracht, bespreken opdracht, onderwijsleergesprek, opdracht geven en discussie.
Kerninhoud In deze les krijgen kinderen inzicht in elkaars financiële situatie. Krijgt iedereen zakgeld en hoeveel? Wat doet iedereen ermee? Daarnaast worden sparen en lenen geïntroduceerd.
Organisatievorm In de eerste les wordt behandeld wat de bedoeling is van zakgeld. Bespreek kort met de kinderen wat je allemaal kan doen met zakgeld en
Er zijn geen foute antwoorden. Het gaat er om dat de leerlingen in hun eigen woorden hun ervaringen vertellen. De leerlingen gaan aan de slag met opdracht 1 in het werkboek (individueel of twee aan twee). Na het invullen van de opdracht wordt hij klassikaal besproken. Nadat het bovenstaande is besproken en beschreven op de flipover/schoolbord ga je door op sparen en lenen. De kinderen gaan nu twee aan twee aan de gang met Eurowijs van Nibud, opdracht 2 in het werkboek. Voor uitleg spel zie bijlage 1. Geef ze hier ongeveer 30 minuten de tijd voor. Na afloop wordt het klassikaal besproken. Nodig één van de kinderen uit om op de flip-over/schoolbord de voor -en nadelen op te schrijven van sparen en lenen. Deze flip-over wordt bewaard, zodat ze het na een aantal lessen kunnen aanpassen of toevoegingen maken. Hieronder worden een aantal voor- en nadelen genoemd. Nadelen sparen:
Je moet wachten tot je genoeg geld hebt en het duurt dus langer voordat je ergens mee kan spelen. Je hebt meer geduld nodig.
6