Inhoudsopgave Pagina
Inleiding
2
Leerdoelen
3
Samenwerken, hypotheses & onderzoeksonderwerpen
5
Wat wordt ervan jullie verwacht?
6
Beoordeling
8
Projectrooster 2012
11
Afspraken
13
Werkgroepen 2012
14
Onderzoeksplan
15
Logboek
16
Project Ridderkerk Dit is het tweede project voor de atheneum plusklas dit jaar. We houden ons in dit project bezig met de omgevingsgeschiedenis van Ridderkerk. Het project heeft een inleiding op 31oktober gekregen; 14 november volgt een fietspuzzeltocht. In deze periode hebben we de gehele week zo veel mogelijk het OLC tot onze beschikking (eiland). Woensdag de 19e december is de presentatiemiddag. NB!! Je bent gedurende deze week (wk 51) steeds tot en met het achtste lesuur op school! Het project heeft meerdere onderdelen. In het begin ben je vooral bezig met oriëntatie. We gaan op onderzoek uit in de gemeente Ridderkerk en bezoeken diverse interessante plekken. Je moet samen met je groepsgenoten een beslissing nemen welk onderwerp jullie onderzoeken. Zolang het maar direct met de gemeente Ridderkerk heeft te maken. Vervolgens krijg je tijd om je onderzoek uit te voeren. Niet alle informatie over Ridderkerk is op internet te vinden; daarom zul je in dit project vooral ook andere bronnen moeten gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan interviews met Ridderkerkers of een bronnenonderzoek in de bibliotheek met de uitgaven van de gemeente. Het kan ook nodig zijn dat je veldwerk doet en informatie verzamelt ‘in het wild’. Ook hierop wordt je beoordeeld, dus zorg dat je verder kijkt dan het beeldscherm van je computer! Tenslotte moet je een presentatie voorbereiden. Dit doe je weer door ten eerste een verslag te laten zien van je onderzoek. En ten tweede door je onderzoeksresultaten creatief te presenteren aan jullie docenten. De presentatie is op woensdagmiddag 19 december 2012. De presentatiemiddag wordt ingeleid door Dhr. van den Ende, daarna krijgen jullie allen gelegenheid je onderzoek op eigen creatieve wijze te laten zien (roulatie per 10 minuten). In dit projectboekje staan alle afspraken voor het project, maar het dient ook als logboek. In een logboek noteer je kort wat je die dag gedaan hebt en welke afspraken je met je groepsgenoten hebt gemaakt. Je moet het dus goed bewaren en het netjes houden. Je moet dit boekje namelijk elke dag bij je hebben. Veel plezier met het project Ridderkerk. De docenten van 1Y
Leerdoelen: Projecten vormen een vast onderdeel in het lesprogramma van de plusklassen. We willen jullie veel leren door projecten. Wanneer jullie worden beoordeeld, kijken we ook of jullie de leerdoelen hebben behaald. Daarbij kijken we ook naar de onderdelen die bij het vorige project minder goed gingen. Leerdoelen zijn: *Je leert nog beter samenwerken: - Meningsverschillen worden zonder ruzies op gelost. - Er wordt regelmatig overlegd en naar alle meningen wordt geluisterd. - De taken worden eerlijk verdeeld. - Er worden duidelijke afspraken gemaakt en iedereen weet wat er van hem/haar verwacht wordt. - Je vertelt elkaar waar je mee bezig bent en wat er is uit gezocht. *Je leert intensiever onderzoeken: - Er is eerst een onderzoeksplan opgesteld voordat je naar bronnen gaat zoeken. - Er zijn hoofd- en deelvragen bedacht. - Er is in verschillende bronnen informatie gezocht (niet alleen internet) - Gevonden informatie is in eigen woorden weergegeven, niet gekopieerd! - Uit het verslag / werkstuk blijkt dat de informatie wordt begrepen. - In het werkstuk / verslag staat informatie waarvoor duidelijk moeite is gedaan om deze te verkrijgen. - Bronnen met informatie worden nauwkeurig opgeschreven in het logboek. - In het logboek wordt bijgehouden wat de afspraken zijn en wat er gedaan is. *Je leert presenteren: - Informatie wordt in een net werkstuk weergegeven met daarin een voorkant, inleiding, inhoudsopgave, deelvragen, hoofdvraag / conclusie en een bronnenlijst. - Op de presentatieborden / posters worden alleen hoofdzaken genoemd en met grote leesbare letters aangegeven. - De presentatieborden zijn netjes afgewerkt en bevatten ook illustraties - De mondelinge presentatie is uit het hoofd geleerd (geen spiekbriefjes!) - Op vragen uit het publiek kan een antwoord worden gegeven. *Je leert reflecteren: - In het procesverslag staat wat je tijdens het project hebt gedaan (houd je logboek bij!) - Je kunt ‘terugkijken’ naar goede en zwakke punten van jezelf tijdens het project aangaande de leerdoelen. - Je kunt bedenken wat je volgende keer anders aanpakt en wat je verandert. - Je kunt je mening geven over het project een met argumenten.
Samenwerken Samenwerken is zeer belangrijk. Om het makkelijker te maken worden de groepjes ingedeeld naar interesse. Dit betekent dat de groepen min. twee personen en max. vier personen tellen. Tijdens de oriëntatie kun je voor jezelf nagaan wat je het interessantst vindt om te onderzoeken. Denk goed na wat je wilt onderzoeken en met wie je goed kunt samenwerken. De onderstaande onderzoeksonderwerpen mogen maar door 1 groepje worden gekozen!
Onderzoeksonderwerpen / Hypotheses: 1. Maak een presentatie die ook voor niet - Ridderkerkers duidelijk maakt hoe deze gemeente is ontstaan (en hoe prettig het is om hier te wonen). Bijvoorbeeld: ontstaan Ridderkerk, daarna Ridderkerk in de 19e en 20e eeuw. De 20e eeuw verder specificeren -> Ridderkerk in 1967, 1975, 1990, 2010 (zorg voor plattegronden!) = Omgevingsgeschiedenis. 2. Maak een presentatie waardoor iedereen zich bewust wordt wat er in WO II gebeurt in Ridderkerk (en waarom het belangrijk is dat we elk jaar op 4 en 5 mei stilstaan bij deze oorlog). 3. Er wordt wel eens in kranten en andere media beweerd dat het vandalisme en de vervuiling in Ridderkerk de laatste jaren hand over hand toeneemt. Is dit waar? Ga op onderzoek uit en presenteer jullie bevindingen. 4. Ridderkerk ligt aan de rivier de Noord; er bestonden hier veel scheepsbouwbedrijven. Welke scheepvaartbedrijven waren er en waarom zijn ze uit Ridderkerk verdwenen (onderzoek wat er voor in de plaats is gekomen)? 5. Er zijn mensen die zich zorgen maken over het feit dat Ridderkerk steeds meer een stedelijk gebied wordt (opgeslokt door Rotterdam?). Er wordt beweerd dat binnen nu en vijf jaar geen ‘natuur’ plekje meer in onze gemeente bestaat. Is dit zo? Ga op onderzoek uit en geef aan waarom deze plekjes behouden moeten worden. 6. Water speelt een belangrijke rol voor Ridderkerk in allerlei opzichten. Onderzoek wat de schoonste (water)plek is in de gemeente (en geef aan waarom de anderen minder schoon zijn). 7. Velen van jullie gaan op de fiets naar school. Niet alle wegen zijn veilig; er gaan stemmen op die beweren dat de veiligheid minder wordt. Is dit waar? Doe onderzoek naar de verkeersveiligheid van jullie fietsroutes (en geef aanbevelingen hoe de veiligheid verbeterd kan worden). 8. Niet iedereen is gelijk, ook in jullie klas zijn er cultuurverschillen. Welke culturen zijn er in Ridderkerk? Presenteer je onderzoek naar
multicultureel Ridderkerk (en geef aan wat hoort bij de lokale cultuur – waarin verschillen Ridderkerkers bijvoorbeeld van Rotterdammers). 9. In de naam Ridderkerk zit het woord ‘kerk’ en daarvan kun je er veel vinden in onze gemeente. Maar waarom zijn er meerdere kerken en welke geloven vind je hier (en wat zijn de verschillen?). 10. Door sommigen wordt beweerd dat Ridderkerk een stad is. Weer anderen zeggen dat het een dorp is. De meningen zijn verdeeld. Wie heeft er gelijk? Hoe bepaal je eigenlijk wat een stad is? Doe onderzoek naar deze criteria en bekijk of Ridderkerk hieraan voldoet (wat vinden Ridderkerkers zelf?). 11. Er zijn vele sportvelden in de gemeente waar jullie vast wel eens gebruik van hebben gemaakt. Deze worden onderhouden door de SRS. Zoek uit wat deze groep mensen doet en geef aan wat er volgens jullie kan verbeteren aan de sportfaciliteiten in de gemeente Ridderkerk. 12. Is Ridderkerk is een sportieve plaats? Hebben we hier voldoende sportclubs ? Doe onderzoek naar deze clubs en vindt uit hoeveel er zijn, waar ze zitten en wat ze doen. Wat is de club met de meeste leden en wie heeft de minste leden? Wie is het oudst en wie is het jongst? 13. Alle verenigingen in Ridderkerk zijn afhankelijk van vrijwilligers. Misschien heb je zelf wel eens vrijwilligerswerk gedaan en meegeholpen om iets te organiseren. Of juist geprofiteerd van het vrijwilligerswerk van anderen. Doe onderzoek naar waarom mensen vrijwillig (= gratis) anderen willen helpen en wat ze zoal doen. Bedenk een manier voor enkele verenigingen in Ridderkerk om meer vrijwilligers te krijgen. 14. Onderzoek met welke vormen van openbaar vervoer leerlingen naar school komen en maak een presentatie over de kwaliteit van het openbaar vervoer in en naar Ridderkerk. 15. In Ridderkerk wordt veel gebouwd. Soms worden er op de bouwplaatsen restanten gevonden van vorige bewoners. Deze archeologische vondsten bewijzen dat er ook heel lang geleden leven was in Ridderkerk. Onderzoek de archeologie van Ridderkerk en presenteer hoe er vroeger werd geleefd in Ridderkerk. 16. Wat hebben de inwoners van Ridderkerk meegemaakt in 1953? Doe onderzoek naar de Watersnoodramp en presenteer wat er met Ridderkerk en omgeving aan de hand was.
Wat wordt er van jullie verwacht? Zodra je groep en je onderzoeksonderwerp bekend zijn moeten jullie beginnen met het maken van een werkplan. Dit werkplan komt ook in je logboek te staan zodat iedereen weet welke afspraken er gemaakt zijn. Als eerste ga je natuurlijk verkennen wat er gedaan moet worden en wat eruit gezocht moet worden. Daarom meer informatie over de inhoud van het project.
Wat moet je doen? Aan het einde van de projectperiode moeten er per groep een aantal dingen gemaakt zijn en gedaan worden: 1.- Een werkstuk over het gekozen onderwerp. Hierin staan de antwoorden op de deelvragen en is een interview of enquête verwerkt met een (voor jullie onderwerp) belangrijk persoon of personen. Hierbij is de beoordeling volgens de criteria die bij een werkstuk horen: o o o o o o o o o
Heeft de voorkant een titel, staan de namen, datum en klas erop? Zit er een inleiding bij waarin wordt aangegeven waarom dit onderwerp is uitgezocht? Heeft het een inhoudsopgave? Worden de deelvragen correct beantwoord? Is het interview netjes uitgewerkt en voegt het wat toe aan het onderzoek? Wordt het afgesloten met een conclusie of samenvatting van het onderzoek? Zit er een bronnenlijst bij? Zijn er relevante illustraties met bijschrift? Voorkom storende type en / of spellingfouten.
2.- Een postertentoonstelling waarin met foto’s en teksten de conclusies van het onderzoek duidelijk worden gemaakt. Hierbij wordt gelet op de volgende punten: o o o o o
Is alles netjes opgeplakt? Zijn de foto’s die gekozen zijn ondersteunend bij de informatie? Is er een duidelijke titel? Is er een duidelijke opbouw in het verhaal / de informatie op de posters? Hoe is er gebruik gemaakt van kleur en andere aandacht trekkende manieren?
3. Een mondelinge presentatie waarin het onderzoek wordt uitgelegd en de posters worden toegelicht. Hierbij wordt gelet op de volgende punten: o o o o
Ken je de tekst uit je hoofd Begrijp je alle informatie die op de posters staat en in jullie werkstuk Vertel je met een rustige en heldere/duidelijke stem Kun je vragen uit het publiek (je docenten) beantwoorden?
4.- Een procesverslag waarin staat hoe het onderzoeksproces volgens jullie is verlopen. Dit onderdeel is individueel, iedere leerling moet dan ook dit verslag inleveren. De onderdelen die hierin besproken moeten worden zijn: o
Wie heeft welk onderdeel gedaan in het onderzoek?
o
Hoe verliep de samenwerking in de groep en geef hier ook een beoordeling over je eigen inbreng.
o
Geef een reflectie op je eigen werk in het project. Dus wat heb je geleerd over het onderwerp maar ook over onderzoek doen, samenwerken en presenteren.
o
Wat zou bij een volgend project anders doen. Dus hoe ga je zwakke punten een volgende keer verbeteren?
o
Het verslag moet worden getypt en minimaal 5 A4 lang zijn.
o
Je kunt je logboek als aantekeningenboekje gebruiken en dit later uitwerken tot een net en uitgewerkt verslag.
De diverse werkstukken worden uiteindelijk samengevoegd in een reader met het werk van de hele klas.
Beoordeling: Je krijgt een cijfer voor het project wat ook wordt vermeld in je rapport (onderdeel ‘plus’). Dit cijfer speelt een rol bij de bevordering. We letten op het product (werkstuk, presentatie) en het proces (samenwerken, onderzoeken, reflecteren). De verhouding is 50 / 50. Zie ook uitvoerig de volgende bladzijde a.u.b.! Het werkstuk wordt beoordeeld zoals je dat bij het vak Nederlands gewend bent. Zowel de opmaak als de inhoud zijn belangrijk. Elk groepje zal net als de vorige keer meerdere keren moeten presenteren zodat iedereen een keer aan de beurt komt. Op een aftekenschema wordt bijgehouden hoe vaak er gepresenteerd is. Voor het beoordelen van het proces kijken we naar hoe je in de projecturen hebt gewerkt met je groepsgenoten en hoe je je tijdens de oriëntatieperiode hebt gedragen. We kijken ook hoe je geprobeerd hebt om informatie te verzamelen. Was je snel tevreden of wilde je nog meer weten en ging je nog verder zoeken. Voor de reflectie bekijken we vooral je procesverslag. We verwachten veel van jullie omdat jullie veel kunnen. Doe je best & succes! De lesgevers van 1Y
Beoordeling Project ‘Ridderkerk 2012’ Periode 31 oktober t/m 19 december 2012 Cursus 2012 / 2013 Atheneum+ Klas 1Y Naam: Vijfpuntsschaal van uitstekend naar onvoldoende
Kennis 1.Werkstuk
o o Uitstekend goed
o vold.
o o matig onv.
o
o
o
o
o
Inhoud: - voorwoord - bronnenlijst - conclusie
o o o
o o o
o o o
o o o
o o o
Deelvragen: - kwaliteit van de vragen - informatiegehalte van de antwoorden - eigen woorden / correct taalgebruik
o o o
o o o
o o o
o o o
o o o
Verzorging: - voorkant - inhoudsopgave - net lettertype - paginanummering - illustraties
o o o o o
o o o o o
o o o o o
o o o o o
o o o o o
2. Project / procesverslag
o
o
o
o
o
Werkhouding 1. Doorzettingsvermogen
o o
o o
o o
o o
o o
2. Motivatie
o
o
o
o
o
3. Inzet
o
o
o
o
o
4. Zelfredzaamheid
o
o
o
o
o
5. Werktempo
o
o
o
o
o
6. Netheid
o
o
o
o
o
7. Omgaan met kritiek
o
o
o
o
o
Houding en gedrag 8. Contact met andere leerlingen
o o
o o
o o
o o
o o
9. Neemt initiatief
o
o
o
o
o
10. Houdt zich aan de groepsafspraken
o
o
o
o
o
Vaardigheden 11. Samenwerking
o o
o o
o o
o o
o o
12. Verantwoordelijkheid
o
o
o
o
o
13. Zelfstandigheid
o
o
o
o
o
14. Planmatig werken
o
o
o
o
o
15. Communicatie
o
o
o
o
o
Cijfer & Opmerkingen
Projectrooster 2012 Week 44, 45 en 46: oriëntatie en planning 31 oktober – 21 november Uitleg project; introductie, onderwerp uitkiezen. Woensdag 31 oktober:
Uitleg project Ridderkerk / introductie
Woensdag 07 november: *Groepen samenstellen, hypothese / onderzoeksonderwerp bepalen * uitleg fietstocht 2012 (= op 14 november 2012) Woensdag 14 november:
uitwerking resultaten fietstocht Eventueel: opstellen enquête vragen
Week 47: onderzoek, uitwerking, werkstuk maken & presentatie Informatie zoeken onderzoeksonderwerp (boeken, internet, interviewen). Werkstuk maken, interviews afnemen, foto’s maken, presentatie maken. Woensdag 21 november:
Werkplan uitwerken (wie doet wat bij het maken van het werkstuk, veldwerk, presentatie?)
Vandaag kunnen jullie iemand van de groep informatie over het gekozen onderwerp laten verzamelen, iemand anders gaat veldwerk doen of interviews afnemen, weer iemand anders gaat het raamwerk van jullie werkstuk uitdenken. Zorg ervoor dat jullie aan het eind van de ochtend goed van elkaar weten wiewat heeft gedaan. Denk ook aan jullie presentatie de 19e dec.(Posters,PowerPoint etc.). Woensdag 28 november:
Terugkoppeling & uitleg over interviewen / enquêtes afnemen Vandaag worden we (onder voorbehoud) verwacht in de Molukse Moskee van Ridderkerk (Bait alRahmaan), Mw. Pattisahusiwa verzorgt de rondleiding.
Woensdag 05 december: Vandaag zijn we keihard aan de slag met ons project (werkstuk, veldwerk etc.). Woensdag 12 december: Presentatie verder voorbereiden en afronden, werkstuk afronden eventueel nog interviews afnemen. Vandaag brengen we (onder voorbehoud) een bezoek aan het Gemeentehuis (en hebben we een gesprek met een wethouder). Woensdag 19 december:
08.30 uur:
start presentaties
20 of 21 december:
inleveren procesverslag
Afspraken:
De taken voor het project worden gelijk verdeeld onder de groepsleden Elke groep wijst een ‘teamcaptain’ die het aanspreekpunt wordt voor docenten Elke groep heeft een eigen hoofdbegeleider die gekoppeld is aan het onderwerp Alle afspraken worden opgeschreven in het logboek. Het eindresultaat van het project wordt beoordeeld door de begeleidende docenten Materialen kunnen bewaard worden in lokaal M5 Neem elke dag dit projectboekje mee Zorg voor memorysticks en mail je informatie naar een mailbox die thuis en op school is te openen. Wanneer je fototoestellen gebruikt -> netjes opbergen en laat het niet slingeren! Maak een afspraak voor een interview bij voorkeur in de veldwerkperiode. Veroorzaak geen overlast voor andere klassen. De schoolregels blijven natuurlijk van kracht! Vraag toestemming om het lokaal te verlaten om naar V23 te gaan. Bij het OLC moet je je altijd eerst melden met je pasje Leerlingen die microscopen nodig hebben regelen dit in overleg met Dhr. Segers
Begeleiders: Dhr. Van Nierop Dhr. van den Ende
De werkgroepen van project Ridderkerk 2012: Groep
Onderwerp
1.- Els, Ava, Rebecca 2.- Britt, Kim, Amira 3.- Wincey, Rianne, Sanne 4.- Rachel, Lindi, Anne 5.- Sven, Tom, Jeroen
Wees voorzichtig bij het doen van veldonderzoek! Denk aan je eigen veiligheid en die van anderen!
Onderzoeksplan project Ridderkerk Groepsleden: Onderwerp: Hoofdvraag: Deelvragen: a. b. c. d. e. f. g. h. Bronnen die je wilt gebruiken: Plannen voor veldonderzoek:
Logboek 2012 Week 45: Onderzoeksplan: Deelvragen:
Tijdsplanning:
Taakverdeling:
Benodigde materialen:
Gevonden bronnen:
Opmerkingen/problemen:
Deelvragen:
Tijdsplanning:
Taakverdeling:
Benodigde materialen:
Gevonden bronnen:
Opmerkingen/problemen:
Week 46: Onderzoeksplan voor deze week: Deelvragen:
Tijdsplanning:
Taakverdeling:
Benodigde materialen:
Gevonden bronnen:
Opmerkingen/problemen:
Plannen voor het veldonderzoek:
Week 47 Deelvragen:
Tijdsplanning:
Taakverdeling:
Benodigde materialen:
Gevonden bronnen:
Opmerkingen/problemen:
Plannen voor het veldonderzoek:
Week 48 Deelvragen:
Tijdsplanning:
Taakverdeling:
Benodigde materialen:
Gevonden bronnen:
Opmerkingen/problemen:
Plannen voor het veldonderzoek:
Week 49, 50, 51 Deelvragen:
Tijdsplanning:
Taakverdeling:
Benodigde materialen:
Gevonden bronnen:
Opmerkingen/problemen:
Plannen voor het veldonderzoek: