INHOUDSOPGAVE BERICHT ALGEMEEN BESTUUR
1
BERICHT COLLEGE VAN BESTUUR
3
HOOFDSTUK 1 | FOCUS OP STRATEGIE & BELEID
5
HOOFDSTUK 2 | FOCUS OP ONDERWIJS
11
ADMINISTRATIE, BEVEILIGING & ICT
13
HANDEL, UITERLIJK & VERZORGING
18
WELZIJN, SPORT & CULTUUR
24
GEZONDHEIDSZORG, LAABORATORIUMTECHNIEK & OPTIEK
29
HORECA & TOERISME
34
TECHNIEK
39
EDUCATIE
44
ZADKINE CURSUS & ADVIES
49
HOOFDSTUK 3 | FOCUS OP MEDEWERKERS
55
HOOFDSTUK 4 | FOCUS OP ORGANISATIE & MIDDELEN
61
HOOFDSTUK 5 | FOCUS OP FINANCIËN
65
LIJST VAN AFKORTINGEN
70
JAARVERSLAG 2005
FOCUS OP ZADKINE
BERICHT ALGEMEEN BESTUUR In het verslagjaar is wederom veel gesproken over governance in het onderwijs, waarover later meer. Dit verslag begint met de vast-
In zijn algemeenheid kunnen wij alleen maar concluderen, dat er een tendens is in ‘governance’-land om zoveel mogelijk te willen
stelling dat de leden van het Algemeen Bestuur ook in het jaar 2005 hun functie hebben verricht als onafhankelijke personen in de
vastleggen in bindende regels en zo weinig mogelijk over te willen laten aan het gezond verstand. Wij volgen die lijn niet. Onder-
betekenis die de Nederlandse Code Corporate Governance daaraan toekent. Wij achten die betekenis en die definitie van belang.
schreven wordt dat toezicht, bestuur en management transparant moeten zijn, hetgeen bij ons ook zo is. Wij kunnen ons voorstellen, dat er daarnaast om enige uniformiteit te verkrijgen een beperkte set regels wordt geformuleerd, waarvoor geldt ‘pas toe of leg
Het College van Bestuur heeft het jaarverslag 2005, waarin een verkorte versie van de jaarrekening 2005 is opgenomen, opge-
uit’. Het is te allen tijde onwenselijk dat de overheid toezicht en bestuur in gedetailleerd wettelijke regels gaat vastleggen.
steld en aan het Algemeen Bestuur doen toekomen. Verder hebben wij kennisgenomen van de bevindingen en de goedkeurende verklaring van KPMG Accountants N.V.
Op het gebied van het onderwijs, onze kernactiviteit, is in het verslagjaar wederom veel gedaan en veel bereikt. In iedere vergadering met het College van Bestuur is zowel beleidsmatig als uitvoerend over het onderwijs gesproken en is het Algemeen Bestuur
Het jaarverslag en de volledige jaarrekening 2005 zijn in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 12 juni 2006 met het
goed op de hoogte gebracht en gehouden van ontwikkelingen en vorderingen.
College van Bestuur in aanwezigheid van de accountant besproken en vastgesteld. In dezelfde vergadering is decharge verleend aan het College van Bestuur voor het gevoerde beleid. Tevens is in deze vergadering besloten aan KPMG Accountants N.V. de opdracht
Het College van Bestuur heeft ons behalve over die ontwikkelingen, de begroting en de financiële resultaten regelmatig bijgepraat
te verlenen de jaarrekening 2007 te controleren.
over onder andere de personele maatregelen die in Educatie nodig zijn vanwege de nieuwe regelgeving, over de voortgang rond het ‘Zadkine-hotel’, over de sociale supermarkt, over The Game; ‘Back to your future’ en over de samenwerking met het vmbo. Over
In het verslagjaar is op landelijk niveau, zowel in politieke als maatschappelijke geledingen, veel gezegd en geschreven over ons
al deze onderwerpen is er een wisselwerking tussen het Algemeen Bestuur en het College van Bestuur en worden over en weer
onderwijs en veelal in negatieve zin. Het is jammer te moeten constateren dat deze uitlatingen vaak van personen komen, die
meningen uitgewisseld, adviezen gegeven en beslissingen genomen, rekening houdend met ieders verantwoordelijkheden.
zich kennelijk weinig of niet oriënteren bij ons College van Bestuur of bij het Algemeen Bestuur (als ze uitspraken doen over het bestuur van een roc); als ze dat wel gedaan hadden, zouden hun uitspraken veel genuanceerder geweest zijn. Wij zijn van mening
In het verslag van het College van Bestuur wordt over deze onderwerpen uitgebreid gesproken en veel aandacht besteed aan onze
dat die negatieve uitspraken ons roc in ieder geval niet regarderen; niet alles zal wel goed gaan, maar het beleid dat wij (binnen
kernactiviteit: Onderwijs.
de door de overheid gestelde kaders) voeren en het kwalitatieve niveau, de inzet en de inspanning van ons management en onze medewerkers leiden alleen maar tot een positieve waardering van hetgeen in 2005 weer is bereikt.
Uit de jaarrekening 2005 volgt dat het boekjaar wederom is afgesloten met een positief exploitatiesaldo, hetgeen ons weerstandsvermogen versterkt en ruimte geeft voor nieuw beleid. In de krant lazen wij, dat vanuit de vakbeweging werd gesteld dat roc’s geld
Het Algemeen Bestuur en het College van Bestuur hebben in 2005 regelmatig gesproken over governance in het onderwijs. Dit
oppotten en niet aan hun activiteiten besteden. Ook hier zouden wij willen zeggen ‘kom eerst eens praten en laat je voorlichten,
onderwerp is in de Bve Raad eveneens uitgebreid besproken.
voordat in het openbaar dit soort uitspraken gedaan worden’. Een goed financieel beleid vereist dat er een sterk weerstandsvermogen
Wij zijn van mening dat het Raad van Commissarissen-model, dat door ons al jaren wordt gehanteerd, zowel het onafhankelijke
wordt opgebouwd, dat is aan te spreken als de omstandigheden dat vereisen; die omstandigheden komen er van tijd tot tijd.
toezicht als de betrokkenheid bij de rechtspersoon en de daarmee verbonden instelling waarborgt. De stichting ROC Zadkine omvat
In 2005 heeft er ook weer een gedachtewisseling tussen het Algemeen Bestuur, College van Bestuur en de Medezeggenschapsraad
meer dan de bve-instelling, die daar deel van uitmaakt.
plaatsgevonden, uiteraard rekening houdend met ieders eigen verantwoordelijkheid.
1
JAARVERSLAG 2005
De heer P.R.M. Rensen is in 2005 tot het bestuur toegetreden en heeft de zetel ingenomen, die op voordracht van de Medezeggenschapsraad wordt vervuld. Overbodig te vermelden dat ook deze functie zonder last en ruggespraak wordt vervuld. Teneinde de transparantie te vergroten heeft het Algemeen Bestuur besloten, dat bestuursleden aftreden, onvoorziene omstandigheden daargelaten, na de vergadering waarin de jaarcijfers worden vastgesteld. Tegen het einde van 2005 is de vacature voor de functie CFO in het College van Bestuur vervuld. Op 1 december 2005 is de heer drs. P.P.M. de Roij als zodanig in dienst getreden. Ook uit het verslag van het College van Bestuur blijkt dat 2005 een jaar is geweest, waarin veel nieuwe zaken zijn aangevangen en veel lopende zaken een stap verder zijn gekomen. Er is nog veel te doen, maar met de inzet en inspanning van onze medewerkers, zoals ook in 2005 getoond, zal Zadkine zeker een kracht van betekenis blijven in de Rotterdamse regio. Wij danken ons management en onze medewerkers daarvoor. Namens het Algemeen Bestuur, Ir. J. Schop, voorzitter
FOCUS OP ZADKINE
2
BERICHT COLLEGE VAN BESTUUR Zadkine is een groot regionaal opleidingencentrum in de regio Rijnmond, dat in 2005 in deelnemersaantal wederom iets is
talentenonderwijs en vakscholing - op een volstrekt nieuwe manier worden getraind en opgeleid. Daarnaast is in 2005 een begin
gegroeid. De kernactiviteit is het geven van onderwijs en het toeleiden van deelnemers naar een (beroeps)kwalificatie, maar elk
gemaakt met de nieuwe AKA-trajecten (arbeidsmarktkwalificerende assistentenopleiding). In deze combinatie van beroepsonderwijs
jaar wordt duidelijker dat de problemen van de stad Rotterdam en de regio niet ophouden bij de poorten van Zadkine. Integendeel,
en educatie wordt naast de beroepscomponent intensief geschoold op taal. Om deze vormen methodisch, pedagogisch en didactisch
Zadkine werd ook in 2005 steeds meer betrokken bij het oplossen van de problematiek rond het opvangen, opvoeden en opleiden
in een juist perspectief te zetten, is flink ingezet op scholing van het eigen personeel. Belangrijk middel daarbij is de Zadkine Acade-
van (potentiële) deelnemers. Hiervoor wenden we vaak vergaande oplossingen aan, waaronder zelfs samenwerkingsverbanden
mie, die zich in 2006 tot een volwaardig trainingsinstituut zal ontwikkelen. Ook is dit jaar flink geïnvesteerd in ict: het NUTS-proces
om de huisvesting en zorg voor deelnemers beter te regelen. In 2005 zijn op dit vlak de eerste stappen gezet en de verwachting
is verder doorgevoerd en - naast de NetSchool voor Handel & Uiterlijke verzorging - is ook Blackboard geïmplementeerd.
is dat in 2006 veertig woningen beschikbaar komen. Educatie bevindt zich nog steeds in een diffuus proces. Nieuwe regelgeving wordt uitgesteld, ESF-financiering is tijdelijk stopgezet en Ook haar maatschappelijke rol maakte Zadkine in 2005 meer dan waar. De opening van de sociale supermarkt SuperStar en de
het toekennen van transitiebudgetten is vertraagd door de Europese regelgeving. Desalniettemin is binnen het opleidingencentrum
oprichting van de stichting hiervoor is een uitstekend voorbeeld. Het doel is tweeledig: enerzijds kunnen minima in Rotterdam-Noord
door de medewerkers met veel elan gewerkt. Gezien de situatie verdient dit zeker een compliment. Bovendien vond een grote
hier terecht voor boodschappen en anderzijds komen leerwerkplekken beschikbaar voor deelnemers in het allesomvattende kader
mobiliteit plaats, waarbij Educatie de gaten snel wist op te vullen. Zichtbaar is zelfs dat nieuwe markten worden benaderd en dat
van ‘leren door doen’. De ontwikkeling van het ‘Zadkine Hotel’ gaat onverdroten voort. De achterliggende gedachte is om in combi-
de medewerkers in staat zijn in redelijke mate marktconform te werken. Onze scholingsafdeling gericht op de re-integratiemarkt
natie met commerciële partners op het gebied van hotelexploitatie een excellente leerwerkplek voor deelnemers te creëren. In eerste
biedt mede mogelijkheden daartoe, ondanks dat dit een lastig werkgebied is.
instantie voor OC Horeca & Toerisme en in tweede instantie Zadkine-breed (Uiterlijke verzorging, ICT, Administratie, etc.). Om alle risico’s te beperken, is uitgebreid onderzoek gedaan of de financiering van dit geheel voldoet aan de huidige wet- en regelgeving.
In het kader van toezicht en verantwoording vond in 2005 ook het jaarlijkse onderzoek van zowel de onderwijsinspectie als het Kwaliteitscentrum Examinering (KCE) plaats. Uit het inspectierapport blijkt dat Zadkine zich duidelijk heeft verbeterd in relatie
Naast deze vormen van sociale betrokkenheid heeft Zadkine in 2005 ook een aanzet gegeven om hét kenniscentrum van de regio
tot het kwaliteitsproces. De conclusie van het onderzoek was dat geen nader onderzoek noodzakelijk is. In het kader van KCE
te worden. Naast het opleiden van deelnemers bestaat immers ook de vurige wens om bedrijven en instellingen te kunnen infor-
zal Zadkine een aantal verbeterpunten moeten doorvoeren. Dit betekent dat op dit moment alleen voorlopige toekenningen zijn
meren over al hun vragen rondom innovatie van (productie)processen en competentieontwikkeling van personeel. Hiervoor is een
gegeven.
lector benoemd die zich in eerste instantie op de sector Techniek zal richten. Hier zijn vraag en aanbod nog niet op elkaar afgestemd met alle gevolgen van dien. Zadkine is verder ook bezig haar eigen onderwijsproces aan te passen en van traditioneel doceren over
Voor de nabije toekomst - in eerste instantie 2006 - verwachten wij dat de implementatie van de nieuwe strategie extra inspan-
te gaan naar leren. Dit uiterst complexe proces is in 2005 een stuk verder ontwikkeld met initiatieven gericht op het neerzetten
ningen en budget zal vragen. Niet alleen zullen we zelf ons personeel gaan opleiden, maar ook wervingsactiviteiten verrichten
van leerbedrijven en het aanpassen van contracten met leveranciers ten behoeve van het beschikbaar stellen van stageplekken. Een
onder onze deelnemers. Verder staat de start bouw van het Zadkine Hotel gepland en krijgt de Unielocatie Zuiderpark fysiek vorm.
ander voorbeeld is het trainingscentrum waar deelnemers in zeer korte tijd tot heftruckchauffeur worden opgeleid.
Het gebouw van het Zuiderpark College in de Jan Ligthartstraat wordt dan gesloopt en de vmbo-leerlingen bovenbouw gaan in het bestaande pand van Zadkine wonen. Voor de onderbouwleerlingen wordt tijdelijke huisvesting in de nabijheid verzorgd. Het is de
Zeer vernieuwend is de ontwikkeling van ‘The Game’, waardoor deelnemers - in een samenspel van game-learning, outwardbound,
3
bedoeling dat dit concept ook in Hoogvliet wordt doorvertaald.
JAARVERSLAG 2005
Ook zal in 2006 het thema corporate governance voor zowel het College van Bestuur als het Algemeen Bestuur een belangrijk aandachtspunt zijn om de bestuursvorm helder te krijgen. Hoogste prioriteit krijgt de werkwijze qua profilering in het kader van het Open Bestel (intrede in 2010). In ieder geval is het traject dat Educatie daarin heeft doorlopen waardevol voor de rest van de organisatie. Nadere informatie over de terugblik op 2005 vindt u verderop in dit jaarverslag, dat deze keer een uitzonderlijk uitgebreide inhoud omvat waar de nieuwe wettelijke eisen uit het Toezichtkader BVE aan ten grondslag liggen. Toch maak ik graag - voor u verder leest - een afsluitende opmerking die mijns inziens de kern van Zadkine betreft. Ondanks de vele verplichte verantwoordingsvormen blijven het gezond verstand en het intermenselijk verkeer bij Zadkine de basis vormen van onze gezonde onderwijsinstelling met tevreden deelnemers, een prettige werksfeer en een groeiende samenwerking met bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Iedere dag opnieuw leggen wij verantwoording af door onze deelnemers zo optimaal mogelijk les te geven en te begeleiden naar een volgende fase in hun leven. Henri van Vlodrop Voorzitter College van Bestuur
FOCUS OP ZADKINE
4
HOOFDSTUK 1 | FOCUS OP STRATEGIE EN BELEID 1.1 KERNACTIVITEITEN
1.4 SAMENSTELLING ALGEMEEN BESTUUR
Zadkine is een instituut voor middelbaar beroepsonderwijs en educatie. Het middelbaar beroepsonderwijs kent drie uitvoerings-
De heer ir. J. Schop, voorzitter
vormen: beroepsopleidende opleidingen, beroepsbegeleidende opleidingen en deeltijdopleidingen. De educatieve trajecten zijn
De heer A. Bimmel
onder te verdelen in sociale participatie, professionele participatie en educatief functioneren. Het middelbaar beroepsonderwijs en
De heer mr. R.R. Crince le Roy
educatie bieden in gezamenlijkheid geïntegreerde trajecten educatie/beroepsonderwijs aan.
Mevrouw P. B. Hansen-Geenemans De heer A. Heins RA
1.2 JURIDISCHE STRUCTUUR
De heer dr. F. J. M. Meijers
Zadkine is een stichting met het Algemeen Bestuur als het bevoegd gezag. Conform de wettelijke voorschriften is een Bestuursregle-
De heer P. R. M. Rensen
ment ROC Zadkine vastgesteld, waarin het Algemeen Bestuur taken en bevoegdheden heeft gedelegeerd aan een College van Bestuur.
De heer dr. A. G. Rijntjes
Het College van Bestuur heeft een taakverdeling vastgelegd in het document Portefeuilleverdeling College van Bestuur Zadkine.
De heer ir. F. J. C. Spruit
1.3 MEDEZEGGENSCHAP
1.5 SAMENSTELLING COLLEGE VAN BESTUUR
Zadkine heeft een (centrale) medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad praat mee, adviseert over en stemt in met aange-
De heer drs. H.W.J.A.M. van Vlodrop, voorzitter
legenheden die op het niveau van het College van Bestuur spelen en betrekking hebben op de hele organisatie. Daarnaast kent de
De heer drs. P.P.M. de Roij (vanaf 1 december 2005)
medezeggenschapsstructuur deelraden. Deelraden bespreken aangelegenheden die op het niveau van het opleidingencentrum spelen.
5
JAARVERSLAG 2005
Algemeen Bestuur de heer ir. J. Schop (vz)
1.6 ORGANISATIESTRUCTUUR Tabel 1.1 Organisatieschema ZADKINE, 31 december 2005
College van Bestuur Dhr. drs. H.W.J.A.M. van Vlodrop(vz) Dhr. drs. P.P.M. de Roij
Bestuurssecretaris
Centrale servicedienst
Audit & Control
Deelnemers zaken
Financiën
HRM
Informatie management
ICT
Administratie, Beveiliging & ICT Dhr. A.H. Remeeus
Horeca & Toerisme Dhr. R.IJ.C. Schut
Techniek Dhr. W.P.J.M. van Dijk
Educatie Mevr. P.H.M. Baudoin-van den Bichelaer
Handel & Uiterlijke verzorging Dhr. F.X.C Vintges
Gezondheidszorg, Laboratoriumtechniek & Optiek Mevr. A. van den Berg - Ram
Welzijn, Sport & Cultuur Dhr. J. Hollander
Zadkine Cursus & Advies Dhr. J.C.N.E. Willems
Juridische zaken
Marketing & Communicatie
Onderwijs & Kwaliteit
Facilitaire zaken
Zadkine Servicecentrum
FOCUS OP ZADKINE
6
1.7 STRATEGIE EN BELEID
DE HUIDIGE SITUATIE
EEN KORTE TERUGBLIK
‘Leren met Zadkine is leren met een Rotterdamse instelling: denken, durven, doen’ is een veelgehoorde opvatting die ook tot uiting
Om op de veranderende omstandigheden in de interne en externe omgeving van Zadkine in te spelen, werd in 2001 het veran-
is gekomen. Het veranderingstraject Zadkine 2005 met Stip en de voortvloeisels hieruit - zoals ZIP en het Focusdocument - liepen
deringsproces Zadkine 2005 met Stip in het leven geroepen. Een samenhangend ontwikkeltraject voor Zadkine met als oogmerk
in 2005 af en zijn in de tweede helft van dat jaar geëvalueerd.
professionalisering, meer slagkracht, een grotere resultaatgerichtheid en een hierbij passende communicatie. Centraal stond de kwaliteitsverbetering van het primair proces om meer als maatschappelijke onderneming te functioneren. Dit resulteerde onder
De ontwikkeling van Zap Education stond in 2005 vooral in het teken van het uitdenken van het meerjarenplan 2006-2009. Onder
meer in een aanpassing van de visie en missie naar het inmiddels welbekende motto voor medewerkers en deelnemers ‘leren,
meer als het gaat om het functioneren in de Unielocatie Zuiderpark met bedrijven/instellingen. Ook is in 2005 nagedacht over werk-
denken, durven, doen’.
afspraken om de extreem kwetsbare jongerendoelgroep van niveau 1-2 leer/werkplaatsen te garanderen. Hiervoor wordt komend jaar een convenant getekend met de kenniscentra, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de gemeente Rotterdam en
In 2002/2003 ontwikkelde Zadkine vervolgens het Zadkine Investeringsprogramma 2003-2005 (ZIP), een strategisch beleids-
beide roc’s. Daarnaast is veel aandacht uitgegaan naar de ontwikkeling van het bedrijfsbureau van Zap Education, dat met ingang van
plan waarin deze nieuwe visie, missie en motto werden uitgewerkt. Zadkine bouwde daarbij aan een innovatieve en inspirerende
het schooljaar 2006 van start zal gaan. Ook in de invoering van het competentiegericht onderwijs is veel geïnvesteerd. De jaarlijkse
leer- en werkomgeving, waarin medewerkers en deelnemers werden uitgedaagd om zich te ontwikkelen. Dit gebeurde aan de hand
onderwijsconferentie van Zadkine had in februari 2005 het thema Competentiegericht Leren en Competentiemanagement. In het-
van vijf programmalijnen met bijbehorende doelstellingen voor het onderwijs en de bedrijfsvoering. Het betreft twee innovatielijnen:
zelfde jaar verscheen de brochure Zadkine en competentiegericht leren, waarin de visie van Zadkine op competentiegericht leren staat
investeren in (nieuwe) opleidingen en investeren in nieuwe markten en doelgroepen. De andere drie zijn optimaliseringlijnen:
verwoord. Bij de totstandkoming van deze brochure zijn de opbrengsten van deskresearch, vele discussies, scholingsbijeenkomsten en
investeren in ondernemend leren, investeren in technologie en communicatie en investeren in bedrijfsvoering. Hieruit zijn in aparte
conferentiebezoeken bijeen gebracht. In de oc’s zijn teams en management druk bezig met de vormgeving van de verandering naar
documenten richtinggevende kaders afgeleid, die zijn toegepast op de gebieden onderwijs, personeel, huisvesting, pr/communi-
competentiegericht leren. Ook in dat verband wordt (nog steeds) veel geschoold, gediscussieerd en geconfereerd. Verder zijn veel
catie, ict en financiën.
projecten uitgevoerd rond het bestrijden van voortijdig schoolverlaten. Hierover volgt in de paragraaf 2.4 meer informatie.
Het ZIP was bedoeld als richtinggevend document met dynamische processen. Zoals ook in het jaarverslag 2004 verwoord: ‘Zadkine
De aandacht voor kwaliteitszorg is tot uiting gekomen door onder meer het formuleren van resultaatafspraken met de intentie in de
wil immers pro-actief handelen en reageren op de ontwikkelingen om haar heen’. Eind 2004 vond dan ook een eerste aanscherping
toekomst ook te checken of deze zijn nagekomen. Verder was voor de managementrapportages al eerder de afdeling Audit & Control
van het ZIP plaats in het ‘Focus-document’. Hierin gaf het College van Bestuur (CvB) aan waar de komende anderhalf jaar de prio-
in het leven geroepen, die zich onder andere ook met het deelnemertevredenheidsonderzoek heeft beziggehouden. De ontwikkeling
riteit op moest komen te liggen. Voor roc-brede onderwijsinhoudelijke thema’s ging het om de ontwikkeling en uitvoering van Zap
van het integraal personeelsbeleid ten slotte heeft in 2005 een grote inhaalslag gemaakt. Zadkine is onder meer trots dat voor het
Education, de invoering van competentiegericht onderwijs en het project Voorkomen Voortijdig Schoolverlaten (VSV). Een belangrijk
primair proces in dertien profilingsessies organisatiebreed competentieprofielen zijn ontwikkeld met per functie een set gedragsken-
procesmatig speerpunt was de kwaliteitszorg inclusief de plan-do-check-actcyclus. Ten slotte waren twee voorwaardelijke verbeterpun-
merken. Hierover vinden in de toekomst resultaat- en ontwikkelgesprekken (rog’s) plaats; deze komen in de plaats van de tot nu
ten opgenomen: managementrapportages (inclusief rendementsgegevens) en de ontwikkeling van een integraal personeelsbeleid
toe gehouden functioneringsgesprekken. In de resultaat- en ontwikkelgesprekken worden persoonlijke ontwikkelplannen (POP’s)
(inclusief competentiemanagement). De termen klantgericht, flexibel en ondernemend zijn bij dit Focus-document leidend.
opgesteld. Daarop volgt een gesprekkencyclus rond behaalde resultaten en bijstelling van plannen. De gesprekken zijn vooral gericht op de ontwikkeling van competenties. Voor de ondersteunende functies volgt een soortgelijke procedure in het volgende jaar.
7
JAARVERSLAG 2005
Andere strategische ontwikkelingen in 2005 waren het actualiseren van bestaande opleidingen voor nieuwe doelgroepen (met
• Economie, ontwikkeling van ict en globalisering
name bij Educatie), de investeringen in resultaatgerichte teams en teamvorming, de landelijke vaststelling van de kwalificatiestruc-
• Zorg, welzijn en milieu
tuur, de verbeterslag in examens en de verdere optimalisering van de infrastructuur bij ICT. Ook de Zadkine Academie heeft dit jaar
• Jongerencultuur en normen en waarden
meer vorm en inhoud gekregen. De Zadkine Academie is een interne scholingsorganisatie bestaande uit personeelsleden die aan collega’s trainingen en opleidingen geven. Eveneens een uitwerking van Zadkine 2005 met Stip, waarbij werd ingezet op resultaat-
Een groeiend aantal personeelsleden woonde de bijeenkomsten bij waar ook aansprekende personen bij aanwezig waren. De drie
gerichte teams om vorm te geven aan het competentiegericht leren. Een ander voortvloeisel is dat in 2005 voor de derde keer een
bijeenkomsten werden geleid door Victor Deconinck. De eerste avond vond in september binnen Zadkine aan de Prins Alexanderlaan
conferentie voor medewerkers in congres- en conferentiecentrum De Doelen plaatsvond met dit jaar als thema ‘competentiegericht
plaats. In een Barend en Van Dorp-achtige setting discussieerden daar met elkaar: Sweder van Wijnbergen (hoogleraar Economie en
leren’. In totaal waren circa duizend medewerkers aanwezig. Naast presentaties door externe sprekers kwamen ook collega’s aan
voormalig secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken), Francisco van Jole (journalist en deskundige op het gebied
het woord over innovatieve projecten. Bijvoorbeeld over de nieuwe manier van examineren, portfolio-ontwikkeling, POP’s voor
van de ‘on-line society’) en Justine Marseille (trendwatcher). De discussie volgde steeds naar aanleiding van gefilmde interviews met
deelnemers en andere projecten gericht op het vernieuwen/verbeteren van het onderwijs.
beleidsbepalers uit Rotterdam: Wim van Sluis (wethouder), Frans Lavooij (voorzitter van de Kamer van Koophandel), Roelf De Boer (voorzitter van Deltalinqs) en Steven van Eijck (voorzitter van de Economic Development Board Rotterdam). De tweede avond vond
Ook in 2005 bleek dat de externe omgeving aan verandering onderhevig was. De behoefte van bedrijven op de werkvloer verandert
plaats in het Sparta-Stadion, waar werd gediscussieerd na inleidingen van Pieter van Geel (staatssecretaris van Volkshuisvesting,
sterk; de focus ligt vooral op totaalservice als het om competenties gaat. Kortom: deelnemers moeten zich flexibel, klantgericht
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer), Susanne Piët (sociologe en publiciste) en Hans Becker (voorzitter van de directie van Huma-
en ondernemend kunnen opstellen. Daarbij wordt binnen Zadkine steeds meer getracht de deelnemers in beroepscontext te po-
nitas). Daarbij was een panel samengesteld bestaande uit medewerkers en deelnemers; de zaal kon meestemmen over stellingen.
sitioneren: minder uren op school en meer praktijkervaring bij bedrijven of simulaties. Ook Zadkine is inmiddels een stagebedrijf
De derde avond was georganiseerd in uitgaansgelegenheid Off-Corso in Rotterdam. Er waren veel deelnemers aanwezig omdat het
en blijft zoeken naar innovatieve oplossingen, zoals het winkelbedrijf SuperStar en de kapsalons in de verzorgingshuizen van
nu nog meer om deze doelgroep ging. Bijdragen werden geleverd door jongerentheatergroep ‘Rotjong’ en jongerenmarketingbureau
Humanitas. Verder zijn voor de conferentie die in De Doelen plaatsvond eveneens deelnemers van Zadkine ingezet met begeleiding
‘Keesie’. Ook was er interactief toneel onder leiding van Greet Vos en kon worden gesproken met schrijver Thomas Roosenboom, die
van docenten op de achtergrond. In navolgende jaren zal wederom op deze veranderende externe omgeving worden ingespeeld en
een pleidooi hield voor wellevendheid.
zal met name het ondernemerschap worden gestimuleerd. Uitgangspunt van de evaluatie en scenariologica was de verandering in de externe omgeving en de betekenis hiervan voor Zadkine. EEN VOORUITBLIK
Zowel de uitkomsten van de evaluatie over Zadkine 2005 met Stip, de uitkomsten van de bijeenkomsten als de uitkomsten
In het kader van Zadkine 2005 met Stip is lange tijd gefocust op 2005. Het jaar 2005 was lange tijd de scope. Nu is het tijd om
na deskresearch zijn per e-mail naar de medewerkers gestuurd voor een grondige denkslag. In 2006 zal het management de
vooruit te kijken. Is de buitenwereld en/of Zadkine dusdanig veranderd dat ook de missie en visie aan verandering onderhevig
bestaande visie en missie tegen het licht houden, daar doelstellingen onder hangen en een uitvoeringsplan bepalen. Het resultaat
moeten zijn. Hiervoor is in het najaar van 2005 het proces van scenariologica van start gegaan met drie bijeenkomsten voor het
is een nieuw ontwikkeltraject voor 2006 - 2012.
personeel. De thema’s waren:
FOCUS OP ZADKINE
8
1.8 GOVERNANCE
de opleidingencentra en tijdens de managementgesprekken tussen het College van Bestuur en de directeuren opleidingencentra
STURING
vormen deze matrices een vast agendapunt.
De plan-do-check-actcyclus - bekend van o.a. het INK-model - geeft de werkwijze binnen Zadkine uitstekend weer. Onder meer het veranderingstraject Zadkine 2005 met Stip - waarvan de strategie, doelstellingen en prestaties zijn uitgewerkt in het beleidsdocu-
VERANTWOORDING
ment Zadkine Investeringsprogramma - is hiervan een toonaangevend voorbeeld. De procesgang van de sturingsinformatie wordt
Voor de inrichting van de horizontale en verticale verantwoording zal een stuurgroep worden ingericht, aangevuld met beleidsmede-
daarbij gezien als een groeidocument, dat met regelmaat wordt aangevuld en bijgesteld op grond van nieuwe interne en externe
werkers van de opleidingencentra en medewerkers van de afdelingen Audit & Control en Onderwijs & Kwaliteit.
informatie. De aanscherping van de meest evidente onderwerpen vindt jaarlijks plaats in het Focusdocument afkomstig van het College van Bestuur. Bij de plan-do-check-actcyclus staat de dialoog met de omgeving vanzelfsprekend centraal om optimaal in
TOEZICHT
te kunnen spelen op actuele vragen en ontwikkelingen. Naast het afsluiten van convenanten met gemeenten en overheid over
De taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en samenstelling van het Algemeen Bestuur en het College van Bestuur zijn
resultaatgerichte afspraken vond in 2005 ook een drietal scenariologica-avonden plaats voor onder meer personeel, deelnemers,
gescheiden vastgelegd in een bestuursreglement. De onafhankelijkheid van het Algemeen Bestuur is daarbij gewaarborgd door de
bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Zoals eveneens elders in dit jaarverslag is te lezen, zijn de uitkomsten hiervan
profielomschrijvingen van verantwoordelijkheden als het gaat om toezicht en uitvoering. Het Algemeen Bestuur heeft eveneens
en van andere initiatieven de basis voor het nieuwe ontwikkeltraject 2006-2012. Ook in dit nieuwe ontwikkeltraject worden de
procedureel en in afspraken met het College van Bestuur vastgelegd op welke wijze het interne toezicht plaatsvindt dat tot de
strategische prioriteiten net als in 2005 schriftelijk in toetsbare prestaties vastgelegd. Mede voor de continue toetsing en bewaking
realisatie en verantwoording van prestaties moet leiden. Ook kan worden aangetoond dat het College van Bestuur en het Algemeen
hiervan is de afdeling Audit & Control in het leven geroepen. Vanzelfsprekend zijn de prestaties afgestemd op de kwaliteitseisen
Bestuur structureel en systematisch de realisatie van de afgesproken prestaties toetsen. De ambtelijk secretaris van het Algemeen
van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB), waarbij onder meer doelmatigheid, toegankelijkheid en rechtmatigheid centraal
Bestuur ondersteunt het Algemeen Bestuur door een vaste jaarlijkse planning te hanteren, waarin alle afgesproken thema’s ook
staan. Recente voorbeelden zijn Arbeidsmarktkwalificerende Assistentenopleidingen, VSV, de Overstap en ZSC.
daadwerkelijk aan de orde komen.
BEOORDELING EN VERBETERING
1.9 WETTELIJKE VEREISTEN
Uit het brede spectrum van initiatieven vanuit Zadkine blijkt niet alleen de wil om te verantwoorden. De daadwerkelijke initiatieven
ONDERWIJSOVEREENKOMST
- waaronder audits, enquêtes, tevredenheidonderzoeken en zelfevaluatie - laten ook de acties hiertoe zien. Van de beoordelingen
Zadkine voldoet aan de wettelijke bepalingen/vereisten aangaande de onderwijsovereenkomst conform artikel 8.1.3. WEB. Hierbij
door de afdeling Audit & Control tot en met het niveau van de accountantscontrole zijn behaalde prestaties inzichtelijk. De afdeling
wordt de overeenkomst voor aanvang van de opleiding door alle partijen getekend binnen de wettelijke marges van maximaal twee
Audit & Control hanteert hiervoor diverse instrumenten. Zo wordt voor het uitvoeren van de verschillende audits gewerkt aan de
weken na de start van de opleiding. De toelating is geenszins afhankelijk van het al dan niet betalen van de vrijwillige bijdrage.
hand van een auditplan. Tevens worden aan de hand van standaardrapportages en een bedrijfsmonitor managementgesprekken tussen het College van Bestuur en de directeuren opleidingencentra voorbereid. Deze gesprekken vinden drie keer per jaar plaats.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING
Ook worden onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling betrokken. Het systematisch bijhouden van de voortgang in de ver-
Conform artikel 7.4.8. WEB voldoet Zadkine aan de wettelijke bepalingen/vereisten aangaande de onderwijs- en examenregeling.
beteracties gebeurt binnen Zadkine aan de hand van zogenaamde verbetermatrices. In vergaderingen van managementteams op
Deze regeling wordt voor 1 mei voorafgaand aan het studiejaar door het bevoegd gezag vastgesteld en wordt ook voor aanvang
9
JAARVERSLAG 2005
van het studiejaar aan de deelnemer ter beschikking gesteld. Zadkine werkt uitsluitend met een volledige onderwijs- en examen-
MELDING IN VERBAND MET AFWEZIGHEID LEERPLICHTIGEN
regeling, waardoor de deelnemer zich een goed beeld kan vormen van het onderwijs en de examens. Hierin is tevens een overzicht
Als grote onderwijsinstelling voert Zadkine de bepalingen - beschreven in de verzuimprocedure Zadkine - uit de leerplichtwet heel
opgenomen van het programma en het bijbehorende aantal klokuren. De vastgestelde uren komen ook daadwerkelijk overeen met
nauwgezet volgens de regelgeving uit. Dit is een continu proces, waarbij meerdere malen per jaar een opgave aan het Ministerie van
de werkelijk te besteden uren. Tevens is over 2005 een separaat jaarverslag examinering Zadkine uitgebracht.
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt gedaan. Leerplichtige deelnemers die ‘definitief’ verwijderd zijn, worden binnen andere oc’s van Zadkine ondergebracht. Als dit niet mogelijk blijkt, zijn afspraken gemaakt met Albeda College voor overdraging en vice
PRAKTIJKOVEREENKOMST
versa. In 2005 is in alle gevallen zorg gedragen voor een andere onderwijsinstelling die de betreffende deelnemer overneemt.
Ook aangaande de praktijkovereenkomst voldoet Zadkine aan de wettelijke bepalingen/vereisten (conform artikel 7.2.8. WEB). Deze overeenkomst wordt bij aanvang van de beroepspraktijkvorming (bpv) door alle partijen getekend. De bpv vindt uitsluitend
MELDING IN VERBAND MET VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN NIET-LEERPLICHTIGEN
plaats bij bpv-leerplaatsen die door het kenniscentrum zijn geaccrediteerd en erkend. Wanneer dit niet het geval is, is in ‘Werkafspra-
Alle niet-leerplichtigen jonger dan 23 jaar (indien zij nog niet in het bezit zijn van een startkwalificatie) worden bij de gemeente
ken: De Rotterdamse aanpak stagetekorten’ (23 maart 2006) vastgelegd dat dit alsnog binnen twee weken gebeurt.
gemeld bij afwezigheid van ten minste een maand of bij tussentijdse in- en of uitschrijving of verwijdering conform artikel 8.1.8 van de WEB. Dit is een afspraak in het kader van de RMC-wet die al op 1 januari 2001 in werking trad. Zadkine heeft hiervoor
EXAMINERING
een interne procedure ontworpen. Deze procedure richt zich primair op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en in tweede
In voorkomende gevallen kan Zadkine een contract met KCE of een geldige uitbestedingovereenkomst met een voor examinering
instantie ook op het buiten Zadkine begeleiden van deelnemers die buiten het onderwijsproces dreigen te gaan vallen.
erkende instelling overleggen. CONTROLE OP EN MELDING IN VERBAND MET LANGDURIGE AFWEZIGHEID VAN DEELNEMERS KLOKURENNORMEN
Zadkine controleert de aanwezigheid van deelnemers en meldt de deelnemer - indien zonder geldige reden vijf aaneengesloten
Deelnemers die bij Zadkine een voltijd opleiding volgen, besteden hier tenminste 850 klokuren aan. Voor deelnemers die een
weken niet is deelgenomen aan het onderwijs - bij de Informatie Beheer Groep. De afdeling Deelnemerszaken beschikt hiervoor
deeltijdopleiding volgen, ligt dit aantal op 300 klokuren. In 2005 zijn tijdens het inspectiebezoek bij Zadkine geen tekortkomingen
over actuele cijfers. Ook bij een aantal units zelf vinden automatische registraties plaats door onder meer de toegangspoorten en/of
op dit punt geconstateerd.
detectoren in de klaslokalen.
UITBESTEDING/SAMENWERKING Zadkine heeft kwaliteit hoog in het vaandel staan - ook als het gaat om de kwaliteitswaarborg van het onderwijs als bij de (gedeeltelijke) verzorging van het programma met andere organisaties wordt samengewerkt. Daarbij is duidelijk aan welke organisatie de opleiding wordt gevolgd en welke rollen de organisaties hierbij vervullen. De tevredenheid van onder meer deelnemers en bpv-begeleiders is hierbij groot. Uiteraard voldoen de samenwerkingsconstructies met het voortgezet onderwijs aan de wettelijke criteria en is sprake van rechtmatigheid.
FOCUS OP ZADKINE
10
HOOFDSTUK 2 | FOCUS OP ONDERWIJS 2.1 DEELNEMERSGEGEVENS
Tabel 2.3 Deelnemers beroepsonderwijs per leerweg
Tabel 2.1 Deelnemersaantallen Zadkine 1-10-2005
Groei / krimp
Bol
Vmbo
Bbl
Deeltijd-Bol
Educatie
TOTAAL
13007
142
4320
1095
6140
24704
Tabel 2.2 Deelnemersaantallen ROC Zadkine 1-10-2005 25%
4%
���
03/04
04/05
05/06
5217
30%
4862
27%
4320
23%
-7%
-11%
Bol
11326
64%
12180
67%
13007
71%
8%
7%
Dt-bol
1123
6%
1242
7%
1095
6%
11%
-12%
Totaal
17666
3%
1%
18284
18422
Tabel 2.4 Deelnemers beroepsonderwijs per niveau Groei / krimp
���
03/04
������
17%
1%
53%
05/06
Bbl
����
��������
04/05
04/05
05/06
04/05
05/06
Niveau 1
1153
7%
1216
7%
1145
6%
5%
-6%
Niveau 2
5018
28%
5422
30%
5555
30%
8%
2%
Niveau 3
4639
26%
4710
26%
4579
25%
2%
-3%
Niveau 4
6856
39%
6936
38%
7143
39%
1%
3%
3%
1%
Totaal
17666
18284
18422
Het aantal deelnemers is in 2005 net als in het jaar ervoor weer toegenomen. In 2004 groeide het aantal deelnemers nog met
DIPLOMA’S
3%, in 2005 bleef de groei op 1% steken. Het aantal deelnemers in de beroepsopleidende leerweg (bol) groeide ook in 2005
Ook het aantal uitgegeven diploma’s steeg de afgelopen jaren. Was de toename in 2004 nog 10%, 2005 laat een stijging van 5%
wederom, nu met 7%. Ondanks de groei in het totale deelnemersaantal daalde het aantal deelnemers in de beroepsbegeleidende
zien. Vooral opvallend hierbij is de sterke stijging van het aantal gediplomeerden in de laagste opleidingsniveaus (1 en 2). Deze
leerweg (bbl) met 11%; het aantal deelnemers in deeltijdtrajecten daalde met 12%. Zowel de groei van het totale deelnemersaan-
bedroeg in de afgelopen twee jaar 19% respectievelijk 8%. Een aanwijzing dat de extra aandacht voor deze groep deelnemers om
tal als de afname van het aantal deelnemers in de bbl heeft mogelijkerwijs te maken met het ongunstige economische klimaat.
voortijdig schoolverlaten te voorkomen effect heeft.
De mogelijkheden voor jongeren om aan werk te komen, zijn nog steeds gering. Wat verder opvalt, is dat de groei van het aantal deelnemers in de laagste opleidingsniveaus stagneert. De groei in de afgelopen twee jaar voor niveau 1 en 2 samen was 8% respectievelijk 1%. Voor niveau 3 en 4 samen bedroeg de groei in beide jaren 1%.
11
JAARVERSLAG 2005
Tabel 2.5 Diploma’s beroepsonderwijs per leerweg
Tabel 2.7 Ongediplomeerde uitstroom beroepsonderwijs per leerweg Groei / krimp
03/04
04/05
05/06
Groei / krimp
04/05
05/06
02/03
03/04
04/05
03/04
04/05
Bbl
1968
41%
2071
40%
1910
35%
5%
-8%
Bbl
987
27%
947
31%
800
26%
-4%
-16%
Bol
2685
56%
2964
57%
3318
60%
10%
12%
Bol
2361
64%
1741
57%
1876
61%
-26%
8%
Dt-bol
125
3%
206
4%
281
5%
65%
36%
Dt-bol
327
9%
361
12%
415
13%
10%
15%
Totaal
4778
10%
5%
Totaal
3675
-17%
1%
5241
5509
Tabel 2.6 Diploma’s beroepsonderwijs per niveau
3049
3091
Tabel 2.8 Ongediplomeerde uitstroom beroepsonderwijs per niveau Groei / krimp
03/04
04/05
05/06
Groei / krimp
04/05
05/06
02/03
03/04
04/05
03/04
04/05
Niveau 1
576
12%
688
13%
739
13%
19%
7%
Niveau 1
412
11%
363
12%
372
12%
-12%
2%
Niveau 2
1195
25%
1425
27%
1552
28%
19%
9%
Niveau 2
1396
38%
1184
39%
1247
40%
-15%
5%
Niveau 3
1345
28%
1353
26%
1512
27%
1%
12%
Niveau 3
778
21%
722
24%
647
21%
-7%
-10%
Niveau 4
1662
35%
1775
34%
1706
31%
7%
-4%
Niveau 4
1089
30%
780
26%
825
27%
-28%
6%
Totaal
4778
10%
5%
Totaal
3675
-17%
1%
5241
5509
3049
3091
ONGEDIPLOMEERDE UITSTROOM Met de toename van het aantal gediplomeerde deelnemers laten de cijfers in 2005 ook een lichte stijging zien van het aantal deelnemers dat ongediplomeerd Zadkine verlaat. Voor 2004 was dat nog een afname met 17% ten opzichte van het jaar ervoor. Voor 2005 is het percentage omgebogen naar een toename van 1% ten opzichte van 2004.
FOCUS OP ZADKINE
12
Tabel 2.9 Aantal opleidingen, Peildatum 1-10-2005
stond het thema kwaliteitszorg dat is onderverdeeld in drie speerpunten: teamvorming, VSV en competentiegericht leren. Daarnaast
OC
totaal
001
Administratie ,Beveiliging en ICT
aantal crebonummers
22
002
Handel en Uiterlijke Verzorging
aantal crebonummers
18
003
Horeca en Toerisme
aantal crebonummers
28
004
Techniek
aantal crebonummers
159
007
Gezondheidszorg, Lab. & Optiek
aantal crebonummers
18
008
Welzijn, Sport & Bewegen
aantal crebonummers
10
Totaal
255
Bron gegevens 2005/2006: bekostigingstelling 1-10-2005 (stand 1-2-2006) Overige jaren: betreffende goedgekeurde bekostigingstellingen
is de dagelijkse gang van zaken onderwerp van gesprek. De adjunct-directeur heeft regelmatig overleg met de teamcoördinator. Deze overlegt vervolgens structureel met het team, waarin dezelfde speerpunten aan de orde komen evenals zorg voor de deelnemer, plannen van aanpak, resultaatgerichte afspraken en de organisatie als geheel. HRM De nadruk lag in 2005 op scholing van docenten en teams om het nieuwe leren te implementeren (de nieuwe rol van docent naar coach) en de bijbehorende didactische werkvormen eigen te maken. Verder vond ook individuele scholing plaats waarvoor zowel de Zadkine Academie als externe organisaties zijn ingezet. Het managementteam werd geschoold op intervisie. INVESTERINGEN In 2005 investeerde het oc in de vernieuwing van het onderwijs. Voorbeelden hiervan zijn de drie kantoortuinen voor de com-
2.2 FOCUS OP DE OPLEIDINGENCENTRA
petentiegerichte opleiding Directiesecretaresse/Managementassistent, een openleercentrum en de investering op één locatie in
In deze paragraaf worden de opleidingscentra van Zadkine uitgediept op basis van een aantal punten. De punten zijn: organisatie,
CISCO-technologie op het gebied van internet.
HRM, investeringen, kernactiviteiten, focus, resultaten, programma, leerproces, trajectbegeleiding, omgang en veiligheid, rendement en extern rendement. De basis van deze opbouw is het nieuwe ‘Toezichtskader bve’. Naast het eerdergenoemde worden er tevens
KERNACTIVITEITEN
per opleidingsentrum een aantal opmerkelijke activiteiten uitgelciht.
OC Administratie, Beveiliging & ICT wilde ook in 2005 het kwaliteitsdenken verder invoeren in haar organisatie. Hiervoor werkt het oc continu volgens één van de basismodellen uit het kwaliteitsdenken: de Demingcirkel van plan, do, check en act. Een gezonde or-
2.2.1 ADMINISTRATIE, BEVEILIGING & ICT
ganisatie zorgt voor een ritme waarin alle stappen aan de orde komen en waarin de organisatie zich continu verbetert en vernieuwt.
OC Administratie, Beveiliging & ICT biedt 20 verschillende opleidingen/kwalificaties aan in vijf locaties strategisch verdeeld over de
Een kwaliteitstraject begint daarbij met het verlangen of de noodzaak te ontdekken hoe het beter of anders kan. De kernactiviteiten
stad en regio. De opleidingen zijn op het gebied van secretarieel, logistiek, commercieel, bedrijfsadministratief, juridisch, ict, en orde
waren dan ook: invoering van onderwijsvernieuwing/competentiegericht leren, terugdringen van het voortijdig schoolverlaten en
en veiligheid. In januari 2005 beschikte het oc over 3549 deelnemers en 252 personeelsleden (221 wtf).
teamvorming. Deze drie kernactiviteiten zijn niet los van elkaar te zien. Invoering van onderwijsvernieuwing/competentiegericht leren gebeurt in speciaal daarvoor opgerichte ontwikkelteams. Deze teams zijn gevormd rond een opleidingencluster. De leden van
ORGANISATIE
de ontwikkelteams hebben als taak het volledig ontwerpen en ontwikkelen van het nieuwe curriculum en het zoeken naar materiaal
De directeur opleidingencentrum vormt samen met zes adjunct-directeuren de directie. Eens in de week vindt het management-
dat past bij competentiegericht leren. Ook denken de ontwikkelteams na over studieloopbaanbegeleiding, toetsing en afsluiting en
teamoverleg plaats, waarbij ook de beleidsmedewerker en de coördinator onderwijs zijn betrokken. Vast op de agenda in 2005
welke onderdelen in de beroepspraktijk aan de orde komen. Leden van de ontwikkelteams treden in contact met het bedrijfsleven om na te gaan wat er van een competente beginnende beroepsbeoefenaar wordt verwacht.
13
JAARVERSLAG 2005
FOCUS
• In 2005 heeft het bpv-bureau een bedrijvenmiddag georganiseerd. De toenmalige staatssecretaris van Onderwijs, de heer
Aan het begin van het schooljaar 2005-2006 heeft het oc een aantal beleidszaken als meest relevante aandachtsgebieden vastge-
Rutte, deed de aftrap en nam deel aan het discussiepanel. Doel was de banden met het bedrijfsleven aan te trekken en
steld. Voor het uitgangspunt uitvalbestrijding geldt dat het bewustwordingsproces bij teams op gang moet worden gebracht, waarbij
afspraken te maken over verdere samenwerking en praktijkafstemming.
de nadruk ligt op ‘de rol van de nieuwe docent’. Aandacht gaat onder meer uit naar mentoraat, cultuurverschillen, interculturele communicatie en taalbeleid. Voor de implementatie van het competentiegericht leren diende onder meer een investeringsplan te
PROGRAMMA
worden gemaakt en invulling te worden gegeven aan studieloopbaanbegeleiding, examinering en deskundigheidsbevordering. Ook de verbetering van een eenduidige en regelmatige informatievoorziening/communicatie naar alle betrokkenen en de continue aan-
SAMENHANG
dacht voor kwaliteitszorg/cultuuromslag stonden op de agenda. Specifieke aandacht ging daarbij uit naar cyclische processen en
De eindtermen zijn in de huidige kwalificatiestructuur leidend voor OC Administratie, Beveiliging & ICT. Daarbij houdt het oc de
SMART-formuleren (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden). Andere beleidsuitgangspunten: de teamvorming
programmering constant tegen het licht en onderneemt waar nodig acties om de programma’s nog betere samenhang te laten
en het formuleren en effectueren van resultaatgerichte afspraken, de evaluatie van onderwijsprocessen en de verbetering van de
vertonen. Daarnaast is het oc vanaf 2004 bezig competentiegericht leren in te voeren en de nieuwe kwalificaties op basis van kern-
organisatie van de examinering. Ten slotte diende het aantal contacten met bedrijven verder te worden uitgebreid. Kortom ‘meer
taken en competenties inhoud te geven, zonder daarbij de verworvenheden van het verleden uit het oog te verliezen. De speciaal
naar buitengericht werken’ en oog hebben wat het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties bieden én vragen.
voor het competentiegerichte leren opgerichte ontwikkelteams werken volgens een vast stramien op basis van het visiedocument Zadkine, het oc-kader en het achtstappenplan. Werken volgens dit plan betekent werken aan: kernkwaliteiten/sleutelkwalifica-
RESULTATEN
ties, examinering, studieloopbaanbegeleiding, curriculum, didactiek, maatwerk, de rol van binnen- en buitenschools leren en de
Alle onderwijsteams werken resultaatgericht aan veranderingen en verbeteringen van het onderwijs. De volgende resultaten in
studiehandleiding.
2005 zijn een afgeleide van de beleidsspeerpunten. • Elk team werkt actief aan de bestrijding van voortijdige schooluitval. Resultaat is dat het aantal uitgereikte diploma’s in 2005 is gestegen met 9,7% ten opzichte van het jaar daarvoor. • Competentiegericht leren is leren met hoofd, handen en hart. Om de leeromgeving zo authentiek en contextrijk mogelijk te maken, heeft het oc op drie locaties kantoortuinen ingericht.
BEROEPSKOLOM Het oc heeft met het vmbo en het hbo participerende projecten en diverse samenwerkingsverbanden. Met het vmbo organiseert het oc de zogenoemde decanendag en de vmbo-dagen. Doelstelling van deze dagen is om leerlingen en decanen van toeleverende scholen kennis te laten maken met de werkwijze van het oc. Met het Zuiderpark College in Rotterdam Zuid is een samenwerkings-
• Alle teams werken aan de ontwikkeling van competentiegericht leren voor de invoering in 2005, 2006 of 2007. In 2005 is
verband aangegaan om het onderwijsaanbod van het vmbo - inhoudelijk en didactisch - beter te laten aansluiten op het mbo. Met
het ontwikkelteam Secretarieel met veel enthousiasme gestart met de uitvoering, waarbij de wethouder van Spijkenisse
het hbo kent het oc gestructureerde samenwerkingsverbanden op het gebied van curriculumontwikkeling (ICT en Administratie).
de kantoortuin feestelijk opende.
In het jaar 2005 is het oc een pilot gestart voor ‘peermentoring’ met de Hogeschool Rotterdam. Hierbij coachen studenten van
• Elk team houdt zich op de hoogte van de ontwikkeling van verbeteracties betreffende kwaliteitszorg en examenverbetering. Volgens het Kwaliteitscentrum Examinering (KCE) heeft het oc de examenprocessen goed op orde. • Elk team evalueert aan het einde van elke periode de onderwijsprocessen en rapporteert daarover aan de directie.
het hbo deelnemers van het mbo met als gevolg een leerproces voor beide partijen. Studenten van het hbo leren te coachen en de deelnemers van het mbo krijgen informatie over studeren aan het hbo. Voor alle samenwerkingsverbanden zijn de afspraken vastgelegd.
• In 2004 heeft het oc het bpv-bureau opgericht, mede waardoor alle deelnemers in 2005 een stageplek hadden. FOCUS OP ZADKINE
14
MAATWERK
en protocollen. Kenmerkend aan de leertijd is dat de roosters deelnemersvriendelijk zijn en dus niet op de docent zijn afgestemd.
Met de invoering van competentiegericht leren kan OC Administratie, Beveiliging & ICT beter inspelen op de wens van maatwerk-
Voorbeelden zijn weinig tussenuren en genoeg ruimte voor zelfstudie, waardoor de aanwezigheid zoveel mogelijk wordt vergroot. Bij
trajecten. Het doel is om uit iedere deelnemer het beste te halen. Het team van niveau 1 en 2 heeft in 2005 gewerkt aan de
absentie neemt de mentor bij deelnemers van niveau 1 en 2 nog dezelfde dag contact op met de deelnemer en de ouder(s).
verbetering van het onderwijsprogramma, waarbij het onderwijs aantrekkelijker is gemaakt door maatwerktrajecten aan te bieden. Het team is hiervoor genomineerd voor de OSKAR (OnderwijSKAnsen Rotterdam) en heeft de aanmoedigingsprijs gewonnen. Het
WERKVORMEN
team heeft in 2005 een rendement gehaald van 86%.
In de huidige kwalificatiestructuur biedt het oc een variatie van werkvormen passend bij de eindtermen, zoals simulaties, projecten, praktijktrainingen en instructiemomenten. Vooral de werkvormen projecten en simulaties doen een beroep op de zelfstandigheid
PROGRAMMATIJD
van de deelnemer. Hierbij is sprake van geïntegreerd leren wat de stimulans van de deelnemers bevordert door de relatie met de
Elke opleiding heeft een Studiewijzer. Hierin staat het programmaoverzicht per leerjaar en de inzet van de deelnemer over het jaar
praktijk. De deelnemer wordt beoordeeld op zowel het product als het proces. Deze werkvormen kunnen dan ook worden gezien
verdeeld. Programmatijd en studietijd zijn in overeenstemming met wat in de onderwijs- en examenregeling (OER) staat vermeld.
als een voorloper op competentiegericht leren. Bij het competentiegericht leren hanteert het oc het onderwijsmodel dat gebaseerd
Dit blijkt ook uit de jaarlijkse auditrapportage van het Kenniscentrum Examinering; daarnaast heeft ook de inspectie zich in 2005
is op het sociaalconstructivisme.
goedkeurend uitgelaten. STUDIEBEGELEIDING VOORZIENINGEN
OC Administratie, Beveiliging & ICT werkt met mentoren. Vooral in de niveau 1- en 2-opleidingen heeft het oc extra geïnvesteerd
De programma’s worden voldoende ondersteund door adequate voorzieningen. Naast de drie nieuwe kantoortuinen en de inves-
in het mentoraat. In de opleidingen die vanaf 2004 met competentiegericht leren zijn gestart, werken de teams met een studie-
tering in ict zijn ook de bestaande voorzieningen toereikend. Een kenmerkend voorbeeld hiervan zijn de sportfaciliteiten voor de
loopbaanbegeleider. Binnen de studieloopbaanbegeleiding krijgt de deelnemer de gelegenheid een persoonlijk curriculum te ontwik-
deelnemers van Orde en Veiligheid.
kelen, dat recht doet aan de persoonlijke capaciteiten. De studieloopbaanbegeleider verzorgt het totale leertraject (van intake tot en met examinering) en begeleidt op het gebied van studie en loopbaanontwikkeling. Voor vakmatige begeleiding kan de deelnemer
LEERPROCES
terecht bij de (vak)docent. Competentiegericht leren geeft nog meer dan in het huidige onderwijsstelsel de garantie dat er rekening wordt gehouden met verschillen in leerstijl, eerder verworven competenties en achtergrond. Voor de bpv nemen de bpv-begeleiders
LEERTIJD
en contactpersonen vanuit de instelling de deelnemerskenmerken in acht en bieden extra begeleiding waar nodig.
De inspectie heeft in 2005 onderzoek verricht naar de besteding van de leertijd en hieruit blijkt dat OC Administratie, Beveiliging & ICT aan de normen voldoet. In elke OER is het TOP-model (Transparante Onderwijsprogrammering) ingevuld, dat het totale lesprogramma
TRAJECTBEGELEIDING
kwantificeert. Daarnaast staat in elke OER de verantwoording voor de 850-uurs norm. In de Studiewijzer staat een voor de deelnemer en docent gedetailleerd lesprogramma dat is gebaseerd op het TOP-model uit de OER. Ook de tijd die aan bpv wordt besteed, wordt
INTAKE
verantwoord in het TOP-model en voldoet aan de wettelijke criteria. Hulpmiddelen die hiervoor ter beschikking staan, zijn werkboeken
Docenten gaan regelmatig naar voorlichtingsdagen en staan ook op voorlichtingsmarkten. Verder worden vmbo-dagen en decanen-
15
JAARVERSLAG 2005
dagen georganiseerd en worden advertenties geplaatst in regionale dagbladen. Ook zijn er open dagen. Elke nieuwe deelnemer
OMGANG EN VEILIGHEID
volgt een zelfde intakeprocedure, waarbij het aannamebeleid de wettelijke kaders volgt. Voor de intake zijn intakers geschoold, die een toets voor reken- en taalvaardigheid (VDL-toets) afnemen en een persoonlijk gesprek voeren. Plaatsing vindt plaats op niveau;
BEJEGENING
dit is afhankelijk van de vooropleiding en de wensen van de deelnemer. In sommige gevallen wordt gewerkt met portfolio’s en
Binnen de onderwijsteams werken de docenten op een collegiale manier met elkaar samen. Door de teamvorming leren ze elkaar
overleg met de toeleverende school en de intaker. Met een aantal scholen zijn structurele samenwerkingsverbanden met uitwisse-
op een collegiale manier beter kennen, elkaar aan te spreken en gezamenlijk tot afspraken te komen. Verder hangt voor zowel
ling van gegevens over deelnemers.
medewerkers als deelnemers op de gangen een poster met daarop gedragsregels. Er is sprake van een open sfeer. Daarnaast vinden voor deelnemers ook geregeld uitjes, sportdagen en bijvoorbeeld werkweken plaats om de onderlinge band en de band met
LOOPBAANBEGELEIDING
medewerkers te verstevigen.
Elke deelnemer kan voor (persoonlijke) vragen of problemen terecht bij zijn mentor. Verder werkt het oc met vertrouwenspersonen per afdeling, die luisteren en zonodig doorverwijzen naar Zadkine Servicecentrum of externe instanties. Binnen het oc heeft het team
VEILIGHEID
van de niveau 1- en 2-opleidingen in 2005 een totaalpakket aan maatregelen genomen om de begeleiding te intensiveren. Deze
Op twee locaties binnen het oc is toegangscontrole en een pasjessysteem. Beveiligingsmedewerkers zijn hier zichtbaar aanwezig
hebben ertoe geleid dat het uitvalpercentage voor de niveau 1- en 2-opleidingen slechts 14% is. Het team werkt hiervoor met een
en direct aanspreekbaar voor deelnemers en medewerkers. Op de locatie in Rotterdam Zuid en in Spijkenisse heeft het oc geen
didactisch model, waarbij ouders zo vroeg en zo veel mogelijk bij de school worden betrokken. Gewerkt wordt met een didactische
toegangscontrole of pasjessysteem. De kleinschaligheid van deze locaties waarborgt de veiligheid van deelnemers en medewer-
kaart die de deelnemer (en indien minderjarig de ouder/verzorger) ondertekent, waarop gedragsregels voor deelnemer en mentor
kers. In het schooljaar 2004 - 2005 heeft het oc zowel na de eerste als na de derde periode een enquête afgenomen onder alle
staan. Ook is ingezet op extra mentoraat. De intentie is dat binnen het oc alle teams hun begeleiding op deze wijze gaan invullen.
eerstejaars deelnemers. In deze enquête is ook naar ‘gevoel voor veiligheid’ gevraagd. In beide periodes lag het percentage op of rond de 88%.
SAMENWERKING In 2005 zijn twee bedrijvenmiddagen georganiseerd om de samenwerking met ketenpartners te bestendigen. Niet alleen om te
MAATREGELEN VEILIGHEID EN SOCIALE COHESIE
weten wat bedrijven van het oc verwachten, maar ook om de huidige praktijk te bespreken. De opleidingen Orde & Veiligheid
Een van de adjunct-directeuren noemde het beleid binnen het oc ooit een ‘opendeurbeleid’. Daarmee wordt bedoeld dat de deuren
onderhouden ook contacten met brandweer, politie, marechaussee en stadstoezicht. Voor de specifieke defensieopleidingen biedt
altijd open staan en iedereen voor een luisterend oor terecht kan. Dit geldt zowel voor deelnemers als medewerkers. Verder ont-
Defensie bpv-plaatsen aan.
vangt elke adjunct-directeur in het kader van de wet Poortwachter van de personeelsfunctionaris minimaal één keer per maand een overzicht van het zogenoemde ‘kort frequent verzuim’. De adjunct-directeur nodigt de betreffende medewerker dan uit voor een
REGISTRATIE
gesprek, waardoor de medewerker zich ook gehoord voelt.
In het kader van het doorlopende ESF-project vindt absentieregistratie nauwgezet plaats, waarbij deelnemers zelf aan het begin van de les voor aanwezigheid tekenen. Deze systematiek is overgenomen voor andere klassen. Absentie wordt direct gesignaleerd door de mentor die meteen actie onderneemt.
FOCUS OP ZADKINE
16
RENDEMENT
opgenomen zijn in de examenbank van de EBA. Het betreft de proeven ‘assembleren van hardware’, ‘helpen van systeemgebrui-
Tabel 2.10
kers’ en ‘installeren en onderhouden van hard- en software’. Een ander resultaat is de ontwikkeling van de praktijkruimte ICT aan
NIVEAU
de Benthemstraat 15. “Het beste is als de proeven van bekwaamheid worden afgenomen tijdens de beroepspraktijkvorming, maar
2005 ROC %
OC %
Niveau 1
47
63
Niveau 2
38
43
Niveau 3
63
29
Niveau 4
68
64
Alle niveaus
56
52
voor deelnemers van niveau 2 heerst een tekort aan plaatsen. Bovendien zijn veel bedrijven niet in de gelegenheid om de proeven van bekwaamheid op de juiste wijze af te nemen. Daarom wilden we hiervoor intern een zo authentiek mogelijke praktijkruimte creëren waar deelnemers zich uitstekend kunnen inleven in een werksituatie. We vonden een geschikte locatie in een lokaal van 250m2 waar voorheen overbodig pc-materiaal werd verzameld. Nu zijn hier in totaal 28 werkplekken inclusief bureau, stoel en computer, een balie en werkbanken ingericht”, aldus Maliepaard. De reacties van de deelnemers en docenten zijn erg positief. In 2005 hebben circa 175 deelnemers van niveau 2 van zowel Zadkine als Albeda College de drie proeven van bekwaamheid afgelegd. Maliepaard: “In de toekomst gebruiken we de ruimte ook voor deelnemers van niveau 3 en 4 van verschillende roc’s en ook
De gediplomeerde uitstroom van OC Administratie, Beveiliging & ICT lag in 2005 iets lager dan het gemiddelde van Zadkine. Als
voor andere oc’s binnen Zadkine. Daarnaast zijn plannen voor een extern kantoorpand, waarin een authentieke omgeving wordt
gekeken wordt naar de cijfers per niveau, valt op dat het gemiddelde sterk negatief beïnvloed is door het aantal gediplomeerden
gecreëerd en de deelnemers hopelijk in opdracht van bedrijven werkzaamheden kunnen uitvoeren als proeve van bekwaamheid.
op niveau 3. Dit percentage is te verklaren, omdat deze cijfers slechts gebaseerd zijn op één opleiding, te weten: Boekhoudkundig
Hiervoor is een businessplan geschreven dat in 2006 verder wordt opgepakt in samenwerking met ECABO. Op deze wijze proberen
medewerker. Veruit de meeste deelnemers van de niveau 3-opleiding Boekhoudkundig medewerker stromen door naar een niveau
we een kwalitatief goede manier van examinering te bereiken. Niet alleen samen met andere roc’s, maar vooral ook samen met
4-traject van Administrateur.
het regionale bedrijfsleven. Ook hiermee is in 2005 al contact gezocht én gelegd en hebben sommige bedrijven al geparticipeerd bij de proeven van bekwaamheid.
EXTERN RENDEMENT De opleidingen die het oc verzorgt, leiden op voor de zakelijke dienstverlening: van eenmanszaak tot multinational. Al jaren is het
KANTOORTUIN
zo dat gediplomeerde mbo’ers in de sector zakelijke dienstverlening snel een baan vinden. Het kan ook zijn dat ze doorstromen
Deelnemers van de in 2005 gestarte opleiding Managementassistent werken sinds eind augustus in een kantoortuin, een zo
naar een traject op een niveau hoger of doorgaan naar het hbo (circa 25% van de niveau 4-gediplomeerden).
authentiek mogelijke werkomgeving oftewel een nabootsing van de beroepspraktijk. Zij zijn daar geen deelnemers, maar juniorsecretaressen. Directe aanleiding voor de kantoortuin - inclusief bureaus en vergadertafel - was de invoering van het praktijkleren
PRAKTIJKRUIMTE ICT
bij de secretariële opleiding niveau 2. Hiervoor is een ontwikkelgroep Praktijkleren opgericht, die dit idee in januari 2005 voor in
Na de invoering van het competentiegericht leren bij het ICT College in 2003 werd ook de examinering onder de loep genomen.
eerste instantie vier locaties had uitgedacht. Uiteindelijk zijn op drie locaties kantoortuinen ingericht, waaronder voor deze driejarige
Gekozen werd voor het afnemen van proeven van bekwaamheid voor deelnemers van niveau 2. In 2005 is voor de ontwikkeling
opleiding op de eerste verdieping van het Zadkine-gebouw aan de Sportlaan 15 in Spijkenisse. De adjunct-directeur OC Admini-
hiervan contact gezocht met bureau ICE en Albeda College. Dit leidde volgens de projectleider van het ICT College, Cees Maliepaard,
stratie, Beveiliging & ICT, Ed Hellwig, spreekt van een succes. “Door de grote inzet van de leden van de ontwikkelgroep en het
tot een leuke en productieve samenwerking. Het resultaat is onder meer dat de proeven uiteindelijk zijn goedgekeurd door KCE en
facilitair management is alles op tijd gereedgekomen en ziet de kantoortuin er zeer professioneel uit. Behalve dat de deelnemers
17
JAARVERSLAG 2005
trots zijn, hebben ze ook meer het gevoel dat ze in een kantoor werken dan in een klaslokaal. Het leren is veel minder schools
2.2.2 HANDEL & UITERLIJKE VERZORGING
dan op hun vorige school. De competentieontwikkeling kan dan ook op adequate wijze worden ingezet. Als de deelnemers in het
OC Handel & Uiterlijke verzorging biedt op zes verschillende locaties via de bol, bbl en in deeltijdverband kwalificatietrajecten voor
tweede halfjaar de beroepspraktijk ingaan, zijn ze daar al behoorlijk op voorbereid en kennen ze de dagelijkse routine aan secreta-
alle niveaus. In 2005 beschikte het oc over 2558 deelnemers. Binnen de branche Handel zijn er zeventien opleidingen voor de
riële werkzaamheden. Ook worden ze hier geconfronteerd met dilemma’s die ze op de werkvloer kunnen tegenkomen. Docenten
detailhandel, internationale en groothandel en hieraan gerelateerde logistieke opleidingen en International Business Studies. De
moesten wel wennen aan de situatie, want zij zijn nu meer begeleiders. Ze doceren meer op de momenten dat de deelnemers
branche Uiterlijke verzorging biedt zes opleidingen voor haarverzorging, voet- en schoonheidsverzorging. In totaal werken bij OC
daarom vragen, wat wel wordt gestuurd door de beroepsproducten die de deelnemers moeten maken. In de toekomst zullen de
Handel & Uiterlijke verzorging 170 medewerkers (139,2 wtf).
deelnemers steeds meer aan beroepsproducten werken in een zo’n authentiek mogelijk omgeving; dit geldt ook voor de andere opleidingen (ICT en boekhoudkundige opleidingen).”
ORGANISATIE De organisatiestructuur kenmerkt zich door een grote betrokkenheid van medewerkers bij de totstandkoming van het beleid. Be-
BEDRIJVENMIDDAG Om de contacten met bedrijven uit de regio te intensiveren en het netwerk te verstevigen, vond op 22 juni 2005 voor het eerst een bedrijvenmiddag plaats op de Zadkine-locatie Alexanderlaan. Het bpv-bureau van OC Administratie, Beveiliging & ICT nodigde 750 contactpersonen uit, waaronder ook leden van VNO-NCW West. In totaal schreven 250 mensen zich voor de twee uur durende bijeenkomst in. Na een welkom van oc-directeur Ton Remeeus en een inleiding van staatssecretaris Mark Rutte - die op 22 juni een werkbezoek aan Rotterdam bracht - namen Henri van Vlodrop (voorzitter van het College van Bestuur) en Con Schoenmakers (voorzitter districtsdirectie ING Bank Rotterdam) het woord over. Daarna namen zij samen zitting in het forum waarin eveneens stagiair(e)s en oud-deelnemers waren vertegenwoordigd. Onder leiding van een journalist van Radio Rijnmond voerden ze discussies met de zaal. Belangrijkste doelstellingen waren het signaleren van knelpunten in de bpv en het onderwijs evenals het aandragen van oplossingen hiervoor. De dag werd afgesloten met een informeel buffet. Het resultaat van onder meer deze bedrijvenmiddag is dat het bedrijfsleven in toenemende mate meedenkt over de inrichting van het onderwijs, in het bijzonder als het gaat om competentiegericht leren. Ze worden middels teams vanuit Zadkine gestimuleerd om op termijn opdrachten voor de leerbedrijven beschikbaar te stellen en met name uitgenodigd voor het geven van gastlessen. Daarnaast zijn ze ook welkom op de nieuwe bedrijvenmiddag in april 2006; het bpv-bureau neemt hierin wederom een leidende rol. Samengevat kan worden gezegd dat de uitkomsten een goede aanzet zijn en dat zowel de bedrijvenmiddag als de aanwezigheid van de staatssecretaris voor een uitstekende profilering van Zadkine heeft gezorgd.
FOCUS OP ZADKINE
leidsontwikkeling en besluitvormingsprocessen worden op branche- en oc-niveau mede gevoed vanuit de locatie-/opleidingsteams en werkgroepen. De adjunct-directeuren vormen hierbij belangrijke schakels, omdat zij enerzijds op hun locaties - ondersteund door de teamcoördinatoren - leiding geven aan de beleidsuitvoering. Anderzijds zijn zij op locatieoverstijgend niveau actief als procesbegeleiders van de werkgroepen en als managementteamleden. Samen met de directeur opleidingencentrum vormen zij het managementteam, waarin de besluitvorming plaatsvindt. Ter voorbereiding en ondersteuning van beleidsontwikkeling en besluitvorming zijn er voor de belangrijkste beleidsdomeinen regiegroepen ingesteld, die elk bestaan uit twee mt-leden, een hoofd van het oc-bureau en/of een beleidsmedewerker. HRM In samenhang met een Zadkine-breed HRM-traject is in 2005 de basis gelegd voor resultaatgericht en teamgericht werken. Ook is een aanzet gegeven voor een nieuw functiebouwwerk, waarin competenties en competentieontwikkeling van medewerkers centraal staan. INVESTERINGEN Bij de investeringen is veel aandacht uitgegaan naar ict-voorzieningen voor de elektronische leeromgeving (ELO) en aanpassingen van de fysieke leeromgeving in verband met het gehanteerde onderwijs- en didactische concept. De leerwerkplek SuperStar, studieplekken voor projectonderwijs en praktijkruimtes zijn hier voorbeelden van.
18
KERNACTIVITEITEN EN FOCUS
tempodifferentiatie. Verder is mede dankzij ESF- en VSV-subsidies de deelnemersbegeleiding voor opleidingen op niveau 1 en 2 en bij
In het strategisch beleidsplan 2002-2005 was het hoofdthema binnen het primair proces: ‘aantrekkelijk onderwijs door de toepas-
de toeleidende UV-trajecten geïntensiveerd. Bovendien is structureel schoolmaatschappelijk werk op de afdelingen aanwezig. Ook is
sing van didactische variëteit’. De hiermee samenhangende kernactiviteiten van ontwikkeling en uitvoering van het onderwijsaan-
er een toeleidend traject voor kappers gecreëerd (waardoor een verbeterde instroom mogelijk is) en is met het vmbo (Maerlant Col-
bod in 2005 hadden als focus binnen OC Handel & Uiterlijke verzorging: de vergroting van de toegankelijkheid, het voorkomen
lege) samenwerking in het kader van een niveau 2-opleiding op locatie. Een andere samenwerking is met de Hogeschool Rotterdam,
van voortijdig schooluitval, de intensivering van de begeleiding van deelnemers niveau 1 en 2 en de verbetering van de samenhang
waarbij een doorstroomtraject mbo-hbo is gerealiseerd met zelfs een mogelijkheid tot verkorte totale studieduur. Door didactische
in de doorstroomketen. Met de deelname aan de ontwikkeling van roc-brede Zap-trajecten werd bijgedragen aan een verbeterde
afstemming en samenhang volgen de deelnemers in de loop van hun mbo-studie ook lessen binnen het hbo. Ook ten aanzien van de
toeleiding naar de diverse opleidingsrichtingen. De daarvoor ondernomen activiteiten waren vooral gericht op stimulering van
innovatieactiviteiten zijn resultaten geboekt. Conform de ontwikkelingsstrategie voor competentiegericht onderwijs hebben twee groe-
(potentiële) voortijdige schoolverlaters en deelnemers met een onduidelijke beroepswens. Binnen het eigen opleidingenaanbod
pen docenten/teamcoördinatoren onder begeleiding van externe deskundigen een blauwdruk voor competentiegerichte opleidingen
werd gewerkt aan de ontwikkeling van doelgroeptrajecten om deelnemers met een specifieke onderwijsbehoefte beter te kunnen
binnen het oc opgeleverd. Deze blauwdruk omvat het onderwijsmodel, de begeleidingssystematiek, het didactische concept, rollenbe-
bedienen. Flexibilisering en variatie van het onderwijsaanbod voor niveau 1 en 2 evenals vergroting van doorstroomkansen en -mo-
schrijvingen voor docenten/begeleiders, leerplanschema’s en een deel van de onderwijsinhoud, waardoor de implementatie van een
gelijkheden voor niveau 3 en 4 waren hierbij de uitgangspunten. Daarvoor werd ook samengewerkt met vmbo- en hbo-instellingen.
aantal competentiegerichte opleidingen vanaf augustus 2006 mogelijk is. Voor wat betreft de examineringprocessen: naar aanleiding
In die samenwerking werd vooral gezocht naar inhoudelijke en didactische samenhang binnen de doorstroomketen. Ook is in 2005
van de pilot zijn projectvoorstellen voor procesbeschrijvingen en procesmanagement gedaan die in 2006 worden uitgevoerd.
bijzondere aandacht gegeven aan onderwijsinnovatie met het oog op de landelijke invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur. Vooruitlopend daarop werd gewerkt aan de ontwikkeling van competentiegerichte kwalificatietrajecten op basis van de geformu-
PROGRAMMA
leerde visie op competentiegericht onderwijs en de daaruit voortvloeiende concrete vertaling in onderwijskundige uitgangspunten. In samenhang met deze innovatieactiviteiten werd sterk ingezet op scholing en teamvorming van de direct bij het primaire proces
SAMENHANG
betrokken medewerkers. Doel hiervan was deze medewerkers met de nieuwe ontwikkelingen vertrouwd te maken. Naast de focus
De programma’s van de opleidingstrajecten zijn zodanig afgestemd, dat zowel onderwijsinhoudelijk als voor de examinering alle eind-
op het primaire proces kregen ook op procesverbetering gerichte activiteiten aandacht. De nadruk lag hierbij op verbetering van
termen voor de desbetreffende kwalificaties volledig zijn afgedekt. In de onderwijs- en examenregeling (OER) is daartoe per deelkwa-
kwaliteitszorg (systematiek en borging) en dan in het bijzonder de verbetering van examineringprocessen. In een pilot is voorbeeld-
lificatie vastgelegd onder welke onderwijs- en exameneenheden de eindtermen vallen. Ook is vastgelegd welke eindtermen binnen de
matig een aantal processen beschreven om tot een systematiek van kwaliteitsborging te kunnen komen.
bpv en welke binnen school worden aangeboden en geëxamineerd. Door structureel locatieoverstijgend vakgroepoverleg stemmen de vakdocenten de programma’s op vakniveau inhoudelijk, didactisch en voor wat betreft toetsing af. Door structureel werkgroep- en coördi-
RESULTATEN
natorenoverleg wordt geborgd dat deze samenhang in de jaarlijks op te leveren OER is terug te vinden; de jaarlijkse auditrapportages van
Bijzonder om te noemen is de start van de supermarkt SuperStar, die door Handel wordt gerund en waar deelnemers in een
KCE bevestigden dit in 2005 ook. In de ontwikkeling van de competentiegerichte opleidingen bij OC Handel & Uiterlijke verzorging wordt
beroepsechte leeromgeving en onder begeleiding aan hun kwalificaties werken. Ook zijn veel leerwerkplekken gerealiseerd bij en
ervan uitgegaan dat de inhoud en vorm van het onderwijs de competenties, kerntaken en kernopgaven van de kwalificatieprofielen dek-
in samenwerking met instellingen van Humanitas. Andere resultaten zijn de flexibilisering van de opleiding Winkelassistent door tem-
ken. Deze actuele onderwijsverandering vormde daarbij afgelopen jaar ook de aanleiding voor de opzet van een deelnemersvriendelijk
podifferentiatie en de inrichting van AMA-klassen(voor alleenstaande minderjarige asielzoekers), waarbij rekening is gehouden met
en transparant format van de competentiegerichte opleidingen voor de OER. Deze wordt vanaf augustus 2006 aangeboden.
19
JAARVERSLAG 2005
BEROEPSKOLOM
van deelnemers. Verder zijn er conventionele ruimtes voor klassikale lesvormen, ruimtes voor projectonderwijs en praktijklokalen
Naast de voorlichtingen worden jaarlijks op een aantal locaties vmbo-leerlingen ontvangen om kennis te maken met de oplei-
evenals computerruimtes en -voorzieningen om zelfstandig onder toezicht dan wel onder begeleiding te werken. Deelnemers en
dingen van het oc. Er zijn bovendien regionale afspraken met de vmbo-scholen gemaakt over eenheid in doorstroomdocumenten.
docenten kunnen in voldoende mate gebruikmaken van presentatiemiddelen en ondersteuningsmaterialen. Aanschaf en gebruik
Daarnaast is met verschillende instellingen in de beroepskolom samenwerking tot stand gekomen, die bijvoorbeeld bij het mbo-hbo
vinden plaats volgens vastgelegde afspraken en procedures.
doorstroomtraject tot vergaande didactische en inhoudelijke afstemming heeft geleid. LEERPROCES MAATWERK Binnen OC Handel & Uiterlijke verzorging is een vastgestelde intakeprocedure, waarin door doorstroomdocumenten, een test en
LEERTIJD
een criteriumgericht gesprek een beeld wordt gevormd van de voorkennis, (taal)vaardigheden en motivatie van de deelnemer.
De opleidingen binnen het oc verschillen onderling sterk qua opzet; Uiterlijke verzorging heeft bijvoorbeeld traditioneel veel praktijk
Deze intake-uitkomsten vormen de input voor de begeleiding. Tijdens de intake wordt ook vastgesteld of de deelnemer eerder
binnen school. Toch wordt over het algemeen niet meer tijd dan nodig besteed aan instructie en theorie. De 10%-norm wordt daarbij
verworven kwalificaties (EVK’s) in kan brengen, die binnen de wettelijke mogelijkheden tot vrijstellingen kunnen leiden. Er is
naar verwachting niet overschreden. Verder zijn de opleidingen voor een deel al ingesteld op het competentiegericht onderwijs,
binnen het oc nog geen EVC-regeling, met uitzondering van een landelijke procedure voor de Kappersopleiding. Wel is een aantal
waarbij werkgroepen van docenten de eindtermendocumenten hebben bewerkt. Eindtermen geschikt voor de praktijk zijn verwerkt
doelgroeptrajecten gecreëerd, die flexibele in- en uitstroom, tempodifferentiatie, geïntensiveerde begeleiding, studieverkorting dan
tot bpv-opdrachten (25%). De overige eindtermen zijn geclusterd in veelal integratieve projecten (25%) en er zijn theorielessen
wel vloeiende doorstroom als kenmerk hebben.
(50%). De examinering is op dezelfde wijze verdeeld. Voor de bpv en projecten zijn werkboek, procedures en rolbeschrijvingen uitgewerkt. Verzuim wordt preventief tegengegaan door een uitgebreide intake waarbij maatwerk centraal staat. Als tijdens de
PROGRAMMATIJD
opleiding toch sprake is van afwezigheid, wordt deze geregistreerd en besproken door mentor en team. Deelnemers moeten binnen
De programma’s en studiebelasting worden conform de wettelijke voorschriften bepaald, vastgelegd in de OER en verantwoord
de bpv en het projectonderwijs hun verzuim altijd inhalen. Voor de theorielessen geldt een aanwezigheidsplicht als voorwaarde om
door middel van een model van transparante onderwijsprogrammering (TOP). Dit TOP-model geeft controleerbaar weer of de
te kunnen toetsen. Toetsen kunnen eenmaal worden herkanst, tenzij aantoonbaar van een bijzondere situatie sprake is. Dit is ter
studie-uren op het vereiste aantal en in de juiste verhouding van school en stage zijn geprogrammeerd. Bij de programmering
beoordeling van de examencommissie.
en planning van de onderwijs- en exameneenheden zijn de eindtermen, studeerbaarheid, evenwichtigheid en spreiding van de studielast uitgangspunten. Voordat deze programmering en planning in de OER worden opgenomen, worden de programma’s op
WERKVORMEN
studiebelasting getoetst aan het TOP-model en aan het managementteam voorgelegd ter bespreking en beoordeling. Na vaststelling
Met werkvormen wordt beperkt geëxperimenteerd. Uitgangspunt is vooral om het onderwijs aantrekkelijk te houden voor de
worden deze in de OER opgenomen.
doelgroep en effectief te laten zijn binnen de gestelde doelen (zoals vermeld in onder meer de eindtermdocumenten en de OER). Didactische inzichten hebben geleid tot variatie in aanbod. Het doel om de tijd tussen theorie en praktijk zo kort mogelijk te laten
VOORZIENINGEN
zijn, is vanwege de blokstages beperkt gerealiseerd. Handel heeft gekozen voor projectonderwijs voor de vakintegratie en meer
De leer- en praktijkruimtes en inventaris zijn zoveel mogelijk afgestemd op de gehanteerde didactiek, werk- en groeperingvormen
praktijksimulatie op school. Lessen worden waar mogelijk aangepast aan het project en zijn daardoor meer samenhangend, prak-
FOCUS OP ZADKINE
20
tijkgerichter en dus stimulerend. Zowel bij Handel (praktijkgestuurd onderwijs) als bij Uiterlijke verzorging (veel praktijkonderwijs)
thuisproblemen) goed te begeleiden. Bij keuzes - ook al zijn die beperkt in het eindtermenonderwijs - worden deelnemers goed
is veel ruimte voor de ontwikkeling van zelfstandigheid van de deelnemer
geholpen door docent, mentor, coördinator en/of decaan (Zadkine Servicecentrum). Voor uitvalpreventie zijn mentoren het eerste aanspreekpunt. Schoolmaatschappelijk werk speelt hierbij voor de lagere doelgroepen een belangrijke rol. Verder is er aantoonbaar
STUDIEBEGELEIDING
samenwerking met jeugdzorg, RMC (regionale meld- en coördinatiefunctie), gemeente, leerplichtambtenaar, Centrum voor Werk
Mentoren van eerste klassen krijgen extra begeleidingsuren aansluitend op de gedegen intakeprocedure. Ook wordt jaarlijks een
en Inkomen (CWI), justitie en politie.
deelnemersenquête gehouden. In geval van uitstroom houdt de coördinator een exitgesprek om inzicht te krijgen in de redenen. Binnen het eindtermenonderwijs en de bijbehorende bekostigingssystematiek is niveau-, tempo- en leerstijldifferentiatie heel moeilijk.
SAMENWERKING
Veel gebeurt nog klassikaal. Toch is binnen de bpv en het projectonderwijs een goede vorm gevonden voor individueel evalueren en
Samenwerking met vmbo-scholen en hbo-scholen hebben concrete doelen. Met vmbo-scholen zorgt OC Handel & Uiterlijke ver-
feedback geven op leerproces en resultaten. Met name de organisatie van de bpv (afspraken, informatie, begeleiding, registratie,
zorging voor een warme overdracht, voorlichting en begeleiding bij de sectorkeuze. In enkele gevallen valt ook het gezamenlijk
beoordeling) zit voor alle betrokkenen gedegen in elkaar.
ontwikkelen van leertrajecten hieronder. Met het hbo is een doorstroomtraject ontwikkeld: mbo-pro. Om het aantal risicodeelnemers te beperken, wordt op enkele locaties wederzijds informatie uitgewisseld. Er bestaat zicht op de risicofactoren en de relevante
TRAJECTBEGELEIDING
indicatoren in individuele situaties. Op dit punt is er veel samenwerking, maar de keten van voorzieningen functioneert zeker (nog) niet op alle locaties even adequaat. Ook kunnen niet altijd bewijzen van resultaten worden overlegd.
INTAKE Naast de roc-brede activiteiten - zoals de voorlichting op arbeidsmarktdagen - speelt maatwerk een belangrijke rol. Op het moment
REGISTRATIE
dat een signaal vanuit het vmbo komt, wordt daarop actie ondernomen. Ook vindt eenmaal per jaar op een van de locaties in
Het deelnemersdossier wordt aangemaakt, zodra een deelnemer de intakeprocedure geheel heeft doorlopen en is geplaatst. De
samenwerking met andere oc’s en toeleverende scholen de vmbo-leerlingendag plaats. In bijzondere gevallen (bijvoorbeeld bij
dossiers (inclusief VDL-intaketest) zijn voor mentor en coördinator toegankelijk. Vervolgens worden in een webbased cijfersysteem
detentie) is er een direct verantwoordelijke voor de communicatie. Alle deelnemers ondergaan vervolgens een uitgebreide intake
(CIS) de vorderingen (cijfers) bijgehouden. Deze zijn overal en altijd inzichtelijk voor ouders, deelnemers en docenten/mentoren
met de VDL-test. De uitkomst hiervan wordt door de mentor met de deelnemer besproken. Waar haalbaar (projectonderwijs/bpv)
die leesrechten hebben verkregen. De deelnemer wordt meteen gemist, waarna mentor, tutor en coördinator hem hierop aanspre-
wordt vervolgens rekening gehouden met de geadviseerde begeleidingswijze. Naar toeleverende scholen worden voortgang en
ken. In uiterste gevallen volgen sancties. Indien onvermijdelijk worden ouders, jeugdzorg, etc. bij de communicatie betrokken. Bij
prestaties teruggekoppeld. Voortgangsdossiers/-portfolio zijn in ontwikkeling en nog niet overal in gebruik.
verandering van opleiding volgen de gegevens de deelnemer. OMGANG EN VEILIGHEID
LOOPBAANBEGELEIDING Voor persoonlijke problemen zijn vertrouwenspersonen aangesteld. Bij vastlopen van de studie krijgen deelnemers - om voortijdig
BEJEGENING
schoolverlaten te voorkomen - een oriëntatietraject bij Zadkine Servicecentrum. Op basis van de uitgebreide intake en het con-
Zowel in de omgang tussen medewerkers onderling als met deelnemers zijn de kwalificaties gemoedelijk, zorgvuldig en respectvol
tact met toeleverende scholen is het mogelijk deelnemers met specifieke aandachtspunten (ADHD, dyslexie, topsport, specifieke
van toepassing. De docenten zijn benaderbaar en stellen zich toegankelijk op tegenover collega’s, leidinggevenden en deelnemers.
21
JAARVERSLAG 2005
Naast deze kenmerken worden ook vertrouwen en integriteit door deelnemers bevestigd, zo blijkt uit het in 2005 gehouden
In 2005 lag het percentage van gediplomeerden bij OC Handel & Uiterlijke verzorging ongeveer op het niveau van het hele roc.
tevredenheidonderzoek. Ook wordt aangegeven dat deelnemers onderling weinig negatieve ervaringen hebben ten aanzien van
Uit het overzicht blijkt dat de cijfers bij niveau 1 en bij niveau 2 compenserend werken op het totaalpercentage. De probleemgroep
bijvoorbeeld geweld, intimidatie en discriminatie.
wordt gevormd door niveau 2, deelnemers met uiteenlopende problematiek waardoor de studie beëindigd wordt vóór diplomering op niveau 2. Vooral in 2005 is veel ingezet op voorkoming van voortijdig schooluitval, in het bijzonder bij de niveaus 1 en 2. De
VEILIGHEID
resultaten van deze activiteiten zullen pas in 2006 zichtbaar gaan worden. De percentages moeten daarom worden bezien als
Ook ten aanzien van dit kwaliteitsaspect blijkt uit het tevredenheidonderzoek van 2005, dat het gevoel van veiligheid (vooral bin-
resultante van inspanningen die in schooljaar 2004-2005 zijn gepleegd.
nen school) een hoge positieve score krijgt. Maatregelen die hieraan bijdragen, zijn bijvoorbeeld de aanwezigheid van en controle door beveiligers bij de entrees en algemene gebruiksruimtes, de aanstelling en trainingen van bedrijfshulpverleners (BHV’ers) en de
EXTERN RENDEMENT
aanstelling van en bekendheid met vertrouwenspersonen op de locaties.
Buiten tevredenheidsmetingen bij het bedrijfsleven en publiciteit (zoals rondom de supermarkt SuperStar) zijn er nog geen gesystematiseerde gegevens van externe resultaten weer te geven. De ervaringen en contacten met de externe partijen wijzen wel op een positief
MAATREGELEN VEILIGHEID EN SOCIALE COHESIE
beeld van de tevredenheid. Uit de contacten met het bedrijfsleven en uitgestroomde deelnemers blijkt dat deze laatstgenoemden bovendien
Elke klas deelnemers heeft een mentor die niet alleen de studievoortgang volgt, maar ook waakt over de sfeer in de klas, de omgang
vrijwel direct een plaats op de arbeidsmarkt verwerven (veelal bij voormalige stagebedrijven). Ook uitgestroomde deelnemers die vervolg-
en sociale cohesie. Hij voert daartoe regelmatig individuele en groepsgesprekken en bespreekt het welbevinden ook met collega’s en ou-
opleidingen extern oppakken, blijken in toenemende mate succesvol te zijn. Met de Hogeschool Rotterdam zijn in dit verband al afspraken
ders/verzorgers. Om de sociale cohesie tussen medewerkers onderling te bevorderen, worden ze uitgenodigd om mee te denken over en
over systematische informatieverstrekking over studieverloop van ex-deelnemers. De bevestiging van de ervaringsgegevens door middel
invulling te geven aan onderwijskundige veranderingen. Zo wordt branchebetrokkenheid gecreëerd wat ook de onderlinge betrokkenheid
van cijfers en systematisch onderzoek moet nog in een (roc-brede) aanpak en alumnibeleid resulteren, zodat uitstromende deelnemers ook
versterkt. Of deze maatregelen bij deelnemers en medewerkers tot minder ziekteverzuim leiden, is niet aantoonbaar aan te geven.
na hun Zadkine-studie een afzienbare periode in beeld blijven. In de beleidscyclus vanaf 2006 worden plannen hiervoor vastgesteld.
RENDEMENT
HUMANITAS
Tabel 2.10
Humanitas is een instantie die levensloopbestendige complexen met zorg en diensten voor ouderen in de regio Rijnmond aanbiedt.
NIVEAU
2005
Tussen Zadkine en Humanitas bestaan contacten en samenwerkingsvormen, die in 2005 voor OC Handel & Uiterlijke verzorging
ROC %
OC %
intensiever vorm hebben gekregen. “Tijdens besprekingen in 2004 wilden we kijken of we op korte termijn iets voor elkaar konden
Niveau 1
47
51
betekenen. Humanitas heeft immers 28 complexen voor levensloopbestendig wonen en wij hebben behoefte aan werkplekken
Niveau 2
38
29
voor onze deelnemers”, stelt Ellen Mizee, adjunct-directeur van Uiterlijke verzorging. “Dit resulteerde in een afspraak waarbij wij
Niveau 3
63
53
een vrijkomende ruimte binnen Humanitas als schoonheidssalon, pedicure en kapsalon konden inrichten. Als de ruimte geschikt
Niveau 4
68
54
blijkt, ga ik in onderhandeling met leveranciers voor inrichting en producten, op zoek naar een ondernemer en in gesprek met de
Alle niveaus
56
52
bpv-coördinator. De ondernemer - vaak oud-deelnemers van Zadkine - gaat daarbij de verplichting aan werkplekken aan te bieden
FOCUS OP ZADKINE
22
en profiteert dus onder meer van ondersteuning bij werkzaamheden. Voor de deelnemer is deze werkplaats vooral goed voor hun
De onderwijsvernieuwing van het competentiegericht onderwijs komt precies op tijd voor inpassing in deze systematiek. Nu deelnemers
zelfvertrouwen. Het verzorgingshuis is een ideale tussenfase om zich te ontplooien en zonder haastwerk het vak eigen te maken.
met een elektronische leeromgeving werken, is er altijd lesmateriaal. De nieuwe behuizing is toegerust met flexibele ‘instructieruimten’,
Ook Humanitas is vanzelfsprekend bij de afspraak gebaat door de extra serviceverlening naar de bewoners toe. Zij kunnen voortaan
zodat gemakkelijker met andere onderwijsvormen kan worden gewerkt. En de praktijk die krijgen ze in hetzelfde gebouw.
naar een salon op loopafstand wat ook goed is voor hun sociale contacten.” In november 2005 is de eerste zelfstandige ruimte ingericht bij Humanitas Müllerpier in Rotterdam. Voorheen was hier een fysiotherapeut gevestigd en na aanpassingen en bemiddeling
SuperStar is een en al praktijk. Deelnemers werken in groepen van twaalf. In het magazijn, in de winkel, aan de kassa’s. Ze voeren
door Zadkine is er een schoonheid-/voetverzorging en kapsalon opgezet. Inmiddels lopen hier zes deelnemers van Zadkine. Door de
verantwoordelijke werkzaamheden uit die ze vaak in stages niet mochten doen: balansen, kassawerken, goederenontvangst.
intensieve contacten met Humanitas heeft ook zorginstantie Laurens interesse getoond. In maart 2006 wordt bij Laurens in Simeon
En dat kan zonder bezwaar vanwege de intensieve begeleiding van bedrijfsleider, accountmanager, twee hbo-studenten en een
en Anna een schoonheidssalon geopend en in het najaar van 2006 wordt weer een schoonheid-/voetverzorging en kapsalon bij
bbl-student niveau 4.
Humanitas in Rotterdam-Noord geopend. Hierdoor worden wederom werkplekken voor de deelnemers gerealiseerd. De doelgroep heet lastig te zijn. Maar de deelnemers passen zich in deze context snel aan dankzij extra feedback. Met als resultaat SUPERSTAR
dat van de 80 procent geslaagden bijna iedereen doorleert. De bedoeling is in een bbl-traject, maar de meeste deelnemers zijn
SuperStar is de naam van een supermarkt voor minima, gekoppeld aan de assistentenopleiding Handel in de Vijverhofstraat. Een
intussen zo gehecht dat ze voor niveau 2 gaan in hetzelfde gebouw. Opleiden in geborgenheid lijkt dus ook te slagen.
kleine vestiging van driehonderd deelnemers en een klein, goed op elkaar ingespeeld team. SuperStar draait sinds september 2005. Het biedt driemaandelijks onderwijstrajecten en heeft dus vier instroommomenten in een jaar. “Het belangrijkste doel is een
Het liefst sloot SuperStar een paar convenanten met supermarktketens. De opleiding kan in zo’n geval de specifieke huisregels en
vangnet bieden, een laatste, voor uitvallers. En het werkt”, aldus coördinator Robert Wulffele.
werkmethodieken overnemen. Dat zou passen in hun maatschappelijk verantwoord ondernemen. Want maatschappelijk verantwoord is SuperStar met zijn specifieke buurtfunctie. Veel omwonenden zijn vaste klant; de berichten zijn alleen maar positief.
Gekozen is voor drie uitgangspunten. In de eerste plaats moest de opleiding voor het grootste deel uit praktijk bestaan. De doelgroep kent specifieke problemen wat betreft de presentatie, waardoor ze moeilijk aan werk of een stageplaats komt. In de tweede plaats
MAERLANT COLLEGE
zouden deelnemers niet alleen een basisdiploma moeten behalen, maar ook weer voldoende enthousiasme krijgen om door te stromen
De laatste jaren is er een wenselijke aansluiting van het vmbo op het mbo. In 2005 zijn hiervoor met het Maerlant College in Brielle
naar een niveau 2-opleiding. En in de derde plaats zet het team zich in voor het alles overstijgende doel: opleiden in geborgenheid.
gesprekken gevoerd en in augustus 2005 is de mbo-opleiding Kapper niveau 2 gestart en gevestigd in een eigen compartiment binnen het vmbo Maerlant. Belangrijkste insteek is de aansluiting van vmbo op mbo. Door de afstemming is directe doorstroom
Dat laatste is geen kunstje dat docenten even neerzetten. De teamleden hebben de overtuiging en het vertrouwen dat extra aan-
op dezelfde locatie en naar het mbo op Voorne Putten gerealiseerd. Daarnaast is de ingerichte leeromgeving van het mbo geschikt
dacht voor deze deelnemers vruchten afwerpt. En dat doet het ook. Alles wijst erop dat 80 procent het diploma Winkelassistent en
voor het competentiegerichte onderwijs waar praktijk en theorie zijn geïntegreerd. Gesproken kan worden van een succesvol jaar
Aankomend verkoopmedewerker behaalt. Vanwege dat succes wil de Gemeente Capelle ook zo’n SuperStar-vestiging.
en in augustus 2006 zal het competentiegericht onderwijs (met één klas) als experiment starten.
23
JAARVERSLAG 2005
2.2.3 WELZIJN, SPORT & CULTUUR
wordt ondersteund door de werkgroep Valentine. In 2006 worden de resultaten van deze implementatie geëvalueerd aan de hand
OC Welzijn, Sport & Cultuur beschikt over vier locaties waar in totaal ruim 3000 deelnemers zijn verdeeld over tien opleidingen
van criteria uit het ontwikkeltraject ‘2005 met stip’. Toch zoekt het managementteam naar een werkwijze en structuur die beter
en leerwegen van kwalificatieniveau 2 tot en met 4. De opleidingen variëren van Helpende Welzijn en Sociaal Cultureel Werker
passen bij de naderende veranderingen. Tijdens een tweedaagse bijeenkomst is dan ook een aantal uitgangspunten geformuleerd
tot Onderwijsassistent en de opleiding Sport en Bewegen. Bij het oc werken circa 250 medewerkers (170 wtf) op onderwijzend
voor de nieuwe contouren van de organisatie. Dit plan wordt in 2006 met alle medewerkers van het oc besproken tijdens onder
en ondersteunend vlak.
meer het platform MT-TC en de voorjaarsconferentie.
ORGANISATIE
De drie belangrijkste kernactiviteiten van OC Welzijn, Sport & Cultuur in 2005.
Het managementteam bestaat uit één directeur en vijf adjunct-directeuren. De opleidingen worden verzorgd door opleidingsteams,
• Het implementeren van leerwerkplekken, dat wil zeggen het realiseren van leerafdelingen zoals door de OVDB beschreven.
die zowel de bol als de bbl voor hun rekening nemen. Ieder team bestaat uit een vaste groep medewerkers die wordt gecoacht door
• Het optimaliseren van de relatie met het werkveld door middel van het organiseren van werkveldbijeenkomsten en een
een teamcoördinator. Een team bestaat gemiddeld uit acht tot twaalf wtf (werktijdfactor). Daarnaast zijn specifieke trajecten zoals
gezamenlijke activiteit voor het evalueren van bpv-toetsen.
(H)erkenning van Verborgen Talenten en Supported Werker ondergebracht bij kleinere projectteams.
• Het opstellen en uitvoeren van een verbeterplan voor de toetsing en examinering naar aanleiding van de KCE-rapportage.
HRM
FOCUS
Binnen het oc is het beleidsplan voor 2005 uitgewerkt in een personeelsbeleidsplan met als belangrijkste uitgangspunt het ontwik-
Denken en handelen werden ook in 2005 bepaald door zowel het werkveld (de marktpartijen) als de maatschappelijke verant-
kelen van POP’s. Ook is in 2005 het accent gelegd op resultaatgericht werken, waarbij zowel interne als externe expertise is
woordelijkheid, waarbij het primaat bij de arbeidszijde ligt. OC Welzijn, Sport & Cultuur streeft ernaar een goed functionerende
betrokken ter ondersteuning.
organisatie te zijn en ziet kwaliteitszorg - en in het bijzonder het INK-managementmodel - als een adequaat middel om dit doel te bereiken. Dit model en de achterliggende visie op bedrijfsvoering vormen dan ook een inspiratiebron en richtingwijzer bij de formu-
INVESTERINGEN
lering en uitvoering van het strategisch beleid. Verder streeft het oc een zo volledig mogelijke dekking van haar doelgroepenmarkt
Gezien de investeringstop is in 2005 uitsluitend geïnvesteerd in de noodzakelijke ict-middelen.
na door enerzijds uitbreiding van het onderwijsaanbod en anderzijds geografische decentralisatie. Geografische decentralisatie is in 2005 gerealiseerd door de ontwikkeling van een derde en vierde vestigingspunt in Rotterdam-Oost naast de reeds bestaande
KERNACTIVITEITEN
vestigingen in Rotterdam-Centrum en Spijkenisse. Deze vier vestigingspunten verzorgen onderwijs voor opleidingen niveau 2, 3
OC Welzijn, Sport & Cultuur werkt met resultaatgerichte teams, waarbij iedereen in het team verantwoordelijk is voor de ontwik-
en 4. Ook geeft het oc vorm aan maatschappelijke verantwoordelijkheid en zoekt daartoe de samenwerking met andere oc’s van
keling, uitvoering en uiteindelijke resultaten. De teamcoördinatoren coachen hun teams en leggen verbindingen naar andere teams
Zadkine. Ten slotte focust OC Welzijn, Sport & Cultuur op onderwijs, waarin het actief leren van de deelnemer centraal staat. Dit
uit de organisatie. In een platform komen managementteam en teamcoördinatoren regelmatig bij elkaar om te overleggen over het
leren vindt plaats in een krachtige leeromgeving en vindt zijn uitgangspunt in de kernproblemen van het beroep.
beleid en de hier uit voortvloeiende activiteiten. Vanuit het platform en het managementteam worden opdrachten geformuleerd voor de verschillende expertgroepen en projectgroepen binnen ons opleidingencentrum. De implementatie van resultaatgerichte teams
FOCUS OP ZADKINE
24
RESULTATEN
gecreëerd. In enkele gevallen worden met specifieke vmbo-scholen afstemmingsafspraken gemaakt, die in roc-brede convenanten
Voor 2005 is een groot aantal resultaten te noemen. Allereerst de VDL-test die als onderdeel van de intakeprocedure in het gehele
zijn vastgelegd. Met betrekking tot het vervolgonderwijs zijn afspraken gemaakt middels samenwerkingsovereenkomsten met de
oc is geïmplementeerd. Ook de JET-methodiek (Job Event Training) is geïmplementeerd voor zowel specifieke doelgroepen als regu-
Hogeschool Rotterdam. Daarnaast participeert het oc actief in een Rotterdams overlegplatform met Hogeschool InHolland, Hogeschool
lier niveau II. Hierbij simuleren acteurs situaties waarop deelnemers moeten reageren met als doel de aanwezige en ontbrekende
Rotterdam en de Leidse Hogeschool, afdeling Pabo Thomas More. De focus ligt daar op de zogenaamde ‘warme’ overdracht. Onder
competenties zichtbaar te krijgen. Voor deze methodiek zijn circa vijftien docenten als JET-begeleider getraind. Een ander resultaat
regie van dit samenwerkingsverband is een doorstroominstrument ontwikkeld gefocust op inhoudelijke en didactische samenhang, dat
is de realisatie van ongeveer vijftig leerwerkplekken bij ’t Lispunt en de basisscholen Catamaran en de Boog. Verder zijn in mei en
vanuit Zadkine en twee andere roc’s (Albeda College en Da Vinci College) en de drie Hogescholen gezamenlijk wordt gehanteerd.
oktober werkveldconferenties georganiseerd en is het draaiboek Cyclische processen geïmplementeerd als groeidocument. Ook is het katern Interne communicatie gepubliceerd. Er is een nieuwe rapportagemethodiek ingevoerd ter bestrijding van kort frequent
MAATWERK
verzuim van medewerkers en er zijn werkdocumenten ontwikkeld met betrekking tot indicaties omtrent ruimtebehoefte, perso-
Door middel van aangepaste curricula en specifieke begeleidingsactiviteiten komt het oc tegemoet aan de verschillende onderwijsbe-
neelsratio en functiebouwwerk (differentiaties schaal 5 t/m 11). Daarnaast zijn werkontbijten klantvriendelijkheid georganiseerd
hoeften van deelnemers. Waar mogelijk wordt door het vaststellen van EVC’s aangepaste leertrajecten aangeboden. Voor specifieke
met teamleden. Ook is voor elk opleidingsteam een teamontwikkelingsplan en een budget met een budgethouder vastgesteld.
doelgroepen maakt OC Welzijn, Sport & Cultuur gebruik van de extra ondersteuning, die door de zogenaamde Bijspijkerplaatsen wordt
Ten slotte heeft OC Welzijn, Sport & Cultuur een marketingplan (inclusief imago-onderzoek) laten schrijven. De focus lag op de
aangeboden. Het oc kent de volgende specifieke maatwerktrajecten: een éénjarige opleiding Helpende Welzijn, Verborgen talenten,
optimalisering van het relatiebeheer met de stakeholders (de werkvelden). Aanleiding hiertoe is het competentiegerichte onderwijs,
SPW-BGE, SPW supportopleiding, IOS (SPW3 via ZCA) en OA4 EVC-traject. Daarnaast is voor de opleiding SPW3 (Kinderopvang)
waarbij de dialoog met afnemers onmisbaar is.
gebruik gemaakt van februari als instroommoment. Bij voldoende aanbod is instroom in februari voor alle opleidingen mogelijk.
PROGRAMMA
PROGRAMMATIJD Voor de reguliere trajecten is de programma- en studietijd in overeenstemming met de onderwijs- en examenregeling (OER) in
SAMENHANG
het zogenaamde TOP-model vastgelegd. In 2005 is in de bol een start gemaakt om de bpv gespreid over alle onderwijsjaren te
De curricula zijn door middel van blokboeken afgestemd op de eindtermen. Deze blokboeken zijn zo ver als mogelijk thematisch
programmeren, zodat sprake is van een redelijke en evenwichtige spreiding van de bpv over de opleidingstijd. Aan de hand van de
geordend. Verder zijn de eindtermen die leer- en burgerschapscompetenties aantonen integraal in de blokboeken verwerkt. In 2005
begeleidingstabel en het rooster is dit transparant gemaakt.
zijn de blokboeken ook digitaal toegankelijk gemaakt, zodat de deelnemers via Blackboard kennis kunnen nemen van de inhoud. Aanleiding hiervoor is de voorbereiding op de nieuwe kwalificatiestructuur, waarvoor zowel op strategisch, tactisch als operationeel
VOORZIENINGEN
niveau overlegsituaties zijn gecreëerd.
Alle programma’s worden in voldoende mate ondersteund door adequate materiële voorzieningen. Er wordt aangesloten bij de behoefte van het onderwijs en de deelnemers door inrichting van simulatieruimtes, een elektronische
BEROEPSKOLOM
leeromgeving en digitale leermiddelen. Ook wordt - waar mogelijk - gebruik gemaakt van werkplekken binnen de instellingen om
OC Welzijn, Sport & Cultuur kent meer dan vijftig toeleverende scholen. Waar mogelijk worden op regionaal niveau overlegsituaties
de deelnemers hun doelen te laten bereiken.
25
JAARVERSLAG 2005
LEERPROCES
STUDIEBEGELEIDING Het niveau van de deelnemer wordt als onderdeel van de intake getoetst (VDL). In de intake komen ook de achtergrond en het
LEERTIJD
leertempo aan bod. Bij eventuele tekorten in bijvoorbeeld taal kan de deelnemer desgewenst gedurende de opleiding extra taal-
Het nieuwe bpv-model zorgt bij deelnemers en docenten voor meer transparantie als het gaat om de verhouding school/praktijk.
ondersteuning krijgen via het Zadkine Servicecentrum (Bijspijkerplaatsen). Op basis van het voorgaande en van de vooropleiding
Doelmatig gebruik van de onderwijsleertijd van de deelnemers wordt geborgd door het rooster. Naar verwachting wordt dan ook
wordt de deelnemer geplaatst in de opleiding. In de praktijk wordt de deelnemer begeleid door de werkbegeleider in overleg met
niet meer dan 10% van de lestijd gebruikt voor het opstarten van de activiteiten of lesorganisatie. Alle eindtermen zoals vermeld
de stagebegeleider. Deze komt twee keer per tien weken langs om de voortgang te bespreken.
in het programma worden in periodes van tien weken aangeboden. Iedere eindterm wordt daarbij ondersteund door specifieke leerdoelen, waardoor leeractiviteiten worden gestuurd. Uitgangspunt is dat alle taken per periode de geprogrammeerde contacttijd
TRAJECTBEGELEIDING
en zelfstudietijd daadwerkelijk vullen, maar deelnemers hebben de ruimte om zelf invulling te geven aan de onderlinge verdeling hiervan. Voorheen werkte het oc met studiebelastingsuren (sbu’s) per taak, maar in de praktijk bleken deze sbu’s geen enkele
INTAKE
relatie met de werkelijkheid te vertonen en is deze informatie uit de taak verdwenen. Uitgangspunt zijn de toetsnormen en de
OC Welzijn, Sport & Cultuur participeert in roc-brede voorlichtingsactiviteiten en in de praktijksectororiëntatie georganiseerd door
deelnemer heeft ruimte om invloed uit te oefenen op de benodigde tijd voor het leerproces. Dit blijkt in de praktijk goed hanteerbaar.
het vmbo. Er zijn ook initiatieven op teamniveau, maar een en ander is afhankelijk van de locatie, sociale omgeving en het
Verzuim wordt preventief tegengegaan door aantrekkelijk onderwijs op studeerbare tijden te bieden. Vervolgens wordt door middel
aantal toeleverende scholen. Veelvuldig vindt interactie plaats met decanen. Deelnemers die zich voor een opleiding aanmelden,
van een digitaal instrument de registratie van iedere deelnemer bijgehouden en - waar nodig - actie ondernomen.
ontvangen een inschrijfformulier. Pas indien dit inschrijfformulier volledig ingevuld en voorzien van de noodzakelijke bescheiden door de opleiding is ontvangen, wordt de deelnemer geregistreerd als aangemelde kandidaat. Vervolgens worden ze uitgenodigd
WERKVORMEN
voor voorlichtingsbijeenkomsten over de opleiding waarvoor ze zich hebben aangemeld. Daarna nemen zij deel aan een digitale
Gekozen is voor zoveel mogelijk actieve en creatieve didactische werkvormen. Praktijkgestuurd onderwijs (PGO) stimuleert de zelf-
VDL-test. Op basis van het profiel dat deze test oplevert, vindt een individueel intakegesprek plaats. Dan wordt besloten of een
standigheid en verantwoordelijkheid van de deelnemer en wordt gewaardeerd door de beroepspraktijk. Er is gestreefd naar optimale
deelnemer al dan niet wordt geplaatst dan wel wordt doorverwezen naar een andere opleiding of Zadkine Servicecentrum. Er wordt
aanpassing van werkvormen bij eindtermen. PGO-uitgangspunten en de taxonomie van Romiszowski zijn hierin richtinggevend.
integraal gewerkt met een standaard instroomformulier en in toenemende mate met een digitaal doorstroomportfolio dat door de
De samenhang wordt bepaald door de leerdoelen, die per eindterm zijn geformuleerd en zodanig verdeeld worden dat zinvolle
vmbo’s wordt aangeleverd.
werkvormen voor (aspecten van) de eindterm kunnen worden gebruikt. Gebruik van media, betekenisvolle casuïstiek, aantrekkelijke vormgeving en duidelijke gestructureerde achtergrondinformatie maken leerstof aantrekkelijk voor deelnemers. Daarnaast
LOOPBAANBEGELEIDING
geven regelmatig terugkerende reflectiemomenten, feedback van de tutor en een afnemende sturing in de lesstof ruimte voor
De studievoortgangbegeleiding is in handen van de mentor, coach en tutor. Bij persoonlijke problemen kan de deelnemer terecht
ontwikkeling van de zelfstandigheid.
bij de mentor of coach. Bij specifieke problematiek - bijvoorbeeld van psychische of fysieke aard - is deskundige begeleiding via Zadkine Servicecentrum aanwezig. Voor loopbaankeuzes en bijbehorende begeleiding/advies of test wordt eveneens Zadkine Servicecentrum ingeschakeld. Voortijdig schoolverlaten wordt door bovenstaande beperkt. Daarnaast zijn er oc-activiteiten in de
FOCUS OP ZADKINE
26
vorm van projecten en extra begeleidingsmogelijkheden om dit te voorkomen. Deze laatste zijn altijd de verantwoordelijkheid van
OMGANG EN VEILIGHEID
opleidingsteams. Zorgdeelnemers die de school voortijdig dreigen te verlaten, worden extra begeleid en gemonitord. Bij probleemdeelnemers vindt dossiervorming plaats. Zonodig worden afspraken tussen opleiding en deelnemer vastgelegd in contracten en
BEJEGENING
afspraakbrieven.
Medewerkers werken binnen vaste opleidingsteams en dragen samen de verantwoordelijkheid voor de uitvoering en de te behalen resultaten. Evaluatiegesprekken over de teamontwikkeling tonen aan dat medewerkers een positieve ontwikkeling waarnemen in
SAMENWERKING
de onderlinge omgang met elkaar. Belangrijke aspecten bij hoe medewerkers met deelnemers omgaan, zijn het aanleren van een
De samenwerking met vmbo-scholen en hbo-scholen zijn concreet en doelgericht. OC Welzijn, Sport & Cultuur zorgt daarbij voor een
beroepshouding, persoonlijke aandacht en deelnemers verantwoordelijkheid geven voor hun eigen leerproces.
warme overdracht, voorlichting en begeleiding als het gaat om de sectorkeuze. Ook het gezamenlijk ontwikkelen van leertrajecten is in een aantal gevallen van toepassing. Met het hbo is een doorstroomtraject ontwikkeld: mbo-pabo. Om het aantal risicodeel-
VEILIGHEID
nemers te beperken, wordt wederzijds informatie uitgewisseld. De samenwerking vindt plaats vanuit het gezamenlijk overleg met
Gedurende de openingstijden zijn externe beveiligingsmedewerkers gestationeerd voor de toegangscontrole op de locaties. Daar-
Albeda College, Da Vinci College, Hogeschool InHolland en Hogeschool Rotterdam, waarvan Zadkine het voorzitterschap vervult.
naast hebben enkele locaties camerabewaking en een toegangscontrolesysteem. Per locatie zijn verantwoordelijken benoemd voor de veiligheid in en rond de school. Verder is een preventiemedewerker aangesteld binnen het oc met preventieve taken op het
REGISTRATIE
gebied van veiligheid, welzijn en arbo. Ook zijn vertrouwenspersonen aangesteld. Er wordt samengewerkt met belanghebbende
Zadkine gebruikt het programma PeopleSoft om zowel persoonlijke gegevens van deelnemers als hun behaalde resultaten en
organisaties, zoals politie, schoolmaatschappelijk werk, stadstoezicht, etc. Ten slotte worden ontruimingsoefeningen gehouden.
aanwezigheid te registreren. Er vinden regelmatig gesprekken plaats tussen de deelnemer en zijn/haar begeleider in het kader van de voortgang en mogelijke persoonlijke problemen. Daarvan wordt verslag gemaakt, dat wordt toegevoegd aan het individuele
MAATREGELEN VEILIGHEID EN SOCIALE COHESIE
deelnemersdossier. Indien zich knelpunten bij de voortgang van het studieprogramma voordoen, wordt dit in eerste instantie door
Werken in vaste teams is bevorderlijk voor de sociale cohesie tussen medewerkers. Deelnemers werken in tutorgroepen onder
de begeleider besproken en wordt naar oplossingen gezocht. Bij specifieke problemen die binnen de bestaande begeleiding niet
begeleiding van een tutor/coach. Het versterken van de sociale binding van de deelnemers met Zadkine is eveneens een factor
kunnen worden opgelost, vindt verwijzing plaats naar het Zadkine Servicecentrum waar tweedelijnszorg wordt geboden. Bin-
die een positieve invloed kan hebben op gewenst gedrag en veiligheid. Door deelnemers te betrekken bij projecten (bijv. Kunst
nen Zadkine is de verzuimprocedure vastgelegd in een protocol. De aanwezigheid van deelnemers wordt geregistreerd door de
en Cultuur activiteiten) krijgen deelnemers, maar ook medewerkers, het gevoel ‘gezien’ te worden. Cijfers over aantoonbaar
betrokken docenten en vervolgens opgenomen in PeopleSoft. Opvallende absentie wordt met de deelnemer besproken door de
lager ziekteverzuim door deze aanpak zijn niet voorhanden omdat nooit is gezocht naar een correlatie. Het is ook geen bewust
begeleider/mentor.
instrumentarium, eerder een vanzelfsprekendheid.
27
JAARVERSLAG 2005
RENDEMENT
effecten. Dit is in 2004 opgezet en in 2005 ging alweer de derde lichting van start in een groep van zeventien deelnemers.
Tabel 2.11
Coördinator Marianne Bassant licht toe: “De deelnemers kampten in het verleden met psychiatrische problematiek. Inmiddels
NIVEAU
hebben ze deze dusdanig onder controle dat ze weer een maatschappelijke functie kunnen vervullen. Bij de intake proberen we in
2005 ROC %
OC %
Niveau 2
38
33
Niveau 3
63
65
Niveau 4
68
72
Alle niveaus
56
64
te schatten of hun bestaan voldoende stabiel is voor een intensieve opleiding als de BGE. Ze hebben meegemaakt hoe het is om de greep op hun leven te verliezen en kunnen die ervaring nu positief omzetten. Daarbij leren ze ook veel van de samenwerking met de andere groepsleden.” In 2005 lag de grootste inspanning op het realiseren van een eigen plek binnen Zadkine: gewoon zijn met behoud van het bijzondere. Hiervoor is aansluiting gezocht bij het bbl-team SPW. Ook is het netwerk aan stagebedrijven vanuit GOAL uitgebreid en geïntensiveerd. Inmiddels zijn door het hele land initiatieven opgezet om eenzelfde BGE-opleiding op andere roc’s te starten. In de GGZ groeit de vraag naar geschoolde begeleiders met ervaringsdeskundigheid. De volgende fase
Voor niveau 2 vindt momenteel nog onderzoek plaats met betrekking tot de relatief hoge uitval. Deze uitval vindt voornamelijk
binnen Zadkine is echter om ook een samenwerking aan te gaan met een voorhoede van ervaringsdeskundige specialisten in de
plaats in het eerste leerjaar rondom de periode van oktober. Nog niet duidelijk is of er sprake is van zogenoemde ‘no-show
GGZ. Daarbij is de meerwaarde voor beide partijen aanzienlijk. “Voor de specialisten is het waardevol om gebruik te maken van
deelnemers’.
onze onderwijsdeskundigheid. Tegelijkertijd kunnen zij óns helpen de ervaringsdeskundigheid beter te ontwikkelen en profileren in het BGE-programma”, aldus Bassant.
EXTERN RENDEMENT Bij het extern rendement van OC Welzijn, Sport & Cultuur kan worden gesproken over tevredenheid van het bedrijfsleven. Met
COËDUCATIEPROJECT SCW/SPW EN POLITIE ACADEMIE
regelmaat wordt aangegeven dat bedrijven, organisaties en scholen graag oud-deelnemers van het oc aannemen. Deze zijn dan
Al in 2004 is in een samenwerkingsovereenkomst afgesproken dat Zadkine studenten van de Politie Academie in de gelegenheid
ook in alle lagen van de sector terug te vinden. Niet alleen als medewerkers, maar ook als leermeesters in bedrijven of bijvoorbeeld
stelt samen met deelnemers van een relevante beroepsopleiding leeropdrachten uit te voeren. Dit in het kader van de Gemeenschap-
als docent op het oc.
pelijke Veiligheidszorg. Ook in 2005 is hier gevolg aan gegeven.
BGE-OPLEIDING
Adjunct-directeur OC Welzijn, Sport & Cultuur Jeroen Hopmans licht toe: “Concreet betekent dit dat studenten van de Politie Academie
BGE staat voor Begeleider GGZ met Ervaringsdeskundigheid. Het doel van deze opleiding is dan ook om een specifieke doelgroep
met deelnemers van de opleidingen Sociaal Cultureel Werk (SCW) en Sociaal Pedagogisch Werk (SPW) aan de Benthemstraat in
deelnemers te kwalificeren op SPW-4-niveau en zo bij te dragen aan re-integratie en gelijke kansen op de arbeidsmarkt. Het gaat
de kwartielen 11, 13 en 15 samenwerken aan een door docenten van OC Welzijn, Sport & Cultuur ontwikkeld programma. Het
daarbij om mensen die zelf ervaring hebben als cliënt in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en een realistische wens koesteren
programma is zo opgezet, dat met de afsluiting van een kwartiel steeds een deel van de doelstelling is gerealiseerd. Voor kwartiel
om als begeleider te werken. De BGE-opleiding is een verkort maatwerktraject van twee jaar met de mogelijkheid van verlenging.
11 betreft dat inzicht in toekomstige partners/klanten en het herkennen van samenwerkingsmogelijkheden. Voor kwartiel 13 is dat
De oorsprong van de BGE ligt in de GOAL-opleiding, zoals deze tussen 1994 en 2001 werd aangeboden. Hierbij lag de nadruk
inzicht ontwikkelen in voorwaarden voor functioneel netwerken/optimaal samenwerken. Kwartiel 15 ten slotte wordt afgesloten
echter te veel op de achtergrond van de deelnemers en de wens was een regulier SPW-4-traject te starten zonder stigmatiserende
met een presentatie en forumdiscussie, waarin met bewijslast wordt aangetoond wat het belang van het netwerken kan zijn.”
FOCUS OP ZADKINE
28
Een andere opbrengst van de coëducatie is volgens Hopmans het groepsproces tussen twee culturen. “Hiermee bedoel ik het ‘politie-
HRM
apparaat’ en het ‘welzijnswerk’. De manier van denken en werken blijkt dermate verschillend te zijn, dat dit proces veel aandacht en
In 2005 hebben de POP-gesprekken met personeelsleden plaatsgevonden. Ook heeft de flexibele schil nader vorm aangenomen en
tijd behoeft. Toch kan ik spreken van een succesfactor als het gaat om het ontwikkelen van respect en inzicht in de effectiviteit van
is meer bijzonder onderwijsondersteunend personeel aangenomen.
elkaars manier van werken.” Ook over de ontwikkeling van betrokkenen als het gaat om inzicht in elkaar als mens is hij te spreken. “Van veel invloed is de multicultureel samengestelde opleidingen SCW en SPW en de nog vrij eenzijdig samengestelde groep van de
INVESTERINGEN
Politie Academie. In de coëducatie worden de onderlinge verschillen kleiner en nemen de gedeelde overeenkomsten toe”.
In de locatie aan de Marconistraat in Rotterdam is in 2005 fors geïnvesteerd in praktijkruimten voor alle opleidingen. Ook is een start gemaakt met de opbouw van de elektronische leeromgeving met bijbehorende ict-middelen. Om meer leerwerkplekken bin-
Belangrijk aandachtspunt voor 2005/2006 is de samenwerking tussen docenten van OC Welzijn, Sport & Cultuur en docenten van
nen instellingen te realiseren, zijn de voorbereidingen getroffen voor externe praktijklokalen in een aantal verzorgingsinstellingen.
de Politie Academie. Er wordt gezocht naar een meer optimale samenwerking, waarmee de coëducatie aan kracht en belang kan
Deelnemers krijgen hier in 2006 theorie aangeboden binnen het praktijkveld. In deze praktijklokalen zijn ook pc’s geplaatst, zodat
groeien. Daarnaast zal in 2006/2007 een bijstelling plaatsvinden voor de kwartielen. De coëducatie zal eerder in de opleiding van
deelnemers gebruik kunnen maken van de elektronische leeromgeving.
de Politie Academie plaatshebben, zodat de ontwikkeling en leervragen van zowel de opleidingen SCW en SPW als van de Politie Academie nog beter op elkaar aansluiten.
KERNACTIVITEITEN Tot de kernactiviteiten in 2005 behoorden op de eerste plaats het verzorgen van het onderwijs in de opleidingen. Daarnaast hield
2.2.4 GEZONDHEIDSZORG, LABORATORIUMTECHNIEK & OPTIEK
OC Gezondheidszorg, Laboratoriumtechniek & Optiek zich bezig met de voorbereiding van de implementatie van het competen-
OC Gezondheidszorg, Laboratoriumtechniek & Optiek verzorgt op vier locaties voor circa 2200 deelnemers veertien opleidingen in
tiegericht leren en opleiden. Daartoe werden twee conferenties georganiseerd voor alle docenten evenals twee studiedagen voor
de vier opleidingsclusters: verplegende en verzorgende opleidingen, assisterende beroepen in de gezondheidszorg, laboratorium-
het managementteam met de teamcoördinatoren en sleutelfiguren uit de laboratoriumopleidingen. Verder zijn binnen het labora-
techniek en optiek. Daarnaast wordt de AKA-opleiding gegeven. Bij het oc werken ongeveer 210 medewerkers (143,52 wtf).
toriumonderwijs ook voorbereidingen getroffen om probleemgestuurd onderwijs (PGO) in te voeren. Naast deze onderwijskundige kernactiviteiten kreeg de organisatie van het oc een impuls door met name de invoering van resultaatgerichte teams binnen alle
ORGANISATIE
opleidingen (uitgezonderd de laboratoriumtechniekopleidingen). De doorstroomagenda heeft geresulteerd in een onderzoek naar
De directie bestaat uit één directeur en zes adjunct-directeuren met elk eigen verantwoordelijkheden. Eens in de veertien dagen vindt
de meest effectieve doorstroming van het vmbo zorg en welzijn naar niveau 2 (de opleiding Helpende). Hierbij gaat het om een
managementoverleg plaats met directeur, adjuncten en indien nodig de hoofden van dienst. De adjunct-directeuren communiceren
traject met de vmbo-school aan de Beukelsdijk.
verder op regelmatige basis met de teamcoördinatoren van iedere opleiding. De teamcoördinatoren hebben daarnaast ook overleg met de docenten van het bijbehorende team over de invulling, uitvoering en ontwikkeling van het onderwijs. Ook zijn binnen het oc
FOCUS
overlegvormen binnen projectgroepen, waarin ook de coördinator en projectvoorzitter zijn vertegenwoordigd. In 2005 waren met
De beleidsuitgangspunten die in 2005 leidraad voor het handelen zijn geweest, waren de kwalitatieve verbetering van het onder-
name projectgroepen geformeerd op het gebied van competentiegericht onderwijs.
wijs (het optimaliseren van de opleidingen), het KCE-proof maken van alle examens en het voorbereiden van de implementatie van het competentiegericht leren en opleiden. Ook de teamvorming, het terugdringen van het voortijdig schoolverlaten en het werken
29
JAARVERSLAG 2005
aan doorlopende leerlijnen vmbo-mbo-hbo hadden de aandacht.
woordelijkheid van het managementteam) en voor elk opleidingscluster een projectgroep. In deze groep heeft de verantwoordelijke adjunct-directeur zitting alsmede een of meerdere teamcoördinatoren. Daarnaast nemen (opleidings)functionarissen uit arbeidsor-
RESULTATEN
ganisaties deel. De projectgroep zet kaders uit voor het ontwikkelproces binnen het opleidingscluster en coördineert activiteiten.
Binnen alle opleidingsteams is gewerkt aan de beeldvorming rondom de onderwijsvernieuwing met betrekking tot het competentie-
Het ontwikkelwerk wordt uitgevoerd door een of meer ontwikkelgroepen, die onder leiding staan van een teamcoördinator die
gericht leren en onderwijs. Vanuit het management is gekozen voor een stappenplan, dat bij de voorbereiding voor alle opleidingen
wordt aangestuurd door een adjunct-directeur. Aan de ontwikkelgroepen nemen docenten deel en wederom functionarissen uit
zal worden gevolgd. Alle opleidingsclusters kunnen daarbij hun eigen accenten leggen binnen het ontwikkelproces, waarbij het
het arbeidsveld. De producten die door de ontwikkelgroepen worden opgeleverd, worden door de projectgroep geaccordeerd en
kader is vastgelegd in het stappenplan. Ook is gestart met het ontwikkelen van een onderwijsmodel. Gekozen is voor het model
vastgesteld door het managementteam.
dat door Onderwijsadviesbureau Dekkers BV wordt gepropageerd: het model van de bananen en de meloen. De reden hiervoor is
Voor de ontwikkelingen binnen de projecten is het gekozen stappenplan leidraad. Het stappenplan is ontleend aan De Bie. In 2005
dat de begeleiding en examinering los staan van de onderwijsontwikkeling, waardoor het onderwijs aan allerlei doelgroepen kan
is in ieder geval bereikt dat de opleiding Zorghulp en Helpende alsook de optiekopleidingen met ingang van het studiejaar 2006-
worden aangepast. Een ander resultaat is dat door middel van oc-conferenties het bewustwordingsproces bij alle medewerkers
2007 met competentiegericht onderwijs starten. De overige opleidingen starten met ingang van 2007-2008.
rondom competentiegericht leren en opleiden is geïntensiveerd. Ook de samenwerking met de arbeidsorganisaties is een belangrijk onderdeel hiervan. Het centrale thema van de eerste conferentie was beroepspraktijkvorming; de tweede is door het verplegende
BEROEPSKOLOM
en verzorgende opleidingscluster georganiseerd, waarin de examinering van de beroepspraktijkvorming centraal stond. Verder is
Voor de doorstroom van vmbo naar mbo met de noodzakelijke inhoudelijke/didactische samenhang kan worden gesteld, dat in
de teamvorming verder uitgebouwd en begeleid door trainers van de Zadkine Academie. Binnen laboratoriumonderwijs staat de
2005 een samenwerking tot stand is gekomen tussen het oc en de vmbo-school aan de Beukelsdijk (Nieuw Rotterdam) voor de
teamvorming nog in de kinderschoenen, omdat in het verslagjaar de prioriteit is gelegd bij de invoering van het probleemgestuurd
doorstroom van de vmbo-opleiding zorg en welzijn naar niveau 1- en 2-opleidingen in de zorg. Er heeft een programmavergelijking
onderwijs. Voor wat betreft de KCE: op basis van de resultaten van de audit is een verbeterplan voor de examenpraktijk opgesteld
plaatsgevonden tussen het vmbo-programma zorg en de opleiding Helpende. Dit heeft geleid tot het advies dat met een geringe
en gestart met de uitvoering hiervan. Een van de verbeteringen behelst de invoering van een cijferregistratiesysteem (CIS), maar
programmatische aanpassing binnen het vmbo de abituriënten van het vmbo kunnen doorstromen naar het tweede leerjaar van
deze was in 2005 nog niet operationeel.
de opleiding Helpende. Hierdoor ontstaat voor de vmbo-deelnemer een tijdwinst van één jaar. Op het gebied van de opleiding Verpleegkundige en de laboratoriumopleidingen wordt reeds sinds vijf jaar samengewerkt met de Hogeschool Rotterdam in het
PROGRAMMA
kader van doorlopende leerlijnen. Zowel met het vmbo als het hbo zijn geen schriftelijke afspraken gemaakt; wel vindt regelmatig overleg plaats om de voortgang en samenhang te bewaken.
SAMENHANG De eindtermendocumenten zijn leidraad voor het onderwijs en vertaald in het curriculum voor alle opleidingen. Het curriculum en
MAATWERK
de examinering worden jaarlijks vastgesteld en vastgelegd in de OER voor elke opleiding. Voor het competentiegericht leren en
Maatwerk in de opleidingen wordt vooral toegepast in de bbl-opleidingen verplegende en verzorgende beroepen. Hiervoor is in
opleiden zijn in 2005 verschillende voorbereidingen getroffen. Allereerst zijn de kaders uitgezet door het managementteam in
samenspraak met de betrokken arbeidsorganisatie gewerkt aan een specifiek curriculum, dat recht doet aan de eindtermen van de
samenspraak met teamcoördinatoren en sleutelfiguren. Ook is voor de voorbereiding een projectorganisatie opgezet (onder verant-
opleiding en de specifieke wensen van de betreffende instellingen. Daarnaast wordt individueel maatwerk geleverd aan deelnemers -
FOCUS OP ZADKINE
30
zowel in bbl- als bol-opleidingen - die een EVC-procedure hebben doorlopen. Het oc heeft vanaf 1997 ervaring opgedaan met de EVC-
WERKVORMEN
procedures voor de verplegende en verzorgende beroepen en sinds enkele jaren met de EVC-procedure voor apothekersassistent.
In de visie die door OC Gezondheidszorg, Laboratoriumtechniek & Optiek is verwoord, neemt het begeleid zelfstandig leren en het leren in de arbeidsorganisatie alsmede e-learning een belangrijke plaats in. Om het begeleid zelfstandig leren vorm te geven,
PROGRAMMATIJD
wordt bij verplegende en verzorgende beroepen en bij laboratoriumonderwijs gebruik gemaakt van vormen van probleemgestuurd
In de OER voor elke opleiding is aangegeven hoe het opleidingsprogramma eruit ziet en wat het aantal studiebelastingsuren is.
onderwijs. De relatie tussen de eindtermen en de werkvormen komt vooral tot uiting binnen de vaardigheidstrainingen die binnen
Elke OER bevat het TOP-model. De programmering van elke opleiding is naar het oordeel van het oc evenwichtig verdeeld over de
de school worden gegeven en de beroepspraktijkvorming. Ter voorbereiding op de beroepspraktijkvorming wordt in de opleidingen
beschikbare tijd. Door middel van roosters en de absentieregistratie is dit aantoonbaar.
een programma sociale vaardigheden door de deelnemers doorlopen, omdat de essentiële omgangsvormen binnen een arbeidsorganisatie van groot belang zijn. Theorielessen nemen een steeds minder prominente plaats in in de verschillende opleidingen, maar
VOORZIENINGEN
theorie blijft een zeer belangrijke component, ook bij competentiegericht onderwijs. Wel gaan theorielessen van aanbodgericht naar
Zowel het gebouw Marconistraat in Rotterdam als het gebouw Sportlaan in Spijkenisse voldoen aan de eisen, die door de program-
vraaggestuurd. Dit werkt voor deelnemers stimulerend en vergroot de ontwikkeling van de zelfstandigheid. Met deze werkvormen
ma’s worden gesteld. Aan de Marconistraat zijn in 2005 praktijkruimten voor alle opleidingen gerealiseerd. Ook is gestart met de op-
worden beter aangesloten op de verschillende leerstijlen van de deelnemers en kan ook tempodifferentiatie in gang worden gezet.
bouw van de elektronische leeromgeving (Blackboard). Een enkele opleiding maakte al gebruikt van een digitale leeromgeving (met
Bij het begeleid zelfstandig leren worden ook het openleercentrum en tutorruimten gebruikt voor het maken van opdrachten.
name in de opleiding tot Verzorgende waar deelkwalificaties 309 en 314 via het programma Zorgplaza worden gerealiseerd). STUDIEBEGELEIDING LEERPROCES
De studiebegeleiding van deelnemers is belangrijk – deze vindt zowel in mentor- als tutoruren plaats. Studiebegeleiding is ontkoppeld van leerbegeleiding. De studiebegeleiding is niet docentvakgebonden, terwijl de leerbegeleiding wel vakgebonden is. Daarom
LEERTIJD
wordt gezocht naar een evenwicht. Binnen de studiebegeleiding nemen de leren-leervaardigheden een belangrijke plaats in. In het
De leertijd wordt zeer efficiënt besteed. In de theoretische opleiding heeft het begeleid zelfstandig leren in 2005 in alle opleidingen
oc wordt in het eerste lesblok van de opleiding onder meer aandacht besteed aan het leren leren en het verweven van leervaardig-
een belangrijke plaats verworven. Deelnemers leren vooral door middel van opdrachten, die in de blok- en taakboeken zijn opge-
heden. In de praktijk wordt de deelnemers eveneens intensief en structureel begeleid door zowel een vaste contactpersoon vanuit
nomen. Daarnaast worden ook theoretische lessen gegeven ter ondersteuning; vaardigheiden worden getraind in practicalokalen.
de instelling als een bpv-begeleider. Bij niveau 1- en 2-deelnemers vindt het contact frequenter plaats.
De beroepspraktijkvorming wordt gebruikt om de geleerde kennis en vaardigheden in de arbeidsorganisatie toe te passen. Alle opleidingen maken daarbij gebruik van praktijkopleidingsboeken. In 2005 is voor de verplegende en verzorgende opleidingen gestart
TRAJECTBEGELEIDING
met een bijzondere vorm van de beroepspraktijkvorming: de leerafdeling. Deze leerafdelingen worden in 2006 operationeel. Hier vindt leren maximaal plaats: zowel individueel leren als samen leren in een reële context. Om de aanwezigheid van deelnemers
INTAKE
zo groot mogelijk te laten zijn, neemt de mentor bij afwezig nog dezelfde dag (niveau 1 en 2) of dezelfde week (niveau 3 en 4)
De voorlichting aan toekomstige deelnemers vindt op verschillende manieren plaats: tijdens open dagen, beurzen/markten, gastles-
contact op. Verder vinden regelmatig begeleidingsgesprekken plaats.
sen op vmbo-scholen, PSO-bijeenkomsten, door middel van leaflets en via de website www.zadkinezorg.nl. Ook vindt interactie
31
JAARVERSLAG 2005
met bijvoorbeeld decanen plaats. De intakeprocedure is voor alle opleidingen binnen het oc gestandaardiseerd. Tijdens de intakepro-
een beeld geven van zijn schoolloopbaan. Daarnaast wordt nu een portfolio ontwikkeld, waarin de loopbaan en de persoonlijke
cedure kunnen de zogenaamde VDL-testen worden afgenomen. Op basis van de intakeprocedure wordt de deelnemer in de juiste
ontwikkeling worden bijgehouden.
opleiding geplaatst. Bij deze VDL-test wordt ook gemeten of een deelnemer in staat is de opleiding te volgen en of de deelnemer gemotiveerd is. Indien een deelnemer hiaten in kennis heeft, is het aan de opleiding om samen met de deelnemer deze deficiënties
OMGANG EN VEILIGHEID
in kaart te brengen en weg te werken. BEJEGENING LOOPBAANBEGELEIDING
In zowel de studiegids/informatiegids voor deelnemers als in de informatiegids voor de personeelsleden zijn omgangsregels
Loopbaanbegeleiding is een term die met name in het competentiegerichte leren en opleiden plaatsvindt. In 2005 was geen sprake
opgenomen. Deze worden nageleefd. Daarnaast is er voorafgaand aan het schooljaar een pedagogische opdracht geformuleerd,
van loopbaanbegeleiding, maar wel van studiebegeleiding in de mentor- en tutoruren. Deelnemers kunnen hier terecht voor onder-
waarin leefregels, omgangsregels, waarden en normen zijn verwoord. Deze pedagogische opdracht wordt aan het begin van het
werpen van uiteenlopende aard: persoonlijke problemen, keuzeprocessen en studievoortgang. In het project VSV zijn maatregelen
studiejaar in alle klassen en groepen door de mentor aan de orde gesteld. Aan het einde van het jaar wordt de pedagogische
genomen om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Hierbij moet worden gedacht aan de training sociale vaardigheden als voorbe-
opdracht geëvalueerd en zonodig bijgesteld.
reiding op de beroepspraktijkvorming alsmede extra begeleiding bij de niveau 1-opleidingen tijdens de beroepspraktijkvorming. Hier is de begeleidingscapaciteit uitgebreid. Tevens kan gebruik worden gemaakt van bijspijkertrainingen voor alle deelnemers. Uiteraard
VEILIGHEID
vindt ook samenwerking plaats met Zadkine Servicecentrum bij (dreigende) problemen, die leiden tot verstoring van het leerproces
In de locatie Marconistraat (Rotterdam) zijn tourniquets aanwezig. Deelnemers en personeel kunnen deze alleen met hun ‘pas’
van de individuele deelnemer. Met name op de tweedelijns zorg wordt een steeds groter beroep gedaan door gedragsproblemen
passeren, waardoor registratie plaatsvindt van binnenkomst, weggaan en aanwezigen in het gebouw. Daarnaast wordt zowel in
bij de huidige deelnemer.
locatie Rotterdam als Spijkenisse gebruikgemaakt van professionele beveiligers. Ook zijn er voor alle opleidingen vertrouwenspersonen beschikbaar. In 2005 is de klachtenregistratie veranderd. Er zijn drie klachtencoördinatoren benoemd, die voor adequate
SAMENWERKING
begeleiding bij de afhandeling van klachten zorgen. Verder is er een actief beleid voor de omgang met verschillende culturen binnen
Samenwerking met arbeidsorganisaties is voornamelijk gerelateerd aan opleiden en de beroepspraktijkvorming. Problemen worden
de opleidingen. Medewerkers hebben een scholing gevolgd om om te gaan met ontstane conflicten door verschillende culturen in
daarbij snel gesignaleerd. Met name bij de lagere niveaus worden maatregelen getroffen om voortijdig schoolverlaten te voorko-
een groep. Omdat een groot deel van de deelnemerspopulatie vrouw is, wordt actief voorlichting gegeven over ‘loverboys’.
men, zoals een intensieve begeleiding en samenwerking met de docent van school en de werkbegeleider. Ook vindt samenwerking plaats met landelijke consortia waar hetzelfde onderwijs wordt gegeven om samen onderwijsprogramma’s vorm te geven. OC
MAATREGELEN VEILIGHEID EN SOCIALE COHESIE
Gezondheidszorg, Laboratoriumtechniek & Optiek neemt daarbij deel aan projectgroepen.
Het persoonlijk contact tussen deelnemer en docent staat voorop; intensieve begeleiding van deelnemers is belangrijk. Dankzij intensieve begeleiding tijdens de beroepspraktijkvorming heeft met name in de opleiding Zorghulp en de opleiding Helpende tot
REGISTRATIE
een forse daling van het voortijdig schoolverlaten geleid. Voor medewerkers zijn in 2005 de voorbereidingen getroffen voor het
De schoolloopbaan van een deelnemer is terug te vinden in zijn dossier. Hierin worden de relevante documenten opgenomen, die
PAGO-onderzoek van de arbo dat in 2006 van start gaat.
FOCUS OP ZADKINE
32
RENDEMENT
doelen is immers om mensen goed voor te bereiden op het competentiegericht leren. De conferenties bestonden uit één of twee
Tabel 2.12
plenaire inleidingen, waarin bijvoorbeeld een lid van de onderwijsraad inging op de veranderingen in het nieuwe opleidingsstelsel of
NIVEAU
de nieuwe kwalificatiestructuur voor de verplegende en verzorgende opleidingen. Daarna volgde een aantal workshops, zoals ‘wer-
2005 ROC %
OC %
Niveau 1
47
70
Niveau 2
38
70
Niveau 3
63
65
Niveau 4
68
65
Alle niveaus
56
67
ken met een proeve van bekwaamheid’ en ‘maatwerkopleidingen’. Het luisteren, consumeren en actief bezig zijn werden daarbij samengevoegd.” De eerste werkveldconferentie in maart - met een opkomst van tachtig mensen - had als thema ‘examinering van bpv-examens’. De tweede werkveldconferentie vond in november plaats en daarbij stond ‘de samenwerking tussen arbeidsorganisaties’ op de agenda. Deze conferentie werd door veertig mensen bezocht doordat de komst van het competentiegerichte leren bij externe zorgorganisaties op dat moment minder op het netvlies stond dan de herziening van bpv-examens. De Jongh kijkt op beide conferenties met een zeer positief gevoel terug. “Niet alleen de organisatie is naar tevredenheid gegaan, ook de reacties van de bezoekers waren positief. We speelden in op onderwerpen die op dat moment leefden of in de nabije toekomst gingen spelen.
Het rendement is ten aanzien van het gemiddelde van Zadkine hoog te noemen, maar valt altijd te verbeteren. Met name het eerste
In 2006 en 2007 worden dan ook wederom tweemaal per jaar werkveldconferenties georganiseerd. Als je een zekere mate van
jaar is cruciaal om het succes van de studieloopbaan voor de deelnemer vast te stellen. Alle acties ten aanzien van rendementsver-
samenwerking wilt bestendigen en continueren, moet het niet bij een eenmalig initiatief blijven”.
betering die zijn ingezet, zijn gericht op juiste beroepskeuze en begeleiding. JUBILEUM OPLEIDING APOTHEKERSASSISTENT EXTERN RENDEMENT
Op 22 maart 2005 was het precies 125 jaar geleden dat de opleiding tot apothekersassistent in Rotterdam in het leven werd
Bedrijven en instellingen waar OC Gezondheidszorg, Laboratoriumtechniek & Optiek voor opleidt, geven aan tevreden te zijn met de
geroepen. In 1880 begon de opleiding met een klein aantal leerlingen onder auspiciën van de Koninklijke Nederlandse Maatschap-
deelnemers. Zij laten hun personeel ook graag door- en bijscholen door het oc. Verder willen oud-deelnemers graag bij het oc werken
pij ter bevordering der Pharmacie. Omdat deze opleiding (niveau 4) in 1991 bij Zadkine is ondergebracht, werd aan dit bijzondere
als instructeur of technisch onderwijsassistent. Op dit moment is het alumnibeleid nog in ontwikkeling.
jubileum in 2005 intern aandacht besteed. In juli verscheen een jubileumkrant voor alle relaties van het oc, het personeel en de circa 160 deelnemers. Hierin kwamen onderwerpen als de ontwikkelingen in de apotheek in de afgelopen 125 jaar, het nieuwe
WERKVELDCONFERENTIES
kwalificatieprofiel voor de opleiding en de veranderingen in het beroep (terugblik en vooruitblik) aan de orde. De krant is dan
OC Gezondheidszorg, Laboratoriumtechniek & Optiek is in 2005 gestart met het organiseren van werkveldconferenties voor de
ook met veel enthousiasme ontvangen. Om organisatorische redenen vond vervolgens op 1 oktober de jubileumdag plaats. Een
verplegende en verzorgende opleidingen. Het onderwerp werd vastgesteld aan de hand van een actueel opleidingsthema, zoals
bijeenkomst georganiseerd voor apothekers en apothekersassistenten uit de regio. In totaal schreven 150 mensen zich in. Adjunct-
de examinering van de bpv-examens en de invoering van het competentiegericht leren en opleiden. Aanwezig waren zowel team-
directeur van de opleiding Wim Brittijn: “Het doel was tweeledig. Allereerst wilden we een reünie organiseren waar met name de
coördinatoren, bpv-coördinatoren en contactdocenten vanuit Zadkine als functionarissen van zorginstanties. Ad de Jongh, adjunct-
apothekersassistenten herinneringen konden ophalen. Tegelijkertijd wilden we de ontwikkelingen in het apothekersvak verkennen
directeur: “Het initiatief ontstond eind 2004 toen wij ons bezig hielden met de herziening van de bpv-examens. Met de conferenties
en de gevolgen daarvan voor de opleiding in kaart brengen. Hiervoor waren ook activiteiten gepland, zoals workshops over trajec-
wilden we opnieuw vormgeven aan de nauwere samenwerking tussen arbeidsorganisaties en ons opleidingsinstituut. Een van onze
ten in de bpv en over praktijkopleiders in de apotheek. Daarnaast is een aantal stellingen geformuleerd waar de mensen via een
33
JAARVERSLAG 2005
interactief computersysteem op konden reageren. Van alle resultaten zijn na de jubileumdag rapportages gemaakt, die we in het
Verder zijn de opleidingsmanagers en de hoofden van dienst in het voorjaar gestart met het MOM-traject: een managementontwik-
beleid over competentiegericht leren meenemen. Wat opviel is dat de apothekers over het algemeen redelijk tevreden zijn over de
kelingstraject van ruim een jaar dat incompany wordt verzorgd door de Transfergroep Rotterdam.
opleiding; vooral over de plaats van de stage aan het begin van het schooljaar. Wel blijkt dat ze zich in toenemende mate zorgen maken over het niveau van deelnemers als het gaat om taal- en/of rekenvaardigheden. Bij de invoering van het competentiegericht
INVESTERINGEN
leren spelen we hierop in. Meer dan vroeger wordt al tijdens het intakeproces aandacht aan dit onderwerp besteed.”
Naast de gebruikelijke investeringen om het gebouw klantvriendelijk te houden, is geïnvesteerd in de personeelslast voor onderwijsinnovatie. De belangrijkste investeringen zijn voor het primaire proces zowel in personeel als materieel.
2.2.5 HORECA & TOERISME OC Horeca & Toerisme biedt opleidingen aan voor de gastvrijheidindustrie op twee uitvoeringslocaties. Naast de opleidingen op
KERNACTIVITEITEN
mbo-niveau (sectoren brood- en banketbakken, facilitaire dienstverlening, horeca en toerisme) is er ook een vmbo-afdeling met
Het doel van Zadkine is goed onderwijs verzorgen, zodat deelnemers in staat zijn als beginnend beroepsbeoefenaar de arbeids-
drie basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen. In 2005 werden in totaal 55 opleidingen/kwalificaties aangeboden aan 1515
markt te betreden of door te stromen naar het hoger beroepsonderwijs. OC Horeca & Toerisme bereikt dit door deelnemers naast
mbo-deelnemers en 142 vmbo-leerlingen. Het aantal medewerkers lag op circa 113 (103,7 wtf).
de theoretische component alle tijd en ruimte te geven om in de praktijk te oefenen. Die praktijk is ook binnenschools en op tijden dat de sector inzet vraagt. Voorbeelden zijn de restaurants in school, een reisbureau als leerbedrijf en een winkeltje voor
ORGANISATIE
bakkerijproducten. Daarnaast is het afgelopen jaar veel geïnvesteerd in kwaliteitszorg - met name op het gebied van examinering.
De directeur opleidingencentrum is voorzitter van de directie, waarin ook de adjunct-directeur Beheer en de adjunct-directeur
De scheiding tussen toetsconstructeur en toetsvaststeller heeft de blijvende aandacht. Ook is een begin gemaakt met het verder
Opleidingen plaatsnemen. Naast het informeel overleg zijn eenmaal per twee weken de formele vergaderingen, waaraan ook de
verfijnen van het kwaliteitszorgsysteem voor OC Horeca & Toerisme door het inrichten van het ‘kwaliteitshuis’. Voor ieder team
beleidsmedewerker Onderwijs en Kwaliteit deelneemt. Vanuit zijn portefeuille heeft iedere (adjunct-)directeur bilateraal overleg met
is een kwaliteitsmedewerker aangesteld voor veertig uur per schooljaar, die in december de cursus intern auditor hebben gevolgd.
de uitvoerend verantwoordelijken, waarmee doelstellingsgesprekken plaatsvinden en resultaatafspraken worden gemaakt. De ad-
Ten slotte wordt voortdurend geïnvesteerd in de relatie onderwijs - beroepspraktijk. In 2005 waren bijvoorbeeld de leermeesters
junct-directeur Opleidingen overlegt verder met de opleidingsmanagers van de opleidingsteams over de uitvoering van het onderwijs
betrokken bij het afnemen van de Proeve van Bekwaamheid. Ook aan de regionale klankbordgroep Horeca wordt enthousiast mee-
en met de coördinatoren van het examenbureau en het bpv-bureau. De adjunct-directeur Beheer voert overleg met de hoofden van
gewerkt; voor Toerisme gaat het om de begeleidingscommissie Toerisme. Een andere belangrijke verbinding met de beroepspraktijk
dienst (Financiën, Personeelszaken, Deelnemerszaken en Facilitaire zaken/food & beverage). Maandelijks is er een vergadering
zijn de jeugdvakwedstrijden in de bakkerswereld.
voor het opleidingsmanagementteam en driemaandelijks is er een GMT-vergadering voor zaken die alle opleidingsteams en alle afdelingen van het oc aangaan.
FOCUS In het managementcontract 2005 zijn de afspraken voor de beleidsuitgangspunten vastgelegd. Hierover is per periode van vier
SCHOLING
maanden gerapporteerd. Belangrijk in het contract is dat de focus op gastvrijheid en dienstverlening is gekoppeld aan de voorbe-
Jaarlijks wordt het scholingsactiviteitenplan vastgesteld afgeleid uit het scholingsplan. In 2005 vonden drie studiedagen plaats over
reidingen van de invoering van een competentiegerichte kwalificatiestructuur. Ieder opleidingsteam heeft als voorbereiding hierop
competentiegericht examineren, gastvrijheid en een teamonderwijsontwikkeldag. Ook is deelgenomen aan de roc-brede studiedag.
in het voorjaar geïntegreerde opdrachten uitgevoerd. Op basis van de evaluaties is een projectplan geschreven en vervolgens is
FOCUS OP ZADKINE
34
in augustus het tweejarig project CLOPpend WELKOM van start gegaan. Het doel is een competentiegericht onderwijsmodel en
eigen onderwijskundig denken competentiegericht leren en opleiden vorm te geven. In het project CLOPpend WELKOM zijn mensen
onderwijsmaterialen te ontwikkelen en aan de hand hiervan voorstellen te doen over de inrichting van de onderwijsorganisatie. Op
en middelen vrij gemaakt om dit in samenspraak met de opleidingen voor te bereiden. In het project en in de opleidingen wordt
8 november 2005 is de eerste versie van het nieuwe onderwijsmodel in bijzijn van alle ontwikkelgroepleden aan de opdrachtgever
nagedacht over de plaats van de leer- en burgerschapscompetenties in het nieuwe onderwijs. De ontwikkelgroep integrale leerlijn
aangeboden. Verder staat een Zadkine Hotel op de agenda, waarin in de realiteit van de hotellerie leerplekken zijn voor deelnemers
uit het project CLOPpend WELKOM speelt hierin een belangrijke rol.
van Zadkine - en in het bijzonder voor de deelnemers van OC Horeca & Toerisme. Er is een businessplan opgesteld en over het onderwijs is het startdocument Jongleren in het Hotel geschreven. In het project CLOPpend WELKOM is de ontwikkelgroep Hotel
BEROEPSKOLOM
bezig met de uitwerking van het onderwijs. Een ander aandachtspunt is de terugloop van het leerlingaantal in de vmbo-afdeling.
De aansluiting en didactische samenhang in de beroepskolom is met het vmbo binnen Horeca & Toerisme in ‘eigen huis’. 67%
Hiervoor is beleid vastgesteld en in uitvoering genomen vanuit het vertrouwen dat een vakschool als het vmbo bestaansrecht heeft.
van de eigen vmbo-leerlingen stroomde dit jaar door naar het eigen mbo in het eerste of tweede leerjaar van niveau 2 of het
De persoonlijke problematiek van vmbo-leerlingen zijn ook terug te vinden bij de leerlingen zelf en daarom wordt structureel tijd
eerste leerjaar van niveau 4. Met de toeleverende scholen zijn geen concrete afspraken over de didactische vormgeving. Wel is
geïnvesteerd in de zorgschil.
regionaal een aanzet gegeven om met een digitaal doorstroomdocument te gaan werken. De decanen van de toeleverende scholen worden jaarlijks uitgenodigd om te komen praten over de aansluiting. Dit geldt met name voor niveau 4. Verder zijn met het hbo
RESULTATEN
verschillende contacten om tot een doorlopende leerlijn te komen. Zo zijn er overlegvormen met de Hotelschool Den Haag om het
Samenvattend zijn in 2005 dan ook de volgende resultaten behaald.
eerste leerjaar van de hotelschool en het laatste leerjaar van niveau 4 op elkaar af te stemmen. Verder is vanuit de Hotelschool
• WELKOM bij OC Horeca & Toerisme, onderwijsvisie op competentiegericht leren
een onderzoek gestart of het wenselijk is voor de sector om een Associate Degree (een tweejarige hbo-opleiding) te starten. Dit
• Werkmap project CLOPpend WELKOM
onderzoek loopt nog; de gemaakte afspraken van deze initiatieven zijn schriftelijk vastgelegd in diverse vergadernotulen. Voor
• Eerste versie onderwijsmodel
Toerisme is in de Rotterdamse regio een projectafspraak gemaakt in het kader van de RAAK-subsidies om samen met InHolland en
• Startdcocument Jongleren in het hotel
het bedrijfsleven tot een gezamenlijk traject te komen. Met de Hogeschool Rotterdam zijn op centraal niveau afspraken gemaakt
• Businessplan Hotel
over het volgen van de deelnemers die vanuit Zadkine naar het hbo gaan.
• Marketingplan vmbo MAATWERK PROGRAMMA
OC Horeca & Toerisme probeert zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de verschillen in onderwijsbehoefte van deelnemers. Het kiezen van een bpv-plaats, de buitenlandstage en keuzevakken in talen zijn hier voorbeelden van. Verder leveren de omgeving van
SAMENHANG
de school en het leren in de praktijk genoeg mogelijkheden om op verschillende manieren te leren. Helaas is het onderwijs nog niet
De programma’s van de verschillende opleidingen zijn afgestemd op de eindtermen. Dit is vastgelegd in de onderwijs- en examenre-
zo flexibel dat deelnemers tussentijds kunnen instromen. In het nieuwe onderwijsmodel wordt dit wel mogelijk.
gelingen (OER) en in de programma’s van toetsing en afsluiting (PTA’s). OC Horeca & Toerisme kiest ervoor niet mee te doen aan de proefprojecten voor de invoering van de competentiegerichte kwalificatiestructuur. De aanleiding hiervoor is de keuze om vanuit
35
JAARVERSLAG 2005
PROGRAMMATIJD
WERKVORMEN
De programma- en studietijd is overeenkomstig het OER geprogrammeerd en zo evenwichtig mogelijk over de opleidingsduur
De gekozen didactische werkvormen passen uitstekend bij de eindtermen en in een later stadium bij de te behalen competenties. Veel
verdeeld. Bij de meeste opleidingen wordt in vaste blokken gewerkt wat ook is vastgelegd in de uitvoering van de lessentabel. In
van het leren binnen de school vindt binnen de context van de beroepspraktijk plaats (restaurant, reisbureau, etc.), waarbij voldoende
de bpv-overeenkomst zijn de afspraken voor de leertijd in de bpv- bedrijven vastgelegd. Bij wijzigingen vindt een mutatie plaats of
ruimte wordt gecreëerd voor de zelfstandigheid van de deelnemer. Hierdoor is de link tussen theorie en praktijk gemakkelijker te leg-
wordt een nieuwe overeenkomst afgesloten.
gen, maar met name in het theorieonderwijs zijn nog verbeteringen mogelijk om het leren aantrekkelijker te maken. Een voorbeeld van een werkvorm zijn de evenementen. In 2005 ging het bijvoorbeeld om de ondersteuning door deelnemers van Facilitaire dienstverle-
VOORZIENINGEN
ning bij de roc-studiedag van 14 februari in de Doelen, maar ook bij het buurtfeest bij de opening van de Zadkine supermarkt SuperStar.
De ontvangsthal, vergaderzalen en restaurants zijn in de eerste plaats bedoeld om het onderwijs te ondersteunen. Dat geldt ook voor
De samenhang van de verschillende werkvormen is opgenomen in het programma. Een voorbeeld hiervan is het Preuvenement, waarbij
de keukens, bakkerijen, het wijnproeflokaal en het bijzonder mooi ogende openleercentrum met voldoende computers. Het heeft de
deelnemers van Horeca ieder op hun eigen niveau taken hebben en bijvoorbeeld presentaties verzorgen. Het rechtstreekse contact in de
voortdurende aandacht om de voorzieningen op peil te houden, goed te verzorgen en aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen.
praktijk met gasten en bezoekers is voor de deelnemers zeer stimulerend. Ook de mooie onderwijsomgeving werkt stimulerend.
LEERPROCES
STUDIEBEGELEIDING Er is een uitgebreide intakeprocedure die ondersteund wordt door een intaketest (VDL), waarbij gekeken wordt naar niveau, tempo,
LEERTIJD
leerstijl en achtergrond. Op grond hiervan is het op beperkte schaal mogelijk in niveau 4 ondersteuningslessen te volgen. De eigen
De leertijd wordt goed besteed en de aanwezigheid wordt vastgelegd in klassenboeken. Bij projecten melden deelnemers zich aan
vmbo-leerlingen die naar niveau 4 willen, kunnen ondersteuning krijgen in de economische vakken. Studiebegeleiding vindt vooral
en af. De deelnemers kunnen pas in het openleercentrum werken als zij zich registreren. Ook vindt regelmatig toezicht plaats op
plaats door voortgangsgesprekken met de mentor (zowel op school als tijdens de stage - hier is ook een bpv-begeleider bij betrok-
het daadwerkelijke leren, bijvoorbeeld tijdens praktijklessen en in het openleercentrum. Tijdens de openingstijden van de restaurants
ken). Er zijn per team voortgangsvergaderingen en mentoroverlegvormen.
en bijvoorbeeld de vergaderzalen is een belangrijke toezichthoudende taak weggelegd voor de ondersteunende diensten. Voor zover bekend, maar dit is niet expliciet onderzocht, wordt niet meer dan tien procent van de tijd besteed aan het opstarten van de
TRAJECTBEGELEIDING
lesactiviteiten. In de bpv-overeenkomst is vastgelegd hoe de leertijd tijdens de stage wordt besteed. De stagebezoeken van de bpvbegeleider zijn een belangrijk hulpmiddel om de daadwerkelijke leertijd te monitoren; de aanwezigheid van de deelnemer is altijd
INTAKE
onderwerp van gesprek. In het schoolreglement staat verder vermeld hoe de ziek- en betermeldingen plaatsvinden (via een systeem
De voorlichting is veelal roc-breed georganiseerd en OC Horeca & Toerisme draagt altijd actief bij. Er zijn ook eigen activiteiten, zoals
bij de receptie) en wat de gevolgen van onvoldoende aanwezigheid voor de studievoortgang zijn. De mentor legt zo snel mogelijk
het decanendiner en de vmbo-activiteiten. Zo zijn in 2005 in het kader van praktische sectororiëntatie activiteiten georganiseerd om
contact met de deelnemer bij niet gemeld verzuim en probeert de reden te achterhalen. Bij problemen die deze eerstelijnszorg te
tweedejaars vmbo-leerlingen op een leuke manier kennis te laten maken met het roc-onderwijs. Verder worden de open dagen in
boven gaan of bij langdurig ongeoorloofd verzuim, meldt de opleidingsmanager de deelnemer aan bij Zadkine Servicecentrum. Bin-
januari, de infomiddagen en de voorlichtingsmarkten altijd druk bezocht. Voor inschrijving worden de deelnemers uitgenodigd om de
nen het vmbo zijn de leerlingen nog leerplichtig. Dat betekent dat ongeoorloofd verzuim bij de leerplichtambtenaar wordt gemeld.
VDL-intaketest te komen doen. De uitslag hiervan wordt geanalyseerd, waarna een intakegesprek plaatsvindt door de toekomstige
FOCUS OP ZADKINE
36
mentoren van de opleiding. Op grond van de test en het intakegesprek worden deelnemers geplaatst. Zijn er vragen omtrent de
OMGANG EN VEILIGHEID
geschiktheid van de deelnemer, dan wordt de deelnemer uitgenodigd voor een gesprek om de mogelijkheden te bekijken voor een andere opleiding. Zijn die er niet, dan wordt doorverwezen naar Zadkine Servicecentrum.
BEJEGENING In een gastvrije en dienstverlenende organisatie zoals OC Horeca & Toerisme wil zijn, behandelen medewerkers en deelnemers
LOOPBAANBEGELEIDING
elkaar met respect. Op de studiedag van 17 mei 2005 was gastvrijheid en daarmee respect voor elkaar dan ook het thema. In
De mentor heeft een centrale rol bij de loopbaanbegeleiding en samen met de docenten een signalerende functie. De mentoren
2006 worden de uitkomsten hiervan vastgelegd in een handboek gastvrijheid. In het vmbo is de rol van de mentor en het Sociaal
leveren als het ware de eerstelijnszorg en begeleiden de deelnemers bij het maken van keuzes voor bijvoorbeeld keuzevakken
Team (docenten en deskundigen) van groot belang. Daar geldt bijvoorbeeld een antipestcontract dat in de gang hangt.
of bpv-plaatsen. Zij hebben daar twee uur per week per klas voor ter beschikking. Zijn er problemen van vertrouwelijke aard, dan beschikt het opleidingencentrum over vertrouwenspersonen. Als sprake is van dreigend schoolverlaten, wordt dit gemeld bij de
VEILIGHEID
opleidingsmanager. De opleidingsmanager meldt de deelnemer via deelnemerszaken aan bij Zadkine Servicecentrum. In het kader
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat deelnemers en personeel zich in het gebouw veilig voelen. Dit is mede dankzij de aan-
van de loopbaan is in het project CLOPpend WELKOM een aparte ontwikkelgroep reflectie/loopbaan leerlijn.
spreekcultuur op wat goed gaat en wat beter kan. Verder zijn de conciërgeloge en de receptie altijd bezet. Er zijn geen tourniquets in het gebouw. Wel kunnen deelnemers een kluisje huren. Op onoverzichtelijke plaatsen hangen camera’s die vanuit de conciërgeloge
SAMENWERKING
bekeken worden.
Binnen het roc is een Expertgroep VSV waaraan ook OC Horeca & Toerisme deelneemt. De RMC-functie van Zadkine Servicecentrum mag in dit verband niet onvermeld blijven. De samenwerking met ketenpartners op dit onderwerp is centraal geregeld, waarbij de
MAATREGELEN SOCIALE COHESIE
rollen schriftelijk zijn vastgelegd in roc-brede afspraken.
Het schooljaar wordt gezamenlijk gestart (bijvoorbeeld door middel van een introductieperiode) en afgesloten. De excursies naar onder andere het buitenland versterken de cohesie van de groepen. Iedere groep heeft een mentor die op dit gebied eveneens een
REGISTRATIE
belangrijke rol vervult. Ook het jaarlijkse ‘potverteren’ is een belangrijk hulpmiddel. Het gevoel erbij te horen, wordt erg versterkt
De absentenregistratie wordt op twee manieren vastgelegd: in het programma Filemaker Pro en als excelbestand. De rapportages
door de gasten die spontaan complimenten geven aan de deelnemers over de wijze waarop zij bediend worden. Of al deze maat-
van de mentoren en de bpv-begeleiders worden ook vastgelegd in bestanden die gekoppeld zijn aan Filemaker Pro. De mentor heeft
regelen tot een lagere uitval leiden, is niet onderzocht. Ook voor het personeel is een gezamenlijk start- en afsluitmoment van het
hierbij een signalerende functie. Dossiervorming vindt uiteindelijk plaats bij het bureau deelnemerszaken.
jaar. Er is weinig arbeidgerelateerd ziekteverzuim.
37
JAARVERSLAG 2005
RENDEMENT
maand bij verpleeghuis Stadzicht in Rotterdam - onderdeel van Laurens - bij het ‘familie-eten’ in het kader van een maatschap-
Tabel 2.13
pelijke stage. Opleidingsmanager, John Gombert, licht toe: “We wilden onze vmbo-leerlingen meer met de werkpraktijk en de
NIVEAU
maatschappij kennis laten maken.”. Door omstandigheden kwam ik in contact met vrijwilligers van een verpleeghuis die maande-
2005 ROC %
OC %
Niveau 1
47
8
Niveau 2
38
40
Niveau 3
63
86
Niveau 4
68
69
Alle niveaus
56
65
-
100
Vmbo
lijks een diner voor de bewoners en hun familie organiseerden. Daardoor kwamen we op het idee de kennis en kunde van onze leerlingen hiervoor in te zetten. Tegelijkertijd ontvingen we een ministerieel schrijven, waarin het belang van maatschappelijke betrokkenheid van vmbo-leerlingen werd benadrukt. Om dit te bevorderen, heeft het ministerie een pilot ‘maatschappelijke stage’ in het leven geroepen. Naar aanleiding hiervan besloten we zelf een maatschappelijke stage te organiseren op kleinere schaal. We hebben in juli een voorstel bij het management van verpleeghuis Stadzicht neergelegd en zijn in september al van start gegaan. Iedere eerste vrijdag van de maand helpen drie of vier leerlingen in het verpleeghuis bij het ‘familie-eten’. De leerlingen dekken de tafels, serveren de maaltijden uit en zorgen voor het opruimen (onder leiding van vrijwilligers van Stadzicht). Vervolgens hebben we in december ook met een hele klas geholpen bij het kerstdiner voor alle vrijwilligers van Stadzicht. De opmerkingen die
De gediplomeerde uitstroom van OC Horeca & Toerisme lag in 2005 bijna 9% boven het roc-niveau. Kijkend naar de cijfers per
we over de sociale stage horen, gebruiken we weer in ons onderwijsprogramma. In het begin van het jaar hadden de leerlingen
niveau valt op dat in 2005 het gemiddelde negatief beïnvloed is door niveau 1 en positief beïnvloed is door niveau 3. Niveau 2
bijvoorbeeld nog nooit een wijnfles opengemaakt, waarna dit in de lessen eerder is behandeld (door gebruik te maken van een
en 4 liggen ongeveer op het gemiddelde. De verklaring voor het erg afwijkende rendement van niveau 1 heeft te maken met een
wijnfles gevuld met water waarop een kurk geplaatst is). In het nieuwe jaar is opnieuw een voorstel - onder de naam ‘Uit eten in
moeilijke bbl-groep. Trots zijn we op de goede resultaten van niveau 3. Het is van belang om per opleiding de cijfers te kunnen
eigen huis’ - bij de overheid ingediend om dit project in 2006 grootschaliger door te zetten. Als dit wordt goedgekeurd, worden
analyseren en daarop verbeterafspraken te kunnen maken.
meerdere verpleeghuizen van Laurens benaderd. Uit de praktijk blijkt ook dat de leerlingen zelf erg enthousiast zijn. Zo hebben ze geen enkel bezwaar om op vrijdag van twee uur ’s middags tot negen uur ’s avonds ervaring op te doen, terwijl ze die dag maar
EXTERN RENDEMENT
drie lesuren op het vaste rooster hebben staan.”
Er is op dit moment nog geen sprake van een gestructureerd alumnibeleid vanuit Zadkine. Als echter gekeken wordt naar het externe rendement van de opleidingen, dan valt de tevredenheid op van het bedrijfsleven met de door ons opgeleide deelnemers.
DE ASPERGEWEEK
Het bedrijfsleven geeft aan graag werknemers te hebben die door OC Horeca & Toerisme zijn opgeleid. Oud-deelnemers zijn
De kwaliteitsprijs 2005 van Zadkine ging dit jaar naar OC Horeca & Toerisme voor het innovatieve project ‘De Aspergeweek’. Dit
bovendien in alle lagen in de sector terug te vinden. Zij worden vaak weer opgeleid tot leermeester in de bedrijven en verschillende
project geldt voor het team Horeca kort als eerste aanzet voor het competentiegerichte onderwijs in 2008. In vier weken tijd kregen
oud-deelnemers zijn docent of instructeur geworden.
de deelnemers - van niveau 1 tot en met 3 van de opleidingen Gastheer/Gastvrouw, Horeca-assistent en Kok - alle vakken in één geïntegreerd project aangeboden. De naam ‘Aspergeweek’ verwees naar het seizoen en project.
MAATSCHAPPELIJKE STAGE ‘UIT ETEN IN EIGEN HUIS’ Derdejaarsleerlingen van de vmbo-opleiding consumptief horeca (Koken & Serveren) helpen sinds september 2005 eens in de
FOCUS OP ZADKINE
Opleidingsmanager Chris van Esch: “De deelnemers kregen geen les in klassen, maar opdrachten waarin theorie en praktijk waren
38
verweven. Hiervoor volgden ze workshops met bijvoorbeeld als thema’s: ‘hoe koop je asperges in’, ‘hoe maak je asperges klaar’
ORGANISATIE
en ‘hoe verwerk je asperges in een menu’. Vervolgens doken de deelnemers zelf de leerboeken in of zochten op het internet voor
Binnen Zadkine Techniek vormt één directeur samen met vijf adjunct-directeuren de directie. Samen met de drie hoofden van
de benodigde achtergrondinformatie en maakten zich op deze manier de lesstof eigen. Ze stelden onder meer menukaarten samen,
stafdienst voeren zij eens in de drie weken managementteamoverleg. Het onderwijs wordt ontwikkeld en uitgevoerd in twintig
bereidden de gerechten en zorgden voor bijpassende wijn. Het doel was om in de laatste week al het geleerde tot uiting te laten
onderwijsteams, die worden ondersteund door drie serviceteams en een klein aantal stafmedewerkers. Op centraal niveau kent
komen tijdens presentaties in de restaurants van Zadkine Horeca & Toerisme. Iedere avond kreeg een ander thema mee uitgevoerd
Zadkine een aantal stafdiensten, die ook ten dienste staan van de onderwijsteams.
door vijf verschillende groepen deelnemers.” HRM De uitvoeringsweek bleek een groot succes en het leerproces voor alle partijen was groot. De deelnemers waardeerden de zelfstan-
De aandacht op het gebied van humanresourcesmanagement ging in 2005 uit naar het verbeteren van de interne bedrijfsvoering
digheid en leerden samen te werken aan een groter project. Volgens Van Esch waren ze ook zichtbaar trots op het eindresultaat.
en competenties van de medewerkers. Hiervoor is deelname aan trainingen en studieactiviteiten bevorderd.
De docenten verzorgden daarbij de workshops en namen vervolgens de rol van begeleider/coach op zich. Zij zorgden dat de opdrachten in goede banen werden geleid en stuurden bij waar nodig. Ook zij kijken positief terug op het resultaat. Van Esch: “Als
INVESTERINGEN
het competentiegerichte onderwijs in 2008 zo kan worden vormgegeven, denkt iedereen daarin z’n weg te kunnen vinden.”
In 2005 is onder meer geïnvesteerd in een vernieuwd en gemoderniseerd openleercentrum op de locatie Schoonhoven en onderwijsondersteunende programmatuur Coflex voor de Bouwkunde-opleidingen. Verder is aandacht uitgegaan naar het ontwerp en
Aan de kwaliteitsprijs is een bedrag verbonden dat het team Horeca kort heeft ingezet voor informaticadoeleinden. Nog belangrijker
de inrichting van het Koudecentrum Rotterdam (KCR) en een praktijklokaal voor de onderhoudsopleiding Technical maintenance
vindt het team echter de voortzetting. Ook in 2006 wordt opnieuw een geïntegreerd project gestart. Dan doen niet alleen tweede-
assistent.
jaarsdeelnemers mee, maar ook eerstejaarsdeelnemers. Van Esch verwacht wederom een succes: “De reguliere lessen kunnen dan worden stopgezet, waardoor de begeleiding continu en intensief is. Bovendien zijn alle rollen van zowel deelnemers als docenten
KERNACTIVITEITEN EN FOCUS
meer bekend.”
Op het terrein van het onderwijs lag de focus in 2005 op onderwijsverbetering: verkenning, voorbereiding, ontwikkeling en invoering van het zogenoemde competentiegericht leren (CGL). Het beleid was primair gericht op de verkenning ‘hoe aan te sluiten op
2.2.6 TECHNIEK
enerzijds de specifieke wensen van de branches en anderzijds de ontwikkelcapaciteit van de teams’. Uniformiteit vanuit oc-perspec-
Zadkine Techniek kende in 2005 rond de 5300 deelnemers, die een (deeltijd) bol- of bbl-opleiding volgden bij één van de circa 140
tief was daarbij van ondergeschikt belang. Deze situationele aanpak werd noodzakelijk gevonden vanwege de enorme diversiteit
opleidingen. Het opleidingenaanbod bestrijkt de domeinen bouwkunde (inclusief stukadoren), werktuigbouwkunde, elektrotechniek
binnen de branches en daarmee ook de diversiteit in termen van focus en ontwikkelingsstadium van teams. Het resultaat van dit
(inclusief mechatronica), installatietechniek, motorvoertuigentechniek, procestechniek, infratechniek, meubel en stoffering, goud-,
beleid was in november op een studiedag uit te drukken op een CGL-4-puntsschaal op 1,75. In de ogen van het management geen
juweel- en uurwerktechniek. In totaal waren in 2005 bij dit oc - verdeeld over vijf grote en drie kleine locaties - 360 medewerkers
slechte score uitgaande van de startsituatie, context, ambitie en bereidheid van de teams verder door te groeien. Eind 2005 is
werkzaam (247 wtf).
het beleid meer toegespitst op het verder verhogen van de flexibiliteit van de nieuwe onderwijspraktijk. Daarbij lag gelijktijdig de focus op een meer gemeenschappelijk kader en daarmee eenduidigheid en uniformiteit in de communicatie met deelnemers, toe-
39
JAARVERSLAG 2005
leverende scholen en de branches. Naast deze onderwijsverbetering waren er in 2005 ook activiteiten om de instroom van niveau
80% gehaald. Hierbij wordt gestreefd naar maximale samenwerking met bedrijven. Op individueel niveau gebeurt dit al op vele
4-deelnemers te verhogen evenals de onderwijskwaliteit (vooral binnen de niveau 1- en 2-opleidingen). Dit laatste om voortijdig
plaatsen. Een werkelijk breed samenwerkingsverband met de eigen branche is bijvoorbeeld gerealiseerd door de Vakschool bij het
schoolverlaters te verminderen. Ook het meer en beter betrekken van de branches (bedrijven) bij de onderwijs- en wervingsactivitei-
ontwikkelen van Proeven van Bekwaamheid en de opleiding Koudetechniek bij het ontwikkelen en inrichten van en werken met
ten had de aandacht evenals het verbeteren van de interne bedrijfsvoering en competenties van de medewerkers.
het centrum Koudetechniek.
RESULTATEN
BEROEPSKOLOM
Resultaten op instroom (niveau 4) is in 2005 beperkt bereikt. Met uitzondering van de opleidingen voor procesoperator is er in
Met het toeleverend onderwijs kent Zadkine Techniek al gedurende lange tijd de mogelijkheid voor vmbo-leerlingen om praktische
de breedte weliswaar sprake van een verminderde afname, maar nog niet van een positieve trendbreuk. In de bestrijding van het
sectororiëntatie te volgen. Met het vervolgonderwijs zijn afspraken gemaakt, zodat deelnemers nog tijdens hun mbo-studie op het
fenomeen voortijdig schoolverlaten heeft vooral het opzetten van geïntegreerde trajecten soelaas geboden, waarbij voormalig
hbo wiskundeonderwijs kunnen volgen. Het onderwijsteam Installatietechniek heeft in samenwerking met Hogeschool Rotterdam
docenten Educatie met hun specifieke didactische expertise zijn toegevoegd aan de opleidingenteams. Dit is een ontwikkeling die
Installatietechniek en TU Eindhoven een duaal traject gerealiseerd, waarbij deelnemers een vmbo-mbo-hbo-wo-programma kunnen
zeker wordt doorgezet. In de structurele contacten met de branches is duidelijk vooruitgang geboekt. Weliswaar nog onvoldoende
doorlopen. Hierbij kunnen zij bovendien een jaar tot anderhalf jaar sneller hun diploma halen. Op Rotterdam-Zuid is Zadkine Techniek
om voor alle branches te kunnen spreken van een transparante communicatie over verwachtingen en mogelijkheden, maar wel zijn
betrokken bij het ontwerp en de realisatie van de Unielocatie Zuiderpark waar vmbo en mbo samen met bedrijven leren en werken
duidelijke stappen gezet als het gaat om structurering van deze contacten. Op het vlak van de interne bedrijfsvoering is duidelijke
in de praktijk realiseren. Over het algemeen zijn alle trajecten schriftelijk vastgelegd in convenanten en/of gespreksverslagen.
progressie te zien in de beheersing van het ‘beheer’. De competentieontwikkeling kent vooruitgang afgemeten aan de deelname van medewerkers aan trainingen en studieactiviteiten. Op het gebied van competentiemanagement zijn in de loop van 2005
MAATWERK
initiatieven voor verbetering en actieplannen ontwikkeld.
Naast de reguliere programma’s wordt maatwerk aan deelnemers geboden. Een aantal voorbeelden hiervan zijn de geïntegreerde trajecten (GIT), de mogelijkheid van continue instroom in meerdere bbl-trajecten en de mogelijkheid tot het volgen van trajecten bin-
PROGRAMMA
nen Installatietechniek conform het concept Hoofdelijk Versneld Scholen (HVS). Verder kunnen deelnemers terecht bij Zap Education waar het onderwijsmodel van Natuurlijk Leren in de praktijk wordt gebracht en zijn er bij een aantal opleidingen mogelijkheden voor
SAMENHANG
maatwerktrajecten in het kader van ‘in company’.
De programma’s waren in 2005 afgestemd op de eindtermen, zoals deze in de onderwijs- en examenregeling (OER) zijn omschreven. Zadkine Techniek bereidt zich voor op het competentiegericht opleiden, dat uiterlijk augustus 2008 in de volle breedte in
PROGRAMMATIJD
het beroepsonderwijs zijn intrede zal doen. Deze beweging is enerzijds ingegeven door wetgeving rond onderwijs, anderzijds door
De norm voor Zadkine Techniek is dat programma- en studietijd overeenkomstig de OER is geprogrammeerd. Ongeveer 10% van
de wens het rendement in de techniekopleidingen te verhogen. Het idee is dat competentiegericht onderwijs hier een positieve
de programma’s realiseert dit niet, dit heeft de zorg van het oc. Op 2006 wordt hier dan ook beleid op gezet. Enerzijds door
bijdrage aan zal leveren. Uiteraard is hiervoor een route uitgestippeld. Eén van de tussenresultaten die het managementteam voor
het onderwijs zo in te richten dat er minder kans bestaat op onrendabele studietijd en anderzijds door het ziekteverzuimbeleid te
2005 heeft afgesproken is dat ieder onderwijsteam minstens één opleiding competentiegericht aanbiedt. Dit resultaat is voor
intensiveren.
FOCUS OP ZADKINE
40
VOORZIENINGEN
praktijkruimtes, openleercentra, tutorruimtes en theorielokalen. In vervolg op en in samenhang met de ontwikkeling van nieuwe
Voor de uitvoering van de programma’s zoals die nu bestaan, zijn er voldoende middelen en voorzieningen aanwezig. Voor het
onderwijsconcepten worden onderwijsruimtes aangepast. Dit gebeurt zowel binnen de school (off the job) als in coproductie met
ontwerpen en inrichten van het competentiegericht onderwijs zijn echter veel investeringen nodig. Voor Zadkine Techniek geeft dit
zogenaamde samenwerkingsverbanden (simulatieomgeving) en in samenwerking met (individuele) bedrijven (on the job). Een
wel een specifiek aandachtspunt, omdat vanwege de dalende instroom van de afgelopen tien jaar geen reserves opgebouwd zijn.
duidelijke beweging is dat vooral bij de lagere niveaus meer en meer de praktijk als vertrekpunt voor het onderwijsproces wordt genomen. Stap voor stap wordt hiervoor de leeromgeving aangepast.
LEERPROCES STUDIEBEGELEIDING LEERTIJD
In de studiebegeleiding wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de individuele deelnemerskenmerken. Instrumenten zoals
In doorsnee wordt de leertijd goed besteed conform de roosters. In de formele en preventieve zin is hier beleid en praktijk op
de intake (met een specifiek traject daarna voor de lagere niveaus), de in 2005 gestarte geïntegreerde trajecten, het mentoraat
gezet, dat zich onder meer kenmerkt in aanwezigheidsregistraties van deelnemers en het invullen van weekstaten (bij de bpv). De
en de individuele bpv-begeleiding worden hiervoor ingezet.
roosters worden in principe gemaakt vanuit het perspectief van de deelnemer. Ziekteverzuim van docenten wordt in eerste instantie opgevangen binnen de teams en op termijn door tijdelijke krachten. Een zorgpunt ligt er wel op het vlak van (langdurige) ziekte-
TRAJECTBEGELEIDING
vervanging, maar verwacht wordt dat het ingezette beleid voor competentiegericht leren en flexibilisering in combinatie met ‘de veertigurige studiewerkweek’ meer soelaas zal bieden. De ervaren kwaliteit van onder meer het leerproces wordt voor het totale oc
INTAKE
gemeten middels deelnemerstevredenheidsonderzoeken (enquêtes). In een aantal teams wordt structureel over kortere periodes de
Zadkine Techniek kent een lange traditie van fijnmazige en intensieve voorlichting in de regio Rijnmond. Per locatie en clusters van
leskwaliteit geëvalueerd. Tevens wordt in een aantal teams expliciet aan de bpv-bedrijven de door hen ervaren kwaliteit gevraagd.
opleidingen zijn er voorlichters die zowel naar beurzen gaan als de tientallen toeleverende scholen bezoeken. Daarnaast bestaat
Op deze laatste twee aspecten zijn nog verbeteringen mogelijk. De tevredenheidenquête van begin 2005 had een zeer lage respons
er voorlichting via de website en voorlichting per branche (zoals de WEI, Bouw en Motorvoertuigen). Er is een start gemaakt om
(20% met een spreiding van 7% tot 54% over de locaties). De uitslag was echter matig tot slecht op het vlak van lesuitval en de
voorlichting te geven in samenwerking met bedrijven, zodat een realistischer beroepsbeeld aan de deelnemer kan worden gegeven.
mogelijkheid om keuzevakken ook daadwerkelijk te kiezen. Aangezien de respons op één van de locaties wel relatief hoog was
Alle nieuwe deelnemers krijgen een intakegesprek conform vaste procedures, waarbij de geschiktheid centraal staat. Binnen Zap
(54%), meende het management dat de uitslag meer valide was voor deze locatie. De cijfers bevestigden voor die locatie het
wordt een uitgebreide intake gehouden met de focus op ‘voor welke opleiding is de deelnemer het meest geschikt en wat is de
oordeel dat al bestond. Daarom zijn daar specifieke organisatorische maatregelen getroffen en onderwijskundige verbetertrajecten
motivatie daarbij?’. In 2005 is zowel de inhoud van de intake aangepakt (uitgebreider) als de administratieve organisatie. Deze
in gang gezet. Verder is op één locatie een actieve deelnemersraad waar ‘het onderwijs’ een van de agendapunten is. Dit in overleg
laatste is nu protocollair op orde. Plaatsing vindt plaats na de intake.
met het management. Ook op een tweede locatie is actie ondernomen om een deelnemersraad op te starten. BEGELEIDING WERKVORMEN
Bij de begeleiding van de deelnemer worden twee lijnen onderscheiden. De eerstelijns begeleiding is dagelijkse praktijk in de teams,
De didactische werkvormen kennen binnen Zadkine Techniek een veelheid aan verschijningsvormen, waarbij de criteria samenhang,
waarbij docenten zowel intern als tijdens de bpv-periode de deelnemers begeleiden. Tweedelijns begeleiding wordt geboden door
stimulerend en ontwikkeling van zelfstandigheid gelden. Traditioneel worden ruimtelijk mogelijkheden geboden in de vorm van
Zadkine Servicecentrum (ZSC). Iedere locatie van Zadkine Techniek heeft een ZSC-medewerker. Deze stelt in overleg met de deel-
41
JAARVERSLAG 2005
nemer de gewenste begeleiding vast en geeft er uitvoering aan. Zadkine kent een vaste procedure van indicatie tot aanmelding bij
MAATREGELEN VEILIGHEID EN SOCIALE COHESIE
ZSC. Er is daarbij sprake van een bufferperiode voordat uitgeschreven wordt. Een en ander is nauw afgestemd op het RMC-protocol
In 2005 is een start gemaakt met de vormgeving van het beleid om met kleinere herkenbare eenheden, gegroepeerd rondom de
(regionaal meld- en coördinatieprotocol). In de begeleiding wordt nauw samengewerkt met gespecialiseerde hulpverlening, zoals
locaties te werken. Dit bevordert de herkenbaarheid en meer zichtbare contacten tussen teams en hun deelnemers, waar deelne-
schoolmaatschappelijk werk, Riagg, jeugdhulpverlening en justitie/gevangeniswezen. De samenwerking is daarbij constructief, maar
mers een vertrouwde en eigen plek hebben. Voor de medewerkers heeft Zadkine Techniek in 2005 studiedagen georganiseerd.
dit is voor het grootste gedeelte afhankelijk van de individuele contacten tussen docenten en contactpersonen van de hulpverlening.
De studiedag van november 2005, welke in het teken stond van het competentiegericht leren, bood de mogelijkheid om met collega’s een hele dag te praten en te denken over onderwijs en de ontwikkelingen op dit gebied binnen de teams. De komst van
REGISTRATIE
één adjunct-directeur per locatie - in plaats van een cluster van teams behorend tot één of meer branches - heeft een positieve
Registratie van het traject van de deelnemer vindt plaats op teamniveau. Er wordt tijdig gesignaleerd wanneer sprake is van
bijdrage geleverd in het verder verlagen van de drempel in het contact tussen management en medewerkers. Een intensivering van
bijvoorbeeld dreigende uitval of andere problemen. Veel opleidingen hebben hiervoor echter een eigen systeem; dit zal op termijn
de sociaal medische overleggen als uitvloeisel om kort frequent ziekteverzuim terug te dringen, heeft geleid tot een verlaging van
worden geüniformeerd. Hiervoor wordt door de afdeling Deelnemerszaken een ontwerp gemaakt. Belangrijk hierbij is de keuze
het percentage uitval tot 5,89%.
die Zadkine-breed nog moet worden genomen over het digitaal portfolio. De discussie speelt nog of dit een portfolio moet zijn dat beheerd wordt door de deelnemer, de school of door beiden.
RENDEMENT Tabel 2.14
OMGANG EN VEILIGHEID BEJEGENING In het najaar van 2005 vond een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaats. Hoewel de gegevens van deze enquête vanwege de geringe respons niet valide zijn, zegt indicatief onderzoek dat de omgang tussen medewerkers en deelnemers beter kan. Met betrekking tot de omgang tussen medewerkers gaf een ruime meerderheid (69%) aan dat er binnen zijn c.q. haar team sprake is van collegialiteit en dat klachten bespreekbaar zijn. 81% voelt zich in het werk gewaardeerd door collega’s.
NIVEAU
2005 ROC %
OC %
Niveau 1
47
17
Niveau 2
38
33
Niveau 3
63
78
Niveau 4
68
63
Alle niveaus
56
50
VEILIGHEID
De gediplomeerde uitstroom van Zadkine Techniek lag in 2005 onder het roc-niveau. De cijfers van niveau 1 en 2 beïnvloeden het
Uit het onderzoek bleek ook dat een ruime meerderheid zich veilig voelt binnen de gebouwen van Zadkine Techniek. Op de meeste
gemiddelde negatief. Een van de oorzaken is dat deelnemers de opleiding niet met een diploma kunnen afronden door het ont-
locaties van het oc vindt jaarlijks een ontruimingsoefening plaats. Daarnaast worden jaarlijks onder meer lokalen door de Facilitaire
breken van een bpv-plaats. Bij Procestechniek komt dat veel voor. Met een theorieverklaring verlaten de deelnemers de opleiding.
dienst gecontroleerd op arbotechnische en veiligheidsnormen. Vanuit preventief oogpunt worden op alle locaties van het oc ongeval-
Naast het relatief grote aantal deelnemers dat zonder diploma uitstroomt, staat het aantal doorstromers mét een niveau 1-diploma
len/incidenten en bijna-incidenten geregistreerd en onderzocht. Zorg is er voor het afnemende veiligheidsgevoel dat het wonen en
naar een niveau 2-opleiding. Bij niveau 3 ligt de gediplomeerde uitstroom hoog. Hier zitten de bbl-vakman opleidingen.
werken in een stad met zich meebrengt. FOCUS OP ZADKINE
42
EXTERN RENDEMENT
Mechatronica één van de genoemde differentiaties in de opleiding Technicus middenkader werktuigbouwkunde, elektrotechniek,
Voor wat betreft het externe rendement zijn er voornemens om met de gediplomeerde oud-deelnemers nauwer contact te onder-
installatietechniek (MK-WEI) en heeft Mechatronica op niveau 2 en 3 een plaats gekregen.
houden. Bij de Vakschool was dit in 2005 al het geval. Daar is een actieve vereniging voor de oud-deelnemers. De teams binnen Zadkine Techniek hebben wel contacten met de verschillende branches bij het volgen van de marktmonitor. Landelijke cijfers
ISO-CERTIFICERING TEAM INFRA
ondersteunen wel de indruk, dat meer dan 95% van de Techniek bol-afgestudeerden, indien ze niet al doorstuderen, zeer snel een
Kwaliteitszorg is de laatste jaren een belangrijk aandachtspunt in het onderwijs. Zo ook binnen Zadkine Techniek dat in het verleden
werkkring hebben gevonden. De bbl-afgestudeerden hebben reeds tijdens hun studie een baan.
al het kwaliteitshandboek Examinering ontwikkelde om hier concreet vorm aan te geven. Team Infra maakte hierin een vervolgstap tijdens een gesprek met de directie over resultaatgerichte afspraken. Afgesproken werd dat ISO-certificering er één van zou zijn.
MECHATRONICA
Een prestatie die door nog weinig andere grote onderwijsinstellingen in Nederland was behaald. Teamcoördinator Paul Verschoor
Het bedrijfsleven heeft een zich uitbreidende behoefte aan technisch opgeleid personeel met communicatieve vaardigheden en
licht toe: “Ieder jaar vindt bij ons een audit plaats door het KCE en een ISO-certificering sluit daar uitstekend bij aan. Het helpt ons
een brede technische oriëntatie. Landelijk onderzoek geeft aan dat het roer drastisch om moet om de interesse van de jongeren
om gerichte stappen te ondernemen om de onderwijsuitvoering te optimaliseren. Daarom organiseerden we in februari 2005 een
te vergroten. Hiervoor is binnen Zadkine Techniek in 2005 gekozen voor een integrale benadering: de bestaande branchestructuur
bijeenkomst met ons team om de stand van zaken te bespreken en waar nodig bij te stellen. In mei vond vervolgens een interne
doorbreken en samen met regionale bedrijven brede opleidingen ontwikkelen en aanbieden. Een belangrijk voorbeeld hiervan is
audit plaats waarvoor we een extern bureau hebben ingehuurd. Eind mei kregen we toen de audit van het Kiwa, waaruit een aantal
de ontwikkeling van Mechatronica-opleidingen op niveau 2, 3 en 4. Bij mechatronica staan niet de oorspronkelijke vakgebieden
verbeterpunten naar voren kwam. Daarbij ging het er met name om dat we formeel en informeel de zaken helder hebben, maar
centraal; juist de werking, bediening en het gebruik van apparaten zijn onderwerp van studie. Kortom: integrale kennis van de
dat het aan schriftelijke vastlegging vaak ontbreekt. Hier hebben we een verbeterplan voor opgesteld en eind juni kregen we het
vakgebieden werktuigbouwkunde, elektrotechniek, automatisering, besturingstechniek, pneumatiek, etc. Om theorie, praktijk en
goede bericht dat de ISO-certificering was behaald. Tijdens een feestelijke bijeenkomst in september namen we het certificaat in
practica geïntegreerd in een aantrekkelijke leeromgeving aan te kunnen bieden, is in 2005 begonnen met de inrichting van een mo-
ontvangst in aanwezigheid van tal van uitgenodigde bouwbedrijven en andere onderwijsinstellingen. Toch zijn we er nu nog niet.
dern mechatronicacentrum met enerzijds simulatiemogelijkheden op computers. Anderzijds is het centrum voorzien van voldoende
We doen ons uiterste best om de kwaliteit ook in de toekomst zodanig te handhaven dat we ISO-gecertificeerd blijven. Hiervoor
praktijkmodellen en ruimte om projecten van verschillend niveau uit te werken. Het Mechatronica Centrum Rotterdam is gevestigd
vindt ieder jaar zowel intern door de afdeling Audit & Control als extern door Kiwa een audit plaats. Het blijft dus een continu
aan de Prins Alexanderlaan 55. De leervraag van de deelnemer en de inzetbaarheid naar het bedrijfsleven staan centraal. Om tot
proces van evaluatie en verbetering. We hebben ook een werkgroep in het leven geroepen, die voortdurend aandachtpunten op de
goede resultaten te komen, wordt in landelijke samenwerking gewerkt aan de ontwikkeling van voldoende projectopdrachten op
agenda zet. Variërend van verbetering van onderwijsprocessen tot leverancierstevredenheidsonderzoeken. Vanzelfsprekend wordt
niveau 2, 3 en 4. Voorzien wordt in een goede individuele begeleiding alsmede in een instructie op de aanwezige simulatiemodel-
hier in 2006 verder vorm aan gegeven. Daarnaast willen we ons in de toekomst meer richten op het creëren van draagvlak voor
len. Adjunct-directeur Techniek, Marcel Godschalk: “Ook is in 2005 gewerkt aan het samen met andere roc’s ontwikkelen van
ISO-certificering en andere opleidingencentra en teams hiervoor enthousiasmeren.”
lesmaterialen voor niveau 2-opleidingen (BGL-structuur) en niveau 4-opleidingen (CGO-structuur). Daarnaast is samenwerking gezocht met regionale bedrijven voor het oprichten van een bedrijvenkring. Hiervoor is in november een regionale startbijeenkomst georganiseerd met twaalf geïnteresseerde bedrijven bij twee relaties: Beenhakker en TPG-post. Ook heeft een verdergaande samenwerking plaatsgevonden tussen de collega’s van de teams Werktuigbouw en Elektrotechniek.” In de nieuwe onderwijsstructuur is
43
JAARVERSLAG 2005
2.2.7 EDUCATIE
onduidelijkheid over het aantal locaties, dat na de verdere krimp van Zadkine Educatie op termijn noodzakelijk zijn. Het gebouw
Zadkine Educatie is het grootste oc van Zadkine en biedt aan 12.774 deelnemers scholing op 24 locaties. Het educatieve aanbod be-
Grondherenstraat is afgestoten. In de ict-sector is duurzaam geïnvesteerd door het ‘nutsen’ van een aantal locaties. Hierdoor kunnen
staat uit Inburgering, NT1, Oudkomerstrajecten, geïntegreerde trajecten, Sociale Redzaamheidprogramma’s, vavo (vmbo, havo, vwo)
de computerondersteunende diensten voor deelnemers en personeelsleden nadrukkelijk verbeteren.
en PO-trajecten. Ook op de re-integratiemarkt lopen initiatieven. Bij Zadkine Educatie werken ongeveer 480 medewerkers (350 wtf). KERNACTIVITEITEN ORGANISATIE
Op onderwijskundig gebied is in 2005 - naast het in stand houden en verder uitbouwen van de trajecten - geïnvesteerd om de
Educatie is sinds 2004 gebundeld in één opleidingencentrum en wordt aangestuurd door een eenhoofdige leiding en negen
maatwerktrajecten te bundelen. In de vorm van een trajectenboek worden trajecten aan opdrachtgevers geboden, waarmee zij
adjunct-directeuren. Iedere adjunct-directeur is integraal resultaatverantwoordelijk voor zijn onderwijscluster. De clusters zijn vijf
op maat toegesneden trajecten per deelnemer kunnen inkopen. Daarbij wordt ook per deelnemer ‘op maat’ afgerekend. Belang-
Rotterdamse clusters, één vavo-team en de regioclusters Capelle, Schiedam en Spijkenisse. De inhoudelijke afstemming tussen de
rijke ondersteunende elementen, zoals het werken met portfolio en het standaard aanbieden van duale componenten, werden
clusters wordt gewaarborgd door de wekelijkse managementteamvergaderingen, waaraan alle adjunct-directeuren en de directeur
voortvarend ter hand genomen. Verder is fors ingezet op het vorm en inhoud geven aan de geïntegreerde trajecten in de vorm
deelnemen. Ook vindt vaak ondersteuning door beleidsmedewerkers op specifieke deelgebieden plaats. Daarnaast bestaan diverse
van arbeidsmasktkwalificerende assistentenopleidingen (AKA). Educatie stelt zich hierbij op als leverancier van onderwijs aan jong-
kwaliteitskringen waarin alle clusters vanuit het onderwijspersoneel zijn vertegenwoordigd, zodat coherentie is geborgd en sprake
volwassenen met als doel ze gericht te laten kiezen en te ondersteunen in de leniging van de taalnood en algemeen te verwerven
is van synergie.
competenties. Ook arbeidsgerelateerde competenties komen hierbij aan de orde. De doelstelling van Zadkine is om Educatie een belangrijke rol te laten vervullen bij het voorkomen van voortijdig schooluitval en het nader vormgeven van GIT-trajecten. Wat betreft
HRM
de organisatie: de bundeling van diverse teams in overzichtelijke clusters met kernteams is in 2005 gekoppeld aan het werken
Op personeelsgebied geldt dat in het sociaalplan Educatie - dat vanaf medio 2004 geldt - nadrukkelijk een eerste vrijwillige fase
met deelbegrotingen per cluster en het verder professionaliseren van het Bedrijfsbureau. Veel tijd en energie is gestoken in het
is afgesproken, waarin personeel in vaste dienst gestimuleerd en gefaciliteerd wordt om elders binnen het roc of daarbuiten pas-
vormgeven van het Kompas: een managementinformatiesysteem waarin de verantwoordelijke adjunct-directeur per cluster alsmede
send werk te aanvaarden. Het belangrijkste doel is om het aantal vaste personeelsleden in 2007 ten opzichte van medio 2004
de directeur opleidingencentrum meer de vinger aan de pols kunnen houden bij kritische bedrijfsprocessen, zoals contractvorming,
te halveren met behoud van kwaliteit. In 2005 zijn met alle medewerkers gesprekken gevoerd en zijn vijftig personeelsleden
personeelsbeleid en bewaking van de beheerskosten.
overgestapt naar het beroepsonderwijs, 42 hebben elders een baan gevonden en negentien mensen hebben gebruikgemaakt van de ouderenregeling. Om de noodzakelijke expertise te behouden, is gekozen om te gaan werken met kernteams van vast
FOCUS
personeel met hoge competenties, een kleine schil medewerkers met ruime ervaring aangevuld met een tweede schil van docenten,
Het door Zadkine Educatie gevoerde beleid is terug te vinden in eerdere beleidsplannen en aanvullende documenten, zoals ‘Zadkine
begeleiders en klassenassistenten die zich vooral bezighouden met de uitvoerende taken.
Op de Voorvoet’, ‘Op Weg Naar Maatwerk’, ‘Sociaal Plan’ alsmede projecten die in 2005 in gang zijn gezet om de bedrijfsvoering te verbeteren en voor te bereiden op de marktwerking. De eerste ervaringen zijn opgedaan bij het fenomeen openbare aanbe-
INVESTERINGEN
steding. Andere meer informeel gestelde doelen zijn weergegeven in de verbeterplannen naar aanleiding van de zelfevaluatierap-
Zadkine Educatie heeft in 2005 in materiële zin in haar gebouwen geïnvesteerd op een vrij laag niveau. De reden daarvoor is de
porten. In die rapporten werden in 2004 tal van zaken beschreven, die in 2005 zijn ingezet of geïmplementeerd. Met name de
FOCUS OP ZADKINE
44
organisatorische verandering om van vier opleidingencentra te komen tot een Zadkine Educatie met een Bedrijfsbureau en betere
ONDERWIJS
afstemming tussen stad en regio heeft zijn vruchten opgeleverd. In 2005 is het aantal teams teruggebracht en is een start gemaakt
• Alle bestaande onderwijstrajecten werden gebundeld in een trajectenboek, waarin per traject inzichtelijk staat beschreven
met onderwijsclusters, die bestaan uit kernteams die samen met de adjunct-directeur als resultaatgerichte eenheden functioneren.
hoe een traject eruit ziet, hoeveel uren les wordt geboden, wat de eindtermen zijn en wat de kostprijs is voor de opdrachtgever. • Studievoortgang en monitoring van de deelnemer is geïntensiveerd door meer aandacht te schenken aan het werken met
RESULTATEN De ingrijpende reorganisatie die in 2004 is ingezet, heeft in 2005 nadrukkelijk zichtbare resultaten opgeleverd. Deze resultaten zij op diverse terreinen terug te vinden.
een portfolio. In 2006 hebben alle deelnemers een portfolio. • Gestart is met geïntegreerde trajecten waarin het beroepsonderwijs en Educatie samen een programma bieden, dat zich richt op de oriëntatie van met name jongeren op hun leerdoelen en het ontwikkelen van de basiscompetenties die nodig zijn voor het kunnen functioneren als assistent op de arbeidsmarkt.
PERSONEEL • De vaste formatie werd van 396,3 wtf teruggebracht tot 322,2 wtf.
PROGRAMMA
• De directie werd van vierhoofdig teruggebracht naar een directeur. • Het aantal adjunct-directeuren werd tot bijna de helft gereduceerd.
SAMENHANG
• Personeel dat vrijwillig binnen Zadkine van Educatie naar een van de andere oc’s wilde verplaatsen, werden hierin
Zadkine Educatie is sinds 2003 bezig met invoering van het competentiegericht leren en in 2005 was dit redelijk sterk ingevoerd.
gestimuleerd en op maat begeleid door het loopbaancentrum. • Nieuw personeel werd in kader van het sociaal plan uitsluitend in tijdelijke dienst via een uitzendconstructie aangenomen, waardoor het totale formatiebestand flexibeler werd. • Een eerste oriëntatie vond plaats om naast het werken ook instructeurs en onderwijsassistenten aan te stellen.
Ieder traject is toegespitst op specifieke ontwikkeling van vaardigheden, die de deelnemer op maat een onderwijspakket aanbiedt dat aansluit bij de leervraag. Een gedegen intake, het in kaart brengen van reeds ontwikkelde competenties en het beschrijven van een einddoel zorgen ervoor, dat de deelnemers onderwijs krijgen dat het meeste aansluit op de behoefte. De trajecten zijn zo ingericht dat de deelnemer in principe vanaf een ‘nulsituatie’ na een aantal jaar, door het volgen van trajecten, een einddoel heeft bereikt.
ORGANISATIE • Alle lopende en nieuwe contracten werden ondergebracht in een contractenregister en vakkundig beheerd door een contractbureau.
BEROEPSKOLOM
• Per cluster/team werden periodiek uitputtingsgegevens gegenereerd, waarmee de adjunct-directeuren in overleg met de
De beroepskolom bij Educatie in de zin van een heldere lijn van instroom, doorstroom naar uitstroom is anders dan het beroepson-
directeur opleidingencentrum beter in staat werden gesteld om beleidsmatig te opereren. • Belangrijke verbeteringen werden gerealiseerd op het terrein van planning en control door onder meer de introductie van een managementinformatiesysteem dat de werknaam Kompas kreeg.
derwijs moeilijk te geven. De instroom is drempelloos, zeer divers van aard en bestaat dikwijls uit (zeer) laagopgeleiden. Daarnaast is het onderwijsaanbod van Zadkine Educatie in 2005 veranderd. De taalcomponent is nog wel belangrijk, maar er wordt meer gekeken naar het einddoel van de deelnemer. De nadruk ligt vooral op burgerschap, participatie in de maatschappij en het toeleiden naar (betaald) werk. Taal en het beheersen van sociale vaardigheden worden als basiselement aangediend voor het volwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij. Bij de WIN-trajecten zijn de landelijke inburgeringeisen maatgevend voor de eindtermen
45
JAARVERSLAG 2005
en zijn de instroomniveaus zeer divers. Bij het vavo wordt met name gewerkt in korte trajecten waarin deelnemers die elders bij
EXAMENS EDUCATIE
vmbo, havo of vwo uitvielen via deelcertificaten in een of twee jaar kun volledige diploma kunnen behalen.
De toetsen die tot Zadkine-certificaten leiden, zijn alle landelijk erkende toetsen. Deze toetsen worden soms individueel (luistervaardigheden) en soms in een groep afgenomen. De correctie van toetsen wordt in de regel gedaan door een docent die de deelnemer
MAATWERK
niet kent om zo objectief mogelijk te zijn. De correctie/beoordeling vindt plaats volgens de voorgeschreven richtlijnen en beroep
Door het bieden van maatwerk wordt in toenemende zin op meer individueel niveau gewerkt. Dit maatwerk is in 2005 verder
door de deelnemer is mogelijk bij de examencommissie. In de praktijk worden de toetsen bij een bezwaar van de deelnemer uit
vormgegeven en zal in de nabije toekomst leiden tot praktijkgestuurd onderwijs, waarin de leervraag van de deelnemer centraal
handen gegeven aan een onafhankelijke vakdocent uit een ander cluster (arbiter). De WIN-trajecten voldoen wat betreft de eindter-
staat en niet in groepen wordt lesgegeven. De rol van de docent zal verworden tot individuele coach.
men aan een (OER) die landelijk is voorgeschreven. De deelnemers aan de zogenaamde oudkomerstrajecten wordt een landelijke profieltoets afgenomen. Ook het vavo houdt zich wat lesstof en onderwijsprogramma aan de kaders die door het Ministerie van
PROGRAMMATIJD
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn gesteld. De adjunct-directeur maakt deel uit van de examencommissie, zodat borging vanuit
Ieder traject kent binnen Zadkine Educatie een bepaalde duur, zoals vermeld in de onderwijs- en examenregeling (OER) en
het management is gerealiseerd.
gerealiseerd volgens het oud- of nieuwkomerscontract. Na de intake wordt op maat bepaald welk traject een deelnemer volgt; de intensiteit en trajectduur zijn zeer divers. Er zijn deelnemers, bijvoorbeeld hoogopgeleide allochtonen, die binnen een jaar staats-
LEERPROCES
examen kunnen doen. Anderen moeten nog gealfabetiseerd worden en/of zich de Nederlandse taal eigen maken. In die gevallen kan een traject maximaal vijf jaar duren. De WIN-trajecten bestaan uit 600 klokuren les en/of het behalen van niveau 2 op de
LEERTIJD
onderdelen lezen, schrijven, praten en luisteren. De vavo-trajecten zijn afhankelijk van het aantal te behalen vakken een, twee of
De leertijd wordt efficiënt besteed, omdat bij Zadkine Educatie sprake is van zeer intensief onderwijs in kleine groepen: maatwerk.
soms meerdere jaren. Uit de registratie vanuit het deelnemerssysteem PROBOL blijkt dat de deelnemers Educatie doorgaans de
Daarbij zullen veel docenten in de praktijk intern differentiëren; dus op maat de deelnemer activeren, begeleiden, ondersteunen of
hoeveelheid lesuren krijgen aangeboden die contractueel zijn vastgelegd. Onderbestedingen van contracten zijn eerder het gevolg
juist een groepsproces op gang brengen. Belangrijk uitgangspunt voor Educatie is om mogelijke uitval te beperken door preventieve
van te weinig deelnemers per groep dan door het te weinig aanbieden van lesuren.
ondersteuning van de mentor te bieden. In curatief opzicht worden extra lessen in het openleercentrum aangeboden om onderwijsachterstanden weg te werken.
VOORZIENINGEN Educatie wordt aangeboden op tal van locaties in de regio Rijnmond. Dit zijn vaak eigen gebouwen voorzien van goede leslokalen,
WERKVORMEN
een openleercentrum, een administratie en een kantinevoorziening. In andere gevallen wordt lesgegeven op een basisschool
De gehanteerde werkvormen binnen Zadkine Educatie zijn net zo divers als de deelnemers. Per traject worden die werkvormen
of in een buurtcentrum. In die gevallen zorgt Zadkine dat de deelnemers aanvullende faciliteiten krijgen aangeboden bij een
gebruikt, die het meest passen bij de eindtermen. Zo zal bij een allochtone analfabeet (NT1-er) veel aandacht bestaan voor lezen
openleercentrum in de buurt. Gewerkt wordt met standaard lesmethoden, zoals Breekijzer, IJsbreker, Code Nederlands, etc., vaak
en schrijven; bij een nieuwkomer in beginfase zal juist meer de nadruk liggen op spreek- en luistervaardigheden. In elk traject
ondersteund met softwarepakketten.
zit hoe dan ook een duale component, omdat het van belang is dat de deelnemer ook in de echte praktijk het geleerde oefent. Centraal hierbij staat dat de deelnemer op alle fronten wordt gestimuleerd en zelfstandiger gaat functioneren. De taalstages beslaan
FOCUS OP ZADKINE
46
doorgaans negen tot twaalf weken. Van iedere stage wordt door de deelnemer een stageverslag geschreven, dat met de mentor
SAMENWERKING
wordt besproken en aan het portfolio wordt toegevoegd.
Educatie werkt met zeer veel instanties samen. Allereerst met de grootste opdrachtgevers: de gemeenten. Op de werkvloer wordt met name gewerkt met basisscholen (oudkomerstrajecten), bibliotheken, wijk/buurtcentra en de stageadressen. De contacten
STUDIEBEGELEIDING
met stageverlenende instanties werken tweeledig. Ten eerste worden stageplekken aangeboden en tegelijkertijd ontstaat een
De studiebegeleiding binnen het oc is zeer intensief. Er wordt in relatief kleine groepen van circa vijftien deelnemers gewerkt,
inhoudelijke verankering van het onderwijsconcept met de praktijk. Op basis van de stage-ervaringen wordt op maat bezien welke
waarbij diverse werkvormen worden gehanteerd. De docent is zo in staat om bijna op individueel niveau een deelnemer te coa-
slagingskans de deelnemer na afronding van het traject in de maatschappij heeft. Daar waar aanpassingen noodzakelijk zijn om
chen/begeleiden. Iedere deelnemer heeft zijn/haar eigen mentor, die de studievoortgang regelmatig bespreekt en de intensievere
uitval te voorkomen, worden de deelnemers overgeplaatst naar andere trajecten.
begeleiding gebeurt door de daartoe aangestelde deelnemersbegeleider. Deze heeft hier taakuren voor. In de nabije toekomst wordt deze lijn doorgetrokken, in verband met de invoering van het praktijkgestuurd leren.
REGISTRATIE De registratie van deelnemers is drieledig. Aan de ene kant wordt er geregistreerd op aanwezigheid, wat van belang is voor de
TRAJECTBEGELEIDING
afrekenbaarheid richting de opdrachtgever. Deze registratie geschiedt in het PROBOL-systeem, die ‘accountantproof’ is. Ten tweede worden de toetsgegevens in de dossiers van de deelnemer opgenomen, dit ter verantwoording richting opdrachtgever, accountant
INTAKE
en/of inspectie. Ten derde wordt in toenemende mate gewerkt met (eigen) registratie in de vorm van een portfolio. Van alle
Deelnemers melden zich bij Zadkine Educatie op verschillende manieren. Soms door de gemeente (met name bij inburgering),
diploma’s, verklaringen en certificaten worden kopieën in het dossier bewaard, wat steekproefsgewijs door de accountant wordt
waarbij Zadkine en de gemeenten goed overleg hebben over de aard en omvang van het aanbod. Soms ook uit eigen beweging, zo-
gecontroleerd in het kader van de afrekening. Naast de formele verplichting van registratie biedt de dossieropbouw voor de mentor
als bij NT1-ers die reageren op de landelijke alfabetiseringscampagne waarin ook Zadkine participeert. In een aantal gevallen werft
en de deelnemersbegeleider handvatten om preventief en curatief te handelen richting de individuele deelnemer.
Zadkine Educatie zelf - onder andere bij allochtone ouders op basisscholen en door aan te sluiten op gemeentelijke campagnes. Bij het vavo zijn intensieve contacten met toeleverende scholen waar niet geslaagde kandidaten worden doorverwezen en naar het
OMGANG EN VEILIGHEID
volwassenenonderwijs worden begeleid. Iedere nieuwe deelnemer krijgt een intakegesprek en doet dan de begintoets ter bepaling van het niveau. Op basis van de intakeresultaten en een persoonlijk gesprek wordt iemand op een traject geplaatst. Tevens wordt
BEJEGENING
daarbij rekening gehouden met elders verworven competenties.
De medewerkers van Zadkine Educatie gaan over het algemeen collegiaal en informeel met elkaar om. Elkaar bij de voornaam noemen is een gemeengoed en naast het samen hard werken, is er ook tijd voor af een toe een gezellige bijeenkomst. Tijdens
LOOPBAANBEGELEIDING
personeelsvergaderingen is de bejegening ook collegiaal, maar vooral zakelijk van aard. Met de deelnemers wordt vriendschappelijk
Iedere deelnemer krijgt een eigen mentor toegewezen. Afhankelijk van de situatie vindt een voortganggesprek plaats. De mentor
doch gedecideerd omgegaan. Tutoyeren is gebruikelijk, maar de docent/deelnemerverhouding wordt niet uit oog verloren. Dit
houdt op basis van de presentielijsten en de toetsresultaten de deelnemer ‘in de gaten’. Daarenboven kent ieder team een speciale
is van belang omdat de docent in veel gevallen even oud of jonger is dan de deelnemer. Bij het leerproces is de docent wel ‘de
deelnemersbegeleider waar persoonlijke zaken aan de orde kunnen komen of overplaatsing naar een ander traject kan. Bij persoon-
baas’. Bij het vavo en beroepsonderwijs aan problematische jongeren (Hoogvliet) zijn de spelregels tussen docent en deelnemer
lijke feiten kan iedere deelnemer zich vervoegen naar een vertrouwenspersoon die per locatie aanwezig is.
vanzelfsprekend formeler en soms strenger.
47
JAARVERSLAG 2005
VEILIGHEID
zal in de toekomst haar oud-deelnemers volgen en waar nodig terugkeeractiviteiten organiseren. Verder zal Zadkine Educatie in
Het werken en leren in een veilige omgeving is van belang voor personeel en deelnemers. Het oc beschikt over redelijk goed
september 2006 bij al haar opdrachtgevers (met name gemeenten) door middel van een enquête nagaan hoe de maatschappelijke
uitgeruste onderwijsgebouwen, die voorzien zijn van gedegen inventaris. In 2005 zijn alle panden gecontroleerd op arbo-aspecten,
waardering van het product is. Dit kan leiden tot aanpassingen van de onderwijsinhoud.
zoals brandveiligheid, de aanwezigheid van nooduitgangen, voorzieningen voor mindervaliden, etc. ZOMERSCHOOL MAATREGELEN VEILIGHEID EN SOCIALE COHESIE
Midden in de zomer - gedurende negen weken - vond binnen Zadkine Educatie de pilot van de Zomerschool plaats. Een uniek traject
Sociale cohesie is basisvoorwaarde voor het werken in Zadkine Educatie. Er zijn deelnemers uit vele landen en afkomstig uit diverse
waarin allochtone deelnemers vijf dagen per week praktijkgestuurd leerden om de inburgering te bevorderen en Nederlands te leren.
culturen. Juist binnen Educatie is het begrip integratie randvoorwaardelijk. Het uitdragen van respect jegens elkaar en het leren van
Het uitgangspunt ‘theorie en dan praktijk’ werd daarbij losgelaten. Beleidsmedewerker Greetje Hoiting: “Het ging er juist om dat
elkaars cultuur biedt een meerwaarde. Dat dit soms spanningen oplevert is evident, maar daar investeert Zadkine in door het perso-
de deelnemers leerden functioneren in de praktijk en daarbij taalproblemen ondervonden. Hier speelden we met het lesaanbod op
neel die verantwoordelijkheid te geven dat alle (!) deelnemers zich veilig voelen en ook sociaal wenselijk gedrag vertonen. Tijdens
in. Het was dus een nieuwe manier van doceren, los van methodes. We gingen enkel uit van de individuele deelnemer: wat ga je
de lessen wordt structureel aandacht besteed aan sociale vaardigheden en het onderwerp ‘normen en waarden’’ in Nederland is
doen, wat heb je daarbij nodig en hoe zorg je dat je die kennis en vaardigheden in huis haalt.” Voor de werving van deelnemers
integraal in de lessen opgenomen. Eenzelfde houding nemen personeelsleden ten opzichte van elkaar in, zodat ook in lastige tijden
vond half mei een marktdag plaats, waarbij 38 deelnemers interesse toonden. Na de intake bleven er 26 deelnemers. Vervolgens
(reorganisatie) het ziekteverzuim 7,4 % in 2005 bedroeg, terwijl dit een paar jaar ervoor nog zo’n 12% was.
is een aantal trainingsdagen voor de twaalf benaderde docenten op touw gezet en zijn leerlijnen ontwikkeld en praktijkopdrachten gemaakt. Op 25 juli werd de Zomerschool geopend. “De deelnemers mochten uit opdrachten kiezen, die aansloten bij hun beoogde
RENDEMENT
doelen. Sommige wilden zich bijvoorbeeld intern binnen Zadkine oriënteren op een opleiding, andere wilden graag aan de slag in
Zadkine Educatie kende in 2005 een uitvalpercentage van 5%; dat was in 2004 nog 8%. Door een intensieve deelnemersgeleiding
een buurthuis. Ze kregen dan de taak om langs een buurthuis te gaan en met medewerkers te spreken. Hierover voerden ze dan in
en het werken met een portfolio wordt de vinger aan de pols gehouden. De belangrijkste factor bij uitval (54%) is de persoonlijke
de les weer overleg, waarna ze gerichte taalondersteuning kregen. Ook de inbreng van de deelnemers zelf was belangrijk. We had-
factor, zoals gezondheidsproblemen, tijdsgebrek en zwangerschap. Daar waar er andere redenen zijn voor uitval probeert het oc
den bijvoorbeeld een vrouw in de groep die een huis wilde kopen en daarbij gerichte taallessen kon gebruiken.” Aan de Zomerschool
de deelnemer terug te laten keren naar school - onder andere door e-learning en het programma ‘Eigentijdse Taal’. In 2005 bleef
zat geen einddiploma vast. Wel namen de docenten zowel vooraf als achteraf een taaltoets af om de ontwikkelingen te meten.
45% van het aantal deelnemers in het programma. Bij het vavo was een rendement waarneembaar van 80% geslaagden van
Daaruit bleek dat iedere deelnemer met minstens een half of zelfs heel niveau vooruitgang had geboekt. Hoiting: “Aan het eind
degenen die centraal examen deden.
van het traject organiseerden de deelnemers een eindpresentatie voor de gemeente en onder meer adjunct-directeuren, waarin zij vertelden wat ze hadden geleerd. Daarbij merkten we ook duidelijk dat ze steviger in hun schoenen stonden en assertiever waren.”
EXTERN RENDEMENT
Ook in 2006 gaat een nieuwe Zomerschool van start met drie groepen.
Er is kwantitatief weinig zicht op het maatschappelijk rendement van de deelnemers die een traject hebben afgerond. Sporadisch wordt van oud-deelnemers vernomen hoe het hen vergaan is na de periode bij Zadkine. Op dit moment worden de voorbereidingen getroffen voor een roc-breed alumnibeleid in het kader van het management development programma. Ook Zadkine Educatie
FOCUS OP ZADKINE
48
PILOT LEERLIJN TAAL EN OPVOEDING
werkscholing en re-integratietrajecten. De scholingstrajecten omvatten zowel functietrainingen als opleidingen. In het algemeen
De pilot Leerlijn Taal en Opvoeding betreft een van de drie bijzondere trajecten die Zadkine Educatie uitvoert in samenwerking met
wordt geconstateerd dat de vraag naar scholing op basis van crebo’s toeneemt. Daar waar het regulierplus-trajecten betreft, worden
basisscholen in Rotterdam. Het doel van de pilot - die in 2004 is gestart - is het geïntegreerd aanbieden van taal, inburgering,
deelnemers ingeschreven bij het betreffende oc. Zowel over de uitvoering van het traject als over de kosten en opbrengsten van
opvoedingsondersteuning en ouderbetrokkenheid bij de school. De ouders leren Nederlands aan de hand van onderwerpen die
het traject worden duidelijke afspraken gemaakt. Dit zijn crebo-opleidingen die op verzoek van de opdrachtgever een aanpassing
ze bezighouden en worden betrokken bij allerlei activiteiten in de school. Aan de pilot doen negen basisscholen mee en in totaal
kennen binnen de ‘vrije ruimte’. In 2005 zijn de volgende prestaties geleverd: er is een honderdtal open cursussen aangeboden,
134 deelnemers. Dit zijn uitsluitend allochtone ouders met kinderen in de leeftijd twee tot zes jaar die op de voorschool zitten.
bij maatwerk zijn vierhonderd trajecten uitgevoerd of onder handen en bij re-integratie is sprake van 180 IRO-overeenkomsten
Projectleider Corry de Vries: “De ouders gaan drie dagdelen per week naar dezelfde school als hun kinderen en krijgen opdrachten
(Individuele Re-integratie Overeenkomsten). Voor alle producten geldt dat het aanbod zeer divers is. Dit hangt samen met de
mee voor thuis. Die voeren ze dan samen met zoon of dochter uit. Hiermee stimuleren we dat ze een grotere betrokkenheid bij
breedte van Zadkine; de producten zijn altijd vraaggestuurd. ZCA is ISO-gecertificeerd en werkt met beleidsplannen. In dat kader
school en kind hebben, makkelijker op de leerkrachten afstappen en bijvoorbeeld mee kunnen helpen met activiteiten. Daarbij
wordt de plan-do-check-actcyclus gevolgd. De activiteiten corresponderen met die plannen en tijdens reviews worden de activiteiten
geven we taallessen en besteden we aandacht aan opvoedondersteuning. Denk aan onderwerpen als kinderen die niet willen
in relatie tot de beleidsplannen en planning beschouwd.
eten, niet willen slapen of het straffen. Hiervoor hebben we ook een samenwerking met Stichting de Meeuw voor ondersteunend materiaal, waaronder themakoffers.” De pilot is in juli 2005 tussentijds geëvalueerd met alle scholen en deelnemers; de resultaten
BEVEILIGER 2
zijn positief. Volgens De Vries was het tot dusver een motiverend traject met enthousiaste deelnemers. De scholen concludeerden
Werkzoekenden in de sector beveiliging konden sinds 2004 aankloppen bij Zadkine Cursus & Advies voor om- en bijscholing
ook dat ouders meer contact met leerkrachten zochten, zich vrijer binnen de school bewogen en lef toonden. Ook de samenwerking
middels de bbl-opleiding Beveiliger 2. In deze éénjarige opleiding gaan de deelnemers drie maanden naar school voor de theorie
tussen Zadkine Educatie en de basisscholen verliep prima; de combinatie van voorschool en volwasseneneducatie is daarbij uniek.
om daarna praktijkervaring op te doen. Het doel is uitstroom op de arbeidsmarkt; in 2005 zijn hiervoor diverse activiteiten onder-
“De pilot is geslaagd als mensen kunnen aantonen dat ze een niveauverhoging hebben voor hun Nederlands en meer participeren
nomen. Enerzijds werden geïnteresseerde en gemotiveerde deelnemers geworven, waarbij onder meer Delta Job Reïntegratie een
op de basisschool en in de buurt. We gaan er echter nu al vanuit dat het een geslaagd traject is en dat de Leerlijn Taal en Opvoeding
belangrijke rol op zich nam. Aan de andere kant ging aandacht uit naar de werving van praktijkbedrijven. Volgens senior manager
in de toekomst in het reguliere cursusaanbod wordt opgenomen”, aldus De Vries.
Kees Schilder stond dit vooral in het teken van pro-actief reageren op personeelsadvertenties en het bezoeken van arbeidsbeurzen. “Daarnaast is in november 2005 een principeakkoord getekend met het Ministerie van Justitie. Hierin staat dat deelnemers die bij
2.3 ZADKINE CURSUS & ADVIES
Zadkine worden geschoold en aan de criteria van het ministerie voldoen, doorstromen naar een praktijkplaats bij de Dienst Justitiële
Zadkine Contract Activiteiten bv, kortweg ZCA, is actief in het vermarkten van de kennis die binnen Zadkine aanwezig is. Het aanbod
Inrichtingen. Na succesvolle afronding van hun opleiding kunnen ze een arbeidscontract van minimaal een jaar tegemoet zien. Wij
bestaat vanouds uit open cursussen en maatwerk. Beide producten worden vermarkt onder de naam Zadkine Cursus & Advies.
zijn de enige scholingsorganisatie in Nederland met zo’n regeling en de eerste reacties van het ministerie is uitermate positief,
Daarnaast worden sinds een jaar re-integratietrajecten aangeboden onder de naam Delta Job Reïntegratie. Bij de re-integratiepro-
vooral over het niveau. Inmiddels is ook de interesse voor samenwerking met de Dienst Vervoer en Onderwijs uitgesproken, een
ducten maakt scholing een vast onderdeel uit van het traject. Tot slot biedt ZCA ook facilitaire zaken aan Zadkine aan, zoals het
ander onderdeel van het Ministerie van Justitie.” In een jaar tijd hebben 125 werkzoekenden zich bij de bbl-opleiding Beveiliger
aanstellen van tijdelijk personeel. Het merendeel van de scholing wordt verzorgd door de opleidingencentra en/of het personeel van
2 ingeschreven. Voor volgende jaren is de planning om een verdubbeling te realiseren, waarvan minimaal 80% ook daadwerkelijk
Zadkine. ZCA fungeert daarbij als intermediair. De kernactiviteiten zijn het ontwikkelen en organiseren van open cursussen, maat-
wordt bemiddeld naar werk. Geïnteresseerde werkzoekenden kunnen minimaal één keer per maand instromen - op verschillende
49
JAARVERSLAG 2005
locaties in Nederland. Schilder: “Op verzoek van opdrachtgevers zijn ook de docenten landelijk inzetbaar. In 2005 hebben we
2.4 FOCUS OP ZADKINE-BREDE ACTIVITEITEN
bijvoorbeeld al groepen gehad bij bedrijven in Zwolle, Den Haag en Den Helder. Verder vindt een groot deel van de praktijk plaats
2.4.1 EXAMINERING
op het ECABO erkende leerpark Eemshaven van onze samenwerkingspartner TCE en bij het interne beveiligingsbedrijf van Zadkine.
In het voorjaar van 2005 vond een audit plaats binnen alle oc’s op basis van de standaarden van het Kwaliteitscentrum Examine-
Zo proberen we op alle mogelijke manieren het tekort aan praktijkplaatsen op te vangen en nemen daar ook onze verantwoordelijk-
ring (KCE). De definitieve rapportage hierover werd in november ontvangen. Twee belangrijke kernpunten kwamen naar voren:
heid in.”
allereerst bleek dat de examens die door Zadkine zijn ontwikkeld soms nog te veel onvolkomenheden bevatten. Daarnaast werd duidelijk dat de examineringprocessen en -procedures over het algemeen goed in beeld zijn, maar nog niet genoeg in de organisatie
DELTA JOB REÏNTEGRATIE
zijn geborgd. Hierop zijn de oc’s aan de slag gegaan met verbeterplannen. Arend van der Lee, beleidsmedewerker en voorzitter van
Delta Job Reïntegratie, onderdeel van Zadkine Cursus & Advies, zet zich in om werkzoekenden met een uitkering weer aan het werk
de Expertgroep examinering: “De oc’s hebben afgelopen jaar een enorme inspanning geleverd om hun processen en procedures
te helpen middels om- en bijscholing. In 2005 is de nadruk vooral gelegd op groei: zowel in kwantiteit als in kwaliteit. Belangrijk
inzichtelijk te krijgen en te beschrijven. Dat kostte veel tijd en energie, maar ze zijn zich ervan bewust dat het borgen daarvan een
is niet alleen dat steeds meer mensen en bedrijven hun weg naar Delta Job Reïntegratie weten te vinden, maar ook dat het produc-
enorme inspanning vereist. De uitkomsten van de nieuwe audit in 2006 zal duidelijk maken of de inspanningen resultaten hebben
ten- en dienstenaanbod verder wordt geoptimaliseerd. Voor de naamsbekendheid zijn verschillende acties op touw gezet, variërend
opgeleverd.” Ook is intern tijdens de zelfevaluatie voor kwaliteitszorg een analyse uitgevoerd op het gebied van examinering. Het
van folders en mailings tot bezoeken aan arbeidsmarkten en persoonlijke gesprekken met instanties. Ook is Delta Job Reïntegratie
doel was: helder maken waar we wat betreft examinering kwalitatief staan en dit in een rapport verantwoorden. Om dit inzicht
nu ‘vrienden’ van het netwerkplatform ‘de Werkplaats’ en is plaatsgenomen in de stuurgroep ‘Arbeidsmarkt Rijnmond’. Verder is
compleet te maken, is het van belang dat alle deelnemers en betrokken bedrijven zich uit kunnen spreken over hun tevredenheid,
samen met Albeda Collega en het Werkloket een site ontwikkeld in het kader van de IRO voor de toeleiding van kandidaten en is
De Expertgroep examinering heeft een voorstel ontwikkeld om systematisch de tevredenheid van deelnemers te meten. Dit ligt
samen met Educatie gebrainstormd tijdens ‘Blijdorp by Night’ in verband met de overlappende belangen. Voor de groei in kwaliteit
momenteel ter goedkeuring bij het College van Bestuur. In 2006 zal ook worden gewerkt aan een methodiek om de tevreden-
is onder meer een aanzet gegeven voor een beter cliëntvolgsysteem (K5); deze wordt in 2006 geïmplementeerd. Daarnaast is in
heid van bedrijven in kaart te brengen. Ten slotte is een start gemaakt met het beschrijven van procedures voor de experimentele
2005 ook begonnen met de externe creditering van het Borea Keurmerk. Opleidingsmanager Manon Wilbrink: “In die lijn hebben
opleidingen die zijn aangevraagd. Dit in het kader van het herontwerp van de kwalificatiestructuur.
we ook een audit van het UWV gehad - een van onze grootste toeleveranciers - om te kijken of onze producten en diensten aan de maatstaven voldoen. Over de resultaten hiervan zijn we erg te spreken, maar we willen het aanbod nog meer veranderen en
2.4.2 VOORKOMEN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN
uitbreiden. Met de ISO en Borea is reeds een begin gemaakt. Op 2005 kijken we dan ook goed terug. Individuele kandidaten en in-
In Rotterdam wordt onder VSV verstaan: ‘jongeren tot 23 jaar die het onderwijs zonder startkwalificatie hebben verlaten’. Met een
stanties weten ons steeds beter te vinden - we hebben zo’n 200 kandidaten in traject - en ook de gewenste dialoog binnen Zadkine
startkwalificatie wordt minimaal een havo-diploma of een mbo-diploma op niveau 2 bedoeld. Voor het bestrijden van VSV maakte de
begint op gang te komen. Hiervoor wordt veel overleg gevoerd met de directeuren en adjunct-directeuren van de opleidingencentra.
gemeente al een aantal jaren gelden vrij en Zadkine startte toen onder de naam ‘Tegengas’ een aantal projecten en activiteiten. In het
Het ultieme belang is immers dat Zadkine hierbij gebaat is. Wij kunnen alleen maar bestaan als het roc goed draait en als we goed
schooljaar 2004/2005 ging het integrale plan verder onder de naam ‘Alle Hens aan Dek’ en werd het voortijdig schoolverlaten één van
gebruik kunnen maken van alle mogelijkheden.”
de beleidsprioriteiten. Zadkine ging daarbij uit van een bundeling van krachten en een geïntegreerde aanpak. Daarbij is steeds gestart met een nieuwe activiteit op kleine schaal, waarna verbreding naar andere opleidingencentra of uitbreiding naar nieuwe samenwerkingspartners plaatsvond. Tenslotte zijn de activiteiten waar mogelijk geïntegreerd in het structurele aanbod of in de reguliere begeleiding.
FOCUS OP ZADKINE
50
In 2004/2005 is allereerst van start gegaan met een projectorganisatie rondom VSV onder leiding van een projectmanager. Verder
onder de noemer ‘Van eindstation naar tankstation’ diverse activiteiten uitgevoerd om de overstap van praktijkleerlingen naar het
werd vanuit elk opleidingencentrum een contactpersoon VSV aangesteld, die verantwoordelijk was voor de ontwikkeling, uitvoering
vmbo beter te begeleiden. Als laatste is het afgelopen schooljaar door het management gekozen voor een algemeen in te voeren
en voortgang van de deelplannen van het eigen oc. Nieuw was ook de instelling van een expertteam. Dit team - bestaande uit
(of al ingevoerde) intaketoets, namelijk het VDL.
deskundigen vanuit Zadkine - had een ondersteunende, adviserende rol naar de projectmanager en speelde een grote rol bij het verspreiden van informatie. Uit de projectevaluatie in april 2005 zijn de volgende verbeterpunten genoemd. Volgend schooljaar
2. ZORGSCHIL
zal het expertteam bestaan uit adjunct-directeuren van de verschillende oc’s om de directe uitvoering nog beter te garanderen.
Ook het afgelopen schooljaar draaiden diverse (mentor)projecten met goede resultaten. Zadkine investeert al jaren in het school-
Daarnaast zal zowel intern als extern nog regelmatiger over de projecten worden gecommuniceerd.
maatschappelijk werk, zowel binnen de eerste als tweede lijn, maar ook dit jaar bleek dat de vraag het aanbod verre overtrof. Binnen programmalijn 3 van ‘Beroepsonderwijs ontketend’ is geconstateerd, dat de gemeente hier sterk op zou moeten inzetten
Bij de projectaanvraag werd uitgegaan van activiteiten voor:
en dat het schoolmaatschappelijk werk niet meer afhankelijk zou moeten zijn van incidentele subsidies. De gemeente zou dit voort-
1. Toeleiding en instroom
varend ter hand gaan nemen. Zadkine heeft verder sterk ingezet op de samenwerking met het vmbo en de jeugdzorg in het kader
2. Zorgschil
van programmalijn 3 (Flashing aanpak). Het resultaat van deze samenwerking is een gedegen rapport met elf aanbevelingen.
3. Flexibel en aantrekkelijk onderwijs
Enkele hiervan resulteerden in nieuwe projecten. Ook de ‘Bijspijkerplaats’ komt het komende schooljaar in de nieuwe aanvraag
4. Aansluiting educatie en beroepsonderwijs
terug gezien de goede ondersteunende activiteiten.
5. Doorstroom 6. Uitstroom
3. FLEXIBEL EN AANTREKKELIJK ONDERWIJS
7. Registratie
In schooljaar 2004/2005 ging Zap Education van start. Het doel van deze opleidingen is zeer divers: het terugdringen van het voortijdig schoolverlaten, de naadloze aansluiting met het vmbo en het behalen van een startkwalificatie. Zap Education is ook een
1. TOELEIDING EN INSTROOM
herontwerp van het beroepsonderwijs, waardoor dit onderwijs aantrekkelijker wordt voor de huidige deelnemer. Naast het organise-
Hiervoor zijn diverse activiteiten uitgevoerd in het kader van de doorstroom vanuit het vmbo naar Zadkine. Zo kregen 700 leerlingen
ren van ‘maatwerkonderwijs’ ging veel energie zitten in het schrijven en uitvoeren van zogenoemde ‘prestaties’ in samenwerking
in het tweede leerjaar van het vmbo de mogelijkheid zich te oriënteren op een beroep, zodat ze een goede beroepskeuze konden
met het bedrijfsleven. Zap wil namelijk een onderwijssoort zijn, die direct wordt gerelateerd aan de benodigde competenties als
maken en de kans op uitval werd verkleind. Hiervoor zijn diverse begeleide overstapmogelijkheden gecreëerd (bijv. VOMBO-overleg
toekomstige beroepsbeoefenaar. Hier is in samenspraak met de gemeente de energie op ingezet.
en De Overstap) met hetzelfde doel. Ook zijn - met het oog op de toekomst en de verregaande samenwerking met het Zuiderpark College - diverse overleggen tot stand gebracht om de overgang nog soepeler te laten verlopen. Verder is de studiekeuzetest Icares
4. AANSLUITING EDUCATIE EN HET BEROEPSONDERWIJS
ingevoerd via de website van Zadkine en zijn de eerste verkennende stappen gezet voor één informatieloket voor heel Zadkine.
Eén van de grootste struikelblokken in het huidige bekostigingssysteem is de teldatum van 1 oktober. Na deze datum is er
Ook is de samenwerking op het gebied van niveau 1 en 2 opleidingen met het vmbo in drie verschillende richtingen tot stand
mondjesmaat instroom met bekostiging mogelijk. Via VSV-gelden konden leerlingen flexibel instromen in de laagste niveaus
gekomen (met het LMC (Zorg, Welzijn en Handel), de CVO (afdeling Handel) en intern binnen Zadkine (Horeca)). Daarnaast zijn
(JOBO’s). Hierin zitten leerlingen die door bepaalde omstandigheden de aansluiting met het reguliere beroepsonderwijs (nog)
51
JAARVERSLAG 2005
niet kunnen maken. Van bovenstaande leerlingen is 80% in het schooljaar 2005/2006 in een beroepsopleiding geplaatst. Deze
8.RENDEMENT
activiteit toonde eens te meer aan, dat het beroepsonderwijs en de educatie nog nauwer moeten samenwerken om de huidige
Met de gemeente zijn afspraken gemaakt over een verbetering van het absoluut rendement van de opleidingen binnen de niveaus
deelnemers adequaat op te vangen. Hiervoor is een projectgroep bezig geweest; door het project ‘Zadkine op de voorvoet’ zal deze
1 en 2 over voorgaande vier jaren met 12,5 %. In schooljaar 2004/2005 is deze rendementsverbetering net gehaald.
samenwerking nog verder gestalte krijgen. 2.4.3 KANSARME DEELNEMERS 5. DOORSTROOM
INSTROOM
Het assessment center is sinds dit schooljaar ondergebracht bij Zadkine Servicecentrum. Dit resulteerde erin dat de beroepsoplei-
Zadkine gaat bij de omschrijving van kansarme deelnemers uit van de definitie: ‘Deelnemers die niet in staat zijn om zonder extra
dingen meer gebruik maakten van dit instrument. Assessment heeft zijn sporen verdiend, ook bij vmbo- en educatieleerlingen, om
ondersteuning het roc binnen te komen en binnen te blijven om er een startkwalificatie te behalen.’ Dit blijkt uit samenwerking
in een vroegtijdig stadium leerlingen te adviseren bij een beroepskeuze of werk zodat zij op basis van capaciteiten de juiste keuze
met het RMC, het Jongerenloket Rotterdam en de activiteitenplannen rondom het project Voortijdig schoolverlaten in samenspraak
kunnen maken. Binnen de branche Administratie is in het kader van samenwerking met ZPC assessment als middel gebruikt om
met de gemeente Rotterdam. Zadkine formuleert daarbij geen doelstellingen over de omvang van de instroom en plaatsing van
vmbo-leerlingen goed door te laten stromen naar het roc. In schooljaar 2005/2006 worden de beide assessments (van het center
kansarme deelnemers, omdat het roc een drempelloze instroom behoort te hebben. Wel worden trends bijgehouden, per oc
en van Administratie) aan elkaar gekoppeld.
vergelijkingen gemaakt met voorgaande jaren en de instroom geprognosticeerd. De documenten hierbij zijn de vierde, achtste en twaalfde maandcijfers, het projectplan VSV en de managementgesprekken. Als gekeken wordt naar 2005 bleek de geprognosti-
6. UITSTROOM
ceerde instroom overeen te komen met de realisatie, namelijk 1.100 deelnemers op niveau 1 en 5.700 deelnemers op niveau 2.
Afgelopen schooljaar is binnen de branche Handel & Uiterlijke verzorging gewerkt met exitgesprekken bij uitstromende deelnemers.
Belangrijk is dat Zadkine in 2005 meedeed aan de ‘Flashing aanpak’ tezamen met Jeugdzorg, het vmbo, maatschappelijk werk en
Hiermee wordt inzicht verkregen in het vervolg van de loopbaan en het verbeteren van de in-, door- en uitstroom. In het afgelopen
de gemeente, waardoor inzicht werd verkregen in de redenen van uitval en de kenmerken van uitgevallen deelnemers. Daarbij zijn
schooljaar zijn 125 gesprekken gevoerd, waaruit bleek dat een snellere herplaatsing mogelijk is. Deze vorm van begeleiding wordt
125 uitvallers besproken, waarna elf aanbevelingen zijn geformuleerd. Ook zijn elf kenmerken vastgesteld en vastgelegd in het
in het komende schooljaar verder geïmplementeerd.
rapport ‘Flashing aanpak Doorstomen en Doorstromen’. Er wordt daarin een onderscheid gemaakt tussen: in de persoon gelegen factoren (leerprobleem, gedragsprobleem, etc.), in sociale context gelegen problemen (gezin instabiel, slechte huisvesting, etc.)
7. REGISTRATIE
en in school gelegen factoren (geen tussentijdse instroom, onvoldoende zorg, etc.). Vanuit Zadkine Educatie vindt wel gerichte
Om het voortijdig schoolverlaten goed te monitoren en aan wettelijke kaders te voldoen, zijn binnen het VSV-project diverse pro-
werving plaats onder kansarme deelnemers door onder meer flyers op lagere scholen en via buurthuizen, waarbij de focus ligt op de
jecten ondergebracht. Bijzondere aandacht was er voor de verzuimregistratie. Op twee fronten is dit getracht te vervolmaken door
laaggeletterden en zogenoemde oudkomers. Dit zijn mensen die al langere tijd in Nederland wonen, maar zich in de maatschappij
middel van het inpassen van een nieuwe procedure gekoppeld aan de RMC-functie en door het registreren van de aanwezigheid.
nog onvoldoende kunnen redden. Deze werving blijkt uit de verschillende wervingsaffiches, boekjes en via buurtmoeders. Om onder
Het RISBO-onderzoek resulteerde dit jaar in een afrondend onderzoek naar succes- en faalfactoren. Daarbij zijn drie speerpunten
andere de uitval terug te dringen voor kansarme deelnemers zijn er regionaal ambities geformuleerd met het rijk, een aantal regio-
benoemd die naar beleidsuitgangspunten voor de komende tijd moeten leiden.
nale bedrijven en vmbo-scholen. Ook is er samenwerking met het Jongerenloket in het kader van de RMC-functie. Als mensen jonger dan 23 jaar en zonder startkwalificatie een uitkering aanvragen, komen ze bij het Jongerenloket terecht. Zadkine participeert hierin
FOCUS OP ZADKINE
52
met de onderwijsbalie, zodat deelnemers naadloos het roc instromen. Gegevens hierover zijn beschikbaar bij het Jongerenloket, de
2.4.4 KWALITEITSZORG
RMC-functie en Zadkine Servicecentrum. Op het moment dat kansarme deelnemers zich bij Zadkine aanmelden, gaat de reguliere
De kwaliteitszorg maakt een natuurlijk onderdeel uit van Zadkine en wordt mede gecoördineerd door de Expertgroep kwaliteitszorg.
intake van start bestaande uit een VDL-test en een aanmeldingsgesprek. Wanneer deelnemers geen duidelijke beroepswens heb-
Ook in 2005 heeft deze groep - bestaande uit negen medewerkers van Zadkine - een aantal acties ondernemen om de kwaliteit
ben, wordt zonodig een assessment afgenomen, waarna een advies wordt geformuleerd. Dit wordt allemaal gedocumenteerd en
van de processen te verhogen. Zo is in de loop van het jaar een inventarisatie uitgevoerd om de behoeftes op het gebied van
ook aan de deelnemer meegegeven. Ook zijn de gesprekken met deze deelnemers wat intensiever om een goed begeleidingsadvies
kwaliteitszorg binnen Zadkine te achterhalen. Hieruit blijkt dat sommige oc’s behoefte hebben aan scholing en ondersteuning. Er
vast te kunnen stellen. Over het algemeen worden kansarme deelnemers meer in maatwerktrajecten geplaatst. Vaak gaat het om
is behoefte aan eenduidige begrippen, kennisdeling, ondersteuning bij het uitvoeren van zelfevaluaties, scholing op het gebied van
specifieke, te ontwikkelen vaardigheden.
kwaliteitszorg en aan ondersteuning bij het ontwikkelen, uitzetten en uitvoeren van onderzoeken. Voor dit laatste punt is door de Expertgroep kwaliteitszorg een plan opgesteld, dat naar het College van Bestuur is gestuurd. Ook zijn in het najaar de voorberei-
BEGELEIDING
dingen getroffen voor de driejaarlijkse zelfevaluatie die in 2006 plaatsvindt. De uitkomsten hiervan dragen bij aan het strategische
Het didactisch concept en de werkvormen worden voor kansarme deelnemers zodanig aangepast, dat zij vooral in maatwerk-
beleid voor de opvolgende jaren. In het kader van kwaliteitszorg is het belangrijk om te meten en dus te weten. Zadkine is daarin
trajecten worden geplaatst met praktijkgerichte werkvormen. Ook wordt ernaar gestreefd ze in kleinere groepen (hooguit vijf-
afgelopen jaar een eigen koers gaan varen door een eigen deelnemerstevredenheidonderzoek te ontwikkelen. In het kader van
tien deelnemers) en op kleinere locaties te plaatsen, zodat ze in een beschermde omgeving goed begeleid kunnen worden. Bij
de kwaliteitsbewaking van de examens is een voorstel ontwikkeld om specifiek de tevredenheid van de deelnemers op dit terrein
(studie)problemen wordt contact opgenomen met de zorgcoördinator en/of doorverwezen naar Zadkine Servicecentrum. Daar zijn
te meten. Begin 2006 zal over de voorgestelde methodiek een besluit worden genomen. Momenteel zijn ook de eerste stappen
contacten met bijvoorbeeld logopedisten en schoolmaatschappelijk werk. Er zijn procedureafspraken rondom de doorverwijzingen
gezet om voor 2006 een personeelstevredenheidonderzoek te realiseren. De uitkomsten van de onderzoeken geven het College
en het schoolmaatschappelijk werk wordt elk half jaar geëvalueerd. Hier zijn diverse documenten van.
van Bestuur en de managementteams van de oc’s inzicht in de kwaliteit van de processen waarop wordt gestuurd. Onderzoek en in het bijzonder tevredenheidonderzoeken gaan binnen Zadkine een onlosmakelijk deel van de kwaliteitscyclus vormen. Om de
RENDEMENT
kwaliteitscyclus rond te krijgen, is het van belang dat intern kritisch wordt gekeken naar de kwaliteit van processen. Zadkine heeft
Zadkine heeft zicht op landelijke, regionale en plaatselijke gegevens over het rendement van kansarme deelnemers dankzij de
onder andere hiertoe een aparte afdeling in het leven geroepen: de afdeling Audit & Control. Om processen helder en zuiver te
Bve Raad, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, provinciale en gemeentelijke instanties en diverse overlegvormen.
krijgen, is het immers van belang de processen te auditen.
Ook heeft Zadkine kennis van de verwachtingen van relevante partners door de diverse overleggen op verschillende niveaus. Voor wat betreft het rendement heeft Zadkine eigen doelstellingen geformuleerd gebaseerd op de regionale ambities. Wederom via
2.4.5 JOB-ENQUÊTE
diverse structurele overlegvormen met de betrokken partijen en de projectleider VSV en twee directeuren opleidingencentra kan
Van november 2004 tot maart 2005 vond voor de derde maal de JOB-enquête plaats, een landelijk deelnemerstevredenheidon-
wordt aangetoond dat de rendementsverwachtingen zijn gerealiseerd. Dit wordt ook in notities vervat en via de Expertgroep VSV
derzoek voor jongeren die een beroepsopleiding volgen bij bve-instellingen. In totaal hebben binnen Zadkine 3178 deelnemers de
en de lijn verspreid.
enquête schriftelijk of digitaal ingevuld en teruggestuurd. Met een responspercentage van 21,46% was dit beneden verwachting, waaraan vooral logistieke en organisatorische problemen ten grondslag lagen. Een van de oorzaken hiervan was inpassing in het rooster, omdat de invulling van de enquête per klas in het openleercentrum moest plaatsvinden. Uitkomsten waren onder meer:
53
JAARVERSLAG 2005
POSITIEF:
2.4.6 [ST]ARTSHOT
• Orde en veiligheid op school
Als onderdeel van het project Kunst & Cultuur wordt in samenwerking met de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) en
• Persoonlijk contact met de deelnemers
andere instellingen op het gebied van kunst en cultuur jaarlijks [ST]ARTSHOT georganiseerd. Tot aan januari van het schooljaar kan
• De manier waarop toetsen worden georganiseerd
worden ingetekend op workshops die de tweede helft van het schooljaar worden uitgevoerd. Dit deelproject wordt bekostigd vanuit
• De manier waarop het onderwijs wordt georganiseerd (gebruik van lestijd in een lesrooster)
de vier jaar durende gemeentesubsidie ‘Cultuur & School’ en vond in 2005 voor het vierde jaar plaats. Het doel is mbo-leerlingen
• Het leren op de werkplek
kennis te laten maken met de culturele instellingen in Rotterdam en via kunstzinnige activiteiten als didactisch middel de leerstof op een andere wijze aan te brengen en/of te verwerken. Docenten krijgen daarbij een breed aanbod aan workshops voorgelegd,
NEGATIEF:
waarvoor zij hun deelnemers kunnen intekenen. De workshops sluiten aan bij de jongerencultuur en kennen een link met de
• Het leren op school (keuzemogelijkheden om het leertraject/vakkenpakket samen te stellen)
opleidingseindtermen. Daarbij is een passief gedeelte (kijken en luisteren) en een actief gedeelte (zelf doen). Highlights in 2005
• Het organiseren van buitenschoolse activiteiten
waren onder meer de workshop ‘Smaak en inrichting’, ‘Imagebuilding’, ‘De theatergroep Dox’ en ‘Stappen met een danser’. Net
• In het algemeen: de inspraak en medezeggenschap.
als voorgaande jaren waren vooral de deelnemers van de afdelingen Welzijn en Zorg goed vertegenwoordigd, maar ook Uiterlijke verzorging, ICT en Zap Education (de JOBO’s) zijn aangehaakt. Het streefaantal van duizend deelnemers die passief en actief
Onder meer door het geringe responspercentage besloot het College van Bestuur niet langer meer deel te nemen aan de JOB-enquê-
deelnamen, is dan ook behaald. Wel zijn hier verbeterpunten voor de navolgende jaren voor, want ook voor 2006 tot en met 2009
te, maar intern zelf een deelnemerstevredenheidsonderzoek voor alle oc’s te laten ontwikkelen. Hiervoor is in het najaar van 2005
is een nieuwe subsidie verkregen. Het nakomen van afspraken neemt daarbij een belangrijk onderdeel in. Zo moeten docenten in
een werkgroep benoemd. Volgens onderzoeker Ad Klous van de afdeling Audit & Control kwamen daaruit twee belangrijke veran-
het vervolg een bedrag betalen als zij na intekening toch geen gebruikmaken van de workshop. Ook wordt ingezet op een nog
deringen naar voren. “De eerste is van organisatorische aard. We willen de enquête voortaan op het internet plaatsen en hierover
actievere deelname door docenten in de rol van begeleiders. Toch kan volgens de coördinator Kunst & Cultuur Arno Kanters van een
aan alle deelnemers een e-mail sturen. Zij kunnen dan zelf op een geschikt moment de vragenlijst invullen. Daarnaast hebben we de
succes worden gesproken. “Net als andere jaren zie je dat de drempel tot kennismaking met kunst en cultuur door dit project wordt
vragenlijst goed bestudeerd en vereenvoudigd. We hanteren nu 25 vragen waarvan er zeventien over de succesbepalende factoren
verlaagd. De reacties van deelnemers, docenten en instellingen zijn uitermate positief. Verder zijn de workshops op een aantal
gaan in plaats van tachtig. Een andere heel belangrijke verandering is de doelgroep. De JOB-enquête was alleen bestemd voor
locaties beter opgenomen in het reguliere lesprogramma dankzij de nauwe samenwerking met de SKVR bij het ontwikkelen en/of
het mbo en de interne enquête is ook op Educatie gericht. Ook deze deelnemers moeten hun tevredenheid over Zadkine kunnen
leveren van lesbrieven. Docenten kunnen dan zowel voor als na de workshop gerichte lessen verzorgen. Ten slotte is in 2005 hard
uitspreken.” De nieuwe enquête is eind 2005 onder een klein aantal deelnemers van niveau 1 tot en met 4 uitgezet, geëvalueerd
gewerkt aan een reizende expositie van foto’s gemaakt tijdens de vele workshops, die bij iedere activiteit van het project Kunst &
en aangepast. Voor Educatie is de tekst bovendien vertaald in het Turks, Arabisch, Portugees en Engels. Het is de bedoeling dat de
Cultuur meegaat ter promotie.”
nieuwe versie in 2006 op internet komt te staan en dat dan ook een e-mail naar alle deelnemers wordt gestuurd.
FOCUS OP ZADKINE
54
HOOFDSTUK 3 | FOCUS OP MEDEWERKERS 3.1 PERSONEELSBELEID
3.4 MOBILITEITSBELEID
Het doel van de afdeling HRM is het adviseren en ondersteunen van het College van Bestuur en het lijnmanagement bij de uitvoering
Diverse ontwikkelingen binnen Zadkine in 2004 leidden tot een herbezinning op het doel en de activiteiten van het Mobiliteitscen-
en ontwikkeling van het integraal personeelsbeleid. In 2005 lag de nadruk daarbij met name op de overgang naar humanresources-
trum, dat per 1 maart 2005 resulteerde in de omvorming van het Mobiliteitscentrum tot het Loopbaancentrum. Naast de bestaande
management: van een beheersmatige aanpak naar een beleidsmatige aanpak. Mensen zijn een bepalende factor in een organisatie
hoofdactiviteiten - gericht op het inventariseren en matchen van vacatures en kandidaten, het begeleiden van ID-medewerkers,
als Zadkine - ook als het gaat om het behalen van organisatiedoelstellingen. Mede daarom is een afdeling HRM in ontwikkeling om
het beheer van open sollicitaties, het beheer van scholingsinformatie en het adviseren van management - waren ook drie nieuwe
zo de hele organisatie op een hoger plan te tillen. In deze afdeling zijn diverse onderdelen geïntegreerd: decentrale afdelingen P&O,
aandachtsgebieden van belang. Dit betroffen loopbaantrajecten met behulp van zelfreflectie en coaching, re-integratie van zieken,
beleidsadviseurs, het Team Bedrijfsarts, het Loopbaancentrum, de afdeling Personeelssalarisadministratie (PSA) en de Zadkine
WAO-ers en werkloze ex-medewerkers evenals vacatureprocedures. Tijdens de aanloop naar het nieuwe loopbaancentrum werd
Academie. Een belangrijk focuspunt was de invoering van competentiemanagement. Hiervoor stelde het College van Bestuur in
duidelijk dat Zadkine Educatie zich gedwongen zag tot reductie van het aantal personeelsleden. Op verzoek heeft het Loopbaancen-
2005 de Zadkine Competentiecatalogus vast. Met deze catalogus in de hand zijn Zadkinebreed tien profiling sessies gehouden om
trum ondersteund bij de bevordering van de mobiliteit van medewerkers en het faciliteren van de overstap naar andere oc’s. En met
tot een competentieprofiel voor leraren, directeuren opleidingcentra, adjunct-directeuren en afdelingshoofden te komen. Daarnaast
succes op alle drie de fronten; cijfers hierover zijn elders in dit jaarverslag te vinden. Over 2005 kan dan ook worden gesproken over
zijn gedragskenmerken bepaald die worden gebruikt bij de beoordeling van het feit of iemand aan de gewenste competenties
een vliegende start. Het Loopbaancentrum is gevestigd aan de Nieuwstraat 15 en bestaat momenteel uit twee loopbaanadviseurs
voldoet. Ook ging aandacht uit naar een aanzet tot een gesprekcyclus, die mensen in staat stelt zichzelf te ontwikkelen en de
en één administratief medewerker.
organisatie daardoor in z’n totaliteit verder te ontwikkelen. Ten slotte zijn ook gesprekken gevoerd met de Hogeschool Rotterdam over de Zadkine Academie en is hiervoor een bedrijfsplan opgesteld. Dit in het kader van: ‘Op weg naar meer ondernemerschap
3.5 ARBOBELEID
door eigen personeel op te leiden’.
Het arbobeleid richt zich naast het gezondheidsaspect op de veiligheid en het welzijn van medewerkers binnen Zadkine. Voor de veiligheid is in 2005 gestart met het opzetten van een integraal schoolveiligheidsplan. Vertegenwoordigers uit alle oc’s vormen
3.2 FORMATIEBELEID
hiervoor een klankbordgroep; de nadere uitwerking vindt in 2006 doorgang. In 2005 zijn ook voorbereidingen getroffen voor een
In 2005 was de vacaturestop - die per 1 februari 2004 door het College van Bestuur was ingesteld - nog steeds van kracht. Dit
branchebrede risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) waarbij ook aandacht wordt besteed aan welzijn. De start van de uitvoering
houdt in dat Zadkine over het algemeen geen nieuwe medewerkers meer in dienst neemt. Het doel hiervan is tot een flexibelere
hiervan vindt eveneens plaats in 2006, maar is een voortdurend cyclisch proces. Facilitaire zaken continueert daarbij de rondgang
organisatie te komen. In 2005 is een aanzet gegeven tot een meerjaren personeelsplan dat in 2006 wordt opgeleverd.
naar locaties voor knelpunten op het gebied van gebouwgebonden veiligheid.
3.3 FUNCTIEDIFFERENTIATIE
3.6 REGELING INZET PERSONEEL
Een ander aandachtspunt van de afdeling HRM was de functiebeschrijvingen voor het primair proces om tot differentiatie tussen de
In de regeling inzet personeel zijn in 2005 minimale veranderingen aangebracht. Wel is het besef bij het management doorgedron-
verschillende functies te komen. Hiervoor is de afdeling HRM in samenwerking met de regiegroep aan de slag gegaan. De functie-
gen dat het taakbeleid in deze regeling flexibeler moet zijn om beter op de vraag uit de maatschappij in te kunnen spelen. In 2006
beschrijvingen zijn in 2005 goedgekeurd. Verder was ook het functiebouwwerk voor het primair proces in ontwikkeling. Het doel is
wordt op CAO-niveau een andere benadering van het taakbeleid beschreven.
vanuit het nieuwe onderwijsconcept tot een gefundeerde functiedifferentiatie te komen met functies op verschillende niveaus.
55
JAARVERSLAG 2005
3.7 SCHOLING EN ONTWIKKELING
3.8 ALGEMENE BEZWARENCOMMISSIE
Al in 2003 werd naar aanleiding van de nieuwe strategie bepaald, dat de teams binnen Zadkine meer resultaatgericht moeten gaan
De Algemene Bezwarencommissie is de interne geschillencommissie, zoals bedoeld in artikel B-8 CAO BVE. De commissie neemt
werken. Voor de begeleiding hierbij werd een interne trainingspool opgericht. In de loop der tijd lag de koers in deze pool niet meer
kennis van alle rechtspositionele geschillen tussen werknemer en werkgever. Na ontvangst van een bezwaar verzamelt de com-
alleen op het begeleiden van de teams, maar kwamen er ook steeds meer vragen om ondersteuning bij competentiegericht leren en
missie ter voorbereiding van een advies de nodige kennis omtrent de relevante gegevens en feiten. Daarna worden de betrokken
individuele coaching. In 2004 ontstond vervolgens het idee om een Zadkine Academie op te richten; achterliggende gedachte was
belangen afgewogen en wordt beoordeeld of de werkgever in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen. De commissie
de aanwezige expertise op velerlei terreinen te benutten. Hier is in 2005 handen en voeten aan gegeven en per 1 januari 2006
brengt na zorgvuldige overwegingen advies uit aan het College van Bestuur dat een besluit neemt, al dan niet conform het advies
bestaat de Zadkine Academie officieel. Daarbij zijn vier speerpunten vastgesteld:
van de Algemene Bezwarencommissie. In 2005 nam de Algemene Bezwarencommissie dertien bezwaren in behandeling. Daarvan is één bezwaar niet ontvankelijk verklaard en verwezen naar de vakbond. Van de twaalf behandelde bezwaren waren zes bezwaren
• Ondersteuning van het zittend personeel (vooral in het kader van onderwijsinnovatie)
ingediend in verband met de herinschaling herintreders. Drie hiervan kregen het advies ‘ongegrond’, één bezwaar kreeg het advies
• Opleiden van nieuw personeel (ook hbo-trajecten voor tweedegraads lerarenbevoegdheid)
‘gegrond’ en twee bezwaren werden ingetrokken/dossier gesloten. De andere zes bezwaren werden ingediend in het kader van
• Opstarten van kenniskringen (intern en extern)
de rechtspositie. Hiervan kregen vier bezwaren het advies ‘ongegrond’, één bezwaar kreeg het advies ‘gegrond’ en één bezwaar
• Makel- en schakelfunctie (gebruikmaken van de aanwezige expertise)
werd ingetrokken/dossier gesloten. Voor de behandeling van de bezwaren hield de commissie achttien zittingen, waaronder vier hoorzittingen. Bij twee behandelde bezwaren zijn deskundigen op het gebied van rechtspositie geraadpleegd. Het College van
De focus in 2005 lag op samenwerking en teambuilding binnen teams en het resultaatgericht en competentiegericht leren. Hier is
Bestuur heeft alle uitgebrachte adviezen opgevolgd en besluiten conform het advies genomen.
op verschillende manieren aan gewerkt. Veel teams hebben onder begeleiding van de trainers gewerkt aan hun resultaatgerichtheid en de samenwerking. Er is een begin gemaakt met de training ‘De docent als coach’ die met veel enthousiasme is ontvangen. De
3.9 MEDEZEGGENSCHAPSRAAD
verwachting is dat in 2006 minstens vijfhonderd medewerkers zich inschrijven. De trainers hebben meegedacht over het inrichten
De uitgangspunten van de Medezeggenschapsraad (MR) zijn gelegen in de missie van Zadkine, de belangenbehartiging van het
van het onderwijs op een competentiegerichte manier en meegedaan aan de opzet en uitvoering van studiedagen hierover. Daar-
personeel en de bewaking van de onderwijskundige doelstellingen. In 2005 voerde een viertal onderwerpen de boventoon. Al-
naast zijn de overstappers van Educatie naar het beroepsonderwijs uitvoerig begeleid in hun overstap door de training ‘Sturing in
lereerst de ontwikkelingen binnen Zadkine Educatie. De afschaffing van de verplichte winkelnering en de daarmee samenhangende
eigen handen’, een ‘overstaptraject’, intervisiegroepen en individuele coaching. De training ‘Een reis door Zadkine’ voor nieuwe me-
terugloop van contracten hadden voor Zadkine Educatie personele consequenties. De MR was het gehele jaar nauw betrokken bij de
dewerkers heeft onder meer bijgedragen aan de bekendheid van expertise binnen Zadkine. Deze training wordt in het nieuwe jaar
opstelling en uitvoering van een goed sociaal plan voor de medewerkers hiervan. Daarnaast waren de moeizame cao-onderhandelin-
ook aan zittende medewerkers aangeboden. Ook is in 2005 een aanzet gegeven tot afstemming met het hbo voor de opleiding van
gen in de bve-sector en de aangekondigde veranderende wetgeving per 1 januari 2006 voor de MR redenen om in de tweede helft
Zadkine-medewerkers voor een tweedegraads lerarenbevoegdheid. Terugkijkend op 2005 blijkt dat teams meer resultaatgericht
van 2005 veel extra aandacht te besteden aan regelingen voor het personeel op het gebied van de secundaire arbeidsvoorwaarden.
werken, waarbij ze zich bewuster zijn van de teamrollen en de optimale inzet van competenties. In 2006 gaat vooral aandacht
Ook was de MR - samen met het College van Bestuur - nauw betrokken bij de opzet en uitwerking van een nieuw arbobeleid
uit naar een verdere professionaliseringsslag in competentiegericht leren om expertise uit te wisselen en medewerkers te simuleren
Zadkine. Aan de onderwijskant speelde de invoering van Resultaat Gerichte Teams (RGT) binnen de uitvoeringsorganisatie een
middels trainingen en intervisies.
belangrijke rol. Gaandeweg het proces was overleg tussen het College van Bestuur en de MR noodzakelijk om aan de vooraf
FOCUS OP ZADKINE
56
vastgelegde doelstellingen te voldoen. Er wordt bij alle oc’s gewerkt met RGT’s. Bij een aantal teams zijn echter nog veel vragen over het functioneren van hun team met de daarbij behorende problemen. Voor de MR was en is het zaak om deze ontwikkelingen
Tabel 3.1 Leeftijdsopbouw en categorieën medewerkers Zadkine per 31 december 2005 LEEFTIJDSKLASSE
OP
OBP
OP
OBP
M
M
V
V
2
6
2
7
17
25 - 34
23
44
47
59
173
35 - 44
93
56
116
100
365
45 - 54
291
92
285
125
793
55 - 59
163
55
118
57
393
47
20
30
13
110
619
273
598
361
1851
nauwgezet te volgen. Voor 2006 staan onder meer op de agenda: <25
• De afwikkeling van het Sociaal Plan bij Educatie en het bewaken van de voortgang in de ontwikkelingen bij dat oc middels de driemaandelijks gepresenteerde Rolling Forecast. • De aanzet tot ontwikkeling van competentiegericht onderwijs, het CGO. • Het mede invulling geven aan een nieuw functiebouwwerk voor het primaire proces als onderdeel van het totale nieuwe functiebouwwerk Zadkine, zoals beschreven in het Meerjaren Formatieplan. • Het bewaken van de uitvoering van de lopende cao en het voeren van de discussie met betrekking tot de nieuw af te sluiten
>59 Totaal
TOTAAL
cao in januari 2007. Uit de gegevens blijkt dat het aantal mannelijke en vrouwelijke medewerkers elkaar in evenwicht houdt (892 tegen 959). In totaal 3.10 VERTROUWENSPERSONEN
behoren 1217 medewerkers tot de categorie OP (66%) en 634 tot de categorie OBP (34%). Het personeelsbestand is relatief oud:
Medewerkers en deelnemers kunnen bij vertrouwenspersonen terecht als eerste opvang, waarbij hulp wordt geboden bij klachten
70% is ouder dan 45 jaar en 27% is ouder dan 55 jaar.
over agressie, discriminatie en (seksuele) intimidatie. Indien nodig wordt doorverwezen naar hulpverleningsinstanties en in uiterste gevallen wordt bijgestaan bij het indienen van een externe klacht. In 2005 waren binnen Zadkine meer dan veertig vertrouwenspersonen aanwezig; gemiddeld één per locatie. De procedure werd geactualiseerd en daarnaast vond in oktober de jaarlijkse studiedag
Tabel 3.2 Leeftijdsopbouw medewerkers LEEFTIJDSKLASSE
plaats. Aanwezigen kregen voorlichting van een lid van de externe klachtencommissie van de Bve in Woerden (tegenwoordig
PROCENTUEEL 2003
2004
2005
Utrecht). Ook vertelde de bedrijfsarts over zijn werk en gaf de Zadkine Academie voorlichting over mogelijke vervolgcursussen,
<25
1,41%
0,73%
0,92%
zoals gesprekstechniek en intervisie.
25 - 34
9,65%
8,81%
9,35%
35 - 44
23,75%
20,90%
19,72%
45 - 54
41,64%
42,52%
42,84%
55 - 59
20,01%
21,05%
21,23%
3,54%
5,99%
5,94%
100,00%
100,00%
100,00%
3.11 PERSONEELSGEGEVENS
>59 TOTAAL
Het percentage personeelsleden ouder dan 55 jaar is sinds 2003 gestegen van 24% naar 27%.
57
JAARVERSLAG 2005
Tabel 3.4 Parttime en fulltime dienstverbanden
Tabel 3.3 Vaste en tijdelijke dienstverbanden 2003
2004
2005
2003
OP
Totaal
In %
Totaal
In %
Totaal
In %
Vast
1180
85
1208
92
1143
94
208
15
109
8
74
6
Tijdelijk
2005
Totaal
In %
Totaal
In %
Totaal
In %
Parttime
830
60
766
58
701
58
Fulltime
558
40
551
42
516
42
1388
1317
1217
1388
1317
1217
2003
2004
2005
2002
2004
2005
OBP
Totaal
In %
Totaal
In %
Totaal
In %
Vast
519
88
550
91
562
89
72
12
52
9
72
11
Tijdelijk
OP
2004
OBP
Totaal
In %
Totaal
In %
Totaal
In %
Parttime
234
40
232
39
258
41
Fulltime
357
60
370
61
376
59
591
602
634
591
602
634
2003
2004
2005
2002
2004
2005
OP/OBP
Totaal
In %
Totaal
In %
Totaal
In %
OP/OBP
Totaal
in %
Totaal
in %
Totaal
in %
Vast
1699
86
1758
91
1705
92
Parttime
1064
54
998
52
959
52
280
14
161
8
146
8
Fulltime
915
46
921
48
892
48
Tijdelijk
1979
1919
1851
1979
1919
1851
Het aantal tijdelijke dienstverbanden in de categorie OP is in vergelijking met voorgaande jaren licht gedaald. Het aantal tijdelijke
De verhouding tussen het aantal parttime en fulltime dienstverbanden verandert de laatste jaren niet sterk. Wel is opvallend dat
dienstverbanden in de categorie OBP is echter licht gestegen.
er geen groot verschil kan worden geconstateerd tussen OP en OBP. Wel overheerst bij OP het aantal parttimers (58%) en bij OBP het aantal fulltimers (59%).
FOCUS OP ZADKINE
58
Tabel 3.5 Aantallen in en uit dienst getreden medewerkers
Tabel 3.7 Vertegenwoordiging van vrouwen in het management (Wet evenredige vertegenwoordiging)
IN DIENST GETREDEN
UIT DIENST GETREDEN
Bevindingen m.b.t. samenstelling van het personeel op:
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
31-12-2003
31-12-2004
31-12-2005
OP
3
3
6
49
56
105
Middenmanagement (adjunct-directeuren en hoofden van dienst)
OBP
43
37
80
28
21
49
Man
62
71%
61
69%
62
72%
Totaal
46
40
86
77
77
154
Vrouw
25
29%
27
31%
24
28%
Hoger management (directeuren opleidingencentrum)
Het aantal uit dienst getreden medewerkers overtreft het aantal in dienst getreden medewerkers. Dit komt overeen met de afname van het aantal medewerkers in dienst van Zadkine (1919 in 2004 en 1851 in 2005). De redenen voor uittreden zijn per categorie weergegeven.
Man
8
73%
7
78%
6
75%
Vrouw
3
27%
2
22%
2
25%
Topmanagement (College van Bestuur
Tabel 3.6 Reden uitdiensttreding TOTAAL
154
Waarvan: Volledig arbeidsongeschikt
7
Ouderdomspensioen
6
Gepremieerd FPU 58+
5
Man
2
67%
1
50%
2
100%
Vrouw
1
33%
1
50%
0
0%
FPU lager dan spilleeftijd
10
Totaal
Sociaal Plan Educatie
37
Ontslag via kantonrechter/JuZa Overlijden
Einde tijdelijke aanstelling van rechtswege
96
Tabel 3.8 Overzicht BAPO (inclusief FLEX BAPO) per 31 december 2005
37
Einde vervanging
99
In het kader van de evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in het management is de laatste jaren geen bewust beleid gevoerd.
FPU spilleeftijd
Eigen verzoek
101
Totaal
2003
M
V
2004
M
V
2005
M
V
Potentieel
734
410
324
785
430
355
786
429
357
5
Werkelijk
237
123
114
317
161
156
312
160
152
4
Procentueel
32%
30%
35%
40%
37%
44%
40%
37%
43%
28 1 14
Op 31 december 2005 maakten 312 personeelsleden gebruik van de BAPO-regeling. Het gaat hier om 40% van de medewerkers ouder dan 52 jaar. Het deelnemerspercentage bleef in vergelijking met vorig jaar gelijk. De deelname ligt bij vrouwen evenals vorig jaar structureel hoger dan bij mannen.
59
JAARVERSLAG 2005
3.12 ZIEKTEVERZUIMBELEID
Tabel 3.10 Ziekteverzuim naar leeftijdscategorie
De verhuizing van het Team Bedrijfsarts in maart 2005 van de Benthemstraat naar de Nieuwstraat betekende voor de privacy van medewerkers, teamherkenning en onderlinge communicatie een duidelijke verbetering. De speerpunten van het Team Bedrijfsarts - bestaande uit een bedrijfsarts, verzuimconsulent en twee administratief medewerkers - bestond uit het structureren van de sociaal medische teams aan de hand van een jaarplanning, het verbeteren van de aanpak van het kort frequent verzuim o.a. middels spreekuren, het ondersteunen en coachen van leidinggevenden bij de aanpak van ziekteverzuim, het voorstellen van de bedrijfsarts bij de Medezeggenschapsraad in oktober en het terugdringen van verzuim in het algemeen. Mede hiervoor vond in navolging van 2004 een tweede toetsing en evaluatie door een gecertificeerde Arbodienst van KEMA plaats. De belangrijkste punten hieruit zijn na
LEEFTIJDSCATEGORIE
ZIEKTEVERZUIMPERCENTAGE
<25
1,8
25 - 34
6,8
35 - 44
6,6
45 - 54
5,9
55 - 65
7,5
>65
0,4
een driewekelijks arbo-overleg verwerkt in een stappenplan ter implementatie, naleving en/of verandering. Ook werden in 2005 zowel interne als externe samenwerkingsverbanden aangegaan om sneller te kunnen verwijzen en het verzuim te verkorten. Het bleek in 2005 niet mogelijk betrouwbare conclusies te trekken over de ontwikkeling van het ziekteverzuim door vervanging van het ‘oude’ VERA-verzuimsysteem door het PeopleSoft-verzuimsysteem. Tabel 3.9 Verzuimmaat
Ziekteverzuim (%) Gemiddelde ziekteduur (dagen)
ZADKINE
LANDELIJK
6,5
5,0
14,0
14,7
Uit de gegevens blijkt dat het ziekteverzuim van Zadkine hoger is dan het landelijk gemiddelde van de sector. Het ziekteverzuim is licht gestegen ten opzichte van 2004. De gemiddelde ziekteduur bij Zadkine is echter gedaald.
FOCUS OP ZADKINE
60
4 FOCUS OP ORGANISATIE & MIDDELEN 4.1 CENTRALE SERVICEDIENST (CSD)
aan deze vorm van dienstverlening te geven. De coördinator is hiervoor naar de opleidingencentra gegaan en met succes. In 2005
Een geïntegreerde uitvoering van beleid- en beheerzaken door onder meer de hoofden van de afdelingen HRM, Financiën, Deelne-
is het aantal groepen voor bijspijkerlessen met de helft toegenomen tot circa 25. Ook is hard gewerkt aan het verder positione-
merszaken, Facilitaire zaken, Juridische zaken, Marketing & Communicatie en Onderwijs & Kwaliteit. Dat is de overkoepelende
ren van topsporters door samenwerkingsverbanden met onder meer betaalde voetbalverenigingen in Rotterdam, de LOOT-school
taak van de Centrale servicedienst die eind 2004 is ontstaan na een integratie van het Centraal servicebureau, Bestuursbureau
Thorbecke Voorgezet Onderwijs en het Olympisch Steunpunt/Rotterdam Topsport. In de loop van 2005 volgden meer dan zestig
en OSSIP. Het jaar 2005 stond voor interim-manager Henk Konijnendijk dan ook vooral in het teken van de omslag en de interne
topsportdeelnemers een studie bij Zadkine. Ook een nauwe en succesvolle samenwerking vond plaats met de Dienst Stedelijk On-
gevolgen hiervan. Viel het CSB nog onder aansturing door het College van Bestuur en de directeuren opleidingencentra, de CSD
derwijs (thans JOS) ten behoeve van de ‘Flashing aanpak’: het in kaart brengen van complexe problematiek omtrent jongeren en
ressorteert nu rechtstreeks onder het CvB. “Het hoofd van een afdeling is onder de CSD de eerste gesprekspartner voor het CvB en
onderwijs. Andere taakstellingen in 2005 waren de zomeropstelling van het ZSC en de onderhandelingen met de woningcorporatie
voert nu beleid- en beheerzaken uit. Dat vraagt een actieve houding, ze geven gevraagd en ongevraagd adviezen als het gaat over
Stadswonen voor het begeleid wonen van jongeren.
zaken op hun vakgebied. Het was mijn taak om die rol te stimuleren en de hoofden te coachen”, aldus Konijnendijk. “Begin 2005 is een bijeenkomst georganiseerd om de communicatie te intensiveren, waarin ieder hoofd z’n afdelingsplan voor 2005 aan de
4.3 AUDIT & CONTROL
doc’s en het CvB presenteerde. Vervolgens vond een tweewekelijks hoofdenoverleg plaats waarin de stand van zaken en lopende
De afdeling Audit & Control (A&C) heeft tot taak het management bij te staan in het beheersen en verbeteren van de bedrijfspro-
projecten werden uitgewisseld. Daarnaast was ik als manager van de CSD ook vertegenwoordigd in de lijnbijeenkomsten met het
cessen. Ook onderwijs en examinering vallen daaronder. Dat wordt gedaan door die processen middels een audit te analyseren en
CvB en de doc’s; hierna vond dan overleg plaats tussen de hoofden en het CvB. Door deze intensieve samenwerking kijk ik met
aanbevelingen te doen over de verbetering ervan. Enkele voorbeelden worden hier beschreven.
veel genoegen op 2005 terug. De hoofden hebben in hun professie een ontwikkeling doorgemaakt - vooral in communicatieve
In 2005 deed de afdeling een audit naar de inhoud van de deelnemersdossiers. Als deze niet op orde zijn, dan loopt de bekostiging
zin. Ze rapporteren niet meer indirect aan het CvB, maar direct. Dat vereist een andere houding en die is naar mijn mening voor
van die deelnemers gevaar. De deelnemers-administraties beschikken over een checklist, waarop aangegeven wordt wat zich in het
een belangrijk deel bereikt. Wel is het van belang deze in de toekomst te blijven peilen.” Per 1 december 2005 vervult Henk
dossier bevindt. Een regelmatige weergave van de lijst met onvolledige dossiers kan iedereen alert houden.
Konijnendijk een andere interim-rol bij Zadkine en is de coördinatie van de CSD voor het jaar 2006 in handen van Henk van Veenendaal, hoofd HRM.
Een ander aandachtspunt was de voorbereiding van het inspectiebezoek door de contactpersonen van de opleidingencentra samen met de afdeling A&C. Dit leidde tot een goede presentatie van het onderwijs binnen Zadkine en de inspectie was daar zeer tevre-
4.2 ZADKINE SERVICECENTRUM
den over. Natuurlijk kwamen ook verbeterpunten naar voren; deze zijn geformuleerd en de afdeling controleert regelmatig of de
Zadkine Servicecentrum (ZSC) is in eerste instantie bedoeld om ondersteuning te bieden bij het terugdringen van voortijdig
verbetertrajecten worden uitgevoerd.
schoolverlaten. Daarnaast wordt steeds vaker heldere informatie over de opleidingsmogelijkheden verschaft aan medewerkers, deelnemers en belangstellenden van buiten de organisatie. Het ZSC is een tweedelijns ondersteuningsorganisatie met als hoofd-
Verder blijken de managementgesprekken na de vierde, achtste en twaalfde maand een uitstekend medium om het wel en wee
taken: studie/beroepskeuzeadvisering, schoolmaatschappelijk werk, studie en handicap, testen, trainingen zoals ‘Bouwen aan je
van een opleidingencentrum onder de loep te nemen. Niet alleen de financiële situatie, personeelsformatie, deelnemersaantallen
zelfvertrouwen’, assessments, begeleiding bij taal- en rekenproblemen (‘Bijspijkerplaats’), logopedie, dyslexietests en begeleiding
en diploma’s, maar ook de stand van zaken bij de verbetertrajecten en de (vaak bureaucratische) gestelde eisen door de overheid
bij topsport. In 2005 lag de focus sterk op het verder uitbouwen van de Bijspijkerplaats door meer herkenbaarheid en ruchtbaarheid
komen aan de orde. Het lijkt soms of de afdeling A&C die gespreksonderwerpen zelf verzint, maar ze zijn een doorvertaling van
61
JAARVERSLAG 2005
overheidseisen en een herinnering aan de gemaakte afspraken door het management. Het College van Bestuur formuleert een
4.5 HUISVESTING
Focusdocument met daarin speerpunten voor het beleid en het management vertaalt deze en eigen aandachtspunten in plannen
In 2005 is de huisvesting en inrichting van de supermarkt voor minima (SuperStar) gerealiseerd. De locatie aan de Teijlingerstraat
voor het opleidingencentrum. De afdeling A&C probeert vervolgens na te gaan of men bereikt wat men beoogt.
is zowel door deelnemers van de afdeling Handel en gebruikers als de gemeente gunstig ontvangen. De CSD heeft de haar beschikbare ruimte aan de Benthemstraat heringericht. Daarnaast zijn - door het toenemende ruimtegebruik door ICT - extra opslag-
De kwaliteitsverbetering is een taak van iedereen binnen Zadkine. Om daaraan systematisch aandacht te besteden, koos Zadkine
ruimten en vergaderruimten voor de CSD in vrijkomende lokalen gerealiseerd. Bij de opleiding Edelsmeden & Uurwerktechniek in
ooit voor het INK-model waarin resultaten, tevredenheidonderzoeken en zelfevaluatie een prominente rol vervullen. De coördinatie
Schoonhoven bleek behoefte aan een openleercentrum met mediatheek, waardoor het onderwijs beter kan inspelen op het huidige
daarvan is belegd bij de afdeling Onderwijs & Kwaliteit, maar deze overlegt regelmatig met de afdeling A&C over de aanpak. De
leerconcept. Hiervoor is een leegstaande gymzaal verbouwd en opnieuw ingericht. Ten slotte is door huisvesting gewerkt aan een
reden hiervoor is dat de afdeling A&C aan het eind van de rit een oordeel moet geven over de betrouwbaarheid van de verkregen
optimalisatie van het eigen apparaat in de vorm van het Facilitair Management Informatie Systeem en het Systematisch Beheer en
informatie en het realiteitgehalte.
Onderhoudsprogramma. Hierin is in 2005 veel geïnvesteerd om dit vanuit ICT-opzicht mogelijk te maken.
De afdeling A&C wordt in toenemende mate gevraagd binnen de opleidingencentra onderzoek te doen, zodat de organisatie - waar
UNIELOCATIE ZUIDERPARK
nodig - kan worden verbeterd.
Een kleine stad in een grote stad. Een korte omschrijving van de Unielocatie Zuiderpark - een initiatief van Zadkine met LMC, Humanitas en PWS - dat in 2005 wederom op een hoger niveau is gebracht. De Unielocatie Zuiderpark heeft als uitgangspunt ‘leren,
4.4 FACILITAIRE ZAKEN
werken en wonen’, waarbij een intensief samengaan van onderwijs, bedrijfsleven en maatschappelijke functies wordt beoogd. Op
De klanten van Facilitaire zaken bevinden zich in een sterk veranderende markt. De ene vernieuwing volgt de andere in rap tempo
de betreffende locatie in Rotterdam-Zuid zijn plannen voor een omvangrijk complex met studentenwoningen, seniorenwoningen,
op. Als gevolg hiervan is het noodzakelijk dat steeds meer kan worden geconcentreerd op het primair proces: het onderwijs.
dienstverleners, winkels en onderwijsmogelijkheden voor vmbo en mbo. Hierin wordt met nadruk geen school met traditionele
Facilitaire zaken speelt hier op in. Het aangaan van dienstverleningsovereenkomsten, de overname van interne dienstverlening op
klassen gevestigd, maar een onderwijssysteem waarbij deelnemers 24 uur per dag en 7 dagen per week praktijkonderwijs kunnen
de verschillende locaties en het aanbieden van een centrale inkoopfunctie tonen dit aan. In 2005 is hiertoe een beleidsplan ge-
volgen. Specifieke aandacht gaat daarbij uit naar leervragen van deelnemers en de ontplooiing van competenties en ontwikkelings-
schreven. Het beleid is vertaald naar resultaten die gekoppeld zijn aan doelstellingen. Deze hebben samenhang met of zijn afgeleid
mogelijkheden bij de deelnemende bedrijven en organisaties. Werk/leergebieden zijn onder meer de gezondheidszorg, cultuur,
van de missie en doelstellingen van de Zadkine-organisatie als geheel. Dit vergt een groot vertrouwen van onze klanten; processen
kinderopvang, techniek, beveiliging, administratie, horeca en het winkelbedrijf. De docent vervult daarbij meer en meer de rol van
waar zij voorheen zelf de controle over hadden worden overgedragen. Verschillende projecten zijn in 2005 met succes opgezet
coach en facilitator. Een uniek initiatief dat de afgelopen jaren is uitgedacht en in 2005 concreet is omschreven en vormgegeven.
en uitgevoerd. Een aantal voorbeelden. Het Facilitair Meldpunt Zadkine is van start gegaan. De afdeling Vastgoed heeft in nauw
Dit resulteerde onder meer in de afronding van het Onderwijskundig Programma van Eisen en de oplevering van het Voorlopige
overleg met OC Handel & Uiterlijke verzorging de supermarkt SuperStar gehuisvest - samen met de onderwijsafdelingen Handel
Ontwerp van het gebouw. Opvallend is het in elkaar schuiven van separate diensten (bijvoorbeeld simulatiemogelijkheden in een
en Modetechniek op een nieuwe locatie. De afdeling Accountmanagement is uitgebreid met de locaties Prins Alexanderlaan en Jan
echte arbeidsomgeving) wat een behoorlijke ruimtereductie en daardoor kostenreductie en efficiency oplevert. Projectmanager Van
Ligthartstraat. ICT-services maakte in 2005 een start met de herinrichting van haar afdeling. Algemene zaken heeft een communi-
Lieshout: “Dit jaar stond in het teken van knopen. Nadenken over en oplossingen voor de eenduidige beheersstructuur van de Unie-
catieplan voor Facilitaire zaken ontwikkeld en geïmplementeerd en werkte aan tal van veiligheidszorggerelateerde onderwerpen.
locatie Zuiderpark met organisaties die allemaal hun eigen identiteit, eigen directie en eigen administratie kennen. Ook ging veel
FOCUS OP ZADKINE
62
aandacht uit naar het inzichtelijk maken van de onderwijsvisie en eindtermen van de onderwijsinstellingen en de randvoorwaarden
bepaald. Voor het volgen van deze processen is een helpdeskapplicatie aangeschaft en geïmplementeerd, waaruit regelmatig aan
van de partners.” In 2005 is dan ook een aantal belangrijke samenwerkingsverbanden afgesloten en ondertekend tussen de
het management wordt gerapporteerd. De tweede helft van 2005 stond qua werkzaamheden vooral in het teken van het NUTS-
belangrijkste partners LMC, Zadkine, Humanitas, Woningstichting PWS, SKVR, Kinderopvang SKSR en Dienst Sport & Recreatie. In
project. Hiervoor zijn acht locaties uitgerust met nieuwe apparatuur en infrastructuur, zodat ze aan de NUTS-standaard voldoen. Dit
de planning is voorzien dat eind 2006 de voorbereidende werkzaamheden van de Unielocatie Zuiderpark starten en in 2009 - na
proces wordt met dezelfde intensiteit in 2006 doorgezet.
oplevering van het gebouw - de concrete implementatie van het onderwijsproces plaatsvindt. 4.8 INKOOP 4.6 INFORMATIEMANAGEMENT
In 2005 is de dienstengroep schoonmaak - één van de grootste facilitaire dienstengroepen binnen Zadkine - Europees aanbesteed.
Voor de afdeling Informatiemanagement was dit het jaar van de grote projecten, onder andere in het kader van het programma
Beoogd werd het aantal leveranciers te reduceren en kosten op het gebied van schoonmaakonderhoud te besparen. De doelstelling
ERP2. Alle deelnemers beschikken nu over een e-mailadres van Zadkine en toegang tot de elektronische leeromgeving. Hiermee
voor de leveranciersreductie is bereikt; Zadkine is teruggegaan van zeven schoonmaakleveranciers naar twee. Over de doelstelling
kunnen deelnemers en docenten digitaal communiceren, informatie opslaan en informatie delen. Verder is het deelnemers admi-
kostenbesparing wordt pas na de realisatie in 2006 meer duidelijk. De verwachting is dat de besparing op de facilitaire dienst
nistratiepakket vervangen voor een internetbased versie van PeopleSoft (Campus Solutions); deze is intuïtiever in gebruik en sluit
schoonmaak uit komt op minimaal 400.000 euro per jaar. Daarnaast besteedde Inkoop ook aandacht aan een van de andere grote
beter aan bij de bestaande technologie binnen Zadkine. Andere aandachtspunten waren de upgrading van het HRM-pakket en het
facilitaire dienstengroepen: beveiliging. Met ingang van 1 december 2005 zijn nieuwe Europese richtlijnen actief op het gebied van
financiële pakket naar de hoogste versie en er is een begin gemaakt met de inrichting van de raadpleegomgeving (datawarehouse).
inkoop. Voor Zadkine geldt dat de drie aanbestedingsrichtlijnen ten aanzien van leveringen, werken en diensten zijn samengevoegd
Het doel hiervan is een verbreding van de ontsluiting van informatie en het generen van managementinformatie voor Zadkine. Ten
tot één aanbestedingsrichtlijn; de Richtlijn 2004/18/EG (werken, leveringen en diensten).
slotte is het roosterpakket GP Untis logoversie opgenomen in de NUTS en is de UPK (User Productivity Kit) - een e-learning pakket voor gebruikers van PeopleSoft - geïmplementeerd. 4.7 ICT Het jaar 2005 gaat voor de afdeling ICT de boeken in als het jaar van de doorstart. Met het opstellen en uitvoeren van het plan ‘ICT in verandering 2005’ heeft de afdeling zich nu zo georganiseerd, dat de taken en verantwoordelijkheden duidelijk zijn en goed zijn afgestemd op de werkzaamheden. Hiervoor zijn diverse teams samengesteld met elk hun eigen - goed afgebakende - verantwoordelijkheden. Ook is in 2005 geïnvesteerd in de persoonlijke (kennis)ontwikkeling van medewerkers; op zowel technisch als communicatief vlak zijn cursussen georganiseerd. Verder is veel aandacht besteed aan de processen binnen de afdeling ICT, waarbij geconformeerd is aan de internationale ITIL-standaard. Incidentmanagement/Servicedesk is als meest in het oog springende proces als eerste vormgegeven. Hierna zijn de processen Problem Management, Change Management en Configuration Management
63
JAARVERSLAG 2005
FOCUS OP ZADKINE
64
HOOFDSTUK 5 | FOCUS OP FINANCIËN ALGEMEEN
Terugkijkend kunnen we constateren dat Zadkine over 2005 een bevredigend resultaat heeft behaald. De liquiditeit en solvabiliteit
Het doel van dit hoofdstuk is inzicht te geven in de financiële situatie van Zadkine. Het gaat hierbij om het overzicht van bezittingen
hebben zich gunstig ontwikkeld. De onderstaande tabel laat deze ontwikkeling nog eens zien, uitgedrukt in kengetallen en in een
en schulden - weergegeven in de balans -, lasten en baten - weergegeven in de exploitatierekening - , de bijbehorende kengetallen
vergelijkende reeks over de afgelopen vijf jaren.
en het kasstroomoverzicht. De grondslagen van de jaarrekening zijn ten opzichte van 2004 niet veranderd. Tabel 5.1 DE JAARREKENING
KENGETAL
2005
2004
2003
2002
2001
De begroting voor 2005 is samengesteld in een periode waarin het kabinet volhield aan de zogenaamde nullijn, waarin de pen-
Rentabiliteit (resultaat uit
1,7%
1,1%
0,1%
-/-1,1%
2,0%
sioenfondsen nog geen enkele mededeling konden doen over de hoogte van de pensioenpremies per 1 januari 2005 en waarin
gewone bedrijfsvoering / baten)
er nog onzekerheid was over de definitieve invoeringsdatum van nieuwe wetgeving als de nieuwe Zorgverzekeringwet en de
Eigen vermogen / Balanstotaal
50%
47%
46%
41%
39%
Wet Inburgering Nieuwkomers. De onzekerheid rondom de invoering van de Wet Inburgering Nieuwkomers heeft Zadkine er toe
Current ratio
1,60
1,29
1,12
1,19
1,35
gebracht, na overleg met de bonden, een Sociaal Plan Educatie vast te stellen. Door het conservatieve karakter van de begroting 2005 en het opnemen van de kosten van het Sociaal Plan Educatie voor een bedrag van 4 miljoen euro sloot de begroting 2005
PERSPECTIEF
negatief met 4 miljoen euro.
Voor 2006 en volgende jaren wordt ernaar gestreefd de effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering verder op te voeren en de organisatie hierop aan te passen. Het optimaliseren van de bedrijfsprocessen, juist in een periode waarin Zadkine volop zal inspelen
Gedurende het verslagjaar 2005 bleek het kabinet echter de nullijn voorzichtig los te laten met als gevolg dat Zadkine evenals
op de veranderingen binnen het onderwijs zelf, krijgt onder meer vorm in een management development traject (MD-traject)
de gehele mbo-sector in 2005 sinds jaren weer een voorzichtige prijscompensatie heeft ontvangen. Tevens werd een aantal
waarin alle leidinggevenden zullen worden opgeleid en getraind om goed in te kunnen spelen op de noodzakelijke veranderingen.
geoormerkte subsidies aan het lumpsum budget toegevoegd en ontving de sector voor een stijging van het aantal deelnemers een
Dit MD-traject zal gekoppeld zijn aan de invoering van een nieuw strategisch beleidskader dat Zadkine in 2006 zal vaststellen. Het
hogere vergoeding. Al deze maatregelen en een hoger aandeel van Zadkine in het macro budget maakte dat Zadkine in 2005, ten
is nu al dat duidelijk dat de nieuwe strategie grote gevolgen zal hebben voor de inrichting en organisatie van het onderwijs dat door
opzichte van 2004, ruim 6 miljoen euro meer aan rijksbijdrage mbo ontving.
Zadkine in de komende jaren geboden gaat worden.
Als invoeringsdatum van de nieuwe Wet Inburgering Nieuwkomers is nu 1 januari 2007 genoemd. Mede hierdoor kon Educatie haar
In 2006 wordt het fenomeen game-learning als onderwijs- en begeleidingsinstrument geïntroduceerd en wordt een aanvang ge-
contractomzet handhaven op het niveau van 2004 op ongeveer € 30 miljoen. Het is dan ook niet nodig geweest dat Zadkine bij de
maakt met - de voorbereiding van - nieuwbouw in Rotterdam-Zuid waar Zadkine met de Stichting LMC uit Rotterdam vmbo en mbo
uitvoering van het Sociaal Plan Educatie de ‘gedwongen fase’ in moest gaan, waardoor slechts € 1,9 miljoen is besteed. Nieuwe
onderwijs onder één dak gaat aanbieden. Een soortgelijk initiatief speelt in Hoogvliet, alwaar Zadkine met diverse andere scholen
ingrijpende overheidsmaatregelen moeten door Zadkine opnieuw worden ingeschat op de financiële consequenties.
en instanties, waaronder een grote woningcorporatie zal gaan bouwen aan een doorlopende leerlijn en praktijkgericht onderwijs. Gelijktijdig lopen enkele herhuisvestingplannen van Zadkine. De tendens om naast opleiden vooral ook zorg en huisvesting te
Het spreekt voor zich dat Zadkine met de hogere opbrengsten meer activiteiten heeft ontwikkeld en dat dan vooral op het gebied van de
bieden aan onze deelnemers, zal in 2006 verder worden uitgebouwd.
educatie en meer in het bijzonder de inburgering. De hogere uitgaven voor personeel en overige materiele lasten laten dat ook zien. 65
JAARVERSLAG 2005
De zich voortzettende integratie van beroepsonderwijs en educatie krijgt onder meer vorm in geïntegreerde trajecten. In een intensieve samenwerking met de gemeente Rotterdam en andere regionale maatschappelijke partners heeft Zadkine afgesproken te zullen werken aan maatschappelijke knelpunten zoals voortijdig schoolverlaten en de jeugdwerkloosheid.
FOCUS OP ZADKINE
66
BALANS PER 31 DECEMBER 2005 (na winstbestemming)
67
JAARVERSLAG 2005
EXPLOITATIEREKENING OVER 2005
FOCUS OP ZADKINE
68
KASSTROOMOVERZICHT 2005
De financiële gegevens in dit jaarverslag zijn ontleend aan de jaarrekening 2005 van de Stichting ROC voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine te Rotterdam, waarover KPMG Accountants N.V. op 12 juni 2006 een goedkeurende verklaring heeft afgegeven.
69
JAARVERSLAG 2005
LIJST MET AFKORTINGEN A&C AB AKA Bbl BGL Bol Bpv BV Bve CAO CGO CIS CSB CSD CvB CVO Doc Dt-bol ECABO ESF EVC FPU GIT Hbo HRM ICT INK IRO ISO JOBO JuZa KCE
FOCUS OP ZADKINE
Audit & Control Algemeen Bestuur Arbeidsmarktkwalificerende assistentenopleidingen Beroepsbegleidende leerweg Begeleiding gehandicapten leerweg Beroepsopleidende leerweg Beroepspraktijkvorming Besloten Vennootschap Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Collectieve Arbeidsovereenkomst Competentiegericht onderwijs CijferInSite Centraal servicebureau Centrale servicedienst College van Bestuur Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs Directeur opleidingencentrum Deeltijd beroepsopleidende leerweg Landelijk orgaan voor economisch-administratieve, ict- en veiligheidsberoepen Europees Sociaal Fonds Eerder verworven competenties Flexibl Pensioen Uittreden Geïntegreerde trajecten Hoger beroepsonderwijs Humanresourcesmanagement Informatie- en communicatietechnologie Instituut voor Nederlandse Kwaliteit Individuele Re-integratie Overeenkomst Norm voor kwaliteit Jongeren Oriëntatie Beroepsonderwijs Juridische Zaken Kwaliteitscentrum Examinering
LMC Mavo Mbo MR NV OBP OER OP Oc P&O PGO POP PSO RAAK RMC Roc SKVR SPW TOP-model UWV Vavo VDL Vmbo VOMBO VSV WAO WEB Wtf ZCA ZIP ZPC ZSC
Linker Maasoever Combinatie Middelbaar algemeen vormend onderwijs Middelbaar beroepsonderwijs Medezeggenschapsraad Naamloze Vennootschap Ondersteunend en beheerspersoneel Onderwijs- en examenregeling Ondersteunend personeel Opleidingencentrum Personeel en organisatie Probleemgestuurd onderwijs Persoonlijk ontwikkelingsplan Praktische sectororiëntatie Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie Regionale meld- en coördinatiefunctie Regionaal opleidingencentrum Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam Sociaal Pedagogisch Werk Model voor transparante onderwijsprogrammering Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs Van der Linde assesments Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Voortgezet onderwijs/middelbaar beroepsonderwijs Voortijdig schoolverlaten Wet arbeidsongeschiktheid Wet Educatie en Beroepsonderwijs Werktijdfactor Zadkine Contract Actviteiten bv Zadkine Investeringsprogramma Zuiderpark Combinatie Zadkine Servicecentrum
70