Conseil des usagers de l’électricité et du gaz en Région de Bruxelles-Capitale
Raad van Gebruikers van elektriciteit en gas van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Advies n° 2015-09-16/14
ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE RAAD VAN GEBRUIKERS VAN ELEKTRICITEIT EN GAS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OVER HET ONTWERPBELSUIT BETREFFENDE DE PROMOTIE VAN GROENE STROOM Inhoudsopgave A. Aanhangigmaking B. Advies
A. Aanhangigmaking Bij de Raad van Gebruikers van elektriciteit en gas van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna « de Raad » genoemd) werd op 28 juli 2015 een aanvraag aanhangig gemaakt door de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie om advies uit te brengen over het ontwerpbesluit betreffende de promotie van groene stroom. De Raad, die zich in principe moet uitspreken binnen 30 dagen na de aanhangigmaking, vroeg en kreeg van de Minister meer tijd om op deze adviesaanvraag te antwoorden. De Raad heeft het hem voorgelegde ontwerp besproken op 16 september 2015 en heeft het volgende advies uitgebracht.
B. Avis De Raad verwelkomt de wil van de Regering om de groene stroom en de kwaliteitsvolle warmtekrachtkoppeling te blijven promoten en daarbij de bestaande maatregelen aan te passen en is tevreden dat hij werd geraadpleegd in het kader van de goedkeuring van dit ontwerpbesluit. De Raad profiteert van dit advies om eraan te herinneren dat hij reeds een advies heeft uitgebracht over een vorige versie van dit ontwerpbesluit en nodigt de
www.conseildesusagers.be
Page 1
12/10/2015
Conseil des usagers de l’électricité et du gaz en Région de Bruxelles-Capitale
Raad van Gebruikers van elektriciteit en gas van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Regering uit om opnieuw kennis te nemen van dit advies nr. 2014-01-22/11 dat beschikbaar is in bijlage.
1. Mechanisme
van
groenestroomcertificaten
:
algemene
beschouwingen Eerst en vooral begrijpt de Raad de motivatie om de productie van groene stroom aan te moedigen, maar de Raad nodigt de Regering niettemin uit om aandachtig te blijven voor de financiële gevolgen van deze ondersteuningsmaatregel op de factuur van de eindafnemers en voor de gevolgen op de concurrentiekracht van de Brusselse ondernemingen. Enerzijds is het nodig dat de ondersteuningsmaatregel die betrekking heeft op verschillende technologieën voldoende evenwichtig is om de investeringen hierin te stimuleren zonder een buitensporige druk op het globale systeem te veroorzaken.
Zo zouden de vermenigvuldigingscoëfficiënten die worden
toegepast op de formules voor de toekenning van groenestroomcertificaten voor de verschillende soorten van installaties nooit een globaal onevenwicht van het mechanisme mogen veroorzaken door een buitensporige bevordering van investeringen in bepaalde technologieën of tot een buitensporige rendabiliteit van de installaties mogen leiden. In dit opzicht stelt de Raad zich vragen over het mogelijke risico dat de vermenigvuldigingscoëfficiënt i.v.m. de warmtekrachtkoppeling op aardgas in de collectieve woning vertegenwoordigt zoals op het niveau voorzien in dit ontwerpbesluit en raadt de Regering aan zich ervan te verzekeren dat deze zo goed mogelijk is aangepast. Anderzijds herinnert de Raad eraan dat het aanpassingsmechanisme van de quota's
dat
toelaat
om
het
evenwicht
op
de
markt
van
de
groenestroomcertificaten te bewaren in geval van een massale toestroom van certificaten die beschikbaar zijn voor verkoop - bijvoorbeeld wanneer bepaalde soorten van installaties opnieuw in aanmerking komen of bij het in gebruik nemen van een belangrijke installatie - een aanpassing van het Regeringsbesluit
quota's
van
groenestroomcertificaten voor 2013 en de volgende jaren te bepalen.
Het
www.conseildesusagers.be
van
29/11/2012
vereist
Page 2
om
de
12/10/2015
Conseil des usagers de l’électricité et du gaz en Région de Bruxelles-Capitale
Raad van Gebruikers van elektriciteit en gas van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
ontbreken of op zich laten wachten van een beslissing om de quota's te verhogen, zou snel leiden tot een onevenwicht van de markt van groenestroomcertificaten. Bijgevolg zou de prijs van het certificaat instorten en de houders ervan zullen er logischerwijze voor kiezen om deze tegen een gegarandeerde
prijs
transportnetbeheerder:
door een
te
verkopen
dergelijke
aan
situatie
zou
de
gewestelijke
de
gewestelijke
transportnetbeheerder uit zijn rol van "vangnet" doen stappen, die hem in dit kader is toebedeeld. Deze laatste zou de - eventueel aanzienlijke - kostprijs van deze massale terugkoop noodzakelijkerwijze doorrekenen in zijn tarieven. De Raad nodigt de Regering dus uit om tijdens de opstelling en wijziging van elke toekenningsmaatregel van groenestroomcertificaten rekening te houden met het feit dat het aanpassingsmechanisme van de quota's dat toelaat om op termijn
het
evenwicht
te
bewaren
op
de
markt
van
de
groenestroomcertificaten afhangt van een toekomstige regeringsbeslissing waarvan niet zeker is of ze er wel zal komen en zo ja, of ze op het meest geschikte moment zal komen. In dit kader vindt de Raad dat er moet worden voorzien dat de Minister bevoegd voor Energie overgaat tot de eventuele aanpassing van de quota's binnen een wettelijke termijn van 2 maanden volgende op de maand waarin BRUGEL het risico op onevenwicht vaststelt. De Raad vestigt evenwel de aandacht van de Regering op het feit dat de inwerkingtreding van de aangepaste quota's moet gebaseerd zijn op de effectieve toestroom van bijkomende groenestroomcertificaten op de markt en moet rekening houden met een voldoende termijn om de leveranciers toe te laten hun sourcing-beleid aan te passen. Zo niet zou het voor de leverancier onmogelijk kunnen worden om zijn verplichtingen na te komen en zou hij de kosten van de boete die hij krijgt doorrekenen op de factuur van de eindafnemer. De Raad wil ook
herinneren aan zijn opmerking die reeds in zijn
advies nr. 2014-01-22/11 werd geformuleerd m.b.t. de formule betreffende het maximale
percentage
groenestroomcertificaten
van dat
het
totale
door
andere
aantal nationale
vergunnende overheden mag worden uitgebracht.
www.conseildesusagers.be
Page 3
uit of
te
brengen
buitenlandse
Deze formule vereist de
12/10/2015
Conseil des usagers de l’électricité et du gaz en Région de Bruxelles-Capitale
Raad van Gebruikers van elektriciteit en gas van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
perfecte liquiditeit van de Brusselse markt van groenestroomcertificaten. Welnu, deze hypothese komt niet voor in de werkelijkheid (bepaalde producenten blijven onbekend, kunnen niet worden bereikt) zodat, volgens de voorgestelde formule, een deel van de elektriciteitsleveranciers het risico loopt om hun verplichting om de Brusselse groenestroomcertificaten terug te kopen niet te kunnen nakomen. Ze zullen dus de boete voor een deel van hun verplichtingen voor de aankoop van Brusselse groenestroomcertificaten niet kunnen vermijden. Ook al is dit risico theoretisch en enkel mogelijk in de veronderstelling dat het aantal Brusselse groenestroomcertificaten de integraliteit van de quota's niet kan dekken, stelt de Raad niettemin voor aan de Regering om een bijkomende parameter te integreren in de formule die toelaat rekening te houden met deze niet-perfecte liquiditeit van de Brusselse markt van groenestroomcertificaten.
2. Mechanisme van groenestroomcertificaten: de toekenning van groenestroomcertificaten aan verbrandingsinstallaties Dit
ontwerpbesluit
voorziet
de
toekenning
van
de
groenestroomcertificaten aan installaties die elektriciteit produceren met een totaal vermogen van meer dan 40 MW, die de warmte afkomstig van de verbranding van de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval valoriseren. De Raad wenst enkele bezwaren te formuleren voor de invoering van een dergelijke maatregel. Eerst
en
vooral
is
de
Raad
van
mening
dat
elk
ondersteuningsmechanisme van de productie van groene energie enkel innovatieve en performante ketens zou mogen
bevorderen waarvan de
meerkosten t.o.v. de conventionele energieën de ontplooiing ervan dreigen te verhinderen of te vertragen.
Welnu, de Raad stelt vast dat de maatregel
slechts één installatie ten goede zou komen: de verbrandingsoven van Nederover-Heembeek. Ook al laat de turbine die hierbij hoort toe om elk jaar een groot deel te genereren van de groene stroom die op het gewestelijk grondgebied wordt geproduceerd, moet evenwel worden opgemerkt dat de
www.conseildesusagers.be
Page 4
12/10/2015
Conseil des usagers de l’électricité et du gaz en Région de Bruxelles-Capitale
Raad van Gebruikers van elektriciteit en gas van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
investeringen in deze installaties 30 jaar geleden werden gedaan en integraal zijn afgeschreven. De Raad stelt zich dus vragen over de compatibiliteit van een dergelijke maatregel met de hierboven vermelde filosofie die altijd aan de basis zou moeten liggen van de ondersteuning van groene energie en met de recente aanbevelingen van de Europese Commissie inzake staatssteun. De Raad stelt zich overigens ook vragen over de compatibiliteit van een dergelijke maatregel met een beleid van circulaire economie en in het bijzonder met het principe van "de vervuiler betaalt" dat hierbij hoort. De grote afvalproducent wordt immers niet gestraft en kan gebruikmaken van de maatregel, terwijl de elektriciteitsverbruiker de maatregel financiert: de Raad betwijfelt de relevantie van een dergelijke asymmetrie. Bovendien stelt de Raad zich vragen over de compatibiliteit van de maatregel met een coherent beleid van de vermindering, het beheer en de optimale valorisatie van afvalstoffen. Enerzijds stelt de Raad zich vragen over de evaluatiemethode van de biologisch afbreekbare fractie van de verbrande afvalstoffen en de garanties die deze biedt t.o.v. het risico om ook niet-biologisch afbreekbaar afval mee te tellen in de berekening voor de toekenning van groenestroomcertificaten. Anderzijds is er volgens de Raad een niet te verwaarlozen risico om concurrentie te veroorzaken tussen de biologisch afbreekbare afvalstromen, die
waarschijnlijk
niet
meer
kunnen
worden
gebruikt
door
andere
energievalorisatieketens die op het gebied van leefmilieu beter presteren en innoverender zijn, zoals biomethanisering. Vervolgens merkt de Raad op dat er geen enkele garantie bestaat voor toekomstige investeringen van de inkomsten die een gevolg zijn van de toekenning van groenestroomcertificaten aan de verbrandingsoven.
Er
bestaat dus geen enkele zekerheid over de toekomstige verbetering van de energie-efficiëntie van deze laatste. Ten slotte maakt de Raad zich zorgen over de druk die de massale toekenning van groenestroomcertificaten aan de verbrandingsoven zal uitoefenen op de prijs ervan en het onevenwicht van het globale mechanisme dat hiervan een gevolg zou kunnen zijn. De Raad stelt overigens vast dat
www.conseildesusagers.be
Page 5
12/10/2015
Conseil des usagers de l’électricité et du gaz en Région de Bruxelles-Capitale
Raad van Gebruikers van elektriciteit en gas van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
indien deze beslissing gevolgen zou hebben voor de quota's, dit de factuur van de eindafnemer zou verhogen.
Gelet op deze talrijke bezwaren staat de Raad ongunstig t.o.v. een dergelijke maatregel.
Bijgevolg raadt de Raad de Regering aan om de
invoering ervan te herzien en de voorkeur te geven aan maatregelen die compatibel zijn met de principes van de circulaire economie en een algemeen ondersteuningsbeleid
van
hernieuwbare
energieën
gebaseerd
op
de
technologische innovatie en de globale milieuprestaties. Indien de Regering de toekenning van groenestroomcertificaten aan de verbrandingsoven moest bevestigen, stelt de Raad voor dat de bedragen die door het Gewest worden ontvangen integraal geïnvesteerd worden in de ondersteuning van de groene energieproductie.
Anderzijds stelt de Raad voor om de mogelijkheid te
onderzoeken om vrijstellingsmechanismen in te voeren ten voordele van kwetsbare residentiële klanten en de verwerkende nijverheid.
Dergelijke
mechanismen zouden toelaten de impact van de maatregel op de kwetsbare klanten en op het concurrentievermogen van de Brusselse industriële sector te beperken.
3. Certificering van de installaties De Raad is tevreden dat het ontwerpbesluit voorziet dat de certificering van installaties voor de productie van groene stroom o.a. afhankelijk is van het voorafgaande attest van de distributienetbeheerder dat de effectieve aanwezigheid van een tweerichtingsmeter bevestigt. De Raad merkt immers op dat de onduidelijke tekst van het bestaande besluit in de praktijk toelaat dat een installatie gecertificeerd kan zijn en in aanmerking kan komen voor groenestroomcertificaten,
voor
zover
de
houder
van
de
installatie
voorafgaandelijk een offerteaanvraag heeft gedaan voor de plaatsing van een dergelijke meter zonder tot een effectieve installatie over te gaan. Dit heeft als gevolg dat er enkele oude installaties bestaan die niet met een tweerichtingsmeter zijn uitgerust, maar toch groenestroomcertificaten hebben
www.conseildesusagers.be
Page 6
12/10/2015
Conseil des usagers de l’électricité et du gaz en Région de Bruxelles-Capitale verkregen.
Raad van Gebruikers van elektriciteit en gas van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Welnu, de aanwezigheid van een tweerichtingsmeter wordt
opgelegd door het technische reglement op elk toegangspunt dat uitgerust is met een groene stroomproductie en in het licht van het einde van het compensatiesysteem voor alle installaties1, is het bovendien onontbeerlijk om de totale hoeveelheid energie die van het net werd afgenomen te meten. De Raad beveelt trouwens aan dat het doel van het attest afgeleverd door de distributienetbeheerder
wordt
uitgebreid
met
de
vaststelling
van
de
conformiteit van de hele installatie- en in het bijzonder de omvormer en de ontkoppelingsschakelaar - met de technische regelgevingen en de sectorale voorschriften die van toepassing zijn om te vermijden dat niet-conforme installaties zouden kunnen gebruikmaken van financiële steun, terwijl ze eventueel een risico voor het net zouden kunnen betekenen. Voor de bestaande installaties stelt de Raad voor dat de Regering een maatregel
introduceert
die
de
toekomstige
toekenning
van
groenestroomcertificaten aan deze installaties koppelt aan het conformeren van deze installaties binnen een redelijke termijn. Ten slotte stelt de Raad voor om niet uit te sluiten dat de distributienetbeheerder indien nodig kan worden erkend als certificateur van installaties voor zover hij een regelmatige kandidaatstelling heeft ingediend.
1
Betreffende het einde van de compensatie, steunt de Raad de aanbevelingen geformuleerd door BRUGEL in zijn advies 20150909-211 (punt 3.1, pagina 9).
www.conseildesusagers.be
Page 7
12/10/2015