ICT-monitor mbo 2014 Vergelijking van ict-organisatie, -visie, -infrastructuur, -applicaties, -projecten, -personeel en -financiën van mbo-instellingen
Inhoudsopgave 1. Inleiding
4
5. Applicaties
16
1.1 Achtergrond
4
5.1 Onderwijsapplicaties
16
1.2 Werkwijze
4
5.2 Administratie en bedrijfsvoering
16
1.3 Deelname 2013 en 2014
4
5.3 Saas
18
6. Soorten projecten
19
1.4 Representativiteit van de ICT-monitor mbo 2014 5 2. De organisatie van de ict
6
6.1 Soorten van projecten
19
2.1 Organisatiestructuur
6
6.2 Gebruik van businesscases
19
2.2 Kwaliteit
7
2.3 Samenwerking in ict
8
7. Personeel
21
2.4 Leveranciersmanagement
9
7.1 Personeel voor ict
21
7.2 Samenstelling ict-afdeling
22
7.3 Zelf doen of uitbesteden
22
3. De visie op ict
10
3.1 Ambitie
10
3.2 Architectuur
11
8. Financiën
24
3.3 Innovatie
12
8.1 Ict-uitgaven 2012 en 2013
24
3.4 Informatiebeveiliging en privacy
12
8.2 Personele kosten
25
8.3 Begroting 2015
25
9. Conclusie en vervolg
26
Bijlage 1: deelnemers 2013/2014
27
4. De ict-infrastructuur
14
4.1 Werkplekken
14
4.2 Netwerkaspecten
15
4.3 Servers en opslagcapaciteit
15
Voorwoord De ICT-monitor mbo is in 2013 voor het eerst uitgevoerd. In 2014 hebben iets meer instellingen deelgenomen. Deze monitor laat daarom ook iets meer zien van de ontwikkelingen van de sector op het gebied van ict . Er is nu zicht op de ict-organisatie, -activiteiten, -plannen en -kosten. We hebben bij deze monitor dankbaar gebruik gemaakt van de opmerkingen over de vorige monitor. Een aantal vragen is aangepast, onderwerpen zijn toegevoegd en het invullen was deze keer eenvoudiger. We zijn er nog niet: voor het komende onderzoek zijn suggesties en opmerkingen van harte welkom. Ten slotte moet de monitor voldoen aan de vraag om inzicht in het gebruik van ict in de sector. Daarmee is het vooral bedoeld voor de sector zelf. Ook deze keer worden de instellingen die de monitor hebben ingevuld beloond met een rapportage waarbij zichtbaar wordt hoe de eigen resultaten zich verhouden tot de rest van de sector.
Jan Bartling Manager saMBO-ICT
3
1. Inleiding 1.1 Achtergrond
bestaande Vier in balans-monitor van Stichting
De ict-verantwoordelijken in onze mbo-scholen
Kennisnet.
staan voor de opgave om hun bestuur, medewerkers en studenten te voorzien van goede en betaalbare
1.2 Werkwijze
ict. Zij werken voortdurend aan programma’s en
Kennisnet, saMBO-ICT en Berenschot hebben in 2013
projecten om de applicaties, infrastructuur en
een vragenlijst ontwikkeld. Die is vervolgens in 2014
interne organisatie te verbeteren en de kosten
nog wat aangescherpt en getoetst door een aantal
te verlagen. Het zou erg nuttig zijn wanneer deze
ict-managers van mbo-scholen en door Kennisnet
verantwoordelijken en de sector als geheel meer
geprogrammeerd met de digitale enquêtetool
inzicht hadden in hoe andere mbo-scholen bezig zijn
Survey Monkey. saMBO-ICT heeft vervolgens de ict-
met de verschillende aspecten van ict-organisatie,
verantwoordelijken van de instellingen gevraagd deel te
-infrastructuur, -applicaties, -formatie, en -kosten.
nemen aan de monitor. Berenschot heeft
En om te zien hoe de eigen instelling ten opzichte
de resultaten verzameld en geanalyseerd. Deze
van de hele sector ervoor staat op ict-gebied.
rapportage geeft het beeld van de ict in de sector weer.
Voor dat doel hebben saMBO-ICT en Stichting
Alle deelnemers ontvangen een overzicht waarmee
Kennisnet een nieuwe ICT-monitor mbo ontwikkeld.
zij hun eigen posities kunnen vergelijken met de
De monitor moet dat beeld gaan leveren, door bij
gemiddelden van andere instellingen.
een meerderheid van de scholen via een eenvoudige digitale vragenlijst informatie over ict op te
1.3 Deelname 2013 en 2014
vragen. En wel zo dat het nut van de informatie die
In de periode van 1 oktober 2014 tot 15 november 2014
de monitor oplevert voor een instelling duidelijk
hebben 28 mbo-scholen de vragenlijst ingevuld. In 2013
opweegt tegen de inspanning van het opzoeken en
waren dat er 24. 14 scholen deden beide keren mee.
invullen van de gevraagde informatie (2 tot 4 uur).
De deelnemende instellingen zijn te verdelen in
De ICT-monitor mbo is ontwikkeld in samenwerking
4 grootte-categorieën:
met Berenschot en vormt een aanvulling op de
2013
2014
Totaal
Waarvan uniek
Klein
6
12
18
14
0 tot 7.000
Middelgroot
7
4
11
9
7.001 tot 10.000
Groot
7
5
12
8
10.001 tot 15.000
Zeer groot
4
7
11
7
15.001 tot 40.000
Totaal
24
28
52
38
Categorie
4
# studenten
De namen van de deelnemende scholen zijn
Bij elke rubriek is daarom aangegeven hoeveel van
opgenomen in bijlage 1. Wij danken hen hartelijk
de 38 unieke deelnemers een geldig antwoord gaven
voor de geleverde inspanningen. Zij ontvangen een
(bijvoorbeeld n=36). Om bepaalde trends te laten
rapportage die specifiek op hun instelling is gericht.
zien tussen de cijfers van 2013 en 2014 vergeleken we alleen die cijfers van de 14 scholen die zowel in
1.4 Representativiteit van de ICT-monitor mbo 2014
2013 als in 2014 aan de monitor deelnamen.
Nederland telt op dit moment 69 mbo-scholen. De 38 deelnemende scholen in 2013 en 2014 (30 roc’s, 4 aoc’s en 4 vakscholen) vertegenwoordigen samen iets meer dan 55% van alle mbo’s. Ook in de ICT-monitor mbo, waaraan 28 scholen deelnamen, zijn de roc’s naar verhouding iets oververtegenwoordigd. Omdat de roc’s gemiddeld groter zijn dan de aoc’s en vakscholen, liggen enkele van de berekende gemiddelden in de monitor ook boven de werkelijke gemiddelden. Zo heeft de gemiddelde deelnemende school in de ICT-monitor mbo circa 9.650 mbo-studenten. Het werkelijke landelijk gemiddelde is echter circa 7.450 studenten per school 1. Doordat veel van de indicatoren in de ICT-monitor mbo genormaliseerd zijn naar de grootte, zoals bij ‘de ict-kosten per student’, zijn de uitkomsten toch goed vergelijkbaar. In de individuele rapportage die de deelnemende mbo-scholen ontvangen, kunnen zij aflezen hoeveel zij afwijken van het algemene gemiddelde van alle deelnemende scholen en van het gemiddelde uit hun grootte-categorie. Bij veel van de onderwerpen zijn er geen significante verschillen te zien tussen de resultaten van 2013 en 2014. In deze gevallen geven we de resultaten weer van alle deelnemers uit 2013 en 2014 samen. Niet alle deelnemers vulden steeds alle vragen in.
1
Bron: feiten en cijfers MBO-raad 2014
5
2. De organisatie van de ict 2.1 Organisatiestructuur
het totaal) of zijn er helemaal geen informatiemanagers
De deelnemende mbo-scholen hebben in hoofdzaak
(29%). Dat laatste is vooral het geval bij de wat kleinere
(74%) hun ict-functie in één centrale ict-afdeling
instellingen.
ondergebracht. In die afdeling is vaak zowel de ict-
Ongeveer tweederde van de scholen (68%) heeft een
services-organisatie (het aanbod) ondergebracht alsook
(beleids)orgaan ingesteld waar de ict-strategie wordt
het informatiemanagement (IM, de vraagarticulatie),
bepaald. Ongeveer een kwart van de scholen (31%)
onder één leiding. Een klein deel van de instellingen
heeft een tweede beleidsorgaan, bijvoorbeeld een ict-
(13%) heeft naast de centrale eenheid ook nog enkele
portfolioboard, waarin de verdeling van ict-budget en
decentrale units op verschillende locaties. Wanneer het
ict-capaciteit over de projecten wordt vastgesteld. Veel
informatiemanagement niet centraal is gepositioneerd
instellingen (84%) hebben de rol van Chief Information
zijn er soms decentrale informatiemanagers (20% van
Officer (cio) in hun organisatie belegd.
Figuur 1. Organisatiestructuren (met % voorkomen, n=35 … n=38)
Positie van de cio Lid cvb
24% 19% 16%
16% 25%
6%
Directeur bedrijfsvoering Hoofd ict Er is geen cio
Budgethouder ict Lid cvb
17% 50%
Directeur middelen/facilitair/ict
Directeur bedrijfsvoering
20%
Directeur(en) opleiding(en) Hoofd ict
7%
Hoofd van een stafafdeling anders dan ict
Figuur 2. vanvan de CIO ) en budgethouder ICT (n=37 ) ict (n=37 ) Figuur 2:Positie Positie de(n=38 cio (n=38 ) en budgethouder
6
In de meeste organisaties is een onderscheid gemaakt tussen ICT-beleid en ICT-uitvoering, maar beide functies rapporteren meestal aan dezelfde manager. Bij 26% van de scholen, vooral de zeer grote, zijn deze functies bij twee verschillende managers belegd.
In de meeste organisaties is een onderscheid gemaakt tussen ICT-beleid en ICT-uitvoering, maar beide functies rapporteren meestal aan dezelfde manager. Bij 26% van de scholen, vooral de zeer grote, zijn deze functies bij twee verschillende managers belegd.
2.2 Kwaliteit De middelgrote organisaties maken altijd gebruik van een (ICT-)kwaliteitsmodel voor dienstverlening zoals bijvoorbeeld ITIL. Bij de kleine organisaties is dat niet zo gebruikelijk. Het verschil tussen scholen blijkt aanzienlijk te zijn:
Is er een ICT-kwaliteitsmodel geïmplementeerd? Nee Ja, namelijk Bisl Ja, namelijk ITIL Ja, namelijk INK
Klein 62% 8% 38% 0%
Middel groot 0% 13% 88% 25%
Groot 25% 38% 75% 13%
Zeer groot 14% 57% 86% 0%
Tabel1.1:Gebruik Gebruik kwaliteitsmodellen voor dienstverlening (n=36, meerdere Tabel vanvan kwaliteitsmodellen voor dienstverlening (n=36, meerdere antw. mogelijk) antw. mogelijk) Hoewel een ruime meerderheid van de grote en zeer grote scholen ITIL toepassen valt op dat respectievelijk 25% en 14% geen geïmplementeerd tefuncties hebben.in één persoon Bij 19% van de instellingen is dezegt cio een lid kwaliteitssysteem van het de kleine instellingen veel College vanscholen Bestuur. Bij 40%62%. is de Een cio een directielid verenigd. Bij kleine is dat mogelijk verklaringzijn hiervan is het feit dat binnen grotere (facilities, bedrijfsvoering). Bij 25% van de scholen Voor een goede ict-dienstverlening is hetvan van belang afdelingen vanzelfsprekend goede afspraken gemaakt moeten worden over de uitvoering
verschillende personen (functiescheiding), terwijlwat bij de deafnemers kleine instellingen veel werkzaamheden door heeft het hoofd ict de rol van cio. dat wordt gemeten (medewerkers functies in één persoon zijn verenigd. In de meeste organisaties is een onderscheid
en studenten) vinden van de kwaliteit van de ict-
gemaakt tussen ict-beleid en ict-uitvoering, maar
dienstverlening. Vrijwel alle instellingen (92%)
beide functies rapporteren meestal aan dezelfde
meten de klanttevredenheid onder medewerkers.
2.2 Kwaliteit
dit niet.
De middelgrote organisaties maken altijd gebruik van
Wij vroegen de invullers (voornamelijk hoofden ict)
een (ict-)kwaliteitsmodel voor dienstverlening zoals ICT Monitor mbo 2014 bijvoorbeeld ITIL. Bij de kleine organisaties is dat
om een beoordeling te geven van de kwaliteit van
niet zo gebruikelijk. Het verschil tussen scholen blijkt
de afnemers van de ict-diensten in staat waren
aanzienlijk te zijn (zie tabel 1).
hun eisen en wensen op het gebied van ict konden
Hoewel een ruime meerderheid van de grote en
formuleren. De invullers konden op een 5-puntsschaal
zeer grote scholen ITIL toepassen valt op dat
aangeven op welk ‘volwassenheidsniveau’ de vraag en
respectievelijk 25% en 14% zegt geen kwaliteits-
de aanbodorganisaties opereerden (zie figuur 3).
systeem geïmplementeerd te hebben.
Het valt op dat de invullers van grotere scholen van
Bij kleine scholen is dat 62%. Een mogelijk verklaring
mening zijn, blijkbaar op basis van eigen metingen,
hiervan is het feit dat binnen grotere afdelingen
dat hun gebruikers beter in staat zijn hun wensen
vanzelfsprekend goede afspraken gemaakt moeten
te formuleren en dat zij de kwaliteit van hun ict-
worden over de uitvoering van werkzaamheden door
services als voldoende of uitstekend kwalificeren (zie
verschillende personen (functiescheiding), terwijl bij
figuur 4).
Voor een goede ICT-dienstverlening is het van belang dat wordt gemeten wat de afnemers manager. Bij 26% van de scholen, vooral de zeer Klanttevredenheid onder studenten wordt minder (medewerkers en studenten) vinden van de kwaliteit van de ICT-dienstverlening. Vrijwel alle grote, zijn deze functies bijde twee verschillende gemeten. Ongeveer 20% van de grote en zeer instellingen (92%) meten klanttevredenheid ondervaak medewerkers. Klanttevredenheid onder managers grote scholen meet onder grote scholen meet studentenbelegd. wordt minder vaak gemeten. Ongeveer 20% van de grote engeen zeerklanttevredenheid geen klanttevredenheid onder studenten. En 50% vanstudenten. de AOC’s en ditvakscholen niet. En vakscholen 50% van de meten AOC’s en meten
5 de eigen ict-dienstverlening en van de mate waarin
7
Klanttevredenheidsmeting studenten
Klanttevredenheidsmeting medewerkers 8%
16%
8% Nee Klanttevredenheidsmeting medewerkers 31% Minder dan eens per 3 jaar 8% Klanttevredenheidsmeting 53% 8% Ja, tenminste om de 3 jaar Nee medewerkers
Nee Klanttevredenheidsmeting 29% studenten Minder dan eens per 3 jaar 21% Klanttevredenheidsmeting 16% Ja, tenminste om de 3 jaar 34% Nee studenten
29%
Ja, elk jaar Minder dan eens per 3 jaar Nee Ja, tenminste om de 3 jaar 34% Minder dan eens per 3 jaar Figuur 29% 3: Klantevredenheidmetingen onder studenten 21% Ja, elk jaar Ja, tenminste om de 3 jaar 34%
31%
16% 21%
8% 53%
8%
en31% medewerkers
Ja, elk jaar Minder dan eens per 3 jaar Nee Ja, tenminste om de 3 jaar Minder dan eens per 3 jaar (n=38) Ja, elk jaar Ja, tenminste om de 3 jaar
53% Wij vroegen de invullers (voornamelijk hoofden ICT) om een beoordeling te geven van de kwaliteit van de 3: eigen ICT-dienstverlening ICT-diensten in staat Ja, elk jaaren van de mate waarin de afnemers van de Ja, elk jaar Figuur Klantevredenheidmetingen onder studenten en medewerkers (n=38) waren hun eisen en wensen op het gebied van ICT konden formuleren. De invullers konden op een Wij vroegen de invullersop (voornamelijk hoofden ICT) om beoordeling te geven van de kwaliteit Figuur 3. Klantevredenheidmetingen onder studenten en medewerkers (n=38) 5-puntsschaal aangeven welk ‘volwassenheidsniveau’ deeen vraag en de aanbodorganisaties Figuur 3: Klantevredenheidmetingen onder studenten en medewerkers (n=38) van de eigen ICT-dienstverlening en van de mate waarin de afnemers van de ICT-diensten in staat opereerden. waren hun eisen en wensen op het gebied van ICT) ICT konden invullers konden op een Wij vroegen de invullers (voornamelijk hoofden om een formuleren. beoordelingDe te geven van de kwaliteit 5-puntsschaal aangeven Vraagorganisatie op welk ‘volwassenheidsniveau’ de vraag en de aanbodorganisaties Volwassenheid ict-dienstverlening van de Volwassenheid eigen ICT-dienstverlening en van de mate waarin de afnemers van de ICT-diensten in staat opereerden. waren konden formuleren. De invullers konden op een 60% hun eisen en wensen op het gebied van ICT60% Initieel Initieel 5-puntsschaal aangeven op welk ‘volwassenheidsniveau’ de vraag en de aanbodorganisaties Volwassenheid Vraagorganisatie Volwassenheid ict-dienstverlening opereerden. Herhalend Herhalend 40% 40%
60% 20% 40% 60% 0% 20% 40%
Gedefinieerd Initieel Volwassenheid Vraagorganisatie Beheerst Herhalend Optimaal Initieel Gedefinieerd
60%
Gedefinieerd
40% 60% 0% 20% 40%
Herhalend Optimaal Initieel Gedefinieerd
Initieel 20% Volwassenheid ict-dienstverlening Beheerst
Herhalend Beheerst Figuur 4. Mate waarin gebruikers wensen formuleren en kwaliteit van (n=28) Gedefinieerd enict-services kwaliteit van ICT-services Figuur 4: Mate waarin gebruikers wensen Optimaalformuleren
Herhalend Beheerst
Gedefinieerd (n=28) Optimaal 0% 0% 20% 20% Beheerst Beheerst Het valt op dat de invullers van grotere scholen van mening zijn, blijkbaar op basis van eigen 2.3 Samenwerking in ict – denk aan de grafische opleidingen – Optimaal Optimaal metingen, dat hun gebruikers beter in staatformuleren zijn hun wensen te formuleren en dat zij de kwaliteit van 4: Mate waarin gebruikers wensen kwaliteit Figuur 0% gebied van samenwerking op ict-gebied met 0%en Op het dan bij de roc’s. van ICT-services (n=28) hun ICT-services als voldoende of uitstekend kwalificeren. andere mbo-scholen er verschillen te zien tussen Hetmening meest genoemde doel voor is Het valt op dat dezijn invullers van grotere scholen van zijn, blijkbaar opsamenwerken basis van eigen 2.3 Samenwerking in ICT 4: Mate waarin gebruikers wensen formuleren en kwaliteit van ICT-services (n=28) Figuur roc’s, aoc’s en vakscholen (zie tabel 2). kennisdelen. In formuleren 2014 werd dat genoemd metingen, dat hun gebruikers beter in staat zijn hun wensen te en6xdat zij de(n=22). kwaliteit van hun ICT-services als voldoende ofsamen uitstekend Vakscholen werken minder met anderen op ict- kwalificeren. Daarna volgen gezamenlijk genoemd), Op gebied samenwerking op ICT-gebied met andere mbo-scholen zijn er(5xverschillen Het het valt op dat van de invullers van grotere scholen van mening zijn, blijkbaarinkopen op basis van eigen te zien
gebied dan de roc’s engebruikers aoc’s. Mogelijk is dat gevolg gezamenlijke metingen, dat hun beter ineen staat zijn hun wensen teict-voorzieningen formuleren en(5x), dat het zij dienstenpakket de kwaliteit van tussen ROC’s, AOC’s en Vakscholen.
2.3 Samenwerking in ICT
hundeICT-services voldoende of een uitstekend van gemiddeld watals ‘zwaardere’ ict bij vakschoolkwalificeren. verbeteren (2x) en de kwetsbaarheid verlagen (2x).
Wordt er met andere instellingen
Op het gebied van samenwerking op ICT-gebied met andere mbo-scholen zijn er verschillen te zien samengewerkt op ICT-gebied? ROC AOC Vakschool 2.3 Samenwerking in ICT tussen ROC’s, AOC’s en Vakscholen.
Nee
10%
25%
75%
80% 10% 10% ROC 80% 10% 10% 80%
75% 25% 0% AOC 75% 25% 0% 75%
25% 75% 0% Vakschool 25% 75% 0% 25%
Op het gebied van samenwerking op ICT-gebied met andere mbo-scholen zijn er verschillen te zien Wordt er met Nee, maar zijnandere we welinstellingen mee bezig 10% 0% 0% tussen ROC’s, AOC’s en Vakscholen. samengewerkt op ICT-gebied? ROC AOC Vakschool
Ja Nee Wordt2:erSamenwerking met andere instellingen Tabel in ICT (n=38) Nee, maar zijn we mee bezig samengewerkt opwel ICT-gebied? Ja Nee Nee, maar zijn we wel mee bezig Tabel 2: Samenwerking in ICT (n=38) Tabel 2. Samenwerking in ICT (n=38) Ja ICT Monitor mbo 2014 Tabel 2: Samenwerking in ICT (n=38)
6
8 ICT Monitor mbo 2014
6
ICT Monitor mbo 2014
6
Vakscholen werken minder met anderen samen op ICT-gebied dan de ROC’s en AOC’s. Mogelijk is dat een gevolg van de gemiddeld wat ‘zwaardere’ ICT bij een vakschool – denk aan de grafische opleidingen – dan bij de ROC’s. Vakscholen werken minder met anderen samen op dan de ROC’s en maken AOC’s. Mogelijk is 2.4 Leveranciersmanagement enICT-gebied grote mbo scholen vaker gebruik van sla’s Het meest genoemde doel voor samenwerken is kennisdelen. In 2014 werd dat 6x genoemd (n=22). dat eenict-organisaties gevolg van de gemiddeld wat ICTdebijkleine een vakschool – denk Kleinere sturen vaker hun ict-‘zwaardere’ dan en de zeer grote (zieaan tabelde 4).grafische Daarna volgen gezamenlijk inkopen (5x genoemd), gezamenlijke ICT-voorzieningen (5x), het opleidingendirect – dan dedeROC’s. leveranciers aanbij dan grotere. In 20% van Hoewel een Service Level Agreements (sla’s) een dienstenpakket verbeteren (2x) en de kwetsbaarheid verlagen (2x). de zijn er meerdere afdelingen die afspraak is over aardwerd van het tussen(n=22). Hetinstellingen meest genoemde doel voor samenwerken is kennisdelen. Inde 2014 datgeleverde 6x genoemd 2.4 Leveranciersmanagement leveranciers aansturen. Een enkeleinkopen instelling(5x laatgenoemd), de leverancier en instelling, zien we dat sla’s welhet Daarna volgen gezamenlijk gezamenlijke ICT-voorzieningen (5x), hoofdleverancier (outsourcing) ict-leveranciers worden opgesteld door leverancier. De kwaliteit dienstenpakket verbeterenandere (2x) en de kwetsbaarheid verlagen (2x). Kleinere ICT-organisaties sturen vaker hun ICT-leveranciers direct aande dan de grotere. In 20% van aansturen (zie tabel 3).er meerdere afdelingen die leveranciers van de sla’saansturen. kan sterk variëren. Er is niet gevraagd de zijn Een enkele instelling laat de 2.4instellingen Leveranciersmanagement Het gebruik van Service Level Agreements (sla’s) om naar deaansturen. kwaliteit van de sla’s. Het is dan ook de hoofdleverancier (outsourcing) andere ICT-leveranciers
Kleinere ICT-organisaties sturen hun aanzijn dan grotere. 20% van de afspraken met de leveranciers vast vaker te leggen enICT-leveranciers te vraag of dezedirect geschikt omde gericht op teInsturen.
Middel Een enkele instelling Zeerlaat de de instellingen zijn er meerdere afdelingen die leveranciers aansturen. Klein groot Groot groot hoofdleverancier (outsourcing) andere ICT-leveranciers aansturen.
monitoren varieert, waarbij opvaltaangestuurd? dat middelgrote Hoe worden de leveranciers
Centrale inkooporganisatie 8% 30% 13% 29% Middel Zeer Door ICT-inkoop 54% 40% 25% 14% Hoe worden de leveranciers aangestuurd? Klein groot Groot groot Door meerdere afdelingen 15% 20% 38% 29% Centrale inkooporganisatie 8% 30% 13% 29% Tabel 3: Leveranciersaansturing (n=38) Door ICT-inkoop 54% 40% 25% 14% Het gebruik van Service Level Agreements (SLA’s) om leveranciers29% vast te Door meerdere afdelingen 15%de afspraken 20% met de 38%
leggen en te monitoren varieert, waarbij (n=38) opvalt dat middelgrote en grote mbo scholen vaker gebruik maken van SLA’s dan de kleine en de zeer grote: Het gebruik van Service Level Agreements (SLA’s) om de afspraken met de leveranciers vast te Zeergebruik leggen en te monitoren varieert, waarbij opvalt dat middelgroteMiddel en grote mbo scholen vaker Maakt u gebruik van SLA's? Klein groot Groot groot maken van SLA’s dan de kleine en de zeer grote:
Tabel3.3:Leveranciersaansturing Leveranciersaansturing Tabel (n=38)
Nee 0% 10% 13% 0% Middel Zeer Ja, maar niet altijd 69% 50% 50% 71% Maakt u gebruik van SLA's? Klein groot Groot groot Ja 31% 40% 38% 29% Nee 0% 10% 13% 0% Tabel4:4:Gebruik Gebruik van(n=38) SLA’s (n=38) Tabel van sla’s Ja, maar niet altijd 69% 50% 50% 71% Hoewel een Service Level Agreements (SLA’s) een 31% afspraak is over van het geleverde Ja 40% de aard38% 29%
tussen en SLA’s instelling, zien we dat SLA’s wel worden opgesteld door de leverancier. De Tabel 4:leverancier Gebruik van (n=38) kwaliteit van de SLA’s kan sterk variëren. Er is niet gevraagd naar de kwaliteit van de SLA’s. Het is Hoewel Service Levelgeschikt Agreements (SLA’s) een is over de aard van het geleverde dan ook een de vraag of deze zijn om gericht opafspraak te sturen. tussen leverancier en instelling, zien we dat SLA’s wel worden opgesteld door de leverancier. De kwaliteit van de SLA’s kan sterk variëren. Er is niet gevraagd naar de kwaliteit van de SLA’s. Het is dan ook de vraag of deze geschikt zijn om gericht op te sturen.
ICT Monitor mbo 2014
97
3. De visie op ict 3.1 Ambitie
voor ict en de beschikbare tijd en middelen, komt
instellingen, maar niet alle, hebben hun ambitie 3.Veel De visie op ICT
overeen met een vraag uit de Vier in Balans monitor
met betrekking tot ict voor het onderwijs beschreven
(zie figuur 5).
en vastgesteld. Er is weinig verschil tussen kleine en
Ongeveer 14% van de roc’s vind de aandacht van
3. De visie op ICT
grote instellingen (zie tabel 5). 3.1 Ambitie
het management voor ict onvoldoende. Bij de aoc’s
Op de vraag of er in het it-beleid ook aandacht is
en vakscholen is dat 25%. De aoc’s (50%) en de
De volgende vraag, naar de aandacht bij de directie
middelen voor ict worden vrijgemaakt.
Veel instellingen, maar niet alle, hebben hun ambitie met betrekking tot ICT voor het onderwijs voor IT” antwoordt 91% ontkennend. vakscholen (75%) geven aan dat er maar matig tijd en 3.1 “Green Ambitie beschreven en vastgesteld. Er is weinig verschil tussen kleine en grote instellingen:
Is Veel er een specifieke maar visie bepaald de rol ICT inmet hetbetrekking tot ICT voor het instellingen, niet alle, over hebben hunvan ambitie onderwijs 2014 onderwijsproces? beschreven en vastgesteld. Er is weinig verschil tussen kleine en grote instellingen: Nee Is er een specifieke visie bepaald over de rol van ICT in het
4% 2014
onderwijsproces?
Ja, impliciet 36% Nee 4% Ja, beschreven 32% Ja, impliciet 36% Ja, beschreven en vastgesteld 29% Ja, beschreven 32% Tabel 5: Ambitie mbt ICT bepaald (n=28) Ja, beschreven en vastgesteld 29% Op de vraag of er in het IT-beleid ook aandacht is voor “Green I T” antwoordt 91 % ontkennend. Tabel Ambitie mbt ICT bepaald (n=28) Tabel 5. 5: Ambitie mbt ict bepaald De volgende vraag, naar de(n=28) aandacht bij de directie voor ICT en de beschikbare tijd en middelen, Op overeen de vraagmet of ereen in het IT-beleid ook in aandacht is voor “Green I T” antwoordt 91 % ontkennend. komt vraag uit de Vier Balans monitor. De volgende vraag, naar de aandacht bij de directie voor ICT en de beschikbare tijd en middelen, Voldoende aandacht voor ict? Voldoende tijd en middelen? komt overeen met een vraag uit de Vier in Balans monitor. 5% Onvoldoende
14% 16% aandacht voor ict? Voldoende Matig
46%
24% 14% 16%
46%
24%
Voldoende Onvoldoende Ruim Voldoende Matig Voldoende Ruim Voldoende
Onvoldoende
5%
14% tijd en middelen? Voldoende
38%
Matig
14% 43%
38%
Onvoldoende Voldoende Matig Ruim Voldoende Voldoende
43%
Ruim Voldoende
Figuur 5. Aandacht, middelen voor ict (n=37)
Figuur 5: Aandacht, middelen voor ICT (n=37) Ongeveer 14% van de ROC’s vind de aandacht van het management voor ICT onvoldoende. Bij de Figuur 5: Aandacht, middelen (n=37) AOC’s en vakscholen is dat 25%. voor De ICT AOC’s (50%) en de Vakscholen (75%) geven aan dat er maar matig tijd en middelen voor ICT worden vrijgemaakt. Ongeveer 14% van de ROC’s vind de aandacht van het management voor ICT onvoldoende. Bij de en vakscholen is dat 25%. De AOC’s (50%) en de Vakscholen (75%) geven aan dat er maar 3.2AOC’s Architectuur matig tijd en middelen voor ICT worden vrijgemaakt. Alle mbo-scholen hechten belang aan de architectuur van de ICT. De volgende figuur geeft een 3.2 Architectuur zelfbeeld van de beoordeling van de mate van volwassenheid van het ‘werken onder architectuur’. 10
Alle mbo-scholen hechten belang aan de architectuur van de ICT. De volgende figuur geeft een zelfbeeld van de beoordeling van de mate van volwassenheid van het ‘werken onder architectuur’.
3.2 Architectuur
investeringsbeslissingen speelt architectuur een
Alle mbo-scholen hechten belang aan de architectuur
relatief grote rol. Het zijn de vooral de vakscholen en
van de ict. Figuur 6 geeft een zelfbeeld van de
de (zeer) grote roc’s (elk met 75%) die aangeven dat
beoordeling van de mate van volwassenheid
de rol van architectuur bij investeringsbeslissingen
van het ‘werken onder architectuur’. Bij
groot is (zie figuur 7).
Volwassenheid werken onder architectuur Volwassenheid werken onder architectuur
40% 40% 35% 35% 30% 30% 25% 25% 20% 20% 15% 15% 10% 10% 5% 5% 0% 0%
In eel In eel Herhalend Herhalend Gedefinieerd Gedefinieerd Beheerst Beheerst Op maal Op maal
Figuur 6: Het volwassenheidsniveau van het werken onder architectuur (n=28) Figuur 6. Het volwassenheidsniveau van het werken onder architectuur (n=28) Figuur 6: Het volwassenheidsniveau van het werken onder architectuur (n=28) Bij investeringsbeslissingen speelt architectuur een relatief grote rol. Bij investeringsbeslissingen speelt architectuur een relatief grote rol.
80% 80%
Welke rol speelt architectuur bij Welke rolinvesteringen? speelt architectuur bij investeringen?
60% 60%
roc roc aoc aoc vakschool vakschool
40% 40% 20% 20% 0% 0%
Gering Gering
Gemiddeld Gemiddeld
Groot Groot
Figuur 7. Rol van architectuur bij investeringen (n=37)
Zeer groot Zeer groot
Figuur 7: Rol van architectuur bij investeringen (n=37) Figuur 7: Rol van architectuur bij investeringen (n=37) Het zijn de vooral de Vakscholen en de (zeer) grote ROC’s (elk met 75%) die aangeven dat de rol Het architectuur zijn de vooral Vakscholen en de (zeer) grote van bijde investeringsbeslissingen groot is.ROC’s (elk met 75%) die aangeven dat de rol 11 van architectuur bij investeringsbeslissingen groot is. 3.3 Innovatie 3.3 Innovatie Op de vraag aan welke ICT-innovaties wordt gewerkt in 2013 en 2014 worden vooral Cloud/Saas en
3.3 Innovatie
geeft aan positieve ervaringen te hebben met cloud
Op de vraag aan welke ict-innovaties wordt gewerkt
computing.
in 2013 en 2014 worden vooral Cloud/SAAS- en BYOD-
De helft van de scholen heeft een beleid bepaald voor
projecten genoemd als technologische ontwikkelingen
cloud computing, een kwart heeft nu al de meeste
(zie figuur 8). Opvallend is verder dat de introductie
applicaties naar de cloud overgebracht en men ziet
van tablets minder aandacht vraagt in 2014.
meer veranderingen aankomen. De cloud is geen
Waarschijnlijk zijn die projecten in een afrondende
hype, maar een serieuze ontwikkeling met blijvende
fase beland.
impact op de ict-afdelingen.
In 2014 zijn we nader ingegaan op cloud computing
van tablets minder aandacht vraagt in 2014. Waarschijnlijk zijn die projecten in een afrondende fase (zie figuur 9). Ongeveer tweederde van de deelnemers beland.
In welke ict-innovaties wordt geinvesteerd? 93% 71%
67% 43%
29%
42% 14%
8%
2013 2014
Figuur 8. ict-innovaties (n=14)
Figuur 8: ICT-innovaties (n=14) In3.4 2014 zijn we nader ingegaan op cloud computing.Verder Ongeveer van dezijn deelnemers geeft aan Informatiebeveiliging en privacy valt op2/3-de dat er scholen die wel aangeven positieve ervaringen te hebben cloud computing. In 2014 is voor het eerst gevraagdmet welke uitspraken dat ze maatregelen hebben genomen, maar waar geen op het gebied van de informatieveiligheid van
risicoanalyse heeft plaatsgevonden.
Uitspraken over cloud computing Op het gebied van de privacy gaf 14% aan dat er een
toepassing zijn (zie figuur 10).
Ongeveer 20% van de scholen heeft deze vraag niet
privacy officer was aangesteld (zie figuur 11).
beantwoord. Van de overige scholen voert ongeveer
Wij hebben pos tieve ervaringen met cloud
63%
40% minder dan eens per 3 jaar audits uit. Dat
Trans naar de cloud het verleden betekent dat ties waarschijnlijk meerzijn daninde helft van de
44%
soepel scholen geen beleid heeft enverlopen niet weet hoe het nu staatEr met de informatieveiligheid. Dat is een risico. staan nog ict-organisatieveranderingen op
78%
stapel Er hee een ict-organisatieverandering 12 plaatsgevonden, als gevolg van de transitie naar… Het merendeel van de applicaties is naar de cloud gemigreerd
22% 26%
Figuur 8: ICT-innovaties (n=14) In 2014 zijn we nader ingegaan op cloud computing. Ongeveer 2/3-de van de deelnemers geeft aan positieve ervaringen te hebben met cloud computing.
Uitspraken over cloud computing Wij hebben pos tieve ervaringen met cloud
63%
Trans ties naar de cloud zijn in het verleden 44% verlopen De helft van de scholen soepel heeft een beleid bepaald voor cloud computing, een kwart heeft nu al de meeste applicaties naar de cloud overgebracht enopmen ziet meer veranderingen aankomen. De Er staan nog ict-organisatieveranderingen cloud is geen hype, maar een serieuze ontwikkeling met blijvende impact op de ICT-afdelingen. 78% stapel 3.4 Informatiebeveiliging en privacy Er hee een ict-organisatieverandering 22% plaatsgevonden, als gevolg van de transitie naar… In 2014 is voor het eerst gevraagd welke uitspraken op het gebied van de informatieveiligheid van Het merendeel van de applicaties is naar de cloud toepassing zijn: 26% De helft van de scholen heeft een beleid bepaald voor cloud computing, een kwart heeft nu al de gemigreerd meeste applicaties naar de cloud overgebracht en men ziet meer veranderingen aankomen. De Er is een beleid vastgesteld voorserieuze cloud computing cloud is geen hype, maar een ontwikkeling met blijvende impact op48% de ICT-afdelingen.
Uitspraken over informatieveiligheid
3.4 Informatiebeveiliging en privacy
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% In 2014 is voor het eerst gevraagd welke uitspraken op het gebied van de informatieveiligheid van Er is een analyse gemaakt van de Figuur9.9:Uitspraken Uitspraken cloud computing (n=27) Figuur cloud computing (n=27) toepassing zijn: over over risico’s Er zijn maatregelen genomen om
Uitspraken over informatieveiligheid de risico’s te reduceren
Er is een beleidsplan voor informatieveiligheid vastgesteld ICT Monitor mbo 2014
Er is een Er isinformation een analysesecurity gemaakt van de10 o er aangesteld risico’s Er worden eens per 3 om Er zijntenminste maatregelen genomen jaar it-audits uitgevoerd de risico’s te reduceren
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Figuur 10: Uitspraken over informatieveiligheid (n=22)
Er is een beleidsplan voor informatieveiligheid vastgesteld Er is een information security o er aangesteld
Ongeveer 20% van de scholen heeft deze vraag niet beantwoord. Van de voert Eroverige worden scholen tenminste eens per 3 jaar it-audits meer uitgevoerd ongeveer 40% minder dan eens per 3 jaar audits uit. Dat betekent dat waarschijnlijk dan de helft van de scholen geen beleid heeft en niet weet hoe het nu staat met de informatieveiligheid. Dat is een 0% risico. Verder dat ze maatregelen hebben 20%valt op dat 40%er scholen 60%zijn die wel 80%aangeven 100% genomen, maar waar geen risicoanalyse heeft plaatsgevonden. Figuur 10. overover informatieveiligheid (n=22) (n=22) Figuur 10:Uitspraken Uitspraken informatieveiligheid Op het gebied van de privacy gaf 14% aan dat er een privacy officer was aangesteld.
Ongeveer 20% van de scholen heeft deze vraag niet beantwoord. Van de overige scholen voert ongeveer 40% minder dan eens per 3 jaar audits uit. Dat betekent dat waarschijnlijk meer dan de helft van de scholen geen beleid heeft en niet weet hoe het nu staat met de informatieveiligheid. Dat Er is een privacy o er is een risico. Verder valt op dat er scholen zijn die wel aangeven dat ze maatregelen hebben aangesteld genomen, maar waar geen risicoanalyse heeft plaatsgevonden. Er is een beleidsplan voor privacy vastgesteld 10%de privacy20% 40% officer Op0% het gebied van gaf 14% aan 30% dat er een privacy was aangesteld.
Uitspraken over privacy
Figuur Uitspraken over over privacy (n=22) Figuur 11: 11. Uitspraken privacy (n=22)
Uitspraken over privacy
ICT Monitor mbo 2014
Er is een privacy o er aangesteld Er is een beleidsplan voor 11 privacy vastgesteld
13
4. De ict-infrastructuur 4.1 Werkplekken
van het werkplekbeheer. Die wordt bepaald door
Bijna 70% van de door de ict-organisaties beheerde
het totaal aantal beheerde devices te delen door
4. De ICT-infrastructuur end-user devices zijn vaste pc’s (zie figuur 12). Ten opzichte van 2013 is het aandeel van de vaste pc’s met 4% gedaald tot 66%. Het aandeel laptops is in 4.1 Werkplekken 2014 4% gegroeid tot 27%. Er is nog een kleine 4. Demet ICT-infrastructuur
het aantal fte in de ict-afdeling. Hierin zijn de beheerinspanningen voor studentenaccounts zonder device en de bring your own devices van de
eindgebruikers zelf niet meegenomen. Bijna 70% van de door de groei aan tablets waar te van nemen. De kleine instellingen beheren naar verhouding iets Verdeling type devices in beheer ICT-organisaties beheerde Figuur 13 biedt een maat voor de doelmatigheid meer devices en pc’s per fte inzijn devaste ict-afdeling. end-user devices 4.1 Werkplekken 80% 66% PC’s. Ten opzichte van 2013 Bijna 70% van van de de vaste door de is het aandeel 60% Verdeling van type devices in beheer PC’s ICT-organisaties beheerde met 4% gedaald tot 2013 40% 27% devices zijn vaste 66%.end-user Het aandeel laptops is 80% 2014 66% PC’s. Ten opzichte van in 2014 met 4% gegroeid tot2013 20% 4% 3% hetisaandeel de vaste 60% 27%.is Er nog eenvan kleine 0% PC’s met 4% gedaald tot 2013 groei aan tablets waar te Laptops Tablets Smartphones 40%Vaste pc's 27% 66%. Het aandeel laptops is nemen. 2014 in 2014 met 4% gegroeid tot 20% 4% 3%(n=14) Figuur 12: In beheer zijnde end-user devices 27%. Er is nog een kleine 0% groei aanDie tablets De volgende figuur biedt een maat voorTablets de doelmatigheid van het werkplekbeheer. wordtwaar te Vaste pc's Laptops Smartphones in de ICT-afdeling. bepaald door het totaal aantal beheerde devices te delen door het aantal ftenemen. Hierin zijn de voordevices studentenaccounts zonder device en de bring your own Figuur 12.beheerinspanningen In beheer (n=14) Figuur 12: In beheerzijnde zijndeend-user end-user devices (n=14) devices van de eindgebruikers zelf niet meegenomen. De volgende figuur biedt een maat voor de doelmatigheid van het werkplekbeheer. Die wordt devices te delenper doorict-fte het aantal fte in de ICT-afdeling. bepaald door het totaalAantal aantal beheerde beheerde devices Hierin zijn de beheerinspanningen voor studentenaccounts zonder device en de bring your own Totaal aantalzelf vaste Totaal aantal andere devices devices van de eindgebruikers nietpc's meegenomen.
Aantal beheerde devices per ict-fte 29
Totaal aantal vaste pc's 41
112
92 29
Klein
41 Middelgroot
68 Totaal aantal andere devices 32 96
95 Groot
32
112 95 92 Figuur 13. Aantal beheerde devices per per fte in de (n=36) Figuur 13: Aantal beheerde devices deict-organisatie ICT-organisatie (n=36)
68 Zeer groot 96
De kleine instellingen beheren naar verhouding en PC’s per fte in de ICTgroot -afdeling. Klein Middelgrootiets meer devices Groot Zeer 4.2 Netwerkaspecten Figuur 13: Aantal beheerde devices per fte in de ICT-organisatie (n=36) Bij 86% van de deelnemers is het mogelijk om thuis te werken, met toegang tot alle relevante De kleine beheren naar verhouding en veel PC’s per fte in de ICT applicaties en instellingen gegevens. Plaatsonafhankelijk werkeniets enmeer lerendevices is dus bij instellingen al een -afdeling. realiteit. Bij 8% van de instellingen, allen in de categorie Klein, is thuiswerken nog niet mogelijk. 4.2 Netwerkaspecten
14Bij 86% van de deelnemers is het mogelijk om thuis te werken, met toegang tot alle relevante applicaties en gegevens. Plaatsonafhankelijk werken en leren is dus bij veel instellingen al een ICT Monitor 2014van de instellingen, allen in de categorie Klein, is thuiswerken nog niet mogelijk. 12 realiteit.mbo Bij 8%
4.2 Netwerkaspecten
Dat betekent dat ten minste 22% van de instellingen
Bij 86% van de deelnemers is het mogelijk om thuis
risico’s loopt bij stroomuitval. Dat is een hoog
te werken, met toegang tot alle relevante applicaties
percentage.
en gegevens. Plaatsonafhankelijk werken en leren Het aantal serverlocaties blijkt bij de kleine In 84% van de voor studenten en medewerkers toegankelijke ruimtes is wifi beschikbaar. is dus bij veel instellingen al een realiteit. Bij 8% instellingen hoger te liggen dan bij de grote. Waar-
Tweederde van de deelnemers hebben een internetverbinding een capaciteit van 1 Gigabit per van de instellingen, allen in de categorie Klein, is schijnlijkmet hebben de grote instellingen consolidaties seconde. Bij 2 zeer grote scholen is dat 10 Gigabit per seconde. Circa 74% van de deelnemers thuiswerken nog niet mogelijk. van hun datacentra uitgevoerd en zijn de servers heeft één centrale toegang tot internet. In 84% van de voor studenten en medewerkers daar gemiddeld ook groter. De kleine instellingen Bij 92% van de deelnemers is ook de telefonie ondergebracht bij denog ICT-afdeling en 86% gebruikt toegankelijke is wifi beschikbaar. kunnen ruimtes hier behalen. In 84% van deruimtes voor studenten en medewerkers toegankelijke isvoordeel wifi beschikbaar. Voice over IP (VOIP). Het is duidelijk dat VOIP een geaccepteerde en volwassen technologie is. Tweederde heeft een een internetverbinding De totalemet opslagcapaciteit de1ict-infrastructuur Tweederdevan vande dedeelnemers deelnemers hebben een capaciteitvan van Gigabit per internetverbinding met een capaciteit van 1 gigabit neemt toe met de omvang van de instelling seconde. Bij 2 zeer grote scholen is dat 10 Gigabit per seconde. Circa 74% van de deelnemers (zie heeft één centrale toegang tot internet. per Bij zeer grote scholen is dat 10 tabel 6). De zeer grote instellingen slaan veel meer 4.3 seconde. Servers en twee opslagcapaciteit gigabit per seconde. Circa 74% van de in de cloud opICT-afdeling dan de kleinere. De meeste scholen Bij 92% deelnemers is ook de deelnemers telefoniegetroffen ondergebracht bij de en(delen 86% gebruikt 78% vanvan de de deelnemers heeft voorzieningen om bij stroomstoringen toch van) de Voice overcentrale IP operationeel (VOIP). Het tot isteduidelijk VOIPDat eenbetekent geaccepteerde en technologie is. heeft één toegang internet.dat hebben 12volwassen gigabyte aan opslagcapaciteit per infrastructuur kunnen houden. datcirca tenminste 22% van de instellingen Bij 92%lopen van debijdeelnemers is ook student, waarvan 70 - 80% in de cloud. De vakscholen risico’s stroomuitval. Datde is telefonie een hoog percentage. ondergebracht bij de ict-afdeling en 86% gebruikt vormen daarin een uitzondering, die hebben bijna 20 Het aantal serverlocaties blijkt bij de kleine instellingen hoger te liggen dan bij de grote. Waar4.3 Servers en opslagcapaciteit Voice overhebben IP (VoIP). is instellingen duidelijk datconsolidaties VoIP een per deelnemer beschikbaar. schijnlijk de Het grote vangigabyte hun datacentra uitgevoerd en zijn de 78% van de deelnemers heeft voorzieningen getroffen om bij stroomstoringen toch (delen van) de servers daar gemiddeld ooktechnologie groter. De kleine instellingen hier nog voordeel behalen. geaccepteerde en volwassen is. Hetkunnen aantal digiborden per deelnemer is bij de infrastructuur operationeel te kunnen houden. Dat betekent dat tenminste 22% van de instellingen grotere scholen ongeveer 3 keer zo hoog als bij de risico’s lopen bij stroomuitval. Dat is een hoog percentage. 4.3 Servers en opslagcapaciteit kleinere scholen (zie tabel 7). Ook op dit onderwerp Opslagcapaciteit Middelgroot Zeer groot Het aantal serverlocaties blijkt bij de kleineKlein instellingen hoger te liggenGroot dan bij de grote. Waar78% van de deelnemers heeft voorzieningen vormen de vakscholen een uitzondering, daar zijn Tbyte opslagcapaciteit in huis 29 33 51 43 schijnlijk hebben de grote instellingen consolidaties van hun datacentra uitgevoerd en zijn de getroffen om bij stroomstoringen toch van) circa twee maal zoveel digiborden Tbyte opslagcapaciteit in degroter. cloud 49 78 75 voordeel 178per student als op servers daar gemiddeld ook De(delen kleine instellingen kunnen hier nog behalen. de infrastructuur operationeel de71% grote scholen 60% (circa 36 per 1000). 63% 80% Percentage opslag in de cloudte kunnen houden.
Gbyte per deelnemer 12,69 12,60 9,26 12,70 Opslagcapaciteit Klein Middelgroot Groot Zeer groot % virtuele servers tov totaal 77% 89% 68% 79% Tbyte opslagcapaciteit in huis 29 33 51 43 Tabel 6: Opslagcapaciteit en virtuele servers naar grootte van de instelling Tbyte opslagcapaciteit in de cloud 49 78 75 178 De totale opslagcapaciteit van de ICT-infrastructuur neemt toe met de omvang van de instelling. De 63% 71% 60% 80% Percentage opslag in de cloud zeer grote instellingen slaan veel meer in de cloud op dan de kleinere. De meeste scholen hebben Gbyte per deelnemer 12,69 12,60 9,26 12,70 circa 12 Gigabyte aan opslagcapaciteit per student, waarvan 70 - 80% in de cloud. De vakscholen % virtuele servers tov totaal 77% 89% 68% 79%
vormen daarin een uitzondering, die hebben bijna 20 Gigabyte per deelnemer beschikbaar.
Tabel6. 6:Opslagcapaciteit Opslagcapaciteit en virtuele servers naar grootte van de instelling Tabel en virtuele servers naar grootte van de instelling
De totale opslagcapaciteit van de ICT-infrastructuur neemt toe met de omvang van de instelling. De Digiborden Middelgroot groot zeer grote instellingen slaan veel meer in Klein de cloud op dan de kleinere.Groot De meesteZeer scholen hebben Aantal schoolborden 78 70 - 80% in 218 341 circa 12digitale Gigabyte aan opslagcapaciteit per 11 student, waarvan de cloud. De vakscholen vormen daarin een per uitzondering, die hebben Aantal digiborden 1000 dlnmrs 3,7bijna 20 Gigabyte 9,5 per deelnemer 18,4 beschikbaar. 15,8 Tabel 7: Digiborden naar grootte van de instelling
Tabel 7. Digiborden naar grootte van de instelling
Het aantal digiborden per deelnemer is bij de grotere scholen ongeveer 3x zo hoog als bij de Digiborden Klein Middelgroot Groot Zeer groot kleinere scholen. Ook op dit onderwerp vormen de Vakscholen een uitzondering, daar zijn circa Aantal digitale schoolborden 11 78 218 341 twee maal zoveel digiborden per student als op de grote scholen (circa 36 per 1000). Aantal digiborden per 1000 dlnmrs 3,7 9,5 18,4 15,8 Tabel 7: Digiborden naar grootte van de instelling Het aantal digiborden per deelnemer is bij de grotere scholen ongeveer 3x zo hoog als bij de kleinere scholen. Ook op dit onderwerp vormen de Vakscholen een uitzondering, daar zijn circa
15
5. Applicaties
5. Applicaties
5.1 Onderwijsapplicaties 5.1 Onderwijsapplicaties
functionele overlap tussen een ELO en Collaboration
De volgende figuur welke gebruiken om voor hun ELO (n=36), Figuur 14 geeft weergeeft welkeweer pakketten depakketten deelnemersde deelnemers tools. Het is interessant te constateren dat een portfolio (n=26) en collaboration (n=32). Er is een behoorlijke functionele overlap tussen een ELO gebruiken voor hun ELO (n=36), portfolio (n=26) behoorlijk aantal instellingen beiden gebruiken. enenCollaboration tools. Het is interessant om te constateren dat een behoorlijk aantal instellingen collaboration (n=32). Er is een behoorlijke beiden gebruiken.
ELO
Portfolio
15%
14%
31%
Collaboration
11% 22% 4% 3%
21%
35%
11%
71%
15% 43% 4%
ItsLearning
Fronter
Sakai
N@tschool
Blackboard
Sharepoint
Yammer Livelink
Fronter
N@tschool
Facebook
Itslearning
Learning4U
Geen
Figuur 14. Gebruik van applicaties in het onderwijs
Figuur 14: Gebruik van applicaties in het onderwijs 5.2 Administratie en bedrijfsvoering Figuur 15 laat zien welk van de deelnemers welke 5.2 Administratie en deel bedrijfsvoering applicaties gebruikt voor studentenadministratie
zou nader onderzocht kunnen worden. Bij vrijwel elk type van applicaties is een duidelijke marktleider aan te wijzen.
De volgende figuur laat zien welk deel van de deelnemers welke applicaties gebruiken voor (in 2013 en 2014; n=14), studiebegeleiding (n=26), Bij alle deelnemers maken docenten en studenten studentenadministratie (in 2013 en 2014; n=14), studiebegeleiding (n=26), planning/roostering planning/roostering (n=35), financiën (n=35), hrm gebruik van de Microsoft Officedat suite! (n=35), financiën (n=35), hrm (n=34) en crm (n=35). Het is interessant te zien crmAlternatieven, niet breed (n=34) en crm (n=35). Het is interessant te zien dat crm zoals die van Apple of uit het open domein worden gebruikt wordt. Wat daarvan de oorzaak is zou nader onderzocht kunnen worden. Bij vrijwel elk nietvan breed gebruikt wordt. Wat daarvan de oorzaak is aan vrijwel niet genoemd. type applicaties is een duidelijke marktleider te wijzen.
16ICT Monitor mbo 2014
14
Studenteninformatiesysteem
Studiebegeleiding
71% 6% 27% 14%
6%
N@tschool SAP Edictis
2013 7%
7%
Eduarte
2014
0%
15%
46%
Financiën
Roostering
3%
3%
3%
EduFlex
11% 11%
Unti Masterplan Xedule 72%
3% 3%
3%
Trajectplanner Anders
Afas Exact WebSolutins
12%
DBS
3%
Decade
3%
CODA
3% 67%
Anders
Peopleso Accountview Anders
Hrm 7%
7%
Crm
Afas
30%
HR2day 21% 55% 10%
Sharepoint
Merces Peopleso
60%
Raet
Figuur Gebruik van applicaties voor administratieve taken Figuur15. 15: Gebruik van applicaties voor administratieve
Microso Dynamics
10%
Geen
taken
Bij alle deelnemers maken docenten en studenten gebruik van de Microsoft Office suite! Alternatieven, zoals die van Apple of uit het open domein worden vrijwel niet genoemd. 17
5.3 Saas Het blijkt dat het SAAS-aanbod (Software As A Service ) van de administratieve applicaties wisselend is. Dat heeft alles te maken met het aanbod. Opvallende categorieën zijn de planningsapplicaties en de crm-systemen.
5.3 SaaS
Van deapplicatie onderwijsapplicaties isPercentage ongeveer deSaaS helft als Type
Het blijkt dat het SaaS-aanbod (Software As A
Studentenregistratie SaaS in gebruik.
Service) van de administratieve applicaties nogal
Studiebegeleiding 79%40% van deze Dat wil echter ook zeggen dat ongeveer
wisselend is. Dat heeft alles te maken met het aanbod.
applicaties niet vanuit de cloud wordt betrokken.
Opvallende categorieën zijn de planningsapplicaties
Gezien het belang van deze applicaties zullen Hrm 91%
81%
Planning
23%
Financiën
18%
en de crm-systemen. leveranciers gedwongen zijn deze in24% de toekomst als Crm at het SAAS-aanbod (Software As A Service ) van de administratieve applicaties nogal SaaS8:aan te gaan Tabel SaaS voorbieden. administratieve applicaties (n=33) is. Dat heeft alles te maken met het aanbod. Opvallende categorieën zijn de Van de onderwijsapplicaties is ongeveer de helft als SAAS in gebruik. applicaties en de crm-systemen. Type applicatie
Percentage SaaS
Type applicatie
Percentage SaaS
Studentenregistratie
81%
Elo
59%
Studiebegeleiding
79%
Portfolio
63%
Planning
23%
Collaboration
43%
Financiën
18%
Hrm
91%
Tabel 9: SaaS voor onderwijsapplicaties (n= 30)
Tabel 9. SaaS voor onderwijsapplicaties (n=30) Dat wil echter ook zeggen dat ongeveer 40% van deze applicaties niet vanuit de cloud word 24% betrokken. Gezien het belang van deze applicaties zullen leveranciers gedwongen zijn deze Tabel 8: SaaS voor administratieve applicaties (n=33) toekomst als(n=33) SaaS aan te gaan bieden. Tabel 8. SaaS voor administratieve applicaties
Crm
derwijsapplicaties is ongeveer de helft als SAAS in gebruik. Type applicatie
Percentage SaaS
Elo
59%
Portfolio
63%
Collaboration
43%
Tabel 9: SaaS voor onderwijsapplicaties (n= 30)
hter ook zeggen dat ongeveer 40% van deze applicaties niet vanuit de cloud wordt Gezien het belang van deze applicaties zullen leveranciers gedwongen zijn deze in de als SaaS aan te gaan bieden.
ICT Monitor mbo 2014
18
6. Projecten 6. Projecten 6.1 Soorten van projecten
(hierin zijn alleen de scholen betrokken die én in
Op de open vraag aan welke ict-projecten men in 2013 én in 2014 meededen. In de figuur hieronder 6.1 Soorten van projecten 2014 vooral werkt, worden de volgende projecten worden deze subgroepen aangeduid met 2013 CG en Op de open vraag aan welke ICT-projecten men in 2014 vooral werkt worden de volgende projecten genoemd (aantal scholen dat aan dit type project 2014 CG (controlegroep) ). genoemd (aantal scholen dat aan dit type project werkt, n=27): werkt, n=27): De businesscases bevatten wel overzichten van kosten • Verbeteringen werkplekken (12 x genoemd) • Verbeteringen werkplekken (12x genoemd) en baten, maar die zijn vaak niet volledig uitgewerkt. •
Servers • Serversen enSAN SAN (10x)
•
businesscases altijd ook baten bevatten.
•
• Netwerken/wifi (9x) Netwerken/wifi (9 x) • Printing, audio en video (7x) Printing, audio en video (7 x) • Applicaties onderwijs (5x) Applicaties onderwijs (5 x) • Applicaties administratief (5x) Applicaties administratief (5 x) • Collaboratie (5x)
•
• Toegangssystemen (2x) Collaboratie
Veel businesscases worden vooraf opgesteld als
•
Toegangssystemen (2 x) 6.2 Gebruik van businesscases
• •
(10 x)
Slechts 5% van de scholen geeft aan dat deze De businesscase wordt achteraf maar weinig gebruikt om te zien of de baten werkelijk worden behaald (zie figuur 17). Daarin wijkt het onderwijs overigens niet af van andere sectoren.
(5 x)
motivatie om een project te starten. Het is vaak ook lastig om achteraf de behaalde resultaten aan een
In 2013 bleek dat het gebruik van businesscases bij 6.2 Gebruik van businesscases investeringsbeslissingen vooral aan de orde is bij
specifiek project toe te schrijven. Het omgaan met businesscases binnen onderwijsinstellingen verdient
de zeer instellingen. In 2014 is het gebruik nog wel de nodige aandacht. In 2013 bleek datgrote het gebruik van businesscases bij investeringsbeslissingen vooral aan de orde is bij de zeer instellingen. In 2014 isten hetopzichte gebruik van van2013 businesscases toegenomen ten opzichte vangrote businesscases toegenomen van 2013 (hierin zijn alleen de scholen betrokken die én in 2013 én in 2014 meededen. In de figuur hieronder worden deze subgroepen aangeduid met 2013 CG en 2014 CG (controle groep) ).
Maak je businesscases? 60% 50% 40% 30%
2013 CG
20%
2014 CG
10% 0% Nee
Soms
Altijd, maar ze zijn beperkt
Altijd
Figuur 16. Gebruik van businesscases (n=14)van businesscases (n=14) Figuur 16: Gebruik
De businesscases bevatten wel overzichten van kosten en baten, maar die zijn vaak niet volledig uitgewerkt. Slechts 5% van de scholen geeft aan dat deze businesscases altijd ook baten bevatten.
ICT Monitor mbo 2014
17
19
De businesscase wordt achteraf maar weinig gebruikt om te zien of de baten werkelijk worden behaald. Daarin wijkt het onderwijs overigens niet af van andere sectoren.
Wordt de businesscase later nog gebruikt voor batenmanagement? 70%
59%
60% 50% 40% 30% 20%
19%
16% 5%
10% 0% Nee
Soms
Altijd, maar het gebruik is beperkt
Altijd
Figuur 17. Gebruik van businesscases (n=37) Figuur 17: Gebruik achteraf van businesscases achteraf (n=37)
Veel businesscases worden vooraf opgesteld als motivatie om een project te starten. Het is vaak ook lastig om achteraf de behaalde resultaten aan een specifiek project toe te schrijven. Het omgaan met businesscases binnen onderwijsinstellingen verdient nog wel de nodige aandacht.
ICT Monitor mbo 2014
20
18
7. Personeel 7. Personeel
7.1 Personeel voor ICT
7.1 Personeel voor ict
totaal aantal fte van de organisatie is gemiddeld
7. Personeel Deomvang omvang van ICT-afdeling het aantal ICT-functies daarbuiten is in de volgende figuur De van de de ict-afdeling en heten aantal ictongeveer 2,7%. Dit varieert maar weinig met de weergegeven als functie van 18 hetweergegeven aantal studenten per school. functies daarbuiten is in figuur als grootte vanDit debetreft school. de formatie in aantal full
time equivalents (fte). In absolute termen hebben de mbo-scholen, 7.1 Personeel voor ICT de formatie in aantal afhankelijk van hun omvang, van 10 tot meer dan 50 80,0 full time equivalents (fte). De omvang van de ICT-afdeling en het aantal ICT-functies daarbuiten isin in dienst de volgende figuur De omvang van de70,0 ict-afdeling ten opzichte van het fte voor ict (zie tabel 10). weergegeven als functie van het aantal studenten per school. Dit betreft de formatie in aantal full time equivalents (fte). 60,0 binnen afdeling
omvang ict-afdeling in fte
80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0
omvang ict-afdeling in fte
functie van het aantal studenten per school. Dit betreft
50,0 buiten afdeling
40,0 30,0
( binnen binnenLineair afdeling afdeling)
20,0 10,0
buiten Lineair afdeling( afdeling)
0,0 0
10.000
20,0
20.000
30.000
Studenten
40.000Lineair ( afdeling)
buiten
binnen
10,0
Lineair ( buiten afdeling) 0,0 Figuur 18: Formatie ICT (n=36) 0 10.000 20.000 30.000 40.000 De omvang van de ICT-afdeling ten opzichte van het totaal aantal fte van de organisatie is Studenten gemiddeld ongeveer 2,7%. Dit varieert maar weinig met de grootte van de school. In absolute termen de mbo-scholen, afhankelijk van hun omvang, van 10 tot meer dan 50 Figuur 18. Formatie icthebben (n=36) Figuur 18: Formatie ICT (n=36)
FTE voor ICT in dienst. De omvang van de ICT-afdeling ten opzichte van het totaal aantal fte van de organisatie is ICT formatie (in fte) Klein Middelgroot Groot Zeer groot gemiddeld ongeveer 2,7%. Dit varieert maar weinig met de grootte van de school.
Binnen de ICT afdeling 7,13 18,51 21,21 38,40 In absolute termen de mbo-scholen, afhankelijk van 4,22 hun omvang, van 10 tot meer 13,12 dan 50 Buiten dehebben ICT-afdeling 2,98 8,39 FTE voor Totaal ICT in dienst. 10,12 22,73 29,60 51,52 Tabel10. 10: FTE’s in ICT (n=36)Klein ICT formatie fte) Tabel(in fte’s in ict (n=36) Binnen de ICT afdeling 7,13 Buiten de ICT-afdeling 2,98 7.2 Samenstelling ICT-afdeling Totaal 10,12
Middelgroot 18,51 4,22 22,73
Groot 21,21 8,39 29,60
Zeer groot 38,40 13,12 51,52
Tabel 10:De FTE’s in ICT (n=36) grootste inzet van personeel zien we in het systeem- en netwerkbeheer, functioneel beheer en de helpdesk. Deze activiteiten maken de kern uit van veel ICT-afdelingen met in totaal meer dan 50% van het personeelsbestand. 7.2 Samenstelling ICT-afdeling De grootste inzet van personeel zien we in het systeem- en netwerkbeheer, functioneel beheer en de helpdesk. Deze activiteiten maken de kern uit van veel ICT-afdelingen met in totaal meer dan 50% van het personeelsbestand. ICT Monitor mbo 2014
19
21
7.2 Samenstelling ict-afdeling
netwerkbeheerder. Buiten de ict-afdeling zien we
De grootste inzet van personeel zien we in het
vooral functioneel beheerders. Dat is begrijpelijk,
systeem- en netwerkbeheer, functioneel beheer en de
omdat die functie vaak dicht bij de eindgebruikers
helpdesk (zie figuur 19). Deze activiteiten maken de
wordt gepositioneerd. Enkele scholen hebben ook
kern uit van veel ict-afdelingen met in totaal meer dan
helpdeskmedewerkers buiten de ict-afdeling, vaak is
50% van het personeelsbestand.
de ict-helpdesk daar samengevoegd met die van de
Ruim 25% van de ict-medewerkers zijn systeem- en
facilitaire dienst.
Samenstelling ict-afdeling Overige ict-medewerkers
Buiten de ict-afdeling Overige ict-medewerkers
Webredacteuren
Webredacteuren
Websitebeheerders
Websitebeheerders
Medewerkers man. Info.
Medewerkers man. Info.
Applicatieontwikkelaars
Applicatieontwikkelaars
Ict-coördinatoren
Ict-coördinatoren
Informatiemanagers
Informatiemanagers
Beveiligingsexperts
Beveiligingsexperts
Projectleiders
Projectleiders
Functioneel Beheerders
Functioneel Beheerders
Applicatiebeheerders
Applicatiebeheerders
Helpdesk medewerkers
Helpdesk medewerkers
Syst- en netwerkbeheer
Syst- en netwerkbeheer
Beleidsmedewerkers I&A
Beleidsmedewerkers I&A
Secretariaat ict
Secretariaat ict
Leidinggevenden
Leidinggevenden 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30%
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30%
Figuur 19. Verdeling van ict-functies in de ict-afdeling en daarbuiten (n=36)
Figuur 19: Verdeling van ICT-functies in de ICT-afdeling en daarbuiten (n=36)
Ruim 25% vanofde ICT-medewerkers zijn systeem- en netwerkbeheerders. Buiten de ICT-afdeling 7.3 Zelf doen uitbesteden deels uitbesteedt en welk deel de activiteit geheel zien we vooral functioneel beheerders. Dat is begrijpelijk omdat die functie vaak dicht bij de Het grootste deel van de werkzaamheden voor ict uitbesteedt. Zo voert bijna 80% van de instellingen eindgebruikers wordt gepositioneerd. Enkele scholen hebben ook helpdeskmedewerkers buiten de wordt in-huis uitgevoerd. Figuur 20 laat per type het werkplekbeheer zelf uit, en 11% heeft het ICT-afdeling, vaak is de ICT-helpdesk daar samengevoegd met die van de facilitaire dienst. ict-activiteit zien welk deel van de instellingen
werkplekbeheer geheel uitbesteed.
die activiteit geheel zelf uitvoert, welk deel dat
7.3 Zelf doen of uitbesteden Het grootste deel van de werkzaamheden voor ICT wordt in-huis uitgevoerd. De volgende figuur laat per type ICT-activiteit zien welk deel van de instellingen die activiteit geheel zelf uitvoert, welk deel dat deels uitbesteedt en welk deel de activiteit geheel uitbesteedt. Zo voert bijna 80% van de 22 instellingen het werkplekbeheer zelf uit, en 11% heeft het werkplekbeheer geheel uitbesteed.
Applicatieontwikkeling Applicatiebeheer Alles zelf
Systeembeheer
Deels uitbesteed
Applicatieontwikkeling Netwerkbeheer
Geheel uitbesteed
Applicatiebeheer Helpdesk
N.v.t.
Systeembeheer Werkplekbeheer Netwerkbeheer 0% 20%
Alles zelf Deels uitbesteed
40%
60%
80%
Geheel uitbesteed
100%
Helpdesk N.v.t. Figuur 20: Uitbesteding per ICT activiteit (% van de instellingen)(n=36) Werkplekbeheer 0% 20% 40% 60% 80% 100% De meeste ICT-organisaties (ongeveer 75%) heeft geen plannen om de komende jaren meer of minder uitFiguur te gaan Sommigen willen iets meer zelf gaan doen, anderen iets meer 20. besteden. Uitbesteding activiteit (% van deICT instellingen)(n=36) Figuur per 20:ict Uitbesteding per activiteit (% van de instellingen)(n=36) uitbesteden. Circa 17% zegt meer systeembeheerwerk uit te willen besteden. De Applicatieontwikkeling meeste ICT-organisaties (ongeveer 75%) heeft geen plannen om de komende jaren meer of minder uit te gaan besteden. Sommigen willen iets meer zelf gaan doen, anderen iets meer uitbesteden. Circa 17% zegt meer systeembeheerwerk uit te willen besteden. Applicatiebeheer Systeembeheer Applicatieontwikkeling
Meer zelf Zoals nu
Netwerkbeheer Applicatiebeheer
Meer uitbesteden
Helpdesk Systeembeheer
Meer zelf Zoals nu
Werkplekbeheer Netwerkbeheer
Meer uitbesteden 0% 20% 40% 60% 80% 100% Helpdesk Figuur 21. In de toekomst meer of minder uitbesteden (n=36)
Figuur 21: In de toekomst meer of minder uitbesteden (n=36) Werkplekbeheer 0%
20% 40% 60% 80% 100%
Figuur 21: In de toekomst meer of minder uitbesteden (n=36)
ICT Monitor mbo 2014
21
23
8. Financiën
8. Financiën 8. Financiën
8.1 ICT-uitgaven 2012 en 2013 8.1 2012en en2013 2013 8.1ICT-uitgaven Ict-uitgaven 2012 personeel met ict-taken buiten de ict-afdeling). Dat Een gemiddelde mbo-school die deelnam aan de ICT monitor heeft € 3,9 miljoen per jaar aan ICT Eengemiddelde gemiddelde mbo-school deelnam is 4,9% van€de totale inkomsten van eenICT instelling. In Een mbo-school dieICT-afdeling deelnamaan aande monitor heeft 3,9 miljoen per jaar aan uitgegeven (eigen personeel in die de +de alleICT externe ICT-uitgaven, maar zonder de kosten uitgegeven (eigen personeel in de de ICT-afdeling externe ICT-uitgaven, de 2,6%. kosten ICT-monitor mbo heeft € 3,9 miljoen per jaar aan+ alle sectoren vomaar isinkomsten datzonder ongeveer van personeel met ICT-taken buiten ICT-afdeling). Dat isde 4,9 % van po de en totale van een Door de van met ICT-taken buiten ICT-afdeling). is de 4,9uitgaven %tevan de totale inkomsten van eenontstaat instelling. In de sectoren po en vo is ongeveer 2,6%. Door tedoor delen door hetstudenten aantal ictpersoneel uitgegeven (eigen personeel indat dede ict-afdeling + Dat uitgaven delen het aantal instelling. In de sectoren po en vo is dat ongeveer 2,6%. Door de uitgaven te delen door het aantal studenten ontstaat het volgende alle externe ict-uitgaven, maarbeeld: zonder de kosten van het volgende beeld: studenten ontstaat het volgende beeld:
Ict-uitgaven per deelnemer per jaar Ict-uitgaven per deelnemer per jaar
€ 700 € 700 € 600 € 600 € 500
Gemiddelde Gemiddelde
€ 500 € 400 € 400 € 300
Klein Klein Middelgroot Middelgroot Groot
€ 300 € 200
ZeerGroot groot
€ 200 € 100
Zeer groot
€ €- 100 Totaal
€-
Totaal
Figuur 22: ICT-kosten per deelnemer (n=31)
Figuur 22. Ict-kosten per deelnemer Figuur (n=31) 22: ICT-kosten per deelnemer (n=31)
De verschillende soorten van uitgaven (gemiddeld) zijn in de volgende figuur aangegeven. De verschillende soorten van uitgaven (gemiddeld) zijn in de volgende figuur aangegeven.
Verdeling ict-uitgaven Verdeling ict-uitgaven Salarislasten ict Salarislasten ict Inhuur consultants of externe exper se
19% 19%
28% 28%
1% 1% 4% 4% 5% 5%
Inhuur consultants of externe exper se Uitbesteding van ict-diensten (inclusief outsourcing), maar clouddiensten Uitbesteding vanexclusief ict-diensten (inclusief Clouddiensten outsourcing), maar exclusief clouddiensten Clouddiensten Hardware Hardware So ware
4% 4%
14% 14% 12% 12%
12% 12% 1% 1%
So ware Datacom Datacom Telefonie Telefonie Organisa ekosten (opleidingen etc.) Organisa ekosten (opleidingen etc.) Afschrijvingen Afschrijvingen
Figuur 23. Ict-kosten totaal)(n=31) Figuurnaar 23:kostencategorie(% ICT-kosten naarvan kostencategorie(% van totaal)(n=31)
Figuur 23: ICT-kosten naar kostencategorie(% van totaal)(n=31)
ICT Monitor mbo 2014 ICT Monitor mbo 2014
24
22 22
8.2 Personele kosten 8.2 Personele kosten 8.3 Begroting 2015 De gemiddelde salarislasten voor een zijn ongeveer € 58Ten .000 per jaar. gemiddeld De gemiddelde salarislasten voorICT-er een ict’er zijn opzichte van Er de is uitgaven in 2013 is er gemiddeld ongeveer ongeveer € 2.500 per persoon beschikbaar voor opleidingen. € 58.000 per jaar. Er is gemiddeld ongeveer een daling van circa 5% te zien in de begroting voor 8.2 Personele € 2.500kosten per persoon beschikbaar voor opleidingen (zie
2015 (zie figuur 25).
Personeelskosten fteper jaar. Er is gemiddeld figuur 24). De gemiddelde salarislasten voor een ICT-er zijn ongeveer €per 58 .000 ongeveer € 2.500 per persoon beschikbaar voor opleidingen. Opleidingsbudget Gemiddelde salarislasten € 55.678
Personeelskosten per€ 62.474 fte € 58.641 Opleidingsbudget
€ 55.678
€ 3.108 Klein € 3.108 8.3 Begroting 2015 Klein
€ 58.641
€ 3.730 Middelgroot
€ 57.525
€ 54.517 Gemiddelde salarislasten € 62.474
€ 57.525
€ 54.517
€ 1.528 Groot
€ 1.425
€ 2.629
Zeer groot
Gemiddeld
€ 3.730 € 1.528kosten per € 1.425 Figuur 24: Personele fte (n=30)
€ 2.629
Middelgroot
Gemiddeld
Groot
Zeer groot
Ten opzichte van de uitgaven in 2013 is er gemiddeld een daling van circa 5% te zien in de Figuur 24. Personele kosten per24: fte Personele (n=30) Figuur kosten per fte (n=30) begroting voor 2015. 8.3 Begroting 2015
Begroting 2015 t.o.v. uitgaven 2012/2013
Ten opzichte van de uitgaven in 2013 is er gemiddeld een daling van circa 5% te zien in de begroting voor 2015. Totaal per deelnemer Afschrijvingen Organisatiekosten (opleidingen Begroting 2015etc.) t.o.v. uitgaven 2012/2013 Telefonie Datacom Totaal per deelnemer So Afschrijvingen Hardware Organisatiekosten (opleidingen etc.) Uitbesteding van ict-diensten (incl.… Telefonie Inhuur consultants of externe expe tise Datacom Salarislasten So ict Hardware 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 1,2 Uitbesteding van ict-diensten (incl.… Inhuur consultants of externe expe tise Figuur 25. Veranderingen ict-uitgaven (n=30) in ICT-uitgaven (n=30) Figuurin 25: Veranderingen Salarislasten ict 0 ICT Monitor mbo 2014
0,2
0,4
0,6
0,8
Figuur 25: Veranderingen in ICT-uitgaven (n=30)
1
1,2
1,4
1,4 23
25
9. Conclusie en vervolg
26
De resultaten van deze ICT-monitor mbo 2014
jaren een transitie zal plaatsvinden van een op beheer
laten duidelijk zien hoe de ict-ondersteuning is
gerichte organisatie naar een regieorganisatie. Daar
georganiseerd en waar de mbo-scholen op dit moment
was in 2014 echter nog niet veel van te zien.
mee bezig zijn.
Aan de applicatiekant is te zien dat veel markten
Zo zien we dat de ict-ondersteuning sterk centraal
een sterke marktleider laten zien met marktaandeel
wordt ingericht met eigen centrale budgetten. En dat
van boven de 60%. Kleinere partijen verdwijnen,
ict de afgelopen periode iets hoger op de agenda is
waardoor de concurrentie wat afneemt.
komen te staan bij management en directie.
Ook in volgende jaren zal het onderzoek worden
De ontwikkeling naar meer SaaS en clouddiensten
uitgevoerd. Dan worden trends nog duidelijker
is duidelijk zichtbaar. Dat zal de komende jaren
zichtbaar. De meerwaarde van de monitor zal daarom
zeker gevolgen hebben voor de inrichting van de ict-
de komende jaren toenemen. Het is daarbij te hopen
afdelingen die nu nog sterk beheersmatig ingericht
dat instellingen die nu (nog) niet in staat waren om
zijn. Vorig jaar was de verwachting dat de komende
mee te doen, geïnspireerd zijn door deze resultaten.
Bijlage 1 Deelnemers aan de ICT-monitor mbo 2014: • Aeres Groep / Groenhorst
• Regio College
• Albeda College
• Rijn IJssel
• Alfa-college
• Roc Arcus College
• AOC de Groene Welle
• ROC de Leijgraaf
• Aventus
• ROC Graafschap College
• CITAVERDE College
• ROC Horizon College
• Clusius College
• ROC Kop van Noord-Holland
• Da Vinci College
• ROC Leeuwenborgh
• Drenthe College
• ROC MiddenNederland
• Friesland college
• ROC Mondriaan
• Graafschap College
• ROC Novacollege
• Grafisch Lyceum Rotterdam
• ROC Rivor
• Grafisch Lyceum Utrecht
• ROC van Amsterdam
• Helicon Opleidingen
• ROC Flevoland
• HMC vakschool voor hout, meubel en interieur
• ROC van Twente
• Hoornbeeck College
• SOMA College
• MBO Amersfoort
• Stichting Arcus College
• MBO Utrecht
• Summa College
• Noorderpoort
• Zadkine
• Onderwijsgroep Tilburg
27
Stichting Kennisnet Paletsingel 32 2718 NT Zoetermeer Postbus 778 2700 AT Zoetermeer T 0800 - 32 12 233 E
[email protected] I kennisnet.nl