Jaarverslag 2013
INHOUD Woord vooraf
3
Stichting Drugspastoraat Amsterdam
5
Het jaar 2013
6
Een omgekeerde wereld
8
Ontmoetingen in de Princehof
14
Geestelijke verzorging voor HVO/Querido
15
De mensen van het Drugspastoraat
16
Medewerkers in 2013
17
Feiten en cijfers
19
Stichting DPA Jaarverslag 2013
WOORD VOORAF
laten hen niet aan hun lot over. Waarbij ze oog hebben voor wat goed is om voor te leven.
Afgelopen jaar verscheen het boek van de predikant Carel ter Linden: Wat doe ik hier in godsnaam. In zijn boek beschrijft hij hoe de Keizerpinguin op de Zuidpool omgaat met de barre kou en de hevige sneeuwstormen die daar rondspoken. Het wijfje legt op het ijs, ver van de zee, één ei en dat draagt zij aan het mannetje over om uit te broeden. Hierna vertrekt ze naar zee om een vetlaag aan te leggen. De mannetjes blijven in een groep achter in de donkere, koude poolnacht. Het grote ei houden ze op hun voeten onder een beschermde huidplooi. Omdat ze door het ei worden gehinderd in hun bewegingen, zijn ze veroordeeld tot maandenlang vasten en overleven op hun vetreserves. Om de snijdende koude wind te doorstaan gaan de mannetjes dicht bij elkaar staan en ze blijven voortdurend in beweging, terwijl de rij vooraan, die de storm als eerste moet opvangen, telkens weer door een andere rij wordt afgelost.
In dit jaarverslag wordt de inzet van pastores en vrijwilligers op vele gebieden zichtbaar. Of het nu gaat om de wekelijkse vieringen in de mooie verbouwde Crypte of de jaarlijkse bedevaart naar Lourdes, waar deze keer ook letterlijk de hemel open ging en het heiligdom onder water kwam te liggen. Of de wekelijkse spreekuren waar aandacht is voor het persoonlijke verhaal van mensen. Een belangrijk onderdeel van het werk van de pastores is stilstaan bij het afscheid en de dood van mensen. Dankzij extra inspanningen van de penningmeester zullen overledenen ook de komende jaren verzekerd blijven van een plaats in het gezamenlijke graf. In bestuurlijke kring werden we afgelopen jaar ook getroffen door dit verdrietige lot met het overlijden van ons gewaardeerde bestuurslid Arend van de Beld. Terugblikkend op 2013 hebben er enkele noemenswaardige gebeurtenissen bij DPA plaats gevonden. Naast het vertrouwde gezicht van Nelly Versteeg is Mark Lieshout aangesteld als drugspastor en opvolger van Godian Ejiogu. Mark heeft afgelopen jaar goed zicht kunnen krijgen op het reilen en zeilen van DPA en weet op zijn verbindende manier mensen bij de activiteiten te betrekken. Afgelopen zomer zijn bestuur en medewerkers op zoek gegaan naar een nieuwe koers voor de toekomst. We zijn van plan om de komende jaren ons ook open te stellen voor mensen uit Oost Europa en de Nederlandse Antillen. Daarnaast willen we dat meer jongere vrijwilligers zich gaan inzetten.
En dat laatste beeld is heel bijzonder. Wat mensen vaak heel moeilijk vinden om te doen; medemensen in hun barre situatie opvangen, om te zien naar de ander in nood. De Keizerpinguin heeft de noodzaak om diegene die voor hem staat af te lossen, ontdekt omdat het de enige manier is om te met elkaar te overleven. Dit doet het beest blijkbaar van nature. Het besef met anderen te moeten samenwerken om te kunnen leven en te overleven. Overleven doen veel van onze mensen van Drugspastoraat Amsterdam. Ze zoeken, met vallen en opstaan, een weg in hun onrustige bestaan. Het is goed om te weten dat er mensen en plekken in de stad zijn waar ze op adem kunnen komen, kunnen schuilen tegen barre omstandigheden, waar ze hun verhaal kunnen delen, waar naar hen wordt omgezien. De twee pastores en de vrijwilligers van het DPA staan mensen bij en
Verder hebben we nagedacht over de rol van het bestuur, de inhoud van het werk en hoe we als DPA meer naar buiten moeten treden. Dit heeft al geleid tot het realiseren
3
Stichting DPA Jaarverslag 2013
van de nieuwe website. Ook hebben in het bestuur interne veranderingen plaatsgevonden waaronder het terugtreden van Ruud Huijsmans als voorzitter, waarbij hij gelukkig wel bereid bleek als bestuurslid aan te blijven. Net zoals de keizerspinguïn de koude poolnacht trotseert, schuift de rij door en hoop ik als interim-voorzitter, samen met mijn medebestuursleden het bijzondere werk van pastores en vrijwilligers een goed vervolg te geven. Als bestuur zijn we blij met het vele werk wat er door pastores en vrijwilligers op deskundige en betrokken wijze wordt verricht. Onze dank gaat uit naar hen!
fondsen en HVO Querido. Wij zijn blij en dankbaar dat de maatschappelijke opvang, fondsen, particulieren en (kerkelijke) organisaties het pastoraat voor mensen van DPA financieel ondersteunen. Collegainstellingen willen we hierbij bedanken voor hun constructieve samenwerking. In dit jaarverslag volgt een beschrijving van de activiteiten en financiën in het kader van Drugspastoraat Amsterdam in 2013. We wensen u veel leesplezier! Namens het bestuur en medewerkers, Hermen van Dorp - voorzitter ad interim juni 2014
Alle werkzaamheden van Drugspastoraat Amsterdam hadden nooit plaats kunnen vinden zonder de financiële steun van de vele
4
Stichting DPA Jaarverslag 2013
STICHTING DRUGSPASTORAAT AMSTERDAM
Amsterdam en daarbuiten rond geloof en zingeving.
Onder auspiciën van de Amsterdamse Raad van Kerken verzorgt de stichting DPA sinds 1990 in Amsterdam het pastoraat voor drugsgebruikers. De pastores en verdere medewerkers in dit oecumenisch opgezette pastoraat werken vanuit verschillende, deels kerkelijke, achtergronden. De pastores met een zending van de eigen kerk.
Werkwijze Als organisatie brachten wij ons motto ‘gastvrijheid, ontmoeting, bezinning’ in praktijk met: • wekelijkse vieringen op zondagmiddag in Amsterdam Centrum, • een spreekuur voor persoonlijk gesprek en een bezinnend groepsgesprek op donderdag, • een vrouwengroep voor kwetsbare vrouwen, tweewekelijks op dinsdagavond, • geestelijke verzorging, individueel en in groepen, voor HVO-Querido op 9 locaties, • presentie in de (Vrouwen) Avond Opvang in de Princehof, • individuele contacten bij mensen thuis, in het ziekenhuis en in andere instellingen, • een Lourdesreis in juni, • een Kruiswegviering in Heiloo op Goede Vrijdag, • stervensbegeleiding en zorg voor overledenen en nabestaanden in uitvaarten.
Uitgangspunt Uitgangspunt van het DPA is dat, zoals elk mens, ook de drugsgebruiker een beeld is van God, zijn schepper. Voor ons, pastores en vrijwilligers, de verzorgers van het drugspastoraat, betekent dit: grote eerbied voor de menselijke persoon en voor de levensgeschiedenis van de ander. Een ieder is welkom, onvoorwaardelijk en met respect voor ieders geloof en levensovertuiging. Het uitgangspunt van het DPA dragen wij uit door te werken onder het motto: ‘gastvrijheid, ontmoeting, bezinning’. Doel In Amsterdam wonen veel mensen die langdurig harddrugs gebruiken of lange tijd gebruikt hebben. Sommigen zijn dakloos. De meesten wonen - al dan niet met begeleiding zelfstandig of wonen in de Maatschappelijke Opvang. Het Drugspastoraat is er voor de (ex)gebruikers die ervaren dat ze maatschappelijk gezien niet meedoen. Mensen die een plek zoeken waar ze gezien en gehoord worden, verhalen kunnen delen, ervaren dat ze ergens bij horen en kunnen meedoen. Het Drugspastoraat is een plek waar mensen die de klem van verslaving, armoede en uitsluiting kennen hun verhaal delen en perspectief en zin in hun leven zoeken. Het Drugspastoraat doet dit door ontmoetingen te organiseren - in groepsverband en in persoonlijke pastorale contacten - in
Twee pastores zijn in 2013 als theologisch geschoolde professionals in het DPA werkzaam. Zij geven leiding aan ongeveer vijfendertig vrijwillige medewerkers. Samen met hen verzorgen zij de vaste activiteiten. Het DPA-bestuur fungeert als werkgever, zorgt voor de financiering en ziet toe op coaching, planning, verslaglegging e.d.. Waar dat praktisch gewenst en mogelijk is, staan de bestuursleden de pastores en de vrijwilligers bij in hun werk. Een beleidsplan omschrijft gedetailleerd de organisatie en de werkwijze van het DPA. Het beleidsplan wordt via een jaarlijks werkplan actueel gehouden.
5
Stichting DPA Jaarverslag 2013
HET JAAR 2013 (Nelly Versteeg) Twee in het oog springende veranderingen waren er dit jaar: een nieuwe pastor en een nieuw logo, gekoppeld aan een vernieuwde website. Mark Lieshout volgde Godian Ejiogu op als een van de pastores. Een personeelswisseling heeft impact en kost tijd. Voor Mark om vertrouwd te raken in een voor hem nieuwe wereld en vertrouwen op te bouwen. Voor de bezoekers en de mensen die wij bezoeken om opnieuw vertrouwen te geven en vertrouwd te raken met een nieuw gezicht. Een kernelement in het Drugspastoraat is verbindingen aangaan met mensen, relaties opbouwen, verhalen vertellen en laten vertellen, bevorderen van gemeenschapsvorming. En daarom is het fijn dat het Drugspastoraat en Mark elkaar gevonden hebben. De activiteiten konden doorgaan. Continuïteit is gewaarborgd. Geert Battjes, een medewerker van het Drugspastoraat, ontwierp een nieuw logo ter vervanging van het scheepje, symbool van de wereldkerk en onze verbondenheid met de Raad van Kerken. Het nieuwe logo wil laten zien wie we zijn en voor wie. Pastoraat met een stevige poot in Amsterdam. Herkenbare letters, maar wel handgeschreven, die staan voor het maatwerk dat we als pastoraat aan de dag willen brengen. Geen hoofdletters, niet hoogdravend, maar laagdrempelig. Meerkleurig, even veelkleurig als onze mensen zelf zijn. De blauwe kring staat centraal in het pastoraat en symboliseert de ontmoeting van en met mensen. Het ontwerpen van een nieuw logo was onderdeel van een plan om de website te vernieuwen met betere en toegankelijke teksten, meer sprekende beelden, een overzichtelijker indeling, frissere en warme kleuren. De gebruiksvriendelijkheid werd veel groter. 6
Stichting DPA Jaarverslag 2013
De vernieuwde website is een belangrijk middel om het werk van vrijwilligers en pastores onder woorden en in beeld te brengen. Zo willen we ook de kracht van mensen naar buiten brengen en laten zien wat er is opgebouwd. Vanuit een gevoelde verbondenheid, de ervaring dat je 'ergens bij hoort', bij de Crypte, bij de mensen die naar Lourdes zijn geweest, bij de vrouwengroep, groeit ook de behoefte om 'mee te doen'. In de loop van de tijd zijn bijv. vrouwen gaan meehelpen bij het koken voor de vrouwengroep en delen ze hun creativiteit met de anderen bij een activiteit na de maaltijd. Bij vrijwel alle activiteiten van het Drugspastoraat werken steeds meer mensen mee die verslaving en soms ook dakloosheid uit eigen ervaring kennen. We merken dat het mensen krachtiger maakt om mee te doen, omdat het structuur en zin geeft, omdat het gezellig is en afleiding biedt - ook als het even minder goed met iemand gaat. De (nieuwe) mogelijkheden die mensen zelf ontdekken blijken heilzaam. Voor henzelf, omdat het hen een hoopvol perspectief biedt en voor anderen, omdat het hen kan prikkelen om dit voorbeeld te volgen. En uiteindelijk hopen we ook dat het heilzaam is voor zoiets ongrijpbaars als het 'maatschappelijk klimaat'. Hoe er wordt aangekeken tegen drugsgebruikers, dak- en thuislozen, werkt door in de bejegening van hen en in de inhoud van het beleid. Door onze verhalen en de verhalen van onze mensen te vertellen willen we pleitbezorger zijn van een rechtvaardiger samenleving waarin mensen als 'mens' gezien worden. In dit verband was het bijzonder dat burgemeester Romeyn van Heiloo vroeg wanneer we op Goede Vrijdag de Kruisweg zouden lopen bij het heiligdom 'Onze Lieve Vrouwe ter Nood'. Door de twitterende straatpastor Luc Tanja wist hij van het jaarlijkse bezoek van Straat- en Drugspastoraat aan deze plek. De burgemeester wilde de groep uit Amsterdam graag ontvangen en de Kruisweg meelopen.
7
Stichting DPA Jaarverslag 2013
EEN OMGEKEERDE WERELD ervaringen van een nieuwe pastor (Mark Lieshout)
laat ik eens drugsverslaafd worden”. Die logica kon ik zelf al opbrengen. Ik werd getroffen door de levensverhalen van mensen en hoe een verslaving daarin binnensloop.
Bijna 25 jaar werkte ik als aalmoezenier in het leger. Vaak gehoorde thema's waren daar: van spijkerbroek naar groen (ik werkte vooral bij de landmacht). Wat betekent het voor een nieuwe militair om uit het burgerleven te stappen en het leger in te gaan? Veel structuur en uniformiteit, discipline en lichamelijke gezondheid. Voldeed je niet aan de eisen, dan was het 'einde oefening' en kon je via de poort weer naar huis. Hetzelfde gebeurde als je betrapt werd op het gebruik van drugs. Voor mij is het een omgekeerde wereld geworden: van groen naar spijkerbroek. Van uniformiteit naar veelkleurigheid en minder structuur. Een wereld waar veel over gepraat wordt, met een afwijzende blik vaak, vanuit onbegrip of etiketterend. Ik kende deze wereld niet, maar wetende dat God maar één wereld heeft geschapen, zijn allen onze naasten en brengt de herder derhalve geen scheiding aan in de kudde, maar beziet hij wat nodig is voor ieder mens in de kudde. Dat is, modern uitgedrukt, de core business van het pastoraat, dus ook van het Drugspastoraat in Amsterdam. En voorwaarde om dit goed te doen is: onvoorwaardelijk te zijn.
Laat ik haar Ria noemen: “Alsof het de normaalste zaak van de wereld was, werd ik door mijn vader en broers verkracht, totdat ik ontdekte dat dat helemaal niet zo normaal is. Het gevoel van schuld, schaamte ... Ik word vroeg wakker, badend in het zweet en maak het allemaal weer mee … Ik drink de pijn weg, dan kan ik het even vergeten.” Of Johan: “Ik heb in het een na het andere jeugdhuis gewoond. Mijn moeder kon mij niet grootbrengen en heeft mij het huis uitgezet. Ze kon er niks aan doen. Ze werd agressief als ze te veel dronk. In die tehuizen was ik niet gelukkig. Niemand geeft echt om je en je moet steeds voor jezelf opkomen. Als ik gebruikte voelde ik me even gelukkig. Ik heb mogen ervaren dat God nog wel van me houdt. Hij heeft mij met lieve mensen om mij heen uiteindelijk van de verslaving af geholpen.” Of Ali: “……Mijn vader, moeder, broertjes en zusjes zijn voor mijn ogen vermoord. Door mensen die we goed kenden uit het dorp en ineens vijanden werden, omdat wij moslim waren. Ik ben gevlucht en uiteindelijk in Amsterdam terechtgekomen. Nog dagelijks zie ik de beelden voor me; ik wil en kan ze niet vergeten. Ik vertel het verhaal telkens opnieuw, tot vervelens toe voor sommige mensen, maar ik kan er niets aan doen… Af en toe gebruik ik nog om me even goed te voelen”
In de eindejaarsbijeenkomst met alle medewerkers van het drugspastoraat werd deze onvoorwaardelijkheid als kernwaarde genoemd, naast het bieden van ruimte voor het verhaal van de ander, ontmoeting en het ontdekken van perspectief. Het spreekuur Wat mij gauw duidelijk werd is dat niemand kiest voor een verslaving, in de zin van “Kom
8
Stichting DPA Jaarverslag 2013
Of een ander: “De hulpverleners willen van alles van me, maar ik kan het nog niet, stoppen, bedoel ik. En dat moet, anders kunnen ze me niet helpen. Ik woon al jaren op straat en kan geen kant op. De mensen mogen mij niet zien, vindt de gemeente. Nou, dan moeten ze daar wat voor regelen…” “Als ik de premie van mijn ziektekosten niet op tijd betaal, dan moet ik boete betalen en worden mijn schulden alleen maar sneller groter… Hoe kan ik hier ooit nog uit komen? Volgende week krijg ik mijn uitkering, maar mijn koelkast is leeg en morgen komen mijn kinderen langs. Kunnen jullie me even helpen met boodschappen?...” Zomaar een greep uit de verhalen die mensen op het spreekuur vertellen. Iedere donderdagmiddag komt een vaste kern naar onze inloop. En ook nieuwe bezoekers of mensen met wie lang geen contact was, lopen binnen. Wekelijks verwelkomden we 35-40 bezoekers. We zorgden altijd voor koffie, thee en koekjes en een eenvoudig besmeerde boterham. Aan het einde van het jaar hebben de boterhammen plaats gemaakt voor een eenvoudige, goede warme maaltijd. Onze mensen waarderen dat. Het spreekuur is een echte plek van ontmoeting en waar mensen op verhaal kunnen komen. Wie wil, kan meedoen met een groepsgesprek over een levensthema. De sfeer is huiselijk, kaarsjes op tafel, muziek op de achtergrond. De pastores en vrijwilligers zijn er beschikbaar voor een persoonlijk gesprek. Wanneer er sprake is van een noodsituatie wordt geld voorgeschoten om boodschappen voor een paar dagen te doen, voor een identiteitsbewijs zodat iemand een uitkering kan aanvragen, of voor een bril voor een illegale dakloze. Ik voelde me als beginnend drugspastor in het begin soms machteloos, vooral ook omdat ik eerder vooral oplossingsgericht kon werken. Ik zou iedereen graag geld geven. Die machteloosheid past meer bij mezelf. Onze mensen verlangen niet dat wij van alles oplossen. Ruimte bieden, zodat mensen hun verhaal kunnen vertellen is veel waard. En dat hoor ik terug. 9
Stichting DPA Jaarverslag 2013
- “Ik ben niet de enige die er zo over denkt en dat geeft me steun”.
- “Hier kan ik mijn verhaal vertellen, zonder dat ik er op beoordeeld word. Ik vind het belangrijk dat er naar me geluisterd wordt zonder horloge. Ik vind het belangrijk dat er echt geluisterd wordt.” - “Ik vind het moeilijk het erover te hebben, misschien een volgende keer. Ik schaam me dood” - “Ik weet wel wat ik beter zou moeten doen, maar ik kon het weer niet, het wil niet lukken”. - “Die hulpverleners willen van alles, maar je moet aan hun voorwaarden voldoen, anders laten ze je vallen. Hier kan ik altijd terecht” - “Hier hoeft niks.”
De vieringen in de Crypte het bijbelverhaal in (menselijk) perspectief… In iedere viering staat een bijbelverhaal centraal. Dat is geen ongebruikelijke traditie voor me. Het verhaal wordt vooraf in een inleiding geduid, naar betekenis, naar context en bedoeling van de schrijver. Dan wordt het verhaal zelf gelezen. Gezien de gewoonten in de christelijke kerken om eerst uit de bijbel te lezen en dan een preek te laten volgen, is dat al een beetje omgekeerde wereld. Maar echt nieuw voor mij is het gesprek dat volgt op inleiding en bijbelverhaal. Met een vraag wordt dit gesprek opgestart en kunnen de mensen er hun ervaringen naast zetten. De eerste keren was dit voor mij best spannend, want heb ik het verhaal genoeg kunnen betrekken op de ervaringswereld van de luisteraars in de Crypte? (Op zich was dit natuurlijk al de intentie van de schrijver van toen!) En als dat dan gebeurt, weten we dan het thema vast te houden? Want soms vliegt het gesprek alle kanten op. In feite wordt mijn inleiding onmiddellijk naar waarde geschat: heb ik aansluiting kunnen vinden op wat onze bezoekers bezighoudt? Zo krijg ik als pastor ook veel terug en geeft het bijbelverhaal mij, net als de bezoekers, verdieping en wisselende perspectieven.
Hun machteloosheid kunnen delen is genoeg, oog hebben voor hun gebrokenheid en kwetsbaarheid én levenskracht en hoop. Als pastor is het belangrijk dat je het uithoudt bij mensen, hen niet in de steek laat. Ook wanneer mensen voor een zoveelste keer en voor hun eigen gevoel de fout in gaan, laat je een mens niet vallen. En dat weten ze. Maar dat vertrouwen moet je wel eerst opbouwen. Dat geldt overigens voor iedere pastor in iedere situatie. Een onderzoekje dat we hielden onder de bezoekers van het spreekuur bevestigde dit. Natuurlijk waren de maaltijden, de shag, de boodschappen welkom, maar de behoefte aan steun en aandacht voor spiritualiteit stond bovenaan. Het spreekuur moet een plek zijn waar mensen zich thuis voelen, met elkaar in gesprek kunnen raken en gehoord worden, hun inzichten en ervaringen kunnen delen. De gespreksgroep rond thema’s uit de bijbel en (dus) uit het leven gegrepen, wordt belangrijk gevonden.
- “Ik leerde in dit verhaal dat ik na zoveel huwelijken en kinderen van verschillende mannen niet afgeschreven ben, maar gewoon geaccepteerd word”, naar aanleiding van de oudtestamentische vrouwen uit de lezingen van de advent. - “Bij God kun je altijd terugkomen, ook al heb je niks van je leven gemaakt. Zonder hoop kan ik niet verder”, klonk het ook in de adventtijd.
- “Zo hoor je hoe anderen over bepaalde dingen denken en daar heb ik soms best wel wat aan”.
10
Stichting DPA Jaarverslag 2013
- “Door de liefde van de zusters van Moeder Theresa heb ik geleerd dat ik de moeite waard ben, terwijl ik dat al bijna vergeten was”, op de vraag: Is er een moment in je leven dat jou veranderd heeft? - “De Crypte is een rustpunt, even ontsnappen aan de drukte van de stad, een kaarsje branden.” - “Ik voel dat ik ergens bij hoor”. Wat mij opvalt is hun betrokkenheid op de wereld om hen heen. De kaarsjes die aangestoken worden zijn maar zeer ten dele gericht op henzelf, tenzij het gaat om kracht om het uit houden. Er wordt gebeden voor zieke relaties, voor vrede in de wereld, om een tolerante samenleving. Ontroerend zijn de kaarsjes en intenties die betrekking hebben op het lief en leed in de eigen gemeenschap van het pastoraat. Voor de romantiek van Kerst is geen plaats. Die wordt juist gemeden. De keuze voor de geboorte van Gods zoon bij een vrouw die wettelijk nog geen relatie heeft is herkenbaarder; of je nu zelf die moeder bent of kind van zo'n moeder en hoe daar door de omgeving op gereageerd werd of wordt. Met Allerzielen dachten we aan alle mensen die ons ontvallen waren binnen de eigen familie- en, vriendenkring en binnen het Drugspastoraat. Ook nabestaanden werden uitgenodigd. Dankbare herinneringen, verdriet, rust en saamhorigheid wisselden elkaar af. Welke betekenis de viering had verschilde voor de aanwezigen: - “Wij mogen anderen niet vergeten”. - “Niemand heeft voor niets geleefd”. - “In de hemel kom je bij God thuis”. Wat belangrijk is dat de ervaringen en inzichten van mensen geen discussiepunten worden. De vrije ruimte en het onderlinge vertrouwen zijn van wezenlijk belang voor onze vieringen. In die ruimte kunnen mensen hun unieke, verschillende interpretaties kwijt. Ze verwoorden eigen beelden, verwachtingen en teleurstellingen over God en mensen. Soms geeft dat weer nieuwe moed, of nieuw vertrouwen. Mensen hebben ook elkaar nodig om die hoop te voeden. 11
Stichting DPA Jaarverslag 2013
- “Omdat ik hoop dat ik er steun kan vinden.” - “Ik zie wel, ik laat het over me heen komen.” - “Ik ben gelovig en heb altijd al naar Lourdes willen gaan.” - “Misschien helpt het….” - “Ik heb gehoord dat we er gaan paardrijden” - “Ik wil mij wassen in de baden.”
Lourdes (te) veel zegen van boven Veertien keer was ik met militairen in Lourdes. Dit jaar voor het eerst met het drugspastoraat. In twee opzichten was het heel bijzonder voor mij. Zo’n reis van een hele week vraagt veel voorbereiding. Zeker ook, omdat je het de reizigers zo aangenaam mogelijk wil maken en je zo weinig mogelijk voor verrassingen wil staan en….het mag niet al te duur zijn. Dat is in vele opzichten een hele klus. Waar je militairen met een simpele mail kunt instrueren hoe laat ze waar moeten zijn en wat ze mee moeten nemen, ligt dat voor onze pelgrims iets genuanceerder, zachtjes uitgedrukt.
Een greep uit de motivaties, die allemaal valide zijn en omdat geen enkele pelgrim van tevoren weet wat er in Lourdes te halen valt. Lourdes moet je meemaken ... Zaterdag, vroeg in de morgen rijden de taxi’s het Stadionplein op en brengen onze 24 gasten naar de klaarstaande bus, volgestouwd met 28 bananendozen vol eten en drinken. Het wordt een lange en vermoeiende reis, met regelmatig pauzes, ook om de kleine verslavinkjes een kans te geven. Achttien uur later rijden we de ‘Cité Saint-Pierre’ op; het is de plek waar de gastenverblijven van Lourdes zijn voor de mensen die krapper bij kas zijn. Cité SaintPierre wordt gerund door vrijwilligers uit heel Europa, die als gastheer, gastvrouw, kok, schoonmaak(st)er, enzovoorts anderen van dienst willen zijn. Allen zijn even vriendelijk en behulpzaam.
De medicatie moet mee en goed beheerd en verstrekt worden. Want de reis is allereerst bedoeld voor zieke mensen, naar lichaam en/of geest. De bus moet geregeld en gevuld worden met eten, drinken, koek, snoep voor de heen- en terugreis, boekjes gemaakt voor de verschillende vieringen. We vragen de deelnemers drie keer te komen om de reis voor te bereiden. Voorwaarde is dat ze er dan ook zijn. We maken kennis met elkaar. Er worden afspraken gemaakt over de overdracht van de medicatie met de verpleegkundige, het programma wordt toegelicht, de legitimaties gecheckt, praktische tips voor onderweg en ter plaatse gegeven en ga zo maar door. Ook praten we over verwachtingen en wat de reis voor mensen kan betekenen.
De eerste dagen zijn ter oriëntatie: de plek waar we zijn wordt verkend, een eerste bezoek aan de heiligdommen met als centrum de Lourdesgrot, aan het stadje, de Lidl voor boodschappen ‘van noodzakelijke aard’ en we doen mee aan de dagelijkse lichtprocessie in de avondschemering. Honderden mensen lopen, bidden en zingen met kaarsjes, ook wij achter ons vaandel. Mensen raken onder de indruk van de sfeer van saamhorigheid, van devotie, van het delen van gelijksoortige gevoelens … er gebeurt iets.
De redenen om mee te gaan bleken ook dit jaar weer verschillend: - “Eens even weg uit de dagelijkse zorgen, geen gezeur aan je kop.”
12
Stichting DPA Jaarverslag 2013
Toen brak de hemel open en begon het te regenen. Het zou zo uit het verhaal van Noach geciteerd kunnen worden. Het water uit de hemel, het smeltwater uit de bergen, - het kwam allemaal bij elkaar in het dal van Lourdes (door de Fransen ook wel 'de pispot van de Pyreneeën' genoemd). De rivier de Gave gaf meer dan de bedoeling was. Voor een tweede keer binnen een jaar liep het benedenstadje van Lourdes onder water, de heiligdommen incluis. Als al het water wijwater was geweest, dan zouden wij ons de meest gezegende pelgrims hebben kunnen noemen. De lichtprocessie bleek de laatste mogelijkheid geweest te zijn om bij de grot te komen. Deze overstroming schopte het hele programma danig in de war: geen mogelijkheid om te baden bij de grot, geen paardrijden in de Pyreneeën vanwege de modderstromen, geen bezoek aan onderaardse grotten vanwege de hoge waterstand, geen panoramische vergezichten vanaf een in mist gehulde Pic du Jer. Maar de sfeer bleef goed, ondanks de ene teleurstelling na de andere. Misschien dat onze mensen beter geleerd hebben dan wie dan ook hoe je met teleurstellingen om moet gaan. Het hele team bedacht alternatieven. We bezochten het museum van Lourdes, we reden een andere pas dan voorzien en konden toch sneeuwballen gooien. Naast de dagelijkse ochtendwijding hielden we onze vieringen op de Cité zelf. Een viering met een waterritueel (in plaats van de baden op het heiligdom) maakte erg veel indruk op de deelnemende mensen, “alsof er iets van je afgewassen werd”, een reinigingsritueel en een soort nieuwe, frisse start. De slotviering bracht de ervaringen van de mensen bijeen, dankbaar om wat was gebeurd. “Ik was onder de indruk van al die mensen met die kaarsjes, die bidden en zingen: je voelde je echt samen, als één grote familie”, luidde een evaluatie. “Ik kan er weer even tegen”. “Heerlijk eens even weg te zijn uit die drukte en zo in de watten gelegd te zijn door al die mensen”. “Ik zie er erg tegen op om weer alleen in mijn tentje te moeten kruipen; hier hoorde ik erbij.” 13
Stichting DPA Jaarverslag 2013
ONTMOETINGEN IN DE (VROUWEN)AVONDOPVANG IN DE PRINCEHOF (Grada van Harten)
Alle keren dat ik de heren bezoek in de gebruikersruimte vind ik hem op dezelfde plaats. Hij wil graag een bijbel en daar kan ik voor zorgen. Dan blijkt dat hij die niet kan lezen. Een leesbril helpt hem, en dat blijkt niet alleen voor hem te gelden, ik ben mijn voorraadje al snel kwijt. Een volgende keer vraag ik hem of hij een lievelingstekst heeft en tot mijn verrassing noemt hij Psalm 38. Het is een gedicht van David, die er lichamelijk en geestelijk slecht aan toe is. Zo voelt deze man zich ook, bedreigd en belaagd, ziek en gekwetst. Hij roept met David God op om hem niet te straffen voor zijn zonden, maar hem juist nabij te zijnen hem niet te verlaten.
Jarenlang heb ik haar niet gezien in de vrouwenopvang, maar ineens is ze er weer. Ooit vertelde ze me dat ze op haar 14e zwanger is geraakt. Het kindje was onvolgroeid en stierf kort na de geboorte. Elk jaar zoekt ze de begraafplaats elders in het land op om er wat neer te leggen. Binnenkort zou het weer zover zijn en ik maakte haar erg blij met een mooi gevormd stenen hartje voor op het grafje. Nu ik haar weer spreek is ze erg opgewonden en ik moet meteen brieven van de rechtbank lezen. Ze is voorwaardelijk vrijgelaten uit de gevangenis en dat was net op tijd om haar woonplek te houden. Dankbaar komt ze een lichtje aansteken en daarbij spreekt ze een ontroerend gebed uit voor alle mensen op de aarde en in de kosmos.
Het lopen van de Kruiswegstaties in Heiloo roept veel emoties op. Het eigen lijden wordt herkend en verbonden met het lijden van Jezus. Vallen en opstaan. En soms iemand hebben die je helpt om je kruis te dragen, al of niet vrijwillig. En kun je wel altijd vergeven? Is het soms niet te erg? Verlaten zijn van God en mensen, dat kan ook zomaar je eigen ervaring zijn. Mensen luisterden goed naar elkaar en probeerden elkaar moed in te spreken. “Hij viel wel, maar hij is mooi niet blijven liggen. Hij moest verder en jij ook, dat kun je”. Iemand stak bij iedere statie in stilte een lichtje aan en liet dat achter. Er werden bloemen aan de voet van het kruis gelegd. Sommigen staken ze liever tussen de benen van de Gekruisigde.
Of hij iets met geloven heeft? Jazeker, en hij steekt zijn handen en armen uit met daarop tatoeages van een kruis en de tekst: “Love God”. Zijn broek uittrekken vind hij te gek, anders zou hij me er nog meer kunnen laten zien. Hij wil graag en rozenkrans om boven zijn bed te hangen. Als ik hem later weer ontmoet laat hij foto’s zien van zijn woonruimte. Overal door hem zelf gemaakte schilderijen met vaak een kruis als middelpunt, en een foto van zijn bed, met de rozenkrans er boven. Het kruis is belangrijk in de strijd tegen voodoo. En hij gaat stoppen met gebruiken, morgen.
Deze keer hadden we heel goed weer, maar ik moest terugdenken aan een keer toen het guur en koud was met natte sneeuw. Dat deed iemand uitroepen: “Moet die Jezus nou nog lang lije, ik ben het zat.”.
14
Stichting DPA Jaarverslag 2013
GEESTELIJKE VERZORGING VOOR HVO-QUERIDO (Nelly Versteeg) In 2013 zetten we onze werkzaamheden in het kader van de raamovereenkomst met HVO-Querido voort. HVO-Querido is een van de grootste organisaties voor huisvesting en dagbesteding van dak- en thuislozen, drugsgebruikers en mensen met psychosociale problematiek in Amsterdam. Zes vrijwilligers en beide pastores bieden geestelijke verzorging - individueel en in groepen op de volgende locaties van HVO-Querido: de Aak, Anton de Komplein, het DagActiviteitenCentrum (DAC) Linnaeushof, het Martien Schaaperhuis, Noordzijde, de Rijswijk, de Straetenburgh, Varikstraat en de Veste. Daarnaast werden cliënten van de woonbegeleidingsprojecten Fleerde (waaronder de cliënten in de Venser) en Discus, als ze daar om vroegen, thuis bezocht. De behoefte aan persoonlijk contact is onder cliënten van de maatschappelijke opvang niet veel anders dan onder mensen die een eigen voordeur hebben. Daarnaast proberen we mensen bij elkaar te brengen voor een groepsgesprek of zingevingsactiviteit. Gezelligheid is belangrijk, want juist dan kan de vrijmoedigheid groeien om over geloofsvragen en de grote vragen van het leven te spreken. Geloof is geen voorwaarde voor deelname. Veiligheid en verbondenheid kunnen ervaren staat voorop. In plaats van een groepsgesprek bezocht ik met een paar bewoners van de Straetenburgh de Westerkerk in Amsterdam. Ze hadden het zelf bedacht. Zowel de gids als de deelnemers genoten! Een paar maal overleed iemand in de maatschappelijke opvang. Naast een respectvol afscheid is ook het bij elkaar brengen van mensen die zich verbonden wisten met de gestorvene belangrijk. Medebewoners en hulpverleners vertellen over iemands misère en grandeur. Familie doet het vaak goed te merken dat mensen zich het lot aantrokken van hun naaste met wie het contact moeizaam was of verbroken werd. Florentine overleed ver van haar familie in Roemenië. Land- en lotgenoten van de straat musiceerden. 15
Stichting DPA Jaarverslag 2013
DE MENSEN VAN HET DRUGSPASTORAAT (Nelly Versteeg) In memoriam Arend van de Beld geboren op 29 augustus 1956 in Zeist, gestorven op 8 juni 2013 in Amsterdam Op 15 juni, vroeg in de ochtend, begon voor de groep van het Drugspastoraat de bedevaart naar Lourdes. Arend wilde dit jaar heel graag als vrijwilliger en begeleider vanuit het Drugspastoraat meegaan. Maar een week voor vertrek overleed hij aan slokdarmkanker. laatste jaren voerde Arend zulke gesprekken maandelijks samen met Akke Langereis in de opvang in de Varikstraat. Daarnaast heeft Arend vele jaren de vrijwilligersbijeenkomsten in Zuidoost voorbereid en geleid. En na het samengaan van het drugspastoraat Zuidoost en Centrum vertegenwoordigde hij het werk in Zuidoost in het bestuur.
Sinds eind jaren '80 was Arend betrokken bij opvang en pastorale zorg voor drugsgebruikers in Zuidoost. Het begon met koude opvang door de werkgroep Kerk in Ganzenhoef en een jaarlijkse kerstviering met gebruikers in de Nieuwe Stad. Het groeide uit tot een wekelijkse zondagsviering in de drugshulppost Zuidoost in samenwerking met Streetcornerwork. De pastorale aandacht voor gebruikers in Zuidoost breidde uit toen de groep vrijwilligers onder leiding van Arend zich aansloot bij het Drugspastoraat Amsterdam, dat zich tot dan toe vooral op de gebruikers in het centrum richtte.
Arend is al die jaren een trouwe en ook een stille kracht geweest. Hij was niet iemand van de grootse plannen, wel van de lange adem. Hij had iets van de wijngaardenier uit een gelijkenis die Jezus vertelt (Lucas 13,6-9). De eigenaar komt al drie jaar tevergeefs om vruchten en stelt voor deze nutteloze vijgenboom om te hakken. De wijngaardenier vraagt om geduld. Hij zal de grond eromheen nog eens omspitten en mest geven. Misschien dat hij dan het komende jaar vrucht zal dragen. Het beeld van de bijbelse wijngaardenier past ook bij Arend, omdat hij vanaf 1980 werkzaam was bij de hortus van de Vrije Universiteit.
Arend is ruim 25 jaar trouw gebleven aan de gebruikers, de medebewoners van het stadsdeel waar hij al die tijd ook woonde. Hij smeerde broodjes en zette koffie voor de bezoekers van de zondagsvieringen. Maar misschien was wel belangrijker dat hij - net als andere vrijwilligers op hun beurt - er was. Om samen te zingen, te bidden en bijbel te lezen. Om te ontdekken dat je vragen over het leven en geloven deelt - hoe je ook in het leven staat. Om te ontdekken dat je elkaar kunt inspireren en bemoedigen in een open gesprek over geloof en leven met elkaar. De
Het geduld en de volharding, de veelzijdige inzet en de rust van Arend zullen we missen.
16
Stichting DPA Jaarverslag 2013
MEDEWERKERS IN 2013 (tijdens het gehele jaar of een deel van het jaar) Bestuur Arend van de Beld ( 8 juni 2013) - Harmen Binnema (secretaris) - Klaas de Bruijn - Hermen van Dorp (voorzitter) - Jan van Duijn (penningmeester) Marijke Elsenburg - Ruud Huysmans (voorzitter) Rob Steinbuch Adviseur Paul van Oosten (Protestantse Kerk Amsterdam) Pastores Godian Ejiogu - Mark Lieshout - Nelly Versteeg Vieringmedewerkers Geert Battjes - Elze Baikit - Jeffry Ferouge - Cees van de Graaf - Maschinka Groot - Grada van Harten Marck Ho-Tham-Kouie - Jan van Heel - Vera Jirak Dulcy Kensmil - Laspalmer O'Jeah - Hannie Stap Luc Tanja - Trees van Vliet - Eduard van Wingerden Medewerkers Zuidoost Eline Babel - Arend van de Beld - Henk de Boer - Jos de Boer - Wim Hilderink - Akke Langereis - Ivita Pang Atjok Pastoraatsgroepleden Geert Battjes - Martha Bergsma - Hans Boonman Hans Dekker - Wim Ernst - Gelsche Goudswaard Grada van Harten - Gesina Hoogsteen - Tom Ponsioen Marleen Wijdeveld Medewerkers spreekuur Geert Battjes - Hans Boonman - Jason Farrell - Vera Jirak - Phill - Jacky Wienholds - Francis te Wierike Eduard van Wingerden Stagiaires Peet Langen - Alberto Schreutelkamp Johannes van Voorst tot Voorst Begeleiders Lourdesreis Annelieke ter Heege - Bert van der Laan - Mark Lieshout - Eline Norah - Luc Tanja - Gert Thesingh Frank Verheijen - Nelly Versteeg
17
Stichting DPA Jaarverslag 2013
Godian Ejiogu nam na 2 jaar afscheid van het Drugspastoraat. Half mei begon zijn opvolger: Mark Lieshout. Hans Boonman stopte aan het einde van het jaar bij het spreekuur. Hij was daar een trouwe gesprekspartner en als maatschappelijk werker bekend met de mogelijkheden in Amsterdam in de eerstelijns hulpverlening. Gelsche Goudswaard werkte in de loop van de jaren aan veel activiteiten van het Drugspastoraat mee: vieringen in de Crypte, spreekuren, de Lourdesreis, kloosterdagen. Daar stopte ze een paar jaar geleden al mee. Haar bezoekwerk aan vrouwen thuis en mensen die langere tijd buiten Amsterdam verbleven in de Harscamp, een verpleeghuis van het Leger des Heils in Baarn, zette ze nog voort tot dit jaar. Met de sluiting van de Harscamp en de overgang van bewoners naar de Blinkert, een beter geoutilleerd verpleeghuis in Baarn, wilde Gelsche haar werk bij het Drugspastoraat afsluiten. Gelsche was 'het lijntje met Amsterdam'. Voor velen die geen of weinig contact met familie of vrienden hadden, was het bezoek van Gelsche een welkome afleiding. Het gaf het gevoel dat er iemand naar hen omkeek, met oog voor de kleine en grote vragen van het leven. Vanuit het Missionhouse Amstelrank hielpen Elze en Phill van september 2012 tot juni 2013 mee bij de viering en het spreekuur. Stagiaires wisten het Drugspastoraat te vinden. Wij werken er graag aan mee om dit werk en de leefwereld van onze bezoekers zichtbaar te maken bij opleidingen. En we leren er zelf ook van. Peet Langen en Alberto Schreutelkamp liepen een pastorale stage vanuit de opleiding HBO Godsdienst/Pastoraal Werk. Johannes van Voorst tot Voorst liep na een studie theologie stage in de St. Nicolaas. In dat kader werkte hij twee weken mee bij het Drugspastoraat. Zo bereidde hij zich voor op zijn diakenwijding in 2013 en priesterwijding in 2014.
18
Stichting DPA Jaarverslag 2013
FEITEN EN CIJFERS (Nelly Versteeg) Bereik van de vaste activiteiten • 85 mensen bezochten de vieringen in de Crypte; gemiddeld deden 20 mensen mee aan een viering. • 264 personen kwamen naar de spreekuren; het minimum aantal bezoekers was 15 en het maximum aantal was 39 tijdens een spreekuur; gemiddeld waren er 29 mensen en was er met 10 mensen persoonlijk contact; aan de groepsgesprekken deden 4-10 mensen mee. • De vrouwengroep kwam 24 keer bij elkaar; 55 vrouwen kwamen naar de vrouwenavonden; gemiddeld waren er 25 vrouwen op een avond. • Op de 9 locaties van HVO-Querido die door de drugspastores bezocht worden, was met ongeveer 125 personen contact. In totaal werkten beide pastores 1.000 uur voor HVO-Querido. • Met 45 mensen was er persoonlijke contact thuis, in het ziekenhuis en in andere instellingen dan HVOQuerido en buiten de hiervoor genoemde activiteiten om. • Aan de Lourdesreis namen 25 mensen deel; 10 van hen zijn cliënt van HVO-Querido. 29 Oud-Lourdesgangers kwamen naar de Lourdes reünie voor iedereen die een keer is mee geweest naar Lourdes. • 10 Mensen voeren mee met de vaartocht op de 'Vrede'; 2 van hen zijn cliënt van HVO-Querido. • 32 Mensen gingen mee naar Heiloo (kruisweg) • Voor 16 overledenen was een pastor van het Drugspastoraat betrokken bij de uitvaart; 1 van hen kenden we niet persoonlijk; AMOC vroeg de uitvaart te leiden; 4 overledenen waren cliënt van HVO-Querido; 5 mensen werden begraven in het graf van het Drugspastoraat op begraafplaats St. Barbara. In totaal hadden we - eenmalig of intensief - met 400 mensen contact. Sommige mensen komen naar alle activiteiten, maar de 'overlap' is beperkt. Bewoners van de maatschappelijke opvang van HVO-Querido komen bijv. nauwelijks naar onze activiteiten ergens in de stad. In de pensions van HVO-Querido komen we wel relatief veel oud-Lourdesgangers tegen; 51 oudLourdesgangers wonen bij HVO-Querido. 19
Stichting DPA Jaarverslag 2013
Samenwerking • Voor de vrouwenavonden werken Straatpastoraat, Leger des Heils en Drugspastoraat samen. • Het Drugspastoraat heeft een raamovereenkomst met HVO-Querido om op 9 locaties geestelijke verzorging te bieden aan cliënten van HVO-Querido. Op verzoek van een bewoner met een islamitische achtergrond legden we succesvol contact met een islamitisch geestelijk verzorger: Huseyin Gurlek die de bewoner enige tijd begeleidde. • Straatpastor Luc Tanja participeert in de zondagmiddagvieringen in de Crypte; pastores van het Straatpastoraat en Drugspastoraat houden maandelijks een werkoverleg. • Voor praktische hulp en ondersteuning wordt over en weer doorverwezen en samengewerkt met Veldwerk Amsterdam, AMOC, Maatschappelijk werk van de Regenboog-groep, Buddyzorg van de Regenboog-groep, (Maatschappelijk werk van de) GGD Amsterdam, Streetcornerwork Harddrugsteam Zuidoost, Juridisch Steunpunt voor Dak- en thuislozen. • Voor de begeleiding van de Lourdesreis wordt samengewerkt HVO-Querido/ Magical Mystery Tour, Arkin, Leger des Heils en Streetcornerwork. • Voor de bekenden van het Drugspastoraat die HIV-besmet zijn, wordt samengewerkt met ShivA (Spiritualiteit, Hiv & Aids). • Voor de organisatorische kant van uitvaarten is regelmatig telefonisch overleg met medewerkers van TRUP (team rampen, uitvaarten, pensionbeheer) van de gemeente Amsterdam, die o.a. uitvaarten voor de gemeente Amsterdam organiseren. • Rond enkele uitvaarten werkten we samen met het Leger des Heils, het Straatpastoraat en AMOC. • Remembrance Day organiseerden we samen met de belangenvereniging MDHG.
Andere activiteiten • Drugspastores waren te vinden in inloophuizen van de Regenboog-groep, vooral in de Princehof, Blaka Watra en Makom. • Organisatie van Remembrance Day - een jaarlijkse gedachtenis voor de mensen die overleden zijn aan de gevolgen van drugsen drankgebruik op 19 juli. • Jongeren van het project SAMEN kwamen langs bij vieringen en hielpen daar mee. • Ontvangst van een groep jongeren uit Heerhugowaard; Marck Ho-tham-Kouie vertelde zijn levensverhaal en beantwoordde vragen. • Ontvangst in een zondagsviering van en uitwisseling met een groep internationale studenten die in het kader van 'Bruggen en breuken' 3 maanden in Amsterdam studeert. • Ontmoeting van een pastor van het Drugspastoraat met het bestuur van het Straatpastoraat Den Bosch om te spreken over trends en ontwikkelingen in het werk. • Ontvangen van een groep Duitse predikanten in opleiding die zich op de praktijk oriënteerden. • Ontmoeting tussen een groepje justitiepastores en bezoekers van het Drugspastoraat over de context waarin verslaafde gedetineerden leefden voor en veelal terugkeren na hun detentie. • Vrijwilligers van het Drugspastoraat die een verslavingsverleden hebben ontvingen tweemaal een groep jongeren uit Duitsland die een jaar sociaal vrijwilligerswerk doen en in Amsterdam een aantal sociale en diaconale projecten bezoeken. • Organiseren van een ontmoetings- en studiedag voor drugs- en straatpastores over het thema 'Van je familie moet je het maar hebben'. Over de realiteit dat veel werkers bij straat- en drugspastoraat voor een aantal mensen meer 'familie', vriend en naaste zijn, dan de werker in de tweede lijn. 20