Binnenwerk Vrije Friezen_Binnenwerk Hulde aan de... 30-08-12 11:42 Pagina 5
Inhoud Woord vooraf
7
1 O, Friesland schoon, gij spant de kroon
9
2 Edele, vrije Friezen
11
3 De vrije Fries en de invoering van het christendom
13
4 Voortekenen van de Hervorming
16
5 De opkomst van de Reformatie in Friesland
18
6 Invoering en voortgang van de calvinistische reformatie in Friesland
23
7 ‘Uitmuntend in rechtzinnigheid’
27
8 De invloed van de Franeker Academie
30
9 De Nadere Reformatie
33
10 ‘Verlichting’ of verduistering?
44
11 De richtingenstrijd
49
12 Het Réveil
55
13 Afscheiding en Doleantie
63
14 Ontkerkelijking
75
Tijdtafel
83
Noten
85
Enige literatuur over de Friese kerkgeschiedenis 88 Persoonsregister
90
Register van plaatsnamen
97
Binnenwerk Vrije Friezen_Binnenwerk Hulde aan de... 30-08-12 11:42 Pagina 7
Woord vooraf Bij velen in het orthodoxe deel van de kerk in Nederland is er weinig zicht op de reële kerkelijke situatie in Friesland. Bijna alles zou er vrijzinnig zijn in een verspreid aantal uiterst kleine uitgemergelde gemeenten. Bij voorkeur spreekt men van ‘het koude, hoge Noorden’. Dat beeld vraagt om bijstelling. Friesland ligt niet in Siberië, maar op gemakkelijk bereikbare afstand van Amsterdam. En er zijn niet alleen maar uitgemergelde vrijzinnige kerken, maar ook levensvatbare gemeenten. Dat geldt niet uitsluitend voor de weinige ‘bondsgemeenten’, maar evenzeer voor confessioneelhervormde gemeenten, die vaak historisch wortelen in het negentiende-eeuwse Friese Réveil, alsook gereformeerde kerken die zijn voortgekomen uit Afscheiding en Doleantie en die ook nogal wat verontrusten over de huidige moderne koers van hun kerken tellen. Dit neemt intussen niet weg dat ook in Friesland de secularisatie en ontkerkelijking hun tol eisen en – net als overal elders in ons land – verontrustende vormen aannemen. Daar zijn historische oorzaken voor aan te wijzen. Daarom beschrijft dit boekje, op verzoek van de redactie van de Artiosreeks, een aantal momenten uit de Friese kerkgeschiedenis, vooral vanuit hervormd standpunt bezien. Omdat ondergetekende van jongs af, als afkomstig uit een Fries-hervormde familie, geworteld in het Friese Réveil, met eigen ogen de neergang van het kerkelijke leven in Friesland in de tijd van zijn generatie heeft gezien en het een en ander van oudere generaties heeft meegekregen, vond de redactie het niet ondienstig hierin ook wat subjectieve biografische gegevens te verwerken.
7
Binnenwerk Vrije Friezen_Binnenwerk Hulde aan de... 30-08-12 11:42 Pagina 8
Wij hopen door dit boekje vooral meer aandacht te wekken voor de kerk in Friesland en haar geestelijke behoeften, en ook de oren te openen voor de roep om het rechte Woord, als het enige en heilzame middel tot haar geestelijk welzijn. Driesum, zomer 2012 ds. L.H. Oosten
8
Binnenwerk Vrije Friezen_Binnenwerk Hulde aan de... 30-08-12 11:42 Pagina 9
1 O, Friesland schoon, gij spant de kroon Zo zong eens de grietman1 Feijcke Tetmans van Utingeradeel in de tijd van de Reformatie over het vrije Friesland.2
Loff, prijs, eer zijt ghij weerdich, met u volck, o Vrieslant. Daerom heef ick aen veerdich, een vrolick liet bekant. U lant en plaets is rustich, in ’t aensien triumphant. In duisent weelden lustich, golt, silfer, abondant. O Vrieslant schoon, eêl van persoon. Deur vriheits loon spant ghij die croen. U ackers ende weyden vol met vruechden belaen. Een lieflick roock verspreiden, deur bloomkes fray ontdaen. Dat plat lant geeft voorspoedich, gedeelt met sloten bequaem, melck, butter overvloedich, als ’t belooft lant eersaem. Bewaert met vaste steden is ’t landt, en na bijeen. Vol kercken, toornen mede, als legers in ’t gemeen. Bij hoghen ende slechten, met eernst al druck geschiet. Hout prinselicke rechten in alle haer gebiet. Die adel hooch verheven, met d’ ander mannen coen. Haer sonen daerbeneven, als ’t nootlick is te doen. Voor ’t vaderlant sij strijden, storten haer eedel bloet. Daerom sal haer lijden, van Christo zijn versoet. Verstantsam cloeck in ’t spreecken, der predicanten mont. Die ’t evangeli preecken, met een scriftuerlick gront. Die mannen al erfaren, in handel, raedt en daedt. Trou doen sij openbaren, vermijden twist en haet. 9
Binnenwerk Vrije Friezen_Binnenwerk Hulde aan de... 30-08-12 11:42 Pagina 10
Dit volck eertijts eendrachtich, anfallend in een strijdt. Heeft overwonnen crachtich den Romers voernompt wijdt. Godt gaf haer den seghen, door haer vroom manlicke handt. Daerdeur sij oock vercreghen des vriheits edel pant. O Vrieslant wilt bewaren, u privilegiën groot. Daervoer u niet beswaren, te vechten totter doot. Hebt lief Godt onser vader, christen zijn heilich woordt. Opdat wij blijde te gader, comen in ’s hemels oord.
10
Binnenwerk Vrije Friezen_Binnenwerk Hulde aan de... 30-08-12 11:42 Pagina 11
2 Edele, vrije Friezen ‘Eala fria Fresena!’ Edele, vrije Friezen. Zo klonk reeds voor de invoering van het christendom de oude Friese wekroep. De uitdrukking heeft alles te maken met de psychische geaardheid en instelling van de vrije Fries en schijnt op allerlei wijzen door te klinken in het leven van de Friezen. Vrijheid en karakter, onafhankelijkheid, ja zelfs een persoonlijke halsstarrigheid spelen dikwijls een imposante rol in de Friese ziel. Hij weigert te buigen voor mensen en menselijke machten. Daardoor is het dat de Friezen als het ware geschapen zijn voor het christendom, zowel voor de calvinistische reformatie als voor de vrijzinnige kant van het christendom. Iedere geloofsopvatting uit hart en mond van de vrije Fries is namelijk op een of andere manier te herleiden tot de belijdenis: Wy Friezen knibbelje allinne foar God, wij Friezen knielen alleen voor God. Want, nogmaals, de Fries wil niet knielen, niet buigen voor mensen en machthebbers. Zij erkennen van nature geen soevereiniteiten, behalve wanneer zij in eigen gemoed overtuigd zijn van het geheim van de soevereiniteit van God. Voor de FriesGermaanse geest ligt er zodoende in het predestinatiegeloof, (namelijk dat God vrij en soeverein regeert), zelfs reeds vanuit zijn heidense godsvoorstelling, een grote bekoring. De vrije Fries kan alleen maar een vrije, soevereine God aanbidden en vereren. Als hij ooit knielt, dan alleen voor Hem!3 Dit geeft aan zijn geloof een heel eigen karakter. Aard en geloof hebben hier veel met elkaar te maken. De idee van de vrijheid vindt men dan ook in het vrijzinnig protestantisme, dat in de rede (het menselijk denken) een bevrijdende macht ziet voor de onafhankelijke geestelijke mens. Straks zullen wij zien hoe deze vrijzinnigheid een bolwerk vond aan de Franeker Universiteit, waaruit zich de opvattingen van 11
Binnenwerk Vrije Friezen_Binnenwerk Hulde aan de... 30-08-12 11:42 Pagina 12
vrijzinnige stromingen als socinianisme, cartesianisme, spinozisme en verlichtingsideeën over heel Friesland gingen verspreiden. Niet minder vinden we de Friese vrijheidsgedachte toch eigenlijk ook terug bij het negentiende-eeuwse Réveil en de Afscheiding en de Doleantie. Eveneens vindt de doperse beweging in deze structuur van de Friese psyche haar resonantiebodem, niet minder dan de vele aanhangers van dr. Ph.J. Hoedemaker – ooit predikant te Nijland (Nijlân) – die tot in de twintigste eeuw aan het orthodoxe hervormde front streden voor de bevrijding van ‘heel de kerk’ uit de ban van een ongeestelijk kerkelijk bestuursapparaat dat wel een synodaal juk genoemd kon worden. Het geldt zelfs de socialistische beweging van de anarchistisch en zelfs atheïstisch geworden ex-predikant Ferdinand Domela Nieuwenhuis (1846-1919, oprichter van de Sociaal Democratische Bond), die de ontworsteling van de drie k’s predikte, namelijk van kroeg, kazerne en kerk. Zijn boek Van Christen tot Anarchist (1910) werd door de socialisten haast als een soort huisbijbel gelezen. Men sprak van ‘de dageraad der volksbevrijding’(!). Zo kende men echter ook binnen de kerk de zogenoemde rode dominees. Alles vertoont iets van de onafhankelijkheid van de ‘vrije Fries’, die zich niet laat dwingen, maar zich slechts geeft op basis van vrijwilligheid, maar dan ook helemaal. Zo alleen is het te verklaren dat in Friesland eerst het christendom en later ook de Reformatie ingang kon vinden, niet door dwangmatige invoering van overheidswege, maar slechts door eigen innerlijke overtuiging.
12
Binnenwerk Vrije Friezen_Binnenwerk Hulde aan de... 30-08-12 11:42 Pagina 13
3 De vrije Fries en de invoering van het christendom Het karakter van de vrije Friezen heeft ook alles te maken met hun moeizame overgang tot het christendom.4 Vanouds reeds blijkt uit de heidense godsdienst van de Friezen iets van hun karakter: trouw, vrij, oprecht, ook open en gastvrij. Tegelijk trots, onbuigzaam, wraakgierig, niet vergevensgezind. Tot op vandaag zijn deze trekken niet vreemd aan de Friese volksaard. Zo was het al voor de komst van het christendom. Oorspronkelijk, in de voor-Frankische tijd, kende Friesland dan ook geen adel. ‘Iedere vrije Fries is van adel’, luidde het spreekwoord toen. Immers, de eerste geloofsverkondigers in Friesland waren van Frankische oorsprong. Zo werd onder andere de Frankische Eligius omstreeks 650 aangesteld tot ‘zendeling onder de Friezen’. Niet zelden echter zochten de Franken in de verkondiging van het geloof een middel om in het zendingsgebied tegelijk hun heerschappij te vestigen. Daar zag men dus de vrijheid bedreigd en dat kon zeker de vrije Fries niet dulden. De bekende heidense Friese koning Radboud of Redbad, die van 679-719 als opvolger van zijn vader Aldgils over het zogenaamde Groot Friesland regeerde, zag het christendom puur als een Frankische zaak. De geweldenaar wist door hardnekkig verzet tot het einde van zijn leven de onafhankelijkheid van de Friezen tegenover de Frankische macht te handhaven. Zo leed de uitbreiding van het christendom aanvankelijk echter grote schade. Anders stond men tegenover de Engelsen. Nog voor de dood van Radboud, in 695, werd de uit Northumberland afkomstige Engelsman Willibrord door de paus gewijd tot ‘Aartsbisschop der Friezen’ met de naam van Clemens. Hij vestigde zijn zetel te 13
Binnenwerk Vrije Friezen_Binnenwerk Hulde aan de... 30-08-12 11:42 Pagina 14
Utrecht, dat nog binnen de grenzen van Groot Friesland lag. Willibrords medewerker, bisschop Wulfram van Sens in Frankrijk, wist zijn evangelische arbeid uit te breiden tot Medemblik in West-Friesland, dat toen de zetel van de Friese koningen was. Nu lieten de Friezen zich in grote menigten door Wulfram dopen. Volgens de overlevering zou zelfs Radboud zich bijna hebben laten dopen, maar trok hij op het laatste moment zijn voet terug uit het doopwater, toen hij hoorde dat zijn heidense voorvaderen, met wie hij niet wilde breken, verloren waren. De dood van Radboud in 719 oefende vervolgens een gunstige invloed uit op de bekering van de Friezen.
Marteldood van Bonifatius, uit: J.A.F. Kronenburg, Neerlands heiligen in vroeger eeuwen, deel iii. Apostelen en martelaren, Amsterdam: F.H.J. Bekker 1903.
14
Na Willibrord met zijn medewerker Wulfram werkte Bonifatius (Winfried of Wynfreth), eveneens een Engelsman, verschillende malen aan de bekering van de heidense Friezen. Toen hij al 82 was, maakte hij nog eens een nieuwe reis door Friesland, maar, zoals bekend, werd hij in 754 of 755 in Dokkum of omgeving door de heidenen vermoord. De kerkhistoricus professor Auke Jelsma5 acht het echter waarschijnlijk dat dit plaatsvond, omdat de Friese bende op buit belust was, blij-
Binnenwerk Vrije Friezen_Binnenwerk Hulde aan de... 30-08-12 11:42 Pagina 15
kens de plundering van Bonifatius’ tentenkamp. Geweld was namelijk de heidenen niet vreemd, maar ook de christen geworden Germanen niet, gezien hun strijd tegen de opmars van de Franken. Uiteindelijk ging het zelfs hier om de Friese vrijheid! Dan zou het dus niet primair uit weerzin tegen de christelijke bisschop met zijn relikwieënkast zijn, maar meer een politieke daad tegen het instrument van de Frankische overheersing. Want dat waren de zendelingen zonder twijfel ook. Paus en keizer werkten altijd samen vanuit de gedachte van het ‘corpus christianum’. Daarom is de moord op Bonifatius te zien als een gebaar van de Friese vrijheidszucht.6 De christianisering zette echter door. De vele nog bestaande twaalfde- en dertiende-eeuwse kerkgebouwen, verspreid over heel Friesland, alsook de geschiedenis van de vele vroegere kloosters hier, getuigen ervan hoe diep het christendom uiteindelijk in Friesland en in de Friese volksziel wortel heeft geschoten, weliswaar eeuwenlang onder de mantel van Rome. Reeds ten tijde van Karel de Grote was het zo dat – naar de woorden van de achttiende-eeuwse Friese geschiedschrijver Foeke Sjoerds – Friesland ‘een kweekhof van veele edele spruiten’ was, ‘die in verscheide landen het ligt der waarheid hebben voortgeplant. Dit is geenzins de minste eere dezer natie, dat zij haar Leeraars alom gezonden heeft om het Euangelie te verkondigen, gelyk als Engeland eertyds oorzaak geweest is dat de kennis van den waren God hier eerst ingevoerd was’. De Friese zendeling Ludger (een van de opvolgers van Bonifatius) stond bij Karel de Grote in groot aanzien. Zo werd het gekerstende Friesland zelfs missionair gedreven, zij het nog niet vrij van roomse dwalingen. Maar het kruis van Christus werd hier geplant en Zijn Naam ook van hieruit verbreid.
15