...
Dankwoord Dit verslag over Tentoonstellingstekstboekjes had nooit geschreven kunnen worden zonder de medewerking van de museummedewerkers, die mijn vragen omtrent tentoonstellingsteksten in boekvorm hebben beantwoord. Mijn dank gaat uit naar: Liesbeth van Noordwijk (Dordrechts Museum / SIMON VAN GIJN – museum aan huis), Aukje Vergeest (Van Goghmuseum), Selkit Verberk (Rijksmuseum voor Oudheden), Neeltje Köhler (Frans Halsmuseum), Marthe de Veth (het Mauritshuis) en Charlotte van Lingen (Kunsthal). Wyke Sybesma
...
Inleiding Het is geen diepgaand en/of zeer uitgebreid onderzoek geweest, maar een analyse van het fenomeen tentoonstellingsboekjes. Ik heb me gericht op het in kaart brengen van verschillende types en verschijningsvormen. De voorbeelden, beperkt aantal, die heb verzameld heb ik gecategoriseerd qua inhoud en vormgeving (uiterlijk). Daarnaast heb ik de desbetreffende musea benaderd om te achterhalen wat de beweegredenen van de musea was, de voor- en de nadelen en de reacties die de musea van het publiek gekregen hebben. Deze analyse moet worden beschouwd als een opstapje voor een vervolg onderzoek naar tentoonstellingsteksten in de vorm van een boekje. Ik denk hierbij aan een diepgaander onderzoek over tentoonstellingsboekjes als ideale overdrachtsvorm, een publieksonderzoek over de waardering of een historisch overzicht en de daarbijbehorende ontwikkeling.
...
Inhoud De meeste tekstboekjes beginnen met een inleiding over de tentoonstelling. Vaak is deze geschreven door de directeur van het desbetreffende museum. Waarna de tentoonstellings- en/of de objectteksten volgen. Een heel aantal musea gebruikt het tekstboekje om commerciële (sub)activiteiten te promoten: zaalverhuur, aanbiedingen, extra activiteiten, reclame maken voor de bijbehorende catalogus, betaalde rondleidingen, audiotour, activiteiten en/of tentoonstellingen in de toekomst. De sponsors worden ook vermeld in het tentoonstellingstekstboekje. Opmerkelijk is dat relatief weinig musea de tekstboekjes gebruiken om algemene informatie over het eigen museum te verstrekken, zoals een plattegrond, de openingstijden, adressen, websites en toegangsprijzen. Sommige boekjes zijn qua inhoud zeer uitgebreid, zoals de beide boekjes van het SIMON VAN GIJN - museum aan huis. Naast de gewone informatie, staat er achtergrond informatie en objectinformatie in. Ook het boekje Griekse Goden en Helden is uitgebreid. Naast de object- en de tentoonstellingsteksten, staat er een verklarende woordenlijst in van technieken en staat er een "namenlijst" in van de afgebeelde goden.
Vormgeving De boekjes zijn vaak door vormgevers ontworpen, zodat het er in elk geval mooi en goed verzorgd uitziet. Het gidsje van het Rijksmuseum van Oudheden is full-colour, “vrolijk” en laagdrempelig, dit alles moet bijdragen aan het “prettige gevoel” dat de bezoekers over moeten houden aan het museumbezoek. Het museumboekje van het SIMON VAN GIJN – museum aan huis is heel lux: dik en met veel kleurenfoto’s. Dit komt omdat bij de heropening genoeg geld was en op dat moment was er nog geen catalogus. Maar de educatieve waarde is ook belangrijk, omdat de herkenbaarheid van objecten en details vergroot. Bovendien zijn er geen teksten in het museum, dus dit is het enige waar bezoekers informatie vandaan kunnen halen. De tekstboekjes hebben over het algemeen dezelfde tekstopmaak. De kopjes zijn dik gedrukt, de titel en de vervaardiger van het object worden ook typografisch onderscheiden van de andere tekst. Veel musea geven aan dat het formaat handzaam moet zijn: het moet in een jasof borstzak passen en het moet lekker in de hand liggen. De bezoeker moet er niet constant mee te hoeven lopen. Hoewel alle verzamelde tekstboekjes rechthoekig
...
van vorm zijn, verschillen ze wel van grote en qua verhouding. Het merendeel van de boekjes, 8, hebben het formaat van ongeveer 10 bij 20 centimeter, waarvan 6 boekjes "staand" en 2 "liggend" zijn. Andere boekjes hebben een groter formaat of zijn langgerekt. Eén ander tekstboekje is juist kleiner. Drie tekstboekjes springen eruit door hun voorkomen, namelijk: In het licht van het lezen is letterlijk een boek met harde kaft, het heeft ook een formaat als een boek.; de keuze van Büch, Crouwel en Van Os is niet een "boekje", maar het bestaat uit 3 losse folders die bijeen gehouden worden door een soort wikkel; Wonderland is van een klein, liggend rechthoekig formaat, het is geheel in kleur en het is vrij dik.
Afbeeldingen Acht tekstboekjes maken gebruik van afbeeldingen in het tekstboekje. In sommige gevallen zijn het afbeeldingen van objecten die in de tentoonstelling zelf te zien zijn. In de andere gevallen zijn het extra afbeeldingen die worden gebruikt om uit te leggen. In de twee tekstboekjes van het SIMON VAN GIJN - museum aan huis is het gebruik van de afbeeldingen zeer duidelijk. Per ruimte is er telkens een overzichtsfoto met een plattegrond voor de oriëntatie, bij deze foto is er algemene tekst. Verder is er een tekst die extra informatie geeft of er wordt een apart voorwerp uitgelicht. Dit is om de bezoeker te stimuleren gericht naar de details te kijken met als doel dat de bezoeker daardoor meer ziet.
Teksten De verzamelde tekstboekjes heb ik voor de teksten onderverdeeld in vier categorieën: A (tentoonstellingsteksten), B (objectteksten), C (tentoonstellings- en objectteksten) en D (museumgidjes/krant of boekje). Hieronder volgt een korte beschrijving van de categorieën A De tekstboekjes van categorie A bevatten alleen tentoonstellingsteksten. Hiermee worden de teksten bedoeld die het verhaal van de tentoonstelling aan de bezoeker moet vertellen. Hiermee wordt dus de traditionele zaalteksten (van de tentoonstelling) vervangen. Er wordt dus niet specifiek ingegaan op de objecten zelf. Soms is er wel een lijst met de getoonde werken, waar de basisinformatie, zoals vervaardiger, titel, jaar van vervaardiging, materiaal, staat vermeld.
...
B Onder deze categorie vallen de tekstboekjes die alleen objectteksten bevatten. Per object of voor een paar objecten zijn teksten geschreven. De objecttekst gaat dus specifiek over een (of een paar) object. Dit betekent niet dat er dus geen “verhaallijn” is, maar het verhaal kan worden uitgelegd aan de hand van de objecten en staat daarmee in de objecttekst. De objectteksten kunnen voorgegaan zijn door een inleiding op de tentoonstelling. C Deze tekstboekjes zijn een combinatie van categorie A en B. Ze hebben zowel tentoonstellingsteksten als objectteksten. De verhaallijn van de tentoonstelling kan bijvoorbeeld per deelonderwerp geschreven zijn en daarbij de objecten in de context geplaatst. D De boekjes van deze categorie vallen er eigenlijk een beetje buiten. Het gaat hierom museumgidsjes, -magazines, -catalogi en/of -tijdschriften die de bezoeker ter begeleiding kan meenemen. Ze behoren wel tot de tentoonstelling, maar zijn er niet direct opgericht. Naast inhoudelijk op de tentoonstelling in te gaan en daarover informatie te verschaffen, kunnen ze bijvoorbeeld interviews met betrokkenen of bezoekers of aan de tentoonstelling/onderwerp gerelateerde artikelen bevatten. Een ander tekstboekje dat onder deze categorie wordt geschaard, is het museumgidsje. Een museumgidsje is een uitgebreide folder van het museum. Er staat informatie in over het museum, haar collectie, (sub)activiteiten. Van deze categorie is alleen het museumgidsje van het Rijksmuseum van Oudheden is in het onderzoek meegenomen. Drie andere van deze categorie wijken te veel af van een tentoonstellingstekstboekje.
...
Waarom een tentoonstellingstekstboekje? Voor een aantal tentoonstellingen, zoals Van Gogh en Gauguin en De keuze van Vincent, werden veel bezoekers verwacht, en de musea wilden veel informatie aan de bezoekers meegeven, een boekje is in zo’n geval handig. Bij sommige tentoonstellingen was de “basis”-informatie vermeld op objectbordjes, zoals: naam kunstenaar, titel kunstwerk, datering, nummer waaronder je het in het boekje kon terug vinden. Door middel van een tentoonstellingstekstboekje hopen de musea bij een groot bezoekersaantal het verdringen rond de tekstborden te voorkomen. Bij andere tentoonstellingen was er gewoonweg veel te veel over de objecten te vertellen. Zoals bij Griekse Goden en Helden in het Dordrechts Museum, waar de bezoeker het mythologische verhaal moet kennen om het schilderij te kunnen begrijpen.In het SIMON VAN GIJN zijn geen tekstborden te vinden, (alleen in de museale ruimtes) dit is om de bezoeker het huis met alles wat er in staat als woonhuis te laten ervaren en niet als een museum. Het Rijksmuseum voor Oudheden geeft aan haar bezoekers een museumgidsje mee. Dit gidsje is geen ter vervanging van de zaalteksten. Er staan overigens wel korte omschrijvingen in met kleurenfoto’s van de mooiste of opvallendste stukken uit de museumcollectie om de bezoeker op weg te helpen. Ook wordt genoemd dat het tentoonstellingstekstboekje een alternatief is voor de audiotour. Om een audiotour te laten ontwikkelen is erg duur en daarom moet er betaald worden om als bezoeker het mee te krijgen. Bij twee tentoonstellingen lag een tekstboekje lag voor de hand: Wonderland en In het licht van het lezen hebben ‘boeken’ als onderwerp.
Het doel Uiteraard is het doel van een tentoonstellingstekstboekje om de bezoeker informatie te geven. Veelal wordt genoemd om de bezoeker in staat te stellen objecten in een context te plaatsen en als leidraad te gebruiken om gericht naar een bepaald aspect te kijken. Dit is bijvoorbeeld goed te zien bij de twee boekjes van het SIMON VAN GIJN: het ene boekje heeft meer een kunsthistorische invalshoek en de andere een cultuurhistorische. Bovendien kan het tekstboekje als naslagwerkje dienen, dat na het bezoek nog bruikbaar is. Het verspreiden van bezoekers is een veel genoemd doel.Het gidsje van Rijksmuseum voor Oudheden is – naast informatief – een leuk ‘hebbedingetje’ waar later zal het nog eens ingekeken wordt en daarmee zou het een stimulans kunnen zijn om terug te gaan.
...
Voor- en nadelen Een van mijn vragen die ik aan de musea heb gesteld was: "Wat zijn de voor- en nadelen van tentoonstellingstekstboekjes?" Voordelen Doordat iedere bezoeker zijn eigen tekst bij zich heeft, ontstaan er geen ophopingen rond de tekstborden. Men kan op elk moment en op elke plek de informatie tot zich nemen. Bovendien is er weinig “ruis” in de presentatie, doordat er geen (storende) borden te zien zijn. Een tekstboekje is niet opdringerig in tegenstelling tot een tekstbord. Het is verder mogelijk om veel informatie te geven, die iedereen krijgt, maar het is aan de bezoeker zelf te bepalen hoeveel informatie hij wil opnemen.Het wordt door het publiek gewaardeerd, omdat het “verzorgd” overkomt. Verder heeft het een pr-waarde: de bezoeker neemt het tekstboekje mee naar huis en gaat dus het museum uit, het komt ergens ander. Een goed verzorgd boekje heeft een hoge attentiewaarde (souvenir): het wordt minder snel weggegooid dan een folder of flyer. Het bezoekers nemen het boekje mee naar huis en kijken het later nog in. Het is in verschillende talen leverbaar. Wanneer de tekst op de muur is geplaatst is het meestal maar in twee talen mogelijk Nadelen Het laten ontwerpen en het drukken van tekstboekjes is duur, tekstborden in vergelijking helemaal niet. Bij te veel drukken of juist een extra oplage er bij drukken, brengen (extra) hoge kosten met zich mee. Buiten dat het kostbaar is, is het ook nog eens tijdsintensief. Het schrijven, ontwerpen en het te laten drukken kost heel wat tijd, ook de distributie neemt veel tijd in beslag. Een mogelijk, maar reëel gevaar zou zijn dat de bezoeker meer leest dan dat hij kijkt. Verder kunnen er geen veranderingen op het laatste moment plaats vinden. Ruim van de voren moeten er beslissingen over de tentoonstelling genomen worden. In het geval dat de tekstboekjes niet meegenomen mogen worden, moeten de boekjes onderhouden worden, want ze worden snel lelijk.
Reactie van de bezoekers De musea ervaren de reacties van de bezoekers op de boekjes over het algemeen positief. Het wordt door de bezoekers gezien als een ‘hebbedingetje’. “Als iets
...
gratis is, is het altijd goed”. Het Van Goghmuseum heeft bij de tentoonstelling Van Gogh-Gauguin de boekjes in Nederlands, Frans, Duits, engels, Italiaans en Spaans, voor de Keuze van Vincent slechts in Nederlands, Frans en Engels, toen ervaarde het museum dat sommigen mensen ‘kwaad’ waren, omdat het niet in hun eigen taal te verkrijgen was.
...
Dit is een tentoonstellingstekstboekje! Wat is nu eigenlijk een "tentoonstellingstekstboekje"? Het zijn tekstboekjes waarmee de bezoeker zichzelf van informatie kan voorzien tijdens een tentoonstelling. Vaak zijn deze tekstboekjes speciaal voor een bepaalde tentoonstelling gemaakt. Maar wat het woord "vaak" al aangeeft: er zijn enkele uitzonderingen. Soms fungeert een tentoonstellingscatalogus als begeleider bij de tentoonstelling of is er in de permanente presentatie geen enkel tekstbord zoals in het SIMON VAN GIJN - museum aan huis. Het zou bijna met zekerheid gezegd kunnen worden dat de tekstboekjes gratis aan de bezoeker wordt meegegeven. Soms mogen ze meegenomen worden naar huis en soms zijn ze slechts "te leen" en dienen ze na het bezoek ingeleverd te worden. Tentoonstellingstekstboekjes zijn er in vele soorten, maten, kleuren, diktes en hebben veelal een verschillende vormgeving, inhoud, doelen en uitwerkingen. De meest tekstboekjes zijn rechthoekig van vorm en van een klein formaat, omdat het hanteerbaar moet zijn. Categorie C (object- én tentoonstellingsteksten) komt het meest voor, afbeeldingen worden even vaak niet als wel gebruikt. Drukwerk in kleur is duur, en daarom is een 1-kleurendruk een veel gebruikt alternatief. Als belangrijkste argumenten, om tentoonstellingstekstboekjes aan de bezoeker mee te geven, worden geven: als er veel bezoekers worden verwacht en als er veel informatie te geven is. Het doel van de tekstboekjes is uiteraard om de bezoeker te informeren, maar het bijkomende en zeer belangrijk voordeel: het heeft een hoge pr-waarde. Naast de vele voordelen die het tekstboekje heeft, zoals geen ophopingen, weinig ruis, waardering van de bezoeker, in meerdere talen leverbaar, zijn er ook enkele nadelen: het is tijdsintensief, duur en er kunnen geen veranderingen op het laatste moment plaatsvinden. De bezoekers reageren over het algemeen zeer positief, ze hebben iets om mee naar huis te nemen, een “hebbedingetje”.
...
Tentoonstellingstekstboekjes Artje’s (G)Ekspositie [Kindermuseum De Parade] De idylle leeft voort. De reputatie van Aelbert Cuyp in de 18de en 19de eeuw [SIMON VAN GIJN – museum aan huis, Dordrecht] De keuze van Büch, Crouwel en Van Os. 150 schatten uit een 150-jarig museum [Museum van het Boek/Museum Meermanno-Westreenianum] De keuze van Vincent. Van Gogh’s Musée imaginaire [Van Gogh Museum, Amsterdam] Gerard Dou, 1613-1675 [Mauritshuis, Den Haag] Gidsje [Rijksmuseum voor Oudheden, Leiden] Griekse Goden en Helden in de tijd van Rubens en Rembrandt [Dordrechts Museum, Dordrecht] Hans Holbein 1497/98-1543 [Mauritshuis, Den Haag] Ideaal! Wonen [Centraal Museum, Utrecht] Informatie voor bezoekers [SIMON VAN GIJN – museum aan huis, Dordrecht] In het licht van het lezen [Frans Halsmuseum, Haarlem] Jacob Cuyp de vader van de zoon (1594-1652) [Dordrechts Museum, Dordrecht] Jacob van Ruisdael, grandioze landschappen [Frans Halsmuseum, Haarlem] Van Gogh & Gauguin [Van Gogh Museum, Amsterdam] Wonderland van Pietje Bell tot Harry Potter [Koninklijke Bibliotheek & Kunsthal, Rotterdam] Zijn huis, zijn leven. Verzamelen met hartstocht [SIMON VAN GIJN – museum aan huis, Dordrecht]
...