Examen HAVO
2014 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30 - 16.00 uur
tekenen, handvaardigheid, textiele vormgeving
Bij dit examen hoort een bijlage.
Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of berekening ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.
HA-5001-a-14-2-o
Dit examen gaat over architectuur, beeldende kunst en vormgeving waarbij de natuur een grote rol speelt, het onderwerp is of de belangrijkste inspiratiebron vormt.
Villa's in het groen Vragen bij afbeelding 1 tot en met 8 In het begin van de twintigste eeuw werden aan de rand van steden en dorpen af en toe aantrekkelijke villawijken gebouwd. Karakteristiek voor zo'n wijk is dat er veel groen aanwezig is. Men spreekt dan ook van een 'villapark'. In 1916 kocht de Amsterdamse tegelhandelaar Arnold Heystee een stuk bosgrond in het dorp Bergen in Noord-Holland. Hij vroeg architect Jan Frederik Staal om daar een villapark te ontwikkelen. Staal schakelde vier collega-architecten in en zo kwam in 1918 Park Meerwijk tot stand met zeventien villa's in een parkachtige omgeving. figuur 1
figuur 2
Op figuur 1 hierboven zie je de plattegrond van Park Meerwijk. De villa's liggen verspreid over het park en hebben elk een eigen perceel.
HA-5001-a-14-2-o
2 / 11
lees verder ►►►
Jan Staal maakte een totaalplan en bepaalde de vorm en grootte van de verschillende percelen. De architecten kregen daarna alle vrijheid bij het ontwerpen en de plaatsing van de afzonderlijke villa's.
2p
1
Uit de plattegrond van de wijk kun je afleiden dat er allerlei variaties zijn toegepast. Bekijk figuur 1 op de pagina hiernaast. Noem twee manieren waarop de architecten gevarieerd hebben binnen het totaalplan. Staal had de supervisie over de bouw en hij ontwierp ook een plan voor de aanleg van het groen. Daarbij liet hij de natuur zoveel mogelijk intact, zodat de beek die door het gebied liep en bomen die er al stonden, behouden bleven.
2p
3p
2
3
Staal had nog meer ideeën over de aanleg van het groen in het park. Bekijk figuur 1 op de pagina hiernaast. Leid twee van die ideeën af uit de plattegrond. Geef ook aan hoe je deze ideeën uit figuur 1 kunt afleiden. Bekijk afbeelding 1 en figuur 2 op de pagina hiernaast. Op afbeelding 1 zie je de villa bij de ingang van het park. Deze wordt De Bark genoemd en is ontworpen door Staal. Een bark is een historisch koopvaardijschip. Bespreek drie aspecten waardoor de villa aan een schip doet denken. Op afbeelding 2 zie je een tuinhuisje dat tegenover De Bark ligt. Het is eveneens ontworpen door Staal en heeft net als de villa een rieten dak. Dat geldt ook voor huize Meerhoek, gebouwd door architect C.J. Blaauw. Je ziet deze villa op afbeelding 3.
1p
4
Bekijk afbeelding 1, 2 en 3 en het detail op afbeelding 3a. Riet, dat als dakbedekking tot dan toe vooral werd toegepast bij boerderijen, geeft de architectuur een natuurlijk karakter. Dat komt door de kleur, maar ook door de manier waarop het riet hier verwerkt is. Geef aan hoe daardoor een natuurlijk karakter is ontstaan. Tegelhandelaar Heystee bemoeide zich als opdrachtgever niet met de ontwerpen van de architecten, zolang ze maar veel tegels van zijn firma gebruikten.
HA-5001-a-14-2-o
3 / 11
lees verder ►►►
4p
2p
5
6
Op afbeelding 4 en 5 zie je de hal van twee verschillende villa's. De architecten hebben de eis van de opdrachtgever uitgebuit en de tegels op een verrassende manier toegepast en geïntegreerd in het geheel. Bespreek voor elke hal hoe de tegels zijn toegepast. Leg daarna voor elke hal uit hoe de tegels een eenheid vormen met de architectuur. De architectuur van Park Meerwijk wordt gerekend tot de Amsterdamse School. De architecten van deze beweging vonden zichzelf evenzeer kunstenaar als architect. Geef aan hoe je uit de gebouwen kunt afleiden dat zij als kunstenaar te werk gingen. Op afbeelding 6 zie je een huis dat in 2005 gebouwd is in de bossen bij Veenendaal. Architect Paul de Ruiter ontwierp dit 27 meter lange gebouw van hout, staal en glas. Villa Berkel is acht meter diep en zo gesitueerd dat er geen inkijk is vanaf de straat.
3p
7
Bekijk afbeelding 6 en het detail op afbeelding 7. De bewoners van Villa Berkel wilden optimaal van de natuur kunnen genieten. Bespreek drie aspecten van de woning die inspelen op deze behoefte. Alle ruimtes in de woning staan met elkaar in verbinding. Helemaal rechts op afbeelding 6 bevindt zich de badruimte die je ziet op afbeelding 8. Tegenover de badruimte is een kunstmatige waterval aangebracht.
3p
3p
2p
8
9
10
Bekijk afbeelding 8. Het baden wordt hier een bijzondere belevenis. Geef aan welke beleving hier ontstaat. Noem daarna twee aspecten waardoor die beleving wordt opgeroepen. Een Duits architectuurtijdschrift wijdde in 2009 een themanummer aan het feit dat negentig jaar geleden door Walter Gropius het Bauhaus werd opgericht. Villa Berkel wordt hierin beschreven als een eerbetoon aan het Nieuwe Bouwen dat toen ontstond. Leg uit in welk opzicht Villa Berkel voldoet aan de idealen van het Nieuwe Bouwen. Betrek tenminste drie van die idealen in je antwoord. Villa Berkel ligt net als de villa's van Park Meerwijk in het groen. Maar de architectuur gaat hier een andere relatie aan met de natuur dan in Park Meerwijk. Geef voor beide projecten aan hoe je die relatie kunt typeren.
HA-5001-a-14-2-o
4 / 11
lees verder ►►►
Van binnen naar buiten Vragen bij afbeelding 9 tot en met 13 Op afbeelding 9 zie je een schildering uit 1474 van Andrea Mantegna. Het is een tafereel uit het leven van graaf Ludovico Gonzaga met op de achtergrond een landschap. Rechts naast de deur is de graaf van opzij te zien. Samen met andere familieleden begroet hij zijn zoon Francesco, die zojuist is aangekomen.
2p
2p
11
12
De schildering beslaat de hele wand van een kamer in het Gonzagapaleis in Mantua. Zuilen en onderrand behoren tot de schildering, die om de (echte) deurpartij is aangebracht. Door deze geschilderde architectuur lijkt het alsof je vanuit de kamer direct uitzicht hebt op het landschap en er zó in kunt stappen. Bespreek nog twee andere manieren waarop de voorstelling aansluit bij de kamer. De illusie van een uitzicht wordt versterkt door het landschap, waaraan Mantegna veel aandacht heeft besteed. Bekijk afbeelding 9 en het detail op afbeelding 10. Bespreek twee aspecten waaruit blijkt dat hij het landschap belangrijk vond. Op figuur 3 hieronder zie je een detail van de geschilderde zuil rechts naast de deur. Mantegna heeft in een van de ornamenten een zelfportret geschilderd. figuur 3
2p
13
In de renaissance werden veel portretten en ook zelfportretten geschilderd. Leg voor zowel het portret als voor het zelfportret uit waarom deze bij de renaissance passen.
HA-5001-a-14-2-o
5 / 11
lees verder ►►►
4p
14
Het werk van Mantegna is typerend voor de vroege renaissance. Bekijk afbeelding 9. Noem vier kenmerken van de renaissance die je hier ziet. Geef ook steeds aan waar je ze aantreft in de schildering. NB Laat de portretten buiten beschouwing. Op afbeelding 11 zie je een Venetiaans schilderij uit 1510. Het werd lange tijd toegeschreven aan Giorgione, maar tegenwoordig vaker aan diens leerling Titiaan. In een vredig landschap zie je enkele figuren. De vrouwen zijn nimfen of muzen, inspiratiebronnen van de poëzie en de muziek.
2p
3p
15
16
De vrouwen behoren tot een andere werkelijkheid dan de mannen. Bespreek twee aspecten waaruit je dat kunt afleiden. Bekijk afbeelding 9 en 11. Het landschap speelt bij Titiaan een andere rol dan bij Mantegna. Leg uit wat dit verschil inhoudt. Noem daarna twee aspecten van afbeelding 11 waaraan je kunt zien dat die rol veranderd is. Vanaf de zeventiende eeuw werd het landschap een zelfstandig genre in de schilderkunst. Op afbeelding 12 zie je een werk uit de romantiek met de titel Krijtrotsen op Rügen. Caspar David Friedrich schilderde dit in 1818.
2p
1p
17
Hoewel er mensen te zien zijn, vormt het landschap het eigenlijke onderwerp van het schilderij op afbeelding 12. Bespreek twee aspecten van de vormgeving waaruit je dat kunt afleiden.
18
De natuur kreeg in de romantiek een nieuwe betekenis. Leg uit wat deze betekenis inhield. Ook bij de impressionisten was het landschap een geliefd onderwerp. Op afbeelding 13 zie je Veld met klaprozen in de buurt van Vétheuil. Claude Monet schilderde het omstreeks 1879.
3p
19
Monet gaf de natuur heel anders weer dan Friedrich. Leg uit wat er vernieuwend was aan de manier waarop Monet een landschap schilderde. Betrek kleur, compositie en hanteringswijze in je antwoord.
HA-5001-a-14-2-o
6 / 11
lees verder ►►►
2p
20
Voor Monet had het landschap een andere betekenis dan voor de schilders uit de romantiek. Leg uit waarom de impressionisten zo graag landschappen schilderden. Geef daarna aan welke betekenis je kunt afleiden uit de voorstelling van afbeelding 13.
Cirkels en eilanden Vragen bij afbeelding 14 tot en met 20 Op afbeelding 14 zie je een luchtfoto van het kunstwerk dat de Amerikaanse kunstenaar Robert Smithson in 1971 maakte aan de rand van een zandafgraving bij het Drentse Emmen. Figuur 4 hieronder is een schets voor dit project. figuur 4
Op afbeelding 15 zie je het deel dat Smithson Broken Circle noemde. Het is gemaakt van het zand uit de afgraving en heeft een doorsnede van 43 m. De kei (die niet precies in het midden ligt) is een overblijfsel uit de ijstijd en lag al op die plaats.
3p
21
Een 'broken circle' is een onderbroken of door midden gebroken cirkel. Leg uit hoe hier zo'n cirkel wordt gevormd. Bespreek daarna de twee ingrepen waarmee deze 'cirkel' is ontstaan.
HA-5001-a-14-2-o
7 / 11
lees verder ►►►
Op afbeelding 16 zie je het andere deel van het kunstwerk, de Spiral Hill, de spiraalheuvel. Het is zand uit de afgraving, bedekt met zwarte aarde.
2p
3p
22
23
Bekijk afbeelding 14 en 16 en figuur 4 op de vorige pagina. Broken Circle en Spiral Hill horen bij elkaar. Bespreek twee aspecten waaruit je dat kunt afleiden. NB Laat het materiaal buiten beschouwing. Het werk is een van de bekendste Land Art-projecten in Nederland. Bekijk afbeelding 14, 15 en 16. Bespreek drie kenmerken van Land Art die je aantreft in dit kunstwerk. Volgens Smithson hebben natuurliefhebbers “de neiging het landschap (de natuur) door een negentiende-eeuwse bril te bekijken en te romantisch te zien." Hij wil dat we op een andere manier naar de natuur kijken en kiest zijn locaties dan ook doelbewust.
2p
24
De plek waar Smithson Broken Circle, Spiral Hill zou gaan maken voldeed aan zijn eisen. Leg uit waarom deze locatie ons anders naar de natuur laat kijken en geef aan hoe het werk van Smithson daaraan bijdraagt. Het (uit Bulgarije afkomstige) Amerikaanse kunstenaarsduo Christo en Jeanne Claude heeft op een heel andere wijze de natuur in hun kunst betrokken. In 1983 omringden zij in een baai bij Miami (over een lengte van 11,3 km) elf eilanden met roze kunststof zeil. Op afbeelding 18 zie je hoe dit zeil wordt aangebracht.
2p
25
Het kunstwerk was twee weken te zien vanaf het land, het water en vanuit de lucht en trok veel bekijks. De ingreep van Christo en Jeanne Claude was dan ook spectaculair. Bekijk afbeelding 17 en 18. Bespreek twee visuele effecten die door het kunstwerk ontstaan. Op afbeelding 19 zie je een van de vele tekeningen die Christo van tevoren maakte. Hij financiert al zijn projecten door middel van de verkoop van zulke tekeningen en collages.
2p
26
Schetsen en collages hebben voor hem een belangrijke functie. Bespreek twee van die functies. Laat de financiering buiten beschouwing.
HA-5001-a-14-2-o
8 / 11
lees verder ►►►
Op afbeelding 20 zie je een ontwerp uit 2006 van de Belgische architect Vincent Callebaut. Hij bedacht drijvende eilanden waarop 5000 mensen zouden kunnen wonen. De vorm is geïnspireerd op de Victoria waterlelie, een bijzonder grote en sterke waterplant.
2p
1p
1p
27
De vormgeving van de kunstmatige eilanden verwijzen dus naar 'natuur'. Geef voor twee aspecten van de vormgeving aan hoe dat gebeurt.
28
Callebaut betrekt de natuur ook nog op een andere manier in zijn architectuur. De eilanden kunnen drijven op de golfstromen van de wereldzeeën en gebruiken een combinatie van thermische, zonne-, winden getijdenenergie. Leg uit welk ideaal hij hiermee dient.
29
Het project van Callebaut bestaat alleen als idee en als tekening op internet. De architect bedenkt nieuwe woonvormen die gebruikt kunnen worden als de waterspiegel in de toekomst gaat stijgen. Vind je zijn ontwerp een zinvol project voor de nabije toekomst? Geef een argument voor je antwoord.
Een paardenbloem als lamp Vragen bij afbeelding 21 tot en met 26 Aan het eind van de negentiende eeuw ontstond in Engeland de Arts & Crafts-beweging. De vormgevers die zich bij deze beweging aansloten wilden mooie, ambachtelijke producten maken van hoge kwaliteit. Zo ontstonden onder meer wandkleden, tapijten, behang en andere interieurdecoraties waarbij motieven aan de natuur werden ontleend.
2p
2p
30
31
De Arts and Crafts-beweging ontstond als een reactie op maatschappelijke ontwikkelingen in het midden van de negentiende eeuw. Leg dit uit. Op afbeelding 21 zie een tekening uit 1888 van de Engelse architect en vormgever Charles Voysey. Het is geen autonome tekening, maar een ontwerp voor textiel waarvan gordijnen en andere interieurstoffen gemaakt werden. Bekijk afbeelding 21. Bespreek twee aspecten van de vormgeving waaruit je kunt afleiden dat dit een ontwerptekening voor textiel is.
HA-5001-a-14-2-o
9 / 11
lees verder ►►►
De ideeën van de Arts & Crafts-beweging worden overgenomen in andere landen en hebben vooral succes in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk. Op afbeelding 22 zie je een Franse lamp uit 1902. De bollen bevatten gloeilampen. De vorm is geïnspireerd op paardenbloemen en hun pluizenbollen, zoals je er een ziet op afbeelding 23. 3p
32
Leg uit hoe het idee van een paardenbloem is uitgewerkt tot de lamp op afbeelding 22. Betrek drie aspecten in je antwoord.
1p
33
Noem de naam van de stijl waartoe de lamp op afbeelding 22 behoort. Op afbeelding 24 zie je een grote papieren lamp, die je zelf in elkaar moet zetten. Op figuur 5 hieronder zie je hoe hij in de doos ligt en rechts zie je een detail van de lamp. figuur 5
Ook deze lamp is geïnspireerd op de paardenbloem. Maar het idee is op een andere manier verwerkt dan bij de voorgaande lamp.
HA-5001-a-14-2-o
10 / 11
lees verder ►►►
Het bedrijf Ikea, waar de lamp sinds 2009 te koop is, wil: "bijdragen aan een betere woonomgeving voor zoveel mogelijk mensen." Het bedrijf biedt daarom "een uitgebreid assortiment mooie en functionele woonartikelen voor betaalbare prijzen."
2p
34
Bekijk afbeelding 24 en figuur 5 op de pagina hiernaast. De paardenbloemlamp is een geslaagd voorbeeld van Ikea's streven naar mooie, functionele en betaalbare producten. Leg uit waarom de prijs van deze lamp relatief laag gehouden kan worden. Betrek twee argumenten in je antwoord. In 1993 werd een platform voor hedendaagse Nederlandse ontwerpers opgericht met de naam Droogdesign. Tord Boontje ontwierp voor dit ontwerpbureau in 2002 een bladerpatroon in metaalfolie, dat in iedere gewenste vorm om een gloeilamp gedrapeerd kan worden. Op afbeelding 25 zie je een voorbeeld hiervan. Deze 'lamp' wordt geleverd als een plat vel dat in allerlei kleuren te koop is.
3p
1p
1p
35
36
37
De lamp van Boontje wordt goed verkocht. Bekijk afbeelding 25. Geef drie argumenten waarom deze lamp zo aantrekkelijk gevonden wordt. Op afbeelding 26 zie je een parasol uit 2004 van de Nederlandse ontwerper Chris Kabel. De parasol beschermt tegen de zon, maar is tevens een aantrekkelijk object voor in de tuin. Geef aan welke beleving de parasol oproept bij de gebruiker. Ook de parasol van Kabel is een Droogdesignproduct, dat evenals het ontwerp van Boontje voldoet aan de filosofie van dit bureau. Bekijk afbeelding 25 en 26. Leg uit welke ontwerpfilosofie je kunt afleiden uit beide Droogdesignproducten. Laat de natuur als inspiratiebron buiten beschouwing.
Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd. HA-5001-a-14-2-o
11 / 11
lees verdereinde ►►►