Inhoud Voorwoord 1
Verslag van de Raad van Toezicht
2
Verslag van de Raad van Bestuur
3
Organisatie
4
Kwaliteit van zorg 4.1 Kengetallen patiëntenzorg
5
Kwaliteit van arbeid 5.1 Personele gegevens
6
Inspraak 6.1 Adviesraad voor verpleegkundigen en verzorgenden 6.2 Ondernemingsraad 6.3 Vereniging Medische Staf
7
Financieel verslag Bijlagen 1 2 3 4 5
Organogram Personalia Leden Vereniging Medische Staf Colofon Locaties
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
2
Voorwoord Het tweede jaarverslag van het Jeroen Bosch Ziekenhuis – een ziekenhuis dat is ontstaan uit de fusie tussen het Bosch Medicentrum en het Carolus-Liduina Ziekenhuis – verschijnt in een geheel nieuwe vorm. Voortaan versturen we geen mooi verzorgd drukwerk, maar een aantrekkelijke digitale presentatie. Deze vindt u op www.jeroenboschziekenhuis.nl/jaarverslag. Vergeleken met het jaarverslag 2002 is het hoofdstuk Medewerkers veranderd van naam. Dit hoofdstuk heet voortaan Kwaliteit van arbeid. Deze naam sluit aan bij het kwaliteitsbeleid van onze organisatie, dat is gebaseerd op het INK-managementmodel van het Instituut Nederlandse Kwaliteit. Wij hopen dat deze nieuwe presentatie u bevalt.
’s-Hertogenbosch, juli 2004
Raad van Bestuur Jeroen Bosch Ziekenhuis Drs. F.J.M. Croonen, voorzitter Drs. P.J.J. de Kubber
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
3
1
Verslag van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van het Jeroen Bosch Ziekenhuis vervult zijn toezichthoudende taak op basis van vertrouwen in de samenwerking met de Raad van Bestuur en vanuit een grote betrokkenheid bij de gezondheidszorg. De Raad van Toezicht dient als klankbord voor en adviseur van de Raad van Bestuur. Dit gebeurt op professionele wijze, uitgaande van de richtlijnen voor het corporate governance-systeem voor non-profitorganisaties. In het verslagjaar heeft de Raad van Toezicht acht maal vergaderd, steeds in aanwezigheid van de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht had ook overleg met de Ondernemingsraad en de Cliëntenadviesraad. Ook bij deze vergaderingen was de Raad van Bestuur aanwezig. Diverse geledingen hielden presentaties voor de Raad van Toezicht. Zo heeft de raad kennis genomen van de ontwikkelingen op het gebied van kwaliteitszorg, zorgvernieuwing en de voorbereiding op de nieuwbouw. De raad bezocht daarnaast bijeenkomsten over de Valpolikliniek, over het onderwerp ‘Te veel overhead in de zorg’ en over het Geïntegreerd Medisch Specialistisch Bedrijf. Ook bracht de Raad van Toezicht een bezoek aan Revalidatiecentrum Tolbrug, gevestigd in de locatie Groot Ziekengasthuis.
Activiteiten van de Raad van Toezicht In 2003 heeft de Raad van Toezicht samen met de Raad van Bestuur intensief gesproken over de verbetering van de managementinformatie en de rapportages over beleidsplannen (zoals vertaald in het jaarplan) en de daarbij behorende begroting. De Raad van Toezicht heeft in 2003 de koop van de locatie Bommels Gasthuis in Zaltbommel goedgekeurd. Daarnaast stemde hij in met de ontwikkeling van private zorgactiviteiten in de locatie Liduina te Boxtel. De jaarrekening van het Jeroen Bosch Ziekenhuis over het jaar 2002 werd in juli 2003 besproken. In september 2003 keurde de raad de jaarrekening goed, in het bijzijn van de accountant. Andere onderwerpen die in de vergaderingen van de raad aan de orde kwamen, zijn onder meer: - de productieontwikkeling, - wachtlijsten, - de problemen op de afdeling Intensive Care, - de relatie van de Raad van Bestuur met de Cliëntenadviesraad, - en de ontwikkeling op het gebied van diagnosebehandelingcombinaties (DBC’s). Verder zijn zaken besproken die op de een of andere manier invloed hebben op de bedrijfsvoering van het ziekenhuis, zoals de verkoop van ziekenhuizen aan commerciële conglomeraten. Uiteraard kwamen ook maatschappelijke ontwikkelingen aan de orde, die de gezondheidszorg in Nederland en in het bijzonder in het Jeroen Bosch Ziekenhuis beïnvloeden. Regelmatig terugkerende onderwerpen op de agenda van de Raad van Toezicht zijn de fusie en integratie, de voorbereiding op de nieuwbouw en de bezuinigingen.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
4
Fusie en integratie Vanaf de fusie – 1 januari 2002 – heeft de Raad van Toezicht zich regelmatig laten informeren over de vorderingen van de integratie van de twee oorspronkelijke organisaties. Tot zijn tevredenheid heeft de raad kunnen constateren, dat de integratie voortvarend is verlopen. In 2003 vond de volledige integratie plaats van vier van de zes clusters die vallen onder de adjunct-directeur Beheer en van de clusters Kwaliteit en Organisatie, en Sociale Zaken en Arbo en Milieu. Op 1 juli 2003 werd een eerste stap gezet richting integratie van de clusters Patiëntenzorg en Ondersteuning Patiëntenzorg. De clustermanagers werden benoemd en gingen werken ‘over de locaties heen’. Ook werden de specialist-managers voor de locaties Carolus en Liduina benoemd. Op de andere drie locaties waren al specialist-managers aangesteld. Door op alle locaties te werken met specialist-managers werden de principes van het Geïntegreerd Medische Specialistisch Bedrijf op tactisch en operationeel niveau ingevoerd. Nieuwbouw De Raad van Toezicht constateerde dat de voorbereidingen op de nieuwbouw doortastend zijn voortgezet. De Raad van Toezicht heeft het programma van eisen, dat na een uitvoerige inbreng van velen uit de organisatie door de Raad van Bestuur werd vastgesteld, goedgekeurd. In dat kader heeft de raad ook zijn goedkeuring gegeven voor de vorming van het RGC (Regionaal Geestelijk Gezondheidscentrum). Dit was nodig vanwege de interne verdeeldheid binnen de Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis (PAAZ) over aansluiting bij de GGz ’s-Hertogenbosch en de daarbij behorende uitwerking van de nieuwbouwplannen voor de PAAZ en de GGz-voorzieningen naast het nieuwe ziekenhuis. Na het nemen van deze besluiten, ging de volgende formele fase van de nieuwbouw in, de ontwerpfase. Om zich diepgaander te informeren over ontwikkelingen in de ziekenhuisnieuwbouw, bezocht de Raad van Toezicht het Martini Ziekenhuis in Groningen. Het is net iets verder in de ontwikkeling van de bouwplannen dan het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Tijdens het werkbezoek kwamen vraagstukken als flexibilisering van de bouw en parkeren aan de orde. Bezuinigingen In de loop van het verslagjaar werd duidelijk dat 2003 met een negatief resultaat zou worden afgesloten. Oorzaken waren hogere kosten, extern opgelegde efficiencykortingen en een achterblijvende productie; althans in relatie tot de gemaakte productieafspraken. Ook bleek dat deze negatieve ontwikkelingen zich in 2004 zouden voortzetten. De Raad van Bestuur kwam met een pakket maatregelen om de situatie ten goede te keren. De Raad van Toezicht heeft de financiële ontwikkeling kritisch en nauwgezet gevolgd. De afspraken die waren gemaakt naar aanleiding van de notitie ‘Sturen en Informeren’ speelden hierbij een grote rol. Wijziging in Raad van Bestuur In 2003 is Raad van Bestuurslid de heer W.J. de Bruïne, arts MBA, belast met de portefeuille Patiëntenzorg, door ziekte geruime tijd afwezig geweest. Eind 2003 is met hem gesproken over het al dan niet voortzetten van zijn dienstbetrekking. Uiteindelijk zijn hierover in 2004 besluiten genomen, waarbij na goed overleg tussen de Raad van Toezicht en betrokkene besloten is om zijn dienstverband per 1 april 2004 te beëindigen. De overige leden van de Raad van Bestuur vingen tijdens zijn afwezigheid zijn taken op.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
5
Wijzigingen in Raad van Toezicht De Raad van Toezicht bestaat, conform de statuten, uit zeven personen. Door het vertrek van de heren Noordijk en Graven per 31 december 2002, ontstonden twee vacatures. Een groot aantal geïnteresseerden reageerde op de vacatures, die in een advertenties in het regionale dagblad kenbaar waren gemaakt. Per 1 april werden de heren Martens en Verdijk benoemd. De Cliëntenadviesraad, de Ondernemingsraad en het bestuur van de Vereniging Medische Staf adviseerden over hun aanstelling. Op basis van de algemene profielschets van de Raad van Toezicht en de specifieke profielschets voor de vacatures. Zoals gezegd werd afscheid genomen van de Raad van Toezichtsleden Noordijk en Graven. Het ziekenhuis is hen dankbaar voor hun jarenlange inzet voor het Bosch Medicentrum, het Carolus-Liduina Ziekenhuis en, na de fusie, het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Evaluatie eigen functioneren In 2003 heeft de Raad van Toezicht één keer vergaderd zonder de Raad van Bestuur. Tijdens de vergadering is het eigen functioneren geëvalueerd. Gesproken werd over: - de relatie met de Raad van Bestuur; - de samenstelling van zowel de Raad van Bestuur als de Raad van Toezicht; - de informatievoorziening door de Raad van Bestuur; - de taakverdeling binnen de Raad van Toezicht en de eventuele behoefte of noodzaak tot het vormen van kleine commissies; - de positie van de agendacommissie in relatie tot de overige leden van de Raad van Toezicht; - en de hoogte van de vergoeding die de leden van de raad ontvangen. Deze vergoeding is in 2003 niet gewijzigd. De Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht hebben samen een studiemiddag belegd over maatschappelijke ondernemerschap. De aanwezigen discussieerden over de uitwerking van het corporate governance-systeem. In het bijzonder werd gesproken over de positionering van de organisatie en de Raad van Toezicht ten opzichte van de externe stakeholders. Ook het afleggen van verantwoording aan de stakeholders werd besproken. Tot slot De Raad van Toezicht bedankt de Raad van Bestuur, het management, de medewerkers en specialisten van het ziekenhuis voor het open overleg en de positieve houding. De raad blijft de organisatie kritisch volgen bij de realisatie van de doelstellingen die staan in het Fusiedocument en het Strategisch Beleidsplan, en vertrouwt erop dat de organisatie erin zal slagen om haar ambities te realiseren.
Raad van Toezicht Jeroen Bosch Ziekenhuis Drs. H.G.J. Hermsen, voorzitter
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
6
2
Verslag van de Raad van Bestuur Financieel tekort Net zoals veel andere Nederlandse ziekenhuizen, kreeg het Jeroen Bosch Ziekenhuis in 2003 te maken met een toenemend financieel tekort. De voor u liggende jaarrekening sluit met een tekort van € 4,3 miljoen. Oorzaken waren onder meer: de generieke kortingen die de landelijke overheid had opgelegd, de verhoging van de salariskosten van de artsen-in-loondienst als gevolg van de invoering van de nieuwe AMS-regeling, en de hogere salariskosten van de overige medewerkers vanwege de invoering van het functiewaarderingssysteem FWG 3.0. Een andere oorzaak was de fusie. Op papier zijn twee ziekenhuizen samengegaan, maar in de praktijk zijn nog niet alle onderdelen geïntegreerd. Het realiseren van harmonisatie en eenheid van beleid leidt tot meer kosten, terwijl de voordelen van schaalvergroting door de fusie pas na enkele jaren te behalen zijn. Eind 2003 was het tekort zo groot dat werd besloten tot een bezuinigingsoperatie in 2004 die € 7,8 miljoen moet opleveren. De voorgenomen maatregelen zijn: vermindering van het aantal formatieplaatsen; bezuiniging op het gebruik van medische middelen en geneesmiddelen; het realiseren van inkoopvoordelen; efficiënter gebruik van de voorzieningen. Ook geeft het ziekenhuis in 2004 geen zorg meer waarvoor het geen redelijke vergoeding krijgt van de zorgverzekeraars.
Fusie-effect De fusie tussen het voormalig BMC en het voormalig CLZ in 2002 zou leiden tot een verhoging van het extern budget met € 1 miljoen door toepassing van de gebruikelijke regels van het College Tarieven Gezondheidszorg. De zorgverzekeraars hebben een fasering in de toekenning van dit bedrag aangebracht. Het eerste deel is in 2002 toegekend. De toekenning van het tweede en derde deel zijn afhankelijk gesteld van respectievelijk: samenwerkingsovereenkomsten tussen de maatschappen en het tot stand komen van een medisch beleidsplan voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis en het aangaan van een samenwerkingsconvenant voor transmurale zorg met de regionale partners (de overige instellingen voor gezondheidszorg en de huisartsen). Begin 2004 zijn de samenwerkingsovereenkomsten tussen alle vakgroepen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis overhandigd. Dit leidde begin 2004 tot toekenning van het tweede deel van het bedrag. Het derde deel wordt in de loop van 2004 verwacht.
Kostenverdeling tussen organisatie en vakgroepen In 2003 heeft een werkgroep bestaande uit vrijgevestigde opleiders gewerkt aan het eerste deel van de harmonisatie van de kostenverdeling tussen stafleden en de ziekenhuisorganisatie. Het betreft de kostenverdeling voor assistent-geneeskundigen (agio’s en agnio’s). Na een zorgvuldig onderhandelings- en uitwerkingstraject, heeft de Raad van Bestuur het advies van de vrijgevestigde opleiders over de kostenverdeling assistent-geneeskundigen in augustus 2003 overgenomen. In 2004 worden op dezelfde wijze de overige kostenverdelingsvraagstukken, zoals de kostenverdeling voor onder meer de facturering, WA-verzekering en polikliniekassistentie, behandeld.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
7
Nieuw bekostigings- en honoreringssysteem De regering heeft het voornemen een nieuw bekostigings- en honoreringssysteem in te voeren voor alle ziekenhuizen en medisch specialisten. Sinds 2001 wordt hieraan gewerkt. Centraal in de nieuwe aanpak staan de diagnosebehandelingcombinaties (DBC’s). Het Jeroen Bosch Ziekenhuis deed dat als een van twintig koploperziekenhuizen. In 2003 werd in het Jeroen Bosch Ziekenhuis proefgedraaid met het DBC-gedachtegoed. Eind 2003 bleken alle vakgroepen betrouwbare registraties uit te voeren. In 2004 worden alle handelingen die tot de verschillende DBC’s behoren, beschreven. Per DBC is dan het zorgprofiel bekend.
Overeenkomsten met zorgverzekeraars De zorgverzekeraars kopen zorg in bij het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Hiervoor worden jaarlijks contracten afgesloten. Het VGZ legde het Jeroen Bosch Ziekenhuis een - vergeleken met voorgaande jaren - geheel herziene overeenkomst voor. Deze is gebaseerd op de verschuiving van verantwoordelijkheden in de gezondheidszorg van overheid naar zorgverzekeraars. De Raad van Bestuur kon zich niet vinden in de verschuiving van rechten en plichten die VGZ voorstelde. De Raad van Bestuur voorziet problemen in het feit dat de verzekeraars op een andere wijze met de afspraken tussen ziekenhuis en zorgverzekeraar willen omgaan. Voor patiënten (de verzekerden) en voor de behandelaars zullen de verschillen in aanpak niet gemakkelijk te herkennen zijn en zou er rechtsongelijkheid kunnen ontstaan. Tot nu toe onderhandelt het Jeroen Bosch Ziekenhuis met de verzekeraars gezamenlijk, dit zal in de toekomst veranderen. Gevreesd wordt dat dit mogelijk leidt tot een bureaucratische aanpak.
Aankoop locatie Bommels Gasthuis In het verslagjaar kocht het Jeroen Bosch Ziekenhuis de tot dan toe gehuurde locatie Bommels Gasthuis in Zaltbommel van de stichting Het Groote Bommelsche Gasthuis. In deze locatie houden meerdere medische disciplines poliklinisch spreekuur. De aankoop is budgettair neutraal, omdat deze evenveel kost als huren. De locatie Bommels Gasthuis maakt deel uit van het Gasthuiscomplex, een groot gebouwencomplex in het centrum van Zaltbommel.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
8
Productieontwikkeling De productiecijfers van het ziekenhuis betreffen onder meer het aantal klinische opnamen, het aantal verpleegdagen en het aantal eerste polikliniekbezoeken. Vergeleken met de cijfers van 2002 is het aantal ziekenhuisopnamen, het aantal verpleegdagen en het bezettingspercentage van de bedden ongeveer gelijk gebleven. Het aantal dagen dagverpleging is fors toegenomen. Het aantal dagen was in 2002 19.199. In 2003 steeg het aantal dagen met 14,9% tot 22.062. Deze toename spoort met het beleid van het Jeroen Bosch Ziekenhuis om patiënten zo snel mogelijk te behandelen. Dit gebeurt door, indien mogelijk, hen in dagverpleging te behandelen in plaats van hen meerdere dagen op te nemen. Verder valt op dat het aantal eerste polikliniekbezoeken in geringe mate afnam. Was dat aantal in 2002 198.197 bezoeken, in 2003 waren het er 847 minder.
Problemen op de Intensive Care In december 2002 vertrok de specialist-manager van de afdeling Intensive Care (IC) vrij onverwacht naar de Katholieke Universiteit Nijmegen om daar een leerstoel te aanvaarden. Door het vertrek van deze intensivist moesten zijn drie collega’s zijn werk overnemen. Dit leidde tot de nodige spanningen, waardoor, vanwege een onderlinge vertrouwenscrisis, medio 2003 een tweede intensivist vertrok. De wervingsprocedure voor twee intensivisten leverde geen geschikte kandidaten op. Toen in oktober de volgende intensivist liet weten per 1 januari 2004 een functie elders te aanvaarden, dreigde de continuïteit op de IC, locatie Groot Ziekengasthuis, in gevaar te komen. Eind november werd een noodoplossing gevonden zodat de IC met twee intensivisten zou kunnen blijven functioneren. De anesthesiologen hebben hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. Begin 2004 is een definitieve oplossing voor het probleem gevonden.
Vergelijking van OK’s De ene operatiekamer is de andere niet. Dat blijkt uit een vergelijkend onderzoek, de zogenaamde Benchmark OK, bij acht ziekenhuizen, waaronder het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De ziekenhuizen vergeleken de bedrijfsvoering op achttien locaties. Ze analyseerden de best presterende OK’s en vroegen zich af waarom deze het zo goed doen. De onderzoeksresultaten zijn in 2003 gepubliceerd. Alle locaties van het Jeroen Bosch Ziekenhuis zijn in het onderzoek betrokken, met uitzondering van de locatie Bommels Gasthuis, omdat daar geen operaties plaatsvinden. De resultaten van OK’s van het Jeroen Bosch Ziekenhuis zijn wisselend. Op sommige punten presteren ze het best, maar vaak is verbetering nodig. Dit geldt onder meer voor de productieaantallen, wisseltijden tussen operaties en materiële kosten. Die behoeven verbetering. Zo is het beter om vaker personeel uit te wisselen tussen de locaties. Dat leidt tot grotere flexibiliteit, verdeling van de werklast en kruisbestuiving van culturen. Een andere conclusie is dat operaties beter centraal kunnen worden gepland. Op de locaties Carolus en Liduina gebeurt dat al. Dit leidt tot efficiënter gebruik van mensen en middelen. Het gebruik van materialen op alle locaties zou uniform moeten worden. Dat verlaagt de kosten en de kans op fouten.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
9
Zelfstandig behandelcentrum in locatie Liduina Bij de locatie Liduina van het Jeroen Bosch Ziekenhuis kunnen patiënten terecht voor poliklinische afspraken, operaties en andere behandelingen in dagverpleging. Echter, een gedeelte van de beschikbare ruimten staat leeg en de capaciteit van de operatiekamers wordt maar voor de helft benut. Daarom heeft de Raad van Bestuur in 2003 besloten in deze locatie een zelfstandige behandelcentrum (ZBC) te vestigen. Het ZBC richt zich op het aanbieden van niet-verzekerde zorg.
Raad van Bestuur Jeroen Bosch Ziekenhuis Drs. F.J.M. Croonen, voorzitter Drs. P.J.J. de Kubber
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
10
3
Organisatie Integratie Na de fusie in januari 2002 is het Jeroen Bosch Ziekenhuis gestart met de integratie van organisatieonderdelen en van de vakgroepen. De doelstelling is dat organisatieonderdelen ontstaan die locatieoverstijgend zijn. In 2003 zijn de volgende clusters geheel geïntegreerd: Economie en Managementinformatie, Financiële Administratie, ICT, Kwaliteit en Organisatie, Sociale Zaken en Arbo en Milieu, en Zorgadministratie. In veel gevallen kwamen de betrokken medewerkers ook fysiek bij elkaar te werken. De totstandkoming van het cluster Sociale Zaken noodzaakte het ziekenhuis tot de aanschaf van één salaris- en personeelsinformatiesysteem. Eind 2003 startte de invoering van het systeem: HRAccess. Het streven is dat in 2004 dit eigentijdse systeem in gebruik kan worden genomen. Het cluster Bouw en Techniek en het cluster Hotelservice en Logistiek stelden in 2003 de integratieplannen op. Deze dienen als voorbereiding op de daadwerkelijk samenvoeging van de verschillende bedrijfsonderdelen van de voormalige ziekenhuizen. De integratieplannen zijn in 2003 ook goedgekeurd. Het cluster Bouw en Techniek heeft ze in 2003 ook gerealiseerd. Ook het cluster Leerhuis startte in het verslagjaar met de voorbereiding van de integratie. In 2004 zal het definitieve integratieplan worden aangeboden aan de organisatie. Halverwege 2003 werden twee belangrijke stappen gezet voor het primaire proces. Ten eerste was dat de benoeming van acht clustermanagers Patiëntenzorg en vijf clustermanagers Ondersteuning Patiëntenzorg. Daarnaast werden de specialistmanagers voor de locaties Carolus en Liduina benoemd. Dankzij de benoeming van de specialist-managers hebben alle vakgroepen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis nu een specialist-manager. Samen met de betreffende clustermanager vormen ze de leiding van het cluster.
Cluster Leerhuis van start Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is lid van de vereniging Stichting Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ). Deze ziekenhuizen willen zich profileren als Teaching Hospitals. Ook het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft deze ambitie. Om dit begrip vorm te geven, werd door het Jeroen Bosch Ziekenhuis reeds in 2002 een model ontwikkeld. Het cluster dat zich hiermee zou gaan bezighouden kreeg de naam Leerhuis. Het cluster ging in augustus 2003 daadwerkelijk van start met de komst van de nieuwe clustermanager, die zorgdraagt voor de algehele leiding van het cluster. In december is ook de decaan benoemd, die zich met name richt op de coördinatie van het onderwijs aan co-assistenten en de relatie onderhoudt met de universiteiten. Eind 2003 werd het dagelijks bestuur van de Centrale Opleidingscommissie benoemd. Deze wordt gevormd door de clustermanager, de decaan en twee leden van de Centrale Opleidingscommissie. Zij zien, ter ondersteuning van de specialist opleiders, toe op de kwaliteit en continuïteit van het medisch onderwijs. Vóór de start van het cluster Leerhuis waren de (verpleegkundige) opleidingen van het voormalige Bosch Medicentrum en Carolus-Liduina Ziekenhuis gescheiden. Nog in
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
11
2003 is er één team van (praktijk)opleiders gevormd. Deze richten zich voornamelijk op de stagebegeleiding van de student-verpleegkundigen op MBO- en HBO-niveau. Jaarlijks begeleiden zij meer dan driehonderd leerling-verpleegkundigen en cursisten van vervolgopleidingen. Daarnaast verzorgen zij een groot aantal bij- en nascholingen. Het cluster Leerhuis houdt zich niet alleen bezig met de reguliere opleidingen, maar is ook nauw betrokken bij het ontwikkelen van nieuwe beroepen, zoals de physician assistant en nurse practitioner. Ook participeert het cluster Leerhuis in de totstandkoming van nieuwe opleidingsvormen, waaronder digitaal onderwijs en levert het een bijdrage aan scholing op het gebied van ICT. In dat kader wordt - met financiële steun van het Europees Sociaal Fonds - gewerkt aan de invoering van e-learning in het ziekenhuis. Het project heet ICT Werkt In de Zorg. Sinds 2003 maken eveneens deel uit van het cluster Leerhuis: het secretariaat van de Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC) en het Management Developmentprogramma. Het cluster Leerhuis wil in de toekomst bijdragen aan de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderzoek in het ziekenhuis. Dit zal zich zal zowel op medisch als op verpleegkundig en paramedisch gebied gaan richten. Vanaf februari 2004 zal ook de Medische Bibliotheek deel uitmaken van het cluster. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis beschikt op deze wijze over faciliteiten die integraal bijdragen aan de kennisontwikkeling van de binnen het ziekenhuis werkzame professionals. In de nabije toekomst zal er nauwe afstemming zijn met het clustermanagement van het ziekenhuis om tot een resultaatgerichte planning van opleidingsactiviteiten te komen. Hierbij zal ook gestreefd worden naar samenhang en samenwerking met de clusters Sociale Zaken en Kwaliteit en Organisatie. Het cluster Leerhuis heeft als uiteindelijke doelstelling een integrale voorziening te zijn, die bijdraagt aan de kennisontwikkeling van professionals in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De huidige (praktijk)opleiders zullen dan meer de rol van ‘bedrijfsopleider’ gaan vervullen.
Op weg naar nieuwbouw Als alles volgens plan verloopt, staat er begin 2009 op het terrein van de locatie Willem-Alexander in ’s-Hertogenbosch een nieuw ziekenhuis. In 2002 werd de ministeriële toestemming verkregen en het architectenbureau geselecteerd; EGM architecten. In het verslagjaar diende het Jeroen Bosch Ziekenhuis het programma van eisen en het structuurplan bij het Bouwcollege in. Het College Bouw Zorginstellingen beoordeelt of de nieuwbouwplannen - uitgewerkt in hoofdlijnen - uitgevoerd mogen worden. Naast de plannen voor het ziekenhuis, zijn er ook drie afzonderlijke plannen ingediend voor voorzieningen die samenhangen met het ziekenhuis. Die voorzieningen zijn: een regionaal centrum voor geestelijke gezondheidszorg (RGC), Revalidatiecentrum Tolburg en een radiotherapeutisch subcentrum van het Dr. Bernard Verbeeten Instituut. In de plannen zijn ook de ideeën voor een zorgpark opgenomen. In dit zorgpark zijn zorggerelateerde, commerciële activiteiten voorzien, die direct of indirect een relatie hebben met het ziekenhuis. Het Bouwcollege neemt in 2004 een besluit over de plannen. Intussen is het ziekenhuis gestart met het coördineren van het voorlopige ontwerp voor de nieuwbouw. Hiertoe gingen eind 2003 ruim twintig gebruikersgroepen van
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
12
start. Het projectbureau Nieuwbouw probeert via de bijeenkomsten van de gebruikersgroepen zo veel mogelijk medewerkers en specialisten bij de nieuwbouw te betrekken. Een ander middel dat het projectbureau in 2003 ontwikkelde, was het extranet Nieuwbouw. Medewerkers en specialisten kunnen, op een afgeschermd deel van de website van het ziekenhuis, de meest recente informatie over de voorbereidingen op de nieuwbouw bekijken. Daarnaast is in februari 2004 het eerste nummer van het blad Nieuwbouwnieuws verschenen. In augustus komt het tweede nummer uit. Dit blad gaat naar interne en externe relaties van het ziekenhuis.
Revalidatiecentrum Tolbrug Revalidatiecentrum Tolbrug is het enige Nederlandse revalidatiecentrum met een eigen erkenning en financiering, dat gevestigd is in een ziekenhuis en er organisatorisch deel van uitmaakt. Het bevindt zich in de locatie Groot Ziekengasthuis. De andere revalidatiecentra zijn zelfstandig. Om Revalidatiecentrum Tolbrug beter te kunnen profileren, werd in 2002 besloten de leiding van het centrum in handen te geven van een directeur die rechtstreeks valt onder de Raad van Bestuur. Op 1 mei 2003 is de directeur in dienst getreden. Hiermee is de ‘status aparte’ van het centrum binnen het Jeroen Bosch Ziekenhuis een feit. Het revalidatiecentrum zal in de nabije toekomst een eigen gezicht krijgen door een eigen nieuw gebouw naast de nieuwbouw van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. In 2003 kreeg Revalidatiecentrum Tolbrug toestemming voor uitbreiding in de regio. Het Ministerie van VWS en het Bouwcollege keurden het voorstel goed om samen met Ziekenhuis Bernhoven, locatie Oss, acht plaatsen voor dagbehandeling te realiseren. De huisvesting neemt Ziekenhuis Bernhoven voor zijn rekening. Revalidatiecentrum Tolbrug verzorgt het behandelprogramma. De voorbereidingen zijn gestart.
Eén patiëntennummer Maanden voorbereiding kostte het om uiteindelijk op 1 februari 2003 alle patiënten van het Jeroen Bosch Ziekenhuis te kunnen voorzien van een uniek patiëntennummer en een nieuw ponsplaatje. Daarna konden de patiëntenadministratiesystemen van de voormalige ziekenhuizen Bosch Medicentrum en Carolus-Liduina Ziekenhuis aan elkaar worden gekoppeld. Elke patiënt die vanaf februari persoonlijk zijn ponsplaatje kwam afhalen, kreeg een uniek patiëntennummer. Voor die tijd had veertig procent van de patiënten twee verschillende nummers. Alle geautomatiseerde systemen die gekoppeld waren met het ziekenhuisinformatiesysteem (ZIS), zoals Röntgen en de laboratoria, konden eveneens beschikken over een eenduidig patiëntennummer. Sinds de geslaagde invoering van de nieuwe patiëntennummers, is het Jeroen Bosch Ziekenhuis in staat gemakkelijk en snel alle medische verrichtingen te declareren bij ziektekostenverzekeraars en patiënten. Een ander voordeel is, dat de patiënten voortaan maar één nummer hebben, waardoor eenvoudig koppelingen met nieuwe systemen tot stand kunnen komen. Bovendien worden dubbele registraties in de systemen opgeschoond.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
13
4
Kwaliteit van zorg Het Jeroen Bosch Ziekenhuis verleent medische, paramedische en verpleegkundige zorg van een zeer hoog niveau. De keuze voor behandeling en de toetsing daarvan is gebaseerd op wat zich in de praktijk als beste behandeling heeft bewezen. Professionals bepalen zelf wat een verantwoord kwaliteitsniveau is. Speerpunten zijn het verlenen van klantgerichte zorg en beperking van de wachttijd en opnameduur. Om goede doorstroming en continuïteit te realiseren, wordt de zorg zoveel mogelijk georganiseerd in samenspraak met andere zorgaanbieders in de eerste, tweede en derde lijn.
Ketenzorg Mensen die professionele zorg nodig hebben, krijgen vaak te maken met verschillende zorgaanbieders. Soms vormen zij een onoverzichtelijke keten van regionale gezondheidszorgorganisaties. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis streeft naar continuïteit van zorg en een goede doorstroming van patiënten naar andere instellingen. Het ziekenhuis probeert dit te bereiken in samenspraak met andere zorgaanbieders in de eerste-, tweede- en derdelijnsgezondheidszorg. Er wordt gewerkt aan het zo veel mogelijk transmuraal en transparant organiseren van de zorg. Een belangrijke rol in de realisering van het voorgaande speelt het Medisch Coördinerend Centrum Noordoost-Brabant (MCC). Dit heeft als doel het bevorderen van de kwaliteit, doelmatigheid en samenhang van de patiëntenzorg door coördinatie en evaluatie ervan. Het gaat met name om de zorg die door huisartsen en specialisten wordt verleend. Project Oogzorg Voor patiënten met oogklachten is het onduidelijk welke mogelijkheden er zijn op het gebied van diagnostiek en behandeling in de regio Noordoost-Brabant. Het doel van het project Oogzorg is de patiënten helderheid te bieden, waardoor ze de juiste zorg krijgen op het juiste moment. Het MCC is trekker van het project. In 2003 zijn werkafspraken gemaakt tussen de oogartsen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, de huisartsen en de optometristen. Vervolgens zijn de werkafspraken, die vergezeld gingen van een verwijsformulier voor de oogpatiënten, getest. Uit de test kwam onder meer naar voren dat meer duidelijkheid is ontstaan over de taken die elke hulpverlener in de oogzorg heeft. Daarnaast is de verwijsstroom verbeterd. Het duidelijkste bewijs hiervan is de vermindering van het aantal zelfverwijzers. Vanaf juli 2004 worden de gemaakte afspraken geïmplementeerd. De aftrap hiervoor wordt gedaan tijdens het symposium Zicht op samenwerking. Kinderen met ADHD In het project Ontwikkeling van regionale samenwerking en behandeling van ADHD (Attention Deficit and Hyperactivity Disorder) in Noordoost-Brabant werken zo’n twaalf verschillende organisaties samen. Onder hen bevinden zich de huisartsen van de Districtshuisartsenvereniging Noordoost-Brabant, de kinderartsen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis en Ziekenhuis Bernhoven, het Bureau Jeugdzorg, de GGz en de thuiszorg uit de regio. De doelstelling van het project is te komen tot snelle diagnostiek
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
14
en verwijzing van kinderen met ADHD. Het project wordt begeleid door het MCC. In 2003 zijn de regionale afspraken over het zorgproces voor kinderen met ADHD door de deelnemende organisaties goedgekeurd. Hiertoe werd het primaire zorgproces duidelijk beschreven en aangevuld met kwaliteitscriteria voor elk stap in dat proces. De taken en verantwoordelijkheden van de uitvoerende professionals werden opgesteld. Deze informatie werd aangevuld met een protocol voor lichamelijk onderzoek en een informatiefolder voor ouders. Alle betrokken verwijzers en hulpverleners ontvingen uitgebreide schriftelijke informatie over de samenwerkingsafspraken. Daarna startte de testfase. Deze duurde van september 2003 tot februari 2004. In de loop van 2004 vindt de evaluatie plaats van de testfase en de implementatie van de afspraken. Op 14 oktober 2004 wordt een symposium over de samenwerkingsafspraken ADHD gehouden. Feedback laboratoriumdiagnostiek Het MCC geeft huisartsen feedback over de diagnostische onderzoeken die zij laten uitvoeren door de laboratoria van het Jeroen Bosch Ziekenhuis en Ziekenhuis Bernhoven. Eenenzestig huisartsen, waaronder elf uit het genoemde adherentiegebied, kregen feedback over hun aanvragen ten behoeve van de zorg aan mensen met diabetes. Het bleek dat het gemiddelde suikergehalte in het bloed van patiënten in 2003 verbeterd was ten opzichte van 2002. Meer MCC-activiteiten Het MCC werkte samen met de gynaecologen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis voor het uitvoeren van een test met vaginale echografie voor huisartsen. Ook coördineerde het MCC een regionaal overleg over astma en COPD (chronisch obstructieve longziekten). Doel van het overleg was invoering van landelijke transmurale afspraken. Eind 2003 werd bekend dat het MCC wordt ingezet voor de coördinatie die nodig is voor verbetering van de transmurale zorg van het Jeroen Bosch Ziekenhuis en de overige zorginstellingen in Noordoost-Brabant. Hoe deze taak ingevuld wordt, zal in de loop van 2004 bekend worden. Voorbereidingen voor oprichting Diagnostisch Centrum Noordoost-Brabant In 2003 werden de voorbereidingen getroffen voor de oprichting van het Diagnostisch Centrum Noordoost-Brabant. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis en Ziekenhuis Bernhoven gaan in dit virtuele centrum hun diensten aanbieden. In 2004 wordt het Diagnostisch Centrum Noordoost-Brabant opgericht. Het doel is om de dienstverlening aan huisartsen te verbeteren. Huisartsen uit de regio kunnen er laboratoriumonderzoeken laten doen op het gebied van Klinische Chemie en Hematologie, Medische Microbiologie en Pathologie. Bovendien kunnen ze er advies inwinnen bij laboratoriumspecialisten zoals arts-microbiologen, klinisch chemici of pathologen.
Kwaliteitsverbeterprojecten Zorgvernieuwingsprojecten In 2003 werd gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zorgvernieuwingsprojecten te laten financieren. Doelstelling van de meeste projecten was het realiseren van meer patiëntvriendelijke behandelingen. Zo werden er op de locatie Groot Ziekengasthuis met behulp van een mobiele PET-scanner 316 scans uitgevoerd. De PET-scanner helpt
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
15
onderzoekers om bij (mogelijke) kankerpatiënten snel te diagnosticeren of een tumor kwaadaardig is, eventuele uitzaaiingen te traceren én het effect van een behandeling te meten. Het voordeel voor patiënten is dat ze voor het laten maken van een PET-scan niet meer naar de academische centra in Nijmegen of Amsterdam hoeven. Voor patiënten met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa startte in 2003 een verpleegkundig spreekuur. 271 patiënten bezochten of belden het verpleegkundig spreekuur. Hierdoor konden er naar schatting dertig klinische opnamen worden voorkomen. Gekeken naar het gemiddeld aantal opnamedagen betekende dit bovendien een vermindering van het aantal verpleegdagen met circa 350 in één jaar. Om de zorgvernieuwingsprojecten uit te kunnen voeren, ontving het Jeroen Bosch Ziekenhuis een vergoeding. Dit bedrag dient ter compensatie van de inkomstenverlaging én van de extra kosten die de projecten met zich meebrengen. De inkomstenverlaging ontstaat onder meer doordat minder opnames kunnen worden gedaan en minder patiënten opgenomen worden. Zonder aanvullende financiële afspraken met de zorgverzekeraars zou het ziekenhuis, als gevolg van de bestaande financiële regelingen, worden ‘gestraft’ voor patiëntvriendelijke zorg. Minder bloedtransfusies Vroeger was het niet ongebruikelijk om patiënten met een hemoglobinegehalte (Hb) onder de zes bloed te geven. Uit onderzoek is echter gebleken dat een lager Hb vaak goed verdragen wordt. De 4-5-6-flexinorm, ontwikkeld door dr. J. de Wolf, hematoloog van het Academisch Ziekenhuis Groningen, laat zien hoe hiermee om te gaan. Bij deze norm wordt niet alleen het Hb, maar ook de algehele toestand van een patiënt mee gewogen. Dan blijkt een bloedtransfusie in heel veel gevallen niet nodig. Een projectteam van het Laboratorium Klinische Chemie en Hematologie en van de afdelingen Algemene Chirurgie en Gynaecologie/Obstetrie, van de locatie Groot Ziekengasthuis heeft door het uitvoeren van een proefproject aangetoond welke voordelen de toepassing van de 4-5-6-flexinorm kan hebben. Op deze afdelingen werd over een periode van zestien weken een nulmeting gedaan van het aantal transfusies die volgens de flexinorm onnodig waren geweest. Daarna werd de flexinorm toegepast en vervolgens een resultaatmeting over enkele maanden gedaan. Na het toepassen van de norm bleek dat er een daling van zeventig tot tachtig procent in het aantal onnodige transfusies was bereikt. Er waren 191 zakken bloed minder gegeven, dan in een vergelijkbare periode van het jaar ervoor. Dat betekent: minder risico voor patiënten; er zijn minder bloedproducten nodig; een kostenbesparing van € 82.500 op jaarbasis en tijdsbesparing voor verpleegkundigen en analisten. In 2004 wordt een nieuw transfusieprotocol uitgebracht voor het hele ziekenhuis. En wordt gewerkt aan de invoering van de toepassing van de 4-5-6-flexinorm op andere afdelingen. Verpleegkundig spreekuur voor mensen met Multiple Sclerose In 2001 werd op de polikliniek Neurologie van de locatie Groot Ziekengasthuis een verpleegkundig spreekuur gestart voor mensen met Multiple Sclerose (MS). Het doel van het spreekuur was de zelfredzaamheid en autonomie van MS-patiënten te bevorderen. In 2003 is een onderzoeksrapport afgerond naar de tevredenheid van de patiënten. Zij kregen een vragenlijst voorgelegd en konden aangeven of ze het met de stelling eens of oneens waren, of er neutraal tegenover stonden. Uitgangspunt voor de analyse van de antwoorden was, dat een aandachtspunt verbetering behoefde als twintig procent of meer aangaf het niet eens te zijn of neutraal te staan tegenover een positief geformuleerde bewering. Het resultaat van de meting was zeer positief. Zo zijn
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
16
mensen tevreden over de organisatie van het spreekuur en zijn ze tevreden over het terugbellen nadat ze het antwoordapparaat hebben ingesproken. Verder vinden mensen dat de MS-verpleegkundige een toegevoegde waarde heeft voor het omgaan met de ziekte. Een punt dat verbetering behoefde, was de telefonische bereikbaarheid. Aanbevelingen ter verbetering zijn: een telefonisch spreekuur voor MS-patiënten houden op vaste dagen en tijden en ze willen hiervan op de hoogte worden gebracht. Het onderzoek wijst ook uit, dat de belangrijkste reden voor het bezoeken van het spreekuur is informatie en voorlichting. Digitalisering cluster Beeldvormende Technieken Na een gedegen voorbereiding startte in 2003 het project Digitalisering cluster Beeldvormende Technieken. Het heeft als doelstelling het hele Jeroen Bosch Ziekenhuis ‘filmloos’ te maken. Dat wil zeggen, dat digitale foto’s van de afdelingen Radiologie en Nucleaire Geneeskunde in de toekomst overal in het ziekenhuis op de computer opvraagbaar zijn. Samen met de bijbehorende verslagen en aanvraagbriefjes. Op de locaties Carolus en Liduina is dit al mogelijk. Daarom richt het project zich in eerste instantie op medewerkers en medisch specialisten van de locaties Groot Ziekengasthuis en Willem-Alexander. Het systeem waarmee wordt gewerkt heet PACS. Dit staat voor Picture Archiving And Communication Systems. In 2003 volgden ruim 300 bevoegde medewerkers en specialisten een cursus om met het systeem te leren werken. Ook werd het gehele ziekenhuis voorzien van PACSbekijkstations. Eind 2004 zal het bestaande PACS van de locaties Carolus en Liduina geïntegreerd zijn met het PACS van de locaties Groot Ziekengasthuis en WillemAlexander. Vanaf dat moment is er dus één PACS voor het hele ziekenhuis en wordt het mogelijk om locatieonafhankelijk beelden te bekijken. Uitbreiding hemodialysestations In 2003 werden de voorbereidingen getroffen voor de uitbreiding van het Dialysecentrum op de locatie Groot Ziekengasthuis. Personeel werd geworven en in de binnentuin van de locatie Groot Ziekengasthuis werd een nieuwe unit geplaatst. Vanaf januari 2004 zijn vijf nieuwe dialysestations in gebruikgenomen. Later komen daar nog eens vier stations bij, waarmee uiteindelijk het totale aantal plaatsen komt op 37. De uitbreiding is nodig omdat de huidige dialyseplaatsen bezet zijn én omdat, vanwege onder meer de vergrijzing, een toename wordt verwacht van het aantal dialysepatiënten. Op het gebied van nierdialyse heeft het Jeroen Bosch Ziekenhuis een regionale functie. Patiënten uit de regio Noordoost-Brabant en Bommelerwaard worden er behandeld. In de loop van 2004 start het Dialysecentrum met een nieuwe waterbehandelmethode: HDF on line. Vanaf 12 januari 2004 wordt gedialyseerd met ultrapuur water. De voordelen van deze nieuwe methode voor de patiënten, zijn groot. De klachten die ze doorgaans hebben door het dialyseren verminderen hierdoor. Met het oog op de nieuwbouw van het Jeroen Bosch Ziekenhuis zijn de investeringen in de aanbouw zo laag mogelijk gehouden. Revalidatiecentrum Tolbrug Halverwege 2003 wees toetsing door de koepelorganisatie van revalidatiecentra (VRIN) uit, dat het Revalidatiecentrum Tolbrug goed presteert wat betreft het behandelaanbod voor individuele revalidanten.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
17
De Inspectie voor de Gezondheidszorg bracht ook een toezichtsbezoek. Het ging om een landelijk onderzoek naar de basis medische zorg in revalidatiecentra. De nauwe band tussen Revalidatiecentrum Tolbrug - gevestigd in de locatie Groot Ziekengasthuis en het ziekenhuis blijkt een voordeel te zijn. Halverwege 2003 bleven de productiecijfers achter bij de productieafspraken. De belangrijkste oorzaak was een tekort aan verpleegkundig personeel. Dankzij het uitvoeren van een aantal maatregelen namen de productiecijfers weer toe. Er werden verpleegkundigen geworven en het aantal behandelaren is tijdelijk uitgebreid. Ook werden enkele efficiëntie- en doelmatigheidsmaatregelen genomen. In het laatste kwartaal nam de product enorm toe. Al met al is het jaar afgesloten met een positief financieel resultaat. Meer informatie is te lezen in het jaarverslag van Revalidatiecentrum Tolbrug. Reorganisatie zorgproces Cardiologie De afdeling Cardiologie op de locatie Groot Ziekengasthuis is in 2003 een aantal zorgprocessen anders gaan organiseren en vernieuwen. Hierdoor is de afdeling efficiënter gaan werken. Bij de reorganisatie is een aantal projecten tegelijkertijd uitgevoerd. De rode draad was de verschuiving van klinische naar poliklinische zorg. De afdeling sloot zestien bedden en de vrijgekomen middelen en vloeroppervlakten zijn gebruikt voor nieuwe en verbeterde ambulante diensten. Bij de verbeteringen die zijn doorgevoerd, ging het om zaken waar artsen, verpleegkundigen en externen in de praktijk van alledag tegenaan liepen. Om een voorbeeld te noemen was dat de opvang van patiënten met klachten over pijn op de borst. Voorheen kwamen deze patiënten terecht op de afdeling en duurde het een dag of drie voor zij naar huis konden. De patiënten worden nu ‘losgeweekt’ van de afdeling en opgenomen in de chestpain-unit. Ze krijgen er begeleiding van een vaste verpleegkundige. Zo kan de opnameduur teruggebracht worden tot één, hooguit twee dagen. Ook de voorlichting en de nazorg zijn anders georganiseerd. De opnameduur van mensen die een hartinfarct hebben gehad, is ingekort met één dag. Dit kan door een verschuiving van een deel van de voorlichting naar de periode na het ontslag. Verder is er een polikliniek geopend voor nieuwe spoedeisende patiënten. De polikliniek wordt gerund door een arts, die zelf de agenda hanteert. Voor patiënten met een hartinfarct is nog een verbetering gestart. Patiënten met een groot infarct worden sinds 2003 direct vervoerd naar het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Hier kunnen ze een percutane coronaire interventie – beter bekend als dotteren of stenten – ondergaan. Deze ingrepen zijn in het Jeroen Bosch Ziekenhuis momenteel niet toegestaan. Protocol melding kindermishandeling Onderzoek heeft uitgewezen dat één op de tien kinderen die voor behandeling in een ziekenhuis komt, slachtoffer is van kindermishandeling. Dit schrikbarende gegeven was aanleiding voor de werkgroep Kindermishandeling van het Jeroen Bosch Ziekenhuis om een protocol op te stellen. Het protocol, met als titel ‘Opdat het stopt’, is het resultaat van het samenvoegen van de twee bestaande protocollen van de locaties Carolus en Groot Ziekengasthuis. Het resultaat is een forse reader waarin behalve het protocol ook observatielijsten, achtergrondinformatie en telefoonnummers van de betrokken instanties staan. Het protocol is een handleiding voor iedere medewerker die met kinderen te maken heeft. Het doel van het protocol is het terugdringen en het eerder signaleren van kindermishandeling. Dat is belangrijk omdat er dan snel en adequaat op gereageerd kan worden.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
18
Multidisciplinair Laboratorium voor Moleculair Biologische Diagnostiek In het Jeroen Bosch Ziekenhuis is al het genetisch onderzoek, zowel van het erfelijk materiaal van patiënten, als van het erfelijk materiaal van bacteriën en virussen gebundeld in één laboratorium - het Multidisciplinair Laboratorium voor Moleculair Biologische Diagnostiek (MLMBD). Hiervoor wordt ook wel de term PCR-laboratorium gebruikt. PCR staat voor polymerase chain reaction. In dit laboratorium worden analyses gedaan van menselijk DNA ten behoeve van diagnoses van erfelijke ziekten en kanker. Ook worden er patiënten materialen geanalyseerd op de aan- of afwezigheid van DNA of RNA van pathogene micro-organismen. Eén moleculair bioloog en drie analisten zijn fulltime, en elf analisten -van de laboratoria Klinische Chemie en Hematologie, Medische Microbiologie en Pathologie- voor een deel van hun tijd, bezig om specialisten en (huis)artsen te helpen bij hun diagnoses. In 2003 hebben hun werkzaamheden geleid tot uitbreiding van het analysepakket waardoor het aantal bepalingen verdriedubbelde. Mijlpalen waren: - de implementatie van diagnostiek op de veroorzakers van koortslip en genitale herpes: herpes simplex virussen 1 en 2 en het varicella zoster virus (waterpokkenvirus). Deze testen kunnen voortaan gedaan worden met droge wattenstokken. Dit maakt het insturen van DNA voor huisartsen een stukje makkelijker; - de implementatie van een enterovirus-test waardoor ongeveer zeventig patiënten per jaar eerder het ziekenhuis kunnen verlaten; - de ontwikkeling van een blokjes verwisseling test voor Pathologie, waardoor verwisselingen van blokjes, bloed en serum kunnen worden geanalyseerd; - de implementatie van Epstein Barr-virus (EBV, ziekte van Pfeiffer) en Cytomegalovirus (CMV) testen waardoor het mogelijk is te zien of iemand een actieve infectie met één van deze virussen heeft. Dit is met name belangrijk voor transplantatiepatiënten. Voor 2004 staat de ontwikkeling van ‘translocatie testen’ op het programma om verschillende vormen van leukemie beter te kunnen karakteriseren en behandelen. Daarnaast hopen de MLMBD-medewerkers, ondanks de investeringsstop vanwege de bezuinigingen in het ziekenhuis, een deel van de werkzaamheden te kunnen automatiseren, zodat er tijd is om het analysepakket verder uit te breiden. Geschikt bloed op de OK Uit meldingen bij de Commissie Melding Incidenten Patiënten (MIP) bleek dat soms tijdens operaties niet altijd geschikt bloed op voorraad was op de OK van de locatie Carolus. In 2003 werd het hele proces onder de loep genomen door een multidisciplinaire werkgroep. Als een patiënt moet worden geopereerd, krijgt hij een loopbriefje. Daarop staat wanneer hij zich waar moet melden. Als er bloed nodig is, moet hij langs het laboratorium om bloed te laten prikken. Maar patiënten hebben vaak al eerder een keer bloed laten prikken en denken dan dat dit niet nog eens hoeft. Bij die patiënten ging het mis. In het vervolgtraject werd namelijk niet gecontroleerd of een patiënt daadwerkelijk bloed had laten prikken. Voor de controle is een oplossing bedacht: er is een digitaal stoplicht toegevoegd in het geautomatiseerde systeem waarin de patiëntenplanning wordt bijgehouden. In de preoperatieve screening door Anesthesiologie wordt bepaald of er bloed nodig is voor een patiënt. Als dat zo is, zet de secretaresse van de OK in de computer het stoplicht voor de naam van de patiënt op rood. De medewerkers van bureau Opname zien in het systeem het rode stoplicht. Zij bellen de patiënt en vertellen hem dat hij zich vóór de operatie op het laboratorium moet melden. Zodra er bij de patiënt bloed is afgenomen, zet het laboratorium het stoplicht op
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
19
oranje. Een oranje stoplicht betekent: de patiënt heeft bloed laten prikken, maar het bloed is er nog niet. Pas als de juiste compatibiliteitstesten zijn uitgevoerd en er geschikt bloed aanwezig is voor de patiënt wordt het stoplicht op groen gezet en kan de operatie beginnen. Door dit systeem is de beschikbaarheid van bloed voor een OKpatiënt beter geborgd, zijn er minder spoedklussen en zijn de verantwoordelijkheden voor alle participerende partijen duidelijk en herleidbaar.
Waardering door patiënten Klachten In de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector staat, dat iedere zorginstelling een Klachtencommissie dient te hebben waar cliënten op een onafhankelijke wijze klachten over de zorg kunnen laten behandelen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de klachtenopvang en -bemiddeling door een klachtenfunctionaris en anderzijds de meer formele behandeling door een onafhankelijke klachtencommissie. De Klachtencommissie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis bestaat uit tien leden. Drie van de tien zijn onafhankelijk: de voorzitter, de vice-voorzitter en de ambtelijk secretaris. Zij garanderen de onpartijdigheid van de commissie. De zeven interne leden vertegenwoordigen de vijf ziekenhuislocaties en de verschillende medische, paramedische en verpleegkundige disciplines. In 2003 ontving de klachtencommissie zevenenveertig brieven met klachten. Na een eerste contact met de klager bleek in veertien gevallen, dat een meer informele behandeling van de klacht door de klachtenfunctionaris beter aansloot bij de verwachtingen van de klagers. Aldus nam de Klachtencommissie drieëndertig brieven in behandeling. In de meeste brieven werd geklaagd over meerdere incidenten en/of over meerdere personen. In totaal werden achtenvijftig klachten geuit.
De aard van de klachten in 2003 Klachten over professioneel handelen: bijvoorbeeld verkeerde behandeling, verkeerde diagnose of te laat gestelde diagnose, verkeerde medicatie en verpleegfouten.
29
Klachten op het relationele vlak: bijvoorbeeld ongeduld, gebrek aan belangstelling, onbeleefdheid, geen overleg voeren, of een onvriendelijke bejegening.
14
Gebrekkige informatie richting patiënt en familie: bijvoorbeeld onvolledige of gebrekkige informatie over de conditie van een patiënt of over de kans op complicaties.
11
Klachten over de organisatie van de zorg: Bijvoorbeeld een gebrekkige overdracht, beperkte samenwerking tussen professionals en logistieke problemen.
4
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
20
Bijna tweederde van alle klachten (61 procent) werd gegrond verklaard en bijna eenderde (31 procent) ongegrond. Daarnaast werden twee klachten ten dele gegrond verklaard. In twee situaties kon de commissie geen uitspraak doen, omdat de precieze toedracht van de zaak niet meer te achterhalen was. De commissie vond het noodzakelijk om in achttien gevallen aanbevelingen te doen aan de Raad van Bestuur. Door aanbevelingen te doen, probeert de Klachtencommissie bij te dragen aan verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening van het Jeroen Bosch Ziekenhuis.
Beroepsgroepen die in 2003 bij klachten betrokken waren aard van de klacht
medisch specialisten
verpleegkundigen
Paramedici
Professioneel handelen
25
4
Relationeel
10
4
Gebrekkige informatie
8
2
1
Organisatie
2
1
1
Incidenten in de patiëntenzorg Melding Incidenten Patiëntenzorg Bij de interne commissie Melding Incidenten Patiëntenzorg (MIP) worden incidenten of bijna-incidenten in de patiëntenzorg gemeld en geregistreerd. Het doel van het verzamelen van deze gegevens is om herhaling te voorkomen door analyse van de (bijna-) incidenten en het nemen van preventieve maatregelen. In totaal zijn er in 2003 1.400 incidenten gemeld. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft niet inzichtelijk bij hoeveel procent van de meldingen dit geleid heeft tot maatregelen. In 2004 inventariseert een commissie welke verbeteringen ten aanzien van de meldingen en registratie nodig zijn om te komen tot structurele preventieve maatregelen. Patiëntenveiligheid (Centrameter) Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheid ten gevolge van medische fouten. De verzekeraar verlangt van de bij haar verzekerde ziekenhuizen, dat ze deelnemen aan een toets waarmee vooral de patiëntenveiligheid wordt gemeten. Het onderzoek, de Centrameter, wordt om de drie jaar uitgevoerd. In 2003 deden achtentwintig ziekenhuizen mee. Vragenlijsten werden onder meer ingevuld door huisartsen, verloskundigen, patiënten en mensen binnen het ziekenhuis, zoals leidinggevenden, medisch specialisten en medewerkers. De locaties Carolus en Liduina deden voor de eerste keer mee. De locaties Bommels Gasthuis (BG), Groot Ziekengasthuis (GZG) en Willem-Alexander (WA) namen voor de tweede keer deel. De resultaten van de meting worden gespiegeld aan die van de collega-ziekenhuizen. Het Jeroen Bosch behaalde de eerste prijs voor de behandeling van klachten en claims.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
21
Overzicht van score patiëntenveiligheid verdeeld naar locaties Jeroen Bosch Ziekenhuis
* **
Locaties BG, GZG en WA*
Locaties Carolus en Liduina**
Integrale patiëntveiligheid
3e plaats (gedeeld)
3e plaats (gedeeld)
Zorgverlening
3e plaats (gedeeld)
3e plaats (gedeeld)
Preventie incidenten
10e plaats (gedeeld)
10e plaats (gedeeld)
Klachten en claims
1e plaats
1e plaats
Cliëntoriëntatie
1e plaats (gedeeld)
1e plaats (gedeeld)
Beleid en beheer
15e plaats (gedeeld)
3e plaats (gedeeld)
locaties voormalig Bosch Medicentrum locaties voormalig Carolus-Liduina Ziekenhuis
Er zijn veel overeenkomsten tussen de scores van de beide voormalige ziekenhuizen. Ze scoren goed op onder meer deskundigheid/vakbekwaamheid, intra- en interdisciplinaire samenwerking, zorgvuldigheid en ziekenhuishygiëne. Matig scoren beide op onder meer verpleegkundige protocollering, dossiervoering, veiligheid in handelen en sociaal beleid. Slecht scoren ze op onder meer de toepassing van standaard-verpleegplannen, samenwerking tussen ziekenhuis en externe instanties, registratie en analyse, en beleid en organisatie van de patiëntveiligheid. Vergeleken met andere ziekenhuizen doen we het niet slecht. Niettemin zijn er veel verbeterpunten waaraan in 2004 en de jaren erna gewerkt moet worden. De Raad van Bestuur neemt de onderzoeksresultaten mee in het strategisch beleidsplan van 2005-2008. De clustermanagers en specialist-managers zullen de verbeterpunten moeten uitdiepen en ze verwerken in hun jaarplannen.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
22
4.1
Kengetallen Patiëntenzorg 2003
2002
Aantal erkende bedden Aantal opnamen Aantal verpleegdagen Bezettingspercentage (t.o.v. erkende bedden) Gemiddelde verpleegduur (in dagen) Aantal dagen dagverpleging
1.120 28.348 206.071 50,4% 7,3 22.062
1.120 28.009 206.722 50,6% 7,4 19.199
Verdeling verpleegdagen naar klassen Klasse I Klasse II Klasse III Gezonde zuigelingen Gezonde moeders Afwezigheidsdagen Verkeerde bed Totaal
67 8.661 191.642 803 182 405 4.311 206.071
92 10.852 189.673 1.298 104 443 4.260 206.722
197.350 337.666 535.016 1,7 6.976
198.197 332.490 530.687 1,7 7.405
25 118 7.273 38.171 1.617
25 123 8.079 36.277 1.479
24 7.771
24 7.816
Kliniek
Polikliniek Eerste administratieve consulten (EAC's) Herhalingsbezoeken Totaal aantal polikliniekbezoeken Herhalingsfactor Poliklinische cytostatica verstrekkingen
Revalidatiecentrum Tolbrug Aantal (erkende) bedden Aantal opnamen Aantal verpleegdagen Aantal revalidatie behandeluren Aantal eerste polikliniekbezoeken
Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis Aantal (erkende) bedden Aantal verpleegdagen
Productie per specialisme Opnamen
Algemene Chirurgie Anesthesiologie Cardiologie Dermatologie Geriatrie Gynaecologie Intensivisme Interne Geneeskunde Kaakchirurgie Keel-, Neus- en Oorheelkunde Kindergeneeskunde Longziekten Neurochirurgie Neurologie Oogheelkunde Orthopaedie Plastische Chirurgie Reumatologie Revalidatie Carolus-Liduina Ziekenhuis Urologie Totaal
Totaal
Gemiddelde verpleegduur
Dagverpleging
2003
2002
2003
2002
2003
2002
2003
2002
4.747 12 3.795 39 354 4.216 0 3.913 122 651 2.966 1.266 0 1.606 178 2.081 573 70 0 1.759
4.773 5 3.725 43 352 4.217 88 3.773 140 730 2.951 1.111 0 1.550 155 2.048 562 88 0 1.698
36.354 61 29.649 1.391 5.870 15.101 0 38.395 376 1.660 16.356 12.806 0 20.263 402 14.405 2.771 1.066 0 9.145
34.845 9 29.781 1.705 6.709 15.613 800 37.324 408 1.823 16.660 11.681 0 22.226 407 13.840 2.295 1.646 0 8.950
7,7 5,1 7,8 35,7 16,6 3,6 0,0 9,8 3,1 2,5 5,5 10,1 0,0 12,6 2,3 6,9 4,8 15,2 0,0 5,2
7,3 1,8 8,0 39,7 19,1 3,7 9,1 9,9 2,9 2,5 5,6 10,5 0,0 14,3 2,6 6,8 4,1 18,7 0,0 5,3
2.553 346 514 219 775 1.318 0 2.259 355 2.050 776 591 0 1.037 3.464 1.867 2.025 581 0 1.332
2.306 275 235 2 507 1.138 0 1.986 243 1.880 672 535 0 778 3.156 1.798 1.856 666 0 1.166
28.348
28.009
206.071
206.722
7.3
7.4
22.062
19.199
EAC’s
Algemene Chirurgie Anesthesiologie Cardiologie Dermatologie Geriatrie Gynaecologie Intensivisme Interne Geneeskunde Kaakchirurgie Keel-, Neus- en Oorheelkunde Kindergeneeskunde Longziekten Neurochirurgie Neurologie Oogheelkunde Orthopaedie Plastische Chirurgie Reumatologie Revalidatie Carolus-Liduina Ziekenhuis Urologie
Verpleegdagen
Herhalingsbezoeken
Totaal Polikliniekbezoeken
Poliklinische cytostaticaverstrekkingen
2003
2002
2003
2002
2003
2002
2003
2002
31.309 573 18.719 11.658 1.266 11.604 0 21.709 6.770 12.608 7.584 4.803 651 12.112 26.988 12.146 5.195 3.433 0 8.222
32.937 520 18.161 13.196 982 11.504 120 21.108 6.241 12.957 7.131 4.765 577 11.763 26.499 12.732 4.749 4.220 84 7.951
44.671 1.110 26.108 28.781 1.655 36.909 0 45.807 7.601 15.748 15.904 7.520 648 21.910 26.463 16.368 8.355 8.132 0 23.976
43.416 689 25.674 30.154 1.307 37.110 31 45.641 7.015 15.416 16.207 7.225 626 20.451 25.860 16.301 7.819 10.144 79 21.325
75.980 1.683 44.827 40.439 2.921 48.513 0 67.516 14.371 28.356 23.488 12.323 1.299 34.022 53.451 28.514 13.550 11.565 0 32.198
76.353 1.209 43.835 43.350 2.289 48.614 151 66.749 13.256 28.373 23.338 11.990 1.203 32.214 52.359 29.033 12.568 14.364 163 29.276
2 0 0 0 0 1 0 2.638 0 0 36 610 0 33 0 0 0 3.228 0 428
2 0 0 0 0 0 0 3.309 0 0 41 833 0 25 0 0 0 2.911 0 284
197.350
198.197
337.666
332.490
535.016
530.687
6.976
7.405
Klinische en poliklinische activiteiten Klinisch
Poliklinisch
Totaal
2003
2002
2003
2002
2003
2002
127.714 827.682
129.638 797.640
240.563 2.029.643
243.825 1.972.789
368.277 2.857.325
373.463 2.770.429
21.852 76.834
20.785 66.400
77.658 230.235
83.648 239.381
99.510 307.069
104.433 305.781
9.624
6.178
51.628
53.729
61.252
59.907
39.093 4.095 887
37.526 3.845 808
152.824 6.755 7.518
152.705 6.762 6.884
191.917 10.850 8.405
190.231 10.607 7.692
1.123
1.023
5.919
6.001
7.042
7.024
472 7.215 23.440 7.090 569 38.786
425 6.620 20.145 6.635 642 34.467
9 2.256 27.280 13.530 31.895 74.970
6 2.095 29.888 14.302 25.369 71.660
481 9.471 50.720 20.620 32.464 113.756
431 8.715 50.033 20.937 26.011 106.127
1.022
966
0
0
1.022
966
0
0
40.749
44.407
40.749
44.407
1.765
2.146
419
821
2.184
2.967
1.834 615 19
1.664 747 51
15.764 9.585 3.047
14.719 12.160 3.398
17.598 10.200 3.066
16.383 12.907 3.449
46.269 7 3.537 4.244 2
48.063 0 3.351 3.658 0
13.011 4.418 3.340 1.417 4.250
22.184 19 4.085 887 5.203
59.280 4.425 6.877 5.661 4.252
70.247 19 7.436 4.545 5.203
16.504
14.584
87.525
83.491
104.029
98.075
Laboratoria Klinische Chemie en Hematologie Aantal afnames Aantal bepalingen Medisch Microbiologie Aantal afnames Aantal bepalingen Laboratorium voor Pathologie Aantal onderzoeken
Radiologie Aantal verrichtingen Waarvan CT-scans Waarvan MRI's
Nucleaire Geneeskunde Aantal verrichtingen
Medisch-specialistische behandelingen Tariefgroep 1-3 Tariefgroep 4-6 Tariefgroep 7-9 Tariefgroep 10-12 Tariefgroep 13-16 Totaal Kunst- en hulpmiddelen
Spoedeisende Hulp Aantal patiënten
Verloskamers Aantal bevallingen
Dialyse Aantal hemodialyses (incl. thuisdialyses) Aantal CAPD's Aantal CCPD's
Paramedische Dienst Aantal fysiotherapeutische behandelingen Aantal hart-/longrevalidatie behandelingen Aantal ergotherapeutische behandelingen Aantal logopedische behandelingen Aantal PUVA-behandelingen
Functieafdelingen Aantal functieonderzoeken (groep 6 t/m 16)
5
Kwaliteit van arbeid Harmonisatie De voormalige ziekenhuisorganisaties – het Bosch Medicentrum en het CarolusLiduina Ziekenhuis – hadden elk hun eigen regelingen op het terrein van het sociaal beleid en de uitvoering van afspraken gemaakt in de CAO Ziekenhuizen. Vanaf 2002 werkt het cluster Sociale Zaken aan gelijkschakeling van deze regelingen. Het streven was om eind 2003 een eenduidig sociaal beleid te hebben en dezelfde sociale kaders voor alle medewerkers. Dit is niet op alle punten gelukt. Over de volgende onderwerpen is advies uitgebracht, maar nog geen besluit genomen: het beloningsbeleid, de spaarloonregeling, beleid voor allochtone medewerkers, beleid voor gepensioneerden en een klachtenregeling voor medewerkers. Introductie nieuwe medewerkers De introductie van nieuwe medewerkers gebeurde in de voormalige ziekenhuizen anders. Daar is verandering in gekomen door een geheel nieuwe introductiebijeenkomst te ontwikkelen. Vanaf januari 2003 worden alle nieuwe medewerkers, agio’s en agnio’s uitgenodigd voor deze bijeenkomst. In drie uur tijd wordt hun een algemeen beeld gegeven van het reilen en zeilen in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Veiligezorg® Agressie zorgt bij medewerkers op sommige afdelingen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis regelmatig voor psychische belasting. Het beheersen van agressie op een aantal risicoafdelingen kreeg in 2003 veel aandacht. Aanleiding hiervoor was de deelname aan het landelijke project Veiligezorg. Vijftien ziekenhuizen, waaronder het Jeroen Bosch Ziekenhuis, voerden een onderzoek uit om te bekijken of de werkomgeving veiliger gemaakt kan worden. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis namen aan het proefproject deel: - de afdelingen Spoedeisende Hulp, gevestigd op twee locaties, - de Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis (PAAZ), - de afdeling Bewaking en Beveiliging, die werkt op twee locaties, - de afdeling Receptie en Telefonie, die de telefonie en ontvangst van bezoekers verzorgt op drie locaties. Het project heeft merkbare verbeteringen opgeleverd. Zo zijn medewerkers van de Spoedeisende Hulp en Bewaking en Beveiliging getraind in het herkennen en voorkomen van agressie en hoe ermee om te gaan. De afdeling Bewaking en Beveiliging zette een incidenten-registratiesysteem op en werkt mee aan de landelijke registratie in het project ZIR (Ziekenhuis Incidenten Registratiesysteem). De afdeling Receptie en Telefonie heeft, in samenwerking met enkele poliklinieken, knelpunten in kaart gebracht en voorstellen gedaan voor verbetering van de telefonische communicatie. En op de PAAZ leidde een aantal relatief eenvoudige verbeteringen tot een veiliger gevoel. Het project Veiligezorg wordt in 2004 voortgezet op andere afdelingen die regelmatig met agressie worden geconfronteerd. Verbetering interne communicatie Uit het arbeidsbelevingsonderzoek van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) bleek in 2002 dat medewerkers in de gezondheidszorg redelijk tevreden zijn met hun werk. Dat gold ook voor de medewerkers van het Jeroen Bosch Ziekenhuis.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
26
Gemiddeld waardeerden zij de arbeidsbeleving met een 6,5. Een score die gelijk is aan de landelijke score. Niettemin besloot de Raad van Bestuur, op advies van de afdeling Communicatie, de interne communicatie te gaan verbeteren. Uit onderzoek van deze afdeling was namelijk gebleken dat niet alle medewerkers jaarlijks een functioneringsgesprek hebben en medewerkers meer behoefte hebben aan mondelinge informatie. In 2003 ontwikkelden de afdeling Communicatie en samen met het cluster Leerhuis het Management Developmentprogramma ‘Interne communicatie in ontwikkeling’. In 2004 en 2005 krijgen alle clustermanagers en unithoofden vaardigheidstrainingen aangeboden op het gebied van het houden van werkoverleg en functioneringsgesprekken. Tevens wordt bekeken hoe de communicatiestructuur binnen de clusters eruit ziet en of die aanpassing behoeft. Verzuim en WAO-intrede De Wet Verbetering Poortwachter trad in 2002 in werking. Op dat moment was er een laagconjunctuur in Nederland. In 2002 leidden deze ontwikkelingen tot een daling van het verzuim. In 2003 werd opnieuw gestreefd naar een afname van het verzuim en wel met één procentpunt. De verwachting was dat de daling van het verzuim zich zou doorzetten. Eind 2003 bleek de daling 1,2 procent te zijn en kwam uit op 5,2 procent. (Deze cijfers zijn afkomstig van Vernet.) De doelstelling is dus gehaald. Punten van aandacht voor 2004 zijn het hoge frequente verzuim van individuele medewerkers en het opvallend hoge ziekteverzuim (8-10 procent) op sommige afdelingen. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis was in 2003 ook een daling te zien van het aantal medewerkers dat één jaar ziek was. Deze groep heeft de kans, afhankelijk van de beoordeling door de UWV, in de WAO terecht te komen. Het percentage daalde ten opzichte van 2002 met 0,6 procent, naar 1,2 procent. Deze daling wordt deels verklaard door de Wet Verbetering Poortwachter en de laagconjunctuur. De daling blijkt duidelijk sterker dan de landelijke daling. Het gevoerde beleid van het Jeroen Bosch Ziekenhuis mag hier voor verantwoordelijk worden gesteld. FWG 3.0 Het project FWG 3.0, dat startte het jaar 2000, is in 2003 afgerond. In totaal zijn er ongeveer 750 functies beschreven en ingedeeld. Hieruit volgden in 165 bezwaarprocedures. 85 betroffen bezwaren tegen de functiebeschrijvingen en tachtig tegen de functie-indeling. De invoering van FWG 3.0 viel grotendeels samen met de voorbereiding op de fusie en de integratie. Dit leverde een complexe situatie op voor de invoering. Daarom is de in de CAO Ziekenhuizen afgesproken afrondingtermijn niet gehaald. In 2003 moest het Jeroen Bosch Ziekenhuis daarom – conform de CAO-afspraken – boetes betalen aan een aantal medewerkers dat in dat jaar nog niet definitief was ingedeeld. In 2003 zijn ook de indelingsverschillen tussen het voormalig Bosch Medicentrum en Carolus-Liduina Ziekenhuis geharmoniseerd. Gedurende het lopende integratieproces wordt deze harmonisatie verder doorgevoerd. Daarbij zal het aantal functiebeschrijvingen teruggebracht worden naar het gebruikelijke aantal van circa vierhonderd. Arbobeleid Uitgangspunt voor het Arbobeleid in het Jeroen Bosch Ziekenhuis is het Arboconvenant dat door de sociale partners binnen de ziekenhuisbranche en de ministeries van SZW en VWS is afgesloten. Hierin wordt aandacht gevraagd voor fysieke en psychische belasting van medewerkers.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
27
In het verslag jaar is aandacht besteed aan de beeldschermwerkers. Door het steeds toenemende beeldschermgebruik nemen ook de bijbehorende klachten toe. Van de 134 aangevraagde werkplekonderzoeken, had zestig procent betrekking op beeldschermwerk. Via folders, voorlichtingsbijeenkomsten en een interne nieuwsbrief werden medewerkers geïnformeerd over risico’s en preventieve maatregelen. In 2003 startten drie groepen medewerkers met de training Werkstressreductie. De training gaat in op de oorzaken van stress en manieren om ongezonde stress te voorkomen of te verminderen. De deelnemers van de training hebben aangegeven tevreden te zijn over de training. Kinderopvang In 2003 is het budget voor kinderopvang verruimd van € 200.000 naar € 500.000. Hierdoor kon de wachtlijst voor kinderopvang worden verkleind. Eind 2003 stonden honderd kinderen op de wachtlijst. Dit lijkt veel, maar omdat medewerkers zich pas voor de wachtlijst kunnen aanmelden als ze drie maanden zwanger zijn, betekent dit dat niet iedereen op de wachtlijst ook al een kind heeft. Het regelen van de kinderopvang is administratief bewerkelijk. Denk aan het aanvragen van kinderopvang, de berekening van de ouderbijdrage, het bijhouden van de wachtlijst en de financiële afhandeling soepel. Daarom is vanaf 1 juni 2003 een gespecialiseerd bureau, gevraagd de administratieve uitvoering van de regeling kinderopvang van het Jeroen Bosch Ziekenhuis voor zijn rekening te nemen.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
28
5.1
Personele gegevens
Toelichting De hierna volgende gegevens gaan niet over het Jeroen Bosch Ziekenhuis als geheel, maar over de voormalige ziekenhuizen Bosch Medicentrum en Carolus-Liduina Ziekenhuis. Het is niet mogelijk één overzicht te geven, omdat het ziekenhuis nog niet beschikt over één salaris- en personeelssysteem. Bovendien zijn de navolgende gegevens niet onder een en dezelfde noemer te brengen, omdat de aan de cijfers ten grondslag liggende definities en/of berekeningswijzen niet altijd dezelfde zijn. Sommige gegevens zijn niet voor beide voormalige ziekenhuizen beschikbaar. Het nieuwe salaris- en personeelssysteem wordt in 2004 in gebruik genomen. Vanaf dat jaar kunnen personele gegevens van het Jeroen Bosch Ziekenhuis op een eenduidige wijze worden gepresenteerd. Voor wat betreft de cijfers van het voormalige Carolus-Liduina Ziekenhuis (CLZ) geldt een extra complicerende factor. De cijfers zijn gedeeltelijk ‘vervuild’ doordat het ziekenhuispersoneel tegelijkertijd werkte voor de verpleeg- en verzorgingshuizen Lindenlust/Liduina. Het betreft medewerkers die werkten voor de niet-patiëntenzorggerelateerde diensten. Daarom zijn er geen CLZ-cijfers gepresenteerd over de jaren 2001 en 2002.
Gegevens van het voormalige Bosch Medicentrum (BMC) peildatum 31-12-2003 Bezetting/Formatie SECTOR
2003 Personen
2002 Personen
2001 Personen
1758 542 266 154 44
1710 492 269 129 32
1692 473 274 84 32
Totaal BMC
2764
2632
2555
Bezetting/Formatie SECTOR
2003 FTE's
2002 FTE's
2001 FTE's
Patiëntenzorg Ondersteuning Patiëntenzorg Facilitair bedrijf Sociaal-economische en ICT-zaken Staf en Directie
1345 452 199 113 30
1318 412 203 100 27
1322 399 208 74 27
Totaal BMC controle
2138 2138
2061 2061
2030 2030
Patiëntenzorg Ondersteuning Patiëntenzorg Facilitair bedrijf Sociaal-economische en ICT-zaken Staf en Directie
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
29
Bezettingspercentage SECTOR
2003 Personen
2002 Personen
2001 Personen
63,60 19,61 9,62 5,57 1,59
64,97 18,69 10,22 4,90 1,22
66,22 18,51 10,27 3,29 1,25
100
100
100
Bezettingspercentage SECTOR
2003 FTE's
2002 FTE's
2001 FTE's
Patiëntenzorg Ondersteuning Patiëntenzorg Facilitair bedrijf Sociaal-economische en ICT-zaken Staf en Directie
62,92 21,13 9,29 5,26 1,40
63,96 20,02 9,87 4,85 1,30
65,14 19,65 10,26 3,64 1,31
100
100
100
2003
2002
2001
9,3 14,0 7,1 8,4 4,5
11,1 14,6 11,5 7,0 12,5
14,1 12,9 4,7 17,9 12,5
9,9
11,6
13,0
Dienstverband Klasse in aantal Uren per week
2003
2002
2001
< 16 uur 16-25 uur 25-30 uur 30-36 uur 36 uur 37-40 uur* > 40 uur
7,5 32,1 7,6 49,7 2,4 0,3 0,5
6,7 30,8 7,0 15,6 36,6 2,5 0,7
5,7 29,5 7,6 14,9 39,6 2,3
Totaal BMC
100
100
100
Patiëntenzorg Ondersteuning Patiëntenzorg Facilitair bedrijf Sociaal-economische en ICT-zaken Staf en Directie Totaal BMC
Totaal BMC
Verloop SECTOR Patiëntenzorg Ondersteuning Patiëntenzorg Facilitair bedrijf Sociaal-economische en ICT-zaken Staf en Directie Totaal BMC
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
30
Leeftijdsverdelingpercentage Leeftijdsklassen
2003 Man Vrouw Totaal
2002 Man Vrouw Totaal
< 20 20 t/m 29 30 t/m 39 40 t/m 49 > 50
1,2 21,1 27,7 30,8 19,2
0,2 11,9 22,7 35,5 29,7
1,4 23,5 29,1 29,6 16,4
0,4 10,8 24,3 37,1 27,4
1,8 24,2 30,9 28,2 15,0
Totaal BMC
100
100
100
100
100
Gemiddelde leeftijd
2001 Man Vrouw Totaal
1,5 0,6 21,4 9,6 29,5 26,7 30,1 37,2 17,6 26,0 100
100
1,9 25,3 32,7 26,4 13,6
1,6 22,0 31,4 28,7 16,2
100
100
2003 Man Vrouw Totaal
2002 Man Vrouw Totaal
2001 Man Vrouw Totaal
42,9
42,7
42,4
38,1
Ziekteverzuim* Verzuimpercentage SECTOR
39,1
37,5
38,6
36,9
38,1
2003
2002
2001
Patiëntenzorg Ondersteuning Patiëntenzorg Facilitair bedrijf Sociaal-economische en ICT-zaken Staf en Directie
6,2 5,1 6,7 5,7 4,1
7,1 6,1 6,5 6,7 3,4
7,7 5,6 8,7 4,2 6,6
Totaal BMC
5,6
6,8
7,4
2003
2002
2001
Patiëntenzorg Ondersteuning Patiëntenzorg Facilitair bedrijf Sociaal-economische en ICT-zaken Staf en Directie
2 1,7 1,5 2,2 0,7
2,2 2,0 1,7 2,5 1,0
2,2 2,0 1,6 1,9 1,2
Totaal BMC
1,6
2,1
2,1
Ziekteverzuim Frequentie SECTOR
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
31
Ziekteverzuim Duur SECTOR
*
** ***
2003
2002
2001
Patiëntenzorg Ondersteuning Patiëntenzorg Facilitair bedrijf Sociaal-economische en ICT-zaken Staf en Directie
8,4 8,3 12,2 7,9 15,2
9,0 8,4 12,6 7,9 4,0
9,4 8,1 14,9 5,9 10,8
Totaal BMC
10,4
9,2
9,6
De verzuimcijfers zijn exclusief zwangerschapsverlof en wettelijke arbeidsongeschiktheid. Verzuimfrequentie = het aantal verzuimen gedeeld door het aantal medewerkers. Verzuimduur = het aantal verzuimdagen gedeeld door het aantal verzuimen.
Gegevens van het voormalige Carolus-Liduina Ziekenhuis (CLZ) Peildatum 31-12-2003 Bezetting / Formatie SECTOR**
*
**
Personen
Patiëntenzorg Ondersteuning Patiëntenzorg Facilitair bedrijf Sociaal-economische en ICT-zaken Directie, staf, overig
549 255 75 25 88*
Totaal CLZ
992
Deze groepering kent een andere samenstelling dan die in het voormalige Bosch Medicentrum en is hierdoor niet vergelijkbaar. Voor de sectorindeling is conform de indeling van het voormalig Bosch Medicentrum.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
32
*
**
Bezetting / Formatie SECTOR**
FTE
Patiëntenzorg Ondersteuning Patiëntenzorg Facilitair bedrijf Sociaal-economische en ICT-zaken Directie, staf, overig
380 181 53 23 68*
Totaal CLZ
705
Deze groepering kent een andere samenstelling dan die in Bosch Medicentrum en is hierdoor niet vergelijkbaar. De sectorindeling is conform de indeling van het voormalig Bosch Medicentrum.
Bezettingspercentage SECTOR** Patiëntenzorg Ondersteuning Patiëntenzorg Facilitair bedrijf Sociaal-economische en ICT-zaken Directie, staf, overig Totaal CLZ
*
**
**
55,34 25,71 7,56 2,52 8,87* 100,00
Deze groepering kent een andere samenstelling dan die in Bosch Medicentrum en is hierdoor niet vergelijkbaar. De sectorindeling is conform de indeling van het voormalig Bosch Medicentrum.
Bezettingspercentage SECTOR**
FTE’s
Patiëntenzorg Ondersteuning Patiëntenzorg Facilitair bedrijf Sociaal-economische en ICT-zaken Directie, staf, overig
53,90 25,67 7,52 3,26 9,65*
Totaal CLZ
*
Personen
100,00
Deze groepering kent een andere samenstelling dan die in Bosch Medicentrum en is hierdoor niet vergelijkbaar. De sectorindeling is conform de indeling van het voormalig Bosch Medicentrum.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
33
Verloop* SECTOR*** Patiëntenzorg Ondersteuning Patiëntenzorg Facilitair bedrijf Sociaal-economische en ICT-zaken Directie, staf, overig Totaal CLZ
*
**
***
aantal
totaal
%
41 38 4 0 35
549 255 75 25 88
7,4 14,9 0,1 0,0 39,7**
118
992
11,9
Het begrip ‘uit dienst treden’ is in het voormalige CLZ anders geformuleerd dan in het voormalige Bosch Medicentrum., Een geheel zuivere vergelijking is hierdoor niet mogelijk. Deze groepering kent een andere samenstelling dan die in het voormalige Bosch Medicentrum en is hierdoor niet vergelijkbaar. De sectorindeling is conform de indeling van het voormalig Bosch Medicentrum.
Omvang dienstverband verdeeld in klassen in aantal uren per week In tegenstelling tot het voormalige Bosch Medicentrum, heeft voormalige het CarolusLiduina Ziekenhuis geen registratie gevoerd van een klassenverdeling in aantal uren dienstverband per week. Deze gegevens zijn daarom niet beschikbaar.
Leeftijdsverdeling < 20 20 - 29 30 - 39 40 - 49 > 50
% 2,26 20,34 22,69 35,13 19,58
Een splitsing van deze leeftijdcijfers over mannen en vrouwen is voor het voormalige CLZ niet beschikbaar.
Ziekteverzuimpercentage
2003 4,3
Een onderverdeling per sector en cijfers betreffende de frequentie en duur van het ziekteverzuim zijn niet beschikbaar.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
34
6
Inspraak 6.1
Adviesraad voor verpleegkundigen en verzorgenden De hoofdtaak van de adviesraad voor verpleegkundigen en verzorgenden (VAR) is gevraagd en ongevraagd advies geven aan de Raad van Bestuur over zaken die de verpleegkundige zorg aangaan. In 2003 heeft VAR drie keer een gevraagd advies uitgebracht aan de Raad van Bestuur en drie keer een ongevraagd advies. De VAR van het Jeroen Bosch Ziekenhuis bestaat uit elf leden die gekozen zijn uit en door de verpleegkundige staf. Zo’n dertig procent van alle medewerkers in het Jeroen Bosch Ziekenhuis is werkzaam als verpleegkundige of verzorgende. Gevraagde adviezen Om antwoord te kunnen geven op de vraag van het projectbureau Nieuwbouw over hoe de verhouding zou moeten zijn tussen het aantal één-, twee-, drie- en vierpersoonskamers in het nieuwe ziekenhuis, voerde de VAR in 2002 een ‘stille wanddiscussie’ uit. Het rapport dat op basis van de inventarisatie werd gemaakt, wordt door het projectbureau Nieuwbouw gebruikt bij het ontwerpen van de verpleegafdelingen De adjunct-directeur Patiëntenzorg vroeg de VAR een oordeel over de onderzoeksbevindingen betreffende het elektronisch patiëntendossier (EPD) en de verpleegkundige computervaardigheden. In zijn advies meldde de VAR dat het EPD de toekomst is en verpleegkundigen daarom betrokken moeten worden bij de ontwikkeling ervan voor het ziekenhuis. Ook gaf de VAR aan het een goede ontwikkeling te vinden dat verpleegkundigen leren te werken met een computer. Het derde gevraagde advies heeft betrekking op de doorstructurering primaire proces. In 2003 heeft de VAR de Raad van Bestuur laten weten zich zorgen te maken over de grootte van de clusters en de gevolgen daarvan voor de units. Volgens de VAR wordt daarmee het uitgangspunt van directe aansturing door de unithoofden losgelaten. Daarnaast heeft de VAR aangegeven te vrezen voor de rol van de verpleegkundig coördinator in de nieuwe structuur. Vanwege de grootte van de clusters veronderstelt de VAR dat de verpleegkundig coördinator een andere functie gaat vervullen. Ongevraagde adviezen Samen met de Ondernemingsraad (OR) heeft de VAR de Raad van Bestuur aanbevolen de Dag van de gezondheidszorg – 12 mei – weer nieuw leven in te blazen. De raad heeft dit advies opgevolgd en een 12 mei-commissie geïnstalleerd. Een tweede ongevraagd advies in 2003 betrof verpleegkundige specialisaties. De VAR heeft geadviseerd dat alle specialisaties in het Jeroen Bosch Ziekenhuis mogelijk moeten zijn. De voorwaarden die de VAR stelt zijn: - de zorgvraag van de patiënten vormt het uitgangspunt; - de verpleegkundige specialisatie dient een toegevoegde waarde te hebben; - per specialisatie moet er een duidelijk taak- en functieomschrijving bestaan; - de specialisaties mogen niet ten koste gaan van het aantal formatieplaatsen voor afdelingsverpleegkundigen en ze mogen niet leiden tot uitholling van hun werk.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
35
Het derde ongevraagde advies had betrekking op de opleidingseisen voor verpleegkundig coördinatoren. De VAR en de OR hebben signalen opgevangen dat er verpleegkundig coördinatoren zijn die tussentijds met de studie HBO-V stoppen maar wel de functie van verpleegkundig coördinator behouden. Dit ondanks het feit dat het voltooien van de opleiding een voorwaarde is om als verpleegkundig coördinator te mogen en kunnen werken. Voor de VAR en de OR is het onduidelijk hoe groot dit probleem is. Daarom heeft de VAR, samen met de OR, de adjunct-directeur Patiëntenzorg verzocht om een overzicht van: - het aantal verpleegkundig coördinatoren die de opleiding HBO-V hebben gedaan; - hoeveel van hen voortijdig gestopt zijn met de opleiding; - wat er is gebeurd met de verpleegkundigen die deze opleiding niet hebben afgerond. Communicatie met de achterban De VAR is actief als het gaat om de communicatie met de verpleegkundigen en verzorgenden in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Om de achterban op de hoogte te houden van de activiteiten door het jaar heen is de VAR in 2003 gestart met het uitbrengen van een nieuwsbrief, GeVARieerd, deze verschijnt vier keer per jaar. Om de naamsbekendheid te vergroten bracht de raad in 2003 een folder uit waarin zijn doelstellingen en taken zijn beschreven. De folder werd op alle verpleegafdelingen verspreid. Ook is met het cluster Sociale Zaken afgesproken, dat nieuwe medewerkers de folder krijgen uitgereikt. Communicatie binnen en buiten het ziekenhuis De VAR bestaat sinds eind 2001. In het verslagjaar heeft de raad besloten de communicatie met verschillende geledingen in het ziekenhuis te structureren. Regulier is er overleg met de Raad van Bestuur, de secretaris van de Raad van Bestuur, de adjunctdirecteur Patiëntenzorg, de Cliëntenadviesraad, de Ondernemingsraad en het bestuur Vereniging Medische Staf. Verder vindt ziekenhuisoverstijgend overleg plaats met de VAR van de GGz ’s-Hertogenbosch en met de VAR’s uit de regio en het Landelijk Coördinatiepunt Verpleegkundige AdviesRaden. De genoemde overleggen dragen bij aan het inwinnen en uitdragen van informatie, het opbouwen van een netwerk en profilering van de VAR van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. In de loop van 2003 werd merkbaar dat de VAR wordt gezien als een raad die er toe doet. De Raad van Bestuur vroeg de VAR deel te nemen aan zijn strategisch beraad en een speech te houden tijdens de nieuwjaarsreceptie. Jaarvergadering met themamiddag De VAR hield in november 2003 zijn tweede jaarvergadering. De bedoeling is om in gesprek te komen met de verpleegkundigen en verzorgenden uit het ziekenhuis. Om belangstellenden te trekken wordt na het formele gedeelte een thema aan de orde gesteld. Het thema was ‘Verpleegkundige kennis beter delen’. Op deze middag presenteerden, met name afgestudeerde HBO-V’ers hun afstudeerproject. Er waren zo’n tachtig verpleegkundigen en verzorgenden aanwezig.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
36
6.2
Ondernemingsraad Op basis van zijn wettelijke taak brengt de Ondernemingsraad (OR) gevraagd en ongevraagd advies uit aan de Raad van Bestuur over zaken die de medewerkers van het Jeroen Bosch Ziekenhuis aangaan. Om het werk te kunnen doen heeft de OR zes commissies. Het zijn de Agendacommissie, de Commissie Arbo, Milieu en Bedrijfshulpverlening, de Commissie Sociaal Beleid, de Financiële Commissie, de Integratiecommissie, en de P.R.-commissie. Doorstructurering en integratie De OR is vertegenwoordigd in de stuurgroep Doorstructurering Primair Proces. Deze groep deed in 2002 een voorstel voor de nieuwe organisatiestructuur van het zorgproces. Over het voorstel bracht de OR een positief advies uit. Vervolgens werden halverwege 2003 acht clustermanagers Patiëntenzorg en vijf clustermanagers Ondersteuning Patiëntenzorg benoemd. Hiermee was de doorstructurering van het primaire proces een feit. De clustermanagers kregen de opdracht om ieder voor hun eigen cluster een integratieplan te maken. De uitvoering hiervan zal voor medewerkers veel gevolgen hebben. Mogelijk krijgen ze een nieuwe leidinggevende, worden afdelingen samengevoegd en kan hun werkplek verhuizen naar een andere locatie van het ziekenhuis. Om die reden wil de OR actief volgen hoe de clustermanagers de integratie gestalte geven. De OR wil weten wanneer en op welke wijze medewerkers betrokken worden bij het integratieproces en wat voor hen de gevolgen zullen zijn. Daarom heeft de OR in de tweede helft van 2003 gesprekken gevoerd met alle clustermanagers. In het verslagjaar voltooiden de clustermanagers van Economie en Managementinformatie, Financiële Administratie, ICT, Kwaliteit en Organisatie, Sociale Zaken en Arbo en Milieu, en Zorgadministratie de integratie van hun clusters. De OR evalueerde met hen het verloop van de integratie. Ook werd gesproken met de clustermanagers die bezig waren met het opstellen van hun integratieplannen. Het waren de clustermanagers Bouw en Techniek, Hotelservice en Logistiek, Leerhuis. Bezuinigingen In 2003 maakte de Raad van Bestuur bekend een forse bezuinigingsoperatie te gaan uitvoeren. Deze zou gepaard gaan met vermindering van het aantal formatieplaatsen. Naar aanleiding van dit besluit volgden de OR-leden een tweedaagse training, met ondersteuning van een (externe) financieel deskundige, om het bezuinigingstraject kritisch te kunnen volgen en de Raad van Bestuur te kunnen adviseren. Ook sprak de OR tijdens deze trainingsdagen met de interim-manager die de taak had het pakket aan functies te onderzoeken en advies uit te brengen over welke functies gemist zouden kunnen worden. Ten behoeve van de bezuinigingsoperatie benoemde de Raad van Bestuur een groep die de voortgang op de voet moet volgen: de Controlgroep. De voorzitter van de OR is lid van de Controlgroep maar dan wel als toehoorder. Zo kan de OR de ontwikkelingen over de bezuinigingen volgen, vooral welke besluiten waarom genomen worden.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
37
Rentebetaling FWG 3.0 Het Jeroen Bosch Ziekenhuis was op 1 januari 2003 nog niet klaar met de invoering van de FWG 3.0. Dat gold zowel voor medewerkers die in januari 2000 werkten voor het voormalige Bosch Medicentrum (BMC) als voor het voormalige Carolus-Liduina Ziekenhuis. De functies van een deel van hen was nog niet ingedeeld. Zoals bepaald in de CAO Ziekenhuizen moest het ziekenhuis hen een boete van vijf procent van het bruto maandsalaris betalen. De boete wordt betaald tot de functie-indeling definitief is. Bij aanvang van het project Invoering FWG 3.0 in het voormalige BMC was tussen OR en Raad van Bestuur afgesproken, dat vanaf 1 januari 2001 rente zou worden betaald over de eventuele nabetalingen. Vanaf het van kracht gaan van de 5%-boeteregeling hoefde volgens de Raad van Bestuur de genoemde rente niet meer betaald te worden. De OR deelde die mening niet. In april 2003 besloot de Raad van Bestuur alsnog door te gaan met het betalen van de rente. Verhoging parkeerkosten binnenstad De locatie Groot Ziekengasthuis van het Jeroen Bosch Ziekenhuis ligt in het centrum van ’s-Hertogenbosch. Deze locatie heeft te weinig eigen parkeerplaatsen. Daarom parkeren medewerkers hun auto’s in de buurt van de locatie en betalen ze zonodig parkeergeld. Toen de gemeente in 2003 de parkeertarieven verhoogde, namen vele medewerkers contact op met de OR om de Raad van Bestuur te vragen hier iets aan te doen. Arbodienst Sinds 2002 werkt het Jeroen Bosch Ziekenhuis samen met de Arbodienst Gezondheidszorg, die inmiddels Ardyn heet. De OR - in 2001 betrokken bij de keuze voor deze organisatie - is tevreden over het werk van de arbodienst. De belangrijkste reden is dat Ardyn het verzuimbeleid goed heeft opgebouwd. De resultaten van het beleid zijn hoopgevend. De zorg voor zieke medewerkers is verbeterd en het verzuim nam in 2003 af naar 5,2 procent, een daling van 1,2 procent ten opzichte van het jaar 2002. Communicatie met medewerkers De OR heeft de eigen P.R.-commissie nieuw leven in geblazen om de contacten met de medewerkers te versterken. Voortaan worden in heldere taal de belangrijkste aandachtspunten onder hun aandacht gebracht. In 2003 werden voor het eerst een aantal documenten op het computernetwerk van het ziekenhuis geplaatst, waaronder de notulen van vergaderingen én – omdat die niet voor iedereen begrijpelijk zijn – een heldere en toegankelijk samenvatting van de hoofdpunten. De samenvatting wordt ook gepubliceerd in de nieuwsbrief van het ziekenhuis JBZ-schetsen. De OR heeft zich voorgenomen om in 2004 naar medewerkers toe te gaan. In ieder geval vinden gesprekken plaats met alle unithoofden om te zien hoe de integratieprocessen in de clusters verlopen. Maar ook de gevolgen van de bezuinigingsmaatregelen zullen zeker onderwerp van gesprek worden.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
38
Nieuwbouw ziekenhuis De OR wil de plannen die gemaakt worden voor het nieuw te bouwen ziekenhuis goed kunnen volgen. Daarom zijn in 2003 twee OR-leden lid geworden van de Stuurgroep Nieuwbouw. Zij praten mee over zaken als het programma van eisen en het ontwerp voor de nieuwbouw. De stuurgroep brengt adviezen uit die worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur. Twee leden gestopt De OR startte eind 2002 met negentien leden. In juli beëindigden twee leden om persoonlijke redenen hun OR-werk. Inmiddels zijn er drie nieuwe OR-leden gekozen. Dit naar aanleiding van verkiezingen in maart 2004.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
39
6.3
Vereniging Medische Staf De Vereniging Medische Staf (VMS) van het Jeroen Bosch Ziekenhuis telt 227 leden, die in 29 verschillende disciplines werkzaam zijn. Op 1 januari 2003 werd de heer S.J.L. Brada, internist-hematoloog, benoemd tot voorzitter van het bestuur van de VMS. Hij volgde de heer J.G.M. Horbach, gynaecoloog, op. Debat over euthanasie Begin 2003 stelde de werkgroep Euthanasie - waar drie VMS-leden deel van uitmaakten - een herzien euthanasieprotocol op. Het protocol werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Het bestuur van de VMS wilde de aandacht op het nieuwe protocol vestigen, omdat euthanasie nog steeds een gevoelig onderwerp is dat relatief weinig besproken wordt onder collega’s. Om die reden organiseerde het bestuur op 15 oktober 2003 een debat over euthanasie voor (verpleeg)huisartsen, specialisten en verpleegkundigen die in de praktijk met euthanasie te maken hebben. Inleiders waren de heer mr. J. Kohnstamm, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie en de heer dr. A. Bodar – op dat moment nog – plebaan van de Sint Jan in ’s-Hertogenbosch. Het belangrijkste resultaat van de bijeenkomst was, dat er door de diverse beroepsgroepen van gedachten werd gewisseld over dit thema. Het meest opmerkelijke aspect van de avond was dat Bodar een uitspraak deed over kerkelijke uitvaartdiensten van personen die kiezen voor euthanasie. De rooms-katholieke kerk is immers tegen euthanasie en de aanwezigen gaven aan dat een kerkelijke uitvaart in deze gevallen geweigerd wordt. Bodar zei dat hij de uitvaart zou willen verzorgen op voorwaarde dat hij “…niet zou worden geconfronteerd met het gegeven dat euthanasie is toegepast”. Deze uitspraak vergemakkelijkt het werk van artsen en pastores die vaker de vraag van patiënten krijgen of een kerkelijke uitvaart mogelijk is na euthanasie. Integratie vakgroepen Bij de voorbereiding van de fusie in 2001 heeft een extern bureau een nulmeting gedaan naar de fusiebereidheid onder de vakgroepen. In november 2002 startte het bestuur VMS een tweede gespreksronde met vakgroepen teneinde de stand van zaken betreffende de samenwerking en de toekomstvisie van de vakgroepen op integratie in kaart te brengen. De gespreksronde werd in het voorjaar van 2003 afgerond. Een essentieel verschil met de nulmeting was, dat in de tweede ronde de gesprekken werden gevoerd met de vakgroepen van dezelfde discipline gezamenlijk. Het bestuur concludeerde dat het beter gesteld is met de samenwerking tussen de vakgroepen dan twee jaar eerder. Dit is mede te danken aan de samenwerking die plaatsvindt ten behoeve van de voorbereiding op de nieuwbouw. Ook zijn vakgroepen vaker in gesprek met elkaar over hun manieren van werken. Met de integratie van de vakgroepen gaat het de goede kant op. Desondanks zijn er nog veel ‘hobbels’ die in de komende jaren genomen moeten worden. Op basis van de gesprekken is voor ieder specialisme een overzicht opgesteld van de aspecten die aandacht behoeven om integratie of intensivering van de samenwerking te bewerkstelligen. Deze overzichten dienen als aangrijpingspunt voor het bestuur van de VMS en voor Raad van Bestuur om de integratieactiviteiten van de vakgroepen verder te ondersteunen. Een belangrijk ijkpunt voor de integratie zijn de samenwerkingsovereenkomsten die zijn opgesteld en ondertekend door de vakgroepen. De overeenkomsten zijn in januari
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
40
2004 aangeboden aan de Raad van Bestuur, die ze vervolgens heeft aangeboden aan de zorgverzekeraars als blijk van integratiestatus. Nieuwbouw De integratie van de vakgroepen en de voorbereiding van de nieuwbouw hangen nauw met elkaar samen vanwege de plaats van de verschillende medische disciplines in het gebouw. Het bestuur VMS steunde ook in 2003 de deelname van medisch specialisten aan de verschillende gebruikersoverleggen. In de zomer van 2003 heeft de VMS ingestemd met het programma van eisen en het structuurplan voor de nieuwbouw. Harmonisatie Document Medische Staf De gezamenlijke afspraken tussen medische staf en ziekenhuisorganisatie liggen vast in het zogeheten Document Medische Staf (DMS). Beide voormalige ziekenhuizen kenden een eigen DMS, met verschillende regelingen over zaken als: klachtenbehandeling, melding van medische incidenten en aanstelling van waarnemers. In 2003 is de harmonisatie van het DMS afgerond. Dit geldt ook voor de aan het DMS gekoppelde regelingen betreffende niet-materiële zaken. Tevens is de tekst van de toelatingsovereenkomst - de overeenkomst tussen individuele vrijgevestigd medisch specialisten en de Raad van Bestuur - aangepast aan de situatie van na de fusie. Een belangrijk deel van de regelingen gekoppeld aan het DMS betreft financiële afspraken tussen vrijgevestigde stafleden en organisatie. Deze onderdelen, gemakshalve samengevat in de Financiële paragraaf DMS, zijn in 2003 nog niet allemaal geharmoniseerd. Het nieuwe DMS is najaar 2003 aan alle stafleden aangeboden met het voorbehoud van de harmonisatie van financiële zaken. De nieuwe toelatingsovereenkomsten zijn in oktober aan alle vrijgevestigde stafleden ter ondertekening voorgelegd. Landelijk trok de geharmoniseerde procedure voor disfunctionerende stafleden de aandacht. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis bleek een van de eerste ziekenhuizen te zijn met een dergelijke regeling. Het protocol werd door verschillende ziekenhuizen bij de VMS opgevraagd nadat er in Medisch Contact aandacht aan was besteed. Kostenverdeling tussen organisatie en vakgroepen Een belangrijke regeling van financiële aard die in het verslagjaar werd geharmoniseerd, is de regeling voor kostenverdeling voor agio’s en agnio’s tussen opleidende maatschappen en het ziekenhuis. Op initiatief van het bestuur VMS stelde een werkgroep bestaande uit opleiders, met steun van een externe adviseur, een transparante en uniforme financieringsregeling op. Deze regeling zal ook voor de toekomstige opleidingsmaatschappen gaan gelden. Halverwege 2003 werd de regeling vastgesteld door de Raad van Bestuur. Het merendeel van de vakgroepen is tevreden over de regeling. Medisch beleidsplan In 2004 zal het bestuur VMS het Medisch Beleidsplan 2004-2009 vaststellen. De voorbereiding startte in het verslagjaar. Met behulp van een gestructureerde vragenlijst is geïnventariseerd wat de speerpunten voor medisch beleid zijn van de verschillende vakgroepen voor de komende vijf jaar. Geïnformeerd is naar aspecten als medisch specialistische zorg, opleiding en wetenschappelijk onderzoek, kwaliteit van zorg en klantgerichtheid. Marktwerking in de zorg De regering wil door het invoeren van een nieuw bekostigings- en honoreringssysteem
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
41
de marktwerking in de gezondheidszorg bevorderen. Alle ziekenhuizen in Nederland zullen het grootste deel van de behandelingen die ze patiënten geven, beschrijven in termen van kwaliteit en kosten. De kern van het systeem vormen de diagnosebehandelingscombinaties (DBC’s). In een DBC worden de handelingen vastgelegd die door een arts bij een bepaalde diagnose worden toegepast. Het bestuur VMS volgt de discussie over de ontwikkeling richting marktwerking kritisch. Het bestuur is van mening dat de kwaliteit leidend dient te zijn bij de invulling van en de onderhandelingen over de DBC’s. De medisch specialisten hebben in 2003 veel tijd gestoken in het registreren van de DBC’s. Aan het einde van het jaar voerden vrijwel alle specialisten betrouwbare registraties uit. Opleiding tot spoedeisende hulp-arts Op initiatief van het bestuur VMS is in 2003 een werkgroep gestart die heeft gewerkt aan de opzet van de opleiding tot spoedeisende hulp-arts. De opleiding, die meerdere ziekenhuizen aanbieden, sluit aan bij de landelijke ontwikkeling om voldoende opvang te creëren voor de groeiende groep patiënten die zonder tussenkomst van een huisarts naar de afdelingen Spoedeisende Hulp (SEH) komen. Door het opleiden van hierin gespecialiseerde artsen zal de sturing van de stroom patiënten die via de SEH het Jeroen Bosch Ziekenhuis binnenkomt, worden verbeterd en kan er efficiënter worden gewerkt. Problemen afdeling Intensive Care Vanwege het vertrek van drie van de vier intensivisten dreigde in het najaar 2003 de continuïteit van de intensieve zorg in het gedrang te komen. Mede dankzij snel ingrijpen van het bestuur VMS en de Raad van Bestuur en goede werkafspraken met de vakgroep Anesthesiologie heeft deze situatie niet tot knelpunten geleid. Bossche Samenscholingsdagen voor huisartsen en specialisten De Bossche Samenscholingsdagen, een initiatief van de specialisten van het Jeroen Bosch Ziekenhuis en de huisartsen van de regio ’s-Hertogenbosch, werden dit jaar voor de vierde maal in successie georganiseerd. Om zoveel mogelijk artsen de gelegenheid te geven deel te nemen aan deze samenscholing werden twee sessies georganiseerd op 24, 25 en 26 september en op 1, 2 en 3 oktober op Terschelling. Tijdens deze dagen werden actuele onderwerpen op het gebied van communicatie en omgaan met klachten en claims van patiënten uitgebreid behandeld door middel van lezingen en interactieve workshops. Privé initiatieven in Boxtel De ontwikkeling van privé-initiatieven op de locatie Liduina in Boxtel is in 2003 meerdere malen onderwerp van gesprek geweest binnen de VMS. Een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van het ziekenhuis en leden van de VMS, heeft hiertoe een advies opgesteld dat in juni 2003 door de VMS is goedgekeurd.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
42
7
Financieel verslag Financieel beleid en beheer Op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Zorginstellingen zijn de voorschriften van het Burgerlijk Wetboek Boek 2, artikel 9 van toepassing geworden op zorginstellingen. In de regeling worden zaken geregeld zoals het investeringsoverzicht, het overzicht opbouw wettelijk budget, het financieringsverschil, het jaarverslag, consolidatie, rechtspleging en openbaarmaking. De Jaarrekening 2003 van het Jeroen Bosch Ziekenhuis is volgens deze regelgeving opgesteld.
Extern budget 2003 Vanwege de aanstaande invoering van DBC’s vanaf 1 januari 2005 en in verband daarmee de geleidelijke afbouw van het huidige financieringsstelsel, heeft het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) in het jaar 2003 geen belangrijke wijzigingen doorgevoerd in het stelsel van functiegerichte budgettering. Toch vragen twee ontwikkelingen om een toelichting. De beleidsregel rente is in het jaar 2003 bijgesteld. De normrente voor het kort vreemd vermogen (rekening courant krediet) is verlaagd. In 2003 is in de beleidsregel een inflatievergoeding over het eigen vermogen opgenomen. Het voorkomen van uitholling van de solvabiliteitspositie, het stimuleren van vermogensvorming en het tegengaan van niet beoogde rangschikking van delen van het eigen vermogen onder de kortlopende schulden zijn argumenten geweest om de inflatievergoeding alsnog in te voeren. De hoogte van de vergoeding is gelijk aan de index die het CTG hanteert voor de trendmatige aanpassing van de materiële kosten in het budget. In 2003 heeft een discussie gespeeld over een verlaging van de wegingsfactor van de agio in het extern budget. Deze wegingsfactor bedroeg tot en met 2002 steeds 0,44. In het lokaal overleg met de zorgverzekeraars kan een lagere waardering overeengekomen worden. Dit laatste heeft in onze situatie daadwerkelijk plaatsgevonden. Voor alle agio’s, die op of na 1 januari 2003 in dienst zijn gekomen, geldt nog slechts de factor 0,22. Daarnaast hebben verzekeraars het standpunt ingenomen, dat de factor 0,22 niet berekend kan worden over agioplaatsen van niet-poortspecialismen. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is het oneens met deze visie en beraadt zich op mogelijke stappen. Het extern budget werd in 2003 trendmatig aangepast voor de Ovaruimte (3,2%) en voor de prijsindex materiële lasten (1,99%). Daarnaast kwamen extra middelen beschikbaar voor de kosten van bloed en bloedproducten. Onze sector werd bijzonder onaangenaam verrast door een generieke kortingsmaatregel ter grootte van 0,8% van het budget. Deze regel werd eerst in de loop van 2003 bekend, maar werd door het ministerie wel per terugwerkende kracht tot 1 januari 2003 doorgevoerd. In 2003 is een belangrijke inhaalslag gemaakt bij het deels met terugwerkende kracht doorvoeren van capaciteitswijzigingen. Hierdoor is het mogelijk geworden om het extern budget nauwkeuriger te berekenen.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
43
Beginbalans 2003 Met ingang van het boekjaar 2003 is het systeem van vormen van een onderhoudsvoorziening verlaten. De aanwezige onderhoudsvoorziening ad € 1.466.846 is rechtstreeks toegevoegd aan het eigen vermogen; de vergelijkende cijfers zijn eveneens aangepast. Binnen het eigen vermogen blijft wel een afzonderlijke bestemmingsreserve onderhoud gehandhaafd. Tevens is de beginbalans van de immateriële vaste activa verhoogd met een bedrag van € 34.033 zijnde een in 2002 nog niet opgenomen disagio op leningen.
Kengetal Financieringsratio's
2003
2002
Wfz: weerstandsvermogen / risicobudget
3,37%
5,94%
Algemene toelichting op het ziekenhuisresultaat Het negatieve resultaat van het Jeroen Bosch Ziekenhuis bedraagt € 4.341.700. Dit resultaat is in sterke mate beïnvloed door een aantal eenmalige lasten, te weten:
x € 1.000 Resultaat volgens jaarrekening 2003 Af: éénmalige lasten Nabetaling FWG 3.0 Afrekening arts-assistenten Remicade 2002 Diverse transitorische posten
x € 1.000 -4.342
886 832 899 437 3.054 -1.288
Bij: éénmalige baten Correcties budgetten voorgaande jaren
-5.307
Genormaliseerd resultaat 2003
-6.595
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
44
Ten opzichte van de jaarrekening 2002 is het resultaat als volgt gemuteerd: x € 1.000 Hoger wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Hogere subsidies Lagere overige bedrijfsopbrengsten
x € 1.000
13.221 97 -1.631 11.687
Hogere personeelskosten Hogere afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Hogere overige bedrijfskosten Lagere financiële baten en lasten Lagere bijzondere baten/lasten
7.611 1.533 6.375 -104 -1.098 14.317
Mutatie resultaat ten opzichte van de jaarrekening 2002
-2.631
De mutatie kan als volgt gespecificeerd worden:
Wettelijk budget Productieafspraken 2003 Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling Prijsindexatie materiële kosten Groei normatieve kapitaalslasten Uitbreiding erkenning en toelating Beleidsmaatregel overheid/wachtlijstverkorting en generieke korting Nacalculeerbare kapitaalslasten Nacalculaties Overige mutaties
x € 1.000 1.759 3.558 974 217 2.575 264 -644 5.354 -836 13.221
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
45
De hotelmatige kosten zijn gestegen door extra inzet van externe schoonmaakbedrijven en hogere waskosten. De algemene kosten zijn in totaal met € 1.151.000 gestegen. De belangrijkste mutaties hebben plaatsgevonden bij de computerbenodigdheden en automatiseringskosten. De patiëntgebonden kosten zijn € 4.336.000 hoger dan in 2002 door hogere kosten van geneesmiddelen, waarbij vooral de boeking van de kosten voor remicade over 2002 én 2003 een rol heeft gespeeld. Ook de kosten voor kunst- en hulpmiddelen zijn wezenlijk toegenomen. De terrein- en gebouwgebonden kosten zijn licht gedaald doordat de kosten voor energie, voor het eerst in lange tijd, juist worden gefactureerd door de energiebedrijven en we tot de conclusie zijn gekomen, dat de tot dan toe gedane inschattingen te hoog waren. De stijging van de kapitaalslasten wordt in zijn geheel veroorzaakt door de afschrijvingskosten voor automatiseringsapparatuur en lease-inventarissen. 's-Hertogenbosch, 28 mei 2004
Raad van Bestuur Jeroen Bosch Ziekenhuis Drs. F.J.M. Croonen, voorzitter Drs. P.J.J. de Kubber
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
46
Balans
per 31 december 2003
Activa (in euro’s)
31 december 2003
31 december 2002
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
2.932.293 112.487.507 934.510
3.142.407 110.739.287 1.035.879 116.354.310
114.917.573
Vlottende activa Voorraden Vorderingen en overlopende activa Financieringstekort Liquide middelen
1.609.762 49.176.995 20.607.773 32.947
Totaal
1.688.658 69.261.588 6.661.991 5.425.861 71.427.477
83.038.098
187.781.787
197.955.671
Passiva (in euro’s) Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
800.463
800.463
2.719.520
7.238.163
2.947.275
2.770.422 6.467.258
10.809.048
Egalisatierekening afschrijvingen
1.330.409
1.627.811
Voorzieningen
1.890.795
1.944.990
74.309.911
72.723.969
103.783.414
110.849.853
187.781.787
197.955.671
Langlopende schulden Overlopende passiva Overige kortlopende schulden en Overlopende passiva
Totaal
Resultatenrekening
over 2003 Jaarrekening 2003
Jaarrekening 2002
Bedrijfsopbrengsten (in euro’s) Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Subsidies Overige bedrijfsopbrengsten
195.514.276 873.445 9.064.523
182.292.920 776.800 10.695.721 205.452.244
Som der bedrijfsopbrengsten
193.765.441
Bedrijfslasten (in euro’s) Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten
123.090.157
115.479.238
14.109.478 65.933.203
12.576.121 59.558.560 203.132.838
187.613.919
Bedrijfsresultaat (in euro’s)
2.319.406
6.151.522
Financiële baten en lasten
-6.661.196
-6.764.782
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening (in euro’s)
-4.341.790
-613.260
0
-1.098.000
-4.341.790
-1.711.260
Som der bedrijfslasten
Buitengewone lasten
Totaal
Organogram Jeroen Bosch Ziekenhuis per 31 december 2003 Raad van Toezicht
Raad van Bestuur
Cliëntenadviesraad
Ondernemingsraad
Bestuur Vereniging Medische Staf
Adviesraad voor verpleegkundigen en verzorgenden
Secretaris/Centrale Staf
Directeur RevalidatieCentrum Tolbrug
Adjunctdirecteur Patiëntenzorg
1. Interne Geneeskunde en Reumatologie 2. Vrouw en Kind 3. Hart, Long en Neurologie 4. Chirurgie, Orthopaedie en Urologie 5. Geriatrie en Psychiatrie 6. Acute en Intensieve Geneeskunde 7. Dagbehandeling en Diverse Specialismen 8. Stafbureau Patiëntenzorg
Adjunctdirecteur Ondersteuning Patiëntenzorg
9. Operatiecentrum 10. Klinische Chemie en Hematologie 11. Medische Microbiologie en Pathologie 12. Beeldvormende Technieken 13. Paramedische en Psycho-sociale Zorg 14. Klinische Fysica 15. Ziekenhuisapotheek Noordoost-Brabant (ZANOB)*
Adjunctdirecteur Beheer
1. Sociale Zaken en Arbo en Milieu 2. Leerhuis 3. Kwaliteit en Organisatie
1. Economie en Management-informatie 2. Financiële Administratie 3. Zorgadministratie 4. Informatie- en Communicatietechnologie 5. Hotelservice en Logistiek 6. Bouw en Techniek
TOEZICHT BESTUUR INSPRAAK ADJUNCT-DIRECTIE CLUSTERS
Personalia
per 31 december 2003
Raad van Toezicht
Ondernemingsraad
Mr. C.M. Bolhaar, vice-voorzitter Mr. dr. P.D.A. Claessens Drs. H.G.J. Hermsen, voorzitter P.A. Huijsman, secretaris A.L.J.E. Martens Drs. H.A.W. Verdijk Mw. drs. R. van de Wouw-Strijbos
H.J.N.M. Anemaat M.A.M. Bosch Mw. W.J.A.M. van Boxtel W.H.A.J. van Crey, vice-voorzitter Mw. H.M. van Doremalen B.C.M. Frederiks Mw. H. de Haan P. Heessels Mw. I. van Heynegen-van der Heijden Mw. A.M.C. van Hoek A.A.G. Knopf M.C. Lehmler R.J. Martin P. Miske M.H. Schroor, voorzitter Mw. L. M. Smulders-van Elderen Mw. E.W.J. Spoek-van Leerdam J.C.G. Vossen Mw. E.J.W.M. Wijffels
Raad van Bestuur W.J. de Bruïne, arts, MBA Drs. F.J.M. Croonen, voorzitter Drs. P.J.J. de Kubber
Secretaris Raad van Bestuur Mw. mr. R.P.M. van der Avort-Lier, MHA
Adjunct-directie C.M.M. van Driel, Patiëntenzorg Ir. J.M.J. van der Linden, Ondersteuning Patiëntenzorg Drs. P.H. van Zantvoort, Beheer
Bestuur Vereniging Medische Staf Drs. S.J.L. Brada Internist, voorzitter Drs. D.A. Dartée Orthopaedisch chirurg Dr. B.G.T.J. ter Heine Klininisch psycholoog Dr. A.M.M. van der Kraaij Cardioloog, penningmeester Dr. A.J.J. Maas Klinisch Fysicus, secretaris Dr. P.M. Schneeberger Arts-microbioloog, vice-voorzitter a.i.
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
Cliëntenadviesraad J.H. v.d. Bijl Drs. W.N. van den Dries, voorzitter Mw. drs. M.P.E. Janssen Dr. A.C.P.M. Kolen W.M. de Laat, vice-voorzitter J.M. van Liempt Mw. H.J.W. van de Westelaken-van Rossum, secretaris
Adviesraad voor Verpleegkundigen en Verzorgden Mw. S. Eikelboom – Walbeek M. van Geffen, aspirant lid Mw. A. van Haaren – Kuypers, voorzitter Mw. V. Heesakkers D. Jaftoran P. van Loon, vice-voorzitter Mw. A. Meulepas, secretaris Mw. H. Pijnenburg, aspirant lid Mw. J. Verregghen
50
Leden Vereniging Medische Staf per 31 december 2003 Anesthesiologie Drs. H.J.G.M. Cornelissen Drs. J.B.M.F. Eissens Mw. drs. M.P. Eissens-van Erven Drs. F.R.C. van Dorsten Drs. M.A. Drost Dr. R. Gorniak Dr. P.M.R.M. de Grood Dr. C.J.M. Langenberg Drs. T.J.M. Lechner Dr. J. van Niekerk Drs. L.J.M. Teunissen Drs. G.J. Wagteveld Drs. M.G.F. van Wijk
Cardiologie Drs. W. Blans Drs. R.J.J. Claessens Dr. M.C.G. Daniëls Drs. H.J.M. Dohmen Drs. R.M.M. Gevers Mw. drs. M.G.M. Kolff-Kamphuis Dr. A.M.M. van der Kraay Mw. drs. E. Krivka Drs. R.A.M. van Langeveld Dr. H.W.J. Meijburg Drs. E.C.M. Schavemaker Drs. H.H. Tan
Chirurgie Dr. I.P.T. van Bebber Drs. R.J. Bolhuis Dr. K. Bosscha Drs. S. Bouwer Dr. E.J. Carol Drs. J.H. Duppen Dr. W.A.H. Gelderman Drs. R.R. Kruse Drs. F.T.T. Liem Drs. R.M.M. van Loenhout Drs. T.J.M.J. Schiphorst Drs. J.G. Olsman Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
Dr. J. Wever Dr. F.G.J. Willekens Mw. dr. J.C. Wissing
Dermatologie Mw. dr. M.P. Andriessen Mw. dr. R.J. van Dooren-Greebe Drs. S.W.J. Holla Mw. dr. J. van Ulsen
Geestelijke Verzorging F.X. van de Poel, pastor Drs. T.L. Sikking, pastor Mw. J.A.G.M. Snelder, pastor Ds. L. van Wingerden, dominee
Geriatrie Dr. P.L.J. Dautzenberg Drs. C.J. Wouters
Gynaecologie en Obstetrie Dr. C.J.C.M. Hamilton Drs. J.G.M. Horbach Mw. drs. M.H.H.M. Kerkhof Drs. R.E. Nobrega Dr. H.P. Oosterbaan Mw. drs. B.M. Pijlman Drs. F.H.F. Plantema Dr. R.J.P. Rijnders Drs. P.A.A.M. Sleijffers Mw. drs. G.H. Stevens Mw. drs. D. Sykora Drs. H.E.W. van Turnhout Drs. E.H.E. van de Velde
Intensive Care Drs. E.S. Boon Drs. F.W. Rozendaal
51
Interne Geneeskunde
Klinische Fysica
Drs. S.J.L. Brada Dr. J.J. Beutler Dr. K.P. Bouter Mw. drs. J.W. de Bruijne Dr. T.J.M. van Ditzhuijsen Dr. H.P.M. Festen Dr. R. Fijnheer Dr. E.W. van der Hoek Dr. A.A.M.J. Hollander Dr. J.L.J. Jansen Mw. dr. S.A.G. Kemink Dr. F.A.W. Kemperman Mw. drs. C.T.A.M. Knibbeler-van Rossum Mw. dr. M.I. Koolen Drs. P.J. Lestrade Dr. P.A. van Liessum Dr. I.P. van Munster Dr. P.M. Netten Dr. J.F.M. Pruijt Mw. dr. D.L. Schipper Dr. H.A.M. Sinnige Drs. S.O.A. Shamelian Mw. dr. T.J. Smilde
Dr. A.J.J. Maas Ir. A.H.J. Renders
Keel-, Neus- en Oorheelkunde Drs. H. Cats Dr. C. Leunisse Drs. G.M. van de Meerakker Dr. E. Teunissen Drs. A.V.M. de Visscher
Kindergeneeskunde Drs. A.H.P.M. Essink Drs. R.J.G.S. Heydendael Dr. J.H. Hoekstra Mw. drs. M.J. Jager Mw. drs. J.W.F.M. Jacobs Drs. P.E. Jira Mw. drs. A.R. Schuitema-Dijkstra Mw. drs. M.W. van Steenbergen Mw. drs. B.A.M. Theeuwes Mw. dr. E. de Vries Dr. J.A.M. Widdershoven Drs. J. de Witte
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
Klinische Chemie Dr. R.M.J. Hoedemakers Dr. G.C.M. Kusters Dr. A.M. Mulder Drs. A.W. Pennings Mw. drs. N.C.V. Péqurériaux Drs. D. de Rijke Mw. dr. I.B.B. Walsh
Laboratorium voor Pathologie Drs. J.M. Broekman Drs. S.J.M.M. Ketelaars Dr. J.C. van der Linden Drs. H.A. Meijer
Longziekten Dr. F. Beaumont Dr. B. Biesma Drs. J-L. van Opstal Drs. F.S.M. Simonis Dr. A.J.M. Schreurs
Medische Microbiologie Dr. A.C.A.P. Leenders Mw. dr. N.H.M. Renders Dr. P.M. Schneeberger Mw. dr. G. Weers-Pothoff
Medische Psychologie Dr. A.P. Bak Mw. drs. K. van den Berg Mw. drs. L. Dekkers Mw. drs. J.M. Franse Mw. drs. J.J.M. Lenders Mw. drs. R. Marsman (Revalidatiecentrum Tolbrug) Drs. V.N.M. Mollee Drs. A.B.J.M. Sallevelt Mw. dr. E.H. Tromp (Revalidatiecentrum Tolbrug) Drs. L.C.C.F. Vanbrabant
52
Mondheelkunde
Plastische Chirurgie
Drs. S.J. Gonesh Drs. W.M. Griëntschnig Dr. L. Smets
Dr. H.F. Aarts Drs. R.A.E.C. Hermens Drs. R.J.P.M. Franken Mw. drs. D.A.M. Mulder
Neurologie Psychiatrie Dr. R.A.J.A.M. Bernsen Dr. J.P. ter Bruggen Drs. W-J. Hardon Drs. J.W. Klawer Mw. dr. E.S. Louwerse Dr. E.Th.L. van Munster Drs. Th.P.J. Timmerhuis Drs. H.F. Visée Mw. dr. M.S.G. van Zagten
Nucleaire Geneeskunde Drs. P.C. Barneveld Dr. R.A.M.J. Claessens
Oogheelkunde Mw. drs. W. Batubara Dr. H.M.A. Brink Dr. W.R.O. Goslings Drs. J. van Haarlem Mw. drs. L.C.J.M. Hieselaar Drs. J.W. Klein Poelhuis Mw. drs. F.M. Ooijman Mw. drs. M.H. Smeets Drs. P.F.T. Verheij Drs. C. Verdoorn Drs. W.G. van Wijnen Drs. W.A.M. van der Zee
Drs. A. Beeftink Mw. drs. D.P.M. Brekelmans Dr. B.G.T.J. ter Heine Drs. N.A. van Waalwijk van Doorn
Radiologie Drs. H.W. Bodewes Drs. W.P.M. Klazen Drs. M.B.J.M. Korst Drs. D.R. Laurens Drs. W.F.J. Lensen Dr. E.R. Ranschaert Drs. M.J.C.M. Rutten Drs. P. Schipper Drs. K.J. Simon Mw. drs. G.A. Smorenburg Dr. E. Tetteroo Drs. D.B. Piers Dr. B.R.J. Walstra Drs. A. Zwemmer
Reumatologie Mw. drs. M.A.W. Geurts Drs. A. Hartkamp Drs. J.F. Haverman Mw. drs. B.M. Kraft Drs. P.L.M. van Oijen
Orthopaedie Revalidatiecentrum Tolbrug Dr. L.P.A. Bom Drs. D.A. Dartée Mw. drs. C.M. Douw Drs. F.J.K. Kramer Drs. T. van Loon Drs. A.W. Plat Drs. J.L. Schoen
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
Drs. B.J.W. Bevaart Drs. G.J.D. Bleijerveld Mw. drs. J.C.M. Boele Mw. drs. A. van Kuijk Drs. F.A.J. de Laat Dr. J.W.G. Meijer Mw. drs. J.M. Ruyg Drs. E.M.J.E. Weterings
53
Urologie
Buitengewoon stafleden
Dr. H.P. Beerlage Dr. J.W. Hoekstra Drs. C.A.H.M. Kerckhoffs Drs. V.W.J. de Kort Dr. A.P.M. van der Meijden Drs. B.Ph. Schrier
Dr. J.J. Bade, uroloog Mw. drs. F.D.A. Gerkens, apotheker Ziekenhuis Apotheek Noordoost-Brabant Mw. drs. T.M. Jagmont, apotheker Ziekenhuis Apotheek Noordoost-Brabant Mw. drs. J. van Loevesijn, arts/seksuoloog GAAZ Dr. H.L.M. van der Meeren, dermatoloog Drs. J.C. de Nie, neurochirurg Drs. A.E.P.M. Sleegers - van Tilburg, klinisch psycholoog Drs. H. van Slooten, kaakchirurg Drs. A.J. Smans, uroloog
Ziekenhuisapotheek Noordoost-Brabant Mw. drs. C.H.J. Bekkers Drs. J.M.H. Conemans Mw. drs. J.T. Deinum Drs. A.M.J.A. Duchateau Mw. drs. M. Heeringa-Karreman Dr. W.A.J.J. Hermens Drs. P.J.M.M. Toll
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
54
Colofon Uitgave Raad van Bestuur Jeroen Bosch Ziekenhuis Concept Afdeling Communicatie Tekst S. Maas, afdeling Communicatie Eindredactie S. Bruijstens en S. Maas, afdeling Communicatie Fotografie S. Bruijstens, R. van Genugten, P. Reede, R. Zaunbrecher Vormgeving en productiebegeleiding Oranje boven, ’s-Hertogenbosch U vindt het jaarverslag op www.jeroenboschziekenhuis.nl/jaarverslag Hebt u vragen over het jaarverslag? Neem contact op met: Jeroen Bosch Ziekenhuis Afdeling Communicatie Locatie Willem-Alexander Postbus 90 153 5200 ME ‘s-Hertogenbosch telefoon (073) 699 80 63 e-mail
[email protected]
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
55
Locaties Jeroen Bosch Ziekenhuis Locatie Carolus Bezoekadres: Hervensebaan 4 5232 JL ’s-Hertogenbosch Postadres: Postbus 1101 5200 BD ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 699 60 00 Locatie Groot Ziekengasthuis Bezoekadressen: Tolbrugstraat 11 5211 RW ’s-Hertogenbosch Nieuwstraat 34 5211 NL ‘s-Hertogenbosch Postadres: Postbus 90153 5200 ME ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 699 20 00
Locatie Liduina Bezoekadres: Liduinahof 35 5281 AD Boxtel Postadres: Postbus 10100 5280 GA Boxtel Telefoon (0411) 63 40 00 Locatie Bommels Gasthuis Bezoek- en postadres: Kerkstraat 2 5301 EH Zaltbommel Telefoon (0418) 54 00 27 Fax (0418) 54 09 42
Locatie Willem-Alexander Bezoekadres: Deutersestraat 2 5223 GV ‘s-Hertogenbosch Postadres: Postbus 90153 5200 ME ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 699 20 00
Jaarverslag 2003 Jeroen Bosch Ziekenhuis
56