Inhoud .. . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................... 0 Opbouw van het overzicht
.. . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................... 1
Opleidingspecifieke competenties Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar)
1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.3.1 1.3.2
Analyseren Adviseren Technisch ontwerpen Interactie / interface ontwerpen Realiseren Opleveren Usability onderzoek Usability engineering
pag. 3 pag. 6 pag. 9 pag. 11 pag. 13 pag. 15 pag. 17 pag. 20
2
Programmabrede competenties (Projectmedewerker)
2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.2.1 2.2.2
Communiceren Organiseren Samenwerken Ondernemend Leervaardigheden Creatief probleemoplossen Onderzoeken (Context)
pag. 22 pag. 25 pag. 27 pag. 29 pag. 30 pag. 31 pag. 33
.. . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ......................................
.. . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................... .. . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ......................................
.. . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ......................................
0 ] Opbouw van het overzicht Rol Domein/pillar 1. Media ontwikkelaar
2. Project medewerker
Domeinspecificatie/competentie (bouwsteen)
1.1 Technology Strategy
1.1.1 Analyseren 1.1.2 Adviseren 1.1.3 Technisch ontwerpen
1.2 Technology Implementation
1.2.1 Interactie / Interface ontwerpen 1.2.2 Realiseren 1.2.3 Opleveren
1.3 User research
1.3.1 Usability onderzoek 1.3.2 Usability engineering
2.1 Projectmanagement
2.1.1 Communiceren 2.1.2 Plannen / organiseren 2.1.3 Samenwerken 2.1.4 Ondernemend 2.1.5 Leervaardigheden
2.2 (User) research
2.2.1 Creatief probleem oplossen 2.2.2 Onderzoeken (context)
De indeling zoals hierboven weergegeven suggereert dat de rollen apart uitgevoerd kunnen worden, terwijl de beroepspraktijk anders is. In de meeste gevallen werk je als media ontwikkelaar in een multidisciplinair team, wat impliceert dat je dus ook als projectmedewerker actief bent. Hieruit mag je concluderen dat je rol altijd media ontwikkelaar is, waarbij deze aangevuld wordt met je rol als projectmedewerker. Vanuit het 9 pillars-model van Garrett is af te leiden dat de opleidingen GMT, CMD en de opleidingsvariant CDM elkaar aanvullen. Het zwaartepunt van de opleiding GMT ligt in de pillars Technology Strategy en Technology Implementation, alsook User research en Project management. Dit neemt niet weg dat je vanuit je rol als media ontwikkelaar ook actief bent in de overige pillars. Je maakt kennis met deze domeinen, vanwege het multidisciplinaire karakter van de opleidingen, maar ook omdat bij kleinschalige projecten je vaak ook werkzaamheden uitvoert die gelegen zijn in deze pillars.
Opleidingspecifieke competenties
[1
Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) 1 .1.1
Analyseren
Rol Domein / pillar Competentie
Media ontwikkelaar (1) Technology Strategy (1.1) Analyseren (1.1.1)
Competentiebeschrijving Je voert een analyse uit van processen, producten en informatiestromen in hun onderlinge samenhang en de context van de omgeving die gerelateerd is aan het (media) product of producten.
Korte toelichting Je bent in staat om de behoeften, doelstellingen en wensen van de gebruiker, leidinggevenden en opdrachtgever objectief te inventariseren, verhelderen, (her)definiëren en uiteindelijk te communiceren. Voordat een mediaproduct ontwikkeld kan worden is er een probleemanalyse uitgevoerd, in overleg met andere betrokken deskundigen uit het werkveld. In een volgende stap zal er een beeld gevormd moeten worden van de toekomstige gebruikersgroep (doelgroepanalyse). Je hebt de beschikking over een doelgroepbeschrijving, vaak ook beschreven in de vorm van zogenaamde persona’s. Daarmee ga je samen met de communicatiemedewerker en de product developer/interaction designer aan de slag om tot een totaalbeeld te komen van het probleem en mogelijke oplossingen. Hierbij maak je ook gebruik van een zogenaamde taakanalyse, die beschrijft wat de doelgroep met het mediaproduct moet kunnen uitvoeren. Deze analyses hebben betrekking op een aantal aspecten, zoals gebruikersbehoefte, financiële en economische ontwikkelingen, maar ook technologische ontwikkelingen. Je bent in staat een onderzoek op te stellen naar de haalbaarheid van een te ontwikkelen mediaproduct, waarbij je rekening houdt met (bedrijfs-)cultuur, financiële mogelijkheden en technische haalbaarheid. Je bent in staat om een SWOT-analyse uit te voeren voor een bedrijf rond de PD/M-combinatie (product-dienst-markt) van dat bedrijf. Je analyse wordt uiteindelijk vertaald in een zogenaamd pakket van eisen. Het pakket van eisen beschrijft de (bedrijfs)processen en omvat zowel technische als (niet) functionele eisen. Interactievormen worden in deze fase toegelicht middels professionele documentatie zoals bijvoorbeeld UML-diagrammen.
1 ] Opleidingspecifieke competenties Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) Beroepsproducten • • • • • • • • •
probleemanalyse SWOT-analyse taakanalyse doelgroepanalyse procesanalyse procesomschrijving risicoanalyse impactanalyse pakket van eisen
Criteria ten aanzien van het proces (competentieniveau) • • • • •
• • • • •
heldere procesomschrijving en procesanalyse opstellen (1) een onderzoek uitvoeren in een beperkte situatie (1) gebruik maken van statische beschrijvingsmethoden (1) een onderzoek naar proces uitvoeren, zowel kwantitatief als kwalitatief een logische vragenlijst op te stellen o.b.v. missende details (2)analyse en modellen terug te koppelen naar klant en gebruikers (1), daarbij rekeninghoudend met de belevingswereld van zijn publiek (2) het toepassen van professionele gereedschappen om te komen tot een kwalitatief hoogstaande analyse (2) methodisch handelen, waarbij beheersmethodieken centraal staan (3) meerdere verschillende procesanalysemethoden kunnen toepassen (3) keuze verantwoorden van de bedrijfsprocesanalysemethode (3) een onderzoek ontwerpen en opzetten binnen een organisatie (kiezen uit en kennis hebben van begrippen als: kwalitatief / kwantitatief) (3)
Opleidingspecifieke competenties
[1
Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) Criteria ten aanzien van het product (competentieniveau) • • • • • • • • • • • •
specificaties opstellen aan de hand van de S.M.A.R.T.-methodiek (1) een analyse modelleren in diagrammen (1) specificaties indelen op functioneel / niet-functioneel niveau (1) eisenpakket opmaken a.d.h.v. eenvoudige situatieschets (1) inzicht in context (mensen / organisatie) waarin het product effectief is (2) de analyse modelleren in diagrammen en overzichten (2)eisenpakket opmaken a.d.h.v. complexe situatieschets (2) ict-deelsystemen analyseren en relatie (interfaces) tussen systemen beschrijven, en hierbij rekening houden met mensen, middelen en mogelijkheden(2) beschrijven van de workflow in een mediabedrijf (2) een bedrijfsprocesanalyse uitvoeren (2) situatieschets opstellen van het complex probleem (3) formuleren van onderbouwde verbetervoorstellen voor een PD/M-combinatie van een mediabedrijf (3) oplossingen formuleren die innovatief karakter in zich dragen (3)
Kwaliteit van het resultaat • • • • • •
voldoet aan vorm- en stijleisen van het beoogde product is in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven is voldoende gericht op doelgroep en het doel geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
1 ] Opleidingspecifieke competenties Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) 1.1.2
Advise r e n
Rol Domein / pillar Competentie
Media ontwikkelaar (1) Technology Strategy (1.1) Adviseren (1.1.2)
Competentiebeschrijving Je formuleert op basis van een analyse en in overleg met stakeholders een onderbouwd advies voor de herinrichting van processen en/of informatiestromen en voor een nieuw te ontwikkelen of aan te schaffen (media-) product. Je betrekt hierin financiële aspecten, tijdsaspecten, de organisatie(verandering), haalbaarheid, risico`s en mogelijkheden voor outsourcing.
Korte toelichting Om duidelijkheid te brengen in een project en zekerheid te bieden aan de klant dat aan zijn wensen voldaan wordt, wordt er binnen een mediabedrijf gewerkt aan een advies op maat. De klant heeft een duidelijk beeld met betrekking tot vormgeving en het gemak dat het nieuwe product moet brengen, maar is niet in staat om technische aspecten en eventuele extra kaders te overzien. Ter ondersteuning van eventuele keuzes die worden gemaakt heeft het media bedrijf een analyse gemaakt van de organisatie bij de klant en zaken die gerelateerd zijn aan het nieuw te brengen product. Op basis van de gemaakte analyse moeten er een presentatie en adviesrapport komen waarin een definitief advies wordt gebracht aan de klant. De mediaontwikkelaar heeft de verantwoordelijkheid om in kaart te brengen welke kaders spelen bij de klant en die van invloed zijn op de ontwikkeling en het uiteindelijke gebruik van het nieuwe product. Aan de hand van de reeds bestaande analyse maakt de media ontwikkelaar beslissingen, rekening houdend met zaken als: financiën, bedrijfscultuur, haalbaarheid, beschikbare ontwikkeltijd, doel en doelgroep, outsourcing, geografische aspecten etc. Naast de informatie die beschikbaar is over de situatie bij de klant en zijn wensen, kent de media ontwikkelaar de markt en de standaarden / standaardoplossingen die daarin worden gebruikt. De mediaontwikkelaar is in staat voor een bedrijf P/D/M-combinatie te onderzoeken en daarover een advies uit te brengen hoe het mediaproduct een aanvulling/verbetering kan zijn op het bestaande pakket van producten en diensten. De mediaontwikkelaar heeft, samen met de product developer, een SWOT-analyse uitgevoerd.
Opleidingspecifieke competenties
[1
Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) Uiteindelijk adviseert de media ontwikkelaar de product developer die in verder overleg met de klant of superieuren komt tot een definitief rapport waarin de meest passende oplossing voor de klant wordt gecommuniceerd. Naast dit advies bereidt de media ontwikkelaar een aantal alternatieven voor, ingeval de klant zijn wensen en eisen bijstelt. De mediaontwikkelaar is schrijver, co-schrijver of in ieder geval één van de auteurs van het rapport dat wordt opgeleverd en zorgt ervoor dat de schrijfwijze en stijl volledig aansluiten bij zijn publiek en doelgroep. Daarnaast is de mediaontwikkelaar in staat om het advies en de daarbij behorende argumentatie in een presentatie te verwerken. Deze presentatie zal door zijn manager worden gebruikt om uiteindelijk de klant te adviseren over de optimale vorm van het te maken product.
Beroepsproducten • adviesrapport • presentatie
Criteria ten aanzien van het proces (competentieniveau) • in staat zijn om advies uit te brengen (geschreven / gesproken) aan de hand van een geschreven vraagstelling (1) • in staat zijn om advies uit te brengen op basis van beperkte klantgesprekken, waarin de leiding genomen wordt in het verhelderen van de nodige aspecten voor een duidelijk advies (2) • in staat zijn om advies uit te brengen over technische problemen (keuzes kunnen maken tussen technische oplossingen en deze duidelijk communiceren binnen de beleving van de doelgroep) (2) • onderzoek doen en op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen, o.a. op het gebied van nieuwe ontwikkelomgevingen / frameworks / programmeertalen voor vernieuwing en innovatie (3) • Alternatieven in kaart brengen (outsourcing, verschillende budgetten) (3)
1 ] Opleidingspecifieke competenties Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) Criteria ten aanzien van het product (competentieniveau) • kennis hebben van de meest gangbare ontwikkelomgevingen / frameworks / programmeertalen, kennis van de sterktes en zwaktes van elk (2) • uitgebracht advies houdt rekening met (3): • Uitkomst analyse / Pakket van eisen • Financiële aspecten • Organisatie / veranderingen in de organisatie / bedrijfscultuur • Haalbaarheid • Tijdsaspecten • Beperkingen / mogelijkheden van geografische locatie • Alternatieven in kaart brengen (outsourcing, verschillende budgetten) • Vernieuwing / innovatie
Kwaliteit van het resultaat • • • • • •
voldoet aan vorm- en stijleisen van het beoogde product is in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven is voldoende gericht op doelgroep en het doel geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
Opleidingspecifieke competenties
[1
Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) 1 .1. 3
Technisch ontwe rpe n
Rol Domein / pillar Competentie
Mediaontwikkelaar (1) Technology Strategy (1.1) Technisch ontwerpen (1.1.3)
Competentiebeschrijving Je ontwerpt een (media) product op basis van een architectuurbeschrijving (informatie/software/technische infrastructuur) en specificaties, in samenhang met een analyse en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie & beheer.
Korte toelichting Bij het ontwerpen geef je vorm aan bijvoorbeeld databases en ‘object georiënteerde code’. Je leert verschillende modelleringtechnieken om de werking van het te ontwikkelen product duidelijk te maken. Je maakt gebruik van vastgelegde standaarden om het ontwerp zodanig vorm te geven dat voor alle betrokkenen duidelijk is hoe het uiteindelijke product er uit gaat zien en wat het allemaal zou moeten kunnen. In samenwerking met de product developer / interaction designer (CMD) en de communicatieadviseur (CDM) bepaal je een strategie om te komen tot de beste oplossing, die rekening houdt met zowel gebruikers als eisen op het gebied van budget (financieel, tijd) en techniek. Daarbij kan je kiezen uit meerdere ontwerpmethodieken en bepaal je in overleg welke methodiek het beste is in de gegeven situatie.
Beroepsproducten • • • • • • • • •
taakbeschrijving informatie ontwerp functioneel ontwerp technisch ontwerp database ontwerp flowchart wireframes design document UML: Use Case, Class diagram, Sequence diagram, State-Transition Diagram
Criteria ten aanzien van het proces (competentieniveau) • in staat zijn om uit een simpele situatieschets direct de nodige ontwerpen te maken voor een media- en / of softwareproduct (1)
1 ] Opleidingspecifieke competenties Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) • in staat zijn om , in overleg met de product developer en interaction designer, technische specificaties op te stellen van een deelproces in een complex informatiesysteem (1) • gebruik maken van zowel objectgeoriënteerde (UML) als relationeel georiënteerde (ERD) schematechnieken (1) • meerdere ontwerpmethoden en -technieken kennen en minimaal een ontwerpmethode/techniek toegepast hebben (1) • in staat zijn om aan de hand van de opgestelde specificaties, in samenhang met analyse rapport en adviesrapport het ontwerp van een media- en / of softwareproduct op te stellen (2) • meerdere ontwerpmethoden en technieken kunnen toepassen (2) • beschrijven van interfaces tussen systemen en daarbij onderscheidt maken tussen functionele, niet-functionele en technische eisen (2) • in staat zijn om in samenspraak met de opdrachtgever specificaties op te stellen van een complex informatiesysteem (3) • in staat zijn om een beargumenteerde keuze te maken tussen een of meerdere ontwerpmethodieken (3) • in staat zijn om de integratie met bestaande (deel)systemen te organiseren (3)
Criteria ten aanzien van het product (competentieniveau) • kent de verschillende gebieden die moeten worden ontworpen bij een media- en / of softwareproduct (1): o Database o Software / Logic o GUI / Grafische vormgeving zijn herkenbaar verwerkt • bevat de verschillende ontwerpproducten die worden verwacht bij en media- en / of softwareproduct (1) • het ontwerp en de daarbij behorende principes die zijn ontwikkeld, zijn vastgelegd in een Design Document (overeenkomstig de gestelde kaders en standaarden voor dit document) (2) • Design Document bevat de volledige specificaties voor realisatie- en opleveringsfasen (3) • het ontwerp afstemmen op bestaande (deel)systemen (3)
Kwaliteit van het resultaat • technische beschrijvingen voldoen behalve aan inhoudelijke eisen en gebruik van modelleringtechnieken ook aan vorm- en stijleisen van het beoogde product • is in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven • is voldoende gericht op doelgroep en voldoet volledig aan de requirements • geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date • bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst • bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
10
Opleidingspecifieke competenties
[1
Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) 1 . 2.1
Int e racti e / in te rface on twe rpe n
Rol Domein / pillar Competentie
Mediaontwikkelaar (1) Technology Implementation (1.2) Interactie / interface ontwerpen (1.2.1)
Competentiebeschrijving Je ontwerpt interacties en interfaces voor een (media)product op basis van opgestelde specifi caties, in samenhang met een analyse en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie & beheer.
Toelichting Het terrein van interactie en interfaces beslaat alles wat met eindgebruik(ers) te maken heeft. De mediaontwikkelaar zal zich via diverse onderzoeksmethoden het gebruikersprofiel eigen maken. Bij de onderzoeksmethoden wordt onderscheid gemaakt in het analyseren van de doelgroep, het vaststellen van de gewenste of reeds bestaande functionaliteiten (met name de usability requirements) van een mediaproduct, het ontwikkelen van interactiemodellen, en deze via diverse testomgevingen valideren of afstemmen op de doelgroep. De uitkomst van dit traject zijn interfacevoorstellen die de interactie ondersteunen in het gebruik. Samen met de interaction designer en de visual interface designer (CMD) kom je tot een werkbare oplossing vanuit zowel technisch als esthetisch oogpunt.
Beroepsproducten • • • • • • • • • •
paperprototype schetsvoorstellen prototype taakbeschrijving informatieontwerp flowchart wireframes design document UML: Use Case, Sequence diagram, State-Transition Diagram huisstijlgids
11
1 ] Opleidingspecifieke competenties Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) Criteria ten aanzien van het proces (competentieniveau) • in staat zijn om uit een simpele situatieschets direct de nodige ontwerpen te maken voor een media- en / of softwareproduct (1) • in staat zijn om aan de hand van de opgestelde specificaties, in samenhang met analyse rapport en adviesrapport het ontwerp van een media- en / of softwareproduct op te stellen (2)
Criteria ten aanzien van het product (competentieniveau) • het interactie- / interfaceontwerp bevat een volledige uitwerking van de specificaties uit de analysefase (2) • de usability- en functionele specificaties komen volledig terug in het ontwerp (3)
Kwaliteit van het resultaat • technische beschrijvingen voldoen behalve aan inhoudelijke eisen en gebruik van modelleringtechnieken ook aan vorm- en stijleisen van het beoogde product • is in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven • is voldoende gericht op doelgroep en voldoet volledig aan de requirements (PvE) • geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date • bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst • bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
12
Opleidingspecifieke competenties
[1
Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) 1 . 2.2
Re alis eren
Rol Domein / pillar Competentie
Mediaontwikkelaar (1) Technology Implementation (1.2) Realiseren (1.2.2)
Competentiebeschrijving Je bouwt en implementeert (media) producten op basis van een functioneel en technisch ontwerp en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie & beheer.
Toelichting Je hebt kennis van diverse ontwikkelomgevingen / frameworks / programmeertalen, voor namelijk op niveau van syntaxis, inhoud van libraries, toepasselijke design patterns en best practices voor de gekozen omgeving. Je bent in staat om deze kennis toe te passen om het ontwerp daadwerkelijk te realiseren en te implementeren. Je werkt volgens de principes prototyping, round-trip engineering en reverse-engineering. Je bent in staat om deze principes in te zetten tijdens de realisatie, indien noodzakelijk. Bij de realisatie van het mediaproduct spelen vakkennis en teamgeest een belangrijke rol. Om te komen tot een kwalitatief hoogstaande product werk je nauw samen met de product developer, visual interface designer (CMD).
Beroepsproducten • • • • • •
interactieve website webapplicatie webservices DVD Game mobiele applicatie
Criteria ten aanzien van het proces (competentieniveau) • toepassen van diverse ontwikkelomgevingen / frameworks / programmeertalen, voor namelijk op niveau van syntaxis, inhoud van libraries, toepasselijke design patterns en best practices voor de gekozen omgeving (2) • toepassen van termen / principes zoals: prototyping, round-trip engineering en reverseengineering (3)
13
1 ] Opleidingspecifieke competenties Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) Criteria ten aanzien van het product (competentieniveau) • in staat zijn om (eigengemaakt) ontwerp (‘van scratch af’) te implementeren en te testen (2) • in staat zijn om een bestaand product of deelproduct aan te passen / uit te breiden, aan de hand van een ontwerp (3) • in staat zijn om technische documentatie te vervaardigen voor zowel de programmeercode als voor het beschrijven van de exacte implementatie van non-triviale principes uit het Design Document (3)
Kwaliteit van het resultaat: • • • • • • • •
voldoet aan vorm- en stijleisen van het beoogde product voldoet volledig aan de eisen uit technisch ontwerp resp. interactie- of interfaceontwerp is in voldoende mate getest is in voldoende mate gedocumenteerd de bijbehorende documentatie in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst bevat toelichting en verantwoording van keuzes en (test-)methodieken.
14
Opleidingspecifieke competenties
[1
Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) 1 . 2. 3
O pl everen
Rol Domein / pillar Competentie
Mediaontwikkelaar (1) Technology Implementation (1.2) Opleveren (1.2.3)
Competentiebeschrijving Je houdt bij het adviseren, ontwerpen en realiseren rekening met het beheer en onderhoud van (media) producten. Je zorgt voor invoeren, testen, integreren en inbedrijfstelling van een nieuw(e release van een) (media)product.
Toelichting Bij de oplevering van een mediaproduct ben je verantwoordelijk voor het integreren en de inbedrijfstelling van het product. Je zorgt voor een omgeving waarin het product goed kan functioneren, zowel op technisch gebied als op gebruikersniveau. De oplevering omvat ook de benodigde documentatie voor onderhoud en ondersteuning van het mediaproduct. Je zorgt voor invoeren, testen, integreren en inbedrijfstelling van een nieuw(e release van een) (media)product. Verleent diensten die zijn overeengekomen ( in bv. een Service Level Agreement) binnen de gestelde kaders voor kwaliteit en financiën. Je zorgt in samenhang met ontwerp en bouw voor het onderhoud van (media) producten.
Beroepsproducten • • • • •
implementatieplan gebruikershandleiding technische documentatie service level agreement eindproduct
15
1 ] Opleidingspecifieke competenties Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) Criteria ten aanzien van het proces (competentieniveau) • kennen en hanteren van algemene methoden / principes die gangbaar zijn bij het testen van softwareproducten (1) • in staat zijn om een acceptatietest uit te voeren op een product en kennis hebben van belangrijke aspecten die daarbij komen kijken (2) • in staat zijn om afspraken te maken over opleveringen en het bieden van ondersteuning op een eigengemaakt product (=implementatieplan) (3) • toepassen van verschillende besturingssystemen: Windows Server, Windows Mobile, Linux, Unix, MacOS voor opzetten/installatie van (media)producten en testomgevingen / ontwikkelomgevingen (3) • toepassen van het opzetten van gestructureerde omgevingen voor het delen van digitale bestanden, binnen een project / binnen een organisatie (3)
Criteria ten aanzien van het product (competentieniveau) • • • • • • • •
is volgens vastgestelde standaarden getest, houdt rekening met aspecten als: Correctheid, compleetheid (1) Usability (2) Pakket van eisen (requirement tracing / acceptatietest) (2) Beveiliging (3) Acceptatiecriteria (3) wordt opgeleverd volgens implementatieplan (2) gebruikersdocumentatie is afgestemd op doelgroep en uitgevoerde taakanalyse (3)
Kwaliteit van het resultaat • • • • • • • •
16
voldoet aan vorm- en stijleisen van het beoogde product voldoet volledig aan de eisen uit technisch ontwerp resp. interactie- of interfaceontwerp is in voldoende mate getest is in voldoende mate gedocumenteerd de bijbehorende documentatie in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst bevat toelichting en verantwoording van keuzes en (test-)methodieken.
Opleidingspecifieke competenties
[1
Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) 1 . 3.1
Usabilit y onde rzo e k
Rol Domein / pillar Competentie
Mediaontwikkelaar (1) User research (1.3) Usability onderzoek (1.3.1)
Competentiebeschrijving Je betrekt in het gehele ontwikkeltraject op gestructureerde wijze de gebruiker en draagt er zorg voor dat zijn mening wordt gehoord en aan zijn wensen wordt voldaan waar mogelijk (naast de eisen van de klant/opdrachtgever).
Toelichting Je hanteert diverse usability testmethoden om in elk stadium van de ontwikkeling de nood zakelijke feedback te krijgen. Uiteraard bedenk je van te voren welke testmethoden je wilt gaan toepassen en zou moeten toepassen en verwerkt de verkregen resultaten tot minimaal een concrete aanbeveling. Je blijft op de hoogte van de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van usability engineering. Het terrein van usability beslaat alles wat met gebruikersgemak te maken heeft. De mediaontwikkelaar zal zich via diverse onderzoeksmethoden het gebruikersprofiel eigen maken. Bij de onderzoeksmethoden wordt onderscheid gemaakt in het analyseren van de doelgroep, het vaststellen van de gewenste of reeds bestaande functionaliteiten (met name de usability requirements) van een mediaproduct, het ontwikkelen van interactiemodellen, en deze via diverse testomgevingen valideren of afstemmen op de doelgroep. Van de mediaontwikkelaar mag worden verwacht dat deze de juiste houding heeft ontwikkeld daartoe behoort het omgaan met en analyseren van de doelgroep resp. de gebruikers. Daarbij is het nodig dat hij vaardigheden toepast om gebruikersbehoeften in kaart te brengen (interviewtechnieken, actief luisteren). Hij zal ook in staat moeten zijn om zijn ervaringen met anderen te delen, hen te inspireren en als rolmodel te kunnen functioneren. Hij moet een proactieve, ontwikkelingsgerichte aanpak hebben in het verder ontwikkelen van media, zich aan structuren houden die met elkaar zijn afgesproken, daar mede vorm aan geven, er kritisch naar kijken en streven naar ontwikkeling.
17
1 ] Opleidingspecifieke competenties Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) Beroepsproducten • • • • • • •
doelgroepanalyse taakanalyse onderzoeksopzet vragenlijst taakscenario’s onderzoeksrapport verbetervoorstellen
Criteria ten aanzien van het proces (competentieniveau) • tijdens interviews (of het opstellen van vragenlijsten) met toekomstige gebruikers van het product aannemen van een neutrale opstelling (1) • een proactieve houding naar (toekomstige) gebruikers (1) • actief luisteren (2) • in rapportages kom je neutraal over (2) • buiten het eigenlijke product nadenken over usability aspecten, in de vorm van de omgeving, installatie, configuratie en onderhoud (3) • het terugkoppelen van testresultaten met de testpersonen om te verifiëren of de testresultaten overeenkomen met de gebruikerswensen (3)
18
Opleidingspecifieke competenties
[1
Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) Criteria ten aanzien van het product (competentieniveau) • de doelgroep is beschreven aan de hand van een uitvoerige doelgroepanalyse (1) • de doelgroep is objectief beschreven volgens gestructureerd format (je maakt gebruik van tabellen, diagrammen etc.) (2) • het kunnen beschrijven van de gebruikersbehoeften (1) • het kunnen formuleren van een pakket van eisen: • in staat zijn om met andere ontwikkelaars functionaliteiten met name op het oog van usability te beschrijven (te specificeren) (2) • in staat zijn om deze functionaliteiten te onderscheiden in verschillende groepen (technische, functionele, operationele) (2) • het kunnen afstemmen van de gebruikersbehoeften met de interfacemogelijkheden van het media product (2) • het testen van interfacevoorstellen tijdens diverse stadia van het ontwikkelproces (2) • standaarden hanteren voor usability en kennis hebben om tijdens elke fase van softwareontwikkeling usability engineering toe te passen (3) • gebruikt voor het testen van usability duidelijke en gestandaardiseerde testvormen en testmethoden (3) • het vertalen van testresultaten naar verbetervoorstellen van de interface en interactie (3)
Kwaliteit van het resultaat • • • • • •
voldoet aan vorm- en stijleisen van het beoogde product is in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven is voldoende gericht op doelgroep en het doel geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
19
1 ] Opleidingspecifieke competenties Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) 1. 3.2
U sability e ngin e eri n g
Rol Domein / pillar Competentie
Media ontwikkelaar (1) User research (1.3) Usability engineering (1.3.2)
Competentiebeschrijving Je stelt de gebruiker centraal tijdens de ontwikkeling van een nieuwe (release van een) (media) product, en past de ontwikkelingsmethodiek af op gebruiker en eindproduct.
Toelichting Je analyseert de doelgroep en requirements van het systeem om de uiteindelijke gebruikerservaring vorm te geven. Je controleert dit gedurende de hele cyclus van realisatie van het (media)product (analyse, advies, ontwerp, realisatie, exploitatie) en stuurt continue bij op basis van verkregen feedback en inzichten. Deze feedback en inzichten verkrijg je door op de juiste momenten usability testen uit te voeren. De uitkomst van deze testen overleg je met andere betrokkenen in het ontwikkelproces zoals interface designers en content developers. Je levert handleidingen op.
Beroepsproducten • • • • • • • • •
doelgroepanalyse taakanalyse onderzoeksopzet vragenlijst taakscenario’s prototypes onderzoeksrapport verbetervoorstellen gebruikershandleiding
20
Opleidingspecifieke competenties
[1
Grafimediatechnologie (Mediaontwikkelaar) Criteria ten aanzien van het proces (competentieniveau) • buiten het eigenlijke product nadenken over usability aspecten, in de vorm van installatie, configuratie en onderhoud (2) • ontwikkelen producten / uitwerken concepten waarin hij de gebruiker centraal stelt (3)
Criteria ten aanzien van het product (competentieniveau) • kennis hebben en toepassen van standaarden voor usability engineering tijdens elke fase van softwareontwikkeling (2) • bij het testen van usability gebruiken maken van duidelijke en gestandaardiseerde test vormen en testmethoden tijdens elke fase (3)
Kwaliteit van het resultaat • • • • •
de producten zijn gedocumenteerd de bijbehorende documentatie in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
21
2 ] Clusterbrede competenties (Projectmedewerker) 2.1.1
Commun ice r e n
Rol Domein / pillar Competentie
Projectmedewerker (2) Projectmanagement (2.1) Communiceren (2.1.1)
Competentiebeschrijving De student is in staat om op een inspirerende en zakelijke wijze verbaal, non-verbaal en schriftelijk te communiceren.
Toelichting Communicatie is een essentieel onderdeel van het ontwikkelen van een multimedia product (concept) voor een klant. Het is nodig voor het binnenhalen van opdrachten, maar ook om je ideeën aan een klant te ‘verkopen’ of te verduidelijken aan het projectteam dat de uitwerking van je ideeën op zich neemt. Het communiceren van ideeën voor zowel de opdrachtgever als binnen het team is van essentieel belang. Communicatie is altijd en overal aanwezig op verschillende niveaus: van de dagelijks praatjes bij de koffie automaat tot presentaties voor opdrachtgevers. Vaak zul je in een presentatie naar de opdrachtgever dit moeten doen in de vorm van een pitch. Heel belangrijk is dat je helder en duidelijk leert communiceren in alle situaties. Bij het schriftelijk en verbaal communiceren gaat het altijd om het vaststellen van het communicatiedoel, het structureren van de boodschap (en/of) ideeën, het kiezen van communicatiemiddelen, het overdragen van de boodschap (verbaal, schriftelijk) en actief luisteren. Er zijn specifieke vormen van communicatie te onderscheiden, zoals presenteren, vergaderen en interviewen die elk een aparte training behoeven.
Criteria (competentieniveau) • • • •
Schrijfvaardigheden De student zet ideeën en meningen in begrijpelijke en correcte taal op schrift (1) De student kan een e-mail of brief volgens de daarvoor geldende regels opstellen (1) De student kan diverse soorten notities op een logische manier opbouwen (project verslag, stageverslag, adviesrapport, essay, scriptie etc.) (2) • De student kan teksten opstellen passend bij het medium (denk bijv. aan webteksten) én passend bij de doelgroep qua taalgebruik en niveau (3)
22
Clusterbrede competenties
[2
(Projectmedewerker) Presenteren • De student kan een presentatie houden aan de hand van een format (begin, midden, eind) (1) • De student is in staat passende en visueel aantrekkelijke hulpmiddelen te gebruiken tijdens zijn presentatie (2) • De student kan een heldere presentatie houden afgestemd op de doelgroep (2) • De student is in staat om overtuigend te pitchen (3)
Vergaderen • De student is in staat om de doelstellingen van een vergadering vast te stellen (1) • De student kan de verschillende rollen (voorzitter, notulist, deelnemer) uitvoeren (2) • De student is in staat om de dynamiek van een bespreking (met betrekking tot besluit vorming) te benoemen en erop in te spelen (3)
Solliciteren • De student kan een overtuigende sollicitatiebrief schrijven met een cv. (1) • De student kan zijn eigen kwaliteiten belichten in een sollicitatiegesprek. (2) • De student kan een eerlijke afweging maken tussen de gevraagde kwaliteiten en de eigen wensen en behoeften m.b.t. de functie. (3)
Conflicthantering • De student kent de aandachtspunten bij conflicthantering en is zich bewust van eigen emoties (1) • De student kan in een conflict op een positieve manier reageren zonder de confrontatie uit de weg te gaan (2) • De student kan de verschillende belangen van alle partijen afwegen en aansturen op een win-win situatie. (3)
Interviewtechniek • De student kent de verschillende gespreks- en vraagtechnieken en kent het effect hiervan (1) • De student is in staat door het stellen van de juiste vragen en het toepassen van de juiste techniek om het gesprek optimaal te laten verlopen (2) • De student is in staat de verkregen informatie gestructureerd in een artikel of verslag op te leveren (3)
23
2 ] Clusterbrede competenties (Projectmedewerker) Argumenteren • De student kan feiten en meningen van elkaar onderscheiden (1) • De student kan het standpunt van de schrijver en de daarbij behorende argumenten herkennen (2) • De student herkent verschillende manieren van argumenteren (argumentatietrucs; geldige en niet geldige argumenten). (3)
Adviesvaardigheden • De student kan helder en onderbouwd een advies uitbrengen (1) • De student kan de belangen afwegen van verschillende betrokken partijen bij het uitbrengen van het advies (2) • De student kan het advies effectief communiceren met verschillende lagen van een organisatie (zowel mondeling als schriftelijk) (2) • De student past het zogenaamde adviesmodel -in termen van adviseur, geadviseerde, adviesaanpak, organisatie en omgeving- toe in het uitbrengen van een advies. (3)
24
Clusterbrede competenties
[2
(Projectmedewerker) 2.1.2
Organis er en
Rol Domein / pillar Competentie
Projectmedewerker (2) Projectmanagement (2.1) Organiseren (2.1.2)
Competentiebeschrijving De organisator is in staat om een ontwikkel- en ontwerpproces – zowel individueel als met teamleden en stakeholders – zodanig te organiseren en te plannen dat het te ontwikkelen multimedia product(concept) binnen de deadline en binnen het beschikbare budget wordt opgeleverd en voldoet aan de kwaliteitseisen.
Toelichting In de rol van organisator plant en organiseert de projectmedewerker het project en zijn eigen werkproces. Hij maakt daarbij gebruik van Gantt-Charts (of andersoortige planningen en software) en weet bij zijn teamgenoten en stakeholders draagvlak te creëren om de planning daadwerkelijk uit te voeren. Als organisator tijdens de voortgang van je project houd je voortdurend alle partijen in het oog. Dit doe je aan de start van het project waar je goed kijkt naar de eventuele risico’s en naar aanleiding hiervan duidelijke afspraken maakt en een heldere koers uitzet. Een goede organisatie van je werk heeft grote invloed heeft op de uiteindelijke kwaliteit van de geleverde prestatie. Anders wordt het immers bijna onmogelijk om de koers vast te houden, deadlines niet uit het oog te verliezen, om te gaan met tegenslagen en bij nood alle zeilen bij te zetten om weer op koers te raken. Daarmee is deze competentie van grote invloed op het tot zijn recht komen van alle competenties die je hebt op het vakspecifieke vlak.
25
2 ] Clusterbrede competenties (Projectmedewerker) Criteria (competentieniveau) • Het maken van een planning en taakverdeling binnen financiële en personele rand voorwaarden • De student is in staat om bij een gegeven weekplanning zijn eigen persoonlijke planning te maken (1) • De student is in staat om bij het vaststellen van een taakverdeling een juiste inschatting te maken van de kwaliteiten van zijn teamleden en deze effectief en efficiënt in te zetten (2) • De student is in staat bij een gegeven planning (slechts milestones) de planning voor hemzelf en het team verder te detailleren (2) • De student is in staat het gehele proces op te delen in doelen, activiteiten, taken, verantwoordelijkheden en tijdeenheden en dit te vertalen in een bruikbare en realistische planning voor hemzelf en voor het team (3) • De student is kostenbewust en stemt de inzet van activiteiten en middelen af op de doelstellingen en randvoorwaarden binnen een project (3).
Het scheppen van de randvoorwaarden voor een productieve werkomgeving • De student is in staat om zijn eigen middelen te organiseren (projectspace, laptop, informatievoorziening, vergaderruimte etc.) (1) • De student kan de benodigde resources (informatie, expertise) aanboren in geval van problemen tijdens de uitvoering van het project (2) • De student is in staat de benodigde middelen vrij te maken en de benodigde randvoorwaarden te creëren om een product binnen de vastgestelde termijn en het budget op te leveren (3)
Uitvoeren van de planning • De student is in staat om zijn eigen planning uit te voeren (1) • De student is betrouwbaar in het nakomen van afspraken (1) • De student is flexibel in het bijstellen van een planning, taakverdeling en werkwijze bij onverwachte veranderingen zonder dat dit invloed heeft op het eindresultaat (2) • De student spreekt indien noodzakelijk de teamleden aan op het nakomen van afspraken (2) • De student is in staat om de (vertrouwens)relatie met de opdrachtgever te onderhouden door op gezette tijden de voortgang van het project te bespreken en draagvlak te zoeken voor gemaakte keuzes (3).
26
Clusterbrede competenties
[2
(Projectmedewerker) 2.1. 3
Samenwe rken
Rol Domein / pillar Competentie
Projectmedewerker (2) Projectmanagement (2.1) Samenwerken (2.1.3)
Competentiebeschrijving De samenwerker herkent de kwaliteiten van anderen en van zichzelf en weet deze effectief te benutten, hij is bereid zijn persoonlijke doelen of belangen opzij te zetten ten behoeve van de teambelangen/projectdoelstellingen.
Toelichting In het multimedia vakgebied wordt bijna altijd in teams gewerkt. Dit is niet voor niets; bij een groot multimediaproject komen heel wat disciplines kijken. Deze verscheidenheid zie je terug binnen het cluster. Je werkt samen met communicatieadviseurs, strategen, marketeers, ontwikkelaars, onderzoekers, ontwerpers en vormgevers. Een heleboel van oudsher verschillende vakgebieden komen in de multimedia opeens samen. Dit maakt dat de samenwerking niet altijd even vanzelfsprekend verloopt. In de samenwerking spelen niet alleen de intermenselijke facetten mee, maar ook bijvoorbeeld liefde voor het eigen vakgebied en voldoende kennis van het vakgebied van een ander. De samenwerker functioneert juist in zo’n omgeving goed, hij kenmerkt zich doordat hij de kwaliteiten van zijn teamgenoten weet te herkennen en in te zetten. Dit maakt dat er synergie in het team ontstaat, wat het eindresultaat ten goede zal komen. Dit betekent dat je soms werk zal moeten doen wat je minder interessant vindt. Wanneer dit het teambelang ten goede komt, zal een goede samenwerker hier geen probleem mee hebben.
27
2 ] Clusterbrede competenties (Projectmedewerker) Criteria (competentieniveau) • Het herkennen van de kwaliteiten van anderen en van zichzelf en deze weten in te zetten • De student kent zijn eigen kwaliteiten (sterktes en zwaktes) en is in staat om deze in te zetten ten gunste van het team; hij is in staat om de kwaliteiten van zijn teamleden in te schatten en te benutten (1) • De student heeft inzicht in de verschillende disciplines (1) • De student is in staat om op constructieve wijze feedback te geven en te ontvangen; hij kan kritiek incasseren (1) • De student levert een positieve bijdrage aan de teamspirit (1) • De student geeft ruimte aan andermans ideeën (1) • De student is in staat om in een multidisciplinair team te werken en een intermediair te vormen tussen mensen met verschillende achtergronden en vakgebieden (2) • Het teambelang boven zijn eigen belang te stellen • De student is integer; de student durft eerlijk te zijn over zijn motivaties; hij durft zich kwetsbaar op te stellen (2) • De student respecteert anderen; hij heeft een open houding en kan zich verplaatsen in de ander en spreekt dezelfde taal (3)
28
Clusterbrede competenties
[2
(Projectmedewerker) 2.1.4
On dernemend
Rol Domein / pillar Competentie
Projectmedewerker (2) Projectmanagement (2.1) Ondernemend (2.1.4)
Competentiebeschrijving De ondernemer herkent kansen, heeft visie en kan zijn ideeën omzetten in daden, hij beschikt over een initiatiefrijke en proactieve houding.
Toelichting De multimedia industrie is een dynamische omgeving, die snel verandert. Voortdurend zijn er nieuwe trends en ontwikkelingen waarop je je kunt reageren of niet. Dat maakt dat je wakker moet zijn en scherp in de gaten moet houden wat er om je heen gebeurt. Het is belangrijk dat je helder kunt formuleren waar het volgens jou op dit moment allemaal over gaat. Deze competentie gaat over de wijze waarop je met al deze nieuwe ontwikkelingen omgaat. Niet alleen over het herkennen van kansen die zich binnen het beroep voordoen, maar ook hoe je deze kansen benut en er gebruik van maakt.
Criteria (competentieniveau) • • • •
Het herkennen en benutten van kansen Je bent in staat om de juiste resources te vinden en in te schakelen.(1) Je bent in staat om uitdagende doelen te formuleren.(2) Je weet kansen te herkennen en te scheppen. Je weet niches te vinden. (3)
Leiderschap • Je bent in staat om meerdere taken/projecten naast elkaar uit te voeren; hij kan schakelen tussen verschillende activiteiten. (1) • Je bent in staat om risico’s in te calculeren en in te schatten. (1) • Je hebt lef, bent assertief en eigenwijs, je durft conflicten aan te gaan, toont initiatief en hebt een proactieve houding. (2) • Je bent veerkrachtig; je kunt met tegenslagen omgaan, je hebt doorzettingsvermogen. (2) • Je bent in staat om een visie te formuleren en uit te dragen. (3) • Je bent stressbestendig; je houdt het hoofd koel; je acteert goed in crisissituaties en bent in staat anderen te motiveren. Je kunt kritiek incasseren en weet daarop goed te reageren. (3) • Je bent in staat om te netwerken; je kunt coalities smeden en draagvlak creëren; je bent in staat om anderen te enthousiasmeren. (3)
29
2 ] Clusterbrede competenties (Projectmedewerker) 2.1.5
Lee rvaardighe de n
Rol Domein / pillar Competentie
Projectmedewerker (2) Projectmanagement (2.1) Leervaardigheden (2.1.5)
Competentiebeschrijving Je bent in staat om je eigen leerproces vorm te geven.
Korte toelichting Dit doe je door jezelf vragen te stellen over je manier van leren en hoe je in de opleiding staat. Uitgangspunt is je persoonlijk opleidingsplan dat je in samenspraak met je studieloopbaancoach vorm geeft. Het POP stelt je in staat op een gestructureerde manier je studie aan te pakken en met goed resultaat af te ronden.
Criteria ten aanzien van het proces (niveau) • in staat om beargumenteerde uitspraken te doen over je opleidingskeuze • in staat om beargumenteerde uitspraken te doen over je opleidingsgeschiktheid en beroepsgeschiktheid • in staat om een goed beeld te schetsen van de opleiding en het beroepenveld • in staat om je eigen en andermans leer- en beroepshouding te beoordelen - feedback geven en krijgen • in staat om te reflecteren op je eigen ontwikkeling • in staat om een goed digitaal portfolio samen te stellen • in staat om leerdoelen op te stellen, hieraan te werken op basis van een activiteitenplan, leerdoelen bij te stellen, dan wel nieuwe te formuleren • in staat om met een grote mate van zelfstandigheid je eigen leerproces te sturen en zo je studie succesvol en in het gewenste tempo te doorlopen.
30
Clusterbrede competenties
[2
(Projectmedewerker) 2.2.1
C reati ef probl e emoplosse n
Rol Domein / pillar Competentie
Projectmedewerker (2) (User)research (2.2) Creatief probleemoplossen (2.2.1)
Competentiebeschrijving De creatief probleemoplosser is in staat de eigen creatieve vermogens in te zetten om te komen tot oplossingen voor de vraagstukken die hij zich stelt. Hij verschaft zich toegang tot inspiratiebronnen en verzamelt alle mogelijke informatie. Vaak komt hij tot zijn oplossing door het leggen van nieuwe verbanden tussen bestaande delen informatie.
Toelichting Het multimedia vakgebied is voortdurend in verandering. Daarmee veranderen ook de vraagstukken die voorgelegd worden aan de professionals. Professionals met de attitude van de creatief probleemoplosser, nemen niet klakkeloos de vragen van de opdrachtgever over. Zij stellen vragen om zich een goed en volledig beeld te kunnen vormen van het voorliggende probleem. Of om het probleem opnieuw te formuleren. Zij zoeken de ruimte op binnen de vraagstelling en fungeren zo als sparring partner van de opdrachtgever. Creatief probleem oplossers hebben een attitude van risico, durf en openheid ten aanzien van nieuwe ideeën. Geen idee is hen te dol. In ieder geval niet in eerste instantie. De reality check volgt later. In hun zoektocht naar oplossingen verzamelen zij veel informatie, afkomstig uit allerlei takken van sport. Zij combineren deze delen informatie op een nieuwe manier. Nieuwe technieken worden bijvoorbeeld ingezet om bestaande toepassingen te optimaliseren. Net zo lang todat zij een bevredigend antwoord hebben gevonden.
31
2 ] Clusterbrede competenties (Projectmedewerker) Criteria (competentieniveau) • Toepassen creatieve technieken • De student is in staat om binnen de context van een afgebakende probleemstelling verschillende creatieve technieken toe te passen bij het genereren en ontwikkelen van nieuwe ideeën en bij het bedenken van oplossingen: associëren, brainstormen, conver geren, binnenstebuiten luisteren, idee transfereren en visualiseren. (1) • De student is in staat om binnen de context van een multidisciplinaire vraagstelling verschillende creatieve technieken toe te passen bij het genereren en ontwikkelen van nieuwe ideeën en bij het bedenken van oplossingen: associëren, brainstormen, conver geren, binnenstebuiten luisteren, idee transfereren en visualiseren. (2) • De student herkent de momenten waarop creatief probleem oplossen (toepassen van creatieve technieken) noodzakelijk is in zijn ontwerproces. (1) • De student is in staat creatief probleem oplossen (toepassen van creatieve technieken) toe te passen in zijn ontwerproces. (2) • De student is in staat om in de complexe context van maatschappelijke, economische en technologische ontwikkelingen trends te herkennen, scenarios te ontwikkelen en met inzet van een combinatie van creatieve technieken nieuwe concepten uit te denken. (3)
Waarnemen en verzamelen van informatie en inspiratiebronnen • De student is in staat om binnen de context van een afgebakende probleemstelling aan gereikte bronnen te verwerken. (1) • De student is in staat naar aanleiding van een afgebakende probleemstelling op zoek te gaan naar inspiratiebronnen, informatie te selecteren, nieuwe ervaringen op te doen en ontmoetingen te ensceneren. De student is nieuwsgierig. (1) • De student is in staat om naar aanleiding van een multidisciplinaire vraagstelling op zoek te gaan naar inspiratiebronnen, informatie te selecteren, nieuwe ervaringen op te doen en ontmoetingen te ensceneren. De student kiest niet voor de veilige weg. (2) • De student is in staat om inspiratiebronnen aan te boren en informatie te selecteren ten behoeve van het herkennen van trends, het ontwikkelen van scenarios en het uitdenken van nieuwe concepten binnen de context van maatschappelijke, economische en techno logische ontwikkelingen. De student toont lef. (3)
32
Clusterbrede competenties
[2
(Projectmedewerker) 2.2.2
Ond erzoeken (Co n te xt)
Rol Domein / pillar Competentie
Onderzoeker (2) (User)research (2.2) Onderzoeken (2.2.2) (context)
Competentiebeschrijving De onderzoeker (context) heeft zijn blik gericht naar buiten. Hij is op de hoogte van de nieuwste technologische en multimediale ontwikkelingen. Ook kan hij bronnenonderzoek uitvoeren en en de onderzoeksresultaten gebruiken in de ontwikkeling van nieuwe concepten en producten.
Toelichting Het vakgebied van de multimedia is voortdurend in verandering. De onderzoeker volgt alle ontwikkelingen op de voet. Hij is nieuwsgierig en brengt veel tijd door achter zijn computer, speurend op het Internet voor de nieuwste gadgets en ideeën. Daarnaast volgt hij toonaangevende blogs en neemt hij actief deel aan communities. Ook leest hij vaktijdschriften en participeert hij in seminars. Al zijn bevindingen legt hij vast in woord en in beeld. Op basis van zijn onderzoek is hij in staat om relevante vraagstellingen te formuleren. Ook kan hij voor spellingen doen over toekomstige ontwikkelingen, zodat een bedrijf innoverende producten kan ontwikkelen voor de markt.
Criteria (competentieniveau) • Benoemen van technologische en multimediale ontwikkelingen • De student kan technologische, multimediale, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in kaart brengen met het oog op toepassingen voor potentiele producten/ontwerpen. (1) • De student herkent de toepasbaarheid van de in kaart gebrachte technologische, multimediale, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. (2) • De student is geïnteresseerd in het actuele debat zoals gevoerd in de wereld van multi media. (2) • De student kent de achtergrond/visie van waaruit multimediale producten/ontwerpen zijn ontstaan (2/3) • De student is geïnformeerd over het actuele debat zoals gevoerd in de wereld van multimedia. (3) • De student is in staat de onderlinge verschillen en overeenkomsten van de in kaart gebrachte technologische, multimediale, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen te analyseren, met het oog op toepassingen voor potentiële producten/ontwerpen. (3) • De student is een gesprekspartner voor andere multimediaprofessionals. (3)
33
2 ] Clusterbrede competenties (Projectmedewerker) Uitvoeren van bronnenonderzoek • De student is in staat om relevante informatiebronnen te herkennen. (1) • De student is in staat om (onderzoeks)doelstellingen te definiëren. (1) • De student is in staat om mondeling en schriftelijk verslag te doen van zijn bronnen onderzoek. (1) • De student kan de waarde en betrouwbaarheid van verschillende bronnen onderbouwd aangeven door deze bronnen te vergelijken met andere (meer dan een) bronnen. (2) • De student is in staat om een heldere vraagstelling te formuleren, onderzoeksdoelstellingen te definiëren en conclusies te trekken als antwoord op de geformuleerde vraag. (2) • De student is in staat om zijn onderzoeksresultaten vast te leggen in een rapportage. (2) • De student is in staat om zijn onderzoeksresultaten vast te leggen in een rapportage waarin het bronnenonderzoek wordt ingezet voor de ontwikkeling van het product/ concept. (3)
34
35
Colofon Uitgave Hogeschool Rotterdam H.P. Zweers G. den Ouden M. van Gooswilligen R. Slootweg E. Bakker
Instituut voor Communicatie, Media en Informatietechnologie Media aan de Maas Pieter de Hoochweg 129 3024 BG Rotterdam
[email protected] (010) 794 65 02
Vormgeving Didot Design, Rotterdam, Cora de Roon BNO
Druk De Longte, Dordrecht September 2007