belangrijkste trends en ontwikkelingen in de Nederlandse gezondheidszorg. In ‘De zorg terug naar de tekentafel, het vervolg’ wordt beschreven wat de stand van zaken en de nieuwste bewegingen zijn als het gaat om de thema’s die vorig jaar aan bod kwamen in ‘De zorg terug naar de tekentafel’ (2013). Actuele informatie op het gebied van kostenbeheersing komt aan bod,
fwg trendrapport
Het FWG Trendrapport geeft een helder en actueel overzicht van de
evenals de nieuwste bewegingen in het veranderende zorglandschap, in de vorm van fusies, faillissementen, andere businessmodellen en nieuwe toetreders. Ook beschrijven we hoe ‘gezondheid dicht bij huis’ vorm krijgt in vele burgerinitiatieven en hoe de veranderingen zichtbaar worden in functies in alle lagen van zorgorganisaties. FWG vindt het belangrijk om de zorgsector andere betrokken partijen kan de informatie uit dit rapport worden gebruikt om tijdig op veranderingen in te spelen. isbn/ean: 978-90-78497-09-7
de zorg terug naar de tekentafel | het vervolg
inzicht te verschaffen in relevante ontwikkelingen. Voor zorgorganisaties en
2014
inhoud ➔ index ➔
FWG Trendrapport
De zorg terug naar de tekentafel Het vervolg
Utrecht, oktober 2014
inhoud ➔ index ➔
Het FWG Trendrapport is een uitgave van FWG
Tekst Geertje van de Ven Redactie Astrid Westerbeek, Peter Andriessen, Marieke Horjus, Nelly Dijkstra Ontwerp Hollands Lof, Haarlem Druk Veenman+, Rotterdam
isbn/ean: 978-90-78497-09-7
inhoud ➔ index ➔
Voorwoord Bij alles wat we binnen FWG doen, denken we aan functies in de zorg. Aan de verandering van die functies door de tijd, en de betekenis daarvan voor organisaties, cliënten en medewerkers. De herkenbaarheid van ons systeem valt of staat met actuele kennis over functieverandering, en ook het eerste trendonderzoek startte met de wens om eerder te weten welke functies zouden veranderen, verdwijnen of verschijnen. Ons streven was om met die informatie zorgorganisaties te informeren over ontwikkelingen die het anticiperen waard zijn, en daardoor de kans te benutten om medewerkers tijdig te ontwikkelen in wat de toekomstige rol vraagt. Van bestuurders en HR-professionals horen we dat het rapport die rol ook vervult. Vorig jaar brachten we het vierde FWG Trendrapport uit, De zorg terug naar de tekentafel. In het rapport dat nu voor u ligt, wordt bevestigd wat we toen verwachtten: functieverandering gaat harder dan ooit tevoren. Met de hervorming van de zorg, worden ook bijna alle functies getransformeerd. Zorgprofessionals gaan werken in andere contexten, in andere samenwerkingsverbanden. Ze ontwikkelen een andere manier van ‘zorgen’, met een andere relatie tot cliënten maar ook tot collega’s en leidinggevenden, omdat er een aanspreek- en feedbackcultuur gevraagd wordt. Managementlagen verdwijnen bij de inrichting van zelfsturende teams en ondersteunende schillen worden in nieuwe rollen gedefinieerd. Organisaties anticiperen op deze ontwikkelingen met zorgvuldige toetsen op competenties van medewerkers. Dat merken we bijvoorbeeld aan de aandacht voor talentenscans en assessments. Wie is geschikt voor welke rol? Is er een afstand tussen wat iemand nu kan en wat er in de nieuwe rol gevraagd wordt? En welke mogelijkheden tot ontwikkeling zijn er dan? En zo gaat dit trendrapport over de essentie waarmee het begon: zicht op verandering en tijdig reageren door het ontwikkelen van mensen om zo goed toegerust te zijn voor de toekomst. Voor ons is het van belang om alle turbulentie snel en goed te vertalen in het FWG-systeem. Met een actueel en toekomstgericht functiewaarderingssysteem, kunnen we een belangrijke bijdrage leveren aan de betaalbaarheid van zorg en een rechtvaardige beloning voor medewerkers. Ik wens u veel leesplezier. Jan Helmond Algemeen directeur FWG voorwoord
3
inhoud ➔ index ➔
4
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
Inhoud voorwoord
3
inleiding
7
1
kostenbesparende knoppen
11
hoe staat het met de zorgkosten? besparingsknoppen van vws effecten besparingsmaatregelen moeilijk in beeld te brengen
11 13 17
2
naar een nieuw zorglandschap
21
eerdere schetsen in wetgeving beklonken gemeenten aan zet regionale verschillen leiden tot rechtszaken zoeken naar het juiste evenwicht dynamiek in de zorg neemt toe zorgorganisaties in beweging
21 24 26 28 29 31
3
gezondheid dicht bij huis
37
37 38 39 41 42
scheidslijn tussen patiënt en burger vervaagt de zorg beweegt zich naar de patiënt patiënt vaker manager van eigen gezondheid de burger pakt de handschoen op complexe netwerken vereisen meer afstemming zoeken naar realistische verwachtingen van de wijkverpleegkundige implementatie e-health heeft prioriteit
44 47
4
de wendbare werkvloer
51
de zorg worstelt met een complexe arbeidsmarkt nemen zzp’ers het over? meer vakbondsleden onrust omtrent cao’s naar de mens achter de functie verantwoordelijkheid wordt op alle lagen verwacht
51 52 53 54 56 58
bijlage 1 bijlage 2 bijlage 3
bronnen 63 index 73 verklarende woordenlijst 75
inhoud
5
index ➔
inhoud
6
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud
Inleiding
Eind 2013 brachten we het vierde FWG Trendrapport uit, De zorg terug naar de tekentafel. Een rapport dat tot stand kwam na onze gebruikelijke wijze van onderzoek, met veel input van deskundigen uit het veld, aangevuld met uitgebreide deskresearch. De belangrijkste beweging die we waarnamen, was ‘de zorg terug naar de tekentafel’. Met alle veranderingen die op komst waren, moesten zorgorganisaties zich herbezinnen. De datum die daarbij steeds opnieuw naar voren kwam was 1 januari 2015, de dag waarop de meeste nieuwe wet- en regelgeving van kracht zou worden. Er werd nog heftig gedebatteerd: moesten de transities doorgang vinden? In dit tempo? Velen waren van mening dat het uiteindelijk zo’n vaart niet zou lopen. Onze verwachting was dat de zorg - in elk geval tot die ‘magische datum’ van 1 januari 2015 - nog vooral zoekend zou zijn en weinig vaste vormen zou hebben aangenomen. We besloten daarom om in 2014, binnen de thema’s zoals die in 2013 naar voren kwamen, alleen een ‘laatste stand van zaken’ te geven. We volgden alle ontwikkelingen op de voet en kregen via onze Adviespraktijk veel signalen uit het veld. En hoewel we in eerste instantie weinig nieuws meenden te bespeuren, begon zich in de analyse- en schrijffase toch een aantal nieuwe bewegingen af te tekenen. Wat we dit jaar, met deze publicatie, kunnen laten zien is dat de zorg volop in beweging is. De transities gaan door en worden in wetten en regels beklonken. Zorgorganisaties zijn, vaak met spoed, aan het reorganiseren en medewerkers aan het selecteren op de nieuwe rollen en competenties. De ontschotting krijgt handen en voeten in tal van burgerinitiatieven. De risico’s van alle veranderingen worden wel gezien, maar lijken niet langer een rem te vormen. De zorg lijkt weg te bewegen van het ‘incident management’ waarbij op ieder incident gereageerd wordt met meer regels voor veiligheid en controle. In plaats daarvan horen we een nieuw geluid: waar gehakt wordt vallen spaanders. Een kleine revolutie.
inleiding
7
index ➔
inhoud Op basis van de signalen, voornamelijk verzameld van mei 2013 tot en met september 2014, zijn we in dit trendrapport gekomen tot een onderverdeling van ontwikkelingen in de volgende hoofdstukken: 1. Kostenbesparende knoppen 2. Naar een nieuw zorglandschap 3. Gezondheid dicht bij huis 4. De wendbare werkvloer Na het verschijnen van dit rapport, beginnen we aan een nieuwe ronde van onze structurele trendmonitor. Daarin zal weer ruim plaats zijn voor de inbreng van deskundigen uit het veld en hun inschatting van toekomstige ontwikkelingen. Het volgende rapport zal voor een groot deel in het licht staan van de effecten van 1 januari 2015, de datum waarop de nieuwe Jeugdwet, de Participatiewet, de nieuwe Wmo en mogelijk ook de Wet langdurige zorg en de aangepaste Zorgverzekeringswet ingaan. Het jaar waarin naar alle verwachting de contouren van het nieuw ontworpen zorg landschap zichtbaar worden. Astrid Westerbeek Manager R&D
8
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
inhoud
index ➔
inhoud
index ➔
index ➔
inhoud
1 Kostenbesparende knoppen Voor het eerst is er in de zorg minder geld uitgegeven dan begroot. De zorgkosten stijgen nog steeds, maar minder hard dan daarvoor. Wat is de stand van zaken van de besparingsmaatregelen die het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) heeft ingezet? En wat weten we over het effect van deze maatregelen?
hoe staat het met de zorgkosten?
In 2013 is 94,2 miljard euro uitgegeven aan zorg. De zorgkosten zijn in 2013 met 1,6 procent gestegen, een groei die lager is dan in voorgaande jaren. De uitgaven aan ziekenhuiszorg en praktijken van medisch specialisten, ruim een kwart van de totale uitgaven aan zorg, stegen in 2013 met 4,9 procent het sterkst. Deze groei komt onder meer doordat sinds 2013 ziekenhuizen een groep dure geneesmiddelen (oncolytica en groeihormonen) zelf verstrekken. De uitgaven aan ouderen- en gehandicaptenzorg, 29 procent van de totale uitgaven aan zorg, groeiden licht. In 2013 is aan ouderenzorg 2,4 procent meer uitgegeven dan in 2012 en aan gehandicaptenzorg 0,7 procent meer. Deze percentages liggen lager dan in voorgaande jaren. Dit komt doordat het beleid is aangescherpt: tarieven zijn verlaagd, de groeiruimte voor de uitgaven is beperkt en vergoedingen bij vervoer zijn gemiddeld lager. Openbare apotheken en drogisten hebben bijna 5 procent minder aan geneesmiddelen geleverd. Deze daling komt niet alleen doordat ziekenhuizen in plaats van apotheken nu de groep dure geneesmiddelen verstrekken, ook nam het geneesmiddelengebruik minder toe. Bovendien daalde de gemiddelde geneesmiddelenprijs verder (zie figuur 1 en 2 op p. 12).1
1
CBS, 14 mei 2014
kostenbesparende knoppen
11
index ➔
inhoud
Figuur 1: Ontwikkeling zorguitgaven2 procentuele verandering per jaar
% 14 12 10 8 6 4 2 0 1999
2001
2003
2005
2007
2009
2011
2013
Figuur 2: Uitgaven aan gezondheidszorg en welzijnszorg3 miljard euro
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
ziekenhuizen, specialistenpraktijken huisartsen, tandartsen en paramedische praktijken genees- en hulpmiddelen ouderenzorg geestelijke gezondheidszorg gehandicaptenzorg overige gezondheids- en welzijnszorg beleids- en beheerorganisaties
12
2
CBS, 14 mei 2014
3
CBS, 12 september 2013
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
2008
2009
2010 2011
2012
index ➔
inhoud
besparingsknoppen van vws
In een poging de zorgkosten te beteugelen, heeft het ministerie van VWS een flink aantal bezuinigingsmaatregelen in het leven geroepen. Deze maatregelen zouden gezien kunnen worden als ‘besparingsknoppen’ waaraan gedraaid kan worden. Sommige besparingsknoppen bestaan al langer, maar er verschijnen ook een aantal nieuwe knoppen. Hoe ziet het dashboard van VWS eruit en wat is de stand van zaken van de verschillende besparingsmaatregelen?
salarismaxima
aanpak fraude
decentralisatie van zorg
concentratie van specialistische zorg wijziging financiering medisch specialistische zorg
verschuiving van zorg naar de eerste lijn
wijziging financiering huisartsenzorg
aanpak verspilling
stimuleren privaat geld
Het dashboard met besparingsknoppen van VWS
De decentralisatie van zorg gaat vanaf 1 januari 2015 van start. De Wet langdurige zorg (Wlz) is in september 2014 door de Tweede Kamer aangenomen. De wet wordt in oktober/november in de Eerste Kamer behandeld. Invoering van de Wlz gaat gepaard met grote bezuinigingen. Om deze wat zachter te laten landen, heeft het kabinet in 2015 200 miljoen euro extra uitgetrokken voor de langdurige zorg. Het doel van de decentralisatie van zorg is dat de zorg dichter bij de burger, en daardoor goedkoper geregeld kan worden. De verwachtingen met betrekking tot kostenbesparing zijn hooggespannen. De concentratie van specialistische zorg zet ook dit jaar door onder invloed van de eisen van zorgverzekeraars. Verzekeraars streven naar selectieve inkoop van kwalitatief goede specialistische zorg tegen de laagste kosten. Door de voorstanders worden grote besparingen verwacht, oplopend tot ruim 20 procent van de uitgaven aan ziekenhuiszorg in 2025.4
4
OMS, De Medisch Specialist 2015, oktober 2012
kostenbesparende knoppen
13
index ➔
inhoud Er bestaat echter veel discussie over welke schaalgrootte het meest optimaal is. Als voorbeeld: volgens Nederlandse onderzoekers moet een ziekenhuis ten minste 75 borstkankeroperaties per jaar uitvoeren, maar het verder verhogen van dit aantal verbetert niets aan de tienjaarsoverleving. De meeste discussie is er over de spoedeisende hulp. Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zijn er geen financiële redenen om concentratie van spoedeisende hulp na te streven.5 De Autoriteit Consument & Markt (ACM) waakt voor het vermin deren van keuzemogelijkheden voor de patiënt en vindt dat zorgverzekeraars hun plannen met betrekking tot concentratie van spoedeisende zorg met onafhankelijke kwaliteitsstandaarden moet onderbouwen. Ondertussen zet de concentratie van zorg door, zij het in een rustiger tempo.6 Er wordt nog steeds flink ingezet op de verschuiving van de zorg naar de eerste lijn. Met name de basis-GGZ neemt een vlucht, zo is het aantal huisartsen met een praktijkondersteuner op het gebied van geestelijke gezondheidszorg (POH GGZ) aanzienlijk gestegen. Verschillende aanbieders in de generalistische basis-GGZ geven aan dat patiënten hierdoor langer bij de huisarts blijven en pas later worden doorverwezen. Men mag verwachten dat door later doorverwijzen de kosten op macroniveau afnemen.7,8 Een nieuwe knop die naar verwachting vanaf 2015 in gebruik gaat, is de ‘wijziging financiering huisartsenzorg’. Het doel van de nieuwe bekostigingsmethodiek is dat huisartsen meer kunnen investeren in nieuwe zorgvormen en dat er meer werk wordt gemaakt van de kosten besparende substitutie van de ziekenhuiszorg naar de huisartsenpraktijk. De nieuwe bekostigingsmethodiek bestaat uit verschillende segmenten en kan door zorgverzekeraars gebruikt worden om vanaf 2015 selectiever huisartsenzorg in te kopen. Huisartsen zien goede punten in het model, maar vinden het bezwaarlijk dat zicht op de impact van de nieuwe bekostiging op patiënt en zorgverlener ontbreekt.9 Een tweede nieuwe knop op het dashboard van VWS betreft de ‘wijziging financiering medisch specialistische zorg’. Vanaf 2015 worden aan patiënten en verzekeraars zorgproducten gedeclareerd, waarin de tarieven voor de medisch specialisten zijn inbegrepen (integrale bekostiging). ‘Achter de voordeur’ kunnen medisch specialisten en ziekenhuisbestuur vervolgens afspraken maken over de wijze en hoogte van honorering voor medisch specialisten. Een vast tarief per DOT-zorgproduct is een mogelijkheid, maar ook contracten met een ingebouwde productierem zijn mogelijk, zoals 5
NVZ, factsheet, IPSE studies, juli 2013
6
Medisch Contact, 31 juli 2014
7
KPMG, Monitor Basis GGZ, juni 2014
8 www.invoeringbasisggz.nl 9 14
Medisch Contact, februari 2014
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud populatiebekostiging. Populatiebekostiging bevat een zeer sterke prikkel tot kostenverlaging. Immers, verlaging van kosten bij een gegeven ziekenhuis budget betekent een beter financieel resultaat voor het ziekenhuis.10 Ziekenhuizen en medisch specialisten maken momenteel afspraken over hoe zij zich vanaf 2015 (financieel) tot elkaar gaan verhouden.11 Hierbij zijn grofweg drie modellen te onderscheiden: 1) loondienst, 2) samenwerking met het medisch specialistisch bedrijf (maatschap) en 3) het participatiemodel waarbij de medisch specialist aandeelhouder is van het ziekenhuis.12 Omdat veel medisch specialisten gericht zijn op het behoud van ondernemerschap, lijkt optie twee tot nu toe het meest populair. Jaarlijks vindt er naar schatting voor zeker 110 miljoen euro aan fraude plaats in de zorg. Bestrijding van fraude is dan ook een belangrijk agendapunt van het ministerie van VWS. VWS stelt extra geld en mensen beschikbaar om fraude op te sporen. In 2014 gaat het om 5 miljoen euro en vanaf 2015 wordt het bedrag verdubbeld. Ook is er in 2014 een Expertisecentrum Zorgfraude Bestrijding (EZB) opgericht, een samenwerkingsverband van negen organisaties. Het EZB gaat zich onder andere richten op huis bezoeken bij mensen met een persoonsgebonden budget (pgb) met een groot frauderisico. Daarnaast komt er regelgeving die het mogelijk maakt om het medisch beroepsgeheim te doorbreken bij ernstige vermoedens van fraude.13 Ook zorgverzekeraars zetten zich in voor de bestrijding van fraude en bespaarden in 2013 al 356 miljoen euro door meer aan controle en fraude bestrijding te doen. Dat is 142 miljoen euro meer dan het jaar ervoor, zo blijkt uit de jaarlijkse inventarisatie van Zorgverzekeraars Nederland (ZN).14 erspilling in de zorg is een breed begrip, waar zaken als overbehandeling V en ondoelmatige zorg onder vallen. Het Meldpunt verspilling in de zorg heeft sinds de opening in 2013 al ruim 20.000 reacties ontvangen. Ook dit jaar zijn er vele maatregelen genomen om verspilling tegen te gaan. Zo hebben VWS, de Orde van Medisch Specialisten (OMS) en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) afgesproken om per jaar 30 miljoen euro te besparen op geneesmiddelen door meer generieke genees middelen voor te schrijven.15 Ook hebben twaalf vooraanstaande partijen in de zorg, zoals het College voor zorgverzekeringen (CVZ) en Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), het convenant ‘Gepast gebruik van zorg’ ondertekend.16
10
OMS, De Medisch Specialist 2015, oktober 2012
11
NZa, Advies integrale bekostiging medisch specialistische zorg 2015, 28 juni 2013
12 www.nvz-ziekenhuizen.nl 13
Skipr, 17 september 2013
14
www.bnr.nl, 15 juli 2014
15
Medisch Contact, 6 februari 2014
16
Skipr, 28 april 2014
kostenbesparende knoppen
15
index ➔
inhoud Een andere knop waaraan VWS draait in een poging de zorgkosten te verlagen, is het indammen van de topinkomens in de zorg. Het kabinet wil dat topinkomens in de publieke en semipublieke sector geen 130 procent maar maximaal 100 procent van het ministersalaris zijn. Het streven is om deze verlaging van de maximumnorm per 1 januari 2015 in werking te laten treden. Een ander voorstel is om de normering te laten gelden voor alle medewerkers in de publieke en semipublieke sector, dus niet alleen voor de bestuurders. Dit betekent dat niemand in deze sector meer kan verdienen dan een minister. Het streven is om dit wetsvoorstel op uiterlijk 1 januari 2017 in werking te laten treden.
Beleggers zien volop kansen om goede rendementen te maken in zorgvastgoed Om de zorgsector financieel gezond te houden, stimuleert minister Schippers het gebruik van privaat geld in de zorg. Om minder aangewezen te zijn op leningen van de terughoudende banken, heeft minister Schippers besloten dat ziekenhuizen winst mogen uitkeren aan investeerders zoals pensioenfondsen. Sinds juni 2014 mogen investeerders onder strikte voorwaarden investeren in ziekenhuizen. Ziekenhuizen kunnen op die manier hun zorg verbeteren zonder dat het de premiebetaler meer geld kost.17 Zorgorganisaties zijn actief op zoek naar privaat geld en alternatieve financieringsbronnen om investeringen zoals onderhoud en renovaties meegefinancierd te krijgen.18
Beleggers ontdekken zorgvastgoed19 Zorgvastgoed wordt steeds interessanter voor beleggers. Dat blijkt uit een marktanalyse van vermogensbeheerder Syntrus Achmea. De voordelen voor de beleggers zijn dat de zorg niet conjunctuurgevoelig is, de demografische ontwikkeling tot extra vraag zal leiden en dat in de zorg langlopende huurcontracten gebruikelijk zijn. Beleggers zien daarom volop kansen om goede rendementen te maken in zorgvastgoed. Een aantal pensioenfondsen heeft zich inmiddels begeven op de markt van het zorgvastgoed. De maatschappelijke component van zorgvastgoed past ook goed bij pensioenfondsen.
16
17
Skipr, 2 juli 2014
18
Skipr, 17 juni 2014
19
Zorgvisie, juli en december 2013
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud Volgens zorgbestuurder Hans Vos van ZZG Zorggroep in Nijmegen, biedt ook het scheiden van wonen en zorg voor beleggers perspectief. Hij is betrokken bij een initiatief voor kleinschalig wonen voor dementerenden. Daarbij zijn verschillende partijen betrokken: burgers, ontwikkelaars, beleggers en de ZZG Zorggroep. De ambitie is om met partners tot een duurzame samenwerking te komen. De nieuwe taak voor zorgbestuurders is na te denken over hoe zij de toenemende behoefte aan zorg op een nieuwe manier kunnen vormgeven. Een van de opties is samenwerken met beleggers in een keten van initiatiefnemers, ontwikkelaars en bouwers van het project.
effecten besparingsmaatregelen moeilijk in beeld te brengen
Nederland is gezegend met een goede registratie: ieder jaar zijn er grafieken, tabellen en beschrijvingen te vinden over de uitgaven in de zorg. Cijfers van verschillende jaren en branches zijn daardoor goed met elkaar te vergelijken. De exacte effecten van afzonderlijke besparingsmaatregelen zijn echter minder eenduidig in beeld. Het is moeilijk te zeggen hoeveel bijvoorbeeld de concentratie van specialistische zorg tot nu toe precies heeft opgeleverd. Hiertoe worden wel pogingen gedaan, maar deze cijfers en uitlatingen spreken elkaar niet zelden tegen. Dit heeft te maken met het feit dat het zorglandschap erg complex is. Het is onmogelijk om alle factoren gelijk te houden, op de te onderzoeken besparingsmaatregel na, om zo het effect ervan te kunnen bepalen. Er wordt aan meerdere besparingsknoppen tegelijk gedraaid en daarnaast spelen er nog tal van beïnvloedende factoren en ontwikkelingen op de achtergrond mee. Majeure maatregelen als ‘de decentralisatie van zorgtaken’ missen daardoor vaak een overtuigende (wetenschappelijke) onderbouwing voor de effecten die ze beogen.
kostenbesparende knoppen
17
index ➔
inhoud
18
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
inhoud
index ➔
inhoud
index ➔
index ➔
inhoud
2
Naar een nieuw zorglandschap Her en der is er nog kritiek op de aard en het tempo van de overheveling van zorgtaken naar de gemeenten, maar het is duidelijk: de transitie wordt doorgezet. Dat er zaken misgaan tijdens deze ingrijpende ver andering en er mensen tussen wal en schip dreigen te vallen, lijkt niet langer een reden om de transitie uit te stellen. Waar gehakt wordt vallen spaanders, lijkt het nieuwe devies. Afwachten is geen optie meer en gemeenten en zorgorganisaties zijn in rap tempo bezig hun nieuwe positie vorm te geven.
eerdere schetsen in wetgeving beklonken
De transitie in de langdurige zorg zet door. De eerder gemaakte schetsen die nog ter discussie stonden, zijn nu grotendeels in wetgeving vastgelegd. Zorgorganisaties en gemeenten realiseren zich dat er geen weg meer terug is. In onderstaand kader staat de stand van zaken omtrent de hervormingen van de langdurige zorg beschreven.
Stand van zaken hervorming van de langdurige zorg20
Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) Gemeenten krijgen op grond van de nieuwe Wet maatschappelijke onder steuning (Wmo) vanaf 2015 de brede verantwoordelijkheid voor de deelname van alle burgers aan het maatschappelijke verkeer (inclusief mensen met een (zintuiglijke) beperking, chronische psychische of psycho sociale problemen), het bieden van passende ondersteuning voor het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen
20
Zorgvisie, 22 augustus 2014
naar een nieuw zorglandschap
21
index ➔
inhoud en het voeren van een gestructureerd huishouden. De gemeente beoordeelt als poortwachter de Wmo-aanvragen en bepaalt welke ondersteuning iemand ontvangt.
Wlz Wet langdurige zorg (Wlz) De zorg die op grond van de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz) kan worden verleend, omvat verblijf in een instelling, behandeling, persoonlijke verzorging, begeleiding, verpleging en (mobiliteits)hulpmiddelen. Ook de woning aanpassing voor cliënten tot 18 jaar valt onder de verzekerde aanspraken. Het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) is de poortwachter voor de Wlz en beoordeelt of de claim die iemand wil doen op zorg terecht is. Naast het pgb (persoonsgebonden budget) en het vpt (volledig pakket thuis) stelt staatssecretaris Van Rijn een wetswijziging voor die de creatie behelst van het mpt; het modulair pakket thuis. Het is bedoeld voor mensen die niet het complete zorgaanbod uit het vpt nodig hebben en niet zelf de regie kunnen voeren. In dit nieuwe mpt is een combinatie met een pgb mogelijk en kunnen verschillende aanbieders de zorg leveren; beide is met een vpt niet mogelijk. Deze wijziging moet zorgvragers meer flexibiliteit bieden. Of de geplande ingangsdatum van 1 januari 2015 doorgang vindt, is afhankelijk van de afronding van de behandeling van de Wlz in oktober/november 2014 in de Eerste Kamer.
Zvw Zorgverzekeringswet (Zvw) Met ingang van 1 januari 2015 zullen verpleging en verzorging zonder verblijf worden opgenomen in het verplichte basispakket van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Ook de extramurale behandeling van volwassenen en kinderen met een zintuiglijke beperking wordt ondergebracht in de Zvw. Ook bij de Zvw is het afhankelijk van de afronding van de behandeling van de Zvw in de Tweede en Eerste Kamer in november 2014, of de geplande ingangsdatum doorgang vindt. De huisarts is de poortwachter van de Zvw: deze is het eerste aanspreekpunt en bepaalt welke zorg geschikt is.
22
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud Vanaf 2016 mogen zorgverzekeraars een nieuwe zorgpolis aanbieden waarin zij niet langer verplicht zijn om behandelingen te vergoeden die niet op basis van een contract zijn vastgelegd, de zogenoemde ‘Schippers-polis’. Het voordeel hiervan is dat zorgverzekeraars gerichter kwalitatieve zorg kunnen inkopen en daarmee de premie voor verzeker den laag kunnen houden. Het nadeel is dat verzekerden niet langer bij iedere zorgaanbieder in de tweede lijn terecht kunnen, met uitzondering van de spoedeisende hulp. Als mensen kiezen voor deze polis zal het wel mogelijk blijven om zelf een zorgaanbieder uit de eerste lijn, zoals een huisarts, te kiezen. De nieuwe polis zal worden geïntroduceerd naast de twee bestaande polissen: de restitutie- en naturapolis met respectievelijk (1) volledig vrije keuze en vergoeding voor de cliënt en (2) gedeeltelijke vergoeding van niet-gecontracteerde zorg. Vrije artsenkeuze blijft dus bestaan, maar wel met een prijskaartje omdat de premie van de naturaen restitutiepolis waarschijnlijk hoger komt te liggen.21
Jw Jeugdwet De Eerste Kamer heeft op 18 februari 2014 de Jeugdwet aangenomen. Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp, inclusief specialistische hulp zoals jeugd-vb (jongeren met een verstandelijke beperking), jeugd-ggz en jeugdzorgplus (gesloten jeugdzorg), de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en de uitvoering van de jeugdreclassering.
Pw Participatiewet Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Zowel de Tweede als Eerste Kamer hebben met een ruime meerderheid ingestemd met de Participatiewet en de Maatregelen in de Wet werk en bijstand (WWB). De gemeente wordt vanaf die datum verantwoordelijk voor mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben. Deze mensen zitten nu in de WWB, Wsw (Wet sociale werkvoorziening) en de Wajong (Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten).
21
www.zorgkeus.nl, 24 juni 2014
naar een nieuw zorglandschap
23
index ➔
inhoud Gemeenten kunnen de Participatiewet, Jeugdwet en de Wmo 2015 gecombineerd inzetten om integraal maatwerk te bieden aan cliënten die daarvoor op basis van de wettelijke criteria in aanmerking komen. Overgangsrecht Een belangrijke opgave in de transitie is de continuïteit van zorg. Om die continuïteit in de overgangsperiode te borgen, is in alle wetten overgangsrecht opgenomen. Gemeenten, verzekeraars en zorgkantoren moeten dat overgangsrecht respecteren.
gemeenten aan zet
Gemeenten zijn momenteel druk bezig met de voorbereidingen op hun nieuwe takenpakket. Het TransitieBureau, bestaande uit medewerkers van het ministerie van VWS en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en vertegenwoordigers van een aantal gemeenten, onderscheiden hierbij globaal vier fasen.22 1. Inventarisatie en analyse: welke cliënten, welke aanbieders, welke vragen, welke kansen? (Planning: derde en vierde kwartaal van 2013) 2. Visie en keuzen: beleidsarm of -rijk, waar innovatie, welke fasering, welk opdrachtgeverschap, voorbereidingen inkoop. (Planning: eerste kwartaal van 2014) (zie afbeelding op p. 25) 3. Uitwerking: concept verordening (waarin geregeld wordt wat niet in de wet al geregeld is, en die zaken die de gemeente volgens de wet moet vastleggen), beleidsregels, inkoop. (Planning: tweede kwartaal van 2014) 4. Invoering: communicatie met burgers, uitvoeringsorganisatie, definitief beleid. (Planning: derde en vierde kwartaal van 2014) Hoe ver zijn gemeenten momenteel met de voorbereiding? Uit een rondgang onder bijna 50 gemeenten door uitzendbureau Yacht in samenwerking met FunktieMediair, blijkt dat 29 procent van de gemeenten de invoeringsdatum van 1 januari 2015 ‘misschien haalbaar’ noemt. Veel gemeenten hebben nog een tekort aan kennis over de zorg en nog onvoldoende zicht op de organisatorische, financiële en juridische implicaties van de decentralisatie van zorgtaken. Men heeft matig inzicht in de benodigde capaciteit en de aanvullende competenties van de huidige medewerkers om de transitie tot stand te brengen. Slechts een derde van de gemeenten is daadwerkelijk bezig met de invulling van de nieuwe rollen van medewerkers.23 Tweederde van de gemeenten huurt externe adviesbureaus in bij de voorbereiding van de drie decentralisaties. Dat blijkt uit een enquête
22 www.invoeringwmo.nl 23 24
Skipr, 12 mei 2014
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud
contracteren van zorg met behulp van (integrale) zorginkoopmodellen Doorgaan conform AWBZ Veilen van probleemsituatie
opdrachtgevermodel
Integreren met indicatie Wijkgericht contracteren
inkoopprocedure
Regisseursmodel Sociale wijkteams
subsidie
overeenkomst
subsidiemodellen
aanbestedingsmodellen
Zeeuws model
Klassieke subsidie
Dynamisch selectiemodel
Subsidie tender
Bestuurlijk aanbesteden
Beleidsgestuurde
Dialoogmodel
contractfinanciering
Catalogusmodel
bijpassende bekostigingsvormen
Eén-op-één contract Afspraak per cliënt Mini-competitie Klassiek aanbesteden Veiling model
Productiebekostiging Populatiegerichte bekostiging Functiegerichte bekostiging
Zorginkoop binnen de nieuwe Wmo
naar een nieuw zorglandschap
25
index ➔
inhoud van Nieuwsuur. De bureaus helpen vaak bij het opstellen van plannen, verzorgen de informatievoorziening, of leveren een projectleider. De 166 gemeenten die de enquête invulden geven in 2013 en 2014 samen zeker 25 miljoen euro uit aan het inhuren van extern advies.24 Omdat gemeenten de veranderingen niet goed overzien, spelen ze bij de zorginkoop vaak op safe en gaan veelal met de huidige aanbieders en hun beproefde producten in zee.25
Gemeenten mogen via de Wmo geen inkomens politiek bedrijven Om te monitoren hoe ver gemeenten zijn, start op aanbeveling van de Algemene Rekenkamer in september 2014 de onafhankelijke Transitie commissie Sociaal Domein. Belangrijkste taak van de commissie wordt het signaleren of gemeenten bestuurlijk, organisatorisch en financieel de juiste maatregelen hebben getroffen om hun taken in het sociale domein in te voeren in overeenstemming met de Jeugdwet, de Wmo 2015 en de Participatiewet (zie kader op p. 21-24). Tot 1 januari 2015 kijkt de commissie naar de voorbereiding van gemeenten en daarna naar de uitvoering. Eerste actie is een quickscan om te bepalen hoe ver gemeenten zijn.26 We verwachten dat er grote verschillen tussen de gemeenten met betrekking tot de voorbereiding naar voren zullen komen.
regionale verschillen leiden tot rechtszaken
Gemeenten nemen een steeds belangrijkere positie in als het gaat om het inkopen van zorg.27 In het trendrapport van vorig jaar voorspelden we dat de verschillen in uitvoer tussen gemeenten voor onrust zouden zorgen bij burgers en zorgorganisaties.28 Dit jaar zien we deze voorspelling uitkomen: er worden grenzen afgetast, opgezocht en afgebakend. De rechtsongelijkheid van burgers is een van de oorzaken van de verwachte toename van het aantal rechtszaken, zo stelt de Raad voor de Rechtspraak. Burgers in de ene gemeente krijgen mogelijk eerder, makke lijker en ruimhartiger voorzieningen (scootmobiel, woningaanpassing, thuiszorg) toegewezen dan burgers in een andere gemeente. De intentie uit de wet om burgers de ondersteuning in het eigen sociale netwerk te laten zoeken, is bovendien ‘zeer conflictgevoelig’, stelt de Raad. Het niveau
24
www.nieuwsuur.nl, 5 september 2014
25
Skipr, 26 mei 2014
26 www.nji.nl
26
27
FWG, FWG Trendrapport, De zorg terug naar de tekentafel, november 2013, p. 73
28
FWG, FWG Trendrapport, De zorg terug naar de tekentafel, november 2013, p. 66
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud van de maatwerkvoorziening, de vaststelling van de eigen bijdrage en het aanspreken van het eigen vermogen zijn potentiële conflictbronnen.29 Ook zou de keuzevrijheid voor cliënten onder druk komen te staan, wanneer zij enkel kunnen kiezen uit door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieders. Gemeenten vrezen dat veel burgers naar de rechter stappen om zorg op te eisen waarvoor geen geld is. De gemeenten hebben bij de invoering van de Wmo in 2007 (toen de eerste taken uit de AWBZ naar hen werden overgeheveld) gemerkt dat het mensen soms lukt om via de rechter zorg af te dwingen. Als burgers de rechtszaak wonnen, moest de gemeente hun aanvraag alsnog honoreren. Door zo’n uitspraak moeten ook andere gemeenten dergelijke zorg vergoeden, waardoor het steeds moeilijker wordt om kosten te besparen. De VNG pleit daarom voor een ombudsman of andere bemiddelaar. Staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid laat weten geen reden te zien de wet aan te passen. Gemeenten moeten zelf ‘maximaal investeren’ om ‘onnodige juridisering’ te voorkomen. Het staat ze vrij een Wmo-ombudsman in te stellen.30
Staatssecretaris Van Rijn zet in op draagvlak voor de hervormingen in de zorg
Niet alleen regionale verschillen, ook de manier waarop gemeenten hun opdrachtgeversrol op zowel proces- als inhoudsniveau invullen, zorgt voor spanning. Zo doet de gemeente Haarlem geen zaken met publieke en semipublieke organisaties waarvan de bestuurders meer verdienen dan de burgemeester van Haarlem.31 De Raad van State stelde onlangs in een uitspraak in een gelijksoortige zaak tussen de gemeente Eindhoven en de aanbieder van verslavingszorg Novadic-Kentron, dat overschrijding van de Balkenendenorm voor gemeenten geen reden mag zijn om organisaties te 29
Zorgvisie, 24 oktober 2013
30
Skipr, 5 september 2013
31
Skipr, 3 juli 2014
naar een nieuw zorglandschap
27
index ➔
inhoud korten. Door de subsidie afhankelijk te maken van de salariëring bedrijft de gemeente volgens de Raad van State inkomenspolitiek en dat is geen taak van gemeenten.32 Ook kortingen achteraf, het niet vergoeden van zorg, een gebrek aan keuzevrijheid voor zorgaanbieders, het drukken van de tarieven voor huishoudelijke hulp of een disbalans tussen formele en informele zorg, kunnen voor zorgorganisaties of cliënten een reden zijn om naar de rechter te stappen. Deze worsteling zal voorlopig nog voortduren, waarbij de rechter als scheidsrechter fungeert op een speelveld waar de lijnen nog niet vaststaan.33
Huishoudelijke hulp toelage34 Het kabinet heeft in juli 2014 aangekondigd om in zowel 2015 als in 2016 75 miljoen euro per jaar extra beschikbaar te stellen voor een huishoudelijke hulp toelage (HHT). De extra middelen worden aan gemeenten beschikbaar gesteld voor het stimuleren van de vraag naar huishoudelijke hulp, teneinde zoveel mogelijk volwaardige werkgelegenheid te behouden. Gemeenten kunnen tot 1 december 2014 een plan indienen voor de HHT. Uitgangspunt is dat gemeenten bij de uitwerking van de HHT aansluiting zoeken bij de lokale context. Zo heeft een gemeente bijvoorbeeld een algemene voorziening georganiseerd voor de schoonmaakondersteuning. Deze gemeente kan besluiten vouchers te verstrekken aan mensen tot een bepaald inkomen. Deze mensen betalen vijf euro per voucher. Met de HHT heeft de gemeente de mogelijkheid om de hoogte van voucherprijzen bij te stellen. Het is aan de gemeenten zelf om samen met aanbieders de HHT lokaal uit te werken en daarbij mogelijkheden te verkennen om de doelstelling te bereiken.
28
zoeken naar het juiste evenwicht
In het proces van deze transitie constateren we een zoektocht met betrekking tot de optimale schaalgrootte van gemeenten.35 De achterliggende gedachte van de overheveling van zorgtaken naar de gemeenten, is dat de zorg dichter bij de burger blijft en daardoor beter en goedkoper geregeld kan worden. Kleinschaligheid en decentralisatie zijn hierbij belangrijke uitgangspunten. Tegelijkertijd merken gemeenten dat er een bepaalde schaalgrootte nodig is om voldoende kennis in huis te hebben om zaken efficiënt te kunnen regelen. Om dit te bewerkstelligen ontstaan er samenwerkingsverbanden tussen gemeenten, waarbij de uitvoering opnieuw 32
Skipr, 4 juli 2014
33
Skipr, 18 juni 2014
34
Ministerie van VWS. Informatiekaart huishoudelijke hulp toelage, augustus 2014
35
WMO Magazine, juli 2014
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud wordt gecentraliseerd en er ‘mini-overheden’ ontstaan. Dit kan leiden tot een toename van bureaucratie en het afschuiven van verantwoordelijk heden. Het gevaar bestaat ook dat hierdoor wordt afgedreven van het oorspronkelijke uitgangspunt en de afstand tot de burger door de schaal vergroting juist weer toeneemt. Eenzelfde zoektocht zien we met betrekking tot het voornemen van de overheid om los te laten. Gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid en vrijheid om de zorg op hun eigen manier vorm te geven, met als achter liggende gedachte dat er grote kracht schuilt in maatwerk. Gemeenten moeten zelf gaan organiseren en keuzes maken, het risico dat er dingen misgaan gedurende dit proces is geen reden om de transitie nog langer uit te stellen. Tegelijkertijd zien we dat de overheid de kwaliteit wil bewaken door te controleren en te standaardiseren. Zo worden er standaarden ontwikkeld om de kwaliteit van zorg binnen de Wmo te waarborgen.36 Ook bestaat er vanuit de overheid de behoefte om gegevensuitwisseling tussen zorg en gemeenten te standaardiseren.37 Ook hier schuilt het gevaar dat er te ver wordt afgedreven van het oorspronkelijke gedachtegoed, namelijk maatwerk als kracht.
dynamiek in de zorg neemt toe
Hoe staat het met de zorgorganisaties te midden van al deze veranderingen? Uit een quickscan van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) blijkt dat de zorgorganisaties wisselen in hoe ver ze zijn met de voorbereiding op de decentralisatie. Dit hangt onder andere af van de grootte van de organisatie en de omzet die naar het gemeentelijk domein gaat.38 Ggz-organisaties geven aan dat er nog veel onzeker is over het inkooptraject van 2015. Daar waar wel duidelijkheid is, geven zij aan dat zowel het volume als het tarief van het aanbod omlaag gaat en dat ze daardoor personeel verliezen.39 Ook zorgorganisaties in de VVT branche geven in een peiling aan dat er veel mensen ontslagen moeten worden en dat daardoor de kwaliteit van zorg onder druk komt te staan. De veranderingen gaan volgens deze organisaties te snel om samen met cliënten afspraken te maken over kwalitatief goede zorg, noodzakelijke verhuizingen goed te begeleiden en om zorgmedewerkers bij- en om te scholen of te begeleiden naar ander werk.40
Het aantal nieuwe zorgaanbieders is in 2013 bijna verdubbeld ten opzichte van 2012 36
www.wmotogo.nl, juli 2014
37
www.binnenlandsbestuur.nl, 22 juli 2013
38
VGN, 3 maart 2014
39
GGZ Nederland, mei 2014
40
ActiZ, 25 augustus 2014
naar een nieuw zorglandschap
29
index ➔
inhoud
Als reactie op de stelselherzieningen en de onzekerheid, zien we de dynamiek in de zorg sterk toenemen. Het aantal nieuwe zorgaanbieders is in 2013 bijna verdubbeld ten opzichte van 2012. De bulk van het recordaantal zorgstarters blijkt uit personen te bestaan die - na ontslag bij een zorg organisatie - voor zichzelf zijn begonnen. Vooral aanbieders van ambulante zorg nemen in aantal toe. Door het grote aantal faillissementen in de thuiszorg is het aantal failliete zorgorganisaties het afgelopen jaar sterk gestegen. Het aantal faillissementen in de zorg is nu weer op zijn retour (zie figuur hieronder).41
Figuur 3: Ontwikkeling aantal faillissementen per kwartaal42 1e kw. 2009 = 100 aantal faillissementen
200 150 100 50 0 2009
2010
2011
2012
2013
2014
gezondheidszorg totaal overige bedrijfssectoren
In reactie op de turbulentie is ook een toename van fusies en overnames te zien. Met name aanbieders van thuiszorgorganisaties, kinderopvang, jeugdzorg, welzijnswerk en eerstelijnszorg klonteren steeds meer samen. Samen proberen zij schaalvoordelen te realiseren en trachten zij sterker te staan tegenover zorgverzekeraars en gemeenten (zie figuur op p. 31).43 Uit een indicatief onderzoek van Zorgvisie onder haar lezers, blijkt dat ruim de helft van de zorgmanagers de komende jaren verwacht meer samen te werken met partijen buiten de eigen organisatie, onder andere op het gebied van ICT, onderhoud van medische apparatuur, P&O en het facilitair bedrijf.44 Ook zorgverzekeraars en de overheid stimuleren deze beweging: zo ontwikkelt zorgverzekeraar VGZ een model waarin budgetten bij elkaar
41
ING Economisch Bureau, Update Gezondheidszorg, 23 juli 2014
42 Idem 43 Idem 44 30
Zorgvisie, 23 juni 2014
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud worden gebracht zodat zorg en welzijn maximaal kunnen samenwerken45 en heeft staatssecretaris Van Rijn onlangs medegedeeld dat in de wet wordt vastgelegd hoe zorgverzekeraars en gemeenten vanaf 2015 moeten samenwerken op het gebied van wijkverpleging.46 De verwachting is dat de ontwikkeling naar meer samenwerking de komende tijd sterk door zal zetten.
Figuur 4: Ontwikkeling aantal fusies en overnames per branche47 Aantal fusies en overnames
200
160
120
80
40
0 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
overige zorg met overnachting ziekenhuizen gehandicapten- en ouderenzorg zonder overnachting medische praktijken kinderopvang, jeugd- en welzijnswerk overige ambulante zorgaanbieders
zorgorganisaties in beweging
Door zaken als leegstand van gebouwen en een toenemende concurrentie, zijn veel zorgorganisaties zoekend naar hun positie in het zorglandschap. Zorgorganisaties kijken opnieuw kritisch naar hun businessmodel, en ook organisaties buiten de zorg proberen een plekje in het nieuwe zorglandschap te verwerven. Veel zorgorganisaties bezinnen zich op hun visie en zorgaanbod en maken keuzes in welk aanbod ze excellent (willen) zijn en welke aanbod beter kan worden afgestoten. Als reactie hierop zien we een toename in boeken, 45
Joop Jaspers, Dag van de GGZ, 10 december 2013
46
Zorg en Welzijn, 30 januari 2014
47
ING Economisch Bureau, Update Gezondheidszorg, 23 juli 2014
naar een nieuw zorglandschap
31
index ➔
inhoud congressen en seminars die zich richten op nieuwe businessmodellen in de zorg. Zorgaanbieders kunnen zich volgens Jeroen Kemperman, een van de auteurs van het boek ‘Briljante businessmodellen in de zorg’, het beste laten inspireren door mogelijkheden op het gebied van zelfmanagement en preventie: daar vindt volgens hem de belangrijkste doorbraak in de zorg plaats.48 Vilans raadt zorgaanbieders aan om zich te specialiseren, excellent te worden in samenwerking om te voorzien in een wijkbehoefte en om te kiezen voor populatiebekostiging als middel om de samenwerking te stimuleren en klantgericht te werken.49 Bij de zoektocht naar een nieuwe positie neemt de apotheek een bijzondere plaats in. Door het preferentiebeleid50 van zorgverzekeraars en de scherpe prijsonderhandelingen hebben apotheken het de laatste jaren financieel moeilijk gekregen. Om te kunnen overleven, hanteren apotheken op advies van ZN en de Stichting Dienstapotheken Nederland (SDN) vanaf 1 januari 2014 een nieuw financieringsmodel. Uitgangspunt is dat een dienstapotheek met de twee grootste regionale zorgverzekeraars een overeenkomst sluit. Volgens de ‘openboekenmethode’ dient de apotheek een begroting in en op basis van geschatte kosten en het aantal receptregels wordt een kostendekkend tarief vastgesteld. Alle andere zorgverzekeraars nemen dit tarief vervolgens over. Met deze nieuwe regeling betalen openbare apotheken niet meer mee aan de dienstapotheek51 en zijn ze ‘non-concurrentieel’. Zorgverzekeraars en dienst apotheken bepalen dan van elke dienstapotheek vooraf het adherentiegebied, zodat dienstapotheken niet meer met elkaar kunnen concurreren. Het financieringsmodel is bedoeld ter overbrugging naar een nieuw landelijk netwerk van regionale dienstapotheken, dat in 2016 zijn beslag moet krijgen. In de toekomst zijn de regionale dienstapotheken bij voorkeur gevestigd nabij een huisartsenpost en een spoedeisende hulp.52 Voor de toekomst wordt onderzocht of de huidige ordening en organisatie van dienstapotheken de meest logische is. De vraag is of dit plan voldoende soelaas biedt om de toegankelijkheid en het voortbestaan van de farma ceutische zorg te waarborgen. Zou deze ontwikkeling, waarbij de spreiding van apotheken belangrijker is dan de prikkel om te concurreren, een voorbode zijn van een verbreding van deze ontwikkeling naar andere branches?
48
Zorgvisie, 5 mei 2014
49
Vilans. Rapport Lokale samenwerkingsvormen langdurende zorg. Op weg naar een nieuw lokaal samenspel. 2014
50
Zorgverzekeraars geven er de voorkeur aan (ze prefereren het) om als er verschillende middelen zijn met dezelfde werking, dezelfde effectiviteit, dezelfde veiligheid, hetzelfde gebruiksgemak, het goedkoopste geneesmiddel te kiezen.
51
Een dienstapotheek is een openbare apotheek die alleen tijdens de avond, nacht en in het weekend open is.
52 32
Pharmaceutisch Weekblad, 25 juli 2014
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud
Voorbeelden van zorgorganisaties in beweging Meer dan schoon Zorgorganisatie Beweging 3.0 en schoonmaakbedrijf Hago Zorg startten 1 oktober 2013 een samenwerking voor de intramurale schoonmaak-dienstverlening. Met de overeenkomst wil Beweging 3.0 zich op facilitair gebied voorbereiden op de (toekomstige) ontwikkelingen in de intramurale dienstverlening. Zo is Beweging 3.0 van vier verpleeghuizen naar 70 woongroepen gegaan, met op elke woongroep een resultaatgericht team. Jan Jans, manager facilitair bedrijf van Beweging 3.0, vertelt dat Hago Zorg uit vier bedrijven is gekozen. ‘Je kijkt in de veranderende markt niet alleen naar wie de meeste vierkante meters schoon kan maken, maar ook naar welke partij een goede visie heeft op toekomstige ontwikkelingen in de markt voor intramurale zorg, met name met het oog op het scheiden van wonen en zorg en de extra muralisering. Het zal in de toekomst veel minder gaan om het schoonmaken van gebouwen, maar de individuele zorg wordt steeds belangrijker.’ Met de overeenkomst gaat Beweging 3.0 steeds meer van een facilitaire uitvoerder naar een facilitaire regie-organisatie, waarbij de dienstverlening aan bewoners centraal staat en de relatie (steeds) meer een opdrachtgeveropdrachtnemer-relatie wordt. Jans: ‘Wij kijken naar wat wij, naast het standaard schoonmaakwerk dat via Beweging 3.0 is ingekocht, nog meer kunnen bieden aan aanvullende schoonmaak- en andere diensten. Met deze aanvullende dienstverlening willen wij het dagelijks leven een stukje aangenamer maken voor de bewoners en tegelijkertijd ook de zelfredzaamheid stimuleren.’ Zorggroep Alliade start Wmo-dochter ‘Wil’ Om zich voor te bereiden op de overheveling van het zorg- en ondersteuningsdeel van de AWBZ naar de Wmo per 1 januari 2015, heeft Zorggroep Alliade (aanbieder van langdurige zorg en ondersteuning) in januari van dit jaar een nieuwe organisatie opgestart, Wil genaamd. Binnen deze dochter is alle Wmo-gerelateerde dienstverlening ondergebracht. Op deze manier kan de organisatie richting gemeenten een integraal dienstenpakket aanbieden waarmee burgers met een ondersteuningsvraag (bijvoorbeeld dagbesteding en re-integratie) kunnen worden geholpen.53,54,55 Huisartsenzorg to-go Een initiatief waarbij de zorg duidelijk naar de mensen beweegt, is CareToGo inloopklinieken. Dit zijn laagdrempelige kleinschalige klinieken waar mensen terecht kunnen voor een medisch consult bij een huisarts. De inloopklinieken 53 www.alliade.nl 54 www.welkombijwil.nl 55
Zorgvisie, 11 oktober 2013
naar een nieuw zorglandschap
33
index ➔
inhoud zijn gevestigd op plaatsen waar veel mensen dagelijks in de buurt komen. En dat is vaak niet thuis en dus ook niet in de buurt van de eigen huisarts. De eerste vestiging is 31 maart 2014 geopend op Den Haag Centraal Station. Voor de tariefstelling wordt het passantentarief van de NZa aangehouden.56,57,58 Krachten bundelen in de jeugdzorg Vier kleinschalige zorgaanbieders in West-Friesland gaan voortaan verder als een zorgcoöperatie. Het gaat om de zorgboerderijen De Elsenburg en De Steenuil, logeerhuis Merakel en een instelling voor begeleid wonen: Jij en Ik-support. De samenwerkende zorginstellingen verwachten in de coöperatie efficiënter te kunnen werken en deel te nemen aan gemeentelijke aanbestedingen na de invoering van de nieuwe Jeugdwet. ‘We wilden een vuist maken, omdat wij ook wel snappen dat gemeenten in West-Friesland niet met elke zorgboerderij apart om tafel willen gaan zitten’, licht Petra Vos namens de coöperatie toe. ‘Daarom hebben wij de krachten gebundeld en kunnen wij zeker tien procent goedkoper werken’.59 Student op kamers tussen de ouderen Vanaf 2013 woont student Jordi in zorgorganisatie Humanitas. In ruil voor dertig uur inzet per maand heeft hij er een gratis kamer. Gea Sijpkes, directeur van Humanitas: ‘Iedereen wint. De bewoners hebben gezelschap, de studenten hoeven geen geld te lenen voor een dure kamer en de lege kamers gaan niet verloren.’ In het verzorgingshuis in Deventer wonen momenteel 160 senioren en zes ‘woonstudenten’. Elke middag om vijf uur kunnen ze elkaar ontmoeten tijdens de gezamenlijke broodmaaltijd. Die wordt om de beurt door een student georganiseerd. Naast de broodmaaltijd helpen de studenten met kleine klusjes, lopen ze regelmatig bij de buren binnen om een praatje te maken en doen ze bijvoorbeeld boodschappen als een bewoner dat niet zelf kan.60
56 www.caretogo.nl
34
57
Medisch Contact, 27 maart 2014
58
Medisch Contact, 10 juli 2014
59
www.noordhollandsdagblad.nl, 14 mei 2014
60
Trouw, 13 september 2014
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
inhoud
index ➔
inhoud
index ➔
index ➔
inhoud
3
Gezondheid dicht bij huis Het besef dat de overheid niet meer alles voor de burger regelt, lijkt breder te zijn doorgedrongen. Ouderen wonen langer thuis en de zorg beweegt en vormt zich steeds meer naar de patiënt. De scheidslijn tussen burger en patiënt lijkt daarbij te vervagen. In de signalen zien we veel initiatie ven van burgerparticipatie en innovatieve zorgcoöperaties, en netwerken verbreden zich van familie naar buren en contacten via internet. Burgers, patiënten, zorgverleners en ook overheidsorganen zoeken nog naar de juiste positie in deze participatiemaatschappij, maar dat weerhoudt ze er niet van om verder vorm te geven aan ‘gezondheid dicht bij huis’.
scheidslijn tussen patiënt en burger vervaagt
Extramuralisering bracht de zorg de afgelopen jaren dichter naar de burger. De discussie over wat ‘goede zorg’ is, maakt de scheidslijn tussen patiënt en burger nog diffuser. De nadruk komt steeds meer te liggen op hoe een individu de zorg, zijn leven en zijn gezondheid ervaart. Het heersende medische curatieve model lijkt ruimte te maken voor een holistische mensvisie. Zo vraagt Ivan Wolffers, hoogleraar gezondheidszorg en cultuur aan het VUmc, bij herhaling aandacht voor de noodzaak om in de wetenschap de hele mens en het grote plaatje te blijven zien. De vraag die volgens hem leidend moet zijn, is hoe de mens, met zijn ‘spaarzame’ genenpakket, gezond kan leven in tijden van overvoeding en bewegingsarmoede.61 Ook voormalig huisarts en onderzoeker Machteld Huber pleit voor een bredere zienswijze. Zij heeft de definitie van het begrip gezondheid - in 1948 gedefinieerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet louter het ontbreken van ziekte of gebrek - opnieuw onder de loep genomen. Centraal in haar nieuwe omschrijving staat het vermogen van mensen om zich aan te passen en regie te voeren. ‘Dat maakt gezondheid tot een dynamisch begrip’, zegt Huber. ‘In de ideale situatie past de patiënt zich aan en leeft het leven verder zonder dat de ziekte overheerst. Dan blijkt er naast die ziekte nog een enorm potentieel aan gezondheid te zijn. Dat kun je versterken, waardoor je steeds minder last van die ziekte hebt.’62
61
Skipr, 3 februari 2014
62
Medisch Contact, 6 februari 2014
gezondheid dicht bij huis
37
index ➔
inhoud Het loslaten van het medisch curatieve model is het duidelijkst zichtbaar in de toegenomen aandacht voor palliatieve zorg. Accepteren dat een volledig ‘WHO-welbevinden’ voor de meesten niet haalbaar is, is tenslotte de eerste stap naar minder doorbehandelen. Aangezien de helft van de ouderen tegen hun zin in wordt doorbehandeld, kan dit besef voor zowel veel patiënten als artsen een hele opluchting zijn. Ongeveer een kwart van de ziekenhuizen heeft inmiddels palliatieve zorgteams die speciale begeleiding bieden aan patiënten tijdens hun laatste levensfase. Daarnaast investeert het kabinet zes jaar lang 8,5 miljoen euro in een nieuw Nationaal Programma Palliatieve Zorg. Het kabinet vindt dat de palliatieve zorg nog niet aan alle kwaliteits eisen voldoet en zet vooral in op kennisontwikkeling en deskundigheids bevordering van professionals.63 Een behoefte die ook bij zorgprofessionals zelf speelt. Zo geeft 85 procent van de verpleegkundigen en verzorgenden aan knelpunten te ervaren in palliatieve zorg64 en is er onder artsen grote behoefte aan kennis over de euthanasiewet.65
Het loslaten van het medisch curatieve model is het duidelijkst zichtbaar in de toegenomen aandacht voor palliatieve zorg
de zorg beweegt zich naar de patiënt
Om aan te sluiten bij de thuiswonende, actieve patiënt, zien we dit jaar een verbreding van de eerder ingezette beweging naar meer zelfzorg en halvelijnszorg, waarbij de zorg zich steeds meer naar de patiënt beweegt en vormt.66 Onder deze ontwikkeling zijn een groot aantal uiteenlopende initiatieven te scharen. Sommige initiatieven richten zich op tegemoetkoming aan het gemak van de patiënt: zoals huisartsenzorg ‘to go’ op Den Haag centraal67 (zie ook p. 33 en 34), of het leveren van nachtzorg door de wijkteams van ZorgAccent.68 Ook beweegt de zorg zich steeds meer naar mensen zonder directe hulpvraag: zo is de zorg voor zorgmijders met ernstige psychiatrische aandoeningen verbeterd69 en pakt de huisarts door middel van wijkgezondheidsprofielen de zorg en preventie doeltreffender aan.
38
63
Zorg en Welzijn, 13 december 2013
64
IKNL, januari 2014
65
Skipr, 25 september 2013
66
FWG, FWG Trendrapport, De zorg terug naar de tekentafel, november 2013, p. 81-83
67
Medisch Contact, 10 juli 2014
68
Skipr, 10 september 2013
69
www.zorgkrant.nl, 22 november 2013
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud
De zorg voor zorgmijders verbetert
Opvallend is dat ook de cure meegaat in deze ontwikkeling en de zorg steeds vaker buiten de muren van het ziekenhuis plaatsvindt. Er zijn geluiden dat ziekenhuizen zich zouden verzetten tegen zelfzorg uit angst voor verlies van inkomsten,70 maar we zien dat ook ziekenhuizen inzetten op zorg dicht bij huis. Zo geven oncologiespecialisten en verpleegkundigen van het Röpcke Zweers Ziekenhuis in Hardenberg sinds vorig jaar thuisbehandelingen aan kankerpatiënten. Als de proef met de oncologiepatiënten goed verloopt, overweegt het ziekenhuis om ook andere groepen patiënten deze dienst te gaan bieden.71 Ook de toename van buitenpoliklinieken laat zien dat de ziekenhuiszorg meebeweegt richting de patiënt.72
patiënt vaker manager van eigen gezondheid
Als ultieme vorm van ‘de actieve patiënt’ zien we de patiënt die manager is van zijn of haar eigen gezondheid. De patiënt, en preventief ook de burger, krijgt een steeds grotere verantwoordelijkheid in het gezond blijven en worden. Zelfzorg neemt dan ook een enorme vlucht. De patiënt beheert steeds vaker zijn eigen dossier en bepaalt wie hier toegang tot heeft. Uit een meldactie van patiëntenfederatie NPCF blijkt dat onder patiënten grote belangstelling bestaat voor een persoonlijk gezondheidsdossier, waarin men zelf online de medische gegevens kan inzien.
70
Skipr, 28 augustus 2013
71
Skipr, 27 augustus 2013
72
Medisch Contact, 13 maart 2014
gezondheid dicht bij huis
39
index ➔
inhoud
Het aantal buitenpoliklinieken neemt toe
Voor enkele patiëntgroepen, zoals mensen met diabetes of Parkinson, bestaat al langer een online mogelijkheid om de eigen medische gegevens te beheren.73 Jongeren uit de regio Utrecht en het Gooi die begeleiding krijgen van jeugdhulpverleners, kunnen ook hun eigen dossier beheren.74 De patiënt ondergaat de zorg dus steeds minder op een passieve manier, maar draagt actief bij aan de vormgeving hiervan. Ook wordt er in toe nemende mate een bepaalde redelijkheid van de zorggebruiker verwacht: een thuiszorgmedewerker hoeft geen ondergoed te strijken.
Een thuiszorgmedewerker hoeft geen ondergoed te strijken Om de ontwikkeling naar meer zelfzorg te stimuleren is eind 2013 het initiatief Zelfzorg Ondersteund (ZO!) van start gegaan, waarbij zorg aanbieders, zorgverzekeraars, VWS en patiëntenverenigingen de handen ineenslaan voor zelfzorg aan patiënten met een chronische ziekte. De orga nisatie maakt zich hard voor grootschalige toepassing van e-health, ICTtoepassingen, hulpmiddelen en middelen uit de omgeving van patiënten die chronische zorg nodig hebben. Zelfzorg voor patiënten met diabetes type 2 is de eerste prioriteit van ZO!, omdat hiervoor de onderdelen van
40
73
Skipr, 12 september 2013
74
www.nji.nl, 6 maart 2014
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud zelfmanagement grotendeels ontwikkeld zijn. Zo kan de patiënt met behulp van een op hem afgesteld apparaat zelf precies bepalen hoeveel insuline hij nodig heeft. Het is de bedoeling dat zelfzorg voor alle chronische ziekten binnen enkele jaren standaard beschikbaar komt voor patiënten.75 Zelfzorg wordt bovendien onderdeel van de reguliere inkoop van zorgverzekeraars.76 Het implanteren van een chip is de volgende stap in de trend van het zelf meten van gezondheidsparameters. Er bestaan al bloeddrukmeters die de resultaten direct naar een smartphone of tablet sturen. Door ze op te slaan wordt het gemakkelijk om een curve over langere tijd te genereren. Ook data over bloedsuikerspiegel, lichaamstemperatuur en -gewicht laten zich al op die manier verwerken. BITKOM, een Duitse koepel voor bedrijven in de ICT en nieuwe media, liet onderzoek doen naar de bereidheid van Duitsers om de chip te dragen. Opvallend gegeven is dat de acceptatie van een chip in het lichaam stijgt met de leeftijd van de ondervraagde. Van de 50- tot 65-jarigen kan 29 procent zich voorstellen een chip geïmplanteerd te krijgen. Bij de groeiende groep van 65-plussers is dit zelfs 31 procent. Volgens BITKOM werken hightechbedrijven heel hard aan technologie die de e-health-chip mogelijk moet maken.77
De acceptatie van een chip in het lichaam stijgt met de leeftijd De ontwikkeling naar de patiënt als manager van zijn eigen gezondheid vereist andere rollen van zorgmedewerker en patiënt. De zorgmedewerker krijgt steeds meer een coachende rol: hij leert de patiënt bijvoorbeeld omgaan met tools, zodat deze zijn gezondheid zelf stabiel kan houden of kan verbeteren. Dit vereist een cultuuromslag bij zowel patiënt als zorg medewerker, die niet zomaar van de grond komt.
de burger pakt de handschoen op
In het organiseren van gezondheid dicht bij huis, neemt de burger een steeds grotere rol. We participeren meer dan ooit tevoren. Nederland telt ongeveer 3,7 miljoen mantelzorgers. Een voorzichtige schatting van het aantal actieve vrijwilligers in de zorg betreft meer dan 300.000.78 Gedreven door een terugtrekkende overheid of door ontevredenheid over de kwaliteit van de bestaande voorzieningen, schieten burgerinitiatieven 75
Skipr, 27 september 2013
76
www.artsennet.nl, 22 november 2013
77
www.ed.nl, 18 februari 2014
78 www.mezzo.nl
gezondheid dicht bij huis
41
index ➔
inhoud zoals zorgcoöperaties, inloophuizen en seniorensociëteiten als paddenstoelen uit de grond. Hetgeen vorig jaar nog als wens werd uitgesproken, lijkt nu namelijk een feit: ouderen wonen langer thuis. Na invoering van het extramuraliseringsbeleid vanaf 1 januari 2013 daalt, zoals bedoeld, de intramurale instroom in alle lage zorgzwaartepakketten. In de VVT branche zijn aanwijzingen gevonden dat cliënten nu (langer) een beroep doen op extramurale zorg.79
Het Aedes-ActiZ Kenniscentrum Wonen-Zorg heeft tijdens een inventarisatieonderzoek 101 burgerinitiatieven in wonen-zorg-welzijn gevonden. Opvallend is de grote variatie van de gevonden initiatieven. Het doel is overal hetzelfde, namelijk ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen, maar telkens wordt het nastreven hiervan anders ingevuld. Ook zorgen lokale verschillen ervoor dat er geen identieke initiatieven zijn. Sociaal ondernemers die inspelen op dezelfde ontwikkelingen in wonen, zorg en welzijn geven nog meer variatie aan het geheel.
complexe netwerken vereisen meer afstemming
Door de toename van mantelzorgers en vrijwilligers wordt het netwerk rondom de cliënt complexer. Burgers, patiënten, zorgverleners en informele zorg bewegen steeds meer naar elkaar toe. Uit de signalen van dit jaar blijkt duidelijk dat men zoekende is naar een evenwicht tussen alle partijen.
79 42
CIZ, januari 2014
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud Hoever mag je bijvoorbeeld gaan met de inzet van vrijwilligers? Zo experimenteren gemeenten met de inzet van werklozen in de thuiszorg. De afbakening is niet altijd even duidelijk en niet zelden worden er grenzen opgezocht en overschreden. Zo mag een thuiszorgorganisatie geen cliënten meer helpen omdat ze ongediplomeerde familieleden inhuurde als verpleegkundige. De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) adviseert dan ook aan staatssecretaris Van Rijn dat er een jaarlijkse monitor moet komen om te peilen of gemeenten wel de juiste balans houden tussen professionele en informele zorg. Andersom is ook de overheid zoekende naar haar rol. Zo zijn gemeenten en overheid welwillend om actief burgerschap te stimuleren, maar lopen ze met wet- en regelgeving soms nog achter. Hierdoor kunnen sterke staaltjes bureaucratie de revue passeren. Een voorbeeld hiervan betreft een wijkcentrum dat maaltijden aanbiedt aan senioren. Zij moesten van de gemeente de visboer vragen of hij gecertificeerd is, terwijl het hele dorp er vis kocht.80 Ook voor zorgorganisaties betekent de opkomst van zorg coöperaties dat er nieuwe partijen ten tonele verschijnen waartoe zij zich moeten zien te verhouden (zie ook hoofdstuk 2). De afbakening van rollen verdient dus aandacht. Wat daarin opvalt is dat niet van de ingeslagen weg wordt afgeweken, maar dat er andere op lossingen worden gezocht. Het kabinet wil dat ouderen langer zelfstandig blijven wonen en past waar nodig het beleid aan. Zo is een vergunning voor de bouw van een mantelzorgwoning na 1 oktober 2014 niet meer nodig, kondigden minister Blok van Wonen en staatssecretaris Van Rijn in juni 2014 aan.81 Ook stelt het kabinet de zogenoemde mantelzorgboete, waarbij de AOW-uitkering wordt verlaagd wanneer een gepensioneerde met zijn kind gaat samenwonen, uit. Mogelijk wordt de boete helemaal geschrapt.82
lees tip
Vijf misvattingen over de participatie samenleving Afscheidsrede Evelien Tonkens, 1 mei 2014
Door de grotere rol van vrijwilligers en mantelzorgers krijgt het samenwerken met informele zorgverleners steeds meer aandacht van de meeste zorgprofessionals. Mantelzorgers weten veel van de zorg voor hun naasten en willen dat de zorgprofessional dit erkent. Vilans en Movisie willen door middel van een website en het programma ‘In voor mantelzorg’
80
Nieuwsbrief Moderne Dementiezorg, 2 oktober 2013
81
www.volkskrant.nl, 5 juni 2014
82
www.volkskrant.nl, 28 mei 2014
gezondheid dicht bij huis
43
index ➔
inhoud zorgorganisaties en zorgmedewerkers helpen om mantelzorgers beter te ondersteunen en beter met hen samen te werken.
Zorg in de buurt: (hoe) gaat het werken? In juni 2014 organiseerde FWG een bijeenkomst met als onderwerp ‘Zorg in de buurt: (hoe) gaat het werken?’. Tijdens deze bijeenkomst is met verschillende bestuurders en ondernemers gediscussieerd over (de haalbaarheid van) participatie en actief burgerschap. Een greep uit de bevindingen: Volgens de aanwezigen is de transitie van zorg naar de gemeenten een goede en noodzakelijke ontwikkeling. Actief burgerschap en netwerken bestaan al en worden hierdoor verder geactiveerd en verbreed. De nadruk ligt nu erg op het (geografisch afgebakende) wijkgerichte werken, maar door ICT-toepassingen kunnen actief burgerschap en participatie veel verder reiken. Door bijvoorbeeld het gebruik van social media kunnen er ook buiten de grenzen van de wijk creatieve oplossingen ontstaan. Op de vraag of de transitie niet teveel risico’s met zich meebrengt, is unaniem gesteld dat het beter is om achteraf te moeten repareren of bijsturen dan om bij voorbaat alles stop te zetten. De meeste zorgen zijn er over de jeugd, die transitie is volgens de aanwezigen de zwakste schakel. Het risico dat er in het kader van ‘langer thuiswonen’ straks niet genoeg informele hulp beschikbaar is, moet gewoon genomen worden. Er zullen vanzelf nieuwe netwerken ontstaan, waarbij we niet alleen moeten denken in oude structuren van mantelzorgers en vrijwilligers. Er zullen andere betaalde markten gaan ontstaan en er zullen nieuwe ‘zorgenden’ opstaan. Over mogelijke ontoereikende kwaliteit van huidige zorgprofessionals in de wijk, geeft men aan dat dit niet per se hoeft te leiden tot incidenten, in ieder geval niet in de zin van medisch inhoudelijke incidenten. Het gevaar zit eerder in de managementachtige taken die zorgprofessionals erbij gaan krijgen.
zoeken naar realistische verwachtingen van de wijkverpleegkundige
In de beweging van zorg dicht bij huis wordt sterk ingezet op een wijk gerichte aanpak met daarbinnen een wijkverpleegkundige als spil. De verwachtingen van de wijkteams en de wijkverpleegkundigen zijn hooggespannen.
44
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud Een belangrijke vraag die nog onbeantwoord is gebleven, is de vraag wie er verantwoordelijk is voor het wijkteam. In veel wijkteams zijn de medewerkers die er werken in dienst van een zorgorganisatie, terwijl de gemeente deze medewerkers aanstuurt. Naar wie moet je als cliënt bijvoorbeeld toe met een klacht: de gemeente, het wijkteam, de zorgorganisatie die de medewerker heeft geleverd, of de medewerker zelf?83 In de zoektocht naar meer duidelijkheid rondom de verantwoordelijkheden en taken van wijkteams en wijkverpleegkundigen, moeten we volgens Buurtzorg-voorman Jos de Blok waken voor institutionalisering. De wijkverpleegkundige wordt genoemd als nieuwe zorgcoördinator. Jos de Blok ziet een managementfunctie voor wijkverpleegkundigen echter niet zitten, omdat daarmee het gevaar bestaat dat alles wordt geregeld en vastgelegd, de bureaucratie toeneemt en alles complexer wordt. Dat komt de zorg volgens hem niet ten goede.84 Ook volgens de beroepsorganisatie van verpleegkundigen en verzorgenden (V&VN) dreigen er door de opsplitsing van de financiering (in wijkgebonden zorg (S1) en daadwerkelijke zorgverlening (S2)), twee soorten wijkverpleegkundigen te komen: respectievelijk een voor het regelwerk en een voor de directe zorgverlening. Volgens V&VN zijn deze twee taken niet op te splitsen en gaan ze ten koste van de brede invulling van de taak van wijkverpleegkundige.85 Volgens ZN zullen er geen twee verschillende wijkverpleegkundigen komen.86
De vraag is wie er verantwoordelijk is voor het wijkteam Het is dus nog zoeken naar de gewenste invulling van de wijkverpleeg kundige. ZN geeft aan dat de inkoopgids wijkverpleging 2015, die in juni 2014 is gepubliceerd, een momentopname is. ‘Er zijn op het moment van publicatie nog veel onzekerheden’, geeft ZN aan, ‘en de transformatie van de verpleegkundige zorg in de wijk zal een meerjarig proces zijn’.87 Opvallend is wel dat de wijkteams en de wijkverpleegkundige in de jaren ’60 van de vorige eeuw de kenmerken bezaten die we nu graag weer terugzien. Welke lessen kunnen we leren uit het verleden? (zie kader op p. 46 en 47)
83
www.gemeente.nu, 10 april 2014
84
Zorgvisie, 9 mei 2014
85
Zorgvisie, 22 augustus 2014
86
Nursing, 16 september 2014
87
Skipr, 2 juli 2014
gezondheid dicht bij huis
45
index ➔
inhoud
Een centrale rol voor de wijkverpleegkundige: een cyclische beweging Tot ver in de 19e eeuw werden in Nederland zieken zoveel mogelijk thuis verzorgd door familieleden. Dit veranderde rond 1900 met de komst van de kruisverenigingen. Van meet af aan werkten de wijkverpleegkundigen die in dienst waren van de kruisverenigingen zeer zelfstandig, we zouden nu zeggen autonoom. Huisarts en wijkverpleegkundige vormden een geoliede tandem. De kruisverenigingen kregen er van de overheid geleidelijk steeds meer taken bij op het gebied van preventie, bijvoorbeeld het inenten van kinderen tegen difterie en kinkhoest. De uitbreiding van het dienstenpakket leidde ook tot uitbreiding van het aantal functies (waaronder de districts- en hoofdwijkverpleegkundige). Maar bij dit alles bleef de allround wijkverpleegkundige de spil van het uitvoerende werk. Vanaf de jaren ‘60 won de opvatting terrein dat zorg niet afhankelijk kan zijn van een lidmaatschap, maar dat iedereen daar recht op heeft. De hechte band met de kruisvereniging begon te vervlakken en de wijkverpleegkundigen beschouwden hun werk steeds minder als ‘roeping’ en steeds meer als beroep. Zij kwamen langzamerhand ook meer op voor hun rechten wat leidde tot meer structuur en een betere taakverdeling tussen de wijkverpleegkundigen en andere betrokkenen. Er ontstonden ‘hometeams’: multidisciplinaire, wijkgerichte samenwerkingsverbanden van professionals in de zorg die betrokken zijn bij de verzorging en/of verpleging van een specifieke patiënt. Het zou nog tot 1980 duren voor de financiering van het kruiswerk wettelijk (via de AWBZ) geregeld werd. Vanaf 1990 fuseerden de kruisverenigingen met gezinszorginstellingen: het begrip ‘thuiszorg’ werd ingevoerd. De wijkverpleegkundige beperkte zich steeds meer tot taakgerichte verpleging. De indicatie werd niet langer door de wijkverpleegkundigen gesteld, maar door het CIZ. Hierdoor nam de autonomie van wijkverpleegkundigen af en de huisarts en de wijkverpleegkundige groeiden uit elkaar. Medio 2000 ontstond een tegenbeweging. De negatieve gevolgen van de schaalvergroting werden steeds duidelijker en er ontstond de behoefte de zorg meer lokaal, in de wijk, te organiseren. De wijkverpleegkundigen zouden hierin (weer) een belangrijke plaats moeten innemen. Nu is het voorstel dat vanaf 2015 de wijkverpleegkundige in het basispakket van de Zorgverzekeringswet wordt opgenomen. Onderdeel van het voorstel is ook dat de wijkverpleegkundige weer zelf gaat indiceren en straks dus de ruimte krijgt om zelf in te schatten hoeveel tijd er nodig is voor een patiënt. ‘De wijkverpleegkundige komt in het brandpunt van een veranderend zorglandschap', aldus staatssecretaris Van Rijn.
46
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud Hiermee wordt de wijkverpleegkundige weer de spil rondom de cliënt en een geolied team met de huisarts (en andere hulpverleners) vanuit wijkgerichte samenwerkingsverbanden. ‘We’ hebben ons gerealiseerd dat we goede zaken hebben ‘wegveranderd’ en we leren weer van het verleden: een cyclische beweging.88, 89, 90
implementatie e-health heeft prioriteit
Tot slot noemen we e-health als noodzakelijke ICT-structuur onder de participatiemaatschappij. De ontwikkeling hiervan blijft achter op de ontwikkeling van zorg dicht bij huis. In 2013 schreven we dat een snellere uitrol van zorg op afstand en e-health noodzakelijk was om tegemoet te komen aan het groeiende aantal hulpbehoevende thuiswonende ouderen.91 Ondanks de explosieve toename van het aantal app’s en e-health-programma’s, blijft de implementatie van e-health een zorgenkind. Volgens een artikel in Zorgvisie is de gebruiker het grootste obstakel bij de implementatie. Het schijnt gemiddeld zeventien jaar te duren voordat mensen zich hebben aangepast aan een kosteneffectieve verandering in de gezondheidszorg. E-health in de zorg bestaat sinds ongeveer 1999, dus we komen in de buurt.92
Zorgaanbieders krijgen geen contract als e-health geen plek heeft in het zorgproces Om het gebruik te bespoedigen zien we allerlei initiatieven die, met zachte of hardere hand, de implementatie van e-health pogen te stimuleren. Zorgonderzoek Nederland Medische Wetenschappen (ZonMw) heeft het Actieplan e-health in het leven geroepen. Het doel is te bekijken welke factoren vernieuwing belemmeren dan wel bevorderen, en wat de beste implementatiestrategieën zijn zodat e-health sneller kan worden toegepast. In de begeleidingscommissie van het Actieplan e-health zitten vertegenwoordigers van patiënten, zorgverleners, zorgverzekeraars en kennis organisaties.93 Het groenboek, in april 2014 uitgebracht door de Europese Commissie, heeft dezelfde doelstelling: met verschillende belanghebbenden vast te stellen welke belemmeringen er bestaan bij de brede toepassing van
88
V&VN, Expertisegebied wijkverpleegkundige, november 2012
89
Zorg en welzijn, 7 maart 2014
90
De foto op p. 46 is afkomstig uit de Niestadt-fotocollectie Zijper Museum, Schagerbrug (NH)
91
FWG, FWG Trendrapport, De zorg terug naar de tekentafel, november 2013, p. 85-87
92
Zorgvisie ICT, 13 mei 2014
93
Mediator, 2 oktober 2013
gezondheid dicht bij huis
47
index ➔
inhoud e-health en om vast te stellen hoe het potentieel van e-health het best kan worden benut. Ook zorgverzekeraars gaan de komende jaren zorgverleners verleiden over te stappen op e-health. Zorgverleners zouden namelijk niet altijd bereid zijn om hun hele zorgproces te veranderen omdat er nieuwe technologie beschikbaar is. Het inkoopbeleid van zorgverzekeraars wordt ‘opduwend’, wat wil zeggen dat zorgaanbieders geen contract meer krijgen op het moment dat e-health geen plek heeft in het zorgproces.94 Volgens de richtlijn Elektronisch voorschrijven van de KNMG, mogen artsen en andere voorschrijvers geneesmiddelen per 1 januari 2014 alleen nog elektronisch voorschrijven. Ook heeft de NZa al een aantal e-health-oplossingen erkend met een betaaltitel, zoals e-diagnostiektool TelePsy in de ggz.95 Dit kan volgens de NZa een belangrijke financiële drempel bij de invoering van e-health weghalen.96 Om e-health een regulier onderdeel van de zorg te maken, moeten we volgens minister Schippers op een drietal thema’s focussen: 1) koppeling met zorgsystemen, 2) opleiding en kennis en 3) effect van apps. De opschaling en implementatie van elektronische zorg bestaat uit nationale en Europese aspecten. De inrichting van zorgsystemen en de bekostiging van e-health zijn bij uitstek nationale gelegenheden, vindt Schippers. Op Europees niveau ziet zij ruimte voor gegevensbescherming en beveiliging van gegevens. Verder ziet Schippers graag dat onderzoek en innovatie op Europees niveau worden ondersteund, inclusief uitwisseling van best practices en kennis op het terrein van e-health.97
94
Zorgvisie, 28 mei 2014
95 www.telepsy.nl
48
96
Medisch Contact, 15 augustus 2013
97
Zorgvisie, 13 juni 2014
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
inhoud
index ➔
inhoud
index ➔
index ➔
inhoud
4
De wendbare werkvloer De zorg worstelt met een complexe arbeidsmarkt. Er vallen veel ont slagen, terwijl er tegelijkertijd tekorten zijn in bepaalde functies. Zorgorganisaties moeten reorganiseren in onzekere tijden en concurreren met een toenemende stroom aan flexibele en goedkope(re) zzp’ers (zelf standige zonder personeel). De onrust op de arbeidsmarkt vertaalt zich in een groeiend aantal vakbondsleden en onrust omtrent de cao’s. Door de ontwikkelingen in de zorg wordt de mens achter de functie steeds belang rijker. Eigen verantwoordelijkheid is een sleutelbegrip dat in alle lagen - burger, patiënt en zorgmedewerker - is doorgedrongen.
de zorg worstelt met een complexe arbeidsmarkt
Door de transities en alle verschuivingen in de zorg, is de arbeidsmarkt steeds minder inzichtelijk. Veel mensen worden boventallig verklaard, terwijl er in andere functies tekorten bestaan. Zorgorganisaties worstelen met de vraag hoeveel en welke werknemers zij in de toekomst nodig hebben. Na de bekendmaking van het regeerakkoord in 2012 hebben zorg organisaties een groot aantal medewerkers boventallig verklaard. De ontslaggolf die is ingezet in 2013, zet in 2014 door. Het eerste kwartaal liet in de totale zorg- en welzijnssector al een banenkrimp van 40.000 zien. In de thuiszorg en kinderopvang was de krimp het grootst. Het kabinet verwacht dat door de hervorming van de langdurige zorg in 2017 ongeveer 48.000 personen (20.000 fte) minder in de zorg zullen werken. In de intramurale verpleging en verzorging (als gevolg van het langer thuis wonen) en de thuiszorg (als gevolg van de bezuiniging op huishoudelijke hulp) is de verwachte kaalslag het grootst.98 Tegelijkertijd zijn er sinds vorig jaar enkele verzachtingen aangekondigd om de transitie een zachtere landing te geven. Zo stelt het kabinet 100 miljoen euro beschikbaar voor een banenplan in de zorgsector dat de werkloosheid drastisch moet verlagen (zogenoemde Asscher-gelden). Het geld is bestemd voor mobiliteitstrajecten, scholing en instroom.99 Door de overreactie van organisaties zijn er veel medewerkers uitgestroomd die belangrijk zijn voor de kwaliteit van zorg. Vooral vacatures voor hoger opgeleide zorgmedewerkers zijn niet zo eenvoudig weer in te vullen. En
98
ING Economisch Bureau, Update Gezondheidszorg, 23 juli 2014
99
PW de Gids Nieuwsbrief, 3 juli 2014
de wendbare werkvloer
51
index ➔
inhoud juist hogeropgeleide zorgmedewerkers zijn door de toenemende complexiteit van de zorg hard nodig; zij zijn in staat regie te voeren en om te gaan met de vele (soms tegengestelde) eisen en rollen. Welke rol lageropgeleiden krijgen, is lastig te zeggen. Scholing is vaak maar tot op een bepaalde hoogte mogelijk. In sommige gemeenten zijn er gesprekken om lageropgeleide zorgmedewerkers in dienst te laten treden bij schoonmaakbedrijven.100 Kortom: de dynamiek in de zorg en daarmee op de arbeidsmarkt neemt sterk toe. Pas wanneer de gemeenten weten hoe zij vanaf 2015 hun zorgtaken gaan invullen en hoeveel mensen daarvoor nodig zijn, zal er meer duidelijkheid optreden.
Wet werk en zekerheid De Wet werk en zekerheid, op 10 juni 2014 aangenomen door de Eerste Kamer, heeft tot doel het arbeidsrecht aan te passen aan veranderende arbeidsverhoudingen in de samenleving. Het Kabinet streeft naar een nieuw evenwicht tussen flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt, waarbij tweedeling op de arbeidsmarkt tussen mensen met een vaste baan en flexwerkers wordt verminderd. Werkzekerheid moet, in plaats van baan zekerheid, het overkoepelende uitgangspunt van het hedendaagse arbeidsmarktbeleid worden.101 In de wet is onder andere geregeld dat opeen volgende tijdelijke contracten voortaan niet langer mogen duren dan twee jaar en dat de werkgever uiterlijk een maand voor afloop van het tijdelijke contract moet laten weten of dit al dan niet verlengd wordt. Tevens zijn in de wet procedures opgenomen die ontslag vereenvoudigen.102
nemen zzp’ers het over?
Veel medewerkers die zijn ontslagen, keren terug op de markt als zzp’er.103 De markt van zpp’ers is groeiend. Zodanig dat pensioenuitvoerder APG een pensioenfonds speciaal voor zzp’ers start.104 De zzp’ers kunnen als eenpitters goedkopere zorg leveren dan traditionele aanbieders en zijn flexibeler inzetbaar. Dit verklaart de paradox van een startersgolf in een stagnerende markt.105
100 Zorgvisie, 25 juni 2014 101 www.eerstekamer.nl 102 HR Praktijk, 10 juni 2014 103 ING Economisch Bureau, Update Gezondheidszorg, 23 juli 2014 104 NOS, 19 juni 2014 105 Idem 52
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud Door de gemeente als nieuwe inkoper en de toenemende concurrentie die daarmee gepaard gaat, bestaat de kans dat zorgorganisaties steeds minder goed in staat zijn te concurreren met de goedkopere en flexibele zzp’ers. In de huishoudelijke ondersteuning zetten gemeenten bijvoorbeeld al langere tijd zelfstandige alfahulpen in. Wanneer gemeenten meer zzp’ers gaan inzetten, zou dat kunnen betekenen dat zorgorganisaties in de toekomst nog verder moeten krimpen. Maar zorgorganisaties bieden voor gemeenten ook voordelen ten opzichte van zzp’ers. Zo bieden zorg organisaties meer continuïteit; het is ‘veiliger’ voor een gemeente om met een grote en bekende organisatie in zee te gaan. Ook zijn zelfstandigen bij de gemeenten vaak minder goed in beeld dan zorgorganisaties, volgens V&VN-woordvoerster Francis Bolle. Zij roept zzp’ers op zich bekend te maken bij de gemeente. Op dit moment wordt een onderzoek uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS, met als doel meer te weten te komen over de belemme ringen die zelfstandige verpleegkundigen en verzorgenden ondervinden bij het ondernemen. Hoe de markt van zzp’ers zich gaat ontwikkelen, is onder andere afhankelijk van de prioriteiten van gemeenten bij het aanbesteden: flexibiliteit en prijs of continuïteit en bekendheid?
Werken in de zorg is niet meer de veilige haven die het eerst was meer vakbondsleden
Werken in de zorg is niet meer de veilige haven die het eerst was. Maar liefst 60 procent van de verpleegkundigen vreest regelmatig voor zijn of haar functie. Ook wordt er steeds vaker met tijdelijke contracten gewerkt.106 Als gevolg van de toenemende onzekerheid sluiten meer medewerkers zich aan bij een werknemersorganisaties die opkomt voor hun belangen. Op 1 januari 2014 hadden vakbonden Abvakabo FNV, CNV Publieke Zaak, NU’91 en FBZ gezamenlijk 177.791 leden, in 2013 waren dit er nog 172.007.107 Een voorbeeld van de manier waarop vakbonden opkomen voor hun leden, is het onlangs geopende ‘meldpunt verdringing’ door de vakbond CNV. Het meldpunt is opgericht omdat er steeds meer signalen zijn dat betaald werk in de publieke sector wordt overgenomen door gratis krachten. In verpleeghuizen verliezen bijvoorbeeld receptionistes, voedingsassistentes en linnenkamermedewerkers hun baan. Hun werk wordt overgenomen
106 Nursing, 5 mei 2014 107 Nursing, 7 juli 2014
de wendbare werkvloer
53
index ➔
inhoud door vrijwilligers. Dit meldpunt raakt de discussie die we in hoofdstuk 3 beschreven: ‘Complexe netwerken vragen meer afstemming’, waarin wordt beschreven dat men door de toename van vrijwilligers zoekende is naar een evenwicht tussen alle partijen (p. 42-44). De CNV wil werkgevers en politiek aanspreken als blijkt dat vrijwilligers op veel plekken betaald werk overnemen. Daar zouden afspraken over moeten komen in de cao’s.108 Opvallend is dat de meeste HR-managers in de zorg de vakbonden juist als ‘beleidsarm’, ‘behoudend’ en ‘conservatief’ ervaren. Vakbonden vertragen volgens HR-managers de ontwikkelingen. Zo eisen bonden soms een baangarantie, terwijl zorgorganisaties afspraken willen (of moeten) maken over gedwongen ontslagen om ‘nog mee te kunnen doen in de markt’.109 Vakbonden dienen te zoeken naar manieren om op te komen voor de belangen van medewerkers, die tevens aansluiten bij waar zorgorganisaties op dit moment voor staan.110
onrust omtrent cao’s
De onrust in de zorg en de complexiteit van de arbeidsmarkt zijn terug te zien in de cao-onderhandelingen. De thuiszorgsector was zelfs in twee kampen uiteengevallen met elk hun eigen cao. Het was voor het eerst dat in de zorg werkgevers en werknemers zo verdeeld raakten dat hun vertegenwoordigers kozen voor gescheiden cao's. Eind september 2014 is er toch een onderhandelingsakkoord bereikt tussen de vakbonden en werkgeversorganisaties voor een nieuwe cao in de verpleeg- en verzorgings huizen, thuiszorg, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg. Het belang van dit akkoord is groot. Niet alleen om dat de VVT sector een grote sector is, maar ook omdat de sector zwaar onder druk staat door de veranderingen en de bezuinigingen in de zorg.111, 112 Ook bij de cao gehandicaptenzorg is er onrust. Abvakabo FNV legt het onderhandelingsresultaat over de cao gehandicaptenzorg 2014-2015 niet aan zijn leden voor, omdat ze het niet eens is met hetgeen is opgenomen over onder andere nulurencontracten en gebroken diensten.113 In de ziekenhuisbranche heeft de zevende onderhandelings ronde deze zomer niets opgeleverd en ook in de ggz hebben partijen momenteel (september 2014), na bijna twee jaar onderhandelen, nog geen nieuwe cao-overeenkomst.
108 De Volkskrant, 7 augustus 2014 109 FWG, LiNK, over de rol van HR-management in de zorg, mei 2014 110 Idem 111 Skipr, 9 januari 2014 112 www.actiz.nl 113 Zorgvisie, 7 april 2014 54
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud
De onrust in de zorg is terug te zien in de cao-onderhandelingen
Naar aanleiding van debatten in de Tweede Kamer over het stelsel van cao’s heeft de Sociaal-Economische Raad (SER) advies uitgebracht. De belangrijkste aanbevelingen zijn: betrek meer groepen bij de onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden en pas meer maatwerk toe in cao’s. Daarnaast is bereidheid nodig om de cao te moderniseren. Het gaat in de cao om maatwerk, flexibiliteit en differentiatie. Ook moeten cao’s herkenbaarder worden en beter leesbaar. De SER ziet dit advies als een uitnodiging en een uitdaging aan werkgevers en werknemers om te blijven werken aan het vergroten van het draagvlak van cao’s. Ook zijn er kansen voor zzp’ers: zo noemt dit advies de mogelijkheid om zzp’ers te laten deelnemen aan opleidingen die via een cao zijn geregeld.114
ZZP Nederland vindt het maar niks dat cao-partijen zich bemoeien met zzp’ers ZZP Nederland vindt het echter maar niks dat cao-partijen, zoals vakbonden en werkgevers, zich gaan bemoeien met zzp’ers. In steeds meer cao’s worden passages opgenomen die verplichtingen opleggen aan zelfstandigen. Volgens ZZP Nederland kan het niet zo zijn dat werknemers en werkgevers gaan bepalen wat de regels zijn voor ondernemers: het vastleggen van de arbeids voorwaarden van zzp’ers zou de zelfstandigheid volledig vernietigen.115 Volgens Hans Kamps, voorzitter van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU), hebben cao’s hun beste tijd gehad en heeft flexibel werken de toekomst.116
114 HR Praktijk, 27 augustus 2013 115 www.nu.nl, 30 juli 2014 116 www.zzpbarometer.nl, 15 mei 2014
de wendbare werkvloer
55
index ➔
inhoud
naar de mens achter de functie
Door alle ontwikkelingen in de zorg, krijgen medewerkers te maken met een veranderend competentieprofiel. De nadruk komt te liggen op samenwerking, flexibiliteit en het kunnen coachen van cliënten (of medewerkers) naar zelfredzaamheid. Hoewel kreten als ‘van zorgen voor naar zorgen dat’ al langer klinken en bijna een open deur lijken, weten we tegelijkertijd dat veel zorgorganisaties en medewerkers nog niet zover zijn. Dat deze cultuuromslag hoog op de agenda van HR-managers staat, merken we ook binnen FWG (zie kader hieronder).117
Zorgorganisaties maken forse stappen De transities zetten door en veel zorgorganisaties moeten nog forse stappen zetten voor 1 januari 2015. Dat zien we ook duidelijk in de Adviespraktijk van FWG. Organisaties vragen ondersteuning bij herstructureringsvragen en begeleiding bij de transitie. Concreet uit zich dat in bijvoorbeeld een snel groeiende vraag op het gebied van uitwisselbaarheid. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) vraagt werkgevers om in het geval van een reorganisatie inzichtelijk te maken welke categorieën functies uitwisselbaar zijn, in het licht van het afspiegelingsbeginsel. Voor sommige organisaties is de toets op uitwisselbaarheid een stap in de voorbereiding op een (eventuele) reorganisatie. In andere gevallen vallen strategische beslissingen laat en moet er haastig, voor 2015, nog een grote wijziging worden doorgevoerd. Verder zien we een duidelijke toename in vraagstukken op het gebied van assessments: organisaties willen graag inzicht in de talenten van hun medewerkers om duidelijkheid te krijgen over de mate waarin hun medewerkers geschikt zijn voor nieuw gedefinieerde rollen en functies, dan wel voor andere werkwijzen die gevraagd zullen worden in de ‘zorg nieuwe stijl’. In sommige gevallen gaat het om selectie en plaatsing, in andere gevallen zijn de assessments erop gericht om de ontwikkeling van medewerkers meer focus te kunnen geven. Hierbij valt de nadruk op competenties op: de zorg nieuwe stijl brengt niet zozeer andere taken met zich mee, maar wel andere contexten, andere samenwerkingsverbanden, andere benaderingswijzen. Dit vraagt andere competenties van medewerkers, zoals een coachende houding naar cliënten, sturen op zelfredzaamheid en samenwerken met informele zorgverleners.
Door de veranderende eisen wordt er meer dan ooit een beroep gedaan op de kwaliteiten, ambities en talenten van zorgmedewerkers, de mens achter de functie. Dit vraagt om een cultuuromslag, die veelal begint met
117 FWG, LiNK, over de rol van HR-management in de zorg, mei 2014 56
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud scholing.118 Waar het eerder nog vooral de zorgorganisaties waren die initiatieven ontplooiden omtrent duurzame inzetbaarheid en loopbaanpaden, zien we nu dat de roep om scholing vooral bij de medewerker zelf vandaan komt. Medewerkers lijken zich steeds meer te realiseren dat zij eigenaarschap hebben over hun ontwikkeling en toekomstbestendigheid op de arbeidsmarkt en dat de werkgever dit ‘slechts’ kan faciliteren en stimuleren.119
lees tip
Een i-deale loopbaan Over het verband tussen i-deals en loopbaanontwikkeling, 2013 Aukje Nauta
Voorbeelden scholingsbehoefte en nieuwe initiatieven – 80 procent van de artsen heeft grote behoefte aan scholing op het gebied van ICT.120 – Het Academisch Medisch Centrum en de Universiteit van Amsterdam starten een ICT-opleiding voor artsen en andere zorgprofessionals: de masteropleiding ‘health informatics’.121 – Verpleegkundigen en verzorgenden voelen zich niet altijd voldoende toegerust voor taken als preventie, het bevorderen van zelfmanage ment en omgaan met agressie.122,123 – Op de Fontys Hogeschool krijgen eerstejaars studenten hbo-v sinds 2013 les in mindfulness als onderdeel van de onderwijsmodule persoonsgerichte zorg. Het idee erachter is dat het werk van verpleeg kundigen draait om authentiek contact met cliënten en dat dit alleen kan ontstaan wanneer je vanuit een authentieke reactie kunt reageren, zonder allerlei niet-helpende gedachtes die de interactie in de weg staan.124 – Studenten verpleegkunde adviseren op basis van hun onderzoek het niet-pluisgevoel (een spontaan opkomend, alarmerend gevoel van alertheid, gebaseerd op intuïtieve kennis) te erkennen en bespreek baar te maken om zo de kwaliteit van zorg te verbeteren. V&VN neemt de uitkomsten van het onderzoek mee in de vernieuwing van de nationale beroepscode verplegenden en verzorgenden.125
118 FWG, LiNK, over de rol van HR-management in de zorg, mei 2014 119 PW De Gids, april 2014 120 Skipr, 8 mei 2014 121 Medisch Contact, 18 november 2013 122 Zorgvisie, 5 november 2013 123 Nursing, 1 oktober 2013 124 Nursing, mei 2014 125 Onderwijs en gezondheidszorg, 6 oktober 2013
de wendbare werkvloer
57
index ➔
inhoud –
In 2013 ging de nieuwe mbo-opleiding Facilitair Medewerker Zorg van start. De opleiding is ontwikkeld omdat de rol van de facilitaire medewerker verandert. Gastvrijheid en flexibiliteit bepalen de vraag en zijn daarom sterk verweven in de opleiding.126
verantwoordelijkheid wordt op alle lagen verwacht
We beschreven al eerder in dit rapport de toegenomen nadruk op de eigen verantwoordelijkheid bij burgers, patiënten en medewerkers. Ook de hogere functies blijven niet gespaard bij deze ontwikkeling: machtsposities worden opnieuw onder de loep genomen. Zo is de positie van de medisch specialist aan verandering onderhevig. Er wordt van de medisch specialist verwacht dat deze zich niet meer alleen richt op medisch inhoudelijke taken, maar zich ook verantwoordt over de manier waarop hij bijdraagt aan de kwaliteit van zorg en aan een gezonde bedrijfsvoering in het ziekenhuis. Ook is er steeds meer discussie over het inkomen van de medisch specialist in maatschappen; dit zou buitenproportioneel hoog zijn (zie ook hoofdstuk 1, p. 16). Wanneer meer specialisten zouden overstappen naar loondienst, zou dit de kosten verlagen en de belangen van ziekenhuis en medisch specialist meer op één lijn brengen. Omdat veel specialisten echter niet staan te springen om over te stappen naar loondienst, heeft minister Schippers de ‘Regeling transitiegelden bij invoering integrale bekostiging medisch specialistische zorg’ in het leven geroepen. Vrijgevestigde medisch specialisten die overstappen naar loondienst, krijgen maximaal een ton vergoeding van het Rijk voor de waarde van hun onderneming.127 Over het algemeen kunnen we zeggen dat de macht van de medisch specialist aan het afnemen is. Dit blijkt ook uit zaken als dat er voor het eerst overschotten en werkloosheid zijn onder medisch specialisten, dat de arts in opleiding (aio) feedback geeft op zijn of haar opleider (de medisch specialist) en het feit dat fraude onder medisch specialisten hoog op de agenda van VWS staat. Door ontwikkelingen als kostenbeheersing, ontschotting en de nadruk op gelijkgerichte belangen tussen ziekenhuis en medisch specialist, verwachten we dat de ‘machtige’ positie van de medisch specialist de komende tijd verder zal worden ingedamd. Een andere groep die in toenemende mate gewezen wordt op de eigen verantwoordelijkheid, zijn bestuurders en toezichthouders. Calamiteiten en bestuurlijke problemen op zowel financieel als zorginhoudelijk gebied, hebben ervoor gezorgd dat de kritiek op bestuurders en toezichthouders is toegenomen. Volgens de Wetenschappelijke Adviesraad van de Nederlandse
126 www.amsta.nl, 27 juni 2014 127 Zorgvisie, 4 september 2014 58
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud Vereniging van Toezicht in de Zorg en Welzijn (NVTZ), zijn toezichthouders op dit moment nog te veel afhankelijk van de informatievoorziening van de raad van bestuur. Falend bestuur gaat volgens de Adviesraad steeds vaker hand in hand met falend toezicht. Bij veel grote incidenten in de laatste jaren greep de raad van toezicht te laat of zelfs helemaal niet in, aldus de Adviesraad.128 Ook de RVZ zegt dat het interne toezicht niet klaar is voor de toekomst. Toezichthouders van zorginstellingen hebben te weinig zicht op kwaliteit en veiligheid.129 Toezichthouders zouden hun informatiepositie moeten versterken door zelfstandiger en vaker in gesprek te gaan met de werkvloer en de maatschappelijke omgeving van de zorginstelling. Hierdoor zijn zij eerder op de hoogte van mogelijke problemen en kunnen zij vervolgens ook sneller ingrijpen.130 Door met het bestuur steeds te reflecteren op kernwaarden van de organisatie, worden de bestuurders herinnerd aan waar het in de kern om draait: goede zorg. Volgens een artikel in Zorgvisie is de toezichthouder van de toekomst een professionele en toegewijde vakman of -vrouw die zich permanent wil laten bijscholen en die intervisie doet met andere toezichthouders. Doordat het leeraspect meer op de voorgrond komt te staan, komt er wellicht een ander soort toezichthouder: een die meer gericht is op reflecteren op het eigen functioneren.131 Recentelijk nog hebben zes leden van de raad van toezicht van de Saxenburgh Groep hun zetel ter beschikking gesteld omdat ze naar eigen zeggen niet in de pas liepen met de ontwikkelingen in de gezondheidszorg.132
Falend bestuur gaat steeds vaker hand in hand met falend toezicht Bestuurders zouden op hun beurt, volgens staatssecretaris Van Rijn, hun verandervermogen moeten verbeteren.133 Uit een onderzoek van Stichting Dienstverlening Bejaardenoorden (SDB Groep) onder zorgbestuurders blijkt dat zorgbestuurders veelal kiezen voor een defensieve reactie op de transities in de zorg. SDB Groep noemt het opvallend dat een flink aantal respondenten aangeeft dat de opgebouwde reserves dusdanig zijn, dat zij het nog wel een behoorlijke tijd kunnen uitzingen. Dit betekent dat deze bestuurders zich beperken tot het snijden in de kosten, het reduceren van de overhead en het creatief omgaan met het eigen vastgoed.134
128 Skipr, 27 februari 2014 129 Zorgvisie, 19 december 2013 130 Skipr, 27 februari 2014 131 Zorgvisie, september 2013 132 Skipr, 29 september 2014 133 Zorgvisie, 12 juni 2014 134 Skipr, 20 juni 2014
de wendbare werkvloer
59
index ➔
inhoud We zien dat er steeds strengere eisen worden gesteld aan zorgbestuurders. Volgens Jos de Beer, directeur van de vereniging van bestuurders in de zorg (NVZD), is er behoefte aan maatschappelijke legitimatie van het zorgbestuur. Zo moeten zorgbestuurders vanaf eind 2013 bij aantreding een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) overleggen en gaat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) bij nieuwe zorgbestuurders een toets uitvoeren om te zien of ze aan bepaalde eisen voldoen.135 Daarnaast werkt het ministerie aan de nieuwe ‘Wet Goed Bestuur in de Zorg’ (WGB).136 Staats secretaris Van Rijn reikte in februari 2014 de eerste zes accreditaties uit aan zorgbestuurders. De NVZD werkt aan een register waarin de geaccrediteerde bestuurders worden opgenomen. Het initiatief van de NVZD wordt gesteund door het ministerie van VWS, de NVTZ en de IGZ.137
to be continued!
In deze onderzoeksronde zagen we bevestigd wat we vorig jaar verwachtten: functieverandering gaat harder dan ooit tevoren. Met de hervorming van de zorg worden ook bijna alle functies getransformeerd. We verwachten dat dit de komende jaren zal doorzetten en nieuwe rollen en functies zich zullen uitkristalliseren. Wij volgen al deze ontwikkelingen in de zorg op de voet en zullen daarover in het trendrapport 2015 weer uitgebreid verslag doen.
135 Zorgvisie, 19 september 2013 136 www.loc.nl, 6 juni 2014 137 Skipr, 6 februari 2014 60
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
inhoud
index ➔
inhoud
index ➔
index ➔
inhoud
Bijlage 1
Bronnen −− −− −− −−
AbvaKabo Nieuwsbrief, 12 mei 2014 ActiZ, Evaluatie experimenten regelarme instellingen (ERAI), 14 maart 2014 ActiZ Nieuws, periode augustus 2013 - juni 2014 ActiZ, Ouderenzorg uit balans door stapeling van maatregelen,
25 augustus 2014
−− Aedes-ActiZ, Corporaties beschikken over meer nultredenwoningen, 3 december 2013
−− −− −− −− −− −−
Algemene Rekenkamer, Budget decentralisatie jeugdzorg, 18 juni 2013 Amsta.nl, Nieuwe mbo-opleiding Facilitair Medewerker Zorg, 27 juni 2014 ANP, Schippers bespaart 1 miljard met zorgdeal, 16 juli 2013 Arts en apotheker.nl, Risico’s van eHealth in beeld, 25 november 2013 BDO Branchegroep Zorg, Zorg én Optimisme. Transitiescan 2014, juni 2014 Behandelblad, Taakherschikking? Patiëntherschikking!, Jaargang 1, nummer 4, 1 juli 2013 −− Bidvest Deli XL, Voedselbesteding in de zorg: de ontwikkeling van voedingsbudgetten tot 2020, Drs. Suzanne Tummers-Stienen, april 2014 −− Binnenlandsbestuur.nl, Alzheimer Nederland: ‘creatiever kijken naar Wmo’, 11 februari 2014 −− Binnenlandsbestuur.nl, Zonder standaardisatie geen decentralisatie, 22 juli 2013
−− Binnenlandsbestuur.nl, Zorgverzekeraar laat indicatie aan wijkteam, 19 april 2014
−− BoardRoomZORG, Specialist na 2015, nummer 4, 2014 −− BoardRoomZORG, Terug naar het contact met de cliënt. Ruim baan voor zelfsturende teams, januari 2014 −− Captize-JGZ, Nieuwsbrief, 16 juni 2014 −− CBS, Gezondheid en zorg in cijfers 2013, 12 september 2013 −− CBS, Persbericht. CBS: Laagste groei zorguitgaven in 15 jaar, 14 mei 2014 −− Celsus, academie voor betaalbare zorg, No cure no pay: uitkomstbekostiging in de zorg, 4 juli 2013 −− CIZ, Langer thuis. Kwartaalmonitor extramuralisering lage ZZP’s. Eerste drie kwartalen 2013, januari 2014 −− Cure & Care, Ziekenhuizen trekken gezamenlijk op bij inkoop, september 2013 −− CVZ Magazine (kwartaalblad van het College voor Zorgverzekeringen), winter 2013 - 2014
−− DAZ Nieuwsbrief, februari 2014 −− De Eerstelijns, magazine en online community voor samenwerkende eer stelijns zorgaanbieders, periode oktober 2013 - juni 2014 bijlagen
63
index ➔
inhoud −− −− −− −−
De Nationale DenkTank 2013, Zorg voor gezondheid, www.nationale-denktank.nl De Volkskrant, Artsen bezorgd over kwaliteit jeugdzorg, 24 maart 2014 De Volkskrant, Bekijk hier hoeveel uw gemeente aan u uitgeeft, 8 maart 2014 De Volkskrant, Bezuinigingen op thuishulp leiden tot grote regionale verschillen, 4 januari 2014 −− De Volkskrant, Bond en werkgevers: cheque tegen zwart circuit werksters, 7 januari 2014
−− −− −− −− −− −− −− −− −− −−
De Volkskrant, Bonden: bescherm beroepskrachten, 7 augustus 2014 De Volkskrant, Bouw van mantelzorgwoning wordt gemakkelijker, 5 juni 2014 De Volkskrant, Gemeenten kopen thuiszorg op online veiling, 13 maart 2014 De Volkskrant, Ggz heeft bureaucratie over zichzelf afgeroepen, 25 juni 2014 De Volkskrant, Ggz heeft steeds meer invloed bij de huisarts, 8 augustus 2013 De Volkskrant, Kabinet zeker van steun voor grootscheepse overdracht zorg, 24 april 2014 De Volkskrant, Patiënt minder naar huisarts door internet, 19 juli 2013 De Volkskrant, Schippers: er valt nog genoeg te kiezen, 19 juni 2014 De Volkskrant, Schoonmaakgigant wil zorgtaken gemeente fors goedkoper bieden, 15 januari 2014 De Volkskrant, Staatssecretaris Van Rijn: ‘Gemeenten, ga aan de slag!’,
30 mei 2014
−− De Volkskrant, Ziek, gehandicapt? Dringend verzoek tot vrijwilligerswerk in ruil voor zorg, 3 oktober 2013 −− De Zorgsector, Kleinschalig werken kán haast niet zonder e-hrm, 26 juni 2014 −− Digitalezorggids, Blog, De Participerende Arts, Martijn Volkers, 3 februari 2014, www.digitalezorggids.nl
−− Dirkzwager, Gezondheidszorg, Nieuwe besturingsmodellen in de zorg: fiscale (on)duidelijkheid, 20 januari 2014 −− Driessen HRM_ Payroll, HRM Trends en ontwikkelingen 2013, januari 2013 −− ED.nl, Vooral ouderen zien gezondheidschip in lichaam wel zitten, 18 februari 2014
−− −− −− −− −− −− −− −− −− −−
Elsevier, Hoe de verzorgingsstaat ons fatsoen uitholde, 15 juni 2013 FD digikrant, periode augustus 2013 - april 2014 FD Ochtendnieuws, 7 oktober en 2 september 2013, 16, 23 en 25 juni 2014 Flexmarkt magazine, periode november 2013 - juni 2014 FNV voor zorg, Zorgdebat. Meerderheid Amsterdamse politici voor minimale beloning FWG 15 in de thuiszorg, 5 maart 2014 FWG, Interne trendnotitie, 2013 FWG, Interview met C.J. Diepeveen en E. Gevers van Nederlandse Zorgautoriteit, 17 maart 2014 FWG, LiNK, over de rol van HR-management in de zorg, mei 2014 FWG Trendrapport, De zorg terug naar de tekentafel, november 2013 Gemeente Putten, Evaluatie Pilot Buurtzorg Jong in Putten, Apeldoorn,
april 2014
−− Gemiva SVG groep, Nieuwsarchief, Voorbereiden op lagere budgetten, 2 augustus 2013, www.gemiva-svg.nl
64
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud −− Gezondheid in beweging, Organisatie van verpleegkundige zorg. Inventarisatie van ideeën en meningen onder LVG-leden, 13 december 2013 −− GGZ Nederland, Monitor decentralisatie van de AWBZ - begeleiding naar de Wmo. Verslag derde meting, mei 2014 −− Guus Schrijvers, Bezieling; dat hebben ziekenhuizen nodig!, 24 februari 2013 −− Het Financieele Dagblad, Digitale revolutie schudt zorgwereld op, 24 april 2014
−− Het Financieele Dagblad, Nieuw zorgstelsel drukt kosten niet: zet in op innovatie, 23 september 2013 −− Het Financieele Dagblad, Wat betekent ICT voor de zorg?, 29 augustus 2013 −− Het Financieele Dagblad, Zorgverzekeraars het schip in door dalende zorgvraag, 24 september 2013 −− HR Praktijk, Nieuwsbrief, periode augustus 2013 - juli 2014 −− HR Strategie, Nieuwsbrief, 23 december 2013 en 2 februari 2014 −− Iedereen, magazine van Ipse de Bruggen, nummer 2, juni 2014 −− ING Economisch Bureau, Update Gezondheidszorg, 23 juli 2014 −− In Voor Zorg! Nieuwsbrief, 6 en 27 februari 2014 −− InEen Nieuwsbrief, periode februari - juni 2014 −− Innovatie in de praktijk, Meer MKB in de zorg, nummer 3, 2013 −− Inspectie voor de Gezondheidszorg, Verbetering van de kwaliteit van de ouderenzorg gaat langzaam, juni 2014 −− Integraal Kankercentrum Nederland, Palliatieve zorg in beeld, januari 2014 −− Inzicht, Magazine voor werkgevers in de zorg, Psychosociale hulp van het huis, oktober 2013 −− Jonker J, Tap M, van Straaten T, Nieuwe Business Modellen. Een exploratief onderzoek naar veranderende transacties die meervoudige waarde creëren. Nijmegen: Nijmegen School of Management, Radboud Universiteit Nijmegen, 2012 −− Kinderopvangtotaal nieuws, periode september 2013 - maart 2014 −− Kennisbank, Zeven bestuurlijke lessen over drie decentralisaties in het sociaal domein, 5 mei 2014, www.kennisbank.platform31.nl −− Kenny C, Zorg op zijn best. Amsterdam: Reed Business Education, 2008/2013 −− Kiwa Carity, Vele tinten, maar geen grijs, mei 2013 −− KiZ, Tijdschrift over kwaliteit en veiligheid in zorg, De patiënt als partner in het UMC St Radboud, nummer 5, 2013 −− Klik, tijdschrift voor werkenden in de verstandelijk gehandicaptenzorg, september, november, december 2013, januari, maart, april en juni 2014
−− −− −− −− −−
KPMG, Monitor Basis GGZ, juni 2014 KraamSupport, Nieuwsbrief, periode september 2013 - mei 2014 LHV, Nieuwsbrief, 1 mei en 6 juni 2014 LHV, Artsennet, Dossier Ouderenzorg, 2014 LHV, Artsennet, LHV stelt drie modellen voor ouderenzorg op,
13 december 2013
−− LHV, Artsennet, Samenwerken in de wijk, nr. 26, 5 september 2013
bijlagen
65
index ➔
inhoud −− LHV, De Dokter, Functie POH-GGZ krijgt duidelijk profiel, september 2013 −− LVG, Nieuwsbrief, 7 november 2013 −− Mediator, Tijdschrift van ZonMw over onderzoek en ontwikkeling in gezondheid en zorg, periode augustus 2013 - april 2014 −− Management Support, Het Nieuwe Werken is balanceren tussen werk en privé, 22 mei 2013, www.managementsupport.nl −− Medisch Contact, weekblad van de KNMG, periode augustus 2013 - juli 2014 −− Menzis wmo support. Voorkom Babylonische spraakverwarring in de Wmo, 4 april 2014, www.menziswmosupport.nl −− Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Brief van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over Kabinetsreactie op resolutie ‘Een vitale lokale samenleving’, 10 juni 2013 −− Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Brief van minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn aan de Tweede Kamer over Resultaten zorgoverleg, 24 april 2013 −− Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Brief van minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn aan de Tweede Kamer over Transitie Hervormingen Langdurige Zorg, 25 juli 2014 −− Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Brief van minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn aan de Tweede Kamer over verspil ling in de zorg, 19 juli 2013 −− Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Brief van staatssecre taris Van Rijn aan de Tweede Kamer over het bericht dat huisartsen alarm slaan over de ouderenzorg, 28 april 2014 −− Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Brief van staats secretaris Van Rijn aan de Tweede Kamer over samenhang in zorg en ondersteuning, 4 maart 2014 −− Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Informatiekaart huis houdelijke hulp toelage, augustus 2014 −− Movisie, ‘Echte transformatie laat nog op zich wachten’. Interview met Jantine Kriens, voorzitter van de directieraad VNG, 18 juni 2014 −− Movisie, VerAnder, eenmalig magazine voor (midden)managers in zorg en welzijn, voorjaar 2014 −− Nationale Zorggids, Abvakabo: ‘Thuiszorg in neerwaartse spiraal door aanbestedingen’, 18 februari 2014 −− Nationale Zorggids, CZ en Van Weel-Bethesda Ziekenhuis tekenen voor integraal tarief voor het verlenen van verloskundige zorg, 22 april 2014 −− Nauta, A., prof., Tweet, ‘Over 20 jr. zijn alle grote organisaties weg. Toename zelfstandigen is 1e teken’. Zou ‘t?, 23 april 2014 −− NCRV Pers, Reporter Radio: De decentralisatieparadox, 8 juni 2014 −− Nederlands Huisartsen Genootschap, Eisen aan de huisartsopleiders naar de menselijke maat, 5 maart, 2014 −− Nederlands Jeugd Instituut, Campagne vestigt aandacht op rol sociaal werkers, 19 februari 2014
66
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud −− −− −− −− −− −−
NHG-Nieuwsbrief, Huisarts krijgt centrale positie in de ggz, september 2013 Nictiz/NIVEL, Infographic eHealth-monitor 2013, 2013 Nieuwsbrief Jeugd, periode september 2013 - juni 2014 Nieuwsbrief Moderne Dementiezorg, 2 oktober 2013, 24 april en 11 juni 2014 Nieuwsbrief Senior & Innovatie, periode oktober 2013 - juni 2014 NIP, De NZa bekijkt regels generalistische basis ggz, 13 februari 2014,
www.psynip.nl
−− NIVEL, Klagen in de eerstelijn? Onderzoek naar klachten, klachtenervarin gen en -verwachtingen bij de huisarts, de tandarts en de fysiotherapeut, 2013
−− NIVEL, Nieuwsbrief, periode januari 2013 - juni 2014 −− NIVEL overzichtstudies: Ouderen van de toekomst. Verschillen in de wensen en mogelijkheden voor wonen, welzijn en zorg, 2014 −− NOS.nl, Kamer achter Participatiewet, 20 februari 2014 −− NOS.nl, Onrust door sluiting tehuizen, 1 maart 2014 −− NOS.nl, Pensioenfonds voor zzp’ers, 19 juni 2014 −− NOS.nl, UWV: ontslaggolf in zorg zet door, 26 februari 2014 −− Nursing, Nieuwsbrief, periode augustus 2013 - september 2014 −− NPHF, Federatie voor Gezondheid, Normontwerp NEN 7521 ‘Toegang tot patiëntgegevens’ gepubliceerd voor commentaar, 13 januari 2014 −− NRC Handelsblad, Nieuwe wet Jeugdzorg: privacy tot aan de deur, 18 januari 2014
−− NRC Handelsblad, Van verzorgingsstaat wordt Nederland nu wegkijkstaat, 30 juni 2014
−− −− −− −− −− −− −− −−
Nrc.nl, Meer mbo’ers maken straks kans op meestertitel, 7 maart 2014 Nrc.nl, Vernietigend rapport over fraudepraktijk artsen, 6 april 2014 NVP, Certificering voor HR-professionals, september 2013 NVZ, Zorg loont, Samenvatting brancherapport algemene ziekenhuizen 2013, 2013 NVZ Factsheet, Voorlegger bij rapport ‘Schaal- en synergie-effecten bij de spoedeisende hulp’, IPSE studies, juli 2013 NVZ Nieuwsbrief, periode oktober 2013 - april 2014 NZa, Advies. Overheveling langdurige GGZ naar de Zvw. Bekostiging van de langdurige GGZ gericht op behandeling en verblijf, augustus 2013 NZa, Advies integrale bekostiging medisch specialistische zorg 2015,
28 juni 2013
−− NZa, Consultatiedocument. Bekostiging huisartsenzorg en multi disciplinaire zorg. Het 3-segmenten-model, december 2013 −− NZa.nl, NZa: basiszorg in Nederland goed toegankelijk, 29 oktober 2013 −− Onderwijs en gezondheidszorg, Nieuwsbrief, periode oktober 2013 - mei 2014 −− Orde van Medisch Specialisten, De Medisch Specialist 2015, oktober 2012 −− Orde van Medisch Specialisten, Het Witte Boek deel V. Modellen 2015, 2013 −− Orde van Medisch Specialisten, Op weg naar strategische betrokkenheid van medisch specialisten in dienstverband, 24 januari 2014, www.orde.nl −− P&O Actueel, Nieuwsbrief, periode september 2013 - augustus 2014 bijlagen
67
index ➔
inhoud −− Pluryn, Magazine STERK!, november 2013 −− Rijksoverheid, Start van het Kwaliteitsvenster van de NVZ, 13 mei 2014 −− Rijksoverheid, Toespraak van minister Schippers bij de opening van de Healthy Food Academy, Honselerdijk, 16 mei 2014 −− Rivm.nl, Zorg voor geest kost nog steeds het meest, 28 november 2013 −− RIVM, Burgers en gezondheid. Themarapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014, 2014 −− RIVM, Preventie in de zorg. Themarapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014, 2014 −− RIVM, Sociale marketing: verleiden tot gezonder leven!, 2013 −− Pharmaceutisch Weekblad, 25 juli 2014 −− PW de Gids, magazine voor Personeelsmanagement, periode september 2013 - juli 2014
−− −− −− −−
PW de Gids, Nieuwsbrief, periode december 2013 - juli 2014 Rabobank, Cijfers & Trends, Medisch specialisten, 38e jaargang, 2013/2014 Radboudumc, De kwaliteit van de huisartsopleider, december 2013 Radboudumc, Sleutels tot succesvolle behandeling van mensen met verstandelijke beperkingen, december 2013 −− REA College Nijmegen, REA College participeert in PlurynWerkt, juni 2014 −− RTV Drenthe, Honderden lege kamers bij zorggroep Tangenborgh, 21 februari 2014
−− RVZ, Met de kennis van later. Naar een toekomstgericht zorgbeleid, 2014 −− RVZ, Persbericht. De toekomst van de zorg: grotere verschillen of collectieve verschraling?, 24 april 2014 −− RVZ, Persbericht. Gemeentezorg. Randvoorwaarden voor een succesvolle decentralisatie van langdurige zorg, 16 januari 2014 −− RVZ, Zorgstelsel op koers of op drift? Acht jaar RVZ adviezen over het nieuwe zorgstelsel, 2014 −− SBO, De eerste contouren van de Wmo 2015, augustus 2013 −− SCP, De WMO in beweging. Evaluatie Wet maatschappelijke ondersteuning 2010-2012, 28 mei 2014 −− SCP, Informele zorg in Nederland. Een literatuurstudie naar mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg, juni 2013 −− Skipr, periode augustus 2013 - september 2014 −− Sociale Vraagstukken, Het smalle pad van verzorgingsstaat naar verzor gingsstad, 25 mei 2013, www.socialevraagstukken.nl −− Sociale Vraagstukken, Waarom zouden wijkteams beter en goedkoper zijn?, 10 september 2013, www.socialevraagstukken.nl −− Sportgeneeskunde Nederland, Erkenning sportgeneeskunde, 8 april 2014, www.sportgeneeskunde.com
−− STAZ, Nieuwsbrief, februari, april en juni 2014 −− Stichting Biowetenschappen en Maatschappij, De impact van DNAonderzoek (next generation sequencing), Kwartaal 1, 2014 −− The Huffington Post, 47% Of All Jobs Will Be Automated By 2034, And ‘No Government Is Prepared’ Says Economist, 17 januari 2014, www.huffingtonpost.co.uk 68
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud −− Tonkens, E., prof. dr., Afscheidsrede Universiteit van Amsterdam, Misvattingen over de participatiesamenleving, 1 mei 2014 −− Trimbos, Nieuwsflitsen, periode september 2013-juni 2014 −− Trimbos-instituut, Trendrapportage GGZ 2012, Deel 1 - Ambulantisering, 2013
−− Trimbos-instituut, Trendrapportage GGZ 2012 Deel 2A - GGZ in de eerste lijn, 2013 −− Trouw, ‘Ik voel me soms meer administrateur dan fysiotherapeut’, 3 januari 2014
−− −− −− −−
Trouw, Einde aan verspilling in de zorg, 13 mei 2015 Trouw, Student op kamers tussen de ouderen, 13 september 2014 Trouw, ‘Thuishulp niet bedoeld voor strijken ondergoed’, 20 februari 2014 Trouw, Handig dat meer ouderen thuis blijven wonen, nu de zorg nog,
5 maart 2014
−− Trouw, Wijkverpleging in basispakket, verzekeraar sluit de contracten, 5 maart 2014
−− −− −− −−
TvV, Kwaliteit verzorgende ig in ouderenzorg in gevaar, 10 februari 2014 TvV, Thuiszorg voor homoseksuele ouderen, 16 april 2014 TVZ, Verpleegkundige moet deelnemen aan ethisch overleg, 17 oktober 2013 Unie KBO, Wmo: burger moet weten waar hij terecht kan, 18 februari 2014,
www.uniekbo.nl
−− V&VN, Expertisegebied wijkverpleegkundige, november 2012 −− V&VNieuws, periode augustus 2013-juni 2014 −− Verwey-Jonker Instituut, Nieuwe tijden, nieuw bestuur. De Wmo in de improvisatiemaatschappij, maart 2014 −− VGN Nieuwsbrief en weekoverzicht, periode augustus 2013 - juni 2014 −− VGN, Wmo inzicht, Gehandicaptenzorg Nieuwe Stijl, 11 december 2013 −− Vilans, Rapport Lokale samenwerkingsvormen langdurende zorg. Op weg naar een nieuw lokaal samenspel, 2014 −− Vilans Nieuwsbrief, periode juli 2013 - juni 2014 −− VNG/Rijk/IPO, Geactualiseerd Transitieplan Jeugd, 2 maart 2014 −− VNG, Brief: Invoering Trekkingsrecht pgb, 6 juni 2014 −− VNG, Factsheet: Kwaliteitseisen jeugdhulpaanbieders en gemeenten, 3 juni 2014
−− VNG Magazine, Van Rijn vindt online veiling van zorg geen probleem, 26 maart 2014, www.vngmagazine.nl −− VOZ magazine, Voor Ondernemers in de Zorg, periode augustus 2013 - juni 2014 −− Wijers N, van der Burgt R, Laurant M, Verpleegkundig Specialist biedt kansen. Onderzoeksrapport naar de inzet van de verpleegkundig specialist op de spoedpost in Eindhoven. Nijmegen: IQ healthcare, UMC St Radboud; Eindhoven: Stichting KOH, 2013 −− WMO Magazine, nummer 3, juli 2014 −− World Economic Forum/McKinsey & Company, A vision for the Dutch health care system in 2040. Towards a sustainable, high-quality health care system, maart 2013 bijlagen
69
index ➔
inhoud −− −− −− −− −− −− −− −− −− −− −− −− −− −− −−
Yacht, Wendbaarheid en leiderschap, Wendbaarheidskompas, september 2013 ZDNet, Vijf trends in e-Health, 23 april 2013, www.zdnet.be Zorg en Welzijn, Nieuwsbrief, periode augustus 2013 - juli 2014 Zorg voor beter, Nieuwe hbo-leergang Ouderenwerk 3.0, 10 juni 2014 Zorg voor beter, Thema: Dementie. Handreiking voor gemeenten,
25 februari 2014
Zorg+Welzijn, Magazine, Jaargang 20, maart, mei, juni en juli 2014 Zorg voor innoveren, Nieuwsbrief, periode november 2013 - juli 2014 Zorg- en Ziekenhuiskrant, periode september 2013 - mei 2014 Zorgbalans, Ziekenhuizen en Treeknorm, versie 3.8, 26 september 2013 Zorggroep Almere, Maatschappelijke Business Case Verpleegkundige Praktijk, april 2013 Zorgkrant, periode oktober 2013 - februari 2014 Zorgmarkt Magazine, periode september 2013 - december 2013 ZorgPortaal, Nieuwsbrief, periode september 2013 - juli 2014 Zorgvisie, periode juli 2013 - september 2014 Zorgvisie ICT magazine, periode oktober 2013 - mei 2014
bezochte congressen
AWBZ, Wmo en Wet LIZ, 11 april 2014 Dag van de Gehandicaptenzorg, 19 november 2013 Dag van de GGZ, 10 december 2013 Health Valley Event, 13 maart 2014 HRM in de zorg, 17 september 2013 HRM in de zorg, 16 september 2014 Integrale Jeugdzorg, 30 juni 2014 In voor zorg-congres, 27 mei 2013 KiZ Congres, 6 november 2013 Medilex Medisch specialist, 10 april 2014 MedTechWest event 2014, 12 juni 2014 Nationaal Congres Jeugdgezondheidszorg, 26 september 2013 Scheiden van wonen en zorg; impact voor de zorgaanbieder, 15 mei 2013 Thuiszorgcongres, 25 juni 2013 Transitiecongres, 18 november 2013 Verenso jaarcongres, 29 november 2013 Zorg & Welzijn management Event, 11 juni 2014 Zorgmarktcongres, 13 december 2013
geraadpleegde websites www.actiz.nl www.alliade.nl www.amsta.nl www.artsennet.nl www.binnenlandsbestuur.nl www.bnr.nl 70
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
index ➔
inhoud www.caretogo.nl www.ed.nl www.eerstekamer.nl www.gemeente.nu www.gezondheidszorgbalans.nl www.ggznederland.nl www.invoeringbasisggz.nl www.invoeringwmo.nl www.invoorzorg.nl www.jcgroep.nl www.kinggemeenten.nl www.loc.nl www.matchpartner-zorg.nl www.medicalfacts.nl www.medischcontact.artsennet.nl www.mezzo.nl www.nieuwsuur.nl www.nivel.nl www.nji.nl www.noordhollandsdagblad.nl www.nu.nl www.nvz-ziekenhuizen.nl www.pianoo.nl www.telepsy.nl www.volkskrant.nl www.welkombijwil.nl www.werknemersindezorg.nl www.wmotogo.nl www.zorgkeus.nl www.zorgkrant.nl www.ziekenhuisgeneeskunde.nl www.zzpbarometer.nl
bijlagen
71
index ➔
inhoud
72
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
inhoud
Bijlage 2 Index A Apotheek 32 Arbeidsmarkt 51, 52, 54 AWBZ 27 B Basis-GGZ 14 Basispakket 22 Besparingen 11, 13, 17 Bestuurders 16, 17, 27, 58, 59 Bezuinigingen 13, 51 C Cao 51, 54, 55 Coachen 41, 56 Competenties 24, 56 Concentratie 13 D Decentralisatie 13, 17, 24, 28, 29 E Eerste Kamer 23, 52 Eerstelijnszorg 30 E-health 40, 47, 48 Eigen bijdrage 27 Extramuralisering 33, 42 F Financiering 14, 16, 32, 45 Flexibiliteit 52, 53, 55, 56 Fraude 15, 58 Fusie 30, 31
G Gehandicaptenzorg 11, 29, 54 Gemeente 21, 24, 26, 27, 28, 30, 31, 43, 45, 53 Gepast gebruik van zorg 15 Ggz 29, 48, 54 H Halvelijnszorg 38 Hervormen 21, 51 Huisartsenpost 32 Huisartsenzorg 14, 22, 33, 38 Huishoudelijke hulp 28, 51, 53 I Incidenten 44, 59 Indicatie 22 Informele zorg 28, 42, 43, 44, 56 Integrale bekostiging 14, 58 Internet 37 J Jeugdwet 23, 24, 26, 34 Jeugdzorg 23 K Kostenbeheersing 58 Kosteneffectiviteit 47 Kwaliteit van zorg 14, 29, 38, 41, 44, 51, 57, 58, 59 L Langdurige zorg 13, 21, 51 Leegstand 31 M Mantelzorg 41, 42, 43
bijlagen
73
inhoud
O Ontschotting 58 Ontslag 29, 30, 51, 52, 54 Overbehandeling 15 Overgangsrecht 24 Overheid 29, 30, 37, 41, 43 P Participatiewet 23, 26 POH GGZ 14 Poortwachter 22 Populatiebekostiging 15, 32 Preventie 32, 38, 57 R Rechtszaken 26, 28 Risico 29, 44 S Samenwerking 17, 28, 31, 32, 33, 56 Schaalgrootte 14, 28 Scheiden van wonen en zorg 17, 33 Scholing 51, 57 Sociaal domein 26 Specialistische zorg 13, 17 Spoedeisende hulp 14, 23, 32 Substitutie 14 T Technologie 41, 48 Thuiszorg 26, 43, 51 Toezicht 58 Transitie 21, 24, 28, 29, 44, 51, 56, 59 Tweede Kamer 55 U Uitgaven 11, 12, 13, 17
74
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
V Vakbond 53, 55 Veiligheid 59 Verantwoordelijkheid 39, 51, 58 Verpleeghuizen 33, 53 Verspilling 15 VGN 29 VNG 24, 27 W Wijkgericht werken 44 Wijkverpleegkundige 44, 45 Winst 16 Wmo 21, 25, 26, 27, 29, 33 Z Zelfredzaamheid 33, 56 Zelfzorg 38, 39, 40 Ziekenhuizen 11, 13, 14, 15, 16, 38, 39, 54, 58 Zorgcoöperatie 34, 37, 42 Zorginkoop 13, 23, 24, 25, 26, 41, 45, 48, 53 Zorgkosten 11, 16 Zorg op afstand 47 Zorgvastgoed 16 Zorgverzekeraar 13, 14, 15, 23, 30, 31, 32, 40, 41, 47 Zorgzwaartepakketten 42 Zvw 22 Zzp'ers 51, 52, 55
inhoud index
Bijlage 3
Verklarende woordenlijst ActiZ Vertegenwoordiging van zorgondernemers in verpleeg- en verzorgingshuiszorg, thuiszorg, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg ABU Algemene Bond Uitzendondernemingen ACM Autoriteit Consument & Markt AIO Arts in opleiding AMC Academisch Medisch Centrum AOW Algemene Ouderdomswet AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Cao Collectieve arbeidsovereenkomst CBS Centraal Bureau voor de Statistiek CIZ Centrum indicatiestelling zorg CPB Centraal Planbureau CVZ College voor zorgverzekeringen EZB Expertisecentrum Zorgfraude Bestrijding GGZ Geestelijke Gezondheidszorg Hbo-V Hoger beroeps onderwijs - Verpleegkunde HHT Huishoudelijke hulp toelage IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg KNMG Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst LIZ Langdurige Intensieve Zorg Mbo Middelbaar beroeps onderwijs Ministerie BKZ Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie SZW Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid Ministerie VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Mpt Modulair pakket thuis NPCF Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie NVZ Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen NVTZ Nederlandse Vereniging van Toezicht in de Zorg en Welzijn NVZD Vereniging van bestuurders in de zorg NZa Nederlandse Zorgautoriteit OMS Orde van Medisch Specialisten Pgb Persoonsgebonden budget POH GGZ Praktijkondersteuner Huisarts GGZ ROC Regionaal Opleidingen Centrum bijlagen
75
inhoud index RVZ Raad voor de Volksgezondheid en Zorg SCP Sociaal Cultureel Planbureau SDN Stichting Dienstapotheken Nederland SER Sociaal-Economische Raad SEH Spoedeisende Hulp UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen VGN Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland V&VN Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten VOG Verklaring Omtrent het Gedrag Vpt Volledig pakket thuis VUMC Vrije Universiteit medisch centrum Wajong Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten WGB Wet Goed Bestuur in de Zorg WHO Wereldgezondheidsorganisatie Wlz Wet langdurige zorg Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning WNT Wet Normering Topinkomens Wsw Wet sociale werkvoorziening WWB Wet werk en bijstand WWZ Wet werk en zekerheid ZBC Zelfstandig Behandelcentrum ZN Zorgverzekeraars Nederland ZO! Zelfzorg Ondersteund ZonMw Zorgonderzoek Nederland Medische Wetenschappen Zvw Zorgverzekeringswet ZZP Zorgzwaartepakket Zzp Zelfstandige zonder personeel
76
de zorg terug naar de tekentafel, het vervolg
Lunettenbaan 59 | 3524 GA Utrecht Postbus 85266 | 3508 AG Utrecht T 030 - 2669 400 |
[email protected] | www.fwg.nl
belangrijkste trends en ontwikkelingen in de Nederlandse gezondheidszorg. In ‘De zorg terug naar de tekentafel, het vervolg’ wordt beschreven wat de stand van zaken en de nieuwste bewegingen zijn als het gaat om de thema’s die vorig jaar aan bod kwamen in ‘De zorg terug naar de tekentafel’ (2013). Actuele informatie op het gebied van kostenbeheersing komt aan bod,
fwg trendrapport
Het FWG Trendrapport geeft een helder en actueel overzicht van de
evenals de nieuwste bewegingen in het veranderende zorglandschap, in de vorm van fusies, faillissementen, andere businessmodellen en nieuwe toetreders. Ook beschrijven we hoe ‘gezondheid dicht bij huis’ vorm krijgt in vele burgerinitiatieven en hoe de veranderingen zichtbaar worden in functies in alle lagen van zorgorganisaties. FWG vindt het belangrijk om de zorgsector andere betrokken partijen kan de informatie uit dit rapport worden gebruikt om tijdig op veranderingen in te spelen. isbn/ean: 978-90-78497-09-7
de zorg terug naar de tekentafel | het vervolg
inzicht te verschaffen in relevante ontwikkelingen. Voor zorgorganisaties en
2014