Inhoud Colofon Hongarijesprokkels is toeristisch-cultureel tijdschrift Hongarije, uitgegeven door Vlaams Toeristisch Infocentrum Hongarije.
een over het voor
Redactie Frederik Vandenbroucke Met dank aan Géza Pintér, Gabriella Fdi, Zsuzsanna Kiliti, Károly Szcs, Ágnes Szke, Viktória Papp, Tibor Gergely, József Haragovics, Kosztasz Rizojannisz, Tamás Papp, Lajos Fábián, László Balogh, Martine Rosselle, Klara Erkens, Saartje Brockmans, Farah Buelens, Gert Loosen, Györgyi Lantos, Eszter Gordon, Zsuzsanna Lévai, Luc Haverals, Péter Bogár, Frouke Schouwstra, Willy Brock, André Van De Sompel, Ann De Bruyne, Ildikó Bene, Robin Steins, Marieke Vantieghem, Authentic Hongaars Bt., Hugh Brockmans, Gil Géron, Lea Roelens, Kris Vanheusden, Global Wineries nv, Boglárka Kuslics en Gabriël Vandenbroucke Abonnement 15 per jaar (4 nummers) Het abonnementsgeld kan overgemaakt worden op rekeningnr. 979-9621666-47 op naam van Toerisme Hongarije, Augustijnenstraat 16, B-8900 IEPER met vermelding “Hongarijesprokkels”. Voor overschrijvingen vanuit Nederland of Hongarije dienen het IBANnr. BE22 9799 6216 6647 en de BICcode ARSPBE22 te worden aangegeven. ♥ Vlaams Toeristisch Infocentrum voor Hongarije, Ieper Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd of openbaar gemaakt worden, op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
INHOUD
Voorwoord
4
Stad in de kijker Kiskunhalas, centrum van het Hongaarse kantwerk
5
Hongarije natuurlijk De grot van Abaliget
13
Attractie … een ommetje waard Het Spoorweglampenmuseum van Fertszéplak
15
Dorp in het vizier Beloiannisz, een stukje Griekenland in Hongarije
17
Folklore & tradities Paus Johannes Paulus II en Hongarije
22
Gastronomie Slambuc
26
Vlaams-Hongaarse relaties Liefdadigheidsproject Muzemix Dilsen-Stokkem - Kindertehuis Kunfehértó
27
Nieuws
29
Evenementenkalender
34
Speel mee en win ! Speurpuzzel Stuur een kaartje en win !
37 38
3
Voorwoord Beste vrienden van Hongarije, Ik ben zeer verheugd u het eerste nummer van de tweede jaargang van ons magazine Hongarijesprokkels te mogen aanbieden. Ik wil dan ook eerst en vooral mijn dank betuigen aan alle lezers van de eerste jaargang die hun abonnement vernieuwden en aan alle nieuwe lezers die er dit jaar zijn bijgekomen ! We zullen opnieuw ons uiterste best doen om u te informeren over leuke, bijtijds onontgonnen plekjes in Hongarije en u ook zo goed mogelijk op de hoogte houden van toeristische en culturele nieuwigheden in en over Hongarije. Zoals reeds aangekondigd in het laatste nummer van de eerste jaargang is het tijdschrift vanaf dit jaar uitgebreid met vier blz., dus 40 in totaal. Daardoor is er ruimte voor een extra rubriek, nl. “Dorp in het vizier”. Daarin beschrijven we telkens een merkwaardige gemeente in Hongarije. De structuur is dan ook gelijkaardig aan die van de rubriek “Stad in de kijker”. Wat heeft het eerste nummer zoal te bieden ? Vooreerst gaan we op stap in Kiskunhalas, de kanthoofdstad van Hongarije in de Zuidelijke Laagvlakte. Met deze stad kunt u tevens kennismaken op de diavoorstelling gedurende het Hongaars weekend dat we op 3 en 4 september in Ieper organiseren. U verneemt er alles over in de evenementenkalender. Met de natuurfanaten trekken we naar de grot van Abaliget, niet zover van Pécs. Een museum over spoorweglampen ? Hoe komt men daar nu bij ? U leest er alles over in de rubriek “Attractie … een ommetje waard”. Daarna komt de nieuwe rubriek “Dorp in het vizier” aan de beurt. We gaan er op verkenning in Beloiannisz, een dorpsnaam die niet echt Hongaars klinkt. Inderdaad, Beloiannisz verwijst immers naar een Griekse communist. Het dorp is dan ook een echt stukje Griekenland in Hongarije. Nu de nieuwe paus Benedictus XVI aan het roer van de katholieke kerk is gekomen, hebben we in de rubriek “Folklore en tradities” als eerbetoon aan de overleden paus een artikel geschreven over Johannes Paulus II en Hongarije. Vervolgens proeven we van slambuc, een typisch herdersgerecht uit de poesta. Nadat ons buikje daarmee rond is, krijgt u het belangrijkste toeristischculturele nieuws van de voorbije drie maanden voorgeschoteld, gevolgd door de kalender van Hongaarse activiteiten in België voor het komende trimester. Zoals gewoonlijk gaan er ook in dit nummer op het einde twee prijzen de deur uit. Meedoen en indien u naar Hongarije gaat, een kaartje sturen, is dus de boodschap ! Ik wens u veel leesgenot en tevens een prettige vakantie (wie weet wel in Hongarije) toe ! Daarnaast hoop ik u ook te mogen verwelkomen op ons Hongaars weekend op 3 en 4 september in Ieper !
BENT U NIEUW ABONNEE EN WENST U DE NUMMERS VAN DE 1STE JAARGANG NOG TE ONTVANGEN ? DAT KAN ! MAIL VOOR MEER INFO NAAR
Met vriendelijke groeten,
Frederik Vandenbroucke voorzitter Vlaams Toeristisch Infocentrum voor Hongarije
[email protected]
VOORWOORD
4
Kiskunhalas, centrum van het Hongaarse kantwerk Ligging Kiskunhalas is een stad van ongeveer 30 000 inwoners in de provincie Bács-Kiskun in de regio Zuidelijke Laagvlakte. Lange tijd was de stad het centrum van de streek Kiskunság of Klein-Komanië. Kiskunhalas ligt in het zgn. “Homokhátság”, een gebied met heel wat zandheuvels. In de omgeving van de stad situeren zich twee meertjes, nl. het Sóstó of Zoutmeer en het Kun-Fehér-tó of Komaanse Witte Meer. De provinciehoofdstad Kecskemét ligt 63 km van Kiskunhalas verwijderd.
Geschiedenis in een notendop Verschillende archeologische vondsten hebben aangetoond dat de omgeving van Kiskunhalas al sinds de oertijd bewoond is. Omstreeks 1246 kwamen zich zeven Komaanse volksstammen in een groot deel van Oost-Hongarije vestigen, waaronder de Csertán-groep in de streek van Kiskunhalas. In enkele eeuwen tijd assimileerden ze zich volledig met de Magyaren. De eerste schriftelijke vermelding van Halas dateert van 1347. De nederzetting kreeg al snel het statuut van marktstad. Ten tijde van de Turkse bezetting kwam de stad verschillende keren in gevaar. Vanaf 1596 was ze meerdere decennia lang onbewoond. Kiskunhalas dankte haar instandhouding aan het feit dat het een sultanaatszetel werd. Tijdens de calvinistische reformatie in de 16de en 17de eeuw bekeerden haast alle inwoners zich tot het protestantisme. Na de verdrijving van de Turken bestond bijna 3/4 van de resterende bevolking uit inwijkelingen. Een groot deel van hen was afkomstig uit ZuidTransdanubië en de omgeving van Szeged. Nadat de Habsburgse landvoogd en de keizer meerdere malen de voorrechten van het gebied Jászkunság bekrachtigd hadden, gaf het Weense hof de regio in 1702 toch in pand. Door deze onderwerping kreeg de vrijheidsstrijd van Ferenc II Rákóczi grote steun vanuit de stad. Op 5 oktober 1703 vond er even ten oosten van Kiskunhalas een bloedige veldslag plaats die het leven kostte aan 234 opstandelingen. Ook de leider van de vijandige Habsburgse troepen kwam om het leven. De Komanen en de Jazygiërs berustten niet zomaar in de onwettige verkoop van hun gebied. Met het oog op de herwinning van hun voorrechten kochten ze zich in 1745 vrij van de Habsburgers. Ook Kiskunhalas droeg daartoe bij met een aanzienlijke som gouden florijnen. Deze Eerste schets van Kiskunhalas uit 1784 gebeurtenis, die ook wel gekend is onder de naam “redemptio”, was uniek in het 18de-eeuwse Hongarije. Tot in 1754 was Kiskunhalas het centrum van Kiskunság of Klein-Komanië. Door de protestantse koppigheid van de bevolking verloor de stad toen haar rang van regionale hoofdplaats. Omstreeks 1760 waren er opnieuw meer en meer aanhangers van het katholicisme, o.a. dank zij de komst van verschillende inwijkelingen.
STAD IN DE KIJKER
5
Aan het begin van de 19de eeuw kende de stad een enorme ontwikkeling door de groei van het aantal industriëlen en handelaars. De stad stuurde heel wat soldaten naar de vrijheidsstrijd tegen de Habsburgers van 1848-1849. Tijdens het absolutistische bewind was Kiskunhalas kantonhoofdplaats. Door de administratieve hervormingen verdween de regio Jászkunság. Op die manier werd Kiskunhalas in 1876 samen met Klein-Komanië opgenomen in de provincie Pest-Pilis-Solt-Kiskun. De stad bleef zich economisch verder ontwikkelen, wat ervoor zorgde dat er heel wat gebouwd werd vanaf de eeuwwisseling. Naast de vroegere barokke en classicistische panden kwamen heel wat moderne openbare en private gebouwen tot stand. De bouwwoede werd tijdens de Eerste Wereldoorlog aanzienlijk afgeremd. Tijdens de oorlog verloor Kiskunhalas meer dan 1000 soldaten. In W.O. II had de stad nog eens af te rekenen met een 1000-tal slachtoffers, waaronder soldaten, joden en martelaren. Na de oorlog kwam het tot een herverdeling van de landbouwgrond. Op het einde van de jaren 1950 waren er op het grondgebied van de stad zeven kolchozen operatief. Eertijds was Kiskunhalas in oppervlakte de zesde stad van Groot-Hongarije (het Hongarije van voor het Trianon-verdrag in 1920). In het derde kwart van de 20ste eeuw moest de stad echter veel van haar Tztorony of grondgebied afstaan. Pirtó scheurde zich in 1947 af tot een autonome Brandtoren gemeente. In 1952 werden nog eens drie dorpen zelfstandig, nl. Kunfehértó, Balotaszállás en Zsana. Twintig jaar later werden de gehuchten Bodoglár en Tajópuszta van Kiskunhalas naar Kiskunmajsa overgeheveld.
Monumentale gebouwen in tal van stijlen Het Városháza of Stadhuis (Hsök tere 1) is het meest karakteristieke monument van Kiskunhalas. De gevel aan de Köztársaság utca kwam in 1833-1834 naar ontwerp van Ágoston Fischer in classicistische stijl tot stand. In 1905-1906 werd het stadhuis aan de kant van het Hsök tere onder leiding van de architecten Rezs Hikisch en Henrik Kotál uitgebreid met een vleugel in Secession-stijl. De gevel wordt verfraaid met typische Hongaarse siermotieven. Op de hoek Városháza of Stadhuis met staat de Tztorony of Brandtoren die bekroond wordt door Tztorony of Brandtoren een peervormige spits. De toren wordt d.m.v. schietgatachtige vensters doorbroken. De naam “Tztorony” duidt op het feit dat eertijds een wachter bovenop de toren de omgeving in de gaten hield en in geval van brand alarm sloeg. Een stuk van de achtergevel van het stadhuis aan het Bethlen Gábor tér werd gebouwd als Színház of Theater. Boven de vensters prijken allegorische figuren die verwijzen naar het Griekse toneel. De Szts József Általános Iskola of Lagere School József Szts (Köztársaság u. 9) is een monumentaal gebouw in een speciale bouwstijl. De school werd in 1913 opgericht naar de Színház of Theater plannen van Dénes Györgyi. De gevel met rode tegels en twee torens verwijst tegelijk naar de traditionele bouwelementen als naar de principes van de moderne functionaliteit. Het Szilády Áron Református Gimnázium of Protestants Gymnasium Áron Szilády (Kossuth u. 14) werd in neorenaissancestijl ontworpen volgens de plannen van József Kauser in 1892. De school bracht twee bekende leraars voort, nl. literatuurhistoricus Áron Szilády (1837-1922) en taalkundige József Thúry (1861-1906). In het gebouw is ook de Szilády Galéria of Galerie Szilády
STAD IN DE KIJKER
6
ondergebracht, waar wisselende tentoonstellingen beeldende kunst worden gehouden. De school heeft eveneens een rijke bibliotheek met enkele zeldzame werken. De stad heeft nog verschillende bezienswaardige panden. Zo verdienen in de Szilády Áron utca het Gál-ház (nr. 14), het Péter-Monszpart-ház (nr. 17) en het Rocsek-ház (nr. 31) de aandacht. Ook het Közösségek Háza of Gemeenschapshuis (Bokányi Dezs u. 8) is een merkwaardig gebouw. Het werd in 1897 in eclectische stijl opgericht als casino. De Sáfrik-malom of Sáfrikmolen staat in het noorden van de stad op de hoek van de Kölcsey utca en de Szélmalom utca. Antal Hunyadi liet de molen Szts József Általános Iskola of omstreeks 1860 bouwen. Als materiaal werd Lagere School József Szts leemsteen gebruikt, maar in 1892 werd hij in een bakstenen pak geplaatst. József Sáfrik kocht de molen in 1901 en liet hem met een verdieping verhogen. In 1920 werd nog een cilinderzeef ingebouwd, opdat de vervaardigde bloem van een nog betere kwaliteit zou zijn.
Kerken en andere religieuze monumenten
Közösségek Háza of Gemeenschapshuis
De Református templom of Hervormde Kerk werd tussen 1813 en 1823 op het Hsök tere gebouwd naar de plannen van János en Frigyes Schwörtz. Al omstreeks 1570 stond hier een protestantse kerk. Bijna de volledige bevolking van Kiskunhalas bekeerde zich immers in 1541 tot het protestantisme. Het huidige bedehuis in laat-barokke stijl vertoont al enkele classicistische elementen. In 1903-1904 werd de torenspits verhoogd. Tot het interieur behoren een waardevolle kansel en een priesterstoel in empirestijl. Op de zuidmuur van de kerk werd in 1995 de Csokonai Vitéz Mihály emléktáblája of gedenkplaat voor Mihály Vitéz Csokonai bevestigd als aandenken aan de 200ste verjaardag van het bezoek van de dichter aan Kiskunhalas. Op de gedenkplaat prijken de beeltenis en een vers van Csokonai. Vlakbij deze gedenkplaat ligt de Szégyenk of Schandsteen. Net zoals aan een schandpaal werden op deze steen mensen die een bepaalde zonde begaan hadden in het publiek bespot. Concreet ging het vooral om zonden als werken op zondag, diefstal, overspel, zedeloos gedrag, liegen, vloeken en het beledigen van medemensen. Deze strafvorm was tot 1792 in gebruik.
De Parókia of Pastorie (Hsök tere 2) werd in 1777 opgetrokken met een Sáfrik-malom of Sáfrik-molen fraaie voorgalerij langs de kant van de binnenplaats. Het classicistische hek dateert van omstreeks 1850. De Zsinagóga of Synagoge (Petfi u. 1) werd tussen 1857 en 1861 in laat-classicistische stijl gebouwd. De spitsboogvensters vertonen al kenmerken van de romantiek. De joodse gemeenschap in Kiskunhalas ontstond aan het begin van de 19de eeuw. Op het domein van de synagoge bevinden zich ook een winterbedehuis, een woning voor de rabbijn, een gemeenschapscentrum, een schooltje, een slachthuis en een begraafplaats. Enkel het rituele bad werd in de loop der tijden gesloopt. Op de straatgevel van de synagoge prijkt de tekst “Egyedül
STAD IN DE KIJKER
Református templom of Hervormde Kerk
7
Istennel”, wat zoveel wil zeggen als “Alleen met God”. De toegang bevindt zich aan de tuinzijde. De voorhal rust op vier pijlers. Op het fronton staat in het Hebreeuws te lezen “Dit is de poort van de eeuwigheid”. Op het Szentháromság tér verheft zich de Szent Péter és Pál-templom of Sint-Petrus- en Pauluskerk, de rooms-katholieke kerk van de Alsóváros of Benedenstad. Het bedehuis werd in 1770 in laat-barokke stijl opgericht onder leiding van architect Jakab Gföller. Van 1937 tot 1940 werd de kerk uitgebreid. Het schilderij boven het hoofdaltaar stelt het afscheid van Petrus en Paulus voor hun terechtstelling voor. De van rijke ornamenten voorziene fresco’s werden geschilderd door het uit Polen gevluchte echtpaar Karol Malczyk en Milanda Pawlik. Zsinagóga of Synagoge Naast de kerk staat de barokke Kálvária of Calvarie uit 1825. Merkwaardig is dat de twee misdadigers aan weerszijden van Christus met touwen i.p.v. met nagels gekruisigd zijn. In het plantsoentje voor de kerk bevinden zich verder nog het Nepomuki Szent János-szobor of standbeeld van de heilige Johannes-Nepomucenus uit 1928 en het Szentháromságszobor of Drievuldigheidsbeeld uit 1910. De Jézus Szíve-templom of Heilig Hartkerk op de hoek van het Szabadság tér en de Fácán utca is de rooms-katholieke kerk van het stadsdeel Felsváros of Bovenstad. Het éénbeukige bedehuis Szégyenk of Schandsteen dateert uit 1934. Aan de linkerzijde staat een groot betonnen kruis. Rechts van de kerk bevindt zich een beeld van de gekruisigde Christus. Naast de spoorweg, ter hoogte van de Rakodó utca en de Kárpát utca, ligt het Régi Református Temet of Oud Protestants Kerkhof. De begraafplaats telt heel wat monumentale graven, zoals die van József Thúry, Áron Szilády, Lászlóné Nagy Czirok, Ern Stepanek, Mária Markovits en Károly Sass. Bepaalde graven werden beschermd als deel van het nationale pantheon.
Stad van het kantwerk Kiskunhalas staat bekend als de stad van het Hongaarse kantwerk. Árpád Dékáni was de man met wie het allemaal begon. Hij maakte in 1902 de eerste kantontwerpen. De eerste echte kantwerkjes werden geboren uit de hand van Mária Markovits. De Halasi Csipke of Kant van Halas is geen gekloste kant, zoals in Vlaanderen, maar wel genaaide kant. Typisch voor deze kant zijn de krachtige contouren. In de loop van de 20ste eeuw werd het kantwerk van Kiskunhalas een waardige concurrent van de in heel Europa bekende Brusselse en Venetiaanse kant. De prachtige werkjes waren op meerdere wereldtentoonstellingen te zien en wonnen er ook verschillende grote prijzen en onderscheidingen. Szent Péter és Pál-templom of Sint-Petrus- en Pauluskerk
STAD IN DE KIJKER
8
De kantwerkstukken die aanvankelijk authentieke Hongaarse motieven voorstelden, kunnen in drie categorieën ingedeeld worden. Vooreerst waren er de randkant, kragen en jabots met bloem- en bladpatronen. Een tweede soort waren de rand- en waaierkant met dierenmotieven. De derde groep bestond uit figuratieve kant die boerenfiguren in hun traditionele klederdracht voorstelde. Ter bescherming van de steeds populairder wordende kant van Kiskunhalas voerde de lokale handelskamer in 1934 een keurmerk in dat de drie gekruiste vissen uit het wapenschild van de stad voorstelde. Een jaar later, op 23 juni 1935, werd het Csipkeház of Kanthuis ingehuldigd door toenmalig burgemeester Imre Fekete. In het gebouw kreeg de collectie van de Halasi Csipkeszövetkezet of Kantcoöperatie van Halas een plaatsje en kwam er ook een kantwerkersatelier tot stand. In 1939 werd het Kanthuis al uitgebreid. Door de Tweede Wereldoorlog lag het werk in het atelier vanaf 1942 stil. Mária Markovits zette het naaien van kant thuis verder. Ze probeerde ook zoveel Halasi Csipke of Kant van Halas mogelijk materiaal uit het Kanthuis van plundering te redden, maar dat nam niet weg dat er van de eens zo rijke interieurstukken, kantontwerpen en kantwerkstukken maar een fractie meer overbleef. Van 1953 tot 1957 werd het beschadigde gebouw hersteld. Ondertussen was er al opnieuw een kantnaaicursus begonnen met 14 leerlingen. De kant van Kiskunhalas begon daarmee aan een nieuwe bloei. Doorheen de jaren werden op verschillende internationale tentoonstellingen kantwerkjes uit de stad geëxposeerd. Er was ook heel wat vraag naar kantwerk op maat, zowel in binnen- als buitenland. Zo werden al heel wat wapenschilden van steden en dorpen en logo’s van bedrijven in kant van Csipkeház of Kanthuis Kiskunhalas uitgewerkt. In 1997 werd het Csipkeház nog maar eens uitgebreid. De Halasi Csipke Közalapítvány of Stichting Kant van Halas die het huis beheert, bood de laatste jaren aan verschillende hoogwaardigheidsbekleders een kantgeschenk aan, zoals aan paus Johannes Paulus II, de Japanse prinses Hitachi, de echtgenotes van de presidenten van Frankrijk, Tsjechië, Libanon en Cyprus, de Japanse keizerin en de Britse koningin Elisabeth II.
Csipkemúzeum of Kantmuseum in het Csipkeház of Kanthuis
STAD IN DE KIJKER
Naai-atelier in het Csipkeház of Kanthuis
9
De permanente tentoonstelling van het Csipkemúzeum of Kantmuseum (Kossuth u. 37 a) dat zich in het Csipkeház bevindt, biedt een overzicht van het verleden en het heden van de kant van Kiskunhalas. Naast de vele tentoongestelde kantwerken kan men er ook de verschillende gehanteerde patronen bewonderen. In het bijhorende atelier kunnen kantwerksters elke dag terecht om in alle rust aan hun kunstwerkjes te naaien. Daarnaast zijn er in het Csipkeház een conferentiezaal en expositieruimtes aanwezig. Voor het muurtje bij de dreef die naar het Csipkeház leidt, staat het Csipkevarrók szobra of Kantnaaiersbeeld, een werk van het echtpaar Ilona Mózer Mezfi en Károly Barth uit 1994. Het stelt Árpád Dékáni als eerste kantontwerper en Mária Markovits als eerste kantnaaister van Kiskunhalas voor.
Fraaie beeldhouwwerken Het Kantnaaiersbeeld mag dan wel het bekendste beeld van Kiskunhalas zijn, toch zijn er her en der nog interessante beelden in de stad te zien. Op de hoek van de Kossuth utca en de Bercsényi utca staat het Búsúló kuruc szobra of het beeld “Bedroefde rebel”. Het monument werd in 1904 opgericht en is een werk van József Damkó. Het herinnert aan de slag bij Kiskunhalas van 5 oktober 1703 die een onderdeel vormde van de vrijheidsstrijd tegen de Habsburgers o.l.v. vorst Ferenc II Rákóczi. Deze bloedige veldslag kostte aan 234 mensen het leven.
Csipkevarrók szobra of Kantnaaiersbeeld
Op het Hsök tere, in een plantsoentje voor de Hervormde Kerk, staat het Petfi Sándor szobra of standbeeld van Sándor Petfi, de bekendste dichter van Hongarije die geboren werd in Kiskrös, een stadje 30 km ten noordwesten van Kiskunhalas. Het beeld, vervaardigd door Gábor Mihály, werd in 1978 ingehuldigd. Tegenover de kerk staat het Szilády Áron mellszobra of borstbeeld van Áron Szilády, een werk van István Szentgyörgyi uit 1927. Szilády was een voornaam geschiedkundige in de literatuur. Het gymnasium waar hij lesgaf, werd naar hem genoemd.
Aan de oostzijde van het stadhuis strekt zich het Bethlen Gábor tér uit. Ook hier zijn er twee beelden die de aandacht verdienen. Het eerste is de Hollós-kút of Ravenfontein van de hand van de beeldhouwers Ilona Mózer Mezfi en Károly Barth uit 1993. Het tweede is het Garbai Sándor mellszobra of borstbeeld van Sándor Garbai. Het beeld dat op een kalkstenen sokkel staat, werd vervaardigd door Viktor Kalló in 1987. Sándor Garbai, die aanvankelijk metselaar was van beroep, wierp zich op tot een vooraanstaand sociaal-democratisch politicus en speelde een belangrijke rol bij het ontstaan van de Radenrepubliek in 1919. In het plantsoentje op het Szabadság tér staat het Gábor Áron mellszobra of borstbeeld van Áron Gábor. Deze militair, afkomstig uit het Székely-gebied in Transsylvanië, bekwaamde zich in de wapenkunde en was vooral goed op de hoogte van kanonnen. Hij speelde een belangrijke rol in de vrijheidsstrijd van het Székely-gebied tegen de Habsburgers in 1848-1849. In die strijd werd hij in juli 1849 dodelijk getroffen. Het witstenen beeld is een werk van Gyula Szikszai. In 1957 werd het ingehuldigd op de koer van de Áron Gábor-kazerne aan de Szegedi út. Op 24 mei 2001 werd het beeld naar zijn huidige stek Petfi Sándor szobra overgebracht. Voor het kunstwerk staat een kanon. of standbeeld van Sándor Petfi
STAD IN DE KIJKER
10
Interessante musea Naast het Csipkeház of Kanthuis beschikt de stad over nog enkele interessante musea. Het Thorma János Múzeum of János Thormamuseum (Köztársaság u. 2) is gevestigd in het Kolozsvári-ház, een fraai eclectisch burgerhuis uit 1887. De collectie van het museum is grotendeels afkomstig uit het in 1874 opgerichte antiquiteitendepot van de Hervormde Kerk. Tegenwoordig zijn er een 70 000-tal objecten te bewonderen. Enkele waardevolle voorwerpen zijn de glazen drinkhoorn van de Avaren, opgegraven in het dorp Csólyospálos, de grafvondsten van de Balota-poesta uit de tijd van de landname, de gildekeure en de plattegrond van de stad Kiskunhalas uit 1784. De permanente tentoonstelling “Halas, a Kiskun mezváros” of “Halas, de marktstad van Klein-Komanië” belicht de geschiedenis van de stad. In de Thorma-galerij kunnen schilderijen Thorma János Múzeum of János Thormamuseum bezichtigd worden van János Thorma, de naamgever van het museum. Zijn bekendste werken zijn “Talpra magyar” of “Sta op, Hongaar” en “Aradi vértanúk” of “Martelaren van Arad”. Het museum heeft ook nog een belangrijke muntenverzameling met als naam “Magyarországi pénzek; kiskunhalasi érmék, jelvények” of “Munten van Hongarije, penningen en insignes van Kiskunhalas”. Op de binnenkoer van het museum worden enkele etnografische voorwerpen uit de 18de en 19de eeuw tentoongesteld. Het Gyjtemények Háza of Verzamelingenhuis (Bokányi Dezs u. 4) kwam in 1986 tot stand in het Dobó-ház, een eclectisch herenhuis uit het einde van de 19de eeuw. Er is een permanente expositie van schilderijen van Viola Berki. Het pand biedt daarnaast onderdak aan tijdelijke tentoonstellingen van het János Thormamuseum. De Diószegi Balázs kiállítása of tentoonstelling van Balázs Diószegi (Bajcsy-Zsilinszky u. 5) is Diószegi Balázs kiállítása of tentoonstelling van Balázs Diószegi in het Végh-kúria of ondergebracht in het Végh-kúria of herenhuis van de familie Végh dat omstreeks 1840 in classicistische herenhuis van de familie Végh stijl werd opgericht. Balázs Diószegi noemde zichzelf wel eens de laatste Hongaarse boerenschilder. In plaats van traditionele landschappen legde hij zich toe op het schilderen van expressieve genrestukken van het boerenleven. Het Tájház of Heemkundig Museum (Marx tér 1) is een typisch boerenhuis van de poesta. De woonst met een vrije schoorsteen is van een rieten dak voorzien. Binnenin kan de bezoeker kennismaken met het leven van een landbouwersgezin in vroeger tijden aan de hand van typische voorwerpen en interieurstukken. Het pand is tevens de zetel van de Városvéd Egyesület of Vereniging voor Stadsbescherming. In de II. Rákóczi Ferenc Szakközépiskola of Middelbare Technische School Ferenc II Rákóczi (Kossuth u. 39) bevindt zich de Vadászati Tájház of Heemkundig Museum trófeagyjtemény of Jachttrofeeënverzameling, afkomstig van László Földes die zijn collectie in 1985 aan de stad schonk. In de tuin van het internaat van dezelfde school (Felsipartelep 2) kan men van half mei tot half juni de Irisz-fajta virággyjtemény of Iris-bloemsoortenverzameling bewonderen. Met zijn 1001 irissen is het de grootste tuin in zijn soort van het land.
STAD IN DE KIJKER
11
Ontspannen in of aan het water Het Sóstó of Zoutmeer strekt zich iets ten noorden van het stadscentrum uit. Het 53 ha grote meer is een overblijfsel van het netwerk van vijvers en waterlopen dat zich aan het begin van de 19de eeuw rond de stad bevond. In 1862 bouwde István Kollman bij het meer een classicistische csárda en een houten badhuis. Sándor Kolozsvári Kiss richtte in 1903 naast het oude badhuis een hotelletje en een nieuw paviljoentje met een ingebouwde stenen badkuip op. In 1916 werd het zgn. “strandfürd” of “strandbad” aangelegd. De periode 1920-1930 was de gouden tijd van het Sóstó. Het geneeskrachtige water lokte heel wat kuurgasten. Tijdens W.O. II werden het bad en de onmiddellijke omgeving verwoest. Tegenwoordig is de plek opnieuw een oase van rust en ontspanning geworden. Heel wat mensen komen hier vissen, watersporten, picknicken, fietsen en zwemmen. Op 20 augustus 2000 werd een uitkijktorentje bij het meer geplaatst. Het meer heeft ook een rijke fauna en flora. Qua zoogdieren is het vooral in trek bij visotters en woelratten. Er zijn verschillende vogels die zich hier nestelen, zoals de bruine kiekendief, de fuut, de karekiet, de meerkoet, de wilde eend, het woudaapje en het waterhoentje. Enkele vogels die het gebied tijdens de trek graag frequenteren zijn de blauwe reiger, de zilverreiger, de zwaan en de meeuw. Amfibieën als de ringslang, de moerasschildpad en diverse kikkersoorten zijn ook aanwezig. Het Sóstó bevat meer dan 20 vissoorten, zoals de zeelt, de snoek, witvissoorten, de kroeskarper, de forel, de Europese hondsvis en de grote modderkruiper. Op de oevers van het meer staan planten als de grote en kleine lisdodde, de moerasorchis, de harlekijn en de Siberische iris. De meest voorkomende bomen in het parkgebied rond het meer zijn de zomereik, de gewone esdoorn, de Amerikaanse es, de zwarte els, de veldiep, de linde, de plataan, de acacia, de berk en meerdere soorten sparren. Het Halasthermál Fürd of Thermaalbad Halas (Nagy Szeder István u. 1) is een badcomplex bestaande uit zit-, zwem- en speelbaden. Het alkali-hydrogeenhoudende kuurwater is geschikt voor de behandeling van degeneratieve gewrichtspijnen, slijtage van het kraakbeen, bepaalde gynaecologische aandoeningen en post-operatieve behandelingen.
Meer informatie Kiskunhalas Kistérségi Iroda Köztársaság u. 1 H-6400 KISKUNHALAS Tel. +36 77 523 153 Fax +36 77 428 288 E-mail:
[email protected] Website: www.kiskunhalas.hu Sóstó of Zoutmeer Bronnen: *SZAKÁL, A. & PINTÉR G., Kiskunhalas térkép, Kiskunhalas Város Önkormányzata, Kiskunhalas, 2004, 8 blz. *De poesta en het Tisza-meer: Water dat wonderen doet voor uw gezondheid, Magyar Turizmus Rt., Budapest, 2004, 37 blz. *www.csipke.halas.hu *www.kiskunhalas.hu *Régi Református Temet (Kiskunhalas), www.kjmk.hu *www.rakoczi-khalas.sulinet.hu *A Kiskunhalasi Református Templom, www.ref.halas.hu *www.szelmalom.halas.hu *Csokonai-emléktábla, Kiskunhalas, www.vendegvaro.hu *Gyjtemények Háza, Kiskunhalas, www.vendegvaro.hu *Református templom, Kiskunhalas, www.vendegvaro.hu *Római katolikus templom (Szent Péter és Pál), Kiskunhalas, www.vendegvaro.hu *Thorma János múzeum, Kiskunhalas, www.vendegvaro.hu *A kiskunhalasi zsinagóga, www.zsido.hu
STAD IN DE KIJKER
Uitkijktorentje bij het Sóstó of Zoutmeer
12
De grot van Abaliget Ligging De grot van Abaliget, op het grondgebied van de gelijknamige gemeente, ligt in het Mecsek-gebergte op een 15-tal km ten noordwesten van Pécs in de Zuid-Transdanubische provincie Baranya. De grot en de onmiddellijke omgeving zijn beschermd en behoren tot het Duna-Dráva Nemzeti Park of Nationaal Park Donau-Dráva.
Even terug in de tijd De verkarsting van het Mecsek-gebergte en het ontstaan van de grot van Abaliget situeren zich ergens op de rand van het Laat-Pleistoceen en het Vroeg-Holoceen. De beek die door de grot stroomt, voerde heel wat slib met zich mee, wat een belangrijke rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de grot. De oermens moet al op de hoogte zijn geweest van het bestaan ervan, want in de grot vonden onderzoekers sporen van een vuurhaard uit de steentijd. De plaatselijke molenaar József Mattenheimer herontdekte de grot samen met enkele vrienden in 1768. Voordien kende men in het dorp enkel de voorholte die eertijds door de eerste parochiepriester van Abaliget als kelder werd gebruikt. Ze kreeg daardoor in de volksmond de naam “Paplika” mee als woordspeling op paprika. “Pap” is immers het Hongaarse woord voor “priester”. Priester János Chalupni wijdde bijna zijn hele leven aan de grot. In 1884 verzamelde hij zoveel geld bijeen uit diverse schenkingen, dat men kon beginnen met de uitbouw van de grot. In 1905 verscheen de eerste gedetailleerde gids, geschreven door Emil Myskowszky. László Kevi en Béla Vass zetten het onderzoek van de grot voort vanaf 1954. Toegang tot de grot Ze ontdekten o.a. de zgn. “Nagyterem” of “Grote Zaal” en verschillende zijtakken. Drie jaar later werd de grot geopend voor toeristen. In 1977 werd een nieuwe gecorrigeerde kaart van de grot uitgegeven. De grot en het gebied errond met een oppervlakte van 1 ha kregen de status van “Természetvédelmi Terület” of beschermd natuurgebied als onderdeel van het in 1996 opgerichte Duna-Dráva Nemzeti Park of Nationaal Park Donau-Drava. In een recent verleden werd de grot van nieuwe verlichting en voetpaden voorzien. Jaarlijks komen er ca. 80 000 toeristen op bezoek die er in groepjes van maximum 40 personen worden rondgeleid.
Stelsel van gangen
Hoofdas van de grot
De grot van Abaliget is één van de meest opmerkelijke kalksteengrotten van Hongarije. Het tot nu toe gekende gangenstelsel dat een lengte van ca. 1380 m beslaat, is uit een hoofdas en drie zijtakken opgebouwd. De hoofdas bevindt zich op 291,5 m boven de zeespiegel. Ze is 447 m lang, 2 m breed en gemiddeld 3 tot 3,5 m hoog. Voor toeristen is enkel deze hoofdgang toegankelijk met ruimtes als de “Bagolyvár” of
HONGARIJE NATUURLIJK
13
“Uilenburcht”, de “Kis és Nagy Dóm” of “Kleine en Grote Dom” en de “Könyvtár” of “Bibliotheek”. In deze opeenvolgende ruimtes die meestal zijn ontstaan door rotsinzakkingen kan de bezoeker kennismaken met de verschillende fases in de druipsteenformaties. De grot is ook in dat opzicht uniek dat ze over de hele lengte van de hoofdas bespoeld wordt door een ondergrondse beek. Vanop het niveau van deze beek bereikt men via 78 trappen het mooiste deel van de grot dat bekend staat onder de naam “Nagyterem” of “Grote Ruimte” en 18 m hoger ligt dan de beek. Aan de oostzijde van de grot bevindt zich een zijtak van ca. 40 m. Het onderste deel ervan bestaat uit lössleem. Aan de westkant liggen twee zijgangen. De eerste is zo’n 90 m lang. Het is een nauwe, bochtige en moeilijk begaanbare zijtak die met Nagyterem of Grote Ruimte uitzondering van de eerste meters door een waterloopje wordt bespoeld. De tweede zijtak ligt op zo’n 350 m van de ingang van de grot. In deze ca. 700 m lange gang komt de beek slechts op enkele plaatsen tevoorschijn.
Vleermuizen en vlokreeften De grot heeft een rijke dierenwereld. Er leven maar liefst meer dan 20 verschillende soorten vleermuizen. Het gebouw bij de grot bevat een permanente vleermuizententoonstelling. In de grot werd ook een zeldzame vlokreeftensoort gevonden die elders enkel in grotten in Frankrijk, Spanje en op het Balkan-schiereiland voorkomt. Verder is de grot van Abaliget rijk aan ééncelligen, raderdiertjes, draadwormen, ringwormen, spinnen, duizendpoten, weekdieren, vissen, kreeften en amfibieën.
Kuren in de grot De lucht in de grot die voor 97 % uit neveldamp bestaat en de ontstekingsremmende calciumionen die daarin te vinden zijn, zorgen voor een vermindering van de pijn bij mensen die last hebben van astma, allergieën en problemen van de luchtwegen. Al sinds het begin van de jaren 1960 worden in de grot kuren aangeboden aan patiënten met chronische bronchitis en silicose, waar mijnwerkers aanvankelijk een groot deel van uitmaakten. De zieken brengen gedurende vier weken dagelijks twee uur in de grot door. Na het einde van de kuur krijgen ze in het ziekenhuis een verdere behandeling. In 2000 werd de grot van Abaliget officieel erkend als “gyógybarlang” of “geneeskrachtige grot”.
Meer informatie Duna-Dráva Nemzeti Park Igazgatóság Tettye tér 9 H-7625 PÉCS Tel. +36 72 517 200 Fax +36 72 517 229 E-mail:
[email protected] Website: www.ddnp.hu Bronnen: *Abaligeti Gyógybarlang, www.ddnp.hu *Az Abaligeti Barlang története, http://extra.hu *Abaligeti-barlang felszíne Természetvédelmi Terület, www.foek.hu *Abaligeti-barlang, www.fsz.bme.hu *Gyógyító barlangok, http://mek.oszk.hu *Barlang, Abaliget, www.vendegvaro.hu
HONGARIJE NATUURLIJK
Ondergrondse beek Kuurplaats
14
Het Spoorweglampenmuseum van Fertöszéplak Een uit de hand gelopen hobby De 50-jarige József Haragovics uit Sopron is al bijna 30 jaar lang een verwoed verzamelaar van spoorweglampen. De spoorwegen bieden hem niet alleen zijn hobby, maar ook zijn beroep. Hij studeerde immers in Gyr af in de richting spoorwerktuigkunde en tegenwoordig is Haragovics directeur van de tractiewerkplaats van GySEV in Sopron. GySEV staat voor Gyr-Sopron-Ebenfurti Vasút of Spoorweg Gyr-Sopron-Ebenfurth. Deze spoorwegmaatschappij baat de spoorlijn uit waarnaar ze genoemd is en exploiteert verder nog enkele kleinere lijnen in West-Hongarije en het Oostenrijkse Burgenland. De verzamelwoede van Haragovics begon in Dombóvar, een stadje 45 km ten noorden van Pécs, waar hij in een troep afval een weggeworpen spoorweglamp aantrof. Daarna probeerde hij meer en meer lampen in zijn bezit te krijgen. De verzamelaar deinst er dan ook niet voor terug om in verschillende stations de bevoegde personen aan te spreken om eens te mogen rondkijken in de hoop een spoorweglamp te kunnen vinden en die mee te mogen József Haragovics met een deel nemen. Soms komt er in het museum ook een bezoeker van zijn spoorweglampencollectie langs die een lamp als geschenk bij heeft. Buiten zichzelf kent Haragovics enkel nog een man uit het Duitse Augsburg die spoorweglampen verzamelt. In 1998 opende Haragovics het Vasúti Lámpamúzeum of Spoorweglampenmuseum, waarin hij zijn collectie aan het grote publiek tentoonstelt. Het museum bevindt zich in een gerenoveerde oude boerenwoning uit 1910 aan de Soproni utca in Fertszéplak, een gemeente in de provincie Gyr-Moson-Sopron.
Unieke collectie spoorweglampen Bij het binnenkomen van het museum wordt de bezoeker verwelkomd met slagboomgerinkel en treingeluid. In het midden van de pronkkamer staat een traditionele boerentafel met errond drie oude houten banken die afkomstig zijn uit de vroegere derde klasse van een trein. Het grootste deel van de collectie wordt echter ingenomen door de 246 spoorweglampen zelf die ooit in gebruik waren op de spoorwegnetten van maar liefst 21 verschillende landen. Het oudste exemplaar van de verzameling is een Hongaars sluitsein uit 1890. Een ander curiosum is een echte Duitse zaklamp uit 1900. Deze lamp werd effectief in de broekzak gedragen, maar bij het aansteken van de kaars, zorgde die voor een verveelvoudiging van de lichtsterkte dank zij de fijne optische techniek waarmee ze gemaakt was. Nog een rariteit is een Nederlandse spoorweglamp uit 1920, geproduceerd bij Philips. De stolp ervan bestaat uit massief Japans glas. Deze lamp werd samen met nog een gloeilamp van 5 watt gebruikt als hoofdtoegangssein in het station van Körmend.
Spoorweglampen
In de jaren 1930 waren er veel spoorweglampen die meerdere functies hadden. Naast het geven van seinen dienden ze ook als tafellamp en konden ze in de nek of aan de broeksriem gehangen worden. Een fraai
ATTRACTIE … EEN OMMETJE WAARD
15
exemplaar uit 1930 is de Amerikaanse lamp met het opschrift “The Pyle National Company Chicago U.S.A.”. Een andere merkwaardigheid is een spoorweglamp uit de voormalige U.S.S.R. uit 1955. Deze lamp gaf niet alleen licht, maar ze produceerde ook thermo-elektrische energie en kon zelfs water verwarmen. In de jaren 1950 waren er in Siberië immers veel plaatsen zonder elektrische stroom, vandaar dat dergelijke technisch hoogstaande lampen vervaardigd werden. Twee laatste zeldzaamheden zijn een baanwachterslamp uit Mongolië en een Amerikaanse koplamp. Naast de spoorweglampen biedt het museum nog een kleine volkskundige verzameling aan, bestaande uit o.a. een oude haard, een traditionele kruiwagen en andere typische voorwerpen.
Meer informatie Vasúti Lámpamúzeum Soproni utca 13 H-9436 FERTSZÉPLAK Tel. +36 99 340 556 E-mail:
[email protected] Website: www.vasutilampamuzeum.lks.hu Spoorwegseinen
Vasúti Lámpamúzeum of Spoorweglampenmuseum
Bronnen: *KISS, I., A mongol bakter lámpája, Nyugati Kapu, Tudományos Ismertet és Tájékoztató Egyesület Sopron, Sopron, 2001-01-12 *STÖCKERT, D., Vasúti jelzk a tisztaszobában, Vasutunk, Gyr-Sopron-Ebenfurti Vasút Rt., Budapest, 2003-08-28 *T. É., Fert-menti parasztház vasúti jelzkkel, http://cyberpress.hu, 2004-05-23 *www.vasutilampamuzeum.lks.hu
Vakantiehuis in Kunfehértó Het vakantiehuis van de familie Brockmans ligt in de s z utca in Kunfehértó, een dorpje 11 km ten zuidwesten van de stad Kiskunhalas in de Zuidelijke Laagvlakte. Vlakbij ligt een prachtig meer waar u naar hartelust kunt zwemmen en vissen ! De omgeving biedt ook prachtig natuurschoon en is ideaal voor het maken van gezellige wandelingen !
Het huis is ingericht als volgt: -slaapkamer met tweepersoonsbed -slaapkamer met twee stapelbedden -aanbouwkeuken -badkamer met douche, lavabo en wc -zitkamer met zit/slaapbank
Prijzen: *juli-augustus: 37 per dag *buiten hoogseizoen: 25 per dag
Info en reservatie: Familie Brockmans-Géron Tel. & fax +32 (0)89 79 22 35 E-mail:
[email protected] ATTRACTIE … EEN OMMETJE WAARD
16
Beloiannisz, een stukje Griekenland in Hongarije Ligging Beloiannisz is een dorp van 1200 inwoners in de provincie Fejér in de regio Midden-Transdanubië. Het ligt 60 km ten zuidwesten van Budapest en 28 km ten noordwesten van Dunaújváros. De Donau is vlakbij. De dichtstbij gelegen steden zijn Ercsi ten noordoosten en Adony ten zuidoosten.
Een vleugje geschiedenis Ten gevolge van de Griekse burgeroorlog die duurde van 1946 tot 1949 sloegen vele Grieken op de vlucht. Het grootste deel waren aanhangers van de KKE, de communistische partij van Griekenland die door het toenmalige regime verboden werd. Hongarije nam een 8000-tal Griekse vluchtelingen op. Verschillende onder hen gingen zich vestigen in enkele grote steden, zoals Budapest, Pécs, Tatabánya, Miskolc, Sopron en Szeged. Er waren ook heel wat kinderen zonder ouders. Zij werden in kindertehuizen geplaatst. De Hongaarse regering nam in 1950 het initiatief om voor de Griekse immigranten op 60 km van de hoofdstad een nieuw dorp te bouwen in de provincie Fejér. Als plaats werd gekozen voor Ferencmajor, een gehucht van de gemeente Iváncsa, dat niet meer was dan een poestagebied met akkers en weiden, waar nauwelijks enkele huizen stonden. Het toeval wou dat de gronden in deze omgeving eertijds toebehoorden aan de van Griekse afkomst zijnde familie Szinasz die een belangrijke rol speelde in het Hongaarse landbouwleven van de 19de eeuw. De ligging was gunstig, vlakbij het station van Iváncsa op de spoorlijn Budapest-Sárbogárd.
Hongaars- en Griekstalig gemeentebord
Met de bouw van het dorp werd gestart op 6 mei 1950. De eerste Grieken kwamen hier in goederentreinen toe. Met de hulp van de Hongaarse overheid werden in recordtempo 418 woningen gebouwd. Verschillende Grieken die in Budapest woonden, kwamen hun landgenoten tijdens verlofdagen helpen in de bouw. Samen met de huizen kwamen ook openbare gebouwen tot stand, zoals de kleuterschool, de bibliotheek, het gemeentehuis, het cultureel centrum, de lagere school, winkeltjes en een artsenpraktijk. Bij het tekenen van de plannen van de huizen waren ook de Griekse architecten Nikos Petridis en Theodosis Fokas betrokken die ervoor zorgden dat enkele typische en traditionele Griekse dorpselementen in de nieuwe gemeente tot hun recht kwamen.
Hongaars-Grieks welkomstbord
DORP IN HET VIZIER
Het dorp werd ontworpen volgens een vierkante plattegrond met kaarsrechte straten en was meer ontwikkeld dan andere gemeenten in die tijd, daar er al waterleidingen, elektrici-
17
teitsvoorziening en badkamers in de huizen waren. Ferencmajor werd een zelfstandige gemeente die tot 1952 de naam “Görögfalva” droeg, wat “Grieks dorp” betekent. In dat jaar beslisten de inwoners unaniem om de gemeente de naam “Beloiannisz” te geven ter herinnering van Nikos Beloiannis, een grote communistische held die toen net was terechtgesteld. Op 3 april 1952 werd de nieuwe naam officieel.
Nikosz Beloiannisz Általános Iskola of Lagere School Nikos Beloiannis
Naast het bouwen van huizen zorgde de overheid ook voor werkgelegenheid. In 1951 werd de Háziipari Szövetkezet of Handwerknijverheidscoöperatie opgericht, waar de vrouwen van het dorp truien en handschoenen breiden. Een jaar later werd de Béke Mezgazdasági Termelszövetkezet of Vredeskolchoz gesticht, een staatsboerderij waar de mannen van Beloiannisz in de veeteelt en akkerbouw bedrijvig waren. In 1954 kwam er in de gemeente nog een fabriek bij, de Ruhaipari Szövetkezet of Kledingindustriecoöperatie die 150 naaisters tewerkstelde in twee ploegen.
In 1952 woonden er ca. 1850 inwoners in Beloiannisz, bijna alle van Griekse origine. Ze waren afkomstig uit maar liefst 263 verschillende steden en dorpen in Griekenland. Vanaf 1953 kwamen ook de eerste Hongaren in het dorp wonen. Ze werkten er vaak als opvoeder of onderwijzer. In 1954 bood er zich een eerste mogelijkheid aan om terug te keren naar het vaderland. Vooral alleenstaande vrouwen maakten daar gebruik van. In 1982 vaardigde de Griekse premier Andreas Papandreou een amnestiewet uit voor alle vluchtelingen van de burgeroorlog in Griekenland. Bijna 700 inwoners van Beloiannisz verlieten daarop het dorp om terug te keren naar hun vaderland. In de loop van de jaren 1980 ging een 500-tal Grieken zich elders in Oost-Europa vestigen. De laatste repatriëring die de Griekse ambassade van Budapest organiseerde, dateert van 1988. Nadat de gemeente bijna 30 jaar lang uitsluitend door Grieken was bevolkt, bleven er nu nog slechts ca. 400 over. Daarentegen kwamen meer en meer Hongaren in Beloiannisz wonen. Tegenwoordig telt het dorp zo’n 1200 inwoners, waarvan er nog ruw geschat 1/4 van Griekse afkomst is. Vele inwoners van Beloiannisz die destijds terugkeerden naar hun vaderland komen nog geregeld terug op bezoek bij hun vrienden van weleer.
Nikos Beloiannis, naamgever van het dorp Nikos Beloiannis werd in 1915 geboren in de stad Amaliada in de Griekse Peloponnesos. In 1934 werd hij lid van de KKE, de Griekse communistische partij. Van 1934 tot 1936 speelde hij een belangrijke rol in meerdere partijorganisaties. In 1936, onder het nationalistische regime van Ioannis Metaxas, werd hij in de Akronauplia-gevangenis in Náfplio opgesloten. In juni 1937 kon hij ontkomen, maar in mei 1938 werd hij opnieuw aangehouden. Hij werd veroordeeld tot vijf jaar opsluiting en twee jaar ballingschap. Tijdens de bezetting van Griekenland door de nazi’s in 1941 werd hij overgeleverd aan de Duitsers. In 1943 kon hij ontsnappen en sloot hij zich in Patras aan de zijde van Aris Velouchiotis aan bij ELAS, het Griekse weerstandsleger. Tijdens de Griekse burgeroorlog (1946 Huizen in de Ilektra utca 1949) was hij politiek vertegenwoordiger van het DSE, het democratische leger van Griekenland. Na de nederlaag van dit leger was Beloiannis één van de laatsten om zijn land te verlaten. In juni 1950 keerde hij terug naar Griekenland om de Atheense afdeling van de KKE, die illegaal was verklaard, herop te richten. Op 20 december 1950 werd hij gearresteerd op beschuldiging van lidmaatschap van de KKE. Hij werd meer dan een jaar in een donkere isoleercel opgesloten. Het
DORP IN HET VIZIER
18
proces van Beloiannis ging op 19 oktober 1951 van start in de krijgsrechtbank van Athene. In totaal waren er 94 mensen beschuldigd. Beloiannis ontkende alle aantijgingen en onderlijnde het patriottische karakter van zijn acties tijdens de weerstand tegen de nazi-bezetting, de Britse interventie en de Griekse burgeroorlog. Ondanks verschillende nationale en internationale genadeverzoeken legde het krijgsgerecht Beloiannis en zeven van zijn volgelingen de doodstraf op. Op 30 maart 1952 werden ze nog voor zonsopgang weggebracht uit de gevangenis van Kallithéa en naar het kamp Goudi gevoerd, waar ze geëxecuteerd werden. Beloiannis werd één van de grootste helden van de Griekse linkerzijde. In Hongarije werden in het communistische tijdperk verschillende straten en pleinen naar Beloiannis genoemd. Het huidige F tér of Hoofdplein in Sopron heette vroeger Nikosz Beloiannisz emléktáblája of Beloiannisz tér. Ook in Nyíregyháza kreeg de Griekse gedenkplaat voor Nikos Beloiannis communist een plein en in steden als Budapest, Cegléd en Szentes was er een straat die zijn naam droeg. Na de terugkeer van de democratie in Hongarije werden de meeste straatnamen die verwezen naar Beloiannis gewijzigd in de voorcommunistische of in een nieuwe naam. Toch zijn er in Hongarije nog steeds enkele gemeenten die de grote Griekse held in ere houden met een Beloiannisz utca, nl. Környe, Hajdúszovát, Leányvár, Nyergesújfalu, Úny, Pusztamonostor, Szikszó, Garadna, Alsóvadász, Nagyharsány, Jásztelek en Kunhegyes.
Griekse cultuur in ere gehouden Ook al is nog maar 1/4 van de bevolking van Griekse afkomst, toch wordt de Griekse cultuur in Beloiannisz in ere gehouden. In de Nikosz Beloiannisz Általános Iskola of Lagere School Nikos Beloiannis (Rákóczi u. 26-28) lopen ongeveer 135 kinderen school. Naast onderwijs in het Hongaars worden er ook Griekse taal- en literatuurlessen aangeboden die door zowat 75 leerlingen gevolgd worden. 27 onder hen zijn van Griekse afkomst. Er zijn vier Griekse leraars die de taal op hoog niveau doceren. Eén van hen kwam speciaal vanuit Griekenland hier lesgeven.
Községháza of Gemeentehuis
Het Községháza of Gemeentehuis (Szarafisz u. 2) is een eenvoudig wit gebouw. De inwoners van Beloiannisz kunnen hier zowel in het Hongaars als in het Grieks terecht. Aan de gevel hangen de vlaggen van Griekenland, de Europese Unie en Hongarije. Op het tegenoverliggende plein, het Lenin tér, verheft zich een groot gebouw. Dit is de Könyvtár of Bibliotheek met een grote collectie Griekse boeken. Links ernaast bevindt zich het cultureel centrum van Beloiannisz.
Op de muur rechts van de bibliotheek bevinden zich twee gedenkplaten. De eerste is de Nikosz Beloiannisz emléktáblája of gedenkplaat voor Nikos Beloiannis, een werk van de Griekse beeldhouwer Agamemnon Makris uit 1952. Beloiannis wordt er in reliëf voorgesteld met een anjer in zijn hand. Deze verwijst naar de rode anjer die hij van zijn kompaan Elli Ioannidou tijdens zijn veroordelingsproces kreeg. Picasso maakte daar zelfs een schilderij van, getiteld “Man met anjer”. Rond de gedenkplaat bevinden zich witstenen banden met bovenaan de Griekse naam “N. ” dat staat voor “N. Beloiannis”, aan weerszijden zijn geboorte-
DORP IN HET VIZIER
Könyvtár of Bibliotheek
19
en overlijdensjaar en onderaan de Hongaarse tekst “A görög nép hse”, wat “De held van het Griekse volk” betekent. De tweede herdenkingsplaat is de Felszabadulás emléktáblája of Bevrijdingsgedenksteen die in 1955 werd aangebracht n.a.v. het 10-jarige jubileum van de bevrijding van Hongarije door het Sovjet-leger.
Fresco dat Konstantinos Dafermos voorstelt in de Grieks-Orthodoxe kerk Szent Demeter és Szent Konstantin és Heléna- De Grieks-Orthodoxe Szent Demeter és templom of Sint-Demetrius en Sint-ConstantijnSzent Konstantin és Heléna-templom of en Helenakerk Sint-Demetrius en Sint-Constantijn- en Helenakerk is het meest indrukwekkende monument van Beloiannisz. De kerk bevindt zich temidden van het Szent Konstantin park, een plantsoentje aan het einde van de Szarafisz utca. Het bedehuis werd ontworpen door Achilleas Ádám Dimitriu, een architect van Griekse afkomst uit Gyr. Op 19 mei 1996 werd de kerk ingewijd door Mihail Staikos, exarch van de Grieks-Orthodoxe gemeenschap van Hongarije. De bouw van de kerk werd mogelijk gemaakt door een schenking van Konstantinos Dafermos, een in Wenen wonende Griekse zakenman. Het altaar en de zitbanken binnenin de kerk werden vanuit Athene naar hier overgebracht. De kroonluchters werden door een Griekse smid vervaardigd en ook de fresco’s en iconen zijn het werk van Griekse schilders. Eén van de fresco’s stelt weldoener Konstantinos Dafermos voor die een maquette van de kerk in zijn hand houdt.
Fresco’s in de GrieksOrthodoxe kerk
Links naast de kerk staat het monument “A szabadság mártírjainak” of “Aan de martelaren van de vrijheid”, net als de kerk zelf een werk van Achilleas Ádám Dimitriu. Het stelt een grafzerk voor met daarop een Ionische zuil. Het kunstwerk herdenkt de vele slachtoffers van vrijheidsstrijden in het algemeen.
Kroonluchters, iconen en fresco’s in de GrieksOrthodoxe kerk
Een wandeling door de straten van het dorp is beslist de moeite waard. Men ziet er immers de eenvoudige huisjes waarin de Grieken vanaf 1951 kwamen wonen. De meeste straten hebben ook Griekse namen, zoals Szarafisz utca, Paparigász utca, Gavrilidisz utca, Ilektra utca, Murgána utca en Athén utca. De straatnaamborden zijn tweetalig Hongaars-Grieks. Bij het binnenkomen van het dorp staat een welkomstbord met daarop de tekst “Welkom in onze gemeente” in het Hongaars en het Grieks. Op het bord prijkt ook het wapenschild. In de bovenhelft ervan staat een gestileerde tulp. De rode bloem, het groen van de bladeren en de stengel en de witte achtergrond verwijzen naar de kleuren van de Hongaarse vlag. In de benedenhelft wordt een stuk van een witte Ionische zuil voorgesteld op een blauwe achtergrond. Het wit en het blauw symboliseren op die manier de Griekse kleuren.
DORP IN HET VIZIER
20
In het dorp zorgen het orkestje Taverna en de dansgroep Pirgosz voor de instandhouding van de Griekse danscultuur. Beloiannisz onderhoudt sinds 1996 ook een jumelage met Agios Dimitrios, een voorstad van Athene met 65 000 inwoners. Samen met het Griekse parlement schonk deze zusterstad heel wat geld voor de heraanleg van het Lenin tér en de renovatie van de bibliotheek en het gemeentehuis. In 1998 werd het Görög Kisebbségi Önkormányzat of Zelfbestuur voor de Griekse Minderheid opgericht. Het zorgt o.a. voor de instandhouding van het Griekse karakter van de gemeente. De Grieken en de Hongaren in Beloiannisz hebben elkaars cultuur en gebruiken altijd gerespecteerd. Ze vieren er samen zowel de Hongaarse als de Griekse nationale feestdag. Monument “A szabadság martírjainak” of “Aan de martelaren van de vrijheid”
Meer informatie Beloiannisz Község Önkormányzata Szarafisz u. 2 H-2455 BELOIANNISZ Tel. +36 25 225 001 Fax +36 25 225 011 E-mail:
[email protected]
Huizen in de Szarafisz utca
Hongaars-Grieks straatnaambord
www.hongarijevakantieland.nl MEER DAN 300 PAGINA’S HONGARIJEINFORMATIE ! Campings, vakantiehuisjes, hotels, pensions, autohuur, vliegreizen …
Bronnen: *BACSA, T., Magyar Települések Enciklopédiája, CEBA-Holding Kft, Budapest, 2000, 848 blz. *BACSOSZ, Sz., A Magyarországi Görögök etnikai földrajza, Budapest, 2003 *CSUKA, M., A post-communist Greek village in Hungary, www.oswego.edu *Der Bezirk Fejér, svs City-Média Kft., Budapest, 28 blz. *Our village - NIKOSZ Beloiannisz, Beloiannisz Község Önkormányzata, 1 blz. *Nikos Beloyannis, www.answers.com *Az én falum: Beloiannisz, www.radio.hu, 2003-12-04 *Index Be-Bh, www.rulers.org *Szimandron, www.szimandron.hu *Beloiannisz, www.vendegvaro.hu
KRIS VANHEUSDEN, Vlaamse gids in Hongarije, gidst u doorheen Budapest en omgeving, zowel individueel als in groep, tegen schappelijke prijzen !
Uitgewerkte thema’s, zoals wijn, geschiedenis, taal, musea … Beschrijving per plaats met bezienswaardigheden en activiteiten Meer dan 100 authentieke Hongaarse recepten TOT ZIENS OP
www.hongarijevakantieland.nl DORP IN HET VIZIER
Voor meer informatie, contacteer: Vanheusden Kris Fülemüle u. 6 H-1213 BUDAPEST Tel. +36 1 276 9129 E-mail:
[email protected] Website: www.boedapest-plus.hu 21
Paus Johannes Paulus II en Hongarije En Hongarije
Pauselijke bezoeken aan Hongarije
Johannes Paulus II was de eerste paus die tijdens zijn pontificaat Hongarije bezocht en dan maar liefst tweemaal. In augustus 1991 bracht hij een vijfdaags bezoek aan het land. Op 16 augustus trok hij eerst naar Esztergom, het centrum van de Hongaarse katholieke kerk. Hij ging er bidden bij het graf van kardinaal József Mindszenty. Daarna droeg hij op het plein voor de basiliek van Esztergom een mis op, waarin hij nogmaals herinnerde aan deze kardinaal. Na die eucharistieviering ging hij per boot naar Budapest voor een bezoek aan het parlement. Hij werd er ontvangen door president Árpád Göncz, premier József Antall en de andere regeringsleden. Hij begroette de mensen die zich voor het parlementsgebouw verzameld hadden in het Hongaars. In zijn toespraak prees hij het herstel van de democratie dat zonder bloedvergieten was verlopen. De dag erna ging de paus voor in een misviering op het vliegveld van Pécs dat zich eigenlijk op het grondgebied van de gemeente Pogány bevindt. Hij betuigde er eer aan Maria als patrones van Hongarije, aan de heilige koning István of Stefaan en aan alle Hongaarse heiligen. Na de mis ging Johannes Paulus II terug naar Budapest, waar hij in de Tudományos Akadémia of Wetenschapsacademie een ontmoeting had met enkele voorname Hongaarse wetenschappers en kunstenaars. Hij pleitte er o.a. voor de invoering van godsdienstonderricht in het onderwijs. De dag Pauselijke mis in Szombathely werd afgesloten in de tuin van de apostolische nuntiatuur met een toespraak tot de diplomaten, waarin de paus opriep tot vrede tussen de minderheden die in Budapest en omgeving wonen. Op 18 augustus bracht de kerkvorst een bezoek aan het Grieks-katholieke bedevaartsoord Máriapócs. Hij hield er een eucharistieviering volgens de Grieks-katholieke tradities in aanwezigheid van 300 000 gelovigen. De Grieks-katholieke kerk van de stad kreeg in 1948 de rang van basiliek door paus Pius XII. De tweede stop op het programma was Debrecen dat ook wel “het calvinistische Rome” wordt genoemd. De paus hield er een oecumenische viering en bracht hulde aan het monument van de 17de-eeuwse predikanten die tot de galeistraf veroordeeld werden. Op het einde van de dag had hij in de apostolische nuntiatuur in Budapest een ontmoeting met vertegenwoordigers van de joodse gemeenschap in Hongarije. Een mis op het sportvliegveld van Szombathely stond als eerste op het programma op 19 augustus. De paus bracht enkele figuren uit de regio in herinnering, nl. SintMaarten, geboren in Szombathely, László BatthyányStrattmann en bisschop Vilmos Apor. De laatste twee werden later zalig verklaard. In de namiddag ging hij terug naar Budapest. Hij droeg er een vesperviering in de Mátyás-templom of Matthiaskerk op en sprak er de seminaristen en kloosterzusters toe. Daarna verplaatste Paus Johannes Paulus II op de de kerkleider zich naar het Népstadion of Volksstadion luchthaven Budapest-Ferihegy waar hij het mysteriespel “Árpád-házi Boldog Margit” of “Zalige Margaretha van het Árpád-huis” aanschouwde dat gebracht werd door het ballet van Gyr en nog enkele andere groepen. Hij richtte er ook een toespraak tot de jongeren.
FOLKLORE & TRADITIES
22
Op 20 augustus, de feestdag van de heilige koning István of Stefaan en tevens de laatste dag van het eerste pausbezoek aan Hongarije, bleef de paus de hele dag in Budapest. In de Szent Istvánbazilika of Sint-Stefaansbasiliek sprak Johannes Paulus II de zieke en oudere gelovigen toe. Daarna droeg hij op het Hsök tere of Heldenplein een eucharistieviering op ter ere van SintStefaan. De relikwie van de rechterhand van deze heilige koning kreeg er een centrale plaats. Honderdduizenden gelovigen woonden de plechtigheid bij. Nadien had de paus nog een gesprek met de Hongaarse bisschoppen. Voor de kerkvorst terug naar Vaticaanstad vertrok, hield hij op de luchthaven van Ferihegy nog een afscheidsrede. In september 1996 vereerde de paus Hongarije opnieuw met een bezoek, zij het deze maal maar voor twee dagen. Op 6 september landde hij in Budapest, waarna het onmiddellijk naar Pannonhalma ging. In de benedictijnenabdij hield Johannes Paulus II een vesperdienst. Vervolgens ging hij op visite bij de bejaarde kloosterlingen in het Szent Adalbert-otthona of Sint-Adalbertusrusthuis. De dag erop hield de paus een misviering op het industrieterrein van Gyr. In de Püspökvár of Bisschoppenburcht had hij een onderhoud met de leden van de Hongaarse bisschoppenconferentie. In de kathedraal van Gyr ontmoette hij de priesters, kloosterlingen, seminaristen en parochieverantwoordelijken van het bisdom. De kerkleider bad ook aan het graf van bisschop Vilmos Apor, die hij een jaar later zalig zou verklaren. Daarna vertrok de paus naar Budapest om naar Rome terug te keren.
Paus Johannes Paulus II biddend in de kathedraal van Gyr
Kerkelijke benoemingen Alle leden van de kerkelijke hiërarchie die Hongarije vandaag kent, werden benoemd door paus Johannes Paulus II. Op het feest van Driekoningen wijdde de paus in de Sint-Pietersbasiliek in Vaticaanstad viermaal een Hongaars priester tot bisschop. In 1993 werd Csaba Ternyák, secretaris van de Hongaarse bisschoppenconferentie, tot bisschop benoemd. In december 1997 werd hij aartsbisschop en sindsdien werkt hij in het Vaticaan als secretaris van de Congregatie voor de Clerus. De franciscaan Antal Majnek, apostolisch medewerker van het Karpatenbekken, werd in 1996 hulpbisschop. In 2000 kreeg Hongarije er nog twee hulpbisschoppen bij, nl. Péter Erd, rector van de Katholieke Universiteit Péter Pázmány in Budapest, die hulpbisschop van Székesfehérvár werd en András Veres als hulpbisschop van Eger. De paus benoemde ook twee bisschoppen tot kardinaal. Op 28 juni 1988 werd László Paskai, aartsbisschop van Esztergom-Budapest, tot kardinaal gewijd. Op 7 december 2002 ruilde bovenvermelde Péter Erd zijn functie als hulpbisschop van Eger voor de post van aartsbisschop van Esztergom-Budapest. De kardinaalstitel kreeg hij op 21 oktober 2003. Johannes Paulus II speelde daarnaast een belangrijke rol in de afbakening van de Hongaarse bisdommen. Eerst bekommerde hij zich om de bij Hongarije gebleven gebieden van de bisdommen die met het Trianon-verdrag van 1920 verdeeld werden. Hij breidde daarna het rechtsgebied van het Grieks-katholieke bisdom Hajdúdorog uit tot het hele land. Op 30 mei 1993 vaardigde hij de pauselijke bul “Hungarorum Gens” uit, waarbij er grenscorrecties tussen de Hongaarse bisdommen werden doorgevoerd en twee nieuwe bisdommen ontstonden, nl. Kaposvár en Debrecen-Nyíregyháza. Tegelijkertijd werd het bisdom Veszprém tot aartsbisdom gepromoveerd.
Zalig- en heiligverklaringen Gedurende zijn 26-jarige pontificaat heeft paus Johannes Paulus II vier Hongaren zalig verklaard. Hieronder stellen we ze kort aan u voor. Vilmos Apor (Segesvár/Sighioara 1892-Gyr 1945), bisschop van Gyr die tijdens W.O. II inging tegen de Duitsers die de stad sinds 28 maart 1945 bezet hielden. Een Sovjet-soldaat schoot hem twee dagen later neer. De bisschop overleed op Paasmaandag 2 april aan zijn verwondingen. Zijn
FOLKLORE & TRADITIES
23
lichaam werd aanvankelijk begraven in de Karmelietenkerk, maar werd op 23 mei 1986 overgebracht naar de kathedraal van Gy r. Op 9 november 1997 werd hij in het Vaticaan zalig verklaard. Tódor Romzsa (Nagybocskó/Velikiy Bychkov 1911-Munkács/Mukaceve 1947), Grieks-katholieke bisschop van Munkács, het huidige Mukaceve in Oekraïne. Nadat hij bij een aanslag op 27 oktober 1947 gewond raakte, werd hij op 1 november in het ziekenhuis van Munkács vermoord door een als poetsvrouw verklede geheime agent van de KBG die hem een gifspuit had toegediend. Tijdens het pausbezoek aan de Oekraïnse stad Lviv werd hij op 27 juni 2001 zalig verklaard. László Batthyány-Strattmann (Dunakiliti 1870-Wenen 1931), gehuwd met gravin Maria-Theresia Coreth en vader van 13 kinderen. Hij was dokter, Zalige Vilmos chirurg en oogarts en had een privé-kliniek waar hij de armen gratis verpleegde, waardoor hij de bijnaam “dokter van de armen” kreeg. In 1915 Apor erfde hij van zijn oom het kasteel van Körmend en de prinselijke titel. Hij stierf op 22 januari 1931 in Wenen en werd in Németújvár, het huidige Güssing in Oostenrijk, begraven. Zijn zaligverklaring vond plaats op 23 maart 2003 in het Vaticaan. Koning Károly IV (Persenbeug 1887-Funchal 1922), koning van Hongarije en keizer van Oostenrijk, gehuwd met prinses Zita van Bourbon-Parma en vader van 8 kinderen. Hij was een zeer gelovig koning en streefde tijdens W.O. I naar vrede in de lijn van paus Benedictus XV. Zijn poging om na de oorlog de monarchie in Hongarije te herstellen, mislukte. Admiraal Miklós Horthy stuurde hem en zijn familie in ballingschap naar Funchal op Madeira, waar hij op 1 april 1922 aan de gevolgen van een longontsteking stierf. Toen zijn kist in 1994 werd geopend, vond men zijn lichaam in dezelfde staat als waarin men het in 1922 begraven had. Koning Károly of Karel IV werd op 3 oktober 2004 in het Vaticaan zalig verklaard. Daarnaast mag paus Johannes Paulus II zes Hongaarse heiligverklaringen op zijn naam schrijven. Hieronder vindt u wat meer informatie over deze heiligen.
Zalige László BatthyányStrattmann
Sint-Hedwig van het Árpád-huis (Buda 1373-Krakau 1399), dochter van de Hongaarse koning Nagy Lajos of Lodewijk de Grote. Ze werd op 4-jarige leeftijd uitgehuwelijkt aan Willem van Habsburg. In 1384 werd ze koningin van Polen. Daar de Polen Willem van Habsburg niet als hun koning wilden, stemde ze in met het huwelijksaanzoek van de Litouwse vorst Wladislaw II Jagello. Haar huwelijk met Willem van Habsburg werd door paus Bonifatius IX ongeldig verklaard. Hedwig zorgde voor de bekering van de Litouwers tot het christendom en stichtte enkele theologische scholen. Ze stierf in 1399 bij de geboorte van haar kind. Op 8 juni 1979 werd ze zalig verklaard en in 1997 werd ze op dezelfde datum in het Poolse Krakau heilig verklaard. Haar ringvinger werd op 24 februari 2002 als relikwie vanuit Krakau overgebracht naar de Minorietenkerk in Eger. Sint-Kinga van het Árpád-huis (Esztergom 1224-Stary S cz 1292), dochter van de Hongaarse koning Béla IV. Op 15-jarige leeftijd werd ze koningin van Polen. Ze huwde met Boleslav, prins van Krakau. Na de plunderingen door de Tataren hielp ze met de heropbouw van Polen. Ze liet meerdere kerken en kloosters bouwen, o.a. het Arme Klarenklooster van Stary S cz. Na de dood van haar man in 1279 werd ze non in dit klooster, waarvan ze in 1284 abdis werd. Voordien had ze haar eigendom aan de armen geschonken. Ze stierf op 24 juli 1292. In 1690 werd ze zalig verklaard en op 16 juni 1999, bij het pausbezoek aan Stary S cz, volgde haar heiligverklaring. Haar relikwie is net als die van Sint-Hedwig in de Minorietenkerk van Eger te vinden. Sint-Marcus (Marko Kri evanin, K rös/Kri evci 1588-Kassa/Ko ice 1619), Sint-Melchior (Melchior Grodziecki, Cieszyn 1584-Kassa/Ko ice 1619) en Sint-Stefaan (István Pongrácz, Alvinc/Vintu de Jos 1582-Kassa/Ko ice 1619) staan bekend als de martelaren van Kassa, het huidige Ko ice in Slowakije. De Kroaat Marko Kri evanin was een tijdje deken van Komárom, maar belandde later in Ko ice. Melchior Grodziecki, geboren in Polen, werd jezuïet en vanaf 1618
FOLKLORE & TRADITIES
24
legeraalmoezenier in Koice. István Pongrácz uit Transsylvanië, eveneens jezuïet, werd in 1618 priester van de katholieke parochie en ook legeraalmoezenier in Koice. Bij de belegering van de stad vanaf 5 september 1619 door de hajdoeken van György Rákóczi werden de drie geestelijken gevangen genomen. Twee dagen later werden ze gemarteld. Marko en Melchior werden onthoofd, István stierf even later aan zijn verwondingen. De drie martelaren van Kassa die in 1905 zalig verklaard waren, werden tijdens het pausbezoek aan Koice op 2 juli 1995 heilig verklaard. Sint-Agnes van Praag (Praag 1205-1282), kleindochter van de Hongaarse koning Béla III en dochter van Ottokar I, koning van Tsjechië. Na de dood van haar vader verbrak ze haar verloving met keizer Frederik II. Ze verhuisde naar de armenwijk van Praag, waar ze een franciscanessenklooster stichtte. Ze schreef brieven aan Sint-Clara die haar vijf zusters uit Assisi stuurde. Verschillende meisjes uit aristocratische middens traden ook toe tot het klooster. Door haar liefdadigheidswerk was ze erg populair bij de Tsjechen. Ze stierf op 2 maart 1282 in Praag. In 1874 werd ze zalig verklaard. Haar heiligverklaring in het Vaticaan gebeurde op 12 november 1989.
Pauselijke monumenten Op verschillende plaatsen in Hongarije staan monumenten ter ere van paus Johannes Paulus II. Zo kreeg de basiliek van Máriapócs een nieuwe bronzen poort ter nagedachtenis van het pausbezoek van 18 augustus 1991. Het plein voor de basiliek werd “Pápa tér” of “Pausplein” gedoopt. Op het plein werd het “Pápalátogatás emlékparkja” of “Herdenkingspark van het pausbezoek” aangelegd met beelden van de Centraal-Europese kunstenaarskolonie van Tállya. In het midden van het park staat het Krisztus-szobor of Christusbeeld, een houten kunstwerk dat Christus met uitgestrekte armen voorstelt. In Pannonhalma werd aan de abdij een gedenkplaat bevestigd met daarop “Totus tuus”, de lijfspreuk van de paus, het wapenschild en de tekst “Paus Johannes Paulus II bezocht het 1000-jarige Pannonhalma. 6-7 september 1996”. Op het industrieterrein van Gyr, waar de paus op 7 september 1996 een misviering hield, werd op 28 mei 1997 het Pápai kereszt of Pauskruis ingehuldigd, Pápai kereszt een wit metalen kruis op een marmerblok. of Pauskruis in Gyr Op 18 april van dit jaar werd in de dom van Szeged het II. János Pál pápa mellszobra of borstbeeld van paus Johannes Paulus II ingehuldigd. Het is een werk uit 1995 van László Csíky, dokter-beeldhouwer uit Szentes. Hij schonk het na het overlijden van de paus aan Endre Gyulay, bisschop van Szeged-Csanád, die het beeld een plaatsje gaf in de dom van Szeged. Nog recent besliste de gemeenteraad van Székesfehérvár op 21 april om het plein voor de kathedraal “II. János Pál pápa tér” of “Paus Johannes Paulus II-plein” te noemen. Vroeger vormde het plein een deel van de Arany János utca. Op 28 april ging kardinaal Péter Erd om 18 uur eerst voor in een eucharistieviering. Daarna wijdde hij het plein officieel in. Bronnen: *ÉRSZEGI, M., A., II. János Pál pápa és Magyarország, www.eletjel.hu *KOVÁCS, A., Árpád-házi Szent Kinga, www.communio.hu, 2002-07-06 *ORBÁNNÉ, HORVÁTH, M., Emlékmvek, Emléktáblák Gyri kislexikona, Gyr Városi Könyvtár, Gyr, 2001, 338 blz. *PÁNCZÉL, HEGEDS, J., Kis Magyar Legendárium, www.katolikus.hu *PUSKÁS, L., Helytállás a vértanúságig, www.inaplo.hu, 2001-06 *http://batthyany.katolikus.hu *Gyulay: A pápához méltó a szobor, www.delmagyar.hu, 2005-04-19 *Apor Vilmos, b., altorjai, boldog, www.gyel.gyor.hu *Szent Hedvig, a cselekv szeretet apostola, http://home.iae.nl *Hazai hírek, www.katolikus.hu, 2002-02-25 *Az els magyarországi látogatás krónikája, www.kereszteny.hu, 2005-04-08 *II. János Pál pápa látogatásai Magyarországon, http://ujember.katolikus.hu, 2005-04-10 *Az országban elsként Székesfehérváron teret neveztek el II. János Pálról, http://uj.katolikus.hu, 2005-04-28 *A pápalátogatás emlékparkja, Máriapócs, www.vendegvaro.hu
FOLKLORE & TRADITIES
II. János Pál pápa mellszobra of borstbeeld van paus Johannes Paulus II in de dom van Szeged
25
Slambuc Traditioneel herdersgerecht Slambuc is een typisch gerecht van de herders van de poesta. Het staat ook bekend onder de namen “öhön” en “öreg lebbencs”. “Lebbencs” verwijst naar de droge deegwaren die in het gerecht zitten. Slambuc wordt traditiegetrouw in een ketel klaargemaakt. In verschillende dorpen en steden in de poesta wordt er één keer per jaar een zgn. “slambucfz verseny” of “slambuc-kookwedstrijd” gehouden. In Debrecen wordt een dergelijke wedstrijd altijd samen met het Borkarnevál of Wijncarnaval georganiseerd in de eerste week van augustus. De winnaar mag zich dan een jaar lang “slambuc-meesterkok” noemen.
Ingrediënten 150 g gerookt spek 2 uien 2 kg aardappelen 600 g gerookte worst 3 tomaten 3 groene paprika’s 1,5 dl olie 600 g deegwaren 1 eetlepel paprikapoeder 2 eetlepels bouillonpoeder 1 theelepel gemalen kerspaprika
Slambuc
Bereidingswijze Steek het vuur onder de ketel aan. Snij het gerookte spek in reepjes en de gerookte worst in plakjes. Snij vervolgens de uien, de tomaten en de groene paprika’s in schijfjes en hak de aardappelen in blokjes fijn. Hang de ketel boven het vuur, giet er de olie in en voeg er de spekreepjes aan toe. Doe er daarna de deegwaren bij, laat stoven en schep ze weer uit de ketel. Laat de uien bruinen in het achtergebleven vet, bestrooi met paprikapoeder en voeg er de aardappelen bij. Kruid met bouillonpoeder en gemalen kerspaprika. Leng aan met water. Zorg ervoor dat het mengsel volledig onder het wateroppervlak komt en roer goed dooreen. Doe er vervolgens de plakjes worst, de gestoofde deegwaren, de tomaten en de groene paprika’s bij. Laat op zacht vuur gedurende 1 uur sudderen. Roer nog eens goed dooreen en dien op. Bronnen: *Pénteken kezdetét veszi az V. Debreceni Borkarnevál, www.dip.hu, 2004-08-04 *Slambuc, www.mindmegette.hu
GASTRONOMIE
26
Liefdadigheidsproject Muzemix Dilsen-Stokkem Kindertehuis Kunfehértó Muzemix, een pluralistische vereniging uit de Limburgse stad Dilsen-Stokkem die sinds 1997 kunsteducatie aanbiedt en bestaat uit drie afdelingen, nl. het jongerenpopkoor NooTuitgang, het volwassenenpopkoor NooTzaak en het musicalatelier Muze-ateljee, heeft sinds 2002 een liefdadigheidsproject lopen met een kindertehuis in Kunfehértó, een dorpje vlakbij Kiskunhalas in de provincie Bács-Kiskun. Om wat meer te weten te komen over dit project gingen we op bezoek bij Klara Erkens, secretaresse van de Hongarijeraad binnen de vereniging Muzemix.
Hoe zijn jullie er binnen Muzemix toe gekomen om een project op te starten met een kindertehuis in Kunfehértó ? Jaarlijks werken we in onze vereniging rond een bepaald thema dat de basis vormt voor een musical en een project. In het werkjaar 2002-2003 was dat thema “Recht op een optimale ontwikkeling en gelijke kansen”. Als musical speelden we “Sjakie en de chocoladefabriek” van Roald Dahl. Omdat we in dat jaar ook net ons vijfjarig bestaan vierden, besloten we, anders dan de vorige jaren, met een groter project uit te pakken. Het leek een hele ervaring voor onze jongeren en voor onszelf om iets te kunnen doen voor minder bedeelde jongeren en zo ook in contact te komen met een Enkele Hongaren en Belgen van andere cultuur. Enkele bestuursleden van Muzemix, allemaal de groep tijdens een boottocht op de Donau in Budapest in uit hetzelfde gezin, gingen al geruime tijd naar Kunfehértó, augustus 2003 waar ze een vakantiehuisje hebben. Zij legden de nodige contacten met enkele begeleidsters van het kindertehuis, wat de start van ons project vormde.
Hoe stak dat project precies in elkaar ? In het tehuis verblijven weeskinderen en kinderen die niet meer door hun ouders verzorgd kunnen worden. De kinderen worden er opgevangen tot ze volwassen zijn. We wilden die jongeren in augustus 2003 een onvergetelijke week in eigen land bezorgen. Zo gingen we bijv. naar het kuuroord Kiskunmajsa, we woonden een paardenshow in de poesta bij en we brachten een bezoek aan Budapest. Het jaar erop nodigden we de kinderen dan uit naar België. Ze logeerden hier bij gastgezinnen. Op het programma Optreden van het Muzemix- stonden toen een bezoek aan de stad Maaseik, een overlevingsjongerenpopkoor NooTuitgang tocht, een namiddagje waterskiën, een trip naar het pretpark in Kunfehértó in augustus 2003 Bobbejaanland en een avondje Center Parcs. Naast de uitstapjes voorzagen we ook altijd zelf voorbereide activiteiten en spelen.
Wat vonden de kinderen van Kunfehértó ervan om naar België te komen ? Het was een enorme ervaring voor hen. Hongarije was nog maar net tot de EU toegetreden en ze kregen als één van de eersten de kans om dit Europa te gaan verkennen. Elke vakantie is natuurlijk fantastisch, zeker voor hen ! Het gastfamilieconcept, waarbij de kinderen van Kunfehértó
VLAAMS-HONGAARSE RELATIES
27
per twee of drie in een Belgisch gezin verbleven, was ook iets dat ze enorm geapprecieerd hebben. Omgekeerd vinden onze jongeren het ook net zo geweldig om naar Hongarije te trekken.
Krijgen jullie via bepaalde kanalen steun voor jullie acties ? Ja. Vorig jaar bijv. kende de Raad van Europa ons een grote som toe. Daarmee konden de treintickets naar en van België van alle Hongaren betaald worden. Van het stadsbestuur en de provincie krijgen we voornamelijk materiële steun, zoals het ontvangen van de Hongaren door de schepenen, het beschikbaar stellen van gratis bussen, geschenkjes van de provincie. De bezoeken hier in België werden ook gesponsord door de desbetreffende instanties, bijv. Bobbejaanland en Center Parcs. Hongaarse meisjes koken Hoe wordt dit liefdadigheidsproject voor hun Belgisch gastprecies gecoördineerd ? gezin in augustus 2004
met Kunfehértó
Binnen onze vereniging werd dit jaar een Hongarijeraad opgericht, verkozen uit onze Belgische deelnemers. In deze raad zijn verschillende functies verdeeld, zoals voorzitter, ondervoorzitter, secretaris, penningmeester en diverse verantwoordelijken. Deze raad wordt gestuurd door Saartje Brockmans. Eind 2004 werd zij tot één van de vijf genomineerden van De Pluim verkozen. De Pluim is een prijs die de Koning Boudewijnstichting in Vlaanderen uitreikt aan iemand die zich belangeloos inzet voor de maatschappij.
Wat beschouwen jullie als de hoogtepunten van jullie werking ? Het weerzien met de Hongaarse jongeren en de vakanties die we daarna samen doorbrengen zijn de absolute toppers. We kijken het hele jaar uit naar dat samenzijn. We hadden nooit verwacht dat er zo’n hechte vriendschap zou ontstaan. Het is geweldig om te zien hoe mensen van twee totaal verschillende culturen, die elkaars taal niet kennen, elkaar toch zo goed kunnen begrijpen. Bij elk afscheid vloeien de traantjes dan ook rijkelijk. Een ander hoogtepunt is natuurlijk ook de vaststelling dat dit project andere doelen bereikt, wanneer we bijv. merken dat een Belgische jongere zijn/haar ervaringen met bepaalde waarden uit dit project toepast in zijn/haar omgeving of wanneer we beseffen dat sommige Hongaarse jongeren echt een andere kijk hebben gekregen op bepaalde aspecten in het leven na de ervaring van de familiesfeer in de gastgezinnen in België. Dit zijn de werkelijke dingen die het project tot zoiets waardevols maken voor éénieder die erbij betrokken is.
Hoe zien jullie dit project in de toekomst evolueren ? We willen dit project zonder enige twijfel blijven verderzetten, want het is gewoon te mooi om zomaar op te geven. We denken eraan om het afwisselend in Hongarije en in België te laten doorgaan, maar dat ligt nog niet helemaal vast. We zien wel per jaar. Nu zijn we volop voorbereidingen aan het treffen voor onze reis naar Hongarije van 3 tot 11 augustus. We zullen o.a. tangoles volgen bij de Hongaarse jongeren, een echte disco in het tehuis organiseren en samen slapen in één grote tent !
Meer informatie Muzemix vzw p/a Saartje Brockmans Kanaalstraat 15 B-3650 ROTEM (Dilsen-Stokkem) Tel. & fax +32 (0)89 79 22 35 E-mail:
[email protected] Website: www.muzemix.be
VLAAMS-HONGAARSE RELATIES
De groep van NooTuitgang en van het kindertehuis in Kunfehértó in België in augustus 2004
28
Nieuws Nieuwe toeristische publicaties Magyar Turizmus Rt., de Hongaarse Nationale Dienst voor Toerisme, bracht vier nieuwe brochures uit. De drietalige (Hongaars-Engels-Duits) publicatie “Ifjúsági szálláskatalógus” geeft een overzicht van alle jeugdherbergen die Hongarije rijk is. De populaire brochure “Stap voor stap” die alle interessante stadjes en dorpjes van het land beschrijft, werd in een nieuw kleedje gestopt en is voorlopig enkel in een Duitse en Engelse taalversie verkrijgbaar. Een derde nieuwe publicatie, eveneens in het Duits en het Engels, omvat tal van interessante kuuraanbiedingen. De vierde onlangs uitgegeven brochure is de “Falusi turizmus szálláshely katalógus” die een overzicht geeft van vakantiewoningen en bed & breakfasts in Hongarije. Ze is verkrijgbaar in het Hongaars, Duits en Engels. De regio Budapest en omgeving publiceerde vier nieuwe kaarten, nl. een toeristische kaart met bezienswaardigheden en musea, een kaart met fietsroutes, een wandelkaart en een kaart met de kuurbaden van de streek. Deze kaarten zijn drietalig, nl. Hongaars-Engels-Duits. De regio Transdanubië gaf de Duitstalige brochure “Burchten en kastelen in Midden-Transdanubië” in de nieuwe vormgeving uit. Ze geeft informatie over alle kastelen, paleizen en burchten in de provincies Veszprém, Fejér en Komárom-Esztergom.
Enkele van de nieuwe toeristische publicaties van Hongarije Het Balatonmeer beschikt eveneens over twee nieuwe publicaties, nl. “Actief aan het Balatonmeer” met informatie over fietsverhuur, wandelroutes, paardrijden, zeilen en hengelen en “Vakantie en actieve ontspanning aan het Balatonmeer” met verschillende arrangementen. Beide zijn in het Duits en het Engels voorhanden. De regio Poesta en Tisza-meer vernieuwde de brochure over het vogelreservaat van het Tiszameer. Dit waardevol natuurgebied is een onderdeel van het Nationaal Park Hortobágy dat beschermd is als werelderfgoed door Unesco. De nieuwe uitgave bestaat voorlopig enkel in het Engels. Een groot deel van bovenstaande folders en brochures kan verkregen worden bij de Hongaarse Dienst voor Toerisme in Brussel, bij het Hongaars Verkeersbureau in Den Haag en bij het Vlaams Toeristisch Infocentrum voor Hongarije in Ieper (contactgegevens: zie achterkaft).
NIEUWS
29
Sint-Theresiacollege uit Kapelle-op-den-Bos op uitwisseling in Hongarije Van 18 tot 25 februari brachten 16 leerlingen en 3 leerkrachten van het Sint-Theresiacollege uit Kapelle-op-den-Bos een uitwisselingsweek door met studenten van het János Bókay-gymnasium in Budapest. De eerste twee dagen spendeerden ze vooral bij de gastgezinnen, maar elke avond stond er wel iets op het programma. Zo gingen ze naar een karaokebar en speelden ze een spel in de omgeving van het oude koninklijk paleis van Buda. Op zondag 20 februari brachten ze een bezoek aan de burcht van Visegrád en het kunstenaarsstadje Szentendre. Tijdens de week moesten de Vlaamse leerlingen het in de voormiddag zonder hun Hongaarse collega’s stellen. Er werden heel wat bezoeken in Budapest afgelegd, o.a. aan het communistische beeldenpark, de Matthiaskerk, de Nationale Galerij, het Heldenplein, de zoo, het Széchenyi-thermaalbad, het parlement, de SintStefaansbasiliek en de Andrássy út. In de namiddag en ‘s avonds konden ze dan wel met hun Hongaarse vrienden op stap. Op het programma dan stonden een wandeling in de Váci utca, een bezoek aan het Nationaal Museum, een namiddagje ijsschaatsen, enkele uren sport, een tocht door het labyrint van Buda, De Hongaarse en Vlaamse leerlingen een voorstelling van de film Sunshine en een diner in de voor het stadhuis van Brussel Citadel. Het afscheidsfeest werd in Club B7 gehouden, waarna de Vlaamse leerlingen met de bus naar de luchthaven vertrokken om het vliegtuig huiswaarts te nemen. Voordien, nl. in de week van 16 tot 21 oktober, waren de Hongaarse studenten ook al naar Vlaanderen gekomen. Er werd toen eveneens voorzien in een gevarieerd programma bestaande uit bezoeken aan Mechelen met het Technopolis-museum, Brussel met Manneken Pis en het Europees parlement, Antwerpen, Brugge en de kust. Het idee voor deze uitwisseling kwam van Gert Loosen die tot vorig schooljaar leerkracht Duits en Nederlands was aan het Sint-Theresiacollege, maar die dit en volgend academiejaar als lector Nederlands werkt aan de universiteit van Debrecen. De meeste studenten houden nog contact met hun gastgezin in Hongarije via e-mail en enkelen zijn zelfs van plan om deze zomer terug naar Budapest te vliegen. Velen onder hen herinneren Hongarije als een ijskoud land -ze gingen immers in februari- met een warme en gezellige bevolking. In elk geval hopen de leerlingen dat de twee scholen het project in de toekomst verderzetten.
Lector Gert Loosen en studente Farah Buelens
Hongaars parlement schenkt beeldhouwwerk aan Europees parlement In het Europees parlement in Brussel werd op 2 maart het beeld “A megtalált Európa” of “Het gevonden Europa” onthuld. Het kunstwerk van de hand van Györgyi Lantos uit Csongrád is een geschenk van het Hongaarse parlement als aandenken aan de toetreding van Hongarije tot de Europese Unie op 1 mei vorig jaar. Het beeldhouwwerk is 3,5 m hoog en staat op een groenmarmeren zuil. De gevleugelde allegorische vrouwenfiguur stelt de eenheid van Europa voor. Errond wordt elke lidstaat van de EU door een ster gesymboliseerd. Op de sokkel prijkt de titel van het kunstwerk in alle 21 officiële talen van de Europese Unie. Beeldhouwster Györgyi Lantos noemt het een toeval dat haar kunstwerk nu in het Europees Parlement staat. Enkele Hongaarse parlementsleden kwamen in haar atelier op bezoek en lieten hun oog vallen op een kant en klaar beeld. Uiteindelijk werd de
NIEUWS
30
vrouwenfiguur nog van enkele extra elementen voorzien. Györgyi Lantos gaat prat op jaren ervaring. Op meerdere pleinen van Hongaarse steden staat een beeld van haar hand. Het kunstwerk werd onthuld door Katalin Szili, voorzitster van het Hongaarse parlement. In haar toespraak zei ze dat het beeld ook goed uitdrukt dat Hongarije teruggekeerd is naar zijn Europese wortels. Voor de muzikale omkadering van de ceremonie zorgden Márta Sebestyén met het lied “Hazám, hazám” (“Mijn thuis, mijn thuis”) en Ibolya Oláh met de compositie “Hazám” (“Mijn thuis”) van Péter Máté. Bronnen: *BIRÓ, D., Csongrádi szobrot avatnak Brüsszelben, www.delmagyar.hu, 2005-03-02 *BIRÓ, D., Csongrádi szobrász sikere, www.delmagyar.hu, 2005-03-03
Beeld “A megtalált Európa” of “Het gevonden Europa”
Nog zeven steden in de running voor titel Culturele Hoofdstad van Europa 2010 Op 7 maart maakte András Bozóki, de opvolger van István Hiller als Minister van Cultuur, bekend welke van de elf kandidaten voor de titel van Culturele Hoofdstad van Europa 2010 mogen doorstoten naar de tweede ronde. Een Hongaarse jury van zeven leden had de maanden voordien de verschillende dossiers grondig doorgenomen en stelde de minister voor om zeven steden door te laten gaan naar de volgende fase in de wedstrijd voor de titel. Alle juryleden waren eensgezind om Eger, Miskolc en Pécs te selecteren. Met een iets kleinere meerderheid kregen ook Budapest, Debrecen, Gyr en Sopron een ticket voor de tweede ronde. De vier steden die uit de boot vielen, zijn Kecskemét, Székesfehérvár, Veszprém en Kaposvár.
Minister van Cultuur András Bozóki maakt de namen van de steden bekend die doorstoten naar de tweede ronde in de strijd voor de titel van Culturele Hoofdstad van Europa
De zeven weerhouden kandidaatsteden moeten tegen 17 augustus een tweede dossier indienen, waarbij vooral zal uitgekeken worden naar de haalbaarheid en het financieringsplan van de diverse projecten die de verschillende steden plannen indien ze de titel binnenhalen. Een tienkoppige internationale jury zal op 23 oktober één of meerdere steden aan de Minister van Cultuur voorstellen, die op zijn beurt een motie zal indienen bij de regering. Uiteindelijk beslist die op basis van het advies van de jury en de minister welke stad de titel krijgt. De winnende stad zal dan door de Hongaarse regering voorgedragen worden bij de bevoegde instanties van de Europese Unie.
In 2010 zal er naast een Hongaarse, ook een Duitse stad de titel van Culturele Hoofdstad mogen dragen. In Duitsland waren tien steden kandidaat. Op 10 maart besliste de jury daar twee steden te selecteren voor de ultieme strijd, nl. Essen en Görlitz. Bronnen: *Európa Kulturális Fvárosa: szkült a kör, http://kultura.hu *Sopron és Gyr a döntben, www.kisalfold.hu, 2005-03-08 *Kulturhauptstadt Europas 2010 - Empfehlungen der Jury, www.kultur2010.de, 10-03-2005
NIEUWS
31
Dierentuin van Gyr uitgebreid Op 12 maart begon het nieuwe seizoen voor de Xantus János Állatkert of Dierentuin János Xantus van Gyr. De oppervlakte van de zoo werd verdubbeld door de omvorming van het voormalige pretpark Május 1. Kultúrpark of Cultuurpark 1 Mei in een wildpark. De zoo is nu ca. 7 ha groot. De site van het vroegere pretpark is al zeven jaar in handen van de zoo. Gedurende deze periode werd het park heringericht en er werden nieuwe dierenrennen en kooien gebouwd. De zoo kreeg daarvoor steun van het stadsbestuur en verwierf ook 28,5 miljoen forint staatssubsidie. Het nieuwe deel van de dierentuin bestaat naast de vele schaduwgevende bomen uit een echt ontspanningspark met bankjes, tafeltjes, vogelhuisjes en observatiehutten. Aan dieren is er in elk geval geen gebrek. De bezoekers kunnen er lama’s, kamelen, bizons, herten, neusberen en everzwijnen bewonderen. In de toekomst plant de zoo ook een sectie die de Afrikaanse dierenwereld belicht met leeuwen, zebra’s, giraffen, wrattenzwijnen, antilopen, maraboes en flamingo’s. De dierentuin heeft gemiddeld 140 000 bezoekers per jaar. Meer informatie: Xantus János Állatkert Kht., Kiskút Liget, H-9027 GYR Tel. & fax +36 96 618 367 E-mail:
[email protected], Website: http://web.axelero.hu/zoogyor Bronnen: *Duplájára n a gyri állatkert, www.kisalfold.hu, 2005-03-05 *Vadaspark a vidámpark helyén, www.vendegvaro.hu, 2005-03-24
Donauknieroute van Verce naar Szob De Göncöl Szövetség, een vereniging uit Vác, ontwierp in het kader van het steeds populairder wordende ecotoerisme de Dunakanyar Út of Donauknieroute. De tocht stelt de culturele en natuurlijke rijkdommen voor van de gemeenten op de linkeroever van de Donau, nl. Verce, Kismaros, Nagymaros, Zebegény, Szob, Márianosztra, Kóspallag en Szokolya. Van de route verscheen een infobrochure met daarin van ieder dorp een woordje geschiedenis, een beschrijving van de bezienswaardigheden en een lijst met nuttige adressen. In de verschillende gemeenten langs het traject staan ook borden die de toeristen informatie verstrekken. De Donauknieroute werd geopend met de steun van het Hongaarse Ministerie van Cultuur en de Ökotárs Alapítvány of Stichting Ecopartner. Bron: Vercetl Szobig a ‘Dunakanyar Úton’, www.vendegvaro.hu, 2005-03-25
Malév en SN Brussels Airlines verhogen hun vluchtfrequentie op Budapest Sinds 27 maart hebben de Hongaarse nationale luchtvaartmaatschappij Malév en de Belgische homecarrier SN Brussels Airlines hun vluchtfrequentie van Brussel naar Budapest-Ferihegy met zes vluchten per week verhoogd. Van maandag t/m zaterdag is er vanuit Brussel telkens een ochtendvlucht om 07.05 uur, vanuit Budapest is er een avondvlucht om 19 uur. De vluchtduur bedraagt twee uur. Door dit vroege vertrek en deze late terugkeer lenen de extra vluchten zich uitstekend voor zakenreizigers die een dag op en af naar Budapest willen.
Malév-vliegtuig
Sinds vorig jaar hebben Malév en SN Brussels Airlines een codeshare-overeenkomst gesloten. De extra vertrekvluchten uit Brussel op maandag, woensdag en vrijdag en de retourvluchten uit Budapest op dinsdag, donderdag en zaterdag worden telkens door Malév uitgevoerd. Voor de vluchten op de andere dagen staat SN Brussels Airlines garant. Let wel: tussen 17 juli en 5 september is er een onderbreking in de vroege morgen- en late avondvluchten.
NIEUWS
32
Meer informatie: www.malev.hu of www.flysn.be Bronnen: *Press Release, Malév Hungarian Airlines Brussels office, Brussel, 2005-02-25 *www.brusselsairport.be
Logo van Malév
Nieuwe Balatoncard biedt tal van kortingen Na de in 1997 geïntroduceerde Budapest Card werd op 1 mei de Balatoncard gelanceerd. Deze voordeelkaart biedt kortingen gaande van 5 tot 25 % bij een 100-tal deelnemende instanties in de regio van het Balatonmeer, zoals hotels, restaurants, organisaties die rondvaarten op het Balatonmeer verzorgen en firma’s die sportartikelen, bijv. fietsen of surfplanken verhuren. Tevens geeft de kaart reducties op de toegangsprijzen tot verschillende evenementen.
Balatoncard
De Balatoncard kost 1499 forint en is verkrijgbaar in heel wat Tourinform-kantoren (de Hongaarse VVV’s), ook in diverse plaatsen buiten de Balaton-regio. Bij de kaart hoort een catalogus met daarin de gegevens van de deelnemende bedrijven. De Balatoncard is geldig tot 1 mei 2006. Tot het initiatief kunnen altijd nieuwe instellingen toetreden. De meest actuele lijst van de participerende reductie-aanbieders vindt u steeds op de website www.balatoncard.hu. Op die site is het eveneens mogelijk om zich te registreren en de Balatoncard online te bestellen.
Bron: www.balatoncard.hu
Vierde tentoonstelling van Nederlandse fotograaf in Nagypall Sinds 1 mei loopt in de Nagypalli Pince Galéria de tentoonstelling “De versier(en)de mens”. Het is de vierde seizoensexpositie van fotograaf Eddy Smid, ook wel “Oszkar” genoemd. Samen met zijn echtgenote Frouke Schouwstra woont hij sinds 1998 voor een groot deel van het jaar in een gerenoveerd oud huis in Nagypall, een dorpje ongeveer 20 km ten noordoosten van Pécs. In de gemeente heeft het koppel ook een grote oude vrijstaande wijnkelder gekocht die als galerij wordt uitgebaat. Voor de vierde maal wordt er deze zomer een tentoonstelling ingericht. Elke expo bestaat telkens uit twee delen, enerzijds uit foto’s van Eddy Smid, anderzijds uit typische Hongaarse volkskunstproducten. Het thema van de tentoonstelling van deze zomer is “De versier(en)de mens”. Mensen hebben van oudsher de behoefte om zichzelf en hun omgeving te versieren. De foto’s van Eddy Smid, genomen in Hongarije, tonen mensen die zichzelf versierden d.m.v. kleding, sieraden, haardracht, hoofdtooi of tatoeages. Hij sluit daarmee nauw aan bij de Hongaarse bijdrage die bestaat uit textiel. Er zijn prachtige antieke handgemaakte producten, van kleding tot huishoud- en bedtextiel en voorbeelden van oude patronen. Ook blijkt hoe mooi en praktisch die oude technieken en vormen nu nog te gebruiken zijn. Een artistiek en deskundig aantal kunstenaars uit de provincie Baranya en omgeving toont hoe kleding en interieurtextiel traditioneel vervaardigd worden en dan naadloos in het moderne leven passen. Verrassend is ook de enorme verzameling op Hongaarse wanddoeken geborduurde “Hollandertjes”. De tentoonstelling kan in de maand juni van vrijdag t/m zondag en van 1 juli tot 15 september elke dag, behalve op woensdag, bezocht worden van 13 tot 17 uur in de Nagypalli Pince Galéria, Szabadság u. 38 b in Nagypall. Meer informatie: Nagypalli Pince Galéria, Szabadság u. 38 b, H-7731 NAGYPALL Tel. +31 505 256 447 of +36 72 466 431, E-mail:
[email protected] Website: www.oszkar-photography.info Bron: www.oszkar-photography.info
NIEUWS
33
Evenementenkalender 18 juni: Barbecue van de HVVK in Oostakker (Gent) Organisatie: Hongaars-Vlaamse Vriendenkring Plaats: Zaal Tijl, Kleemstraat 82, B-9041 OOSTAKKER (Gent) Programma om 19 uur: Barbecue met megabrochette, kippenboutje, grillworst, barbecueham en casselerrib, sla en andere groenten, gebakken aardappelen, broodjes en verschillende sausen Toegang: 15 Meer informatie en reservatie: Lajos Pálla, Begijnenstraat 5, B-9230 MASSEMEN (Wetteren) Tel. +32 (0)9 369 61 63
2 juli: Hongaarse avond in Kalken (Laarne) Organisatie: Stichting Sint-Pietersfeest Kalken Plaats: Tent in de Koffiestraat, B-9270 KALKEN (Laarne) Programma vanaf 19 uur: Doorlopend: -Proeverij van Hongaarse wijn, bier, drankjes en gerechten -Hongaarse culturele en toeristische infostandjes 20.00 u.: Folkmuziek en dansdemonstratie o.l.v. Gábor Varga Toegang: gratis, proefgerechtjes: 3 per stuk Meer informatie: André Van De Sompel, Kruisenstraat 70, B-9270 KALKEN (Laarne) Tel. +32 (0)9 367 83 54, E-mail:
[email protected]
11 juli: Optreden volksdansgroep Letye-petye uit Deszk in Ninove Organisatie: Stadsbestuur Ninove n.a.v. de Vlaamse Feestdag Plaats: Graanmarkt, B-9400 NINOVE Programma om 18 uur: -Optreden van plaatselijke fanfare en zangkoren -Optreden van volksdansgroep Letye-petye uit de Hongaarse zustergemeente Deszk Toegang: gratis Meer informatie: Stadsbestuur Ninove, Dienst Feestelijkheden Centrumlaan 100, B-9400 NINOVE Tel. +32 (0)54 31 32 88, Fax +32 (0)54 32 38 49 E-mail:
[email protected]
Volksdansgroep Letye-petye uit Deszk
21 augustus: Concert “Muziek voor koning Matthias Corvinus” van Corvina Consort in Antwerpen Organisatie: Festival van Vlaanderen n.a.v. de week “Laus Polyphoniae” Plaats: Sint-Carolus-Borromeuskerk, Hendrik Conscienceplein 6, B-2000 ANTWERPEN Programma om 11.30 uur: Concert van Corvina Consort Het ensemble Corvina Consort wil de muziek uit lang vervlogen tijden aan de moderne mens voorstellen. Tot het repertoire van het gezelschap behoren werken uit vijf eeuwen, zowel kerkelijke als wereldlijke, vocale als instrumentale muziek. In 2000 waren de leden van het
EVENEMENTENKALENDER
34
ensemble al eens te gast op het Festival van Vlaanderen. Ook toen brachten ze prachtige stukken uit de tijd van de polyfone muziek. Dit concert staat in het teken van de Hongaarse humanistische vorst Mátyás of Matthias Corvinus (1458-1490). Deze koning beschikte niet alleen over een schitterende bibliotheek, hij verzamelde ook een heleboel Vlaamse, Franse, Italiaanse en Duitse zangers om zich heen. De artiestenmis wordt opgeluisterd met motetten van Pierre de la Rue en Hongaarse kerkmuziek. Toegang: gratis Meer informatie en reservatie: Festival van Vlaanderen-Antwerpen Augustinus, Everdijstraat 12, B-2000 ANTWERPEN Tel. +32 (0)3 202 46 69, Fax +32 (0)3 202 46 64 E-mail:
[email protected]
22 augustus: Concert “Chansons van Pierre de la Rue” van Corvina Consort in Antwerpen Organisatie: Festival van Vlaanderen n.a.v. de week “Laus Polyphoniae” Corvina Consort Plaats: Kapel Elzenveld, Lange Gasthuisstraat 45, B-2000 ANTWERPEN Programma om 12 uur: Concert van Corvina Consort Pierre de la Rue, lievelingscomponist van landvoogdes Margaretha van Oostenrijk, componeerde voor haar enkele prachtige, melancholische regretz-chansons. Hij was een typische exponent van de overgangsperiode tussen de Bourgondische erfenis en de vernieuwing van de Renaissance. Zijn chansons zijn werkelijk pareltjes van ingehouden gevoelsuitdrukking. Toegang: 10, 8 Meer informatie en reservatie: Festival van Vlaanderen-Antwerpen Augustinus, Everdijstraat 12, B-2000 ANTWERPEN Tel. +32 (0)3 202 46 69, Fax +32 (0)3 202 46 64 E-mail:
[email protected]
22 augustus: Concert van het Ars Nova Secunda Chorus en het Keller Quartet in Antwerpen Organisatie: Festival van Vlaanderen n.a.v. de week “Laus Polyphoniae” Plaats: Augustinus, Kammenstraat 73, B-2000 ANTWERPEN Programma om 20 uur: Concert van het Ars Nova Secunda Chorus en het Keller Quartet Het Ars Nova Secunda Chorus brengt grootse polyfone werken uit de 15de eeuw. Het hoofddoel van het ensemble is het toegankelijk maken van de muziekstukken van de belangrijkste componisten uit de Renaissance. Het Keller Quartet ontstond aan het Muziekconservatorium Ferenc Liszt in Budapest. De leden ervan, die alle vier hun opleiding als solist hebben voltooid, hadden altijd gedroomd om hun carrière in een strijkkwartet te beginnen. Hun optreden zorgt steeds voor een ontmoeting tussen muzikanten en componisten van alle mogelijke genres. Ze zijn ook een meester in het ontwikkelen van ongebruikelijke combinaties. Het Ars Nova Secunda Chorus en het Keller Quartet brengen deze avond samen de “Missa Maria Zart”. Jacob Obrecht componeerde Keller Quartet deze mis n.a.v. zijn bezoek aan Innsbruck in 1503. Het werd zijn laatste grote compositie en meteen de langste mis uit de hele Renaissance. Dirigent János Bali van het Hongaarse koor verzocht enkele bevriende componisten, waaronder György Kurtág, András Sóos en László Vidovszky, een eerbetoon aan Obrecht te schrijven. 1
EVENEMENTENKALENDER
35
Toegang: 18, 14, 8 Meer informatie en reservatie: Festival van Vlaanderen-Antwerpen Augustinus, Everdijstraat 12, B-2000 ANTWERPEN Tel. +32 (0)3 202 46 69, Fax +32 (0)3 202 46 64 E-mail:
[email protected]
26 augustus: Hongaarse avond in Waregem Organisatie: Szekszárd-comité i.s.m. Stadsbestuur Waregem n.a.v. Waregem Koersefeesten Plaats: Koninklijk Atheneum, Westerlaan 69, B-8790 WAREGEM Programma om 19 uur: -Hongaarse maaltijd -Optreden van het orkest en de volksdansgroep Bartina uit de Hongaarse zusterstad Szekszárd Toegang: 16, 8 Meer informatie en reservatie: Stadsbestuur Waregem Dienst Ontwikkelingssamenwerking Gemeenteplein 6, B-8790 WAREGEM Tel. +32 (0)56 62 13 87, Fax +32 (0)56 60 66 96 E-mail:
[email protected] Volksdansgroep Bartina uit Szekszárd
3 & 4 september: Hongaars weekend in Ieper Organisatie: Vlaams Toeristisch Infocentrum voor Hongarije Plaats: Vlaams Toeristisch Infocentrum voor Hongarije, Augustijnenstraat 16, B-8900 IEPER Programma van 10 tot 19 uur: -Diavoorstelling “Kiskunhalas, centrum van het Hongaarse kantwerk”: De stad Kiskunhalas staat in de kijker met haar vele monumenten, Kantmuseum en Sóstó (Zoutmeer). De ca. 20 minuten durende diapresentatie geeft u een mooi beeld van deze stad in de zuidelijke Hongaarse poesta en wordt om het uur vertoond (1ste vertoning om 10.00 u.). -Degustatie van Hongaarse wijnen: Wijnstand van Global Wineries nv uit Antwerpen i.s.m. de Hongaarse Vriendenkring West-Vlaanderen. Mogelijkheid tot het proeven van een tiental Hongaarse wijnen, schuimwijnen en sterke dranken. -Toeristische stand: Tientallen folders en brochures over Hongarije (waarvan verschillende in het Nederlands) worden u gratis aangeboden. Documentatie over Budapest, de Donauknie, de poesta, Transdanubië, het Tiszameer, Noord-Hongarije en het Balatonmeer ligt voor u klaar. -Hapje en drankje: Aan elke bezoeker wordt een typisch Hongaars hapje en drankje aangeboden. Toegang: gratis Meer informatie: Vlaams Toeristisch Infocentrum voor Hongarije Augustijnenstraat 16, B-8900 IEPER Tel. +32 (0)57 20 90 31, E-mail:
[email protected]
http://users.skynet.be/labdarugo
Hongaars weekend in Ieper
EVENEMENTENKALENDER
E en we bsi te vol le dig ge wijd a an d e gesc hi ed e nis va n h et H o nga ars voe tbal !
36
Speurpuzzel In het laatste nummer van de 1ste jaargang kon u deelnemen aan een plaatsnamenraadsel. U moest daarbij telkens hetgeen u op de foto zag naar het Hongaars vertalen. De oplossing was immers tegelijkertijd de naam van een Hongaarse stad of gemeente. De 5 correcte antwoorden waren KOMLÓ, VELENCE, NYÚL, FÜLÖP en KULCS. Uit de juiste inzendingen trokken we één winnaar. De prijs, nl. de reisgids “Balaton” uit de reeks ANWB Extra, gaat naar Wim van Gennip uit Eindhoven (Nederland). Deze keer bieden we u net als in het eerste nummer van de 1ste jaargang een speurpuzzel aan. In dit raster zijn de namen van onderstaande 24 Hongaarse rivieren (weliswaar zonder accenten) verborgen, zowel horizontaal, verticaal, diagonaal als achterstevoren. Let wel: één letter kan meermaals gebruikt worden. Wanneer u ze allemaal hebt gevonden, kunt u met de resterende 6 letters nog een naam van een Hongaarse rivier vormen. Stuur die naam voor 1 augustus naar Vlaams Toeristisch Infocentrum voor Hongarije, Augustijnenstraat 16, B-8900 IEPER of via e-mail naar
[email protected]. Uit de juiste inzendingen trekken we één gelukkige winnaar die een waardebon van 30 krijgt voor de aankoop van Hongaarse wijnen, geschonken door Global Wineries nv uit Antwerpen (advertentie: zie blz. 39). De winnaar wordt in het volgende nummer van Hongarijesprokkels bekendgemaakt.
C R U T E R E P C E
O S E D J A K R E K
I O A U R B A R B D
BAKONY BODROG CSANGOTA DRÁVA DUNA GALGA GERJE IKVA
S P A N E A V A R D
T A G A G A K N A L
I K L H Y O I Z B A
S A A E N N T S C C
KAPOS KERKA KONDOROS KRASZNA LÁNKA MARCAL RÁBA RÁBCA
Z A G Y V A I A A R
A G O R D O B R N A
S O R O D N O K A M RÉPCE RINYA SÉD SIÓ TISZA TÚR ZAGYVA ZALA
Oplossing:
SPEEL MEE EN WIN !
37
Stuur een kaartje en win !
In de voorbije drie maanden ontvingen we twee kaartjes uit Hongarije, nl. uit Kaposvár en uit Szilvásvárad. Het kaartje uit Kaposvár van de familie Beek uit het Nederlandse Almere kwam als winnende uit de bus. Als prijs krijgt deze familie het boekje “Hongarije, een reis door de tijd”. Mensen die ons een kaartje hebben verstuurd dat ons later dan 1 mei bereikte, doen automatisch mee aan onze actie “Stuur een kaartje en win” van dit nummer. Gaat u in de zomermaanden op vakantie naar Hongarije, stuur dan zeker een kaartje uit een leuke stad of gemeente. Misschien komt u dan wel in ons septembernummer als winnaar uit de bus ! Als prijs verloten we deze keer een exemplaar van de ANWB-taalgids Hongaars, een geschenk van Authentic Hongaars uit Tiszaszentimre (advertentie: zie blz. 2). Veel succes ! U adresseert uw kaartje het best als volgt: Toerisme Hongarije Augustijnenstraat 16 B-8900 IEPER Belgium
Indien er postvakjes onderaan op uw kaartje staan, doet u er goed aan het eerste vakje aan te kruisen. Dit wijst immers op een zending naar het buitenland. ANWB-taalgids Hongaars
SPEEL MEE EN WIN !
38