Inhoud
Koerier 5, juni 2003
12
Arges, zo heet het project waar een groot deel van de afstudeerders en medewerkers van EPG zich momenteel mee bezig houden en dat is niet zomaar voor niets: je krijgt immers niet vaak de mogelijkheid een experiment in de ruimte uit te voeren.
30
Een verhitte discussie, dat was het zeker. Ondanks de vele eerdere confrontaties hadden EPZ en Greenpeace elkaar toch nog veel te melden. Maar ook de deelnemende Van-der-Waalsleden hadden de nodige vragen klaar. Lees het verslag van een geslaagde vernieuwende LEXactiviteit.
44
Al een aantal jaren doet Van der Waals mee aan de jaarlijkse estafetteloop van Nijmegen naar Enschede , de Batavierenrace. In deze jaren zijn er door onze enthousiaste lopers natuurlijk de nodige records gezet. Alex Versteegh heeft deze met hulp van Eric Roeling maar eens op een rijtje gezet.
C O L O F O N
2... 3... 4... 6... 10... 12... 22... 25... 26... 29... 30... 32... 34... 36... 38... 40... 44... 48... 50... 51... 52... 53... 56... 58... 62... 64... 64...
Redactioneel Doorgelicht Mogen wij even STOORen STOOR - Interne stage-enquêtes Van de Faculteitsraad Arges ASM Lithografie De reeks ESA: Europe in Space Een bijna-dood-ervaring in de A-gang van N-laag Greenpeace vs EPZ ASM Lithografie Shell - Renewable energies Van Abbemuseum Mysterieuze genocide Badjas N-feest Van-der-Waalsbatavierenracerecordtijden t/m 2003 Belgen-Bara-borrel-bas FSE-feest Havana Night Rectificatie Hitsige Cantus Basketbaltoernooi Het nut van vergaderen Fractals Van de kleine mens Activiteitenagenda Adverteerdersindex
De Koerier is een periodiek, uitgebracht door de studie-vereniging voor Technische Natuurkunde ‘Johannes Diderik van der Waals’, in samenwerking met STOOR, beide gevestigd aan de faculteit der Technische Natuurkunde van de Technische Universiteit Eindhoven. De Koerier verschijnt zes maal per jaar en is te vinden in de bakken onderaan de trap bij de loopbrug, bij het eerste- en tweedejaars practicum en in de Van-der-Waalskamer.
Van-der-Waalskamer: Ng 0.01 Postbus 513 5600 MB Eindhoven Tel: (040-247)4379
[email protected]
STOOR-kamer: Ng 0.04 Postbus 513 5600 MB Eindhoven Tel: (040-247)4308
[email protected]
De Koeriercommissie bestaat uit: Michael Beljaars (voorzitter), Benjamin de Maat (STOOR), Cor Klaasse Bos, Thomas van Gils en Thijs Knaapen
5e editie, jaargang 43, juni 2003 De deadline voor Koerier 6 jaargang 43 is: 19 juni 2003.
Kopij: vóór de deadline in het Koerierpostvak op de Van-derWaalskamer of per e-mail naar
[email protected].
Redactioneel
door Michael Beljaars
et is nu bijna elf uur. Elf uur ‘s avonds wel te verstaan. De benauwde atmosfeer van de Van-der-Waalskamer begint eindelijk weg te trekken. Buiten zorgt de bijna-zomerregen voor verkoeling. Uit de draagbare cd-radiocombinatie klinkt muziek van een onbekende radiozender: Doris Day van Doe Maar. En te midden van dit alles, de Koeriercommissaris, de laatste hand leggend aan een Koerier die inmiddels al ver zijn eigen deadline heeft overschreden.
H
Toch niet zonder trots bekijkt hij zijn laatste creatie: een 64 pagina’s tellende editie van het mooie verenigingsblad. Een glimlach verschijnt op zijn gezicht. Helaas maar voor een enkel moment, want dan wordt hij zich bewust van morgen. Tja, morgen, morgen gaat de Koerier naar de drukker. Op zichzelf een noodzakelijke handeling om anderen het blad te kunnen lezen. Maar dat is ook niet waar hij bang voor is, nee, iedereen mag het blad zien, iedereen moet het blad zien. Nee, waar hij bang voor is, is ‘the point of no return’. Wanneer de Koerier bij de drukker ligt, is het niet meer mogelijk om fouten te corrigeren. Misschien heeft de lezer er zelf ook wel ervaring mee. Fouten zijn namelijk niet zomaar levensloze dingen, statische begrippen, nee in tegendeel, fouten hebben een eigen leven. Dit maakt het mogelijk dat fouten op zichzelf ook eigenschappen, karaktertrekken hebben. Eén van de vervelende karaktertrekken van fouten is dat ze onzichtbaar blijven tot je ze niet meer kunt veranderen. Op zich een logische reactie voor een levend wezen, het is hun enige mogelijkheid tot zelfbehoud. Met dat in het achterhoofd kan je ze het ook niet kwalijk nemen. Begrip voor de situatie leidt in dit geval helaas echter niet tot een afname van de ergenis wanneer de Koeriercommissaris de versgedrukte Koerier aanschouwd en op de voorpagina de eerste fouten al waarneemt. Hoe verwerk je dergelijke ontstemdheid dan? Door te kijken naar wat je wel goed gedaan hebt, door te zien hoeveel mensen je een plezier gedaan hebt door weer een Koerier te publiceren, door te denken: “Ach, er zitten wel wat fouten in, maar volgende keer, dan doe ik het beter!” Veel leesplezier!
2
Doorgelicht
door Alex Versteegh
Prefazione di Presidente
lannen valt soms nog niet mee. Als je af en toe moeite hebt om een gaatje in je persoonlijke agenda te vinden, kun je je vast wel voorstellen dat het voor een vereniging als Van der Waals niet meevalt om activiteiten goed over het jaar te verdelen, laat staan dat het mogelijk is om rekening te houden met activiteiten van andere verenigingen. Soms is dit echter wel noodzakelijk en één van de bekendste activiteiten waarbij dit het geval is, is de constitutieborrel.
P
Voor wie hier nog niet zo in thuis is: ergens tussen juni en oktober vinden de bestuurswisselingen van vrijwel alle studie- en studentenverenigingen in Eindhoven en onze natuurkunde-zusterverenigingen in de rest van het land plaats. Ter ere van deze mijlpaal in hun bestaan organiseren vrijwel al deze verenigingen een constitutieborrel. In het ideale geval is het bestuur van Van der Waals bij al deze gelegenheden vertegenwoordigd om het nieuwe bestuur te feliciteren en met koud bier de contacten warm te houden. Let wel, het betreft hier geen snoepreisjes, maar één van de core-businesses van het bestuur. Als ultieme wapen in de strijd om die ene unieke datum voor hun constitutieborrel zijn enkele verenigingen in Eindhoven overgegaan tot het meer dan een jaar van tevoren aankondigen hiervan in FSE-vergaderingen. Door maar zo vroeg mogelijk te roepen wanneer hun constitutieborrel is, hopen zij dat andere verenigingen het niet in hun hoofd halen om deze op dezelfde dag te houden. Nu, om hier voor eens en altijd vanaf te zijn: de constitutieborrel van Van der Waals is, tenzij door het bestuur anders beslist, op de tweede woensdag van oktober. Als je een dezer dagen dus een aantal (toekomstige) bestuursleden in pak, of althans een deel daarvan (de hals wordt meestal pas onderweg afgeklemd) uit de G-vleugel naar buiten ziet rennen met een blok beton of fietsonderdeel bij zich, dan weet je hoe laat het is. Vier uur. Of iets daaromtrent, want tussen vier en zeven vindt het allemaal plaats: de strijd om je als eerste aan te melden bij de ordebewaarder, de ‘pedel’, het dringen bij het gastenboek, en als apotheose het op een zo origineel mogelijke wijze feliciteren van het nieuw aangestelde bestuur met het overhandigen van de daarbij behorende gift. Maar genoeg hierover nu. Is er ook nog iets te doen voor alle leden? Het antwoord hierop is uiteraard ja, met om te beginnen natuurlijk Van der Waals’ allereerste 24-uursproject op 11 en 12 juni. Dit wordt niet alleen voor de echte bikkels een must, maar met lezingen van diverse vooraanstaande onderzoekers op het gebied van bio/nanotechnologie is het ook aan te raden om één of meerdere van de lezingen te bezoeken als je niet in staat bent om een nachtje over te slaan. Verder komt er nog een excursie naar de kernreactor in Petten als voorbereiding op de studiereis naar Brazilië, een barbecue samen met de alumnivereniging VENI en natuurlijk nog het laatste N-feest. Tenslotte is er natuurlijk nog deze Koerier! Veel leesplezier!
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
3
Mogen wij even STOORen
Z
oals in de vorige koerier verteld is ben ik sinds 1 april (dit is geen grap) werkzaam bij STOOR en mij is gevraagd een stukje voor de Koerier te schrijven.
Sinds kort is er een nieuwsbrief voor studenten waarvan het doel is de studenten op de hoogte te houden van gebeurtenissen op de faculteit. Deze nieuwsbrief komt eens per maand en is ook via de website van STOOR te bekijken. Het is tegenwoordig trouwens ook mogelijk om via het kopje “contact” op onze site anoniem een bericht naar ons te sturen. Dit is bedoeld voor mensen die even snel een op- of aanmerking hebben over een onderwijs of STOOR gerelateerd onderwerp. Op het publicatiebord (dat bord dat in de gang van de F-vleugel op de begane grond staat waar dat LCD scherm in zit en waar niemand naar kijkt) komt van nu af aan als het goed is informatie op vanuit de OCN, de FR en andere raden. Er komt nog een poster op met belangrijke mensen van de faculteit. Hier zullen wij voor zorgen. Op de laatste P-raadsvergadering zijn geen grote problemen naar boven gekomen. Wat wel verrassend was, was dat het vak Ingenieur van beroep leuk wordt gevonden in tegenstelling tot andere jaren. Kleine wijzigingen in het programma hebben blijkbaar een positieve uitwerking. Bij de PP-raadsvergadering zijn de volgende zaken gezegd. Voor Fysica van de gecondenseerde materie zijn groepjes studenten gevormd die het vak in de gaten houden zodat de docent feedback krijgt over hoe het college wordt ervaren. De docent, Dhr. Flipse, wil een website voor dit vak opzetten waardoor de structuur van het vak duidelijker zou moeten worden. Studenten vragen zich af waarom het DVV practicum over andere vakken heen is geroosterd terwijl er genoeg ruimte was om dit in de vrije uren te doen. Maandagmiddag 26 mei is er weer een PP-info+ in N-laag 2.29. Hier worden 3e en hogere jaars natuurkundestudenten geïnformeerd over de externe stage. Het doel is dat de studenten een idee krijgen wat een externe stage inhoud en wat je allemaal moet regelen. Hiervoor zal onder andere iemand van een bedrijf iets vertellen over wat er verwacht wordt van mensen bij een externe stage. Ook zal een student die onlangs een
4
door Harm Knoops
stage in het buitenland heeft gedaan iets over zijn ervaringen vertellen. Ik hoop dat ik je hiermee goed geïnformeerd heb en dat je niet in slaap bent gevallen. Bezoek onze site (www.phys.tue.nl/stoor) eens voor bijvoorbeeld notulen van het Overkoepelend Studenten Overleg en wij zijn natuurlijk altijd in de pauze te vinden in kamer Ng0.04 tegenover de Van-der-Waalskamer.
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
5
STOOR - Interne stage-enquêtes
edere student Technische Natuurkunde is verplicht om in zijn curriculum een stage te doen van 9 SP op de faculteit. Na afloop van deze stage krijgt iedere student een stage-enquête die men moet invullen om de studiepunten ook daadwerkelijk te krijgen. Deze enquêtes worden vervolgens naar STOOR gestuurd, waar ze eens per jaar worden geëvalueerd.
I
De verwerkte enquêtes betreffen stages die zijn afgerond tussen maart 2002 en mei 2003. In totaal zijn er 27 enquêtes binnengekomen. Niet elke student heeft echter alle vragen beantwoord zodat de resultaten soms onvolledig zijn.
Generatieverdeling
12
10
Aantal studenten
8
6
4
2
0 1996
1997
1998 Jaargang
Figuur 1: generatieverdeling van de studenten.
1999
In figuur 1 staat de generatieverdeling te zien van de mensen die gedurende het afgelopen jaar een interne stage hebben afgerond. De verdeling is ten opzichte van voorgaande jaren hetzelfde gebleven. De meeste mensen doen de interne stage in hun vierde jaar.
Belangrijk voor de werkzaamheden is natuurlijk de capaciteitsgroep waarin je je stage doet. De verdeling over de capaciteitsgroepen staat weergegeven in tabel 1. Capaciteitsgroep Theoretische en Experimentele Atoomfysica en Quantummechanica Elementaire Processen in Gasontladingen Evenwicht en Transport in Plasma’s Fysische Informatica en Klinische fysica Fysica van Nanostructuren Fysica van Oppervlakken en Grenslagen Fysica en Toepassingen van Versnellers GasDYnamica Didactiek Lage TEmperaturen turbulentie en WervelDYnamica
Afkorting Aantal studenten AQT 2 EPG 3 ETP 4 FIK 2 FNA 2 FOG 2 FTV 1 GDY 3 1 LTE 4 WDY 3
Tabel 1: verdeling over de capaciteitsgroepen.
De bezigheden zijn natuurlijk afhankelijk van de capaciteitsgroep, waarin je stage loopt. Zo zul je bij bepaalde capaciteitsgroepen meer bezig zijn met programmeren. Bij andere capaciteitsgroepen ligt de nadruk dan weer meer op theoretisch werk en literatuuronderzoek. Als je dan los van de groep, waarin de studenten stage hebben gelopen, naar de bezigheden kijkt, dan vind je figuur 2. Een voldoende resultaat levert 9 SP op en duurt dus volgens het boekje 6
door Benjamin de Maat
Bezigheden tijdens onderzoek 16
14
12
aantal studenten
360 uur; uitgaande van een 40-urige werkweek ben je dus 9 weken fulltime bezig, ofwel 2 maanden, ofwel 90 halve dagen. In figuur 3a (volgende pagina) staat de duur in maanden van de stage (opgesplitst in het meetgedeelte en het verslag) en in figuur 3b de duur in aantal halve dagen (idem). Houd er bij het beschouwen van deze plaatjes wel rekening mee, dat sommige studenten om de zomervakantie (= 8 weken) heen hun stage hebben gedaan.
10 Opstelling Programmeren Meten Literatuur Theorie
8
6
4
2
0 0
5
10
15
20
25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 Percentage van de totale duur van het onderzoek
80
85
90
95 100
Ook de weekindeling scheelt per student. Er zijn Figuur 2: de tijdsindeling van het onderzoek. mensen die fulltime stage lopen, maar ook die slechts 2 halve dagen per week aan hun stage besteden. Het gemiddelde ligt toch wel bij 6 halve dagen per week. In figuur 4 (volgende pagina) staat hiervan een grafische voorstelling. De studenten konden hierbij aangeven of ze het aantal halve dagen dat ze per week stage hadden gelopen, voldoende vonden of niet. De meeste studenten vonden dat ze voldoende tijd aan hun stage hadden besteedt. De stage-uitloop kent over het algemeen verschillende redenen. De meerderheid van de studenten (19) geeft aan dat het hun eigen schuld is. 3 studenten geven de schuld aan de opdracht en 5 aan de begeleiding. Een reden hiervoor is waarschijnlijk de slechte bereikbaarheid van de begeleiding. Verder had een aantal mensen ‘materiaalpech’, maar toch de wens om iets te meten, waardoor de stage is uitgelopen. Op de vraag of men het erg vindt dat de stage wat betreft het aantal halve dagen langer heeft geduurd, reageerden 20 studenten dat ze dit niet erg vonden. De overige 4 reagerende studenten vonden het wel erg. Op de vraag of men het erg vindt dat de stage wat betreft het aantal maanden langer heeft geduurd, ligt het zoals gebruikelijk heel anders. 15 studenten vonden het niet zo erg, 9 echter WEL. De voornaamste reden is hier dat men door de stage in de knoei komt met de vakken die men graag wil volgen. Een tentamenperiode vergt namelijk zoveel tijd, dat je weinig overhoudt om aan je stage te besteden. Mensen die het niet erg vonden, reageerden vooral dat ze het leuk vonden en er zelf veel van geleerd hebben en dat het daarom niet erg wa dat het langer dan bedoeld duurde. Koerier 5, jaargang 43 (2003)
7
STOOR - Interne stage-enquêtes
Duur onderzoek en verslag in halve dagen
Duur in maanden 10
9
9
8
8
7
7
5 Onderzoek Verslag 4
Aantal studenten
Aantal studenten
6 6
5 Onderzoek verslag
4
3 3 2
2
1
1
0
0 1
2
3
4
5
6
7 8 Aantal maanden
9
10
11
12
13
14
25
Figuur 3a: duur van de stage in maanden.
30
35
40
45
50
55
60
65 70 75 80 Aantal halve dagen
85
90
95
100 105 110 115 120
Figuur 3b: duur van de stage in halve dagen.
Een stage loop je niet helemaal in je eentje: je krijgt een begeleider toegewezen. Dit is meestal een AIO. Als je vragen hebt, kun je bij hem of haar terecht. In de enquête wordt ook gevraagd de begeleider te beoordelen. 11 studenten vonden de begeleiding GOED, 7 zelfs UITSTEKEND. Er waren 4 studenten die hun begeleiding ‘slechts’ REDELIJK vonden en ook 4 studenten die hun begeleiding slechts Weekindeling
4
3,5
aantal studenten
3
2,5
2
1,5
1
0,5
0 2
3
4
5 6 7 Aantal halve dagen per week
8
9
10
Figuur 4: aantal halve dagen per week.
MATIG vonden. Er was 1 student die zijn begeleiding SLECHT vond, maar dit had vooral te maken dat zijn begeleider een professor was en geen AIO, die over het algemeen wat meer tijd hebben. In alle gevallen (uitstekend t/m slecht) heeft dit waarschijnlijk te maken met de bereikbaarheid van de begeleider als er vragen of problemen waren. In vergelijking met vorig jaar is er in dit opzicht weinig veranderd. 8
door Benjamin de Maat
Bij het afronden van de stage krijg je een cijfer. De cijfers zoals die het afgelopen jaar gegeven zijn, staan in figuur 5 weergegeven. Als je nu een gemiddelde stage bekijkt, hoef je je om de begeleiding en Beoordeling
12
10
Aantal studenten
8
6
4
2
0 6
6,5
7
7,5 Cijfer
8
8,5
9
Figuur 5: de eindcijfers.
het cijfer (8 gemiddeld) dus geen zorgen te maken. Houdt echter wel de duur van de stage in de gaten, want het afgelopen jaar was men in totaal toch bijna 8 maanden bezig! Per week zal het ongeveer 6 a 7 halve dagen in beslag nemen. Mocht je nog vragen hebben, meer grafieken willen zien of meer informatie over een bepaalde capaciteitsgroep willen, dan kun je altijd bij STOOR binnenlopen. Natuurlijk kun je ook naar de betreffende groep toe gaan. Iedere capaciteitsgroep is dolblij als er iemand bij hen een stage wil komen lopen dus zullen ze je graag te woord staan.
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
9
Van de Faculteitsraad
eel studenten vragen zich (hopelijk) af wat er op de faculteit op bestuurlijk vlak allemaal speelt. Een belangrijke vraag. De studenten die mee zijn gegaan op de Faculteits Mysterytour van 21 mei jongstleden zullen tijdens die dag al het een en ander gehoord hebben. Voor degene die niet mee zijn geweest staat hieronder kort verteld welke punten de afgelopen tijd de revue hebben gepasseerd.
V Arbo
Enige jaren geleden is universiteit zich intensief gaan bezighouden met het verbeteren van de veiligheid in de diverse laboratoria (wat niet wil zeggen dat deze slecht was) en van de werkplekken van medewerkers en studenten. TU/e-breed is, in opdracht van de Arbeidsinspectie, voor elke faculteit een plan van aanpak geschreven waarin wordt verteld wat er wel en niet voldoet aan de Arbowet en wanneer mogelijke problemen uiterlijk opgelost zijn. Voor de faculteit Natuurkunde betekent dit dat het Cyclotrongebouw, Cascade en Spectrum volledig voldoen aan de Arbo-eisen. N-laag voldoet echter niet aan de Arbo-eisen. Beeldschermwerkplekken in N-laag worden hierom in de loop van 2004 en 2005 vervangen. Dit gebeurt op financiële gronden niet in één keer. Mensen met RSIklachten kunnen voortijdig al nieuw meubilair krijgen. De ruimtes waar de beeldschermwerkplekken vernieuwd worden zijn de PCzaal, de bibliotheek en capaciteitsgroepruimten. Beeldschermplekken in de kantine worden niet vervangen omdat deze ruimten voor kortstondig computergebruik dienen. Hier worden stickers geplaatst om medewerkers en studenten hierop te wijzen. De zalen Na 2.29, Na 2.49 en Na 2.69 zijn alleen bedoeld voor colleges en instructies en niet voor computergebruik. Bachelor
De huidige bacheloropleiding van Natuurkunde (generatie 2002) is één op één gekopieerd van de opleiding die de generaties 2000 en 2001 volgen. Omdat deze opleiding aan vernieuwing toe is, is er besloten om in september 2004 te starten met een volledig nieuw ingerichte bacheloropleiding. Hiertoe is het zogenaamde associatiemodel ontwikkeld. Dit betekent dat in de nieuwe bachelors circa 30% van het curriculum wordt ingevuld met vakken uit een van de volgende faculteiten: Scheikundige Technologie, Biomedische Technologie, Werktuigbouwkunde en Wiskunde. Er ontstaat hiermee een soort major/minor structuur. Om dit te bewerkstelligen zijn hoogleraren en universitaire (hoofd)docenten een grondige inventarisatie en evaluatie van het 10
door Frans Snik
huidige curriculum aan het verrichten. Drie werkgroepen zijn hiervoor ingesteld: de werkgroep theoretische natuurkunde, de werkgroep wiskunde en de werkgroep instrumentatie. De werkgroepen geven een eerste verslag in oktober 2003. Master
De Masteropleidingen van natuurkunde starten officieel in september 2003. Er zijn twee masters: de master ‘applied physics’ en de master ‘education’. De master in applied physics is verdeeld in vier tracks: warmte en stroming, plasma en straling, functionele materialen en fysische instrumentatie. Financiën faculteit
De financiële cijfers van de faculteit over 2002 zijn besproken in de faculteitsraad. Er is afgelopen jaar slechts 458.000 euro verlies gemaakt. Er was van tevoren een verlies van 618.000 euro verwacht. Het ziet ernaar uit dat de begroting voor 2003, waarin de faculteit een positief saldo moet draaien, ruimschoots gehaald gaat worden. Als je na het lezen van dit stukje nog vragen hebt, kun je altijd mailen met de faculteitsraad. In de raad zitten momenteel de volgende studenten: Frans Snik (vice-voorzitter), Jeroen Rietjens, Kim van Ommering, Dirk Hoving en Erik Roeling. Het e-mailadres van de faculteitsraad is:
[email protected].
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
11
Arges
Gerrit Kroesen
going into space...
12
In de verte stijgt een raket boven de horizon uit richting het International Space Station (ISS). Aan boord is André Kuipers samen met een opstelling van de vakgroep Elementaire Processen in Gasontladingen. Maar voor het zover is, moet het geheel eerst grondig getest in een gravitatieloze omgeving. En dat kan, ook hier op aarde. Het is tijd voor een plezierreisje, een paraboolvlucht in de A300 van Novespace.
zijn in een voorselectie 28 experimenten geselecteerd. De meeste daarvan zitten in de biologische of menselijk-fysiologische hoek. Vaak betreft het dan experimenten die gaan over het gedrag van het menselijk lichaam onder gewichtsloosheid: experimenten die dus er voor zorgen dat gelijksoortige experimenten door andere astronauten in de toekomst beter gedaan kunnen worden. Een andere categorie van experimenten is gericht op pure wetenschap (b.v. schuimvorming, vloeistofdynamica, etc.). Het is vrij zeldzaam dat er een experiment wordt uitgevoerd waarvan het belang niet binnen de ruimtevaart zelf ligt, en ook niet binnen de wetenschap alléén. Ditmaal wordt dat anders. André Kuipers gaat namelijk ook het experiment “Arges” uitvoeren. Dit is het experiment waarover de laatste tijd in de pers nogal wat te doen is geweest. De naam Arges is een Engelse afkorting. In vrijwel alle voordrachten die ik over dit onderwerp moet houden begin ik altijd met dezelfde uitleg van de naam in het Engels, die ook hieronder is weergegeven: ARGES This is an acronym for:
E
ind april 2004 wordt een Nederlandse astronaut, André Kuipers, met een Russische Soyuzraket naar het International Space Station (ISS) gelanceerd. Daar zal André een dikke week verblijven en dan weer met dezelfde Soyuz-capsule terugkeren naar de aarde. Dit is natuurlijk geen plezierritje, zoals dat onlangs wel het geval was voor een puissant rijke Amerikaan (Tito) en een ongeveer net zo rijke Zuid-Afrikaan. Nee, André zal hard moeten werken. Er
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
A tomic densities measured R adially in metal halide lamps under micro G ravity conditions with E mission and absorption S pectroscopy
The Cyclopes were giant beings with a single, round eye in the middle of their foreheads. The first generation consisted of three brothers, Brontes (thunderer), Steropes (flasher), and Arges (brightener), who came from the union of Gaia (earth) and Uranus (sky).
13
HID-lampen
Het onderwerp van het onderzoek is in de titel te vinden: Metaal-Halogenide lampen of HID (High Intensity Discharge) lampen. Dit is een vrij recent type lamp, dat door Philips en ook andere lampenproducenten op de markt wordt gebracht. De lamp is gebaseerd op een gasontlading, soms ook wel plasma genoemd. Deze lampen worden vooral toegepast bij etalageverlichting, grotere hallen of kantoren, het aanlichten van stadsgebouwen, en voor koplampen van auto’s (op dit moment eigenlijk alleen van een bepaald merk dure auto’s die in Beieren worden gemaakt). Kortom: op dit moment vooral toepassingen die in een middengebied van vermogens ligt: een “lekkere kwak licht” maar geen kilowatten voor voetbalstadions of enkele ‘wattjes’ voor huiskamerverlichting. Het grote voordeel van dit type lamp is de extreme energiezuinigheid. Deze “peertjes” zetten zo’n 40% van het opgenomen elektrische vermogen om in zichtbaar licht: algauw een factor 5 zuiniger dan de bekende halogeenlampen. Als we nu weten André Kuipers, Mark Bax, Guido Schiffelers en Gerrit Kroesen zweven door het vliegtuig als gevolg van de vrije val.
14
dat enige tientallen procenten van het totale elektriciteitsgebruik van de samenleving opgesnoept wordt door verlichting, dan gaat het om een flink stuk van de energieproblematiek. Zoals gezegd, wordt het licht van een HID-lamp opgewekt door een plasma. Het plasma wordt in zo’n lamp opgesloten in een omhulsel, dat de “burner” wordt genoemd. De maten van zo’n burner zijn vergelijkbaar met de filter van een filtersigaret: enige millimeters in doorsnede en ca 2 cm lang. De typische wandtemperatuur van een burner is 800 – 1000 ºC. De burner wordt bevestigd in een buitenballon (“buba”) van glas of kwarts, die ófwel gevuld is met een inert gas zoals stikstof, ófwel vacuüm-gezogen is. Meestal is de burner gevuld met een paar milligram kwik en een aantal brokjes van een zout. Ook zit er een “startgas” in (b.v. Xe) om de gasontlading te kunnen ontsteken terwijl het kwik nog vloeibaar is en het zout nog vast. Bij de hoge temperaturen, die de lamp bereikt bij het branden, verdampt het kwik volledig en bereikt het een druk van 10-50 Bar. Het zout
Het International Space Station.
(meestal een mengsel van natriumjodide en andere metaaljodiden) verdampt niet volledig en bereikt meestal een druk van 550 mBar. Het gas binnen de burner bestaat dus vooral uit kwikdamp. Vanwege de hoge temperatuur van het plasma in de burner (4000-5000 ºC in het midden), wordt licht gegenereerd door aangeslagen atomen en moleculen. Ondanks het feit dat het kwik zorgt voor het grootste deel van de gasdruk, wordt het meeste licht geproduceerd door de atomen en moleculen van de metaaljodiden. Daarom kan door de keuze van het zoutmengsel de kleur van de lamp worden veranderd. Als een gevolg daarvan is dit type lampen verkrijgbaar allerlei soorten nuances van wit (variërend van “daglicht” of “koel wit” tot “warm wit”). Ontmenging
Als een HID-lamp in een verticale positie wordt toegepast, wat vaak voorkomt, kan men vaak zien dat de kleur van het licht van de bovenkant van de burner anders is dan het licht van de onderkant van de burner. In combinatie met de reflector waarin de lamp gemonteerd is kan dit een merkwaardig uitziende lichtverdeling opleveren op het te verlichten oppervlak. De onderliggende reden voor dit ongewenste kleurverschil in de burner is dat de lichtuitzendende stoffen (de Koerier 5, jaargang 43 (2003)
metaaljodiden en hun atomaire elementen) meer aanwezig zijn aan de onderkant van de burner. Het mechanisme hierachter is vrij complex en wordt onderzocht door een groot aantal onderzoekers over de gehele wereld. Kwalitatief begrijpt men het mechanisme, maar kwantitatief is het verschil tussen theoretische modellen en de geobserveerde kleurverschillen vaak groot. Om het ontmengingsverschijnsel te begrijpen moeten we met drie verschillende aspecten rekening houden, namelijk het chemische evenwicht, diffusie en convectie. Als voorbeeld zullen we kijken naar een lamp met een natriumjodide (NaI) zoutvulling. Allereerst moeten we ons realiseren dat het plasma het heetst is op de as van de lamp (d.w.z. op de lijn tussen de elektrodes). Bij deze temperatuur zijn de NaI-moleculen gesplitst in hun individuele atomen (Na en I). Bij voldoende hoge temperaturen op de as is een significant deel van de atomen geïoniseerd. Aan de wand zijn de temperaturen laag genoeg voor de deeltjes om weer te recombineren tot NaImoleculen. Dit betekent dat we in het centrum van het plasma vooral atomen en ionen hebben en in de buurt van de wand vooral moleculen. Ten tweede moeten we ons realiseren dat de NaI-moleculen groter zijn dan Na- en I-atomen en –ionen. De NaI-moleculen kunnen zich daardoor minder snel tussen de kwikatomen door verplaatsen. Als de concentratie van moleculen vlakbij de wand hetzelfde zou zijn als die van de atomen en ionen in het centrum, dan zouden er meer Na-atomen en –ionen naar de wand bewegen dan NaI-moleculen naar het centrum. Dit kan natuurlijk niet oneindig doorgaan en daarom treedt er een evenwicht op waarbij de totale concentratie 15
van het element Na lager zal zijn in het centrum dan vlakbij de wand. Dit noemen we radiale ontmenging. Ten derde beweegt het gas in het hete centrum van de ontlading door de aanwezigheid van convectie omhoog. Aan de bovenkant raakt het gas de bovenkant van de burner, het koelt af en beweegt dan naar beneden langs de relatief koele wand. Omdat de concentratie van het element natrium (in welke vorm dan ook, molecuul of atoom) lager is in het centrum dan aan de wand, bevat de omhooggaande kolom gas minder Na dan de neergaande kolom. Het gevolg is een netto Na-transport naar beneden. Dit leidt tot een verlaging van de Na-concentratie aan de bovenkant van de burner, waardoor er daar minder Na-straling wordt geproduceerd en de bovenkant een andere kleur krijgt. Dit noemen we axiale ontmenging. Helische instabiliteiten
Een tweede verschijnsel dat vaak voorkomt bij HID-lampen is de zogenaamde helische instabiliteit. Hoewel deze instabiliteit op zichzelf geen schadelijke gevolgen voor het functioneren en de efficiëntie van de lamp hoeft te hebben, geeft een onstabiele
lamp vaak aanleiding tot een instabiele lichtuitzending. De consument zou dit verschijnsel karakteriseren als “flikkeren”. Omdat dit flikkeren niet acceptabel is voor de meeste toepassingen, is het van belang om een beter begrip van dit verschijnsel te ontwikkelen en een manier te vinden om dit te kunnen voorkomen. De helische instabiliteit wordt gekarakteriseerd door het feit dat het centrale kanaal van het plasma weg begint te buigen van de centrale as en zelfs kan gaan ronddraaien om deze as, in de vorm van een kurkentrekker. Hoewel er nog veel onduidelijk is over dit mechanisme, gaat men er van uit dat dit verschijnsel wordt veroorzaakt door het eigen magnetische veld dat wordt gegenereerd door de stroom die door het plasma stroomt. De Lorentzkracht probeert het plasma tegen de wand te drukken. Vooral in lampen met een hoge efficiëntie, die dus een hoge fractie van het aangeleverde vermogen omzetten in straling, treedt dit verschijnsel regelmatig op. De helische instabiliteit begint meestal bij een bepaald lampvermogen en wordt sterker bij hogere vermogens. Omdat nog steeds veel onbekend is over de exacte mechanismen die deze instabiliteit
Een aantal van de plasma-lampen waaraan onderzoek wordt verricht.
16
Grafiek van de gravitatie tijdens de paraboolvlucht. Gedurende de eerste 20 seconden ondervindt men een gravitatie van bijna 2 g. De 20 tot 25 seconden erna valt de zwaartekracht volledig weg, gevolgd door wederom een 20 seconden van 2 g.
veroorzaken en omdat er duidelijke aanwijzingen zijn dat de ontmengingsgraad het optreden van instabiliteiten beïnvloedt, kunnen zwaartekrachtloze metingen ook waardevolle informatie verschaffen over dit verschijnsel. TU/e en Philips
Het gaat hier om een experiment dat door de TU/e en Philips samen wordt voorbereid. Binnen de TU/e ligt de interesse natuurlijk vooral op het gebied van de waarheidsvinding: welke processen beheersen nu precies de ontmenging en waarom kiest zo’n plasmakanaal niet de kortste weg tussen de elektrodes (een rechte lijn) maar soms een kringelende spiraal? Voor plasmafysici zijn dit buitengewoon interessante fenomenen. Binnen Philips wil men met de opgedane kennis natuurlijk proberen de lampen te verbeteren: nóg energiezuiniger, betere kleurverdeling, voor een breder toepassingsgebied geschikt, etc. Om de wetenschappelijke honger van de TU/e (specifieker de groep EPG) en de technologische honger van Philips (specifieker het CDL: Central Development Lamps) te stillen, zullen we de zwaartekracht moeten uitschakelen. Dan Koerier 5, jaargang 43 (2003)
valt ook de convectie weg, waarna de axiale ontmenging verdwijnt. In die situatie kan dan ook de helische instabiliteit zuiverder bestudeerd worden. Met het uitschakelen van de zwaartekracht zijn we er nog niet: er zal ook een manier gevonden moeten worden om het plasma goed te karakteriseren. Daartoe zal het nodig zijn om de radiale dichtheidsprofielen van de verschillende deeltjes op te meten. Tevens zal de helische instabiliteit “gevangen” moeten worden middels camera-beelden. Deze experimentele gegevens moeten vervolgens getoetst worden aan een parallel te ontwikkelen model van de ontlading. Binnen de groep EPG was er een ruime ervaring met het opzetten en bedrijven van diverse diagnostieken. Voor wat betreft het opmeten van de radiale concentratie-profielen is de keuze gevallen op twee methodes: emissiespectroscopie en laserdiode-absorptiespectroscopie. De eerste methode levert informatie over de aangeslagen atomen, en daarmee ook over de ionisatieverschijnselen. Dat wil zeggen dat ze alleen informatie levert binnen het hete plasmakanaal, niet in de koude randgebieden. De tweede methode meet 17
Een schematische weergave van de opstelling.
de grondtoestand op, wat wil zeggen dat hiermee informatie verkregen kan worden over de hele burnerdiameter. Voor wat betreft het karakteriseren van de helische instabiliteiten is er gekozen voor het bemonsteren van het gehele plasma met een webcam. Binnen Philips was er een grote kennis over de fysica van de lampen. Verder kan men daar ook speciale lampen maken, met specifieke lengtes, diameters, burnermaterialen, vullingscondities, etc. Het insmelten van die lampen in de buitenballon gebeurt in een fabriek, waarvoor dan speciaal de productie onderbroken moet worden. Al met al hebben we de handen stevig ineen 18
geslagen en marcheren nu gezamenlijk op naar de ruimte. Hierbij hebben een vijftal afstudeerders het voortouw: Guido, Danny, Mark, Pim en Frank. Vanuit Philips wordt het gehele project gedragen door Marco Haverlag, die (lang geleden) nog aan deze faculteit is gepromoveerd, en door Rob Keijser: een oude rot in de gasontladingsfysica. Ruimtebeperkingen
Als je het experiment op aarde zou willen uitvoeren, dan heb je daar flink wat apparatuur voor nodig (spectrometers, lasers, camera’s, etc.). Al met al beslaat het al gauw een heel laboratorium. In het ruimtestation ISS kan dat natuurlijk niet. We stonden voor de taak om het geheel
te laten passen binnen het volume van een (weliswaar forse) emmer: 40 cm diameter en 45 cm lang. Dit is gelukt door te kiezen voor zeer slimme optische ontwerpen. Zo is bijvoorbeeld de spectrometer gebaseerd op een zgn. Echelle-rooster, dat in een zeer hoge orde (rond de 40) gebruikt wordt. Verder is alle apparatuur op maat ontworpen en vervaardigd. Een verder beperking was het gewicht: het totale gewichtsbudget van alle experimenten die André Kuipers moet gaan uitvoeren is 70 kg. Inmiddels soupeert ons experiment daar een flink deel van op (zo’n 30 kg..). De reden voor de gewichtsbeperking is de prijs voor de “uplift” naar het ISS: een slordige 30.000 euro per kilo. Dat is ook de reden waarom sommige TU/e-hoogleraren, zoals ikzelf, niet gauw een astronautendiploma zullen halen...
de specifieke eisen die gelden in dat geval moesten door fervent zoeken en navragen boven water getoverd worden. Dat is uiteindelijk allemaal gelukt. Het elimineren van de zwaartekracht
Een optie voor het uitschakelen van de zwaartekracht is het al genoemde ISS. Er is echter dichterbij een alternatief, zij het met beperkingen: parabolische vluchten. Hierbij trekt een A300 vliegtuig vanuit een hoogte van 6 km eerst zeer steil op tot een inclinatie van 47 graden met de horizon. Dan wordt
De fabricage van de opstelling
Normaal gesproken wordt dit soort ruimtevaartapparatuur vervaardigd door gespecialiseerde bedrijven, zoals Fokker Space (inmiddels Dutch Space geheten), Stork Space, Daimler Aerospace, etc. Toen wij eind vorig jaar begonnen aan deze taak, bleek dat een dergelijke route niet haalbaar was: het experiment is dermate gecompliceerd en er moest tijdens de ontwikkeling dermate intensief worden samengewerkt tussen wetenschappers, studenten en technici dat er maar een oplossing mogelijk bleek: het experiment moest ontworpen en vervaardigd worden door onze eigen GTD (de Gemeenschappelijke Technische Dienst, die in de W-Hal zit) in samenwerking met de BLN (Bedrijfsgroep LaboratoriumAutomatisering) van onze eigen faculteit. Een probleem bij het begin was dat er nauwelijks ervaring was met ruimtevaart: Koerier 5, jaargang 43 (2003)
Eén van de brandende plasmalampen in de opstelling.
de stuwing tot nul gereduceerd: er treedt een vrije val op. Die kan ca. 20 seconden duren, want dan moet het vliegtuig weer snel optrekken om niet neer te storten. Gedurende de vrije val is alles binnen het toestel gewichtsloos: een ideale test voor ons ruimte-experiment. In die 20 seconden kan de lamp weliswaar nog niet voldoende thermisch stabiliseren (dat duurt ca. 10 minuten), maar er kan toch waardevolle informatie verkregen worden. In de eerste week van april 2003 hebben we 19
deelgenomen aan de 34e ESA campagne voor parabolische vluchten in Bordeaux. Gedurende die campagne hebben we drie dagen gevlogen, elke dag werden er 31 parabolen uitgevoerd. Je moet je eens voorstellen: 31 keer achter elkaar een sequens van 1 minuut horizontaal vliegen, 20 seconden optrekken (je ervaart dan een zwaartekracht van 2 g), 20 seconden gewichtsloos (0 g) en weer 20 seconden optrekken (2 g). Normaal wordt 30-40 % van de deelnemers ziek. Ik kan echter met gepaste trots melden dat van de 9
dus 5 van jullie collega-N-studenten die dit meegemaakt hebben, net als ikzelf en een AIO, een technicus en Marco Haverlag van Philips. Meerdere studenten zullen waarschijnlijk nog volgen. Ik heb onder de studenten een bliksemenquête gedaan naar de meest toepasselijke karakterisatie van het gevoel. De uitkomst was: “vet”. De eerste 10 parabolen is alles nog heel vreemd en ben je ook gewoon een beetje bang. Het went echter toch, en dan is het eenvoudig fantastisch. Als het experiment
Daar hebben we zelfs een vliegend tapijt getest...
TU/e-ers er slechts één ziek is geworden (jawel, Pim Kemps..). Maar die moest dan ook proefpersoon spelen bij een Belgisch experiment en mocht niet de gebruikelijke medicatie nemen. Die medicatie bestaat uit een tranquillizer om je te kalmeren en amfetamines om toch je werk te kunnen doen. Gedurende de week van de campagne was André Kuipers ook aanwezig in het vliegtuig. Op de laatste dag was hij zelfs als experimentator bij ons ingedeeld. We hebben hem dan ook goed kunnen trainen op het experiment. Hij is medicus (geen fysicus dus), maar ik heb wel de indruk dat hij de zaak nu goed doorheeft: komt uitstekend van pas als hij straks boven ons allen rondcirkelt. Er volgt natuurlijk ook nog een uitgebreid trainingsprogramma binnen de ESA-procedures. Zweven
Hoe is dat nu: gewichtsloos zijn? Er zijn nu 20
eenmaal een beetje loopt is er voor enkelen ook tijd om naar de “speeltuin” te gaan: een met netten afgebakend stuk van het vliegtuig waar je vrij mag zweven. Daar hebben we zelfs een vliegend tapijt getest... Het blijkt echter dat zo’n vliegend tapijt zich zonder eigen voortstuwing moeilijk laat besturen: vluchtcontrole moet geschieden door een tweede persoon die ook in de speeltuin is en zich vasthoudt middels banden op de vloer. Aan een verbeterde versie, met eigen “propellant”, wordt gewerkt... De eerste resultaten
De resultaten waren zowel bemoedigend als ook mysterieus. Het grote pluspunt was dat alle diagnostieken volledig naar bevrediging functioneerden. Ondanks de enorme tijdsdruk (de twee weken voorafgaand aan het afreizen naar Bordeaux is door vele mensen ’s avonds, ’s nachts en in de weekends doorgewerkt om alles op tijd voor elkaar te krijgen) kwam alles nog net op tijd voor elkaar. De campagne mag
dan ook een doorslaand succes genoemd worden: zeer bemoedigend voor de ISSversie van het experiment. Wel bleek dat er een aantal zaken anders uitpakte dan verwacht. Zo traden bijvoorbeeld de helische instabiliteiten veelal op onder 2 g en minder onder 0 g. Dit blijkt achteraf te komen doordat de lampen in een ander ontladingsregime zaten dan van te voren werd verwacht. Voor de ruimteversie moeten er dus waarschijnlijk nieuwe lampen komen, die weer getest zullen moeten worden in de najaarscampagne voor parabolische vluchten in oktober 2003. Daarna heeft Philips nog maar een paar weekjes om de definitieve lampen af te leveren... Ook bleek dat het nodig is om het meetprotocol aan te passen, zodat verzadiging van de emissielijnen voorkomen kan worden. Verder bleek dat een grotere burnerdiameter het meten met de diodelaser bemoeilijkt. Al met al dus veel lessen geleerd! Als we deze parabolische vluchten niet hadden kunnen uitvoeren was de ISS-missie wellicht op een fiasco uitgelopen. Gelukkig hebben we al een (officieuze) toezegging van ESA dat we in het najaar weer mee mogen doen.
Let’s go to space! ARGES: een experiment waarmee onze faculteit de ruimte in gaat!
Gerrit Kroesen, Groep EPG Met dank aan: Marco Haverlag (Philips), Guido Schiffelers, Danny van den Akker, Mark Bax, Pim Kemps, Frank van den Hout (allen student N), de gehele GTD en de BLN.
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
21
NATUURKUNDE
Stageverslag
Visualisatie van akoestische wervels door Jan Kuchel
O
m de hoeveelheid gas die door een gasleiding stroomt te meten, worden in de gasindustrie gasturbinemeters gebruikt. Gasturbinemeters zijn rotoren die vrij kunnen draaien in een stroming van het gas
camera
camera
Figuur 1: Schlierenopstelling zonder (boven) en met een schlierenobject (dichtheids-/brekingsindexverschil)
en daarbij een zeer lage wrijvingsweerstand hebben. Verder wordt er verondersteld dat de rotatiesnelheid van de rotoren evenredig is aan de stromingssnelheid van het gas. Dit is echter binnen een beperkt meetgebied het geval. Om te verkomen dat het de gasstroom in de zomer (wanneer weinig gas verbruikt wordt) of in de winter (hoog gasverbruik) buiten het meetbereik komt, gebruikt men meetstraten. Dit zijn een aantal kleinere gasturbinemeters die paralel aan elkaar tussen de grotere aan- en afvoerbuizen zijn geplaatst. Door enkele meetstraten ’s zomers af te sluiten kan men ervoor zorgen dat de gasstroom binnen het dynamisch bereik van de turbinemeters blijft. Dit afsluiten van meetstraten zorgt echter weer voor een nieuw probleem doordat de gasstroom in de aan- en afvoerbuizen over de uiteindes van de gasturbinemeters blaast: akoestische trillingen. Dit is te vergelijken met het blazen over de hals van een fles.
22
Nu zal je natuurlijk denken dat de omwonenden die heel hard gaan zeuren het probleem zijn, maar dat is nu eens niet het geval. Het probleem wordt veroorzaakt doordat door de akoestische trillingen een periodieke stroming in de afgesloten meetturbine op en neer gaat. Wanneer de turbinebladen symmetisch zouden zijn, zouden de turbines door hun traagheid helemaal niet gaat draaien, of in ieder geval evenveel vooruit als achteruit. Doordat de turbines echter niet symetrisch zijn (zie foto), gaat de turbine wel draaien zonder dat er een nettostroming door de buis is, en dit levert een foutieve meting op. Deze stromingen staan bekend als spookmetingen. Je voelt ‘m al aankomen: mijn stage had (uiteindelijk) als doel om deze spookmetingen beter te begrijpen. De stage was grofweg in twee delen op te delen: een berekening door middel van potentiaaltheorie om de voortplanting van wervels die aan de rand van de turbinebladen ontstaan te berekenen en een optisch gedeelte waarbij geprobeerd is om de wervels te visualiseren. Het wiskundige gedeelte is voor de gemiddelde Koerierlezer niet zo heel erg interesant en daar zal ik dan ook verder niet op ingaan. Voor het optische gedeelte is gekozen voor een Schlierenopstelling. Schlierenfotografie is een methode om stromingen van warme lucht of van verschillende gassen te visualiseren. De methode maakt gebruik van het verschil in brekingsindex in verschillende gassen of plaatsen met verschillende temperatuur. De schematische opstelling is te zien in figuur
Stageverslag
NATUURKUNDE dan de rest in het beeld van de camera. Wanneer je nu een periodiek verschijnsel wilt bekijken, zoals een akoestische stroming rond een turbineblad, kun je een die lichtbron van de Schlierenopstelling synchroniseren met de frequentie van het verschijnsel. Hierdoor ontvangt de camera dus alleen maar licht gedurende een bepaald gedeelte van de periode van het verschijnsel en wordt alleen dit gedeelte van de stroming zichtbaar.
Figuur 2: Er is een frequentie van 125 Hz gebruikt, en de wervel is in afstanden van 0,500 ms gefotografeerd. Het voor de foto gebruikte model van het rotorblad is van messing waarbij de bovenkant onder een hoek van 45° staat. Duidelijk te zien is dat de wervelvorming niet symmetrisch is in beide richtingen van de aanstromende lucht. Zie bijvoorbeeld de foto bij 1 ms en de foto bij 5 ms, die een halve fase van elkaar verschillen.
1. Tussen de twee grote lenzen in ligt het onderzoeksveld, hierin lopen de lichtstralen evenwijdig. Vlak voor de camera staat een zogenaamd mes, precies in het brandpunt van de tweede grote lens. Dit mes is een plaatje met een scherpe rand (bijvoorbeeld een scheermes) dat een gedeelte van het licht in het brandpunt tegen houdt. Doordat het mes in het brandpunt staat houdt het dus alleen een gedeelte van de lichtintensiteit tegen, niet van het beeld. Wanneer er nu binnen het onderzoeksveld een gebied is met een iets andere brekingsindex wordt het licht daar in de meeste gevallen iets gebroken. Hierdoor houdt het mes net iets meer of iets minder licht van deze plek van het beeld tegen, en zie je de plek met andere brekingsindex net iets lichter of donkerder Koerier 5, jaargang 43 (2003)
Om de akoestische stroming rond het turbineblad te simuleren is gekozen voor een opstelling die bestaat uit een soort kist met twee kamers met in elk een luidspreker. Boven op de doos, precies boven de wand tussen de twee kamers is een soort gat gemaakt waardoor de lucht tussen de twee kamers heen-en-weer kan stromen, boven op de tussenwand kan dan een model voor de turbinebladen geplaatst worden. Voor wie dit allemaal wel erg ingewikkeld vindt klinken is er de afbeelding hieronder.
Figuur 3: De kist met het akoestische systeem.
De luidsprekers zijn in tegenfase geschakeld, waardoor een kamer een overdruk zal hebben op het moment dat de andere kamer een onderdruk heeft en er een luchtstroom over het model voor de rotorbladen zal gaan. De luidsprekers van de kist worden aangestuurd door een frequentiegenerator, 23
NATUURKUNDE
Stageverslag
De rotor van een gasturbinemeter. In de rechter foto is duidelijk zichtbaar dat een van de twee kanten van de rotorbladen is afgerond, terwijl de andere kant recht is.
die ook gebruikt wordt om de flitslamp van de Schlierenopstelling te synchroniseren met de frequentie van de luidsprekers. Tevens zit er in elke kamer een druksensor om informatie over het drukverschil te krijgen, waaruit men de snelheid en verplaatsing van de luchtstroom kan berekenen. De kist is zodanig in de Schlierenopstelling geplaatst dat het model voor de rotorbladen in beeld is. Het verschil in brekingsindex dat nodig is om de luchtstroom langs de rotor te visualiseren wordt gecreëerd door het model voor het rotorblad te verwarmen met een infraroodlamp. Toen de hele opstelling klaar was, is als eerste de eigenfrequentie van de kist gemeten, zodat we wisten bij welke frequentie wij de maximale luchtverplaatsing en snelheid krijgen. Verder bleek hieruit dat de kamers niet volledig symmetrisch waren (de wand stond enkele millimeters verkeerd). Dit resulteerde in een iets afwijkende eigenfrequentie voor beide kamers. Verder zijn wij gaan experimenteren met verschillende ‘pijpen’ die om het gat op de doos heen kunnen, om de luchtstroom over het model voor het rotorblad beter gedefinieerd en sterker te kunnen maken. 24
Dit leverde uiteindelijk een korte vierkante pijp op met aan beide kanten vensters om de luchtstroom te kunnen visualiseren. Het eindresultaat van mijn stage is uiteindelijk een reeks foto’s van de luchtstroom op verschillende momenten van de periode van de akoestische stroming geworden. Zoals te zien is, zijn de wervels die aan het model voor het rotorblad ontstaan nog erg klein en onduidelijk op de foto’s. Dit is iets wat bij een toekomstige opstelling beter moet worden, en daar is op dit moment Arjan Hamelinck met zijn stage aan bezig.
Figuur 4: Waarschijnlijk het meest gefotografeerde Schlierenobject: een soldeerbout.
Puzzel
ALGEMEEN
De reeks door Michael Beljaars & Wiebe Wagemans
D
In de vorige Koerier stond als puzzel een reeks die afgemaakt diende te worden, om zo de logica van de reeks te laten zien. Puzzelwinnaar Wiebe Wagemans deed meer dan alleen dit en schreef zelfs een script in Excel dat de verschillende reeksen behorende bij de verschillende startgetallen uitrekent. Geïnteresseerden kunnen de desbetreffende excelfile vinden op de Physfp in de map vdwlid. Hieronder staan zijn bevindingen Hierbij mijn inzending voor de Koerierpuzzel van Koerier 4. Als eerste het vierkant. Deze is eenvoudig, begin rechtsboven en lees dan met de klok mee in een spiraal. Zo krijg je de reeks 1, 12 , 123, 1234 etc. Als tweede de reeks. Deze begint met een 1, daarna wordt steeds het voorgaande blokje beschreven. Dus één 1 (11), dan twee enen (21), één 1 en één 2 (1112) etc. Dit levert dan de volgende reeks (met 100 stappen): 111211112311221121331221321222311421331121314411223143122132421322314213 223142132231421322314213223142132231421322314213223142132231421322314213 223142132231421322314213223142132231421322314213223142132231421322314213 223142132231421322314213223142132231421322314213223142132231421322314213 223142132231421322314213223142132231421322314213223142132231421322314213 22314213223142132231421322314213223142132231421322314213223142132231 Als je oplet blijkt dat de reeks zich gaat repeteren: 1_11_21_1112_3112_211213_312213_212223_114213_31121314_41122314_31221324 _21322314_21322314_21322314_ 21322314_21322314 De repeterende eenheid, na 13 stappen is 21322314. Als je met een 2, 3 of 4 begint wordt de reeks repeterend na respectievelijk 12,13 en 9 stappen. Opvallend is dat dan dezelfde repeterende eenheid gevonden wordt. Startend met een 5, wordt de reeks na elf stappen repeterend. De repeterende eenheid is dan 3122331415. Als je nu met een 6, 7, 8 of 9 begint verandert alleen het laatste getal van de reeks. Als je begint met een 0, vind je dezelfde eenheid beginnend met 10 en zonder de laatste 15.
Zoals gebruikelijk kan Wiebe twee welverdiende borrelbonnen af komen halen in de Van-derWaalskamer. Koerier 5, jaargang 43 (2003)
25
Simon Mathijssen
ESA: Europe in Space
26
Zijn wij bewoners van de enige levende planeet in het universum? Of is er ergens ver weg nog een vorm van leven te vinden? Het zijn vragen waar iedereen wel eens over nagedacht heeft. Bij Esa-Estec in Noordwijk proberen ze onder andere hierop antwoord te vinden.
D
e ruimte blijft voor veel mensen een fascinerend gebied van onderzoek. De ruimte levert ons condities waarin een laboratorium nooit aan voldaan kan worden. Een van de organisaties die onderzoek doet in de ruimte is ESA. ESA staat voor European Space Agency en is opgericht om uitsluitend vredelievende operaties in de ruimte uit te voeren. SVTN “J.D. van der Waals” ging hier naar toe om te kijken wat haar kansen in de ruimte zijn.
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
Op 17 februari was het dan eindelijk zo ver, met twee busjes met elk 9 man en een auto met 3 man, gingen we richting Noordwijk. Na de geweldige aanwijzingen van de kaartlezeres in het voorste busje, waren we, na enkele rondzwervingen, dan toch op tijd aangekomen op de plaats van bestemming. Na ons te hebben gemeld bij de bewaking op het terrein werden we naar het hoofdkwartier van ESA geleid, alwaar we dhr. van Baal ontmoetten die ons de rest van de dag zou rondleiden. Allereerst begon hij met een presentatie over waar ESA zich nu mee bezig houdt en wat in het verleden gepresteerd is. Hij benadrukte verschillende malen dat de ruimtevaart in een dip zit. Na het ongeluk met de Columbia zullen de bemande ruimtevaart-programma’s zeker nog een tijdje op een laag pitje komen te staan. Verder schetste hij hoe ESA zich in de loop van de jaren heeft ontwikkeld van een samenwerkingsverband van 6 landen tot 15 landen. Deze landen zorgen met zijn vijftienen voor het budget van ESA, dat zo’n 2,9 miljard euro bedraagt. Naar gelang de inbreng van de verschillende landen worden mensen aangenomen die voor ESA mogen werken. Hierbij benadrukte dhr. van Baal dat het voor een Nederlander moeilijk is om werk te krijgen bij ESA, aangezien onze regering maar 2,4% van het totale budget ophoest. Bij ESA werken in totaal 1879 mensen, waarvan 143 Nederlanders. Met deze mensen en dit geld kan ESA zich op vijf verschillende gebieden manifesteren, namelijk observatie van de aarde, bemande ruimtevaart, launchers, telecom en navigatie, en space science. Zo vertelde dhr. van Baal dat er een nieuwe Meteosat (satelliet om het weer te voorspellen) binnenkort in de ruimte komt, waardoor het weer 2 keer zo nauwkeurig voorspeld kan worden. Bij veel projecten is er een nauw samenwerkingsverband met andere ruimtevaartorganisaties zoals NASA. Zo is de Hubble telescoop, die gelanceerd is op 27
Baan van het Ulyssesproject
24 april 1990, een samenwerkingsproject geweest tussen NASA en ESA. Een ander interessant project, dat samen met NASA is uitgevoerd is het Ulysses project, dat als doel heeft de polen van de zon te bestuderen. Het spectaculaire aan dit project is dat Ulysses niet, zoals de meeste andere satellieten, in het vlak van de aarde rond de zon draait, maar in een vlak ongeveer loodrecht op het vlak van de aarde. Om Ulysses in deze baan te krijgen is hij via Jupiter in zijn uiteindelijke baan gebracht (zie bovenstaand figuur). Hier kan onmogelijk een volledige weergave van de projecten van ESA worden gegeven, maar op haar site www.esa.nl kan meer informatie worden gevonden over de projecten en doelstellingen van ESA. Na het inleidend praatje nam dhr. van Baal ons mee naar de verschillende ruimtes waar de satellieten werden getest. Deze ruimtes kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën, te weten mechanisch, thermisch en elektromagnetisch. In de mechanische ruimte staan een drietal triltafels, waarvan er een in staat is tot 6 vrijheidsgraden te testen. Deze wordt slechts gebruikt voor 3 omdat de hoeveelheid data die deze tafel op zou leveren dermate hoog is, dat deze nog niet te verwerken is. Niet alleen wordt er getest op vibratie, maar 28
ook op akoestische trillingen tijdens de lancering. Deze spelen een rol totdat de raket de geluidssnelheid heeft bereikt. Toch spelen deze een grote rol bij het lanceren van de raket en zijn veel fouten te wijten aan de invloed van de akoestische trillingen. De thermische ruimte bestaat uit een soort grote oven, waarin de satelliet wordt blootgesteld aan de condities die hij ook in de ruimte ondervindt. Zo wordt deze “oven” vacuüm gezogen en gekoeld met vloeibare stikstof. Tegelijkertijd wordt een kant van de satelliet opgewarmd met behulp van grote lampen, waardoor er een grote temperatuurgradiënt ontstaat. Als deze tests en de elektromagnetische test doorstaan zijn is de satelliet klaar voor lancering. Na het bezoek aan het testcentrum kreeg iedereen nog een informatiepakketje uitgereikt met extra informatie over ESA en konden we tevreden en voldaan terug keren naar Eindhoven. Hierbij wil de Lezingen en Excursie commissie iedereen die haar medewerking heeft verleend aan het organiseren van deze excursie van harte bedanken. Tot ziens bij de volgende excursie of lezing!
States of Humanity 10
NATUURKUNST
Een bijna-dood-ervaring in de A-gang van N-laag Kunstenaar Alex Vermeulen creëert een moderne Frankenstein in licht en geluid
door Frans Snik
S
inds zijn ontwerp voor het ‘Natuurkunstwerk’ in samenwerking met studenten Technische Natuurkunde, weet kunstenaar Alex Vermeulen de campus van de TU/e te vinden. Begin dit jaar deed hij de gebouwen van de faculteiten Natuurkunde en Scheikunde aan voor opnames van zijn nieuwste project in zijn alomvattende reeks States of Humanity [SOH]: deel 10, The Opera. Dit multimediaspektakel zal op 5 juni in première gaan op het Holland Festival. Op 27 mei gaf Vermeulen een tryout van de voorstelling in de W-hal. Al zo’n 20 jaar is Vermeulen gefascineerd door de combinatie van beeldende kunst en film. In het verleden is dit onder meer tot uiting gekomen in ‘filmboeken’, 3Dvideo-installaties en DJ-VJ-optredens. The Opera vormt een unieke combinatie van filmbeelden, videomixing, een lichtshow, een live soundtrack (van David Shea) en spel/dans (door Kate Strong). De overkoepelende thematiek van de SOHserie is de sociale en technische evolutie van de mensheid. Voor The Opera richt Vermeulen zich op biotechnologie en de consequenties daarvan.
ze op en doorloopt daarbij verschillende stadia als spelen, dansen en zelfreflectie. Hetgeen halverwege uitmondt in een (identiteits-?) crisis: de wetenschapster ziet het experiment mislukken en vlucht uit laboratorium en zoekt haar heil in een dubieuze omgeving. Ook haar creatie verlaat haar nu vertrouwde habitat van het podium. Na enige omzwervingen vinden creator en creatie elkaar en vinden een manier om één te worden met elkaar: met een kleine livecamera projecteert de artificiële levensvorm zich naast de wetenschapster op het scherm, waarmee de oerthema’s “wat is leven?” en “wat is de werkelijkheid?” geadresseerd worden. De levenscyclus wordt beëindigd zoals zij begon: in een eivorm. De oplettende kijker kan in de soms razende beelden veel bekende locaties herkennen: het Matrix-gebouw, “het Ei” in Cascade en de A-gang van N-laag (nog langer en akeliger dan in het echt). Met zijn beelden geeft Alex Vermeulen een beklemmend maar kleurrijk beeld van wetenschap en techniek. Het Frankensteinverhaal blijkt actueler dan ooit.
In de eerste beelden zien we een wetenschapster die een artificiële levensvorm creëert naar haar evenbeeld. Op het spiegelende glazen podium komt deze laatste langzaam tot leven en begint de wereld om haar heen (bestaande uit gigantische projectieschermen) te analyseren, van chemische compositie tot wiskundige wetmatigheden. In een razend tempo groeit Koerier 5, jaargang 43 (2003)
29
NATUURKUNDE
Discussiemiddag
Greenpeace vs EPZ door Sebastiaan Rieter
L
aten we ons zelf maar niet voor de gek houden: Nederland is een klein landje ergens in Europa. In ons land wonen zo’n vijftien miljoen mensen, als het er inmiddels niet meer zijn, die elke avond het journaal of GTST willen zien, die er vanuit gaan dat hun magnetron hun maaltijd opwarmt als deze koud is en die van hun lampen verwachten dat ze aan gaan als ze het knopje aan de muur omzetten. Dit alles en nog veel meer zorgt ervoor dat wij in Nederland een behoorlijke hoeveelheid stroom verbruiken. Deze wordt hoofdzakelijk in Nederland zelf geproduceerd in kolencentrales, gascentrales en voor een klein deel in kerncentrales. Ook zijn er nog alternatieve manieren om stroom te produceren zoals het gebruik van zonnepanelen, windmolens en waterenergie (stuwdammen, getijdenenergie). Daarnaast wordt er ook nog stroom ingekocht in andere (buur)landen, zoals Duitsland. Uiteraard heeft elke manier van stroom opwekken zijn voor- en nadelen, maar eentje steekt er wel met kop en schouders bovenuit: kernenergie. SVTN “J.D. van der Waals” besloot daarom op dinsdag 8 april de discussie aan te gaan en nodigde van zowel Greenpeace als EPZ, de energiemaatschappij die eigenaar is van de kerncentrale in Borssele, twee mensen uit. Elke partij kreeg eerst de kans om in een korte presentatie zijn of haar standpunt te verdedigen. Op zich spraken de titels van beide presentaties voor zichzelf: ”Borssele blijft open!” en zoiets als “Borssele moet
30
dicht!”. Na deze inleidende presentaties werd er onder leiding van prof. dr. M.J.A. de Voigt een discussie gevoerd over de volgende stellingen: Het gebruik van kernenergie is op termijn onvermijdelijk.
Bij de eerste stelling kwam natuurlijk meteen de groeiende vraag naar energie naar boven en het probleem dat dit in de toekomst gaat geven. Het aantal natuurlijke bronnen in Nederland, waaronder aardgas, is namelijk op aan het raken en er zijn nog niet echt vervangende bronnen gevonden. Verbranding van biomassa wordt weliswaar gebruikt als alternatieve bron, maar werkt alleen maar in combinatie met een kolenverbrander. Volgens EPZ was er maar een echte oplossing: kernenergie; schoon, duurzaam en efficiënt. Greenpeace was het daar niet mee eens en haalde nog eens het plaatje uit hun presentatie aan
Borssele blijft open!
waarop een toekomstbeeld stond geschetst, bestaande uit het verminderen van fossiele brandstoffen, toenemende alternatieve bronnen zoals wind en zonne-energie en de groei in energieverbruik werd wegbezuinigd, door verstandiger energie verbruik: de Utopie voor Greenpeace. Na nog een aantal discussies over de haalbaarheid van een windmolenveld in zee, de efficiëntie van een zonnecel werd deze stelling afgesloten en was het tijd voor de volgende.
NATUURKUNDE
Discussiemiddag
De verwerking van radioactief afval geeft onbeheersbare risico`s.
Greenpeace kwam met een hoop cijfers over de vervuiling die bij de productie van radioactief afval komt kijken. Gelijk kwam EPZ met een weerwoord en weerlegde de cijfers van Greenpeace. Allemaal wel leuk en wel, maar wie van de twee heeft er nu gelijk? Ik kan ook een willekeurig aantal
weggehaald en daar wordt het natuurlijk wel heel vaak blootgesteld aan het eventuele afval. Verderop wordt wel voldaan aan de normen. Maar ja, radioactief afval blijft afval, of het nu een beetje is of wat meer. Op naar de laatste, voor de natuurkunde wat interessantere stelling. Nederland moet een voortrekker worden in het onderzoek naar kernenergie ter stimulering van de kennis-economie.
EPZ reageert hierop meteen dat dit in Nederland niet meer gaat lukken. Daarvoor zijn er in het verleden te veel van de onderzoeken afgestoten. Als we hier in Nederland weer mee zouden willen doen in het top onderzoek op dat gebied zou er teveel moeten worden ingehaald. Hier is Greenpeace blij mee, want kernenergie is gewoon geen optie, dus waarom zou er onderzoek aan worden gedaan. Uit de zaal komt de opmerking dat er misschien onderzoek naar de afvalverwerking kan worden gedaan, dat is immers de bottleneck.
Noordzee vol met windmolens
cijfers bedenken die me goed bevallen, maar dan is het nog steeds niet de waarheid. Er werd daarom maar doorgegaan zonder al deze cijfers en Greenpeace gaf het probleem wat beter aan: de vervuiling vind vooral plaats bij de verwerking van het vrijkomende radioactief afval. Dit wordt namelijk opgewerkt en opgeslagen en daar komt een hoop vervuiling bij vrij. Uiteraard is dat niet te ontkennen. Toch zijn hiervoor normen opgesteld die door de landen waarin dit opwerken en opslaan gebeurt worden gecontroleerd. Volgens Greenpeace viel dat wel mee, maar met wat zeeslib uit de omgeving van zo een opwerkbedrijf, mochten zij Nederland niet in, want daarvoor was een vergunning nodig voor radioactief vervoer. Leuk voor de media, maar niet voor ons: voor elk stuk radioactief materiaal dat moet worden vervoerd is een vergunning nodig, zelf hier op de TU/e. Waar Greenpeace wel een puntje had was dat de stralingsdosis in het slib veel hoger was dan toegestaan. Dat zou niet mogen. Toch werd door EPZ ook hier weer de kantekening bij gemaakt dat het slib direct bij de uitlaatpijp was Koerier 5, jaargang 43 (2003)
Het bovenstaande geeft een kort, misschien wat bevooroordeeld, overzicht van de discussies die zijn gevoerd. Maar tijdens de discussies zijn er nog veel meer argumenten en subdiscussies geweest, maar deze zijn of mij niet bijgebleven, of zij waren niet relevant genoeg om te noemen of zij waren onzinnig zoals discussies over terroristische aanslagen. Over het geheel gezien, was het geen geslaagde middag. Uiteraard zijn Greenpeace en EPZ het niet eens geworden, maar ik denk ook dat dit nooit zal gaan lukken al hebben we wel een poging gedaan op de aansluitende borrel.
31
NATUURKUNDE
Excursie
ASM Lithografie door Edwin de Caluwé & Alex Versteegh
V
roeg in de ochtend om een uur of 12 vertrok een groot deel op de fiets richting Veldhoven. Een ander deel stumpers zonder velocipède, ging met de bus naar ASML. Na een mooi half uurtje fietsen vol liederen over paden en lanen zagen we de poorten van ASML verschijnen. De eerste twee barakken bleken niet de goede te zijn volgens de stafkaart van onze akela. Onderweg zagen we een paar verdwaalde FMF’ers, te herkennen aan het baby-blauwe truitje. Ze liepen de verkeerde kant op. Zodoende bleken wij de eerste studenten te zijn bij ASML en ook de enigen die op tijd waren. Aangekomen bij gebouw 7, bleek het Auditorium even zoeken, maar al vrij snel waren we op de goede plek. We werden verwelkomd met een hapje en een drankje. In het auditorium begon de open dag met een aantal lezingen over Natuurkunde binnen ASML. De eerste lezing, gegeven door Michiel Evers, was een algemene inleiding over ASML. Aan bod kwamen onder andere de ontwikkeling van het bedrijf, de belangrijkste financiële wetenswaardigheden en de bedrijfsstructuur. ASML blijkt een conjunctuurgevoelig bedrijf te zijn, met sterke vraagschommelingen. Voor de econometristen onder u: de schommelingen in de omzet van ASML blijken een half zo lange periode te hebben als die van de wereldwijde conjunctuur. Verder kwamen de carrièremogelijkheden voor technisch natuurkundigen en de algemene technische 32
achtergronden van een waferstepper aan bod. Ook werd er kort iets verteld over een nieuw type waferstepper, waarbij parallel een wafer uitgelijnd kan worden en een andere belicht kan worden. Dit levert uiteraard snelheidswinst op, aangezien het tijdrovende uitlijnen al klaar is wanneer de wafer belicht moet worden. De tweede lezing, van Marc Boonman droeg de toepasselijke titel ‘Technische Fysica bij ASML’. Sowieso natuurlijk toepasselijk, maar des te meer aangezien de excursie georganiseerd werd in samenwerking met de afdeling Technische Fysica van het KIvI. Ingegaan werd onder meer op de rol van de technisch natuurkundigen in de multidisciplinaire projectteams. Omdat natuurkundigen goed in staat zijn over hun discipline heen te kijken, functioneren zij vaak goed in een leidende rol. In deze lezing werd tevens uiteengezet op welke plaatsen in het productieproces technische fysica een rol speelt. Dit bleken er, gelukkig, behoorlijk veel te zijn. Om er enkelen te noemen: verschillende optische technieken worden gebruikt om het beeld van de chip op de wafer te projecteren (‘imaging’) en bij het positioneren van de wafer zijn de piëzo’s, interferometers en de fouriercomponenten onontbeerlijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ASML een van de grootste werkgevers voor Eindhovense natuurkundigen is. Op een van de fysische technieken, namelijk imaging, werd in de derde lezing dieper ingegaan. Joost Sytsma vertelde dat het beeld van de chip op enkele nanometers nauwkeurig op de wafer moet worden
Excursie
geprojecteerd. Lensfouten zijn daarom uit den boze en dus gebeurt het projecteren van het masker (‘reticle’) met een kolom bestaande uit enkele tientallen lenzen, welke speciaal voor de waferstepper zijn ontwikkeld bij het gespecialiseerde bedrijf Zeiss in voormalig Oost-Duitsland. Om het beeld van de retical scherp op de wafer af te beelden, kunnen de lenselementen tijdens het produceren nog worden afgesteld en kan niet alleen de wafer maar ook het platform waarop het masker zich bevindt, de ‘retical stage’ bewegen. Om de intensiteit van het beeld tijdens het lithografisch proces te optimaliseren, kan de modus van de lichtbundel aangepast worden. De intensiteitsverdeling van het licht binnen de bundel kan aangepast worden, zodat relatief veel energie in het midden gefocuseerd wordt of juist aan de rand van de bundel.
NATUURKUNDE rondleiding op het programma. Onder begeleiding van een ASML-medewerker werden we langs verschillende wafersteppers in opbouw geleid en de cleanrooms waarover ASML beschikt. Zo konden we in de buik van de stepper kijken. En kregen we verdere gedetailleerde informatie over verschillende onderdelen en productieprocessen. Tenslotte stond er nog een vierde lezing op het programma, van Arie den Boef. Deze ging over het positioneren van de wafer onder het reticle. Op elke wafer staan een aantal markers, die in de machine uitgelezen kunnen worden, zodat elke wafer in de verschillende vrijheidsgraden op nanometers nauwkeurig uitgelijnd kan worden. Met onder andere interferometrische technieken en hogere orde fourieranalyse kan deze nauwkeurigheid behaald worden. Met deze lezing kwam een einde aan een erg interessante dag, waarbij iedereen hopelijk wat geleerd heeft.
Na deze drie lezingen en een korte pauze stond er een korte
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
33
NATUURKUNDE
Lezing
Shell - Renewable energies door Edwin de Caluwé
M
ichiel Groeneveld is werkzaam bij Shell International Exploration and Production in Rijswijk. Hij heeft een groot deel van zijn tijd bij Shell besteed aan het onderzoek naar hydrogen fuel cells bij Shell Global Solutions in Amsterdam. Op maandag 14 april hield dhr. Groeneveld een lezing voor onze studievereniging. De titel van zijn lezing was: “Naar een meer duurzame produktie van energie”.
Er zitten drie kanten aan het streven naar meer duurzame energie. Ten eerste de groeiende behoefte naar energie in de wereld, verder daarbovenop ook nog eens een groeiende wereldbevolking en tenslotte willen we onze kinderen niet opzadelen met onze problemen. De oplossing die we kiezen moet dus zo milieuvriendelijk zijn als mogelijk. Veel mensen denken dat de fossiele 34
brandstoffen ver op zijn of economisch niet meer winbaar. Dit blijkt volgens de laatste wetenschappelijke inzichten best mee te vallen. Er worden steeds meer fossiele reservoirs in de aarde ontdekt. Weliswaar is het zo dat deze steeds moeilijker bereikbaar worden en economisch lastiger winbaar, maar door betere technieken en verder kostenbesparingen is er nu toch nog ruim voldoende. Toch is deze energievorm verre van ideaal. Met name het streven naar een milieuvriendelijke energievoorziening wordt niet bereikt met fossiele brandstoffen. Er zijn alternatieven hiervoor. Er is met name veel aandacht voor zonne-energie, windenergie en biomassa in de media. Dit zijn eigenlijk economisch niet echt haalbare alternatieven. Nu is energie uit fossiele brandstoffen per eenheid nog de goedkoopste, maar zoals bij alle technieken bestaat ook in de energieindustrie het verschijnsel van een leercurve. Als geïnvesteerd zal worden in en onderzoek gepleegd worden naar en ervaring opgedaan worden met de massaproductie van alternatieve energiebronnen, zullen deze per eenheid ook goedkoper worden en op termijn vergelijkbaar met de traditionele energiebronnen. Er zijn nog meer nadelen van deze alternatieve energievormen. Belangrijke eisen aan een energievorm zijn onder andere de continue beschikbaarheid en het vermogen pieken in de energievraag op te vangen. Waterstof is een zeer efficiënte manier om energie op te slaan en te vervoeren. Hoewel veel mensen
Lezing
NATUURKUNDE geval, is er slechts water als afvalproduct. Verder is een groot voordeel van het waterstofalternatief, dat het een makkelijke overgang vormt van de huidige fossiele energie infrastructuur naar een waterstof gebaseerde economie. De huidige aardgasinfrastructuur kan met minimale aanpassingen worden gebruikt om waterstof te distribueren of waterstof kan bijgemengd worden in het bestaande aardgasnet.
denken dat, zeker gezien het ongeluk met de Hindenburger zeppelin, waterstof zeer explosief is, is dit eigenlijk onterecht. De zeppelin is niet in brand gevlogen wegens de waterstof, maar juist door een brandbare stof op het zeil.
Ik hoop u zo een impressie te hebben kunnen geven van de lezing verzorgd door Shell. Het was zeker een zeer interessante uiteenzetting, vooral gezien de vele vingers die na de lezing de lucht in schoten. Tijdens de aansluitende borrel werd er nog veel nagepraat en zo kwam er een einde aan deze geslaagde activiteit.
Waar Michiel Groeneveld zich met name mee bezig houdt en heeft gehouden zijn de hydrogen fuel cells, of in goed Nederlands: brandstofcellen met waterstof als brandstof. Als groot voordeel hebben deze cellen, dat verbrandingsproducten geen koolstofoxides en zwaveloxides bevatten. In het ideale
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
35
ACTIVITEITEN
Excursie
Van Abbemuseum door Machteld Lamers
36
onderdag 4 april was het zover: een cultureel uitstapje in de plaats van ik al jaren woon. Want je kunt zeggen wat je wil, maar eerlijk: hoeveel van je eigen stad heb je nou eigenlijk gezien. Ik heb ook twee jaar in Maastricht gezeten, maar ik heb nog nooit
D
museum in volle glorie weer openging, was het uiteraard het moment om hierheen te gaan.
een rondtochtje gemaakt over de Maas of het Bonnefantenmuseum bezocht. In Eindhoven heb ik wel een keer iets bezocht en dat was de kerk bij Stratumseind. En dat terwijl ik wel een paar keer in het Rijksmuseum ben geweest, en op vakantie doe ik meestal ook wel iets cultureels. Maar waarom niet in eigen stad? Om toch maar een verandering in deze kwalijke gewoonte in te zetten, besloten de Chaoten om het culturele hoogtepunt van Eindhoven met een bezoek te vereren. En eerlijk is eerlijk: veel culturele hoogtepunten heeft Eindhoven niet. En aangezien het enkele jaren heeft geduurd voordat het Van Abbe-
bekeken. Met een mooi rood stickertje opgeplakt heb ik hun vergezeld, om de wazige, soms intrigerende, maar over het algemeen aparte kunst te bekijken. Het absolute hoogtepunt vond ik de kleine ruimte met schaduwwerk van poppetjes en zo, die als je een eng deuntje zong, het erg spookachtig à la kerkhof maakte. Ook het alfabet gemaakt van zand in zand was erg apart. Diegene die erin durft te springen heeft lef. Raar maar waar, er waren vele dingen waarvan ik dacht: moah. Maar ik moet mijn eigen natuur niet beledigen: ik vind moderne kunst echt waardeloos. En het bezoek aan het Van Abbe-museum heeft
Uiteraard was ik laat en hadden de weinige mensen van Natuurkunde die ene moer om cultuur geven, een verdieping reeds
Excursie
ACTIVITEITEN
dit onderschreven, op enkele dingen na. Toch had ik het voor geen goud willen missen, want het geeft toch een mooi idee van wat kunstenaars nu doen, en het geeft je een andere kijk op dingen. Want cultuur is toch iets van ons allemaal. Het Van Abbemuseum zal geen bezoekje meer van mij krijgen, maar eentje was het zeker waard! Dus nou, jullie stelletje cultuurbarbaren, verrijk jezelf eens door ook eens naar iets cultureels te gaan, ook al ligt het niet zo voor de hand qua je interesses. Ga naar theater, ga naar ballet, ga naar een museum, dan kun je tenminste een keer over iets anders praten dan natuurkunde en je dagelijkse beslommeringen terwijl je je wekelijkse biertje drinkt op de Borrel.
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
37
ALGEMEEN
Puzzel
Mysterieuze genocide door Edwin de Caluwé
L
ang geleden in een verre toekomst, kwam ik toevallig met mijn velo langs een planeet die er nogal erotiserend uitzag. Aangezien ik toen midden in mijn puberteit was en elke gezonde jongeman altijd op zoek is naar avontuur besloot ik daar te landen. Omdat ik toen nog de weg kwijt was en niet wist of ik ooit nog aarde zou zien, besloot ik een samenvatting van de gebeurtenissen aldaar te noteren in mijn dagboek in het Engels uiteraard zodat het grootste deel van de mensheid zich hierover kon buigen.
On a small planet not far away lived a strange race. A long time ago all the members of that species had one of three eye colors: blue, green or brown. In some point in history a famous war took place, initiated by the blue and brown eye faction. They genocided all green eyes, thus eliminating the green eye color from their race, and reducing the population of the planet to a few hundred. Soon after that war the factions were disbanded, and eye color was from that point on considered an inappropriate topic. Some rules were later established for the benefit of the whole society, so that something like this could never, ever happen again. The rules were as follows: 1. Nobody is allowed to talk about eyecolors. 2. If anyone gets to know his own eyecolor he must commit suicide at midnight in the town square. Now I must explain the way this species was thinking, so you understand their reactions later on. You must understand that they all were really strict about those rules. In the beginning some people happened to accidently see their eyecolor in some reflective surface or puddle of water, and every last one of them faithfully comitted suicide the night after. After a few incidences all mirroring surfaces were removed from the cities, to minimize the risk. Also, this species was a very logical thinking. Although they still lacked knowledge in some areas, they thought clearly and logically, and trusted in the results they got, even if it led to their own death. Last, the way it worked after the rules were established was that everyone knew the eyecolor of everyone else on the planet, but not his own. Of course, on a small planet like this, they all saw everyone everyday, so a suicide was immediately noted. Well, the people on this little planet were living for a few hundred years in peace and harmony, when something bad happened: 38
Puzzel
ALGEMEEN
A little spacecraft crashed down in the desert near one of the large cities, leaving a big crater. Immediately the friendly people tried to rescue the astronauts, but it was too late. The only thing they recovered from the craft was a book about mathematics. In the same night a big meeting was called on, and everyone came together in a large hall. The book was read to the whole population, because it offered new concepts that were so impressive and striking that everyone had to know about them. But, knowledge isn’t always a good thing. The knowledge in that book made the people aware of facts they didnt know about before, and made them realize a few things. In the following nights everyone was really nervous. Then, in the 250th night after the dreaded meeting, all brown eyes committed suicide, thus eliminating the whole species, and leaving the planet an empty brick in the wide universe.
Beantwoord nu de volgende vragen:
What is the number of blue eyes in the dreaded meeting in the large hall? What is the number of nights in which suicides happened after the meeting? Are there more blue or brown eyes in the meeting? (blue/brown) Which mathematical concept made them kill themselves?
Stuur vóór 7 juli je oplossing in door te mailen naar koerier@vdwaals of je antwoord in het Koerierpostvakje te leggen.
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
39
ACTIVITEITEN
N-feest
Badjas N-feest door Maarten Sluijter
E
r is mij gevraagd een stukje te schrijven over het N-feest van 9 april, het badjasfeest, omdat ik weer eens een keer snoeilelijk op de foto sta. Dit is natuurlijk een hele eer voor mij. Ik vind het toch wel moeilijk om iets zinnigs te schrijven, behalve dan dat sigaren een hele vieze nasmaak geven als je ze rookt zoals op de foto op de site te zien is en dat Jupiler van de tap erg lekker is en dat Chaos speciaal witte badjassen heeft gekocht voor het badjasfeest en dat Hans heel mooi kan schreeuwen en dat Michael en Lange Sukkel (Erwin) ook heel mooi op de foto staan en dat Lange Sukkel heel goed op de kas bij de ingang kan passen zonder het sleuteltje van de kas kwijt te raken en dat er nauwelijks mensen met iets anders gekleed waren dan alleen een badjas en dat
Don`t try this at home.
40
er zelfs mensen bij waren die helemaal niets aan badkleding aan hadden (onder andere ikzelf ). Daarom wil ik graag het thema ‘hoe verkleed ik mij zo debiel mogelijk’ introduceren. Ik kan me voorstellen dat lezers in eerste instantie dit ESD Garlicum getint voorstel verwerpen. Toch biedt dit thema een groot perspectief voor de creatieve geesten bij SVTN “J.D. van der Waals”. Bij dit thema is een bijzonder (lelijk) hoofddeksel een vereiste. De rest kan van alles zijn. Neem nu bijvoorbeeld een korte broek opgetrokken tot aan het borstbeen met bretels, of een te grote trui opgevuld met kussens of andere te grote truien. Zo zijn er nog veel meer varianten en mogelijkheden. Ik kan iedereen verzekeren dat er dan zeer
N-feest
ACTIVITEITEN
mooie foto’s kunnen worden gemaakt waar iedereen trots op mag zijn. Mocht dit voorstel werkelijk gerealiseerd worden dan ben ik natuurlijk zeer verheugd. Om de daad bij het woord te voegen zal ik dan natuurlijk zeker aanwezig moeten zijn. Ik voel me dus verplicht te melden dat ik vanaf 8 juli op vakantie ben en dat ik dus na deze datum in juli niet op het N-feest aanwezig kan zijn. Mocht de activiteitencommissie bereid zijn het Nfeest naar voor de tentamens te plaatsen, dan zou dat wel handig zijn. Een andere optie is dit thema te gebruiken voor het Nfeest in het eerste trimester van het volgende studiejaar. Ik hoop dat dit voorstel serieus in overweging wordt genomen door de activiteitencommissie.
Chaos in de speciaal witte basjassen
Op de voorgrond: de Jupiler was erg lekker. Op de achtergrond: Benjamin verkleed als muppet.
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
41
42
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
43
ACTIVITEITEN
Bata444race
Van-der-Waalsbatavierenr door Alex Versteegh
iet meer sinds 1998 zijn er zoveel records gelopen als dit jaar bij de Bata444race. Sterker nog, 2003 was de snelste Batavierenrace uit de historie van Van der Waals. Met maar liefst zeven Van-der-Waalsrecords en een 74ste plaats in het eindklassement, ver boven alle andere studieverenigingen uit Eindhoven (Industria was tweede op plaats 111), zette de Bata-heldenploeg 2003 een memorabele prestatie neer. Hieronder volgt een historisch overzicht over het All Stars Team van Van der Waals, gebaseerd op gegevens die door de jaren heen zijn verzameld (met dank aan Erik Roeling).
N
44
03
02
20
01
jaar Batavierenrace
20
00
20
99
20
98
19
97
19
96
19
19
19
19
95
30 25 20 15 10 5 0
94
aantal gelopen records
totaal aantal gelopen Van-derWaalsrecords per jaar
De totaaltijd van het All Starts team van Van der Waals is 12 uur 37 minuten en 25 seconden (2003). Dit was in 2002 goed geweest voor een 16de plaats. In 2003 voor een 18de plaats. Het All Stars team heeft de Batavierenrace afgelegd met een gemiddelde snelheid van (berekend met afstand van 178,9 km en totaaltijd van 12 uur 34 minuten en 59 seconden) 14,22 km/h. Wanneer de gemiddelde snelheid wordt berekend op basis van de individuele gemiddelde snelheid en dus niet op afstand vinden we een gemiddelde snelheid van 13,95 km/h. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de langere afstanden gemiddeld sneller worden gelopen. De gemiddelde snelheid van de mannen (op basis afstand en tijd, 143,5 km en 591 min en 45 sec) is 14,55 km/h. Op basis van de individuele gemiddelde snelheid is de totale gemiddelde snelheid 14,50 km/h. Voor de vrouwen is dat respectievelijk (35,4 km en 166 min en 4 sec) 12,79 km/h en 12,42 km/h. In 2002 was de BTE (Best Time Ever) 12 uur 45 min en 02 sec. In 2003 is daar dus maar liefst 7 min en 37 seconden vanaf gehaald. In 2003 is de afstand ook 8 min en 34 seconden sneller afgelegd dan in 2002.
ACTIVITEITEN
Bata444race
acerecordtijden t/m 2003 Etappenr. Afstand, m/v, L/M/Z 11 22 33 44 55 6 7 88 99 1010 1111 1212 13 1414 1515 16 17 1818 1919 20 2121 2222 23 2424 2525
3,9 km, v, M 7,1 km, m, Z 7,8 km, m, M 11,9 km, m, Z 10,2 km, m, Z 6,4 km, m, M 12,4 km, m, Z 4,1 km, v, M 7,4 km, m, M 5,3 km, m, L 3,4 km, v, M 6,4 km, v, Z 5,2 km, m, L 7,8 km, m, M 8,0 km, m, Z 8,0 km, m, M 3,4 km, v, L 4,6 km, m, M 9,4 km, m, Z 8,1 km, m, M 4,8 km, v, M 8,4 km, m, M 7,3 km, m, M 8,2 km, v, Z 8,2 km, m, Z
Naam Gea Veldhuizen (1994) Jeroen vd Berg (1998) Alex Versteegh (2003) Igor Aarts (1998) Erik Roeling (2003) Jurgen de Jong (1998) Igor Martin (1994) Ineke Wijnheijmer (2003) Eric van Genuchten (2003) Jannik Daemen (1994) Esther Slagter (1994) Inge van Donkelaar (2002) Martijn Vugs (1997) Erik Kieft (1997) Rody Brinkhof (1998) Marco Jonkers (1997) Annemarie Bloot (1994) Ton Geubbels (2003) Erik Roeling (2002) Jurgen de Jong (1999) Lindy van Velzen (2002) Jeroen van Tilborg (1998) Jim Heirbaut (2000) Carolien Lamers (2003) Jeroen Rietjens (2003)
Tijd (min.sec) 15.27 30.12 32.44 50.53 39.47 26.29 48.45 21.36 30.06 21.49 16.04 31.36 20.38 31.40 32.42 34.19 16.41 20.36 38.44 35.12 26.28 33.39 30.18 35.46 33.12
Snelheid (km/h) 15,1 14,11 14.48 14,03 15.38 14,50 14,9 11.39 14,75 14,3 12,3 11,96 15,12 14,78 14,68 13,99 12,2 13,40 14.56 13,81 10,88 14,98 14.46 13.78 14,82
1 De afstand van de eerste etappe is tamelijk variabel. In 1994 3,9 km, in 1996,1998 en 1999 3,5 km en in 1997 en 2000 3,3 km. De hoogste snelheid (toevallig tevens de snelste tijd) is als record genomen. 2 Deze etappe is zwaar door de aanwezigheid van een leuke berg in het parcours! 3 Nadat Alex Versteegh in 2002 al de 21ste tijd liep op etappe 6, liep hij in 2003 het Van-derWaalsrecord uit 1997 uit de boeken. Hij haalde al vroeg in de race Patrick van Aarle in. Patrick is oud Van-der-Waalsrecordhouder op etappe 14 en liep zijn 6de Batavierenrace. Patrick zegt Koerier 5, jaargang 43 (2003)
45
ACTIVITEITEN
Bata444race
dat hij nadat hij was ingehaald door Alex relatief dicht achter Alex is blijven lopen, maar de meningen daarover zijn verdeeld. Volgens Alex en Erik (de fietser) liep Patrick een heel eind achter hun. Desondanks vonden ze wel dat hij zeer goed gelopen had. 4 De op één na langste etappe in het parcours. Met zijn snelle tijd bewijst Igor Aarts een goede lange afstandsloper te zijn. Onduidelijk is of hij in 1998 al hoogtestages in Schotland had gedaan. 5 De naam van de eerste recordhouder is niet bekend. De deelnemerslijst van 1994 vermeldt Louis Selen, maar deze beweert nooit deze 10 km gelopen te hebben. In 2002 verbeterde Erik Roeling de tijd uit 1994 met 18 seconden terwijl de etappe ook 200 meter langer is geworden. In 2003 verbeterde Erik zijn eigen tijd met maar liefst 2 minuten en 32 seconden en hij verbrak daarmee de magische grens van 40 minuten. Na de afstand kon hij een paar dagen niet meer op zijn rechterbeen staan. 8 Yolanda Barrel liep in 2000 in 25.16 min, 9,50 km/h over 4,0 km. In 1994 liep een mij onbekende loopster (of loper?) - op de startlijst als ‘Jacqueline v.d. Waals’ - iets sneller: 25.01 min. Dat was echter over 3,9 km en daardoor ook iets langzamer, 9,4 km/h. Op basis van de grotere snelheid was Yolanda’s tijd dus het record. In 2003 verbeterde Ineke Wijnheijmer het record van Yolanda door maar liefst 11,39 km/h te lopen. 9 Eric van Genuchten liep in 2003 de 27ste tijd op zijn afstand en werd daarmee Van-derWaalsrecordhouder. Hij liep meer dan 1 minuut sneller dan de vorige recordhouder Paul Böcker. 10 In 1994 en 1996 bedroeg deze etappe slechts 5,3 km. Vanaf 1997 werd het 6,2 km. Als recordhouder is gekozen voor de loper met de hoogste snelheid, Jannik Daemen. De snelste tijd op de 6,2 km staat op naam van Ruud Gelissen (1997): 27.03 min (13,75 km/h). 12 In 1997 werd deze etappe voor het eerst ook echt door een vrouw gelopen. De jaren daarvoor zetten Dirk van Kaathoven (1994, 53e plaats) en vooral Remy Aussems (1996, 10e plaats!) snelle tijden neer op dit parcours, maar kwam er steeds weer dat vervelende kwartier straftijd bovenop. 14 In 1994 was deze etappe nog 8,5 km en zwaar. De 14,3 km/h die Patrick van Aarle toen liep, moet het desondanks afleggen tegen de 14,78 en 14,72 (1998) km/h die Erik liep op het iets kortere nieuwe parcours. 15 Voor deze etappe geldt het omgekeerde t.o.v. etappe 14: in 1994 was dit parcours nog van middelmatige zwaarte en bedroeg de afstand slechts 7,4 km. Toen liep Harmen Bijsterbosch 14,6 km/h, hetgeen Rody in 1998 nipt (14,68 km/h) verbeterde. 18 De beruchte Barchemerberg ligt in dit parcours. De tijden in 1997, 1998 en 1999 op deze etappe ontlopen elkaar vrijwel niets. Liep Jimi 46
Bata444race
ACTIVITEITEN
Hendriks in 1997 nog 19.51 min. (13,00 km/h), Martijn Heck vervolgde in 1998 met 20.01 min en in 1999 met 20.12 min. Omdat de etappe in 1999 echter een fractie langer (4,5 km) was dan de andere jaren (4,3 km), was laatstgenoemde tijd voor Martijn voldoende om recordhouder te worden met 13,37 km/h. In 2003 echter werd dit record uit de boeken gelopen door Ton Geubbels die een fractie sneller was met een tijd van 20.36 min over 4,6 km en een gemiddelde snelheid van 13.40 km/h. 19 Nadat Erik Roeling in 2002 het Van-der-Waalsrecord op etappe 5 al aanscherpte liep hij in datzelfde jaar ook het record op deze afstand uit de boeken. Hij was meer dan 2 minuten sneller dan de vorige recordhouder. In 2003 werd deze afstand gelopen door Bas Kniknie. Bas verdween halverwege deze etappe de bosjes in om zich te ontdoen van een hoeveelheid verteerd voedsel. Toen hij uit de bosjes kwam werd hij ingehaald door Rody Brinkhof, recordhouder op etappe 15, die op dat moment deze etappe liep voor Hajraa. Rody liep in 2002 twee afstanden voor Van der Waals en in 2003 liep hij 1 afstand voor Van der Waals en 1 voor Hajraa. 21 De langzaamste van alle recordtijden. Echter wel afgelegd in zware omstandigheden met stromende regen, hagel en windstoten. Nu al kondigt Lindy aan deze tijd in 2004 verder aan te zullen scherpen. 22 Jeroen nam wraak voor 1997, toen hij door te laat arriveren van het busje moest beginnen met al 5 minuten op de klok. In 1998 verbetert hij z’n tijd van 1997 met meer dan 5 minuten. 24 In 1996 werd deze etappe door het ontbreken van dames niet gelopen. In 1998 en 1999 scoorde Van der Waals echter uitmuntend op deze etappe. In 1998 finishte Lindy Ackermans al voor de dame van het TUE-team op de (toen nog) 8,2 km (12,33 km/h), maar in 1999 deed Laura Huybregts het op de inmiddels 8,4 km lange etappe nog veel beter: 12,93 km/h, de 27e plaats en (dus) ook ver voor de dame van het TUE-team. Gevolg is helaas wel dat Laura in 2000 door het TUE-team bij Van der Waals is ‘weggekocht’. In 2002 en ook in 2003 liep Carolien Lamers deze afstand voor Van der Waals. Ze verbeterde in 2002 en in 2003 de tijd die Laura in 1999 liep. In 2002 werd Carolien na aankomst tegengehouden door Ambulancepersoneel om eerst rustig bij te komen. 25 Tot op heden was niemand namens Van der Waals op deze etappe sneller dan Pascal van Eck in 1996, die, ondanks behoorlijk flinke koorts, de etappe met bijna 15 km/h aflegde. De laatste 50 meter ging echter beduidend langzamer: beelden van een vallende en ondersteund over de finish strompelende Pascal staan nog steeds angstaanjagend op vele netvliezen gegrift. Gelukkig was er medische hulp en was de ambulance ook snel ter plaatse! In 2003 verbeterde Jeroen Rietjens de tijd uit 1996. Hij legde het parcours af met een snelheid van 14,82 km/h.
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
47
ACTIVITEITEN
Borrel
Belgen-Bara-borrel-bas door Joris Billen
D
e beste manier als fysisch dispuut zijnde om wat geld te kloppen uit borrelend natuurkundig Eindhoven is het organiseren van een themaborrel. Voor ons, Belgen, was het dan ook voor de hand liggend om een dikke week voor het prinselijk
De Belgen, op hun borrel nog net even wat meer Belgisch dan normaal.
huwelijk tussen Prins Laurent de Belgique en juffrouw Claire Coombs dit heuglijke gebeuren als onderwerp te kiezen. (Voor hen die de Stichting Prins Laurent een warm hart willen toedragen is er trouwens een nota bene toegevoegd onderaan.) Spijtig genoeg moest het gros van de door Barabas ingehuurde Belgische entertainers in laatste instantie afzeggen op hun weg naar de Salon. Helmut Lotti werd geveld door een hardnekkige acute aanval van tulpenallergie, de meisjes van K3 moesten naar een kijkavond waar 3 kamers vrij waren, Eddy Wally moest afgevoerd worden omdat hij scheurbuik had opgelopen na het nuttigen van een gezonde snack in de 48
kantine van N-laag en Koning Albert II van Saksen-Coburgh-Gotha liep een gebroken middenoorbeentje op nadat hij met zijn motor was gevallen doordat er iemand door het rood licht was gepeerd. Hierdoor waren we genoodzaakt dan maar wat goedkope vlagskes uit de Hema op te hangen in de allertrotste der driekleuren en het daarbij te laten. Vermits een borrel zonder bier is als een stookolietank zonder barbecueaansteekblokje zorgde Barabas voor één van de meest alom geprezen streekbieren: ops-ale. Door een speling van het lot (anderen beweren door de semi-blindheid van onze penningmeester) konden we ook nog op-ale aanbieden dat onze dierbare penningmeester abusievelijk in grote hoeveelheden had aangeschaft. Uiteindelijk werd het dus een al bij al geslaagde bla bla bla enzoverder enzovoort, and so on ,and so on, zeik zeik … om nooit meer te vergeten!! N.B.: De Stichting Prins Laurent is een door de Staat erkende instelling van openbaar nut die wat betreft haar financiering afhankelijk is van giften en sponsoring. U kan haar steunen in haar strijd voor het welzijn van de huisdieren en de wilde dieren. Giften dienen gestort te worden op rekeningnummer 603-1052681-81 (voor een gift vanaf minimum 30 euro ontvangt u een fiscaal attest).
Ons uitzicht Dit is het uitzicht vanuit ons kantoor in Amsterdam. Een weids uitzicht, want wij kijken verder dan de cijfers op onze handelsschermen. En dat verwachten we ook van onze market makers. Daarom begin je bij ons met een interne opleiding waarna je al snel veel verantwoordelijkheid krijgt en toegang tot handelsinformatie. Daarna is het aan jou om de mogelijkheden die wij je bieden optimaal te benutten. Dit kan vanuit ons hoofdkantoor in Amsterdam of vanuit één van onze filialen achter de horizon.Voor deze functie heb je een uitstekende rekenvaardigheid en een universitair denkniveau nodig. Daarnaast ben je een initiatiefrijk persoon. Resultaatgericht werken is belangrijk. Je hebt een groot verantwoordelijkheidsgevoel en een sterke drive om te winnen.
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
Uitgestudeerd? Kom genieten van ons uitzicht! Optiver handelt in derivaten, aandelen en obligaties vanuit het Amsterdamse hoofdkantoor en vanuit de filialen in Londen, New York, Chicago en Sydney. Kijk voor meer informatie op www.optiver.com of stuur je motivatie met curriculum vitae aan: Optiver, afdeling Human Resources De Ruyterkade 112 1011 AB Amsterdam of e-mail naar:
[email protected]
49
ACTIVITEITEN
FSE-feest
FSE-feest Havana Night door Job Beckers
T
oen mij werd gevraagd een impressie te schrijven over het FSE-feest, wist ik niet zo goed wat te schrijven. Vandaar hier maar een kleine samenvatting.
op het podium te spelen. Sommige mensen waren in Havana outfit en de echte diehards maakten van de gelegenheid gebruik om een lekker sigaartje (welke je ter plekke kon kopen) op te steken. Aan de rechterkant van de kroeg op een verhoginkje had zich al een groepje fanatieke, feestende natuurkundestudenten verzameld. Genietend van een pilske sloegen zij vanaf het minipodiumpje het feest gade. Aan de voorkant was er bijvoorbeeld een delegatie wiskundestudenten en zo was elke studie ruimschoots vertegenwoordigd. Je kon meestal aan de kleur truien of polo’s van de mensen zien van welke studie ze waren. Verenigd in groepen waren de verschillende afdelingen dus makkelijk herkenbaar.
Na eerst, met een paar vrienden thuis op de bank een paar lekkere pilskes genuttigd te hebben, begaven we ons naar Stratumseind waar het FSE-feest zou plaatsvinden. Lopend tussen de cafeetjes op Stratum kwamen we al enkele Van-der-Waalsleden met felle oranje jassen en andere studenten ons voorbij. Waar het feest precies plaatsvond had niet onthouden hoeven te worden. Er was precies één kroeg waar harde muziek uitkwam en waar een gezellige drukte voor de deur heerste, precies bij Santiago de Cuba!! Binnenkomend werden we verwelkomd door de BMT-band, welke ons de hele avond vermaakte met goedklinkende covers. De band stond energiek en fanatiek 50
Aan het begin van de avond was iedereen nog rustig en maakte gezellig een praatje met een ander, maar toen de avond vorderde en de alcohol rijkelijk vloeide (voor sommige misschien iets te rijkelijk, ik noem geen namen!!), werd de sfeer omgetoverd tot een echt FEEST en werd het supergezellig. Het enige dat ik aan deze avond jammer vond is dat er een kleine opkomst van natuurkundestudenten was. Ik hoop dat dit volgend jaar anders is en dat we dan met de hele faculteit aanwezig zijn en een nog gezelligere avond tegemoet gaan dan dat het nu al was.
ACTIVITEITEN
Voetbaltoernooi
Rectificatie
I
n de Koerier nummer 4 was een uitgebreid verslag te lezen van het afgelopen zaalvoetbaltoernooi op 14 februari 2003. Nu is gebleken dat er een zeer, zeer grote fout in het verslag is gekropen. Een of andere fanatieke fan van “topscoorder” Smeertens bleek zich verscholen te hebben tussen de, normaal gesproken, betrouwbare informatiebronnen van de verslaggeefster. Hierdoor heeft de verslaggeefster een erg grote fout begaan door te schrijven dat de 2 doelpunten in de spannende finale tussen Hartstikkeje-weet-wel en Van der Waals 4 beide gescoord zijn door de voeten/lijf van “topscoorder” Smeertens. Wie wat beter heeft opgelet tijdens dit toernooi weet uiteraard dat dit onmogelijk is. Die zogenaamde topscoorder was die bewuste dag namelijk veel te brak om maar enigszins een poging te doen om de bal in bezit te houden. Laat staan dat hij 2 keer zou scoren in de finale! Nee, nee, het eerste doelpunt van deze twee prachtige doelpunten staat op naam van verdediger, maar stiekem soms ook aanvaller, Thomas van Gils. Hierdoor was Van der Waals 4 weer blij en dacht “topscoorder in spé” Fiely laat ik maar eens gaan bewijzen dat ik eigenlijk de eretitel “topscoorder” zou moeten krijgen. En hupsakee daar zat de bal in het goal, voordat iemand het doorhad. Ondertussen zat “topscoorder” Smeertens er bij te kijken en was te brak om de prestaties van beide heren te verbeteren. Bij deze wil de verslaggeefster dus even haar excuses aanbieden aan de personen die voor “topscoorder” Smeertens werden aangezien. In de toekomst zal deze verslaggeefster beter opletten op welke informatiebronnen wel betrouwbaar zijn en welke niet. Ondertekend grensrechtster en verslaggeefster, Astrid Jacobs
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
51
ACTIVITEITEN
Cantus
Hitsige Cantus door Thomas van Gils
O
p dinsdag 22 april was het dan weer zo ver: de tweede cantus van het jaar, en uiteraard weer georganiseerd door onze Belgische vrienden van Barabas. De paaseieren die tijdens Pasen gegeten zijn, moesten dienen als goede bodem voor dit zangfestijn. De cantus was dit keer in de Schuifbar (of Snowbar) van de AOR, waar bij aankomst al twee tafels gereed stonden. Het aantal deelnemers aan deze cantus was beduidend minder dan op de eerste, maar ondanks dit was de sfeer er niet minder om; integendeel, deze cantus was een betere cantus dan de eerste… Rond een uur of kwart voor negen begon de cantus eindelijk, door het binnenkomen van de praeses, deze keer in de persoon van Bart. Na de gebruikelijke eerste twee Latijnse liedjes en de gebruikelijke ad fundums begon het eigenlijke thema van de avond: vette schijven, oftewel leuke meezingers (vrijvertaald). Deze liedjes waren voornamelijk Nederlands en Vlaamstalig, en waren onder de meeste mensen ook wel bekend. Vooral de Nederlandse klassieker ‘De Vlieger’ deed het erg goed (de meeste Belgen kenden heel dit nummer niet, maar de Nederlanders zongen uit volle borst). Na ongeveer anderhalf uur zingen was het tijd voor pauze, en was het toch wel een stormloop naar het toilet. De pauze duurde ongeveer twintig minuten en tijdens deze pauze werden er ook nog allerlei verzoeknummers ingediend. De pauze was afgelopen, maar de hamer van de praeses was weg, waardoor er niet verder gegaan
52
kon worden. Na een klein beetje zoeken en rondvragen bleek Piet de hamer te hebben. Dit kon natuurlijk niet ongestraft blijven en de eerste straf van de avond was een feit. Piet moest via een kikkersprong naar een stoel toe springen, hier een ad fundum drinken, weer een kikkersprong naar de volgende stoel, hier weer een ad fundum, en dit in het totaal vier keer. Het ging hem toch vrij goed af, alleen de vierde was toch wel iets te veel, aldus Piet. De cantus kon eindelijk vervolgd worden, en de sfeer werd steeds beter. Na weer een uurtje zingen (waaronder de Vlaamse Leeuw op de melodie van het Wilhelmus, wat trouwens redelijk goed klinkt), was er weer een pauze, want de nood was bij velen nu toch wel een heel stuk hoger geworden. Toen ook deze onderbreking weer ten einde was (dit keer zonder dat er iets gejat was) werd het laatste deel van de cantus ingezet. Tegen half een was de cantus jammer genoeg op z’n einde. De meeste mensen bleven nu echter nog wel wat drinken en napraten in de AOR. Dit was echt een cantus om niet snel te vergeten, en ik denk ook wel dat de conclusie getrokken mag worden dat deze cantus een heel stuk beter was dan de vorige. Mijn complimenten hiervoor aan Barabas, en nu maar wachten op de volgende cantus.
ACTIVITEITEN
Basketbaltoernooi
Basketbaltoernooi door Stijn Maurer
D
insdag 15 april 2003, de dag van het eerste Daedalus basketbaltoernooi. Om 14.00 uur hadden alle teams zich verzameld. Een bestuursteam, een Chaosteam, een Daedalusteam en natuurlijk drie (!!!) Scooterteams. SCOOTER 1 bestond uit de helden Bas, Hans v. H. en Erwin, SCOOTER 2 uit de helden Piet Ton en ikzelf en SCOOTER 3 tenslotte uit de helden Rody, Gunnar en Hans W., ook bekend als SCOOTER 300+. Zoals iedereen nu wel weet heeft SCOOTER 2 het toernooi overweldigend gewonnen. Hier volgt het verhaal van deze zegetocht. De eerste wedstrijd was meteen een broederstrijd. SCOOTER 2 tegen SCOOTER 3. Op ongeveer de helft van de wedstrijd stond het al 20-10. De rest van de tijd werd nog maar weinig gescoord. Wij hadden allemaal wel het idee om het lekker rustig aan te doen aangezien we nog meer wedstrijden voor de boeg hadden en we niet gelijk doodop wilden zijn. En het klassenverschil was wel duidelijk, dit naar aanleiding van het conditieverschil. De tweede wedstrijd was tegen het bestuur. Zij begon onmiddellijk met een aparte strategie, namelijk zoveel mogelijk dribbelen, zonder richting de basket te gaan. Zeer waarschijnlijk naar het advies van Johan Cruijff: zolang je zelf de bal hebt, kan de tegenstander niet scoren. Nadat we ons de eerste paar minuten wat extra uitrusttijd hadden gegeven, gingen we maar op de bal jagen. Deze druk kon het bestuur niet aan en al gauw stond SCOOTER 2 op een comfortabele voorsprong. De derde wedstrijd was tegen Chaos. We won, they lost, as usual.
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
De vierde wedstrijd was tegen Daedalus. Een beetje vreemd dat juist deze kleine mensen een basketbaltoernooi organiseren. Maar toch hulde voor dit feit. Technisch zag het er wel leuk uit, maar zoals eerder gezegd, lengte was van groot belang. De laatste wedstrijd was weer een broederstrijd. Aangezien deze twee ploegen tot nu toe ongeslagen waren werd dit tevens de grote finale. Deze werd dan ook het tot laatste bewaard. Zodat iedereen kon genieten van hoogstaande basketbaltrucjes van beide SCOOTER-teams. Voor deze wedstrijd werd Ton nog even ingelicht over de kunst van het verdedigen. Dit was waarschijnlijk van doorslaggevende aard, want Ton had veel steals, zodat Piet en ik steeds prachtig konden afronden. Hierna volgde de huldiging en prijsuitreiking. Het bestuur kreeg als poedelprijs een kleine basket met balletje. Ga de komende tijd er maar vanuit dat het bestuur niks anders zal doen dan oefenen voor komend jaar. De winnaars kregen deze items in de juiste verhoudingen. Wij zullen tevens voor een trofee zorgen, zodat komend jaar dit mooie toernooi weer kan worden gehouden. Nog even een opmerking over een mooie tactiek van SCOOTER 3(00+). Hans ging onder de basket staan. De bal werd naar hem doorgespeeld en hij scoorde. Dit was vooral effectief tegen Daedalus. Tot volgend jaar!
53
NATUURKUNST
54
Natuurkunstkunst
Natuurkunstkunst
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
NATUURKUNST
55
DISPUTEN
Barabas
Het nut van vergaderen door Joris Billen
H 1.
et nut van vergaderen, en 10 redenen waarom het zoveel mogelijk te doen. (samengevat in 6 puntjes)
Vlaai!
Er is altijd de kans dat er iemand te laat komt, en daardoor is er volgens de Nederlandse regels altijd wel kans op gratis vlaai. Dit is goed, want gratis vlaai is altijd goed.
3.
2.
U voelt uzelf belangrijk.
Ook al bent u aan het vergaderen over het soort detergent dat gebezigd moet worden om de WC kalkvrij te maken, u maakt een verschil voor de mensheid. Voor één uur besteed aan het vergaderen, kan uw eigendunk met maar liefst 3 punten (arbitraire eenheden) stijgen.
U kan praten.
Praten is leuk en belangrijk, des te meer u praat des te meer u betekent. Er is nood aan hete lucht, anders zou de aarde niet meer opwarmen! U MOET hete lucht produceren, dat is het antwoord op de vraag: “Moeder, waarom leven wij?”.
4. Anderen zijn verplicht naar je te luisteren.
Praten is leuk, maar terwijl anderen luisteren is praten nog leuker. U krijgt zelfs de indruk dat de anderen aandacht voor u hebben, en het lijkt soms zelfs dat die anderen je respecteren, en aandachtig jouw argumenten in zich opnemen.
56
DISPUTEN
Barabas
5.
U maakt anderen gelukkig.
Door te vergaderen doet u alsof u naar uw vergadergenoten luistert. Die sukkels (hiermee bedoel ik géén helpdesk medewerkers) denken dat u begrip voor hen toont. Ze moesten eens beter weten, u bent natuurlijk alsmaar dieper in de décolté van uw overbuurvrouw aan het (proberen te) kijken. Dit is natuurlijk als er tegenover u iemand van het vrouwelijk geslacht (met die vermelding waardig) zit. Anders neuriet u gewoon: “Ik ben vandaag zo vrolijk, zo vrolijk, zo vrolijk, ect....” in uw hoofd. Als u dit deuntje niet kent is “Teleromeo” ook een optie.
6.
Notulen!
De climax van elke vergadering zijn de notulen. Vat in een half A4-tje samen hoe u anderhalf uur van uw jonge leven samen met een vijftal andere jonge levens hebt verkwanseld door samen te komen om dingen te vertellen die u de vorige keer ook al gezegd hebt of eigenlijk al sinds uw kleutertijd wist. Probeer hierbij een beetje humoristisch uit de hoek te komen, anders gaat iedereen doorhebben dat ze werkelijk anderhalf uur van hun jonge leven verkwanseld hebben, en dat willen we ook niet. Dan wordt iedereen depressief, en op Prozac is het niet zo leuk vergaderen.
Tenslotte wil ik nog eens benadrukken dat wij, Belgen, het raar vinden dat jullie zo veel vergaderen. Koerier 5, jaargang 43 (2003)
57
DISPUTEN
Chaos
Fractals door Han Crijns
Goed, eerst even het promotionele deel van dit stukje afhandelen: Wil iedereen zo vriendelijk zijn naar de Chaos-picknick te komen?* Figuur 1
D
an nu verder met het inhoudelijke deel van dit stukje. Ik had geen zin om een evident blaatverhaal te schrijven over hoe gaaf disputen in het algemeen en Chaos in het bijzonder is. Omdat ik verder niks beters wist te verzinnen de afgelopen paar weken en men toch erg ging dreigen dat er toch echt snel een stukje moest komen, volgt nu een uitleg over één van de dingen uit de Chaostheorie die stoer zijn, dus over fractals. Ofwel, wat is een fractal nu eigenlijk en waarom is dat interessant? Een fractal in een wiskundige figuur die gekenmerkt wordt door drie eigenschappen. Iteratie, zelfgelijkvormigheid en een fractale dimensie. Ik zal dat uit proberen te leggen aan de hand van een fractal genaamd de Sierpinski-driehoek. Die maak je door uit te gaan van een driehoek. Vervolgens verwijder je hieruit de driehoek die gevormd wordt door de middelpunten van de zijden van de driehoek te verbinden. Je hebt dan drie driehoeken die gelijkvormig en de helft kleiner zijn. Uit die driehoeken verwijder je weer de driehoek gevormd door verbinding van de middelpunten enzovoorts. De figuur wordt zo steeds complexer, zie figuur 1.
58
Dit is niet de enige manier om zo’n driehoek te maken. Teken de hoekpunten van een driehoek en noem ze 1, 2 en 3. Kies een willekeurig beginpunt binnen de driehoek en genereer op een willekeurige manier een 1, 2 of 3. Leg vanaf je beginpunt de helft van de afstand naar het desbetreffende hoekpunt af en teken een nieuwe punt. Neem weer een getal en leg weer de helft van
Figuur 2
de afstand naar die hoekpunt af. Teken weer een punt. Herhaal dit minimaal duizend keer op een papiertje (of schrijf/zoek een computerprogrammaatje om dat te doen). De kansverdeling die je krijgt is weer een Sierpinski-driehoek, zie figuur 2.
Chaos
Hoe kan dit? Nou eigenlijk is het heel simpel. De Sierpinski driehoek is een zogenaamde Strange Attractor. Stel het beginpunt is het middelpunt van de driehoek. Het zit dan in de grootste lege driehoek. Na een iteratie komt het punt de helft dichter bij een hoek, en komt dus in een driehoek die een maatje kleiner is. De volgende iteratie komt het weer in een kleinere driehoek. Na een groot aantal iteraties is de driehoek waarin het punt terechtkomt zodanig minuscuul dat het voor het oog niet meer uitmaakt of het nu in of buiten de verzameling ligt. Je ziet
Figuur 3
de driehoek verschijnen, zie figuur 3. Elke fractal kan gemaakt worden door middel van iteratie, zoals te zien is in figuur 1. Zelfgelijkvormigheid betekent dat de fractal bestaat uit zelfgelijkende kopieën. In geval van de Sierpinski-driehoek bestaat de driehoek weer uit drie driehoeken, die elk de helft kleiner zijn. Tot nu toe nog niet heel bijzonder. Ik kan een lijn nemen en die elke iteratie doormidden knippen. Dat levert me een zelfgelijkvormige lijn op, maar geen fractal. Wat een fractal apart maakt, is Koerier 5, jaargang 43 (2003)
DISPUTEN zijn dimensie. Wat is dimensie nu eigenlijk precies? Een lijn is 1-dimensionaal, een vierkant 2 en een kubus is 3-dimensionaal, daar zal iedereen het over eens zijn. Al deze voorwerpen zijn zelfgelijkvormig. Als ik een lijn in tweeën deel dan heb ik twee lijnen met de helft van de lengte. Een vierkant is te verdelen in 22 = 4 gelijkvormige vierkanten. Uit een kubus kan ik 23 = 8 gelijkvormige kubussen halen die twee keer kleiner zijn. De dimensie is dus de exponent van de verhouding tussen de schalingsfactor en het aantal zelfgelijkvormige figuren. Wat is dan de dimensie van de Sierpinski-driehoek?
Figuur 4: Een Sierpinski verzameling waarbij in geval van de bovenste hoekpunt niet alleen de helft van de afstand wordt genomen, maar daarna ook nog 90 graden wordt gedraaid.
Als je de driehoek 2 keer zo klein maakt, dan heb je 3 driehoeken. Ofwel 2D = 3, en D = log(3) / log(2) » 1,58. Dit is de fractale dimensie. Een fractal heeft dus een fractale dimensie die geen geheel getal is. Deze dimensie is een maat voor de hoeveelheid van de totale ruimte die de fractalverzameling inneemt. Waarom is dit alles dan interessant? Omdat je er erg mooie plaatjes uit krijgt, zie figuur 4 t//m 7 op de volgende pagina.
59
DISPUTEN
Chaos
*(noot behorende bij de openingszin van dit artikel) ervan uitgaande dat de Koerier waarin dit stukje verschijnt uitkomt voor de picknick, en anders kom je volgend jaar maar.
Figuur 5: Nadat de halve afstand is genomen, wordt ook nog gespiegeld in het hoekpunt.
Figuur 6: Een Sierpinski vierkant, vijfhoek en zeshoek.
Figuur 7: De drakenkromme, een lijn wordt N keer in het midden dubbelgevouwen, waarna alle vouwen in een rechte hoek worden gezet.
60
Scooter
Koerier 5, jaargang 43 (2003)
DISPUTEN
61
DISPUTEN
Daedalus
Van de kleine mens door Thijs Knaapen
Z
oals op het Daedalus basketbaltoernooi al wel bleek, bestaat ons mooie dispuut nou niet bepaald uit allemaal reuzen en lange slungels. Elders in deze Koerier wordt daar dan ook terecht nog maar een keer naar verwezen. Het antwoord op de vraag waarom dan toch juist Daedalus een basketbaltoernooi organiseert, ligt in de sportiviteit van Daedalus. Zonder enig
het natuurlijk waar is, denk ik niet dat iedereen even gecharmeerd is van deze uitspraak. Om hem kracht bij te zetten, zal ik wat voorbeelden aanhalen. Twee insteken zijn doorbij mogelijk. Voorbeelden van kleine mensen die slim zijn of waren, en voorbeelden van slimme mensen die klein zijn of waren. Dat laatste is redelijk eenvoudig te doen. Iedereen heeft gehoord van geniale zielen als Einstein, Schrödinger, Bohr, Galileï en noem ze allemaal maar op. Mensen uit het verleden dus. wie niet groot is, moet slim zijn Aangezien de mens door de jaren heen steeds langer probleem zou ik hier meer dan tien sporten is geworden, moeten deze mensen naar onze standaarden dus betrekkelijk klein kunnen opnoemen die beoefend worden of werden door tenminste een van onze zijn geweest, en dat levert ons dus talloze voorbeelden van slimme mensen die klein dispuutsleden. Maar daar gaat dit stukje niet over. Waar ik wel iets over wil schrijven waren. Ook worden wijze mannen altijd is een parafrasering van een welbekend voorgesteld als oude, kromme mannetjes spreekwoord, die, gezien de eerste zin met een baard die bijna over de grond sleept. van dit schrijven, nogal van toepassing Omdat ze oud en krom zijn, zijn ze al wat is op Daedalus. Die parafrasering luidt: kleiner dan normaal en bovendien moeten ze wel klein zijn, anders zou hun baard wie niet groot is, moet slim zijn. En een niet bijna over de grond slepen. Wederom tweede stelling, die volgens de wiskundige dus een voorbeeld van slimme mensen die logica niet direct volgt uit de eerste, maar die desalniettemin best waar kan zijn, en klein zijn. Dan nog de kleine mensen die die in ieder geval wat meer stof kan doen slim zijn of waren. Dan komen we al snel opwaaien (ja maar nu wordt die zin toch uit bij onze bebaarde en bepuntmutste wel erg lang, zeg nou maar gewoon wat die vrienden die volgens de verhalen over tweede stelling is, dan hoef ik niet meer zo erg veel wijsheid beschikten, maar het is nieuwsgierig te zijn) is: wie wel groot is, kan wellicht wat dubieus om kabouters als niet slim zijn. bewijsmateriaal aan te voeren in dit relaas. Laat ik maar eens met die eerste variant Enigszins geloofwaardiger wat dat betreft beginnen. Het zou wel erg makkelijk zijn zijn de Azteken, of de Inca’s. Volkeren van om domweg te zeggen dat iedereen die kleine mannetjes en vrouwtjes die bekend Daedalus kent, niet anders kan dan ermee stonden om hun enorme beschaving. Zij instemmen. Bovendien betwijfel ik of ik waren zo slim dat ze al in hun tijd, met hun daarmee iedereen kan overtuigen. Hoewel middelen, in staat waren om ongelooflijke 62
Daedalus
bouwwerken te vervaardigen. Er doen zelfs verhalen de ronde dat deze volkeren aan zagen komen dat het helemaal mis zou gaan met de aarde en dat ze die daarom maar achter zich hebben gelaten, om een geschiktere planeet te zoeken, maar dat voert dan misschien weer net iets te ver. Daarmee denk ik dat de eerste stelling wel voldoende is behandeld. Dan zijn we nu dus toegekomen aan het interessante gedeelte. De niet toegestane logische omkering van de oorspronkelijke stelling. Daarvan zijn natuurlijk snel voorbeelden te verzinnen. Denk maar eens aan uitsmijters, bodyguards en andere dommekrachten. Stuk voor stuk personen met een niet geringe omvang, lichamelijk gezien, terwijl hun herseninhoud wel
wie wel groot is, kan niet degelijk gering is. Toch zal deze tweede stelling niet onomstotelijk te bewijzen zijn, aangezien hier op de faculteit ook enkele uit de kluiten gewassen personen rondlopen, die bewezen hebben een acceptabel IQ te bezitten. En wat misschien nog wel het meest overtuigend is voor mij om niet koste wat het kost aan te willen tonen dat dit zo zou zijn, is dat ik met sommige van deze “grote jongens” wellicht nog wel eens een biertje ga drinken. Dan zit ik natuurlijk Koerier 5, jaargang 43 (2003)
DISPUTEN rustiger, als ik ze niet tegen me in het harnas heb gejaagd, zoals een ieder wel zal begrijpen. Uit veiligheidsoogpunt zal ik dus maar
Ik ben klein en zij zijn groot en dat is niet eerlijk!
concluderen dat over het algemeen gesproken geen uitspraak kan worden gedaan, alhoewel Daedalus, bestaande uit slim zijn negen niet al te grote mensen, er in positief opzicht iets uitspringt. Helaas was het basketbaltoernooi hierop de uitzondering, die de regel schijnt te bevestigen. Gelukkig kan Daedalus toch terugkijken op een geslaagde activiteit, aangezien de deelnemers het naar hun zin hebben gehad, maar daarover zal ik maar niet verder uitwijden. Dan kan je beter het stukje van Stijn lezen.
63
Activiteitenagenda
Vakantie 18 - 22 aug. 27 aug. - 20 sept. 19 - 21 sept. 24 sept.
INTRO Buitenlandse Excursie Brazilië Voetbalwedstrijd Nederland - België Actieve Leden Etentje 1 okt.
WisselingsALV
Adverteerdersindex
Advertenties Kaft 49 Kaft Achterkaft
64
ASML Optiver Philips Shell