Koerier 4, maart 2004
9
De familiale Brouwerij Bosteels gelegen te Buggenhout -België brouwt sedert meer dan 200 jaar (zesde generatie) unieke speciale bieren van kwaliteit en traditie. Onlangs is een groepje bierkenners van Van der Waals op bezoek gegaan om de kwaliteit eens te testen. Hun bevindigen zijn te vinden in het verslag van de excursie
38
Dropping: Een jaarlijks terugkerend fenomeen waarbij veel wordt gelopen en gezopen. Zo zal het wel niet in het woordenboek staan maar bij Van der Waals klopt het wel ongeveer. Lees hier wat er verder nog is gebeurd tijdens de dropping dit jaar.
53
6 en 7 januari organiseerde Van der Waals samen met Simon Stevin een Carrièretour waarbij VanDerLande in Veghel, Dutch Space in Leiden en Shell Chemie in Moerdijk werden bezocht. Er werd overnacht op een boot in Rotterdam. Beniewd of er iemand over boord is gegaan? Je leest het in deze Koerier.
C O L O F O N
De Koerier is een periodiek, uitgebracht door de studievereniging voor Technische Natuurkunde ‘Johannes Diderik van der Waals’, in samenwerking met STOOR, beide gevestigd aan de faculteit der Technische Natuurkunde van de Technische Universiteit Eindhoven. De Koerier verschijnt zes maal per jaar en is te vinden in de bakken onderaan de trap bij de loopbrug, bij het eerste- en tweedejaars practicum en in de Van-der-Waalskamer. De Koeriercommissie bestaat uit: Bas Cloin (voorzitter), Benjamin de Maat (STOOR), Inge van Donkelaar (eindredacteur), Michael Beljaars, Harm Knoops en Thijs Knaapen
2... 3... 4... 6... 9... 12... 15... 16...
18... 20... 22... 23... 24... 26... 28... 32... 34... 38... 41... 42... 44... 48... 50... 53... 56... 57... 58... 60... 60...
INHOUD
Redactioneel Impuls Mogen wij even STOORen Coating onderzoek met behulp van NMR Borrelexcursie naar Brouwerij Bosteels Chaos in Suriname Maak een vierkant Jp en Maarten gaan naar het N-feest maar eerst gaan zij eten en daarna gaan zij biljarten en daarna pas naar het feest De realiteit achter een logo LUC excursie Waarom wij winnen... Over het schitterende getal drieëntwintig Deep Brain Stimulation bij Medtronic SCOOTER Darttoernooi De externe stage-enquêtes Haast Excursie naar TEXTOR Over Clowntjes, Belgen en een feilloos droppingsgevoel Natuurkunde in de media Ontwerp je eigen toekomst! Lustrekenen aan geheugens Eerstejaars pooltoernooi Op zoek naar koolstof en gaten Carrièretour 2004 Chaos Da Battle III De Niet Gewone Biercantus De fysica van het koudwalsen Activiteitenagenda Adverteerdersindex
Van-der-Waalskamer: Ng 0.01 Postbus 513 5600 MB Eindhoven Tel: (040-247)4379
[email protected]
STOOR-kamer: Ng 0.04 Postbus 513 5600 MB Eindhoven Tel: (040-247)4308
[email protected]
Kopij: vóór de deadline in het Koerierpostvak op de Van-derWaalskamer of per e-mail naar
[email protected]. 4e editie, jaargang 44, maart 2004 De deadline voor Koerier 5 jaargang 44 is: 21 april 2004.
Redactioneel
door Inge van Donkelaar
door Paul van Meel
Impuls Praat van Pollie
B
este lezer,
Wat is het leven toch zwaar als je Koeriercommissaris bent. Het is toch altijd weer een hele klus om van de vele losse artikelen een mooi geheel te maken. Dit is uiteraard wel een leuke klus maar je moet er wel tijd voor hebben. In de afgelopen periode ben ik er achter gekomen dat ik dat toch niet altijd heb. Dit komt doordat in de taken die ik naast het maken van de Koerier heb (penningmeester/boeken) op het moment nogal veel tijd gaat zitten. Er moet herbegroot worden, en het boekhoudprogramma moet helemaal worden bijgewerkt vanaf het begin van dit bestuursjaar en er gaat misschien een nieuw contract afgesloten worden voor de boeken. Het komt er op neer dat als ik alles wat ik doe goed wil doen, ik nachtdiensten moet gaan draaien en volkomen overspannen ga raken. Om dit te voorkomen zal de komende Koerier voor een veel kleiner deel gemaakt worden door mij. Paul van Meel zal een deel van mijn taak overnemen en Ineke Wijnheijmer zal ook een bijdrage gaan leveren aan de Koerier. Uiteraard laat ik de Koerier niet helemaal uit mijn handen glippen, de eindredactie zal wel bij mij blijven. Paul heeft in deze koerier al de opmaak gedaan van het stukje over het ontstaan van ons bestuurslogo, wat uiteraard zeer interessant is. Maar dat zijn alle stukken uit deze Koerier wel. Hij staat bijvoorbeeld vol met verslagen over excursies en activiteiten die de afgelopen periode geweest zijn, zoals de dropping, het bowlingtoernooi en de LUC-excursie. Daarnaast vind je in deze Koerier een stageverslag van de externe stage van Sebastiaan Rieter in Canada en de uitslagen van de enquête over externe stages. Ook leuk is dat in deze Koerier een stuk verschijnt dat vrij controversieel is en nu voor het eerst wordt gepubliceerd. Het gaat over de werking van geheugens en is geschreven door Hannes Poulis. Genoeg te lezen dus. De volgende Koerier zal weer een thema-Koerier zijn. Het thema wordt: “ Duurzame energie en technologie”. Een vrij ‘hot’ onderwerp dus. Een ieder die denkt hieraan meer inhoud te kunnen geven mag zijn bijdrage sturen naar
[email protected].
2
I
ets missen in je leven, het gevoel dat er iets ontbreekt, je bent niet compleet zonder. Ken je dat gevoel? Vaak is het een tijdje aanwezig zonder dat je precies weet waar het vandaan komt. Het blijft van binnen knagen en dan ineens dringt het tot je door… je bent iets kwijt! De reden dat ik hierover begin is omdat ik een tijdje geleden zelf mijn agenda ben kwijt geraakt. Je zult denken: “Is dat nou zo erg?” “Ja, dat is heel erg.” Het boekwerkje dat zich mijn agenda noemde, bevatte niet alleen dagelijkse afspraken en “to do lijstjes” maar ook een globale week-, maand- en jaarplanning. Lang vooruit geplande vergaderingen en afspraken zijn verloren gegaan. Ook afspraken die via de mail gemaakt zijn ben ik kwijt en kan ik niet makkelijk meer terugvinden omdat ik er een handje van heb mail na behandeling meteen te deleten. Gelukkig, voor zover mogelijk, gebeurde het op de maandag van carnaval. In de vakantie stond niks gepland en mijn verdriet kon ik ook die zelfde avond nog weg drinken. De week daarna daarentegen was erg druk, ondanks het feit dat het een college vrije week was en het viel dan ook niet mee om niks te vergeten. In de tentamenweken die volgden was het iets minder druk dan tijdens reguliere collegeweken dus stonden er minder belangrijke zaken in mijn agenda en viel er dus ook weinig te vergeten. Je agenda kwijt raken is overigens niet de enige manier om een zooitje te maken van je anders zo “geordende” leventje. Miscommunicatie kan ook voor een hoop ellende zorgen. Bijvoorbeeld bij het plannen van commissievergaderingen. Bijgestaan door het feit dat soms wordt afgeweken van vaste vergadertijden kan dit tot een hoop onduidelijkheid en vertraging leiden. Je verslapen is ook een mooie manier om je planning flink door de war te schoppen. Alles, waar je eigenlijk een hele dag voor had, moet ineens in een halve dag of minder gebeuren. Ook erg hinderlijk maar makkelijk overkombaar, is het simpelweg vergeten om zaken te noteren in je agenda. Je agenda verliezen is net alsof er een groot gat in je geheugen zit. Je vergeet van alles omdat het niet opgeschreven is. Je weet dat je een heleboel belangrijke dingen moet doen maar je hebt geen flauw idee wat het ook alweer was. Inmiddels heb ik alweer een nieuwe agenda die zich reeds aardig heeft weten te vullen. Zo is een sterk verbeterde versie van de planning van het 3e trimester aanwezig en de meeste afspraken en vergaderingen zijn terecht. Het belooft weer een spannende en drukke tijd te worden waarin veel te doen is. En ook begint binnenkort de tafelvoetbalcompetitie weer. Kom dus allemaal regelmatig langs in de Van-der-Waalskamer om je in te schrijven voor activiteiten!
Koerier 4, jaargang 44 (2004)
3
Mogen wij even STOORen
E
en van de mooiste periodes uit een jaar van een student is net afgelopen. De tentamenweken bestaan uit veel studieontwijkend gedrag en eigenlijk ook gewoon veel vrije tijd. Hier en daar even een boekje openslaan en een á twee keer per week even naar de TU/e fietsen om drie uur lang een vragenformuliertje in te vullen. Ik hoop dat iedereen dan ook alle tentamens gehaald heeft en vol goede moed aan een nieuw trimester begonnen is.
door Benjamin de Maat
Dit wordt alweer mijn laatste stukje namens STOOR in de koerier omdat ik per 1 april, en nee dit is geen grapje, stop als medewerker van STOOR. Mijn opvolger is nog niet bekend maar zal zich zeker in de volgende koerier aan jullie voorstellen. Rest mij nog jullie veel leesplezier te wensen met deze Koerier en wil je nog iets weten over het een of ander, kom dan eens langs bij STOOR (G-vleugel 0.04) of bezoek een OSO vergadering. In de pauze (12.30 uur - 13.30 uur) is er altijd iemand aanwezig.
Begin maart zijn de PP-info dagen weer geweest. Na het succes van vorige keer was de opzet deze keer niet drastisch gewijzigd. Dit wil zeggen dat na een korte voordracht van de verschillende capaciteitsgroepsleiders, tijdens de pauze, onder het genot van een kop koffie of thee, vragen konden worden gesteld aan de sprekers. Het doel van deze middagen is om een overzicht van de capaciteitsgroepen binnen de faculteit te geven, en ook de verschillen in onderzoek, onderwerpen en sfeer weer te geven binnen de vakgroepen. Dit alles om te zorgen dat de mensen die aan hun interne stage moeten beginnen een weloverwogen keuze kunnen maken in welke vakgroep ze deze stage gaan lopen. Bij de OSO (Overkoepelend Studenten Overleg) vergadering van februari is naar voren gekomen dat de studenten te weinig weten over de Mastertracks en alle zaken die aan de Masterstudie verbonden zijn. De meeste informatie is wel ergens op internet te vinden maar ook dit is niet erg overzichtelijk. De conclusie was dan ook duidelijk. Er moet op een of andere manier informatie aan de studenten verstrekt worden over de Masteropleiding. De manier waarop dit moet gebeuren is nog niet duidelijk. Het belangrijkste is dat iedereen wordt bereikt. Waarschijnlijk zal er een informatiemiddag georganiseerd worden. Mocht je zelf nog niet alles op een rijtje hebben voor de Master dan zou deze middag erg nuttig voor je kunnen zijn. De vragen die daar onder andere worden beantwoord zijn: Welke vakken mogen wel gevolgd worden en welke niet, wanneer moeten er keuzes gemaakt worden, hoe regel je een Master op een andere universiteit, wat zijn de eisen voor het keuzeprogramma, hoe is de overloop van Bachelor naar Master geregeld als je je Bachelor nog niet helemaal afgerond hebt en wat zijn de veranderingen ten opzichte van de oude opleiding.
4
Koerier 4, jaargang 44 (2004)
5
NATUURKUNDE
TPM
NATUURKUNDE
TPM
µm dik. De conventionele MRI apparatuur heeft niet de mogelijkheid om met een hoge resolutie (~5 µm) zulke dunne laagjes te meten. Daarom zijn aanpassingen van de NMR opstelling noodzakelijk om de resolutie een factor 10.000 te verhogen. Dit valt te bewerkstelligen door een grote magneetveldgradiënt op te wekken, van ongeveer 36 T/m. Dit is niet te realiseren met stroom door spoelen, maar door de magneetpolen een bepaalde vorm te geven, zoals te zien in figuur 2. Deze hoge gradiënt zal er voor zorgen dat de precessiefrequentie binnen de verf zo sterk verandert dat positiebepaling mogelijk wordt. De uiteindelijke positionering van het sample en de hoogfrequente spoel is weergegeven in figuur 3. Duidelijk is dat de verflaag langs het magneetveld gelegd moet worden, zodat in een vlakke doorsnede evenwijdig aan het oppervlak van de coating de frequentie overal hetzelfde is.
Coating onderzoek met behulp van NMR door Bart Erich
M
otivatie
Veel verfproducten bevatten organische oplosmiddelen, zoals thinners, terpentine, tolueen, aceton, enz. Oplosmiddelen brengen gezondheidsrisico’s met zich mee. Een voorbeeld daarvan is bekend onder de naam Organisch Psychosyndroom (OPS), dit is een aandoening waarbij de hersenen aangetast zijn door veelvuldige blootstellingen aan organische oplosmiddelen. Het aantal met OPS gediagnosticeerde personen in Nederland bedroeg ca. 2500 in 1999. Bedrijven waar OPS veel voor komt zijn schildersbedrijven. Inmiddels is er een wetgeving ontwikkeld, waarbij voor het binnenschilderwerk een vervangingsplicht geldt van oplosmiddelhoudende verven door watergedragen producten. Ook het gebruik van oplosmiddelen in de timmerindustrie is aan banden gelegd. Natuurlijk hebben de verffabrikanten moeten reageren op deze wijziging in de wetgeving, en zijn ze zich
figuur 1. Excitatie van de magnetische kernmomenten.
6
gaan richten op het fabriceren van verven op waterbasis. Analyse van de nieuwe samengestelde verven is daar van groot belang. Onderzoek van de processen die zich afspelen na het aanbrengen van een dunne verflaag (±100 µm) is belangrijk. Plaatsafhankelijke bepaling van chemische en fysische processen is maar met weinig technieken mogelijk. Nuclear Magnetic Resonance is een mogelijkheid om het gedrag van waterstofkernen in de verf te kunnen analyseren. In dit artikel zullen eerst de principes van NMR worden uitgelegd, gevolgd door de specifieke aanpassingen om verfonderzoek te kunnen verrichten. Uiteindelijk zullen nog enkele resultaten de revue passeren. Principe NMR
Magnetic Resonance Imaging (MRI) is bij veel mensen bekend, want een MRIscanner wordt in zowat elk ziekenhuis gebruikt. De Nuclear Magnetic Resonance (NMR) principes zijn vrij eenvoudig uit te leggen. Waterstofkernen, evenals vele andere kernen, bevatten een magnetisch moment. Dit magnetische moment wordt vaak uitgelegd aan de hand van het impulsmoment en de lading van de kern. Leggen we nu een extern magneetveld aan, dan zullen de kernen een precessiebeweging om dit externe magneetveld (B0) uitvoeren. De frequentie van deze precessie is evenredig met het aangelegde veld. Wanneer een zendspoel een radiogolf uitzendt loodrecht op het extern aangelegde magneetveld, met een frequentie gelijk aan die van de precessie, dan zullen de kernen van richting veranderen, zie figuur 1. De netto magnetisatie (de som van alle momenten)
figuur 2. Magneet polen.
kan daarmee loodrecht op het B0 veld gezet worden, zodat dit een inductiespanning in de spoel oplevert. Variatie van het B0 veld geeft een variatie in de frequentie van het ontvangen signaal. Met een Fourier transformatie zijn eenvoudig de frequenties uit het signaal te halen. Variëren we het magneetveld lineair in bepaalde richtingen, dan kunnen we de posities van de kernen uit deze Fourier transformatie halen.
Er spelen zich verschillende processen af bij het drogen van verf. Als eerste begint het drogingsproces met het verdampen van de oplosmiddelen waarin de polymeerketens of polymeerbolletjes (latex) zijn opgelost of geëmulgeerd. Vervolgens worden de polymeren tegen elkaar gedrukt zodat een
NMR metingen aan verf
Een mens is ongeveer 2 meter lang en verflaagjes zijn meestal minder dan 200
B0
Gy =
∂ B0 ∂y
Cover glass ~ 100µm
spoel figuur 3. Opstelling tussen magneet polen.
Koerier 4, jaargang 44 (2004)
7
NATUURKUNDE film wordt verkregen. Langzaamaan zullen de polymeerketens een chemische reactie aangaan waarbij een oneindig groot netwerk wordt gevormd. Voor dit proces is zuurstof
figuur 4. Droging van een beits.
nodig, als de zuurstoftoevoer afneemt zal de chemische reactie ook afnemen. Het gehele proces is duidelijk met NMR zichtbaar (zie figuur 4). Interpretatie van deze data, waarvan nu slechts een klein gedeelte is weergegeven, is uiterst lastig. NMR meet namelijk niet alleen de waterstofatomen maar ook het signaalverval ervan. Het signaalverval wordt gekarakteriseerd door twee tijden (T1 en T2), deze tijden zijn sterk afhankelijk van de omgeving van de waterstofatomen. Ook de diffusie van de ketens en het oplosmiddel beïnvloedt het signaalverval. Door verschillende soorten meetreeksen te gebruiken, kunnen deze tijden en de diffusie gemeten worden.
TPM
van variaties van de eigenschappen van de aangebrachte verf en van het substraat in kaart worden gebracht. Wellicht dat dit werk er toe bijdraagt dat verf in de toekomst zo goed wordt dat schoonhouden en steeds opnieuw verven tot de verleden tijd gaat behoren.
Borrelexcursie
ACTIVITEITEN
Borrelexcursie naar Brouwerij Bosteels door Peter Smorenburg
D
insdag 3 februari was het weer eens tijd om op borrelexcursie te gaan. ‘Weer eens’ voor zo’n beetje iedereen in het gezelschap trouwe bierdrinkers, de eerste keer voor mij. Dus met veertien meer of minder ouwe lullen begaven wij ons richting Antwerpen, naar de Kwakbrouwerij in het rustieke Vlaamse dorpje Buggenhout. Op de heenweg werden ons twee dingen al duidelijk. Punt één: de auto die Alex had meegebracht is een vreselijke en krappe Turkenbak. Het grootste deel van het gezelschap paste netjes en royaal in het gehuurde busje; vijf man was echter veroordeeld tot het zich samenvouwen in Alex’ van achter slecht verende en moeilijk in zijn vijf schakelende voertuig. Een dankwoord richting beide chauffeurs die die dag slechts van de bierlucht konden genieten is echter op zijn plaats. Punt twee: de Belgische infrastructuur laat te wensen over (is kut). Het is onze raar
pratende zuiderburen kennelijk niet geheel duidelijk dat het dichten van gaten in het wegdek, strepen op de weg en een degelijke bewegwijzering ongelukken voorkomen en de doorstroming bevorderen. Onvermijdelijk raakten wij dan ook enigszins verdwaald en even onvermijdelijk vroeg Alex in het verkeerde dorp aan een Belgische schone waar zich ergens de Kerkstraat bevond. Hoe dan ook werden wij, zij het een Brabants half uurtje te laat, hartelijk ontvangen op de binnenplaats van de Kwakbrouwerij door een klein vrouwtje van een jaar of zestig (?) die ons direct maar de fabriek in stuurde om daar eens rond te gaan kijken. De Kwakbrouwerij, of eigenlijk Brouwerij Bosteels staat midden in het dorp en al sinds 1791 wordt daar bier gebrouwen. De luxe geschenkverpakking met vier flesjes Kwakbier en het typische bijbehorende glas omschrijft het als volgt: figuur 1. Bij Brouwerij Bosteels worden verschillende bieren gebrouwen, onder andere Triperl Karmeliet.
Kortom, NMR is een veelbelovende meettechniek om verfstudies mee te verrichten. Er is nog veel werk te doen met betrekking tot modellering en theorievorming. Ook moeten de effecten 8
Koerier 4, jaargang 44 (2004)
9
ACTIVITEITEN
‘De familiale Brouwerij Bosteels gelegen te Buggenhout – België brouwt sedert meer dan 200 jaar (zesde generatie) unieke speciale bieren van kwaliteit en traditie. Koel en forsig te schenken in het originele Kwakglas. Op uw gezondheid.’ In de fabriek, die net als de andere gebouwen van de brouwerij lag aan de binnenplaats met een groot achttiendeeeuws brouwershuis, werden machinaal de flesjes gevuld met bier. Bij het binnenstappen van de lawaaierige fabriek stootten wij meteen al onze hoofd tegen de alcoholische dampen die daar hingen. Ongetwijfeld consumeren de mannen die daar in de fabriek werken dagelijks aardig wat bier, zij het in de dampfase. In dat licht bezien is het zeker bewonderenswaardig dat men in de opslagloods achter de fabriek met een verschrikkelijke rotgang met vorkheftrucks vol pallets bier in het rond scheurt zonder brokken te maken. In de fabriek worden over lopende banden duizenden flesjes per uur verwerkt. De
Borrelexcursie
voorraad te vullen flesjes bestaat voor een groot deel uit gerecyclede statiegeldflesjes van uiteenlopende merken. In verschillende baden worden de flesjes ontdaan van oude etiketten en vuil waarna er met een laser gecontroleerd wordt op vreemde voorwerpen in de fles. In verschillende carrousels worden vervolgens de flesjes gevuld en voorzien van kroonkurk en etiketten, waarna een machine in één beweging flesjes in drie kratten tegelijk tilt. Tenslotte worden de kratten met een hefinstallatie automatisch op pallets gestapeld. In de loods achter de fabriek konden wij ons vergapen aan stapels van tientallen kratten hoog (heeft iemand geteld hoeveel?). Volgens de papieren die aan die stapels hingen waren ze bestemd voor klanten tot zelfs in Australië, dus de familie Bosteels boert goed. Vervolgens nam onze gastvrouw ons mee naar een gebouw met twee grote ketels. Buiten het lawaai van de machines van de fabriek legde ze uit dat in de ketels de verschillende graansoorten, kandijsuiker en water met elkaar vermengd en gekookt worden. Het figuur 2. Kwakflesjes op de lopende band.
10
Borrelexcursie
zo verkregen brouwsel wordt daarna in een whirlpool (spreek uit: wierlpóól), ofwel een kuip met een ronddraaiend filter, ontdaan van grove vaste deeltjes. Deze dikke pap van graanresten, ‘draf ’ in het Vlaams en ‘borstel’ in het Nederlands, wordt aan boeren verkocht als veevoer. Uit ervaring kan ik melden dat dat spul echt niet te vreten is en geenszins smaakt naar wat voor bier dan ook. Na de whirlpool gaat het brouwsel naar de gistkelder waar het gist wordt toegevoegd, dat in enkele weken in grote tanks zijn werk kan doen. Tenslotte wordt het bier nog gefilterd voordat het in de flesjes gaat. Na de rondleiding van onze alleraardigste gastvrouw was het natuurlijk tijd voor het belangrijkste onderdeel van de excursie, het proeven der bieren. Brouwerij Bosteels brouwt vier verschillende biersoorten, te weten Kwak, Tripel Karmeliet, ‘t Zelfde en Deus Brut des Flandres. Middels een vermakelijk propagandafilmpje, waarin aan deze biersoorten allerlei onbierige eigenschappen als robuust, royaal en ondeugend werden toegekend, werden ons de bieren voorgesteld. Het bruinere Kwak werd oorspronkelijk gebrouwen voor koetsiers en wordt daarom geschonken in glas dat van midden smal is zodat het aan een koets kan worden opgehangen. Tripel Karmeliet is een witter bier. Over beide bieren was menigeen goed te spreken en het werd dan ook veel besteld. De biersoort ‘t Zelfde viel vanwege zijn karakteristiek aroma (rare bijsmaak) minder in de smaak. Dat het bier toch regelmatig in de Belgische kroeg besteld wordt is waarschijnlijk te danken aan de slim gevonden dubbelzinnige naam. Of dankzij het geniale glas, dat naar je toe gekromd is en is voorzien van shampooflesachtige deuken zodat het perfect in de hand ligt. Deus is een champagnebier van liefst 12% dat vooral Koerier 4, jaargang 44 (2004)
ACTIVITEITEN
figuur 3. De opslag.
verkocht wordt in geschenkverpakkingen en –flessen. Helaas werd dit bier niet voor ons geschonken. Dat mocht echter de pret niet drukken en na stevig geborreld te hebben op de zolder van de brouwerij en enige souvenirs te hebben aangeschaft, namen we de weg weer terug naar huis.
11
DISPUTEN
Chaos
Chaos in Suriname door Pier Dolmans
B
este lezers van deze Koerier, Het is lang geheim gebleven, maar inmiddels is het veilig om te vertellen dat Fysisch Dispuut Chaos op een geheime missie is in Suriname. Nu zullen jullie wel denken wat moeten ze daar in godsnaam, nou dat zal ik in het onderstaande stukje proberen uit te leggen.
goed nageleefd. Met 100 op een kruising af midden in de stad en alleen remmen waar dat echt moet, de berm hoort immers ook bij de weg en als voetganger kun je je daar dus ook maar beter niet in begeven. Bijkomend is dat ze hier links rijden in voornamelijk auto’s waar het stuur ook links zit, dit alles om het ultieme Chaos-gevoel te
12
vergroten. Ook naast de openbare weg is het Chaos met een mix van grote villa’s, houten hutjes, onafgebouwde huizen en ruïnes die inmiddels overgroeid zijn door de tropische vegetatie. Hiertussen bevinden zich hopen rommel en kleine vuurtjes van afval die dikke rookgordijnen opwerpen over de straat, hier in Suriname valt voor Chaos nog veel te leren en een aantal van deze elementen zullen we dan ook zeker gaan verspreiden over de rest van de wereld.
DISPUTEN aarden in dit klimaat en heb ik hier dus ook nog niet gezien. Barabas heeft met zijn teletijdmachine meer succes want de tijd lijkt hier sinds het zelfstandig worden van het land in 1975 wel te hebben stilgestaan. Er zijn zelfs al meerdere Belgen gesignaleerd in de omgeving van de locale “frietkot” en de vele kroegen die dit land rijk is!!! Van onze correspondent in Paramaribo, Pier Dolmans.
Dat het met het Bourgondische aspect hier ook wel goed zit, werd al snel duidelijk bij de eerste keer dat ondergetekende in een busje stapte. Ingeklemd op de achterbank tussen drie “big mamma’s” die zelfs tijdens de hobbelige busrit gebakken bananen aan het wegwerken waren, kon ik letterlijk niet meer om de Bourgondische invloeden in deze cultuur heen!!! Ook in de diverse eethuisjes en restaurants ben ik op zoek gegaan naar de Bourgondische Chaos stijl en met succes. Bier hebben ze hier alleen in literflessen (djogo’s) wat zeker ook bijdraagt aan dit aspect.
Omdat oud- Van- der- Waalsdispuut “Druvida” en huidig Van-der-Waalsdispuut “Barabas” in respectievelijk 2001 en 2002 ook al geheime missies naar Suriname hadden ondernomen in de persoon van Jelle d. J. en Stijn M., werd het voor Chaos hoog tijd om in hun voetsporen te treden en de boel eens te gaan onderzoeken in deze verre tropische oud-kolonie van Nederland. Zo gezegd zo gedaan en op zondag 1 februari is correspondent Pier Dolmans vanaf het koude en natte Schiphol vertrokken om in het warme en zonnige Suriname op zoek te gaan naar de ultieme Chaos. Reeds bij aankomst waren al sporen van Chaos waar te nemen, gezien het feit dat het vliegtuig midden op een grote strook asfalt landde en dat daarna ieder voor zich moest spurten naar de aankomst-keet om een plekje vooraan in de rij voor de douane te bemachtigen. Oma’s in rolstoellen schroomden niet om vitale jonge mannen met hun stok aan de kant te duwen. Eenmaal aangekomen in Paramaribo, de hoofdstad van dit land, begonnen de sporen van Chaos steeds duidelijker te worden en leek het erop dat deze missie een groot succes ging worden. De enige verkeersregel is “there are no rules” en die regel werd zeer
Chaos
figuur 1. Pier met een van de geheime ballonnen.
Een van de hoofdaspecten van onze tot voor kort geheime missie zijn onderzoeken vanuit de lucht. Door middel van grote ballonnen, uitgerust met hypermoderne video- en satellietapparatuur willen we een nog beter beeld krijgen van de Chaos die er in deze stad heerst. Omdat we niet te veel op willen vallen i.v.m. de alom aanwezige dreiging van het leger van legerleider Bouterse, doen we deze onderzoeken in de vroege avond, net nadat de duisternis is ingevallen. Op de foto zien jullie ondergetekende met een van de geheime ballonnen. Over het succes van de eerdere missies van Van-der-Waalsdisputen naar Suriname, kan ik kort zijn. Druiven kunnen absoluut niet Koerier 4, jaargang 44 (2004)
13
ALGEMEEN
Puzzel
Maak een vierkant door Han Crijns
D
e bedoeling van deze puzzel is, dat je de hiernaast afgebeelde kleine vierkanten zo tegen elkaar aanlegt dat ze samen in het grote vierkant passen. Succes !
Onze introductieperiode Mis jij je introductieperiode en hou je van afzien? Schrijf je dan in voor onze introductieweken! Gedurende 2 maanden word je klaargestoomd en bijgecijferd. Het is een pittige en intensieve opleiding en ga je eenmaal aan de slag als market maker, dan heb je een veeleisende baan. Maar zie je kans de mogelijkheden optimaal te benutten, dan betalen je investeringen zich dubbel en dwars terug. Wij zoeken jonge, initiatiefrijke academici - liefst zonder (relevante) werkervaring - met sterke analytische vaardigheden. Hou je van resultaatgericht werken, heb je een groot verantwoordelijkheidsgevoel en bezit je een sterke drive om te winnen?
14
Schrijf je dan in voor onze introductieperiode! Optiver handelt in derivaten, aandelen en obligaties vanuit het Amsterdamse hoofdkantoor en vanuit de filialen in Antwerpen, Londen, Chicago, New York en Sydney. Kijk voor meer informatie op www.optiver.com of stuur je motivatie met curriculum vitae aan: Optiver, afdeling Human Resources De Ruyterkade 112 1011 AB Amsterdam of e-mail naar:
[email protected]
Koerier 4, jaargang 44 (2004)
15
ACTIVITEITEN
N-feest
Jp en Maarten gaan naar het N-feest maar eerst gaan zij eten en daarna gaan zij biljarten en daarna pas naar het feest door Jp Chan
H
et is woensdag avond. Op woensdag avond is er feest. Het is een N-feest. Het Nfeest is in de Jansen en Janssen. Maar het feest is laat. Jp en Maarten gaan eerst eten. Zij gaan eten bij Koos. Zij eten daar heel lekker. Kip met bonen. Zwarte bonen. Dat is smullen zeg!
N-feest
achter de bar, daag. Jp roept ook daag meneer achter de bar, daag. Samen zwaaien ze. De man achter de bar zwaait niet terug. Hij is een sukkel. Jp loopt naar de fiets. Maarten loopt mee. Maarten zegt zullen we naar het N-feest gaan. Jp zegt ok. Maar Jp en Maarten weten niet waar het N-feest is. Ze gaan zoeken. Waar zou het N-feest zijn? Gelukkig vinden ze het feest al snel. Maarten doet de deur open. Binnen klinkt muziek. Er zijn veel jongens en meisjes. Jp en Maarten gaan naar binnen. Binnen krijgen ze een glas appelsap. Of was het champagne? Kijk, daar is Alex. Alex rookt een sigaar. Roken is slecht. Van roken wordt je ziek. Maar niet van een sigaar. Alex heeft meer sigaren. Alex is stoer. Jp en Maarten krijgen ook een sigaar. Nu zijn zij ook stoer.
Even later is het eten op. De buikjes zijn rond. Nu is het tijd voor de afwas. Koos wast af en Maarten en Jp drogen af. De borden gaan op de borden. De glazen gaan bij de glazen. En het bestek gaat in de la. Alles is opgeruimd en schoon. De keuken is weer netjes. Jp en Maarten gaan weer weg. Koos blijft thuis. Ze zeggen daag Koos, daag. Ze zwaaien en Koos zwaait terug. Koos wil ook mee, maar hij mag niet. Koos moet leren voor school. School is belangrijk. Huiswerk maken ook. Zo wordt hij later heel slim. Maar nu mag Koos niet mee. Koos is sip.
Er komt een jongen bij Alex, Jp en Maarten staan. Hij zegt tegen Maarten jij kunt goed dansen. Maarten vindt dat ook. Hij begint te dansen. Jp doet mee. De jongen ook. Maar Alex vindt er niks aan. Alex gaat ergens anders staan.
Jp en Maarten gaan naar beneden. Ze lopen de trap af. Tree voor tree naar benee. En ze roepen daag Koos, daag. Dan gaan ze naar buiten. Buiten is het koud. Jp doet zijn jas dicht. Anders wordt hij ziek. Ziek zijn is niet leuk. Dan moet hij in bed blijven. En mag hij niet naar het N-feest. Jp zegt Maarten het is koud. Maarten zegt ja. Maarten doet ook zijn jas dicht. Nu hebben ze het warm.
Om twee uur is het feest afgelopen. De muziek gaat uit. De jongens en meisjes gaan naar huis. Jp en Maarten ook. Ze roepen daag mensen op het feest, daag. Samen zwaaien ze. Er zwaait niemand terug. De mensen op het feest zijn zat.
Maarten pakt zijn fiets. Hij zegt ga je mee biljarten Jp. Jp vindt dat een goed idee. Biljarten is leuk. Jp pakt ook zijn fiets. Samen gaan ze fietsen. Ze fietsen naar Stratum. Daar kunnen ze biljarten.
Jp en Maarten lopen naar de fiets. Het is koud buiten. Jp doet zijn jas dicht. Anders wordt hij ziek. Ziek zijn is niet leuk. Dan moet hij in bed blijven. Jp zegt Maarten het is koud. Maarten zegt ja. Maarten doet ook zijn jas dicht. Nu hebben ze het warm.
Buiten is het donker. In het donker moet je licht op de fiets hebben. Dat moet van de politie. Jp doet zijn licht aan. Maarten niet. Hij heeft geen lamp. Hij heeft ook geen dynamo. Maarten zegt boeiuh. Maarten is stoer. Het biljarten is boven. Jp en Maarten lopen de trap op. Tree voor tree, hopsakee. Boven gaan ze naar de bar. Mogen wij een tafel vraagt Maarten. De man achter de bar zegt tafel 3. Hij geeft Maarten de biljartballen. Dan gaan Jp en Maarten naar tafel 3. Het biljarten is leuk. Maarten wint elke keer. Dat is niet zo leuk. Jp heeft geen zin meer. Hij wil naar huis. Jp pakt de biljartballen. Hij loopt naar de bar. Ik wil naar huis zegt Jp. De man achter de bar zegt ok. Jp gaat de trap af. Maarten ook. Tree voor tree naar benee. Maarten roept daag meneer
16
ACTIVITEITEN
Samen fietsen Jp en Maarten naar huis. Maar eerst gaan ze langs bij Koos. Ze gaan Koos vertellen hoe leuk het was. Ze roepen daag Koos, daag. Maar Koos zegt niks terug. Koos slaapt. Jp en Maarten zijn thuis. Ze zijn moe. Jp zegt welterusten Maarten, welterusten. Maarten zegt welterusten Jp, welterusten. Jp zwaait naar Maarten. Maarten gooit een bak Chippas op de kast. Nu gaan zij slapen. Slaap lekker!
Koerier 4, jaargang 44 (2004)
17
BESTUUR
Algemeen
Algemeen
BESTUUR
De realiteit achter een logo door Paul van Meel
E
en Van-der-Waalsbestuur identificeert zich onder andere door middel van haar naam. De naam weerspiegelt ook de grote lijn van het beleidsplan. Daarom is het voor een kandi-bestuur zaak om voor het begin van het bestuursjaar een meest fantastische naam te bedenken met een even fantastisch logo en moto. Nu wil het toeval dat ook wij ooit kandi’s zijn geweest. Toen onze naam en moto, “Impuls: op het juiste moment”, eenmaal bedacht waren, zijn we begonnen aan het logo. Daarvoor werd er gebrainstormd, geschetst en werden vooral een hoop loze ideeën bedacht en even snel weer vergeten. Vele wilde ideeën en vreemde plannen ontsproten uit onze geniale breinen. Heel veel papier en een hoop inkt later was er dan de uiteindelijke schets. Er zijn dus ook een hoop mooie ideeën in de prullenbak geëindigd. Een deel van de niet gebruikte ideeën willen we jullie echter niet onthouden. Hieronder staan een aantal, door ons gemaakte, schetsen om je een idee te geven van wat wij allemaal bedacht hebben en hoe anders ons logo er uit had kunnen zien.
18
Dit is een van de eerste schetsen. In het logo moest uiteraard de fysische betekenis van impuls duidelijk aanwezig zijn. Hier gevisualiseerd door het puntje van de i dat er als een biljartbal wordt afgestoten.
De hoge snelheid van de raceauto in deze schets staat voor een grote impuls. Dit in verband met de grote invloed, in positieve
Uiteraard is er ook gekeken naar oude logos om herhaling te voorkomen en om de originaliteit te garanderen. Zo is hier een schets te zien van het logo van een of ander onduidelijk oud bestuur.
Dit schrift is de aanzet voor het lettertype dat wij gebruiken voor onze naam.
Een compleet ander onwijs cool idee dat, met pijn in ons hart, niet door de uiteindelijke keuring is gekomen (en eigenlijk ook niks met onze naam of beleid te maken heeft…).
Uiteraard moeten er de nodige studies verricht worden. Hier een studie van een poppetje dat op de schommel zou moeten zitten. Opvallend aan deze schets is het
feilloze gebrek aan details. En ook toen het idee van de schommel geboren was moesten er de
studie voor gedaan worden. Hier aanschouw je het resultaat van een van de vele studies naar schommels (al deze studies verklaren ook het absurde papier verbruik…). zin, die wij op de vereniging zouden gaan hebben.
De uiteindelijke schets waarvan met de computer ons meest fantastische logo verder is uitgewerkt. De vorm en plaatsing van de letters Impuls zijn gebaseerd op deze schets. Evenals het idee van de schommel die de fysische betekenis zeer goed visualiseert. Opvallend is het ontbreken van de impulsvector op de achtergrond. Het idee hiervoor is pas ontstaan toen het ontwerp op de computer al in vergevorderd stadium verkeerde. Ook het gebruik van op het juiste moment als touw voor de schommel is bedacht op de computer. Het poppetje op de schommel bleek toch niet zo fraai te zijn als het in de schets leek dus is het vervangen door het Van-der-Waals hoofdje op de schommel te plaatsen. Koerier 4, jaargang 44 (2004)
19
ACTIVITEITEN
LUC excursie door Jan Kuchel
D
e moderne natuurkundestudent heeft zeer veel kennis van de hedendaagse fysica. Echter, wat U, beste lezer, waarschijnlijk niet weet, is dat deze student ook een zeer grote interesse toont in de sociaal-economische aspecten van vreemde culturen. Deze drang tot kennis manifesteert zich onder andere in jaarlijkse evenementen zoals de studiereizen (ook wel bekend onder de naam BuEx) en uitwisselingen met andere volkeren. Ten grondslag aan dit soort activiteiten liggen gewoonlijk enkele vraagstellingen met betrekking tot het cultureelwetenschappelijke klimaat in een land of streek. In het hieronder te beschrijven geval waren dit: -Zijn Belgen dom? (1) -Is er Bier in België? (2) -Welke technieken gebruiken Belgen t.b.v. het vinden van een partner? (3) -Op welke wijze nemen Belgen calorieën en koolhydraten tot zich? (4) Nadat het antwoord op vraagstelling (2) reeds begin februari tijdens een excursie naar de Kwak-brouwerij is gevonden, begon dan in menig natuurkundebrein toch de vraag op te komen of er alleen lekker bier of ook pils is. Om deze vraag te beantwoorden werd op 19 februari een groot aantal personenbusjes en personenwagens voor N-laag gereed gezet. Nadat een niet nader te noemen Paul C. uit H. ook eindelijk gearriveerd was, kon er vertrokken worden richting het nabij Hasselt gelegen Diepenbeek. Nadat het convooi de Belgische grens gepasseerd was, vervolgde men de reis over een weg die zo nu en dan een snelweg leek, en dan 20
LUC excursie
ineens weer tweebaans werd. Eveneens werd het aan hand van diverse totaal nutteloze, of slechts drie keer te brede viaducten duidelijk dat er in België zeker geen tekort heerst aan civiele ingenieurs. Daaruit zou men kunnen concluderen dat het antwoord op vraagstelling (1) ‘ja’ zou moeten zijn. Echter, gezien het feit dat deze viaducten überhaupt al geplaatst zijn, zou het antwoord op vraagstelling (1) ‘nee’ moeten zijn. Op deze schijnbare paradox zullen wij later terug komen. Eenmaal gearriveerd in Diepenbeek was het tijd om de robo-winkel uit te proberen. Deze bleek feilloos een wafel te kunnen pakken en aan de experimentator te geven. Dit spreekt weer voor de slimheid van Belgen. Het is echter niet uit te sluiten, en zelfs waarschijnlijk, dat er ergens verdekt een bordje “Made in Holland” te vinden is. Hierna was het tijd voor een korte lezing en een rondleiding door de laboratoria. In deze laboratoria werd enige uitleg gegeven over de aldaar uitgevoerde experimenten. Tijdens deze uitleg begonnen de oren van ondergetekende te wapperen. Hieruit zou men kunnen concluderen dat de Belgen niet dom zijn en ingewikkelde experimenten kunnen uitvoeren. Echter zou het ook kunnen dat zij gewoon niet kunnen uitleggen. Laten we de Belgen echter vanwege de stabiliteit van de wereldvrede maar gewoon het voordeel van de twijfel geven. Belgen zijn niet dom. Nu werd het tijd voor een diner. Daarmee werd ook gelijk vraagstelling (4) beantwoord: Witlof, lekker vlees en een rare bes, waarvan niemand weet wat het was, als dessert. Tevens was het eten erg smakelijk bereid en professioneel opgediend. Van Hecke kan hier nog wat van leren (en overigens ook van speciaalbier in de kantine!). Nadat het diner afgelopen was en er een aantal glazen wijn genuttigd waren, werd
LUC excursie
het tijd voor nog een lezing. Deze keer over natuurkundigen in de biologische wetenschappen. Nadat de lcd-projector het niet deed en de medewerkers van het Limburgs Universitair Centrum met andere projectoren begonnen te slepen die dan wederom niet deden wat ze moesten doen, begonnen diverse personen toch weer vraagtekens te zetten bij de voorlopige conclusie op vraagstelling (1). Nadat alles uiteindelijk werkte werd er aandachtig naar de lezing geluisterd. Op een enkel incident na, waarbij een telefoon overging die vermoedelijk luider kon trillen dan rinkelen, ging nu alles goed. Om vraagstelling (2) en (3) te kunnen beantwoorden werd nu de weg vervolgd naar een boerderij die verbouwd was tot feeststal, een geweldig initiatief dat helaas in Eindhoven nog ontbreekt. Hier bleek voldoende bier in de vorm van pils aanwezig te zijn om in combinatie met de ervaringen van de pre-excursie op 3 februari te mogen concluderen dat er in België inderdaad bier is. Ondanks de voldoende grote voorraden bier werd er begonnen met enkele mixdrankjes, met bij voorkeur exotische oerwoud namen, geheel in de stijl van de naam van deze fuif “Jungle Love”, wat uit de Engelse taal komt en zoveel betekend als “Oerwoud Liefde”. En liefde was hier in ruime mate aanwezig; links en rechts van onze natuurkunde studenten werd er innig versierd en gezoend , waarbij op te merken valt dat er dit jaar slechts geobserveerd werd door onze natuurkunde studenten. Dit in tegenstelling tot voorgaande jaren waar ook actief deelgenomen werd aan de paringsrituelen. Deze rituelen bleken niet of nauwelijks van de in Eindhoven gangbare vormen af te wijken, met als enige verschil dat het gewogen gemiddelde van het vrouwelijk schoon een stuk schoner bleek te zijn dan in Eindhoven. Gelukkig kan hierbij, Koerier 4, jaargang 44 (2004)
ACTIVITEITEN zonder dat de auteur slijmbedoelingen heeft, de aanmerking geplaatst worden dat het supremum van het vrouwelijk schoon elk jaar weer de weg naar Eindhoven weet te vinden, omdat het daar nou eenmaal nog leuker is en er daar nog kanslozere nerds rondlopen. Bij deze was vraagstelling (3) ook weer beantwoord. Echter, om de statistische fluctuaties te kunnen beperken, werd het nu nodig geacht om nog naar een andere uitgaansgelegenheid te moeten gaan. Hiervoor werd een grote discotheek, interregionaal bekend onder de naam “Versuz” gekozen. Om hier te komen moest onze BOB (in dit geval beter bekend als Inge) de natuurkundigen eerst daarnaartoe rijden. Alles wat in de Versuz geobserveerd werd, was in overeenstemming met het reeds op vraagstelling (3) geconcludeerde. Er valt echter op te merken dat, hoewel de glazen, welke gebruikt werden om drank te schenken, voorzien waren van een goddelijk Brand-bier-logo, gevuld waren met een ander bier, welk echter ook erg goed weg dronk. Rond een uur of 5 ‘s ochtends werd nog eens aandacht besteed aan (4). Hiervoor werd een bezoek gebracht aan het voor de discotheek geplaatste frietkot, waarna ook gefrituurde aardappelreepjes en hamburgers aan (4) toegevoegd konden worden. Om al het hiervoorgenoemde kort samen te vatten: -Belgen zijn (waarschijnlijk) niet dom. -Er is bier in België. -Er word flink wat gezoend en versierd in België. -Het gemiddelde Belgische menu bestaat uit witlof, vlees, een ondefinieerbare vrucht, patat en hamburgers. Amai, dat was een lang verhaal!
21
ALGEMEEN
ALGEMEEN
Algemeen
23
Waarom wij winnen...
Over het schitterende getal drieëntwintig
door The Darkravers
door Bas Cloin
H
et was een donderachtige donderdag- begin- van- deavond. De hele dag was er hard gewerkt aan allerlei belangrijke zaken. Aan het begin van de avond was het dan ook tijd voor ontspanning. De overgewaardeerde typmachines, regelmatig ook geütiliseerd voor het spelen van spelletjes en daarom menigmaal laptops genaamd, werden uitgezet en alle lades afgesloten. Nadat ze rustig enkele potjes hadden gerost gingen de twee vrienden op weg naar friettent de “snackbarharsens”. Tijdens het voorbewegen op de stukken ijzer met wielen werd het een beetje onrustig. Lawaaierig zelfs. Er hing een vrolijke, energieke spanning in de lucht. Was het de gedachte aan eten? Was het de lente die begon met aanbreken? Of was het misschien het stuk papier aan de muur dat zich voordeed als poster? Het is tot op heden niet duidelijk waardoor het precies kwam, maar hoogst aannemelijk is dat het een combinatie, met zeer lage waarschijnlijkheid wel te verstaan, van alle drie is geweest waarbij de laatste een doorslaggevende rol heeft gespeeld. Op het aanplakbiljet stond namelijk een afbeelding van een zeer donker, duister, ja zelfs illuster persoon. De heren te fiets voelden zich hierdoor zeer sterk aangesproken. Toen ineens gebeurde het! De donkere kant van hun anders zo lieve, zachtaardige en goede zelf werd wakker. Dit manifesteerde zich in luid gebrul gepaard gaande met ongecontroleerde lichaamsbewegingen. Tijdens het bestellen van het nodige voedsel in vaste vorm bij het frietkot werden ze dan ook ietwat vreemd aangekeken. Gelukkig werd de donkerte enigszins gestild door de toegediende eiwitten, vetten en andere 22
Algemeen
gefrituurde rotzooi. Niet voor lang echter… Toen ze weer in de openlucht kwamen barsten het oorverdovende gebrul en getier weer los. Snel scheurde ze er op hun bolides vandoor om hun weg naar huis te vervolgen. Na een goede en onverwacht kalme nachtrust kwamen ze elkaar de volgende dag, nog een beetje beduusd en verbaasd over hetgeen zich voorgaande avond had afgespeeld, tegen. Ze vroegen zich af wat deze gebeurtenissen had geïnitieerd en belangrijker wat er aan te doen was. Tijdens het denken hierover werd uiteraard een klein potje gerost. Opmerkelijk was dat tijdens het rossen de ontwaakte donkere kant van de vrienden zich opmerkelijk rustig hield. Al snel konden ze niet anders dan concluderen, dat tafelrossen een uitermate goede manier bood om hun duistere kant koest te houden. Na enig oefenen bleek het zelfs mogelijk om hun donkere kracht gericht in te zetten. Dit was zeer bevorderlijk voor het edele spel der tafelrossen. Ze ondervonden dat ze door het gedoseerd inzetten van hun duistere zijde hun tafelros kwaliteiten konden optimaliseren (voor zover dit nog mogelijk was). Gelukkig is het dit trimester weer zo ver! De tafelvoetbalcompetitie begint…..en wij, vanaf nu “The Darkravers” geheten, doen mee! Maak jullie respectievelijke borsten dus maar nat want jullie gaan er allemaal aan!
L
ang geleden, in een plaats in het verre en exotische Limbabwe, waren er 2 jongens. Op een dag zaten zij in het zomerzonnetje, toen de een aan de ander vroeg: Zeg Steen, weet jij hoeveel vogels daar vliegen? Steen antwoordde met: Ja, drieëntwintig!! Vanaf deze ene vraag bleef het getal 23 in onze hoofden hangen, en het is er nooit meer uit gegaan. Na een tijdje begon er iets tot ons door te dringen. Overal zagen wij opeens drieëntwintig staan, je kunt het zo gek niet bedenken. Op het nieuws hoorden wij dat er weer drieëntwintig doden waren gevallen, in de krant lazen wij op pagina drieëntwintig dat een jongen van drieëntwintig jaar de hoofdprijs in de lotto had gewonnen van drieëntwintig miljoen en op allerlei kleren prijkte opeens dit mooie getal. Wij werden ons er dan ook steeds bewuster van dat het getal drieëntwintig een zeer grote, bijna spirituele, rol in ieders leven vervult. Als je drieëntwintig ziet dan voel je je eigenlijk al meteen intens gelukkig, ook al weet je niet waarom. Als je drieëntwintig leest, gaan je hersenen meteen op een ander niveau werken. Je denkt aan het ultieme geluk, aan betere werelden. Het magische getal drieëntwintig vervult dan ook een hoofdrol in veel religies. Bijvoorbeeld bij het Christendom, de Islam en het Boeddhisme wordt het getal drieëntwintig aanbeden. Deze religies personificeren dit getal door het bijvoorbeeld God of Allah te noemen, maar uiteindelijk komt het allemaal neer op drieëntwintig.
drieëntwintig, volgen hier nog een aantal redenen waarom dit getal de enige ware ‘hogere macht’ kan zijn. De afstand Boxtel-Eindhoven is drieëntwintig km, evenals de afstand BladelEindoven. Dit lijkt niets bijzonders, ware het niet dat ik en mijn geliefde in respectievelijk Boxtel en Bladel wonen. Als je de andere veel voorkomende, maar uiteraard minder belangrijke, getallen uit de bijbel, drie en zeven, pakt, en die met elkaar vermenigvuldigt en er dan het kleinste priemgetal bij optelt, is de uitkomst drieëntwintig. Als het buiten drieëntwintig graden Celsius is, is het lekker warm. En zo zijn er nog wel drieëntwintig redenen te bedenken. In de volgende Koerier zal een verhandeling te lezen zijn over het andere schitterende getal, vijf.
Om jullie, beste lezers, geheel te overtuigen van het bovennatuurlijke van het getal Koerier 4, jaargang 44 (2004)
23
ACTIVITEITEN
VENI-excursie
Deep Brain Stimulation bij Medtronic door Erik Kieft
D
at Medtronic bij de gemiddelde fysicus een onbekend bedrijf is, zal vooral komen door het feit dat haar producten nu eenmaal niet in de supermarkt verkrijgbaar zijn. Toch is Medtronic een wereldwijd opererend bedrijf met zo’n 32000 werknemers, dat vooral groot is geworden met het produceren van pacemakers. Het werd in 1949 opgericht door Earl Bakken en zijn zwager Palmer Hermundslie. Ze begonnen, zoals dat in de VS gewoonte schijnt te zijn, met zijn tweeën in een garage, in Minneapolis in Minnesota, met het repareren van medische apparatuur. Volgens het verhaal was in de jaren vijftig een stroomstoring in het lokale ziekenhuis, waarbij een patiënt met een pacemaker was overleden, voor Bakken de aanleiding om te beginnen met het ontwerpen van een pacemaker die niet alleen werkte op batterijen, maar ook draagbaar was. Dit was het begin van de nog steeds voortdurende ontwikkeling van de draagbare pacemaker, die tegenwoordig bij de patiënt geïmplanteerd kan worden en gelukkig ook een stuk kleiner is dan de eerste exemplaren. Bakken is ook de naamgever van het Bakken Research Center in Maastricht. Het BRC is één van de drie vestigingen van Medtronic in Nederland - de andere twee zijn Medtronic BV in Heerlen en Vitatron in Arnhem. Op vrijdag 5 maart 2004 was BRC de gastheer van een excursie van 20 personen, georganiseerd door de alumnivereniging VENI in samenwerking met Van der Waals. We waren er op uitnodiging van de heer Fred Lindemans, fysicus en algemeen directeur van het BRC. Helaas was hij zelf op 24
vrijdagmiddag verhinderd, maar we kregen desalniettemin een boeiend programma voorgeschoteld door zijn collega’s. Dat programma gaf een gevarieerd overzicht van de onderzoeksactiviteiten van Medtronic. Voor fysici zonder medische achtergrond was het een hele nieuwe wereld die zich aan ons openbaarde. Zo werd ons uitgelegd hoe de elektrode van een pacemaker aan de binnenkant van de rechter hartkamer bevestigd wordt. De ‘lead’ (de draad die de elektrode met de pacemaker verbindt) wordt door de huid heen een ader ingebracht, en komt (tussen het sleutelbeen en de eerste rib door) uiteindelijk via de bovenste holle ader en de rechterboezem in de rechter kamer van het hart terecht. Hier moet de elektrode nog aan de wand van de kamer bevestigd worden. Dit moet op een goede plek gebeuren: de spanning die de pacemaker nodig heeft om z’n pulsen te geven moet bijvoorbeeld zo laag mogelijk zijn - de pacemaker moet immers zo lang mogelijk met één batterij doen - en dit moet per mogelijke locatie gemeten worden. De uiteindelijke bevestiging gebeurt (meestal) door de elektrode vast te schroeven: het uiteinde is spiraalvormig, en de draad wordt van buiten het lichaam rondgedraaid in een buitendraad, waarbij het uiteinde zich in het weefsel van het hart dringt. Het andere uiteinde van de lead wordt bevestigd aan de pacemaker zelf, die in een soort ‘pocket’ onder de huid, maar buiten de ribbenkast wordt geïmplanteerd. Een belangrijk deel van het onderzoek in het BRC richt zich op het verder ontwikkelen van de leads. Daarbij gaat
VENI-excursie
het onder andere om de levensduur, en mechanische spanningen spelen dus een belangrijke rol. De draad bevindt zich immers niet in een stille omgeving, maar beweegt bij elke hartslag heftig heen en weer. Mechanische tests worden aangevuld met proeven in een nagebootst hart, en eindigeelementenmodellen, die gevoed worden met informatie uit MRI-beelden. Een eindigeelementenpakket wordt ook gebruikt voor een elektrisch en mechanisch model van het hart zelf, om beter te begrijpen waar de stimulatie-elektrodes het beste geplaatst kunnen worden. Dit onderzoek gebeurt onder andere samen met de faculteit BMT van onze universiteit.
ACTIVITEITEN sterke stroomschok, met een spanning van honderden volts en een pulsenergie van zo’n 35 Joule, moet de hartcellen “resetten” en weer in het normale ritme brengen. Nog een andere toepassing van elektrische stimulatie is er bij de bestrijding van fecale incontinentie. Soms is een operatie nodig waarbij de spier die normaal beide benen samentrekt, wordt “omgelust” en als sluitspier dienst gaat doen. Deze spier moet vervolgens met een neurostimulator worden aangestuurd. Bij de zogeheten “Deep Brain Stimulation” worden elektrodes ingebracht in de hersenen van Parkinsonpatiënten, die hierdoor een meer normaal leven kunnen leiden. Het aantal voorbeelden was nog veel groter dan hierboven beschreven. Het is allemaal vooral gericht op verbetering van de kwaliteit van leven van de patiënt. Dat was het ideaal van Earl Bakken, die blijkens de inleiding van de heer Ebben enigszins vies was van commercie. Dezelfde sfeer was in het Bakken Research Center eigenlijk ook nog wel een beetje te proeven.
figuur 1. Voorbeeld van een moderne pacemaker.
Pacemakers zijn niet het enige product van Medtronic. Waar pacemakers regelmatige signalen geven als de eigen hartslag te langzaam is, geven defibrillatoren juist een eenmalige, sterke schok als het hartritme ontregeld is. Tijdens het fibrilleren is de synchronisatie zoek: tussen de boezem en de kamer, tussen de linker en rechter kamer, of tussen de cellen binnen één kamer. In alle gevallen is het resultaat een slechte pompfunctie van het hart. Een Koerier 4, jaargang 44 (2004)
In elk geval was de stemming tijdens de excursie prima, en die werd er ook niet slechter op bij het afsluitende etentje in een eetcafé in het centrum van Maastricht - een initiatief dat zeker ook voor herhaling vatbaar is!
25
ACTIVITEITEN
Darttoernooi
Darttoernooi
SCOOTER Darttoernooi door Dion Boesten
H
et is alweer een hele tijd geleden, maar er is een activiteit voorbij gegaan zonder dat er iets van in de Koerier heeft gestaan. Op woensdag 29 oktober organiseerde het fysisch dispuut Scooter namelijk (volgens mij, maar ik kan me ook vergissen) voor de eerste keer het jaarlijkse darttoernooi. Als één van de leden van het winnende team was mij gevraagd om een stukje te schrijven voor de koerier. Aangezien ik dat heel lang een beetje ben vergeten te doen...
bevind, en Menno ook, leek mij dat we een goed kans zouden maken. Eigenlijk was inschrijven toen al niet meer mogelijk, maar zoals dat altijd gaat met dit soort activiteiten, hoe meer zielen hoe meer vreugde. Toen was er nog het probleem van een fatsoenlijke teamnaam. Na lang, moeilijk en pijnlijk overleg, kwamen we tot de toepasselijke naam “Op het nippertje”, aangezien we het inschrijfgeld een paar minuten voor het begin van het toernooi nog betaalden. Er was ook nog een andere teamnaam die ik wel leuk vond bedacht. Een groep tweedejaars natuurkundigen had zichzelf “BOOOOOOOOOOM met Takken” genoemd, naar aanleiding van Hans Teeuwen. Ik weet overigens niet zeker of dat enige correlatie met hun speelstijl had.
figuur 1. Mikken is bij het darten heel belangrijk.
Ikzelf besloot eigenlijk pas mee te doen met het toernooi op diezelfde woensdag. Menno (mijn teamgenoot) vroeg me tijdens instructie theo1 (Mathematische Fysica en Theoretische Mechanica 1, red.) die ochtend. Aangezien ik zelf wel eens vaker gedart heb, wat overigens goed te zien is aan de bijna perfecte cirkel van gaatjes die zich in de muur rondom mijn dartbord 26
figuur 2. Een goede teamspirit is natuurlijk ook bevorderlijk voor een goede prestatie.
figuur 3. De spanning is te snijden.
ACTIVITEITEN het niet zeker) weer een herkansing voor de mensen die denken dat ze kunnen darten... Wij zijn waarschijnlijk weer erbij om onze titel te verdedigen. Voor de liefhebbers heb ik nog een aantal leuke quotes van Nederlands grootste dartspeler Raymond van Barneveld: “Het gaat nu wel erg lang duren met die tramtunnel. Maar als ik door de Koningstunnel rij merk ik wel hoe fijn zo’n tunnel is. Alleen jammer dat het allemaal zo veel extra geld moest kosten. Ik betaal een hoop belasting van mijn prijzengeld en dan is het toch zonde dat die centen zo de grond in gaan”. En “Op zo’n moment moet je natuurlijk wel op de toppen van je kunnen spelen...”.
De animo was verbazingwekkend groot, daarom werden we ingedeeld in drie pools, waarvan de kwaliteit van één overigens zeer KUT (Kwalitatief Uitermate Teleurstellend) was. Het niveau was over het algemeen wel aardig, hoewel het natuurlijk niet kon tippen aan onze superieure accuracy, precisie en tactisch inzicht in het spel Cricket dat werd gespeeld, waardoor wij uiteindelijk als winnaars uit de bus kwamen. Volgens mij fixeerden sommige teams zich teveel op het zo snel mogelijk uitgooien van alles, terwijl wij vooral voor de punten gingen op nummers die nog niet uitgegooid waren door de tegenpartij. We kregen van de organisatie een officieel uitgeschreven bon (met handtekening) om een fles Chouffe te mogen ophalen tijdens de borrel. Voor zover ik weet zijn we dat weer eens totaal vergeten en heb ik die bon volgens mij nog ergens onder een stapel papieren liggen, maar het gaat natuurlijk om het gebaar. Volgend jaar komt er (volgens mij, weet Koerier 4, jaargang 44 (2004)
27
ONDERWIJS
Externe stage
De externe stage-enquêtes door Benjamin de Maat
M
ensen die hun externe stage al hebben afgerond zullen het wel al weten. Na je externe stage moet je een enquête invullen. De enquête voor de externe stage heeft meer keuzemogelijkheden dan de enquête voor de interne stage. In dit verhaal zijn alle enquêtes meegenomen die betrekking hebben op externe stages die zijn afgerond tussen april 2002 en maart 2004. In totaal betreft het hier 56 enquêtes, maar omdat niet iedereen elke vraag beantwoord heeft, zullen sommige data niet volledig zijn. In figuur 1 is de generatieverdeling weergegeven van de mensen, die in de afgelopen twee jaar een externe stage hebben afgerond. Het verloop van deze grafiek is ongeveer gelijk aan die van twee jaar geleden: de piek ligt rond de generatie die zo’n 5 jaar geleden aan de studie Technische Natuurkunde begonnen is.
Het is gebleken, dat vrijwel alle studenten fulltime aan hun stage hebben gewerkt, dus 10 halve dagen per week. Een enkeling deed het met minder, een ander met meer halve dagen. Feit is in ieder geval, dat je in die periode niet aan vakken volgen toekomt. De afweging die veel studenten maken is, dat ze na hun stage waarschijnlijk geen zin meer hebben om vakken te volgen en daarom meteen gaan afstuderen. De tijdsbesteding van de externe stage staat in de figuren 2a en 2b weergegeven. In figuur 2a staat de duur van de stage in maanden en in figuur 2b het aantal halve dagen dat aan de stage besteed is.
figuur 2a. Duur van de stage in maanden.
figuur 1. Generatieverdeling van de studenten.
Voordat je aan een externe stage begint, zijn er een aantal dingen die je jezelf moet afvragen. Allereerst is er de keuze: “Wanneer wil ik mijn externe stage doen?” 28
figuur 2b. Duur van de stage in halve dagen.
ONDERWIJS
Externe stage
Een tweede vraag luidt: “Wil ik naar het buitenland of blijf ik liever kort bij huis?” Zo zijn de afgelopen periode 36 mensen naar het buitenland vertrokken voor een tijd van drie maanden of langer. De toplocaties waren de USA (13), Duitsland (5) en Hawaii (3). Van deze 36 mensen hebben er 15 studenten hun heil in Europa (Denemarken, Duitsland, Zweden, Frankrijk, België, Portugal, Ierland en Zwitserland) gezocht. 21 studenten hebben besloten om wat verder weg te gaan (USA, Hawaii, Japan, Mexico, Singapore en Zuid Afrika). Op een enkeling na hebben al deze stages plaatsgevonden bij een universiteit of instituut. Er zijn echter ook 20 mensen gewoon in Nederland gebleven. Zij hebben gekozen voor een bedrijf (Philips (4) en ASML (5) zijn de ‘grote afnemers’) een instituut (3) of een ziekenhuis (3). Waar de keuze van sommige mensen van afhangt om naar het buitenland te gaan of juist in Nederland te blijven is niet uit de enquête op te maken. STOOR heeft echter nieuwe enquêtes gemaakt en verwacht wordt dat hier volgend jaar meer over te vertellen valt. Net als bij de interne stage vindt ook bij de externe stage in sommige gevallen de nodige uitloop plaats. Dit ligt vaak aan het verslag, net als bij de interne stage. Er wordt vaak impliciet opgemerkt dat men na ruim vier jaar toch wel een bepaalde aversie tegen het schrijven van verslagen begint te ontwikkelen. Sommigen kiezen ervoor om het verslag al op de stageplaats zelf te schrijven. Anderen willen het na afloop gewoon thuis schrijven, en dit zijn de studenten met uitloop. De meeste studenten (met name die in het buitenland) gaven echter aan dat zij dit niet zo erg vonden. Sommige stages hebben tot een publicatie geleid waardoor er sowieso meer tijd aan Koerier 4, jaargang 44 (2004)
het verslag is besteed. Degenen die het wel erg vonden dat hun stage is uitgelopen gaven als reden dat het in een overlap met het geplande afstuderen resulteert. Verder zit je bij een externe stage vast aan een (meet)periode van drie maanden, dus daar is weinig plaats voor uitloop. In figuur 3 staat aangegeven welke redenen de uitloop zoal had.
figuur 3. Reden van uitloop.
Wat bezigheden betreft, verschilt een externe stage niet veel van een interne: je bent iets meer aan het meten en literatuur doorspitten, wat ten koste gaat van het bouwen van de opstelling, programmeren en theorie lezen. Ten opzicht van voorgaande jaren is er weinig veranderd in de verhouding van de bezigheden. De studenten is gevraagd om zowel hun begeleider ter plaatse als de begeleider van de TU/e (die uiteindelijk het cijfer geeft) te beoordelen. De resultaten zijn te zien in figuur 4. Op een vijftal gevallen na, is men over de begeleiding ter plaatse redelijk tot zeer goed te spreken. Bij die vijf gevallen was de begeleiding vaak niet aanwezig of had weinig motivatie om de student te begeleiden.
29
ONDERWIJS De begeleiding vanuit de TU/e wordt traditioneel minder beoordeeld, wat vooral ligt aan het feit dat er veel minder contact is (op een paar uitzonderingen na) met de student. Als de student weer terug is in Eindhoven, kan hij rekenen op de steun van de docent, blijkt uit de reacties.
Externe stage
Een andere manier is om bij het stagebureau (Na 1.36) aan te kloppen om daar ideeën op te doen. Heb je al een voorkeur voor een vakgebied, dan kun je het beste de groepsleider in kwestie benaderen. In figuur 6 staat via welke vakgroep de studenten de laatste twee jaar op externe stage zijn gegaan. Wat opvalt is dat Polymeerfysica (PFY) en Elementaire processen in gasontladingen (EPG) boven de overige groepen uitsteken. De meest gekozen docent als begeleider is Gerrit Kroessen (9), gevolgd door Henk Swagten (5).
figuur 4. De begeleiding.
De laatste vraag is welk cijfer de student voor zijn stage heeft gekregen. Het resultaat staat in figuur 5, en is veelzeggend: blijkbaar zijn de resultaten van de Eindhovense fysisch ingenieur in spe behoorlijk naar wens van de begeleiders. Dat geeft de student moed!
figuur 5. De eindbeoordeling.
figuur 6. De verdeling per vakgroep.
Natuurlijk zijn er nog veel meer conclusies te trekken over de externe stage maar deze mag je ook zelf doen. Alle grafieken en data zijn verkrijgbaar bij STOOR als je er nog meer over wilt weten. Ook heeft STOOR een overzicht, waarin per locatie gekeken wordt waar ooit al eens iemand op stage is geweest via welke docent en bij welk instituut, bedrijf of universiteit. Als er nog vragen over dit verhaal zijn, of als je iets wilt weten over de externe stage wat niet vermeld is, dan kun je bij STOOR binnenlopen of een e-mail sturen naar
[email protected].
Het kiezen van de locatie kan op verschillende manieren gebeuren. Sommige studenten weten al meteen naar welk land ze willen en zoeken een docent, die er contacten heeft. 30
Koerier 4, jaargang 44 (2004)
31
ACTIVITEITEN
Haast door Bas Cloin
I
k moest me laatst, na een dag hard werken, ontzettend haasten, omdat ik nog op-en-neer naar Boxtel moest. Daar was ik namelijk mijn overhemd vergeten, dat ik de volgende dag nodig had. Nou zul je zeggen, dat is toch geen reden om je te haasten? Dat is het eigenlijk ook niet, ware het niet dat juist die avond het jaarlijkse bowlingtoernooi zou plaatsvinden. Ik was gelukkig nog op tijd bij het bowlingcenter, alwaar het een zeer leuke avond zou worden. Nog voor we begonnen waren, hadden we al plezier over de mensen van de plaatselijke bowlingclub, die onze banen bezet hielden en verschrikkelijk saaie bloesjes aan hadden. Toen die eindelijk waren gezout, kon het Van-derWaalsbowlingtoernooi echt beginnen. Wij, het bestuur van Van der Waals, hadden een baan die tussen de banen van Chaos en Daedalus in lag. Dit is natuurlijk niet echt bevorderlijk voor het bowlen, maar over het algemeen ging het toch niet onaardig. Het eerste potje ging wel redelijk maar er werden niet echt topscores gegooid. Dit was waarschijnlijk aan twee dingen te
32
Bowlingtoernooi
wijten, namelijk dat het bal- en baangevoel nog niet echt aanwezig was, en dat het alcoholpromillage ook nog niet om over naar huis te schrijven was. Naarmate de avond vorderde ging het met beide steeds beter wat terug te zien was in de scores van mij en de meeste van mijn teamgenoten. Sommigen hadden echter zo’n excentrieke werptechniek dat zelfs de alcohol niet mocht baten. Arjan gooide met beide armen ongeveer evengoed, wat een goed en een slecht teken kan zijn, en Inge gebruikte de uiterst moeilijk hanteerbare zijzwaaiworp, waarbij de bal, zoals de naam al zegt, met eerst een flinke zwaai naar de zijkant, toch naar voren wordt geworpen. Het moeilijke van deze techniek is dat de bal precies op het juiste moment moet worden losgelaten, maar mits goed uitgevoerd is een strike ook gegarandeerd. Er werden dan ook de nodige strikes gegooid. Het tweede potje ging voorbij en de scores bleven maar stijgen. Het derde potje werd dan ook de ‘grand finale’. Zelfs met mijn ogen dicht kon ik maar met moeite in de goot gooien, dus een hoge score was gegarandeerd. Bij de zesde beurt had ik mijn scores van de vorige potjes al overtroffen, en na de tiende beurt was het totaal 162 geworden.
Bowlingtoernooi
Helaas was de tijd daarna alweer om, en de commissie trok zich terug om zich te beraden over de uitslag. Dit duurde best een tijdje, dus intussen werd er een beetje nagepraat over de meest schitterende worpen, en de hightechheid van het bowlingcenter. Het bowlingcenter had namelijk een sensor die registreerde of je je voet op de baan zette, en als dit het geval was dan werd de worp ook afgekeurd, en de snelheid van de bal werd gemeten, zei het in stappen van ongeveer 1,2 km/h. Dit laatste resulteerde natuurlijk in een paar ongecontroleerde enthousiaste worpen van mijn kant, waarbij de snelheid opliep tot zo’n 27 km/h.
ACTIVITEITEN Terwijl ik dit stukje aan het schrijven ben kijk ik naar mijn prijs, die boven op de kast staat. Hij doet me denken aan een zeer geslaagde bowlingavond. Hulde aan de commissie!!!!
Opeens hoorden wij Michael van O. door het Bowlingcenter schreeuwen, wat het teken was dat we ons klaar moesten maken voor de prijsuitreiking. Hij begon bij de nummer 3 en werkte vanaf daar naar boven. Toen ik de andere scores hoorde dacht ik, zou ik misschien…. En toen hoorde ik mijn naam door het bowlingcenter schallen, ik had de eerste prijs gewonnen! Ik mocht naar voren komen om de prijs, een echte bowlingpin, in ontvangst te nemen. Er werd ook nog een troostprijs uitgereikt, 10 dozen tissues om de tranen weg te vegen. Daarna werd er nog een drankje genuttigd, en toen was het echt tijd om te gaan.
Koerier 4, jaargang 44 (2004)
33
ACTIVITEITEN
Excursie naar TEXTOR
doorsnede van de torus zie je dan een keten van eilandjes, zoals te zien is in onderstaande figuur.
Excursie naar TEXTOR door Thijs van Oudheusden
N
a een achttal inspirerende colleges van prof. dr. Lopes Cardozo over “de fysica van kernfusie als energiebron”, volgde op 3 maart als uitsmijter een excursie naar TEXTOR, een TOKAMAK ( Een TOKOMAK is een donutvormig vacuümvat waarin het fusieplasma opgesloten is. ) op het Forschungszentrum Jülich. Dit onderzoekscentrum is met zo’n 4000 werknemers het grootste in Duitsland. Een van de onderzoeksgebieden waar men zich in Jülich mee bezighoudt, is energie. Kernenergie is daar weer een onderdeel van. Op dit gebied werkt Jülich nauw samen met het FOM en met de Koninklijke Militaire School in Brussel. De dag werd ingeleid door Robert Wolf, een van de twee directeuren van het onderzoekscentrum. Hij illustreerde hoe belangrijk kernfusie kan zijn als energiebron voor de toekomst: uit 2 l water (75 mg deuterium) en 250 g steen (225 mg lithium) kun je evenveel energie halen als uit 1000 l olie!
Verder vertelde hij dat TEXTOR het kleine broertje is van JET (de TOKAMAK in Engeland). Zo is de plasmastraal in TEXTOR 4,5 m, en met 8 m bij Jet, is de plasmastroom daar een orde groter en duurt een puls ongeveer 5 keer zo lang. Dan rijst toch de vraag waaraan TEXTOR zijn bestaan dankt. Het antwoord daarop is DED, Dynamic Ergodic Divertor. Daar is Rogier Jaspers uitgebreid op ingegaan. In de kern van TEXTOR zijn extra spoelen (de DED’s) aangebracht waarmee “structuren op meso-schaal gemanipuleerd kunnen worden”. Dit heeft enige uitleg nodig. Het magnetische veld in een TOKAMAK bestaat uit een groot toroïdaal veld en uit een kleiner poloïdaal veld (dat geïnduceerd wordt door de plasmastroom). Het magnetische veld heeft een bijzondere topologie: de veldlijnen liggen op de toroïdale oppervlakken die – onder bepaalde aannames - oppervlakken van gelijke poloïdale flux vormen. Daarom worden het fluxoppervlakken genoemd. Maar door een verstoring kan een fluxoppervlak degenereren en een fluxbuis worden. In een
figuur 1. Magnetische eilanden in een doorsnede van een torus. Ook zijn er nog niet-gedegenereerde fluxoppervlakken te zien (de cirkels).
34
ACTIVITEITEN
Excursie naar TEXTOR
Als er meerdere oppervlakken degenereren, kunnen de eilanden elkaar gaan beïnvloeden. Er kunnen dan gebieden ontstaan waarin het magnetische veld chaotisch is. Een kleine verstoring van 0,01% van het aangelegde toroïdale veld kan al flinke eilanden veroorzaken. Het unieke van TEXTOR is dat de verstoringen van buitenaf opgelegd kunnen worden. De structuren kunnen dus gemanipuleerd worden en de effecten worden gemeten, geanalyseerd en (vaak?) begrepen. Na een prima (warme Duitse) lunch in het “Casino”volgde een rondleiding, waarbij we de TOKAMAK van dichtbij konden bekijken. Ook hebben we een aantal opstellingen voor de diagnostiek bezocht, zoals het gyrotron en de opstelling voor Thomson scattering. In de controlekamer bleek wel hoe belangrijk de diagnostiek is bij zo’n omvangrijk onderzoek: slechts een handjevol plaatsen (computers) is nodig voor de aansturing, terwijl er voor de diagnostici wel 5 handen vol plaatsen waren. Het downloaden van alle data van de meetapparatuur duurt ongeveer 5 minuten. Dan kunnen de diagnostici meteen aan het werk en binnen 15 minuten moeten de parameters voor het volgende shot gekozen en ingesteld worden. Na de rondleiding konden we genieten van een korte koffiepauze, waarna Niek Lopes Cardozo het (toekomstige) energieprobleem schetste. Momenteel gebruiken we met z’n allen op deze aardbol 10 gigaton olie-equivalenten. Maar doordat de wereldbevolking stijgt en landen als Koerier 4, jaargang 44 (2004)
figuur 2. TEXTOR.
China en India aan het industrialiseren zijn (en dus meer energie zullen gaan gebruiken), zal de energiebehoefte over 100 jaar ongeveer 45 gigaton olie-equivalenten bedragen. Als we op de huidige manier doorgaan met het opwekken van energie heeft dat drastische gevolgen voor het milieu. In de toekomst zullen we daarom moeten overschakelen op de zogenaamde ‘renewables’, de duurzame energiebronnen. Kernfusie is een van de mogelijkheden, naast bijvoorbeeld wind- en zonneënergie. Als je je de omvang van het energieprobleem goed realiseert, zul je hoogst verbaasd zijn dat de uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling op energiegebied slechts 1 tot 2 promille van de uitgaven aan energie bedragen! Van dat relatief kleine bedrag moeten dure projecten zoals TEXTOR, JET en ITER gefinancierd worden. Als laatste kwam Tony Donné aan het woord. Hij is sinds 1990 nauw betrokken bij het ITER-project, vooral op het gebied van de diagnostiek. Een bijzonder aspect 35
www.careers.asml.com
Excursie naar TEXTOR
Een complexe operatie Verschillende technici Teamwork Hevige concurrentie Onderzoek Ontwikkeling Cleanroom Technologische doorbraak noodzakelijk Lange dagen Ontwerpen en testen Opnieuw beginnen De tijd dringt Kan niet bestaat niet Een nieuw ontwerp Een grens verlegd
Samen verder. Een bijzondere markt, waarin de technologi-
Het commitment van ASML aan haar mede-
regionale verkoop- en servicelocaties, weet
sche ontwikkelingen elkaar in een razend
werkers uit zich onder andere door een
ASML zich verzekerd van het commitment
tempo opvolgen, vraagt om bijzondere mede-
omgeving te creëren waarin zij hun ideeën
van zo’n 6800 betrokken medewerkers.
werkers. Om een bijzondere mentaliteit.
kunnen vormgeven en zich professioneel
Commitment aan je klanten kun je immers
Om commitment aan elkaar. Het commerciële
kunnen ontwikkelen. Samen verder, zodat
pas geven, als je zeker weet dat je het ook
inzicht, de passie voor techniek, de resultaat-
het nooit eenzaam wordt aan de top.
krijgt van je medewerkers.
gerichtheid en de teamgeest van alle mede-
ASML is één van de meest vooraanstaande
Wil je meer weten over ASML, kijk dan op
werkers hebben ASML gebracht waar het
leveranciers van ic-productiesystemen ter
www.careers.asml.com
nu staat: aan de wereldtop.
wereld. Wereldwijd, op meer dan vijftig
36
van ITER is dat de diagnostieken van tevoren ontworpen worden en dus volledig geïntegreerd zullen zijn. Dit klinkt logisch en simpel, maar het gaat wel om 45 verschillende opstellingen die allemaal hun plekje in en rond de TOKAMAK moeten krijgen. Met deze diagnostieken kunnen dan 54 parameters gemeten worden. Naast de eisen aan de meetapparatuur m.b.t. nauwkeurigheid, plaats- en tijdresolutie en bereik, zijn er ook zware eisen wat betreft de betrouwbaarheid en de robuustheid. Rond de TOKAMAK (waar dus ook de apparatuur zich bevindt) kunnen neutronen rondvliegen en gammastralen aanwezig zijn. Hierdoor kan de reflectiviteit van spiegels veranderen. Ook kan er depositie op, erosie van of vormverandering van optische elementen plaatsvinden. Tevens moet de apparatuur bestand zijn tegen de hoge temperatuur in de TOKAMAK. Bedenk daar dan nog eens bij dat de toegang zeer beperkt zal zijn; reparaties zullen met robotjes gedaan worden. Overigens staat de apparatuur voor dataäcquisitie en –verwerking ongeveer 40 m verderop. Alle signalen zullen deze afstand overbruggen door fibers (optisch) en door golfpijpen (elektromagnetisch). Bij ITER zullen ook een aantal nieuwe technieken gebruikt worden, voornamelijk voor de metingen aan alfa-deeltjes en aan deuterium- en tritiumdeeltjes. Dit alles maakt ITER een van de meest uitdagende wetenschappelijke projecten tot nu toe! Het ziet ernaar uit dat aan de meeste eisen kan worden voldaan. Slechts een paar parameters zijn (nog) problematisch te meten. Ook is het design van alle diagnostiek al in een vergevorderd stadium. Het wachten is nu alleen nog op het startschot: komt ITER in Frankrijk of in Japan?
ACTIVITEITEN besproken is, kon je nu in het echt zien. Voor meer informatie over kernfusie zijn er talloze sites op internet, bijvoorbeeld www.fusie-energie.nl, www.jet.efda.org, www.fusion.org.uk/susdev/index.htm, fusioned.gat.com (geen www) en fire.pppl. gov (geen www). Maar je kunt natuurlijk ook volgend jaar het keuzecollege van Niek Lopes Cardozo volgen!
Deze excursie was een mooie aanvulling op het college. Veel van wat er op het college Koerier 4, jaargang 44 (2004)
37
ACTIVITEITEN
Dropping
Over Clowntjes,Belgen en een feilloos droppingsgevoel door Coen Loermans
H
rm juist ja, de dropping. Het begon allemaal eind januari. Voordat ik überhaupt wist dat er een inschrijflijst hing was deze al vol. Gelukkig had onze eigen bestuursaap ons al op tijd hiervoor kunnen inschrijven. Een weekje later kwam het dropschema. Mooi, dacht ik, uurtje of negen gedropt worden, bijtijds weer terug en dan ook nog op tijd op kunnen staan om nog wat dingen te doen. Een paar dagen later kwam het volgende schema. Dropping van Perspectief rond middernacht. Na grondig onderzoek bleek clowntje (a.k.a Thijs Meijer voor de minder ingewijden) roet in het eten gegooid te hebben. Vanwege een of ander masochistisch trekje heeft ie tot half elf ’s avonds college en dat nog wel op een donderdag. Nou goed, dan maar om middernacht gedropt worden. De samenstelling van de groep en de aard van de activiteit waren een gegarandeerd recept voor plezier. Aangezien we natuurlijk niet pas om twaalf uur met de pret konden beginnen, besloten we met z’n allen, behalve clowntje uiteraard, van te voren bij Robert thuis wat te gaan drinken. Na wat shots van van alles en nog wat, was het al gauw elf uur en konden we vertrekken richting N-laag om gedropt te worden. Het busje was er al toen we aankwamen dus we konden vrijwel meteen weg. In een vlaag van waanzin stonden we toe dat Paul naast de schuifdeur ging zitten, hetgeen we al snel betreurden omdat Paul het leuk vond om bij elk stoplicht de deur open en dicht te doen. Bovendien deed hij aan aloude Perspectief 38
tradities niet mee door lekker te blijven zitten tijdens meerdere bankwisselevenementen. Dit resulteerde uiteraard in een ongelijke verdeling en veel plezier. Om een lange rit kort te maken, we kwamen rond een uur of twaalf in een of ander bosje aan alwaar we wat puzzeltjes kregen om onze bestemming te vinden. De puzzeltjes waren redelijk makkelijk over het algemeen en we moesten wederom naar Maarheeze. Helaas waren er geen sterren deze avond dus keken we in welke richting Eindhoven lag om aan de hand daarvan te bepalen waar we heen moesten. Een richting werd gekozen en 2 à 3 minuten later werd er gestopt, zodat eenieder die dat wilde zijn monstersigaar™ kon aansteken, hetgeen met meer of minder succes ging bij de verschillende individuen, wat de nodige pret opleverde. Nadat de sigaren redelijk brandden liepen we verder en in no-time kwamen we aan bij een doorlopende weg met een kaart. En bij deze kaart stond een groep Belgen. Deze Belgen waren al om een uur of negen gedropt en enkele van hen waren al in een zwaar benevelde toestand. Na een gesprekje met een automobilist bleek dat Maarheeze pal oost lag, ofwel we moesten deze hele lange rechte weg volgen. Goed, de Belgen gingen oost lopen en wij besloten naar het café te gaan dat honderd meter naar het noorden lag. Om de een of andere reden kunnen Paul en Piet op een willekeurige plaats gedropt worden en toch een café in de buurt vinden…. Aangekomen bij het cafeetje bleek dit al gesloten dus hielpen wij onszelf op het terras
Dropping
maar aan de door ons zelf meegenomen drank. Helaas ging na een minuut of 5 het raam open en was daar een boze eigenaar. Gelukkig spreekt Paul boers en bleek dat de man niet wilde dat we daar bleven zitten. Dus we stonden maar weer op en begonnen oost te lopen. Na een tijd gelopen te hebben haalden we de Belgen weer in en liepen een eindje met hun mee, totdat we in een of ander boerengat terechtkwamen alwaar we midden in het centrum op een bankje gingen zitten. Helaas was ook hier het café net dicht. De Belgen bleven ook hangen wat Koen de gelegenheid gaf om onze zuipschuiten een dranktrucje te leren met Sambuca. De Belgen waren wat rusteloos en vertrokken weer eerder dan wij, wat ons de gelegenheid gaf om een poging te doen een andere traditie in ere te houden, de constitutie van appelkoeken. Helaas had iedereen een ander idee over hoe het destijds gegaan was en wilde niemand de enige die het nog echt wist (ik) geloven hoe het zat. Vooral Paul was recalcitrant en uiteindelijk kwam er niets van. Dus vertrokken we maar weer, gelukkig stond er in de verte een kerk en besloten twee van ons (ik denk Clowntje en Robert, maar daar ben ik niet zo zeker meer van) een rondje rond de kerk te rennen. Een van de twee won. Al na een uurtje na het droppen was de eerste fles leeg, in dit geval Clowntje’s wodka. Nu had hij enkel nog een fles Amaretto over die van hand tot hand ging. Ofwel hij ruilde telkens zijn fles met die van de anderen wat er in resulteerde dat hij telkens iets lekkers had en de rest met zijn ranzige Amaretto zat. Na een paar uur lopen kwamen we aan bij de Achelse Kluis. Nadat het bijna gelukt was Paul ervan te overtuigen dat het niet de Achelse Kluis was, stond de naam op een bordje, jammer. Ook daar werd weer gepauzeerd Koerier 4, jaargang 44 (2004)
ACTIVITEITEN en ging Paul vruchtensap (?!?!?!?!?!) drinken. Vanaf de Kluis naar het noorden kwamen we eindelijk weer op bospaadjes terecht en gingen we paddestoelen volgen naar onze bestemming. Al snel nadat we het bospaadje bereikt hadden kwamen we aan bij een groepje Wanordelingen. Zij waren daar al twee uur en zaten naast een Wanordeling die in foetus-houding op de grond lag. Het busje was gebeld en kwam ze ophalen. Aangezien we redelijk op tijd in de hut wilden aankomen bleven we daar niet te lang hangen en gingen we weer op pad. Nadat het busje langs was gereden haalden we wederom de Belgen in die vanaf dat moment met ons mee gingen lopen. Een uitstekende keus uiteraard aangezien wij, en dan bedoel ik voornamelijk Piet en ik,
figuur 1. De comissie vermaakt zich in de blokhut.
de stemming er goed inhielden met onze uitgebreide liederenkennis. Een tijd later werd er bij een bosbankje weer gerust en werd uitgebreid aandacht gegeven aan de paarden, die overduidelijk nog een beetje in de stress waren aangezien enkele uren eerder Alex de Paardenfluisteraar daar langs was gekomen. Enige hoopjes Robert later, vertrokken we 39
ACTIVITEITEN weer en pikten we een groep eerstejaars op, die al vanaf een uur of acht aan het lopen waren. Met ons getrainde en feilloze richtingsgevoel gekweekt in een stuk of 6-7 eerdere droppingen voerden we hen feilloos naar Maarheeze alwaar we een kaart vonden en zagen dat het slechts een kilometer was naar de blokhut.
Dropping
ervoor, maar de slapende tweedejaars in een hoekje bracht de herinnering terug van het jaar ervoor wanneer een zelfde tafereel te zien was. Langzamerhand kwamen alle mensen binnen druppelen en aangezien wij verre van moe waren, we hadden slechts vijf uur gelopen, offerden wij ons maar al te graag op om als laatste weg te gaan uit de hut. Bovendien moesten uiteraard de sigaren wel opgerookt worden. Maar goed uiteindelijk waren we om zes uur weer in Eindhoven en hadden we wederom een dropping foutloos gelopen. Om in Roberts woorden de dropping samen te vatten: JEHOEEEL!
Algemeen
NATUURKUNDE
Natuurkunde in de media door Inge van Donkelaar
O
nderstaand artikel werd ons toegezonden. Het is een publicatie uit “’t Kempisch Contact” van 21 januari 2004. Wij als redactie vonden dit artikel wel opmerkelijk en snapten het niet helemaal. Het is toch vreemd dat wij als natuurkunde studenten hier nog helemaal niets van weten! Daarom hebben wij contact opgenomen met de schrijver. In de volgende Koerier zal hij uitleggen hoe hij bij zijn uitlatingen komt. Is dit de natuurkunde van de toekomst? We zullen zien.
figuur 2. Aantal slachtoffers dropping verdubbeld ten opzichte van 2003.
De eerstejaars, helemaal geïnspireerd door dit feit, zetten er goed de sokken in en liepen stevig door. De Belgische meisjes waren echter zwaar ontstemd over het feit dat ze 200 meter de verkeerde kant op waren gelopen om een kaart te vinden en stopten weer om te rusten. Onderweg kwamen we langs Dorpsstraat 40B alwaar een groot bord in de tuin stond met de Prins Carnaval er op. Ook hier werd weer een prachtige foto gemaakt van een stuk of 8 volle manen ( had ik al vermeld dat ik blij was dat ik al snel de Kodak geconfisqueerd had? ). Ook de koeien in de tuin moesten eraan geloven toen Robert helemaal los ging. Eenmaal in de hut aangekomen, werd al gauw de snert gebracht en werd door eenieder de tweede monstersigaar™ aangestoken. Het duurde even voordat we doorhadden dat het dezelfde blokhut was als het jaar 40
Koerier 4, jaargang 44 (2004)
41
ADVERTORIAL
Stan Ackermans Instituut
Stan Ackermans Instituut
ADVERTORIAL
Ontwerp je eigen toekomst! door het Stan Ackermans Instituut
A
ls je overweegt om na afronding van je studie aan een loopbaan in de industrie of het bedrijfsleven te beginnen, dan is het goed om te weten dat daarvoor een uitstekende voorbereiding bestaat bij het Stan Ackermans Instituut (SAI) aan de TU Eindhoven. Hier word je als trainee in 2 jaar opgeleid tot technologisch ontwerper. Bij een succesvolle afronding wordt per 1 januari 2004 het PDEng-diploma verstrekt (Professional Doctorate in Engineering), dat recht geeft op het voeren van de PDEng-titel achter de naam (was voorheen de titel Master of Technological Design, MTD). Om toegelaten te worden is een doctoraal diploma noodzakelijk. Er bestaat een strenge selectie. Bij de meeste opleidingen kun je op meerdere tijdstippen per jaar met het programma starten. Essentiële kenmerken van de ontwerpersopleidingen van het Stan Ackermans Instituut zijn:
De 8 opleidingen van het SAI:
o
1.
o o o o o
Interdisciplinair werken in teamverband Technische creativiteit Moderne ontwerptechnieken Kostenbesef en fabriceerbaarheid Kwaliteit Communicatieve vaardigheden
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Architectural Design Management Systems Design and Technology of Instrumentation Information and Communication Technology Logistics Management Systems Mathematics for Industry Process and Product Design Software Technology User-System Interaction
Het opleidingstraject van een ontwerpersopleiding omvat een periode van twee jaar full time. Het eerste jaar bestaat, naast het persoonlijke homologatieprogramma, uit een aantal speciaal voor de ontwerpersopleidingen ontwikkelde vakken, waarbij bovengenoemde kenmerken uitgebreid aan de orde komen. Afronding van deze vakken gebeurt veelal in groepsverband in de vorm van een case of project. De meeste programma’s hebben Engels als voertaal; een groot deel van de instroom komt uit het buitenland.
De trainee wordt daarbij begeleid door medewerkers vanuit het Stan Ackermans Instituut en uit het bedrijf waarvoor het project wordt uitgevoerd. Uit het carrièreverloop van afgestudeerde ontwerpers blijkt, dat de extra investering van twee jaar wordt beloond met een steiler carrièrepad. Informatiedagen Twee keer per jaar (voorjaar en najaar) houdt het SAI een open dag in Eindhoven. De eerstvolgende informatiedag is op 8 april 2004.
Daarnaast is er in elke opleiding onder de noemer “Professional Development” een scala van cursussen die gericht zijn op het ontwikkelen van algemene niettechnische vaardigheden en attitudes. Juist de aandacht voor communicatieve vaardigheden draagt bij aan het succes van de gediplomeerden in hun verdere carrière. Gedurende het tweede jaar voert een trainee met een grote mate van zelfstandigheid een ontwerpproject uit zowel voor als in het bedrijfsleven.
Meer informatie over het Stan Ackermans Instituut is te vinden op www.sai.tue.nl en verkrijgbaar via telefoonnummer 040 - 2472452, of via ons e-mailadres:
[email protected]
/ Stan Ackermans Instituut, centrum voor technologisch ontwerpen 42
/ Stan Ackermans Instituut, centrum voor technologisch ontwerpen Koerier 4, jaargang 44 (2004)
43
NATUURKUNDE
Algemeen
Lustrekenen aan geheugens door Hannes Poulis
D
it is een onderdeel van een serie betogingen over zeer verschillende onderwerpen, betogingen waarbij de pret van het rekenen voorop staat . We zullen er bij onze rekenverlustiging over geheugens van uitgaan dat we met twee soorten biologische elementen te maken hebben. We hopen dat kundige biologen of fysiologen die elementen in de beschrijvingen van de biologische realiteit aan kunnen wijzen en als ze dat niet zouden kunnen, moeten ze die elementen maar in die beschrijvingen binnenprutsen. Mocht dat niet zo zijn of kunnen, dan is dat niet zo erg. Het gaat er bij ons verhaal toch in de eerste plaats om, dat wij prettig rekenen. De realiteit is eigenlijk misschien ook wel belangrijk, maar die moet maar in de gaten gehouden worden door mensen die daarvoor geleerd hebben. De twee elementen die we gebruiken noemen we puksels en drieten. Later zal misschien blijken dat die wat te maken hebben met
44
picsels en dendrieten of zo, maar voorlopig maken we ons daar niet druk om. Die biologen moeten er overigens ook maar aan wennen dat die puksels en drieten in grote hoeveelheden in ons brein zitten en dat zowel puksels als drieten twee toestanden kennen, branden en slapen. Wij gaan hier uitrekenen hoe je het geheugen zo in kan richten dat je niet al te veel van die puksels en drieten nodig hebt en er toch redelijk op kan vertrouwen. Het simpele geheugen
Om te beginnen bekijken we een geheugen waaraan weinig eisen worden gesteld. Een soort oefening voor Instanties die de opdracht krijgen zich met het scheppen van een hemel en een aarde bezig te houden. We kiezen een geheugen dat alleen melodietjes hoeft op te slaan. We mikken op een geheugen dat nf verschillende frequenties aan moet kunnen, terwijl er voor het opslaan van elk van die frequenties een puksel beschikbaar is. Elk van die puksels
NATUURKUNDE
Algemeen
verbinden we met elke andere puksel door twee drieten (één voor heen, één voor terug, dus twee pijlen eigenlijk). Er zijn dus nf*(nf-1) drieten. We beschouwen voor het gemak een melodietje dat zo simpel is, dat geen enkele frequentie er meer dan één keer in voorkomt. We nemen ook maar aan dat dit melodietje het eerste is dat opgeslagen wordt en dat voordat het opslaan begint alle puksels en drieten slapen. Wat gebeurt er nu als we het eerste melodietje in het geheugen opslaan. Bij dat opslaan branden de puksels beurtelings als hun frequentie te horen is, maar ze gaan weer gaan slapen als de volgende toon klinkt en dus de volgende puksel gaat branden. Als het liedje afgelopen is slapen ze allemaal weer. Bij de drieten gaat het anders. Als twee puksels na elkaar branden, dan gaat de driet tussen die puksels ook branden, maar dat branden houdt niet meer op (drieten gaan niet slapen), nadat het hele melodietje is afgespeeld, blijven al die aangestoken drieten brandend achter, het melodietje is dan in het geheugen opgeslagen. Nu het afspelen, bijvoorbeeld bij het nazingen van het melodietje. Daarvoor moet op de één of andere manier de eerste puksel aangestoken worden. Daar kan je als borrelpraat indrukwekkende zaken bij slepen als bewustzijn en vrije wil en zo. Als je de mogelijkheid dat het aansteken van de eerste puksel wel eens niet zou kunnen lukken erbij haalt, kan je bij die borrel misschien iets scherpzinnigs beweren over het onderbewustzijn. En bij dromen is dat aansteken van de eerste puksel misschien helemaal niet nodig. Als de eerste puksel eenmaal brandt, zorgt de al brandende driet ervoor dat de juiste tweede puksel een tijdje gaat branden en zo gaat dat verder tot het melodietje uit is. Op de één of andere manier moet er dan ook nog Koerier 4, jaargang 44 (2004)
voor gezorgd worden dat bij elke brandende puksel ademhalingsorganen en stembanden geactiveerd worden. Zo kunnen dan de omstanders tot verrukking of afkeer worden gebracht bij het opnieuw klinken van het melodietje. Als die uitvoering voorbij is branden alleen de drieten nog, net als voor de uitvoering. Deze prakrijk loopt heel gauw stuk, want zeker als er meer melodietjes zijn opgeslagen zal het voorkomen dat aan een enkele (slapende) puksel meer brandende drieten ontspruiten. En dan weet het geheugen na het spelen van de noot die bij die puksel hoort niet welke van die twee drieten gevolgd moet worden. Als er bij het opnemen, voorafgaand aan het branden van een puksel al n drieten branden (ook van vorige melodietjes), dan is de kans dat een nieuw op te nemen frequentie tot een ontsporing bij het afspelen zal leiden n / {nf (nf-1)} Het reuzegeheugen
We kunnen deze mogelijkheid tot ontsporing reduceren als we aan de frequentie woorden toevoegen, dus door niet melodietjes op te slaan maar versjes. De associatie tussen woorden en tonen kan op verschillende manieren worden gebruikt bij het werken van een geheugen. We zullen er twee van bekijken. Eerst het reuzegeheugen. Stel dat het aantal woorden waaruit we bij het opslaan kunnen kiezen gelijk is aan nw. Als we aan elke mogelijke combinatie van frequentie en woord één puksel toekennen, dan hebben we nf*nw puksels nodig en dat leidt tot nf*nw* (nf*nw -1) verbindende drieten .We zijn als lustrekenaars niet bang voor grote getallen, maar er is een grens en die dreigen we te overschrijden (neem nf = 1000 en nw = 10000 en bedenk dat een gemiddeld brein liefst nog wat meer moet kunnen dan het leren van wat versjes en 45
NATUURKUNDE dat dat brein overtuigend kleiner moet zijn dan 1m3). We moeten het wat zuiniger aan doen. Overigens is de kans op ontsporingen bij het reuze geheugen wel lekker klein: n / {nf*nw*(nf*nw-1)} . Elke keerzijde heeft nou eenmaal haar medaille.
Algemeen
is dus een compromis. Dat het meestal daarop uitdraait weten de Instanties die met scheppen van hemelen en aardenen (en geheugenen) belast worden overigens al van het begin af aan.
Het trapleergeheugen
Bij dit trapleergeheugen heeft elk woord en elke frequentie een eigen puksel. Het aantal puksels bedraagt dus nf + nw . Elke puksel is weer via een driet met elke andere puksel verbonden. Het aantal drieten bedraagt dus (nf +nw)*(nf + nw –1). Dat is heel wat minder dan bij de vorige methode! De opnamemethode moet nu wel een beetje worden aangepast. We leggen dit aan de hand van een voorbeeld uit: Stel, in een prettig versje komen de woorden `rijk` en `fysicus` na elkaar voor en de frequenties die daarbij horen zijn respectievelijk 400 en 600 Herz. Als bij het opnemen de puksels `rijk` en `400 Hz` branden, dan leidt dit bij het trapleergeheugen tot het aansteken van vier drieten, niet alleen de drieten van `rijk` naar `fysicus`, en die van `400 Hz` naar `600 Hz` maar ook de beide drieten tussen `fysicus` en `600 Hz` gaan branden en dat blijven ze doen ook als het versje uit is Die laatste twee drieten noemen we de treden van de trapleer. Bij het reproduceren van het versje steken we nu telkens twee puksels (één f puksel en één w puksel) aan die niet alleen met de vorige twee brandende puksels (door eeuwig brandende drieten) verbonden zijn, maar waarvan ook de twee drieten die ze met elkaar verbinden (eeuwig) branden. De kans op een ontsporing bij het trapleer geheugen is nu [n / {nf*(nf-1)} ] * [n / {nw*(nw-1)}] en ligt tussen die van de andere geheugens in. Dat was overigens ook al zo bij de grootte. Het trapleer geheugen 46
Masterclass 2004 Be part of strategy consulting for one day Kom een dag meelopen in onze dagelijkse praktijk. In een team formuleer je de strategie voor de Raad van Bestuur van een media concern. Concreet houdt dit in dat je je stem laat gelden in een brainstormsessie, bij de hypothese vorming, in een caseteammeeting en tijdens de presentatie. Uiteraard onder leiding van BCG professionals. Je krijgt een actueel beeld van de dynamische praktijk van consulting, het unieke karakter van ons kantoor en de rol die je als associate zou kunnen vervullen. Je leert veel over jezelf, over ons en over ons dagelijks werk: strategie consulting op topniveau. Interesse gewekt? Meld je dan aan via onze site, www.bcg.nl,
of vraag het inschrijfformulier aan bij het
BCG Recruiting Team (
[email protected] of 035 5486800). Gezien het beperkt aantal beschikbare plaatsen maken wij een selectie op basis van het inschrijfformulier. De Masterclasses vinden plaats op 25 februari, 16 maart, 27 april, 12 mei en 16 juni op ons kantoor te Baarn.
Amsterdam Athens Atlanta Auckland Bangkok Barcelona Beijing Berlin Boston Brussels Budapest Buenos Aires Chicago Cologne Copenhagen Dallas Düsseldorf Frankfurt Hamburg Helsinki Hong Kong Istanbul Jakarta Kuala Lumpur Lisbon London Los Angeles Madrid Melbourne Mexico City Milan Monterrey Moscow Mumbai Munich New Delhi New York Oslo Paris Prague Rome San Francisco São Paulo Seoul Shanghai Singapore Stockholm Stuttgart Sydney Tokyo Toronto Vienna Warsaw Washington Zürich
Koerier 4, jaargang 44 (2004)
47
ACTIVITEITEN
Pooltoernooi
Eerstejaars pooltoernooi door Tim Righart en Sjors Schellekens
D
e eerstejaarscommissie (bestaande uit Frank, Mark, Taco, Bastiaan, Bas en René) organiseerde 27 januari jongstleden een puik pooltoernooi. Wij (Sjors en Tim, eerstejaars) zijn er in geslaagd met onze sylome speelstijl onze medepoolers (waarvan het gros zuiver bestaande uit pocketplayers en targente spelers) te vangen in een met traliebalcreatie en een met een frygische speelstijl begrensd robbertje pool dat ons als defensieve spelers bestempelde. Wij zijn fier ons verslag te mogen publiceren in dit blad. Velen (waarbij wij ons aan deze groep additeren) achtten ons niet in staat het bovenstaande te kunnen waarborgen. Niets is minder waar. Als blauwe neuzen team hadden wij onze zinnen gezet, al onze schepen verbrand en de jacht geopend op de hoofdprijs. Niets kon ons nog stoppen. Zelfs niet de buitenproportionele kosten des biers, zeker wanneer men dit relateert aan de huidige borrelprijzen. Het moge evident zijn dat dit de pret niet kon drukken. De eerstejaarscommissie had alles uitmuntend georganiseerd en verzorgde een avond van gezelligheid. Zelfs de bitterballen waren niet aan hun planning ontschoten. De avond begon met een heerlijke ouderwetse schranspartij. Het bestuur van Van der Waals 48
toonde wederom haar creativiteit en besloot voor ons Chinees te bestellen. Onder het genot van een muziekje en een koude heer werkten wij de nodige koolhydraten naar binnen. Zo rond de klok van half acht werd het tijd om ons richting het poolcentrum te begeven. Op het moment dat we het poolcentrum binnenstapten wisten we het al. Dit zou onze avond worden. De verlichting was ideaal voor een sylome aanpak en over het volume van de muziek mocht ook niet geklaagd worden. Nadat de teamindeling ten gehore was gegeven, was de uitslag eigenlijk al bekend. Alleen een blessure zou ons kunnen afhouden van een overwinning in dit maar al te prestigieuze pooltoernooi. Voor er echter ook maar een stok kon worden aangeraakt moesten onze kelen uiteraard doorgesmeerd worden met een of meerdere gele rakkers. Na het nuttigen van deze zaligheden kon het toernooi dan echt van start gaan.
Pooltoernooi
dynamische wrijvingscoëfficiënt van het tapijt. Onze eerste wedstrijd was snel gespeeld. Door traliebalcreatie schoten de tegenspelers na enkele wanhopige pogingen het spelletje snel af te maken de zwarte bal in een ietwat verkeerde pocket. In de tweede groepswedstrijd bleek dat het bestuur van Van der Waals niet zoveel kaas van impuls en stoot hadden gegeten als ze zelf beweerden. Na een langdurige en vermoeiende afvalrace moesten twee leden van het bestuur toch hun meerdere erkennen in ons als ervaren sylome spelers. De halve en de hele finale waren een spannende strijd op leven en dood. Lof gaat uit naar onze voortreffelijke tegenspelers die ons het vuur aan de schenen hebben gelegd. Het was echter het blauwe neuzen team dat aan het langste eind trok. De zwaarbevochten overwinning was binnen. Het pooltoernooi naderde zijn einde. Enkel restte ons nog een prijsuitreiking. Een reusachtige zak snoep viel ons ten deel. Het eerstejaars pooltoernooi was al met al een buitengewoon gezellige aangelegenheid. Jammer dat wij onze titel volgend jaar niet mogen verdedigen (Hint Hint).
ACTIVITEITEN Voor een ieder die op de avond des evenements, danwel juist lezenderwijs niet op dezelfde taal- of redekundige golflengte zaten als wij, volgt hierbij een verklarende woordenlijst die ons vocabulaire tracht toe te lichten voor het gros dat dit behoeflijk acht.
Syloom: de concentratie richten op de uitwerking en de plaatsing van de witte bal en de bal van de tegenpartij. Pocketplayer: iemand die tijdens het spelen alleen gefocust is op iedere individuele bal in de pocket te spelen zonder bij zichzelf te rade te gaan wat de uitwerking van deze stoot is. Targent: finistisch, het uit willen spelen van het potje, zonder quasikanscreaties na te gaan. Zie ook: pocketplayer Traliebalcreatie: spelsituatie creëren waarbij de tegenstander gedwongen wordt zijn of haar bal een bepaalde richting op te spelen gezien overige richtingen op slot gezet zijn door onze of de zwarte bal. Frygisch: door de Nederlander Drs. P. ingevoerde techniek die te diepgaand is nader toe te lichten. Wet van Murphy: tevens bekend als de wet van behoud van ellende.
Tim ‘de sylome’ Righart en Sjors ’de gavale’ Schellekens
De sfeer werd meteen een stuk gespannener. Wanneer je een blik om je heen wierp zag je eerstejaars met zwetende handen en diep gefronste wenkbrauwen de meest ingewikkelde poolmoves uithalen. Enkele spelers waagden zich zelfs aan een fugaal spel, wat natuurlijke zeer riskant was gezien de omgevingstemperatuur en de Koerier 4, jaargang 44 (2004)
49
NATUURKUNDE
Stage
Op zoek naar koolstof en gaten
Stage
©Gatcie 2001
door Sebastiaan Rieter
D
e technologie staat nooit stil. Zeker niet op het gebied van IC’s (Integrated Circuits), daar moet alles sneller, koeler en kleiner. Kijk je bijvoorbeeld naar de recente computerchips (Pentium, AMD, NVidia of bijvoorbeeld ATI) dan zijn al deze fabricanten bezig met het maken van chips gebaseerd op de 0.13µm technologie. Dezelfde bedrijven zijn echter ook al verder in de toekomst aan het kijken en zijn al druk bezig met een 0.09µm (90nm) techniek of zelfs nog kleiner. Bij deze afmetingen begint men echter tegen wat problemen op te lopen. Zo was het voorheen gebruikelijke aluminium niet meer geschikt als geleider omdat dit een te hoge weerstand heeft, waardoor er teveel warmteproductie ontstaat. Hiervoor is echter een redelijk voor de hand liggende opvolger: koper, dat een veel lagere weerstand heeft. Naast geleiders heb je echter ook isolators nodig in een chip die je verbindingslijnen scheiden. Voorheen werd daar siliciumdioxide (SiO2) voor gebruikt. Het nadeel daarvan is echter dat het een redelijke hoge diëlectrische constante heeft, waardoor het geheel als condensator gaat werken als de dimensies te klein worden. Daarom is men nu op zoek naar een vervangend materiaal voor SiO2 en wel een materiaal met een lagere diëlectrische constante. Maar dat zijn natuurlijk niet alle eisen; het materiaal moet naast goede elektrische, ook goed mechanische eigenschappen hebben zoals hardheid en thermische stabiliteit en daardoor wordt het geheel toch wel wat lastiger. Zeker als het productieproces ook nog eens niet te ver van de huidige processen af moet liggen omdat het anders moeilijk te integreren is. 50
Bij de vakgroep ETP zijn ze al een tijd bezig met onderzoek naar dit soort materialen en met name naar carbon doped SiO2 oftwel SiCxHyOz. Het voordeel van SiCxHyOz is dat het een soortgelijke chemische structuur heeft als SiO2 en het daardoor makkelijker is om het geheel te integreren in huidige technieken. Ook de diëlectrische constante van SiCxHyOz is goed: de koolstof zorgt voor een verlaging en ook de aanwezige voids, of gaten, hebben dit effect. De keerzijde echter, is dat deze er ook voor zorgen dat de mechanische eigenschappen snel achteruit gaan: het materiaal wordt zacht en is thermisch niet meer stabiel. De kunst is dus het juiste evenwicht te vinden door te spelen met je depositieparameters. Een manier hiervoor is alle parameters vast te houden op een na, bijvoorbeeld de zuurstof flowrate tijdens depositie, en vervolgens te kijken naar de hoeveelheid koolstof in de films. Precies dat heb ik gedaan in Montreal op de École Polytechnique. Waarom in Montreal? Omdat ze daar een vakgroep hebben waar ze een hoop verstand hebben van karakterisatie van dunne films en er ook nog eens een hoop leuke tools voor hebben. Ik heb daar zeven verschillende films, alle zeven met een verschillende zuurstof flowrate gedeponeerd, geanalyseerd met behulp van Variable Angle Spectroscopic Ellipsometry. Deze techniek maakt gebruik van de eigenschap dat de polarisatie van licht verandert bij een overgang van materiaal. Door het verschil in polarisatiestaat en de verhouding van de intensiteit voor en na een reflectie aan het materiaal te bepalen en in een computermodel te stoppen kan je een hoop informatie halen uit deze redelijk simpele techniek.
figuur 1. Brekingsindex.
Een van de meest voor de hand liggende eigenschappen die je kunt bepalen uit deze data is de brekingsindex en aangezien de brekingsindex van SiO2 en SiC nogal verschillen kan je hieruit al een indicatie krijgen of je een koolstofrijk materiaal hebt of niet. Figuur 1 laat duidelijk zien dat de brekingsindex voor films gedeponeerd met weinig of geen zuurstof een hogere brekingsindex hebben dan films met een hoge zuurstof flowrate. Deze laatste hebben een brekingsindex van 1.44, net onder die van SiO2 (1.46). Nu kun je natuurlijk op je klompen aanvoelen dat dit op zich best logisch is: als er veel zuurstof wordt gebruikt tijdens de depositie oxideert er veel koolstof uit je materiaal en krijg je nagenoeg SiO2 met een heel klein beetje koolstof. En toch is brekingsindex iets lager en niet iets hoger, wat je zou verwachten aangezien de brekingsindex van SiC hoger is. De veroorzakers hiervan zijn voids die de brekingsindex verlangen. Koerier 4, jaargang 44 (2004)
NATUURKUNDE Maar er kan nog veel meer. Door infrarood licht te gebruiken tijdens de metingen krijg je informatie over de verschillende chemische bindingen die aanwezig zijn in de films. Dit komt doordat de meeste bindingen in het infrarode bereik licht absorberen. Je krijgt dan spectra van je diëlectrische constanten (1 en 2) waaruit je verschillende regio’s kan deconvolueren met Gaussische krommes. Daarbij komt elke kromme overeen met een bepaalde chemische binding. Figuur 2 geeft bijvoorbeeld de regio weer van SiOH bindingen. Hierin zijn een aantal Gaussiche krommes te zien: een groepje bindingen ten gevolge van CHx, daarnaast geabsorbeerd water, geassocieerd SiOH (dit zijn twee SiOH moleculen met de OH’s naar elkaar toe) en één kromme voor geïsoleerd SiOH. Het oppervlak van de verschillende krommes is nu een maat voor de hoeveelheid van de bepaalde bindingen. Uiteraard zijn er in een heel spectrum veel meer bindingen te vinden en uiteindelijk
figuur 2. IR spectrum met daarin absorptie pieken voor de verschillende chemische bindingen.
51
NATUURKUNDE worden de oppervlakten onder de curves die gerelateerd zijn aan SiOH (wat een indicatie is voor porositeit, ofwel voids) bij elkaar opgeteld en hetzelfde is gebeurd met die van SiC. Figuur 3 en 4 zijn hiervan de resultaten. Je kunt nu veel duidelijker zien dat er inderdaad een afname is van de hoeveelheid bindingen met koolstof, maar dat ze zeker niet allemaal verdwijnen. Toch was de brekingsindex (weet je nog: van het begin) lager dan we verwachtten. Dat kwam zoals gezegd door de aanwezigheid van voids. Figuur 4 laat gelukkig zien dat dit inderdaad klopt, die hoeveelheid SiOH neemt zelfs toe. Wat ook geruststellend is om te zien, is dat de hoeveelheid SiOSi (en dus ook SiO2) inderdaad toeneemt met toenemende zuurstof flowrate.
figuur 3. Totale som van oppervlaktes relateerd aan SiOH.
52
Stage
Carrièretour
ACTIVITEITEN
Carrièretour 2004 door Thijs Knaapen
B figuur 4. Totale som van oppervlaktes relateerd aan SiC.
Uiteraard is dit een wat vereenvoudigde weergave van wat mijn stage precies heeft ingehouden. Maar het geeft wel een mooi overzicht van de belangrijkste conclusies: het is inderdaad zo dat SiC verdwijnt en SiOSi-bindingen worden gevormd en dat de hoeveelheid voids ook afhankelijk is van de hoeveelheid zuurstof. Het is nu aan iemand anders om met behulp van deze informatie (hopelijk in de vorm van een gepubliceerd artikel) verder te gaan en te kijken waar dat optimale evenwicht tussen de diëlectrische constante en mechanische eigenschappen nu precies ligt. Misschien iets voor jou?
en jij als slimme kerel of meid wel goed op je toekomst voorbereid? Heb jij al nagedacht over jouw toekomst in De Maatschappij? Afgelopen 6 en 7 januari hadden alle Vander-Waals- en Simon Stevinleden de ultieme kans om te kijken wat een carrière in zou kunnen houden. Twee commissarissen Externe Betrekkingen van Van der Waals en Simon Stevin, Thomas en Imke, organiseerden de Carrièretour 2004, waarbij VanDerLande in Veghel, Dutch Space in Leiden en Shell Chemie in Moerdijk werden bezocht. Helaas was Van der Waals een beetje ondervertegenwoordigd, met acht Natuurkundig ingenieurs in spé, tegenover zeventien fietsenmakers. De reis begon dinsdagochtend op het busstation, wachtend op de bus richting Veghel, waar VanDerLande de koffie klaar had staan voor de vijfentwintig veel te vroeg opgestane studenten. In een presentatie kregen we te horen dat VanDerLande, zoals sommigen misschien al weten, transportsystemen maakt. Daarbij zijn drie verschillende soorten te onderscheiden. De eerste zorgt voor de logistiek op bijvoorbeeld laadhavens. Pakketjes moeten van een X aantal boten in een Y aantal vrachtwagens, of andersom, en dat zo efficiënt mogelijk. Hiervoor maakt VanDerLande zogenaamde cross-sorting systemen. Daarnaast is VanDerLande actief op luchthavens, waarvoor bagagebanden ontwikkeld worden. Iedereen kent waarschijnlijk de banden waar je je bagage vanaf haalt bij aankomst op je bestemming, maar nadat je je bagage hebt ingeleverd bij de incheckbalie maakt je koffer ook een spannend ritje. Hiervoor heeft VanDerLande een systeem ontwikkeld
Koerier 4, jaargang 44 (2004)
met karretjes, die zo’n 6 tot 10 m/s rijden. De koffer komt hierbij in een bak te liggen, die precies past in een onderstel met wieltjes. Een ander systeem heeft deze karretjes niet, maar wel de bakken waar de koffers in komen te liggen. Tenslotte maakt VanDerLande sorteersystemen voor koeriersbedrijven zoals DHL en UPS. De binnenkomende pakketjes moeten via een lange band naar de goede plaats getransporteerd worden. Hiervoor gebruiken ze een band met zogenaamde ‘schoenen’, die van de ene kant naar de andere kant van de band kunnen schuiven, en zo een pakketje van de band af kunnen schuiven, zowel naar rechts als naar links. Na deze presentatie kregen we een rondleiding door de testhal. Hier stonden verschillende banden en systemen opgesteld, die werden getest op efficiëntie of duurzaamheid. Onder andere zagen we een achtbaanachtige opstelling waar de eerdergenoemde kofferkarretjes rondsuisden. Omdat we een strak schema moesten volgen, stapten we hierna weer snel in de bus en een tijdje later in de trein op weg naar Leiden. Gelukkig had Dutch Space de lunch al klaar staan, want van al die informatie en al dat reizen krijg je wel honger! Na de lunch vertelde verschillende mensen ons iets over de werkzaamheden van Dutch Space. In Leiden maakt men onderdelen voor satellieten en ruimtestations. In de loop van de jaren heeft Dutch Space zich gespecialiseerd in zonnepanelen. Niet alleen worden betere zonnepanelen ontwikkeld, ook wordt gekeken naar nieuwe mechanismen om de zonnepanelen uit te laten klappen als de satelliet eenmaal op de gewenste positie is. Een nieuwe methode op dit gebied is 53
ACTIVITEITEN het ‘thermische mes’, dat gepatenteerd is door Dutch Space. De panelen worden bijeengehouden door kevlarkabels. Als hier een heet plaatje tegenaan gehouden wordt, valt het kevlar boven een bepaalde temperatuur helemaal uit elkaar, waardoor de panelen uitklappen. Op dit moment wordt er gewerkt aan een satelliet die gekoppeld kan worden aan een bestaande satelliet die aan het eind van zijn levensduur is. Dit bespaart uiteraard veel geld, omdat veel van de apparatuur dan niet opnieuw gemaakt hoeft te worden. Een ander groot
figuur 1. In het café.
project dat op dit moment draait is ERA, ofwel de European Robotic Arm. Deze arm zal aan het International Space Station (ISS) komen te zitten en is bedoeld om gewichten tot 8000 kg te kunnen verplaatsen. Zo kunnen gevaarlijke ruimtewandelingen voor astronauten en kosmonauten worden gereduceerd. De robotarm heeft een ‘polsgewricht’, een ‘ellebooggewricht’ en een ‘schoudergewricht’, waarbij de pols en de schouder ook andersom kunnen functioneren. Dat maakt het mogelijk om de robotarm te verplaatsen over het ruimtestation. Aan de schouderkant van 54
Carrièretour
de robotarm haakt de arm vast aan het ruimtestation, waarna de bekabeling kan worden aangesloten. Helaas heeft het project enige vertraging opgelopen, aangezien de Spaceshuttle voorlopig niet meer vliegt in verband met de recente ramp waarbij de complete bemanning van een Spaceshuttle omkwam. Hierdoor zal de robotarm niet op korte termijn gelanceerd kunnen worden. Natuurlijk moest dit alles ook bekeken worden in de cleanrooms van Dutch Space. Hier zagen we verschillende onderdelen van zonnepanelen, een voorbeeld van het ‘thermische mes’ en zelfs een volledige assemblage van zonnepanelen zoals die aan een satelliet komt te zitten. Als klap op de vuurpijl lagen er twee robotarmen. Een van de armen was de testarm, waarop extreme belastingen werden getest. De andere arm werd minder zwaar getest. Dit is de arm die uiteindelijk de ruimte in zal gaan. In de bedieningsruimte stond vrijwel alles aangegeven in het engels én in het cyrillisch, voor alle russische kosmonauten die ook moeten oefenen met de bediening van de robotarm. Moe maar voldaan reisden we, nadat we in Leiden nog een gezellige afsluitende borrel hadden gehad, naar Rotterdam, waar onze slaapboot aangemeerd lag. Voor de avond was een diner in restaurant ‘Staal’ gepland (je vraagt je af hoe Imke bij dit restaurant uitkwam...). Daarna verdeelde de groep zich over de skihut en een ander café. De volgende ochtend moesten we helaas al weer vroeg op. Niet iedereen had even goed en even lang geslapen, zeker niet omdat ’s nachts werd aangetoond hoe gehorig de slaapboot was. De trein bracht ons naar een station waar ofwel per ongeluk de stad is weggehaald, ofwel per ongeluk veel te veel sporen zijn aangelegd. Het kan in ieder geval niet zo zijn dat station Lage Zwaluwe met opzet zo is aangelegd. Gelukkig was Shell zo
Carrièretour
vriendelijk geweest een touringcar te sturen die ons van het station naar Shell Chemie in Moerdijk bracht. De Shell-groep heeft meerdere afdelingen, maar Shell Chemie, waarvan een deel in Moerdijk zit en een deel in Pernis, gaat over de verwerking van ruwe olie. De zogenaamde nafta komt binnen en wordt met kraakinstallaties en destilleertorens gescheiden in verschillende koolwaterstoffen. Enkele van deze scheidingsproducten worden verder verwerkt op het terrein. Zodoende produceert Shell Chemie een groot aantal koolwaterstoffen, die gebruikt kunnen worden voor de meest uiteenlopende toepassingen zoals plastics en dergelijke. Zoals Shell het uitdrukte: de wereld zou er maar kaal uitzien zonder alle producten die afkomstig zijn uit deze industrie. Naast presentaties en een rondrit over het terrein met een bezoek aan de controlekamer, waarin dit alles uit de doeken gedaan werd, vertelden twee jonge medewerkers van Shell Chemie (beide Werktuigbouwkundigen) over hun bevindingen bij Shell. Na de lunch stond er een case op het programma. In groepjes van vier werd ons gevraagd problemen op te lossen die Shell zelf in het verleden tegen is gekomen bij de exploratie
ACTIVITEITEN en productie (eigenlijk is dat de bezigheid van Shell E & P in Rijswijk) van een gasveld nabij Indonesië. Er kwam aan de orde waar de boortorens gebouwd moesten worden, hoe het gas verwerkt zou moeten worden en wat de financiële overwegingen waren om bepaalde dingen niet te doen en andere wel. Al met al dus een gevarieerde case. De dag werd afgesloten in een café in Zevenbergen, waar Shell een borrel verzorgde, waarna de touringcar het voor de tweede maal presteerde station Lage Zwaluwe te vinden, zodat de groep weer huiswaarts kon keren. Zo kwam er een eind aan twee interessante dagen en bij deze wil ik Thomas en Imke dan ook hartelijk bedanken voor de goede organisatie! En aan de lezers van dit stukje: mochten jullie in de gelegenheid zijn ooit mee te doen aan een volgende carrièretour, twijfel dan niet!
figuur 2. Slapen op de boot.
Koerier 4, jaargang 44 (2004)
55
ACTIVITEITEN
Chaos Da Battle III door Taco Vader
D
it jaar was het voor de derde keer en ongetwijfeld niet de laatste. Speciaal voor eerstejaars, in ‘t Pandje. Waar dit over gaat? De Battle, van Chaos, uiteraard! 11 februari werd dit weer gehouden en inmiddels is het een begrip aan het worden. Bij het verzamelen in N-laag leek alsof maar weinig van de negentien verkochte kaartjes verzilverd zouden worden, maar eenmaal aangekomen was het toch volle bak. Met wat broodjes tegen de honger en het eerste rondje van Chaos kwam de stemming er snel in en kon de daadwerkelijke veldslag beginnen: 3 maal 20 quizvragen, gevolgd door de beruchte constructieronde. Al bij de eerste reeks vragen bleek “Weekend miljonairs”-kennis weinig te baten, aangezien daar het sterrenbeeld van Bert (of was het toch Ernie) niet snel zal worden gevraagd. Hetzelfde geldt voor het aantal bladzijden van Adams, 4e druk helaas, aangezien de eerstejaars de 5e druk hebben, of het aantal urinoirs aanwezig op N-laag. Toch lukte het alle groepjes om nog een fatsoenlijk aantal vragen goed te beantwoorden / gokken, wat al snel een prachtige scoreverdeling gaf die in een grafiek werd weergegeven. Na alledrie de vragenrondes was er tijd voor Chinees, die uiteraard prima smaakte. Vervolgens ging de Battle verder. De teams gunden elkaar geen bonuspunt voorsprong meer en de spanning steeg toen bekend werd gemaakt wat de constructieronde dit jaar in zou 56
Da Battle III
houden: de eerste keer moest een ei worden ingepakt zodat het een klap tegen de muur zou overleven, bij de tweede battle moest het zo hoog mogelijk komen en dit jaar was het de bedoeling een ‘halve brug’ te maken, zonder ondersteuning van de grond, met alleen papier, plakband, koffielepeltjes en wasknijpers. Team Blanco had de voorsprong wat score betreft, maar werd op de hielen gezeten door team Viagraloos (later zo genoemd). Deze naam werd volkomen gerechtvaardigd door hun creatie, die slechts millimeters boven de grond slap hing, maar wel degelijk goed was. Helaas voor hen was de overbrugde afstand minimaal. Een duidelijke eervolle vermelding gaat uit naar het bestuur, dat een heuse hangbrug maakte, met lampjes en mogelijkheid de was op te hangen, over een afstand van maar liefst 135 centimeter. Helaas hadden zij het in de derde vragenronde voor elkaar gekregen alle vragen fout te beantwoorden en konden ze de achterstand niet meer inhalen. Team Blanco had met een slimme ondersteuning een afstand gehaald van 1 meter 20 en stond hierdoor eenzaam aan de top in de eindklassering en wonnen dus de prestigieuze Batle-troffee. Hierna kwam het informele gedeelte van de avond en velen bleven nog hangen in ‘t Pandje, om wat na te borrelen of te tafelvoetballen. Toen steeds meer eerstejaars vertrokken ging de avond over in een normale uitgaansavond voor de Chaoten, die ongetwijfeld met plezier de avond nabespraken voor ze zelf ook vertrokken. Wat mij betreft was het een zeer geslaagde avond. Mogen we volgend jaar de titel komen verdedigen?
ACTIVITEITEN
Cantus
De Niet Gewone Biercantus door Katrijn Frederix en Tinne Leurs
1
3 januari 2004, dat is al een hele tijd geleden, 2 maanden om precies te zijn. En Thomas heeft het klaargespeeld om ons vanaf toen elke week aan dit stukje te herinneren. Vandaag is het 2 maart, morgen moet het stukje klaar zijn.. We zijn er goed op tijd aan begonnen.. Maar dus.. 13 januari 2004. Op een koude winteravond ergens in een café waar we de weg nog altijd niet heen kennen, was alles aanwezig om een nieuwe cantus van fysisch dispuut Barabas te laten doorgaan. Dit is de al 4de activiteit van het jaar na het geweldige N-feest, een gezellige quiz en nog een cantus die behoren tot het verre verleden van 2003. Deze keer was het geen gewone biercantus, voor degenen die dat niet zo graag dronken (en ja er bestaan mensen die niet graag bier drinken) was er ook Martini Fiero. Eerst, voor de mensen die het woord cantus maar niet kunnen vatten, een woordje uitleg. Bij een cantus gaat het vooral niet om zingen en zuipen. Nee nee hoor, er zit veel meer achter… Een cantus bestaat uit vier bedrijven. In elk bedrijf zingen de gasten (de corona) een twaalftal liedjes die worden bepaald door de leider van de cantus, de senior. Deze liederen komen uit een traditionele studentencodex, verkrijgen in elke Belgische studentenvereniging. Na elk lied heft de senior zijn glas en nodigt zijn corona uit om met hem te drinken. Dit alles gebeurt in de traditionele Latijnse termen zoals ad fundum, ad libidum of ‘twee vingers’. Tussen elk bedrijf is er gelukkig ook een tempus (pauze), dan kan je naar het toilet gaan. Er gelden tijdens de gehele cantus regels waaraan de deelnemers zich houden uit respect voor de senior en elkaar. Koerier 4, jaargang 44 (2004)
Deze keer hadden Bart en Koen de verantwoordelijkheid om de cantus te leiden. Zoals iedereen weet, begint een cantus altijd met het “Io vivat”, dit lied werd uit volle borst door alle 12 aanwezige meegezongen. Daarna volgde de andere liederen elkaar heel snel op en de ad fundums gingen vlot binnen. Gelukkig was er toen de eerste tempus, waar velen van ons het toilet opzochten en de rest maar wat rondhuppelde op de fantastische muziek van Frans Bauer. Spijtig genoeg kwam daar een eind aan en moesten we weer uit volle borst andere liedjes zingen in het tweede bedrijf. Door de drank ga je niet mooier zingen, maar wel luider. Jammer genoeg is niet iedereen in het bezit van een engelenstem en dus kwamen de eerste valse noten boven. Maar daar was weer een tempus en nog harder als ervoor huppelden we weer op Frans zijn muziek. In het derde bedrijf (of het vierde, het is allemaal een beetje vaag geworden) wisselde de senior Bart met Koen. Dat gaf weer wat geslaagde uitspraken van senior Koen. Toen hij er ook genoeg van had zat plotseling Arjan (een Nederlander!) onze Belgische cantus voor. Niet lang daarna vond David dat het wel genoeg was en nam het seniorschap op zich. Het gezang kon je op dat moment niet echt meer gezang noemen maar eerder geroep en ge-lalala.. Nadat we nog een keer volop het Van-der-Waalslied zongen, zijn we er maar mee gestopt. Nog een laatste keer: Heb je even voor mij, maak wat tijd voor me vrij… en we konden weer naar ons warm bedje. We hadden er allemaal een geslaagde avond op zitten.
57
ACTIVITEITEN
Lunchlezing
Lunchlezing
IJmuiden is dè locatie van Corus in Nederland. Het is zeer gunstig gelegen, direct aan zee maar toch dichtbij grote steden als Haarlem en Amsterdam. Bij Corus in IJmuiden zijn voor natuurkundestudenten diverse stage- en afstudeermogelijkheden.
De fysica van het koudwalsen door Jeroen Kuenen
O
p donderdag 5 februari kwamen tijdens lunchtijd twee mensen van Corus ons vertellen over hoe het is om als natuurkundige bij Corus te werken. Corus is enkele jaren geleden ontstaan door een fusie van het Nederlandse Hoogovens (in IJmuiden) en British Steel. Na de lezing was er een gratis lunch voor iedereen. Het aantal studenten dat bij de lezing aanwezig was, was dan ook groot en het zaaltje in het Spectrumgebouw zat goed vol. De lezing werd verzorgd door Bas Middel en John Oerlemans. De eerste had Technische Wiskunde gestudeerd en is daarna bij Corus
figuur 1. Giet-installatie.
58
(Hoogovens) begonnen. Eerst gewoon als ingenieur, maar enkele jaren geleden is hij aan de slag gegaan als recruiter. Hij geeft ons een algemene indruk van Corus. John Oerlemans heeft Technische Natuurkunde gestudeerd aan onze faculteit. Hij vertelt ons wat meer over de fysica binnen Corus. Corus maakt staal uit ijzererts, wat op vele plaatsen in de wereld kan worden gewonnen. Om staal uit ijzer te kunnen maken moet het koolstofgehalte verlaagd worden. Door de aanwezige koolstof is het ijzer bros en nauwelijks vervormbaar. De koolstof wordt uit het metaal gebrand door er met grote kracht zuurstof op te blazen bij ± 2000 ºC. Ook wordt er gebruikt staal aan het nieuwe staal toegevoegd, meestal uit staalplaten die niet voldoen voor een toepassing waarvoor ze gemaakt zijn. De precieze samenstelling van de legering is natuurlijk afhankelijk van het eindproduct. De klant geeft natuurlijk een bepaalde dikte op, die de staalplaten moeten hebben. Deze diktes zijn voor alle toepassingsgebieden verschillend. Om een dunne staalplaat te maken wordt het staal eerst tot een dikke plak gegoten en vervolgens gewalst. Hierdoor wordt de dikte van de plaat (tot 150 keer) kleiner, maar de consequentie is dan natuurlijk dat de platen een veel grotere oppervlakte krijgen. Daarom zijn enorm grote machines nodig voor het walsproces. Aan het einde van de machine wordt de enorme plaat opgerold. Dit proces wordt bij een temperatuur van 1200 ºC uitgevoerd.
ACTIVITEITEN
figuur 2. Warmbandwalserij.
Een nieuwe techniek die wordt gebruikt, is het koudwalsen. Het vloeibare staal wordt gegoten, het stolt en daarna wordt het meteen gewalst. Tijdens de lezing wordt met deeg en een deegroller een beeld gegeven van hoe het walsen in zijn werk gaat. De deegroller blijft aan het deeg plakken. Dit is één van de problemen die zich ook in de praktijk tijdens het walsproces voordoet. Door een andere samenstelling te nemen (voorbeeld tijdens de demonstratie: een pakje boter) wordt dit plakken al minder. Je kunt je voorstellen dat er veel onderzoek nodig is naar diverse aspecten binnen het walsproces om deze techniek te optimaliseren. Aan dit onderzoek wordt meegewerkt door vele fysici en chemici. Na het walsen wordt het staal nog verder bewerkt tot het de voor de klant gewenste vorm heeft. Ook worden er nog nabehandelingen verzorgd. Zo krijgt het staal vaak nog een beschermlaagje, bijvoorbeeld chroom of zink, om het roesten tegen te gaan. Koerier 4, jaargang 44 (2004)
59
Activiteitenagenda
30/31 Maart 7 April 13 April 14 April 14 April 16 April 20 April 24 April 24-26 April 27 April 28 April 28 April 6 Mei 7 Mei Week 21 Week 21
Management Trainings Dagen Wijnproefavond ALV voor beginners Dienstenveiling N-feest Excursie Amersham Health ALV Dies TU/e Batavierenrace Excursie NLR Ouderdag Cantus Broertjes- en Zusjesmiddag Zaalvoetbaltoernooi 24-uursproject Uitwisseling Hongarije
Adverteerdersindex
Advertenties Kaft 14 36 47 Kaft Achterkaft
60
Corus Optiver ASML Boston Consulting Group Thales Shell