Abonnees € 5,00 p.jr. / Giro 257860 t.n.v. Penningmeester v.d. Stichting Gregoriusfonds
Oplage 600 ex.
33e jaargang nr. 5
REDACTIE J.H.G.M. Bistervels A.D.B. Habers J.C.C. Havenaar-Bakker J. de Jong-Mulder M. Sternau J. Verheijen REDACTIE-ADRES Dillenburgstraat 29 3583 VD Utrecht
[email protected] OUDERRAAD @ INTERNET www.voxusg.info
April 2005
INHOUD Voorwoord
1 Van de rector Verslag Brno 2 4 Carmen Schoolstrijd 5
5 Einde telefooncirkel Webm@il 7 7 Webquest Londen Verre bespiegelingen 8 9 Frank Verwoerd WS Debating 12 13 Daar komen de Chinezen Afscheid Lockefeer 14 15 Keulen
Voorwoord Aan de Lezer, De wereldfaam die een Chinese arts met neurologische experimenten heeft verkregen heeft mij onlangs naar China gebracht. Om wat preciezer te zijn naar Peking of Beijing zoals de stad tegenwoordig wordt genoemd. Omdat ik tijdens de voorbereiding van deze Vox in China zat is het voorwoord hieraan gewijd. Wie de indruk had dat China een dogmatisch geregeerd, communistisch land is moest dat bij aankomst in Peking drastisch bijstellen. De bouwlust heeft daar ongekende vormen aangenomen en naar ik heb vernomen zijn die symptomen in alle grote Chinese steden zichtbaar. Ik hoorde Amerikanen klagen dat in hun land bouwmaterialen bijna niet meer verkrijgbaar zijn en dus navenant kostbaar geworden zijn omdat China een ontembare vraag heeft. De architectonische hoogstandjes die er nu worden gerealiseerd onderscheiden zich heel duidelijk van de communistische blokkenbouw van een aantal jaren terug. Veel van de traditionele volkswijken met laagbouw huizen verdwijnen om plaats te maken voor hoogbouw. Daarmee begint het op een mondiale stad te lijken. Een stevige stimulans voor de bouwlust is waarschijnlijk ook de voorbereiding op de Olympische Spelen die in 2008 in Beijing worden gehouden. Ik had me voorbereid op fietsend Peking, uit verhalen van mensen die daar een aantal jaren terug geweest zijn. Het is duidelijk dat de fietsen nu door auto's zijn vervangen en die krioelen op zijn Chinees door elkaar want je hebt geen voorrang, je neemt het. De automobilist in het stadsverkeer van Peking heeft echter één heilig credo: raak nooit een ander. En zelfs uit de meest onwaarschijnlijke verkeerssituaties (want
die deden zich nogal eens voor) kwamen ze zonder kleerscheuren tevoorschijn. Het is maar goed dat toeristen niet is toegestaan een auto te besturen want hun reflexen zijn daar niet tegen bestand. Maar de helft van de automobilisten in Peking schijnt een rijbewijs te hebben en daaraan wordt het grote aantal verkeersslachtoffers op de snelwegen toegeschreven. Peking heeft vier grote ringwegen die van twee tot en met vijf zijn genummerd. Wat er met de eerste is gebeurd heb ik niet duidelijk kunnen krijgen. Mijn Chinees was enigszins roestig en het Engels van de jongere Chinezen was vaak onverstaanbaar en de ouderen spraken het niet. Dat maakt converseren lastig. Alle jongeren leren Engels op school maar de Chinese taalklanken zijn zo anders dan de onze dat zij grote moeite hebben om het Engels goed uit te spreken. Schrijven gaat een stuk beter en dat bood veelal uitkomst. Bij tijd en wijle is Peking gedompeld in een enorme smog, die het zicht tot soms 100 meter beperkt. Het intensieve autoverkeer en de toenemende industrialisatie eisen ook hun tol, hoewel de smog ook al voorkwam voordat de auto haar intrede deed. De positie die het communisme in China inneemt ten opzichte van de nieuwe economische ontwikkelingen wordt voortdurend bijgesteld in een proces dat regelmatig botsingen in de bestaande machtsverhoudingen met zich meebrengt. Voor buitenstaanders is dat proces niet echt waarneembaar, maar tijdens mijn verblijf trad er wel een situatie op waarbij de Chinezen hun adem inhielden en zij aan de radio gekluisterd bleven om het verloop van een bijeenkomst van de communistische partij te volgen. Het is ook niet mis wat er gebeurd: er wordt een middenklasse gevormd die de principes van het communisme zullen oprekken. Het is nog zoeken naar de vorm, maar wel is duidelijk dat het draagvlak voor de economische hervormingen groot is. De media (alleen in Peking ontvang je al ruim 70 TV-zenders waarvan enkele Engelstalig) besteden veel aandacht aan de economische ontwikkelingen. Het is nog maar een kwestie van tijd en dan kunnen we grote aantallen Chinese toeristen verwelkomen, zoals ook de Japanners in de jaren zeventig wereldburgers werden maar dan een factor tien groter. Wat ons allemaal te wachten staat en hoe de Chinese opmars zijn weerslag gaat krijgen op onze eigen economie, wetenschap en dus ook onderwijs is een grote vraag. In ieder geval zijn er op medisch gebied grensverleggende behandelmethoden ontwikkeld waar wereldwijd veel belangstelling voor bestaat. Heel toepasselijk is het artikel in deze Vox "Daar komen de Chinezen". Ton Habers
Van de Rector Het valt niet mee om te bepalen waar dit voorwoord mee te beginnen. Het lustrum, de schoolstrijd, het pedagogisch-didactisch traject, de examenstunt, de nieuwe aanmeldingen en ga zo maar door. Toch maar eerst iets over het onderwijs, want dat is toch uiteindelijk waar het allemaal om draait. Tijdens de bijeenkomsten van de secties en clusters van secties in het traject Nil volentibus arduum (zie Vox 1) is er veel over leren nagedacht en gesproken. Diverse plannen zijn ontwikkeld en uitgevoerd met als doel om uiteindelijk te komen tot Uitdagend Samenwerkend en Gymnasiaal onderwijs. Een voorbeeld van vernieuwend onderwijs vindt u in deze Vox: de webquest in klas 3 bij het vak Engels. In groter verband is er door de Vereniging Rectoren Zelfstandige Gymnasia het project Pegasus in gang gezet. Met het oog op de vernieuwing van de onderbouw en de tweede fase zijn er op drie gebieden pilots opgezet: klassieke vorming, kunst en cultuur, en bètavakken. De deelnemende gymnasia werken hierbij samen om nieuwe vormen van onderwijs te ontwikkelen. Onze docente beeldende vorming maakt deel uit van de werkgroep kunst en cultuur. Het is niet de bedoeling dat alle gymnasia hetzelfde onderwijs gaan aanbieden, maar op deze manier bundelen we de krachten en maken we wel gebruik van ervaring en deskundigheid van elkaar. Naast de vakoverstijgende projecten, die vorig jaar al gestart zijn, zijn er nu ook themadagen. Zo is er in de eerste klassen op vrijdag 15 april voor de tweede keer een themadag muziek gehouden in samenwerking met het Utrechts Centrum voor de Kunsten en het Conservatorium. Het enthousiasme waarmee er gedrumd en gezongen werd was groot, het eindresultaat zeer de moeite waard. De schoolstrijd, die in maart voor de tweede keer gehouden werd, liet zien, dat leerlingen zeer gemotiveerd kunnen raken als ze zoals dat tegenwoordig zo mooi heet 'hun eigen ding kunnen doen'. Heeft u bijvoorbeeld de videoclip 'Carwash' van 1b op de site bekeken? Klas 2c mag zich dit jaar de trotse bezitter noemen van de prachtige wisselbeker die door de ouderraad ter beschikking is gesteld. Helaas heb ik maar één dag van de schoolstrijd mee kunnen maken omdat ik een bezoek bracht (in gezelschap van oud-rector Hans Marcelis) aan Brno in Tsjechië waar op dat moment 18 leerlingen uit klas 4
deelnamen aan de uitwisseling. Dit werd gecombineerd met de 10e editie van het Internationaal Scholierenconcert. Ook hier leverden vijf van onze leerlingen een fantastische prestatie. Voor het eerst sinds jaren was er op 14 april een goed georganiseerde eindexamenstunt. De Laatste School Dagcommissie (deze schrijfwijze leverde een aardig briefje van een buurtbewoner op, die toch even wilde melden, dat het niet klopt) bracht de school in Arabische sferen. Vooral de manier waarop zij in de gymzaal de hele schoolbevolking bijna twee uur lang wisten te boeien met een flitsend programma verdient bewondering. De dag werd afgesloten met een daverend feest. Tot slot de aanmeldingen. Na een goed bezochte informatieavond in november en een drukbezocht Open Huis, namen 225 leerlingen deel aan de Open Lesmiddagen. Natuurlijk levert dit niet evenveel aanmeldingen op, maar het geeft wel een goede indicatie van de belangstelling voor het USG. Dat bleek uiteindelijk ook uit het grote aantal aanmeldingen. Maar liefst 145 leerlingen uit groep 8 wilden graag naar het USG. Doordat toch weer een aantal leerlingen een dubbele aanmelding hadden gedaan en enkele leerlingen niet toelaatbaar waren, hebben we een loting kunnen voorkomen. Er is nu een wachtlijst van leerlingen die het USG als tweede keus hebben aangegeven, zodat een eventueel vrijkomende plek alsnog toegewezen kan worden. Kortom, het gaat goed met het USG en we zien de toekomst met vertrouwen tegemoet, wat natuurlijk niet betekent dat we op onze lauweren gaan rusten. Er blijft veel te doen om nog beter te worden en dat doen we met veel plezier. Hanneke Taat, rector
1
Brno Uitwisseling Het is nu ongeveer anderhalve maand geleden dat we in de trein naar Brno stapten. We wisten niet wat er ging komen, hoe de Tsjechen zouden zijn, wat we zouden doen… Om jullie een idee te geven wat we nou eigenlijk meegemaakt hebben hier een verslagje. Zondag en maandag Zondagavond om kwart voor acht namen we de trein van Utrecht Centraal naar Frankfurt. Vanaf daar de zeer krappe, stinkende en oncomfortabele slaaptrein naar Praag, en vanaf daar een trein naar Brno (het orkest reisde ook mee). Om 1 uur 's middags, na een reis van ruim 12 uur, waren we er dan eindelijk. Zondag was bijna onopgemerkt overgegaan in maandag. We werden opgewacht door onze partners, waar we de weken daarvoor al mee gemaild hadden. Iedereen had veel behoefte aan een douche dus ging ieder een andere kant op. Dat was best bijzonder: Je gaat mee met een volstrekt onbekende Tsjech, stapt daar onder de douche en eet gezellig mee, en je bent een volwaardig lid van de familie. 's Middags en 's avonds ging iedereen wat anders doen. Ik bijvoorbeeld werd door mijn Tsjech (Silwie, donkere haren) meegenomen naar een soort illegale kelder waar een paar vieze banken en een draaitafel het enige meubilair waren. Alle mensen daar spraken geen Engels, Duits of wat dan ook; mijn Tsjech verdween achter de draaitafel dus ik zat daar helemaal alleen in een soort hol. Al gauw werd ik gered door Isabelle en haar Tsjech (Silwie, de blonde) en gingen we ergens lekker wat drinken. We gingen vrij vroeg weer lekker naar ons bedje toe: de reis was toch erg vermoeiend geweest. Dinsdag Maandag was de dag dat we daar naar school
2
zouden gaan. Al gauw werd het duidelijk dat Tsjechen geen fietsers zijn: alles gaat met de tram. Op school aangekomen kreeg je een rondleiding, 3 lessen (Frans, Tsjechische geschiedenis en cultuur, Latijn) en daarna lunch (Tsjechen eten warm tussen de middag). Vervolgens gingen de meeste NL-ers nog even hockeyen ('floorball') terwijl alle Tsjechen toekeken. Elke dag waren we vanaf ongeveer half 2 uit: lekker veel tijd om te eten, drinken, shoppen, slapen etc. Aan het einde van de middag werden Isabelle en ik weer meegenomen door onze Tsjechen naar dat donkere hol, en raakten we (met de blonde Silwie als tolk) aan de praat met verschillende 'inheemse' jongeren :-D. De donkere Silwie verdween elke keer achter de draaitafels om daar een half uur later met een grote grijns weer vandaan te komen. Na een dikke 24 uur was het wel duidelijk dat Tsjechen heel erg gastvrij zijn: alles
kan, alles mag, ze hebben graag dat je meedenkt. Woensdag Woensdag was een bijzondere dag. Ten eerste gingen we naar de grotten: eerst met een bus, daarna te voet. Overal lag sneeuw en zeker op het weggetje naar de grotten lag nog wel een halve meter. De Tsjechen, die zoveel sneeuw van november tot maart hebben, liepen rustig door, terwijl wij Hollanders als kleine kinderen dolblij elkaar inpeperden en bekogelden met sneeuwballen. Vooral Isabelle verdween meerdere malen met Vaclav (spreek uit Vatsjeck) in de sneeuw. De grotten waren mooi: stalactieten en stalagmieten uit de grond en het plafond, mooi uitzicht over een meertje. Ook in het bootje was het leuk: typisch engelse liedjes zingen met de Tsjechen, lachen om het accent en de klemtoon van de man. Deze dag waren we pas laat 'uit': pas om drie uur konden we onze gang gaan. 's Middags namen onze Tsjechen ons mee naar een tea-room: iets wat we
in NL bijna niet hebben. Je gaan aan een laag tafeltje op de grond zitten met een stel vrienden, je kan kiezen uit heel veel soorten thee, je laat de Tsjechen een waterpijp bestellen en relaxen maar. Voor veel van ons was het de 1e keer dat we waterpijp rookten (nee niet met wiet, maar met mint, aardbei en mango, je word dus niet stoned
maar gewoon relaxed) dus dat was wel bijzonder. Helemaal relaxt en warm gingen we later naar huis (door weer, wind, kou en sneeuw). 's Avonds was er ter ere van Sanders verjaardag een feestje bij Robin (Renske's Tsjech). Dat was echt een geweldig feest: beetje muziek, dansen, drinken, waterpijp roken. Nu was het echt NLers en Tsjechen feesten samen, hebben samen lol, lachen en drinken samen. Dat was wel bijzonder. Donderdag Donderdag was best vermoeiend. We kregen een rondleiding door Brno, maar dat was meer een bekijk-zoveel-mogelijk-kerken-op-één-dagtour. De dode monniken waren dan weer wel aardig. Sommigen hadden er al na twee kerken genoeg van, dus zijn enkelen van ons perongeluk verdwaald. Later zijn we nog iets gaan drinken; ik werd naar een bijzondere winkel meegesleept door mijn Tsjech. 's Avonds was het concert van de muziekmensen. Aan dat concert deden ook scholieren uit Hongarije en Slowakije mee.
Allemaal speelden en zongen ze heel mooi, maar na een tijdje werd iedereen het een beetje zat. Achteraf zijn we nog wat gaan drinken en naar een hele bijzondere club geweest ;). Iedereen was eigenlijk wel moe na een hele week. Vrijdag We gingen 's ochtends om 11 uur al weg naar Praag. Sommigen hadden last van heimwee gehad, dus die waren blij dat we weer terug gingen, anderen hadden het wel prima naar hun zin hier in Brno. Hoe dan ook, de Praag-dag was toch wel iets waar we allemaal naar uitgekeken hadden. Tuurlijk, de Tsjechen waren aardig, maar we hadden ook wel behoefte aan even shoppen, even doen wat je zelf wil, lekker alleen maar Nederlands praten. Het was koud in Praag, dus hebben we de rondleiding door de stad behoorlijk ingekort. Toch hebben we de belangrijkste dingen gezien: het theater, de brug, de kleine steegjes… We hadden dus behoorlijk veel vrije tijd in Praag en dat was erg lekker. Gewoon even doen wat je zelf wil, lekker naar de Mac, even shoppen, thee drinken, etc. Heerlijke dag. 's Avonds rond tienen gingen we weer terug naar Nederland, weer via Frankfurt. De nacht was lang, koud en krap. Maar zeker in mijn coupe erg gezellig. In Nederland werden we weer opgewacht door een bende moeders, vaders en zusjes. Al met al was de uitwisseling echt een enorm succes. We hadden best veel vrije tijd en dat was ook lekker: gewoon even alleen zijn met je Tsjech of lekker met een grote groep thee gaan drinken, zonder dat je meteen moet avond eten. 's Avonds lekker uit met een groep, gewoon beetje dansen en wat drinken. Veel mensen hadden een partner die goed bij hun paste, het was alleen jammer dat sommigen ver van het centrum woonden. Er waren (ook dit jaar) weer bijna alleen maar meisjes. Veel mensen hadden toen ze net thuis waren een vakantiekater: je wilt terug, je hebt de neiging om Engels te praten, om te doen wat je daar deed. Ik (iedereen denk ik) kan mensen echt aanraden om volgend jaar mee te doen aan de uitwisseling, we hebben echt de week van ons leven gehad. De eerste dag is het wel even schrikken: alles is anders, je moet continu Engels praten, je bent moe, maar dat went erg snel. Het is echt super gezellig, je hebt eigenlijk een week vakantie; natuurlijk, je bezoekt wel kerken, je gaat daar naar school, naar een stel
3
grotten, etc, maar dat hoort er gewoon bij. En: je hebt de kans om een week lang met leuke mensen naar het buitenland te gaan en daar een feestje te bouwen: wie wil dat nou niet? Ruth Pekelharing 4a
Nogmaals: de opvoering van de
CARMEN ….. …..maar nu bekeken vanuit specifieke kijkers. Niet alle jongelui op een middelbare school, zelfs niet als dit een gymnasium is, zijn bij aanvang meteen enthousiast om naar een school-toneelstuk te gaan, laat staan naar een gala….. Soms "trekken" ouders er aan, want (denken wij dan) wat is er nu leuker om je schoolgenoten eens in een hele andere rol te zien? En dan was dit lustrum ook nog eens georganiseerd in onze eigenste Utrechtse schouwburg. Dat levert herinneringen op aan je middelbare schooltijd en een binding met de stad Utrecht die te koesteren is…..denken wij (de ouders dus).
4
Op de avond van de CARMEN toog ik naar de schouwburg met 2 vrienden uit dezelfde klas (namen noemen we niet). In goed overleg met andere ouders (Tom Poes verzin een list) en door het aanbieden van een logeerpartij wilden de heren dan wel mee…. Bij aankomst bij de schouwburg sloeg de schrik me om het hart…Wat een galajurken en glitter en smokings…..Wij waren best wel netjes, maar dus niet "gala-rijp" gekleed en voelden ons daarom wat verlegen. Dit wordt een moeilijke avond; hopelijk lopen die vrienden straks niet voortijdig de schouwburg uit….. dit soort gedachten gingen bij aanvang door mijn hoofd.
Ik kan u echter melden: het is allemaal goed gekomen. Ik zie dit echt als een verdienste van de CARMEN-spelers en crew: Wat werd er met veel élan gespeeld en ook gedanst. Wat was er "pakkende" muziek gekozen. Het enthousiasme spetterde er vanaf en kwam in de zaal dus blijkbaar ook "over". De vrienden kregen er plezier in, hadden geen moeite hun aandacht erbij te houden, kortom: ze werden gegrepen door het stuk. In de pauze waren mijn bange gedachten allang verdwenen en kon ik eens rondkijken naar het opgedofte publiek. Wat kunnen jonge vrouwen toch een lef hebben om zich in een andere outfit te kleden dan het gebruikelijke: - Er waren veel blote ruggen. - Geschitter van kettinkjes met gekleurde steentjes, op dit moment helemaal in de mode. - Lange jurken met fragiele schouder bandjes. - Tasjes in de hand met hierop allemaal kleine kraaltjes; jeetje is dit weer "in"?. - Lange handschoenen tot aan de elle boog, heetten die niet mitaines? Inderdaad zo bleek mij na controle in het vreemde-woorden-woordenboek. - Een passende waaier in de hand heb ik ook veel gezien; leuk in stijl dus. Ook vele heren waren tip-top gekleed alhoewel minder kleurrijk maar stemmig in wit en zwart en grijs en met strikken en stroppen. Kortom: het lustrum van het USG in 2005 met als onderdeel hiervan de opvoering van de CARMEN was in vele opzichten meer dan geslaagd. Ouders uit de eerste klas: als u mazzel heeft zal uw kind nogmaals een lustrum meemaken. Misschien heeft ook zo'n kind dat "alles" maar "stom" vindt, begrijpt u wat ik bedoel? Probeer ze dan toch over de streep te trekken en ga zelf ook naar de opvoering. U heeft vervolgens een onvergetelijke avond. Jelly de Jong-Mulder.
Drie dagen per jaar.. Er wordt wel eens gezegd dat Middelbare scholieren alleen maar voor de tv hangen en nooit meer iets creatiefs doen. Alleen 3 dagen per jaar, zijn wij USG-ers daar een grote uitzondering op. Gelooft U me niet? Kijk; elke school heeft van die o zo leuke (zucht) vakoverstijgende projectjes waarbij er van de leerlingen wordt verwacht dat ze Topgrafische kaarten op schaal tekenen en economieposters schilderen.. Maar waarschijnlijk heeft geen enkele school een driedaagse Strijd tussen de leerjaren 1 t/m 4 waarbij het gaat om onze creatieve talenten! De 2e editie van de Schoolstrijd, dit jaar op 8, 9 en 10 Maart, was daarom ook een groot succes. Twee dagen lang hebben we ons op onderdelen als Cabaret, Toneel, Tekenen en Debat bewezen. Ook videoclips en mode-outfits maken bleken ons goed af te gaan. De Schoolstrijd 2005 werd geopend met de Mascottepresentatie. Op dit onderdeel mochten
de elektrische gitaar van Matthias(2C) waren erg leuk om nog eens te zien.Tijdens de finale werd natuurlijk ook de Winnaar van de Schoolstrijd bekendgemaakt; Klas 2C met 176 Punten!! We hebben genoten toen we naar voren mochten komen en lachend naar de teleurgestelde gezichten konden kijken. Al met al was de Schoolstrijd 2005 erg geslaagd en dat hebben we voor een groot deel te danken aan Meneer Nieuwehuijse. Hopelijk komt er ook een Schoolstrijd 2006 want we moeten natuurlijk wel bewijzen dat wij, USGers echt niet alleen maar goed zijn in Tv kijken en iniedergeval drie dagen per jaar erg creatief kunnen zijn. Willemijn Brouwer (2C)
Het einde van de telefooncirkel? Sinds augustus 2002 is mevrouw Taat als directeur verantwoordelijk voor het USG. In het laatste jaar van de heer Marcelis (voorganger van mevrouw Taat) was besloten tot het overgaan van gebruik van monitoren en alles wat daarbij hoort (website). Nieuwe mensen brengen veranderingen met zich mee en wij zijn als ouders benieuwd welke veranderingen sinds haar aantreden voor ons zichtbaar zijn geworden.
we onze Mentoren omtoveren tot Historische figuren. Met als gevolg dat je op 8 Maart Bob Marley, Cupido en Jezus druk pratend door de gangen zag lopen terwijl leerlingen koortsachtig na zaten te denken welke figuur nou welke leraar was. Na dit gezamelijke onderdeel verspreidden alle leerlingen zich door de school om mee te doen of aan te moedigen bij de verschillende onderdelen. Alle klassen waren fanatiek (wat wil je, met zo'n gigantische beker) en daardoor hing er een goede sfeer. Op donderdag was de Grande Finale in de Gymzaal waar de leukste dingen nog een keer voor de hele school werden opgevoerd. Vooral de Carwash-videoclip van 1B, de Modeshow met de Beatles en Elvis van 4A en
Het logo van de school wijzigde in belangrijke mate. Weliswaar bleef een afbeelding van "de discuswerper" onderdeel uitmaken van het logo, maar met name door het gebruik van veel meer kleuren was het toch een opvallende verandering. Je vindt het nieuwe logo wel of niet mooier dan dat van voorheen, maar over smaak valt nu eenmaal niet te twisten. Een andere opvallende verandering was dat de handgeschreven roosterwijzigingen in de hal van de school (die per dag de stand van zaken weergaven) werden vervangen door monitoren op meerdere plaatsen in het schoolgebouw. Deze monitorbeelden met de roosterwijzigingen kunnen ook weer op de website worden bekeken.
5
En dan komen we nu bij toch wel de belangrijkste wijziging sinds het aantreden van mevrouw Taat en dat is de wijze waarop wordt omgegaan met de website, namelijk veel gebruiksvriendelijker. Een aantal voorbeelden: - Wat leuk om vrijwel meteen na bepaalde activiteiten op school een verslag hiervan te kunnen lezen op de website, met foto's en al zelfs. - Ouders kunnen zich van up-to-date informatie voorzien; zo zijn op de website samenvattingen te lezen van de gegeven informatie op ouder avonden (meestal per leerjaar). - De site wordt per dag wel door 1400 bezoekers bezocht! - Buitenstaanders solliciteren spontaan na lezing van de site omdat men enthousiast is geraakt en denkt: "daar wil ik wel werken". - De school heeft een prijs ontvangen voor de website. - Collega-scholen nemen met het USG contact op naar aanleiding van de info op internet. - Wat heerlijk dat je niet eerst naar school hoeft te gaan om te zien of er roosterwijzigingen zijn, met tevens het risico dat je een uur moet hangen in de kantine bij het uitvallen van een lesuur. Zal dit medium over enige tijde het ver schijnsel "telefooncirkel" definitief vervangen? We wachten het af.
6
medium is voor mij (nog) niet een vanzelfsprekendheid; zoiets moet groeien en wennen. Zo is het nog maar sinds kort dat ik vind dat de computer thuis toch wat meer binnen handbereik (in de huiskamer?) moet komen, omdat het checken van E-mail toch eigenlijk net zo gewoon zou moeten worden als het dagelijks lezen van de post. Was er eigenlijk al een website toen ik voor het eerst kennis maakte met het USG nu ruim 6 jaar geleden? Ik denk het wel maar van de mogelijkheid om mij via internet van informatie te voorzien maakte ik op dat moment geen gebruik. Dát zou ik nu anders hebben gedaan, en zo zie je maar dat het fenomeen internet langzaam maar zeker terrein wint, zelf bij mij als "ouwetje". Hoe dan ook: de jongeren van nu hebben in het geheel geen last van gewenningsverschijnselen. Ze wandelen over het internet en doen alsof het hun broekzak is.
Illustratief is het volgende emailbericht, in april van dit jaar ontvangen van een ouder van een leerling uit groep acht.
Maar of de school internet ook als educatief medium stimuleert is mij nog niet duidelijk - Kan het zijn dat men er in de lagere klassen al méér mee werkt, bijvoorbeeld omdat nieuwe lesmethoden (waar je met een nieuwe lichting scholieren mee kunt starten) intensiever gebruik maken van de mogelijkheden van inter net? - Kan het zijn dat de ene docent hier al wel gebruik van maakt en een andere (nog?) niet? Docenten zijn toch ook mensen nietwaar, nou ja ik hoop dat u begrijpt wat ik bedoel.
Geachte heer/mevrouw, Ofschoon mijn zoon in eerste instantie niet voor jullie school gekozen heeft (en gezien de over-aanmelding dus ook wel niet bij jullie terecht zal kunnen), wil ik graag mijn complimenten geven voor de wijze waarop het USG communiceert, via brieven, brochures en website. De website wordt tenminste gebruikt waarvoor hij bedoeld is: up to date informatie. Echt klasse. Jullie steken met kop en schouders boven de andere middelbare scholen in Utrecht uit.
Sinds enige maanden heeft mijn zoon nu ook een eigen E-mail adres van het USG ontvangen. Wat hij daarmee kan, hoe de school wil dat hij het gebruikt, het lijkt allemaal nog niet zo duidelijk. In ieder geval is het nu mogelijk dat de leerlingen hun opdrachten en scriptiebestanden via dit emailadres aan elkaar kunnen doorgeven. Dat hoeft nu niet meer met het eigen vaak ontoereikende hotmailadres. Erik Kamerbeek licht, elders in deze Vox, het gebruik van de school-emailadressen toe.
Met vriendelijke groet, I.v.L.; een moeder van een achtste-groeper.
De VOX redactie vraagt zich regelmatig af of het verschijnen van een krantje nog wel de meest geëigende vorm is om met u als ouders van USGleerlingen contact te hebben en u van informatie te voorzien. Ik ben zo vrij om mijzelf, met mijn vallen en opstaan als internet gebruiker, als voorbeeld te stellen en dan kom dan tot de conclusie
Dat internet als informatiebron een steeds belangrijker plaats inneemt in onze maatschappij is ook mij natuurlijk niet ontgaan. Ik ben er echter niet zo handig in de jongeren van nu. Dit nieuwe
dat dit papieren medium op dit moment althans nog steeds onontbeerlijk is. Laat anders uw mening eens horen middels een schrijven aan de redactie! Mevrouw Taat en alle anderen die hier (mede) vorm aan gaven, wil ik in ieder geval complimenteren met de enorme voortvarendheid waarmede bovengenoemde zaken zijn opgepakt. Jelly de Jong-Mulder.
Webm@il Sinds kort hebben alle leerlingen (net als alle docenten overigens al langer hebben) een emailadres via school. Dit is een zogenaamde 'webmail', dat wil zeggen dat leerlingen vanaf iedere computer met een internetverbinding kunnen mailen (net als bij Hotmail, dat veel leerlingen hebben). Wij hebben leerlingen dat e-mailadres gegeven omdat het handig is om in de veelvuldige contacten tussen leerlingen over opdrachten, werkstukken, enz. een e-mailvoorziening te hebben.
Organise a weekend for two in Londen (webquest) Met een budget van £ 300 (excl. reiskosten) een weekend naar Londen. Dit is de opdracht waaraan de derde klassen vanaf half januari tot eind maart hebben gewerkt voor Engels. In groepjes van vier hebben de leerlingen ongeveer 6 lessen kunnen werken in lokaal 20 (computers) aan de vrij gedetailleerde opdracht : accommodation, art gallery, historical place, museum, film, Indian restaurant, a play, visit to a pub. Verder gaven we ze enkele nuttige internet websites waar veel informatie te vinden was.
Onze hoop en bedoeling is dat leerlingen dit email-adres zoveel mogelijk voor schoolzaken ge-bruik-en en hun privé e-mailadres zoveel mogelijk voor andere zaken. De school e-mail heeft een ruimte van 10 MB, zodat leerlingen daar schoolbestanden kwijt kunnen. Uiteraard is het niet bedoeld voor mp3'tjes en dergelijke. Leerlingen zijn verantwoordelijk voor het gebruik van hun school e-mail. Wij hopen dat deze voorziening, in een tijd dat voor leerlingen de computer een vanzelfsprekend hulpmiddel is, van nut is. Overigens kan de e-mail ook via een mailprogramma zoals Outlook of Mozilla worden gebruikt. Bij het aanmaken van een mailaccount moet dan worden gekozen voor het servertype 'IMAP' en bij de in- en uitgaande mailserver moet 'mail.usgym.nl' worden ingevuld. Erik Kamerbeek
Iedere groep maakte vervolgens een reisbeschrijving met alle details en gaf daarover uiteindelijk een presentatie voor de klas (alles in het Engels natuurlijk). Gauw werd duidelijk dat ze dit een leuke opdracht vonden: "mogen we hier ook thuis aan werken?" Ook waren de leerlingen vaak meteen aan het begin van zo'n les al druk bezig in lokaal 20, nog voordat de docent er was. De rol van de docent is bij zo'n les in lokaal 20 vooral rondlopen, vragen beantwoorden, en zorgen dat ze op tijd hun gegevens opslaan (hotmail of school webmail adres). Soms een groepje (jongens) terug brengen op het rechte pad nadat zij drie lessen vergeefs bezig geweest zijn met proberen binnen het budget toch met een Ferrari van het hotel naar de 'gay bar' te komen. Soms een groepje (meisjes) prijzen dat binnen een half uur een hotel heeft op loopafstand van het hotel
7
en het restaurant. Dit alles resulteerde in mooie werkstukken (ook posters) en presentaties. We hebben veel gehoord over The Big Ben, een River Cruise, The London Dungeon, Buckingham Palace en the London Zoo. Details zoals over 'shaving points' in het hotel, alle biersoorten van een pub en dat de Tower Bridge een 'nice building' is spraken helaas wat minder tot de verbeelding. Een enkele groep deed een dia presentatie met de beamer en deelde flyers uit als echte travel agents. Onze leerlingen hebben zich door deze opdracht uitgedaagd gevoeld en een leuke prestatie geleverd, onderhand veel geleerd over London en veel Engels gelezen, geschreven en gesproken. Een virtuele reis! En zo'n webquest hoef je echt niet zelf te maken, het wemelt ervan . . . . Namens de sectie Engels Mirjam Werkhoven
Aan 't einde van den gymnasiumtijd
8
Zoo is dan eindelijk de laatste tijd aangebroken. Toen ik als jochie van twaalf mijn intree deed wist ik eigenlijk nog niet wat dit wel betekende en soms is 't mij nu nog niet recht duidelijk. Er was een geheimzinnig iets in mijn leven gekomen, dat mij ertoe noopte naar 't gymnasium te gaan en zoo is 't dan geschied. In 't eerst voelde ik mij er niet erg thuis, ik kende er zoo weinig jongens, en daar ik mij erg moeilijk aansluit, duurde het langen tijd, voordat ik eigenlijk vrienden begon te krijgen. De anderen stonden er heel anders voor dan ik. Zij kwamen allen meest van dezelfde school en waren al gezworen kameraden. Dat zoo'n vriendschapsband, vooral hier in Utrecht niet gauw verruild wordt, is te begrijpen. Duurde in 't begin de tijd nog lang en kon ik mij niet voorstellen dat ik groot zou zijn en in de hoogste zou klas zitten, na een paar jaar begon de tijd sneller te gaan, zoo snel zelfs dat ik
hem niet kon bijhouden. Nu zit ik dan in 't laatste jaar, zonder dat 't mij eenige moeite gekost heeft om 't zover te brengen. Dat dit bepaald goed voor me is zou ik niet durven beweren. Door altijd zonder veel te werken over te gaan, ben ik 't werken afgeleerd en 't mij niet makkelijk vallen hier weer [den] slag van te krijgen. Ook is 't mijn karakter niet bijster ten goede gekomen, daar ik voor alle moeilijkheden uit den weg ga, in plaats van er weerstand aan te bieden. Ik ben nu van plan flink te gaan werken voor 't eindexamen, eigenlijk niet voor 't examen, maar om dan toch iets te weten als ik van 't gymnasium kom. Men zal kunnen zeggen, daar had je ook wel wat eerder mee kunnen beginnen, wat ik dan volkomen eens ben met den opmerker. Maar 't spreekwoord : "Beter halve gekeerd dan ten heele gedwaald", bestaat ook nog. Nu zal echter de grote vraag zijn of 't mij zal lukken. Als ik mij niet vergis is 't doel van 't gymnasium, behalve om iemand wat kennis bij te brengen, ook om karakter te vormen, doordat men een hoeveelheid moeilijke leerstof te doorworstelen krijgt. Bij mij is 't dan niet erg geslaagd en dat vind ik jammer. Anderen hunkeren ernaar om van "school" af te zijn, maar ik voel dat helemaal niet zoo. Anderen weten precies wat ze worden willen, ik niet. Door deze en andere dingen voel ik me heel anders, sta ik als 't ware buiten de klas. Als ik dan straks eindexamen gedaan heb, ben ik van 't gymnasium af. Wat dat precies wil zeggen kan ik mij nog niet goed voorstellen. Zal het mij meer vrijheid brengen of zal ik in mijn vrijheid beperkt worden? Ik weet het niet. E. Lambers Egbert Lambers was van 1918 tot 1924 leerling op het Stedelijk Gymnasium. De school was toen nog op het Janskerkhof. Na zijn studie heeft hij eerst bouwkunde gestudeerd, maar dat beviel hem niet. Daarna ging hij medicijnen studeren en werd huisarts in De Meern. Hij werd 95 jaar oud.
Marjolein Bransen, 5a
Conrector, motorzager, grootvader: Frank Verwoerd De man die zich als jonge docent stellig had voorgenomen om vijf jaar te blijven en dan weer verder te gaan, is nu al meer dan vijf en twintig jaar aan het Utrechts Stedelijk Gymnasium verbonden. Aanvankelijk als docent aardrijkskunde en later - tot op de dag van vandaag - als conrector. Altijd bezig is hij, en altijd goed voor een gulle lach. Wie is nou eigenlijk die mijnheer Frank Verwoerd? Uw verslaggeefster vroeg het hem. "Voordat ik ging lesgeven in het voortgezet onderwijs was ik onderwijzer in het toenmalig lager onderwijs, in Alphen a/d Rijn," vertelt de conrector, "op het laatst was ik er hoofd. Ik zag dat mezelf niet de rest van mijn leven doen; moeten ze in de derde klas - zo werd groep vijf toen nog genoemd - met balpen of met vulpen schrijven? Dat soort vragen". De hoofdonderwijzer concludeerde dat hij voor het lager onderwijs niet écht geschikt was, en ging op zoek naar iets interessanters. Om te beginnen werd dat een vervolgstudie, náást zijn werk als hoofdonderwijzer. "Wiskunde, scheikunde of aardrijkskunde zou het moeten worden. Daar heb ik lang over nagedacht. Nu had de studie aardrijkskunde aan de Universiteit Utrecht wat gunstiger tijden; er was onder andere college op woensdagmiddag en daar kon ik dan compensatie voor krijgen. Daarom heb ik aardrijkskunde gekozen". Mijnheer Verwoerd herinnert zich dat de parttime studenten - die náást hun werk studeerden - alle steun van de Universiteit kregen. De instelling had het standpunt dat het om mensen ging die al werkten en vaak al een gezin hadden. Ze wilden iets bereiken en werden daarin tegemoet gekomen. "Voor ons bestond toen het studiehuis al", vertelt de heer Verwoerd. "Er werd verwacht dat wij heel zelfstandig werkten". "Toen ik ging solliciteren naar een baan als docent in het voortgezet onderwijs kon ik kiezen uit wel drie banen", gaat mijnheer Verwoerd verder, "maar dat is niet zo gek; ik had immers al onderwijservaring en ik was fulltime beschikbaar. Goh, dat soort mensen hebben we nu nog steeds graag, jonge ervaren krachten!" De eerste jaren bij het Stedelijk herinnert hij zich als zwaar. "Overdag had ik mijn werk op school met alles wat erbij hoorde: nakijken, lessen voorbereiden. Daarna begon mijn studie en dat moest strak gepland want ik had inmiddels óók een gezin. Alleen op zaterdagavond was ik vrij. Ik zou het niemand aanraden….." Van de werkweek op Terschelling is de heer Verwoerd destijds mede-bedenker geweest. "Ja", herinnert hij zich, "de sectie biologie organiseerde in die tijd jaarlijks een dagje Limburg. Zo'n themadag leek mij voor aardrijkskunde ook wel leuk, maar wat was dat een reis! En dat voor een dag! Nu had de biologiedocente familie op Terschelling, en zodoende is al brainstormend een weekje Terschelling ontstaan. Oorspronkelijk was deze excursie voor de tweedeklassers bedoeld, maar we doen het nu met de eerste. Nog steeds vind ik het één van de leukste werkweken hier op school". Als conrector is mijnheer Verwoerd verantwoordelijk voor alle beheerszaken. Aanvankelijk was dit goed te combineren met het docentschap; in het begin waren zaken als financiën en beheer immers niet zo complex, en die vonden bovendien buiten de school plaats. De gemeente regelde alles; met geld had een school een jaar of vijftien, twintig geleden niet zoveel te maken. Was er een docent ziek? Dan zocht je een vervanger. Het salaris werd ergens bij de gemeente geregeld. Nu is het zo dat de gemeente de school een zak
9
geld overhandigt. Daar moet alles van gebeuren: salarissen betalen, gebouw onderhouden, onderwijs geven, meubels vernieuwen, schoonmaken, de energienota betalen. Mijnheer Verwoerd managet dat, óók de onderhoudsplanning en het beheer. Welke eigenschappen komen hem daarbij goed van pas? "Ik kan over het algemeen wel goed met mensen overweg en dat is een voordeel. Van de schoolleiding heb ik de meeste contacten met aannemers, schilders, het schoonmaakbedrijf, de gemeente. Onderhandelen vind ik leuk, het werken naar het compromis". "Kijk, wij willen natuurlijk voor een dubbeltje op de eerste rang zitten en de ander wil zijn product leveren, tegen een goede prijs. En dáár dan de tussenweg vinden, zonder dat je ongenoegen krijgt". De conrector geeft aan dat hij erg hecht aan goede relaties met leveranciers. "Als het die mensen duidelijk is dat je het goed met ze meent, komen ze óók voor een flutklusje, en dan willen ze dat óók op een rottig tijdstip komen doen, bijvoorbeeld op de vrijdagmiddag". Heeft hij, nu hij geen les meer geeft, ook nog wel met leerlingen te maken? "Jazeker, ik registreer de absenties in de bovenbouw". Breed lachend vertelt hij dat hij dus niet het beste volk over de vloer krijgt! De spijbelaars, de kinderen die een briefje zijn vergeten, of de kinderen waar het thuis niet lekker loopt. "Boos? Ach welnee. Ik word niet warm of koud hoor, van een scholierenstreek. Ik heb zelf immers drie zoons? En dat waren niet de braafsten - ik mag wel zeggen: integendeel!" "Waar ik écht niet tegen kan, dat is onrechtvaardigheid. Dan word ik écht gallisch boos! Bijvoorbeeld: de één leutert tegen een ander over "Verwoerd die dit of dat heeft gezegd of gedaan", terwijl dat niet zo is. Dán word ik boos. Ik ga dat dan altijd wel uitpraten. In al die jaren is het twee of drie keer gebeurd dat iemand aan het andere einde van de gang tegen mij zei: volgens mij was je boos! Dáár was het te horen! Maar dan ging het om een kind dat echt het bloed onder mijn nagels had weggehaald. Ik vind overigens dat je dat soort uitbarstingen heel spaarzaam moet houden. Dan maakt het tenminste indruk". Het leuke is, zo vertelt de heer Verwoerd, dat er regelmatig leerlingen, óók voormalig zondaars, bij hem langskomen "zomaar, nergens voor". Om een praatje te maken. Heeft die drukbezette man wel tijd voor hobby's? Heeft hij eigenlijk een hobby? "Eéntje maar?" Klussen "daar heb ik niet zoveel tijd voor", sport - "eigenlijk alle sporten wel", een verzameling van ruim tweehonderd Parker pennen - "rollerpennen of vulpennetjes" - die het allemaal doen, en die allemaal een reclameopdruk hebben. "Ja, er móét reclame op staan!". "Verder ben ik dol op lezen; daar komt het jammer genoeg te weinig van. Maar als ik eenmaal begin, houd ik ook niet meer op! Ik ben een lezer die het boek uit wil hebben. Tot diep in de nacht, maakt niet uit. Gewoon in één keer". Dikke boeken, vertelt hij, probeert hij te bewaren voor de vakantie. Als dat lukt gaat hij ermee zitten en ziet of hoort dan niets meer van zijn omgeving. "Een auteur waarvan ik graag lees is Dan Brown. Dit is een thrillerauteur die ware feiten en echt bestaande organisaties in zijn verhalen verwerkt, en daar fantaseert hij dan wat bij. Vorig jaar zijn we met collega's naar Rome geweest, om de reis voor de vijfdeklassers voor te bereiden. Eén van de laatste boeken van Dan Brown speelt zich daar af. Het Pantheon, het Vaticaan, op alle plekken waar we zijn geweest. Dat vond ik erg leuk". Verrassend: "Ik ben ook vrijwilliger in het bos, ik ben gecertificeerd motorzager. Dat doe ik op zaterdagochtend, elke veertien dagen. Eigenlijk hoor je dan uit te slapen, maar goed. Wij motorzagers dragen speciale beschermende broeken; er hangen van die kevlar draden in. Mocht de zaag erin slaan, dan staat deze binnen een seconde stil. Wij hebben dat ook wel eens getest hoor. Het mocht van de instructeur, máár, zei hij, daarna halen jullie de zaag uit elkaar! Inderdaad konden wij naderhand die draden uit de zaag gaan zitten peuteren".. 10 "We dragen laarzen met stalen neuzen en
houten zolen. Wij hebben er dus geen last van als er een boomstam op je voeten valt en dat gebeurt gewoon wel eens. Hooguit komt je laars ergens vast te zitten, maar daar heb je dan weer een zaagmaatje voor, die je eruit kan halen. We hebben ook een helm met vizier en oordoppen. Handig, want de zaag maakt een geweldige takkeherrie! Een motorzaag is een link apparaat hoor". Waar gebeurt dat zagen? "Dat doe ik in de bossen rond Veenendaal. Ik vind het helemaal niet erg als dat in de VOX komt, daar komen de USG-ers toch niet. Het is altijd op landgoederen van particulieren of in houtwallen van de gemeente. Heel bijzonder, want die gebieden zijn niet opengesteld voor publiek. Je ziet er dan ook nogal eens bijzondere dieren: een ree of een vos, of een zeer zeldzame zwarte specht". "Officieel werk ik fulltime, maar sinds drie jaar heb ik een BAPO dag. BAPO staat voor Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen, mooi hè? Dat betekent dat je vrije tijd mag kopen. Je koopt je - als je 56 of ouder bent - een dag vrij, als het ware. Ik wou dat wel. Sinds kort besteed ik die dag ook echt aan dingen voor mezelf, in het begin niet. Op die dag ging ik dan mijn werk sorteren en e-mails beantwoorden, maar ja, daar heb je zo'n dag niet voor. Op die dag moet je je auto wassen, of fietsen of winkelen of wandelen in het bos. Nadat ik een tijdje erg ziek ben geweest, deed ik op die dag overdag niets meer aan school. 's Avonds na het eten gaat het wel eens mis ja, dan kijk ik wel eens even of ik niet weer vierentwintig e-mails heb". "Vroeger dacht ik altijd," vertelt mijnheer Verwoerd, "dat het ophield na je pensioen. Ik dacht: dan zit je achter de geraniums, en wat moet je dan?" Hij vertelt dat hij een paar maanden niet heeft mogen werken, vanwege hartklachten. In die tijd had hij zich nog geen seconde verveeld, en daarom was de beslissing snel genomen toen hem de mogelijkheid werd geboden om een BAPO-dag te nemen. "Ik heb tijdens mijn ziekteperiode - toen ik dus gedwongen stil zat - ontdekt dat ik zo'n dag wel kon gebruiken". Al ruim twee jaar geniet de conrector enorm van het gezelschap van Fidel Verwoerd - zijn kleinzoon. Kort geleden is daar kleindochter Merel bij gekomen. Hij stráált van trots, en tegenover mij zit plotseling een opa. "Mijn kleinzoon is autofanaat", vertelt hij "hij kent alle automerken uit zijn hoofd en hij kent ook al heel veel onderdelen: de koplamp, het wiel. Het jongetje is ook nog eens dol op autorijden". Van zijn opa heeft Fidel een elektrisch motorfietsje gekregen. "Daar is hij eigenlijk nog iets te klein voor", vindt de grootvader, "maar ik vond het zélf zo leuk. Bovendien," zo gaat hij verder, met een grijnsje, "heb ik er geen last van. Het is namelijk een politiemotor en er zitten wel drie sirenes op!" In 2008 hoopt de heer Verwoerd met pensioen te gaan. Fidel is dan vijf. "Ik denk dat ik dan meer tijd aan mijn kleinkinderen zal besteden, want dat vind ik gewéldig", zo vertrouwt hij mij toe; "Fidel en Merel zijn de kindertjes van mijn oudste zoon en ik heb nóg twee zoons….. die moeten nog!" Majne van de Merwe
Rectificatie In de VOX van november 2004 heeft ondergetekende verslag gedaan van een ouderavond, waarbij ik de gegeven informatie op een onjuiste wijze heb vertaald. Dat is erg vervelend en levert misverstanden op. Ik heb het USG hierover dan ook mijn verontschuldigingen aangeboden. De school heeft de direct-betrokkenen zijnde de ouders van de leerlingen van de huidige 3e klas hierop persoonlijk een brief (van 6 december
2004) gestuurd om een en ander recht te zetten. Als u wilt weten hoe het wél precies zit met de vakken die wel of niet terugkomen in de 4e klas, dan kunt u het volgende doen; - U kunt een kopie van de brief van 6 december 2004 bij ondergetekende telefonisch opvragen onder tel no. 030-2889876. - U kunt de schriftelijke informatie die op de ouderavond is verstrekt lezen of uitprinten via internet en wel als volgt: Ga op internet naar www.usgym.nl Klik als volgt verder open:
11
- ouders - samenvattingen informatieavonden - samenvatting informatieavond 3e klas.
richten en Engels praten werd duidelijk dat Robin en ik beiden door zouden gaan naar het WK in Calgary!
Sorry voor het misverstand. Jelly de Jong-Mulder.
De andere twee deelnemers waren Eva Spoor, uit Bergen op Zoom, voor wie het de vierde deelname aan het WK zou worden. En Brady Donohue, van oorsprong Canadees maar vanwege haar vaders baan als onderwijzer op de Canadese militaire school in Brunssum al 4 jaar woonachtig in Nederland.
World Schools Debating Championships’
Zondagochtend zijn Robin Blijde en ik terug gekomen van de '2005 ConocoPhillips World Schools Debating Championships'in Calgary, Canada. Maandag waren we weer op school te vinden hoewel nog uitgeput van de lange reis en de vele avonturen. Op de 'Dutch Schools Debating Championships' werden uit alle deelnemende teams 6 leerlingen geselecteerd die doorgingen naar de selectie voor 'World Schools Debating Championships'. Uit deze 6 debaters zouden na een aantal weken trainen met proffesionele trainers 4 kandidaten gekozen worden om Nederland te vertegenwoordigen op de wereldkampioenschappen in Canada. Robin en ik waren 2 van die 6 debaters. Onze trainers waren: jeannette Baljeu, Martijn Cosijn en Daniel Okma. Zij hebben al meerdere malen trainingen georganiseerd voor de Tweede Kamer en Jeannette is al 6 jaar coach van het Nederlandse team. Na ongeveer 2 maanden hard trainen, stellingen 12 voorbereiden, nieuws bijhouden, onderzoek ver-
We hebben ontzettend genoten van deze ervaring. Het toernooi was ontzettend goed georganiseerd. Er waren meer dan honderd vrijwilligers die overal mee hielpen, we verbleven in een prachtig hotel, we werden overal waar we kwamen gastvrij en zelfs met eerbied ontvangen en we hadden een ontzettend leuk en veelzijdig programma. Over het algemeen werd eigenlijk met name duidelijk dat het WSDC geldt als een prestigieus en bekend toernooi in het buitenland. In Nederland wordt er nog nauwelijks aandacht aan geschonken hoewel iedere deelnemer van Australië bijvoorbeeld persoonlijk door de minister van Buitenlandse Zaken gefeliciteerd was! Een jongen kwam zelfs in de krant omdat hij gekozen was als reserve (!) debater! Leuzen als 'Welcome Future World Leaders' bevestigen het vermoeden (hoewel een beetje optimistisch). We hebben dus deel mogen nemen aan en mogen genieten van debatten van hoog niveau. We hebben kennis mogen maken met de Canadese cultuur en met hun gastvrijheid. We hebben veel nieuwe vriendschappen opgedaan met mensen afkomstig van over de hele wereld. Bovendien belandde Nederland voor het eerst hoger dan de 30ste plaats en wel op de 19e plaats! We hebben hard gewerkt en ontzettend veel geleerd, maar ook plezier gehad en genoten van deze unieke ervaring waar we in de toekomst ongetwijfeld nog veel aan zullen hebben. Hopelijk op naar Wales 2006!
Victoria Wiertz, klas 6C Utrechts Stedelijk Gymnasium
Daar komen de Chinezen Steeds vaker worden we erop geattendeerd dat Azie rond 2050 economisch het machtscentrum in de wereld zal gaan worden. In zijn nieuwste boek 'Megatrends' voorspelt Adjiedj Bakas, een bekende Nederlandse trendwatcher, deze machtsverschuiving ook. Hij ziet de chinese invloed reeds in onze westerse cultuur opduiken in schoonheidsidealen van fotomodellen en actrices, in gerechten, in de stijgende belangstelling voor bijvoorbeeld Feng Sui-ontwerpregels binnen de interieurarchitectuur. Hij doet tijdens een interview met de NRC de volgende opmerkelijke uitspraak: 'jongeren kunnen beter Chinees en Hindi dan Grieks en Latijn leren.' Dit is een prognose die het Gymnasium op z'n grondvesten laat trillen. In ieder geval was deze uitspraak voor mij uitdagend genoeg om bij stil te staan. Hoeveel waarheid of wijsheid zit er in deze gedachtengang.? Hoe vooruitziend en verstandig is het om reeds op de middelbare school te beginnen met het aanleren van de chinese taal, zodat jonge Nederlanders carriere kunnen maken in het buitenland, of een brugfunctie kunnen vervullen tussen de twee culturen? Ik vind dit een opwindende denkexercitie. Als het gymnasium deze internationaal georienteerde studenten niet aanlevert, welke opleiding kan hier dan wel op inspringen? Chinees is tenslotte niet 1,2,3 te leren en de universitaire studieperiode is daar niet op berekend. Daarbij gaat het natuurlijk niet alleen om het aanleren van een taal, maar om het begrijpen van het aziatische culturele erfgoed, hun waarden en normen. Tot nu toe heeft het westerse onderwijssysteem zich gebaseerd op de denkwereld van de klassieken. Onze christelijke cultuur is er op gestoeld. De rationele en democratische waarden van de Oudheid waren zeer goed verenigbaar met de egalitaire denkwijze van het christendom. Plato en Jezus bijten elkaar niet. Maar door de secularisatie van de samenleving en de komst van een multiculturele samenleving is het minder logisch zich binnen het onderwijs nog steeds op de christelijke ethiek te baseren. Wanneer je globaler kijkt zijn er meerdere eeuwenoude filosofische tradities die hoogstaande culturen hebben voortgebracht, zoals China en India, met ieder voor zich waardevolle grondbeginselen Daarbij moeten we ons realiseren dat onze eigen hedendaagse cultuur door de toevloed van onsamenhangende beelden in de massamedia en tanende waarden en normen snakt naar een nieuw fundament. Dat zal ook de reden zijn voor onze interesse in de eeuwenoude Chinese cultuur, zoals dat door mensen als Bakas wordt gesignaleerd. We moeten natuurlijk wel bedenken dat deze interesse uit een puur nostalgisch verlangen voortkomt, een trend zoals we ook in de jaren zestig gekend hebben ten aanzien van de Indiase cultuur. Toch moet gezegd worden dat deze openstelling voor Oosterse denk- en leefwijzen onze cultuur enorm verrijkt heeft. Waarom zou dat nu ook niet het geval zijn? Intensievere kontakten met deze nieuwe handelscentra zullen onontkoombaar zijn, maar ook profijtelijk. We moeten wel door de romantiek van het oosterse en exotische heenkijken en niet vergeten dat China ook een eigen recente geschiedenis gehad heeft die qua impact en traumatisering vergelijkbaar is met Duitsland's Nazi-verleden. Zou je werkelijk studenten willen toerusten om het China van nu te kunnen doorgronden dan kan je niet in nostalgie blijven steken. Dit memoreer ik om mijn eigen aanvankelijke enthousiasme voor het idee om Chinees voor het Grieks te verruilen een beetje te temperen. Je kan voorts tegen dit idee inbrengen dat het nogal opportunistisch is om je je met toekomstige handelspartners te identificeren. Een schamper gezegde luidt: wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Toch maak ik me sterk voor een discussie over het ideale onderwijsaanbod voor de toekomst vanuit de behoeften die het werkveld voorziet. Tenslotte is het de bedoeling dat het gymnasium wereldburgers opleidt. Met andere woorden: welke rol heeft het leren van Grieks en Latijn nog in het perspectief van deze kantelende machtsverhoudingen? Ik zou het niet vreemd vinden 13 als de gymnasia zich herorienteren op hun speerpunten. Heel goed zou de
filosofieles in de toekomst de vergelijking van culturele waarden als onderwerp kunnen hebben terwijl er tevens een keuzevak chinees toegevoegd zou kunnen worden wellicht in samenwerking met andere gymnasia/VWO's in de buurt. Het zal trouwens wel een mooie mop zijn als in navolging van het chinese schoolsysteem de 2-de fase in de toekomst weer wordt afgebouwd en er opnieuw klassikaal rijtjes opgedreund gaan worden en oude teksten gereciteerd. aiana iie aiada iooa of misschien wel
Jopje Bakker
Afscheid van de heer Lockefeer
In een vergadering van de VOX-redactie bereikte mij het bericht dat de heer Lockefeer docent klassieke talen, begin 2005 afscheid had genomen van het USG in verband met (vervroegde) pensionering. Hij had er blijkbaar zelf voor gekozen om dit zonder veel tam-tam te doen, hetgeen betekende dat er slechts in het docentencorps aandacht is besteed aan dit feit. Hoewel wij de wens van de heer Lockefeer natuurlijk willen en zullen respecteren, hebben wij er toch behoefte aan om middels een kort schrijven in de VOX aandacht te besteden aan zijn afscheid, temeer daar ik van mijn eigen kinderen positieve geluiden hoorde over deze docent. Wat voor docent was de heer Lockefeer eigenlijk? Om een wat breder beeld te krijgen heb ik een aantal oud-leerlingen hierover telefonisch benaderd. Hieruit werd al snel duidelijk dat de heer Lockefeer met name als mens zeer werd gewaardeerd door de leerlingen. Men noemt hem een hele aardige man; iemand bij wie je met vragen altijd terecht kunt; een persoon die je nooit 14 voorbij zal lopen ook niet privé als je elkaar
bijvoorbeeld tegenkomt op het sportveld (bij voetbal of hockey). De heer Lockefeer is blijkbaar een man die jongeren aanspreekt en die gemakkelijk benaderbaar is. Ruzies in zijn klassen waren er dan ook niet, want als er wel eens "wat was" werden zaken uitgesproken. De USG-ers vonden dat de heer Lockefeer veel vertrouwen had in zijn leerlingen, soms zelfs wel eens een beetje teveel ……waardoor sommige leerlingen zelfs vonden dat de klas de dienst uit maakte in plaats van andersom….. Dat is toch wel grappig om te horen dat leerlingen achteraf vinden dat een docent eigenlijk strenger had moeten zijn. Als ze dit echt gewild hadden, dan heb ik nu de indruk dat dit zeker bespreekbaar zou zijn geweest bij de heer Lockefeer. Bovendien: ik heb alleen oud-USG-ers gebeld (die ik kende via mijn zoon) en dan heb je het over oud-leerlingen uit de 6e klas. Met een 6e klas ga je ongetwijfeld anders om dan met "bruggers", temeer daar de onderwijs filosofie in de hogere klassen ook uitgaat van een grote mate van zelf-werkzaamheid van leerlingen, als aanloop naar verdere studie. Niet onvermeld mag blijven de sportiviteit van de heer Lockefeer, waardoor hij met name op sportdagen een stimulerend voorbeeld was voor jongeren. De oud-leerlingen aan de telefoon hebben ook zeer positieve herinneringen aan de heer Lockefeer als mede-reisgenoot in Frankrijk, bijvoorbeeld bij het maken van dagmarsen. Opnieuw komt weer het beeld naar voren van een aimabele man. Al met al heb ik de indruk dat het USG binnen de sectie klassieke talen alweer een veer heeft moeten laten bij het afscheid van deze docent. Mijnheer Lockefeer: u bent veel te actief om nu op uw lauweren te gaan rusten, en dat is maar goed ook. Wij wensen u en de uwen verder alle goeds toe. Jelly de Jong-Mulder.
Keulen voor de 5e klas Op vrijdag 11 maart zijn de Duits12 clusters naar de stad Keulen geweest. Een gezamenlijke reis van de vijfde en de zesde klas, hoewel 's ochtends de zesde klas in Bonn vertoefde om daar naar het museum van de Duitse geschiedenis te gaan. Later op de dag ging gingen zij ook naar Keulen om nog even te kunnen winkelen. De vijfde klas verbleef de hele dag in Keulen. Het eerste onderdeel van het programma was de dom van Keulen. Hier was het niet de bedoeling om iets te doen in het teken van de Duitse taal, maar het was zeker de moeite waard om hem even geizen te hebben. De dom is aan hetzelfde plein als het Römisch-Germanisch Museum, waar we als tweede naar toe gingen. Hier kregen we een rondleiding in het Duits over hoe de Romeinen de stad Keulen gesticht hadden en hoe deze er toen uit heeft gezien. Ook vertelde de gids dat de twee hoofdstraten in de symmetrisch gebouwde Romeinse stad nu nog steeds bestaan en de drukst bezocht winkelstraten van Keulen zijn. Daarnaast liet hij onder andere ook nog de beroemde mozaïekvloer zien dat ontdekt is tijdens de Tweede Wereldoorlog na een bombardement van Engelse vliegtuigen. Hierna was de mogelijkheid om ofwel direct de stad in te gaan ofwel naar het Museum Ludwig (moderne 'De Dom van Keulen' kunst) te gaan. Dit tweede museum vond ik leuker - we hebben onder andere schilderijen van Picasso en Warhol gezien maar ook bijvoorbeeld het Fietswiel van Duchamp - omdat hier allerlei werken van beroemde kunstenaars ten toon waren gesteld. Vervolgens hebben we nog even wat gedronken in het restaurant van het museum, samen met de begeleidende docenten Dhr. Kers en Mevr. Crump, om daarna tot het 'échte' werk over te gaan. In het kader van de spreekvaardigheid was het de bedoeling een aantal inwoners van Keulen in het Duits - uiteraard - te interviewen over verschillende onderwerpen. Deze vragenlijsten hadden we van te voren voorbereid in de les. Bovendien hadden we sollicitatie gesprekken gevoerd om het vragen en antwoorden c.q. improviseren in het Duits nog extra te oefenen. Mijn groepje en ik hadden als onderwerpen: 'verhouding
Nederland Duitsland', 'het scheidsrechtersschandaal' en 'film en muziek'. Over het algemeen ging het wel goed, dat wil zeggen, de inwoners van Keulen gingen serieus in op ons huis-tuin-enkeuken-Duits. Het leuke aan de gesprekken was dat je wildvreemde Duitsers aan moest spreken op straat en eigenlijk de hele tijd aan het bedenken was hoe je bepaalde zaken moest vertellen of vragen omdat het gesprek bij elk persoon weer anders verliep. Je deed dus echt een beroep op je eigen taalkennis en dat was soms heel confronterend. Wel gezegd moet worden is dat de mensen in Keulen heel vriendelijk waren en steeds bereid om naar ons te luisteren. Ter afsluiting van deze dag hebben de vijfde en de zesde klas samen met de begeleiders nog in een Duits-Italiaans restaurant gegeten. Al met al was het dus een gezellige en interessante dag en ik ben blij dat ik volgend jaar nog een keertje mag.
Wouter Reitsema
15