BLIKVANGER De FOV in 2007
01. INHOUD 01 INHOUD 02. WOORD VOORAF 03. FOV ONDER DE LOEP 04. FOV IN CONTACT MET DE LEDEN 05. VTO: VAN AANDACHT NAAR STRATEGIE 06. JAAR VAN DE ONDERHANDELINGEN 07. AAN HET WOORD: FRANCINE DE PRINS (BESTUURSLID) 08. AAN HET WOORD: LUC DESMEDT (SECRETARIS) 09. AAN HET WOORD: DIRK VERBIST (KABINETSMEDEWERKER) 10. GEGEVENSREGISTRATIE: BLINDEN BETASTEN EEN OLIFANT 11. PARTICIPATIE AAN HET VERENIGINGSLEVEN 12. FOV LEEST ALLE JAARVERSLAGEN 13. DE ENE INDEX IS DE ANDERE NIET 14. FOV ONLINE: (INFORMATIEVE) SCHERPER NODIG?
02. WOORD VOORAF 2007 was een onderhandelingsjaar. Liefst 16 keer ontmoette een FOV-delegatie vertegenwoordigers van de overheid in bilaterale gesprekken over de toepassing van het decreet voor het sociaalcultureel volwassenenwerk. Uiteindelijk kwam een voorstel van wijzigingsdecreet uit de bus dat begin 2008 wordt goedgekeurd. Een belangenorganisatie als de FOV vindt natuurlijk haar bestaansrecht in zo’n activiteiten. Maar echt courant is die praktijk niet. Decreten werden in het verleden vaak gerealiseerd in politieke cenakels, zonder dat de betrokkenen echt betrokken werden. Wat lobbywerk hier en daar, een vrije tribune in een krant en indien nodig een kleine vriendelijke actie op het Martelarenplein, en dat was het. De tijd zal uitwijzen of de FOV het bij de realisatie van het decreet deze keer goed heeft gedaan. De FOV-organisaties zullen het ongetwijfeld eerst ervaren. Een groot deel van de FOV-activiteiten cirkelden in 2007 dus opnieuw rond dat prille decreet van 4 april 2003. Daarom dat we er in ons “klassieke” jaarverslag -niet echt een voortgangsrapportuitgebreid over rapporteren. We bieden de lezer wat inkijk in de gebeurtenissen, maar geven ook het woord aan de “stakeholders”, zowel eigen volk als een kabinetsmedewerker. Daarnaast nog een en ander over het reilen en zeilen van de FOV in 2007: het bestuur, het personeel, de vorming van dat personeel, de communicatie met de buitenwereld, de participatie binnen de FOV en de participatie aan het verenigingsleven. We hebben zelfs wat cijfers uit een eerste onderzoek van de FOV bij de organisaties over hun personeel, vrijwillige en andere medewerkers, hun activiteiten en hun geld. En dat brengt ons bij die merkwaardige indexstory, die niet alleen minder geld bracht, maar vooral veel vragen. In 2008 weten we opnieuw wat ons te doen staat.
03. FOV ONDER DE LOEP ALLE ORGANISATIES ZIJN NOG STEEDS FOV-LID Alle erkende en gesubsidieerde sociaal-culturele volwassenenorganisaties waren in 2007 lid van de FOV. Het gaat om 56 verenigingen, waaronder 14 migrantenfederaties, 27 vormingsinstellingen, 13 volkshogescholen en 32 bewegingen. Vier organisaties hadden het statuut van toegetreden lid. De FOV werkt met een statuut van vereniging zonder winstoogmerk (vzw). Het hoogste orgaan is de Algemene Vergadering. In die Algemene Vergadering hebben alle aangesloten organisaties een zitje. Het beleid en beheer van de FOV worden door de Algemene Vergadering toevertrouwd aan de Raad van Bestuur. In die Raad van Bestuur zetelen vertegenwoordig(st)ers van de drie decretale werksoorten. Er zijn 9 mandaten voor de verenigingen, 8 voor de vormingsinstellingen (waaronder 3 voor de volkshogescholen) en 4 voor de bewegingen. Het huidige bestuur werd door de Algemene Vergadering van 19 oktober 2006 verkozen. De bestuursleden werden verkozen voor een mandaatperiode tot oktober 2010. Tijdens de Algemene Vergadering van 16 maart 2007 vond één bestuurswissel plaats. Luk De Vos (Werknemerswelzijn) werd vervangen door Gert Truyens (eveneens Werknemerswelzijn). Het FOV-bestuur ziet er als volgt uit:
BESTUUR Auwerx Patrick (Mobiel 21) - bewegingen Béatse Peter (Vormingplus Gent-Eeklo) - volkshogescholen De Prins Francine (Beweging tegen geweld - vzw Zijn) - bewegingen De Vos Luk (Werknemerswelzijn) - instellingen (tot 16 maart 2007) Declercq Johan (De Maakbare Mens) - bewegingen Desmedt Luc (HVV) - verenigingen Desmet Ingrid (VTB-VAB) - verenigingen Geeroms Jul (OKRA) - verenigingen Gouverneur Tanja (KR8, Z11) - instellingen Larock Yves (Stichting Lodewijk de Raet) - instellingen Loose John (Vormingplus Brugge) - volkshogescholen Maes Corry (S-plus) - verenigingen Marzo Fernando (Acli Vlaanderen) - verenigingen Nelen Ludo (Vorming & Actie) - instellingen Teirlinck Rudi (Davidsfonds) - verenigingen Truyens Gert (Werknemerswelzijn) - instellingen (vanaf 16 maart 2007) Van Asch Ria (Vormingplus regio Mechelen) - volkshogescholen Van Espen Carina (Viva-SVV) - verenigingen Van Hoofstadt Lieve (CCV) - instellingen Vermeersch Kristien (Netwerk Vlaanderen) - bewegingen Vrancken An (KVLV) - verenigingen Warson Peter (KWB) - verenigingen
De werkzaamheden van het bestuur worden voorbereid door het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur neemt, in een paritaire samenstelling tussen de werksoorten, de leiding waar van de organisatie. Het Dagelijks Bestuur bestaat in 2007 uit volgende leden:
DAGELIJKS BESTUUR Declercq Johan (De Maakbare Mens) - bewegingen - ondervoorzitter Desmedt Luc (HVV) - verenigingen - secretaris Loose John (Vormingplus Brugge) - instellingen - ondervoorzitter Van Hoofstadt Lieve (CCV) - instellingen - ondervoorzitter Vermeersch Kristien (Netwerk Vlaanderen) - bewegingen - penningmeester Warson Peter (KWB) - verenigingen - voorzitter
PERSONEEL De werkzaamheden van FOV worden professioneel ondersteund door een team van medewerkers. In 2007 werkten negen personeelsleden voor de FOV: Cleynhens Karine, administratief medewerkster Cornelis Nele, stafmedewerkster De Vos Hugo, directeur Hiergens Karen, campagnemedewerkster Kom uit uw Kot Luyten Claire, stafmedewerkster (vanaf 16 mei 2007) Sellekaerts Luc, onderhoudsmedewerker Toussaint Nancy, stafmedewerkster Van Aerschot Dirk, logistiek en financieel medewerker Vermeersch Lode, stafmedewerker (tot 28 februari 2007) De werkzaamheden van de FOV gebeuren bij gratie van een financiële input van de leden en van de overheid. De leden betalen een lidmaatschapsbijdrage, die is aangepast aan hun subsidiebedragen. De overheid zorgt daarnaast voor een substantiële bijdrage. In het najaar 2007 kondigde minister Anciaux voor 2008 nog een lichte budgetverhoging aan. De overheid subsidieerde de FOV in 2007 met 260.000 euro. In 2008 zal dit bedrag stijgen tot 285.000 euro. Dit bedrag ligt evenwel nog iets lager dan wat eerder in het FOV-decreet was bepaald (0,7% van de subsidies die aan de aangesloten lidorganisaties worden uitgekeerd).
HIIPREQIEERLIX(EKIPMNOW&IWXYYV
HIIPREQIEERHI6EEHZER&IWXYYV
MRKIOSQIRZVEKIRFMNHI*3:
HIIPREQIEERHI;IVOKVSIT&I[IKMRKIR
HMZIVWMXIMX MRXIVGYPXYVEPMXIMX MRXIVREXMSREEP
[IVOMRK*3: [IVO KVSITIR(&6Z&%:
GSQQYRMGEXMI
STPIMHMRKWWTSVX IRGYPXYYVGLIUYIW
HIGVIIXIRFIPIMHW TPERRMRK NEEVZIVWPEKIR NEEVTPERRIR-/>
ZVMN[MPPMKIVW[IX IREERZIV[ERXI ERHIVI
HIIPREQIEERHI;IVOKVSIT-RWXIPPMRKIR
HIIPREQIEERHI;IVOKVSIT:IVIRMKMRKIR
HIIPREQIEERHI;IVOKVSIT:SPOWLSKIWGLSPIR
FSIOLSYHMRK VIOIRMRKIRFEVIQE«W (%'PSRIR
&8;IRJMWGEPIKMJXIR
EYXIYVW[IXKIZMRK FMPPMNOIZIVKSIHMRKIE
WYFWMHMIWIRFIKVSXMRK
:IVIRMKHI:IVIRMKMRKIR
04. FOV IN CONTACT MET DE LEDEN Alle door de Vlaamse overheid erkende en/of gesubsidieerde sociaal-culturele organisaties zijn lid van de FOV. Om de belangen van de organisaties goed te kunnen verdedigen, houdt de FOV de band met de lidorganisaties zou nauw mogelijk. Centraal in de werking staan de werksoortelijke werkgroepen. De bijgevoegde tabellen tonen de participatie aan de FOV-werkgroepen van de voorbije drie jaren. Het gaat telkens om de gemiddelde jaarlijkse participatiegraad op het totaal van de FOV-lidorganisaties binnen elke werksoort. De FOV-werkgroepen zijn een belangrijk middel voor overleg met de lidorganisaties. Toch houdt de FOV ook nog op andere manieren contact met de lidorganisaties. Vaak gaat het dan om particuliere vragen van organisaties. De taartgrafiek geeft in enkele grote categorieën aan welke vragen in 2007 bij de FOV binnenkwamen. Uit een interne analyse blijkt dat ook in 2007 de FOV met alle lidorganisaties op één of andere manier contact had. Naast de werkgroepen spelen ook de bestuursorganen een belangrijke rol in de FOV. Ook in 2007 leverden de leden van het Dagelijks Bestuur en de Raad van Bestuur grote inspanningen voor de FOV. De grafische weergave van de gemiddelde deelname aan het Dagelijks Bestuur en aan de Raad van Bestuur geeft hiervoor een duidelijke indicatie.
05. VTO: VAN AANDACHT NAAR STRATEGIE 1
Eind november 2007 keurde de Raad van Bestuur van de FOV het strategisch VTO -plan goed. Aan de hand van dit plan beschrijft de FOV op een strategische manier hoe en onder welke condities zowel het organisatie- als het individuele leren binnen de FOV wordt bevorderd. Voorheen hechtte de FOV wel belang aan VTO maar noch op een systematische manier, noch op lange termijn. Het werken aan een VTO-plan heeft veel voeten in de aarde gehad, maar de weg die de FOV aflegt om het plan te operationaliseren, is een leerrijk proces met vallen en opstaan.
KENNEN, KUNNEN EN DOEN
zijn, worden beschouwd als “gemeenschappelijke
Bij de FOV wordt zowel op een collectieve als op een
competenties”.
individuele manier geleerd, zowel op een formele als op een informele manier. Door de particulariteit van
KENNISBEHEER
haar opdracht -namelijk collectieve, sectorale, werk-
Eén van de voorwaarden voor een effectief VTO-beleid
soortelijke en organisatiebelangen van de aangesloten
binnen organisaties en binnen de FOV in het bijzonder,
organisaties behartigen ten aanzien van verschillende
is het toegankelijk, raadpleegbaar en toepasbaar
overheden en instanties- gebeurt de ontwikkeling van
maken van informatie. Als dit op een systematische
de medewerkers veelal on-the-job of op de werkvloer.
en transparante manier gebeurt, spreekt men van
Aansluiting bij de persoonlijke leerbehoefte van de
kennisbeheer. Tijdens de jaarlijkse staftweedaagse in
medewerker wordt zo optimaal vormgegeven. Het
augustus werden een aantal vragen en stellingen over
gebrek aan competentieprofielen met een overzicht
kennisbeheer voorgelegd en besproken met het team.
van de nodige kennis, vaardigheden en attitudes ver-
Op basis hiervan werden voorstellen geformuleerd om
hinderde de FOV om alle leerbehoeften en noden op
de aandacht voor en het ontwikkelen van systemen
een gestructureerde manier in kaart te brengen.
van kennisbeheer binnen de FOV in de toekomst te verbeteren.
In de loop van 2007 investeerde de FOV daarom nogal wat tijd in het in kaart brengen van de aanwezige
VTO HANDEN EN VOETEN GEVEN
en de te ontwikkelen competenties. De missie, visie
Eind oktober 2007 voerden de financiële, secreta-
en doelstellingen van de FOV vormen samen een
riaats- en educatieve medewerker(s) een zelfevalu-
belangrijke leidraad voor een competentie-analyse.
atieoefening uit. Bij elke taak van hun takenpakket
Bij het bepalen van de competenties werd niet alleen
gingen de medewerkers na welke competenties ze
rekening gehouden met de huidige werksituatie maar
nodig hebben om hun opdracht te vervullen en welke
ook met toekomstscenario’s die mogelijk gevolgen
competenties -rekening houdend met hun competen-
hebben op het vaststellen van de kerncompetenties
tieprofiel- nog moeten aangescherpt worden. Daar
van de FOV. Elke medewerker werd uitgedaagd om zijn
zowel het competentieprofiel als de meerderheid van
taakomschrijving en concrete opdrachten te vertalen
de taken van de educatieve medewerkers dezelfde
naar competenties (kennis, vaardigheden, attitudes).
zijn, werden de resultaten van de zelfevaluatie per
De resultaten van deze individuele opdrachten werden
educatieve medewerker eveneens in een educatief
in het team tijdens verschillende bijeenkomsten be-
overleg besproken. De resultaten van de verschil-
sproken en bediscussieerd.
lende zelfevaluatieoefeningen per functie werden bij
Het team stelde vast dat bepaalde opdrachten vaag en
elkaar gebracht op een teamoverleg en besproken. De
weinig resultaatgericht geformuleerd zijn. De aard van
zelfevaluatieoefening leidde tot een inventarisatie van
het werk (belangenbehartiging, belangenverdediging)
leerbehoeften zowel op het collectieve niveau van het
laat moeilijk toe om taken te vertalen naar resultaat-
team als op het individuele niveau. Deze inventari-
gerichte indicatoren. Bijgevolg zijn ook de competen-
satie vormt de basis voor het samenstellen van een
ties niet uitgerafeld in concrete omschrijvingen, noch
vormingsmatrix waarbij de leerbehoeften worden gede-
aangevuld met prestatie-indicatoren of -niveaus.
finieerd alsook de manier waarop vorm wordt gegeven
Op organisatieniveau wordt de missie en visie van
aan het leertraject en de uitkomst hiervan. In 2008 zal
de FOV vertaald in “kerncompetenties”. De compe-
de FOV deze vormingsmatrix verder concretiseren en
tenties die in alle functies (educatieve-, financiële-,
de vormingsprioriteiten voor 2008, alsook voor een
secretariaat-, en coördinatiefunctie) terug te vinden
langere termijn, bepalen
1 Een VTO-beleid is het geheel van activiteiten (supervisie, vorming, coaching, teamvergaderingen, studiedagen, zelfstudie…) en inspanningen dat het leren van medewerkers bevordert. Het doel is hun competenties en kennis ontwikkelen met het oog op beter en kwaliteitsvol functioneren in hun taak die kadert in het geheel van de opdracht en de missie van de vzw.
06. HET JAAR VAN DE ONDERHANDELINGEN 2007 had voor de sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk wat nieuws onder de zon. De aangekondigde evaluatie van het decreet ging gepaard met een echte innovatie. Waar in het verleden het maken en wijzigen van decreten bijna uitsluitend een zaak was van minister, Kabinet, administratie, een of andere adviesraad en uiteindelijk de parlementsleden met het laatste woord, werd in 2007 drastisch met dit gebruik gebroken. De sector werd immers van in den beginne bij de voorstellen van decreetwijziging betrokken, kon een grote duit in het zakje doen en wist zich na een lange reeks onderhandelingen verzekerd van een eindresultaat dat mag gezien worden. IEDEREEN DOET EEN VOORZET
een sterke nadruk wordt gelegd op de beoordeling
Net op de valreep van 2006 werd gestart met de
van de beleidsplannen (intenties) wil de overheid in
evaluatie van het decreet voor het sociaal-cultureel
de toekomst eerder de werking van de organisaties
volwassenenwerk. In het decreet van 4 april 2003 was
beoordelen (de realisaties). Dit zou gepaard gaan met
immers bepaald dat deze evaluatie vóór einde juni
een nieuw systeem van beoordeling van de werking
2007 moest afgerond zijn. In de grote vergaderzaal
en tezelfdertijd inhoudelijk gelinkt zijn aan nieuwe
van het Kabinet van minister van Cultuur Anciaux
beoordelingselementen.
werden op 19 december 2006 delegaties van de FOV
Door de FOV werd er vervolgens op aangedrongen om
(belangenorganisatie), SoCiuS (steunpunt) en de Raad
de onderhandelingen bilateraal tussen overheid en
voor Volksontwikkeling en Cultuurspreiding (adviesor-
sector te laten plaatsvinden. Als belangenbehartiger
gaan) uitgenodigd door Kabinet en administratie voor
onderscheidt de rol van de FOV zich immers wezenlijk
een eerste overlegbijeenkomst. Het Kabinet gaf er
van de rol van een steunpunt of een adviesorgaan.
toelichting bij een eerste ’Document ter voorbereiding
De overheid had oren naar deze verzuchting. Het
van de tweede evaluatie van het decreet 4 april 2003
betekende de start van een lang parcours dat zich in
betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk’.
2007 uitstrekte over 16 onderhandelingsbijeenkom-
In het document werden een aantal overheidsintenties
sten. Voor de FOV nam telkens een delegatie van het
vertolkt over de verdere toepassing en gedeeltelijke
Dagelijks Bestuur aan deze gesprekken deel.
herziening van het decreet. Tijdens de eerste bijeenbevraging van de overheidsvoorstellen.
APART OVERLEG OVER HET BEOORDELINGSSYSTEEM EN DE BEOORDELINGSELEMENTEN
Op 10 januari 2007 kregen de andere gesprekspart-
Met de verschillende actoren (overheid, FOV, SoCiuS
ners de kans om hun evaluatievoorstellen te berde
en de Raad voor Volksontwikkeling en Cultuursprei-
te brengen. Het evaluatiestandpunt van de FOV met
ding) werd parallel aan de onderhandelingen inhou-
het lijstje van 34 bespreekpunten werd er uitgebreid
delijk overlegd over een nieuw beoordelingssysteem.
toegelicht. Ook SoCiuS en de Raad kregen de kans
Een inhoudelijke voorzet werd hiervoor geleverd door
hun evaluatieve voorstellen en standpunten van com-
Kwasimodo (de cel integrale kwaliteitszorg voor het
mentaar te voorzien. Op basis van de vier ingebrachte
sociaal-cultureel werk). Het overleg resulteerde in de
documenten zorgde de overheid voor een nieuwe
vastlegging van een evaluatiesysteem dat vanaf de
uitgangstekst. In deze tekst focuste de overheid
volgende beleidsperiode (2011-2015) volledig opera-
zeer sterk op een nogal drastische ommezwaai in
tioneel zou moeten zijn. Het is vooral gebaseerd op
de subsidietechniek. Waar in het decreet momenteel
voortgangsrapporteringen door de organisaties over
komst beperkte het overleg zich tot een informatieve
hun werking, voortgangsevaluaties en een einde-
de meerderheidsfracties overleggen over de voorstel-
valuatie door de administratie. In de loop van een
len dienaangaande. Dit resulteerde in een nieuwe
beleidsperiode zal iedere organisatie bezoek krijgen
ontwerptekst die eind augustus aan de FOV werd
van een visitatiecommissie, die de werking van de
overgemaakt.
organisatie zal doorlichten. De commissie zal bestaan uit medewerkers van de administratie en externe
LAATSTE KNELPUNTEN
deskundigen, die door de sector worden voorgedra-
De FOV-onderhandelaars konden zich na een nieuwe
gen. De eindevaluatie zal uitgedrukt worden in een
onderhandelingsronde in het bereikte compromis
positieve of negatieve beoordeling en budgettair in
grotendeels terugvinden. Alleen de mogelijke sancti-
meer of minder middelen voor de volgende beleidspe-
onering van de verenigingen bij een negatieve evalu-
riode vertaald worden. De toetsing van de werking zal
atie van de werking en de subsidiegaranties voor
ook gebeuren aan de hand van (nieuwe) beoorde-
goedwerkende bewegingen kregen geen fiat. Ook de
lingselementen. De organisaties worden uitgenodigd
overheidsvoorstellen rond de herstructurering van de
zich in hun beleidsplan en hun werking te verhouden
bovenbouw waren voor de FOV onaanvaardbaar. Op
tegenover die beoordelingselementen.
14 september boog de Raad van Bestuur van de FOV zich over het resultaat van de onderhandelingen. De
ONTWERP VAN WIJZIGINGSDECREET
Raad van Bestuur legde de conclusies vast in een kort
Midden mei 2007 werd een eerste versie besproken
en krachtig standpunt. De Raad moest node vaststel-
van een ontwerp van decreetwijziging. De voorge-
len dat de overheid niet instemt met een erkenning
stelde tekst was een poging van de overheid om
van de bewegingen en dat de zij om budgettaire re-
de afspraken uit de eerdere onderhandelingssessies
denen vasthoudt aan een stringente invulling van de
in een decreettekst om te zetten. De FOV-delegatie
niet-formele educatie. De Raad bevestigde bovendien
formuleerde bij de tekst nogal wat opmerkingen, die
de afwijzing van de voorstellen rond de bovenbouw,
in een gewijzigde tekst zouden worden opgenomen.
maar insisteerde tezelfdertijd op een snelle realisatie
De FOV-delegatie besprak met de overheid ook 19
van de wijzigingsvoorstellen voor de diverse werk-
bespreekpunten, die door de FOV als resterende
soorten. Op vijf punten wou het Bestuur evenwel nog
knelpunten waren naar voor geschoven. Met uitzon-
bijstellingen:
dering van blijvende en reeds gekende knelpunten
- bewegingen die een goed eindevaluatieverslag krij-
(erkenning bij bewegingen, beperkende invulling van
gen voor hun werking in de voorbije beleidsperiode
niet-formele educatie) werd op een ernstige manier in-
en hiervoor een enveloppe kregen van meer dan
gegaan op de FOV-voorstellen. De overheid zorgde in
111.500 euro, moeten in de volgende beleidsperiode
de verdere onderhandelingen ook voor een memorie
aanspraak kunnen maken op een op zijn minst iden-
van toelichting bij de decreettekst (vooral belangrijk
tiek bedrag. (De overheid geeft slechts een garantie
voor de invulling van de beoordelingselementen) en
voor 111.500 euro.)
voor een explicitering van bepaalde punten die in een
- verenigingen en vormingsinstellingen die een nega-
nieuw uitvoeringsbesluit zouden worden opgenomen.
tief eindevaluatieverslag krijgen, worden gesanc-
Dit beoogde duidelijkheid te creëren over de nieuwe
tioneerd met een vermindering van de enveloppe
invulling van de (afgeslankte) beleidsplannen en de
met 10 percent in de volgende beleidsperiode. Bij
hele beoordelingsprocedure.
een nieuw negatief eindevaluatieverslag op het eind
De gesprekken duurden langer dan gepland. Langs
van die periode wordt de enveloppe deze keer met
FOV-kant insisteerde men immers continu op een
20 percent verminderd (De overheid sanctioneert
heldere en transparante invulling van de beoordelingselementen, waar de organisaties zich in de
telkens met 15 percent.) - de Federatie van vormingsdiensten voor personen
toekomst tegenover moeten verhouden. Omdat die
met een handicap (Vijftact) heeft recht op een fede-
beoordelingselementen een belangrijke toetssteen
ratietoeslag van 75.000 euro vanaf het jaar 2008.
vormen bij de evaluatie van de werking, hechtte de
(De overheid onderkent de inspanning voor de
FOV hieraan veel belang. De overheid van haar kant
uitbouw van een gedegen federatie, maar honoreert
wou in de bovenbouw nog aanpassingen aanbrengen. Tijdens de zomerweken zou het Kabinet Anciaux met
dit pas vanaf 2011.) - de FOV wil dat het indexeringsmechanisme bij de
enveloppe correct wordt uitgevoerd. De organisaties
UITVOERINGSBESLUIT EN OMZENDBRIEF
konden vaststellen dat sedert de invoering van het
Na de onderhandelingen over de decreetwijziging werd
decreet de indexering van de enveloppe in 2004 en
in november 2007 reeds gestart met onderhandelingen
2006 niet correct werd toegepast. De overheid moet
over het toekomstige uitvoeringsbesluit bij het ge-
haar verplichtingen nakomen. De FOV wil daarover
wijzigde decreet. Er komt een volledig nieuw besluit,
garanties.
waarin de bepalingen uit het nieuwe decreet worden
- de FOV wil er ook nadrukkelijk op toezien dat in het
geconcretiseerd. In de loop van de maand december
uitvoeringsbesluit een correcte invulling wordt ge-
werd ook hier een bevredigend resultaat bereikt. Begin
geven aan het visitatie- en evaluatieprotocol en aan
2008 zou dan de afsluitende onderhandeling plaats-
de procedure voor de bepaling van de beleidspri-
vinden over een eenvoudige protocoltekst, waarin de
oriteiten (hierover bestaan nog geen afgewerkte
hele evaluatieprocedure wordt uit de doeken gedaan.
voorstellen).
De overheid engageerde zich op vraag van de FOV om de organisaties via een omzendbrief te informeren
Na nieuwe onderhandelingen bleef van de vijf laatste
over de concrete verwachtingen met betrekking tot
knelpunten alleen het luikje Bewegingen nog in de
de uitvoering van het decreet. Eind december kreeg
modder steken. Bewegingen die een goed eindevalu-
iedere organisatie toelichting bij de administratieve
atieverslag krijgen en voor de huidige beleidsperiode
verantwoordingsstukken die vanaf 2008 worden
een enveloppe krijgen die hoger is dan 111.500 euro,
verwacht. Nieuw is in alle geval dat vóór 1 april 2008
zullen opnieuw kunnen meespelen in de volgende
een voortgangsrapport moet worden ingediend, waarin
beleidsperiode. Een garantie op een hoger bedrag dan
de realisaties 2007 en de opties voor 2008 worden
111.500 euro krijgen ze evenwel niet. De overheid is
beschreven.
immers bevreesd dat de financiering van de huidige bewegingen anders een te grote hypotheek legt op de
ONTWERP VAN DECREET WORDT VOORSTEL
instroom van nieuwe bewegingen.
De evaluatie van het decreet van 4 april 2003 had
De overige vier knelpunten kregen een bevredigende
tegen einde juni 2007 rond moeten zijn. Uiteindelijk
oplossing. De sanctionering van de verenigingen en
heeft het ongeveer zes maanden langer geduurd
instellingen werd wat verfijnd. Een eerste negatief
om de evaluatie in een aanvaardbaar voorstel van
eindevaluatieverslag resulteert in een sanctie met 10
decreetwijziging te laten landen. De FOV heeft er in de
percent vermindering van de subsidies. Een opeenvol-
laatste maanden van 2007 herhaaldelijk op aange-
gend tweede negatief verslag levert een bijkomende
drongen snel werk te maken van de wijzigingen. De
reductie van de subsidies met 20 percent. De overheid
verwachte timing was evenwel zo problematisch dat
voorzag eerder een constante subsidievermindering
uiteindelijk werd geïnsisteerd om het decreet niet als
met 15 percent. De Federatie van Vormingsdiensten
een ontwerp van decreet, maar als een voorstel van
voor personen met een handicap (Vijftact) krijgt vanaf
decreet in te dienen. Een ontwerp maakt immers een
1 januari 2008 een jaarlijkse federatietoeslag van
advies van de Raad van State noodzakelijk, evenals
75.000 euro. De overheid wou dit eerst maar laten
een vrij tijdrovende reguleringsimpactanalyse. Op 21
ingaan vanaf de volgende beleidsperiode (2011). Over
december 2007 werd de tekst van een “voorstel van
de indexproblematiek wordt gewerkt aan een stevig
decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2003
dossier. Dit zou tegen het einde van het jaar moeten
betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk”
leiden tot transparantie in de indexberekening en tot
dan toch bij het Vlaams Parlement ingediend. Het
een nadere omschrijving van de bijkomende levens-
voorstel draagt de handtekeningen van Bart Caron
duurte-index. In de loop van de maand december
(Spirit), Paul Delva en Dirk de Kort (beiden CD&V),
zou ook duidelijk vastgelegd worden wat in het
Dany Vandenbossche (sp.a), Herman Schueremans
evaluatie- en visitatieprotocol zal staan. Dit moet de
(Open VLD) en Piet De Bruyn (N-VA). In de eerste
organisaties toelaten zich op een gedegen manier voor
maanden van 2008 zal het decreet door het Vlaams
te bereiden op de kernpunten van het decreet (accent
Parlement worden afgewerkt.
op de werking, een gedegen voortgangsrapportering,
Op de valreep werd de FOV ook in het decreet inge-
continue evaluatie door de overheid en een cyclisch
schoven. Het huidige FOV-decreet van 2001 bepaalt
evaluatiebezoek).
dat de subsidies voor de FOV in de vorm van een
soort trekkingsrecht worden toegekend. De FOV-sub-
VEEL TIJD EN ENERGIE
sidie wordt berekend in de vorm van een percentage
Begin 2008 zou het decreet moeten gewijzigd zijn.
van het subsidiebedrag dat aan de leden van de FOV
Hopelijk daalt dan enige rust neer over de sector
wordt toegekend. Dit bedrag gaat naar de organisatie,
en kunnen de verenigingen, vormingsinstellingen,
die het op haar beurt doorstort aan de FOV. Deze
volkshogescholen en bewegingen weer voluit werken
“omwegconstructie” werd eenmaal toegepast. Handig
aan de maatschappelijke opdracht van het sociaal-cul-
was dit niet. De administratie moest voor de FOV-sub-
tureel volwassenenwerk.
sidie meer dan honderd subsidiebesluiten klaarmaken,
2007 was zeer intensief voor de FOV. De FOV-dele-
de FOV kon op haar beurt bij de organisaties achter
gatie moest de hele tijd alert zijn om net dat te ver-
“haar” geld hengelen. Vanaf 2003 werd telkenjare,
tolken wat beantwoordde aan de verwachtingen van
na aandringen van de FOV, een aantal politici bereid
de achterban. De 16 onderhandelingsbijeenkomsten
gevonden om bij het programmadecreet van het vol-
in de loop van het jaar waren slechts de veruitwen-
gende jaar een amendement in te dienen, waarbij de
diging van wat in de sector leeft aan opvattingen
rechtstreekse betoelaging van de FOV werd geregeld.
en verwachtingen. De FOV-vertegenwoordig(st)ers
In 2007 waren de parlementsleden Paul Delva, Bart
hebben het hele jaar door hun positie verduidelijkt
Caron, Dany Vandenbossche, Herman Schueremans en
en verantwoord tegenover de achterban. Ze werkten
Jos Stassen bereid hun handtekening te plaatsen on-
immers offensief en hadden een behoorlijk groot aan-
der het FOV-amendement. Het amendement werd eind
deel in de uiteindelijke tekstvoorstellen. Het Dagelijks
december 2007 in het Vlaams Parlement bij de goed-
Bestuur en de Raad van Bestuur konden op de voet
keuring van het programmadecreet 2008 aanvaard.
volgen wat in de coulissen werd bedisseld. De FOV-
In de toelichting bij hun amendement kondigden de
organisaties werden nauwgezet geïnformeerd over de
indieners aan dat een meer definitieve oplossing voor
gesprekken en kregen de kans zich in de werkgroe-
de FOV-subsidiëring gewenst was. De wijziging aan het
pen ten gronde uit te spreken over de voorstellen die
decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk
op het “onderhandelingsfront” tot stand kwamen. De
zou worden aangegrepen om voor eens en altijd met
besluitvorming en standpuntbepaling in de Raad van
de omwegconstructie komaf te maken. In het voorstel
Bestuur waren gebaseerd op de directe inbreng van
van wijzigingsdecreet is dit gebeurd. De artikels over
alle organisaties. Dat niet alles werd binnengehaald
de erkennings- en subsidiecriteria voor de FOV worden
is eigen aan onderhandelingen. De feedback op de
uit het FOV-decreet gelicht en ingeschreven in het
werkzaamheden van de onderhandelaars was niet-
decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk.
temin positief.
07. AAN HET WOORD INTERVIEW MET FRANCINE DE PRINS Aan het woord is Francine De Prins, coördinator van de Beweging tegen Geweld - vzw Zijn - en voorzitster van de FOV-werkgroep Bewegingen. Brengt de evaluatie van het decreet
Hoe sta je tegenover het nieuwe
sitief resultaat heeft onderhandeld.
soelaas of vooruitgang voor de
evaluatiesysteem?
Trouwens, het siert de overheid en
Bewegingen?
Het nieuwe evaluatieproces en het
de administratie dat ze echt bereid
Het begon zo stilaan op een ezels-
mee in rekening brengen van de
waren tot luisteren naar de sector.
dracht te lijken, maar uiteindelijk
voorbije werking bij de beslissin-
Maar als lid van de werkgroep
werd het wijzigingsdecreet dan toch
gen over een volgende beleidsperi-
Bewegingen kan ik toch niet na-
nog net voor het kerstreces 2007 in
ode, vind ik een goede zaak.
laten te zeggen dat het bijzonder
het Vlaams parlement ingediend.
Maar persoonlijk heb ik het wel
jammer is dat men geen oren had
De voorgestelde wijzigingen bevat-
moeilijk met het feit dat we in
naar onze terechte vraag ook onze
ten voor de bewegingen verschil-
de huidige beleidsperiode geen
werksoort een erkenning te geven.
lende positieve elementen, maar
enkele feedback op onze jaarplan-
Want zeg nu zelf: organisaties
eveneens enkele gemiste kansen.
nen en -verslagen kregen en toch
die mensen “in beweging” willen
Zo vind ik het bijvoorbeeld een hele
riskeren op het einde van de rit
brengen, die maatschappelijke
vooruitgang dat “goed werkende”
negatief beoordeeld te worden
verandering beogen, zijn die in vijf
bewegingen de garantie krijgen
over de volledige voorbije periode.
jaar uitgepraat?
ook in de volgende beleidsperi-
En eenzelfde verhaal over de plan-
Als ik denk aan de thema’s waar-
ode gesubsidieerd te worden, en
lastvermindering. Deze werd reeds
rond wij werken (mobiliteit, actief
dit voor een minimumbedrag van
grotendeels in de kleine evaluatie
burgerschap, vrede, armoedebe-
111.500 euro.
geregeld, maar in dit nieuw wijzi-
strijding, …) dan zou ik niet liever
Het is echter spijtig dat het maxi-
gingsdecreet lees ik toch dat van
willen dan dat onze missie snel
mum subsidiebedrag van 200.000
de bewegingen nog steeds wordt
volbracht zou zijn!
euro bij de bewegingen niet
verwacht dat deze een volledig
Maar helaas, ik vrees dat de
werd opgetrokken. De werksoort
beleidsplan met omgevingsanalyse
meesten onder ons een werk
bewegingen, altijd al een beetje
en alles erop en eraan te schrijven.
van langere adem voor de boeg
stiefmoederlijk behandeld, krijgt
Benieuwd hoe onze samenleving
hebben. Dan is het toch wel echt
op deze manier absoluut geen
veranderde de laatste paar jaren…
godgeklaagd elke vijf jaar opnieuw
groeikansen.
de (nieuwe?) minister te moeten
En het is bijzonder jammer dat
Hoe kijk je als voorzitster van de
overtuigen van de noodzaak en de
bewegingen, die in de huidige
werkgroep Bewegingen aan tegen
meerwaarde van onze werking.
beleidsperiode meer ontvangen
de onderhandelingen tussen de
Toch kijk ik hoopvol de toekomst
dan 111.500 euro niet minstens hun
FOV en de overheid?
tegemoet. Want uit een echte
huidig subsidiebedrag behouden.
Als ik vandaag het oorspronkelijke
evaluatie, met duidelijk onderzoek
Ga dat maar eens aan je personeel
FOV-standpunt betreffende deze
naar de effecten van het decreet
vertellen: “Onze werking werd posi-
evaluatieoefening herlees, zeg
van 2003, zal wel blijken hoe
tief beoordeeld, maar misschien zal
ik niet zonder trots dat de FOV
waardevol de werksoort Bewegin-
ik toch de helft van jullie moeten
heel wat van haar oorspronkelijke
gen is voor de samenleving van
ontslaan…”.
bezwaren/strijdpunten met een po-
vandaag!
08. AAN HET WOORD INTERVIEW MET LUC DESMEDT Aan het woord is Luc Desmedt, directeur van de Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging (HVV), secretaris van de FOV en onderhandelaar namens de FOV met de overheid. Er komt een wijziging van het
een rol in de visitatiecommissies.
opschoof in de richting van ook
decreet voor het sociaal-cultureel
De rol van de administratie komt
voor een stuk ‘begeleidend’ te zijn.
volwassenenwerk. Krijgen we
dus centraler te staan.
Het besef is gegroeid dat zowel de
daardoor een beter sociaal-cultureel
Krijgen we daardoor nu een beter
sector als de administratie ‘lerende’
volwassenenwerk?
sociaal-cultureel werk? Het decreet
organisaties zijn. Tevens werd het
Als alles verloopt zoals voorzien,
tekent slechts een kader voor het
onderhandelen constructiever in de
keurt het Vlaamse Parlement begin
werk. De kwaliteit hangt af van
mate beide partijen (overheid en
2008 een nieuwe decreetwijziging
het organisatievermogen en de
sector) duidelijk het belang en de
goed. In ieder geval krijgen we te
creativiteit van het veld. In elk geval
kwaliteit van het sociaal-cultureel
maken met een belangrijke switch:
is er enige planlastvermindering in
werk in het vizier hielden. De on-
niet meer de plannen, maar de
vergelijking met het oorspronkelijke
derhandelingssfeer begon af en toe
resultaten, het gepresteerde werk
decreet en is er meer ruimte voor
aardig te lijken op een vorm van
worden nu beoordeeld. En op grond
flexibiliteit. Voor een evaluatie ten
communicatieve planning. Veel kon
van deze evaluatie wordt de subsi-
gronde is het nochtans te vroeg.
zo worden ‘opgelost’ (in de zin van
die-enveloppe voor de volgende be-
We hebben nog geen ervaring met
verdunnen), maar niet alles. Een
leidsperiode bepaald. Organisaties
visitatiecommissies en met eind-
aantal knelpunten zijn gebleven.
die positief scoren kunnen daar-
evaluaties.
Hiervoor werden uiteindelijk niet zozeer principiële maar wel budget-
enboven inspelen op prioriteiten bepaald door de minister nadat de
De FOV heeft in 2007 een zeer
taire redenen ingeroepen. Als FOV
sector zelf daarover ook zijn zegje
intens overlegproces doorlopen met
leven we dus met de hoop dat een
heeft mogen doen. Voor deze priori-
de overheid. Het leidde, een paar
en ander in de toekomst nog moet
teiten worden bijkomende middelen
knelpunten niet te na gesproken,
kunnen bewegen. Een goede com-
uitgetrokken. Hoeveel, blijft alsnog
tot een overeenstemming over een
municatieve planning blijkt daarbij
een vraagteken. Met uitzondering
tekst van wijzigingsdecreet. Hoe
wel te helpen.
van de beleidsplannen bij de bewe-
heb je dit overlegproces ervaren?
Voor de FOV zelf is zo’n onder-
gingen, moeten de beleidsplannen
De decreetwijziging is er gekomen
handelingsproces ook een hele
evenmin voorzien in een operatio-
na intensief overleg van de over-
uitdaging. Gelet op de grote
nele invulling. Die wordt voortaan
heid (administratie en kabinet) met
diversiteit tussen de lidorganisaties
opgenomen in de voortgangsrap-
de sector, vertegenwoordigd door
vergt dit een strikt transparante
porten. Dit opent een perspectief
de FOV. Dit overleg vergde zeven-
opstelling naar de lidorganisaties
op het soepeler kunnen inspelen
tien onderhandelingsrondes met de
en een zorgvuldig overleg binnen
op de resultaten van de organisatie
sector! Wat me daarbij het sterkst
de werkgroepen om uiteindelijk
en op omgevingsfactoren. Waar de
opvalt is dat de initiële optie van
tot een besluitvorming te komen
beoordelingscommissies wegvallen
de administratie om enkel ‘contro-
die zoveel mogelijk op consensus
spelen buitenstaanders enkel nog
lerend’ te willen zijn langzaam aan
of ruime meerderheden berust. Ik
heb daarbij de overtuiging dat we
Tenslotte is de toenemende (etni-
staande werking en meting van de
als FOV daarin geslaagd zijn en
sche) diversiteit een ontwikkeling
input/output-verhouding. Daarmee
dat dit geenszins heeft geleid tot
die het sociaal-cultureel werk moet
bedoel ik dat de aanpak al te zeer
spanningen tussen werksoorten, of
aanspreken. Dit gebeurt ook: we
voluntaristisch was en onvoldoende
tussen grote en kleine organisaties
zien tal van (nieuwe) allochtone
onderbouwd door ‘feiten’. Zonder
of tussen nieuwe en oudere. Elke
verenigingen functioneren binnen
goede diagnose is een goede her-
lidorganisatie blijft wel met kritische
de sector. Maar we zien te weinig
structurering onmogelijk te funderen
bedenkingen zitten, maar uitein-
allochtonen naast autochtonen
en valt deze ook niet te argumente-
delijk besefte iedereen dat elk zijn
participeren in verenigingen.
ren naar alle betrokkenen. De FOV
gelijk halen er nooit in zit en dat
Op korte termijn zijn allochtone
heeft zich daarom terecht afzijdig
tegemoet komen aan de legitieme
verenigingen wellicht noodzakelijk
opgesteld toen aan het einde van
belangen van de ander de beste
om de emancipatie te versnellen,
het onderhandelingsparcours de
strategie is om het grootst mogelijk
maar daarin schuilt het gevaar dat
problematiek van de bovenbouw
optimum voor allen te bereiken en
dit op langere termijn tot segregatie
aan de orde werd gesteld.
zo misnoegdheid te vermijden.
kan leiden. Dit staat haaks op het streven naar een inclusieve intercul-
Zie je voor de nabije tijd nog
turele samenleving.
knelpunten in de beleidsvoering
Nieuwe sociaal-culturele praktijken
rond het sociaal-cultureel volwas-
vooral ook binnen de sector pro-
senenwerk?
beren op deze ontwikkelingen een
Buiten de niet-opgeloste knelpun-
antwoord te formuleren. Het zou
ten zijn er ook nieuwe ontwikkelin-
goed zijn deze in kaart te brengen
gen waarop de sector een gepast
en als ‘beste praktijken’ onder de
antwoord moet formuleren.
aandacht te brengen van de sector
Vooreerst neemt de ‘vrije tijd’ voor
en de samenleving.
de actieve bevolking in omvang af en doen zich verschuivingen voor
De bovenbouw geraakte op het
in de besteding van deze vrije tijd
einde van het parcours in het oog
waardoor de participatie van de
van de storm. De storm lijkt nu te
actieve bevolking aan het sociaal-
gaan liggen. Hoe kijk je aan tegen
cultureel werk onder druk komt.
deze turbulente periode?
Ook de lage participatie van laag-
Misnoegdheid is niet vermeden
geschoolden blijft zorgelijk. De
toen de problematiek van de bo-
emancipatorische functie van het
venbouw aan de orde werd gesteld.
sociaal-cultureel werk bereikt daar-
Mijn belangrijkste bedenking hierbij
mee onvoldoende de doelgroep die
is dat een herstructurering van de
er potentieel het grootste voordeel
bovenbouw zich moet enten op
uit kan halen.
een grondige evaluatie van de be-
09. AAN HET WOORD INTERVIEW MET DIRK VERBIST Aan het woord is Dirk Verbist, raadgever op het Kabinet van minister van Cultuur Anciaux, in 2007 in die hoedanigheid, verantwoordelijke voor de sociaal-culturele sector, onderhandelaar namens de minister. Er komt een wijziging van het
organisaties, over wat hen beide
en komma’s,…). De toon van de ge-
decreet voor het sociaal-cultureel
écht bezighoudt. Ik ben ervan
sprekken was meestal opbouwend
volwassenenwerk. Krijgen we
overtuigd dat dit kan leiden tot
en samen zoekend. Toegegeven, de
daardoor een beter sociaal-cultureel
een betere werking bij organisa-
wolfijzers en schietgeweren waren
volwassenenwerk?
ties én beter beleidswerk bij de
wat van een andere aard dan bij de
Neen, een decreetwijziging-op-zich
overheid.
opmaak van het decreet, waarbij
is onvoldoende om te komen tot
- de opbouw van het scenario om
het nemen van sommige opties
een beter of slechter sociaal-cultu-
elke beleidsperiode opnieuw een
nauw aanschuurde bij de kern van
reel volwassenenwerk. Zeker voor
grondig debat te kunnen voeren
het functioneren van een aantal
deze sector probeert een decreet
over de rol en budgettaire om-
organisaties.
vooral invloed uit te oefenen op
vang van deze sector, is essentieel
voorwaarden en randvoorwaarden
om de sector meer en beter in
Zie je voor de nabije tijd nog
voor de organisaties om beter te
het vizier van de besluitvorming
knelpunten in de beleidsvoering
kunnen functioneren. Het échte
te krijgen.
rond het sociaal-cultureel volwas-
werk gebeurt op het terrein, in
Deze en andere wijzigingen moeten
senenwerk?
de dagelijkse realiteit. Maar ook
volgens mij een aantal kansen bie-
Ik zie, na deze tweede evaluatie,
ja, omdat de wijzigingen aan het
den om, zoals minister Bert Anciaux
voor de nabije tijd een stabiele uit-
decreet een aantal ‘gunstige onder-
het in december 2007 omschreef, te
voering van het decreet. Dat hoop
tonen’ kennen:
komen tot een andersoortige relatie
ik alleszins, samen met heel wat
- ze zijn tot stand gekomen na een
tussen overheid en sector, één
organisaties en medewerkers die
intens overleg met de FOV. Het re-
van meer afstand en tegelijk meer
(soms woelige) tijden van veran-
sultaat kent een groot draagvlak.
nabijheid.
dering achter de rug hebben. Voor
Dit is een garantie dat overheid
de sector (en elke onderdeel ervan)
en sector elkaar vonden in een
De FOV heeft in 2007 een zeer
blijven er natuurlijk nog uitdagin-
gemeenschappelijke agenda. Wat
intens overlegproces doorlopen met
gen en ambities (sommige ervan
belangrijk is.
de overheid. Het leidde, een paar
zullen door sommigen ongetwijfeld
knelpunten niet te na gesproken,
als ‘knelpunten’ worden ervaren).
wijze van evalueren, zouden orga-
tot een overeenstemming over een
Vele ervan zijn gekend. Voor de
nisaties zich opnieuw veel sterker
tekst van wijzigingsdecreet. Hoe
vormingsorganisaties blijft het
met de essentie van hun ‘doen
heb je dit overlegproces ervaren?
belangrijk om krachtig te zoeken
en laten’ moeten kunnen bezig
In deze sector heerst een wat
naar een actuele en stevige positie
houden. Ook moet dit leiden tot
aparte vergadercultuur. Ze ligt me
in het grote en diverse aanbod van
een betere samenspraak tussen
wel, maar het is inderdaad dikwijls
vormingsverstrekkers. En dit vooral
de overheid en de individuele
vrij intens (vele uren, vele punten
vanuit het perspectief van een zo
- door de planlastverlaging en de
groot en divers mogelijke groep mensen. Ik hoop vurig dat onze verenigingen en bewegingen -vanuit een sterke sociaal-culturele traditie- straffer gewaardeerd kunnen worden als plekken van gemeenschappenvorming en maatschappelijke vernieuwing. Zij zijn een belangrijke actor in een breed en wervend samenlevingsverhaal met een belangrijke sociaal-culturele betekenis. De bovenbouw geraakte op het einde van het parcours in het oog van de storm. De storm lijkt nu te gaan liggen. Hoe kijk je aan tegen deze turbulente periode? Ik kijk persoonlijk met niet veel plezier terug op het parcours, waar vooral de tijd een belangrijke stoorzender was in een verhaal waarvan alleszins de bedoelingen en uitgangspunten constructief en toekomstgericht waren. Onze minister wenst geen hervormingen door te voeren waarvan het draagvlak te beperkt is. Dit blijft het uitgangspunt.
10. GEGEVENSREGISTRATIE: BLINDEN BETASTEN EEN OLIFANT De proefversie van het eerste beleidsjaarboek van de sociaal-culturele sector is er. Een belangrijke inspanning ging naar het verzamelen en verwerken van de opgevraagde gegevens van het werkjaar 2006. Fijn, zou je dan denken, het sociaal-cultureel werk is voor het jaar 2006 eindelijk gemeten, gewogen en verpakt. Niets is echter minder waar: gegevensregistratie voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk heeft meer weg van het blind betasten van een olifant.
BLINDE MANNEN DIE EEN OLIFANT BETASTEN
dat het een bezem is.
De uitdrukking ‘blinde mannen die een olifant betas-
Het resultaat wordt dus mede bepaald door een
ten’ gaat terug op het verhaal waarin Boeddha blinde
initiële selectie: welke gegevens vragen we op? Over
mannen voor het eerst van hun leven een olifant laat
personeel bijvoorbeeld, vroegen we de man/vrouw ver-
betasten. De eerste blinde voelt aan een poot en zegt:
houding op, gediversifieerd naar ‘ondersteunende’ en
“Aha, dit is een boom, met een zware, dikke stam”.
‘inhoudelijke’ taken. Een rondvraag naar de man/vrouw
“Neen”, zegt de tweede, aaiend over een oor van de
verdeling in leidinggevende posities, zou wellicht een
olifant: “Dit is een heel grote waaier”. “Neen, neen”,
andere verhouding laten zien.
zegt een derde blinde terwijl hij de slurf aanraakt, “Ik denk aan een bamboewoud”. Nog anderen noemen de
Behalve de vraag welke delen betast worden, speelt
slagtanden van de olifant een ploeg en een zwaard.
het ook een rol wíe er voelt. Stel dat een blinde touw-
Het resultaat was een felle en vruchteloze discussie
slager aan de staart voelt. Is de kans niet groot dat hij
over de ware gedaante van het dier.
overtuigd is een touw in handen te hebben? Op dezelfde manier vulden de lidorganisaties de
De discussies over de ware gedaante van het sociaal-
bevraging in vanuit hun praktijk. De invulling van het
cultureel werk zijn vaak even fel en vruchteloos als de
begrip lidmaatschap bij de verenigingen bijvoorbeeld,
discussie in de parabel over Boeddha. Het beschrij-
verschilt zeer sterk. Dit kan gaan van de klassieke
ven van de sector (via kwantitatieve én kwalitatieve
invulling - wie een lidkaart koopt, is lid - tot het
gegevens) lijkt dan ook op sterk op het blind aftasten
verwerpen van het concept lid.
van een olifant. We nemen opnieuw de touwslager even in ogenHet resultaat van het samenbrengen van de ervaringen
schouw. Zijn teleurstelling is groot als blijkt dat wat hij
van alle blinde mannen zou evenwel een aanduiding
voor een touw nam, ‘slechts’ de staart van de olifant
kunnen geven over de gedaante van de olifant. Op
is.
dezelfde manier geven de resultaten van de (kwanti-
Niet de vaststelling van de cijfers vormt een probleem,
tatieve) gegevensopvraging door de FOV een bepaald
wel de waarde-oordelen die men eraan verbindt; klein
beeld van de sociaal-culturele sector.
versus groot, minder versus meer, beter versus slech-
Een analyse daarvan zégt iets over de sector. De resul-
ter. Cijfers vertalen zich meermaals in emotie!
taten geven waardevolle indicaties over de medewerkers: het aantal, de taken, de kwantitatieve verhouding
STAD VAN DUIZEND ZIELEN
tussen mannen en vrouwen, de tewerkstellingsbreuk.
Laat ons veronderstellen dat een andere blinde even-
Ook de werking krijgt werksoortspecifiek vorm: een
eens de smaak van het voelen te pakken kreeg. Hij
kwalitatieve benadering voor de bewegingen en een
vraagt hoe de zon er uitziet en krijgt een gouden gong
kwantitatieve analyse voor de andere werksoorten. De
om te voelen. Voortaan denkt hij aan de zon als hij
financiën van de sector worden eveneens ‘afgetast’:
een zware dreun hoort.
een aantal cijfers over de inkomsten van de organisa-
Deze zogenaamde fout van de analogie loert ook om
ties levert opmerkelijke inzichten. Ook de verhouding
de hoek met de cijfergegevens. Je kan de sectorcijfers
van de inkomsten en uitgaven tegenover de subsidië-
niet uitspelen tegenover cijfers van andere sectoren.
ring van de Afdeling Volksontwikkelingswerk is soms verrassend.
Tot slot is het ook goed om te blijven onthouden dat de stad van de duizend zielen uit méér bestaat dan
DE TOUWSLAGER
uit duizend zielen alleen. De essentie van de sociaal-
Enkele kanttekeningen, inhoudelijk en methodologisch,
culturele sector ligt niet in de cijfers. Zij maken de
over de aard van de cijfers en de mogelijke conclusies
sector enkel aanschouwelijk. Het is een reductie van
zijn echter op hun plaats.
de werkelijkheid.
In andere versies van de parabel laat Boeddha een
WAAR GAAT DIE OLIFANT HEEN?
blinde een ander stuk van de olifant betasten. De
De blinde mannen komen iets te weten over hoe een
blinde neemt de staart in beide handen en verklaart
olifant er uit ziet. De ervaringen van alle blinde man-
nen zijn geldig en (tot op zekere hoogte) ook waar.
stante bij alle werksoorten (gemiddeld 31.5% mannen
Door de ervaringen samen te leggen kunnen zij zich
tegenover 68,5% vrouwen).
een voorstelling maken van de gedaante, de verschij-
De organisaties geven aan dat gemiddeld 66,8% van
ningsvorm van de olifant. Is dat hét beeld van dé
hun personeelsleden inhoudelijke taken opneemt,
olifant? Zeker niet, maar het is de meest nauwkeurige
33,2% ondersteunende. Verdeeld naar mannen en
weergave van de werkelijkheid.
vrouwen is er een relatieve oververtegenwoordiging te
Komen de blinde mannen iets te weten over het zijn
zien van mannen in inhoudelijke opdrachten.
van de olifant, zijn ingesteldheid of doel? Komen zij
Personeel met een ondersteunende opdracht werkt ge-
iets te weten over de weg die de olifant aflegt? Heb-
middeld nog iets meer deeltijds dan personeelsleden
ben de tastende blinden kennis verworven over de
met een inhoudelijke taak: de tewerkstellingsbreuken
relaties van de olifant met anderen of kunnen zij de
zijn respectievelijk 0.75 en 0.81.
invloed van de olifant op zijn omgeving inschatten? Driewerf neen.
Het aantal vrijwilligers varieert sterk tussen de werksoorten. De verenigingen kunnen rekenen op de inzet
Er zijn dus heel wat beperkingen verbonden aan deze
van 212.562 vrijwilligers, de landelijke vormingsinstel-
manier van werken. En toch is het beeld dat verschijnt
lingen op 3.346 vrijwilligers, de bewegingen op 2.472
door het samen leggen van de input van de organisa-
vrijwilligers en de volkshogescholen tenslotte op 148
ties zéér zinvol en waardevol.
vrijwilligers. Ook de spreiding van het aantal vrijwilli-
Het verzamelen en verwerken van de opgevraagde
gers over de organisaties per werksoort verschilt sterk.
gegevens is voor de sociaal-culturele sector de enige
78% van de verenigingen bijvoorbeeld werkt met 500
manier om ‘zicht’ te krijgen op zijn afmetingen, massa
tot 20.000 vrijwilligers. Bij de landelijke vormingsin-
en volume. Markante cijfers, evoluties en trends over
stellingen doet een kwart (25,9%) geen beroep op
de medewerkers in de sector, de werking en de geld-
vrijwilligers.
stromen zijn zeker te maken. Eenzelfde fijnmazig patroon is te merken bij het
EEN GREEP UIT DE CIJFERS
inschakelen van freelancers.
Menskracht
Opvallend is dat de meerderheid van de bewegingen,
De organisaties binnen het sociaal-cultureel werk stel-
verenigingen en migrantenverenigingen op geen enkele
len 2.317 personeelsleden te werk. Verenigingen stellen
freelancer beroep doet. In procenten betekent dit
het grootste aantal mensen tewerk. Het gaat om 1.241
respectievelijk 54,9%, 65,9% en 92,9%.
personeelsleden voor de verenigingen en migranten-
45,2% van de bewegingen zet niet meer dan 9 freelan-
verenigingen samen. Dit aantal is meer dan het dub-
cers per organisatie in. Bij verenigingen is deze sprei-
bele van het aantal personeelsleden bij de landelijke
ding veel groter. Zo zet één vereniging meer dan 1000
vormingsinstellingen (574). De bewegingen stellen 310
freelancers in. Ook bij de volkshogescholen varieert
mensen tewerk. De volkshogescholen zijn de kleinste
het aantal ingezette freelancers sterk. Bij de landelijke
werkgever. Zij stellen 192 mensen tewerk.
vormingsinstellingen tenslotte is gebruik maken van de
Enkel bij de volkshogescholen worden zo goed als
diensten van freelancers goed ingeburgerd. Meer dan
alle personeelsleden ingezet voor het sociaal-cultu-
twee derden van de organisaties (66,7%) zet tot 50
reel werk. Bij de andere werksoorten vervult een vrij
freelancers in.
beperkt deel van het personeel taken voor andere doelstellingen van de organisatie.
Werkingskracht
De cijfers voor de uitgavenpost personeelskosten, door
Voor de landelijke vormingsinstellingen ontving
de organisaties gerapporteerd via de eindafrekening
de FOV gegevens over de gepresteerde vormings-
voor het jaar 2006, bedraagt 140% van de subsidies
uren. Opvallende conclusie: slechts 57,5% van
die krachtens het decreet worden toegekend.
de gepresteerde uren worden gesubsidieerd.
De vaststelling dat het sociaal-cultureel volwassenenwerk meer vrouwen dan mannen tewerkstelt, geldt
Voor de volkshogescholen werden in 2006 alleen de
voor alle werksoorten. De ondervertegenwoordiging
publieksgerichte activiteiten verwerkt. In een vol-
van mannen in ondersteunende opdrachten is een con-
gend onderzoek zullen ook de niet-publieksgerichte
activiteiten, die de volkshogescholen realiseren in het
enzovoort. Bewegingen zijn ook sterke multiplicators:
kader van hun overige decretale opdrachten, worden
participatie aan activiteiten van een beweging zet aan
opgenomen. 3.169 activiteiten voor 58.116 deelnemers
tot deelname op andere vlakken. Ze zetten mensen of
werden gerealiseerd in 2006. Deze activiteiten zijn
andere organisaties aan tot actie voeren of netwerking.
goed voor 28.416,2 uren. Een activiteit duurde gemid-
Met andere woorden bewegingen doen bewegen!
deld 9 uur. Gemiddeld waren er 18 deelnemers per activiteit.
Financiële inzet
Verenigingen tellen in totaal 14.610 plaatselijke afdelin-
De totale omzet van alle organisaties samen bedroeg
gen. Vooral de provincies West-Vlaanderen, Oost-
voor het jaar 2006 iets meer dan 154 miljoen euro. De
Vlaanderen en Antwerpen zijn prominent aanwezig: zij
uitgaven werden slechts voor een beperkt gedeelte
vertegenwoordigen 21%, 22,8% en 22,8% van het aan-
gecompenseerd door subsidies (64,6 miljoen euro).
tal afdelingen. De migrantenverenigingen, goed voor
Het subsidieaandeel in de inkomsten bedraagt voor de
970 afdelingen, laten een ander beeld zien: hier is
gehele sector 41,92 percent. De subsidiëring gebeurt
Limburg met 32% het sterkst en laat West-Vlaanderen
niet alleen door de Afdeling Volksontwikkeling, maar
1,4% optekenen. Bestuursleden zijn in de werksoort
ook door andere afdelingen binnen de Vlaamse Ge-
verenigingen met 143.198. Dat is een gemiddelde van
meenschap, andere ministeries, parastatalen, gemeen-
bijna 10 bestuursleden per afdeling. Zij vergaderen
ten, provincies, VGC en de Europese Unie. De Afdeling
gemiddeld meer dan 5 keer per jaar. Het gezamenlijk
Volksontwikkeling, die instaat voor de subsidiëring van
aantal leden van de verenigingen bedraagt 2.179.116.
de organisaties op basis van het decreet van 4 april
Een gemiddelde afdeling telt 149 leden. De afdelingen
2003, is vanzelfsprekend de bijzonderste subsidiege-
organiseren gemiddeld 26 activiteiten per jaar voor
ver. De afdeling zorgt voor 72,14 percent van alle sub-
hun leden.
sidies. Vermeldenswaard is evenwel dat de subsidies
Omwille van de diversiteit van de bewegingen en hun
van de Afdeling Volksontwikkeling (46,6 miljoen euro)
specifieke opdacht werd een kwantitatieve benadering
“slechts” 30,24 percent betekenen van de totale uitga-
als te beperkend beschouwd. De bewegingen vulden
ven van de organisaties. Wanneer men deze subsidie-
een kwalitatieve bevraging in. Hieruit blijkt dat bijna
relatie diversifieert per werksoort zijn de percentages
elke bewegingsactiviteit kenmerken heeft van de drie
nog markanter: de landelijke vormingsinstellingen
decretale functies. Het resultaat van de genomen ini-
(32,19%), de verenigingen (24,34%), de bewegingen
tiatieven en acties zijn op maatschappelijk niveau pas
(26,27%) en de volkshogescholen (73,46%). Alleen de
zichtbaar op langere termijn. Beleidsbeïnvloeding is
volkshogescholen leven (momenteel) in grote mate bij
belangrijk: bewegingen hebben goede relaties met de
gratie van de overheid.
politieke wereld. Ze geven een aanzet tot wijziging of
Opvallend zijn ook de verschillende resultaten voor
aanpassing van bepaalde regelgevingen, voeren actie,
provinciale subsidies en voor legaten en giften.
11. PARTICIPATIE AAN HET VERENIGINGSLEVEN ? Jul Geeroms
Jul Geeroms, tot voor kort algemeen secretaris van Okra en momenteel voor de werksoort Verenigingen bestuurslid van de FOV, laat in een korte bijdrage zijn licht schijnen op twee studies over het verenigingsleven, die in de loop van 2007 door de studiedienst van de Vlaamse regering werden gepresenteerd. 1
In “Vlaanderen gepeild” verschenen twee studies die een beeld schetsen van de participatie aan het verenigingsleven in Vlaanderen. Caroline Gijselinckx en Maxime Loose zoeken naar patronen en factoren van verwachte en onverwachte participatie aan het verenigingsleven. Marc Hooghe en Ellen Quintelier onderscheiden trends in deze participatie voor de periode 1998-2006.
GROTE PARTICIPATIE
bekende verband tussen (actieve) participatie,
Uit deze artikels blijkt dat bijna 80% van de Vla-
enerzijds, en scholingsgraad, levensbeschouwing en
mingen lid is van één of meerdere verenigingen.
geslacht, anderzijds. Hooggeschoolden, christelijk-
Meer dan de helft daarvan is actief lid. Er is er geen
praktiserenden en mannen hebben in het algemeen
sprake van een daling van de participatie aan het
een hogere participatiekans dan laaggeschool-
verenigingsleven. Ook niet van de actieve participa-
den, niet-praktiserenden en vrouwen. Maar deze
tie en van het aantal lidmaatschappen. De (actieve)
algemene regel omvat veel nuances. Bij de actieve
deelname aan het verenigingsleven ligt wel lager bij
leden van werknemers/werkgeversorganisaties,
laaggeschoolden dan bij hooggeschoolden.
bijvoorbeeld, vinden de onderzoekers geen signi-
In de verenigingsparticipatie doen zich verschuivin-
ficant verband met scholingsgraad of praktiserend
gen voor. Vrouwenverenigingen en gezinsverenigin-
christelijk zijn. Bij religieuze verenigingen, vrouwen-
gen verliezen leden. Vooral de sportverenigingen
verenigingen, helpende verenigingen en gezins- en
maar ook de zogenaamde “nieuwe sociale bewegin-
gepensioneerdenverenigingen stellen zij alleen een
gen” (natuur en milieu, vrede, derde wereld) winnen
significant verband vast tussen actieve participatie
leden. Deze evolutie hangt blijkbaar samen met een
en praktiseren. Actieve participatie in nieuwe sociale
zekere vergrijzing van -vooral het actieve- leden-
bewegingen is blijkbaar alleen significant verbon-
bestand. Jonge vrouwen en jonge gezinnen nemen
den met de scholingsgraad. In cultuurverenigingen
minder deel aan het verenigingsleven. Sportvereni-
heeft ze duidelijk verband met scholingsgraad én
gingen spreken duidelijk meer jongeren aan.
praktiseren. Terwijl het bij sportverenigingen vooral
Interessant is ook de vaststelling dat veel actieve
de hooggeschoolden en -merkwaardig- de niet-prak-
leden terug te vinden zijn bij de sportverenigingen
tiserenden zijn die actiever deelnemen. Tenslotte,
(26%) en bij de cultuurverenigingen (16%). De ove-
de leeftijd. In het hierboven eerstgenoemde artikel
rige 58% zijn verdeeld over 8 andere verenigingsty-
wordt geen betekenisvol verband gemeld tus-
pes met percentages gaande van 7% (bestuursver-
sen leeftijd en participatie. In het andere blijkt de
enigingen) tot 2% (nieuwe sociale bewegingen)
participatie af te nemen in de oudere leeftijdsgroep
Verder bevestigen beide onderzoeken het reeds
(56-75). En men merkt in het besluit op dat jongere
1 Vlaanderen gepeild!, studiedag 18 september 2007, studiedienst van de Vlaamse Regering, 2007
generaties, ondanks hun hoger onderwijsniveau,
DE TOEKOMST
toch duidelijk niet meer participeren dan de gene-
Deze verschuivingen, die m.i. geprononceerder
ratie van hun ouders en grootouders.
zouden zijn als men ze over een langere periode zou bekijken, kunnen echter ook vanuit een andere
PARTICIPATIE DAALT NIET
invalhoek benaderd worden. Zij kunnen gezien
Samengevat: de participatie van de Vlamingen
worden als het effect op het verenigingsleven van
aan het verenigingsleven, ook de actieve partici-
het “individualiseringsproces” dat zich volgens de
patie, daalt niet. Wel ziet men een verschuiving
Duitse socioloog Ulrich Beck gedurende de laatste
of trend binnen die totale participatie die vooral
50 jaar in onze samenleving voordoet. Steeds meer
te maken lijkt te hebben met een toenemende
mensen komen los van traditionele netwerken en
scholingsgraad en de secularisering in Vlaanderen.
eisen het recht op om hun leven naar eigen inzicht
In navolging van M. Elchardus, e.a., in “Het maat-
vorm te geven, hetgeen leidt tot een grotere dif-
schappelijk Middenveld in Vlaanderen” zou deze
ferentiatie aan levensstijlen.
als volgt kunnen worden omschreven. Traditionele
Zo bekeken is er nog geen reden tot pessimisme
(grote) verenigingen die hoog- en laaggeschool-
maar stelt zich wel de vraag of en hoe het vereni-
den samenbrengen, met een gemeenschappelijke
gingsleven zich aan dit proces zal aanpassen. Gaan
overtuiging en levensbeschouwing als bindmiddel,
we naar meer en kleinere en/of meer gedecentra-
verliezen leden. Verenigingen waar sociale, levens-
liseerd werkende verenigingen? Ligt de toekomst
beschouwelijke of politieke opvattingen geen rol
bij interesse- of themagerichte verenigingen of
meer spelen (sportverenigingen) of verenigingen
deelwerkingen? Naar welke vormen van participatie
die vooral hooggeschoolden aanspreken met als
zal het lidmaatschap van verenigingen evolueren
gemeenschappelijke noemer eenzelfde levensstijl,
(klanten, deelnemers, donateurs, al dan niet actieve
eenzelfde geheel aan waarden, opvattingen en
leden)? Vinden de verenigingen aansluiting bij de
gedragingen (nieuwe sociale bewegingen) gaan er
gedifferentieerde levensstijlen? Welke zijn de gevol-
op vooruit.
gen van een grotere mentale en fysische mobiliteit?
Volgens Robert Putnam en andere - ook Vlaamse
Enzovoort.
- politicologen draagt participatie aan het vereni-
En tenslotte: individualisering brengt ook risico’s,
gingsleven bij tot de vorming van sociaal kapitaal,
onvoorspelbaarheid en onzekerheid mee. Men-
van waarden en attitudes die bijdragen tot een
sen moeten ook de mogelijkheden hebben om
beter functioneren van een democratische samen-
hun leven zelf in te richten. Mogelijkheden die te
leving. Dat de deelname aan het verenigingsleven
maken hebben met scholing, inkomen en werk
niet afneemt en in de toekomst wellicht nog zal
hebben, over een ondersteunend netwerk beschik-
toenemen, gezien de hogere scholingsgraad van de
ken. Traditioneel hebben verenigingen een onder-
toekomstige generaties Vlamingen, is dus vanuit
steunend kader geboden aan mensen die deze
maatschappelijk en democratisch oogpunt een
“individualiseringsrisico’s” lopen. Zullen zij die rol
reden voor optimisme. De vastgestelde verschui-
op zich (kunnen) blijven nemen? Bijvoorbeeld voor
vingen doen aan deze conclusie geen afbreuk
laaggeschoolden en (jonge) vrouwen die, zo blijkt
want uit ander onderzoek komt naar voor dat alle
uit bovenstaande gegevens, minder participeren aan
verenigingstypes hetzelfde effect sorteren.
het verenigingsleven.
12. FOV LEEST ALLE JAARVERSLAGEN Elke Vandeperre
In 2007 was de FOV een tijdje zoet met het lezen van de jaarverslagen 2006 van alle lidorganisaties. Bevindingen van algemene, inhoudelijke en vormelijke aard werden teruggekoppeld aan alle organisaties (zowel op collectief vlak -tijdens de FOV-werkgroepvergaderingen- als op individueel vlak). Elke Vandeperre, inhoudelijk coördinator van de gespecialiseerde vormingsinstelling ‘Motief’, blikt terug op het FOV-aanbod. SUCCESVOL AANBOD
beter kan aansturen, je medewerkers kan motiveren, je
Afgelopen jaar las de FOV de jaarverslagen 2006 van
netwerk vertrouwen mee inboezemt, … Wij leden vorig
al haar lidorganisaties. Bevindingen van algemene
jaar vooral aan de koudwaterangst van een beginner…
aard, van vormelijke en van inhoudelijke aard werden
En overzicht krijgen op hoe anderen te werk zijn gegaan,
geregistreerd en teruggekoppeld naar de lidorganisa-
geeft dan toch vertrouwen.
ties tijdens de werkgroepvergaderingen van september
De individuele feedback werkte in die zin alleen nog
2007. Het was ook mogelijk een individueel gesprek
meer verdiepend: enerzijds de bevestiging krijgen dat je
te vragen met een FOV-medewerker over het jaarver-
goed bezig bent, dat het document qua inhoud en vorm
slag. 42 organisaties zijn op dit aanbod ingegaan: 6
op de meeste punten in de goeie richting zit, anderzijds
verenigingen, 10 bewegingen, 11 volkshogescholen en
betrouwbaar advies en opbouwende kritiek (wat mag
15 landelijke vormingsinstellingen.
wat uitgebreider of net beknopter, hoe de leesbaarheid
Elke Vandeperre blikt terug op het FOV-aanbod.
nog meer verhogen, enz) krijgen omtrent je concrete manier van rapporteren.”
“Vzw Motief, erkend sinds 2006, was in 2007 toe aan haar eerste rapportering ten aanzien van de overheid.
EEN WAAIER AAN BEVINDINGEN
Voor een kleine instelling als de onze -die op dat mo-
Tijdens de lectuur van de jaarverslagen werd nagegaan
ment slechts 2 voltijdse educatieve en een halve admini-
of aan de decretale verplichtingen voldaan werd, hoe
stratieve medewerker in dienst had- was het samen-
werd omgegaan met de richtlijnen uit de omzendbrief
stellen van zo’n allereerste jaarverslag en jaarplan een
en op welke wijze de verschillende organisaties hun
bijzonder spannende onderneming. Uiteraard omdat de
werking op papier zetten. Ondanks het feit dat de
ervaring ontbrak. Maar ook, en vooral, omdat er nogal
jaarverslagen sterk van elkaar verschillen, vallen be-
wat onduidelijkheid heerste omtrent de verwachtingen
paalde zaken op. We staan stil bij enkele bevindingen.
van de overheid omtrent die documenten.
In veel jaarverslagen worden woorden en/of afkor-
De feedback van de FOV was in die zin geruststellend en
tingen gebruikt die onduidelijk zijn voor een externe
verhelderend.
lezer. Zeker met het oog op de ‘buitenstaanders’ die
De terugkoppeling tijdens de werkgroep Instellingen
vanaf 2008 de voortgangsrapporten zullen lezen, zijn
gaf ons de nodige duidelijkheid omtrent de wijze van
inspanningen die de leesbaarheid bevorderen niet
rapportering door onze collega-instellingen: hoeveel
overbodig.
informatie (o.m. cijfergegevens) geef je precies: wat is
Het deel gewijd aan de beoordelingselementen
zinvol? Hou je het vooral zakelijk of geef je toch ook iets
wordt zeer divers ingevuld. Heel wat organisaties zijn
weer over het proces dat zich binnen onze instelling vol-
zoekende naar hoe ze aan dit deel een gepaste invul-
trekt? Probeer je er een aangenaam leesbaar document
ling kunnen geven zonder te herhalen wat reeds in
van te maken, of is het nodig om een zakelijke toon aan
andere delen aan bod komt. Enkel verwijzen naar de
te houden wil je ‘au sérieux’ genomen worden? Hoe cre-
doelstellingen waarop het beoordelingelement betrek-
ëer je een document waarmee je als instelling je beleid
king heeft, is onvoldoende. Het valt op dat verschil-
lende organisaties zich verhouden ten aanzien van de nieuwe beoordelingselementen, ondanks het feit dat ze zich hiertegenover pas moeten verhouden vanaf volgende beleidsperiode (2011-2015). Verschillende organisaties geven aan dat sommige doelstellingen die ze in hun beleidsplan vooropgesteld hebben niet langer relevant zijn, overbodig of niet goed geformuleerd zijn. Deze organisaties worstelen ermee hoe ze de rest van de huidige beleidsperiode -die bovendien met een jaar is verlengd- met deze ‘onvolkomenheden’ moeten omgaan. De omzendbrief van de administratie vraagt aan te geven of een vooropgestelde actie al dan niet gerealiseerd is. Het valt op dat het vooropgestelde vaak niet specifiek genoeg is geformuleerd zodat het moeilijk is om aan te geven of de vooropgestelde actie al dan niet gehaald is. In de omzendbrief wordt eveneens gevraagd te verantwoorden waarom een bepaalde actie niet heeft plaatsgevonden. Dit wordt zeer vaak vergeten. Verschillende organisaties geven aan dat het relevant is een deel bij te voegen waarin stilgestaan wordt bij het activiteitenaanbod. Op die manier krijgt de lezer een beter beeld van de activiteiten die een organisatie op zich neemt. Elke Vandeperre schrijft: “We waardeerden heel erg de meezoekende houding van de FOV-vertegenwoordiger die op een loyale manier de kracht én de achilleshiel van onze rapportering op het spoor probeerde de komen. De enige verwachting die we hadden omtrent het feedback krijgen, werd dan ook ruimschoots ingevuld: we weten waar we aan toe zijn en hoe we in 2008 nog efficiënter kunnen rapporteren.” De FOV spendeerde veel tijd aan de lectuur van de jaarverslagen 2006. De organisaties lijken de terugkoppeling te waarderen. De FOV voelt zich uitgedaagd nauwgezet op te volgen hoe de voortgangsrapporten 2007-2008 in 2008 vorm zullen krijgen!
13. DE ENE INDEX IS DE ANDERE NIET In 2007 werd de hele sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk in de ban gehouden door de index. Tijdens de zomermaanden werd immers duidelijk dat er iets schortte aan de indexering van de subsidie-enveloppen voor het jaar 2006. De FOV signaleerde dat maar liefst 1 miljoen euro was onthouden aan de sector. Iedereen zenuwachtig dus en de messen geslepen. Het probleem is nog steeds niet opgelost. De zoektocht naar de juiste toepassing van artikel 47 van het decreet is nog volop bezig. Parlementair vraagwerk van Jos Stassen (Groen!), Dany Vandenbossche (sp.a) en Paul Delva (CD&V) noopten minister van Cultuur Anciaux tot zeer technisch weerwerk. Wat is immers het verschil tussen de gezondheidsindex en een gecorrigeerde gezondheidsindex? BESTAAN ER TWEE GEZONDHEIDSINDEXEN?
De FOV-organisaties probeerden te achterhalen hoe de
In het decreet voor het sociaal-cultureel volwasse-
vork aan de steel zat. Zij probeerden via een brieven-
nenwerk bepaalt artikel 47 dat de gezondheidsindex
campagne duidelijkheid te krijgen van de overheid. De
wordt toegepast op de subsidie-enveloppen. Een
brieven bleven onbeantwoord. Een moment werd zelfs
lagere indexering van deze enveloppen voor het
overwogen om de Raad van State bij het dossier te
werkjaar 2006 in vergelijking met het werkjaar 2005
betrekken. Uiteindelijk moest het parlement bijsprin-
bracht de bal aan het rollen. Er is iets met die index.
gen om het probleem echt in de aandacht te krijgen.
Op 4 oktober 2007 stelde Jos Stassen (Groen!) in de
de organisaties (154,2 miljoen euro) gaat 81,3 miljoen
Commissie Cultuur van het Vlaams Parlement een
euro naar personeelsuitgaven. De personeelskost
vraag om uitleg. Twee parlementairen van de meer-
bedraagt dus 52,74 percent van de uitgaven. Ook
derheid, Dany Vandenbossche (s.pa) en Paul Delva
hier noteren we lichte verschillen, wanneer we de
(CD&V) sprongen hem bij. Minister Anciaux repliceerde
personeelskost werksoortelijk uitzetten tegenover
met een zeer gedetailleerd en technisch antwoord. Vol-
de uitgaven: de landelijke vormingsinstellingen
gens hem houdt artikel 47 van het decreet in dat een
(57,71%), de volkshogescholen (58,61%), de ver-
specifieke en door Financiën vastgelegde indexformule
enigingen (50,70%) en de bewegingen (49,54%).
wordt toegepast voor de sociaal-culturele volwasse-
De cijfergegevens over de personeelskosten zijn
nensector. Voor de toepassing van die formule zou in
uitermate relevant in de context van de samenstelling
2007 geld genoeg zijn.
van de subsidie-enveloppen en het door de overheid gehanteerde indexmechanisme. De overheid liet zich,
GECORRIGEERDE GEZONDHEIDSINDEX
zoals eerder aangestipt, voor het jaar 2006 bij de
In de Vlaamse Gemeenschap zouden 56 verschillende
indexbepaling leiden door een opsplitsing van de
indexen worden toegepast, verschillend naar gelang
enveloppe in 75% personeelskosten en 25% wer-
van bepaalde bepalingen in decreten en reglementen.
kingskosten. De werkelijkheid ziet er helemaal anders
In de sociaal-culturele volwassenensector wordt de
uit. Wanneer men de personeelsuitgaven relateert
subsidie-enveloppe opgesplitst in een loonkrediet en
aan de subsidies (en dus aan de optelling van alle
een werkingskrediet. Op beide kredieten wordt een
subsidie-enveloppen binnen de sector) komt met tot
verschillend indexeringspercentage toegepast. In globo
een 140,53 percentage. In andere woorden betekent
wordt de enveloppe jaarlijks met 1,78125 percent
dit dat de personeelsuitgaven 40,53% hoger liggen
geïndexeerd. Volgens de minister resulteert de toepas-
dan de totaliteit aan decretale subsidies die aan de
sing van deze gecorrigeerde gezondheidsindex in de
organisaties worden uitgekeerd. De verschillen zijn
vaststelling dat de organisaties in de periode 2004-
hier eveneens markant per werksoort: de landelijke
2006 iets meer dan 100.000 euro teveel aan subsidies
vormingsinstellingen (151,09%), de volkshogescholen
kregen. Voor de FOV, die de zuivere toepassing van de
(75,76%), de verenigingen (153,70%) en de bewe-
gezondheidsindex voorstaat, zou in tegenstelling een
gingen (162,63%). Het is overduidelijk dat het door
goeie 300.000 euro te weinig zijn uitgekeerd. De FOV
de overheid gehanteerd indexeringsmechanisme
en de overheid startten dan maar een overleg over de
door de feiten weersproken wordt. De subsidies zijn
indexeringsproblematiek. Het is immers belangrijk dat
allesbehalve toereikend om de personeelsuitgaven te
de juiste indextoepassing wordt uitgeklaard.
dekken. Niets belet dus om de gehanteerde sleutel te wijzigen.
FOV-ONDERZOEK OVER DE FINANCIËN 2006 Vanuit de overheid wordt nagegaan of de toegepaste
De FOV staat nog altijd op een juiste toepassing van
indexeringssleutel wel te rechtvaardigen is. De opsplit-
artikel 47 van het decreet, met name de onverkorte
sing van het subsidiebudget in een loonkrediet en een
toepassing van de gezondheidsindex. De overheid
werkingskrediet geeft immers te denken. Het is boven-
heeft een oplossing beloofd tegen de eerste controle
dien onduidelijk wie of wat aan de basis ligt van deze
van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap
verdeelsleutel. De FOV heeft in een onderzoek naar de
2008. Die komt eraan bij het begin van de lente
financiën van de organisaties in 2006 de loonkost mee
2008. De FOV-organisaties spraken af zich dan te
opgenomen. Het resultaat is veelbetekenend voor een
beraden of verdere stappen nodig zijn.
juiste inschatting van het aandeel van de personeels-
De FOV ging ook in op de uitnodiging van de minis-
kosten in de totale uitgaven van de organisaties.
ter om rond het dossier van de levensduurte en de weerslag hiervan op de sector van het sociaal-cultu-
PERSONEELSKOST VEEL HOGER DAN SUBSIDIES
reel werk een gestoffeerde bundel samen te stellen.
Uit het onderzoek halen we interessante gegevens
decreet immers zorgen voor een gevoelige budgetstij-
over de personeelskosten. Van de totale uitgaven van
ging per beleidsperiode.
Die levensduurtebepaling moet in het gewijzigde
14. FOV ONLINE: (INFORMATIEVE) SCHERPER NODIG? De FOV verfijnde haar redactionele lijn nog verder in 2007. Artikels moeten in de eerste plaats een duidelijke link hebben met het beleidsmatige en regelgevende aspect van het sociaal-cultureel werk. De artikels moeten informerend zijn, maar kunnen ook kritisch of kittelend van aard zijn. Deze aanpak wordt duidelijk door het lezerspubliek geapprecieerd. In 2007 werd de website bijna 45.500 keer bezocht. In 2007 publiceerde de FOV meer dan één artikel per werkdag op de website. En ook dit jaar gaven enkele artikels aanleiding tot beweging voor of achter de schermen van het parlementaire werk. Naast de berichtgeving over de actualiteit, zijn er ook de vaste informatierubrieken. De absolute topper is de informatie over loonbarema’s, gevolgd door informatie over indexeringen. Het opzoeken van contactgegevens van lidorganisaties scoort eveneens hoog, net als opzoekingen rond subsidiekanalen. Digizine, het digitale magazine van de FOV, viel in 2007 17 keer in de mailbox van de abonnees. Hiermee werd ook dit jaar het voorziene verzendritme aardig gehaald. Het aantal abonnees van Digizine blijft stijgen: van 863 in 2006 naar 904 in 2007.
EERXEPFI^SIOIVW[[[JSZFI
EERXEPEFSRRIIW(MKM^MRI
Een uitgave van: Federatie van Organisaties voor Volksontwikkelingswerk FOV vzw Gallaitstraat 86 bus 12 1030 Brussel Tel. 02/244.93.39 Fax 02/244.93.31
[email protected] www.fov.be Bijdragen: Karine Cleynhens Nele Cornelis Francine De Prins Luc Desmedt Hugo De Vos Jul Geeroms Claire Luyten Nancy Toussaint Dirk Van Aerschot Elke Vandeperre Dirk Verbist Foto’s: Frank Toussaint Vormgeving: Mieke Smalle www.mmmieke.be Druk: Sintjoris, Merendree Brussel, februari 2008 Verantwoordelijke uitgever: Hugo De Vos
FOV vzw Federatie van Organisaties voor Volksontwikkelingswerk Gallaitstraat 86 bus 12 1030 Brussel
T 02-244 93 39 F 02-244 93 31
[email protected] www.fov.be