Inhaalbeweging economie Inleiding Voor de inhaalbeweging economie bestaan er vijf documenten 1 Dit algemeen document dat een volledige beschrijving geeft van wat van leerlingen verwacht wordt als ze beslissen om de overstap te maken van een richting zonder het vak economie naar een richting met het vak economie en dit op gelijk welk tijdstip wanneer die overgang mogelijk is. Per mogelijk tijdstip van overstap staat volledig beschreven wat de inhaalbeweging precies inhoudt. Er zijn zes onderdelen waarvoor een inhaalbeweging mogelijk is: i. Begrippen ii. Onderzoekscompetentie iii. Dubbel boekhouden iv. Basisrekenvaardigheden v. Grafieken vi. Leerinhouden (leerplandoelstellingen) Voor de laatste drie onderdelen zijn de doelstellingen genummerd. Deze nummers staan vast en dienen dus niet als opsomming. Afhankelijk van het tijdstip dat je overstapt zul je bepaalde nummers van doelstellingen al dan niet moet inhalen. Dit document kun je vinden op de website van de school: www.sintpaulusgent.be 2
3 4
5
De inhaalcursus economie waarin per onderdeel van inhaalbeweging staat beschreven wat je moet kennen. De nummering van de laatste drie onderdelen komt overeen met de nummering in het algemeen document. Zo kun je gemakkelijk terugvinden hoe het bereiken van een bepaalde doelstelling kan ingevuld worden. Dit document kun je vinden op de website van de school: www.sintpaulusgent.be Het document ‘Inhaalcursus economie begrippen uit alle uitgaven economix.pdf’. Dit document kun je vinden op de website van de school: www.sintpaulusgent.be De brochure ‘Onderzoekscompetentie.pdf’. Deze brochure heb je als leerling van SintPaulus al ontvangen of kun je raadplegen via de elektronische leeromgeving. Als nieuwe leerling van Sint-Paulus, zul je deze brochure moeten vragen op het secretariaat van de campus. De vakantietaak is een middel om na te gaan of je alle onderdelen van de inhaalbeweging hebt uitgevoerd. De nummering van de opdrachten van de laatste drier onderdelen komt overeen met de nummering in het algemeen document en in de instapcursus. Op die manier kun je makkelijk terugvinden op welke doelstelling of wel vaardigheid of leerinhoud de toepassing betrekking heeft. Dit document zal je ter beschikking gesteld worden door de directie of het secretariaat van de campus. Dit document moet ingediend worden op plaats en tijdstip zoals beschreven verder in dirt document.
De inhaalbeweging economie is een hulpmiddel om voor een vlotte overgang te zorgen naar een richting met het vak ‘economie’. We hopen dan ook dat leerlingen die deze stap willen zetten de richtlijnen volgen en de vakantietaak met de nodige ernst aanpakken. Zoniet zou het vlot volgen van de lessen economie voor problemen kunnen zorgen met alle gevolgen voor de resultaten vandien. Leerlingen die onvoldoende scoren op (bepaalde onderdelen van) de vakantietaak zullen extra remediëringstaken moeten maken, al dan niet op school.
Overgang van 3 zonder economie naar 3 met economie Overgang in de loop van het eerste trimester Als je in de loop van het eerste trimester wilt overstappen van een studierichting zonder economie naar de studierichting economie, kun je onmiddellijk aansluiten. Je moet zelfstandig de al geziene leerstof inhalen. Je kunt bij het verwerken van deze leerstof extra uitleg vragen aan je leerkracht economie. Spreek hiervoor je leerkracht economie aan. Je leerkracht economie zal je ook een aangepaste taak geven om na te gaan of je deze leerstof voldoende beheerst. Deze taak moet je aan je leerkracht economie afgeven op een onderling afgesproken datum die ook in je schoolagenda zal worden genoteerd. Het resultaat wordt via de vakcommentaar in het rapport aan je ouders meegedeeld. Het telt niet mee voor dagelijks werk.
Overgang van 3 zonder economie naar 3 met economie Overgang na het eerste trimester Als je na het eerste trimester wilt overstappen van een studierichting zonder economie naar de studierichting economie, moet je tijdens de kerstvakantie een aangepaste taak maken om na te gaan of je de vereiste vaardigheden en leerinhouden voldoende beheerst om de lessen van het tweede en derde trimester vlot te kunnen volgen. Deze taak moet je op het secretariaat van je campus indienen op de eerste schooldag na de kerstvakantie. Het resultaat wordt via de vakcommentaar in het rapport aan je ouders meegedeeld. Het telt niet mee voor dagelijks werk. Doelstellingen die moeten gerealiseerd worden via de taak Begrippen Economix 3 thema 1 De leerlingen kunnen vanuit een omschrijving het begrip benoemen. Onderzoekscompetentie De leerlingen kunnen de soorten onderzoek en de bijbehorende onderzoeksvragen bepalen; de soorten bronnen in concrete situaties herkennen; de soorten bronnen beoordelen. Dubbel boekhouden De leerlingen kunnen de hoofd- en deelrubrieken van de balans opsommen; de balans voor concrete situaties opmaken; ondernemingsactiviteiten betreffende het opstarten van de onderneming registreren op actief- en passiefrekeningen. Basisrekenvaardigheden De leerlingen kunnen 1 getallen correct afronden volgens de economische afspraken; 2 het gemiddelde van een reeks getallen berekenen; 3 een percentage van een bepaald getal berekenen; 4 een gegeven procent bij een getal optellen of van een getal aftrekken. Grafieken De leerlingen kunnen 1 een lijndiagram lezen; 2 een lijndiagram tekenen op papier. Leerinhouden De leerlingen kunnen 1 formuleren dat de onderneming bij de productie van goederen en diensten gebruik maakt van de productiefactoren natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap; 2 het begrip toegevoegde waarde omschrijven; 3 de werking van het marktmechanisme op de productmarkt beschrijven met behulp van het vraag- en aanbodschema; 4 motieven formuleren die mensen aanzetten tot ondernemen in profit en socialprofitondernemingen; 5 formuleren dat ondernemingen een sociale verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van alle stakeholders;
Overgang van 3 zonder economie naar 4 met economie Overgang begin schooljaar Als je bij het begin van een nieuw schooljaar wilt overstappen van een studierichting zonder economie naar de studierichting economie, moet je tijdens de zomervakantie een aangepaste taak maken om na te gaan of je de vereiste vaardigheden en leerinhouden voldoende beheerst om de lessen van het vierde jaar vlot te kunnen volgen. Deze taak moet je op het secretariaat van je campus indienen op de eerste schooldag na de zomervakantie. Het resultaat wordt via de vakcommentaar in het rapport aan je ouders meegedeeld. Het telt niet mee voor dagelijks werk. Doelstellingen die moeten gerealiseerd worden via de taak Begrippen Economix 3 De leerlingen kunnen vanuit een omschrijving het begrip benoemen; Onderzoekscompetentie De leerlingen kunnen de soorten onderzoek en de bijbehorende onderzoeksvragen bepalen; de soorten bronnen in concrete situaties herkennen; de soorten bronnen beoordelen; deelvragen bij hoofdvragen formuleren een correcte bronvermelding van een boek voor een bibliografie geven; de soorten onderzoeksmethodes in concrete situaties herkennen; de vormen van rapporteren van een onderzoek opsommen. Dubbel boekhouden De leerlingen kunnen de hoofd- en deelrubrieken van de balans opsommen; de balans voor concrete situaties opmaken; de hoofd- en deelrubrieken van een resultatenrekening opsommen; formuleren dat winst het verschil is tussen opbrengsten en kosten; de resultatenrekening voor concrete situaties opmaken en de winst of het verlies bepalen; aan de hand van de balans en de resultatenrekening de liquiditeit, de solvabiliteit en de rendabiliteit van de onderneming berekenen en interpreteren; ondernemingsactiviteiten registreren op actief, passief-, kosten- en opbrengstenrekeningen. Basisrekenvaardigheden De leerlingen kunnen 1 getallen correct afronden volgens de economische afspraken; 2 het gemiddelde van een reeks getallen berekenen; 3 een percentage van een bepaald getal berekenen; 4 een gegeven procent bij een getal optellen of van een getal aftrekken; 5 een verhouding van getallen omrekenen in procenten; 6 een procentueel verschil berekenen; 7 berekeningen maken met betrekking tot btw inclusief en btw exclusief. Grafieken De leerlingen kunnen 1 een lijndiagram lezen; 2 een lijndiagram tekenen op papier
3 4 5
een staaf- en kolomdiagram lezen; een staaf- en kolomdiagram tekenen op papier; een cirkeldiagram lezen.
Leerinhouden De leerlingen kunnen 1 formuleren dat de onderneming bij de productie van goederen en diensten gebruik maakt van de productiefactoren natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap; 2 het begrip toegevoegde waarde omschrijven; 3 de werking van het marktmechanisme op de productmarkt beschrijven met behulp van het vraag- en aanbodschema; 5 formuleren dat ondernemingen een sociale verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van alle stakeholders; 6 verklaringsgronden geven voor loonverschillen bij gelijkaardige functies; 7 de rol van de werknemers- en van de werkgeversorganisaties omschrijven bij het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten; 8 het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven: 9 formuleren hoe een onderneming de productiviteit kan verhogen; 10 oorzaken en gevolgen geven van werkloosheid 11 voorbeelden geven van werkgelegenheidsbeleid ter bestrijding van de werkloosheid; 13 aangeven hoe de onderneming zich op de markt competitief tracht op te stellen aan de hand van de marketingmix; 14 de belangrijkste componenten van het ondernemingsplan opsommen en kunnen herkennen in concrete situaties; 15 in een break-evengrafiek de break-evenafzet bepalen; 16 de invloed van het conjunctuurverloop op het ondernemingsgebeuren schetsen; 17 de belangrijkste financieringsbronnen definiëren; 18 de ondernemingsvormen eenmanszaak, éénpersoonsvennootschap, bvba en nv omschrijven;
Overgang van 4 zonder economie naar 4 met economie Overgang in de loop van het eerste trimester Als je in de loop van het eerste trimester wilt overstappen van een studierichting zonder economie naar de studierichting economie, kun je onmiddellijk aansluiten. Je moet zelfstandig de al geziene leerstof inhalen. Je kunt bij het verwerken van deze leerstof extra uitleg vragen aan je leerkracht economie. Spreek hiervoor je leerkracht economie aan. Je leerkracht economie zal je ook een aangepaste taak geven om na te gaan of je deze leerstof voldoende beheerst. Deze taak moet je aan je leerkracht economie afgeven op een onderling afgesproken datum die ook in je schoolagenda zal worden genoteerd. Het resultaat wordt via de vakcommentaar in het rapport aan je ouders meegedeeld. Het telt niet mee voor dagelijks werk. Tijdens de kerstvakantie zul je een tweede taak moeten maken om te kunnen aansluiten bij de lessen van het tweede en derde trimester en eventueel later de derde graad met de richting economie. Deze taak moet op het secretariaat van de campus ingediend worden op de eerste schooldag na de kerstvakantie. Het resultaat wordt via de vakcommentaar in het rapport aan je ouders meegedeeld. Het telt niet voor dagelijks werk. Doelstellingen die moeten gerealiseerd worden via de tweede taak Begrippen Economix 3 De leerlingen kunnen vanuit een omschrijving het begrip benoemen. Onderzoekscompetentie De leerlingen kunnen 2 de soorten bronnen in concrete situaties herkennen; 3 de soorten bronnen beoordelen; 5 een correcte bronvermelding van een boek voor een bibliografie geven; 7 de vormen van rapporteren van een onderzoek opsommen. Dubbel boekhouden De leerlingen kunnen de hoofd- en deelrubrieken van de balans opsommen; de balans voor concrete situaties opmaken; de hoofd- en deelrubrieken van een resultatenrekening opsommen; formuleren dat winst het verschil is tussen opbrengsten en kosten; de resultatenrekening voor concrete situaties opmaken en de winst of het verlies bepalen; aan de hand van de balans en de resultatenrekening de liquiditeit, de solvabiliteit en de rendabiliteit van de onderneming berekenen en interpreteren; ondernemingsactiviteiten registreren op actief, passief-, kosten- en opbrengstenrekeningen. Basisrekenvaardigheden De leerlingen kunnen 7 berekeningen maken met betrekking tot btw inclusief en btw exclusief. Grafieken De leerlingen kunnen 1 een lijndiagram lezen; 3 een staaf- en kolomdiagram lezen; 4 een staaf- en kolomdiagram tekenen op papier;
5
een cirkeldiagram lezen.
Leerinhouden De leerlingen kunnen 1 formuleren dat de onderneming bij de productie van goederen en diensten gebruik maakt van de productiefactoren natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap; 2 het begrip toegevoegde waarde omschrijven; 3 de werking van het marktmechanisme op de productmarkt beschrijven met behulp van het vraag- en aanbodschema; 5 formuleren dat ondernemingen een sociale verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van alle stakeholders; 6 verklaringsgronden geven voor loonverschillen bij gelijkaardige functies; 7 de rol van de werknemers- en van de werkgeversorganisaties omschrijven bij het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten; 8 het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven: 9 formuleren hoe een onderneming de productiviteit kan verhogen; 10 oorzaken en gevolgen geven van werkloosheid 11 voorbeelden geven van werkgelegenheidsbeleid ter bestrijding van de werkloosheid; 13 aangeven hoe de onderneming zich op de markt competitief tracht op te stellen aan de hand van de marketingmix; 14 de belangrijkste componenten van het ondernemingsplan opsommen en kunnen herkennen in concrete situaties; 15 in een break-evengrafiek de break-evenafzet bepalen; 16 de invloed van het conjunctuurverloop op het ondernemingsgebeuren schetsen; 17 de belangrijkste financieringsbronnen definiëren; 18 de ondernemingsvormen eenmanszaak, éénpersoonsvennootschap, bvba en nv omschrijven;
Overgang van 4 zonder economie naar 5 met economie Overgang begin schooljaar Als je bij het begin van een nieuw schooljaar wilt overstappen van een studierichting zonder economie naar de studierichting economie, moet je tijdens de zomervakantie een aangepaste taak maken om na te gaan of je de vereiste vaardigheden en leerinhouden voldoende beheerst om de lessen van het vierde jaar vlot te kunnen volgen. Deze taak moet je op het secretariaat van je campus indienen op de eerste schooldag na de zomervakantie. Het resultaat wordt via de vakcommentaar in het rapport aan je ouders meegedeeld. Het telt niet mee voor dagelijks werk. Doelstellingen die moeten gerealiseerd worden via de taak Begrippen Economix 3 en Economix 4 De leerlingen kunnen vanuit een omschrijving het begrip benoemen. Onderzoekscompetentie De leerlingen kunnen de soorten onderzoek en de bijbehorende onderzoeksvragen bepalen; de soorten bronnen in concrete situaties herkennen; de soorten bronnen beoordelen; deelvragen bij hoofdvragen formuleren een correcte bronvermelding van een boek voor een bibliografie geven; de soorten onderzoeksmethodes in concrete situaties herkennen; de vormen van rapporteren van een onderzoek opsommen. Dubbel boekhouden De leerlingen kunnen de hoofd- en deelrubrieken van de balans opsommen; de balans voor concrete situaties opmaken; de hoofd- en deelrubrieken van een resultatenrekening opsommen; formuleren dat winst het verschil is tussen opbrengsten en kosten; de resultatenrekening voor concrete situaties opmaken en de winst of het verlies bepalen; aan de hand van de balans en de resultatenrekening de liquiditeit, de solvabiliteit en de rendabiliteit van de onderneming berekenen en interpreteren; Basisrekenvaardigheden De leerlingen kunnen 1 getallen correct afronden volgens de economische afspraken; 2 het gemiddelde van een reeks getallen berekenen; 3 een percentage van een bepaald getal berekenen; 4 een gegeven procent bij een getal optellen of van een getal aftrekken; 5 een verhouding van getallen omrekenen in procenten; 6 een procentueel verschil berekenen; 7 berekeningen maken met betrekking tot btw inclusief en btw exclusief; 8 rekenen met indexcijfers. Grafieken De leerlingen kunnen 1 een lijndiagram lezen; 2 een lijndiagram tekenen op papier; 3 een staaf- en kolomdiagram lezen;
4 5
een staaf- en kolomdiagram tekenen op papier; een cirkeldiagram lezen.
Leerinhouden De leerlingen kunnen 1 formuleren dat de onderneming bij de productie van goederen en diensten gebruik maakt van de productiefactoren natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap; 2 het begrip toegevoegde waarde omschrijven; 3 de werking van het marktmechanisme op de productmarkt beschrijven met behulp van het vraag- en aanbodschema; 5 formuleren dat ondernemingen een sociale verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van alle stakeholders; 6 verklaringsgronden geven voor loonverschillen bij gelijkaardige functies; 7 de rol van de werknemers- en van de werkgeversorganisaties omschrijven bij het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten; 8 het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven: 9 formuleren hoe een onderneming de productiviteit kan verhogen; 10 oorzaken en gevolgen geven van werkloosheid 11 voorbeelden geven van werkgelegenheidsbeleid ter bestrijding van de werkloosheid; 13 aangeven hoe de onderneming zich op de markt competitief tracht op te stellen aan de hand van de marketingmix; 14 de belangrijkste componenten van het ondernemingsplan opsommen en kunnen herkennen in concrete situaties; 15 in een break-evengrafiek de break-evenafzet bepalen; 16 de invloed van het conjunctuurverloop op het ondernemingsgebeuren schetsen; 17 de belangrijkste financieringsbronnen definiëren; 18 de ondernemingsvormen eenmanszaak, éénpersoonsvennootschap, bvba en nv omschrijven; 19 de variabele, vaste, totale, gemiddelde en marginale kosten berekenen; 20 grafisch de optimale productiegrootte afleiden; 21 de winst bij optimale productiegrootte grafisch voorstellen; 22 aantonen dat de productie stopgezet wordt als de prijs lager wordt dan de gemiddelde variabele kosten; 23 de aanbodcurve grafisch afleiden uit de marginale kostencurve; 24 toenemende, afnemende en constante schaalvoordelen van elkaar onderscheiden; 25 het overheidsingrijpen in onvolkomen marktsituaties beschrijven en verklaren; 26 formuleren welke motieven ondernemingen hebben om aan internationale handel te doen; 27 formuleren waarom en hoe de overheid de internationale handel soms belemmert door protectionisme; 28 de rol van de Europese Unie en de Wereldhandelsorganisatie toelichten bij de vrijmaking van de internationale handel; 29 het begrip economische groei omschrijven; economische groei meten; bbp als maatstaf van welvaart beoordelen; de determinanten en andere factoren die economische groei beïnvloeden beschrijven; 30 illustreren dat aan economische groei ook negatieve aspecten verbonden zijn en dat het marktmechanisme tekortschiet bij het toerekenen van externe kosten; 31 voorbeelden geven van maatregelen die duurzame groei bevorderen; 32 de onderdelen van de armoedecirkel opsommen en het onderling verband er tussen weergeven;
33 voorbeelden geven van de wijze waarop de overheid corrigerend kan optreden bij economische groei.
Overgang van 5 zonder economie naar 5 met economie Overgang in de loop van het eerste trimester Als je in de loop van het vijfde jaar wil overstappen van een studierichting zonder economie naar een studierichting met economie (5EcMt of 5EcWi), moet een onderscheid gemaakt worden naargelang je schoolloopbaan in de tweede graad. Heb je de tweede graad beëindigd in de studierichting economie en wil je in de loop van het eerste semester overstappen, kun je onmiddellijk aansluiten. Je moet zelfstandig de al geziene leerstof inhalen. Je kunt bij het verwerken van deze leerstof extra uitleg vragen aan je leerkracht economie. Spreek hiervoor je leerkracht economie aan. Je leerkracht economie zal je ook een aangepaste taak geven om na te gaan of je deze leerstof voldoende beheerst. Deze taak moet je aan je leerkracht economie afgeven op een onderling afgesproken datum die ook in je schoolagenda zal worden genoteerd. Het resultaat wordt via de vakcommentaar in het rapport aan je ouders meegedeeld. Het telt niet mee voor dagelijks werk. Heb je de tweede graad beëindigd in de studierichting economie en wil je na het eerste trimester overstappen, dan moet je zelfstandig de leerstof van het eerste trimester inhalen. Tijdens de kerstvakantie zul je een taak moeten maken over de leerstof van het eerste trimester om te kunnen aansluiten bij de lessen van het tweede en derde trimester. Deze taak moet op het secretariaat van de campus ingediend worden op de eerste schooldag na de kerstvakantie. Het resultaat wordt via de vakcommentaar in het rapport aan je ouders meegedeeld. Het telt niet voor dagelijks werk. Als je de tweede graad niet hebt beëindigd in de studierichting economie, wordt een overgang in de loop van het eerste trimester het vijfde jaar afgeraden. Je beschikt immers niet over de noodzakelijke basiskennis economie uit de tweede graad. Wil je toch in de loop van het eerste trimester instappen, dan moet je zelfstandig de al geziene leerstof van het vijfde jaar inhalen. Je kunt bij het verwerken van deze leerstof wel extra uitleg vragen aan je leerkracht economie. Spreek hiervoor je leerkracht economie aan. Je leerkracht economie zal je ook een aangepaste taak geven om na te gaan of je deze leerstof voldoende beheerst. Deze taak moet je aan je leerkracht economie afgeven op een onderling afgesproken datum die ook in je schoolagenda zal worden genoteerd. Het resultaat wordt via de vakcommentaar in het rapport aan je ouders meegedeeld. Het telt niet mee voor dagelijks werk. Tijdens de kerstvakantie zul je een tweede taak moeten maken om te kunnen aansluiten bij de lessen van het tweede en derde trimester. Deze taak moet op het secretariaat van de campus ingediend worden op de eerste schooldag na de kerstvakantie. Het resultaat wordt via de vakcommentaar in het rapport aan je ouders meegedeeld. Het telt niet voor dagelijks werk. Doelstellingen die moeten gerealiseerd worden via de taak Onderzoekscompetentie De leerlingen kunnen de soorten onderzoek en de bijbehorende onderzoeksvragen bepalen; de soorten bronnen in concrete situaties herkennen; de soorten bronnen beoordelen; deelvragen bij hoofdvragen formuleren een correcte bronvermelding van een boek voor een bibliografie geven; de soorten onderzoeksmethodes in concrete situaties herkennen; de vormen van rapporteren van een onderzoek opsommen.
Dubbel boekhouden De leerlingen kunnen de hoofd- en deelrubrieken van de balans opsommen; de balans voor concrete situaties opmaken; de hoofd- en deelrubrieken van een resultatenrekening opsommen; formuleren dat winst het verschil is tussen opbrengsten en kosten; de resultatenrekening voor concrete situaties opmaken en de winst of het verlies bepalen; aan de hand van de balans en de resultatenrekening de liquiditeit, de solvabiliteit en de rendabiliteit van de onderneming berekenen en interpreteren; Basisrekenvaardigheden De leerlingen kunnen 1 getallen correct afronden volgens de economische afspraken; 2 het gemiddelde van een reeks getallen berekenen; 3 een percentage van een bepaald getal berekenen; 4 een gegeven procent bij een getal optellen of van een getal aftrekken; 5 een verhouding van getallen omrekenen in procenten; 6 een procentueel verschil berekenen; 7 berekeningen maken met betrekking tot btw inclusief en btw exclusief; 8 rekenen met indexcijfers. Grafieken De leerlingen kunnen 1 een lijndiagram lezen; 2 een lijndiagram tekenen op papier; 3 een staaf- en kolomdiagram lezen; 4 een staaf- en kolomdiagram tekenen op papier; 5 een cirkeldiagram lezen. Leerinhouden De leerlingen kunnen 2 het begrip toegevoegde waarde omschrijven; 6 verklaringsgronden geven voor loonverschillen bij gelijkaardige functies; 19 de variabele, vaste, totale, gemiddelde en marginale kosten berekenen; 20 grafisch de optimale productiegrootte afleiden; 21 de winst bij optimale productiegrootte grafisch voorstellen; 22 aantonen dat de productie stopgezet wordt als de prijs lager wordt dan de gemiddelde variabele kosten; 23 de aanbodcurve grafisch afleiden uit de marginale kostencurve; 25 het overheidsingrijpen in onvolkomen marktsituaties beschrijven en verklaren; 30 illustreren dat aan economische groei ook negatieve aspecten verbonden zijn en dat het marktmechanisme tekortschiet bij het toerekenen van externe kosten; 32 de onderdelen van de armoedecirkel opsommen en het onderling verband er tussen weergeven; Tijdens de zomervakantie zul je een derde taak moeten maken om te kunnen aansluiten bij de lessen van het zesde jaar. Deze taak moet op het secretariaat van de campus ingediend worden op de eerste schooldag na de zomervakantie. Het resultaat wordt via de vakcommentaar in het rapport aan je ouders meegedeeld. Het telt niet voor dagelijks werk. Doelstellingen die moeten gerealiseerd worden via de taak
Leerinhouden De leerlingen kunnen 1 formuleren dat de onderneming bij de productie van goederen en diensten gebruik maakt van de productiefactoren natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap; 5 formuleren dat ondernemingen een sociale verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van alle stakeholders; 7 de rol van de werknemers- en van de werkgeversorganisaties omschrijven bij het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten; 8 het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven: 9 formuleren hoe een onderneming de productiviteit kan verhogen; 10 oorzaken en gevolgen geven van werkloosheid 11 voorbeelden geven van werkgelegenheidsbeleid ter bestrijding van de werkloosheid; 16 de invloed van het conjunctuurverloop op het ondernemingsgebeuren schetsen; 26 formuleren welke motieven ondernemingen hebben om aan internationale handel te doen; 27 formuleren waarom en hoe de overheid de internationale handel soms belemmert door protectionisme; 28 de rol van de Europese Unie en de Wereldhandelsorganisatie toelichten bij de vrijmaking van de internationale handel; 29 het begrip economische groei omschrijven; economische groei meten; bbp als maatstaf van welvaart beoordelen; de determinanten en andere factoren die economische groei beïnvloeden beschrijven; 33 voorbeelden geven van de wijze waarop de overheid corrigerend kan optreden bij economische groei. Als je de tweede graad niet hebt beëindigd in de studierichting economie, is een overgang na het eerste trimester onmogelijk. Je beschikt immers niet over de noodzakelijke basiskennis economie en een inhaalbeweging is op zo’n korte termijn niet meer mogelijk.