T I J D S C H R I F T V A N D E F A C U LT E I T I N G E N I E U R S W E T E N S C H A P P E N E N V I L v
Nr. 26 • juli 2014
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104
ingenieurs onderzoeken, ontwerpen, innoveren, reizen, leiden, sporten, musiceren, feesten … !
ir
ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN
t a d is
tje s e fe
Voorwoord Beste ingenieurs, beste medewerkers en vrienden van de faculteit Wat hebben Gerald G. Fuller, Robin Ska, Manu De Block en ‘ir is dat feestje!’ met elkaar gemeen? Hun verhaal staat in GeniaaL. In dit nummer van GeniaaL is alles in beweging, onbewust geïnspireerd door ons feestjaar 150 jaar ingenieursopleiding aan de KU Leuven. Studeren, afstuderen, werken en tussendoor een beetje feesten of vakantie nemen – zo ziet deze periode er voor de meeste jonge burgerlijk ingenieurs of burgerlijk ingenieur-architecten uit. De afgestudeerden zetten de stap naar de arbeidsmarkt, ze studeren verder of verdiepen zich nog meer in het ‘engineeren’ door te doctoreren (hopelijk aan een van onze prachtige onderzoeksafdelingen van wereldtopniveau. Ze blikken alleszins melancholisch terug of hoopvol vooruit, samen met onze nieuwe (Manu De Block) en ere-VTK-preses (Robin Ska). De Faculteit Ingenieurswetenschappen doet er alles aan om goede burgerlijk ingenieurs en burgerlijk ingenieur-architecten ‘af te leveren’. Contacten met het afnemend veld en onze alumni zijn meer dan belangrijk. Een interview met een zeer gekende alumnus, Jo Cornu, de topman van de NMBS, is dan mooi op zijn plaats. Natuurlijk hebben we naast jaarlijks nieuwe studenten, ook nieuwe docenten. Techniek staat niet stil en jonge vernieuwende kennis is steeds welkom. In dit nummer wordt ook een korte blik geworpen op onze nieuwe professoren. We rekenen erop dat ze de hoge kwaliteit en reputatie die onze faculteit en onze burgerlijk ingenieurs en burgerlijk ingenieur-architect en wereldwijd genieten, blijvend waarmaken. Terwijl de wereld verder draait, wensen we iedereen toch af en toe wat rust: een deugddoende vakantie om daarna weer vol energie ertegenaan te gaan. Graag tot binnenkort, op naar een veelbelovend en boeiend nieuw academiejaar! Michiel Steyaert, decaan Faculteit Ingenieurswetenschappen
Beste collega-alumni Het feestacademiejaar loopt ten einde, op naar het 151e jaar ingenieursopleiding in Leuven. We kunnen terugblikken op een heel druk en bewogen academiejaar. Er waren heel wat activiteiten in het kader van deze bijzondere verjaardag. Velen onder jullie hebben van die gelegenheden gebruik gemaakt om nog eens naar Leuven te komen en te proeven van de sfeer van onze mooie Arenbergcampus. Voor diegenen onder jullie die al wat langer zijn afgestudeerd, zal het wellicht zijn opgevallen dat de faculteit – en bij uitbreiding de campus – niet stilstaan. Ook de alumnivereniging is steeds in beweging en hopelijk hebben jullie daar als leden ook wat van gemerkt. Een aantal nieuwe initiatieven die we vorig academiejaar hadden opgestart, draaien nu op volle toeren. Zo zijn er de VILv-prijzen voor P&O3 in de algemene richting en voor het bachelorprojectwerk in de richting burgerlijk ingenieur-architect. We proberen hiermee onze alumnivereniging beter bekend te maken bij de studenten, maar drukken tevens onze appreciatie uit voor wat wij een positieve evolutie vinden binnen de opleiding en geven zo ook de faculteit onze steun. Meer rechtstreeks naar onze leden is er dan onze nieuwsbrief die dit jaar heel regelmatig in uw mailbox is beland. Hiermee kunnen we onze leden beter en efficiënter op de hoogte houden van de activiteiten die de faculteit en onze vereniging organiseren. Jullie – steeds behoorlijke aanwezigheid op deze activiteiten geeft aan dat we slagen in ons opzet om boeiend te blijven. Ik hoop dan ook van harte dat we vele nieuwe collega’s – die ik hierbij van harte gelukwens met het behalen van hun diploma – in onze vereniging mogen verwelkomen. Gegroet en tot gauw Gert Sablon, voorzitter VILv – Alumni Ingenieurs KU Leuven
INHOUD Nieuws uit de faculteit Nieuwe Arenbergers GeniaaL gedacht Nieuwe SOC Maakindustrie Eredoctoraat Gerald G. Fuller View on Belgians Ir is dat feestje! Jaarlijkse Algemene Vergadering VILv Forumavond: ‘succesvol ondernemen voor en door ingenieurs
3 4 5 6-7 8-9 10-11 12-13 14-15 16-17
Reünie 1954 Reünie 1957 – aankondiging Dag van de Ingenieur VILv-prijzen Baron Frans van Dale GeniaLe alumni: Jo Cornu Ploeg Fuse maakt plaats voor Pixel Laatstejaarsreis 2014: Singapore en Maleisië Feestweek
18 19 20 21-22 23-24 25 26-27 28
Nieuws Prijzen, onderscheidingen, … • Philip Dutré, hoogleraar aan het Departement Computerwetenschappen, ontving de ‘Frederick Emmons Terman Engineering Scholastic Award’ voor ‘Excellence in Teaching’. Raf Mertens, die zijn eerste jaar ingenieursopleiding aan onze faculteit volgde en daarna zijn studies verderzette aan Stanford University, kreeg op 12 april 2014 de Frederick Emmons Terman Engineering Scholastic Award voor ‘distinguished academic performance at Stanford University’. De Terman Awards worden uitgereikt aan de top vijf percent ingenieursstudenten van elk afstudeerjaar aan Stanford University. Tevens ontving Philip Dutré van Stanford University een certificaat voor ‘Contributions to the education of students in general, and in particular for exceptional influence on the engineering career of Raf Mertens’. engineering.stanford.edu/portals/student/termanscholastic-awards • Met de businessplanwedstrijd Start Academy kunnen hogeschool- en universiteitsstudenten proeven van het ondernemerschap en krijgen ze de kans hun businessplan te vervolmaken. Start Academy is een gezamenlijk initiatief van Vlaamse Jonge Ondernemingen (Vlajo) en ING België, met o.a. VKW als partner. Het studententeam achter de app Quivr won de 5e editie van de businessplanwedstrijd Start Academy. Ze haalden het van vijf andere teams met hun flexibele uurroosterapplicatie voor studenten. Met Quivr kunnen studenten op Android, Windows Phone, iOS en computer alle informatie vinden die ze dagelijks nodig hebben als student. 13.000 studenten van KU Leuven hebben momenteel al een account op Quivr. De kersverse winnaars Maxime Bossens, Boris Gordts, Jeroen Hermans, Joris Gevaert, alle vier van de Faculteit Ingenieurswetenschappen, en Andreas Van Assche en Wouter Adriaens van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen ontmoetten elkaar op een programmeerwedstrijd. Ze hebben plannen om verder te gaan en ook effectief een bedrijf op te richten. www.vkw.be/kennisbank/quivr-van-ku-leuven-wintstart-academy-2014
Ontwerpwedstrijd FabLab FabLab Leuven organiseerde in het kader van ‘KU Leuven ingenieurt 150 jaar’ een unieke ontwerpwedstrijd. Deze wedstrijd stond open voor alle Vlaamse studenten, scholieren en FabLab-gebruikers. Er werd gevraagd een meubel te ontwerpen dat gemaakt kan worden met FabLab-technologie (bv. lasercutting, CNC milling).
De beste meubels werden gefabriceerd op ware grootte en geschonken aan de desbetreffende deelnemer. De drie beste ontwerpen kregen een geldprijs van respectievelijk 250, 150 en 100 euro. Alle ontwerpen werden beoordeeld door een jury volgens de criteria functionaliteit, schoonheid en maakbaarheid. Vielen in de prijzen: Tom Piessens (1e prijs), Nik Aelbrecht en Toon Monballieu (2e prijs) en Wim Van Gool (3e prijs). eng.kuleuven.be/algemeen/nieuws/fablabontwerpwedstrijd
InnovationLab Op 23 april 2014 werd InnovationLab officieel gelanceerd. InnovationLab is een interactief leercentrum ter ondersteuning van ‘ingenieuze’ wetenschapsprojecten in de derde graad secundair onderwijs. InnovationLab biedt scholen en hun leerlingen de kans om tijdens een projectdag zelf te experimenteren en te onderzoeken. Rond actuele thema’s als energie, energieopslag, veiligheid en gezondheid ontwerpen en bouwen de leerlingen een systeem en passen hierbij concepten van de lessen wiskunde en wetenschappen toe. Meer over deze samenwerking tussen Chemische Ingenieurstechnieken, Materiaalkunde, Computerwetenschappen en Elektrotechniek lees je op eng.kuleuven.be/innovationlab
lancering InnovationLab
Open Atelier – VILv-prijzen VILv-voorzitter Gert Sablon reikte op 23 mei prijzen uit voor het beste ontwerp van de bachelor ingenieurswetenschappen: architectuur. Thijs Engels en Vincent van Kerckhove kregen de hoofdprijs voor hun herbestemmingsproject van een site in Molenbeek. Het team van Gert-Willem Van Gompel, Jeroen Vanmassenhove en Jolien Winters is uitgeroepen tot runner-up. Meer informatie op eng.kuleuven.be/AlumniVILv/vilv-prijs Annemie Caproens
3
De nieuwe Arenbergers De Groep Wetenschap & Technologie heeft zopas haar 24e Arenbergbrochure gepubliceerd, waarin het pas aangesteld academisch personeel wordt voorgesteld. De professoren vertellen over zichzelf en hun onderzoek. Hier vind je in een oogopslag de vier professoren die actief zijn in de ingenieurswetenschappen. Meer informatie en meer portretten vind je online: www.set.kuleuven.be Liliane Pintelon
Pieter Vansteenwegen
4
Privé Geboren in Leuven in 1979. Getrouwd met Sofie Beersmans. Twee dochters en een zoon: Sien, Adriaan en Lena Studies Master of Science in Mechanical Engineering (KU Leuven) – PhD in Operations Research (KU Leuven) Loopbaan Postdoc FWO (KU Leuven) – assistant professor, Department Industrial Engineering, UGent (2010-2012) – research stay UPC, Barcelona (2012) – assistant professor, KU Leuven (sinds oktober 2012) Onderzoeksdomein Verbeteren van de robuustheid en optimalisatie van openbaar vervoer. Metaheuristieken voor complexe logistieke planningsproblemen. Onderwijsopdrachten In de nieuwe master verkeer, logistiek en intelligente transportsystemen (VLITS): openbaar vervoer – besliskunde voor bedrijfsbeheer – operationeel management – distribution logistics Eenheid Centrum voor Industrieel Beleid/ Verkeer & Infrastructuur – Departement Werktuigkunde e-mail
[email protected] Website www.mech.kuleuven.be/en/cib/
Sofie Pollin
Marian Verhelst
Privé Geboren in Brugge in 1979. Getrouwd met Bart Adams. Twee dochters: Liselore en Jozefien
Privé Geboren in Leuven in 1980. Getrouwd met Thomas Plomteux. Drie dochters: Marie, Emma en Laura
Studies Master of Science in Electrical Engineering (KU Leuven) - PhD (imec – KU Leuven)
Studies Master of Science in Electrical Engineering (KU Leuven) – PhD (KU Leuven)
Loopbaan Internship National Semiconductor (Santa Clara) – visiting scholar at UC Berkeley met BAEF en Marie Curie Scholarships – principal scientist imec – assistant professor KU Leuven (sinds oktober 2012)
Loopbaan Visiting scholar Berkeley Wireless Research Center, UC Berkeley researcher Intel Labs (USA) - assistant professor KU Leuven (oktober 2012) lid van de Jonge Academie van KVAB - lid van het STEM-platform.
Onderzoeksdomein Networked systems met nood aan netwerken die steeds denser, heterogener, batterij-afhankelijker en spectrumbeperkter worden.
Onderzoeksdomein Zelflerende en zelfadaptieve circuits en systemen voor ultralaag vermogen draadloze sensortoepassingen.
Onderwijsopdrachten Mobiele en draadloze communicatie Telecom lab sessies met software programmeerbare radio’s Eenheid ESAT - TELEMIC, Telecommunicatie en Microgolven e-mail
[email protected] Website www.esat.kuleuven.be/telemic/
Onderwijsopdrachten Computer Architectures; Design of Digital Platforms (Ontwerp van digitale platformen). InnovationLab (STEM-projecten voor middelbaar onderwijs) Eenheid ESAT – MICAS (Micro-electronics and Sensors) e-mail
[email protected] Website www.esat.kuleuven.be/telemic/
GeniaaL gedacht We willen meningen horen. Meningen van ingenieurs over wat hen nauw aan het hart ligt, meningen van niet-ingenieurs over ingenieurs en ingenieuren, alles wat des mensen is, kan en mag aan bod komen. Als het maar ‘uw gedacht’ is, mijn gedacht.
Marcel Pelgrom studeerde elektrotechniek aan de HTS (hogere technische school) in Arnhem en de Universiteit Twente. Hij werkte 27 jaar als onderzoeker en afdelingshoofd voor Philips Research op het gebied van elektronisch ontwerp. Sinds 2006 is hij medewerker van NXP. Pelgrom is gastdocent aan Stanford University, Universiteit Twente en de TU Delft. Daarnaast schrijft hij regelmatig columns in Bits&Chips. In 2013 kende onze faculteit hem een ereprofessoraat toe. ’n Hollander? Wat moet een Hollander in dit Leuvens alumniblad? Nu ben ik geboren waar de Rijn de grens passeert, gedoopt in Grolsch bier, academisch gevormd in Twente en heb een carrière lang in Eindhoven gewerkt. Dan ben je een Nederlander uit de provincie. Hollanders denken dat rond dat volk stallucht hangt en dat Belgen bij het ontbijt hun frites met bier wegspoelen. Wat u en mij bindt is dat we hetzelfde denken over die Hollanders: beetje te grote mond voor wat ze presteren. Of dat nu bij het WK is of als ingenieur, steeds hetzelfde liedje. Toch hebben de Hollandse studenten in mijn colleges best iets charmants: ze denken al snel dat ze de stof snappen. Met een beetje handigheid laat je ze dan zulke kromme dingen zeggen, dat ze zich over hun eigen redenering verbazen. En als de denkfout helder is, dan is het correcte pad snel gevonden. Een goede ingenieur leert van zijn eigen misvattingen. Een goede ingenieur heeft ook geleerd hard te werken. Sommige aspecten van het vak moet je blind beheersen: de basisvaardigheden van wis- en natuurkunde moeten zo triviaal zijn als het schakelen van een auto. De verschillende onderwijshervormingen hebben het ouderwetse kennisstampen uit de Nederlandse lessen verbannen. Echter hoofdrekenen traint de scholier om als ingenieur constructies in gedachten te analyseren. Logaritmen rekenen legt de basis om snel grootteordes te overzien. Die basis mist de Hollandse student anno 2014. De Leuvense ijkingstoets zou voor hem te zwaar zijn. Dat is jammer want een beetje Hollandse flair kan een internationaal opererende ingenieur wel gebruiken. Marcel Pelgrom, Honorary Professor 2013
Rechtzetting Op p. 22 van het vorige nummer van GeniaaL werden de foto’s van Dieter Boels en Koen Wouters (Faculty STARs Atmosfeer) per vergissing omgewisseld. Met onze excuses plaatsen we hieronder de juiste versie bij de juiste muzikant: Dieter Boels: °Ukkel, 17 november 1990 • masterstudent in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek, optie ingebedde systemen en multimedia • muziekervaring: accordeon (acht jaar muziekschool), piano (vijf jaar privé), gitaar (zes jaar privé, een jaar jazzacademie, diverse stages), trombone (een jaar muziekschool) • vorige projecten: Arristide, Bolkwush (https://myspace.com/bolkwush/)
Koen Wouters: °Deurne, 28 september 1990 • master in de ingenieurswetenschappen: werktuigkunde, nu masterstudent in het management aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde • muziekervaring: gitaar (vier jaar muziekschool), saxofoon (zes jaar klassieke opleiding aan muziekschool, twee jaar jazz en lichte muziek aan muziekschool) • vorige projecten: Bolkwush
5
Het nieuwe SOC (strateg Maakindustrie gaat van De maakindustrie is de motor van de welvaart in Vlaanderen. Ze biedt niet alleen werk aan meer dan 200.000 mensen in 5.700 bedrijven, actief in onder meer de voertuig-, mechatronica- en machinebouwindustrie, alsook in andere hoogtechnologische productieomgevingen, zij is ook een krachtige motor van indirecte tewerkstelling. Een baan in de productiesector creëert tussen twee en vijf bijkomende banen. Productie stimuleert onderzoek en ontwikkeling en de vraag naar diensten. De productiesector levert een belangrijk aandeel in de private (tot 90%) en publieke financiering van de O&O-inspanningen. Hij speelt een essentiële rol in het innovatieproces en de technologische vooruitgang.
6
De maakindustrie staat tegenover de procesindustrie. In de maakindustrie verlaten de producten als discrete entiteiten (‘dingen’) de fabriek. Voorbeelden zijn auto’s, werktuigmachines, kookpotten, keukens, kledij, computers, meubelen, zonnepanelen, vliegtuigen, elektronenmicroscopen, ledlampen, bruistabletten, … In de procesindustrie echter stromen de producten als een fluïdum doorheen het bedrijf. Voorbeelden van continue productie zijn de petrochemie, veevoederbedrijven, brouwerijen (de bottelarij is maakindustrie), farmaceutische bedrijven, … De Europese maakindustrie staat onder zeer hoge druk wegens verlies aan competitiviteit tegenover de lagelonenlanden. Uitbesteden van de productie aan lagelonenlanden, ook delokalisatie genoemd, wordt meestal als oplossing voorgesteld. Maar als de productie uit Europa verdwijnt, dan verdwijnen of verarmen planning, ontwerp, onderzoek en ontwikkeling, toelevering, technisch onderwijs, ingenieursfaculteiten en het voor innovatie zo noodzakelijke industrieel weefsel, onherroepelijk
mee. Daarom is een krachtige maakindustrie van levensbelang voor de welvaart in onze regio. Als basis voor innovatie en competitiviteit is een sterk industrieel weefsel primordiaal. Dit omvat: O&O-kennis, beschikbaarheid van geavanceerde processen en engineeringcapaciteiten, fabricagecompetenties in specifieke technologieën, dit alles ingebed in bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstellingen. Dit weefsel is publiek domein en is de basis voor innovatie. Het is meestal geografisch verankerd. Een indrukwekkend modern voorbeeld is de High Tech Campus in Eindhoven, verankerd in het industriële weefsel van Philips Research en zijn succesvolle spin-offs (ASML, FEI, ...), met al een honderdtal hightechbedrijven, actief rond mechatronica, precisiemachinebouw, nanotechnologie. Geografische nabijheid is opnieuw belangrijk geworden in het innovatieproces. De ‘The World is Flat’-kreet van Thomas Friedman, dat afstand er niet toe doet, is weer veraf.
Om te innoveren moet je maken We moeten niet alleen nieuwe producten maken, maar vooral waarde creëren. Alleen innoveren en de productie uitbesteden is ook geen oplossing. Er is nood aan een geïntegreerde aanpak, waarvan ‘dingen maken’ maar één element is. Verregaande integratie van innovatie, ontwerp, productie en diensten, als de vier hoekpunten van de waardeketentetraëder, is de enige weg. Het succes van de integratie van nieuwe technologieën, zoals microsysteemtechnologie (MST), ICT,
isch onderzoekscentrum)
start nieuwe materialen, nanotechnologie en biotechnologie, in nieuwe producten, is in de eerste plaats afhankelijk van de beschikbaarheid van nieuwe productiemethodes. Alleen die locaties die alle technologische en organisatorische aspecten van de ontstaans- en levenscyclus van innovatieve producten beheersen, hebben een toekomst in het industriële landschap van de 21e eeuw. Om in te spelen op de dwingende nood om het industriële weefsel in Vlaanderen te versterken en zodoende een gunstig innovatieklimaat te scheppen, keurde de Vlaamse regering recent de oprichting van het SOC Maakindustrie goed. In dit nieuw strategisch onderzoekscentrum bundelen de bestaande Vlaamse onderzoekscentra FMTC (Flanders’ Mechatronics Technology Centre) en Flanders’ DRIVE, alsook laboratoria van de vijf Vlaamse universiteiten hun krachten, met de steun van Sirris, het collectief centrum van de technologische industrie en onder impuls van Agoria, de federatie van de technologische industrie. Vanuit hun expertise en jarenlange ervaring zullen ze samen de bedrijven in de maakindustrie via precompetitief onderzoek ondersteunen om hun internationale concurrentiepositie te versterken. Het SOC Maakindustrie zal nauw samenwerken met een 100-tal Vlaamse topbedrijven aan precompetitief technologisch onderzoek op het gebied van mechatronica, productontwikkeling en geavanceerde productietechnologieën. Dit zal in eerste instantie concrete toepassingen opleveren op het vlak van machines, voertuigen, voertuigcomponenten en hoogtechnologische productiesystemen. Nadien zal een brede groep bedrijven via de begeleiding van Sirris de gelegenheid krijgen om de onderzoeksresultaten toe te passen en zo hun concurrentiekracht te verhogen. Daarnaast zet het SOC Maakindustrie sterk in op
grensoverschrijdende en internationale innovatiesamenwerking en op participatie in Europese onderzoeksprojecten om uit te groeien tot een uitmuntend onderzoekscentrum in de Europese context en om de Vlaamse industrie toegang te geven tot de internationaal beschikbare kennis. Het SOC Maakindustrie is het vijfde SOC in Vlaanderen. Het eerste was imec, in 1984, gevolgd door VITO, VIB en iMinds. Het strategisch onderzoekscentrum Maakindustrie heeft vestigingen in Lommel, Diepenbeek en Leuven en bij de vijf Vlaamse universiteiten. De Vlaamse regering voorziet een basisfinanciering van € 8,4 miljoen per jaar vanaf 2014, gecombineerd met eenmalige impulsen vanuit SALK (Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat) en EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling), ter waarde van € 16,5 miljoen voor de financiering van gericht onderzoek. Het SOC Maakindustrie kwam tot stand vanuit een impuls gegeven in het SALK-rapport voor Limburg en dankzij een intensieve samenwerking tussen de industrie, de universiteiten, Flanders’ DRIVE en FMTC, onder leiding en coördinatie van Sirris. Opzet is tegen 2018 te komen tot een jaarlijkse overheidsdotatie van € 25 miljoen en een totale omzet van € 50 miljoen door bijkomende inbreng van middelen vanuit bedrijven, IWT en Europese steunkanalen. Tegen 2018 zullen er meer dan 300 onderzoekers vanuit de industrie, het SOC Maakindustrie en de universiteiten, voltijds als een unieke onderzoeksgemeenschap samenwerken aan een gemeenschappelijke industrieel gerichte onderzoeksagenda. Door hun jarenlange onderzoekservaring op het vlak van productietechnieken, machinebouw en industriële automatisering zijn meerdere onderzoeksgroepen van de FirW en de FIIW van KU Leuven uitstekend geplaatst om een belangrijke bijdrage te leveren aan de activiteiten van het nieuwe SOC. Hendrik Van Brussel
7
Eredoctoraat voor Gerald G. Fu Gerald G. Fuller is professor aan het Departement Chemical Engineering aan Stanford University (California, USA) en een van de pioniers in optische reologie en interfasereologie. In 1980 behaalde hij zijn doctoraat aan CalTech in de groep van prof. Gary Leal waar hij stromingsgeïnduceerde dubbele breking bestudeerde als methode om krachten in polymere vloeistoffen te meten. Al snel werd Gerald G. Fuller de leidende figuur in het gebied van de reo-optica, waar een brede waaier van technieken wordt ingezet om spanningen en structuren in stromende systemen te meten. Hij schreef hierover een boek in 1994 om vervolgens zijn onderzoeksfocus te verleggen naar interfasen en hun stromingseigenschappen om ook in dit domein op korte tijd een expert te worden. En ja … hij werkt momenteel opnieuw aan een boek. Op 3 juni overhandigde de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven aan Gerald G. Fuller een eredoctoraat. Hij werd gelauwerd voor zijn uitmuntende wetenschappelijke prestaties, maar ook voor de meer dan 25 jaar lange succesvolle samenwerking tussen zijn onderzoeksgroep en het Departement Chemische Ingenieurstechnieken van de KU Leuven. 8
Eline Hermans en Gerald G. Fuller
Doorheen de jaren was u zowel eerst in optische reologie als later in interfasereologie een van de pioniers in het vakgebied. Wat is uw geheim? Hoe bedacht u tot tweemaal toe een nieuw onderdeel dat al snel vele onderzoekers ter wereld inspireerde? Je moet een wetenschappelijk probleem identificeren dat verder onderzoek waard is. In feite moet ik toegeven dat ik me vooral beter voel als ik de enige ben die aan een specifiek probleem werkt. Ik voel me relaxed, kan me beter focussen en moet me
geen zorgen maken dat iemand me te snel af is. Voor zowel optische reologie als interfasereologie had ik jarenlang geen significante concurrentie. Het heeft voor- en nadelen. Je slaapt ’s nachts beter. Anderzijds, wanneer niemand anders je probleem bestudeert, betekent het soms dat het geen relevant probleem is. Het is zeker en vast een groot risico om een grote hoeveelheid middelen te investeren in totaal nieuwe ideeën. Maar ik denk dat de echt moedige mensen mijn studenten zijn die de uitdaging aangaan. Ik heb heel veel geluk gehad om met goede studenten te kunnen werken die mijn ideeën in praktijk omgezet hebben. Ik ben daar heel fier op als ik nu naar een conferentie ga en zie dat een volledige sessie georganiseerd wordt over interfasereologie, waar wij 20 jaar geleden mee gestart zijn. Wanneer u terugdenkt aan alle onderzoeksprojecten die u al gedaan hebt, welk project is dan uw favoriet? Doorheen de jaren hebben we in mijn lab heel wat nieuwe toestellen en technieken ontwikkeld, waarvan enkele ook gecommercialiseerd zijn. De Interfacial Shear Rheometer (ISR) is waarschijnlijk een van de meest succesvolle. Maar net als in het leven denk ik dat je favoriete project datgene is waar je nu aan werkt. Ik sta ervan versteld hoe we er onlangs in geslaagd zijn om dunne vloeistoffilmen te visualiseren en zo de traanfilm in het oog te kunnen bestuderen. Hoe is uw samenwerking met het Departement CIT in Leuven gestart? Tijdens mijn eerste sabbatical als professor in 1988 heb ik een opstelling gebouwd voor het meten van dubbele breking tijdens stroming voor Ron Larson bij AT&T Bell Laboratories en Gill Pearson bij Exxon Mobil in New Jersey. Dit heeft de aandacht getrokken van Joe Starita, het toenmalige hoofd van het bedrijf Rheometrics, een belangrijke producent van apparatuur. Een van zijn goede vrienden was Jan Mewis, toen professor aan de KU Leuven. Hij heeft ons aan elkaar voorgesteld en kort daarna nodigde Jan Mewis mij uit voor een bezoek aan zijn groep in Leuven. Toen ik het departement voor het eerst bezocht, was Paula Moldenaers (huidig hoofd van het departement) bezig met haar doctoraatsonderzoek over vloeibare kristallen. We besloten dat het interessant zou zijn om deze vloeibare kristallen te bestuderen met mijn reo-optische opstelling in Stanford. Zo was zij de eerste in een lijst van meer dan 10 doctoraatsstudenten van de KU Leuven die mijn lab in Stanford bezochten.
ller, pionier in rheo-optics en interfasereologie Sinds mijn eerste bezoek aan Leuven kom ik bijna elk jaar terug. Ik heb zelfs korte tijd met mijn familie in het Begijnhof gewoond. Vooral mijn kinderen hielden enorm van deze fantastische plaats. En zelfs na 25 jaar wordt er nog zeer sterk samengewerkt? Ook Jan Vermant, huidig professor aan de KU Leuven, bezocht mijn lab, maar dan als postdoc. Op dat moment was ik nog maar net gestart met het onderzoeken van interfasen. Tijdens zijn postdoc raakte ook hij gefascineerd door deze systemen en in de jaren nadien hebben we hierover nog vaak samengewerkt. Maar naast goede collega’s zijn we vooral goede vrienden geworden. Niet alleen op het gebied van onderzoek bent u een grote inspiratie voor onderzoekers wereldwijd, maar u heeft hen ook geïnspireerd om te beginnen fietsen. Tijdens elke grote conferentie is er nu steeds een groepje professoren dat rekent op een fietstochtje. Hoe hebt u hen overtuigd? In het begin van de jaren ’90 ben ik gestart met fietsen en neem ik mijn fiets overal ter wereld mee. Het kostte me heel wat moeite, zeker omdat ik toen nog met een mountainbike reed, die in ieder geval veel zwaarder is dan een koersfiets. Het was alsof ik elke keer een kleine boot als bagage bij had. Gelukkig is de technologie sterk geëvolueerd. Vandaag kan ik een fantastische koersfiets zo efficiënt demonteren dat ik hem als gewone bagage kan inchecken. 15 jaar lang was ik de enige ‘fietsende reoloog’. Het mooie van mijn vak is dat je vele goede vrienden maakt. Je ziet elkaar niet zo vaak, maar je kijkt echt uit naar die schaarse momenten dat je elkaar wel ziet. Ik heb zeker niemand proberen te overtuigen om te beginnen fietsen, maar het is gewoon fantastisch om de wereld te ontdekken op de fiets.
Stanford University Campus
Fietst u graag in België? Ik heb bijna overal in België gefietst. En telkens als ik in België ben, heeft Jan Vermant er het grootste plezier in mij mee te nemen over kasseienwegen met de grootste undulaties. Je tanden zouden er bijna van uitvallen. (lacht) Ik heb vele fantastische fietstochten gemaakt in België. Zo heb ik zelfs een keer de kans gekregen om mee te rijden met Eddy Merckx en een paar van zijn oude teamleden. We droegen allemaal hetzelfde truitje dat special voor die dag ontworpen was. Ik heb dit truitje nog steeds, het hangt, gehandtekend door Eddy Merckx en vijf of zes van zijn teamleden, ingekaderd aan de muur. Als professor geeft u uiteraard ook les. Hoe belangrijk is dit voor u? Lesgeven en het begeleiden van jonge mensen is enorm belangrijk voor mij. Het is heel speciaal om jonge mensen te ontmoeten op een belangrijk keerpunt in hun leven. Ik haal er enorm veel voldoening uit, vooral als je hen na een tijd opnieuw tegenkomt of ze komen je bezoeken samen met hun gezin. Samen met mijn vrouw Mary zijn we erin geslaagd om deze ervaring zelfs nog dichter bij ons te brengen. Tijdens de zomer nodigen we steeds enkele kinderen van mijn voormalige studenten of postdocs uit om bij ons thuis te blijven logeren. Het is ‘a big circle of life’. Zoals zij ooit bij mij kwamen werken jaren geleden, vertrouwen ze nu hun kinderen aan mij toe om een project te doen in mijn lab tijdens de zomervakantie. Naast hen nodigen we ook kinderen uit minderbedeelde families uit. Het is een deel van Stanfords ‘science outreach program’ om slimme kinderen uit minder gegoede families een kans te geven op hoger onderwijs. Als ze het goed doen tijdens hun project, maken ze kans op een beurs om te komen studeren in Stanford en een diploma te behalen. Wat is het beste advies dat iemand ooit aan u gegeven heeft? Het beste advies dat iemand mij ooit gaf, is hetzelfde dat ik steeds aan studenten vertel. Wanneer je een carrièrekeuze moet maken, kies altijd voor die optie die jou het gelukkigst zal maken. Als je gelukkig bent, zal je succesvol zijn.
de onderzoeksgroep van Gerald G. Fuller
Eline Hermans
9
View on Belgians from Organized, hard-working, goal oriented but also
Voor de Nederlandstaligen: vanaf nu publiceren we ook artikels in het Engels, zodat ook internationale alumni GeniaaL kunnen meelezen. Anderzijds: deze interviews zijn in zekere zin ‘eye openers’ voor ons, Belgen. d at ebe studie Brooke Ab ian Institute of p io th EiABC (E dis Ababa e) at the Ad Architectur d enrolled an ia p Ethio University, ts Master en an Settlem at the Hum artment e of the Dep Programm ure. of Architect
Cheng Hun and Brooke are studying at the Faculty of Engineering Science for one year and this offers us a nice opportunity to talk to both of them and share their thoughts on life in Belgium and how different or similar it is compared to student life in their home countries. 10
Cheng Hun Chi decided to study in Leuven after discovering the double degree programme for Nanoscience and Nanotechnology at our faculty. The only thing he knew at the time was that KU Leuven is an excellent and famous university, so coming here was taking a giant leap into the unknown. Before arriving in Leuven he travelled Europe for 40 days and visited a lot of cities, crossed borders and hopped from island to island. Even after discovering the rest of Europe, he thinks Leuven is the most fascinating city. Cheng Hun describes it as a small, historical, meaningful, and quiet but yet vivid city. Belgium, the country where we can only enjoy God’s gift, the sun, 50 days a year ‘Belgian beer is God’s gift although I don’t like the food here. The sunshine is also God’s gift but it is a pity he only sends it 50 days a year to Belgium so I don’t really like the weather here. However, I will definitely treasure and appreciate the sunshine more in Taiwan when I will be back. I like the fact that Belgium is at the heart of Western Europe. This great position makes travelling very convenient and cheap. It is a small country but it behaves like a giant country in the world. I am amazed by how many languages Flemish people are able to speak. People are highly educated and friendly to foreigners, though not as friendly as Spanish, Italian or Greek’ (he smiles). Knowledge from a book compared to professors as a mentor ‘The teaching method was a culture shock to me. A master student in Taiwan is much more involved in research and experiments. Students in Belgium have to attend a lot more classes. The professors in Leuven teach very fast and like to give students a lot of references to study. It is hard to even read half of the references they give you. Professors are more like a real teacher here. They teach knowledge from a book and help you to understand the material. Another big difference are the exams. In Taiwan, we only have written exams but in Belgium professors organize oral exams.
Cheng Hun Chi, student at the National Chia Tu ng University, Taipei, Taiwan joi ned the double degree program me of Nanoscience and Nano technology at our Faculty.
A master student in Taiwan has to decide on a topic and work with one professor in his department before he or she can start a master career. This means that for a master student in Taiwan, professors are more like a mentor who teach you how to do research and help you finish your thesis. Here in Leuven, you just pick one of the thesis topics, provided by the professors and you apply for it. You can even do your thesis in a company if you want to. Students in Belgium are more flexible to decide what kind of research they want to do.’ Meeting people from different cultures ‘I have a few Belgian friends but most of my friends are from other European and non-European countries. To be honest, there are so many Chinese students in Leuven and because of the fact that we use the same language, I often stay with them because it is much easier to talk or to discuss something. I also have Taiwanese friends who study here so we are sharing our daily life and support each other. We enjoy playing basketball and we organize trips to other countries during longer breaks and holidays. In the future I plan to study abroad again because of my experience here. I will have to work hard to improve my English so I will get a chance to make a lot more friends from different countries. I am eager to know the difference between different cultures and would like to exchange thoughts and experiences with people from different parts of the world.’ Lesson I learned from Belgian student life: jump out of the box ‘First of all, I like the fact that in each department building there are playrooms with vending machines, microwaves, refrigerators, chairs, tables, ... so people can relax. I think it is a good idea to have this kind of rooms. It is a perfect opportunity for people to have fun with their colleagues and get closer to the professors. We do not have this in Taiwan. It is very special to me. It seems like telling us the place is not only for working. Work is not boring; you can also have a lot of fun with it. Secondly, I do like the study atmosphere here; Belgian students seem to really know what they want and why they are here. Almost all of them have a specific goal. I would contribute it to the fact that Europeans are more open to different things and subjects. They study because they find it interesting instead of thinking about the opportunities of getting a job when they graduate, as it is the case in Taiwan. I would say that people are more open to other opportunities because Belgians are surrounded by different
international students ‘jumping out of the box’ and trying new things
countries. It’s easy to travel and meet different people and this allows you to change your opinions. For Taiwanese, it is different, we are an island country. The traditional concepts about what you should be when you grow up are hard to change in our society. It only changes from generation to generation. It is good that people start travelling and experience different cultures. More and more people will be able to ‘jump out of the box’ and do what they really want to do. Finally, I found it harder to make Belgian friends than other international friends here. I don’t mean that Belgian people are not friendly people. They already have their friends and life here. For me, this is why it is hard to be friends with Belgians. Being here made me think about my attitude towards international students in Taiwan. I was not really involved with them either. After being an international student myself, I can say I know the feeling not having friends at first. Back in Taiwan, I will pay more attention to the international students in my university. I want them to know Taiwanese people are really friendly people.’
The exams are organized in a different way as well. Students at the architecture department have a lot of papers to write and presentations to give. Another difference is that most of the young professors in Ethiopia tend to be less formal than most of my professors at KU Leuven. On the other hand I also had more formal professors in Addis Ababa University who have a rule for everything and won’t talk to students without an appointment. In my view, the excellent experience and reputation of the KU Leuven professors might have created a gap between them and their students. I do like to mention though that the professors at the KU Leuven are communicative and studentcentered. Most of the communication between students and professors is by e-mail and TOLEDO. TOLEDO is a great way of exchanging information with students and professors. We don’t have this in Addis Ababa University. We either use direct submission of printed papers or e-mail.
My lesson to Belgians: go and experience the amazing world
‘Addis Ababa is a very large city, almost 10 times larger than Leuven. Considering the limited public transport and the distance to be travelled, moving from place to place needs to be preplanned and is therefore minimized. Dormitories are provided for students whose houses are relatively far from the university. The life in dorms is based on sharing everything including dorm rooms. I used dormitory for the first two years of my undergraduate and then had to leave. Staying at the dormitories means that students tend to spend more time with each other staying at the university premises. Ethiopia offers 10 months of sunshine so students are usually outdoors to meet and talk. In Leuven, the closeness of everything makes the lifestyle different. Students here meet at a certain time, usually at night for a beer. Activities are not so spontaneous in Belgium. I have the impression students seem to enjoy gathering and celebrating, specially during the summertime. As for myself I have been travelling, visiting places in Belgium and attempted to learn Dutch. I was also lucky to meet both international and Belgian friends.’
‘I would say travellers are always learning a lot more than residents. I think I can bring a different culture and way of thinking to you. Let Belgian students know that on the other side of the earth, there is a country called Taiwan, and they should go there to try the best food and sunshine in the world at least once in their lifetime. Most importantly, Belgian students know that the world is so large, a lot of people come here to study or live and they should also go to a different country to see and experience this amazing world.’
☺
Brooke Abebe chose the KU Leuven because it is a university with a good and longstanding reputation; moreover it counts a lot of professors with an outstanding expertise. Besides that, the application procedure is easy and it offers attractive scholarships and great support. Before arriving, Brooke heard about Leuven as a student city and this attracted him as well. So he was looking forward to a great experience.
Summertime
Private versus interdependent life ‘Living in a society where life is a lot more informal and spontaneous, I would say that life in Belgium is at the other side of the spectrum. Life here seems formal, organized and coded. People are more or less private and enjoy company once in a while. This is very different from the Ethiopian society where people are very interdependent. Leuven is a great place for students though and I am meeting good people who are very enthusiastic and communicative. The city is very small as well and everything is in close proximity and even the streets are safe for cycling.’ Formal versus informal ‘One of the things I have noticed is that everything is better organized at the KU Leuven than in my home country. Arriving in Leuven, I didn’t know what to do next. The organized guidance from both the faculty and the international office helped me not to be confused. I met a lot of people who love their work and not only know but also take on their responsibilities. The big smiles from secretaries made me feel at home immediately. Another aspect I like is the respect for schedules and not interrupting the classes. I also enjoy the flexibility that is offered to us to choose courses based on our own personal preferences. Students from the same year in Addis Ababa University follow more or less the same courses.
Lessons learned from Belgian life: trying new things and not afraid to fail ‘Most Belgians are goal oriented and hardworking people. I really enjoyed the punctuality and respect for time that is far different from Ethiopia. Another aspect that surprises me is the courage and enthusiasm of students to know more. Belgians seem to be focused on what they do. On the other hand, most of the students here have the courage to try new things and are not afraid to fail. I have seen these qualities both in class and in life. I also like the fact that the KU Leuven professors stay up-to-date through progressive research and have a lot of international relations and are giving public lectures. The fact that professors are not only teaching but are also contributing to the body of knowledge is an inspiration for European students and professors.’ My lesson to Belgians: be more interdependent ‘Ethiopians are just like Belgians introvert people but at the same time they sacrifice everything to make visitors and tourists feel at home. They enjoy the interdependency and sharing information with new people. This is the reason why most people will easily fall in love with my country.’ Isabelle Benoit
11
ir is dat feestje! Op 23 mei vierden de personeelsleden van de faculteit nog maar eens het 150-jarige bestaan van de Leuvense ingenieursopleiding, met activiteiten die op het eerste gezicht niets ‘ingenieurachtigs’ hebben: workshops valkenieren, circustechnieken, beeldhouwen, boetseren, juwelen maken, monoprint, goochelen, dansen, volleybal, voetbal, fietsen, een kano- of vlotafvaart van de Dijle, een stadswandeling langs de ingenieurshoekjes van Leuven en ten slotte samen met de familie en de alumni een barbecue met free podium op het grasveld voor het Arenbergkasteel. Het podium werd niet toevallig vooral bezet door ingenieurs. En de ingenieurs zagen dat het goed was. Meer foto’s vind je op http://eng.kuleuven.be/irfeestje/fotos Foto’s: Michael Delausnay Valérie Wyns
De sp of bea
12
e handen verliep vrijwillige helpend al nt aa e ot gr t Dankzij he dfeest vlotjes. n het grote avon de opstelling va
liefhebbers
De dieren
konden
n in een zich uitleve
workshop
dags al geniete Het personeel van de faculteit kon ’s namid zoals bee hops, works de van een aan n door deel te neme
n.
valkeniere
Een begeleide stadswandeling leidde de deelnemers ingenieursgerelateerde beziensw aardigheden van Le
De klein ste fees tv ijverige schmink ierders werden onder h sters. ande
n genom
en door
portievelingen konden onder ande re deelnemen aan een voetbalachvolleytornooi.
13
De bijna duizend feestvierders werd
en snel bediend aan de buffettaf
en van het feest ldhouwen.
De lange
asveld voor tafels op het gr
s langs de historische euven en Heverlee.
els.
l.
n afgeladen vo
het kasteel zate
De BBQ werd opgeluisterd do or bandjes die van de faculte het muzikaal ta it vertegenwoo lent rdigden.
Jaarlijkse Algemene Vergade Op 27 juni 2014 vond in het Departement Werktuigkunde in Heverlee de jaarlijkse statutaire algemene vergadering van VILv vzw plaats, die dit jaar het karakter had van een Bijzondere Algemene Vergadering omdat ook een wijziging van de statuten op de agenda stond. Het activiteitenverslag 2013 werd gepresenteerd door secretaris-generaal ir. Bart Van Buggenhout, het financieel verslag door penningmeester ir. Johan Vanmarcke. Voor een uitgebreid verslag kan u terecht op onze website: eng.kuleuven.be/AlumniVILv/bestuur/algemene-vergadering/verslag-juni. Figuur 1: Resultatenrekening 2013: Kosten
Opbrengsten
Saldo
Begroting
TOTAAL WERKING
84.660,88 €
69.842,03 €
-14.818,85 €
-17.375,00 €
TOTAAL FINANCIELE ACTIVITEITEN
15.056,78 €
876,19 €
-14.180,59 €
-125,00 €
TOTAAL UITGAVEN / ONTVANGSTEN
99.717,66 €
70.718,22 €
-28.999,44 €
-17.500,00 €
0,00 €
0,00 € 0,00 €
0,00 € 0,00 € 0,00 €
0,00 €
12. 12.1 12.2
Fondsen VILv Schenkingen en legaten Gebruik van fondsen
21. 21.1 21.2
Resultaatsverwerking Over te dragen winst (resultaat boni) Over te dragen verlies (resultaat mali)
0,00 €
28.999,44 €
ALGEMEEN TOTAAL
99.717,66 €
99.717,66 €
0,00 €
14 Figuur 2: Balans per 31 december 2013 (gepresenteerd volgens de nieuwe wetgeving): ACTIVA Vaste activa I. Oprichtingskosten II. Immateriële vaste activa III. Materiële vaste activa IV. Financiële vaste activa Vlottende activa V. Vorderingen > 1 jaar VI. Voorraden VII. Vorderingen < 1 jaar VIII.Geldbeleggingen Pooled Fund KU Leuven (VILv = K 286) BNP Paribas Fortis effectenrekening 230-0041783-93 BNP Paribas Fortis spaarrekening plus 230-7382371-12 BNP Paribas Fortis Spaarrekening 035-2397166-46 KBC effectenrekening 479-4128574-89 Obligatie nr. 288 van Vzw Actief, Mecenaat Pro KU Leuven IX. Liquide middelen Zichtrekeningen BNPPF, KBC X. Overlopende rekeningen Totaal van de activa
2012
2013
0, € 0, € 0, € 0, €
0, € 0, € 0, € 0, €
0, € 0, € 0, €
0, € 0, € 0, €
161.174, €
161.750, €
394.566, €
386.091, €
14.604, €
33.990, €
95, € 157.303, €
95, € 137.001, €
15.493, €
15.493, €
10.088, € 15.945, €
927, € 15.031, €
769.268, €
750.379, €
2012
2013
Eigen vermogen I. Kapitaal Fonds Cousin 71.741, € Fonds Van Bree 180.933, € Fonds Vierendeel Dumont Mertens de Wilmars 14.872, € Fonds Blondel 4.023, € Fonds Jadot 26.182, € Fonds Jadot Van Bree 197.626, € Solidariteitsfonds 33.854, € II. Uitgiftepremies 0, € III. Herwaarderingsmeerwaarden 0, € IV. Reserves 222.004, € V. Overgedragen winst (verlies) VI. Kapitaalsubsidies 0, € VII. Voorzieningen en uitgestelde belastingen 0, €
PASSIVA
71.741, € 180.933, € 14.872, € 4.023, € 26.182, € 197.626, € 33.854, € 0, € 0, € 222.004, € -28.999, € 0, € 0, €
Schulden VIII. Schulden > 1 jaar IX. Schulden < 1 jaar X. Overlopende rekeningen
Totaal van de passiva
0, € 0, € 18.036, €
0, € 0, € 28.146, €
769.268, €
750.379, €
r ing 2014 VILv vzw Figuur 3: financieel verslag betreffende de werking 2013: Kosten
Opbrengsten
Saldo
Begroting
1.188,25 € 16.244,00 €
0,00 € 50.082,29 € 34.577,28 €
-1.188,25 € 33.838,29 € 34.577,28 €
-1.000,00 € 31.250,00 €
15.505,01 €
15.505,01 € -16.244,00 € -12.359,49 € 0,00 € 6.179,74 €
1. VILv Office 2. Lidgelden 2.1 KVIV / ie-net 2.2 VILv - Alumni Lovanienses Lidgelden VILv - Alumni Lovanienses Bijdrage voor de algemene koepel Alumni Lovanienses 3. VILv-blad 3.1 Advertentie 3.2 Tussenkomst Alumni Lovanienses 3.4 Redactionele kosten kosten layout 3.5 Drukkosten 3.6 Verzendingskosten 4. Algemene vergadering 5. Vergaderingen 6. Activiteiten 6.1 Promotiebijeenkomsten 6.2 VILv-forumavonden sponsoring / inschrijvingen kosten receptie andere (organisatie)kosten 6.3 Dag van de Ingenieur inschrijvingen kosten receptie / diner kosten uitnodiging andere (organisatie)kosten 6.4 VILv-prijs 7. Partnership met studenten 8. Partnership met bestuursorganen KU Leuven 8.1 Promotiefeest 8.2 KU Leuven ingenieurt 150 jaar 8.3 Leerstoel prof. Van Cauteren 9. Overige kosten
18.869,51 € 1.991,38 € 45,87 € 2.300,00 € 0,00 € 16.219,76 € 1.000,00 € 14.419,76 € 800,00 € 427,87 €
TOTAAL WERKING
84.660,88 €
16.244,00 € 18.539,23 €
3.403,13 € 8.531,40 € 6.604,70 € 1.342,91 € 982,80 € 29.716,06 € 2.590,00 €
6.179,74 € 0,00 € 6.179,74 €
455,00 € 0,00 € 13.125,00 €
-3.403,13 € -8.531,40 € -6.604,70 € -887,91 € -982,80 € -16.591,06 € -2.590,00 €
15,00 €
15,00 € -3.465,55 € -453,75 €
13.110,00 €
0,00 €
13.110,00 € -18.869,51 € -1.991,38 € -45,87 € -2.300,00 € 0,00 € -16.219,76 € -1.000,00 € -14.419,76 € -800,00 € -427,87 €
69.842,03 €
-14.818,85 €
3.465,55 € 453,75 €
0,00 € 0,00 €
-9.700,00 €
-2.000,00 € -2.000,00 € -14.050,00 €
-2.650,00 € -16.800,00 €
15 -425,00 € -17.375,00 €
Figuur 4: Begroting 2014 Kosten
Opbrengsten
Saldo
1. VILv Office 2. Lidgelden 3. VILv-blad 4. Algemene vergadering 5. Vergaderingen 6. Activiteiten 7. Partnership met studenten 8. Partnership met bestuursorganen KU Leuven 9. Overige kosten
1.000,00 € 17.600,00 € 14.700,00 € 1.000,00 € 1.500,00 € 15.300,00 € 2.650,00 € 1.800,00 € 450,00 €
0,00 € 49.500,00 € 5.000,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €
-1.000,00 € 31.900,00 € -9.700,00 € -1.000,00 € -1.500,00 € -15.300,00 € -2.650,00 € -1.800,00 € -450,00 €
TOTAAL WERKING
56.000,00 €
54.500,00 €
-1.500,00 €
1.375,00 €
875,00 €
-500,00 €
11. Reserves VILv TOTAAL FINANCIELE ACTIVITEITEN
1.375,00 €
875,00 €
-500,00 €
TOTAAL UITGAVEN / ONTVANGSTEN
57.375,00 €
55.375,00 €
-2.000,00 €
12. Fondsen VILv TOTAAL
0,00 €
0,00 €
0,00 €
57.375,00 €
55.375,00 €
-2.000,00 €
Johan Vanmarcke Bart Van Buggenhout
Forumavond: ‘Succesvol ondernemen voor en Voor heel veel ingenieurs komt het er vroeg of laat van: een leidende rol opnemen. Voor een kleiner aantal hiervan neemt dit echter heel andere proporties aan: leidinggeven aan een heel bedrijf. Op de forumavond ‘Succesvol ondernemen voor en door ingenieurs’ werd dieper ingegaan op alle mogelijke aspecten die hierbij van belang zijn. Drie Vlaamse topondernemers, allen afgestudeerd aan onze eigen faculteit, gaven hun persoonlijke visie op succesvol ondernemerschap. Daarna gingen deze ‘captains of industry’ in op vragen tijdens een debat dat gemodereerd werd door prof. Koenraad Debackere.
16
Urbain Vandeurzen, die nog niet zo lang geleden LMS verkocht aan Siemens, legde in zijn verhaal vooral de nadruk op het feit dat zijn bedrijf voortdurend in transformatie was. Dat was de sleutel tot succes. Het continu veranderingsproces was nodig om snel te kunnen inspelen op de noden van de klant de volgende tien jaar. LMS spendeerde ieder jaar 25% van het totale budget aan onderzoek en ontwikkeling. Dit werd mogelijk gemaakt door het businessmodel dat recurrente inkomsten genereerde. In het crisisjaar 2008 plukte LMS daar de vruchten van. Er werd door de voertuigindustrie enkel nog geïnvesteerd in technologie voor zuinigere en veiligere wagens; net datgene waar LMS op had ingezet. Vandeurzen is met zijn bedrijf ook van bij de start wereldwijd gegaan. Uiteindelijk werden alle bedrijven uit de top 500 van de maakindustrie klanten van LMS. De transformatie waarover Vandeurzen sprak, had ook betrekking op zijn eigen persoon. Hij evolueerde van technologieondernemer naar groeimanager en uiteindelijk naar ‘captain of society’, zoals hij het zelf noemde. Een titel die hij terecht draagt, want hij is of was topman van onder andere Gimv, VOKA, VBO, Flanders’ Drive en Barco. Herman Verrelst kan nog niet de adelbrieven voorleggen die Vandeurzen heeft, maar hij zit intussen toch al aan zijn derde start-up. Na DATA4S en Medicim opgericht en verkocht te hebben, is Verrelst nu CEO van Cartagenia, dat software aanbiedt aan
Eric Van Zele
bedrijven die informatie willen halen uit DNA-analyses. Volgens Verrelst is het belangrijkste waar een technologisch ondernemer zich moet op focussen de zogenaamde ‘product-market fit’: in welk product zal mijn technologie geconcretiseerd worden en voor welke toepassing? Welke nood in de markt kan dat product lenigen? De ingenieur-ondernemer moet meer marketeer worden! Met Cartagenia wil Verrelst een stap verder gaan dan met zijn vorige twee ondernemingen. Terwijl DATA4S en Medicim overgenomen werden op een moment dat ze relatief klein waren, wil hij nu Cartagenia laten groeien van 30 naar 300 werknemers. Een nieuwe financieringsronde, die dit plan moet ondersteunen, is net achter de rug. Eric Van Zele, CEO van Barco, legde de nadruk op de soft skills die een ondernemer moet hebben om succesvol te zijn. Niet de koele managerscapaciteiten, maar wel de warme, menselijke leiderschapscapaciteiten maken van een ingenieur een succesvol bedrijfsleider. Toen Van Zele bij Barco aankwam was het volgens hem een groot, log, arrogant bedrijf met een zeer zware kostenstructuur. De motivatie bij de werknemers was ver te zoeken omdat er geen communicatie was vanuit het management.
door ingenieurs’ 1 april 2014 Door volop in te zetten op operationele excellentie en het aanleren van leiderschap aan het management kon Van Zele het tij keren. Het productievolume ging met een factor 20 omhoog (met hetzelfde aantal mensen) en de motivatie onder de werknemers werd hersteld. Een goed bedrijfsleider moet assertief en spraakvaardig zijn en zorgen voor een sfeer van open communicatie. Nadat de drie sprekers de toon hadden gezet, werd er verder gedebatteerd over het thema ondernemerschap. Op de vraag hoe we in Vlaanderen ondernemerschap kunnen stimuleren werd vooral verwezen naar het buitenland. Ingenieurs moeten hun horizon verruimen en internationale ervaring opdoen. Internationalisering komt ook je product ten goede, weet Vandeurzen, want de grote groeimarkten vereisen een performanter product. Belgen kunnen goede internationale managers zijn.
Tot slot wilde de moderator nog van de sprekers weten welke boodschap zij hadden voor de politieke wereld. Urbain Vandeurzen moest hierover niet lang nadenken. Innovatie, onderwijs en economie moeten gealigneerd worden en dus de bevoegdheid worden van één enkele minister. Talentgedreven innovatie moet de volle aandacht krijgen. Eric Van Zele pleitte voor het Duitse model, waarin ondernemerschap positief benaderd wordt en de vakbonden eerst aan welvaartscreatie denken en pas daarna aan welvaartsverdeling. Herman Verrelst waarschuwde dat de overheid niet te veel mag interfereren met de ondernemerswereld. Ze moet wel een stimulerend kader scheppen, maar zeker de zaken niet complexer maken. Moderator Koenraad Debackere besloot dan de avond met een oproep aan alle stakeholders in het innovatielandschap. De overheid hoeft geen betuttelingsbeleid te voeren. Laat de ondernemingen aan de ondernemers en het onderwijs aan de onderwijsinstellingen. Maar laten we wel de krachten bundelen om ondernemerschap te stimuleren.
Herman Verrelst
David Maes
Maar volgens Eric Van Zele is het moeilijk om goede buitenlandse managers naar hier te halen. De reden hiervoor zal niemand verbazen: de hoge belastingen in België. De internationalisering kan ook tot gevolg hebben dat bedrijven in buitenlandse handen vallen. Maar, aldus Van Zele, het verankeren van bedrijven in België betekent dat het beslissingscentrum in België blijft. Hoe de aandeelhoudersstructuur eruit ziet, is van minder belang. Herman Verrelst voegde hieraan toe dat een technologie start-up in ieder geval internationaal denkt, vanaf dag 1. Maar hoe kunnen we de ingenieursstudenten dan aanzetten tot meer ondernemerschap, vroeg Michiel Steyaert, de decaan van de Faculteit Ingenieurswetenschappen, zich af. Opnieuw: buitenlandse ervaring laten opdoen! Studenten moeten vanonder de kerktoren weg. Maak een buitenlandse stage tot een verplicht onderdeel van de opleiding, zo sprak Vandeurzen.
Koenraad Debackere
17
Promotie 1954 vierde 60 jaar ingenieursdiploma
Het Diamanten Jubileum van Promotie 1954 werd op 15 mei een zeer geslaagd feest in de Faculty Club in Leuven. Het werd voor de jubilarissen een hartelijk weerzien bij hooggestemde orgelmuziek, die middag in de nabije Begijnhofkerk. Zij woonden er een dankmis bij waar ook de 27 overleden collega’s en partners herdacht werden. Emeritus Jacques Péters concelebreerde met pater Decaluwe de eucharistieviering, opgeluisterd met muziek van J.S. Bach. Daarna begon het feest in de Faculty Club. Bij het aperitief werden de glazen geheven op de groei en bloei van VILv en ons aller gezondheid. Aansluitend werd in de ‘Heilige Geesttafel’ een feestbanket gehouden. Tussen de gangen met sterrenklasse kwamen de toespraken.
18
Uitmuntend banket, pittige speeches Eregast Jacques Péters speechte met de panache die wij van hem kennen. Ingeleid als de man die Werktuigkunde van KU Leuven op de Europese kaart plaatste, bracht hij een toespraak om ‘u’ tegen te zeggen. Ingaand op het veelzijdig parcours van de jubilarissen stond professor Péters stil bij wat onze ingenieursgeneratie presteerde in ruim vier decennia na 1954. Waar opnieuw een industriële revolutie aankwam, na mutaties als de mijnsluitingen en Congo 1961 … Eén op vijf collega’s van deze promotie heeft toen een carrièreswitch gemaakt. Met hun polyvalente opleiding verwerkten zij die conversie goed – om met de andere collega’s verder hun bijdrage te leveren voor hun gemeenschap. Met grote waardering hiervoor en ‘ongeacht onze ouderdom’ wou hij toch ook nog een opdracht meegeven naar jongeren toe, onze kinderen en vooral de kleinkinderen: ‘Geef de fakkel door van de waarden en idealen waarvoor u zich ingezet hebt. Uw kinderen, ook al uw zonen- en dochters-ingenieurs die 20 bijna-vijftigers - toonden zich wel aangesproken door uw motivatie en inzet. Maar voor uw kleinkinderen hebt u nog een opdracht: blijft u ervoor inzetten - zolang u er zijt - opdat ook zij in uw geest en in de lijn van uw idealen met empathie zouden voortdoen. Zo voortdoen, al weten wij dat zij vandaag in een wereld terechtkomen die honderd procent verschilt van wat de onze geweest is, beste vrienden … daar gaat het om!’ De oproep waarmee Jacques Péters zijn toespraak afsloot kreeg warm applaus, terwijl het tussengerecht eraan kwam. Paul Van Beveren over examentijden Vóór de chef-kok zijn hoofdschotel zou laten opdienen, had hij Paul van Beveren 14 minuten toegezegd als ‘tijdvenster’ - voor een speech die ons olijk terugbracht naar bepalende momenten uit onze examentijden. Paul ondersteunde krachtig Theo Van der Waeterens standpunt dat onze ingenieursstudies de zwaarste academische studies aller tijden waren - en voor bouwkundigen de allerzwaarste. Dat illustreerde hij uitvoerig met zijn ervaringen en die van collega’s uit hun beslissend examenparcours op het einde van het 5e jaar – met professoren als Pierre De Smet, Jozef Vanderhaeghen in hun grote wijsheid in de titelrol. Ook professor Péters gaf al vroeg van die wijsheid blijk. Voor niet-ingewijden zoals de aanwezige dames deden zijn onthullingen de bouwkundigen nog meer in aanzien stijgen. Hun daverend applaus voor Paul gold ongetwijfeld ook de genoemde leermeesters. Poëzie van Fé Met dessert en koffie in aantocht kwam poëzie aan de beurt: Roger Maenhaut stelde promotiepoëet Fé Luykx voor, met zijn nieuwste dichtwerk ‘Tachtigers’, alle tachtigers van de promotie ter ere. Enthousiast toegejuicht werd Fé opgevolgd door de ‘highlight’-speech van de dag door Roger Maenhaut – waarvoor ‘Tachtigers’ de ideale intro was. Diamanten Jubileumspeech: Roger Maenhaut De bevlogen speech van Roger was er een van superieur karaat. Vol verrassende, pittige anekdotes, hilarische en straffe verhalen vol herinneringen aan proffen en commilito’s uit onze studententijd en dat tot in de aansluitende 21 maanden legerdienst. Die had Roger gedurende maanden bijeengezocht bij de jaargenoten – buiten wat hem nog helder voor de geest stond – en dat was heel wat. Hij heeft het allemaal zelfs te boek gesteld! Een boekje van 40 pagina’s met keurig op een mooie blauwe cover het embleem van de Speciale Scholen – uit Pierre De Smets tijd … Roger Maenhaut kreeg dubbel applaus toen hij besluitend aankondigde dat ‘het boekje’ voor iedereen klaar lag bij het einde van de viering. 15 mei is een jubileumviering geworden om niet te vergeten, een gelukkige dag. Jos Deknopper
Promotie 1957: 57 jaar afgestudeerd
Andermaal kwamen we, de promotie van 1957 na 57 jaar, samen in het Iers College in Leuven op woensdag 21 mei 2014. Ook vorig jaar waren we er te gast. Toen hield het minder goede weer ons binnen in het overigens ruime en prachtig gerestaureerde gebouw. Dit jaar konden we voor het aperitief, aangeboden door onze alumnivereniging VILv, waarvoor onze dank, terecht op het terras in een mooi verzorgde tuin. Het werd een heerlijke lentedag. De samenkomst was gepland vanaf het middaguur, maar al om halftwaalf kwamen de eerste genodigden aan. Het werd dan ook een heerlijk weerzien, niet zozeer als collega’s maar als ‘oude’ vrienden. Waarom niet jaarlijks twee keer zo’n samenkomst organiseren, werd door sommigen geopperd: we zijn haast allemaal tachtigers en de tijd gaat zo snel. Dit was vooral een duidelijke wenk om de samenkomsten ook in de volgende jaren te blijven organiseren. En we komen allemaal graag naar Leuven, de plek waar het ooit allemaal begon. Uiteindelijk waren we met 33, zowat de helft dames, want ook weduwen blijven trouwe en enthousiaste leden. Een uur later konden we aanschuiven in de grote zaal voor een veelbelovend viergangenmenu, geserveerd door Ben De Vijver, de chef-kok van het huis, die ons tijdens het aperitief had ingelicht over de ingrediënten en de bereidingswijze van de gerechten. Ook de wijnkeuze van de chef was ronduit schitterend. Na de maaltijd gingen wij terug naar buiten om verder bij te praten bij een koffie, een fruitsapje of een pint en voor de obligate groepsfoto. Rond halfzes - wat gaat de tijd toch snel – keerden wij allen terug huiswaarts. Jef De Lepeleire
19
Zaterdag 4 oktober 2014: Dag van de Ingenieur Zoals ieder jaar organiseert VILv - Alumni Ingenieurs KU Leuven de ‘Dag van de Ingenieur’ op de eerste zaterdag van oktober. Deze druk bijgewoonde happening brengt recent en minder recent afgestudeerde ingenieurs opnieuw samen in Leuven in een gezellige omkadering. Om 18 uur zetten we de avond in in de Universiteitshal met een receptie. Ook het traditionele diner zal plaatsvinden op deze unieke locatie. De rector van de KU Leuven, Rik Torfs, zal deelnemen aan het diner en een korte causerie houden. Na het diner wordt in de Fakbar ’t ElixIr een speciale Ouwzakkenavond georganiseerd: Ouwzakkenavond De Luxe waar tot in de vroege uurtjes herinneringen kunnen worden opgehaald op de muziek van vroeger en nu. Voor dit avondvullende programma vragen we • € 65,- per persoon (als één van beiden lid is van de alumnivereniging) of € 75,- per persoon (indien beiden geen betalend lid zijn). • Voor de promotiejaren 2009 tot 2013 geldt het speciale tarief van € 40,voor leden en hun partners en € 50,- voor niet-leden en hun partners. • Voor promotie 2014 bedraagt de bijdrage slechts € 25,-. Schrijf je snel in via eng.kuleuven.be/AlumniVILv/dagvandeingenieur.
VILv-prijzen voor bachelorstudenten burgerlijk ingenieur-architect VILv - Alumni Ingenieurs KU Leuven heeft voor de tweede keer een prijs uitgereikt voor het beste architectuurontwerp in de derde fase van de bacheloropleiding burgerlijk ingenieurarchitect. Voor de algemene bacheloropleiding werden deze prijzen uitgereikt in december, bij de jaarlijkse demodag van het opleidingsonderdeel ‘Probleemoplossen en ontwerpen’. Bij de bachelors burgerlijk ingenieur-architect werd gekozen voor het beste ontwerp in de afstudeerfase van de bacheloropleiding. Deze prijs werd uitgereikt op 23 mei 2014 door VILv-voorzitter Gert Sablon aan Thijs Engels en Vincent van Kerckhove voor hun herbestemmingsproject van een site in Molenbeek. De leden van de groep die meewerkten in het beginstadium van het project kregen de prijs van runners-up: Gert-Willem Van Gompel, Jeroen Vanmassenhove en Jolien Winters. Uit het juryverslag van Brecht Verstraete, een van de begeleiders van het winnende team:
20
De ontwerpopdracht in 3bira vraagt een onderzoek naar een alternatief voor de vrijstaande gezinswoning met private tuin, naar een nieuwe en minder ruimteverslindende woonvorm. Dit jaar werd dit specifiek toegepast op vier sites in Brussel: uitdagend, complex en met nood aan een gedurfde transformatie. De opgave vraagt een relatief hoge dichtheid die de klassieke bouwblokkencontext bevraagt en gaat uit van een stedelijk programma van wonen (zoeken naar nieuwe woonkwaliteit) én een publiek programma (bijvoorbeeld een overdekte markt). Een ontwerpende stadsanalyse (van Thijs, Vincent, Jeroen, Jolien en Gert-Willem) leidde tot een masterplan dat • enerzijds het woonprogramma voorziet in een evidente continuïteit met het omliggende weefsel: twee bouwblokken met wonen rondom collectieve en private tuinen • anderzijds het publieke programma (markt) en een deel van het woonprogramma combineert in een markant nieuw gebouw, waarbij woningen voorzien worden in het dak van de markt dat een archetypische dakvorm kreeg. Dit volume wordt zo een speler in het Brusselse stadslandschap, ‘een landmark’, maar op een veel authentiekere manier dan de zoveelste extra hoogbouwtoren (sympathieker qua schaduw, stedelijk qua plint, minder exclusief en meer inclusief dus).
Thijs en Vincent werkten dit markante volume verder uit in het tweede semester en losten hier de hoge verwachtingen in, door doorgedreven inzet en enthousiasme … met ‘veel goesting’ dus. Ze ontwierpen een gebouw dat heel kwalitatieve woningen voorziet, dat ‘en passant’ boeiende collectieve ruimtes introduceert die buren kunnen samenbrengen, dat onder dit alles door de uiterst stedelijke plint verder concretiseerde. Een gebouw dus dat op genereuze manier onderin ruimte maakt voor stadsdrukte en tegelijk mensen in staat stelt zich even terug te trekken uit die stadsdrukte; met een schema dat zowel naar recent werk van MVRDV in Rotterdam kan verwijzen, als naar het ontwerp van Henri Sauvage in de rue des Amiraux bijna een eeuw eerder. In de publieke ruimte introduceert het ontwerp ruimtes die doen denken aan de hallen van Schaarbeek, maar zelfs (met voldoende verbeelding) aan de grandeur van de lichtinval van het pantheon … Thijs en Vincent vatten de ‘koe bij de horens’: de uit het concept voortvloeiende vraagstukken rond stabiliteit, technieken, toegankelijkheid, brandveiligheid werden tijdig in het ontwerpproces meegenomen en konden zo bijdragen aan het plan in plaats van ermee te moeten vloeken. De zoektocht naar een alternatieve ‘woonvorm’ die we in de derde fase willen voeren, kreeg zo een heel eigen, onverwachte en kwalitatieve invulling, vandaar de keuze van de jury om de prijs dit jaar aan Thijs Engels en Vincent Van Kerckhove toe te kennen. Proficiat!
Baron Frans van Daele Europese grootmeester en voorzitter van Alumni Lovanienses
Alumni Lovanienses is de koepelorganisatie en het centraal overlegorgaan van alle alumnikringen van de KU Leuven, waartoe ook VILv, onze ingenieurs-alumnivereniging, behoort. Baron Frans van Daele is voorzitter van Alumni Lovanienses en heeft samen met vicerector Katlijn Malfliet het Alumni Office onder zijn hoede. Voor meer info over de Alumni Lovanienses verwijzen we naar de webpagina alum.kuleuven.be/.
Wie is Frans van Daele? Een indrukwekkende bewakingsdienst begeleidt ons tot aan zijn kantoor in het Koninklijk Paleis, waar hij momenteel kabinetschef is van Koning Filip.
Studies Frans van Daele heeft zijn prille jeugd doorgebracht in Sluis met een Belgische vader en een Nederlandse moeder. Daarna is hij ‘aangespoeld’ in Knokke, waar hij naar de middelbare school ging. Aan de KU Leuven studeerde hij Romaanse filologie en kunstwetenschappen aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte van 1967 tot 1971. Hij heeft er dus de woelige jaren rond 1968 meegemaakt. Frans van Daele had gekozen voor de KU Leuven omdat het de meest prominente studentenstad is en omdat er ook lesgegeven werd door proffen van de UCL, wat voor de studies romanistiek natuurlijk interessant was. In zijn studententijd vertoonde hij linkse progressieve sympathieën. Zijn voornaamste activiteiten waren onder andere volksvergaderingen in de Alma, het uitdelen van pamfletten bij Cockerill-Sambre en het deelnemen aan diverse betogingen, waarbij hij zelfs opgepakt werd door de gendarmerie en een nachtje mocht doorbrengen in de rijkswachtkazerne. Een beeld dat verwondering wekt als we nu Frans van Daele ontmoeten, maar heeft onze vroegere rector De Somer niet ooit gezegd dat de goede leiders in hun studententijd links waren en in hun beroepscarrière een evolutie doormaken?
Carrière Na zijn studies heeft hij een jaar Frans gegeven bij de zusters Ursulinen in de Naamsestraat, terwijl hij zijn diplomatiek examen voorbereidde, wat hij in 1971 afgelegd heeft in Brussel. Daarna begon hij zijn carrière met Etienne Davignon als eerste baas, wat voor hem een openbaring en sterke leerschool is geweest. In 1972 werd hij voor twee maanden naar Santiago di Chili gestuurd waar toen de 3e UNCTAD-conferentie plaatsvond. Het was een fascinerende periode waarin de strijd links-rechts in volle hevigheid woedde met Salvador Allende als president. Wat Frans van Daele toen vooral opviel, was hoe uitgesproken de politieke rivaliteiten
waren en vooral hoe open erover gepraat werd. Na Santiago keerde hij terug naar Europa waar hij voor de eerste keer werkte bij de ‘Belgische Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie’. Als jong-afgestudeerde kreeg hij niet de meest boeiende dossiers en werd hij verantwoordelijk voor de opvolging van de algemene preferenties in douanerechten. Voor hem bood het echter een mooi werkterrein en een eerste echte onderhandelingsmogelijkheid met de zes andere lidstaten. Hij kreeg er heel veel bewegingsruimte en het was opnieuw een ideale leerschool voor de toekomst. Door de goede resultaten werd hij secretaris van het adjunct-hoofd van de Permanente Vertegenwoordiging en kreeg hij meer dossiers van generalistische aard, zoals begroting, sociaal beleid en transportbeleid. Van 1977 tot 1981 werd hij gedetacheerd naar Griekenland dat net een dictatuur achter de rug had en onderhandelingen startte om lid te worden van de Europese Unie. Frans van Daele houdt goede herinneringen over aan deze periode, zowel professionele als niet-professionele; hij kon er zich onderdompelen in de Griekse oudheid en cultuur. Van 1981 tot 1984 keerde hij terug naar de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de EU, waar hij onder andere werkte aan de uittreding van Groenland uit de EU. Daarna was hij twee jaar woordvoerder en perschef van minister Leo Tindemans. Dit was een uitzonderlijke gelegenheid om de stiel van buitenaf te bekijken. Vroeger had hij lang getwijfeld of zijn voorkeur uitging naar journalistiek, politiek of diplomatie en hier kwam alles samen. In die tijd was Leo Tindemans een grootmeester van de communicatie met de media. In 1989 reisde Frans van Daele naar New York, toen België voor twee jaar niet-permanent lid werd van de Veiligheidsraad. Hij maakte er de periode mee van de eerste Golfoorlog en het uitbreken van de Joegoslavische burgeroorlog. Er waren in die periode meer vredesmissies dan alle jaren voordien. Ook in die periode implodeerde de Sovjet-Unie na de val van de Berlijnse Muur. Al snel bleek dat vroegere ideologische tegenstellingen vervangen werden door belangentegenstellingen. In 1993 werd hij adjunct-directeur-generaal Politiek bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en hij maakte er de genocide in Rwanda van nabij mee. In 1997 vervoegde hij voor de derde keer de Permanente Vertegenwoordiging, maar nu als postoverste. Daar speelde hij een cruciale rol bij het Belgische Voorzitterschap van de EU in 2001. Het eerste belangrijke dossier was alles wat er gebeurde in de nasleep van 9/11, onder andere de maatregelen die er toen genomen werden tegen terrorisme. Het tweede belangrijke dossier waren de onderhandelingen voor het verdrag van Nice in 2000, met de verklaring van Laken rond de uitbouw van de Europese Unie en het voorbereiden van de nieuwe Europese Grondwet en het Verdrag van Lissabon.
21
Frans van Daele tussen Herman Van Rompuy en Angela Merkel op een bijeenkomst van de G8 in Camp David
Van 2002 tot 2007 was Frans van Daele ambassadeur in Washington met een strijdbare opdracht, aangezien de verhoudingen tussen België en de VS toen niet zo goed waren, wegens de houding van België tijdens de tweede Golfoorlog. Daarna werd hij ambassadeur bij de NAVO tot 2009. Vanaf 2009 was hij kabinetschef van respectievelijk Yves Leterme in België en Herman Van Rompuy in Europa. Op zijn 65e moest hij afscheid nemen van zijn Europese functie en werd hij benoemd tot kabinetschef van Koning Filip.
Alumni Lovanienses 22
Frans van Daele is altijd geboeid geweest door het verenigingsleven. Hij was als student actief in de studentenclub ‘De Zwinneblomme’. Hij heeft de KU Leuven altijd enorm gerespecteerd, maar door zijn drukke beroepsbezigheden verloor hij een tijd contact met de KU Leuven. Toen hij gevraagd werd om ingenieur Karel Vinck op te volgen als voorzitter van de Alumni Lovanienses, vond hij dat een enorme eer. Hij wou iets terugdoen voor de instelling die voor hem zoveel betekend heeft en de basis heeft gelegd van een boeiende carrière. In de VS is het ‘giving-back’-fenomeen een evidentie, maar in België is dit nog beperkt en dat wou hij toch stimuleren. Hij vond de KU Leuven steeds een echt keurmerk, met een uitstekende vorming, een kiem tot uitbouwen van talenkennis en het creëren van een enorm analytisch vermogen. Het uitbouwen van een internationaal netwerk was indertijd minder prioritair, maar daar besteden de KU Leuven en haar alumni steeds meer aandacht aan. De voorganger van Frans van Daele, Karel Vinck, had Alumni Lovanienses uitgebouwd tot een schitterende groepering met heel wat leden en activiteiten. Alumni Lovanienses bestaat voornamelijk uit een goede onderbouw van faculteitskringen (zoals de VILv, die het grootste aantal leden telt). Zijn doelstelling was om naast de faculteitskringen, ook regionale kringen in de provincies uit te bouwen, alsook internationale kringen in het buitenland en institutionele kringen (zoals alumni die werken bij de Europese Unie). De regionale kringen zijn immers enorm belangrijk voor de uitbouw van de alumnivereniging bij de geassocieerde hogescholen van de KU Leuven, nu kullocs genoemd. Het doel is de KU Leuven zoveel mogelijk bekendheid te geven
© Pete Souza
en het keurmerk te promoten, net zoals voor ons ingenieurs de referenties van bijvoorbeeld Stanford en Berkeley een uithangbord zijn. Frans van Daele heeft als prioriteit gesteld om middelen en mensen te voorzien en zo de groeimogelijkheden te realiseren. Samen met het bestuur van de KU Leuven en de faculteitskringen is hij erin geslaagd om de uitbouw echt op te starten. What about the KU Leuven Engineers? Wij wilden natuurlijk even weten wat Frans van Daele als nietingenieur over ingenieurs denkt … Volgens hem is er een heel eenvoudige analyse. Filologen denken dat de wereld een letter is en ingenieurs denken dat de wereld een cijfer is. En beiden hebben gelijk! In zijn samenwerking met ingenieurs ervaart hij dat zij enorm aangetrokken zijn tot wat berekenbaar en oplosbaar is en tot een eenduidige oplossing kan leiden. Het is heel belangrijk om deze gave te cultiveren, omdat de vooruitgang in de maatschappij voor een groot deel daarom draait. Daarentegen zijn er ook heel wat niet-eenduidige zaken, de ‘constructive ambiguity’ in de woorden van een diplomaat. En daar is het belangrijk dat beide competenties (ingenieurs en filologen) elkaar kunnen ontmoeten en vinden. Het voorzitterschap van Alumni Lovanienses is dan ook zo boeiend omdat ook hier de diverse competenties elkaar vinden om tot een optimale werking te kunnen groeien. Frans van Daele parafraseert hierbij graag het dubbel magisterium van de kerkelijke leer, maar voegt er gauw aan toe ‘Omnis comparatio claudicat’ – ‘Elke vergelijking gaat mank’.
Hobby’s en advies Frans van Daele leest ettelijke boeken van o.a. Mark Helprin, Lawrence Durrell en Peter Brown en hij duikt graag in de geschiedenis van het laat-Romeinse keizerrijk. Zijn advies voor pas afgestudeerden is: ‘Hou verschillende opties open!’ en ‘Stay Connected!’. Te veel focussen op één ding is verkeerd, want dan sluit je teveel mogelijkheden voor jezelf af. Verder is het belangrijk om een groot vriendennetwerk in stand te houden en om nieuwsgierig te blijven naar alles wat rondom je gebeurt. Speel in op alle mogelijkheden en geniet ook een beetje van het leven! Patrick Pype Yvan Verbakel
GeniaLe alumni Jo Cornu aan de top van de NMBS: een robuust ingenieur voor een robuuste service
investeringsplan van 26 miljard euro voor de periode 2013-2025 ophoest. Niettemin is mobiliteit een gewestelijke bevoegdheid, wat uiteraard aanleiding geeft tot een belangrijk spanningsveld. Naast de federale en gewestelijke overheden zijn er nog talrijke andere stakeholders, gaande van vakbonden, pers, meerdere gebruikersverenigingen en lokale bestuurders. Zo verschijnen er op een gemiddelde dag 20 persartikels en worden er jaarlijks meer dan 1.000 parlementaire vragen gesteld over de NMBS. Omdat er zoveel betrokken partijen zijn, heeft de NMBS ervoor gekozen om, voor het invoeren van het nieuwe vervoersplan in december 2014, een roadshow te organiseren in alle provincies. Deze vonden plaats in de periode eind februari – einde maart. Telkens werden de belangrijkste wijzigingen van het plan en de voorziene investeringen toegelicht aan het personeel, aan de pers en aan de lokale politici en overheden.
Rol van de ingenieur Jo Cornu
Eind vorig jaar begon Jo Cornu, na een indrukwekkende carrière in het bedrijfsleven, aan een nieuwe uitdaging: het leiden van de NMBS. Hij bekleedde eerder al topfuncties in hoogtechnologische bedrijven, onder andere bij Alcatel en Agfa-Gevaert. Als alumnus van onze faculteit was hij snel bereid om tijd voor GeniaaL vrij te maken en in gesprek te gaan met professor Pieter Vansteenwegen. Pieter Vansteenwegen ligt mee aan de basis van de in 2011 opgerichte ‘master in de ingenieurswetenschappen: verkeer, logistiek en intelligente transportsystemen’. De master VLITS focust zowel op de technische aspecten, de planning en het beheer van vervoersstromen als op de bedrijfseconomische en sociale elementen. Pieter Vansteenwegen doctoreerde in 2008 aan de KU Leuven. Sinds 2009 werkt hij intensief samen met Infrabel rond de robuustheid van de dienstregeling en de capaciteitsplanning in de stations.
Vele stakeholders Jo Cornu staat aan het hoofd van een federaal bedrijf. Het is inderdaad de federale overheid die het leeuwenaandeel van het
Ondanks het feit dat zoveel stemmen zich laten horen in het maatschappelijk debat rond het openbaar vervoer en mobiliteit, betreurt Jo Cornu het dat de ingenieurs zich niet laten horen in dit debat. Ook in andere debatten wordt de stem van de ingenieur niet gehoord, of liever, laat de ingenieur zich niet horen. Daarom heeft Jo Cornu enkele jaren geleden bewust zijn KVIV- lidmaatschap opgezegd.
Nieuw vervoersplan Op 14 december 2014 wordt het nieuwe vervoersplan uitgerold. Jo Cornu schetst ons de belangrijkste uitgangspunten van het nieuwe vervoersplan. Enerzijds is ernaar gestreefd om maximaal aan de vraag van de treinreiziger te kunnen beantwoorden (op een weekdag vervoert de NMBS dagelijks 850.000 personen, waarvan eenderde tot de helft via Brussel passeert). Anderzijds mocht het totaal aantal gereden kilometers niet stijgen, maar moest er wel meer robuustheid in het plan ingebouwd worden. Het vorige vervoersplan dateerde immers al van 1998 en sindsdien zijn vele nieuwe treinen ingevoerd. De structuur is dus zoek geraakt. Jo Cornu verzekert ons dat het nieuwe plan onderbouwd is met een goede structuur en wijst op de gevaren van het ad hoc aanbrengen van wijzigingen onder druk van de vele belangengroepen. Hij geeft het voorbeeld van de ‘nieuwe’ verbinding Hasselt – Antwerpen die veel kritiek kreeg. Die verbinding wordt echter door pendelaars voor 85% tijdens de spits gebruikt. In het nieuwe plan wordt een rechtstreekse trein ingelegd die er zes minuten minder over doet. Buiten de spits moet er inderdaad overgestapt worden in Aarschot wat leidt tot een extra reistijd van zes minuten.
23
Pieter Vansteenwegen
Kwaliteitsfactoren Momenteel wordt voor het meten van de stiptheid een Europese richtlijn gebruikt. Een trein wordt beschouwd ‘op tijd’ te zijn wanneer hij minder dan zes minuten vertraging heeft. Die wordt enkel gemeten bij het binnenrijden van Brussel en op de eindbestemming. Volgens Pieter Vansteenwegen zijn daar echter wel wat kanttekeningen bij te maken. De voornaamste bedenking is dat het om gemiddelde cijfers gaat waarbij bijna lege treinen ’s avonds laat even belangrijk zijn als overvolle spitstreinen. Bovendien kan vijf minuten vertraging volstaan om als reiziger je overstap te missen. Hoewel je trein ‘op tijd’ was, kom je dan als reiziger al gauw een (half) uur te laat op je bestemming. Hij stelt dan ook voor om deze ‘treinstiptheidsmeting’ aan te vullen met een meting van de ‘reizigersstiptheid’. Deze reizigersstiptheid houdt wel rekening met het aantal passagiers op elke trein en ook met het aantal reizigers dat een overstap mist. Bovendien zou een meting in alle stations een veel juister beeld geven van de dienstverlening.
24
Een andere veelbesproken wijziging van het nieuwe vervoersplan die Jo Cornu aanhaalt is die van de Noord-Zuidverbinding waar het nieuwe plan een doorrijtijd van 13 minuten voorziet in plaats van 11 minuten. Pieter Vansteenwegen vindt dat een positief element van het plan: hij pleit inderdaad al lang voor meer realistisch geplande reistijden omdat dat bijvoorbeeld de kans op gemiste overstappen en het doorgeven van vertragingen van de ene trein op de volgende minimaliseert. Ook het gebruik in de Noord-Zuidas van 84 rijpaden in plaats van 87 rijpaden per uur (op een totaal van 91) zou volgens Jo Cornu de robuustheid en dus de reizigerservaring moeten verbeteren. Een uitgebreide studie over de Noord-Zuidas door het team van Pieter Vansteenwegen toont aan hoe de vertragingen die treinen momenteel in de Noord-Zuidas oplopen, met 20% verminderd kunnen worden. Hiervoor zijn kleine wijzigingen aan de dienstregeling nodig, samen met aanpassingen van de toegewezen perrons en betere trajecten voor de treinen doorheen de complexe wisselzones. Het verminderen van het aantal treinen doorheen de Noord-Zuidas kan ook de stiptheid ten goede komen, maar verkleint tegelijkertijd wel het aanbod voor de reizigers.
Economics van het spoor Ook al beheert de NMBS het vervoersplan, toch moet ze daarvoor samenwerken met Infrabel, dat de infrastructuur van de sporen beheert. Jo Cornu geeft aan dat de inkomsten van tickets (€ 0,10,-/km voor een abonnement) tot de laagste van Europa behoren (in de UK zijn de tarieven bijvoorbeeld driemaal hoger), maar dat anderzijds de infrastructuurvergoeding aan Infrabel (€ 7.1,-/km) beduidend hoger is dan in de meeste andere landen. De kosten van het spoor liggen grosso modo vast, het komt er dus op aan om de inkomsten te maximaliseren, onder andere door het verder inzetten op gedifferentieerde tarieven. Op het vlak van yield management liggen er volgens Jo Cornu nog heel wat mogelijkheden bij de NMBS. Daarom heeft hij een commerciële directie in het leven geroepen.
Naast stiptheid zijn er uiteraard nog andere factoren die de tevredenheid van de reizigers bepalen. De tijd in het station en in de trein moet ‘quality time’ zijn volgens Jo Cornu. Daarom komt er binnenkort wifi in alle stations; draadloos internet op de treinen ligt wat complexer. Ofwel breiden de mobiele operatoren hun dekking uit zodat ook in de trein een goed signaal ontvangen wordt (en daar staat een behoorlijke kostprijs tegenover) ofwel komt er in de trein een wifisysteem, gevoed door een outdoor 3G/4G antenne. Hierover zijn de studies lopende. Ook het vlot kunnen opladen van een mobiel toestel in de trein is een van de desiderata van de huidige NMBS-directie. Dit is meegenomen in het lastenboek van de NMBS voor een nieuwe grote bestelling van treinen.
(Geen) standaardisatie in (zwak) Europa Het bestellen van nieuwe treinen is een lang en kostelijk proces en wordt negatief beïnvloed door het feit dat er veel te weinig standaardisatie is. Zo is het huidige Desiro-model (Siemens) op maat van de NMBS gemaakt wat voor de nodige kinderziektes en leveringsvertraging gezorgd heeft. Jo Cornu vindt dat de Europese Commissie zich veel te zwak opstelt op het vlak van technische compatibiliteit. Momenteel moeten er bijvoorbeeld op de Eurostar vijf signalisatiesystemen ingebouwd worden. Jo Cornu herinnert ons eraan dat het succes van de gsm te danken is aan (Europese) standaardisatie. Maar op het vlak van technische normering van treinsystemen en bijvoorbeeld ook elektronische betaalsystemen op autosnelwegen, slaagt de Europese Commissie er niet in om degelijke normen uit te werken en op te leggen. Op veiligheidsvlak blijken een aantal normen verouderd te zijn. Het is duidelijk dat de inbreng van ingenieurs en het gebruik van moderne technologie de efficiëntie van het spoorverkeer sterk kan verbeteren zonder de veiligheid in het gedrang te brengen. Jo Cornu, ingenieur in hart en nieren, zal allicht zijn steentje bijdragen om verouderde normen en handelswijzen bij de NMBS aan te pakken en kan hiervoor rekenen op de wetenschappelijke ondersteuning van het team van Pieter Vansteenwegen. Iris De Coster met dank aan Pieter Vansteenwegen
Ploeg Fuse maakt plaats voor Pixel Interview met preses Robin Ska en preses-elect Manu De Block
Wat heeft je gemotiveerd om preses te worden? Robin: ‘Het leek me een heel leuke ervaring. Ik zat al twee jaar bij VTK, eerst bij Sport en dan als groepscoördinator Sport. Ik wil altijd meer doen dan het jaar ervoor, dus Groep 5 was een logische stap voor mij. Iedereen zei me op voorhand dat het een fantastisch jaar zou worden. Dus toen de kans er was, heb ik me kandidaat gesteld en ik vind het nog steeds een hele eer dat ik preses mocht worden.’ Manu: ‘Ik ben eigenlijk toevallig bij VTK betrokken geraakt, maar mijn inbreng in VTK nam al snel toe. In de 3e bachelor besloot ik om op blok 6 op kot te gaan, waardoor je nog meer meegenomen wordt in het hele VTK-gebeuren. Oorspronkelijk had ik nooit gedacht dat ik preses zou worden, maar steeds meer mensen spraken me erover aan en steunden mij om me kandidaat te stellen. En ik wou me nog meer inzetten voor VTK.’ Manu, wanneer heb je de beslissing genomen om je kandidaat te stellen als preses? ‘Eigenlijk is het moment waarop ik zou beslissen om me niet kandidaat te stellen, nooit gekomen. Eind september houdt het 4e jaar een startvergadering om te bepalen wie volgend jaar in Groep 5 zal zitten. Dat is dan ook het moment waarop ik me kandidaat heb gesteld.’ Hoe hebben jullie het afgelopen jaar beleefd? Robin, jij als preses, en Manu als groepscoördinator van de post onderwijs? Robin: ‘Als een rollercoaster! Het is heel moeilijk om op voorhand te voorspellen waar het naartoe zal gaan en wat er op je af zal komen. Ook al was het een zeer hectisch jaar, ik heb telkens geprobeerd met alles zo efficiënt mogelijk om te gaan.’
Robin, wat had je graag nog gedaan als er meer tijd was geweest? ‘De alumniwerking verder uitbouwen. Dat hadden we vorige zomer al op de agenda gezet, maar er is nog niet zo veel vooruitgang geboekt. Er is nog veel ruimte voor verbetering en hopelijk kan ik daar volgend jaar langs de andere kant mijn steentje toe bijdragen.’ Manu, zijn er dingen die je als preses volgend jaar graag anders ziet binnen VTK? ‘Er zijn wel een aantal zaken die verbeterd kunnen worden. Maar ik zie dat niet als ‘anders’ in de zin van ‘nu is het slecht en volgend jaar beter’. Ik denk bijvoorbeeld aan een efficiëntere verdeling van de lidkaarten, een meer uitgebouwde pr en promo voor activiteiten, een uitgebreidere alumniwerking, een betere en snellere beloning van onze medewerkers. Robin, wat zijn je plannen voor volgend jaar? ‘Werken. Maar voor de rest weet ik het allemaal nog niet zo goed. Er spoken veel vragen door mijn hoofd en bij iedere oplossing komen er nog meer vragen naar boven. Ik ga al zeker tijd maken om weer competitief te sporten en af en toe langs te komen bij VTK-activiteiten.’ Manu, waar kijk je het meest naar uit? ‘De afwisseling, alles wat ik zal moeten doen en wat ik eruit ga leren. Uiteraard kijk ik uit naar de leuke jaarlijkse activiteiten zoals de 24-urenloop. Ik hecht ook veel belang aan interkringenrelaties en kijk dan ook al uit naar de samenwerking met mijn collegapresessen van andere kringen. Robin, kan je Manu nog raad meegeven om er volgend jaar een schitterend werkingsjaar van te maken? ‘Pluk de dag en neem alles zoals het op je afkomt. Geniet ervan, want het vliegt voorbij. Voor je het weet, staat er iemand anders om de fakkel over te nemen. En oh ja, succes!’ Robin
Manu
Manu: ‘Het was een zeer leuk jaar en ik heb enorm veel bijgeleerd. Als groepscoördinator stak ik uiteraard meer werk in VTK dan het jaar ervoor. Daarbij kwam dan nog eens het werk als opkomend preses, dus het was een vrij hectisch, maar vooral boeiend jaar. Ik heb ook de kans gekregen om mee te gaan op LOKO-midweek, waardoor ik veel mensen van andere kringen heb leren kennen.’
Wat wou je als boer kind later worden?
gekke geleerde
Favoriet burgievak?
Spacecraft Technology and Environment
selectie en dimensionering van machine-elementen
Idool?
Marc Herremans
Theo Van der Waeteren
Robin, wat zijn voor jou realisaties waar je trots op bent? Heel het jaar was gewoonweg fantastisch. En dat is niet enkel mijn verdienste, maar die van het hele presidium. Ik ben dan ook fier op alles wat we dit jaar hebben neergepoot. Als ik dan toch één hoogtepunt moet opnoemen, is het de 24-urenloop en de manier waarop die beleefd is dit jaar. Ik had het gevoel dat de vlam eindelijk nog eens aangewakkerd is en dat deed me met plezier terugdenken aan hoe ik de hevige strijd in mijn eerste jaar ervaren heb. Maar dit is niet echt mijn verdienste, voornamelijk die van Sport.’
Favoriete vakantie- Rock Werchter bestemming? of Canada
Engeland
Wat doe je vlak voor je gaat slapen?
mijn vissen eten geven
push-ups
Favoriet studeerplekje?
mijn kot
mijn kamer thuis
Manu, hoe was de kiesweek? ‘Die is zeer goed verlopen! We hadden een geweldig team. De lichting nieuwkomers van het 2e jaar is zeer gemotiveerd om eraan te beginnen, dus dat ziet er veelbelovend uit voor volgend jaar. Op de kiesweek zelf is alles vlot verlopen. De vele aanwezigen konden zich amuseren op de leuke activiteiten, genieten van de gezellige inkleding van de tent, hier en daar een gratis gadget meepikken en hun keel smeren met het bier dat rijkelijk vloeide (we zijn erin geslaagd om vijf gratis vaten te geven). Ik ben dan ook blij met de vele positieve reacties die we gekregen hebben.’
Beste eigenschap? sociaal
kalm
Slechtste eigenschap?
arrogant kantje
af en toe tam zijn
Welk nutteloos voorwerp ligt op je bureau?
mijn plaat
drie halfvolle flesjes water
Wat doe je als je je één uur wil ontspannen?
serie kijken of gitaar spelen
op YouTube ronddolen
Favoriet cantusliedje
Klokke Roeland
Signor Abbate
Karen De Leener
25
Laatstejaarsreis 2014: Singa De meeste studenten die deze reis hebben meegemaakt zijn nu afgestudeerd; een melancholische terugblik naar een reis om nooit te vergeten. Singapore en Maleisië … watch out for this! Een hele bende burgies is er geland om het er onveilig te maken. Na de lange vlucht vlogen we er meteen (weer) in; er was immers geen tijd te verliezen. We begonnen met een stadswandeling doorheen de verschillende wijken van Singapore. De skyscrapers wisselden af met traditionele tempels. Na de middag zetten we de wandeling verder richting het bekende Marina Bay Hotel. Indrukwekkend! Ondertussen was iedereen al zeer moe, maar die avond werden we verwacht op de universiteit van Singapore voor een netwerkdiner met de Belgium Luxembourg Business Group. Later op de avond besloten sommigen vroeg in bed te kruipen, anderen konden de lokroep van de metropool niet weerstaan en doken het nachtleven in.
26
De volgende ochtend had iedereen vrij om de stad op eigen houtje te verkennen. ’s Namiddags hebben we een geweldige boottocht gemaakt, georganiseerd door DEME. We werden opgewacht door DEME aan ons hotel en met bussen naar de haven gevoerd. Daar stond een fel rood schip op ons te wachten. Eens aan boord kregen we een heel lekkere maaltijd aangeboden en deden we aan netwerking. Het zicht op Singapore vanuit het schip was geweldig. Op het einde van de rit hebben we ook een toegangsticket gekregen voor de Gardens by the Bay. Prachtige botanische tuinen! De eerste dagen vlogen voorbij! De tijd in Singapore zat erop en we vertrokken richting Maleisië, meer bepaald Malacca. Deze historische stad verkenden we te voet met onze lokale gidsen Douglas en Balan. Groot was onze verbazing
toen we Nederlandse teksten zagen op grafstenen. Dit zijn restanten van de Nederlandse kolonisten die hier van 1641 tot 1825 verbleven. In de avond waren we vrij, de meesten van ons genoten van een typisch Maleisische maaltijd. De volgende ochtend vertrokken we naar Kuala Lumpur, de hoofdstad van Maleisië. De wandeling door Kuala Lumpur vond plaats bij temperaturen van 34°C. Er werd dus heel wat afgezweet. Hoogtepunten waren de Petronas Towers en China Town, waar je van elk bekend merk wel een fake exemplaar kan vinden! De meesten hebben die avond nog een stapje in de wereld gezet, omdat we pas de volgende dag rond de middag richting Batu Caves (kalksteengrotten) vertrokken. Het standbeeld voor deze kalksteengrotten is zeer indrukwekkend en behoort dan ook tot een van de dingen die je zeker moet zien voor je sterft. Aan de Batu Caves konden we heel wat makaken spotten die maar al te graag even poseerden voor onze camera. We zetten onze reis verder richting Cameron Highlands. Daar verbleven we één nacht. Er werd nog een pitstop gehouden aan een waterval waar zij die zich wilden verfrissen, even een duik konden maken.
pore en Maleisië
De volgende dagen zouden we kamperen in een regenwoud. We kwamen ’s avonds aan in ons basecamp van het Belum rainforest resort. Tenten voor de jongens, een hut voor de meisjes, overstromende toiletten en vervelende insecten. Maar vooral een gezellig kampvuur en leuke sfeer! Het was een echt avontuur! Na een kort nachtje stonden we op om de jungle te verkennen met de boot en te voet. We ontdekten de Orang Asli, de oorspronkelijke bewoners van Maleisië en de Rafflesia, een van de grootste bloemen ter wereld. Deze bloem stond in bloei, wat maar enkele dagen per jaar gebeurt, we hadden dus erg veel geluk. We lunchten aan een waterval waar iedereen zich even verfriste. In de namiddag volgde een pittige wandeling door de jungle. Bij aankomst doken we in de infinity pool van het resort dicht bij ons base camp. Zalig! Die avond is een aantal van ons op night trekking vertrokken: de jungle induiken om er dieren te spotten. Anderen bleven in het kamp gezellig kaarten. Na onze nachten in het regenwoud vertrokken we richting Penang om daar de laatste drie dagen van onze reis te spenderen. Hier vind je zon, strand en zee. Dus alles wat we nodig hadden om er nog drie spetterende dagen van te maken! De gekko’s, de everzwijntjes, de olifanten en de tijgers lieten we nu achter ons. Op weg naar Penang reden we over de langste brug van Azië. Onderweg stopten we aan een snake tempel. Enkelen durfden het aan om een slang rond hun nek te leggen. ’s Middags aten we in een lokaal Indisch restaurant. Pikant! Na het eten bezochten we een gigantisch tempelcomplex,
een van de mooiste die we hier gezien hebben! Het complex was zo groot dat het even duurde voordat iedereen zijn weg terugvond naar de bus. Na een karaoke in de bus en nog een dutje bereikten we het hotel. We waren vrij om onze laatste dagen in Penang zelf in te vullen. Sommigen bleven lekker in de zon liggen aan het zwembad, anderen verkozen het strand en nog anderen huurden liever een brommer om het eiland te verkennen of bezochten een van de vele toeristische attracties die het eiland te bieden heeft, waaronder een mooie butterfly farm, het nationale park, Monkey Beach, keuze genoeg! Onze laatste avond sloten we af met een vette beachparty getrakteerd door het team van de laatstejaarsreis. Het feestje duurde tot in de vroege uurtjes waarna sommigen zich nog waagden aan een nachtelijke duik in het water. En dan was het einde van de laatstejaarsreis aangebroken ... Iedereen heeft er ten volle van genoten en heeft veel verhalen te vertellen. Tijdens de terugvlucht is er vooral veel geslapen. Wat het meeste gemist zal worden, is het goede weer, het lekkere eten, de humor van de gidsen en de geweldige reissfeer. We waren een hechte groep en met zijn 68’en is dat toch niet zo vanzelfsprekend. Sophie Mariën
27
Feestweek: KU Leuven ingenieurt 150 jaar en VTK feest mee Dat onze ingenieursopleiding aan de KU Leuven al 150 jaar bestaat kunnen we niet zomaar voorbij laten gaan! Bij het begin van het eerste semester vierden we dit al met een eerste openingsactiviteit. Enkele bandjes kwamen het beste van zichzelf geven op 7 oktober in de Waaiberg. Son of Sons, Common Nonsens, Wavemaker en Albino speelden de pannen van het dak onder grote appreciatie van het aanwezige publiek. Dat publiek werd trouwens verwend door zelfgemaakte suikerspinnen, aangeboden door VTK. Op dinsdag gingen we over van het degustatiegedeelte naar het intelligentiegedeelte. Onze decaan, Michiel Steyaert, leidde die avond namelijk de quiz waarin studenten het opnamen tegen proffen, assistenten en personeelsleden van de faculteit. Hersens werden gekronkeld en tanden geknarst om toch maar het beste van onszelf te kunnen geven. We moesten ten slotte ook kunnen bewijzen dat we de titel van burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect waard zijn. Moeilijke vragen wisselden de ludieke af en zorgden voor een evenwichtige quiz die door iedereen gewonnen kon worden. De strijd was hard, maar de winnaars hebben verdiend gewonnen. De top 4 zag er zo uit:
In de week van 23 februari hebben we de 150e verjaardag op gepaste wijze gevierd, namelijk iedere dag van de week. Zondag zetten we de week in met een feestje in ‘t Elixir, de fakbar van VTK. Omdat cava bij een verjaardag niet mag ontbreken, stonden er drie soorten cavacocktails op de kaart, alles samen voor de toepasselijke prijs van 150 cent. Aan de massale opkomst te merken had iedereen nood aan wat ontspanning. De sfeer zat erin, iedereen was blij dat er gevierd kon worden en er werd dan ook tot in de vroege uurtjes gedanst en gedronken. We konden al meteen tonen waartoe burgerlijk ingenieurs in staat zijn. De volgende dag stond er een winterbarbecue op het programma. Het was al veel te lang geleden dat we de barbecues nog eens konden bovenhalen (en op het moment dat u dit leest, bent u hopelijk ook aan het genieten van een lekker stukje vlees of een vegetarische burger terwijl u in het zonnetje zit). Om de avond af te sluiten waagden enkele sportievelingen zich nog aan jeneverhonkbal.
1 2 3 4
Vrijwillige brandweer Zoetenaaie Team Bukakke De viskeuze cirkel ESAT1
93 93 91 88
Een assistententeam van MTM won, gevolgd door een studententeam. De eerste proffen verschenen op de 4e plaats. Woensdag sloten we de prachtige feestweek af met een cavacantus in stijl. Onze vrienden van de zusteruniversiteit UCL (Université Catholique de Louvain) in Louvain-La-Neuve kwamen na een rondleiding op de campus en door Leuven, samen met ons drinken, zingen en feesten om onze verjaardag te vieren. Kortom: we hebben ons een hele week goed geamuseerd. Het werd een week om in te kaderen en te koesteren. We kunnen alleen maar hopen dat de verschillende generaties na ons hetzelfde verwezenlijken en er weer voor een volle 150 jaar gaan invliegen. Maar eerst: op naar de 200! Laurens Vanden Eynde
COLOFON ‘GeniaaL’ is een tijdschrift van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en VILv Alumni Ingenieurs KU Leuven, met bijdragen van medewerkers van de faculteit, alumni en studenten. ‘GeniaaL’ verschijnt viermaal per jaar: in januari, april, juli en oktober.
verantwoordelijke uitgever: Michiel Steyaert redactie: Isabelle Benoit, Annemie Caproens, Jelle De Borger, Iris De Coster, Elke Kalokerinos, Sigrid Maene, David Maes, Liliane Pintelon, Patrick Pype, Gert Sablon, Michiel Steyaert Hendrik Van Brussel, Yves Willems, Valérie Wyns, VTK-Communicatie
redactieadres: GeniaaL Faculteit Ingenieurswetenschappen Jelle De Borger Kasteelpark Arenberg 1 bus 2200 3001 HEVERLEE tel. + 32 16 32 16 89 fax + 32 16 32 19 82
[email protected] www.eng.kuleuven.be
grafisch ontwerp: altera.be drukwerk: Artoos Oudestraat 19 1910 KAMPENHOUT tel. + 32 16 61 83 59