ING Groep
Jaarverslag
2008
Slagvaardige bedrijfsvoering in een turbulente tijd
In dit verslag 1.1 Ons profiel Samenstelling van de Raden Kerncijfers ING in het kort Brief aan onze stakeholders Aandeelhoudersinformatie
2.1 Geconsolideerde jaarrekening 2 3 4 6 7
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur Strategie Financiële hoofdpunten Kapitaalbeheer Risicobeheer Insurance Europe Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Vermogensbeheer Human resources Verantwoord ondernemen
10 13 16 20 26 29 32 35 38 41 44 48 50
1.3 Onze governance Bericht van de Raad van Commissarissen Corporate governance Rapport Stichting ING Aandelen Rapport Stichting Continuïteit ING Conformiteitsverklaring Artikel 404 Sarbanes-Oxley-wet Remuneratierapport Ondernemingsraden
53 56 69 71 72 73 75 85
Geconsolideerde balans Geconsolideerde winst-en-verliesrekening Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening Grondslagen voor het geconsolideerde kasstroomoverzicht Toelichting op de geconsolideerde balans Additionele informatie bij de geconsolideerde balans Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening Gesegmenteerde informatie Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht Risicobeheer Kapitaalbeheer Gebeurtenissen na balansdatum
86 87 88 89 91 109 110 146 170 182 188 189 242 249
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening Vennootschappelijke balans Vennootschappelijke winst-en-verliesrekening Vennootschappelijk mutatieoverzicht eigen vermogen Grondslagen voor de vennootschappelijke balans en winst-en-verliesrekening Toelichting op de vennootschappelijke balans
250 251 252 253 254
2.3 Overige informatie Accountantsverklaring Voorstel voor bestemming van het resultaat en gebeurtenissen na balansdatum
258 259
2.4 Additionele informatie Risicofactoren RAROC-performance Aanvullende Pijler 3-informatie ING Bank Financiële begrippenlijst Algemene Informatie
260 268 269 290 297
ING Groep Jaarverslag 2008
1
1.1 Ons profiel
Samenstelling van de Raden SAMENSTELLING VAN DE RADEN* op 31 december 2008 RAAD VAN BESTUUR M.J. Tilmant (1) (56), voorzitter E.F. Boyer de la Giroday (2) (56) drs. D.H. Harryvan (55) J.C.R. Hele (3) (50), chief financial officer mr. C.P.A. Leenaars (47) T.J. McInerney (52) drs. H. van der Noordaa (47) drs. J.V. Timmermans (48), chief risk officer J.M. de Vaucleroy (47)
> Nettoresultaat 2008 EUR –729 miljoen, door de invloed van ongekende crisis > Substantiële bijzondere waardeverminderingen en negatieve herwaarderingen > Aanpassen aan een nieuwe werkelijkheid > Prioriteiten: klanten, kapitaal, risico’s en kosten > Dienstverlening aan de klant moet gemakkelijker worden
voorzitter tot 26 januari 2009. waarnemend voorzitter vanaf 26 januari tot 27 april 2009. (3) verlaat ING per 31 maart 2009. (1)
(2)
RAAD VAN COMMISSARISSEN drs. J.H.M. Hommen (1) (65), voorzitter E. Bourdais de Charbonnière (2) (69), vicevoorzitter drs. H.W. Breukink (58) mr. P.A.F.W. Elverding (3) (60) dr. C.D. Hoffmann (66) P. Hoogendoorn RA (63) drs. P.C. Klaver (63) W. Kok (2) (70) G.J.A. van der Lugt (68) H. Manwani (55) A. Mehta (62) mw. J.E. Spero (64) J.P. Tai (58) ir. K. Vuursteen (67)
voorgedragen als voorzitter Raad van Bestuur vanaf 27 april 2009. treedt af per 27 april 2009. (3) beoogd voorzitter van de Raad van Commissarissen vanaf 27 april 2009. (1)
(2)
Audit Commissie W. Kok, voorzitter mr. P.A.F.W. Elverding P. Hoogendoorn RA G.J.A. van der Lugt J.P. Tai Remuneratie- en Nominatiecommissie drs. J.H.M. Hommen, voorzitter E. Bourdais de Charbonnière drs. P.C. Klaver mw. J.E. Spero ir. K. Vuursteen Corporate Governance Commissie drs. J.H.M. Hommen, voorzitter E. Bourdais de Charbonnière drs. H.W. Breukink dr. C.D. Hoffmann H. Manwani A. Mehta * Meer informatie over de leden van de Raad van Bestuur en over de leden van de Raad van Commissarissen vindt u op pagina 62-63 en 66-67. Hier vindt u ook de namen van de kandidaten die zijn voorgedragen voor benoeming en herbenoeming tijdens de Algemene Vergadering op 27 april 2009. Op pagina 64-65 staat de huidige samenstelling van de commissies van de Raad van Commissarissen.
ING Groep Jaarverslag 2008
2
Nettoresultaat
Balanstotaal
in miljarden euro’s
in miljarden euro’s
10
1.400
8
1.200 1.000
6
800
4
600
2
400
0
200
–2
04
05
06
07
08
0
04
05
06
07
08
Herbeleggingsindex 200
150
100
50
0 01/05 04/05 07/05 10/05 01/06 04/06 07/06 10/06 01/07 04/07 07/07 10/07 01/08 04/08 07/08 10/08 01/09
ING
MSCI World Banks
MSCI World Insurance
Kerncijfers Kerncijfers (op totaalbasis) 2008
2007
2006
2005
2004
Baten (in miljoenen euro’s) Verzekeringsactiviteiten Bankactiviteiten Totale baten (1)
54.851 11.731 66.291
62.208 14.602 76.587
59.642 14.195 73.621
57.403 13.848 71.120
55.614 12.678 68.171
Bedrijfslasten (in miljoenen euro’s) Verzekeringsactiviteiten Bankactiviteiten Totale bedrijfslasten
5.422 10.303 15.725
5.515 9.967 15.481
5.275 9.087 14.362
5.195 8.844 14.039
4.746 8.795 13.541
1.280
125
103
88
465
–1.635 148 –1.487 –721 –38 –729
6.533 4.510 11.043 1.534 267 9.241
4.935 5.005 9.940 1.907 341 7.692
3.978 4.916 8.894 1.379 305 7.210
4.322 3.418 7.740 1.709 276 5.755
Cijfers per gewoon aandeel (in euro’s) Nettoresultaat Baten – na toerekening aan aandelen zonder stemrecht (2) Dividend Eigen vermogen (in moederbedrijf)
–0,36 –0,56 0,74 8,55
4,32 4,32 1,48 17,73
3,57 3,57 1,32 17,78
3,32 3,32 1,18 16,96
2,71 2,71 1,07 12,95
Balans (in miljarden euro’s) Balanstotaal Totaal eigen vermogen Eigen vermogen (in moederbedrijf) Kernkapitaaleffecten (core Tier-1 securities)
1.332 29 17 10
1.313 40 37
1.226 41 38
1.159 38 37
964 28 28
13,5% 256% 8,8% 9,32%
9,5% 244% 13,6% 7,39%
9,0% 274% 14,2% 7,63%
9,4% 255% 13,4% 7,32%
10,2% 204% 14,3% 6,92%
15
60
74
65
49
–2,1% –108%
24,2% 20%
23,5% 7%
26,6% 25%
25,4% n.v.t.
924 13,9% 97%
1.113 14,3% 97%
807 13,3% 91%
805 13,2% 95%
632 12,1% 94%
87,8% 1,2%
68,3% 19,9%
64,0% 19,7%
63,9% 22,6%
69,4% 14,5%
551
643
600
547
492
124.661
124.634
119.801
116.614
112.195
Voorziening voor dubieuze debiteuren bankbedrijf (in miljoenen euro’s) Resultaat voor belastingen (in miljoenen euro’s) Verzekeringsresultaat voor belastingen Bankresultaat voor belastingen Totale resultaat voor belastingen Belastingen Minderheidsdeelnemingen Nettoresultaat
Kapitaalratio’s Verhouding schuld/eigen vermogen ING Groep Kapitaaldekkingsratio verzekeringsbedrijf Verhouding schuld/eigen vermogen verzekeringsbedrijf Tier 1-ratio bankbedrijf Beurswaarde (in miljarden euro’s) Key performance indicators Nettorendement op eigen vermogen Verandering nettoresultaat Verzekeringsbedrijf Waarde nieuwe levenproductie (in miljoenen euro’s) Intern rendement (leven) Combined ratio (schade) Bankbedrijf Kosten/batenverhouding RAROC na belastingen Beheerd vermogen (in miljarden euro’s) Medewerkers (aantal fte’s per jaarultimo) (1) (2)
Inclusief intercompany-eliminaties. Inclusief effect coupon aan Nederlandse Staat (EUR 425 miljoen, in verband met kapitaalversterking van EUR 10 miljard).
ING Groep Jaarverslag 2008
3
1.1 Ons profiel
ING in het kort In de financiële producten en diensten die ING aanbiedt, stelt zij de klant centraal. Wij willen uitstekende dienstverlening bieden, optimaal gemak en concurrerende prijzen. Dit blijkt ook uit onze missie: onze klanten goede ondersteuning bieden bij het maken van hun financiële keuzes voor de toekomst.
ONS PROFIEL ING is een wereldwijde financiële instelling van Nederlandse origine die diensten levert op het gebied van bankieren, beleggen, levensverzekeringen en pensioenen. We bedienen meer dan 85 miljoen klanten in Europa, Noord- en Latijns-Amerika, Azië en Australië. We maken gebruik van onze kennis en ervaring en onze wereldwijde omvang om tegemoet te komen aan de wensen van een brede klantengroep van particulieren, kleine en middelgrote bedrijven, grote ondernemingen, instellingen en overheden. ONZE STRATEGIE ING’s missie is om klanten te helpen bij hun financiële keuzes voor de toekomst. Om in te kunnen spelen op de veranderende voorkeuren van de klant en onze zakelijke slagkracht verder te vergroten, ligt ING’s strategische focus op bankieren, beleggen, levensverzekeringen en pensioenen. We willen particuliere klanten die producten leveren die zij in de loop van hun leven nodig hebben om financiële reserves op te bouwen, hun beleggingen te beheren en zich goed en met vertrouwen voor te bereiden op hun pensioen. Met ons brede productassortiment, onze innovatieve distributiemodellen en sterke positie in zowel volwassen als opkomende markten kunnen wij profiteren van de economische, technologische en demografische ontwikkelingen op de lange termijn. Onze strategie is erop gericht om het klanten waar ook ter wereld gemakkelijker te maken om te sparen en te beleggen voor de toekomst. Terwijl we het bedrijf door de turbulente tijd loodsen, zetten we stappen om het klantvertrouwen te vergroten, in te spelen op de behoeften van onze klanten, onze kapitaalpositie gezond te houden, risico’s verder terug te brengen en onze kosten in lijn te brengen met de verwachte baten. ONZE STAKEHOLDERS ING doet zaken op basis van duidelijk vastgestelde Business Principles. Bij alles wat wij doen proberen wij zo goed mogelijk rekening te houden met de belangen van onze stakeholders: klanten, medewerkers, de maatschappij en aandeelhouders. ING neemt in alle markten waar zij actief is haar maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus. VERANTWOORD ONDERNEMEN ING streeft ernaar de winstgevendheid te vergroten op basis van een duidelijke bedrijfsethiek en met respect voor haar stakeholders. Verantwoord ondernemen is dan ook een belangrijk onderdeel van de strategie van ING: we nemen ethische, maatschappelijke en milieuoverwegingen mee in onze zakelijke besluiten.
www.ing.com
ING Groep Jaarverslag 2008
4
DIVISIES ING Onderliggend resultaat voor belastingen* (in miljoenen euro’s)
Insurance Europe 2008 2007
651 1.840
Insurance Americas 2008 2007
–534 2.062
Insurance Asia/Pacific 2008 2007
116 576
Wholesale Banking 2008 2007
609 2.059
Retail Banking 2008 2007
1.691 2.402
ING Direct 2008 2007
–1.125 530
Dit onderdeel is marktleider op het gebied van levensverzekeringen en pensioenen in Nederland en België. Daarnaast ontplooit zij levensverzekerings-, pensioen- en vermogensbeheeractiviteiten in Hongarije, Polen, Tsjechië, Slowakije, Bulgarije, Roemenië en Rusland, alsmede in Spanje, Griekenland en Turkije. In bijna alle landen in Europa heeft ING haar levensverzekeringsactiviteiten vanaf de grond opgebouwd. Dit is een succesvolle strategie gebleken.
Dit onderdeel biedt producten en diensten op het gebied van verzekeren, beleggen, pensioenen en vermogensbeheer in Noord- en Latijns-Amerika. Gemeten naar activa staat ING op de derde plaats in het Amerikaanse segment voor pensioenen op basis van een vaste premie. Daarnaast zijn we een toonaangevend pensioenbedrijf in een aantal Latijns-Amerikaanse landen, waaronder Mexico, Chili en Peru.
Deze divisie is actief op het gebied van levensverzekeringen en vermogensbeheerdiensten in Azië. ING bezet de tweede plaats als internationale levensverzekeringsmaatschappij in negen landen. We hebben een sterke marktpositie in Australië, Nieuw-Zeeland, Japan, Hongkong, Maleisië en Zuid-Korea. Ook breiden we onze activiteiten uit in de snelgroeiende markten van China, India en Thailand.
Deze divisie verzorgt bancaire diensten voor bedrijven en overige instellingen. De primaire focus ligt op Nederland, België, Polen en Roemenië, waar we een totaalpakket van producten bieden, van kasbeheer tot bedrijfsfinancieringen. In andere landen hanteren we een meer selectieve aanpak ten aanzien van klanten en producten. ING Real Estate, de grootste vastgoedvermogensbeheerder ter wereld, is ook onderdeel van Wholesale Banking.
Deze divisie verzorgt bankdiensten voor particulieren in Nederland, België, Polen, Roemenië, Turkije, Oekraïne, India, Thailand en China. Privatebankingdiensten worden aangeboden in Nederland, België, Luxemburg, Zwitserland en in verschillende landen in Azië en Centraal-Europa. De dienstverlening aan middelgrote ondernemingen in de thuismarkten (Nederland, België, Polen en Roemenië), die voorheen onder de verantwoordelijkheid viel van Wholesale Banking, is nu ondergebracht bij Retail Banking.
ING Direct richt zich op directbankieren voor klanten in Australië, Canada, Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk, Italië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De belangrijkste producten zijn spaar- en hypotheekproducten en in toenemende mate beleggingsfondsen en betaalrekeningen.
* Exclusief Overig verzekerings- en bankbedrijf.
ING Groep Jaarverslag 2008
5
1.1 Ons profiel
Brief aan onze stakeholders Slagvaardige bedrijfsvoering in een turbulente tijd Beste stakeholder, 2008 is voor ING heel anders verlopen dan we hadden voorzien toen we in februari vorig jaar onze aangescherpte strategie en groeiplannen bekendmaakten. De omvang van de crisis heeft weinig ondernemingen onberoerd gelaten en 2008 stond voor ING in het teken van overheidssteun en teleurstellende financiële resultaten. In de afgelopen jaren zorgden ruime liquide middelen en een lage rente voor een sterk aantrekkende economie. Het uiteenspatten van de zeepbel op de onroerendgoedmarkten, met name in de Verenigde Staten, luidde een snelle daling van de waarde van vermogenstitels in. Het gevolg was dat financiële instellingen die met vreemd vermogen waren gefinancierd, activa moesten verkopen om hun liquiditeit op peil te houden. Dit leidde tot een vicieuze cirkel van het afbouwen van schuldposities, waardoor er een sterke, neerwaartse druk op aandelen, obligaties, vastgoed en private equity ontstond. Dit leidde weer tot omvallende banken, solvabiliteitsproblemen, overheidssteun en (gedeeltelijke) nationalisatie van een aantal financiële instellingen. Dit had ingrijpende gevolgen voor iedereen, waaronder ook in principe gezonde ondernemingen. Een direct gevolg voor ING was de noodzaak om de kapitaalpositie en de ratio’s te versterken. Van het ene op het andere moment veranderden de internationale marktverwachtingen van kapitaalniveaus, ook tegen de achtergrond van de kapitaalinjecties in financiële instellingen door de Amerikaanse en Britse overheid. De Nederlandse regering reageerde op de marktonrust met het instellen van een faciliteit voor financieel gezonde instellingen die extra kapitaal nodig hadden. Gegeven de uitzonderlijke omstandigheden en onze wens om snel een toereikende en proactieve oplossing te vinden, besloten wij van deze regeling gebruik te maken en een overeenkomst te sluiten voor een kapitaalversterking van EUR 10 miljard. Wij zijn de Nederlandse overheid zeer erkentelijk dat zij het belang van een sterke financiële sector, en de rol die ING daarin speelt, onderkent en dat zij maatregelen heeft getroffen om het vertrouwen in de sector en de stabiliteit van het financiële systeem te bevorderen. De betrokkenheid van de overheid brengt met zich mee dat ING nog meer oog zal hebben voor de belangen van de Nederlandse samenleving. De sterke verslechtering van de markt leidde tot aanzienlijke waardedalingen en neerwaartse herwaarderingen van de meeste beleggingscategorieën. Hierdoor leed ING voor het eerst in haar bestaan een verlies op jaarbasis. Onze commerciële prestaties bleven bevredigend, maar evengoed zijn de resultaten over 2008 voor onze klanten, aandeelhouders, medewerkers en het management zonder meer teleurstellend. Wij zijn dankbaar voor de aanhoudende loyaliteit van onze klanten. Wij betreuren dat de crisis het vertrouwen in onze sector heeft geschaad, omdat het in de financiële sector, ING incluis, bij uitstek draait om vertrouwen. Klanten vertrouwen ons hun tegoeden en spaargeld toe, en verwachten dat wij dat geld zorgvuldig beheren en op verstandige wijze beleggen. Onze Business Principles zijn de basis voor verantwoord ondernemen en geven richting aan onze verantwoordelijkheid tegenover onze klanten, alsmede op terreinen als het milieu en de mensenrechten. Op deze principes is het vertrouwen van onze klanten en, daarvan afgeleid, het vertrouwen van beleggers in ING gebaseerd. ING Groep Jaarverslag 2008
6
In januari 2009 legde Michel Tilmant zijn functie als bestuursvoorzitter neer. Wij bedanken hem voor al zijn inspanningen in de afgelopen vijf jaar. Michel Tilmants grote inzet heeft ertoe geleid dat ING een meer gestroomlijnde organisatie is geworden. Jan Hommen zal Tilmant als voorzitter van de Raad van Bestuur opvolgen, hangende zijn benoeming tot lid van de Raad van Bestuur door de Algemene Vergadering van 27 april 2009. Peter Elverding is benoemd tot opvolger van Hommen als voorzitter van de Raad van Commissarissen. Wim Kok en Eric Bourdais de Charbonnière treden op dezelfde datum af als lid van de Raad van Commissarissen. Patrick Flynn wordt voorgedragen voor benoeming in de Raad van Bestuur en zal John Hele opvolgen als chief financial officer. Hele verlaat de onderneming per 31 maart 2009. Mede namens onze collega’s in de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen spreken wij onze dank en waardering uit voor de bijdragen die Wim Kok, Eric Bourdais de Charbonnière en John Hele aan ING hebben geleverd. Mede namens de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen spreken wij ook onze oprechte dank uit aan onze medewerkers. Hun inzet om klanten iedere dag weer te laten zien dat wij onze verantwoordelijkheid tegenover hen uiterst serieus nemen, vormt de basis van ons bedrijf. Het jaar 2009 is met zeer veel uitdagingen van start gegaan. De recessie is wereldwijd voelbaar. In januari van dit jaar maakten wij een overeenkomst met de Nederlandse Staat bekend die de risico’s in onze portefeuille sterk reduceert. Daarnaast nemen we maatregelen om ons kapitaal op peil te houden, de risico’s af te bouwen en de kosten in lijn te brengen met de huidige economische situatie. Dit laatste zal leiden tot een inkrimping van het aantal arbeidsplaatsen met 6%. Wat betreft de toekomst van de financiële sector verwachten we meer terughoudendheid in schaalgrootte en risicoprofiel. Daarnaast voorzien wij ook meer invloed van toezicht en regelgeving, en hogere kapitaalvereisten. In deze eerste fase van herstel gaat het vooral om het stabiliseren van de onderneming en het herstellen van onze geloofwaardigheid. ING zal zich meer toeleggen op de basisdienstverlening en het aantal complexe producten en diensten te beperken. Op de langere termijn staan het herijken van onze activiteiten en het verbeteren van de commerciële processen hoog op onze agenda. We zullen voor meer focus zorgen en bouwen aan een samenhangend geheel van sterke bedrijfsonderdelen. Ook zoeken we naar nieuwe manieren om zaken te doen, zodat we sterker uit deze crisis tevoorschijn komen. Moeilijke omstandigheden kunnen goede dingen opleveren. Wij zullen het bedrijf slagvaardig door deze turbulente tijd heen loodsen, met de focus en discipline die deze uitzonderlijke omstandigheden van ons vereisen.
Jan Hommen Voorzitter Raad van Commissarissen en beoogd bestuursvoorzitter Eric Boyer de la Giroday Waarnemend bestuursvoorzitter, lid van de Raad van Bestuur
Aandeelhoudersinformatie
€ 7,33
KOERSONTWIKKELING In 2008 daalde de koers van het aandeel ING met 72,6% tot EUR 7,33 ultimo 2008. Gemeten over heel 2008 bleef het ING-aandeel 20,3% achter bij de AEX.
€ 0,74
DIVIDEND Zoals eerder aangekondigd in oktober 2008, zal ING Groep in mei 2009 geen slotdividend uitkeren over het jaar 2008. ING Groep heeft reeds een interim-dividend van EUR 0,74 per (certificaat van een) gewoon aandeel uitbetaald in augustus 2008.
–49%
TOTAAL AANDEELHOUDERSRENDEMENT Het totale aandeelhoudersrendement van ING was –49% over de periode 2005-2008.
AA–
KREDIETBEOORDELINGEN Kredietbeoordelingen, zoals toegekend door kredietbeoordelaars, zijn indicatoren voor de waarschijnlijkheid van tijdige en volledige terugbetaling van rente en hoofdsom van vastrentende waarden. Zie pagina 9 voor een overzicht van de belangrijkste kredietbeoordelingen voor ING.
Aandelenkoers ING ultimo 2008
Dividend per aandeel
Totaal aandeelhoudersrendement 2005-2008
S&P-kredietbeoordeling voor ING Groep
A1
Moody’s-kredietbeoordeling voor ING Groep
27 april 2009 Jaarlijkse Algemene Vergadering
ALGEMENE VERGADERING Op 27 april 2009 zal de jaarlijkse Algemene Vergadering plaatsvinden in het RAI Congrescentrum, Elicium-gebouw, te Amsterdam. De vergadering is ook te volgen via webcast. De vergaderstukken zijn beschikbaar op de internetsite van ING Groep, www.ing.com. Gedrukte exemplaren van de vergaderstukken kunnen vanaf 26 maart 2009 gratis worden verkregen bij ING Groep N.V., Amstelveenseweg 500, 1081 KL Amsterdam.
ING Groep Jaarverslag 2008
7
1.1 Ons profiel Aandeelhoudersinformatie (vervolg)
RESERVERINGS- EN DIVIDENDBELEID Het reserverings- en dividendbeleid van ING Groep wordt bepaald door enerzijds de behoefte aan interne financiering en groeimogelijkheden, en anderzijds de dividendverwachtingen van beleggers. Met betrekking tot de interne financieringsbehoefte spelen onder andere de wettelijke solvabiliteitseisen en kapitaalratio’s een rol. Het is voor ING Groep van fundamenteel belang om aan deze eisen te voldoen. Even belangrijk voor ING Groep zijn de kredietbeoordelingen, die rechtstreeks van invloed zijn op de financieringskosten en dus op de winstgevendheid. De beleggers verwachten van hun kant een dividend dat recht doet aan de behaalde financiële resultaten en dat bovendien een zekere mate van voorspelbaarheid heeft. Na de kapitaalinjectie door de Nederlandse Staat blijft het geheel ter beoordeling van ING om het dividend op gewone aandelen vast te stellen. ING Groep heeft aangekondigd dat het in mei 2009 geen slotdividend zal uitkeren over het jaar 2008. Gezien de omvang van de crisis is het moeilijk te voorspellen of ING Groep in staat zal zijn om in 2009 dividend uit te keren. Het interim-dividend voor 2009 zal niet automatisch de helft zijn van het totale dividend over 2008. ING Groep zal dividend blijven betalen op basis van de onderliggende winst en in de komende jaren een zorgvuldig en conservatief dividendbeleid voeren. Kernkapitaaleffecten (core Tier-1 securities) In oktober 2008 heeft ING gebruik gemaakt van de eerder door de Nederlandse regering ter beschikking gestelde kapitaalversterkingsfaciliteit door het uitgeven van kernkapitaaleffecten aan de Nederlandse Staat voor een bedrag van EUR 10 miljard, met een coupon van 8,5%. Deze kapitaalinjectie heeft de kapitaalpositie van ING aanzienlijk versterkt. De kernkapitaaleffecten zijn balanstechnisch gelijkgesteld aan gewone aandelen. Dit betekent dat er geen claim op zit, zelfs niet in het geval van liquidatie. Als er dividend wordt uitgekeerd, ongeacht de hoogte daarvan, is ook de coupon op de kernkapitaaleffecten betaalbaar, zij het uitsluitend met goedkeuring van De Nederlandsche Bank. Meer informatie over de kernkapitaaleffecten en de relatie tussen dividend op gewone aandelen en de coupon op de kernkapitaaleffecten staat in het hoofdstuk Kapitaalbeheer (vanaf pagina 16). Aandeleninkoopprogramma Op 16 mei 2007 heeft ING een aandeleninkoopprogramma geïntroduceerd, waarmee over een periode van 12 maanden, te beginnen vanaf juni 2007, gewone aandelen (of certificaten van gewone aandelen) met een totale waarde van EUR 5 miljard worden ingekocht. Op 23 mei 2008 heeft ING bekendgemaakt dat het aandeleninkoopprogramma was afgerond. Onder dit programma zijn 183.158.017 (certificaten van) gewone aandelen teruggekocht voor een totaalbedrag van EUR 4.903.355.838,50, waarmee de gemiddelde aankoopprijs is komen te liggen op EUR 26,77. De ingekochte aandelen zijn vervolgens ingetrokken, conform de goedkeuring verkregen tijdens de Algemene Vergadering van 2008. Preferente aandelen A Op 5 maart 2008 heeft ING aangekondigd dat er een bod is uitgebracht op 6.012.839 geplaatste en uitstaande (certificaten van) preferente aandelen A van ING Groep N.V. met een nominale waarde van EUR 1,20 per aandeel. ING Groep Jaarverslag 2008
8
De geboden prijs is EUR 3,60 per aangeboden aandeel, ofwel EUR 21,6 miljoen totaal. De inkoop heeft tot doel om de kapitaalstructuur te vereenvoudigen en middels het beginsel van ‘één aandeel, één stem’ de kapitaalstructuur te optimaliseren. De aanmeldingsperiode liep tot 26 juni 2008 en alle (certificaten van) preferente aandelen zijn conform besluitvorming van de Algemene Vergadering van 22 april 2008 ingetrokken. BEURSNOTERINGEN In november 2008 heeft ING aangekondigd voornemens te zijn de handel in haar (certificaten van) aandelen te concentreren op de effectenbeurzen van Amsterdam, Brussel en New York (NYSE). Dienovereenkomstig heeft ING vrijwillig een beëindiging gevraagd van de notering aan de effectenbeurzen in Frankfurt, Parijs en Zwitserland. Alle betrokken autoriteiten en de effectenbeurzen hebben inmiddels deze aanvraag goedgekeurd en de handel is op 20 januari 2009 gestaakt in Parijs, op 26 februari 2009 in Frankfurt en op 3 maart 2009 in Zwitserland. Opties op (certificaten van) gewone aandelen van ING Groep worden verhandeld op de NYSE Euronext Amsterdam Derivative Markets en op de Chicago Board Options Exchange. Maatschappelijk en geplaatst kapitaal in miljoenen euro’s
Gewone aandelen – maatschappelijk – geplaatst Preferente aandelen – maatschappelijk – geplaatst Cumulatief preferente aandelen – maatschappelijk – geplaatst
Ultimo 2008
Ultimo 2007
1.080 495
720 534 360 19
1.080 –
1.080 –
Ultimo 2008
Ultimo 2007
2.063,1
2.226,4
36,5
126,8
2.026,6
2.099,6
Aantal geplaatste en uitstaande aandelen in miljoenen
(Certificaten van) gewone aandelen van nominaal EUR 0,24 (Certificaten van) gewone aandelen gehouden door ING Groep of dochters Aantal uitstaande (certificaten van) gewone aandelen (Certificaten van) preferente aandelen van nominaal EUR 1,20 (Certificaten van) preferente aandelen gehouden door ING Groep of dochters Aantal uitstaande (certificaten van) preferente aandelen
16 10 6
Koersen certificaten van gewone aandelen NYSE Euronext Amsterdam in euro’s
2008
2007
2006
Hoogste beurskoers Laagste beurskoers Koers ultimo Koers/winstverhouding*
26,21 5,33 7,33 n.v.t.**
34,69 24,38 26,75 6,2
35,95 27,82 33,59 9,4
Gebaseerd op de beurskoers ultimo december en de onderliggende nettowinst per gewoon aandeel over het boekjaar. ** Niet van toepassing. *
Dividendhistorie
Belangrijkste kredietbeoordelingen van ING*
in euro’s
Interim-dividend Slotdividend Totaal
2008*
2007
2006
0,74 – 0,74
0,66 0,82 1,48
0,59 0,73 1,32
* Aangekondigd op 20 oktober 2008.
Geografische spreiding ING-aandelen* in procenten
Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten en Canada Nederland Luxemburg België Zwitserland Overig Totaal
26 25 20 10 7 6 6 100
* Cijfers 2008, gebaseerd op informatie van verschillende grote depotbanken.
CERTIFICAATHOUDERS MET MINIMAAL 5%-BELANG Op grond van de Wet melding zeggenschap was ultimo 2008 geen certificaathouder of aandeelhouder bekend met een (potentieel) belang in ING Groep, zoals vermeld in de Wet op het financieel toezicht.
Standard & Poor’s
Moody’s
Fitch
AA–
A1
A+
A-1+ AA-
P-1 A2
A+
A-1+ AA
P-1 Aa3 C+
ING GROEP** ING VERZEKERINGEN – kortlopend – langlopend ING BANK – kortlopend – langlopend – financiële kracht * **
F1+ AA–
Nog van kracht op 16 maart 2009, de publicatiedatum van dit verslag. De kredietbeoordelingen van Standard & Poor’s en Fitch hebben een ‘negative outlook’. De verwachting van Moody’s is ‘stable’.
Bovenstaande tabel geeft de kredietbeoordelingen voor ING voor de lange termijn weer. Deze zijn uitsluitend gebaseerd op inzichten van de kredietbeoordelaars zelf op het moment dat de beoordeling werd toegekend. Nadere informatie over het belang van een beoordeling kan slechts worden verkregen bij de kredietbeoordelaar. Een effectenbeoordeling is geen aanbeveling om effecten te kopen, verkopen of aan te houden en alle beoordelingen moeten onafhankelijk van elkaar worden afgewogen. Er is geen garantie dat een bepaalde kredietbeoordeling gedurende een bepaalde periode van kracht blijft en een kredietbeoordeling kan op ieder moment worden verlaagd, opgeschort of ingetrokken door de kredietbeoordelaar wanneer de omstandigheden dit naar het oordeel van de kredietbeoordelaar rechtvaardigen. ING is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid of betrouwbaarheid van de beoordelingen.
BELANGRIJKE DATA IN 2009 EN 2010* Jaarlijkse Algemene Vergadering maandag 27 april 2009, 11.00 uur Publicatie cijfers eerste kwartaal 2009 woensdag 13 mei 2009, 7.30 uur
INVESTOR RELATIONS Om op de hoogte te blijven van de persberichten en ander ING-nieuws kunt u zich via de Investor Relations-sectie op www.ing.com opgeven voor de e-mailservice.
Publicatie cijfers tweede kwartaal 2009 woensdag 12 augustus 2009, 7.30 uur Notering ING-aandeel ex-interim-dividend 2009** donderdag 13 augustus 2009 (NYSE Euronext en NYSE)
Beleggers en financieel analisten kunnen contact opnemen met: ING Groep Investor Relations (IH 07.362) Postbus 810 1000 AV Amsterdam Telefoon: 020 541 5460 Fax: 020 541 8551 E-mail:
[email protected]
Publicatie cijfers derde kwartaal 2009 woensdag 11 november 2009, 7.30 uur Publicatie cijfers vierde kwartaal 2009/jaarcijfers 2009 woensdag 17 februari 2010 Jaarlijkse Algemene Vergadering dinsdag 27 april 2010 * Alle data onder voorbehoud. ** Indien van toepassing, zie p8 dividendbeleid.
Koersverloop over vierjaarsperiode certificaten van gewone aandelen ING index 1 januari 2005 = 100 in euro’s 200 150 100 50 0 01/05 ING
04/05
07/05
10/05
MSCI World Banks
01/06
04/06
07/06
10/06
01/07
04/07
07/07
10/07
01/08
04/08
07/08
10/08
01/09
MSCI World Insurance
ING Groep Jaarverslag 2008
9
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Strategie Aanpassen aan een nieuwe werkelijkheid Kernpunten > De crisis gericht het hoofd bieden > Prioriteit ligt bij klanten, kapitaal, risico’s en kosten > Dienstverlening aan de klant moet gemakkelijker worden > Focus op bankieren, beleggen, levensverzekeringen en pensioenen
De wereldwijde financiële crisis heeft een grote invloed op de financiële sector. Ook ING is niet immuun gebleken en zag de winst navenant verslechteren. Om succesvol te blijven is het van essentieel belang om het vertrouwen van onze stakeholders te behouden. We bieden de crisis gericht het hoofd door de klant voorop te stellen, onze kapitaalpositie te beschermen, de risico’s verder te beperken en de kosten te verlagen. Onze strategie blijft voor de lange termijn gericht op verwezenlijking van een universeel klantideaal: sparen en beleggen voor de toekomst moeten gemakkelijker worden. Dit is eens te meer belangrijk omdat de crisis aantoont dat financiële instellingen genoodzaakt zijn hun producten en diensten minder complex te maken. Zij moeten terugkeren naar de basis van financiële dienstverlening. DE CRISIS DOORSTAAN In de loop van 2008 heeft de financiële crisis zich aanzienlijk verdiept. Het is duidelijk geworden dat de langdurige periode van lage rente en overvloedige liquiditeit het ontstaan van buitensporigheden in de financiële sector in de hand heeft gewerkt. Een combinatie van factoren heeft het goed functioneren van de financiële sector ondermijnd: de foutieve beprijzing van risico’s en de door schuldopbouw excessieve hefboom bij een aantal financiële instellingen, de snelle opkomst van ‘giftige’ beleggingsproducten, het te zwaar leunen op wiskundige modellen alsmede de ongewenste effecten van bepaalde beloningsstructuren en het procyclische effect van boekhoudkundige waarderingsregels. Als gevolg van de crisis is het vertrouwen van de klant in de financiële sector aanzienlijk gedaald. De gevolgen hiervan zijn verstrekkend. De markt is aanzienlijk hogere kapitaaleisen gaan stellen aan internationale financiële instellingen. Hierdoor werden overheden gedwongen banken te steunen met omvangrijke kapitaalinjecties. Helaas vormde ING hierop geen uitzondering. Hoewel onze commerciële prestaties op peil zijn gebleven, heeft de scherpe daling van de markt in 2008 geresulteerd in aanzienlijke bijzondere waardeverminderingen en negatieve herwaarderingen van vrijwel alle beleggingscategorieën. Dit heeft tevens onze winst en vermogenspositie beïnvloed. Alles wijst erop dat de marktomstandigheden ook in 2009 moeilijk zullen blijven. BEDRIJFSINITIATIEVEN Het is duidelijk dat de huidige, uitzonderlijke tijd om doordachte oplossingen vraagt. Daarom kijken we met een frisse blik naar ons bedrijf, op zoek naar nieuwe manieren van zaken doen. In Nederland zijn ING Bank en Postbank in 2009 samen van start gegaan onder de ING-naam. In België zijn we doorgegaan met het invoeren van een nieuw concept voor particuliere en kleinzakelijke dienstverlening, waarbij de traditionele kantoren hoe langer hoe meer zullen worden omgebouwd tot kantoren met geautomatiseerde zelfbedieningskasfuncties en toegang tot onlinebankdiensten. We hebben geïnvesteerd in ons retailbanking-netwerk met name in Polen, Roemenië, Turkije en India. Voortbordurend op haar bancaire netwerk wil ING Direct een ruimer productassortiment bieden dan alleen één eenvoudig spaarproduct. In Duitsland zijn de hypotheekactiviteiten van ING Direct versterkt met de acquisitie van Interhyp. Bij Wholesale Banking hebben we de activiteiten in een aantal nietkernmarkten herzien en selectief verminderd. Een aantal volatiele
ING Groep Jaarverslag 2008
10
producten en activiteiten is gestopt of in omvang teruggebracht, met name in effectenmarkten en in Financial Markets Strategic Trading. We zullen ons in toenemende mate richten op een volledig pakket aan wholesalebankingactiviteiten in de Benelux, alwaar we marktleider willen worden. Daarnaast wil ING marktleider worden in Roemenië en Polen en wereldwijd in een aantal belangrijke producten, zoals Structured Finance.
Wij zullen ons in 2009 richten op een gedisciplineerde uitvoering van deze plannen door: t de klant voorop te stellen; t behoud van een sterke kapitaalpositie, onder andere door desinvesteringen, waardoor kapitaal vrij komt; t het verder terugdringen van de risico’s; t de kosten in lijn brengen met de huidige economische situatie.
In december 2008 hebben we de acquisitie van Oyak Emeklilik, een Turkse aanbieder van particuliere pensioenproducten, afgerond en het bedrijf geïntegreerd in Insurance Europe. In 2009 zal Oyak Emeklilik verder gaan onder de naam ING.
De klant voorop stellen De kredietcrisis is duidelijk van invloed op de behoeften van de klant, zowel wat betreft productassortiment als dienstverlening. Deze turbulente tijden bewijzen eens te meer dat ‘gemak voor de klant’ en ‘terug naar de basis’ essentiële onderdelen moeten zijn van onze strategie. We zullen de weg die wij in 2007 zijn ingeslagen met het Easier-programma vervolgen. Daarbij benadrukken we die aspecten die het vertrouwen van de klant vergroten en ons concurrentievoordeel voor de lange termijn bepalen: klanten verwachten dat wij beschikbaar zijn wanneer zij ons nodig hebben, dat wij een duidelijk overzicht kunnen geven van hun financiële situatie, snel en efficiënt antwoord geven op hun vragen, open en transparant zijn over onze producten en diensten, en dat wij hen objectief en professioneel kunnen adviseren. Naast de noodzaak om het voor de klant gemakkelijker te maken, heeft de crisis gezorgd voor een verschuiving in de vraag naar producten die vermogensbescherming bieden en de risico’s verminderen. We zullen onze productportefeuille dan ook herzien.
In Noord- en Latijns-Amerika richten we ons op de groeimogelijkheden voor de lange termijn die voortvloeien uit de vergrijzing van de bevolking in de VS en de toenemende welvaart in LatijnsAmerika. Door de acquisitie van CitiStreet, een van de grootste pensioenuitvoerders in de Amerikaanse markt voor pensioenen op basis van een vaste premie, heeft ING een grotere geografische spreiding en een breder dienstenpakket voor de klanten verkregen. In Peru hebben we ons belang in AFP Integra, gemeten naar marktaandeel het grootste pensioenfonds, uitgebreid tot 80%. In Azië/Pacific is de bancaire distributie verder versterkt door een exclusieve overeenkomst met The Royal Bank of Scotland in Hongkong en uitbreiding van de verkoopkanalen via TMB Bank. Deze waren eerst alleen gericht op de regio Bangkok maar zijn nu uitgebreid naar het gehele kantorennetwerk in Thailand. Verder is ING een van de strategische voorkeurspartners geworden van HSBC Insurance. STRATEGIE: AANPASSEN AAN EEN NIEUWE REALITEIT Financiële instellingen zoals ING spelen een belangrijke rol bij het scheppen van voorwaarden voor sociale en economische vooruitgang. Dit gebeurt door de financiële risico’s van particulieren en bedrijven te spreiden. De kredietcrisis onderstreept dat we dit alleen kunnen doen wanneer onze klanten ons vertrouwen. Het vertrouwen van klanten verdienen en behouden is voor elke financiële instelling een absolute voorwaarde. Aangezien de toegenomen complexiteit van de financiële dienstverlening een belangrijke oorzaak is geweest van de crisis, is een terugkeer naar de basis onvermijdelijk. ING heeft scherp op het netvlies wat de kern is van financiële dienstverlening: het aantrekken van spaargelden om deze vervolgens weer uit te zetten in de economie in de vorm van een eigen kredietportefeuille met hypotheken en zakelijke, particuliere en andere soorten kredieten. We zijn ons bewust van onze verantwoordelijkheden en zullen ons uiterste best blijven doen om het vertrouwen van al onze belanghebbenden te behouden en bij te dragen aan het goed functioneren van markten. We zullen onze strategie voor de lange termijn richten op de verwezenlijking van een universeel klantideaal: sparen en beleggen voor de toekomst zou gemakkelijker moeten zijn. We gaan maatregelen nemen om onze financiële positie te versterken en ons aan te passen aan de realiteit van een wereldwijde recessie. Tegelijkertijd houden we de prioriteiten voor de lange termijn in het oog. Voor de korte en middellange termijn zullen we ons inspannen om het bedrijf door deze moeilijke tijden te loodsen, waarbij zowel de stabiliteit als de geloofwaardigheid van ons bedrijf moeten worden vergroot.
Behoud van een sterke kapitaalpositie De economische omstandigheden hebben niet alleen de winstgevendheid van ons bedrijf onder druk gezet. Ook zijn de internationale kapitaalvereisten voor financiële instellingen bijgesteld. Hoewel onze kapitaalpositie gelijk was aan of hoger lag dan de doelstellingsniveaus en wettelijke vereisten, hebben we in oktober besloten gebruik te maken van de faciliteit die de Nederlandse overheid bood om ons kapitaal verder met EUR 10 miljard te versterken. Als gevolg daarvan is de Tier 1-ratio van ING Bank per ultimo december 2008 gestegen tot 9,32%. Het huidige klimaat noopt ons om nog eens tegen het licht te houden in welke activiteiten en regio’s ING een duurzaam sterke marktpositie heeft. We willen groei vermijden in sectoren die onder druk staan en onze schuldpositie op onze balans alsmede de volatiliteit en complexiteit van onze portefeuille verder verminderen. We gaan een aantal niet tot onze kerntaken behorende activiteiten afstoten om kapitaal vrij te maken en de organisatie gedisciplineerd te vereenvoudigen. Zo hebben we in februari 2009 ons belang in ING Canada verkocht, de grootste schadeverzekeraar in Canada. Risico verminderen ING heeft in 2008 over de gehele balans haar risicopositie verminderd. In de komende periode zullen we onze risico’s nog verder reduceren. In 2008 zijn we begonnen met het reduceren van onze posities in vastgoed, private equity en bedrijfsobligaties, alsmede onze blootstelling aan renterisico’s. We hebben verschillende aandelenbelangen verkocht en posities afgedekt. Daarnaast hebben we een plafond gesteld aan de balansgroei van de bank en het marktrisico voor het verzekeringsbedrijf verminderd. In Taiwan heeft ING haar levensverzekeringsactiviteiten verkocht aan Fubon Financial Holding, hetgeen heeft geleid tot een afname van de blootstelling aan het renterisico.
ING Groep Jaarverslag 2008
11
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur Strategie (vervolg)
In januari 2009 hebben ING en de Nederlandse Staat overeenstemming bereikt over een steunfaciliteit voor illiquide activa waarmee 80% van de Alt-A-woninghypothekenportefeuille van ING is afgedekt. De marktwaarde van deze waardepapieren was onder druk komen te staan door het gebrek aan liquiditeit. Hierdoor kwamen onze resultaten en vermogen onder grotere druk te staan dan op basis van de kredietverliezen redelijkerwijs mocht worden verwacht. De transactie met de Nederlandse Staat vermindert, zoals blijkt uit de voorwaarden, de onzekerheid over de invloed van mogelijke toekomstige verliezen op deze portefeuille aanzienlijk. In 2009 zullen we ons risicoprofiel blijven beperken. We geloven in een sterke risicobeheerfunctie. Deze is volledig geïntegreerd in de dagelijkse bedrijfsvoering en in de strategische planning van al onze bedrijfsonderdelen. ING streeft ernaar de transactie met de Nederlandse Staat in het eerste kwartaal van 2009 af te ronden. Dit is evenwel afhankelijk van het completeren van de documentatie en de goedkeuring door de verschillende toezichthouders. Kosten in lijn brengen met de huidige economische situatie Vanwege de druk op de marges en de beleggingsopbrengsten is het essentieel om kosten te besparen. Begin 2009 hebben we aangekondigd dat we in 2009 de bedrijfslasten met EUR 1 miljard zullen terugbrengen. Structurele kostenreducties zullen naar verwachting leiden tot een jaarlijkse besparing van ongeveer EUR 1,1 miljard vanaf 2010. Van deze besparing vloeit 35% voort uit een daling van het aantal arbeidsplaatsen met ongeveer 7.000 fte’s in 2009. De rest van de kostenbesparingen vloeit voort uit een daling van de kosten voor het hoofdkantoor, marketing (inclusief Formule 1), adviseurs, tijdelijk ingehuurde externe medewerkers en het openbreken van bepaalde contracten met IT-leveranciers. Met deze maatregelen brengen we de kosten in lijn met de huidige situatie. Daarmee wordt ING slanker en flexibeler, zodat we een betere uitgangspositie hebben wanneer de markt zich herstelt. Prioriteiten voor de lange termijn We zijn ervan overtuigd dat het in het langetermijnbelang is van al onze belanghebbenden (klanten, medewerkers, de maatschappij en aandeelhouders) alles te doen wat nodig is om het commerciële potentieel optimaal te benutten en tegelijkertijd de financiële gezondheid en groeimogelijkheden van ons bedrijf te handhaven. Door ons te richten op bankieren, beleggen, levensverzekeringen en pensioenen kunnen we particuliere klanten producten bieden die zij gedurende hun leven nodig hebben om hun spaargeld te laten toenemen, hun beleggingen te beheren en zich met vertrouwen voor te bereiden op hun pensioen. Met ons brede assortiment aan producten, innovatieve distributiemodellen en sterke marktpositie in zowel volwassen als opkomende markten hebben we de economische, technologische en demografische ontwikkelingen aan onze zijde. We blijven investeren in onze bancaire distributieplatformen. We kunnen onze 85 miljoen klanten via verschillende distributiekanalen bedienen: niet alleen via directbankieren en onze bankkantoren, maar ook via eigen adviseurs en distributieovereenkomsten met andere marktpartijen. Van liquiditeit tot kredieten en beleggingen: banken zijn in staat om met een breed assortiment aan producten te voldoen aan uiteenlopende behoeften van de klant. De vele interactie en vaak langdurige relaties met klanten stellen banken bovendien in staat om ook goed op de toekomstige behoeften van klanten in te spelen.
ING Groep Jaarverslag 2008
12
Desalniettemin blijft het een grote uitdaging om klanten te beschermen tegen de marktrisico’s en tegelijkertijd de volatiliteit van de winst te beperken. Dat geldt eens te meer in de hedendaagse, onzekere tijden. ING wil dan ook een groot deel van haar eigen activa kunnen genereren. Onze wholesalebankingactiviteiten spelen daarin een fundamenteel belangrijke rol. Met onze expertise op dit gebied zijn we in staat hoogwaardige activa te genereren waarin wij onze particuliere tegoeden kunnen investeren. Daarnaast helpen deze activiteiten ons relevante vaardigheden op het gebied van risicobeheer te ontwikkelen. Ook geven ze ons toegang tot de mondiale financiële markten. Ten slotte blijft ook vermogensbeheer van belang voor onze strategie. Om onze kwaliteiten op het gebied van vermogensbeheer te optimaliseren, zullen we onze beleggingsexpertise wereldwijd versterken, opdat we voor onze klanten een eersteklas beleggingsresultaat kunnen realiseren. Groeimarkten blijven belangrijk. Maar gezien de nieuwe economische realiteit, de verwachte aanscherping van het toezicht en de noodzaak om de kapitaalpositie van ING te bewaken zullen nieuwe investeringen getemperd worden. Lering trekkend uit de huidige crisis en met de ontstane discussie over de rol van financiële instellingen in de samenleving in het achterhoofd, gaan we onze activiteitenportefeuille doorlichten. Om onze concurrentiepositie voor de lange termijn zeker te stellen, zullen we kijken naar onze markten, distributiemodellen en productassortiment. Het accent zal komen te liggen op een kleiner aantal, onderling samenhangende en sterke bedrijven. Daarnaast gaan we de organisatie vereenvoudigen, de basis van ons bedrijf verstevigen en investeren in het verbeteren van onze commerciële processen. Een belangrijke doelstelling blijft om onze merknaam nadrukkelijker te verbinden aan ons universele klantideaal. Naamsbekendheid van en waardering voor het ING-merk zijn belangrijk om vertrouwen op te bouwen en groei voor de lange termijn te realiseren. Tot slot is het belangrijk dat we blijven investeren in onze medewerkers. ING is trots op haar zeer vakkundige en gemotiveerde mensen. We blijven sturen op mensgericht leiderschap en uitstekende prestaties. CONCLUSIES EN AMBITIES Door de wereldwijde financiële crisis was 2008 voor alle financiële instellingen een ongekend moeilijk jaar. ING vormde daarop geen uitzondering. Door de scherpe verslechtering van de markt in 2008 werden we in vrijwel alle beleggingscategorieën geconfronteerd met aanzienlijke bijzondere waardeverminderingen en negatieve herwaarderingen. ING biedt de crisis het hoofd door de klant voorop te stellen, een sterke kapitaalpositie te waarborgen, risico’s verder te verminderen en de kosten te verlagen. Terwijl de wereldeconomie zich in 2009 met een recessie geconfronteerd weet, is onze eerste prioriteit de financiële basis van ons bedrijf te versterken, zonder de lange termijn uit het oog te verliezen. We zullen onze strategische focus en onze portefeuille aanpassen in het belang van onze klanten. We kijken hierbij naar de markten waarin wij actief willen zijn, naar onze distributiemodellen en naar ons productassortiment. ING streeft ernaar om sparen en beleggen voor de toekomst gemakkelijker te maken.
Financiële hoofdpunten Resultaten beïnvloed door ontwrichting financiële markten In 2008 zijn de resultaten van ING negatief beïnvloed door de wereldwijde financiële crisis. De enorme verslechtering van de markt heeft geleid tot aanzienlijke bijzondere waardeverminderingen en negatieve herwaarderingen binnen vrijwel alle beleggingscategorieën. Er zijn verschillende maatregelen genomen om de kapitaalpositie van ING Groep te versterken, waaronder een kapitaalondersteuningsfaciliteit van EUR 10 miljard van de Nederlandse Staat. Ook heeft ING actief haar risicopositie teruggebracht. De onrust op de financiële markten heeft een scherpe daling van de resultaten van het verzekeringsbedrijf van ING veroorzaakt. Aan de andere kant rapporteerde het bankbedrijf ondanks de moeilijke omstandigheden positieve nettoresultaten. Resultaten ING 2008* Ultimo 2008 VerzekeringsBankbedrijf bedrijf
in miljoenen euro’s
Onderliggend resultaat, exclusief marktvolatiliteit en risicokosten Bijzondere waardeverminderingen en veranderingen in marktwaarde van onder druk staande beleggingscategorieën Bijzondere waardeverminderingen op beleggingen in aandelen Bijzondere waardeverminderingen op andere schuldbewijzen Bijzondere waardeverminderingen, en verliezen Herwaarderingen vastgoed/bijzondere waardeverminderingen ontwikkelingsprojecten Herwaarderingen private equity Herwaarderingen Verkoopwinsten uit aandelen/ afdekking aandelen ‘DAC-unlocking’ gerelateerd aan beleggingen in aandelen Afdekking vreemde valuta/Overig Overige marktinvloeden Risicokosten bankbedrijf Onderliggend resultaat voor belastingen Belastingen en minderheidsbelangen Onderliggend nettoresultaat Desinvesteringen en bijzondere posten Totaal nettoresultaat
Groep
5.263
2.057
7.319
–2.039
–560
–2.599
–331
–1.376
–1.707
–255
–520
–775
–2.625
–2.455
–5.081
–732 –732
–452 –399 –851
–1.184 –399 –1.583
30
1.181
1.211
–567 –600 14
–567 –806 –162 –1.280
–1.235 343 –893 –291 –1.183
–786 615 –171 –558 –729
–206 –176 –1.280 449 273 722 –267 454
* In de tabel kunnen afrondingsverschillen voorkomen.
Bijdrage divisies aan onderliggend resultaat, exclusief marktvolatiliteit en risicokosten in procenten
Insurance Europe Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Totaal
15 17 6 26 24 12 100
GROEPSRESULTATEN Het totale nettoresultaat daalde van EUR 9.241 miljoen in 2007 naar EUR –729 miljoen. Het onderliggend nettoresultaat, dat wordt gedefinieerd als het totale nettoresultaat exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten, daalde van EUR 9.172 miljoen naar EUR –171 miljoen. Het onderliggend resultaat voor belastingen daalde van EUR 11.080 miljoen naar EUR –786 miljoen. Extreme marktvolatiliteit en een scherpe daling van de prijzen van activa leidden tot bijzondere waardeverminderingen en veranderingen in de marktwaarde van EUR 5.081 miljoen, waarvan EUR 2.599 miljoen is toe te schrijven aan onder druk staande beleggingscategorieën en EUR 1.707 miljoen aan aandelenbeleggingen. De rest kon worden toegeschreven aan bijzondere waardeverminderingen op andere schuldbewijzen, waaronder schulden van financiële instellingen. De vastgoedprijzen zijn in 2008 wereldwijd aanzienlijk gedaald. Dit heeft geleid tot negatieve herwaarderingen van vastgoed en bijzondere waardeverminderingen op ontwikkelingsprojecten van EUR 1.184 miljoen. Negatieve herwaarderingen op private equity bedroegen EUR 399 miljoen. Overige ontwikkelingen die samenhangen met het zwakke economische klimaat drukten het resultaat met EUR –162 miljoen, inclusief de unlocking van overlopende acquisitiekosten en afdekkingsverliezen. Dit werd gedeeltelijk gecompenseerd door verkoopwinsten uit aandelenbeleggingen. De daling van de meeste valuta ten opzichte van de euro had in 2008 een negatieve invloed op het netto onderliggend resultaat van EUR 163 miljoen. Het resultaat per aandeel daalde van EUR 4,32 naar EUR –0,36. Commerciële prestaties Het onderliggend resultaat voor belastingen van het verzekeringsbedrijf nam af tot een verlies van EUR 1.235 miljoen over 2008, vergeleken met een winst van EUR 6.113 miljoen over 2007. De scherpe daling van de resultaten was vooral te wijten aan de verslechtering van de financiële markten in het tweede halfjaar van 2008. De gerapporteerde daling is echter licht vertekend doordat in 2007 EUR 2.087 miljoen aan verkoopwinsten werd geboekt. Het onderliggend resultaat voor belastingen van het bankbedrijf daalde met 91,0% naar EUR 449 miljoen. Retail Banking en Wholesale Banking bleven winstgevend, terwijl ING Direct een verlies rapporteerde van EUR 1.125 miljoen als gevolg van bijzondere waardeverminderingen op onder druk staande beleggingscategorieën. Gemeten over heel 2008 bedroeg de nettotoename van de klanttegoeden EUR 93 miljard, exclusief valuta-invloeden. Inclusief valuta-invloeden bedroeg het klantensaldo ultimo 2008 EUR 1.455 miljard, gelijk aan 2007. De spaartegoeden en deposito’s bedroegen EUR 21 miljard van de nettotoename (exclusief valuta-invloeden), waarvan EUR 12 miljard afkomstig van particuliere klanten. Bij het verzekeringsbedrijf droegen alle bedrijfsonderdelen bij aan de positieve nettoproductie van de klanttegoeden, omdat de instroom bij levensverzekeringen en pensioenen de uitstroom van het beheerd vermogen voor derden ruimschoots compenseerde. De groei van de kredietverlening bleef in 2008 over het algemeen robuust, ondanks een daling in het vierde kwartaal op alle markten, met uitzondering van Nederland. Van de nettotoename van de klanttegoeden kwam in 2008 EUR 59 miljard voort uit de bancaire kredietverlening (exclusief valuta-invloeden). ING Groep Jaarverslag 2008
13
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur Financiële hoofdpunten (vervolg)
Kosten in lijn brengen met nieuwe werkelijkheid De onderliggende bedrijfslasten (exclusief het effect van desinvesteringen en bijzondere posten) van het verzekeringsbedrijf daalden met 0,6%. De onderliggende bedrijfslasten van het bankbedrijf stegen met 5,0% tot EUR 10.002 miljoen, vooral bij Retail Banking door de integratie van ING Bank Turkije (voorheen Oyak Bank), en bij ING Direct. Binnen de gehele organisatie zijn kostenbesparingsmaatregelen genomen vanwege het slechte economische klimaat. In totaal gaat het om een beoogde kostenreductie van EUR 1 miljard in 2009. Desinvesteringen en bijzondere posten Desinvesteringen resulteerden in een winst na belastingen van EUR 7 miljoen in 2008, vergeleken met een winst van EUR 407 miljoen in 2007. De invloed van gedesinvesteerde onderdelen op het totale netto-resultaat was EUR –50 miljoen, vergeleken EUR –4 miljoen in 2007. Bijzondere posten in 2008 van EUR –515 miljoen na belastingen hadden betrekking op integratiekosten (vooral CitiStreet), het verlies door de nationalisatie van het pensioenbedrijf en het treffen van voorzieningen voor lijfrentes in Argentinië, de samenvoeging van ING Bank en Postbank in Nederland, de kosten voor de afgeblazen start van de activiteiten van ING Direct in Japan, alsmede voorzieningen voor het ontbinden van de joint venture met Postkantoren BV in Nederland. De invloed van desinvesteringen en bijzondere posten is niet meegenomen in het onderliggend resultaat. Versterken kapitaal en verminderen risico’s ING heeft verschillende maatregelen genomen om de onderneming te versterken. In oktober 2008 sloot ING een kapitaalversterkingstransactie met de Nederlandse Staat, waarbij voor EUR 10 miljard aan kernkapitaaleffecten werd uitgegeven. Hierdoor is de kapitaalpositie van ING aanzienlijk verbeterd. Zie voor meer informatie het hoofdstuk Kapitaalbeheer. Naast deze transactie met de Nederlandse Staat maakte ING begin 2009 gebruik van een steunfaciliteit voor illiquide activa voor 80% van onze Alt-A-woninghypothekenportefeuille. Deze transactie leidt tot een vrijval van 80% van de negatieve herwaarderingsreserve die ten laste is gebracht van het eigen vermogen in verband met de Alt-A-woninghypothekenportefeuille. Hierdoor zal het eigen vermogen van ING Groep met EUR 4,6 miljard toenemen. Daarnaast zullen de naar risicogewogen activa met ongeveer EUR 13 miljard dalen, afhankelijk van gesprekken met toezichthouders. De tier 1-ratio van ING Bank zal stijgen met 37 basispunten naar 9,7% op pro-forma basis. ING streeft ernaar deze transactie in het eerste kwartaal van 2009 af te ronden, maar is afhankelijk van de goedkeuring van verschillende toezichthouders. Door de verkoop van de Taiwanese levensverzekeringsactiviteiten daalden de vereisten voor economisch kapitaal, waardoor EUR 5,7 miljard aan economisch kapitaal vrijviel. De verkoop van de Canadese schadeverzekeringsactiviteiten zal de hefboom van het verzekeringsbedrijf verder omlaag brengen en resulteerde in een bruto-opbrengst van CAD 2,2 miljard (EUR 1,35 miljard).
Ultimo december waren alle belangrijke kapitaal- en hefboomratio’s binnen de marktnorm. De verhouding schuld/eigen vermogen van ING Groep was 13,5%, terwijl de verhouding schuld/eigen vermogen van het verzekeringsbedrijf ultimo december 8,8% was. De tier 1-ratio van ING Bank volgens Basel II stond op 9,32%. De solvabiliteitsratio (BIS-ratio voor het bankbedrijf) volgens Basel II was 12,78%. De beschikbare financiële middelen (AFR) van ING Groep ultimo december waren EUR 42,1 miljard, vergeleken met een economisch kapitaal (EC) van EUR 30,7 miljard na diversificatie, hetgeen heeft geleid tot een AFR/EC-ratio voor de Groep van 137%. Tot de topprioriteiten van ING behoren het verkorten van de balans en het verlagen van de kosten. Wij streven ernaar de balans van ING Bank met 10% te verkorten ten opzichte van ultimo september, terwijl we de kredietverlening aan de belangrijkste klanten in onze thuismarkten beogen te continueren. Daarnaast verplaatsen we onze beleggingen naar minder risicovolle activa. Dividend Zoals aangekondigd, zal ING Groep in mei 2009 geen slotdividend uitkeren over het jaar 2008, waardoor het totale dividend over 2008 EUR 0,74 per (certificaat van een) aandeel bedraagt. Dit heeft ING in augustus 2008 al als interim-dividend uitgekeerd. De eerste korte coupon op de kernkapitaaleffecten zal in mei 2009 aan de Nederlandse Staat worden uitgekeerd, afhankelijk van goedkeuring door De Nederlandsche Bank (DNB). Gezien de omvang van de crisis is het moeilijk te voorzien of ING Groep over 2009 dividend zal kunnen uitkeren. ING zal dividend blijven betalen op basis van de onderliggende winst. Wanneer dividend wordt uitgekeerd, zal ook de coupon op de kernkapitaaleffecten worden betaald, afhankelijk van goedkeuring door DNB. VERZEKERINGSBEDRIJF Het totale resultaat voor belastingen van het verzekeringsbedrijf daalde met EUR 8.168 miljoen en resulteerde in een verlies van EUR 1.635 miljoen, vergeleken met een winst van EUR 6.533 miljoen over 2007. Het onderliggend resultaat voor belastingen (exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten) nam af tot een verlies van EUR 1.235 miljoen in 2008, vergeleken met een winst van EUR 6.113 miljoen in 2007. De scherpe daling van de resultaten was vooral te wijten aan de verslechtering van de financiële markten in het tweede halfjaar van 2008. Daarnaast speelde de verkoopwinst van EUR 2.087 miljoen uit aandelen ABN AMRO en Numico, die in 2007 was geboekt, een rol. Het onderliggend resultaat van het levensverzekeringsbedrijf nam af om uit te komen op een verlies van EUR 1.744 miljoen, vergeleken met een winst van EUR 4.831 miljoen in 2007. De beleggingsopbrengsten werden negatief beïnvloed door kapitaalverliezen en bijzondere waardeverminderingen op aandelen en schuldbewijzen, alsmede door negatieve veranderingen in de marktwaarde van vastgoed en beleggingen in private equity. Het resultaat werd voorts negatief beïnvloed door overlopende acquisitiekosten in de VS alsmede door afdekkingsverliezen op beleggingskoopsompolissen in Japan. Het onderliggend resultaat voor belastingen van de schadeverzekeringsactiviteiten daalde met 60,3% naar EUR 509 miljoen,
ING Groep Jaarverslag 2008
14
vergeleken met EUR 1.282 miljoen in 2007, vooral als gevolg van kapitaalverliezen en bijzondere waardeverminderingen op aandelen, alsmede door een ongunstig verzekeringstechnisch resultaat in Canada waar, als gevolg van slecht weer, de kosten van claims omhoog werden gestuwd. Het onderliggend bruto premie-inkomen van de levensverzekeringsactiviteiten daalde met 3,7%, maar steeg als ING Life Taiwan en valuta-invloeden buiten beschouwing worden gelaten met 3,3% naar EUR 38.748 miljoen. Dit was vooral toe te schrijven aan de VS, Australië en de meeste landen in Azië. Het onderliggende bruto premie-inkomen van de schadeverzekeringsactiviteiten daalde met 8,1%, of 4,1% exclusief valuta-invloeden, naar EUR 4.402 miljoen. Dit werd grotendeels veroorzaakt door de verkoop van de zorgverzekeringsactiviteiten in Chili. De onderliggende bedrijfslasten van het verzekeringsbedrijf daalden met 0,6%, maar stegen exclusief ING Life Taiwan met 0,7% naar EUR 5.188 miljoen. Door kostenbeheersing konden de investeringen in de groei van de activiteiten in Azië/Pacific en Centraal-Europa grotendeels worden gecompenseerd. Daarnaast was in de bedrijfslasten over 2007 een eenmalige nettovrijval van een voorziening voor secundaire arbeidsvoorwaarden in Nederland van EUR 89 miljoen meegenomen. De nieuwe omzet, gemeten als genormaliseerde nieuwe premie-productie op jaarbasis (APE), voor het levensverzekeringsbedrijf daalde met 10,3%, of 7,8% exclusief ING Life Taiwan, naar EUR 6.568 miljoen, vooral door een lagere omzet in de VS, Australië, Zuid-Korea en Japan. APE is de som van de reguliere jaarlijkse premies uit de nieuwe omzet, plus 10% van de eenmalige premies uit de nieuwe productie in een jaar. Deze daling werd gedeeltelijk gecompenseerd door een hogere omzet in LatijnsAmerika, Nederland en Overig Azië. De waarde van de nieuwe productie daalde met 8,1% naar EUR 1.023 miljoen. Exclusief ING Life Taiwan bleef de waarde van de nieuwe productie gelijk ten opzichte van 2007. BANKBEDRIJF Ondanks de ongekende invloed van de financiële crisis en het uitdagende marktklimaat rapporteerden de bancaire onderdelen commerciële groei binnen alle drie divisies. De klanttegoeden stegen met EUR 61 miljard tot een totaal van EUR 1.073 miljard. Het totale resultaat voor belastingen van het bankbedrijf daalde met 96,7% naar EUR 148 miljoen, vooral door bijzondere waardeverminderingen en veranderingen in de marktwaarde als gevolg van de extreme marktvolatiliteit en scherpe daling van de prijzen van vermogenstitels, in combinatie met hogere risicokosten. Het onderliggend resultaat voor belastingen (exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten) daalde met 91,0% naar EUR 449 miljoen. Retail Banking en Wholesale Banking bleven winstgevend, terwijl ING Direct een verlies rapporteerde van EUR 1.125 miljoen door bijzondere waardeverminderingen op onder druk staande beleggingscategorieën. De risicokosten stegen aanzienlijk door de verslechterende economische omstandigheden. De onderliggende baten daalden met 19,7% naar EUR 11.731 miljoen. Het renteresultaat steeg echter met 22,3%, vooral door hogere marges bij ING Direct en Wholesale Banking, de integratie
van ING Bank Turkije (voorheen Oyak Bank) en een stijging van volumes. De kredietverlening aan klanten steeg met EUR 72,0 miljard, of 13,7%, tot EUR 598,3 miljard. De toevertrouwde middelen stegen met EUR 9,5 miljard, of 1,8%, tot EUR 537,7 miljard. De totale rentemarge steeg van 0,94% in 2007 naar 1,07%. De provisiebaten daalden met 1,1%, vooral door een daling van de beheervergoedingen en lagere opbrengsten uit de beleggingsactiviteiten. De beleggingsopbrengsten daalden van EUR 891 miljoen in 2007 naar een verlies van EUR 2.459 miljoen in 2008, grotendeels als gevolg van bijzondere waardeverminderingen op obligaties en aandelen en negatieve herwaarderingen van vastgoed. De overige baten daalden met 88% als gevolg van de negatieve handelsinkomsten en verliezen op deelnemingen. De onderliggende bedrijfslasten stegen met 5,0% tot EUR 10.002 miljoen, vooral bij Retail Banking als gevolg van de integratie van ING Bank Turkije, en bij ING Direct. De onderliggende kosten/ batenverhouding steeg van 65,2% in 2007 tot 85,3%, vooral door een scherpe daling van de baten. De onderliggende nettotoevoeging aan de voorziening voor dubieuze debiteuren steeg van EUR 125 miljoen in 2007 tot EUR 1.280 miljoen. De risicokosten in 2008 waren 48 basispunten van de gemiddelde naar kredietrisico gewogen activa, omdat de brutotoevoeging aan de voorzieningen voor dubieuze debiteuren van 62 basispunten werd gecompenseerd door 14 basispunten aan vrijvallen. Het onderliggende naar risico gewogen rendement op kapitaal (RAROC) na belastingen daalde van 22,3% over 2007 naar 2,6% als gevolg van de onrust op de markt en een stijging van het gemiddelde economisch kapitaal met 31,6% door wijzigingen in de methodologie. BEHEERD VERMOGEN Het beheerd vermogen daalde met EUR 91,4 miljard, of 14,2%, naar EUR 551,3 miljard in 2008, als gevolg van de aanzienlijke verslechtering van de financiële markten. De lagere koersen van aandelen en vastrentende waarden hadden een negatief effect van EUR 99,1 miljard. Ondanks het feit dat de financiële markten onder druk stonden, realiseerde ING in 2008 een netto-instroom van EUR 17,4 miljard. Alle bedrijfsonderdelen droegen bij aan deze netto-instroom, met uitzondering van Insurance Europe, dat een netto-uitstroom noteerde van EUR 2,2 miljard. Acquisities en desinvesteringen hadden een negatief netto-effect van EUR 6,2 miljard. Daarnaast hadden de wisselkoersen een negatieve invloed op de groei van het beheerd vermogen van EUR 3,6 miljard. VOORUITBLIK In 2009 zal ING in een lastig economisch klimaat opereren. Enkele van de belangrijkste onzekerheden zijn de ontwikkelingen op de financiële markten, de woningmarkten, de markten voor zakelijk vastgoed en de verder verslechterende wereldeconomie, hetgeen leidt tot hogere voorzieningen voor dubieuze debiteuren. Terwijl we de onderneming door deze turbulente tijden heen loodsen, streeft ING ernaar haar risico’s te verminderen, maatregelen te nemen om kapitaal te beschermen en de kosten in overeenstemming te brengen met de nieuwe werkelijkheid.
ING Groep Jaarverslag 2008
15
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Kapitaalbeheer Een sterke vermogenspositie handhaven ING streeft ernaar een sterke vermogenspositie te handhaven en kapitaal zo efficiënt mogelijk te alloceren. De uitzonderlijke marktomstandigheden in 2008 hadden een significant negatief effect op het eigen vermogen. ING heeft een aantal stappen ondernomen om haar vermogenspositie te versterken, onder andere door gebruik te maken van de steunfaciliteit van de Nederlandse Staat.
Vermogenspositie ING Groep N.V. in miljoenen euro’s
Eigen vermogen + Kernkapitaaleffecten (core Tier 1 securities) + Hybride kapitaal van ING Groep + Leverage van ING Groep (kernschuld) Totaal kapitalisatie (bank- en verzekeringsbedrijf) –/– Herwaarderingsreserves vastrentend & overig –/– Leverage van ING Groep (kernschuld) (s) Gecorrigeerd vermogen (v) Verhouding schuld/eigen vermogen (s/(s+v)) Economisch kapitaal (EC) en beschikbare financiële middelen (AFR) EC ING Groep AFR ING Groep Verhouding AFR/EC
Ultimo 2008
Ultimo 2007
17.334 10.000 11.655 7.170 46.159
37.208 8.620 4.728 50.556
–6.769 7.170 45.758 13,5%
963 4.728 44.865 9,5%
30.675 42.135 137%
36.000 49.715 138%
Ultimo 2008
Ultimo 2007
23.903 2.301 8,8% 22.010 8.582 256%
27.036 4.267 13,6% 22.965 9.405 244%
13.681 14.456
23.199 22.710
Ultimo 2008
Ultimo 2007
24.934 7.085 32.019 11.870 43.889 343.388 27.471 34.369 7,26% 9,32% 12,78%
23.374 6.397 29.772 11.792 41.564 402.727
22.407 34.849
17.927 31.733
Vermogenspositie ING Verzekeringen N.V. in miljoenen euro’s
Gecorrigeerd vermogen (v) Kernschuld (s) Verhouding schuld/eigen vermogen (s/(s+v)) Beschikbaar kapitaal (b) Door EU vereist wettelijk kapitaal (w) Kapitaaldekkingsratio (b/w) Economisch kapitaal (EC) en beschikbare financiële middelen (AFR) EC ING Verzekeringen AFR ING Verzekeringen Vermogenspositie ING Bank N.V. in miljoenen euro’s
Kern Tier 1 Hybride Tier 1 Beschikbaar Tier 1-kapitaal Overig kapitaal BIS-kapitaal Naar risico-gewogen activa (1) Vereist kapitaal onder Basel II Vereiste kapitaalvloer onder Basel I Kern-Tier 1-ratio (1) Tier 1-ratio (1) BIS-ratio (1) Economisch kapitaal en beschikbare financiële middelen (AFR) EC ING Bank AFR ING Bank (1)
ING Groep Jaarverslag 2008
16
Vanaf 2008 gebaseerd op Basel II.
5,80% 7,39% 10,32%
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM De intensiteit van de crisis in het vierde kwartaal heeft tot aanzienlijke verliezen geleid voor financiële instellingen over de hele wereld. Om het effect van deze resultaten te verminderen, is ING Groep in januari 2009 een steunfaciliteit voor illiquide activa met de Nederlandse Staat overeengekomen. Via deze faciliteit draagt ING Groep 80% van de Alt-A-woninghypotheekleningen in ING Direct in de VS en ING Verzekeringen in de VS over voor 90% van de nominale waarde, in ruil voor een vordering op de Staat. Het directe effect van deze transactie op de winst-en-verliesrekening in het eerste kwartaal was min of meer neutraal, maar de naar risicogewogen activa daalden met ongeveer EUR 13 miljard, afhankelijk van overleg met toezichthouders. Daarnaast worden negatieve herwaarderingsreserves ter waarde van ongeveer EUR 4,6 miljard teruggeboekt in het eigen vermogen. GROEPSVERMOGEN Het gecorrigeerde vermogen van ING Groep steeg van EUR 45 miljard tot EUR 46 miljard, maar het eigen vermogen daalde van EUR 37 miljard naar EUR 17 miljard. ING Groep ontving een kapitaalinjectie van de Nederlandse Staat van EUR 10 miljard. De twee tabellen hieronder illustreren deze ontwikkelingen.
-0,7
50
-10,4
45
44,9
-19,9
8,6
-0,9
Goodwill
37,2
35
45,8
40 30 17,3
Eigen vermogen, einde periode
15 Gerealiseerde verkoopwinsten
20
10 Dividend en eigen aandeleninkoop
15 Herwaarderingen aandelen
3,0
25
Gecorrigeerd vermogen
2,5
Eigen vermogen
-5,6
20
10,0
35
25
Kernkapitaaleffecten
-5,6
Hybride kapitaal Groep
30
Gecorrigeerd vermogen
40
Gecorrigeerd vermogen ING Groep in 2008
Herwaarderingsreserves
Veranderingen eigen vermogen ING Groep in 2008
Herwaardering vastrentende waarden + afdekken kasstroom
Zoals hierboven beschreven, zijn de effecten pari passu met gewone aandelen en zo gestructureerd dat ze gewone aandelen nabootsen. Er staan een miljard effecten uit en krap meer dan twee miljard gewone aandelen, waardoor bij een eventuele liquidatie de effecten en de gewone aandelen voor respectievelijk
DIVIDENDBELEID ING Groep heeft aangekondigd dat in mei 2009 geen slotdividend over 2008 op gewone aandelen zal worden uitgekeerd. In augustus 2008 is echter al een interim-dividend betaald. Om die reden wordt, onder voorbehoud van goedkeuring van DNB, in mei 2009 een eerste verkorte coupon op de effecten uitbetaald. Gezien de hevigheid van de crisis op dit moment valt moeilijk te voorzien of ING Groep in 2009 weer in de positie zal zijn om een dividend uit te keren. Het interim-dividend over 2009 zal niet automatisch de helft bedragen van het totaaldividend over 2008. Als ING Groep weer overgaat tot dividendbetaling, dan gebeurt dat op basis van het onderliggende bedrijfsresultaat. ING zal de komende jaren een evenwichtige, zorgvuldige en terughoudende benadering hanteren ten aanzien van het dividend. Indien dividend wordt uitgekeerd, moet de coupon op de effecten eveneens worden uitgekeerd, zij het alleen na goedkeuring door DNB.
Nettoresultaat over de periode
KERNKAPITAALEFFECTEN De kernkapitaaleffecten zijn zodanig gestructureerd dat ze zoveel mogelijk overeenkomen met gewone aandelen, zonder dat er formeel sprake is van verwatering door uitgifte van gewone aandelen. De effecten zijn in alle opzichten gelijk aan gewone aandelen (geen aanspraken, ook niet bij liquidatie). Op de effecten rust een coupon van ten minste 8,5% (hoger volgens een bepaalde formule als het jaarlijks dividend op gewone aandelen hoger is dan EUR 0,68), maar deze coupon wordt alleen (niet-cumulatief) betaald als er dividend over de gewone aandelen wordt uitgekeerd en dan alleen nog na verkrijging van goedkeuring van De Nederlandsche Bank (DNB). Niet-cumulatief betekent dat als de couponbetaling wordt overgeslagen, deze niet in een later stadium alsnog dient te worden voldaan. De effecten zijn eeuwigdurend. Alleen ING Groep als uitgevende instelling kan, met toestemming van DNB, iets veranderen aan het feit dat deze effecten uitstaan. ING Groep staat een aantal mogelijkheden open voor de behandeling van de effecten in de toekomst anders dan deze uit te laten staan. Zo heeft ING Groep het recht om de effecten te allen tijde terug te kopen tegen een premie van 50% op de uitgifteprijs. Na een periode van drie jaar kan ING Groep er tevens voor kiezen om de effecten één op één om te zetten naar gewone aandelen. Indien ING Groep echter voor conversie kiest, dan kan de Nederlandse Staat aflossing van de effecten tegen de uitgifteprijs van EUR 10 verlangen; dit alles eveneens onder voorbehoud van de goedkeuring van DNB. Onderdeel van de transactie is een paragraaf over ondernemingsbestuur, die van toepassing blijft zolang meer dan 25% van de effecten uitstaat. Het terugkopen van de effecten is flexibel. ING Groep kan de effecten geheel of gedeeltelijk wederinkopen indien zij daartoe volgens DNB in staat is. ING Groep zou in de toekomst gebruik kunnen maken van de ingehouden winst om de effecten in te kopen. Een andere mogelijkheid is een claimemissie om de inkoop te bekostigen zodra de koers van het aandeel weer aantrekt tot boven EUR 15.
een derde en twee derde delen in de waarde van de Groep nadat aan alle claims is voldaan. Op basis van continuïteit hebben de effecten een claim op de winst na belastingen van EUR 850 miljoen per jaar zolang er dividend wordt uitgekeerd en dit niet hoger is dan EUR 0,68 per aandeel.
Eigen vermogen, aanvang periode
MARKTOMSTANDIGHEDEN De marktomstandigheden zijn in 2008 ernstig verslechterd, met name in het tweede halfjaar. De creditspreads stegen naar ongekende niveaus, waardoor het interne rendement op veel activa eveneens omhoogschoot. De officiële rente en de swaprente gingen daarentegen naar beneden. In de tweede helft van het jaar zijn de centrale banken overgegaan tot verlaging van de korte rente. De aandelenmarkten zijn gedurende de hele verslagperiode gedaald. De Amerikaanse dollar verzwakte het eerste halfjaar, maar won in de tweede helft weer aan kracht. Gedurende het grootste deel van het jaar was sprake van een omgekeerde rentecurve, maar door de renteverlagingen van de ECB liep de rentecurve tegen het einde van 2008 wat steiler op. De onderliggende winstgevendheid werd volledig tenietgedaan door bijzondere waardeverminderingen op aandelen, vastrentende waarden en vastgoed. Deze marktomstandigheden hadden grote invloed op het eigen vermogen. ING Groep profiteerde van de eerder aangekondigde steunfaciliteiten: in oktober is voor EUR 10 miljard aan kernkapitaaleffecten (core Tier 1 securities) uitgegeven aan de Nederlandse Staat. Ook deze kapitaalinjectie heeft de vermogenspositie van ING Groep aanzienlijk versterkt.
ING Groep Jaarverslag 2008
17
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur Kapitaalbeheer (vervolg)
Het eigen vermogen daalde als gevolg van niet-gerealiseerde verliezen op voor verkoop beschikbare vastrentende en aandelenbeleggingen die in het eigen vermogen worden geboekt, aan de aandeelhouders uitgekeerd dividend en de resterende inkoop van eigen aandelen. In het gecorrigeerde vermogen wordt de herwaarderingsreserve op vastrentende waarden weer toegevoegd met het oog op de asymmetrie van de boekhouding. Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd in het eigen vermogen op basis van genoteerde marktprijzen, terwijl de passiva op basis van de geamortiseerde kostprijs worden verantwoord. Als ING Groep haar financiële verplichtingen op basis van marktprijzen zou verantwoorden, dan zou ultimo 2008 ongeveer EUR 12 miljard aan het eigen vermogen worden toegevoegd. Het gecorrigeerde vermogen verbeterde, ondanks de daling van het eigen vermogen, met EUR 1 miljard. Dit was te danken aan een toename van het hybride Tier 1-kapitaal, de kapitaalinjectie door de Nederlandse Staat en het terugboeken van de herwaarderingsreserve. BELANGRIJKE KAPITAAL- EN LEVERAGERATIO’S De hefboom (leverage) van ING Groep, gedefinieerd als vermogensinvesteringen in het bank- en verzekeringsbedrijf na aftrek van het gecorrigeerde groepsvermogen steeg van EUR 5 miljard tot EUR 7 miljard, ofwel van 9,5% tot 13,5%. ING Groep heeft EUR 3 miljard aan dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders en EUR 2 miljard uitgegeven aan de resterende inkoop van eigen aandelen. In de loop van 2008 heeft ING Groep EUR 2,95 miljard in het bankbedrijf geïnvesteerd en EUR 2,65 miljard in het verzekeringsbedrijf. Zoals aangegeven kreeg ING Groep zelf een kapitaalinjectie van de Nederlandse Staat van EUR 10 miljard. ING Groep heeft in 2008 EUR 1,5 miljard en USD 2 miljard aan hybride Tier 1-kapitaal aangetrokken. De eurolening is doorgeleend aan ING Bank en ING Verzekeringen op 50/50 basis. De dollarlening is op 75/25 basis doorgeleend aan respectievelijk het verzekerings- en het bankbedrijf. In de loop van het jaar is per saldo ook nog USD 600 miljoen aan hybride leningen overgedragen van ING Bank aan ING Verzekeringen. Het Tier 1-kapitaal bij ING Bank steeg van EUR 30 miljard naar EUR 32 miljard, al dient men zich er wel rekenschap van te geven dat de definitie van Tier 1-kapitaal overging van Basel I naar Basel II. Het Tier 1-kapitaal onder Basel II is circa EUR 1 miljard minder dan onder Basel I door een verschil in aftrekregels. De nettowinst in het bankbedrijf bedroeg circa EUR 0,5 miljard. De naar risico gewogen activa groeiden met 17% van EUR 293 miljard begin 2008 tot EUR 343 miljard ultimo 2008. Onder Basel I was de toename 18%, van EUR 403 miljard tot EUR 477 miljard. De nominale balans van ING Bank steeg slechts met 4%, van EUR 994 miljard tot EUR 1.030 miljard. Het verschil tussen die nominale balansgroei en de groei van de naar risico-gewogen activa wordt verklaard door de relatieve verlaging van de geldmarktactiviteiten. De nominale kredietverlening door ING Bank groeide met 14% van EUR 526 miljard naar EUR 598 miljard. De verhouding schuld/eigen vermogen daalde bij ING Verzekeringen van 14% naar 9%. Dit ondanks aanzienlijke kapitaalinjecties in de werkmaatschappijen in de loop van het jaar, en met name in het vierde kwartaal. Per saldo kwam dit uit op een bedrag van EUR 4 miljard. Wel werd dit gecompenseerd door kapitaalinjecties van ING Groep en het doorlenen van hybride Tier 1-kapitaal. Ultimo 2008 had ING Verzekeringen een hybride ratio van net boven het streefdoel van 25%. ING Groep Jaarverslag 2008
18
BESCHIKBARE FINANCIËLE MIDDELEN EN ECONOMISCH KAPITAAL ING kijkt bij het beheer van het vermogen steeds vaker naar de beschikbare financiële middelen (AFR) en het economisch kapitaal (EC), beide begrippen uit de interne risicobeheersingsmodellen. Het EC is een maatstaf voor het totale risico dat de onderneming loopt gedurende een tijdshorizon van één jaar en met een betrouwbaarheidsinterval van 99,95%. AFR is gelijk aan de markt-waarde van activa minus de marktwaarde van de verplichtingen, met uitzondering van de door ING uitgegeven hybride leningen, die als vermogen worden aangemerkt. Bij ING Bank is, bij het ontbreken van een volledige marktwaarde van de balans, Tier 1-kapitaal met enige aanpassingen de referentie voor AFR. Zowel bij het bank- als het verzekeringsbedrijf moet AFR hoger zijn dan EC. Het EC van ING Groep is gelijk aan het EC van ING Bank plus het EC van ING Verzekeringen minus het diversificatie-effect. Die diversificatie is deels toe te schrijven aan tegengestelde renteposities bij ING Bank en ING Verzekeringen en wordt momenteel conservatief ingeschat op 15%. De AFR ING Groep is gelijk aan AFR ING Bank plus AFR ING Verzekeringen minus de kernschuld van ING Groep. Het streefdoel voor AFR ING Groep is ten minste 120% van EC ING Groep. Het ING-beleid voorziet in een zo flexibel en derhalve zo centraal mogelijke buffer. Het vrije vermogen is gelijk aan het verschil tussen AFR en EC. De AFR ING Bank steeg in 2008 van EUR 32 miljard tot EUR 35 miljard. Het jaarverlies werd meer dan gecompenseerd door de kapitaalinjecties van ING Groep naar ING Bank. Het EC ING Bank steeg van EUR 18 miljard tot EUR 22 miljard dankzij de toename van de naar risico-gewogen activa en een verandering in de methodiek. Het renterisico op kapitaalinvesteringen wordt nu eveneens meegenomen in de berekening. Het vrije deel van het eigen vermogen nam bij ING Bank af van EUR 14 miljard naar EUR 13 miljard. De AFR ING Verzekeringen daalde in 2008 van EUR 23 miljard naar EUR 14 miljard door nadelige marktomstandigheden (hogere creditspreads, lagere rente en lagere aandelenmarkten) en het verlies van ruim EUR 1 miljard. Het EC ING Verzekeringen daalde eveneens van EUR 23 miljard naar EUR 14 miljard, door de verkoop van ING Life Taiwan en andere acties om ondanks de lagere rente het risico te verlagen. Hierdoor was aan het eind van het jaar sprake van een klein vrij vermogen. De AFR en het EC worden aangepast om de illiquiditeit van de verzekeringsportefeuilles tot uitdrukking te brengen, omdat het rapporteren van AFR en EC, waarbij de swaprente wordt gebruikt voor het verdisconteren van de passiva, leidden tot een asymmetrie van de activa en passiva wat betreft het weergeven van de illiquiditeitspremies. Deze illiquiditeit wordt geschat op basis van een AAA-gedekte obligatiecurve als disconteringsvoet. Dit wordt gecorrigeerd voor de Verenigde Staten en Japan op basis van het verschil tussen de lokale en de Europese AAA-creditspreads. Ultimo 2007 werd de swaprente als uitgangspunt gehanteerd voor het waarderen van de verzekeringsverplichtingen. De AFR ING Groep daalde in de loop van het jaar van EUR 50 miljard naar EUR 42 miljard bij een afname van het EC ING Groep van EUR 36 miljard naar EUR 31 miljard. Het vrije deel van het eigen vermogen daalde daarmee van EUR 14 miljard naar EUR 11 miljard. Dit betekent dat de kapitaalbuffer is gedaald van 138% ultimo 2007 naar 137% ultimo 2008.
Omdat AFR en EC op marktwaarde zijn gebaseerd, voorzien wij dat deze cijfers de komende tijd tamelijk volatiel zullen blijven. HET INVESTEREN VAN KAPITAAL EN HET DOORBELASTEN VAN DE KOSTEN Banken hebben methoden ontwikkeld waarbij de activa en de verplichtingen zodanig in de boeken worden weergegeven dat de activa en de verplichtingen precies op elkaar zijn afgestemd (matching). Op deze manier kan het risicobeheer van de balans nog verder worden verbeterd. Bovendien worden overtollige activa van het eigen vermogen onderscheiden. Goed gebruik is om de overtollige activa (ten minste nominaal) risicovrij te beleggen. Dat hangt samen met het idee dat de risico’s het beste kunnen worden gelopen (en het meeste rendement opleveren) in de zakelijke activiteiten, en dat de overschotten die onderdeel zijn van het eigen vermogen weliswaar fungeren als ondersteuning voor de bedrijfsrisico’s, maar dat deze zelf geen risico zouden moeten lopen. Bij verzekeraars is die discipline van afstemming van activa en verplichtingen veel minder ontwikkeld. Deze uiteenlopende benadering valt te begrijpen vanuit de zeer uiteenlopende tijdshorizon: die van banken kort en die van verzekeraars lang. ING Bank gebruikt, als onderdeel van het kapitaalbeheerbeleid, de RAROC-methode en het transfer pricing-model, al jaren een systeem van kapitaalinvesteringsregels en kapitaallasten en -uitkeringen voor het beheer van de balans en het vergelijkbaar maken van de bedrijfsresultaten. Kapitaal wordt kredietrisicovrij geïnvesteerd (nominaal) en het rendement op de activa op de balans wordt weggehaald bij de bedrijfsonderdelen in ruil voor de risicovrije rente op het door hen gebruikte economische kapitaal (in euro’s). Bedrijfsonderdelen worden door deze methode ongevoelig voor het feitelijk aangehouden kapitaal maar des te gevoeliger voor het economisch kapitaal. Kapitaal fungeert op die manier niet langer als gratis financiering ter ondersteuning van de winst. Als gevolg van deze methode worden alle bedrijfsonderdelen vergelijkbaar en kan worden gekeken naar het gecorrigeerde rendement op economisch kapitaal, ongeacht over hoeveel kapitaal het bedrijfsonderdeel beschikt of de valuta waarmee wordt gewerkt. Deze methode maakt tevens een optimale allocatie van kapitaal mogelijk omdat het door de bedrijfsonderdelen gerapporteerde rendement vergelijkbaar is. FINANCIERINGSTRANSACTIES 2008 Voor ING Groep N.V. t EUR 10.000 miljoen kernkapitaaleffecten (core Tier 1 securities) t EUR 1.000 miljoen 5-jaars niet door onderpand gedekte seniorobligatie t EUR 1.500 miljoen hybride Tier 1-kapitaal in retailmarkt t USD 2.000 miljoen hybride Tier 1-kapitaal in retailmarkt, vaste rente Voor ING Bank N.V. t EUR 1.000 miljoen 5-jaars gedekte obligatie t EUR 4.000 miljoen 2-jaars niet door onderpand gedekte seniorobligatie t EUR 2.000 miljoen 10-jaars gedekte obligatie t EUR 3.500 miljoen 3-jaars niet door onderpand gedekte seniorobligatie t EUR 1.000 miljoen lower Tier 2-kapitaal t GBP 800 miljoen lower Tier 2-kapitaal t USD 1.250 miljoen verlengbaar, institutionele markt
LIQUIDITEITSFACILITEITEN De vraag van internationale beleggers naar gesecuritiseerde activa is in 2008 vrijwel opgedroogd en de securitisatie van de eigen activa van banken is onder Basel II minder effectief geworden. Niettemin was 2008 een zeer actief jaar voor securitisaties. Onder Basel I heeft de verkoop van (super) senior-tranches van securitisaties aan beleggers geleid tot een aanzienlijke vermindering van de naar risicogewogen activa op de balans van ING Bank zonder een belangrijke overdracht van risico. Onder Basel II is een dergelijke arbitrage niet meer mogelijk. Na de zomer van 2007 begon de markt voor securitisaties op te drogen, zelfs voor seniortranches met de hoogste ratings. Door het gebrek aan liquiditeit in de niet door onderpand gedekte geldmarkten is de vraag naar beleenbare onderpanden echter weer toegenomen. Securitisatie kreeg een nieuwe rol. De transactie kan als volgt worden samengevat: een bank verkoopt een verzameling hypotheken aan een speciaal opgerichte, juridisch afgezonderde instelling (‘special purpose vehicle’ of spv). De spv geeft vervolgens schuldpapieren uit met onderpand, in twee tranches, waarvan één achtergesteld en één niet-achtergesteld. Die laatste seniortranche krijgt een AAA-rating van de ratingbureaus. ING Bank koopt beide tranches maar kan de tranche met AAArating nu in de geldmarkt gebruiken als zekerheid voor leningen. Door de securitisatie zijn niet-liquide activa op die manier grotendeels liquide gemaakt. De naar risicogewogen activa van ING Bank onder Basel II blijven ongewijzigd. In de loop van 2008 zijn een aantal van dit soort securitisaties uitgevoerd, waarbij ongeveer EUR 70 miljard aan schuldpapieren met een AAA-rating zijn gecreëerd. Onderliggende activa zijn de eigen door ING Bank in Nederland verstrekte hypotheekleningen. Behalve structureringsen administratiekosten hebben deze securitisaties geen effect op de winst-en-verliesrekening. ACQUISITIES EN DESINVESTERINGEN In 2008 hielden de acquisities en desinvesteringen van ING Groep elkaar wat betreft transactiewaarde in evenwicht. Het totale bedrag aan desinvesteringen van EUR 1,5 miljard bestond hoofdzakelijk uit de verkoop van de Mexicaanse niet-kernactiviteiten van het verzekeringsbedrijf aan AXA en de levensverzekeringsactiviteiten in Taiwan aan Fubon Financial Holding (afgerond per 11 februari 2009). In juni 2008 is de in december 2007 aangekondigde verkoop van NRG aan een dochteronderneming van Berkshire Hathaway afgerond. In Zuid-Korea is het 20%-belang in de vermogensbeheer-joint venture KBAM overgedaan aan KB Financial Groep, terwijl wij de resterende 14,9% in ING Life Korea verwierven van Kookmin Bank. Het strategische samenwerkingsverband tussen ING en KB Financial Groep in Zuid-Korea gaat onverminderd door in de vorm van een belang van 49% in KB Life Insurance. Bovendien heeft ING de deelneming in KB Financial Groep verhoogd naar 5,05%. Aanvullende acquisities hadden in 2008 een totale waarde van circa EUR 1,3 miljard en betroffen onder meer het Amerikaanse CitiStreet, Interhyp in Duitsland en Oyak Emiklilik in Turkije. Op 19 februari 2009 hebben wij via een herplaatsing de verkoop van ons belang in ING Canada afgerond. De opbrengst bedroeg CAD 2,2 miljard (EUR 1,35 miljard).
ING Groep Jaarverslag 2008
19
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Risicobeheer Risicovermindering topprioriteit 2008 was een zwaar jaar voor de financiële sector. De op de Amerikaanse huizenmarkt begonnen crisis verergerde in het tweede halfjaar, de prijzen van de meeste beleggingscategorieën daalden en de turbulentie sloeg wereldwijd over naar de reële economie. Wereldwijd hadden topbanken en financiële instellingen het zwaar te verduren. Ook ING bleek niet immuun voor de marktontwikkelingen. Maar dankzij haar risicobenadering en de stappen die genomen zijn om de risico’s te verminderen, kon ING de impact beperken. In het huidige klimaat is een stevige risicobeheerorganisatie van essentieel belang.
RISICOBEHEER IN CRISISTIJD Het nemen van afgewogen risico’s is inherent aan de bedrijfsvoering van ING. Als financiële dienstverlener, actief op het gebied van bankieren, beleggen, levensverzekeringen en pensioenen, staat ING bloot aan diverse risico’s. Om ervoor te zorgen dat die risico’s weloverwogen worden genomen, heeft ING het risicobeheer in de dagelijkse activiteiten en de strategische planning geïntegreerd. Risk Management ondersteunt daarbij door de risicotolerantie, de risicostrategieën, het risicobeleid en de risicolimieten vast te stellen. De afdeling verzorgt evaluaties, toezicht en ondersteuning voor de hele Groep. De beleggings- en handelsbeslissingen zijn gebaseerd op uitgebreid intern onderzoek. Net als andere financiële instellingen is ook ING niet immuun gebleken voor de crisis in de markten. De problemen begonnen begin 2007 op de Amerikaanse markt voor subprimehypotheken en verergerden in 2008, met wereldwijd dalende koersen voor de meeste belangrijke beleggingscategorieën.
Bijzondere waardeverminderingen, veranderingen in marktwaarden en handelsverliezen ten laste van de winst-en-verliesrekening, vóór belastingen In miljoenen euro’s
Amerikaans subprime RMBS Alt-A-RMBS CDO’s/CLO’s Monolineverzekeraars Investeringen in SIV’s, ABCP Leveraged Finance Totaal
2008
2007
–120 –2.064 –394 –9 –11 0 –2.598
–64 0 –51 –66 –45 –29 –255
Amerikaans subprime-RMBS, Alt-A-RMBS en uitzettingen CDO/CLO en herwaarderingen ultimo 2008
In miljoenen euro’s
Amerikaans subprime RMBS Alt-A-RMBS CDO’s/CLO’s Totaal
ING Groep Jaarverslag 2008
20
Marktwaarde
Herwaardering voor belastingen via balans
1.778 18.847 3.469 24.094
–1.146 –7.474 –352 –8.972
De aandelenmarkten verloren fors terrein: in de loop van 2008 heeft de S&P 500-index 38% ingeleverd en de AEX 52%. Vastgoedprijzen stonden over de hele linie onder druk. In de Verenigde Staten tekende zich in de Case-Shiller-index van S&P een cumulatieve daling van de huizenprijzen af van 18,6% in 2008. De creditspreads in de zakelijke en in de financiële sector gingen in zowel de Verenigde Staten als Europa fors omhoog. De krappe liquiditeit was aanleiding voor centrale banken over de hele wereld om geld in het systeem te pompen om de interbancaire markt niet te laten opdrogen. In de loop van het jaar is daarnaast ook een aantal belangrijke financiële instellingen ten onder gegaan. Naarmate de crisis verder om zich heen greep, raakten ook het consumentenvertrouwen, andere sectoren en de economische groei aangetast. Al deze factoren trokken een zware wissel op de risicobeheerafdelingen van financiële dienstverleners. ING vormde daarop geen uitzondering. Hierdoor werd vooral het belang van een stevige risicobeheerorganisatie benadrukt, die krachtig kan ingrijpen om het risico te verlagen. Risicovermindering Vooruitlopend op een neergang van de markten had ING begin 2007 al stringentere limieten vastgesteld. Daarnaast heeft ING nog verdere acties ondernomen om de risico’s in de belangrijkste beleggingscategorieën te verminderen. Schuldafbouw ING werkt aan een verkorting van de balans van de bank met 10% door de niet-kredietverleningsactiviteiten met circa 25% te verlagen. De ‘beschikbaar voor verkoop’-portefeuille zal in de loop van de tijd worden afgebouwd. De opbrengsten uit afgeloste effecten worden gebruikt voor de financiering van door ING zelf verstrekte leningen. Terugdringing van de handelsactiviteiten, deposito’s bij andere banken en omgekeerde repo-overeenkomsten zorgen voor de resterende verlaging. Tegelijkertijd wordt de kredietgroei gehandhaafd, met name bij de zakelijke en retailactiviteiten.
Kredietrisico In januari 2009 sloot ING een overeenkomst met de Nederlandse Staat voor een steunfaciliteit voor niet-liquide activa. De overeenkomst betrof de Alt-A-woninghypothekenportefeuille. Op grond van deze overeenkomst, die naar verwachting in het eerste kwartaal van 2009 afgerond zal zijn, afhankelijk van verdere gegevens en goedkeuring van de toezichthouder, wordt de Nederlandse Staat economisch eigenaar van 80% van de Alt-A-woninghypothekenportefeuille. De transactie zal naar verwachting op 90% van de nominale waarde van EUR 30 miljard van de portefeuille worden afgerond. Als gevolg van de verslechterde economische vooruitzichten in het derde en vierde kwartaal zijn de marktprijzen voor deze effecten onder druk komen te staan. Omdat de liquiditeit was opgedroogd, was het effect op de resultaten en het eigen vermogen van ING vele malen groter dan de geschatte verliezen op deze leningen. Krachtens de bepalingen van de steunfaciliteit, heeft ING 80% van ieder onderpand in de Alt-A-woninghypothekenportefeuille overgedragen aan de Nederlandse Staat. De Nederlandse Staat neemt 80% van het risico en rendement op de Alt-A-woninghypothekenportefeuille over. ING draagt nog 20% van het risico op deze portefeuille en blijft juridisch eigenaar van 100% van de effecten. Door de transactie met de Nederlandse Staat is de onzekerheid over het effect van eventuele toekomstige verliezen in de portefeuille van ING belangrijk verminderd. Daarnaast is, dankzij de faciliteit, 80% van de Alt-A-woninghypothekenportefeuille onder IFRS van ING’s balans verwijderd. Deze transactie leidt tot een vrijval van 80% van de negatieve herwaarderingsreserve die ten laste is gebracht van het eigen vermogen in verband met de Alt-A-woninghypothekenportefeuille. Hierdoor neemt het eigen vermogen van ING Groep toe met EUR 4,6 miljard. Een ander voordeel is dat dankzij de overeenkomst het bedrag van ING’s naar risicogewogen activa afneemt met ongeveer EUR 13 miljard, afhankelijk van gesprekken met toezichthouders. Als onderdeel van de overeenkomst heeft ING zich verplicht om de groei van de zakelijke Nederlandse kredietverleningsactiviteiten met EUR 25 miljard te ondersteunen, onder marktconforme voorwaarden. ING past bij de hypotheekproductie stringente normen toe en verstrekt zelf geen subprimehypotheken. ING houdt zich ook niet bezig met de ontwikkeling van subprime Residential Mortgage-Backed Securities (RMBS, door woninghypotheken gedekte securitisaties) of Collateralised Debt Obligations (CDO’s, verpande schuldobligaties) en heeft geen belangrijke positie in Amerikaanse op subprime gebaseerde CDO’s. Verlaging aandelenpositie (beschikbaar voor verkoop) De directe aandelenpositie is verlaagd van EUR 15,8 miljard ultimo 2007 naar EUR 5,8 miljard ultimo 2008. De portefeuille bevat onder andere strategische belangen van EUR 1,9 miljard, waaronder die in Bank of Beijing en Kookmin Bank. ING Verzekeringen heeft de resterende EUR 3,9 miljard gedeeltelijk afgedekt tegen verdere marktverliezen. Daarnaast is een tijdelijk afdekkingsprogramma opgezet ter vermindering van de volatiliteit van de winsten als gevolg van de vrijval van overlopende acquisitiekosten.
Verlaging renterisico ING Life Taiwan is verkocht. Voor ING betekende dat een verlaging van het renterisico. De desinvestering was conform de strategie waarbij kapitaal wordt toegewezen aan de activiteiten met het hoogste rendement. ING heeft verder de activaduratie verlengd en op die manier het effect van de dalende rente afgedekt, met als gevolg een verdere verlaging van het renterisico. EFFECT OP DE VERMOGENSBASIS VAN ING ING trekt voornamelijk spaargelden van particulieren van over de hele wereld aan en zet deze vervolgens weer uit in de economie. Als een van de grootste spaarbanken ter wereld had ING ultimo 2008 een omvangrijke en kwalitatief hoogwaardige balans van EUR 1.332 miljard opgebouwd. ING onderscheidt in haar kredietportefeuille drie belangrijke groepen activa. De eerste groep betreft EUR 620 miljard, die bestaat uit verpande zakelijke leningen en hypotheken met een hoge kredietbeoordeling. De tweede groep activa, met een omvang van EUR 258 miljard, zit in beleggingen, waarvan 97% in vastrentende waarden en 3% in aandelen. Tot slot heeft ING EUR 281 miljard in financiële activa tegen marktwaarde. De kernkredietportefeuille De kernportefeuille kredieten van ING bestaat hoofdzakelijk uit zakelijke leningen en hypotheken. Deze portefeuille blijft zich ondanks de toename van de risicokosten gedurende het jaar goed ontwikkelen. De totale nettotoevoeging aan de voorzieningen voor dubieuze debiteuren bedroeg in 2008 EUR 1.280 miljoen, oftewel 48 basispunten (geannualiseerd) van de gemiddelde naar kredietrisico-gewogen activa. De risicokosten stegen met name in het tweede halfjaar van 2008 door een hogere toevoeging aan de voorzieningen voor dubieuze debiteuren, vooral bij Wholesale Banking en bij ING Direct in de VS. De beleggingsportefeuille Van de beleggingsportefeuille bestaat zo’n EUR 73 miljard uit asset backed securities (ABS, door activa gedekte effecten), waartoe ook Amerikaanse subprime-RMBS, Alt-A-RMBS, CDO’s en CLO’s behoren. De ABS-portefeuille omvat hoofdzakelijk effecten met de rating AAA (85%) en AA (9%). Er is sprake van een goede diversificatie als gevolg van limieten, beleggingsbeleid en het mandaat voor iedere afzonderlijke portefeuille. Dankzij de steunfaciliteit voor niet-liquide activa is de ABS-portefeuille met EUR 15 miljard afgenomen tot EUR 58 miljard. Financiële activa tegen marktwaarde Als gevolg van de aanhoudende en ongekende volatiliteit op de internationale financiële markten kreeg ING in 2008 te maken met negatieve herwaarderingen en afschrijvingen op de beleggingsportefeuille. In de tabel op pagina 20 zijn de in 2008 genomen negatieve herwaarderingen en verliezen op de onder druk staande beleggingscategorieën weergegeven. Niet-gerealiseerde winsten(/verliezen) houden verband met de voor verkoop beschikbare (vastrentende) effecten en worden verantwoord in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen. Bijzondere waardeverminderingen, veranderingen in de marktwaarde en handelsverliezen worden direct ten laste van de winst-enverliesrekening gebracht.
ING Groep Jaarverslag 2008
21
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur Risicobeheer (vervolg)
Amerikaanse subprimehypotheken ING heeft een zeer beperkte positie in Amerikaanse subprimeRMBS en verstrekt zelf geen subprimehypotheken. De positie in deze hypotheekleningen bedroeg ultimo 2008 EUR 1,8 miljard. Dit was goed voor 0,1% van het balanstotaal en was gewaardeerd op 58% van de kostprijs. De positie is van relatief hoogwaardige kwaliteit: per ultimo 2008 had 77% van de portefeuille een kredietbeoordeling van AA of hoger. De negatieve herwaardering op Amerikaanse subprime-RMBS voor belastingen bedroeg per 31 december 2008 EUR 1.146 miljoen. De netto bijzondere waardeverminderingen en handelsverliezen kwamen samen uit op EUR 120 miljoen. Alt-A-RMBS-portefeuille Alt-A-hypotheken zijn reguliere woninghypotheken in de Amerikaanse markt die vaak worden ondergebracht in RMBS. Ondanks het wijdverbreid voorkomen van Alt-A-RMBS bestaat er niet één standaarddefinitie voor deze categorie. ING hanteert een bredere definitie dan de meeste andere financiële instellingen. Volgens die brede definitie moet een RMBS ten minste aan één van de volgende kenmerken voldoen: t een verhouding leningen/waarde van 70-100%, of t een FICO-score tussen de 640 en 730, of t lage kwaliteit van of geen documentatie (dat wil zeggen, minder stringente eisen aan het persoonlijk inkomen en/of controle) van 50% of meer van de leninghouders in de portefeuille. De positie van ING volgens die brede definitie bedroeg ultimo 2008 EUR 18,8 miljard, 1,4% van het balanstotaal. Ongeveer 65% van de portefeuille heeft een AAA-rating. ING Direct heeft de uitstaande positie in Alt-A-RMBS: EUR 16,3 miljard per ultimo 2008. Volgens de engere definitie dient een Alt-A-RMBS aan alledrie de criteria tegelijk te voldoen (geen ‘of’ dus, maar ‘en’). Conform die engere definitie kwam de positie van ING Direct per 31 december 2008 uit op EUR 6,2 miljard. De Alt-A-RMBS-positie van ING Direct zit gemiddeld tegen eersteklaskwaliteit aan (‘near prime’), met een verhouding leningen/waarde van 72% en een gemiddelde FICO-score van 723. De negatieve herwaardering voor belastingen bedroeg EUR 6.155 miljoen per ultimo 2008, respectievelijk EUR 7.474 miljoen voor geheel ING. De Alt-A-portefeuille blijft profiteren van het hoge zogenoemde ‘attachment point’ (het punt waarop kredietverliezen worden genomen). Samen met de overmaat aan onderpand en de achtergestelde tranches in de RMBS zorgt dit voor structurele bescherming. Verliezen op de onderliggende hypotheken worden in eerste instantie opgevangen door de overmaat aan onderpand en de achtergestelde RMBS-tranche. Een kredietverlies treedt op als de onderliggende verliezen door de ondergrens heen zakken, of als dat wordt voorzien. Een geschat kredietverlies leidt tot een bijzondere waardevermindering van de bewuste RMBS-tranche. Volgens IFRS moet de bijzondere waardevermindering volledig naar de marktwaarde worden afgeschreven. Omdat de prijzen van Alt-A-RMBS op dit moment hinder ondervinden van niet-liquide markten is de bijzondere waardevermindering aanzienlijk hoger dan het verwachte kredietverlies op de RMBS-tranche.
ING Groep Jaarverslag 2008
22
In het tweede halfjaar van 2008 heeft ING Direct voor het eerst een bijzondere waardevermindering op Alt-A-obligatieleningen geboekt; voor 99 van de 734 Alt-A-obligaties in de portefeuille gold een bijzondere waardevermindering. ING Direct rapporteerde EUR 1.776 miljoen aan bijzondere waardeverminderingen voor belastingen op de Alt-A-RMBS-portefeuille in 2008 (en EUR 2.064 miljoen voor ING als geheel). Aan die bijzondere waardeverminderingen ligt een relatief gering kredietverlies ten grondslag. ING blijft de RMBS-portefeuille evalueren en bewaakt deze structureel op het niveau van de individuele effecten. Zoals reeds vermeld, heeft ING in januari 2009 stappen ondernomen om haar risico op de Alt-A-woninghypothekenportefeuille te verminderen, door het sluiten van een overeenkomst met de Nederlandse Staat. De Staat neemt 80% van het risico op de Alt-A-woninghypothekenportefeuille van ING op zich en het resterende risico voor ING bedraagt derhalve 20%. CDO’s en CLO’s ING hanteert een conservatieve definitie voor CDO’s (verpande schuldobligaties) en CLO’s (verpande kredietobligaties): in de CDO/ CLO-positie zijn bijvoorbeeld ook derivaten op indices en bedrijfsobligaties inbegrepen (als synthetische CDO’s). Het merendeel van de CDO’s/CLO’s heeft beleggingswaardige bedrijfsobligaties als onderliggend instrument (het onderdeel subprime betreft slechts EUR 1 miljoen Amerikaanse subprimehypotheken) De nettopositie van de Groep in CDO’s en CLO’s bedroeg eind 2008 EUR 3,5 miljard, ofwel 0,3% van het balanstotaal. De netto bijzondere waardeverminderingen en handelsverliezen op CDO’s/CLO’s kwamen per saldo uit op EUR 394 miljoen totaal. Eind 2008 werd de portefeuille gewaardeerd op 85% van de kostprijs, met een negatieve herwaardering voor belastingen van EUR 352 miljoen. Aandelen (beschikbaar voor verkoop) Aandelen vormen een andere component van de beleggingsportefeuille. Ultimo 2008 had ING beleggingen in ter beurze verhandelde aandelen ter waarde van EUR 5,8 miljard en EUR 0,4 miljard in onderhands geplaatste aandelen. De portefeuille bevat onder andere strategisch belangen van EUR 1,9 miljard, vooral in Bank of Beijing en Kookmin Bank. ING Verzekeringen heeft de resterende EUR 3,9 miljard gedeeltelijk afgedekt tegen verdere marktverliezen. Daarnaast is een tijdelijk afdekkingsprogramma opgezet ter vermindering van de volatiliteit van de winsten door potentieel negatieve ‘DAC unlocking’ (overlopende acquisitiekosten). ING gaat in het algemeen over tot een bijzondere waardevermindering van een beursgenoteerde aandelenbelegging op basis van twee vuistregels: als de marktwaarde minder dan 75% van de kostprijs bedraagt of als de koers zich langer dan zes maanden onder de kostprijs bevindt. Op basis van deze vuistregels is in 2008 EUR 1.707 miljoen aan bijzondere waardeverminderingen voor belastingen geboekt op aandelenbeleggingen. Vastgoed ING heeft investeringen in vastgoed met een omvang van EUR 15,5 miljard, waarvan voor EUR 9,8 miljard de herwaardering via de winst-en-verliesrekening loopt. In 2008 boekte ING EUR 1.184 miljoen aan negatieve herwaarderingen en bijzondere
waardeverminderingen voor belastingen. De vastgoedportefeuille van ING profiteert van een goede spreiding naar sectoren en regio’s maar ondervond in 2008 duidelijk negatieve gevolgen van de ongunstige vastgoedmarkten over de hele wereld. BEHEER VAN HET LIQUIDITEITSRISICO BIJ ING In de volatiele markten van 2008 was liquiditeitsbeheer een belangrijk aandachtsgebied voor ING. Door de bezorgdheid over de Amerikaanse subprimehypotheken tekende zich een aantal liquiditeitsproblemen af in de markt: het werd moeilijker om in de secundaire markt door activa gedekte kortlopende schuldpapieren (ABCP) door te plaatsen, de creditspreads namen toe en de looptijden werden korter. De benadering van het liquiditeitsbeheer bij ING vereist een overschot aan liquide activa, calamiteitenplannen en een nauwlettende bewaking van de marktomstandigheden. De financieringsbasis van ING is gunstig: toevertrouwde middelen zijn goed voor 61% van de totale financiering. Zowel particuliere tegoeden als tegoeden van bedrijven vormen een relatief stabiele bron van financiering. Sinds het begin van de kredietcrisis is het Liquidity Crisis Committee van ING onder het voorzitterschap van de chief risk officer (CRO) regelmatig bijeengekomen voor overleg over het liquiditeits- en financieringsprofiel van ING. De liquiditeitspositie en marktomstandigheden worden dagelijks op de voet gevolgd. In heel 2008 zijn er omvangrijke liquiditeitsbuffers aangehouden. Daardoor was het niet nodig een beroep te doen op de aanwezige financieringsregelingen voor onvoorziene gebeurtenissen, die op alle relevante niveaus klaar liggen; de liquiditeitspositie van ING bleef solide. AANHOUDENDE ONZEKERHEDEN Omdat de financiële crisis nog niet volledig is uitgewoed, ziet ING zich ook in 2009 nog geconfronteerd met een aantal onzekerheden. Verwacht wordt dat de economische omstandigheden verder verzwakken. De belangrijkste onzekerheden zijn onder andere: t De ontwikkeling van de wereldwijde vastgoedmarkt: zoals hiervoor vermeld, heeft zich in de loop van 2008 in de Case-Shiller-index van S&P een cumulatieve daling van de Amerikaanse huizenprijzen afgetekend van 18,6% in 2008. De vastgoedmarkt zal naar verwachting ook in 2009 verder verslechteren en een negatief effect hebben op de portefeuille van ING Real Estate. t Aandelenmarkten: zoals hierboven vermeld, daalden wereldwijd de aandelenmarkten fors in 2008, wat effect had op de beleggingsportefeuille van ING. Omdat de vooruitzichten voor de aandelenmarkten onzeker blijven, waardoor de waarde van de portefeuille verder kan dalen, bouwt ING haar uitstaande posities actief af. Daarnaast worden de aandelenposities afgedekt. t Effect van veranderingen in kredietkwaliteit (‘credit migration’): voorzieningen voor dubieuze debiteuren en bijzondere waardeverminderingen zullen naar verwachting op verhoogd niveau blijven. In de curve voor wanbetalingen (‘default curve’) komt een opvallende verslechtering van de marktvooruitzichten tot uitdrukking. Die curve blijft naar verwachting voor langere tijd hoger. Onder de huidige omstandigheden voorziet ING verdere neerwaartse bijstellingen op beleggingen, evenals in interne ratings op zakelijke klanten, met als gevolg een verdere toename van de naar kredietrisico-gewogen activa.
De wereldwijd verslechterende economie zal naar verwachting de voorzieningen voor dubieuze debiteuren doen toenemen. t Lage rente: in de loop van 2008 is de rente in zowel de VS als de eurozone gedaald, wat de winsten van het verzekeringsbedrijf onder druk zet. Als onderdeel van het risicoverminderingsprogramma tracht ING het effect van een dalende rente te beperken. De marktturbulentie heeft het belang van een solide risicobeheerorganisatie nog eens onderstreept. ING’s risicobeheerorganisatie en gunstige liquiditeitspositie hebben de invloed van de turbulentie verkleind en de onderneming geholpen hieraan het hoofd te bieden. Toch gaat ING door met het versterken van haar risicobeheerfunctie. De uit deze crisis getrokken lessen zullen hierbij een rol spelen. Het herdefiniëren van de risicotolerantie, het afbouwen van de schuldposities en het verminderen van risico’s zullen belangrijke aandachtspunten blijven. Voor een uitgebreidere uiteenzetting van de uitstaande risicofactoren waarmee ING en de financiële sector te maken hebben, wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren in het gedeelte Aanvullende Informatie van de Jaarrekening. DE RISICOBEHEERORGANISATIE VAN ING Risk Management heeft als missie het creëren van een duurzaam concurrentievoordeel door het volledig integreren van risicobeheer in de dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de strategische planning van ING. De volgende uitgangspunten moeten helpen dat doel te verwezenlijken: t Producten en portefeuilles worden gestructureerd, geaccepteerd, geprijsd, goedgekeurd en beheerd, en de naleving van interne en externe richtlijnen wordt bewaakt. t Het risicoprofiel van ING Groep is transparant, levert geen verrassingen op en is in overeenstemming met gedelegeerde bevoegdheden. t Over risicobeheer en waardecreatie wordt open gecommuniceerd naar zowel interne als externe stakeholders. t De turbulentie in de markten onderstreept nog eens het belang van het naleven van deze missie. ING heeft het risicobeheer de afgelopen jaren stelselmatig verbeterd door te investeren in mensen, aansturing, processen, meetinstrumenten en systemen. Dit is noodzakelijk gezien de toenemende eisen van beleggers, de verder aangescherpte weten regelgeving en de voortdurende neerwaartse ontwikkeling van de secundaire markten. In 2008 is onder andere geïnvesteerd in de verdere ontwikkeling van het programma voor risicotrainees en liquiditeitsrisicobeheer (met een verdere centralisatie van het kasbeheer). Daarnaast is de naleving van wet- en regelgeving verder verankerd binnen ING Bank en ING Verzekeringen. Bepaling van de risicotolerantie Het financiële risicodashboard De risicotolerantie, oftewel de bereidheid van de Groep om risico te lopen, wordt bepaald door de Raad van Bestuur en gemeten aan de hand van drie maatstaven: Earnings at Risk (EaR), Capital at Risk (CaR) en economisch kapitaal. Het financiële risicodashboard meet EaR en CaR. Het is aan het management van de divisies om binnen de vastgestelde risicogrenzen maximale waarde te realiseren, terwijl Risk Management het feitelijke risicoprofiel aan de hand van de risicotolerantie bewaakt en controleert.
ING Groep Jaarverslag 2008
23
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur Risicobeheer (vervolg)
Met behulp van deze maatstaven kan de Raad van Bestuur eventuele risicoconcentraties op het spoor komen en risicoverminderende acties inzetten. Het risicodashboard biedt een overzicht van de risico’s in alle bank- en verzekeringsactiviteiten. Hiermee wordt bereikt dat het gelopen risico overeenkomt met de risicotolerantie van de Groep. ING kan hiermee strategische beslissingen baseren op vergelijkbare risicomaatstaven en kapitaal zo efficiënt mogelijk toewijzen. De huidige crisis heeft het belang en de waarde van deze maatstaven bewezen: het risicodashboard is ingezet als instrument om de Raad van Bestuur te informeren over de potentiële effecten van risicoverminderende acties op het Groepsbrede risicoprofiel. In het hoofdstuk Risicobeheer in de jaarrekening wordt een volledige beschrijving gegeven van het EaR en CaR-risicodashboard, stress-testing en het economisch kapitaal van ING. ING hanteert een risicoraamwerk dat ervoor moet zorgen dat de risicotolerantie binnen de hele Groep wordt gecommuniceerd en nageleefd. Dit raamwerk bestaat uit drie verdedigingslinies: de divisies, die primair de verantwoordelijkheid hebben voor het dagelijks beheer, Risk Management en Finance, die het beleid en de risicolimieten opstellen en het risicotoezicht uitvoeren en ook zorgdragen voor de dagelijkse goedkeuring van transacties, en ten slotte Corporate Audit Services (de interne accountantsdienst van ING Groep), die een onafhankelijke beoordeling uitvoert van de opzet en werking van de interne controle op de risico’s ten opzichte van de bedrijfsperformance van ING. Niet-financieel risicodashboard In 2008 heeft Risk Management voor alle bedrijfsonderdelen een niet-financieel risicodashboard geïntroduceerd met geïntegreerde informatie over nalevings-, operationele, informatie en beveiligingsrisico’s. Vooral in deze tijden van turbulentie is het des te belangrijker dat de bedrijfsvoering normaal kan blijven verlopen en dat er snel kan worden gereageerd op potentiële risico-overtredingen die een negatief effect zouden kunnen hebben. RISICOBEHEER ONDERSTEUNT DE ACTIVITEITEN Risicobeheer komt de aandeelhouders van ING direct ten goede in de vorm van een efficiënte kapitalisatie en lagere risico- en financieringskosten. De kapitaalkosten worden teruggedrongen door in nauwe samenwerking met kredietbeoordelaars en toezichthouders te werken aan het afstemmen van de kapitaalvereisten en de risico’s, waardoor het benodigde kapitaal wordt verlaagd. De financieringskosten worden laag gehouden en de risicokosten worden verlaagd door het minimaliseren van de potentiële verliezen. Voor de diverse bedrijfsonderdelen is het een voordeel dat zij deel uitmaken van een internationaal gediversifieerde groep. Risk Management helpt bij het verlagen van de financieringskosten, het toepassen van de nieuwste risicobeheerinstrumenten en -vaardigheden en bij het verlagen van het strategisch risico, zodat de bedrijfsonderdelen zich op hun kernexpertise kunnen toeleggen. Dit alles met als doel dat de divisies sterker kunnen concurreren in hun specifieke markten.
ING Groep Jaarverslag 2008
24
Met behulp van risicometing signaleert ING de portefeuilles die economische waarde opleveren. Risicobeheer helpt niet alleen de economisch kansrijke segmenten op te sporen, maar ook de activiteiten die achterblijven en die in sommige gevallen moeten worden verkocht. GOEDE NALEVING VAN WET- EN REGELGEVING ING is van mening dat het goed naleven van wet- en regelgeving in het belang is van haar klanten, aandeelhouders en medewerkers en essentieel is voor de manier waarop ING zakendoet. Het naleven van relevante wet- en regelgeving en ethische en interne normen, zowel naar de letter als naar de geest, is een voorwaarde voor het behoud van ING’s goede reputatie. Bovendien leidt dit tot lagere operationele risicokosten en stabielere bedrijfsprocessen. De Raad van Bestuur en het topmanagement hebben een duidelijke visie op reputatiemanagement, die de nalevings- en operationele risicofunctie overstijgt. Ter bescherming van de reputatie van ING verwachten zij van alle medewerkers en managers onberispelijk persoonlijk gedrag en de hoogste mate van integriteit. In 2008 heeft Compliance Risk Management het niet-financiële risicodashboard helpen ontwikkelen en uitrollen, waarmee het management beschikt over een overzicht van alle belangrijke risico’s binnen het eigen aandachtsgebied. Het beleid van ING op het gebied van financieel-economische criminaliteit (FEC Policy) is in 2008 verder verbeterd. Met dit beleid wil ING nog duidelijker laten zien op welke manier zij de strijd aangaat tegen criminele activiteiten en deelneemt aan internationale inspanningen tegen witwassen en de financiering van terroristische en criminele activiteiten. Extraterritoriale wetgeving ING onderzoekt voortdurend Amerikaanse wet- en regelgeving die een extraterritoriaal effect op de activiteiten van ING heeft. Als onderneming met een beursnotering aan de New York Stock Exchange en vanwege ING’s gereguleerde activiteiten in de Verenigde Staten dient ING zich te houden aan een aantal belangrijke Amerikaanse wetten en regels. Om er zeker van te zijn dat deze worden nageleefd, heeft de Raad van Bestuur een actieplan goedgekeurd dat van de juridische en compliancemedewerkers van ING verlangt dat zij de managers van hun divisies informeren over deze wetten. Ook moeten zij het management helpen bij het beoordelen of er lacunes zijn in de bedrijfsvoering (gap-analyse) en zij moeten er zorg voor dragen dat de relevante wet- en regelgeving opgenomen wordt in de zogenoemde compliance-charts. Financiële instellingen worden door toezichthouders, overheidsinstanties, aandeelhouders, kredietbeoordelaars, klanten en andere partijen nauwlettend in de gaten gehouden of deze voldoen aan de relevante wet- en regelgeving, normen en verwachtingen. Bancaire en verzekeringstoezichthouders alsmede overige toezichthoudende instanties in Europa, de Verenigde Staten en elders toetsen de activiteiten van financiële instellingen en zien erop toe dat er integer en op efficiënte, ordelijke en transparante wijze zaken wordt gedaan.
ING wil aan de normen en verwachtingen van regelgevende autoriteiten en andere belanghebbenden voldoen door een aantal initiatieven en activiteiten te ontplooien, zoals controle van informatie over rekeninghouders, betalingsprocessen en overige transacties op de naleving van de wet- en regelgeving over witwassen, verboden transacties met landen die sancties opgelegd hebben gekregen, omkoperij en andere vormen van corruptie. Het (gezien worden als) niet naleven van de toepasselijke wet- en regelgeving en standaarden door ING zou onder andere kunnen resulteren in het opschorten of intrekken van de vergunning van ING, het opschorten of beëindigen van orders, (bestuurlijke) boetes, strafmaatregelen of andere disciplinaire maatregelen, die een belangrijke negatieve invloed kunnen hebben op de reputatie en financiële positie van ING. De primaire focus van ING is deze nalevingsdoelstellingen als good business practice te ondersteunen via de ING Business Principles en het Groepsbeleid. ING Bank N.V. heeft haar gesprek voortgezet met haar Nederlandse toezichthouder, De Nederlandsche Bank (DNB), aangaande transacties met personen in landen die onderhevig zijn aan sancties opgelegd door de EU, de VS en andere autoriteiten en ING Bank’s eerdere evaluatie van transacties met partijen die onderhevig zijn aan deze sancties. In verband met deze evaluatie en daarmee samenhangende gesprekken heeft ING Bank op zich genomen om een mondiale implementatie van versterkte compliance- en risicobeheerprocedures te voltooien en de implementatie van dergelijke procedures op een voortdurende basis te controleren, zoals opgedragen door DNB.
ING heeft daarnaast een wereldwijde cursus voor alle 750 compliancefunctionarissen opgezet om hun persoonlijke effectiviteit te verhogen. Tot slot is een nieuwe e-learning cursus ontwikkeld voor alle medewerkers in Nederland over de laatste ontwikkelingen in de financiële wet- en regelgeving. De cursus is een vervolg op een cursus uit 2006. PARTNER IN DE BEDRIJFSVOERING De turbulentie op de financiële markten heeft ook in 2008 onderstreept dat solide risicobeheer met name in moeilijke tijden noodzakelijk is. Risk Management blijft nauw samenwerken met de divisies en ondersteunt ze bij hun strategische beslissingen, signaleert nieuwe zakelijke kansen en helpt bij de uitvoering daarvan, en bewaakt de activa-, kapitaal-, liquiditeits- en financieringsvereisten. ING beheert haar activa en risicoprofiel in overeenstemming met de risicotolerantie. Risicobeheer bij ING heeft een aanzienlijke ontwikkeling doorgemaakt en fungeert inmiddels als een volwaardige partner die de verschillende divisies ondersteunt bij het genereren van waarde en het verkleinen van risico’s.
ING Bank blijft ook in gesprek met de autoriteiten in de VS en in andere jurisdicties betreffende deze aangelegenheden, waaronder doorlopende verzoeken om informatie en het is op dit moment niet mogelijk een voorspelling te doen over de uitkomsten hiervan. Als gevolg van onze frequente beoordeling van alle ondernemingen vanuit economisch, strategisch en risicoperspectief blijft ING van mening dat, om zakelijke redenen, het zaken doen met nader omschreven landen dient te worden beëindigd, hetgeen inhoudt dat het beleid van ING in deze is om geen nieuwe relaties met klanten uit deze landen aan te gaan en de processen handhaaft die een einde moeten maken aan bestaande relaties met betrekking tot deze landen. Momenteel worden Myanmar, Noord-Korea, Soedan, Syrië, Iran en Cuba tot deze landen gerekend. ING Bank N.V. bevindt zich nu in de eindfase van de liquidatie van de activiteiten van de Netherlands Caribbean Bank, een 100%-dochteronderneming sinds 2007. Training en opleiding ING is in 2008 van start gegaan met diverse internationale trainingen, waaronder een wereldwijd programma voor 11.000 managers over de hele wereld. Er is een nieuwe training ontwikkeld voor contactpersonen die binnen ING te maken hebben met witwaspraktijken, de Money Laundering Reporting Officers. Dit ter ondersteuning van de implementatie van het nieuwe financieel en economische criminaliteitsbeleid.
ING Groep Jaarverslag 2008
25
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Insurance Europe Veerkrachtige resultaten ondanks lagere nettowinst Kernpunten > Verliezen in alle beleggingscategorieën drukken resultaat > Goede resultaten Centraal-Europa > Focus op kostenbeheersing en kapitaalefficiëntie in de Benelux > Gunstige langetermijnvooruitzichten, ondanks onrust op de markten
De resultaten over 2008 van Insurance Europe waren veerkrachtig, met name in Centraal-Europa. Insurance Europe heeft echter, evenals andere verzekeraars, de gevolgen ondervonden van de wereldwijde financiële onrust. Het lagere nettoresultaat is voornamelijk het gevolg van een negatieve herwaardering van vastgoed- en privateequitybeleggingen. Het bedrijfsonderdeel heeft op het moeilijke financiële en economische klimaat ingespeeld met efficiënter en zorgvuldiger beheer van de activiteiten en het afbouwen van risico’s.
Winst-en-verliesrekening (onderliggend) in miljoenen euro’s
Premie-inkomen Bedrijfslasten Onderliggend resultaat voor belastingen Totaalresultaat voor belastingen*
2008
2007
mutatie
10.194 1.764
10.253 1.726
–0,6% 2,2%
651 651
1.840 2.300
–64,6% –71,7%
* Totaalresultaat voor belastingen is het onderliggend resultaat voor belastingen inclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
Kerncijfers
Waarde nieuwe levenproductie (in miljoenen euro’s) Intern rendement Nieuwe omzet (in miljoenen euro’s) Economisch kapitaal (in miljarden euro’s)
2008
2007
397 17,1% 1.010 3,0
400 15,8% 969 5,9
Geografische spreiding premie-inkomen in procenten en miljoenen euro’s
Benelux Centraal- en Overig Europa* Totaal
76%
7.707
24% 2.487 100% 10.194
* Bulgarije, Griekenland, Hongarije, Polen, Roemenië, Rusland, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Turkije.
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Het onderliggende resultaat voor belastingen van Insurance Europe daalde in 2008 met 64,6% naar EUR 651 miljoen, omdat de meeste beleggingsportefeuilles in Europa negatief werden beïnvloed door de onrust op de financiële markten, die in de tweede helft van het jaar verergerde. De daling van EUR 1.189 miljoen van het onderliggende resultaat voor belastingen werd voornamelijk veroorzaakt door lagere opbrengsten uit vastgoed van EUR –278 miljoen, vergeleken met EUR 371 miljoen in 2007, en lagere inkomsten uit private equity van EUR –296 miljoen (met EUR 456 miljoen gedaald ten opzichte van 2007), als gevolg van bijzondere waardeverminderingen en herwaarderingen. De lagere beleggingsopbrengsten waren vooral van invloed op het levensverzekeringsresultaat, dat in 2008 met EUR 1.066 miljoen daalde van EUR 1.412 miljoen naar EUR 346 miljoen. De daling deed zich vooral voor in de Benelux. Het levenresultaat in Centraalen Overig Europa bleef gelijk, dankzij de aanhoudende groei in het eerste halfjaar; dit werd echter tenietgedaan door de hogere lasten. De onderliggende winst voor belastingen van het schadebedrijf daalde met 28,7% naar EUR 305 miljoen, vooral door een daling van de beleggingsopbrengsten met EUR 120 miljoen naar EUR 193 miljoen. Ondanks de scherp teruggelopen winst voor belastingen, daalde de vennootschapsbelasting met slechts 36,9% naar EUR 159 miljoen, omdat het lagere resultaat vooral is toe te schrijven aan lagere belastingvrije beleggingsopbrengsten. Het onderliggende premie-inkomen nam met 0,6% af naar EUR 10.194 miljoen, omdat zowel de levens- als de schadeverzekeringspremies in het verslechterende economische klimaat marginaal daalden. De levenpremies in Nederland bleven gelijk op EUR 5,0 miljard, ondanks de ongunstige markomstandigheden, aangezien de tarieven van direct ingaande lijfrentes frequenter werden aangepast aan het actuele renteklimaat. In België daalden de levenpremies met 8,3% naar EUR 1.064 miljoen doordat het perspectief voor koopsompolisproducten met winstdeling verslechterde en op bancaire deposito’s in toenemende mate aantrekkelijke rentes werden geboden. De premiegroei in Centraalen Overig Europa vertraagde behoorlijk in de loop van het jaar, naarmate de opkomende markten in deze regio’s in toenemende mate werden geraakt door de kredietcrisis. De succesvolle introductie van een koopsombeleggingsproduct in Polen, waarmee EUR 542 miljoen aan nieuwe omzet werd geboekt, komt niet tot uitdrukking in de brutopremies, vanwege de verslaglegging volgens IFRS van deposito’s op beleggingscontracten. De instroom aan pensioenpremies in Centraal-Europa, waar de groei gestaag aanhield, bedroeg EUR 2,0 miljard in 2008, een stijging van 29,1% vergeleken met 2007. De onderliggende bedrijfslasten van Insurance Europe stegen in 2008 met 2,2%. In Nederland daalden deze lasten met 6%, exclusief een
ING Groep Jaarverslag 2008
26
eenmalige vrijval van een personeelsvoorziening van EUR 89 miljoen in het vierde kwartaal van 2007. De lasten in Centraal- en Overig Europa stegen met 9,1% door groei van de activiteiten en door investeringen van EUR 16 miljoen voor een meerjarig operationeel efficiëntieprogramma dat in 2008 van start is gegaan. Dit programma is gericht op het integreren van een aanzienlijk deel van de ‘backoffices’ van het verzekeringsbedrijf in de regio. In 2008 ontving Insurance Europe EUR 2,3 miljard aan (netto) kapitaalbijdragen uit Overig verzekeringsbedrijf. Deze kapitaalbijdragen waren noodzakelijk om te voldoen aan de eisen van de toezichthouders en/of de interne solvabiliteitseisen, omdat de beschikbare solvabiliteit negatief werd beïnvloed door de dalende marktwaardes van de beleggingsportefeuilles. De nieuwe productie bleef vrijwel gelijk en bedroeg EUR 397 miljoen. De genormaliseerde nieuwe premieproductie op jaarbasis (APE) steeg echter met 4,2% tot EUR 1.010 miljoen. Dit is vooral te danken aan een hogere omzet in Nederland doordat de verlenging van collectieve contracten ook tot nieuwe omzet wordt gerekend. De APE is de som van de reguliere jaarlijkse premies van de nieuwe levenproductie plus 10% van de koopsompremies van de nieuwe levenproductie in het desbetreffende jaar. Het verplichte Roemeense pensioenfonds dat in september 2007 van start ging, droeg EUR 73 miljoen bij aan de waarde van de nieuwe productie en EUR 40 miljoen aan de nieuwe omzet in 2008. ONTWIKKELINGEN PER LAND De onderliggende winst voor belastingen in Nederland daalde met 83,2% naar EUR 242 miljoen, vooral door negatieve herwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen op vastgoed- en private-equitybeleggingen in 2008, alsmede de overdracht van EUR 5,0 miljard aan kapitaaloverschot naar Overig verzekeringsbedrijf in 2007. De onderliggende winst voor belastingen in België en Luxemburg steeg met 23,1% tot EUR 80 miljoen. Zowel de leven- als de schaderesultaten waren in 2008 hoger dankzij een eenmalige vrijval van schadereserves en de verschuiving van beleggingsverliezen en bijzondere waardeverminderingen naar Overig verzekeringsbedrijf, terwijl de winstdeling voor polishouder lager uitviel vanwege het negatieve rendement op aandelenbeleggingen. Dit werd gedeeltelijk tenietgedaan door hogere lasten als gevolg van de groei van de activiteiten en organisatorische veranderingen. De onderliggende winst voor belastingen van EUR 329 miljoen van Centraal- en Overig Europa in 2008 was in essentie gelijk aan het jaar daarvoor. De aanhoudende groei van de activiteiten, voornamelijk in het eerste halfjaar, zorgde voor hogere provisies en rechtstreekse beleggingsopbrengsten, die teniet werden gedaan door hogere bedrijfslasten en negatieve herwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen op beleggingen. BEDRIJFSONTWIKKELINGEN Insurance Europe is actief in de Benelux en de groeimarkten in Centraal-Europa, en richt zich op levensverzekeringen en pensioenen. Het bedrijfsonderdeel is de leidende levensverzekeraar en pensioenaanbieder in zowel Nederland als Centraal-Europa. Daarnaast heeft Insurance Europe levensverzekeringsactiviteiten in Spanje, Griekenland en Rusland en groeit haar positie in Turkije. De commerciële resultaten over 2008 waren veerkrachtig, in het bijzonder in Centraal-Europa, waar een sterke netto-
pensioeninstroom en een hoge omzet met traditionele levensverzekeringen werden behaald. Net als anderen in de sector heeft Insurance Europe echter de negatieve gevolgen van de wereldwijde financiële onrust ondervonden. Het lagere nettoresultaat kan voornamelijk worden toegeschreven aan een daling van de reële waarde van vastgoed en private-equitybeleggingen. Verzekeringsactiviteiten Benelux Binnen de Benelux blijft ING zich richten op het pensioen- en levensverzekeringsbedrijf, terwijl zij haar kosten- en kapitaalefficiëntie blijft verbeteren. Kostenbeheersing en kapitaalefficiëntie De kostenbeheersing in Nederland vertaalde zich in een lager aantal werknemers en hogere operationele efficiëntie. De onderliggende bedrijfslasten daalden in 2008 met 6%, exclusief de eenmalige vrijval van een personeelsvoorziening in het vierde kwartaal van 2007 van EUR 89 miljoen. Het Belgische levensverzekeringsbedrijf blijft streven naar operationele efficiëntie. Er zijn maatregelen genomen om de kapitaalbehoeften van de activiteiten te verminderen, door het risico van de beleggingsportefeuille te verkleinen, inclusief de verkoop van EUR 3 miljard netto aan beleggingen in beursgenoteerde ondernemingen en een Europees programma ter afdekking van het aandelenrisico van EUR 2,8 miljard, waardoor de gevolgen van volatiliteit op de financiële resultaten aanzienlijk worden verminderd. Profiteren van solide distributiekracht De concurrentie op de levensverzekeringsmarkt in de Benelux blijft hevig. ING richt zich op het behoud van haar winstgevendheid en rendement door verbetering van haar multidistributiestrategie, door kostenbesparingen en door het verbeteren van haar marktpositie als dé specialist op het gebied van pensioenen. AZL, een Nederlandse dienstverlener voor pensioenfondsen, dat in 2007 werd overgenomen, is met succes in het collectieve levensverzekeringsbedrijf opgenomen en is nu actief als geïntegreerde pensioenaanbieder. Hierdoor is ING in staat geïntegreerde diensten aan te bieden aan bedrijfspensioenfondsen die deze activiteiten in toenemende mate uitbesteden. Bij het schadebedrijf boekte het innovatieve autoverzekeringsproduct, dat in België via het eigen bankkanaal wordt verspreid, opnieuw sterke resultaten met meer dan 50.000 verkochte polissen in 2008. In Nederland behield het schadebedrijf ondanks de concurrentie zijn aandeel op de markt, zowel voor schadeverzekeringen als voor de arbeidsongeschiktheidsen ongevallen-verzekeringen. Geschil beslecht Medio november 2008 heeft ING een principeakkoord bereikt met consumentenorganisaties in Nederland ter beslechting van een geschil over de in rekening gebrachte kosten van individuele beleggingsverzekeringen die aan klanten in Nederland zijn verkocht door de Nederlandse verzekeringsdochters van ING. Overeengekomen werd dat de Nederlandse verzekeringsdochters ING-polishouders een schadevergoeding zullen aanbieden als blijkt dat de doorberekende kosten voor individuele beleggingsverzekeringen een overeengekomen maximum bedrag hebben overschreden. De kosten van de schikking zijn vastgesteld op EUR 365 miljoen. Hoewel de overeenkomst niet bindend is voor polishouders, meent ING dat een belangrijke stap is gezet in de oplossing van dit geschil. ING Groep Jaarverslag 2008
27
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur Insurance Europe (vervolg)
Nationale-Nederlanden stopte met beleggingsverzekeringen voor particulieren en bracht in de loop van 2008 een nieuwe generatie volledig transparante variabele lijfrenteproducten op de markt. Stabiele groei in Centraal- en Overig Europa Gemeten naar marktaandeel is ING de grootste aanbieder van pensioen- en levensverzekeringen in Centraal-Europa. De markten in Centraal-Europa zijn omvangrijk met een groeiende middenklasse. Dit zijn gunstige factoren voor de groei van levensverzekerings- en pensioendiensten. In 2008 heeft ING in Centraal- en Overig Europa solide financiële resultaten laten zien, terwijl de omzet in de hele regio in het algemeen steeg. In totaal rees het aantal klanten van 7 miljoen tot 8,6 miljoen, vooral door het succes van het Roemeense pensioenfonds. In Polen, waar ongeveer 50% van de winst uit deze regio werd geboekt, is het premie-inkomen na de geslaagde introductie van het koopsombeleggingsproduct ‘Optima’ met 85% gestegen. In Polen en Tsjechië is de genormaliseerde nieuwe premieproductie op jaarbasis (APE) met 42% respectievelijk 24% gestegen. Verder is een transformatieprogramma in de regio geïntroduceerd om schaalvoordeel te realiseren, kosten te besparen en synergie te vergroten door voor alle landen één bedrijfsmodel te creëren. Solide resultaten bij pensioenactiviteiten Het groeiende aantal klanten en loonstijgingen leidden tot solide resultaten van het pensioenbedrijf in Centraal-Europa. In Polen is ING de op één na grootste pensioenaanbieder met 2,6 miljoen klanten (marktaandeel 24%) en meer dan EUR 9 miljard aan beheerd vermogen. De instroom bleef sterk en het marktaandeel is toegenomen. De twee Roemeense ING-pensioenfondsen boekten ook in 2008 goede resultaten. ING kon haar positie als marktleider verstevigen omdat 300.000 klanten vanuit de overheid aan het ING-pensioenfonds werden toegewezen. ING is de grootste pensioenaanbieder in Roemenië met een marktaandeel van bijna 40% en 1,4 miljoen klanten. Voorts heeft ING een pensioencontract voor 35.000 werknemers van Romania Post binnengehaald. ING Bulgarije heeft collectieve pensioenregelingen afgesloten met enkele bekende ondernemingen in het land, zoals het nationaal televisiestation. ING Pension Insurance Company zal tevens een uitgebreide pensioenregeling op basis van vrijwillige bijdrage uitvoeren voor de belangrijkste telecommunicatiemaatschappij BTC. Het contract geldt voor circa 5.000 werknemers en biedt de mogelijkheid voor uitbreiding, zodat het hele personeelsbestand van meer dan 9.000 medewerkers van de regeling gebruik kan maken. Het is een van de grootste pensioenregelingen in haar soort in Bulgarije. Verbetering multidistributienetwerk ING werkt aan een multidistributieaanpak in de hele regio, een combinatie van eigen verzekeringsadviseurs, bancassuranceproducten en tussenpersonen. De directe kanalen worden vooral gebruikt om nieuwe klanten te genereren. Een voorbeeld is een proef met ING Direct in Spanje.
ING Groep Jaarverslag 2008
28
Insurance Europe heeft de langetermijnambitie om groei te realiseren door meer bancassuranceproducten in Centraalen Overig Europa te verkopen. ING heeft in Polen, Roemenië en Turkije een solide marktpositie. Bovendien heeft Insurance Europe met banken in andere landen distributieovereenkomsten gesloten. In Griekenland is zij samen met Bank Piraeus een joint venture aangegaan. Op de langere termijn zal ING zich blijven richten op groei van klantensaldi in pensioen- en levensverzekeringen op basis van economische groei en de groei van pensioenen. Er zijn diverse initiatieven genomen om de efficiency van de eigen verzekeringsadviseurs in Centraalen Overig Europa te verbeteren. Zo is er regiobreed een programma gelanceerd om de waarde van de nieuwe productie te verhogen. Strikt activiteitenbeheer, gestandaardiseerd toezicht, intensieve begeleiding en een gemeenschappelijke buitendienst maken deel uit van dit programma. Nieuwe activiteiten ING betrad de Turkse markt met de overname van Oyak Bank in 2007, dat in 2008 werd geïntegreerd in ING Groep, waarbij de naam werd gewijzigd in ING Bank Turkije. In december 2008 rondde ING de overname af van Oyak Emeklilik, de Turkse aanbieder van vrijwillige pensioenen. Met circa 70 miljoen inwoners vormt Turkije een omvangrijke markt. Oyak Emeklilik is de op vijf na grootste pensioenaanbieder in Turkije met meer dan EUR 150 miljoen aan beheerd vermogen. De overname werd geheel uit eigen middelen gefinancierd. Oyak Emeklilik zal in Insurance Central & Rest of Europe worden geïntegreerd en is met ingang van februari 2009 verder gegaan onder de merknaam ING. Start Oekraïne uitgesteld In juli 2008 kreeg ING van de betreffende autoriteiten goedkeuring om levensverzekeringsactiviteiten in Oekraïne te starten. De omstandigheden in Oekraïne zijn echter drastisch gewijzigd door de wereldwijde financiële onrust. Als gevolg daarvan heeft ING besloten haar nieuwe levensverzekeringsactiviteiten aldaar uit te stellen. ING ziet Oekraïne nog steeds als een aantrekkelijke opkomende markt, met sterke groei-indicatoren en mogelijkheden en zal het commerciële klimaat van Oekraïne blijven volgen. Dit blijkt ook uit het feit dat ING in 2008 retailbankingactiviteiten in Oekraïne heeft opgestart, gebaseerd op het succesvolle Roemeense self-bankingconcept. CONCLUSIES EN AMBITIES De basis van de zeer gespreide portefeuille van ING Insurance Europe is solide. De commerciële resultaten zijn veerkrachtig, de kosten zijn onder controle en ING is goed gepositioneerd om in te spelen op belangrijke trends in de gebieden waar zij actief is. Insurance Europe zal haar positie als dé specialist op het gebied van beleggings- en pensioendiensten in heel Europa versterken. Al worden de economische vooruitzichten getemperd als gevolg van het wereldwijde economische klimaat, de vooruitzichten voor groei op lange termijn blijven gunstig. Insurance Europe zal de activiteiten hergroeperen om in te spelen op de marktomstandigheden, door zich te richten op kostenbesparingen en kapitaaloptimalisatie. In Centraal- en Overig Europa zal ING voortbouwen op haar toonaangevende positie en zich richten op het verbreden van de distributiebasis en het verbeteren van haar operationele efficiëntie.
Insurance Americas Focus op kansen voor de lange termijn Kernpunten > Resultaten Verenigde Staten sterk beïnvloed door malaise in de markten > Overname CitiStreet stimulans voor activiteiten Retirement Services > Verschuiving richting traditionele verzekeringen stimuleert verkoop > Solide omzet in Latijns-Amerika, maar lager rendement > Canada houdt redelijk goed stand in turbulente markt
De resultaten van Insurance Americas werden sterk beïnvloed door de wereldwijde onrust in de financiële markten. Die heeft geleid tot substantiële krediet- en beleggingsgerelateerde verliezen en een lagere omzet van aandelengerelateerde producten. Retirement Services heeft met de overname van CitiStreet een stevig fundament gelegd voor verdere groei. De omzet in Latijns-Amerika bleef gelijk, maar het rendement was lager. Canada boekte gezien de moeilijke marktomstandigheden goede resultaten.
Winst-en-verliesrekening (onderliggend) in miljoenen euro’s
Premie-inkomen Bedrijfslasten Onderliggend resultaat voor belastingen Totaalresultaat voor belastingen*
2008
2007
mutatie
21.887 2.340
22.126 2.272
–1,1% 3,0%
–534 –589
2.062 2.152
–125,9% –127,4%
* Totaalresultaat voor belastingen is het onderliggend resultaat voor belastingen inclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
Kerncijfers
Waarde nieuwe levenproductie (in miljoenen euro’s) Intern rendement Nieuwe omzet (in miljoenen euro’s) Economisch kapitaal (in miljarden euro’s)
2008
2007
304 12,6% 3.503 6,0
270 11,8% 3.671 6,5
Geografische spreiding premie-inkomen
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Het onderliggend resultaat voor belastingen is in 2008 gedaald naar een verlies van EUR 534 miljoen, vergeleken met een winst van EUR 2.062 miljoen over 2007. Over de activiteiten in de Verenigde Staten werd een verlies geboekt van EUR 1.117 miljoen, in vergelijking met een winst van EUR 1.356 miljoen over 2007. Dit werd veroorzaakt door de turbulentie op de financiële markten. In dit resultaat zijn beleggingsverliezen van EUR 965 miljoen meegenomen, waarvan EUR 811 miljoen gerelateerd is aan kredietverliezen. Daarnaast hadden de overlopende acquisitiekosten een negatieve invloed van EUR 1.180 miljoen, vergeleken met een positieve invloed van EUR 14 miljoen over 2007. Het onderliggend resultaat werd voorts beïnvloed door negatieve rendementen op alternatieve activa en door lagere provisieinkomsten, omdat positieve nettostromen de verslechtering van het beheerd vermogen en de hogere afdekkingskosten niet konden goedmaken. De onderliggende winst voor belastingen in Canada daalde met 22,6%, of 17,7% exclusief valuta-invloeden, naar EUR 364 miljoen, door een lager verzekeringstechnisch resultaat (als gevolg van hogere claims door slecht weer) en als gevolg van een ongunstig verloop van de schadeafhandeling, dat gedeeltelijk teniet werd gedaan door hogere beleggingsresultaten en lagere bijzondere waardeverminderingen op vastrentende waarden. De onderliggende winst voor belastingen in Latijns-Amerika daalde met 6,8%, of 2,3% exclusief valuta-invloeden, naar EUR 220 miljoen. Het levenbedrijf boekte EUR 44 miljoen minder winst door lagere beleggingsopbrengsten in Mexico. De winst van het schadebedrijf verbeterde met EUR 28 miljoen, dankzij betere resultaten in Brazilië, inclusief de vrijval van een belastingreserve van EUR 24 miljoen.
in miljoenen euro’s
VS Canada Latijns-Amerika* Totaal
86% 18.736 12% 2.671 2% 480 100% 21,887
* Exclusief ING’s joint venture in Brazilië; dit is een minderheidsbelang.
Het premie-inkomen daalde exclusief valuta-invloeden met 1,1% naar EUR 21.887 miljoen, maar steeg met 6,9% exclusief valutainvloeden. In de Verenigde Staten steeg het premie-inkomen met 8,4%, exclusief valuta-invloeden omdat de verkoop van pensioenregelingen, variabele en vaste lijfrentes en verzekeringen hoger was dan in 2007. Het premie-inkomen in Canada daalde met 4,2% naar EUR 2.671 miljoen, maar steeg met 1,7% exclusief valuta-invloed. Hierin zijn de tariefstijgingen bij de particuliere verzekeringen meegenomen, evenals een lager aantal nieuw verzekerde risico’s. Het premie-inkomen in Latijns-Amerika daalde met 20,6%, exclusief valuta-invloeden, door de verkoop van de Chileense zorgverzekeringsactiviteiten in het eerste kwartaal van 2008. Deze ontwikkeling werd gedeeltelijk tenietgedaan door een hogere omzet binnen lijfrentes.
ING Groep Jaarverslag 2008
29
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur Insurance Americas (vervolg)
De bedrijfslasten stegen met 3,0% tot EUR 2.340 miljoen, of 10,5% exclusief valuta-invloeden. De bedrijfslasten in de Verenigde Staten stegen met 10,1% exclusief valuta-invloeden door de overname van Citistreet, maar werden gedeeltelijk tenietgedaan door lagere personeelsgerelateerde lasten. Exclusief CitiStreet en de valuta-invloed stegen de bedrijfslasten in de VS licht, met 0,7%. De stijging van 29,9% (exclusief valuta-invloeden) in Latijns-Amerika is vooral te danken aan de overgenomen pensioen-activiteiten en een hogere omzet; dit werd gedeeltelijk tenietgedaan door de verkoop van de Chileense zorgverzekeringsactiviteiten. Exclusief het effect van acquisities en de verkoop van de Chileense zorgverzekeringsactiviteiten en valuta-invloed stegen de bedrijflasten in Latijns-Amerika met 1,5%. In Canada stegen de bedrijfslasten met 4,3% exclusief valuta-invloeden. Dit had betrekking op het directe distributiekanaal en schadebehandeling. De waarde van de nieuwe productie steeg met 12,6%, vooral door een hogere omzet binnen pensioenfondsen en een verbetering van de activiteiten in Latijns-Amerika. De waarde van de nieuwe productie in de Verenigde Staten daalde met 7,9% door een lagere omzet van spread-gerelateerde producten en druk op de marge binnen variabele lijfrentes en op de omzet. BEDRIJFSONTWIKKELINGEN Insurance Americas is zich in 2008 blijven richten op groeikansen voor de lange termijn die voortvloeien uit de vergrijzing van de Amerikaanse bevolking en de toenemende welvaart in LatijnsAmerika. Dankzij innovatieve productontwikkeling en uitbreiding van de distributie behield of verbeterde Insurance Americas in de loop van het jaar haar marktposities op het gebied van pensioenen, verzekeringen en beleggingen. In de eerste helft van 2008 plukte Insurance Americas nog de vruchten van de nadruk op sneller groeiende markten in de VS en Latijns-Amerika. De hele regio kende een aanzienlijke stijging van zowel de omzet, het rendement als de waarde van de nieuwe productie. In de tweede helft van het jaar leidde de aanzwellende financiële crisis tot aanzienlijke beleggingsgerelateerde verliezen en een dempend effect op de omzet van aandeelgerelateerde producten, zoals beleggingen, variabele beleggingsverzekeringen en variabele lijfrentes. Vanwege de onzekere financiële vooruitzichten liggen de prioriteiten van Insurance Americas voor 2009 op het behoud van klanten, beheersing van de kosten en verlaging van de risico’s om kapitaal vast te houden en de winstgevendheid te verbeteren. De overname van CitiStreet voor EUR 570 miljoen verstevigde de leidende positie van ING in de pensioenmarkt in de VS. ING is nu de op twee na grootste aanbieder van pensioenproducten met vaste premie wat betreft beheerd en geadministreerd vermogen en de op een na grootste wat betreft het aantal deelnemers aan een pensioenregeling. Eind 2008 kondigde ING in de VS een aanpassing aan van de activiteiten van US Wealth Management en werden Retirement Services en Annuities gesplitst in twee afzonderlijke bedrijfsonderdelen. Hierdoor bestaat US Wealth Management nu uit vier divisies: Retirement Services, Annuities, Insurance en Investments. ING doet met deze nieuwe structuur beter recht aan de focus op de diverse klanten en distributiepartners. Verder wil ING hiermee ook optimaal kunnen inspelen op het omzetpotentieel dat ontstaat zodra de Amerikaanse economie weer herstelt.
ING Groep Jaarverslag 2008
30
Retirement Services sterker door overname CitiStreet ING is in de VS een van de belangrijkste aanbieders van pensioenregelingen met vaste premie voor mkb-bedrijven, onderwijsinstellingen, ziekenhuizen en overheidsinstanties. ING is qua omzet de nummer één op het gebied van pensioenproducten voor personeel in het kleuter- tot en met voortgezet onderwijs en de nummer twee op het gebied van pensioenregelingen voor kleine ondernemingen. Door de overname van CitiStreet, een van de grootste aanbieders van pensioenregelingen en administratie-beheerders in de VS, heeft ING een grotere geografische spreiding, betere toegang tot specifieke marktsegmenten, waaronder de grote zakelijke markt, en een breder diensten-pakket voor de klanten. De integratie van de activiteiten van CitiStreet in die van Retirement Services verliep volgens plan. Op dit moment wordt gewerkt aan de realisatie van de synergie tussen beide organisaties. ING wil optimaal gebruikmaken van het technologieplatform van CitiStreet om eenvoudige uitbreiding van activiteiten en meer technologische innovatie te realiseren. De nadruk ligt nu op de strikte uitvoering van de integratie-initiatieven die zijn ingezet om de efficiëntie en effectiviteit te vergroten. Verwacht wordt dat die tot aanzienlijke kostenbesparingen zullen leiden, met name op het gebied van IT. Retirement Services boekte in 2008 solide commerciële resultaten. Zo koos de Amerikaanse deelstaat Iowa voor ING, niet alleen als uitvoerder van haar ‘403 (b)’-regeling, maar ook als een van de aanbieders van pensioenregelingen voor medewerkers in het onderwijs. 403 (b) is een fiscaal aantrekkelijk pensioenspaarplan voor non-profitorganisaties zoals onderwijsinstellingen. ING is al een van de vier aanbieders van zogeheten ‘457’-pensioenregelingen (ook een soort pensioenspaarplan) voor overheidsambtenaren in Iowa. Van de 360 schooldistricten in de staat maken inmiddels meer dan 300 gebruik van deze regeling. Eenzelfde hoge score zou kunnen worden gehaald in andere staten die nog geen staatsbrede 403 (b)-regeling voor schooldistricten aanbieden. Als gevolg van recente wijzigingen in de 403 (b)-wetgeving kunnen individuele schooldistricten in Iowa nu kiezen voor het opzetten van een eigen pensioenregeling of het meedoen met die van de staat. Tot nu toe hebben hier nog maar een paar staten van gebruikgemaakt, maar het streven is dat er nog vele volgen. Hierdoor ontstaan voor ING kansen in deze belangrijke markt voor pensioenregelingen voor onderwijspersoneel. Lijfrentepolissen houden stand in turbulente markt Door het in augustus 2007 geïntroduceerde en in april 2008 verbeterde ING LifePay Plus (een lijfrente met een bepaalde garantie) kenden de lijfrentepolissen met variabele uitkering een goede omzet. ING bleef zich met de marketingcampagne easier richten op vutters en gepensioneerden. In het derde kwartaal vertraagde de omzet als gevolg van de toenemende volatiliteit op de aandelenmarkten en in het vierde kwartaal nam deze verder af. In 2008 werden, als onderdeel van het verminderen van risico’s, verschillende productveranderingen doorgevoerd binnen de onderdelen. In januari 2009 werden met hetzelfde doel nog meer productveranderingen doorgevoerd, waaronder de afbouw van de klantposities op beleggingsfondsen, het verlagen van de uitkeringen en tariefherzieningen.
De omzet van lijfrentepolissen met vaste uitkering steeg met 35% omdat klanten in de volatiele markt op zoek gingen naar vastrentende producten, die stabiliteit van de hoofdsom en gegarandeerd rendement op hun inleg bieden. Door hun hogere rentes waren deze lijfrentepolissen bovendien aantrekkelijker voor de klanten. ING is in 2008 blijven investeren in de uitbreiding van de distributiecapaciteit, met name voor variabele lijfrentepolissen, en zocht naar samenwerkingsverbanden met grote distributeurs. ING startte in het kader van het easier-programma met een grote campagne om mensen te helpen hun pensioen eenvoudiger te regelen. Het doel van de Your Number-campagne is om mensen aan het denken te zetten over hun pensioen en dat ze uitrekenen wat ze nodig hebben om straks comfortabel te kunnen leven. Advertenties, websites en reclameboodschappen verwezen naar www.INGyournumber.com, waar men snel en gemakkelijk de hoogte van het eigen pensioen kan berekenen. Voor zowel Annuities als Retirement Services is in het huidige economische tijdperk het inspelen op de behoeften van deelnemers, deelnemende bedrijven en distributiepartners een van de belangrijkste prioriteiten. Positief effect diversificatie US Insurance US Individual Life heeft de afgelopen drie jaar het productassortiment gediversifieerd en biedt nu ook een breed scala aan overlijdensrisico- en beleggingsverzekeringen. Klanten keerden zich in de loop van 2008 af van producten met een beleggingselement en kozen in plaats daarvan voor overlijdensrisicoverzekeringen zonder beleggingsrendement. Het is dankzij dit diversificatiemodel en de aanhoudende focus van Individual Life op effectieve distributie, efficiënte bedrijfsvoering en competitieve producten dat de omzet in 2008 met 11% steeg. Individual Life vergrootte ook het aantal polissen, waardoor de gemiddelde kosten per polis lager werden. In 2008 werden meer dan 156.000 nieuwe polissen uitgegeven, een stijging van 87% ten opzichte van 2007. ING voerde in 2008 een grote campagne voor het vergroten van de omzet in multiculturele markten in de VS, met name in de latino en Aziatisch-Amerikaanse gemeenschappen. ING voorzag de bestaande distributiekanalen van speciaal verkoop- en marketingmateriaal gericht op de taal en cultuur van de verschillende doelgroepen en trainde ze in het gebruik ervan. Voor 2010 verwacht ING in die multiculturele markten ruim een verdubbeling van de omzet van US Insurance tot USD 48 miljoen.
van de producten en investeringen op de behoeften van die klanten. De in juli 2008 afgeronde verkoop van de Mexicaanse schadeverzekeringsactiviteiten stelde ING in staat om zich in dat land te concentreren op de groeiende Afore-activiteiten (pensioenen, lijfrentes en vermogensbeheer). In Peru vergrootte ING haar belang in AFP Integra, de grootste pensioenfondsbeheerder van het land, tot 80% en breidde via houdstermaatschappij ING Wealth Management ook het aandelenpakket in de Peruviaanse beleggingsfondsbeheerder ING Fondos uit. In november nationaliseerde de Argentijnse regering het Argentijnse pensioenstelsel, met als gevolg dat ook de pensioenfondsactiviteiten van ING overgingen naar de Argentijnse staat. Canada ING Canada blijft de nummer één schadeverzekeraar van Canada. Dankzij de schaalgrootte en de strikte prijsstelling is ze toonaangevend in de branche. Door het conservatieve beleid van het schadebedrijf kwam de onderneming in 2008 relatief ongeschonden door de financiële crisis. In februari 2009 rondde ING de verkoop af van haar 70%-belang in ING Canada. Dit vormt onderdeel van ING’s besluit om zich te richten op de kernactiviteiten sparen en beleggen. CONCLUSIES EN AMBITIES Gezien de marktomstandigheden in 2008 realiseerde Insurance Americas een redelijke groei van de omzet en ook de nieuwe productie zat in de lift. ING zal zich in 2009 concentreren op actief kapitaalbeheer en op het verminderen van risico’s om ervoor te zorgen dat de onderneming goed gepositioneerd is wanneer de markten weer opleven. Op de langere termijn zal Insurance Americas zorgen voor een evenwicht tussen winst, groei, waardecreatie en kapitaalbeheer, met een sterke nadruk op pensioenen, levensverzekeringen en beleggingen in Noord- en Latijns-Amerika. Insurance Americas heeft de opbouw en de versterking van de relatie met klanten en distributeurs hoog in het vaandel staan en wil zakendoen met ING steeds gemakkelijker maken. ING wil dan ook blijven investeren in technologie om klanten gemakkelijker van dienst te kunnen zijn en de algehele efficiëntie en effectiviteit te verbeteren.
Solide omzet in Latijns-Amerika De sterke marktpositie van ING op het gebied van levensverzekerings- en pensioenactiviteiten in Latijns-Amerika zorgde voor een solide groei van de omzet. Toch daalden de beleggingsrendementen als gevolg van de crisis in de financiële markten. ING is een van de grootste pensioenaanbieders in Latijns-Amerika. In Peru is ING gemeten naar marktaandeel de grootste aanbieder in de pensioenmarkt, en in Mexico en Chili de op twee na grootste. In Uruguay en Colombia staat ING in de top vijf. In 2008 zette ING haar strategie in de regio voort. Deze is gericht op het werven van klanten wier wensen aansluiten op ING’s focus op beleggingen, levensverzekeringen en pensioenen, het afstemmen
ING Groep Jaarverslag 2008
31
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Insurance Asia/Pacific Goed gepositioneerd voor de toekomst Kernpunten > Ondanks lagere omzet kon Insurance Asia/Pacific haar marktpositie in de regio handhaven of zelfs verbeteren > Afname vraag naar beleggingsgerelateerde producten > Bankdistributie uitgebreid: inmiddels 100.000 eigen adviseurs > Grotere naamsbekendheid door wereldwijde en regionale advertentiecampagnes
Winst-en-verliesrekening (onderliggend) in miljoenen euro’s
Premie-inkomen Bedrijfslasten Onderliggend resultaat voor belastingen Totaalresultaat voor belastingen*
2008
2007
mutatie
11.040 1.040
12.632 1.115
–12,6% –6,7%
116 –213
576 576
–79,9% –137,0%
* Totaalresultaat voor belastingen is het onderliggend resultaat voor belastingen inclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
Kerncijfers
Waarde nieuwe levenproductie (in miljoenen euro’s) Intern rendement Nieuwe omzet (in miljoenen euro’s) Economisch kapitaal (in miljarden euro’s)
2008
2007
321 14,0% 2.055 2,8
442 16,8% 2.680 7,0
Geografische spreiding premie-inkomen in miljoenen euro’s
Japan Taiwan Zuid-Korea Australië/Nieuw-Zeeland Overig Azië* Totaal
36% 4.026 20% 2.156 30% 3.291 2% 292 12% 1.275 100% 11.040
* India, China, Hongkong, Thailand en Maleisië.
De groei in de regio Azië/Pacific had in 2008 te lijden onder de wereldwijde economische ontwikkelingen. ING is een van de toonaangevende internationale verzekeraars en vermogensbeheerders in de regio met een sterk en divers distributienetwerk en is ondanks de veranderde economische omstandigheden goed gepositioneerd voor de toekomst. Gemeten naar genormaliseerde nieuwe premieproductie op jaarbasis behield of verbeterde ING in 2008 haar marktposities in heel Azië/Pacific, wat duidt op een gezonde productportefeuille en distributiekracht. Centraal in de reactie van ING op de veranderende behoeften van de klant door de economische neergang stond actieve herpositionering van de productportefeuille. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Het onderliggend resultaat voor belastingen daalde in 2008 met 79,9% naar EUR 116 miljoen, vergeleken met EUR 576 miljoen in 2007. Japan rapporteerde een verlies van EUR 167 miljoen in 2008, vergeleken met een winst van EUR 24 miljoen in 2007. Dit was voornamelijk het gevolg van verliezen bij de variabele lijfrenteactiviteiten door de extreme marktvolatiliteit in oktober. De onrust op de wereldwijde financiële markten leidde tot negatieve herwaarderingen van krediet- en beleggingsgerelateerde aandelen en bijzondere waardeverminderingen op vastrentende beleggingen. Dit resulteerde weer in een verdere daling van het onderliggend resultaat. Exclusief Japan en valuta-invloeden daalde het onderliggend resultaat voor belastingen met 15,5%. Op 20 oktober 2008 sloot ING een overeenkomst met Fubon Financial Holding Co. Ltd. over de verkoop van ING Life Taiwan voor USD 600 miljoen (EUR 447 miljoen). De transactie werd op 11 februari 2009 afgerond; het totale nettoverlies uit deze transactie, bestaande uit het verlies op desinvesteringen en de resultaten van het verkochte bedrijfsonderdeel, bedroeg EUR 292 miljoen. Als gevolg van deze transactie ging het economisch kapitaal van het verzekeringsbedrijf aanzienlijk omlaag. In de resultaten van Insurance Asia/Pacific over het vierde kwartaal van 2008 wordt apart gerapporteerd over Taiwan. Het onderliggend resultaat voor belastingen in Taiwan over de eerste negen maanden van 2008 was, net als in 2007, nihil, door versterking van de reserves vanwege de lage rente. Het brutopremie-inkomen daalde met 12,6% (3,3% exclusief Taiwan en valuta-invloeden) naar EUR 11.040 miljoen. De groei in lokale valuta in Australië, Zuid-Korea en Overig Azië was in de dubbele cijfers. Dit werd echter meer dan tenietgedaan door de scherpe daling van de premies op variabele koopsompolissen in Japan. Het beheerd vermogen daalde met 22,6% naar EUR 82 miljard ultimo 2008. De onderliggende bedrijfslasten daalden met 6,7% (+7,0% exclusief Taiwan en valuta-invloeden) naar EUR 1.040 miljoen. Kostenbeheersingsmaatregelen hebben een groot deel van de gestegen kosten kunnen compenseren. Deze kosten hebben te maken met een hoger aantal lopende verzekeringen in sommige landen en aanhoudende investeringen in greenfieldactiviteiten om de groei van het premie-inkomen in deze markten te ondersteunen. De nieuwe omzet daalde met 23,3%, ofwel 18,3% exclusief Taiwan, naar EUR 2.055 miljoen. Door de verslechtering van de aandelenmarkten en een verschuiving naar meer conservatieve
ING Groep Jaarverslag 2008
32
beleggingsalternatieven daalde de vraag naar beleggingsgerelateerde producten. De omzetdaling vond vooral plaats in Australië en Japan, terwijl in lokale valuta de omzet in ZuidKorea en Overig Azië stabiel was of zelfs steeg. De waarde van de nieuwe productie daalde met 27,4%, ofwel 14,6% exclusief Taiwan, naar EUR 321 miljoen, grotendeels in lijn met de terugvallende omzet. In de waarde van de nieuwe productie over 2008 is een verandering in methodologie meegenomen. Hierdoor worden aanloopverliezen voor de nieuwe activiteiten in China, India en Thailand niet in de waarde van hun nieuwe productie meegenomen. ONTWIKKELINGEN PER LAND In Australië en Nieuw-Zeeland daalde het onderliggend resultaat voor belastingen over 2008 met 41,4%, ofwel EUR 89 miljoen, naar EUR 126 miljoen (2007: EUR 215 miljoen), vooral door lagere provisie-inkomsten als gevolg van een afname van het beheerd vermogen en lagere beleggingsopbrengsten. Het premie-inkomen Leven steeg in 2008 met 6,2%, ofwel EUR 17 miljoen, tot EUR 292 miljoen (2007: EUR 275 miljoen), vooral dankzij nieuwe verkopen van levensverzekeringsproducten en een gunstig behoud van de bestaande polissen. De bedrijfslasten daalden met 5,0%, maar stegen exclusief valuta-invloeden met 1,6% vanwege een hoger aantal lopende verzekeringen, investeringen in een select aantal transformatieprojecten en reorganisatiekosten. In Japan daalde het onderliggend resultaat voor belastingen in 2008 met EUR 191 miljoen naar EUR –167 miljoen, vergeleken met een winst van EUR 24 miljoen in 2007. Deze ommekeer is vooral toe te schrijven aan negatieve afdekkingsresultaten op variabele lijfrentes als gevolg van de uitzonderlijke marktvolatiliteit, met name in oktober. Dit werd gedeeltelijk gecompenseerd door een stijging van de winst op collectieve levensverzekeringen (COLI) door hogere premies en betere beleggingsopbrengsten. De turbulente financiële markten hadden een grote invloed op de omzet van beleggingskoopsommen. Daardoor daalde het premieinkomen met 14,2% naar EUR 4.026 miljoen, vergeleken met EUR 4.693 miljoen in 2007. Ondanks deze daling is ING nog steeds een top 3-speler in collectieve levensverzekeringen en een top 4speler in beleggingskoopsompolissen. In Zuid-Korea daalde het onderliggend resultaat voor belastingen met 45,7%, ofwel 33,3% exclusief valuta-invloeden, naar EUR 163 miljoen in 2008 (2007: EUR 300 miljoen). De daling was vooral toe te schrijven aan marktgerelateerde invloeden, waaronder negatieve herwaarderingen op een aandelenderivatenfonds en kredietgerelateerde effecten en bijzondere waardeverminderingen op vastrentende waarden. In het resultaat over 2007 was ook een eenmalig bedrag van EUR 10 miljoen aan dividendinkomsten opgenomen uit de consolidatie van aandelenfondsen. Het premieinkomen daalde in 2008 met 8,8% (exclusief valuta-invloeden +13,8%) naar EUR 3.291 miljoen (2007: EUR 3.607 miljoen) dankzij een gunstig eigen behoud en een stabiele nieuwe omzet. De bedrijfslasten daalden in 2008 met 9,5% (exclusief valutainvloeden +13,6%) naar EUR 229 miljoen (2007: EUR 253 miljoen). In Overig Azië (India, China, Hongkong, Thailand en Maleisië) daalde het onderliggend resultaat voor belastingen van de levensverzekeringsactiviteiten met EUR 43 miljoen naar –EUR 9 miljoen in 2008, vergeleken met een winst van EUR 34 miljoen over 2007. Dit was toe te schrijven aan negatieve herwaarderingen op kredietgerelateerde effecten, bijzondere waardeverminderingen
op schuldbewijzen en een aanpassing van de overlopende acquisitiekosten in Thailand. In de resultaten over 2007 is ook een aanpassing meegenomen van de eenmalige positieve overlopende acquisitiekosten in Maleisië van EUR 10 miljoen. De greenfieldactiviteiten in China, India en Thailand boekten verliezen door de aanhoudende investeringen van ING in toekomstige groei op deze markten. De nieuwe omzet steeg exclusief valuta-invloeden met 36,3% in China, 20,9% in India en 15,0% in Thailand dankzij het grotere distributiebereik door de uitbreiding van het agentennetwerk en succesvolle bancaire samenwerkingsverbanden. In Maleisië – de grootste markt van ING in Overig Azië – werd ING de op twee na grootste verzekeraar in individuele levensverzekeringen, vergeleken met een vijfde plaats een jaar geleden, en bleef marktleider op het gebied van collectieve levensverzekeringen. BEDRIJFSONTWIKKELINGEN Door de moeilijke marktomstandigheden daalde de omzet van beleggingsproducten en steeg in het vierde kwartaal de vraag naar meer traditionele beschermingsproducten. ING speelde op deze vraag in met beschermingsproducten en producten die een eindkapitaal garanderen. Daardoor konden klanten hun vermogen zeker stellen en hun portefeuillerisico’s verlagen. Ook in Azië zijn de gevolgen van de negatieve ontwikkelingen in de wereldeconomie zichtbaar, maar de langetermijntrends voor economische groei blijven er gunstig. Gemeten naar de genormaliseerde nieuwe premieproductie op jaarbasis (annual premium equivalent, APE) is ING met 11 activiteiten in 9 landen de op een na grootste internationale levensverzekeraar in Azië/Pacific. De APE is de som van de reguliere jaarlijkse premies van de nieuwe levenproductie plus 10% van de koopsompremies van de nieuwe levenproductie in het desbetreffende jaar. ING heeft sterke posities in Australië, NieuwZeeland, Japan, Hongkong, Maleisië en Zuid-Korea en is steeds nadrukkelijker aanwezig in de zich snel ontwikkelende markten van China, India en Thailand. ING behoort qua omvang van het beheerd vermogen en met activiteiten in 12 markten ook tot de top 3 van vermogensbeheerders in Azië/Pacific. Aanhoudende versterking van de distributiekanalen Verbreding van de distributie en verhoging van de efficiëntie van bestaande kanalen blijven strategische prioriteiten voor ING in Azië. De eigen adviseurs leveren nog steeds de grootste omzet, maar de distributie via banken neemt toe. Het aantal eigen adviseurs steeg van 75.000 in 2007 tot ruim 100.000 in 2008. Die groei vond voornamelijk plaats in India, Thailand en ZuidKorea. De bancaire distributie van Insurance Asia/Pacific verloopt via samenwerkingsverbanden met andere banken en via eigen retailactiviteiten van ING in de regio. Om haar marktpositie in de regio te vergroten, heeft ING een aantal nieuwe distributieovereenkomsten gesloten en een aantal selectieve investeringen gedaan in distributie-initiatieven en infrastructuurverbeteringen. In Australië is ING actief als levensverzekeraar via ING Australia, een joint venture van ING met ANZ Groep. ING Australië vergrootte het distributienetwerk met de overname van Pinnacle Partners en Financial Lifestyle Solutions. Met 1.500 niet-gebonden adviseurs staat ING Australië hierdoor qua distributiecapaciteit in de top drie van het land. ING Australië is een van de toonaangevende financiële instellingen van het land en biedt via nietgebonden adviseurs en ANZ financiële diensten aan ruim een miljoen klanten. ING Groep Jaarverslag 2008
33
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur Insurance Asia/Pacific (vervolg)
In Zuid-Korea heeft Insurance Asia/Pacific twee levensverzekeraars: ING Life Korea en KB Life, een joint venture met Kookmin Bank (bancassurance). De levenomzet van beide ondernemingen bereikte in 2008 al snel het door de overheid opgelegde maximum van 33% dat geldt voor het aandeel in de verkopen via Kookmin Bank dat beide bedrijven (die alletwee ING als gewone substantiële aandeelhouder hebben) mogen hebben. Ze waren marktleiders wat betreft nieuwe levenproductie via banken en hadden per september 2008 een marktaandeel van ongeveer 11%. Op 29 december 2008 rondde ING Groep de aankoop af van het resterende minderheidsbelang van 14,9% van Kookmin Bank in ING Life Korea voor ongeveer EUR 190 miljoen (KRW 339 miljard). Hierdoor is het belang van ING toegenomen tot 100%. In Japan werd ING Life Japan gekozen als een van de belangrijkste aanbieders van verzekeringen via het onlangs geprivatiseerde Japan Post. De verkoop via Japan Post startte in het tweede kwartaal van 2008. De bancaire distributie werd verder versterkt door een exclusieve overeenkomst met The Royal Bank of Scotland in Hongkong en uitbreiding van het distributienetwerk met alle kantoren van TMB Bank in Thailand. Als gevolg van deze en andere overeenkomsten met banken worden de producten en diensten van ING nu via 200 verschillende banken en ruim 16.000 kantoren in de regio verkocht. Producten In Japan introduceerde ING een nieuwe beleggingskoopsom met gegarandeerde uitkering. Verder werd met succes een nieuwe generatie ‘Smart Design’ op de markt gebracht, een beleggingskoopsom met gegarandeerd rendement na 10 jaar. In Maleisië verbreedde ING het assortiment beleggingsgerelateerde producten in reactie op deregulering door de Maleisische overheid. In Hongkong deed het beleggingsgerelateerde ‘iWealth’ het voor het tweede achtereenvolgende jaar goed. In Zuid-Korea startte ING in juli met pensioenregelingen. In Maleisië werden met succes producten geïntroduceerd via Public Bank, een bank waarmee ING sinds begin 2008 actief samenwerkt. Public Bank heeft een uitgebreid distributienetwerk met 241 kantoren in het hele land en nog eens 15 commerciële kantoren in Hongkong. ING introduceerde via Public Bank een beleggingsgerelateerde garantiekoopsom waarmee binnen een maand bijna EUR 30 miljoen aan premie-inkomen werd binnengehaald. Aansluitend op de wensen van de klant worden de producten ook steeds eenvoudiger, gemakkelijker en kanaalspecifieker. In Australië vergrootte ING het netwerk voor directe distributie met acties via de tv en internet. In Nieuw-Zeeland stond de teller van het aantal deelnemers aan het in juli 2007 geïntroduceerde pensioenproduct ‘KiwiSaver’, mede dankzij onlinedistributie, op ruim 150.000. ING is een van de weinige door de overheid aangewezen aanbieders van een dergelijk product. In Australië werd het vermogensbeheerplatform uitgebreid met een flexibele termijndeposito om te kunnen concurreren met banken met hogere depositorentes. In Zuid-Korea werd een product geïntroduceerd dat klanten elke zes maanden de keuze biedt tussen beleggen (met een kapitaalgarantie) en sparen tegen een vaste rente.
ING Groep Jaarverslag 2008
34
Uitstroom fondsen in Australië en Nieuw-Zeeland ING zorgde in 2008 voor verdere versterking van de levensverzekerings- en bancassurance-activiteiten in Australië en Nieuw-Zeeland. De omzet bleef hierdoor gelijk en het marktaandeel werd groter. Overlijdensrisicoverzekeringen en bancassurance zijn goed voor het grootste deel van de winst van ING in deze twee landen. Maar ING is er ook actief op het gebied van vermogensbeheer, dat sterker afhankelijk is van de omstandigheden in de markt. De prestaties van de vermogensbeheeractiviteiten van ING in Australië en Nieuw-Zeeland in 2008 werden beïnvloed door zowel de malaise in de financiële markten als de depositogarantieregeling van de Australische overheid, die leidde tot een aanzienlijke vermogensuitstroom naar bancaire deposito’s. Sommige ING-fondsen die hier aanzienlijk onder hadden te lijden, werden hierdoor opgeschort. Het probleem speelde overigens in de hele sector en niet alleen bij ING. Organisatorische en operationele efficiëntie De instelling van een nieuw, regionaal managementbestuur droeg bij aan een versterking en vereenvoudiging van de structuur van Insurance Asia/Pacific. ING blijft de nadruk leggen op het ontwikkelen van talenten en lokaal leiderschap en op de instroom van nieuwe talenten. ING wil bij alle bedrijfsonderdelen door de belangrijkste processen en systemen verder te standaardiseren, profiteren van schaalvoordelen. Geheel in lijn met het beleid van ING blijft Insurance Asia/Pacific werken aan het verbeteren van het operationele risico- en kostenbeheer. Nieuw ingevoerde programma’s (waarbij vaak voor de ‘Lean Six Sigma’ aanpak wordt gekozen) voor het stroomlijnen van activiteiten bevorderen de operationele efficiëntie. Naamsbekendheid De naamsbekendheid van ING in Azië/Pacific nam toe dankzij de F1-evenementen in Shanghai, Tokio, Melbourne en Singapore en de sponsoring van de AFC Azië Cup van de Aziatische voetbalbond, een sponsorovereenkomst die met nog eens vier jaar werd verlengd. Mede door lokale advertentiecampagnes en sponsorovereenkomsten is de naamsbekendheid binnen de gehele regio toegenomen. CONCLUSIES EN AMBITIES De prestaties van Insurance Asia/Pacific hadden te lijden onder het gespannen economische klimaat. Ondanks de moeilijkheden wist ING haar marktposities in Azië/Pacific te behouden of te verbeteren, onder andere door een goede productportefeuille en uitbreiding van het distributienetwerk. ING zal ook het komende jaar nadruk blijven leggen op behoud van haar marktaandeel en zich meer richten op het creëren van waarde dan op groei. Voorts werd er werk gemaakt van kostenbeheersing en herpositionering van de productportefeuilles. Ook worden maatregelen getroffen voor de versterking van zowel het kapitaal- en risicobeheer als de compliance. Verder zal de efficiëntie binnen de divisie worden vergroot door standaardisering van cruciale bedrijfsprocessen. De vraag van klanten verandert: zij willen producten met een hogere beschermingsgraad en meer kapitaalgarantie. ING beschikt dankzij haar distributiekanalen over voldoende diversificatie en flexibiliteit om snel op deze veranderende behoeften te kunnen inspelen. We blijven werken aan de versterking van het bancassurancemodel. Door deze prioriteiten verkeren we in een prima uitgangspositie om de groeikansen in Azië/Pacific te benutten.
Wholesale Banking Commerciële groei in moeilijke tijden Kernpunten > Solide commerciële prestatie in General Lending en Structured Finance > Daling resultaat voor belastingen, negatieve herwaarderingen bij Real Estate en Financial Markets > Verbeterde marktpenetratie, solide marktpositie en spraakmakende transacties in de thuismarkten > Kosten omlaag en onder controle, maar risicokosten stijgen wel
De wholesalebankingactiviteiten van ING hebben solide commerciële resultaten laten zien in een buitengewoon moeilijk jaar. De baten toonden zich redelijk veerkrachtig: veel activiteiten lieten een goede groei zien. Het totale resultaat werd echter negatief beïnvloed door de wereldwijde financiële crisis, vooral in de tweede helft van 2008 toen er sprake was van een ongekende onrust op de markt. Wholesale Banking heeft daarom de aandacht nog sterker gericht op de lastenverlaging, verbetering van de kapitaalefficiëntie en risicobeheersing. ING blijft zich inspannen om een volledig aanbod van diensten en producten te verzorgen, wat tot uiting kwam in de marktpenetratie, het aanzien van ING als toonaangevende bank en de deelname aan spraakmakende transacties.
Winst-en-verliesrekening* (onderliggend) in miljoenen euro’s
2008
2007
mutatie
4.107 2.902
4.801 2.884
–14,5% 0,6%
Toevoeging aan voorzieningen voor dubieuze debiteuren
596
–142
n.v.t.
Onderliggend resultaat voor belastingen Totaalresultaat voor belastingen**
609 609
2.059 1.965
–70,4% –69,0%
Totale baten Bedrijfslasten
** Inclusief ING Real Estate, dat onder Wholesale Banking valt. ING Real Estate wordt nader besproken in het hoofdstuk Vermogensbeheer, samen met ING Investment Management. ** Totaalresultaat voor belastingen is het onderliggend resultaat voor belastingen inclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
Kerncijfers (onderliggend)
RAROC na belastingen Economisch kapitaal (in miljarden euro’s)
2008
2007
4,9% 9,3
19,8% 6,9
Samenstelling onderliggende baten in miljoenen euro’s
General Lending & PCM Structured Finance Leasing & Factoring Financial Markets Overige ING Real Estate Totaal
26% 23% 10% 26% 5% 10% 100%
1.083 957 406 1.064 172 425 4.107
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN De resultaten van Wholesale Banking werden ernstig beïnvloed door de toenemende wereldwijde recessie. Het onderliggende resultaat voor belastingen daalde met 70,4% naar EUR 609 miljoen, door bijzondere waardeverminderingen, negatieve aanpassingen in de reële waarde en hogere risicokosten. Met uitzondering van Financial Markets rapporteerden alle productgroepen lagere resultaten. Het onderliggende resultaat voor belastingen van Financial Markets steeg met 18,3% tot EUR 355 miljoen. Dit was te danken aan de goede prestaties in het eerste halfjaar, die de invloed van bijzondere waardeverminderingen en de gevolgen van de kredietcrisis in het tweede halfjaar compenseerden. De resultaten van General Lending & PCM en Structured Finance daalden met respectievelijk 39,9% en 18,2%, als gevolg van hogere risicokosten. Exclusief de risicokosten stegen de resultaten met respectievelijk 53,9% en 50,8% door volumegroei en hogere marges. De winst van Leasing & Factoring daalde met 22,2% naar EUR 119 miljoen; ING Real Estate en Overige Wholesaleproducten leden in 2008 een verlies. De totale onderliggende baten daalden met 14,5% naar EUR 4.107 miljoen door ING Real Estate en overige Wholesaleproducten, terwijl de baten van General Lending & PCM en Structured Finance met respectievelijk 24,5% en 30,2% stegen. De onderliggende bedrijfslasten bleven onder controle en stegen met 0,6% tot EUR 2.902 miljoen. De onderliggende kosten/batenverhouding steeg van 60,1% in 2007 naar 70,7%. De risicokosten stegen aanzienlijk tot EUR 596 miljoen, vergeleken met een nettovrijval van EUR 142 miljoen in 2007. In de risicokosten zijn voorzieningen voor het omvallen van drie IJslandse banken meegenomen, evenals relatieve hoge risicokosten voor Structured Finance, ING Real Estate en de activiteiten van General Lease vanwege de verslechterde economische omstandigheden. Het onderliggende naar risico-gewogen rendement op kapitaal (RAROC) na belastingen daalde naar 4,9% tegenover 19,8% in 2007. Het gemiddeld economisch kapitaal steeg met 34,1% tot EUR 9,3 miljard, vooral door de implementatie van Basel II en de toegenomen marktvolatiliteit. ING Real Estate rapporteerde een onderliggend verlies voor belastingen van EUR 297 miljoen vergeleken met een winst van EUR 664 miljoen in 2007, vooral als gevolg van negatieve herwaarderingen door dalingen in de waarde van vastgoed. Vergeleken met 2007 daalde de totale portefeuille van ING Real Estate slechts marginaal met 0,7% naar EUR 106,4 miljard. ING Groep Jaarverslag 2008
35
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur Wholesale Banking (vervolg)
De daling van het beheerd vermogen kon worden gecompenseerd door groei van de kredietportefeuille bij Finance in de eerste negen maanden van het jaar. De Finance- en Development-activiteiten rapporteerden hogere resultaten voor belastingen, terwijl Investment Management een daling met 48,7% rapporteerde. Er werd een verlies van EUR 695 miljoen voor belastingen geleden op de beleggingsportefeuille door negatieve herwaarderingen op vastgoed, vergeleken met een winst van EUR 261 miljoen in 2007. De RAROC na belastingen van ING Real Estate daalde van 32,7% in 2007 naar –13,3%. BEDRIJFSONTWIKKELINGEN Wholesale Banking heeft een belangrijke rol binnen ING Groep. De essentie van de activiteiten van ING is dat particuliere tegoeden worden aangetrokken die als investeringen weer worden uitgezet. Wholesale Banking completeert het bedrijfsmodel van de Groep op drie manieren: door bij te dragen aan het kapitaal, door het genereren van activa en als bron van kennis en expertise. De divisie genereert kapitaal dat efficiënt kan worden ingezet bij activiteiten met een hoge groei. Daarnaast worden hoogwaardige activa gegenereerd waarin ING haar particuliere tegoeden kan investeren. En zij levert de Groep relevante expertise over financiële markten, risico en gespecialiseerde financieringen, evenals toegang tot de financiële markten. Wholesale Banking levert diensten aan zakelijke klanten en aan overheden en financiële instellingen. Daarnaast levert deze divisie een aantal specifieke producten en diensten aan middelgrote bedrijven, een klantsegment dat sinds begin 2008 onder Retail Banking valt. De primaire focus ligt op Nederland, België, Polen en Roemenië. Hier wordt een volledig pakket aan producten geleverd. Voor andere landen geldt een meer selectieve benadering. Wholesale Banking bestaat uit zes bedrijfsonderdelen: General Lending & Payments en Cash Management (PCM), Structured Finance, Leasing & Factoring, Financial Markets, Other Wholesale Products en ING Real Estate. Gerichte strategie Na jaren van verbeterde kapitaalefficiëntie, solide winstgroei en kostenbesparingen heeft Wholesale Banking voor 2008-2010 een strategie ontwikkeld met het motto Fitter, Focused, Further, met als doel uit te groeien tot marktleider in een aantal belangrijke markten en producten. Wholesale Banking wil marktleider worden in de Benelux en in Centraal-Europa een top 5-positie bemachtigen. Verder wil de divisie internationaal of regionaal marktleider worden op het gebied van Structured Finance, Financial Markets, Payments & Cash Management (PCM) en Lease. ING voerde diverse campagnes in Nederland om haar aantrekkelijkheid op de arbeidsmarkt te vergroten en de zichtbaarheid te verbeteren. Begin 2008 werd een wervingscampagne gelanceerd voor het werven van toptalent en het ondersteunen van ING’s groeiambities. Ook is een advertentiecampagne gestart om ING’s positie als toonaangevende bank te versterken. Centraal-Europa, waar Wholesale Banking sinds begin jaren negentig actief is, is nu zo belangrijk dat deze regio als thuismarkt wordt beschouwd. In Polen en Roemenië is ING marktleider. Bedrijfslasten onder controle ING blijft alert op de kosten zonder daarbij de groeimogelijkheden af te remmen. De kosten zijn in 2008 licht gestegen ondanks lagere compliancekosten en gunstige valuta-invloeden. De onrust op de ING Groep Jaarverslag 2008
36
markt leidde tot additionele risicokosten. De kosten/batenverhouding exclusief bijzondere waardeverminderingen is aanzienlijk verbeterd en is in overeenstemming met het gemiddelde in de sector. De organisatie heeft diverse kostenbeheersingsinitiatieven genomen om de bedrijfslasten omlaag te brengen en de groei te stimuleren. Daarnaast heeft ING aandacht besteed aan het herstructureren van het kredietverleningsproces, het verlagen van het personeelsbestand en het stroomlijnen van ondersteunende diensten. In 2008 heeft Wholesale Banking de klantbenadering in nietkernlanden tegen het licht gehouden en in sommige gevallen selectief beperkt. ING heeft een aantal volatiele producten en activiteiten verminderd of afgestoten, vooral op de aandelenmarkten en binnen Financial Markets Strategic Trading. Er zijn prioriteiten aangebracht bij kernproducten, die tevens zijn geoptimaliseerd. Financial Markets heeft haar prioriteiten herzien, terwijl Operations & IT stappen heeft ondernomen om de kosten in te perken. Ook is een programma gestart om de kostenbasis verder te verlagen. Volumegroei bij General Lending & PCM Kredietverlening fungeert in alle regio’s als beginpunt voor klantencontacten en voor cross-selling van andere producten. De volumes zijn in de loop van het jaar toegenomen: de onrust op de markt bood de mogelijkheid van selectieve groei tegen een hogere marge en vergoeding. De resultaten van General Lending waren vooral zeer sterk in Nederland en Centraal-Europa. De balans tussen de groei van de kredietportefeuille en hogere marges wordt gezien de marktomstandigheden onverminderd streng bewaakt. De gunstige batentrend bij General Lending werd echter tenietgedaan door hogere voorzieningen voor dubieuze debiteuren. Tegenover een vrijval in 2007 moest in het tweede halfjaar een voorziening van EUR 83 miljoen worden getroffen voor IJslandse banken. Ook bij PCM groeide het volume, dankzij mandaten van institutionele klanten en de invoering van SEPA, waarmee het onderscheid tussen nationale en Europese grensoverschrijdende betalingen is verdwenen. Door de toch al sterke positie in PCM wordt ING gezien als een van de meest geavanceerde aanbieders in SEPA. ING heeft daardoor mandaten van institutionele klanten in heel Europa. Sterke vraag naar Structured Finance Structured Finance helpt ondernemingen bij het financieren van projecten en met risicoallocatie. Belangrijke specialisaties zijn natuurlijke grondstoffen, telecommunicatie, media, financiële instellingen en nutsbedrijven. ING heeft zich goed staande gehouden dankzij de sterke vraag van klanten in een markt waarin de kredietverlening aanzienlijk is afgenomen. Zowel de marge als de relatieve marktpositie van ING is verbeterd. Wij bleven ook in 2008 tegemoetkomen aan de financieringsbehoeften van klanten. Door de schaarste aan voor financiering beschikbare middelen zijn de marges gestegen. ING heeft daarvan vooral in de Verenigde Staten geprofiteerd, maar ook in West-Europa en in Azië. De transactiestroom was met name krachtig in natuurlijke grondstoffen, waarvoor ING nieuwe adviesteams heeft ingericht in Londen en Singapore. Ook International Trade & Export Finance rapporteerde sterke resultaten, vooral bij goederenfinanciering. Bij Leveraged Finance leidde ING een aantal Europese transacties, die met succes zijn gesyndiceerd. Het aantal transacties lag in 2008 relatief laag vergeleken met voorgaande jaren. ING was bezorgd
over de te sterke expansie van de markt en heeft posities vanaf begin 2007 afgebouwd, ruim voordat de crisis zich in de zomer van 2007 volop manifesteerde. In 2008 lag het aantal transacties nog weer lager. Het zwaartepunt lag meer bij syndicaatvorming waardoor het risico en de inkomsten over een grotere groep partners worden verdeeld. Ook stonden de provisies onder druk. In december ontvingen Leveraged Finance en Sponsor Coverage Asia-Pacific een onderscheiding van Finance Asia voor de beste hefboomfinancieringstransactie en de beste private equity-buyout. Dit in verband met kredietfaciliteiten die de private equity-firma nodig had voor de publiekprivate buyout van Unisteel Technology. Portefeuille- en batengroei bij Leasing & Factoring Ondanks de marktomstandigheden realiseerde Leasing & Factoring over heel 2008 een sterke toename van de portefeuilleomvang en de baten. Ook werd veel werk gemaakt van crossselling aan zakelijke klanten. Bij Lease werd de groei gedragen door hogere volumes in België, Italië, Nederland, Polen, Hongarije en Rusland. De geleidelijke margestijging op nieuwe leaseproductie bood ook steeds meer compensatie voor de stijgende financieringskosten. De lagere prijzen op de markt voor gebruikte auto’s hadden echter een negatief effect op de inkomsten bij ING Car Lease. Daarom is ook actief gezocht naar kanalen voor het opnieuw op de markt brengen van tweedehands auto’s. In Nederland, waar ING Car Lease marktleider is, werd een nieuw e-leasinginstrument geïntroduceerd. Het aanvraag- en kredietproces kan hiermee sneller verlopen. Bij Factoring stegen de volumes. Dit bedrijfsonderdeel wordt gezien als een alternatief voor General Lending. Wel hield de margedruk aan. Het factoringvolume lag in alle markten hoger, en ING versterkte de leiderschapspositie in Nederland en Polen. Door de (kortetermijn) aard van deze transacties en de gevolgen van Basel II ontstaat een interessant groeigebied voor banken. Sterke operationele resultaten bij Financial Markets Voor Financial Markets was het eerste halfjaar uitzonderlijk sterk, maar ook de rest van het jaar was sprake van een krachtige operationele performance. De totale performance werd echter negatief beïnvloed door met de kredietcrisis samenhangende afwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen in het tweede halfjaar. De klant- en productactiviteiten bleven het goed doen, vooral vanwege de doelstelling om risicovolle activiteiten, zoals handel voor eigen rekening, terug te dringen. Financial Markets blijft zoeken naar mogelijkheden voor cross-selling in productgebieden en klantengroepen, onder andere via een nieuwe strategie gericht op thuismarkten, strategische en internationale klanten. ING wil in een aantal opkomende markten of producten tot de top 5 behoren door te profiteren van de geografische spreiding, naamsbekendheid en commerciële expertise en reputatie. In de volwassen markten, en in het bijzonder de thuismarkten, zal ING kernproducten op de markt blijven brengen en selectieve groeimogelijkheden onderzoeken. Dalende markten De zwakke financiële markten verslechterden tegen het eind van 2008 verder en wereldwijd leidde dit tot ongekende situaties. Omdat banken niet meer aan hun verplichtingen konden voldoen, stegen de creditspread en risicoaversie alom. Dit leidde weer tot een stagnatie van de interbancaire kredietverlening. De dramatische verslechtering van met name financiële en vermogenstitels resulteerde, gemeten in marktprijzen, in aanzienlijke kredietverliezen en bijzondere waardeverminderingen op Lehman Brothers,
Washington Mutual en een CDO. Asset & Liability Management bleef sterk ondanks de volatiliteit van rentetarieven. De marktomstandigheden hadden ook een negatieve invloed op de handel voor eigen rekening. ING Real Estate Als gevolg van de crisis zijn de vastgoedmarkten verslechterd, waardoor het een zwaar jaar werd voor ING Real Estate. De omvang van de totale portefeuille bleef met EUR 106 miljard weliswaar onveranderd, maar ING Real Estate moest een verlies voor belastingen van EUR 297 miljoen incasseren. Dit was grotendeels toe te schrijven aan niet-gerealiseerde verliezen op de reële waarde van haar beleggingsportefeuille van EUR 712 miljoen op een totaal van ongeveer EUR 5 miljard (inclusief een 100%-belang in Summit: ING Real Estate heeft een belang van 50% in Summit die in de winst voor belasting echter volledig wordt geconsolideerd, waarbij de overige 50% wordt gesaldeerd via belangen van derden). De verliezen op de reële waarde werden deels gecompenseerd door een positieve herwaardering in de ontwikkelingsactiviteiten van ING Real Estate van EUR 49 miljoen. Exclusief deze herwaardering kwam de winst voor belastingen ten opzichte van vorig jaar iets lager uit op EUR 366 miljoen. In het hoofdstuk Vermogensbeheer vindt u meer informatie. Spraakmakende transacties Wholesale Banking heeft in 2008 een aantal belangrijke deals kunnen afsluiten. Zo adviseerde ING Vedior en was zij bookrunner bij de openbare bieding van Randstad op Vedior, een transactie die heeft geresulteerd in het op één na grootste uitzendconcern ter wereld. Corporate Finance was daarnaast medesyndicaatsleider voor de overbruggingsfaciliteit en de gesyndiceerde kredietfaciliteiten voor de overname van Vedior (omvang: EUR 2,8 miljard). Ook fungeerde ING als adviseur en bookrunner voor de Nederlandse Gasunie. Deze transactie betrof een overbruggingsfaciliteit voor de overname van BEB Erdgas und Erdöl GmbH. In België was ING bookrunner en leidende mandaatvoerder bij InBev. Het ging hier om faciliteiten voor de overname van Anheuser-Busch in de VS voor circa EUR 32 miljard. Het Financial Markets-team verzorgde voor deze overname daarnaast ook EUR 6,2 miljard aan rente- en valutaswaps. Ook verwierf ING een mandaat om Leaseplan Corporation, de leasedochter van Volkswagen AG, te helpen met het aantrekken van een tweejaars-obligatielening van EUR 1,5 miljard. In december participeerde ING tevens in de succesvolle voltooiing van een claimemissie van EUR 7,2 miljard door Santander. CONCLUSIES EN AMBITIES 2008 was een ongewoon moeilijk jaar voor de financiële sector. Opnieuw stond bij Wholesale Banking de klant centraal en ondanks de crisis hebben de meeste activiteiten een solide commerciële prestatie geleverd. ING blijft belangrijke mandaten en transacties in de wacht slepen. Op de kosten wordt zorgvuldig gelet, deels ter compensatie van de hogere risicokosten en bijzondere waardeverminderingen. De strategische focus is nu vooral gericht op belangrijke regio’s en productgebieden waar Wholesale Banking al een voorsprong heeft op de concurrentie. De divisie is een essentieel onderdeel voor de Groep en heeft de ambitie en duidelijke focus om uit te groeien tot een bank met een volledig dienstenpakket in de Benelux en wereldwijd als een aanbieder van specialistische producten. ING Groep Jaarverslag 2008
37
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Retail Banking De klant blijft in onze strategie centraal staan Kernpunten > Degelijk resultaat in moeilijke omstandigheden > Postbank en ING Bank vormen samen nieuwe retailbank in Nederland > Transformatie van het kantorennet in België > Oyak Bank succesvol omgevormd tot ING Bank Turkije > Recessie drukt beheerd vermogen Private Banking
In 2008 is de markt voor particulier bankieren onder steeds grotere druk komen te staan. Toch slaagde Retail Banking erin een degelijk resultaat neer te zetten met een hoog rendement op het kapitaal. Er is vooruitgang geboekt met het verbeteren en efficiënter maken van de dienstverlening aan de klant, het terugbrengen van de kosten in de Benelux en het voorbereiden van nieuwe servicemodellen. In Centraal-Europa en Azië bleef ING groeien.
Winst-en-verliesrekening (onderliggend)
De totale onderliggende baten daalden licht met 0,8% naar EUR 7.399 miljoen. De baten uit Centraal-Europa stegen met 77,4% door de toevoeging van ING Bank Turkije en door marketinginitiatieven. Nederland, België en Azië rapporteerden een negatieve groei doordat de onderliggende baten werden beïnvloed door de toegenomen concurrentie om de spaargelden, waardoor de marges zwaar onder druk kwamen te staan. Er was wel sprake van een stijging van de volumes. Daarnaast werden de baten negatief beïnvloed door een daling in de beheervergoedingen als gevolg van de verslechterende aandelenmarkten.
in miljoenen euro’s
Totale baten Bedrijfslasten Toevoeging aan voorzieningen voor dubieuze debiteuren Onderliggend resultaat voor belastingen Totaalresultaat voor belastingen*
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Het resultaat van Retail Banking is zwaar beïnvloed door de toegenomen druk op de marges vanwege de hevige concurrentie om de spaargelden en de negatieve invloed van de wereldwijde recessie op de provisiebaten en risicokosten. Het onderliggend resultaat voor belastingen over 2008 daalde met 29,6% naar EUR 1.691 miljoen, vooral als gevolg van een stijging van de onderliggende lasten en de risicokosten terwijl de baten licht daalden. Het totale resultaat daalde met 31,7% naar EUR 1.420 miljoen. Dit is het gevolg van de in 2008 als bijzondere posten meegenomen lasten van EUR 271 miljoen in verband met de implementatie van de Retail Nederland-strategie.
2008
2007
mutatie
7.399 5.307
7.456 4.855
–0,8% 9,3%
401
198
102,5%
1.691 1.420
2.402 2.078
–29,6% –31,7%
* Totaalresultaat voor belastingen is het onderliggend resultaat voor belastingen inclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
Kerncijfers (onderliggend)
RAROC na belastingen Economisch kapitaal (EUR miljard)
2008
2007
21,7% 5,9
37,0% 4,8
Samenstelling onderliggend resultaat in miljoenen euro’s
2008
Nederland België Centraal-Europa Azië* Totaal
4.346 1.842 878 333 7.399
* Met name de retailbankingactiviteiten in Roemenië, Oekraïne, India (ING Vysya Bank), Private Banking Azië en ING-belangen in Bank of Beijing, TMB Bank en Kookmin Bank.
ING Groep Jaarverslag 2008
38
De onderliggende bedrijfslasten namen met 9,3% toe tot EUR 5.307 miljoen, vooral in Centraal-Europa door de toevoeging van ING Bank Turkije en door investeringen in de distributiekanalen en reclamecampagnes. In Nederland stegen de onderliggende bedrijfslasten met 0,2%. In België namen de lasten met 3,3% toe door de inflatiecorrectie op de salarissen en de investeringen in het kantorennetwerk. In Azië daalden de lasten met 0,9% door lagere kosten bij Private Banking. De onderliggende kosten/ batenverhouding steeg van 65,1% in 2007 tot 71,7%. De voorziening voor dubieuze debiteuren verdubbelde in 2008 naar EUR 401 miljoen, voornamelijk als gevolg van de hogere risicokosten bij het onderdeel mid-corporate en bij Private Banking (doordat de onderliggende zekerheidsstelling voor leningen aanzienlijk daalde) en door de toevoeging van ING Bank Turkije. Het onderliggende naar risico-gewogen rendement op kapitaal (RAROC) na belastingen van Retail Banking daalde van 37,0% in 2007 naar 21,7% in 2008. Het gemiddeld economisch kapitaal nam met EUR 1,2 miljard toe tot EUR 5,9 miljard in 2008, waarvan EUR 0,7 miljard is toe te schrijven aan de toevoeging van ING Bank Turkije.
ONTWIKKELINGEN PER LAND In Nederland daalde het onderliggende resultaat voor belastingen met 25,4% als gevolg van een daling van de baten met 7,6% in combinatie met hogere risicokosten. In België daalde het resultaat voor belastingen met 24,8% door 3,6% lagere baten en 3,3% hogere lasten. In Centraal-Europa daalde het resultaat voor belastingen van EUR 124 miljoen in 2007 naar EUR 17 miljoen. Dit is vooral veroorzaakt door een nettotoevoeging van EUR 65 miljoen aan de voorziening voor debiteurenverliezen vergeleken met een nettovrijval van EUR 24 miljoen een jaar geleden. ING Bank Turkije rapporteerde een verlies voor belastingen van EUR 17 miljoen, na doorberekening van interne kapitaalkosten. Echter, het resultaat voor belastingen voor doorberekening van interne kapitaalkosten is EUR 121 miljoen. In Azië daalde het resultaat voor belastingen met 53,3% door hogere risicokosten bij Private Banking terwijl de baten met 3,2% afnamen door lagere aandelenbeurzen. De winst uit Private Banking, die is opgenomen bij de verschillende regio’s van Retail Banking, daalde met 57,8% naar EUR 111 miljoen. BEDRIJFSONTWIKKELINGEN Retail Banking is actief in de Benelux en in de snelgroeiende economieën van Centraal-Europa en Azië. Het afgelopen jaar is de markt voor retailbankieren drastisch gewijzigd; de concurrentie op de spaarmarkt werd heviger en de economische recessie werd wereldwijd zichtbaar. Het wantrouwen tegenover banken is gedurende de bancaire crisis toegenomen. Voor de klant wordt zekerheid bij het kiezen van een financiële instelling steeds belangrijker. De banken die krachtiger uit deze crisis zullen komen, zullen die banken zijn waar het geld van klanten niet alleen veilig is, maar die tevens eenvoudige producten aanbieden tegen lage kosten en met een transparante prijsstelling.
Door een efficiëntere bedrijfsvoering en een verlaging van het aantal fulltimemedewerkers met naar verwachting 2.500 na de integratie van Postbank en ING Bank, zullen de bedrijfslasten sterk worden verlaagd. ING België heeft een nieuw dienstverlenings- en distributiemodel ontwikkeld, waarbij traditionele kantoren worden omgebouwd tot kantoren met geautomatiseerde zelfbedieningskasfuncties en toegang tot onlinebankdiensten. Eind 2008 hadden al 130 kantoren een dergelijke verandering ondergaan. Eind 2009 zullen in totaal 260 kantoren operationeel zijn. De concurrentie op de Nederlandse spaarmarkt bleef hevig en leidde tot een verschuiving van variabele naar vastrentende producten met een relatief lage marge. ING speelde hierop in door zowel particuliere als zakelijke klanten concurrerende variabele en vastrentende spaarproducten aan te bieden. Ingelegde spaargelden en deposito’s stegen in 2008 met EUR 1,1 miljard, ofwel 2%. In België wist ING nieuwe klanten en een aanzienlijke instroom te genereren met een breed assortiment nieuwe onlinespaarproducten voor verschillende doelgroepen. De introductie van de ING Lion Deposit leidde tot 103.000 nieuw geopende rekeningen. ING introduceerde ook de ING Long Term Account, een spaarcertificaat met looptijden van 1-10 jaar. Eind 2008 had het ING Lion Fidelity Account, dat in 2007 op de markt kwam, meer dan EUR 3,6 miljard aangetrokken. In Nederland is de productie van nieuwe hypotheken sterk gedaald omdat de verkoop van huizen aanmerkelijk terugviel. ING wil de volumes en haar marktaandeel stabiel houden zonder op de marges in te boeten.
In deze steeds concurrerender omgeving zal ING de investeringen in haar thuismarkten opvoeren. Dit zal gebeuren door het kantorennetwerk in de Benelux te versterken en door over te stappen op een bedrijfsmodel met focus op lage kosten, gemak en een sterk merk en waar internet centraal staat. ING blijft zich richten op groei in opkomende markten, maar zal gezien de huidige ontwikkelingen het tempo van uitbreiding terugschroeven. Gezien de huidige omstandigheden zal ING in alle markten meer nadruk leggen op kostenreductie en het terugdringen van risico’s.
Aanhoudende groei in Centraal-Europa en Azië Retail Banking is goed gepositioneerd in Polen, Roemenië, Turkije en in de belangrijke Aziatische markten India en China. In 2008 investeerde ING in haar distributienetwerk en richtte zich daarbij vooral op Polen, Roemenië, Turkije en India. Vanwege het economische klimaat heeft Retail Banking haar uitbreidingsplannen aan het eind van 2008 moeten bijstellen. ING blijft zich richten op groei in de opkomende markten, maar zal het tempo van de expansie verlagen. Gegeven de huidige situatie zal ING in alle markten meer nadruk leggen op kostenreductie en op het verminderen van risico’s.
Nieuwe servicemodellen in de Benelux In 2007 kondigde ING forse investeringen aan in de directe kanalen voor particulier bankieren en het Nederlandse kantorennet door het succesvolle model voor directbankieren van de Postbank te combineren met de gespecialiseerde adviesverlening van ING Bank.
In Polen realiseerde ING sterke volumegroei binnen alle productcategorieën. ING Bank Slaski opende 34 kantoren, waarmee het totaal aantal kantoren eind 2008 uitkwam op 439. De bank trok 340.000 nieuwe particuliere klanten aan, waardoor het totaal in Polen uitkwam op 2,6 miljoen. Het aantal spaarrekeningen en de spaartegoeden namen sterk toe dankzij succesvolle campagnes in de eerste drie kwartalen, maar in het uiterst competitieve klimaat in het vierde kwartaal gaf ING de voorkeur aan marges boven volume. Daardoor moest iets van de eerdere volumegroei in Polen worden prijsgegeven. ING Bank Slaski is in Polen een belangrijk verkoopkanaal voor ING-beleggingsfondsen, maar de dalende aandelenkoersen hebben geleid tot minder verkopen en lagere beheervergoedingen.
De nieuwe bank gaat in het eerste kwartaal van 2009 onder het ING-merk van start. Alle postkantoren, de Postbankbalies, geldautomaten en de inrichting van de kantoren zijn omgedoopt naar het nieuwe merk. Vanaf januari 2009 passen alle kantoren al de nieuwe ‘bankshop’-formule toe. De ING zal de dienstverlening sterk verbeteren en zich blijven richten op een kostenefficiënte bedrijfsvoering. De bank bedient ruim acht miljoen particuliere klanten en 600.000 zakelijke klanten.
ING Groep Jaarverslag 2008
39
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur Retail Banking (vervolg)
In Roemenië ging ING met 7 nieuw geopende kantoren door met het invoeren van het succesvolle zelfbedieningsconcept. Hiermee staat de teller sinds de start in 2004 op 205 kantoren. Het aantal klanten bleef groeien en kwam ultimo 2008 uit op 775.000. Dit betekent een nettostijging met 272.000 klanten (+54% ten opzichte van 503.000 in 2007). De groei van de particuliere kredietverlening over 2008 was 28%, waardoor het marktaandeel gemeten naar volumes uitkwam op 3,3%. Op de spaarmarkt heeft ING gemeten naar volumes een marktaandeel van 5%; een campagne werd gestart om nieuwe spaarders aan te trekken en de spaartegoeden van bestaande spaarders te verhogen. ING ging in 2008 op basis van het Roemeense concept van start met retailbankingactiviteiten in Oekraïne. Eind 2008 bestond het netwerk uit 20 kantoren. In 2007 betrad ING de Turkse markt met de overname van Oyak Bank. Deze werd in 2008 geïntegreerd in ING Groep en in juli werd de naam gewijzigd in ING Bank Turkije. De bank heeft ongeveer 1,3 miljoen particuliere klanten, 300.000 klanten in het middenen kleinbedrijf en een netwerk van 366 kantoren. Daarnaast opende ING Bank Turkije 15 zogeheten expreskantoren; dit zijn relatief kleine, kostenefficiënte kantoren met een beperkt aantal medewerkers. In India heeft ING een belang van 44% in ING Vysya Bank. Het distributienetwerk werd uitgebreid met nieuwe kantoren en geldautomaten wat zal bijdragen aan verdere groei. In Thailand heeft ING een belang van 30% in TMB Bank, een algemene bank met een landelijk netwerk. Voor TMB was 2008 een overgangsjaar: er werd een nieuwe bestuursvoorzitter benoemd en een aantal senior ING-managers werd aangesteld om het risicobeheer verder te ontwikkelen en de winstgevendheid te vergroten. In China heeft ING een belang van 16% in Bank of Beijing. De prioriteit ligt bij verdere groei van de bank via strategische samenwerkingsverbanden met andere onderdelen van ING en via technische ondersteuningsprojecten. Bank of Beijing bleef uitbreiden, zowel binnen haar thuisbasis als daarbuiten. UITBREIDING MID CORPORATE CLIENTS In 2008 breidde Mid Corporate Clients uit in haar thuismarkten Nederland en België, maar ook in Polen, Roemenië en Turkije. In België en Nederland werd een servicemodel geïntroduceerd, gericht op efficiënte distributie van een breed assortiment zakelijke producten. In Polen en Roemenië verbeterde de klanttevredenheid sterk. De European Business Desks versterkten hun rol binnen het netwerk van ING en werkten nauw samen met de lokale relatiebeheerders om nieuwe internationale relaties binnen te halen, vooral voor betaalproducten en kasbeheer.
ING Groep Jaarverslag 2008
40
PRIVATE BANKING Private Banking had te lijden onder de aanhoudende marktturbulentie. Tot en met het derde kwartaal bleef het beheerd vermogen stabiel, maar als gevolg van de marktomstandigheden nam het vervolgens met 9% af. De crisis heeft veel beleggers ertoe gebracht hun vermogen over te hevelen naar meer conservatieve producten, zoals een spaarrekening. Het niveau van de voorzieningen was in Azië vrij hoog in verband met de uitzonderlijke marktomstandigheden in 2008. ING heeft in 2008 haar privatebankingactiviteiten op Curaçao verkocht, in lijn met de strategie om zich te richten op Europa en Azië. In 2009 komt de focus te liggen op het uitbreiden van het belegd vermogen, vooral in Europa en Azië, en het bieden van meer concurrerende producten, waarbij de marges en de kosten scherp in het oog worden gehouden. CONCLUSIES EN AMBITIES Retail Banking heeft zich bewezen met een degelijke prestatie en een goede bijdrage aan de resultaten van de Groep. De invoering van de nieuwe servicemodellen in Nederland en België verloopt volgens schema. In Centraal-Europa en Azië heeft ING haar distributienetwerk uitgebreid en de overname van Oyak Bank in Turkije geconsolideerd. Bij Private Banking heeft ING haar focus toegespitst op Europa en Azië. Gezien het huidige economische klimaat zijn we meer dan ooit klantgericht en willen we de verwachtingen van de klant overtreffen. Daarnaast is het cruciaal dat wij onze liquiditeit op peil houden, onze marges verhogen en onze kosten en risico’s beheersen. In alle regio’s zijn maatregelen getroffen om de moeilijke omstandigheden het hoofd te bieden. Tegelijkertijd blijven we openstaan voor nieuwe mogelijkheden.
ING Direct De klant op de eerste plaats Kernpunten > Twee miljoen nieuwe klanten in 2008, totaal 22,2 miljoen wereldwijd > Positieve commerciële resultaten; klantsaldo gestegen met EUR 24,4 miljard tot EUR 322,7 miljard > Bijzondere waardeverminderingen van EUR 1.891 miljoen op beleggingsportefeuille > Steunfaciliteit voor illiquide activa (begin 2009) vermindert invloed van toekomstige Alt-A-woninghypotheekverliezen > Sterk merk en klantgerichtheid belangrijkste componenten strategie
Winst-en-verliesrekening (onderliggend) in miljoenen euro’s
Totale baten Bedrijfslasten Toevoeging aan voorziening voor dubieuze debiteuren Onderliggend resultaat voor belastingen Totaalresultaat voor belastingen*
2008
2007
mutatie
878 1.719
2.196 1.598
–60,0% 7,6%
283
68
316,2%
–1.125 –1.155
530 530
–312,3% –317,9%
* Totaalresultaat voor belastingen is het onderliggend resultaat voor belastingen inclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
Kerncijfers
RAROC na belastingen Economisch kapitaal (EUR miljard)
2008
2007
–18,2% 3,4
14,3% 2,8
Onderliggend resultaat voor belastingen in miljoenen euro’s
Canada (1997) Spanje (1999) Australië (1999) Frankrijk (2000) Verenigde Staten (2000) Italië (2001) Duitsland (2002) / Oostenrijk (2004) Verenigd Koninkrijk (2003) Japan** Subtotaal Bijzondere waardeverminderingen Totaal
2008
2007
mutatie
59 43 72 31 343 34 297 –72 –40 766 –1.891 –1.125
30 55 84 46 78 49 359 –120 –22 559 –29 530
96,7% –21,8% –14,3% –32,6% 339,7% –30,6% –17,3% n.v.t. n.v.t. 37,0%
* Beginjaar tussen haakjes. ** Begin 2009 is besloten niet in Japan van start te gaan.
–312,3%
Het commerciële resultaat van ING Direct bleef gunstig, ondanks steeds grotere concurrentie in de markt en de aanhoudende crisis in de financiële sector. Het resultaat werd sterk beïnvloed door bijzondere waardeverminderingen van de beleggingsportefeuille van ING Direct als gevolg van de financiële crisis. Het saldo van particuliere klanten steeg met EUR 24,4 miljard tot EUR 322,7 miljard ultimo 2008. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Hoewel de commerciële prestaties positief bleven, rapporteerde ING Direct een onderliggend verlies voor belastingen van EUR 1.125 miljoen vergeleken met een winst van EUR 530 miljoen over 2007. Dit verlies is vooral veroorzaakt door de aanzienlijke verslechtering van de huizenmarkt in de VS. Een toenemend aantal mensen dat niet aan de verplichtingen kan voldoen, dalende huizenprijzen en een herziening in de verliesverwachting zorgden voor een verwacht kredietverlies van EUR 384 miljoen, vooral op de Alt-A-RMBS-portefeuille van ING Direct. Dit resulteerde in een bijzondere waardevermindering van EUR 1.891 miljoen via de winst-en-verliesrekening, omdat onder IFRS een afwaardering tot marktwaarde is vereist op de rapportagedatum. De zogenoemde Illiquid Assets Back-up Facility met de Nederlandse Staat begin 2009 reduceert de onzekerheid van de invloed van mogelijke toekomstige verliezen op de Alt-A-RMBSportefeuille met 80%. ING streeft ernaar deze transactie in het eerste kwartaal van 2009 af te ronden, maar is hiervoor afhankelijk van toestemming van de verschillende toezichthouders. Het totale saldo van particuliere klanten groeide met EUR 12,6 miljard (of EUR 24,4 miljard exclusief valuta-invloeden) tot EUR 322,7 miljard per ultimo 2008. De totale onderliggende baten daalden in 2008 met 60% naar EUR 878 miljoen door EUR 1.891 miljoen aan bijzondere waardeverminderingen, vooral van de Alt-A-RMBS-portefeuille in de VS. In 2007 bleven de bijzondere waardeverminderingen beperkt tot EUR 29 miljoen op asset-backed commercial paper in Canada. Exclusief de bijzondere waardeverminderingen namen de onderliggende baten met 24,4% toe tot EUR 2.769 miljoen door een hoger renteresultaat, vooral in de VS. De totale rentemarge verruimde van 0,75% in 2007 naar 0,94% in 2008 doordat de centrale banken wereldwijd de rente verlaagden. De onderliggende bedrijfslasten namen met 7,6% toe tot EUR 1.719 miljoen door hogere lasten, onder andere vanwege activiteiten om klanten te behouden of terug te winnen, en door de toevoeging van Interhyp vanaf augustus 2008. Het aantal fulltimemedewerkers steeg van 8.883 in 2007 tot 9.980, van wie 479 afkomstig zijn van Interhyp. Exclusief bijzondere waardeverminderingen verbeterde de kosten/ batenverhouding van 71,8% vorig jaar tot 62,1%. De toevoeging aan de voorziening voor dubieuze debiteuren steeg van EUR 68 miljoen over 2007 naar EUR 283 miljoen, vooral door de stijging in de VS als gevolg van de toename in het aantal klanten dat niet aan de hypotheekverplichtingen kan voldoen en een lagere kans op verhaal. De toevoeging in 2008 was 63 basispunten van de gemiddelde naar kredietrisico-gewogen activa. Het onderliggende naar risico-gewogen rendement op kapitaal (RAROC) na belastingen daalde van 14,3% in 2007 naar –18,2% door bijzondere waardeverminderingen op de beleggingsportefeuille. Het gemiddeld economisch kapitaal steeg met 24% tot EUR 3,4 miljard, door het meer volatiele en risicovoller klimaat.
ING Groep Jaarverslag 2008
41
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur ING Direct (vervolg)
ONTWIKKELINGEN PER LAND Exclusief bijzondere waardeverminderingen steeg het onderliggende resultaat voor belastingen van ING Direct met 37,0% tot EUR 766 miljoen. In de VS nam het resultaat voor belastingen toe van EUR 78 miljoen in 2007 tot EUR 343 miljoen, waarbij Canada van EUR 30 miljoen steeg naar EUR 59 miljoen. Het Verenigd Koninkrijk boekte goede vooruitgang met een minder hoog verlies dan in 2007 (EUR –72 miljoen over 2008 versus EUR –120 miljoen over 2007). Alle overige landen rapporteerden lagere resultaten, dankzij de toegenomen concurrentie om de particuliere spaargelden en een stijging van de risicokosten. BEDRIJFSONTWIKKELINGEN ING Direct is ’s werelds grootste directbank. Het bedrijf verkoopt een beperkt aantal eenvoudige bankproducten tegen een zeer lage prijs aan particuliere klanten in negen grote ontwikkelde landen. Het streven van ING Direct is om ’s werelds populairste bank voor particulieren te worden, en daarmee voor veel van haar klanten de primaire bank. Om dat te bereiken zal ING Direct haar klanten op de eerste plaats blijven zetten, haar productaanbod geleidelijk uitbreiden en zich inzetten om de uitstekende klanttevredenheid te handhaven. ING Direct is in 2008 blijven investeren in het ontwikkelen van activiteiten en het uitbreiden van haar productaanbod, waarbij de investeringen EUR 331 miljoen bedroegen. Gezien de prioriteit die momenteel wordt gegeven aan behoud van de kapitaalpositie van ING en de verslechterende economische vooruitzichten, houdt ING Direct haar risico’s, kapitaal en kosten strak in de hand. Als gevolg daarvan is begin 2009 besloten om niet met ING Direct-activiteiten in Japan van start te gaan. Voorts zullen de bedrijfslasten van ING Direct in 2009 met EUR 150 miljoen worden teruggebracht, door verlaging van de operationele en de marketingkosten en van de personeelsaantallen met ongeveer 600 fte’s. Groeimogelijkheden ING Direct richt zich voor toekomstige groei op verschillende bronnen. Ten eerste op voortgaande groei van het aantal klanten en de spaartegoeden in landen waar het bedrijf opereert. Het huidige aandeel in bestaande markten is ongeveer 2% op de spaarmarkt en in de hypotheekmarkt minder dan 2%. Dit biedt voldoende ruimte voor groei. Een andere bron van groei is de uitbreiding van het productassortiment. ING Direct wil zich gaan toeleggen op de vijf belangrijkste productbehoeften van klanten: sparen, hypotheken, betaalrekeningen, beleggingsproducten en consumptieve kredieten. Deze producten zullen alleen worden geïntroduceerd als dit commercieel haalbaar is. Uitbreiding van het productassortiment zal leiden tot betere spreiding van de winst en tot behoud van klanten en meer mogelijkheden voor cross-selling. Ontwikkeling van de belangrijkste productcategorieën Sparen – hevige concurrentie in 2008 De concurrentie op de spaarmarkt is steeds sterker geworden, vooral in de landen waar ING Direct actief is. Wereldwijd proberen banken hun liquiditeiten veilig te stellen. Tegen deze achtergrond is het tempo van renteherzieningen, waarbij aansluiting wordt gezocht met de tarieven van de centrale banken dan ook een belangrijk aandachtspunt binnen geheel ING Direct. ING Groep Jaarverslag 2008
42
In het verleden bood ING Direct slechts één eenvoudig spaarproduct, maar in alle landen zijn de spaarproducten verfijnd om zo nieuwe klanten en nieuwe middelen van bestaande klanten aan te trekken op een steeds concurrerender markt. Een voorbeeld hiervan zijn producten met een vaste looptijd, die het in 2008 goed deden; het totaal aantal rekeningen steeg met 0,5 miljoen tot 3,1 miljoen (+21%). Door het nieuwe productaanbod zijn we ook beter in staat tegemoet te komen aan de behoeften van de klant. Naarmate de crisis in het najaar verergerde, waren consumenten over heel de wereld druk bezig hun geld bij verschillende financiële instellingen onder te brengen om zo maximale bescherming van overheidsgaranties te genieten. Dit heeft geleid tot uitstroom maar ook tot een stijging van het aantal nieuwe klanten, die van andere banken overstapten. Nadat overheden hun garantielimieten hadden verhoogd, stopte deze ontwikkeling. Vanaf eind oktober was het klantengedrag terug op het normale niveau en nam de groei bij ING Direct weer toe. Het totaal aan toevertrouwde middelen steeg met EUR 6,7 miljard, vooral door de sterke groei in de VS. Inclusief negatieve valutainvloeden daalden de toevertrouwde middelen met EUR 0,5 miljard naar EUR 191,0 miljard ultimo 2008. In het Verenigd Koninkrijk heeft ING Direct zich geherpositioneerd. Het bedrijf richt zich nu minder op meer prijsgevoelige klanten en volgt de tarieven van de Bank of England nauwkeuriger. Het bedrijf ondernam in 2008 verschillende acties op het gebied van management, prijsstelling en marketing, waardoor in het vierde kwartaal het break-evenpunt werd bereikt. In oktober heeft ING Direct UK particuliere saldi van twee Britse dochterondernemingen van de IJslandse banken Kaupthing Edge en Heritable Bank overgenomen. Hypotheken – portefeuillegroei onder strikte criteria De eigen hypotheekportefeuille steeg met EUR 17,2 miljard (+18,6% ten opzichte van 2007), waardoor de totale portefeuille woninghypotheken ultimo 2008 EUR 113,7 miljard bedroeg. ING Direct heeft bereikt dat meer dan 57% van alle toevertrouwde middelen uitstaan in door ING Direct uitgegeven woninghypotheken. Een beter evenwicht tussen de groei bij sparen en van de hypotheekportefeuille was in 2008 een belangrijk aandachtspunt. Dit geldt ook voor 2009. ING Direct houdt de kwaliteit van de nieuwe hypotheekportefeuille scherp in de gaten en heeft de acceptatiecriteria overeenkomstig aangepast. De verslechterde huizenmarkt in de VS heeft geleid tot een stijging van de voorziening voor dubieuze debiteuren, doordat meer mensen niet aan de hypotheekverplichtingen konden voldoen en door lagere kans op verhaal. Binnen de Amerikaanse hypotheek-portefeuille steeg het aantal hypotheken met een betaalachterstand van meer dan 90 dagen naar 2,7% ultimo december. Dit is echter beter dan het sectorgemiddelde van eersteklashypotheken met variabele rente (de zogenoemde ARM’s) in de VS. Binnen de gehele sector had namelijk 8,3% van de hypotheken met variabele rente ultimo november 2008 een betaalachterstand. De gehele portefeuille in de VS bestaat uit hoogwaardige klanten met een gemiddelde verhouding hypotheekschuld/waarde eigen woning van 75% (aangepast voor veranderingen in de waarde van onroerend goed) en in 97% van de hypotheken betreft het eigenaar/bewoners.
In 2008 verwierf ING Direct een belang van 99,15% in Interhyp, de grootste onafhankelijke verstrekker van woninghypotheken in Duitsland. Het bedrijf biedt via meer dan 70 banken, bouwfondsen en verzekeringsmaatschappijen woninghypotheken aan, en maakt daarbij gebruik van geavanceerde internettoepassingen. De door Interhyp in 2008 verstrekte hypotheken hadden een waarde van EUR 5,9 miljard, ofwel een marktaandeel van 3,3%. Betaalrekeningen – toekomstig groeipotentieel Betaalrekeningen versterken de band tussen bank en klant en verhogen het totale aantal potentiële transacties. Betaalrekeningen worden ook ingezet om klanten te werven. Door een breder productassortiment te bieden, kan ING Direct effectiever de lokale concurrentie aangaan en haar inkomsten spreiden. De groei van de betaalrekeningen in 2008 was bemoedigend: 431.000 nieuwe rekeningen in Spanje, de Verenigde Staten, Duitsland en Italië, waardoor het totaal ultimo 2008 op 1,3 miljoen rekeningen kwam. In oktober werden in Italië betaalrekeningen geïntroduceerd en ultimo 2008 waren er 8.000 rekeningen geopend. ING Direct wil in 2009 in Frankrijk en Australië betaalrekeningen introduceren. Beleggingsproducten – goede resultaten bij ShareBuilder Ondanks de aanhoudende financiële crisis boekte ING Direct een aanzienlijke netto-instroom van klanten en fondsen in beleggingsproducten, vooral in de Verenigde Staten en Duitsland. Het totaal aan niet in de balans opgenomen fondsen nam echter met EUR 3,6 miljard af naar EUR 15,1 miljard, als gevolg van lagere vermogensprijzen. Een voorbeeld van een sterke netto-instroom is de Amerikaanse online-effectenmakelaar ShareBuilder. Het bedrijf liet gedurende haar eerste volledige jaar als onderdeel van ING Direct een goede groei zien en kon 315.000 nieuwe klanten verwelkomen. Hiermee komt het totaal aantal klanten van ShareBuilder ultimo 2008 op 1,2 miljoen. ShareBuilder boekte met kruislingse verkoop resultaat: 21% van de nieuwe rekeningen werd geopend door klanten van ING Direct, een bewijs van de synergie tussen de twee ondernemingen. De netto-instroom van activa bedroeg in totaal EUR 655 miljoen.
ING Direct ziet voldoende toekomstperspectief in beleggingsproducten en heeft in Canada en Italië nieuwe initiatieven ondernomen. Klanttevredenheid – voldoen aan verwachtingen De hoge klanttevredenheid blijft voor ING Direct van zeer grote waarde en is de basis van het succes van het bedrijf. Uit onderzoek is gebleken dat klanten ING Direct zien als innovatief, betrouwbaar, waar voor je geld, gemakkelijk en eerlijk. 93% van de klanten zegt dat het bedrijf aan hun verwachtingen voldoet. De geholpen naamsbekendheid van ING Direct is op dit moment 73-95% op alle markten waar de bank actief is. Geavanceerde IT-systemen Voor het aanbieden van uitstekende faciliteiten op het gebied van direct bankieren is geavanceerde IT-ondersteuning vereist. De distributiekanalen van ING Direct zijn in hoge mate geïntegreerd, 24 uur per dag, 7 dagen per week online en goed op elkaar afgestemd. Om concurrerend te blijven, streeft ING Direct naar de hoogst mogelijke betrouwbaarheid en een vlekkeloze dienstverlening aan klanten. In 2008 zijn we blijven investeren in systemen om deze flexibel, kosteneffectief en uiterst veilig te houden. CONCLUSIES EN AMBITIES In 2008 stond bij ING Direct de klant op de eerste plaats en dat zal ook zo blijven. Ondanks de onrust op de markt boekte het bedrijf positieve commerciële resultaten. Er is sprake van een strikte beheersing van kosten, risico’s en kapitaal. Gezien de prioriteit die nu gegeven wordt aan het behoud van de kapitaalpositie van ING en de verslechterende economie, zullen de bedrijfslasten in 2009 met ongeveer EUR 150 miljoen worden teruggebracht door de operationele en marketingkosten te verlagen en het personeelsbestand met ongeveer 600 fte’s terug te brengen. ING Direct zal haar productassortiment geleidelijk blijven uitbreiden.
Aantal klanten, totaal toevertrouwde middelen, woninghypotheekportefeuille, niet in de balans opgenomen fondsen Aantal klanten x 1000 Toevertrouwde middelen, woninghypotheekportefeuille en niet in de balans opgenomen fondsen in miljarden euro’s
Canada Spanje Australië Frankrijk Verenigde Staten Italië Duitsland/Oostenrijk Verenigd Koninkrijk Totaal
Klanten
Toevertrouwde middelen
Woninghypotheekportefeuille
Niet in de balans opgenomen fondsen
2008
2007
2008
2007
2008
2007
2008
2007
1.562 1.836 1.363 751 7.546 1.103 6.646 1.330 22.172
1.526 1.624 1.316 716 6.524 937 6.481 1.137 20.262
13,4 12,5 9,2 10,3 51,5 14,6 63,2 16,2 191,0
13,9 12,9 12,0 12,9 41,3 14,2 62,0 22,3 191,5
13,5 7,7 16,9 – 25,2 5,3 43,7 1,3 113,7
13,2 6,5 18,3 – 17,9 3,3 35,9 1,9 97,0
0,2 1,5 – 1,4 1,7 0,3 10,1
0,2 1,9 – 1,5 1,8 0,4 12,9 – 18,8
15,1
ING Groep Jaarverslag 2008
43
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Vermogensbeheer Kernpunten > Totaal beheerd vermogen met 14% gedaald naar EUR 551,3 miljard > Beleggersvertrouwen aangetast door financiële crisis, met sterk lagere netto-instroom als gevolg > Portefeuille ING Real Estate Finance marginaal lager > ING Private Banking boekt netto-instroom
2008 was een zeer moeilijk jaar voor vermogensbeheerders. Sterke dalingen van de vermogenswaarden en een lagere netto-instroom beïnvloedden de winstgevendheid aanzienlijk. De risicotolerantie was bij klanten vrijwel weg. Vooral alternatieve beleggingen als hedgefondsen en private equity liepen zware averij op, terwijl met name particuliere beleggers hun heil zochten in garantiefondsen of fondsen met een laag risico. De vermogensbeheeractiviteiten waren door de relatief stabiele instroom uit ING’s verzekerings-, beleggings- en pensioenactiviteiten tot op zekere hoogte beschermd tegen de wereldwijde financiële crisis. De totale portefeuille van ING Real Estate bedroeg EUR 106 miljard, slechts marginaal lager dan in 2007. Bij ING Private Banking was ondanks de marktturbulentie sprake van een netto-instroom.
Beheerd vermogen per vermogensbeheerder in miljarden euro’s
Investment Management Europe Investment Management Americas Investment Management Asia/Pacific ING Real Estate Private Banking Overig Extern beheerd Totaal
23%
129,5
25%
139,4
12% 13% 10% 4% 13% 100%
63,6 69,5 53,1 23,6 72,6 551,3
19% 25% 17% 11% 28% 100%
103,0 140,5 91,6 62,0 154,1 551,3
Beheerd vermogen per klantcategorie in miljarden euro’s
Verzekeringspolishouders Institutionele klanten Particuliere klanten Privatebankingklanten Interne klanten Totaal
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Het beheerd vermogen daalde in 2008 met EUR 91,4 miljard (14,2%) naar EUR 551,3 miljard, als gevolg van de sterke verslechtering van de financiële markten. Lagere koersen van aandelen en vastrentende waarden hadden een negatief effect van EUR 99,1 miljard. Ondanks de daling van de financiële markten boekte ING in 2008 een netto-instroom van EUR 17,4 miljard. Alle divisies hebben hieraan bijgedragen, met uitzondering van Insurance Europe, dat een netto-uitstroom rapporteerde van EUR 2,2 miljard. Acquisities en desinvesteringen hadden per saldo een negatief effect van EUR 6,2 miljard en door valutakoersfluctuaties daalde het beheerd vermogen met EUR 3,6 miljard. ING INVESTMENT MANAGEMENT ING Investment Management (ING IM) is de voornaamste vermogensbeheerder van ING Groep, met een beheerd vermogen van EUR 332,5 miljard per ultimo 2008. Eind 2007 was dit EUR 390,2 miljard. Een van de doelstellingen van ING IM is het versterken van haar positie in wereldwijd vermogensbeheer. De groei werd geremd door de financiële crisis. Niettemin wist ING dankzij haar wereldwijde distributie en sterke aanwezigheid in de opkomende markten, alsmede dankzij de schaalgrootte in vastrentende waarden, de sterke naamsbekendheid en de toegang tot een internationaal netwerk van ING-kanalen, in lastige marktomstandigheden een relatief solide positie te behouden. Het verging ons relatief beter in het institutionele segment, waar de instroom op peil bleef en in sommige regio’s per saldo zelfs toenam. De particuliere stromen werden negatief beïnvloed doordat beleggers op zoek gingen naar producten met een lager risico of kapitaalgarantie. Ultimo 2008 boekte ING IM een beleggingsresultaat waarbij 46% van de beleggingsfondsen hoger noteerde dan het gemiddelde van de groep van vergelijkbare fondsen en 61% beter presteerde dan de referentiegroep. De kredietbeoordelaar Morningstar kende aan 76% van de beleggingsfondsen een rating toe van drie sterren of hoger.
ING Groep Jaarverslag 2008
44
ING IM hield in de drie regio’s waar zij actief is (Europa, Noord- en Latijns-Amerika en Azië/Pacific) vast aan de kernstrategie: een breed arsenaal innovatieve beleggingsoplossingen verzorgen voor het internationale netwerk van interne en externe klanten van ING. De drie regio’s realiseren die doelstelling door hun schaalgrootte, beleggingsexpertise en best practices te bundelen en zo hun cross-sellingmogelijkheden te optimaliseren. Een goed voorbeeld is de succesvolle verkoop van ING’s Global Currency strategie in Japan, in nauwe samenwerking met de vermogensbeheeronderdelen in de regio Azië/Pacific. Het fonds haalde hiermee EUR 1,3 miljard binnen. In alle drie de regio’s is het risicobeheer versterkt en zijn de procedures voor verslaggeving van risico’s verbeterd. Toen de financiële crisis in het tweede helft van het jaar steeds ernstiger vormen aannam, heeft ING IM zich in Europa, Noord- en LatijnsAmerika en Azië/Pacific sterk gericht op communicatie met, advisering aan, en het behoud van klanten. De drie regio’s werkten nauw samen, evalueerden voortdurend de markt-, krediet- en operationele risicoposities, en maakten een diepgaande analyse van de verschillende scenario’s voor het verminderen van risico’s. ING IM onderschrijft de principes voor verantwoord beleggen van de Verenigde Naties (UNPRI). Deze zijn gericht op het betrekken van duurzaamheidsaspecten bij het nemen van beleggingsbeslissingen. Zie ook het hoofdstuk Verantwoord Ondernemen. Europa Het beheerd vermogen daalde met 15% naar EUR 129,5 miljard. ING IM Europe zag het voor klanten beheerd vermogen met 19% afnemen naar EUR 81,6 miljard en voor interne klanten met 8% naar EUR 48 miljard. Door de turbulentie op de markten was sprake van een beperkte uitstroom uit de beleggingsfondsen. Het bedrijfsonderdeel versterkte de positie in de fiduciaire markt via een verzameling nieuwe relatiebeheerovereenkomsten en de overname van Altis Investment Management. Altis is een toonaangevend specialistenteam op het gebied van multimanagement, gevestigd in Zwitserland. De overname was in lijn met de ambitie om een toonaangevende aanbieder van beleggingsoplossingen te zijn. De Nederlandse activiteiten werden versterkt doordat ING/AZL fiduciaire beheerovereenkomsten heeft afgesloten met twee grote pensioenfondsen, Pensioenfonds PSB en met Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds, alsmede met TVM Verzekeringen. In 2007 had ING AZL overgenomen om de schaalgrootte en slagkracht in Europese pensioenen een impuls te geven. We hebben geprofiteerd van de groei van de verzekeringsen pensioenactiviteiten in Centraal-Europa. De bedrijven in zes Centraal-Europese landen bedienen een steeds breder samengesteld klantenbestand. Ondanks de moeilijke marktomstandigheden startte ING IM activiteiten in het Midden-Oosten, waaronder het aanbieden van lokale beleggingsexpertise. Hierbij benutte ING niet alleen de beleggingskansen die te maken hebben met de wereldwijde economische veranderingen, maar ook de groeimogelijkheden in de regio zelf.
Noord- en Latijns-Amerika Het beheerd vermogen daalde met 8% naar EUR 139,4 miljard. Het voor klanten beheerd vermogen nam af met 7% naar EUR 74,9 miljard en voor interne klanten met 10% naar EUR 64,5 miljard. De financiële crisis temperde de bereidheid van zowel particuliere als institutionele beleggers om in 2008 de portefeuille uit te breiden. ING IM Americas richt de strategie op de vergroting van de zichtbaarheid van twee belangrijke activiteiten: nietachtergestelde bankleningen en aandelen van kleine en middelgrote bedrijven. Het Senior Loan-team werd samen met twee andere beheerders van bankleningen geselecteerd door het California Public Employees Retirement System (CalPERS), met een pensioenvermogen van USD 190 miljard, om toekomstige allocaties van CalPERS aan niet-achtergestelde bankleningen te beheren. Ook haalde het team in 2008 een mandaat van de Massachusetts Pension Reserves Investment Management Board met een omvang van EUR 193 miljoen binnen. Daarnaast vielen de aandelenteams in de Verenigde Staten en Canada met nieuwe omzetten wederom in positieve zin op. Het verkoopapparaat van de particuliere vermogensbeheeractiviteiten is verder in lijn gebracht met de verbeterde klantsegmentatie en heeft meer vat op de beleggingsplatforms van broker-dealers en op de Retirement Services Groep van ING. Ondanks de lastige marktomstandigheden was in het vierde kwartaal toch sprake van diverse positieve ontwikkelingen. In 2008 steeg de verkoop van separate beleggingsportefeuilles met 13% van EUR 414 miljoen naar EUR 466 miljoen. Ook vloeide door een fusie extra vermogen naar het VP Growth & Income Fund en ging in september het ING Global Target Payment Fund van start, een van de eerste managed payout funds met een onbepaalde looptijd. Pomona Capital, dat onderdeel uitmaakt van de Alternative Assets Group, liet een sterk aanhoudende instroom van middelen zien van EUR 860 miljoen in het Private Equity ‘Fund of Funds’. De resultaatontwikkeling van het ‘Fund of Hedgefunds’ van ING was ondanks de moeilijke marktomstandigheden relatief solide en er zijn goede vooruitzichten voor de verhandelbaarheid van dit fonds. ING IM Latijns-Amerika vertoonde ondanks de lastige marktomstandigheden wederom een sterke relatieve performance in de hele regio en droeg daarmee bij aan de groei van de verplichte pensioen- en lijfrenteactiviteiten van ING. Bij activiteiten voor externe klanten bleef het beheerd vermogen in institutionele pensioenregelingen groeien. Dit vormde een tegenwicht voor de zwakke ontwikkeling bij particuliere beleggingsfondsen. In januari 2009 zijn ING’s beleggingsfondsactiviteiten in Chili van start gegaan. ING IM Americas zal het komende jaar meer aandacht besteden aan die punten waar het bedrijf van oorsprong zeer sterk in is zal zich richten op verbetering van de beleggings-prestaties en de productontwikkeling voor klanten. De toch al sterke risicobeheersing zal nog verder worden aangescherpt.
ING Groep Jaarverslag 2008
45
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur Vermogensbeheer (vervolg)
Azië/Pacific Het beheerd vermogen daalde met 25% naar EUR 63,6 miljard. Het voor klanten beheerd vermogen nam af met 19% naar EUR 48,4 miljard en voor interne klanten met 39% naar EUR 15,2 miljard. Bij de aandelenfondsen in de regio was sprake van een uitstroom, maar de obligatiefondsen lieten een nettoinstroom zien. ING wist met succes nieuwe en prestigieuze mandaten te verwerven van de Monetary Authority of Singapore (EUR 183 miljoen), Bank of Thailand (EUR 143 miljoen), Bank Negara in Maleisië (EUR 129 miljoen) en GSIS in de Filippijnen (EUR 215 miljoen). Op de markt voor particulieren vond een aantal fondsintroducties plaats, onder andere een Hongkongs vastgoedfonds en het Taiwan Focus Fund. Deze zullen in de hele regio in de markt worden gezet. De introductie van het High Yield Currency Fund in Japan bracht een record netto-instroom van EUR 3,58 miljard op. ING IM heeft haar aanwezigheid in de regio verder uitgebreid met een vertegenwoordiging in Beijing. Een belangrijk speerpunt was risicobeheer. Het risicobeheer werd versterkt en het proces van risicorapportage opgevoerd, zodat het management een coherent beeld krijgt van alle risico’s. Voor 2009 zijn er plannen om het risicobewustzijn te verhogen en het beleggingsrisicobeheer in de regio aan te scherpen. Doelstellingen en ambities Dankzij de brede en gediversifieerde mix aan producten die het goed doen, is ING internationaal goed gepositioneerd. ING IM streeft ernaar om de samenwerking met de ING-onderdelen en externe klanten verder te versterken. Ook streeft ING IM naar een beter beleggingsresultaat voor haar klanten door de expertise op het gebied van risicobeheer maximaal te benutten. Zowel de particuliere als de institutionele activiteiten blijven zich onverminderd richten op een nauwe band met de klant, om in deze turbulente tijden hun beleggingen goed te beheren. Naar het zich laat aanzien, zullen de moeilijke marktomstandigheden ook in 2009 aanhouden. ING IM heeft met het oog hierop kostenbeheersingsmaatregelen getroffen. Daarbij is rekening gehouden met het op peil houden van de beleggingsexpertise en met ruimte voor commerciële groei. ING IM richt zich vooral ook op de versterking van de organisatie zodat na de crisis volledig van het herstel kan worden geprofiteerd. Dat houdt in dat de activiteiten, de beleggingsplatformen en de distributiecapaciteit worden versterkt. ING REAL ESTATE 2008 was een heel lastig jaar voor ING Real Estate. De financiële crisis bleef over de hele wereld negatief doorwerken op de vastgoedmarkten en een aantal van de meest gevestigde markten presteerde daardoor ondermaats. Het ooit zo makkelijk aan te trekken kapitaal dat de sterke waardestijgingen van de voorgaande jaren had gevoed, is volledig verdampt. Met name in Canada, Australië en het Verenigd Koninkrijk was sprake van een forse verschuiving in de rendementen en dalende waarderingen,
ING Groep Jaarverslag 2008
46
terwijl ook de markten in Azië en Europa in 2008 negatief werden beïnvloed. In het tweede halfjaar was het vooruitzicht van een recessie in veel van de belangrijkste economieën een verdere tegenslag voor de markten. Ultimo 2008 bedroeg de totale portefeuille van ING Real Estate EUR 106 miljard, iets minder dan in 2007. Een stijging van 15% van de kredietportefeuille tot EUR 37 miljard werd tenietgedaan door een daling van het beheerd vermogen van EUR 75 miljard naar EUR 70 miljard. Ondanks de instroom van nieuwe middelen vond een daling van het beheerd vermogen plaats door de lagere waardering van beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde fondsen, alsmede door ongunstige valuta-invloeden. Met het oog op de snelle en ingrijpende kentering in de vastgoedmarkten heeft ING Real Estate aan het eind van het eerste kwartaal van 2008 een kostenbeheersingsprogramma ingevoerd, waardoor de kosten exclusief bijzondere waarde-verminderingen slechts licht hoger (minder dan 1%) waren dan in 2007. ING Real Estate Investment Management De provisie-inkomsten lagen fors lager en er werden aanzienlijke niet-gerealiseerde verliezen geboekt op de beleggingsportefeuille. Niettemin was er sprake van een forse netto-instroom in beleggingsfondsen en werd een aantal nieuwe mandaten verworven. Real Estate Investment Management legde in de loop van het jaar het accent op het op peil houden van de performance en het voldoen aan de hoogste eisen in de relatie met de klant. Tegelijkertijd deed ING Real Estate IM er alles aan om de aandacht van groei te verleggen naar een duurzame beleggingperformance. Ook zijn maatregelen voor kostenbeheersing ingevoerd die de kostenbasis in overeenstemming moeten brengen met de nieuwe realiteit op de markt. ING Real Estate Finance Real Estate Finance wist zich in 2008 redelijk goed staande te houden, zeker gezien de marktomstandigheden. De kredietportefeuille groeide met 15%, en hoewel de risicokosten fors stegen, gingen ook de volumes en marges omhoog. De kredietportefeuille bleef gediversifieerd naar regio (waarvan 53% in Nederland) en naar categorie. Na de aanzienlijke groei van de voorgaande jaren werd eind 2008 duidelijk dat Real Estate Finance het huidige groeitempo niet zou kunnen volhouden, zeker niet in het licht van de huidige risicostrategie van de Groep. ING Real Estate Development Bij Real Estate Development werd duidelijk dat aanpassingen nodig waren, wilde het onderdeel de verslechterende markten het hoofd kunnen bieden. Zo moet de focus weer meer gericht worden op activiteiten in belangrijke retail- en herstelprojecten. Real Estate Development heeft zich dan ook uit een aantal projecten teruggetrokken, terwijl ook diverse geplande projecten zijn opgeschort. Belangrijke herontwikkelings- en stadsherstelprojecten in Europa boekten verdere voortgang. Dit zijn projecten die al lopen en die al voldeden aan de strenge risicocriteria voor ontwikkelingsactiviteiten.
ING PRIVATE BANKING ING Private Banking rapporteerde een per saldo afgenomen vermogen van EUR 68 miljard ultimo 2007 naar EUR 62 miljard ultimo 2008. De kosten waren goed onder controle. De onderliggende winst voor belastingen daalde met 57,8% naar EUR 111 miljoen. In Azië zijn vanwege de uitzonderlijke marktomstandigheden in 2008 voorzieningen voor dubieuze debiteuren getroffen. Private Banking streeft naar groei van het beheerd vermogen door de nadruk te leggen op het aantrekken van vermogen en het leggen van een stevige basis voor toekomstige opbrengsten zodra de markt herstelt. De marge en de kosten worden daarbij scherp in de gaten gehouden. Door de onzekere economische situatie hebben veel beleggers hun vermogen in conservatievere producten ondergebracht. ING profiteerde van haar behoudende profiel en van het feit dat zij de op twee na grootste spaarbank ter wereld is. In Nederland werd ingespeeld op de integratie van Postbank en ING Bank met de introductie van persoonlijk bankieren, een nieuwe dienstverlening voor klanten met beleggingen met een omvang van EUR 75.000 tot EUR 500.000. De nieuwe dienstverlening combineert het sterke beleggingsadvies van beide banken en biedt de klant toegang tot beleggingsspecialisten. ING Private Banking heeft in 2008 de activiteiten op Curaçao verkocht. Dit is in lijn met de strategie om de privatebankingactiviteiten meer toe te spitsen op Europa en Azië. In 2009 is de focus op deze regio’s gericht, en op het aanbieden van meer concurrerende producten. In januari 2009 kondigde Private Banking aan dat zij haar beleggingsactiviteiten zal overhevelen naar ING Investment Management Europe. Dit betekent concreet dat het Europese bedrijf dé beleggingsspecialist zal worden voor geheel Private Banking. Ondanks deze beslissing zal de open architectuur, waarbij een breed assortiment fondsen van derden wordt aangeboden, een van de pijlers blijven van de strategie van Private Banking. De financiële sector zal zich geconfronteerd blijven zien met een volatiele markt, beperkte liquiditeit en een nog heviger concurrentiestrijd om (spaar)tegoeden. De marge bij Private Banking blijft naar verwachting dan ook onder druk staan. Private Banking is een van de aantrekkelijkste activiteiten in de bancaire sector. Hoewel de groei op de korte termijn door de economische neergang kan worden beperkt, voorziet Private Banking toch dat het gemiddelde groeitempo in het algemeen boven dat van retailbankingactiviteiten blijft.
ING Groep Jaarverslag 2008
47
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Human resources Focus op leiderschap en betrokkenheid in woelige tijden Kernpunten > Positieve resultaten enquête ‘Winning Performance Culture’ > Talenten binden en de juiste mensen op de juiste plek > Omgaan met een veranderende omgeving > HR wereldwijd versterkt en beter aangesloten op het bedrijf
Om te kunnen omgaan met de gewijzigde economische omstandigheden en ons bedrijf goed te blijven leiden, moeten we onze mensen zo goed mogelijk ontwikkelen en hun betrokkenheid bij ING vergroten. Dat HR goed is aangesloten op de verschillende bedrijfsonderdelen, bleek half 2008 toen de financiële markten wereldwijd dramatisch verslechterden. HR verschoof toen het accent van het gericht zijn op groei naar het leren omgaan met de effecten van onvoorspelbare marktontwikkelingen op de onderneming en haar medewerkers. HR ONDERSTEUNT DE BEDRIJFSONDERDELEN De activiteiten van Human Resources (HR) sluiten goed aan op de bedrijfsstrategie van ING. Dit is deels het gevolg van de voortdurende afstemming tussen HR, de bedrijfsonderdelen en het bestuur van ING bij het ontwikkelen van de HR-strategie. Ook in 2008 hanteerde HR de hoogste maatstaven voor gedrag en deskundigheid, factoren die een belangrijke rol spelen binnen de onderneming. Wij willen onze medewerkers de mogelijkheden en middelen bieden om hun betrokkenheid bij de verschillende bedrijfsonderdelen te vergroten en hun loopbaanontwikkeling te optimaliseren. Bij ING werken 125.000 getalenteerde mensen uit alle maatschappelijke geledingen. Via ons internationale introductieprogramma Get Orange worden nieuwe medewerkers bekend gemaakt met onze waarden; daarnaast wordt via diverse ontwikkelings- en opleidingsprogramma’s gepoogd de betrokkenheid van de huidige medewerkers te versterken. Meer betrokkenheid ING is doorgegaan met het invoeren van de Winning Performance Culture (WPC) in de gehele organisatie. Dit programma is in 2005 geïntroduceerd om te bouwen aan een cultuur waarin gedeelde waarden, overtuigingen en handelwijzen bijdragen aan de bedrijfsprestaties. De vorderingen worden gemeten via regelmatige WPCenquêtes. In 2008 konden alle ING-medewerkers hier voor het eerst aan meedoen. Ruim 85.000 van hen (73% van het totaal) vulden medio 2008 de vragenlijst in. In totaal steeg de betrokkenheid bij ING naar 71%. Hiermee lag deze score van ING hoger dan het gemiddelde van andere multinationale ondernemingen bij dit type onderzoeken. ‘Betrokkenheid’ omvat verschillende aspecten, waaronder de intentie van medewerkers om bij de onderneming te blijven werken. Een hoge mate van betrokkenheid bleek ook uit de open vragen die 63.000 opmerkingen opleverden. Positief vond men dat ING een stimulerende werkomgeving biedt en 79% van de respondenten gaf aan een duidelijk beeld te hebben van de strategie van ING. Punten voor verbetering vond men: processen, kostenbeheersing en mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling. Alle managers hebben de resultaten van het WPC-onderzoek over hun bedrijfsonderdeel ontvangen; HR helpt hen bij het interpreteren van de resultaten, het bepalen van de belangrijkste knelpunten en bij het ontwikkelen van een actieplan. In 2008 is voor het eerst het onderwerp diversiteit in het WPC-onderzoek opgenomen. Het doel hiervan was om te meten hoe medewerkers over dit onderwerp denken en om de betrokkenheid van de verschillende groepen af te kunnen zetten tegen het totale personeelsbestand. Diversiteit Bij diversiteit gaat het om het bevorderen van een bedrijfscultuur die mensen bindt en waarin er waardering is voor de verschillen
ING Groep Jaarverslag 2008
48
tussen mensen. Dit besef draagt bij aan onze ‘winning performance culture’, aan collectief inzicht in zakelijke besluitvormingsprocessen en het zorgt voor een betere aansluiting met onze huidige en potentiële klanten en ook onderling. Uit een vergelijking met vergelijkbare ondernemingen in het vierde kwartaal van 2008 bleek dat goed presterende bedrijven zich ook tijdens een crisis blijven richten op het ontwikkelen van hun medewerkers, met diversiteit als integraal onderdeel. Ook in 2008 kreeg het nastreven van onze diversiteitsdoelstellingen prioriteit. De Global Diversity Council werd op Groepsniveau opnieuw ingesteld, met vertegenwoordigers van het hoger management. Bij verschillende bedrijfsonderdelen zijn diversiteitsplannen ingevoerd die op internationaal niveau worden gecoördineerd. Werving en behoud van talent Ondanks de crisis ging het werven en begeleiden van leidinggevenden en het verbeteren van de opvolgingsplanning in 2008 door. Het team dat zich bezighoudt met het werven van leidinggevenden wil vooral profiteren van lopende wervingsacties wereldwijd. Voor alle bedrijfsonderdelen zijn de gegevens van een groot aantal kandidaten beschikbaar. Leidinggevenden hebben hier overal ter wereld toegang toe. Bovendien benut ING hiermee de ingehuurde werving- en selectiebureaus optimaal. De belangstelling voor centrale coördinatie van externe zoekopdrachten nam toe, hoewel de werving in mindere mate extern geschiedt. In 2008 slaagde ING erin veel jonge academici aan te trekken. In Nederland werd ING door studenten uitgeroepen tot favoriete werkgever in de financiële sector. De financiële crisis zal echter ontegenzeggelijk gevolgen hebben voor het wervingsbeleid, nu de kosten in lijn moeten worden gebracht met de verwachte inkomsten. Dit zal leiden tot een afname van het aantal instromende afgestudeerden. Daarnaast is het imago van de financiële sector aangetast waardoor het moeilijker zal worden om talent aan te trekken. Tegelijkertijd gaat de strijd om talent door. ING werft academici voor alle bedrijfsonderdelen op basis van een algemeen profiel. Sollicitanten moeten voldoen aan eigenschappen als daadkracht, bescheidenheid, resultaatgerichtheid en teamgeest. Ook moeten ze een universitair opleidingsniveau en een maximum van twee jaar werkervaring hebben en het Engels perfect beheersen. Dezelfde criteria gelden voor deelnemers aan het ING International Graduate Programme, een vierjarige opleiding voor startende talenten. In 2008 is een nieuw systeem voor de wereldwijde werving en selectie ingevoerd. Hierdoor is het gemakkelijker geworden om binnen het bedrijf gegevens uit te wisselen over interne en externe sollicitanten. Het systeem ondersteunt de werving van leidinggevenden en talent management doordat het ING in staat stelt om wereldwijd een platform op te zetten voor alle vacatures. Omdat nu minder geld beschikbaar is voor werving, is er binnen de divisies meer belangstelling voor de interne arbeidsmarkt. Alle divisies hebben in 2008 een inventarisatie gemaakt van het beschikbare talent onder zowel hogere ingeschaalde medewerkers als talentvolle jonge collega’s. Het succes van ING op de lange termijn hangt immers sterk af van de bezetting van sleutelposities door de beste mensen. Voor een wereldspeler is internationale mobiliteit van personeel noodzakelijk. Er zal altijd behoefte blijven aan leiders die regionale en internationale verantwoordelijkheden kunnen dragen en ervaring hebben. Meer dan ooit is het
van belang dat we onze belangrijkste mensen aan ons binden en hen blijven motiveren. Leren en ontwikkelen ING heeft een structurele aanpak voor managementtraining en -ontwikkeling en is ervan overtuigd dat haar programma’s de betrokkenheid van de huidige medewerkers versterken. De ING Business School (IBS) heeft het cursusaanbod in 2008 uitgebreid. Er waren 2.550 cursisten, tegenover 2.800 in 2007. De programma’s werden ook in andere regio’s aangeboden (in de VS, CentraalEuropa en Azië). In de loop van 2008 verschoof in het opleidingsprogramma voor leidinggevenden de focus naar crisismanagement. Verder biedt de IBS meer programma’s die zijn toegespitst op de zakelijke aspecten van de bedrijfsvoering. In Thailand, CentraalEuropa en binnen ING Investment Management hebben deze geleid tot nieuwe zakelijke kansen. In reactie op de veranderde marktomstandigheden vond er een sterke verschuiving plaats van leerprogramma’s voor ‘managing for value’ naar cursussen over procesmanagement. Wereldwijde versterking van HR HR streeft ernaar haar waarde voor het bedrijf en de kwaliteit van haar dienstverlening te verhogen. In 2008 werd het organisatiemodel aangepast. Dit model kent nu twee pijlers: meer contact met de divisies en meer transparantie bij internationale projecten. Er werd een forum ingesteld waarin HR is vertegenwoordigd via 20 sleutelfunctionarissen uit de divisies. Het forum is betrokken bij de beleidsontwikkeling en zal het contact met de divisies bij de ontwikkeling van de HR-strategie intensiveren. Daarnaast zijn er twee nieuwe stuurgroepen met vertegenwoordigers van het ingestelde HR-forum en de Expert-centers van HR ING Groep, ter ondersteuning van wereldwijde HR-projecten op gebieden als automatisering, talentontwikkeling en prestatiebeloning. Omgaan met een veranderende omgeving Ook in 2009 zal ING te maken krijgen met de effecten van onvoorspelbare marktontwikkelingen. Begin 2009 maakte ING bekend dat het dit jaar de kosten met EUR 1 miljard moet terugdringen. Hiervan wordt 35% gerealiseerd door een inkrimping van het personeelsbestand met ongeveer 7.000 fulltime arbeidsplaatsen, van wie 2.800 medewerkers binnen het bankbedrijf en 4.200 binnen het verzekeringsbedrijf. ING zal er alles aan doen om haar medewerkers met respect te behandelen en te ondersteunen. Gezien de huidige zorg in de samenleving dat beloningsregelingen mogelijk hebben bijgedragen aan het ontstaan van de financiële crisis en conform de overeenkomst met de Nederlandse Staat, zal de Raad van Commissarissen van ING het beloningsbeleid van de Raad van Bestuur en het hogere management herzien. Zie ook het Remuneratierapport. CONCLUSIES EN AMBITIES HR richt zich wereldwijd op het ondersteunen van ING’s bedrijfsdoelstellingen. Daarbij staat de betrokkenheid van medewerkers hoog op de agenda. HR blijft zich inzetten voor mensgericht leiderschap, omdat het succes van ons bedrijf afhankelijk is van de inzet van medewerkers. Ook neemt HR haar verantwoordelijkheid om de onderneming wereldwijd te ondersteunen bij de nieuwe prioriteiten als gevolg van de uitdagende marktomstandigheden.
ING Groep Jaarverslag 2008
49
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Verantwoord ondernemen Duurzaamheid als ondersteuning van langetermijnprioriteiten Kernpunten > Ondertekening VN-principes voor verantwoord beleggen > Wereldwijd initiatieven voor financiële educatie > Duizenden kinderen naar school dankzij Chances for Children > Hogere scores voor verantwoord ondernemen in onafhankelijke indices
De huidige financiële crisis heeft het vertrouwen in onze sector beschadigd. Wij zijn van mening dat verantwoord gedrag cruciaal is voor het verdienen en behouden van het vertrouwen van onze stakeholders. Duidelijkheid over financiële kracht, bedrijfsmodellen en producten is essentieel, evenals een duidelijke focus op onze klanten en een transparante werkwijze. Dit geldt ook voor de verantwoordelijkheden tegenover onze medewerkers en de plicht om greep te houden op de invloed van onze bedrijfsactiviteiten op de maatschappij en het milieu. DUIDELIJKE STRATEGIE Verantwoord ondernemen is een integraal onderdeel van onze activiteiten en is gebaseerd op onze gedragscode, de ING Business Principles. Deze Principles zijn onze richtlijn bij zaken zoals milieu en mensenrechten, en bij onze verantwoordelijkheden tegenover onze stakeholders. Voor ons vormen ze het fundament voor het vertrouwen dat klanten, werknemers, beleggers en zakenpartners in ING stellen. ING wil graag op een positieve en verantwoorde manier deel uitmaken van de samenleving. Wij hebben een visie op ethische, sociale en milieuonderwerpen die is uitgewerkt in een duidelijk beleid. Dat beleid passen we overal ter wereld en onder alle marktomstandigheden toe. We volgen continu hoe stakeholders over ING denken, welke onderwerpen zij belangrijk vinden en wat we kunnen doen om aan hun verwachtingen tegemoet te komen. Een open dialoog met stakeholders helpt ons om te zien welke kwesties en zorgen onder hen leven, zodat we waar nodig ons beleid kunnen aanpassen. Onze strategie voor verantwoord ondernemen is gebaseerd op de belangrijkste aandachtsgebieden en zijn onderverdeeld in zes hoofdpijlers. Dit stelt ons in staat om onze aandacht te richten op het meten en het continu verbeteren van onze prestaties. Wij geloven dat het integreren van duurzaamheidsvraagstukken in onze strategie essentieel is om verantwoord te ondernemen. Het draagt bij aan ons succes doordat we er vertrouwen mee verdienen en vasthouden. Daardoor zijn wij in staat om getalenteerde werknemers aan te nemen en te behouden, om onze goede relatie met onze stakeholders voort te zetten, om nieuwe kansen aan te grijpen en om risico’s te beheersen. De zes hoofdpijlers van verantwoord ondernemen door ING Wij lenen en beleggen verantwoord Wij bieden duurzame producten en diensten aan Wij zijn toegankelijk en begrijpelijk Wij zijn actief in de samenleving Wij houden rekening met het milieu Wij betrekken onze medewerkers bij duurzaamheid
Verantwoord lenen en beleggen Bij verantwoord ondernemen gaat het niet alleen om het halen van doelstellingen. Soms betekent het dat we op basis van onze richtlijnen moeten afzien van een bepaalde activiteit of transactie. We vermijden zakelijke transacties die niet in overeenstemming zijn met onze visie op duurzaamheid. Bij ethische keuzes houden we rekening met de verwachtingen die onze klanten, werknemers, aandeelhouders en de samenleving van ons hebben. Dit heeft geleid tot een beleid om clusterbommen of landmijnen niet te
ING Groep Jaarverslag 2008
50
financieren en om ook geen projecten te financieren in landen als Myanmar (Birma) of Soedan. In 2008 hebben we verscheidene stakeholders actief naar hun mening gevraagd, niet alleen om ons zelf een spiegel voor te houden over onze eigen werkwijze, maar ook om ideeën en kennis uit te wisselen. De belangrijkste onderwerpen die aan de orde kwamen, waren klimaatverandering, controversiële wapens en mensenrechten. Bij al haar activiteiten streeft ING naar de hoogst mogelijke ethische normen. Zo ondertekende ING Investment Management bijvoorbeeld de VN-principes voor verantwoord ondernemen, de zogenoemde PRI (UN Principles for Responsible Investment). De PRI, in 2006 geïnitieerd door de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, is een verzameling best practices voor verantwoord vermogensbeheer. De PRI zijn opgesteld in samenspraak met de UN Global Compact en het Finance Initiative van het UN Environmental Programme; ING is van beide lid. Deze principes zijn opgesteld om investeerders een middel te bieden om milieu-, sociale en bestuurlijke aspecten mee te wegen bij investeringsbeslissingen en bij hun rol als aandeelhouder. Wholesale Banking hanteert voor projectfinanciering sinds 2003 de Equator Principles. Dit zijn standaardrichtlijnen voor financiële instellingen om ervoor te zorgen dat sociale en milieurisico’s een essentieel onderdeel vormen van de totale risicoanalyse van gefinancierde projecten. Duurzame producten Ons streven is te voldoen aan de groeiende vraag van klanten naar producten en diensten die milieuvriendelijk en maatschappelijk verantwoord en bovendien winstgevend zijn. In dat kader brengt ING verschillende fondsen en producten op de markt. Voorbeelden zijn duurzame beleggingsfondsen, inclusief de zogenaamde thematische fondsen, die klanten de mogelijkheid bieden om te investeren in bijvoorbeeld water, duurzame energie en microfinanciering. Onder de duurzame producten van ING vallen ook groene financieringen en leningen, en de energiezuinige auto’s van ING Car Lease voor klanten. In 2008 bedroeg het duurzaam beheerd vermogen EUR 2.295 miljoen. Begrijpelijke financiële diensten en onderwijs Om onze klanten te helpen bij het regelen van hun financiële toekomst is het nu meer dan ooit van belang dat we toegankelijk, begrijpelijk en transparant zijn, en dat we professioneel advies leveren. Dat alles geldt temeer omdat het aanbod en de complexiteit van financiële producten enorm is toegenomen. Wij hechten veel belang aan toegankelijkheid, vermindering van de complexiteit en duidelijke en transparante informatie aangezien wij onze klanten eerlijk willen behandelen wanneer wij trachten om hun wensen te vervullen. Wij denken dat wij klanten in staat kunnen stellen met meer vertrouwen en kennis van zaken de juiste financiële beslissingen te nemen door hen beter te informeren en te onderrichten. Naar onze overtuiging is financiële educatie onderdeel van adequate consumentenbescherming en daarmee van onze verantwoordelijkheid om onze klanten eerlijk te behandelen. Bovendien kan onderwijs alleen maar effectief zijn als er rekening gehouden wordt met het belang van de consument. Daarom hebben wij educatieve programma’s ontwikkeld die inspelen
op de producten en diensten die klanten tijdens verschillende levensfases nodig hebben, zoals het kopen van een huis of het regelen van een pensioen. Wij leggen de nadruk op het belang van financieel onderwijs voor de jeugd, omdat we het belangrijk vinden dat zij al vroeg verantwoorde financiële gewoontes ontwikkelen. De afgelopen jaren hebben we op dit gebied wereldwijd initiatieven genomen. Zo startte ING Vysya Bank in India met de portal www.kidzzbank. com om kinderen op een speelse manier te onderwijzen in de begrippen geld en spaargeld. In Peru werkt ING samen met de Aflatoun-organisatie en het Peruaanse ministerie van onderwijs om de financiële kennis van Peruaanse kinderen te vergroten. De ING Foundation in de Verenigde Staten is samen met de liefdadigheidsinstelling Girls Inc. een baanbrekend initiatief gestart voor middelbare schoolmeisjes. Doel van dit programma is meisjes te leren hoe ze verantwoord kunnen beleggen. ING heeft ook onderwijsmiddelen ontwikkeld voor bestaande en potentiële klanten. Een voorbeeld is het online-onderwijspakket L-earn van ING Australië. L-earn bestrijkt de belangrijkste beleggingsthema’s en is nuttig voor iedereen ongeacht leeftijd, risicobereidheid, vermogensomvang of beleggingservaring en kennis. Betrokkenheid bij de samenleving ING is van mening dat zij een verantwoordelijkheid heeft om een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij door het doen van donaties en het sponsoren van projecten, met name op het gebied van onderwijs. Via ING Chances for Children, ons belangrijkste wereldwijde charitatieve programma, en in samenwerking met UNICEF geven wij kinderen via scholing een reële kans op een betere toekomst. Onze medewerkers zijn de pijlers onder het succes van dat programma; zij doneren geld (dat door ING wordt verdubbeld) of verrichten vrijwilligerswerk. Dankzij dit programma hebben wij in 2008 duizenden kinderen toegang tot basisonderwijs kunnen geven. Op 20 november 2008, door de VN uitgeroepen als jaarlijkse Dag van de Rechten van het Kind, hield ING Chances for Children haar eerste wereldwijde liefdadigheidsevenement: de ING Global Challenge. Medewerkers uit 29 landen zetten zich ruim 29.000 uur vrijwillig in, haalden EUR 986.400 op en promootten het belang van de ondersteuning van onderwijs in hun gemeenschap. Kunst, cultuur en sport ING vindt dat zij ook op het gebied van kunst, cultuur en sport een bijdrage aan de maatschappij moet leveren. Onze culturele sponsoring richt zich op muziek, beeldende kunst en design. In Nederland is ING bijvoorbeeld de hoofdsponsor van het Koninklijk Concertgebouworkest, het Rijksmuseum en het Zuiderzeemuseum. In 2008 werd een denktank in het leven geroepen voor een innovatieve aanpak van diverse bedrijfsvraagstukken. Deze denktank bestaat uit jonge getalenteerde ontwerpers die, samen met ING-medewerkers, innovatieve, creatieve en nuttige oplossingen hebben bedacht. Op sportgebied sponsort ING voetbal en het ING Renault F1-team. Verder was ING verschillende jaren de hoofdsponsor van de ING New York City-marathon. ING-bedrijfsonderdelen ondersteunen initiatieven in hun eigen gemeenschap, zoals Natuurmonumenten in Nederland.
ING Groep Jaarverslag 2008
51
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur Verantwoord ondernemen (vervolg)
Invloed op het milieu ING huldigt het standpunt dat gezonde economische groei en zorg voor het milieu hand in hand kunnen en moeten gaan. Milieubescherming is een wezenlijk onderdeel van onze betrokkenheid om onze activiteiten verantwoord uit te voeren. In 2005 gaf ING een wereldwijde milieuverklaring uit waarin wij aangaven op drie specifieke terreinen te willen inzetten: het reduceren van energieverbruik, zakenreizen en papierverbruik Deze drie terreinen zijn goed voor ongeveer 99% van onze directe belasting van het milieu. Verder was ING al in 2007 als een van de eerste grote Nederlandse financiële instellingen 100% klimaatneutraal. Door een lager energieverbruik, het benutten van groene energie en het investeren in duurzame energie hebben we onze netto CO2-uitstoot tot nul teruggebracht. ING heeft sectorspecifiek beleid ontwikkeld om de indirecte invloed van menselijk gedrag op het milieu te voorkomen of beperken. Door onze financieringsactiviteiten zouden we bijvoorbeeld indirect betrokken kunnen raken bij activiteiten die schadelijk zijn voor het milieu. Dit betreft hoofdzakelijk de financiering van olie-, gas-, mijnbouw-, bosbouw-, papieren landbouwsectoren. Als de prestaties wat betreft milieu en maatschappij redelijk zijn maar verbetering behoeven, dan wordt voor de transactie een voorwaardelijk advies afgegeven. Is een transactie niet in lijn met ons beleid terzake, dan trekt ING zich terug. Medewerkersbetrokkenheid Onze medewerkers zijn de sleutel tot het succes van ons bedrijf. De ING Business Principles liggen ten grondslag aan hun gedrag en dienen als leidraad voor hun opstelling tegenover klanten en onder elkaar. Ook in 2008 hebben wij ons sterk gericht op het verankeren van verantwoord gedrag in de dagelijkse activiteiten van onze medewerkers. Daarom is verantwoord ondernemen in 2008 een nog belangrijker onderdeel geworden van de opleidingsprogramma’s voor het personeel en kader. Wij maken onze medewerkers ook bewust van het belang van duurzaamheid via de ontwikkelingsprogramma’s in de gemeenschap, zoals ING Chances for Children en initiatieven ter bevordering van een schoner milieu. In de afgelopen twee jaar zijn milieuonderwerpen zoals klimaatverandering, ontbossing en de bescherming van bedreigde diersoorten voor onze medewerkers steeds belangrijker geworden. Het ‘Orange Goes Green’-programma speelde op deze ontwikkeling in. Dit programma geeft onze medewerkers wereldwijd de gelegenheid om lokale initiatieven te starten en mee te werken aan het behoud en het bevorderen van een schoner milieu. Als onderdeel van de ‘Orange Goes Green’-campagne hebben in 2008 ING-vrijwilligers in acht landen bomen geplant. CONCLUSIES EN AMBITIES ING blijft zich richten op de belangrijkste strategische prioriteiten, met als basis onze Business Principles en de dialoog met onze stakeholders. Wij geloven dat financieel onderwijs steeds belangrijker zal worden. Bovendien blijven we op basis van onze ‘Key Performance Indicators’ onze prestaties op het gebied van duurzaamheid controleren, volgen en verbeteren. We geloven dat al deze initiatieven bijdragen aan het vertrouwen van onze klanten en beleggers in ING.
ING Groep Jaarverslag 2008
52
PRESTATIEMETING ING heeft tien ‘Key Performance Indicators’ (KPI’s) opgesteld voor haar verslaggeving over verantwoord ondernemen. Deze KPI’s zijn rechtstreeks afgeleid van de MVO-strategie en worden binnen ING gebruikt voor het meten van prestaties op het gebied van verantwoord ondernemen. Key Performance Indicators (1)
Equator Principles Aantal beoordeelde projecten Duurzaam beheerd vermogen (in miljoenen euro’s) Klanttevredenheidsindex (3) Economische waarde (in miljoenen euro’s) Balanstotaal Kapitaal en reserves Totale baten Resultaat voor belastingen Nettoresultaat Personeelslasten: salarissen Personeelslasten: overig Betrokkenheid medewerkers (4) Diversiteit % vrouwelijke leden van de internationale Management Council ING Chances for Children Aantal kinderen met toegang tot onderwijs Groene energie KWH (x 1000) aan elektriciteit, ingekocht door ING en betrokken uit duurzame bronnen Dow Jones Sustainability-index FTSE4Good
Ultimo 2008
Ultimo 2007
135
85
2.295 69,6%
2.763 (2) 71,2%
1.331.663 17.334 66.291 –1.487 –729 5.885 2.879 83%
1.312.510 37.208 76.587 11.043 9.241 5.696 2.565 77%
11,8%
10,2%
111.409
124.634
344.448 71
259.780 62
Opgenomen
Opgenomen
Accountantskantoor Ernst & Young heeft de betrouwbaarheid van de KPI’s gecontroleerd. Zie het Corporate Responsibility Performance Report 2008 voor meer gedetailleerde informatie. (3) Tevredenheidscores zijn gebaseerd op de American Customer Satisfaction Index (ACSI)-methode, aangepast voor de financiële dienstverleningssector en gebaseerd op een combinatie van vragen die te maken hebben met algehele (klant)tevredenheid en de ideale dienstverlener. Deze score is niet-marktgewogen. (4) De index voor de betrokkenheid van medewerkers is het percentage ING-medewerkers dat heeft aangegeven er trots op te zijn bij ING te werken. Het onderzoek is uitgevoerd door Kenexa (april 2008). (1)
(2)
Ga naar www.ing.com/cr voor meer informatie op het gebied van verantwoord ondernemen.
AMSTERDAM, 16 MAART 2009 DE RAAD VAN BESTUUR
1.3 Onze Governance
Bericht van de Raad van Commissarissen In 2008 hebben de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur zowel reguliere als additionele vergaderingen belegd. Er werden veel belangrijke kwesties besproken, waarbij de strategie en de financiële crisis hoog op de agenda stonden als gevolg van de buitengewone omstandigheden. De commissies van de Raad van Commissarissen bespraken een reeks onderwerpen waarover zij de Raad van Commissarissen hebben geadviseerd, zoals de kwartaalresultaten, de financiële crisis, de offerte van de externe accountants, IT, corporate governance en het personeelsbeleid.
ALGEMEEN De Raad van Commissarissen vergaderde in 2008 13 keer, waarvan 6 vergaderingen waren ingeroosterd. Tijdens de ingelaste vergaderingen werd voornamelijk gesproken over het verloop van de crisis op de financiële markten en de gevolgen daarvan voor ING. De unieke, ongekende marktsituatie vereiste een intensieve interactie tussen de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur ter ondersteuning van de door het management geïnitieerde acties om de crisis het hoofd te bieden. De opkomst bij de reguliere vergaderingen was groot: slechts drie commissarissen waren één keer afwezig. Als gevolg van het feit dat er bij de ad-hocvergaderingen een zeer korte oproeptijd in acht werd genomen, was de opkomst bij deze vergaderingen iets lager: gemiddeld was zo’n 75% van de leden van de Raad van Commissarissen aanwezig. De Audit Commissie vergaderde zes keer, de Remuneratie- en Nominatiecommissie vijf keer en de Corporate Governance Commissie twee keer. Eén lid van de Audit Commissie was één keer bij vergaderingen van de Audit Commissie afwezig. Drie leden waren één keer niet aanwezig bij vergaderingen van de Remuneratie- en Nominatiecommissie en de Corporate Governance Commissie. Vergaderingen Raad van Commissarissen Terwijl in het eerste halfjaar de uitvoering van de strategie nog een belangrijk onderwerp was, werd de agenda van de vergaderingen van de Raad van Commissarissen in de tweede helft van 2008 gedomineerd door de gevolgen van de financiële crisis voor ING. Het jaar 2008 begon met een Kennisdag van de Raad van Commissarissen in januari, een hele dag van presentaties en discussies over diverse belangrijke ING-onderwerpen. De leden van de Raad van Commissarissen bespraken de strategie van ING Direct voor de toekomst en er werd een uitgebreide presentatie gegeven over de zakelijke kansen in Azië. Tijdens de Kennisdag werd tevens aandacht geschonken aan de marktont wikkelingen als gevolg van de financiële crisis en het liquiditeitsbeheer bij ING. Zoals elk jaar heeft de Raad van Commissarissen in januari ook een volledige dag vergaderd over de strategie en het middellangetermijnplan (MTP) van ING inclusief de daaraan gerelateerde risico’s. In het MTP staan plannen van de divisies en de financiële doelstellingen voor elk van hen, alsmede die voor de Groep als geheel. De Raad van Commissarissen heeft het MTP en de strategische richting van ING besproken en goedgekeurd. Tijdens deze vergadering is ook het commentaar van beleggers op ING over 2007 besproken. In februari 2008 werden de jaarcijfers over 2007 besproken, inclusief de bijbehorende rapporten van de interne en externe accountants en de beoordeling door de Raad van Bestuur aangaande de toereikendheid en effectiviteit van het risicobeheer en de controlesystemen van ING, alsmede de aanzienlijke veranderingen die hierin zijn doorgevoerd. Tijdens deze vergadering is tevens de conceptagenda van de Algemene Vergadering alsmede het voorgestelde slotdividend over 2007 besproken en goedgekeurd. In mei, augustus en november werden de respectieve kwartaalcijfers besproken. De resultaten over de eerste twee kwartalen waren lager dan die over dezelfde periode in 2007, maar de directe gevolgen van de crisis op de financiële markten voor ING waren echter nog steeds beperkt.
ING Groep Jaarverslag 2008
53
1.3 Onze Governance Bericht van de Raad van Commissarissen (vervolg)
Aan het eind van het derde kwartaal, na de val van Lehman Brothers, verslechterde de situatie op de financiële markten fors. Diverse financiële instellingen, waaronder Fortis, kwamen in nood. Na zorgvuldige overweging met de Raad van Commissarissen heeft ING besloten geen bod te doen om ABN Amro Nederland van Fortis over te nemen. Nadat de Nederlandse regering de faciliteit ter beschikking had gesteld om financiële instellingen die structureel gezond en levensvatbaar zijn een kapitaalinjectie te geven, heeft de Raad van Commissarissen de afspraak met de Nederlandse regering om de kapitaalpositie van ING eind oktober met EUR 10 miljard te versterken goedgekeurd, waardoor er een sterke buffer werd gecreëerd om de moeilijkheden die op de financiële markt en in het economische klimaat waren ontstaan het hoofd te bieden. In verband met deze transactie heeft de Nederlandse Staat het recht gekregen om twee kandidaten aan te bevelen als lid van de Raad van Commissarissen. De Nederlandse regering heeft bekendgemaakt dat zij de volgende kandidaten aanbeveelt voor benoeming als lid van de Raad van Commissarissen: Peter Elverding (reeds lid van de Raad van Commissarissen) en Lodewijk de Waal. Lodewijk de Waal is voorgedragen voor benoeming tot lid van de Raad van Commissarissen door de Algemene Vergadering in april 2009. Tot zijn benoeming zal de heer De Waal een observerende rol spelen tijdens vergaderingen van de Raad van Commissarissen. In het vierde kwartaal ondervond het winstcijfer steeds meer negatieve gevolgen van bijzondere waardeverminderingen van onder druk staande beleggingscategorieën, negatieve herwaarderingen en afschrijvingen. Dit heeft in het vierde kwartaal van 2008 voor de eerste keer geleid tot een negatief nettoresultaat. De Raad van Commissarissen heeft een aantal additionele vergaderingen belegd om de diverse maatregelen te bespreken die moesten worden genomen om de gevolgen van de financiële crisis voor de resultaten van ING zo veel mogelijk te beperken. Besloten werd, met het oog op de drastische wijziging van de verwachtingen van de internationale markten voor wat betreft kapitaalniveaus, om maatregelen te nemen om te trachten de risico’s en kosten van ING onder de uiterst moeilijke omstandigheden te beperken en de kapitaalpositie en -ratio’s te verbeteren. Eind januari 2009 heeft de Raad van Commissarissen uitgebreid gesproken over een overeenkomst tussen ING en de Nederlandse Staat (de zogenoemde Illiquid Assets Back-up faciliteit), waardoor 80% van de Alt-A-woninghypothekenportefeuille van ING werd afgedekt, en heeft deze uiteindelijk goedgekeurd. Door deze transactie nam de onzekerheid over de gevolgen voor ING van eventuele toekomstige verliezen op de portefeuille af. In verband met deze overeenkomst zullen de door de regering aanbevolen leden van de Raad van Commissarissen van ING over goedkeuringsrechten beschikken met betrekking tot de benoeming van de bestuursvoorzitter. Voorts heeft de Raad van Commissarissen diverse andere maatregelen om risico’s en kosten te beperken goedgekeurd. ING streeft ernaar de transactie met de Nederlandse Staat in het eerste kwartaal van 2009 af te ronden. Dit is evenwel afhankelijk van de goedkeuring door de verschillende toezichthouders. In februari, mei en november werd de voortgang van de integratie van ING Bank en Postbank besproken. De Raad van Commissarissen heeft uitgebreid gesproken over het tijdpad, de opheffing van Postkantoren BV, de integratie van de IT-systemen, de migratie ING Groep Jaarverslag 2008
54
van klanten naar de nieuwe bank en mogelijke gevolgen van de financiële crisis voor het project. In februari gaf de directie van Wholesale Banking een presentatie over gestructureerde financiële producten en in mei werd de Algemene Vergadering geëvalueerd. Eind mei heeft de Raad van Commissarissen een bezoek gebracht aan enkele Amerikaanse kantoren van ING. In augustus werd een strategisch kader voor de zakelijke kansen voor ING in Azië gepresenteerd en besproken, en heeft de Raad van Commissarissen goedkeuring verleend voor de terugtrekking van de ING-aandelen van de beurzen in Frankfurt, Parijs en Zwitserland. In de vergadering van november werd de jaarlijkse update van de Regeling Financiële Instrumenten ING goedgekeurd. Tijdens de reguliere interne vergaderingen van de Raad van Commissarissen werd gesproken over potentiële kandidaten voor de Raad van Commissarissen. Het lidmaatschap van de diverse commissies van de Raad van Commissarissen werd besproken in het kader van de benoeming van de heer Hommen als voorzitter van de Raad van Commissarissen per 1 januari 2008. Daarnaast is de samenstelling van de referentiegroep, op basis waarvan de beloning van de Raad van Bestuur plaatsvindt, herzien evenals de beloningsvoorstellen voor de leden van de Raad van Bestuur. Tijdens de interne vergadering van de Raad van Commissarissen in november werd het functioneren van de Raad van Commissarissen, zijn commissies en de individuele leden besproken alsmede de conclusies die daaruit konden worden getrokken. Dit werd gedaan in het licht van het profiel en de samenstelling van de Raad van Commissarissen. Daarnaast werden het functioneren van de Raad van Bestuur en de prestaties van de individuele leden van de Raad van Bestuur besproken. Vergaderingen Audit Commissie In 2008 heeft de Audit Commissie vijf keer vergaderd om de jaar- en kwartaalresultaten en de jaarresultaten op basis van de Amerikaanse waarderingsgrondslagen te bespreken. In twee additionele vergaderingen werd bekeken wat de gevolgen van de financiële crisis voor ING waren. Andere belangrijke onderwerpen in 2008 waren de evaluatie van de overname van de TMB Bank, variabele lijfrenteproducten en IT. Ook werd tijdens deze vergaderingen gesproken over risico, governance, kapitaalbeheer en kwesties op het gebied van regelgeving. De volatiliteit van de resultaten in Japan kwam tijdens vergaderingen van de Audit Commissie veelvuldig aan de orde. Vergaderingen Remuneratie- en Nominatiecommissie In januari 2008 zijn vier kandidaten voorgedragen voor benoeming in de Raad van Commissarissen tijdens de Algemene Vergadering van 2008. De Remuneratie- en Nominatiecommissie besprak tevens de toekomstige samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn commissies. In februari 2008 werden de prestaties over 2007 van de leden van de Raad van Bestuur besproken aan de hand van de prestatiecriteria voor de Groeps- en de individuele doelstellingen. Ook werd de beloningsstructuur van de Raad van Bestuur over 2008 besproken, alsmede de aanpassing van de referentiegroep voor beloningen en prestaties in een uit 14 financiële instellingen bestaande Europese referentiegroep voor de financiële sector. In een extra vergadering werd de opvolging van de CFO besproken evenals het voorstel om de Remuneratie- en Nominatiecommissie in twee afzonderlijke commissies op te splitsen in navolging van de code-Tabaksblat.
Vergaderingen Corporate Governance Commissie In de Corporate Governance Commissie is de agenda voor de Algemene Vergadering van 2008 besproken, waarin de benoeming van Ernst & Young als de accountant voor ING Groep, ING Bank en ING Verzekeringen was opgenomen. De Commissie besprak de positie van de Stichting ING Aandelen.
in april 2009 te benoemen tot voorzitter van de Raad van Commissarissen, als opvolger van Jan Hommen. Met het oog op deze benoeming heeft de Nederlandse Staat Tineke Bahlmann aanbevolen als lid van de Raad van Commissarissen. Na de Algemene Vergadering van 2009 zullen Eric Bourdais de Charbonnière en Wim Kok aftreden als lid van de Raad van Commissarissen.
SAMENSTELLING VAN DE RAAD VAN BESTUUR De Algemene Vergadering 2008 herbenoemde Eric Boyer de la Giroday en Eli Leenaars voor een nieuwe termijn van vier jaar. CFO John Hele heeft zijn vertrek per 31 maart 2009 als lid van de Raad van Bestuur aangekondigd in verband met familieomstandigheden. Op 26 januari 2009 is Michel Tilmant met onmiddellijke ingang teruggetreden uit de Raad van Bestuur. Tot aan zijn vertrek bij ING per 1 augustus 2009 zal hij als adviseur aan de onderneming verbonden zijn. De Raad van Commissarissen heeft besloten Jan Hommen bij zijn benoeming als lid van de Raad van Bestuur door de Algemene Vergadering in april 2009 als bestuursvoorzitter van ING Groep aan te stellen. Eric Boyer, die sinds 2004 lid van de Raad van Bestuur is, zal waarnemend bestuursvoorzitter zijn totdat Jan Hommen zijn functie na de Algemene Vergadering formeel kan overnemen. Tijdens die vergadering zal Patrick Flynn worden voorgedragen als opvolger van John Hele als CFO van ING Groep. Verdere gegevens over de leden van de Raad van Bestuur treft u aan op pagina 62-63.
Aftreden Wim Kok Wim Kok werd in 2003 benoemd als lid van de Raad van Commissarissen. Hij heeft een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de Audit Commissie en in 2008 werd hij gevraagd nog een jaar aan te blijven om Jan Hommen op te volgen als voorzitter van de Audit Commissie.
Aftreden Eric Bourdais de Charbonnière Eric Bourdais de Charbonnière kwam in 2004 in de Raad van Commissarissen. In februari 2005 werd hij vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen. Door zijn inspirerende visie in combinatie met zijn enorme internationale ervaring was zijn inbreng in de vergadering zeer waardevol. Wij zijn hem zeer dankbaar voor zijn bijdrage door de jaren heen.
SAMENSTELLING VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Cor Herkströter is per 1 januari 2008 afgetreden als lid en voorzitter van de Raad van Commissarissen. Jan Hommen is hem opgevolgd als voorzitter van de Raad van Commissarissen en Wim Kok is Jan Hommen opgevolgd als voorzitter van de Audit Commissie, beiden op 1 januari 2008. Om deze reden is Wim Kok in 2008 niet afgetreden. Nadat zij een jaar langer is aangebleven, is Luella Gross Goldberg na de Algemene Vergadering in 2008 afgetreden. In de Algemene Vergadering 2008 zijn Harish Manwani, Aman Mehta, Joan Spero en Jackson Tai benoemd tot nieuwe leden van de Raad van Commissarissen. Jan Hommen is Cor Herkströter opgevolgd als voorzitter van de Remuneratie- en Nominatiecommissie en de Corporate Governance Commissie. Harish Manwani en Aman Mehta zijn lid geworden van de Corporate Governance Commissie. Joan Spero werd lid van de Remuneratieen Nominatiecommissie. Jackson Tai werd, samen met Piet Hoogendoorn, lid van de Audit Commissie. Claus Hoffmann heeft het lidmaatschap van de Audit Commissie neergelegd en is toegetreden tot de Corporate Governance Commissie. Lodewijk de Waal heeft vanaf november 2008 als waarnemer deelgenomen in de Remuneratie- en Nominatiecommissie en de Corporate Governance Commissie. Na de beoogde benoeming van Jan Hommen als bestuursvoorzitter van ING Groep heeft de Raad van Commissarissen besloten Peter Elverding na afloop van de Algemene Vergadering
Door zijn achtergrond heeft Wim Kok een goed inzicht in de Nederlandse politiek. Hij is ook van grote waarde geweest voor de discussies over nationale en internationale financiële kwesties. De leden van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur hechtten grote waarde aan zijn mening in het besluitvormingsproces en danken hem van harte voor zijn grote persoonlijke bijdrage. De Raad van Commissarissen heeft drie kandidaten voorgedragen voor benoeming: Tineke Bahlmann, Jeroen van der Veer en Lodewijk de Waal. Deze voorgenomen benoemingen zijn goedgekeurd door De Nederlandsche Bank. Gegevens over de leden van de Raad van Commissarissen en de voorgedragen leden staan op pagina 66-67. Momenteel kan slechts één lid van de Raad van Commissarissen (Piet Hoogendoorn) worden aangemerkt als ‘niet-onafhankelijk’ zoals gedefinieerd in bestpracticebepaling III.2.1 van de Nederlandse Corporate Governance Code. De heer Hoogendoorn wordt niet als onafhankelijk beschouwd gezien zijn positie bij Deloitte Touche Tohmatsu tot 1 juni 2007 en de belangrijke relatie van dit bedrijf met ING. JAARREKENING EN DIVIDEND De Raad van Bestuur heeft de jaarrekening opgesteld en deze met de Raad van Commissarissen besproken. De jaarrekening zal als onderdeel van het jaarverslag ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering 2009. Het interim-dividend over 2008 bedroeg EUR 0,74 per (certificaat van een) gewoon aandeel en is in augustus 2008 uitgekeerd. ING heeft aangekondigd dat er in mei 2009 geen slotdividend over 2008 zal worden uitgekeerd. WAARDERING VOOR RAAD VAN BESTUUR EN PERSONEEL De Raad van Commissarissen dankt de leden van de Raad van Bestuur voor het zeer harde werk dat zij in de uiterst moeilijke omstandigheden op de financiële markten hebben verricht. De Raad van Commissarissen wil ook graag zijn waardering uitspreken voor de 125.000 medewerkers van ING die zich allen hebben ingezet voor de belangen van de klanten, de aandeelhouders en overige stakeholders van ING. ADDITIONELE INFORMATIE Voor meer informatie, zie het hoofdstuk Corporate Governance (pagina 56-68) en het Remuneratierapport (pagina 75-84), die geacht worden hier te zijn ingelast. AMSTERDAM, 16 MAART 2009 DE RAAD VAN COMMISSARISSEN ING Groep Jaarverslag 2008
55
1.3 Onze Governance
Corporate governance Dit hoofdstuk beschrijft de wijze waarop de Nederlandse Corporate Governance Code (‘code-Tabaksblat’) door ING Groep N.V. (‘ING Groep’) wordt toegepast en geeft informatie over kapitaal en zeggenschap, de Raad van Bestuur, de Raad van Commissarissen en de externe accountants. Het hoofdstuk dient tevens als verklaring inzake corporate governance als bedoeld in artikel 46a in Richtlijn nr. 78/660/EEG.
RECENTE ONTWIKKELINGEN Wet- en regelgeving In december 2008 publiceerde de Monitoring Commissie Corporate Governance Code (‘commissie-Frijns’) een aangepaste versie van de Nederlandse Corporate Governance Code (‘code-Tabaksblat’ of ‘Code’) die in juni 2008 al ter consultatie aan partijen was voorgelegd. De herziene Code trad op 1 januari 2009 in werking. ING Groep bestudeert momenteel de herziene Code om te zien in hoeverre deze kan worden geïmplementeerd. Zoals aanbevolen door de commissie-Frijns zal de invoering van de herziene Code als een afzonderlijk agendapunt worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering in 2010. In 2008 is een aantal wetsvoorstellen ingediend ter implementatie van van de EU afkomstige voorschriften inzake openbaarmaking door en transparantie van beursgenoteerde ondernemingen. Deze wijzigingen hebben met name betrekking op de jaarlijkse en tussentijdse financiële verslaggeving, een verplichte verklaring inzake corporate governance in het jaarverslag en – voor organisaties van openbaar belang – de verplichte invoering van een audit commissie. Dochtermaatschappijen van een organisatie van openbaar belang die zelf voldoet aan de eisen waaraan de verplichte audit commissie moet voldoen, zijn vrijgesteld. ING Groep, ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. hebben een audit commissie; de overige dochtermaatschappijen van ING Groep in Nederland maken gebruik van de vrijstelling. Als gevolg van EU-wetgeving zijn ook de regels voor de instandhouding en wijziging van het kapitaal van naamloze vennootschappen gewijzigd. Dit heeft onder andere geleid tot de mogelijkheid van uitgifte van aandelen tegen inbrenging in natura, inkoop van eigen aandelen en het verlenen van financiële ondersteuning door de vennootschap voor de verwerving door derden van aandelen in haar kapitaal. In november 2008 werd bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend voor de uitvoering van de Europese richtlijn aandeelhoudersrechten. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om de logistiek in de aanloop naar een algemene vergadering, zoals het openbaarmaken en verspreiden van de vergaderstukken, het toepassen van een registratiedatum, het indienen van voorstellen door aandeelhouders en het stellen van vragen. In november 2008 werd na een consultatieronde ook een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend inzake de invoering van een monistisch of one-tier bestuursmodel in het Nederlandse vennootschapsrecht. Het voorstel zorgt voor verduidelijking van de regels inzake de taakverdeling binnen een raad van bestuur. Verder omvat het een herziene versie van de regels inzake tegenstrijdig belang en leidt het tot afschaffing van de wettelijk vereiste tweede kandidaat bij een bindende voordracht, zoals aanbevolen door de commissie-Tabaksblat in 2003. Ten slotte is de term ‘algemene vergadering van aandeelhouders’ in het Nederlands Burgerlijk Wetboek als gevolg van een wetswijziging veranderd in ‘algemene vergadering’. ING Groep is vooralsnog niet voornemens de statuten te wijzigen om deze nieuwe term op te nemen. In dit jaarverslag wordt de nieuwe term wel gebruikt.
ING Groep Jaarverslag 2008
56
Transacties met de Staat der Nederlanden Op 12 november 2008 gaf ING Groep één miljard kernkapitaaleffecten (‘Effecten’) uit aan de Staat der Nederlanden (de ‘Staat’) tegen betaling van EUR 10 per Effect. Dit leidde tot een versterking van het kern-tier 1-kapitaal van ING Groep met EUR 10 miljard. De Effecten vormen geen onderdeel van het aandelenkapitaal van ING Groep en hebben derhalve geen stemrecht in de Algemene Vergadering. De aan deze Effecten verbonden financiële rechten staan beschreven op pagina 127 van de Jaarrekening. Op 26 januari 2009 bereikten ING Groep en de Staat overeenstemming over een zogenoemde Illiquid Assets Back-up Facility (‘Steunfaciliteit’) waarmee 80% van de Alt-A-woninghypothekenportefeuille van ING is afgedekt. Op 30 januari 2009 kondigde dochtermaatschappij ING Bank N.V. de plaatsing aan van USD 6 miljard aan door de Staat gegarandeerde obligaties (‘Obligaties’), met een looptijd van drie jaar die onder de Nederlandse kredietgarantieregeling vallen. In verband met deze transacties zijn met de Staat bepaalde regelingen getroffen ten aanzien van corporate governance en de beloning van bestuursleden. Die regelingen blijven van kracht zo lang de Staat ten minste 250 miljoen Effecten bezit, de Steunfaciliteit doorloopt of de Obligaties uitstaan. Het gaat om de volgende regelingen: t De Nederlandse Staat mag twee kandidaten aanbevelen als lid van de Raad van Commissarissen (‘overheidscommissarissen’). Bepaalde besluiten van de Raad van Commissarissen vereisen de goedkeuring van de Overheidscommissarisssen (zie hierna bij ‘Raad van Commissarissen’ voor verdere specificatie). t ING Groep zal een duurzaam beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur en topmanagers ontwikkelen dat aansluit bij nieuwe internationale normen en zal dit beleid te zijner tijd ter goedkeuring voorleggen aan de Algemene Vergadering. Het nieuwe beloningsbeleid omvat prestatiebeloning, gericht op waardecreatie op lange termijn, die rekening houdt met risico’s en de mogelijkheid van ‘beloning voor falen’ beperkt. Verder zal het onder andere doelstellingen bevatten voor verantwoord en duurzaam ondernemen. t De leden van de Raad van Bestuur van ING zullen in 2008, 2009 en alle daaropvolgende jaren totdat het hierboven genoemde nieuwe beloningsbeleid is goedgekeurd, geen prestatiegerelateerde beloning in de vorm van contanten, opties, aandelen of certificaten van aandelen ontvangen. t Zoals aanbevolen in de code-Tabaksblat wordt de afvloeiingsvergoeding van leden van de Raad van Bestuur beperkt tot een maximum van eenmaal het vaste jaarsalaris. Meer informatie over de Overheidscommissarissen is te vinden in de paragraaf over de Raad van Commissarissen. Meer informatie over de overige regelingen is te vinden in het Remuneratierapport dat begint op pagina 75. Deelname aandeelhouders en positie Stichting ING Aandelen Zoals eerder aangekondigd, zijn de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen voornemens de positie van de Stichting ING Aandelen en de certificering van aandelen te heroverwegen zodra het aantal stemmen op gewone aandelen en certificaten van gewone aandelen, inclusief stemmen op afstand en exclusief de stemmen die tijdens de Algemene Vergadering door de Stichting ING Aandelen worden uitgebracht, gedurende drie
opeenvolgende jaren ten minste 35% is van het totale aantal stemmen dat kan worden uitgebracht. In 2006 werd 28% van het totale aantal stemmen uitgebracht; in 2007 was dat 37,6% en in 2008 ruim 38%. Als de drempel van 35% ook in 2009 weer wordt overtroffen, zullen de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen de positie van de Stichting ING Aandelen op die Algemene Vergadering bespreken. De Raad van Bestuur nodigt certificaathouders, met name institutionele beleggers, uitdrukkelijk uit hun stemrecht in de Algemene Vergadering uit te oefenen. Afschaffing preferente aandelen A en B In 2008 werden alle resterende preferente aandelen A afgeschaft. Deze aandelen werden ingetrokken ofwel na inkoop van de certificaten daarvan, ofwel werden ingetrokken met terugbetaling. Vervolgens werden de preferente aandelen A en preferente aandelen B uit de statuten van ING Groep verwijderd. Dit betekent dat alle uitstaande aandelen in het kapitaal van ING Groep stemrecht hebben dat evenredig is aan hun economische waarde, zoals aanbevolen in bestpracticebepaling IV.1.2 van de code-Tabaksblat. Afzonderlijke Remuneratiecommissie en Nominatiecommissie Met ingang van 1 januari 2009 werd de Remuneratie- en Nominatiecommissie van de Raad van Commissarissen gesplitst in twee afzonderlijke commissies: een Remuneratiecommissie en een Nominatiecommissie. Zoals aanbevolen in bestpracticebepaling III.5.11 van de code-Tabaksblat wordt het voorzitterschap van de Remuneratiecommissie niet vervuld door de voorzitter van de Raad van Commissarissen. CORPORATEGOVERNANCECODES Naleving code-Tabaksblat ING Groep neemt voor haar corporategovernancestructuur de code-Tabaksblat als uitgangspunt. De Code kan worden gedownload op de website van de commissie-Frijns (1). De corporategovernancestructuur van ING Groep, zoals beschreven in het boekje ‘De Nederlandse Corporate Governance Code – de implementatie door ING van de code-Tabaksblat voor deugdelijk ondernemingsbestuur’, is op 26 april 2005 door de Algemene Vergadering goedgekeurd. Dit betekent dat ING wordt geacht de Code volledig na te leven, ook indien zij niet alle bestpracticebepalingen van de code-Tabaksblat (volledig) zou toepassen. Het boekje is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). Voor 2008 gelden de volgende afwijkingen van de code-Tabaksblat: t (Bestpracticebepaling II.1.1): De heer M.J. Tilmant, die vóór 1 januari 2004 werd benoemd tot lid van de Raad van Bestuur, was benoemd voor onbepaalde tijd. Hij is op 26 januari 2009 teruggetreden als lid van de Raad van Bestuur. t (Bestpracticebepaling II.2.3): Leden van de Raad van Bestuur mogen aandelen die zonder financiële tegenprestatie aan hen zijn toegekend, binnen de periode van vijf jaar waarin zij die aandelen niet mogen vervreemden, verkopen om de loonbelasting over het onvoorwaardelijk geworden recht op die aandelen te betalen; dit om te voorkomen dat de ingehouden loonbelasting in de desbetreffende maand hoger is dan het brutosalaris in diezelfde maand. (1)
http://www.commissiecorporategovernance.nl/Corporate_Governance_Code
ING Groep Jaarverslag 2008
57
1.3 Onze Governance Corporate governance (vervolg)
t (Bestpracticebepalingen II.2.3, II.2.10 en II.2.11): Informatie over de prestatiecriteria voor het variabele deel van de beloning van leden van de Raad van Bestuur wordt weliswaar alleen openbaar gemaakt voor zover deze niet koers- of concurrentiegevoelig is, maar dit is niet relevant voor 2008 aangezien de leden van de Raad van Bestuur over de prestaties van 2008 geen variabele beloning ontvangen. t (Bestpracticebepalingen II.2.8, II.3.2 en II.3.3): Leden van de Raad van Bestuur mogen onder dezelfde voorwaarden als gelden voor alle andere medewerkers van ING Groep gebruikmaken van de bank- en verzekeringsdiensten die dochtermaatschappijen van ING Groep in hun gewone bedrijfsuitoefening aanbieden. Het kan hierbij gaan om diensten waarbij het aspect van kredietverlening van ondergeschikte betekenis is, zoals bij creditcards en debetstanden in rekening-courant. t Deze uitzonderingen worden toegestaan vanwege hun ondergeschikte belang. t (Bestpracticebepaling III.2.2): Indien een lid van de Raad van Commissarissen niet aan de onafhankelijkheidscriteria van de code-Tabaksblat zou voldoen, mag de Raad van Commissarissen onder bepaalde omstandigheden, zoals een familie- of arbeidsrelatie toch dat lid als onafhankelijk beschouwen. Het gaat hierbij enkel om situaties waarin de niet-onafhankelijkheid van ondergeschikt belang is. t (Bestpracticebepalingen III.2.2 en II.3.1): De wettelijk vereiste tweede kandidaat bij een bindende voordracht voor benoeming tot de Raad van Commissarissen hoeft in verband met de verwachte afschaffing van deze wettelijke eis noch aan de onafhankelijkheidscriteria van de code-Tabaksblat noch aan de profielschets voor de Raad van Commissarissen te voldoen. t (Bestpracticebepaling III.3.4): De heer J.H.M. Hommen, die tijdens de Algemene Vergadering in 2005 is benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen, heeft meer dan vijf commissariaten bij Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. De Raad van Commissarissen heeft dit goedgekeurd in verband met de voorgenomen beëindiging van zijn functie als voorzitter van de Raad van Commissarissen van TNT N.V. Met het oog op de voorgestelde benoeming tot lid van de Raad van Bestuur tijdens de Algemene Vergadering in 2009 treedt de heer Hommen uiterlijk april 2009 terug als lid van de Raad van Commissarissen van Reed Elsevier N.V. en T.N.T. N.V. Hij treedt ook terug als lid van de Raad van Commissarissen van Koninklijke FrieslandCampina N.V. (niet-beursgenoteerd). t (Bestpracticebepaling III.3.5): De Raad van Commissarissen mag in bijzondere omstandigheden afwijken van de algemene regel dat een commissaris niet meer dan twee keer opeenvolgend voor een termijn van vier jaar zitting mag worden herbenoemd. t (Bestpracticebepaling III.5.1): ING Groep had een gecombineerde Remuneratie- en Nominatiecommissie in plaats van een afzonderlijke remuneratiecommissie en een nominatiecommissie. Deze commissie is op 1 januari 2009 gesplitst in twee afzonderlijke commissies: een Nominatiecommissie en een Remuneratiecommissie. t (Bestpracticebepaling III.5.11): De Remuneratie- en Nominatiecommissie stond onder voorzitterschap van de voorzitter van de Raad van Commissarissen. Vanaf 1 januari 2009 wordt het voorzitterschap van de nieuwe afzonderlijke Remuneratiecommissie niet langer vervuld door de voorzitter van de Raad van Commissarissen. t (Bestpracticebepaling III.6.1): De Raad van Commissarissen kan bij transacties met een familielid waarbij volgens de codeTabaksblat een tegenstrijdig belang kan ontstaan, besluiten dat ING Groep Jaarverslag 2008
58
er toch geen sprake is van een belangenconflict. Dat geldt wanneer de familierelatie voortvloeit uit een inmiddels ontbonden huwelijk, zodat dan de familierelatie niet (langer) van belang is. t (Bestpracticebepalingen III.6.3 en III.6.4): Transacties met commissarissen of natuurlijke personen of rechtspersonen met minimaal 10% van de aandelen van ING Groep waarbij sprake is van tegenstrijdige belangen van materiële betekenis worden gepubliceerd in het jaarverslag, tenzij (i) dit in strijd is met de wet, (ii) publicatie niet mogelijk is vanwege het vertrouwelijke, koersgevoelige of concurrentiegevoelige karakter van de transactie en/of (iii) de informatie zo concurrentiegevoelig is dat publicatie schadelijk zou kunnen zijn voor de concurrentiepositie van ING Groep. t (Bestpracticebepaling III.7.4.): Leden van de Raad van Commissarissen mogen op in de sector gebruikelijke voorwaarden gebruikmaken van de bank- en verzekeringsdiensten die dochtermaatschappijen van ING Groep in hun gewone bedrijfsuitoefening aanbieden. Het kan hierbij gaan om diensten waarbij het aspect van kredietverlening van ondergeschikte betekenis is, zoals bij creditcards en debetstanden in rekening-courant. Deze uitzonderingen zijn gebaseerd op hun ondergeschikte belang. t (Bestpracticebepaling IV.3.8): Indien van de Algemene Vergadering een notarieel proces-verbaal wordt opgesteld, krijgen aandeelhouders niet de gelegenheid op het verslag van de vergadering te reageren, aangezien dit in strijd is met de wetgeving dienaangaande. Afwijkingen van de code-Tabaksblat door de Stichting ING Aandelen worden gerapporteerd in haar verslag (zie pagina 69). Verschillen corporategovernancepraktijken Nederland en de VS Op grond van recente voorschriften van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission is ING Groep als buitenlandse op de New York Stock Exchange (‘NYSE’) genoteerde onderneming verplicht in het jaarverslag op formulier 20-F aan te geven op welke belang-rijke punten haar eigen praktijken inzake corporate governance afwijken van die welke op grond van de NYSEnoteringsvereisten van toepassing zijn op Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen. Hierna volgt een opgave van de naar de mening van ING Groep belangrijkste verschillen tussen de eigen corporategovernancepraktijken en die welke op grond van de NYSE-corporate governancevereisten gelden voor Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen: t ING Groep heeft een dualistisch of two-tier bestuursmodel; de meeste ondernemingen in de VS hebben een monistisch of one-tier model. Nederlandse naamloze vennootschappen kennen een raad van bestuur waaraan het bestuur van de vennootschap is opgedragen, met daarnaast een raad van commissarissen die advies geeft aan en toezicht houdt op die raad van bestuur. De leden van de raad van bestuur zijn doorgaans medewerkers van de vennootschap; de leden van de raad van commissarissen zijn vaak voormalige vooraanstaande politici of topmanagers en soms voormalige leden van de raad van bestuur. Leden van de raad van bestuur en andere functionarissen en medewerkers kunnen niet tegelijkertijd lid zijn van de raad van commissarissen. Voor specifieke besluiten van de raad van bestuur is goedkeuring van de raad van
commissarissen vereist. Volgens de code-Tabaksblat dienen alle leden van de raad van commissarissen – met uitzondering van maximaal één lid – onafhankelijk te zijn. De huidige leden van de Raad van Commissarissen van ING Groep zijn volgens de criteria van de code-Tabaksblat allemaal onafhankelijk, met uitzondering van één lid. De onafhankelijkheidcriteria in de code-Tabaksblat wijken op detailpunten echter af van de onafhankelijkheidscriteria in de beursvoorschriften van NYSE. In sommige gevallen zijn de Nederlandse eisen strenger en in andere gevallen de NYSE-voorschriften. De Audit Commissie, de Corporate Governance Commissie en de Remuneratieen Nominatiecommissie van ING Groep bestaan uit leden van de Raad van Commissarissen. t In tegenstelling tot de Sarbanes-Oxley-wet van 2002 bevat de code-Tabaksblat het principe van ‘pas toe of leg uit’. Dat betekent dat in Nederland de mogelijkheid bestaat om van de Code af te wijken mits de afwijkingen worden uitgelegd. Indien dergelijke afwijkingen worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering wordt de vennootschap verondersteld de Code volledig na te leven. t Conform de Nederlandse wet dienen de externe accountants van een vennootschap te worden benoemd tijdens de Algemene Vergadering en niet door de Audit Commissie. t Volgens de statuten van ING Groep is het voor het houden van een Algemene Vergadering niet noodzakelijk om een quorum te hebben, ook al is voor bepaalde acties van aandeelhouders en bepaalde besluiten wel een quorum vereist. t De vereiste goedkeuring van aandelen- en aandelenoptieplannen door aandeelhouders krachtens de Nederlandse wet en de code-Tabaksblat zijn anders dan die welke van toepassing zijn op Amerikaanse ondernemingen die de beursvoorschriften van de NYSE moeten naleven. Volgens het Nederlandse vennootschapsrecht en de code-Tabaksblat is alleen goedkeuring door de aandeelhouders vereist voor aandelen- en aandelenoptieplannen (of wijzigingen daarin) voor leden van de raad van bestuur en de raad van commissarissen, maar niet voor aandelen- en aandelenoptieplannen voor andere groepen medewerkers. KAPITAAL EN AANDELEN Kapitaalstructuur, aandelen Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep bestaat uit gewone aandelen en cumulatief preferente aandelen. Momenteel zijn alleen gewone aandelen geplaatst. Een recht tot het nemen van cumulatief preferente aandelen is verleend aan de Stichting Continuïteit ING. Voor de uitgifte van cumulatief preferente aandelen op grond van de calloptie geldt de beperking dat het totale aantal uitstaande cumulatief preferente aandelen direct na de plaatsing daarvan niet meer dan een derde van het totale geplaatste aandelenkapitaal van ING Groep mag zijn (zie pagina 71). De cumulatief preferente aandelen dienen ter bescherming van de zelfstandigheid, de continuïteit en de identiteit van ING Groep, tegen invloeden die in strijd zijn met de belangen van de vennootschap, haar onderneming en de ondernemingen van haar dochtermaatschappijen en van alle betrokkenen (daaronder begrepen in geval van onvriendelijke overnames). De gewone aandelen worden uitsluitend gebruikt voor de financiering van de vennootschap. Alle aandelen luiden op naam en zijn niet beursgenoteerd.
Certificaten van aandelen Ruim 99% van de geplaatste gewone aandelen is in handen van de Stichting ING Aandelen (‘de Stichting’). Tegenover deze aandelen geeft de Stichting certificaten aan toonder uit. Deze certificaten zijn beursgenoteerd (zie pagina 8 voor een overzicht van de effectenbeurzen). Een certificaat kan zonder enige beperking worden omgewisseld voor het onderliggende aandeel. Hiervoor kunnen administratiekosten in rekening worden gebracht. Het bestuur van de Stichting bestaat uit vijf leden die allen onafhankelijk zijn van ING Groep. In het bestuur van de Stichting zitten geen medewerkers van ING Groep of leden van de Raad van Commissarissen. Het bestuur benoemt zijn eigen leden, zonder dat daarvoor de goedkeuring van ING Groep is vereist. Het bestuur van de Stichting rapporteert over de eigen activiteiten door middel van een jaarlijks verslag, dat is opgenomen op pagina 69-70 van dit jaarverslag. Uitgifte van aandelen Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep vormt het statutaire maximum voor het geplaatste kapitaal. Voordat nieuwe aandelen boven dit maximum kunnen worden uitgegeven, dient eerst het maatschappelijk kapitaal te worden verhoogd door middel van een statutenwijziging. Een statutenwijziging treedt pas in werking na het verlijden van een notariële akte van statutenwijziging en een voorafgaande verklaring van geen bezwaar van de minister van Justitie. Omwille van de flexibiliteit is het maatschappelijk kapitaal in de statuten van ING Groep op het wettelijk toegestane maximum gesteld. De uitgifte van aandelen geschiedt bij besluit van de Algemene Vergadering, die deze bevoegdheid kan delegeren. Elk jaar wordt de Algemene Vergadering gevraagd de bevoegdheid tot het uitgeven van nieuwe aandelen en tot het verlenen van rechten tot het nemen van nieuwe aandelen, al dan niet met voorkeursrecht, te delegeren aan de Raad van Bestuur. De aan de Raad van Bestuur gedelegeerde bevoegdheid is als volgt beperkt: t in tijd: de bevoegdheid wordt gedelegeerd voor een periode van anderhalf jaar; t in aantal: voor de uitgifte van gewone aandelen geldt een maximum van 10% van het geplaatste kapitaal, of 20% bij een fusie of overname; t in zeggenschap: besluiten van de Raad van Bestuur voor de uitgifte van nieuwe aandelen dienen te worden goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Elke overschrijding van bovengenoemde beperkingen voor de uitgifte van aandelen dient vooraf te worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering. Overdracht van aandelen en certificaten Voor overdracht van aandelen is een akte tussen overdrager en verkrijger vereist. Om van kracht te worden dient elke overdracht altijd eerst door ING Groep te worden erkend, tenzij ING Groep zelf partij is bij de overdracht. Krachtens de statuten zijn er geen beperkingen ten aanzien van de overdracht van gewone aandelen.
ING Groep Jaarverslag 2008
59
1.3 Onze Governance Corporate governance (vervolg)
De overdracht van cumulatief preferente aandelen dient wel vooraf te worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur. In de statuten en administratievoorwaarden zijn geen beperkingen opgenomen voor de overdracht van certificaten. ING Groep is niet op de hoogte van het bestaan van enige overeenkomst tot beperking van de overdracht van gewone aandelen of certificaten. Inkoop eigen aandelen ING Groep kan uitstaande aandelen en certificaten weer inkopen. Inkoop van eigen aandelen is pas mogelijk na voorafgaande machtiging door de Algemene Vergadering, ook al komt deze bevoegdheid toe aan de Raad van Bestuur onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen. Op grond van de Nederlandse wet is deze machtiging geldig voor een periode van anderhalf jaar. De Algemene Vergadering wordt elk jaar verzocht de Raad van Bestuur de machtiging te verlenen om eigen aandelen in te kopen.
Oproepingen tot een Algemene Vergadering worden openbaar bekendgemaakt. Vanaf de datum van oproeping, is alle voor aandeelhouders en certificaathouders relevante informatie beschikbaar zowel op de website van ING Groep (www.ing.com) als op het hoofdkantoor van ING Groep, vermeld in de oproeping. Deze informatie bestaat uit de oproeping tot de vergadering, de agenda, de volledige tekst van de voorstellen met toelichting en instructies over deelname aan de vergadering (persoonlijk of op afstand) evenals de verslagen van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Complexere voorstellen, zoals wijzigingen in de statuten van ING Groep worden normaliter niet in de oproeping opgenomen, maar worden wel afzonderlijk beschikbaar gemaakt via de website en op het hoofdkantoor van ING Groep.
De Raad van Bestuur dient zich bij het inkopen van eigen aandelen te houden aan de in de machtiging vastgelegde minimum- en maximumprijs. Voor gewone aandelen en certificaten geldt voor de huidige machtiging een minimumprijs van één eurocent en een maximumprijs, gelijk aan de hoogste koers op NYSE Euronext Amsterdam by NYSE Euronext op de datum van de inkoopovereenkomst of de voorafgaande dag waarop deze beurs open is.
Voorstellen van aandeelhouders/certificaathouders Voorstellen voor agendapunten voor de Algemene Vergadering kunnen worden ingediend door aandeelhouders en certificaathouders die een gezamenlijk belang van 0,1% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen of die samen, op basis van de koersen op Euronext Amsterdam by NYSE Euronext, een beurswaarde van minstens EUR 50 miljoen vertegenwoordigen. In verband met de voor stemmen op afstand aan te houden termijnen dienen voorstellen voor agendapunten uiterlijk 50 dagen voor de dag van de vergadering schriftelijk te worden ingediend. Correct ingediende voorstellen worden op de agenda van de Algemene Vergadering opgenomen.
Voor preferente aandelen A (die inmiddels zijn afgeschaft) gold voor de machtiging over 2008 een minimumprijs van één eurocent en een maximumprijs, gelijk aan 130% van het op een dergelijk aandeel gestorte bedrag (inclusief agio) of aan 130% van de hoogste koers op NYSE Euronext Amsterdam by NYSE Euronext op de datum van de inkoopovereenkomst of de voorafgaande dag waarop deze beurs open is.
Dialoog met aandeelhouders Beleggers werden in 2008 in de gelegenheid gesteld vragen te stellen over agendapunten voor de Algemene Vergadering. Dat zal ook in 2009 weer mogelijk zijn. Aandeelhouders en certificaathouders kunnen hun vragen indienen via de website van ING Groep (www.ing.com). Deze vragen zullen op www.ing.com worden beantwoord.
Bijzondere rechten Aan geen enkel aandeel zijn bijzondere zeggenschapsrechten in de zin van artikel 10 van de EU-richtlijn inzake het openbaar overnamebod verbonden.
Registratiedatum Bij ING Groep is het gebruikelijk een registratiedatum vast te stellen voor deelname aan de Algemene Vergadering en voor stemming over voorstellen tijdens die Algemene Vergadering. Aandeelhouders en certificaathouders die op de registratiedatum aandelen en/of certificaten van aandelen houden, zijn gerechtigd de Algemene Vergadering bij te wonen en overige rechten met betrekking tot die Algemene Vergadering uit te oefenen op basis van hun bezit aan aandelen en certificaten op de registratiedatum waarbij geen rekening wordt gehouden met eventuele latere aan- en verkopen van aandelen en/of certificaten nadien. De registratiedatum wordt bekendgemaakt in de oproeping voor de Algemene Vergadering.
Aandeelhoudersbestand Informatie over beleggers die op grond van de Wet op het financieel toezicht (of de voorloper van deze wet) hebben gemeld een belang in ING Groep te hebben, is vermeld op pagina 9. ING Groep is niet op de hoogte van het bestaan van beleggers die een belang van 10% of meer in de vennootschap hebben. ALGEMENE VERGADERING Frequentie, oproeping en agenda Normaal gesproken wordt elk jaar in april of mei een Algemene Vergadering gehouden voor het bespreken van de gang van zaken tijdens het voorgaande boekjaar op basis van de verslagen die zijn opgesteld door de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen en voor het vaststellen van het dividend of andere uitkeringen, het (her)benoemen van leden van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen (indien van toepassing), het behandelen van agendapunten die op grond van de Nederlandse wet goedkeuring van de aandeelhouders vereisen, en overige onderwerpen die overeenkomstig de statuten van ING Groep door de Raad van Commissarissen, de Raad van Bestuur, aandeelhouders of certificaathouders op de agenda zijn geplaatst. ING Groep Jaarverslag 2008
60
Deelname Algemene Vergadering Uit logistieke overwegingen dienen aandeelhouders en certificaathouders hun voornemen tot bijwoning van de Algemene Vergadering, persoonlijk of op door middel van een gevolmachtigde, vooraf aan ING Groep mede te delen. Instructies daaromtrent worden opgenomen in de oproeping voor de vergadering. Aandeelhouders en certificaathouders die de Algemene Vergadering niet bijwonen, kunnen de vergadering volgen via een webcast op internet.
Stemrecht op aandelen Aan elk aandeel is het recht verbonden tijdens de Algemene Vergadering een stem uit te brengen. In de statuten zijn geen stemrechtbeperkingen opgenomen van welke soort aandelen van ING Groep dan ook. ING Groep is niet op de hoogte van het bestaan van overeenkomsten waarin het stemrecht op enige soort van haar aandelen wordt beperkt. Stemrecht op certificaten Hoewel aan de certificaten formeel geen stemrecht is verbonden, hebben certificaathouders in de praktijk hetzelfde stemrecht als aandeelhouders. De Stichting ING Aandelen zal, onder bepaalde voorwaarden, een stemvolmacht toekennen aan een houder van certificaten van gewone aandelen, zodat de certificaathouder, namens de Stichting, het stemrecht kan uitoefenen dat is verbonden aan het aantal gewone aandelen dat overeenkomt met het aantal certificaten van gewone aandelen dat door de desbetreffende certificaathouder wordt gehouden. Certificaathouders kunnen dit stemrecht geheel naar eigen inzicht uitoefenen. Certificaathouders die de Algemene Vergadering niet bijwonen, kunnen de Stichting een bindende steminstructie geven. De Stichting heeft het uitbrengen van een stem vereenvoudigd door stemmen op afstand en stemmen via internet mogelijk te maken. De Stichting kent certificaathouders onder de volgende voorwaarden een stemvolmacht toe: t De desbetreffende certificaathouder moet hebben aangegeven dat hij of zij voornemens is de Algemene Vergadering bij te wonen, met inachtneming van de bepalingen van de statuten van ING Groep. t Het is de desbetreffende certificaathouder toegestaan de aan hem of haar bij de stemvolmacht toegekende bevoegdheden door middel van een stemvolmacht over te dragen, mits de desbetreffende certificaathouder de Stichting hiervan op de hoogte heeft gesteld binnen een bepaalde termijn voor de Algemene Vergadering, welke termijn door de Stichting zal worden vastgesteld. Voor aandelen waarvoor de Stichting geen stemvolmacht aan certificaathouders heeft verleend en waarvoor zij ook geen steminstructies heeft ontvangen, bepaalt de Stichting zelf hoe wordt gestemd. Op grond van de administratievoorwaarden is de Stichting bij het uitbrengen van haar stem statutair verplicht de belangen van alle certificaathouders te behartigen, ongeacht of zij wel of niet op de Algemene Vergadering aanwezig zijn, en daarbij rekening te houden met de belangen van ING Groep, de ondernemingen van ING Groep en haar groepsmaatschappijen en alle overige belanghebbenden bij ING Groep en wel op zodanige wijze dat al deze belangen zo goed mogelijk worden gewogen en gewaarborgd. De hierboven beschreven certificering en de rol van de Stichting dienen om te voorkomen dat tijdens een Algemene Vergadering een kleine minderheid van aanwezigen, die vanwege de afwezigheid van andere partijen toevalligerwijs de meerderheid vormt, beslissingen kan nemen die uitsluitend in hun eigen belang zijn. Faciliteiten stemmen op afstand ING Groep is participant van de Stichting Communicatiekanaal Aandeelhouders door middel waarvan deelnemende certificaathouders hun steminstructie kunnen doorgeven aan de Stichting
ING Aandelen. ING Groep heeft een vergelijkbare faciliteit voor stemmen op afstand voor internationale institutionele beleggers. Bovendien bevordert ING Groep, overeenkomstig algemeen gebruik in de VS, het stemmen op afstand van haar Amerikaanse certificaathouders (ADR’s). Stemvolmachtformulieren voor aandeelhouders en steminstructieformulieren voor certificaathouders die niet deelnemen aan de Stichting Communicatiekanaal Aandeelhouders zijn beschikbaar op de website van ING Groep. Het indienen van deze formulieren dient aan in die formulieren vermelde aanvullende voorwaarden te voldoen. Belangrijkste bevoegdheden Algemene Vergadering De belangrijkste bevoegdheden van de Algemene Vergadering zijn besluiten tot: t benoeming, schorsing en ontslag van leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen met inachtneming van een bindende voordracht of een voorstel van de Raad van Commissarissen; t vaststelling van de jaarrekening; t vaststelling van dividend, met inachtneming van de door de Raad van Bestuur, met goedkeuring van de Raad van Commissarissen, vastgestelde toevoegingen aan de reserves, en van overige uitkeringen, met inachtneming van het daartoe door de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen gedane voorstel; t benoeming van de externe accountant; t statutenwijziging, fusie of splitsing van ING Groep of ontbinding of liquidatie van ING Groep met inachtneming van het daartoe door de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen gedane voorstel; t de uitgifte van aandelen of de toekenning van rechten tot het nemen van aandelen, de beperking of uitsluiting van voorkeursrechten van aandeelhouders en het delegeren van deze bevoegdheden aan de Raad van Bestuur, met inachtneming van het daartoe door de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen gedane voorstel; t machtiging voor het inkopen van uitstaande aandelen en tot het intrekken van aandelen. Bovendien is goedkeuring van de Algemene Vergadering vereist voor besluiten van de Raad van Bestuur die zulke verstrekkende gevolgen hebben dat ze de identiteit of het karakter van ING Groep of haar onderneming ingrijpend zouden veranderen. Dit betreft onder andere besluiten voor het overdragen of anderszins vervreemden van de gehele of nagenoeg de gehele onderneming van ING Groep of haar dochtermaatschappijen als gevolg waarvan ING Groep of de groep waarover ING Groep centrale zeggenschap uitoefent, niet langer zowel het bank- als het verzekeringsbedrijf uitoefent. Verslaglegging Besluiten die tijdens de Algemene Vergadering worden genomen, zullen binnen een week na de vergadering ook op de website van ING Groep worden bekendgemaakt. De conceptnotulen van de Algemene Vergadering zijn uiterlijk drie maanden na de vergadering beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing. com). Aandeelhouders en certificaathouders mogen binnen de daaropvolgende drie maanden op de conceptnotulen reageren. De definitieve notulen worden vervolgens vastgesteld door de voorzitter van de desbetreffende vergadering en door een door ING Groep Jaarverslag 2008
61
1.3 Onze Governance Corporate governance (vervolg)
de vergadering aangewezen aandeelhouder of certificaathouder. Daarna worden de definitieve notulen op de website van ING Groep geplaatst (www.ing.com). RAAD VAN BESTUUR Benoeming en ontslag Leden van de Raad van Bestuur worden benoemd door de Algemene Vergadering uit een door de Raad van Commissarissen op te stellen bindende voordracht. Op deze voordracht dienen voor elke vacature de namen van minimaal twee kandidaten te worden vermeld. Als dat niet het geval is, is de voordracht niet-bindend. De Algemene Vergadering kan het bindend karakter aan de voordracht ontnemen bij meerderheid van stemmen, welke meerderheid minimaal een derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt. Kandidaten voor benoeming in de Raad van Bestuur moeten voldoen aan de deskundigheids- en betrouwbaarheidseisen zoals vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht. Leden van de Raad van Bestuur kunnen te allen tijde worden geschorst of ontslagen bij meerderheidsbesluit van de Algemene Vergadering. Een besluit tot schorsing of ontslag van leden van de Raad van Bestuur dat niet door de Raad van Commissarissen is voorgesteld, dient door minimaal een derde van het geplaatste kapitaal te worden gesteund. Taak Raad van Bestuur De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het bestuur van de vennootschap. Hieronder valt de verantwoordelijkheid voor het verwezenlijken van de doelen van de vennootschap, haar resultaten, het vaststellen van haar strategie en haar beleid. De Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur van de vennootschap en haar divisies (Insurance Europe, Insurance Americas, Insurance Asia/Pacific, Wholesale Banking, Retail Banking en ING Direct). De organisatie, bevoegdheden en werkwijze van de Raad van Bestuur zijn vastgelegd in een door de Raad van Commissarissen goedgekeurd reglement. Dit reglement is (uitsluitend in het Engels) beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). Profielschets Raad van Bestuur De Raad van Commissarissen heeft een profielschets opgesteld als basis voor de selectie van leden van de Raad van Bestuur. De profielschets is besproken tijdens de Algemene Vergadering in 2005. Het document is beschikbaar op het hoofdkantoor van ING Groep en op de website van ING Groep (www.ing.com).
accepteren. De enige uitzondering hierop op dit moment is een commissariaat van de heer J. de Vaucleroy bij Delhaize Groep in België. Hij vervulde deze functie al voor zijn benoeming tot de Raad van Bestuur van ING Groep. Transacties met (mogelijke) tegenstrijdige belangen Gegevens over relaties die de leden van de Raad van Bestuur als particuliere klanten met dochtermaatschappijen van ING Groep hebben, worden niet openbaar gemaakt, met uitzondering van informatie over aan hen verstrekte leningen (zie pagina 83). In al deze gevallen handelt ING Groep overeenkomstig de bestpracticebepalingen van de code-Tabaksblat. GEGEVENS LEDEN RAAD VAN BESTUUR M.J. Tilmant, voorzitter (tot 26 januari 2009) (1952 – Belgische nationaliteit, man, benoemd in 1998, afgetreden op 26 januari 2009, gaat per 1 augustus 2009 met pensioen) De heer Tilmant heeft een diploma Bedrijfskunde en een diploma Europese Studies van de Universiteit van Leuven. De heer Tilmant begon zijn carrière bij Morgan Guaranty Trust Company in New York. In 1992 trad hij in dienst van Bank Brussel Lambert (BBL), waar hij in 1997 werd benoemd tot voorzitter van het Directiecomité. Na de overname van BBL door ING in 1998 werd hij in mei 2000 benoemd tot vicevoorzitter van de Raad van Bestuur van ING Groep en in april 2004 tot voorzitter. Vijf stafafdelingen rapporteerden direct aan de heer Tilmant: Corporate Legal Department, Corporate Human Resources, Corporate Development, Corporate Communications & Affairs en Corporate Audit Services. E.F. Boyer de la Giroday (waarnemend voorzitter van 26 januari-27 april 2009) (1952 – Belgische nationaliteit, man, benoemd in 2004, benoemingstermijn eindigt in 2012) Na het behalen van zijn diploma commercieel ingenieur aan de Vrije Universiteit van Brussel en een master’s degree in Business Administration aan de Wharton School, University of Pennsylvania, begon de heer Boyer zijn carrière in 1978 bij Citibank. In 1984 trad hij in dienst van Bank Brussel Lambert, die in 1998 werd overgenomen door ING. Hij bekleedde verschillende managementfuncties op het gebied van kapitaalmarkten, treasury en corporate en investment banking. In april 2004 werd hij benoemd tot lid van de Raad van Bestuur van ING Groep. Hij is verantwoordelijk voor Wholesale Banking en ING Real Estate.
Beloning en effectenbezit De gegevens over de beloning van de leden van de Raad van Bestuur inclusief aan hen toegekende aandelen en/of optierechten, alsmede nadere informatie daarover, zijn opgenomen in het Remuneratierapport (zie pagina 75). Het is leden van de Raad van Bestuur toegestaan (certificaten van) aandelen in de vennootschap te houden als langetermijnbelegging. Op transacties in deze (certificaten van) aandelen is de regeling inzake insiders van ING Groep van toepassing. Deze regeling is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com).
Drs. D.H. Harryvan (1953 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2006, benoemingstermijn eindigt in 2010) De heer Harryvan behaalde zijn doctoraal economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, met als hoofdvak financiën. In 1979 trad hij in dienst van ING als management trainee bij Nationale-Nederlanden in Rotterdam. Voor zijn benoeming tot lid van de Raad van Bestuur van ING Groep in 2006 bekleedde hij diverse managementfuncties in de Verenigde Staten, Canada en Nederland en was hij chief financial officer/chief risk officer en lid van het Global Management Team van ING Direct. De heer Harryvan is tevens CEO van ING Direct.
Nevenfuncties/tegenstrijdig belang Ter voorkoming van mogelijk tegenstrijdig belang hanteert ING Groep het beleid dat leden van de Raad van Bestuur geen commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen buiten ING
J.C.R. Hele, CFO (tot 31 maart 2009) (1958 – Canadese nationaliteit, man, benoemd in 2007) De heer Hele studeerde in 1980 af aan de University of Waterloo, Canada, met een bachelor’s degree in wiskunde. In 2003 trad hij
ING Groep Jaarverslag 2008
62
in dienst van ING. Hij was vanaf 2006 deputy chief financial officer van ING Groep. Daarvoor was hij general manager en chief insurance risk officer, verantwoordelijk voor insurance risk management wereldwijd, en actuaris van de Groep. Voor zijn indiensttreding bij ING vervulde hij diverse functies bij Crown Life in Canada, Merrill Lynch in de Verenigde Staten en bij Worldinsure, Bermuda. De heer Hele is verantwoordelijk voor Group Capital Management, Group Tax, Group Finance and Control, Group Finance Bank en Group Finance Insurance. Mr. C.P.A. Leenaars (1961 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2004, benoemingstermijn eindigt in 2012) De heer Leenaars studeerde rechten aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, heeft een LLM van het European University Institute in Florence (Italië) en studeerde aan de Harvard Business School in Boston. Na een stageperiode bij ABN AMRO trad hij in 1991 in dienst van ING. Hij vervulde diverse managementfuncties, waaronder die van voorzitter van ING Polen en ING Latijns-Amerika. In april 2004 werd hij benoemd tot lid van de Raad van Bestuur van ING Groep. Hij is verantwoordelijk voor Retail Banking en Private Banking, alsmede voor Operations/IT. T.J. McInerney (1956 – Amerikaanse nationaliteit, man, benoemd in 2006, benoemingstermijn eindigt in 2010) De heer McInerney behaalde zijn bachelor’s degree aan Colgate University (Hamilton, New York) en zijn master’s degree in business administration aan de Tuck School of Business, Dartmouth College (Hanover, New Hampshire). Hij begon zijn carrière in 1978 bij Aetna Financial Services, dat in 2000 door ING werd overgenomen. Hij was chief executive officer van de verzekeringsactiviteiten van ING in de Verenigde Staten in welke hoedanigheid hij tevens verantwoordelijk was voor ING Mexico. De heer McInerney is verantwoordelijk voor Insurance Americas, ING Investment Management Americas en de wereldwijde coördinatie van ING Investment Management. Drs. H. van der Noordaa (1961 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2006, benoemingstermijn eindigt in 2010) De heer Van der Noordaa behaalde zijn doctoraal bestuurskunde aan de Universiteit Twente. Na een carrière in retailbanking bij ABN AMRO, trad hij in 1991 in dienst van ING waar hij diverse managementfuncties bekleedde. Voordat hij in 2006 werd benoemd tot lid van de Raad van Bestuur was hij chief executive officer van de Retail-divisie van ING Nederland, verantwoordelijk voor Postbank, ING Bank en RVS. Hij is verantwoordelijk voor Insurance Asia/Pacific en ING Investment Management Asia/Pacific. Drs. J.V. Timmermans, CRO (1960 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2007, benoemingstermijn eindigt in 2011) De heer Timmermans behaalde zijn doctoraal economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Tot 1991 was hij werkzaam bij ABN AMRO op het gebied van derivaten. Voordat hij in dienst trad bij ING in 1996 was hij in Ierland gestationeerd voor IBM’s Europese treasury. Tot aan zijn benoeming als lid van de Raad van Bestuur van ING vervulde Timmermans verschillende functies: hoofd Treasury van ING Verzekeringen, hoofd Corporate Market Risk Management en van 2006-2007 was hij deputy CRO van ING Groep. De heer Timmermans is verantwoordelijk voor de risicoafdelingen inclusief compliance.
J.M. de Vaucleroy (1961 – Belgische nationaliteit, man, benoemd in 2006, benoemingstermijn eindigt in 2010) De heer de Vaucleroy studeerde rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en behaalde zijn master’s degree in Bedrijfsrecht aan de Vrije Universiteit van Brussel. In 1986 trad hij in dienst van Bank Brussel Lambert (BBL), die in 1998 door ING werd overgenomen. Voor zijn benoeming tot lid van de Raad van Bestuur in 2006 was hij Group president van ING Retail bij US Financial Services. Hij is verantwoordelijk voor Insurance Europe en ING Investment Management Europe. Wijziging samenstelling Raad van Bestuur De heer M.J. Tilmant is op 26 januari 2009 teruggetreden uit de Raad van Bestuur. Zijn functie als voorzitter van de Raad van Bestuur zal worden overgenomen door de heer drs. J.H.M. Hommen (1943, Nederlandse nationaliteit, man) zodra deze is benoemd in de Raad van Bestuur. De voordracht tot benoeming van de heer Hommen in de Raad van Bestuur zal worden behandeld in de Algemene Vergadering in 2009. In de tussenliggende maanden treedt de heer E.F. Boyer de la Giroday op als plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Bestuur. De heer J.C.R. Hele verlaat ING op 31 maart 2009. Op de Algemene Vergadering in 2009 zal de heer P.G. Flynn (1960, Ierse nationaliteit, man) worden voorgedragen voor benoeming in de Raad van Bestuur. Meer informatie hierover is te vinden in de oproepcirculaire voor de Algemene Vergadering 2009 op de website van ING Groep (www.ing.com). RAAD VAN COMMISSARISSEN Benoeming en ontslag Leden van de Raad van Commissarissen worden benoemd door de Algemene Vergadering uit een door de Raad van Commissarissen op te stellen bindende voordracht. Op de voordracht dienen voor elke vacature de namen van minimaal twee kandidaten te worden vermeld. Als dat niet het geval is, is de voordracht niet-bindend. De Algemene Vergadering kan het bindende karakter aan de voordracht ontnemen bij meerderheid van stemmen, welke meerderheid minimaal een derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt. Kandidaten voor benoeming tot de Raad van Commissarissen moeten voldoen aan de betrouwbaarheidseisen zoals vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht. In verband met de uitgifte van Effecten aan de Staat zijn ING Groep en de Staat overeengekomen dat de Staat kandidaten mag aanbevelen voor benoeming tot commissaris en wel zodanig dat de Raad van Commissarissen bij de benoeming van alle voorgedragen kandidaten door de Algemene Vergadering van ING Groep twee overheidscommissarissen telt. De Staat mag hiertoe een zittend lid van de Raad van Commissarissen aanbevelen. Het aanbevelingsrecht van de Staat geldt met inachtneming van de toepasselijke wettelijke bepalingen en van de algemeen aanvaarde corporategovernancepraktijken die van toepassing zijn op ING Groep uit hoofde van voor haar geldende beursnoteringsvereisten en geldt voor de volledige periode waarin de Staat ten minste 250 miljoen Effecten bezit, voor zo lang als de Steunfaciliteit doorloopt of Obligaties uitstaan. Zodra het aantal Effecten in handen van de Staat onder de 250 miljoen daalt, en zowel de Steunfaciliteit als de Obligaties zijn afgelopen, blijven de overheidscommissarissen in functie en voltooien zij hun benoemingstermijn. De aldus door de Staat aanbevolen kandidaten zullen, bij wijze van bindende ING Groep Jaarverslag 2008
63
1.3 Onze Governance Corporate governance (vervolg)
voordracht, worden voorgedragen voor benoeming tijdens de eerstvolgende Algemene Vergadering, tenzij zich een of meer bepaalde specifieke situaties zouden voordoen, zoals: t De kandidaat is niet geschikt voor de vervulling van de taak van commissaris. t Door de benoeming zou de Raad van Commissarissen niet naar behoren zijn samengesteld en/of zou zijn samenstelling niet voldoen aan de profielschets van de Raad van Commissarissen. t De benoeming zou in strijd zijn met een bepaling in de statuten van ING Groep, met het reglement van de Raad van Commissarissen, met een principe of bestpracticebepaling in de code-Tabaksblat zoals toegepast door ING Groep en/of met enige andere algemeen aanvaarde corporategovernancepraktijk of -regel die op ING Groep als internationaal beursgenoteerde onderneming van toepassing is. t Er is sprake van een structureel tegenstrijdig belang tussen de kandidaat en ING Groep. t De Nederlandsche Bank weigert een verklaring van geen bezwaar tegen benoeming van de desbetreffende kandidaat af te geven. Op 22 oktober 2008 maakte de Staat bekend de heer L.J. de Waal aan te bevelen voor benoeming in de Raad van Commissarissen. Tevens werd de heer mr. P.A.F.W. Elverding, op dat moment al lid van de Raad van Commissarissen, aanbevolen als commissaris namens de overheid. Op 11 maart 2009 deelde de Staat mede mevrouw prof. dr. J.P. Bahlmann aan te bevelen als plaatsvervanger van de heer Elverding, die vanwege zijn benoeming tot voorzitter van de Raad van Commissarissen per 27 april 2009 niet langer als overheidscommissaris beschikbaar zal zijn. Leden van de Raad van Commissarissen kunnen te allen tijde worden geschorst of ontslagen bij meerderheidsbesluit van de Algemene Vergadering. Een besluit tot schorsing of ontslag van leden van de Raad van Commissarissen dat niet door de Raad van Commissarissen zelf is voorgesteld, dient door minimaal een derde van het geplaatste kapitaal te worden ondersteund. Taak Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken bij de vennootschap en haar ondernemingen en de Raad van Bestuur met raad terzijde te staan. In overeenstemming met het Nederlandse vennootschapsrecht, de code-Tabaksblat en de statuten van ING Groep, eist het reglement van de Raad van Commissarissen van alle commissarissen, inclusief de overheidscommissarissen, dat zij in overeenstemming met het belang van ING en haar ondernemingen handelen en daarbij de relevante belangen van alle stakeholders van ING in aanmerking nemen. Tevens dienen zij hun taken zonder mandaat en onafhankelijk van enig belang bij de onderneming van ING uit te voeren en af te zien van het ondersteunen van belangen zonder de andere relevante belangen daarbij in aanmerking te nemen. Bepaalde besluiten van de Raad van Bestuur zoals vermeld in de statuten en in het reglement van de Raad van Commissarissen dienen te worden goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. In verband met de eerder genoemde transacties met de Staat kunnen bepaalde besluiten van de Raad van Commissarissen slechts worden genomen indien geen van de overheidscommissarissen heeft tegengestemd. Met de Staat is overeenING Groep Jaarverslag 2008
64
gekomen dat dit goedkeuringsrecht vanaf de Algemene Vergadering in 2009 in werking treedt. Het gaat hierbij om besluiten betreffende de volgende aspecten: a. de uitgifte of verkrijging van eigen aandelen door ING Groep (anders dan verband houdend met de uitgifte van de Effecten – inclusief, ter voorkoming van misverstand, ten behoeve van conversie of financiering van de wederinkoop van Effecten – en anders dan voor gebruikelijke afdekkingspraktijken en de uitgifte van aandelen uit hoofde van werknemeraandelen(optie)regelingen); b. de medewerking van ING Groep aan de uitgifte van certificaten van aandelen; c. de aanvraag van notering op of van intrekking van de notering van de onder a. of b. bedoelde effecten in de prijscourant van enige beurs; d. het aangaan of verbreken van een duurzame samenwerking tussen ING Groep of een afhankelijke maatschappij met een andere rechtspersoon of vennootschap of als volledig aansprakelijke vennote in een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma indien de samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor ING Groep, d.w.z. ter waarde van ten minste een vierde van het geplaatste kapitaal en de reserves van ING Groep volgens haar balans met toelichting; e. het nemen van een deelneming ter waarde van ten minste een vierde van het geplaatste kapitaal en de reserves volgens de balans met toelichting van ING Groep, door ING Groep of een afhankelijke maatschappij in het kapitaal van een andere vennootschap, alsmede het ingrijpend vergroten of verminderen van zulk een deelneming; f. investeringen welke een bedrag van ten minste een vierde van het geplaatste kapitaal en de reserves van ING Groep volgens haar balans met toelichting vereisen; g. een voorstel tot liquidatie van ING Groep; h. aangifte van faillissement en aanvraag van surseance van betaling van ING Groep; i. een voorstel voor vermindering van het geplaatste kapitaal van ING Groep (voorzover niet verband houdend met de Effecten); j. een voorstel voor fusie, splitsing of ontbinding van ING Groep; k. een voorstel aan de Algemene Vergadering voor wijziging van het beloningsbeleid van ING Groep; l. de benoeming van de voorzitter van de Raad van Bestuur van ING Groep. Commissies Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen telde op 31 december 2008 drie vaste commissies: de Audit Commissie, de Remuneratie- en Nominatiecommissie en de Corporate Governance Commissie. Op 1 januari 2009 is de Remuneratie- en Nominatiecommissie gesplitst in een afzonderlijke Remuneratiecommissie en een afzonderlijke Nominatiecommissie. De organisatie, bevoegdheden en werkwijze van de Raad van Commissarissen zijn nader geregeld in een reglement. Daarnaast zijn afzonderlijke reglementen opgesteld voor de Audit Commissie, de Remuneratie- en Nominatiecommsisie en de Corporate Governance Commissie. Deze reglementen zijn (uitsluitend in het Engels) beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). Hieronder volgt een korte beschrijving van de commissies. De Audit Commissie ondersteunt de Raad van Commissarissen bij het toetsen van de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving van ING Groep N.V., ING Verzekeringen N.V. en ING Bank
N.V., het toetsen van de naleving van de vereisten op het gebied van wet- en regelgeving en het toetsen van de onafhankelijkheid en het functioneren van de interne en externe accountants van ING. Op 31 december 2008 bestond de Audit Commissie uit de heren Kok (voorzitter), Elverding, Hoogendoorn, Van der Lugt en Tai.
Een voormalig lid van de Raad van Bestuur kan na benoeming tot commissaris ook worden benoemd tot lid van een van de commissies van de Raad van Commissarissen. Een benoeming tot voorzitter van een commissie is echter uitsluitend mogelijk minimaal vier jaar na aftreden als lid van de Raad van Bestuur.
De Remuneratie- en Nominatiecommissie adviseert de Raad van Commissarissen onder andere over de samenstelling van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur, de beloning van de leden van de Raad van Bestuur en de aandelen- en aandelenoptieplannen voor het topmanagement, inclusief de Raad van Bestuur. Op 31 december 2008 bestond de Remuneratieen Nominatie-commissie uit de heren Hommen (voorzitter), Bourdais de Charbonnière, Klaver en Vuursteen en mevrouw Spero. In afwachting van zijn benoeming als commissaris, maakt de heer De Waal als waarnemer deel uit van de Corporate Governance Commissie.
Herbenoeming commissarissen Leden van de Raad van Commissarissen treden af tijdens de eerste Algemene Vergadering na het verstrijken van een zittingsperiode van vier jaar. Doorgaans treedt men bovendien af, zonder dat herbenoeming mogelijk is, tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering die wordt gehouden in het jaar dat men zeventig wordt. Het rooster van aftreden staat op de website van ING Groep (www.ing.com). Leden van de Raad van Commissarissen kunnen doorgaans twee keer voor een periode van vier jaar worden herbenoemd. Dit gebeurt op basis van een voorstel van de Raad van Commissarissen aan de Algemene Vergadering.
De Corporate Governance Commissie ondersteunt de Raad van Commissarissen bij het toezicht op en de evaluatie van de corporate governance van ING en de rapportage daarover in het jaarverslag en aan de Algemene Vergadering en adviseert de Raad van Commissarissen over verbeteringen. Op 31 december 2008 bestond de Corporate Governance Commissie uit de heren Hommen (voorzitter), Bourdais de Charbonnière, Breukink, Hoffmann, Manwani en Mehta. In afwachting van zijn benoeming als commissaris, maakt de heer De Waal als waarnemer deel uit van de Commissie.
Nevenfuncties/tegenstrijdig belang Leden van de Raad van Commissarissen wordt gevraagd een overzicht te geven van alle andere commissariaten, andere bezoldigde functies en nevenfuncties die zij vervullen. Deze (neven-) functies mogen niet strijdig zijn met de belangen van ING Groep. Het is de verantwoordelijkheid van de individuele leden van de Raad van Commissarissen en van de Corporate Governance Commissie om ervoor te zorgen dat de verplichtingen als commissaris naar behoren worden vervuld en dat deze niet worden beïnvloed door eventuele andere functies die de betrokkene buiten de Groep vervult.
De nieuwe Remuneratiecommissie adviseert de Raad van Commissarissen onder andere over de beloning van de leden van de Raad van Bestuur en de aandelen- en aandelenoptieplannen voor het topmanagement, inclusief de Raad van Bestuur. Per 1 januari 2009 bestond de Remuneratiecommissie uit de heren Bourdais de Charbonnière (voorzitter), Klaver en Vuursteen en mevrouw Spero. De nieuwe Nominatiecommissie adviseert de Raad van Commissarissen onder andere over de samenstelling van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur. Per 1 januari 2009 bestond de Nominatiecommissie uit de heren Hommen (voorzitter), Bourdais de Charbonnière, Elverding, Klaver en Vuursteen en mevrouw Spero. Profielschets Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft een profielschets opgesteld als basis voor haar eigen samenstelling. De profielschets werd besproken tijdens de Algemene Vergadering in 2005. Het document is beschikbaar op het hoofdkantoor van ING Groep en op de website van ING Groep (www.ing.com). Gezien de ervaring van oud-leden van de Raad van Bestuur en de waardevolle bijdrage die zij kunnen leveren aan de Raad van Commissarissen is, mede in het licht van de omvang van de Raad van Commissarissen en het brede scala aan activiteiten van ING, besloten dat oudbestuurders kunnen worden benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen van ING. Daarbij geldt de beperking dat per zes commissarissen niet meer dan één oud-bestuurder van ING lid van de Raad van Commissarissen mag zijn. Bovendien dient hierbij een wachtperiode van minimaal één jaar na terugtreding uit de Raad van Bestuur in acht te worden genomen voordat men tot lid van de Raad van Commissarissen kan worden benoemd. Een voormalig lid van de Raad van Bestuur kan niet tot voorzitter van de Raad van Commissarissen worden benoemd.
Transacties met (mogelijk) tegenstrijdig belang Gegevens over relaties die de leden van de Raad van Commissarissen als particuliere klanten met dochtermaatschappijen van ING Groep hebben, worden niet openbaar gemaakt, met uitzondering van informatie over aan hen verstrekte leningen (zie pagina 84). Onafhankelijkheid Jaarlijks wordt de leden van de Raad van Commissarissen gevraagd na te gaan of de afhankelijkheidscriteria van de code-Tabaksblat niet op hen van toepassing zijn en dit schriftelijk te bevestigen. Op basis van deze criteria gelden alle leden van de Raad van Commissarissen, met uitzondering van de heer P. Hoogendoorn RA, per 31 december 2008 als onafhankelijk. Leden van de Raad van Commissarissen op wie de afhankelijkheidscriteria van de code-Tabaksblat niet van toepassing zijn en leden van de Raad van Commissarissen op wie wel een of meer van die criteria van toepassing zijn maar kunnen motiveren waarom dit hun onafhankelijkheid niet aantast, worden als onafhankelijk beschouwd. Beloning en effectenbezit De beloning van de leden van de Raad van Commissarissen wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering en is onafhankelijk van de resultaten van de vennootschap. Meer informatie over de beloning is te vinden in het Remuneratierapport op pagina’s 75-84. Het is leden van de Raad van Commissarissen toegestaan (certificaten van) aandelen in de vennootschap te houden als langetermijnbelegging. Zie pagina 84 voor een overzicht. Op transacties in (certificaten van) aandelen ING Groep en beursgenoteerde opties ING Groep door leden van de Raad van Commissarissen is de regeling inzake insiders van ING van toepassing. Deze regeling is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). ING Groep Jaarverslag 2008
65
1.3 Onze Governance Corporate governance (vervolg)
GEGEVENS LEDEN RAAD VAN COMMISSARISSEN Drs. J.H.M. Hommen, voorzitter (tot 27 april 2009) (1943 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2005, zittingsperiode eindigt in 2009) Voormalig vicevoorzitter Raad van Bestuur en chief financial officer van Koninklijke Philips Electronics N.V. Overige functies: tot 22 april 2009 voorzitter Raad van Commissarissen Reed Elsevier NV (tevens non-executive chairman van Reed Elsevier Group plc en Reed Elsevier PLC) en tot 8 april 2009 lid Raad van Commissarissen TNT N.V. (beursgenoteerde ondernemingen). Voorzitter Raad van Toezicht Academisch Ziekenhuis Maastricht. Mr. P.A.F.W. Elverding (voorzitter vanaf 27 april 2009) (1948 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2007, zittingsperiode eindigt in 2011) Voormalig voorzitter Raad van Bestuur van Koninklijke DSM N.V. en voormalig vicevoorzitter Raad van Commissarissen van De Nederlandsche Bank N.V. Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen Océ N.V. (beursgenoteerde onderneming). Lid Raad van Commissarissen SHV Holdings N.V., vicevoorzitter Raad van Commissarissen Q-Park N.V., lid Raad van Commissarissen Koninklijke FrieslandCampina N.V. Voorzitter Raad van Toezicht Universiteit Maastricht en lid Raad van Toezicht transnationale Universiteit Limburg. E. Bourdais de Charbonnière, vicevoorzitter (tot 27 april 2009) (1939 – Franse nationaliteit, man, benoemd in 2004, laatste zittingsperiode eindigt in 2009) Voormalig directeur van JPMorgan France en chief financial officer van Michelin. Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen Michelin en lid Raad van Commissarissen Thomson (beursgenoteerde ondernemingen). Lid Raad van Commissarissen Oddo et Cie, American Hospital of Paris en Associés en Finance. Drs. H.W. Breukink (1950 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2007, zittingsperiode eindigt in 2011) Voormalig directielid van F&C en directeur F&C Nederland (vermogensbeheerder). Overige functies: vicevoorzitter Raad van Commissarissen VastNed Offices/Industrial (vastgoedfonds) en lid Raad van Commissarissen F&C hedge funds, Ierland (beursgenoteerde ondernemingen). Overige functies: Commissaris Heembouw Holding B.V. en voorzitter van de Raad van Commissarissen van Modulus VastGoed Ontwikkelingen. Lid Raad van Toezicht Zorggroep De Omring, Hoorn en HaagWonen. Coach van TEC (Top Executive Coaching). Dr. C.D. Hoffmann (1942 – Duitse nationaliteit, man, benoemd in 2003, zittingsperiode eindigt in 2011) Voormalig chief financial officer van Robert Bosch GmbH. Managing partner van H+H Senior Advisors, Stuttgart. Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen EnBW AG (beursgenoteerde onderneming). Lid Raad van Commissarissen de Boer Structures Holding B.V., voorzitter Charlottenklinik Foundation (ziekenhuis), voorzitter Vereinigung der Freunde Universiteit van Stuttgart.
ING Groep Jaarverslag 2008
66
P. Hoogendoorn RA (1945 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2007, zittingsperiode eindigt in 2011) Voormalig voorzitter Raad van Bestuur van Deloitte Touche Tohmatsu en CEO van Deloitte in Nederland. Voormalig voorzitter van Koninklijke NIVRA. Drs. P.C. Klaver (1945 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2006, zittingsperiode eindigt in 2010) Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van SHV Holdings N.V. Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen TNT N.V. (beursgenoteerde onderneming). Voorzitter Raad van Commissarissen Dekker Hout Groep B.V., Credit Yard Group BV en Jaarbeurs Holding B.V. Lid Raad van Commissarissen SHV Holdings N.V. en Dura Vermeer Groep N.V. Bestuurslid African Parks Foundation, voorzitter Raad van Toezicht Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. W. Kok (1938 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2003, laatste zittingsperiode eindigt in 2009) Voormalig minister van Financiën en minister-president van Nederland. Overige functies: lid Raad van Commissarissen Royal Dutch Shell plc en TNT N.V. (beursgenoteerde ondernemingen). Lid Raad van Commissarissen KLM Royal Dutch Airlines. Voorzitter Raad van Toezicht Anne Frank Stichting en Het Nationale Ballet, Amsterdam. Lid Raad van Toezicht Het Muziektheater, Amsterdam en het Rijksmuseum, Amsterdam. Voorzitter Raad van Toezicht Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis; bestuurslid Stichting Start. G.J.A. van der Lugt (1940 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2001, zittingsperiode eindigt in 2009) Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. (tot zijn pensionering in mei 2000). Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen Stadsherstel Amsterdam NV. Voorzitter Bestuur Kasteel De Haar en voorzitter Stichting R.C. Oude Armenkantoor. Bestuurslid Beleggingsadviesraad Stichting Instituut GAK. H. Manwani (1953 – Indiase nationaliteit, man, benoemd in 2008, zittingsperiode eindigt in 2012) President Unilever Asia, Africa, Central & Eastern Europe. Overige functies: non-executive chairman Hindustan Unilever Ltd. Lid Executive Board Indian School of Business. A. Mehta (1946 – Indiase nationaliteit, man, benoemd in 2008, zittingsperiode eindigt in 2012) Voormalig chief executive officer van de Hong Kong & Shanghai Banking Corporation. Overige functies: non-executive director van Tata Consultancy Services, Jet Airways Ltd., PCCW Ltd., Vedanta Resources Plc., Wockhardt Ltd., Godrej Consumer Products Ltd., Cairn India Ltd., Max Healthcare Institute Ltd. en Emaar MGF Land Ltd. Lid van de
governing board van Indian School of Business en van Centre for International Economic Relations. Lid van de Internationale Adviesraad van INSEAD.
Meer informatie vindt u in de oproepcirculaire voor de Algemene Vergadering 2009. Deze is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com).
Mw. J.E. Spero (1944 – Amerikaanse nationaliteit, vrouw, benoemd in 2008, zittingsperiode eindigt in 2012) Voormalig Executive Vice-President Corporate Affairs and Communications van American Express Company. Voormalig Under Secretary Economic Business & Agricultural Affairs van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Overige functies: non-executive director van IBM Corporation en President Doris Duke Charitable Foundation. Lid International Advisory Board Toyota Motor Corporation. Trustee van Columbia University, Council on Foreign Relations en trustee van Wisconsin Alumni Research Foundation.
FINANCIËLE VERSLAGGEVING Een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de systemen voor interne controle en risicobeheer met betrekking tot het financiële rapportageproces is opgenomen in de verklaring omtrent artikel 404 van de Sarbanes-Oxley-wet op pagina 73. Deze verklaring wordt geacht een integraal onderdeel van de onderhavige paragraaf te vormen.
J.P. Tai (1950 – Amerikaanse nationaliteit, man, benoemd in 2008, zittingsperiode eindigt in 2012) Voormalig vicevoorzitter en chief executive officer van DBS Group Holdings; voormalig managing director van de Investment Banking Divisie van JPMorgan. Overige functies: non-executive director van MasterCard Incorporated en van CapitaLand. Non-executive chairman van Brookstone, Inc. Lid van de Bloomberg Asia Pacific Advisory Board en van de Harvard Business School Asia Pacific Advisory Board. Trustee van Rensselaer Polytechnic Institute. Ir. K. Vuursteen (1941 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2002, zittingsperiode eindigt in 2010) Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van Heineken N.V. Overige functies: vicevoorzitter Raad van Commissarissen Akzo Nobel N.V., voorzitter Raad van Commissarissen TomTom N.V. en lid Raad van Commissarissen Henkel KGaA (beursgenoteerde ondernemingen). Lid Raad van Beheer Heineken Holding N.V., lid Raad van Advies CVC Capital Partners, voorzitter Wereld Natuurfonds Nederland, voorzitter Stichting Concertgebouwfonds en lid Raad van Toezicht Stichting Nyenrode. Wijziging samenstelling Raad van Commissarissen De heer E. Bourdais de Charbonnière en de heer W. Kok treden na de Algemene Vergadering in 2009 terug. De heer G.J.A. van der Lugt wordt op diezelfde Algemene Vergadering voorgedragen voor herbenoeming. Mevrouw prof. dr. J.P. Bahlmann (1950, Nederlandse nationaliteit, vrouw) alsmede de heren drs. ir. J. van der Veer (1947, Nederlandse nationaliteit, man) en L.J. de Waal (1950, Nederlandse nationaliteit, man) worden als nieuwe commissarissen voor benoeming voorgedragen. Mevrouw Bahlmann en de heer De Waal zijn door de Staat aanbevolen voor benoeming.
WIJZIGINGEN IN ZEGGENSCHAP Wettelijke bepalingen Ingevolge de Wet op het financieel toezicht zijn verklaringen van geen bezwaar vereist van de minister van Financiën voor het verwerven en houden van een deelneming van 10% of meer in ING Groep en voor het uitoefenen van het aan die deelneming verbonden zeggenschap. Op basis van wetgeving betreffende indirecte wijziging van zeggenschap in de verschillende jurisdicties waarin dochtermaatschappijen van ING Groep opereren, kan voor de verkrijging van een aanmerkelijk belang in ING Groep toestemming van of kennisgeving aan de lokale wetgevende autoriteiten zijn vereist. Change of control-clausules in belangrijke overeenkomsten ING Groep is niet partij bij enige belangrijke overeenkomst die in werking treedt, of wordt gewijzigd of beëindigd, bij een wijziging van de zeggenschap over ING Groep als gevolg van een openbaar bod, zoals bedoeld in artikel 5:70 van de Wet op het financieel toezicht. Dochtermaatschappijen van ING Groep kunnen gebruikelijke change of control-clausules hebben opgenomen in contracten die verband houden met hun verschillende bedrijfsactiviteiten, zoals jointventureovereenkomsten, letters of credit en andere kredietfaciliteiten, herverzekeringscontracten alsmede future- en optiecontracten. Na wijziging van zeggenschap over ING Groep (al dan niet als gevolg van een openbaar bod) kunnen dergelijke contracten worden aangepast of beëindigd, resulterend in bijvoorbeeld een verplichte overdracht van het belang in de joint venture, vervroegde terugbetaling van verschuldigde bedragen, verlies van kredietfaciliteiten of herverzekeringsdekking en liquidatie van uitstaande future- of optieposities. Vertrekregelingen leden Raad van Bestuur De arbeidsovereenkomsten met de leden van de Raad van Bestuur voorzien in een vertrekvergoeding die verschuldigd wordt bij beëindiging van de overeenkomst in verband met een openbare bieding zoals omschreven in artikel 5:70 van de Wet op het financieel toezicht. Met betrekking tot de hoogte van de vergoeding wordt geen verschil gemaakt naargelang de beëindiging van de overeenkomst wel of niet verband houdt met een openbare bieding.
Aangezien de heer drs. J.H.M. Hommen is voorgedragen voor benoeming in de Raad van Bestuur treedt hij na deze benoeming terug uit de Raad van Commissarissen. Zijn functie als voorzitter van de Raad van Commissarissen zal per 27 april 2009 worden overgenomen door de heer mr. P.A.F.W. Elverding.
ING Groep Jaarverslag 2008
67
1.3 Onze Governance Corporate governance (vervolg)
STATUTENWIJZIGING De statuten van ING Groep N.V. kunnen worden gewijzigd bij besluit van de Algemene Vergadering mits aangenomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen tijdens een vergadering waarbij twee derde van het geplaatste kapitaal aanwezig of vertegenwoordigd is. Voor een dergelijk besluit van de Algemene Vergadering is een voorstel van de Raad van Bestuur vereist dat dient te zijn goedgekeurd door de Raad van Commissarissen.
De Audit Commissie stelt tevens het maximale jaarlijkse bedrag vast dat voor dergelijke vooraf goedgekeurde diensten mag worden uitgegeven. De besteding van de vooraf goedgekeurde bedragen wordt gedurende het hele jaar door de externe accountantskantoren en ING bewaakt. De externe accountant geeft de Audit Commissie een volledig en gedetailleerd overzicht van alle aan ING geleverde diensten, inclusief alle bijbehorende vergoedingen. Dit overzicht wordt periodiek in de loop van het jaar door de Audit Commissie geëvalueerd.
EXTERNE ACCOUNTANTS Tijdens de Algemene Vergadering op 22 april 2008 is aan Ernst & Young de opdracht verleend de financiële gegevens van ING Groep N.V. over de boekjaren 2008 tot en met 2011 te onderzoeken, hierover aan de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen verslag uit te brengen en een accountantsverklaring af te leggen over de jaarrekening van ING Groep N.V. Verder controleerde Ernst & Young de effectiviteit van de interne controle op de financiële verslaglegging per 31 december 2008 en bracht daarover verslag uit.
Meer informatie over het beleid van ING ten aanzien van de onafhankelijkheid van de externe accountant is te vinden op de website van ING Groep (www.ing.com).
De externe accountants namen deel aan de bijeenkomsten van de Audit Commissie en aan de Algemene Vergadering in 2008. Na een periode van maximaal vijf jaar van accountantscontrole van de jaarrekeningen van ING Groep N.V., ING Verzekeringen N.V. dan wel ING Bank N.V. moeten de eerstverantwoordelijke partner en de voor de controle van de audits verantwoordelijke partner van het externe accountantskantoor worden vervangen door andere partners van het externe accountantskantoor. De Audit Commissie doet in dezen aanbevelingen aan de Raad van Commissarissen onder andere op basis van een jaarlijkse evaluatie van de geleverde diensten. In lijn met deze eis werd de eerstverantwoordelijke partner van Ernst & Young na de eindejaarscontrole 2006 vervangen. De rotatie van andere bij de accountantscontrole van de jaarrekeningen van ING betrokken partners is afhankelijk van de toepasselijke wetgeving omtrent onafhankelijkheid. Aan de externe accountants kunnen tijdens de Algemene Vergadering vragen worden gesteld over hun verklaring omtrent de jaarrekening. De externe accountants nemen derhalve deel aan die vergadering en mogen daarin het woord voeren. Ernst & Young mag alleen met toestemming van de Audit Commissie audit- en niet-auditgerelateerde diensten aan ING Groep en haar dochtermaatschappijen aanbieden. De Audit Commissie verleent jaarlijks vooraf algemene goedkeuring voor bepaalde soorten auditdiensten, auditgerelateerde diensten, belastingadviezen en niet-auditgerelateerde diensten van de externe accountants van ING. Diensten waarvoor de Audit Commissie niet vooraf algemene goedkeuring heeft gegeven, mogen door de externe accountant slechts worden verleend met specifieke goedkeuring van de Audit Commissie op aanbeveling van het lokale management.
ING Groep Jaarverslag 2008
68
Rapport Stichting ING Aandelen Het onderstaande rapport is opgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 van de administratievoorwaarden voor aandelen op naam in het kapitaal van ING Groep N.V. Ingevolge haar statuten heeft de Stichting ING Aandelen, een stichting opgericht naar Nederlands recht en gevestigd te Amsterdam (de ‘Stichting’), tot doel: a. het behartigen van de belangen van de houders van (certificaten van) aandelen van ING Groep N.V. (‘ING Groep’) mede met het oog op de belangen van (i) ING Groep zelf, (ii) die van de ondernemingen die door ING Groep en de met haar in een groep verbonden vennootschappen in stand worden gehouden en (iii) alle overige bij ING Groep betrokkenen op zodanige wijze dat deze belangen zo goed mogelijk worden gewogen en gewaarborgd; b. het tegen uitgifte van royeerbare certificaten ten titel van beheer verwerven en administreren van op naam luidende aandelen in het kapitaal van ING Groep en van eventueel daarop uit te keren bonusaandelen of bij wege van stockdividend of met behulp van claims verkregen aandelen, het uitoefenen van aan die aandelen verbonden stemrechten en alle andere aan die aandelen verbonden rechten gelijk het uitoefenen van claimrecht en het ontvangen van dividend en andere uitkeringen, waaronder begrepen liquidatieuitkeringen, onder de verplichting het ontvangene aan de certificaathouders uit te keren, met dien verstande dat voor bonusaandelen of bij wege van stockdividend verkregen aandelen en voor aandelen welke voor een certificaathouder bij de uitoefening van een claimrecht worden verkregen, certificaten zullen worden uitgegeven; c. het bevorderen van de informatie-uitwisseling tussen ING Groep enerzijds en de certificaathouders en aandeelhouders van ING Groep anderzijds; d. het bevorderen en het organiseren van de werving van stemvolmachten van andere aandeelhouders dan de Stichting zelf, alsmede gerichte stemvolmachten en/of steminstructies van certificaathouders, en voorts het verrichten van al hetgeen met het bovenstaande in de ruimste zin verband houdt, met dien verstande, dat alle handelingen, die commercieel risico meebrengen, van het doel van de Stichting zijn uitgesloten. Het bestuur van de Stichting (het ‘Bestuur’) heeft gedurende het verslagjaar 2008 vijf keer vergaderd. Op 4 maart 2008 kwam het Bestuur bijeen om onder meer de ontwikkelingen op het gebied van corporate governance, de samenstelling van het Bestuur, de onafhankelijkheid van de Stichting en haar positie in het algemeen te bespreken. Tijdens deze vergadering werd tevens de jaarlijkse Algemene Vergadering van ING Groep van 22 april 2008 voorbereid. Tijdens de vergadering van 2 april 2008 werden onder andere de balans en de staat van baten en lasten van de Stichting over het boekjaar 2007, de volmacht aan de secretaris van de Stichting, de wijziging van de statuten van de Stichting en de wijziging van de administratievoorwaarden besproken. Tijdens deze vergadering werd tevens de jaarlijkse Algemene Vergadering van ING Groep van 22 april 2008 voorbereid. Voorafgaand aan deze vergadering hebben de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van ING Groep de activiteiten en prestaties van ING Groep over 2007
besproken met het Bestuur op basis van het persbericht van 20 februari 2008 omtrent de cijfers over het boekjaar 2007. Op 22 april 2008 kwam het Bestuur bijeen voorafgaand aan de Algemene Vergadering van ING Groep om de resultaten van de stemvolmachten te bespreken en om een voorlopig standpunt te bepalen ten aanzien van de onderwerpen op de agenda. Tijdens deze vergadering heeft het Bestuur tevens de balans en de staat van baten en lasten van de Stichting over het boekjaar 2007 vastgesteld en ondertekend. Gezien de ontwikkelingen op de financiële markten en de positie van ING heeft het Bestuur op 3 november 2008 een extra vergadering gehouden. Tijdens deze vergadering besprak het Bestuur met de secretaris van ING de positie van ING, in het bijzonder de overeenkomst die was gesloten tussen ING en de Nederlandse Staat. De laatste vergadering vond plaats op 3 december 2008. Tijdens deze vergadering sprak het Bestuur onder meer over de wijziging van de statuten van de Stichting, de samenstelling van het Bestuur, de verklaringen inzake de onafhankelijkheid van de leden van het Bestuur, de overeenkomst inzake kostenvergoeding tussen de Stichting en ING Groep, alsmede over de ontwikkelingen op het gebied van corporate governance. Daarnaast werd teruggekeken op de jaarlijkse Algemene Vergadering van ING Groep van 22 april 2008 en keek het Bestuur vooruit naar de jaarlijkse Algemene Vergadering van ING Groep van 27 april 2009. Voorafgaand aan deze vergadering bespraken de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van ING Groep met het Bestuur de activiteiten en prestaties van ING Groep over de eerste negen maanden van 2008, zoals bekendgemaakt op 12 november 2008. Zoals hierboven al aangegeven heeft het Bestuur een extra vergadering gehouden op 3 november 2008 in verband met de ontwikkelingen op de financiële markten en de positie van ING. Daarnaast heeft het Bestuur de ontwikkelingen nauwlettend gevolgd en, waar nodig, nadere uitleg gevraagd over de specifieke keuzes van ING Groep, waaronder de details van de kapitaalinjectie door de Nederlandse Staat, het besluit over het slotdividend, de benoeming en de bevoegdheden van twee leden van de Raad van Commissarissen en de wijzigingen in het remuneratiebeleid van de leden van de Raad van Bestuur. Waar het Bestuur dit nuttig achtte, is ING Groep gevraagd meer duidelijkheid te verschaffen, met name over de vraag of de kapitaalinjectie door de Nederlandse Staat onder de omstandigheden de beste optie was voor alle certificaathouders en alle overige belanghebbenden. De Stichting heeft de aandeelhouders en certificaathouders van ING Groep over het voorgaande geïnformeerd door middel van een extra column van de voorzitter van het Bestuur in het magazine ING Shareholder 4. De Stichting organiseert de werving van stemvolmachten van aandeelhouders van ING Groep anders dan de Stichting zelf en van specifieke stemvolmachten of steminstructies van certificaathouders. Het Bestuur streeft er naar dat zo veel mogelijk certificaathouders en aandeelhouders hun stem uitbrengen. Certificaathouders in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten kunnen gebruik maken van stemmen op afstand.
ING Groep Jaarverslag 2008
69
1.3 Onze Governance Rapport Stichting ING Aandelen (vervolg)
Tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering van ING Groep van 2008 is stem uitgebracht op 38,69% van het totaal aantal geplaatste gewone aandelen (exclusief de stemrechten op de voormalige preferente aandelen). De Stichting stemde voor de resterende aandelen. De Stichting stelt zich op het standpunt dat het afschaffen van certificering zal worden overwogen zodra de vertegenwoordiging van gewone aandeelhouders en certificaathouders ten minste 35% is van het totale aantal op gewone aandelen uit te brengen stemmen (exclusief meervoudig stemrecht op de voormalige preferente aandelen) gedurende drie opeenvolgende jaren. Dit percentage werd in 2007 en 2008 behaald. Volgens haar statuten dient de Stichting te stemmen in het belang van alle certificaathouders, waaronder begrepen de meerderheid van de certificaathouders die geen steminstructies heeft gegeven, daarbij rekening houdend met de belangen van ING Groep zelf, de ondernemingen die door ING Groep en de met haar in een groep verbonden vennootschappen in stand worden gehouden en alle andere belanghebbenden van ING Groep. Hiermee bevordert de Stichting dat het stemrecht op de aandelen op een transparante wijze wordt uitgeoefend en voorkomt zij tegelijkertijd dat een minderheid van aandeelhouders en certificaathouders een toevallige meerderheid van de stemmen op een algemene vergadering zou kunnen inzetten ten nadele van de belangen van de op dat moment niet aanwezige of vertegenwoordigde beleggers. De Stichting, vertegenwoordigd door het Bestuur, was aanwezig op de jaarlijkse Algemene Vergadering van ING Groep van 2008 en beantwoordde diverse vragen. De Stichting stemde op die aandelen waarvoor geen steminstructie was ontvangen, voor alle agendapunten. Per 31 december 2008 vertegenwoordigden de in administratie genomen gewone aandelen een nominaal bedrag van EUR 494.923.263,12. Daartegenover zijn 2.062.180.263 certificaten uitgegeven, elk met een nominale waarde van EUR 0,24. Gedurende het verslagjaar zijn per saldo 163.583.975 certificaten van gewone aandelen ingetrokken. De vermindering kwam als volgt tot stand: Bij: uitoefening warrants 18,013,226; omzetting aandelen in certificaten 1,931,005; Af: omzetting certificaten in aandelen 370,189; intrekking als gevolg van aandeleninkoopprogramma 183,158,017.
Het Bestuur is momenteel als volgt samengesteld: ir. J.J.M. Veraart, voorzitter, voormalig voorzitter Raad van Bestuur Hollandsche Beton Groep N.V.; mr. H.J. Blaisse, advocaat en partner bij Blaisse Advocaten; dr. P.M.L. Frentrop, hoofd Corporate Governance APG Groep N.V. drs. C.J. van den Driest, voormalig voorzitter Raad van Bestuur Koninklijke Vopak N.V.; H.J. Hazewinkel RA, voormalig voorzitter Raad van Bestuur Koninklijke Volker Wessels Stevin N.V. Op de website van de Stichting (www.stichtingingaandelen.nl) staat een profielschets, alsmede een overzicht van alle relevante nevenfuncties van de leden van het Bestuur. Alle leden van het Bestuur hebben verklaard dat zij voldoen aan de voorwaarden inzake onafhankelijkheid zoals opgenomen in de Nederlandse Corporate Governance Code en de statuten van de Stichting. De jaarlijkse vergoeding voor de voorzitter van het Bestuur bedraagt EUR 25.000 en voor de overige leden van het Bestuur EUR 20.000. De kosten voor proxy voting bedroegen in 2008 EUR 118.088,94. De Stichting heeft in 2008 advies ingewonnen bij NautaDutilh N.V. over richtlijnen voor de taakuitoefening van het Bestuur. De Stichting heeft de mogelijkheid certificaathouders in een aparte vergadering te raadplegen. Hiervan is geen gebruik gemaakt. Het Bestuur is van mening dat een aparte vergadering van certificaathouders niet het juiste middel is, omdat certificaathouders die een dergelijke vergadering zouden bijwonen in de regel ook aanwezig zijn op de Algemene Vergadering van ING Groep. Tijdens deze vergadering kunnen zij hun mening uiten en zelf hun stem uitbrengen. Zij kunnen derhalve zelf voor hun belangen opkomen en zijn niet afhankelijk van de Stichting. De werkzaamheden verbonden aan de administratie van de aandelen worden verricht door Administratiekantoor van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor B.V. te Amsterdam. De contactgegevens van de Stichting zijn: Mevrouw mr. M. Dapperen Tel.: 020 541 86 45 E-mail:
[email protected]
AMSTERDAM, 16 MAART 2009 Gedurende het boekjaar 2008 zijn alle uitstaande preferente aandelen A in het aandelenkapitaal van ING Groep ingetrokken. In verband met deze intrekking en het feit dat er geen preferente aandelen B in het aandelenkapitaal van ING Groep uitstaan en ook in de toekomst geen noodzaak zal bestaan om preferente aandelen B uit te geven, zijn de statuten van de Stichting, alsmede de administratievoorwaarden, dusdanig aangepast dat de bepalingen inzake preferente aandelen A en preferente aandelen B zijn komen te vervallen.
ING Groep Jaarverslag 2008
70
BESTUUR STICHTING ING AANDELEN
Rapport Stichting Continuïteit ING Stichting Continuïteit ING, een stichting naar Nederlands recht, werd op 22 januari 1991 opgericht en is gevestigd te Amsterdam. Op 23 juni 2003 is de voormalige naam ‘Stichting Cumulatief Preferente Aandelen ING Groep’ statutair gewijzigd in Stichting Continuïteit ING.
Tussen Stichting Continuïteit ING (de ‘Stichting’) en ING Groep N.V. (‘ING Groep’) is een calloptie-overeenkomst gesloten die de Stichting het recht geeft cumulatief preferente aandelen in het kapitaal van ING Groep te verwerven tot een maximum van 4,5 miljard cumulatief preferente aandelen. Voor het verwerven van cumulatief preferente aandelen door de Stichting geldt de beperking dat onmiddellijk na plaatsing van cumulatief preferente aandelen het totale geplaatste kapitaal van ING Groep voor niet meer dan een derde uit cumulatief preferente aandelen bestaat. Indien vervolgens nieuwe, andere dan cumulatieve preferente, aandelen worden uitgegeven, kan de Stichting wederom gebruik maken van bovengenoemd recht met inachtneming van de in de vorige zin genoemde beperking. Bij het nemen van cumulatief preferente aandelen dient ten minste 25% van de nominale waarde van die aandelen te worden gestort. Het bestuur van de Stichting (het ‘Bestuur’) kwam in 2008 drie keer bijeen en wel op 28 januari, 2 april en 3 december. De samenstelling van het Bestuur is momenteel als volgt: prof. mr. S.C.J.J. Kortmann, die met ingang van 2 april 2008 werd benoemd tot voorzitter van het bestuur; mr. A.C. Metzelaar, die met ingang van 12 mei 2008 werd herbenoemd; dr. ir. W. van Vonno; ir. P.N. Wakkie, die met ingang van 1 augustus 2008 werd benoemd. mr. A.P. Timmermans, de voormalige voorzitter van het Bestuur, is per 1 januari 2008 afgetreden vanwege het bereiken van de statutaire leeftijdsgrens van 70. Alle leden van het Bestuur hebben verklaard dat zij voldoen aan de voorwaarden inzake onafhankelijkheid zoals opgenomen in de statuten van de Stichting.
AMSTERDAM, 16 MAART 2009 BESTUUR STICHTING CONTINUÏTEIT ING
ING Groep Jaarverslag 2008
71
1.3 Onze Governance
Conformiteitsverklaring De Raad van Bestuur dient over ieder boekjaar de jaarrekening en het jaarverslag van ING Groep N.V. op te stellen in overeenstemming met de van toepassing zijnde Nederlandse wetgeving en die IFRS-verslaggevingsregels welke door de Europese Unie zijn goedgekeurd.
Conformiteitsverklaring krachtens artikel 5:25c, lid 2(c) van de Wet op het financieel toezicht. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het bijhouden van een adequate financiële administratie, het beschermen van de activa en voor het ondernemen van redelijke stappen om fraude of andere onregelmatigheden te voorkomen of op te sporen. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het selecteren van passende verslaggevingsrichtlijnen en de consistente toepassing daarvan, waarbij voorzichtige en redelijke beoordelingen en schattingen worden gemaakt. De Raad van Bestuur is ook verantwoordelijk voor het opstellen en handhaven van interne procedures die ervoor zorgen dat alle belangrijke financiële informatie ter kennis komt van de Raad van Bestuur, zodat de tijdige, complete en correcte externe financiële verslaggeving is gewaarborgd. Zoals vereist door artikel 5:25c, lid 2(c) van de Wet op het financieel toezicht bevestigt elk van de ondergetekenden hierbij dat naar zijn beste weten: t De Jaarrekening 2008 van ING Groep N.V. een getrouw beeld geeft van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst of het verlies van ING Groep N.V. en de gezamenlijke in de consolidatie opgenomen ondernemingen. t Het Jaarverslag 2008 van ING Groep N.V. een getrouw beeld geeft omtrent de toestand op de balansdatum, de gang van zaken gedurende het boekjaar 2008 van ING Groep N.V. en de gezamenlijke in de consolidatie opgenomen ondernemingen en dat de wezenlijke risico’s waarmee ING Groep N.V. wordt geconfronteerd, zijn beschreven.
AMSTERDAM, 16 MAART 2009 Eric Boyer de la Giroday Waarnemend bestuursvoorzitter, lid van de Raad van Bestuur Dick Harryvan Lid van de Raad van Bestuur John Hele CFO, lid van de Raad van Bestuur Eli Leenaars Lid van de Raad van Bestuur Tom McInerney Lid van de Raad van Bestuur Hans van der Noordaa Lid van de Raad van Bestuur Koos Timmermans CRO, lid van de Raad van Bestuur Jacques de Vaucleroy Lid van de Raad van Bestuur
ING Groep Jaarverslag 2008
72
Artikel 404 Sarbanes-Oxley-wet Interne beheersing van de financiële verslaggeving Vanwege de beursnotering aan de New York Stock Exchange is ING Groep verplicht te voldoen aan de regels van de Securities & Exchange Commission (SEC, de Amerikaanse Commissie van Toezicht op het effecten- en beurswezen), zoals vastgelegd in artikel 404 van de Sarbanes-Oxley-wet, ofwel SOX 404. Op grond van deze regels dienen de CEO (de voorzitter van de Raad van Bestuur) en CFO van ING Groep jaarlijks verslag uit te brengen en een verklaring af te leggen over de effectiviteit van de interne beheersing binnen ING Groep van de financiële verslaggeving. Voorts wordt de externe accountants gevraagd hun mening te geven over de effectiviteit van de interne beheersing van financiële verslaggeving van ING Groep. Interne beheersing van de financiële verslaglegging vond al plaats vóór de invoering van SOX 404. Op grond van de SOX 404-regels dient het management echter de effectiviteit daarvan aan te tonen. Dit vereist een meer geformaliseerde aanpak van de uitvoering van onze taken. ING Groep hanteert al geruime tijd business principles en een robuuste interne controlecultuur, waaraan alle medewerkers zich dienen te houden. SOX 404-activiteiten worden conform de bestuursstructuur georganiseerd en vereisen de betrokkenheid van het hogere kader binnen de gehele onderneming. Op basis van de SOX 404-aanpak is ING in staat een ongekwalificeerde verklaring af te geven, waarin vastligt dat de interne beheersing van de financiële verslaggeving effectief is per 31 december 2008. De SOX 404-verklaring van de Raad van Bestuur is hiernaast opgenomen, gevolgd door de verklaring van de externe accountant.
VERKLARING VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVER DE INTERNE BEHEERSING VAN DE FINANCIËLE VERSLAGGEVING De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het inrichten en handhaven van een adequate interne beheersing van de financiële verslaggeving. De interne beheersing binnen ING Groep van financiële verslaggeving krijgt haar beslag in een proces dat onder toezicht staat van onze voornaamste uitvoerende en financiële functionarissen. Dit proces verschaft een redelijke mate van zekerheid over de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving en de opstelling van de externe jaarrekening in overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor de financiële verslaggeving. Onze interne beheersing van de financiële verslaggeving is gebaseerd op beleid en procedures die: t Betrekking hebben op het voeren van een administratie die in redelijk detail een juist en getrouw beeld geeft van de transacties en beschikking over de activa van ING. t Een redelijke mate van zekerheid verschaffen dat transacties worden vastgelegd op zodanige wijze als noodzakelijk is voor de opstelling van de jaarrekening conform algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en dat onze ontvangsten en uitgaven alleen geschieden met de goedkeuring van onze managers en directeuren. t Een redelijke mate van zekerheid verschaffen over het voorkomen of tijdig opsporen van ongeautoriseerde verwerving en gebruik van of beschikking over onze activa die een belangrijk effect op onze jaarrekening zouden kunnen hebben. Door de inherente beperkingen van de interne beheersing van de financiële verslaggeving kunnen onjuistheden niet altijd worden voorkomen of opgespoord. Daarnaast lopen inschattingen van de verwachte effectiviteit voor toekomstige periodes het risico dat de interne controlemaatregelen door veranderende omstandigheden ontoereikend worden, of dat de mate van naleving van het beleid of de procedures verslechtert. De Raad van Bestuur heeft de effectiviteit van de interne beheersing van de financiële verslaggeving per 31 december 2008 beoordeeld. De Raad van Bestuur heeft bij die beoordeling gebruikgemaakt van toetsingen op basis van de criteria van de Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (COSO) in Internal Control – Integrated Framework. Op basis van de beoordeling van Raad van Bestuur en die criteria is de Raad van Bestuur tot de slotsom gekomen dat de interne beheersing van de financiële verslaggeving per 31 december 2008 effectief was. Onze externe accountant heeft de interne beheersing van de financiële verslaggeving per 31 december 2008 gecontroleerd en heeft daarover een rapport uitgebracht dat op pagina 74 is opgenomen.
AMSTERDAM, 16 MAART 2009 Eric Boyer de la Giroday waarnemend bestuursvoorzitter, lid van de Raad van Bestuur John Hele chief financial officer
ING Groep Jaarverslag 2008
73
1.3 Onze Governance Artikel 404 Sarbanes-Oxley-wet (vervolg)
RAPPORT VAN DE EXTERNE ACCOUNTANT Aan de Aandeelhouders, de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. We hebben de interne beheersing van de financiële verslaggeving van ING Groep N.V. per 31 december 2008 gecontroleerd op basis van criteria zoals die zijn vastgesteld in ‘Internal Control – Integrated Framework’, uitgegeven door de Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (de COSO-criteria). Het is de verantwoordelijkheid van het bestuur van ING Groep N.V. te zorgen voor een effectieve interne beheersing van de financiële verslaggeving en voor de beoordeling van de effectiviteit van de interne beheersing van de financiële verslaggeving zoals deze is opgenomen in bijbehorende Verklaring van de Raad van Bestuur over de interne beheersing van de financiële verslaggeving. Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de interne beheersing van de financiële verslaggeving van de onderneming op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met de standaarden van de Public Company Accounting Oversight Board (Verenigde Staten). Dienovereenkomstig zijn wij verplicht de controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat er in alle materiële opzichten sprake is geweest van effectieve interne beheersing van de financiële verslaggeving. Onze controle omvatte onder meer het verwerven van inzicht in de interne beheersing van de financiële verslag-geving, het beoordelen van het risico dat er sprake is van een materiële tekortkoming, het testen en het evalueren van de opzet en werking van het interne beheerssysteem op basis van het vastgestelde risico en het verrichten van alle overige werkzaamheden die wij gezien de omstandigheden noodzakelijk achtten. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. De interne beheersing van de financiële verslaggeving van een onderneming is een proces dat is gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid omtrent de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving en de opstelling van de externe jaarrekening overeenkomstig algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving. De interne beheersing van de financiële verslaggeving van een onderneming heeft betrekking op haar beleid en procedures die (1) relevant zijn voor het voeren van een administratie die, met een redelijke mate van detaillering, een juist en getrouw beeld geeft van de transacties en de beschikking over de activa van de onderneming; (2) een redelijke mate van zekerheid bieden dat transacties zodanig worden vastgelegd dat de jaarrekening kan worden opgesteld in overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en dat de ontvangsten en uitgaven van de onderneming uitsluitend worden verricht met goedkeuring van het bestuur van die onderneming; en (3) een redelijke mate van zekerheid bieden dat ongeoorloofde verwerving en aanwending van, dan wel beschikking over activa van de onderneming die van materiële invloed zou kunnen zijn op de jaarrekening, wordt voorkomen dan wel tijdig wordt gesignaleerd.
ING Groep Jaarverslag 2008
74
Vanwege haar inherente beperkingen zal de interne beheersing van de financiële verslaggeving niet alle onjuistheden kunnen voorkomen of signaleren. Daarnaast zijn schattingen omtrent de effectiviteit van de beheersingsmaatregelen in de toekomst onderhevig aan het risico dat die maatregelen ontoereikend worden als gevolg van veranderde omstandigheden, of de mate waarin voldaan wordt aan het beleid of de procedures verslechtert. Naar ons oordeel is de interne beheersing van de financiële verslaggeving van ING Groep N.V. per 31 december 2008 op basis van de COSO-criteria in alle materiële opzichten effectief. Tevens hebben wij in overeenstemming met de standaarden van de Public Company Accounting Oversight Board (Verenigde Staten) de geconsolideerde balans per 31 december 2008 en de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, het geconsolideerde kasstroomoverzicht en het geconsolideerde mutatieoverzicht eigen vermogen over 2008 van ING Groep N.V gecontroleerd. Op 16 maart 2009 hebben wij daarbij een goedkeurende accountantsverklaring verstrekt.
AMSTERDAM, 16 MAART 2009 ERNST & YOUNG ACCOUNTANTS
Remuneratierapport Dit hoofdstuk behandelt de remuneratie van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Het remuneratiebeleid werd op 27 april 2004 goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (‘Algemene Vergadering’). In 2006 is de pensioenregeling van de Raad van Bestuur gewijzigd in lijn met de door de Aandeelhoudersvergadering goedgekeurde wijziging van het remuneratiebeleid. De herziene pensioenregeling voor de Raad van Bestuur staat beschreven vanaf pagina 77. Er zijn in 2008 geen wijzigingen op dit beleid doorgevoerd, waardoor de goedkeuring door de Algemene Vergadering uit 2006 nog steeds van toepassing is. Dit hoofdstuk begint met een beschrijving van het algemene remuneratiebeleid voor het topmanagement, gevolgd door de remuneratie voor de Raad van Bestuur over 2008 en de beloningsstructuur voor 2009. Daarnaast is informatie opgenomen over leningen en voorschotten aan de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen alsmede over certificaten van aandelen ING Groep die door de leden van deze twee raden worden gehouden.
ALGEMEEN REMUNERATIEBELEID VOOR HET TOPMANAGEMENT Achtergrond De belangrijkste doelstelling van het remuneratiebeleid is om de onderneming in staat te stellen gekwalificeerde en ervaren managers aan te trekken en te behouden. Het beloningspakket bevordert een prestatiegerichte cultuur die de doelstellingen van ING in lijn brengt met die van haar stakeholders. ING beloont prestaties op basis van vooraf vastgestelde, uitdagende, meetbare en beïnvloedbare doelstellingen voor de korte en de lange termijn. Het remuneratiebeleid van ING is gebaseerd op vijf belangrijke principes die binnen het hele bedrijf gelden. Deze principes zijn: t Het totale beloningsniveau wordt vergeleken met de beloning in relevante markten waarin ING talent aantrekt in concurrentie met andere bedrijven. t ING streeft naar een totale beloning op het mediaanniveau van de relevante markten, waarbij alleen in geval van uitzonderlijke prestaties boven het mediaanniveau zal worden beloond. t Het beloningspakket bestaat onder andere uit variabele componenten (kortetermijn- en langetermijnbonussen) zodat de remuneratie van het topmanagement is gekoppeld aan de prestaties van ING op de korte en de lange termijn. t Om de effectiviteit van het kortetermijnbonusplan te bevorderen worden aan het begin van ieder jaar duidelijke, meetbare en uitdagende doelstellingen vastgesteld. t Bij de langetermijnbonus gaat het om de strategische doelstellingen voor de langere termijn en om het gelijkschakelen van de belangen van het management met die van de aandeelhouders. Een groot aantal managers van ING neemt aan het langetermijnbonusplan deel om de gemeenschappelijke focus op het totaalresultaat van ING te waarborgen.
Beloningsstructuur De beloningsstructuur van ING bestaat uit drie basiscomponenten: t vast of basissalaris, de gegarandeerde totale jaarlijkse beloning; t een kortetermijnbonus in geld, gerelateerd aan de prestaties in het afgelopen jaar; t een langetermijnbonus in de vorm van aandelenopties en/of prestatieaandelen, gerelateerd aan de prestaties over verscheidene jaren en toekomstgericht. Naast het basissalaris en participatie in het bonusplan genieten het topmanagement en de leden van de Raad van Bestuur dezelfde aanvullende arbeidsvoorwaarden als de meeste vergelijkbare medewerkers van ING Groep, zoals het gebruik van een bedrijfsauto, bijdragen in bedrijfsspaarregelingen en, indien van toepassing, vergoedingen voor expatriates. Basissalaris Het basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur moet toereikend zijn om hooggekwalificeerde managers, die nodig zijn om de bedrijfsdoelstellingen te realiseren, te kunnen aantrekken en behouden. Bij de besluitvorming over de hoogte van basissalarissen kijkt de Raad van Commissarissen naar ervaring, achtergrond, verantwoordelijkheden, prestaties en leidinggevende capaciteiten van de voorzitter en de leden van de Raad van Bestuur. Om te waarborgen dat het niveau van het basissalaris in lijn is met de relevante markten waarin ING talent zoekt, toetst de Raad van Commissarissen jaarlijks het basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur. Kortetermijnbonusplan Het kortetermijnbonusplan vormt een belangrijk onderdeel van ING’s prestatiegerichte cultuur. De kortetermijnbonus wordt uitgekeerd in geld. De bonus die kan worden behaald bij prestaties conform de doelstelling is een percentage van het basissalaris. Dit percentage is gebaseerd op een vergelijkingsonderzoek naar gangbare niveaus in de externe markten waarbinnen ING opereert en op interne doelstellingen. In 2008 zijn ten aanzien van het kortetermijnbonusplan voor de leden van de Raad van Bestuur en het topmanagement (de top 200) drie financiële parameters gebruikt om de resultaten op Groepsniveau vast te stellen. Deze financiële parameters zijn: onderliggende nettowinst per aandeel, onderliggende bedrijfslasten en economische winst/embeddedvaluewinst (exclusief financiële variaties). De kwantitatieve elementen van deze doelstellingen worden beschouwd als koers- en concurrentiegevoelige informatie en worden daarom niet openbaar gemaakt. De combinatie van deze financiële parameters levert ons inziens een juiste afspiegeling van de totale prestaties van ING op. Bij het vaststellen van de uiteindelijke bonus weegt elke component even zwaar. De drie prestatiedoelstellingen worden door de Raad van Commissarissen aan het begin van iedere beoordelingsperiode vastgesteld. Bij de kortetermijnbonus kan de feitelijke uitbetaling in een willekeurig jaar variëren van 0 tot 200% van het doelstellingsniveau.
ING Groep Jaarverslag 2008
75
1.3 Onze Governance Remuneratierapport (vervolg)
Behalve op financiële doelstellingen is de kortetermijnbonus deels gebaseerd op individuele prestaties, gerelateerd aan voor iedere topmanager vooraf vastgestelde meetbare doelstellingen. Deze doelstellingen hangen samen met de specifieke verantwoordelijkheden van de verschillende leden van de Raad van Bestuur en worden vastgesteld en beoordeeld door de Raad van Commissarissen. De Raad van Bestuur stelt de doelstellingen vast voor het topmanagement. Voor deze bestuurslaag, die direct aan de Raad van Bestuur rapporteert, ligt het accent op individuele prestaties, aangezien hun verantwoordelijkheid primair bij de bedrijfsonderdelen ligt. Kortetermijnbonus: relatieve belang van het Groepsresultaat en individuele resultaat Groepsresultaat
Individueel resultaat
Raad van Bestuur
70% van totale bonus
30% van totale bonus
Topmanagement bedrijfsonderdelen
15% van totale bonus
85% van totale bonus
Topmanagement Groep
30% van totale bonus
70% van totale bonus
De plaats van ING binnen deze groep bedrijven op basis van het totale rendement voor aandeelhouders is bepalend voor het uiteindelijke aantal aandelen dat aan het einde van de beoordelingsperiode van drie jaar vrijkomt. Het aantal prestatieaandelen dat aan het begin van elke periode van drie jaar in eerste instantie wordt toegekend, is gebaseerd op een middenpositie voor ING. Dit aantal stijgt of daalt (lineair) op basis van de positie van ING’s totale rendement voor aandeelhouders na de beoordelingsperiode van drie jaar, zoals weergegeven in onderstaande tabel: Aantal aandelen toegekend na elke beoordelingsperiode van drie jaar, gerelateerd aan referentiegroep Positie ING
Langetermijnbonusplan Het langetermijnbonusplan van ING bestaat uit zowel aandelenopties als prestatieaandelen. Langetermijnbonussen worden toegekend om de belangen van het topmanagement gelijk te schakelen met die van de aandeelhouders en om het topmanagement voor een langere periode aan ING te binden. De langetermijnbonus wordt toegekend met een evenredige verdeling naar marktwaarde over aandelenopties en prestatieaandelen. Het langetermijnbonusplan is op 27 april 2004 tijdens de Algemene Vergadering besproken en goedgekeurd. De aandelenopties van ING hebben een totale looptijd van tien jaar en een wachttijd van drie jaar waarna ze de resterende zeven jaar uitgeoefend kunnen worden. Na drie jaar mogen de opties worden uitgeoefend, mits de optiehouder nog in dienst van ING is. De uitoefenprijs van de aandelenopties is gelijk aan de beurskoers van het ING-aandeel op Euronext Amsterdam by NSYE Euronext op de datum van toekenning. Voor leden van de Raad van Bestuur is de datum van toekenning een bepaalde dag in de eerste ‘open periode’ na de Algemene Vergadering. Prestatieaandelen worden voorwaardelijk toegekend. Het aantal aandelen dat aan het einde van een beoordelingsperiode van drie jaar onvoorwaardelijk wordt toegekend, is afhankelijk van het totale rendement van ING voor aandeelhouders over drie jaar (koerswinsten op aandelen en herbelegde dividenden die aandeelhouders in die periode ontvangen), gerelateerd aan het totale rendement van een vooraf gedefinieerde referentiegroep van vergelijkbare ondernemingen. De criteria voor het samenstellen van deze referentiegroep zijn: a) vergelijkbaar en relevant geacht door de Raad van Commissarissen, b) vergelijkbaar met ING’s huidige activiteitenportefeuille (bankieren, verzekeren en vermogensbeheer) en ING’s geografische spreiding, c) wereldwijd actief, d) beursgenoteerd met een substantieel aantal vrij verhandelbare aandelen. Op basis van deze criteria bestaat de referentiegroep, die in 2004 is samengesteld en in 2007 is aangepast, uit de volgende bedrijven: t Citigroup, Fortis, Lloyds TSB (bank/verzekeringsbedrijven); t Unicredito Italiano, Bank of America, BNP Paribas, Banco Santander, Credit Suisse, Deutsche Bank, HSBC (banken); ING Groep Jaarverslag 2008
76
t Aegon, AIG, Allianz, Aviva, AXA, Prudential UK, Hartford Financial Services, Munich Re, (verzekeringsbedrijven); t Invesco (vermogensbeheerder).
1–3 4–8 9 – 11 12 – 17 18 – 20
Aantal aandelen
200% Tussen 200% en 100% 100% Tussen 100% en 0% 0%
Vóór aanvang van iedere nieuwe beoordelingsperiode van drie jaar wordt de referentiegroep opnieuw bezien door de Raad van Commissarissen. Voor de beoordelingsperiode 2009-2011 heeft de Raad van Commissarissen besloten dat Fortis en AIG zullen worden vervangen door KBC N.V. respectievelijk Manulife Financial Corporation. Gezien de marktonrust zal de Raad van Commissarissen ook de samenstelling van de referentiegroep blijven volgen voor bestaande beoordelingscyclussen. Als een bedrijf in de referentiegroep wordt vervangen, is dat altijd gebaseerd op een grondige afweging van de bovenvermelde objectieve criteria voor het samenstellen van de referentiegroep. De prestatiebeoordeling zelf zal aan het einde van iedere periode van drie jaar door een onafhankelijke derde partij worden uitgevoerd. Het is de leden van de Raad van Bestuur niet toegestaan om certificaten van aandelen, verkregen door het aandelenoptieen prestatieaandelenplan binnen een periode van vijf jaar na toekenning te verkopen. Het is deze deelnemers slechts toegestaan een deel van hun aandelen te verkopen op het moment van onvoorwaardelijke verkrijging teneinde de belasting over het gevestigde recht te betalen. Aandelen verkregen uit de uitoefening van opties mogen alleen binnen een periode van vijf jaar na toekenning van de opties worden verkocht teneinde de belasting over het uitgeoefende recht te betalen. Beloningsniveaus Ieder jaar vindt een analyse van het beloningsniveau plaats op basis van een referentiegroep van ondernemingen. Deze groep werd in 2008 samengesteld en is een mix van Europese financiële instellingen. Deze referentiegroep is een afspiegeling van het type bedrijf en de omgeving waarin ING opereert. ING concurreert met deze bedrijven om toptalent. De volgende bedrijven maken deel uit van deze groep: Aegon, Allianz, AXA, Banco Santander, Barclays, BNP Paribas, Credit Suisse, Deutsche Bank, Fortis, HSBC, Royal Bank of Scotland, Société Générale, Unicredito Italiano en Zurich Financial Services.
In overeenstemming met het algemene beloningsbeleid van ING heeft de Raad van Commissarissen zich gericht op uitbreiding van de variabele (prestatiegerichte) beloningscomponenten. Hierdoor zijn de salarissen van de leden van de Raad van Bestuur geleidelijk opgetrokken naar het mediane niveau van de referentiegroep. De samenstelling van het beloningspakket bij het behalen van de doelstellingen is evenredig verdeeld over de componenten (1/3 basissalaris, 1/3 kortetermijnbonus en 1/3 langetermijnbonus). Pensioenen leden Raad van Bestuur Tijdens de Algemene Vergadering op 25 april 2006 is besloten tot een wijziging van het remuneratiebeleid van de Raad van Bestuur met betrekking tot de pensioenregeling. De herziene pensioenregeling is van toepassing op alle leden van de Raad van Bestuur ongeacht het moment van benoeming, met uitzondering van de heren Hele en McInerney. Aangezien de heren Hele en McInerney deelnemen aan een Amerikaanse pensioenregeling, is de herziene pensioenregeling op hen niet van toepassing. De pensioenen van de Raad van Bestuur zijn nu gebaseerd op beschikbare premie en zijn door middel van een contract bij Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. verzekerd. Met ingang van 2006 zijn de leden van de Raad van Bestuur verplicht zelf een deel van hun pensioenpremie te betalen. De arbeidsovereenkomst wordt in geval van pensionering van rechtswege beëindigd op de eerste dag van de maand waarin de persoon in kwestie 65 jaar wordt (‘standaardpensionering’). De pensioengerechtigde leeftijd is veranderd ten opzichte van voorgaande jaren (leeftijd was 60) als gevolg van een wijziging in het Nederlandse belastingstelsel.
De totale kortetermijnbonus is voor 70% gebaseerd op de onderliggende nettowinst per aandeel, de onderliggende bedrijfslasten en de economische winst/embeddedvaluewinst (exclusief financiële variaties) van de Groep, en voor 30% op individuele doelstellingen die aan het begin van het jaar door de voorzitter van de Raad van Bestuur zijn vastgesteld en zijn goedgekeurd door de Remuneratieen Nominatiecommissie van de Raad van Commissarissen. Conform de bepalingen in de met de Nederlandse Staat gesloten overeenkomst ter versterking van ING’s kapitaalpositie zullen de individuele leden van de Raad van Bestuur over 2008 geen kortetermijnbonus ontvangen. Langetermijnbonusplan Raad van Bestuur 2008 Voor het langetermijnbonusplan van de Raad van Bestuur wordt gebruik gemaakt van twee instrumenten: aandelenopties en prestatieaandelen. Zoals eerder aangegeven heeft de Raad van Bestuur een identiek plan aangenomen voor het gehele topmanagement van ING. Dit betekent dat ongeveer 7.000 managers aan een soortgelijk plan deelnemen. Voor 2008 werd de waarde van de langetermijnbonus bij het behalen van de doelstellingen vastgesteld op 100% van het individuele basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur. De uiteindelijk toe te kennen langetermijnbonus is afhankelijk van de prestatie op het Groepselement van het kortetermijnbonusplan en varieert van 50% van de doelstelling (wanneer het Groepselement van de kortetermijnbonus 0% is) tot 150% (wanneer het Groepselement van de kortetermijnbonus 200% is).
Arbeidsovereenkomst voor nieuw benoemde bestuursleden De arbeidsovereenkomst voor leden van de Raad van Bestuur benoemd na 1 januari 2004 bepaalt dat zij worden benoemd voor een periode van vier jaar (de benoemingsperiode) en biedt de mogelijkheid tot herbenoeming door de Algemene Vergadering.
Conform de bepalingen in de met de Nederlandse Staat gesloten overeenkomst ter versterking van ING’s kapitaalpositie zullen de individuele leden van de Raad van Bestuur over 2008 geen langetermijnbonus ontvangen.
In het geval van een onvrijwillige beëindiging van hun dienstverband zouden leden van de Raad van Bestuur recht hebben op een veelvoud van hun basissalaris als lid van de Raad van Bestuur, rekening houdend met bestaande rechten. Deze rechten konden in geringe mate de vertrekregeling volgens de Nederlandse Corporate Governance Code overschrijden, dat wil zeggen niet meer dan twee keer het basissalaris (eerste benoemingstermijn) of één keer het basissalaris (in alle overige situaties). Volgens de met de Nederlandse Staat gesloten overeenkomst ter versterking van ING’s kapitaalpositie is de vertrekregeling beperkt tot één basisjaarsalaris.
De heer McInerney is gerechtigd tot toekenning van voorwaardelijke aandelen op hetzelfde moment als waarop de langetermijnbonus wordt toegekend. Deze voorwaardelijke aandelen worden vier jaar na toekenning 100% onvoorwaardelijk onder de voorwaarde dat er op dat moment nog steeds sprake is van een actief dienstverband. Deze toekenning vormt onderdeel van het arbeidscontract van de heer McInerney teneinde zijn totale beloning af te stemmen op de markt voor topmanagers in de Verenigde Staten. De heer McInerney zal over 2008 geen voorwaardelijke aandelen toegekend krijgen.
De opzegtermijn van leden van de Raad van Bestuur is drie maanden voor de werknemer en zes maanden voor de werkgever.
De prestatieaandelen die in 2006 zijn toegekend, worden in 2009 onvoorwaardelijk, na een beoordelingsperiode die liep van 2006 tot en met 2008. Het uiteindelijke resultaat van 43% is gebaseerd op de 15e plaats die ING op basis van het totale aandeelhoudersrendement inneemt in de referentiegroep. Dit resultaat is vastgesteld door een onafhankelijke derde partij. De externe accountant van ING heeft de betreffende berekening getoetst. Voor de leden van de Raad van Bestuur die in 2006 prestatieaandelen toegekend hebben gekregen als lid van de Raad van Bestuur, zal in mei 2009 het definitieve aantal prestatieaandelen worden toegewezen. Voor de overige topmanagers aan wie voor de periode 2006-2008 prestatieaandelen zijn toegekend, geldt dat deze aandelen in maart 2009 onvoorwaardelijk worden.
REMUNERATIE RAAD VAN BESTUUR 2008 Basissalaris Raad van Bestuur 2008 Het basissalaris van alle leden van de Raad van Bestuur, met uitzondering van de heer McInerney die op basis van een Amerikaans beloningspakket werkzaam is, is in 2008 met 5% gestegen. In de jaren 2004-2007 was dit basissalaris bevroren. Kortetermijnbonusplan Raad van Bestuur 2008 Voor 2008 werd de kortetermijnbonus bij het behalen van de doelstellingen vastgesteld op 100% van het individuele basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur. De uiteindelijk uit te keren bonus is afhankelijk van het realiseren van een aantal financiële doelstellingen van de Groep en van specifieke individuele kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen voor elk lid van de Raad van Bestuur.
ING Groep Jaarverslag 2008
77
1.3 Onze Governance Remuneratierapport (vervolg)
Remuneratie in contanten van de leden van de Raad van Bestuur (1) bedragen in duizenden euro’s
2008
2007
2006
Michel Tilmant Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
1.353 0 1.353
1.289 2.001 3.290
1.289 2.299 3.588
Eric Boyer de la Giroday Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
892 0 892
850 1.319 2.169
850 1.477 2.327
Dick Harryvan (1) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
665 0 665
634 842 1.476
423 710 1.133
John Hele (2) (3) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
603 0 603
412 621 1.033
Eli Leenaars Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
665 0 665
634 956 1.590
634 1.102 1.736
Tom McInerney (1) (3) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
879 0 879
946 1.425 2.371
690 1.157 1.847
Hans van der Noordaa (1) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
665 0 665
634 956 1.590
423 710 1.133
Koos Timmermans (2) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
665 0 665
423 637 1.060
Jacques de Vaucleroy (1) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
665 0 665
634 956 1.590
De beloning in contanten van voormalige leden van de Raad van Bestuur, die niet in deze tabel zijn opgenomen, was in 2008 nihil en bedroeg in 2007 EUR 729 duizend en in 2006 EUR 5.353 duizend.
ING Groep Jaarverslag 2008
78
De heren Harryvan, McInerney, Van der Noordaa en de Vaucleroy zijn met ingang van 25 april 2006 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. De cijfers voor 2006 geven dus een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur weer. (2) De heren Hele en Timmermans zijn met ingang van 24 april 2007 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. De cijfers voor 2007 geven dus een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur weer. (3) De heren Hele en McInerney ontvangen hun salaris in Amerikaanse dollars. Ieder jaar wordt het jaarsalaris in dollars omgerekend in euro’s tegen de gemiddelde koers van dat jaar. (1)
423 710 1.133
Langetermijnbonus van de leden van de Raad van Bestuur (1) Marktwaarde op de datum van toekenning, in duizenden euro’s
2008
2007
2006
Michel Tilmant Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2)
0 0 0
132.054 31.293 1.521
132.163 27.650 1.734
Eric Boyer de la Giroday Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2)
0 0 0
87.066 20.632 1.003
87.138 18.230 1.143
Dick Harryvan (3) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2)
0 0 0
64.967 15.396 748
43.347 9.069 569
John Hele (4) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2)
0 0 0
42.228 10.007 486
Eli Leenaars Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2)
0 0 0
64.967 15.396 748
65.021 13.603 853
Tom McInerney (3) (5) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Voorwaardelijk toegekende aandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2)
0 0 0 0
96.875 22.957 54.312 2.571
70.695 14.790 37.633 2.201
Hans van der Noordaa (3) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2)
0 0 0
64.967 15.396 748
43.347 9.069 569
Koos Timmermans (4) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2)
0 0 0
43.312 10.264 499
Jacques de Vaucleroy (3) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2)
0 0 0
64.967 15.396 748
Langetermijnbonussen worden toegekend in het jaar volgend op het verslagjaar. Het plan voorziet in een combinatie van opties en voorwaardelijke prestatieaandelen gebaseerd op een 50/50-verdeling van de waarde. De verhouding tussen opties en prestatieaandelen varieert ieder jaar als gevolg van de marktwaardeberekening en de 50/50-verdeling in waarde. Op basis van de berekening van de marktwaarde voor het prestatiejaar 2008 is de verhouding tussen opties en prestatieaandelen 2,36:1 (2007: 4,22:1, 2006: 4,78:1). (2) De marktwaarde van de langetermijnbonus geeft de geschatte marktwaarde weer op de datum van toekenning, op basis van een marktwaardeberekening. De waardeberekening van aan de Raad van Bestuur toegekende opties en prestatieaandelen geschiedt jaarlijks op de laatste handelsdag van het betreffende jaar waarin de prestatie is geleverd en wordt niet aangepast aan huidige marktwaarden. (3) De heren Harryvan, McInerney, Van der Noordaa en de Vaucleroy zijn met ingang van 25 april 2006 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. (4) De heren Hele en Timmermans zijn met ingang van 24 april 2007 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. (5) De heer McInerney ontvangt voorwaardelijke aandelen op dezelfde datum van toekenning als de andere langetermijnbonussen. Deze voorwaardelijke aandelen worden vier jaar na toekenning 100% onvoorwaardelijk mits er op dat moment nog steeds sprake is van een actief dienstverband. Deze toekenning vormt onderdeel van het arbeidscontract van de heer McInerney teneinde zijn totale beloning af te stemmen op de markt voor topmanagers in de Verenigde Staten. De heer McInerney zal over 2008 geen voorwaardelijke aandelen toegekend krijgen. (1)
43.347 9.069 569
De marktwaarde van de langetermijnbonussen van voormalige leden van de Raad van Bestuur, die niet in deze tabel zijn opgenomen, was in 2008 en 2007 nihil, en bedroeg in 2006 EUR 938 duizend.
ING Groep Jaarverslag 2008
79
1.3 Onze Governance Remuneratierapport (vervolg)
Informatie over de opties en het verloop gedurende het boekjaar van door de leden van de Raad van Bestuur gehouden opties per 31 december 2008
Aantal opties
Michel Tilmant
Openstaand per 31 december Toegekend 2007 in 2008
21.000 14.000 21.000 14.000 41.250 82.600 108.200 132.163 132.054
Eric Boyer de la Giroday
2.000 10.000 4.000 3.000 4.000 17.800 53.400 71.400 87.138
Dick Harryvan
13.125 12.250 6.000 8.800 13.060 46.802
John Hele
24.200 5.700 39.173 31.896 46.592
87.066
64.967
42.228 14.417 Eli Leenaars
3.300 10.000 22.400 31.000 7.850 9.654 6.436 41.700 53.200 65.021 64.967
Tom McInerney
40.000 91.400 125.200 153.550 260.425 213.325 125.879 96.875
ING Groep Jaarverslag 2008
80
Uitgeoefend in 2008
Niet geaccep- Openstaand Uitoefenteerd of prijs in per Uitoefenverlopen 31 december USprijs in (1) 2008 dollars euro’s 2008
21.000 14.000 21.000 14.000 41.250 82.600 108.200 132.163 132.054 2.000 10.000 4.000 3.000 4.000 17.800 53.400 71.400 87.138 87.066 13.125 12.250 6.000 8.800 13.060 46.802 64.967 24.200 5.700 39.173 31.896 46.592 42.228 14.417 3.300 10.000 22.400 31.000 7.850 9.654 6.436 41.700 53.200 65.021 64.967 40.000 91.400 125.200 153.550 260.425 213.325 125.879 96.875
29,39 29,50 12,65 12,55 17,69 21,67 32,75 33,10 25,44 26,10 28,30 35,80 28,60 12,55 17,69 21,67 32,75 33,10 25,44 29,39 12,65 18,71 23,28 32,77 33,10 25,44 21,64 18,71 23,28 32,77 32,19 25,44 18,70 25,25 27,28 31,96 25,72 12,55 18,75 18,71 21,67 32,75 33,10 25,44 31,96 25,72 13,70 18,71 23,28 32,77 33,10 25,44
Expiratiedatum
11 maart 2012 11 maart 2012 3 maart 2013 3 maart 2013 14 mei 2014 13 mei 2015 12 mei 2016 17 mei 2017 15 mei 2018 28 mei 2009 3 april 2010 15 maart 2011 27 mei 2012 3 maart 2013 14 mei 2014 13 mei 2015 12 mei 2016 17 mei 2017 15 mei 2018 11 maart 2012 3 maart 2013 15 maart 2014 30 maart 2015 23 maart 2016 17 mei 2017 15 mei 2018 17 nov 2013 15 maart 2014 30 maart 2015 23 maart 2016 22 maart 2017 15 mei 2018 17 sep 2018 1 april 2009 3 april 2010 15 maart 2011 11 maart 2012 3 maart 2013 15 maart 2014 15 maart 2014 13 mei 2015 12 mei 2016 17 mei 2017 15 mei 2018 15 maart 2011 11 maart 2012 3 maart 2013 15 maart 2014 30 maart 2015 23 maart 2016 17 mei 2017 15 mei 2018
Informatie over de opties en het verloop gedurende het boekjaar van door de leden van de Raad van Bestuur gehouden opties per 31 december 2008 (vervolg)
Openstaand per 31 december Toegekend 2007 in 2008
Aantal opties
Hans van der Noordaa
13.125 8.900 6.000 15.000 11.195 46.802
Koos Timmermans
10.500 6.000 8.800 6.530 35.443
64.967
43.312 15.876 Jacques de Vaucleroy
7.000 20.000 7.634 61.110 114.950 100.352 70.657 64.967
(1)
Uitgeoefend in 2008
Niet geaccep- Openstaand teerd of per Uitoefen- Uitoefenverlopen 31 december prijs in prijs in (1) 2008 euro’s US-dollars 2008
13.125 8.900 6.000 15.000 11.195 46.802 64.967 10.500 6.000 8.800 6.530 35.443 43.312 15.876 7.000 20.000 7.634 61.110 114.950 100.352 70.657 64.967
29,39 12,65 18,71 23,28 32,77 33,10 25,44 29,39 18,71 23,28 32,77 32,19 25,44 18,70 26,10 28,30 13,70 18,71 23,28 32,77 33,10 25,44
Expiratiedatum
11 maart 2012 3 maart 2013 15 maart 2014 30 maart 2015 23 maart 2016 17 mei 2017 15 mei 2018 11 maart 2012 15 maart 2014 30 maart 2015 23 maart 2016 22 maart 2017 15 mei 2018 17 sep 2018 28 mei 2009 3 april 2010 3 maart 2013 15 maart 2014 30 maart 2015 23 maart 2016 17 mei 2017 15 mei 2018
Niet geaccepteerd op datum toekenning of verlopen per expiratiedatum.
Pensioenlasten De onderstaande tabel toont de pensioenlasten van de individuele leden van de Raad van Bestuur. Pensioenlasten van de leden van de Raad van Bestuur (1) bedragen in duizenden euro’s
Michel Tilmant Eric Boyer de la Giroday Dick Harryvan (2) John Hele (3) (4) Eli Leenaars Tom McInerney (2) (4) Hans van der Noordaa (2) Koos Timmermans (3) Jacques de Vaucleroy (2)
2008
2007
2006
971 639 374 125 313 285 313 247 313
874 566 324 72 348 286 267 166 267
689 439 206
Om wille van de vergelijkbaarheid zijn de pensioenlasten herberekend volgens IAS 19, waarbij van algemene aannames is uitgegaan voor de jaren 2006-2008. De heren Harryvan, McInerney, Van der Noordaa en de Vaucleroy zijn met ingang van 25 april 2006 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen van deze leden geven de pensioenlasten weer in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur. (3) 270 De heren Hele en Timmermans zijn met ingang van 24 april 2007 benoemd tot lid 297 van de Raad van Bestuur. De bedragen van deze leden geven de pensioenlasten weer in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur. 170 (4) De pensioenlasten van de heren Hele en McInerney zijn omgerekend van Amerikaanse dollars in euro’s tegen de gemiddelde koers van dat jaar. (1)
(2)
170
De pensioenlasten van voormalige leden van de Raad van Bestuur, die niet in bovenstaande tabel zijn opgenomen, waren in 2008 nihil en bedroegen in 2007 EUR 1.386 duizend en in 2006 EUR 4.954 duizend.
ING Groep Jaarverslag 2008
81
1.3 Onze Governance Remuneratierapport (vervolg)
Leningen en voorschotten aan de leden van de Raad van Bestuur Onderstaande tabel geeft een overzicht van de leningen en voorschotten verstrekt aan leden van de Raad van Bestuur die op 31 december 2008, 2007 en 2006 openstonden. Deze leningen zijn verstrekt onder de normale bedrijfsuitoefening en onder voorwaarden die regulier gelden voor personeelsleden in het algemeen. De Raad van Commissarissen heeft de leningen goedgekeurd. Leningen en voorschotten aan leden van de Raad van Bestuur Openstaand per Gemiddelde 31 december rentevoet
Openstaand Openstaand per Gemiddelde per Gemiddelde rentevoet rentevoet Aflossingen 31 december Aflossingen 31 december
Bedragen in duizenden euro’s
Eric Boyer de la Giroday Dick Harryvan John Hele (1) Hans van der Noordaa Koos Timmermans Jacques de Vaucleroy (1)
2008
21 227 619 930 380 164
4,3% 3,5% 4,9% 4,4% 4,6% 5,5%
2007
3
24 227 635 930 380 180
16
16
4,3% 3,5% 5,6% 4,4% 4,6% 5,5%
4 200
12
2006
28 427
4,3% 3,9%
930
4,4%
192
5,5%
De leningen en voorschotten aan de heer Hele zijn omgerekend van Amerikaanse dollars in euro’s.
CERTIFICATEN VAN AANDELEN ING GROEP GEHOUDEN DOOR LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR De leden van de Raad van Bestuur zijn gerechtigd (certificaten van) aandelen ING Groep te houden als langetermijnbelegging. Onderstaande tabel toont het aandelenbezit van de leden van de Raad van Bestuur. Certificaten van aandelen ING Groep gehouden door leden van de Raad van Bestuur Aantal aandelen
Michel Tilmant Eric Boyer de la Giroday Dick Harryvan John Hele Eli Leenaars Tom McInerney (1) Hans van der Noordaa Koos Timmermans Jacques de Vaucleroy
ING Groep Jaarverslag 2008
82
2008
2007
2006
31.663 11.588 2.546 5.247 8.288 146.453 2.930 2.546 37.326
24.764 7.126 2.000 2.300 5.628 127.694 2.000 2.000 27.740
7.764
64.527
(1)
Aflossingen
De door de heer McInerney gehouden aandelen betreffen ADR’s. Tevens heeft hij 2.382 aandelen in een zogenoemd Leverage Stock Fund.
3
17
REMUNERATIESTRUCTUUR RAAD VAN BESTUUR 2009 In oktober 2008 heeft ING een overeenkomst gesloten met de Nederlandse Staat ter versterking van haar kapitaalpositie. Volgens de bepalingen van de overeenkomst zal de Raad van Commissarissen het beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur en het seniormanagement evalueren en dit in overeenstemming brengen met nieuwe internationale normen. Hierin begrepen zijn het koppelen van de bonusregelingen aan de langetermijnwaardecreatie en risico’s. De Raad van Commissarissen heeft kennis genomen van de voorlopige aanbevelingen van een aantal financiële autoriteiten en zal de ontwikkelingen op dit terrein blijven volgen. Voor ING als wereldwijde actieve instelling is het van belang om één wereldwijde aanbeveling als uitgangspunt te nemen. Zodra internationale normen zijn vastgesteld, zal ING het huidige beloningsbeleid evalueren en, waar nodig, aanpassen. Veranderingen in het beloningsbeleid vereisen de goedkeuring van de Algemene Vergadering. Het herziene beloningsbeleid zal naar verwachting voor de vergadering van 2010 worden geagendeerd en met ingang van het beloningsjaar 2010 geëffectueerd worden. In december 2008 heeft de Monitoring Commissie Nederlandse Corporate Governance Code (de ‘commissie-Frijns’) een herziene versie van de code-Tabaksblat gepubliceerd. Een voorstel hiertoe was in juni 2008 bekendgemaakt, zodat daarop gereageerd kon worden. De herziene code-Tabaksblat werd op 1 januari 2009 van kracht. ING Groep bekijkt nu wat de gevolgen van de herziene code op het beloningsbeleid zijn en in hoeverre deze veranderingen kunnen worden doorgevoerd. Zoals aanbevolen door de commissie-Frijns zal de invoering van de herziene code-Tabaksblat als een separaat agendapunt worden besproken tijdens de Algemene Vergadering van 2010.
REMUNERATIE RAAD VAN COMMISSARISSEN Remuneratie De jaarlijkse remuneratie van de leden van de Raad van Commissarissen is als volgt: voorzitter EUR 75.000, vicevoorzitter EUR 65.000 en overige leden EUR 45.000. Voorts ontvangt ieder lid een onkostenvergoeding. Voor de voorzitter en vicevoorzitter bedraagt deze EUR 6.810; voor de overige leden EUR 2.270. Voor de leden van commissies is de remuneratie als volgt: voorzitter van de Audit Commisie EUR 8.000, leden van de Audit Commissie EUR 6.000; voorzitters van de overige commissies van de Raad van Commissarissen EUR 7.500, leden van de overige commissies van de Raad van Commissarissen EUR 5.000. Naast deze vaste vergoeding ontvangen de commissieleden een vergoeding voor elke vergadering die zij bijwonen. Voor de voorzitter van de Audit Commissie is deze vergoeding EUR 2.000 per vergadering en voor de leden EUR 1.500. Voor de voorzitters en leden van de overige commissies bedraagt deze vergoeding EUR 450 per vergadering. De remuneratie en vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie wordt niet uitgekeerd aan de voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen indien zij van een van de commissies lid zijn. Leden van de Raad van Commissarissen ontvangen een additionele vergoeding van EUR 2.000 per bijgewoonde vergadering van de Raad van Commissarissen of commissievergadering als de vergadering wordt gehouden in een ander land dan waar de commissaris woonachtig is, of een additionele vergoeding van EUR 7.500 voor iedere bijgewoonde vergadering van de Raad van Commissarissen of commissievergadering waarvoor een intercontinentale reis moet worden gemaakt.
Beleid voor 2009 Ten aanzien van het remuneratiebeleid voor 2009 blijft de Raad van Commissarissen voortbouwen op het beleid dat in 2003 werd ingevoerd. In januari 2009 bereikten ING en de Nederlandse Staat een overeenkomst over een zogenoemde Illiquid Assets Back-up Facility (Steunfaciliteit). Volgens de bepalingen van deze overeenkomst zullen de individuele leden van de Raad van Bestuur geen bonussen ontvangen totdat een herzien beloningsbeleid zal zijn opgesteld. In dit beleid zullen onder andere doelstellingen die verband houden met maatschappelijk en sociaal verantwoord ondernemen worden opgenomen. Basissalaris Raad van Bestuur 2009 Het basissalaris over 2009 wordt bevroren. Kortetermijnbonus Raad van Bestuur 2009 Volgens de bepalingen van de Steunfaciliteit met de Nederlandse Staat zullen de individuele leden van de Raad van Bestuur over 2009 geen kortetermijnbonus ontvangen. Langetermijnbonus Raad van Bestuur 2009 Volgens de bepalingen van de Steunfaciliteit met de Nederlandse Staat zullen de individuele leden van de Raad van Bestuur over 2009 geen langetermijnbonus ontvangen.
ING Groep Jaarverslag 2008
83
1.3 Onze Governance Remuneratierapport (vervolg)
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de remuneratie, onkostenvergoeding en de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen per lid van de Raad van Commissarissen voor 2008 en voorgaande jaren. Remuneratie van de leden van de Raad van Commissarissen Bedragen in duizenden euro’s
Jan Hommen (1) Eric Bourdais de Charbonnière (2) Henk Breukink (3) Peter Elverding (4) Claus Dieter Hoffmann Piet Hoogendoorn (5) Piet Klaver (6) Wim Kok Godfried van der Lugt Harish Manwani (7) Aman Mehta (7) Joan Spero (7) Jackson Tai (7) Karel Vuursteen Luella Gross Goldberg (8)
2008
2007
2006
89 89 61 68 67 70 62 75 70 51 62 55 89 62 16
67 72 35 20 62 28 47 62 62
57 70
56
56 60
43 52
33 51 56
De heer Hommen is lid van de Raad van Commissarissen vanaf juni 2005 en voorzitter vanaf januari 2008. De heer Bourdais de Charbonnière is lid van de Raad van Commissarissen vanaf april 2004 en vicevoorzitter vanaf februari 2005. (3) De heer Breukink is lid van de Raad van Commissarissen vanaf april 2007. Het bedrag over 2007 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. (4) De heer Elverding is lid van de Raad van Commissarissen vanaf augustus 2007. Het bedrag over 2007 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. (5) De heer Hoogendoorn is lid van de Raad van Commissarissen vanaf juni 2007. Het bedrag over 2007 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. (6) De heer Klaver is lid van de Raad van Commissarissen vanaf april 2006. Het bedrag over 2006 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. (7) De heer Manwani, de heer Mehta, mevrouw Spero en de heer Tai zijn lid van de Raad van Commissarissen vanaf april 2008. De bedragen over 2008 hebben betrekking op een gedeeltelijk jaar als leden van de Raad van Commissarissen. (8) Mevrouw Gross Goldberg is per april 2008 afgetreden. Het bedrag over 2008 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. (1)
(2)
De heer De Waal is voorgedragen voor benoeming tot lid van de Raad van Commissarissen tijdens de Algemene Vergadering 2009. Volgens de bepalingen van de in oktober 2008 met de Nederlandse Staat gesloten overeenkomst ter versterking van ING’s kapitaalpositie en vooruitlopend op zijn benoeming in 2009 is de heer De Waal sinds november 2008 actief als waarnemer in de Raad van Commissarissen. De heer De Waal ontvangt een beloning, een onkostenvergoeding en vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen conform het Beloningsbeleid van de Raad van Commissarissen. De beloning van voormalige leden van de Raad van Commissarissen, die niet in bovenstaande tabel zijn opgenomen, was in 2008 nihil en bedroeg in 2007 EUR 102 duizend en in 2006 EUR 160 duizend. Leningen en voorschotten aan leden van de Raad van Commissarissen Per 31 december 2008, 2007 en 2006 stonden er geen leningen en voorschotten aan leden van de Raad van Commissarissen open. Certificaten van aandelen en aandelenopties gehouden door leden van de Raad van Commissarissen Het is de leden van de Raad van Commissarissen toegestaan (certificaten van) aandelen ING Groep als langetermijnbelegging te houden. Onderstaande tabel toont de aantallen (certificaten van) aandelen gehouden door de leden van de Raad van Commissarissen. Leden van de Raad van Commissarissen bezaten ultimo 2008 geen ING-opties. Certificaten van aandelen ING Groep gehouden door leden van de Raad van Commissarissen Aantal aandelen
Piet Klaver Karel Vuursteen Luella Gross Goldberg (1)
ING Groep Jaarverslag 2008
84
2008
2007
2006
7.430 1.510
7.430 1.510 6.814
5.430 1.510 6.814
(1)
Mevrouw Gross Goldberg is in april 2008 afgetreden. De aandelen die door mevrouw Gross Goldberg worden gehouden zijn ADR’s.
1.3 Onze Governance
Ondernemingsraden CENTRALE ONDERNEMINGSRAAD per 1 januari 2009 Rob Eijt, voorzitter Paul de Widt, secretaris Bernard Wempe, plv. voorzitter René van der Linden, plv. secretaris Goof Bode, Bernardt Bodt, Hans de Boer, Ron Brands, Anneke Dalger, Petra Delhez, Rudi van Doorn, Petra Hartendorp, Winie den Hartog, Thea van der Heide, Piet Hoekstra, Alex Hoogendoorn, Aad Kant, Maarten Kramer, Rinus Koster, Peter van Oord, Gerrit Riphagen, Frans Rose, Rob de Winter, Peter van Weissenbruch, Paul Zoet.
EUROPESE ONDERNEMINGSRAAD per 1 januari 2009 Mathieu Blondeel, voorzitter, België Marcel Koopman, secretaris, Nederland Norbert Lucas, plv. voorzitter, Duitsland Gerlinde Korterink, plv. secretaris, Nederland Jean-Claude Van Den Abeele, Leo D Antuono, Jean Pierre Lambert, België Kaloyan Marinov, Bulgarije Carolin Simonis, Duitsland Mourad Benzaaza, Frankrijk Nikolaos Ploumis, Griekenland Csilla Dobos, Hongarije Marta Gasparoli, Italië Arsène Kihm, Luxemburg Bernard Bodt, Jeffrey Dinsbach, Thea van der Heide, Dave Kooijman, Maarten Kramer, Robert Milewski, Gerrit Riphagen, Bernard Wempe, Jelte Wiersinga, Paul Zoet, Nederland Werner Fözö, Oostenrijk Mieczyslaw Bielawski, Mariusz Cieslik, Jakub Dzianowicz, Polen Mihai Ailincai, Ane-Mona Giurgiteanu, Roemenië Ana Baron, Araceli Rodriguez, Spanje Lenka Mysakova, Tsjechië Sam Chaudhuri, Rina Goldenberg, Verenigd Koninkrijk
ING Groep Jaarverslag 2008
85
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerde balans van ING Groep per 31 december bedragen in miljoenen euro’s
ACTIVA Liquide middelen 1 Bankiers 2 Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat 3 – activa voor handelsdoeleinden – beleggingen voor risico van polishouders – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen 4 – beschikbaar voor verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten 5 Herverzekeringscontracten 17 Deelnemingen 6 Beleggingen in onroerend goed 7 Gebouwen en bedrijfsmiddelen 8 Immateriële vaste activa 9 Overlopende acquisitiekosten 10 Overige activa 11 Totaal activa EIGEN VERMOGEN Eigen vermogen (moedermaatschappij) 12 Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht 12 Minderheidsbelangen Totaal eigen vermogen
2008
2007
22.045 48.447
12.406 48.875
160.378 95.366 16.484
193.213 114.827 7.637
8.277
11.453
242.852 15.440 619.791 5.797 4.355 4.300 6.396 6.915 11.843 62.977 1.331.663
275.897 16.753 552.964 5.874 5.014 4.829 6.237 5.740 10.692 40.099 1.312.510
17.334 10.000 27.334 1.594 28.928
37.208 37.208 2.323 39.531
10.281 96.488 31.198 240.790 152.265 522.783
21 7.325 66.995 27.058 265.712 166.972 525.216
VREEMD VERMOGEN Preferente aandelen 13 Achtergestelde leningen 14 Uitgegeven schuldbewijzen 15 Overige leningen 16 Verzekerings- en beleggingscontracten 17 Bankiers 18 Toevertrouwde middelen 19 Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat 20 – verplichtingen voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden 21 Totaal vreemd vermogen
152.616 21.773
148.988 6.951
14.009 60.532 1.302.735
13.882 43.859 1.272.979
Totaal eigen en vreemd vermogen
1.331.663
1.312.510
De referenties verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 110, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
ING Groep Jaarverslag 2008
86
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep voor de jaren eindigend op 31 december bedragen in miljoenen euro’s
2008
Rentebaten uit bancaire activiteiten Rentelasten uit bancaire activiteiten Renteresultaat uit bancaire activiteiten 34 Bruto premie-inkomen 35 Opbrengst beleggingen 36 Resultaat uit verkoop van groepsmaatschappijen Bruto provisiebaten Provisielasten Provisie-inkomen 37 Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten 38 Netto handelsresultaat 39 Resultaat deelnemingen 6 Overige baten 40 Totaal baten
97.011 –85.969
Bruto verzekeringstechnische lasten 41 Beleggingsresultaat voor risico van polishouders Herverzekeringsdeel Verzekeringstechnische lasten 41 Mutatie voorzieningen voor dubieuze debiteuren 5 Afschrijving immateriële vaste activa en overige bijzondere waardeverminderingen 42 Personeelskosten 43 Overige rentelasten 44 Overige bedrijfslasten 45 Totale lasten
18.831 32.408 –1.754
7.504 –2.539
Verdeling: Aandeelhouders van de moedermaatschappij Minderheidsbelangen
2007
2006
2006
59.170 –49.978 8.976 46.818 13.352 430
7.693 –2.866 4.965 2.300 –749 –404 644 66.291
Belastingen 46 Resultaat (voor minderheidsbelangen)
Resultaat per gewoon aandeel 47 Resultaat na toerekening aan de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht – per gewoon aandeel 47 Verwaterd resultaat per gewoon aandeel 47 Dividend per gewoon aandeel 48
2007
76.749 –67.773 11.042 43.812 4.664 17
Resultaat voor belastingen
bedragen in euro’s
2008
9.192 46.835 10.907 1 6.867 –2.551
4.827 –561 1.119 740 885 76.586 51.818 –1.079 –1.906
4.316 89 1.172 638 471 73.621 53.065 –2.702 –2.175
49.485 1.280
48.833 125
48.188 103
464 8.764 978 6.807 67.778
15 8.261 1.102 7.207 65.543
35 7.918 1.016 6.421 63.681
–1.487
11.043
9.940
–721 –766
1.535 9.508
1.907 8.033
–729 –37 –766
9.241 267 9.508
7.692 341 8.033
2008
2007
2006
–0,36
4,32
3,57
–0,56 –0,36 0,74
4,32 4,28 1,48
3,57 3,53 1,32
De referenties verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 170, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
ING Groep Jaarverslag 2008
87
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerd kasstroomoverzicht van ING Groep voor de jaren eindigend op 31 december bedragen in miljoenen euro’s
Resultaat voor belastingen Aanpassingen voor
– afschrijvingen – overlopende acquisitiekosten en value of business acquired – vermeerdering verzekeringstechnische voorzieningen en beleggingscontracten – mutatie voorzieningen voor dubieuze debiteuren – overige
Betaalde belastingen Mutaties in
– bankiers, niet terstond opeisbaar (te vorderen) – activa voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – overige financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – kredieten – overige activa – bankiers, niet terstond opeisbaar (verschuldigd) – toevertrouwde middelen – verplichtingen voor handelsdoeleinden – overige financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – overige schulden Netto kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen en verstrekkingen – groepsmaatschappijen – deelnemingen – voor verkoop beschikbare beleggingen – tot einde looptijd aangehouden beleggingen – beleggingen in onroerend goed – gebouwen en bedrijfsmiddelen – activa uit operationele leaseovereenkomsten – beleggingen voor risico van polishouders – overige beleggingen Desinvesteringen en aflossingen – groepsmaatschappijen – deelnemingen – voor verkoop beschikbare beleggingen – tot einde looptijd aangehouden beleggingen – beleggingen in onroerend goed – gebouwen en bedrijfsmiddelen – activa uit operationele leaseovereenkomsten – beleggingen voor risico van polishouders – overige beleggingen Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten 51 Uitgifte achtergestelde leningen Aflossing achtergestelde leningen Uitgifte leningen en schuldbewijzen Aflossing leningen en schuldbewijzen Uitgifte van gewone aandelen Uitgifte van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Inkoop eigen aandelen Uitgifte eigen aandelen Uitgekeerd dividend Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom 52 Liquiditeiten begin van het jaar Koersverschillen vreemde valuta op liquiditeiten Liquiditeiten eind van het jaar 53
2008
2007
2006
–1.487 1.492 –444
11.043 1.382 –1.338
9.940 1.298 –1.317
16.363 1.280 6.955 –49 7.162 32.386 –2.020
26.494 125 –3.897 –1.347 –8.690 2.997 261
17.689 103 –4.778 –1.739 3.117 –48.168 –179
3.174 –76.215 –11.847 13.210 6.831 3.501
–4.878 –75.501 –6.534 15.414 28.640 20.916
3.930 –59.800 1.218 1.925 47.521 38.821
13.016 –485 12.823
44 6.577 11.708
2.405 –2.416 9.570
–1.725 –1.034 –228.291 –314 –905 –708 –1.401 –64.735 –881 1.590 972 225.539 1.640 415 137 428 59.251 19 –10.003
–3.215 –1.221 –284.006
–2.358 –449 –295.086
–876 –575 –1.393 –54.438 –316 1.012 1.049 281.198 822 309 151 417 47.136 13 –13.933
–1.588 –568 –1.164 –44.116 –250 490 459 271.983 1.343 1.294 292 402 37.945 51 –31.320
2.721
1.764
391.915 –354.015 448 10.000 –2.388 252 –3.207 45.726
455.629 –464.982 397
865 –600 304.228 –283.728 5
–3.446 846 –3.039 –12.831
–1.422 373 –2.716 17.005
48.546
–15.056
–4.745
–16.811 –464 31.271
–1.795 40 –16.811
3.335 –385 –1.795
In de Liquiditeiten per 31 december 2008 van EUR 31.271 miljoen (2007: EUR –16.811 miljoen) zijn Liquide middelen opgenomen van EUR 22.045 miljoen (2007: EUR 12.406 miljoen). Verwezen wordt naar toelichting 53 ‘Liquiditeiten’. De referenties verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 188, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening. ING Groep Jaarverslag 2008
88
Geconsolideerd mutatie-overzicht eigen vermogen van ING Groep voor de jaren eindigend 31 december
bedragen in miljoenen euro’s
Aandelenkapitaal
Agioreserve
Reserves
Eigen vermogen (moedermaatschappij)
Balans per 1 januari 2006
530
8.343
27.863
Ongerealiseerde herwaardering na belastingen Overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) Mutatie kasstroomhedge reserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Op aandelengebaseerde beloningen Koersverschillen vreemde valuta (3) Bedragen rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen Resultaat
Veranderingen in de samenstelling van de groep Dividend (1) Inkoop/uitgifte eigen aandelen Uitoefening van warrants en opties Balans per 31 december 2006
530
5 8.348
Ongerealiseerde herwaardering na belastingen Overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) Mutatie kasstroomhedge reserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Op aandelengebaseerde beloningen Koersverschillen vreemde valuta (3) Overige herwaarderingen Bedragen rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen Resultaat
Veranderingen in de samenstelling van de groep Dividend (2) Inkoop/uitgifte eigen aandelen Uitoefening van warrants en opties Mutaties in minderheidsbelangen Balans per 31 december 2007
4
391
534
8.739
Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht
Minderheidsbelangen
Totaal
36.736
1.689
38.425
–1.096
–1.096
–8
–1.104
–759 –696
–759 –696
–1
–760 –696
820 100 –1.335
820 100 –1.335
–3 2 –70
817 102 –1.405
–2.966
–2.966
–80
–3.046
7.692 4.726
7.692 4.726
341 261
8.033 4.987
–2.681 –520
1.034 –35
29.388
–2.681 –520 5 38.266
2.949
1.034 –2.716 –520 5 41.215
–1.135
–1.135
–109
–1.244
–3.186 –925
–3.186 –925
1.132 104 –1.381
1.132 104 –1.381
–5.391
–3.186 –925 5 23 31
1.137 104 –1.358 31
–5.391
–50
–5.441
9.241 3.850
9.241 3.850
267 217
9.508 4.067
–2.999 –2.304
–2.999 –2.304 395
–745 –40
27.935
37.208
–745 –3.039 –2.304 395 –58 39.531
–58 2.323
ING Groep Jaarverslag 2008
89
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerd mutatie-overzicht eigen vermogen van ING Groep (vervolg)
bedragen in miljoenen euro’s
Balans per 31 december 2007 Ongerealiseerde herwaardering na belastingen Overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) Mutatie kasstroomhedge reserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Op aandelengebaseerde beloningen Emissiekosten Koersverschillen vreemde valuta (3) Overige herwaarderingen Bedragen rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen
Aandelenkapitaal
Agioreserve
Reserves
Eigen vermogen (moedermaatschappij)
534
8.739
27.935
Resultaat
Minderheidsbelangen
Totaal
37.208
2.323
39.531
–18.437
–18.437
–48
–18.485
2.476 746
2.476 746
2.476 746
2.193 31 –20 –952
2.193 31 –20 –952
–134 –23
2.193 31 –20 –1.086 –23
–13.963
–13.963
–205
–14.168
–729 –14.692
–729 –14.692
–37 –242
–766 –14.934
Uitgifte van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Veranderingen in de samenstelling van de groep Dividend (4) Inkoop/uitgifte eigen aandelen Uitoefening van warrants en opties Balans per 31 december 2008
Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht
10.000
–44 5 495
–3.600 –1.986 443 9.182
7.657
–3.600 –2.030 448 17.334
10.000 –455 –32
10.000
1.594
–455 –3.632 –2.030 448 28.928
2005 slotdividend van EUR 0,64 per gewoon aandeel en 2006 interimdividend van EUR 0,59 per gewoon aandeel. (2) 2006 slotdividend van EUR 0,73 per gewoon aandeel en 2007 interimdividend van EUR 0,66 per gewoon aandeel. (3) In de Koersverschillen vreemde valuta zijn koersverschillen van het verslagjaar van EUR –952 miljoen (2007: EUR –1.153 miljoen; 2006: EUR –1.335 miljoen) opgenomen en Overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) van nihil (2007: EUR –228 miljoen; 2006: nihil) opgenomen. Verwezen wordt naar toelichting 12 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’. (4) 2007 slotdividend van EUR 0,82 per gewoon aandeel, 2008 interimdividend van EUR 0,74 per gewoon aandeel en EUR 0,425 per kernkapitaaleffect zonder stemrecht. (1)
In 2008 bedroegen de latente belastingen over ongerealiseerde herwaarderingen geboekt in 2008 EUR 5.381 miljoen (2007: EUR 1.451 miljoen). Voor verdere informatie over latente belastingen wordt verwezen naar toelichting 21 ‘Overige schulden’. De reserves bestaan uit de herwaarderingsreserve van EUR –8.502 miljoen (2007: EUR 4.937 miljoen; 2006: EUR 9.453 miljoen), de reserve koersverschillen vreemde valuta van EUR –1.918 miljoen (2007: EUR –1.354 miljoen; 2006: EUR –473 miljoen) en overige reserves van EUR 18.077 miljoen (2007: EUR 24.352 miljoen; 2006: EUR 20.408 miljoen). De mutaties van deze reserves worden toegelicht in toelichting 12 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’.
ING Groep Jaarverslag 2008
90
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-enverliesrekening van ING Groep VASTSTELLING JAARREKENING De geconsolideerde jaarrekening van ING Groep N.V. (ING Groep) voor het jaar eindigend op 31 december 2008 is vastgesteld door de Raad van Bestuur op 16 maart 2009. ING Groep N.V. is opgericht en gevestigd in Amsterdam. De primaire activiteiten van ING Groep worden beschreven in paragraaf 1.1 ‘ING in het kort’. ALGEMENE GRONDSLAGEN ING Groep past de International Financial Reporting Standards toe zoals aanvaard binnen de Europese Unie (‘EU’). In 2008 zijn de volgende standaarden en interpretaties van kracht geworden: International Financial Reporting Interpretation Committee (IFRIC) 12 ‘Service Concession Arrangements’, IFRIC 14 ‘IAS 19 – The Limit of a Defined Benefit Asset, Minimum Funding Requirements and their Interaction’ en ‘Reclassification of Financial Assets: Amendments to IAS 39 Financial Instruments: Recognition and Measurement and IFRS 7 Financial Instruments: Disclosures’. Deze recent gewijzigde standaarden en interpretaties hebben geen materieel effect gehad op vermogen en resultaat. De volgende nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties uitgegeven door de IASB welke van toepassing zijn voor ING Groep vanaf 2009 (tenzij anders aangegeven): t Aanpassing van IFRS 1 ‘First-time adoption of IFRS’ (van toepassing per 2010) t Aanpassing van IFRS 2 ‘Share-based Payments’ – ‘Vesting Conditions and Cancellations’ t IFRS 3 ‘Business Combinations’ (aangepast) en IAS 27 ‘Consolidated and Separate Financial Statements’ (van toepassing per 2010) t IFRS 8 ‘Operating Segments’ t IAS 1 ‘Presentation of Financial Statements’ t IAS 23 ‘Borrowing Costs’ t Aanpassing van IAS 32 ‘Financial Instruments: Presentation’ en IAS 1 ‘Presentation of Financial Statements’ – ‘Puttable Financial Instruments and Obligations Arising on Liquidation’ t Aanpassing van IFRS 1 ‘First-time Adoption of IFRS’ en IAS 27 ‘Consolidated and Separate Financial Statements’ – Determining the cost of an Investment in the Separate Financial Statements’ t Aanpassing van IAS 39 ‘Financial Instruments: Recognition and Measurement’ – ‘Eligible Hedged Items’ (van toepassing per 2010) t IFRIC 13 ‘Customer Loyalty Programmes’ t IFRIC 15 ‘Agreements for the Construction of Real Estate’ t IFRIC 16 ‘Hedges of a Net Investment in a Foreign Operation’ t 2008 Annual Improvements to IFRS t IFRIC 17 ‘Distributions of Non-cash Assets to Owners’ (van toepassing per 2010) t IFRIC 18 ‘Transfers of Assets from Customers’ (van toepassing per 2010) t Aanpassing van IFRS 7 ‘Improving Disclosures about Financial Instruments’ t Aanpassingen van IFRIC 9 en IAS 39 – ‘Embedded Derivatives’. ING Groep verwacht niet dat de invoering deze nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties een materieel effect zal hebben op de geconsolideerde jaarrekening. De International Financial Reporting Standards (zoals aanvaard binnen de EU) bevatten een aantal opties voor het bepalen van de grondslagen voor financiële verslaggeving. De grondslagen zoals toegepast door ING, inclusief de keuzes die daarbij zijn gemaakt, zijn beschreven in de paragraaf ‘Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling’. In dit document wordt de term ‘IFRS-EU’ gebruikt om te verwijzen naar International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de EU, inclusief de keuzes die ING Groep heeft gemaakt met betrekking tot de opties toegestaan onder International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de EU. Zoals toegelicht in ‘Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling’ en in toelichting 23 ‘Derivaten en hedge accounting’ maakt ING Groep bij het afdekken van renterisico’s gebruik van de EU ‘carve-out’ in IFRS voor reële-waardehedges op portefeuilleniveau (macrohedges). De presentatie van, en sommige begrippen gebruikt in de geconsolideerde balans, de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, het geconsolideerde kasstroomoverzicht, het geconsolideerde mutatie-overzicht eigen vermogen en bepaalde toelichtingen zijn gewijzigd om additionele en meer relevante informatie te verstrekken. BELANGRIJKSTE WAARDERINGSGRONDSLAGEN ING Groep heeft bepaald welke waarderingsgrondslagen het belangrijkst zijn voor haar bedrijfsactiviteiten en de interpretatie van haar resultaten. Bij het toepassen van deze belangrijkste waarderingsgrondslagen dienen complexe of subjectieve keuzes en inschattingen te worden gemaakt. Het betreft de regels voor het vaststellen van de verzekeringstechnische voorzieningen en overlopende acquisitiekosten, het vaststellen van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren, het bepalen van reële waarden van onroerend goed, financiële activa en passiva, bijzondere waardeverminderingen en de personeelsbeloningen. Deze onderwerpen zijn van fundamenteel belang voor het bepalen van de vermogenspositie en de bedrijfsresultaten van ING Groep. Hierbij worden situaties beoordeeld, ING Groep Jaarverslag 2008
91
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg) gebaseerd op financiële gegevens en informatie die in de tijd aan verandering onderhevig zijn. Het hanteren van andere aannames of financiële gegevens kan tot significant andere uitkomsten leiden. Voor een nadere beschouwing van deze waarderingsgrondslagen wordt verwezen naar de betreffende toelichting op de geconsolideerde jaarrekening en naar de onderstaande informatie in de paragraaf ’Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling’. VERZEKERINGSTECHNISCHE VOORZIENINGEN, OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN EN VALUE OF BUSINESS ACQUIRED (VOBA) Het vormen van de verzekeringstechnische voorzieningen, overlopende acquisitiekosten (ook wel deferred acquisition costs, ‘DAC’) en VOBA is een proces dat van nature is omgeven met onzekerheden. In dit proces worden aannames gedaan met betrekking tot factoren als rechterlijke uitspraken, wetswijzigingen, sociale, economische en demografische trends, inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders en andere factoren en, voor levensverzekeringen, aannames met betrekking tot de ontwikkeling van sterfte en invaliditeit. Significante aannames met betrekking tot genoemde factoren zoals de ontwikkeling van rente, sterfte en invaliditeit, claims uit hoofde van schadeverzekeringen, beleggingsrendementen op aandelen en vastgoed, vreemde valuta en aannames voor de toereikendheid zoals voorzieningen voor levensverzekeringsverplichtingen kunnen een materieel effect hebben op het resultaat. Het gebruik van andere aannames voor deze factoren zou een materieel effect kunnen hebben op de verzekeringstechnische voorzieningen en verzekeringstechnische lasten. Veranderingen in aannames kunnen op den duur leiden tot veranderingen in de verzekeringstechnische voorzieningen. Verder kunnen sommige van deze aannames op korte termijn fluctueren. Daarbij worden de verzekeringstechnische voorzieningen, verminderd met de overlopende acquisitiekosten en VOBA, regelmatig op toereikendheid getoetst. In de test wordt de bestaande voorziening vergeleken met de beste op dat moment beschikbare inschatting van factoren zoals rechterlijke uitspraken, wetswijzigingen, sociale, economische en demografische trends, inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders en andere factoren en ontwikkelingen met betrekking tot sterfte en invaliditeit. Het gebruik van andere aannames in de test kan leiden tot een andere uitkomst. De verzekeringstechnische voorzieningen bevatten ook het effect van afgegeven garanties begrepen in bepaalde levensverzekeringen. Dit effect is afhankelijk van het verschil tussen de potentiële minimale uitkeringen en het totale opgebouwde bedrag, verwachte sterfte en het percentage van afkopen. Bij het bepalen van de potentiële minimale uitkeringen wordt ook gebruik gemaakt van aannames met betrekking tot factoren zoals inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders, ontwikkeling van sterfte en invaliditeit en andere factoren. Het gebruik van andere aannames voor deze factoren zou een materieel effect kunnen hebben op de hoogte van de verzekeringstechnische voorzieningen en verzekeringstechnische lasten. Het proces van het bepalen van de methodologie en de aannames voor de verzekeringstechnische voorzieningen, DAC en VOBA wordt beheerst door ING Verzekeringen risicomanagement zoals beschreven in de paragraaf ‘Kapitaalbeheer’. Zie de paragraaf ‘Risicobeheer’ voor een gevoeligheidsanalyse van verzekeringstechnische posten, rente, aandelen, vreemde valuta en vastgoed op resultaat en eigen vermogen. Deze gevoeligheidsanalyses zijn gebaseerd op veranderingen in veronderstellingen die het management op balansdatum redelijk acht. VOORZIENINGEN VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN De voorzieningen voor dubieuze debiteuren worden bepaald op basis van een ’incurred loss’ model. Voor het bepalen van de hoogte van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren (bijzondere waardevermindering) wordt gebruik gemaakt van schattingen gebaseerd op beoordelingen van het management van het risico in de portefeuille, huidige economische omstandigheden, geleden verliezen in de laatste jaren en trends in krediet, bedrijfstak en geografische concentraties. Veranderingen in dit soort schattingen en analyses kunnen leiden tot wijzigingen in de voorzieningen voor dubieuze debiteuren over de perioden. Het vaststellen van een bijzondere waardevermindering en het bepalen van de realiseerbare waarde is een van nature met onzekerheden omgeven proces waarbij gebruik wordt gemaakt van diverse aannames en omstandigheden, zoals de kredietwaardigheid van de tegenpartij, de verwachte toekomstige kasstromen, beurskoersen en verwachte verkoopprijzen. Toekomstige kasstromen in een portefeuille van financiële activa, die collectief worden beoordeeld op bijzondere waardevermindering, worden geschat op basis van de contractueel overeengekomen kasstromen en historische ervaringen met kredietverliezen op activa met gelijkwaardige kredietkenmerken op portefeuilleniveau. De historische ervaringen met kredietverliezen worden aangepast voor recent waargenomen ontwikkelingen om de effecten van de huidige marktomstandigheden weer te geven die nog niet in de historische ervaring met kredietverliezen tot uitdrukking zijn gekomen en om effecten te elimineren van omstandigheden die niet langer actueel zijn. De recent waargenomen ontwikkelingen kunnen veranderingen bevatten met betrekking tot werkloosheidcijfers, prijzen van vastgoed en handelsgoederen. De methodologie en aannames voor het schatten van toekomstige kasstromen worden regelmatig herzien om mogelijke verschillen tussen geschatte en werkelijke verliezen te beperken.
ING Groep Jaarverslag 2008
92
REËLE WAARDEN VAN BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED Beleggingen in onroerend goed worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardemutaties in de winst-en-verliesrekening worden verwerkt. De reële waarden van beleggingen in onroerend goed zijn gebaseerd op recente taxaties uitgevoerd door onafhankelijke, gekwalificeerde taxateurs. De reële waarde vertegenwoordigt het bedrag voor welke het vastgoed verhandeld zou kunnen worden op de taxatiedatum tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper in een ‘at-arm’s-length’ transactie na goed marketing onderzoek waarbij de partijen beide goed geïnformeerd, zorgvuldig en zonder verplichting handelen. De waarderingen zijn gebaseerd op de veronderstelling dat het onroerend goed verhuurd is en verkocht aan derden gebaseerd op de actuele huurstand. De waarderingen zijn gebaseerd op de contante kasstroomanalyse van elk onroerend goed. De contante-kasstroomanalyse is gebaseerd op de berekeningen van de toekomstige huuropbrengsten in overeenstemming met de voorwaarden van bestaande huurovereenkomsten en inschattingen van de verhuurde waarden wanneer de huurovereenkomsten aflopen. Elke verslagperiode wordt voor ieder vastgoedobject intern een taxatierapport opgesteld of dit wordt door een onafhankelijk externe taxateur gedaan. Bij interne waardebeoordeling wordt gebruik gemaakt van indexatie. De index is gebaseerd op de resultaten van externe taxaties uitgevoerd in die periode. Markttransacties en verkopen van onroerend goed worden gebruikt als onderdeel van de procedure ter toetsing van de indexatiemethodologie. Taxaties welke eerder in het verslagjaar uitgevoerd zijn worden indien noodzakelijk om de situatie per jaareinde weer te geven, herzien. Bij de waardering van onroerend goed wordt gebruik gemaakt van inschattingen en technieken. Het gebruik van verschillende inschattingen en technieken zou tot significant afwijkende aanpassingen en waarderingen kunnen leiden. REËLE WAARDEN VAN FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA De reële waarden van financiële activa en passiva worden bepaald aan de hand van beurskoersen als deze beschikbaar zijn. Marktprijzen worden verkregen van onafhankelijke handelaren/marktpartijen, effectenmakelaars en beursmakelaars. Over het algemeen worden financiële activa gewaardeerd tegen de biedprijs en financiële passiva tegen de laatprijs. In het geval dat posities tegen middenkoers worden gewaardeerd, wordt een correctie op de reële waarde berekend. In bepaalde markten welke significant minder actief of inactief zijn geworden kan voor dezelfde belegging de reikwijdte van de prijzen van de verschillende prijsbronnen significant zijn. Het selecteren van de meest geschikte prijs tussen deze uitersten vereist inschattingsvermogen. Het selecteren van verschillende prijzen kan materieel verschillende reële waardebepalingen veroorzaken. Voor bepaalde financiële activa en passiva, is geen beurskoers beschikbaar. Voor deze financiële activa en passiva wordt de reële waarde bepaald met behulp van waarderingstechnieken. Deze waarderingstechnieken variëren van netto contante waardeberekening tot waarderingsmodellen waarbij rekening wordt gehouden met relevante prijsfactoren waaronder marktprijzen van de onderliggende instrumenten waaraan gerefereerd wordt, marktparameters (volatiliteiten, correlaties, kredietwaardigheid) en cliëntgedrag. Alle gebruikte waarderingstechnieken worden intern beoordeeld en goedgekeurd. De meeste gegevens die in deze waarderingstechnieken worden gebruikt worden dagelijks gevalideerd. Waarderingstechnieken zijn van nature subjectief. Het vaststellen van de reële waarde van bepaalde financiële activa en passiva is dan ook in belangrijke mate afhankelijk van inschattingen. Waarderingstechnieken bevatten diverse veronderstellingen met betrekking tot prijsfactoren. Het gebruik van andere waarderingtechnieken en aannames zou tot materieel afwijkende schattingen van reële waarden kunnen leiden. Prijstesten worden uitgevoerd om vast te stellen of het waarderingsproces heeft geleid tot de juiste reële waarde van de positie en of deze waarderingen correct tot uitdrukking zijn gekomen in de winst-en-verliesrekening. Het doel van deze prijstesten is het minimaliseren van het mogelijke risico op economische verliezen veroorzaakt door materieel onjuiste of verkeerd gebruikte modellen. Bepaalde asset backed securities in de Verenigde Staten worden gewaardeerd met gebruikmaking van prijzen welke verkregen zijn van derden, zoals instanties en effectenmakelaars. Gedurende 2008 is de markt voor deze activa inactief geworden, waardoor de spreiding tussen de prijzen verkregen uit verschillende bronnen voor dezelfde belegging significant is. In bepaalde situaties, past het management aanvullende processen toe om de meest juiste prijs te selecteren, waarbij rekening wordt gehouden met een intern ontwikkelde prijsvalidatiematrix en een proces om de betreffende bron te beoordelen. De waardering van deze portefeuilles zou significant anders zijn wanneer andere prijzen gehanteerd worden. Zie toelichting 33 ‘Reële waarden van financiële activa en passiva’ voor de wijze waarop reële waarden van financiële instrumenten worden bepaald en gerelateerde gevoeligheden. BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN De evaluatie van bijzondere waardeverminderingen is een complex proces. Inherent aan dit proces is het grote belang van aannames en onzekerheden, deze kunnen een significant effect hebben op de geconsolideerde jaarrekening van ING Groep. Bijzondere waardeverminderingen hebben met name een grote invloed op twee posten: schuldbewijzen en aandelen beschikbaar voor verkoop en immateriële vaste activa, inclusief goodwill.
ING Groep Jaarverslag 2008
93
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg) Aandelen en schuldbewijzen welke niet zijn opgenomen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat dienen elke rapportage periode getoetst te worden op eventuele bijzondere waardeverminderingen. De boekwaarde wordt beoordeeld om vast te stellen of een bijzondere waardevermindering is opgetreden. Deze beoordeling omvat zowel getalsmatige als inhoudelijke overwegingen. Voor schuldbewijzen worden onder andere beoordeeld de verwachte en reeds opgetreden kredietverliezen, bijvoorbeeld door wanbetaling, marktgegevens over verwachte en reeds opgetreden kredietverliezen en overig bewijsmateriaal dat de uitgever niet aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt op aandelen wanneer het management van mening is dat er een significante en/of langdurige waardevermindering is opgetreden. Een dergelijke waardevermindering is een indicatie dat de verwervingsprijs niet terugverdiend wordt. De betekenis van ‘significant’ en ‘langdurig’ wordt op individueel niveau voor elke aandelenbelegging apart geïnterpreteerd, in het algemeen gelden een waardedaling van 25% en een tijdsduur van zes maanden als indicatoren. Een bijzondere waardevermindering op schuldbewijzen wordt opgenomen voor het bedrag ter grootte van het verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en de reële waarde. Dit verschil wordt overgeheveld van de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen naar de winst-en-verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen kunnen worden teruggenomen wanneer het bedrag van de bijzondere waardeverminderingen in een volgende periode afneemt en de daling objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die na de afboeking plaatsvond. Bijzondere waardeverminderingen op aandelenbeleggingen kunnen niet worden teruggenomen. Bijzondere waardeverminderingen op overige schuldinstrumenten (leningen en vorderingen en tot einde looptijd aangehouden beleggingen) zijn onderdeel van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren zoals hierboven beschreven. Toetsing van immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur, inclusief goodwill en overige immateriële vaste activa, op bijzondere waardeverminderingen geschiedt minimaal jaarlijks. Wanneer er aanwijzingen zijn dat er een bijzondere waardevermindering opgetreden is, kan er ook tussentijds een toets plaatsvinden. Goodwill wordt getoetst door de boekwaarde van de rapporterende eenheid (inclusief goodwill) te vergelijken met de reële waarde van de rapporterende eenheid waaraan de goodwill is toegewezen. Een rapporterende eenheid is het laagste niveau waarop goodwill gevolgd wordt. Immateriële vaste activa wordt getoetst op bijzondere waardeverminderingen door de boekwaarde te vergelijken met de beste inschatting van de realiseerbare waarde. Het vaststellen van bijzondere waardeverminderingen is een inherent onzeker proces waarbij gebruik gemaakt wordt van verschillende aannames en factoren, waaronder de financiële positie van de tegenpartij, verwachte toekomstige kasstromen, statistische data omtrent verliezen, verdisconteringspercentages, waarneembare marktprijzen, etc. Inschattingen en aannames zijn gebaseerd op de beoordeling van het management en overige informatie welke beschikbaar is voordat de jaarrekening vastgesteld wordt. Materieel afwijkende resultaten kunnen ontstaan wanneer omstandigheden wijzigen en aanvullende informatie bekend wordt. PERSONEELSBELONINGEN Groepsmaatschappijen zijn met een groot deel van hun medewerkers verschillende defined benefit plans (toegezegde pensioenregelingen) overeengekomen. De voorziening voor defined benefit plans is de contante waarde van de pensioenverplichtingen op balansdatum verminderd met de reële waarde van de beleggingen, aangepast voor niet-verantwoorde resultaten en kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren. De voorziening voor defined benefit plans wordt bepaald aan de hand van interne en externe actuariële modellen en berekeningen. De pensioenverplichtingen worden berekend in overeenstemming met de projected unit credit method. Inherent aan deze actuariële modellen is het gebruik van aannames met betrekking tot disconteringsvoeten, stijgingspercentage van toekomstige salarissen en beloningsniveaus, sterftecijfers, trends in kosten voor gezondheidszorg, consumenten prijsindex en verwacht beleggingsrendement. De aannames worden jaarlijks geactualiseerd en zijn gebaseerd op beschikbare marktinformatie en beleggingsrendementen uit het verleden. De actuariële aannames kunnen aanmerkelijk verschillen met de werkelijke resultaten vanwege veranderingen in marktomstandigheden, economische en sterftetrends en andere aannames. Iedere verandering in deze aannames kan een aanzienlijke invloed hebben op de hoogte van de voorziening voor defined benefit plans en de toekomstige pensioenlasten. Verschillen tussen het verwachte en werkelijke rendement op beleggingen door veranderingen in actuariële aannames en aanpassingen van ervaringscijfers worden niet in de winst-enverliesrekening verantwoord, tenzij het totaal van de cumulatieve wijzigingen buiten een bandbreedte van 10% van de grootste van de verplichting uit hoofde van de regeling óf de reële waarde van de bijhorende beleggingen valt. Het deel dat buiten de bandbreedte valt, wordt ten gunste of ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht over het verwachte gemiddeld resterend aantal dienstjaren van de deelnemers. Zie toelichting 21 ‘Overige schulden’ voor de gewogen gemiddelden van de belangrijkste actuariële veronderstellingen met betrekking tot de pensioenverplichtingen en overige verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GRONDSLAGEN VOOR CONSOLIDATIE ING Groep (‘de Groep’) omvat ING Groep N.V., ING Verzekeringen N.V., ING Bank N.V. en alle andere groepsmaatschappijen. De geconsolideerde jaarrekening van ING Groep omvat de jaarrekeningen van ING Groep N.V. en alle maatschappijen waarin ING Groep of direct of indirect overheersende zeggenschap heeft middels het bezit van meer dan de helft van de stemrechten, danwel waarin ING Groep Jaarverslag 2008
94
ING Groep zeggenschap heeft om het operationele en financiële beleid te sturen, via onder andere de volgende situaties: t De macht om de meerderheid van de bestuurders te benoemen of te ontslaan; t Op grond van de statuten of een overeenkomst zeggenschap verkrijgt over het operationele en financiële beleid; en t Krachtens een overeenkomst met andere investeerders zeggenschap verkrijgt over meer dan de helft van de stemrechten. Toelichting 28 ‘Belangrijkste dochterondernemingen’ bevat een lijst met de belangrijkste dochterondernemingen. Het bestaan van potentiële stemrechten die direct uitoefenbaar of converteerbaar zijn worden in overweging genomen bij de beoordeling of een onderneming beschikkingsmacht heeft over een andere onderneming. Voor belangen in beleggingsfondsen wordt bij het bepalen of ING overheersende zeggenschap heeft rekening gehouden met ING’s financiële belang voor eigen rekening en de rol van ING als fondsbeheerder. De bedrijfsresultaten en het nettovermogen zijn opgenomen in de winst-en-verliesrekening en de balans vanaf het moment dat overheersende zeggenschap is verkregen tot het moment dat geen sprake meer is van overheersende zeggenschap. Bij verkoop wordt het verschil tussen de verkoopprijs minus de direct toe te rekenen transactiekosten, en het nettovermogen verwerkt in het resultaat. Wanneer ING met een externe partij is overeengekomen een groepsmaatschappij te verkopen maar er nog geen juridische overdracht heeft plaatsgevonden is het mogelijk dat deze op balansdatum nog steeds onder de beschikkingsmacht van ING Groep valt. In dat geval blijft de betreffende groepsmaatschappij opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. Een dergelijk groepsmaatschappij kan als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan kwalificeren als een groep van activa welke wordt afgestoten en geclassificeerd als aangehouden voor verkoop. Een groep van activa welke wordt afgestoten classificeert als aangehouden voor verkoop als de boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik ervan. Voorwaarden voor deze classificatie is dat de verkoop zeer waarschijnlijk is en de groep van activa welke wordt afgestoten direct beschikbaar is voor verkoop in haar huidige staat. Verder moet het management zich gecommitteerd hebben aan de verkoop, waarvan de verwachting is dat deze binnen één jaar na het moment van classificatie als aangehouden voor verkoop plaats zal vinden. Alle intercompany transacties, saldi en ongerealiseerde winsten of verliezen op groepstransacties worden geëlimineerd. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen worden waar nodig aangepast om ze in overeenstemming te brengen met die van de Groep. De rapportagedata van groepsmaatschappijen zijn in het algemeen hetzelfde als die van ING Groep N.V. ING Groep past proportionele consolidatie toe op haar aandeel in joint ventures. Bij de proportionele consolidatie worden activa en passiva, baten en lasten en kasstromen naar evenredigheid van het belang opgenomen. Resultaten op transacties met joint ventures worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord voor het belang van andere deelnemers in de joint venture. Als ING Groep activa van de joint venture koopt, wordt het aandeel van ING Groep in de winst van de joint venture op die verkoop pas verantwoord als de activa zijn (door)verkocht aan een derde. Verliezen op vlottende activa of bijzondere waardeverminderingen van vaste activa worden direct verantwoord in de winst-en-verliesrekening. GEBRUIK VAN SCHATTINGEN EN AANNAMES Bij het opstellen van een jaarrekening is het gebruik van schattingen en veronderstellingen noodzakelijk. Deze schattingen en veronderstellingen zijn van invloed op de gerapporteerde omvang van de activa en het vreemd vermogen, de omvang van de voorwaardelijke verplichtingen per balansdatum en de gerapporteerde baten en lasten over het boekjaar. De werkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. Het proces van vaststellen van aannames is omgeven door interne controle procedures en autorisaties en daarbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe onderzoeken, statische informatie met betrekking tot de bedrijfstak, omgevingsfactoren en trends en toezichtsvereisten. GESEGMENTEERDE INFORMATIE Een bedrijfssegment is een onderdeel van de Groep dat producten voortbrengt of diensten verleent met een rendement – en risicoprofiel dat afwijkt van die van andere bedrijfssegmenten. Een geografisch segment is een onderdeel van de Groep dat producten verkoopt of diensten verleent in een geografisch gebied dat een van andere geografische gebieden afwijkend rendement – en risicoprofiel heeft. De geografische analyses zijn gebaseerd op de locatie van het kantoor waar de transacties zijn geïnitieerd. De bedrijfssegmenten zijn de primaire segmentatiebasis van ING Groep, de geografische segmenten vormen de secundaire segmentatiebasis. ANALYSE VAN HET VERZEKERINGSBEDRIJF Wanneer bedragen in verband met het verzekeringsbedrijf worden gesplitst in ‘leven’ en ‘schade’, dan worden de verzekeringen voor ziekte en invaliditeit begrepen onder ‘leven’ aangezien deze grotendeels dezelfde karakteristieken hebben als de levensverzekeringen. VREEMDE VALUTA Functionele valuta en rapporteringsvaluta Balansposten van elke groepsmaatschappij worden gewaardeerd in de valuta van de economische omgeving waarin de entiteit voornamelijk haar bedrijfsactiviteiten uitoefent (de functionele valuta). De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in euro, de functionele valuta en rapporteringsvaluta van ING Groep N.V. ING Groep Jaarverslag 2008
95
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg) Transacties en balansposten Transacties in vreemde valuta worden bij de eerste verwerking omgerekend naar de functionele valuta tegen de koers die geldt op de transactiedatum. Koersverschillen die optreden bij de afwikkeling van deze transacties dan wel bij de omrekening van monetaire posten in vreemde valuta worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening, behalve als deze onderdeel uitmaken van een kasstroomhedge of een hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen waarbij koersverschillen worden verantwoord in het eigen vermogen. Voor niet-monetaire posten die worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij de waardemutaties in het resultaat worden beschouwd, worden koersverschillen verantwoord als onderdeel van deze waardemutaties. Omrekening naar rapporteringsvaluta gebeurt voor deze posten gelijktijdig met de bepaling van de reële waarde. Voor niet-monetaire posten waarbij waardemutaties in het eigen vermogen worden verantwoord worden koersverschillen in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen verwerkt. Koersverschillen in de winst-en-verliesrekening worden in het algemeen opgenomen in Netto handelsresultaat. Onder toelichting 39 ‘Netto handelsresultaat’ zijn de bedragen uiteengezet die zijn opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Koersverschillen die betrekking hebben op de verkoop van schuldbewijzen en aandelen beschikbaar voor verkoop worden als een inherent onderdeel beschouwd van de gerealiseerd resultaten en verantwoord onder Opbrengst beleggingen. Zoals hieronder toegelicht bij Groepsmaatschappijen worden koersverschillen uitgesteld in het eigen vermogen en verwerkt in het resultaat bij verkoop van de groepsmaatschappijen. Onder toelichting 12 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’ zijn de bedragen uiteengezet die zijn opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Groepsmaatschappijen De activa, passiva, baten en lasten van groepsmaatschappijen met een andere functionele valuta dan de rapporteringsvaluta worden als volgt omgerekend: t Activa en passiva worden omgerekend tegen de slotkoers op de balansdatum; t Baten en lasten worden omgerekend tegen gemiddelde koersen. Indien dit gemiddelde geen redelijke benadering is van verwerking tegen de koersen op transactiedatum, worden baten en lasten omgerekend tegen de koersen op transactiedatum; t Het resulterende omrekeningsverschil wordt in een aparte reserve in het eigen vermogen verwerkt. Bij consolidatie worden valutakoersverschillen op monetaire posten die onderdeel uitmaken van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen verantwoord in het eigen vermogen. Tevens worden van schulden en andere posten die zijn aangemerkt als afdekkingsinstrumenten van een dergelijke investering de koersverschillen in het eigen vermogen verwerkt. Bij verkoop van een buitenlands bedrijfsonderdeel wordt het aan dit bedrijfsonderdeel gerelateerde deel van de reserve valutakoersverschillen in het resultaat verantwoord als onderdeel van het resultaat op verkoop. Goodwill en aanpassingen van de reële waarde die het gevolg zijn van acquisities van buitenlandse entiteiten worden gezien als activa en passiva van het buitenlandse bedrijfsonderdeel en verwerkt tegen de koers op balansdatum. REËLE WAARDEN FINANCIËLE VAN ACTIVA EN PASSIVA De reële waarden van financiële instrumenten zijn gebaseerd op beurskoersen per balansdatum als deze beschikbaar zijn. Voor financiële activa wordt de biedprijs gehanteerd, voor financiële passiva is dat de laatprijs. De reële waarde van financiële instrumenten die niet worden verhandeld op actieve markten wordt bepaald met behulp van waarderingstechnieken. De Groep gebruikt hiervoor verschillende methoden en hanteert veronderstellingen gebaseerd op de marktomstandigheden op de balansdatum. In toelichting 33 ‘Reële waarde van activa en passiva’ zijn de grondslagen voor de bepaling van de reële waarden van de financiële instrumenten opgenomen. FINANCIËLE ACTIVA In de balans opnemen van financiële activa De aankoop of verkoop van financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, geclassificeerd als aangehouden tot einde looptijd of financiële activa beschikbaar voor verkoop die volgens standaard marktconventies worden afgewikkeld, worden, opgenomen op de transactiedatum, de datum waarop de Groep zich verbindt om het actief te kopen of te verkopen. Leningen en vorderingen worden verwerkt op de afwikkelingsdatum, de datum dat de Groep het actief ontvangt of levert. Niet langer in de balans opnemen van financiële activa Financiële activa worden niet langer in de balans opgenomen als de Groep geen recht meer heeft op de kasstromen van het actief of wanneer de Groep nagenoeg alle risico’s en voordelen verbonden aan het actief heeft overgedragen. Als de Groep noch nagenoeg alle risico’s en voordelen heeft overgedragen, noch heeft behouden, wordt een financieel actief niet langer in de balans opgenomen, in geval de Groep geen aanhoudende betrokkenheid over het actief meer heeft. Bij overdracht van een financieel actief waar de Groep nog wel de aanhoudende beschikkingsmacht over het actief heeft, blijft het actief in de balans opgenomen. De mate waarin de Groep blootgesteld is aan veranderingen in de waarde van het actief is hierin bepalend. ING Groep Jaarverslag 2008
96
Gerealiseerde resultaten op beleggingen Gerealiseerde resultaten op beleggingen worden bepaald als het verschil tussen de verkoopopbrengst en de (geamortiseerde) kostprijs. Voor aandelen wordt de kostprijs bepaald door middel van een gewogen gemiddelde per portefeuille. Voor schuldbewijzen wordt de kostprijs bepaald op individueel niveau. CLASSIFICATIE VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bevatten aandelen, schuldbewijzen, derivaten, leningen en vorderingen en overig en bestaan uit de volgende categorieën: activa voor handelsdoeleinden, niet-handelsderivaten, financiële activa die door het management zijn aangewezen en zijn geclassificeerd als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat en beleggingen voor risico van polishouders. Financiële activa worden geclassificeerd als reële waarde met waardemutaties door het resultaat als deze worden aangehouden voor handelsdoeleinden of als deze activa als zodanig zijn geclassificeerd door de Groep. Classificatie door de Groep vindt alleen plaats als dit een asymmetrie in de waardering vermindert, of als de gerelateerde activa en verplichtingen op basis van hun reële waarde worden beheerd. Beleggingen voor risico van polishouders zijn beleggingen waarvoor alle waardemutaties worden gecompenseerd door aanpassingen van de verzekeringstechnische voorzieningen. De transactiekosten worden bij de eerste verwerking verantwoord in de winst-enverliesrekening. Rentebaten op Schuldbewijzen en Leningen en vorderingen geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat zijn opgenomen in Rentebaten uit bancaire activiteiten en Opbrengsten beleggingen in de winst-en-verliesrekening met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode. Dividendopbrengsten op aandelen geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat zijn opgenomen in Opbrengst beleggingen en worden over het algemeen verwerkt als het dividend is vastgesteld. Beleggingsresultaat uit hoofde van beleggingen voor risico van polishouders worden geclassificeerd als Beleggingsresultaat voor risico van polishouders. Voor meer informatie over derivaten wordt verwezen naar ‘Derivaten en hedge accounting’. De veranderingen in de reële waarde van alle andere financiële activa geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat worden zijn opgenomen in Netto handelsresultaat. Beleggingen in effecten Beleggingen (inclusief leningen die genoteerd zijn op een actieve markt) worden ofwel geclassificeerd als aangehouden tot einde looptijd ofwel als beschikbaar voor verkoop en worden bij de eerste verwerking verantwoord tegen reële waarde vermeerderd met de transactiekosten. Effecten en leningen die genoteerd zijn op een actieve markt, en die een vaste looptijd hebben, worden geclassificeerd als aangehouden tot einde looptijd als de Groep de intentie en de mogelijkheid heeft om de effecten aan te houden tot het einde van de looptijd. Effecten in de beleggingsportefeuille en verhandelbare leningen die worden aangehouden voor een onbepaalde tijd en kunnen worden verkocht als gevolg van liquiditeitsbehoefte, veranderingen in de rente, valutakoersen en aandelenkoersen, worden geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop. Financiële activa beschikbaar voor verkoop Financiële activa beschikbaar voor verkoop bevatten schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop en aandelen beschikbaar voor verkoop. Financiële activa die beschikbaar zijn voor verkoop worden bij eerste verwerking verantwoord tegen reële waarde, vermeerderd met de transactiekosten. Voor schuldbewijzen die beschikbaar zijn voor verkoop wordt het verschil tussen kostprijs en nominale waarde geamortiseerd over de resterende looptijd. Rentebaten worden verantwoord met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode. Voor verkoop beschikbare financiële activa worden verantwoord tegen reële waarde. Rentebaten op schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop zijn opgenomen in de Rentebaten uit de bancaire activiteiten en de Opbrengsten beleggingen in de winst-en-verliesrekening met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode. Dividendopbrengsten op aandelen beschikbaar voor verkoop zijn opgenomen in Opbrengst beleggingen en worden over het algemeen verwerkt als het dividend is vastgesteld. Ongerealiseerde waardemutaties worden verantwoord in het eigen vermogen. Bij verkoop van de stukken wordt de cumulatieve waardemutatie in het resultaat verantwoord onder Opbrengst beleggingen. Voor bijzondere waardeverminderingen van financiële activa beschikbaar voor verkoop wordt verwezen naar de paragraaf Bijzondere waardeverminderingen. Beleggingen in schuldbewijzen gevoelig voor vooruitbetalingen, zoals ‘InterestOnly’ en ‘Principal-Only’ coupons, worden over het algemeen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop. Tot einde looptijd aangehouden beleggingen Tot einde looptijd aangehouden beleggingen bevatten alleen schuldbewijzen. Financiële activa, niet zijnde derivaten, met vaste of bepaalde vergoedingen en vaste looptijd waarvoor de Groep de intentie en mogelijkheid heeft om deze tot het einde van de looptijd aan te houden en die zijn geclassificeerd als tot einde looptijd aangehouden beleggingen worden bij eerste verwerking verantwoord tegen reële waarde vermeerderd met de transactiekosten. Na eerste verwerking worden deze verantwoord tegen geamortiseerde kostprijs gebruikmakend van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Rentebaten op schuldbewijzen aangehouden tot het einde van de looptijd zijn opgenomen in de Rentebaten in de winst-en-verliesrekening met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode.
ING Groep Jaarverslag 2008
97
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg) Leningen en vorderingen Leningen en vorderingen zijn financiële activa, niet zijnde derivaten, met vaste of bepaalde vergoedingen die niet genoteerd staan op een actieve financiële markt. Deze worden bij de eerste verwerking verantwoord tegen reële waarde vermeerderd met de transactiekosten. Na eerste verwerking worden deze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs gebruikmakend van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Leningen en vorderingen bevatten: Liquide middelen, Bankiers, Kredieten en Overige activa en zijn weergegeven in deze balansposten. Rentebaten op leningen en vorderingen zijn opgenomen in de Rentebaten en de Opbrengsten beleggingen in de winst-en-verliesrekening met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode. Kredietrisicobeheer classificatie Toelichting met betrekking tot kredietrisicobeheer zijn opgenomen in de paragraaf ‘Risicobeheer’. De relatie tussen de risicoclassificaties in die paragraaf en de bovenstaande classificaties wordt hieronder uitgelegd: t Kredietverleningsrisico ontstaat wanneer ING een lening verstrekt aan een cliënt of garanties afgeeft uit naam van de cliënt en heeft hoofdzakelijk betrekking op de balansclassificatie Kredieten en kredietverplichtingen met betrekking tot niet uit de balansblijkende verplichtingen, bijvoorbeeld financiële garantiestellingen; t Beleggingsrisico betreft het risico van in gebreke blijven dat is verbonden aan de beleggingsportefeuille van ING en welke hoofdzakelijk betrekking heeft op de balansclassificatie Beleggingen (beschikbaar voor verkoop en aangehouden tot einde looptijd); t Geldmarktrisico ontstaat wanneer ING kortlopende termijndeposito’s plaatst bij een tegenpartij om zo het liquiditeitsoverschot te beheersen en heeft hoofdzakelijk betrekking op de balansclassificatie Bankiers; t Pre-settlement risico ontstaat wanneer de tegenpartij bij een transactie in gebreke blijft voordat afwikkeling heeft plaatsgevonden en ING het contract moet vervangen met een transactie met een andere tegenpartij tegen de dan geldende marktprijs (welke mogelijk minder gunstig is). De classificatie van pre-settlement risico heeft hoofdzakelijk betrekking op de balanspost Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat (zoals handelsactiva en niet-handelsderivaten); t Settlement risico ontstaat wanneer waarden worden gewisseld (fondsen, instrumenten of basisproducten) voor dezelfde of verschillende waarderingsdata en betaling is nog niet vastgesteld of verwacht totdat ING haar deel van de transactie heeft betaald of geleverd. Settlement risico heeft hoofdzakelijk betrekking op de balansclassificatie Financiële activa met waardemutaties in het resultaat (zoals handelsactiva en niet-handelsderivaten) en Beleggingen (beschikbaar voor verkoop en aangehouden tot eind looptijd). DERIVATEN EN HEDGE ACCOUNTING Derivaten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde op het moment van het aangaan van het contract. Na eerste verwerking wordt het derivaat gewaardeerd tegen reële waarde. Reële waarden worden gebaseerd op beurskoersen of op waarderingtechnieken waarbij gebruik wordt gemaakt van kasstroommodellen en optiewaarderingsmodellen. Derivaten met een positieve marktwaarde worden als activa gepresenteerd, derivaten met een negatieve marktwaarde als passiva. Bepaalde contracten die dienen om bescherming van kredieten tegen kredietrisico te kopen of te verkopen, zoals credit default swaps zijn juridisch gezien derivaten, maar worden verantwoord als financiële garanties. Als het derivaat onderdeel uitmaakt van een afdekkingsrelatie worden de waardemutaties anders verantwoord dan wanneer dit niet het geval is. Daarnaast is ook het soort afdekking van invloed op de verwerking. Derivaten kunnen door de Groep worden aangemerkt als afdekking van de reële waarde van een actief of verplichting of van een vastgesteld deel daarvan (reële-waardehedge), afdekking van toekomstige kasstromen die toe te rekenen zijn aan een actief of verplichting of een verwachte transactie (kasstroomhedge), of afdekking van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen. Alleen indien aan bepaalde criteria is voldaan wordt hedge accounting voor deze afdekkingstransacties toegepast. Bij het afsluiten van afdekkingstransacties documenteert ING Groep de relatie tussen het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie, de doelstellingen ten aanzien van risicobeheer en de gebruikte methode ter beoordeling van de effectiviteit van de afdekkingstransactie. De Groep documenteert ook de beoordeling of de afdekking bij zowel het aangaan van de transactie als gedurende de transactie effectief is in het bereiken van compensatie van aan het afgedekte risico toe te rekenen veranderingen in reële waarde of kasstromen. Bij het afdekken van renterisico’s maakt ING Groep gebruik van de EU ‘carve-out’ in IFRS om reële-waardehedges toe te passen op portefeuilleniveau (‘macro hedging’). De EU ‘carve-out’ maakt het mogelijk om een groep van derivaten (gedeeltelijk) onderdeel uit te laten maken van een afdekkingstransactie en neemt bepaalde beperkingen met betrekking tot het afdekken van deposito’s en het niet geheel afdekken van risico’s ongedaan. Door gebruik te maken van de EU ‘carve-out’ kunnen deposito’s onderdeel worden gemaakt van een afdekkingsrelatie en is er alleen sprake van ineffectiviteit als het bedrag aan kasstromen in een bepaald tijdsinterval onder het in de afdekkingsrelatie aangewezen bedrag valt. Ook bij het afdekken van renterisico’s voor de retailactiviteiten maakt ING Groep gebruik van de EU ‘carve-out’ in IFRS voor reëlewaardehedges toe te passen op portefeuilleniveau (‘macro hedging’). Het nettorisico op de retailfunding (spaar- en lopende rekeningen) en de retaillending (hypotheken) wordt afgedekt. De afdekkingsactviteiten vinden plaats in een reële-waardehedge op portefeuilleniveau voor de hypotheken. Veranderingen in de reële waarde van de derivaten worden in het resultaat verwerkt, samen met de aanpassing van de reële waarde van de hypotheken (afgedekte posities) voor zover deze toe is te rekenen aan het renterisico (het afgedekte risico).
ING Groep Jaarverslag 2008
98
Bepaalde, in contracten besloten, derivaten worden gewaardeerd als een apart derivaat als geen nauw verband bestaat tussen de economische kenmerken en risico’s van het in een contract besloten derivaat en die van het basiscontract, als het basiscontract niet tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is gewaardeerd en als een afzonderlijk instrument met dezelfde kenmerken zou voldoen aan de definitie van een derivaat. Deze in een ander contract besloten derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardemutaties in het resultaat worden verwerkt. Deze waardering vindt plaats wanneer de Groep een contract aangaat. Het later opnieuw beoordelen van het contract vindt alleen plaats wanneer een wijziging in de contractvoorwaarden optreedt, welke de verwachte kasstromen aanzienlijk beïnvloedt. Reële-waardehedges Samen met de waardemutaties van het afgedekte instrument die zijn toe te rekenen aan het afgedekte risico, worden de waardemutaties van een derivaat dat onderdeel uitmaakt van een reële-waardehedge verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Als de afdekkingsrelatie niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting, wordt de cumulatieve aanpassing van het afgedekte instrument in het geval van schuldbewijzen geamortiseerd over de resterende looptijd van de afdekkingsrelatie of direct verantwoord zodra het afgedekte instrument niet langer in de balans wordt opgenomen. Voor instrumenten anders dan schuldbewijzen wordt de cumulatieve aanpassing van het afgedekte instrument pas verwerkt in het resultaat op het moment dat het afgedekte instrument niet langer in de balans is opgenomen. Kasstroomhedges Het effectieve deel van de reële waardemutaties van een derivaat dat onderdeel uitmaakt van een kasstroomhedge wordt verwerkt in het eigen vermogen. Het ineffectieve deel van de waardemutaties wordt onmiddellijk verantwoord in het resultaat. Het in het eigen vermogen opgebouwde deel van de waardemutaties wordt gelijktijdig met de resultaatverantwoording van het afgedekte instrument in het resultaat verantwoord. Als een afdekkingsinstrument afloopt of wordt verkocht, of als de afdekkingstransactie niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting, blijft het cumulatieve deel van de waardemutaties in het eigen vermogen opgenomen. Pas als de verwachte transactie in het resultaat wordt verwerkt, worden de waardemutaties uit het eigen vermogen gehaald en in het resultaat verwerkt. Als een verwachte transactie niet langer waarschijnlijk is, wordt het cumulatieve deel van de waardemutaties meteen uit het eigen vermogen gehaald en verantwoord in het resultaat. Hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Hedges van een netto-investering in een buitenlands bedrijfsonderdeel worden op dezelfde wijze verwerkt als kasstroomhedges. Dat deel van de waardemutaties dat gerelateerd is aan het effectieve deel van de hedge wordt verantwoord in het eigen vermogen. Het ineffectieve deel wordt verantwoord in het resultaat. Als het buitenlandse bedrijfsonderdeel wordt verkocht, worden de in het eigen vermogen opgebouwde waardemutaties in het resultaat verwerkt. Niet-handelsderivaten die niet voldoen aan de criteria voor hedge accounting Derivaten die wel worden gebruikt als onderdeel van het risicobeheer van de Groep, maar die niet voldoen aan de criteria voor hedge accounting, worden verantwoord als niet-handelsderivaten. Niet-handelsderivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. SALDERING FINANCIËLE ACTIVA EN FINANCIËLE VERPLICHTINGEN Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en in de balans gepresenteerd voor het nettobedrag als de Groep het juridisch afdwingbare recht tot gesaldeerde of gelijktijdige afwikkeling heeft en de intentie heeft het actief en de verplichting gesaldeerd of gelijktijdig af te rekenen. LENEN EN UITLENEN VAN EFFECTEN Verkochte effecten met een overeenkomst tot terugkoop (‘repos’) blijven in de balans opgenomen. De gerelateerde verplichting is opgenomen in de juiste balanspost. Dit kan zijn onder Bankiers, Overige leningen of Toevertrouwde middelen. Effecten gekocht met een overeenkomst tot terugverkoop (‘reverse repos’) worden gepresenteerd onder de balanspost Bankiers of Kredieten. Het verschil tussen de verkoopprijs en de prijs waartegen zal worden ingekocht wordt verantwoord als interest over de looptijd van de overeenkomst met behulp van de effectieve-rentemethode. BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN KREDIETEN (VOORZIENINGEN VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN) De Groep beoordeelt regelmatig en op elke balansdatum of voor een financieel actief of een portefeuille van financiële activa objectief bewijs bestaat dat sprake is van een bijzondere waardevermindering. Er is slechts sprake van een bijzondere waardevermindering, die als verlies wordt verantwoord, wanneer objectieve indicatoren van bijzondere waardevermindering bestaan als gevolg van een of meerdere gebeurtenissen na verkrijging van het actief, maar vóór balansdatum, die een betrouwbaar te schatten invloed hebben op de verwachte toekomstige kasstromen van het financieel actief of de portefeuille van financiële activa. Onder andere worden de volgende omstandigheden beschouwd als objectieve indicatoren van bijzondere waardevermindering voor een financieel actief of een portefeuille van financiële activa:
ING Groep Jaarverslag 2008
99
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg) t De debiteur is failliet verklaard, heeft hier aanvraag toe gedaan of is in vergelijkbare bescherming gesteld waardoor het terugbetalen onmogelijk wordt of wordt vertraagd; t De debiteur heeft al bepaalde tijd een betalingsachterstand voor het terugbetalen van de hoofdsom, rente of provisies; t De debiteur verkeert in significante financiële moeilijkheden en deze omstandigheden hebben een negatieve invloed op toekomstige kasstromen van de vordering; t De vordering is geherstructureerd om andere dan commerciële redenen. ING heeft in verband met de financiële moeilijkheden concessies gedaan om economische of juridische redenen en dit resulteert in een daling van de verwachte toekomstige kasstromen; en t Historische ervaring, aangepast voor recent waargenomen ontwikkelingen, is een indicator dat er sprake is van een bijzondere waardevermindering voor een deel van een portefeuille van activa, ondanks dat samenhangende omstandigheden die fungeren als indicatoren voor bijzondere waardeverminderingen nog niet zijn opgemerkt door de kredietrisicosystemen van de Groep. De Groep beschouwt mogelijke toekomstige gebeurtenissen niet als een objectieve indicator en die worden dan ook niet gebruikt voor de bepaling of sprake is van een bijzondere waardevermindering van een financieel actief of een portefeuille van financiële activa. Bij de bepaling van de bijzondere waardevermindering worden de toekomstig verwachte kasstromen geschat op basis van de contractueel overeengekomen kasstromen en de historische ervaring ten aanzien van kredietverliezen op activa met gelijkwaardige kredietkenmerken. De historische ervaring wordt aangepast voor recent waargenomen ontwikkelingen om de effecten van de huidige marktomstandigheden weer te geven die nog niet in de historische ervaring tot uitdrukking zijn gekomen en om effecten van omstandigheden die niet langer actueel zijn te elimineren. Verliezen verwacht op basis van toekomstige gebeurtenissen, ongeacht de waarschijnlijkheid, worden niet verantwoord. De Groep beoordeelt eerst of sprake is van bijzondere waardevermindering op individueel niveau voor individueel significante financiële activa en vervolgens op individueel of portefeuilleniveau voor financiële activa die niet individueel significant zijn. Als geen sprake is van een bijzondere waardevermindering op individueel niveau wordt het betreffende actief opgenomen in een portefeuille van financiële activa met een overeenkomstig kredietrisico en wordt op portefeuilleniveau beoordeeld of sprake is van bijzondere waardevermindering. Activa waarvoor op individueel niveau een bijzondere waardevermindering bestaat of blijft bestaan worden niet in een beoordeling op portefeuilleniveau betrokken. Als voor een financieel actief dat wordt gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs een bijzondere waardevermindering is vastgesteld, wordt deze waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen (exclusief toekomstige kredietverliezen die nog niet zijn opgetreden), verdisconteerd tegen het oorspronkelijk effectieve rendement van het actief. De boekwaarde van het actief wordt verlaagd door middel van een voorziening (Voorziening voor dubieuze debiteuren) die ten laste van het resultaat wordt gevormd onder Mutatie voorzieningen voor dubieuze debiteuren. Voor activa met een variabele rentevoet is de disconteringsfactor gelijk aan het huidige effectieve rendement op het actief. Voor de (collectieve) beoordeling van eventuele bijzondere waardeverminderingen op portefeuilleniveau worden financiële activa gegroepeerd op basis van overeenkomstige kredietrisico’s. Deze factoren zijn relevant voor de inschatting van verwachte toekomstige kasstromen voor portefeuilles van activa omdat deze indicatief zijn voor de mate waarin de debiteur in staat is om alle voor de desbetreffende activa contractueel overeengekomen bedragen te voldoen. De collectieve beoordeling van bijzondere waardeverminderingen bevat de toepassing van een ‘loss confirmation period’ met betrekking tot de waarschijnlijkheidsberekening op wanbetaling. De ‘loss confirmation period’ is een concept dat rekening houdt met het feit dat er een bepaalde periode zit tussen het moment dat indicatoren voor bijzondere waardeverminderingen zich voor doen en het moment dat deze worden meegenomen in de kredietrisicosystemen van de Groep. De toepassing van de ‘loss confirmation period’ zorgt er zo voor dat bijzondere waardeverminderingen die zich al wel hebben voorgedaan maar nog niet als dusdanig zijn geïdentificeerd, in voldoende mate worden meegenomen in de Voorzieningen voor dubieuze debiteuren van de Groep. Hoewel het concept ‘loss confirmation period’ inherent onzekerheid in zich heeft, maakt de Groep gebruik van schattingen op basis van sub-portefeuilles (bijvoorbeeld grote, middelgrote en kleine ondernemingen en detailhandelportefeuilles). Hierbij wordt rekening gehouden met factoren als de frequentie waarmee klanten, deeluitmakend van de sub-portefeuille, kredietrisico gevoelige informatie toelichten en de frequentie waarmee ze worden beoordeeld door de accountmanagers van de Groep. Over het algemeen stijgt de frequentie naarmate de klant groter is. ‘Loss confirmation periods’ zijn gebaseerd op historische ervaring en worden gevalideerd, en aangepast waar nodig, door regelmatige back-testing zodat recente ervaringen en actuele gebeurtenissen in deze worden meegenomen. Indien in een toekomstige periode het bedrag van de bijzondere waardevermindering afneemt en die afname gerelateerd is aan gebeurtenissen die zijn opgetreden nadat de bijzondere waardevermindering werd verantwoord (zoals een verbetering in de kredietwaardigheid van de debiteur), dan wordt het eerder verwerkte waardevermindering teruggeboekt waarbij de voorziening aangepast wordt. De terugboeking wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Als een vordering definitief niet meer kan worden geïncasseerd, wordt deze afgeboekt ten laste van de gerelateerde voorziening voor dubieuze debiteuren. Vorderingen worden afgeboekt nadat aan alle noodzakelijke procedures is voldaan en het definitieve kredietverlies is bepaald. Bedragen die alsnog worden geïncasseerd nadat een vordering is afgeboekt worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening.
ING Groep Jaarverslag 2008
100
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN OVERIGE FINANCIËLE ACTIVA De Groep beoordeelt op elke balansdatum of er voor een financieel actief of een portefeuille van financiële activa objectief bewijs is dat er sprake is van een bijzondere waardevermindering. In het specifieke geval van aandelenbeleggingen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop wordt een significante of langdurige daling van de marktwaarde onder de kostprijs in de beoordeling meegenomen als indicator voor een mogelijke bijzondere waardevermindering. De betekenis van ‘significant’ en ‘langdurig’ wordt op individueel niveau voor elke aandelenbelegging apart geïnterpreteerd, in het algemeen gelden een waardedaling van 25% en een tijdsduur van zes maanden als indicatoren. Indien er sprake is van bijzondere waardevermindering voor activa geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop wordt het cumulatieve verlies bepaald als het verschil tussen kostprijs en de huidige reële waarde, verminderd met eventueel eerder verantwoorde bijzondere waardeverminderingen en overgeboekt van de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen naar de winst-en-verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen op aandelenbeleggingen kunnen niet worden teruggeboekt via de winst-en-verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen op vastrentende waarden worden teruggeboekt via de winst-en-verliesrekening indien de waardevermindering is afgenomen als gevolg van gebeurtenissen die zijn opgetreden nadat de bijzondere waardevermindering werd verantwoord. DEELNEMINGEN Deelnemingen zijn entiteiten waarin ING Groep invloed van betekenis heeft, maar geen overheersende zeggenschap. In het algemeen is er sprake van invloed van betekenis bij een aandelenbezit tussen de 20% en 50% van de stemrechten, maar ook als de Groep invloed kan uitoefenen op het operationele en financiële beleid, via bijvoorbeeld: t Vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur; t Betrokkenheid bij het besluitvormingsproces; en t Uitwisseling van managementpersoneel. Deelnemingen worden bij eerste verwerking verantwoord tegen kostprijs en daarna volgens de vermogensmutatiemethode. In de post deelnemingen, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen, is ook de bij acquisitie betaalde goodwill begrepen. Onder de vermogensmutatiemethode worden de resultaten van de deelneming na verkrijging verantwoord in de winst-enverliesrekening van ING Groep. Wijzigingen in de reserves van de deelneming na het moment van verkrijging worden verwerkt in het eigen vermogen van ING Groep. De boekwaarde van de deelneming wordt aangepast voor deze resultaten en wijzigingen in de reserves. Indien de waardering van de deelneming nihil is geworden, worden geen verdere verliezen meer verantwoord, tenzij de Groep verplichtingen is aangegaan of al betalingen voor de deelnemingen heeft verricht. Ongerealiseerde winsten en verliezen op transacties tussen de Groep en deelnemingen worden geëlimineerd voor het belang van de Groep in die deelneming. Ongerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd, behalve als deze het gevolg zijn van bijzondere waardeverminderingen op overgedragen activa. Waarderingsgrondslagen van deelnemingen worden waar nodig aangepast om ze in overeenstemming te brengen met die van de Groep. De rapporteringsdata van alle materiële deelnemingen zijn consistent met de rapporteringsdatum van de Groep. Voor belangen in beleggingsfondsen wordt bij het bepalen of ING significante invloed heeft rekening gehouden met ING’s financiële belang voor eigen rekening en de rol van ING als fondsbeheerder. BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED Beleggingen in onroerend goed worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardemutaties in de winst-en-verliesrekening worden verwerkt. Bij verkoop wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde in het resultaat verantwoord. De reële waarden van beleggingen in onroerend goed zijn gebaseerd op recente taxaties uitgevoerd door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs. Elk jaar wordt voor ieder onroerend goed object intern een taxatierapport opgesteld of dit wordt door een onafhankelijke externe taxateur gedaan. Bij interne waardebeoordeling wordt gebruik gemaakt van indexatie. De index is gebaseerd op de resultaten van externe taxaties uitgevoerd in die periode. Markttransacties en verkopen van onroerend goed door de Groep worden gebruikt als onderdeel van de procedure ter toetsing van de indexatiemethodologie. Al het onroerend goed wordt minimaal eens in de vijf jaar onafhankelijk getaxeerd. GEBOUWEN EN BEDRIJFSMIDDELEN Onroerend goed voor eigen gebruik Onroerend goed voor eigen gebruik wordt gewaardeerd tegen reële waarde op balansdatum. Stijgingen in reële waarde boven de kostprijs worden verantwoord in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen. Dalingen in reële waarde worden verantwoord in het eigen vermogen voor zover hiermee eerdere stijgingen ongedaan worden gemaakt. Alle andere dalingen in reële waarde worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Stijgingen die een eerdere daling verantwoord in het resultaat ongedaan maken, worden ook in het resultaat verantwoord. Afschrijvingen worden gebaseerd op de reële waarde en de geschatte economische levensduur (meestal 20 tot 50 jaar). Afschrijvingen worden op lineaire basis berekend. Bij verkoop wordt het deel van de herwaardering dat is gerelateerd aan het verkochte onroerend goed overgeheveld naar de overige reserves.
ING Groep Jaarverslag 2008
101
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg) De reële waarde van gebouwen en terreinen is gebaseerd op recente taxaties door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs. Uitgaven na de eerste verwerking van het onroerend goed worden geactiveerd als het waarschijnlijk is dat de toekomstige voordelen aan de Groep zullen toevloeien en de kosten op een betrouwbare manier kunnen worden bepaald. Onroerend goed in ontwikkeling Onroerend goed in ontwikkeling (inclusief beleggingen in onroerend goed) worden gewaardeerd tegen de tot en met balansdatum gemaakte directe kosten vermeerderd met de rente en de ontwikkelings- en begeleidingskosten van de Groep, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen. Onroerend goed aangehouden voor verkoop Onroerend goed aangehouden voor verkoop bestaat uit onroerend goed verkregen uit faillissementen en ontwikkeld onroerend goed waarvoor geen specifieke overeenkomst met een derde partij is afgesloten. Onroerend goed aangehouden voor verkoop wordt gewaardeerd tegen kostprijs of lagere realiseerbare waarde. In de kostprijs zijn rentekosten begrepen. De realiseerbare waarde is de geschatte verkoopprijs onder normale voorwaarden, verminderd met de relevante variabele verkoopkosten. Als de realiseerbare waarde lager is dan de boekwaarde wordt een bijzondere waardevermindering in het resultaat verantwoord. Onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden Onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden, waarvoor nog geen specifiek afgesloten overeenkomst is, wordt gewaardeerd tegen de tot en met balansdatum gemaakte directe kosten vermeerderd met de bouwrente en de ontwikkelings- en begeleidingskosten van de Groep, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen. Winst wordt verantwoord op basis van de ‘completed contract’ methode (op de datum van verkoop van het onroerend goed). Bij onroerend goed in ontwikkeling waar een specifiek contract met een derde is afgesloten, wordt de winst verantwoord naar rato van de verrichte prestaties bij de uitvoering van het werk (‘percentage of completion’ methode). Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd tegen kostprijs na aftrek van cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs wordt lineair afgeschreven over de economische levensduur van het actief. In het algemeen is de economische levensduur voor computers twee tot vijf jaar, en voor inventaris vier tot tien jaar. Onderhoudskosten worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Waardeverhogende uitgaven worden geactiveerd en afgeschreven. Activa onder operationele leaseovereenkomsten Activa onder operationele leaseovereenkomsten waarbij ING optreedt als lessor worden gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs van de activa wordt lineair afgeschreven over de looptijd van de leaseovereenkomst. Zie ook de paragraaf ‘Leaseovereenkomsten’. Verkopen Bij verkoop van gebouwen en bedrijfsmiddelen wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Rentelasten Rentelasten met betrekking tot de vervaardiging van een kwalificerend actief worden geactiveerd voor de periode die benodigd is om het actief te vervaardigen en gereed te maken voor gebruik. LEASEOVEREENKOMSTEN De Groep als huurder (lessee) De leaseovereenkomsten die ING Groep afsluit zijn voornamelijk operationele leases. Het totaal van de onder de leaseovereenkomsten betaalde bedragen wordt lineair in het resultaat verantwoord over de looptijd van de overeenkomst. Als er betalingen aan de verhuurder (lessor) worden verricht in verband met het voortijdig beëindigen van de leaseovereenkomst, worden deze onmiddellijk als last in de winst-en-verliesrekening verantwoord. De Groep als verhuurder (lessor) Voor activa verhuurd onder een financiële leaseovereenkomst wordt de contante waarde van de leasetermijnen in de balans opgenomen onder Kredieten of Bankiers. Het verschil tussen de nominale waarde van de vordering en de contante waarde wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening als niet-verdiend inkomen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten. De lease-inkomsten worden zodanig in het resultaat verwerkt dat een constant perioderendement ontstaat, berekend over de resterende netto-investering. Voor activa onder een operationele leaseovereenkomst worden de activa gepresenteerd als Activa onder operationele leaseovereenkomsten.
ING Groep Jaarverslag 2008
102
ACQUISITIE VAN GROEPSMAATSCHAPPIJEN, GOODWILL EN OVERIGE IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Goodwill Acquisities van ING Groep worden verantwoord volgens de ‘purchase’ methode, waarbij de kostprijs van de acquisities wordt toegerekend aan de reële waarde van de verkregen activa, verplichtingen en niet in de balans opgenomen verplichtingen. Goodwill, zijnde het verschil tussen de kostprijs van de acquisitie (inclusief overgenomen schulden) en het aandeel van ING Groep in de reële waarde van de verkregen activa, verplichtingen en niet in de balans opgenomen verplichtingen op de acquisitiedatum, wordt geactiveerd als immaterieel vast actief. De resultaten van de activiteiten van de overgenomen vennootschappen worden opgenomen in de winst-enverliesrekening vanaf de datum waarop zeggenschap is verkregen. Goodwill wordt alleen geactiveerd voor acquisities die na de implementatiedatum van IFRS-EU (1 januari 2004) hebben plaatsgevonden. In overeenstemming met de overgangsbepalingen van IFRS worden acquisities van voor die datum niet aangepast. Goodwill en intern gegenereerde immateriële vaste activa gerelateerd aan deze acquisities zijn ten laste van het eigen vermogen gebracht. Voor de beoordeling of bijzondere waardeverminderingen zijn opgetreden wordt goodwill toegerekend aan rapporterende eenheden. Deze rapporterende eenheden stellen het laagste niveau voor waarop goodwill intern wordt beheerst. De beoordeling wordt jaarlijks uitgevoerd, of zoveel vaker als er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Bij de beoordeling wordt de boekwaarde van de rapporterende eenheid (inclusief goodwill) vergeleken met de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste van de reële waarde minus de verkoopkosten en de bedrijfswaarde. Correcties in de reële waarde van overgenomen activa en passiva op de overnamedatum die worden geconstateerd voor het einde van het eerste verslagjaar na de overname leiden tot een aanpassing van de goodwill. Correcties die op een later moment worden geconstateerd worden verwerkt als een bate of een last. Echter, het in de balans opnemen van actieve belastinglatenties na acquisitiedatum wordt ook na het einde van het eerste verslagjaar na de overname verantwoord als een aanpassing op de goodwill. Bij verkoop van groepsmaatschappijen wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de kostprijs (inclusief goodwill) en ongerealiseerd resultaat (inclusief het bedrag aan reserve voor koersverschillen vreemde valuta dat hiervoor is opgenomen in het eigen vermogen) verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Software Gekochte of intern gegenereerde software voor eigen gebruik wordt gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. De software wordt lineair afgeschreven over de economische levensduur, normaal gesproken niet meer dan drie jaar. De afschrijvingslast is opgenomen onder de Overige bedrijfslasten. Value of business acquired (VOBA) De actiefpost VOBA bestaat uit de contante waarde van de toekomstige kasstromen begrepen in de verzekeringscontracten van een overgenomen bedrijf en vertegenwoordigt het verschil tussen de reële waarde van de verzekeringsverplichtingen en de boekwaarde. VOBA wordt op een soortgelijke wijze afgeschreven als overlopende acquisitiekosten zoals beschreven in de paragraaf Overlopende acquisitiekosten. Overige immateriële vaste activa Overige immateriële vaste activa worden geactiveerd en geamortiseerd over de economische levensduur, over het algemeen tussen de drie en tien jaar. Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur worden niet geamortiseerd. OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN De actiefpost overlopende acquisitiekosten bestaat uit de verwervingskosten van verzekeringscontracten en beleggingsverzekeringen die worden geactiveerd en afgeschreven. De geactiveerde kosten, die samenhangen met de productie van nieuwe verzekeringscontracten en prolongaties, bestaan voornamelijk uit provisies, polisuitgiftekosten en andere afsluitkosten. Voor traditionele levensverzekeringscontracten, bepaalde typen flexibele levensverzekeringscontracten en schadeverzekeringscontracten worden de overlopende acquisitiekosten afgeschreven gedurende de premiebetalingsperiode, op dezelfde wijze waarop premieverantwoording plaatsvindt. Voor andere typen beleggingsverzekeringen worden de overlopende acquisitiekosten afgeschreven over de looptijd van de polis, gebaseerd op de verwachte toekomstige resultaten. De afschrijving en de overlopende actiefpost worden gecorrigeerd wanneer de veronderstellingen omtrent verwachte huidige en toekomstige winsten worden bijgesteld. De veronderstellingen worden aan het eind van iedere verslagperiode herzien. Ten aanzien van de overlopende acquisitiekosten inzake flexibele verzekeringscontracten veronderstelt ING een fondsgroei, die voor de korte en de lange termijn gelijk is. Een opwaartse/neerwaartse bijstelling van de resultaatverwachting – bijvoorbeeld als gevolg van een verbeterd/verslechterd beleggingsklimaat en een mutatie in het beheerd vermogen – kan resulteren in een lagere/hogere afschrijving van de overlopende acquisitiekosten om de afschrijving met betrekking tot het verleden en de toekomstige jaren te corrigeren. Dit wordt aangeduid als ‘DAC unlocking’. De resultaten uit hoofde van ‘DAC unlocking’ worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord in de periode waarin de unlocking plaatsvindt. Van overlopende acquisitiekosten worden bij activering beoordeeld of ze realiseerbaar zijn. Daarna worden overlopende acquisitiekosten samen met verzekeringtechnische voorzieningen en VOBA getest. De toereikendheidstoets wordt beschreven onder ‘Verzekerings-, herverzekerings- en beleggingscontracten’. ING Groep Jaarverslag 2008
103
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg) Voor bepaalde producten worden de overlopende acquisitiekosten via het eigen vermogen aangepast voor de impact van de ongerealiseerde resultaten op gerelateerde beleggingen. BELASTINGEN Winstbelasting bestaat uit latente en acute belastingen. Winstbelastingen worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord tenzij de belasting betrekking heeft op posten die direct in het vermogen worden verantwoord. In dit laatste geval wordt ook de belasting in het vermogen verantwoord. Belastinglatenties Belastinglatenties worden opgenomen voor alle tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde, waarbij wordt uitgegaan van belastingtarieven die zijn vastgesteld per balansdatum en die naar verwachting zullen gelden in de periode waarin de actieve belastinglatenties worden gerealiseerd of passieve belastinglatenties worden afgewikkeld. Actieve en passieve belastinglatenties worden niet verdisconteerd. Actieve belastinglatenties worden alleen opgenomen indien het waarschijnlijk is dat in de nabije toekomst fiscale winsten zullen worden gerealiseerd ter compensatie van deze tijdelijke verschillen. Voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en fiscale waarde van investeringen in groepsmaatschappijen en deelnemingen worden belastinglatenties opgenomen, behalve als de Groep het tijdstip kan bepalen waarop deze tijdelijke verschillen aflopen en als het waarschijnlijk is dat deze verschillen niet zullen aflopen in de nabije toekomst. In de toekomst verrekenbare fiscale verliezen worden alleen opgenomen indien verwacht wordt dat in de nabije toekomst fiscale winsten zullen worden gerealiseerd ter compensatie van deze verliezen. Waardemutaties van beleggingen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop en waardemutaties van derivaten die onderdeel zijn van een kasstroomhedge worden onder aftrek van latente belastingen in het eigen vermogen verantwoord. Bij realisatie wordt de waardemutatie tegelijkertijd met de actieve of passieve belastinglatentie verantwoord in het resultaat. FINANCIËLE VERPLICHTINGEN Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs bevatten de volgende categorieën: preferente aandelen, overige leningen, uitgegeven schuldbewijzen, achtergestelde leningen, bankiers en toevertrouwde middelen. Preferente aandelen met een vast dividend of met een door de aandeelhouder afdwingbare mogelijkheid tot aflossing worden geclassificeerd als financiële verplichtingen. Dividenden op preferente aandelen worden als Rentelasten in de winst-en-verliesrekening verantwoord gebruik makend van de effectieve-rentemethode. Leningen worden bij eerste verwerking tegen de reële waarde verantwoord na aftrek van transactiekosten. Na eerste verwerking worden leningen tegen geamortiseerde kostprijs verantwoord; ieder verschil tussen opbrengst na aftrek van transactiekosten en de aflossingswaarde wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening gedurende de looptijd van de lening op basis van de effectieve-rentemethode. Bij inkoop van eigen schuldbewijzen door de Groep, worden deze niet langer opgenomen in de balans. Het verschil tussen de boekwaarde van de verplichting en het betaalde aankoopbedrag wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bestaan uit de volgende categorieën: verplichtingen voor handelsdoeleinden, niet-handelsderivaraten en andere financiële verplichtingen die door het management zijn aangewezen en geclassificeerd als financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. Verplichtingen voor handelsdoeleinden bevatten aandelen, schuldbewijzen, toevertrouwde middelen en derivaten. Aanwijzing door het management zal alleen voorkomen als dit een inconsistentie in waarderingsgrondslagen wegneemt of als samenhangende activa en passiva worden beheerd op basis van reële waarde. ING heeft een insignificant deel van de geplaatste schulden, gerelateerd aan marketmakingactiviteiten, geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. De geplaatste schuld bestaat hoofdzakelijk uit eigen obligaties. De classificatie tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat neemt de inconsistentie in de timing van het verwerken van winsten en verliezen weg. Alle overige financiële verplichtingen zijn tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd. Financiële garantiecontracten Financiële garantiecontracten zijn contracten die vereisen dat de uitgever de houder voor een bepaald bedrag schadeloos stelt voor een verlies dat zich voordoet omdat een specifieke debiteur niet aan zijn verplichtingen voldoet, conform de voorwaarden van een schuldbewijs. Zulke financiële garanties worden bij eerste verwerking tegen reële waarde verantwoord en vervolgens gewaardeerd tegen de waarde van de verdisconteerde verplichting onder de garantie of hogere waarde bij eerste verwerking verminderd met het bedrag van het reeds verantwoorde resultaat onder de garantie.
ING Groep Jaarverslag 2008
104
VERZEKERINGS-, HERVERZEKERINGS- EN BELEGGINGSCONTRACTEN Verzekeringscontracten Verzekeringspolissen met een significant verzekeringsrisico worden als verzekeringscontracten gepresenteerd. Verzekeringstechnische voorzieningen geven de verwachte toekomstige uitbetalingen weer uit hoofde van aanspraken op leven- en schadeverzekeringsuitkeringen, inclusief de kosten die verband houden met deze uitkeringen. De waardering van sommige verzekeringscontracten weerspiegelt de actuele marktveronderstellingen. Voorziening voor levensverzekeringen De technische voorziening voor levensverzekeringen wordt berekend op basis van een prudente prospectieve actuariële methode, rekening houdend met de voor de lopende verzekeringsovereenkomsten gestelde voorwaarden. Methodologieën van verschillende business units kunnen verschillen door lokale toezichtsvereisten en gebruiken voor specifieke producteigenschappen in de lokale markt. Om de verzekeringstechnische voorzieningen voor levensverzekeringen te bepalen worden diverse aannames gedaan, ondermeer inzake sterfte, arbeidsongeschiktheid, kosten, beleggingsrendement en afkoop. De gebruikte aannames in verband met levensverzekeringen, inclusief overlijdensrisicoverzekeringen, zijn gebaseerd op zo goed mogelijke inschattingen, rekening houdend met marges voor nadelige afwijkingen. Deze aannames worden gedaan op de ingangsdatum van de polis en blijven constant gedurende de looptijd van de polis, behalve in geval van gebleken ontoereikendheid. Verzekeringstechnische voorzieningen voor ‘universal life’ producten, ‘unit-linked’ producten en overige levenproducten met een beleggingscomponent worden gewaardeerd tegen de fondswaarde. Bepaalde beleggingsverzekeringen bevatten een gegarandeerde minimumuitkering bij overlijden en/of op de einddatum. Bij het berekenen van de verzekeringstechnische voorziening worden deze gegarandeerde minimumuitkeringen in overweging genomen, rekening houdend met het verschil tussen de potentiële minimumuitkering en de fondswaarde, het verwachte overlijdensrisico en afkoop. De nog niet geamortiseerde rentekortingen op ‘periodieke premie’ contracten en ‘koopsom’ contracten worden in mindering gebracht op de Voorziening levensverzekeringen. Rentekortingen verleend gedurende het jaar worden geactiveerd en daarna afgeschreven in lijn met het verwachte ‘inbaarheids’ patroon. Deze afschrijvingen worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico’s De voorziening wordt berekend naar evenredigheid van de nog niet verstreken risicotermijnen. Voor verzekeringen met een stijgend risico met leeftijdsonafhankelijke premietarieven wordt bij vaststelling van de voorziening rekening gehouden met dit risico. Eveneens worden voorzieningen gevormd ter dekking van schaden in verband met lopende verzekeringsovereenkomsten die hoger kunnen zijn dan de niet-verdiende premies en de nog te ontvangen premies met betrekking tot deze overeenkomsten. Voorziening voor te betalen schaden De voorziening voor te betalen schaden wordt berekend op individuele basis of op basis van ervaringsgegevens. Er zijn ook voorzieningen gevormd voor schades die zich wel reeds hebben voorgedaan maar die nog niet zijn gemeld en voor de kosten van afhandeling van toekomstige schades. De voorziening voor te betalen schade wordt ieder jaar op toereikendheid getoetst met gebruikmaking van standaard actuariële technieken. Bovendien worden zogenaamde ‘IBNR’ (Incurred But Not Reported) voorzieningen aangehouden om de kosten te dekken van schades die zich wel reeds hebben voorgedaan maar die nog niet zijn gemeld aan ING. Latente winstdelingsverplichtingen Voor verzekeringsproducten met discretionaire winstdeling wordt een latente winstdelingsverplichting opgenomen voor het volledige bedrag van ongerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen. Bij realisatie wordt de latente winstdelingsverplichting voor ongerealiseerde resultaten tegengeboekt en wordt een latente winstdelingsverplichting gevormd voor het deel van de gerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen op basis van de verwachte winstdeling aan polishouders. De latente winstdeling wordt verminderd met de werkelijke winstdeling die wordt toegerekend aan polishouders. Technische voorziening voor levensverzekeringen voor risico van polishouders De technische voorzieningen voor levensverzekeringen voor risico van polishouders zijn voor gesepareerde beleggingsdepots berekend overeenkomstig de voorziening voor levensverzekeringen. Voor verzekeringen voor risico van polishouders worden de technische voorzieningen in het algemeen gewaardeerd op de boekwaarde van de daarmee samenhangende beleggingen. Herverzekeringscontracten Herverzekeringspremies, provisies, schade-uitkeringen, alsmede voorzieningen die betrekking hebben op herverzekering worden op dezelfde wijze verantwoord als de oorspronkelijke contracten waarvoor ze zijn afgesloten. De Groep blijft aansprakelijk jegens haar polishouders voor het herverzekeringsgedeelte waarvoor de herverzekeraars niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Dientengevolge worden voorzieningen opgenomen voor als oninbaar beschouwde herverzekeringsontvangsten.
ING Groep Jaarverslag 2008
105
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg) Toereikendheidstoets De voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen verminderd met niet geamortiseerde rentekortingen, de overlopende acquisitiekosten en VOBA (de netto-verzekeringsverplichtingen) wordt regelmatig door elke business unit op toereikendheid getoetst. De toets houdt rekening met huidige schattingen van alle contractuele en gerelateerde kasstromen en met toekomstige ontwikkelingen. Opbrengsten van beleggingen worden meegenomen overeenkomstig de verantwoording in het resultaat. Wanneer voor een business unit op basis van een zo goed mogelijke inschatting met een betrouwbaarheidsniveau van 50% is vastgesteld dat een tekort bestaat en geen compensabele bedragen aanwezig zijn bij andere business units binnen het segment, dan wordt dit tekort direct verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Als bij een business unit de netto-verzekeringsverplichtingen niet toereikend zijn bij toepassing van een voorzichtig betrouwbaarheidsniveau van 90%, maar er zijn compenserende bedragen bij andere business units van ING Groep, dan is het de business unit toegestaan om maatregelen te treffen ter versterking van de netto-verzekeringsverplichtingen over een periode van maximaal de verwachte resterende duur van de polissen. Indien er geen compenserende bedragen zijn bij andere business units van ING Groep, dan wordt ieder tekort bepaald met een betrouwbaarheidsniveau van 90% onmiddellijk verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Als de netto-verzekeringsverplichtingen adequaat zijn met een betrouwbaarheidsniveau van boven de 90%, wordt geen vermindering van de netto-verzekeringsverplichtingen verantwoord. Beleggingscontracten Verzekeringscontracten zonder discretionaire winstdeling die geen significant verzekeringsrisico dragen worden gepresenteerd in de balans als Beleggingscontracten. Voorzieningen voor verplichtingen voor beleggingscontracten zijn gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode (inclusief bepaalde initiële acquisitiekosten) of reële waarde. OVERIGE VERPLICHTINGEN Personeelsverplichtingen - pensioenverplichtingen Groepsmaatschappijen zijn met hun medewerkers verschillende pensioenregelingen overeengekomen. De regelingen zijn in het algemeen gefinancierd door premies aan verzekeringsmaatschappijen of fondsen op basis van periodieke actuariële berekeningen. De Groep heeft pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen (defined benefit plans) en pensioenregelingen waarbij het pensioen is gebaseerd op de door groepsmaatschappijen gestorte bedragen (defined contribution plans). Een defined benefit plan is een regeling waarbij de uitkering aan de gepensioneerde werknemer wordt vastgelegd, rekeninghoudend met factoren als leeftijd, dienstjaren, en salaris. De voorziening voor defined benefit plans is de contante waarde van de pensioenverplichtingen op balansdatum verminderd met de reële waarde van de beleggingen, aangepast voor niet-verantwoorde resultaten en kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren. De pensioenverplichtingen worden jaarlijkse berekend door interne en externe actuarissen in overeenstemming met de ‘projected unit credit method’. De verwachte waarde van de activa in de pensioenverplichting wordt berekend met gebruik van het verwachte rendement op beleggingen. Verschillen tussen het verwachte en het werkelijk rendement op de beleggingen alsmede actuariële wijzigingen worden niet in de winst-en-verliesrekening verantwoord, tenzij het totaal van deze cumulatieve verschillen en wijzigingen buiten een bandbreedte van 10% van de grootste van de verplichting uit hoofde van de regeling óf de reële waarde van de bijbehorende beleggingen valt. Het deel dat buiten de bandbreedte valt, wordt ten gunste of ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht over de resterende dienstjaren van de deelnemers. In overeenstemming met de overgangsbepalingen van IFRS, is op de implementatiedatum van IFRS-EU de bandbreedte op nul gezet. Onder defined contribution plans betaalt de Groep premies aan gemeenschappelijke of particuliere pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen op een verplichte, contractuele of vrijwillige basis. De Groep heeft geen verplichting om verdere betalingen te verrichten nadat de premies zijn betaald. De premies worden verantwoord als personeelskosten wanneer ze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden in de balans als actiefpost opgenomen voor zover sprake is van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding Sommige groepsmaatschappijen verstrekken vergoedingen aan bepaalde medewerkers en voormalige medewerkers met betrekking tot medische verzorging. Het recht op deze vergoedingen is vaak onder de voorwaarde dat de werknemer in dienst blijft tot aan de pensioengerechtigde leeftijd en onder de voorwaarde dat een minimum aantal dienstjaren is verstreken. De verwachte kosten van deze regelingen worden verantwoord over de periode dat de werknemer in dienst is met gebruikmaking van dezelfde methodologie als bij defined benefit plans.
ING Groep Jaarverslag 2008
106
Overige voorzieningen Een voorziening is een verplichting waarvan de omvang of het moment van afwikkeling onzeker is. Een voorziening wordt in de balans opgenomen als de Groep een uit het verleden voortvloeiende verplichting heeft, het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling ervan een uitstroom van middelen noodzakelijk is en er een betrouwbare schatting van kan worden gemaakt. Voorzieningen worden verdisconteerd wanneer de tijdswaarde van het geld een materieel effect heeft, hierbij wordt gebruik gemaakt van een bruto disconteringsvoet. Het bepalen van de hoogte van de voorziening is van nature omgeven door onzekerheden waarbij inschattingen met betrekking tot de omvang en het tijdstip van toekomstige kasstromen worden gemaakt. Reorganisatievoorzieningen bevatten vergoedingen voor het uitdienst treden van personeel als de Groep concrete voornemens heeft om conform een gedetailleerd formeel plan bestaande dienstverbanden te beëindigen zonder dat er nog een redelijke mogelijkheid bestaat dit terug te draaien. Daarnaast bevat de voorziening vergoedingen als gevolg van regelingen voor aanmoediging van vrijwillige uitdiensttreding. VERWERKING VAN OPBRENGSTEN Bruto premie-inkomen Premies uit hoofde van levensverzekeringsproducten worden als inkomsten verantwoord wanneer deze verschuldigd zijn door de polishouder. Bruto premie-inkomen uit hoofde van schadeverzekeringen wordt naar rato verantwoord gedurende de periode van de polisdekking. Ontvangsten uit hoofde van beleggingscontracten worden niet verantwoord als bruto premie-inkomen. Rente Rentebaten en rentelasten worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord gebruikmakend van de effectieve-rentemethode. De effectieve-rentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een financieel actief of financiële verplichting en van de allocatie van rentebaten en rentelasten over de relevante periode. De rentevoet waarbij de contante waarde van de verwachte kasstromen over de looptijd van het financieel instrument, of waar van toepassing een kortere periode, precies gelijk is aan de boekwaarde van het financieel actief of financiële verplichting, is de effectieve rente. Bij de berekening van de effectieve rente houdt de Groep rekening met alle contractuele bepalingen van het financiële instrument (zoals bijvoorbeeld vervroegde aflossing), maar niet met toekomstige verliezen als gevolg van oninbaarheid. In de berekening worden alle provisies en andere contractuele kasstromen meegenomen die onderdeel uitmaken van de effectieve-rentemethode evenals transactiekosten, agio en disagio. Als een financieel actief of een groep van financiële activa is afgeschreven als gevolg van een bijzondere waardevermindering, worden rentebaten verantwoord met behulp van de rentevoet die is gebruikt om de hoogte van de bijzondere waardevermindering te berekenen. Alle rentebaten en rentelasten van handelsposities en niet-handelsderivaten worden verantwoord in de winst-en verliesrekening als rentebaten en rentelasten. Mutaties in de ‘zuivere reële waarde’ worden verantwoord onder Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten. Commissies en provisies Commissies en provisies worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd. Bereidstellingsprovisie op leningen waarvan wordt verwacht dat de leningsovereenkomst tot stand komt, wordt samen met andere direct gerelateerde kosten geactiveerd en behandeld als een aanpassing van de effectieve rente. Consortiumprovisie wordt verantwoord in het resultaat wanneer de syndicaatvorming is voltooid en de Groep geen deel van de leningen zelf heeft genomen, dan wel leningen heeft die dezelfde effectieve rente hebben als de andere consortiumleden. Commissies en provisies uit hoofde van het voeren van onderhandelingen ten behoeve van een transactie van een derde partij zoals de koop van aandelen of andere effecten of de (ver)koop van een bedrijfsonderdeel, worden in het resultaat verantwoord als de transactie tot stand is gekomen. Vergoedingen voor het beheren van portefeuilles worden verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd, gebaseerd op het onderliggende contract. Vergoedingen voor vermogensbeheer die samenhangen met beleggingsfondsen worden verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd. Hetzelfde principe wordt gehanteerd voor continu over de perioden heen verleende diensten zoals vermogensbeheer, financiële planning en bewaring. Ontvangen en betaalde provisies tussen banken voor betalingsverkeer worden geclassificeerd als provisiebaten en -lasten. Lease-inkomsten De opbrengsten uit operationele leaseovereenkomsten worden gelijkmatig verantwoord over de looptijd van de leaseovereenkomst. Leasetermijnen ontvangen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten waar ING de lessor is worden opgedeeld in een rentedeel (verantwoord in het resultaat als renteopbrengst) en een aflossingsdeel. VERWERKING VAN LASTEN Lasten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer deze zich voordoen of bij een vermindering van het economisch potentieel, verband houdend met een afname van een actief of een toename van vreemd vermogen, heeft plaatsgevonden waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld.
ING Groep Jaarverslag 2008
107
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg) Op aandelengebaseerde beloningen Kosten voor op aandelengebaseerde beloningen worden verantwoord gedurende de levering van de prestaties van de werknemers. Een overeenkomstige toename in eigen vermogen wordt verantwoord bij een op aandelengebaseerde beloning die wordt afgerekend in aandelen. Een verplichting wordt opgenomen bij een op aandelengebaseerde beloning afgerekend in contanten. De aan deze transactie gerelateerde kosten worden geclassificeerd als personeelskosten. Vóór 2007 verstrekte ING Groep over het algemeen op aandelengebaseerde beloningen die afgerekend werden in aandelen. Vanaf 2007 verstrekt ING Groep over het algemeen aandelengebaseerde beloningen die afgerekend worden in contanten. De reële waarde van op aandelengebaseerde beloningen afgerekend in aandelen wordt op de datum van verstrekking bepaald. De reële waarde van op aandelengebaseerde beloningen afgerekend in contanten wordt op elke balansdatum bepaald. RESULTAAT PER GEWOON AANDEEL Het resultaat per gewoon aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen. Bij de berekening van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen worden de volgende overwegingen in aanmerking genomen: t het totaal aantal uitgegeven gewone aandelen wordt verminderd met de eigen aandelen die door groepsmaatschappijen worden aangehouden; t de berekening is gebaseerd op gemiddelden per dag; t warrants worden in aanmerking genomen vanaf de dag waarop deze worden uitgeoefend. De kernkapitaaleffecten zonder stemrecht zijn geen gewone aandelen omdat hun voorwaarden en condities, vooral met betrekking tot de coupons en de stemrechten, significant anders zijn. Daardoor is er geen impact op de gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen tijdens het boekjaar uit hoofde van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht. Het verwaterde resultaat per aandeel wordt berekend alsof de aan het eind van het boekjaar alle uitstaande converteerbare instrumenten aan het begin van het boekjaar zijn uitgeoefend. Tevens wordt verondersteld dat de na uitoefening ontvangen opbrengsten door ING Groep worden gebruikt om eigen aandelen tegen de gemiddelde beurskoers gedurende het boekjaar in te kopen. De toename van het aantal aandelen als gevolg van de uitoefening wordt opgeteld bij het gemiddeld aantal aandelen dat wordt gebruikt bij de berekening van het resultaat per aandeel. Opties uit op aandelengebaseerde beloningen worden voor de berekening van het verwaterde resultaat per aandeel als gewone opties meegenomen hoewel deze nog voorwaardelijk zijn. De opties worden meegenomen vanaf de datum van verstrekking. Opties uit op aandelengebaseerde beloningen die prestatieafhankelijk zijn, worden als voorwaardelijke aandelen meegenomen omdat de uitgifte van deze aandelen niet alleen afhangt van het verstrijken van de tijd. FIDUCIAIRE ACTIVITEITEN De Groep houdt of plaatst namens individuele personen, trusts, pensioenmaatschappijen en andere instellingen activa in haar rol van trustee of in andere fiduciaire rollen. Deze activa zijn niet opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening omdat dit geen activa zijn van de Groep.
ING Groep Jaarverslag 2008
108
Grondslagen voor het geconsolideerde kasstroomoverzicht van ING Groep Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. Bij de nettokasstroom uit operationele activiteiten wordt het resultaat voor belasting gecorrigeerd voor posten in de winst-en-verliesrekening en mutaties in balansposten die niet daadwerkelijk leiden tot kasstromen in het boekjaar. Ten behoeve van het kasstroomoverzicht zijn onder liquide middelen posten begrepen die op het moment van verkrijgen een looptijd hebben korter dan drie maanden. Daaronder zijn begrepen tegoeden bij centrale banken die ter vrije beschikking staan, leningen en voorschotten aan banken, kortlopende overheidspapieren en schulden aan banken. Beleggingen kwalificeren als liquide middelen als deze zonder beperkingen kunnen worden gerealiseerd voor een vaststaand bedrag en niet onderhevig zijn aan materiële risico’s van waardevermindering. Kasstromen luidend in vreemde valuta worden omgerekend naar de functionele valuta door middel van de valutakoers op de dag dat de kasstroom plaatsvindt. De nettokasstroom met betrekking tot kredieten heeft slechts betrekking op transacties die voortvloeien uit daadwerkelijke betalingen en ontvangsten. De toevoegingen aan de voorzieningen voor dubieuze debiteuren die in mindering zijn gebracht op de balanspost Kredieten zijn gecorrigeerd op het resultaat voor belasting en zijn separaat opgenomen in het kasstroomoverzicht. Het verschil tussen de in het kasstroomoverzicht opgenomen nettokasstroom en de mutatie van de in de balans opgenomen liquiditeiten is het gevolg van valutakoersverschillen en is afzonderlijk opgenomen als onderdeel van de aansluiting tussen de nettokasstroom en de balansmutatie van de Liquiditeiten.
ING Groep Jaarverslag 2008
109
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven ACTIVA 1 LIQUIDE MIDDELEN Liquide middelen
Tegoeden bij centrale banken Kasgelden en banktegoeden Daggeldleningen van het verzekeringsbedrijf
2008
2007
16.432 5.052 561 22.045
8.376 3.664 366 12.406
2008
Nederland 2007
2008
Internationaal 2007
2008
Totaal 2007
15.234 4.800 20.034
14.451 1.065 15.516
25.556 2.942 28.498
31.339 2.033 33.372
40.790 7.742 48.532
45.790 3.098 48.888
20.034
–11 15.505
–85 28.413
–2 33.370
–85 48.447
–13 48.875
2 BANKIERS Bankiers
Leningen en voorschotten aan banken Liquide middelen, rekening-courant
Voorziening voor dubieuze debiteuren
Onder Bankiers zijn per 31 december 2008 mede opgenomen vorderingen in verband met effecten die zijn verkregen met een overeenkomst tot terugverkoop uit hoofde van bancaire activiteiten ten bedrage van EUR 3.005 miljoen (2007: EUR 2.472 miljoen) en vorderingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten ten bedrage van EUR 100 miljoen (2007: EUR 232 miljoen). De niet-achtergestelde vorderingen bedragen per 31 december 2008 EUR 48.443 miljoen (2007: EUR 48.705 miljoen) en de achtergestelde vorderingen EUR 4 miljoen (2007: EUR 170 miljoen). Er zijn geen vorderingen op bankiers waarvan de voorwaarden een materieel effect zouden kunnen hebben op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. Voor informatie over significante concentraties wordt verwezen naar de paragraaf ‘Risicobeheer’. 3 FINANCIËLE ACTIVA TEGEN REËLE WAARDE MET WAARDEMUTATIES DOOR HET RESULTAAT Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
Activa voor handelsdoeleinden Beleggingen voor risico van polishouders Niet-handelsderivaten Geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
2008
2007
160.378 95.366 16.484
193.213 114.827 7.637
8.277 280.505
11.453 327.130
Activa voor handelsdoeleinden per soort
Aandelen Schuldbewijzen Derivaten Leningen en vorderingen
2008
2007
2.352 26.652 71.925 59.449 160.378
11.112 37.345 28.592 116.164 193.213
In de balanswaarde per 31 december 2008 zijn aandelen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 1 miljoen (2007: EUR 4 miljoen) en nihil (2007: nihil). In de balanswaarde per 31 december 2008 zijn schuldbewijzen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 28 miljoen (2007: EUR 386 miljoen) en EUR 1.904 miljoen (2007: EUR 629 miljoen).
ING Groep Jaarverslag 2008
110
Per 31 december 2008 zijn onder de Activa voor handelsdoeleinden vorderingen opgenomen ten bedrage van EUR 57.968 miljoen (2007: EUR 114.897 miljoen) welke betrekking hebben op overeenkomsten tot terugverkoop. De aanzienlijke toename in Activa voor handelsdoeleinden – derivaten in 2008 wordt grotendeels gecompenseerd door een soortgelijke toename in Verplichtingen voor handelsdoeleinden – derivaten. De reële waarde van de kredietderivaten opgenomen in de Activa voor handelsdoeleinden om het kredietrisico op de schuldbewijzen te mitigeren is nihil (2007: nihil) en de aanpassing van deze reële waarde is nihil (2007: nihil). Beleggingen voor risico van polishouders per soort
Aandelen Schuldbewijzen Leningen en vorderingen
2008
2007
83.208 7.729 4.429 95.366
106.061 7.398 1.368 114.827
De aanpassingen in de reële waarde van de Leningen en vorderingen opgenomen onder de Beleggingen voor risico van polishouders, welke toe te schrijven is aan de aanpassingen van het kredietrisico van de financiële activa is nihil (2007: nihil) of cumulatief nihil (2007: nihil). De reële waarde van de kredietderivaten opgenomen in de Beleggingen voor risico van polishouders om het kredietrisico op de schuldbewijzen te mitigeren is EUR –12 miljoen (2007: EUR –7 miljoen) en de aanpassing van deze reële waarde is EUR –5 miljoen (2007: EUR –7 miljoen). De verkrijgingsprijs van de Beleggingen voor risico van polishouders bedraagt per 31 december 2008 EUR 115.929 miljoen (2007: EUR 105.625 miljoen). Beleggingen in beleggingsfondsen met onderliggende beleggingen in aandelen, obligaties, derivaten en onroerend goed zijn begrepen in aandelen. Niet-handelsderivaten per soort
Derivaten aangehouden voor: – reële waardehedges – kasstroomhedges – een hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Overige niet-handelsderivaten
2008
2007
3.862 5.771
1.952 3.417
670 6.181 16.484
281 1.987 7.637
De reële waarde van de kredietderivaten opgenomen in de Niet-handelsderivaten aangehouden om het kredietrisico te mitigeren is EUR –17 miljoen (2007: EUR –10 miljoen) en de aanpassing van deze reële waarde is EUR –7 miljoen (2007: nihil). Overige niet-handelsderivaten bestaan voornamelijk uit interest rate swaps waarvoor geen hedge accounting wordt toegepast. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de wijzigingen in de reële waarde als gevolg van de veranderingen in de marktrentes. De toename wordt grotendeels gemitigeerd door een soortgelijke toename in Niet-handelsderivaten (passiva) zoals toegelicht in toelichting 20 ‘Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat’. Geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
Aandelen Schuldbewijzen Leningen en vorderingen Overig
2008
2007
313 5.445 637 1.882 8.277
306 8.774 428 1.945 11.453
De aanpassing in de reële waarde van de Leningen en de vorderingen opgenomen onder Geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, toe te schrijven aan de aanpassing van het kredietrisico van de financiële activa gedurende 2008, is nihil (2007: nihil) en cumulatief nihil (2007: nihil). ING Groep Jaarverslag 2008
111
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
In Overig zijn beleggingen in private equity fondsen, hedgefondsen, andere niet-traditionele beleggingsvormen en commanditaire vennootschappen opgenomen. 4 BELEGGINGEN Beleggingen per soort
Beschikbaar voor verkoop – aandelen – schuldbewijzen
Tot einde looptijd aangehouden – schuldbewijzen
2008
2007
8.822 234.030 242.852
19.947 255.950 275.897
15.440 15.440
16.753 16.753
258.292
292.650
De reële waarde van de aandelen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop is per 31 december 2008 EUR 15.566 miljoen (2007: EUR 16.354 miljoen). Verloop in beleggingen – beschikbaar voor verkoop en tot einde looptijd aangehouden Aandelen beschikbaar voor verkoop
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Afschrijving Overhevelingen en herrubriceringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep en overig Ongerealiseerde herwaarderingen (Terugboeking van) bijzondere waardeverminderingen Desinvesteringen en aflossingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
Schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop
Tot einde looptijd aangehouden
Totaal
2008
2007
2008
2007
2008
2007
2008
2007
19.947 4.503
18.225 7.788
255.950 225.703 –48
275.696 275.497 –181
16.753 315 –33
17.660
292.650 230.521 –81
311.581 283.285 –240
–59
154
512
–1.594
–1.417
–1.440
–905
–748
–536
–11.670
–2.903
–12.418
–3.439
–4.621
3.379
–14.877
–6.284
–19.498
–2.905
–1.916
–53
–2.904
–133
–4.820
–186
–8.320
–9.093
–217.239
–272.106
–1.640
–822
–227.199
–282.021
–177
–275
709
–12.219
45
–26
577
–12.520
8.822
19.947
234.030
255.950
15.440
16.753
258.292
292.650
Opgenomen in overhevelingen en herrubriceringen beleggingen beschikbaar voor verkoop en tot einde looptijd aangehouden Beschikbaar voor verkoop aandelen 2008
Naar/van beschikbaar voor verkoop Naar/van Kredieten Naar/van reële waarde met waardemutaties door het resultaat Naar/van deelnemingen Naar/van Overige vorderingen/ Overige schulden
ING Groep Jaarverslag 2008
112
Beschikbaar voor verkoop schuldbewijzen
Totaal
2007
2008
2007
2008
2007
21 –1
–1.594
–21 –6
–1.594
–7
154
–1.334 438
–1.440
–2 –905
154
52 438
154
2 512
–1.386
–1.594
–4 –1.417
Als gevolg van de aanpassing van IAS 39 en IFRS 7 ‘Reclassification of Financial Assets’ heeft ING Groep bepaalde financiële activa van Beleggingen beschikbaar voor verkoop naar Kredieten geherrubriceerd. Tijdens het vierde kwartaal van 2008 heeft ING Groep activa geselecteerd die in aanmerking komen voor herrubricering en waarvoor de intentie bestaat deze in de nabije toekomst aan te houden. Op het herrubriceringsmoment bedroeg de reële waarde van de geherrubriceerde activa EUR 1.594 miljoen. Als gevolg van de herrubricering is de presentatie meer in lijn gebracht met de aard van de portefeuilles. Op het moment van herrubricering lag het (gewogen gemiddelde) effectieve interestpercentage op de geherrubriceerde activa tussen de 4,0% en 20,95% en bedroegen de verwachte terug te verdienen kasstromen EUR 1.646 miljoen. Ongerealiseerde verliezen verwerkt in het eigen vermogen bedroegen EUR 69 miljoen. Dit bedrag zal overgeboekt worden vanuit het eigen vermogen en toegerekend worden aan de winst-en-verliesrekening over de resterende looptijd van de activa op basis van de effectieve rentevoet. Vanaf 1 januari 2008 tot het moment van herrubricering zijn EUR 79 miljoen ongerealiseerde reële waardeverschillen verantwoord in het eigen vermogen, ook was geen bijzondere waardevermindering verwerkt. Op 31 december 2008 was de boekwaarde in de balans en de reële waarde van de geherrubriceerde financiële activa respectievelijk EUR 1.565 miljoen en EUR 1.592 miljoen. Als de herrubricering niet was gemaakt, dan zou het resultaat voor belasting onveranderd geweest zijn en het eigen vermogen zou lager zijn geweest door ongerealiseerde herwaarderingsverliezen ter waarde van EUR 28 miljoen. Na de herrubricering droegen de geherrubriceerde financiële activa EUR 9,2 miljoen bij aan het resultaat voor de periode eindigend op 31 december 2008, verantwoord als Rentebaten. Er was geen voorziening voor kredietverliezen opgenomen. In het jaar eindigend op 31 december 2007 zijn geen bijzondere waardeverminderingen op de geherrubriceerde financiële activa beschikbaar voor verkoop verwerkt. Ongerealiseerde herwaarderingsverliezen van EUR 20 miljoen zijn direct verwerkt in het eigen vermogen. In 2007 heeft de herrubricering van Schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop naar Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat betrekking op schuldbewijzen, welke aangehouden worden als belegging tegenover verzekeringscontracten waarbij huidige marktveronderstellingen zijn geïmplementeerd in de waardering van deze verzekeringscontracten. Op 12 januari 2009 heeft ING Groep bepaalde Europese RMBS, ABS, CMBS en gedekte obligaties geherrubriceerd van Beleggingen beschikbaar voor verkoop naar Kredieten. ING verwacht deze activa in de nabije toekomst aan te houden. De reële waarde van de activa op het moment van herrubricering was EUR 22,8 miljard. De negatieve herwaarderingsreserve in het eigen vermogen op het moment van herrubricering was ongeveer EUR 0,9 miljard (na belasting). Deze herrubricering is in 2009 verantwoord. Aandelen beschikbaar voor verkoop naar verzekerings- en bancaire activiteiten Beursgenoteerd
Niet-beursgenoteerd
Totaal
2008
2007
2008
2007
2008
2007
5.083 1.418 6.501
14.082 3.309 17.391
1.876 445 2.321
2.240 316 2.556
6.959 1.863 8.822
16.322 3.625 19.947
2008
Beschikbaar voor verkoop 2007
2008
Tot einde looptijd aangehouden 2007
2008
Totaal 2007
102.528 131.502 234.030
115.944 140.006 255.950
15.440 15.440
16.753 16.753
102.528 146.942 249.470
115.944 156.759 272.703
Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten
Schuldbewijzen naar verzekerings- en bancaire activiteiten
Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten
In de balanswaarde per 31 december 2008 zijn aandelen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 182 miljoen (2007: EUR 13 miljoen) en nihil (2007: nihil). In de balanswaarde per 31 december 2008 zijn schuldbewijzen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 9.822 miljoen (2007: EUR 4.114 miljoen) en EUR 35.795 miljoen (2007: EUR 38.214 miljoen). Geleende aandelen en converteerbare obligaties worden niet in de balans opgenomen en bedragen per 31 december 2008 nihil (2007: nihil). Geleende schuldbewijzen worden niet in de balans opgenomen en bedragen per 31 december 2008 EUR 166 miljoen (2007: EUR 170 miljoen). ING Groep Jaarverslag 2008
113
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Beleggingen in verband met de verzekeringsactiviteiten met een gecombineerde boekwaarde van EUR 47 miljoen (2007: EUR 69 miljoen) genereerden geen resultaat gedurende 2008. 5 KREDIETEN Kredieten naar verzekerings- en bancaire activiteiten 2008
2007
25.681 601.638 627.319 –7.528 619.791
27.576 528.540 556.116 –3.152 552.964
2008
Nederland 2007
2008
Internationaal 2007
2008
Totaal 2007
Polisbeleningen Leningen met hypothecaire zekerheid Particuliere leningen Overig
52 6.804 3.210 309 10.375
54 8.532 2.851 378 11.815
2.908 8.789 2.058 1.610 15.365
3.414 8.772 2.602 1.003 15.791
2.960 15.593 5.268 1.919 25.740
3.468 17.304 5.453 1.381 27.606
Voorzieningen voor dubieuze debiteuren
–27 10.348
–14 11.801
–32 15.333
–16 15.775
–59 25.681
–30 27.576
2008
Nederland 2007
2008
Internationaal 2007
2008
Totaal 2007
Leningen aan of gegarandeerd door de overheid Leningen met hypothecaire zekerheid Leningen gegarandeerd door kredietinstellingen Particuliere leningen Zakelijke leningen
16.288 158.861 295 7.158 126.772 309.374
14.678 141.314 1.951 6.975 105.017 269.935
10.099 145.090 253 20.389 118.959 294.790
8.961 132.614 591 17.784 100.643 260.593
26.387 303.951 548 27.547 245.731 604.164
23.639 273.928 2.542 24.759 205.660 530.528
Voorzieningen voor dubieuze debiteuren
–761 308.613
–654 269.281
–1.765 293.025
–1.334 259.259
–2.526 601.638
–1.988 528.540
Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten Eliminaties
Kredieten per soort – verzekeringsactiviteiten
Kredieten per soort – bancaire activiteiten
Kredieten naar niet-achtergestelde en achtergestelde vorderingen – bancaire activiteiten
Niet-achtergestelde vorderingen Achtergestelde vorderingen
2008
2007
601.434 204 601.638
527.344 1.196 528.540
Onder Kredieten zijn per 31 december 2008 mede opgenomen vorderingen in verband met effecten die zijn verkregen met een overeenkomst tot terugverkoop uit hoofde van bancaire activiteiten ten bedrage van EUR 964 miljoen (2007: EUR 4.569 miljoen). Geen van de leningen heeft voorwaarden die een materieel effect zouden kunnen hebben op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. Vorderingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten die opgenomen zijn onder Kredieten en Bankiers, kunnen als volgt worden geanalyseerd:
ING Groep Jaarverslag 2008
114
Vorderingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten
Looptijd van bruto-investeringen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten – korter dan 1 jaar – langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar – langer dan 5 jaar
Niet-verdiend inkomen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten Netto-investeringen in financiële leaseovereenkomsten Looptijd van netto-investeringen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten – korter dan 1 jaar – langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar – langer dan 5 jaar
Inbegrepen in Bankiers Inbegrepen in Kredieten
2008
2007
6.363 9.766 4.836 20.965
6.473 8.448 3.753 18.674
–3.614 17.351
–3.109 15.565
5.157 7.955 4.239 17.351
5.337 7.060 3.168 15.565
100 17.251 17.351
232 15.333 15.565
In de voorzieningen voor dubieuze debiteuren is per 31 december 2008 EUR 88 miljoen (2007: EUR 33 miljoen) opgenomen als voorziening voor oninbare vorderingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten. Geen van de financiële leaseovereenkomsten heeft een materieel effect op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. Voorzieningen voor dubieuze debiteuren naar zekerheid – bancaire activiteiten Nederland 2007
2008
Internationaal 2007
2008
Totaal 2007
120 474 761
96 11 181 377 665
2 425 85 533 805 1.850
1 203 3 374 755 1.336
2 592 85 653 1.279 2.611
1 299 14 555 1.132 2.001
761 761
11 654 665
85 1.765 1.850
2 1.334 1.336
85 2.526 2.611
13 1.988 2.001
Bancaire activiteiten 2008 2007
2008
Totaal 2007
2.031 –2 –734 93 1.318 –51 15 2.670
2.679 95 –963 60 133 –20 47 2.031
2008
Leningen gegarandeerd door de overheid Leningen met hypothecaire zekerheid Leningen gegarandeerd door kredietinstellingen Overige particuliere leningen Overige zakelijke leningen
De balanswaarde eind van het jaar is inbegrepen in – Bankiers – Kredieten
167
Verloop van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren Verzekeringsactiviteiten 2008 2007
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep Afboekingen Ontvangen op reeds afgeboekte kredieten Toename van voorzieningen voor dubieuze debiteuren Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
30 –4 –6 2 38 –1 59
37 –3 –11 1 8 –1 –1 30
2.001 2 –728 91 1.280 –50 15 2.611
2.642 98 –952 59 125 –19 48 2.001
Veranderingen in de Voorzieningen voor dubieuze debiteuren welke betrekking hebben op verzekeringsactiviteiten zijn opgenomen onder Opbrengst beleggingen. Veranderingen in de Voorzieningen voor dubieuze debiteuren welke betrekking hebben op de bancaire activiteiten zijn opgenomen als een afzonderlijke regel in de winst-en-verliesrekening.
ING Groep Jaarverslag 2008
115
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
6 DEELNEMINGEN Deelnemingen
2008
TMB Public Company Limited ING Dutch Office Master Fund C.V. ING Winkels Basisfonds Sul America S.A. ING Industrial Fund Australia Property Fund Iberica Lionbrook Property Partnership Lion Industrial Trust Lion Properties Fund ING Woningen Basisfonds ING Real Estate Asia Retail Fund Dutch Office Fund II ING Retail Property Fund Australia ING Vastgoed Kantoren C.V. ING Vastgoed Winkels C.V. Property Fund Central Europe Retail Property Fund France Belgium (RPFFB) Dutch Residential Fund II ING Retail Property Partnership Southern Europe ING REI Investment DOF BV ING European Infrastructure Fund Lion Value Fund ING Logistics Property Fund Europe ING RE Nordic Property Fund ING Property Fund Central and Eastern Europe ING Vastgoed Woningen C.V. ING Re French Residential Fund Overige deelnemingen met invloed van betekenis
Percentage deelneming (%)
30 16 16 36 18 30 29 10 5 13 28 16 29 10 10 25 15 13 21 4 25 22 25 16 20 10 45
Reële waarde beursgenoteerde deelnemingen
171
14
Balanswaarde
Totaal activa
Totaal vreemd vermogen
443 219 218 168 164 157 145 133 125 122 121 109 109 98 88 83 79 74 73 71 70 68 65 64 55 53 50 1.131 4.355
12.247 1.624 1.736 557 2.377 1.835 626 2.898 4.135 1.064 850 817 790 1.006 898 880 1.602 602 1.218 2.679 662 442 530 979 791 528 182
11.246 258 346 91 1.033 1.301 126 1.528 1.757 155 412 136 412 22 22 546 1.075 51 879 383 409 139 269 579 519 1 69
Totaal baten
Totaal lasten
812 63 119 2.663 166 –2 –283 98 313 58 57 50 13 101 83 69 71 62 6 197
589 75 51 2.348 147 96 15 207 771 45 72 58 7 93 22 37 57 127 67 212 2 56 21 62 60 25 4
7 –5 16 32 36 3
Overige deelnemingen met invloed van betekenis vertegenwoordigt een groot aantal deelnemingen met een individuele balanswaarde van minder dan EUR 50 miljoen. De cumulatieve bijzondere waardeverminderingen bedragen EUR 46 miljoen (2007: EUR 29 miljoen). Voor de bovenstaande deelnemingen met een aandelenbezit van minder dan 20% van de stemrechten is sprake van invloed van betekenis door de combinatie van ING’s financiële belang voor eigen rekening en de rol van ING als fondsbeheerder. De waardes, zoals opgenomen in de bovenstaande tabel, kunnen afwijken van waardes gepresenteerd in de individuele jaarrekeningen van de deelnemingen, omdat voor praktische redenen, de individuele waardes in lijn zijn gebracht met ING’s waarderingsgrondslagen. Over het algemeen zijn de rapportagedata van alle materiële deelnemingen gelijk aan de rapportagedatum van ING Groep. Echter, de rapportagedatum van bepaalde deelnemingen wijkt enigszins af van de rapportagedatum van ING Groep, het verschil tussen de rapportagedatum van de deelnemingen en die van ING Groep is in ieder geval niet meer dan drie maanden. In geval de reële waarde van beursgenoteerde deelnemingen lager is dan de balanswaarde is beoordeeld of sprake is van bijzonder waardeverminderingen en heeft een evaluatie van de continuïteit plaatsgevonden.
ING Groep Jaarverslag 2008
116
Deelnemingen
2007
TMB Public Company Limited ING Dutch Office Master Fund C.V. ING Winkels Basisfonds ING Industrial Fund Australia Lionbrook Property Partnership ING Woningen Basisfonds Q-Park N.V. ING Real Estate Asia Retail Fund Property Fund Iberica ING Retail Property Fund Australia Lion Properties Fund Lions Industrial Trust B.V. Petroleum Maatschappij ‘Moeara Enim’ ING Re Nordic Property Fund ING Vastgoed Kantoren C.V. ING PF Brittanica Lions Value Fund ING Vastgoed Winkels C.V. ING Office Fund Australia Retail Property Fund France Belgium (RPFFB) ING Logistics Property Fund Europe Property Fund Central Europe ING Retail Property Partnership Southern Europe ING Property Fund Central and Eastern Europe ING Vastgoed Woningen C.V. Overige deelnemingen met invloed van betekenis
Percentage deelneming (%)
Reële waarde beursgenoteerde deelnemingen
30 24 24 18 28 25 19 46 30 29 5 9 30 22 10 20 33 10 6 15 25 25 23 23 10
Balanswaarde
481
481 348 333 303 295 237 191 189 185 150 147 142 130 104 103 93 92 86 83 81 78 73 66 66 56 902 5.014
303
69
Totaal Totaal vreemd activa vermogen
16.028 1.718 1.617 3.124 1.243 1.116 3.911 791 1.959 958 4.502 3.001 461 1.089 1.033 864 423 870 2.134 1.597 574 649 1.150 761 557
15.002 257 209 1.338 176 112 2.914 399 1.331 399 1.666 1.157 623 7 402 143 8 763 1.069 263 358 857 478 1
Totaal baten
Totaal lasten
180 202 192 411 –60 135 458 29 313 179 660 387 19 70 124 –7 76 130 443 304 76 119 111 40 68
436 24 22 168 27 48 403 2 188 100 155 106 2 47 34 42 14 19 152 189 31 41 78 39 15
Verloop van deelnemingen
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Overheveling van/naar Beleggingen Herwaarderingen Resultaat deelnemingen Ontvangen dividend Desinvesteringen Bijzondere waardeverminderingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
2008
2007
5.014 1.034 46 –154 217 –375 –212 –972 –29 –214 4.355
4.343 1.222 934 –438 –155 765 –224 –1.296 –25 –112 5.014
Het Resultaat deelnemingen van EUR –375 miljoen (2007: EUR 765 miljoen) en de Bijzondere waardeverminderingen van EUR –29 miljoen (2007: EUR –25 miljoen) zijn in 2008 opgenomen in de winst-en-verliesrekening in Resultaat deelnemingen EUR –404 miljoen (2007: EUR 740 miljoen).
ING Groep Jaarverslag 2008
117
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
7 BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED Verloop van beleggingen in onroerend goed
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Overheveling van/naar Onroerend goed in eigen gebruik Overheveling van/naar Overige activa Reële waarde-aanpassingen winst/verlies Desinvesteringen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
2008
2007
4.829 905 –296 –38 117 –400 –415 –402 4.300
6.974 878 –2.919 –60 13 168 –309 84 4.829
In 2007 hebben de Wijzigingen in de samenstelling van de groep vooral betrekking op de deconsolidatie van de Vastgoedfondsen als gevolg van de afname van ING’s belang in deze fondsen. De blootstelling aan vastgoedrisico’s is opgenomen in verschillende balansregels: Blootstelling aan vastgoedrisico’s 2008
Beleggingen in onroerend goed Deelnemingen Overige activa – onroerend goed aangehouden voor verkoop Gebouwen en bedrijfsmiddelen – onroerend goed in eigen gebruik Beleggingen – beschikbaar voor verkoop
4.300 3.200 3.143 1.841 663 13.147
Verder bestaat er een blootstelling door belangen in derden, hefboomwerking van fondsen en niet in de balans opgenomen verplichtingen, wat resulteert in een totale blootstelling van EUR 15,5 miljard. Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Risicobeheer’. Beleggingen in onroerend goed naar verzekerings- en bancaire activiteiten
Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten
2008
2007
1.118 3.182 4.300
1.302 3.527 4.829
Het totale bedrag aan huuropbrengsten dat is verantwoord in de winst-en-verliesrekening 2008 is EUR 361 miljoen (2007: EUR 402 miljoen). Het totale bedrag aan voorwaardelijke leasebetalingen dat verantwoord is in de winst-en-verliesrekening 2008 is EUR 17 miljoen (2007: EUR 14 miljoen). Het totale bedrag aan directe bedrijfskosten (inclusief kosten van reparatie en onderhoud) met betrekking tot beleggingen in onroerend goed die over 2008 huuropbrengsten genereerden was EUR 71 miljoen (2007: EUR 64 miljoen). Het totale bedrag aan directe bedrijfskosten (inclusief kosten van reparatie en onderhoud) met betrekking tot beleggingen in onroerend goed die over 2008 geen huuropbrengsten genereerden was EUR 36 miljoen (2007: EUR 20 miljoen). Taxatie van beleggingen in onroerend goed getaxeerd door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs per meest recente taxatie (in percentages) 2008
Meest recente taxatie uitgevoerd in 2008 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2007 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2006 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2005 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2004
ING Groep Jaarverslag 2008
118
99 0 1 0 0 100
8 GEBOUWEN EN BEDRIJFSMIDDELEN Gebouwen en bedrijfsmiddelen per soort
Onroerend goed in eigen gebruik Bedrijfsmiddelen Activa onder operationele leaseovereenkomsten
2008
2007
1.841 1.407 3.148 6.396
2.069 1.270 2.898 6.237
Onroerend goed in eigen gebruik naar verzekerings- en bancaire activiteiten
Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten
2008
2007
394 1.447 1.841
599 1.470 2.069
Verloop in onroerend goed in eigen gebruik 2008
2007
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Herrubricering van/naar Beleggingen in onroerend goed Herrubricering van/naar Overige activa Afschrijvingen Herwaarderingen Bijzondere waardeverminderingen Terugboeking van bijzondere waardeverminderingen Desinvesteringen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
2.069 85 –150 38 5 –39 –5 –1
2.034 85 29 60 59 –39 –60
–114 –47 1.841
14 –84 –29 2.069
Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde
2.701 –755
2.943 –708
–105 1.841
–166 2.069
633 –48 30 615
693 19 –79 633
Herwaarderingssurplus Balanswaarde begin van het jaar Waardeverandering gedurende het jaar Vrijval gedurende het jaar Balanswaarde eind van het jaar
De kost- of aanschafprijs bedraagt EUR 2.087 miljoen (2007: EUR 2.310 miljoen). De verkrijgingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen zou EUR 1.226 miljoen (2007: EUR 1.436 miljoen) bedragen. Taxatie van onroerend goed in eigen gebruik getaxeerd door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs per meest recente taxatie (in percentages) 2008
Meest recente taxatie uitgevoerd in 2008 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2007 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2006 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2005 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2004
59 18 8 8 7 100
ING Groep Jaarverslag 2008
119
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop van bedrijfsmiddelen Informatieverwerkende apparatuur 2008 2007
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Desinvesteringen Afschrijvingen Bijzondere waardeverminderingen Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde
Inrichting, installaties en andere bedrijfsmiddelen 2008 2007
2008
Totaal 2007
281 227 –4 –2 –146 –9 –13 –14 320
283 177 10 –24 –164 –1 –3 3 281
989 396 10 –20 –263 –9 –28 12 1.087
1.029 309 16 –44 –216 –1 –17 –87 989
1.270 623 6 –22 –409 –18 –41 –2 1.407
1.312 486 26 –68 –380 –2 –20 –84 1.270
1.562 –1.231
1.763 –1.481
2.935 –1.840
2.950 –1.959
4.497 –3.071
4.713 –3.440
–11 320
–1 281
–8 1.087
–2 989
–19 1.407
–3 1.270
2008
Auto’s 2007
Overig geleasde activa 2008 2007
2008
Totaal 2007
Verloop van activa onder operationele leaseovereenkomsten
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Desinvesteringen Afschrijvingen Bijzondere waardeverminderingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde
2.886 1.401 172 –428 –764 –3 –124 3.140
2.671 1.396
12
14 2
12
2.898 1.401 170 –428 –766 –3 –124 3.148
–417 –720
–2
–4
–44 2.886
8
–44 2.898
4.466 –1.324
5.177 –2.291
28 –20
70 –58
4.494 –1.344
5.247 –2.349
–2 3.140
2.886
8
12
–2 3.148
2.898
–2
2.685 1.398 –417 –724
Afschrijvingen van activa onder operationele leaseovereenkomsten worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening onder Overige baten en zijn in mindering gebracht op de baten uit operationele leaseovereenkomsten. Geen van de afzonderlijke operationele leaseovereenkomsten bevat contractuele bepalingen welke een materieel effect zouden kunnen hebben op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. De Groep verhuurt activa aan derden middels operationele leaseovereenkomsten. De minimaal te ontvangen toekomstige leasebetalingen uit hoofde van niet-opzegbare operationele leaseovereenkomsten bedragen: Minimale te ontvangen toekomstige leasebetalingen naar looptijd
Korter dan 1 jaar Langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar Langer dan 5 jaar
ING Groep Jaarverslag 2008
120
2008
2007
1.072 2.072 4 3.148
1.048 1.844 6 2.898
9 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Verloop van immateriële vaste activa Value of business acquired 2008 2007
Balanswaarde begin van het jaar Aankopen Geactiveerde kosten Afschrijvingen Bijzondere waardeverminderingen Effect van ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Koersverschillen vreemde valuta Verkopen Balanswaarde eind van het jaar Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde
2.301 98 –298
2.641 93
2008
Goodwill 2007
2.245 1.329
305 2.040
–229 –155
2008
Software 2007
472 213 420 –173
377 215 124 –221
–27
–14
2008
Overig 2007
2008
Totaal 2007
722 244
199 170 –18
5.740 1.786 518 –628
3.522 2.518 124 –468
–157 –44
–1
–226
–15
555
32
555
32
–730
25
–3
–28
5
9
229
390
–499
396
158
–261
–340 –6
–71 –1
–17 –12
–5 –13
–113 –1
–18
–312 –19
–355 –14
2.084
2.301
3.070
2.245
881
472
880
722
6.915
5.740
2.980
2.946
3.225
2.245
1.988
1.379
1.125
766
9.318
7.336
–896
–645
–1.051
–878
–200
–43
–2.147
–1.566
2.084
2.301
–56 881
–29 472
–45 880
–1 722
–256 6.915
–30 5.740
–155 3.070
2.245
Afschrijving van software en overige immateriële vaste activa is inbegrepen in de winst-en-verliesrekening in de post Overige bedrijfslasten en Afschrijving immateriële vaste activa en overige bijzondere waardeverminderingen. Afschrijving van value of business acquired is inbegrepen in Bruto verzekeringstechnische lasten. De aankopen in 2008 met betrekking tot Goodwill hebben voor EUR 371 miljoen betrekking op de aankoop van Interhyp AG, voor EUR 462 miljoen op de aankoop van CitiStreet, voor EUR 285 miljoen op de aankoop van de Chileense pensioenactiviteiten van Santander, voor EUR 69 miljoen op de aankoop van Oyak Emeklilik en voor EUR 9 miljoen op de aankoop van Universal Lease Iberia. De aankopen in 2008 onder Overig hebben voor EUR 31 miljoen op de aankoop van de Chileense pensioenactiviteiten van Santander en voor EUR 73 miljoen betrekking op de aankoop van CitiStreet. Dit is in toelichting 29 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’ nader beschreven. De aankopen in 2008 met betrekking tot Overig hebben verder voor EUR 50 miljoen betrekking op Interhyp AG. Goodwill wordt getoetst op bijzondere waardeverminderingen op het laagste niveau waarop toezicht wordt gehouden voor interne beheersingsdoeleinden. Goodwill wordt als volgt aan de rapporterende eenheden toegerekend:
ING Groep Jaarverslag 2008
121
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Goodwill toegerekend aan rapporterende eenheden
Insurance Americas – Latijns Amerika Insurance Americas – Verenigde Staten Insurance Americas – Canada Insurance Asia/Pacific – Zuid Korea Insurance Asia/Pacific – Overig Azië Insurance Europe – Benelux Insurance Europe – Overig Europa Retail Banking – Centraal Europa Retail Banking – Zuid-west Europa Retail Banking – Nederland ING Direct Wholesale Banking Leasing & Factoring Wholesale Banking Real Estate Wholesale Banking Overig
2008
2007
543 501 71 164 186 49 124 839 49 1 456 61 11 15 3.070
473 84 107 224 49 54 1.015 49 94 65 16 15 2.245
Als gevolg van de nationalisatie van AFJP Pension in Argentinië is EUR 155 miljoen goodwill afgeschreven. Goodwill wordt minimaal jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen door de boekwaarde van de rapporterende eenheid (inclusief goodwill) te vergelijken met de beste schatting van de reële waarde van de rapporterende eenheid. Als eerste wordt de beste schatting van de reële waarde bepaald op basis van een waardering van het totaal van de verschillende onderdelen (Sum of Partswaardering, ook wel SOP). Als de uitkomst van de SOP aangeeft dat geen significante afwijking bestaat tussen de reële waarde en de boekwaarde wordt de reële waarde meer in detail geanalyseerd. De belangrijkste veronderstellingen in de SOP-waardering zijn de verwachte resultaten, groei van de activiteiten, disconteringsvoet, waarde van nieuwe productie, overwaarde inbegrepen in de marktwaarde etc. Voor beursgenoteerde ondernemingen worden relevante marktprijzen gehanteerd. De gedetailleerdere analyse maakt gebruik van waarderingsmodellen welke gelijk zijn aan die van de oorspronkelijke waardering bij aankoop, European embedded value berekeningen, beoordeling van soortgelijke ondernemingen, etc. De waarderingsmodellen zijn gevalideerd en houden rekening met de ontwikkeling van de activiteiten na de aankoop, de laatste resultaatinschattingen van het management, beoordeling van disconteringspercentages en de maximale groeipercentages, etc. Beoordeling van soortgelijke ondernemingen houdt een analyse in van marktprijs/ opbrengsten en marktprijs/boekwaarde van vergelijkbare beursgenoteerde ondernemingen. Veronderstellingen worden gewoonlijk gebaseerd op ervaringen uit het verleden, de meest juiste inschatting van het management van toekomstige ontwikkelingen en waar voorhanden relevante externe informatie. Marktontwikkelingen in 2008 hebben een significante impact gehad op de geschatte reële waarde van de rapporterende eenheden. Desalniettemin heeft de toetsing van de goodwill op bijzondere waardeverminderingen per 31 december 2008, waarbij de meest juiste inschatting van de veronderstellingen en de meest waarschijnlijke veranderingen daarin gehanteerd zijn, niet geresulteerd in een bijzondere waardevermindering (2007: nihil). Het management is van mening dat het redelijkerwijs mogelijk zou kunnen zijn dat wanneer aanhoudende marktvolatiliteiten de prestaties van de rapporterende eenheden Retail Banking – Centraal Europa en Insurance Americas – Verenigde Staten negatief beïnvloeden er bijzondere waardeverminderingen zouden kunnen ontstaan. Vergeleken met wat was verondersteld aan het eind van 2008 bij het toetsen van de goodwill op bijzondere waardeverminderingen, zou de boekwaarde (inclusief goodwill) van deze rapporterende eenheden de reële waarden te boven kunnen gaan.
ING Groep Jaarverslag 2008
122
10 OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN Verloop van overlopende acquisitiekosten Beleggingscontracten 2008 2007
Balanswaarde begin van het jaar Geactiveerd Afschrijvingen en ‘Unlocking’ Effect van ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Koersverschillen vreemde valuta Verkoop van portefeuilles Balanswaarde eind van het jaar
Levensverzekeringen 2008 2007
Schadeverzekeringen 2008 2007
2008
Totaal 2007
101 50
83 31
10.183 2.495
9.645 2.766
408 126
435 257
10.692 2.671
10.163 3.054
–12
–12
–1.884
–1.294
–130
–274
–2.026
–1.580
1.523
43
1.523
43
–34 –16
–1.289 –1
461
–938
–104
–5
–1.427
–5
–35
10
410
–929
–39 89
101
11.489
10.183
–15 265
408
–54 11.843
10.692
Voor flexibele levensverzekeringcontracten bedraagt de groeiveronderstelling voor het berekenen van de afschrijving van de Overlopende acquisitiekosten voor 2008 6,4% bruto en 5,6% na aftrek van vergoedingen voor vermogensbeheer (2007: 6,6% bruto en 5,6% na aftrek van vergoedingen voor vermogensbeheer). De verandering in Wijzigingen in de samenstelling van de groep in 2008 heeft voor EUR 1.164 miljoen betrekking op de verkoop van ING Life Taiwan. 11 OVERIGE ACTIVA Overige activa per soort
Vorderingen uit herverzekeringen en verzekeringen Latente belastingvorderingen Onroerend goed aangehouden voor verkoop Terug te vorderen vennootschapsbelasting Overlopende rente en huren Overige overlopende activa Pensioenactiva Taiwan – activa aangehouden voor verkoop Overige vorderingen
2008
2007
3.683 8.034 3.143 776 20.156 1.758 1.781 15.312 8.334 62.977
3.664 2.723 2.993 974 17.818 1.099 439 10.389 40.099
Nadere informatie met betrekking tot latente belastingvorderingen en pensioenactiva is begrepen in de toelichting 21 ‘Overige schulden’. Overlopende rente en huren bevat overlopende rente op financiële activa opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs (geclassificeerd als ‘Leningen en vorderingen’ onder IAS 39) voor een bedrag van EUR 7.980 miljoen (2007: EUR 8.844 miljoen). In 2008 is voor nihil aan rentelasten geactiveerd met betrekking tot onroerend goed in ontwikkeling voor derden (2007: nihil). Vorderingen uit herverzekeringen en verzekeringen
Vorderingen uit directe verzekeringen op – polishouders – tussenpersonen Vorderingen uit herverzekeringen
2008
2007
2.750 191 742 3.683
2.211 283 1.170 3.664 ING Groep Jaarverslag 2008
123
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Onroerend goed aangehouden voor verkoop
Voor verkoop aangehouden onroerend goed Overige: – onroerend goed verkregen uit executies – onroerend goed ontwikkeld voor verkoop
Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde
2008
2007
640
530
91 2.412 3.143
48 2.415 2.993
3.276
3.104
–133 3.143
–111 2.993
Taiwan – activa aangehouden voor verkoop 2008
Liquide middelen Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen beschikbaar voor verkoop Kredieten Gebouwen en bedrijfsmiddelen Immateriële vaste activa Overlopende acquisitiekosten Overige activa Taiwan – activa aangehouden voor verkoop
80 1.552 9.801 1.341 41 671 1.164 662 15.312
Verwezen wordt naar toelichting 29 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’. Per 31 december 2008 is ING Life Taiwan geclassificeerd als aangehouden voor verkoop in de geconsolideerde balans. Bedragen per 31 december 2007 zijn opgenomen in de betreffende balansregels.
ING Groep Jaarverslag 2008
124
EIGEN VERMOGEN 12 EIGEN VERMOGEN (MOEDERMAATSCHAPPIJ)/KERNKAPITAALEFFECTEN ZONDER STEMRECHT Eigen vermogen (moedermaatschappij)
Aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Reserve voor koersverschillen vreemde valuta Overige reserves Eigen vermogen (moedermaatschappij)
2008
2007
2006
495 9.182 –8.502 –1.918 18.077 17.334
534 8.739 4.937 –1.354 24.352 37.208
530 8.348 9.453 –473 20.408 38.266
De Herwaarderingsreserve, de reserve deelnemingen (opgenomen in Overige reserves) en de Reserve voor koersverschillen vreemde valuta zijn niet vrij uitkeerbaar. De Overige reserves bevatten op 31 december 2008 een bedrag van EUR 566 miljoen (2007: EUR 566 miljoen; 2006: EUR 566 miljoen) aan kapitaal en reserves van Regio Bank N.V. (de voormalige Stichting Regio Bank) dat niet vrij uitkeerbaar is. Aandelenkapitaal Aantal X1.000
Maatschappelijk aandelenkapitaal Aandelenkapitaal in portefeuille Geplaatst aandelenkapitaal
Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24) Bedrag
2008
2007
2006
2008
2007
2006
4.500.000 2.436.852 2.063.148
3.000.000 773.555 2.226.445
3.000.000 794.907 2.205.093
1.080 585 495
720 186 534
720 190 530
Verloop in geplaatst aandelenkapitaal Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24) Aantal X1.000 Bedrag
Geplaatst aandelenkapitaal per 1 januari 2006
2.204.934
530
Uitgifte van aandelen Uitoefening Warrants B en opties Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2006
96 63 2.205.093
530
Uitgifte van aandelen Uitoefening Warrants B Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2007
5.569 15.783 2.226.445
1 3 534
Uitgifte van aandelen Inkoop aandelen Uitoefening Warrants B Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2008
1.848 –183.158 18.013 2.063.148
–44 5 495
In mei 2007 heeft ING een plan bekend gemaakt om een terugkoopprogramma te starten om zo de (certificaten op de) gewone aandelen, welke een totale waarde van EUR 5 miljard hebben, terug te kopen over een periode van 12 maanden, aanvangend in juni 2007. Op 23 mei 2008 was dit programma beëindigd, omdat ING nagenoeg de wettelijke grens bereikt had voor het inkopen van eigen aandelen welke op dat moment van kracht was (10% van het geplaatst aandelenkapitaal). In totaal zijn 183,2 miljoen (certificaten van) gewone aandelen teruggekocht onder dit programma tegen een gemiddelde prijs van EUR 26,77 en voor een bedrag van EUR 4,9 miljard (98% van het aangekondigde bedrag van het terugkoopprogramma). Teruggekochte gewone aandelen en certificaten zijn daarom opgenomen in de tabel ‘Verloop in eigen aandelen’. De teruggekochte gewone aandelen (waar de certificaten betrekking op hebben), zijn ingetrokken in twee stappen, van kracht op respectievelijk 25 juni 2008 en 7 oktober 2008, zodat deze nu onderdeel uitmaken van het aandelenkapitaal in portefeuille.
ING Groep Jaarverslag 2008
125
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Gewone aandelen Alle gewone aandelen staan op naam. Er zijn geen aandeelbewijzen uitgegeven. Gewone aandelen kunnen worden overgedragen. Een overdracht van gewone aandelen vereist een kennisgeving op papier van ING Groep N.V. De nominale waarde van de gewone aandelen is EUR 0,24. Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep is in 2008 verhoogd van 3.000 miljoen naar 4.500 miljoen aandelen als gevolg van een statutenwijziging op 8 oktober 2008. Per 31 december 2008 zijn 2.063 miljoen gewone aandelen uitgegeven en volgestort. Certificaten van gewone aandelen Meer dan 99% van de gewone aandelen is in bezit van de Stichting ING Aandelen. In ruil voor deze aandelen heeft de Stichting certificaten aan toonder uitgegeven van gewone aandelen. De certificaten zijn genoteerd aan verschillende aandelenbeurzen. Certificaten kunnen zonder beperking worden omgewisseld in (niet-genoteerde) gewone aandelen. De certificaathouder heeft het recht op de dividendbetalingen en uitkeringen die corresponderen met de dividenden en uitkeringen die zijn ontvangen door de Stichting voor een gewoon aandeel. Daarnaast is de certificaathouder gerechtigd om de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ING Groep bij te wonen en daar het woord te voeren, zowel in persoon als bij volmacht. Een certificaathouder die de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bijwoont is gerechtigd om namens de Stichting stemrecht uit te oefenen, naar eigen inzicht, voor het aantal aandelen dat correspondeert met het aantal gehouden certificaten. Een certificaathouder die de Algemene Vergadering van Aandeelhouder niet bijwoont, in persoon of bij volmacht, heeft het recht om een bindende stemaanwijzing te geven aan de Stichting voor het aantal aandelen dat correspondeert met het aantal gehouden certificaten. Certificaten van gewone aandelen gehouden door ING Groep (Eigen aandelen) Per 31 december 2008 hielden ING Groep of haar dochtermaatschappijen 36,5 miljoen (2007: 126,8 miljoen; 2006: 53,8 miljoen) certificaten van gewone aandelen van ING Groep N.V. met een nominale waarde van EUR 0,24. Deze zijn ingekocht om het risico in verband met de aan de leden van de Raad van Bestuur en de overige werknemers toegekende optierechten af te dekken. Beperkingen met betrekking tot dividend en terugbetaling van kapitaal ING Groep N.V. is gebonden aan wettelijke beperkingen ten aanzien van het dividend dat aan de gewone aandeelhouders mag worden uitgekeerd. In het Burgerlijk Wetboek is de beperking opgenomen dat dividend alleen mag worden uitgekeerd voor zover het eigen vermogen van de onderneming groter is dan de som van het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het aandelenkapitaal en de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. Voorts is de mogelijkheid om dividend uit te keren door ING Groep N.V. afhankelijk van de mogelijkheid van de groepsmaatschappijen om dividend uit te keren. ING Groep N.V. is wettelijk verplicht om een reserve te vormen voor niet-uitkeerbare reserves voorzover de winst van de groepsmaatschappijen onderworpen is aan beperkingen met betrekking tot de uitkering van dividend welke van toepassing zijn voor de groepsmaatschappijen zelf. Deze beperkingen kunnen onder andere van vergelijkbare aard zijn als de beperkingen welke van toepassing zijn voor ING Groep N.V. Verder kunnen beperkingen bestaan als gevolg van minimum kapitaalvereisten zoals opgelegd door de toezichthouder in de landen waarin de groepsmaatschappijen opereren, ook kunnen andere beperkingen bestaan in bepaalde landen. Onder voorbehoud van de bevoegdheid van de Raad van Bestuur om de winst te alloceren aan de reserves en vanwege het feit dat de gewone aandelen de meest achtergestelde aandelen zijn, bestaat geen specifieke beperking met betrekking tot de uitkering van dividend op gewone aandelen. Verder is ING Groep N.V. onderworpen aan wettelijke beperkingen met betrekking tot de terugbetaling van kapitaal aan de gewone aandeelhouders. Kapitaal mag terugbetaald worden aan gewone aandeelhouders waarbij overeenkomstig een statutenwijziging de nominale waarde van de gewone aandelen verlaagd wordt. Overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek mag kapitaal alleen terugbetaald worden als geen van de schuldeisers van ING Groep N.V. bezwaar maakt tegen een dergelijke betaling binnen twee maanden na de bekendmaking van het besluit daartoe. Bij uitkering van een dividend is ING verplicht dividendbelasting van 15% in te houden.
ING Groep Jaarverslag 2008
126
Warrants B In 1998 heeft ING Groep N.V. de uitgifte van maximaal 17.317.132 warrants B goedgekeurd, waarvan 17.220.200 uitstonden. Op 5 januari 2008 zijn van de resterende 9.266.097 warrants 259.484 warrants ingetrokken en 9.006.613 uitgeoefend. Als gevolg daarvan stonden per 31 december 2008 geen warrants B meer uit (2007: 9.266.097; 2006: 17.157.891). Houders van warrants B hadden het recht om certificaten van gewone aandelen ING Groep N.V. te verkrijgen tegen een van tevoren vastgestelde prijs: een warrant B geeft recht op twee certificaten van aandelen. Houders van warrants B mochten hun recht naar eigen inzicht uitoefenen maar niet later dan 5 januari 2008. De sluitingsdatum voor het uitoefenen van warrants B was 5 januari 2008. De uitoefenprijs van warrants B was EUR 49,92 voor twee certificaten van aandelen. Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Op 12 november 2008 heeft ING Groep N.V. voor EUR 10 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht uitgegeven aan de Nederlandse overheid. Dit werd bereikt door het uitgeven van 1 miljard effecten met een emissiewaarde van EUR 10 per stuk. De nominale waarde van elk effect is EUR 0,24. Deze effecten hebben geen stemrechten. Echter als houder van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht heeft de Nederlandse overheid het recht, onder voorbehoud van relevante wetgeving en corporate governance regels, zoals gewoonlijk van toepassing bij beursgenoteerde ondernemingen, om twee kandidaten ter benoeming aan te bevelen aan de Raad van Commissarissen. Bepaalde kwesties welke behandeld worden door de Raad van Commissarissen hebben de goedkeuring van deze kandidaten nodig. Tot het moment van hun formele benoeming zullen de kandidaten functioneren als toehoorders. Op 31 december 2008 heeft de Algemene Vergadering van Aandeelhouders nog niet een besluit genomen om de aanbeveling van de overheid te effectueren. De kernkapitaaleffecten zonder stemrecht zijn in geval van liquidatie van ING achtergesteld aanzienlijk ondergeschikt en hebben gelijke rechten als de gewone aandelen. Op deze effecten zonder stemrecht moet een coupon betaald worden gelijk aan de hoogste van: t EUR 0,85 per effect, jaarlijks achteraf betaalbaar, met een coupon van EUR 0,425 per effect betaalbaar op 12 mei 2009; en t 110% van het te betalen dividend per gewone aandelen over 2009 (betaalbaar in 2010) t 120% van het te betalen dividend per gewone aandelen over 2010 (betaalbaar in 2011) t 125% van het te betalen dividend per gewone aandelen over 2011 en latere jaren (betaalbaar in 2012 en latere jaren). De coupon moet elk jaar betaald worden op 12 mei (de coupondatum) in contanten als het dividend op de gewone aandelen uitbetaald wordt in contanten of in geval het dividend op de gewone aandelen wordt uitgekeerd in aandelen. Coupons zijn alleen opeisbaar en betaalbaar, op een niet-cumulatieve basis, wanneer een dividend wordt betaald op de gewone aandelen over het verslagjaar voorafgaand aan de coupondatum (op een interim of op een slotdividend basis) onder voorwaarde dat De Nederlandsche Bank van mening is dat kapitaalspositie van ING Groep toereikend is en blijft, zowel voor als na de betaling. ING Groep heeft op elk moment het recht om alle of sommige kernkapitaaleffecten zonder stemrecht tegen EUR 15 per stuk terug te kopen, samen met de pro-rata coupon, indien verschuldigd, opgenomen als schuld tot dat moment. ING Groep heeft ook het recht om alle of sommige kernkapitaaleffecten zonder stemrecht te converteren naar gewone aandelen op één op één basis vanaf drie jaar na de uitgiftedatum. De Nederlandse overheid heeft in dat geval recht om een terugbetaling te eisen van EUR 10 per kernkapitaaleffect zonder stemrecht, samen met de pro-rata coupon, indien verschuldigd, opgenomen als schuld tot dat moment. Zowel terugkoop als conversie van de effecten moet goedgekeurd worden door de Nederlandsche Bank. Verloop in herwaarderingsreserve
2008
Balanswaarde begin van het jaar Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Overgeheveld naar resultaat (gerealiseerd) Mutaties in de kasstroomhedgereserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen / overlopende acquisitiekosten Balanswaarde eind van het jaar
Herwaarderingsreserve onroerend goed
Herwaarderingsreserve beleggingen beschikbaar voor verkoop
439 22
4.067 –18.876 2.476
461
2.193 –10.140
Kasstroomhedgereserve
431
Totaal
746
4.937 –18.854 2.476 746
1.177
2.193 –8.502
ING Groep Jaarverslag 2008
127
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop in herwaarderingsreserve
2007
Balanswaarde begin van het jaar Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Overgeheveld naar resultaat (gerealiseerd) Mutaties in de kasstroomhedgereserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen / overlopende acquisitiekosten Balanswaarde eind van het jaar
Herwaarderingsreserve onroerend goed
468 –29
Herwaarderingsreserve beleggingen beschikbaar voor verkoop
7.629 –1.508 –3.186
Kasstroomhedgereserve
1.356
Totaal
–925
9.453 –1.537 –3.186 –925 1.132 4.937
439
1.132 4.067
431
Herwaarderingsreserve onroerend goed
Herwaarderingsreserve beleggingen beschikbaar voor verkoop
Kasstroomhedgereserve
Verloop in herwaarderingsreserve
2006
Balanswaarde begin van het jaar Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Overgeheveld naar resultaat (gerealiseerd) Mutaties in de kasstroomhedgereserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen / overlopende acquisitiekosten Balanswaarde eind van het jaar
460 8
468
8.700 –1.087 –804
820 7.629
2.046
Totaal
–690
11.206 –1.079 –804 –690
1.356
820 9.453
Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen / overlopende acquisitiekosten bevat de mutatie in de voorziening voor (uitgestelde) winstdeling en kortingen na belasting. Verwezen wordt naar toelichting 17 ‘Verzekerings- en beleggingscontracten, herverzekeringscontracten’. Verloop in reserve voor koersverschillen vreemde valuta
Balanswaarde begin van het jaar Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Overgeheveld naar resultaat (gerealiseerd) Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
2008
2007
2006
–1.354 388
–473 500 –228 –1.153 –1.354
668 194
–952 –1.918
–1.335 –473
De Ongerealiseerde herwaarderingen na belastingen hebben betrekking op waardeveranderingen van hedge instrumenten welke geclassificeerd zijn als hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen. Verloop in overige reserves
2008
Balanswaarde begin van het jaar Resultaat voor de periode Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Mutatie eigen aandelen Dividend Op aandelengebaseerde beloningen Emissiekosten Intrekking van aandelen Balanswaarde eind van het jaar
ING Groep Jaarverslag 2008
128
Reserve ingehouden Reserve winsten deelnemingen
27.025 –360 –77
1.202 –369 106
–3.387 31
–213
Eigen aandelen
Overige reserves
–3.740
–135
–2.030
23.232
726
4.904 –866
–20 –4.860 –5.015
Totaal
24.352 –729 29 –2.030 –3.600 31 –20 44 18.077
Verloop in overige reserves
2007
Balanswaarde begin van het jaar Resultaat voor de periode Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Mutatie eigen aandelen Dividend Op aandelengebaseerde beloningen Overige Balanswaarde eind van het jaar
Reserve ingehouden winsten
Reserve deelnemingen
Eigen aandelen
Overige reserves
20.700 8.894
1.181 347
–1.436
–37 –98
–2.304 –2.826 104 153 27.025
–173 –153 1.202
–3.740
–135
Reserve ingehouden winsten
Reserve deelnemingen
Eigen aandelen
Overige reserves
16.262 6.972
608 720
–868
–13
Totaal
20.408 9.241 –98 –2.304 –2.999 104 24.352
Verloop in overige reserves
2006
Balanswaarde begin van het jaar Resultaat voor de periode Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Mutatie eigen aandelen Dividend Overige Balanswaarde eind van het jaar
Totaal
–2.534
–147
20.700
1.181
–48 –1.436
100 –37
15.989 7.692 –124 –520 –2.681 52 20.408
2008
2007
Bedrag 2006
2008
2007
Aantal 2006
3.740 2.159 –4.904 –22 –107 866
1.436 2.505
868 1.030
126.759.829 94.105.700 –183.158.017 –462 –1.250.394
53.859.235 79.652.109
38.722.934 30.858.427
–6.751.515
–15.722.126
126.759.829
53.859.235
–124 –520
Verloop in eigen aandelen
Balanswaarde begin van het jaar Gekocht/verkocht Ingetrokken aandelen Op aandelengebaseerde beloningen Overige Balanswaarde eind van het jaar
–201 3.740
1.436
36.457.118
Preferente aandelen worden gepresenteerd onder het vreemd vermogen. Zie toelichting 13 ’Preferente aandelen’.
ING Groep Jaarverslag 2008
129
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
VREEMD VERMOGEN 13 PREFERENTE AANDELEN Preferente aandelen Het maatschappelijk kapitaal preferente aandelen werd onderverdeeld in twee categorieën: preferente aandelen ‘A’ en preferente aandelen ‘B’. Het maatschappelijk kapitaal bestond uit 100 miljoen preferente aandelen ‘A’, met een nominale waarde van EUR 1,20 waarvan per 31 december 2007 16.012.839 waren uitgegeven en 1.000 miljoen preferente aandelen ‘B’ met een nominale waarde van EUR 0,24 waarvan niets was uitgegeven per 31 december 2007. Per 31 december 2008 zijn geen preferente aandelen ‘A’ of preferente aandelen ‘B’ uitgegeven. De mutatie in uitstaande preferente aandelen wordt hieronder besproken onder Intrekking preferente aandelen. Het dividend op preferente aandelen ‘A’ was gelijk aan een percentage, berekend over het bedrag (inclusief agio) waarvoor de preferente aandelen ‘A’ oorspronkelijk waren uitgegeven. Dit percentage werd berekend aan de hand van het rekenkundig gemiddelde van het gemiddelde effectieve rendement van de vijf langstlopende Nederlandse staatsleningen, zoals berekend door een door de Raad van Bestuur aangewezen ‘Calculating Agent’ voor de laatste 20 handelsdagen voorafgaand aan de dag waarop de eerste preferente aandelen ‘A’ zijn uitgegeven, of als dat het geval zou zijn, voorafgaand aan de dag waarop het dividendpercentage is aangepast. Het aldus vastgestelde percentage kon met maximaal een 0,5 procentpunt worden verhoogd of verlaagd, afhankelijk van de marktomstandigheden op dat moment, al naar gelang de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen beslist. Het dividend op preferente aandelen ‘A’ was voor de boekjaren 2004-2013 vastgesteld op EUR 0,1582 per aandeel. Intrekking van preferente aandelen In 2008 heeft ING 5.296.015 (certificaten van) preferente aandelen ‘A’ ingekocht (2007: 57.016.572) tegen een gemiddelde prijs van EUR 3,60 per aandeel voor een totaalbedrag van EUR 19,1 miljoen (2007: EUR 3,64 per aandeel, EUR 207,5 miljoen in totaal). De preferente aandelen ‘A’ (waar de certificaten betrekking op hebben) zijn teruggekocht en 10 miljoen preferente aandelen ‘A’ waarvan de certificaten gekocht waren van ABN AMRO in 2007, waren beëindigd in twee stappen op, respectievelijk, 29 februari 2008 en 4 september 2008. De resterende 716.824 preferente aandelen ‘A’ zijn teruggekocht en beëindigd in overeenstemming met de statuten van ING Groep N.V. tegen betaling van EUR 3,40 en rekening houdend met dividendaanwas, ingaande per 4 september 2008. Vanaf die datum stonden geen preferente aandelen van ING Groep N.V. meer uit. Als gevolg van de statutenwijziging van ING Groep N.V., van toepassing op 8 oktober 2008, was het maatschappelijk aandelenkapitaal van ING Groep N.V. op een zodanige wijze aangepast dat geen rekening meer gehouden werd met preferente aandelen ‘A’ en/of ‘B’, zodat deze aandelen niet langer meer door ING Groep N.V. kunnen worden uitgegeven. Cumulatief preferente aandelen Als gevolg van de statutenwijziging van ING Groep N.V. op 8 oktober 2008 bestaat het maatschappelijk kapitaal cumulatief preferente aandelen uit 4,5 miljard preferente aandelen, waarvan niets is geplaatst. De nominale waarde van deze cumulatief preferente aandelen is EUR 0,24. De cumulatief preferente aandelen gaan voor de gewone aandelen betreffende de rechten op dividend en verdeling bij liquidatie van ING Groep N.V. Het dividend op cumulatief preferente aandelen is gelijk aan het percentage berekend over het verplicht gestorte of nog te storten bedrag. Dit percentage is gelijk aan het gemiddelde van de Euro OverNight Index Average (EONIA), berekend door de Europese Centrale Bank. Dit percentage wordt gedurende het boekjaar waarover de uitkering geschiedt gewogen naar het aantal dagen waarvoor deze van toepassing was, verhoogd met 2,5 procentpunt. Voor zover de uit te keren winst niet toereikend is om het hierboven genoemde dividend volledig uit te keren, zal het tekort indien mogelijk worden onttrokken aan de reserves. Voor zover het uit te keren dividend niet aan de reserves kan worden onttrokken, zullen de winsten van de volgende jaren eerst worden gebruikt om het tekort te compenseren voordat een uitkering mag plaatsvinden op aandelen uit een andere categorie.
ING Groep Jaarverslag 2008
130
Volgens de statuten van ING Groep N.V. kunnen cumulatief preferente aandelen worden ingetrokken. Bij het intrekken van de cumulatief preferente aandelen en bij liquidatie van ING Groep N.V. zal het op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag worden terugbetaald samen met het tekort aan dividend van voorgaande jaren, voor zover dit tekort niet reeds is gecompenseerd. Beperkingen met betrekking tot dividend en terugbetaling van kapitaal ING Groep N.V. is gebonden aan wettelijke beperkingen ten aanzien van het dividend dat aan de cumulatief preferente aandeelhouders mag worden uitgekeerd. In het Burgerlijk Wetboek is de beperking opgenomen dat dividend alleen mag worden uitgekeerd voor zover het eigen vermogen van de onderneming groter is dan de som van het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het aandelenkapitaal en de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. Voorts is de mogelijkheid om dividend uit te keren door ING Groep N.V. afhankelijk van de mogelijkheid van de groepsmaatschappijen om dividend uit te keren, aangezien ING Groep N.V. wettelijk verplicht is om een reserve te vormen voor niet-uitkeerbare reserves voorzover de winst van de groepsmaatschappijen onderworpen is aan beperkingen met betrekking tot de uitkering van dividend welke van toepassing zijn voor de groepsmaatschappijen zelf. Deze beperkingen kunnen onder andere van vergelijkbare aard zijn als de beperkingen welke van toepassing zijn voor ING Groep N.V. of kunnen het gevolg zijn van minimum kapitaalvereisten zoals opgelegd door de toezichthouder in de landen waarin de groepsmaatschappijen opereren ook kunnen andere beperkingen bestaan in bepaalde landen. Onder voorbehoud van de bevoegdheid van de Raad van Bestuur om de winst te alloceren aan de reserves en vanwege het feit dat de cumulatief preferente aandelen de meest achtergestelde aandelen zijn, bestaat geen specifieke beperking met betrekking tot de uitkering van dividend op cumulatief preferente aandelen. Verder is ING Groep N.V. onderworpen aan wettelijke beperkingen met betrekking tot de terugbetaling van kapitaal aan de cumulatief preferente aandeelhouders. Kapitaal mag terugbetaald worden aan cumulatief preferente aandeelhouders waarbij overeenkomstig een statutenwijziging de nominale waarde van de cumulatief preferente aandelen verlaagd wordt op door een besluit tot terugbetaling en intrekking van de cumulatief preferente aandelen. Overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek mag kapitaal alleen terugbetaald worden als geen van de schuldeisers van ING Groep N.V. bezwaar maakt tegen een dergelijke betaling binnen twee maanden na de bekendmaking van het besluit daartoe.
ING Groep Jaarverslag 2008
131
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
14 ACHTERGESTELDE LENINGEN Achtergestelde leningen
Interest percentages
9,000% 8,500% 8,000% 7,375% 6,375% 5,140% 5,775% 6,125% 4,176% Variabel 6,200% Variabel 7,200% 7,050%
Uitgiftejaar
2008 2008 2008 2007 2007 2006 2005 2005 2005 2004 2003 2003 2002 2002
Vervaldag
Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend
Nominaal bedrag in originele valuta
EUR USD EUR USD USD GBP USD USD EUR EUR USD EUR USD USD
10 2.000 1.500 1.500 1.045 600 1.000 700 500 1.000 500 750 1.100 800
2008
Balanswaarde 2007
10 1.393 1.474 1.048 731 623 711 487 497 939 348 684 773 563 10.281
988 690 810 674 462 497 937 330 682 726 529 7.325
Achtergestelde leningen bestaan uit eeuwigdurende achtergestelde obligatieleningen uitgegeven door ING Groep N.V. Deze obligatieleningen zijn uitgegeven om hybride kapitaal voor ING Verzekeringen N.V. en Tier-1 vermogen voor ING Bank N.V. te verwerven. Onder IFRS-EU worden deze leningen geclassificeerd als verplichtingen, voor wettelijke vereisten met betrekking tot bankentoezicht worden deze obligatieleningen beschouwd als kapitaal. Met uitzondering van de 9% 2008 – eeuwigdurende lening van EUR 10 miljoen zijn deze leningen door ING Groep N.V. doorgeleend als achtergestelde leningen aan ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. op dezelfde voorwaarden als de oorspronkelijke obligatieleningen als volgt: Achtergestelde leningen uitgegeven door ING Groep N.V. aan ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V.
ING Bank N.V. ING Verzekeringen N.V.
2008
2007
5.800 4.471 10.271
5.166 2.159 7.325
Het aantal achtergestelde obligatieleningen dat op 31 december 2008 door groepsmaatschappijen werd gehouden bedraagt 32.759 en had een balanswaarde van EUR 1 miljoen (2007: 35.040 met een balanswaarde van nihil).
ING Groep Jaarverslag 2008
132
15 UITGEGEVEN SCHULDBEWIJZEN De uitgegeven schuldbewijzen betreffen obligaties en andere geëmitteerde schuldbewijzen met een vaste of van de rentestand afhankelijke rente, zoals depositocertificaten en geaccepteerde wissels uitgegeven door de Groep, voor zover niet achtergesteld. De uitgegeven schuldbewijzen zijn exclusief de schuldbewijzen die gepresenteerd worden als Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. ING Groep heeft geen schuldbewijzen uitgegeven onder andere voorwaarden dan zoals van toepassing in de normale bedrijfsuitoefening. De looptijden van de uitgegeven schuldbewijzen is als volgt: Looptijden uitgegeven schuldbewijzen 2008
2007
Schuldbewijzen met een vaste rente Korter dan 1 jaar Langer dan 1 jaar en korter dan 2 jaar Langer dan 2 jaar en korter dan 3 jaar Langer dan 3 jaar en korter dan 4 jaar Langer dan 4 jaar en korter dan 5 jaar Langer dan 5 jaar Totaal schuldbewijzen met een vaste rente
50.994 2.448 2.410 2.429 4.332 6.290 68.903
35.182 4.156 1.738 2.057 2.374 5.870 51.377
Schuldbewijzen met een variabele rente Korter dan 1 jaar Langer dan 1 jaar en korter dan 2 jaar Langer dan 2 jaar en korter dan 3 jaar Langer dan 3 jaar en korter dan 4 jaar Langer dan 4 jaar en korter dan 5 jaar Langer dan 5 jaar Totaal schuldbewijzen met een variabele rente
11.858 5.325 5.189 1.423 28 3.762 27.585
7.204 487 989 1.847 1.140 3.951 15.618
Totaal uitgegeven schuldbewijzen
96.488
66.995
Per 31 december 2008 had ING Groep voor een bedrag van EUR 5.649 miljoen (2007: EUR 6.974 miljoen) aan ongebruikte kredietfaciliteiten beschikbaar, inclusief ‘commercial paper borrowings’ met betrekking tot Uitgegeven schuldbewijzen. In januari 2009 heeft ING Bank voor USD 6 miljard een vastrentende 3 jarige niet-achtergestelde obligatielening (zonder onderpand) met overheidsgarantie uitgegeven. In februari 2009 heeft ING Bank een vastrentende 5 jarige niet-achtergestelde obligatielening (zonder onderpand) met overheidsgarantie voor een bedrag van EUR 4 miljard uitgegeven en in maart 2009 heeft ING Bank een vastrentende 5 jarige niet-achtergestelde obligatielening (zonder onderpand) met overheidsgarantie voor een bedrag van USD 2 miljard uitgegeven. Allen zijn uitgegeven onder het kredietgarantiestelsel van de Nederlandse staat en zijn onderdeel van ING’s reguliere middellangetermijnfinanciering. 16 OVERIGE LENINGEN Overige leningen naar resterende looptijd 2008
Achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen Preferente aandelen van groepsmaatschappijen Leningen o/g Leningen van kredietinstellingen
2009
2010
2011
2012
2013
Daarna
Totaal
553
1.058
1.502
1.706
652
10.398
15.869
5.590 4.580 10.723
1.126 279 2.463
652
1.071 1.756 746 13.971
1.071 8.472 5.786 31.198
180 1.682
1 1.707
ING Groep Jaarverslag 2008
133
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Overige leningen naar resterende looptijd 2007
Achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen Preferente aandelen van groepsmaatschappijen Leningen o/g Leningen van kredietinstellingen
2008
2009
2010
2011
2012
Daarna
Totaal
66
542
1.052
429
1.632
9.942
13.663
4.791 1.340 6.197
1.054 2 1.598
1.306 353 2.711
1.019 279 1.727
168 1.800
1.014 1.284 785 13.025
1.014 9.454 2.927 27.058
De Achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen betreffen kapitaalobligaties en onderhandse leningen die zijn achtergesteld bij alle lopende en toekomstige verplichtingen van ING Bank N.V. of Postbank N.V. Preferente aandelen van groepsmaatschappijen bestaan uit ‘non-cumulative guaranteed Trust Preference Securities’, die zijn uitgegeven door 100%-dochterdeelnemingen van ING Groep N.V. Deze effecten kennen een prioriteitsrecht bij liquidatie van een bepaald bedrag plus opgelopen interest en onbetaald dividend. Dividenden met betrekking tot deze effecten worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening als rentelasten. Deze effecten hebben geen stemrecht. 17 VERZEKERINGS- EN BELEGGINGSCONTRACTEN, HERVERZEKERINGSCONTRACTEN De voorzieningen voor verzekerings- en beleggingscontracten, exclusief herverzekering (dat wil zeggen de voorziening voor rekening van ING) wordt bruto opgenomen in de balans onder Verzekerings- en beleggingscontracten en herverzekeringscontracten. Verzekerings- en beleggingscontracten, herverzekeringscontracten Voorziening exclusief herverzekering 2008 2007
Voorziening levensverzekeringen zonder winstdeling Voorziening levensverzekeringen met winstdeling Voorziening voor (uitgestelde) winstdeling en kortingen Voorziening voor verzekeringen voor risico van polishouders Voorziening levensverzekeringen
Herverzekeringscontracten 2008 2007
Verzekerings- en beleggingscontracten 2008 2007
67.120 55.266 147
70.401 54.645 1.601
4.822 217 2
4.481 175 5
71.942 55.483 149
74.882 54.820 1.606
84.279 206.812
100.753 227.400
541 5.582
639 5.300
84.820 212.394
101.392 232.700
Voorziening niet-verdiende premies en lopende risico’s
1.756
2.614
13
99
1.769
2.713
Voorziening gemelde schades Voorgedane schades, nog niet gemeld (IBNR) Voorziening voor te betalen schaden
3.995 1.345 5.340
5.051 1.121 6.172
202
475
202
475
4.197 1.345 5.542
5.526 1.121 6.647
213.908
236.186
5.797
5.874
219.705
242.060
9.804 11.281 21.085
9.520 14.132 23.652
9.804 11.281 21.085
9.520 14.132 23.652
234.993
259.838
240.790
265.712
Totaal technische voorzieningen Beleggingscontracten Beleggingscontracten voor risico van polishouders Totaal voorzieningen voor beleggingscontracten Totaal
5.797
5.874
Voor verzekeringsproducten met discretionaire winstdeling wordt een latente winstdelingsverplichting opgenomen voor het volledige bedrag van ongerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen. Bij realisatie wordt de latente winstdelingsverplichting voor ongerealiseerde resultaten tegengeboekt en wordt een latente winstdelingsverplichting gevormd voor het deel van de gerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen op basis van de verwachte winstdeling aan polishouders. De latente winstdeling wordt verminderd met de werkelijke winstdeling die wordt toegerekend aan polishouders. De verandering in de uitgestelde winstdelingsverplichting (rekeninghoudend met latente belasting) is verwerkt in het eigen vermogen in de herwaarderingsreserve. De uitgestelde winstdelingsverplichting is opgenomen in de Voorziening voor (uitgestelde) winstdeling en kortingen en bedraagt EUR –876 miljoen per 31 december 2008 (2007: EUR 318 miljoen).
ING Groep Jaarverslag 2008
134
Verloop in voorziening levensverzekeringen Voorziening exclusief herverzekering 2008 2007
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Verzekerings- en beleggingscontracten 2008 2007
Herverzekeringscontracten 2008 2007
227.400 –15.050 212.350
231.946 –3.475 228.471
5.300 –25 5.275
5.773 2 5.775
232.700 –15.075 217.625
237.719 –3.473 234.246
Voorzieningen lopend boekjaar
33.078
27.224
884
139
33.962
27.363
Mutatie in latente winstdelingsverplichting
–1.169
–1.546
–1.169
–1.546
–24.626 4.059 –32.408 –1 –32 –53.008
–21.933 6.794 5.612
–22.015 6.754 5.612
9.918 5.643 206.812
–16.084 –1.632 232.700
Voorzieningen voorgaande boekjaren: – uitkeringen aan polishouders – rente-aanwas – herwaarderingen voor risico van polishouders – effect van veranderingen van de disconteringsvoet – effect van veranderingen in andere aannames
Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
–719 –15
–82 –40
2 –9.525
–734
–122
–25.345 4.044 –32.408 –1 –32 –53.742
–15.583 –1.641 227.400
259 –102 5.582
–501 9 5.300
10.177 5.541 212.394
2 –9.647
Wijzigingen in de samenstelling van de groep heeft voornamelijk betrekking op de verkoop van ING Life Taiwan. Verwezen wordt naar toelichting 21 ‘Overige schulden’. In de Wijzigingen in de samenstelling van de groep in 2007 is EUR 4.017 miljoen welke verband houdt met de verkoop van de portefeuille in relatie tot de verkoop van de Belgische broker- en de personeelsbeloningen verzekeringenactiviteiten zoals toegelicht in toelichting 29 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’. Indien de voorziening voor levensverzekeringen wordt verdisconteerd, ligt de disconteringsvoet tussen 3,1% en 6,0% (2007: 2,9% en 6,0%). De disconteringsvoet is gebaseerd op gewogen gemiddelden. In de Voorziening voor verzekeringscontracten zijn de verwachte kosten van de overeenkomst met betrekking tot de beleggingsverzekeringen opgenomen. Voor meer informatie wordt verwezen naar toelichting 30 ‘Juridische procedures’. ING heeft in 2004 een deel van haar levensverzekeringsactiviteiten overgedragen aan Scottish Re door middel van een medeverzekeringscontract. Deze activiteiten blijven opgenomen onder de Voorziening levensverzekeringen. De activa van dit medeverzekeringscontract zijn opgenomen onder de Herverzekeringscontracten. Op 23 januari 2009 hebben Hannover Re en Scottish Re bekend gemaakt dat Hannover Re overeengekomen is ING’s herverzekeringen van de individuele levensverzekeringsactiviteiten over te nemen, deze waren oorspronkelijk overgedragen aan Scottish Re. Voor zover herverzekeraars niet aan hun verplichtingen uit hoofde van deze contracten kunnen voldoen, blijft ING Groep aansprakelijk ten opzichte van polishouders voor het herverzekerde deel. Er worden dan ook voorzieningen gevormd voor vorderingen uit hoofde van herverzekeringen waarvan de ontvangst niet waarschijnlijk wordt geacht. De markt voor herverzekering van levensverzekeringen is in hoge mate geconcentreerd, hetgeen het spreiden van risico’s bemoeilijkt. Om het risico op aanzienlijke verliezen uit hoofde van insolvabele herverzekeraars te minimaliseren, evalueert ING Groep de financiële positie van haar herverzekeraars en bewaakt zij de concentratie van risico’s uit hoofde van gemeenschappelijke geografische gebieden, activiteiten of economische kenmerken van de herverzekeraar. Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Risicobeheer’. Per 31 december 2008 bedroeg de totale herverzekeringsblootstelling, inclusief herverzekeringscontracten en Vorderingen uit herverzekeringen (zoals opgenomen onder de overige activa), EUR 6.539 miljoen (2007: EUR 7.044 miljoen). Dit is na aftrek van de voorziening voor oninbare herverzekeringen van nihil (2007: EUR 5 miljoen).
ING Groep Jaarverslag 2008
135
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop van de voorziening niet-verdiende premies en lopende risico’s Voorziening exclusief herverzekering 2008 2007
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Geboekte premies Verdiende premies gedurende het jaar Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
Verzekerings- en beleggingscontracten 2008 2007
Herverzekeringscontracten 2008 2007
2.614 –643 1.971
2.631 –194 2.437
99 –93 6
156 3 159
2.713 –736 1.977
2.787 –191 2.596
4.747 –4.719 –231 –12 1.756
5.780 –5.701 15 83 2.614
196 –190 –1 2 13
306 –326 –10 –30 99
4.943 –4.909 –232 –10 1.769
6.086 –6.027 5 53 2.713
Verloop van de voorziening voor te betalen schaden Voorziening exclusief herverzekering 2008 2007
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Toevoegingen – lopend boekjaar – vorige boekjaren – rente-aanwas voorzieningen
Betaalde schaden en schadebehandelingskosten – lopend boekjaar – vorige boekjaren
Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
Verzekerings- en beleggingscontracten 2008 2007
Herverzekeringscontracten 2008 2007
6.172 –401 5.771
6.651 –667 5.984
475 –135 340
600 –18 582
6.647 –536 6.111
7.251 –685 6.566
2.934 –322 30 2.642
3.356 –282 32 3.106
–93 –12
78 14
–105
92
2.841 –334 30 2.537
3.434 –268 32 3.198
1.399 1.209 2.608
1.747 1.343 3.090
8 18 26
–42 151 109
1.407 1.227 2.634
1.705 1.494 3.199
–407 –58 5.340
84 88 6.172
–26 19 202
–14 –76 475
–433 –39 5.542
70 12 6.647
ING Groep heeft per 31 december 2008 een voorziening van EUR 52 miljoen (2007: EUR 66 miljoen) opgenomen voor milieu- en asbestclaims uit het verzekeringsbedrijf. Bij het vormen van de voorziening voor te betalen schaden en schadebehandelingskosten voor asbestgerelateerde ziekten en het opruimen van gevaarlijk afval neemt de Groep de huidige bekende feiten en de huidige status van regelgeving en jurisprudentie op dit gebied in beschouwing. Voorzieningen zijn gevormd voor IBNR schaden en voor bekende schaden (inclusief kosten van de gerelateerde rechtzaken) als genoeg informatie beschikbaar is om een specifieke verzekeringspolis aan te wijzen en de Groep de voorziening redelijk kan inschatten. Bovendien worden de voorzieningen regelmatig herzien. Indien de voorziening voor levensverzekeringen wordt verdisconteerd, ligt de disconteringsvoet tussen 3,0% en 4,0% (2007: 3,8% en 4,3%) op basis van gewogen gemiddelden.
ING Groep Jaarverslag 2008
136
Verloop in voorzieningen voor beleggingscontracten
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Voorzieningen lopend boekjaar Voorzieningen voorgaand boekjaar – betalingen aan contracthouders – rente-aanwas – waardeveranderingen van beleggingen
Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
2008
2007
23.652 –548 23.104
20.750 –277 20.473
8.635
12.890
–8.472 268 –1.535 –9.739
–9.697 408 576 –8.713
–1.111 196 21.085
–1.147 149 23.652
2004
2005
2006
2007
2.023 1.785 1.594 1.537 1.520 1.520
1.891 1.754 1.620 1.568
1.889 1.821 1.708
1.898 1.798
2.851
1.568
1.708
1.798
2.851
9.445
–1.153 367
–1.077 491
–1.072 636
–833 965
–1.343 1.508
–5.478 3.967
–35 332
–51 440
–63 573
–82 883
–125 1.383
–356 3.611
Bruto schade-ontwikkeling
Schatting van cumulatieve schades: Aan het einde van het tekenjaar 1 jaar later 2 jaar later 3 jaar later 4 jaar later Schatting van de cumulatieve schades Cumulatieve betalingen Effect van discontering Opgenomen verplichtingen
Tekenjaar 2008
Verplichtingen opgenomen voor voorgaande tekenjaren Totaal bedrag opgenomen in de balans
Total
1.931 5.542
ING Groep maakt gebruik van de uitzondering in IFRS-EU om de bruto schade-ontwikkeling niet te presenteren voor de jaren voorafgaand aan 1 januari 2004 (de overgang op IFRS-EU) omdat het praktisch niet haalbaar is deze informatie te verkrijgen.
ING Groep Jaarverslag 2008
137
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
18 BANKIERS Bankiers betreft niet-achtergestelde schulden aan banken, voor zover niet in de vorm van schuldbewijzen. Per 31 december 2008 zijn onder Bankiers verplichtingen opgenomen uit hoofde van tijdelijk verkochte effecten met een overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van EUR 41.336 miljoen (2007: EUR 29.604 miljoen). Bankiers per soort
Niet-rentedragend Rentedragend
2008
Nederland 2007
2008
Internationaal 2007
2008
Totaal 2007
1.108 74.580 75.688
3.527 72.257 75.784
2.482 74.095 76.577
3.580 87.608 91.188
3.590 148.675 152.265
7.107 159.865 166.972
19 TOEVERTROUWDE MIDDELEN Toevertrouwde middelen
Spaargelden Creditsaldi van rekeninghouders Zakelijke deposito’s Overig
2008
2007
263.637 174.141 80.230 4.775 522.783
275.127 161.204 86.151 2.734 525.216
2008
Nederland 2007
2008
Internationaal 2007
2008
Totaal 2007
14.220 195.727 209.947
15.100 192.808 207.908
5.330 307.506 312.836
3.905 313.403 317.308
19.550 503.233 522.783
19.005 506.211 525.216
Toevertrouwde middelen per soort
Niet rentedragend Rentedragend
Cliënten hebben ING Groep geen middelen toevertrouwd onder andere voorwaarden dan zoals van toepassing in de normale bedrijfsuitoefening. Per 31 december 2008 zijn onder Toevertrouwde middelen tevens verplichtingen opgenomen uit hoofde van tijdelijk verkochte effecten met een overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van EUR 5.759 miljoen (2007: EUR 3.725 miljoen). Spaargelden betreffen de saldi van spaarrekeningen, spaarboekjes, spaardeposito’s en termijndeposito’s van particulieren. De te betalen rente op spaargelden, voor zover contractueel is overeengekomen dat deze op de spaarrekening wordt bijgeschreven, is eveneens onder deze balanspost opgenomen. 20 FINANCIËLE VERPLICHTINGEN TEGEN REËLE WAARDE MET WAARDEMUTATIES DOOR HET RESULTAAT Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
Verplichtingen voor handelsdoeleinden Niet-handelsderivaten Geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
2008
2007
152.616 21.773
148.988 6.951
14.009 188.398
13.882 169.821
Verplichtingen voor handelsdoeleinden per soort
Aandelen Schuldbewijzen Toevertrouwde middelen Derivaten
2008
2007
3.338 12.448 64.463 72.367 152.616
12.271 10.301 97.857 12.387 148.988
Per 31 december 2008 zijn onder de Toevertrouwde middelen verplichtingen met betrekking tot terugkooptransacties voor EUR 63.107 miljoen (2007: EUR 93.781 miljoen) opgenomen.
ING Groep Jaarverslag 2008
138
Niet-handelsderivaten per soort
Derivaten aangehouden voor: – reële waardehedges – kasstroomhedges – hedges van een investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Overige niet-handelsderivaten
2008
2007
8.912 6.089
958 3.188
370 6.402 21.773
352 2.453 6.951
Geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
Schuldbewijzen Toevertrouwde middelen Achtergestelde verplichtingen Overig
2008
2007
9.963 1.972 1.733 341 14.009
10.902 756 1,876 348 13.882
In 2008 is de verandering in de reële waarde van de financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, welke toe te schrijven is aan de aanpassing van het kredietrisico van die verplichting, EUR 230 miljoen (2007: EUR 20 miljoen). Deze aanpassing is bepaald als het bedrag van de reële waardeverandering van de financiële verplichting welke geen verband houdt met de veranderingen in de marktcondities welke marktrisico veroorzaken (met andere woorden hoofdzakelijk renterisico gebaseerd op rendementscurve). Het bedrag dat ING Groep contractueel verplicht is te betalen op vervaldatum aan de houders van de financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is EUR 14.336 miljoen (2007: EUR 13.845 miljoen). 21 OVERIGE SCHULDEN Overige schulden per soort
Latente belastingverplichtingen Te betalen vennootschapsbelasting Pensioenverplichtingen Overige personeelsverplichtingen na beëindiging dienstverband Overige personeelsverplichtingen Overige belastingen en premies sociale verzekeringen Depots van herverzekeraars Overlopende rente Nog te betalen kosten Nog te betalen bedragen aan effectenmakelaars Nog te betalen bedragen aan polishouders Reorganisatievoorziening Overige voorzieningen Verplichtingen uit hoofde van op aandelengebaseerde beloningen Onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden Vereffeningsrekeningen Te betalen dividend Taiwan – passiva aangehouden voor verkoop Overige
2008
2007
3.602 940 609
3.432 877 425
219 342 1.104 909 17.552 3.764 89 2.231 583 969
232 355 1.123 427 13.606 2.744 114 2.283 619 781
11
14
175 3.753 425 15.020 8.235 60.532
284 4.156
12.378 43.859
Onder de Overige personeelsverplichtingen zijn de verplichtingen uit hoofde van vakantiedagen, jubileumuitkering en arbeidsongeschiktheid opgenomen.
ING Groep Jaarverslag 2008
139
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Onder Overige zijn overlopende passiva per jaareinde opgenomen genomen welke betrekking hebben op de normale bedrijfsvoering en welke afzonderlijk niet materieel zijn. Latente belastingverplichtingen en vorderingen worden berekend voor alle tijdelijke verschillen volgens de periodetoerekeningsmethode, met gebruikmaking van de op de Groep van toepassing zijnde belastingpercentages in de landen waarin ING Groep belastingplichtig is. Verloop in latente belasting
Netto verplichting 2007
Beleggingen Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overlopende acquisitiekosten en VOBA Fiscale egalisatiereserve Afschrijvingen Voorziening voor verzekeringsverplichtingen Kasstroomhedgereserve Overige voorzieningen Vorderingen Kredieten Fiscaal compensabele verliezen Overige
Opbouw: – latente belastingverplichtingen – latente belastingvorderingen
258
Mutaties verantwoord in het eigen vermogen
Mutaties Wijzigingen in de verantsamenwoord in het stelling van de groep resultaat
Overig
Netto verplichting 2008
–268
350
–5.418
–5.409
–463
156
–2
–303
17
–10
170
28
3.047 15 –11 –871 43 –1.146 100 96 –932 –46 709
778
36 –3 3 –104 –10 –255 –41 494 –633 24 –1.255
–632 –1 22 571
266
–14 –11 4 –484 78 –11 –107 –25 –165 365 150
3.481
1 450 154 19
–52 –4.061
114
Koersverschillen vreemde valuta
41 –12 –1 97 41 257
–4 –56 12 –70 –1 –4 –20 –77 –232
3.432 –2.723 709
15 –494 277 –1.422 –61 560 –1.653 255 –4.432
3.602 –8.034 –4.432
Verloop in latente belasting Mutaties verantwoord in het eigen vermogen
Mutaties verantwoord in het resultaat
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Koersverschillen vreemde valuta
Overig
1.375
–1.243
213
–17
56
–126
258
119 3.201 3 28 –1.490 –1.081 196 102 –909 626 2.170
–40 3
82 151 8 –26 339 –174 –128 –7 –26 27 459
–11
–2 –312
–5
1 93 109 –2 –1 76 3 21
8 4 4 –12 71 –210 33 –3 –59 –9 –299
156 3.047 15 –11 –871 –1.146 100 96 –932 –3 709
Netto verplichting 2007
Beleggingen Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overlopende acquisitiekosten en VOBA Fiscale egalisatiereserve Afschrijvingen Voorziening voor verzekeringsverplichtingen Overige voorzieningen Vorderingen Kredieten Fiscaal compensabele verliezen Overige
Opbouw: – latente belastingverplichtingen – latente belastingvorderingen
3 116 238 5 –15 –767 –1.700
–28 1 1 117 58
4.042 –1.872 2.170
Overige in Nettoverplichting 2006 en mutaties verantwoord in het eigen vermogen in 2007 hebben betrekking op de kasstroomhedgereserve in het eigen vermogen.
ING Groep Jaarverslag 2008
140
Netto verplichting 2008
3.432 –2.723 709
Latente belastingen met betrekking tot fiscaal compensabele verliezen
Totaal fiscaal compensabele verliezen Fiscaal compensabele verliezen niet aangemerkt als een latente belastingvordering Fiscaal compensabele verliezen aangemerkt als een latente belastingvordering Gemiddeld belastingpercentage Latente belastingvordering
2008
2007
6.392
3.814
–638
–688
5.754
3.126
28,7% 1.653
29,8% 932
De expiratiedatum van de fiscaal compensabele verliezen is per 31 december als volgt: Totaal fiscaal compensabele verliezen naar expiratiedatum Niet aangemerkt als latente belastingvordering 2008 2007
Tot een jaar Vanaf een jaar tot vijf jaar Vanaf vijf jaar tot tien jaar Vanaf tien jaar tot twintig jaar Onbeperkt
2 68 219 298 51 638
64 176 230 71 147 688
Aangemerkt als latente belastingvordering 2008 2007
56 425 2.802 1.540 931 5.754
41 249 610 1.010 1.216 3.126
Latente belastingvorderingen voor voorwaartse verliescompensatie en fiscale verrekeningsmogelijkheden worden opgenomen voor zover realisatie waarschijnlijk wordt geacht. Veranderingen in omstandigheden in toekomstige perioden kunnen een tegengesteld effect hebben op de beoordeling van de realiseerbaarheid. Bij het bepalen van de hoogte van de latente belastingvordering is rekening gehouden met de onzekerheid omtrent realisatie. Verloop van reorganisatievoorziening
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep Toevoegingen Rentelast Vrijval Ten laste gebracht van voorziening Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
2008
2007
619 –22 162 15 –18 –169 –6 2 583
335 507 9 –62 –175 –3 8 619
Onder de reorganisatievoorziening per 31 december 2008 is EUR 360 miljoen opgenomen voor herstructurering van de retailbusiness van de Postbank en ING Bank. Per 31 december 2007 is in de voorziening voor reorganisaties EUR 252 miljoen opgenomen voor de herstructurering van de retailactiviteiten van Postbank en ING Bank en EUR 100 miljoen voor de wereldwijde herstructurering van Wholesale. De looptijd van de voorziening voor reorganisaties is over het algemeen niet langer dan 5 jaar. Verloop van overige voorzieningen
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep Toevoegingen Vrijval Ten laste gebracht van voorziening Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
2008
Rechtzaken 2007
229 –1 202
189 13 34
–28 –6 –25 371
–24 1 16 229
2008
Overig 2007
552 8 313 –6 –279 –15 25 598
531 47 325 –149 –195 –8 1 552
2008
781 7 515 –6 –307 –21 969
Totaal 2007
720 60 359 –149 –219 –7 –17 781
ING Groep Jaarverslag 2008
141
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Onder Overige voorzieningen is in 2008 een voorziening opgenomen voor een verlies van EUR 292 miljoen welke betrekking heeft op de overeengekomen verkoop van ING Life Taiwan zoals toegelicht in toelichting 29 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’. Onder de Overige voorzieningen in 2007 is een voorziening opgenomen voor het verlies van EUR 129 miljoen welke betrekking heeft op de overeengekomen verkoop van NRG, zoals toegelicht in toelichting 29 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’. Over het algemeen hebben de Overige voorzieningen een korte looptijd. De bedragen begrepen onder Overige voorzieningen zijn gebaseerd op de beste schattingen omtrent omvang en tijdstip van de verwachte toekomstige kasstromen benodigd om de verplichting af te wikkelen. Pensioen- en overige personeelsverplichtingen na dienstverband Samenvatting van pensioenverplichtingen
Verplichtingen uit hoofde van defined benefit plans Reële waarde van de beleggingen
Niet-verantwoorde kosten verstreken dienstjaren Niet-verantwoorde actuariële winsten/(verliezen)
Gepresenteerd als: – Overige schulden – Overige activa
2008
2007
2006
2005
14.271 13.366 905
14.499 14.708 –209
15.758 14.361 1.397
15.782 12.937 2.845
–5
–3
–2.072 –1.172
198 –14
–687 710
–1.778 1.067
609 –1.781 –1.172
425 –439 –14
961 –251 710
1.067 1.067
2008
2007
2006
2005
210 210
220 220
239 239
441 441
2
4
10
–6
7 219
8 232
–2 247
–27 408
219 219
232 232
247 247
408 408
Samenvatting van overige personeelsverplichtingen
Verplichtingen uit hoofde van defined benefit plans
Niet-verantwoorde kosten verstreken dienstjaren Niet-verantwoorde actuariële winsten/(verliezen)
Gepresenteerd als: – Overige schulden
ING Groep is in de meeste landen waar zij actief is, met haar medewerkers pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen (defined benefit plans) overeengekomen. Deze regelingen hebben veelal betrekking op alle medewerkers en leiden tot vergoedingen die gebaseerd zijn op het loon en het aantal dienstjaren van medewerkers op hun pensioengerechtigde leeftijd. Sommige plannen kennen een vorm van indexatie. Voor een aantal plannen wordt indexatie toegewezen door het management, voor andere plannen hangt dit af van de toereikendheid van de activa. Jaarlijks wordt zoveel premie aan de fondsen afgedragen als nodig is ter financiering van de bestaande verplichtingen die in overeenstemming met de lokale wettelijke vereisten zijn berekend. Pensioenregelingen in andere landen zijn in overeenstemming met de relevante lokale regelgeving met betrekking tot beleggingen en de mate van financiering. ING Groep verstrekt overige vergoedingen aan bepaalde medewerkers en voormalige medewerkers. Deze vergoedingen hebben voornamelijk betrekking op ziektekosten en kortingen op ING producten voor medewerkers en voormalige medewerkers.
ING Groep Jaarverslag 2008
142
Enkele groepsmaatschappijen hebben een pensioenregeling waarbij het pensioen is gebaseerd op de door deze groepsmaatschappijen gestorte bedragen (defined contribution plans). Deze pensioenregelingen leiden niet tot de opname van een voorziening, maar tot opname van een kortlopende schuld in het geval er een verschil bestaat tussen het tijdstip van betaling en afrekening. Het over 2008 verantwoorde bedrag was EUR 68 miljoen (2007: EUR 68 miljoen). Actuariële winsten en verliezen voor pensioen- en overige personeelsverplichtingen bevatten per 31 december 2008 een bedrag van EUR –2.647 miljoen aan ervaringsaanpassingen op activa (2007: EUR –789 miljoen; 2006: EUR –180 miljoen) en een bedrag van EUR –70 miljoen aan ervaringsaanpassingen op de verplichtingen (2007: EUR 83 miljoen; 2006: EUR –163 miljoen). Verloop van verplichtingen uit hoofde van defined benefit plans
Pensioenverplichtingen
Balanswaarde begin van het jaar Jaarlast Rentelast Werkgeversbijdrage Werknemersbijdrage Uitkeringen Actuariële winsten en verliezen Kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren Wijzigingen in de samenstelling van de groep en overige wijzigingen Effect van inkrimping of afrekeningen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar Bestaand uit: – Gedekt door onderliggende beleggingen – Niet gedekt door onderliggende beleggingen
Personeelsverplichtingen na dienstverband anders dan pensioenen
2008
2007
2008
2007
14.499 356 787
15.758 408 739
220 –1 12 2
239 11 13
7 –601 –369 79
2 –556 –1.727 –83
–8 1 1
–13 –8
–169 –135 –183 14.271
207 –32 –217 14.499
–18
–11
1 210
–11 220
14.219 52 14.271
14.441 58 14.499
210 210
220 220
Voor 2009 bedragen de geschatte afschrijvingen van nog niet in de winst-en-verliesrekening verantwoorde kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren en actuariële winsten en verliezen respectievelijk nihil en EUR 46 miljoen. Verloop van reële waarde beleggingen van pensioenregelingen Reële waarde beleggingen uit hoofde van pensioenverplichtingen 2008 2007
Balanswaarde begin van het jaar Verwachte rendement op activa Werkgeversbijdrage Werknemersbijdrage Uitkeringen Actuariële winsten en verliezen Wijzigingen in de samenstelling van de groep en overige wijzigingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
14.708 886 1.366 7 –584 –2.647
14.361 869 816 6 –540 –789
–127
176
–243 13.366
–191 14.708
De werkelijke opbrengsten van de beleggingen bedragen EUR –1.761 miljoen (2007: EUR 80 miljoen). Uitbetaling van fondsbeleggingen aan ING Groep wordt niet verwacht in 2009.
ING Groep Jaarverslag 2008
143
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Beleggingsbeleid pensioenen De voornaamste financiële doelstelling van het ING Employee Benefit Plan (het plan) is het veiligstellen van de pensioenuitkeringen van de deelnemers. De belangrijkste doelstelling van het financiële management van het plan is daarom het bevorderen van stabiliteit en, voor zover van toepassing, verbetering van de dekkingsgraad (d.w.z. de ratio tussen de marktwaarde van de beleggingen en de verplichtingen). Met het beleggingsbeleid voor de beleggingsportefeuille van het plan (het fonds) wordt een evenwicht gezocht tussen de eis om rendement te behalen en de noodzaak de risico’s te beheersen. De samenstelling van de beleggingen wordt gezien als het belangrijkste mechanisme om de opbrengst en risico structuur van het fonds te optimaliseren teneinde de financieringsdoelstellingen van het fonds te behalen. Voor de verschillende categorieën van activa wordt de gewenste samenstelling bepaald. Binnen deze categorieën wordt bijzondere aandacht gegeven aan een evenwichtige verdeling tussen industrieën, geografische spreiding, rentegevoeligheid, afhankelijkheid van economische groei, valuta en andere factoren die het rendement bepalen. De beleggingen worden beheerd door professionele vermogensbeheerders. De vermogensbeheerders zijn gebonden aan strikte mandaten en worden aan de hand van bepaalde criteria beoordeeld. Door de beheerders wordt onder andere aandacht gegeven aan het beperken van concentraties in beleggingen, de beleggingstijl en de afhankelijkheid van bepaalde actieve beleggingsstrategieën. Regelmatig wordt de samenstelling van de beleggingen beoordeeld. In het algemeen zal de samenstelling van de beleggingen worden aangepast aan de voorgenomen samenstelling als individuele portefeuilles hun minimum- of maximumniveaus bereiken. Fondsbeleggingen naar type Doelstelling allocatie Percentage van fondsbeleggingen
Aandelen Schuldbewijzen Overige
Gewogen gemiddelde verwachte lange termijn rendement
2009
2008
2007
2008
2007
33 54 13 100
33 53 14 100
33 52 15 100
8,1 4,7 6,5 6,2
8,1 4,7 6,5 6,2
Per 31 december 2008 zijn onder Aandelen voor EUR 4 miljoen (0,3% van de fondsbeleggingen) aandelen ING Groep begrepen (2007: EUR 5 miljoen, 0,3% van de fondsbeleggingen). In Overige is voornamelijk onroerend goed opgenomen. Onder Overige is voor een bedrag van nihil (0,0% van de activa) onroerend goed opgenomen dat op 31 december 2008 in gebruik was door ING Groep (2007: nihil, 0,0% van de fondsbeleggingen). Vaststelling van de verwachte return on assets Een belangrijk onderdeel van de financiële planning is de veronderstelling voor beleggingsrendement (Return On Assets, ROA). De ROA wordt minstens één maal per jaar vastgesteld, hierbij rekening houdend met de samenstelling van de beleggingsmix, historische rendementen op de diverse beleggingscategorieën van het fonds en de huidige economische situatie. Op grond van deze factoren wordt aangenomen dat de beleggingen van het fonds een gemiddeld rendement voor de lange termijn zullen behalen. Deze schatting is gebaseerd op een gewogen gemiddeld rendement, na aftrek voor administratiekosten en externe beleggingskosten. Voor schattingsdoeleinden wordt verondersteld dat op de lange termijn de samenstelling van de beleggingen consistent zal zijn met de huidige samenstelling. Veranderingen in de samenstelling van de beleggingen kunnen van invloed zijn op de gerapporteerde pensioenlasten, de dekkingsgraad van het plan en de noodzaak voor toekomstige stortingen. Gewogen gemiddelden van belangrijkste actuariële veronderstellingen in % per jaar per 31 december
Pensioenverplichtingen
Disconteringsfactor Sterfterisico Verwachte salarisontwikkeling (exclusief verhogingen uit hoofde van promoties) Ontwikkeling van medische kosten Consumentenprijsinflatie
Personeelsverplichtingen na dienstverband anders dan pensioenen
2008
2007
2008
2007
5,70 1,60
5,60 1,60
5,50 1,60
5,70 1,60
2,70
2,80
2,10
2,10
3,20 6,60 2,10
3,20 7,00 2,30
Deze veronderstellingen zijn gewogen gemiddelden naar grootte van de afzonderlijke pensioenverplichtingen. De veronderstellingen met betrekking tot de salarisontwikkeling, rentedisconteringsfactoren en andere pensioenaanpassingen geven de specifieke omstandigheden in het desbetreffende land weer. De gepresenteerde disconteringsfactor is het gewogen gemiddelde van de verdisconteringsfactoren welke van toepassing zijn in de verschillende landen. Deze factoren zijn gebaseerd op rentes van AA-bedrijfsobligaties van de specifieke landen met looptijden welke overeenkomen met de pensioenverplichtingen.
ING Groep Jaarverslag 2008
144
Een stijging van 1% van de veronderstelde trendmatige ontwikkeling van medische kosten voor toekomstige jaren zou op 31 december 2008 hebben geresulteerd in een additionele verplichting van EUR 4 miljoen (2007: EUR 4 miljoen) en nihil stijging van de lasten voor het jaar (2007: nihil). Een daling van 1% van de trendmatige ontwikkeling van medische kosten voor toekomstige jaren zou op 31 december 2008 hebben geresulteerd in een vrijval van de pensioenverplichtingen van EUR 4 miljoen (2007: EUR 4 miljoen) en nihil daling van de lasten voor het jaar (2007: nihil). Toekomstige kasstromen Voor 2009 is de verwachte afdracht voor de pensioenregelingen EUR 1.014 miljoen (2008: EUR 633 miljoen). Verder heeft ING Groep toegezegd om een aanvullende storting te doen van EUR 814 miljoen. Deze storting is betaalbaar in het eerste kwartaal van 2009. De toekomstige uitkeringen, in lijn met de toekomstige dienstjaren, zijn als volgt: Uitkeringen
Pensioenverplichtingen
Personeelsverplichtingen na dienstverband anders dan pensioenen
403 429 458 463 465 2.380
21 22 22 22 23 91
2009 2010 2011 2012 2013 Jaren 2014 – 2018 Taiwan – passiva aangehouden voor verkoop 2008
Verzekerings- en beleggingscontracten Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden Taiwan – passiva aangehouden voor verkoop
14.294 126 600 15.020
Verwezen wordt naar toelichting 29 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’. Per 31 december 2008 is ING Life Taiwan geclassificeerd als aangehouden voor verkoop in de geconsolideerde balans. Bedragen per 31 december 2007 zijn opgenomen in de betreffende balansregels.
ING Groep Jaarverslag 2008
145
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven 22 ACTIVA EN PASSIVA NAAR CONTRACTUELE LOOPTIJD Activa en passiva naar contractuele looptijd
2008 ACTIVA Liquide middelen Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – activa voor handelsdoeleinden – beleggingen voor risico van polishouders (1) – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen – beschikaar voor verkoop – tot einde looptijd Kredieten Herverzekeringscontracten Immateriële vaste activa Overlopende acquisitiekosten Overige activa Activa zonder vaste looptijd (2) Totaal activa VREEMD VERMOGEN Preferente aandelen Achtergestelde leningen Uitgegeven schuldbewijzen Overige leningen Verzekerings- en beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – verplichtingen voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden Totaal vreemd vermogen
Minder dan 1 maand
1–3 maanden
3–12 maanden
1–5 jaren
Langer dan 5 jaar
22.045 32.620
3.086
5.019
6.299
1.423
52.759
13.871
22.061
36.396
34.784
2.456
1.024
1.521
3.907
7.531
703
232
829
2.057
2.154
4.508 74 145.911 30 3
10.485 139 16.390 46 7
14.589 1.109 30.279 204 315
77.844 10.758 111.262 886 810
101.595 3.360 314.858 1.148 2.268
15.446
19.981
9.526
7.075
8.254
276.555
65.261
85.452
257.294
477.375
25.666 3.354 2.345 83.456 438.451
24.299 4.700 2.485 38.600 18.801
11.886 2.668 9.289 17.626 49.951
24.585 6.505 33.569 9.454 12.843
10.052 13.971 93.538 3.129 2.737
62.251 1.316
13.121 882
16.632 1.134
31.011 7.831
29.598 10.575
573 17.053 634.465
833 20.802 124.523
2.429 9.540 121.155
5.935 7.855 139.588
4.239 3.715 171.554
Looptijd niet van toepassing
Totaal
22.045 48.447
507 160.378 95.366 95.366 45 16.484 2.302
8.277
33.831 242.852 15.440 1.091 619.791 3.483 5.797 3.512 6.915 11.843 11.843 2.695 62.977 15.051 15.051 169.726 1.331.663
10.281
10.281 96.488 31.198 99.564 240.790 152.265 522.783
3 35
152.616 21.773
14.009 1.567 60.532 111.450 1.302.735
Beleggingen voor risico van polishouders worden beheerd ten behoeve van de polishouders op basis van reële waarde. Alhoewel individuele instrumenten een vervaldatum hebben (of niet) welke afhankelijk is van hun aard, heeft dit geen impact op de liquiditeitpositie van ING. In Activa zonder vaste looptijd zijn begrepen: – gebouwen en bedrijfsmiddelen – beleggingen in onroerend goed – deelnemingen. Gezien de aard van de Activa zonder vaste looptijd bestaan deze voornamelijk uit activa welke na meer dan 12 maanden terugbetaald zullen worden. (1)
(2)
De gepresenteerde bedragen in deze tabel naar contractuele looptijd zijn op een onverdisconteerde basis zonder interestvordering/schuld.
ING Groep Jaarverslag 2008
146
Activa en passiva naar contractuele looptijd
2007 ACTIVA Liquide middelen Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – activa voor handelsdoeleinden – beleggingen voor risico van polishouders (1) – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen – beschikaar voor verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten Herverzekeringscontracten Immateriële vaste activa Overlopende acquisitiekosten Overige activa Activa zonder vaste looptijd (2) Totaal activa VREEMD VERMOGEN Preferente aandelen Achtergestelde leningen Uitgegeven schuldbewijzen Overige leningen Verzekerings- en beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – verplichtingen voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden Totaal vreemd vermogen
Looptijd Langer niet van dan 5 jaar toepassing
Minder dan 1 maand
1–3 maanden
3–12 maanden
1–5 jaren
12.406 25.939
5.736
8.705
6.591
1.904
111.771
11.512
15.003
24.061
29.893
403
115
758
2.651
1.504
610
1.894
4.184 232 131.610 21 2
7.016 287 17.234 36 4
14.399 302.471
Totaal
12.406 48.875
3.708
973 114.827 2
193.213 114.827 7.637
1.999
5.043
403
11.453
13.267 1.093 26.654 308 111
71.107 8.504 93.545 307 391
135.992 6.637 280.738 2.725 1.120
44.331
2.771
15.838
4.195
2.845
45.321
83.631
213.351
470.605
275.897 16.753 552.964 5.874 5.740 10.692 40.099 16.080 1.312.510
3.183 2.477 4.112 10.692 51 16.080 197.131
21 7.325
21 7.325 66.995 27.058 265.712 166.972 525.216
22.277 434 1.855 117.179 463.995
13.899 4.847 3.907 28.758 23.988
6.210 916 10.712 12.935 26.864
14.787 7.059 33.854 6.862 8.369
9.822 13.802 97.244 1.238 2.000
94.966 255
8.085 317
12.963 521
12.410 2.937
20.492 2.921
72 148.988 6.951
873 14.292 716.126
771 4.920 89.492
2.395 12.067 85.583
5.912 6.420 98.610
3.931 2.844 154.294
13.882 3.316 43.859 128.874 1.272.979
118.140
Beleggingen voor risico van polishouders worden beheerd ten behoeve van de polishouders op basis van reële waarde. Alhoewel individuele instrumenten een vervaldatum hebben (of niet) welke afhankelijk is van hun aard, heeft dit geen impact of de liquiditeitpositie van ING. In activa zonder vaste looptijd zijn begrepen: – gebouwen en bedrijfsmiddelen – beleggingen in onroerend goed – deelnemingen. Gezien de aard van de Activa zonder vaste looptijd bestaan deze voornamelijk uit activa welke na meer dan 12 maanden terugbetaald zullen worden.
(1)
(2)
De gepresenteerde bedragen in deze tabel naar contractuele looptijd zijn op een onverdisconteerde basis zonder interestvordering/schuld. 23 DERIVATEN EN HEDGE ACCOUNTING Gebruik derivaten en hedge accounting Zoals ook beschreven in de paragraaf ‘Risicobeheer’, maakt ING Groep gebruik van derivaten (met name renteswaps en ‘cross currency interest rate swaps’) om economisch gezien risico’s af te dekken. Deze hedges maken onderdeel uit van de beheersing van verschillende portefeuilles van activa en passiva en van de beheersing van structurele posities. Doelstelling is om het totale risicoprofiel terug te brengen door posities in te nemen met een risicoprofiel tegengesteld aan dat van een oorspronkelijke positie. Met het afdekken van risico’s wordt beoogd de kosten die gepaard gaan met het verkrijgen van vreemd vermogen te reduceren en marktrisico’s als gevolg van structurele risicoposities in rentegevoeligheid en andere risico’s te beperken. Daarnaast worden risico’s afgedekt die samenhangen met uitstaande hypotheekoffertes in de retailmarkt en rentemarges in relatie tot rentedragende activa en de daaraan gerelateerde financiering.
ING Groep Jaarverslag 2008
147
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
De verwerking van deze transacties in de jaarrekening hangt af van de aard van de activa en passiva waarvan de risico’s worden afgedekt en van het al dan niet voldoen aan de hedge accounting criteria onder IFRS-EU. De verwerking van derivaten die voldoen aan de hedge accounting criteria onder IFRS-EU is afhankelijk van de afgedekte activa of passiva en van het toegepaste hedge accounting model. Onder IFRS-EU zijn drie hedge accounting modellen mogelijk: reële-waardehedges, kasstroomhedges en hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen. Deze worden hieronder besproken. De waarderingsgrondslagen voor de hedge accounting modellen worden besproken in de paragraaf Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep. Om voor hedge accounting onder IFRS-EU in aanmerking te komen, moet aan bepaalde strikte criteria worden voldaan. Bepaalde hedges die vanuit het oogpunt van risicobeheer effectief zijn, kwalificeren niet voor hedge accounting onder IFRS-EU. De waardemutaties van derivaten die niet in aanmerking komen voor hedge accounting worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord. De hieruit voortvloeiende schommelingen in het resultaat worden soms tegengegaan door de afgedekte activa en passiva te classificeren als activa of passiva tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. Wanneer hedge accounting onder IFRS-EU wordt toegepast bestaat de mogelijkheid dat gedurende de hedge deze niet meer als hedge classificeert en dat hedge accounting moet worden beëindigd, zelfs wanneer de hedge vanuit economisch perspectief effectief te noemen is. Hierdoor kunnen deze hedges resultaatschommelingen veroorzaken welke vanuit een economisch gezichtspunt niet verwacht zouden worden. Voor de rente- en valutaderivaten geven de nominale of contractuele bedragen van deze instrumenten alleen een indicatie van de nominale waarde van de openstaande transacties per balansdatum. Het nominale bedrag is geen indicatie van het werkelijke risico dat per 31 december wordt gelopen. Om het kredietrisico te beheren gebruikt ING Groep kredietderivaten, waaronder ‘credit default swaps’ en ‘total return swaps’ om bescherming te kopen of te verkopen tegen kredietrisico’s in lening-, beleggings- of handelsportefeuilles. Met betrekking tot kredietderivaten wordt hedge accounting niet toegepast. Verwerking reële-waardehedges Reële-waardehedges binnen ING Groep bestaan voornamelijk uit renteswaps en ‘cross currency interest rate swaps’ die voor vastrentende instrumenten bescherming bieden tegen wijzigingen in reële waarde als gevolg van wijzigingen in de rentestand. Winsten en verliezen op derivaten onder reële-waardehedges worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Het effectieve deel van de waardemutaties van het afgedekte instrument dat betrekking heeft op het afgedekte risico worden eveneens in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Hierdoor wordt per saldo alleen het ineffectieve deel van de hedge in de winsten-verliesrekening verantwoord. In 2008 heeft ING Groep een bedrag van EUR –5.492 miljoen (2007: EUR 697 miljoen) verantwoord als veranderingen in reële waarde van derivaten in reële-waardehedges. Dit bedrag wordt deels gecompenseerd door een bedrag van EUR –5.697 miljoen (2007: EUR 663 miljoen) verantwoord als wijziging in reële waarde van activa en passiva die deel uitmaken van reële-waardehedges. Dit heeft geresulteerd in een resultaat van EUR 205 miljoen (2007: EUR 34 miljoen) verantwoord als het ineffectieve deel van reëlewaardehedges. Op 31 december 2008 bedroeg de reële waarde van de derivaten die onderdeel uitmaken van reële-waardehedges EUR –5.050 miljoen (2007: EUR 994 miljoen). Dit bedrag wordt in de balans gepresenteerd als EUR 3.862 miljoen (2007: EUR 1.952 miljoen) aan positieve reële waarden onder de activa en EUR 8.912 miljoen (2007: EUR 958 miljoen) aan negatieve reële waarden onder de passiva. Bij het afdekken van renterisico’s maakt ING Groep gebruik van de EU ‘carve-out’ in IFRS voor reële-waardehedges op portefeuilleniveau. De EU ‘carve-out’ maakt het mogelijk om een groep van derivaten (gedeeltelijk) onderdeel uit te laten maken van een hedge en neemt bepaalde beperkingen weg met betrekking tot het hedgen van deposito’s en het niet geheel hedgen van risico’s (onder-hedgen). Door gebruik te maken van de EU ‘carve-out’ kunnen deposito’s onderdeel worden gemaakt van een hedgerelatie en is er alleen sprake van ineffectiviteit als het bedrag aan kasstromen in een bepaalde periode onder het in de hedgerelatie aangewezen bedrag valt. ING past de IFRS-EU ‘carve-out’ toe voor de retailactiviteiten waarmee een nettorisico op de retailfunding (spaar- en lopende rekeningen) en de retaillending (hypotheken) wordt afgedekt. De hedgingsactviteiten vinden plaats in een reële-waardehedge op portefeuilleniveau op de hypotheken, gebruikmakend van de IFRS-EU voorzieningen. Kasstroomhedges Kasstroomhedges bestaan voornamelijk uit (forward) renteswaps en ‘cross currency interest rate swaps’ die worden gebruikt om ING Groep te beschermen tegen fluctuaties in kasstromen uit hoofde van rente van niet-handelsportefeuilles die variabel rentend zijn of die in de toekomst worden geherfinancierd of worden herbelegd. De bedragen en timing van de kasstromen worden voor elke portefeuille van activa en passiva geschat op basis van contractuele voorwaarden en andere relevante factoren waaronder vervroegde aflossingen en wanbetaling. Deze kasstromen betreffen zowel rente als aflossing. Het totaal van deze kasstromen vormt de basis voor het bepalen van het nominale bedrag dat onderhevig is aan renterisico en deel uit maakt van de kasstroomhedge. Winsten en verliezen op het effectieve deel van de derivaten die onderdeel zijn van kasstroomhedges worden verantwoord in het eigen vermogen. De rentestromen van de derivaten worden in dezelfde periode in de winst-en-verliesrekening als rente verantwoord als de rente van de afgedekte positie. Winsten en verliezen op het ineffectieve deel van de derivaten worden verantwoord in het resultaat.
ING Groep Jaarverslag 2008
148
In 2008 heeft ING Groep een bedrag van EUR 746 miljoen (2007: EUR –925 miljoen) (na belasting) in het eigen vermogen verantwoord als effectieve veranderingen in reële waarde van derivaten in kasstroomhedges. Daardoor bedroeg de kasstroomhedge reserve in het eigen vermogen per 31 december 2008 EUR 1.457 miljoen (2007: EUR 574 miljoen) bruto en EUR 1.177 miljoen (2007: EUR 431 miljoen) na latente belastingen. Dit bedrag fluctueert met de reële waarde van de derivaten in de kasstroomhedges en wordt in het resultaat verantwoord over de looptijd van de afgedekte posities als rentebaten of rentelasten. De kasstroomhedgereserve heeft betrekking op een groot aantal derivaten en afgedekte posities met verschillende looptijden. Voor verzekeringen lopen deze tot 40 jaar en voor de bank tot 21 jaar, met de grootste concentraties voor verzekeringen van 20 tot 30 jaar en van 35 en 40 jaar en voor de bank van 1 tot 15 jaar. Het ineffectieve deel van de winsten en verliezen op derivaten in kasstroomhedges verantwoord in het resultaat bedroeg in 2008 EUR 22 miljoen (2007: EUR –9 miljoen). Op 31 december 2008 bedroegen de derivaten die onderdeel uitmaken van kasstroomhedges EUR –318 miljoen (2007: EUR 229 miljoen). Dit bedrag wordt in de balans gepresenteerd als EUR 5.771 miljoen (2007: EUR 3.417 miljoen) aan positieve reële waarden onder de activa en EUR 6.089 miljoen (2007: EUR 3.188 miljoen) aan negatieve reële waarden onder de passiva. Per 31 december 2008 en 31 december 2007 stonden geen niet-handelsderivaten die onderdeel zijn van de kasstroomhedge uit. Onder renteopbrengsten en rentekosten op niet-handelsderivaten is respectievelijk EUR 3.082 miljoen (2007: EUR 1.533 miljoen) en EUR 2.744 miljoen (2007: EUR 1.242 miljoen) verwerkt met betrekking tot derivaten gehanteerd bij kasstroomhedges verwerkt. Hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen Hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen bestaan uit derivaten (valuta forwards en swaps) en andere financiële instrumenten zoals leningen in vreemde valuta die worden gebruikt om bescherming te bieden tegen valutarisico gerelateerd aan buitenlandse deelnemingen. Winsten en verliezen op het effectieve deel van de derivaten die onderdeel zijn van hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen worden verantwoord in het eigen vermogen. Als de deelneming wordt verkocht, valt het gerelateerde deel van de reserve vrij in het resultaat. Winsten en verliezen op het ineffectieve deel van de derivaten worden verantwoord in het resultaat. Op 31 december 2008 bedroegen de derivaten die onderdeel uitmaken van hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen EUR 300 miljoen (2007: EUR –71 miljoen). Dit bedrag wordt in de balans gepresenteerd als EUR 670 miljoen (2007: EUR 281 miljoen) aan positieve reële waarden onder de activa en EUR 370 miljoen (2007: EUR 352 miljoen) aan negatieve reële waarden onder de passiva. Per 31 december 2008 bedroeg de reële waarde van de uitstaande niet–handelsderivaten die onderdeel zijn van de hedge van de netto-investeringen in de buitenlandse bedrijfsonderdelen EUR –881 miljoen (2007: EUR –1.318 miljoen). Hedge-instrumenten welke geen derivaten zijn die onderdeel zijn van de hedgeinstrumenten bestaan hoofdzakelijk uit leningsovereenkomsten. Het ineffectieve deel van derivaten en hedge-instrumenten welke geen derivaten zijn die onderdeel zijn van hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen verantwoord in het resultaat bedroeg in 2008 EUR –6 miljoen (2007: EUR –14 miljoen).
ING Groep Jaarverslag 2008
149
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
24 MAXIMALE KREDIETRISICO Het maximale kredietrisico voor ING Groep per 31 december 2008 en 2007 is als volgt: Maximum credit exposure
Liquide middelen Bankiers – leningen en voorschotten aan banken – liquide middelen, rekening courant en overige tegoeden Activa voor handelsdoeleinden – schuldbewijzen – leningen en schuldbewijzen – derivaten Niet-handelsderivaten Geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop Schuldbewijzen tot einde looptijd aangehouden Kredieten – polisbeleningen – leningen aan of gegarandeerd door de overheid – leningen met hypothecaire zekerheid – leningen gegarandeerd door kredietinstellingen – persoonlijke leningen – overige particuliere leningen – overige zakelijke leningen – overige Herverzekeringscontracts Herverzekering en verzekeringsvorderingen Overige Maximaal kredietrisico uit de balans blijkend Niet uit de balans blijkende krediet verplichtingen: – verplichtingen – Verzekeringen – garanties – Verzekeringen – verdisconteerde wissels – Bank – garanties – Bank – onherroeplijke accreditieven – Bank – overige – Bank – onherroepelijke faciliteiten Maximaal kredietrisico niet uit de balans blijkend Maximaal kredietrisico
2008
2007
22.045
12.406
40.705
45.790
7.742
3.098
26.652 59.449 71.925 16.484
37.345 116.164 28.592 7.637
8.277 234.030 15.440
11.453 255.950 16.753
2.960 26.385 318.917 548 5.244 26.894 244.452 1.919 5.797 3.683 8.334 1.147.882
3.468 23.638 290.933 2.528 5.453 24.204 204.528 1.351 5.874 3.664 10.389 1.111.218
4.221 2.460 1 22.391 10.458 453 89.081 129.065
4.477 173 1 19.018 11.551 350 100.707 136.277
1.276.947
1.247.495
Het maximale kredietrisico voor de verschillende balansposten is de betreffende boekwaarde. Voor niet uit de balans blijkende verplichtingen is dit het maximale bedrag dat uitbetaald zou kunnen worden. Ontvangen zekerheden zijn hierbij niet in beschouwing genomen. De wijze waarop ING het kredietrisico beheerst en voor dat deel de blootstellingen aan kredietrisico bepaald is uiteengezet in de paragraaf ‘Risicobeheer’.
ING Groep Jaarverslag 2008
150
25 NIET TER VRIJE BESCHIKKINGSTAANDE ACTIVA Niet ter vrije beschikking staande activa betreffen voornamelijk rentedragende waardepapieren die tot zekerheid dienen voor bij De Nederlandsche Bank en andere banken opgenomen gelden en worden voorts aangehouden in verband met marginaccountverplichtingen en overige wettelijke vereisten. Niet ter vrije beschikkingstaande activa kunnen als volgt worden onderverdeeld naar zekerheidsstelling: Niet ter vrije beschikkingstaande activa
Beleggingen Kredieten Bankiers Overige activa
2008
2007
6.521 3.136 6.889 5.677 22.223
5.807 911 1.602 4.609 12.929
Onder Bankiers zijn de gelden van De Nederlandsche Bank en andere banken opgenomen. ING Bank N.V. had op 31 december 2008 de verplichting om een reserve bij De Nederlandsche Bank aan te houden met een maandsgemiddelde van EUR 5.810 miljoen (2007: EUR 5.676 miljoen). Op 31 december 2008 bedroeg deze reserve EUR 3.529 miljoen (2007: 1.375 miljoen). De niet ter vrije beschikkingstaande activa, in bovenstaande tabel, hebben geen afzonderlijk significante voorwaarden anders dan de zekerheidsstelling. 26 VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN EN TOEZEGGINGEN ING Groep is betrokken bij activiteiten waar risico’s aan zijn verbonden die niet of niet volledig in de geconsolideerde balans tot uitdrukking komen. Om in de behoefte van haar klanten te voorzien, biedt ING Groep kredietgerelateerde financiële producten aan. Dit betreft ook de traditionele kredietgerelateerde ‘off-balance sheet’ instrumenten. Voorwaardelijke verplichtingen en toezeggingen
Verzekeringsactiviteiten Verplichtingen Garanties
Bancaire activiteiten Voorwaardelijke verplichtingen van: – verdisconteerde wissels – garanties – onherroepelijke accreditieven – overige
Onherroepelijke faciliteiten
2008
2007
4.221 2.460 6.681
4.477 173 4.650
1 22.391 10.458 453 33.303
1 19.018 11.551 350 30.920
89.081 129.065
100.707 136.277
Garanties betreffen zowel kredietvervangende als niet-kredietvervangende garanties. Kredietvervangende garanties zijn door ING Groep verstrekte garanties met betrekking tot door derden aan klanten verleende kredieten. Naar verwachting zullen de meeste garanties aflopen zonder dat daarop aanspraak wordt gemaakt en zullen dientengevolge geen toekomstige kasstromen veroorzaken. De garanties zijn over het algemeen kortlopend van aard. Behalve de garanties die begrepen zijn in de voorwaardelijke verplichtingen, heeft ING Groep ook garanties afgegeven als deelnemer in collectieve garantieregelingen die zijn opgezet op initiatief van landelijke bedrijfstakorganisaties, of die verplicht zijn voorgeschreven door de overheid in bepaalde landen. Onherroepelijke accreditieven garanderen hoofdzakelijk betalingen aan derden voor binnenlandse en buitenlandse handelstransacties in het kader van de financiering van goederenzendingen. Het kredietrisico dat ING Groep loopt is beperkt aangezien de verzonden goederen bij deze transacties als onderpand dienen en de transacties kort van duur zijn. Overige voorwaardelijke verplichtingen zijn geaccepteerde wissels opgenomen met een korte looptijd. Ook zijn onder de Overige voorwaardelijke verplichtingen verplichtingen opgenomen die voortvloeien uit de reguliere vastgoedactiviteiten. Hieronder vallen de verplichtingen uit projectontwikkeling en bouwcontracten. Geen van deze verplichtingen is afzonderlijk significant.
ING Groep Jaarverslag 2008
151
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Onherroepelijke faciliteiten bestaan voornamelijk uit onherroepelijke kredietfaciliteiten die zijn toegezegd aan zakelijke klanten, maar waarop nog geen beroep is gedaan. Veel van deze faciliteiten zijn toegezegd voor een vastgestelde tijdsduur en tegen een variabel rentepercentage. Het kredietrisico en renterisico dat ING Groep loopt bij deze transacties is beperkt. Voor het merendeel van de onherroepelijke kredietfaciliteiten waarop geen beroep is gedaan, is zekerheid gesteld in de vorm van onderpand of contra-garanties van de overheid en vrijgestelde organen onder de solvabiliteitsrichtlijnen. Onder onherroepelijke faciliteiten worden tevens de toezeggingen opgenomen tot het aankopen van nog door overheden en private instellingen uit te geven effecten. Toekomstige huurverplichtingen uit hoofde van operationele leasecontracten 2009 2010 2011 2012 2013 jaren na 2013
209 182 166 152 129 166
27 SPECIAL PURPOSE ENTITIES EN SECURITISATIES Securitisaties ING als originator Om het kredietrisico op bepaalde activa te verlagen maakt ING gebruik van synthetische securitisaties. Bij synthetische securitisaties sluit ING een kredietderivaat af met een ‘Special Purpose Entity’ (SPE). Onder dit contract koopt ING bescherming tegen kredietrisico op bepaalde hypothecaire leningen en leningen verstrekt aan het midden- en kleinbedrijf. De SPE dekt dit kredietrisico vervolgens af door ‘credit linked notes’ uit te geven. Als gevolg van deze transacties heeft ING een groot deel van het kredietrisico op deze portefeuilles afgewenteld op investeerders. In het algemeen hebben deze investeerders alleen verhaalsrecht op de activa van de SPE en niet op de activa van ING Groep. Na de securitisatietransactie blijven deze activa opgenomen op de balans van ING Groep onder Kredieten. Deze transacties zijn daarom geen off balance sheet regelingen. Activa onder synthetische securitisatieprogramma’s
Leningen aan het midden- en kleinbedrijf Zakelijke leningen Leningen met hypothecaire zekerheid Totaal
2008
2007
8.603
8.946 430 6.488 15.864
6.101 14.704
ING als sponsor van een ‘multi-seller conduit’ In het kader van haar normale werkzaamheden, ondersteunt ING Groep haar relaties bij het verkrijgen van financieringsmiddelen door het opzetten van transacties waarbij vorderingen van deze relaties of andere financiële activa worden verkocht aan een SPE. Om deze aankopen te financieren geeft de SPE in de markt ‘asset backed commercial papers’ uit. ING Groep in haar rol als administrateur, ondersteunt deze transactie door deze te structureren, door het verlenen van administratieve en operationele diensten en door het verstrekken van financieringsfaciliteiten. ING Groep ondersteunt de commercial paper uitgiftes door de SPE’s korte termijn liquiditeitsfaciliteiten te verschaffen. Deze faciliteiten zijn bedoeld om tijdelijke verschillen tussen vraag en aanbod in de markt voor commercial paper op te vangen. Zodra deze liquiditeitsfaciliteit door de SPE gebruikt wordt, loopt ING Groep het normale kredietrisico. In een aantal gevallen verstrekt ING Groep naast de gewone liquiditeitsfaciliteiten tevens aanvullende liquiditeitsfaciliteiten, waarbij ING Groep tot op zekere hoogte het kredietrisico dat aan de commercial paper uitgifte verbonden is, overneemt. Hieruit kunnen kredietverliezen voortvloeien. Verder garandeert ING Groep tot een beperkt bedrag, in geval van een zogenaamde Program Wide Credit Enhancement, aan de investeerders in het commercial paper alle overblijvende verliezen binnen de SPE. Deze verschillende faciliteiten hebben elk een eigen risicoprofiel. Zij worden slechts aan de SPE verstrekt nadat de bij ING Groep gebruikelijke beoordeling heeft plaatsgevonden ten aanzien van kredietrisico en liquiditeitsrisico. Voor het verlenen van deze diensten en het ter beschikking stellen van faciliteiten worden marktconforme commissies in rekening gebracht. De SPE is opgenomen in de consolidatie van ING Groep. De transactie is daarom geen off balance sheet regeling. De verstrekte reguliere korte termijn liquiditeitsfaciliteiten en de aanvullende liquiditeitsfaciliteiten zijn verantwoord onder de onherroepelijke faciliteiten.
ING Groep Jaarverslag 2008
152
Collateralised debt obligations (CDO)transacties Ten behoeve van CDO-transacties gebruikt ING Groep SPE’s. Bij een standaard CDO-transactie wordt een SPE gebruikt om een samenstel van effecten met een rating uit te geven, die worden gedekt door overdraagbare schuldinstrumenten. Naast investeren in CDO’s vervult ING vaak meerdere rollen in deze transacties: t ING arrangeert de transactie, zet de SPE op, verwerft de activa die aan de SPE worden verkocht en verkoopt de CDO aan investeerders; t ING is verantwoordelijk voor het beheer van de activa in de SPE waarbij het beheer geschiedt op basis van strikte voorwaarden zoals verwoord in de statuten van de SPE. ING Groep ontvangt een marktgerelateerde vergoeding voor het opzetten en verkopen van CDO’s aan investeerders. Het totaal van deze vergoeding is niet significant. ING als investeerder ING investeert in schuldpapier uitgegeven door securitisatie SPE’s als onderdeel van haar beleggingsactiviteiten. Voor sommige securitisatieprogramma’s houdt ING beperkte posities aan in de rol van market maker. Investeringen, anders dan middels contanten, worden gedaan door ING door kredietbescherming te verkopen door middel van kredietderivaten. Andere entiteiten ING Groep is ook betrokken bij SPE’s die worden gebruikt in bijvoorbeeld structured finance en leasetransacties. Beleggingsfondsen ING als fondsbeheerder en belegger ING lanceert nieuwe beleggingsfondsen waarin ING bij oprichting optreedt als fondsmanager en enige investeerder op het moment van oprichting. Daarna worden derden gezocht die willen investeren in het fonds waardoor het aandeel van ING wordt teruggebracht. In het algemeen houdt ING een bescheiden aandeel in het fonds aan. De fondsen zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de Groep als en wanneer zeggenschap bestaat, daarbij wordt rekening gehouden met zowel ING’s financiële belang voor eigen risico en haar rol als vermogensbeheerder. ING als fondsbeheerder ING treedt op als fondsbeheerder voor verschillende fondsen. Beheerprovisies die hiervoor in rekening worden gebracht zijn marktconform. In het algemeen treedt ING voor deze fondsen op in een fiduciaire rol en neemt daarom deze fondsen niet op in de geconsolideerde jaarrekening. 28 BELANGRIJKSTE DOCHTERONDERNEMINGEN De belangrijkste dochterondernemingen van ING Groep zijn als volgt: Dochterondernemingen onderdeel van het verzekeringsbedrijf ING Verzekeringen N.V. ING Verzekeringen Nederland N.V. ING Vastgoed Belegging B.V. Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. Parcom Ventures B.V. Postbank Levensverzekering N.V. Postbank Schadeverzekering N.V. RVS Levensverzekering N.V. RVS Schadeverzekering N.V. Movir N.V. ING Zivotna Poistovna a.s. ING Nationale-Nederlanden Polska S.A. ING Nationale-Nederlanden Polska Powszechne Towarzystwo Emerytaine S.A. ING Asigurari de Viata S.A. ING Greek Life Insurance Company S.A. ING Greek General Insurance Company S.A. ING Nationale-Nederlanden Magyarorszagi Biztosito Rt. Nationale Nederlanden Vida, Compañia de Seguros y Reaseguros S.A. Nationale Nederlanden Generales, Compañia de Seguros y Reaseguros S.A. ING Canada Inc. Belair Insurance Company Inc. ING Insurance Company of Canada
Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Slowakije Polen Polen Roemenië Griekenland Griekenland Hongarije Spanje Spanje Canada Canada Canada
ING Groep Jaarverslag 2008
153
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
ING Novex Insurance Company of Canada ING America Insurance Holdings, Inc. ING International Insurance Holdings, Inc. ING Life Insurance and Annuity Company ING North America Insurance Corporation Lion Connecticut Holdings Inc. ReliaStar Life Insurance Company ReliaStar Life Insurance Company of New York Security Life of Denver Insurance Company ING USA Annuity and Life Insurance Company ING Seguros de Vida S.A. AFP Capital S.A. ING Afore S.A. de C.V. ING Life Insurance Company (Japan) Limited ING Life Insurance Company (Korea) Limited ING Life Insurance Company of America ING Australia Holdings Limited ING Australia Pty Limited ING Re (Nederland) N.V. Dochterondernemingen onderdeel van de bancaire activiteiten ING Bank N.V. ING Bank Nederland N.V. Bank Mendes Gans N.V. ING Lease Holding B.V. ING Corporate Investments B.V. ING Vastgoed Management Holding B.V. InterAdvies N.V. Nationale-Nederlanden Financiële Diensten B.V. ING Commercial Finance B.V. Postbank N.V. Postbank Groen N.V. Westland Utrecht Hypotheekbank N.V. ING België N.V. ING Bank Slaski S.A. ING Bank Deutschland A.G. ING Financial Holdings Corporation ING Middenbank Curaçao N.V. ING Vysya Bank Ltd. ING Direct N.V.
ING Bank A.S.
ING Groep Jaarverslag 2008
154
Canada Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Chili Chili Mexico Japan Zuid Korea Verenigde Staten Australië Australië Nederland
Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland België Polen Duitsland Verenigde Staten Nederlandse Antillen India Canada, Duitsland, Spanje, Australië, Frankrijk, Verenigde Staten, Italië, Verenigd Koninkrijk Turkije
29 AANKOOP EN VERKOOP VAN MAATSCHAPPIJEN De initiële verwerking van de reële waarde van de netto activa van de gedurende het jaar verkregen ondernemingen is alleen een voorlopige bepaling. De initiële verwerking dient binnen een jaar na de acquisitiedatum voltooid te zijn. Aankoop van meest significante maatschappijen in 2008 Chileense pensioenactiviteiten van Santander
Oyak Emeklilik
Interhyp AG
Universal Lease Iberia
Algemeen Belangrijkste branche
Verzekeringen Verzekeringen Verzekeringen
Bank
Bank
Datum van aankoop
16 januari 2008
Percentage verkregen stemrecht
CitiStreet
Totaal
1 juli 2008 1 december 2008 1 augustus 2008 1 oktober 2008
100%
100%
100%
99%
Aankoopprijs Aankoopprijs Acquisitiekosten Aankoopprijs in contanten
397 4 401
578 5 583
110
418
110
418
1.503 9 1.512
Overgenomen liquiditeiten Uitgaande kasstroom bij aankoop (2)
401
45 538
35 75
418
80 1.432
45
35
43
80 8 6 43
20
235
78 104 289
7 224 70
Activa Liquiditeiten Beleggingen Kredieten Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Immateriële vaste activa Diverse overige activa Vreemd vermogen Verzekerings- en beleggingscontracten Toevertrouwde middelen Diverse overige passiva
100%
8 6
78 31 2
73 24
8
7 6
26
2
16
224 20
Netto activa Minderheidsbelangen Verkregen netto activa
112
116
41
47
–9
307
112
116
41
47
–9
307
Geactiveerde goodwill (1)
285
462
69
371
9
1.196
3
–7
17
275
1
8
Winst sinds datum van aankoop Baten als aankoop plaats had gevonden bij aanvang boekjaar Winst als aankoop plaats had gevonden bij aanvang boekjaar (1)
(2)
–7 12
–11
61
42
407
–20
–1
–12
Goodwill verantwoord op kleine aankopen bedraagt EUR 133 miljoen waardoor het totale bedrag aan goodwill EUR 1.329 miljoen bedraagt. Zie ook toelichting 9 ‘Immateriële vaste activa’. In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van individueel immateriële verkopen en vastgoedportefeuilles in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen.
ING Groep Jaarverslag 2008
155
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Aankopen geëffectueerd in 2008 In december 2008 heeft ING 100% van de aandelen van vrijwillig pensioenfonds Oyak Emeklilik verkregen voor een totaalbedrag van EUR 110 miljoen. Bij de aankoop is goodwill opgenomen van EUR 69 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan de operationele synergieën en het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop. In augustus 2008 heeft ING ongeveer 97% van de aandelen van Interhyp AG, de grootste Duitse onafhankelijke hypotheekverstrekker verkregen, voor een totaalbedrag van EUR 418 miljoen. Bij de aankoop is een goodwill opgenomen van EUR 371 miljoen welke hoofdzakelijk toe te rekenen is aan het toekomstige potentieel voor het verbeteren van ING distributiekanalen in Europa, welke voortkomt uit de aankoop. In juli 2008 heeft ING 100% van de aandelen van CitiStreet verkregen, een vooraanstaande pensioenuitvoerder- en administratieve maatschappij op de Amerikaanse markt voor defined contribution regelingen voor een totaalbedrag van EUR 578 miljoen. Bij de aankoop is een goodwill opgenomen van EUR 462 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan de operationele synergieën en het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop. ING wordt hierdoor één van de grootste aanbieders van defined contribution regelingen in de Verenigde Staten. In januari 2008 heeft ING de transactie afgesloten waarbij 100% van de Latijns Amerikaanse pensioen- en lijfrente-activiteiten van Banco Santander middels de aankoop van de pensioenactiviteiten in Chili. Zie Aankopen geëffectueerd in 2007 (zie bladzijde 159) voor de volledige details van deze transactie. Verkoop van meest significante maatschappijen in 2008
NRG
Mexicaanse verzekeringsactiviteiten
Verzekeringen
Verzekeringen
Verkoopopbrengst Verkoopopbrengst Opbrengst in contanten
272 272
950 950
1.222 1.222
Verkochte liquiditeiten Ingaande kasstroom bij verkoop (1)
12 260
26 924
38 1.184
12 461 137
26 1.146 65
38 1.607 202
26
41 1.261
41 1.287
210 10
1.497 274
1.707 284
416 100% 416
768 100% 768
1.184 1.184
–144
182
38
Algemeen Belangrijkste branche
Activa Liquiditeiten Beleggingen Kredieten Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Diverse overige activa Vreemd vermogen Verzekerings- en beleggingscontracten Diverse overige passiva Netto activa % verkocht Netto activa verkocht Winst/verlies op verkoop (2)
Totaal
In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van individueel immateriële verkopen in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen. (2) Winst/verlies op verkoop bestaat uit de verkoopopbrengst, de netto activa verkocht, de kosten die direct verband houden met de verkoop en de realisatie van de ongerealiseerde reserves. (1)
Verkopen geëffectueerd in 2008 In december 2007 is ING met Berkshire Hathaway overeengekomen om het herverzekeringsonderdeel NRG N.V. te verkopen voor EUR 272 miljoen. Deze verkoop heeft geresulteerd in een nettoverlies van EUR 144 miljoen. Zoals toegelicht in toelichting 21 ‘Overige schulden’ is een verkoopverlies van EUR 129 miljoen verwerkt in 2007 (zie bladzijde 142). In 2008 is een additioneel verlies van EUR 15 miljoen verwerkt wat voornamelijk betrekking had op veranderingen in de valutakoersen.
ING Groep Jaarverslag 2008
156
In juli 2008 heeft ING bekend gemaakt dat de verkoop van een deel van haar activiteiten in Mexico, te weten Seguros ING SA de CV en haar dochtermaatschappijen, aan AXA, zoals bekend gemaakt in februari 2008, is afgerond voor een totaalbedrag van EUR 950 miljoen (USD 1,5 miljard). De verkoop resulteerde in een winst van EUR 182 miljoen. In januari 2008 heeft ING de verkoop van haar health-activitieiten in Chili, ING Salud, aan Said Group en Linzor Capital Partners afgerond. Dit resulteerde in een verkoopwinst van EUR 55 miljoen. Verkopen aangekondigd en plaatsvindend in 2009 of naar verwachting plaatsvindend in 2009 In oktober 2008 heeft ING bekend gemaakt dat overeenstemming bereikt is om alle Taiwanese levensverzekeringsactiviteiten, ING Life Taiwan te verkopen aan Furbon Financial Holding Co. Ltd. voor een bedrag van ongeveer EUR 447 miljoen. Per 31 december 2008 kwalificeert ING Life Taiwan als groep van activa die wordt afgestoten. De verkoop is afgerond op 13 februari 2009. Als gevolg daarvan zal ING Life Taiwan niet meer in de consolidatie worden opgenomen in het eerste kwartaal van 2009. ING zal betaald worden in een vast aantal aandelen waarbij het verschil tussen de reële waarde van die aandelen op de afwikkeldatum en de verkoopprijs betaald zal worden in ondergeschikte schuldbewijzen van de koper. ING Life Taiwan is opgenomen in het segment Insurance Asia/Pacific. Het is de verwachting dat deze transactie zal resulteren in een verlies van EUR 292 miljoen. Een voorziening is opgenomen voor dit verlies onder de Overige schulden. Het verlies is verwerkt in 2008 in Resultaat uit verkopen van groepsmaatschappijen in de winst-en-verliesrekening. Zoals opgenomen in de Aankopen geëffectueerd in 2007 heeft ING AFJP Pension (Origines AFJP S.A.) een onderneming in Argentinië gekocht als onderdeel van de Santander-transactie. In november 2008 heeft de Argentijnse overheid wetgeving aangenomen welke private pensioensystemen (AFJPs) nationaliseert. Onder de voorgestelde wet zouden alle cliëntrekeningen aangehouden door de private pensioensystemen moeten worden overgedragen aan de Argentijnse overheid en de AFJPs pensioenactiviteiten zouden moeten worden beëindigd. De wet werd van toepassing in december 2008 toen de Argentijnse sociale zekerheidsinstantie (ANSES) de beschikkingsmacht over de betrokken rekeningen overnam. De nationalisatie heeft alleen een impact gehad op de pensioenbeleggingen, daarbij bleef ING verantwoordelijk voor de lopende bedrijfslasten en verplichtingen waaronder verplichtingen voor ontslagvergoedingen. Dit heeft geresulteerd in een verlies van EUR 188 miljoen welke verwerkt is in 2008. In februari 2009 heeft ING bekend gemaakt dat overeenstemming bereikt is over de verkoop van het belang van 70% in ING Canada, voor een bruto-verkoopbedrag van ongeveer EUR 1.265 miljoen (CAD 2.163 miljoen). Deze transactie is afgerond op 19 februari 2009 en zal verwerkt worden in 2009. Deze transactie zal in een afname van Totaal activa van ongeveer EUR 5.471 miljoen resulteren en een afname van Totaal vreemd vermogen van ongeveer EUR 3.983 miljoen.
ING Groep Jaarverslag 2008
157
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Aankoop van meest significante maatschappijen in 2007 Latijns Amerikaanse pensioenactiviteiten van Santander Landmark
Algemeen Belangrijkste branche
Oyak Bank
Sharebuilder Corporation
Totaal
Verzekeringen
Verzekeringen
Bank
Bank
31 juli 2007
4 december 2007
31 december 2007
15 november 2007
100%
100%
100%
100%
Aankoopprijs Aankoopprijs Acquisitiekosten Aankoopprijs in contanten
255 2 257
692 8 700
1.903 2 1.905
152 1 153
3.002 13 3.015
Overgenomen liquiditeiten Uitgaande kasstroom bij aankoop (2)
29 228
28 672
75 1.830
12 141
144 2.871
29
28 86
75 1.332 4.824 508
12
144 1.418 4.839 508
Datum van aankoop Percentage verkregen stemrecht
Activa Liquiditeiten Beleggingen Kredieten Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Immateriële vaste activa Diverse overige activa Vreemd vermogen Verzekerings- en beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Diverse overige passiva Netto activa Minderheidsbelangen Verkregen netto activa Geactiveerde goodwill (1) Winst sinds datum van aankoop Baten als aankoop plaats had gevonden bij aanvang boekjaar Winst als aankoop plaats had gevonden bij aanvang boekjaar (3)
18
520 154 85
41 236 474
15
2 80
563 390 657
51 58
500 632 5.369 834 1.184
500
47
182 191
632 5.369 601 888
47
191
888
58
1.184
208
501
1.015
94
1.818
1
8
–1
8
15
209
38
262
4
46
–2
128
80
Goodwill verantwoord op kleine aankopen bedraagt EUR 222 miljoen waardoor het totale bedrag aan goodwill EUR 2.040 miljoen bedraagt. Zie ook toelichting 9 ‘Immateriële vaste activa’. In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van individueel immateriële verkopen en vastgoedportefeuilles in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen. (3) De schatting van de winst over het hele jaar van de aangekochte onderneming is gebaseerd op lokale verslaggevingsregels. (1)
(2)
ING Groep Jaarverslag 2008
158
Aankopen geëffectueerd in 2007 In september 2007 heeft ING EUR 20 miljoen betaald om haar belang in ING Piraeus Life (de joint venture tussen ING en Piraeus Bank) uit te breiden van 50% naar 100%. In april 2007 heeft ING een 100% belang gekregen in AZL, een onafhankelijke verstrekker van management service activiteiten op het gebied van pensioenfondsen, voor EUR 65 miljoen. In juli 2007 heeft ING bekend gemaakt dat zij tot een overeenstemming was gekomen om het volledige eigendom te verwerven in Landmark Investment Co Ltd, de op elf na grootste vermogensbeheerder van Korea. De betaalde aankoopprijs voor Landmark was EUR 255 miljoen. Bij de verkoop is een goodwill opgenomen van EUR 208 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan de operationele synergieën en het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop. Tussen de boekwaarden van de verkregen netto activa net voor de aankoop en hun reële waarden bestond geen significant verschil. Alle immateriële vaste activa met een significante waarde zijn afzonderlijk van de goodwill opgenomen en zijn opgenomen in de Immateriële vaste activa. In 2008 zijn geen significante aanpassingen gemaakt op de bedragen welke voorlopig bepaald waren in 2007. In november 2007 heeft ING 100% van Sharebuilder Corporation, een effectenmakelaarsbedrijf in Seattle gekocht voor EUR 152 miljoen om het aanbod van producten op de markt voor particuliere beleggingen en de geografische spreiding in de Verenigde Staten uit te breiden. Bij de verkoop is goodwill opgenomen van EUR 94 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan de operationele synergieën en het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop. Tussen de boekwaarden van de verkregen netto activa net voor de aankoop en hun reële waarden bestond geen significant verschil. Alle immateriële vaste activa met een significante waarde zijn afzonderlijk van de goodwill opgenomen en zijn opgenomen in de Immateriële vaste activa. Met uitzondering van het effect van de nationalisatie van de Argentijnse pensioen business zoals toegelicht in Bekendgemaakte en verwachte verkopen in 2009, zijn in 2008 zijn geen significante aanpassingen gemaakt op de bedragen welke voorlopig bepaald waren in 2007. In november en december 2007 heeft ING de Latijns-Amerikaanse pensioenactiviteiten van Banco Santander in Mexico gekocht voor EUR 349 miljoen, in Colombia voor EUR 88 miljoen, in Uruguay voor EUR 20 miljoen en in Argentinië voor EUR 235 miljoen. Zoals toegelicht in Aankopen geëfectueerd in 2008 zijn de pensioenactiviteiten in Chili gekocht in januari 2008 voor EUR 450 miljoen. De totale kosten van de transactie bedroegen ongeveer EUR 1.142 miljoen. Bij de verkoop is goodwill opgenomen van EUR 786 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan het toekomstige businesspotentieel welke voortkomt uit de aankoop. De gekochte Latijns-Amerikaanse pensioenactiviteiten bestaan uit de aankoop van toonaangevende posities in pensioenservices in snelgroeiende opkomende markten, waardoor ING een duurzaam schaalbaar platform heeft verkregen in Latijns-Amerika. Tussen de boekwaarden van de verkregen netto activa net voor de aankoop en hun reële waarden bestond geen significant verschil. Alle immateriële vaste activa met een significante waarde zijn afzonderlijk van de goodwill opgenomen en zijn opgenomen in de Immateriële vaste activa. In 2008 zijn geen significante aanpassingen gemaakt op de bedragen welke voorlopig bepaald waren in 2007. In december 2007 heeft ING de afronding van de aankoop van 100% van de aandelen van Oyak Bank voor een bedrag van EUR 1.903 miljoen bekend gemaakt. Oyak Bank is een toonaangevende bank in de Turkse markt en biedt een volledig aanbod van bankdiensten met een focus op retail banking. Bij de aankoop is een bedrag aan goodwill verantwoord van EUR 1.015 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop, aangezien Oyak een grote bank is, welke ook een platform biedt voor de distributie van verzekeringen, asset management en pensioenproducten, in Europa’s snelst groeiende economieën. Tussen de boekwaarde van de verkregen netto activa direct voor de transactie en hun reële waarde bestond geen significant verschil. Alle immateriële vaste activa met een significante waarde zijn afzonderlijk van de goodwill opgenomen en zijn opgenomen in de immateriële vaste activa. De jaarwinst (voor afschrijvingen van de immateriële vaste activa, uit hoofde van purchase accounting) over 2007 was ongeveer EUR 80 miljoen. Er is geen winst of verlies verwerkt in het resultaat van 2007 van ING Groep.
ING Groep Jaarverslag 2008
159
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verkoop van meest significante maatschappijen in 2007 Belgische verzekeringsactiviteiten via tussenpersonen en inzake Employee Benefit
ING Trust
ING Regio B.V.
Verzekeringen
Bank
Bank
Verkoopopbrengst Verkoopopbrengst Opbrengst in contanten
777 777
25 25
51 51
853 853
Verkochte liquiditeiten Ingaande kasstroom bij verkoop (1)
11 766
25
51
11 842
Algemeen Belangrijkste branche
Activa Liquiditeiten Beleggingen Kredieten Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Diverse overige activa Vreemd vermogen Verzekerings- en beleggingscontracten Toevertrouwde middelen Diverse overige passiva Netto activa % verkocht Netto activa verkocht Winst/verlies op verkoop (2) (1)
(2)
Totaal
11 4.622 301
4
1.156
11 4.622 1.461
350 463
10
110
350 583
178
–4
2.052 –811
5.075 2.052 –637
494 100% 494
18 100% 18
25 100% 25
537
418
7
26
451
5.075
537
In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van individueel immateriële verkopen in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen. Winst/verlies op verkoop bestaat uit de verkoopopbrengst, de netto activa verkocht, de kosten die direct verband houden met de verkoop en de realisatie van de ongerealiseerde reserves.
Verkopen geëffectueerd in 2007 In juni 2007 heeft ING haar belang in Nationale Borg, een gespecialiseerde verstrekker van garanties, verkocht aan Hal Investments BV en Egeria. ING heeft in juli 2007 ING Trust verkocht aan het management en aan Foreman Capital, een onafhankelijke investeringsmaatschappij in Nederland. De verkoop is onderdeel van de strategie van ING om te focussen op de kernactiviteiten van de bank- en verzekeringsactiviteiten en vermogensbeheer. In juli 2007 heeft ING haar totale belang in ING Regio B.V. een dochtermaatschappij van Regio Bank N.V. verkocht aan SNS REAAL voor EUR 50,5 miljoen. Dit resulteerde in een winst van EUR 26 miljoen. Dit onderdeel voerde het grootste deel van de activiteiten van Regio Bank uit. De juridische entiteit Regio Bank N.V. zelf maakte geen onderdeel uit van de transactie. In september 2007 heeft ING haar Belgische verzekeringsactiviteiten via tussenpersonen en inzake Employee benefit aan P&V Verzekeringen verkocht voor EUR 777 miljoen. Deze verkoop resulteerde in een winst van EUR 418 miljoen.
ING Groep Jaarverslag 2008
160
Aankoop van meest significante maatschappijen in 2006 ABN AMRO Asset Management Taiwan, Ltd
Appleyard
Summit REIT
Verzekeringen
Bank
Bank
27 oktober 2006
1 juli 2006
5 oktober 2006
100%
100%
56%
Aankoopprijs Aankoopprijs Aankoopprijs in contanten
65 65
110 110
2.132 2.132
2.307 2.307
Overgenomen liquiditeiten Uitgaande kasstroom bij aankoop (2)
19 46
110
2.132
19 2.288
Algemeen Belangrijkste branche Datum van aankoop Percentage verkregen stemrecht
Activa Liquiditeiten Beleggingen Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Diverse overige activa
23 2 1 2 332
Totaal
2.132
23 2.134 1
793 34
795 366
73 2.886 754 2.132
238 129 2.952 754 2.198
Vreemd vermogen Bankiers Diverse overige passiva Netto activa Minderheidsbelangen Verkregen netto activa
4 24
238 52 42
24
42
Geactiveerde goodwill (1)
41
54
Winst sinds datum van aankoop Winst als aankoop begin van het jaar zou zijn geweest
–1
1
8
8
2
33
131
166
(1)
(2)
95
Goodwill verantwoord op kleine aankopen bedraagt EUR 74 miljoen waardoor het totale bedrag aan goodwill EUR 169 miljoen bedraagt. Zie ook toelichting 9 ‘Immateriële vaste activa’. In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van individueel immateriële verkopen en vastgoedportefeuilles in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen.
In juli 2006 heeft ING 100% van Appleyard Vehicles Contracts, een autoleasebedrijf in Groot Brittannië, gekocht. De kostprijs bedroeg EUR 110 miljoen. In oktober 2006 heeft ING 56% van Summit Real Estate Investment Trust (Summit REIT) gekocht voor een bedrag van EUR 2.132 miljoen. Summit REIT bezit een portefeuille van industrieel onroerend goed van hoge kwaliteit verspreid over de belangrijkste markten van Canada. In oktober 2006 kocht ING voor EUR 65 miljoen 100% van de geregistreerde beleggingsinstelling ABN Amro Asset Management (Taiwan) Ltd. De aankoop versterkt de bestaande positie van ING als grootste vermogensbeheerder in Taiwan.
ING Groep Jaarverslag 2008
161
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verkoop van meest significante maatschappijen in 2006 Deutsche Williams de Broë Hypothekenbank AG
Algemeen Belangrijkste branche
Degussa Bank
Totaal
Bank
Bank
Bank
Verkoop opbrengst Verkoop opbrengst Opbrengst in contanten
19 19
275 275
195 195
489 489
Verkochte liquiditeiten Ingaande kasstroom bij verkoop (1)
19
11 264
27 168
38 451
27
228 14
11 9.556 16.884 5.928
2.334 187
38 9.556 19.446 6.129
5 27
3.280 747
162 163
3.447 937
64
2.439 8.984 24.541 442 84% 370
198 2.184 286 205 100% 205
2.701 11.168 25.025 659
Activa Liquiditeiten Beleggingen Kredieten Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Diverse overige activa Vreemd vermogen Bankiers Toevertrouwde middelen Diverse overige passiva Netto activa % verkocht Netto activa verkocht (1)
198 12 100% 12
587
In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van individueel immateriële verkopen in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen.
In juni 2006 verkocht ING haar effectenmakelaarskantoor in Groot Brittannië Williams de Broë Plc voor EUR 22 miljoen. De verkoop is onderdeel van de strategie van ING Groep om zich op kernactiviteiten te richten. Het resultaat van de verkoop is nog onderhevig aan aanpassingen. In september 2006 verkocht ING haar 87,5% belang in Deutsche Hypothekenbank AG, een beursgenoteerde hypotheekbank in Duitsland. De verkoop is onderdeel van de strategie van ING om zich op haar kernactiviteiten te richten. De verkoop resulteerde in een verlies van EUR 83 miljoen. In december 2006 verkocht ING haar belang in Degussa Bank, een onderdeel van ING DiBa gespecialiseerd in het MKB. De verkoop resulteerde in een verlies van EUR 23 miljoen. 30 JURIDISCHE PROCEDURES Vennootschappen behorende tot ING Groep zijn betrokken bij rechtszaken en arbitrageprocedures, zowel in Nederland als in een aantal andere landen, inclusief de Verenigde Staten, die betrekking hebben op claims door en tegen deze vennootschappen die voortkomen uit de normale bedrijfsuitoefening, inclusief de activiteiten als verzekeraar, kredietverschaffer, werkgever, belegger en belastingplichtige. In een aantal van deze procedures worden grote of onbepaalde bedragen geëist. Hoewel het niet mogelijk is de uitkomst van lopende of dreigende juridische procedures te voorspellen of te bepalen, is de Raad van Bestuur van mening dat het onwaarschijnlijk is dat de uitkomst hiervan materiële nadelige gevolgen zal hebben voor de financiële positie of bedrijfsresultaten van ING Groep. Deze juridische procedures hebben onder meer betrekking op klachten en procedures die zijn aangespannen met betrekking tot bepaalde rentegevoelige producten die werden verkocht door een voormalige dochtermaatschappij van ING in Mexico. ING heeft in deze procedures tot op heden krachtig verweer gevoerd. Echter, we kunnen op dit moment niet de definitieve uitkomst voorspellen. Daarnaast is een dochtermaatschappij van ING Groep als derde-beslagene betrokken bij een procedure in de Verenigde Staten. Deze procedure is aangespannen door schuldeisers van de Republiek Argentinië die beslag proberen te leggen op de activa die door deze dochtermaatschappij beheerd werden, voordat de Republiek de particuliere pensioenen in Argentinië nationaliseerde. ING heeft aangewezen stappen ondernomen om deze zaak aan te pakken. Daarnaast wordt via procedures die in februari 2009 beweerdelijk namens groepen belanghebbenden zijn gestart de juistheid van bepaalde uitingen ten aanzien van de uitgifte en verkoop in 2007 en 2008 van ING Groeps perpetual hybrid capital securites aangevochten. Via andere beweerdelijk collectieve actie worden handelingen omtrent ING Groeps Amerikaanse spaar-, ESOP- en 401(k)-plannen aangevochten. Deze zaken verkeren thans nog in een zeer verkennende fase en hoewel we nog niet in staat zijn de uitkomst van deze zaken in te schatten, zijn we van plan om daartegen krachtig verweer te voeren. ING Groep Jaarverslag 2008
162
In november 2006 kreeg de kwestie rondom, onder andere, de kosten berekend aan klanten door de verzekeringsbranche met betrekking tot beleggingsverzekeringen de aandacht van de Nederlandse media, de Nederlandse toezichthouder en consumentenorganisaties. ING heeft medio november 2008 met de consumentenorganisaties in Nederland in een overeenkomst op hoofdlijnen een minnelijke regeling getroffen teneinde het geschil ten aanzien van de beleggingsverzekeringen, die door de verzekeringsmaatschappijen van ING werden verkocht aan klanten in Nederland, op te lossen. Er is overeengekomen dat de Nederlandse verzekeringsmaatschappijen van ING een schadevergoeding aanbieden aan de polishouders aan wie hogere kosten in rekening zijn gebracht dan het afgesproken maximum. De kosten die met de schikking gemoeid zijn, worden gewaardeerd op EUR 365 miljoen. Ondanks het feit dat de schikking niet bindend is voor de polishouders verwacht ING dat het een significante stap voorwaarts is om deze kwestie op te lossen. Net als vele andere bedrijven, fondsen voor gemene rekening, effectenbemiddelaars, aanbieders van effectenproducten en verzekeringsbedrijven, hebben verschillende onderdelen van ING informele en formele verzoeken om informatie ontvangen van verschillende overheidsinstanties en zelf-regulerende organisaties in verband met onderzoeken naar transacties in beleggingsfondsen, beloning, belangenconflicten, mededingingsbeperkende activiteiten, overdracht van verzekeringsrisico en verkooppraktijken. ING beantwoordt deze verzoeken en werkt aan het oplossen van deze kwesties met de toezichthouders. We menen dat de kwesties die tot nu toe zijn geïdentificeerd niet duiden op een structureel probleem in de betrokken ING ondernemingen en dat de uitkomst van de onderzoeken niet van materieel belang zullen zijn voor ING Groep. Vanwege de geografische spreiding van haar activiteiten kan ING op ieder moment onderworpen zijn aan belastingcontroles in talrijke jurisdicties. Hoewel ING meent dat zij adequate voorzieningen heeft opgenomen voor alle belastingposities, kan de uiteindelijke uitkomst van deze controles leiden tot verplichtingen die afwijken van de opgenomen bedragen. 31 JOINT VENTURES De volgende joint ventures worden proportioneel geconsolideerd in de geconsolideerde jaarrekening: Belangrijkste joint ventures 2008 ING Australia Ltd Postkantoren B.V. KB Life Insurance Company ING (NZ) Holdings Ltd Capital Life Insurance Company Ltd Totaal
Eigendom (%)
Activa
Passiva
Baten
Lasten
51 50 49 51 50
6.690 161 498 95 200 7.644
6.218 169 462 3 186 7.038
406 226 254 38 94 1.018
317 266 257 34 105 979
Eigendom (%)
Activa
Passiva
Baten
Lasten
51 50 49 51 50
9.735 159 412 128 150 10.584
9.252 126 394 14 117 9.903
474 205 231 44 42 996
348 203 228 33 36 848
Belangrijkste joint ventures 2007 ING Australia Ltd Postkantoren B.V. KB Life Insurance Company ING (NZ) Holdings Ltd Capital Life Insurance Company Ltd Totaal
32 VERBONDEN PARTIJEN Bij het uitoefenen van haar bedrijfsactiviteiten gaat ING Groep transacties aan met verbonden partijen. Partijen worden als verbonden beschouwd wanneer één partij de mogelijkheid heeft om invloed van betekenis uit te oefenen bij het nemen van financiële of operationele beslissingen door de andere partij. Transacties hebben plaatsgevonden op marktconforme voorwaarden en bestaan uit het leveren van diensten, leasing, overdrachten door middel van financieringsovereenkomsten en het verstrekken van garanties en zakelijke onderpanden.
ING Groep Jaarverslag 2008
163
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Transacties met joint ventures en deelnemingen
Vorderingen Schulden Garanties uitgegeven ten behoeve van Ontvangen opbrengsten Betaalde kosten
Deelnemingen met invloed van betekenis 2008 2007
2008
Joint ventures 2007
204 122
336 85
389 164
885 94 20
35 82
16 58
158 31
213 32
ING Verzekeringen N.V. 2008 2007
2008
ING Bank N.V. 2007
Transacties met ING Verzekeringen N.V. en ING Bank N.V.
Vorderingen Schulden Ontvangen opbrengsten Betaalde kosten
4.564 2
2.315
8.764 1.252
8.137 201
248
112
675 226
619 228
Vorderingen op ING Verzekeringen N.V. en ING Bank N.V. bestaan voornamelijk uit lange termijn financieringen. Schulden aan ING Bank N.V. bestaan voornamelijk uit kortlopende deposito’s. Transacties met bestuurders (Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen) en pensioenfondsen zijn transacties met verbonden partijen. Deze transacties worden verder toegelicht in het Remuneratierapport in het jaarverslag en in toelichting 21 ‘Overige schulden’. Beloning bestuurders en commissarissen bedragen in duizenden euro’s Basissalaris en kortetermijnbonus Pensioenlasten Uitkeringen bij pensionering Marktwaarde van de langetermijnbonus Totale beloning
2008
7.052 3.580
10.632
Raad van Bestuur 2007
16.898 3.334 1.222 9.072 30.526
Raad van Commissarissen 2008 2007
2008
Totaal 2007
986
673
8.038 3.580
986
673
11.618
17.571 3.334 1.222 9.072 31.199
Gemiddelde rentevoet 2008 2007
2008
Aflossingen 2007
35 35
216 216
Leningen aan bestuurders en commissarissen bedragen in duizenden euro’s Raad van Bestuur Totaal
Openstaand per 31 december 2008 2007
2.341 2.341
2.376 2.376
4,6%
4,8%
Het totaal aantal opties op aandelen ING Groep N.V. aandelen die worden gehouden door de leden van de Raad van Bestuur bedraagt op 31 december 2008 3.436.583 (2007: 2.744.887). De leden van de Raad van Bestuur hielden op 31 december 2008 250.969 aandelen ING Groep N.V. (2007: 201.252). De leden van de Raad van Commissarissen hielden per 31 december 2008 8.940 aandelen ING Groep N.V. (2007: 17.370). Er zijn geen significante voorzieningen voor dubieuze vorderingen gevormd of kosten gemaakt die hiermee verband houden en afzonderlijk materieel zijn.
ING Groep Jaarverslag 2008
164
33 REËLE WAARDEN VAN FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA De volgende tabel geeft inzicht in de geschatte reële waarde van de financiële activa en passiva van ING Groep. Een aantal balansposten is niet in deze tabel opgenomen, omdat zij niet voldoet aan de definitie van een financieel actief of passief. Het totaal van de hieronder weergegeven reële waarden geeft niet de onderliggende waarde van ING Groep weer en moet derhalve niet als zodanig worden geïnterpreteerd. Reële waarden van financiële activa en passiva Geschatte reële waarde 2008 2007
Financiële activa Liquide middelen Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – activa voor handelsdoeleinden – beleggingen voor risico van polishouders – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen – beschikbaar voor verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten Overige activa (1)
Financiële passiva Preferente aandelen Achtergestelde leningen Uitgegeven schuldbewijzen Overige leningen Beleggingscontracten Beleggingscontracten voor risico van polishouders Bankiers Toevertrouwde middelen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – verplichtingen voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden (2)
2008
Balanswaarde 2007
22.045 48.308
12.406 48.461
22.045 48.447
12.406 48.875
160.378 95.366 16.484
193.213 114.827 7.637
160.378 95.366 16.484
193.213 114.827 7.637
8.277
11.453
8.277
11.453
242.852 15.566 622.641 48.794 1.280.711
275.897 16.354 546.358 32.559 1.259.165
242.852 15.440 619.791 48.794 1.277.874
275.897 16.753 552.964 32.559 1.266.584
6.277 93.536 26.544 9.804 11.281 153.368 522.693
21 6.731 66.555 32.595 9.520 14.132 167.365 522.859
10.281 96.488 31.198 9.804 11.281 152.265 522.783
21 7.325 66.995 27.058 9.520 14.132 166.972 525.216
152.616 21.773
148.988 6.951
152.616 21.773
148.988 6.951
14.009 51.978 1.063.379
13.882 35.724 1.025.323
14.009 51.978 1.074.476
13.882 35.724 1.022.784
Overige activa bevatten geen actieve belastinglatenties, onroerend goed aangehouden voor verkoop, onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden, pensioenbeleggingen en uitgestelde doorbelastingen. (2) Overige schulden bevatten geen passieve belastinglatenties, pensioenvoorzieningen, verzekeringstechnische voorzieningen, onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden, op aandelengebaseerde beloningen andere voorzieningen en overige belastingen en sociale lasten. (1)
De geschatte reële waarden vertegenwoordigen de bedragen, bepaald op basis van de beste schatting, waarvoor de financiële instrumenten op balansdatum op een reële economische basis tussen goed geïnformeerde en bereidwillige partijen hadden kunnen worden verhandeld (‘at arm’s length’). De reële waarde van financiële activa en passiva is gebaseerd op marktprijzen, voor zover deze beschikbaar zijn. Daar waar geen markten zijn waar actief wordt gehandeld in deze financiële instrumenten, zijn diverse technieken ontwikkeld om de reële waarde van deze instrumenten te benaderen. Deze technieken zijn subjectief van aard en maken gebruik van diverse veronderstellingen met betrekking tot de relevante prijsfactoren. Veranderingen in deze veronderstellingen kunnen de geschatte reële waarden significant beïnvloeden. Dit kan tot gevolg hebben dat de weergegeven reële waarden geen goede benadering zijn van de directe opbrengstwaarde. Daarnaast is de berekening van de geschatte reële waarde gebaseerd op de marktomstandigheden op een bepaald moment en is daarom mogelijk geen goede benadering van de toekomstige reële waarden. De volgende methoden en veronderstellingen zijn door ING Groep gebruikt om de geschatte reële waarde van de financiële instrumenten te bepalen:
ING Groep Jaarverslag 2008
165
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Financiële activa Liquide middelen De boekwaarde van de liquide middelen wordt geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde. Bankiers De reële waarden van de vorderingen op banken zijn over het algemeen gebaseerd op genoteerde marktprijzen of wanneer deze niet genoteerd zijn dan worden deze geschat op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige geldstromen, gebruik makend van de interestvoet die op de markt geldt voor vorderingen met dezelfde karakteristieken. Niet-handelsderivaten De reële waarde van de niet-handelsderivaten is gebaseerd op genoteerde marktprijzen als deze beschikbaar zijn. Voor beleggingen welke niet actief verhandeld worden wordt de reële waarde gebaseerd op interne waarderingstechnieken. Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat De reële waarde van financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is gebaseerd op beurskoersen. Voor activa waarvoor geen beurskoers beschikbaar is, wordt gebruik gemaakt van interne waarderingstechnieken. Beleggingen De reële waarde van aandelen is gebaseerd op beurskoersen of, indien niet genoteerd, op, door het management vastgestelde, geschatte marktwaarden door gebruik te maken van beurskoersen van soortgelijke effecten. De reële waarden van schuldbewijzen zijn gebaseerd op de beurskoersen, voorzover deze beschikbaar zijn. De reële waarden van effecten waarin niet actief gehandeld wordt zijn bepaald door het management op basis van een analyse van beschikbare marktinput, waaronder waardes verkregen van één of meer private rating-bedrijven dan wel door de contante waarde te bepalen van de verwachte toekomstige geldstromen, gebruik makend van de huidige marktrente zoals deze van toepassing is gebaseerd op het rendement, de kredietwaardigheid en de looptijd van de belegging. Verwezen wordt naar de toelichting op de beleggingen in de asset backed securities in de Verenigde Staten in Gevoeligheid van reële waarden hieronder. Kredieten De boekwaarde van kredieten waarvan de waarde regelmatig wordt herzien en het kredietrisico niet in belangrijke mate is gewijzigd, wordt geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde. De reële waarden van de overige leningen zijn geschat op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige geldstromen, gebruik makend van de rentevoet die op dit moment geldt voor leningen aan leners met eenzelfde risicoprofiel. De reële waarden van hypothecaire leningen zijn geschat door rekening te houden met aflossingsgedrag en door het bepalen van de contante waarde van de toekomstige geldstromen, gebruik makend van de rentevoet die op dat moment geldt voor soortgelijke leningen aan leners met eenzelfde risicoprofiel. De reële waarden van de polisbeleningen met een vaste rente zijn geschat door het bepalen van de contante waarde van de geldstromen, gebruik makend van de rentevoet die geldt voor op dit moment uitgegeven polisbeleningen inzake soortgelijke polissen. Ten behoeve van de berekening worden leningen met dezelfde karakteristieken bij elkaar opgeteld. De reële waarden van polisbeleningen met een variabele rente is bij benadering gelijk aan de boekwaarde. Overige activa De boekwaarde van de overige activa wijkt niet materieel af van de reële waarde. Financiële passiva Achtergestelde leningen De reële waarde van achtergestelde leningen is geschat op basis van de contante waarde van de geldstromen, gebruikmakend van de rentevoet die geldt voor soortgelijke instrumenten. Beleggingscontracten De reële waarden die zijn gerelateerd aan de beleggingscontracten voor risico van de onderneming, zijn geschat door de contante waarde van de geldstromen te bepalen, gebruik makend van de interestvoet die op dit moment van toepassing is op soortgelijke contracten met een resterende looptijd die overeenkomt met die van de betreffende contracten. De reële waarden die zijn gerelateerd aan de beleggingscontracten voor risico van de polishouder komen over het algemeen overeen met de reële waarden van de onderliggende activa. Bankiers De reële waarden van de schulden aan banken zijn over het algemeen gebaseerd op genoteerde marktprijzen of wanneer deze niet beursgenoteerd zijn dan worden deze geschat op basis van de contante waarde van de toekomstige geldstromen, gebruik makend van de rentevoet die op dit moment van toepassing is op schulden aan banken met vergelijkbare voorwaarden.
ING Groep Jaarverslag 2008
166
Toevertrouwde middelen De boekwaarden van de deposito’s van klanten en overige deposito’s zonder overeengekomen looptijden worden geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde. De reële waarde van de overige deposito’s met overeengekomen looptijden zijn geschat op basis van de contante waarde van de toekomstig geldstromen, gebruik makend van de rentevoet die op dit moment van toepassing is op deposito’s met eenzelfde resterende looptijd. Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat De reële waarde van financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is gebaseerd op beurskoersen. Voor verplichtingen waarvoor geen beurskoers beschikbaar is worden interne waarderingstechnieken gebruikt. Uitgegeven schuldbewijzen en overige leningen De reële waarden van uitgegeven schuldbewijzen en overige leningen zijn over het algemeen gebaseerd op de genoteerde marktprijzen of wanneer deze niet genoteerd zijn worden deze geschat op basis van de contante waarde van de toekomstige kasstromen, gebruik makend van de huidige marktrente die van toepassing is op de interest, kredietkwaliteit en looptijd. Overige schulden De boekwaarde van de overige schulden wijkt niet materieel af van de reële waarde. ING Groep heeft haar financiële instrumenten onderverdeeld in een rangorde van drie niveaus gebaseerd op de prioriteit van de input van de waardering. De reële waarde rangorde geeft de hoogste prioriteit aan gepubliceerde noteringen in een actieve markt voor vergelijkbare activa en passiva en de laagste prioriteit aan niet-waarneembare input. Een actieve markt voor activa en passiva is een markt waar transacties voor activa en passiva plaatsvinden met voldoende frequentie en omvang om in betrouwbare prijsinformatie te voorzien op een doorlopende basis. De reële waarden van financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde zijn als volgt bepaald: Toegepaste methoden voor bepaling reële waarden van financiële activa en passiva
2008 Activa Activa voor handelsdoeleinden Beleggingen voor risico van polishouders Niet-handelsderivaten Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen beschikbaar voor verkoop
Vreemd vermogen Passiva voor handelsdoeleinden Niet-handelsderivaten Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingscontracten (voor contracten op reële waarde)
Gerelateerd aan gepubliceerde prijsnotering in een actieve markt
97.946 94.170 15.478
WaarderingsWaarderingsmethode op methode niet op basis van markt basis van markt informatie informatie
61.220 893 1.003
1.212 303 3
Totaal
160.378 95.366 16.484
3.658
2.746
1.873
8.277
150.496 361.748
67.740 133.602
24.616 28.007
242.852 523.357
91.308 19.845
60.951 1.903
357 25
152.616 21.773
5.591 11.182 127.926
8.354
64 99 545
14.009 11.281 199.679
71.208
ING Groep Jaarverslag 2008
167
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Toegepaste methoden voor bepaling reële waarden van financiële activa en passiva
2007 Activa Activa voor handelsdoeleinden Beleggingen voor risico van polishouders Niet-handelsderivaten Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen beschikbaar voor verkoop
Vreemd vermogen Verplichtingen voor handelsdoeleinden Niet-handelsderivaten Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingscontracten (voor contracten op reële waarde)
Gerelateerd aan gepubliceerde prijsnotering in een actieve markt
Waarderingsmethode op basis van markt informatie
Waarderingsmethode niet op basis van markt informatie
Totaal
122.448 111.723 6.928
70.279 2.976 693
486 128 16
193.213 114.827 7.637
5.012
4.608
1.833
11.453
204.838 450.949
69.306 147.862
1.753 4.216
275.897 603.027
75.131 6.234
73.841 620
16 97
148.988 6.951
7.723 12.074 101.162
6.159 2.058 82.678
113
13.882 14.132 183.953
Gerelateerd aan gepubliceerde prijsnoteringen in een actieve markt In deze categorie zijn financiële instrumenten opgenomen waarvan de reële waarde direct wordt bepaald op basis van gepubliceerde noteringen in een actieve markt. Een financieel instrument wordt beschouwd als genoteerd in een actieve markt als de genoteerde prijs eenvoudig en regelmatig beschikbaar is van een beurs, handelaar, effectenmakelaar, branchegroep, prijsinstelling of toezichthoudende instelling en als deze prijzen de actuele en regelmatig voorkomende markttransacties, op basis van marktvoorwaarden, weergeven. In deze categorie zijn financiële instrumenten opgenomen waarvan de prijs volgens marktgebruik gebaseerd is op een enkele gepubliceerde verbandhoudende koers (bijvoorbeeld een genoteerde rentecurve in geval van een eenvoudig rentederivaat). De omvang van dergelijke financiële instrumenten is EUR 4.786 miljoen onder activa en EUR 4.996 miljoen onder vreemd vermogen. Bepaalde overeenkomsten tot terugverkoop (‘reverse repos’) met een zeer korte looptijd (bijvoorbeeld een aantal dagen), waarvan de waardering is gebaseerd op actuele prijzen en op vervaldatum zijn opgenomen in deze categorie omdat hun waardering zeer objectief is en gebaseerd op gegevens van een derde partij. Waarderingsmethode op basis van marktinformatie In deze categorie zijn financiële instrumenten opgenomen waarvan de reële waarde bepaald wordt met behulp van een waarderingstechniek (een model), waarbij inputs worden gehanteerd van een actieve markt of welke waarneembaar zijn in de markt. Wanneer bepaalde inputs in het model niet waarneembaar zijn in de markt, maar alle significante inputs zijn dat wel, dan wordt dit instrument nog steeds geclassificeerd in deze categorie, ervan uitgaande dat de impact van deze elementen op de totale waardering niet-significant zijn. In deze categorie zijn ook items opgenomen waarvan de waarde is afgeleid van genoteerde prijzen of vergelijkbare instrumenten, maar waarvoor de prijzen (meer dan niet-significant) zijn aangepast aan de andere waarneembare externe marktgegevens. Waarderingsmethode niet op basis van marktinformatie In deze categorie zijn financiële activa en passiva opgenomen waarvan de reële waarde is bepaald met behulp van een waarderingstechniek (een model) en waarbij voor meer dan een niet-significant deel van de input ten behoeve van de totale waardering niet waarneembaar is in de markt. In deze categorie zijn ook financiële activa en passiva opgenomen waarvan de reële waarde bepaald is op basis van genoteerde prijzen, maar waarvoor de markt als niet-actief wordt beschouwd. Het totale bedrag van veranderingen in reële waarde verantwoord in het resultaat dat is geschat met behulp van waarderingsmethoden niet op basis van marktinformatie, is EUR –261 miljoen (2007: EUR 74 miljoen). Gevoeligheid van reële waarden Indien de gebruikte veronderstellingen in de waarderingsmethoden die niet gebaseerd zijn op recente transacties in de markt zouden worden vervangen binnen redelijke marges, zou dit geen significante impact hebben op het eigen vermogen en resultaat, anders dan hieronder beschreven voor de beleggingen in asset backed securities in de Verenigde Staten.
ING Groep Jaarverslag 2008
168
Activa geclassificeerd als Waarderingsmethode niet op basis van marktinformatie bestaan voornamelijk (ongeveer 87%) uit beleggingen in asset backed securities in de Verenigde Staten. Deze activa worden gewaardeerd door gebruik te maken van externe prijsbronnen welke verkregen worden van onafhankelijke private rating-bedrijven en effectenmakelaars. Per 31 december werden deze activa geclassificeerd als Gerelateerd aan gepubliceerde prijsnoteringen in een actieve markt omdat de waardering gebaseerd was op onafhankelijke prijsnoteringen en omdat toen een actieve handel bestond. In 2008 zijn de handelsvolumes in deze markten significant afgenomen en deze zijn inactief geworden. De spreiding tussen prijzen voor dezelfde belegging verkregen van verschillende prijsbronnen namen ook significant toe. Als gevolg hiervan werd een bedrag van EUR 25 miljard met betrekking tot asset backed securities in de Verenigde Staten in het derde kwartaal van 2008 gereclassificeerd van als Gerelateerd aan gepubliceerde prijsnoteringen in een actieve markt naar Waarderingsmethode niet op basis van marktinformatie. Om zeker te stellen dat de meest accurate en relevante beschikbare bronnen gehanteerd werden bij het bepalen van de reële waarde voor deze beleggingen werd het waarderingsproces verder versterkt in 2008 door gebruikt te maken van informatie van meer prijsbronnen en het proces werd verstrekt door het selecteren van de meest juiste prijs. Over het algemeen wordt gebruik gemaakt van maximaal vier verschillende verschaffers van prijsinformatie. Het management beoordeelt zorgvuldig de verkregen prijzen in samenhang met de beschikbare informatie, rekeninghoudend, waar van toepassing, met handel in de markt, noteringen van effectenmakelaars en interne beoordelingen. Wanneer de spreiding tussen verschillende prijzen voor dezelfde belegging beperkt is bestaat een rangorde welke zekerstelt dat een consistente selectie van de meest juiste prijs wordt gemaakt. Wanneer de spreiding tussen verschillende prijzen voor dezelfde belegging significant is worden additionele processen toegepast om de meest juiste prijs te selecteren, waarbij rekening wordt gehouden met een intern ontwikkelde prijsvalidatiematrix en een proces om de prijsbron te beoordelen. Als een gevolg van de lage handelsvolumes in de markt en de steeds breder wordende spreiding tussen prijzen van verschillende prijsbronnen voor dezelfde belegging is de waardering van deze beleggingen inherent complex en subjectief. Hoewel iedere belegging in de portefeuille is gewaardeerd op basis van een externe prijs, zonder aanpassing van ING Groep en management zeker is dat zij de meest juiste prijs in de huidige marktomstandigheden gekozen hebben, is de waardering van deze portefeuilles significant anders dan wanneer andere prijzen gehanteerd hadden geworden. De gevoeligheid van de waardering in dit verband kan als volgt geïllustreerd worden: t Als de waardering gebaseerd zou zijn geweest op de hoogst beschikbare marktprijs voor iedere en elke belegging in deze portefeuilles dan zou de waardering in totaal ongeveer 10% hoger zijn geweest dan de door ING Groep toegepaste waardering; t Als de waardering gebaseerd zou zijn geweest op de laagst beschikbare marktprijs voor ieder en elke belegging in de deze portefeuilles, dan zou de waardering in totaal ongeveer 15 % lager zijn geweest dan de door ING Groep toegepaste waardering; t Als de waardering gebaseerd zou zijn geweest op gewogen gemiddelde van beschikbare marktprijs voor deze portefeuilles, dan zou de waardering in totaal ongeveer 5% lager zijn geweest dan de door ING Groep toegepaste waardering. Deze zijn indicatoren van gevoeligheid en geen alternatieven voor reële waarde onder IFRS-EU. Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Risicobeheer’ betrekking tot de omvang van deze asset backed securities per 31 december 2008 en de impact van deze asset backed securities op het resultaat over 2008. Verder is in de paragraaf ‘Risicobeheer’ in het onderdeel Effect van de marktturbulentie een uiteenzetting gegeven van de gehanteerde methode bij het bepalen van de reële waarden van de onder druk staande activa.
ING Groep Jaarverslag 2008
169
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven 34 RENTERESULTAAT UIT BANCAIRE ACTIVITEITEN Renteresultaat bancaire activiteiten 2008
2007
2006
31.174
26.390
21.970
–24 31.150
–26 26.364
13 21.983
7.449
7.397
6.989
669 45.510 7.076 5.157 97.011
736 32.443 6.190 3.619 76.749
755 21.414 5.231 2.798 59.170
Rentelasten op uitgegeven schuldbewijzen Rentelasten op achtergestelde leningen Rentelasten op verplichtingen voor handelsdoeleinden Rentelasten op niet-handelsderivaten Overige rentelasten Rentelasten uit bancaire activiteiten
4.856 19.594 4.109 1.784 44.093 7.391 4.142 85.969
5.131 18.563 3.648 1.167 29.383 6.115 3.766 67.773
3.559 15.107 3.173 1.132 18.821 5.159 3.027 49.978
Renteresultaat uit bancaire activiteiten
11.042
8.976
9.192
2008
2007
2006
1,07
0,94
1,06
Rentebaten op leningen Rentebaten op leningen waarbij sprake is van een bijzondere waardevermindering Totale rentebaten op leningen Rentebaten op beleggingen beschikbaar voor verkoop Rentebaten op tot einde looptijd aangehouden beleggingen Rentebaten op handelsportefeuille Rentebaten niet-handelsderivaten Overige rentebaten Rentebaten uit bancaire activiteiten Rentelasten op deposito’s bij banken Rentelasten op toevertrouwde middelen
Rentemarge in percentages Rentemarge
In 2008 heeft de toename van het gemiddeld balanstotaal geresulteerd in een groei van het renteresultaat met EUR 811 miljoen (2007: EUR 753 miljoen; 2006: EUR 1.040 miljoen). De toename van de rentemarge met 13 basispunten heeft in 2008 geresulteerd in een toename van het renteresultaat met EUR 1.440 miljoen. In 2007 heeft een verkrapping van de marge van 12 basispunten geresulteerd in een afname van EUR 1.051 miljoen van het renteresultaat. In 2006 heeft een verkrapping van de marge van 10 basispunten geresulteerd in een afname van EUR 867 miljoen van het renteresultaat. 35 BRUTO PREMIE INKOMEN Bruto premie-inkomen
Bruto premie-inkomen levensverzekeringen Bruto premie-inkomen schadeverzekeringen
2008
2007
2006
38.869 4.943 43.812
40.732 6.086 46.818
40.502 6.333 46.835
Het bruto premie-inkomen is opgenomen vóór aftrek van afgegeven herverzekerings- en retrocessiepremies. Onder premie-inkomen zijn geen ontvangen premies voor beleggingscontracten opgenomen, hiervoor wordt ‘deposit accounting’ toegepast. Effect van herverzekering op geboekte premies 2008
2007
Schade 2006
2008
2007
Leven 2006
2008
2007
Totaal 2006
Geboekte bruto premies Geboekte bruto ontvangen herverzekeringspremies Totaal geboekte bruto premies
4.920 23 4.943
6.062 24 6.086
6.279 54 6.333
37.487 1.382 38.869
39.170 1.562 40.732
38.838 1.664 40.502
42.407 1.405 43.812
45.232 1.586 46.818
45.117 1.718 46.835
Afgegeven herverzekeringspremies
–196 4.747
–306 5.780
–339 5.994
–1.802 37.067
–1.968 38.764
–2.004 38.498
–1.998 41.814
–2.274 44.544
–2.343 44.492
ING Groep Jaarverslag 2008
170
Effect van herverzekering op verdiende schadepremies 2008
2007
2006
Verdiende bruto premies Verdiende bruto ontvangen herverzekeringspremies Totaal verdiende bruto premies
4.889 20 4.909
6.003 24 6.027
6.248 58 6.306
Afgegeven herverzekeringspremies
–190 4.719
–326 5.701
–377 5.929
36 OPBRENGST BELEGGINGEN Opbrengst beleggingen naar verzekerings- en bancaire activiteiten 2008
Opbrengst uit beleggingen in onroerend goed Dividendopbrengsten
Opbrengst uit beleggingen in schuldbewijzen Opbrengst uit leningen – particuliere leningen – leningen met hypothecaire zekerheid – polisbeleningen – overig Opbrengst uit beleggingen in schuldbewijzen en leningen Resultaat op verkoop schuldbewijzen (Terugboeking van) bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop Resultaat en bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen Resultaat op verkoop van aandelen Bijzondere waardeverminderingen op aandelen beschikbaar voor verkoop Resultaat en bijzondere waardeverminderingen op aandelen Veranderingen in reële waarde van beleggingen in onroerend goed Opbrengst beleggingen
Verzekeringsactiviteiten 2007 2006
2008
196 84 280
Bancaire activiteiten 2007 2006
252 70 322
134 84 218
2008
2007
Totaal 2006
271 730 1.001
332 820 1.152
318 688 1.006
75 646 721
80 750 830
184 604 788
6.535
6.857
6.359
6.535
6.857
6.359
209 1.044 200 92
76 1.313 215 323
200 1.640 212 345
18
209 1.044 200 92
76 1.313 215 323
200 1.640 212 363
8.080
8.784
8.756
18
8.080
8.784
8.774
48
–9
–56
40
138
93
88
129
37
–777
–76
36
–2.127
–57
–2.904
–133
36
–729
–85
–20
–2.087
81
93
–2.816
–4
73
685
2.975
772
30
330
149
715
3.305
921
–1.585
–36
–25
–331
–17
–17
–1.916
–53
–42
–900
2.939
747
–301
313
132
–1.201
3.252
879
–50 7.122
75 12.543
108 10.379
–350 –2.458
93 809
67 528
–400 4.664
168 13.352
175 10.907
2008
2007
Totaal 2006
888 891 262 3.063 1.019 1.381 7.504
746 1.049 304 3.165 1.247 1.182 7.693
704 1.064 263 2.704 1.158 974 6.867
Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Risicobeheer’ voor nadere informatie over bijzondere waardeverminderingen. 37 PROVISIE-INKOMEN Provisie-inkomen 2008
Betalingsverkeer Effectenbedrijf Assurantiebedrijf Beheervergoeding voor asset management Makelaarscourtage en advieskosten Overig
87 2.129 763 531 3.510
Verzekeringsactiviteiten 2007 2006
124 2.025 1.014 364 3.527
92 1.760 951 270 3.073
2008
888 891 175 934 256 850 3.994
Bancaire activiteiten 2007 2006
746 1.049 180 1.140 233 818 4.166
704 1.064 171 944 207 704 3.794
In Provisie-inkomen zijn beheersvergoedingen welke betrekking hebben op het beheer van beleggingen aangehouden voor risico van polishouders opgenomen voor EUR 1.174 miljoen (2007: EUR 1.261 miljoen; 2006: EUR 1.069 miljoen).
ING Groep Jaarverslag 2008
171
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
In Overig zijn vergoedingen voor het afsluiten van syndicaatleningen voor EUR 21 miljoen (2007: EUR 26 miljoen; 2006: EUR 42 miljoen) opgenomen. Provisiekosten 2008
Betalingsverkeer Effectenbedrijf Assurantiebedrijf Beheervergoeding Makelaarscourtage en advieskosten Overig
574 217 573 76 1.440
Verzekeringsactiviteiten 2007 2006
686 182 673 85 1.626
551 188 624 75 1.438
2008
185 268 –4 169 5 476 1.099
Bancaire activiteiten 2007 2006
144 370
140 347
230 5 491 1.240
204 2 420 1.113
2008
2007
Totaal 2006
185 268 570 386 578 552 2.539
144 370 686 412 678 576 2.866
140 347 551 392 626 495 2.551
2008
2007
Totaal 2006
In Overig zijn kosten voor het afsluiten van syndicaatleningen voor nihil (2007: nihil; 2006: nihil) opgenomen. 38 HERWAARDERINGSRESULTAAT NIET-HANDELSDERIVATEN Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten 2008
Veranderingen in reële waarde derivaten: – reële-waardehedges – kasstroomhedges (ineffectief deel) – hedges van netto investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen (ineffectief deel) – overige niet-handelsderivaten Netto resultaat op niet-handelsderivaten Verandering in reële waarde van activa en passiva (afgedekte instrumenten) Herwaarderingen op activa en verplichtingen geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat (exclusief handelsportefeuille) Netto herwaarderingsresultaat
Verzekeringsactiviteiten 2007 2006
2008
Bancaire activiteiten 2007 2006
–193 22
–227 –5
–162
–5.299
924 –4
203 –7
–5.492 22
697 –9
41 –7
–6 2.412 2.235
–14 –753 –999
–12 –85 –259
–28 –5.327
36 956
391 587
–6 2.384 –3.092
–14 –717 –43
–12 306 328
164
223
211
5.533
–886
–203
5.697
–663
8
–432 1.967
89 –687
–48
127 333
56 126
–247 137
–305 2.300
145 –561
–247 89
Verzekeringsactiviteiten 2007 2006
2008
Bancaire activiteiten 2007 2006
2008
2007
Totaal 2006
130 274 –766 –43 –405
–2.147 401 2.469 26 749
–109 184 –687 –137 –749
–1.901 575 2.499 –54 1.119
–645 402 1.262 153 1.172
39 NETTO HANDELSRESULTAAT Netto handelsresultaat 2008
Resultaat uit handelsportefeuille effecten Valutaresultaat Resultaat uit handelsderivaten Overige
–239 –90 79 –94 –344
246 174 30 –80 370
159 120 –8 1 272
–804 282 1.270 152 900
Resultaat uit handelsportefeuille effecten bevat de resultaten uit ‘market-making’ voor effecten zoals overheidspapier, aandelen, obligaties uitgegeven door bedrijven, geldmarktproducten en rentederivaten zoals swaps, opties, futures en termijncontracten. Valutaresultaat bevat resultaten uit contante transacties en termijntransacties, opties, futures en resultaten uit de omrekening van activa en verplichtingen luidende in vreemde valuta. Het deel van het netto handelsresultaat voor het jaar 2008 dat betrekking heeft op effecten uit de handelsportefeuille die op 31 december nog op de balans stonden bedraagt EUR –246 miljoen (2007: EUR –60 miljoen; 2006: EUR –121 miljoen). De meerderheid van de risico’s uit valuta- en effectenhandel is economisch afgedekt door derivaten. Het resultaat uit effectenhandel wordt deels gecompenseerd door deze derivaten. Het resultaat uit deze derivaten is opgenomen onder Resultaat uit handelsderivaten.
ING Groep Jaarverslag 2008
172
40 OVERIGE BATEN Overige baten 2008
Baten uit operationele leaseovereenkomsten Resultaat vastgoedontwikkeling projecten Resultaat postkantoren Overige
Verzekeringsactiviteiten 2007 2006
153 153
305 305
–5 –5
2008
Bancaire activiteiten 2007 2006
195 124 144 28 491
79 95 148 258 580
65 220 156 35 476
2008
2007
Totaal 2006
195 124 144 181 644
79 95 148 563 885
65 220 156 30 471
De netto baten uit operationele lease bestaan uit opbrengsten van EUR 961 miljoen (2007: EUR 803 miljoen; 2006: EUR 691 miljoen) afschrijving van EUR 766 miljoen (2007: EUR 724 miljoen; 2006: EUR 626 miljoen) en overige bedrijfslasten van nihil (2007: nihil; 2006: nihil). 41 VERZEKERINGSTECHNISCHE LASTEN Verzekeringstechnische lasten
Bruto verzekeringstechnische lasten: – voor het effect van het beleggingsresultaat voor risico van polishouders – effect van het beleggingsresultaat voor risico van polishouders Beleggingresultaat voor risico van polishouders Herverzekeringsdeel Verzekeringstechnische lasten
2008
2007
2006
51.239
50.739
50.363
–32.408 18.831 32.408 –1.754 49.485
1.079 51.818 –1.079 –1.906 48.833
2.702 53.065 –2.702 –2.175 48.188
Beleggingsresultaat en herwaarderingen op beleggingen voor risico van polishouders van EUR –32.408 miljoen (2007: EUR 1.079 miljoen; 2006: EUR 2.702 miljoen) worden niet verantwoord onder Opbrengst beleggingen en herwaarderingen op activa en verplichtingen geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, maar zijn begrepen onder Verzekeringstechnische lasten tezamen met een gelijk bedrag aan verandering van de voorziening voor verzekeringen voor risico van polishouders.
ING Groep Jaarverslag 2008
173
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Verzekeringstechnische lasten per soort
Lasten uit levensverzekeringen Herverzekering en retrocessiepremies Bruto uitkeringen Herverzekeringsdeel Mutatie in overige technische voorzieningen voor eigen rekening Acquisitiekosten inzake verzekeringsactiviteiten Overige verzekeringstechnische lasten Winstdeling en kortingen
Lasten uit schadeverzekeringen Herverzekering en retrocessiepremies Bruto schaden voor eigen rekening Herverzekeringsdeel Mutatie in de voorziening voor niet-verdiende premies Mutatie in de voorziening voor te betalen schaden Acquisitiekosten inzake verzekeringsactiviteiten Overige verzekeringstechnische lasten
Lasten uit beleggingscontracten Acquisitiekosten inzake beleggingscontracten Winstdeling en kortingen Overige wijzigingen in de verplichting voor beleggingscontracten
2008
2007
2006
1.802 27.159 –1.662
1.968 28.877 –1.749
2.004 26.234 –1.705
17.407 1.877 462 –416 46.629
11.979 1.098 457 424 43.054
13.420 1.083 439 801 42.276
196 2.846 –92 28 54 742 –22 3.752
306 3.589 –157 79 13 979 –50 4.759
339 3.848 –470 65 –209 1.043 –71 4.545
9
19 16
31 64
–905 –896
985 1.020
1.272 1.367
49.485
48.833
48.188
2008
2007
2006
–576 131 29 –416
–133 411 146 424
458 369 –26 801
Winstdeling en kortingen
Uitkeringen uit hoofde van rente of verzekeringstechnisch resultaat Winsttoekenningen in de vorm van bijschrijvingen Lasten uit latente winstdeling
In de Verzekeringstechnische lasten is in 2008 EUR 3.804 miljoen begrepen aan betaalde en verschuldigde provisies (2007: EUR 4.275 miljoen; 2006: EUR 4.141 miljoen) met betrekking tot verzekeringsactiviteiten. De afschrijvingen op de overlopende acquisitiekosten bedroegen in 2008 EUR 2.026 miljoen (2007: EUR 1.552 miljoen; 2006: EUR 1.444 miljoen). De lasten uit levensverzekeringen over 2008 bevatten een bedrag van EUR 136 miljoen (2007: EUR 110 miljoen; 2006: EUR 181 miljoen) met betrekking tot het versterken van de reserves in de divisie Insurance Asia/Pacific zoals beschreven onder Gesegmenteerde informatie. In 2004 heeft ING door middel van een medeverzekeringsovereenkomst een deel van de levensverzekeringsactiviteiten aan Scottish Re overgedragen. ING heeft voor deze transactie in 2004 een verlies verantwoord in de Verzekeringstechnische lasten voor een bedrag van EUR 160 miljoen. Dit verlies geeft de vermindering weer van de hieraan gerelateerde overlopende acquisitiekosten. Daarnaast zal een bedrag van EUR 240 miljoen worden afgeschreven over de looptijd van de onderliggende contracten, te beginnen in 2005 en geleidelijk afnemend naar mate de contracten aflopen. Het bedrag aan afschrijving bedroeg in 2008 EUR 12 miljoen (2007: EUR 15 miljoen; 2006: EUR 32 miljoen). De cumulatieve afschrijvingen bedroegen EUR 96 miljoen (2007: EUR 81 miljoen; 2006: EUR 66 miljoen). Op 23 januari 2009 hebben Hannover Re en Scottish Re bekend gemaakt dat Hannover Re overeengekomen is ING’s herverzekeringen van de individuele levensverzekeringsactiviteiten over te nemen, deze waren oorspronkelijk overgedragen aan Scottish Re in 2004.
ING Groep Jaarverslag 2008
174
42 AFSCHRIJVINGEN IMMATERIËLE VASTE ACTIVA EN OVERIGE BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN Afschrijvingen immateriële vaste activa en (terugboekingen van) overige bijzondere waardeverminderingen Bijzondere waardeverminderingen
Gebouwen en bedrijfsmiddelen Onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden Goodwill Overige immateriële vaste activa Overig (Terugboeking van) bijzondere waardeminderingen
2008
2007
2006
19
2
1
93 155 71
41
19
15
10 3
338
58
33
Terugboekingen van bijzondere waardeverminderingen 2008
–31
–31
Totaal
Totaal
2007
2006
2008
2007
2006
–14
–4
19
–12
–3
62 155 71
–2
19
15 –4
10 1
307
–3
27
157 464
18 15
8 35
–43
–4
–2
–61
–6
Afschrijvingen immateriële vaste activa
Bijzondere waardeverminderingen op Kredieten worden verantwoord onder Mutatie voorzieningen voor dubieuze debiteuren. Bijzondere waardeverminderingen op beleggingen worden verantwoord onder Opbrengst beleggingen. Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Risicobeheer’ voor nadere informatie met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen. Geen individueel belangrijk evenement of omstandigheid heeft zich voorgedaan wat heeft geleid tot een materiele opname of terugboeking van een bijzondere waardevermindering. Afschrijvingen immateriële vaste activa heeft betrekking op immateriële vaste activa welke worden opgenomen als onderdeel van de aankoop van maatschappijen. Tot 2007 werden deze geclassificeerd onder ‘Overige bedrijfslasten’. De vergelijkende cijfers over 2007 en 2006 zijn aangepast om deze gewijzigde presentatie weer te geven. De aanpassing heeft geen invloed op de totale lasten. 43 PERSONEELSKOSTEN Personeelskosten 2008
Salarissen Lasten met betrekking tot pensioenen en andere personeelsverplichtingen Sociale lasten Op aandelengebaseerde beloningen Uitzendkrachten Scholing Overige personeelskosten
Verzekeringsactiviteiten 2007 2006
2008
Bancaire activiteiten 2007 2006
2008
2007
Totaal 2006
2.069
2.050
2.012
3.816
3.646
3.480
5.885
5.696
5.492
140 205 49 160 11 206 2.840
48 201 54 160
79 196 54 169
324 2.837
288 2.798
104 516 75 1.056 105 252 5.924
159 466 73 668 81 331 5.424
206 444 58 595 69 268 5.120
244 721 124 1.216 116 458 8.764
207 667 127 828 81 655 8.261
285 640 112 764 69 556 7.918
Onder Op aandelengebaseerde beloningen zijn EUR 98 miljoen (2007: EUR 110 miljoen; 2006: EUR 108 miljoen) op aandelengebaseerde beloningen opgenomen die worden afgerekend in aandelen en voor een bedrag van EUR 26 miljoen (2007: EUR 17 miljoen; 2006: EUR 4 miljoen) op aandelengebaseerde beloningen die worden afgerekend in contanten.
ING Groep Jaarverslag 2008
175
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Pensioen- en andere personeelskosten Personeelskosten na dienstverband anders dan pensioenen
Pensioenkosten
Kosten huidige dienstjaar Kosten verstreken dienstjaren Rentelasten Verwachte opbrengsten op beleggingen Amortisatie van ongerealiseerde kosten verstreken dienstjaren Amortisatie van ongerealiseerde actuariële resultaten Effect van inkrimping of afrekening Overig Defined benefit plans Defined contribution plans
Overige
Totaal
2008
2007
2006
2008
2007
2006
2008
2007
2006
2008
2007
2006
356
408
417
–2
11
13
5
–13
23
359
406
453
77 787
–86 739
18 703
11
13
–1 11
4
–1 9
1 7
77 802
–87 761
18 721
–886
–869
–820
–886
–869
–820
–1
–5
–5
–23
33
22
–140 –12 176
–32 –68 139
–149
68 244
68 207
45 285
–1
–23
29
22
–140 –18 153
–32 –62 127
–6 334
–5
–5
4 –147 8
–7 12
–129
4 6 15
1 35
240
Remuneratie van Senior Management, Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen De informatie aangaande op aandelengebaseerde beloningsregelingen en de beloning van leden van de Raad van Bestuur en leden van de Raad van Commissarissen is opgenomen in het remuneratierapport in het jaarverslag. Deze informatie maakt onderdeel uit van de gecontroleerde jaarrekening. Optie- en aandelenregeling ING Groep heeft optierechten op aandelen ING en voorwaardelijke rechten op certificaten van aandelen optierechten toegekend aan een aantal leidinggevende functionarissen (leden van de Raad van Bestuur, alsmede directeuren en overige door de Raad van Bestuur aangewezen functionarissen), aan medewerkers van ING Groep in Nederland en aan een aanzienlijk aantal medewerkers in het buitenland. Het doel van de optie- en aandelenregeling is, naast het bevorderen van een duurzame groei van ING Groep, het aantrekken, behouden en motiveren van leidinggevende functionarissen en medewerkers. ING Groep koopt eigen aandelen in op het moment dat de opties worden toegekend om te voldoen aan haar verplichtingen die uit de bestaande optieregeling voortvloeien om het positierisico met betrekking tot de betreffende opties af te dekken (een zogenaamde delta hedge). Per 31 december 2008 worden 32.367.870 eigen aandelen (2007: 36.028.881; 2006: 52.722.755) gehouden in verband met de optieregeling tegenover 87.263.381 uitstaande opties (2007: 76.888.553; 2006: 74.175.909). Hiermee zijn de toegekende optierechten afgedekt (delta hedged), rekening houdend met de volgende factoren: uitoefenprijs, beurskoers, de zero-coupon rentevoet, dividendrendement, verwachte volatiliteit en het gedrag van medewerkers. Op vooraf vastgestelde tijdstippen wordt bekeken of de afdekking nog voldoende effectief is. Verplichtingen uit hoofde van aandelenregelingen worden niet afgedekt. De verplichtingen uit hoofde van deze regelingen zullen in de toekomst worden voldaan in contanten of in aandelen uit de delta hedgeportefeuille op verzoek van de houder. Op 31 maart 2008 zijn 1.786.762 aandelen uitgegeven met betrekking tot het onvoorwaardelijk worden van aandelenregelingen. Optierechten hebben een looptijd van vijf of tien jaar. Optierechten die niet binnen deze periode worden uitgeoefend, komen te vervallen. Toegekende optierechten zullen geldig blijven tot uitoefendatum, zelfs na beëindiging van de optieregeling. Aan de optierechten zijn bepaalde voorwaarden verbonden, waaronder een dienstverband gedurende een bepaalde aaneengesloten periode. De uitoefenprijzen van de opties zijn gelijk aan de beurskoers van het aandeel ING Groep op de dag dat de opties worden toegekend. Aan het recht op certificaten van aandelen zijn bepaalde voorwaarden verbonden. Als de deelnemer vanaf de datum van ontvangst van het recht drie jaar onafgebroken in dienst blijft bij ING, wordt het recht onvoorwaardelijk. In 2008 zijn 211.049 rechten (2007: 139.113; 2006: 52.100) op certificaten van aandelen verstrekt aan de leden van de Raad van Bestuur en 3.380.706 rechten (2007: 2.415.649; 2006: 2.432.686) op certificaten van aandelen verstrekt aan leidinggevende functionarissen en overig personeel.
ING Groep Jaarverslag 2008
176
De Raad van Bestuur van ING Groep zal ieder jaar vaststellen of, en in welke mate, de optie- en aandelenregeling zal worden voortgezet. Mutaties van de openstaande optierechten Aantal uitstaande opties (in aantallen) 2008 2007 2006
Balanswaarde begin van het jaar Verstrekt Uitgeoefend Vervallen Verlopen Balanswaarde eind van het jaar
76.888.553 14.905.232 –1.225.856 –3.304.548
74.175.909 12.139.472 –7.163.332 –2.263.496
87.263.381
76.888.553
85.128.950 13.872.880 –17.213.518 –1.338.877 –6.273.526 74.175.909
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in euro) 2008 2007 2006
26,66 21,85 18,09 28,87
25,99 32,13 19,73 27,68
25,93
26,66
24,42 32,78 20,64 25,78 25,99 25,99
De gewogen gemiddelde aandelenkoers op de datum van uitoefening in 2008 was EUR 24,07 (2007: EUR 32,48). Mutaties van de voorwaardelijke optierechten Voorwaardelijke opties (in aantallen) 2008 2007 2006
Balanswaarde begin van het jaar Verstrekt Onvoorwaardelijk geworden Vervallen Balanswaarde eind van het jaar
38.405.158 14.905.232 –13.173.224 –2.269.434 37.867.732
38.551.921 12.139.472 –10.112.348 –2.173.887 38.405.158
Aantal uitstaande opties per 31 december 2008
5.772.054 9.425.787 28.055.499 15.390.859 23.157.582 5.461.600 87.263.381
Gewogen gemiddelde reële waarde bij verstrekking (in euro) 2008 2007 2006
41.407.132 13.872.880 –15.390.327 –1.337.764 38.551.921
5,83 5,28 3,49 5,64 6,03
4,57 6,52 6,14 5,46 5,83
3,65 6,49 4,65 3,85 4,57
Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs
Uitoefenbare opties per 31 december 2008
Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs
4,19 4,70 7,49 2,74 7,71 2,13
12,11 18,69 22,49 28,57 32,46 35,51
4,19 4,55 5,83 2,44 2,57 2,13
12,11 18,69 23,22 28,71 33,06 35,51
Gewogen gemiddelde Uitoefenbare Gewogen resterende opties per 31 gemiddelde uitoefenprijs december 2007 uitoefenperiode
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs
Uitstaande en uitoefenbare optierechten 2008
uitoefenprijs in euro’s 0,00 – 15,00 15,00 – 20,00 20,00 – 25,00 25,00 – 30,00 30,00 – 35,00 35,00 – 40,00
Uitstaande en uitoefenbare optierechten 2007
uitoefenprijs in euro’s 0,00 – 15,00 15,00 – 20,00 20,00 – 25,00 25,00 – 30,00 30,00 – 35,00 35,00 – 40,00
Gewogen Aantal gemiddelde uitstaande resterende opties per 31 december 2007 uitoefenperiode
6.236.710 9.773.356 15.180.545 15.338.397 24.726.711 5.632.834 76.888.553
5,19 5,55 6,84 3,46 8,69 3,14
12,02 18,47 23,10 28,72 32,47 35,51
5.772.054 9.149.037 14.212.102 14.729.456 71.400 5.461.600 49.395.649
6.236.710 9.773.356 1.556.832 15.206.363 77.300 5.632.834 38.483.395
5,19 5,55 3,21 3,42 3,59 3,14
12,02 18,47 21,83 28,74 33,08 35,51
ING Groep Jaarverslag 2008
177
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Uitstaande en uitoefenbare optierechten 2006
uitoefenprijs in euro’s 0,00 – 15,00 15,00 – 20,00 20,00 – 25,00 25,00 – 30,00 30,00 – 35,00 35,00 – 40,00
Gewogen Aantal gemiddelde uitstaande resterende opties per 31 december 2006 uitoefenperiode
7.953.108 10.162.164 14.820.967 19.937.148 13.696.046 7.606.476 74.175.909
6,18 7,20 8,24 4,44 9,20 4,09
Gewogen gemiddelde Uitoefenbare Gewogen resterende opties per 31 gemiddelde uitoefenprijs december 2006 uitoefenperiode
12,72 18,69 23,25 28,73 32,78 35,58
7.953.108 121.471 44.875 19.796.024 102.034 7.606.476 35.623.988
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs
6,19 6,66 5,65 4,43 4,59 4,16
12,72 18,49 23,12 28,74 32,93 35,58
De geaggregeerde intrinsieke waarde van uitstaande en uitoefenbare opties was op 31 december 2008 nihil en nihil respectievelijk. De totale niet-verantwoorde kosten met betrekking tot opties bedraagt per 31 december 2008 EUR 94 miljoen (2007: EUR 69 miljoen; 2006: EUR 90 miljoen). Van deze kosten wordt verwacht dat ze worden verantwoord over een gemiddelde periode van 1,8 jaar (2007: 1,7 jaar; 2006: 1,9 jaar). Het bedrag aan contanten dat is ontvangen bij het uitoefenen van aandelenopties bedroeg over 2008 EUR 22 miljoen (2007: EUR 131 miljoen; 2006: EUR 355 miljoen). De reële waarde van de toegekende opties wordt over de periode waarin de opties onvoorwaardelijk worden onder de personeelskosten verantwoord als last. De reële waarden worden bepaald aan de hand van een Monte Carlo simulatie. In dit model wordt de risicovrije interestvoet (tussen 3,55% en 4,92%) in de berekening meegenomen, evenals de verwachte looptijd van de toegekende opties (5 tot 8 jaar), de uitoefenprijs, de huidige prijs van een aandeel (EUR 18,70 – EUR 33,92), de verwachte volatiliteit van de certificaten van aandelen ING Groep (25% – 39%) en verwachte dividenden tussen 3,57% en 8,99%. De bron voor de toegepaste volatiliteiten, gehanteerd bij de waardering van de aandelenopties, is ING’s trading systeem. De gehanteerde volatiliteiten in dit systeem zijn vastgesteld door handelaren van ING en zijn gebaseerd op volatiliteiten welke afgeleid zijn van marktgegevens en niet van historische volatiliteiten. Door verschillen in het tijdstip van het toekennen van de optierechten en de inkoop van eigen aandelen om deze optiepositie af te dekken kunnen verschillen ontstaan indien aandelen worden ingekocht tegen een andere prijs dan de uitoefenprijs van de opties. ING Groep is echter niet voornemens dergelijke posities te creëren en indien posities ontstaan, worden deze zo spoedig mogelijk afgedekt. Indien optierechten vervallen wordt het resultaat op (de verkoop van) de aandelen die waren gekocht om de optierechten af te dekken ten gunste dan wel ten laste van het Eigen vermogen gebracht. Verloop van aandelenregeling
2008
Balanswaarde begin van het jaar Verstrekt Rendementeffect Onvoorwaardelijk geworden Vervallen Balanswaarde eind van het jaar
7.133.714 3.591.755 –451.070 –1.945.092 –537.298 7.792.009
Aandelen (in aantallen) 2007 2006
8.373.146 2.554.762 2.463.058 –5.569.061 –688.191 7.133.714
6.499.469 2.484.786 –155.522 –455.587 8.373.146
2008
27,52 16,74 27,44 27,51 25,92 22,60
Gewogen gemiddelde reële waarde bij verstrekking (in euro) 2007 2006
24,90 19,74 19,35 19,35 26,39 27,52
22,92 29,62 22,48 23,10 24,90
De reële waarde van de toegekende aandelen wordt over de periode dat de toegekende aandelen onvoorwaardelijk worden als last in de winst-en-verliesrekening verwerkt onder de personeelskosten. De reële waarden zijn bepaald aan de hand van een op een Monte Carlo simulatie gebaseerd waarderingsmodel. Dit model houdt rekening met de risicovrije rente, de huidige aandelenkoersen, verwachte volatiliteit en de huidige dividenden van de referentiegroep die wordt gebruikt om ING’s totale rendement voor aandeelhouders te bepalen. De totale niet-verantwoorde kosten met betrekking tot aandelen bedragen per 31 december 2008 EUR 56 miljoen (2007: EUR 53 miljoen; 2006: EUR 88 miljoen). Van deze kosten wordt verwacht dat ze worden verantwoord over een gemiddelde periode van 1,8 jaar (2007: 1,7 jaar; 2006: 1,8 jaar).
ING Groep Jaarverslag 2008
178
44 OVERIGE RENTELASTEN Overige rentelasten bestaan voor het grootste deel uit rente in verband met verzekeringsactiviteiten, inclusief rente op de eeuwigdurende achtergestelde leningen. Onder de Overige rentelasten is voor EUR 1 miljoen en EUR 94 miljoen betaald dividend op preferente aandelen en trust preferred securities begrepen (2007: EUR 7 miljoen en EUR 92 miljoen; 2006: EUR 10 miljoen en EUR 101 miljoen). Het totaal aan rentebaten en – lasten voor instrumenten niet gewaardeerd tegen reële waarde met waarde mutaties door het resultaat voor 2008 bedroeg respectievelijk EUR 52.505 miljoen (2007: EUR 46.900 miljoen; 2006: EUR 41.281 miljoen) en EUR 33.507 miljoen (2007: EUR 31.173 miljoen; 2006: EUR 27.014 miljoen). Het Totaal netto renteresultaat van EUR 18.144 miljoen wordt gepresenteerd in de volgende regels van de winst-en-verliesrekening. Totaal netto renteresultaat
Rente resultaat – Bank 34 Opbrengst uit beleggingen – Verzekeringen 36 Rentelasten
2008
2007
2006
11.042 8.080 –978 18.144
8.976 8.784 –1.102 16.658
9.192 8.756 –1.016 16.932
45 OVERIGE BEDRIJFSLASTEN Overige bedrijfslasten 2008
Afschrijvingen op gebouwen en bedrijfsmiddelen Afschrijvingen op software Automatiseringskosten Huisvestingskosten Reis- en verblijfkosten Reclame en public relations Kosten externe adviseurs Portokosten Toevoeging/vrijval van voorzieningen voor reorganisaties en bedrijfsverplaatsingen Overige
Verzekeringsactiviteiten 2007 2006
2008
Bancaire activiteiten 2007 2006
2008
2007
Totaal 2006
95 70 297 599 101 204 373
98 104 289 660 102 258 455
102 100 231 629 102 177 581
353 103 733 687 163 833 459 130
321 117 561 628 153 759 491 113
361 100 605 634 139 722 449 117
448 173 1.030 1.286 264 1.037 832 130
419 221 850 1.288 255 1.017 946 113
463 200 836 1.263 241 899 1.030 117
8 836 2.583
11 684 2.661
–16 565 2.471
136 627 4.224
434 969 4.546
63 760 3.950
144 1.463 6.807
445 1.653 7.207
47 1.325 6.421
In de overige bedrijfslasten zijn de huurbetalingen inbegrepen van EUR 172 miljoen (2007: EUR 156 miljoen; 2006: EUR 229 miljoen) in verband met operationele leaseovereenkomsten waarin ING de huurder is. In Overige bedrijfslasten is EUR 85 miljoen opgenomen met betrekking tot integratiekosten van CitiStreet en EUR 143 miljoen met betrekking tot assurantiebelasting. Geen van de afzonderlijke operationele leaseovereenkomsten heeft een materieel effect op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. De Kosten externe adviseurs bevatten vergoedingen voor audit- en niet-auditdiensten voor accountants van ING Groep. Vergoedingen voor accountants ING Groep
Auditvergoedingen Audit-gerelateerde vergoedingen Vergoedingen voor belastingadviezen Overige vergoedingen Totaal
2008
2007
2006
46 3 3 7 59
61 7 5 2 75
63 4 4 3 74
ING Groep Jaarverslag 2008
179
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
46 BELASTINGEN Belastingen per soort
Acute belastingen Latente belastingen
2008
2007
Nederland 2006
2008
–329 –122 –451
112 144 256
469 95 564
863 –1.133 –270
Internationaal 2007 2006
963 316 1.279
970 373 1.343
2008
2007
Totaal 2006
534 –1.255 –721
1.075 460 1.535
1.439 468 1.907
Aansluiting tussen het gewogen gemiddelde wettelijke en het effectieve belastingpercentage van ING Groep
Resultaat voor belastingen Gewogen gemiddeld wettelijk belastingpercentage Gewogen gemiddeld wettelijk belastingbedrag
2008
2007
2006
–1.487 49,9% –742
11.043 28,7% 3.169
9.940 30.9% 3.071
69 –210 106
–814 –577 93
–255 –336 121
–25
–9
–170
–64
–30
360 –279 –721
–222 8 –49 1.535
–447 –6 –41 1.907
48,5%
13,9%
19,2%
Deelnemingsvrijstelling Andere vrijgestelde inkomsten Niet-aftrekbare kosten Impact op latente belasting door wijzigingen in belastingpercentages Latente belastingbate gerelateerd aan niet eerder verantwoorde bedragen Acute belastingbate gerelateerd aan niet eerder verantwoorde bedragen Afboeking/terugdraaiing van latente belastingvoordelen Aanpassingen voorgaande boekjaren Effectief belastingbedrag Effectief belastingpercentage
Het gewogen gemiddelde statutaire belastingpercentage is significant toegenomen in 2008 vergeleken met 2007, dit werd veroorzaakt door het feit dat de meeste verliezen in 2008 geleden werden in jurisdicties met een hoog belastingtarief. Het effectieve belastingpercentage was is 2008 iets lager dan het gewogen gemiddelde statutaire belastingpercentage. De voornaamste redenen hiervoor zijn vrijgestelde inkomsten en vrijvallen van belastingvoorzieningen, welke deels gemitigeerd werden door niet-aftrekbare kosten en een afname van de latente belastingvorderingen. 47 RESULTAAT PER GEWOON AANDEEL Winst per gewoon aandeel
2008
Resultaat Toekenning aan kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Resultaat na toerekening aan de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Verwateringseffect: Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Warrants Optie- en aandelenregeling
Verwaterde resultaat
ING Groep Jaarverslag 2008
180
Bedrag (in miljoenen euro’s) 2007 2006
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen tijdens het boekjaar (in miljoenen) 2008 2007 2006
2008
Per gewoon aandeel (in euro’s) 2007 2006
–729 –425
9.241
7.692
2.042,7
2.141,1
2.155,0
–0,36
4,32
3,57
–1.154
9.241
7.692
2.042,7
2.141,1
2.155,0
–0,56
4,32
3,57
0,8 0,8
3,2 12,3 15,5
7,6 14,4 22,0
2.043,5
2.156,6
2.177,0
–0,36
4,28
3,53
425
–729
9.241
7.692
Het verwaterde resultaat per aandeel wordt berekend alsof de aan het eind van het boekjaar uitstaande opties en warrants aan het begin van het boekjaar zijn uitgeoefend. Tevens wordt verondersteld dat de na uitoefening van de opties en warrants en conversie van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht ontvangen opbrengsten door ING Groep worden gebruikt om eigen aandelen tegen de gemiddelde beurskoers gedurende het boekjaar in te kopen. De toename van het aantal aandelen als gevolg van de uitoefening van warrants en opties en conversie van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht wordt opgeteld bij het gemiddeld aantal aandelen dat wordt gebruikt bij de berekening van het resultaat per aandeel. De mogelijke conversie van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht heeft een tegengesteld verwateringseffect op de berekening van het resultaat per aandeel gehad (het verwaterde resultaat per aandeel werd minder negatief dan het gewoon resultaat per aandeel). Derhalve is geen rekening gehouden met de mogelijke conversie bij vaststelling van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen voor de berekening van het verwaterd resultaat per aandeel. 48 DIVIDEND PER GEWOON AANDEEL Dividend per gewoon aandeel
Dividend per gewoon aandeel (in euro’s) Dividend per kernkapitaaleffect zonder stemrecht (2) Totaal vastgesteld dividend (in miljoenen euro’s)
2008 (1)
2007
2006
0,74 0,425 1.500
1,48
1,32
3.180
2.865
De Raad van Bestuur heeft, met goedkeuring van de Raad van Commissarissen, een dividendvoorstel voor het jaar 2008 gedaan van EUR 0,74 per aandeel, dat zal worden voorgesteld aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. In augustus 2008 werd een interimdividend van EUR 0,74 per gewoon aandeel van EUR 0,24 betaalbaar gesteld. (2) Per kernkapitaaleffect zonder stemrecht moet een dividend van EUR 0,425 betaald worden. Dit bedrag is betaalbaar op 12 mei 2009 onder de voorwaarde dat ING Groeps kapitaaltoereikendheidspositie voldoende is en blijft na de betaling volgens De Nederlandsche Bank. Het volledige bedrag van EUR 425 miljoen is verwerkt als een verplichting per 31 december 2008. (1)
ING Groep Jaarverslag 2008
181
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Gesegmenteerde informatie bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven 49 PRIMAIRE SEGMENTATIE – BEDRIJFSSEGMENTEN De bedrijfssegmenten van ING Groep hebben betrekking op de indeling van de interne bedrijfsvoering naar divisies. De divisies zijn Insurance Europe, Insurance Americas, Insurance Asia/Pacific, Wholesale Banking, Retail Banking en ING Direct. Onder Overige zijn hoofdzakelijk activiteiten opgenomen die niet direct toe te rekenen zijn aan de divisies. Elke divisie wordt aangestuurd door een lid van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bepaalt de prestatiedoelstellingen en autoriseert en bewaakt de budgetten die zijn voorbereid door de divisies. Het management van de divisies bepaalt, in overeenstemming met de strategie en prestatiedoelstellingen zoals geformuleerd door de Raad van Bestuur, het strategische, commerciële en financiële beleid van de divisies. Voor een bedrijfssegment worden dezelfde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gehanteerd als beschreven in Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep. Als verrekenprijzen voor transacties tussen divisies worden de prijzen gehanteerd die zouden ontstaan onder marktomstandigheden (‘at arm’s length’). Overheadkosten van het hoofdkantoor worden aan de divisies toegerekend op basis van de tijdsbesteding van het personeel op het hoofdkantoor, op basis van het relatieve aantal personeelsleden, of op basis van de baten en/of de activa van het bedrijfssegment. Met betrekking tot de beleggingen in aandelen wordt een vast rendement van 3% gealloceerd aan de Insurances divisies. Het verschil met de werkelijke gerealiseerde dividendopbrengsten, winsten en bijzondere waardeverminderingen en het gealloceerde rendement is verantwoord onder Overige. Voor bancaire bedrijfsonderdelen past ING een systeem toe waarbij een doorbelasting op basis van het kapitaal plaatsvindt, wat het mogelijk maakt om de business units wereldwijd te vergelijken, ongeacht hun boekwaarde en de valuta waarin zij opereren. ING heeft de gedragslijn dat eigen vermogen lokaal alleen geïnvesteerd mag worden tegen de lokale-risicovrije rentevoet. Business units worden doorbelast vanuit de Corporate Line voor het resultaat dat zij behaald hebben op het geïnvesteerde vermogen en krijgen een vergoeding gebaseerd op de risicovrije euro rentevoet op het geïnvesteerde economische kapitaal. Hieruit volgt dat de resultaten van de segmenten zoals toegelicht de lokale resultaten na de doorbelasting van overheadkosten vanuit de Groep zijn, terwijl het rendement of het eigen vermogen gebaseerd is op de risicovrije euro rentevoet van het economisch kapitaal. ING Groep beoordeelt de resultaten van haar divisies gebruikmakend van het onderliggende resultaat voor belastingen als prestatiemaatstaf. Onderliggende resultaat voor belastingen wordt gedefinieerd als resultaat voor belastingen exclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
ING Groep Jaarverslag 2008
182
Bedrijfssegmenten
2008 Baten – extern – segmenten onderling Totaal baten Segment resultaat voor belastingen Desinvesteringen Bijzondere posten Onderliggende resultaat voor belastingen Segment activa Segment vreemd vermogen
Insurance Europe
Insurance Insurance Americas Asia/Pacific
Wholesale Banking
Retail Banking
ING Direct
Eliminaties
Totaal
14.053 436 14.489
27.656 82 27.738
13.384 774 14.158
4.050 57 4.107
8.758 –1.359 7.399
1.138 –260 878
–2.748 1.832 –916
66.291 1.562 67.853
651
–590 –265 321
–213 329
609
1.420
–1.155
–2.209 15
271
30
–1.487 79 622
–1.487 79 622
651
–534
116
609
1.691
–1.125
–2.194
–786
–786
96.392
141.355
66.228
1.173.150
581.538
275.829
286.430 2.620.922 –1.289.259 1.331.663
88.469
138.009
61.716
1.163.301
575.369
271.778
242.168 2.540.810 –1.238.075 1.302.735
Resultaat deelnemingen Boekwaarde deelnemingen
–227
31
–1
–217
10
2.086
460
4
1.385
414
Gemaakte kosten voor aankoop van gebouwen, bedrijfsmiddelen en immateriële vaste activa
272
1.161
58
256
767
48
98
38
154
2
204
94
Belangrijke kosten zonder kasstroom – Afschrijving en amortisatie – Overige bijzondere waardeverminderingen – Terugboeking van bijzondere waardeverminderingen – Overlopende acquisitiekosten en VOBA – Stijging in voorzieningen voor verzekerings- en beleggingscontracten – Toevoegingen aan de voorzieningen voor dubieuze
Totaal Overige segmenten
1.567
562
2.113
7.098
7.339
–404
6
4.355
4.355
516
–17
3.013
3.013
224
97
119
778
778
4
33
1
338
338
31
31
2.324
2.324
16.363
16.363
1.280
1.280
–187
596
66.291
–404
31
195
66.291 –1.562 –1.562
401
283
Bijzondere waardeverminderingen op beleggingen zijn gepresenteerd onder Opbrengst beleggingen, wat onderdeel is van Totaal baten. In 2008 zijn de totale bijzondere waardevermindering van EUR 4.820 miljoen opgenomen in de volgende bedrijfssegmenten: EUR 2 miljoen in Insurance Europe, EUR 692 miljoen in Insurance Americas, EUR 79 miljoen in Insurance Asia/Pacific, EUR 267 miljoen in Wholesale Banking, EUR 4 miljoen in Retail Banking, EUR 1.891 miljoen in ING Direct en EUR 1.885 miljoen in Overige.
ING Groep Jaarverslag 2008
183
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Gesegmenteerde informatie (vervolg)
Bedrijfssegmenten
2007 Baten – extern – segmenten onderling Totaal baten Segment resultaat voor belastingen Desinvesteringen Bijzondere posten Onderliggende resultaat voor belastingen Segment activa Segment vreemd vermogen
Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Wholesale Banking
Retail Banking
ING Direct
Overige
Totaal segmenten
Eliminaties
15.903 359 16.262
29.565 116 29.681
14.105 278 14.383
6.091 –1.290 4.801
8.015 –532 7.483
2.346 –150 2.196
561 3.191 3.752
76.586 1.972 78.558
–1.972 –1.972
2.300 –460
2.152 –90
576
1.965
530
94
2.078 –32 356
1.442 129 40
11.043 –453 490
11.043 –453 490 11.080
Totaal
76.586 76.586
1.840
2.062
576
2.059
2.402
530
1.611
11.080
98.287
159.679
61.433
925.904
501.722
262.560
139.050
2.148.635
–836.125
1.312.510
89.531
150.769
55.996
918.964
496.965
259.792
110.995
2.083.012
–810.033
1.272.979
212
26
–5
740
740
–96
5.014
5.014
Resultaat deelnemingen Boekwaarde deelnemingen
316
191
2.894
252
1
1.502
461
Gemaakte kosten voor aankoop van gebouwen, bedrijfsmiddelen en immateriële vaste activa
219
766
122
180
1.324
296
345
3.252
3.252
255
1.102
573
155
199
87
4
2.375
2.375
4
114
1
38
171
171
62
62
1.809
1.809
26.494
26.494
125
125
Belangrijke kosten zonder kasstroom – Afschrijving en amortisatie – Bijzondere waardeverminderingen – Terugboeking van bijzondere waardeverminderingen – Overlopende acquisitiekosten en VOBA – Stijging in voorzieningen voor verzekerings- en beleggingscontracten – Toevoegingen aan de voorzieningen voor dubieuze debiteuren
5
51
167
1.080
562
4.339
12.036
10.060
14
6
59
–142
199
68
Per 31 december 2007 had het bedrijfssegment Insurance Asia/Pacific bij een conservatief betrouwbaarheidsniveau van 90% ontoereikende voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen. Tegenover deze ontoereikendheid staan reserves in andere segmenten die wel toereikend zijn, waardoor op Groepsniveau de reserves toereikend zijn bij een conservatief betrouwbaarheidsniveau van 90%. Als gevolg van de overeenkomst om ING Life Taiwan te verkopen, is de ontoereikendheid in Insurance Asia/Pacific geëlimineerd per 31 december 2008.
ING Groep Jaarverslag 2008
184
Bedrijfssegmenten
2006 Baten – extern – segmenten onderling Totaal baten Segment resultaat voor belastingen Desinvesteringen Onderliggende resultaat voor belastingen Segment activa Segment vreemd vermogen
Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Wholesale Banking
Retail Banking
ING Direct
Overige
Totaal segmenten
Eliminaties
15.893 278 16.171
29.775 4 29.779
13.310 68 13.378
6.135 –1.397 4.738
7.206 –40 7.166
2.216 73 2.289
–914 2.375 1.461
73.621 1.361 74.982
–1.361 –1.361
2.362 –113
1.992
636 –15
2.052 44
2.364
691 3
–157
9.940 –81
9.940 –81
2.249
1.992
621
2.096
2.364
694
–157
9.859
9.859
117.106
162.229
54.454
724.984
354.089
253.160
205.236
1.871.258
–644.951
1.226.307
102.827
152.599
50.204
717.915
348.808
249.792
159.635
1.781.780
–596.688
1.185.092
176
11
–4
638
638
148
4.343
4.343
3
2.210
2.210
2.290
2.290
Totaal
73.621 73.621
Resultaat deelnemingen Boekwaarde deelnemingen
447
8
2.981
14
2
1.141
57
Gemaakte kosten voor aankoop van gebouwen, bedrijfsmiddelen en immateriële vaste activa
1.322
243
90
226
182
144
287
915
627
171
216
74
10
16
4
31
31
4
4
4
103
103
Belangrijke kosten zonder kasstroom – Afschrijving en amortisatie – Bijzondere waardeverminderingen – Terugboeking van bijzondere waardeverminderingen – Toevoegingen aan de voorzieningen voor dubieuze
1
–133
176
60
Rentebaten (extern) en rentelasten (extern) per divisie 2008 Rentebaten Rentelasten
Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Wholesale Banking Retail Banking
ING Direct
Overig
Totaal
2.543 87 2.456
4.311 333 3.978
912 4 908
67.834 60.855 6.979
15.754 12.792 2.962
13.293 10.501 2.792
444 2.375 –1.931
105.091 86.947 18.144
Rentebaten (extern) en rentelasten (extern) per divisie 2007 Rentebaten Rentelasten
Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Wholesale Banking
Retail Banking
ING Direct
Overig
Totaal
3.026 85 2.941
4.603 376 4.227
975 4 971
49.753 43.583 6.170
15.068 12.442 2.626
12.040 9.963 2.077
68 2.422 –2.354
85.533 68.875 16.658
Rentebaten (extern) en rentelasten (extern) per divisie 2006 Rentebaten Rentelasten
Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Wholesale Banking
Retail Banking
ING Direct
Overig
Totaal
3.307 25 3.282
4.604 466 4.138
911 4 907
35.897 30.028 5.869
12.366 9.705 2.661
10.435 8.309 2.126
406 2.457 –2.051
67.926 50.994 16.932
ING Groep Jaarverslag 2008
185
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Gesegmenteerde informatie (vervolg)
50 SECUNDAIRE SEGMENTATIE – GEOGRAFISCHE SEGMENTEN De zes divisies van ING Groep zijn actief in zeven belangrijke geografische gebieden: Nederland, België, Overig Europa, Noord-Amerika, Latijns-Amerika, Azië en Australië. De bijdragen aan de baten van de geografische gebieden zijn gebaseerd op herkomst van inkomsten. Geografische segmenten 2008 Baten – extern – segmenten onderling Totaal baten
Overig Europa
NoordAmerika
LatijnsAmerika
Azië
Australië
Overig
Eliminaties
4.070
7.560 382 7.942
26.372 –1.414 24.958
2.567 –69 2.498
13.687 537 14.224
746 40 786
–783 270 –513
–1.562 –1.562
–392
801
1.694
–2.209
202
–250
150
–1.483
–1.487
740.436
173.064
428.722
290.340
25.199
108.074
37.124
45.139
–516.435 1.331.663
833
102
662
756
448
56
41
115
3.013
Nederland
België
Overig Europa
NoordAmerika
LatijnsAmerika
Azië
Australië
Overig
Eliminaties
Totaal
15.577 686 16.263
5.850 –701 5.149
6.424 727 7.151
28.240 –463 27.777
3.186 178 3.364
13.999 304 14.303
1.005 20 1.025
2.307 1.219 3.526
–2 –1.970 –1.972
76.586
2.252
1.542
1.987
2.233
523
551
452
1.503
676.676
177.716
363.178
313.263
23.631
89.079
40.915
36.243
467
62
1.218
316
679
113
56
341
Nederland
België
Overig Europa
NoordAmerika
LatijnsAmerika
Azië
Australië
Overig
Eliminaties
16.079 765 16.844
5.358 –436 4.922
5.920 586 6.506
29.472 –1.039 28.433
2.712 355 3.067
13.155 117 13.272
841 11 852
84 1.002 1.086
–1.361 –1.361
3.585
1.115
1.785
2.315
318
583
340
–101
608.949
180.694
339.683
319.233
21.567
72.515
33.373
44.459
1.506
62
253
228
40
75
46
Nederland
België
12.072 1.816 13.888
4.070
Segment resultaat voor belastingen Segment activa Gemaakte kosten voor aankoop van gebouwen, bedrijfsmiddelen en immateriële vaste activa
Totaal
66.291 66.291
Geografische segmenten 2007 Baten – extern – segmenten onderling Totaal baten Segment resultaat voor belastingen Segment activa Gemaakte kosten voor aankoop van gebouwen, bedrijfsmiddelen en immateriële vaste activa
76.586
11.043 –408.191
1.312.510
3.252
Geografische segmenten 2006 Baten – extern – segmenten onderling Totaal baten Segment resultaat voor belastingen Segment activa Gemaakte kosten voor aankoop van gebouwen, bedrijfsmiddelen en immateriële vaste activa
ING Groep Jaarverslag 2008
186
Totaal
73.621 73.621
9.940 –394.166
1.226.307
2.210
Resultaat voor belastingen naar geografisch gebied 2008
Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns-Amerika Azië Australië Overige Totaal
242 80 329 –843 254 –340 126 –1.483 –1.635
Verzekeringsactiviteiten 2007 2006
1.446 523 332 1.826 326 362 215 1.503 6.533
2.182 160 309 1.564 178 468 176 –101 4.936
2008
Bancaire activiteiten 2007 2006
–634 721 1.365 –1.366 –52 90 24
806 1.019 1.655 407 197 189 237
1.403 955 1.476 751 140 115 164
148
4.510
5.004
2008
2007
Totaal 2006
–392 801 1.694 –2.209 202 –250 150 –1.483 –1.487
2.252 1.542 1.987 2.233 523 551 452 1.503 11.043
3.585 1.115 1.785 2.315 318 583 340 –101 9.940
Geografische analyse van schaderatio, kostenratio en gecombineerde ratio van schadeverzekeringen
Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns-Amerika Azië Overige Totaal
2008
2007
Schaderatio 2006
2008
2007
Kostenratio 2006
2008
55,8 49,1 49,7 69,5 70,4 53,1 26,9 64,3
50,2 70,3 44,1 65,7 81,6 50,1 144,3 65,3
44,7 65,0 46,8 59,2 74,2 50,2 60,1 58,6
41,8 44,7 44,1 29,1 16,7 38,3 –46,6 32,2
41,2 31,5 44,8 28,5 27,3 42,7 18,7 31,8
40,3 33,7 41,3 29,9 26,8 40,7 –36,4 31,8
97,6 93,8 93,8 98,6 87,1 91,4 –19,7 96,5
Gecombineerde ratio 2007 2006
91,4 101,8 88,9 94,2 108,9 92,8 163,0 97,1
85,0 98,7 88,1 89,1 101,0 90,9 23,7 90,4
De schaderatio betreft schaden, inclusief de schadebehandelingskosten, uitgedrukt als percentage van de netto verdiende premie. De kostenratio betreft de kosten uitgedrukt als percentage van de netto geboekte premie. De schaderatio en de kostenratio vormen samen de gecombineerde ratio. Een gecombineerde ratio van meer dan 100% betekent niet noodzakelijkerwijs dat er sprake is van een verlies op schadeverzekeringen, omdat aan het resultaat ook opbrengsten uit beleggingen worden toegerekend.
ING Groep Jaarverslag 2008
187
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven 51 NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN Informatie over verkochte en gekochte ondernemingen is opgenomen in de toelichting 29 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’. 52 RENTE EN DIVIDEND BEGREPEN IN NETTO KASSTROOM Ontvangen en betaalde rente en dividend
Ontvangen rente Betaalde rente
Ontvangen dividend Betaald dividend
2008
2007
2006
103.534 –84.061 19.473
82.707 –66.463 16.244
66.471 –52.369 14.102
730 –3.207
820 –3.039
688 –2.716
53 LIQUIDITEITEN Liquiditeiten
Kortlopend overheidspapier Bankiers Liquide middelen Liquiditeiten eind van het jaar
2008
2007
2006
7.009 2.217 22.045 31.271
4.130 –33.347 12.406 –16.811
4.333 –20.454 14.326 –1.795
2008
2007
2006
2.770
1.806
1.286
4.239 7.009
2.324 4.130
3.047 4.333
2008
2007
2006
–13.738 15.955 2.217
–42.154 8.807 –33.347
–26.498 6.044 –20.454
–138.527 32.492 –106.035
–124.818 40.068 –84.750
–94.341 33.824 –60.517
–152.265 48.447 –103.818
–166.972 48.875 –118.097
–120.839 39.868 –80.971
Kort lopend overheidspapier begrepen in liquiditeiten
Kortlopend overheidspapier begrepen in activa voor handelsdoeleinden Kortlopend overheidspapier begrepen in voor verkoop beschikbare beleggingen
Bankiers
Verantwoord in liquide middelen – bedragen te betalen aan bankiers – bedragen te vorderen van bankiers
Niet verantwoord in liquide middelen – bedragen te betalen aan bankiers – bedragen te vorderen van bankiers
Verantwoord in de balans – bedragen te betalen aan bankiers – bedragen te vorderen van bankiers
Onder liquide middelen zijn bedragen te betalen/te vorderen begrepen die op het moment van verkrijgen en looptijd hebben korter dan drie maanden. Het risicobeheer (inclusief liquiditeitsbeheer) is uiteengezet in de paragraaf ‘Risicobeheer’.
ING Groep Jaarverslag 2008
188
Risicobeheer bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven OPBOUW VAN DE RISICOPARAGRAAF – Risicobeheer in 2008 – ING Groep Risicobeheer Risicoprofiel ING Groep – ING Bank Risicoprofiel ING Bank ING Bank – Kredietrisico ING Bank – Marktrisico ING Bank – Liquiditeitsrisico – ING Verzekeringen Risicoprofiel ING Verzekeringen ING Verzekeringen – Marktrisico ING Verzekeringen – Verzekeringstechnisch risico ING Verzekeringen – Kredietrisico – ING Groep – niet-financiële risico’s Operationeel risico Compliancerisico – Modeltoelichtingen RISICOBEHEER IN 2008 Het nemen van afgewogen risico’s vormt onderdeel van de bedrijfsvoering van ING. Als financiële dienstverlener in bankieren, beleggen, levensverzekeringen en pensioenen ziet ING zich geconfronteerd met diverse risico’s. Om zeker te stellen dat die risico’s weloverwogen worden genomen, heeft ING de risicobeheeractiviteiten in de dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de strategische planning geïntegreerd. Ter ondersteuning formuleert Risk Management de risicotolerantie, de risicostrategieën, het risicobeleid en de risicolimieten. De afdeling verzorgt evaluaties, toezicht en ondersteuning voor risicoaangelegenheden voor de hele Groep. De belangrijkste financiële risico’s waaraan ING Groep blootgesteld is zijn kredietrisico (inclusief transferrisico), marktrisico (inclusief rente-, aandelen-, vastgoed- en valutarisico), verzekeringstechnisch risico en liquiditeitsrisico. Daarnaast ziet ING Groep zich geconfronteerd met niet-financiële risico’s, ook wel overige risico’s genoemd. Hieronder vallen onder meer het operationele risico en het compliancerisico. De manier waarop ING Groep het beheer van deze risico’s op dagbasis verzorgt, is het onderwerp van dit risicobeheer hoofdstuk. Ondanks dat de huidige crisis op dagbasis de meeste managementaandacht vergt, is ING Groep ook in 2008 doorgegaan met de langetermijninvesteringen in de risicobeheerorganisatie, onder andere in mensen, het risicobouwwerk, processen, meetinstrumenten en -systemen. Het non-financial risk dashboard of NFRD, dat in 2007 intern is geïntroduceerd en proef heeft gedraaid, is in november 2008 voor het eerst officieel aan de Raad van Bestuur en het Audit Committee gepresenteerd. MARKTONTWIKKELINGEN IN 2008 Hoewel heel 2008 door aanzienlijke onrust werd gekenmerkt, nam de volatiliteit op de financiële markten het tweede halfjaar sterk toe, na de ondergang van Lehman Brothers (september 2008), Washington Mutual en drie IJslandse banken. Over de hele wereld gingen de koersen van de meeste belangrijke vermogenscategorieën fors onderuit. De aandelenmarkten moesten aanzienlijk terrein inleveren: de S&P 500 daalde met 38% en de AEX met 52%. Ook vastgoedprijzen stonden onder druk. Op 31 december 2008 sloot de belangrijkste vastgoedindex in de Verenigde Staten, de S&P Case-Shiller Index, het jaar 18,6% lager af dan einde 2007. Daarnaast liepen de creditspreads in de financiële sector en voor andere grote ondernemingen aanzienlijk op, zowel in de Verenigde Staten als in Europa. De sterke stijging van de creditspreads in het tweede halfjaar kwam vooral op het conto van de auto-industrie en de industriële sector. De lange en korte rente daalden in Europa en nog veel sterker in de Verenigde Staten. Over de hele wereld grepen overheden in onder meer door de aankoop van in moeilijkheden verkerende vermogenscategorieën, garantiestelsels voor deposito’s, kapitaalinjecties of zelfs volledige nationalisatie. In oktober 2008 zijn ING Groep en de Nederlandse overheid het eens geworden over een kapitaalinjectie van EUR 10 miljard. Zie toelichting 12 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/ kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’ in de toelichting op de jaarrekening voor details. Risicovermindering Om de gevolgen van de financiële crisis tegen te gaan, heeft ING Groep in de loop van het jaar diverse maatregelen genomen om de risico’s te verminderen: t Schuldafbouw ING werkt aan een vermindering van de balans van de bank met 10% door de niet-kredietverleningsactiviteiten met circa 25% te verlagen. De ‘beschikbaar voor verkoop’-portefeuille zal in de loop van de tijd worden afgebouwd. De opbrengsten uit afgeloste effecten worden gebruikt voor de financiering van door ING zelf verstrekte leningen. Terugdringing van de handelsactiviteiten, deposito’s bij andere banken en omgekeerde repo-overeenkomsten zorgen voor de resterende verlaging. Tegelijkertijd worden de krediet activiteiten gehandhaafd, met name gericht op de zakelijke en retailactiviteiten.
ING Groep Jaarverslag 2008
189
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
t Verlaging van het kredietrisico In januari 2009 heeft ING Groep met de Nederlandse staat een term sheet opgesteld betreffende een back-up faciliteit voor nietliquide activa. De transactie betreft de Alt-A-hypothekenportefeuille van ING (RMBS). Uit hoofde van deze transactie, welke naar verwachting zal worden gesloten in het eerste kwartaal van 2009 (na de afronding van de documentatie en de finale goedkeuring door toezichthouders), zal de Nederlandse staat economisch eigenaar geworden van 80% van de Alt-A-portefeuille. De transactie zal naar verwachting worden gesloten op 90% van de nominale waarde van het 80% deel van de portefeuille waarvan de Nederlandse staat de economische eigenaar zal worden. De nominale waarde van de portefeuille is ongeveer EUR 30 miljard. Als gevolg van de verslechterde economische vooruitzichten in het derde en vierde kwartaal zijn de marktprijzen voor deze effecten onder druk komen te staan. Omdat de liquiditeit was opgedroogd, was het effect op de resultaten en het eigen vermogen van ING vele malen groter dan de geschatte verliezen op deze leningen. Door de transactie met de Nederlandse staat zal de onzekerheid over het effect van eventuele toekomstige verliezen in de portefeuille van ING naar verwachting aanzienlijk verminderen. Als voorwaarde voor de faciliteit heeft ING zich gecommitteerd aan het ondersteunen van groei in de Nederlandse kredietverlening voor een bedrag van EUR 25 miljard tegen marktconforme condities. De Nederlandse staat zal eveneens bepaalde goedkeuringsrechten krijgen ten aanzien van een eventuele verkoop of transfer van het 20% deel van de Alt-A portefeuille dat ING behoudt. t Verlaging aandelenpositie (beschikbaar voor verkoop) De directe publiek verhandelbare positie in aandelen is verlaagd van EUR 15,8 miljard ultimo 2007 naar EUR 5,8 miljard ultimo 2008. De verlaging van de positie is het gevolg van negatieve herwaarderingen en verkopen. ING Verzekeringen heeft een balanspositie van EUR 3,9 miljard, die ten dele is afgedekt tegen verdere marktverliezen. Daarnaast is er een tijdelijk afdekkingsprogramma opgezet ter vermindering van de volatiliteit van de resultaten als gevolg van de mogelijke vrijval van overlopende acquisitiekosten (DAC). t Verlaging renterisico ING Life Taiwan is verkocht wat voor ING dat een aanzienlijke verlaging van het renterisico betekende. De desinvestering was conform de strategie waarbij kapitaal wordt toegewezen aan de activiteiten met het hoogste rendement. ING heeft verder de looptijd van de activa verlengd om zo het effect van de dalende rente te verminderen, met als gevolg een verdere verlaging van het renterisico. Een meer gedetailleerde bespreking van uitstaande risico factoren voor ING en de financiële industrie wordt gegeven in de paragraaf Risicofactoren in het overige informatie deel van het jaarverslag. Effect van de financiële crisis Effect op onder druk staande belegingscategorieën Als gevolg van de verslechterende marktomstandigheden in heel 2008 kreeg ING te maken met negatieve herwaarderingen op de beleggingsportefeuille, die tevens hun weerslag hadden op het eigen vermogen. Verder werd ING Groep geconfronteerd met bijzondere waardeverminderingen, veranderingen in de reële waarde en handelsverliezen die direct ten laste van de winst-enverliesrekening kwamen. In onderstaande tabel worden de posities, de negatieve herwaarderingen en verliezen geïllustreerd die in 2008 op de onder druk staande vermogenscategorieën zijn genomen, zoals Amerikaanse subprime en Alt-A Residential Mortgage-Backed Securities (RMBS), Collateralised Debt Obligations (CDO’s) en Collateralised Loan Obligations (CLO’s). Amerikaanse subprime RMBS, Alt-A RMBS, CDO’s/CLO’s posities, herwaarderingen en verliezen 31 december 2008
Herwaardering via het eigen vermogen (voor belastingen) Marktwaarde
Amerikaanse subprime RMBS Amerikaanse Alt-A RMBS CDO’s/CLO’s Totaal
1.778 18.847 3.469 24.094
–839 –6.538 –218 –7.595
Mutatie in 2008 Waarde vermindering via winst-en -verliesrekening (voor belastingen)
31 december 2007
Andere wijzigingen
–120 –2.064 –394 –2.578
–52 –33 2.186 2.101
Herwaardering via het eigen vermogen (voor belastingen) Market value
2.789 27.482 1.895 32.166
–307 –936 –134 –1.377
t De totale positie van ING Groep van EUR 1,8 miljard in Amerikaanse subprimeleningen betreft niet zelf verstrekte leningen, die zijn verworven als beleggingen in RMBS. Deze positie vertegenwoordigt minder dan 0,1% van de totale activa. Per jaarultimo had 77% van de Amerikaanse subprimeportefeuille van ING een rating van AA of hoger. ING Groep verstrekt zelf geen subprimehypotheken. Het overgrote deel van alle hypotheekeffecten (MBS) betreft (woning)hypotheken die niet tot het subprimesegment behoren. t De totale Alt-A-positie van ING Groep bedroeg per 31 december 2008 EUR 18,8 miljard. Van deze portefeuille had circa 65% een AAA rating. ING Direct houdt het grootste deel van de positie in Alt-A RMBS, aan namelijk EUR 16,3 miljard. De Alt-A beleggingen beschikbaar voor verkoop van ING worden tegen de reële waarde in de balans opgenomen. Het omvangrijke bedrag aan negatieve herwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen (voor belastingen) op deze portefeuille is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de niet-liquide markt. t De nettobeleggingen in CDO’s/CLO’s besloegen 0,3% van het balanstotaal per jaarultimo 2008. Het merendeel van de CDO’s/CLO’s heeft investmentgrade bedrijfsobligaties als onderliggend instrument en slechts EUR 1 miljoen Amerikaanse subprimehypotheken. Andere wijzigingen bevat aankopen en verkopen van CDO’s/CLO’s en eveneens vreemde valuta effecten.
ING Groep Jaarverslag 2008
190
Van de EUR 24,1 miljard onder druk staande beleggingen wordt EUR 23,7 miljard op basis van reële waarde verantwoord. Een analyse van de gehanteerde methode voor de bepaling van de reële waarde van financiële activa en verplichtingen is te vinden in toelichting 33 ‘Reële waarden van financiële activa en passiva’ in de toelichting op de jaarrekening. De reële waarde van Amerikaanse subprime RMBS, Amerikaanse Alt-A RMBS en CDO’s/CLO’s was per 31 december 2008 als volgt: Reële waarde Amerikaanse subprime RMBS, Alt-A RMBS en CDO’s/CLO’s
2008
Amerikaanse subprime RMBS Amerikaanse Alt-A RMBS CDO’s/CLO’s Totaal
Gerelateerd aan gepubliceerde prijsnoteringen in een actieve markt
Waarderingsmethode op basis van marktinformatie
Waarderingsmethode niet op basis van marktinformatie
Totaal
20
26 244 162 432
1.732 18.244 34 20.010
1.778 18.488 3.469 23.735
3.273 3.293
Reële waarde Amerikaanse subprime RMBS, Alt-A RMBS en CDO’s/CLO’s
2007
Amerikaanse subprime RMBS Amerikaanse Alt-A RMBS CDO’s/CLO’s Totaal
Gerelateerd aan Waarderingsgepubliceerde methode op basis prijsnoteringen in een actieve markt van marktinformatie
2.636 23.312 281 26.229
153 4.170 1.597 5.920
Waarderingsmethode niet op basis van marktinformatie
Totaal
17 17
2.789 27.482 1.895 32.166
Een bedrag van EUR 25 miljard met betrekking tot asset backed securities in de Verenigde Staten in het derde kwartaal van 2008 gereclassificeerd van als Gerelateerd aan gepubliceerde prijsnoteringen in een actieve markt naar Waarderingsmethode niet op basis van marktinformatie. Verwezen wordt naar toelichting 33 ‘Reële waarden van financiële activa en passiva’. Effect op vastgoed Ultimo 2008 bedroeg de totale positie van ING Groep in vastgoed EUR 15,5 miljard, waarvan EUR 9,8 miljard in de winst-enverliesrekening moest worden geherwaardeerd. In 2008 verantwoordde ING EUR 1.184 miljoen aan negatieve herwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen (voor belastingen). De vastgoedportefeuille van ING heeft een hoge bezettingsgraad en is gespreid over sectoren en regio’s maar ondervond duidelijk negatieve gevolgen van de ongunstige vastgoedmarkten over de hele wereld. Effect op aandelen – beschikbaar voor verkoop De directe aandelenpositie op 31 december 2008 in deze titel was EUR 5,8 miljard (publiek) en EUR 0,4 miljard (privé). In 2008 heeft ING EUR 1.707 miljoen aan waardeverminderingen (voor belastingen) verantwoord op deze directe publieke aandelenposities. ING gaat in het algemeen over tot afwaardering van een beursgenoteerde aandelenbelegging op basis van twee ruime vuistregels: als de marktwaarde minder dan 75% van de kostprijs bedraagt of als de koers zich langer dan zes maanden onder de kostprijs bevindt. Effect op andere beleggingscategorieën Negatieve effecten op 2008 resultaten (voor belasting) vanuit private equity en alternatieve beleggingen bedroegen EUR 399 miljoen. Negatieve effecten op resultaten (voor belasting) van schuldbewijzen, anders dan bovengenoemde, bedroegen EUR 292 miljoen. Effect op tegenpartijrisico In het derde kwartaal werd er van een aantal financiële instellingen verwacht dat ze niet meer in staat waren aan hun verplichtingen te voldoen. ING leed een verlies voor belastingen van EUR 483 miljoen (exclusief debiteurenverliezen) op Lehman Brothers, Washington Mutual en de IJslandse banken. In dat verlies zijn de bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen, handelsverliezen en derivatenposities begrepen, inclusief de kosten van het vervangen van de derivaten waarvoor deze banken de tegenpartij waren. Effect op liquiditeitsprofiel Door de turbulentie op de markten werd de liquiditeit schaars en centrale banken over de hele wereld voorzagen in kapitaal om te voorkomen dat de interbancaire markt op slot zou gaan. De liquiditeitspositie van ING bleef binnen de intern gestelde limieten. ING Bank heeft een gunstig financieringsprofiel omdat het overgrote deel van de financiering afkomstig is van door klanten toevertrouwde middelen. Aanhoudende volatiliteit op de financiële markten De hierboven beschreven effecten doen zich met name voor als gevolg van waarderingsproblemen rond de positie in Amerikaanse gestructureerde beleggingsproducten op basis van (woning)hypotheken, waaronder subprime en Alt-A RMBS, CDO’s en CLO’s. In veel gevallen zijn de markten voor dergelijke instrumenten zeer illiquide geworden en is de onzekerheid over prijsstelling en waardering verder toegenomen door problemen ten aanzien van de kredietratings van tegenpartijen en andere factoren. De waardering van dergelijke ING Groep Jaarverslag 2008
191
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
instrumenten is een complex proces waarin markttransacties, waarderingsmodellen, inschattingen van het management en andere factoren aan de orde komen. Ook externe factoren zoals de mate van het in gebreke blijven van debiteuren op de onderliggende hypotheken, de rentestand, handelingen van ratingbureaus en waarderingen van onroerend goed spelen een rol. Wij blijven onze posities bewaken, maar in het licht van het huidige marktklimaat en de daarmee samenhangende onzekerheden over waarderingen kunnen wij niet garanderen dat deze vermogenscategorieën in de toekomst geen verdere negatieve invloed op het eigen vermogen of de winst-en-verliesrekening zullen ondervinden. De crisis op de markten heeft het belang van een krachtige risicobeheerorganisatie aangetoond. Hoewel de risicobeheerorganisatie en het gezonde liquiditeitsprofiel van ING bijgedragen hebben het effect van de crisis te beperken en de organisatie door de turbulentie hebben geholpen, zal ING onverminderd verder gaan met de versterking van de risicobeheerorganisatie. De in deze crisis geleerde lessen kunnen aan dat voortgaande proces bijdragen. Op de navolgende pagina’s wordt een overzicht gegeven van het risicobouwwerk en het risicoprofiel vanuit het perspectief van de Groep. Daarna wordt gedetailleerder ingegaan op de diverse risico’s voor zowel het bank- als het verzekeringsbedrijf, onderverdeeld naar kredietrisico, marktrisico, liquiditeitsrisico, verzekeringsrisico, operationeel risico en compliancerisico voor zowel ING Bank als ING Verzekeringen. De paragraaf wordt afgesloten met gedetailleerde modeltoelichtingen voor Earnings at Risk (EaR), Capital at Risk (CaR) en economisch kapitaal. ING GROEP Om zeker te stellen dat risico’s in de gehele organisatie weloverwogen worden genomen, opereert ING Groep door middel van een allesomvattend raamwerk van risicobeheer. De risico’s worden hiermee op alle niveaus van de organisatie gesignaleerd, gemeten en beheerst, zodat de financiële positie van ING Groep gewaarborgd is. De risicobeheerfunctie van ING Groep heeft als missie het creëren van duurzaam concurrentievoordeel door het volledig integreren van risicobeheer in de dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de strategische planning. Deze missie is volledig verankerd in de bedrijfsprocessen van ING Groep. Aan deze missie liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag: t Producten en portefeuilles worden op de juiste manier gestructureerd, geaccepteerd, geprijsd, goedgekeurd en beheerd en de naleving van interne en externe regels en richtlijnen wordt bewaakt. t Het risicoprofiel van ING Groep is transparant, levert geen verrassingen op en is in overeenstemming met gedelegeerde bevoegdheden. t Gedelegeerde bevoegdheden komen overeen met de algehele strategie en risicotolerantie van de Groep. t Over risicobeheer en waardecreatie wordt open gecommuniceerd naar zowel interne als externe stakeholders. RISICOBOUWWERK Het risicobouwwerk van ING is gebaseerd op het concept van de ‘drie verdedigingslinies’ welke ervoor zorgt dat risico’s beheerd worden in overeenstemming met de risicotolerantie gedefinieerd door de Raad van Bestuur. Dat concept wordt in de gehele Groep gehanteerd en voorziet in een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden voor ‘eigendom’ en beheer van risico, waardoor overlappingen en/of gaten in het risicobouwwerk worden vermeden. Het management van de divisies en managers op lokaal en regioniveau hebben de primaire verantwoordelijkheid voor de beheersing van de dagelijkse risico’s; zij vormen de eerste verdedigingslinie. De tweede verdedigingslinie wordt op lokaal, regio- en Groepsniveau gevormd door de risicobeheerfunctie, die als primaire taak heeft om het nemen van risico af te stemmen op de strategische planning (bijvoorbeeld door het stellen van limieten). Risicobeheerders binnen de divisies hebben een functionele rapportagelijn naar de hoofden van Corporate Risk, zoals hierna beschreven. De interne Audit-afdeling verzorgt een voortdurende, onafhankelijke (dat wil zeggen, buiten de risico-organisatie) en objectieve beoordeling van de effectiviteit van de interne controles, inclusief financieel en operationeel risicobeheer, en vormt daarmee de derde verdedigingslinie. Groepsrisicobeheerfunctie De risicobeheerfunctie is verankerd in alle organisatieniveaus van de organisatie van ING Groep. Chief Risk Officer De Chief Risk Officer (CRO), die lid is van de Raad van Bestuur, is de eerstverantwoordelijke persoon voor de Groepsrisicobeheerfunctie. De CRO is eindverantwoordelijk voor het risicobeheer en de risicobeheersing op geconsolideerd niveau om zeker te stellen dat het risicoprofiel van ING Groep overeenstemt met de financiële middelen en de door de Raad van Bestuur vastgestelde risicotolerantie. De CRO is tevens verantwoordelijk voor de inrichting en handhaving van een solide organisatiebasis voor risicobeheer in de hele organisatie.
ING Groep Jaarverslag 2008
192
Groepsrisicobeheerorganisatie In het volgende diagram worden de functionele rapportagelijnen binnen de Groepsrisicobeheerorganisatie weergegeven. Chief Risk Officer
Corporate Credit Risk Management (Bank & Verzekeringen)
Corporate Market Risk Management (Bank)
Corporate Insurance Risk Management (Verzekeringen)
Corporate Operational Risk Management (Bank & Verzekeringen)
Group Compliance Risk Management (Bank & Verzekeringen)
De risico-organisatie functioneert onafhankelijk van de divisies en is onderverdeeld in vijf risicoafdelingen: t Corporate Credit Risk Management (CCRM) is verantwoordelijk voor het kredietrisicobeheer van ING Bank en ING Verzekeringen. t Corporate Market Risk Management (CMRM) is verantwoordelijk voor het beheer van marktrisico en liquiditeitsrisico van ING Bank. t Corporate Insurance Risk Management (CIRM) is verantwoordelijk voor het beheer van verzekeringsrisico, marktrisico en liquiditeitsrisico van ING Verzekeringen. t Corporate Operational Risk Management (CORM) is verantwoordelijk voor het operationele risicobeheer binnen ING Bank en ING Verzekeringen. t Group Compliance Risk Management (GCRM) ondersteunt en adviseert het management bij het voldoen aan de complianceverantwoordelijkheden, adviseert medewerkers over (persoonlijke) complianceverantwoordelijkheden en bewaakt en rapporteert over de verankering van het compliancebeleid bij zowel ING Bank als ING Verzekeringen. De hoofden van deze afdelingen (de directeuren Corporate Risk) rapporteren aan de CRO en dragen directe verantwoordelijkheid voor (het verkleinen van) risico’s en risicobeheersing op Groepsniveau. De directeuren Corporate Risk en de CRO zijn verantwoordelijk voor de harmonisering en standaardisatie van het risicobeheer. Verder rapporteren twee stafafdelingen direct aan de CRO: t De afdeling Risk Integration & Analytics is verantwoordelijk voor de aggregatieprocessen van de risico’s onderling en voor de voorziening van Groepsbrede risico-informatie aan de CRO en de Raad van Bestuur. t De afdeling Model Validation beoordeelt de resultaten van alle binnen ING gebruikte materiële risicomodellen. De afdeling voert periodiek validaties uit op alle door ING gebruikte risicomodellen. Om zeker te stellen dat deze afdeling onafhankelijk opereert van de bedrijfsactiviteiten en de andere risicoafdelingen rapporteert het afdelingshoofd direct aan de CRO. De risicobeheerfunctie helpt bij de formulering van de risicotolerantie, de strategie, het beleid en de limieten. Daarnaast verzorgt de risicobeheerfunctie voor beoordeling, toezicht en ondersteuning bij risicokwesties voor de hele organisatie. Risicocomités op Groepsniveau De hieronder beschreven risicocomités op Groepsniveau maken eveneens deel uit van de tweede verdedigingslinie. Zij functioneren binnen de grenzen van het algehele risicobeleid en de door de Raad van Bestuur gedelegeerde bevoegdheden en hebben een adviserende rol richting de CRO. Om een nauwe aansluiting tussen de divisies en de risicobeheerfunctie te waarborgen zijn de divisiehoofden en de directeuren Corporate Risk in elk comité vertegenwoordigd (met uitzondering van de ORRC, waarin de activiteiten niet zijn vertegenwoordigd). t ING Groep Krediet Comité Beleid (GCCP): overlegt over en accordeert beleid, methoden en procedures ten behoeve van krediet-, landen- en reputatierisico’s binnen ING Groep. Het GCCP komt maandelijks bijeen; t ING Groep Krediet Comité Transactie Goedkeuring (GCCTA): overlegt over en accordeert transacties voor het aangaan van kredietrisico (inclusief het kredietrisico met betrekking tot de beleggingsportefeuille). Het GCCTA komt tweemaal per week bijeen; t ING Groep Investment Committee (GIC): overlegt over en accordeert beleggingsvoorstellen voor ING Real Estate. Het GIC komt maandelijks bijeen; t Asset and Liability Committee ING Bank (ALCO Bank): overlegt over en accordeert het totale risicoprofiel van alle marktrisico’s van Wholesale Banking, Retail Banking en ING Direct. Het ALCO Bank bepaalt het beleid ten aanzien van de financiering, liquiditeit, rentemismatch en solvabiliteit van ING Bank. Het ALCO Bank komt maandelijks bijeen; t Asset and Liability Committee ING Insurance (ALCO Insurance): overlegt over en accordeert alle risico’s verbonden met de verzekeringsactiviteiten van ING, waaronder volatiliteit (dat gevolgen heeft voor de baten en waardering), financiële risico’s (vereist kapitaal en marktrisico) en verzekeringstechnische risico’s. Het ALCO Insurance komt zes keer per jaar bijeen; t Operational and Residual Risk Committee (ORRC): overlegt over en accordeert zaken aangaande methoden, modellen en parameters met betrekking tot operationeel risico, bedrijfsrisico in het bankbedrijf, diversificatie tussen risico’s onderling en consistentie tussen risicotypes en bedrijfsonderdelen. Het ORRC komt tenminste twee maal per jaar bijeen. Aanvullend fungeert het Finance and Risk Committee (F&RC) als platform voor de CRO en CFO, en de stafmedewerkers die direct aan hen rapporteren, om te overleggen en besluiten over kwesties met raakvlakken op beide terreinen van financiën en risico. Het F&RC komt één keer in de twee weken bijeen. ING Groep Jaarverslag 2008
193
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep maakt bij haar besluitvorming gebruik van risicobeoordelingen en -meting. Om deze reden is de kwaliteit van de gehanteerde risicomodellen belangrijk. Door het beleidsproces voor de goedkeuring van risicomodellen, methoden en de bepaling van parameters wordt via een duidelijke toewijzing van verantwoording en verantwoordelijkheid voldaan aan de eisen van de bedrijfsonderdelen en de toezichthouder. Risicotoezicht op bestuursniveau Op het hoogste niveau van de ING-organisatie houden bestuurscommissies toezicht op het te nemen risico. De uiteindelijke goedkeuring van risico ligt dan ook hier. ING Groep is een structuurvennootschap met een Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Beide raden spelen een belangrijke rol in het beheren en bewaken van het risicobeheerkader. t De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de beheersing van de risico’s die voortvloeien uit de activiteiten van ING Groep. De Raad van Bestuur ziet onder meer toe op de effectiviteit van de interne risicobeheer- en controlesystemen en de naleving van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving door ING Groep. De Raad van Bestuur brengt regelmatig verslag uit over deze aangelegenheden en overlegt over de interne risicobeheer- en controlesystemen met de Raad van Commissarissen. De Raad van Bestuur bespreekt ieder kwartaal het risicoprofiel in verhouding tot de risicotolerantie van de Groep met het Audit Committee en licht eventuele wijzigingen in het risicoprofiel toe. t Het Audit Committee is een subcomité van de Raad van Commissarissen. Dit subcomité staat de Raad van Commissarissen bij in de evaluatie en beoordeling van de belangrijkste risicoposities en de werking van de interne risicobeheer- en controlesystemen. Het lidmaatschap van het Audit Committee is gebaseerd op specifieke bedrijfskennis en expertise over de activiteiten van ING. De vergaderingen van het Audit Committee worden bijgewoond door de CRO. De CRO houdt de bestuurscommissies op de hoogte en ziet erop toe dat de risicopositie van ING Groep hen te allen tijde duidelijk is. Elk kwartaal informeert de CRO de bestuurscommissies over de risicotolerantieniveaus van ING en het risicoprofiel van ING Groep. Daarnaast krijgen de bestuurscommissies van de CRO de laatste ontwikkelingen te horen met betrekking tot intern en extern risico, waarbij de CRO zekerstelt dat de bestuurscommissies specifieke risicoconcepten begrijpen. ING heeft het risicobeheer in het jaarlijkse strategische planningsproces geïntegreerd. In dit proces worden de strategische doelstellingen, de bedrijfsstrategieën en de middelen van de hele ING Groep op elkaar afgestemd. Het proces begint met een Planning Letter van de Raad van Bestuur waarin de organisatie de Groepsstrategie en de belangrijkste risicopunten meekrijgt. Op basis van die Planning Letter stellen de divisies en bedrijfsonderdelen hun bedrijfsplan op in overeenstemming met de groepsstrategie. Het proces bestaat tevens uit een kwalitatieve en kwantitatieve beoordeling van de bijkomende risico’s bij de plannen. Een expliciete discussie van de strategische limieten en risicotolerantieniveaus van de Groep behoort tot dat proces. Op elk niveau worden strategieën en maatstaven vastgesteld aan de hand waarvan het succes van de realisatie van de doelstellingen wordt gemeten. Deze moeten ervoor zorgen dat volgens het strategische plan wordt gehandeld. Op basis van de plannen van de divisies en bedrijfsonderdelen formuleert de Raad van Bestuur het Groep Strategisch Plan dat ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen wordt voorgelegd. Groepsrisicobeleid ING heeft een raamwerk van beleid, procedures en normen voor risicobeheer dat zorgt voor consistentie in de hele organisatie en aan de hand waarvan minimumvereisten worden gedefinieerd waaraan alle bedrijfsonderdelen zich hebben te houden. Het raamwerk voor risicobeheer van de bedrijfsonderdelen is afgestemd op het raamwerk van de Groep en voldoet aan de eisen van onder andere de lokale toezichthouder. Het is aan het topmanagement om erop toe te zien dat beleid, procedures en normen worden ingevoerd en toegepast. Medewerkers over de hele wereld kunnen via een interne website kennis nemen van het raamwerk voor risicobeheer van de Groep. Beleid, procedures en normen worden regelmatig geëvalueerd en door de betreffende risicocommissies aangepast aan veranderingen in markten, producten en aan de laatste best practice-ontwikkelingen. RISICOPROFIEL ING GROEP ING Groep hanteert een geïntegreerde benadering voor risicobeheer. In het risk dashboard worden de risico’s in alle divisies van het bank- en verzekeringsbedrijf in de vorm van Earnings at Risk en Capital at Risk samengebracht. Verder maakt het dashboard het effect van diversificatie voor de Groep duidelijk. De Raad van Bestuur gebruikt het om het feitelijke risicoprofiel ten opzichte van de risicotolerantie van de Groep te bewaken en te beheersen. Hierdoor kan de Raad van Bestuur eventuele risicoconcentraties onderkennen en afgewogen strategische beleidsbeslissingen nemen. Over het risk dashboard wordt op kwartaalbasis aan de Raad van Bestuur verslag uitgebracht en het risk dashboard wordt aansluitend gepresenteerd aan het Audit Committee. De risicotolerantie van ING Groep wordt als onderdeel van het strategische planningsproces door de Raad van Bestuur vastgelegd. Aanvaardbare typen risico’s en risiconiveaus zijn aan strikte grenzen gebonden. Dankzij het risicoraamwerk van de drie verdedigingslinies wordt het risico beheerst in overeenstemming met de risicotolerantie zoals die door de Raad van Bestuur is bepaald. Die risicotolerantie wordt vervolgens van boven naar beneden door de hele Groep doorgegeven, waardoor het nemen van beheerste risico’s zeker wordt gesteld. Het is vervolgens aan de divisies om binnen de vastgelegde risicogrenzen de maximale waarde te realiseren. Elk kwartaal controleert de Raad van Bestuur of de financiële en niet-financiële risico’s binnen de grenzen van het risicotolerantieniveau blijven zoals bepaald in het strategische planningsproces.
ING Groep Jaarverslag 2008
194
Risicomaatstaven ING Groep De Groep risicotolerantie wordt op drie verschillende manieren uitgedrukt, namelijk: t Earnings at Risk (EaR) – de potentiële daling van het IFRS resultaat voor het komende jaar gemeten in vergelijking met de verwachte IFRS winst, bij een gematigd stressscenario (d.w.z. van 1 op de 10); een hoge winstkwaliteit voorkomt een neerwaartse bijstelling van de rating van ING door de ratingbureaus; t Capital at Risk (CaR) – de potentiële daling van de huidige nettovermogenswaarde (op basis van reële waarde) voor het komende jaar in vergelijking met de verwachte waarde, bij een gematigd stressscenario (d.w.z. van 1 op de 10); t Economisch kapitaal – het kapitaal dat nodig is om onverwachte verliezen op te vangen in ernstige stresssituaties, gezien de beoogde AA kredietrating van ING Groep. De risicomaatstaven van ING Groep omvatten de belangrijkste aspecten op basis van ernst van de gebeurtenissen (normale ten opzichte van extreme stress) en van prestatiemaatstaven waarin risico kan optreden (waarde ten opzichte van winst). EaR en CaR zijn vanuit het perspectief van de aandeelhouder belangrijke maatstaven omdat zij inzicht bieden in het niveau van het risico dat ING neemt om rendement te realiseren bij ‘gematigde stress’-marktverwachtingen. Vanuit het perspectief van de obligatie- en polishouder is economisch kapitaal daarentegen belangrijker, omdat dit fungeert als buffer tegen extreme verliezen. De belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de risicomaatstaven worden hieronder geïllustreerd; Betrouwbaarheidsinterval Risicomaatstaf in stressscenario Deviatie ten opzichte van Interpretatie
Earnings at Risk
Capital at Risk
Economisch Kapitaal
90%
90%
99,95% (op basis van beoogde AA rating)
IFRS resultaat Resultaat (voor het komende jaar) verwacht IFRS Potentiële daling van het IFRS resultaat t.o.v. verwachting bij ‘gematigd’ stressscenario (d.w.z. 1 op de 10)
Waarde Huidige nettovermogenswaarde op basis van reële waarde (voor het komende jaar) Potentiële daling van de waarde t.o.v. nettowaarde bij ‘gematigd’ stressscenario (d.w.z. 1 op de 10)
Waarde Huidige nettovermogenswaarde op basis van reële waarde (voor het komende jaar) Potentiële daling van de waarde tov nettowaarde bij ‘extreem’ stressscenario (d.w.z. 1 op de 2000)
Bij de interpretatie van de EaR- en CaR-maatstaven is het belangrijk op te merken dat dit geen geschatte verliezen van een specifiek nadelig scenario betreft. Daarnaast wordt er in de maatstaven geen rekening gehouden met discretionair ingrijpen door het management in een specifieke crisissituatie; de berekeningen zijn gebaseerd op schokscenario’s met onmiddellijke veranderingen. Typen risico’s Het risicoprofiel van ING omvat de volgende belangrijkste typen risico’s die voortvloeien uit de bedrijfsactiviteiten: t Kredietrisico – het risico van verlies door het in gebreke blijven van een debiteur (inclusief emittenten van obligaties) of tegenpartij van ING; t Marktrisico – het risico van verlies als gevolg van nadelige bewegingen in marktvariabelen zoals aandelenkoersen, vastgoedprijzen, rentetarieven en valutakoersen. Deze vier marktrisico’s zijn alle marktrisico’s waarmee ING in haar bedrijfsvoering te maken heeft; t Verzekeringstechnisch risico – risico’s zoals sterfte, invaliditeit en schade behorend bij de claims die ING uit hoofde van verzekeringspolissen ontvangt. Dit betreft specifiek het risico dat de verzekeringspremies en voorzieningen ontoereikend zijn om de (schade)claims te dekken. Operationele en bedrijfsrisico’s worden in het risicoprofiel samengevat als overige risico’s: t Operationeel risico is het risico van directe of indirecte verliezen als gevolg van ontoereikende of tekortschietende interne processen, mensen en systemen of door externe gebeurtenissen. Dit omvat ook het risico op reputatieverlies, evenals het juridisch risico; strategische risico’s vallen hier niet onder; t Bedrijfsrisico – de mogelijkheid van waardeverlies als gevolg van fluctuaties in volumes, marges en kosten. Deze fluctuaties kunnen voorkomen als gevolg van interne, industriële of bredere marktfactoren. Dit betreft het risico dat onlosmakelijk verbonden is met strategische beslissingen en interne efficiëntie. De genoemde risicomaatstaven omvatten niet het liquiditeitsrisico, het risico dat ING of één van haar dochterondernemingen niet op het gewenste moment tegen redelijke kosten aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Voor de beheersing van dit risico hanteert ING een apart liquiditeitsbeheersingsrisicoraamwerk. Dat raamwerk wordt nader besproken in de desbetreffende liquiditeitsrisico paragrafen. In de paragraaf Modeltoelichtingen is een nadere beschrijving te vinden van de modellen, onderliggende aannames en belangrijkste uitgangspunten voor de berekening van Earnings at Risk, Capital at Risk en economisch kapitaal. Als gevolg van de in oktober 2008 aangekondigde verkoop van ING Life Taiwan aan Fubon Financial Holdings Co Ltd, zijn de betreffende cijfers niet meegenomen in de onderstaande toelichting. De verkoop is op 11 februari 2009 afgerond.
ING Groep Jaarverslag 2008
195
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Earnings at Risk Het niveau van de Earnings at Risk (EaR) verschaft inzicht in het risico dat ING kan absorberen ten opzichte van haar winstpotentieel. De door de Raad van Bestuur vastgestelde risicotolerantie definieert de maximale potentiële daling van het IFRS resultaat voor het komende jaar bij een gematigd stressscenario (dat wil zeggen ‘1 op de 10’), uitgedrukt als percentage van de verwachte winst (voor belasting) voor de komende 12 maanden. Omdat ING geen winstprognose publiceert, wordt in de onderstaande tabel de Earnings at Risk per type risico vergeleken met het feitelijke onderliggende resultaat voor het hele jaar; dat wil zeggen het onderliggende resultaat voor belasting. Earnings at Risk per risicotype (Groep gediversifieerd) Krediet & transfer
2008 ING Bank ING Verzekeringen Totaal ING Groep
2.034 282 2.316
Markt Rente
Aandelen
Vastgoed
Valuta
247 27 274
168 395 563
291 321 612
35 86 121
Verzekeringstechnisch
Overige risico’s
Totaal
Resultaat
EaR/ resultaat
13 13
265 149 414
3.040 1.273 4.313
449 –1.235 –786
677% –103% –549%
Verzekeringstechnisch
Overige risico’s
Totaal
Resultaat
EaR/resultaat
34 34
223 154 377
2.205 1.189 3.394
4.967 6.110 11.077
44% 19% 31%
Earnings at Risk per risicotype (Groep gediversifieerd) Krediet & transfer
2007 ING Bank ING Verzekeringen Totaal ING Groep
1.140 62 1.202
Markt Rente
Aandelen
Vastgoed
Valuta
233 93 326
112 328 440
475 405 880
22 113 135
ING is in 2008 met meer dan het EaR-getal achtergebleven bij de verwachte winst. De reden is tweeledig. Ten eerste waren de marktontwikkelingen van het tweede halfjaar duidelijk ingrijpender dan het ‘1 op de 10’-betrouwbaarheidsniveau, waardoor de verliezen ook hoger uitpakten. Ten tweede gelden er specifieke waardeverminderingsregels voor beschikbaar voor verkoop schuldbewijzen, waarbij die laatste worden afgewaardeerd naar de marktwaarde, zelfs als de kredietverliezen veel geringer zijn. Dit komt niet tot uitdrukking in het dashboard. Dat geldt met name voor de bijzondere waardeverminderingen op de Alt-A-portefeuille, waarvan de bedragen aanzienlijk hoger waren dan de geschatte onderliggende kredietverliezen. In de loop van 2008 is het Earnings at Risk profiel van ING toegenomen. Die toename komt met name voor rekening van het aandelenrisico en het kredietrisico. Aan het hogere kredietrisico liggen veranderingen in kredietkwaliteit (‘credit migration’) ten grondslag en een verwachte dotatie aan de voorzieningen voor noodlijdende leningen. Het hogere aandelenrisico houdt verband met een hoger risico op waardevermindering: door de aanhoudend lage aandelenkoersen komen steeds meer aandelen in de buurt van de waardeverminderingsdrempel. Ondanks de aanzienlijke verlaging van de Capital at Risk (zie hierna) stond de resultaat eind 2008 derhalve nog sterker bloot aan verdere dalingen op de aandelenmarkten. De desinvestering van ING Canada in januari 2009 is in acht genomen bij het bepalen van EaR aangezien het dashboard toekomst gericht is. Capital at Risk Het niveau van de Capital at Risk (CaR) afgezet tegen de financiële positie van ING maakt duidelijk of ING een solide financiële positie kan handhaven bij een niet-extreem (dat wil zeggen ‘1 op de 10’) stressscenario. De door de Raad van Bestuur vastgestelde risicotolerantie definieert de maximale potentiële daling van de waarde voor het komende jaar bij een (niet-extreem) stressscenario, uitgedrukt als percentage van de beschikbare financiële middelen (de exacte definitie van beschikbare financiële middelen wordt gegeven in de paragraaf Kapitaalbeheer). Onderstaande tabellen geven de CaR per type risico. Capital at Risk per risicotype (Groep gediversifieerd)
Krediet & transfer
2008 ING Bank ING Verzekeringen Totaal ING Groep (1)
2.145 534 2.679
Markt Rente
Aandelen
Vastgoed
Valuta
1.110 1.464 2.574
405 893 1.298
504 308 812
164 240 404
Verzekeringstechnisch
Overige risico’s
Totaal
Beschikbare financiële middelen
70 70
213 173 386
4.541 3.682 8.223
34.849 14.456 42.135 (1)
Totaal ING Groep bestaat uit ING Bank en ING Verzekeringen, exclusief kernschuld van EUR 7.170 miljoen binnen ING Groep.
ING Groep Jaarverslag 2008
196
CaR/ Beschikbare financiële middelen
13% 25% 20%
Capital at Risk per risicotype (Groep gediversifieerd)
Krediet & transfer
2007 ING Bank ING Verzekeringen Totaal ING Groep (1)
1.282 307 1.589
Markt Rente
Aandelen
Vastgoed
Valuta
716 3.365 4.081
675 2.439 3.114
505 378 883
81 169 250
Verzekeringstechnisch
Overige risico’s
273 273
169 172 341
Totaal
Beschikbare financiële middelen
CaR/ Beschikbare financiële middelen
3.428 7.103 10.531
31.733 22.710 49.715 (1)
11% 31% 21%
Totaal ING Groep bestaat uit ING Bank en ING Verzekeringen, exclusief kernschuld van EUR 4.728 miljoen binnen ING Groep.
In 2008 is de Capital at Risk als gevolg van diverse initiatieven om het risico terug te dringen, fors gedaald. De CaR van ING Groep daalde: het hogere kredietrisico werd meer dan gecompenseerd door het lagere rente- en aandelenrisico. In 2007 werd het CaR-cijfer vooral overheerst door ING Verzekeringen, met name door het renterisico in verband met langlopende garanties aan klanten en het aandelenrisico. Hoewel deze risico’s van ING Verzekeringen nog steeds bepalend zijn voor het algemene risicoprofiel van ING zijn ze flink afgenomen. Het kredietrisico leverde in 2008 de grootste bijdrage aan de CaR. Het toegenomen krediet- en transferrisico hangt met name samen met neerwaartse bijstellingen en lagere eerste ratings voor faciliteiten die niet eerder van een rating werden voorzien. Deze toename gaat slechts ten dele gecompenseerd worden door het risicoverlagende effect van de back-up faciliteit voor niet-liquide activa waardoor de Nederlandse staat de economisch eigenaar wordt van 80% van de Alt-A-portefeuille. Verwacht wordt dat deze transactie in het eerste kwartaal van 2009 wordt afgerond, afhankelijk van de uiteindelijke documentatie en goedkeuring van de toezichthouder. Het effect van de transactie wordt al meegenomen aangezien het dashboard toekomstgericht is. Voor het renterisico is de totale CaR gedaald. Deze omvangrijke daling van de rente CaR bij ING Verzekeringen werd met name veroorzaakt door de verkoop van ING Life Taiwan, wat eveneens de belangrijkste reden is voor de daling in verzekeringstechnisch risico. De daling van het renterisico voor ING Bank is met name veroorzaakt door toegenomen volatiliteit in de markt. De afname van het aandelenrisico weerspiegelt de dalende aandelenmarkten en de risico-ingrepen en afdekkingen aan het einde van het jaar. Capital at Risk en Earnings at Risk per divisie (Groep gediversifieerd) 2008
Earnings at Risk 2007
2008
Capital at Risk 2007
Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Overig bankbedrijf ING Bank
1.937 581 453 69 3.040
1.551 438 158 58 2.205
2.321 1.055 893 272 4.541
1.634 939 566 289 3.428
Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Insurance Europe Overig verzekeringsbedrijf ING Verzekeringen
571 137 442 122 1.273
430 183 469 107 1.189
1.855 502 910 415 3.682
2.022 2.258 2.004 819 7.103
ING Groep
4.313
3.394
8.223
10.531
Earnings at Risk noteerde op Groepsniveau een forse stijging van een vergelijkbare omvang voor ING Bank en ING Verzekeringen. Voor ING Bank waren veranderingen in de kredietkwaliteit (‘credit migration’) de hoofdoorzaak, zoals duidelijk zichtbaar was bij ING Direct en Wholesale Banking. Het EaR-effect viel bij ING Verzekeringen toe te schrijven aan een hoger waardeverminderingsrisico bij beursgenoteerde aandelen en was derhalve het sterkst voelbaar bij de Corporate Line. Totaal Capital at Risk daalde, met een sterke afname in ING Verzekeringen en een toename in ING Bank. Veranderingen in de kredietkwaliteit verklaren in grote lijnen de CaR-stijging bij Wholesale Banking en ING Direct. Van Insurance Americas gaat de CaR licht omlaag door een aanzienlijke daling van het aandelenrisico (lagere posities, risico-afbouw). De sterke CaR-daling bij Insurance Asia/Pacific kwam vrijwel volledig voor rekening van het sterk lagere renterisico na de verkoop van ING Life Taiwan. Insurance Europe zag de CaR vooral afnemen door het lagere aandelenrisico in verband met de geringere aandelenpositie en de afdekkingsactiviteiten.
ING Groep Jaarverslag 2008
197
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Economisch kapitaal ING Groep ING Bank maakt sinds 1999 aan externen informatie over economisch kapitaal openbaar, terwijl ING Verzekeringen in 2007 voor het eerst informatie over het economisch kapitaal heeft gepubliceerd. Hoewel de fundamentele uitgangspunten hetzelfde zijn, wordt de informatie over het economisch kapitaal van ING Bank en van ING Verzekeringen momenteel op basis van (gedeeltelijk) apart ontwikkelde modellen berekend (zie onderdeel Modeltoelichtingen). Deze modellen kunnen van elkaar verschillen in de berekeningsen aggregatiebenadering als gevolg van andere marktgewoonten en standaarden in de bank- en verzekeringssector. Het economisch kapitaal en het bank- en verzekeringdiversificatievoordeel van ING Groep worden vastgesteld door toepassing van één gezamenlijke geaggregeerde aanpak van het bank- en verzekeringsbedrijf. Het economisch kapitaal van ING Groep is 15% lager dan de som der delen (bank- en verzekeringsbedrijf). Drie factoren dragen bij aan dit consolidatievoordeel: 1. compenserende posities tussen het bank- en verzekeringsbedrijf, met name aan de rentekant, waar de langlopende activa van de bank kunnen worden afgezet tegen de langlopende verplichtingen van Verzekeringen; 2. diversificatie van de vermogenscategorieën van de bank en verzekeraar op basis van waargenomen correlaties, zoals bijvoorbeeld minder dan één overeenkomst tussen de aandelenpositie in verzekeren en de vastgoedpositie bij bank; 3. diversificatie tussen de risicofactoren van het bank- en verzekeringsbedrijf op basis van door experts bepaalde correlaties; bijvoorbeeld de operationele risico-incidenten bij het bankbedrijf en renterisico bij verzekeringen zijn niet perfect gecorreleerd. ING heeft het consolidatievoordeel berekend op 15% (2007: 15%). In de tabel wordt de bijdrage van de verschillende risicofactoren aan het consolidatievoordeel geïllustreerd: Bijdrage aan consolidatievoordeel 2008
Renterisico Aandelenrisico Valutarisico Vastgoedrisico Kredietrisico Overige risico’s* Totaal
60% 7% 1% 4% 3% 25% 100%
* Overige risico’s omvatten zowel operationeel risico als bedrijfsrisico.
In de onderstaande tabel wordt de opbouw weergegeven van het economisch kapitaal van ING Groep. De specifieke economisch kapitaalcijfers van het bank- en verzekeringsbedrijf worden in de betreffende onderdelen nader toegelicht. Economisch kapitaal ING Groep (in miljarden euro’s)
ING Bank ING Verzekeringen Geconsolideerd voordeel Totaal economisch kapitaal ING Groep
2008
2007*
22,4 13,7 –5,4 30,7
18,7 23,2 –5,9 36,0
* In 2007 is op Groepsniveau een extra EUR 0,8 miljard toegevoegd uit hoofde van investeringen in het Bank aandelenkapitaal. Dit bedrag valt inmiddels onder het economisch kapitaal van ING Bank. De resterende extra EUR 0,2 miljard (in 2007) is in 2008 niet meer van toepassing (dit is voor vergelijkingsdoeleinden opgenomen in het diversificatievoordeel).
Het potentiële risico-kapitaaleffect voor ING Groep van de verplichtingen uit hoofde van de pensioenaanspraken voor de medewerkers van ING is momenteel niet opgenomen in de geaggregeerde risicomaatstaven van de Groep. Het economisch kapitaaleffect van verplichtingen uit hoofde van de pensioenaanspraken voor de medewerkers van ING wordt apart berekend en vanuit een kapitaalbeheerperspectief is er momenteel geen noodzaak om extra kapitaal te reserveren voor verplichtingen uit hoofde van pensioenaanspraken van ING. Risicoberekening ING Bank en ING Verzekeringen De algehele risicotolerantieniveaus voor ING Groep worden vertaald in specifieke limieten, die binnen de organisatie gelden, waaronder: t kredietrisicolimieten voor het bank en verzekeringsbedrijf; t limieten op de Market Value at Risk voor het verzekeringsbedrijf; t limieten voor ALM/Value at Risk voor de bankactiviteiten; t sterfterisico en concentratierisico limieten voor het verzekeringsbedrijf. De hierna volgende risicotoelichtingen geven meer inzicht in hoe de door de risico-organisatie toegepaste risicomaatstaven samenhangen met het risk dashboard van ING Groep en het economisch kapitaal van de Groep.
ING Groep Jaarverslag 2008
198
ING BANK ING Bank is actief in een breed scala van producten. De financiële risico’s die voortvloeien uit de verkoop van deze producten worden beheerst door de afdelingen Corporate Credit Risk Management en Corporate Market Risk Management, terwijl de afdeling Corporate Operational Risk Management verantwoordelijk is voor de operationele risico’s. RISICOPROFIEL ING BANK Economisch kapitaal ING Bank Een van de belangrijkste risicobeheerinstrumenten voor ING Bank is economisch kapitaal, dat wordt gebruikt om het bedrag te bepalen dat voor een transactie of een bedrijfsonderdeel nodig is om de economische risico’s op te vangen. ING Bank heeft in 1998 het economisch kapitaal als maatstaf voor intern gebruik ingevoerd en maakt sinds 1999 ook informatie over economisch kapitaal openbaar. In de onderstaande tabellen staan de gegevens voor het economisch kapitaal van ING Bank per type risico en divisie. De tabellen geven alle diversificatie-effecten van ING Bank weer, inclusief de risicovermindering tussen de risicocategorieën onderling. Diversificatie-effecten die ontstaan door het combineren van de activiteiten van ING Bank en ING Verzekeringen blijven buiten beschouwing. Bedrijfsrisico is opgenomen onder de categorie overige risico’s om onverwachte verliezen te dekken die kunnen voortvloeien uit afwijkingen van volumes, marges en kosten. Het economisch kapitaalmodel van ING Bank wordt nader beschreven in het onderdeel Modeltoelichtingen. De onderstaande tabel geeft een weergave van het economisch kapitaal per risicocategorie inclusief het diversificatievoordeel dat proportioneel verdeeld is over de risicocategorieën: Economisch kapitaal (alleen ING Bank gediversifieerd) per risicocategorie
Kredietrisico (inclusief transferrisico) Marktrisico Overige risico’s * Totaal activiteiten bankbedrijf (1)
2008
2007
8.686 10.349 3.372 22.407
7.503 7.407 3.017 17.927
Overige risico’s omvatten zowel operationeel risico als bedrijfsrisico.
De algehele toename in economisch kapitaal komt voornamelijk door de opname van de kernaandelenbeleggingen in marktrisico economisch kapitaal van het bankbedrijf, die voorheen als extra terugkwamen op Groepsniveau. Daarnaast valt het hogere economische kapitaal te verklaren door veranderingen in de kredietkwaliteit (‘credit migration’), toenemende marktvolatiliteit en modelverbeteringen. De volgende tabel verschaft een weergave van het economisch kapitaal per divisie inclusief de voordelen van diversificatie die proportioneel verdeeld zijn over de divisies: Economisch kapitaal (alleen ING Bank gediversifieerd) per divisie
Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Overig bankbedrijf * Totaal activiteiten bankbedrijf *
2008
2007
9.849 6.169 4.050 2.339 22.407
8.646 5.360 2.831 1.090 17.927
Overig bankbedrijf bevat kapitaalactiviteiten op ING Bank-niveau, interne transacties tussen bedrijfsonderdelen en de Corporate Line, en wordt beheerd door de afdeling Kapitaalbeheer.
De groei van het economisch kapitaal voor de divisie Wholesale Banking kan met name worden verklaard door veranderingen in de kredietkwaliteit, de marktvolatiliteit en modelverbeteringen. Bij Retail Banking steeg het economisch kapitaal hoofdzakelijk als gevolg van de afronding van de overname van Oyak Bank in de risicosystemen. De materiële toename bij ING Direct hangt samen met veranderingen in kredietkwaliteit, modelverbeteringen en toegenomen marktvolatiliteit. De hogere toevoeging van economisch kapitaal aan de Corporate Line valt te verklaren met de opname van de kernaandelenbeleggingen in het economisch kapitaal van ING Bank, die eerder als extra kapitaal op Groepsniveau werden genomen. ING BANK – KREDIETRISICO’S Kredietrisico is het risico van een verlies door het in gebreke blijven van een debiteur (inclusief emittenten van obligaties) of tegenpartijen. Kredietrisico wordt onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën van risico: a) kredietverlening (inclusief garanties en kredietbrieven; b) beleggingen; c) pre-settlement (derivaten, effectenfinanciering en valutahandel); d) geldmarkten en e) settlement. Corporate Credit Risk Management (CCRM) is verantwoordelijk voor het meten en beheersen van het kredietrisico van alle entiteiten van ING Groep, inclusief landenrisico. CCRM is georganiseerd op het niveau van de divisies Retail Banking, Wholesale Banking, ING Direct en ING Groep Jaarverslag 2008
199
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen. Het hoofd van CCRM is functioneel verantwoordelijk voor het wereldwijde netwerk van kredietrisicomedewerkers, terwijl de hoofden van de kredietrisicobeheerfuncties van de divisies weer direct aan het hoofd van CCRM rapporteren. Kredietrisicobeheer wordt ondersteund door speciaal daarvoor ingerichte kredietrisico-informatiesystemen en interne kredietrisico meetmethoden voor debiteuren, emittenten en tegenpartijen. CCRM schept consistentie binnen de kredietrisico-organisatie door middel van gezamenlijk kredietrisicobeleid, gestandaardiseerde methoden, handleidingen en systemen voor de hele Groep. Het kredietbeleid van ING is gericht op het aanhouden van een internationaal gediversifieerde kredietportefeuille, waarbij grote risicoconcentraties worden vermeden. Het accent ligt op het beheren van de activiteiten binnen de divisies door middel van top-down concentratielimieten voor landen, individuele leningnemers en groepen van leningnemers. De doelstelling binnen de bancaire sector is de bancaire relatiebeheeractiviteiten uit te breiden, waarbij strikte interne risico- en rendementsrichtlijnen en beheersmaatregelen worden gehandhaafd. Kredietanalyse is gericht op risico en rendement, waarbij het niveau van de kredietanalyse een functie is van de omvang van het risicobedrag, de looptijd, de structuur (bijvoorbeeld ontvangen zakelijke zekerheden) van de faciliteit en de risico’s die worden aangegaan. Voor kredietrisicobeheerdoeleinden worden financiële verplichtingen onderverdeeld in kredietverlening, beleggingen, (pre)settlement, geldmarkten en settlement. ING gebruikt de RAROC-methodologie (risk-adjusted return on capital), welke de prestaties van de diverse activiteiten meet en vertaalt naar aandeelhouderswaarde. Het gebruik van RAROC verscherpt de focus op risico versus rendement in het besluitvormingsproces en bevordert daardoor een zo effectief mogelijk gebruik van schaars kapitaal. Meer verfijnde RAROC-instrumenten worden intern gebruikt om te zorgen voor een evenwichtige verhouding tussen risico en rendement binnen de portefeuille- en de concentratieparameters. De kredietanalisten van ING maken gebruik van openbare informatie in combinatie met interne analyses die gebaseerd zijn op informatie die de klant verstrekt, vergelijkingen met andere financiële instellingen, vergelijkingen binnen de bedrijfstak en andere kwantitatieve technieken. Kredietverleningsrisico Kredietverleningsrisico ontstaat wanneer ING een lening verstrekt aan of garanties afgeeft namens een klant. Onder deze meest voorkomende risicocategorie vallen onder andere termijnleningen, hypotheken, doorlopend krediet, bankschulden, garanties, kredietbrieven etc. Het risico wordt berekend tegen de nominale waarde van de financiële verplichting die de klant aan ING moet terugbetalen, exclusief eventuele opgebouwde en onbetaalde rente, amortisaties van kostenopslag of kortingen dan wel bijzondere waardeverminderingen. Beleggingsrisico Het beleggingsrisico is het kredietverzuim- en migratierisico van de rating dat samenhangt met de beleggingen van ING in obligaties, handelspapieren, securitisaties en andere vergelijkbare verhandelbare effecten. Beleggingsrisico ontstaat als ING een (synthetische) obligatie koopt met de bedoeling de obligatie gedurende langere tijd aan te houden (doorgaans tot einde looptijd). Obligaties die zijn gekocht met de bedoeling deze weer op korte termijn door te verkopen worden gezien als handelsrisico’s, welke worden gemeten en bewaakt door de afdeling Corporate Market Risk Management. Wat betreft kredietrisico wordt het beleggingsrisico berekend als de historische kostprijs (aankoopkosten) na aftrek van eventuele vooruitbetalingen of amortisatie en exclusief eventuele opgebouwde en onbetaalde rente of de effecten van bijzondere waardeverminderingen. Geldmarktrisico Geldmarktrisico ontstaat wanneer ING kortlopende betaaltegoeden bij een tegenpartij plaatst met als doel een liquiditeitsoverschot te beheren. In beginsel zijn geldmarktdeposito’s kortlopend van aard (1 à 7 dagen is gangbaar). Blijft de tegenpartij in gebreke, dan kan ING de geplaatste tegoeden verliezen. Het geldmarktrisico wordt derhalve eenvoudigweg gemeten als de nominale waarde van het tegoed, exclusief eventuele opgebouwde en onbetaalde rente of de effecten van bijzondere waardeverminderingen. Pre-settlement risico Pre-settlement risico ontstaat als een tegenpartij nog vóór de afhandeling van een transactie in gebreke blijft en ING de overeenkomst moet vervangen door een transactie met een andere tegenpartij, tegen de dan geldende (mogelijk ongunstige) marktkoers. Het presettlement risico (potentieel of verwacht) betreft de kosten van de vervanging van een transactie in de markt. Deze categorie kredietrisico gaat vooral gepaard met dealingroom-producten zoals opties, swaps en effecten-financieringstransacties. Bij een wederzijdse waardeuitwisseling is het uitstaande kredietrisicobedrag over het algemeen gebaseerd op de vervangingswaarde (tegen marktwaarde) plus een potentiële toekomstige volatiliteit, waarbij gebruik wordt gemaakt van een historische tijdshorizon van zeven jaar en een betrouwbaarheidsniveau van 99%. Settlement-risico Settlement-risico ontstaat wanneer waarden worden uitgewisseld (fondsen, instrumenten of goederen en grondstoffen) voor dezelfde of verschillende valutadata en de ontvangst niet wordt geverifieerd of verwacht voordat ING haar eigen deel van de transactie heeft voldaan of geleverd. Het risico is dat ING levert, maar geen leverantie ontvangt van de tegenpartij. Settlement-risico kan gewoonlijk worden beheerst en beperkt door transacties met een ‘delivery versus payment’ (DVP) regeling, zoals gebruikelijk is bij de meeste clearingbanken, of middels een settlement-netting overeenkomst.
ING Groep Jaarverslag 2008
200
Voor die transacties waarbij een DVP-regeling niet mogelijk is, stelt ING settlementlimieten vast via het kredietfiatteringsproces. Het settlementrisico wordt dan nauwlettend bewaakt en beheerd door de kredietrisicobeheerafdelingen. Het risico wordt verder beperkt via operationele procedures waarbij transactiebevestigingen aan de tegenpartijen met alle transactiedetails vereist zijn. Ook kan gebruik worden gemaakt van internationaal aanvaarde documentatie, zoals ‘master agreements’ van de International Swaps and Derivates Association (ISDA) voor derivatentransacties. Bovendien neemt ING regelmatig deel aan projecten met andere banken om nieuwe clearingsystemen en -mechanismen te verbeteren en te ontwikkelen met als doel het niveau van het settlementrisico nog verder te verlagen. Vanwege de zeer korte aard van de settlementpositie (dagelijks) zijn settlementrisico’s niet onderhevig aan economische of wettelijke kapitaalvereisten en worden ze niet opgenomen in de risicotoelichting. Landenrisico Landenrisico is het risico dat specifiek is toe te schrijven aan gebeurtenissen in een bepaald land (of bepaalde groep landen). Dit risico kan zich voordoen in elk van de vijf hierboven beschreven risicocategorieën. Alle transacties en handelsposities die ING genereert dragen een landenrisico. Het landenrisico is verder onderverdeeld in economisch risico en transferrisico. Economisch risico is het concentratierisico dat in verband staat met een bepaalde gebeurtenis in het risicoland dat van invloed kan zijn op transacties en elk ander risico in dat land, ongeacht de valuta. Transferrisico is het risico dat wordt gelopen door het onvermogen van ING of van haar tegenpartijen om te voldoen aan de respectieve verplichtingen in vreemde valuta ten gevolge van een specifieke gebeurtenis in het betreffende land. In landen waar ING actief is, wordt het relevante landenrisicoprofiel regelmatig geëvalueerd, op basis waarvan een landenrating wordt toegekend. Gebaseerd op deze rating en de risicotolerantie van ING worden risicolimieten per land bepaald. Risico’s voortkomend uit kredietverstrekking, beleggings-, pre-settlement- en geldmarktactiviteiten worden dagelijks gemeten en gerapporteerd op basis van de risicolimieten per land. Ook voor transferrisico worden per land risicolimieten toegekend, doorgaans alleen in opkomende markten. Bepaling van uitstaand kredietrisico De cijfers over geldmarkt- en kredietverleningsactiviteiten zijn in principe nominale bedragen, terwijl cijfers over beleggingsactiviteiten gebaseerd zijn op het oorspronkelijk geïnvesteerde bedrag minus aflossingen. Off-balance sheet posities bevatten documentaire kredieten en garanties, die verband houden met de risicocategorie kredietverlening. Verder bevatten off-balance sheet posities een deel van de niet gebruikte limieten, dat verband houdt met het statistisch verwachte gebruik van het niet gebruikte deel van de limiet tussen het moment van meting en het theoretische moment van statistische ingebrekeblijving. Gezamenlijk wordt aan deze bedragen gerefereerd als uitstaand krediet risico. Posities verband houdend met securitisaties (asset backed financieringen, commercial/residential mortgage backed securities en Gedekte Obligaties) worden apart weergegeven. Deze bedragen houden ook verband met het geïnvesteerde bedrag voorafgaand aan enige bijzondere waardeverminderingsactiviteit of marktwaarde-aanpassing. Dit bedrag wordt ook beschouwd als ‘uitstaand’. Verpanding Zoals alle financiële instellingen, en dat geldt vooral voor banken, neemt ING kredietrisico op zich. Daarom evalueren we continu de kredietwaardigheid van onze klanten, handelspartners en investeringen om na te gaan in hoeverre zij aan de financiële verplichtingen ten aanzien van ING kunnen voldoen. Tijdens het beoordelingsproces voor het aangaan van nieuwe leningen, handelslimieten of investeringen, alsook het beoordelen van bestaande leningen, handelsposities en investeringen, bepaalt ING het bedrag en type onderpand, indien vereist, dat een klant zou moeten belenen. In het algemeen geldt dat hoe lager de waarneembare kredietwaardigheid van de kredietnemer of financiële tegenpartij, hoe hoger het bedrag dat de klant of tegenpartij in onderpand moet geven. Als onderdeel van de handelsactiviteiten met andere financiële instellingen sluit ING diverse juridische overeenkomsten af waarbij ING en/of de tegenpartij onderpand verleent/verlenen om marktfluctuaties van hun onderlinge posities af te dekken. Wetten in de verschillende rechtsgebieden hebben invloed op het type en bedrag aan onderpand dat ING kan ontvangen of verlenen. In bepaalde gevallen zal ING kredietderivaten, of een ander soortgelijke transactie aangaan, om het kredietrisico van een bepaalde kredietnemer of portefeuille te verminderen. Het type onderpand dat als zekerheid voor een lening wordt aangehouden wordt bepaald door de structuur van de lening of de positie. Vanwege het gediversifieerde karakter van ING’s portefeuille is er ook een grote verscheidenheid in het type onderpand, waardoor geen enkel soort onderpand is oververtegenwoordigd ten opzichte van andere. KREDIETRISICOPROFIEL ING BANK Het kredietrisico van ING Bank heeft voornamelijk betrekking op de traditionele kredietverlening aan bedrijven en particulieren, gevolgd door investeringen in obligaties en overige gesecuritiseerde activa. Leningen aan particulieren betreffen hoofdzakelijk hypotheken met onroerend goed als zekerheid. Kredieten (inclusief uitgegeven garanties) aan bedrijven zijn veelal gedekt, maar kunnen ook ongedekt worden verstrekt op basis van een interne analyse van de kredietwaardigheid van de kredietnemer. Obligaties in de beleggingsportefeuille zijn doorgaans ongedekt. Securitisaties, zoals ‘Mortgage Backed Securities’(MBS) en ‘Asset Backed Securities’ (ABS), zijn gedekt door het pro rata deel van de onderliggende gediversifieerde activa (zakelijke of woninghypotheken, autoleningen en andere activa), die aangehouden worden door de emittent van de securitisatie. Het laatste belangrijke onderdeel van kredietrisico betreft pre-settlement kredietrisico, dat voortvloeit uit handelsactiviteiten, inclusief derivaten, ‘repo’-transacties, het lenen en uitlenen van effecten en vreemde valutatransacties.
ING Groep Jaarverslag 2008
201
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING maakt binnen het bankbedrijf gebruik van verschillende marktprijsmodellen en berekeningstechnieken om de omvang van het kredietrisico op pre-settlementactiviteiten te bepalen. Op basis van deze technieken maakt ING een schatting van het mogelijke toekomstige risico op individuele transacties en handelsportefeuilles. Er worden regelmatig raamovereenkomsten en zekerheidsstellingen afgesloten om deze kredietrisico’s te beperken. Probleemleningen Herstructurering ING’s herstructureringsactiviteiten concentreren zich op het beheren van de relatie met de klant, het verbeteren van het risicoprofiel van de debiteur, het maximaliseren van eventuele opbrengsten en, indien mogelijk, het voorkomen van executoriale verkopen en inbeslagnames. Deze herstructureringsactiviteiten zijn proactief en voornamelijk gericht op Wholesale Banking- en MKB-klanten (‘Zakelijk’), die nog niet in gebreke zijn. De meest gebruikelijke manieren zijn, onder andere, het herzien dan wel verlengen van de aflossingsperiode, het bijstaan bij een financiële reorganisatie en/of operationele reorganisatie, het uitstellen van executoriale verkoop, het aanpassen van leningsvoorwaarden en het opschorten van bepaalde betalingen in afwachting van een verandering van de omstandigheden. Voor consumenten- en hypotheekleningen (‘Particulier’) is de benadering meer portefeuillegericht. Herstructureringsactiviteiten voor zakelijke klanten beginnen doorgaans met een zogeheten watch list-indicatie. Klanten op deze lijst behouden hun rating (1-19). Een watch list-indicatie kan leiden tot een herstructureringsstatus (15-19) of zelfs een probleemleningstatus (20-22). De meeste klanten met een watch list-indicatie keren terug naar een reguliere status. Voor particuliere klanten is de watch list-status of de status van potentiële probleemlening doorgaans het gevolg van betalingsachterstanden (meer dan één maand), welke vervolgens tot uitdrukking komt in een risicorating 18-19 (of vergelijkbare status gebaseerd op de gestegen kans op in gebreke blijven). Na herstructurering wordt het relatiebeheer overgedragen aan de normale commerciële bankafdelingen, dan wel beëindigd. ING’s geherstructureerde leningen die anders achterstallig zouden zijn of een bijzondere waardevermindering zouden hebben ondergaan, staan in de volgende tabel: Geherstructureerde leningen ING Bank die anders achterstallig of voorzien zouden zijn
Van herstructurering (18-19) naar normaal (1-17) Van afwikkeling (20-22) tot normale of herstructureringsstatus (1-19) Totaal geherstructureerde leningen
2008
2007
1.183
1.414
3.556 4.739
3.123 4.537
De verdeling tussen Zakelijk en Particulier is als volgt: Geherstructureerde zakelijke leningen ING Bank die anders achterstallig of voorzien zouden zijn
Van herstructurering (18-19) naar normaal (1-17) Van afwikkeling (20-22) tot normale of herstructureringsstatus (1-19) Totaal geherstructureerde leningen
2008
2007
1.183
1.414
978 2.161
1.170 2.584
ING heeft herstructureringsleningen aan zakelijke klanten die anders in financiële problemen zouden zijn gekomen pro-actief benaderd. Herstructurering is over het algemeen een tijdrovend proces dat meerdere jaren in beslag kan nemen. Tot en met het begin van 2008 is het aantal probleemleningen en herstructureringsgevallen gestaag afgenomen, wat tot uitdrukking komt in het niveau van de geherstructureerde zakelijke leningen in 2008. Geherstructureerde particuliere leningen ING Bank die anders achterstallig of voorzien zouden zijn
Van afwikkeling (20-22) tot normale of herstructureringsstatus (1-19) Totaal geherstructureerde leningen en hypotheken (‘Particulier’)
2008
2007
2.578
1.953
2.578
1.953
De stijging van het totale bedrag aan geherstructureerde consumenten- en hypotheekleningen weerspiegelt de groei van de portefeuille, alsook ING’s pro-actieve portefeuillebeheer. Dit omvat onder andere geautomatiseerde herinnerings- en waarschuwingsbrieven aan particuliere klanten die anders in financiële problemen zouden kunnen zijn gekomen. Particuliere klanten hebben geen herstructureringsstatus.
ING Groep Jaarverslag 2008
202
Achterstallige betalingsverplichtingen ING volgt voortdurend de betalingsachterstanden in haar portefeuille. Met name de retailportefeuilles worden maandelijks nauwlettend gevolgd om vast te stellen of er significante wijzigingen in het niveau van betalingsachterstanden optreden. In het algemeen wordt een verplichting beschouwd als achterstallig indien een betaling van rente of aflossing meer dan één dag te laat is. In de praktijk worden de eerste 5-7 dagen nadat een betalingsverplichting achterstallig wordt, beschouwd als operationeel van aard bij particuliere leningen en leningen aan kleine bedrijven. Na deze periode wordt een brief aan de debiteur verzonden ter herinnering aan de (achterstallige) betalingsverplichtingen. Als de betalingsachterstand na 90 dagen nog steeds bestaat, wordt de verplichting gewoonlijk overgedragen aan één van de ‘probleemleningen’-afdelingen. Om het aantal betalingsachterstanden te verminderen, moedigen de meeste ING bedrijfsonderdelen hun debiteuren aan automatisch te betalen zodat betalingen tijdig ontvangen worden. Leningen naar kredietkwaliteit: portefeuille ING Bank, uitstaand
Niet achterstallig, geen bijzondere waardevermindering Achterstallig, maar geen bijzondere waardevermindering (1-90 dagen) (1) Bijzondere waardevermindering (1)
2008
2007
817.069
750.049
7.224 8.592 832.885
5.416 5.219 760.684
Gebaseerd op kredietverlening (alleen hypotheken en leningen aan particulieren).
Ouderdomsanalyse (achterstallig maar geen bijzondere waardevermindering): portefeuille ING Bank, uitstaand (1,2)
Achterstallig gedurende 1-30 dagen Achterstallig gedurende 31-60 dagen Achterstallig gedurende 61-90 dagen (1) (2)
2008
2007
5.844 1.223 157 7.224
4.709 633 74 5.416
Gebaseerd op kredietverlening (alleen hypotheken en leningen aan particulieren). Het bedrag dat achterstallig is maar geen bijzondere waardevermindering heeft ondergaan bij de niet-kredietactiviteiten was niet van materieel belang.
Er is geen significante concentratie van een specifiek leningtype in de achterstallige leningen of in de portefeuille van leningen met bijzondere waardeverminderingen. De categorie ‘achterstallig, geen bijzondere waardevermindering’ wordt het meest stringent gevolgd bij consumentenleningen en hypotheken. Alle leningen met achterstallige betalingsverplichtingen van meer dan 90 dagen worden over het algemeen automatisch geclassificeerd als lening met bijzondere waardevermindering. Voor de zakelijke kredietverleningsportefeuille en effectenverplichtingen bestaat over het algemeen een reden om een lening vóór het verstrijken van de termijn van 90 dagen als bijzondere waardevermindering aan te merken, zoals onder andere de inschatting van ING dat een klant niet aan zijn financiële verplichtingen zal kunnen voldoen, of dat een klant faillissement of surseance van betaling aanvraagt. In sommige gevallen zal een materiële overtreding van de financiële afspraken (contractbreuk) ook aanleiding zijn om een lening te kwalificeren als lening met bijzondere waardevermindering. Procedure voor inbeslagname Het beleid van ING is om geen activa van niet-nakomende debiteuren in beslag te nemen. ING probeert eerder het actief te verkopen vanuit de rechtspersoon die de activa in onderpand heeft gegeven, in overeenstemming met de overeenkomsten tot verpanding zoals ondertekend door de debiteur. In die gevallen dat ING wel het onderpand opeist, zal ING over het algemeen zo snel mogelijk het actief proberen te verkopen aan een gegadigde. Op basis van een interne inschatting van welke aanpak het snelst het hoogste resultaat zal opleveren voor ING, kan de gehele onderneming verkocht worden (of ten minste alle activa), of de activa kunnen stuksgewijs worden verkocht. Leningen die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. Portefeuille ING Bank, uitstaand per economische sector Privépersonen Bouw, infrastructuur en onroerend goed Bedrijfsleven algemeen Voedingsmiddelen, dranken en persoonlijke verzorging Financiële instellingen Automobiel Diensten Retail Overige Totaal
2008
2007
3.718 1.770 1.036 397 372 322 270 176 531 8.592
2.356 635 270 264 538 200 219 131 606 5.219 ING Groep Jaarverslag 2008
203
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
In bovenstaande tabel wordt een overzicht gegeven van uitstaand kredietrisico (inclusief leningen die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan) voor leningen en posities die zijn aangemerkt als probleemleningen en waarvoor reserveringen zijn getroffen. Voor deze portefeuille heeft ING specifieke en collectieve voorzieningen getroffen van respectievelijk EUR 1.067 miljoen en EUR 799 miljoen (2007: EUR 711 miljoen en EUR 680 miljoen), wat het verschil is tussen de geamortiseerde kostprijs van de onderliggende portefeuille en de tegen de effectieve rente verdisconteerde realiseerbare waarde. Voorzieningen De kredietportefeuille wordt doorlopend geëvalueerd. Ieder kwartaal vindt er een formele analyse plaats om de voorzieningen voor mogelijk dubieuze debiteuren vast te stellen volgens een ‘bottom-up’ benadering. Conclusies worden besproken in het IPC, dat over het niveau van de specifieke debiteurenvoorzieningen aan de Raad van Bestuur adviseert. ING Bank beschouwt leningen als zijnde in gebreke indien het, op basis van actuele informatie en gebeurtenissen, waarschijnlijk is dat de contractueel verschuldigde hoofdsom en rentebedragen niet conform de contractbepalingen zullen worden ontvangen. Voorzieningen: portefeuille ING Bank Wholesale Banking 2008 2007
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de Groep Afboekingen Ontvangen op reeds afgeboekte kredieten Toename/(afname) voorziening dubieuze debiteuren Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde einde van het jaar
2008
Retail Banking 2007
2008
ING Direct 2007
2008
Totaal ING Bank 2007
921
1.610
771
741
309
291
2.001
2.642
2 –260
2 –593
–399
95 –302
–69
1 –57
2 –728
98 –952
24
30
63
26
4
3
91
59
596
–115
401
172
283
68
1.280
125
–17 –242
–23 10
–36 270
5 34
3 –13
–1 4
–50 15
–19 48
1.024
921
1.070
771
517
309
2.611
2.001
Na drie jaar van dalende jaarlijkse risicokosten kwam er in 2008 een kentering als gevolg van de internationale kredietcrisis. Overige mutaties betreft onder andere een herrubricering van een voorziening van middelgrote ondernemingen en Wholesale MKB van Wholesale Banking naar Retail Banking. Zekerheidsstelling ING-onderdelen sluiten actief overeenkomsten tot het kopen en terugkopen van verhandelbare effecten af als onderdeel van hun effectenfinancieringsactiviteiten. Deze transacties kunnen vele juridische vormen hebben. (Omgekeerde) repo-, effectenleen- en uitleenovereenkomsten; evenals koop/terugverkoop – dan wel verkoop/terugkoopovereenkomsten; en aandelenleen en uitleenovereenkomsten; zijn de meest gangbare. Het bedrag van als zekerheid aanvaarde financiële activa door ING onder deze overeenkomsten bedroeg EUR 82,1 miljard op 31 december 2008 en EUR 120,2 miljard op 31 december 2007. Deze verlaging komt overeen met de algehele afname in openstaande effectenfinancieringstransacties ultimo 2008 in vergelijking met eind 2007. Deze bedragen zijn exclusief het contante deel van deze transacties en exclusief verpandingen onder tripartiete overeenkomsten (omdat de onderliggende waarde niet direct verpand is aan ING en ook geen eigendom is van ING). Normaal gesproken kunnen deze verhandelbare effecten in de markt worden doorverkocht of doorverpand onder soortgelijke overeenkomsten. ING is verplicht om in zulke situaties soortgelijke effecten terug te geven. Risicoklassen zijn bepaald op basis van de kwaliteit van de uitstaande bedragen op basis van kredietwaardigheid, variërend van beleggingsklasse tot probleemklasse uitgedrukt in Standard & Poor’s-equivalenten.
ING Groep Jaarverslag 2008
204
Risicoklassen: portefeuille ING Bank per divisie in % van de totaal uitstaande bedragen(1) Wholesale Banking 2008 2007
1 2-4 5-7 8-10 11-13 14-16 17-22
(1)
(2)
(AAA) (AA) (A) (BBB) (BB) (B) (CCC & Probleemleningen)
2008
Retail Banking 2007
2008
ING Direct (2) 2007
2008
Totaal ING Bank 2007
9,3% 19,3% 16,7% 23,2% 23,3% 5,8%
5,6% 26,2% 14,5% 21,4% 24,5% 5,9%
1,3% 5,7% 4,0% 34,3% 42,9% 6,9%
0,2% 4,8% 3,4% 35,3% 46,0% 6,3%
27,6% 17,1% 15,6% 22,2% 14,8% 1,5%
31,5% 19,3% 14,4% 21,0% 12,3% 0,8%
12,6% 14,5% 12,5% 26,2% 26,6% 4,8%
12,8% 18,6% 11,8% 24,7% 25,8% 4,3%
2,4% 100,0%
1,9% 100,0%
4,9% 100,0%
4,0% 100,0%
1,2% 100,0%
0,7% 100,0%
2,8% 100,0%
2,0% 100,0%
Op basis van de berekening van het kredietrisico in kredietverlening, (pre)-settlement, geldmarkt- en beleggingsactiviteiten. De ratings drukken uit wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. Covered bonds zijn geclassificeerd op basis van de externe kredietrating van de betreffende emittent. Covered bonds hebben doorgaans een betere externe kredietrating dan de emittent op zich, vanwege de structurele kenmerken van dit papier.
Risicoklassen: portefeuille ING Bank in % van de totaal uitstaande bedragen (1) Kredietverlening 2008 2007
1 2-4 5-7 8-10 11-13 14-16 17-22
(1)
(AAA) (AA) (A) (BBB) (BB) (B) (CCC & Probleem leningen)
2008
Beleggingen 2007
2008
Geldmarkt 2007
Pre-settlement 2008 2007
Totaal ING Bank 2008 2007
1,3% 4,2% 10,2% 36,1% 37,8% 6,6%
1,9% 6,0% 9,5% 35,7% 37,7% 6,3%
49,8% 28,8% 15,0% 3,6% 1,5% 0,6%
48,4% 35,2% 13,7% 1,5% 0,9% 0,1%
7,1% 57,3% 26,3% 4,8% 4,4% 0,1%
5,9% 61,4% 16,8% 8,2% 7,1% 0,3%
8,1% 48,3% 21,5% 11,2% 7,2% 2,7%
5,4% 58,2% 22,3% 7,1% 5,3% 1,2%
12,6% 14,5% 12,5% 26,2% 26,6% 4,8%
12,8% 18,6% 11,8% 24,7% 25,8% 4,3%
3,8% 100,0%
2,9% 100,0%
0,7% 100,0%
0,2% 100,0%
100,0%
0,3% 100,0%
1,0% 100,0%
0,5% 100,0%
2,8% 100,0%
2,0% 100,0%
Op basis van de berekening van het kredietrisico in kredietverlening, (pre)-settlement, geldmarkt- en beleggingsactiviteiten. De ratings drukken uit wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.
Bij ING Bank was sprake van een bescheiden neerwaartse verandering in risicoklassen, met name van AA naar mindere kwaliteit. De belangrijkste reden was de neerwaartse bijstelling van veel securitisaties, met name bij ING Direct. Ook de probleemcategorieën namen in de loop van 2008 toe. Deze negatieve effecten werden in bescheiden mate gecompenseerd door een verschuiving naar kwalitatief betere tegenpartijen in de geldmarkt- en pre-settlementactiviteiten. Risicoconcentratie: portefeuille ING Bank per economische sectorportfolio (1) Wholesale Banking 2008 2007
Privépersonen Financiële instellingen (ex. banken) Zakenbanken Overheid en semi-overheid Vastgoed Natuurlijke hulpbronnen Centrale banken Vervoer en logistiek Dienstensector Voeding, dranken en pers. verz. Bedrijfsleven algemeen Bouw Overige (1)
2008
Retail Banking 2007
2008
ING Direct 2007
2008
Totaal ING Bank 2007
0,2%
0,4%
68,4%
83,7%
44,1%
39,8%
34,5%
33,9%
13,5% 20,4% 12,8% 12,5% 6,9% 2,4% 5,4% 3,5%
14,9% 22,6% 7,5% 9,6% 6,2% 3,9% 4,7% 4,7%
2,0% 1,2% 1,5% 3,9% 0,7% 1,6% 1,6% 3,1%
2,5% 1,1% 1,4% 1,5% 0,2%
29,9% 15,4% 2,7% 0,6%
31,9% 19,5% 3,0% 0,7%
4,5%
2,4%
15,0% 13,1% 6,2% 6,2% 2,9% 2,8% 2,6% 2,3%
17,7% 16,2% 4,5% 4,6% 2,7% 2,4% 2,1% 2,4%
3,6% 3,4% 2,9% 12,5% 100,0%
3,4% 3,8% 3,7% 14,6% 100,0%
2,5% 2,6% 2,8% 8,1% 100,0%
1,6% 1,1% 0,9% 3,8% 100,0%
2,2% 2,1% 2,0% 8,1% 100,0%
1,9% 1,9% 1,8% 7,9% 100,0%
0,5% 1,7% 0,1% 0,1% 2,7% 100,0%
0,1% 2,5% 100,0%
Percentages zijn gebaseerd op het totale bedrag aan kredietrisico in de betreffende kolom, gemeten door de interne kredietrisicoberekeningsmethoden van ING.
ING Groep Jaarverslag 2008
205
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Bij ING Direct ging de diversificatie naar woninghypotheken verder, terwijl de securitisatie- en obligatieportefeuilles verhoudingsgewijs omlaag gingen. In de loop van 2008 heeft ING de portefeuille mid-corporates geherrubriceerd van Wholesale Banking naar Retail Banking, waardoor de concentratie van Retail Banking in privépersonen verhoudingsgewijs afnam en er een bredere spreiding over andere economische sectoren optrad. Deze ontwikkeling werd ten dele tenietgedaan door de aankoop van EUR 4,5 miljard aan woninghypotheken van Nationale Nederlanden Hypotheek Bedrijf. Alle niet in de bovenstaande tabel vermelde economische sectoren vertegenwoordigen minder dan 2% van de portefeuille. Grootste economische risico’s: portefeuille ING Bank per land (1, 2) in miljarden euro’s Nederland Verenigde Staten België Duitsland Spanje Verenigd Koninkrijk Frankrijk Italië Australië Canada Polen Turkije (1) (2)
Wholesale Banking 2008 2007
56,2 35,3 25,6 12,5 15,2 15,8 23,4 14,7 4,3 1,4 9,7 0,8
68,7 28,9 44,4 9,4 12,4 19,4 17,0 12,6 5,0 1,7 7,0 6,2
2008
Retail Banking 2007
171,9 0,2 52,6 0,2 0,4 0,2 0,7 0,5
141,1 0,2 27,5 0,2 0,4 0,1 0,6 0,5
2,1 8,6
0,1 2,5 2,7
2008
ING Direct 2007
1,0 63,6 1,1 61,5 40,1 13,5 4,2 12,8 23,0 17,4
1,6 58,2 1,4 54,8 38,5 17,3 4,1 12,2 25,4 15,7
2008
Totaal ING Bank 2007
229,1 99,1 79,3 74,2 55,7 29,5 28,3 28,0 27,3 18,8 11,8 9,4
211,4 87,3 73,3 64,4 51,3 36,8 21,7 25,3 30,4 17,5 9,5 8,9
Heeft uitsluitend betrekking op risico’s > EUR 9 miljard, inclusief intercompany risico’s met ING Verzekeringen. Land is gebaseerd op het vestigingsland van de schuldenaar.
De groei in de meeste landen volgde het groeipatroon van de gehele portefeuille. Bij ING Direct in Duitsland, de Verenigde Staten en Spanje kwam de groei hoofdzakelijk voor rekening van de eigen hypotheekproductie (toename in Duitsland van EUR 6,3 miljard, toename in de Verenigde Staten van EUR 7,3 miljard, toename in Spanje van EUR 1,4 miljard). Retail Banking groeide in Nederland, België en Turkije zowel autonoom als door de overdracht van mid-corporates van Wholesale Banking naar Retail Banking. De daling in het Verenigd Koninkrijk wordt gedreven door valuta-effecten. ING BANK – MARKTRISICO’S Marktrisico betreft het risico dat bewegingen in marktfactoren, zoals rentetarieven, aandelenkoersen, valutakoersen en vastgoedkoersen, een negatief effect hebben op de resultaten, de marktwaarde of de liquiditeitspositie van de bank. Marktrisico vloeit voort uit posities in handelsboeken of in de niet-handels(banking)boeken. De handelsposities worden aangehouden om te profiteren van koersbewegingen op de korte termijn, terwijl de posities in de niet-handelsboeken worden aangehouden voor de lange termijn (of tot einde looptijd) of voor het doel om andere posities in het niet-handelsboek af te dekken. Binnen ING Bank valt het toezicht op het marktrisico (inclusief liquiditeitsrisico) onder de ALCO-functie met ALCO Bank als hoogste autoriteit voor goedkeuring. Het ALCO Bank bepaalt de totale risicotolerantie voor het marktrisico. De ALCO-functie is regionaal georganiseerd met uitzondering van ING Direct, dat een eigen ALCO heeft. De divisies Retail Banking en Wholesale Banking zijn vertegenwoordigd binnen de respectieve regionale en lokale ALCO’s. De ALCO-structuur binnen ING Bank maakt top-down risicobeheer, limietbepaling, controle van en toezicht op het marktrisico mogelijk. Dit verzekert een correcte implementatie van de risicotolerantie van ING Bank. Als aangewezen onafhankelijke afdeling is Corporate Market Risk Management (CMRM) verantwoordelijk voor het ontwerp en de uitvoering van de marktrisicobeheerfuncties van de bank ter ondersteuning van de ALCO-functie. In de CMRM-structuur wordt onderkend dat risicobeheer voor een groot gedeelte op regionaal/lokaal niveau plaatsvindt. Bottom-up rapportage stelt het management in staat om het marktrisico op alle relevante niveaus volledig te overzien. CMRM is verantwoordelijk voor het bepalen van adequate beleidslijnen en procedures voor het beheren van marktrisico en voor het toezicht op de naleving van deze richtlijnen. Een belangrijk element van de marktrisicobeheerfunctie is de beoordeling van het marktrisico van nieuwe producten en activiteiten. Daarnaast onderhoudt CMRM een adequaat limietenstelsel in lijn met de totale risicotolerantie van de bank. Het is de verantwoordelijkheid van de divisies om zich aan de door ALCO Bank goedgekeurde limieten te houden. Limietoverschrijdingen worden tijdig aan het senior management gerapporteerd en de divisies zijn verplicht om de benodigde acties te ondernemen om de risicopositie te reduceren. MARKTRISICO IN HANDELSPORTEFEUILLES Organisatie In de handelsportefeuilles worden posities aangehouden op de professionele financiële markten met als doel te profiteren van koersbewegingen op de korte termijn. Marktrisico in de handelsportefeuilles vloeit voort uit de blootstelling aan diverse marktrisicofactoren, waaronder rentetarieven, aandelenkoersen en valutakoersen.
ING Groep Jaarverslag 2008
206
Het Financial Markets Risk Committee (FMRC) is een marktrisicocomité dat, binnen de door ALCO Bank vastgestelde richtlijnen, marktrisicolimieten vaststelt op zowel geaggregeerd niveau als per handelsportefeuille, en dat nieuwe producten goedkeurt. CMRM adviseert zowel het FMRC als het ALCO Bank over de risicotolerantie van de wholesale banking-activiteiten. CMRM Trading richt zich op het beheer van de marktrisico’s in de handelsportefeuilles van Wholesale Banking (hoofdzakelijk Financial Markets), aangezien dit de enige divisie is waar omvangrijke handelsactiviteiten plaatsvinden. Handelsactiviteiten zijn onder andere het faciliteren van klantactiviteiten, market-making en het nemen van eigen posities in effecten- en derivatenmarkten. CMRM Trading is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en implementatie van beleid met betrekking tot marktrisico en methodieken voor risicometing, rapportage en controle van handelsrisicoposities ten opzichte van goedgekeurde handelslimieten en de validatie van waarderingsmodellen. Verder beoordeelt CMRM mandaten en limieten voor handelsactiviteiten en bewaakt CMRM het proces met betrekking tot het introduceren van nieuwe producten voor handelsactiviteiten. Het beheer van de marktrisico’s in de handelsportefeuilles wordt op diverse organisatorische niveaus uitgevoerd, van geconsolideerd niveau (CMRM Trading) tot op het niveau van specifieke handelsportefeuilles en handelslocaties. Risicometing CMRM past de Value at Risk (VaR)-methodiek toe als de belangrijkste risicomaatstaf. VaR voor marktrisico geeft, met een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%, de maximale ééndaagsverliezen die kunnen optreden ten gevolge van veranderingen in risicofactoren (zoals rentetarieven, vreemde valutakoersen, aandelenkoersen, creditspreads, impliciete volatiliteiten) als de posities onveranderd blijven binnen een tijdsinterval van een dag. Het effect van de historische marktbewegingen op de huidige portefeuille wordt geschat op basis van het gelijk gewogen gemiddelde van de waargenomen marktbewegingen in het voorgaande jaar. ING past VaR toe op basis van een horizon van één dag voor interne risicoberekening, controle en backtesting en VaR met een horizon van tien dagen voor de bepaling van het wettelijk vereiste kapitaal. Het gebruik van het VaR-model van ING is goedgekeurd door De Nederlandsche Bank voor de berekening van het wettelijk vereiste kapitaal van de belangrijkste handelsactiviteiten. Marktrisico voor de vastrentende waarden- en aandelenmarkten is gesplitst in twee componenten: algemeen marktrisico en specifiek marktrisico. Het algemene marktrisico geeft een schatting van de VaR die voortvloeit uit algemene waardefluctuaties in de markt (bijvoorbeeld rentefluctuaties). Het specifieke marktrisico geeft een schatting van de VaR die voortvloeit uit waardefluctuaties in de markt die betrekking hebben op de onderliggende emittent van waardepapieren in de portefeuilles. Dit specifieke risico betreft alle waardefluctuaties die niet samenhangen met algemene marktbewegingen. De VaR voor lineaire portefeuilles wordt berekend door middel van een variantie-covariantie-model. Het marktrisico van alle belangrijke optieportefeuilles binnen ING wordt gemeten door middel van Monte Carlo- en historische simulatiemethodes. Beperkingen VaR als risicomaatstaf heeft enige beperkingen. VaR kwantificeert het potentiële verlies onder de veronderstelling van normale marktomstandigheden. Deze veronderstelling is in de praktijk niet altijd juist, in het bijzonder gedurende extreme gebeurtenissen. Dit zou daardoor kunnen leiden tot onderschatting van het potentiële verlies. VaR maakt verder gebruik van historische gegevens om het gedrag van toekomstige prijsfluctuaties te voorspellen. Toekomstige prijsfluctuaties kunnen substantieel afwijken van in het verleden waargenomen fluctuaties. Daarnaast veronderstelt het gebruik van een ééndaagshorizon (of tien dagen voor wettelijke berekeningen) dat alle posities in de portefeuille in één dag kunnen worden geliquideerd of afgedekt. Gedurende periodes van illiquiditeit of extreme gebeurtenissen in de markt kan deze veronderstelling onjuist blijken te zijn. Tevens geeft het gebruik van een 99% betrouwbaarheidsniveau aan dat VaR geen verliezen meeneemt die buiten dit betrouwbaarheidsniveau vallen. Backtesting Backtesting is een techniek voor de voortgaande bewaking van de aannemelijkheid van het toegepaste VaR-model. Hoewel met VaR-modellen de potentieel toekomstige resultaten worden ingeschat, zijn de schattingen gebaseerd op historische marktgegevens. In een backtest wordt het feitelijke resultaat op dagbasis vergeleken met de ééndaags VaR. Naast feitelijke resultaten voor backtesting gebruikt ING ook hypothetische resultaten, waarbij het effect van daghandel (intraday trading), honoraria (fees) en provisies wordt uitgesloten. Wanneer het feitelijke of hypothetische verlies de VaR overstijgt, is er sprake van een ‘overschrijding’. Gebaseerd op ING’s eenzijdige betrouwbaarheidsniveau van 99% zal een ‘overschrijding’ naar verwachting één keer in de 100 handelsdagen voorkomen. In 2008 is er geen ‘overschrijding’ voorgekomen (2007: geen) waarbij een ééndaags handelsverlies de ééndaags geconsolideerde VaR van ING Wholesale Banking heeft overschreden. ING brengt op kwartaalbasis aan De Nederlandsche Bank verslag uit over de uitkomsten van de backtesting. Stresstesting Stresstesten worden gebruikt om marktrisico’s onder extreme marktomstandigheden te bewaken. Aangezien VaR in het algemeen geen schatting geeft van de potentiële verliezen die kunnen voortvloeien uit extreme fluctuaties in de markt, past ING gestructureerde stresstesting toe voor het bewaken van het marktrisico onder extreme marktomstandigheden. Stressscenario’s zijn gebaseerd op historische en hypothetische extreme gebeurtenissen. Het resultaat van deze stresstesting is een ‘event risk’ getal. Dit is een schatting van het resultaat als gevolg van een mogelijke extreme gebeurtenis en het wereldwijde effect daarvan op ING Wholesale Banking. Het event risk-getal voor de handelsactiviteiten van ING Wholesale Banking wordt op weekbasis berekend. Net als VaR wordt het event risk gelimiteerd door het ALCO Bank. Het beleid met betrekking tot event risk (en de technische implementatie daarvan) is ING-specifiek, ING Groep Jaarverslag 2008
207
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
aangezien er voor event risk geen door andere banken en toezichthouders algemeen aanvaarde berekeningsmethode bestaat (zoals voor het VaR-model). Het event risk-model bestaat in feite uit stressparameters per land en per markt (vastrentende waarden, aandelen, vreemde valuta, creditspread en gerelateerde derivatenmarkten). De scenario’s en stressparameters worden achteraf vergeleken met extreme marktbewegingen die zich daadwerkelijk in die markten hebben voorgedaan. Met de marktontwikkelingen van 2008 wordt rekening gehouden in de formulering van scenario’s en stressparameters in 2009. Indien nodig evalueert ING specifieke stressscenario’s naast de stresstests die structureel worden uitgevoerd. Deze specifieke scenario’s hebben betrekking op actuele problemen, zoals politieke instabiliteit in bepaalde regio’s, terroristische aanslagen of extreme bewegingen in energieprijzen. Overige controle op de handelsportefeuilles Limieten op VaR en event risk zijn de belangrijkste limieten voor de beheersing van de handelsportefeuilles. Daarnaast maakt ING gebruik van diverse andere limieten in aanvulling op VaR en event risk. Met limieten op positie en gevoeligheid wordt voorkomen dat er te grote concentraties ontstaan in specifieke emittenten, sectoren of landen. Verder gelden ook andere risicolimieten op de handel in exotische derivaten. Het marktrisico van deze producten wordt beheerst door productspecifieke limieten en beperkingen. Ontwikkeling marktrisico in handelsportefeuilles Onderstaande grafiek toont de ontwikkeling van de ééndaags VaR met een betrouwbaarheidsinterval van 99% en een tijdshorizon van één dag. De ééndaags VaR wordt gepresenteerd voor de handelsportefeuilles van Wholesale Banking gedurende 2007 en 2008 die onder risicotoezicht staan van CMRM Trading. Verscheidene niet-handelsboeken worden intern beheerd via het handelsrisicoproces. Deze boeken zijn daarom uitgesloten van de niet-handelsrisicotabel en inbegrepen in de onderstaande handelsrisicografiek en -tabel. Geconsolideerde handels– VaR ING Wholesale Banking 2007-2008 in EUR miljoen 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1e kwartaal 2007
2e kwartaal 2007
3e kwartaal 2007
4e kwartaal 2007
1e kwartaal 2008
2e kwartaal 2008
3e kwartaal 2008
4e kwartaal 2008
Datum Value at Risk
VaR Limiet
Gedurende 2007 en 2008 varieerde de ééndaags-VaR van de Wholesale Banking-handelsportefeuille van EUR 29 miljoen tot EUR 72 miljoen. De gemiddelde VaR was in 2008 aanzienlijk hoger dan in 2007 (EUR 53 miljoen tegen EUR 34 miljoen). De toename hing hoofdzakelijk samen met de toegenomen volatiliteit op de diverse financiële markten, alsmede met veranderingen in de correlatie tussen de diverse markten en producten. In verband hiermee overschreed de geconsolideerde handels-VaR in het vierde kwartaal de limiet van EUR 60 miljoen. Het ALCO Bank heeft in verband met de veranderde marktomstandigheden een tijdelijke verhoging van de limiet naar EUR 66 miljoen goedgekeurd om een geleidelijke verlaging van de positie mogelijk te maken. De geconsolideerde handels-VaR bereikte op 24 oktober een maximum van EUR 72 miljoen. Het management van CMRM en Wholesale Banking/Financial Markets heeft nadere stappen ondernomen om de positie weer onder de limiet te krijgen. De laatste twee maanden van het jaar nam de VaR af, waardoor de limiet weer verlaagd is tot het oorspronkelijke niveau van EUR 60 miljoen per medio december.
ING Groep Jaarverslag 2008
208
In onderstaande tabel staat een verdere opsplitsing van de VaR van de handelsportefeuille van Wholesale Banking voor 2008 en 2007. VaR geconsolideerde handelsportefeuille: Wholesale Banking
Vreemde valuta Aandelen Rente Diversificatie (1) Totaal VaR (1)
2008
Laag 2007
2008
Hoog 2007
4 5 33
2 5 22
9 13 58
7 13 43
2008
Gemiddeld 2007
2008
Ultimo 2007
5 8 45 –5 53
4 9 27 –6 34
7 7 43 –3 54
4 6 43 –5 48
De totale VaR voor de kolommen Hoog en Laag kan niet worden bepaald als de som van de individuele componenten omdat de gegevens van zowel individuele markten als voor de totale VaR afkomstig kunnen zijn van verschillende data. NB: de termen hierboven zijn ontleend aan de terminologie die intern wordt gebruikt voor risicobeheer en zijn geen directe verwijzing naar balansposten.
Over het algemeen lag het niveau van de handels-VaR in 2008 niet alleen hoger, maar was ook sprake van grotere bewegingen. De rentemarkt, waaronder de algemene rentepositie en creditspreadposities, droeg het sterkste bij aan de handels-VaR. Onderstaande tabel geeft de grootste handelsposities weer in vreemde valuta, rente en creditspreads. De creditspread-gevoeligheden zijn verder onderverdeeld naar verschillende risicocategorieën en sectoren. Belangrijkste valuta-, rente- en creditspread-posities (ultimo 2008) 2008
Valuta Singaporese dollar Mexicaanse peso Zuid-Koreaanse won Amerikaanse dollar Chinese yuan
–91 69 –68 55 46
Rente (Bpv (1)) Eurozone Mexico Verenigde Staten Zuid-Korea Taiwan
–1,272 –0,289 0,241 –0,111 0,060
Creditspread (Bpv (1)) Eurozone Verenigde Staten Mexico Japan Verenigd Koninkrijk
–0,247 –0,187 –0,097 –0,056 –0,032
(1)
Bpv (basis point value) betreft de gevoeligheid van de winst-en-verliesrekening per één basispunt toename in de rente of creditspread.
Gevoeligheid creditspread per risicoklasse en sector (ultimo 2008) In duizenden euro’s Creditspread (Bpv (1))
Risicoklassen 1 (AAA) 2-4 (AA) 5-7 (A) 8-10 (BBB) 11-13 (BB) 14-16 (B) 17-22 (CCC en probleemleningen) Geen rating (1)
Bedrijfsleven
Financieel
–20 –19 4 –75 –37 –6
–40 –115 –88 –103 –54 –18
–21 –19
–2 –28
Bpv (basis point value) betreft de gevoeligheid van de winst-en-verliesrekening per één basispunt toename in de rente- of creditspread.
ING Groep Jaarverslag 2008
209
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
MARKTRISICO IN NIET-HANDELSBOEKEN Organisatie Binnen ING Bank worden posities aangeduid als handels- of niet-handels(banking)posities. Het belangrijkste aspect voor het onderscheiden van de niet-handelsboeken van de handelsboeken is de intentie achter de posities die worden aangehouden in deze boeken. De posities in de niet-handelsboeken worden aangehouden voor de lange termijn (of tot einde looptijd) of om de risicopositie in andere niet-handelsboeken-posities af te dekken (de hypothekenportefeuille bijvoorbeeld). Renterisico in de niet-handelsboeken Het renterisico van de niet-handelsboeken is het risico dat de resultaten of de marktwaarde van ING Bank die voortvloeien uit de niet-handelsposities nadelig door rentebewegingen worden beïnvloed. Ten bate van een duidelijke toewijzing van verantwoordelijkheden voor risico en resultaat binnen de niet-handelsboekstructuur is door ALCO Bank een Asset & Liability Management (ALM) raamwerk geïmplementeerd. Door middel van dit raamwerk is een duidelijke splitsing gemaakt in drie typen activiteiten: het investeren van het eigen kapitaal, de commerciële activiteiten en het aansturen van de strategische rentepositie van de Bank in de specifieke ALM-boeken. Onderstaande figuur laat het ALM-raamwerk van ING Bank zien waarbinnen het renterisico wordt gemeten en bewaakt: ING Bank Kapitaalbeheer
ING Direct Risicoverplaatsing naar markt
Retail Banking
Wholesale Banking
Risicoverplaatsing naar FM ALM Commercial Bank
Modelrisico (replicatie, vervroegde aflossingen)
Modelrisico (replicatie, vervroegde aflossingen)
Risicoverplaatsing naar FM ALM
Financial Markets ALM
Financial Markets Handel Voor eigen risico
ING Bank’s kapitaalbeheerposities, zijnde de eigen fondsen (kernkapitaal) en de investeringen van deze eigen fondsen, worden geïsoleerd onder de ING Bank Corporate Line. ALCO Bank bepaalt het looptijdprofiel waaraan de investering van de eigen fondsen moet voldoen. Dit looptijdprofiel geeft het langetermijnkarakter weer van de rendementseis van de investeerders en streeft naar een maximalisatie en stabilisatie van de resultaten. Binnen het interne raamwerk van risicoverplaatsing beschouwt ALCO Bank een evenwichtige portefeuille van vastrentende beleggingen met een lange looptijd als de risiconeutrale positie. Het principe van risicoverplaatsing vormt de basis van het ALM-raamwerk van ING Bank. Uitgangspunt is dat de open renterisicopositie vanuit de commerciële niet-handelsboeken wordt overgedragen naar de ALM-boeken. Het renterisico van de commerciële niethandelsboeken komt voort uit de rentetypische mismatch van de door de bank aangegane bezittingen en schulden. De overdracht van het renterisico is voor een groot gedeelte gebaseerd op het modelleren van klantgedrag. Binnen CMRM wordt uitgebreid onderzoek verricht om het modelleren van het klantgedrag te optimaliseren. Hiervoor worden verschillende methoden gebruikt om het renterisico te na te bootsen waarbij de contractuele en gedragsafhankelijke karakteristieken van rekeningen-courant, spaargelden en hypotheken in ogenschouw worden genomen. De werking van de gebruikte modellen en veronderstellingen wordt op regelmatige basis geanalyseerd door middel van backtests. De resultaten van deze backtests worden gepresenteerd aan het verantwoordelijke ALCO. Om de rentegevoeligheid van spaargelden en rekeningen-courant te bepalen, zijn verschillende methoden ontwikkeld, afhankelijk van de focus van de risicoanalyse. Voorbeelden hiervan zijn historische simulatie, Earnings at Risk analyse en waarderingsmodellen. Prijsstrategieën, uitstaande volumes en het niveau en de vorm van de yieldcurve worden in deze modellen in acht genomen. Op basis van deze analyses zijn de investeringsregels voor de verschillende portefeuilles vastgesteld.
ING Groep Jaarverslag 2008
210
Het afdekken van de optie om vervroegd af te lossen binnen de hypothekenportefeuilles, is gebaseerd op modellen waarin het vervroegd aflossingsgedrag wordt voorspeld. In deze modellen wordt rekening gehouden met de stimulans voor klanten om vervroegd af te lossen. De parameters van deze modellen zijn gebaseerd op historische data en worden regelmatig herzien. De gevoeligheid van de renteopties in de uitstaande hypotheekoffertes wordt bepaald en er is ook een afdekkingsproces om het resulterende renterisico te minimaliseren. Het renterisico dat in de commerciële boeken achterblijft na het overdragen van de open rentepositie naar de ALM-boeken wordt veroorzaakt door basisrisico en optionaliteiten. De commerciële bedrijfsonderdelen dragen de verantwoordelijkheid voor dit overgebleven renterisico dat voortvloeit uit bancaire producten waarvan de toekomstige kasstromen afhankelijk zijn van klantgedrag (bijvoorbeeld optionaliteiten in hypotheken) en van bancaire producten waarvan de klantrente niet perfect correleert met de veranderende marktrente (basisrisico). Rekeningen-courant, spaargelden en hypotheken zijn voorbeelden van producten waar deze risico’s uit voortvloeien. Binnen ING Direct wordt het renterisico op het niveau van de lokale ING Direct-entiteiten beheerd en gemeten. Het renterisico dat bij de entiteiten van ING Direct achterblijft, wordt eveneens in grote lijnen veroorzaakt door het basisrisico en optionaliteiten, aangezien de open rentepositie grotendeels wordt afgedekt. De ALM-boeken worden beheerd binnen de divisie Wholesale Banking en bevatten de strategische rentepositie van de bank. Binnen deze boeken is de belangrijkste doelstelling om de economische waarde te maximaliseren en om adequate en stabiele jaarlijkse resultaten te genereren binnen de risicotolerantiegrenzen van ING Bank. In de volgende onderdelen worden de risicocijfers voor renterisico in het niet-handelsboek gepresenteerd. ING Bank gebruikt verschillende risicomaatstaven om renterisico te beheersen, zowel vanuit een resultaten- als een waardeperspectief. De EaR-maatstaf laat het winstperspectief zien en de cijfers voor NPV at risk en BPV tonen het waardeperspectief. Diverse niet-handelsboeken vallen onder het handelsrisicoproces en komen derhalve niet voor in de navolgende handelstabellen. De bewuste niet-handelsboeken zijn opgenomen in de handelsrisicografiek en tabel onder ‘Marktrisico in de handelsboeken’. Earnings at Risk (EaR) EaR meet de impact van veranderende marktrentes op IFRS resultaten (winst-en-verliesrekening vóór belastingen) over de periode van één jaar. Veranderingen in balansdynamiek en interventies van het management zijn niet meegenomen in deze berekeningen. De EaR-cijfers in de onderstaande tabel zijn bepaald op basis van een onmiddellijke opwaartse verandering van de marktrente van 1%. Aangenomen wordt dat deze verandering aan het begin van het jaar plaatsvindt en dat de marktrente de rest van dat jaar stabiel blijft. Voor de ALM-boeken meet de EaR het potentiële verlies dat veroorzaakt wordt door de structurele rentetypische mismatch in de aangehouden posities. De berekeningen voor de ALM-boeken geven de EaR van de huidige posities weer. Voor de commerciële boeken geeft de EaR het renterisico voortkomend uit de rekeningen-courant, spaargelden en de meest belangrijke hypothekenportefeuilles weer. Bij de EaR-berekeningen voor de rekeningen courant en de spaargelden is het effect van nieuwe activiteiten wel meegenomen omdat dit het meest relevant is voor deze portefeuilles. De EaR van de Corporate Line, zijnde de investering van ING Bank’s eigen middelen, weerspiegelt het renterisicoprofiel van alleen deze investeringen. Dit is conform de boekhoudkundige definitie van EaR (vóór belastingen). Earnings at Risk (1% onmiddellijke opwaartse verandering van de marktrentes) 2008
2007
Per divisie ING Wholesale Banking ING Retail Banking ING Direct ING Bank Corporate Line ING Bank Totaal
–91 –102 5 46 –142
–87 –121 –5 26 –187
Per valuta Euro Amerikaanse dollar Britse pond Overig Totaal
–220 80 5 –7 –142
–125 9 –13 –58 –187
NB: in vergelijking met de EaR-cijfers in het risk dashboard ING Groep is in de bovenstaande gegevens geen rekening gehouden met de diversificatie met andere typen bankrisico en de risico’s bij ING Groep en het verzekeringsbedrijf.
De totale EaR als resultaat van een opwaartse schok van de marktrente met 1% is in 2008 met EUR 45 miljoen verbeterd naar EUR 142 miljoen negatief. Vooral het laatste kwartaal van 2008 stond in het teken van een dalend renteklimaat als gevolg van de forse renteverlagingen door de centrale banken. Dit was sterk van invloed op de lagere EaR: diverse bedrijfsonderdelen binnen Retail Banking en ING Direct hebben op de korte termijn belegd en profiteren derhalve meer van een hogere rente.
ING Groep Jaarverslag 2008
211
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Diezelfde factor is, vooral in onderdelen die niet in euro’s rapporteren, tevens de belangrijkste aanjager van de sterke toename van de positieve EaR door de positie in Amerikaanse dollars tot EUR 80 miljoen (2007: EUR 9 miljoen) en de sterke verbetering van de negatieve EaR bij Overige valuta’s naar EUR 7 miljoen negatief (2007: EUR -58 miljoen). De negatieve EaR uit hoofde van de EUR-positie ging daarentegen fors omhoog, met EUR 95 miljoen naar EUR -220 miljoen. Dit laatste werd vooral veroorzaakt door ALM-posities in Wholesale Banking die in vergelijking met jaareinde 2007 sterker waren gepositioneerd om te profiteren van renteverlagingen. NPV at risk De NPV at risk-cijfers geven het volledige effect op de waarde (inclusief convexiteit) weer van de niet-handelsboeken die het resultaat zijn van veranderende marktrentes. Dit volledige waarde-effect kan niet worden gerelateerd aan de balans of de resultaten omdat de reëlewaardemutaties in de niet-handelsboeken over het algemeen niet in de resultaten of het eigen vermogen worden geboekt. Het grootste gedeelte, namelijk de waardemutaties van de posities die tegen geamortiseerde kostprijs worden verantwoord, worden noch in de balans noch in de winst-en-verliesrekening meegenomen. Deze mutaties treden naar verwachting in de loop der tijd op in bijvoorbeeld de winst-en-verliesrekening, mits de rente en portefeuille zich gedurende de resterende looptijd van de portefeuille conform de termijnkoersen ontwikkelen. De NPV at risk-cijfers in de onderstaande tabel zijn vastgesteld op basis van een onmiddellijke parallelle opwaartse verandering van de marktrente van 1% in lijn met de EaR-calculaties. Voor de ALM-boeken bevatten de NPV at risk-cijfers de potentiële waardeverandering als gevolg van een structurele mismatch in de renteposities. Voor de commerciële bankboeken bevatten de NPV at risk-berekeningen de convexiteit die resulteert uit de belangrijkste hypothekenportefeuilles, bijvoorbeeld vervroegde aflossing als de klant verhuist. In deze berekeningen wordt aangenomen dat de spaargelden en de rekeningen-courant van Retail Banking en Wholesale Banking perfect worden weergegeven door de replicerende methoden en daarom volledig zijn afgedekt. De NPV at risk van de Corporate Line laat opnieuw alleen het renterisicoprofiel van de belegging van de eigen middelen zien. NPV at risk (1% onmiddellijke opwaartse verandering van de marktrentes) 2008
2007
Per divisie Wholesale Banking Retail Banking ING Direct ING Bank Corporate Line ING Bank Totaal
–674 –100 –232 –1.388 –2.394
–442 –222 –234 –892 –1.790
Per valuta Euro Amerikaanse dollar Britse pond Overig Totaal
–2.105 –238 –40 –11 –2.394
–1.498 –439 74 73 –1.790
De algehele NPV at risk per jaarultimo ligt als resultaat van een opwaartse schok van marktrentes van 1% op een hoger niveau dan vorig jaar. Dit hangt hoofdzakelijk samen met de ALM-positie van Wholesale Banking en de Corporate Line, welke toenam in lijn met de hogere vermogenspositie van ING Bank na de kapitaalinjectie door de Nederlandse staat in oktober 2008. Waarde in basispunten (BPV’s) De onderstaande tabellen met de waardecijfers in basispunten geven het waarde-effect weer op de niet-handelsboeken van een verandering in de rente met 1 basispunt. Uit de BPV-cijfers komt de richting van de positie bij een kleine opwaartse verandering naar voren en niet de convexiteit die voortkomt uit de optionaliteiten in hypotheken bij grotere rentebewegingen. BPV’S per valuta In duizenden euro’s
Valuta Euro Amerikaanse ollar Britse pond Overig Totaal
2008
2007
–19.176 337 –582 –373 –19.794
–15.165 –2.055 778 706 –15.736
De open renterisicopositie die wordt uitgedrukt in BPV’s in de bovenstaande tabel wordt met name veroorzaakt door de investeringen van het kernkapitaal van de Bank. Dit geldt alleen onder de aanname dat dit kapitaal niet gevoelig is voor rentebewegingen en er wordt geen rekening gehouden met de aanname van het ALCO Bank dat de aandeelhouders verwachten dat ING Bank de middelen op zodanige wijze investeert dat deze stabiele inkomsten op de lange termijn opleveren. De rest van de open renterisicopositie wordt hoofdzakelijk aangehouden in de ALM-boeken van het bankbedrijf, waarin de strategische positie wordt gehandhaafd.
ING Groep Jaarverslag 2008
212
Valutarisico in niet-handelsboeken Valutarisico in niet-handelsboeken is het gevolg van commerciële niet-handelsgerelateerde activiteiten door ING bedrijfsonderdelen in valuta’s anders dan hun eigen lokale valuta, gerealiseerde niet-euro resultaten en translatierisico in niet-euro investeringen. Het beleid met betrekking tot deze risico’s wordt hieronder kort beschreven. Commerciële banking activiteiten Elke buitenlandse entiteit dekt het valutarisico van haar eigen commerciële activiteiten af in de lokale valuta. Activa en passiva komen daardoor wat betreft valuta overeen. Gerealiseerde resultaten Elke buitenlandse entiteit dekt haar eigen gerealiseerde resultaten in lokale valuta af. De afdeling Kapitaalbeheer dekt maandelijks het valutarisico van het niet-euro resultaat af. ING dekt de euro tegenwaarde van geprognosticeerde toekomstige niet-euro resultaten niet af. Valutatranslatieresultaten De strategie van ING is het beschermen van haar kernkapitaalratio (‘Tier-1’) tegen ongunstige wisselkoersfluctuaties. De bescherming hiervan wordt grotendeels gerealiseerd door het uitgeven van Tier-1-papier in zowel de Amerikaanse dollar als het Britse pond en het structureel innemen van posities in buitenlandse valuta. Het bewust innemen van posities in buitenlandse valuta is belangrijk voor de bescherming van de Tier-1-ratio door een juiste verhouding te bewerkstelligen tussen het niet-euro kapitaal en de naar risico gewogen niet-euro activa. De Amerikaanse dollar, het Britse pond, de Poolse zloty, de Australische dollar en de Turkse lira zijn in dit verband de voornaamste valuta’s. De strategie voor de overige valuta’s is om het translatierisico grotendeels in zijn geheel af te dekken. In de navolgende tabellen worden de niet-handelsvalutaposities gepresenteerd van de centrale afdeling Kapitaalbeheer. Als gevolg van het hierboven beschreven gelaagde afdekkingsbeleid is de nettopositie van Kapitaalbeheer in principe gelijk aan de totale niethandelsvalutapositie van de hele bank. De uitzondering op deze regel werd in 2008 gevormd door de positie in Amerikaanse dollars, die hieronder nader wordt toegelicht. Positie ING Bank, voor de belangrijkste niet-handelsvaluta in miljoenen euro’s (equivalenten)
2008 Amerikaanse dollar Britse pond Poolse zloty Australische dollar Turkse lira Overige valuta Totaal
Buitenlandse beleggingen
9.061 –1.132 1.027 1.031 1.687 4.897 16.571
Tier-1
Brutopositie
Afgedekt
Nettopositie
–3.757 –628
–4.385
5.304 –1.760 1.027 1.031 1.687 4.897 12.186
–745 1.741 –490 –700 –193 –3.794 –4.181
4.559 –19 537 331 1.494 1.103 8.005
Tier-1
Brutopositie
Afgedekt
Nettopositie
–3.630 –817
–986 –1.665 1.076 1.228 1.848 5.719 7.220
–483 1.635 –656 –136
–1.469 –30 420 1.092 1.848 1.848 3.709
Positie ING Bank, voor de belangrijkste niet-handelsvaluta 2007 Amerikaanse dollar Britse pond Poolse zloty Australische dollar Turkse lira Overige valuta Totaal
Buitenlandse beleggingen
2.644 –848 1.076 1.228 1.848 5.719 11.667
–4.447
–3.871 –3.511
De nettopositie in Amerikaanse dollars per ultimo 2007 was aangepast (afgenomen) in overeenstemming met lagere risicogewogen activa onder de nieuwe Basel II-regels, welke per 1 januari 2008 in werking traden. Ten gevolge van veranderende marktomstandigheden werd deze afname ongedaan gemaakt en nam de nettopositie in Amerikaanse dollars aanzienlijk toe in 2008. Daar zijn twee oorzaken voor. Ten eerste zijn de naar (krediet)risicogewogen activa in Amerikaanse dollars door de kredietcrisis sterk gestegen. Op de tweede plaats is de in Amerikaanse dollars luidende financiering van ING Direct Holding als gevolg van negatieve marktherwaarderingen van de Alt-A RMBS positie binnen ING Direct US omgezet naar euro’s om volatiliteit in de winst-en-verliesrekening tegen te gaan; gevolg was een (netto) ‘long’ positie in USD op het niveau van ING Direct Holding die in de tabel over 2008 is toegevoegd aan de positie van Kapitaalbeheer. De nettopositie in Australische dollars daalde met EUR 762 miljoen in verband met een grote daling van de risicogewogen activa onder Basel II (in vergelijking met Basel I).
ING Groep Jaarverslag 2008
213
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
De daling van de positie in Turkse lira is veroorzaakt door de depreciatie van de munt. In de lokale valuta is de positie niet aanmerkelijk veranderd. Het valutarisico in de niet-handelsboeken wordt gemeten met de Value at Risk-methode zoals toegelicht in het hoofdstuk over handelsrisico. De Value at Risk maatstaf voor valuta’s geeft, met een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%, het maximale ééndagsverlies dat kan optreden als gevolg van veranderingen in valutakoersen. Geconsolideerde niet-handels vreemde valuta VAR: ING Bank
FX VaR
2008
Laag 2007
2008
Hoog 2007
2008
Gemiddeld 2007
2008
Ultimo 2007
36
14
135
62
72
22
112
62
Gedurende 2008 is de Value at Risk voor valuta’s aanzienlijk toegenomen. De ‘long’ positie in de Amerikaanse dollar leverde daarin de belangrijkste bijdrage. Prijsrisico aandelen in de niet-handelsboeken Het prijsrisico op aandelen vloeit voort uit het feit dat aandelenkoersen kunnen fluctueren. Dit heeft invloed op de waarde van de aandelen en andere instrumenten waarvan de prijs net zo beweegt als een bepaald aandeel, een mandje met aandelen of een aandelenindex. ING Bank houdt een strategische portefeuille aan met een substantiële aandelenpositie in de niet-handelsboeken. Deze bestaat voornamelijk uit de deelnemingen van EUR 1.813 miljoen (2007: EUR 2.010 miljoen) en de aandelen aangehouden in de beschikbaar voor verkoop portefeuille van EUR 1.863 miljoen (2007: EUR 3.627 miljoen). De waarde van de aandelen die worden aangehouden in de beschikbaar voor verkoop portefeuille is direct verbonden aan de aandelenkoersen, met een eventuele toename/ daling opgenomen in de herwaarderingsreserve (behalve in het geval van een bijzondere waardevermindering). Tijdens het boekjaar 2008 schommelde de herwaarderingsreserve in verband met aandelen die worden aangehouden in de beschikbaar voor verkoop portefeuille tussen een laag maandultimo van EUR 776 miljoen (2007: EUR 518 miljoen) en een hoog maandultimo van EUR 1.969 miljoen (2007: EUR 2.580 miljoen). De deelnemingen worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaarde. Om die reden is de balanswaarde niet direct verbonden aan de aandelenkoersen. Onroerend Goed Het prijsrisico op onroerend goed vloeit voort uit de mogelijkheid dat vastgoedprijzen kunnen fluctueren. Dit heeft invloed op de waarde van vastgoedbezittingen en de resultaten die met vastgoedactiviteiten samenhangen. ING Bank kent posities in drie verschillende categorieën vastgoed in de niet-handelsboeken. Ten eerste is een deel van de gebouwen waarin ING Bank gevestigd is, het eigendom van ING. Ten tweede heeft ING Bank een vastgoedontwikkelingsbedrijf, ING Real Estate Development, waarvan de resultaten samenhangen met de ontwikkelingen op de vastgoedmarkt, al is het wel beleid om de risico’s waar mogelijk te verminderen door vooraf verkoopovereenkomsten af te sluiten. Ten derde is ING Bank één van de grootste onroerend goed investeringsmaatschappijen ter wereld met een omvangrijk beheerd vermogen. Voor verscheidene vastgoedfondsen heeft ING Bank aanloopkapitaal bijgedragen, alsmede overbruggingskapitaal voor de introductie van nieuwe fondsen. Bij een daling van de vastgoedprijzen gaat behalve de waarde van dat aanloopkapitaal en dat overbruggingskapitaal ook het niveau van voor externe klanten beheerd vermogen omlaag, wat dan weer leidt tot minder provisiebaten uit deze activiteiten. De crisis in de financiële markten zou kunnen leiden tot een verdergaande neergang van de wereldeconomie in het algemeen. Deze mondiale economische factoren zouden ook toekomstige negatieve consequenties voor de waarde van vastgoed kunnen hebben. Voor de derde categorie zoals hierboven aangegeven zullen prijsschokken een direct effect op de gerapporteerde nettowinst hebben. Per jaareinde 2008 heeft ING Bank EUR 7,0 miljard aan onroerend goed gerelateerde beleggingen (gecorrigeerd voor een Canadees minderheidsbelang). De totale ING Bank onroerend goed positie (inclusief leverage en toegezegde aankopen) is EUR 8,9 miljard waarvan EUR 4,9 miljard geherwaardeerd wordt door de winst-en-verliesrekening en EUR 4,0 miljard wordt niet geherwaardeerd door de winst-en-verliesrekening, maar wordt geboekt tegen kostprijs of wordt geherwaardeerd door het Eigen Vermogen. Onroerend goed posities (geherwaardeerd door de winst-en-verliesrekening) 2008
Europa Noord- en Zuid-Amerika Australie Azië Totaal
ING Groep Jaarverslag 2008
214
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overige
Totaal
1 237 3 244 485
893 172 93 99 1.257
454 234 261 278 1.227
133 1.199 126 7 1.465
98 295 51 19 463
1.579 2.137 534 647 4.897
Onroerend Goed posities (niet geherwaardeerd door de winst-en-verliesrekening) 2008
Europa Noord- en Zuid-Amerika Australie Azië Totaal
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overige
Totaal
644 78 22
1.500 158 1
853 7 87
81
359 24 147
3.437 267 257
744
1.659
947
81
530
3.961
ING BANK – LIQUIDITEITSRISICO Net als andere marktrisico’s voor het bankbedrijf valt ook het liquiditeitsrisico onder het toezicht van de ALCO-functie binnen ING Bank, waarbij ALCO Bank als hoogste autoriteit voor goedkeuring fungeert. Definitie Liquiditeitsrisico is het risico dat ING Bank of een van haar dochterondernemingen niet op het gewenste moment tegen redelijke kosten aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Liquiditeitsrisico kan voortvloeien uit zowel de handels- als de niet-handelsposities. Binnen ING Bank wordt het raamwerk voor liquiditeitsrisico geformuleerd door ALCO Bank, dat eindverantwoordelijk is voor liquiditeitsrisico. Dat raamwerk wordt top-down doorgevoerd in de organisatie onder verantwoordelijkheid van de regionale en lokale ALCO’s. De belangrijkste doelstelling van het liquiditeitsrisicoraamwerk van ING is het handhaven van voldoende liquiditeit om activiteiten goed en stabiel te laten verlopen. Om die reden beschouwt ING het liquiditeitsrisico vanuit drie verschillende invalshoeken: structureel, tactisch en in tijden van crisis. Structureel liquiditeitsrisico Het structurele liquiditeitsrisico betreft het risico dat vanuit langetermijnperspectief bezien de structurele balans niet op het gewenste moment of tegen redelijke kosten kan worden gefinancierd. Bij het structurele liquiditeitsrisico worden de totale posities binnen en buiten de balans bekeken vanuit het perspectief van structureel ALM beheer. Door het ALCO Bank is een werkgroep opgezet bestaande uit Corporate Market Risk Management, Capital Management en Financial Markets. De werkgroep richt zich op liquiditeitsrisico-aspecten van de bedrijfsvoering op continuïteitsbasis en heeft als belangrijkste doel om het liquiditeitsprofiel gezond te houden, onder meer door: t een goed gespreide mix van financieringsbronnen aan te houden wat betreft financiële producten (bijv. niet door zakelijke zekerheid gedekte deposito’s, commercial paper, langlopende obligaties of repo-overeenkomsten), geldverstrekkers (bijv. professionele geldmarktpartijen, wholesale- of retailklanten), geografische markten en valuta; t toegang tot de kapitaalmarkten actief te beheren door het regelmatig emitteren van schuldpapier in alle belangrijke markten en het onderhouden van relaties met investeerders; t een brede portefeuille met goed verhandelbare activa aan te houden die kunnen worden ingezet om financieringen op basis van onderpand aan te trekken; t een adequaat structureel liquiditeitsprofiel aan te houden, waarbij rekening wordt gehouden met de samenstelling van de activa en met de financieringsmogelijkheden van ING Bank al dan niet op basis van onderpand; t een methode voor de funds transfer pricing te onderhouden (interne verrekenprijzen voor liquiditeiten) waarin recht wordt gedaan aan de liquiditeitskosten van ING Bank zowel op basis van continuïteit als in tijden van crisis. Tactisch liquiditeitsrisico Vanuit tactisch en kortetermijnperspectief wordt het liquiditeitsrisico dat voortvloeit uit de kortlopende positie in kasmiddelen en onderpand bezien. ALCO Bank heeft het dagelijkse liquiditeitsbeheer overgedragen aan Financial Markets Amsterdam, dat verantwoordelijk is voor de beheersing van de totale liquiditeitsrisicopositie van ING Bank, terwijl lokale en regionale afdelingen van Financial Markets zich bezighouden met het liquiditeitsbeheer voor hun eigen locatie en regio. Binnen Financial Markets ligt de nadruk hoofdzakelijk op zowel de dagpositie in kasmiddelen en onderpand als deze positie gedurende de dag. Het is beleid om de dagelijkse financieringsbehoeften afdoende te spreiden. Met dat doel bewaakt de Treasury afdeling alle vervallende kasstromen, samen met verwachte veranderingen in de financieringseisen voor de kernactiviteiten. De liquiditeitsrisicobeheerfunctie is gedelegeerd aan CMRM, dat de verantwoordelijkheid draagt voor de stresstesting van het liquiditeitsrisico alsmede voor de signalering, meting en bewaking van de liquiditeitsrisicopositie. Bij de meting en bewaking van de feitelijke liquiditeitspositie ligt de nadruk op de dagpositie in kasmiddelen en onderpand. Voor de stresstesting worden de liquiditeitsrisicoposities berekend op basis van de rapportagevereisten inzake liquiditeitsrisico van De Nederlandsche Bank. Met dat doel worden de wekelijkse en maandelijkse liquiditeitsposities van ING Bank aan een stresstest onderworpen op basis van een scenario dat een mix is tussen een gebeurtenis in de markt en een ING specifieke gebeurtenis. De resulterende liquiditeitsposities worden gecorrigeerd voor het aanwezige liquiditeitssurplus in niet inwisselbare valuta als op locaties waar kapitaaloverdracht gelimiteerd is. Liquiditeitsrisico in tijden van crisis In dit onderdeel wordt de organisatie van het liquiditeitsbeheer in tijden van crisis geregeld. Binnen ING is een speciaal team verantwoordelijk voor het liquiditeitsbeheer bij een crisis. Dat crisisteam bestaat uit de CRO, de CFO, het Raad van Bestuur lid dat verantwoordelijk is voor Wholesale Banking, de directeuren van CMRM en Kapitaalbeheer en de directie van Treasury van zowel ING
ING Groep Jaarverslag 2008
215
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Bank als ING Verzekeringen. Binnen de hele organisatie van ING is het beleid om adequate en actuele crisisfinancieringsplannen klaar te hebben liggen. Het belangrijkste doel van ING’s financieringsplannen is om het topmanagement in staat te stellen om op een effectieve en efficiënte manier te reageren in tijden van crisis. Financieringsplannen voor tijden van crisis worden opgesteld om tijdelijke en langdurige verstoringen in liquiditeit op te vangen die worden veroorzaakt door algemene marktomstandigheden of door specifieke omstandigheden binnen ING. Op basis van deze plannen zijn alle taken en verantwoordelijkheden duidelijk gedefinieerd en is alle benodigde managementinformatie beschikbaar. De financieringsplannen voor tijden van crisis worden regelmatig getest op lokaal en geconsolideerd niveau om daarmee het best voorbereid te zijn op potentiële liquiditeitsproblemen. ING VERZEKERINGEN ING is actief in een breed spectrum van levens- en schadeverzekeringsproducten. De risico’s die voortvloeien uit deze verzekeringsproducten hebben betrekking op de toereikendheid van de verzekeringspremies en de voorzieningen met betrekking tot verzekeringsverplichtingen en de vermogenspositie alsmede de onzekerheid met betrekking tot het toekomstig rendement op investeringen van de verzekeringspremies. Risico’s worden als volgt onderverdeeld: actuarieel en verzekeringstechnisch risico, marktrisico, liquiditeitsrisico, kredietrisico, bedrijfsrisico en operationeel risico. De verantwoordelijkheid voor het meten en beheersen van het kredietrisico en het operationeel risico ligt respectievelijk bij Corporate Credit Risk Management (CCRM) en Corporate Operational Risk Management (CORM). Corporate Insurance Risk Management (CIRM) is verantwoordelijk voor het meten en beheersen van verzekeringsrisico (actuarieel en verzekeringstechnisch), marktrisico en liquiditeitsrisico en het meten van bedrijfsrisico, en ziet er verder op toe dat in beleggingsmandaten afdoende wordt ingespeeld op het kredietportefeuillerisico. Bouwwerk risicobeheer Insurance Risk Management (IRM) van ING is op basis van functielijnen georganiseerd op drie niveaus van de organisatie: op groeps-, divisie- en bedrijfsonderdeelniveau. Als general manager van CIRM staat de Chief Insurance Risk Officer (CIRO) aan het hoofd van die functie en rapporteert hij of zij direct aan de Groep CRO. Elke divisie en elk bedrijfsonderdeel heeft een vergelijkbare functie met aan het hoofd een Chief Insurance Risk Officer (CIRO divisie en bedrijfsonderdeel). Door deze gelaagde functionele aanpak is ING verzekerd van een consequente toepassing van richtlijnen en procedures, regelmatige rapportages en de juiste communicatie binnen de hele risicobeheerfunctie, alsmede de voortgaande steun aan de business. Het mandaat, de rol, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van de diverse niveaus van de risicobeheerfunctie zijn duidelijk vastgelegd in een raamwerk voor risicobeheer van het verzekeringsbedrijf waaraan alle bedrijfsonderdelen en divisies zich te houden hebben. De risicobeheerfunctie van het verzekeringsbedrijf heeft als doel om samen met de business te werken aan een duurzaam concurrentievoordeel door het volledig integreren van risicobeheer in de tactische dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de bredere bedrijfsstrategie van ING. Insurance Risk Management realiseert dit streven door vier kernactiviteiten. Ten eerste ziet IRM erop toe dat producten en portefeuilles op de juiste manier worden gestructureerd, geaccepteerd, geprijsd, goedgekeurd en beheerd conform interne en externe richtlijnen. Ten tweede zorgt IRM ervoor dat het risicoprofiel van ING Verzekeringen transparant is en goed wordt begrepen door het management, alsmede dat het risicoprofiel in overeenstemming is met gedelegeerde bevoegdheden op basis van een ‘geen verrassingen’ -benadering van risicorapportage en -bewaking. In de derde plaats houdt IRM in de gaten dat bij de ontwikkeling van de bedrijfsstrategie zowel risico als rendement afdoende worden meegewogen, bijvoorbeeld door tijdens het strategische planningsproces de planning en de allocatie van economisch kapitaal en limieten te ondersteunen. Tot slot kweekt IRM begrip voor deze stappen bij de belanghebbenden van ING, waaronder de aandeelhouders, ratingbureaus, toezichthouders en polishouders. Beleid en instrumenten risicobeheer In nauwe samenwerking met de CIRO’s van de divisies heeft CIRM ten bate van adequaat risicobeheer diverse standaarden ontwikkeld waarmee richtlijnen en instrumenten voor het beheersen van de risico’s worden aangereikt. In beginsel zijn deze standaarden op algemeen geldende bedrijfsprincipes gebaseerd, al zijn hierin ook de wettelijke vereisten verwerkt. De CIRO van het bedrijfsonderdeel dient aan deze standaarden te voldoen. Een belangrijk uitgangspunt voor het risicobeheer is dat alle nieuwe producten correct worden ontworpen, geaccepteerd en geprijsd. Dit wordt expliciet beschreven in de standaard Product Approval and Review Process (PARP). Deze standaard omvat onder andere vereisten ten aanzien van risicoprofiel, traditionele en op waarde gerichte prijsstellingsmaatstaven alsmede doelstellingen en documentatie. Behalve op verzekeringstechnisch en marktrisico hebben de vereisten ook betrekking op operationeel, juridisch en compliance risico etc. Voor laatstgenoemde risico’s werkt het IRM-netwerk nauw samen met de betreffende andere risicoafdelingen. In de PARP standaard zijn tevens vereisten opgenomen voor de beoordeling van gevoeligheid voor veranderingen in de financiële markten en het verzekeringstechnisch risico (bijvoorbeeld sterfte, ontwikkeling schadeclaims), alsmede de beoordeling van de administratie en de boekhoudkundige verwerking van het product. Overige standaarden beschrijven onder meer de volgende zaken: kwartaalrapportages verzekeringstechnisch risico, ALM-procedures en rapportage, formulering van actuariële en economische aannames, toereikendheidstoetsen en berekening en rapportage van embedded value.
ING Groep Jaarverslag 2008
216
ING Verzekeringen heeft gekozen voor een economisch kapitaal-benadering als een van de belangrijkste risicoberekeningsinstrumenten. De gekozen methode is vergelijkbaar met die van ING Bank. Een nadere beschrijving van dat economisch kapitaal-model volgt hierna. In 2007 heeft ING Verzekeringen het op intranet gebaseerde ECAPS geïntroduceerd als economisch kapitaal-rapportagesysteem dat gebruik maakt van replicerende portefeuilletechnieken. Het ECAPS-systeem vormt een goed-gecontroleerde, automatische basis voor economisch kapitaal en risicorapportage alsmede een sterk verbeterd marktrisicoanalyse-instrument voor bedrijfsonderdelen en voor rapportage doeleinden op groepsniveau. ECAPS is gebaseerd op innovatieve replicerende portefeuille-methoden; de verwachting is dat dit systeem de hoeksteen zal vormen van het interne model van CIRM voor reële waarde en solvabiliteit, inclusief de berekening van de kapitaaleisen na de introductie van Solvency II. In de loop van 2008 is het systeem verbeterd en is de functionaliteit uitgebreid. Voor de verdere risicobeheersing hanteert ING Verzekeringen diverse limietstructuren. Voorbeelden zijn onder andere: t De Market Value at Risk (MVaR) limieten die het fundamentele raamwerk vormen voor de beheersing van de markt- en kredietrisico’s die voortvloeien uit de mismatch tussen activa en passiva van de verzekeringsactiviteiten; t Concentratielimieten voor kredietrisico; t Concentratielimieten voor sterfterisico; t Bij het verzekeringstechnisch risico, limieten op het eigen behoud voor de blootstelling van ING aan rampen en sterfte, en t Richtlijnen beleggingen en derivaten. Meer informatie over een aantal van deze limieten is te vinden in de navolgende onderdelen. Toereikendheid van voorzieningen ING Corporate Insurance Risk Management (CIRM) houdt toezicht op en vaardigt instructies uit aan alle ING bedrijfsonderdelen teneinde zeker te stellen dat de verzekeringsverplichtingen (voorzieningen en kapitaal) worden getoetst op toereikendheid waarbij rekening wordt gehouden met premieniveaus en toekomstige beleggingsopbrengsten. Dat gebeurt aan de hand van een waardering van de verzekeringsverplichtingen op basis van de huidige actuariële ‘best estimate’ aannames plus een risicomarge. Op deze manier wordt zekergesteld dat de voorzieningen op basis van de huidige aannames toereikend zijn. De veronderstelde beleggingsopbrengsten zijn een combinatie van de uitloop van de portefeuillerendementen op bestaande activa, nieuw geld - en herbeleggingsrente. Bij nieuwe gelden en herbeleggingen wordt uitgegaan van ‘best estimate’-veronderstellingen voor de lange termijn, hoewel huidige nieuw geld rentes worden gehanteerd voor de kortopende herbeleggingen. Bij de meeste producten is stochastisch toetsen vereist, waarbij het 90% betrouwbaarheidsniveau als uitkomst dient te worden genomen. In het geval dat deterministisch wordt getoetst, wordt het betrouwbaarheidsniveau van 90% bereikt door 1% of 20% van de ‘best estimate’ rentes af te trekken, afhankelijk van welke van de twee het hoogste is. Het beleid van ING ten aanzien van de toereikendheidstoetsen is beschreven in ‘Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening’. Ultimo december 2008 (en per ultimo 2007) waren de voorzieningen voor alle verzekeringsactiviteiten van ING toereikend op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90%. Ook voor elk van de divisies, op basis van zelfstandigheid, waren de voorzieningen voor verzekeringen toereikend op basis van het 90% betrouwbaarheidsniveau. Als gevolg van de ernstige economische neergang aan het einde van 2008 en het effect daarvan op producten die gevoelig zijn voor bewegingen op de rente- en aandelenmarkten waren de netto verzekeringsverplichtingen voor de Amerikaanse ‘Retail Annuity ‘ producten en voor ING Life Japan echter ontoereikend op zowel het 90% als het 50% percentiel van de stochastische toetsing. Bij Amerikaanse Retail Annuity verzekeringen bedroeg de ontoereikendheid EUR 1,6 miljard (90ste percentiel) en EUR 0,6 miljard (50ste percentiel). Voor ING Life Japan was de ontoereikendheid EUR 0,4 miljard voor het 90ste percentiel en minder dan EUR 0,1 miljard voor het 50ste percentiel. In beide gevallen onderzoekt het management diverse acties om de toereikendheid te verbeteren, waaronder de risico-afbouw van de ’Variable Annuity‘ producten. RISICOPROFIEL ING VERZEKERINGEN Economisch kapitaal ING Verzekeringen Het doel van het economisch kapitaal-raamwerk van ING Verzekeringen is te komen tot een geavanceerd berekenings- en beheersingssysteem voor risico en kapitaal dat: t Alle risico’s in de bedrijfsonderdelen bestrijkt en consequent op alle risico’s en bedrijfsonderdelen wordt toegepast; t Adequaat risico- en kapitaalbeheer vergemakkelijkt en stimuleert, waaronder ook de juiste prijsstelling van producten en gedegen kapitaalallocatiebeslissingen. Het economisch kapitaal-model van ING Verzekeringen is gebaseerd op een 99,95% Value at Risk kader met een éénjarige tijdshorizon. Opgemerkt dient te worden dat de praktijken in de bedrijfstak rond economisch kapitaal nog steeds in ontwikkeling zijn en dat bovendien ook nog volop wordt gediscussieerd over de standaarden van Solvency II. Het valt dan ook te verwachten dat de modellen van ING Verzekeringen zich nog verder zullen uitontwikkelen. In Solvency II wordt op dit moment een 99,5% Value at Risk norm voor interne modellen overwogen, wat een lagere risicodrempel inhoudt dan die van het model van ING. Het economisch kapitaalmodel van ING Verzekeringen wordt nader toegelicht in het onderdeel Modeltoelichtingen.
ING Groep Jaarverslag 2008
217
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
De weergegeven cijfers voor economisch kapitaal zijn na diversificatie binnen ING Verzekeringen. Onderstaande tabel geeft de samenstelling van het economisch kapitaal per risicocategorie, waarbij het diversificatievoordeel proportioneel verdeeld is over de risicotypes: Samenstelling economisch kapitaal per risicocategorie ING Verzekeringen (1)
Kredietrisico (inclusief transferrisico) Marktrisico Verzekeringstechnisch risico Overige risico’s (2) Totaal verzekeringsbedrijf (1) (2)
2008
2007
891 8.455 1.557 2.779 13.682
1.021 15.258 3.293 3.627 23.199
Exclusief eventuele belastingvoordelen in verband met verliezen onder nader gespecificeerde omstandigheden. Overige risico’s omvatten zowel het operationeel risico als het bedrijfsrisico (kostenrisico en royementsrisico).
Totale diversificatie over deze typen risico’s bedroeg 34% in 2008 (2007: 31%). Het economisch kapitaal voor ING Verzekeringen hangt met name samen met (afdekbare en niet-afdekbare) marktrisico’s. Per saldo zijn het economisch kapitaal en het risicoprofiel in 2008 aanmerkelijk afgenomen. De belangrijkste wijziging was afkomstig van de verkoop van de activiteiten in Taiwan (EUR 5,7 miljard). Daarnaast waren er diverse veranderingen in het risicoprofiel van de verschillende divisies als gevolg van de risico-afbouw, onder andere de verkoop en het afdekken van aandelenposities en de afwikkeling van renteposities door langdurigere beleggingen en het aangaan van termijnswaps en swaptions. Eveneens is het EC model gewijzigd om illiquiditeit in de verzekeringsportefeuilles als gevolg van de huidige ontwrichte markten weer te geven. De verandering wordt in meer detail beschreven in de modeltoelichting paragraaf. Onderstaande tabel geeft de samenstelling van het economisch kapitaal per divisie waarbij het diversificatievoordeel proportioneel verdeeld is over de divisies. Samenstelling economisch kapitaal per divisie ING Verzekeringen
Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Insurance Europe Corporate Line Insurance (1) Totaal verzekeringsbedrijf (1)
2008
2007
6.049 2.817 2.985 1.831 13.682
6.541 7.033 5.890 3.735 23.199
Tot Corporate Line worden de financieringsactiviteiten op het niveau van ING Verzekeringen gerekend, alsmede expliciete interne transacties tussen de bedrijfsonderdelen en Corporate Line (beheerd door Kapitaalbeheer) en herverzekeringen op corporate niveau. De verantwoordelijkheid voor (en het risico van) vrije activa in de divisie waarvoor geen expliciete overdracht via een Corporate Line-transactie geldt, blijft op het niveau van het bedrijfsonderdeel.
Hoewel de cijfers hierboven per divisie getoond worden, wordt de diversificatie tussen risico’s berekend over bedrijfsonderdelen heen. De totale diversificatie tussen de bedrijfsonderdelen en de Corporate Line van ING Verzekeringen bedraagt 39% voor 2008 (2007: 33%). De verkoop van ING Life Taiwan en de recente ontwikkelingen op de financiële markten leveren over 2008 een vertekend beeld op van de onderlinge balans tussen de regio’s. Door de verkoop van ING Life Taiwan is de kapitaalbehoefte afgenomen in zowel Azië/Pacific (EUR 4,0 miljard) als de Corporate Line (EUR 1,7 miljard). De regio Noord- en Latijns-Amerika is nu de grootste gebruiker van economisch kapitaal. Door risicoverminderingsmaatregelen is de anderszins hogere kapitaalbehoefte hier met één miljard euro verlaagd. In Europa is het risico het afgelopen jaar fors teruggebracht. Alle directe aandelenposities zijn nu verkocht of afgedekt en het renterisico is aanzienlijk verminderd. In het economisch kapitaal voor Azië/Pacific en Europa zijn de financiële en niet-financiële risico’s inmiddels in evenwicht, terwijl het kapitaal in Noord- en Latijns-Amerika nog vooral wordt bepaald door de rente, de creditspread en het aandelenrisico dat samenhangt met klantenfondsen. Voor de Corporate Line zit het risico met name in het valutatranslatierisico in verband met het potentiële marktwaardesurplus van bedrijfsonderdelen buiten de eurozone. ING VERZEKERINGEN – MARKTRISICO ING Verzekeringen loopt marktrisico in die mate waarin het marktwaardesurplus nadelig kan worden beïnvloed door financiële marktbewegingen, waaronder rentetarieven, aandelenkoersen, door de markt geïmpliceerde optievolatiliteit, vreemde valutakoersen en vastgoedprijzen. Prijsveranderingen in de financiële markten beïnvloeden niet alleen direct de marktwaarde van de huidige activaportefeuille en de afdekkingsderivaten van ING, maar ook de berekende marktwaarde van de verzekeringsverplichtingen van ING. Onderstaande tabel geeft de samenstelling van het economisch kapitaal per risicocategorie:
ING Groep Jaarverslag 2008
218
Economisch kapitaal marktrisico’s verzekeringsbedrijf
Renterisico Creditspread-risico Aandelenrisico Vastgoedrisico Impliciete volatiliteitsrisico Vreemde valuta-risico Totaal
2008
2007
2.739 880 1.293 252 1.857 1.434 8.455
6.021 1.012 3.357 669 2.108 2.091 15.258
Renterisico’s vormen de grootste marktrisico’s voor ING Verzekeringen. Renterisico’s zijn vooral significant in de Verenigde Staten en Europa. In alle gevallen leidt een dalende rente tot het grootste risico. De tabel laat een aanzienlijke daling van het renterisico over 2008 zien als gevolg van de verkoop van ING Life Taiwan. Creditspreadrisico heeft te maken met oplopende vergoedingen voor kredietrisico op vastrentende beleggingen. Vastgoedrisico is vooral aanwezig in Nederland, en betreft grotendeels directe vastgoedbeleggingen. Impliciete volatiliteit is het risico dat het marktwaardesurplus afneemt door optieprijsbewegingen. In het algemeen is ING blootgesteld aan stijgingen in de impliciete volatiliteit omdat dan de aan klanten verstrekte garantie duurder wordt. Valutarisico in de bedrijfsonderdelen zelf is klein, dus het risico is vooral gerelateerd aan het naar euro’s vertaalde marktwaardesurplus van bedrijfsonderdelen buiten de eurozone. Het aandelenrisico is minder bepalend geworden als gevolg van risicoreductie en afdekkingsactiviteiten in relatie tot de directe en indirecte blootstelling. Directe blootstelling betreft het aanhouden van aandelen en is voor ING vooral van belang in Nederland. Indirecte blootstelling hangt samen met het mogelijke verlies op kostenvergoedingen bij beleggingsverzekeringen, variabele lijfrentes (Variable Annuities) en pensioenbedrijven in alle regio’s. Directe beleggingen in aandelen behelzen ongeveer 20% van het aandelenrisico als rekening wordt gehouden met de afdekkingsposities. ING is verder gegaan met de beheersing van de markt- en kredietrisico’s die voortvloeien uit de internationale verzekeringsactiviteiten aan de hand van het bepalen van limieten voor Market Value at Risk (MVaR). ALCO Insurance bepaalt elk jaar een totale MVaR-limiet voor ING Verzekeringen en sublimieten voor iedere divisie, die uiteindelijk weer worden toegewezen aan de bedrijfsonderdelen. De MVaR-limiet wordt bepaald in overeenstemming met de maatstaf voor economisch kapitaal, namelijk op basis van een betrouwbaarheidsniveau van 99,95% met een éénjarige tijdshorizon. Deze MVaR-limieten worden beheerst door ALCO Insurance op het betreffende organisatieniveau. Dat wil zeggen dat ALCO van ING Groep de totale limiet bepaalt en erop toeziet dat de Groep binnen de limiet blijft, en verder de sublimieten alloceert aan de divisies, met dezelfde rolverdeling voor de ALCO’s van de divisies en de bedrijfsonderdelen. Limietoverschrijdingen door de divisies worden gerapporteerd aan ALCO Insurance en – in lijn met bestaand beleid – binnen het volgende kwartaal verholpen. Corporate Insurance Risk Management (CIRM) consolideert en houdt toezicht op de MVaR-omvang van de divisies inclusief de diversificatie-effecten op kwartaalbasis. Samen met ING Kapitaalbeheer wordt de MVaR omvang binnen de limieten gehouden. In 2008 en 2007 waren er geen limietoverschrijdingen van de MVaR-limiet van ING Verzekeringen. Onroerend Goed Het prijsrisico op vastgoed vloeit voort uit de mogelijkheid dat vastgoedprijzen kunnen fluctueren. Dit heeft invloed op de waarde van vastgoedbezittingen en de resultaten die met vastgoedactiviteiten samenhangen. ING Verzekeringen kent posities in twee verschillende vastgoed categorieën in de verzekeringsboeken. Ten eerste is een deel van de gebouwen waarin ING Verzekeringen gevestigd is, het eigendom van ING. Ten tweede heeft ING Verzekeringen vermogen in diverse onroerend goed fondsen alsmede rechtstreeks in onroerend goed activa geïnvesteerd. Een daling van de onroerend goed prijzen zal de waarde van het geïnvesteerd vermogen verminderen. Derhalve is ING Verzekeringen blootgesteld aan prijsschokken in onroerend goed. De crisis in de financiële markten zou kunnen leiden tot een verdergaande neergang van de wereldeconomie in het algemeen. Deze mondiale economische factoren zouden ook toekomstige negatieve consequenties voor de waarde van vastgoed kunnen hebben. De tweede categorie kan worden verdeeld in minderheidsbelangen in onroerend goed activa waarvan de herwaarderingen door het eigen vermogen gaan en belangen in fondsen in beheer bij ING waarvan de herwaarderingen via de winst-en-verliesrekening lopen. Schokken in de onroerend goed prijzen hebben enkel een directe invloed op het gerapporteerde netto resultaat voor de laatstgenoemde categorie.
ING Groep Jaarverslag 2008
219
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Per jaareinde 2008 heeft ING Verzekeringen EUR 4,1 miljard aan onroerend goed gerelateerde beleggingen. De totale ING Verzekeringen onroerend goed positie (inclusief leverage) is EUR 6,6 miljard waarvan EUR 4,9 miljard geherwaardeerd wordt door de winst-enverliesrekening en EUR 1,7 miljard wordt niet geherwaardeerd door de winst-en-verliesrekening, maar wordt geboekt tegen kostprijs of wordt geherwaardeerd door het eigen vermogen. Onroerend goed posities (gewaardeerd door de winst-en-verliesrekening) 2008
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overige
Totaal
438
1.609
2.207
522
28 93
4.804 93
438
1.609
2.207
522
121
4.897
Europa Noord- en Zuid-Amerika Azië Totaal
Onroerend goed posities (niet gewaardeerd door de winst-en-verliesrekening) 2008
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overige
Totaal
781
250 149 21 420
9
20
469
9
20
469
1.529 149 21 1.699
Europa Noord- en Zuid-Amerika Azië Totaal
781
Earnings at Risk (EaR) In aanvulling op economisch kapitaal, dat gebaseerd is op een analyse van de marktwaarde, berekent ING Verzekeringen risico ook op basis van IFRS resultaten. In het bijzonder meet ING Verzekeringen met behulp van scenarioanalyse de potentiële gevoeligheid van de resultaten voor belasting van de verzekeringsactiviteiten op basis van een toename/afname van diverse risicofactoren in een volledig jaar. Deze resultaatgevoeligheden vormen de input voor de Earnings at Risk (maatstaf van ING Groep), waar deze gevoeligheden volledig gediversifieerd worden met ING Bank. Wel dienen de onderliggende resultaatgevoeligheden afzonderlijk te worden geïnterpreteerd, omdat ING er niet vanuit gaat dat alle scenario’s zich op hetzelfde moment zullen voordoen. Resultaatgevoeligheden worden gedefinieerd als het effect van veranderingen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90% op het IFRS resultaat vóór belastingen, gerekend over één jaar vanaf de berekeningsdatum. De onderstaande tabel verschaft daarom resultaatgevoeligheden na veranderingen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90% die met onmiddellijke ingang plaatsvinden en aanhouden tot en met 31 december 2009. De EaR informatie is exclusief ING Canada (desinvestering in januari 2009). Resultaatgevoeligheden marktrisico’s verzekeringsbedrijf
Rente (1% omhoog) Rente (1% omlaag) Aandelen (15% omlaag) Vastgoed (8% omlaag) Vreemde valuta (10% slechtste geval)
2008
2007
–67 82 –795 –525 –224
–161 125 –613 –570 –338
De tabel laat getallen zien voor diversificatie tussen risico’s. Voor renterisico’s presenteren we het effect van een parallelle verschuiving van de rentecurve van 1% over alle regio’s en nemen dan de som van de verschuivingen. Voor de activiteiten in Japan passen we een parallelle verschuiving van 0,5% toe, aangezien deze opereren in een omgeving met een lagere rente. Valutarisico behelst de som van lokale valuta’s alsmede valutatranslatierisico voor resultaten van bedrijfsonderdelen buiten de eurozone. Uit de tabel blijkt dat vastgoedfluctuaties relatief grote invloed hebben op de resultaten, aangezien de prijsvolatiliteit van vastgoedbeleggingen volledig in het resultaat terechtkomt. Veranderingen in rente en aandelen hebben normaal gesproken minder invloed op de resultaten dan op het eigen vermogen en het marktwaardesurplus, gegeven de huidige boekhoudregels. De resultaatgevoeligheden laten overigens wel de invloed zien van de asymmetrische boekhoudregels, waarbij afdekposities op marktwaarde door het resultaat lopen en de verzekeringsverplichting niet. Earnings at Risk is een indicator van toekomstige winsten die gevaar lopen als de markten verslechteren. De winstontwikkeling kan hard achteruitgaan als bepaalde drempels voor bijzondere waardevermindering en vrijval van overlopende acquisitiekosten worden bereikt. Op dit moment is er, ondanks de risico-afbouw, sprake van een aanzienlijke toename van de EaR voor aandelen. Oorzaken zijn de potentiële vrijval van overlopende acquisitiekosten negatieve herwaarderingen die de grenzen voor bijzondere waardevermindering naderen. Hierbij is al rekening gehouden met compensatie uit hoofde van de afdekkingsprogramma’s. Sinds 31 december 2008 zijn posities verder afgedekt.
ING Groep Jaarverslag 2008
220
ING VERZEKERINGEN - LIQUIDITEITSRISICO Net als alle andere marktrisico’s van ING Verzekeringen valt het liquiditeitsrisico onder het toezicht van de ALCO functie. Liquiditeitsrisico is het risico dat ING Bank of één van haar dochterondernemingen niet op het gewenste moment tegen redelijke kosten aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. ING Verzekeringen bewaakt het structurele risico, het tactische risico en het liquiditeitsrisico in tijden van crisis. Daarnaast test zij nadelige scenario’s om de veerkracht tegen die risico’s te meten. Door de ernstige economische neergang van eind 2008 is het liquiditeitsrisico fors gestegen. Voor de beheersing van deze risico’s heeft ING Verzekeringen meer kapitaal toegewezen aan de liquide activa. ING VERZEKERINGEN – VERZEKERINGSTECHNISCH RISICO Algemeen Actuariële en verzekeringstechnische risico’s zijn risico’s zoals sterfte, langleven, invaliditeit, ongunstige schadeontwikkelingen bij autoof woningverzekeringen etc. die voortkomen uit de prijsstelling en acceptatie van de verzekeringscontracten. Deze risico’s kunnen over het algemeen niet direct op de financiële markten worden afgedekt en worden veelal verminderd door diversificatie over grote portefeuilles. Zij worden derhalve hoofdzakelijk beheerst op contractniveau door standaard verzekeringsacceptatie, productontwikkelingseisen zoals opgesteld door de ING Insurance Risk Management functie, onafhankelijke goedkeuringsprocedures van nieuwe producten en risicobeperkingen met betrekking tot de voorwaarden in de verzekeringspolissen overeengekomen met de klanten. Berekening Niet gediversifieerde portefeuillerisico’s worden voornamelijk beheerst aan de hand van concentratie- en positielimieten naast herverzekering en/of securitisatie. Limieten en risicotolerantie voor de totale portefeuille worden bepaald aan de hand van potentiële verliezen als gevolg van verzekeringsclaims in de ING verzekeringsportefeuilles, die jaarlijks worden vastgesteld door de Raad van Bestuur. ING Groep heeft actuariële en verzekeringstechnische risicotoleranties vastgesteld voor specifieke terreinen van haar verzekeringsactiviteiten, zoals hierna beschreven. Voor de schadeverzekeringen worden de risicotoleranties voor schadeverzekeringen vastgesteld per verzekeringstype voor catastrofes (bijvoorbeeld natuurgeweld zoals stormen, aardbevingen en overstromingen) en per individueel risico. Voor de belangrijkste schadebedrijven (in de Benelux en Canada) is de risicotolerantie vastgesteld op 2,5% van het verwachte resultaat van ING Groep na belastingen. Voor 2008 komt dit overeen met een risicotolerantie voor belastingen van EUR 265 miljoen voor de Benelux (2007: EUR 235 miljoen). Voor Canada is de risicotolerantie voor belastingen vastgesteld op EUR 244 miljoen (afgeleid van de hierboven genoemde EUR 265 miljoen maar gecorrigeerd voor minderheidsbelangen) (2007: EUR 214 miljoen). Gedurende het eerste halfjaar was de risicotolerantie van EUR 265 miljoen ook nog van toepassing voor Mexico. Voor de bepaling van de omvang van de benodigde herverzekeringen in de regio’s worden deze risicotolerantieniveaus afgezet tegen het geschatte maximaal waarschijnlijke verlies als gevolg van catastrofes met een kans op voorkomen van 1 op 250, wat overeenkomt met de normale praktijk in de bedrijfstak. Het maximaal geschatte waarschijnlijke verlies bij brandverzekeringen is gebaseerd op in de bedrijfstak geaccepteerde modellen voor het beoordelen van de risico’s. Voor de kleinere schadebedrijven van ING gold voor 2008 een risicotolerantie per gebeurtenis per bedrijfsonderdeel van EUR 5 miljoen (2007: EUR 5 miljoen) vóór belastingen. Met betrekking tot levensverzekeringsbedrijven is de risicotolerantie (voor belastingen) voor sterfterisico van ING Groep voor 2008 vastgesteld op EUR 22 miljoen (2007: EUR 22 miljoen) per verzekerd leven. Een portefeuille van levens-verzekeringsrisico’s wordt geacht van nature diversificeerbaar te zijn omdat elk leven een apart risico vormt. Collectieve contracten kunnen echter resulteren in een grote risicoconcentratie. Voor gebeurtenissen waarbij meerdere levens betrokken zijn, schat ING de mogelijke verliezen ten gevolge van een significante gebeurtenis op het gebied van sterfte niet hoger dan de risicotolerantie voor 2008 van EUR 1.100 miljoen (2007: EUR 750 miljoen). De mogelijke gevolgen van epidemieën worden door ING nog altijd op basis van onderzoek door internationale instanties gemodelleerd. Het totaal van verzekeringsrisico’s en concentraties daarin wordt binnen de gegeven limieten en risicotolerantieniveaus actief beheerd met behulp van herverzekering door goedgekeurde herverzekeraars die voldoen aan de kredieteisen van ING. Met name voor de schadeverzekeringsportefeuilles koopt ING bescherming waardoor het risico door natuurrampen aanzienlijk wordt verkleind. ING is van mening dat de door haar gelopen kredietrisico’s voortvloeiende uit herverzekeringscontracten minimaal zijn. De posities worden regelmatig gemonitored en de risico’s worden daarnaast beperkt door een kredietrisicobeleid voor herverzekeren. Voor extreme verliezen als gevolg van bijvoorbeeld terrorisme, stelt ING zich op het standpunt dat het niet mogelijk is een bedrijfsmodel te maken waarbij met deze gebeurtenissen in een verzekering op betrouwbare wijze rekening kan worden gehouden. De zeer hoge onzekerheid over zowel de frequentie als de hoogte van dergelijke gebeurtenissen maakt ze naar de mening van ING onverzekerbaar. Voor onze schadebedrijven geldt dat deze verliezen niet zijn gedekt, tenzij wettelijk vereist. In sommige landen worden de risico’s van terrorisme voor de individuele verzekeraars verkleind (maar niet geheel ongedaan gemaakt ) door middel van pooling binnen de bedrijfstak. ING participeert in zulke pools.
ING Groep Jaarverslag 2008
221
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
De navolgende tabel geeft een overzicht van het economisch kapitaal voor verzekeringstechnische risico’s, onderverdeeld naar sterfterisico, invaliditeitsrisico en met schadeproducten samenhangend risico: Economisch kapitaal verzekeringstechnische risico’s
Sterfte Invaliditeit Schade Totaal
2008
2007
781 483 293 1.557
803 2.141 349 3.293
Sterfterisico heeft te maken met een mogelijk stijgend (kortlevenrisico) of dalend (langlevenrisico) aantal overlijdensgevallen. Sterfterisico kan zich manifesteren met mogelijke rampen en door wijzigingen in de sterftekansen op de lange termijn. Zoals gezegd beheerst ING schaderisico via limieten en externe herverzekering. Het invaliditeitsrisico houdt verband met arbeidsongeschiktheidsproducten in Nederland en sommige gezondheidsclausules in Azië. Dat het kapitaal voor invaliditeitsrisico is afgenomen, komt door de verkoop van ING Life Taiwan. Dit onderdeel zat met een erfenis van ziekte- en invaliditeitsdekkingen als bijproduct met gegarandeerde premies op dekkingen met een duur van 30-60 jaar in de toekomst. Schaderisico komt vooral voor in Canada en de Benelux. Met behulp van scenarioanalyses meet ING Verzekeringen de gevoeligheid van de resultaten voor belasting van de verzekeringsactiviteiten als gevolg van een stijging of daling van de belangrijke risicofactoren bij verzekeringen gedurende een periode van één jaar. De veranderingen in de resultaten kunnen betrekking hebben op gerealiseerde claims of enige andere resultaatpost die wordt beïnvloed door de verandering van deze factoren. ING gaat er niet vanuit dat al deze veranderingen in risicofactoren gelijktijdig plaatsvinden in alle bedrijfsonderdelen. Resultaatgevoeligheden worden gedefinieerd als het effect van veranderingen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90% op het IFRS resultaat vóór belastingen, gerekend over één jaar vanaf de berekeningsdatum. Onderstaande tabel verschaft daarom resultaatgevoeligheden na veranderingen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90% die met onmiddellijke ingang plaatsvinden en aanhouden tot en met 31 december 2009. De EaR informatie is exclusief ING Canada (desinvestering in januari 2009). Resultaatgevoeligheden verzekeringstechnische risico’s
Sterfte Invaliditeit Schade
2008
2007
–61 –105 –49
–54 –124 –132
De tabel hierboven laat getallen zien na diversificatie tussen verzekeringsrisico’s en na diversificatie tussen de bedrijfsonderdelen van ING Verzekeringen. De grootste resultaatgevoeligheid van schade-uitkeringen betreft ziekte- en/of invaliditeitsuitkeringen en schadeuitkeringen in Nederland. ING VERZEKERINGEN – KREDIETRISICO Op de kredietrisico’s binnen ING Verzekeringen zijn dezelfde uitgangspunten, hetzelfde beleid, dezelfde definities en berekeningen van toepassing als op die voor het bankbedrijf. De kredietrisico’s worden gemeten en bewaakt door Corporate Credit Risk Management (CCRM) en door lokale kredietrisicobeheerders op de diverse locaties waar binnen ING Verzekeringen en ING Investment Management kredietrisico wordt gelopen. De doelstelling binnen het verzekeringsbedrijf is een laag risico en een goed gediversifieerde portefeuille, die marktconforme maatstaven haalt of overtreft. ING Verzekeringen loopt kredietrisico door het beleggen van verzekeringspremies in activa die gevoelig zijn voor kredietrisico, voornamelijk investeringen in ongedekte obligaties en in mindere mate ook particuliere hypotheken en structured financeproducten. Kredietrisico vloeit ook voort uit derivaten, ‘repo‘- en ‘reverse repo’ transacties, het lenen en uitlenen van effecten en uit herverzekeringscontracten voor het afdekken van de portefeuille. ING Verzekeringen streeft naar een hoge kredietwaardigheid van de beleggingsportefeuille. De totale kredietrisicolimieten worden bepaald en in beleggingsmandaten geïntegreerd door ALCO Insurance op basis van vermogensof beleggingscategorie en ratingniveau. Individuele kredietlimieten worden vastgesteld op basis van de rating van de debiteur. Deze limieten worden beheerd in de regio waar de moedermaatschappij is gevestigd, maar kunnen in voorkomende gevallen worden toegerekend aan lokale of regioportefeuilles. Daarnaast heeft elk verzekeringsbedrijf één of meer beleggingsmandaten waarbij de kredietrisicotolerantie wordt gespecificeerd naar soort emittent en kwaliteit.
ING Groep Jaarverslag 2008
222
De kredietrisicorubricering van emittenten, debiteuren en tegenpartijen binnen de kredietrisicoportefeuilles van het verzekeringsbedrijf wordt steeds verder afgestemd op de methodiek die voor het bankbedrijf wordt gehanteerd. Net als ING Bank maakt ING Verzekeringen gebruik van risicoklassen die zijn gebaseerd op de kans op in gebreke blijven van de emittent, debiteur of tegenpartij. Deze risicoklassen zijn bepaald op basis van de kwaliteit van de kredietwaardigheid van de emittent, variërend van beleggingsklasse tot probleemklasse uitgedrukt in Standard & Poor’s equivalenten. Risicoklassen: portefeuille ING Verzekeringen, in % van de totaal uitstaande bedragen (1) Insurance Americas
1 2-4 5-7 8-10 11-13 14-16 17-22 (1)
(AAA) (AA) (A) (BBB) (BB) (B) (CCC & Probleemleningen)
Insurance Europe
Insurance Asia/Pacific
Totaal ING Verzekeringen
2008
2007
2008
2007
2008
2007
2008
2007
27,5% 19,6% 18,9% 20,0% 5,2% 5,0% 3,8% 100,0%
27,9% 18,5% 22,3% 18,4% 2,9% 5,0% 5,0% 100,0%
34,8% 20,2% 23,5% 9,3% 10,7% 1,2% 0,3% 100,0%
28,8% 26,9% 21,7% 11,1% 10,0% 1,0% 0,5% 100,0%
5,3% 29,6% 43,1% 9,6% 0,9% 9,4% 2,1% 100,0%
10,7% 37,3% 32,8% 6,9% 3,4% 6,1% 2,8% 100,0%
27,2% 21,1% 23,7% 14,8% 6,6% 4,2% 2,4% 100,0%
25,5% 24,6% 23,8% 13,9% 5,5% 3,7% 3,0% 100,0%
Op basis van de berekening van het kredietrisico in kredietverlening, (pre)-settlement, geldmarkt- en beleggingsactiviteiten. De risicoklassen drukken uit wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.
De spreiding over de risicoklassen bleef in 2008 redelijk stabiel bij ING Verzekeringen. De verschuiving van AA naar AAA bij Insurance Europe is het gevolg van een verbetering van de kwaliteit van de gegevens. De verslechtering in Azië/Pacific komt door de desinvestering van ING Life Taiwan. Risicoconcentratie: portefeuille ING Verzekeringen, per economische sector (1) Insurance Americas
Financiële instellingen (niet-banken) Overheid en semi-overheid Zakenbanken Privépersonen Vastgoed Nutsbedrijven Natuurlijke hulpbronnen Overige (1)
Insurance Europe
Insurance Asia/Pacific
Totaal ING Verzekeringen
2008
2007
2008
2007
2008
2007
2008
2007
53,3% 3,2% 6,2% 3,5% 8,7% 4,0% 3,5% 17,6% 100,0%
52,3% 1,7% 11,0% 3,5% 7,9% 4,0% 3,5% 16,1% 100,0%
26,4% 33,7% 12,8% 10,5% 1,7% 1,7% 0,6% 12,6% 100,0%
19,6% 35,8% 8,1% 13,9% 1,6% 1,4% 1,1% 18,5% 100,0%
18,7% 22,7% 23,7% 11,8% 2,0% 4,0% 1,6% 15,5% 100,0%
16,8% 38,7% 16,2% 7,8% 1,6% 2,9% 1,4% 14,6% 100,0%
39,1% 16,6% 10,8% 7,1% 5,4% 3,2% 2,2% 15,6% 100,0%
34,7% 20,1% 10,8% 7,9% 4,6% 2,9% 2,3% 16,7% 100,0%
Op basis van de berekening van het kredietrisico in kredietverlening, (pre)-settlement, geldmarkt- en beleggingsactiviteiten. De risicoklassen drukken uit wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.
Per saldo bleven de risicoconcentraties voor ING Verzekeringen in 2008 redelijk stabiel, met een lichte verschuiving naar zakenbanken in verband met de toenemende handel in aandelenderivaten bij Insurance Europe. De categorie privépersonen ging in Europa omlaag door de verkoop van EUR 4,5 miljard aan woninghypotheken aan Retail Banking (Nationale Nederlanden Hypotheek Bedrijf). De sector voeding, dranken en persoonlijke verzorging noteerde in 2007 nog een percentage van 2,5%, maar zakte in 2008 onder de drempel van 2,0%. Alle niet in de bovenstaande tabel genoemde economische sectoren vertegenwoordigen minder dan 2% van de portefeuille. Grootste economische risico’s: portefeuille ING Verzekeringen per land (1, 2) Insurance Americas
(in miljarden euro’s) Verenigde Staten Nederland Frankrijk Italië Zuid-Korea Verenigd Koninkrijk Duitsland Canada (1) (2)
Insurance Europe
Insurance Asia/Pacific
Totaal ING Verzekeringen
2008
2007
2008
2007
2008
2007
2008
2007
58,6 0,8 0,3 0,3 0,1 1,8 0,3 5,5
56,2 0,7 0,4 0,3 0,1 1,9 0,3 6,0
2,0 14,6 6,8 5,9
1,7 22,0 5,9 6,4
3,5 5,3 0,1
3,1 6,1 0,1
1,1 0,2 0,1 0,2 6,2 0,4 0,1
2,3 0,3 0,5 0,2 6,6 0,4 0,3
61,7 15,6 7,2 6,4 6,3 5,7 5,7 5,6
60,2 23,0 6,8 6,9 6,7 5,4 6,7 6,1
Heeft uitsluitend betrekking op risico’s > EUR 5 miljard, inclusief intercompany risico’s met ING Bank. Land is gebaseerd op het vestigingsland van de schuldenaar.
ING Groep Jaarverslag 2008
223
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
De portefeuille in Nederland daalde voornamelijk door de verkoop van woninghypotheken aan Retail Banking (Nationale Nederlanden Hypotheek Bedrijf). Er waren geen andere van belangzijnde verschuivingen in de portefeuilleconcentratie. ING GROEP – NIET-FINANCIËLE RISICO’S Behalve de hierboven beschreven financiële risico’s (krediet-, markt-, verzekerings- en liquiditeitsrisico) komen in de navolgende paragrafen de niet-financiële risico’s aan de orde, namelijk de operationele risico’s en de compliancerisico’s. OPERATIONEEL RISICO Operationele risico’s vloeien voort uit directe of indirecte verliezen als gevolg van ontoereikende of tekortschietende interne processen, mensen en systemen of door externe gebeurtenissen. Ook het afgeleide risico op reputatieverlies en het juridische risico worden tot het operationele risico gerekend; strategische risico’s echter niet. Effectief toezicht en beheersing van operationele risico’s leiden tot stabielere bedrijfsprocessen (inclusief de onderliggende IT-systemen) en lagere operationele risicokosten. ING onderscheidt de volgende operationele risicogebieden: t Het risico met betrekking tot beheersing betreft het risico van verliezen als gevolg van de niet naleving van bedrijfsbeleid of richtlijnen. Dit risico kan leiden tot verliezen als gevolg van de niet-naleving van beheersingsmaatregelen gerelateerd aan beheersingsprocessen, procedures voor de goedkeuring van nieuwe producten en/of methoden voor projectbeheersing. Het beheersingsrisico kan voortkomen uit onjuiste of ontoereikende bewaking van bedrijfsonderdelen of activiteiten. t Het risico op ongeautoriseerde activiteiten omvat – maar is niet beperkt tot – het risico van verliezen als gevolg van ongeautoriseerde handelingen door medewerkers of het overschrijden van bevoegdheden. t Het procesrisico betreft het risico van verliezen als gevolg van de falende (transactie)verwerking of falend procesbeheer. Het betreft hier veelal onbedoelde gebeurtenissen in verband met de documentatie of afronding van lopende bedrijfstransacties. t Het arbeidsomstandighedenrisico betreft het risico op verliezen als gevolg van handelingen die niet stroken met de arbowetten of overeenkomsten, letselschade of ongelijke behandelings/discriminatie voorvallen. Beheersing van dit risico betekent voldoen aan de wet- en regelgeving voor arbeidsomstandigheden, (zoals het voorkomen van discriminatie en ongewenst gedrag) en, indien zich een dergelijk voorval voordoet, adequate tegenmaatregelen nemen. t Het persoonlijke en fysieke beveiligingsrisico betreft het risico van criminele en omgevingsdreigingingen die de veiligheid van het ING personeel (binnen en buiten ING-locaties, reizend of werkzaam als expat), of ING bezittingen in gevaar brengt of van invloed kan zijn op de ING organisatie. t Informatie(technologie)risico betreft het risico op verliezen als gevolg van tekortschietende informatiebeveiliging, waardoor de vertrouwelijkheid en/of juistheid en/of beschikbaarheid van de informatie in gevaar komt. Aspecten van informatie(technologie)risico zijn de beheersing van de toegang door gebruikers, platformbeveiliging, verandermanagement, uitbesteding, monitoren van beveiligingsmaatregelen en informatiebeveiliging. t Continuïteitsrisico betreft het risico op gebeurtenissen (bijv. natuurrampen, stroomonderbrekingen, terrorisme) die de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten (inclusief mensen en bezittingen) in gevaar brengen. t Het interne en externe frauderisico betreft het risico van verliezen als gevolg van opzettelijk misbruik van procedures, systemen, bezittingen, producten en/of diensten van ING door degenen die bewust zichzelf of anderen wederrechtelijk verrijken. Duidelijk en toegankelijk beleid en minimum standaarden zijn in de bedrijfsprocessen van ING van alle divisies verankerd. Dankzij een goede infrastructuur kan het management incidenten en operationele risico’s volgen. Een allesomvattend systeem van interne beheersing zorgt ervoor dat het operationele risico steeds beter beheerst wordt. ING gebruikt deze kennis (en leert van incidenten) om de beheersing van de kernprocessen te verbeteren. Organisatie van operationeel risicobeheer De directeur CORM (Corporate ORM) rapporteert direct aan de CRO en is verantwoordelijk voor de beheersing van de operationele risico’s en de ontwikkeling en invoering van het operationele risicobeheersingskader binnen ING Groep, ING Bank en ING Verzekeringen. Daarnaast stelt de directeur CORM minimumstandaarden op, keurt deze goed en assisteert en ondersteunt de Raad van Bestuur bij de beheersing van de operationele risico’s van ING. De ORM functie is georganiseerd langs functionele rapportagelijnen. De operationele risicomanagers van de divisies rapporteren functioneel aan de directeur CORM. De Corporate ORM functie bestaat uit functionele afdelingen voor operationele risico’s en risicorapportage, voor informatie(technologie) risico’s, voor beveiligingsrisico’s & interne onderzoeken en voor SOX testen. De functie is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van en de communicatie over het internationale operationele risicoraamwerk van ING, beleidsnormen, minimumstandaarden en richtlijnen. De functie adviseert de ORM-medewerkers op het niveau van de bedrijfsonderdelen, bewaakt de kwaliteit van het operationele risicobeheer en coördineert de Groepsbrede rapportage over niet financieel risicobeheer aan de Raad van Bestuur. ORM gebruikt een gelaagde, functionele aanpak op divisieniveau, waardoor het Groepsbrede ORM-raamwerk, het beleid en de minimumstandaarden systematisch en consequent worden geïmplementeerd. De lokale en regionale/divisie ORM Officer ondersteunt het lokale en regionale/divisie management bij de beheersing van operationele risico’s binnen het bedrijfsonderdeel. De ORM Officer op regio- of divisieniveau heeft daarnaast een toezichthoudende rol in het beheerproces van de operationele risico’s. Hij of zij geeft leiding aan en houdt toezicht op alle functionele activiteiten van de ORM Officers die onder zijn of haar bedrijfsonderdeel en regio/divisie ressorteren. ING Groep Jaarverslag 2008
224
Om mogelijke belangenverstrengelingen te voorkomen, is het van groot belang dat de ORM Officer onpartijdig en objectief advies over operationeel risico kan geven aan het management van het bedrijfsonderdeel, de regio of de divisie. Ter verzekering van die onpartijdigheid en objectiviteit is sprake van een sterke functionele rapportagelijn naar de naasthogere ORM manager. Die functionele rapportagelijn gaat gepaard met heldere verantwoordelijkheden voor het bepalen van doelstellingen, beloning, performancemanagement en de benoeming van nieuwe ORM medewerkers. Operationeel risicoraamwerk ING heeft een allesomvattend raamwerk ontwikkeld voor het beheersen en ondersteunen van het proces van identificatie, vermindering, meting en bewaking van operationele risico’s gebaseerd op het COSO-model (COSO staat voor Committee of Sponsoring Organisations van de Treadway Commission). Generieke verplichte controlemaatregelen worden in het ORM-beleid omschreven. Dat beleid is in 2008 geactualiseerd en is gestructureerd naar de onderkende risicogebieden. Voor elke beleidslijn zijn één of meer minimumstandaarden van kracht. 1. Besturing
3. Risico-identificatie
4. Risicobeoordeling
8. Bewaking
7. Informatie & Communicatie
2. Doelstelling bepalen
5. Risicoreductie
6. Beheersingsactiviteiten
Op alle niveaus van de organisatie zijn Operationeel Risico Comités (ORC’s) ingesteld die het operationele risico van de regio of het bedrijfsonderdeel identificeren, meten en bewaken, en erop toezien dat op het juiste niveau (granularity) de juiste managementactie door de verantwoordelijke lijnmanagers wordt ondernomen. De ORC’s, die door het management worden voorgezeten, sturen in hun eigen onderdeel de risicobeheeractiviteiten van de 1e en 2e ‘verdedigingslinie’ aan. Op Groepsniveau gaat het Operational & Residual Risk Committee over de goedkeuring van het operationele risicokapitaalmodel. De operationele risicotolerantie binnen ING wordt gedefinieerd als het aanvaardbare en geautoriseerde maximale risiconiveau op elk operationeel risicogebied waaraan men zich heeft te houden zodat ING haar bedrijfsplan binnen het goedgekeurde budget kan realiseren. De risicotolerantie is gebaseerd op het economisch kapitaal en wordt bewaakt door middel van het Non-Financial Risk Dashboard dat eenmaal per kwartaal over de belangrijkste operationele risico’s rapporteert. Er zijn processen voor de signalering van de belangrijkste bedreigingen, kwetsbaarheden en de daarmee samenhangende risico’s die nadelige gebeurtenissen zouden kunnen veroorzaken. De risico-identificatie vindt pro-actief plaats en gaat vooraf aan een risicobeoordeling. Er worden binnen ING diverse technieken voor deze signalering gehanteerd, onder andere geïntegreerde risicobeoordelingen, scenarioanalyse, inventarisatie van externe gebeurtenissen, analyse interne gebeurtenissen (bijvoorbeeld gebaseerd op de informatie uit een incidentenrapportage), rapportages over risico-indicatoren en scans van dreigingen. Alle bedrijfsonderdelen voeren minstens eenmaal per jaar een geïntegreerde risicobeoordeling uit in samenwerking met andere risicoafdelingen zoals Compliance en Legal. Op basis van de uitkomsten van de risicobeoordeling dienen maatregelen te worden bepaald in reactie op de gesignaleerde risico’s. De risico reducerende maatregelen moeten een goede afweging tussen de verwachte implementatiekosten en de verwachte voordelen van de risicoreductie bevatten. De risicoreductie kan worden gerealiseerd met diverse combinaties van maatregelen zoals het verlagen van de kans dat de gebeurtenis plaatsvindt, het verlagen van het effect, het vermijden van het risico, het accepteren van het risico of het overdragen van het risico. De bewaking van de opvolging van deze maatregelen gebeurt aan de hand van het wereldwijde Audit Outstanding-scansysteem. Bepaalde operationele risico’s kunnen het beste worden verzekerd, met name als het risico hoog is maar moeilijk intern te verminderen. Om ING te beschermen tegen de financiële consequenties van onzekere operationele gebeurtenissen zijn verzekeringen afgesloten bij derden met een wereldwijde dekking voor (computer)criminaliteit, beroepsaansprakelijkheid, bestuurdersaansprakelijkheid, aansprakelijkheid met betrekking tot arbo-eisen alsmede fiduciaire aansprakelijkheid. Dat deel van de risico’s dat ING zelf behoudt is van een vergelijkbare grootte als dat bij rampen in het schadebedrijf. ING Groep Jaarverslag 2008
225
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Beheersingsactiviteiten worden gedefinieerd als de controlemaatregelen die zijn geïmplementeerd en worden uitgevoerd. Generieke verplichte controlemaatregelen worden in de ORM normen en standaarden beschreven. Op alle niveaus van de organisatie dient het management op gezette tijden te worden geïnformeerd over acties ten behoeve van de vermindering van de belangrijkste operationele risico’s (inclusief compliance- en juridische risico’s). Om toegang tot dit soort informatie makkelijker te maken, is het Non-Financial Risk Dashboard (NFRD) ontwikkeld en in 2008 uitgerold binnen alle bedrijfsonderdelen. Ter verzekering van een solide beheersing van operationele risico’s ontwikkelt en communiceert ORM haar raamwerk, beleid en richtlijnen binnen de ING Groep en bewaakt de belangrijkste risico’s van ING Groep. Op die manier stelt ORM zeker dat het risicobeleid en de minimumstandaarden van ING volledig worden geïmplementeerd en nageleefd. ING maakt gebruik van scorekaarten om de kwaliteit van de operationele, informatiebeveiligings- en veiligheidsprocessen binnen een bedrijfsonderdeel te meten. Scores hangen samen met de aantoonbare toepassing van de vereiste risicobeheerprocessen in de bedrijfsonderdelen. Uit de scorekaarten blijkt de mate van beheersing door de bedrijfsonderdelen. Deze scorekaarten vormen een integraal onderdeel van het door DNB goedgekeurde operationele risicomodel ter bepaling van het vereiste operationele risico kapitaal. Het Operational Risk Capital-model van ING is gebaseerd op een ‘Loss Distribution Approach’ (LDA). In dat model wordt gebruik gemaakt van externe en interne verliesgegevens van meer dan één miljoen euro. In het model worden de uitkomsten van de scorekaarten (waarbij de kwaliteit van de interne beheersing gemeten wordt) en het optreden van grote incidenten (bonus/malus) binnen een bedrijfsonderdeel betrokken. Deze aanpak stimuleert het management van de bedrijfsonderdelen om het operationele risico beter te beheersen. Sinds 2008 wordt het model ook gebruikt voor de rapportage van wettelijk kapitaal. ING heeft voor haar Advanced Measurement Approach (AMA) goedkeuring gekregen van De Nederlandsche Bank (DNB). Ontwikkelingen in 2008 Verdere ontwikkeling van het Non-Financial Risk Dashboard Voor de CRO lag prioriteit bij de introductie van het Non-Financial Risk Dashboard (NFRD) dat is ontwikkeld om focus te houden op de belangrijkste risico’s waarmee bedrijfsonderdelen worden geconfronteerd. Het NFRD heeft als doelstelling om uitgebreide en geïntegreerde risico-informatie op te leveren over operationele, compliance- en juridische risico’s, waarbij gebruik wordt gemaakt van een consistente aanpak en risicoterminologie op alle niveaus van de organisatie. Het NFRD biedt het management een overzicht van alle belangrijke risico’s binnen het eigen aandachtsgebied, in volgorde van belangrijkheid en met een duidelijke beschrijving van de risico’s en acties zodat het management zelf tot een afgewogen prioriteitsstelling kan komen. Dit past binnen de strategie van ING om de zaken makkelijker te maken: het management is hierdoor beter in staat de risico’s te beheersen en prioriteiten te stellen. Corporate Operational Risk Management (CORM) zorgt in nauwe samenwerking met Group Compliance Risk Management en Corporate Legal voor de invoering van het NFRD in de ING-organisatie. Het NFRD is van toepassing op alle bedrijfsonderdelen in de ING-organisatie. Een aantal bestaande risicorapportages, onder andere het IT Risk & Control-rapport, het complianceverslag en de incidentenrapportage zijn in het NFRD geïntegreerd. In november 2008 is het NFRD aan de Raad van Bestuur en het Audit Committee gepresenteerd. Met ingang van het verslag over het vierde kwartaal wordt het een terugkerend agendapunt in de vergaderingen van de Raad van Bestuur en het Audit Committee. Goedkeuringsproces voor producten ING heeft de minimumstandaard voor het goedkeuringsproces voor producten (PAP) herzien. Dit om zeker te stellen dat er voor introductie van nieuwe of aangepaste producten een toereikende risico-assessment is uitgevoerd. Met de PAP zijn de nodige controleinstrumenten aanwezig voor de beheersing van de inherente risico’s die samenhangen met nieuwe producten, aanverwante processen en systemen, en overige initiatieven. Verwachte ontwikkeling IT-risico Aan de hand van een berekeningsmodel voor IT-risico’s kan het verwachte IT-risicoprofiel worden verkregen, na invoering van vastgestelde risicoreducerende maatregelen. Dankzij dit model kan het management bepalen of verdere risicoreducerende projecten noodzakelijk zijn om de IT-risico’s te verminderen of op een aanvaardbaar niveau te houden. Continuïteitsrisico Ter vermindering van het risico van de uitval van de stroomvoorziening in een van de rekencentra heeft ING versneld een verbeterprogramma ingevoerd voor de bedrijfscontinuïteit, rampenplannen en platformbeveiliging van haar rekencentra. Frauderisico Op basis van het Corporate Anti-Fraud Policy moest ieder bedrijfsonderdeel van ING in 2008 een beoordeling van het frauderisico uitvoeren en vertalen naar een anti-fraude implementatieplan (ter voorkoming van zowel interne als externe fraude). Als reactie op het SocGen-incident heeft ING een project gestart dat met effectenhandel samenhangende frauderisico’s verder moet verminderen.
ING Groep Jaarverslag 2008
226
Vernieuwing beleid en standaarden Het beleid en de minimumstandaarden van ORM zijn verder verbeterd en aangepast aan de geïntegreerde aanpak van operationele, compliance- en juridische risico’s (tussen de risicoafdelingen onderling en langs functionele lijnen). Alle belangrijke IT-beleidsrichtlijnen en standaarden zijn opnieuw beoordeeld aan de hand van de huidige interne en externe bedreigingen, en zijn dienovereenkomstig aangepast. COMPLIANCERISICO Compliancerisico wordt gedefinieerd als het risico dat de integriteit van ING wordt aangetast, doordat toepasselijke wet- en regelgeving, intern beleid en procedures en ethische standaarden (ogenschijnlijk) niet worden nageleefd. Het niet effectief beheersen van compliancerisico kan naast reputatieschade ook andere consequenties hebben, zoals (bestuurlijke) boetes, strafmaatregelen, schadevergoedingen, gerechtelijke bevelen en opschorting of intrekking van vergunningen. Het (ogenschijnlijk) niet naleven van deze regels kan nadelige effecten hebben voor klanten, medewerkers en aandeelhouders van ING. ING is van mening dat een volledig verankerd Compliance Risk Management het vertrouwen dat klanten, aandeelhouders en medewerkers in ING stellen bestendigt en essentieel is voor de manier waarop ING zaken doet. Compliance Risk Management vormt de basis voor het creëren van waarde. ING zet zich in voor duurzaam en verantwoord ondernemen, wat alleen mogelijk is als zakelijke beslissingen onlosmakelijk verbonden zijn aan de ING Business Principles. Deze principes zijn niet alleen een afspiegeling van wet- en regelgeving maar bouwen tevens voort op de kernwaarden van ING: integriteit, ondernemerschap, professionaliteit, responsiviteit en samenwerking. Duidelijk en toegankelijk beleid en procedures moeten geïmplementeerd zijn in de bedrijfsprocessen van alle divisies van ING. Via de aanwezige compliance-infrastructuur kan het management lopende en opkomende compliancekwesties traceren, hierover met interne en externe stakeholders communiceren en aan voortdurende verbetering werken. ING is ervan doordrongen dat effectief Compliance Risk Management staat of valt met inzicht in en het voldoen aan de verwachtingen van klanten en andere stakeholders. Hierdoor wordt de kwaliteit van de voor ING meest belangrijke relaties, gebaseerd op eerlijkheid, integriteit en betrouwbaarheid, verbeterd. De reikwijdte van Compliance Risk Management Compliance Risk Management richt zich op het beheer van risico’s die voortvloeien uit wet- en regelgeving en standaarden specifiek voor de sector financiële dienstverlening en die worden uitgevaardigd door de wetgever en toezichthouder die relevant zijn voor de divisies van ING of door ING Groep Compliance Risk Management. Compliance Risk Management vervult een actieve scholings- en ondersteunende functie bij de aanpak van witwaspraktijken, het voorkomen van financiering van terroristen, de beheersing van belangenverstrengelingen, verkoop- en handelsgedrag en klantenbelangen en -bescherming. ING maakt bij compliancerisico een onderscheid naar vier gedragsverwante risicogebieden. Deze gebieden en hun subrisico’s worden hieronder geïllustreerd: Klantgerelateerd integriteitsrisico
Met persoonlijk gedrag samenhangend integriteitsrisico
Met gedrag van de organisatie samenhangend integriteitsrisico
Met financiële dienstverlening samenhangend integriteitsrisico
t Witwassen t Financiering van terroristen t Politieke of reputatiegevoelige personen t Klantbetrokkenheid of klanttransacties met landen waartegen sancties lopen
t Marktmanipulatie en persoonlijke handel t Overtredingen ING Business Principles of lokale gedragscodes t Nevenfuncties van ING staf t Ontvangen of verstrekte geschenken en/of entertainment; omkoping t Externe incidentenrapportage
t Belangenverstrengeling, marktmanipulaties en handel met voorkennis t Kartelvorming en mededinging t Nieuwe of aangepaste producten (bijv. veranderingen in klantenkring, ontwerp) en bestuur t Afspraken binnen sector/ bedrijfstak t Registratie en verslaggevingseisen toezichthouder
t Marketing-, verkoop- en handelsgedrag t Gedrag bij adviesactiviteiten t Klachtenafhandeling t Transparantie van het productaanbod (bijv. kosten, informatie-voorziening) t Bescherming gegevens/privacy t Tussenpersonen als vertegenwoordiger van ING
Om te verzekeren dat medewerkers bescherming genieten bij het aankaarten van misstanden heeft ING een klokkenluidersregeling. Deze regeling moedigt medewerkers aan melding te maken van (een vermoeden van) eventuele schendingen van externe regelgeving en/of intern beleid en/of de Business Principles. De organisatie van Compliance Risk Management De Chief Compliance Officer (CCO) rapporteert direct aan de CRO en is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en inrichting van het groepsbrede Compliance Risk Management beleid. Daarnaast stelt de CCO minimumstandaarden voor Compliance Risk Management en assisteert en ondersteunt de Raad van Bestuur bij de beheersing van de compliancerisico’s van ING. Compliance Risk Management is hiërarchisch georganiseerd op het niveau van de Groep en in de divisies op basis van functionele rapportagelijnen. Compliance Risk Management maakt deel uit van de tweede verdedigingslinie in het model van de drie verdedigingslinies van ING. ING Groep Jaarverslag 2008
227
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
De Group Compliance Risk Management functie bestaat uit Corporate Compliance Risk Management en Business Line Compliance. Het toezicht op beide wordt uitgevoerd door de CCO en een Reporting & Analytics-team. Corporate Compliance Risk Management is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van en communicatie over het risicobeheerreglement en -raamwerk van Group Compliance Risk Management, het beleid en de richtlijnen voor belangrijke gebieden van compliancerisico, alsmede voor de advisering van Compliance Oficers in de divisies over zaken die verband houden met het Groepsbeleid. ING gebruikt een functionele aanpak binnen de divisies, waardoor het groepsbrede compliancereglement en -raamwerk, de minimumstandaarden en verwant beleid en complianceprocedures systematisch en consequent worden geïmplementeerd. De lokale Compliance Officer ondersteunt het lokale management bij de beheersing van compliancerisico’s binnen het bedrijfsonderdeel. De Compliance Officer op regio- of divisieniveau verzorgt de leiding van en het toezicht op alle functionele activiteiten van de Compliance Officers die onder zijn of haar regio of divisie ressorteren. De Compliance Officer van de Business Line doet hetzelfde voor zijn of haar divisie en geeft daarnaast leiding en algehele richting aan de Compliance Officers op regio- en divisieniveau. Om eventuele belangenverstrengelingen te voorkomen, is het van groot belang dat de Compliance Officer onpartijdig en objectief complianceadvies kan geven aan het management van het bedrijfsonderdeel, de regio of de divisie. Ter verzekering van die onpartijdigheid en objectiviteit is sprake van een sterke functionele rapportagelijn naar de naasthogere Compliance Officer. Die functionele rapportagelijn gaat gepaard met duidelijk afgebakende verantwoordelijkheden inzake doelstellingen, objectieve bezoldiging, performancemanagement en de benoeming van nieuwe compliancemedewerkers, alsmede vetorecht en escalatie. Beleid en instrumenten voor Compliance Risk Management Tot de verantwoordelijkheden van de Compliance Risk Management functie behoren volgens het reglement en raamwerk het pro-actief: t signaleren, beoordelen en bewaken van de compliancerisico’s waarmee ING zich geconfronteerd ziet; t assisteren, ondersteunen en adviseren van het management bij het voldoen aan de complianceverantwoordelijkheden; t adviseren van medewerkers of functionarissen over (persoonlijke) complianceverplichtingen. Het raamwerk bestaat uit drie kerncomponenten: de Compliance-chart, Advisory en Scorecard
Raamwerk Compliance Risk Management
AD
ORY VIS
& SCORE
CA
RD
Signalering van complianceverplichtigen 1 Rapportage compliance- 5 risico
Risico2 beoordeling
The chart
4 Bewaking compliancerisico
3 Vermindering compliancerisico
A. De Compliance-chart De Compliance-chart is het resultaat van vijf kernactiviteiten, die worden uitgevoerd in overeenstemming met de vereisten van het raamwerk: 1. Signalering van complianceverplichtingen; 2. Risicobeoordeling; 3. Vermindering compliancerisico (inclusief training & opleiding); 4. Bewaking compliancerisico (inclusief opvolging openstaande acties); 5. Rapportage compliancerisico (inclusief incidentbeheer).
ING Groep Jaarverslag 2008
228
B. Advisory Compliance Officers verzorgen pro-actieve advisering over compliance risk management, complianceverantwoordelijkheden, -verplichtingen en -aandachtspunten aan de CEO, het management, het lokale bestuur, commissies, de naasthogere Compliance Officer en medewerkers. C. Scorecard De Compliance Risk Management functie maakt gebruik van scorecards voor operationeel risicobeheer om te meten hoe goed het raamwerk in een bedrijfsonderdeel is verankerd. Scores hangen samen met de aantoonbare aanwezigheid van de vereiste risicobeheerprocessen in de bedrijfsonderdelen. Uit de scorecards blijkt de mate van beheersing door de bedrijfsonderdelen. De uitkomsten worden geïntegreerd met die voor operationeel risicobeheer in het door DNB goedgekeurde model voor wettelijk vereist kapitaal. Ontwikkelingen in 2008 – Herziening Charter en Framework ING Compliance Risk Management In augustus heeft de Raad van Bestuur het ING Group Compliance Risk Management Charter & Framework (‘Reglement & Raamwerk’) gepubliceerd die de divisies moeten ondersteunen bij een effectieve beheersing van de compliancerisico’s. De fundamentele eisen van het compliancebeleid en de minimumstandaarden 2005 blijven onverminderd van kracht en zijn aangescherpt in lijn met de veranderende verwachtingen van bestuur en aandeelhouders. In het Charter staan de rollen en verantwoordelijkheden van Compliance Risk Management beschreven. Het Charter en Framework en de ondersteunende documentatie zijn in nauwe samenwerking met de divisies, de afdelingen Legal en Compliance Risk Management alsmede de bedrijfstop geproduceerd. – Update beleid en richtlijnen Financieel Economische Criminaliteit (FEC) Met haar FEC Policy wil ING Groep een duidelijke verklaring afgeven over financieel-economische criminaliteit. Het doel is om elke betrokkenheid bij criminele activiteiten te voorkomen en deel te nemen aan internationale inspanningen tegen witwassen en de financiering van terroristische en criminele activiteiten. In 2008 is het beleid geactualiseerd. De nieuwe FEC Policy maakt de verschillen in FEC risico tussen divisies expliciet, zonder concessies te doen aan de bestaande standaarden. Uitgaande van een op risico gebaseerde aanpak kan iedere divisie de criteria formuleren aan de hand waarvan het eventuele risico van witwassen kan worden gemeten. Evenredige maatregelen en controle om deze risico’s tegen te gaan, kunnen dan worden ingezet. De ING Group FEC Policy en de minimumstandaarden moeten worden nageleefd. De FEC minimumstandaarden vormen het uitgangspunt voor (lokale) procedures voor: t Due diligence van klanten en ‘ken uw klant’ t Anti-witwasbeleid en het voorkomen van financiering van terroristische activiteiten – Training & opleiding Compliance Risk Management In 2008 heeft Compliance Risk Management diverse wereldwijde opleidingsprogramma’s opgezet en uitgevoerd, onder andere: 1. ‘Leading Compliance Risk Management in your Business (LCRM)’. Dit programma voor de beheersing van compliancerisico’s in de eigen business is toegesneden op de bovenste vier lagen van het management (zo’n 13.500 managers wereldwijd) in 2008/2009. De leidinggevenden die de training bijwonen krijgen niet alleen meer inzicht in de effectieve verankering van het model van de drie verdedigingslinies van ING en de strategische waarde van Compliance Risk Management, maar krijgen tevens praktische handvatten voor hun eigen bijdrage aan de versterking van Compliance Risk Management en de toepassing van het raamwerk en de instrumenten. 2. ‘MLRO Master Class’. Dit nieuwe opleidingsprogramma is gericht op de 200 Money Laundering Reporting Officers (MLRO’s) van ING. Het doel van de cursus is om het inzicht van onze MLRO’s in het verbeterde FEC-beleid en de wettelijke toezichtseisen te versterken. 3. ‘Compliance Officer Training’. Dit programma is ontwikkeld voor alle 750 Compliance Officers over de hele wereld, voor en in samenwerking met alle divisies. In de training komen onder andere technische kennis, persoonlijke effectiviteit en vaardigheden aan de orde. Verder is in 2008 de e-learning ‘Compliance, more than money’ vernieuwd. Deze cursus is in 2006 ontwikkeld en destijds verplicht gesteld voor alle medewerkers van ING in Nederland. In de vervolgcursus ‘Compliance, part of our business’ zijn de veranderingen in de financiële wet- en regelgeving en intern beleid en procedures bij ING verwerkt. – Versterkte, op de business afgestemde communicatie Om het bewustzijn van het belang van effectief Compliance Risk Management verder te vergroten is een campagne gestart onder de titel ‘Play to Win, Know the Rules’. De belangrijkste boodschap is dat Compliance Risk Management een integraal onderdeel vormt van de bedrijfsvoering en in de dagelijkse praktijk en bedrijfsstrategie moet worden verankerd. De campagne wil het inzicht en gedrag ten aanzien van Compliance Risk Management op een nog hoger plan tillen en bestaat onder andere uit één pagina met belangrijke punten die met de teams kunnen worden gedeeld, een PowerPoint-presentatie en korte video-opnames van bestuursleden over het belang van het Compliance Risk Management voor de opbouw van duurzame bedrijfsactiviteiten.
ING Groep Jaarverslag 2008
229
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
De vier belangrijkste boodschappen voor goed Compliance Risk Management zijn: t de regels kennen, begrijpen en toepassen; t een cultuur waarin mensen elkaar vertrouwen en hun verantwoordelijkheid nemen; t effectief beheersen van de compliancerisico’s binnen de onderneming; en t compliance is essentieel voor duurzame winstgevende groei – ons bestaansrecht. Versterking procedures compliance en risicobeheer ING Bank N.V. is in gesprek met haar Nederlandse toezichthouder, De Nederlandsche Bank (DNB), aangaande transacties met personen in landen die onderhevig zijn aan sancties opgelegd door de EU, de Verenigde Staten en andere autoriteiten en haar eerdere evaluatie van transacties met gesanctioneerde landen. Deze gesprekken hebben ING Bank ertoe aangezet om transacties met partijen die onderhevig zijn aan deze sancties te evalueren. In verband met deze evaluatie en daarmee samenhangende gesprekken heeft ING Bank het op zich genomen om een mondiale implementatie van versterkte compliance en risk management procedures te voltooien en de implementatie van dergelijke procedures op een voortdurende basis te controleren, zoals opgedragen door DNB. ING Bank blijft ook in gesprek met de autoriteiten in de Verenigde Staten en in andere jurisdicties betreffende deze aangelegenheden, inclusief lopende informatie verzoeken en het is op dit moment niet mogelijk uitspraken te doen over de uitkomst hiervan. Financiële instellingen worden nog steeds nauwlettend in de gaten gehouden door toezichthouders, overheidsinstellingen, aandeelhouders, ratingbureaus, klanten en andere belanghebbenden om ervoor te zorgen dat de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en standaarden nageleefd worden en aan de verwachtingen wordt voldaan. Toezichthouders van banken en verzekeraars en andere toezichthoudende instellingen in Europa, de Verenigde Staten en elders zien erop toe dat financiële instellingen integer, efficiënt, geordend en transparant werken. Het streven van ING is om aan de standaarden en verwachtingen van toezichthoudende instanties en andere belanghebbenden te voldoen door middel van diverse initiatieven en activiteiten, waaronder het bestuderen van informatie betreffende rekeninghouders, betalingsverwerking en andere transacties, zodat deze activiteiten voldoen aan de eisen die gesteld worden in wet- en regelgeving betreffende witwaspraktijken, niet-toegestane transacties met landen onderhevig aan sancties, omkoping en andere corrupte praktijken. Bij ontoereikend Compliance Risk Management hebben toezichthouders en andere organen de mogelijkheid een juridische procedure aan te spannen tegen ING, wat kan leiden tot o.a. opschorting of totale intrekking van de vergunningen van ING, strafmaatregelen en andere disciplinaire maatregelen. De reputatie en financiële positie van ING kunnen hierdoor aanzienlijk worden geschaad. ING heeft eerlijk zakendoen hoog in het vaandel en verwerkt deze doelstelling in de Business Principles en Groepsbeleid. Het stopzetten van activiteiten in bepaalde landen Als gevolg van de frequente beoordeling van onze activiteiten vanuit economisch, strategisch en risicoperspectief is ING van mening dat – vanwege zakelijke redenen – het zakendoen met nader omschreven landen zal moeten worden beëindigd. Dit houdt in dat ING geen nieuwe relaties met cliënten uit deze landen zal aangaan en dat er processen zijn ontwikkeld om bestaande relaties met deze landen te beëindigen. Momenteel betreft het de volgende landen: Myanmar, Noord-Korea, Soedan, Syrië, Iran en Cuba. ING is momenteel in de afrondende fase voor wat betreft de opheffing van de Netherlands Carribean Bank, die nu een 100% dochteronderneming is. MODELTOELICHTINGEN Zoals vermeld in de Risicoparagraaf wordt het risicoprofiel van ING Groep op basis van drie belangrijke risicomaatstaven weergegeven, namelijk: t Earning at Risk t Capital at Risk t Economisch kapitaal. Hoewel deze maatstaven voor het totale risicoprofiel van de Groep een waardevolle indicatie geven, dienen de uitkomsten te allen tijde te worden beoordeeld binnen de beperkingen en de onnauwkeurigheid die dergelijke maatstaven eigen is. Immers, het betreft hier maatstaven over toekomstige ontwikkelingen die sterk samenhangen met veronderstellingen en taxaties over de toekomstige ‘toestand in de wereld’; sommige veronderstellingen zijn zo extreem dat het niet reëel is aan te nemen dat de betreffende situaties ook daadwerkelijk zullen plaatsvinden. Het is standaardpraktijk voor ING om de diverse modellen die gebruikt worden bij het berekenen van deze risicomaatstaven verder te ontwikkelen, af te stemmen en te verbeteren, wat kan resulteren in aanpassingen in eerder gepubliceerde risicomaatstaven. In dit onderdeel worden de modellen nader toegelicht die ING toepast bij de bepaling van de drie maatstaven. In de eerste plaats wordt de gebruikte methodiek voor de bepaling van de Earnings at Risk (EaR) en de Capital at Risk (CaR) beschreven, zoals deze wordt gepresenteerd in het risk dashboard van ING Groep. Vervolgens komen de methoden aan de orde aan de hand waarvan het economisch kapitaal van ING Bank, ING Verzekeringen en ING Groep wordt bepaald. De voor de berekening van het economisch kapitaal gebruikte risicomodellen voor ING Bank en ING Verzekeringen alsmede het risk dashboard van ING Groep worden periodiek geëvalueerd en gevalideerd door de interne afdeling Model Validation. De economisch kapitaal-berekening voor ING Bank wordt tevens gebruikt voor het Basel II pijler 2 proces, ‘Internal Capital Adequacy Assessment Process’ (ICAAP) en het Supervisory Review & Evaluation Process (SREP) dat regelmatig wordt uitgevoerd door De Nederlandsche Bank (DNB).
ING Groep Jaarverslag 2008
230
EARNINGS AT RISK EN CAPITAL AT RISK Earnings at Risk Met de Earnings at Risk (EaR) maatstaf wordt de potentiële daling van het IFRS resultaat voor het komende jaar gemeten in vergelijking met de verwachte winst. De EaR wordt gemeten aan de hand van een betrouwbaarheidsniveau van 90% (dat wil zeggen, een stressscenario van 1 op de 10). Met discretionair ingrijpen door het management wordt in de modellen niet expliciet rekening gehouden tenzij dit kan worden gemeten op basis van in het verleden behaalde resultaten (bijvoorbeeld bij steeds terugkerende of geplande acties). Opgemerkt dient te worden dat het voor de EaR gebruikte betrouwbaarheidsniveau van 90% geen absolute vereiste is, maar eerder als algemene richtlijn fungeert. Voor elk belangrijk type risico worden de winstgevoeligheden berekend op basis van de bestaande best practices, bijvoorbeeld bij een onmiddellijke renteverandering van 1%. Voor een zo nauwkeurig mogelijke weergave van het resultaat volgens de winst-en-verliesrekening in de EaR-meting wordt ter bepaling van de risicotolerantie een vergelijking gemaakt met het verwachte resultaat. Zo wordt het EaR-kredietrisico van het bankbedrijf gecorrigeerd voor de verwachte risicokosten (toevoeging aan de debiteurenvoorzieningen). De specifieke boekhoudkundige verwerking van de beschikbaar voor verkoop schuldbewijzen, die een afwaardering naar marktwaarde voorschrijven, onafhankelijk van het onderliggende verwachte kredietverliezen, worden niet weergegeven onder EaR. Daarnaast worden potentiële bijzondere waardeverminderingen voor goodwill niet opgenomen in de bepaling van EaR. Capital at Risk De Capital at Risk (CaR) meet de potentiële daling van de economische waarde (op basis van de reële waarde) voor het komende jaar in vergelijking met de verwachte economische waarde. De CaR wordt gemeten aan de hand van een betrouwbaarheidsniveau van 90% (dat wil zeggen, een stressscenario van 1 op de 10). Met discretionair ingrijpen door het management wordt in de modellen niet expliciet rekening gehouden tenzij dit kan worden gemeten op basis van in het verleden behaalde resultaten (bijvoorbeeld bij steeds terugkerende of geplande acties). De economische waarde wordt gedefinieerd als de tegen marktwaarde gewaardeerde nettovermogenswaarde (activa na aftrek van verplichtingen). Voor elk belangrijk type risico worden de waardegevoeligheden berekend op basis van de bestaande economisch kapitaal-methoden, onder toepassing van het betrouwbaarheidsniveau van 90%. De CaR-risicotolerantie wordt afgezet tegen de beschikbare financiële middelen (binnen ING ook wel aangeduid met de Engelse afkorting AFR). Risk dashboard: het aggregatiemodel Voor de EaR en de CaR op Groepsniveau worden de onderliggende risicocijfers voor het bank- en verzekeringsbedrijf bottom-up samengevoegd op basis van een combinatie van de variantie-covariantie-methode en een Monte Carlo-simulatie. Voor de feitelijke aggregatie tot op Groepsniveau zijn twee soorten correlatieveronderstellingen nodig, namelijk de bank-verzekeringsbedrijfscorrelaties per type risico en de correlaties tussen de risico’s onderling. De gegevensinput voor het risk dashboard voor ING Groep wordt verzorgd op basis van 13 belangrijke typen risico’s (het aandelenrisico Europa bijvoorbeeld, zie ook tabel hieronder) en wordt gediversifieerd binnen ING Bank of ING Verzekeringen. De eerste aggregatiefase is die tussen ING Bank en ING Verzekeringen per belangrijk type risico. Hiertoe worden alle vormen van risicokapitaal, met uitzondering van kredietrisico dat al voor het bank- en verzekeringsbedrijf wordt verzorgd, afzonderlijk voor ING Bank en ING Verzekeringen aangeleverd. Deze ‘risicokapitalen’ worden op basis van een variantie-covariantie-benadering getotaliseerd voor ING Bank en ING Verzekeringen. Afhankelijk van de boekhoudkundige verwerking kunnen de voor de EaR gebruikte bank-verzekeringencorrelatiefactoren afwijken van de CaR-correlatiefactoren (bijvoorbeeld voor het renterisico). De uitkomst van deze aggregatiefase is een op Groepsniveau gediversifieerd EaR- en CaR-cijfer per belangrijk type risico. Verdeling belangrijkste typen risico’s: Type risico Krediet- en transferrisico (2) Marktrisico (8) – Renterisico Europa, Azië & Amerika – Aandelenrisico Europa, Azië & Amerika – Valutarisico – Vastgoedrisico Verzekeringsrisico (1) Bedrijfsrisico (1) Operationeel risico (1)
Gebruikte verdeling
KMV-verdeling
Normale verdeling Normale verdeling Normale verdeling Empirische verdeling
(De nummers tussen haakjes geven het aantal onderscheiden typen risico’s weer, uit een totaal van 13).
ING Groep Jaarverslag 2008
231
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
De tweede fase is de aggregatie tussen deze belangrijke typen risico’s op Groepsniveau. De op Groepsniveau gediversifieerde EaR en CaR per belangrijk type risico worden met behulp van een Monte Carlo-simulatie verzameld en vervolgens voor de bepaling van het totale EaR- en CaR-cijfer van ING Groep gecombineerd met een correlatiematrix voor de risico’s onderling. De uitkomsten van de simulatie weerspiegelen de met de belangrijkste typen risico’s samenhangende potentiële verliezen, die bij elkaar worden opgeteld tot een totaal aan potentiële verliezen. De gediversifieerde EaR of CaR van de Groep wordt dan berekend als het 90%-percentiel van de gesimuleerde totale potentiële verliezen. Voornaamste aannames berekening EaR en CaR Cijfers voor CaR en EaR dienen te allen tijde te worden beschouwd tegen de achtergrond van de belangrijkste aannames ten bate van de vergelijkbaarheid en de actuele bepaling van het risicoprofiel van ING Groep: t De risicoaspecten zijn gebaseerd op historische observatie; historische gebeurtenissen worden gebruikt als uitgangspunt voor de schatting van toekomstige risico’s. Voorbeelden: koerswijzigingen, wanbetaling, onderlinge verbanden tussen markten. t Presentatie actuele risicoprofiel van de huidige bedrijfsomstandigheden; in de risicometing worden over het algemeen toekomstige volumes en marges buiten beschouwing gelaten. t Met discretionair ingrijpen door het management wordt in de modellen niet expliciet rekening gehouden tenzij dit kan worden gemeten op basis van in het verleden behaalde resultaten (bijvoorbeeld bij steeds terugkerende of geplande acties). t Correlatiefactoren tussen voor diversificatie gebruikte typen risico’s zijn gebaseerd op ‘best estimate’-aannames die worden ondersteund door statistische analyse van historische gegevens, ter zake kundige beoordeling door ING risicodeskundigen, extern benchmarkonderzoeken en gezond verstand. t Gedragsaannames over klanten worden waar van toepassing in de risicobeoordeling meegenomen, bijvoorbeeld bij variabele spaargelden, optierechten op hypotheken of royementspercentages. Raamwerk voor de verslaglegging Alle gegevens voor elk type risico en voor elke divisie worden net als de empirische risicoverdeling op Groepsniveau ge-upload in een op het intranet gebaseerd risk dashboard-programma. De hierboven beschreven aggregatie- en simulatiefasen worden uitgevoerd in een op een ‘secure server’ gebaseerde omgeving. ECONOMISCH KAPITAAL ING BANK Economisch kapitaal wordt gedefinieerd als het bedrag dat voor een transactie of een bedrijfsonderdeel nodig is als ondersteuning van het economische risico dat wordt gecreëerd. Dat bedrag wordt bepaald als het onverwachte verlies boven het verwachte verlies bij een gegeven betrouwbaarheidsniveau. De specifieke berekening per type risico wordt nader toegelicht in de afzonderlijke onderdelen voor het type risico, dat wil zeggen, krediet- en transferrisico, operationeel, markt- en bedrijfsrisico bank. Opgemerkt zij dat deze definitie van economisch kapitaal overeenkomt met de definitie voor de netto-marktwaarde (of meerwaarde). Een ander belangrijk aspect van een model op basis van economisch kapitaal is dat ING Bank hierdoor het economisch kapitaal aan de diverse bedrijfsonderdelen kan toewijzen en de berekening van het risk-adjusted return on capital (naar risico gewogen rendement op kapitaal of RAROC) kan ondersteunen. Door de economisch kapitaalcijfers af te zetten tegen de beschikbare financiële middelen kan ING zorgen voor toereikende kapitaalbuffers. Voor het model zijn de volgende fundamentele uitgangspunten en definities vastgesteld: t ING Bank hanteert voor de berekening van het economisch kapitaal een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99,95% – conform de beoogde schuldrating (AA) – en een horizon van één jaar. t Aangenomen wordt dat alle bekende en meetbare risicobronnen zijn opgenomen. t De ‘best estimate’ risicoaannames zijn zo objectief mogelijk en gebaseerd op een correcte analyse van statistische gegevens. Er mag bij ING Bank maar één verzameling ‘best estimate’ aannames worden gebruikt per type risico. t De berekening van het economisch kapitaal geschiedt op basis van reële waarde. Bij volledige en efficiënte markten is de reële waarde gelijk aan de marktwaarde. t Bij de berekening van het economisch kapitaal wordt rekening gehouden met bekende optierechten en de invloed van klantgedrag in bankproducten. t Het economisch kapitaal wordt berekend vóór belastingen en het effect van verslaggevings- en solvabiliteitsvereisten van de toezichthouder op het kapitaalniveau wordt buiten beschouwing gelaten. t In het raamwerk worden de eventuele franchisewaarde van de activiteiten, discretionair ingrijpen door het management of toekomstige bedrijfsvolumes en marges niet meegenomen. Nadere gegevens zijn te vinden in de betreffende modelbeschrijvingen per risicogebied.
ING Groep Jaarverslag 2008
232
Aggregatiemodel In het stroomschema worden de belangrijkste processen geïllustreerd die in het aggregatiemodel voor economisch kapitaal van ING Bank worden uitgevoerd. In de witte vakken staan de processen die door het model worden uitgevoerd. In het blauwe vak wordt de input van andere risicobeheerafdelingen weergegeven. Bepalen correlaties
Bepalen correlaties onder stress
Bereken diversificatieratio per risicotype
Economisch kapitaal per risicotype
Bereken gediversifiseerd economisch kapitaal
Als uitgangspositie hebben wij gebruik gemaakt van de huidige correlaties in het risk dashboard op basis van een betrouwbaarheidsniveau van 90%. Dat wil zeggen dat deze overeenkomen met de waargenomen correlaties in de 10% meest omvangrijke neerwaartse bewegingen (een gebeurtenis van ‘1 op de 10’). Zoals uit het stroomschema blijkt, worden deze correlatiefactoren waar nodig naar aanleiding van stress naar boven bijgesteld. Op die manier wordt rekening gehouden met potentiële bepalingsonjuistheden bij extreme gebeurtenissen vanwege beperkte historische gegevens. Bij de samenvoeging van overige risico’s (bedrijfs- en operationele risico’s) wordt advies ingewonnen van experts. Bij de bepaling van het economisch kapitaal van ING Bank wordt het totaal genomen van de onderliggende cijfers voor het economisch kapitaal van vijf typen risico’s, namelijk kredietrisico, transferrisico, marktrisico, operationeel risico en bedrijfsrisico (waarvan de laatste twee worden aangeduid als ‘overige risico’s). Met behulp van de variantie-covariantie-methode op basis van een 5 x 5 interrisico correlatiematrix worden deze typen risico’s samengevoegd tot een totaal gediversifieerd economisch kapitaal voor ING Bank. Voor de toerekening van economisch kapitaal aan bedrijfseenheden en producten worden voor elk type risico diversificatiefactoren berekend. Deze factoren worden in heel ING Bank consequent toegepast. Het diversificatieniveau is afhankelijk van zowel de interrisico-correlaties als de relatieve omvang van het niet gediversifieerde economisch kapitaal per type risico. Raamwerk voor de verslaglegging Voor elk bedrijfsonderdeel en elke productlijn wordt het bruto economisch kapitaal per type risico doorgegeven aan MISRAROC – het financiële gegevensopslagcentrum voor RAROC en de economisch kapitaal-rapportage van ING Bank. Het netto economisch kapitaal wordt berekend als product van het bruto economisch kapitaal en één min de diversificatiefactor. Het totale economisch kapitaal wordt berekend als de som van het netto economisch kapitaal per type risico op alle niveaus van de verslaglegging. KREDIET- EN TRANSFERRISICO Economisch kapitaal voor kredietrisico en voor transferrisico betreft dat deel van het economisch kapitaal dat wordt aangehouden om onverwachte verliezen in de kredietportefeuilles op te vangen die verband houden met (onvoorziene) wijzigingen in de onderliggende kredietwaardigheid van de debiteuren of de verhaalswaarde van het onderpand (indien van toepassing). Het economisch kapitaal voor krediet- en transferrisico wordt berekend voor alle portefeuilles die blootstaan aan krediet- of transferrisico, inclusief beleggingsportefeuilles. Dezelfde methode wordt toegepast op zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten. Economisch kapitaal voor kredietrisico en voor transferrisico wordt berekend aan de hand van intern ontwikkelde modellen met een betrouwbaarheidsniveau van 99,95% en een tijdshorizon van één jaar, wat de door ING gewenste kredietrating vertegenwoordigt. ING maakt gebruik van diverse kredietrisicomodellen, die in drie hoofdgroepen kunnen worden onderverdeeld: zogenoemde ‘probability of default (PD)-modellen voor de kans dat een debiteur in gebreke blijft, waarmee de afzonderlijke kredietwaardigheid van de individuele debiteur wordt gemeten; ‘exposure at default’ (EAD) modellen die de omvang van de financiële verplichting op het toekomstige moment van wanbetaling schatten; en ‘loss given default’ (LGD) modellen, die de verhaalswaarde berekenen van het onderpand of de ontvangen garanties (indien van toepassing). Alles bij elkaar zijn er voor kredietrisico bij ING meer dan 100 modellen in gebruik. De diverse modellen kunnen worden onderverdeeld naar drie categorieën: statistisch, expert en hybride. Elk model wordt elk jaar afzonderlijk beoordeeld en gevalideerd door de afdeling Model Validation (MV), die bepaalt of het model nog bestaansrecht heeft en of aanpassingen geboden zijn.
ING Groep Jaarverslag 2008
233
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
De economische kapitaalformule voor krediet- en transferrisico hangt samen met zeven verschillende risicobepalende factoren. Behalve de hierboven genoemde PD-, EAD- en LGD-modellen worden in de formule ook de sector en het land van de debiteur meegewogen alsmede de resterende looptijd van de onderliggende transacties. Tot slot houdt de formule ook rekening met het verband tussen de afzonderlijke transacties en de portefeuille als geheel. In een bottom-up benadering formuleert ING aan de hand van Monte Carlo-simulatietechnieken bepaalde parameters die vervolgens op afzonderlijke transacties worden toegepast ter bepaling van het niveau van het economisch kapitaal voor krediet- en transferrisico. De correlaties, die elk kwartaal worden bijgewerkt, worden vastgesteld op divisieniveau, terwijl het diversificatie-effect op het transactieniveau wordt toegepast. De formules en modellen die ten grondslag liggen aan de bepaling van het economisch kapitaal voor krediet- en transferrisico zijn dezelfde als die voor de bepaling van het wettelijk vereist kapitaal onder Basel II (pijler 1). Ondanks dat dezelfde formules worden gebruikt zijn (intern) economisch kapitaal en het wettelijk vereist kapitaal niet hetzelfde, als gevolg van diverse specifieke regels die door Basel II worden opgelegd (zoals wettelijk vereiste boven- en ondergrenzen), en als gevolg van het gebruik van de standaardbenadering voor bepaalde delen van de portefeuille van ING. Deze verschillen zijn toegestaan conform de richtlijnen van Basel II. In de onderstaande tabel zijn diverse, voor verschillende doeleinden gebruikte kapitaalmaatstaven opgenomen. Uit de tabel blijken de verschillen in de belangrijkste elementen en doeleinden. Kapitaalwaardering kredietrisico Methode Wettelijk vereist kapitaal Basel II-formule
Locatie
Economisch kapitaal
Gesloten algebraïsche formule Risk Adjusted Capital (RAC)
Vortex Basel Engine (‘VBE’) in de centrale risicodatabase Vortex Risk Engine (‘VRE’) in de centrale risicodatabase
CaR en EaR
Monte Carlo- simulatie op basis van totale portefeuille (‘portefeuilleberekeningen EC-MC’)
Losstaand instrument dat dezelfde gegevens uit de centrale risicodatabase gebruikt als VRE
Betrouwbaarheidsniveau
Input
Doel
99,90%
Basel II-modeloutput
Naar risico gewogen activa
99,95%
Basel II-modeloutput Prijsstelling, economisch exclusief Basel II-boven- en kapitaal voor leningen op ondergrens, looptijd, transactie-niveau en hoger aflossingsschema, correlatie factoren, migratie matrix. Sommige input afkomstig van portefeuilleberekeningen EC-MC, maar met betrouwbaarheidsniveau van 99,95% voor landen en sectoren.
90,00%
Basel II-modeloutput exclusief Basel IIbovengrens en correlatiefactoren, migratiematrix landen en industrieën
Risk dashboard op line op business niveau en hoger
Wat betreft methode levert de EC-MC Portfolio Calculator een geavanceerd en consistent raamwerk op waarmee kapitaalcijfers voor kredietrisico kunnen worden berekend. Vanwege de complexiteit en de vereiste berekeningstijden is de EC-MC Portfolio Calculator geschikter voor portefeuilleberekeningen dan voor een omgeving waarin real-time op transactieniveau moet worden gerapporteerd over het dagelijks beheer, de prijsstelling van nieuwe transacties en limietbepaling. Als gevolg hiervan zijn de cijfers voor economisch kapitaal gebaseerd op RAC-uitkomsten die zijn afgeleid van, maar niet helemaal gelijk zijn aan, de portefeuilleberekeningen EC-MC. De belangrijkste kenmerken zijn: t RAC wordt berekend op het niveau van de kredietfaciliteit met behulp van gesloten algebraïsche formules in plaats van een Monte Carlo-simulatie. In de algebraïsche RAC-formule wordt onder andere gebruik gemaakt van parameters voor het effect van portefeuillefactoren, zoals correlaties en diversificatie-effecten. Deze parameters zijn afgeleid van een regressie van de uitkomsten van de portefeuilleberekeningen EC-MC. t Omdat de EC-MC Portfolio Calculator een eigen product is, is de input gebonden aan bepaalde technische boven- en ondergrenzen (LGD/EAD is constant en de PD-migratiematrix is gemaximeerd) die bij RAC niet van toepassing zijn. Door de geïmplementeerde mathematische handelingen geldt voor de EC-MC Portfolio Calculator verder een minimale PD en een maximale looptijd, die evenmin op RAC van toepassing zijn. Voor de bankactiviteiten wordt daarnaast gebruik gemaakt van het RAC-model bij de bepaling van de optimale prijsstelling voor (nieuwe) krediettransacties, om zeker te stellen dat ING het gewenste RAROC-rendement realiseert.
ING Groep Jaarverslag 2008
234
In 2008 is op weekbasis het economisch kapitaal-niveau voor krediet- en transferrisico berekend voor het leeuwendeel van Wholesale Banking en de beleggingsportefeuilles van ING Direct en voor de MKB-portefeuilles bij Retail Banking. Voor consumentenkrediet, woninghypotheken, creditcards en de verzekeringsportefeuilles worden de berekeningen op maandbasis uitgevoerd. Verder worden de cijfers voor het economisch kapitaal voor krediet- en transferrisico elk kwartaal geconsolideerd met de overeenkomstige economisch kapitaal-componenten van andere disciplines. Bouwwerk economisch kapitaal voor krediet- en transferrisico Alle PD-, EAD- en LGD-modellen worden elk jaar opnieuw goedgekeurd door het Credit Risk Committee (CRC) nadat eerst de documentatie van het Model Development Steering Committee (MDSG) en MV grondig is bestudeerd. Elk model heeft een sponsor op het gebied van kredietrisico en uit het frontoffice. In zowel het MDSG als het CRC hebben kredietrisicofunctionarissen zitting naast vertegenwoordigers uit het frontoffice. Dit om een maximale acceptatie door de organisatie zeker te stellen. MARKTRISICO BANKBEDRIJF Algemeen Economisch kapitaal voor marktrisico (MRC) betreft het economisch kapitaal dat nodig is om onverwachte bewegingen als gevolg van wijzigingen in modelrisico’s en marktvariabelen (rente, aandelenkoersen, valutakoersen, vastgoedprijzen) op te vangen. MRC wordt berekend voor posities in handelsportefeuilles en in de niet-handelsboeken. Berekening Economisch kapitaal voor marktrisico wordt berekend aan de hand van intern ontwikkelde modellen met een betrouwbaarheidsniveau van 99,95% en een tijdshorizon van één jaar, de gebruikelijke uitgangspunten voor extreme gebeurtenissen en de door ING gewenste rating. Voor de niet-handelsboeken wordt het economisch kapitaal voor marktrisico berekend per type risico, terwijl het economisch kapitaal voor marktrisico voor handelsportefeuilles op portefeuilleniveau wordt vastgesteld. Het economisch kapitaal voor marktrisicoberekeningen hebben onder andere betrekking op het vastgoedrisico, het buitenlandse valutarisico, aandelenkoersrisico, renterisico en modelrisico’s. Tot het vastgoedrisico behoort zowel het marktrisico van de beleggingsportefeuille als het ontwikkelingsrisico van ING Real Estate. Voor ING Real Estate wordt het vastgoedrisico berekend op basis van de onderliggende marktvariabelen. In de stressscenario’s op portefeuilleniveau worden alle diversificatie-effecten voor de diverse regio’s en vastgoedsectoren meegewogen. Tevens wordt rekening gehouden met het hefboomeffect van participaties in vastgoedbeleggingsfondsen. Voor het vastgoedontwikkelingsproces wordt behalve naar het prijsrisico ook gekeken naar risicofactoren als leegstand en vertragingen bij de bouw. Bovendien verandert het risicomodel per ontwikkelingsfase (dat wil zeggen onderzoek, ontwikkeling en constructie) ten bate van een juiste afspiegeling van de relevante risico’s in elke fase. Op basis van correlaties, alle risicofactoren en -fasen wordt het eventuele marktwaardeverlies berekend: het economisch kapitaal voor marktrisico voor de ontwikkelingsportefeuille. Voor de ‘economisch kapitaal voor marktrisico’-berekening van het directe marktrisico wordt uitgegaan van de feitelijke VaR (betrouwbaarheidsniveau 99%, ééndagshorizon) van de handelsportefeuilles en de niet-handelsboeken. Het economisch kapitaal voor marktrisico wordt berekend aan de hand van een op simulatie gebaseerd model waarin de schaal wordt verhoogd tot het gewenste betrouwbaarheidsniveau en de gewenste tijdshorizon. Bij de bepaling van de schaalfactor wordt daarnaast rekening gehouden met diverse andere factoren zoals eventuele omvangrijke marktontwikkelingen (gebeurtenissen) en interventies door het management. Voor de omvangrijke niet-handelsboeken binnen ING Retail Banking en ING Wholesale Banking wordt het economisch kapitaal voor marktrisico berekend op basis van het risico van ingebouwde rechten (bijvoorbeeld om de hypotheek vervroegd af te lossen) en het modelrisico. Het modelrisico wordt berekend door de stressfactor te verhogen bij de aannames voor activa en verplichtingen die afhankelijk zijn van het gedrag van klanten. Zo is de afdekking van spaarportefeuilles gebaseerd op aannames over de ontwikkeling van volumes en rentes op spaartegoeden. Afwijkingen ten opzichte van deze aannames kunnen (ex post) leiden tot een onjuiste inschatting van de rentetypische looptijd van de spaartegoeden. Is de uitstroom groter dan aanvankelijk in het model voorzien, dan kan de looptijd van de spaartegoeden lager uitvallen dan die op beleggingen, wat tot verliezen leidt als de rente stijgt. De economisch kapitaal-cijfers van ING Direct bevatten tevens het risico dat het gedrag van passiva die onderhevig zijn aan klantengedrag eventueel niet volledig correct gemodelleerd is. Het idee achter het model voor hypotheekportefeuilles is vergelijkbaar. De kwaliteit van de afdekking is gebaseerd op aannames ten aanzien van vervroegde aflossingen. Blijken die aannames verkeerd, dan kan de financiering ofwel te lang ofwel te kort uitpakken. Ook in dit geval is het economisch kapitaal voor marktrisico gebaseerd op de geschatte 99% betrouwbaarheid van het model voor vervroegde aflossing en de 99% nadelige renteontwikkeling. Bij het optellen van de verschillende uitkomsten van het economisch kapitaal marktrisico voor de verschillende portefeuilles wordt rekening gehouden met diversificatievoordelen. Immers, extreme marktontwikkelingen zullen zich naar verwachting niet allemaal op hetzelfde moment voordoen.
ING Groep Jaarverslag 2008
235
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Het is soms moeilijk om op een statistisch robuuste manier op basis van de beschikbare historische data te bewijzen of het marktrisicokapitaal daadwerkelijk de impact van extreme stress met een 99,95% betrouwbaarheidsniveau weergeeft. De economisch kapitaal-cijfers gepubliceerd door ING Groep zijn gebaseerd op een zo goed mogelijke schatting op basis van beschikbare gegevens en meningen van experts. OPERATIONEEL RISICO Operationele risico’s vloeien voort uit directe of indirecte verliezen als gevolg van ontoereikende of tekortschietende interne processen, mensen en systemen of door externe gebeurtenissen. Ook het risico op reputatieverlies en het juridische risico worden tot het operationele risico gerekend; strategische risico’s echter niet. Hoewel het operationele risico door beheersingsmaatregelen en verzekeringen kan worden ingeperkt, hebben diverse incidenten toch een aanzienlijk effect op de winst-en-verliesrekening van financiële instellingen. Het kapitaalmodel, een actuarieel model, bestaat uit een combinatie van drie technieken: t loss distribution approach, waarbij een statistische analyse op historische verliesgegevens wordt toegepast. t Scorekaartmethode, gericht op de kwaliteit van de risicobeheersingsmaatregelen binnen de ING bedrijfsonderdelen. t Bonus/malus-methode, die gericht is op de feitelijke operationele incidenten binnen ING-onderdelen. Loss Distribution Approach (LDA) Het belangrijkste doel van de loss distribution approach is te komen tot een objectief kapitaalcijfer op basis van de omvang en de risicotolerantie van een ING bedrijfsonderdeel. In deze benadering wordt voor elke combinatie van bedrijfsonderdeel en verliestype de waarschijnlijke (‘fat-tailed’) verdeling van operationele risico-verliezen bepaald voor een toekomstige tijdshorizon. Het belangrijkste kenmerk van deze loss distribution approach is de expliciete afleiding van een verliesverdeling, die is gebaseerd op afzonderlijke verdelingen voor frequentie (Poisson) en impact (‘inverse Gaussian’) van de gebeurtenissen. In het model wordt gebruik gemaakt van externe en interne verliesgegevens van meer dan één miljoen euro. Bij de berekening van het operationele risico van de bedrijfsonderdelen worden de volgende vijf uitgangspunten gehanteerd: t Uitgangspunt 1: Als het risico in de wereld toeneemt, hebben de bedrijfsonderdelen meer economisch kapitaal nodig. t Uitgangspunt 2: Als de omvang van een bedrijfsonderdeel toeneemt, groeit het benodigde kapitaal. t Uitgangspunt 3: Als de activiteiten van een bedrijfsonderdeel complexer zijn, is meer kapitaal nodig. t Uitgangspunt 4: Als het beheersingsniveau van een bedrijfsonderdeel verbetert, is minder kapitaal nodig. t Uitgangspunt 5: Als een bedrijfsonderdeel als gevolg van interne incidenten meer verliest dan ingecalculeerd bij de eerste vier uitgangspunten, is meer kapitaal nodig. Het volgens de hierboven beschreven eerste drie uitgangspunten berekende kapitaal is ‘generiek’: als twee bedrijfsonderdelen van dezelfde omvang in dezelfde markten opereren zal ook het benodigde kapitaal hetzelfde zijn. Door de hieronder genoemde specifieke kapitaalcorrecties wordt het generieke kapitaal van een specifieke instelling vervolgens toegesneden op het specifieke benodigde kapitaal voor operationeel risico. Scorekaartmethode (uitgangspunt 4) De scorekaartaanpassing reflecteert de kwaliteit van de beheersingsmaatregelen in een specifiek bedrijfsonderdeel. Het doel van de scorekaarten is om de kwaliteit van belangrijke operationele risicobeheerprocessen te meten. In deze procedure gaat het om kwantitatieve gegevens, kwalitatieve beoordelingen of simpele ja/nee-vragen (bijvoorbeeld over de naleving van ING beleidsregels). De scorekaarten worden ingevuld door alle bedrijfsonderdelen (‘self-assessment’) en worden beoordeeld door een panel van deskundigen dat de eindscore bepaalt. De scorekaarten monden vervolgens uit in een verhoging of een verlaging van het kapitaal van het betreffende bedrijfsonderdeel. Bonus/malus-methode (uitgangspunt 5) Bedrijfsonderdelen krijgen extra kapitaal toegewezen als de verliezen door interne incidenten het niveau van de door de verliesverdelingsmethode voorziene verliezen overtreffen. Vallen de feitelijke verliezen lager uit dan verwacht, dan gaat het kapitaal omlaag. Bij de berekening worden alleen interne incidenten van meer dan één miljoen euro in beschouwing genomen die zich in de voorgaande vijf jaar hebben voorgedaan. De bonus/malus-correctie kent een bovengrens van +20% en een ondergrens van -20% om te voorkomen dat het totale kapitaal van ING te sterk fluctueert. BEDRIJFSRISICO ING BANK De huidige berekeningsmethode toegepast binnen ING Bank definieert bedrijfsrisico als de ‘residuele risicocategorie’ die alle risico’s bevat die niet worden meegenomen binnen de expliciet gedefinieerde (en beheerste/gemeten) krediet-/transfer-, markt- en operationele risicocategorieën. In lijn met de residuele risico-definitie wordt de meting van bedrijfsrisico gebaseerd op één enkele risicofactor, dat wil zeggen de volatiliteit van de residuele resultaten (voor ieder bedrijfsonderdeel) die geschoond worden voor het effect van de andere risicotypes. Als gevolg hiervan is er geen verder inzicht in onderliggende bedrijfsrisico’s. Het niveau van het business risk kapitaal is verbonden aan de volatiliteit van (geschoonde historische) resultaten waarbij rekening wordt gehouden met waargenomen trends. In de praktijk betekent dit dat stabielere winst door de tijd heen over het algemeen leidt tot minder kapitaal. ING Groep Jaarverslag 2008
236
Gebruik makend van een t-verdeling en het betrouwbaarheidsniveau wordt de volatiliteit omgezet naar kapitaal om het bedrijfsrisicokapitaal te verkrijgen. De t-verdeling is een theoretische kansverdeling, is symmetrisch, klokvormig en vergelijkbaar met de standaard normale verdeling. De t-verdeling heeft echter relatief gezien meer extreme waardes in de staart van de verdeling dan de standaard normale verdeling. Aangezien relatief korte datareeksen beschikbaar zijn, is een onder- en bovengrens opgenomen om te voorkomen dat het business risk kapitaal wordt onder- of overschat. Het minimum (20%) en maximum (80%) zijn gespecificeerd als percentage van de operationele kosten en als zodanig wordt bedrijfsrisicokapitaal voor onderdelen die op het ondergrensniveau opereren verbonden met het efficiënt omgaan met kosten. ECONOMISCH KAPITAAL ING VERZEKERINGEN Economisch kapitaal wordt door ING gedefinieerd als de activa die dienen te worden aangehouden boven de marktwaarde van de verplichtingen om een niet-negatief overschot zeker te stellen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 99,95% en een tijdshorizon van één jaar. ING bepaalt het economisch kapitaal aan de hand van het effect op de marktwaarde van de balans (‘market value surplus’ of MVS) van nadelige gebeurtenissen die optreden met een nader gespecificeerde waarschijnlijkheid in verband met de AA kredietrating. Het economisch kapitaal-model van ING is derhalve gebaseerd op het concept ‘Surplus at Risk’. Het met een AA kredietwaardering overeenkomende betrouwbaarheidsniveau is vastgesteld als een eenzijdig interval van 99,95% bij een tijdshorizon van één jaar. De MVS verandering betreft het gecombineerde effect van veranderingen in de marktwaarde van activa na aftrek van de marktwaarde van de verplichtingen en een correctie voor illiquiditeit spreads als gevolg van de huidige ontwrichte markten. De MVS wordt hiervoor gecorrigeerd door de toepassing van een ‘illiquiditeitsspread’ op de kasstromen voortvloeiende uit passiva. Deze correctie van de MVS voor de illiquiditeit van onze verzekeringsverplichtingen heeft het volgende effect op het marktrisico in ons economisch kapitaal-model: t Renterisico: door de illiquiditeitsspread op de kasstromen voortvloeiende uit passiva neemt de duration van onze verplichtingen af. De duration ‘mismatch’ tussen de activa en passiva wordt hierdoor verlaagd en daarmee tevens ook het renterisico. t Creditspreadrisico: in het economisch kapitaal-model wordt zowel de activaspread als de illiquiditeitsspread op onze verplichtingen benadrukt. De saldering van het activaspreadrisico met het risico van de illiquiditeitsspread voor de passiva leidt tot een lager creditspreadrisico. t Valutarisico: de correctie van de MVS voor illiquiditeit resulteert in een lagere nettopositie in valutabewegingen, met name in de Amerikaanse dollar. Het uiteindelijke valutarisico wordt daardoor lager. De marktwaarde van de verplichtingen bestaat uit de financiële component van de verplichtingen en een ‘marktwaardemarge’ voor risico’s die niet kunnen worden afgedekt (het verzekeringstechnisch risico bijvoorbeeld). Die marge wordt berekend op basis van de kosten van vereist kapitaal, ontleend aan een schatting van het vereiste aandeelhoudersrendement op economisch kapitaal. Voor het model gelden de volgende fundamentele uitgangspunten: t Economisch kapitaal-vereisten worden berekend met als doel een AA kredietrating voor polishouderverplichtingen. t Alle risicobronnen zijn opgenomen moeten in aanmerking worden genomen. t De actuariële ‘best estimate’ aannames dienen zo objectief mogelijk te zijn en daarnaast te zijn gebaseerd op een juiste analyse van de economische, sector- en bedrijfsspecifieke statistische gegevens. Per product mag er bij ING maar één verzameling ‘best estimate’ aannames worden gebruikt voor alle doeleinden. t De waardering van activa en verplichtingen geschiedt op basis van reële waarde. Bij volledige en efficiënte markten is de reële waarde gelijk aan de marktwaarde. t De berekeningen van economisch kapitaal en waarde dienen te worden opgesteld met inachtneming van de optierechten in de verzekeringscontracten. t De berekeningen van het economisch kapitaal zijn op ‘voor belastingen’ grondslag en in de waardering wordt het effect van verslaggevings- en solvabiliteitsvereisten van de toezichthouder op het kapitaalniveau buiten beschouwing gelaten. Er wordt aangenomen dat kapitaal tussen rechtspersonen volledig overdraagbaar is. t Niet meegenomen is de eventuele franchisewaarde van de activiteiten, maar wel het kostenrisico van een eventueel lager omzetvolume in het volgende jaar. In het economisch kapitaalmodel wordt het effect van de diverse typen risico als volgt gekwantificeerd: t Marktrisico voor ING Verzekeringen betreft de waardeverandering als gevolg van veranderingen in rentetarieven, aandelenkoersen, vastgoedprijzen, creditspreads, impliciete volatiliteiten (rente en aandelen) en vreemde valutakoersen. Marktrisico treedt op bij een minder dan perfecte afstemming van de activa op de verplichtingen. In het verzekeringsbedrijf kan marktrisico het gevolg zijn van de verkoop van producten met garanties of optierechten (gegarandeerde rentedeling, afkoopmogelijkheden, winstdeling etc.) die met het oog op de beschikbare activa in een bepaalde markt niet afdekbaar zijn. Er kan ook sprake zijn van marktrisico bij een opzettelijke mismatch tussen activa- en passivakasstromen, zelfs als die kasstromen kunnen worden afgestemd of afgedekt. t Kredietrisico vloeit voort uit veranderingen in de kredietkwaliteit van emittenten als gevolg van wanbetalingen of kredietmigratie van effecten (in de beleggingsportefeuille), tegenpartijen (bijvoorbeeld met betrekking tot herverzekeringscontracten, derivatencontracten of toevertrouwde deposito’s) en tussenpersonen waar ING een positie heeft. Behalve met kredietrisico houdt ING rekening met het transferrisico voor het risico dat gelden als gevolg van overheidsrestricties niet vrijelijk kunnen worden gerepatrieerd. ING Groep Jaarverslag 2008
237
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
t Bedrijfsrisico wordt gedefinieerd als de kans dat de feitelijke ervaring afwijkt van de verwachtingen met betrekking tot kosten, schade-uitloop (behoud) en toekomstige herziening van premies. t Operationeel risico wordt gedefinieerd als het risico van directe of indirecte verliezen als gevolg van ontoereikende of tekortschietende interne processen, mensen en systemen of door externe gebeurtenissen. Kapitaal voor operationeel risico valt moeilijk te kwantificeren, omdat het wordt veroorzaakt door niet vaak voorkomende maar ernstige gebeurtenissen. Operationele risico’s kunnen aanzienlijk worden verminderd of verergerd door de kwaliteit van de interne controle en/of richtlijnen. Voor een deel kan dit risico worden verlaagd door het te verzekeren. t Levenrisico heeft betrekking op de afwijkingen in het tijdstip en de omvang van de kasstromen (premiebetalingen en uitkeringen) als gevolg van overlijden of niet-overlijden. Het risico van niet overlijden staat ook wel bekend als het langlevenrisico om het te onderscheiden van het risico dat samenhangt met verzekeringsproducten ter bescherming tegen de gevolgen van overlijden. Rekening wordt gehouden met risico’s als de onzekerheid van ‘best estimate’ aannames inzake het niveau en de ontwikkeling van sterftecijfers, de wisselvalligheid van ‘best estimates’, en potentiële calamiteiten. Ook externe herverzekeringen tellen mee. t Invaliditeitsrisico hangt samen met variaties in het niveau en timing van claims door fluctuaties in de invaliditeit van polishouders (ziekte of arbeidsongeschiktheid), waarin tevens rekening wordt gehouden met externe herverzekeringen. Voor veel soorten polissen is het risico van invaliditeit relevant, waaronder arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, dood en arbeidsongeschiktheid door een ongeval, versnelde uitkeringen bij overlijden, ongevallenverzekeringen voor werknemers, zorgverzekeringen en verzekeringen voor langdurige zorg. t Schaderisico bestaat uit het risico van variabiliteit van omvang, frequentie en de uitbetalingstermijn van toekomstige claims, de ontwikkeling van uitstaande claims en de toegerekende expertkosten voor schadeverzekeringsproducten (inclusief externe herverzekering). Het strategisch bedrijfsrisico is bij de economisch kapitaalberekeningen van ING Verzekeringen buiten beschouwing gelaten. Economisch kapitaal-model De berekening van het economisch kapitaal van ING is gebaseerd op het concept ‘Surplus at Risk’. Dit gebeurt op de hierna beschreven manier: t Bereken de totale balans (alle activa en verplichtingen) op basis van marktwaarde. t Stel Monte Carlo-scenario’s op voor alle relevante risicofactoren (markt en niet-markt). t Bereken voor elk scenario de totale balans opnieuw (alle activa en verplichtingen) op basis van marktwaarde. Om praktische redenen wordt de marktwaardemarge bij die scenario’s niet herberekend. t Bereken de 99,95% ‘worst-case’ daling van de MVS voor alle scenario’s. Dit is het economisch kapitaal. Het scenario dat t voor het economisch kapitaal zorgt varieert per bedrijfsonderdeel, divisie en op het niveau van ING Verzekeringen. In 2007 heeft ING Verzekeringen het op intranet gebaseerde ECAPS geïntroduceerd als economisch kapitaalrapportagesysteem dat gebruik maakt van replicerende portefeuilletechnieken. Het ECAPS-systeem vormt een beheerste, automatische basis voor economisch kapitaal en risicoberekening. Elk bedrijfsonderdeel voert regelmatig de risicokenmerken van de activa en verplichtingen in. Deze kenmerken worden vervolgens op uniforme wijze vertaald naar replicerende portefeuilles van gestandaardiseerde financiële instrumenten. Op basis van de constellatie van replicerende portefeuilles (inclusief voorstellingen van niet-marktrisico’s) kan het ECAPS-systeem vervolgens het economisch kapitaal berekenen op elk niveau van de aggregatie. Hieronder volgt een korte beschrijving van het model.
ING Groep Jaarverslag 2008
238
1. Marktgegevens en scenariogeneratie
2. Stochastische kasstromen en niet-markt risicokapitaal
3. Replicerende portefeuilles
4. Berekening economisch kapitaal
t Automatische benadering van alle huidige en historische marktgegevens t 500 aan ieder bedrijfsonderdeel gezonden risicoscenario’s ten behoeve van lokaal model voor stochastisch model van kasstromen voortvloeiend uit activa en passiva t 20.000 ‘real world’ Monte-Carlo-scenario’s voor de berekening van economisch kapitaal
t Actuariële software waarmee de kasstromen stochastisch per scenario kunnen worden berekend t Uploaden door de bedrijfsonderdelen van de stochastische kasstromen uit activa en passiva tbv optimale replicerende portefeuille t Conform ING-normen berekend niet-markt risicokapitaal doorgegeven aan ECAPS ten behoeve van risico-aggregatie
t Vaststelling risicoprofiel van de financiële component van de verzekeringsverplichtingen door verdeling over een kleine verzameling standaard financiële instrumenten t Standaardinstrumenten zijn onder andere beneden pari uitgegeven obligaties, swaptions, aandelentermijnopties en valutaopties t Bepaling replicerende portefeuilles, die de kasstromen voor de 500 mogelijkheden zo getrouw mogelijk volgt
t Replicerende portefeuille gebruikt voor de vaststelling van het risicoprofiel van de activa en passiva van ING Verzekeringen t Marktveranderingen economisch kapitaal en diversificatievoordelen van Monte-Carlo-scenario’s t Niet-markt risico-aggregatie t Totaal gediversifieerd economisch kapitaal
Nadere informatie over het economisch kapitaal-model Genereren marktgegevens en scenario’s ING Verzekeringen maakt gebruik van de Global Market Database (GMDB) van ING Bank voor informatie over marktkoersen en risicogegevens voor financiële risicofactoren. Alle marktgegevens worden betrokken van gerenommeerde gegevensleveranciers als Reuters en Bloomberg. Het GMDB-team checkt vervolgens de marktgegevens en berekent de toelaatbare risico’s. De geaccordeerde gegevens worden automatisch doorgegeven aan het ECAPS-systeem. Omdat ING Verzekeringen in veel opkomende financiële markten actief is, wordt met behulp van algoritmes verder geëxtrapoleerd dan waarneembare marktgegevens waar dat nodig is voor de berekening van de marktwaarde van de verplichtingen en het economisch kapitaal. Deze algoritmes zijn ontleend aan vergelijkbare gegevens in volwassen markten. Met behulp van de marktgegevens van GMDB zet ING twee economische scenariogenerators in: t De Risk Neutral Economic Scenario Generator (RN ESG): met de risiconeutrale economische scenariogenerator kunnen meerdere aandelenindices en valutakoersen worden gegenereerd, conform een multi-valuta dynamisch termijnstructuurmodel. Gebruik wordt gemaakt van scenario’s bij de kasstroomprognoses voor de bepaling van replicerende portefeuilles. De scenario’s RN ESG komen overeen met waargenomen marktkoersen voor aandelen, valuta’s en renteopties. t De Real World Economic Scenario Generator (RW ESG): deze op de praktijk gerichte economische scenario-generator kan tegelijkertijd alle typen risico’s tezamen simuleren, dat wil zeggen marktrisico, kredietrisico, bedrijfsrisico, operationeel risico, risico leven, risico invaliditeit en risico schade. Met de spreiding tussen de risico’s wordt rekening gehouden aan de hand van een ‘Gaussian copula’, wat verschillende marginale kansverdelingen mogelijk maakt op het niveau van de risicofactoren. De scenario’s RW ESG komen overeen met de historische tijdreeksen van de marktrisicofactoren op basis van vijf jaar van wekelijkse gegevenswaarnemingen. De volatiliteiten worden aangepast van week naar kwartaal en de wekelijkse correlaties worden direct gebruikt voor de schattingen van de kwartaalcorrelaties.
ING Groep Jaarverslag 2008
239
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Stochastische kasstromen en kapitaal niet-marktrisico De marktrisico’s van de activa en passiva worden vastgelegd en weergegeven in stochastische kasstroommodellen voor 500 scenario’s. De bedrijfsonderdelen zijn verantwoordelijk voor het genereren van de kasstromen, het in modellen vastleggen van eventuele optierechten en garanties en de juiste indeling van risico’s in het scenario, afgezet tegen kasstroomdeterminanten als het gedrag van polishouders en managementacties (beperkt tot dynamische afdekkingsprogramma’s en de bepaling van rente- en/of winstdeling). Voor een beter inzicht in de staart van de verdeling bestaat de verzameling scenario’s uit 300 risiconeutrale scenario’s en 200 scenario’s met volatiele risico’s, waarin de volatiliteiten zijn verdubbeld. Dat gemiddelde van 300 risiconeutrale scenario’s fungeert als controle op de marktwaarde van de replicerende portefeuille. Wel dient te worden opgemerkt dat het hier slechts om een controlefunctie gaat en dat de feitelijke marktwaarde van de verplichtingen direct van de replicerende portefeuille wordt afgeleid. Dankzij de 200 ‘volatiel risico’ scenario’s kan ervan worden uitgegaan dat de replicerende portefeuille op genoeg extreme scenario’s is afgestemd om veilig in de berekeningen van het economisch kapitaal te kunnen worden gebruikt. Het economisch kapitaal voor de niet-marktrisico’s wordt berekend door de bedrijfsonderdelen, Corporate Credit Risk Management en Corporate Operational, Risk Management, met input in ECAPS op het niveau van de diverse (sub)risico’s. In ECAPS worden 21 subtypen risico’s (de ontwikkeling van sterftecijfers bijvoorbeeld) samengevoegd tot 9 typen niet-marktrisico’s. Gebruik wordt gemaakt van een bottom-up diversificatiebenadering voor economisch kapitaal op basis van een matrix van correlaties in de staart. De ingevoerde informatie heeft betrekking op de 9 subtypen risico’s: t Kredietrisico t Bedrijfsrisico t Operationeel risico t Levenrisico – rampen t Levenrisico – niet-rampen t Invaliditeitsrisico – rampen t Invaliditeitsrisico – niet-rampen t Schaderisico – rampen t Schaderisico – niet-rampen. De informatie wordt vervolgens gebruikt om de marginale verdeling voor deze typen risico’s te bepalen. Samen met de ‘Gaussian copula’ worden deze marginale verdelingen gebruikt voor de berekening van economisch kapitaal ter bepaling van de diversificatie tussen marktrisico’s en niet-marktrisico’s. Replicerende portefeuilles Om recht te doen aan de complexiteit van de diversificatieberekeningen aan de hand van een Monte Carlo-simulatie brengt ING de activa en passiva in kaart aan de hand van een verzameling standaard financiële instrumenten. Die verzameling standaardinstrumenten bestaat uit couponloze obligaties, marktindexen, aandelentermijncontracten, swaptions, aflosbare obligaties, valutaopties en aandelenopties. Activa en de financiële componenten van de passiva worden vertegenwoordigd door een portefeuille van deze standaardverzameling instrumenten. Via een gebruikersinterface kunnen voor verschillende soorten kasstromen verschillende soorten replicerende instrumenten worden geselecteerd. Op die manier wordt een optimale replicerende portefeuille gecreëerd die zo goed mogelijk aansluit bij het risicoprofiel van de stochastisch gegenereerde kasstromen. De hieruit voortvloeiende portefeuille wordt vervolgens gebruikt voor de berekening van het economisch kapitaal. Door ook aandelenopties, valutaopties en swaptions in de verzameling replicerende instrumenten op te nemen, kan ING rekening houden met het impliciete volatiliteitsrisico van de meegewogen typen risico’s. Datzelfde geldt voor het creditspread-risico, namelijk door de opname van kredietrisicogevoelige couponloze obligaties in de replicerende verzameling instrumenten. De kwaliteit van de replicerende portefeuille wordt bewaakt aan de hand van diverse statistische criteria (o.a. ‘R-squared’) en wordt afgezet tegen marktwaardegevoeligheden als duration, convexiteit en waardeveranderingen in verband met forsere rente- en aandelenveranderingen. Hoogwaardige replicerende portefeuilles zijn op verschillende manieren belangrijk. Ten eerste vormen zij een goede afspiegeling van het feitelijke risicoprofiel en een accurate berekening van economisch kapitaal. Ten tweede hebben bedrijfsonderdelen bij afdekkingsstrategieën en het beheer van economisch kapitaal baat bij replicerende portefeuilles. En tot slot wordt door het proces van replicerende portefeuilleberekening het inzicht vergroot in de complexe aard van de verzekeringsverplichtingen in een op de markt geënte omgeving. Replicerende portefeuilles worden momenteel bepaald aan de hand van een enkelvoudig RN ESG-rentemodel. Hierdoor kan de replicerende portefeuille maar beperkt gevoeligheden voor niet-parallelle verschuivingen in de rentetermijnstructuur registreren. Om die reden zijn ook de RW ESG rentescenario’s voor de Value at Risk-berekeningen op basis van een enkelvoudig model opgesteld. Het RN ESG- en het RW ESG-model komen echter wel overeen met respectievelijk de RN ESG- en RW ESG-volatiliteitsstructuur van de rente.
ING Groep Jaarverslag 2008
240
Berekening economisch kapitaal In ECAPS wordt gebruik gemaakt van Monte Carlo-simulatie voor de bepaling van de diversificatievoordelen voor de totale ‘portefeuillehiërarchie’ van het niveau van de bedrijfsonderdelen tot dat van ING Groep. Alle diversificatieberekeningen worden binnen ECAPS uitgevoerd op basis van de ‘Gaussian copula’ van alle risicofactoren met medeneming van de op elk type risico van toepassing zijnde onderliggende verdelingen. Voor de berekening van het economisch kapitaal gebruikt ING een tijdshorizon van één jaar. In de praktijk worden met het model echter onmiddellijke veranderingen per kwartaal berekend, en wordt de VaR die daaruit voortrolt vertaald naar een jaarcijfer om zo te komen tot een economisch kapitaalcijfer op jaarbasis. Dat de verandering op kwartaalbasis wordt bekeken heeft als doel de resultaten te stabiliseren, ervoor te zorgen dat de veranderingen binnen een bandbreedte blijven waardoor de activa en passiva aannemelijker kunnen worden gewaardeerd, het effect van dynamische afdekkingsstrategieën beter in kaart te brengen, reëler gebruik te kunnen maken van wekelijkse correlaties van risicofactoren en dichter bij de feitelijke risicopraktijken en rapportagecycli te blijven. Met behulp van de Monte Carlo-simulatietechniek levert het economisch kapitaalmodel van ING 20.000 mogelijke ‘toestanden in de wereld’ op door willekeurig alle risicofactoren te simuleren – en allemaal tegelijk. Voor elke ‘toestand in de wereld’ wordt de marktwaarde van de activa en passiva herberekend en de verandering in de MVS opgeslagen. Al die MVS-veranderingen worden gesorteerd en de 99,95% worst-case veranderingen opgespoord om het niveau van het economisch kapitaal te bepalen voor het gegeven aggregatieniveau. ECONOMISCH KAPITAAL GROEP Het economisch kapitaal en de diversificatievoordelen tussen het bank- en verzekeringsbedrijf van ING Groep worden vastgesteld door middel van één aggregatiebenadering voor bankieren en verzekeren. Uitgangspunt zijn de feitelijk gerapporteerde economisch kapitaalcijfers voor ING Bank en ING Verzekeringen, exclusief de diversificatie tussen de risico’s onderling. Daarnaast wordt een hierop afgestemde verzameling ‘best-estimate’ correlatie-aannames geconstrueerd op basis van het maximum van de bank- en verzekeringsspecifieke interrisico correlatie-aannames voor elk van de vijf belangrijkste typen risico’s: kredietrisico, marktrisico, verzekeringstechnisch risico, bedrijfsrisico en operationeel risico (zie ook de aparte onderdelen economisch kapitaal voor ING Bank en ING Verzekeringen). De diversificatievoordelen voor de Groep worden berekend met een ‘Gaussian copula’-simulatietechniek. Rekening houdend met onzekerheden omtrent de correlatie-aannames en veranderingen in de risicopositie voert ING uitgebreide gevoeligheidstesten uit.
ING Groep Jaarverslag 2008
241
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Kapitaalbeheer bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven DOELSTELLINGEN ING Groep Capital Management (Kapitaalbeheer) is verantwoordelijk voor voldoende kapitalisatie, te allen tijde, van de ING Groep entiteiten ter ondersteuning van het risicoprofiel van de zakelijke activiteiten. Hierbij gaat het om het beheer, de planning en de verdeling van kapitaal binnen ING Groep. De Corporate Treasury van ING is onderdeel van Kapitaalbeheer. Het voert de noodzakelijke kapitaalmarkttransacties, lange-termijn financiering en risicobeheer transacties uit. Kapitaalbeheer controleert volgt en raamt de vermogenspositie op geconsolideerde basis op drie niveaus: ING Groep, ING Verzekeringen en ING Bank. De ratingdoelstelling voor deze drie entiteiten is momenteel AA. Kapitaalbeheer houdt rekening met de eisen van toezichthouders (EU Solvency, Tier-1 en BIS ratio’s en limieten voor hybride kapitaal), rating agencies (leverage ratio’s, gecorrigeerd vermogen) en interne risicobeheermodellen en balansen op marktwaarde (economisch kapitaal (EC) en beschikbare financiële middelen (AFR)). De drie belangrijkste kapitaaldefinities die ING hanteert zijn: t AFR – Dit is een marktwaarde concept, gedefinieerd als de marktwaarde van de activa (MVA) minus de marktwaarde van de passiva (MVL) op de balans. Hybride kapitaal en de kernkapitaaleffecten (‘core Tier-1 securities’) worden gerekend tot het vermogen en tellen dus niet mee bij de passiva. De waardering van ING Verzekeringen bevat een aanpassing voor de illiquiditeit van de portefeuille. Aangezien er voor ING Bank geen balans op marktwaarde beschikbaar is, is het AFR voor ING Bank gedefinieerd als IFRS eigen vermogen inclusief een aantal aanpassingen (zie de tabel in dit hoofdstuk). AFR wordt gebruikt als een maatstaf voor beschikbaar kapitaal in vergelijking met EC. EC, economisch kapitaal, is de hoeveelheid kapitaal die nodig is om onverwachte verliezen in tijden van zware stress op te vangen gegeven de ‘AA’ rating doelstelling van ING Groep; t Gecorrigeerd vermogen – Dit is een rating agency concept gedefinieerd als het eigen vermogen plus kernkapitaaleffecten, hybride kapitaal, prudentiële correcties en de Value in Force en overlopende acquisitiekosten. Zie de ‘Kapitalisatie en ratio’s’ tabel hieronder. Deze kapitaaldefinitie wordt gebruikt om beschikbaar kapitaal met de kernschuld (leverage) van ING Groep en ING Verzekeringen te vergelijken; t Kern Tier-1 kapitaal, Tier-1 en BIS kapitaal zijn definities van de toezichthouder die van toepassing zijn op ING Bank. Tier-1 kapitaal wordt gedefinieerd als eigen vermogen plus hybride kapitaal minus bepaalde prudentiële correcties en aftrekposten. Tier-1 en BIS kapitaal gedeeld door naar risico gewogen activa is gelijk aan respectievelijk de Tier-1 en de BIS ratio. Kern Tier-1 kapitaal is gelijk aan Tier-1 kapitaal exclusief hybride kapitaal. Kapitaalbeheer houdt steeds meer rekening met AFR en EC bij het beheren van het kapitaal. AFR moet groter zijn dan EC en voor ING Groep als geheel moet er een prudente buffer zijn. De doelstelling voor de buffer op het niveau van ING Groep is 20%. BELEID De activiteiten van Kapitaalbeheer worden uitgevoerd op basis van bestaande beleidsdocumenten, richtlijnen en procedures. De belangrijkste documenten die dienen als richtlijnen voor capital planning zijn de Capital Letter (die de goedgekeurde doelen en limieten voor kapitaal bevat), de Capital Planning Policy, de Dividend Policy en de Capital Request Policy. Voor de Corporate Treasury zijn vele beleidsdocumenten en limieten die als leidraad dienen voor het beheer van de balansen en de uitvoering van kapitaalmarkttransacties. De bovenstaande kapitaaldefinities en beleidsdocumenten zijn goedgekeurd door de Raad van Bestuur van ING Groep of gedelegeerde autoriteiten. PROCESSEN VOOR HET BEHEER VAN KAPITAAL In aanvulling op het beoordelen van de kapitaaltoereikendheid, zorgt Kapitaalbeheer er ook voor dat voldoende kapitaal aanwezig is door middel van het stellen van doelen en limieten die betrekking hebben op de bovenstaande maatstaven voor ING Bank, ING Verzekeringen en ING Groep. Tevens verzekert Kapitaalbeheer dat aan de gestelde doelen en limieten wordt voldaan door het plannen en uitvoeren van kapitaalbeheertransacties. Dit proces wordt aangevuld met stresstesting en scenario-analyse. De voortdurende beoordeling en monitoring van de kapitaaltoereikendheid is vastgelegd in het proces waarmee Kapitaalbeheer de kapitaalpositie raamt en dit resulteert in een Capital Adequacy Assessment Report dat ieder kwartaal aan de ING Group Finance and Risk Committee en de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen van ING Groep wordt aangeboden. Het belangrijkste doel van deze beoordeling is te verzekeren dat ING Groep als geheel zowel op de korte als op de lange termijn voldoende kapitaal beschikbaar heeft in verhouding tot het risicoprofiel. BEOORDELING VAN DE KAPITAALTOEREIKENDHEID Per 31 december 2008 en 2007 voldeden ING Groep, ING Bank en ING Verzekeringen aan alle belangrijke kapitaaldoelstellingen en maatstaven. Per 31 december 2008 en 2007 waren ING Groep, ING Bank en ING Verzekeringen voldoende gekapitaliseerd in verhouding tot hun risicoprofiel en strategische doelen. BASEL II Vanaf 1 januari 2008 berekent ING Bank zijn kapitaalratio’s onder Basel II. In 2008 publiceerde ING Bank alleen risico gewogen activa (RWA), Tier-1 en BIS kapitaal en de bijbehorende kapitaalratio’s die zijn gebaseerd op Basel II. Tevens publiceert ING het minimaal vereiste kapitaalniveau volgens Basel II en het Basel I minimum. Het Basel I minimum is een tijdelijke minimale kapitaalvereiste gebaseerd op 90% van Basel I RWA in 2008 en 80% van Basel I RWA in 2009. Deze minimale vereisten volgens Basel II en Basel I zullen beide worden vergeleken met het totale BIS kapitaal zoals uitgerekend onder Basel II.
ING Groep Jaarverslag 2008
242
BESCHIKBARE FINANCIELE MIDDELEN (AFR) ING Groep De AFR van ING Groep wordt als volgt berekend: Beschikbare Financiele Middelen – ING Groep
Totaal AFR Bank en Verzekeringen Minus kernschuld Groep (1) Totaal AFR ING Groep (1)
2008
2007
49.305 7.170 42.135
54.443 4.728 49.715
Investeringen in deelnemingen minus eigen vermogen (incl. kernkapitaaleffecten) van de moedermaatschappij van de Groep. Deze netto schuldpositie wordt als vermogen verstrekt aan ING Verzekeringen en ING Bank.
ING Verzekeringen De AFR van ING Verzekeringen wordt als volgt berekend: Beschikbare Financiele Middelen – ING Verzekeringen
IFRS eigen vermogen (1) Plus hybride kapitaal (2) Plus Mark-to-Market en belasting- en illiquiditeits correcties Totaal AFR ING Verzekeringen (1) (2)
2008
2007
11.888 2.934
17.911 2.202
–366 14.456
2.597 22.710
IFRS eigen vermogen gecorrigeerd voor EUR 5 miljoen aandelen van ING Groep in bezit van ING Verzekeringen. Hybride kapitaal tegen marktwaarde.
ING blijft het AFR aanpassen om de illiquiditeit in de verkeringsportefeuille te reflecteren. Het rapporteren van AFR met de MVL verdisconteerd tegen de swap koers resulteert namelijk in een asymmetrie met betrekking tot het reflecteren van de illiquiditeitspremium tussen de activa en de passiva. In aanvulling op het waarderen van de activa tegen huidige marktprijzen wordt het risico profiel van de totale illiquiditeit van de portefeuille benaderd door een AAA covered bond spread (128 basispunten boven swaps) toe te passen op de waardering van de cash flows van de verzekerings passiva. Deze aanpassing is toegepast op alle activiteiten (exclusief voornamelijk de unit linked/VA activiteiten). Voor de activiteiten in de VS en Japan is de AAA covered bond spread echter verder aangepast met het verschil tussen lokale spreads op AAA bedrijfsobligaties en de spread op Europese bedrijfsobligaties (een additionele +72 basispunten en –21 basispunten boven swaps voor respectievelijk de VS en Japan). Als een soortgelijke methodologie toepast was per 31 december 2007 zou AFR toen EUR 26,7 miljard zijn geweest. Op het eind van 2007 werd de swap rate gebruikt. ING Bank Beschikbare Financiele Middelen – ING Bank
IFRS eigen vermogen Herwaarderingsreserves obligaties Herwaarderingsreserves kasstroomhedge Goodwill Belang van derden Aftrekpost (1) Hybride kapitaal Totaal AFR ING Bank (1)
2008
2007
22.889 5.185 128 –1.636 1.198
25.511 1.097 –428 –1.428 1.668 –1.084 6.397 31.733
7.085 34.849
Het verschil tussen de provisie voor slechte leningen en het verwachte verlies wordt in 2008 niet langer van AFR afgetrokken
ING Bank heeft in 2008 EUR 4,25 miljard dividend betaald aan ING Groep en ontving in diezelfde periode EUR 7,2 miljard aan kapitaal injecties van ING Groep, Het hybride kapitaal nam mede toe door de uitgifte van additioneel hybride kapitaal. AFR/EC RATIO’S AFR moet groter zijn dan EC en voor ING Groep als geheel moet er een prudente buffer zijn. De doelstelling voor de buffer op het niveau van ING Group is 20%. Voor details met betrekking tot de berekening van EC verwijzen wij naar de paragraaf Risicobeheer.
ING Groep Jaarverslag 2008
243
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Kapitaalbeheer (vervolg)
Aansluiting AFR/EC 2008
2007
Beschikbare Financiële Middelen ING Groep (1)
42.135
49.715
Groep EC (2) EC Groep (3)
30.675
35.000 1.000
Totaal ING Groep EC AFR/EC Ratio Overschot/(tekort)
30.675 137% 11.460
36.000 138% 13.715
AFR ING Bank, EUR 34.849 miljoen (2007: EUR 31.733 miljoen) plus AFR ING Verzekeringen, EUR 14.456 miljoen (2007: EUR 22.710 miljoen) minus kernschuld ING Groep, EUR 7.170 miljoen (2007: EUR 4.728 miljoen). (2) EC Verzekeringen plus EC Bank minus 15% diversificatie (15% in 2007). (3) EC van de ING Groep moedermaatschappij bevatte in 2007 voornamelijk marktrisico op de aandelengerelateerde beloningsregelingen en marktrisico op de activa die het eigen vermogen van ING Bank ondersteunen. In 2008 is het marktrisico op de activa die het eigen vermogen ondersteunen onderdeel van het ING bank EC en is het marktrisico op de aandelengerelateerde beloningsregelingen nul. (1)
Kapitalisatie en ratio’s
Eigen vermogen (moedermaatschappij) Kernkapitaaleffecten Hybride kapitaal (1) Kernschuld (2) Totaal kapitalisatie Aanpassingen op het vermogen: herwaarderingsreserves obligaties herwaarderingsreserves voor rekening polishouders herwaarderingsreserves kasstroomhedge goodwill – herwaarderingsreserves obligaties en overig – herwaarderingsreserve geen onderdeel van Tier-1 (3) – hybride kapitaal Verzekeringen (4) – belang van derden Aftrekposten Tier-1 (vanaf 2007) Beschikbaar kapitaal
2008
Verzekeringen 2007
2008
Bank 2007
11.893
17.911
22.889
25.511
4.560
2.202
7.085
6.397
16.453
20.113
29.974
31.908
8.271 –2.235 –1.360 –1.889 2.787
840 –42 –10 –1.076 –289
5.185
1.097
128 –1.636 3.677 –1.790
–428 –1.428 –759 –2.952
2.250 520
2.250 891
22.010
22.965
1.198 –1.040 32.019
1.668 –93 29.772
11.870
11.792
43.889
41.564
Overig kwalificerend kapitaal (5) Overlopende acquisitiekosten// Value in Force aanpassing (50%) (6) Kernschuld (2) Gecorrigeerd vermogen
1.893
4.070
23.903
27.035
Ratio’s Kernschuld Vreemd vermogen / eigen vermogen ratio
2.301 8,78%
4.267 13,63 %
2008
Groep 2007
17.334 10.000 11.655 7.170 46.159
37.208 8.620 4.728 50.556
13.456 –2.235 –1.177 –3.275 6.769
1.937 –42 –438 –2.420 –963
–7.170 45.758
–4.728 44.865
7.170 13,55%
4.728 9,53 %
Hybride kapitaal betreft Tier-1 instrumenten uitgegeven door de Groep zoals eeuwigdurend schuldpapier en preferente aandelen tegen nominale waarde. De hybride instrumenten anders dan preferente aandelen zijn doorgeleend aan ING Bank en ING Verzekeringen als hybride kapitaal. (2) Investeringen in deelnemingen minus het eigen vermogen (inclusief kernkapitaaleffecten) van de moedermaatschappij van de Groep. Deze netto schuldpositie wordt als vermogen verstrekt aan ING Verzekeringen en ING Bank. (3) Bevat voornamelijk EUR –1.019 miljoen (2007: EUR –2.358 miljoen) in participaties (waaronder Kookmin en Bank of Beijing) en andere aandelenbeleggingen, EUR –615 miljoen (2007: EUR –595 miljoen) in onroerend goed voor eigen gebruik. De Nederlandse toezichthouder schrijft voor dat deze worden afgetrokken van Tier-1 en worden toegevoegd aan Tier-2. (4) Hybride kapitaal Verzekeringen betreft hybride instrumenten uitgegeven door ING Verzekeringen zoals eeuwigdurend schuldpapier tegen nominale waarde. (5) Bevat EUR 12.910 miljoen (2007: EUR 14.199 miljoen) Tier-2 en nihil (2007: nihil) Tier-3, verminderd met EUR 1.040 miljoen (2007: EUR 2.407 miljoen) aan aftrekposten. Deze aftrekposten waren gebaseerd op Basel I regelgeving in 2007 en op Basel II regelgeving in 2008. (6) Deze aanpassing betreft voornamelijk 50% van het meerdere van de contante waarde van toekomstige winsten van huidige polissen verminderd met de overlopende acquisitiekosten buiten Nederland. (1)
Gedurende de tweede helft van 2008 stond de kapitalisatie van ING Groep onder druk, maar dankzij de kapitaalinjectie van de overheid waren leverage ratio’s binnen hun limiet. De vreemd vermogen/eigen vermogen ratio van ING Groep stond eind 2008 op 13.55% (2007: 9,53%). Deze ratio van ING Verzekeringen eindigde het jaar op 8.78% (2007: 13,63%). De Basel II Tier-1 ratio van ING Bank was 9.32% eind 2008, een sterke stijging in vergelijking met de Basel I Tier-1 ratio van 7.39% eind december 2007.
ING Groep Jaarverslag 2008
244
WETTELIJKE VEREISTEN MET BETREKKING TOT SOLVABILITEIT ING Bank Kapitaalvereisten en het gebruik van vereist kapitaal zijn gebaseerd op richtlijnen die zijn ontwikkeld door het ‘Basel Committee on Banking Supervision’ (het Bazels comité) en de Richtlijnen van de Europese Unie in verband met het toezicht die zijn overgenomen door De Nederlandsche Bank (DNB). De Tier-1 ratio dient minimaal 4% te bedragen. De kapitaalratio (aangeduid als de ‘BIS ratio’) dient minimaal 8% te bedragen van alle naar risico gewogen activa. Vereist kapitaal met betrekking tot ING Bank 2008
2007
Eigen vermogen (moedermaatschappij) Belangen van derden Achtergestelde leningen aangemerkt als Tier-1 kapitaal (1) Goodwill Aftrekposten Tier-1 (vanaf 2007) Herwaarderingsreserve (2) Kernkapitaal – Tier-1
22.889 1.198
25.511 1.668
7.085 –1.636 –1.040 3.523 32.019
6.397 –1.428 –93 –2.283 29.772
Aanvullend kapitaal – Tier-2 Beschikbaar Tier-3 vermogen Aftrekposten BIS kapitaal
12.910
14.199
–1.040 43.889
–2.407 41.564
Naar risico gewogen activa(4)
343.388
402.727
Tier-1 ratio(4) BIS ratio(4)
9,32% 12,78%
7,39% 10,32%
Vereist kapitaal gebaseerd op het Basel I minimum(5) Vereist kapitaal gebaseerd op het Basel I minimum per 1/1/09(5) BIS ratio gebaseerd op het Basel I minimum BIS ratio gebaseerd op het Basel I minimum per 1/1/09
34.369 30.550 10,22% 11,49%
Achtergestelde leningen aangemerkt als Tier-1 kapitaal zijn door ING Groep N.V. bij ING Bank N.V. geplaatst. (2) Bevat herwaarderingsreserve obligaties, herwaarderingsreserve cash flow hedge en herwaarderingsreserves aandelen en onroerend goed (zie voetnoot 3 van de kapitalisatie en ratio’s tabel) (3) Bevat lager Tier-2 leningen en herwaarderingsreserves aandelen en onroerend goed uit het Tier-1. (4) Gebaseerd op Basel II vanaf 2008 (5) 90% van de Basel I risico gewogen activa in 2008 en 80% in 2009 (1)
ING Verzekeringen Europese richtlijnen vereisen dat verzekeringsmaatschappijen gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie een minimale solvabiliteitsmarge aanhouden. De maatschappijen van ING Verzekeringen buiten de EU moeten voldoen aan hun respectievelijke lokale vereisten. De maatschappijen van ING verzekeringen voldoen aan hun lokale vereisten met betrekking tot solvabiliteit. Onderstaande tabel toont het wereldwijde vereiste kapitaal van ING verzekeringen gebaseerd op de vereisten van de Europese Unie. Deze vereisten worden vergeleken met het geconsolideerd aanwezige kapitaal van ING Verzekeringen. Vermogenspositie ING Verzekeringen
Aanwezig kapitaal(1) Vereist kapitaal Surpluskapitaal Ratio aanwezig versus vereist kapitaal (1)
2008
2007
22.010 8.582 13.428
22.965 9.405 13.560
256%
244%
Voor de opsplitsing van het aanwezig kapitaal zie de tabel kapitalisatie en ratio’s.
ING Groep ING Groep rapporteert aan De Nederlandsche Bank zoals verplicht vo0lgens de Nederlandse implementatie van de richtlijn financiële groepen. Deze richtlijn beslaat voornamelijk risicoconcentratie in de groep, intra-groep transacties en een beoordeling van de kapitaaltoereikendheid van de groep. ING Groep Jaarverslag 2008
245
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Kapitaalbeheer (vervolg)
Met betrekking tot het meten van de kapitaaltoereikendheid van de groep, geeft ING de voorkeur aan het eerder beschreven AFR/EC raamwerk. Er blijven namelijk significante verschillen bestaan in de sectorale kapitaal regels tussen banken en verzekeraars onderling en tussen verzekeraars in verschillende landen. In onderstaande tabel laten we de kapitaaltoereikendheid van ING Groep zien op basis van : t Voor het vereist kapitaal van ING Verzekeringen worden de Europese Solvency I regels toegepast op alle ING Verzekeringen entiteiten wereldwijd (ongeacht de lokale kapitaal vereisten) t Het vereiste kapitaal van ING bank is gebaseerd op Basel II met de toepassing van het Basel I minimum t Voor het aanwezig kapitaal van ING Groep wordt een benadering gebruikt die gelijk is aan het bank BIS kapitaal waarbij IFRS eigen vermogen wordt aangepast voor bepaalde herwaarderingsreserves, belang derden wordt toegevoegd, goodwill en bepaalde immateriële activa worden afgetrokken en Groep hybride kapitaal en achtergestelde schuld van ING Bank en ING Verzekeringen wordt meegeteld. Vermogen ING Groep vereist voor toezichtsdoeleinden 2008
2007
Eigen vermogen (moedermaatschappij) Kernkapitaaleffecten Exclusief: herwaarderingsreserve Hybride kapitaal ING Groep Goodwill en immateriele activa aftrekbaar van Tier-1 Belang derden Kapitalisatie ING Groep
17.334 10.000 10.044 11.655 –3.275 1.593 47.351
37.208
Achtergestelde leningen ING Bank N.V. (begrepen in Tier-2) Achtergestelde leningen ING Verzekeringen N.V. Kapitalisatie inclusief achtergestelde leningen
11.879 2.250 61.480
11.154 2.250 60.592
Vereist kapitaal bancaire activiteiten Vereist kapitaal verzekeringsactiviteiten Totaal vereist kapitaal
34.369 8.582 42.951
32.218 9.405 41.623
Surpluskapitaal Groep kapitaalratio
18.529 143%
18.969 146%
(1) (2)
1.457 8.620 –2.420 2.323 47.188
Herwaarderingsreserve obligaties, herwaarderingsreserves voor rekening polishouders en cash flow hedge (zie tabel kapitalisatie en ratio’s). EUR 30.550 miljoen per 1/1/2009.
ING Groep Jaarverslag 2008
246
Kapitaaltoereikendheid en ratio’s Kwantitatieve meldingen met betrekking tot kapitaalmaatstaven en ratio’s
Kapitaal Beschikbare Financiele Middelen (AFR) Vereist Economisch Kapitaal (EC) Ratio EC vs. AFR Doelstelling voor de ratio EC vs. AFR
2008
Groep 2007
2008
Verzekeringen 2007
2008
Bank 2007
42.135 30.675 137% 120%
49.715 36.000 138% 120%
14.456 13.681 106% 100%
22.710 23.199 98% 100%
34.849 22.407 156% 100%
31.733 17.927 177% 100%
9,32% 4,00% 7,20%
7,39% 4,00% 7,20%
12,78% 8,00% 10,80%
10,32% 8,00% 10,80%
Tier-1 ratio (Bank) Tier-1 ratio per jaareinde Minimum Tier-1 ratio volgens de toezichthouder Tier-1 ratio doelstelling Bis ratio (Bank) BIS ratio per jaareinde Minimum BIS ratio volgens de toezichthouder BIS ratio doelstelling EU Solvabiliteitsratio (Verzekeringen) EU Solvabiliteitsratio per jaareinde Minimum EU Solvabiliteitsratio EU Solvency ratio doelstelling Vreemd vermogen / eigen vermogen ratio Vreemd vermogen / eigen vermogen ratio Vreemd vermogen / eigen vermogen ratio doelstelling
256% 100% 150%
244% 100% 150%
13,55%
9,53%
8,78
13,63%
15,00%
10,00%
15,00
15,00%
Belangrijkste credit ratings van ING per 31/12/2008 (1)
ING Groep ING Verzekeringen – kortlopend – langlopend ING Bank – kortlopend – langlopend – financiële kracht (1)
Standard & Poor’s AA–
Moody’s Aa3
Fitch AA–
A–1+ AA–
P–1 A1
AA–
A–1+ AA
P–1 Aa2 B
F1+ AA
De Standard & Poor’s ratings en Fitch ratings hebben een ‘negative outlook’, de Moody’s rating hebben een ‘stable outlook’
ING Groep Jaarverslag 2008
247
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Kapitaalbeheer (vervolg)
Belangrijkste credit ratings van ING per 16/02/2009 (1)
ING Groep ING Verzekeringen – kortlopend – langlopend ING Bank – kortlopend – langlopend – financiële kracht (1)
Standard & Poor’s AA–
Moody’s A1
Fitch A+
A–1+ AA–
P–1 A2
A+
A–1+ AA
P–1 Aa3 C+
F1+ AA–
De Standard & Poor’s ratings hebben een ‘negative outlook’. De Moody’s financiële kracht rating heeft een ‘negative outlook’. De andere Moody’s ratings hebben een ‘stable outlook’. De Fitch rating voor ING Bank heeft een ‘stable outlook’, die voor ING Verzekeringen en ING Groep hebben een ‘negative outlook’
ING’s langlopende credit ratings worden getoond in bovenstaande tabel. Elk van deze ratings reflecteert alleen de mening van het betreffende ratingbureau wanneer de rating werd verstrekt en een uitleg over de betekenis van een rating alleen kan worden verkregen van het ratingbureau. Een effectenrating is geen aanbeveling om effecten te kopen, verkopen of deze aan te houden en elke rating moet onafhankelijk van iedere andere rating worden beoordeeld. Er is geen verzekering dat enige rating zal blijven gelden voor gegeven tijdsperiode of dat een rating niet zal worden verlaagd, opgeschort of geheel worden ingetrokken door het ratingbureau als, in het oordeel van het ratingbureau dit door de omstandigheden wordt gerechtvaardigd. ING accepteert geen enkele verantwoordelijkheid voor de nauwkeurigheid of betrouwbaarheid van de ratings.
ING Groep Jaarverslag 2008
248
Gebeurtenissen na balansdatum GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Op 26 januari 2009 hebben ING Groep en de Nederlandse overheid bekend gemaakt dat zij een back-up facility term sheet voor niet-liquide activa (‘Facility’) overeengekomen zijn. Het is de verwachting dat de transactie afgerond zal worden in het eerste kwartaal van 2009, maar de afronding is afhankelijk van de afwerking van de definitieve documentatie en de goedkeuring van verschillende toezichthouders. Deze Facility dekt de Alt-A portefeuille van zowel ING Direct US en ING Insurance Americas, welke een nominale waarde hebben van ongeveer EUR 30 miljard. Onder de Facility is het de verwachting dat ING 80% overdraagt van het economisch eigendom van de Alt-A portefeuille aan de Nederlandse overheid. Als gevolg daarvan zal een onverdeeld belang van 80% van de risico’s en de voordelen overgedragen worden aan de Nederlandse overheid. ING zal het juridisch eigendom behouden van de Alt-A portefeuille.Het is de verwachting dat de transactieprijs voor 80% van het economische eigendom ongeveer EUR 22 miljard is, wat 90% is van de nominale waarde met betrekking tot het 80%-deel van de portefeuille waar de Nederlandse overheid de economische eigenaar van zal worden. De transactieprijs zal betaald moeten worden door de overheid aan ING en zal afgelost worden over de resterende looptijd. Verder moeten onder de Facility vergoedingen betaald worden door zowel ING als de overheid. As gevolg van de transactie zal 80% van de Alt-A portefeuille niet meer in de balans worden opgenomen in 2009 en een corresponderende vordering op de Nederlandse overheid zal opgenomen worden in de balans. Het is niet de verwachting dat de transactie een significante impact heeft op het resultaat in het eerste kwartaal van 2009. De transactie zal leiden tot een afname van de negatieve herwaarderingsreserve van ongeveer EUR 5 miljard (na belasting) en zal overeenkomstig het eigen vermogen doen toenemen.De waarderingsmethode van de Alt-A beleggingen in de IFRS balans per 31 december 2008 wordt niet geraakt door deze transacties. Dit is eveneens van toepassing voor de 20% welke zal achterblijven na de transactie. Voor de methodologie welke toegepast wordt voor het bepalen van de reële waarde voor deze activa in de balans onder IFRS wordt verwezen naar paragraaf 33 ‘Reële waarden van financiële activa en passiva’. Zoals toegelicht in dit Jaarverslag werden het eigen vermogen en het resultaat in 2008 significant beïnvloed door de onrust en de extreme volatiliteit in de wereldwijde financiële markten. Deze financiële markten en de wereldwijde economieën zijn in de eerste maanden van 2009 op verscheidene gebieden verder verslechterd, in het bijzonder de aandelenmarkten. Het voortduren van de huidige niveaus en/of verdere negatieve ontwikkelingen in deze financiële markten en/of economieën in 2009 zouden een materieel nadelige invloed op het eigen vermogen en het resultaat van 2009 kunnen hebben. Op de datum van dit Jaarverslag kan een dergelijke invloed niet betrouwbaar worden ingeschat. VASTSTELLING VAN DE JAARREKENING Amsterdam, 16 maart 2009 DE RAAD VAN COMMISSARISSEN
DE RAAD VAN BESTUUR
Jan H.M. Hommen, voorzitter Eric Bourdais de Charbonnière, vice-voorzitter Henk Breukink Peter Elverding Claus Dieter Hoffmann Piet Hoogendoorn Piet C. Klaver Wim Kok Godfried J.A. van der Lugt Harish Manwani Aman Mehta Joan Spero Jackson P. Tai Karel Vuursteen
Eric F. Boyer de la Giroday, waarnemend CEO Dick H. Harryvan John C.R. Hele, CFO Eli P. Leenaars Tom J. McInerney Hans van der Noordaa Koos (J.V.) Timmermans, CRO Jacques M. de Vaucleroy
ING Groep Jaarverslag 2008
249
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening
Vennootschappelijke balans van ING Groep per 31 december voor bestemming van het resultaat bedragen in miljoenen euro’s ACTIVA Beleggingen in 100% deelnemingen 1 Overige activa 2 Totaal activa EIGEN VERMOGEN 3 Aandelenkapitaal Agioreserve Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Wettelijke reserves (1) Overige reserves Onverdeeld resultaat
VREEMD VERMOGEN Preferente aandelen 4 Achtergestelde leningen 5 Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden 6 Totaal eigen vermogen en vreemd vermogen (1)
2008
2007
34.698 13.610 48.308
41.864 10.703 52.567
495 9.182 10.000 –9.670 18.056 –729 27.334
534 8.739 5.103 13.591 9.241 37.208
11.352
21 8.339
65 9.557 48.308
98 6.901 52.567
De Wettelijke reserves bestaan uit de Reserve deelnemingen van EUR –8.719 miljoen (2007: EUR 6.053 miljoen) en de Reserve koersverschillen vreemde valuta van EUR –951 miljoen (2007: EUR –950 miljoen).
De referenties verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 254, die onderdeel uitmaakt van de vennootschappelijke jaarrekening.
ING Groep Jaarverslag 2008
250
Vennootschappelijke winst-en-verliesrekening van ING Groep voor de jaren eindigend op 31 december bedragen in miljoenen euro’s Resultaat van groepsmaatschappijen na belastingen Overige resultaten na belastingen Nettoresultaat
2008
2007
–569 –160 –729
9.299 –58 9.241
ING Groep Jaarverslag 2008
251
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening
Vennootschappelijk mutatie-overzicht eigen vermogen ING Groep voor de jaren eindigend op 31 december
bedragen in miljoenen euro’s Balans per 1 januari 2007
Aandelenkapitaal
Agioreserve
530
8.348
Kernkapitaal effecten zonder stemrecht
Ongerealiseerde herwaarderingen na belastingen Overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Mutatie kasstroomhedgereserve Mutatie in hedge van een netto investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Op aandelengebaseerde beloningen Koersverschillen vreemde valuta Overige Bedragen rechtstreeks verantwoord in het vermogen
Reserve deelnemingen
Reserve koersverschillen vreemde valuta
Overige reserves (1)
Totaal
11.528
–950
18.810
38.266
1
–1.635 –3.414
–1.636 –3.414 1.132 –925
1.132 –925
500 104 –1.153 21 –5.475
–21 84
–5.391
–5.475
9.241 9.325
9.241 3.850
–2.999 –2.304
–2.999 –2.304 395 37.208
Nettoresultaat
Dividend Inkoop en uitgifte eigen aandelen Uitoefening van warrants en opties Balans per 31 december 2007
4 534
391 8.739
500 104 –1.153
6.053
–950
22.832
Ongerealiseerde herwaarderingen na belastingen Overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Mutatie kasstroomhedgereserve Mutatie in hedge van een netto investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Emissiekosten Op aandelengebaseerde beloningen Koersverschillen vreemde valuta Bedragen rechtstreeks verantwoord in het vermogen
–19.042 2.476
–951 –14.190
–1 –1
228
388 –20 –76 –952 –13.963
Nettoresultaat
–369 –14.559
–1
–360 –132
–729 –14.692
Uitgifte van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Dividend Inkoop en uitgifte eigen aandelen Uitoefening van warrants en opties Balans per 31 december 2008 (1)
324
2.193 746
2.193 746
388 –20 –76
10.000 –213 –44 5 495
443 9.182
10.000
–8.719
–3.387 –1.986 –951
Overige reserves bevatten de Reserve ingehouden winsten, Eigen aandelen, de Overige reserves en het Onverdeeeld resultaat.
ING Groep Jaarverslag 2008
252
–18.718 2.476
17.327
10.000 –3.600 –2.030 448 27.334
Grondslagen voor de vennootschappelijke balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep ALGEMENE GRONDSLAGEN De vennootschappelijke jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. De grondslagen voor presentatie en toelichting zijn in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling, zoals beschreven bij de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening, zijn eveneens van toepassing op de vennootschappelijke balans en winst-en-verliesrekening met uitzondering van de deelnemingen. Deelnemingen in groepsmaatschappijen en andere deelnemingen worden initieel tegen kostprijs opgenomen en daarna gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. De vennootschappelijke winst-en-verliesrekening is opgesteld in overeenstemming met artikel 402 Boek 2 BW. Een lijst met de informatie conform artikel 379 lid 1 Boek 2 BW is gedeponeerd bij de Autoriteit Financiële Markten en de Kamer van Koophandel te Amsterdam conform artikel 379 lid 5 Boek 2 BW. Wijzigingen in de balanswaarde als gevolg van mutaties in de herwaarderingsreserve van de deelnemingen worden in de Reserve deelnemingen verantwoord, welke is begrepen in het Eigen vermogen. Wijzigingen in de balanswaarde uit hoofde van overeenkomstig de grondslagen van ING Groep verantwoorde resultaten van de deelnemingen worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Andere wijzigingen in de balanswaarde van de deelnemingen, voorzover niet het gevolg van wijzigingen van het aandelenkapitaal, worden verantwoord onder Reserve deelnemingen, welke is begrepen in het Eigen vermogen. Er wordt een wettelijke reserve aangehouden ter hoogte van het aandeel in de resultaten uit de deelnemingen sinds de eerste waardering tegen nettovermogenswaarde, verminderd met de uitkeringen waarop aanspraak kan worden gemaakt. Uitkeringen waarvan zonder beperking ontvangst in Nederland kan worden bewerkstelligd, worden eveneens in mindering gebracht op de Reserve deelnemingen.
ING Groep Jaarverslag 2008
253
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening
Toelichting op de vennootschappelijke balans van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven 1 BELEGGINGEN IN 100% DEELNEMINGEN Beleggingen in 100% deelnemingen
ING Bank N.V. ING Verzekeringen N.V. Overige
2008
Balanswaarde 2007
22.890 11.884 –76 34.698
24.038 17.900 –74 41.864
Overige bevat intercompany eliminaties tussen ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. Verloop in beleggingen in 100% deelnemingen
Balanswaarde begin van het jaar Herwaarderingen Resultaat van groepsmaatschappijen Kapitaalstorting Dividend
Mutaties in door groepsmaatschappijen gehouden aandelen ING Groep N.V. Balanswaarde eind van het jaar
2008
2007
41.864 –13.709 –569 12.720 –7.050 33.256
42.607 –5.364 9.299 2.227 –5.900 42.869
1.442 34.698
–1.005 41.864
2 OVERIGE ACTIVA Overige activa
Vorderingen op groepsmaatschappijen Overige vorderingen, vooruitbetalingen en overlopende activa
2008
2007
13.322 288 13.610
10.591 112 10.703
2008
2007
495 9.182 10.000 –8.719 –951 17.327 27.334
534 8.739
3 EIGEN VERMOGEN Eigen vermogen
Aandelenkapitaal Agioreserve Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Reserve deelnemingen Reserve koersverschillen vreemde valuta Overige reserves Eigen vermogen
6.053 –950 22.832 37.208
De Reserve deelnemingen bestaat uit de volgende componenten: Reserve voor niet-vrij uitkeerbare winsten van deelnemingen van EUR 726 miljoen (2007: EUR 1.202 miljoen) en herwaarderingsreserve deelnemingen van EUR –9.445 miljoen (2007: EUR 4.851 miljoen). Aandelenkapitaal Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24) Aantal X1.000 Bedrag 2008 2007 2008 2007
Nominaal aandelenkapitaal Aandelenkapitaal in portefeuille Geplaatst aandelenkapitaal
ING Groep Jaarverslag 2008
254
4.500.000 3.000.000 2.436.852 773.555 2.063.148 2.226.445
1.080 585 495
720 186 534
Verloop in geplaatst aandelenkapitaal Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24) Aantal Bedrag X1.000
Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2006 Uitgifte van aandelen Uitoefening warrants B Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2007
2.205.093 5.569 15.783 2.226.445
530 1 3 534
Uitgifte van aandelen Inkoop aandelen Uitoefening warrants B Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2008
1.848 –183.158 18.013 2.063.148
–44 5 495
Verloop in Overige reserves en Onverdeeld resultaat
2008 Balanswaarde begin van het jaar Nettoresultaat Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Inkoop eigen aandelen Dividend Overheveling naar reserve deelnemingen Overheveling naar reserve onverdeelde winst Op aandelengebaseerde beloningen Emissiekosten Intrekking van aandelen Balanswaarde eind van het jaar
Reserve ingehouden winsten
Eigen aandelen
Overige reserves
Totaal overige reserves
Onver deeld resultaat
17.367
–3.740
–36
13.591
9.241 –729
324 –2.030
324 –2.030
23.838
4.904 –866
–20 –4.860 –4.916
582 5.641 –76 –20 44 18.056
Reserve ingehouden winsten
Eigen aandelen
Overige reserves
Totaal overige Onverdeeld reserves resultaat
12.591
–1.436
–37
11.118
1 –2.304
1 –2.304
–3.740
–174 4.693 104 153 13.591
–3.600 582 5.641 –76
Totaal
22.832 –729 324 –2.030 –3.600 582
–5.641
–729
–76 –20 44 17.327
Verloop in Overige reserves en Onderdeeld resultaat
2007 Balanswaarde begin van het jaar Nettoresultaat Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Inkoop eigen aandelen Dividend Overheveling naar reserve deelnemingen Overheveling naar reserve onverdeelde winst Op aandelengebaseerde beloningen Overige Balanswaarde eind van het jaar
7.692 9.241
–2.999 –174 4.693 104 153 17.367
–36
Totaal
18.810 9.241 1 –2.304 –2.999 –174
–4.693
9.241
104 153 22.832
Per 31 december 2008 bevatte de Reserve deelnemingen een bedrag van EUR 566 miljoen (2007: EUR 566 miljoen) met betrekking tot Regio Bank N.V. (de voormalige Stichting Regio Bank) dat niet vrij uitkeerbaar is.
ING Groep Jaarverslag 2008
255
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening Toelichting op de vennootschappelijke balans van ING Groep (vervolg)
Positieve componenten van de Reserve deelnemingen en Reserve koersverschillen vreemde valuta zijn niet vrij uitkeerbaar. De reserve voor kasstroomhedges is in de Reserve deelnemingen opgenomen als een nettobedrag. De Reserve ingehouden winsten is vrij uitkeerbaar met uitzondering van een bedrag gelijk aan de negatieve stand van elke van de componenten van de Reserve koersverschillen vreemde valuta en de Reserve deelnemingen. Ongerealiseerde winsten en verliezen op derivaten die geen onderdeel uitmaken van kasstroomhedges worden verantwoord in het resultaat en zijn daarmee onderdeel van de Reserve ingehouden winsten. Het totale eigen vermogen in de vennootschappelijke jaarrekening is gelijk aan het eigen vermogen (moedermaatschappij) in de geconsolideerde jaarrekening. Een aantal componenten verschillen echter als gevolg van de volgende presentatieverschillen tussen de geconsolideerde en de vennootschappelijke jaarrekening: t ongerealiseerde herwaarderingen van geconsolideerde deelnemingen die in de geconsolideerde jaarrekening zijn begrepen in de herwaarderingsreserve, worden in de vennootschappelijke jaarrekening gepresenteerd als Reserve deelnemingen; t vreemde valuta translatie van geconsolideerde deelnemingen die in de geconsolideerde jaarrekening zijn begrepen in de Reserve koersverschillen vreemde valuta, worden in de vennootschappelijke jaarrekening gepresenteerd als Reserve deelnemingen; t herwaarderingen op beleggingen in onroerend goed en op bepaalde participaties opgenomen in de winst-en-verliesrekening en vervolgens in de Reserve ingehouden winsten in de geconsolideerde jaarrekening, worden in de vennootschappelijke jaarrekening gepresenteerd als Reserve deelnemingen. Het totaalbedrag van de niet-uitkeerbare reserves bedraagt EUR 11.121 miljoen (2007: EUR 7.003 miljoen). Voor meer informatie omtrent beperkingen met betrekking to dividend en terugbetaling van kapitaal wordt verwezen naar toelichting 12 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/ Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’ in de geconsolideerde jaarrekening. Verloop eigen aandelen Bedrag 2007
2008
Balanswaarde begin van het jaar Gekocht/verkocht Ingetrokken Op aandelengebaseerde beloningen Overige Balanswaarde eind van het jaar
2008
Aantal 2007
3.740 2.159 –4.904
1.436 2.505
126.759.829 94.105.700 –183.158.017
53.859.235 79.652.109
–22 –107 866
–201
–1.250.394
–6.751.515
3.740
36.457.118
126.759.829
4 PREFERENTE AANDELEN Zie toelichting 13 ‘Preferente aandelen’ van de geconsolideerde jaarrekening. 5 ACHTERGESTELDE LENINGEN Achtergestelde leningen Interest percentages
9,000% 8,500% 8,000% 7,375% 6,375% 5,140% 5,775% 6,125% 4,176% Variabel 6,200% Variabel 7,200% 7,050% 8,439%
Uitgiftejaar
2008 2008 2008 2007 2007 2006 2005 2005 2005 2004 2003 2003 2002 2002 2000
ING Groep Jaarverslag 2008
256
Vervaldag
Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend 30 december 2030
Nominaal bedrag in originele valuta
EUR 10 USD 2.000 EUR 1.500 USD 1.500 USD 1.045 GBP 600 USD 1.000 USD 700 EUR 500 EUR 1.000 USD 500 EUR 750 USD 1.100 USD 800 USD 1.500
2008
Balanswaarde 2007
10 1.393 1.474 1.048 731 623 711 487 497 939 348 684 773 563 1.071 11.352
988 690 810 674 462 497 937 330 682 726 529 1.014 8.339
6 OVERIGE SCHULDEN Overige schulden per soort
Obligatieleningen Schulden aan groepsmaatschappijen Overige schulden en overlopende passiva
2008
2007
7.488 1.254 815 9.557
6.370 174 357 6.901
Obligatieleningen Interest percentages
5,625% 4,699% 4,750% Variabel Variabel 4,125% 6,125% 5,500%
Uitgiftejaar
2008 2007 2007 2006 2006 2006 2000 1999
Vervaldag
3 september 2013 1 juni 2035 31 mei 2017 28 juni 2011 11 april 2016 11 april 2016 4 januari 2011 14 september 2009
2008
Balanswaarde 2007
1.053 117 1.830 749 996 745 999 999 7.488
117 1.761 744 1.009 744 998 997 6.370
Het aantal door groepsmaatschappijen gehouden obligaties bedraagt per 31 december 2008 49.540 met een balanswaarde van EUR 4 miljoen (2007: 348.920 met een balanswaarde van EUR 34 miljoen). Schulden aan groepsmaatschappijen naar resterende looptijd
Tot en met een jaar
2008
2007
1.254 1.254
174 174
Zekerheden Per 31 december 2008 heeft ING geen zekerheden aan derden verstrekt (2007: nihil). ING Groep heeft aansprakelijkheidsverklaringen in overeenstemming met artikel 403 Burgerlijk Wetboek en overige zekerheden uitgegeven voor een aantal groepsmaatschappijen. REMUNERATIE SENIOR MANAGEMENT, RAAD VAN BESTUUR EN RAAD VAN COMMISSARISSEN De informatie aangaande op aandelengebaseerde beloningsregelingen en de beloning van leden van de Raad van Bestuur en leden van de Raad van Commissarissen is opgenomen in het remuneratierapport in het jaarverslag (pagina 75 tot en met 84). Deze informatie maakt onderdeel uit van de gecontroleerde jaarrekening. VASTSTELLING VAN DE VENNOOTSCHAPPELIJKE JAARREKENING Amsterdam, 16 maart 2009 DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Jan H.M. Hommen, voorzitter Eric Bourdais de Charbonnière, vice-voorzitter Henk W. Breukink Peter A.F.W. Elverding Claus Dieter Hoffmann Piet Hoogendoorn Piet C. Klaver Wim Kok Godfried J.A. van der Lugt Harish Manwani Aman Mehta Joan Spero Jackson P. Tai Karel Vuursteen
DE RAAD VAN BESTUUR Eric F. Boyer de la Giroday, waarnemend CEO Dick H. Harryvan John C.R. Hele, CFO Eli P. Leenaars Tom J. McInerney Hans van der Noordaa Koos (J.V.) Timmermans, CRO Jacques M. de Vaucleroy
ING Groep Jaarverslag 2008
257
2.3 Overige informatie
Accountantsverklaring Aan de Aandeelhouders, de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. VERKLARING BETREFFENDE DE JAARREKENING Wij hebben de in dit jaarverslag op pagina 86 tot en met 257 opgenomen jaarrekening 2008 van ING Groep N.V. te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de vennootschappelijke jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2008, winst- en verliesrekening, mutatieoverzicht eigen vermogen en kasstroomoverzicht over 2008 alsmede uit een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De vennootschappelijke jaarrekening bestaat uit de vennootschappelijke balans per 31 december 2008 en de vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2008 met de toelichting. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW, alsmede voor het opstellen van het verslag van de Raad van Bestuur in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht en met de standaarden van de Public Company Accounting Oversight Board (United States). Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de vennootschap heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van ING Groep N.V. per 31 december 2008 en van het resultaat en de kasstromen over 2008 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW. Oordeel betreffende de vennootschappelijke jaarrekening Naar ons oordeel geeft de vennootschappelijke jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van ING Groep N.V. per 31 december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. VERKLARING BETREFFENDE ANDERE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 16 maart 2009 Ernst & Young Accountants LLP namens deze w.g. drs. C.B. Boogaart RA
ING Groep Jaarverslag 2008
258
2.3 Overige informatie
Voorstel voor bestemming van het resultaat bedragen in miljoenen euro’s, behalve bedragen per aandeel VOORSTEL VOOR BESTEMMING VAN HET RESULTAAT De bestemming van het resultaat vindt plaats overeenkomstig artikel 37 van de statuten van ING Groep N.V. Daarin wordt, voorzover hier van belang, bepaald dat het gedeelte van de winst dat resteert nadat de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen heeft bepaald welk gedeelte van de winst wordt gereserveerd, ter beschikking staat van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Voorgesteld wordt het dividend vast te stellen op EUR 0,74 per gewoon aandeel van EUR 0,24. In augustus 2008 werd een interimdividend van EUR 0,74 per gewoon aandeel van EUR 0,24 betaalbaar gesteld. Het interimdividend werd uitgekeerd in contanten. Bijgevolg wordt voorgesteld om geen slotdividend uit te keren. Voorgestelde bestemming van het resultaat Nettoresultaat Onttrekking van reserves, krachtens artikel 37 (4) van de statuten Verlies van Stichting Regio Bank Betaalbaar op de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Krachtens artikel 37 (5) van de statuten ter beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders
–729 –2.654 425 1.500
Dividend van EUR 0,74 per gewoon aandeel
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Op 26 januari 2009 hebben ING Groep en de Nederlandse overheid bekend gemaakt dat zij een back-up facility voor niet-liquide activa overeengekomen zijn. Verwezen wordt naar paragraaf ‘Gebeurtenissen na balansdatum’ in de geconsolideerde jaarrekening. Zoals toegelicht in dit Jaarverslag werden het eigen vermogen en het resultaat in 2008 significant beïnvloed door de onrust en de extreme volatiliteit in de wereldwijde financiële markten. Deze financiële markten en de wereldwijde economieën zijn in de eerste maanden van 2009 op verscheidene gebieden verder verslechterd, in het bijzonder de aandelenmarkten. Het voortduren van de huidige niveaus en/of verdere negatieve ontwikkelingen in deze financiële markten en/of economieën in 2009 zouden een materieel nadelige invloed op het eigen vermogen en het resultaat van 2009 kunnen hebben. Op de datum van dit Jaarverslag kan een dergelijke invloed niet betrouwbaar worden ingeschat.
ING Groep Jaarverslag 2008
259
2.4 Additionele informatie
Risicofactoren RISICO’S IN VERBAND MET DE SECTOR FINANCIËLE DIENSTVERLENING ING is een geïntegreerde financiële dienstverlener die wereldwijd activiteiten ontplooit. De omzet- en winstontwikkeling wordt dan ook beïnvloed door de volatiliteit en kracht van het economische, bedrijfs- en kapitaalmarktklimaat in de regio’s waarin we zaken doen. De voortgaande turbulentie en volatiliteit van die factoren hebben op de winstgevendheid van de verzekerings-, bank- en vermogensbeheeractiviteiten van ING een nadelige invloed gehad en kunnen deze nadelig blijven beïnvloeden. Factoren als de rentestand, effectenkoersen, credit (inclusief liquiditeits-) spreads, valutakoersen, consumentenbestedingen, bedrijfsinvesteringen, waarderingen van vastgoed en private equity, overheidsbestedingen, inflatie, de volatiliteit en kracht van de kapitaalmarkten en terrorisme zijn allemaal van invloed op het bedrijfs- en economisch klimaat en uiteindelijk ook op de omvang en de winstgevendheid van de zakelijke activiteiten die ING in een specifieke regio ontplooit. Zo wordt bij een economische neergang zoals die op dit moment plaatsvindt en die wordt gekenmerkt door hogere werkloosheid, lagere gezinsinkomens, lagere bedrijfswinsten, meer wanbetalingen bij particulieren en bedrijven, lagere bedrijfsinvesteringen en consumentenbestedingen, de vraag naar bank- en verzekeringsproducten nadelig beïnvloed terwijl de reserves en voorzieningen daarentegen waarschijnlijk zullen stijgen, wat leidt tot lagere winsten. Effectenkoersen en waarderingen van vastgoed en private equity kunnen hieronder lijden hebben en eventuele verliezen worden via de winst-en-verliesrekening en het eigen vermogen verwerkt. Op sommige verzekeringsproducten is een garantie afgegeven ten aanzien van een minimaal rendement of een minimale vermogensopbouw. Indien het rendement niet voldoet aan het garantieniveau of dat overschrijdt, dienen er eventueel extra voorzieningen te worden getroffen om deze toekomstige gegarandeerde uitkeringen te financieren. Daarnaast kan er sprake zijn van een verhoogd aantal schadeclaims, royementen of afkopen van polissen. Polishouders kunnen het betalen van verzekeringspremies uitstellen of daar helemaal mee ophouden. Een neergang van de aandelenmarkten, zoals op dit moment gaande is, kan leiden tot afname van de provisiebaten uit het beheer van portefeuilles voor derden, van de baten die we op onze eigen portefeuilles verdienen, van op activa gebaseerde provisiebaten op bepaalde verzekeringsproducten en van onze vermogenspositie. Wij bieden daarnaast een aantal financiële en verzekeringsproducten aan waardoor wij zijn blootgesteld aan risico’s in verband met schommelingen in de rente, effectenkoersen, wanbetalingen bij particulieren en bedrijven, de waarde van vastgoedobjecten en beleggingen, valutakoersen en credit spreads. Indien de winstgevendheid van de activiteiten door een of meer van de hierboven beschreven activiteiten wordt beïnvloed, kan dit onder meer de volgende gevolgen hebben: t Het doen vrijkomen van overlopende acquisitiekosten, wat de winstontwikkeling beïnvloedt; en/of t Tekortschietende voorzieningen die uiteindelijk in de winst-en-verliesrekening en het eigen vermogen moeten worden verantwoord; en/of t Afschrijving van belastingvorderingen, wat het nettoresultaat beïnvloedt; en/of t Kosten voor bijzondere waardeverminderingen in verband met goodwill en andere immateriële activa, wat het nettoresultaat beïnvloedt. Het management is van mening dat wanneer aanhoudende marktvolatiliteiten de prestaties van de rapporterende eenheden Retail Banking – Centraal-Europa en Insurance Americas – Verenigde Staten negatief beïnvloedt bijzondere waardeverminderingen zouden kunnen ontstaan. Vergeleken met wat was verondersteld aan het eind van 2008 bij het toetsen van de goodwill op bijzondere waardeverminderingen, zou de boekwaarde (inclusief goodwill) van deze rapporterende eenheden de reële waarden te boven kunnen gaan. Zie ook toelichting 9 ‘Immateriële vaste activa’ in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening. Het eigen vermogen en het resultaat werden in 2008 significant beïnvloed door de onrust en de extreme volatiliteit in de wereldwijde financiële markten. Deze financiële markten en de wereldwijde economieën zijn in de eerste maanden van 2009 op verscheidene gebieden verder verslechterd, in het bijzonder de aandelenmarkten. Het voortduren van de huidige niveaus en/of verdere negatieve ontwikkelingen in deze financiële markten en/of economieën in 2009 zouden een materieel nadelige invloed op het eigen vermogen en het resultaat van 2009 kunnen hebben, mede als gevolg van de hierboven geschetste consequenties. Zie ook ‘Gebeurtenissen na balansdatum’ in de geconsolideerde jaarrekening. Nadelige omstandigheden op de kapitaal- en kredietmarkten kunnen van invloed zijn op de toegang tot liquiditeit en kapitaal, alsmede op de kosten van krediet en kapitaal. De kapitaal- en kredietmarkten hebben nu al meer dan achttien maanden te maken met extreme volatiliteit en verstoringen. In het tweede halfjaar van 2008 liepen die volatiliteit en verstoringen op tot een niet eerder vertoond niveau. In sommige gevallen hebben de marktontwikkelingen geleid tot beperkingen van de beschikbaarheid van liquiditeit en kredietcapaciteit voor bepaalde uitgevende instanties.
ING Groep Jaarverslag 2008
260
In de dagelijkse bedrijfsactiviteiten zijn liquiditeiten nodig om de bedrijfslasten, de rente op de schulden en de dividenduitkering over ons aandelenkapitaal te betalen; het uitlenen van effecten voort te zetten; en bepaalde verplichtingen die vervallen, te vervangen. De belangrijkste bron van liquiditeit zijn verzekeringspremies, opbrengsten uit beleggingsverzekeringen, depositogelden, kasstromen uit onze beleggingsportefeuille en activa, met name contanten of activa die zonder beperkingen in contanten kunnen worden omgezet. In normale markten fungeren diverse korte en langlopende instrumenten eveneens als bron van liquiditeit, zoals repo-overeenkomsten, handelspapier, (middel)lange schulden, achtergesteld junior schuldpapier, effecten en eigen vermogen. Indien de huidige middelen niet toereikend zijn voor de behoeften van ING kan het nodig zijn aanvullende financiering aan te spreken. De beschikbaarheid van aanvullende financiering hangt van een aantal factoren af zoals marktomstandigheden, de algehele beschikbaarheid van krediet, het volume van de handelsactiviteiten, de algehele beschikbaarheid van krediet voor de sector financiële dienstverlening, de kredietratings en kredietcapaciteit, alsmede de kans dat klanten of kredietverschaffers een negatieve inschatting ontwikkelen van de financiële vooruitzichten van ING op de korte of lange termijn. Ook kan de toegang tot fondsen worden beperkt als toezichthouders of ratingbureaus overgaan tot negatieve ingrepen. Als de interne liquiditeitsbronnen ontoereikend blijken, bestaat het risico dat externe financieringsbronnen niet beschikbaar zijn of alleen op ongunstige voorwaarden beschikbaar zijn. Verstoringen, onzekerheid en volatiliteit op de kapitaal- en kredietmarkten kunnen tevens de toegang beperken tot kapitaal dat wij nodig hebben om de activiteiten uit te voeren. Dergelijke marktomstandigheden kunnen ons tevens belemmeren bij het ophalen van extra kapitaal waarmee de groei van het bedrijf kan worden ondersteund of dat tegenwicht kan bieden voor de gevolgen van verliezen of toenemende wettelijke kapitaalvereisten. Hierdoor kunnen we ons gedwongen zien beroep op kapitaal uit te stellen, kapitaal te plaatsen van een andere soort of onder andere voorwaarden dan anders zou zijn gedaan, of te maken krijgen met hogere kapitaalkosten dan in een stabieler marktklimaat. Potentieel kan dit zowel de winstgevendheid als de financiële flexibiliteit van ING aantasten. Het resultaat op de activiteiten, de financiële positie, de kasstromen en de wettelijk vereiste kapitaalpositie kunnen wezenlijk negatief worden beïnvloed door verstoringen op de financiële markten. In de loop van 2008 hebben overheden over de hele wereld, inclusief de Nederlandse overheid, maatregelen geïmplementeerd die ondersteuning moeten bieden aan financiële instellingen. In voorkomende gevallen heeft dat een (indirecte) invloed op dan wel wijzigingen in het bestuur en de bezoldiging met zich mee gebracht. Sommige ondernemingen zijn zelfs geheel of gedeeltelijk genationaliseerd. In Nederland bestaan de maatregelen zowel uit de verschaffing van liquiditeit als kapitaalversterkingen, naast het kapitaalgarantiestelsel. De liquiditeits- en kapitaalversterkingsmaatregelen gelden gedurende een periode van één jaar vanaf 10 oktober 2008, terwijl het kredietgarantiestelsel tot en met 31 december 2009 van kracht blijft. Tot dusverre heeft ook ING van deze maatregelen geprofiteerd. Wat de toekomst betreft, beoordeelt de Nederlandse overheid iedere aanvraag afzonderlijk. Eventuele toekomstige transacties met de Nederlandse overheid of een andere overheid dan wel ingrijpen door die overheid bij en/of voor ING kunnen een nadelig effect hebben op de positie of rechten van de aandeelhouders. Aangezien de levens-, schade- en herverzekeringsactiviteiten van ING te maken kunnen krijgen met verliezen uit niet-voorziene gebeurtenissen en/of catastrofes, die van nature onvoorspelbaar zijn, kunnen de feitelijk ontvangen claims hoger uitvallen dan de vastgestelde reserves. ING kan zich daarnaast ook geconfronteerd zien met een abrupte onderbreking van de activiteiten, die kan leiden tot een lager nettoresultaat en een nadelige uitwerking kan hebben op het bedrijfsresultaat. In de levens-, schade- en herverzekeringsactiviteiten kan ING te maken krijgen met verliezen als gevolg van natuurrampen en door mensen veroorzaakte catastrofes. Bij dergelijke gebeurtenissen kan men onder andere denken aan met het weer samenhangende en andere natuurrampen zoals orkanen, overstromingen, aardbevingen en epidemieën, alsook aan terroristische aanslagen. De frequentie en ernst van dergelijke gebeurtenissen alsmede de daaruit voortvloeiende verliezen zijn van nature onvoorspelbaar en het is niet altijd mogelijk toereikende voorzieningen te treffen. Bovendien heeft ING te maken met actuariële en verzekeringstechnische risico’s als sterfte-, invaliditeit en de ongunstige ontwikkeling van woningschadeclaims die voortkomen uit de prijsstelling en acceptatie van verzekerings-contracten. Zoals in de sector gebruikelijk is, worden modellen van natuurrampen opgesteld en risicoverminderende maatregelen getroffen. Voorzieningen voor eventuele schade worden getroffen op basis van schattingen waarin gebruik gemaakt wordt van actuariële schattingstechnieken. Het schattingsproces is gebaseerd op de beschikbare informatie op het moment dat de voorzieningen worden getroffen en wordt bijgesteld naarmate verdere informatie beschikbaar is. Hoewel de toereikendheid van de schadereserve aan een voortdurende herbeoordeling onderhevig is en hoewel we op basis van de huidige informatie van mening zijn dat de schadereserve toereikend is, kunnen we er niet voor instaan dat het feitelijke schadeverloop de geschatte schadevoorzieningen niet zal overtreffen. Indien feitelijke schadebedragen de geschatte voorzieningen overtreffen, kan dit de baten verlagen en het nettoresultaat nadelig beïnvloeden. Omdat niet-voorziene en/of catastrofale gebeurtenissen daarnaast de activiteiten abrupt kunnen onderbreken, kunnen de bank- en verzekeringsactiviteiten zich geconfronteerd zien met verliezen als gevolg van dergelijke verstoringen. Verliezen kunnen samenhangen met eigendommen, financiële activa, handelsposities, en verzekerings- en pensioenuitkeringen aan (sleutel)medewerkers. Als de plannen voor de continuïteit van de bedrijfsvoering niet kunnen worden uitgevoerd of als daarin geen rekening wordt gehouden met dergelijke gebeurtenissen, dan kunnen de verliezen nog verder toenemen.
ING Groep Jaarverslag 2008
261
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
Omdat ING actief is in sterk gereguleerde sectoren kunnen de reputatie, de activiteiten en het nettoresultaat worden beïnvloed door wet- en regelgeving en toezicht zoals die van toepassing zijn op de activiteiten in de verschillende divisies, alsmede door de handhaving daarvan. ING is onderhevig aan gedetailleerde bank-, verzekerings-, vermogensbeheer- en andere financiële dienstverleningswetten en overheidsregels in alle rechtsgebieden waarin zaken worden gedaan. Regelgevende instanties kunnen verstrekkende zeggenschap hebben over veel aspecten van de financiële dienstverlening, onder andere liquiditeit, solvabiliteit en toegestane investeringen, ethische zaken, witwassen, privacy, het bewaren van klant- en transactiegegevens, en marketing- en verkooppraktijken. Wet- en regelgeving met betrekking tot banken, verzekeringen en andere financiële dienstverlening en beleid waaraan ING en haar dochtermaatschappijen op dit moment onderhevig zijn, kunnen daarnaast op elk moment veranderen op manieren die nadelig zijn voor het bedrijf. Het is bovendien moeilijk om de tijdigheid of vorm van eventuele toekomstige initiatieven in de wetgeving of in de handhaving daarvan te voorspellen. Verder blijven bancaire toezichthouders alsmede overige toezichthoudende instanties binnen de EU, de Verenigde Staten en elders betalingsprocessen en overige onder toezicht vallende transacties toetsen op onrechtmatigheden zoals witwassen, verboden transacties met landen die sancties opgelegd hebben gekregen, omkoperij en overige corruptie. Toezicht wordt steeds uitgebreider en complexer en de toezichthouders richten steeds meer de aandacht op de sectoren waarin ING actief is. Hiervoor zijn veelal extra middelen nodig. Door die wet- en regelgeving kunnen de activiteiten worden ingeperkt, onder andere via het nettokapitaal, eisen op het gebied van klantbescherming en marktgedrag, en beperkingen op de activiteiten die kunnen worden ontplooid of waarin mag worden geïnvesteerd. Indien ING deze zaken niet aanpakt of indien de schijn wordt gewekt dat ING deze zaken niet aanpakt, zou dat reputatieschade kunnen veroorzaken. Dit zou extra juridisch risico met zich mee kunnen brengen, waardoor het aantal en de omvang van de schadeclaims zouden kunnen toenemen en ING geconfronteerd wordt met handhavingsacties, boetes en strafmaatregelen. In het licht van de huidige omstandigheden op de internationale financiële markten en de internationale economie richten toezichthouders de blik nu nog sterker op de regulering van de sector financiële dienstverlening. In de belangrijkste markten waarop ING zaken doet, zijn als reactie op de financiële crisis belangrijke wets- en/of toezichtsinitiatieven ondernomen of zijn deze in voorbereiding. In het bijzonder implementeren (toezichthoudende) instanties in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en elders maatregelen die het toezicht op de financiële markten en de sector financiële dienstverlening moeten aanscherpen, onder andere wat betreft prudentiële regels, kapitaalvereisten, de bezoldiging van (uitvoerende) bestuurders en de financiële verslaggeving. Overheden in Nederland en daarbuiten hebben met name de laatste tijd op ongekende schaal ingegrepen als gevolg van de druk op de internationale financiële markten. Door enkele van die maatregelen krijgen ING en andere instellingen waarvoor die maatregelen bedoeld zijn, te maken met aanvullende beperkingen, kosten of meer toezicht. Ingevolge de overeenkomsten met de Nederlandse staat is ING gebonden aan bepaalde beperkingen met betrekking tot de uitgifte en inkoop van aandelen en de bezoldiging voor bepaalde functies van het topmanagement. Niet te voorspellen valt wanneer er op het gebied van de wet- en regelgeving of het toezicht wordt ingegrepen, of welk (eventueel) effect de tot nu toe genomen of toekomstige maatregelen op het bedrijf, het bedrijfsresultaat en de financiële positie (kunnen) hebben. Ondanks onze inspanningen om effectieve compliance-procedures aan te houden en de toepasselijke wet- en regelgeving na te leven, blijven er risico’s op bepaalde terreinen bestaan waarop de toepasselijke regels onduidelijk, voor meerderlei uitleg vatbaar of in tegenspraak met elkaar zijn. Ook zijn er gevallen waarop de toezichthouder de eerdere richtlijnen herziet of de rechter eerdere uitspraken vernietigt, of waarop ING niet voldoet aan de toepasselijke standaarden. Toezichthouders en andere autoriteiten kunnen administratieve of gerechtelijke procedures opstarten, wat onder andere zou kunnen resulteren in het opschorten of intrekken van de vergunningen van ING, het gesommeerd worden met activiteiten te stoppen, (bestuurlijke) boetes, strafmaatregelen of andere disciplinaire maatregelen, die een belangrijke negatieve invloed kunnen hebben op de resultaten en financiële positie van ING. RISICO’S IN VERBAND MET DE VENNOOTSCHAP ING heeft te lijden onder de aanhoudende turbulentie en volatiliteit op de financiële markten en kan hiervan ook in de toekomst hinder ondervinden. Wij voorzien vooralsnog geen verbetering van deze omstandigheden op de korte termijn. Het bedrijfsresultaat van ING wordt wezenlijk beïnvloed door omstandigheden op de internationale kapitaalmarkten en in de economie in het algemeen. De in het tweede halfjaar van 2007 ingezette onrust op de internationale kapitaalmarkten hield aan, verergerde aanzienlijk in 2008 en gaat ook in 2009 nog door. De crisis op de Amerikaanse hypothekenmarkt als gevolg van een ernstige verslechtering van de kredietkwaliteit was de directe aanleiding voor een herwaardering van kredietrisico’s. Als gevolg hiervan was meer volatiliteit, hogere credit spreads en een algeheel gebrek aan liquiditeit en verkrapping van de financiële markten over de hele wereld. Daarnaast zijn de prijzen voor vele soorten asset backed securities (ABS) en andere gestructureerde producten aanzienlijk verslechterd. Deze zorg is inmiddels ook overgeslagen naar diverse vastrentende waarden, waaronder ook stukken met de rating investment grade, de internationale kredietmarkt en interbancaire geldmarkten in het algemeen, en een groot aantal financiële instellingen, beleggingscategorieën, zoals public en private equity, en vastgoed. De markt voor vastrentende waarden ziet zich hierdoor geconfronteerd met dalende liquiditeit, toegenomen koersvolatiliteit, neerwaartse kredietbijstellingen en een gestegen kans op wanbetaling. Minder liquide effecten zijn verder moeilijker te waarderen en in voorkomende gevallen ook lastiger te verkopen. Ook de internationale aandelenmarkten hebben te maken met verhoogde volatiliteit en turbulentie. Vooral uitgevende instellingen met een positie in vastgoed, hypotheken, private equity en kredietmarkten (zoals ook ING) zijn hard getroffen. Deze gebeurtenissen en de aanhoudende onrust in de markt, inclusief de extreme volatiliteitsniveaus, vormen een nadelige invloed op de omzet en het ING Groep Jaarverslag 2008
262
bedrijfsresultaat en zullen dat vooralsnog ook blijven, mede omdat ING een omvangrijke beleggingsportefeuille en over de hele wereld uitgebreide vastgoedactiviteiten heeft. Het vertrouwen van de klant in financiële instellingen wordt daarnaast op de proef gesteld. Minder vertrouwen kan nadelig uitwerken op de omzet en het bedrijfsresultaat, onder andere door een toename in royementen of polisafkopen en de opname van deposito’s. Als gevolg van de aanhoudende en ongekende volatiliteit op de wereldwijde financiële markten in 2007 en 2008 zijn er negatieve herwaarderingen geweest op onze beleggingsportefeuille, die impact hebben gehad op het resultaat en het eigen vermogen. Daarnaast zijn bijzondere waardeverminderingen en andere verliezen geboekt, waarvan de uitwerking op de winst-en-verliesrekening voelbaar is. De voorzieningen voor de verzekeringsverplichtingen zijn toereikend op Groeps- en divisieniveau. Wel hebben zich op productniveau hier en daar ontoereikendheden ontwikkeld. De hierboven beschreven effecten doen zich met name voor als gevolg van waarderingsproblemen rond de beleggingen in vastgoed en private equity, de positie in Amerikaanse gestructureerde beleggingsproducten, waaronder subprime en Alt-A RMBS en CMBS, CDO’s, CLO’s, garanties van monoline verzekeraars, structured investment vehicles (SIV’s) en andere beleggingen. In veel gevallen zijn de markten voor dergelijke instrumenten minder liquide geworden en is de onzekerheid over de prijsstelling en waardering verder toegenomen door problemen ten aanzien van de kredietratings van tegenpartijen en andere factoren. De waardering van dergelijke instrumenten is een complex proces waarin markttransacties, waarderingsmodellen, inschattingen van het management en andere factoren aan de orde komen. Ook externe factoren zoals de mate van het in gebreke blijven van debiteuren op de onderliggende hypotheken, de rentestand, acties van ratingbureaus en waarderingen van onroerend goed spelen een rol. ING blijft haar posities bewaken, maar in het licht van het huidige marktklimaat en de daarmee samenhangende onzekerheden over waarderingen kan niet worden gegarandeerd dat deze vermogenscategorieën in de toekomst geen verdere negatieve invloed op het eigen vermogen of de winst-en-verliesrekening zullen ondervinden. Omdat ING in zeer concurrerende markten opereert (inclusief de thuismarkt) is het niet altijd mogelijk marktaandeel te verhogen of te behouden. Dit kan een nadelige invloed hebben op het bedrijfsresultaat. Er bestaat in Nederland en de andere landen waar wij zakendoen forse concurrentie in de soorten verzekerings-, commercial banking-, investment banking-, vermogensbeheer- en andere producten en diensten die we verzorgen. De loyaliteit en het behoud van de klant worden door een aantal factoren beïnvloed, waaronder het relatieve serviceniveau, de prijzen en kenmerken van producten en diensten, alsmede wat de concurrentie doet. Als ING niet in staat is de producten en diensten van de concurrentie te evenaren of daarmee te concurreren, kan dat een nadelig effect hebben op de mate waarin het marktaandeel kan worden behouden dan wel verder kan worden verhoogd. Dit heeft op zijn beurt weer een negatieve uitwerking op het bedrijfsresultaat. Die concurrentie is het sterkst in de meer volgroeide markten van Nederland, België, de rest van Europa, de Verenigde Staten, Canada en Australië. De afgelopen jaren is de concurrentie op de opkomende markten van Latijns-Amerika, Azië en Centraal- en Oost-Europa echter eveneens toegenomen. Grote bank- en verzekeringspartijen uit meer ontwikkelde landen hebben zich gevestigd in markten die volgens de perceptie hoger groeipotentieel hebben. Lokale instellingen zijn ondertussen meer ontwikkeld en concurrerend geworden, en zijn op zoek gegaan naar samenwerkingsverbanden, fusies of strategische relaties met de concurrenten van ING. Nederland en de Verenigde Staten zijn voor ING de grootste markten wat betreft zowel bankieren als verzekeren. De belangrijkste concurrenten in de banksector in Nederland zijn ABN AMRO/Fortis en Rabobank. In de Nederlandse verzekeringssector zijn dat Achmea, Fortis en Aegon. Voor de Verenigde Staten zijn verzekeraars als Lincoln National, Hartford, Aegon Americas, AXA, Met Life, Prudential, Nationwide en Principal Financial de belangrijkste concurrenten. Toenemende concurrentie in deze markten kan een aanzienlijk effect op de resultaten hebben als wij de producten en diensten van de concurrentie niet kunnen evenaren. Er heeft zich een concentratie voorgedaan in bepaalde delen van de financiële dienstverlening. Uiteenlopende financiële diensten zijn overgenomen door of gefuseerd met andere bedrijven, terwijl weer andere spelers failliet zijn gegaan. In 2008 is die ontwikkeling aanzienlijk versneld: verschillende grote financiële instellingen consolideerden, werden gedwongen te fuseren of ontvingen forse overheidssteun. Dit zijn allemaal ontwikkelingen waardoor de concurrentie mogelijk meer toegang tot kapitaal en liquiditeit zou kunnen krijgen, het product- en dienstenaanbod kan verbreden of aan geografische diversiteit kan winnen. ING kan zich door deze factoren met prijsdruk geconfronteerd zien, bijvoorbeeld als concurrenten door verlaging van de prijzen hun marktaandeel proberen te verhogen. Omdat ING met veel tegenpartijen zaken doet, kan het bedrijfsresultaat negatief worden beïnvloed als deze tegenpartijen niet aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen. Algemeen Derde partijen die ING geld, effecten of andere activa verschuldigd zijn, kunnen in voorkomende gevallen niet betalen of anderszins hun verplichtingen niet nakomen. Tot die partijen kunnen ook de uitgevende instellingen behoren waarvan ING effecten in bezit heeft, leningnemers van door ING verstrekte kredieten, klanten, handelspartijen, tegenpartijen in swap-, kredietderivaten- en andere derivatenovereenkomsten, clearinginstellingen, beurzen en overige financiële tussenpersonen. Het in gebreke blijven van een of meer van deze partijen jegens ING als gevolg van faillissement, gebrek aan liquiditeit, neergang van de economie of dalende vastgoedwaarden, falende activiteiten etc., of zelfs maar geruchten over het eventueel in gebreke blijven van een of meer van deze partijen of over de sector financiële dienstverlening als geheel kunnen bij ING tot verliezen leiden en tot wanbetalingen van andere instellingen. Wat betreft door zekerheden gedekte transacties kan het kredietrisico worden versterkt als het door ING aangehouden onderpand niet kan worden gerealiseerd of te gelde wordt gemaakt tegen een prijs die ontoereikend is voor het volledige bedrag van de lening of voor de aan ING verschuldigde derivatenpositie. Daarnaast hebben wij in een aantal financiële instellingen een positie in de vorm van niet door zakelijke waarden gedekte schuldbewijzen, derivatentransacties en aandelenbeleggingen. Er is geen garantie dat verliezen of bijzondere ING Groep Jaarverslag 2008
263
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
waardeverminderingen op de boekwaarde van deze activa geen nadelig effect van materieel belang op het bedrijf of bedrijfsresultaat zou veroorzaken. Herverzekeraars De verzekeringsdivisies van ING kopen bescherming voor risico’s die bepaalde risicotoleranties overschrijden die voor het leven- en schadebedrijf zijn vastgesteld. Door middel van herverzekeringsovereenkomsten worden eventuele verliezen met deze bescherming verkleind. In de meeste gevallen wordt echter aan de polishouder uitgekeerd voordat van de herverzekeraar kan worden teruggevorderd, waardoor ING op al die bedragen kredietrisico loopt ten aanzien van de herverzekeraar. In percentages van de (potentiële) herverzekeringsvorderingen per jaarultimo 2008 bedroeg de grootste positie, na aftrek van het onderpand, in één herverzekeraar circa 32%, kwam ongeveer 68% voor rekening van vier andere herverzekeraars en hing de rest van de vorderingen samen met diverse andere herverzekeraars. Als een herverzekeraar niet in staat of bereid is om aan de financiële verplichtingen jegens ING te voldoen, dan wel insolvent is of wordt, kunnen het nettoresultaat en de financiële resultaten van ING hiervan nadelige effecten van materieel belang ondervinden. De verzekeringstechnische voorzieningen, overlopende acquisitiekosten en de waarde van de nieuwe productie worden bepaald op basis van aannames ten aanzien van bepaalde factoren. Wordt echter uitgegaan van andere aannames dan kan dit een nadelig effect hebben op het bedrijfsresultaat. De vaststelling van verzekeringstechnische voorzieningen, inclusief het effect van de gegarandeerde minimumuitkering in bepaalde beleggingsverzekeringen, de toereikendheidstoets die wordt uitgevoerd op de voorzieningen voor levensverzekeringen en de bepaling van overlopende acquisitiekosten (‘deferred acquisition costs’ of DAC) en de waarde van de nieuwe productie (‘value of business acquired’ of VOBA) zijn per definitie onzekere processen, waaraan aannames te pas komen over gerechtelijke uitspraken, wetswijzigingen, maatschappelijke, economische en demografische ontwikkelingen, inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders (royement, verval etc.) en andere factoren, en in het levenbedrijf over sterfte- en invaliditeitstrends. Het gebruik van andere aannames voor deze factoren zou een materieel effect kunnen hebben op de verzekeringstechnische voorzieningen en verzekeringstechnische lasten. Veranderingen in aannames kunnen op den duur leiden tot veranderingen in de verzekeringstechnische voorzieningen. Daarbij kunnen sommige van deze aannames op korte termijn fluctueren. Voor de berekening van het marktrisico maakt ING gebruik van aannames over de ontwikkelingen van het klantengedrag. Het verschil tussen de realisatie en de aannames kan derhalve een negatief effect hebben op de risicocijfers en de toekomstige resultaten. In de risicoberekeningen van de bank- en verzekeringsportefeuilles wordt gebruik gemaakt van modellen op basis van aannames over het klantengedrag. Aannames worden gebruikt om de verzekeringsverplichtingen en de prijsgevoeligheid van spaarrekeningen en rekeningen-courant te bepalen, alsook om het ingebouwde optionele risico in de hypotheken- en beleggingsportefeuilles in te schatten. De realisatie of het gebruik van andere aannames om het klantengedrag te bepalen, kan op de berekende risicocijfers en uiteindelijk op de toekomstige resultaten een nadelig effect van materieel belang hebben. ING is mede actief op markten met een minder sterk ontwikkeld rechtssystemen en systemen om geschillen op te lossen. Bij een eventueel geschil op deze markten kan de kwaliteit en effectiviteit van die systemen een nadelig effect hebben op de activiteiten en het nettoresultaat. In de minder ontwikkelde markten waarop ING opereert kan sprake zijn van een minder sterk ontwikkeld rechtsstelsel of systeem voor het oplossen van geschillen. Bij contractbreuk kan het derhalve minder makkelijk zijn om een vordering op de andere partij in de overeenkomst af te dwingen. Bij een vordering op ING kan het eveneens lastig blijken in verweer te komen tegen eventuele (onterechte) aantijgingen. Als ING betrokken raakt bij gerechtelijke procedures op een markt met een onvoldoende ontwikkeld rechtsstelsel kan dit een nadelig effect hebben op de activiteiten en het nettoresultaat. ING is een financiële dienstverlener en ontwikkelt voortdurend nieuwe financiële producten. Indien niet aan de verwachtingen van de klant wordt voldaan, kunnen hieruit schadeclaims voortvloeien die een nadelige uitwerking hebben op de activiteiten en het nettoresultaat. Bij de introductie van nieuwe financiële producten op de markt wordt in de communicatie en marketing gestreefd naar een evenwichtig beeld van het product (al ligt de nadruk wel op de potentiële voordelen voor de klant). Hoewel er bij de ontwikkeling van producten een due diligence proces wordt uitgevoerd, kunnen wij te maken krijgen met schadeclaims van klanten als de producten niet de verwachte winst of zelfs verlies opleveren, of anderszins niet aan de verwachtingen voldoen. Dergelijke claims kunnen een nadelig effect hebben op de activiteiten en het nettoresultaat.
ING Groep Jaarverslag 2008
264
Ratings zijn om een aantal redenen belangrijk voor het bedrijf, onder andere voor de uitgifte van schuldpapier, de verkoop van bepaalde producten en de risicoweging van de activa van het bankbedrijf. Neerwaartse bijstellingen kunnen nadelig uitwerken op de activiteiten en het nettoresultaat. Kredietratings voor ING worden afgegeven door Standard & Poor, Moody en Fitch. ING streeft daarbij naar een kredietrating van AA senior unsecured op niet-achtergesteld, niet door zekerheden gedekt papier. De ratingbureaus evalueren de ratings en de ratingmethodiek echter herhaaldelijk en kunnen te allen tijde overgaan tot een neerwaartse bijstelling. Als gevolg van een dergelijke neerwaartse bijstelling gaan de kosten van de uitgifte van schuldpapier omhoog, wat weer een nadelig effect heeft op het nettoresultaat. De concurrentiepositie van verzekeraars wordt met name bepaald door het vermogen om bij schade uit te keren, op het niveau van zowel de Groep als de dochtermaatschappij, alsmede door de ratings voor de financiële positie. Door een neerwaartse bijstelling van die rating kunnen royementen of polisafkopen toenemen. Dit vergt contante uitkeringen, waardoor ING zich gedwongen kan zien activa te verkopen tegen een koers die tot gerealiseerde beleggingsverliezen leidt. Verlagingen van de totale belegde activa en overlopende acquisitiekosten moeten in dat geval mogelijk worden versneld, wat het resultaat negatief beïnvloedt. Een neerwaartse bijstelling kan tevens negatief zijn voor de relatie met distributeurs van producten en diensten van ING alsmede met klanten, wat vervolgens de nieuwe productie en concurrentiepositie aantast. De activa van het bankbedrijf worden naar risico gewogen. Een neerwaartse bijstelling van die activa kan een hogere risicoweging opleveren, wat op haar beurt weer hogere kapitaalvereisten met zich mee kan brengen en derhalve de noodzaak tot schuldafbouw. Dat laatste kan van invloed zijn op het nettoresultaat en het rendement op kapitaal, en kan de concurrentiepositie nadelig beïnvloeden. Het bedrijf kan hinder ondervinden van een duurzame toename van de inflatie. Een duurzame stijging van de inflatie op de belangrijkste markten van ING is op vele vlakken van invloed en kan negatief uitwerken op het bedrijf, de solvabiliteit en het bedrijfsresultaat. Zo kan een blijvend hoge inflatie aanleiding zijn voor een toename van de marktrente waardoor (i) de waarde van bepaalde vastrentende effecten in de beleggingsportefeuille kan afnemen en daarmee ook het niveau van de niet-gerealiseerde winsten die ons ter beschikking staan, wat de solvabiliteit en het nettoresultaat negatief kan beïnvloeden, (ii) de afkopen van bepaalde levensverzekerings- en spaarproducten kunnen toenemen, met name producten waarop de vaste rente onder de marktrente ligt, en waardoor (iii) ING als emittent van effecten een hogere rente moet betalen op het schuldpapier dat op de financiële markten wordt uitgegeven om de activiteiten te financieren, wat de rentelast verhoogt en het bedrijfsresultaat verlaagt. Een aanzienlijke en aanhoudende stijging van de inflatie gaat veelal gepaard met lagere aandelenkoersen en een matige ontwikkeling van de aandelenmarkten in het algemeen. Een aanhoudende daling van de aandelenmarkten kan (i) ING nopen tot het boeken van bijzondere waardeverminderingen op de effecten in de beleggingsportefeuille alsmede van een lager niveau van de niet-gerealiseerde winsten die ons ter beschikking staan, wat het nettoresultaat verlaagt en een negatief effect heeft op de solvabiliteit, (ii) een negatief effect hebben op de resultaatontwikkeling, de toekomstige verkopen en afkopen van de beleggingsgerelateerde producten waarvan de onderliggende beleggingen vaak in aandelenfondsen belegd zijn, en (iii) een negatief effect hebben op het vermogen van de vermogensbeheerders van ING om beheerd vermogen aan te trekken en te behouden, evenals op de waarde van het vermogen dat daadwerkelijk onder beheer is, wat uiteindelijk het bedrijfsresultaat negatief kan beïnvloeden. Daarnaast kan, in de context van bepaalde schadeverzekeringsrisico’s van de verzekeringsmaatschappijen (met name bij verzekeringen met een lange uitloop), een duurzame stijging van de inflatie gekoppeld aan een toename van de marktrente resulteren in (i) claiminflatie (dat wil zeggen, een toename van het bedrag dat meerdere jaren na de dekkingsperiode of de gebeurtenis die aanleiding was voor de claim uiteindelijk wordt uitgekeerd als onderdeel van de schadeafhandeling), in combinatie met (ii) een onderschatting van de daarmee samenhangende schadevoorzieningen op het moment van vaststelling als gevolg van het niet volledig anticiperen op een inflatietoename en het effect daarvan op de uiteindelijk aan polishouders uit te keren bedragen, en derhalve in (iii) feitelijke schade-uitkeringen die de daarmee samenhangende voorzieningen aanzienlijk overtreffen, wat een negatief effect heeft op het bedrijfsresultaat. Bovendien kan het niet nauwkeurig inschatten van hogere inflatie en de verdiscontering daarvan in de aannames voor de prijsstelling van producten leiden tot systematisch verkeerd geprijsde producten, wat via verzekeringstechnische verliezen een negatief effect op het bedrijfsresultaat uitoefent. Operationele risico’s zijn inherent aan de activiteiten. Voor de divisies van ING is het essentieel dat grote aantallen transacties efficiënt en correct kunnen worden verwerkt. Er kunnen verliezen optreden als inadequaat handelen van mensen, inadequate of tekortschietende interne beheersingsprocessen en/of -systemen, of door externe gebeurtenissen die de normale bedrijfsactiviteiten onderbreken. Verder loopt ING het risico dat de inrichting van de beheersing en de procedures ontoereikend blijkt of dat de beheersing en/of procedures worden ontdoken. ING is in het verleden ten prooi geweest aan operationeel risico en er is geen garantie dat ING niet ook in de toekomst als gevolg van operationeel risico verliezen van materieel belang zal lijden.
ING Groep Jaarverslag 2008
265
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
De activiteiten van ING kunnen nadelig worden beïnvloed door negatieve publiciteit, ingrijpen door toezichthouders of gerechtelijke vervolging van ING, andere bekende bedrijven of de sector financiële dienstverlening in het algemeen. Nadelige publiciteit en schade aan de reputatie van ING als gevolg van het (vermeend) niet naleven van de wettelijke of toezichtseisen, onregelmatigheden in de financiële verslaggeving bij andere grote en bekende ondernemingen, toenemend toezicht van de toezichthouder en wetgever op Ken uw klant-procedures, witwassen, verboden transacties met landen die sancties opgelegd hebben gekregen, omkoping of andere anticorruptiemaatregelen en (de effectiviteit van) procedures tegen de financiering van terrorisme, onderzoek van de toezichthouder naar de sectoren beleggingsfondsen, bankieren en verzekeren, en rechtszaken die het gevolg zijn van het (vermeend) niet naleven van de wettelijke, toezichts- of compliance-eisen, kunnen leiden tot negatieve publiciteit en reputatieschade en tot verzwaard toezicht door de toezichthouder, kunnen het moeilijker maken om klanten aan te trekken en te behouden en toegang tot de kapitaalmarkten te houden. Ook kan het betekenen dat we gesommeerd worden activiteiten stop te zetten, en kan het leiden tot rechtszaken, handhavingsacties, (bestuurlijke) boetes en strafmaatregelen of andere disciplinaire maatregelen of andere wezenlijke nadelige effecten hebben die niet vallen te voorspellen. ING is een Nederlandse vennootschap en de Stichting ING Aandelen heeft meer dan 99% van de gewone aandelen in bezit. De rechten van de aandeelhouders kunnen daardoor verschillen van de rechten van aandeelhouders in andere rechtsgebieden, wat effect kan hebben op de rechten van de aandeelhouder. Houders van certificaten aan toonder hebben het recht de Algemene Vergadering bij te wonen en daar te spreken. Aan de certificaten van aandelen is echter geen stemrecht verbonden. Stichting ING Aandelen heeft meer dan 99% van de gewone aandelen ING in handen en oefent het stemrecht op die gewone aandelen uit (waarop certificaten zijn uitgegeven). Houders van certificaten van aandelen die de Algemene Vergadering persoonlijk of via volmacht bijwonen dienen stemrecht per volmacht van de Stichting te krijgen. Houders van certificaten van aandelen en houders van American Depositary Shares (ADS) die deze certificaten van aandelen vertegenwoordigen, die de Algemene Vergadering niet bijwonen, kunnen de Stichting een bindende steminstructie geven. De Stichting is gerechtigd het stemrecht uit te oefenen op de gewone aandelen die ten grondslag liggen aan de certificaten van aandelen waarover geen volmacht is afgegeven of waarvoor geen steminstructies aan de Stichting zijn gegeven. Bij de uitoefening van stemrecht is de Stichting gehouden gebruik te maken van de stemrechten van de gewone aandelen in het belang van de houders van certificaten van aandelen, waarbij rekening wordt gehouden met t de belangen van ING, t de belangen van gelieerde ondernemingen, en t de belangen van de overige stakeholders op een zodanige manier dat alle belangen zo effectief mogelijk zijn afgewogen en veiliggesteld. De Stichting heeft de mogelijkheid certificaathouders of houders van ADS te raadplegen inzake de uitoefening van het stemrecht op de gewone aandelen, maar is daartoe niet gehouden. Deze regeling wijkt af van de gebruiken in andere rechtsgebieden en kan derhalve de rechten van de houders van certificaten van aandelen of ADS en de mate waarin deze invloed uitoefenen op de beslissingen en activiteiten van ING beïnvloeden. De koers van de certificaten van aandelen en American Depositary Shares van ING heeft zich wisselvallig ontwikkeld en kan zich wisselvallig blijven ontwikkelen. Deze volatiliteit kan van invloed zijn op de waarde van de certificaten van aandelen of ADS. De koers van de certificaten van aandelen en de ADS van ING heeft zich in het verleden wisselvallig ontwikkeld, met name in het afgelopen jaar. De koers en het handelsvolume van de certificaten van aandelen en de ADS van ING kunnen ook in de toekomst nog aan forse fluctuaties onderhevig blijven. Ten dele is dat te wijten aan de hoge volatiliteit van de effectenmarkten in het algemeen en van de aandelen van financiële instellingen in het bijzonder. Andere factoren buiten de financiële resultaten die van invloed kunnen zijn op de koers zijn onder andere: t de marktverwachtingen van de prestaties en de solvabiliteit van financiële instellingen in het algemeen; t het succes en effect van de strategieën van ING in de ogen van de belegger; t neerwaartse bijstellingen of herzieningen van de kredietratings; t gerechtelijke of toezichtsacties gericht op ING Groep of op sectoren waarin wij via de bankof verzekeringsactiviteiten een positie hebben; t aankondigingen over financiële problemen bij of anderszins onderzoek naar de verslagleggingsmethoden van andere financiële instellingen; en t algemene marktomstandigheden.
ING Groep Jaarverslag 2008
266
Ingevolge de overeenkomsten met de Nederlandse staat is ING gebonden aan bepaalde beperkingen met betrekking tot de uitgifte en inkoop van aandelen en de bezoldiging voor bepaalde functies in het topmanagement. Zolang de Nederlandse staat tenminste 25% van de door ING op 12 november 2008 uitgegeven kernkapitaaleffecten zonder stemrecht in bezit heeft of zolang de door de overheid gegarandeerde niet-achtergestelde, niet door zekerheid gedekte obligaties uitstaan die successievelijk op 30 januari 2009 en 20 februari 2009 door ING Bank N.V. uit hoofde van de kredietgarantieregeling van de Nederlandse staat zijn uitgegeven (welke van deze drie regelingen ook het langst blijft bestaan), is het ING niet toegestaan eigen aandelen uit te geven dan wel in te kopen (behalve als onderdeel van de reguliere afdekkingsactiviteiten) of zonder de toestemming van de door de Nederlandse staat benoemde bestuurders in de Raad van Commissarissen (zie hierna) aandelen uit te geven als onderdeel van een arbeidsvoorwaardenregeling. Daarnaast zijn in deze overeenkomsten en in de back-up facility term sheet voor niet-liquide activa tussen ING and de Nederlandse staat, zoals beschreven in de term sheet van 26 januari 2009, afspraken gemaakt met de Nederlandse staat over bepaalde beperkingen op de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur en het senior management, inclusief bonussen of prestatieafhankelijke beloningen. Door deze beperkingen zijn wij mogelijk niet (of moeilijk) in staat de best gekwalificeerde managers met het talent en de ervaring om het bedrijf effectief te managen, aan te trekken en te behouden. In verband met deze transacties heeft de Nederlandse staat het recht gekregen om twee kandidaten voor te dragen voor benoeming in de Raad van Commissarissen. Deze door de Nederlandse staat voorgedragen leden hebben vetorecht over bepaalde transacties van materieel belang. Door de uitgifte van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht aan de Nederlandse staat is de cumulatieve verandering van de eigendoms-verhoudingen voor Amerikaanse fiscale doeleinden veranderd naar circa 42% per 12 november 2008. Als gevolg van eventuele verdere kapitaalverhogingen of andere wijzigingen in de eigendomsverhoudingen kan ING de drempel van 50% overschrijden. In dat geval kunnen het nettoresultaat en het eigen vermogen nadelig worden beïnvloed door beperkingen op het toekomstige gebruik van voorwaartse verliescompensatie alsmede zogenaamde ‘built-in-losses’. In artikel 382 van de Amerikaanse Internal Revenue Code is een zogenoemde ‘loss limitation’ anti-misbruikregel opgenomen, die moet voorkomen dat er wordt gehandeld in fiscaal compensabele verliezen. Deze regel treedt in werking als de eigendomsverhoudingen in een onderneming bezien over een periode van drie jaar bij elkaar opgeteld met meer dan 50% veranderen (gemeten naar waarde). Is de regel van toepassing, dan kunnen er beperkingen worden opgelegd aan het toekomstige gebruik van gerealiseerde compensabele verliezen alsmede bepaalde verliezen die in de activa van de onderneming zijn verwerkt op het moment van de eigendomswijziging en die binnen een periode van vijf jaar daarna worden gerealiseerd. Door de uitgifte van EUR 10 miljard aan effecten aan de Nederlandse staat op 12 november 2008 is de (cumulatieve) wijziging van de eigendomsverhoudingen bij ING per die datum op circa 42% gekomen. Eventuele toekomstige kapitaalverhogingen of andere eigendomswijzigingen kunnen derhalve een nadelig effect hebben op het nettoresultaat of het eigen vermogen van ING, tenzij er een (al dan niet mogelijke) ontheffing van de ‘loss limitation’ regel wordt verkregen.
ING Groep Jaarverslag 2008
267
2.4 Additionele informatie
RAROC performance ING Bank past het RAROC-concept toe. RAROC is de afkorting voor Risk-Adjusted Return on Capital (naar risico gewogen rendement op kapitaal). Deze methodiek meet de performance van de verschillende activiteiten op een consistente wijze die aansluit bij de creatie van aandeelhouderswaarde. RAROC ondersteunt het besluitvormingsproces door een consequente afweging tussen verwachte opbrengsten en aanwezige risico’s, met als doel een zo efficiënt mogelijke aanwending van het aanwezige kapitaal. Instrumenten die de prijs aanpassen op het risico worden gebruikt ter ondersteuning van de prijsstelling op transactieniveau en in het kredietfiatteringsproces. RAROC wordt berekend door het naar risico gewogen rendement te delen door het economisch kapitaal. Het naar risico gewogen rendement is gebaseerd op dezelfde waarderingsgrondslagen als in de jaarrekening, met twee belangrijke uitzonderingen. De feitelijke risicokosten voor kredietrisico worden vervangen door de te verwachten verliezen op basis van statistisch berekende gemiddelde kredietverliezen over de gehele economische cyclus. Bovendien wordt de winst-en-verliesrekening gecorrigeerd voor het verschil tussen het aanwezige boekkapitaal en het economische kapitaal. Onderliggende RAROC voor bancaire activiteiten RAROC (na belastingen) 2008 2007
RAROC (voor belastingen) 2008 2007
General Lending & PCM Structured Finance Leasing & Factoring Financial Markets Overige Wholesale producten Subtotaal Wholesale Banking
9,4% 25,1% 19,1% 7,4% –25,7% 10,0%
6,7% 29,3% 18,6% 14,9% 42,3% 16,5%
11,9% 30,9% 27,9% 11,1% –40,8% 12,9%
7,1% 32,3% 28,1% 11,4% 19,5% 15,4%
ING Real Estate Totaal Wholesale Banking
–13,3% 4,9%
32,7% 19,8%
–13,5% 7,1%
44,6% 21,3%
42,2% 26,3% –7,2% 5,5% 21,7%
51,5% 39,3% 29,5% 5,9% 37,0%
53,6% 32,7% –8,9% 6,0% 27,2%
66,9% 49,0% 37,6% 5,8% 47,3%
Totaal ING Direct
–18,2%
14,3%
–27,8%
17,7%
Corporate Line Totaal bancaire activiteiten
–71,2% 2,6%
–59,5% 22,3%
–122,1% 1,3%
–86,8% 26,2%
1,2%
19,9%
–0,3%
23,1%
Nederland België Centraal Europa Azië Totaal Retail Banking
Totaal bancaire activiteiten inclusief desinvesteringen en bijzondere posten
Noot: De onderliggende cijfers zijn exclusief desinvesteringen en bijzondere posten. De 2007 cijfers zijn aangepast voor de overgang van Mid-corporate klanten in de thuismarkten Nederland, België, Polen en Roemenië van Wholesale Banking naar Retail Banking.
ING Groep Jaarverslag 2008
268
2.4 Additionele informatie
Aanvullende Pijler 3 informatie ING Bank bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven INLEIDING Deze sectie over Pijler 3 bevat informatie die volgens Basel II openbaar gemaakt moet worden, en is een aanvulling op de informatie die in de paragraaf Risicobeheer is opgenomen. De informatie heeft betrekking op ING Bank N.V. en al haar dochterondernemingen. De informatie in deze sectie is niet door ING’s externe accountant gecontroleerd. NIEUWE MINIMUM KAPITAALSEISEN – BASEL II AKKOORD De regels met betrekking tot kapitaaltoereikendheid –aangeduid als Regulatory Capital (RECAP) of wettelijk kapitaal geven aan hoeveel kapitaal in de vorm van naar risico gewogen activa een bank en andere gereguleerde kredietinstellingen volgens toezichthouder en wetgever moeten aanhouden in relatie tot de omvang en het type risico. Het belangrijkste deel van de kapitaalbasis is het aandeelhouderskapitaal. Naast aandelen kan een instelling schuldpapier uitgeven zoals achtergestelde leningen die ook onderdeel uitmaken van de kapitaalbasis. Volgens de wet moet de kapitaalbasis ten minste 8% van de naar risico gewogen activa (RWA) bedragen. In december 2006 nam de Nederlandse overheid de Capital Requirements Directive (CRD) aan, de Europese variant van het Basel II kapitaalakkoord. Aangezien de nieuwe regelgeving uitgaat van een risico georiënteerde aanpak om de vereiste kapitaalbasis te bepalen, is er een belangrijk verschil in de kapitaalberekening in vergelijking met de oude regels. Daarom heeft de Nederlandse overheid besloten de nieuwe regels in stappen te implementeren. Voor 2008 mag de kapitaalbasis niet minder zijn dan 90% van het bedrag dat van toepassing zou zijn geweest onder de oude Basel I. Regels. Voor 2009 is de ondergrens verlaagd naar 80%. Na ultimo 2009 is er geen ondergrens meer van toepassing. Deze sectie behandelt Pijler 3, markt discipline, en verschaft als zodanig inzicht in verschillende onderwerpen. Sommige verplichte informatie is al elders in het jaarverslag gepresenteerd, zoals in de paragraaf Risicobeheer en de paragraaf Kapitaalbeheer. Deze Pijler 3 sectie geeft aanvullende informatie en verwijzingen naar de relevante paragrafen. De informatie over Pijler 3 heeft voornamelijk betrekking op kredietrisico, maar ook met marktrisico, operationeel risico en securitisaties. De eisen richten zich met name op onderliggende posities, naar risico gewogen bezittingen en wettelijk kapitaal. Daarmee is Pijler 3 verbonden met Pijler 1 van Basel II, de minimum kapitaalseisen. Pijler 2 betreft het intern gebruik van kapitaal (economisch kapitaal) en het oordeel van toezichthouders over dat kapitaal en de onderliggende modellen. Economisch kapitaal, en daarmee Pijler 2, wordt uitvoerig uiteengezet in de paragraaf Risicobeheer. Deze sectie over Pijler 3 moet daarom worden gelezen in samenhang met de paragrafen Risicobeheer en Kapitaalbeheer van de jaarrekening, waarin het risico- en kapitaalbeheer uitgebreid wordt behandeld. RISICOMANAGEMENT BIJ ING BANK Het risicobeheer op groepsniveau is vastgelegd in alle lagen van de organisatie en werkt doormiddel van een uitgebreid raamwerk voor risicobeleid. De eindverantwoordelijkheid voor het risicobeheer van de Bank ligt bij de Chief Risk Officer (CRO), die lid van de Raad van Bestuur (RvB) is. De CRO is verantwoordelijk voor het beheren en beheersen van risico’s op groepsniveau zodat het risicoprofiel van ING Bank in overeenstemming is met haar financiële middelen en risicobereidheid zoals gedefinieerd door de RvB. De CRO heeft verschillende aan hem rapporterende managers die ieder verantwoordelijk zijn voor een specifieke risicomanagementfunctie binnen ING Bank. Chief Risk Officer
Corporate Credit Risk Management
Corporate Market Risk Management
Corporate Operational Risk Management
Group Compliance Risk Management
Een meer gedetailleerde beschrijving van het risicobeheer binnen ING is te vinden in de paragraaf Risicobeheer.
ING Groep Jaarverslag 2008
269
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler 3 informatie ING Bank (vervolg)
KAPITAALVEREISTEN Wettelijke kapitaalvereisten 2008
Kredietrisico Portefeuilles onder de standaardaanpak Portefeuille onder de standaard IRB methode – Centrale overheden en centrale banken – Instellingen – Bedrijven – Woninghypotheken – Overige retail
Securitisatieposities Aandelenportefeuilles in het bankboek onder de simpele risico wegingsmethode Andere Non-Credit Obligation Assets (ONCOA) Totaal kredietrisico
3.083
309 1.680 9.366 3.062 885 15.302 2.321 194 2.166 23.066
Marktrisico Standaard methode Interne Model Methode – handelsboeken Totaal marktrisico
449 587 1.036
Operationeel risico Geavanceerde meetmethode
3.368
Totaal Basel II Wettelijk Kapitaal
27.470
Basel II kapitaal ondergrens* Aanvullende kapitaalvereisten
34.369 6.899
* 90% van het wettelijk kapitaal onder Basel I.
Om grote korte termijneffecten op kapitaalvereisten te voorkómen, hebben toezichthouders overgangsregels ingesteld (de kapitaalondergrens) voor instellingen die de nieuwe solvabiliteitsrapportage invoeren. Voor 2008 en 2009 mogen de kapitaalvereisten niet minder zijn dan respectievelijk 90% en 80% van de kapitaalvereisten onder de Basel I. De aanvullende kapitaalvereisten volgens de overgangsregels bedragen EUR 6.899 miljoen. De in deze sectie weergegeven kapitaalvereisten dienen te worden vergeleken met het beschikbare wettelijke kapitaal; voor verdere details zie de paragraaf Kapitaalbeheer. KREDIETRISICO DE GRONDSLAG VOOR DE PRESENTATIE VAN KREDIETRISICO’S De volgende alinea’s behandelen de risico-informatie voor de verslaglegging over Pijler 3. Voor kredietrisico geldt dat de gegevens in deze tabellen gerelateerd zijn aan de kredietactiviteiten van ING Bank op de volgende terreinen: effectenfinanciering en derivaten (samen pre-settlement risico); geldmarktactiviteiten (inclusief reservedeposito’s bij centrale banken); kredietverlening (zowel on als off balance sheet); en beleggingsrisico’s. De bedragen in deze sectie zijn de bedragen die gebruikt worden voor kredietrisicodoeleinden, en zijn in lijn met ING’s interpretatie van de definities in het Basel II Akkoord. Daarom wijken de cijfers af van de financiële cijfers zoals gepresenteerd in de jaarrekening onder IFRS-EU. Cijfers voor derivaten en effectenfinanciering zijn gebaseerd op risico gewogen bedragen die in het algemeen gelijk zijn aan de marktwaarde van de onderliggende transacties plus een (wettelijk gedefinieerde) opslag voor de geschatte toekomstige exposure. De bedragen zijn daarna verder aangepast voor het onderliggende onderpand (marktwaarde na toepassing van een reductiefactor) en eventueel een wettelijk toegestane saldering of compensatie uit hoofde van raamovereenkomsten als ISDAs, CSAs, GMLAs.
ING Groep Jaarverslag 2008
270
De cijfers over geldmarkt- en kredietverleningsactiviteiten zijn in principe nominale bedragen, terwijl cijfers over beleggingsactiviteiten gebaseerd zijn op het oorspronkelijk geïnvesteerde bedrag minus aflossingen. Off-balance sheet posities bevatten documentaire kredieten en garanties, die verband houden met de risicocategorie kredietverlening. Verder bevatten off-balance sheet posities een deel van de niet gebruikte limieten, dat verband houdt met het statistisch verwachte gebruik van het niet gebruikte deel van de limiet tussen het moment van meting en het theoretische moment van statistische ingebrekeblijving. Gezamenlijk wordt aan deze bedragen gerefereerd als uitstaand kredietrisico. Posities verband houdend met securitisaties (asset backed financieringen, commercial/residential mortgage backed securities en Gedekte Obligaties) worden apart weergegeven. Deze bedragen houden ook verband met het geïnvesteerde bedrag voorafgaand aan enige bijzondere waardeverminderingsactiviteit of marktwaarde-aanpassing. Dit bedrag wordt ook beschouwd als ‘uitstaand’. Tenzij anders is aangegeven richten de tabellen in deze sectie zich op het meten van de Exposure at Default (EAD) en de naar risico gewogen activa zoals gedefinieerd in Basel II. EAD is in principe de som van (on-balance en off-balance) kredietverlening, beleggingsen geldmarktactiviteiten, plus een schatting van de niet gebruikte kredietfaciliteit die aan de kredietnemer ter beschikking is gesteld. Verder worden de naar risico gewogen bedragen (plus aanvulling) hierbij opgenomen. Door de naar risico gewogen activa met 8% te vermenigvuldigen resulteert het niveau van het wettelijk verplichte kapitaal (RECAP) dat verplicht moet worden aangehouden tegenover deze portefeuilles (voor het kredietrisicodeel van de activiteiten). In deze sectie is een drempel toegepast van 2% van de gerapporteerde waarde voor het bepalen van de materialiteit, waar van toepassing. Alle categorieën met een waarde onder de drempel worden gerapporteerd in de categorie ‘Overige’. KREDIETRISICO BIJ ING Het kredietbeleid van ING is er op gericht om een internationaal gediversifieerde portefeuille van leningen en obligaties aan te houden, en tegelijkertijd grote risicoconcentraties te voorkomen. De nadruk ligt op het managen van bedrijfsontwikkelingen binnen de business lines door middel van top-down concentratielimieten voor landen, individuele debiteuren en groepen debiteuren. Het doel is goede relaties met klanten op te bouwen maar intern wel strakke interne risico/rendementsrichtlijnen en controles te behouden. Kredietrisico is het risico op verlies als gevolg van het niet nakomen van verplichtingen door debiteuren of tegenpartijen. Kredietrisico’s treden op in ING Bank’s kredietverlening, geldmarktactiviteiten, pre-settlement en beleggingsactiviteiten, als ook in haar handelsactiviteiten. Kredietrisicobeheer wordt ondersteund door speciale risico-informatiesystemen en interne rating methodes voor debiteuren en tegenpartijen. Het kredietrisico van ING houdt hoofdzakelijk verband met traditionele leningen aan particulieren en bedrijven, obligaties in beleggingsportefeuilles en handelsactiviteiten op financiële markten. Leningen aan particulieren betreffen hoofdzakelijk hypotheken met onroerend goed als onderpand. Bedrijfsleningen zijn veelal voorzien van onderpand maar kunnen ook ongedekt zijn, gebaseerd op interne analyse van de kredietwaardigheid van de kredietnemers. De Financial Markets-activiteiten betreffen derivatenhandel, effectenfinanciering en vreemde valuta transacties die gezamenlijk worden aangeduid als pre-settlementrisico’s. ING gebruikt verschillende marktwaarderingsmodellen en berekeningstechnieken om het kredietrisico op pre-settlement activiteiten vast te stellen. Deze technieken schatten ING’s potentiële toekomstige posities in individuele transacties en handelsportefeuilles. Raamovereenkomsten en zekerheidsstellingen worden frequent toegepast om kredietrisico’s te beperken. PIJLER 3 KREDIETRISICO’S IN DE PRAKTIJK Het Basel II Akkoord verandert niet alleen de wijze waarop ING haar kredietrisico’s rapporteert aan toezichthouders; het verandert ook de dagelijkse praktijk van alle vormen van risicobeheer op alle niveaus binnen ING Bank. Het heeft geen effect op de verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten van ING .
ING Groep Jaarverslag 2008
271
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler 3 informatie ING Bank (vervolg)
Een van de essentiële elementen van het Basel II Akkoord is de Gebruikstest, die vereist dat ING de Basel II concepten in haar dagelijkse activiteiten gebruikt. Onderstaande figuur laat zien waar ING de Basel II concepten heeft geïntegreerd in haar dagelijkse activiteiten, zowel lokaal als wereldwijd: Kredietbeoordeling/acceptatie
Wettelijk kapitaal/risico gewogen bezittingen
Performance meting
Basel II Risico Componenten PD EAD LGD Looptijd Kredietvoorziening
Economisch kapitaal
Prijsstelling van de lening
RISICOMETING EN RAPPORTAGE ING onderscheidt drie verschillende informatievereisten voor het hogere management in relatie tot de geavanceerde IRB (AIRB) methode voor kredietrisico’s: t Rapportage ten aanzien van de (minimum) wettelijke kapitaaleisen; t Model monitoring rapportages; en t Stress test rapportages. De acceptatie, het onderhoud, de meting, het beheer en de rapportage van kredietrisico’s op alle niveaus van ING Bank wordt gerealiseerd door het hanteren van een eenduidige, gezamenlijke kredietrisicorichtlijnen en de integratie daarvan in gemeenschappelijke kredietrisico-instrumenten die de gestandaardiseerde en transparante kredietrisicoprocedures ondersteunen. DE AIRB METHODE IN HET KORT Er zijn vier elementen die de kapitaalbasis bepalen onder de ‘risk-based approach’ van Basel II. Voor elk van deze vier elementen heeft ING een reeks van statistische, expert en hybride modellen ontwikkeld die gebaseerd zijn op ING’s historische ervaring en op andere waarnemingen uit de markt. t Probability of Default (PD): Het eerste element is de kans dat de kredietnemer, tegenpartij of emittent van obligaties (gezamenlijk debiteur genoemd) in gebreke blijft. De kans dat dit gebeurt, is bepalend voor de kredietwaardigheid van de debiteur. De PD geeft een schatting van de senior ongedekte op zich zelfstaande kredietwaardigheid van een organisatie, zonder daarbij essentiële elementen van de transactie zoals onderpand, prijsstelling en looptijd te betrekken. t Exposure at Default (EAD): Het tweede element is de financiële verplichting van de debiteur op het moment dat deze in gebreke blijft. De EAD modellen maken een schatting van het uitstaande bedrag of de verplichting is op het toekomstige moment van ingebrekeblijving. Omdat het niet bekend is of een debiteur in gebreke raakt, en de hoogte van het uitstaande bedrag op dat moment eveneens onbekend is, gebruikt ING een combinatie van statistische, expert en hybride modellen om de EAD te schatten. Met uitzondering van garanties en documentaire kredieten, is de EAD altijd gelijk aan of hoger dan het overeenkomstige uitstaande kredietbedrag, in de vooronderstelling dat debiteuren eerst de beschikbare kredietbronnen uitputten voordat de financiële problemen zichtbaar worden voor de kredietverstrekkers. t Loss Given Default (LGD): Het derde element is de loss given default. Hiermee wordt een schatting gemaakt van het verlies dat ING lijdt als het onderpand voor een lening of financiële verplichting wordt uitgewonnen, of bij liquidatie van een onderneming als onderdeel van een uitwinningsproces. LGD modellen zijn gebaseerd op het type onderpand, de geschatte verhaalswaarden uitgaande van een ordentelijk verlopen liquidatie of uitwinning, en de (in)directe kosten van liquidatie.
ING Groep Jaarverslag 2008
272
t Looptijd (M): Het vierde element is de looptijd van de onderliggende financiële verplichting. Basel II hanteert een maximale looptijd van vijf jaar, hoewel vele verplichtingen langer dan vijf jaar lopen. Expected Loss (EL): Het verwachte verlies is een maatstaf voor de omvang van de kredietverliezen die ING redelijkerwijs kan verwachten in haar portefeuille. ING moet (als onderdeel van haar kapitaalbasis) een voorziening aanhouden om deze verwachte verliezen te dekken. In essentie kan het verwachte verlies worden weergegeven als: EL = PD * EAD * LGD Unexpected Loss (UL): Daarnaast moet ING een kapitaalbuffer aanhouden om zichzelf te beschermen tegen onverwachte kredietverliezen door ongebruikelijke marktbewegingen die buiten de gehanteerde statistische normen vallen. Basel II gebruikt dezelfde componenten (verwacht verlies en onverwacht verlies) bij de bepaling van de naar risico gewogen activa (RWA). Net als bij EL, worden bij de naar risico gewogen activa de PD, EAD, en LGD meegenomen, maar worden tevens het type en de omvang van de debiteur in de berekening betrokken. De PD-, EAD- en LGD-modellen die gebruikt worden bij de berekening van het wettelijke kapitaal onder Basel II, zijn dezelfde modellen die ING gebruikt bij de bepaling van haar interne economisch kapitaal. Deze modellen worden verder ook gebruikt bij de prijsstelling van leningen, de berekening van klantwinstgevendheid en voor de berekening van de kredietvoorzieningen. KREDIETRISICOMODELLEN ING beschouwt een evenwichtige en beheerste set van regels voor modelontwikkeling, -onderhoud en –validatie, als een essentieel onderdeel van professionele risicometing en risicobeheer. In 2006 ontwikkelde en implementeerde ING een raamwerk voor het beheer van kredietrisicomodellen dat bestaat uit een uitgebreide set richtlijnen en eisen waar alle betrokken partijen aan moeten voldoen bij het ontwikkelen, implementeren en onderhouden van PD, LGD en EAD modellen. Soorten van kredietrisicomodellering Binnen ING Bank bestaan drie typen modelleringen die samen de basis vormen van de PD-, EAD- en LGD- modellen die binnen de bank worden gebruikt. t Expert modellen zijn gebaseerd op de kennis van experts bij zowel Risk Management als de front office medewerkers en op publicaties van rating bureaus, toezichthouders en wetenschappers. Dit soort modellen is met name bedoeld voor portefeuilles met slechts beperkte historische gegevens voor wat betreft ingebrekeblijving, waardoor statistisch modellen minder betrouwbaar zijn. Deze portefeuilles worden ook wel ‘Low Default Portfolios’ genoemd; t Statistische modellen worden gemaakt indien er een grote hoeveelheid gedetailleerde verliesdata beschikbaar is. Zij worden gekenmerkt door een voldoende aantal datapunten waardoor bruikbare statistische schattingen van de modelparameters kunnen worden gemaakt. De modelparameters worden geschat met statistische technieken gebaseerd op de beschikbare dataset. t Hybride modellen bevatten kenmerken van zowel expert- als statistische modellen. Naast de modelkeuze is ook de keuze voor de definitie van ingebrekeblijving een belangrijk startpunt voor modelbouw. ING gebruikt een raamwerk dat elementen van de wettelijke definitie van ingebrekeblijving combineert met de indicatoren voor voorzieningen onder IAS 39. Het idee hierachter is dat verschillende indicatoren nagenoeg gelijk zijn aan de onder Basel II (en soortgelijke regelgeving) gebruikte ‘unlikeliness to pay’ Door de integratie van beide raamwerken is het mogelijk om de wettelijke risico-componenten PD, LGD en EAD in het proces voor collectieve voorzieningen onder IAS 39 te gebruiken, waardoor ING nog beter voldoet aan de gebruikstest van Basel II. Onafhankelijke modelvalidatie is een van de hoekstenen van dit raamwerk. Het heeft tot doel te bepalen of een model geschikt is voor het beoogde gebruik. Het is een continue proces waarbij de betrouwbaarheid van de modellen wordt getoetst gedurende de verschillende fasen van de levenscyclus: aan het begin, vóór goedkeuring, periodiek na implementatie en als er significante aanpassingen aan het model worden gemaakt. Het validatieproces bevat een mix van ontwikkelingsbewijs, procesverificatie en uitkomstenanalyse. DOOR ING BANK GEBRUIKTE WERKWIJZES In lijn met de goedkeuring van DNB en andere lokale toezichthouders gebruikt ING sinds 1 januari 2008 de AIRB aanpak voor het grootste deel van haar belangrijke portefeuilles die kredietrisico’s bevatten. Een klein deel van de portefeuilles valt echter nog steeds onder de Standaard Aanpak (SA). Het betreft hier kleine sterk gespecialiseerde portefeuilles of nieuw verkregen portefeuilles van acquisities die zelf nog niet de AIRB aanpak volgen. In enkele gevallen is de Standaard Aanpak verplicht, in combinatie met overgangseisen die zijn opgelegd door lokale toezichthouders. ING verwacht dat gedurende 2009 in totaal ongeveer 50% van de resterende gestandaardiseerde portefeuilles zal overgaan op de AIRB aanpak. In enkele gevallen is hiervoor additionele toestemming van toezichthouders nodig.
ING Groep Jaarverslag 2008
273
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler 3 informatie ING Bank (vervolg)
ING gebruikt de AIRB en de Internal Assessment Approach (IAA) voor de liquiditeitslijnen van Asset Backed Commercial Paper programma’s. Voor een aantal portefeuilles – te weten die portefeuilles waarvan afscheid wordt genomen of die qua omvang of risicoprofiel immaterieel zijn - wordt de Standaard Aanpak gebruikt. EXPOSURE KLASSES Binnen het Basel II Akkoord bestaan ‘Exposure Classes’. Dit zijn feitelijk groepen kredietrisico’s met eenzelfde type debiteur of product. Voor AIRB geldt dat de meeste van deze ‘Exposure Classes’ weer subcategorieën hebben. ING heeft de volgende definities gehanteerd om de Exposure Classes te bepalen: Overheden betreft alle centrale overheden, centrale banken, onder Basel II erkende lagere overheden en supranationale organisaties; Instellingen betreft alle commerciële banken, niet-bancaire financiële instellingen (zoals leasemaatschappijen, fondsen en fondsmanagers, en verzekeringsmaatschappijen) en lagere overheidsinstanties die niet geclassificeerd worden als overheden; Bedrijven betreft alle rechtspersonen, niet zijnde overheden, instellingen of Overige Retail; Woninghypotheken betreft alle hypotheekleningen voor woningen die niet zijn gesecuritiseerd; Overige Retail betreft alle overige kredieten aan Retail MKB (zoals maatschappen, kleinere vennootschappen (VOF, BV) en eenmanszaken) en particulieren zoals consumentenleningen, autoleningen en credit cards. Onder deze definities van ‘exposure classes’ kunnen particulieren, vallen onder zowel Woninghypotheken als onder Overige Retail. Voor alle andere partijen is geen overlap mogelijk. KREDIETRISICO EXPOSURES Bruto kredietrisico exposures (EAD) per exposure klasse 2008 Standaard Aanpak Advanced IRB Aanpak Totaal
Overheden
Instellingen
Bedrijven
Woninghypoteken
Overige retail
Totaal
7.801 75.869 83.670
3.165 127.797 130.962
17.706 272.645 290.351
21.060 255.567 276.627
14.116 29.979 44.095
63.848 761.857 825.705
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA.
Bruto kredietrisico exposures (EAD) per land 2008 Nederland Duitsland België Verenigde Staten Spanje Frankrijk Australië Verenigd Koninkrijk Italië Canada Overige Totaal
Overheden
Instellingen
Bedrijven
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
9.258 11.566 15.111 120 10.134 7.697 497 425 6.328 1.415 21.119 83.670
2.711 27.371 5.181 11.201 16.856 14.462 4.722 10.120 3.914 3.833 30.591 130.962
78.636 6.808 33.115 32.159 11.027 14.198 4.364 16.436 9.116 1.003 83.489 290.351
134.051 43.627 18.319 25.636 7.292 922 19.701 2.089 5.794 13.388 5.808 276.627
20.187 3.504 9.047 62 582 170 24 383 1.082 455 8.599 44.095
244.843 92.876 80.773 69.178 45.891 37.449 29.308 29.453 26.234 20.094 149.606 825.705
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA.
De cijfers in deze tabel zijn Exposures at Default (EAD) en gebaseerd op het land waar de debiteur gevestigd is. Zodoende geven deze cijfers niet het landen(tranfer)risico weer, waarbij de omwisselbaarheid van lokale valuta in internationale verhandelbare munteenheden beperkt wordt. Ook geven de cijfers geen indicatie van de economische exposure die in een land bestaat. Bovenstaande cijfers zijn de meest significante exposures. Kleinere exposures zijn gegroepeerd onder Overige. Geen van die exposures is groter dan EUR 16,5 miljard. Cijfers ten aanzien van ING’s transferrisico en economisch landenrisico (inclusief hun definities) zijn te vinden in de paragraaf Risicobeheer van de jaarrekening.
ING Groep Jaarverslag 2008
274
Bruto kredietrisico exposures (EAD) per economische sector 2008 Bouw en aannemerij Centrale banken Rijjksoverheden Commerciële banken Voeding, dranken en persoonlijke verzorging Industrie algemeen Lagere overheden Grondstoffen Niet-bancaire Financiële instellingen Particulieren Vastgoed Diensten Transport en logistiek Overige Totaal
Overheden
Instellingen
23.786 53.794 806
110.377
5.019
15.526 3.690
191
40 93
74 83.670
1.236 130.962
Bedrijven
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
16.876
2.475
882 18.203 17.865
28 2.246 2.344 106 406 845 22.314 2.009 3.898 1.066 6.358 44.095
19.351 23.786 54.794 112.093 20.449 20.209 20.651 29.200 52.879 299.065 55.545 22.973 25.232 70.478 825.705
28.794 48.344 124 53.305 18.982 24.166 62.810 290.351
276.627
276.627
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; Bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA.
De bovenstaande cijfers zijn EAD zoals gedefinieerd door Basel II en wijken daardoor af van de sectorverdeling zoals gepresenteerd in de jaarrekening. NB: alle overige sectoren hebben een exposure kleiner dan EUR 16,5 miljard. ING gebruikt de NAICS sectorclassificatie (North American Industry Classification System). Deze classificatie kent meer dan 1.500 gedetailleerde sectorbeschrijvingen die (op het hoogste niveau) in 22 sectorklasses vallen. Sommige landen verplichten ING lokaal te rapporteren op basis van andere sectorclassificaties die in het algemeen zijn afgeleid van de NAICS classificaties zoals hier gepresenteerd. Woninghypotheken worden in het algemeen alleen verstrekt aan particulieren. Geprojecteerde uitstroom van uitstaande bedragen voor kredietrisico (per looptijd, per 31/12) 2008 Huidige uitstaande bedragen 1 maand 3 maanden 6 maanden 1 jaar 2 jaar 3 jaar 5 jaar 7 jaar 10 jaar
Overheden
Instellingen
Bedrijven
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
80.020 73.841 47.681 47.469 52.289 47.241 40.753 33.314 22.270 7.331
117.066 107.314 88.317 82.899 70.942 64.600 56.474 44.387 32.210 7.725
250.413 233.559 218.945 209.209 167.254 137.498 110.622 70.160 44.087 23.915
266.918 266.346 265.805 264.981 262.052 258.619 254.560 241.541 232.649 213.740
34.795 33.676 33.069 31.982 20.412 17.828 15.546 11.457 9.577 7.147
749.212 714.736 653.817 636.540 572.949 525.786 477.955 400.859 340.793 259.858
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Probleemleningen (rating 20-22) zijn niet in bovenstaande cijfers meegenomen.
Basel II kent geen kasstroommethodologie waarin de toekomstige portfeuille-uitstroom in de beschouwing wordt meegenomen. Daarom zijn de cijfers in deze gebaseerd op uitstaande bedragen voor kredietrisico’s en niet op EAD. De uitstaande bedragen voor kredietrisico’s zijn inclusief bedragen die verband houden met on- en off-balance sheet producten maar exclusief bedragen die verband houden met ongebruikte limieten. Voor derivaten en effectenfinanciering zijn de uitstaande bedragen gebaseerd op de marktwaarde plus een opslag, maar de opslagen zijn over het algemeen minder conservatief dan de opslagen welke onder de Basel II worden toegepast. Bovenstaande cijfers veronderstellen dat leningen, geldmarktuitzettingen en beleggingen in vastrentende waarden aan het einde van de looptijd volledig worden afgelost. Daarnaast is verondersteld dat limieten worden teruggebracht conform de overeengekomen aflossingsvoorwaarden, zonder daarbij rekening te houden met mogelijke verlenging of vernieuwing, of aan- of verkoop van portefeuilles. Pre-settlement risico’s worden verondersteld af te nemen naar mate de juridische looptijd van de onderliggende transacties verstrijkt. Echter, onder de marktwaarde plus opslag methodiek is het mogelijk dat exposures in de tijd toe nemen in plaats van afnemen. Dit is afhankelijk van ING’s inschatting van toekomstige rentevoeten en wisselkoersen en ook van mogelijke veranderingen in de toekomstige verplichtingen als gevolg van zulke gebeurtenissen. In het algemeen zijn de uitstaande bedragen voor kredietrisico’s lager dan de EADs.
ING Groep Jaarverslag 2008
275
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler 3 informatie ING Bank (vervolg)
Verder gaan de cijfers er vanuit dat er geen nieuwe kredietrisico’s worden toegevoegd aan de portefeuille, dat er geen vertragingen in de aflossing van probleemleningen optreden en dat er geen afschrijvingen plaats vinden in verband met voorzieningen en bijzondere waardeverminderingen. De portefeuille-uitstroom is het verschil tussen twee opeenvolgende periodes. VOORZIENINGEN IN VERBAND MET LENINGEN Er zijn 3 soorten voorzieningen: t Individually Significant Financial Asset (ISFA) voorzieningen: voor die leningen waar specifieke, geïndividualiseerde voorzieningen nog steeds verplicht zijn. Het gaat hier in het algemeen om leningen die een minimale drempel overschrijden(1). Deze voorzieningen worden gemaakt op basis van de netto contante waarde van geschatte toekomstige kasstromen bij uitwinning. Deze toekomstige kasstromen zijn gebaseerd op de beste inschattingen van de restructuring officers omtrent kansen tijdstip van inbaarheid. Er zijn verschillende bronnen van inbaarheid, zoals de uitwinning van onderpand, lopende kasstromen, verkoop van bedrijfsonderdelen. Alle ISFA voorzieningen binnen ING Bank worden berekend op basis van een gemeenschappelijk systeem. t Incurred But Not Recognised (IBNR) voorzieningen: worden gemaakt voor de lopende (‘gezonde’) leningenportefeuille en zijn een schatting of aanname voor de verliezen/ingebrekeblijvingen die mogelijk al in de portefeuille hebben plaatsgevonden maar die ING nog niet heeft vastgesteld of herkend. Deze voorzieningen zijn gebaseerd op een aangepaste verwachte verliesmethode. De primaire aanpassing is dat de PD tijdshorizon van 12 maanden is verkort tot periodes van 3, 6, of 9 maanden, afhankelijk van het type debiteur. In het algemeen geldt dat hoe groter de debiteur, hoe korter de PD tijdshorizon is. IBNR voorzieningen worden centraal berekend gebruikmakend van een gemeenschappelijk systeem voor ING Bank. t Individually Not Significant Financial Asset (INSFA) voorzieningen: worden gemaakt voor onderkende probleemleningen (ratings 20-22) die kleiner zijn dan een drempelbedrag. Vanwege hun geringe omvang staat IFRS een statistische aanpak toe voor het meten van deze voorzieningen. Daarom is de berekening gebaseerd op dezelfde statistische formule die wordt gebruikt voor de bepaling van de IBNR-voorziening en wordt ook deze berekening centraal gedaan, gebruikmakend van een gemeenschappelijk systeem voor de ING Bank. Cumulative voorzieningen per land 2008 Nederland Duitsland België Verenigde Staten Spanje Polen Frankrijk IJsland Turkije Italië Overige Totaal
Overheden
Instellingen
2 68 1 3 4
46 116
Bedrijven
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
239 57 187 90 112 93 19
92 211 31 170 2 1 3
298 86 114 6 2 28 74
71 18 349 1.235
2 2 40 554
11 40 43 702
629 354 332 266 116 122 98 68 85 60 481 2.611
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan.
Bovenstaande tabel is gebaseerd op het land waar de debiteur is gevestigd. Landen die niet in de tabel worden genoemd hebben een cumulatieve voorziening van minder dan EUR 50 miljoen en zijn gegroepeerd onder Overige.
(1)
De drempel verschilt per business unit maar is in het algemeen EUR 0 in de internationale units en EUR 1 miljoen in de thuismarkten.
ING Groep Jaarverslag 2008
276
Cumulatieve voorzieningen per economische sector 2008 Automobiel Bouw en aannemerij Commerciële banken Voeding, dranken en persoonlijke verzorging Industrie algemeen Media Grondstoffen Niet-bancaire financiële instellingen Particulieren Vastgoed Retail Diensten Transport en logistiek Overige Totaal
Overheden
Instellingen
Bedrijven
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
92 183
11 34
8
149 193 41 77 68
2 116
134 37 85 58 118 1.235
36 32 13 2 11 316 33 58 50 11 95 702
103 217 106 185 225 54 79 87 870 167 95 135 69 219 2,611
106
554
4 4
554
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan.
De bovenstaande tabellen moeten worden gelezen samen met onderstaande tabellen ten aanzien van achterstallige leningen per land en achterstallige leningen per economische sector alsmede de informatie en uiteenzettingen in de jaarrekening. Economische sectoren die niet in de tabel worden genoemd hebben een cumulatieve voorziening van minder dan EUR 50 miljoen en zijn gegroepeerd onder Overige. Achterstallige leningen per land (gebaseerd op uitstaande bedragen) 2008 België Nederland Australië Verenigde Staten Turkije Duitsland India Overige Totaal
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
271 37
2.399 2.330 775 585 321 258 191 365 7.224
2.128 2.293 775 584 101 245 57 251 6.434
1 220 13 134 114 790
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan.
Bovenstaande tabel is gebaseerd op het land waar de debiteur is gevestigd. Landen die niet in de tabel worden genoemd hebben achterstallige leningen van minder dan EUR 140 miljoen en zijn gegroepeerd onder Overige. Achterstallige leningen per economische sector (gebaseerd op uitstaande bedragen 2008 Particulieren Onbekend Totaal
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
6.434
434 356
6.868 356
6.434
790
7.224
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan.
Economische sectoren die niet in de tabel worden genoemd hebben achterstallige leningen van minder dan EUR 75 miljoen en zijn gegroepeerd onder Overige. Bovenstaande tabellen moeten worden gelezen in samenhang met de corresponderende tabellen ten aanzien van cumulatieve voorzieningen per land en cumulatieve voorzieningen per sector als ook de informatie en uiteenzettingen in de jaarrekening.
ING Groep Jaarverslag 2008
277
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler 3 informatie ING Bank (vervolg)
Achterstallige leningen zijn voor ING leningen waar de betaling van rente of aflossing meer dan één dag achterstallig is. De methode geldt ook voor leningen aan particulieren zoals hypotheekleningen voor woningen, autoleningen en andere consumentenleningen. Voor zakelijke leningen (aan overheden, instellingen, bedrijven) is het beleid van ING om debiteuren te classificeren als probleemlening zodra een ingebrekeblijving optreedt. Daarom bestaat het concept van achterstallige leningen niet voor dit type debiteuren (en dat verklaart waarom voor bepaalde exposure klasses geen cijfers worden gegeven). Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op uitstaande kredietrisico’s en niet op EAD. Uitstaande kredietrisico’s zijn inclusief on en off balance sheet producten maar exclusief bedragen voor ongebruikte limieten. Voor derivaten en effectenfinanciering wordt de marktwaarde plus opslag methode toegepast maar de opslagen zijn in het algemeen minder conservatief dan de opslagen die worden toegepast onder Basel II. Voorzieningentekort Het voorzieningentekort is het verschil tussen het verwachte verlies en de voorziening voor AIRB exposures. Dit verschil wordt veroorzaakt door het verschil in PD tijdshorizon tussen enerzijds IAS 39 voorzieningen (3, 6, en 9 maanden) en anderzijds de 12 maands tijdshorizon die gebruikt wordt voor de verwachte verliezen en wettelijke kapitaalvereisten. Basel II vereist dat het tekort in mindering wordt gebracht op het wettelijk verplichte kapitaal, 50% van Tier-1 en 50% van Tier-2. Op 31 december 2008 bedroeg het voorzieningentekort EUR 1.360 miljoen. Het cumulatieve bedrag van het voorzieningentekort neemt in het algemeen toe in periodes waarin de voorzieningen afnemen op portefeuilleniveau, en neemt af in periodes waarin de voorzieningen toenemen. De Standaard Aanpak In tegenstelling tot de AIRB aanpak, kent de standaardaanpak – in lijn met de richtlijn van de Financial Supervisory Authorities (FSA) – een vaste risicoweging toe aan elke activa en is dit gewicht gebaseerd op de exposure klasse. De standaard aanpak is daarmee de minst verfijnde aanpak van de Basel II methodes en is zij minder risicogevoelig dan de op risico’s gebaseerde aanpak. Als externe ratings beschikbaar zijn mogen deze worden gebruikt ter vervanging van de vaste risicowegingen van de FSA. Omdat de onderliggende debiteuren relatief klein zijn hebben deze doorgaans geen externe ratings. PORTEFEUILLES ONDER DE STANDAARD AANPAK Exposures (EAD) en verminderingsbedragen voor Standaard Aanpak portefeuilles
2008 Gebruikte risico klassen: 0% 10% 20% 35% 50% 75% 100% 150% 200%
Exposure voor Exposure na risico mitigatie risico mitigatie
6.881
7.072
4.240 20.188 4.131 24.259 35.081 610
4.414 20.188 4.200 21.456 33.947 562
Bevat alleen de SA portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan.
Bij het toepassen van de Standaard Aanpak benadering, zijn er in het algemeen twee methodes waarmee het kredietrisico kan worden verlaagd. t Kredietrisico kan worden verlaagd doordat ING financieel onderpand accepteert, hetgeen de exposure effectief verlaagd. t De andere methode is door garanties te accepteren van tegenpartijen die in een lagere (betere) risicoklasse vallen (zoals rijksoverheden of bepaalde instellingen). De risicogewichten zijn gedefinieerd door Basel II en kunnen grofweg als volgt worden beschreven: 0% Risicoweging Deze activa vallen uiteen in drie categorieën zoals hieronder beschreven. In al deze gevallen heeft ING kredietrisicomodellen ontwikkeld voor de specifieke portefeuilles maar heeft zij de AIRB aanpak nog niet geïmplementeerd vanwege restricties die zijn opgelegd door lokale toezichthouders. In de meeste gevallen zullen deze portefeuilles in 2009 worden omgezet naar de AIRB aanpak.
ING Groep Jaarverslag 2008
278
Centrale overheden en centrale banken In lijn met nationale regelgeving is het risicogewicht voor vele centrale overheden en centrale banken onder de standaard aanpak gelijk aan 0%. Regionale overheden en lokale autoriteiten In vele landen worden de exposures op provinciale, regionale en gemeentelijke overheden behandeld als exposures op de centrale overheid in wiens jurisdictie zij zijn gevestigd. Multilaterale Ontwikkelingsbanken Exposures op bepaalde specifieke multilaterale ontwikkelingsbanken en andere internationale organisaties zoals de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling hebben een risicogewicht van 0%. 10% Risicoweging De 10% risicoweging wordt toegepast op de posities van gedekte obligaties onder de standaard aanpak. Al ING’s gedekte obligatie posities worden bepaald met behulp van de AIRB. 20% Risicoweging 20% risicoweging wordt toegepast op posities gebaseerd op hun exposure klasse en externe rating. Dit zijn doorgaans posities van hoge kwaliteit. 35% Risicoweging Vorderingen die gedekt zijn door woninghypotheken krijgen een risicogewicht van 35%. Het gewicht wordt alleen verlaagd voor dat deel van de positie dat geheel door zekerheden is gedekt. 50% Risicoweging 50% Risicoweging wordt toegepast op posities die gebaseerd zijn op hun exposureklasse en externe rating. Dit zijn doorgaans niet-prime gewaardeerde posities. 75% Risicoweging Retailposities onder de standaard aanpak krijgen een risicogewicht van 75%. 100% Risicoweging Onder de Standaard Aanpak krijgen posities zonder externe rating en die niet in één van de andere categorieën vallen, een risicogewicht van 100%. 150% Risicoweging Onder de Standaard Aanpak moet het 150% risicogewicht worden toegepast op posities in ‘venture capital’ en ‘private equity’, evenals op het niet gedekte deel van elke achterstallige verplichting. 200% Risicoweging De 200% risicoweging wordt toegepast op collectieve investeringsposities die zeer risicovolle aandelenbeleggingen bevatten. PORTEFEUILLES ONDER DE AIRB AANPAK RISICORATING METHODE In principe zijn alle risicoratings gebaseerd op een (PD) risicoratingmodel dat voldoet aan de minimumeisen zoals beschreven in de Kapitaaleisen Richtlijn (CRD), de toezichtregels van DNB en de CEBS-richtlijnen. Dit betreft alle types en segmenten debiteuren, inclusief landen. De Probability of Default (PD) ratingmodellen van ING kennen een schaal van 1 tot 22, die grofweg overeenkomt met de ratingindeling die door externe ratingbureaus wordt gebruikt, zoals Standard & Poor’s en Fitch. Zo komt een ING rating van 1 overeen met een S&P/Fitch rating AAA; een ING rating van 2 correspondeert met een S&P/Fitch rating van AA+, enzovoort. Risicoratings op basis van ratingmodellen De risicoratingprocessen kennen onderstaande vormen: t Rating modellen met handmatige interventie: dit zijn modellen die handmatige tussenkomst door de gebruiker vereisen om – via het beantwoorden van aan een ratingmodel gerelateerde vragen over elke individuele rechtspersoon – tot een risicorating te komen. Als de risicorating niet wordt herzien verloopt deze 18 maanden na de laatste herziening. Deze modellen worden vooral gebruikt voor overheden, instellingen en grote bedrijven.
ING Groep Jaarverslag 2008
279
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler 3 informatie ING Bank (vervolg)
t Geautomatiseerde rating modellen: Dit zijn modellen die geen handmatige tussenkomst vereisen. In plaats daarvan worden de data automatisch verzameld en gebruikt om de risicorating te bepalen (dit proces wordt nader beschreven in de paragrafen over ING’s Data Management en IT processen). Deze modellen worden met name gebruikt voor kleine bedrijven, consumentenleningen en woninghypotheken. t Risicoratings na beroep: Uitkomsten van ratingmodellen die onjuist worden bevonden kunnen worden herzien via een ratingberoepsproces, in die gevallen waar dit bestaat. Beroepsprocessen zijn van toepassing op alle rating modellen die handmatige tussenkomst vereisen. Ze zijn niet van toepassing op geautomatiseerde ratingmodellen voor consumentenleningen en woninghypotheken. t Ratings die tot stand komen buiten ratingmodellen om: dit zijn ratings die niet berekend zijn op basis van een goedgekeurd ratingmodel maar handmatig zijn berekend of vastgesteld op basis van een goedgekeurde subjectieve methode. Deze worden in het algemeen alleen gebruikt voor de classificatie van probleemleningen (18-22) die in beheer zijn van de relevante centrale of regionale kredietherstructureringsunit; en voor de securitisatieportefeuilles, waarbij de externe ratings van de tranche waarin ING heeft geïnvesteerd leidend zijn. Exposures (EAD) per PD rating de AIRB aanpak 2008 1 (AAA) 2 (AA+) 3 (AA) 4 (AA–) 5 (A+) 6 (A) 7 (A–) 8 (BBB+) 9 (BBB) 10 (BBB–) 11 (BB+) 12 (BB) 13 (BB–) 14 (B+) 15 (B) 16 (B–) 17 (CCC–C) 18 (Speciale vermelding) 19 (Sub-standaard) 20 (Twijfelachtig) 21 (Liquidatie – geen verlies) 22 (Liquidatie – met verlies) Totaal
Overheden
Instellingen
Bedrijven
28.745 26.271 3.321 11.463 618 314 865 948 129 848 116 1.969 42 151 53
3 4
1.857 2.185 19.158 43.761 23.075 10.589 9.357 5.441 1.950 3.792 1.636 1.329 1.121 432 415 403 1.011 52 43 181
75.869
9 127.797
7.698 1.553 5.142 6.352 9.156 12.181 14.793 24.173 30.589 39.143 35.671 30.210 23.890 14.343 4.993 2.289 3.771 2.183 567 3.359 182 407 272.645
9
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
1.859 1.990 1.046 4.761 1.571 18.839 19.238 40.149 45.809 66.961 30.016 6.088 1.501 7.396 855 2.776 311 1.566 1.466 1.346 23 255.567
181 146 100 84 2.638 311 1.086 2.481 4.067 3.523 6.085 2.558 2.036 1.139 1.089 347 481 488 271 679 79 110 29.979
38.481 32.014 29.711 62.706 40.248 24.966 44.940 52.281 76.884 93.115 110.469 66.082 33.177 17.566 13.946 3.894 8.048 3.034 2.450 5.689 1.607 549 761.857
Bevat beide AIRB portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan.
Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op EAD en wijken af van de in de jaarrekening gepresenteerde cijfers omdat de gebruikte meetmethode verschilt. Meer dan 95% van ING’s kredietrisico’s heeft een rating op basis van PD modellen die binnen ING zijn ontwikkeld. Binnen de AIRB-portefeuille is het aantal Basel II-ratings groter dan 99%, gemeten naar exposure. Bankbreed kent ING ongeveer 90 PD-modellen geïmplementeerd, inclusief een aantal submodellen. Sommige modellen gelden wereldwijd, zoals de modellen voor grote bedrijven, commerciële banken, verzekeraars, centrale overheden, lagere overheden, fondsen, fondsmanagers, project financieringen en leveraged companies. Andere modellen gelden specifiek voor een land of regio zoals de PD-modellen voor MKB-bedrijven in Centraal Europa, de Benelux en het Verenigd Koninkrijk alsmede modellen voor woninghypotheken en consumentenleningen in de diverse retailmarkten. Ratingmodellen voor retaildebiteuren zijn overwegend statistisch gedreven en geautomatiseerd zodat zij maandelijkse of tweemaandelijkse kunnen worden geactualiseerd. Modellen voor het MKB en voor grote bedrijven, instellingen en banken worden handmatig bijgewerkt en worden individueel doorgelicht op ten minste jaarlijkse basis.
ING Groep Jaarverslag 2008
280
Onder Basel II wordt de nominale exposure gewogen om de naar risico gewogen activa (en wettelijk kapitaal) van een portefeuille te bepalen onder de op risico gebaseerde aanpak. Volgens deze aanpak is minder kapitaal nodig voor kredietrisico’s met een goede rating terwijl meer dan evenredig veel kapitaal nodig is als de rating van een debiteur verslechtert. Boekhoudkundig betekent dit dat de naar risico gewogen activa toe- of afnemen als de risicorating verandert, zonder dat er een significante verandering in de omvang van de onderliggende financiële activa heeft plaats gevonden. Daarom volgt ING ratingmigraties op de voet. Gemiddelde LGD per PD rating onder de AIRB aanpak 2008 1 (AAA) 2 (AA+) 3 (AA) 4 (AA–) 5 (A+) 6 (A) 7 (A–) 8 (BBB+) 9 (BBB) 10 (BBB–) 11 (BB+) 12 (BB) 13 (BB–) 14 (B+) 15 (B) 16 (B–) 17 (CCC–C) 18 (Speciale vermelding) 19 (Sub-standaard) 20 (Twijfelachtig) 21 (Liquidatie – geen verlies) 22 (Liquidatie – met verlies) Totaal
Overheden
Instellingen
Bedrijven
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
20% 20% 20% 20% 20% 21% 24% 55% 18% 41% 22% 37% 49% 8% 8% 52% 17% 20% 33% 28%
16% 22% 21% 22% 24% 24% 27% 27% 37% 29% 38% 42% 43% 36% 43% 74% 33% 24% 48% 30% 1% 15% 24%
34% 34% 37% 41% 35% 28% 31% 34% 29% 25% 20% 22% 18% 23% 26% 20% 30% 16% 18% 25% 15% 27% 26%
10% 10% 10% 10% 12% 10% 21% 18% 16% 14% 13% 16% 16% 15% 13% 14% 12% 19% 14% 24% 14% 14% 15%
53% 46% 42% 37% 55% 52% 40% 22% 33% 26% 37% 38% 40% 39% 45% 33% 37% 19% 35% 44% 57% 73% 36%
23% 20% 23% 23% 27% 25% 26% 27% 23% 19% 17% 20% 20% 23% 21% 25% 24% 17% 18% 27% 16% 36% 22%
21%
Bevat beide AIRB portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan.
Bovenstaande tabel toont de gewogen gemiddelde LGD voor ieder e mogelijke combinatie van PD en exposureklasse. De gewogen gemiddelde LGD voor een onderneming met een AAA rating is bijvoorbeeld 34%, terwijl de gemiddeld gewogen LGD voor een BBB onderneming 29% is. LGD-percentages worden beïnvloed door de transactiestructuur van de financiële verplichting, het onderpand of verkregen dekkingen, en het land waar het eventuele onderpand zou moeten worden uitgewonnen. In bepaalde gevallen is de portefeuille-omvang relatief klein hetgeen een effect kan hebben op de gewogen gemiddelde LGD voor een gegeven PD-rating en exposureklasse. Daarom moet deze tabel worden gelezen in samenhang met de voorgaande tabel (Exposures (EAD) per PD). Niet getrokken gecommitteerde kredietfaciliteiten 2008 Standaard aanpak Geavanceerde IRB aanpak Totaal
Overheden
Instellingen
Bedrijven
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
4 208 212
228 2.403 2.631
2.625 55.310 57.935
454 10.439 10.893
7.208 7.818 15.026
10.519 76.178 86.697
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan
Deze cijfers tonen de potentiële posities die getrokken zouden kunnen worden door ING’s debiteuren onder toegezegde (gecommiteerde) faciliteiten. In de meeste gevallen mogen de debiteuren van deze faciliteiten gebruik maken tenzij zij in gebreke zijn gebleven, of zij aan een andere – in de kredietovereenkomst gedefinieerde – clausule niet hebben voldaan. In de meeste gevallen betaalt de kredietnemer een bereidstellingsprovisie aan ING over het niet gebruikte deel van de deze faciliteiten. Pre-settlement-, geldmarkten beleggingslimieten zijn in het algemeen niet gecommitteerd.
ING Groep Jaarverslag 2008
281
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler 3 informatie ING Bank (vervolg)
Als alle niet gebruikte committeringen op het zelfde moment zouden worden opgenomen dan zou ING’s kredietrisico (in termen van uitstaande bedragen) met 12% toenemen. Als onderdeel van haar Exposure at Default (EAD) modellen, maakt ING een inschatting hoeveel van deze niet gebruikte committeringen getrokken zouden worden onder normale omstandigheden. Dit effect is meegenomen in de berekening van de naar risico gewogen activa (RWA), samen met een soortgelijk effect voor niet-gecommitteerde faciliteiten, zij het tegen een lager percentage. Exposures gegarandeerd door derden 2008 Standaard aanpak Geavanceerde IRB aanpak Totaal
Overheden
Instellingen
Bedrijven
7.922 7.922
481 120.253 120.734
8.689 8.689
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
574 574
2 6.006 6.008
483 143.444 143.927
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan
Van tijd tot tijd verstrekt ING leningen waarvoor zij van een niet-gerelateerde tegenpartij of debiteur (derde) een specifieke financiële garantie ontvangt. De cijfers in deze tabel tonen de EAD die door deze derden zijn gegarandeerd. Niet gegarandeerde bedragen zijn niet inbegrepen. Als bijvoorbeeld een kredietrisico slechts ten dele is gegarandeerd door een derde partij, dan wordt alleen het gegarandeerde deel van het bedrag in bovenstaande cijfers getoond. Garanties die zijn verstrekt door een aan de kredietnemer gelieerde partij, zoals een moederbedrijf of dochterbedrijf, zijn niet in deze cijfers meegenomen. De cijfers bevatten ook geen impliciete garanties als gevolg van bijvoorbeeld credit default swaps. Verder zijn bedragen die gegarandeerd zijn als onderdeel van een door de overheid gesponsord hypotheekprogramma buiten beschouwing gelaten. De bovenstaande cijfers bevatten wel bedragen die gegarandeerd zijn via een niet-gefinancierde risicodeelnemingsconstructie. Tegenpartijrisico (kredietrisico) EAD door derivaten (SA en en AIRB) 2008 Kredietderivaten Derivaten Aandelenderivaten Vreemde valuta derivaten Rentederivaten Totaal
Overheden
Instellingen
Bedrijven
22
2.681 3 757 5.282 13.586 22.309
1.540 55 812 4.814 7.412 14.633
529 2.239 2.790
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
6 28 69 52 155
4.243 64 1.597 10.694 23.289 39.887
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan
De cijfers in bovenstaande tabel zijn berekend door middel van de marktwaarde plus (wettelijke) opslag methode welke gebruikt wordt voor de berekening van Basel II risicogewogen activa en zijn gecorrigeerd voor compensatie en wettelijke saldering. Dankzij deze methode kan ING nagenoeg haar gehele derivatenexposure classificeren volgens de AIRB-aanpak. Tegenpartijrisico (kredietrisico) EAD door derivaten (SA en en AIRB) 2008 Bruto MTM plus wettelijke opslag Bedrag na compensatie Bedrag na compensatie, saldering en onderpand
Overheden
Instellingen
Bedrijven
2.861 2.790 2.790
96.664 25.750 22.309
30.086 15.174 14.633
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
156 155 155
129.767 43.869 39.887
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan.
Als onderdeel van haar effectenfinancieringstransacties en derivatenhandel sluit ING master agreements zoals ISDAs en GMRAs. In de bepalingen ten aanzien van Minimum Threshold Amounts en Minimum Transfer Amounts of Collateral Support Annexes (CSA) of vergelijkbare clausules, kunnen ING en haar tegenpartijen overeenkomen om additioneel onderpand in te brengen indien één van hen wordt afgewaardeerd door rating bureaus. ING heeft vastgesteld dat – onder de huidige marktomstandigheden – een afwaardering met één notch slechts een geringe impact heeft op de hoeveelheid onderpand die ING moet inbrengen. Echter, de hoeveelheid onderpand die ING in de toekomst mogelijk zal moeten inbrengen kan variëren en is afhankelijk van ING’s portefeuillesamenstelling (derivaten en in onderpand gegeven effecten in effectenfinancieringstransacties), marktomstandigheden, het aantal notches afwaardering, en ook de condities en bepalingen in toekomstige CSAs of andere vergelijkbare overeenkomsten waarin ING deelneemt.
ING Groep Jaarverslag 2008
282
Tegenpartij kredietrisico (EAD) door effectenfinancierng (SA en AIRB) 2008 Verstrekte obligatiefinanciering Verstrekte obligatiefinanciering Verkregen obligatiefinanciering Verkregen aandelenfinanciering Totaal
Overheden
Instellingen
Bedrijven
213 6.619
1.625 1.815 237 658 4.335
242 3.330 993 1.634 6.199
Overheden
Instellingen
Bedrijven
11.944 6.832 6.832
7.552 6.746 4.336
9.976 8.965 6.198
6.832
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
2.080 11.764 1.230 2.292 17.366
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan.
Tegenpartij kredietrisico (EAD) door effectenfinancierng (SA en AIRB) 2008 Bruto MTM plus wettelijke opslag Bedrag na compensatie Bedrag na compensatie, saldering en onderpand
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal
29.472 22.544 17.366
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; Bevat niet securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan.
Bovenstaande vier tabellen zijn berekend op basis van de marktwaarde plus (wettelijke) opslag methode voor de berekening van Basel II risicogewogen activa ter bepaling van bruto posities. Om de hoeveelheid kredietrisico te kunnen bepalen, vergelijkt ING allereerst transacties met soortgelijke karakteristieken (om te bepalen of er salderingsmogelijkheden zijn). Dit salderen wordt compensatie genoemd. Daarna verlaagt ING het bedrag via saldering (netting) zoals toegestaan onder verschillende Raamovereenkomsten, zoals ISDAs, GMRA’s en GMSLA’s. Tot slot wordt het bedrag verder verlaagd door onderpand in handen van ING onder CSA’s of vergelijkbare overeenkomsten. KREDIETRISICOBEPERKING Kredietderivaten (nominale bijdrage) Totaal
Kredietderivativen voor beschermingsdoeleinden – gekochte kredietbescherming – verkochte kredietbescherming Kredietderivativen voor handelsactiviteiten – gekochte kredietbescherming – verkochte kredietbescherming
2.019
50.092 45.395
Bevat zowel de AIRB als SA portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. Bevat geen herwaarderingen die direct via het eigen vermogen gaan
ING is actief in de markt voor kredietderivaten (CDS) als netto koper van kredietrisicobescherming van derden. ING heeft een beperkte hoeveelheid kredietbescherming gekocht voor hedgingsdoeleinden, meestal om de concentratie op bepaalde groepen kredietnemers, die wettelijke als één tegenpartij moeten worden gezien, te verminderen zonder dat ING haar klantgerichte bankactiviteiten hoeft terug te schroeven. ING verkoopt niet actief credit default swaps voor hedging- of beleggingsdoeleinden. Hoewel Basel II onder bepaalde omstandigheden ruimte biedt het kredietrisicokapitaal te verlagen in gevallen waar ING door middel van kredietderivaten bescherming heeft gekocht, heeft ING tot op heden geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid bij de bepaling van haar kapitaalbasis volgens Basel II. Bovenstaande cijfers betreffen de nominale hoeveelheid credit risk default swaps die ING heeft gekocht voor de gegeven doeleinden. |Het kredietrisico op tegenpartijen dat samenhangt met de koop van credit default swap is opgenomen in de pre-settlement risicoberekeningen voor de betreffende tegenpartij en niet in bovenstaande cijfers. Voor verkochte kredietprotectie loopt ING een synthetisch emittentenrisico waarvoor kapitaal wordt berekend, afhankelijk van het doel, hetzij bescherming hetzij handel.
ING Groep Jaarverslag 2008
283
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler 3 informatie ING Bank (vervolg)
SECURITISATIE Inleiding Onderstaande informatie is gebaseerd op de ‘Industry Good Practice Guidelines on Pillar 3 disclosure requirements for securitisations’ (de richtlijnen) zoals op 18 december 2008 opgesteld door de European Banking Federation en andere instanties. Onderstaande passage bevat kwalitatieve en kwantitatieve informatie over zowel de gesecuritiseerde posities als ook de aangehouden securitisaties. Hoewel de kwantitatieve informatie beperkt is tot die securitisaties die gebruikt worden voor het bepalen van het wettelijk kapitaal onder de CRD, heeft de kwalitatieve informatie een bredere opzet en geeft deze een beeld van ING Bank’s totale securitisatie-activiteiten. Afhankelijk van ING’s rol als belegger, emittent of sponsor kunnen de doelen, de betrokkenheid en de toegepaste regels verschillen. ING is hoofdzakelijk betrokken bij securitisatietransacties in de rol van belegger (in securitisaties opgezet door derden). In mindere mate is ING ook een uitgever of sponsor van securitisaties die doorgaans in de openbare markt worden verhandeld. Waarderings- en boekhoudprincipes De activiteiten van ING met betrekking tot securitisaties worden beschreven in Toelichting 27 ‘Special Purpose Entities’ in de jaarrekening. De relevante boekhoudregels zijn opgenomen in de paragraaf ‘Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling bij de geconsolideerde balans en verlies- en winstrekening van ING Groep/Bank’ in de jaarrekening. De meest relevante waarderingsgrondslagen voor de eigen securitisatie programma’s van ING zijn de ‘het niet langer in de balans opnemen van financiële activa’ en ‘consolidatie’. Daar waar ING optreedt als belegger in gesecuritiseerde posities is de meest relevante boekhoudregel de ‘Classificatie van financiële instrumenten.’ De gebruikte wettelijk kapitaalmethode en de rating bureaus Voor kredietrisico’s past ING de AIRB methode toe. Als gevolg daarvan gebruikt ING de Rating Based Approach (RBA) voor beleggingen in tranches van asset backed securities (ABS) en mortgage-backed securities (MBS) die een rating hebben gekregen van externe ratingbureaus. Standard & Poor’s, Fitch, Moody’s en DBRS zijn de kredietbeoordelaars die door ING onder de RBA worden gebruikt. Onder de RBA worden de risico-gewogen activa (RWA) bepaald door middel van vermenigvuldiging van de exposure met het (door de toezichthouder voorgeschreven) relevante risicogewicht dat bepaald wordt door: t de externe rating of de beschikbare afgeleide rating t de senioriteit van de positie ING gebruikt de Internal Assessment Approach (IAA) voor de ondersteuningsactiviteiten die zij verstrekt aan de Asset Backed Commercial Paper (ABCP) conduit Mont Blanc Capital Corp., gebaseerd op extern gepubliceerde methodes van rating bureau’s. ING als belegger ING Direct is de belangrijkste belegger in gesecuritiseerde transacties binnen ING Bank. ING Direct’s strategie is het bijeenbrengen van klantdeposito’s waarna deze worden belegd in haar beleggingsportefeuille en in retail activa, hoofdzakelijk hypotheken. Het verschil tussen de retailpassiva (een spaarproduct is doorgaans het eerste product dat wordt gelanceerd in een land) en de retailactiva (een hypotheek product is doorgaans het tweede product dat wordt gelanceerd) wordt geïnvesteerd in schuldpapier van hoge kwaliteit. Door dit model op een kosteneffectieve wijze uit te voeren, ontstaat het concurrentievoordeel voor ING Direct. Gegeven het bedrijfsmodel van ING Direct, een door passiva gedreven onderneming met een focus op kostenefficiëntie, belegt ING Direct met een zo laag mogelijk kredietrisico, waarbij het ervoor zorgt voldoende liquiditeit aan te houden. ING Direct koopt daarom hoogwaardig schuldpapier met een minimaal kredietrisico, waarbij het gebruik maakt van zijn schaalvoordelen. Securitisatiemarkten bieden de mogelijkheid te beleggen in hoogwaardige (in het algemeen AAA), liquide en discountable obligaties en zijn daarom een belangrijke beleggingsklasse in ING Directs beleggingsportefeuille. Binnen ING Direct definiëren de richtlijnen voor het beleggingsbeleid de toegestane producttypes, minimale ratings, maximale looptijden en posities, zowel op het niveau van de emissie, de emittent en de portefeuille. De meest voorkomende productklassen in de beleggingsportefeuille zijn de RMBS, Agency RMBS, gedekte obligaties en Senior Unsecured Debt uitgegeven door banken, overige financiële instellingen als ook overheden en semi-overheden. Voordat tot aankoop wordt overgegaan, wordt ieder beleggingsvoorstel van een Treasury Centre geanalyseerd door Credit Risk Management en goed- of afgekeurd door een treasury officer en een credit risk manager, op basis van gedelegeerde bevoegdheden. Aangekochte securitisaties De volgende tabel geeft de uitsplitsing van gekochte posities op basis van risicogewicht bandbreedtes. De waarde van de gesecuritiseerde posities gekocht van derde partijen is gebaseerd op de wettelijke posities, berekend in lijn met CRD, na toepassing van eventuele kredietomrekeningsfactoren als deze van toepassing zijn onder Pijler 1, maar voordat het kredietrisico op gesecuritiseerde posities wordt gecorrigeerd.
ING Groep Jaarverslag 2008
284
Exposures per risico gewicht bandbreedte (ING als Investeerder) Aangekochte exposures
Risico gewicht bandbreedte 1 <= 10% Risico gewicht bandbreedte 2 >10% and <= 18% Risico gewicht bandbreedte 3 >18% and <= 35% Risico gewicht bandbreedte 4 >35% and <= 75% Risico gewicht bandbreedte 5 >75% Verminderingen / 1250% Totaal
64.678 11.381 1.008 764 933 1.336 80.100
ING als emittent ING geeft gesecuritiseerde transacties uit voor economisch kapitaal en wettelijke kapitaaldoeleinden, evenals voor liquiditeit- en financieringsdoeleinden. t Economisch en wettelijk kapitaal Sinds ING haar eigen activa actief begon te securitiseren in 2003 zijn zeven synthetische securitisaties van hypotheken, MKB en vorderingen op bedrijven door ING geëmitteerd. Na nauwere afstemming van transfer en wettelijk kapitaal solvabiliteitsregels aan het eind van 2007, zijn de meest senior tranches van ING’s eigen securitisaties teruggeroepen en worden deze nu door ING zelf aangehouden. ING heeft ook de eerste verliestranches behouden. De mezzanine tranches zijn nog altijd ondergebracht bij derden. De eerste transacties (Moon en Memphis 2003) zijn afgelost in 2008 zonder verlies voor de beleggers. Op 31 december 2008 stonden nog vijf transacties uit ter waarde van ongeveer EUR 15 miljard (Mars 2004, Mars 2006 en BEL SME 2006 op MKB exposures, Memphis 2005 en Memphis 2006 op woninghypotheken); zie verdere details hieronder. Memphis 2006 transfereert de risico’s van Nederlandse tophypotheken. Securitisaties van woninghypotheken resulteren in een lagere kapitaalreductie onder Basel II dan onder Basel I omdat het vereiste kapitaal voor woninghypotheken onder Basel II verminderd is. t Liquiditeit/Financieringsfaciliteiten Hoewel onder Basel II de meest senior securitisatietranches geen effectief instrument meer zijn om wettelijk kapitaal vrij te spelen, kunnen zij nog wel worden ingezet om financiering te verkrijgen en de liquiditeitspositie te verbeteren. Om voor centrale banken als onderpand te kunnen dienen, moeten gesecuritiseerde exposures worden verkocht aan een Special Purpose Vehicle (SPV) die op haar beurt securitisatieleningen emitteert (‘traditionele securitisaties’) in twee tranches, te weten een achtergestelde en een senior tranche, de laatste met een AAA rating van een rating bureau. De AAA tranche kan door ING vervolgens worden gebruikt als onderpand in de geldmarkt (voor leningen met onderpand). ING Bank heeft een aantal van deze securitisaties gecreëerd; per 31 december 2008 hadden deze een waarde van ongeveer EUR 70 miljard aan AAA leningen. De onderliggende posities betreffen woninghypotheken in Nederland, Canada, Duitsland en Australië. Zo lang de gesecuritiseerde posities niet worden overgedragen aan derden blijft het wettelijk kapitaal onveranderd. Deze securitisaties worden hieronder niet gepresenteerd. Afgezien van de structurerings- en administratiekosten van deze securitisaties, zijn deze securitisaties neutraal voor de winst-en-verliesrekening. Als emittent van gesecuritiseerde posities: Alle in deze sectie gerapporteerde securitisaties zijn synthetische securitisaties met als doel het overdragen van risico naar derden. Transacties voor liquiditeits/- en financieringsdoeleinden zijn hier niet inbegrepen. De bepaling van bijzondere waardeverminderingen en verliezen vindt ten minste ieder kwartaal plaats op de cut-off datum (zie uitleg hierna) van elke individuele transactie. Waar beschikbaar zijn cijfers van 31 december 2008 gebruikt.
ING Groep Jaarverslag 2008
285
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler 3 informatie ING Bank (vervolg)
Gesecuritiseerde posities
Woninghypotheken Memphis 2005 Memphis 2006 MKB Mars 2004 Mars 2006 BEL SME 2006 Totaal
Kredietgebeurtenis
Achterstallige activa
Verliezen
2.351 3.750 6.101
3 11
62 207
<1 2
1.995 4.202 2.406 8.603
3 12 11
25 32 5
<1 2 1
Cut off datum
Initiële waarde
Uitstaand
31 okt 2008 31 okt 2008
3.000 4.000 7.000
31 okt 2008 30 sep 2008 30 nov 2008
2.000 4.500 2.500 9.000
Toelichting: Cut-off datum
De meest recente datum waarop verliezen zijn bepaald en toegerekend zoals staat aangegeven in de juridische documentatie van de transactie. Informatie over de prestaties van door ING’s gesecuritiseerde posities wordt regelmatig gepubliceerd. Uitstaande bedragen EAD op 31 december 2008 van de activa die op de cut-off datum bleven presteren Kredietgebeurtenis Geaggregeerde uitstaande bedragen van activa die onderhevig zijn geweest aan een kredietgebeurtenis in de 12 maanden voorafgaand aan de cut-off datum. Achterstallige activa Uitstaande bedragen die achterstallig zijn op de cut-off datum, maar nog geen kredietgebeurtenis zijn; zie voor verdere details de kwartaalrapportages. Achterstalligheid voor woninghypotheken betekent ‘meer dan 1 maand betalingsachterstand’. Achterstallige betalingen voor MKB transacties betreft ‘referentie-entiteiten die een rating hebben van 20-22’ Verliezen Geaggregeerde verliezen op gesecuritiseerde activa die zich hebben voorgedaan in de 12 maanden voorafgaand aan de cut-off datum.
Zelfbehouden gesecuritiseerde posities Zelf behouden posities, in geval van securisatie van ING’s eigen activa bevatten, de meest senior tranches en het aandelengedeelte (first loss tranche). Economisch gezien heeft ING – op een totaal van ongeveer EUR 15 miljard aan onderliggende exposures in de vijf transacties hierboven genoemd – ongeveer EUR 204 miljoen aan first loss posities behouden en heeft zij ongeveer EUR 1,1 miljard aan mezzanine tranches (second loss) overgedragen aan derden. Securitisatie uitgegeven door een bedrijf kunnen alleen van de balans worden gehaald indien aan de minimale vereisten voor significante kredietrisico-overdracht is voldaan. Echter, om een securitisatie te kunnen erkennen als RWA-reductie, is een risico-overdracht alleen niet genoeg. Dit hangt samen met de toenemende impact van looptijdmismatches. Voor vier van de transacties zoals beschreven in bovenstaande tabel geldt dat de RWA’s van de behouden tranches hoger zouden zijn, dan de totale RWA’s van de onderliggende pool vóór securitisatie. Daarom worden deze vier transacties (voor RWA-doeleinden) behandeld alsof deze niet gesecuritiseerd zouden zijn. De totale RWA voor de vijfde transactie, gebaseerd op de RWA-berekening onder Pijler 1, is EUR 230 miljoen (behouden senior en super senior tranches). Aanvullend is EUR 28 miljoen (zelf behouden first loss) in mindering gebracht op het kapitaal. ING als sponsor Onder normale bedrijfsomstandigheden structureert ING financieringstransacties voor haar klanten door hen te helpen bij het verkrijgen van liquiditeiten via de verkoop van vorderingen of andere financiële activa van de klant aan een SPV. De transacties zijn gefinancierd via de ING Administered Multi Seller Asset Backed Commercial Paper (ABCP) conduit Mont Blanc Capital Corp (met een rating van A-1+/P-1). Ondanks de omstandigheden op de internationale geldmarkt blijft Mont Blanc Capital Corp zichzelf extern financieren in de ABCP markten. In haar rol van uitvoerder faciliteert ING deze transacties door structurerings-, boekhoud-, financierings- en operationele diensten aan te bieden. ING Bank verschaft ook ondersteunende diensten (liquiditeits- en programmabreed enhancement) ter ondersteuning van de transacties die gefinancierd zijn door de conduit. De activa types die momenteel in het Mont Blanc vehikel zitten zijn handelsvorderingen, vorderingen uit consumentenfinanciering, creditcardvorderingen, autoleningen, RMBS, ‘wrapped’ toekomstige kasstroom transacties en CDOs/CLOs. Gesecuritiseerde posities met ING als sponsor De totale liquiditeitsfaciliteiten, inclusief de programmabrede enhancements die aan de Mont Blanc conduit zijn verschaft, bedragen EUR 4.867 miljoen. Per 31 december 2008 is het totale getrokken liquiditeitsbedrag EUR 972 miljoen. Securitisaties in het handelsboek Deze exposures betreffen voornamelijk synthetische Collateralised Debt Obligations (CDO’s) waarin de onderliggende kredietexposures worden gecreëerd via een credit default swap in plaats van via een investeringsvehikel dat fysieke activa koopt.
ING Groep Jaarverslag 2008
286
CDO’s zijn een vorm van securitisatie waarbij betalingen vanuit een portefeuille van vastrentende waarden zijn samengevoegd (in een pool) en worden doorgeschoven aan verschillende typen beleggers in diverse tranches. De activa/leningen zijn opgedeeld in verschillende tranches conform hun senioriteit: senior tranches (met AAA rating), mezzanine tranches (AA tot BB) en aandelentranches (zonder rating). Verliezen worden in omgekeerde volgorde verdeeld over de tranches, te beginnen bij de minst seniore tranche. De CDO’s in handelsboeken worden gewaardeerd tegen marktwaarde. De onderliggende activa bestaan hoofdzakelijk uit een bundel bedrijfsleningen met een Investment Grade. AANDELEN POSITIES IN HET BANKBOEK De totale positie onder de Simple Risk Weight Aanpak bedroeg op 31 december 2008 EUR 1.042 miljoen. Dit resulteerde in een kapitaalverplichting van EUR 194 miljoen. Kapitaalvereisten 2008
Bruto ongerealiseerde winsten Bruto ongerealiseerde verliezen Totaal
874 –211 663
Bovenstaande tabel geeft de niet-gerealiseerde winsten en verliezen voor aandelenposities. Een beschrijving van de aandelenposities en boekhoudmethodes is te vinden onder marktrisico in de paragraaf Risicobeheer. OVERIGE ‘NON CREDIT OBLIGATION ASSETS’ (ONCOA) Overige Non Credit Obligation Assets (ONCOA) betreffen activa zonder kredietkarakter die niet in de SA of AIRB berekeningen zijn meegenomen. Per 31 december 2008 bedroegen de kapitaaleisen voor ONCOA EUR 2.166 miljoen. MARKT RISICO De algemene beschrijving van marktrisico bij ING Bank is te vinden in de paragraaf Risicobeheer waar de organisatie, meting en beheer van marktrisico worden toegelicht. In tegenstelling tot de paragraaf Risicobeheer waar het handelsrisicoproces verschillende bankboeken beheerst – zijn de niet-handelsposities in Pijler 3 uitgesloten van de trading governance. Als gevolg hiervan verschillen de cijfers voor zowel handels- als niet-handelsboeken van de cijfers in de paragraaf Risicobeheer. KAPITAALVEREISTEN Kapitaalvereisten 2008 Renterisico Aandelenrisico Risico op vreemde valuta* Totaal
Standaard Interne Model Methode Methode
255 194 449
456 80 51 587
Totaal
711 80 245 1.036
* De vreemde valuta positie onder de standaard methode bevat valuta posities voor zowel handels- als bankboeken.
MODELAANPAK Volgens de Nederlands regelgeving kan het wettelijk kapitaal voor handelsportefeuilles worden berekend door middel van de gestandaardiseerde aanpak (CAD1) of de interne model aanpak (CAD2). In 1998 verkreeg ING goedkeuring van De Nederlandsche Bank (DNB) om het interne Value at Risk (VaR) model te gebruiken ter bepaling van het wettelijk kapitaal voor marktrisico in het handelsboek van ING Bank. Marktrisico kapitaal van de CAD2 handelsboeken wordt berekend volgens het interne VaR model, alwaar correlaties en volatiliteiten worden meegenomen. Anderzijds wordt het marktrisico kapitaal van CAD1 boeken berekend op basis van gestandaardiseerde vaste risicogewichten. In 2008 paste ING het CAD2 model toe op de meeste van haar handelsactiviteiten. Het standaard CAD1 model wordt gebruikt voor sommige handelsboeken in kleinere locaties en/of producten waarvoor het interne model nog niet geheel in lijn is met CAD2. ING heeft zich ten doel gesteld om CAD2-status te verkrijgen voor al haar handelsboeken. Vanwege het conservatieve karakter van het CAD1 model is het kapitaalbeslag voor de gestandaardiseerde aanpak echter veel groter dan voor de interne model aanpak.
ING Groep Jaarverslag 2008
287
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler 3 informatie ING Bank (vervolg)
Kapitaalvereisten
2008 Renterisico Aandelenrisico Risico op vreemde valuta Diversificatie effect Totaal
Hoogste
50 11 8
Over de reportage periode Gemiddelde Laagste
37 7 5 5 44
22 4 2
31 dec 2008 Ultimo
40 7 6 3 50
Voor een samenvatting van de Value at Risk methodologie die van toepassing is op de interne model aanpak, verwijzen we naar het marktrisico segment in de paragraaf Risicobeheer. Opgemerkt wordt dat de VaR cijfers in de bovenstaande tabellen alleen verband houden met de CAD2 handelsboeken waarvoor de interne model aanpak wordt toegepast. De VaR cijfers in de paragraaf Risicobeheer houden verband met alle boeken onder de trading governance. OPERATIONEEL RISICO Het operationele risicokapitaalmodel van ING is gebaseerd op een verliesdistributiebenadering. De verliesverdeling is gebaseerd op zowel externe als interne verliesdata groter dan EUR 1 miljoen. Het model is aangepast voor de scorecard resultaten, met inachtneming van de specifieke kwaliteit van interne controle in een business line en het vóórkomen van grote incidenten (‘bonus/malus’). Dit levert een prikkel op voor het lokale operationele risicomanagement om operationele risico’s beter te managen. De kapitaalberekening voldoet aan de kwaliteitseisen van de sector en is in april 2008 goedgekeurd door DNB. Aanvankelijk was het model ontworpen voor Economisch Kapitaal (99,95% betrouwbaarheidsinterval) en het Financial Risk Dashboard (90% betrouwbaarheidsinterval). Vanaf 2008 wordt het model ook gebruikt voor rapportage doeleinden inzake het wettelijke kapitaal (AMA aanpak). Verzekeringsreductie als gevolg van risicobeperking door verzekering is niet toegepast op het AMA kapitaal van 2008. Het operationeel risicokapitaal volgens AMA steeg in 2008 aanzienlijk tot EUR 3.368 miljoen (zoals uiteengezet bij Operationeel risico in de paragraaf Risicobeheer) als gevolg van de periodieke update van de externe verliesdata, die een weerslag waren van de toegenomen onzekerheid in de financiële markten. Twee gedane acquisities hadden een invloed op zowel het kapitaal als de diversificatievoordelen: ING Turkije en ING Direct Interhyp. RENTERISICO IN HET BANKBOEK Earnings at Risk 2008
Naar divisie ING Wholesale Banking ING Retail Banking ING Direct Overig bankbedrijf Totaal Naar valuta Euro US Dollar Britse Pond Anders Totaal
ING Groep Jaarverslag 2008
288
–132 –101 5 46 –182
–221 36 3 –182
Net Present Value at Risk 2008
Naar divisie ING Wholesale Banking ING Retail Banking ING Direct Overig bankbedrijf Totaal
–710 –100 –232 –1.388 –2.430
Naar valuta Euro US Dollar Britse Pond Anders Totaal
–2.140 –238 –41 –11 –2.430
De Earnings at Risk en de Net Present Value at Risk zijn gebaseerd op een eenmalige opwaartse schok van 1%. In de paragraaf Risicobeheer wordt een gedetailleerde beschrijving gegeven van het renterisico in het bankboek. In tegenstelling tot Pijler 3, beslaat het handelsrisicoproces in de paragraaf Risicobeheer meerdere niet-handelsboeken. Als gevolg hiervan verschillen de cijfers hierboven van de cijfers in de paragraaf Risicobeheer.
ING Groep Jaarverslag 2008
289
2.4 Additionele informatie
Financiële begrippenlijst ACTUARIEEL EN VERZEKERINGSTECHNISCH RISICO Actuariële en verzekeringstechnische zijn risico’s zoals sterfte, langleven, invalidering nadelige motorvoertuigen of huizenclaims die voortvloeien uit de prijsstelling en acceptatie van verzekeringscontracten. Het actuariële risico betreft het risico dat de hoogte van de premies en de voorzieningen voor verzekeringstechnisch risico niet (langer) correct blijken te zijn. Het verzekeringstechnisch risico betreft het risico dat een (schade)claim uit hoofde van een verzekeringspolis wordt ontvangen. Het maximale verzekeringstechnische risico wordt beperkt door uitsluitingen, dekkingslimieten en herverzekering. AFKOOP De beëindiging van een levensverzekerings- of pensioenovereenkomst op verzoek van de polishouder, waarbij de polishouder, indien van toepassing, de afkoopwaarde van de overeenkomst ontvangt. AFLOSSINGSWAARDE Het bedrag dat met betrekking tot beleggingen in nominale waarden op vervaldatum moet worden terugbetaald. ALT-A RESIDENTIAL MORTGAGE BACKED SECURITY (ALT-A RMBS) Een hypotheekklasse voor woningen in de VS welke beschouwd wordt als minder risicovol dan subprime-hypotheken, maar meer risicovol dan de zogenaamde ‘prime’ hypotheken. Bij de categorisatie van Alt-A wordt over het algemeen gebruik gemaakt van kredietscores van de hypotheeknemer, waarde van het onderpand en de hypotheekverstrekking ten opzichte van de executiewaarde. Overige kenmerken van Alt-A hypotheken zijn een beperkt onderpand en/of inkomenscontrole. ASSET BACKED COMMERCIAL PAPER ( ABCP) Een soort schuldpapier dat is gedekt door andere financiële activa. ASSET & LIABILITY COMMITTEE (ALCO) Het Asset & Liability Committee (ALCO) beheert de balans van ING, met name met betrekking tot het strategische niethandelsrisico. Het niet-handelsrisico bestaat onder meer uit renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, liquiditeitsrisico en schommelingen in solvabiliteit en valuta’s. ASSET LIABILITY MANAGEMENT (ALM) Asset Liability Management is een wijze van bedrijfsvoering waarbij beslissingen over activa en passiva op elkaar worden afgestemd. ALM is een voortdurend proces van formuleren, implementeren, bewaken en herzien van strategieën die betrekking hebben op de activa en passiva. ASSET BACKED SECURITIES (ABS) Asset backed securities zijn obligaties of andere schuldeffecten die een portefeuille van activa als onderpand hebben, of kasstromen die gegenereerd worden uit een nader gespecificeerde portefeuille van activa. BASEL I Toezichthoudende eisen uitgevaardigd door het Basel Comité voor Bankentoezicht voor de solvabiliteitsberekening, welke voor ING vanaf 2008, zijn vervangen door Basel II. BASEL II Toezichthoudende eisen uitgevaardigd door het Basel Comité voor Bankentoezicht voor de solvabiliteitsberekening, welke ING toepast vanaf 2008. Basel II is een internationale standaard voor het berekeningen van het benodigd kapitaal gebaseerd op interne modellen welke rekening houden met financiële en operationele risico’s. BASIS POINT VALUE (BPV) De verandering van de netto contante waarde van een kasstroom of van een aantal kasstromen veroorzaakt door een verandering in de rente met 1 basispunt.
ING Groep Jaarverslag 2008
290
BASISRISICO Het basisrisico vloeit voort uit een onvolledige correlatie in de afstemming tussen verdiende en betaalde rente op verschillende financiële instrumenten. Dit risico is onder andere inherent aan betaaltegoeden, spaarrekeningen en hypotheken met de mogelijkheid van vervroegde aflossing. BEDRIJFSRISICO De mogelijkheid tot waardeverlies als gevolg van fluctuaties in volumes, marges en kosten. Deze fluctuaties kunnen voorkomen als gevolg van interne, industriële of bredere marktfactoren. Het is het risico dat onlosmakelijk verbonden is aan strategische beslissingen en interne efficiëntie. BELEGGINGEN INZAKE PENSIOENVERPLICHTINGEN Beleggingen inzake pensioenverplichtingen betreffen fondsbeleggingen die bestaan uit de netto activa gerelateerd aan pensioenverplichtingen gehouden door een fonds of entiteit of die gehouden worden in relatie tot kwalificerende verzekeringspolissen. Bij fondsbeleggingen gehouden door een fonds of entiteit geldt dat: t het fonds of de entiteit formeel juridisch afgescheiden moet zijn van de rechtspersoon en alleen bestaat om aanspraken van (voormalig) personeel en hun nabestaanden uit te keren of te financieren; t de fondsbeleggingen alleen beschikbaar zijn voor de nakoming van de aanspraken van (voormalig) personeel en hun nabestaanden, geen verhaalsobject zijn voor de schuldeisers van de rechtspersoon (zelfs niet bij faillissement) en niet kunnen terugvloeien naar de rechtspersoon, tenzij er sprake is van een overschot of wanneer de fondsbeleggingen terugvloeien naar de rechtspersoon ter compensatie van reeds uitgekeerde aanspraken. t Een kwalificerende verzekeringspolis is een verzekeringspolis die is uitgegeven door een verzekeringsmaatschappij, niet zijnde een aan de Groep verbonden partij, waarvan de opbrengst: t alleen gebruikt kan worden ter financiering van de employee benefits onder een defined contribution plan; en t Niet beschikbaar is voor de schuldeisers van de rechtspersoon (zelfs niet bij faillissement) en niet aan de rechtspersoon kan worden uitgekeerd, tenzij de opbrengst een overschot vertegenwoordigt dat niet noodzakelijk is om aan de verplichtingen onder de polis te voldoen of de opbrengst een compensatie is voor reeds uitgekeerde aanspraken. BELEGGINGSPORTEFEUILLE De beleggingsportefeuille bevat die activa die worden aangehouden met betrekking tot duurzame activiteiten en als zodanig zijn aangewezen. Deze beleggingen dienen ter dekking van de verplichtingen uit hoofde van verzekeringstechnische voorzieningen en om het rente-, solvabiliteitsen liquiditeitsrisico te beheersen. BELEGGINGSRISICO Het beleggingsrisico is het kredietverzuim- en migratierisico dat samenhangt met de beleggingen van ING in obligaties, handelspapieren, securitisaties en andere vergelijkbare verhandelbare effecten. BESCHIKBARE FINANCIËLE MIDDELEN (AFR) De beschikbare financiële middelen zijn de marktwaarde van de activa minus de marktwaarde van de passiva op de balans exclusief hybride kapitaal uitgegeven door ING Group wat wordt gerekend tot het vermogen. ING’s beleid is dat de beschikbare financiële middelen niet het economisch kapitaal van Bank, Verzekeringen en Groep overstijgt. BIS De Bank for International Settlements (BIS) is een internationale organisatie die internationale monetaire en financiële samenwerking aanmoedigt en dienst doet als een bank voor centrale banken. BIS heeft een minimum bepaald voor de solvabiliteitsratio, die de verhouding weergeeft tussen kapitaal en risico gewogen activa. Deze ratio moet minimaal 8% zijn.
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN Van een bijzondere waardevermindering is sprake indien de opbrengstwaarde duurzaam lager is dan de boekwaarde van het actief. In dit geval is een afwaardering van het actief noodzakelijk. BUITENLANDS VALUTARISICO Het risico dat een verlies ontstaat door een negatieve verandering in de buitenlandse valutakoersen. CAPITAL AT RISK (CAR) De capital at risk is het maximale negatieve effect op de economische waarde van ING Groep onder normale marktomstandigheden op basis van een tijdshorizon van één jaar. CaR wordt berekend op basis van een betrouwbaarheidsniveau van 90%. CERTIFICAAT VAN AANDELEN Certificaten van gewone en van preferente aandelen, uitgegeven door de Stichting, in ruil voor gewone en preferente aandelen uitgegeven door ING Groep N.V. COLLATERALIZED DEBT OBLIGATION (CDO) Een soort ‘asset backed security’ welke beleggers blootstelling verschaft aan het kredietrisico van een groep vastrentende waarden. COLLATERALISED LOAN OBLIGATION (CLO) Een soort CDO waarbij zekerheid voornamelijk wordt verschaft door onderpand bestaande uit vorderingen van commerciële leningen. COMMERCIAL PAPER Een schuldbewijs (uitgegeven door financiële instellingen of grote ondernemingen) met een zeer korte tot korte looptijd (gewoonlijk 2 tot 30 dagen en niet meer dan 270 dagen) en welke niet gedekt is. COMPLIANCE RISICO Het risico dat de reputatie van ING wordt aangetast, doordat toepasselijke wet- en regelgeving, intern beleid en procedures en ethische standaarden niet worden nageleefd. CONCENTRATIES Er is sprake van een concentratie van kredietrisico wanneer een verandering in economische, industriële en geografische factoren op soortgelijke wijze groepen van tegenpartijen, wiens gezamenlijke obligo ten opzichte van het totale obligo van ING Groep materieel is, beïnvloedt. CONVERTEERBARE OBLIGATIES Converteerbare obligaties zijn obligaties die in combinatie met een optierecht worden uitgegeven door ondernemingen. De houder heeft het recht om op een bepaald moment in de toekomst tegen een bepaalde koers een converteerbare obligatie om te wisselen voor aandelen in de uitgevende onderneming. Een converteerbare obligatie is vaak opeisbaar. Dit betekent dat deze op een bepaald moment in de toekomst tegen een bepaalde prijs kan worden teruggekocht door de uitgevende onderneming. Wanneer de obligaties worden opgeëist heeft de houder de mogelijkheid om de obligaties te converteren vóór het moment van terugkoop. CONVEXITEIT De niet-lineaire relatie tussen wijzigingen in de rente enerzijds en in obligatiekoersen/netto contante waarde anderzijds. Convexiteit is een zeer belangrijke maatstaf bij portefeuilles met al dan niet expliciete optierechten (‘embedded options’). DEELNEMING Deelnemingen zijn entiteiten waarin ING Groep in het algemeen tussen de 20% en 50% zeggenschap heeft, of waarop de Groep op andere wijze significante invloed kan uitoefenen, maar waarin de Groep geen overheersende zeggenschap heeft.
DEFINED BENEFIT PLAN Een defined benefit plan is een pensioenregeling, anders dan een defined contribution plan. DEFINED CONTRIBUTION PLAN Een defined contribution plan betreft een pensioenregeling waarbij de onderneming een vaste bijdrage betaalt aan een aparte entiteit (een fonds). De onderneming heeft geen wettelijke of feitelijke verplichtingen om aanvullende bijdragen te betalen als het fonds niet voldoende middelen heeft om aan alle huidige en toekomstige employee benefits te voldoen. DELTA HEDGE De delta hedge minimaliseert het risico dat voortvloeit uit optie- en aandelenregelingen door een bepaald aantal (certificaten van) aandelen aan te houden. Het risico wordt elk kwartaal beoordeeld en waar nodig worden aandelen gekocht in de markt of van werknemers. DEPOSITOCERTIFICATEN Verhandelbare schuldbewijzen aan toonder met een korte looptijd uitgegeven door banken. DERIVATEN Derivaten zijn financiële instrumenten en bestaan met name uit termijncontracten, futures, opties en swaps, waarvan de waarde is gebaseerd op een onderliggende waarde, index of referentiekoers. DISCRETIONAIRE WINSTDELING Een contractueel recht om aanvullend op een gegarandeerde uitkering bijkomstige voordelen te ontvangen, die waarschijnlijk een significant deel zijn van de totale contractuele voordelen en waarvan de hoogte en het tijdstip contractueel bepaald worden door de verzekeraar. Deze uitkering is contractueel gebaseerd op prestaties van een specifiek gemeenschappelijk fonds of van een bepaald contract, de (on)gerealiseerde beleggingsresultaten van een gemeenschappelijk fonds of activa aangehouden door de verzekeraar of de winst van de onderneming, het fonds of een andere onderneming die het contract heeft uitgegeven. DOCHTERMAATSCHAPPIJ Een maatschappij: t waarin de rechtspersoon of een of meer van zijn dochtermaatschappijen, al dan niet krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering kan uitoefenen; of t waarvan de rechtspersoon of een of meer van zijn dochtermaatschappijen lid of aandeelhouder zijn en, al dan niet krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de bestuurders of van de commissarissen kan benoemen of ontslaan. EFFECTIEVE-RENTEMETHODE Een methode om de geamortiseerde kostprijs van een financieel actief of passief te bepalen en de rentebaten of rentelasten toe te rekenen aan de relevante periode. EARNINGS AT RISK (EAR) EaR meet het effect van veranderingen in de marktprijzen op de winst onder IFRS, op basis van een periode van één jaar. ECONOMISCH KAPITAAL Economisch kapitaal is het minimale kapitaal dat benodigd is om onverwachte verliezen op te vangen in ernstige stresssituaties. Vanwege de beoogde kredietrating AA voor ING Groep wordt voor het vereiste economische kapitaal gerekend met een betrouwbaarheidsniveau van 99,95%.
ING Groep Jaarverslag 2008
291
2.4 Additionele informatie Financiële begrippenlijst (vervolg)
EIGEN AANDELEN Aandelen ingekocht door de uitgevende instelling of een van de groepsmaatschappijen. ELIMINATIE Eliminatie is een proces waarbij de transacties tussen groepsmaatschappijen onderling met elkaar worden afgestemd en gesaldeerd, waardoor zowel activa, passiva, baten als lasten niet te hoog worden voorgesteld. EMBEDDED VALUE De embedded value is de contante waarde van alle toekomstige kasstromen van de contracten welke op dit moment worden aangehouden (embedded value houdt geen rekening met toekomstige verkopen). De gehanteerde disconteringsvoet is gelijk aan de WACC. EMBEDDED VALUE WINST (EVP) De embedded value winst is een verandering in de embedded value over een bepaalde periode en boven een bepaald bedrag gerelateerd aan het afwikkelen van de disconteringsvoet. EMPLOYEE BENEFITS Iedere vorm van beloning die door een onderneming in ruil voor bewezen diensten van (voormalige) werknemers wordt gegeven. FINANCIËLE LEASE Een leasecontract waarbij feitelijk alle risico’s en beloningen die samenhangen met het eigendom van een activum aan de lessee zijn overgedragen. Het is hierbij mogelijk dat het eigendom uiteindelijk wordt overgedragen. FINANCIEEL ACTIEF Elk actief dat bestaat uit: t een overeengekomen recht om liquide middelen of een ander financieel actief van een andere onderneming te ontvangen; t een contractueel overeengekomen recht om financiële instrumenten met een andere onderneming te ruilen onder voorwaarden die potentieel voordelig zijn; of t een eigen vermogensinstrument van een andere onderneming.
GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS Het bedrag waarvoor financiële activa of verplichtingen bij eerste verwerking worden gewaardeerd minus aflossingen, plus of minus de cumulatieve afschrijving gebruikmakend van de effectieve-rentemethode voor het verschil tussen het oorspronkelijke bedrag en het bedrag op de vervaldatum, en minus bijzondere waardeverminderingen of niet ontvangen bedragen. GEBOEKTE BRUTO PREMIES Het totaal van geboekte premies (al dan niet verdiend) in een bepaalde periode voor verzekerings- en herverzekeringscontracten (met inbegrip van deposito’s voor beleggingscontracten met een beperkt of geen levensverzekeringskarakter) met inbegrip van de afgegeven herverzekeringspremies. GEBOEKTE NETTO PREMIES De geboekte bruto premies verminderd met de afgegeven herverzekeringspremies in een bepaalde periode. GECOMBINEERDE RATIO De som van de schaderatio en de kostenratio van een schade- of herverzekeringsmaatschappij. Een gecombineerde ratio van meer dan 100% betekent niet noodzakelijkerwijs dat er sprake is van een verlies met betrekking tot schadeverzekeringen, omdat aan het resultaat ook opbrengsten uit beleggingen worden toegerekend. GELDMARKTRISICO Geldmarktrisico ontstaat wanneer ING kortlopende betaaltegoeden bij een tegenpartij plaatst met als doel een liquiditeitsoverschot te beheren. In beginsel zijn geldmarktdeposito’s kortlopend van aard (1 à 7 dagen is gangbaar). Blijft de tegenpartij in gebreke, dan kan ING de geplaatste tegoeden verliezen. Het geldmarktrisico wordt derhalve eenvoudigweg gemeten als de nominale waarde van het tegoed. GEWOON AANDEEL Een eigen vermogen instrument dat achtergesteld is ten opzichte van alle andere eigen vermogen instrumenten. Gewone aandelen delen pas in de nettowinst van het verslagjaar na alle andere soorten aandelen, zoals preferente aandelen.
FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP Die financiële activa, niet zijnde derivaten, die zijn aangewezen als beschikbaar voor verkoop of die niet worden gerubriceerd als (a) kredieten, (b) tot einde looptijd aangehouden beleggingen, of (c) financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat.
HANDELSPORTEFEUILLE In de handelsportefeuille worden financiële instrumenten opgenomen die worden aangehouden om op korte termijn transactieresultaten te behalen, om transacties voor rekening van cliënten te vergemakkelijken of om andere posities in de handelsportefeuille af te dekken.
FINANCIËLE INSTRUMENTEN Financiële instrumenten zijn overeenkomsten die leiden tot een financieel actief bij een onderneming en een financiële verplichting of een eigen-vermogens-instrument bij een andere onderneming.
HERVERZEKERING De praktijk, waarbij de ene partij, de herverzekeraar, er in toestemt om in ruil voor een premie een andere partij, de verzekeraar of cederende onderneming, schadeloos te stellen voor een gedeelte of de gehele verplichting met betrekking tot een of meerdere verzekeringscontracten uitgegeven door de verzekeraar. De verzekeraar wordt ook de oorspronkelijke of primaire verzekeraar genoemd, de ‘direct writing company’ of de cederende onderneming.
FINANCIËLE VERPLICHTING Elk contractueel overeengekomen verplichting om: t liquide middelen of een ander financieel actief aan een andere onderneming over te dragen; of t financiële instrumenten te ruilen met een andere onderneming onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn. FUTURES Futures zijn verplichtingen om valuta of andere financiële instrumenten te kopen of te verkopen op een van te voren vastgesteld toekomstig tijdstip. Beursen treden op als intermediairs en vereisen dagelijkse afrekeningen in contanten en storting van zekerheden.
ING Groep Jaarverslag 2008
292
HISTORISCHE SIMULATIE Een model om de Value at Risk te berekenen waarbij aangenomen wordt dat toekomstige veranderingen in de risicofactoren dezelfde verdeling zullen hebben als wanneer deze in het verleden zouden hebben plaatsgevonden waarbij rekening wordt gehouden met het niet-lineaire gedrag van financiële producten. INDIRECTE OPBRENGSTWAARDE De contante waarde van de geschatte verwachte toekomstige kasstromen die voortvloeien uit het voortdurende gebruik van een activum en uit de verkoop hiervan aan het einde van de levensduur.
INTERN RENDEMENT Intern rendement is de disconteringsvoet waartegen de contante waarde van de uitkeerbare resultaten van de nieuwe productie worden berekend (m.a.w. het verwacht resultaat op de investeringen in nieuwe productie).
LANDENRISICO Het risico dat een buitenlandse overheid om financiële redenen (transfer risico) dan wel andere redenen (politiek risico) niet aan haar verplichtingen voldoet of de betalingsopdrachten van debiteuren blokkeert.
IN THE MONEY Een call optie is ‘in the money’ als de uitoefenprijs lager is dan de prijs van de onderliggende waarde; een put optie is ‘in the money’ als de uitoefenprijs hoger is dan de prijs van de onderliggende waarde.
LATENTE BELASTINGVERPLICHTINGEN De in de toekomst te betalen belastingsbedragen in verband met tijdelijke waarderingsverschillen tussen de boekwaarde van activa en vreemd vermogen volgens de jaarrekening en de fiscale boekwaarde. Hierbij worden belastingtarieven gehanteerd die naar verwachting van toepassing zijn in de periode waarin de activa en het vreemde vermogen worden gerealiseerd of afgewikkeld.
INVLOED VAN BETEKENIS Invloed van betekenis is de macht om deel te nemen aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, maar houdt geen overheersende zeggenschap in over het betreffende beleid. Invloed van betekenis kan worden verkregen door aandeelhouderschap of andere statutaire en/of contractuele bepalingen. JOINT VENTURE Een contractuele overeenkomst waarbij twee of meer partijen een economische activiteit ondernemen en waarbij er sprake is van gedeelde zeggenschap. KAPITAALKOSTEN De kosten gerelateerd aan het eigen kapitaal. Deze kunnen gesplitst worden kosten voor vermogen, hybride leningen en schulden, waarbij rekening wordt gehouden met een target leverage. KERNKAPITAALEFFECTEN ZONDER STEMRECHT De Kern Tier-1 effecten welke uitgegeven zijn aan de Nederlandse overheid in oktober 2008 voor een totaalbedrag van EUR 10 miljard. Deze kapitaalstorting kwalificeert als Kern Tier-1 kapitaal voor toezichtsdoeleinden. KERNSCHULD Investeringen in ING Groep dochtermaatschappijen minus het kapitaal van de houdstermaatschappij inclusief hybride kapitaal. KOSTENRATIO Verzekeringstechnische kosten uitgedrukt als percentage van de netto geboekte premie. KREDIETINSTELLINGEN Kredietinstellingen zijn alle instellingen die onderhevig zijn aan bancair toezicht door centrale banken. Onder toezicht vallen ook hypotheekbanken, kapitaalmarktinstellingen, multilaterale ontwikkelingsbanken en het Internationaal Monetair Fonds (IMF). KREDIETRISICO Kredietrisico is het risico van een verlies door het in gebreke blijven van een debiteur (inclusief obligatie-emittenten) of een tegenpartij. Kredietrisico’s ontstaan bij de lening, pre-settlement en beleggingsactiviteiten alsmede bij de handelsactiviteiten van ING Groep. Kredietrisicobeheer wordt ondersteund door speciaal daarvoor ingerichte kredietrisico-informatiesystemen en interne ratingmethoden voor debiteuren en tegenpartijen. KREDIETVERLENINGSRISICO Kredietverleningsrisico ontstaat wanneer ING een lening verstrekt aan of garanties afgeeft namens een klant. Onder deze meest voorkomende risicocategorie vallen onder andere termijnleningen, hypotheken, doorlopend krediet, bankschulden, garanties, kredietbrieven etc. Het risico wordt berekend tegen de nominale waarde van de financiële verplichting die de klant aan ING moet terugbetalen, exclusief eventuele opgebouwde en onbetaalde rente, of amortisaties van kostenopslag danwel kortingen.
LIQUIDITEITSRISICO Liquiditeitsrisico is het risico dat ING Groep of een van haar dochterondernemingen niet op het gewenste moment tegen redelijke kosten aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. MARKET VALUE AT RISK (MVAR) Met de berekeningsmethode market-value at risk wordt gemeten hoeveel de marktwaarde van de balans daalt door financiële marktbewegingen, bij een betrouwbaarheidsinterval van 99,95% en een tijdshorizon van één jaar. MARKTRISICO Marktrisico is het risico van verlies als gevolg van nadelige bewegingen in marktvariabelen zoals aandelenkoersen, vastgoedprijzen, rentetarieven en valutakoersen. MINDERHEIDSBELANGEN Het deel van het nettoresultaat en het netto vermogen van een dochtermaatschappij dat betrekking heeft op een belang dat niet direct of indirect in handen is van de moedermaatschappij. MONETAIRE ACTIVA EN PASSIVA Monetaire activa en passiva zijn activa en passiva die, uit hoofde van een contract of op een andere wijze, een vast aantal valutaeenheden representeren. Voorbeelden zijn liquide middelen, kort- en langlopende rekeningen en schuldpapier te ontvangen of te betalen in liquiditeiten. MONOLINER Een financiële instelling welke alleen in één specifiek onderdeel van de financiële bedrijfstak opereert. MONTE CARLO-SIMULATIE Een Monte Carlo-simulatie is een model om de Value at Risk te berekenen waarbij ervan uit wordt gegaan dat veranderingen in risicofactoren (gemeenschappelijk) normaal verdeel zijn waarbij rekening wordt gehouden met het niet-liniair gedrag van financiële instrumenten. MORTGAGE BACKED SECURITIES (MBS) Gebundelde hypotheekleningen of ‘Mortage-Backed Securities’ zijn effecten waarvan de kasstromen worden gedekt door de hoofdsom en/of de rentebetalingen van een verzameling hypotheken. NAAR RISICO GEWOGEN ACTIVA ONDER BASEL I Activa welke gewogen worden voor het kredietrisico volgens de formule gehanteerd door de Nederlandsche Bank, welke overeenkomt met de richtlijnen voor het aanhouden van voldoende kapitaal van BIS (Bank of International Settlements). Op en niet op de balans opgenomen items zijn gewogen voor het risico, waarbij niet op de balans opgenomen items omgerekend zijn per soortgelijke balansposten (gebruikmakend van conversiefactoren) voor dat een risicoweging is s toegepast.
KWALIFICEREND ACTIEF (IN DE ZIN VAN RENTELASTEN) Een kwalificerend actief is een actief waarvoor noodzakelijkerwijs een aanzienlijke periode benodigd is om het actief gereed te maken voor gebruik of verkoop. ING Groep Jaarverslag 2008
293
2.4 Additionele informatie Financiële begrippenlijst (vervolg)
NAAR RISICO GEWOGEN ACTIVA ONDER BASEL II Activa welke gewogen worden voor het krediet- en marktrisico in overeenstemming met de Basel II methodologie. De risicogewogen activa zijn berekend gebruikmakend van interne modellen welke goedgekeurd zijn door de Nederlandsche Bank. Toezichthoudende kapitaalvereisten voor operationeel risico zijn berekend waarbij geen rekening is gehouden met risicogewogen activa. NET PRESENT VALUE (NPV) AT RISK Met de NPV (netto contante waarde) at risk wordt de verandering in de waarde van de toekomstige kasstromen als gevolg van rentewijzigingen uitgedrukt in een huidige monetaire waarde. NETTOVERMOGENSWAARDE De nettovermogenswaarde is een vorm van de vermogensmutatiemethode. De initiële nettovermogenswaarde van het kapitaalbelang wordt bepaald op basis van de reële waarde van de verkregen activa en passiva. Na de initiële waardering van de activa en passiva tegen de reële waarde, worden de activa en passiva van het kapitaalbelang op basis van de grondslagen van de moedermaatschappij gewaardeerd. In de winst-en-verliesrekening van de moedermaatschappij wordt het aandeel in het resultaat van de deelneming opgenomen.
OPERATIONEEL RISICO Operationeel risico vloeit voort uit directe of indirecte verliezen als gevolg van inadequate of tekortschietende interne processen, mensen en systemen, of door externe gebeurtenissen. OPTIECONTRACTEN Optiecontracten geven de koper, na betaling van een premie, het recht, maar niet de verplichting, om een financieel instrument of valuta te kopen of te verkopen binnen een vooraf overeengekomen termijn tegen een contractprijs, die kan worden verrekend in contanten. Bij geschreven opties is ING Groep onderhevig aan marktrisico, maar niet aan kredietrisico, omdat de tegenpartij al aan haar verplichtingen heeft voldaan door het betalen van een premie. OUT OF THE MONEY Een call optie is ‘out of the money’ als de uitoefenprijs hoger is dan de prijs van de onderliggende waarde. Een put optie is ‘out of the money’ als de uitoefenprijs lager is dan de prijs van de onderliggende waarde. OVERHEERSENDE ZEGGENSCHAP (‘CONTROL’) Overheersende zeggenschap (‘control’) is de macht om het financiële en operationele beleid van een onderneming te sturen teneinde voordelen uit haar activiteiten te verwerven.
NIEUWE PRODUCTIE Nieuwe productie van levensverzekeringen, gemeten als Annual Premium Equivalent (APE), is het totaal van de jaarlijkse premies en 10% van afzonderlijke premies ontvangen uit de bedrijfsvoering in een bepaalde periode.
OVER-THE-COUNTER INSTRUMENT Niet-gestandaardiseerd financieel instrument dat niet op een beurs wordt verhandeld, maar rechtstreeks tussen marktpartijen.
NOTIONAL AMOUNTS De notional amounts geven de rekeneenheden weer die met betrekking tot derivaten de verhouding weergeven met de onderliggende waarden van de activa. Deze notional amounts geven echter niet de kredietrisico’s als gevolg van derivatentransacties aan.
POST-EMPLOYMENT BENEFIT PLANS (VERGOEDINGEN NA UITDIENSTTREDING) Formele of informele overeenkomsten waarbij een onderneming aan één of meerdere werknemers na uitdiensttreding vergoedingen versterkt. Vergoedingen na uitdiensttreding betreffen employee benefits, met uitzondering van ontslaguitkeringen, die verschuldigd zijn na beëindiging van het dienstverband.
ONDER DRUK STAANDE BELEGGINGEN Onder druk staande beleggingen worden gedefinieerd als ABS-posities, Alt-A ABS-posities, CDO/CLO’s, SIV, ABCP beleggingen, leverage finance en posities op monoliners. ONDERHANDSE LENING Onderhandse leningen aan overheden, andere publieke organen, openbare nutsbedrijven, ondernemingen, overige instellingen of individuen met een leningovereenkomst als enig eigendomsrecht. ONDERHANDSE PLAATSING Een emissie, waarbij de nieuw uitgegeven aandelen of obligaties in bezit komen van een gelimiteerd aantal inschrijvers die de nieuwe effecten willen kopen. ONHERROEPELIJKE ACCREDITIEVEN Een onherroepelijk accreditief betreft een verplichting om ten behoeve van cliënten onder bepaalde voorwaarden betalingen te verrichten bij ontvangst van een bepaald document of een wissel. Een onherroepelijk accreditief kan niet door de bank worden opgezegd of aangepast gedurende de looptijd van de overeenkomst tenzij alle betrokkenen hiermee instemmen. ONHERROEPELIJKE FACILITEITEN Onherroepelijke faciliteiten bestaan voornamelijk uit faciliteiten die zijn toegezegd aan zakelijke klanten, maar waarop nog geen beroep is gedaan en toezeggingen tot het aankopen van nog door overheden en private instellingen uit te geven effecten. OPERATING LEASE Een leasecontract welke niet voldoet aan de definitie van een financiële lease.
ING Groep Jaarverslag 2008
294
PREFERENTE AANDELEN Een preferent aandeel is soortgelijk aan een gewoon aandeel, maar heeft bepaalde voorkeursrechten. Deze rechten hebben veelal betrekking op een gegarandeerd vast (cumulatief) dividend of een gegarandeerd rendement op de investering van de aandeelhouder. PRE-SETTLEMENTRISICO Pre-settlement risico ontstaat als een tegenpartij nog vóór de afhandeling van een transactie in gebreke blijft en ING de overeenkomst moet vervangen door een transactie met een andere tegenpartij aan te gaan, tegen de dan geldende (mogelijk ongunstige) marktkoers. Het presettlement risico (potentieel of verwacht) betreft de kosten van de vervanging van een transactie in de markt. Deze categorie kredietrisico gaat vooral gepaard met dealingroom-producten zoals opties, swaps en effecten-financieringstransacties. Bij een wederzijdse waarde-uitwisseling is het uitstaande bedrag over het algemeen gebaseerd op de vervangingswaarde (tegen marktwaarde) plus potentiële toekomstige volatiliteit, waarbij gebruik wordt gemaakt van een historische tijdshorizon van zeven jaar en een betrouwbaarheidsniveau van 99%. PROJECTED UNIT CREDIT METHOD Een actuariële waarderingsmethode, waarbij ieder dienstjaar recht geeft op een afzonderlijke aanspraak en iedere aanspraak in aanmerking wordt genomen bij het bepalen van de uiteindelijke verplichting. REALISEERBARE WAARDE De netto verkoopprijs van een actief of de hogere gebruikswaarde. REËLE WAARDE Het bedrag waarvoor een actief of passief op balansdatum op een reële economische basis tussen goed geïnformeerde en bereidwillige partijen kan worden verhandeld (‘at arm’s length’).
RENDEMENT OP EIGEN VERMOGEN Het rendement op het eigen vermogen is het nettoresultaat als percentage van het gemiddelde vermogen. RENTEDRAGENDE INSTRUMENTEN Een rentedragend instrument is een financieel actief of passief waarvoor een tijdsafhankelijke vergoeding wordt betaald, in verhouding tot een bepaalde nominale waarde. RENTEKORTING Winstdeling bij levensverzekeringen. Een aan de polishouder verleende korting, die gebaseerd is op de contante waarde van het verschil tussen de rekenrente gebruikt voor het berekenen van de premie en het verwachte rendement op beleggingen. De winstdeling wordt verstrekt in de vorm van een lagere premie, die is gerelateerd aan het rendement op overheidspapier. RENTERISICO Risico dat de marktrente significant meer zal stijgen dan de rente die ontvangen wordt op de beleggingen zoals obligaties wat resulteert in een lagere marktwaarde. RISK ADJUSTED RETURN ON CAPITAL (RAROC) Een performancemaatstaf welke de omzet meet in relatie tot het risico dat genomen moest worden om die omzet te behalen. RAROC wordt berekend door het rendement, aangepast voor het risico, te delen door het economisch kapitaal. In de RAROC-berekening wordt de huidige voorziening voor kredietrisico vervangen door de statistisch verwachte verliezen welke de gemiddelde kredietverliezen over de gehele looptijd weergeven. SCHADE Een verzoek om uitkering op een polis naar aanleiding van een verzekerde gebeurtenis, zoals overlijden of invaliditeit van de verzekerde, de afloop van een levensverzekering, ziektekosten, vernietiging of beschadiging van eigendommen en daaraan gerelateerde ongevallen of overlijden, gebreken aan, pandrechten of aanspraken op de eigendomstitel van onroerend goed of een borgverlies. SCHADERATIO De schaderatio betreft de schaden, inclusief de schadebehandelingskosten, uitgedrukt als percentage van de netto verdiende premie. SCHATKISTPAPIER In het algemeen korte termijn schuldbewijzen uitgegeven door een centrale overheid. Certificaten van Nederlands schatkistpapier worden beschouwd als Nederlands schatkistpapier. SETTLEMENT-RISICO Settlement-risico ontstaat wanneer waarden (fondsen, instrumenten of goederen en grondstoffen) worden uitgewisseld op dezelfde of verschillende valutadata en de ontvangst niet wordt geverifieerd of verwacht voordat ING haar eigen deel van de transactie heeft voldaan of geleverd. Het risico bestaat derhalve dat ING levert, maar geen leverantie van de tegenpartij ontvangt. SUB-PRIME MORTGAGES Hypotheken verstrekt aan hypotheeknemers die geen normale hypotheek kunnen krijgen omdat zij een aantekening in het kredietregister of een beperkt inkomen hebben. SWAPCONTRACTEN Swap-contracten zijn verplichtingen om contanten op een van te voren vastgesteld toekomstig tijdstip te verrekenen, gebaseerd op verschillen tussen specifieke financiële indices met betrekking tot de nominale hoofdsommen. In het algemeen vindt op contractdatum geen verrekening van contanten plaats en worden door geen van beide partijen hoofdsommen uitgewisseld.
TERMIJNCONTRACTEN Termijncontracten zijn verplichtingen om valuta of andere financiële instrumenten te kopen of verkopen op een van te voren vastgesteld toekomstig tijdstip. TIER-1 KAPITAAL Het Tier-1 kapitaal wordt ook wel aangeduid als kernkapitaal van ING Bank. Het bevat het volgestorte aandelenkapitaal, alle reserves uitgezonderd de herwaarderingsreserve, het fonds voor algemene bankrisico’s, ingehouden winsten en het belang van derden. TIER-1 RATIO De Tier-1 ratio geeft het Tier-1 kapitaal van ING Bank weer als percentage van haar totale risico gewogen activa. De Nederlandsche Bank heeft bepaald dat dit minimaal 4% moet zijn. TOTALE BATEN EN ONDERLIGGENDE RESULTAAT Het verschil tussen de totale baten en het onderliggend resultaat wordt veroorzaakt door desinvesteringen en speciale items. TOT EINDE LOOPTIJD AANGEHOUDEN BELEGGINGEN Financiële activa, niet zijnde derivaten, met vaste of vooraf bepaalde betalingen en een vastgelegde vervaldatum waarvoor de Groep de intentie en mogelijkheid heeft om deze tot het einde van de looptijd aan te houden anders dan die activa: (a) die bij eerste verwerking zijn aangewezen als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, (b) die zijn aangewezen als beschikbaar voor verkoop (c) die voldoen aan de definitie van kredieten. TRANSFERRISICO Risico op een verlies door restricties om valuta om te wisselen opgelegd door een buitenlandse overheid wat het onmogelijk maakt om geld over te maken naar uit buitenlands. VALUE AT RISK (VAR) De value at risk maatstaf kwantificeert, met een eenzijdige betrouwbaarheidsniveau van tenminste 99%, de maximale ééndagsverliezen in de netto contante waarde die kunnen optreden ten gevolge van veranderingen in risicofactoren (zoals rentetarieven, vreemde valutakoersen, aandelenkoersen, creditspreads, impliciete volatiliteit) als de posities één dag onveranderd blijven. VARIANCE-COVARIANCE Een model om de Value at Risk te berekenen. Hierbij wordt verondersteld dat alle risicofactoren (gemeenschappelijk) normaal verdeeld zijn en dat de verandering van de waarde van de portefeuille lineair afhankelijk is van alle veranderingen van de risicofactoren. VERDIENDE PREMIES Het gedeelte van de geboekte nettopremies in de huidige en voorgaande perioden, dat betrekking heeft op het verstreken deel van de looptijd van de polis, berekend door de mutaties in de voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico’s in mindering te brengen op de nettopremies. VERDISCONTEERDE WISSELS Wissels die onder aftrek van interest zijn verkocht en de eigenaar het recht geven om op een bepaalde datum een bepaald geldbedrag te ontvangen. VERWERKING Verwerking is het proces van opname in de balans en winst-enverliesrekening van een post die aan de definitie van een element en aan de volgende criteria voldoet: t het is waarschijnlijk dat enig aan die post verbonden toekomstig economisch voordeel aan de onderneming zal toevloeien of gepaard zal gaan met een uitstroom; en t de post heeft een kostprijs of waarde waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld.
ING Groep Jaarverslag 2008
295
2.4 Additionele informatie Financiële begrippenlijst (vervolg)
VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN Voorwaardelijke verplichtingen betreft toezeggingen of risico’s, waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze resulteren in een uitstroom uit ING Groep van middelen. De onderliggende waarde van deze verplichtingen is niet als vreemd vermogen in de balans verantwoord. Voor deze producten, vertegenwoordigt de onderliggende waarde het maximaal potentiële kredietrisico voor ING Groep, verondersteld dat al haar tegenpartijen hun contractuele verplichtingen niet meer zouden nakomen en alle bestaande zekerheden geen waarde zouden hebben. WAARDECREATIE Waardecreatie wordt gemeten als de economische winst (met betrekking tot non-life, asset management en banking activiteiten) en embedded value winst (met betrekking tot life en long term heath activiteiten). WARRANT Een financieel instrument dat de houder ervan het recht geeft gewone aandelen te kopen. WEIGHTED AVERAGE COST OF CAPITAL (WACC) De weighted average cost of capital wordt gebruikt als disconteringsvoet voor het berekenen van de contante waarde van de kasstromen.
ING Groep Jaarverslag 2008
296
Algemene informatie ING-Publicaties – Jaarverslag, in het Nederlands en Engels – Annual Report on Form 20-F, in het Engels (volgens SEC-richtlijnen) Deze publicaties zijn beschikbaar op internet: www.ing.com. De publicaties kunnen worden aangevraagd op internet: www.ing.com, onder ‘Publicaties’, per fax: 0411 652125 of per post: Postbus 258, 5280 AG Boxtel. In dit jaarverslag zijn opgenomen het Verslag van de Raad van Bestuur en het Bericht van de Raad van Commissarissen, alsmede de Jaarrekening. Dit Jaarverslag is een vertaling van het Engelstalige Annual Report. In geval van strijdigheid tussen de Engelstalige en de Nederlandstalige versie is het Engelstalige Annual Report leidend. ING Groep N.V. Amstelveenseweg 500, 1081 KL Amsterdam Postbus 810, 1000 AV Amsterdam Telefoon: 020 5415411 Fax: 020 5415444 Handelsregister Amsterdam, nr. 33231073
Juridische kennisgeving In dit jaarverslag zijn verwachtingen over toekomstige gebeurtenissen opgenomen. Deze verwachtingen zijn gebaseerd op de huidige inzichten en veronderstellingen van het management met betrekking tot bekende en onbekende risico’s en onzekerheden. De feitelijke resultaten, prestaties of andere omstandigheden kunnen in meer dan geringe mate afwijken van de uitgesproken verwachtingen als gevolg van wijzigingen in onder meer (i) de algemene economische omstandigheden, vooral in voor ING belangrijke markten, (ii) veranderingen in de beschikbaarheid van, en kosten verbonden aan, liquiditeitsbronnen zoals interbancaire kredietverlening, alsmede de omstandigheden op de kredietmarkten in het algemeen, waaronder veranderingen in de kredietwaardigheid van kredietnemers en andere tegenpartijen, (iii) de frequentie en ernst van verzekerde schadegevallen, (iv) de sterfte-, invaliditeits- en ziektecijfers en ontwikkelingen hierin, (v) het verval in portefeuilles, (vi) het rentepeil, (vii) valutakoersen, (viii) concurrentieverhoudingen, (ix) wijzigingen in wet- en regelgeving en (x) het beleid van overheden en/of regelgevende toezichthouders. ING acht zich niet verplicht de in dit document opgenomen toekomstverwachtingen op enig moment te actualiseren.
REDACTIE EN PRODUCTIE ING Groep N.V. Corporate Communicatie, Amsterdam ONTWERP Addison Corporate Marketing, Londen DRUKWERK PlantijnCasparie Capelle a/d IJssel
ING Groep Jaarverslag 2008
297
228495
ING Groep N.V. Amstelveenseweg 500 1081 KL Amsterdam Postbus 810, 1000 AV Amsterdam Telefoon: 020 5415411 Fax: 020 5415444 Internet: www.ing.com Handelsregister Amsterdam, nr. 33231073
Het logo van de Forest Stewardship Council (FSC) geeft aan dat het voor deze oproep gebruikte hout uit bossen komt die worden beheerd volgens strikte milieu-, sociale en economische normen.
WWW.ING.COM WWW.ING.CO