ING Groep Jaarverslag 2009
Back to Basics
1.1 Ons profiel
In dit verslag 1.1 Ons profiel Kerncijfers ING in het kort Bericht van de voorzitter Het aandeel ING
3 4 6 8
> ING rapporteert in 2009 onderliggende nettowinst van EUR 748 miljoen
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur ING en het financiële klimaat Strategie Verantwoord ondernemen Kapitaalbeheer Risicobeheer Samenvatting Bank Retail Banking ING Direct Commercial Banking Samenvatting Verzekeringen Insurance Europe Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Vermogensbeheer Human resources
10 15 18 21 23 27 28 31 34 37 38 41 44 47 49
1.3 Onze governance Bericht van de Raad van Commissarissen Corporate governance Rapport Stichting ING Aandelen Rapport Stichting Continuïteit ING Conformiteitsverklaring Artikel 404 Sarbanes-Oxley-wet Remuneratierapport Ondernemingsraden
52 56 69 72 73 74 76 89
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerde balans Geconsolideerde winst-en-verliesrekening Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening Grondslagen voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht Toelichting op de geconsolideerde balans Additionele informatie bij de geconsolideerde balans Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening Gesegmenteerde informatie Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht Risicobeheer Kapitaalbeheer
92 93 94 95 96 98 116 117 152 184 197 202 203 260
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening Vennootschappelijke balans Vennootschappelijke winst-en-verliesrekening Vennootschappelijk mutatieoverzicht eigen vermogen Grondslagen voor de vennootschappelijke balans en winst-en-verliesrekening Toelichting op de vennootschappelijke balans
266 267 268 269 270
2.3 Overige informatie Accountantsverklaring Voorstel voor bestemming van het resultaat
275 276
2.4 Additionele informatie Risicofactoren RAROC performance Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank Financiële begrippenlijst Algemene informatie
2
ING Groep Jaarverslag 2009
277 292 293 313 321
> Implementatie Back to Basics: kostenbesparingen, balansverkorting, klantenfocus > Vroegtijdige terugbetaling aan Staat der Nederlanden dankzij claimemissie > Splitsing bank- en verzekeringsbedrijf (inclusief vermogensbeheer) schept duidelijk toekomstpad > ING werkt in 2010 aan verdere verbetering resultaten, ontvlechting van de activiteiten en besluitvorming inzake mogelijke transacties
Kerncijfers* Groep 2009
2008
% mutatie
2007
In overeenstemming met IFRS-EU Totale baten (x EUR miljoen) Personeelslasten en overige bedrijfslasten (x EUR miljoen) Nettoresultaat (x EUR miljoen) Winst per aandeel (x EUR) (1) Eigen vermogen per 31 december (in moederbedrijf, x EUR miljoen)
47.765 14.049 –935 –0,57 33.863
66.291 15.571 –729 –0,27 17.334
–27,9% –9,8%
76.586 15.468 9.241 3,31 37.208
Overige gegevens: Onderliggend nettoresultaat (x EUR miljoen) Eigen vermogen per gewoon aandeel per 31 december (x EUR) Dividend per gewoon aandeel (x EUR) Verhouding schuld/eigen vermogen per 31 december Beurswaarde per 31 december (x EUR miljard)
748 8,95 – 12,4% 26
–304 8,55 0,74 13,5% 15
95,4%
4,7%
73,3%
8.816 17,73 1,48 9,5% 60
ING Groep stelt haar resultaat vast met gebruikmaking van een non-GAAP-maatstaf, genoemd ‘onderliggend resultaat’. Het onderliggend resultaat wordt afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU, exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten. Resultaten in het verleden zijn herberekend om een vergelijkbare serie op te stellen. In de onderliggende resultaten over de jaren 2007, 2008 en 2009 zijn niet de resultaten opgenomen van desinvesteringen die in 2009 zijn afgerond. Zie de tabel op pagina 13 en toelichting nr. 51 ‘Operationele segmenten’ in de Jaarrekening voor de aansluiting tussen IFRS en onderliggend resultaat. Bankbedrijf Totale onderliggende baten (x EUR miljoen) Onderliggend netto-renteresultaat (x EUR miljoen) Onderliggende bedrijfslasten (x EUR miljoen) Onderliggende toevoeging aan voorziening voor dubieuze debiteuren (x EUR miljoen) Onderliggend nettoresultaat (x EUR miljoen) Kernkapitaal ING Bank N.V. per 31 december Balanstotaal ING Bank N.V. per 31 december (x EUR miljard) Kernkapitaalratio bankbedrijf per 31 december (2) Risico-gewogen activa per 31 december (x EUR miljard) (2) Klantensaldi per 31 december (x EUR miljard) Nettoproductie klantensaldi (x EUR miljard) Asset leverage ratio (totale activa/eigen vermogen moedermij.) per 31 december Rentemarge (%) Onderliggende kosten/batenverhouding Onderliggende kosten/batenverhouding, exclusief marktinvloeden Medewerkers (aantal fte’s per jaarultimo)
2009
2008
% mutatie
2007
13.312 12.539 9.439 2.973 962 25.958 882 7,8% 332 1.108 21,5 27,8 1,32% 70,9% 54,4% 71.088
11.731 11.085 10.002 1.280 722 24.934 1.035 7,3% 343 1.074 89,2 35,3 1,07% 85,3% 65,4% 75.109
13,5% 13,1% –5,6% 132,3% 33,2% 4,1% –14,7%
14.614 9.061 9.522 125 3.982 23.375 994 5,8% 403 1.013
2009
2008
% mutatie
2007
30.179 3.849 –214 15.887 408 –9,4 502 4.456 9,7% 36.085
37.760 4.273 –1.026 11.892 382 6,3 804 5.944 8,8% 41.236
–20,1% –9,9%
38.803 4.228 4.834 17.911 442
–3,2% 3,2% –75,9%
–5,4%
(3)
39,0 0,94% 65,2% 66,9% 66.182
Verzekeringsbedrijf Onderliggend brutopremie-inkomen (x EUR miljoen) Onderliggende bedrijfslasten (x EUR million) Onderliggend nettoresultaat (x EUR miljoen) Eigen vermogen ING Verzekeringen N.V. per 31 december (x EUR miljoen) Klantensaldi per 31 december (x EUR miljard) Nettoproductie klantensaldi (x EUR miljard) Waarde nieuwe levenproductie (x EUR miljoen) Nieuwe omzet (APE, x EUR miljoen) Verhouding schuld/eigen vermogen per 31/12, gecorrigeerd voor desinvesteringen Medewerkers (aantal fte’s per jaarultimo), gecorrigeerd voor desinvesteringen
33,6% 6,8%
(3)
–37,6% –25,0% –12,5%
(3) (3)
13,6% 46.197
Zie toelichting nr. 49 in de Jaarrekening. (2) Naar risico-gewogen activa en (kern)tier 1-ratio’s vanaf 2008 op basis van Basel II; vóór 2008 op basis van Basel I. (3) Niet beschikbaar. (1)
* Ga naar pagina 90 voor een vijfjaarsoverzicht van de kerncijfers in overeenstemming met IFRS-EU.
ING Groep Jaarverslag 2009
3
1.1 Ons profiel
ING in het kort ONZE MISSIE
BANKBEDRIJF
Financiële producten en diensten leveren zoals de klant het wil: met uitstekende service, gebruiksgemak en tegen concurrerende tarieven. Dit klinkt door in onze missie: onze klanten goede ondersteuning bieden bij het maken van hun financiële keuzes voor de toekomst. ONS PROFIEL ING is een wereldwijde financiële instelling van Nederlandse origine en levert diensten op het gebied van bankieren, beleggen, levensverzekeringen en pensioenen die inspelen op de wensen van een brede klantengroep. Voortaan richten wij ons op onze positie als internationale retail-, direct- en zakenbank, terwijl we een optimale basis creëren voor een onafhankelijke toekomst van onze verzekeringsactiviteiten (inclusief vermogensbeheer). ONZE STRATEGIE ING gaat haar bank- en verzekeringsactiviteiten scheiden om de belangen van haar stakeholders te blijven dienen, de managementfocus te vergroten en waarde te creëren voor de aandeelhouders. Wij zijn ervan overtuigd dat dit met het oog op de wijdverbreide vraag naar meer eenvoud, betrouwbaarheid en transparantie de beste aanpak is. In de toekomst zal ING Bank haar wereldwijde positie en internationale netwerk verder uitbreiden vanuit haar vooraanstaande posities in sparen, multidistributiekanalen, eenvoudige producten en marketing. ING Verzekeringen heeft een sterke positie als wereldwijde leverancier van levensverzekeringen en pensioenen en kan daardoor uitstekend inspelen op de sociaaleconomische ontwikkelingen. We gaan ons toeleggen op het winnen van het vertrouwen van de klanten met transparante producten, waar voor hun geld en superieure service. Ons ideaal is dat sparen en beleggen in de toekomst wereldwijd veel gemakkelijker moeten worden voor de klant.
VERZEKERINGSBEDRIJF
ONZE belanghebbenden ING doet zaken op basis van duidelijke business principles. Bij alles wat wij doen, proberen we zo goed mogelijk rekening te houden met de belangen van onze verschillende belanghebbenden: klanten, medewerkers, zakenrelaties, leveranciers, de samenleving en aandeelhouders. ING streeft ernaar een maatschappelijk betrokken organisatie te zijn. VERANTWOORD ONDERNEMEN ING streeft naar een toekomst met duurzame winst vanuit duidelijke ethische bedrijfsprincipes en met respect voor alle belanghebbenden. ING wil een maatschappelijk betrokken bedrijf zijn. Alleen door professioneel en integer handelen kunnen wij het vertrouwen van onze belanghebbenden behouden en onze reputatie hooghouden. Onze gedragscode, de ING Business Principles, omvat de waarden en normen die wij nastreven, alsmede onze verantwoordelijkheden ten aanzien van maatschappij en milieu: wij hechten aan onze integriteit, zijn open en helder, respecteren elkaar en ondernemen maatschappelijk verantwoord en milieubewust. www.ing.com
SAMENSTELLING VAN DE RADEN* op 1 januari 2010
RAAD VAN BESTUUR drs. J.H.M. Hommen (66), voorzitter P.G. Flynn (49), chief financial officer drs. J.V. Timmermans (49), chief risk officer
RAAD VAN COMMISSARISSEN mr. P.A.F.W. Elverding (61), voorzitter drs. ir. J. van der Veer (62), vicevoorzitter mw. prof. dr. J.P. Bahlmann (59) drs. H.W. Breukink (60) dr. C.D. Hoffmann (67) P. Hoogendoorn RA(1) (64) drs. P.C. Klaver (2) (64) G.J.A. van der Lugt (69) H. Manwani (1) (56) A. Mehta (63) mw. J.E. Spero (65) J.P. Tai (59) ir. K. Vuursteen (1) (68) L.J. de Waal (59) (1) (2)
4
ING Groep Jaarverslag 2009
Treedt af per 27 april 2010. Voorgedragen voor herbenoeming per 27 april 2010.
Retail Banking Onder deze divisie vallen de bankdiensten voor particulieren en het midden- en kleinbedrijf in Nederland, België, Luxemburg, Polen, Roemenië, Turkije, India, Thailand en China (via het belang dat ING heeft in de Bank of Beijing). De dienstverlening omvat een aanbod van diverse producten en distributie via verschillende kanalen. Binnen volwassen markten richten wij ons op vermogensvorming, sparen en hypotheken. Hierbij ligt de nadruk op operationeel uitstekende prestaties, kostleiderschap en klanttevredenheid. In opkomende markten streven wij ernaar een prominente lokale speler te worden door eenvoudige producten van hoge kwaliteit aan te bieden.
ING Direct ING Direct richt zich op directbankieren voor klanten in Canada, Spanje, Australië, Frankrijk, de Verenigde Staten, Italië, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk. Wij leggen ons toe op vijf eenvoudige en transparante bancaire retailproducten tegen aantrekkelijke kosten: sparen, hypotheken, betaalrekeningen, beleggingsproducten en consumptieve kredieten.
Commercial Banking Deze divisie richt zich primair op grote ondernemingen in Nederland, België, Polen en Roemenië. Hier bieden wij een totaalpakket van producten, van kasbeheer tot bedrijfsfinancieringen. In andere landen hanteren wij een meer selectieve aanpak. Wij richten ons op het verwerven van een leidende positie in een aantal belangrijke productgroepen, waaronder Structured Finance, Financial Markets, Payments en Cash Management en Leasing. ING Real Estate is ook onderdeel van Commercial Banking.
Insurance Europe Is actief in Nederland, België, Luxemburg, Spanje, Griekenland, Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Turkije, Roemenië, Bulgarije en Rusland. We stemmen onze verzekerings-, beleggings- en pensioenproducten af op onze doelmarkten en distributiekanalen, en richten ons op het optimaliseren van klanttevredenheid, versnelde groei in Centraal-Europa, efficiënt kapitaalbeheer en kostenbeheersing. Tegelijkertijd springen we in op de mogelijkheden die ontstaan als gevolg van de vergrijzing.
Insurance Americas Is actief in de Verenigde Staten en LatijnsAmerika. Gemeten naar beheerd vermogen en aantal pensioenregelingen neemt ING de derde plaats in binnen het Amerikaanse segment van beschikbare premieregelingen. In Latijns-Amerika is ING de op één na grootste pensioenuitvoerder. ING biedt een uitgebreid assortiment financiële diensten voor particuliere en institutionele klanten op het gebied van pensioenen, levensverzekeringen en beleggingen.
Insurance Asia/Pacific Is actief op het gebied van levensverzekeringen, vermogensvorming en vermogensbeheer voor particuliere en institutionele klanten. ING staat hier, gemeten naar nieuwe omzet, op de tweede plaats als internationale levensverzekeraar en is actief in zeven landen. Gebaseerd op beheerd vermogen bezetten wij als vermogensbeheerder de vierde plaats en zijn we in 13 markten actief. Ons distributienetwerk van eigen adviseurs en financieel adviseurs wordt aangevuld met alternatieve kanalen waaronder tussenpersonen, verkoop via de werkgever, direct marketing en onlinedistributie.
Auditcommissie Jackson Tai, voorzitter Tineke Bahlmann Henk Breukink Piet Hoogendoorn Godfried van der Lugt Jeroen van der Veer
Remuneratiecommissie Jeroen van der Veer, voorzitter Peter Elverding Piet Klaver Joan Spero Karel Vuursteen Lodewijk de Waal
Corporate-Governance-commissie Peter Elverding, voorzitter Henk Breukink Claus Dieter Hoffmann Harish Manwani Aman Mehta Lodewijk de Waal
Risicocommissie Peter Elverding, voorzitter Tineke Bahlmann Claus Dieter Hoffmann Piet Klaver Godfried van der Lugt
Nominatiecommissie Peter Elverding, voorzitter Piet Klaver Joan Spero Jeroen van der Veer Karel Vuursteen Lodewijk de Waal
* Meer informatie over de leden van de Raad van Bestuur en over de leden van de Raad van Commissarissen vindt u op pagina 62-63 en 66-67.
ING Groep Jaarverslag 2009
5
1.1 Ons profiel
Bericht van de voorzitter Vormgeven aan onze toekomst
“We willen een bedrijf zijn dat maatschappelijke verantwoordelijk heden serieus neemt, klanten gemak biedt, medewerkers motiveert en voorspelbaar is voor aandeelhouders.” Jan Hommen, voorzitter Raad van Bestuur
Beste belanghebbende, Aanpassing van ons bedrijf aan het veranderde financiële landschap vroeg om krachtige maat regelen en ingrijpende beslissingen. Onze eerste prioriteit in 2009 was onze financiële positie versterken en het bedrijf door de crisis loodsen. We hebben het Back-to-Basics-programma geïntroduceerd en onszelf daarbij hoge doelen gesteld, die we in de loop van het jaar nog weer opwaarts hebben bijgesteld. We hebben onze balans met 18% verkort (doel was 10%), onze bedrijfslasten met EUR 1,5 miljard teruggebracht (doel was EUR 1 miljard) en ING op onderliggende basis weer winstgevend gemaakt.
2009 was een uitdagend jaar voor de financiële markten en voor ING. We zijn dan ook in het bijzonder onze klanten dankbaar voor hun niet-aflatende loyaliteit, omdat hun vertrouwen de basis van onze bedrijfsvoering vormt. Het afgelopen jaar hebben we onze portefeuille herzien met als doel om een bedrijf te vormen met minder, maar wel sterkere bedrijfsonderdelen en met een grotere onderlinge samenhang. In 2009 werden verschillende desinvesteringen aangekondigd waarvan de opbrengsten zijn of zullen worden gebruikt om de vermogenspositie van ING te versterken. De goede vooruitgang die met ons desinvesteringsprogramma is geboekt, laat zien dat de strategische hervormingen op het juiste moment zijn ingevoerd. Desinvesteringen zijn uitsluitend tegen aantrekkelijke voorwaarden uitgevoerd, wat illustreert dat we dit proces zorgvuldig en weloverwogen uitvoeren en ook een bewijs is van de waarde die in ons bedrijf aanwezig is. Een van de belangrijkste doelstellingen van Back to Basics was de complexiteit van de Groep te verminderen. Op 1 juni 2009 is een operationele splitsing in het bestuur van de Groep doorgevoerd, met een apart Bestuur Bank en een apart Bestuur Verzekeringen. Tegelijkertijd is de Raad van Bestuur teruggebracht tot drie personen: de chief executive officer, de chief financial officer en de chief risk officer. Binnen de hele Groep is het bestuursmodel aangepast aan onze strategie, hetgeen gepaard is gegaan met een grondige beoordeling van de bedrijfsprestaties, aanscherping van verantwoordelijkheden en het aanbrengen van meer focus. Back to Basics heeft uiteindelijk geresulteerd in het besluit tot volledige scheiding van onze bankactiviteiten en onze verzekeringsen vermogensbeheeractiviteiten. De behoefte aan eenvoud, in combinatie met de negatieve invloed van de financiële crisis op ING, woog zwaarder dan de voordelen van het bancassurancemodel. Op 25 november 2009 hebben onze aandeelhouders het besluit tot deze splitsing goedgekeurd. Tijdens diezelfde vergadering gaven onze aandeelhouders tevens hun goedkeuring aan een claimemissie van EUR 7,5 miljard. Deze claimemissie is 21 december 2009 met succes afgerond. Hierdoor kon ING de helft van de in 2008 van de Nederlandse
6
ING Groep Jaarverslag 2009
Staat ontvangen middelen terugbetalen (plus de opgebouwde rente van EUR 259 miljoen en een premie van EUR 346 miljoen) en tegelijkertijd de vermogenspositie verder versterken. De terugbetaling van de resterende som zal plaatsvinden uit eigen middelen. De splitsing van ons bedrijf is onderdeel van het herstructureringsplan dat wij met de Europese Commissie (EC) zijn overeengekomen om met terugwerkende kracht haar goedkeuring voor de staatssteun te verkrijgen. Dit plan behelst een groot aantal nieuwe maatregelen bovenop de reorganisatie die wij binnen het Back-toBasics-programma al hadden geïnitieerd. We hebben deze ingrijpende voorwaarden geaccepteerd, ervan uitgaande dat de EC alle door de overheid gesteunde financiële instellingen gelijk zou behandelen en zou zorgdragen voor waarborging van de gelijke concurrentieverhoudingen binnen de interne Europese markt. Echter, op basis van de bekendmaking van de herstructurerings overeenkomsten die de EC heeft afgesloten met andere door de overheid gesteunde financiële instellingen, maken wij ons zorgen dat de gelijke concurrentieverhoudingen binnen de interne Europese markt in het geding zijn. Daarom zullen we de evenredigheid van het besluit voorleggen aan de rechter, vooral voor wat betreft de restrictie inzake prijsleiderschap in bepaalde markten, evenals de manier waarop de EC de omvang van de staatssteun aan ING heeft berekend. We denken dat het in het belang is van al onze belang-hebbenden om gebruik te maken van de mogelijkheden die de wet ons biedt om het Europese Hof te laten oordelen over deze elementen in het besluit van de Europese Commissie. Vooruitkijkend zien wij een veelbelovende toekomst voor al onze bedrijfsonderdelen. We zijn ervan overtuigd dat de onderliggende basis van de bank, het verzekeringsbedrijf en de vermogensbeheeractiviteiten goed is. De bank heeft in West-Europa een sterke positie op de particuliere en zakelijke markt, is de grootste internetbank ter wereld en heeft groeiende marktkansen in Centraal- en Oost-Europa en een aantal Aziatische landen. Het verzekeringsbedrijf is een van de grootste ter wereld, is in de volwassen markten in de VS en Nederland een specialist op het gebied van levensverzekeringen en pensioenen, en heeft sterke posities in de opkomende markten van Centraal- en Oost-Europa, Azië en Latijns-Amerika. In 2010 zullen we onze operationele en commerciële prestaties verder proberen te verbeteren, de bank- en verzekeringsactiviteiten ontvlechten en bepalen wat de beste manier is om onze verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten te desinvesteren. Wij zullen dit proces met de grootst mogelijke zorg aanpakken en al het mogelijke doen om de splitsing ordelijk en evenwichtig te laten verlopen, rekening houdend met alle belanghebbenden. Met Back to Basics is de traditionele rol van financiële instellingen, tegoeden aantrekken en weer uitzetten in de economie door middel van leningen aan consumenten en bedrijven, bij ING weer voorop komen te staan in de dagelijkse praktijk. Klanten vragen om eenvoudiger producten. Dit vereist een grotere transparantie in de activiteiten van banken en verzekeringsbedrijven, vooral waar het gaat om risicospreiding en productdefinitie.
Financiële instellingen hebben een verantwoordelijkheid voor financiële educatie en het verstrekken van informatie over de eigenschappen van hun producten aan hun klanten, zodat die goed gefundeerd kunnen beslissen over hun financiële toekomst. Klanten helpen meer inzicht te krijgen in hun financiën vormt een belangrijk onderdeel van onze Business Principles en veel van de initiatieven die wij op dit punt hebben genomen, komen in dit jaarverslag aan de orde. We willen een bedrijf zijn dat maatschappelijke verantwoordelijkheden serieus neemt, klanten gemak biedt, medewerkers motiveert en voorspelbaar is voor aandeelhouders. Tineke Bahlmann, Jeroen van der Veer en Lodewijk de Waal traden in 2009 toe tot de Raad van Commissarissen. Nadat de aandeelhouders mij in april 2009 hadden benoemd tot lid van de Raad van Bestuur nam Peter Elverding mijn rol van voorzitter van de Raad van Commissarissen over. In 2010 zullen Karel Vuursteen, Piet Hoogendoorn en Harish Manwani de Raad van Commissarissen verlaten. Namens mijn collega’s in de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen wil ik mijn dankbaarheid en waardering uitspreken voor de bijdrage die zij hebben geleverd aan ING. In april 2009 kwam Patrick Flynn naar ING in de positie van CFO. Dick Harryvan en Jacques de Vaucleroy besloten ING te verlaten. Ik wil Dick graag bedanken voor de drie decennia waarin hij uiterst toegewijd was aan ING, en Jacques voor de belangrijke bijdrage die hij 23 jaar lang aan ING heeft geleverd. 2008 en 2009 waren moeilijke jaren waarin onze trots een knauw heeft gekregen. De medewerkers van ING verdienen een groot compliment voor de manier waarop zij met alle noodzakelijke veranderingen zijn omgegaan. Hun betrokkenheid en toewijding zullen ons in 2010 weer stimuleren door te gaan. Namens de Raad van Bestuur en de Besturen Bank en Verzekeringen wil ik hen ten zeerste bedanken voor hun steun, betrokkenheid en toewijding. Op onderliggende basis heeft ING weer winst geboekt. Onze bedrijfsprestaties zijn structureel verbeterd en tegelijkertijd zijn de risico’s verminderd en is onze balans verkort. Onze bedrijven hebben zich aangepast aan de nieuwe economische realiteit en zelfs onder deze moeilijke omstandigheden hebben we goede vooruitgang geboekt met het verbeteren van onze onderliggende resultaten. Kijkend naar de toekomst zal onze aandacht gericht zijn op het creëren van sterke en onafhankelijke bank- en verzekeringsbedrijven. 2010 wordt een overgangsjaar, waarin we toewerken naar de operationele scheiding van deze bedrijven en ze voorbereiden op een onafhankelijke toekomst. Jan Hommen voorzitter Raad van Bestuur
ING Groep Jaarverslag 2009
7
1.1 Ons profiel
Het aandeel ING reserverings- en dividendbeleid Het reserverings- en dividendbeleid van ING Groep wordt bepaald door enerzijds de behoefte aan interne financiering en groeimogelijkheden, en anderzijds de dividendverwachtingen van kapitaalverstrekkers. Bij de interne financieringsbehoefte spelen onder andere de wettelijke solvabiliteitseisen en kapitaalratio’s een rol. Het is voor ING Groep van fundamenteel belang om aan deze eisen te voldoen. Even belangrijk voor ING Groep zijn de kredietbeoordelingen, die rechtstreeks van invloed zijn op de financieringskosten en dus op de winstgevendheid. Beleggers verwachten van hun kant een dividend dat recht doet aan de behaalde financiële resultaten en dat bovendien een zekere mate van voorspelbaarheid heeft. Het beleid van ING is om dividend uit te keren, gekoppeld aan de ontwikkeling van de onderliggende winst op lange termijn. Dividend zal alleen worden voorgesteld indien de Raad van Bestuur dat gepast acht, waarbij rekening wordt gehouden met de dan geldende financiële omstandigheden en vooruitzichten op langere termijn. Gezien het onzekere financiële klimaat zal ING over 2009 geen dividend uitkeren. Wanneer dividend wordt uitgekeerd zal ook de coupon op de kernkapitaaleffecten moeten worden betaald, afhankelijk van goedkeuring door de Nederlandsche Bank. KERNKAPITAALEFFECTEN In oktober 2008 heeft ING gebruik gemaakt van de eerder door de Nederlandse Staat ter beschikking gestelde kapitaalversterkingsfaciliteit. Dit gebeurde door het uitgeven van kernkapitaaleffecten (core Tier 1 securities) aan de Nederlandse Staat voor een bedrag van EUR 10 miljard, met een coupon van 8,5%. Deze kapitaalinjectie heeft de vermogenspositie van ING aanzienlijk versterkt. Deze effecten zijn balanstechnisch gelijkgesteld aan gewone aandelen. In samenhang met het herstructureringsplan dat met de Europese Commissie is overeengekomen, heeft ING overeenstemming bereikt met de Nederlandse Staat over terugbetaling van de helft van de in 2008 uitgegeven kernkapitaaleffecten, plus de opgebouwde rente. ING heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om in december 2009 EUR 5 miljard aan kernkapitaal effecten terug te kopen. Dit is gefinancierd uit de succesvol afgeronde claimemissie van EUR 7,5 miljard. Zie voor meer informatie over de transacties met de Nederlandse Staat en de claimemissie het hoofdstuk ‘ING en het financiële klimaat’ op pagina 10. BEURSNOTERINGEN Certificaten van gewone aandelen ING Groep zijn genoteerd aan de effectenbeurzen van Amsterdam, Brussel en New York (NYSE). Opties op (certificaten van) gewone aandelen ING Groep worden verhandeld op de NYSE Euronext Amsterdam Derivative Markets en op de Chicago Board Options Exchange.
AANDEELHOUDERS EN CERTIFICAATHOUDERS MET MINIMAAL EEN 5%-BELANG Voor zover bekend, waren er op 31 december 2009 geen certificaathouders of aandeelhouders die op grond van de Wet melding zeggenschap hebben gerapporteerd een (potentieel) belang van 5% of meer te hebben, anders dan de Stichting ING Aandelen en de Stichting Continuïteit ING. Maatschappelijk en geplaatst kapitaal in miljoenen euro’s
Gewone aandelen – maatschappelijk – geplaatst Cumulatief preferente aandelen – maatschappelijk – geplaatst
Ultimo 2009
Ultimo 2008
1.080 919
1.080 495
1.080 –
1.080 –
Ultimo 2009
Ultimo 2008
3.831,6
2.063,1
47,1
36,5
3.784,5
2.026,6
Aantal geplaatste en uitstaande aandelen in miljoenen
(Certificaten van) gewone aandelen van nominaal EUR 0,24 (Certificaten van) gewone aandelen gehouden door ING Groep of dochters Aantal uitstaande (certificaten van) gewone aandelen Koersen certificaten van gewone aandelen* NYSE Euronext in euro’s
Hoogste beurskoers Laagste beurskoers Koers ultimo Koers/winstverhouding**
2009
2008
2007
9,64 1,92 6,90 n.v.t.***
26,21 5,33 7,33 n.v.t.***
34,69 24,38 26,75 6,2
*** De 2009-koersen zijn aangepast voor toename aantal aandelen ten gevolge van de claimemissie, terwijl de koersen over 2007 en 2008 niet zijn aangepast. *** Gebaseerd op de beurskoers ultimo december en de nettowinst per gewoon aandeel over het boekjaar. *** Niet van toepassing.
Dividendhistorie in euro’s
Interim-dividend Slotdividend Totaal
2009
2008
2007
– – –
0,74 – 0,74
0,66 0,82 1,48
Geografische spreiding ING-aandelen* in procenten
Nederland Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk Luxemburg België Zwitserland Overig Totaal
34 24 17 9 6 5 5 100
* Cijfers 2009, gebaseerd op informatie van verschillende grote depotbanken.
8
ING Groep Jaarverslag 2009
INVESTOR RELATIONS Om op de hoogte te blijven van de persberichten en ander ING-nieuws kunt u zich via de Investor Relations-pagina op www.ing.com opgeven voor de e-mailservice.
BELANGRIJKE DATA IN 2010* Jaarlijkse Algemene Vergadering dinsdag 27 april 2010
Beleggers en financieel analisten kunnen contact opnemen met: ING Groep Investor Relations (IH 07.430) Postbus 810 1000 AV Amsterdam Telefoon: 020 541 5460 Fax: 020 541 8551 E-mail:
[email protected]
Publicatie cijfers eerste kwartaal 2010 woensdag 12 mei 2010, 7.30 uur Publicatie cijfers tweede kwartaal 2010 woensdag 11 augustus 2010, 7.30 uur Publicatie cijfers derde kwartaal 2010 woensdag 10 november 2010, 7.30 uur * Alle data zijn onder voorbehoud.
Belangrijkste kredietbeoordelingen van ING*
ING GROEP** ING BANK – kortlopend – langlopend – financiële kracht ING VERZEKERINGEN – kortlopend – langlopend
Standard & Poor’s
Moody’s
Fitch
A
A1
A
A-1 A+
P-1 Aa3 C+
F1+ A+
A-2 A–
P-2 Baa1
A–
* Nog van kracht op 15 maart 2010, de publicatiedatum van dit verslag. ** Alle kredietbeoordelingen m.b.t. ING Groep hebben een ‘stable outlook’. Bovenstaande tabel geeft de kredietbeoordelingen voor ING voor de lange termijn weer. Deze zijn uitsluitend gebaseerd op inzichten van de krediet beoordelaars zelf op het moment dat de beoordeling werd toegekend. Nadere informatie over het belang van een beoordeling kan slechts worden verkregen bij de kredietbeoordelaar. Een effectenbeoordeling is geen aanbeveling om effecten te kopen, verkopen of aan te houden en alle beoordelingen moeten onafhankelijk van elkaar worden afgewogen. Er is geen garantie dat een bepaalde kredietbeoordeling gedurende een bepaalde periode van kracht blijft en een kredietbeoordeling kan op ieder moment worden verlaagd, opgeschort of ingetrokken door de kredietbeoordelaar wanneer de omstan digheden dit naar het oordeel van de kredietbeoordelaar rechtvaardigen. ING is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid of betrouwbaarheid van de beoordelingen.
Koersverloop over vierjaarsperiode certificaten van gewone aandelen ING index 1 januari 2006 = 100
150 120 90 60 30 0 01/06 ING
04/06
07/06
10/06
MSCI World Banks
01/07
04/07
07/07
10/07
01/08
04/08
07/08
10/08
01/09
04/09
07/09
10/09
01/10
MSCI World Insurance
ING Groep Jaarverslag 2009
9
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
ING en het financiële klimaat Back to Basics
Kernpunten > Wereldwijd economisch herstel na sterke teruggang > Transacties met de Nederlandse Staat in turbulente marktomstandigheden > Verminderde complexiteit en scherpere focus door Back-to-Basics-programma > Goedkeuring herstructureringsplan door Europese Commissie > Eerste terugbetaling aan de Nederlandse Staat na claimemissie
Na de ongekende schokgolf die in 2008 over de financiële markten kwam, hebben we transacties geïnitieerd met de Nederlandse Staat om ons kapitaal te versterken en onze risicoblootstelling te verminderen. Ook hebben we onze strategische koers herzien. Al vanaf het begin was duidelijk dat 2009 een zwaar jaar zou worden voor ING. Het hele jaar bleven de marktomstandigheden moeilijk, maar in de tweede helft van 2009 kwamen de eerste tekenen van herstel. De eerste prioriteiten van ING waren herstel van stabiliteit, geloofwaardigheid en vertrouwen. Deze brachten ons ertoe Back to Basics te introduceren, een programma bestaande uit maatregelen voor kostenverlaging, terugdringing van het risico en verkorting van de balans, met als doel om meer nadruk te leggen op de essentie van financiële dienstverlening en meer samenhang te creëren tussen de activiteiten. We hebben de bestuursstructuur vereenvoudigd door binnen de Groep de bank en het verzekeringsbedrijf operationeel van elkaar te scheiden en we hebben onze portefeuille tegen het licht gehouden. Dit heeft geleid tot een aantal desinvesteringen. Intussen realiseerden we een omslag in ons commerciële resultaat. Bovenal is 2009 het jaar waarin we de meest ingrijpende beslissingen in de geschiedenis van ons bedrijf hebben moeten nemen. Ten eerste hebben we een duidelijke koers gezet voor de toekomst door aan te kondigen dat we het bank- en het verzekeringsbedrijf volledig van elkaar gaan scheiden. Daarnaast sloten we een overeenkomst met de Nederlandse Staat voor vervroegde terugbetaling van 50% van het in oktober 2008 verstrekte kapitaal. TEKENEN VAN HERSTEL VOOR WERELDECONOMIE Sinds september 2008, vooral na de val van Lehman Brothers, verslechterden de marktomstandigheden in hoog tempo. Als gevolg van de financiële crisis waren de macro-economische vooruitzichten begin 2009 zeer somber. De sterke economische teruggang resulteerde in een scherpe daling van de wereldhandel, vermogenswaarden en industriële productie, en in een verminderde beschikbaarheid van krediet. Hierdoor leek zelfs een herhaling van de Grote Depressie mogelijk. In tegenstelling tot de jaren dertig kwamen de beleidsmakers echter snel in actie door zowel forse economische stimuleringsmaatregelen als monetaire verruiming toe te passen. Overheden namen buitengewone maatregelen ter versterking van financiële instellingen en stabilisering van het financiële systeem. Een toenemend aantal landen vertoonde daardoor in de tweede helft van het jaar positieve economische groei. De wereldhandel lijkt krachtig te zijn aangetrokken en in veel landen zien we dat de stijging van de werkloosheid een minder ongunstige invloed heeft op de economie dan verwacht. Toch blijft het herstel van de wereldeconomie kwetsbaar. Bedrijven hebben ondanks de de aantrekkende consumptieve en investeringsvraag vooral voorraden opgebouwd. Daarnaast zijn overheidsfinanciën uit balans geraakt als gevolg van de markt-interventies die gericht waren op het opvangen van de crisis. Voor 2010 en 2011 wordt door ons Economisch Bureau voorspeld dat de wereldeconomie weer zal aantrekken, maar in een lager tempo dan voor de crisis. Ondanks de negatieve invloed van de financiële crisis op het economisch klimaat en bijgevolg op de groeiperspectieven van de financiële sector, biedt deze ook nieuwe kansen voor financiële
10
ING Groep Jaarverslag 2009
instellingen. De aanzienlijke daling van de vermogenswaarden heeft de behoefte van de consument aan vermogensopbouw versterkt en hem bewuster gemaakt van het belang van de bescherming van zijn financiële positie. TRANSACTIES MET NEDERLANDSE STAAT Door de snel verslechterende omstandigheden na de zomer van 2008 groeide internationaal de overtuiging dat de kapitaaleisen van financiële instellingen moesten worden opgeschroefd. Om in dit moeilijke marktklimaat een sterke buffer te creëren, besloot ING in oktober 2008 haar vermogenspositie te versterken door voor EUR 10 miljard aan kernkapitaaleffecten uit te geven aan de Nederlandse Staat. Als onderdeel van deze transactie verwierf ING het recht om deze effecten te allen tijde geheel of gedeeltelijk terug te kopen tegen 150% van de uitgifteprijs. Daarnaast verwierven we het recht deze effecten vanaf drie jaar na de uitgifte geheel of gedeeltelijk één op één om te zetten naar (certificaten van) gewone aandelen. In dat geval zou de Nederlandse Staat kunnen opteren voor terugbetaling van de effecten tegen EUR 10 per stuk, in contanten. De coupon op de kernkapitaaleffecten zou alleen betaalbaar worden gesteld indien een interim- of slotdividend zou worden uitgekeerd op gewone aandelen over het boekjaar voorafgaand aan de coupondatum. Deze transactie stelde ING in staat om haar vermogenspositie aanzienlijk te versterken. In het vierde kwartaal van 2008 trad een verdere verslechtering van de marktomstandigheden op, die resulteerde in het slechtste kwartaal voor de aandelen- en kredietmarkten in meer dan 50 jaar. De koersen voor RMBS (residential mortgage-backed securities: door woninghypotheken gedekte vermogenstitels), inclusief de als Alt-A gekwalificeerde RMBS), CDO’s (collateralised debt obligations, oftewel door schuldpapier gedekte vermogenstitels) en CLO’s (collateralised loan obligations, oftewel door kredietportefeuilles gedekte vermogenstitels) daalden scherp onder invloed van de opdroging van de liquiditeit. Dit had meer invloed op het resultaat en eigen vermogen dan verwacht, vooral door de Alt-A-RMBSportefeuille. Daarom sloot ING een overeenkomst met de Neder landse Staat voor een steunfaciliteit voor illiquide activa, waarmee 80% van haar Alt-A-RMBS-portefeuille kon worden afgedekt. Als onderdeel van deze steunfaciliteit werd het volledige risico van 80% van onze Alt-A-RMBS-portefeuille van circa EUR 30 miljard bij ING Direct USA en ING Insurance Americas overgedragen aan de Nederlandse Staat. Sindsdien valt 80% van het eventuele rendement op deze portefeuille toe aan de Nederlandse Staat. De risico-overdracht vond plaats tegen een korting van 10% op de nominale waarde. In ruil hiervoor moest de Nederlandse Staat ING rente en aflossing betalen op twee overheidsvorderingen. Voor de eerste vordering gold in eerste instantie een rente van 3,5%, voor de tweede een rente van Libor + 50 basispunten (deze tarieven zijn na onderhandelingen met de Europese Commissie herzien, waarover later meer). ING is voor 100% de juridische eigenaar van deze effecten gebleven, doch thans met een risico van 20% op het resultaat van de portefeuille. Als gevolg van de hierdoor verminderde volatiliteit in het eigen vermogen, heeft de transactie geresulteerd in een aanzienlijke versterking van de vermogenspositie en balans. Door de daling van de negatieve herwaarderingsreserve had de transactie tevens een positief effect op het eigen vermogen van EUR 5 miljard.
BACK TO BASICS Eerste fase In april 2009 introduceerden we ons Back-to-Basics-programma: een strategisch veranderingsprogramma gericht op het herstellen van de stabiliteit en geloofwaardigheid van ING en het terugwinnen van het vertrouwen in de onderneming, met als uiteindelijk doel aanscherping van de focus en grotere samenhang tussen de activiteiten te realiseren. Allereerst is een aantal maatregelen genomen om de financiële positie te versterken door middel van kostenbeheersing, terugdringing van het (vermogens)risico en verkorting van de balans. Dit is gerealiseerd door een aantal activa af te stoten en eigen vermogen vast te houden. Deze eerste fase is in de loop van 2009 afgerond en heeft alle ge stelde doelen overtroffen. De bedrijfslasten zijn met EUR 1,5 miljard gedaald ten opzichte van de oorspronkelijke doelstelling van EUR 1 miljard, alsook ten opzichte van de naar boven bijgestelde doelstelling van EUR 1,3 miljard op vergelijkbare basis. Ongeveer EUR 1,2 miljard hiervan bestaat uit structurele en EUR 0,3 miljoen uit eenmalige besparingen. De uitgaven zijn gecorrigeerd voor overnames en desinvesteringen, evenals voor bijzondere waardeverminderingen op vastgoedprojecten en de bijdrage van ING aan het depositogarantiestelsel voor DSB Bank. Het aantal medewerkers is in totaal met 11.331 afgenomen, onder andere door desinvesteringen. Dit aantal ligt beduidend hoger dan de aanvankelijk voorziene inkrimping met 7.000 fte’s. De maatregelen voor risicoverlaging hebben effect gesorteerd, ook in het vierde kwartaal. ING Direct heeft EUR 0,8 miljard van de prime-RMBSportefeuille verkocht, wat heeft geleid tot een verlies van EUR 83 miljoen, maar tevens tot een vrijval van EUR 7 miljard aan risicogewogen activa. Ook de gerealiseerde balansverkorting is hoger dan onze doelstelling. Deze is uitgekomen op EUR 194 miljard, oftewel 18,0%, ten opzichte van ultimo september 2008, toen het verkorten van de balans van start ging. Vervolgens hebben we een herziening aangekondigd van onze portefeuille gericht op vereenvoudiging van de Groep, verbetering van onze strategische focus en het aanbrengen van meer samenhang in onze activiteiten. We besloten tot een operationele splitsing van het bestuur van onze bedrijven in één bank met een geïntegreerde balans en een verzekeringsbedrijf/vermogensbeheerder onder de paraplu van de Groep. Tevens kwam aan het licht dat een aantal kleinere bedrijven binnen ING Groep een disproportioneel beslag legde op kapitaal, terwijl een duidelijk uitzicht op een marktleiderschapspositie ontbrak. We hebben daarom een aantal keuzes in de portefeuille gemaakt, gebaseerd op marktleiderschap, vermogensbeslag, rendement op kapitaal, financieringsbehoefte, bijdrage aan de winst en samenhang binnen de Groep. We hebben besloten ons zowel geografisch als commercieel te concentreren op markten waarin onze posities het sterkst zijn. Hiertoe is in 2009 een aantal grote desinvesteringen gerealiseerd. Deze betroffen onder meer onze lijfrenteactiviteiten in Argentinië, ING Canada, onze levensverzekerings- en vermogensbeheerbedrijven in Australië en Nieuw-Zeeland, Private Banking in Zwitserland en Azië, ING Reinsurance VS, drie onafhankelijke effectenmakelaars in de VS, en onze lijfrente- en hypotheek
ING Groep Jaarverslag 2009
11
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
ING en het financiële klimaat (vervolg)
activiteiten in Chili. Deze desinvesteringen hebben EUR 3,8 miljard opgebracht, waardoor EUR 2,7 miljard aan kapitaal is vrijgekomen. In juli kondigden we de samenvoeging aan van NationaleNederlanden, RVS en ING Verzekeren Retail (voorheen Postbank Verzekeren) tot één klantgerichte organisatie in Nederland onder de merknaam Nationale-Nederlanden. Het nieuwe verzekerings bedrijf zal zich richten op particuliere klanten, het mkb en grote zakelijke klanten. Ondertussen hebben we een omslag weten te realiseren in onze commerciële resultaten. Terwijl de eerste fase van het Back-toBasics-programma werd uitgevoerd en de strategie werd herzien, werkten we ook nauw samen met de Nederlandse autoriteiten en de Europese Commissie (EC) aan het opstellen van maatregelen ter verkrijging van goedkeuring van de EC van de door de Nederlandse Staat aan ING verleende steun. Dit proces is in de tweede helft van 2009 afgerond. Herstructureringsplan ingediend bij Europese Commissie Bedrijven die staatssteun ontvangen moeten volgens Europese regelgeving aantonen dat ze ook op de lange termijn levensvatbaar zijn en maatregelen nemen om oneerlijke concurrentie te voorkomen. Als gevolg hiervan moest ING ten tijde van de implementatie van de eerste fasen van het Back-to-Basicsprogramma ook een herstructureringsplan indienen bij de EC. We moesten een plan ontwikkelen dat ons niet alleen in staat zou stellen om de Nederlandse Staat terug te betalen en aan de eisen van de EC te voldoen, maar ook om de focus weer te verleggen naar onze activiteiten en klanten. Dat was een grote uitdaging, vooral omdat de relevante richtlijnen van de EC pas in juli 2009 werden gepubliceerd, dus na de datum waarop ING de transacties met de Nederlandse Staat heeft afgesloten. Onze onderhandelingen met de EC zijn in oktober 2009 afgerond. Op 18 november gaf de EC formele goedkeuring aan het ingedien de herstructureringsplan. De EC gaf daarbij tevens finale toestem ming voor de uitgifte van kernkapitaaleffecten aan de Nederlandse Staat en voor de steunfaciliteit voor illiquide activa. Tijdens een Buitengewone Vergadering van Aandeelhouders op 25 november 2009 werd zowel de strategiewijziging als de voorgestelde claimemissie van EUR 7,5 miljard voor vervroegde terugbetaling aan de Nederlandse Staat goedgekeurd. De strategische gevolgen van het herstructureringsplan worden hieronder nader uitgelegd. Een belangrijke doelstelling van het Back-to-Basics-programma was vermindering van de complexiteit van ING door de bank en het verzekeringsbedrijf apart onder de paraplu van de Groep te laten functioneren. De onderhandelingen met de EC over het herstruc tureringsplan hebben dit proces in een stroomversnelling gebracht en ons ertoe gebracht om te kiezen voor een volledige splitsing van het bank- en verzekeringsbedrijf en derhalve voor eliminatie van de dubbele hefboomwerking. De achtergronden en doelstellingen van deze strategische verandering worden nader uitgelegd in het hoofdstuk ‘Strategie’ (pagina 15). ING heeft een aantal concessies moeten doen om goedkeuring van de EC te krijgen voor de steun van de Nederlandse Staat. Eén daar van is de desinvestering van ING Direct USA, die naar verwachting een aantal jaren in beslag zal nemen en voor eind 2013 zal worden
12
ING Groep Jaarverslag 2009
afgerond. Ondertussen zullen we ervoor zorgen dat de waarde van dit bedrijfsonderdeel blijft groeien en dat we blijven investeren in een uitstekende dienstverlening aan de klant. We beschouwen ING Direct als een zeer sterk bedrijfsonderdeel en de Amerikaanse markt biedt ruimte voor groei. De concessie ten aanzien van ING Direct USA heeft geen invloed op ING Direct in andere landen. We zijn ervan overtuigd dat ING Direct een grote bijdrage zal blijven leveren aan onze groei. Haar eenvoudige, transparante producten en optimale efficiëntie zijn belangrijke elementen in onze bankstrategie. Een ander onderdeel van het herstructureringsplan is het opzetten van een nieuw bedrijf in de Nederlandse retailmarkt door de bankactiviteiten van Interadvies (inclusief WestlandUtrecht en de hypotheekactiviteiten van Nationale-Nederlanden) samen te voegen met de bestaande consumptieve kredietportefeuille van ING Retail. Dit nieuwe bedrijf zal vervolgens in zijn geheel worden gedesinvesteerd. Het nieuwe bedrijf zal dan de op vier na grootste financiële instelling in Nederland zijn. Het bedrijf is winstgevend en heeft momenteel een balanstotaal van EUR 37 miljard met onge veer 200.000 hypotheekcontracten, 320.000 consumptiefkrediet contracten, 500.000 spaarrekeningen en 76.000 effectenrekenin gen. De hypotheekportefeuille heeft een waarde van ongeveer EUR 34 miljard en een marktaandeel van zo’n 6%. Voorts zal ING voor bepaalde bankproducten in de particuliere en mkb-markten in de Europese Unie moeten afzien van prijsleiderschap. Ook zal ING geen financiële instellingen overnemen indien de terugbetaling van de kernkapitaaleffecten daardoor zou worden vertraagd. Deze beperkingen gelden voor een periode van drie jaar of totdat de kernkapitaaleffecten volledig aan de Nederlandse Staat zijn terugbetaald. ING heeft haar herstructureringsplan uitsluitend bij de EC ingediend op voorwaarde dat deze zou garanderen dat alle financiële instel lingen die staatssteun hebben ontvangen gelijk worden behandeld en dat de concurrentieverhoudingen in de interne Europese markt worden gewaarborgd. In januari 2010 tekende ING bij het Europese Hof van Justitie beroep aan tegen bepaalde onderdelen van de beschikking van de EC van 18 november 2009. Het eerste onder deel betreft de overeenkomst tussen ING en de Nederlandse Staat aangaande een verlaging van de terugbetalingspremie voor de eerste EUR 5 miljard van de kernkapitaaleffecten. De overeenkomst met de Staat bood ING de mogelijkheid tot vervroegde terugkoop tegen een aantrekkelijk rendement. De EC beschouwt de daaruit voortvloeiende verlaging als additionele staatssteun ten bedrage van ongeveer EUR 2 miljard. ING en de Nederlandse Staat vechten dit onderdeel van de EC-beschikking aan bij het Europese Hof omdat dit de onderhandelingen over het terugbetalen van de resterende kernkapitaaleffecten zou kunnen belemmeren. ING wil ook een uitspraak van het Hof over de door de EC vereiste beperkingen rond prijsleiderschap en de proportionaliteit van de herstructureringsmaatregelen. ING wil gebruikmaken van de wettelijke mogelijkheden voor toetsing van deze elementen van de beschikking van de EC door het Europese Hof van Justitie en is ervan overtuigd dat zij hiermee in het belang van alle belanghebbenden handelt. Het beroep doet niets af aan de uitvoering van het herstructureringsplan zoals aangekondigd op 26 oktober 2009. ING staat volledig achter het strategische besluit tot opsplitsing van het bank- en
verzekeringsbedrijf en de daarop volgende desinvestering van het verzekeringsbedrijf. Deze processen liggen op schema en worden volgens planning uitgevoerd. De herstructureringsmaatregelen, inclusief de maatregelen van het Back-to-Basics-programma, resulteren naar verwachting in een pro-formaverkorting van de balans van ongeveer EUR 600 miljard in 2013, ongeveer 45% van het balanstotaal op 30 september 2008. Dit zal worden gerealiseerd door de hierboven genoemde desinvesteringen en een verdere schuldafbouw op de bankbalans. Inclusief de geschatte autonome groei zal het balanstotaal ultimo 2013 naar verwachting 30% lager zijn dan op 30 september 2008. De opbrengst uit de desinvestering van de verzekeringsactiviteiten zal worden gebruikt voor opheffen van de dubbele hefboom werking en voor verdere terugbetaling aan de Staat. CLAIMEMISSIE EN OVERIGE AFSPRAKEN MET DE STAAT In lijn met het herstructureringsplan voor de EC hebben we ook overeenstemming bereikt met de Nederlandse Staat over aanpassing van de voorwaarden voor vervroegde terugbetaling van de kernkapitaaleffecten. Deze worden hierdoor vergelijkbaar met die voor andere Nederlandse financiële instellingen. We hebben daarbij gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot vervroegde
terugbetaling door uiterlijk ultimo januari 2010 de helft van de kernkapitaaleffecten terug te kopen. Hierdoor is ING in staat geweest om EUR 5 miljard van de kernkapitaaleffecten terug te kopen tegen de uitgiftekoers (EUR 10 per stuk). De totale terugbetaling bedroeg daarmee EUR 5.605 miljoen, bestaande uit de terugbetaling van EUR 5 miljard plus de tussen 12 mei 2009 en 20 december 2009 opgebouwde coupon van EUR 259 miljoen en een premie van EUR 346 miljoen. Ter wille van de goedkeuring van de EC voor ons herstructureringsplan zullen we aanvullende betalingen doen aan de Nederlandse Staat voor de steunfaciliteit voor illiquide activa. Deze komen overeen met een korting van 50 basispunten op de rentevergoeding die ING maandelijks ontvangt en een toeslag van 82,6 basispunten op de garantievergoeding die ING jaarlijks betaalt. Deze jaarlijkse extra betalingen hebben een nettovermogenswaarde van in totaal EUR 1,3 miljard. Dit is in het vierde kwartaal van 2009 als eenmalige last voor belastingen afgeboekt. Conform de overeenkomst blijft de in januari 2009 aangekondigde steunfaciliteit inclusief de verrekenprijs van de effecten van 90%, gehandhaafd. Om de terugbetaling van de kernkapitaaleffecten te financieren en de invloed op het kapitaal van de additionele betalingen voor
Resultaat ING 2009* Groep In miljoenen euro’s
Onderliggend resultaat voor belastingen. exclusief marktinvloeden. risicokosten en gewijzigde aannames variabele lijfrentes Subprime-RMBS Alt-A-RMBS Prime-RMBS Overige ABS CDO/CLO’s CMBS Monoliners Overig schuldpapier Bijzondere waardeverminderingen / reële waarde-aanpassingen schuldpapier Bijzondere waardeverminderingen op beleggingen in aandelen Verkoopwinsten op aandelen Afdekking direct positie aandelen Afdekking indirecte positie aandelen Overlopende acquisitiekosten Aan aandelen gekoppelde invloed Herwaarderingen vastgoed/bijzondere waardeverminderingen Herwaarderingen private equity Vastgoed/private equity Verkoopwinsten op schuldpapier Overige marktinvloeden Overig Totaal marktinvloeden Voorziening dubieuze debiteuren bankbedrijf Gewijzigde aannames variabele lijfrentes Totaal marktvolatiliteit, risicokosten en gewijzigde aannames variabele lijfrentes Onderliggend resultaat voor belastingen Belastingen en minderheidsdeelenmingen Onderliggend nettoresultaat Desinvesteringen en bijzondere posten Totaal nettoresultaat *In de tabel kunnen afrondingsverschillen voorkomen.
Bank
Verzekeringen
2009
2008
2009
2008
2009
2008
8.767 –350 –1.405 –47 –37 133 –25 –58 –174
7.023 –120 –2.063 0 –4 –394 0 –9 –809
7.393 –160 –1.245 –47 –37 –1 0 –58 0
5.263 –81 –1.823 0 –4 –122 0 –9 –255
1.374 –190 –160 0 0 134 –25 0 –174
1.760 –39 –240 0 0 –272 0 0 –554
–1.963 –302 426 –312 –417 –351 –957 –2.156 56 –2.100 33 244 278 –4.742 –2.973 –343
–3.399 –1.454 754 482 –49 –1.094 –1.361 –1.173 –413 –1.587 –106 –220 –325 –6.674 –1.280 0
–1.548 –49 24 0 0 0 –25 –1.687 0 –1.687 –19 –241 260 –3.520 –2.973 0
–2.294 –331 30 0 0 0 –302 –732 0 –732 0 –206 –206 –3.534 –1.280 0
–415 –253 402 –312 –417 –351 –932 –469 56 –413 52 485 –538 –1.222 0 –343
–1.105 –1.123 724 482 -49 –1.094 –1.059 –441 –413 –855 –106 –14 –119 –3.140 0 0
–8.058 709 –38 748 –1.683 –935
–7.954 –931 –627 –304 –425 –729
–6.493 900 –61 961 –1.261 –299
–4.814 449 –273 722 –267 454
–1.565 –191 23 –214 –422 –636
–3.140 –1.380 –354 –1.026 –158 –1.183
ING Groep Jaarverslag 2009
13
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
ING en het financiële klimaat (vervolg)
de steunfaciliteit voor illiquide activa van EUR 1,3 miljard voor belastingen te beperken, werd een claimemissie van EUR 7,5 miljard gedaan. ING streeft ernaar eventuele verdere terugbetaling van de kernkapitaaleffecten te kunnen financieren uit interne middelen, waaronder de opbrengst van de desinvestering van de verzekeringsactiviteiten. FINANCIËLE HOOFDPUNTEN 2009 Ondanks de moeilijke omstandigheden in 2009 is ING in staat gebleken haar bedrijfsprestaties aanzienlijk te verbeteren, de kosten succesvol te reduceren en het bedrijf op onderliggende basis weer winstgevend te maken. Het totale nettoresultaat van de Groep daalde met EUR 206 miljoen naar EUR –935 miljoen. Dit nettoverlies is toe te schrijven aan een eenmalige last in verband met toekomstige betalingen aan de Nederlandse Staat van EUR 930 miljoen na belastingen voor de steunfaciliteit voor illiquide activa, als onderdeel van de overeenkomst met de EC. Op onderliggende basis rapporteerde ING een positief netto-resultaat van EUR 748 miljoen voor heel 2009, vergeleken met een verlies van EUR 304 miljoen in 2008, dankzij het feit dat de marktomstandigheden zijn verbeterd. Als gevolg van ons Back-to-Basics-programma zijn de bedrijfslasten, opgenomen in het onderliggende resultaat, met 6,9% ofwel EUR 987 miljoen (voor belastingen) verbeterd. Het onderliggend nettoresultaat is het totale nettoresultaat exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten. De bijzondere posten bedroegen EUR –1.759 miljoen na belastingen; dit is inclusief de eenmalige last voor additionele toekomstige betalingen aan de Nederlandse Staat van EUR 930 miljoen en een last van EUR 554 miljoen die vooral betrekking heeft op de inkrimping van het personeelsbestand in kader van het Back-to-Basics-programma. Bijzondere posten waren verder een reorganisatielast van EUR 165 miljoen vanwege de samenvoeging van de retailbankingactiviteiten in Nederland en een verlies van EUR 110 miljoen als gevolg van de met de Nederlandse Staat overeengekomen steunfaciliteit voor illiquide activa in het eerste kwartaal 2009. Desinvesteringen hebben een netto positieve invloed van EUR 77 miljoen gehad ten opzichte van een verlies van EUR 98 miljoen in 2008. Over heel 2009 bedroeg de negatieve marktinvloed voor belastingen EUR 4.742 miljoen. Bijzondere waardeverminderingen en reële waardeaanpassingen van schuldpapieren hebben een negatieve invloed gehad op het resultaat van EUR –1.963 miljoen, in 2008 bedroeg dit nog EUR –3.399 miljoen. Bijzondere waardeverminderingen op Alt-A-RMBS zijn in 2009 aanzienlijk lager uitgevallen op EUR 1.405 miljoen ten opzichte van de piek van EUR 2.063 miljoen in 2008. Bijzondere waardeverminderingen op overige schuldpapieren, inclusief schulden van financiële instellingen, zijn verbeterd van EUR –809 miljoen in 2008 naar EUR –174 miljoen in 2009. De invloed van beleggingen in aandelen is uitgekomen op EUR –957 miljoen, een verbetering van EUR 404 miljoen vergeleken met heel 2008. De negatieve invloed van vastgoed en private equity is ten opzichte van 2008 gestegen van EUR 1.587 miljoen tot EUR 2.100 miljoen. Herwaarderingen van vastgoed en bijzondere waardeverminderingen zijn ondanks de afname van de directe positie in vastgoed aanzienlijk gebleven. Deze zijn toegenomen van EUR –1.173 miljoen in 2008 tot
14
ING Groep Jaarverslag 2009
EUR –2.156 miljoen in 2009. De herwaardering van private equity bedroeg EUR 56 miljoen, vergeleken met EUR –413 miljoen in 2008. De overige marktinvloeden zijn positief uitgevallen, ondanks de bijdrage aan de depositiegarantieregeling in Nederland na het faillissement van DSB Bank in het vierde kwartaal van 2009. Naast de marktinvloeden is in het resultaat over 2009 een last van EUR 343 miljoen voor belastingen meegenomen in verband met gewijzigde aannames voor variabele lijfrentes bij het verzekeringsbedrijf. De toevoeging aan de voorziening voor dubieuze debiteuren bij het bankbedrijf steeg met EUR 1.693 miljoen tot EUR 2.973 miljoen vanwege de economische omstandigheden. De winst per aandeel is gedaald van EUR –0,27 in 2008 naar EUR –0,57. Kapitaal- en hefboomratio’s zijn goed gebleven. Het eigen vermogen is bijna verdubbeld van EUR 17.334 miljoen tot EUR 33.863 miljoen door de netto-opbrengst van de claimemissie en verbetering van de herwaarderingsreserve voor schuldpapier. De verhouding schuld/eigen vermogen van ING Groep is uitgekomen op 12,4%. De verhouding schuld/eigen vermogen van het verzekeringsbedrijf stond eind 2009 op 9,7% en de tier 1-ratio van ING Bank op 10,2%. De solvabiliteitsratio van ING Bank (BIS-ratio) was 13,5%. Het totaal aan toevertrouwde middelen is met EUR 62 miljard gestegen tot EUR 1.517 miljard. Exclusief de invloed van desinvesteringen, marktprestaties en valuta-invloeden, bedroeg de uiteindelijke netto-toename van de klantensaldi EUR 12,1 miljard. CONCLUSIE 2009 is voor ING een uitzonderlijk jaar geweest. De financiële crisis en de steunfaciliteit van de Nederlandse Staat voor illiquide activa vereisten besluitvaardig optreden om het bedrijf in rustiger vaarwater te brengen en onze geloofwaardigheid en het vertrouwen in ING te herstellen. Onder dit gesternte is Back to Basics geïntroduceerd. In de eerste fase van de implementatie slaagden we erin de financiële positie van het bedrijf door middel van kostenbeheersing, (vermogens)risicovermindering en balansverkorting te versterken. Daarnaast hebben we de bestuursstructuur vereenvoudigd en op basis van een eerste herziening van de portefeuille een aantal desinvesteringen gerealiseerd. Tegelijkertijd hebben we nauw samengewerkt met de Nederlandse autoriteiten en goedkeuring verkregen van de EC voor de door de Nederlandse Staat verleende steun aan ING. Dit proces heeft geresulteerd in een versnelling van het Back-to-Basics-programma: de volledige splitsing van de bank- en verzekeringsactiviteiten. Met de goedkeuring van de herstructureringsvoorstellen die ING bij de EC had ingediend op voorwaarde dat de EC gelijke behandeling van alle door de Staat gesteunde financiële instellingen zou garanderen en gelijke concurrentieverhoudingen in de interne EU-markt zou waarborgen, heeft de EC tevens haar goedkeuring verleend aan de kapitaalinjectie en de van de Nederlandse Staat ontvangen steunfaciliteit voor illiquide activa, al heeft ING voor dit laatste ook een additionele betaling moeten doen. Eind 2009 hebben we bekend gemaakt dat we met succes EUR 7,5 miljard aan kapitaal hebben kunnen aantrekken voor vervroegde terugbetaling van de Nederlandse Staat. Zo hebben we een duidelijke koers voor de toekomst kunnen uitstippelen en een moeilijke periode achter ons gelaten, zodat we 2009 positief hebben kunnen afsluiten.
Strategie
Een duidelijke koers voor de toekomst Kernpunten: > Volledige splitsing bank- en verzekeringsactiviteiten, af te ronden voor jaareinde 2013 > Naar een toekomst met duurzame winst gebaseerd op een zuivere bedrijfsethiek, maatschappelijke betrokkenheid en klantvertrouwen > Uitgroeien naar een internationaal toon aangevende retail-, direct- en zakenbank > Verzekeringsbedrijf goed gepositioneerd om te profiteren van sociaaleconomische trends
2009 was het begin van een nieuw tijdperk voor ING. Na Back to Basics zijn we een duidelijke route naar de toekomst ingeslagen door toe te werken naar een volledige splitsing van onze banken verzekeringsactiviteiten (inclusief vermogensbeheer). Deze belangrijke stap zal de organisatie eenvoudiger en flexibeler maken waardoor we voldoen aan de herstructureringseisen van de Europese Commissie. Dit is noodzakelijk in verband met de transacties die zijn afgesloten met de Nederlandse Staat in oktober 2008 en januari 2009. In december 2009 zijn we gestart met terugbetaling aan de Nederlandse Staat. ING wil een internationaal toonaangevende retail-, direct- en zakenbank worden, en een mooie toekomstbasis leggen voor de verzekeringsactiviteiten. We richten ons op optimale klanttevredenheid, sterke financiële resultaten, toonaangevende operationele efficiëntie en een solide kapitaalpositie. We willen onze toekomst bouwen op duurzame winst gebaseerd op een zuivere bedrijfsethiek en respect voor onze belanghebbenden. We streven ernaar een maatschappelijk betrokken onderneming te zijn en we willen het vertrouwen van onze klanten verdienen door financiële producten en diensten aan te bieden zoals zij dat willen. SPLITSING BANK- EN VERZEKERINGSACTIVITEITEN In oktober 2009 heeft ING een duidelijke richting voor de toekomst uitgezet. De Groep zal de bank- en verzekeringsactiviteiten volledig van elkaar scheiden. We zetten hiermee een volgende stap die voortvloeit uit de operationele splitsing van onze bank en verzekeraar/vermogensbeheerder, die onderdeel was van het in april 2009 ingezette Back-to-Basics-programma (voor meer informatie over Back tot Basics, zie het hoofdstuk ‘ING en het financiële klimaat’). Om de volgende redenen beschouwen we het besluit tot deze splitsing als een besluit dat op het juiste moment is genomen: • Door de snelle groei van de afgelopen jaren werd het besturen van de Groep steeds complexer. De bedrijfsmodellen van het bank- en verzekeringsbedrijf (inclusief vermogensbeheer) zijn namelijk gebaseerd op andere pijlers. Daarnaast staan beide onderdelen voor andere uitdagingen voor wat betreft de beheersing en beprijzing van risico, en beheersing van de balanspositie en de kapitaalbehoeftes. • In het verleden, vooral tijdens gunstige economische omstandigheden, hebben we aanzienlijke kapitaalvoordelen gekend. Onze diversificatie stelde ons in staat om op groepsniveau te profiteren van een dubbele hefboomwerking. Echter, onder minder gunstige marktomstandigheden is dit element van de kapitaalstructuur van ING juist minder gunstig gebleken. • Er is onvoldoende geografishe overlap tussen de productontwikkelingscapaciteit van het verzekeringsbedrijf en de distributiecapaciteit van het bankbedrijf. Banken hoeven de verzekeringsproducten die zij distribueren vandaag de dag niet zelf te ontwikkelen. • Ten slotte zien we een toenemende vraag naar meer eenvoud, betrouwbaarheid en transparantie.
ING Groep Jaarverslag 2009
15
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Strategie (vervolg)
Daarnaast wilden we tijdig een beslissing nemen in de onderhandelingen met de Europese Commissie (EC) over de steun van de Nederlandse Staat aan ING. Door versnelling van de splitsing van de bank- en verzekeringsactiviteiten konden we voldoen aan de eis van de EC om onze balans te verkorten en zijn we toch in staat de strategische integriteit van beide bedrijfsonderdelen zo veel mogelijk te handhaven. Om al deze redenen, denkt ING dat de toekomst van de Groep het best is gediend door de bank- en verzekeringsactiviteiten te splitsen. We onderzoeken alle opties, zoals een beursgang, verkoop of een combinatie van deze, en houden hierbij rekening met alle belanghebbenden. Terugbetaling aan de Nederlandse Staat In oktober 2008 en januari 2009 sloten we overeenkomsten met de Nederlandse Staat. De eerste keer was dat om onze kapitaalpositie te versterken, de tweede keer om de risico’s te beperken. In het vierde kwartaal van 2009 ondernamen we actie om deze steun terug te betalen. Via een claimemissie zijn we erin geslaagd EUR 7,5 miljard aan nieuw kapitaal aan te trekken, waarmee we EUR 5 miljard van de kernkapitaaleffecten konden terugbetalen, dat wil zeggen, de helft van de totale kernkapitaaleffecten, plus de tussen 12 mei 2009 en 20 december 2009 opgebouwde rente van EUR 259 miljoen en een premie van EUR 346 miljoen. Daarnaast leverde dit extra kapitaal ons voldoende buffer op ter compensatie van de negatieve invloed van de extra betalingen voor de steunfaciliteit voor illiquide activa (zie voor meer informatie ‘ING en het financiële klimaat’). VORMGEVEN AAN ONZE TOEKOMST ING zal zich de komende jaren richten op haar positie als inter nationaal toonaangevende retail-, direct- en zakenbank en wil een mooie toekomst voor de verzekeringsactiviteiten waarborgen. We streven naar superieure klanttevredenheid, een goed financieel resultaat, toonaangevende operationele efficiëntie en een sterke kapitaalpositie. Het hele herstructureringsproces zal, inclusief de desinvesteringen, volgens planning eind 2013 zijn afgerond. 2010 zal een overgangsjaar zijn met de nodige uitdagingen, aangezien we toewerken naar een operationele splitsing van het bank- en verzekeringsbedrijf. Wij zullen dit proces met de grootst mogelijke zorg aanpakken en al het mogelijke doen om het splitsingsproces ordelijk en evenwichtig te laten verlopen. Tegelijkertijd blijven we in het belang van onze klanten en aandeelhouders werken aan verbetering van de prestaties van beide onderdelen. Dat zullen we doen door het stroomlijnen van ons productaanbod, vereenvoudigen van processen en investeren in verbetering van de dienstverlening. Hierdoor zullen we sterke en onafhankelijke ondernemingen creëren die op eigen kracht aan hun toekomst kunnen bouwen. Naast deze strategische wijzigingen zullen we er alles aan doen om het vertrouwen van onze belanghebbenden te behouden en op een verantwoorde manier te ondernemen. Alleen door professioneel en integer te handelen, kunnen we het vertrouwen van onze belanghebbenden behouden en de reputatie van ons bedrijf zekerstellen. Onze Business Principles spelen daarbij een belangrijke rol. Hierin zijn de bedrijfswaarden vastgelegd die we nastreven bij zowel het bank- als het verzekeringsbedrijf, en zij definiëren onze verantwoordelijkheden ten opzichte van maatschappij en milieu: we hechten aan onze integriteit, we zijn open en eerlijk, we respecteren elkaar, we ondernemen
16
ING Groep Jaarverslag 2009
maatschappelijk verantwoord en milieubewust. Binnen de gehele organisatie bevorderen we mensgericht leiderschap en een streven naar excellentie. We zijn bijzonder trots op onze hooggekwalificeerde en betrokken medewerkers. ING streeft ernaar het vertrouwen van de klant te verdienen met financiële producten en diensten zoals hij die wenst: met uitstekende dienstverlening en optimaal gemak tegen een aantrekkelijke prijs. Onze klanten verwachten dat wij beschikbaar zijn wanneer zij ons nodig hebben, dat wij een duidelijk overzicht geven van hun financiële situatie, snel en efficiënt antwoord geven op hun vragen, open en transparant zijn over onze producten en diensten, en objectief en professioneel advies geven. We willen aan deze verwachtingen voldoen door de juiste producten en diensten aan de juiste klanten te leveren en met het juiste rendement. We blijven onze merknaam dan ook verbinden aan ons universele klantideaal om de klant een optimaal gebruiksgemak te bieden. Vooraanstaande retail-, direct- en zakenbank De bank van morgen zal op een effectieve manier particuliere spaargelden moeten kunnen aantrekken, vooral omdat we verwachten dat in reactie op de uitzonderlijke gebeurtenissen van de afgelopen twee jaren de vraag naar traditionele spaarbanken met lagere risicobereidheid zal toenemen. Het productaanbod van ING moet daarom eenvoudiger worden. Tegelijkertijd willen we hoogwaardige bankproducten blijven bieden die voldoen aan de verwachtingen van de klant, die niet schadelijk zijn voor mens en milieu, en die gemakkelijk toegankelijk en eenvoudig te begrijpen zijn. We streven naar sterke, verdedigbare marktposities, een betrouwbare merknaam en een stevige marketingorganisatie. Onze uitgangspositie is veelbelovend. ING is een van ‘s werelds grootste spaarbanken met een sterke financieringsbasis. We hebben een leidende positie in onze thuismarkten en ons model voor directbankieren is gebaseerd op efficiëntie en innovatieve distributie, zoals blijkt uit onze lage kostenbasis en hoge mate van klanttevredenheid. Die vormen dan ook de pijlers onder onze ambitie uit te groeien tot een toonaangevende retail-, direct- en zakenbank met aantrekkelijke groeikansen in Centraal-Europa, Turkije en selecte markten in Azië. ING wil gebruikmaken van haar wereldwijde marktpositie en internationale netwerk en profiteren van een toonaangevende positie op het gebied van sparen, met verschillende distributiekanalen, eenvoudige producten en uitgekiende marketing, vooral via ING Direct. Prijsleiderschap, superieure dienstverlening, innovatieve distributie en een maat schappelijk betrokken organisatie zijn, zijn essentiële drijvers achter onze toekomstige ontwikkeling. Hoewel de acties die nodig zijn om onze ambities te realiseren per regio en product zullen verschillen, kunnen we voor iedere divisie al wel de belangrijkste uitgangspunten vaststellen: • Retail Banking: De transformatieprogramma’s in Nederland en België worden voortgezet. Daarmee zal de klant centraler komen te staan, worden de activiteiten gestroomlijnd en de kosten van het kantorennetwerk verlaagd, zal de distributiecapaciteit worden uitgebreid en de kruisverkoop van particuliere producten worden bevorderd. ING zal haar productaanbod in de rest van Europa en Azië verder vereenvoudigen en haar expertise op het gebied van direct bankieren gebruiken voor uitbreiding van de innovatieve distributieplatformen.
• ING Direct: Met eenvoudige en transparante producten tegen aantrekkelijke prijzen zullen we blijven inspelen op de behoeftes van onze particuliere klanten. Met uitstekende dienstverlening en hoogwaardige distributie zullen we ons concurrentievoordeel van optimaal gebruiksgemak proberen te versterken. We gaan de klantrelaties verdiepen en een nog completer assortiment producten en diensten aanbieden. • Commercial Banking: Grote ondernemingen in de Benelux en Centraal-Europa kunnen wij van dienst zijn met een volledig productassortiment, van kasbeheer tot bedrijfsfinancieringen. Elders hanteren we een selectievere aanpak. We kunnen kostenvoordeel creëren door te profiteren van lokale schaalgrootte en kostenverlagingen door proces- en IT-verbeteringen. De kruisverkoop van producten zal worden uitgebreid en door gebruik te maken van onze expertise op het gebied van vastrentende producten in opkomende markten zullen we onze activiteiten in de financiële markten verder pogen te versterken. Als gevolg van de vereisten van de EC voorziet ING voor het einde van 2013 tevens de desinvestering van een aantal bancaire activiteiten. Dit heeft vooral betrekking op ING Direct USA en een combinatie van activiteiten van het Nederlandse retailbedrijf. Meer informatie over deze desinvesteringen is te vinden in het hoofdstuk ‘ING en het financiële klimaat’. Optimale toekomstbasis verzekeraar Onze sterke positie als wereldwijd verzekeringsbedrijf gericht op levensverzekeringen en pensioenen biedt concurrentievoordeel, vooral in het huidige marktklimaat. De aanzienlijke daling van de vermogenswaarden in de afgelopen twee jaar heeft niet alleen de vraag naar vermogensopbouw versterkt, maar de klant ook nog bewuster gemaakt van de noodzaak om zich in te dekken tegen financiële risico’s. ING Verzekeringen is uitstekend gepositioneerd om van deze sociaaleconomische trends te profiteren. We zijn een belangrijke partij in een aantal grote markten (China, Brazilië), toonaangevend in de Benelux en de Verenigde Staten, en hebben sterke posities in Centraal-Europa, Latijns-Amerika en Azië. ING wil met haar verzekeringsactiviteiten uitstekende operationele en financiële prestaties blijven behalen om een optimale basis te leggen voor de toekomst. We verwachten dat de vraag naar beleggingsfondsen, pensioenen en verzekeringsproducten in de nabije toekomst een vlucht zal nemen, vooral voor gegarandeerde producten en kapitaalbescherming. Daarom streven we naar kostenleiderschap, superieure dienstverlening en een benchmark overtreffend beleggingsresultaat. Om van lokale kansen en ontwikkelingen te kunnen profiteren, implementeren we onze verzekeringsstrategie per regio. Hiervoor zijn de volgende acties gepland: • Nederland: We stappen over op één merk door alle activiteiten te bundelen onder de naam Nationale-Nederlanden. Dit bevordert verbetering van de klantgerichtheid, stroomlijning van de distributie en verlaging van de kosten. • Verenigde Staten: De verzekeringsactiviteiten worden geherpositioneerd rondom drie kernactiviteiten: pensioenen, lijfrentes en particuliere levensverzekeringen. • Latijns-Amerika: Hier willen we blijven groeien door te profiteren van onze sterke positie in de markt voor levensverzekeringen en pensioenen (zowel wettelijk verplichte als vrijwillige regelingen).
We richten ons op operationele efficiëntie, productdiversificatie en innovatie. • Azië: We werken toe naar een kleiner aantal, onderling meer samenhangende, sterke bedrijven. In 2009 zijn we begonnen de beleggingskoopsompolisactiviteiten in Japan af te bouwen en hebben we onze verzekeringsactiviteiten in Australië en Nieuw-Zeeland verkocht. • Centraal- en Oost-Europa: Onze belangrijkste prioriteit ligt bij verdere efficiëntieverbetering met het in 2008 gestarte Vision for Growth-programma. We streven naar één geïntegreerd regionaal platform en verlaging van de administratiekosten. • Vermogensbeheer: Door onze sterke beleggingsresultaten over 2009 kunnen we onze activa versterken en nieuwe klanten aantrekken. Daarnaast gaan we op zoek naar synergie door het opzetten van een wereldwijd gecoördineerde vermogensbeheerfunctie. Tijdens het splitsingsproces blijven we gefocust op het genereren van voldoende inkomsten en kapitaal om de Nederlandse Staat volledig terug te betalen en de vermogensbasis van zowel het bankals het verzekeringsbedrijf te versterken. De desinvestering van het verzekeringsbedrijf zal volgens planning eind 2013 worden afgerond. We zullen het desinvesteringsproces van het verzeke ringsbedrijf zodanig vormgeven, dat daarmee de belangen van onze klanten, medewerkers en aandeelhouders zo goed mogelijk gediend worden. Tijdens de gehele periode zullen we de markt ontwikkelingen natuurlijk nauwlettend in het oog houden. CONCLUSIES EN AMBITIES 2009 was zonder twijfel een van de moeilijkste jaren in de geschiedenis van ING. Gezien de toegenomen vraag naar eenvoud, betrouwbaarheid en transparantie heeft ING besloten tot een splitsing van de bank- en de verzekeringsactiviteiten. Hierdoor kunnen we onze organisatie vereenvoudigen, zodat deze zich sneller kan aanpassen, efficiënter wordt en de klant beter van dienst kan zijn. Daarnaast hebben we stappen ondernomen om de helft van het kapitaal dat we van de Nederlandse Staat hebben ontvangen door een succesvol afgeronde claimemissie terug te betalen. Ons doel is om onze positie als toonaangevende, internationale retail-, direct- en zakenbank te versterken en een optimale basis te creëren voor een mooie toekomst voor onze verzekeringsactiviteiten. Tegelijkertijd zullen we ons uiterste best doen het vertrouwen van onze belanghebbenden te behouden en verantwoord te ondernemen. Ons universele ideaal is de klant optimaal gemak te bieden. Daarom blijven we financiële producten en diensten leveren zoals zij willen: met uitstekende dienstverlening en tegen aantrekkelijke prijzen.
ING Groep Jaarverslag 2009
17
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Verantwoord ondernemen
Een verantwoorde financiële dienstverlener en een maatschappelijk betrokken organisatie Kernpunten > Key Performance Indicators voor 2009 onderstrepen succes van strategie voor verantwoord ondernemen > Vooruitgang geboekt met onder meer herziene ING Business Principles, diverse initiatieven op het gebied van financiële educatie, een stringenter beleid voor de defensie-industrie, een intensievere dialoog met onze belanghebbenden en milieuvriendelijker producten > Verzoek aan wereldleiders en de Nederlandse overheid om maatregelen te treffen op het gebied van klimaatverandering
ING streeft naar een toekomst met duurzame winst op basis van een gezonde bedrijfsethiek en met respect voor de belanghebbenden, en wil daarbij een maatschappelijk betrokken organisatie zijn. Door de financiële crisis is onze verantwoordelijkheid tegenover de samenleving in het middelpunt van de publieke belangstelling komen te staan. Dit rechtvaardigt onze voortdurende inzet op het gebied van verantwoord ondernemen, maar laat ook zien dat we die betrokkenheid nog verder moeten vergroten. Daarom hebben wij ons streven een verantwoorde financiële dienstverlener en een maatschappelijk betrokken organisatie te zijn vastgelegd in onze bedrijfsstrategie. DUIDELIJKE STRATEGIE VERANTWOORD ONDERNEMEN De essentie van de strategie van ING voor verantwoord onder nemen is dat wij winst willen maken op basis van een gezonde bedrijfsethiek en met respect voor onze belanghebbenden. We hebben daarom een duidelijke visie op ethiek, maatschappij en milieu, zowel voor onze bank- als voor onze verzekerings activiteiten. Deze visie kan als volgt worden samengevat: • Als verantwoorde financiële dienstverlener bieden wij hoogwaardige producten en diensten die voldoen aan de behoeften en verwachtingen van onze klanten. Daarnaast financieren wij geen illegale, schadelijke of onethische activiteiten. • Verder willen wij bijdragen aan positieve maatschappelijke ontwikkelingen. Daarom richten we ons op de ontwikkeling van duurzame producten en diensten, die onder andere gelieerd zijn aan onze maatschappelijke programma’s voor kinderen en onderwijs, financiële educatie en bescherming van het milieu. Wij hebben geconstateerd dat er mogelijkheden zijn ons beleid voor verantwoord ondernemen verder te verbeteren. Het is van het grootste belang dat we onze maatschappelijke verantwoor delijkheden vervullen en voortdurend evalueren. We zoeken een open en eerlijke dialoog met onze belanghebbenden om te proberen van mogelijke zorgen of problemen op de hoogte te zijn, gevoeligheden te kennen en feedback over ons gedrag te krijgen. Indien nodig, passen we ons beleid aan op basis van deze bevindingen. We meten onze prestaties op het gebied van verantwoord ondernemen sinds 1995. Tegenwoordig gebruiken we tien Key Performance Indicators, zie pagina 20. VOORTGANG IN 2009 Herziening ING Business Principles In 2009 hebben we onze Business Principles herzien en zijn we begonnen met een bewustwordingscampagne voor de medewerkers. De eerste ING Business Principles stammen uit 1999 en elke vijf jaar worden ze aangepast zodat ze blijven aansluiten bij een veranderende omgeving. De laatste herziening vond plaats in 2004. Uit een medewerkersonderzoek in 2009 bleek dat het bewustzijn ten aanzien van de Business Principles was afgenomen en hebben we besloten daar iets aan te doen. Alleen als alle medewerkers van ING professioneel en integer handelen, blijven we verzekerd van het vertrouwen van onze belanghebbenden en houden we de reputatie van ons bedrijf intact. De Business Principles spelen hierin een belangrijke rol. Die geven immers
18
ING Groep Jaarverslag 2009
duidelijke richtlijnen voor het gewenste gedrag van alle medewerkers in het bank- en verzekeringsbedrijf en voor onze verant woordelijkheden ten aanzien van de maatschappij en het milieu. De Business Principles zijn nu als volgt geformuleerd: we hechten aan onze integriteit, we zijn open en helder, we respecteren elkaar, en we ondernemen maatschappelijk verantwoord en milieubewust. Er is niet alleen gestart met een bewustwordingscampagne voor alle medewerkers, ook onze 200 topmanagers hebben de Business Principles ondertekend. Iedere medewerker van ING wordt geacht ze na te leven. Moreel-ethische verklaring Wat betreft moreel en ethisch gedrag voldoet de herziene versie van de ING Business Principles ruimschoots aan de principes van de Code Banken. De leden van de Raad van Bestuur hebben een verklaring ondertekend waarin ze beloven de ING Business Principles te zullen uitvoeren en respecteren. Daarnaast hebben de leden van het Bestuur Bank de in de Code Banken omschreven moreel-ethische verklaring ondertekend. Meer informatie over ING en de Code Banken is te vinden op www.ing.com. Financiële educatie Wij streven naar vergroting van de financiële vaardigheden van afnemers van financiële diensten in het algemeen en van onze eigen klanten in het bijzonder. Een eerste stap daarin is zorgen voor duidelijke en transparante informatie die onze klanten helpt onze producten en diensten te begrijpen. We hebben een aantal praktische instrumenten ontwikkeld om ze een beter inzicht te geven in hun persoonlijke financiële situatie en het nemen van financiële beslissingen makkelijker te maken. Zo heeft ING Direct Canada een educatieve website ontwikkeld voor kinderen in het basisonderwijs – Planet Orange – met als doel ze op een speelse en interactieve manier wegwijs te maken in finan ciële zaken. De website nodigt kinderen uit een ruimtevlucht te maken naar Planet Orange waar ze hun astronautenprofiel kunnen aanmaken en spelletjes kunnen doen. Op die manier leren ze de basisbeginselen van geld verdienen, sparen, uitgeven en beleggen. In Nederland organiseerden we in 2009 een reeks Financiële Infor matieavonden waar particuliere klanten, privatebankingklanten en ondernemers met directieleden en managers van ING konden praten over het huidige economische klimaat en de effecten daar van op hun financiële situatie. Er waren ruim 150 van dergelijke bijeenkomsten met meer dan 4.000 klanten. Voor klanten die niet aanwezig konden zijn, plaatsten we een aantal filmpjes op ing.nl en startten we met een educatieve rubriek (eZonomics) op ing.com. Deze onlineplatforms geven informatie over de grondbeginselen van sparen, beleggen, levensverzekeringen, pensioenen en hypotheken. Financieringsbeleid controversiële wapens Onze visie op ethiek, milieu, mens en maatschappij is vertaald in beleid dat we overal ter wereld toepassen. We houden rekening met de eisen en zorgen van onze stakeholders en blijven voort durend in gesprek met klanten, medewerkers en aandeelhouders, evenals met organisaties die zich bezighouden met mensenrechten of klimaatverandering. Daardoor zijn wij in staat ons beleid doorlopend te evalueren en waar nodig aan te passen.
Een duidelijk voorbeeld hiervan is ons beleid inzake controversiële wapenhandel. In 2008 startten we met een evaluatie van dat beleid om tegemoet te komen aan de veranderende eisen en verwach tingen van onze klanten, onze medewerkers en de maatschappij in haar geheel ten aanzien van financieringen van en beleggingen in controversiële wapens door financiële instellingen. Dit heeft in 2009 geleid tot een aantal wijzigingen in ons beleid. We hebben de reikwijdte van het Defensiebeleid uitgebreid naar al onze bedrijfsactiviteiten; naast kredietverlening en beleggingen voor eigen rekening, is het beleid (met uitzondering van index-trackers) nu ook van toepassing op ING-beleggingsfondsen. Hoewel we geen stelling nemen tegen de defensie-industrie, neemt ING stevig positie in tegen controversiële wapens en de handel daarin. In het licht van internationale verdragen die anti-persoonsland mijnen en clustermunitie verbieden en de algemene zorg in de maatschappij ten aanzien van munitie met verarmd uranium, en biologische of chemische wapens, beschouwen wij deze wapens als controversieel. ING zal de productie, het onderhoud of de handel in deze wapens niet financieren. We verlenen geen finan ciële diensten aan bedrijven die bij dergelijke wapens betrokken zijn. ING zal geen beleggingen voor eigen rekening in controver siële wapenbedrijven doen. Met uitzondering van index-trackers en expliciete opdrachten van klanten, zal ING waar juridisch mogelijk en door ons eenzijdig afdwingbaar ervoor zorgen dat geld van klanten niet via de door ING beheerde beleggings-fondsen in dergelijke bedrijven wordt geïnvesteerd. Ontwikkeling groene producten Wij willen tegemoetkomen aan de groeiende vraag van klanten naar producten en diensten die niet alleen milieuvriendelijk en maatschappelijk verantwoord zijn, maar ook een goed rendement opleveren. ING beschikt daartoe over verschillende beleggings fondsen en producten. Voorbeelden zijn duurzame beleggings fondsen, zoals de zogeheten themafondsen, die klanten de mogelijkheid bieden te investeren in microfinanciering, duurzame energie of projecten voor duurzaam watergebruik. ING Retail Nederland ging in 2009 een samenwerking aan met Igogreen voor een autoverzekering die klanten de mogelijkheid biedt de CO2 -uitstoot van hun auto te compenseren met investeringen in duurzame projecten zoals wind- en biomassa energie. Het duurzaam beheerd vermogen in 2009 bedroeg in totaal EUR 2.524 miljoen. Klimaatverandering Milieubescherming is een belangrijk onderdeel van onze betrokken heid bij verantwoord ondernemen en we doen dan ook wat we kunnen om oplossingen te vinden om klimaatverandering tegen te gaan. Wij hebben bijvoorbeeld samen met negen andere Nederlandse banken een gezamenlijke verklaring afgegeven waarin we bij de deelnemers aan de klimaatconferentie in Kopenhagen pleitten voor heldere afspraken over duurzame energie. Daarnaast hebben wij de Nederlandse overheid opgeroepen gunstige investeringsvoorwaarden te scheppen voor een snelle overstap op duurzame energiebronnen. Ook zijn we bezig met een evaluatie van onze portefeuille en een inventarisatie van de mogelijkheden om meer aandacht te geven aan de financiering van en investering in duurzame energie.
ING Groep Jaarverslag 2009
19
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Verantwoord ondernemen (vervolg)
Global Challenge Als onderdeel van ons ING Chances for Children-programma, organiseren wij jaarlijks een evenement voor medewerkers die vrijwilligerswerk verrichten of geld inzamelen voor kinderen en onderwijsgerelateerde projecten. Deze dag, de Global Challenge, wordt gehouden op, of rond 20 november, de dag dat de Verenigde Naties de Conventie over de Rechten van het Kind heeft aangenomen. De Global Challenge van 2009 was een groot succes dankzij de creatieve en enthousiaste inzet van onze medewerkers, die met de meeste uiteenlopende ideeën kwamen om geld in te zamelen. Dit jaar telden we een recordaantal deelnemers en er werd meer geld ingezameld dan in 2008. Hoewel het aantal landen waar ING is gevestigd in 2009 daalde ten opzichte van 2008, steeg het aantal deelnemende landen van 29 in 2008 naar 33 in 2009. Ongeveer 17.000 medewerkers deden mee. Dat is 16,2% van alle ING-mede werkers (2008: 10%). Samen hebben zij vrijwillig 35.551 uren van hun tijd geïnvesteerd, een bedrag van EUR 992.801 ingezameld en een verschil gemaakt in het leven van 51.470 kinderen. Dialoog met stakeholders geïntensiveerd Met het oog op de onwikkelingen in de financiële sector, hebben wij een aantal initiatieven genomen om transparanter te zijn en open te staan voor feedback over onze normen voor milieu, maat schappij en ethiek. We zijn in 2009 begonnen met een reeks discussiebijeenkomsten over de rol van ING in de samenleving. Onze bestuursvoorzitter en het topmanagement gingen in gesprek met klanten, sociale partners, non-gouvernementele organisaties, de media, beleidsmakers, academici en beleggers. We lanceerden ook een nieuwe website (www.ingforsomethingbetter.com) waarop we helder uitleggen wat we doen en waarom we bepaalde keuzes maken. ING-medewerkers over de hele wereld gebruiken de website om ideeën te delen met andere collega’s en om te zien hoe zij een verschil kunnen maken door mee te doen aan een van onze onderwijs- of milieuprojecten. DOELSTELLINGEN VOOR 2010 • We zorgen ervoor dat verantwoord ondernemen een integraal onderdeel vormt van onze strategie: onze doelstellingen voor maatschappij, milieu en ethiek zullen worden gekwantificeerd en als prestatiemaatstaf worden gebruikt in het remuneratie beleid voor de variabele beloning van de Raad van Bestuur. • We ontwikkelen een programma ter ondersteuning van duurzaam ondernemerschap. • Onze doelstelling is ervoor te zorgen dat alle toevertrouwde middelen en spaargelden van klanten in Nederland zo worden geherinvesteerd dat ze geen negatieve invloed hebben op maatschappij of milieu. • We starten een programma voor topmanagers waarmee ze zich persoonlijk kunnen ontwikkelen door te werken aan praktijk situaties bij NGO’s in ontwikkelingslanden. • We streven ernaar ons duurzaam beheerd vermogen 5-10% sterker te laten groeien dan ons totaal beheerd vermogen en nieuwe duurzame producten of diensten te ontwikkelen. Meer informatie over de strategie en prestaties van ING ten aanzien van verantwoord ondernemen is te vinden in ons op 6 april 2010 te publiceren Corporate Responsibility Performance Report 2009 en op www.ingforsomethingbetter.com.
20
ING Groep Jaarverslag 2009
Key Performance Indicators 2009 ING heeft tien Key Performance Indicators (KPI’s) vastgesteld voor de verslaglegging over verantwoord ondernemen. Deze KPI’s zijn rechtstreeks gekoppeld aan het beleid van ING voor verantwoord ondernemen en worden binnen ING gebruikt om de prestaties op dit gebied te meten. Key Performance Indicators (1)
Equator Principles Aantal beoordeelde projecten Duurzaam beheerd vermogen (2) (in miljoenen euro’s) Klanttevredenheidsindex (3) Economische waarde (in miljoenen euro’s) Balanstotaal Eigen vermogen Totale baten Resultaat voor belastingen Nettoresultaat Personeelslasten: salarissen Personeelslasten: overig Medewerkersbetrokkenheid (4) Diversiteit % vrouwelijke leden van de internationale Management Council ING Chances for Children Aantal kinderen met toegang tot onderwijs Groene energie kWh (x 1000) aan elektriciteit, ingekocht door ING en betrokken uit duurzame bronnen Dow Jones Sustainability Index FTSE4Good Index
Ultimo 2009
Ultimo 2008
77
135
2.524 69,1%
2.295 69,6%
1.163.643 33.863 47.765 –1.525 –935 5.076 2.262 71%
1.331.663 17.334 66.291 –1.487 –729 5.885 2.879 83%
12,8%
11,8%
107.575
111.409
330.582 75 Opgenomen
344.448 71 Opgenomen
ccountantskantoor Ernst & Young heeft de betrouwbaarheid van de A KPI’s gecontroleerd. (2) Zie het Corporate Responsibility Report 2009 voor meer gedetailleerde informatie (publicatiedatum 6 april 2010). (3) Tevredenheidsscores zijn gebaseerd op de American Customer Satisfaction Index (ACSI)-methode, aangepast voor de financiële dienstverleningssector en gebaseerd op een combinatie van vragen die te maken hebben met algehele (klant)tevredenheid en de ideale dienstverlener. Deze score is niet markt gewogen. De selectie van landen verandert jaarlijks, met name vanwege strategische beslissingen van ING (investeringen, desinvesteringen). Dit heeft echter geen wezenlijk effect op de totale score van de klanttevredenheidsindex. De klanttevredenheidsscores van ING Direct zijn niet opgenomen; dit bedrijfsonderdeel meet klanttevredenheid op een andere manier. (4) De index voor de betrokkenheid van medewerkers is het percentage ING-medewerkers dat heeft aangegeven er trots op te zijn bij ING te werken. Het onderzoek is uitgevoerd door Kenexa. (1)
Kapitaalbeheer
Sterke vermogenspositie handhaven ING streeft ernaar een sterke vermogenspositie te handhaven en kapitaal zo efficiënt mogelijk toe te wijzen binnen de Groep. De uitzonderlijke marktomstandigheden in 2008 en begin 2009 hadden een significant negatief effect op het eigen vermogen. ING heeft in 2009 actie ondernomen om de vermogenspositie te versterken. Vermogenspositie ING Groep N.V. Ultimo 2009
Ultimo 2008
33.863 5.000 11.478 6.913 57.254
17.334 10.000 11.655 7.170 46.159
–1.291 –6.913 49.050 12,4%
6.769 –7.170 45.758 13,5%
Ultimo 2009
Ultimo 2008
25.958 8.057 34.015 10.716 44.731 332.375 26.590 28.709 7,8% 10,23% 13,46%
24.934 7.085 32.019 11.870 43.889 343.388 27.471 34.369 7,26% 9,32% 12,78%
in miljoenen euro’s
Eigen vermogen + Kernkapitaaleffecten (core Tier 1 securities) + Hybride kapitaal van ING Groep + Leverage van ING Groep (kernschuld) Totale kapitalisatie (bank- en verzekeringsbedrijf) –/– Herwaarderingsreserves vastrentend en overig –/– Leverage van ING Groep (kernschuld) (d) Gecorrigeerd vermogen (e) Verhouding schuld/eigen vermogen (d/(d+e)) Vermogenspositie ING Bank N.V. in miljoenen euro’s
Kern-tier 1 Hybride tier 1 Beschikbaar tier 1-kapitaal Overig kapitaal BIS-kapitaal Naar risico-gewogen activa (1) Vereist kapitaal onder Basel II Vereiste kapitaalvloer o.b.v. Basel I(2) Kern-tier 1-ratio (1) Tier 1-ratio (1) BIS-ratio (1) (1) (2)
Vanaf 2008 gebaseerd op Basel II. Gebruikmakend van 80% respectievelijk 90% in 2009 en 2008 van naar risico-gewogen activa onder Basel I. Indien 80% zou zijn gehanteerd, dan zou het vereiste kapitaal eind 2008 EUR 30.550 miljoen hebben bedragen.
Vermogenspositie ING Verzekeringen N.V. Ultimo 2009
Ultimo 2008
23.954 2.586 9,7% 21.022 7.774 270%
23.903 2.301 8,8% 22.010 8.582 256%
in miljoenen euro’s
Gecorrigeerd vermogen (e) Kernschuld (d) Verhouding schuld/eigen vermogen (d/(d+e)) Beschikbaar kapitaal (a) Door EU vereist wettelijk kapitaal (b) Kapitaaldekkingsratio (a/b) Veranderingen eigen vermogen ING Groep in 2009 (x EUR miljard)
Gecorrigeerd vermogen ING Groep in 2009 (x EUR miljard)
35
60
6,6
30
50
2,8 8,1
25 17,3
49,1
30
–5,0
–8,1 Goodwill
Eigen vermogen
Eigen vermogen, einde periode
Netto-opbrengst claimemissie
Herwaarderingen aandelen
Herwaardering vastrentende waarden + afdekken kasstroom
Nettoresultaat over de periode
–0,2
Gecorrigeerd vermogen, einde periode
0
–0,9
Herwaarderingsreserves
10
Kernkapitaaleffecten
20
5
Hybride kapitaal Groep
10
Eigen vermogen, aanvang periode
0,0
45,8
40
15
0
16,6
Gecorrigeerd vermogen, aanvang periode
20
33,9
MARKTOMSTANDIGHEDEN Aan het eind van het eerste kwartaal waren de marktomstandigheden op een dieptepunt aangeland. Daarna trad een gestage verbetering op. De Europese Centrale Bank heeft de kortlopende rente het hele jaar laag gehouden. De onderliggende winstgevendheid werd tenietgedaan door bijzondere waardeverminderingen op aandelen, vastrentende waarden en vastgoed. STEUNFACILITEIT ILLIQUIDE ACTIVA Om de effecten van de financiële crisis op te vangen is ING Groep in januari 2009 met de Nederlandse Staat een steunfaciliteit voor illiquide activa (IABF) overeengekomen. Via deze faciliteit draagt ING Groep 80% van de Alt-A-woninghypotheekleningen van ING Direct in de VS en ING Insurance US over voor 90% van de nominale waarde, in ruil voor een vordering op de Staat. De naar risico-gewogen activa daalden hierdoor met ongeveer EUR 13 miljard. HERSTRUCTURERINGSPLAN EC Conform de regels van de Europese Commissie moeten bedrijven die tijdens de financiële crisis overheidssteun hebben ontvangen een herstructureringsplan indienen. Daaruit moet blijken dat ze op de lange termijn levensvatbaar zijn en dat de ontvangen steun oneerlijke concurrentie voorkomt. In november 2009 heeft de Europese Commissie het herstructureringsplan van ING formeel goedgekeurd. Meer informatie is te vinden in het hoofdstuk ‘ING en het financiële klimaat’. TERUGKOOP KERNKAPITAALEFFECTEN In samenhang met het herstructureringsplan is ING met de Nederlandse Staat overeengekomen de helft van de kernkapitaaleffecten die in 2008 zijn uitgegeven vervroegd terug te betalen. ING heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om in december 2009 EUR 5 miljard aan kernkapitaaleffecten terug te kopen. Dit is gefinancierd met een volledig gegarandeerde claimemissie van EUR 7,5 miljard. DIVIDENDBELEID Het beleid van ING is om dividend uit te keren op basis van de onderliggende langetermijnontwikkeling van de winst. Een dividend zal alleen worden voorgesteld indien de Raad van Bestuur dat passend vindt in het licht van de financiële omstandigheden en de langetermijnvooruitzichten. Gezien het onzekere financiële klimaat keert ING over 2009 geen dividend uit. GROEPSVERMOGEN Het gecorrigeerde vermogen van ING Groep steeg van EUR 46 miljard tot EUR 49 miljard, terwijl het eigen vermogen toenam van EUR 17 miljard tot EUR 34 miljard. De twee grafieken in de linkerkolom illustreren deze ontwikkelingen. Het eigen vermogen verbeterde door de opbrengst van de claim emissie van EUR 7,5 miljard, na aftrek van kosten en de opgebouwde rente en aflossingspremie op de teruggekochte kernkapitaaleffecten (EUR 0,9 miljard). De toename is verder met name te danken aan hogere herwaarderingsreserves voor vastrentende waarden en voor aandelen. In het gecorrigeerde vermogen wordt de herwaarderingsreserve op vastrentende waarden weer toegevoegd met het oog op de asymmetrie in de berekening van de activa en passiva. Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd in het eigen vermogen op basis van actuele marktprijzen, terwijl de passiva op ING Groep Jaarverslag 2009
21
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Kapitaalbeheer (vervolg)
basis van de geamortiseerde kostprijs worden verantwoord. Het gecorrigeerde vermogen verbeterde met EUR 3,3 miljard. Daarvan viel EUR 1,7 miljard toe te schrijven aan de netto-opbrengst van de claimemissie, die hoger lag dan de terugbetaling van de kernkapitaaleffecten aan de Nederlandse Staat. BELANGRIJKE KAPITAAL- EN LEVERAGERATIO’S De hefboom (leverage) van ING Groep, gedefinieerd als geïnvesteerd eigen vermogen van de Groep in ING Bank en ING Verzekeringen na aftrek van het gecorrigeerde vermogen van de Groep, daalde van EUR 7,2 miljard naar EUR 6,9 miljard. De verhouding schuld/eigen vermogen nam derhalve af van 13,5% tot 12,4%. ING Groep heeft in de loop van het jaar EUR 0,15 miljard in het bankbedrijf gestoken en per saldo EUR 0,2 miljard naar het verzekeringsbedrijf uitgezet. De Groep heeft met een claimemissie EUR 7,5 miljard aan kapitaal aangetrokken. Daarvan is EUR 5,6 miljard gebruikt voor de vervroegde terugkoop van kernkapitaaleffecten van de Nederlandse Staat voor EUR 5 miljard en EUR 1,3 miljard (voor belastingen) voor de eenmalige IABF-betaling, zoals overeengekomen met de Europese Commissie. In 2009 is geen hybride tier 1-kapitaal aangetrokken. Als gevolg van de financiële crisis staan hybride leningen in de markt minder hoog aangeschreven. Om het bedrag aan hybride leningen bij ING Verzekeringen te verlagen, heeft ING Groep EUR 1 miljard aan hybride leningen doorgeleend aan ING Bank, die eerder waren doorgeleend aan ING Verzekeringen. Het tier 1-kapitaal bij ING Bank steeg van EUR 32 miljard naar EUR 34 miljard, waardoor de tier 1-ratio verder verbeterde van 9,3% ultimo 2008 tot 10,2%. De nettowinst in het bankbedrijf bedroeg EUR 0,7 miljard. De naar risico-gewogen activa daalden van EUR 343 miljard begin 2009 tot EUR 332 miljard tegen het eind van het jaar. Onder Basel I was sprake van een afname van EUR 477 miljard tot EUR 448 miljard. De nominale balans van ING Bank daalde fors van EUR 1.035 miljard naar EUR 882 miljard (–15%) als onderdeel van het schuldafbouwprogramma. Het verschil tussen de nominale balansgroei en de groei van naar risico-gewogen activa wordt verklaard door de relatieve verlaging van de geldmarktactiviteiten. De nominale kredietverlening door ING Bank daalde met 8% van EUR 598 miljard naar EUR 552 miljard. De verhouding schuld/eigen vermogen steeg bij ING Verzekeringen van 8,8% naar 9,7%. De ratio hybride leningen van ING Verzekeringen is teruggebracht tot onder het streefdoel van 25% door het overbrengen van het surplus naar ING Bank. FINANCIERINGSTRANSACTIES In 2009 zijn de volgende leningen uitgevoerd: Voor ING Bank N.V. • EUR 4.000 miljoen 5-jaars obligatie met staatsgarantie • USD 6.000 miljoen 3-jaars obligatie met staatsgarantie • USD 2.000 miljoen 5-jaars obligatie met staatsgarantie • EUR 2.000 miljoen 5-jaars gedekte obligatie • EUR 1.250 miljoen 10-jaars gedekte obligatie ACQUISITIES EN DESINVESTERINGEN In 2009 heeft ING als onderdeel van het Back-to-Basics-programma diverse activiteiten afgestoten. De nadruk komt hierdoor te liggen op minder, maar sterkere activiteiten. ING heeft de Taiwanese levensverzekeringsactiviteiten verkocht aan Fubon Financial Holding Co. Ltd voor een bedrag van EUR 466
22
ING Groep Jaarverslag 2009
miljoen. Het verlies op de verkoop, die in februari is afgerond, kwam daarmee uit op EUR 292 miljoen. De uiteindelijke cijfers wijken af van de opbrengst van EUR 447 miljoen die in 2008 was gemeld. Dit komt door koersbewegingen in de dollar/euro in de periode tussen het moment dat de voorlopige verkoopovereenkomst werd ondertekend en de datum van afronding. Fubon heeft het bedrag van de aankoop voldaan in aandelen en achtergesteld schuldpapier. ING heeft hierdoor een aandelenbelang in Fubon verworven van 5%, waarvan de koers ultimo 2009 met 71% was gestegen (in euro’s). ING heeft het belang van 70% in ING Canada verkocht. Via een onderhandse plaatsing bij een groep institutio nele beleggers is circa EUR 1.316 miljoen aangetrokken, terwijl de resterende aandelen zijn overgedaan aan een syndicaat. De verhouding schuld/eigen vermogen van ING Verzekeringen is hierdoor met ruim 400 basispunten verbeterd. ING heeft daarnaast de verkoop afgerond van het belang van 51% in ING Australia, de joint venture voor verzekeringen en vermogensbeheer in Australië en Nieuw-Zeeland, aan jointventurepartner ANZ Bank. Met de transactie was EUR 1,1 miljard in contanten gemoeid, de winst van ING bedroeg EUR 337 miljoen en de verhouding schuld/ eigen vermogen van ING Verzekeringen daalde hierdoor met 365 basispunten. Overige verkopen waren onder andere de verkoop van annuïteiten- en hypotheekactiviteiten in Chili aan Corp Group Vida Chile, ING’s particuliere pensioenfonds in Rusland en de lijfrenteactiviteiten in Argentinië. ING heeft de verkoop aangekondigd van Private Banking Azië aan Oversea-Chinese Banking Corporation (OCBC). De verkoop van circa EUR 1 miljard levert een winst op van circa EUR 300 miljoen. De transactie is op 29 januari 2010 afgerond. De verkoop van de Zwitserse Private Banking-activiteiten aan Julius Baer was eveneens aangekondigd, voor circa EUR 344 miljoen (CHF 520 miljoen). De winst bedraagt naar schatting EUR 70 miljoen. Deze transactie is op 14 januari 2010 afgerond. Andere aangekondigde transacties waren onder andere de voorgenomen overdracht van de Amerikaanse herverzekeringsactiviteiten aan Reinsurance Group of America, Inc, met een bescheiden positief effect op de winstontwikkeling van ING in 2010. De transactie levert naar verwachting EUR 100 miljoen aan beschikbaar kapitaal op en verbetert de verhouding schuld/eigen vermogen van ING Verzekeringen met circa 60 basispunten. Deze overdracht is op 1 januari 2010 afgerond. ING heeft daarnaast de verkoop aangekondigd van drie onafhankelijke brokerdealeractiviteiten voor particulieren in de VS: Financial Network Investment Corporation, Multi-Financial Securities Corporation en PrimeVest Financial Services, Inc. De koper is Lightyear Capital LLC. De transactie is afgerond op 31 januari 2010 en heeft naar ver wachting geen belangrijk effect gehad op de winstontwikkeling van ING. ING heeft tevens een overeenkomst aangekondigd voor de verkoop van het 50%-belang in Pacific Antai Life Insurance Company (PALIC) aan China Construction Bank (CCB). Deze transactie wordt naar verwachting in de tweede helft van 2010 afgerond, onder voorbehoud van de benodigde goedkeuring van de toezichthouders. ING Platform Services (IPS), een vermogensbeheerplatform in Hongkong en Singapore, is verkocht aan iFAST, een Singaporese aanbieder.
Risicobeheer
Verdere risicovermindering in lijn met Back to Basics ING is doorgegaan met het nemen van maatregelen ter vermindering van risico’s, maar had in 2009 nog altijd last van illiquide markten, al verbeterden sommige markten wel. Vooral de vastgoedmarkten en activa met vastgoed als onderliggende waarde hadden te lijden van de aanhoudende onrust. Het jaar 2009 stond ook in het teken van voorstellen voor wijzigingen in wet- en regelgeving. Veel van die regels kunnen effect hebben op risicobeheer, risicometing en de financiële positie van ING. Behalve aan de verlaging van het risicoprofiel via risicomitigatie heeft ING ook gewerkt aan het in de praktijk brengen van de in voorgaande jaren geleerde lessen. Dat gold met name voor de risico-organisatie, de risicometing en de risicotolerantie. De risicoorganisatie is versterkt met een Risk Committee, bestaande uit leden van de Raad van Commissarissen. Gedurende 2009 heeft ING gewerkt aan het verder verbeteren en vereenvoudigen van de methodologie voor risicometing en risicotolerantie.
Effect van bijzondere waardeverminderingen, marktwaardeveranderingen en handelsverliezen ten laste van de winst-en-verliesrekening voor belastingen in miljoenen euro’s
Amerikaans subprime-RMBS Alt-A-RMBS CDO’s/CLO’s CMBS Totaal
2009
2008
–350 –1.405 133 –25 –1.647
–120 –2.064 –394 0 –2.578
Amerikaans subprime-RMBS, Alt-A-RMBS, CDO/CLO en CMBSposities en herwaarderingen ultimo 2009
in miljoenen euro’s
Marktwaarde
Herwaardering via eigen vermogen (voor belastingen)
Amerikaans subprime-RMBS Alt-A-RMBS CDO’s/CLO’s CMBS Totaal
1.428 2.964 4.087 7.711 16.190
–811 –239 –127 –1.834 –3.011
RISICOBEHEER BIJ ING Het nemen van afgewogen risico’s is inherent aan de bedrijfsvoering van ING. Als financiële dienstverlener actief op het gebied van bankieren, beleggen, levensverzekeringen en pensioenen staat ING bloot aan diverse risico’s. Om ervoor te zorgen dat die risico’s weloverwogen worden genomen, heeft ING het risicobeheer in de dagelijkse activiteiten en strategische planning geïntegreerd. Risk Management biedt ondersteuning door de risicotolerantie, de risico strategieën, het risicobeleid en de risicolimieten vast te stellen. De afdeling verzorgt evaluaties, toezicht en ondersteuning voor de hele Groep. Risk Management heeft als missie het creëren van een duurzaam concurrentievoordeel door het volledig integreren van risicobeheer in de dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de strategische planning van ING. De volgende uitgangspunten moeten helpen dat doel te verwezenlijken: • Producten en portefeuilles worden gestructureerd, geprijsd, goedgekeurd en beheerd en de naleving van interne en externe richtlijnen wordt bewaakt. • Het risicoprofiel van ING is transparant en is in overeenstemming met gedelegeerde bevoegdheden. Dit profiel wordt zodanig beheerd dat verrassingen worden vermeden. • Over risicobeheer en waardecreatie wordt open gecommuniceerd naar zowel interne als externe belanghebbenden. De recente turbulentie op de markten benadrukt het belang van het naleven van deze missie. ING heeft het risicobeheer de afgelopen jaren stelselmatig verbeterd door te investeren in mensen, aansturing, processen, meetinstrumenten en systemen. Dit is noodzakelijk gezien de toenemende eisen van investeerders en de met de marktpraktijken mee ontwikkelende wet- en regelgeving. ondersteunING BEDRIJFSactiviteiten Risicobeheer komt direct ten goede aan ING en de aandeelhouders van ING in de vorm van efficiënte kapitalisatie en lagere risico- en financieringskosten. De kapitaalkosten worden teruggedrongen door samen met kredietbeoordelaars en toezichthouders te werken aan het afstemmen van de kapitaalvereisten en de risico’s. Risk Management biedt ondersteuning bij het verlagen van de financieringskosten, bij het toepassen van de nieuwste risico beheerinstrumenten en -vaardigheden en bij het verlagen van het strategisch risico. De bedrijfsonderdelen kunnen zich op die manier op hun kernexpertise toeleggen en daardoor sterker concurreren in hun specifieke markten. Met behulp van risicometing identificeert ING de portefeuilles die economische waarde opleveren. Risicobeheer helpt niet alleen de economisch meest kansrijke segmenten op te sporen, maar ook de activiteiten die achterblijven en die in sommige gevallen moeten worden verkocht. Bepaling van de risicotolerantie De risicotolerantie voor ING wordt bepaald door de Raad van Bestuur en bekrachtigd door het Risk Committee van de Raad van Commissarissen. Deze Risicocommissie is in 2009 opgericht om de risico-organisatie van ING te versterken en de leden van de Raad van Commissarissen in staat te stellen om meer op de toekomst gericht mee te denken over risico. Door deze nieuwe structuur richten de Auditcommissie en de Risicocommissie zich elk op een eigen aandachtsgebied, waardoor er gewaarborgd wordt dat ING Groep Jaarverslag 2009
23
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Risicobeheer (vervolg)
zowel de financiële rapportage als aan risico gerelateerde onderwerpen meer verscherpte aandacht krijgen. Het risicoraamwerk van ING moet ervoor zorgen dat de risicotolerantie binnen de hele Groep wordt gecommuniceerd en nageleefd. Dit raamwerk bestaat uit drie verdedigingslinies: de divisies, die primair de verantwoordelijkheid hebben voor het dagelijks beheer; Risk Management en Finance, die het beleid en de risicolimieten opstellen en het risicotoezicht uitvoeren en ook zorgdragen voor de dagelijkse goedkeuring van transacties; en Corporate Audit Services, de interne accountantsdienst van ING Groep, dat de opzet en werking van de interne controle op de risico’s op alle niveaus van ING Groep onafhankelijk beoordeelt. Het financiële risicodashboard De risicotolerantie, oftewel de bereidheid van de Groep om risico’s te nemen, wordt gemeten aan de hand van drie maatstaven: earnings at risk (EaR), capital at risk (CaR) en economisch kapitaal. Het financiële risicodashboard meet EaR en CaR. Het is aan het management van de divisies om binnen de vastgestelde risicogrenzen maximale waarde te realiseren, terwijl Risk Management het feitelijke risicoprofiel aan de hand van de risicotolerantie bewaakt en beheerst. Met behulp van deze maatstaven kan de Raad van Bestuur eventuele risicoconcentraties identificeren en risicoverminderende acties inzetten. Het risicodashboard biedt een overzicht van de risico’s in alle bank- en verzekeringsactiviteiten. Hiermee wordt de controle op de mate waarin genomen risico in lijn is met de risicotolerantie mogelijk gemaakt. ING kan hiermee strategische beslissingen baseren op vergelijkbare risicomaatstaven en kapitaal zo efficiënt mogelijk toewijzen. De crisis heeft het belang en de waarde van deze maatstaven bewezen: het risicodashboard werd ingezet als instrument om de Raad van Bestuur te informeren over de potentiële effecten van risicoverminderende acties op het Groepsbrede risicoprofiel. Door de crisis zijn tevens een aantal tekortkomingen van de methodiek aan het licht gekomen. Er is gewerkt aan het beter toesnijden van EaR op de verslaggevingsgrondslagen. Door de lering die uit de crisis is getrokken, heeft ING in 2009 het risicotolerantieraamwerk geherdefinieerd. Het aangepaste raamwerk sluit nu beter aan bij de doelstellingen voor kapitaalbeheer. Uit de crisis is tevens gebleken dat de kapitaalvereisten, en dan met name veranderingen daarin, een knelpunt kunnen gaan vormen. ING heeft in 2009 een aantal nieuwe maatstaven ontwikkeld om het risico, dat de kapitaalvereisten als gevolg van gewijzigde marktomstandigheden veranderen, beter te kunnen beheersen. Met de maatstaf Risk-Weighted Assets at Risk (RWA@Risk) wordt de beheersbaarheid van naar risico-gewogen activa voor ING Bank verbeterd. Daarnaast werd de maatstaf Local Solvency at Risk ontwikkeld voor ING Verzekeringen. Het herziene raamwerk is ingevoerd in 2010 en zal verder uitgerold worden. Niet-financieel risicodashboard Sinds 2008 staat het niet-financiële risicodashboard als standaardrapportage op de agenda van zowel de Raad van Bestuur als de Auditcommissie en (vanaf 2009) de Risicocommissie. Het nietfinanciële risicodashboard is geïntroduceerd om de belangrijkste risicoposities in de gaten te houden als de risico’s van de bedrijfs onderdelen aan de orde zijn. Het dashboard biedt uitgebreide en geïntegreerde risico-informatie over operationele, compliance- en juridische risico’s, gebruikmakend van een consistente aanpak en risico-gerelateerde vaktaal op alle niveaus binnen de organisatie.
24
ING Groep Jaarverslag 2009
MARKTONTWIKKELINGEN IN 2009 In 2009 herstelden sommige markten zich van de crisis van 20072008. Andere markten daarentegen stabiliseerden of verslechterden juist. Zo trokken de aandelenmarkten aan. De Amerikaanse huizenmarkt gleed echter in de eerste helft van het jaar verder af, maar verbeterde licht in het tweede halfjaar. Per saldo zijn de Amerikaanse huizenprijzen ten opzichte van eind 2008 iets gedaald. Vastgoedprijzen en koersen van beleggingen met vastgoed als onderliggende waarde stonden daardoor nog altijd onder druk. De marktverbetering kwam tevens tot uitdrukking in afnemende volatiliteit en minder hoge kredietopslagen. De korte rente is blijven dalen in zowel de Verenigde Staten als Europa. De lange rente ging in Europa iets omlaag ten opzichte van het niveau van 2008, terwijl die in de Verenigde Staten in 2009 juist steeg. RISICOVERMINDERING Vooruitlopend op een verdere neergang van de markten in 2009 heeft ING nog meer acties ondernomen om de risico’s in de belangrijkste beleggingscategorieën terug te dringen. Zo zijn de in 2008 ingezette initiatieven voor het verlagen van risico’s voortgezet en verder uitgebreid. Door de afbouw van de schuldposities zijn de risico’s verkleind. Dit gebeurde via een verkorting van de balans van het bankbedrijf. Door Back to Basics is het risico verder afgenomen via de verkoop van activiteiten, waardoor de aandacht meer is komen te liggen op de kernactiviteiten en -markten van ING. De inspanningen voor de balansverkorting van het bankbedrijf zijn al in 2008 gestart. In de loop van 2009 is de balans nog verder verkort, met EUR 153 miljard. Het streefdoel van EUR 108 miljard is hiermee gehaald. De balansverkorting was ook duidelijk zichtbaar in de ‘beschikbaar voor verkoop’-portefeuille, die in 2009 met EUR 45 miljard afnam. Deze verlaging is gerealiseerd door aflopende obligatieleningen en vervroegde aflossingen, maar ook door diverse herrubriceringen naar de categorieën Kredieten en Bankiers. Van ING Direct is de beleggingsportefeuille verkleind en is de nadruk verschoven naar activa gebaseerd op eigen productie. Behalve dat de herwaarderingsreserve aanzienlijk is verbeterd, is ING in 2009 ook minder gevoelig geworden voor veranderingen in die herwaarderingsreserve. Door de combinatie van balansverkorting en verbetering van het IFRS-vermogen is de hefboom verbeterd van 35,3 per 31 december 2008 tot 27,8 per 31 december 2009. De nadruk lag in 2009 daarnaast op het beheersen van de naar risico-gewogen activa. Veranderingen in de kredietkwaliteit (credit migration) door verlaging van de kredietbeoordeling van tegenpartijen zorgden voor hogere risicowegingen en vereisten daardoor meer wettelijk kapitaal. Om de toename van de naar risico-gewogen activa in te perken heeft ING diverse stappen ondernomen om de risico’s terug te dringen. Een eerste, zeer belangrijke stap was de steunfaciliteit voor illiquide activa die ING en de Nederlandse Staat begin 2009 overeenkwamen (zie ‘ING en het financiële klimaat’). De verdere beheersing van de migratie in de naar risico-gewogen activa is mede gerealiseerd door de verdere verlaging van de RMBS-portefeuille, bijvoorbeeld door de verkoop van Amerikaanse prime-RMBS in het vierde kwartaal. Door deze acties en andere maatregelen van het management zijn de naar risico-gewogen activa in 2009 met EUR 11 miljard teruggedrongen, van EUR 343 miljard ultimo 2008 tot EUR 332 miljard ultimo 2009.
ING heeft in 2009 de risico’s binnen het productaanbod verder verkleind, onder andere door aanpassing van producten (vooral de lijfrentes met variabele uitkeringen in de VS) en het verwijderen van producten uit het productaanbod in overeenstemming met Back to Basics.
sector is de bancaire relatiebeheeractiviteiten uit te breiden, waarbij strikte interne risico- en rendementsrichtlijnen en beheermaat regelen worden gehandhaafd.
DE VERMOGENSBASIS VAN ING ING trekt voornamelijk spaargelden aan van particulieren en bedrijven uit de hele wereld, en investeert deze vervolgens in diverse activa. Als een van de grootste spaarbanken ter wereld had ING ultimo 2009 een omvangrijke en kwalitatief hoogwaardige balans van EUR 1.164 miljard. Naast ‘Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat’, heeft ING twee andere belangrijkste activa-categorieën op de balans. De eerste groep van EUR 579 miljard bestaat uit zakelijke leningen en hypotheken, met een onderpand of een goede kredietbeoordeling. De tweede groep activa, met een omvang van EUR 212 miljard, betreft beleggingen, waarvan 95,8% in vastrentende waarden en 4,2% in aandelen. Tot slot heeft ING EUR 233 miljard in financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat.
Het kredietrisico van ING heeft voornamelijk betrekking op de traditionele kredietverlening aan bedrijven en particulieren, gevolgd door investeringen in obligaties en overige gesecuritiseerde activa. Leningen aan particulieren betreffen hoofdzakelijk hypotheken met onroerend goed als zekerheid. Kredieten (inclusief uitgegeven garanties) aan bedrijven zijn veelal gedekt, maar kunnen ook ongedekt worden verstrekt op basis van een interne analyse van de kredietwaardigheid van de kredietnemer. Obligaties in de beleggingsportefeuille zijn doorgaans ongedekt. Securitisaties, zoals Mortgage Backed Securities (MBS, oftewel door woninghypotheken gedekte vermogenswaarden) en Asset Backed Securities (ABS, oftewel door activa gedekte vermogenswaarden), zijn gedekt door het pro rata-deel van de onderliggende gediversifieerde activa (zakelijke of woninghypotheken, autoleningen of andere activa), die aangehouden worden door de emittent van de effecten.
BEHEER VAN HET LIQUIDITEITSRISICO BIJ ING De beschikbaarheid van liquiditeit op de kapitaalmarkten is in de loop van 2009 sterk verbeterd. Het beheer van het liquiditeitsrisico blijft altijd een belangrijk aandachtspunt. De benadering van het liquiditeitsbeheer bij ING vereist een overschot aan liquide activa, calamiteitenplannen voor liquiditeit en een nauwlettende bewaking van de marktomstandigheden. ING Bank profiteert van een gediversifieerde financieringsbasis: deposito’s zijn goed voor ruim 60% van de totale financiering. Deze particuliere tegoeden en tegoeden van bedrijven worden beschouwd als een stabiele bron van financiering.
BEHEER VAN HET MARKTRISICO BIJ ING BANK Marktrisico betreft het risico dat bewegingen in marktfactoren, zoals rentetarieven, aandelenkoersen, valutakoersen en vastgoedkoersen, een negatief effect hebben op de resultaten, de marktwaarde of de liquiditeitspositie van de bank. Marktrisico vloeit voort uit posities in tradingboeken of in de bankboeken. De handelsposities worden aangehouden om te profiteren van koersbewegingen op de korte termijn, terwijl de posities in de bankboeken worden aangehouden voor de lange termijn (of tot einde looptijd) of voor het doel om andere posities in het bankboek af te dekken.
Als gevolg van de financiële crisis hebben banktoezichthouders en andere toezichthoudende instanties uitgebreid overleg gevoerd met de financiële sector over een aanscherping van de liquiditeitseisen. Naar verwachting worden de komende jaren strengere regels van kracht. Vooruitlopend daarop heeft ING het afgelopen jaar de liquiditeitsbuffers verhoogd.
Binnen ING Bank valt het toezicht op het marktrisico (inclusief liquiditeitsrisico) onder de Asset and Liability Committee-functie (ALCO), met ALCO Bank als hoogste autoriteit voor goedkeuring. ALCO Bank bepaalt de totale risicotolerantie voor het marktrisico. De ALCO-functie is regionaal georganiseerd met uitzondering van ING Direct, dat een eigen ALCO heeft. De divisies Retail Banking en Commercial Banking zijn vertegenwoordigd binnen de respectievelijke regionale en lokale ALCO’s. De ALCO-structuur binnen ING Bank maakt top-down risicobeheer, limietbepaling, controle van en toezicht op het marktrisico mogelijk. Dit verzekert een correcte implementatie van de risicotolerantie van ING Bank. Als aangewezen onafhankelijke afdeling is Corporate Market Risk Management (CMRM) verantwoordelijk voor het ontwerp en de uitvoering van de marktrisicobeheerfuncties van de bank ter ondersteuning van de ALCO-functie. In de CMRM-structuur wordt onderkend dat het nemen en beheersen van risico voor een groot gedeelte op regionaal/lokaal niveau plaatsvindt. Bottom-up rapportage stelt het management in staat om het marktrisico op alle relevante niveaus volledig te overzien.
BEHEER VAN HET KREDIETRISICO Kredietrisico is het risico van een verlies door het in gebreke blijven van een debiteur (inclusief emittenten van obligaties) of tegenpartijen. Kredietrisico wordt onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën van risico: kredietverlening (inclusief garanties en kredietbrieven); beleggingen; pre-settlement (derivaten, effectenfinanciering en valutahandel); geldmarkten en settlement. Corporate Credit Risk Management (CCRM) is verantwoordelijk voor het meten en beheersen van het kredietrisico van alle entiteiten van ING Groep, inclusief het landenrisico. CCRM is georganiseerd op het niveau van de drie divisies van ING Bank (Retail Banking, ING Direct en Commercial Banking) en van ING Verzekeringen. Het hoofd van CCRM is functioneel verantwoordelijk voor het wereldwijde netwerk van kredietrisicomedewerkers, terwijl de hoofden van de kredietrisicobeheerfuncties van de divisies direct aan het hoofd van CCRM rapporteren. Het kredietbeleid van ING is gericht op het aanhouden van een internationaal gediversifieerde kredietportefeuille, waarbij grote risicoconcentraties worden vermeden. Het accent ligt op het beheren van de activiteiten binnen de divisies door middel van topdown concentratielimieten voor landen, individuele leningnemers en groepen van leningnemers. De doelstelling binnen de bancaire
CMRM is verantwoordelijk voor het bepalen van adequate beleidslijnen en procedures voor het beheren van marktrisico en voor het toezicht op de naleving van deze richtlijnen. Een belangrijk element van de marktrisicobeheerfunctie is de beoordeling van het marktrisico van nieuwe producten en activiteiten. Daarnaast onderhoudt CMRM een adequaat limietenstelsel in lijn met de totale risicotolerantie van de bank. Het is de verantwoordelijkheid van de divisies om zich aan de door ALCO Bank goedgekeurde limieten te houden. Limietoverschrijdingen worden tijdig aan het senior management gerapporteerd en de divisies zijn verplicht om ING Groep Jaarverslag 2009
25
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Risicobeheer (vervolg)
acties te ondernemen om de risicopositie te reduceren. BEHEER VAN HET VERZEKERINGSRISICO ING levert een breed scala aan levens- en schadeverzekeringen. De risico’s die voortvloeien uit deze verzekeringsproducten hebben betrekking op de toereikendheid van de verzekeringspremies en de voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen en de vermogenspositie alsmede de onzekerheid over het toekomstig rendement op investeringen van de verzekeringspremies. Risico’s worden als volgt onderverdeeld: actuarieel en verzekerings technisch risico, marktrisico, liquiditeitsrisico, kredietrisico, bedrijfsrisico en operationeel risico. ING VERZEKERINGEN – VERZEKERINGSTECHNISCH RISICO Actuariële en verzekeringstechnische risico’s zijn risico’s zoals sterfte, langleven, invaliditeit, ongunstige schadeontwikkelingen bij auto- of woningverzekeringen die voortkomen uit de prijsstelling en acceptatie van de verzekeringscontracten. Deze risico’s kunnen over het algemeen niet direct op de financiële markten worden afgedekt en worden veelal verminderd door diversificatie over grote portefeuilles. Zij worden derhalve hoofdzakelijk beheerst op contractniveau door productontwikkelingseisen zoals opgesteld door de Risk Managementfunctie van ING Verzekeringen, onafhan kelijke goedkeuringsprocedures van nieuwe producten en risico beperkingen met betrekking tot de voorwaarden in de met de klanten overeengekomen verzekeringspolissen. Niet-gediversifieerde portefeuillerisico’s worden voornamelijk beheerst aan de hand van concentratie- en positielimieten naast herverzekering en/of securitisatie. Voor de schadeverzekeringen worden de risicotoleranties vastgesteld per verzekeringstype voor rampen (bijvoorbeeld natuurgeweld zoals stormen, aardbevingen en overstromingen) en per individueel risico. Voor de bepaling van de omvang van de benodigde herverzekeringen worden de risicotolerantieniveaus afgezet tegen het geschatte maximaal waarschijnlijke verlies als gevolg van rampen met een kans op voorkomen van 1 op 250, hetgeen in de sector gebruikelijk is. Het totaal van verzekeringsrisico’s en concentraties daarin wordt binnen de gegeven limieten en risicotolerantieniveaus actief beheerd met behulp van herverzekering. Met name voor de schadeverzekeringsportefeuilles koopt ING bescherming waardoor het risico door natuurrampen aanzienlijk wordt verkleind. ING meent dat de kredietrisico’s uit herverzekeringscontracten minimaal zijn. Deze posities worden regelmatig gecontroleerd. ING VERZEKERINGEN – Marktrisico ING Verzekeringen staat bloot aan marktrisico, gekoppeld aan de mate waarin ontwikkelingen op de financiële markten de marktwaarde van de nettobeleggingen nadelig kunnen beïnvloeden; rente, aandelenkoersen, impliciete volatiliteiten van opties, wisselkoersen en vastgoedprijzen. Veranderingen in de koersen op de financiële markten zijn direct van invloed op de marktwaarde van de huidige vermogensportefeuille van ING en afdekkingsderivaten, en indirect op de berekende marktwaarde van de verzekeringsverplichtingen. BEHEER VAN HET OPERATIONEEL RISICO ING staat dagelijks bloot aan operationeel risico via de relatie met klanten, het productaanbod, de IT-infrastructuur en de dagelijkse activiteiten. Operationeel risico is het risico van directe of indirecte verliezen als gevolg van ontoereikende of tekortschietende interne
26
ING Groep Jaarverslag 2009
processen, mensen en systemen of door externe gebeurtenissen. Dit omvat ook het risico op reputatieverlies, evenals het juridisch risico. De effectieve beheersing van operationele risico’s leidt tot stabielere bedrijfsprocessen (inclusief IT-systemen) en lagere operationele risicokosten. Operational Risk Management (ORM) gebruikt een gelaagde, functionele aanpak op divisieniveau, waardoor het Groepsbrede ORM-raamwerk, het beleid en de minimumstandaarden systematisch en consequent worden geïmplementeerd. ING heeft een allesomvattend raamwerk ontwikkeld voor het beheersen en ondersteunen van het proces van identificatie, vermindering, meting en bewaking van operationele risico’s. Generieke verplichte controlemaatregelen worden in het ORMbeleid omschreven. De beleidslijnen zijn in 2009 nader verfijnd. Duidelijk en toegankelijk beleid en heldere procedures zijn verankerd in de bedrijfsprocessen van alle divisies van ING. Via de aanwezige infrastructuur kan het management incidenten en operationele risicoproblemen volgen. Een uitgebreid systeem van interne beheersing zorgt ervoor dat het operationele risico steeds beter wordt beheerst. ING gebruikt deze kennis (en leert van incidenten) om de beheersing van de belangrijkste processen te verbeteren. goede naleving van wet- en regelgeving ING is van mening dat het goed naleven van wet- en regelgeving in het belang is van haar klanten, aandeelhouders en medewerkers en essentieel is voor de manier waarop ING zakendoet. Het naleven van relevante wet- en regelgeving en ethische en interne normen, zowel naar de letter als naar de geest, is een voorwaarde voor het behoud van ING’s goede reputatie. Bovendien leidt dit tot lagere operationele risicokosten en stabielere bedrijfsprocessen. De Raad van Bestuur, het Bestuur Bank en het Bestuur Verzekeringen, alsmede het senior management hebben een duidelijke visie op reputatiemanagement, die de nalevings- en operationele risicobeheer-functie overstijgt. Ter bescherming van de reputatie van ING verwachten zij van alle medewerkers en managers onberispelijk persoonlijk gedrag en de hoogste mate van integriteit. In 2009 is het niet-financiële risicodashboard, waarmee het management beschikt over een overzicht van alle belangrijke risico’s binnen het eigen aandachtsgebied, de standaard geworden voor de rappor-tage aan het management. Er zijn tevens vervolgstappen onder-nomen in de realisatie van een IT-toepassing voor het nietfinanciële risicodashboard. Met de in 2009 geactualiseerde FECminimum- standaarden wordt nogmaals het belang onderstreept van het beleid tegen witwassen en de financiering van terroristische en criminele activiteiten. VERANKERING FEC-BELEID ING’s inzet om elke betrokkenheid bij criminele activiteiten te voorkomen is nog eens kracht bijgezet met een herziening en actualisering van het extraterritoriale beleid en het beleid financieeleconomische criminaliteit. Als onderdeel van haar verplichting om relevante scholing te verzorgen, heeft ING een aantal gespecialiseerde persoonlijke trainingssessies georganiseerd voor ruim 250 Money Laundering Reporting Officers, stafmedewerkers die zijn belast met witwaspreventie en -rapportage. Op deze manier kon informatie over het bijgewerkte beleid gedeeld worden, en tevens boden de sessies een uitstekende gelegenheid om best practices uit te wisselen.
Samenvatting
Bankbedrijf Bestuur Bank
per 1 januari 2010
Jan Hommen voorzitter Patrick Flynn chief financial officer Koos Timmermans chief risk officer Eric Boyer de la Giroday vicevoorzitter en CEO Commercial Banking Hans van der Noordaa CEO Retail Banking Benelux Eli Leenaars CEO Retail Banking Direct & International
In 2009 was ING Bank samengesteld uit Retail Banking, ING Direct en Commercial Banking. De bank is sterk gepositioneerd in Europa, met name in haar thuismarkten in de Benelux, en heeft een goede uitgangspositie in de grootste Centraal-Europese landen: Polen, Roemenië en Turkije. Buiten Europa liggen de groeimogelijkheden in Canada, Australië, India, China en Thailand.
De Beneluxlanden behoren tot de thuismarkt van ING Bank. ING is de op één na grootste retailbank in Nederland en de op drie na grootste in België en heeft een sterke commerciële bank in de Benelux met een internationaal netwerk. ING is ‘s werelds leidende directbank. Met ING-DiBa is ING Bank de op twee na grootste retailbank in Duitsland. Het onderliggende resultaat voor belastingen (exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten) verbeterde met 100,4% naar EUR 900 miljoen, ondanks de aanhoudend zwakke Amerikaan se huizenmarkt en onroerendgoedmarkt. Hieraan werd bijgedragen door een sterke verbetering van de onderliggende resultaten vóór marktinvloeden en risicokosten bij alledrie de divisies. De risicokosten stegen echter aanzienlijk, omdat de kredietcrisis ook de reële economie beïnvloedde. Retail Banking en Commercial Banking bleven winstgevend, terwijl ING Direct het verlies beperkte tot EUR 666 miljoen. Het totaalresultaat voor belastingen van het bankbedrijf daalde naar een verlies van EUR 826 miljoen over 2009, vergeleken met een winst van EUR 148 miljoen in 2008, vooral door EUR 1.726 miljoen aan bijzondere posten. Deze hebben vooral betrekking op additionele betalingen in verband met de steunfaciliteit voor illiquide activa en kosten als gevolg van de samenvoeging van de retailbankingactiviteiten in Nederland. De onderliggende baten stegen met 13,5% tot EUR 13.312 miljoen. Het renteresultaat steeg met 13,1%, vooral door hogere marges bij ING Direct en Commercial Banking. In 2009 stegen de klantensaldi met EUR 35 miljard tot EUR 1.108 miljard. De totale rentemarge verbeterde van 1,07% in 2008 tot 1,32%, onder andere door het verkorten van de balans. De provisiebaten daalden met 7,5%, vooral door lagere beheervergoedingen. Beleggings- en overige opbrengsten bedroegen EUR –1.905 miljoen, vergeleken met EUR -2.250 miljoen in 2008, vooral door aanhoudend hoge bijzondere waardeverminderingen op obligaties en negatieve herwaarderingen op onroerend goed. De onderliggende bedrijfslasten daalden met 5,6% naar EUR 9.439 miljoen, vooral dankzij de kostenbeheersingsinitiatieven die onder deel vormen van het Back-to-Basics-programma. Deze daling werd gerealiseerd ondanks hogere bijzondere waardeverminderingen op vastgoedontwikkelingsprojecten, gestegen verzekeringspremies voor depositogaranties bij ING Direct en de getroffen voorziening voor het Nederlandse depositogarantiestelsel als gevolg van het faillissement van DSB Bank. De onderliggende kosten/batenverhouding verbeterde van 85,3% in 2008 naar 70,9%, vooral door hogere baten. Exclusief bijzondere waardeverminderingen en veranderingen in de reële waarde, bedroeg de kosten/batenverhouding in 2009 54,4%. De onderliggende nettotoevoeging aan de voorziening voor dubieuze debiteuren steeg van EUR 1.280 miljoen in 2008 tot EUR 2.973 miljoen. De risicokosten in 2009 waren 102 basispunten van de gemiddelde naar kredietrisico-gewogen activa (2008: 48 basispunten). Het is ING’s ambitie om een internationaal leidende retail-, directen zakenbank te bouwen, met aantrekkelijke groeimogelijkheden in Centraal-Europa, Turkije en selecte markten in de regio Azië/Pacific.
ING Groep Jaarverslag 2009
27
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Bankbedrijf
Retail Banking
Degelijk resultaat bij een duidelijke en consistente klantgerichte strategie Kernpunten > Voortzetting strategie in lijn met Back-to-Basics-programma > Kortetermijnfocus op kostenbesparing, risicoverlaging en afbouwen schuldpositie > Goede voortgang met nieuwe servicemodellen in Benelux > Gericht op langetermijngroei in Azië > Desinvestering Aziatische en Zwitserse privatebankingactiviteiten
Ondanks het moeilijke bedrijfsklimaat heeft Retail Banking een goed resultaat behaald. In lijn met het Back-to-Basics-programma van de Groep heeft Retail Banking zich met name gericht op kostenbesparingen, risicoverlaging en afbouwen van de schuld positie. In Europa is de geïntegreerde Nederlandse retailbank ING succesvol geïntroduceerd en de nieuwe servicemodellen in de Benelux lieten een goede voortgang zien. In Azië is het streven naar langetermijngroei met succes voortgezet. De privatebanking activiteiten in Azië en Zwitserland zijn verkocht. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Het resultaat van Retail Banking stond onder druk van de toege nomen concurrentie om spaargelden die al in 2008 begon, hoewel in de loop van 2009 de rentemarges zich geleidelijk herstelden. In 2009 was de vraag naar kredietverlening bescheiden. De risicokosten zijn echter gestegen. De nettoproductie van klantensaldi was EUR 10,9 miljard, waarmee het totaal uitkwam op EUR 497,9 miljard aan het eind van 2009.
Financieel overzicht in miljoenen euro’s
Totale onderliggende* baten Onderliggende* bedrijfslasten Onderliggende* toevoeging aan voorziening voor dubieuze debiteuren Onderliggend* resultaat voor belastingen Totaalresultaat voor belastingen Onderliggende* kosten/batenverhouding Klantensaldi (x EUR miljard) Nettoproductie klantensaldi (x EUR miljard) Risico-gewogen activa (x EUR miljard) Onderliggende* RAROC na belastingen Onderliggend* economisch kapitaal (x EUR miljard)
2009
2008
7.239 4.708
7.399 5.307
997 1.534 1.164 65,0% 497,9 10,9 98,8 22,7%
401 1.691 1.420 71,7% 478,3 34,2 95,0 21,7%
6,6
5,9
* Onderliggende cijfers zijn afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU, exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten.
Samenstelling onderliggende baten in miljoenen euro’s
Nederland België Centraal-Europa* Azië* Totaal
2009
3.885 2.184 864 306 7.239
* M et name de retailbankingactiviteiten in Polen, Turkije, Roemenië, India (ING Vysya Bank), Private Banking Azië, de ING-belangen in Bank of Beijing, TMB en Kookmin Bank.
Het onderliggend resultaat voor belastingen daalde met 9,3% naar EUR 1.534 miljoen in 2009, vooral door een sterke stijging van de risicokosten. Een lichte daling van de baten werd geheel gecom penseerd door lagere bedrijfslasten. Het totaalresultaat voor belastingen daalde met 18,0% naar EUR 1.164 miljoen. Dit is het gevolg van een last van EUR 370 miljoen die in 2009 als bijzondere post is meegenomen in verband met de samenvoeging van de retailbedrijven (Postbank en ING Bank) in Nederland en van het in april 2009 aangekondigde kostenbesparingsprogramma. De totale onderliggende baten daalden licht met 2,2% naar EUR 7.239 miljoen. Het renteresultaat steeg met 3,3%, vooral dankzij hogere marges en volumes in België. Dit werd grotendeels tenietgedaan door de invloed van lagere rentemarges in Nederland. Buiten de Benelux verbeterde het renteresultaat van ING Bank Turkije en ING Vysya Bank, terwijl dit in Polen verslechterde. De provisiebaten daalden met 13,3%, vooral als gevolg van lagere vergoedingen op vermogensbeheerproducten. De beleggings opbrengsten en overige baten daalden met 44,8%, onder andere door lagere baten uit producten gerelateerd aan financiële markten in het mid-corporate segment en lagere dividendinkomsten uit de aandelenbeleggingen in Azië. De onderliggende bedrijfslasten namen met 11,3% af naar EUR 4.708 miljoen, vooral door de kostenbesparingsmaatregelen, de positieve effecten van de transformatieprogramma’s in de Benelux en gunstige valuta-invloeden. In de Benelux kwamen de lasten 10,6% lager uit. Buiten de Benelux bedroeg de afname 14,2%. Als onderdeel van het Back-to-Basics-programma werd in 2009 het aantal interne fte’s met 2.266 teruggebracht. Daarnaast werd het personeelsbestand verder ingekrompen met nog eens 907 fte’s als gevolg van de samenvoeging van de retailbankingactiviteiten in Nederland. Daarbovenop verminderde Retail Banking het aantal externe fte’s met bijna 3.800. De onderliggende kosten/ batenverhouding verbeterde van 71,7% in 2008 naar 65,0%. De toevoeging aan de voorziening voor dubieuze debiteuren verdubbelde in 2009 ruimschoots naar EUR 997 miljoen, vooral door hogere risicokosten in de segmenten mid-corporate en het mkb.
28
ING Groep Jaarverslag 2009
Bij Private Banking stegen de risicokosten omdat de onderliggende zekerheden voor leningen afnamen. De risicokosten in de hypothekenportefeuille bleven betrekkelijk laag. Het onderliggende naar risico-gewogen rendement op kapitaal (RAROC) na belastingen verbeterde van 21,7% in 2008 naar 22,7% in 2009. Het gemiddeld economisch kapitaal nam met EUR 0,7 miljard toe tot EUR 6,6 miljard in 2009, vooral in de Benelux en Turkije. In 2009 stegen de naar risico-gewogen activa met 4,0% tot EUR 98,8 miljard aan het eind van het jaar; dit is vooral toe te schrijven aan de stijgingen in Centraal-Europa. ONTWIKKELINGEN PER LAND In Nederland daalde het onderliggende resultaat voor belastingen met 30,2%, vooral door een daling van 10,6% van de baten als gevolg van lagere rentemarges en een verdubbeling van de risicokosten. Dit werd gedeeltelijk tenietgedaan door 12,6% lagere lasten. Ondanks substantieel hogere risicokosten steeg het resultaat voor belastingen in België met 76,6% als gevolg van 18,6% hogere baten en 6,7% lagere lasten. In Centraal-Europa steeg het resultaat voor belastingen van EUR 17 miljoen in 2008 tot EUR 88 miljoen in 2009, vooral door sterk verbeterde resultaten in Turkije. Het resultaat in Polen verslechterde. Azië leed een verlies voor belastingen van EUR 67 miljoen, vergeleken met een winst van EUR 50 miljoen over 2008. Dit is het gevolg van een afname van de baten met 8,1% en een sterke stijging van de risicokosten, vooral bij Private Banking. BEDRIJFSONTWIKKELINGEN Ondanks een hoge marktvolatiliteit en een onzeker economisch klimaat bleef in 2009 de trend op de consumentenmarkt onveranderd: klanten zijn meer en meer op zoek naar eenvoudige producten tegen een eerlijke prijs die beschikbaar zijn via het distributiekanaal van hun keuze. Daarom behield het verbeteren van producten en processen om aan de wensen van klanten tegemoet te komen en hun vertrouwen te herwinnen hoge prioriteit. Andere belangrijke elementen van de strategie om de financiële crisis het hoofd te bieden, waren het terugdringen van kosten, een evenwichtige mix van producten en hoge prioriteit voor risicobeheer. Zonder de langetermijndoelstellingen uit het oog te verliezen lag in 2009 de nadruk op kostenbesparingen, risicoverlaging en het afbouwen van de schuldpositie. Op alle fronten werd goede vooruitgang geboekt. Van de beoogde EUR 200 miljoen aan kostenbesparingen voor Retail Banking was ultimo 2009 EUR 333 miljoen gerealiseerd. Daarnaast heeft ING EUR 100 miljoen bespaard door integratie van haar twee Nederlandse retailbanken, Postbank en ING Bank, en een reductie doorgevoerd met 907 fte’s als gevolg van de samenvoeging van Postbank en ING Bank in Nederland. Retail Banking heeft haar personeelsbestand per ultimo december met 2.266 fte’s verminderd. Er is goede vooruitgang geboekt met maatregelen ter vermindering van risico’s. ING richt zich met name op het beheersen van de hypotheekrisico’s en heeft haar acceptatiecriteria voor krediet verlening aangescherpt. De marges op leningen stegen door hogere risicopremies. ING besloot tevens haar retailbankingactiviteiten in Oekraïne stop te zetten, een markt die ING met succes in 2008 betrad.
Benelux: nieuw distributiemodel Veranderende marktomstandigheden en klantgedrag hebben geleid tot een verschuiving in het bedrijfsmodel van de retail bankingactiviteiten in de Benelux. Twee jaar geleden heeft ING haar krachten gebundeld in een nieuw onderscheidend ‘direct wanneer mogelijk, advies wanneer nodig’model dat de basis werd van ING’s strategie. Binnen haar volwassen markten is ING’s langetermijnstrategie om zich op dit model te concentreren en kantoren samen te voegen om kosten te besparen. Ook in andere markten gaat ING over op hetzelfde model. De veranderingsinitiatieven in de Benelux boekten goede vooruitgang en geven ING een voorsprong op de concurrentie. In februari 2009 is de Nederlandse retailbank ING (een combinatie van Postbank en ING Bank) van start gegaan. De nieuwe bank, op basis van het ‘direct eerst’-model, bedient meer dan 8 miljoen particuliere en 600.000 zakelijke klanten. Dit grote klantenbestand biedt ruimte voor groei en kans om de baten te verhogen door meer kruisverkoop aan klanten. Dankzij de aanzienlijke kosten verlagingen door de integratie is ING uitstekend gepositioneerd om te profiteren van toekomstig marktherstel. Eind 2009 waren er 200 kantoren omgebouwd volgens het nieuwe multidistributiekanaal-concept dat klanten de mogelijkheid biedt om – net als in België – vanuit huis te bankieren via internet, telefoon of e-mail, dan wel voor persoonlijk advies naar een bankfiliaal te gaan. In het licht van de kredietcrisis waren het verbeteren van de reputatie en het herwinnen van het vertrouwen van de klant de prioriteiten van ING Retail Nederland. Hiertoe is een programma opgezet om producten, dienstverlening, processen, prijsstelling, klantcontact en klanttevredenheid, en merkimago te verbeteren. Zo is er een ‘Hypotheekhulp’-pakket geïntroduceerd dat informatie, advies en betalingsalternatieven aanbiedt aan hypotheekklanten die negatieve gevolgen ondervinden van de economische crisis. ING heeft tevens financiële informatiebijeenkomsten georganiseerd om klanten bij te praten over de economische crisis en de gevolgen ervan voor hun dagelijkse uitgaven, financiële situatie, pensioenen en spaargeld. Op de markt voor spaargelden en deposito’s bleef de concurrentie fel en dit zette marges onder druk. In Nederland gaf ING de voorkeur aan marge boven volume. De gemiddelde marges daalden, maar begonnen te herstellen in de tweede helft van het jaar. ING slaagde erin klantentegoeden te handhaven en de spaargelden en deposito’s zelfs enigszins te vergroten, wat resulteerde in een nettoproductie van EUR 3,8 miljard in 2009. De afzwakkende economie zorgde ervoor dat ondernemingen en particulieren minder geneigd waren om leningen af te sluiten. ING bleef zich echter inzetten voor het verstrekken van kredieten aan ondernemingen. Ultimo 2009 was de totale uitstaande portefeuille (inclusief consumenten) gestegen naar EUR 242,7 miljard. Als onderdeel van de steunfaciliteit voor illiquide activa van de Nederlandse Staat had ING toegezegd om de groei van de Nederlandse kredietverlening te steunen door een bedrag van EUR 25 miljard op marktconforme voorwaarden beschikbaar te stellen. ING heeft deze toezegging overtroffen en heeft in 2009 EUR 26,2 miljard uitgeleend. ING Groep Jaarverslag 2009
29
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Retail Banking (vervolg)
Ook in België vindt een verschuiving plaats naar een bedrijfsmodel op basis van ‘direct wanneer mogelijk, advies wanneer nodig’. Traditionele kantoren worden omgebouwd tot kleinschaliger kantoren met zelfsbedieningskasfuncties en toegang tot online bankdiensten. Eind 2009 waren 262 van dergelijke kantoren geopend. Naast de kleinschaliger kantoren opereren nog eens 242 kantoren met een volledig dienstenpakket. Evenals in Nederland is het dienstenpakket verder uitgebreid met toegang tot specialisten. In 2009 zijn 60.000 nieuwe onlinerekeningen geopend. ING België heeft geprofiteerd van succesvolle productinnovaties. Sinds de introductie van het nieuwe model zijn online meer dan 340.000 producten verkocht. De scherpere focus op directe kanalen leidde tot lagere kosten. ING België heeft eveneens meer klantentegoeden binnengehaald dankzij productinnovatie en een gediversifieerd productaanbod. Met succes is het ontwerp van kernproducten aangepast en zijn onlineproducten geïntroduceerd. Centraal-Europa en Azië Retail Banking is goed gepositioneerd in Polen, Roemenië en Turkije, evenals op de belangrijke Aziatische markten India, China en Thailand. Hoewel ING zich toelegt op groei in opkomende markten, heeft zij voor het grootste deel van 2009 haar uitbreidingsactiviteiten tijdelijk bevroren. Op al deze markten gaat ING over op het ‘direct eerst’-model. Tegelijk wordt er geïnvesteerd in geleidelijke autonome groei om leidende posities in te nemen. ING Bank Slaski is de meest internetgeoriënteerde bank in Polen en is snel op weg de favoriete consumentenbank te worden. De bank is goed gepositioneerd voor groei en is, dankzij terughoudendheid in de kredietverlening, in staat om de mogelijkheden te benutten en te profiteren van betere marges. Het aantal klanten steeg met 161.400 tot 2,77 miljoen. In Roemenië heeft de Self’Bank sinds haar oprichting in 2004 haar groei voortgezet. De bank verscherpte de focus op internet en op nieuwe klantsegmenten. Het aantal klanten bleef stijgen tot meer dan 900.000 eind 2009. Ultimo 2009 waren er 209 kantoren en in december 2009 werd de bank winstgevend. Het omdopen van Oyak Bank tot ING Bank Turkije is geslaagd. ING Bank Turkije maakt gebruik van ING’s expertise op het gebied van internetbankieren, massamarketing en risicobeheer. Er is een programma voor het uitbreiden van de distributie opgestart waarin onlinebankieren en relatiebeheer een belangrijke rol spelen. Dit programma zal naar verwachting in 2012 worden afgerond. De nieuwe website die in 2009 is opgezet, kreeg ´best-in-class awards’. Op hypotheekgebied presteerde ING Bank Turkije in 2009 veel beter dan de markt. In het mkb-segment is de kwaliteit van de portefeuille verbeterd en vertoonde het marktaandeel een gezonde groei. Het totaal aantal actieve klanten is gestegen tot ongeveer 1,2 miljoen. De bank is ook actief betrokken bij gesyndiceerde en zogenoemde club loans (waarbij meerdere banken zijn betrokken) in Turkije. Binnen langetermijnkredietverlening stond ING in 2009 aan kop wat betreft het aantal transacties (opgave Reuters Thomson).
30
ING Groep Jaarverslag 2009
De concurrentie bij de spaaractiviteiten in Centraal-Europa was eveneens sterk en ook hier gaf ING de voorkeur aan marge boven volume. Dankzij een comfortabele liquiditeitspositie hoefde ING Bank Slaski niet aan de strijd om spaargeld mee te doen. In Roemenië daalden de rentetarieven verder in lijn met de markt, terwijl de rentepercentages in Turkije snel daalden nadat de tarieven van de centrale bank waren verlaagd. In India heeft ING een belang van 44% in ING Vysya Bank en is ING de enige grootaandeelhouder. Ultimo 2009 bestond het netwerk uit 460 kantoren. ING Vysya Bank biedt retail- en zakelijke bank diensten aan twee miljoen klanten. In China heeft ING een belang van 16,7% in Bank of Beijing, de grootste stedelijke commerciële bank in China. In Thailand heeft ING een belang van 30% in TMB Bank, een alge mene bank met een landelijk netwerk. Met het omvormen van TMB tot een vooraanstaande bank met topkwaliteit financiële oplossingen werd goede vooruitgang geboekt. Vorig jaar werden flinke vorderingen gemaakt bij het opbouwen van merkbewustzijn, hoge re efficiency en een sterkere servicecultuur bij kantoren. 2009 liet een bemoedigende groei in tegoeden van particulieren zien. Dit was deels het gevolg van de introductie van innovatieve en verbe terde producten gekoppeld aan agressieve marketingcampagnes. ING blijft zich inzetten voor deze samenwerkingsverbanden en blijft hun groei steunen. PRIVATE BANKING In oktober 2009 kondigde ING de verkoop van haar privatebanking activiteiten in Azië en Zwitserland aan. Deze desinvesteringen maken deel uit van de strategie om de Groep Back to Basics te brengen en om de organisatie te vereenvoudigen door het terug brengen van het aantal bedrijven en markten. Binnen haar thuis markten blijft ING actief op het gebied van private banking. Gezien de druk op de groei van offshore private banking (het beheren van rekeningen buiten het land waar de klant is gevestigd) heeft ING besloten om zich te concentreren op groeiversnelling van locale privatebankingactiviteiten op kernmarkten. ING wil zich richten op het creëren van een sterke lokale privatebankingfranchise, dus blijven ING Private Banking in de Benelux en in Centraal- en OostEuropa integraal deel uitmaken van de Groep. CONCLUSIES EN AMBITIES Retail Banking heeft gedurende de financiële crisis degelijk gepresteerd. Bij de retailbankingstrategie bleef de klant centraal staan en er is gewerkt aan het verbeteren van de dienstverlening en processen om bankieren gemakkelijker te maken en om vertrouwen te herwinnen. De veranderingsprogramma’s in Nederland en België worden voortgezet om de klantgerichte instelling te verbeteren, de activiteiten te stroomlijnen, kosten te besparen, distributiemogelijkheden uit te breiden en kruisverkoop te verbeteren. In lijn hiermee zal ING haar producten in de rest van Europa en Azië verder vereenvou digen en blijven werken aan het vernieuwen van de distributie op basis van haar ervaringen met onlinebankieren.
Bankbedrijf
ING Direct
Unieke klantervaring centraal in ING’s bankstrategie Kernpunten > Totale saldi klanten stegen met EUR 34,2 miljard, exclusief invloeden vreemde valuta en markteffecten, tot EUR 353,8 miljard per jaarultimo > Aantal klanten stijgt tot 22,9 miljoen > Bijzondere waardeverminderingen en hoge risicokosten leidden tot onderliggend verlies > IABF (de Steunfaciliteit) reduceerde de impact van verliezen op de Alt-A-woninghypothekenportefeuille met 80% > Onderliggende bedrijfslasten 3,3% lager, ondanks een sterke stijging van de verzekeringspremies voor depositogaranties
De commerciële resultaten van ING Direct waren positief ondanks hevige concurrentie, moeilijke marktomstandigheden en hoge marktvolatiliteit. Bijzondere waardeverminderingen van de beleggingsportefeuille en een stijging van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren in de VS hadden echter een negatieve impact. Dit heeft mede geleid tot een onderliggend verlies voor belastingen van EUR 666 miljoen. De commerciële prestaties bleven sterk, de nettoproductie van klantensaldi bedroeg EUR 34,2 miljard, en steeg daarmee tot EUR 353,8 miljard per jaarultimo. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN ING Direct boekte een onderliggend verlies voor belastingen van EUR 666 miljoen, vergeleken met een verlies van EUR 1.125 miljoen over 2008. Het verlies is vooral toe te schrijven aan de aanhoudend zwakke Amerikaanse huizenmarkt. Dit leidde tot additionele bijzondere waardeverminderingen, alhoewel minder dan in 2008, en tot hogere risicokosten. Het renteresultaat vertoonde een sterke stijging.
Financieel overzicht in miljoenen euro’s
Totale onderliggende* baten Onderliggende* bedrijfslasten Onderliggende* toevoeging aan voorziening voor dubieuze debiteuren Onderliggend* resultaat voor belastingen Totaalresultaat voor belastingen* Onderliggende* kosten/batenverhouding Klantensaldi (x EUR miljard) Nettoproductie klantensaldi (x EUR miljard) Risico-gewogen activa (x EUR miljard) Onderliggende* RAROC na belastingen Onderliggend* economisch kapitaal (x EUR miljard)
2009
2008
1.762 1.663
878 1.719
765 −666 −641 94,4% 353,8 34,2 69,3 −1,0%
283 –1.125 –1.155 195,9% 308,3 23,3 67,9 –18,2%
4,2
3,4
* Onderliggende cijfers zijn afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU, exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten.
Samenstelling onderliggend resultaat voor belastingen in miljoenen euro’s
Canada (1997)* Spanje (1999) Australië (1999) Frankrijk (2000) Verenigde Staten (2000) Italië (2001) Duitsland (2002)/Oostenrijk (2004) Verenigd Koninkrijk (2003) Japan** Subtotaal Bijzondere waardeverminderingen Totaal
2009
2008
mutatie
129 75 174 54 −7 22 217 66 − 729 −1.395 -666
59 43 72 31 343 34 297 –72 –40 766 –1.891 –1.125
118,6% 74,4% 141,7% 74,2% −102,0% −35,3% −26,9% n.v.t. n.v.t. –4,8% n.v.t. n.v.t.
* Beginjaar tussen haakjes. ** Begin 2009 is besloten niet in Japan van start te gaan.
In 2009 heeft ING Direct de risico’s actief teruggebracht om haar kapitaal te beschermen. De met de Nederlandse Staat overeen gekomen steunfaciliteit voor illiquide activa (IABF) heeft de invloed van verliezen op de Alt-A-RMBS-portefeuille met 80% verminderd. In het vierde kwartaal van 2009 verkocht ING Direct een deel van haar Amerikaanse prime RMBS-portefeuille om de risico-gewogen activa terug te brengen. Deze besluiten hebben grotendeels de invloed van veranderingen in kredietbeoordeling en modelaanpassingen gecompenseerd. In 2009 stegen de totale risico-gewogen activa met 2,2% tot EUR 69,3 miljard. Het totale saldo van klanten groeide met EUR 45,5 miljard (of EUR 34,2 miljard exclusief valuta- en marktinvloeden) tot EUR 353,8 miljard per ultimo 2009. De totale onderliggende baten stegen met 100,7% tot EUR 1.762 miljoen, vooral dankzij lagere bijzondere waardeverminderingen op schuldpapier, tezamen met een sterke verbetering van het renteresultaat. Bijzondere waardeverminderingen, met name op de Alt-A-RMBS-portefeuille in de VS, namen af van EUR 1.891 miljoen in 2008 naar EUR 1.395 miljoen. Exclusief bijzondere waardeverminderingen stegen de onderliggende baten met 14,0% tot EUR 3.156 miljoen. De wereldwijde renteverlaging door de centrale banken droeg bij tot een verruiming van de totale rentemarge van ING Direct van 0,94% in 2009 naar 1,10% in 2009. De onderliggende bedrijfslasten daalden met 3,3% naar EUR 1,663 miljoen, ondanks een scherpe stijging van de premies voor depo sitogaranties in de VS en Duitsland. De daling is het gevolg van strikte kostenbeheersing, minder marketinguitgaven en het besluit om niet van start te gaan met activiteiten in Japan. Exclusief bijzondere waardeverminderingen verbeterde de onderliggende kosten/batenverhouding van 62,1% in 2008 tot 52,7%. De toevoeging aan de voorziening voor dubieuze debiteuren steeg van EUR 283 miljoen in 2008 tot EUR 765 miljoen, vooral als gevolg van het groeiend aantal klanten in de VS, dat niet aan de hypo theekverplichtingen kan voldoen. In 2009 bedroeg de toevoeging 124 basispunten van de gemiddelde naar kredietrisico-gewogen activa, vergeleken met 63 basispunten in 2008. Door lagere bijzondere waardeverminderingen en betere rentemarges verbeterde het onderliggende naar risico-gewogen rendement op kapitaal (RAROC) na belastingen van −18,2% in ING Groep Jaarverslag 2009
31
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
ING Direct (vervolg)
2008 tot −1,0%. Het gemiddelde economisch kapitaal steeg met 22% to EUR 4,2 miljard door het risicovoller klimaat. ONTWIKKELINGEN PER LAND Exclusief bijzondere waardeverminderingen daalde het onderliggend resultaat voor belastingen van ING Direct met 4,8% naar EUR 729 miljoen. In de VS daalde het resultaat voor belastingen, exclusief bijzondere waardeverminderingen, van EUR 343 miljoen in 2008 naar EUR 7 miljoen. Oorzaken waren hogere risicokosten, hogere verzekeringpremies voor depositogaranties en een verlies op de verkoop van een deel van de prime RMBS-portefeuille om de risico’s binnen dit bedrijfsonderdeel terug te brengen. In Duitsland daalde het resultaat voor belastingen van EUR 297 miljoen in 2008 naar EUR 217 miljoen, vooral als gevolg van druk op de rentemarges op een zeer competitieve spaarmarkt. In Italië daalde het resultaat voor belastingen van EUR 34 miljoen in 2008 naar EUR 22 miljoen als gevolg van lagere baten. Alle andere landen rapporteerden hogere resultaten. In het Verenigd Koninkrijk werd een verlies van EUR 72 miljoen in 2008 omgebogen tot een winst van EUR 66 miljoen. Dit was mogelijk dankzij verbeterde rentemarges, omdat de sterke verlaging van de rente van de centrale bank volledig is doorgevoerd in het klantentarief. Exclusief bijzondere waardeverminderingen verdubbelde het resultaat in Canada en Australië ruimschoots. Het resultaat in zowel Frankrijk als Spanje steeg met 74%, vooral dankzij verbeterde rentemarges en lagere kosten. BEDRIJFSONTWIKKELINGEN ING Direct bleef zich richten op de verkoop van vijf eenvoudige bankproducten aan particuliere klanten in negen grote, ontwikkelde landen, te weten sparen, hypotheken, betaalrekeningen, beleggingsproducten en consumptieve kredieten. Deze producten bieden een in toenemende mate gespreide inkomstenstroom. Deze is minder afhankelijk van inkomsten uit spaargelden, wat leidt tot een lagere volatiliteit van de baten. In 2009 investeerde ING Direct EUR 267 miljoen in de ontwikkeling van het bedrijf. De strikte beheersing van risico’s, kapitaal en kosten werd voortgezet, in lijn met de economische omstandigheden en ING’s huidige prioriteit om haar vermogenspositie te handhaven. Door de scherpe stijging van de verzekeringspremies voor depositogaranties heeft ING Direct haar ambitie om in 2009 zo’n EUR 150 miljoen aan kosten te besparen niet geheel kunnen realiseren. Het interne en externe personeelsbestand is met 836 fte’s teruggebracht. Verdere besparingen zijn gerealiseerd door de marketinguitgaven te verlagen, de leveranciersovereenkomsten te heroverwegen en de bedrijfsprocessen verder te verbeteren. Onderdeel van de met de Europese Commissie gesloten overeenkomst inzake ING’s herstructureringsplan (zie ook hoofdstuk ‘ING en het financiële klimaat’) is de verkoop van ING Direct USA vóór eind 2013. ING heeft alleen besloten te voldoen aan de vereisten van de Europese Commissie onder voorwaarde dat de EC gelijke behandeling garandeert van alle financiële instellingen die staatssteun hebben ontvangen en een gelijk speelveld waarborgt binnen de Europese Interne Markt. ING beschouwt ING Direct USA als een zeer sterke franchise en zal de waarde van het bedrijf blijven vergroten. De overeenkomst met de Europese Commissie heeft geen gevolgen voor andere landen waar ING Direct actief is en ING zal ING Direct USA als een langetermijnaandeelhouder blijven beheren. ING beschouwt ING Direct als een belangrijke aanjager van toekomstige groei.
32
ING Groep Jaarverslag 2009
ING is bezig alle retailbankingactiviteiten samen te voegen. Als gevolg hiervan werd ING Direct op 1 januari 2010 ondergebracht bij de nieuw opgerichte divisie Retail Banking Direct & International. ING zal haar wereldwijde positie, internationale netwerk en leiderschapspositie in het aantrekken van spaargeld, distributie via meerdere kanalen, eenvoudige producten en marketing verder benutten, in het bijzonder via ING Direct. UITBOUW BELANGRIJKSTE PRODUCTCATEGORIEËN Sparen – aanhoudend sterke concurrentie Ondanks aanhoudende hevige concurrentie kende ING Direct een sterke instroom van spaargelden. In elk van de negen landen bleef de bank haar spaarproducten, prijsbeleid en klantloyaliteits programma’s verfijnen om zowel nieuwe klanten als meer middelen van bestaande klanten aan te trekken. ING Direct heeft de spaarrente in alle landen verlaagd. Naarmate centrale banken de rente verlaagden, volgde elk bedrijfsonderdeel deze verlagingen zo snel mogelijk, terwijl met het oog op de concurrentie op de lokale markt de tarieven toch op een aantrekkelijk niveau werden gehouden. In het Verenigd Koninkrijk ligt ING Direct op koers met haar herpositioneringsprogramma: spaarsaldi bleven stabiel en de hypotheekproductlijn is opnieuw geactiveerd met als doel een completere bank te worden. In 2009 riepen consumenten in het Verenigd Koninkrijk ING Direct bij de uitreiking van de jaarlijkse Moneywise-prijzen uit tot de op één na meest betrouwbare leverancier van spaarproducten. De totale aan ING Direct toevertrouwde middelen in alle negen landen stegen met EUR 22,2 miljard. Inclusief positieve valuta- en marktinvloeden bedroegen de toevertrouwde middelen ultimo 2009 EUR 217,1 miljard. Hypotheken – beheerste groei van hypothecaire leningen Een aandachtspunt in 2009 was beheersing van de groei van hypothecaire leningen bij een strikte naleving van procedures en acceptatiecriteria. In alle landen was sprake van een gematigde productie van nieuwe hypotheken en een daling vergeleken met 2008, terwijl de marges stegen. In de VS hebben de stijgende werkloosheid en aanhoudende zwakte van de huizenmarkt geleid tot aanzienlijke bijzondere waardeverminderingen (voornamelijk op de resterende Alt-ARMBS-portefeuille) en hogere risicokosten bij de Amerikaanse hypotheekportefeuille. ING Direct USA heeft een aanpassingspro gramma voor leningen geïntroduceerd om Amerikaanse hypotheekklanten in hun huis te laten blijven wonen en de risicokosten van hypotheken door gedwongen verkoop te beperken. Het aantal hypotheken met een betaalachterstand van meer dan 90 dagen in de VS stond ultimo 2009 op 4,7%. Dit is beter dan het Amerikaanse gemiddelde voor de sector van 18,3% voor primehypotheken met flexibele rente met een betaalachter stand per eind november 2009. Per saldo bestaat de Amerikaanse portefeuille van ING Direct uit hoogwaardige klanten met een gemiddelde verhouding hypotheekschuld/waarde eigen woning van 77% (aangepast voor veranderingen in de waarde van onroerend goed); voor 96% van de hypotheken betreft het eigenaar/bewoners.
Consumptief krediet – een stabiel product Het vijfde kernproduct, consumptief krediet, wordt aangeboden in Canada, Spanje, de VS en Duitsland. ING Direct berekent geen provisie en hanteert voor dit product een terughoudende marketingstrategie. Ultimo 2009 bedroeg het volume EUR 3,2 miljard.
De eigen woninghypotheekportefeuille van ING Direct in alle landen waar zij actief was, steeg met EUR 10,2 miljard (exclusief valuta-invloeden) in 2009 tot EUR 124,2 miljard, ofwel 57% van de toevertrouwde middelen. Betaalrekeningen – uitbreiding geografische aanwezigheid De resultaten van de betaalrekeningen in 2009 waren goed. Er werden 278.000 rekeningen geopend, waardoor het totaal per jaareinde wereldwijd op 1,6 miljoen rekeningen kwam. Zes van de negen landen bieden nu betaalrekeningen aan. ING Direct Frankrijk en ING Direct Australië hebben dit product in 2009 geïntroduceerd. Dit werd enthousiast ontvangen door klanten en media. Money Magazine riep de provisievrije betaalrekening van ING Direct Australia uit tot ‘Beste Nieuwe Innovatieve Bankproduct’. ING Direct wil het aantal betaalrekeningen onder haar spaarklanten de komende drie jaar verder verhogen. Dit zal mede leiden tot meer diversificatie van baten en verbreding van de klantrelatie. Beleggingsproducten – nieuwe initiatieven In beleggingsproducten boekte ING Direct een netto-instroom van klanten en middelen, waarbij de VS een grote bijdrage leverde met ShareBuilder. Het beheerd vermogen steeg wereldwijd met EUR 3,0 miljard tot EUR 9,3 miljard. ShareBuilder, de Amerikaanse online-effectenmakelaar van ING Direct, heeft in 2009 130.000 nieuwe klanten aangetrokken – een goed groeiresultaat. Met deze nieuwe klanten komt het totaal aantal ShareBuilderklanten op ruim een miljoen. Van de nieuwe rekeningen was 35% het resultaat van kruisverkoop aan klanten van ING Direct, een bewijs van de synergie tussen de twee ondernemingen. Naar aanleiding van een grotere vraag van klanten heeft ING Direct Italië een onlinehandelsplatform geïntroduceerd. Hier kunnen klanten handelen in aandelen, staatsobligaties en beursgenoteerde beleggingsfondsen. De totale effectenportefeuille – inclusief e-brokerage – in Duitsland bedroeg eind 2009 EUR 13,8 miljard. Vergeleken met 2008 betekent dit een recordgroei van 37%, of EUR 3,7 miljard, voornamelijk als gevolg van het gunstige klimaat op de aandelenmarkt en een stijging van het beleggingsvolume. Daarnaast bleven nieuwe klanten hun portefeuilles bij ING-DiBa onderbrengen. In 2009 heeft de bank meer dan 80.000 nieuwe effectendepots geopend.
KLANTTEVREDENHEID – KLANT STAAT VOOROP Sinds de oprichting van ING Direct is de klanttevredenheid hoog. ING Direct wordt gezien als innovatief, betrouwbaar, met een goede prijs-kwaliteitsverhouding, gemakkelijk en eerlijk. In 2009 stond ING Direct in alle negen landen op de eerste of tweede plaats op de Net Promotor Score, een erkende graadmeter van klanttevredenheid. In 2009 heeft ING Direct het initiatief uit 2008 voortgezet: eigen medewerkers – de zogenoemde chief quality officers – bekijken alle diensten en processen vanuit de invalshoek van de klant. ING Direct werkt voortdurend aan grotere transparantie. ING-DiBa werd in 2009 door de Duitse regering geprezen omdat zij als eerste kwam met financiële bijsluiters naar aanleiding van de oproep van de regering om meer transparantie rond financiële producten. In december won ING-DiBa de Innovatieprijs 2009 voor haar duide lijke en transparante online-productinformatie. De prijs is een erkenning voor innovaties in retailbankieren die het vertrouwen van de klant in de financiële sector herstellen. De naamsbekendheid van ING Direct op alle markten waarop zij actief is, varieert tussen de 75% en 99%. CONCLUSIES EN AMBITIES ING Direct heeft ondanks het aanhoudende lastige marktklimaat positieve commerciële resultaten geboekt dankzij aanpassingen van de tarieven en producteigenschappen aan het veranderde economische klimaat. Het strikte beheersen van kosten, risico’s en kapitaal zal ook in 2010 worden voortgezet. De komende drie jaar streeft ING Direct naar een verdere stijging van het aantal betaalrekeningen onder spaarklanten. ING Direct heeft haar strategie om de klant voorop te stellen voortgezet en zal dit ook in 2010 blijven doen bij een geleidelijke uitbreiding van het productassortiment en verbreding van de klantrelaties. Hierbij zal zij door toepassing van geavanceerde IT-systemen zorgen dat de klanttevredenheid op een hoog niveau blijft.
Aantal klanten, totaal toevertrouwde middelen, woninghypotheekportefeuille, beheerd vermogen/beleggingsfondsen Klanten in duizendtallen Toevertrouwde middelen, woninghypotheekportefeuille en beheerd vermogen/beleggingsfondsen in miljarden euro’s
Canada Spanje Australië Frankrijk Verenigde Staten Italië Duitsland/Oostenrijk Verenigd Koninkrijk Totaal
Klanten
Toevertrouwde middelen
Woninghypotheekportefeuille
Beheerd vermogen/ beleggingsfondsen
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
1.648 1.996 1.395 762 7.633 1.164 6.873 1.442 22.913
1.562 1.836 1.363 751 7.546 1.103 6.646 1.330 22.172
17,2 14,9 13,2 11,3 52,1 15,6 74,9 17,8 217,1
13,4 12,5 9,2 10,3 51,5 14,6 63,2 16,2 191,0
16,9 7,4 22,2 0,0 23,4 5,8 47,1 1,3 124,2
13,5 7,1 16,9 – 21,8 5,1 42,5 1,3 108,3
0,3 1,6 – 1,5 0,3 0,4 5,3 0,0 9,3
0,2 0,9 – 1,0 0,2 0,3 3,8 – 6,4
ING Groep Jaarverslag 2009
33
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Bankbedrijf
Commercial Banking
Sterke prestaties, behalve bij Real Estate Kernpunten > Hoge baten dankzij Financial Markets, Structured Finance en General Lending > Resultaat voor belastingen gedrukt door bijzondere waardeverminderingen en negatieve herwaarderingen bij Real Estate > Hoge marktpenetratie, positie als leidende bank en aansprekende deals op thuismarkten > Aanzienlijke kostenbesparingen in 2009, maar ook hogere risicokosten
Commercial Banking heeft zeer sterke bedrijfsresultaten behaald in wederom een uiterst moeilijk jaar voor de sector. Dit was vooral te danken aan een sterke toename van de baten bij Financial Markets, Structured Finance en General Lending. De totaalresultaten werden echter sterk gedrukt door negatieve herwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen op vastgoed. ING is er in 2009 in geslaagd de kosten terug te dringen, maar de voorzieningen voor dubieuze debiteuren zijn gestegen. Commercial Banking bleef zich in 2009 inzetten voor haar Fitter, Focused, Further-strategie, met als doel ultimo 2010 de nummer één te zijn op diverse kernmarkten en producten. Het succes van deze strategie werd nog eens onderstreept door een stevige marktpenetratie, een positie als leidende bank en deelname aan aansprekende deals op de thuismarkten.
Financieel overzicht in miljoenen euro’s
Totale onderliggende* baten Onderliggende* bedrijfslasten Onderliggende* toevoeging aan voorziening voor dubieuze debiteuren Onderliggend* resultaat voor belastingen Totaalresultaat voor belastingen Onderliggende* kosten/batenverhouding Klantensaldi (x EUR miljard) Nettoproductie klantensaldi (x EUR miljard) Risico-gewogen activa (x EUR miljard) Onderliggende* RAROC na belastingen Onderliggend* economisch kapitaal (x EUR miljard)
2009
2008
4.687 2.783
4.107 2.902
1.210 694 422 59,4% 256,5 –23,7 160,3 9,5%
596 609 609 70,7% 286,9 31,8 177,2 4,9%
9,5
9,3
* Onderliggende cijfers zijn afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU, exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten.
Samenstelling onderliggende baten 2009
in miljoenen euro’s
General Lending & PCM Structured Finance Leasing & Commercial Finance Financial Markets Overige ING Real Estate Totaal
26% 24% 9% 41% 5% –5% 100%
1.235 1.122 403 1.923 257 –253 4.687
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Het onderliggende resultaat voor belastingen steeg met 14,0% tot EUR 694 miljoen. ING Real Estate boekte een verlies van EUR 1.389 miljoen, vergeleken met een verlies van EUR 297 miljoen in 2008. Exclusief ING Real Estate was er sprake van meer dan een verdubbeling van de onderliggende winst van Commercial Banking tot EUR 2.083 miljoen. De onderliggende winst voor belastingen van Financial Markets verdrievoudigde tot EUR 1.289 miljoen, dankzij sterke commerciële prestaties, gecombineerd met afgenomen negatieve marktinvloeden. De resultaten van General Lending & Payments en Cash Management stegen met 40,6% doordat hogere marges bij General Lending, tezamen met lagere lasten, de gestegen risicokosten ruimschoots compenseerden. Het resultaat van Structured Finance nam met 11,1% af door hogere risicokosten. Exclusief risicokosten was het resultaat voor belastingen 38,7% hoger, vooral dankzij hogere marges. De winst voor belastingen van Leasing & Commercial Finance nam met 43,7% af naar EUR 67 miljoen. In 2009 was de nettoproductie in klantensaldi EUR –23,7 miljard, vooral door een lagere vraag naar kredietverlening. Hiermee kwam het totaal per ultimo 2009 op EUR 256,5 miljard. In het vierde kwartaal van 2009 was de nettoproductie in klantensaldi weer positief. De totale onderliggende baten stegen met 14,1% tot EUR 4.687 miljoen, vooral dankzij Financial Markets, General Lending & Payments en Cash Management en Structured Finance. Dit heeft de daling bij ING Real Estate ruimschoots gecompenseerd. De onderliggende bedrijfslasten bleven onder controle en daalden met 4,1% naar EUR 2.783 miljoen. Dit ondanks bijzondere waardeverminderingen van EUR 451 miljoen op vastgoedontwikkelingsprojecten. De onderliggende kosten/batenverhouding verbeterde van 70,7% in 2008 naar 59,4%. Exclusief ING Real Estate bedroeg de kosten/ batenverhouding 38,2%, vergeleken met 61,4% in 2008. De risicokosten stegen aanzienlijk tot EUR 1.210 miljoen, vergeleken met EUR 596 miljoen in 2008. In de risicokosten zijn voorzieningen opgenomen voor grote posten, onder andere bij Structured Finance als gevolg van de recessie. In de tweede helft van 2009 daalden de risicokosten, onder andere door de vrijval van eerder genomen voorzieningen. Het onderliggende naar risico-gewogen rendement op kapitaal (RAROC) na belastingen steeg van 4,9% in 2008 tot 9,5%. Het gemiddeld economisch kapitaal nam met 2,0% toe tot EUR 9,5 miljard, vooral doordat de toegenomen veranderingen in kredietrisicokwaliteit (credit risk migration) niet geheel teniet werden gedaan door lagere volumes. In 2009 daalden de totale naar risico-gewogen activa met 9,5% naar EUR 160,3 miljard,
34
ING Groep Jaarverslag 2009
vooral door verkorting van de balans, gecombineerd met minder risico’s in de handelsboeken. ING Real Estate rapporteerde een onderliggend verlies voor belastingen van EUR 1.389 miljoen, vergeleken met een verlies van EUR 297 miljoen in 2008. Dit was vooral het gevolg van zeer ongunstige marktomstandigheden, hetgeen leidde tot EUR 1.076 miljoen aan negatieve veranderingen in de reële waarde van de directe en indirecte vastgoedportefeuille en bijzondere waardeverminderingen van EUR 619 miljoen, vergeleken met EUR 663 miljoen respectievelijk EUR 60 miljoen in 2008. Exclusief herwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen daalde het onderliggende resultaat voor belastingen met EUR 120 miljoen van EUR 426 miljoen in 2008 naar EUR 306 miljoen in 2009. Dit lagere resultaat is vooral te wijten aan lagere transactievolumes. BEDRIJFSONTWIKKELINGEN Commercial Banking, sinds 2009 de nieuwe naam van Wholesale Banking, behoudt zijn fundamentele rol binnen ING Groep. Eén van de kernactiviteiten van de Groep is het aantrekken van door klanten toevertrouwde middelen en deze als beleggingen weer uit te zetten. Commercial Banking genereert hoogwaardige activa waarin ING haar particuliere tegoeden kan investeren en biedt de Groep veel relevante expertise over financiële markten, risico’s en gespecialiseerde financiering. Commercial Banking levert bancaire diensten aan zakelijke klanten – van grote ondernemingen tot vooraanstaande multinationals, overheden en financiële instellingen. De divisie bestaat uit vijf productgroepen: General Lending & Payments en Cash Management (PCM), Structured Finance, Leasing & Commercial Finance, Financial Markets en ING Real Estate. Commercial Banking richt zich primair op haar thuismarkten in de Benelux, alsmede op Centraal- en Oost-Europa. Zij biedt daar een totaalpakket van producten. In andere landen hanteert zij een meer selectieve benadering in klanten en producten. Gerichte strategie In 2009 zette Commercial Banking haar Fitter, Focused, Furtherstrategie voor 2008-2010 voort, met als doel om eind 2010 uitgegroeid te zijn tot de nummer één in diverse kernmarkten en producten. Met deze strategie wil Commercial Banking ook marktleider worden in de Benelux, bij de vijf grootste zakelijke banken horen in Centraal- en Oost-Europa, en een internationaal marktleider worden voor Structured Finance en Financial Markets en regionaal voor PCM en Leasing. Gedurende het hele jaar heeft ING zich ingezet om deze doelstellingen op de middellange termijn te behalen, om een betere kostenstructuur en operationele efficiëntie te realiseren en om de kernmarkt en productposities te versterken. Met het oog op de marktsituatie heeft Commercial Banking besloten het initiatief van Financial Markets voor opkomende markten tijdelijk uit te stellen. Naar verwachting zal zij dit in 2010 weer oppakken als de markten stabiliseren. Commercial Banking heeft tevens belangrijk bijgedragen aan de algehele balansverkorting van de Groep. Commercial Banking heeft hard gewerkt aan het verlagen van de risico’s en het besparen van kosten in lijn met ING’s Back-to-Basicsprogramma. Zij heeft de positie van haar Financial Marketactiviteiten aanzienlijk verlaagd, hetgeen tot uiting kwam in een lagere ‘Value-at-Risk’. Ook heeft zij de risico’s in hoogrisicosectoren teruggebracht, zoals de automobielindustrie en de bouwsector.
In oktober 2009 kondigde ING aan dat zij als onderdeel van de strategische heroriëntatie van de Groep over zou gaan tot een complete scheiding van haar bank- en verzekeringsactiviteiten. Dit moet gezien worden als een logische volgende stap in het Back-toBasics-programma. ING’s bankactiviteiten zullen worden gebaseerd op bewezen sterke punten, te weten het aantrekken van spaar gelden, leiderschap in distributie, eenvoudige producten en een sterke marketing. De bank zal zich hoofdzakelijk richten op Europa met selectieve groeiopties elders, waarbij Commercial Banking zich in het bijzonder richt op de Benelux en Centraal- en Oost-Europa, evenals op kernproductgebieden en groeimarkten. Zie het hoofdstuk ‘Strategie’, pagina 15, voor verdere gegevens. Aansprekende transacties ING sloot in 2009 een aantal aansprekende transacties af, waaruit haar streven naar kruisverkoop en het aanbieden van grensoverschrijdende klantoplossingen bleek. Dit leidde tot hogere posities in ranglijsten, waaronder de nummer één qua volume voor fusies en overnames in de Benelux, de nummer één Mandated Lead Arranger (MLA) en Bookrunner in Nederland, de nummer twee MLA in Rusland, de nummer drie qua volume voor fusies en overnames in Centraal- en Oost-Europa, en de nummer vier voor Lease in Europa. Deze transacties waren inclusief een underwriting van EUR 2,05 miljard in een Jumbo Syndicated Loan van EUR 19 miljard ter financiering van de overname door Gas Natural van Union Fenosa in mei 2009. In juni speelde ING een leidende rol bij de balansherstructurering van de Vandemoortele Groep in België. In juli trad ING op als enig financieel adviseur voor Vopak in een preferente aandelentransactie van EUR 110 miljoen. Dit was de eerste grote zakelijke emissie van preferente aandelen van een beursgenoteerde onderneming in Nederland sinds 2004. In mei was ING joint bookrunner van een gesyndiceerde faciliteit voor Mobile TeleSystems, de grootste mobiele operator in Rusland en omringende landen, voor de herfinanciering van USD 630 miljoen van haar gesyndiceerde lening van USD 1,33 miljard. In augustus was ING co-adviseur bij de overname van een 50,91% belang in Comstar-UTS door Mobile TeleSystems. Beide waren in 2009 spraakmakende transacties in Rusland. In september was ING joint bookrunner bij een obligatie-emissie door General Electric van EUR 1,5 miljard. In oktober trad ING op als bookrunner voor een euro-obligatie-emissie van EUR 750 miljoen van A.P. Moller-Maersk. Daling bedrijfslasten In lijn met Back to Basics bleef Commercial Banking alert op de kosten zonder daarbij de groeimogelijkheden te belemmeren. De bedrijfslasten daalden in 2009 ten opzichte van 2008 als gevolg van initiatieven voor kostenbeheersing en het verlagen van het personeelsbestand met 1.562 fte’s, hetgeen meer was dan de verwachte verlaging van 1.400 fte’s. Daarnaast is het aantal externe werknemers afgenomen met 401 fte’s. Daarentegen heeft de onrust op de markten tot extra risicokosten geleid, evenals tot bijzondere waardeverminderingen op ontwikkelingsprojecten bij ING Real Estate. Volumegroei bij General Lending & PCM Kredietverlening fungeert in alle regio’s als entreeproduct voor klantencontacten en voor kruisverkoop van andere hoogwaardige producten. De volumes bij General Lending zijn in de loop van 2009 gedaald. De baten zijn echter gestegen dankzij tariefaanpassing binnen de portefeuille en betere marges op kredietverlening in de eerste helft van het jaar. Extra baten uit aansprekende deals met ING Groep Jaarverslag 2009
35
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Commercial Banking (vervolg)
AB InBev en Gas Natural hebben het rendement ook doen stijgen. Dit soort transacties hebben ertoe bijgedragen dat ING in 2009 de leidende positie als bookrunner innam in het leningenklassement voor de Benelux en Centraal- en Oost-Europa. De baten bij ING’s PCM-activiteiten zijn beïnvloed door de lagere rentetarieven en concurrentie om klanttegoeden. Dit gold vooral voor Nederland en Centraal- en Oost-Europa, waar transactie volumes stegen en provisies onder druk stonden. In juli is ING door AkzoNobel aangewezen als enige dienstverlener van betalings verkeer en cashmanagement voor Europa. In de komende periode zal ING streven naar verdere verbetering van de capaciteit van haar PCM-activiteiten. Sterke vraag naar Structured Finance Structured Finance, de gespecialiseerde financieringstak van ING, helpt ondernemingen bij het financieren van grote investerings projecten en het beperken van risico’s met diverse producten. ING heeft vooral expertise op het gebied van grondstoffen, telecommunicatie, media, financiële instellingen en nutsbedrijven. In 2009 zijn een degelijke batengroei en dalende kosten bij Structured Finance ruimschoots tenietgedaan door de gestegen risicokosten. De rentemarges zijn sinds 2008 sterk toegenomen door voortdurende tariefaanpassingen binnen de portefeuilles. De provisiebaten zijn gestegen dankzij provisies uit waivers en herstructureringen. Gevolgen voor Leasing & Commercial Finance De winst van Leasing & Commercial Finance daalde als gevolg van zwakke economische omstandigheden. Deze hebben geleid tot lagere winsten op de verkoop van leaseactiva en hogere rest waardevoorzieningen, alsmede tot een stijging van risicokosten. De lasten daalden als gevolg van kostenbeheersingsmaatregelen, waaronder een daling van het aantal externe medewerkers door het integreren van de Car Lease-activiteiten in Spanje en de reorganisatie van General Lease-activiteiten in Duitsland en Frankrijk. De baten van ING Car Lease werden negatief beïnvloed door de lagere prijzen op de markt voor tweedehands auto’s. Dit leidde tot een lagere winst op de verkoop van leaseactiva na beëindiging en afloop van contracten. De markt voor tweedehands auto’s in Nederland en het Verenigd Koninkrijk liet in de tweede helft van het jaar wel een verbetering zien. De risicokosten zijn in 2009 gestegen, maar zijn in lijn met de algemene markttrend. Degelijke resultaten Financial Markets Financial Markets levert een breed assortiment producten aan ING’s zakelijke en institutionele klanten, alsmede aan andere ING-onder delen, inclusief het retailnetwerk. ING wil met uitstekende winst gevendheid op geselecteerde markten of producten tot de top behoren door te profiteren van haar geografische aanwezigheid, naamsbekendheid en commerciële expertise en reputatie. 2009 was een goed jaar voor Financial Markets dankzij de steile rentecurve, gestegen spreads en gunstige handelscondities. Het niveau van de marges op gestandaardiseerde flowproducten (inclusief valutaforwards, renteswaps en valutaopties) bleef hoog daar tegenpartijrisico’s en kredietrisico’s in toenemende mate werden doorberekend. Financial Markets was goed in staat kansen voor kruisverkoop in alle productgebieden en klantgroepen optimaal te benutten, als onderdeel van de vernieuwde focus op opkomende markten, thuismarkten, strategische klanten en
36
ING Groep Jaarverslag 2009
mondiale klanten. ING richt zich steeds minder op risicovolle activiteiten, waaronder handel voor eigen rekening. De vastrentende markt was uitermate vast door de aanhoudend slechte markt van syndicaatsleningen. Hierdoor is de positie van ING op de ranglijst van eurostaatsobligaties en Benelux-bedrijfsobligaties aanmerkelijk verbeterd. Financial Markets heeft tevens goede resultaten geboekt met rentegerelateerde producten, zoals staatsobligaties, kredietobligaties en rentederivaten. ING Real Estate ING Real Estate omvat de activiteiten Finance, Development en Investment Management, en rapporteert aan Commercial Banking. Het resultaat voor belastingen uit vergoedingen voor vermogensbeheer van Real Estate Investment Management daalde met EUR 7 miljoen naar EUR 73 miljoen als gevolg van afgenomen marktactiviteit. Het resultaat voor belastingen van de Investment Portfolio van Real Estate daalde van een verlies van EUR 695 miljoen in 2008 naar een verlies van EUR 1.173 miljoen in 2009. Dit hangt vrijwel geheel samen met de veel hogere negatieve veranderingen in de reële waarde in 2009. Het onderliggende resultaat van Real Estate Finance daalde van EUR 240 miljoen in 2008 naar EUR 181 miljoen. De onderliggende baten waren hoger en de bedrijfslasten waren lager. Dit werd echter tenietgedaan door substantieel hogere risicokosten. Als gevolg van beperkte marktactiviteit daalde de Finance-portefeuille naar EUR 35,2 miljard, vergeleken met EUR 37,0 miljard ultimo 2008. Real Estate Development rapporteerde een verlies van EUR 470 miljoen, vergeleken met een winst van EUR 78 miljoen in 2008. Dit was grotendeels het gevolg van bijzondere waardeverminderingen en, in mindere mate, het gevolg van veranderingen in de reële waarde. Exclusief veranderingen in de reële waarde en bijzondere waardeverminderingen daalde het resultaat van EUR 66 miljoen in 2008 naar EUR 14 miljoen in 2009. De bedrijfslasten, exclusief bijzondere waardeverminderingen, daalden met 29% door een belangrijke vermindering van het personeelsbestand. Het totaal beheerd vermogen van Real Estate (Real Estate Investment Management en Real Estate Development) daalde licht van EUR 69,5 miljard naar EUR 66,8 miljard. CONCLUSIES EN AMBITIES Commercial Banking heeft in 2009 goede vooruitgang geboekt met de realisatie van haar Fitter, Focused, Further-strategie en heeft sterke resultaten behaald, ondanks bijzondere waardeverminderingen en veranderingen in reële waardes bij Real Estate en hogere risicokosten. ING zet haar koers voort om een leidende Europese zakenbank te worden met selectieve groeimogelijkheden in andere regio’s. Zij zal dit doen door het binnenhalen van belangrijke mandaten en transacties en door voort te bouwen op haar expertise en internationale netwerk om wereldwijd aan de behoeften van haar klanten te voldoen. Risico’s en kosten zullen zorgvuldig worden beheerd en ING zal zich strategisch blijven richten op kernmarkten en productgebieden waar zij een voorsprong heeft op de concurrentie. In 2010 zal de bank haar Financial-Marketsplatform en PCM-capaciteit versterken, en haar dienstenaanbod aan financiële instellingen en klanten in België uitbreiden. Commercial Banking is een uiterst waardevol onderdeel van ING en zal een essentiële rol spelen in de vorming van de nieuwe bank.
Samenvatting
Verzekeringen Bestuur ING Verzekeringen per 1 januari 2010
Jan Hommen voorzitter Patrick Flynn chief financial officer Koos Timmermans chief risk officer Tom McInerney chief operating officer Matt Rider chief administrative officer
ING Verzekeringen is qua premie-inkomen de op twee na grootste verzekeringsmaatschappij ter wereld. ING Verzekeringen is marktleider op het gebied van pensioendiensten en beschikt over een aantrekkelijke mix van volwassen bedrijven en sterke marktposities in groeimarkten. ING is de nummer één verzekeraar in Nederland, de op twee na grootste aanbieder van pensioenregelingen met vaste premie in de VS, de op een na grootste pensioenaanbieder in LatijnsAmerika, de grootste levensverzekeraar en pensioenaanbieder in Centraal- en Oost-Europa, en de op twee na grootste buitenlandse verzekeraar in Azië/Pacific. Er zijn maar weinig verzekeraars die zo’n sterke positie hebben in alle drie de regio’s: Europa, Azië en Noord- en Latijns-Amerika. Het verzekeringsbedrijf boekte in 2009 betere resultaten, mede dankzij gunstige rendementen op de aandelenmarkten, de verkrapping van de kredietopslagen en lagere kosten. Het onder liggende verlies voor belastingen was EUR 191 miljoen, terwijl in dezelfde periode vorig jaar nog sprake was van een verlies van EUR 1.380 miljoen. Het totaalresultaat voor belastingen (inclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten) was EUR 699 miljoen in 2009, vergeleken met een verlies van EUR 1.635 miljoen over 2008. Het onderliggende resultaat voor belastingen van het levenbedrijf was EUR –458 miljoen, vergeleken met een verlies van EUR 1.814 miljoen over 2008. Het resultaat werd negatief beïnvloed door wijzigingen in de aannames van variabele lijfrentes in de VS en Japan. De onderliggende winst voor belastingen van het schade bedrijf daalde met 38,6% van EUR 435 miljoen in 2008 naar EUR 267 miljoen. Het onderliggende brutopremie-inkomen daalde met 20,1%, ofwel 20,9% exclusief valuta-invloeden, van EUR 37.760 miljoen in 2008 naar EUR 30.179 miljoen in 2009 als gevolg van een lagere omzet van beleggingsgerelateerde producten in de VS, Japan en Centraal-Europa. De onderliggende bedrijfslasten van het verzekeringsbedrijf daalden met 9,9% op vergelijkbare basis, ofwel 9,4% exclusief valutainvloeden, van EUR 4.273 miljoen in 2008 naar EUR 3.849 miljoen. Deze daling was te danken aan de genomen kostenbeheersings maatregelen. In 2009 bracht ING Verzekeringen het aantal fte’s terug met 5.151 en overtrof daarmee het gestelde doel van 4.200 per ultimo 2009. De nieuwe premieproductie op jaarbasis (Annual Premium Equivalent, APE) voor de levensverzekeringsactiviteiten daalde met 25,0% van EUR 5.944 miljoen over 2008 naar EUR 4.456 miljoen over 2009. De nieuwe omzet nam af in Centraal- en Overig Europa, de VS, Zuid-Korea en Japan als gevolg van aanhoudende druk op beleggingsgerelateerde producten en de beslissing om de verkoop van variabele lijfrentes in de VS te beperken. In Nederland steeg de omzet met EUR 102 miljoen tot EUR 450 miljoen, vooral dankzij collectieve verzekeringen. De waarde van de nieuwe productie daalde met 37,6% naar EUR 502 miljoen.
ING Groep Jaarverslag 2009
37
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Verzekeringen
Insurance Europe
Nog steeds kansen ondanks economische teruggang Kernpunten > Lancering binnen Europa van verschillende nieuwe producten, zoals variabele lijfrentes > Uniform bedrijfsmodel voor Centraal-Europa en Overig Europa > Focus op risicoverlaging, kapitaalbehoud en efficiëntieverhoging in het kader van Back to Basics
Insurance Europe reageerde op het zwakke economische klimaat en de volatiele financiële markten in 2009 met het terugbrengen van de risico’s op haar balans, strikte kostenbeheersing en een strategische focus op kernproducten en -markten. Het terug brengen van de risico’s werd in 2009 afgerond, terwijl de kosten beheersingsinspanningen en inspanningen in het kader van Back to Basics in 2010 worden voortgezet om ING’s positie op de Europese verzekeringsmarkt te consolideren. In Nederland gebeurt dit door integratie van de bestaande verzekeringsonderdelen; in CentraalEuropa en Overig Europa is de focus gericht op het vereenvoudigen en stroomlijnen van de activiteiten in kernmarkten.
Financieel overzicht in miljoenen euro’s
Onderliggend* premie-inkomen Onderliggende* bedrijfslasten Onderliggend* resultaat voor belastingen Totaalresultaat voor belastingen Waarde nieuwe levenproductie Intern rendement Nieuwe omzet
2009
2008
9.750 1.503 650 261 185 14,6% 982
10.194 1.764 651 651 397 17,1% 1.010
* Onderliggend cijfers zijn afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU, exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten.
Geografische spreiding premie-inkomen 2009
in miljoenen euro’s
Benelux Centraal-Europa en Overig Europa* Totaal
79% 21% 100%
7.721 2.029 9.750
* Bulgarije, Griekenland, Hongarije, Polen, Roemenië, Rusland, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Turkije.
38
ING Groep Jaarverslag 2009
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN De onderliggende winst voor belastingen van Insurance Europe is in 2009 licht gedaald van EUR 651 miljoen in 2008 naar EUR 650 miljoen, ondanks het herstel op de financiële markten in de loop van het jaar. Het resultaat over 2009 werd positief beïnvloed door EUR 420 miljoen hogere herwaardering van private equity, EUR 261 miljoen lagere bedrijfslasten en een verbetering met EUR 190 miljoen door een wijziging in de voorziening voor garanties op gesepareerde pensioencontracten (onder aftrek van afdekkingskosten). Deze positieve factoren werden tenietgedaan door EUR 499 miljoen lagere inkomsten op de aandelenpositie door lagere bedrijfswinsten, en door het beleid van ING om door verkoop van aandelen de risico’s te verminderen. Daarnaast stegen de (netto) verliezen en bijzondere waardeverminderingen op vastrentende beleggingen met EUR 154 miljoen ten opzichte van 2008, steeg de winstdeling voor polishouders in Nederland met EUR 88 miljoen, daalde het resultaat op aandelenopties waarmee aandelenbeleggingen zijn afgedekt met EUR 56 miljoen en daalde het verzekeringstechnisch resultaat van het schadebedrijf met EUR 97 miljoen. De zwakke economie kreeg een steeds grotere negatieve invloed op de verzekeringspremies in Europa, vooral in Centraal- en Overig Europa. De totale premies daalden met EUR 444 miljoen naar EUR 9.750 miljoen, waarbij de levenpremies met EUR 480 miljoen daalden naar EUR 8.025 miljoen. In lijn met een bescheiden inflatie stegen de schadepremies met EUR 36 miljoen tot EUR 1.725 miljoen. In Nederland daalde het premie-inkomen met EUR 207 miljoen, in Centraal- en Overig Europa met EUR 457 miljoen; België en Luxemburg rapporteerden een groei van de premies met EUR 220 miljoen. In Nederland daalden de premies ondanks de eenmalige, gunstige invloed van EUR 127 miljoen die een gevolg waren van een wijziging in de verantwoording van collectieve pensioenpremies. Deze waren op hun beurt weer het gevolg van lagere salaris-indexatie op collectieve contracten en de hevige concurrentie op de markt voor particuliere direct ingaande lijfrentes. In België steeg het premie-inkomen in 2009 met EUR 73 miljoen tot EUR 1.068 miljoen door de verkoop van variabele lijfrentes, waarmee begin 2009 is gestart. Het premie-inkomen in Luxemburg steeg met EUR 148 miljoen tot EUR 274 miljoen door de introductie van een variabel lijfrenteproduct dat door de privatebankingtak van UniCredit wordt verkocht in Italië en door de eigen verkoop van een nieuw levensverzekeringsproduct gericht op vermogende particulieren in België en Luxemburg. In Centraalen Overig Europa daalde het premie-inkomen met EUR 457 miljoen naar EUR 2.029 miljoen. Dit werd voor EUR 147 miljoen veroorzaakt door lagere koersen van Centraal-Europese valuta ten opzichte van de euro. De daling van het premie-inkomen deed zich met name voor in Hongarije, Polen en Spanje. Dat het premie-inkomen in 2009 lager lag, is vooral toe te schrijven aan lagere omzet van koopsompolissen en een collectief contract van EUR 70 miljoen in Spanje dat begin 2008 was afgesloten.
De onderliggende bedrijfslasten van Insurance Europe daalden in 2009 ten opzichte van vorig jaar met EUR 261 miljoen, ofwel 14,8%. Deze daling is voor EUR 25 miljoen toe te schrijven aan de waardedaling van Centraal-Europese valuta ten opzichte van de euro en voor EUR 53 miljoen door een wijziging in de toerekening van bedrijfslasten. De resterende lastendaling is toe te schrijven aan kostenbeheersing. In 2009 is het aantal interne fte’s met 1.366 teruggebracht. Daarnaast zijn in 2009 aanzienlijke besparingen gerealiseerd in de kostenposten extern personeel, huisvesting en marketing. Belangrijke kosten in verband met reorganisatieinitiatieven zijn niet opgenomen in de onderliggende bedrijfslasten, maar als bijzondere posten verantwoord. De nieuwe premieproductie op jaarbasis (Annual Premium Equivalent, APE) van Insurance Europe daalde in 2009 met EUR 28 miljoen naar EUR 982 miljoen. Deze daling deed zich vooral voor in Centraal- en Overig Europa. In Nederland steeg de omzet met EUR 101 miljoen tot EUR 450 miljoen, vooral door toename in de verlenging van collectieve levensverzekerings- en pensioencontracten en een APE van EUR 31 miljoen in verband met een wijziging in de verantwoording van premies voor collectieve pensioencontracten. In België en Luxemburg steeg de APE met EUR 29 miljoen tot EUR 139 miljoen door de introductie van variabele lijfrenteproducten in België en in Italië die ING Life Luxembourg verkoopt via de privatebankingtak van UniCredit. Alle landen hadden deel aan de daling van de omzet met EUR 159 miljoen in Centraal- en Overig Europa, met uitzondering van Turkije waar eind 2008 een pensioenfonds werd overgenomen. De daling van de APE in Roemenië met EUR 56 miljoen is grotendeels te wijten aan de introductie van pensioenfondsen voor collectieve en individuele pensioenen eind 2007. Die droegen in 2008 nog EUR 57 miljoen bij aan de omzet en in 2009 EUR 10 miljoen. Door de waardedaling van de Centraal-Europese valuta ten opzichte van de euro daalde de omzet met EUR 48 miljoen. De waarde van de nieuwe productie (WNP) van Insurance Europe daalde van EUR 397 miljoen in 2008 naar EUR 185 miljoen in 2009. Nederland was voor EUR 53 miljoen verantwoordelijk voor deze daling en Centraal- en Overig Europa EUR 162 miljoen. De WNP in Nederland was lager ondanks hogere omzet en lagere bedrijfslasten door hogere risicomarges en een verschuiving in de activiteitenmix van de meer winstgevende lijfrentes naar collectieve beleggingsverzekeringen. De lagere WNP in Centraal- en Overig Europa is veroorzaakt door lager dan verwachte rendementen op activa en hogere risicomarges in de disconteringsvoet, evenals lagere omzet van koopsompolissen en negatieve valuta-invloeden in Centraal-Europa en Overig Europa van EUR 28 miljoen. De marges van de pensioenactiviteiten in Centraal- en Overig Europa bleven onder druk staan door wijzigingen in de provisiestructuur, die deels het gevolg waren van wetswijzigingen. In Roemenië droegen de pensioenfondsen voor collectieve en individuele pensioenen in 2009 EUR 12 miljoen bij aan de WNP tegen EUR 80 miljoen in 2008. ONTWIKKELINGEN PER LAND In Nederland steeg de onderliggende winst voor belastingen in 2009 met EUR 62 miljoen tot EUR 305 miljoen. Dit kwam vooral door een EUR 420 miljoen hogere herwaardering van private equity, EUR 217 miljoen lagere bedrijfslasten en een verbetering met EUR 190 miljoen door een wijziging in de voorziening voor garanties op gesepareerde pensioencontracten (onder aftrek van afdekkingskosten). Deze positieve posten werden grotendeels
tenietgedaan door EUR 452 miljoen lagere inkomsten op de aandelenpositie door de verkoop van aandelenbeleggingen vanwege het afbouwen van risico’s. Daarnaast steeg de waardevermindering op vastrentende beleggingen met EUR 43 miljoen, steeg de winstdeling voor polishouders met EUR 89 miljoen, daalde het resultaat op aandelenopties waarmee aandelenbeleggingen zijn afgedekt met EUR 56 miljoen en daalde het verzekeringstechnisch resultaat van het schadebedrijf met EUR 97 miljoen. In België en Luxemburg daalde de onderliggende winst voor belastingen in 2009 met EUR 53 miljoen naar EUR 27 miljoen. Dit was het gevolg van EUR 18 miljoen hogere bedrijfslasten en EUR 76 miljoen aan verliezen en bijzondere waardeverminderingen op vastrentende waarden. Dit werd deels gecompenseerd door EUR 46 miljoen hogere provisiebaten. De stijging van de provisies en de lasten is volledig toe te schrijven aan de juridische overdracht van ING’s vermogensbeheeractiviteiten in België en Luxemburg van het bankbedrijf naar het verzekeringsbedrijf in het vierde kwartaal van 2008. De onderliggende winst voor belastingen daalde met EUR 10 miljoen naar EUR 319 miljoen, doordat EUR 63 miljoen lagere bedrijfslasten meer dan teniet werden gedaan door EUR 35 miljoen hogere verliezen en bijzondere waardeverminderingen op vastrentende waarden en EUR 50 miljoen lagere herwaardering van niet-handelsderivaten. BEDRIJFSONTWIKKELINGEN De economische situatie in 2009 had een duidelijk effect op de prestaties van Insurance Europe en zal ook nog lang doorwerken in de verzekeringsbranche. De nieuwe realiteit in de markt leidde tot risicomijdend gedrag van de consument, verschuivingen in de productvoorkeuren en, bij gevolg, veranderingen in productontwikkeling. In 2009 daalde het reële bruto nationaal product in de eurozone naar verwachting met ongeveer 4%. Toch werden de vooruitzichten voor de Europese economie in de tweede helft van het jaar beter, niet in de laatste plaats door de uitzonderlijke maatregelen van nationale overheden en monetaire autoriteiten. In de meeste Europese landen was er in het derde kwartaal een verbetering van de economische activiteit te zien, wat het officiële einde van de recessie inluidde. VERZEKERINGSACTIVITEITEN BENELUX In de Benelux had de economische teruggang een negatief effect op de belangrijkste pijlers onder de verzekeringsmarkt: consumentenvertrouwen, werkgelegenheid en loonontwikkeling. Daarnaast steeg de concurrentie in de Nederlandse levensverzekeringsmarkt doordat ook banken voortaan bepaalde spaarproducten met belastingvoordeel mogen verkopen (‘banksparen’). Ter compensatie van de dalende premies legde ING in deze volwassen markt de nadruk op hogere marges door verhoging van de efficiëntie en strikte beheersing van de kosten. Het volume van de levensverzekeringsproducten van ING nam toe, met name van lijfrentes die aantrekkelijk zijn voor klanten die zekerheid zoeken. De waarde van de nieuwe productie werd echter negatief beïnvloed door veranderingen in rendementscurves en rekenrente als gevolg van het economische klimaat. Integratie Nederlandse verzekeringsactiviteiten In 2009 is aangekondigd dat Nationale-Nederlanden, RVS en ING Verzekeren Retail (voorheen Postbank Verzekeren) zullen worden samengevoegd tot één klantgerichte organisatie onder de naam Nationale-Nederlanden. Deze strategische beslissing is ingegeven door de wens te kunnen reageren op behoeften van klanten wat ING Groep Jaarverslag 2009
39
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Insurance Europe (vervolg)
betreft gebruiksgemak, persoonlijk advies, transparantie en zekerheid. Door het inzetten van alle bestaande distributiekanalen kunnen klanten voortaan zelf kiezen hoe en waar ze hun producten willen kopen. Het netwerk van onafhankelijke adviseurs blijft hierbij een belangrijke rol spelen, evenals de banken en de eigen adviseurs van ING in Nederland. CENTRAAL- EN OVERIG EUROPA In Centraal- en Overig Europa was er duidelijk meer vraag naar producten die financiële bescherming bieden. De onrust in de markt had een negatief effect op de lopende activiteiten in Centraal- en Overig Europa, waar het aantal geroyeerde en afgekochte polissen in de eerste helft van 2009 nog steeg, maar later in het jaar stabiliseerde. In Polen, Hongarije, Slowakije en Roemenië werden forse veranderingen doorgevoerd in de regelgeving voor pensioenfondsen. Desondanks bleef het aantal klanten van pensioenfondsen van ING stijgen. In lijn met de actuele marktsituatie daalde de omzet van het levensverzekeringsbedrijf in Centraal- en Overig Europa met 20%, exclusief valuta-invloeden. De daling had echter weinig effect op de winst, aangezien ook de lasten werden verlaagd. Bovendien kende ING in Hongarije en Polen, twee belangrijke markten, een voortgaande stijging van zowel het marktaandeel bij levensverzekeringen als van het aantal polishouders. Daarnaast pakte de samenwerking tussen Insurance Europe, ING Direct Spanje en bancassurancedistributeurs in onder andere Griekenland heel goed uit. Uniform bedrijfsmodel Insurance Central Europe startte in 2009 met het opzetten van een uniform bedrijfsmodel. Het nieuwe model bestaat uit onder andere een regionaal grootboek, een regionaal productplatform en een geharmoniseerd IT-platform. In de loop van 2010 wordt in het Roemeense Cluj-Napoca een shared service centre in gebruik genomen. Dat gaat geheel Centraal-Europa bedienen en zal na verloop van tijd een aanzienlijk deel van alle backofficeactiviteiten van de regio herbergen. Het uniforme bedrijfsmodel is een solide basis voor toekomstige groei en biedt de mogelijkheid nog meer nadruk te leggen op klantenservice en versterking van zowel het merk als de distributie. PRODUCTONTWIKKELING EN INNOVATIE De veranderingen in de economische omgeving vragen om nieuwe productkenmerken, grotere efficiency en een kostenefficiëntere distributie. In de Benelux kan ING dankzij de verschuiving van de traditionele distributie via tussenpersonen naar banken, internetspelers en gemandateerde adviseurs optimaal gebruikmaken van een uniek multidistributienetwerk (internet, banken, onafhankelijke adviseurs, eigen adviseurs, eigen verkoopteam). Er zijn initiatieven ontplooid ter verbetering van de productiviteit van adviseurs en de verdere professionalisering van de verkoopteams. Hiervoor zal de werving van nieuwe medewerkers worden gecentraliseerd en zullen de trainings- en ontwikkelingsinspanningen worden verhoogd. Ook zullen voor de verschillende markten producten worden aangeboden die gebaseerd zijn op specifieke behoeften en segmenten.
40
ING Groep Jaarverslag 2009
Insurance Europe introduceerde diverse nieuwe producten in 2009, waaronder een beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor zzp’ers van Nationale-Nederlanden, een nabestaandenverzekering van RVS in Nederland, een pensioen met beperkte garanties in Griekenland, en een gezinsongevallenverzekeringspakket in Polen. De vraag naar variabele lijfrenteproducten nam toe. Het risicoprofiel en ontwerp werden hierop aangepast. Een goed voorbeeld van een dergelijke aanpassing is een nieuwe lijfrente met een gegarandeerde levenslange uitkering in België. Deze vereenvoudigde variabele lijfrente genereerde in 2009 ongeveer EUR 144 miljoen aan omzet. Ook in Italië en Hongarije werden met succes nieuwe producten voor vermogensopbouw geïntroduceerd. Verder werden in Spanje, Luxemburg, Hongarije en Nederland ook in 2009 producten met een verlaagd risico verkocht. Deze vier landen samen zorgden voor een omzet van bijna EUR 100 miljoen aan variabele lijfrentes. De totale nieuwe omzet aan variabele lijfrentes van Insurance Europe in 2009 bedroeg EUR 280 miljoen: een stabiele, winstgevende basis voor de toekomst. BACK TO BASICS In het kader van het veranderingsprogramma Back to Basics van ING Groep lag de nadruk bij Insurance Europe in 2009 op verlaging van risico’s, behoud van kapitaal en verhoging van de efficiëntie. Lagere kredietopslagen en maatregelen ter verlaging van balansrisico’s droegen mede bij aan een verbetering van de kapitaalpositie. Dit leidde tot een kapitaaloverdracht van EUR 630 miljoen aan ING Verzekeringen. Inspelend op de nieuwe economische omstandigheden heeft Insurance Europe ook gewerkt aan een herziening van de kostenstructuur. Eind 2009 was het aantal medewerkers teruggebracht. Alle kostenverlagingsprogramma’s liggen op schema. ING kondigde aan het particulier pensioenfonds in Rusland te verkopen en ook de levensverzekeringsactiviteiten in dat land te beëindigen. Dit is geheel in lijn met de strategie van ING om te focussen op de kernactiviteiten. In juni maakte ING Griekenland bekend te zullen stoppen met de acceptatie van nieuwe zorgverzekeringsrisico’s om zich te kunnen concentreren op de kernactiviteiten levensverzekeringen en pensioendiensten. CONCLUSIES EN AMBITIES De grote geografische aanwezigheid in de regio, het vermogen de kosten te beheersen, de efficiency te verhogen en de producten en activiteiten te standaardiseren zullen bijdragen aan aanhoudende groei van ING Insurance Europe. Gegeven het besluit tot splitsing van ING Groep en de scheiding van de bancaire en verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten heeft de Groep zich voor de korte termijn ten doel gesteld de winstgevendheid van de verzekerings- en vermogensbeheeronderdelen te verhogen door verdere verlaging van de kosten, investering in een grotere omzet en optimaal gebruik van het aanwezige talent. Ons langetermijndoel is verdere versterking van de verzekerings- en vermogensbeheerbedrijven tot spelers van wereldformaat.
Verzekeringen
Insurance Americas
Werken aan ingrijpende transformatie Kernpunten > Grotere winstgevendheid > Aanhoudend degelijke resultaten in Latijns-Amerika > Start strategische veranderingen in de VS > Kostenverlagingen vóór op schema
2009 was een jaar vol vooruitgang en veranderingen voor Insurance Americas. De bedrijfsonderdelen in de VS opereerden in lijn met de Back-to-Basics-strategie van ING Groep door hun risico’s aanmerkelijk te verminderen, twee niet-kernactiviteiten af te stoten en de kosten te verlagen. In Latijns-Amerika werd nog meer nadruk gelegd op pensioenregelingen met verplichte of vrijwillige deelname, wat leidde tot goede winstcijfers. ING Canada werd verkocht. Dankzij het herstel van de economie en de verbetering van de marktomstandigheden verbeterde Insurance Americas in het tweede kwartaal haar winstgevenheid. De kostenbesparingen lagen eind 2009 flink voor op schema.
Financieel overzicht in miljoenen euro’s
Onderliggend* premie-inkomen Onderliggende* bedrijfslasten Onderliggend* resultaat voor belastingen Totaalresultaat voor belastingen Waarde nieuwe levenproductie** Intern rendement Nieuwe omzet
2009
2008
13.973 1.611 61 –246 190 11,9% 2.450
18.935 1.753 –958 –589 229 11,8% 3.438
* O nderliggende cijfers zijn afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU, exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten. ** De waarde van de nieuwe levenproductie en intern rendement zijn aangepast voor het jaar 2008, om de gecorrigeerde toepassing van kapitaalfactoren voor de variabele lijfrenteactiviteiten, alsmede minimale aanpassingen in de kosten tot uitdrukking te laten komen, voor zowel de variabele als de vaste lijfrenteactiviteiten.
Geografische spreiding premie-inkomen 2009
in miljoenen euro’s
VS Latijns-Amerika* Totaal *
99% 1% 100%
13.812 161 13.973
* Exclusief ING’s joint venture in Brazilië; dit is een minderheidsbelang.
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Insurance Americas werd in 2009 weer winstgevend en boekte een onderliggend resultaat voor belastingen van EUR 61 miljoen, een stijging met EUR 1.019 miljoen ten opzichte van het verlies in 2008. In de VS bedroeg het onderliggende verlies voor belastingen in 2009 EUR 219 miljoen, een aanmerkelijk verbetering vergeleken met het verlies van EUR 1.117 miljoen in 2008. Oorzaken waren vooral lagere negatieve overlopende acquisitiekosten, lagere beleggingsverliezen en bijzondere waardeverminderingen en lagere bedrijfslasten. In Latijns-Amerika verbeterde de onderliggende winst voor belastingen met 76,1% tot EUR 280 miljoen door goede resultaten van de pensioenactiviteiten. In Noord- en Latijns-Amerika, en vooral in de Verenigde Staten, had de zwakke economie een negatieve invloed op het onderliggende premie-inkomen. Dit daalde met 26,2% naar EUR 13.973 miljoen, vooral door het besluit om in de VS de verkoop van variabele lijfrentes te beperken. De beleggingsopbrengsten en overige baten daalden met 62,2%, ofwel EUR 1.807 miljoen, naar EUR 1.096 miljoen als gevolg van een combinatie van lagere beleggings opbrengsten door vermindering van de risico’s en ongunstige resultaten uit niet-handelsderivaten, inclusief de kapitaalafdekking die eind 2008 werd afgesloten. De onderliggende lasten daalden in 2009 met 8,1% naar EUR 1.611 miljoen. In de VS daalden de lasten door lagere personeelskosten en lagere verkoopgerelateerde kosten, vooral als gevolg van reorganisatie-inspanningen. De kosten voor de integratie van CitiStreet in de VS, voor de steunfaciliteit voor illiquide activa met de Nederlandse Staat en voor de reorganisatieactiviteiten, in totaal EUR 77 miljoen, zijn niet opgenomen in de onderliggende bedrijfs lasten, maar worden als bijzondere posten gepresenteerd. De omzet, gemeten als genormaliseerde nieuwe premieproductie op jaarbasis (APE) in Noord- en Latijns-Amerika, daalde in 2009 met 28,7% naar EUR 2.450 miljoen, vooral door een daling in de VS. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door een verminderde vraag naar beleggingsgeoriënteerde producten en het besluit om de verkoop van variabele lijfrentes in de VS te beperken. De waarde van de nieuwe productie (WNP) in Noord- en LatijnsAmerika daalde met 17,0%, of 14,8% exclusief valuta-invloeden, naar EUR 190 miljoen in 2009. Per 31 december 2009 was de toereikendheid van de voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen onder IFRS voor Insurance Americas verslechterd, vergeleken met ultimo 2008. De netto verzekeringsverplichtingen voor dit onderdeel waren ontoereikend met EUR 1,6 miljard bij een betrouwbaarheidsniveau van 90%. Dit is aanzienlijk conservatiever dan wanneer gebruik gemaakt wordt ING Groep Jaarverslag 2009
41
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Insurance Americas (vervolg)
van de beste schatting over de toereikendheid die in de branche gebruikelijk is, met name onder Amerikaanse maatschappijen. De nettovoorzieningen voor verzekeringsverplichtingen bleven toereikend op EUR 1,8 miljard bij een betrouwbaarheidsniveau van 50%. ONTWIKKELINGEN PER LAND VERENIGDE STATEN Het premie-inkomen daalde in 2009 met 26,3% naar EUR 13.812 miljoen. Deze daling was vooral toe te schrijven aan de verminderde verkoop van variabele lijfrentes, waarvan de omzet doelbewust is verminderd door hogere provisies en lagere uitkeringsgaranties. De bedrijfslasten daalden met 7,0% (7,4% exclusief valuta-invloeden) door lagere personeelskosten, omdat sinds eind 2008 het aantal fte’s met 12% is teruggebracht, en door lagere verkoopgerelateer de kosten. Op vergelijkbare basis en exclusief de valuta-invloeden daalden de bedrijfslasten met 20,7%. Het onderliggende verlies voor belastingen was in 2009 EUR 219 miljoen, een substantiële verbetering ten opzichte van het verlies van EUR 1.117 miljoen in 2008. Lagere negatieve overlopende acquisitiekosten, lagere beleggingsverliezen en bijzondere waardeverminderingen en lagere bedrijfslasten zorgden voor dit herstel. LATIJNS-AMERIKA Het premie-inkomen daalde met 19,1% naar EUR 161 miljoen doordat als gevolg van veranderde wetgeving in 2009 in Chili werd gestopt met arbeidsongeschiktheids- en nabestaandenverzekeringen. De bedrijfslasten daalden met 16,2%, of 10,1% exclusief valutainvloeden, vooral door lagere personeelskosten, inclusief prestatie beloning en professionele provisies. De onderliggende winst voor belastingen verbeterde met EUR 121 miljoen tot EUR 280 miljoen, omdat het herstel van de aandelenmarkt in de regio resulteerde in een verbetering van de wettelijk vereiste investeringen in pensioen activiteiten. Ook de hogere provisiebaten voor pensioenen en de lagere bedrijfslasten droegen bij aan de winstverbetering. BEDRIJFSONTWIKKELINGEN In zowel de VS als in Latijns-Amerika is Insurance Americas marktleider op het gebied van pensioenen. De divisie verkeert dan ook in een goede positie om in te spelen op de demografische mogelijkheden op de lange termijn: de zeven landen waar ING actief is, tellen in totaal 700 miljoen inwoners. In de VS heeft ING drie kernactiviteiten: Retirement Services, Individual Life en Individual Financial Solutions (vrijvallende lijfrentes). ING is in de VS de op twee na grootste aanbieder van beschikbare premieregelingen wat betreft beheerd vermogen en pensioenregelingen onder beheer, de nummer twee wat betreft het aantal deelnemers, en de nummer één wat betreft het aantal pensioenregelingen. In Latijns-Amerika is ING de op één na grootste aanbieder van verplichte pensioenregelingen. Na de aankondiging van het Back-to-Basics-programma van ING Groep in april heeft Insurance Americas goede voortgang geboekt met het vereenvoudigen van de organisatie. Niet-kernactiviteiten werden afgestoten, zoals de lijfrenteactiviteiten in Chili, het 70%-belang in ING Canada en de lijfrenteactiviteiten in Argentinië. Verder werd in de VS overeenstemming bereikt over de verkoop van de herverzekeringsactiviteiten aan RGA Incorporated (een transactie die op 1 januari 2010 is afgerond) en werd het grootste deel van het ING Advisors Netwerk verkocht (afronding op 31 januari 2010).
42
ING Groep Jaarverslag 2009
De focus van ING in de VS lag op versterking van de kapitaalpositie en vermindering van de risico’s. Dat gebeurde enerzijds door het terugdringen van de kosten en het afstoten van risicovolle activa in de portefeuille en anderzijds door gebruik te maken van afdek kingen ter bescherming tegen verdere koersdalingen op de aandelenbeurzen. Daarnaast lag de nadruk in 2009 op het aanbieden van eenvoudiger producten, concurrerende rendementen en meer gebruiksgemak. Ook de herpositionering van de activiteiten van ING in LatijnsAmerika kreeg steeds meer vorm door in te spelen op de sterke demografische en economische ontwikkelingen in de regio. Ondanks de wereldwijde financiële crisis werden voor het tweede opeenvolgende jaar solide resultaten geboekt. US RETIREMENT SERVICES Ondanks de uitdagingen in de markt werkte ING in de VS in 2009 verder aan de versterking van haar positie in de pensioenmarkt. De vergrijzing van de Amerikaanse bevolking biedt aanzienlijke groeikansen voor de langere termijn. Ruim tweederde van de ongeveer USD 30 biljoen aan financiële activa in de VS is in handen van 45-plussers. Door de naderende pensionering van de baby boomers en de recente financiële crisis richten ook zij hun aandacht steeds meer op hun pensioen. De overname in juli 2008 van Citistreet met haar geavanceerde, gestroomlijnde technologie platform en de bijbehorende webfunctionaliteiten zorgden voor schaalgrootte en meer capaciteit. Hiermee kan ING beter inspelen op de pensioenbehoeften van deelnemers aan collectieve pensioenregelingen en van ondernemingen en organisaties die ze aanbieden. ING biedt in de VS nu het volledige spectrum aan pensioendiensten, variërend van volwaardige pensioenregelingen tot puur administratieve dienstverlening. US Retirement Services verkeert nu in de unieke positie dat zij feitelijk alle soorten pensioenregelingen aanbiedt voor alle segmenten in de markt: bedrijven, onderwijs, overheid, gezondheidszorg en non-profit. De meeste Amerikanen verkeren weliswaar nog in onzekerheid over de gevolgen van de financiële crisis, maar houden wel vast aan de pensioenregeling van hun werkgever. Uit een enquête van het ING Institute for Retirement Research blijkt dat de meerderheid (84%) vindt dat de collectieve pensioenregeling van hun werkgever een belangrijk onderdeel is van hun pensioenkeuzes. Verder gaf 92% aan dat een automatische maandelijkse inhouding van de pensioenbijdrage in hun ogen de beste vorm van sparen is. ING was qua omzet in 2009 voor het zesde jaar op rij de nummer één op het gebied van pensioenproducten voor onderwijsperso neel – van kleuteronderwijs tot en met voortgezet onderwijs – en de nummer twee op het gebied van pensioenregelingen voor kleine ondernemingen. US ANNUITIES De behoeften van de babyboomers stonden centraal in de her structurering van de lijfrenteactiviteiten in de VS in 2009. Die leidde tot de opsplitsing van US Annuities in Individual Financial Solutions en Legacy Annuity. Vanaf 2010 biedt ING een aantal goedkopere geconverteerde lijfrentes die met name gericht zijn op gepensioneerden van bedrijven met een collectieve pensioenregeling van ING. Deze lijfrentes vormen onderdeel van een breder pakket aan eenvoudige, goedkopere beleggingsvehikels met een laag risicoprofiel die in de loop van 2010 worden geïntroduceerd. De ontwikkeling is in lijn met de strategie van ING om klanten transparantere, minder risicovolle, goedkopere en eenvoudigere
producten aan te bieden. Geconverteerde ‘IRA’-producten, in feite beleggingsproducten voor een pensioen, vormen waarschijnlijk het snelstgroeiende segment in de Amerikaanse pensioenmarkt. In 2013, als het grootste deel van de 78 miljoen Amerikaanse babyboomers met pensioen gaat, vloeit naar verwachting bijna USD 400 miljard per jaar aan pensioenactiva vanuit collectieve pensioenregelingen naar IRA’s of andere pensioenproducten. ING is goed gepositioneerd om deze ongekende mogelijkheid in de markt te benutten vanwege de omvang van de huidige pensioenactiviteiten, zowel qua activa als qua aantallen deelnemers. ING schat dat de jaarlijkse omzet in deze markt binnen vijf jaar weleens kunnen stijgen tot minstens USD 6 miljard. Legacy Annuity richt zich op alle tot eind 2009 verkochte lijfrentes. ING realiseerde in 2009 een aanzienlijke vermindering van de risico’s op variabele lijfrentepolissen door onder andere herziening van de kostenstructuur van de producten, wijziging van de uitkeringskenmerken, betere afdekking en uitbreiding met een aanzienlijk aantal passieve fondsen. In de praktijk betekent dit dat het oude product niet meer wordt verkocht en de verplichtingen als een separaat geheel zullen worden uitgevoerd. De activiteit wordt in de komende 20 jaar afgebouwd. Succes in de geconverteerde lijfrentemarkt vraagt om nieuwe distributiekanalen in aanvulling op de distributiekanalen die ING al benut. ING zal haar lijfrenteproducten blijven distribueren via de gebruikelijke kanalen, zoals wirehouses (grote organisaties voor financiële dienstverlening), onafhankelijke financiële adviseurs en banken. Daarnaast zal zij directe kanalen gaan ontwikkelen, zoals internet en de telefoon, die een belangrijke rol zullen spelen bij de uitbreiding van deze nieuwe activiteit. US INDIVIDUAL LIFE INSURANCE US Individual Life Insurance profiteerde ook in 2009 weer van een gediversifieerd productassortiment en een brede distributiecapaciteit. Dit onderdeel biedt beleggings- en overlijdensrisicoverzekeringen, en verkoopt deze via ruim 80.000 onafhankelijke adviseurs in het hele land. In 2009 verkocht US Individual Life Insurance 159.000 polissen, acht keer meer dan de 17.000 polissen in 2005, toen een nieuwe levensverzekeringenstrategie in gang werd gezet. ING is inmiddels de nummer 10 wat betreft de omzet van individuele levensverzekeringen. Dit is vooral te danken aan de sterke positie op het gebied van overlijdensrisicoverzekeringen. Individual Life genereerde 20% van de nieuwe omzet in 2009 via Specialty Markets, een distributiekanaal dat producten via zogeheten internet quote shops, e-mail, of via het web aan de man brengt. ING startte ook met ING for Life® (www.ingforlife.com), een online-instrument waarmee klanten zelf gemakkelijk hun levensverzekeringsbehoeften kunnen bepalen, een offerte kunnen aanvragen of eventueel direct in contact kunnen komen met een erkende levensverzekeringsadviseur. LATIJNS-AMERIKA ING is de op één na grootste pensioenaanbieder in Latijns-Amerika. In Peru is ING de nummer één met een marktaandeel van 32%, in Uruguay de nummer twee en in Mexico en Chili de nummer drie. In Colombia staat ING in de top vijf. In deze vijf landen samen heeft ING 9,4 miljoen klanten en een beheerd vermogen van EUR 35 miljard. Ondanks moeilijke omstandigheden behield ING in deze landen toch haar marktaandeel. De sterke positie op het gebied van verzekerings- en pensioenactiviteiten in de regio zorgde ervoor dat de onderneming in 2009, ondanks de financiële crisis, toch weer een solide groei van de omzet en winst realiseerde.
ING werkte in 2009 gestaag verder aan het afbouwen van de schadeverzekeringen en het verleggen van de focus naar pensioenen spaaractiviteiten. Niet-kernactiviteiten in Chili en Argentinië werden afgestoten. Verder werden strategieën ontwikkeld voor vermogensbeheer, met een sterke nadruk op particuliere en collectieve pensioenregelingen. Vanwege de almaar groeiende welvaart in Chili werd daar een nieuw platform voor vermogensbeheer geïntroduceerd. Dat is zo’n succes dat ING het platform ook in andere landen in de regio wil introduceren. Dit past volledig in de strategie van Insurance Americas om zich op de groeiende markt voor vermogenden in Latijns-Amerika te richten. EASIER! ING startte in 2009 met diverse online-instrumenten waarmee klanten een beter inzicht krijgen in en gemakkelijkere toegang tot pensioenen, verzekeringen en beleggingen. Zo ging in maart INGCompareMe.com de lucht in. Met deze website kunnen mensen bepalen hoe hun financiële zaken, zoals spaargeld, bestedingen en pensioenregelingen, zich verhouden ten opzichte van die van anderen. Business Week vermeldde de website in een beknopt overzicht van ‘nuttige pensioencalculators’ en de ING’er die de site heeft ontwikkeld, werd door Bank Technology News uitgeroepen tot een van de tien grote ‘vernieuwers’ van 2009. De nieuwe website INGforLife.com van Individual Life is zowel een nuttige informatiebron voor particulieren als een marketinginstrument voor adviseurs. Bij Retirement Services ging My Retirement Outlook live (www.ingretirementplans.com). Hiermee kunnen mensen zelf bepalen of ze goed op schema liggen wat betreft hun pensioendoelstellingen. CONCLUSIES EN AMBITIES Door het verminderen van risico’s, het afstoten van niet-kernactivi teiten en het verlagen van de kosten speelde Insurance Americas in 2009 een centrale rol in de Back-to-Basics-strategie van ING Groep. Tegelijkertijd werd de klanttevredenheid verbeterd ten opzichte van de concurrentie. Gezien het besluit tot splitsing van ING Groep en de verzekeringsen vermogensbeheeractiviteiten te scheiden van de bancaire activiteiten heeft de Groep zich voor de korte termijn ten doel gesteld de winstgevendheid van de verzekerings- en vermogensbeheeronderdelen te versterken door de kosten verder te verlagen, te investeren in een grotere omzet, meer nadruk te leggen op producten met een hoge marge en optimaal gebruik te maken van het aanwezige talent. Het langetermijndoel van ING is verdere versterking van de verzekerings- en vermogensbeheerbedrijven als wereldspelers. Met een breed scala aan distributiekanalen en transparante pensioenen levensverzekeringsproducten blijft Insurance Americas zich richten op de behoeften van de klant. De nadruk ligt hierbij op productinnovatie met eenvoud, lagere kosten, operationele efficiëntie en uitmuntende klantenservice als centrale aandachtspunten. Wat betreft de multiculturele pensioenmarkt bouwt ING voort op het werk dat in 2009 is verricht. Eind 2009 werd het multiculturele verkoopteam uitgebreid, met name bij de pensioendiensten. Gegeven de sterke groei van het aantal Latino’s, Afro-Amerikanen, Aziaten en mensen van andere etnische groepen in Noord- en Latijns-Amerika zijn de multiculturele markten belangrijk voor de groei van de kernactiviteiten van Insurance Americas: pensioenen, levensverzekeringen en financiële oplossingen. ING Groep Jaarverslag 2009
43
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Verzekeringen
Insurance Asia/Pacific
Klaar om te profiteren van hernieuwde vraag Kernpunten > Aanhoudend sterke marktpositie in belangrijkste Aziatische economieën > Gediversifieerde distributie, groot netwerk van eigen adviseurs aangevuld door bancaire samenwerkingsverbanden > Goed gepositioneerd om in te spelen op het herstel van economie en levensverzekeringssector
Financieel overzicht in miljoenen euro’s
Onderliggend* premie-inkomen Onderliggende* bedrijfslasten Onderliggend* resultaat voor belastingen Totaalresultaat voor belastingen Waarde nieuwe levenproductie Intern rendement Nieuwe omzet
2009
2008
6.422 599 220 543 127 13,3% 1.024
8.591 702 –1 –213 177 13,3% 1.496
* Onderliggende cijfers zijn afgeleid van cijfers gebaseerd op IFRS-EU, exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten.
Geografische spreiding premie-inkomen 2009
in miljoenen euro’s
37% 43% 20% 100%
Japan Zuid-Korea Overig Azië* Totaal * India, China, Hongkong, Thailand en Maleisië.
2.383 2.731 1.308 6.422
Als toonaangevende internationale levensverzekeraar heeft ING omvangrijke activiteiten in Azië. Insurance Asia/Pacific heeft hier, met negen activiteiten in zeven Aziatische economieën, een goede positie ook na de verkoop van de verzekerings- en vermogens beheeractiviteiten in Australië, Nieuw-Zeeland en al onze activiteiten in Taiwan. ING staat in de top vijf van verzekeraars in Zuid-Korea, Maleisië en in de Japanse collectieve levensverzekeringenmarkt. Bovendien is ING steeds nadrukkelijker aanwezig in Hongkong, Thailand, India en China. ING is qua beheerd vermogen ook de op drie na grootste fondsbeheerder in Azië/Pacific met activiteiten in elf landen. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Het brutopremie-inkomen daalde met 25,2% (EUR 2.169 miljoen) van EUR 8.591 miljoen in 2008 naar EUR 6.422 miljoen in 2009. Dit was vooral toe te schrijven aan de daling met 40,8% van het premie-inkomen in Japan door beëindiging van de verkoop van beleggingskoopsompolissen per 31 juli 2009. Exclusief deze beëindiging nam het premie-inkomen met 7,8% af door een lagere nieuwe omzet in Zuid-Korea doordat de vraag naar beleg gingsproducten in 2009 daalde. Dit werd deels gecompenseerd door hoger premie-inkomen door aanzienlijke groei van nieuwe activiteiten in Maleisië, Hongkong en Thailand. De totale onderliggende baten daalden met 33,4% van EUR 11.437 miljoen naar EUR 7.618 miljoen. Oorzaak waren vooral de beleg gingskoopsompolissen in Japan, waar veranderingen in de markt waarde van derivaten, gebruikt om de gegarandeerde uitkering van variabele lijfrentes in Japan af te dekken, worden verantwoord in ‘Totaal beleggingsopbrengsten en overige baten’. Dit werd gecompenseerd door een afgenomen stijging van de uitkeringsreserve die wordt verantwoord onder verzekeringstechnische lasten. De nieuwe productie daalde in 2009 met 31,6% van EUR 1.496 miljoen in 2008 naar EUR 1.024 miljoen. Exclusief de beëindigde verkoop van beleggingskoopsompolissen in Japan daalde de nieuwe omzet met 24,2% van EUR 1.226 miljoen in 2008 naar EUR 929 miljoen. Dit is vooral toe te schrijven aan 34,6% lagere nieuwe omzet in Zuid-Korea door aanhoudende druk op de verkoop van beleggingsproducten gedurende het grootste deel van 2009 en aan de reorganisatie binnen de organisatie van eigen verzekeringsadviseurs. In Japan daalde de nieuwe omzet van collectieve levensverzekeringen (COLI) met 19,3%. De daling in Zuid-Korea en Japan werd deels gecompenseerd door dubbel cijferige groei in Maleisië en Thailand met respectievelijk 14,8% en 14,1% dankzij aanhoudend sterke verkoop via Public Bank in Maleisië en TMB Bank in Thailand. De waarde van de nieuwe productie daalde met 28,2% van EUR 177 miljoen in 2008 naar EUR 127 miljoen in 2009. Exclusief de niet langer verkochte beleggingskoopsompolissen in Japan daalde de waarde van de nieuwe productie met 19% van EUR 179 miljoen in 2008 naar EUR 145 miljoen. Dit was vooral toe te schrijven aan de daling in de waarde van de nieuwe productie in Zuid-Korea met 13,0% door lagere omzet. Dit werd deels gecompenseerd door Maleisië, waar de waarde van de nieuwe productie met 23,5% steeg. Het interne rendement bleef stabiel op 13,3%.
44
ING Groep Jaarverslag 2009
De bedrijfslasten daalden met 14,7% ofwel EUR 103 miljoen, naar EUR 599 miljoen ten opzichte van een jaar geleden door aanhoudende kostenbesparingsinitiatieven. Vooral de bedrijfslasten in Zuid-Korea en Japan daalden met respectievelijk 25,3% en 19,2% doordat structurele kosten, zoals administratiekosten, afnamen door lagere vaste personeelskosten vanwege vermindering van het aantal medewerkers en reorganisatie. Op 30 november 2009 rondde ING de verkoop af van haar levensverzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten in Australië en Nieuw-Zeeland. Dit genereerde een nettowinst van EUR 339 miljoen. De resultaten van de afgestoten onderdelen zijn niet opgenomen in het onderliggende resultaat over 2008 en 2009. Het totaalresultaat voor belastingen in 2009 steeg met EUR 756 miljoen tot EUR 543 miljoen tegenover een verlies van EUR 213 miljoen in 2008. In 2009 bedroeg het onderliggende resultaat voor belastingen EUR 220 miljoen, vergeleken met EUR –1 miljoen over 2008. Exclusief het beëindigen van de verkoop van beleggingskoopsompolissen in Japan was het onderliggende resultaat voor belastingen in 2009 EUR 374 miljoen, vergeleken met EUR 237 miljoen in 2008. Dit is toe te schrijven aan verbeterde beleggingsopbrengsten doordat de druk op het rendement als gevolg van de volatiele marktomstandigheden afnam, evenals door kostenbesparingen gedurende het jaar. ONTWIKKELINGEN PER LAND In Zuid-Korea nam het onderliggende resultaat voor belastingen met 40,5% toe van EUR 163 miljoen in 2008 tot EUR 229 miljoen in 2009. De resultaten over 2009 stonden onder druk door markt gerelateerde invloeden, namelijk negatieve herwaarderingen op een aandelenderivatenfonds en kredietgerelateerde effecten en bijzondere waardeverminderingen op vastrentende waarden. Het premie-inkomen daalde in 2009 met 17,0% van EUR 3.291 miljoen in 2008 naar EUR 2.731 miljoen in 2009 door een daling in de nieuwe omzet. Deze werd deels gecompenseerd door gunstig behoud van eigen polissen. De bedrijfslasten daalden met 25,3% door herstructurering en andere kostenbesparende maatregelen die gedurende het jaar werden geïmplementeerd. Japan rapporteerde een onderliggend verlies voor belastingen van EUR 46 miljoen in 2009 tegenover een verlies van EUR 167 miljoen in 2008. Met de beleggingskoopsompolissen werd in 2009 een verlies van EUR 154 miljoen geleden, vergeleken met een verlies van EUR 238 miljoen in 2008. Het resultaat over 2009 werd voor EUR 191 miljoen negatief beïnvloed door een aanpassing van de technische reserves in het vierde kwartaal door wijzigingen in de royementsaannames voor variabele lijfrentes. Exclusief de beleggingskoopsompolisactiviteiten steeg de onderliggende winst voor belastingen van de COLI met 52,1% van EUR 71 miljoen in 2008 tot EUR 108 miljoen, een stijging van 5,3% ten opzichte van 2008, dankzij hogere premie-inkomsten en verbeterde beleggingsresultaten. De bedrijfslasten daalden met 19,2% door een daling met 27,9% van de bedrijfslasten voor beleggingskoopsompolissen. De bedrijfslasten voor COLI daalden ten opzichte van vorig jaar met 9,6%.
In Maleisië steeg het onderliggend resultaat voor belastingen met 10,3% van EUR 58 miljoen in 2008 tot EUR 64 miljoen in 2009. De stijging van de winst is toe te schrijven aan verbetering van het beleggingsresultaat, evenals aan een hoger premie-inkomen dat met 6,5% steeg van EUR 550 miljoen in 2008 tot EUR 586 miljoen in 2009. Dit is te danken aan aanhoudende groei van nieuwe activiteiten, vooral via bancaire distributiepartner Public Bank. De bedrijfslasten daalden ondanks sterke groei van de nieuwe omzet met 2,0% door stringente kostenbeheersing. In Overig Azië bedroeg het onderliggende verlies voor belastingen in 2009 EUR 27 miljoen, vergeleken met een verlies van EUR 54 miljoen in 2008. Alle belangrijke bedrijfsonderdelen hadden hier deel aan. In 2009 werd Thailand kostendekkend met een onderliggend resultaat voor belastingen van EUR 1 miljoen, tegenover een verlies van EUR 12 miljoen in 2008. Dit is toe te schrijven aan sterke groei van nieuwe activiteiten, hetgeen resulteerde in een stijging van het premie-inkomen met 26%, en strikte kostenbeheersing. In China, India en Hongkong stegen de onderliggende resultaten voor belastingen door verbeterde beleggingsresultaten en lagere lasten. BEDRIJFSONTWIKKELINGEN Azië werd in 2009 hard getroffen door de economische neergang. Exportvolumes in de hele regio daalden met 20 tot 40%, met als gevolg een afname van de productie en een daling van werkgele genheid en investeringen. Toch scoorde Azië economisch gezien gemiddeld beter dan andere regio’s in de wereld, met name vanwege de aanhoudend sterke groei in China. ING verkeert in een goede positie om in te spelen op een herstel van de levensverzekeringsmarkt. China stapte door de sterke daling van de export over op een expansief monetair en fiscaal beleid en verlegde hiermee de vraag naar de binnenlandse markt. De groei van het bruto nationaal product in China lag in 2009 waarschijnlijk hoger dan de door de autoriteiten tevoren beoogde 8%, iets wat de meeste analisten aan het begin van het jaar nog voor volstrekt onmogelijk hielden. Het herstel in China had een stabiliserend effect op andere Aziatische economieën. Met name landen die voor hun export sterk afhankelijk zijn van de Chinese markt wisten zich goed te herstellen. Dit betekende dat de Aziatische economie sterker presteerde dan regio’s elders in de wereld. De aandelenmarkten in belangrijke Aziatische landen boekten in 2009 dubbelcijferige groei. Dat biedt perspectief voor ING, dat in Azië/Pacific, gezien het herstel van de reële economie en het nieuwe momentum van de levensverzekeringsmarkt, klaar is voor groei op de lange termijn. Na een sterke daling in de tweede helft van 2008 toonde de omzet in levensverzekeringen in 2009 een licht herstel. Toch bleef de algehele stijging van de omzet zwak. De omzet van beleggingsgerelateerde producten stond ook in 2009 onder druk door een verschuiving naar meer traditionele beschermingsproducten. ING reageerde daarop met een herpositionering van de productportefeuille en het ontwikkelen van meer traditionele spaarproducten en producten met een gegarandeerd eindkapitaal. De verwachting is dat de omzet van alle producten zich zal herstellen in 2010, een jaar waarin sterke economische groei in Azië gloort.
ING Groep Jaarverslag 2009
45
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Insurance Asia/Pacific (vervolg)
PRODUCTEN EN DISTRIBUTIEKANALEN ING verkoopt in Azië/Pacific verzekerings- en vermogensbeheer producten. Dit gebeurt vooral via de eigen adviseurs, maar ook de omzet van de bankdistributie groeit gestaag. Daarnaast onderzoekt ING andere kanalen. Door de moeilijke marktomstandigheden lagen de twee belangrijkste strategische prioriteiten van Insurance Asia/Pacific in 2009 op herpositionering van de productportefeuille en op het versterken van de distributiekanalen. Zuid-Korea blijft een belangrijke pijler onder de winstgevendheid van ING in Azië. Echter ook daar leidden moeilijke marktomstan digheden in 2009 tot een daling van de omzet. Voortvarend werd actie ondernomen om de commerciële slagkracht via de eigen adviseurs te vergroten. Zo startte ING Life Korea in juli 2009 met een nieuw, vereenvoudigd provisiesysteem met een sterkere relatie tussen provisie enerzijds en productie en behoud van klanten anderzijds. ING ziet ook groot potentieel in de uitbreiding van de activiteiten van KB Life, de joint venture met Kookmin Bank, ZuidKorea’s grootste bank. 2009 was een goed jaar voor ING in Maleisië: de leidende positie in de goedlopende markt voor employee benefits bleef gehandhaafd, de activiteiten in de markt voor individuele levensverzekeringen groeiden gestaag en de eerste vruchten van het eerste volledige jaar van de samenwerking met Public Bank konden worden geplukt. Verder werden onder de naam ‘Easi’ nieuwe producten en pakketten geïntroduceerd die specifiek gericht zijn op mensen die ervoor willen zorgen dat hun pensioen toereikend is om in hun toekomstige financiële behoeften te voorzien. ING Life Japan stopte in het kader van de risicoverlaging met de verkoop van de bestaande beleggingskoopsommen. De collectieve levensverzekeringen (COLI) blijven wel een belangrijk onderdeel van de activiteiten uitmaken. ING Life Japan heeft op dit gebied nog steeds een leidende marktpositie met een sterk productassortiment en een uitgebreid netwerk van waardevolle distributiepartners. ING zal in Japan blijven investeren in de groei van de COLIactiviteiten, aangezien die borg staan voor een aantrekkelijke, stabiele winst. ING onderzoekt mogelijkheden voor uitbreiding van het productassortiment in deze markt en wil voor de distributie de relatie met Japanse financiële instellingen nieuw leven inblazen.
In China vond een strategische heroriëntatie van de verzekerings activiteiten plaats. ING heeft besloten nadruk te leggen op de groei van ING Capital Life Insurance Company, de joint venture met Beijing Capital Group. Daarom is overeengekomen het 50%-belang van ING in Pacific Antai Life Insurance Company Ltd (PALIC) te verkopen aan China Construction Bank (CCB). OPERATIONELE STANDAARDISATIE ING zal, als onderdeel van de uitgesproken belofte om te blijven investeren in haar verzekeringsactiviteiten alsof zij de langetermijneigenaar is, verder werken aan de regionale strategie voor standaardisatie van de activiteiten, met als doel de kosten per polis te verlagen. Bedrijfsonderdelen kunnen nu efficiënter opereren en via meerdere kanalen en in meerdere markten nieuwe producten introduceren. BACK TO BASICS Als gevolg van de marktvolatiliteit besloot ING in mei 2009 zich per 31 juli 2009 terug te trekken van de Japanse markt voor beleggingskoopsommen. De uitstaande beleggingskoopsommen worden aangehouden en zullen ook in de toekomst actief worden ondersteund. Op 25 september 2009 kondigde ING aan het 51%-belang in ING Australië en ING Nieuw-Zeeland te verkopen aan jointventure partner ANZ. Hiermee was een bedrag gemoeid van EUR 1,1 miljard. De transactie werd op 30 november 2009 afgerond en resulteerde voor ING in een nettowinst van EUR 339 miljoen en het vrijmaken van EUR 950 miljoen aan kapitaal. De op 20 oktober 2008 aangekondigde verkoop van ING Life Taiwan aan Fubon Financial Holding Co. Ltd. werd op 11 februari 2009 afgerond. Hiermee viel EUR 5,7 miljard aan economisch kapitaal vrij. ING boekte in 2009 aanzienlijke vooruitgang op het gebied van kosten- en kapitaalbeheer. De bedrijfslasten daalden met EUR 103 miljoen ten opzichte van 2008 en dat was meer dan de geplande EUR 75 miljoen over heel 2009. Dit was te danken aan kosten verlagingen in alle landen, maar vooral in Zuid-Korea en Japan. Het totale aantal fte’s daalde met 1.000, meer dan de geplande 900. Dit is inclusief 200 fte’s vanwege de beëindiging van de beleggingskoopsomactiviteiten in Japan.
In Hongkong zag ING een herstel van de activiteiten via de eigen adviseurs en via de distributie via banken. Hierdoor dragen de activiteiten in Hongkong inmiddels bij aan de winstgevendheid in Azië/Pacific.
Insurance Asia/Pacific zette beleid in gang voor minimalisering van het kapitaalgebruik en verhoging van de efficiency door middel van actieve risicoverlaging en bewaking van de wettelijk vereiste solvabiliteitsmarges.
GREENFIELDACTIVITEITEN OVERIG AZIË In Thailand introduceerde ING nieuwe bankverzekeringsproducten, speciaal voor distributie via TMB Bank, waarin ING een belang heeft van 30%. De activiteiten droegen bij aan de winstgevendheid van de regio en zorgden ook voor een verbetering van de productiviteit van de verkoopadviseur- en bankverzekeringsdistributiekanalen met het doel schaalvergroting te realiseren.
CONCLUSIES EN AMBITIES Insurance Asia/Pacific wil de omzet- en winstmarges vergroten en wil voortbouwen op het bestaande bestand van bijna vijf miljoen klanten. 2010 wordt naar verwachting een jaar van solide economische groei in Azië en ING heeft in Azië een sterke positie binnen levensverzekeringen en pensioendiensten. Als sterke speler wil Insurance Asia/Pacific optimaal inspelen op de kansen in de meest aantrekkelijke Aziatische groeimarkten om haar ambities op langere termijn te realiseren.
India blijft in economische termen een van de aantrekkelijkste landen. ING ziet potentieel in uitbreiding van de activiteiten van de levensverzekeringen, vooral nu de verzekeringsmarkt weer tekenen van herstel toont na een periode van sanering in 2009.
46
ING Groep Jaarverslag 2009
Vermogensbeheer Op weg naar topklasse prestaties
Kernpunten > Sterke rally op aandelen- en kredietmarkten door terugkeer van vertrouwen en risico-bereidheid > Morningstar kent aan 74% van de beleggingsfondsen van ING in Europa en Noord- en Latijns-Amerika een beoordeling toe van drie sterren of hoger > Beheerd vermogen ING IM EUR 343,2 miljard > Gestart met wereldwijde coördinatie van ING IM
Beheerd vermogen per vermogensbeheerder in miljarden euro’s
Investment Management Europe Investment Management Americas Investment Management Asia/Pacific Totaal
41,1%
141,0
41,6%
142,9
17,3% 100%
59,3 343,2
36,1%
124,0
10,5% 53,4% 100%
36,0 183,2 343,2
Beheerd vermogen per klantcategorie in miljarden euro’s
Algemeen Levensverzekeringspolishouders Derden Totaal
In de tweede helft van 2009 liet de sector tekenen van herstel zien als gevolg van stijgende markten en een verbetering van de economische omstandigheden. Dit betekende het begin van herstel na een van de slechtste jaren (2008) in de geschiedenis van de vermogensbeheersector. Omzet, beheerd vermogen en provisie baten gingen omhoog naarmate vooral de aandelenmarkten het dieptepunt van maart 2009 achter zich wisten te laten. ING Investment Management zag verbeterde activiteit bij zowel particuliere als institutionele klanten. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Het beheerd vermogen bedroeg ultimo 2009 EUR 343,2 miljard. Hogere koersen van aandelen en vastrentende waarden zorgden voor een vermogenswinst van EUR 42,2 miljard, inclusief een positief valuta-effect van EUR 6,0 miljard. Een netto-uitstroom van EUR 13,3 miljard en een afname van EUR 6,5 miljard in verband met desinvesteringen zorgden echter voor een nadelig effect. ING INVESTMENT MANAGEMENT ING Investment Management (ING IM) is de belangrijkste vermogensbeheerder van ING Groep (exclusief Real Estate). ING IM levert een belangrijke bijdrage aan het realiseren van de strategie van ING om klanten goede ondersteuning te bieden bij het maken van hun financiële keuzes voor de toekomst. Ook in 2009 was het streven om uit te groeien tot een vermogensbeheerder van topklasse. Dankzij haar wereldwijde distributie en sterke aanwezigheid in de opkomende markten, de schaalgrootte in vastrentende waarden, de grote naamsbekendheid en de toegang tot een internationaal netwerk van ING-kanalen was ING IM in 2009 goed gepositioneerd om in de aantrekkende markten een nieuwe instroom te realiseren. In alledrie de regio’s waarin ING IM actief is (Europa, Noord- en Latijns-Amerika en Azië/Pacific) bleef de kernstrategie onveranderd: het beschikbaar stellen van een breed arsenaal beleggingsoplossingen en -diensten aan het internationale netwerk van interne en externe klanten van ING. De regio’s realiseerden deze doelstelling door hun schaalgrootte, beleggingsexpertise en best practices te bundelen en zo hun kruisverkoopmogelijkheden te optimaliseren. ING IM zette in het institutionele segment de solide resultaatontwikkeling voort en wist een aantal belangrijke mandaten te verwerven. In tegenstelling tot 2008 trokken ook de activiteiten op de particuliere markt in het tweede halfjaar van 2009 weer aan. Hier verbeterden zowel het beheerd vermogen als de provisiebaten. Ultimo 2009 boekte ING IM een beleggingsresultaat waarbij 48% van de beleggingsfondsen het op basis van drie jaar beter deed dan de mediaan van de groep vergelijkbare fondsen. Morningstar kende aan 74% van de beleggingsfondsen van ING in Europa en Noord- en Latijns-Amerika een rating toe van drie sterren of hoger. ÉÉn vermogensbeheerstrategie In 2009 is ING als onderdeel van de Back-to-Basics-strategie begonnen met het samenvoegen van de drie regionale IMonderdelen onder één internationaal managementteam. Hierdoor kan ING IM in de drie regio’s een verbeterde en eenduidige strategie hanteren. Bovendien biedt het samengaan behalve in distributie en afzet ook bij de productontwikkeling, bedrijfsvoering en administratie extra synergiemogelijkheden.
ING Groep Jaarverslag 2009
47
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Vermogensbeheer (vervolg)
ING IM Europe ING IM Europe zette de implementatie van een meerjarig investeringsprogramma in de activiteiten voort. In 2009 lag de nadruk vooral op het creëren van extra capaciteit voor het ontplooien van nieuwe bedrijvigheid, en op het versterken van de bestaande vermogensbeheeractiviteiten. Om de extra capaciteit vrij te maken zijn de vermogensbeheeractiviteiten voor de Benelux in Nederland gecentraliseerd. Daarnaast zijn aanvullende maatregelen getroffen om de efficiëntie van de organisatie te verhogen. Door te investeren in product- en procesontwikkeling heeft ING IM aanzienlijk betere beleggingsresultaten kunnen behalen. De infrastructuur van IT & Operations en, het allerbelangrijkst, het risicobeheer zijn verbeterd. ING IM Europe heeft zich hiermee ontwikkeld tot een kundige ‘multi boutique’-organisatie bestaande uit gespecialiseerde beleggingsteams die werken vanuit een cultuur van verantwoor delijkheid en ondernemerschap. Gestreefd wordt naar consistent presterend vermogensbeheer. De beleggingsresultaten zijn aanzienlijk verbeterd en het aantal fondsen met een Morningstarrating van 4 of 5 groeide. De activiteiten van ING IM Europe hebben zich goed ontwikkeld, met name de pensioenfondsactiviteiten in Centraal-Europa. In de sector als geheel en ook bij IM Europe tekende zich het eerste halfjaar een sterke verschuiving af van beleggingsvoorkeuren ten faveure van de geldmarkten. Door in de tweede helft van het jaar weer wat meer risico aan te gaan kon ING IM de institutionele mandaten-activiteit verder uitbouwen. Het aantal partijen dat de Luxemburgse fondsen van ING IM doorverkoopt, is gestegen, waarbij dit onderdeel ook buiten de grenzen van Europa groeide. ING IM Americas In de Verenigde Staten verbeterden de marktvooruitzichten door de toenemende economische bedrijvigheid en positieve bedrijfsresultaten in met name de tweede helft van 2009. Dit leidde tot hogere omzet bij zowel particuliere als institutionele klanten. Op beleggingsgebied boekte het aandelenteam sterkere langetermijnresultaten, waardoor met name later in het jaar het aantal informatieaanvragen van vermogensbeheeradviseurs toenam. De vastrentende teams realiseerden sterke rendementen voor de verzekeringspartners van ING en boekten goede voortgang in de verbetering van de prestaties van de beleggingsfondsen en institutionele vastrentende portefeuilles. Bij de activiteiten voor particulieren zorgde het herstel van de markten voor een verhoging van het beheerd vermogen en de provisiebaten. Er is een belangrijke nieuwe distributiepartner toegevoegd, waardoor de omzet in de toekomst aanzienlijk kan stijgen. Verder is in de loop van het jaar een aantal nieuwe producten op de markt gebracht, namelijk het Alternative Beta Fund, het Global Real Estate Fund en US REIT SMA. Speerpunt in het institutionele segment was nieuwe omzetontwikkeling. Daarnaast leverden we voortgaande inspanningen om bestaande klanten te behouden. De strategie wierp vruchten af: de instroom verbeterde in de loop van het jaar en dan met name in strategieën op basis van emerging markets debt (EMD), senior obligatieleningen en stabiele waardebeleggingen. ING IM Americas bleef nauw samenwerken met de pensioenactiviteiten van ING. De partners wonnen een belangrijk Index Target Datemandaat van het Oklahoma Teachers Retirement System.
48
ING Groep Jaarverslag 2009
ING IM bleef in Latijns-Amerika terrein winnen. ING heeft wat betreft beheerd vermogen inmiddels een marktaandeel van 32% in Peru, 22% in Chili, 18% in Uruguay en 12% in Mexico en Colombia. Die forse marktposities zijn vooral te danken aan het feit dat ING in Latijns-Amerika de op één na grootste pensioenaanbieder is. ING IM Asia/Pacific Ondanks het onzekere economische klimaat kon ING IM Asia/Pacific toch een aantal belangrijke nieuwe en spraakmakende institutionele mandaten verwerven, zowel op regioniveau als lokaal in markten als Taiwan, Australië, Maleisië, de Filippijnen en Japan. Tot die nieuwe mandaten behoorden onder andere het eerste internationale aandelenmandaat dat ING IM heeft verworven van een lokaal staatspensioenfonds in Taiwan en een mandaat ter waarde van EUR 67,9 miljoen voor een internationale aandelenportefeuille volgens de islamitische sharia-wetgeving, voor een belangrijke klant in Maleisië. Het voor institutionelen beheerde vermogen in Azië/Pacific nam in 2009 met 7,1% toe. Op de markt voor particulieren vond een aantal belangrijke fonds introducties plaats, waaronder de introductie van een Amerikaans obligatiefonds in Taiwan, waarmee al vóór de officiële oprichting ruim EUR 113 miljoen was opgehaald. Dankzij de uitbreiding naar de lokale markten voor particulieren is het aantal geregistreerde fondsen in Hongkong met 12 gestegen, in Taiwan met 5 en in Singapore met 24. Het totale voor particulieren beheerde vermogen in de regio groeide in 2009 met 9,2%. ING IM richt zich in 2010 op de verdere uitbouw van de internationale beleggingsfondsactiviteiten in heel Azië. De internationale capaciteiten worden volop ingezet op de lokale markten en vormen een goede aanvulling op de ontwikkeling van de particuliere markt in geselecteerde landen, waaronder Hongkong en Singapore. CONCLUSIES EN AMBITIES ING IM wil in alle regio’s uitgroeien tot een vermogensbeheerder van topklasse. Met vermogensbeheer heeft ING solide groeikansen zowel via gelieerde ING-kanalen als via andere particuliere en institutionele klanten. Dankzij de brede en gediversifieerde mix aan producten en goede performance in alledrie de regio’s is ING IM internationaal goed gepositioneerd. Met ingang van 2010 worden de vermogensbeheeractiviteiten van ING als één internationale organisatie aangestuurd. Tegelijkertijd wordt ook het belang onderkend van een sterke lokale aanwezigheid in belangrijke regio’s en markten in Europa, Noord- en Latijns-Amerika en Azië/Pacific. Het managementteam gaat zich met name toeleggen op het verbeteren van de beleggingsresultaten in alle beleggingscategorieën, het versterken van het risicobeheer, het vergroten van synergieën tussen de activiteiten van ING IM op regioniveau en het actualiseren van systemen en infrastructuur. In verband met de plannen van ING om het bank- en verzekeringsbedrijf te scheiden, gaat ING IM in 2010 deel uitmaken van ING Verzekeringen (zie hoofdstuk ‘Strategie’). Tijdens alle veranderingen blijft het vermogensbeheerbedrijf zich zoals altijd toeleggen op het voldoen aan de wensen van de klant en het genereren van een bovengemiddeld (alfa) rendement.
Human resources
Meer focus op medewerkers, prestaties en betrokkenheid In het uitdagende klimaat van 2009 hebben Human Resources (HR) en de ING-bedrijfsonderdelen de onderlinge banden verder versterkt door het personeelsbeleid af te stemmen op het Back-toBasics-programma en op de strategische beslissing te werken aan een volledige scheiding van de bank- en verzekeringsactiviteiten. De focus kwam nog meer te liggen op betrokkenheid van medewerkers. Ook is een nieuw prestatiegericht managementsysteem ingevoerd. Daarnaast hebben wij de internationale standaarden voor beloningsbeleid geëvalueerd, een nieuw beloningsbeleid ontwikkeld en doelstellingen opgesteld om meer managementfuncties door vrouwen te laten bezetten. We zijn doorgegaan met het opbouwen van een inclusieve werkomgeving met steun van het hoger management en medewerkersnetwerken.
HR GOED AANGESLOTEN OP BEDRIJFSSTRATEGIE De in 2009 genomen strategische beslissingen gingen gepaard met ingrijpende organisatorische veranderingen die een grote impact hadden op onze medewerkers. Hierdoor kwam het accent nog meer te liggen op HR van de Groep en van de divisies, en op het algehele personeelsbeleid van ING. HR werd breed ingezet om het bedrijf door de uitdagende omstandigheden en de inkrimping van het personeelsbestand te loodsen die was ingezet in het kader van het Back-to-Basics-programma. HR speelde een belangrijke rol bij het herstructureringsproces door medewerkers zorgvuldig te begeleiden tijdens de wereldwijde inkrimping van het personeelsbestand naar 107.000 en bij het afronden van desinvesteringen. Ofschoon in 2009 het transformatieprogramma het belangrijkste aandachtspunt was en ondanks de impact die de uitdagende marktomstandigheden hadden, zette HR alle reguliere activiteiten normaal voort. Het ING International Graduate Programme, waaraan 179 aankomende talenten deelnamen, vond voor het vierde achtereenvolgende jaar plaats. Een uitgebreide inventarisatie van talent, waarbij de HR-onderdelen nauw betrokken waren, werd afgerond en het werven voor specifieke posities ging door. De ING Business School bood doorlopende ontwikkelingsmoge lijkheden voor talentvolle medewerkers en leidinggevenden, met name toegespitst op het reorganisatietraject. Onze afdeling International Mobility heeft personeelsverschuivingen op internationaal niveau zorgvuldig aangestuurd en de daarmee samenhangende kosten teruggedrongen. Door ons wereldwijde aansturingsmodel is de samenwerking tussen Groep HR en die van de divisies verder verbeterd. Transformatie in GOEDE banen leiden In het kader van het Back-to-Basics-programma werd nauw samengewerkt met de bedrijfsonderdelen om de kosten terug te dringen, de personeelsrisico’s en de organisatorische complexiteit te verminderen en, later in het jaar, de splitsing van de bank- en verzekeringsactiviteiten voor te bereiden. Ter ondersteuning van de reorganisatie zijn werkstromen opgesteld, waarbij speciaal aandacht uit is gegaan naar de organisatiestructuur en desinvesteringen, werknemersbetrokkenheid, prestatieverhoging, het beloningsbeleid, leiderschapscapaciteiten en bedrijfscultuur. Gezien de omvang van het programma hebben de werkstromen ertoe bijgedragen dat de daarmee samenhangende processen efficiënt verliepen. ING blijft haar mensen met respect behandelen en steunt mede werkers die door de reorganisatie zijn geraakt. De personeels reductie werd door Groep HR centraal gecoördineerd, in nauwe samenwerking met HR van de bedrijfsonderdelen. De Centrale Ondernemingsraad is bij het proces betrokken en is om advies gevraagd. De ING-mobiliteitscentra speelden een belangrijke rol door medewerkers te helpen een nieuwe positie binnen of buiten ING te vinden. Door desinvesteringen en reorganisaties als gevolg van afgenomen zakenvolumes moest meer personeel afvloeien dan aanvankelijk verwacht.
ING Groep Jaarverslag 2009
49
1.2 Verslag van de Raad van Bestuur
Human resources (vervolg)
De juiste cultuur creëren De HR-activiteiten sluiten aan op de bedrijfsstrategie van ING om het klantenbelang optimaal te dienen. Ook zijn we continu bezig de prestatiecultuur op basis van de ING Business Principles te versterken. Zowel binnen als buiten de onderneming werden integriteit en vertrouwen een punt van discussie, wat in onze activiteiten rond prestatiemanagement en internationaal beloningsbeleid tot uiting kwam. Ontwikkelings- en opleidingsprogramma’s die de ING Business School en HR-academies binnen de bedrijfsonderdelen verzorgden, hebben bijgedragen aan het versterken van op waarden gebaseerd leiderschap en van onze prestatiecultuur. Enquête werknemerSbetrokkenheid ING blijft de betrokkenheid van werknemers in de gehele organisatie meten. Sinds 2008 worden alle medewerkers verzocht aan de jaarlijkse enquête deel te nemen. In september 2009 vulden ruim 78.000 medewerkers (74% van het aantal dat benaderd was) de jaarlijkse enquête in, een uitzonderlijk hoge respons. De totale werknemersbetrokkenheid daalde het afgelopen jaar met 6% naar 65%. Daarmee lag deze nog altijd boven de trend in de sector en bovendien was de daling conform de interne verwachtingen, omdat de medewerkers de impact van de reorganisatie en de uitdagende marktomstandigheden moesten verwerken. Het niveau van betrokkenheid binnen financiële instellingen die afgelopen jaar personeel lieten afvloeien ten opzichte van bedrijven waarbinnen dit niet gebeurde, was gemiddeld 10% lager. Ondanks de uitdagingen waar medewerkers mee werden geconfronteerd, waren positieve uitkomsten dat ING een stimulerende werkomgeving biedt en dat medewerkers trots op de onderneming blijven. Als punten voor verbetering werden onder andere betrokkenheid van leidinggevenden en carrièreperspectief genoemd. Alle betrokken managers hebben de resultaten van de Winning Performance Culture-enquête (WPC) ontvangen en krijgen ondersteuning van HR bij het interpreteren van de resultaten het koppelen van de resultaten aan hun eigen uitdagingen en bij het opstellen van een werkplan dat is gebaseerd op de realiteit van de nieuwe ING-organisatie. Afgelopen jaar was ook diversiteit weer onderdeel van de WPC-enquête. Daarmee werd de uitkomst van zowel de WPC-enquête van 2008 als die van externe vergelijkingsonderzoeken bevestigd, die aangeven dat diverse werknemersegmenten betrokkenheid op een andere manier ervaren. Diversiteit Bij diversiteit gaat het om het bevorderen van een bedrijfscultuur die mensen bindt en waarin er waardering is voor de verschillen tussen mensen. Wij zijn van mening dat in een werkomgeving, waar medewerkers als mens worden gewaardeerd en waar uit eenlopende standpunten worden erkend, medewerkers zich veel meer betrokken voelen en de mogelijkheid krijgen hun talenten verder te ontplooien. Dit leidt tot betere bedrijfsresultaten en zorgt uiteindelijk voor een betere aansluiting met onze huidige en potentiële klanten. Bevordering van onze inclusieve bedrijfscultuur werd benadrukt tijdens de geslaagde Conferentie Diversiteit, waar bestuursvoorzitter Jan Hommen als gastheer optrad en waaraan
50
ING Groep Jaarverslag 2009
leidinggevenden van bedrijfsonderdelen en HR uit geheel ING deelnamen. De Global Diversity Office van ING heeft de Raad van Bestuur, het Bestuur Bank en het Bestuur Verzekeringen bijgestaan bij het zetten van de toon voor diversiteit in de gehele onderneming. ING heeft doelstellingen bepaald voor het aantal vrouwen in managementfuncties en voert door de gehele onderneming op de bedrijfsonderdelen toegesneden plannen uit. Deze plannen helpen bedrijfsonderdelen hun doelstellingen voor uiteenlopende groepen werknemers te bepalen, bijvoorbeeld ten aanzien van werknemers van verschillende etnische achtergronden of een andere seksuele geaardheid. En ze helpen leidinggevenden hun vorderingen ten aanzien van benoeming van vrouwen in leidinggevende functies te monitoren en te behalen. Momenteel wordt druk gewerkt aan een wereldwijd leiderschapsprogramma gericht op versnelling van het ontwikkelingstraject voor veelbelovend vrouwelijk hoger management, wat via onze Business School zal gaan lopen. De Global Diversity Council, een raad waarin leidinggevenden onder voorzitterschap van Jan Hommen zitting hebben, bleef onze diversiteitdoelstellingen coördineren. Prestatiemanagement voor leidinggevenden ING heeft een nieuw prestatiemanagementsysteem voor hoger management geïntroduceerd – een belangrijke stap in de huidige activiteiten op dit gebied en onderdeel van het bevorderen van een sterke prestatiecultuur binnen ING. Deze nieuwe benadering brengt financiële en niet-financiële doelstellingen (‘wat’) en leiderschapsgedrag (‘hoe’) met elkaar in evenwicht. Hierbij ligt een grotere nadruk op risicobeheer en integer leiderschap ten aanzien van hoe wij onze ondernemingsresultaten behalen en hoe wij onze mensen aansturen. Bij het opsplitsen van de bedrijfsactiviteiten is het van essentieel belang dat wij bij het banken verzekeringsbedrijf uitstekende prestaties blijven leveren. Het nieuwe prestatiemanagementsysteem helpt ING haar doelstellingen op de korte termijn te realiseren en tevens een sterke basis voor de lange termijn te leggen voor deze bedrijven, zonder integriteit en verantwoordingsplicht uit het oog te verliezen. Het draagt tevens bij tot hogere transparantie en betere rapportagemogelijkheden voor zowel interne als externe belanghebbenden, in overeenstemming met de steeds strengere eisen die hieraan door de toezichthouders worden gesteld. Internationale beloningsnormen Wij hebben, mede als onderdeel van de afspraken met de Nederlandse Staat, een grondige evaluatie van ons beloningsbeleid uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een herziening van het bestaande beloningsbeleid. Daarbij is rekening gehouden met zowel de nieuwe internationale standaarden en aanbevelingen, als met de Code Banken. Het nieuwe beleid is bepaald op basis van een zorgvuldige afweging van een complexe reeks externe en interne factoren. In het licht van de wereldwijd veranderende visie op beloningsbeleid en het steeds nadrukkelijker appèl gericht aan financiële instellingen om een gematigder beloningsbeleid te hanteren, achtten wij het onze verantwoordelijkheid om ons beleid minder op variabele beloning te richten en meer te enten op waarde voor de lange termijn en een goede afstemming van risico en beloning alsmede een groter gewicht voor niet-financiële prestatie-indicatoren.
Conclusies en ambities Het jaar 2009 was in vele opzichten een uniek jaar. Wij hebben ons op het splitsingsproces voorbereid door te zorgen voor goede begeleiding van ons personeel ten tijde van ingrijpende organisatorische veranderingen en ons te richten op zaken als de relatie met de ondernemingsraden, communicatie met de werknemers, en ondersteuning van het management. De afdeling HR zal wereldwijd de splitsing van activiteiten met de grootste zorg in goede banen leiden. Daarbij zal het succes van onze bedrijfsonderdelen voorop blijven staan in het belang van onze werknemers en leidinggevenden. Wij zullen ons blijven inzetten voor leiderschap met oog voor de menselijke maat, omdat we de organisatorische veranderingen die ons te wachten staan alleen met de inzet van onze medewerkers kunnen realiseren.
Het hoofdstuk ’Corporate Governance’ (vanaf pagina 56) en de in het Remuneratierapport opgenomen paragrafen ‘Voorgesteld nieuw remuneratiebeleid voor het senior management’ (pagina 80) en ‘Huidig algemeen beloningsbeleid voor het topmanagement’ (pagina 81) worden geacht in dit verslag te zijn ingelast.
AMSTERDAM, 15 MAART 2010 De Raad van bestuur
In 2010 zal het ontwikkelen en op één lijn brengen van nieuwe HRstrategieën voor het bank- en het verzekeringsbedrijf prioriteit hebben. Hierbij zal talentmanagement een belangrijke rol spelen, zodat sleutelposities door onze beste medewerkers worden bezet en het aantal vrouwen in leidinggevende functies wordt uitgebreid. Bovendien zullen aspecten zoals betrokkenheid van medewerkers en management, maar ook versterking van onze inclusieve bedrijfscultuur, het nieuwe beloningsbeleid en de invoering van het nieuwe prestatiemanagementsysteem belangrijke aandachtspunten blijven.
ING Groep Jaarverslag 2009
51
1.3 Onze governance
Bericht van de Raad van Commissarissen In 2009 hebben de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur zowel reguliere als additionele vergaderingen belegd. Strategie en de financiële crisis stonden wederom hoog op de agenda evenals de remuneratie en het overleg met de Europese Commissie over het herstructureringsplan van ING. De commissies van de Raad van Commissarissen bespraken een reeks onderwerpen waarover zij de Raad van Commissarissen adviseerden, zoals de kwartaalresultaten, de financiële crisis, risicobeheer, corporate governance, het beloningsbeleid en het personeelsbeleid.
ALGEMEEN De Raad van Commissarissen vergaderde in 2009 15 keer, waarvan 7 vergaderingen volgens het gebruikelijke rooster. Bij deze reguliere vergaderingen was gemiddeld 95% van de leden van de Raad van Commissarissen aanwezig. Doordat sommige vergaderingen op zeer korte termijn bijeengeroepen werden, was de opkomst hier iets lager: gemiddeld 86%. De Auditcommissie vergaderde zeven keer, waarbij één lid van de Auditcommissie één keer afwezig was. De nieuwe Risicocommissie, die zich geheel wijdt aan risicobeheer, ging in augustus van start en vergaderde twee keer. De Remune ratiecommissie vergaderde acht keer en de Nominatiecommissie drie keer. Bij de Remuneratiecommissie was één lid twee keer afwezig en één lid één keer. Bij de vergaderingen van de Nominatiecommissie waren allen aanwezig. De Corporate-Governance-commissie vergaderde één keer; hierbij was iedereen aanwezig. Vergaderingen Raad van Commissarissen De gevolgen van de financiële crisis voor ING bleven in 2009 een zeer belangrijk onderwerp op de agenda van de vergaderingen van de Raad van Commissarissen. Tijdens de ad-hocvergaderingen werd vooral gesproken over de ontwikkelingen op de financiële markten en de toekomststrategie van ING, evenals over de steunfaciliteit voor illiquide activa met de Nederlandse Staat en de discussie met de Europese Commissie over het herstructureringsplan van ING. De jaarlijkse Kennisdag van de Raad van Commissarissen, een hele dag van presentaties en discussies over verschillende belangrijke ING-onderwerpen, vond plaats in januari. Tijdens de Kennisdag gaven vertegenwoordigers van de Nederlandsche Bank een presentatie over het bancaire toezicht. De Raad van Commissarissen werd tevens uitvoerig geïnformeerd over de ontwikkelingen rond variabele lijfrentes en besprak de status van de IT-systemen binnen de Groep. Zoals elk jaar heeft de Raad van Commissarissen in januari een dag vergaderd over de strategie en het middellangetermijnplan (MTP) van ING, inclusief de daaraan gerelateerde risico’s. In het MTP staan de plannen en financiële doelstellingen van de verschillende divisies, alsmede die van de Groep als geheel. De Raad van Commissarissen heeft het MTP en de strategische richting van ING besproken en goedgekeurd, maar onderkent dat de aanhoudende financiële crisis en de discussie met de Nederlandse Staat over de steunfaciliteit voor illiquide activa van invloed kunnen zijn op het MTP en de strategie. Een voorstel om het totaalbedrag aan bonussen te reduceren werd goedgekeurd. Na beoordeling van de effecten van de financiële crisis op ING werd besloten vanuit de Raad van Commissarissen een aparte Risicocommissie te formeren teneinde meer aandacht te schenken aan risicobeheer. De Raad van Commissarissen is ook geïnformeerd over het commentaar van de beleggers op de prestaties van ING in 2008. In januari 2009 heeft de Raad van Commissarissen de overeen komst besproken en goedgekeurd die ING met de Nederlandse Staat heeft afgesloten inzake een steunfaciliteit voor illiquide activa, waarmee 80% van de Alt-A-hypotheekeffecten van ING is afgedekt. Met deze transactie werd de onzekerheid over de financiële invloed van eventuele toekomstige verliezen op deze portefeuille aanzienlijk verminderd. In verband met deze transactie kregen de door de overheid genomineerde leden van de Raad van Commissarissen een aantal additionele goedkeuringsrechten. Verder heeft de Raad
52
ING Groep Jaarverslag 2009
van Commissarissen een aantal maatregelen goedgekeurd om de risico’s en de kosten te verminderen, waaronder een daling van de personeelsaantallen met 6%. In februari werden de jaarcijfers over 2008 besproken, inclusief de bijbehorende rapporten van de interne en externe accountants. Ook aan de orde kwamen de beoordeling door de Raad van Bestuur van de toereikendheid en effectiviteit van het risicobeheer en de controlesystemen van ING evenals de belangrijkste veran deringen die hierin zijn doorgevoerd. In het vierde kwartaal van 2008 werden de gevolgen van de financiële crisis duidelijk. Die leidden voor het eerst tot een negatief resultaat over het kwartaal alsmede een verlies over heel 2008. De conceptagenda voor de jaarlijkse Algemene Vergadering werd besproken en goedgekeurd. In mei, augustus en november werden de respectieve kwartaal cijfers besproken. In mei werd de jaarlijkse Algemene Vergadering van 2009 geëvalueerd en in augustus werd de vermogenspositie van ING Insurance US besproken. De strategie van Verzekeringen Nederland kwam in september aan de orde. In september volgden de nieuw benoemde commissarissen een uitgebreid introductie programma waarbij inzicht werd verschaft in de strategie van ING, de zes divisies en de werkzaamheden van de Groepsstaven in relatie tot de verantwoordelijkheden van de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen kwam ook bijeen voor het bespreken en goedkeuren van het Back-to-Basics-programma, uit hoofde waarvan ING scherper focust op de klant en verandert in een voornamelijk Europese bank en een wereldwijd verzekeringsbedrijf voor levensverzekeringen en pensioenen, alsmede een wereldwijde vermogensbeheerder. De strategie richt zich ook op kostenbesparingen en verschillende maatregelen om de schuldpositie af te bouwen. De Back-to-Basics-strategie werd op 9 april 2009 extern aangekondigd. Ook in de tweede helft van 2009 sprak de Raad van Commissa rissen over de strategie van ING, mede op basis van de discussie met de Europese Commissie over het herstructureringsplan van ING. Als logische volgende stap in de Back-to-Basics-strategie ging de Raad van Commissarissen ermee akkoord om in de komende vier jaar het bank- en het verzekeringsbedrijf volledig van elkaar te scheiden en alle verzekeringsactiviteiten (inclusief de vermogens beheeractiviteiten) af te stoten. Volgend op het besluit om het bedrijf te splitsen, heeft de Raad van Commissarissen het herstructureringsplan dat overeengekomen is met de Europese Commissie goedgekeurd. De Raad van Commissarissen gaat er daarbij vanuit dat de concurrentieverhoudingen op de interne EU-markt en de gelijke behandeling van alle door de overheid gesteunde financiële instellingen door de Europese Commissie gewaarborgd worden. De Raad van Commissarissen ging ook akkoord met aanpassing van de voorwaarden in de overeenkomst met de Nederlandse Staat inzake de kernkapitaaleffecten om vervroegde terugbetaling van EUR 5 miljard mogelijk te maken. Tevens werd het voorstel goedgekeurd om op 25 november 2009 een buitengewone Algemene Vergadering te houden voor het verkrijgen van goedkeuring voor de strategische beslissing om de onderneming te splitsen en voor het door middel van een claimemissie aantrekken van EUR 7,5 miljard aan kapitaal voor de vervroegde terugbetaling en de additionele vergoeding aan de Nederlandse Staat.
In oktober werden verschillende formele besluiten genomen over de buitengewone Algemene Vergadering in november en werd de agenda voor deze vergadering goedgekeurd. Tijdens de verga dering in november vond goedkeuring plaats van de jaarlijkse update van de Regeling Financiële Instrumenten ING. Vanwege de economische crisis en het kostenbesparingsprogramma heeft de Raad van Commissarissen in 2009 geen buitenlandse onderdelen van ING bezocht. Tijdens de interne vergaderingen van de Raad van Commissarissen (in aanwezigheid van de CEO) werden het aftreden van de heer Tilmant als voorzitter van de Raad van Bestuur, zijn opvolging door Jan Hommen, alsmede de opvolging van de CFO besproken. Voorgesteld werd om Patrick Flynn tijdens de Algemene Vergade ring 2009 voor te dragen voor benoeming tot CFO. De samen stelling van de referentiegroep op basis waarvan de beloning van de Raad van Bestuur plaatsvindt, en de prestatiebeoordeling van de verschillende leden van de Raad van Bestuur werden in februari herzien. Tijdens de interne vergadering in mei werd de heer Hommen door de Raad van Commissarissen benoemd tot voorzitter van de Raad van Bestuur en de heer Elverding tot voorzitter van de Raad van Commissarissen. Naast de leden van de Raad van Commissarissen die worden benoemd door de Neder landse Staat, werden andere mogelijke kandidaten voor de Raad van Commissarissen en voor de verschillende commissies van de Raad van Commissarissen besproken. Er werd een nieuwe bestuursstructuur voor ING goedgekeurd met een Bestuur Bank en een Bestuur Verzekeringen, die rechtstreeks rapporteren aan de Raad van Bestuur. De Raad van Commissarissen werd door de Remuneratiecommissie regelmatig geïnformeerd over de ontwik kelingen rond het nieuwe beloningsbeleid van de Raad van Bestuur en het senior management. De Raad van Commissarissen heeft per 1 oktober 2009 Jeroen van der Veer tot vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen benoemd. Tijdens de interne vergadering van de Raad van Commissarissen in november werd het functioneren van de Raad van Commissarissen, zijn commissies en individuele leden besproken, evenals de conclusies die daaruit konden worden getrokken. Dit werd gedaan in het licht van het profiel en de samenstelling van de Raad van Commissarissen. Daarnaast werden het functioneren van de Raad van Bestuur en de prestaties van de individuele leden van de Raad van Bestuur besproken. Vergaderingen Auditcommissie In 2009 heeft de Auditcommissie vijf keer vergaderd om de jaar- en kwartaalresultaten te bespreken. In twee additionele vergaderingen aan het begin van het jaar werden conclusies getrokken uit de beoordeling van de effecten van de financiële crisis op ING en er werd gesproken over de te nemen acties, zoals het versterken van de risicobeheerstructuur, het aanpassen van de risicoscenario’s en het oprichten van een aparte Risicocommissie binnen de Raad van Commissarissen. De Auditcommissie werd regelmatig geïnformeerd over het effect van de maatregelen om de risico’s te verminderen. Andere onderwerpen die tijdens de vergaderingen werden besproken waren risico, bestuursmodel, kapitaalbeheer, kwesties op het gebied van regelgeving en meer specifiek de financiële positie van het pensioenfonds ING en de vermogenspositie van ING Insurance US alsmede het verminderen van de risico’s van variabele lijfrenteproducten.
ING Groep Jaarverslag 2009
53
1.3 Onze governance
Bericht van de Raad van Commissarissen (vervolg)
Vergaderingen Risicocommissie De Risicocommissie van de Raad van Commissarissen ging in augustus van start. In 2009 werden er twee vergaderingen gehouden, waarbij alle leden aanwezig waren. Groepsrisico’s, financiële en niet-financiële risico’s, die voorheen in de Auditcommissie werden besproken, komen nu aan de orde in aparte bijeenkomsten van de Risicocommissie. Aanpassing van de risicobereidheid van het bankbedrijf evenals het verzekeringsbedrijf van ING kwam hierin specifiek aan de orde. Vergaderingen Nominatiecommissie In 2009 ging een aparte Nominatiecommissie van start en deze vergaderde drie keer. De Nominatiecommissie besprak de toekomstige samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn commissies alsmede de opvolgingsplanning van de Raad van Bestuur en de Besturen Bank en Verzekeringen. De Nominatiecommissie sprak vooral over de verschillende kandidaten voor de functie van CFO voor benoeming tijdens de Algemene Vergadering in 2009. Vergaderingen Remuneratiecommissie De Remuneratiecommissie heeft in 2009 acht keer vergaderd. Het rapport van de Adviescommissie Toekomst Banken (commissie-Maas), verschillende internationale standaarden (G20, FSB, FSA, IIF) en de beloningsnormen zoals vastgelegd in de Code Banken werden uitvoerig besproken. De reikwijdte en de details van het nieuwe beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur en het senior management werden in de Remuneratiecommissie verder uitgewerkt, evenals een formele procedure voor het vaststellen van beloningen. Een onafhankelijke externe adviseur begeleidde de Remuneratiecommissie tijdens dit proces. In februari werden de prestaties van de leden van de Raad van Bestuur in 2008 besproken op basis van de prestatiecriteria voor de Groeps- en de individuele doelstellingen en de voorgestelde doelstellingen voor 2009 van de Raad van Bestuur. Tijdens verschillende vergaderingen werd gesproken over een vermindering van de discretionaire bonuspool over 2008. Tevens kwam aan de orde wat de de gevolgen zijn voor de remuneratie van de Raad van Bestuur van de met de Staat overeengekomen steunfaciliteit voor illiquide activa. Vergaderingen Corporate-Governance-commissie De Corporate-Governance-commissie besprak de agenda voor de Algemene Vergadering van 2009, waarin de benoeming van Jan Hommen en Patrick Flynn tot leden van de Raad van Bestuur was opgenomen. De Commissie sprak tevens over de positie van de Stichting ING Aandelen. SAMENSTELLING VAN DE RAAD VAN BESTUUR Op 26 januari 2009 trad Michel Tilmant terug als voorzitter van de Raad van Bestuur. De Algemene Vergadering benoemde in april 2009 Jan Hommen tot lid van de Raad van Bestuur en Patrick Flynn tot nieuwe CFO van ING Groep. Vervolgens benoemde de Raad van Commissarissen Jan Hommen tot nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur van ING Groep. In mei 2009 werden aparte Besturen Bank en Verzekeringen ingesteld om de bestuursstructuur te vereenvoudigen en de focus van het bedrijf verder te versterken. Jan Hommen, Patrick Flynn en Koos Timmermans bleven lid van de Raad van Bestuur en zij werden tevens lid van de Besturen Bank en Verzekeringen. Eric Boyer de la Giroday, Eli Leenaars en Dick Harryvan traden terug uit de Raad van Bestuur en werden lid van het Bestuur Bank. Jacques de Vaucleroy, Hans van der Noordaa en Tom McInerney
54
ING Groep Jaarverslag 2009
traden terug uit de Raad van Bestuur en werden lid van het Bestuur Verzekeringen. De samenstelling van het Bestuur Bank en het Bestuur Verzekeringen is per 1 januari 2010 gewijzigd (zie pagina’s 27 en 37). Verdere gegevens over de leden van de Raad van Bestuur treft u aan op pagina’s 62-63. SAMENSTELLING VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Eric Bourdais de Charbonnière en Wim Kok zijn afgetreden als lid van de Raad van Commissarissen en Godfried van der Lugt is tijdens de Algemene Vergadering in april 2009 herbenoemd tot lid van de Raad van Commissarissen. Na de overeenkomst met de Nederlandse Staat in november 2008 om de vermogenspositie van ING te versterken zijn Tineke Bahlmann en Lodewijk de Waal op voordracht van de Nederlandse Staat benoemd tot nieuwe leden van de Raad van Commissarissen. Vanaf 1 juli 2009 werd Jeroen van der Veer eveneens benoemd tot nieuw lid van de Raad van Commissarissen. Na de Algemene Vergadering is Peter Elverding Jan Hommen opgevolgd als voorzitter van de Raad van Commissarissen. Hij werd tevens voorzitter van de Nominatiecommissie, de CorporateGovernance-Commissie en de Risicocommissie. Jackson Tai volgde Wim Kok op als voorzitter van de Auditcommissie. In september werd Jeroen van der Veer benoemd tot vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen. Peter Elverding, Piet Klaver, Karel Vuursteen, Joan Spero en Lodewijk de Waal werden begin 2009 lid van de Nominatie commissie. Peter Elverding, Jackson Tai, Godfried van der Lugt, Claus Dieter Hoffmann, Piet Klaver en Tineke Bahlmann zijn lid geworden van de Risicocommissie. Tineke Bahlmann werd tevens benoemd in de Auditcommissie. Jeroen van der Veer werd lid van de Auditcommissie en de Remuneratiecommissie, waarbij hij het voorzitterschap van de Remuneratiecommissie overnam van Peter Elverding, die deze commissie tijdelijk had voorgezeten. Lodewijk de Waal werd eveneens lid van de Remuneratiecommissie en de Corporate-Governance-commissie. Henk Breukink werd lid van de Auditcommissie. Karel Vuursteen zal na de Algemene Vergadering in april 2010 aftreden als lid van de Raad van Commissarissen, evenals de heren Hoogendoorn en Manwani. Gezien zijn ervaring met ING en de eis van de Code Banken om in de Raad van Commissarissen voldoende bancaire kennis vertegenwoordigd te hebben, is Godfried van der Lugt gevraagd aan te blijven als lid, hoewel hij in april 2010 zou aftreden wegens het bereiken van de leeftijd van 70 jaar in dat jaar. Gezien de nieuwe strategie van ING en na evaluatie van haar functioneren heeft de Raad van Commissarissen de wens uitgesproken zijn omvang terug te brengen. Daarom zijn er geen nieuwe kandidaten voor benoeming voorgedragen en zal de Raad van Commissarissen uit 11 leden bestaan. Momenteel kan slechts één lid van de Raad van Commissarissen, Piet Hoogendoorn, worden aangemerkt als ‘niet-onafhankelijk’ zoals gedefinieerd in bestpracticebepaling III.2.1. van de Neder landse Corporate Governance Code. De heer Hoogendoorn wordt niet als onafhankelijk beschouwd gezien zijn positie bij Deloitte Touche Tohmatsu tot 1 juni 2007 en de belangrijke relatie van dit bedrijf met ING. Gegevens over de leden van de Raad van Commissarissen staan op pagina’s 66-67.
Aftreden Karel Vuursteen Karel Vuursteen zal na de Algemene Vergadering in april 2010 aftreden als commissaris, aangezien hij in 2011 de leeftijd van 70 jaar zal bereiken en de Raad van Commissarissen de wens heeft uitgesproken om de omvang van de Raad terug te brengen. De heer Vuursteen werd in 2002 benoemd in de Raad van Commissarissen. Hij werd in 2007 lid van de Remuneratie- en Nominatiecommissie. De heer Vuursteen was zeer betrokken bij de onderneming. Hij was van grote waarde voor de Raad van Commissarissen en de Remuneratie- en Nominatiecommissie vanwege zijn grote ervaring met en inzicht in het internationale bedrijfsleven. Zowel de Raad van Commissarissen als de Raad van Bestuur is zeer dankbaar voor zijn grote persoonlijke bijdrage gedurende de afgelopen jaren.
ADDITIONELE INFORMATIE Voor meer informatie, zie het hoofdstuk ‘Corporate Governance’ (pagina’s 56-68) en het ‘Remuneratierapport’ (pagina’s 76-88), die geacht worden hier te zijn ingelast. AMSTERDAM, 15 MAART 2010 DE RAAD VAN COMMISSARISSEN
Aftreden Piet Hoogendoorn Piet Hoogendoorn trekt zich één jaar eerder dan gepland terug uit de Raad van Commissarissen. De heer Hoogendoorn werd in 2007 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen en bracht door zijn voormalige positie bij Deloitte Touche Tohmatsu tot 1 juni 2007 waardevolle inzichten in verantwoordings- en verslagleggingsmethoden met zich mee. Hij was een toegewijd lid van de Auditcommissie. De Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur danken de heer Hoogendoorn voor zijn betrokkenheid bij en bijdrage aan ING. Aftreden Harish Manwani Vanwege zijn overplaatsing van Londen naar Singapore en zijn toenemende verplichtingen bij zowel Unilever als elders heeft de heer Manwani besloten terug te treden uit de Raad van Commissarissen van ING Groep. De heer Manwani werd in 2008 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen. Zijn inzichten in opkomende markten en internationale marketingpraktijken, en zijn ervaring als directeur van een internationale onderneming waren van grote waarde voor de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur danken de heer Manwani voor zijn betrokkenheid bij en bijdrage aan ING. JAARREKENING EN DIVIDEND De Raad van Bestuur heeft de jaarrekening opgesteld en deze besproken met de Raad van Commissarissen. De jaarrekening zal als onderdeel van het jaarverslag ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering 2010. In 2009 is geen interim-dividend uitgekeerd. ING heeft aangekondigd dat in mei 2010 geen slotdividend over het jaar 2009 zal worden uitgekeerd. WAARDERING VOOR DE RAAD VAN BESTUUR EN HET ING-PERSONEEL De Raad van Commissarissen dankt de leden van de Raad van Bestuur en de Besturen Bank en Verzekeringen voor hun werk en betrokkenheid bij ING onder zeer moeilijke politieke en economische omstandigheden. In 2009 richtten de Raad van Bestuur en de Besturen Bank en Verzekeringen zich erop om de koers van ING opnieuw te bepalen en de toekomstige strategie op te stellen. De Raad van Commissarissen wil ook graag zijn waardering uitspreken voor de 107.000 medewerkers van ING die zich allen hebben ingezet voor de belangen van de klanten, de aandeelhouders en de overige belanghebbenden van ING, en in het afgelopen, moeilijke jaar van grote betrokkenheid blijk hebben gegeven.
ING Groep Jaarverslag 2009
55
1.3 Onze governance
Corporate governance Dit hoofdstuk beschrijft de wijze waarop ING Groep N.V. (‘ING Groep’) de Nederlandse Corporate Governance Code toepast en geeft informatie over kapitaal en zeggenschap, de Raad van Bestuur, de Raad van Commissarissen en de externe accountant. Dit hoofdstuk, inclusief verwijzingen die geacht worden hiervan integraal deel uit te maken, dient tevens als verklaring inzake corporate governance als bedoeld in artikel 2a van het Besluit tot vaststelling van nadere voorschriften omtrent de inhoud van het jaarverslag.(1)
RECENTE ONTWIKKELINGEN Wet- en regelgeving In december 2008 publiceerde de Monitoring Commissie Corporate Governance Code (‘commissie-Frijns’) een herziene versie van de Nederlandse Corporate Governance Code (‘Corporate Governance Code’). De Corporate Governance Code trad op 1 januari 2009 in werking. Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen dienen op basis van ‘pas toe of leg uit’ verslag uit te brengen van de wijze waarop zij de principes en bestpracticebepalingen van de Corporate Governance Code toepassen, voor het eerst in hun jaarverslag over het boekjaar 2009. Op 9 september 2009 is door de Nederlandse Vereniging van Banken de Code Banken vastgesteld. Deze is op 1 januari 2010 in werking getreden. Met ingang van het boekjaar 2010 brengt ING Bank N.V. verslag uit van de wijze waarop zij de Code Banken toepast. Over de toepassing van de principes ten aanzien van het beloningsbeleid zal met ingang van het boekjaar 2010 in het jaarverslag van ING Groep verslag worden uitgebracht. Daarnaast zijn verschillende wetsvoorstellen onder behandeling in de Tweede Kamer of in 2009 door de Tweede Kamer aangenomen. Deze wetsvoorstellen kunnen, als zij in werking treden, gevolgen hebben voor ING Groep. Transacties met de Staat der Nederlanden Op 12 november 2008 gaf ING Groep één miljard kernkapitaaleffecten (‘Effecten’) uit aan de Staat der Nederlanden tegen betaling van EUR 10 per Effect. Dit leidde tot een versterking van het tier 1-kernkapitaal van ING Groep met EUR 10 miljard. De Effecten vormen geen onderdeel van het aandelenkapitaal van ING Groep en daarom is aan de Effecten geen stemrecht in de Algemene Vergadering verbonden. De aan de Effecten verbonden financiële rechten zijn beschreven op pagina 92 van de Jaarrekening. Op 26 januari 2009 bereikten ING Groep en de Staat der Nederlanden overeenstemming over een zogeheten Illiquid Assets Back-up Facility (steunfaciliteit voor illiquide activa, hierna: ‘Steunfaciliteit’), die nader wordt beschreven op pagina 11. Gedurende 2009 heeft ING Bank N.V. verschillende series schuldpapier uitgegeven onder het 2008 Credit Guarantee Scheme van de Staat der Nederlanden (‘Obligaties’), voor het eerst op 30 januari 2009. In verband met deze transacties zijn met de Staat der Nederlanden bepaalde regelingen getroffen ten aanzien van corporate governance en de beloning van bestuursleden. Die regelingen blijven van kracht zolang de Staat der Nederlanden ten minste 250 miljoen Effecten bezit, de Steunfaciliteit doorloopt of de Obligaties uitstaan. Het gaat om de volgende regelingen: • D e Staat der Nederlanden mag twee commissarissen voor benoeming aanbevelen (‘Overheidscommissarissen’). Voor bepaalde besluiten van de Raad van Commissarissen is goedkeuring van de Overheidscommissarissen vereist (zie hieronder bij ‘Raad van Commissarissen’ voor een nadere toelichting). • ING Groep zal een duurzaam beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur en topmanagers ontwikkelen dat aansluit bij nieuwe
56
ING Groep Jaarverslag 2009
(1)
Staatsblad 2009, 154.
internationale normen en zal dit beleid te zijner tijd ter goedkeuring voorleggen aan de Algemene Vergadering. Het nieuwe beloningsbeleid zal prestatiebeloning omvatten, gekoppeld aan waardecreatie op lange termijn, waarbij risico’s worden meegewogen en het eventueel belonen van falen wordt beperkt. Verder zal het beleid doelstellingen bevatten voor verantwoord en duurzaam ondernemen. • De leden van de Raad van Bestuur zullen in 2008, 2009 en alle daaropvolgende jaren totdat het hierboven genoemde nieuwe beloningsbeleid is goedgekeurd, geen prestatiebeloning in de vorm van contanten, opties, aandelen of certificaten van aandelen ontvangen. • Zoals de Corporate Governance Code voorschrijft, wordt de vertrekregeling van leden van de Raad van Bestuur beperkt tot een maximum van eenmaal het vaste jaarsalaris. • Voor de benoeming van de voorzitter van de Raad van Bestuur (chief executive officer) is de goedkeuring van de Overheidscommissarissen vereist. Meer informatie over de Overheidscommissarissen is te vinden in de paragraaf over de Raad van Commissarissen. Meer informatie over de overige regelingen is te vinden in het ‘Remuneratierapport’ (vanaf pagina 76). De uitgifte van de Effecten en de Steunfaciliteit zijn door de Euro pese Commissie op 12 november 2008 respectievelijk 31 maart 2009 voorlopig goedgekeurd. Met het oog op het verkrijgen van definitieve goedkeuring, presenteerde ING Groep op 26 oktober 2009 een herstructureringsplan (‘Herstructureringsplan’). Het Her structureringsplan voorziet in terugbetaling aan de Staat der Neder landen en in het voldoen aan de eisen van de Europese Commissie ten aanzien van levensvatbaarheid en eerlijke concurrentie, alsmede hernieuwde aandacht voor de bedrijfsactiviteiten en de wensen van de klant. Het Herstructureringsplan behelst onder meer een split sing van de bank- en verzekeringsactiviteiten (inclusief ING Invest ment Management), de verkoop van ING Direct USA en de oprich ting van een nieuwe onderneming in de Nederlandse particuliere markt uit de huidige activiteiten. Deze nieuwe onderneming zal een combinatie zijn van de bankdivisie Interadvies (inclusief Westland Utrecht Hypotheekbank en de hypotheekactiviteiten van NationaleNederlanden) en de bestaande consumptieve kredietenportefeuille van ING Retail Banking. De nieuwe onderneming zal na verzelfstan diging verkocht worden. Het Herstructureringsplan voorziet ook in vermindering door ING Groep van de uitstaande Effecten met EUR 5 miljard nominaal. De voorwaarden hiervoor zijn in overleg tussen ING Groep en de Staat der Nederlanden aangepast. Op 18 november 2009 keurde de Europese Commissie het Herstructu reringsplan goed en gaf zij definitieve goedkeuring voor de uitgifte van de Effecten en de Steunfaciliteit. Op 25 november 2009 keurde de Algemene Vergadering de strategische beslissing van de Raad van Bestuur om alle verzeke ringsactiviteiten (inclusief het vermogensbeheer) af te stoten, goed. Tevens gaf de Algemene Vergadering machtiging aan de Raad van Bestuur om door uitgifte van gewone aandelen een bedrag van maximaal EUR 7,5 miljard aan kapitaal bijeen te brengen om ING Groep in staat te stellen om de helft van de uitstaande Effecten van de Staat der Nederlanden terug te kopen en om de vermogens positie van ING Groep te versterken. Daartoe werd op 27 november 2009 een openbare emissie van gewone aandelen ING Groep aan gekondigd, die op 21 december 2009 met succes werd afgerond.
PARTICIPATIE aandeelhouders EN positie Stichting ING Aandelen Zoals eerder aangekondigd, zouden de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen de positie van Stichting ING Aandelen en de certificering van aandelen heroverwegen, zodra gedurende drie opeenvolgende jaren het aantal stemmen op gewone aandelen en certificaten van gewone aandelen tijdens de Algemene Vergadering, inclusief stemmen op afstand en exclusief de stemmen die door Stichting ING Aandelen worden uitgebracht, ten minste 35% is van het totale aantal stemmen dat kan worden uitgebracht. In 2006 werd 28% van het totale aantal uit te brengen stemmen daadwerkelijk uitgebracht; in 2007 bedroeg dit percentage 36,7% en in 2008 38,7%. In 2009 was dit percentage op de jaarlijkse Algemene Vergadering 35,6% en op de buitengewone Algemene Vergadering 31,1%. Daardoor werd in de jaarlijkse Algemene Vergadering van 2009 het percentage van 35% voor de derde achtereenvolgende keer overschreden. In verband met het bovenstaande hebben de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen in de jaarlijkse Algemene Vergadering van 2009 aangekondigd zich te zullen beraden over de te onder nemen stappen met betrekking tot Stichting ING Aandelen. In samenhang daarmee werd medegedeeld dat, in het bijzonder tegen de achtergrond van de financiële crisis, meer tijd nodig is om de rol van Stichting ING Aandelen te beoordelen, aangezien de certificering van belang kan zijn voor zorgvuldige besluitvorming in de nabije toekomst en bovendien met het oog op de langetermijn belangen van ING Groep. Overeenkomstig deze aankondiging hebben de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen in de aanloop naar de jaarlijkse Algemene Vergadering in 2010 de rol van de certificering nader bezien. In verband daarmee hebben zij het volgende overwogen: De Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen hebben vastgesteld dat een aantal fundamentele veranderingen in gang is gezet door de financiële crisis. In algemene zin heeft een herijking van het evenwicht tussen de diverse belangen bij financiële instellingen plaatsgevonden. Dit betreft zowel het evenwicht tussen langetermijn- en kortetermijnbelangen als het evenwicht tussen de belangen van aandeelhouders en andere belanghebbenden. Het is onmiskenbaar en onbetwistbaar dat volgens de overheersende mening, ‘goed bestuur’ bij financiële instellingen inhoudt dat meer dan voorheen de nadruk wordt gelegd op de langetermijnbelangen respectievelijk de belangen van de overige belanghebbenden. Daarnaast is ING Groep als gevolg van de financiële crisis overgegaan tot een ingrijpende strategie- en structuurwijziging. Deze zal in de toekomst zijn beslag krijgen met het afstoten van de verzekeringsactiviteiten, inclusief de vermogensbeheeractiviteiten. De Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen hebben verder vastgesteld dat de certificering, zoals door ING Groep toegepast, ‘goed bestuur’ ondersteunt. Hoewel Stichting ING Aandelen bij haar stemgedrag de belangen van aandeelhouders en certificaathouders voorop stelt, houdt zij ook rekening met de belangen van de andere belanghebbenden. Op die manier zorgt zij voor evenwicht in de besluitvorming.
ING Groep Jaarverslag 2009
57
1.3 Onze governance
Corporate governance (vervolg)
De certificering zorgt ook voor consistentie in de besluitvorming van ING Groep, omdat hiermee voorkomen wordt dat de Algemene Vergadering te sterk beïnvloed wordt door een minderheid. Deze consistentie is onontbeerlijk, met name in tijden van fundamentele veranderingen. Certificering zorgt er derhalve voor dat de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen de benodigde ruimte krijgen om recht te doen aan de langetermijnbelangen en de belangen van de overige belanghebbenden. Gezien het belang van het evenwicht tussen de langetermijn- en kortetermijnbelangen en tussen de belangen van aandeelhouders en overige belanghebbenden, alsmede het belang van consistentie in de besluitvorming van ING Groep, zijn de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van mening dat – binnen het huidige wetgevend kader – certificering nog steeds het meest geëigende middel is om dat te bereiken. Tegen deze achtergrond menen de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen dat het niet verantwoord is om op dit moment voorstellen te doen om de certificering af te schaffen. Wanneer de voorgenomen herstructureringen en desinvesteringen zijn afgerond, is er een natuurlijk moment om de governance van ING Groep in totaliteit opnieuw te bezien. Daarbij zal de rol van de certificering worden meegenomen. Risicocommissie, Remuneratiecommissie en Nominatiecommissie Op 1 januari 2009 werd de Remuneratie- en Nominatiecommissie van de Raad van Commissarissen gesplitst in twee afzonderlijke commissies: een Remuneratiecommissie en een Nominatiecommissie. Zoals aanbevolen in bestpracticebepaling III.5.11 van de Corporate Governance Code wordt het voorzitterschap van de Remuneratiecommissie niet vervuld door de voorzitter van de Raad van Commissarissen. Op 1 juni 2009 werd een afzonderlijke Risicocommissie ingesteld. CORPORATE GOVERNANCE CODES Naleving Corporate Governance Code Voor haar corporategovernancestructuur en -praktijken hanteert ING Groep de Corporate Governance Code als uitgangspunt. In 2009 heeft ING Groep zich beraden op de Corporate Governance Code en de mogelijkheden om deze toe te passen. De toepassing van de Corporate Governance Code door ING Groep zal aan de Algemene Vergadering in 2010 ter goedkeuring worden voorgelegd. De Corporate Governance Code kan worden gedownload van op de website van de commissie-Frijns (http://www. commissiecorporategovernance.nl/Corporate_Governance_Code). Eventuele afwijkingen van de Corporate Governance Code in 2009 worden in dit hoofdstuk vermeld. Afwijkingen van de Corporate Governance Code die betrekking hebben op de beloning van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen worden echter behandeld in het Remuneratierapport (pagina 76), terwijl afwijkingen van de Corporate Governance Code die betrekking hebben op Stichting ING Aandelen worden behandeld in het Rapport van deze stichting (pagina 69). ING Groep beschouwt bovendien de principes van de Code Banken met betrekking tot beloning als uitgangspunt en zal, in overeen-
58
ING Groep Jaarverslag 2009
stemming met de Code Banken, over de toepassing daarvan verslag uitbrengen met ingang van het boekjaar 2010. De overige principes van de Code Banken worden niet beschouwd als een uitgangspunt voor de eigen corporate governance van ING Groep, ook al zal de toepassing daarvan door bankdochters van ING Groep in zekere mate zijn weerslag vinden in de eigen corporategovernancestructuur en -praktijken van ING Groep. Verschillen corporategovernancepraktijken Nederland en de Verenigde Staten Op grond van voorschriften van de Amerikaanse Securities en Exchange Commission is ING Groep als buitenlandse op de New York Stock Exchange (‘NYSE’) genoteerde onderneming verplicht in het jaarverslag op formulier 20-F aan te geven op welke belangrijke punten haar eigen praktijken inzake corporate governance afwijken van de NYSE-noteringsvereisten die van toepassing zijn op Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen. Hierna volgt een opgave van de naar de mening van ING Groep belangrijkste verschillen tussen de eigen corporategovernancepraktijken en de NYSE-corporategovernancevereisten voor Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen: • ING Groep heeft een dualistisch of two-tier bestuursmodel; de meeste ondernemingen in de VS hebben een monistisch of one-tier model. Nederlandse naamloze vennootschappen kennen een raad van bestuur waaraan het bestuur van de vennootschap is opgedragen, met daarnaast een raad van commissarissen die advies geeft aan en toezicht houdt op die raad van bestuur. De leden van de raad van bestuur zijn doorgaans medewerkers van de vennootschap; de leden van de raad van commissarissen zijn vaak voormalige vooraanstaande politici of topmanagers en soms voormalige leden van de raad van bestuur. Zittende leden van de raad van bestuur en andere functionarissen en medewerkers kunnen niet tegelijkertijd commissaris zijn. Voor specifieke besluiten van de raad van bestuur is goedkeuring van de raad van commissarissen vereist. Volgens de Corporate Governance Code dienen alle leden van de raad van commissarissen – op maximaal één na – onafhankelijk te zijn. De huidige leden van de Raad van Commissarissen van ING Groep zijn volgens de criteria van de Corporate Governance Code allemaal onafhankelijk, op één na. De onafhankelijkheidscriteria in de Corporate Governance Code wijken op detailpunten echter af van de onafhankelijkheidscriteria in de beursvoorschriften van NYSE. In sommige gevallen zijn de Nederlandse eisen strenger en in andere gevallen de NYSE-voorschriften. De Auditcommissie, Risicocommissie, Remuneratiecommissie, Nominatiecommissie en CorporateGovernance-commissie van ING Groep bestaan uit leden van de Raad van Commissarissen. • In tegenstelling tot de Amerikaanse Sarbanes-Oxley-wet van 2002 bevat de Corporate Governance Code het principe van ‘pas toe of leg uit’. Dat betekent dat de mogelijkheid bestaat om van de Corporate Governance Code af te wijken, mits de afwijkingen worden uitgelegd. Indien dergelijke afwijkingen worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering, wordt de vennootschap verondersteld de Corporate Governance Code volledig na te leven. • Conform de Nederlandse wet dient de externe accountant van een vennootschap te worden benoemd door de Algemene Vergadering en niet door de Auditcommissie.
• V olgens de statuten van ING Groep (‘Statuten’) is bij een Algemene Vergadering geen quorum vereist, maar kan voor bepaalde acties van aandeelhouders en bepaalde besluiten tijdens de betreffende vergadering wel een quorum gelden. • Voor de goedkeuring van aandelen- en aandelenoptieplannen door aandeelhouders krachtens de Nederlandse wet en de Corporate Governance Code gelden andere eisen dan die welke van toepassing zijn op Amerikaanse ondernemingen die de beursvoorschriften van NYSE moeten naleven. Volgens het Nederlandse vennootschapsrecht en de Corporate Governance Code is alleen goedkeuring van de aandeelhouders vereist voor aandelen- en aandelenoptieplannen (of wijzigingen daarin) voor leden van de Raad van Bestuur en leden van de Raad van Commissarissen, maar niet voor aandelen- en aandelenoptieplannen voor andere groepen medewerkers. KAPITAAL EN AANDELEN Kapitaalstructuur, aandelen Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep bestaat uit gewone aandelen en cumulatief preferente aandelen. Momenteel zijn alleen gewone aandelen geplaatst. Een recht tot het nemen van cumula tief preferente aandelen is verleend aan Stichting Continuïteit ING. Voor de uitgifte van cumulatief preferente aandelen op grond van de calloptie geldt de beperking dat het totale aantal uitstaande cumulatief preferente aandelen direct na de plaatsing daarvan niet meer dan een derde van het totale geplaatste aandelenkapitaal van ING Groep mag zijn (zie pagina 72). De calloptie dient ter bescher ming van de zelfstandigheid, de continuïteit en de identiteit van ING Groep tegen invloeden die in strijd zijn met de belangen van ING Groep, haar onderneming en de ondernemingen van haar dochtermaatschappijen en van alle betrokkenen (bijvoorbeeld in geval van vijandige overnames). De gewone aandelen dienen uitsluitend voor financieringsdoeleinden. De gewone aandelen, die alle op naam luiden, zijn niet beursgenoteerd. Certificaten Meer dan 99,9% van de geplaatste gewone delen wordt gehouden door Stichting ING Aandelen. In ruil voor deze aandelen geeft Stichting ING Aandelen certificaten aan toonder uit. Deze certificaten zijn beursgenoteerd (zie pagina 8 voor een overzicht van de noteringen). Certificaten kunnen op verzoek van de houders worden omgewisseld voor de onderliggende niet-beursgenoteerde gewone aandelen. De enige hiervoor geldende beperking is dat er in dat geval administratiekosten in rekening worden gebracht van één eurocent (EUR 0,01) per certificaat, met een minimum van vijfentwintig euro (EUR 25,00) per omwisselingstransactie. De certificaathouder is gerechtigd van Stichting ING Aandelen dividenduitkeringen en eventuele andere uitkeringen te ontvangen, evenredig aan de dividenduitkeringen en andere uitkeringen die Stichting ING Aandelen ontvangt op een gewoon aandeel. Het bestuur van Stichting ING Aandelen bestaat uit vijf leden die allen onafhankelijk zijn van ING Groep. In het bestuur van Stichting ING Aandelen zitten geen (voormalige) leden van de Raad van Bestuur of Raad van Commissarissen, geen (voormalige) werknemers van ING Groep en geen (voormalige) vaste adviseurs van ING Groep. Het bestuur van Stichting ING Aandelen benoemt zijn eigen leden, zonder dat daarvoor de goedkeuring van ING Groep is vereist.
Het bestuur van Stichting ING Aandelen rapporteert over de eigen activiteiten door middel van een jaarlijks verslag, dat is opgenomen op pagina’s 69-71 van dit jaarverslag. Uitgifte van aandelen Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep vormt het statutaire maximum voor het geplaatste kapitaal. Voordat nieuwe aandelen boven dit maximum kunnen worden uitgegeven, dienen eerst de Statuten te worden gewijzigd. Omwille van de flexibiliteit streeft ING Groep ernaar om het maatschappelijk kapitaal in de Statuten op termijn weer op het wettelijk toegestane maximum te stellen. De uitgifte van aandelen geschiedt bij besluit van de Algemene Vergadering, die deze bevoegdheid kan delegeren. Elk jaar wordt de Algemene Vergadering gevraagd de bevoegdheid tot het uitgeven van nieuwe gewone aandelen en tot het verlenen van rechten tot het nemen van nieuwe gewone aandelen, al dan niet met voorkeursrecht, te delegeren aan de Raad van Bestuur. De aan de Raad van Bestuur gedelegeerde bevoegdheid is als volgt beperkt: • in tijd: de bevoegdheid wordt gedelegeerd voor een periode van anderhalf jaar; • in aantal: voor de uitgifte van gewone aandelen geldt een maximum van 10% van het geplaatste kapitaal, of 20% bij een fusie of overname; • in bevoegdheid: besluiten van de Raad van Bestuur voor de uitgifte van nieuwe aandelen dienen te worden goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Elke overschrijding van bovengenoemde beperkingen dient vooraf te worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering. Overdracht van aandelen en certificaten en overdrachtsbeperkingen Voor overdracht van aandelen is een akte tussen de overdrager en de verkrijger vereist. Om van kracht te worden, dient elke overdracht altijd eerst door ING Groep te worden erkend, tenzij ING Groep zelf partij is bij de overdracht. Krachtens de Statuten zijn er geen beperkingen ten aanzien van de overdracht van gewone aandelen. De overdracht van cumulatief preferente aandelen dient wel vooraf te worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur. In de Statuten en de administratievoorwaarden voor aandelen op naam in het kapitaal van ING Groep (‘Administratievoorwaarden’) zijn geen beperkingen opgenomen voor de overdracht van certificaten van aandelen. ING Groep is niet op de hoogte van het bestaan van enige overeenkomst tot beperking van de overdracht van gewone aandelen of certificaten daarvan. Inkoop eigen aandelen ING Groep kan uitstaande aandelen en certificaten van aandelen weer inkopen. Hoewel de bevoegdheid tot inkoop van eigen aandelen en certificaten daarvan toekomt aan de Raad van Bestuur, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, is hiervoor wel een voorafgaande machtiging van de Algemene Vergadering vereist. Op grond van de Nederlandse wet is deze machtiging geldig voor een periode van anderhalf jaar. De Algemene Vergadering wordt elk jaar verzocht de Raad van Bestuur opnieuw te machtigen tot de inkoop van eigen aandelen.
ING Groep Jaarverslag 2009
59
1.3 Onze governance
Corporate governance (vervolg)
De Raad van Bestuur dient zich bij het inkopen van eigen aandelen te houden aan de in de machtiging vastgelegde minimum- en maximumprijs. Voor gewone aandelen en certificaten daarvan geldt voor de huidige machtiging een minimumprijs van één eurocent (EUR 0,01) en een maximumprijs gelijk aan de hoogste koers op Euronext Amsterdam by NYSE Euronext op de datum van de inkoopovereenkomst of de voorafgaande dag waarop deze beurs open is.
kapitaal vertegenwoordigen of die samen, op basis van de koersen op Euronext Amsterdam by NYSE Euronext, een beurswaarde van ten minste EUR 50 miljoen vertegenwoordigen. In verband met de voor stemmen op afstand aan te houden termijnen, dienen voor stellen voor agendapunten uiterlijk 50 dagen voor de dag van de vergadering schriftelijk te worden ingediend. Correct ingediende voorstellen worden op de agenda van de Algemene Vergadering opgenomen.
Bijzondere rechten Aan geen enkel aandeel zijn bijzondere zeggenschapsrechten verbonden in de zin van artikel 10 van de EU-richtlijn betreffende het openbaar overnamebod.
Dialoog met aandeelhouders en certificaathouders Aandeelhouders en certificaathouders werden in 2009 in de gelegenheid gesteld vragen te stellen over punten op de agenda van de jaarlijkse Algemene Vergadering en de buitengewone Algemene Vergadering. Dat zal ook in 2010 weer mogelijk zijn. Aandeelhouders en certificaathouders kunnen hun vragen indienen via de website van ING Groep (www.ing.com).
Aandeelhoudersbestand Informatie over beleggers die op grond van de Wet op het financieel toezicht (of de voorganger van deze wet) hebben gemeld een belang in ING Groep te hebben, is vermeld op pagina 8. ING Groep is niet op de hoogte van het bestaan van beleggers die een belang van 10% of meer in ING Groep houden. ALGEMENE VERGADERING Frequentie, oproeping en agenda van algemene vergaderingen Gewoonlijk wordt elk jaar in april of mei een Algemene Vergadering gehouden voor het bespreken van de gang van zaken tijdens het voorgaande boekjaar op basis van de verslagen die zijn opgesteld door de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen, het vaststellen van het dividend of andere uitkeringen, het (her)benoemen van leden van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen (indien van toepassing), het behandelen van agendapunten die op grond van de Nederlandse wet goedkeuring van de aandeelhouders vereisen en voor het bespreken van overige onderwerpen die overeenkomstig de Statuten door de Raad van Commissarissen, de Raad van Bestuur, aandeelhouders of certificaathouders op de agenda zijn geplaatst. Oproepingen tot een Algemene Vergadering worden openbaar bekendgemaakt. Vanaf de datum van oproeping is alle voor aandeelhouders en certificaathouders relevante informatie beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com) en op het hoofdkantoor van ING Groep, waarvan het adres is vermeld in de oproeping. Deze informatie bestaat uit de oproeping tot de Algemene Vergadering, de agenda, de woordelijke tekst van de voorstellen met toelichting en instructies over deelname aan de vergadering (persoonlijk of bij gemachtigde), evenals de verslagen van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Complexere voorstellen, zoals wijzigingen in de Statuten, worden normaliter niet in de oproeping opgenomen, maar worden afzonderlijk beschikbaar gesteld via de website van ING Groep (www.ing.com) en op het hoofdkantoor van ING Groep. Voorstellen van aandeelhouders en certificaathouders Voorstellen voor agendapunten voor de Algemene Vergadering kunnen worden ingediend door aandeelhouders en certificaat houders die een gezamenlijk belang van 0,1% van het geplaatste
60
ING Groep Jaarverslag 2009
Registratiedatum Bij ING Groep is het gebruikelijk een registratiedatum vast te stellen voor deelname aan de Algemene Vergadering en voor stemming over voorstellen tijdens die Algemene Vergadering. Aandeelhouders en certificaathouders die aandelen en/of certificaten van aandelen houden op de registratiedatum, zijn gerechtigd de Algemene Vergadering bij te wonen en overige rechten met betrekking tot die Algemene Vergadering uit te oefenen, op basis van zijn of haar belang in ING Groep op de registratiedatum. Eventuele aan- en verkopen van aandelen of certificaten van aandelen na die datum worden hierbij buiten beschouwing gelaten. De registratiedatum wordt bekendgemaakt in de oproeping tot de Algemene Vergadering. In overeenstemming met de in de Verenigde Staten geldende eisen stelt de bewaarinstelling in de Verenigde Staten voor de American Depositary Shares (‘ADS’) een registratiedatum vast. Op basis hiervan wordt bepaald welke ADS-houders gerechtigd zijn om aan die bewaarinstelling steminstructies te geven. Deze registratiedatum kan afwijken van de door ING Groep vastgestelde registratiedatum voor aandeelhouders en certificaathouders. Deelname aan algemene vergaderingen Uit logistieke overwegingen dienen aandeelhouders en certificaathouders hun voornemen tot het bijwonen van een Algemene Vergadering, persoonlijk of bij gevolmachtigde, vooraf aan ING Groep mede te delen. Instructies daaromtrent worden opgenomen in de oproeping tot de Algemene Vergadering. Aandeelhouders en certificaathouders die de Algemene Vergadering niet bijwonen, kunnen de gang van zaken in de vergadering volgen via een webcast op internet. Stemrecht op aandelen Aan elk aandeel is het recht verbonden om in de Algemene Vergadering één stem uit te brengen. In de Statuten zijn geen stemrechtbeperkingen opgenomen voor welke soort aandelen van ING Groep dan ook. ING Groep is niet op de hoogte van het bestaan van overeenkomsten waarin het stemrecht op enige soort van haar aandelen beperkt wordt.
Uitoefening stemrecht op gewone aandelen door certificaathouders als gevolmachtigde van Stichting ING Aandelen Hoewel aan de certificaten van aandelen formeel geen stemrecht is verbonden, worden certificaathouders in de praktijk op een lijn gesteld met aandeelhouders ten aanzien van het stemmen. Stichting ING Aandelen zal, onder bepaalde voorwaarden, een stemvolmacht toekennen aan een houder van certificaten van aandelen, zodat deze certificaathouder namens Stichting ING Aandelen het stemrecht kan uitoefenen dat is verbonden aan een aantal gewone aandelen dat overeenkomt met het aantal certificaten dat door de desbetreffende certificaathouder wordt gehouden. Op basis van een dergelijke volmacht kan een certificaathouder geheel naar eigen inzicht stemmen. Stichting ING Aandelen kent certificaathouders onder de volgende voorwaarden een stemvolmacht toe: • De desbetreffende certificaathouder moet hebben aangegeven dat hij of zij voornemens is de Algemene Vergadering bij te wonen, met inachtneming van de bepalingen als opgenomen in de Statuten. • Het is de desbetreffende certificaathouder toegestaan de aan hem of haar bij de stemvolmacht toegekende bevoegdheden over te dragen, mits de desbetreffende certificaathouder Stichting ING Aandelen hiervan op de hoogte heeft gesteld binnen een bepaalde termijn voor de Algemene Vergadering, welke termijn door Stichting ING Aandelen zal worden vastgesteld. Steminstructies van certificaathouders aan Stichting ING Aandelen Certificaathouders die de Algemene Vergadering niet bijwonen, kunnen Stichting ING Aandelen een bindende instructie geven voor de uitoefening van het stemrecht verbonden aan de gewone aandelen. Stichting ING Aandelen volgt de steminstructie op voor het aantal gewone aandelen dat overeenkomt met het aantal certificaten van aandelen in het bezit van de betreffende certificaathouder. Stichting ING Aandelen heeft het op deze manier uitbrengen van stemmen vereenvoudigd door stemmen op afstand en stemmen via internet mogelijk te maken. Uitoefening stemrecht op gewone aandelen door Stichting ING Aandelen Voor aandelen waarvoor Stichting ING Aandelen geen stem volmacht aan certificaathouders heeft verleend en waarvoor zij ook geen steminstructies heeft ontvangen, stemt Stichting ING Aandelen naar eigen inzicht. Op grond van haar statuten en de Administratievoorwaarden is Stichting ING Aandelen bij het uitbrengen van haar stem verplicht de belangen van alle certificaathouders te behartigen, ongeacht of zij wel of niet op de Algemene Vergadering aanwezig zijn, mede met het oog op de belangen van ING Groep, haar onderneming en die van haar groepsmaatschappijen en alle overige bij ING Groep betrokkenen en wel op zodanige wijze dat al deze belangen zo goed mogelijk worden gewogen en gewaarborgd.
De hierboven beschreven certificering en de rol van Stichting ING Aandelen dienen om te voorkomen dat tijdens een Algemene Vergadering een kleine minderheid, die vanwege de afwezigheid van andere partijen toevalligerwijs de meerderheid vormt, beslissingen kan nemen die uitsluitend in hun eigen belang zijn. Faciliteiten stemmen op afstand ING Groep participeert in Stichting Communicatiekanaal Aandeelhouders, via welk kanaal deelnemende certificaathouders steminstructies kunnen geven aan Stichting ING Aandelen. Voor institutionele beleggers buiten Nederland biedt ING Groep een vergelijkbare faciliteit voor stemmen op afstand. Bovendien bevordert ING Groep, overeenkomstig algemeen gebruik in de Verenigde Staten, het stemmen op afstand door ADS-houders. Stemvolmachtformulieren voor aandeelhouders en steminstructieformulieren voor certificaathouders die niet deelnemen aan Stichting Communicatiekanaal Aandeelhouders, zijn beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). Het indienen van deze formulieren dient aan in die formulieren vermelde aanvullende voorwaarden te voldoen. Belangrijkste bevoegdheden Algemene Vergadering De Algemene Vergadering is onder meer bevoegd te beslissen over: • De benoeming, schorsing en ontslag van leden van de Raad van Bestuur en leden van de Raad van Commissarissen, met inachtneming van een bindende voordracht of een voorstel van de Raad van Commissarissen. • De vaststelling van de jaarrekening. • De vaststelling van dividend, met inachtneming van de bevoegdheid van de Raad van Bestuur om – met instemming van de Raad van Commissarissen – de winst geheel of gedeeltelijk aan de reserves toe te voegen, alsmede de vaststelling van andere uitkeringen voorgesteld door de Raad van Bestuur met instemming van de Raad van Commissarissen. • De benoeming van de externe accountant. • Een wijziging van de Statuten, een fusie of splitsing van ING Groep of ontbinding of liquidatie van ING Groep, dit alles op voorstel van de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen. • De uitgifte van aandelen of de toekenning van rechten tot het nemen van aandelen, de beperking of uitsluiting van voorkeursrechten van aandeelhouders en het delegeren van deze bevoegdheden aan de Raad van Bestuur, met inachtneming van het daartoe door de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen gedane voorstel. • De machtiging voor het inkopen van uitstaande aandelen en tot het intrekken van aandelen. Bovendien is goedkeuring van de Algemene Vergadering vereist voor besluiten van de Raad van Bestuur die zulke verstrekkende gevolgen hebben dat ze de identiteit of het karakter van ING Groep of haar onderneming ingrijpend zouden veranderen. Hieronder vallen besluiten tot het overdragen of op andere wijze vervreemden van (vrijwel) de gehele onderneming van ING Groep of haar dochtermaatschappijen, als gevolg waarvan ING Groep of de groep waarover ING Groep de centrale leiding uitoefent, niet langer zowel het verzekerings- als bankbedrijf uitoefent.
ING Groep Jaarverslag 2009
61
1.3 Onze governance
Corporate governance (vervolg)
Verslaglegging Besluiten die tijdens de Algemene Vergadering worden genomen, zullen binnen een week na de vergadering ook op de website van ING Groep worden bekendgemaakt. De conceptnotulen van de Algemene Vergadering worden, in overeenstemming met de Corporate Governance Code, uiterlijk drie maanden na de vergadering voor aandeelhouders en certificaathouders beschikbaar gesteld op de website van ING Groep (www.ing.com). Zij kunnen in de daaropvolgende drie maanden op de conceptnotulen reageren. De definitieve notulen worden vervolgens vastgesteld door de voorzitter van de betreffende vergadering en een door die vergadering aangewezen aandeelhouder of certificaathouder. De definitieve notulen worden op de website van ING Groep geplaatst (www.ing.com). In afwijking van de Corporate Governance Code krijgen aandeelhouders en certificaathouders geen gelegenheid op de notulen van een Algemene Vergadering te reageren indien er van deze vergadering een notarieel proces-verbaal is opgemaakt, omdat dit onverenigbaar is met de wetgeving dienaangaande. RAAD VAN BESTUUR Benoeming en ontslag Leden van de Raad van Bestuur worden benoemd door de Algemene Vergadering uit een door de Raad van Commissarissen op te stellen bindende voordracht. Op deze voordracht dienen volgens de wet voor elke vacature de namen van minimaal twee kandidaten te worden vermeld. Als dat niet het geval is, is de voordracht niet-bindend. Als tweede kandidaat stelt ING Groep gepensioneerde topmanagers of andere hogere functionarissen voor die, omdat de eis van twee kandidaten zal komen te vervallen, niet hoeven te voldoen aan de profielschets van de Raad van Bestuur. De Algemene Vergadering kan het bindende karakter aan de voordracht ontnemen bij besluit genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, welke meerderheid meer dan een derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt. Kandidaten voor benoeming tot lid van de Raad van Bestuur moeten voldoen aan de deskundigheids- en betrouwbaarheidseisen zoals vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht. Leden van de Raad van Bestuur kunnen te allen tijde worden geschorst of ontslagen bij meerderheidsbesluit van de Algemene Vergadering. Een besluit tot schorsing of ontslag van leden van de Raad van Bestuur dat niet door de Raad van Commissarissen is voorgesteld, kan door de Algemene Vergadering slechts worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, welke meerderheid meer dan een derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt. Taak Raad van Bestuur De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het bestuur van ING Groep. Hieronder valt onder meer de verantwoordelijkheid voor het vaststellen en verwezenlijken van de doelen van de vennootschap, haar resultaten en het vaststellen van haar strategie en beleid. De Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur van ING Groep. De Raad van Bestuur legt hierover verantwoording af aan de Raad van Commissarissen en de Algemene Vergadering. De verantwoordelijkheid voor het bestuur van ING Groep berust bij de Raad van Bestuur als geheel. De organisatie, bevoegdheden en werkwijze van de Raad van Bestuur zijn vastgelegd in een door de Raad van Commissarissen
62
ING Groep Jaarverslag 2009
goedgekeurd reglement. Dit reglement is (uitsluitend in het Engels) beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). Profielschets leden Raad van Bestuur De Raad van Commissarissen heeft een profielschets opgesteld als basis voor de selectie van leden van de Raad van Bestuur. De profielschets is in 2005 voorgelegd aan de Algemene Vergadering. Het document is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com) en op het hoofdkantoor van ING Groep. Beloning en effectenbezit De gegevens over de beloning van de leden van de Raad van Bestuur, inclusief aan hen toegekende aandelen en/of optierechten, alsmede nadere informatie daarover, zijn opgenomen in het ‘Remuneratierapport’, beginnend op pagina 76. Het is leden van de Raad van Bestuur toegestaan aandelen en certificaten van aandelen in het kapitaal van ING Groep te houden als langetermijnbelegging. Op transacties in deze aandelen en deze certificaten van aandelen door leden van de Raad van Bestuur is de Insiderregeling van ING Groep van toepassing. Deze regeling is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). Nevenfuncties/tegenstrijdig belang Geen enkel lid van de Raad van Bestuur bekleedt commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen buiten ING. Dit is in overeenstemming met het beleid van ING Groep om tegenstrijdig belang te voorkomen. Transacties met (mogelijk) tegenstrijdig belang Overeenkomstig de Corporate Governance Code worden transacties met leden van de Raad van Bestuur waarbij sprake is van een aanmerkelijk tegenstrijdig belang, gemeld in het Jaarverslag. In afwijking van de Corporate Governance Code geldt dit echter niet als (i) melding in strijd is met de wet, (ii) de vertrouwelijke, koersgevoelige of concurrentiegevoelige aard van de transactie openbaarmaking in de weg staat, en/of (iii) de informatie dusdanig concurrentiegevoelig is dat melding schadelijk kan zijn voor de concurrentiepositie van ING Groep. Een aanmerkelijk tegenstrijdig belang wordt niet aanwezig geacht – en bijgevolg vindt geen vermelding in het Jaarverslag plaats – indien een lid van de Raad van Bestuur financiële producten of diensten, op voorwaarden die gelden voor het gehele personeel, betrekt van dochtermaatschappijen van ING Groep die daarbij handelen in hun gewone bedrijfsuitoefening. Dit geldt echter niet voor leningen, met dien verstande dat financiële producten en diensten waarbij het verlenen van krediet een ondergeschikt karakter heeft (zoals creditcards en debetstanden in rekeningcourant) niet als ‘lening’ worden beschouwd; dit laatste op grond van het ondergeschikte belang. GEGEVENS LEDEN RAAD VAN BESTUUR drs. J.H.M. Hommen, voorzitter (vanaf 27 april 2009) (1943, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2009, zittingsperiode eindigt in 2013) Jan Hommen behaalde zijn doctoraal Bedrijfseconomie aan de Universiteit van Tilburg. Hij werd benoemd tot lid van de Raad van Bestuur op 27 april 2009. Hij is tevens voorzitter van het Bestuur van ING Bank N.V. en het Bestuur van ING Verzekeringen N.V. De heer Hommen was vanaf 1 juni 2005 lid van de Raad van
Commissarissen van ING Groep en werd in januari 2008 benoemd tot voorzitter van de Raad van Commissarissen. Tot 1 mei 2005 was hij vicevoorzitter en chief financial officer van Koninklijke Philips Electronics N.V. Van 1975 tot 1997 was hij in dienst van Alcoa Inc. Vanaf 1978 werkte hij op Alcoa’s hoofdkantoor in de Verenigde Staten, waar hij in 1991 werd benoemd tot chief financial officer. De heer Hommen is bestuurslid van het Koninklijk Concertgebouworkest. Zes stafafdelingen rapporteren rechtstreeks aan de heer Hommen: Corporate Legal Department, Corporate Human Resources, Corporate Development, Corporate Communications & Affairs, Public & Government Affairs en Corporate Audit Services. P.G. Flynn, chief financial officer (1960, Ierse nationaliteit, man; benoemd in 2009, zittingsperiode eindigt in 2013) Patrick Flynn is registeraccountant en lid van de Association of Corporate Treasurers in het Verenigd Koninkrijk. Hij heeft een bachelor’s degree in Business Studies (Bedrijfskunde) van het Trinity College Dublin. Hij werd op 27 april 2009 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. Van 2007 tot 2009 was hij chief financial officer van HSBC Insurance Holdings Ltd. De heer Flynn is verantwoordelijk voor ING’s financiële afdelingen. drs. J.V. Timmermans, chief risk officer (1960, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2007, zittingsperiode eindigt in 2011) Koos Timmermans behaalde zijn doctoraal Economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij was tot 1991 werkzaam bij ABN AMRO op het gebied van derivaten. Voordat hij in dienst trad bij ING in 1996 was hij in Ierland gestationeerd voor IBM’s Europese treasury. Tot aan zijn benoeming tot lid van de Raad van Bestuur vervulde de heer Timmermans verschillende functies: hoofd Treasury van ING Verzekeringen, hoofd Corporate Market Risk Management en van 2006 tot 2007 was hij deputy chief risk officer van ING Groep. De heer Timmermans is verantwoordelijk voor de risicoafdelingen van ING inclusief compliance. Wijzigingen samenstelling van de Raad van Bestuur De heer Tilmant is op 26 januari 2009 afgetreden als lid van de Raad van Bestuur. Hij is als voorzitter van de Raad van Bestuur opgevolgd door de heer Hommen, die op 27 april 2009 tot lid van de Raad van Bestuur werd benoemd. In de tussenliggende maanden trad de heer Boyer de la Giroday op als waarnemend voorzitter van de Raad van Bestuur. De heer Hele verliet ING op 31 maart 2009. Hij werd als chief financial officer opgevolgd door de heer Flynn, die op 27 april 2009 tot lid van de Raad van Bestuur benoemd werd. De voorgenomen splitsing van het bank- en verzekeringsbedrijf heeft geleid tot veranderingen in de structuur en samenstelling van de Raad van Bestuur. De heren Boyer de la Giroday, Harryvan, Leenaars, McInerney, Van der Noordaa en de Vaucleroy zijn op 1 juni 2009 afgetreden als lid van de Raad van Bestuur van ING Groep, maar bleven aan als leden van het Bestuur van ING Bank N.V. dan wel van ING Verzekeringen N.V. De heer Harryvan, chief executive officer van ING Direct en lid van het Bestuur van ING Bank N.V., heeft besloten per 1 januari 2010 vervroegd met pensioen te gaan. De heer de Vaucleroy besloot ING per 26
oktober 2009 te verlaten. Hij trad af als lid van het Bestuur van ING Verzekeringen N.V., maar bleef ter wille van de continuïteit tot 1 januari 2010 aan als adviseur van het Bestuur van deze vennootschap. RAAD VAN COMMISSARISSEN Benoeming en ontslag Leden van de Raad van Commissarissen worden benoemd door de Algemene Vergadering uit een door de Raad van Commissarissen op te stellen bindende voordracht. Op deze voordracht dienen volgens de wet voor elke vacature de namen van minimaal twee kandidaten te worden vermeld. Als dat niet het geval is, is de voordracht niet-bindend. Als tweede kandidaat stelt ING Groep in de regel gepensioneerde topmanagers of andere hogere functio narissen voor die, omdat de eis van twee kandidaten zal komen te vervallen, niet hoeven te voldoen aan de onafhankelijkheidscriteria van de Corporate Governance Code of aan de profielschets van de Raad van Commissarissen. De Algemene Vergadering kan het bindend karakter aan de voordracht ontnemen bij besluit genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, welke meerderheid meer dan een derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt. Kandidaten voor benoeming tot lid van de Raad van Commissarissen moeten voldoen aan de betrouwbaarheidseisen zoals vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht. Leden van de Raad van Commissarissen kunnen te allen tijde worden geschorst of ontslagen door de Algemene Vergadering. Een besluit tot schorsing of ontslag van commissarissen dat niet door de Raad van Commissarissen zelf is voorgesteld, kan door de Algemene Vergadering slechts worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, welke meerderheid meer dan een derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt. In verband met de uitgifte van de Effecten aan de Staat der Nederlanden zijn ING Groep en de Staat der Nederlanden overeengekomen dat de Staat kandidaten mag aanbevelen voor benoeming tot commissaris en wel zodanig dat de Raad van Commissarissen, bij de benoeming van alle voorgedragen kandidaten door de Algemene Vergadering, twee Overheids commissarissen telt. De Staat der Nederlanden mag hiertoe een zittende commissaris aanbevelen. Het aanbevelingsrecht van de Staat der Nederlanden geldt met inachtneming van de toepasselijke wettelijke bepalingen en van de corporategovernancepraktijken die algemeen zijn aanvaard in het kader van de voor ING Groep geldende beursnoteringsvereisten. Het aanbevelingsrecht geldt zolang de Staat der Nederlanden ten minste 250 miljoen Effecten bezit, zolang de Steunfaciliteit doorloopt of zolang er Obligaties uitstaan. Als het aantal Effecten in handen van de Staat der Nederlanden daalt tot onder de 250 miljoen, de Steunfaciliteit is opgeheven en de Obligaties het einde van hun looptijd bereikt hebben, dan blijven de Overheidscommissarissen in functie tot het einde van hun benoemingstermijn. De door de Staat der Nederlanden aanbevolen kandidaten zullen, bij wijze van bindende voordracht, worden voorgedragen voor benoeming, tenzij zich een of meer specifieke situaties zouden voordoen zoals:
ING Groep Jaarverslag 2009
63
1.3 Onze governance
Corporate governance (vervolg)
• D e kandidaat is niet geschikt voor de vervulling van de taak van commissaris. • Door de benoeming zou de Raad van Commissarissen niet naar behoren zijn samengesteld en/of zijn samenstelling zou niet voldoen aan de profielschets van de Raad van Commissarissen. • De benoeming zou in strijd zijn met een bepaling in de Statuten, met het reglement van de Raad van Commissarissen, met een principe of bestpracticebepaling in de Corporate Governance Code zoals toegepast door ING Groep en/of met enige andere algemeen aanvaarde corporategovernancepraktijk of -regel die op ING Groep als internationaal beursgenoteerde onderneming van toepassing is. • Er zou sprake zijn van een structureel tegenstrijdig belang tussen de kandidaat en ING Groep. • De Nederlandsche Bank weigert met betrekking tot de benoeming van de betreffende kandidaat een verklaring van geen bezwaar af te geven. De Staat der Nederlanden heeft de heer De Waal en mevrouw Bahlmann aanbevolen voor benoeming tot lid van de Raad van Commissarissen. Beiden zijn op 27 april 2009 door de Algemene Vergadering benoemd. Taak Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken bij ING Groep en haar ondernemingen, alsmede de Raad van Bestuur met raad terzijde te staan. In overeenstemming met het Nederlandse vennootschapsrecht, de Corporate Governance Code en de Statuten, eist het reglement van de Raad van Commissarissen van alle leden van de Raad van Commissarissen, inclusief de Overheidscommissarissen, dat zij handelen in het belang van ING Groep en haar dochterondernemingen, daarbij rekening houden met de belangen van alle belanghebbenden van ING Groep, hun taken uitvoeren zonder mandaat en onafhankelijk van enig persoonlijk belang bij de bedrijfsactiviteiten van ING Groep en geen voorrang geven aan enig belang ten koste van andere belangen. Bepaalde besluiten van de Raad van Bestuur zoals vermeld in de Statuten en in het reglement van de Raad van Commissarissen dienen te worden goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. In verband met de eerder genoemde transacties met de Staat der Nederlanden kunnen bepaalde besluiten van de Raad van Commissarissen slechts worden genomen indien geen van de Overheidscommissarissen heeft tegengestemd. Deze rechten zijn vanaf de Algemene Vergadering in 2009 in werking getreden. Het gaat hierbij om besluiten betreffende de volgende onderwerpen: a. De uitgifte of verkrijging van eigen aandelen door ING Groep, anders dan in het kader van de uitgifte van de Effecten (ook, voor alle duidelijkheid, als dit dient voor conversie dan wel voor financiering van de inkoop van de Effecten), in het kader van normale afdekkingstransacties, of in het kader van aandelen- en optieregelingen voor werknemers. b. De medewerking van ING Groep aan de uitgifte van certificaten van aandelen. c. De aanvraag van de notering of intrekking van de notering van de onder a. of b. bedoelde effecten aan enige beurs. d. Het besluit tot het aangaan of verbreken van een duurzame samenwerking tussen ING Groep of een afhankelijke
64
ING Groep Jaarverslag 2009
maatschappij en een andere rechtspersoon of vennootschap, dan wel als volledig aansprakelijke vennote in een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze samenwerking van ingrijpende betekenis is voor ING Groep. Daarvan is sprake indien het ten minste een vierde van het geplaatste kapitaal plus reserves van ING Groep betreft, volgens de balans met toelichting. e. Het door ING Groep of een afhankelijke maatschappij nemen van een deelneming in het kapitaal van een andere vennootschap ter waarde van ten minste een vierde van het geplaatste kapitaal plus reserves van ING Groep volgens de balans met toelichting, alsmede het ingrijpend vergroten of verminderen van zulk een deelneming. f. Investeringen waarmee een bedrag is gemoeid van ten minste een vierde van het geplaatste kapitaal plus reserves van ING Groep volgens de balans met toelichting. g. Een voorstel tot ontbinding van ING Groep. h. Aangifte van faillissement of aanvraag van surseance van betaling van ING Groep. i. Een voorstel tot vermindering van het geplaatste kapitaal van ING Groep (voor zover niet verband houdend met de uitgifte van Effecten). j. Een voorstel tot fusie, splitsing of ontbinding van ING Groep. k. Een voorstel tot wijziging van het beloningsbeleid van ING Groep. l. De benoeming van de chief executive officer/voorzitter van de Raad van Bestuur van ING Groep. Profielschets Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft een profielschets opgesteld als basis voor haar eigen samenstelling. De profielschets is in 2005 voorgelegd aan de Algemene Vergadering. Het document is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com) en op het hoofdkantoor van ING Groep. Gezien de ervaring van voormalige leden van de Raad van Bestuur en de waardevolle bijdrage die zij kunnen leveren aan de Raad van Commissarissen is, mede in het licht van de omvang van de Raad van Commissarissen en het brede scala aan activiteiten van ING Groep, besloten dat voormalige leden van de Raad van Bestuur kunnen worden benoemd tot commissaris van ING Groep. Daarbij geldt de beperking dat van iedere zes commissarissen er niet meer dan één voormalig lid van de Raad van Bestuur mag zijn. Bovendien dient een wachtperiode van minimaal één jaar na terugtreding uit de Raad van Bestuur in acht te worden genomen voordat men tot commissaris kan worden benoemd. Een voormalig lid van de Raad van Bestuur kan niet tot voorzitter van de Raad van Commissarissen worden benoemd. Een voormalig lid van de Raad van Bestuur kan na benoeming tot commissaris ook worden benoemd tot lid van een van de commissies van de Raad van Commissarissen. Een benoeming tot voorzitter van een commissie is echter uitsluitend mogelijk minimaal vier jaar na aftreden als lid van de Raad van Bestuur. Benoemingstermijn leden Raad van Commissarissen Een lid van de Raad van Commissarissen treedt in ieder geval af aan het einde van de eerste Algemene Vergadering gehouden vier jaar na zijn of haar meest recente benoeming of herbenoeming. Overeenkomstig de Corporate Governance Code mogen
commissarissen in beginsel nog tweemaal voor een termijn van vier jaar worden herbenoemd. Onder bijzondere omstandigheden kan hier echter van afgeweken worden, bijvoorbeeld ter wille van een evenwichtige samenstelling van de Raad van Commissarissen en/of het behoud van waardevolle kennis en ervaring. Doorgaans treden leden van de Raad van Commissarissen bovendien af zonder dat herbenoeming mogelijk is, aan het einde van de jaarlijkse Algemene Vergadering die wordt gehouden in het jaar dat de commissaris zeventig wordt. Het rooster van aftreden is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). Nevenfuncties/tegenstrijdig belang Leden van de Raad van Commissarissen worden gevraagd een overzicht te geven van alle andere commissariaten en bezoldigde functies en nevenfuncties die zij vervullen. Deze functies mogen niet strijdig zijn met de belangen van ING Groep. Het is de verantwoordelijkheid van ieder individueel lid van de Raad van Commissarissen en van de Corporate-Governance-commissie ervoor te zorgen dat de bij de functie horende verplichtingen naar behoren worden vervuld en dat het functioneren van de commissaris niet wordt beïnvloed door eventuele andere functies die de commissaris buiten ING Groep vervult. Overeenkomstig de Corporate Governance Code dienen leden van de Raad van Commissarissen ieder (potentieel) tegenstrijdig belang te melden en alle hiervoor relevante informatie te verstrekken. Vervolgens zal de Raad van Commissarissen – zonder de betreffende commissaris – bepalen of er inderdaad sprake is van tegenstrijdig belang. In bijzondere gevallen kan de Raad van Commissarissen van deze regel afwijken en besluiten dat er geen sprake is van tegenstrijdig belang, terwijl dat volgens de Code wel het geval is. In het bijzonder gaat het om gevallen van tegenstrijdig belang die voortkomen uit een ontbonden huwelijk, dit om rekening te houden met situaties waarin er geen sprake is van een wezenlijke familierelatie. Indien sprake is van tegenstrijdig belang, dient de betreffende commissaris zich, in overeenstemming met de Corporate Governance Code, te onthouden van deelname aan discussies of besluitvorming over het onderwerp of de transactie waarbij hij of zij een tegenstrijdig belang heeft. Transacties met (mogelijk) tegenstrijdig belang Overeenkomstig de Corporate Governance Code worden transacties met leden van de Raad van Commissarissen waarbij sprake is van een aanmerkelijk tegenstrijdig belang, gemeld in het jaarverslag. In afwijking van de Corporate Governance Code geldt dit echter niet als (i) melding in strijd is met de wet, (ii) de vertrouwelijke, koersgevoelige of concurrentiegevoelige aard van de transactie openbaarmaking in de weg staat, en/of (iii) de informatie dusdanig concurrentiegevoelig is dat melding schadelijk kan zijn voor de concurrentiepositie van ING Groep. De relatie die een commissaris als particuliere klant heeft met een dochteronderneming van ING Groep wordt niet aangemerkt als een geval van aanmerkelijk tegenstrijdig belang. Een uitzondering hierop vormen eventueel verstrekte leningen (een overzicht van de aan leden van de Raad van Commissarissen verstrekte leningen wordt gegeven op pagina 88).
Onafhankelijkheid Jaarlijks wordt ieder van de leden van de Raad van Commissarissen gevraagd na te gaan of de afhankelijkheidscriteria als opgenomen in de Code niet op hen van toepassing zijn en dit schriftelijk te bevestigen. Op basis van deze criteria dienen per 31 december 2009 alle leden van de Raad van Commissarissen als onafhankelijk te worden beschouwd, met uitzondering van de heer Hoogendoorn, vanwege zijn functie bij Deloitte Touche Tohmatsu tot 1 juni 2007 en de belangrijke zakelijke relatie van Deloitte Touche Tohmatsu met ING destijds. Leden van de Raad van Commissarissen op wie de afhankelijkheidscriteria van de Corporate Governance Code niet van toepassing zijn en leden van de Raad van Commissarissen op wie die criteria wel van toepassing zijn maar die kunnen uitleggen waarom dit hun onafhankelijkheid niet aantast, worden als onafhankelijk beschouwd. Secretaris Secretaris van ING Groep is de heer J-W.G. Vink, tevens general counsel van ING Groep. Commissies Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen kende op 31 december 2009 vijf commissies: de Auditcommissie, de Risicocommissie (per 1 juni 2009), de Remuneratiecommissie, de Nominatiecommissie (ontstaan na splitsing op 1 januari 2009 van de voormalige Remuneratie- en Nominatiecommissie) en de CorporateGovernance-commissie. De organisatie, bevoegdheden en werkwijze van de Raad van Commissarissen zijn nader geregeld in een reglement. Daarnaast zijn afzonderlijke reglementen opgesteld voor de Auditcommissie, de Risicocommissie, de Remuneratiecommissie, de Nominatie commissie en de Corporate-Governance-commissie. Deze reglementen zijn (in het Engels) beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). Hieronder volgt een korte beschrijving van de commissies. De Auditcommissie ondersteunt de Raad van Commissarissen bij het toezicht op de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving van ING Groep, ING Verzekeringen N.V. en ING Bank N.V., het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving, en het toezicht op de onafhankelijkheid en het functioneren van de interne en externe accountants van ING. Op 31 december 2009 bestond de Audit commissie uit de heer Tai (voorzitter), mevrouw Bahlmann en de heren Breukink, Hoogendoorn, Van der Lugt en Van der Veer. De Raad van Commissarissen heeft vastgesteld dat de volgende leden van de Auditcommissie financiële experts zijn als omschreven in de Corporate Governance Code: de heren Hoogendoorn, Van der Lugt en Tai. De heer Hoogendoorn heeft zijn ervaring opgedaan in de accountancy, terwijl de heren Van der Lugt en Tai hun ervaring hebben opgedaan als uitvoerend bestuurder en directielid van internationale concerns: de heer Hoogendoorn was voorzitter van de Raad van Bestuur van Deloitte Touche Tohmatsu, de heer Van der Lugt was voorzitter van de Raad van Bestuur van ING Groep zelf en de heer Tai was CEO van DBS Bank (Development Bank of Singapore) en managing director van de divisie Investment Banking van JP Morgan.
ING Groep Jaarverslag 2009
65
1.3 Onze governance
Corporate governance (vervolg)
De Risicocommissie ondersteunt en adviseert de Raad van Commissarissen bij de bewaking van het risicoprofiel van ING Groep en bij het toezicht op de structuur en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen. Op 31 december 2009 bestond de Risicocommissie uit de heer Elverding (voorzitter), mevrouw Bahlmann en de heren Hoffmann, Klaver, Van der Lugt en Tai. De Remuneratiecommissie adviseert de Raad van Commissarissen onder andere over de arbeidsvoorwaarden (waaronder de beloning) van de leden van de Raad van Bestuur en over het beleid en de algemene principes waarop de arbeidsvoorwaarden van de Raad van Bestuur en het topmanagement van ING en haar dochterondernemingen zijn gebaseerd. Op 31 december 2009 bestond de Remuneratiecommissie uit de heer Van der Veer (voorzitter), mevrouw Spero en de heren Elverding, Klaver, Vuursteen en De Waal. De Nominatiecommissie adviseert de Raad van Commissarissen onder andere over de samenstelling van de Raad van Commissa rissen en de samenstelling van de Raad van Bestuur. De Nominatiecommissie bestond op 31 december 2009 uit de heer Elverding (voorzitter), mevrouw Spero en de heren Klaver, Van der Veer, Vuursteen en De Waal. De Corporate-Governance-commissie ondersteunt de Raad van Commissarissen bij het toezicht op en de evaluatie van de corporate governance van ING als geheel en de rapportage daarover in het jaarverslag en aan de Algemene Vergadering, en adviseert de Raad van Commissarissen over verbeteringen. Op 31 december 2009 bestond de Corporate-Governance-commissie uit de heren Elverding (voorzitter), Breukink, Hoffmann, Manwani, Mehta en De Waal. Beloning en effectenbezit De beloning van de leden van de Raad van Commissarissen wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering en is niet afhankelijk van de resultaten van ING Groep. Meer informatie over de beloning is te vinden in het ‘Remuneratierapport’ op pagina’s 76-88. Het is leden van de Raad van Commissarissen toegestaan aandelen en certificaten van aandelen in het kapitaal van ING Groep te houden als langetermijnbelegging. Zie pagina 88 voor een overzicht. Op transacties in deze aandelen en deze certificaten van aandelen door leden van de Raad van Commissarissen is de ING Insiderregeling van toepassing. Deze regeling is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). GEGEVENS LEDEN RAAD VAN COMMISSARISSEN mr. P.A.F.W. Elverding (voorzitter vanaf 27 april 2009) (1948, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2007, zittingsperiode eindigt in 2011) Voormalig voorzitter Raad van Bestuur van Koninklijke DSM N.V. en voormalig vicevoorzitter Raad van Commissarissen van De Nederlandsche Bank N.V. Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen Océ N.V. (beursgenoteerde onderneming). Lid Raad van Commissarissen SHV Holdings N.V. Vicevoorzitter Raad van Commissarissen Q-Park N.V. Lid Raad van Commissarissen Koninklijke FrieslandCampina N.V. Voorzitter Raad van Commissarissen Oostwegel Holding BV. Lid Bestuur Stichting Instituut GAK.
66
ING Groep Jaarverslag 2009
drs. ir. J. van der Veer (vicevoorzitter vanaf 1 oktober 2009) (1947, Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2009, zittingsperiode eindigt in 2013) Voormalig voorzitter Raad van Bestuur van Royal Dutch Shell plc. Overige functies: vicevoorzitter en niet-uitvoerend bestuurder Unilever N.V., lid Raad van Commissarissen Royal Dutch Shell plc en lid Raad van Commissarissen Koninklijke Philips Electronics N.V. (beursgenoteerde ondernemingen). Vicevoorzitter van een NAVOexpertgroep m.b.t. de ontwikkeling van een nieuwe NAVOstrategie. Lid Raad van Commissarissen van Het Concertgebouw N.V. mw. prof. dr. J.P. Bahlmann (1950, Nederlandse nationaliteit, vrouw; benoemd in 2009, zittingsperiode eindigt in 2013) Hoogleraar Bedrijfseconomie, Universiteit Utrecht. Voorzitter van het Commissariaat voor de Media. Overige functies: vicevoorzitter Raad van Commissarissen N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek ‘Nedap’ (beursgenoteerde onderneming). Lid Bestuur van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Nederland. Voorzitter van de Stichting Max Havelaar. Lid Bestuur van De Baak Management Centre VNO-NCW. Lid Raad van Toezicht van het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis. Lid Bestuur van Toneelgroep Amsterdam. drs. H.W. Breukink (1950, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2007, zittingsperiode eindigt in 2011) Voormalig directielid van F&C en directeur F&C Nederland (vermogensbeheerder). Overige functies: vicevoorzitter Raad van Commissarissen VastNed Offices/Industrial (vastgoedfonds) en lid Raad van Commissarissen F&C hedge funds, Ierland (beursgenoteerde ondernemingen). Commissaris van Heembouw Holding B.V. Voorzitter Raad van Commissarissen Modulus VastGoed Ontwikkelingen. Lid Raad van Toezicht Zorggroep De Omring en HaagWonen. Coach van TEC (Top Executive Coaching). dr. C.D. Hoffmann (1942, Duitse nationaliteit, man; benoemd in 2003, zittingsperiode eindigt in 2011) Voormalig chief financial officer van Robert Bosch GmbH. Managing partner van H+H Senior Advisors, Stuttgart. Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen EnBW AG (beursgenoteerde onderneming). Lid Raad van Commissarissen de Boer Structures Holding B.V. Lid Raad van Commissarissen C.A. Leuze GmbH & Co. KG. Voorzitter Charlottenklinik Foundation (ziekenhuis). Voorzitter Raad van Toezicht (Vereinigung der Freunde) van de Universiteit van Stuttgart. P. Hoogendoorn, RA (tot 27 april 2010) (1945, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2007, treedt af in 2010) Voormalig voorzitter Raad van Bestuur van Deloitte Touche Tohmatsu en voormalig CEO van Deloitte in Nederland. Voormalig voorzitter van Koninklijke NIVRA. Overige functies: lid Raad van Commissarissen Conquaestor Holding B.V. Lid Raad van Commissarissen Bodegraven B.V. Voorzitter Raad van Toezicht De Zevenster (verpleging en verzorging). Lid Raad van Toezicht Groene Hart Ziekenhuis Gouda.
drs. P.C. Klaver (1945, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2006, zittingsperiode eindigt in 2010) Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van SHV Holdings N.V. Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen TNT N.V. (beursgenoteerde onderneming). Voorzitter Raad van Commissarissen van Dekker Hout Groep B.V., Jaarbeurs Holding B.V. en Credit Yard Financial Services B.V. Lid Raad van Commissarissen van SHV Holdings N.V. en Dura Vermeer Groep N.V. Bestuurslid African Parks Foundation. Voorzitter Raad van Toezicht Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. G.J.A. van der Lugt (1940, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2001, zittingsperiode eindigt in 2012) Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van ING Groep (tot zijn pensionering in mei 2000). Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen Stadsherstel Amsterdam N.V. Voorzitter Bestuur Kasteel De Haar en voorzitter R.C. Oude Armenkantoor. Bestuurslid Beleggingsadviesraad Stichting Instituut GAK. H. Manwani (tot 27 april 2010) (1953, Indiase nationaliteit, man; benoemd in 2008, treedt af in 2010) President Unilever Asia, Africa, Central & Eastern Europe. Overige functies: non-executive chairman Hindustan Unilever Ltd. Lid Executive Board Indian School of Business. A. Mehta (1946, Indiase nationaliteit, man; benoemd in 2008, zittingsperiode eindigt in 2012) Voormalig chief executive officer van de Hong Kong & Shanghai Banking Corporation (HSBC) in Hong Kong. Overige functies: non-executive director van Tata Consultancy Services, Jet Airways Ltd., PCCW Ltd., Vedanta Resources Plc, Wockhardt Ltd., Godrej Consumer Products Ltd., Cairn India Ltd., Emaar MGF Land Ltd. en Max India Ltd. Lid governing board Indian School of Business. Lid Internationale Adviesraad van INSEAD. mw. J.E. Spero (1944, Amerikaanse nationaliteit, vrouw; benoemd in 2008, zittingsperiode eindigt in 2012) Voormalig executive vice-president Corporate Affairs and Communications van American Express Company. Voormalig Under Secretary Economic Business & Agricultural Affairs van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Voormalig president Doris Duke Charitable Foundation. Overige functies: non-executive director van IBM Corporation. Trustee van Columbia University, Council on Foreign Relations. Trustee Wisconsin Alumni Research Foundation. J.P. Tai (1950, Amerikaanse nationaliteit, man; benoemd in 2008, zittingsperiode eindigt in 2012) Voormalig vicevoorzitter en chief executive officer van DBS Group Holdings. Voormalig managing director van de Investment Banking Divisie van JP Morgan.
Overige functies: non-executive director van MasterCard Incorporated, CapitaLand en Cassis International. Non-executive chairman van de Board of Directors van Brookstone, Inc. Lid van de Bloomberg Asia Pacific Advisory Board. Trustee van Rensselaer Polytechnic Institute. ir. k. Vuursteen (tot 27 april 2010) (1941, Nederlandse nationaliteit, man; benoemd in 2002, treedt af in 2010) Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van Heineken N.V. Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen van Akzo Nobel N.V. en TomTom N.V., en lid van de Raad van Commissarissen van Henkel KGaA (beursgenoteerde ondernemingen). Lid Raad van Beheer Heineken Holding N.V. Voorzitter Stichting Concertgebouw fonds. Lid Raad van Toezicht Stichting Nyenrode. L.J. de Waal (1950, Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2009, zittingsperiode eindigt in 2013) Directeur van Humanitas. Overige functies: lid Raad van Commissarissen PGGM N.V. Lid Raad van Advies van Zorgverzekeraars Nederland. Voorzitter Raad van Toezicht van SNV. Lid Raad van Toezicht van Stichting Nationaal Fonds Kunstbezit. President van de Hay Group Vision Society. Wijziging samenstelling Raad van Commissarissen In april 2009 werden mevrouw Bahlmann en de heren Van der Veer en De Waal door de Algemene Vergadering tot lid van de Raad van Commissarissen benoemd. Mevrouw Bahlmann en de heer De Waal werden door de Staat der Nederlanden aanbevolen voor benoeming. Zij werden benoemd met ingang van 27 april 2009. De heer Van der Veer werd benoemd met ingang van 1 juli 2009. Mevrouw Bahlmann neemt als Overheidscommissaris de plaats in van de heer Elverding, die de heer Hommen heeft opgevolgd als voorzitter van de Raad van Commissarissen. Verder traden de heren Bourdais de Charbonnière en Kok af als lid van de Raad van Commissarissen wegens het bereiken of bereikt hebben van de leeftijd van 70 jaar. De heren Hoogendoorn, Manwani en Vuursteen hebben besloten aan het einde van de Algemene Vergadering van 2010 af te treden als lid van de Raad van Commissarissen. Op diezelfde vergadering zal de heer Klaver voor herbenoeming worden voorgedragen. Meer informatie is te vinden in de oproeping tot de Algemene Vergadering van 2010, die beschikbaar is op de website van ING Groep (www.ing.com). FINANCIËLE VERSLAGGEVING Een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de systemen van ING Groep voor interne controle en risicobeheer met betrek king tot het financiële rapportageproces is opgenomen in de verklaring omtrent artikel 404 van de Sarbanes-Oxley-wet op pagina 74. Deze beschrijving wordt geacht integraal onderdeel uit te maken van deze paragraaf.
ING Groep Jaarverslag 2009
67
1.3 Onze governance
Corporate governance (vervolg)
WIJZIGINGEN IN ZEGGENSCHAP Wettelijke bepalingen Ingevolge de Wet op het financieel toezicht zijn verklaringen van geen bezwaar vereist van de minister van Financiën voor het verwerven en houden van een deelneming van 10% of meer in ING Groep en voor het uitoefenen van de aan die deelneming verbonden zeggenschap. Op grond van toepasselijke wetgeving in de verschillende jurisdicties waarin dochtermaatschappijen van ING Groep opereren, kan de verkrijging van een aanmerkelijk belang in ING Groep worden aangemerkt als een verkrijging van een indirecte deelneming of indirecte zeggenschap in de betrokken dochtermaatschappij, waarvoor toestemming van of kennisgeving aan de desbetreffende lokale toezichthouders is vereist. Change of control-clausules in BELANGRIJKE overeenkomsten ING Groep is niet partij bij enige belangrijke overeenkomst die in werking treedt of wordt gewijzigd of beëindigd, bij een wijziging van de zeggenschap over ING Groep als gevolg van een openbaar bod, zoals bedoeld in artikel 5:70 van de Wet op het financieel toezicht. Dochtermaatschappijen van ING Groep kunnen gebruike lijke change of control-clausules hebben opgenomen in overeenkomsten die verband houden met hun verschillende bedrijfsactiviteiten, zoals jointventureovereenkomsten, letters of credit en andere kredietfaciliteiten, herverzekeringsovereenkomsten, alsmede future- en optieovereenkomsten. Na wijziging van zeggenschap over ING Groep (al dan niet als gevolg van een openbaar bod) kunnen dergelijke contracten worden aangepast of beëindigd, resulterend in bijvoorbeeld een verplichte overdracht van het belang in de joint venture, vervroegde terugbetaling van verschuldigde bedragen, verlies van kredietfaciliteiten of herverzekeringsdekking en liquidatie van uitstaande future- of optieposities. Vertrekregelingen leden Raad van Bestuur De arbeidsovereenkomsten met de leden van de Raad van Bestuur voorzien in een vertrekregeling die verschuldigd wordt bij beëindiging van de overeenkomst in verband met een openbare bieding zoals bedoeld in artikel 5:70 van de Wet op het financieel toezicht. Voor de hoogte van de vergoeding is niet relevant of de beëindiging van de overeenkomst al dan niet verband houdt met een openbare bieding. Bij de uitgifte van de Effecten is bepaald dat de leden van de Raad van Bestuur, overeenkomstig de Corporate Governance Code, bij vertrek maximaal éénmaal hun vaste jaarsalaris ontvangen. STATUTENWIJZIGING De Algemene Vergadering is bevoegd te besluiten tot wijziging van de Statuten, mits het besluit wordt genomen op voorstel van de Raad van Bestuur, welk voorstel is goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Een dergelijk besluit van de Algemene Vergade ring dient te worden genomen met tenminste twee derde van de uitgebrachte stemmen in een Algemene Vergadering waarin tenminste twee derde van het geplaatste kapitaal is vertegen woordigd. Een statutenwijziging treedt pas in werking na het verlijden van een notariële akte van statutenwijziging en een voorafgaande verklaring van geen bezwaar van de minister van Justitie.
68
ING Groep Jaarverslag 2009
EXTERNE ACCOUNTANT Tijdens de Algemene Vergadering op 22 april 2008 is aan Ernst & Young de opdracht verleend de financiële gegevens van ING Groep over de boekjaren 2008 tot en met 2011 te onderzoeken, hierover aan de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen verslag uit te brengen en een verklaring af te leggen over de jaarrekening van ING Groep. Verder controleerde Ernst & Young de effectiviteit van de interne controle op de financiële verslaglegging per 31 december 2009 en bracht daarover verslag uit. De externe accountant nam deel aan de bijeenkomsten van de Auditcommissie en aan de Algemene Vergadering in 2009. Na een periode van maximaal vijf jaar van accountantscontrole van de jaarrekeningen van ING Groep, ING Verzekeringen N.V. dan wel ING Bank N.V. dienen de eerstverantwoordelijke partners en de voor de controle van de audits verantwoordelijke partners van het externe accountantskantoor vervangen te worden door andere partners van het externe accountantskantoor. De Auditcommissie doet in dezen aanbevelingen aan de Raad van Commissarissen, onder andere op basis van een jaarlijkse evaluatie van de geleverde diensten. In overeenstemming hiermee werd de eerstverantwoor delijke partner van Ernst & Young na de eindejaarscontrole 2006 vervangen. De rotatie van andere bij de accountantscontrole van de jaarrekeningen van ING betrokken partners verloopt volgens de van toepassing zijnde wetgeving omtrent onafhankelijkheid. Aan de externe accountant kunnen tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering vragen worden gesteld over zijn verklaring omtrent de jaarrekening. De externe accountant neemt derhalve deel aan die vergadering en mag de aanwezigen toespreken. De externe accountant mag alleen met toestemming van de Auditcommissie audit- en niet-audit-gerelateerde diensten aan ING Groep en haar dochtermaatschappijen aanbieden. De Audit commissie verleent jaarlijks vooraf algemene goedkeuring voor bepaalde soorten auditdiensten, audit-gerelateerde diensten, belastingadviezen en niet-audit-gerelateerde diensten van de externe accountant van ING. Diensten waarvoor de Auditcommissie niet vooraf algemene goedkeuring heeft gegeven, mogen door de externe accountant niet worden verleend dan na specifieke goedkeuring van de Auditcommisie op aanbeveling van het lokale management. De Auditcommissie stelt tevens het maximale jaarlijkse bedrag vast dat voor dergelijke vooraf goedgekeurde diensten mag worden uitgegeven. De besteding van de vooraf goedgekeurde bedragen wordt gedurende het hele jaar door de externe accountant en ING bewaakt. De externe accountant geeft de Auditcommissie een volledig en gedetailleerd overzicht van alle aan ING geleverde diensten, inclusief alle bijbehorende vergoedingen. Dit overzicht wordt periodiek in de loop van het jaar door de Auditcommissie geëvalueerd. Meer informatie over het beleid van ING ten aanzien van de onafhankelijkheid van de externe accountant is te vinden op de website van ING Groep (www.ing.com).
Rapport Stichting ING Aandelen Het onderstaande rapport is opgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 van de administratievoorwaarden voor aandelen op naam in het kapitaal van ING Groep N.V. en best-practice bepaling IV.2.6 van de Nederlandse Corporate Governance Code.
Ingevolge haar statuten (de ‘Statuten’) heeft Stichting ING Aandelen, een stichting opgericht naar Nederlands recht en gevestigd te Amsterdam (de ‘Stichting’), tot doel: a. het behartigen van de belangen van de houders van (certificaten van) aandelen van ING Groep N.V. (‘ING Groep’) mede met het oog op de belangen van (i) ING Groep zelf, (ii) die van de ondernemingen die door ING Groep en de met haar in een groep verbonden vennootschappen in stand worden gehouden en (iii) alle overige bij ING Groep betrokkenen, op zodanige wijze dat deze belangen zo goed mogelijk worden gewogen en gewaarborgd; b. het tegen uitgifte van royeerbare certificaten ten titel van beheer verwerven en administreren van op naam luidende aandelen in het kapitaal van ING Groep en van eventueel daarop uit te keren bonusaandelen of bij wege van stockdividend of met behulp van claims verkregen aandelen, het uitoefenen van aan die aandelen verbonden stemrechten en alle andere aan die aandelen verbonden rechten gelijk het uitoefenen van claimrecht en het ontvangen van dividend en andere uitkeringen, waaronder begrepen liquidatie-uitkeringen, onder de verplichting het ontvangene aan de certificaathouders uit te keren, met dien verstande dat voor bonusaandelen of bij wege van stockdividend verkregen aandelen en voor aandelen welke voor een certificaathouder bij de uitoefening van een claimrecht worden verkregen, certificaten zullen worden uitgegeven; c. het bevorderen van de informatie-uitwisseling tussen ING Groep enerzijds en de certificaathouders en aandeelhouders van ING Groep anderzijds; d. het bevorderen en het organiseren van de werving van stemvolmachten van andere aandeelhouders dan de Stichting zelf, alsmede gerichte stemvolmachten en/of steminstructies van certificaathouders, en voorts het verrichten van al hetgeen met het bovenstaande in de ruimste zin verband houdt, met dien verstande, dat alle handelingen, die commercieel risico meebrengen, van het doel van de Stichting zijn uitgesloten. Het bestuur van de Stichting (het ‘Bestuur’) heeft gedurende het verslagjaar 2009 acht keer vergaderd. Op 3 maart 2009 kwam het Bestuur bijeen om de overeenkomst tussen ING Groep en de Nederlandse Staat betreffende de Illiquid Assets Back Up Facility ten aanzien van 80% van ING’s Alt-A residential mortgage-backed securities te bespreken, alsmede een beweerdelijk namens een groep belanghebbenden (zogenaamde collectieve actie) in de Verenigde Staten aangespannen procedure, waarin de juistheid van bepaalde uitingen ten aanzien de aanbieding van ING Groep Perpetual Hybrid Capital Securities in 2007 en 2008 wordt aangevochten (de ‘Procedure’). De general counsel van ING Groep was uitgenodigd voor de vergadering om een toelichting te geven op deze onderwerpen en om verschillende vragen van het Bestuur te beantwoorden. Tijdens dezelfde vergadering besprak het Bestuur, zonder de aanwezigheid van de general counsel, onder meer de samenstelling van het Bestuur en de positie van de Stichting in het algemeen en werd de jaarlijkse Algemene Vergadering van ING Groep van 27 april 2009 (de ‘AVA’) voorbereid.
ING Groep Jaarverslag 2009
69
1.3 Onze governance
Rapport Stichting ING Aandelen (vervolg)
Op 9 april 2009 vergaderde het Bestuur om onder meer de samenstelling van het Bestuur en de overeenkomst tussen de Stichting en ING Groep inzake kostenvergoeding te bespreken. Tijdens deze vergadering werd ook de balans en de staat van baten en lasten van de Stichting over het boekjaar 2008 vastgesteld en werd de AVA voorbereid. Voorafgaand aan deze vergadering besprak het Bestuur de activiteiten en prestaties van ING Groep over 2008 met de voorzitter van de Raad van Bestuur en de voorzitter van de Raad van Commissarissen van ING Groep op basis van het persbericht van 18 februari 2009 en de cijfers over het boekjaar 2008.
Tevens kwam het Bestuur op 7 december 2009 bijeen met de voorzitter van de Raad van Bestuur en de voorzitter van de Raad van Commissarissen van ING Groep om de positie van de Stichting in het algemeen te bespreken.
Op 27 april 2009 kwam het Bestuur bijeen voorafgaand aan de AVA om de resultaten van de stemvolmachten te bespreken en om het voorlopige standpunt van het Bestuur te bepalen ten aanzien van de onderwerpen op de agenda van de AVA.
De Stichting heeft stemvolmachten verleend aan certificaathouders, die de AVA en/of de BAVA in persoon bijwoonden of die door een derde werden vertegenwoordigd, om naar eigen inzicht te stemmen op een aantal aandelen gelijk aan het aantal certificaten dat door de betreffende certificaathouder werd gehouden op de registratiedatum, een en ander met inachtneming van de Statuten en de administratievoorwaarden voor aandelen op naam in het kapitaal van ING Groep (de ‘Administratievoorwaarden’). Certificaathouders die de AVA en/of BAVA niet in persoon bijwoonden of niet werden vertegenwoordigd door een derde, hadden het recht om de Stichting een bindende steminstructie te geven voor een aantal aandelen gelijk aan het aantal certificaten dat door de betreffende certificaathouder werd gehouden op de registratiedatum.
Op 12 mei 2009 kwam het Bestuur bijeen onder meer om de AVA te evalueren. Op 30 september 2009 hield het Bestuur een vergadering om onder meer de positie van de Stichting in het algemeen, alsmede de ontwikkelingen ten aanzien van de Procedure te bespreken. Op 26 oktober 2009 kwam het Bestuur bijeen om de principeovereenkomst tussen ING Groep en de Europese Commissie, het herstructureringsplan van ING Groep (het ‘Herstructureringsplan’) en de claimemissie van ING Groep (de ‘Claimemissie’), zoals die op dezelfde dag waren gepresenteerd door ING Groep, te bespreken. De general counsel van ING Groep was uitgenodigd voor de vergadering om een toelichting te geven op deze onderwerpen en om verschillende vragen van het Bestuur te beantwoorden. Tijdens dezelfde vergadering bereidde het Bestuur zich, zonder de aanwezigheid van de general counsel, voor op de buitengewone Algemene Vergadering van ING Groep van 25 november 2009 (de ‘BAVA’). Op 16 november 2009 vergaderde het Bestuur om zich voor te bereiden op de BAVA. Tijdens dezelfde vergadering besprak het Bestuur, onder meer, een wijziging van de Statuten, welke wijziging op 19 november 2009 is geëffectueerd en als gevolg waarvan de leeftijdsgrens voor de leden van het Bestuur is geschrapt en de statuten in overeenstemming zijn gebracht met een wijziging in Euronext Rulebook, Book II. Na deze vergadering kwam het Bestuur bijeen met de voorzitter van de Raad van Bestuur en de voorzitter van de Raad van Commissarissen om meer duidelijkheid te krijgen over het Herstructureringsplan en de Claimemissie. Op 25 november 2009 kwam het Bestuur bijeen voorafgaand aan de BAVA om de resultaten van de stemvolmachten te bespreken en om het voorlopige standpunt van het Bestuur te bepalen ten aanzien van de onderwerpen op de agenda van de BAVA. Daarnaast besprak het Bestuur op 2 december 2009 de activiteiten en prestaties van ING Groep over de eerste negen maanden van 2009 met de voorzitter van de Raad van Bestuur en de voorzitter van de Raad van Commissarissen van ING Groep op basis van de persberichten van 26 oktober 2009 en 11 november 2009.
70
ING Groep Jaarverslag 2009
De Stichting heeft de AVA en de BAVA bijgewoond. Tijdens deze vergaderingen heeft de Stichting de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van ING Groep verschillende vragen gesteld, vragen van aandeelhouders en certificaathouders beantwoord en een verklaring gegeven over haar voorgenomen stemgedrag waar dit wenselijk werd geacht.
Overeenkomstig de Statuten en de Administratievoorwaarden, heeft de Stichting naar eigen inzicht gestemd op de aandelen waarvoor zij geen stemvolmachten had verleend en geen steminstructies had ontvangen. Deze aandelen vertegenwoordigden 64,4% respectievelijk 68,9% van het totaal aantal stemmen dat kon worden uitgebracht op de AVA respectievelijk de BAVA. Bij het stemmen op deze aandelen, behartigde de Stichting primair de belangen van alle certificaathouders, daarbij rekening houdend met de belangen van ING Groep zelf, die van de ondernemingen die door ING Groep en de met haar in een groep verbonden vennootschappen in stand worden gehouden en alle overige bij ING Groep betrokkenen. De Stichting organiseert de werving van stemvolmachten van andere aandeelhouders van ING Groep dan de Stichting zelf en van gerichte stemvolmachten of steminstructies van certificaathouders. De Stichting stimuleert een zo groot mogelijke participatie door aandeelhouders en certificaathouders en bevordert dat het stemrecht op aandelen op een transparante wijze wordt uitgebracht. Tegelijkertijd voorkomt zij dat een minderheid van aandeelhouders en certificaathouders een toevallige meerderheid van stemmen kan gebruiken ten nadele van de aandeelhouders en de certificaathouders, die aanwezig noch vertegenwoordigd zijn op een algemene vergadering van ING Groep. De Stichting heeft eerder aangegeven dat afschaffing van de certificering zou worden overwogen, zodra de opkomst bij de algemene vergadering van ING Groep ten minste 35% was van het aantal op gewone aandelen uit te brengen stemmen gedurende drie opeenvolgende jaren. De drempel van 35% werd overschreden bij de jaarlijkse Algemene Vergadering in 2007 (36,7%), 2008 (38,7%) en 2009 (35,6%). Bij BAVA bedroeg het percentage 31,1%.
Tijdens de AVA kondigde ING Groep aan zich te zullen beraden over de te ondernemen stappen met betrekking tot de Stichting. In samenhang daarmee werd medegedeeld dat, in het bijzonder tegen de achtergrond van de financiële crisis, meer tijd nodig is om de rol van de Stichting te beoordelen, aangezien de certificering van belang kan zijn voor zorgvuldige besluitvorming in de nabije toekomst en bovendien met het oog op de langetermijnbelangen van ING Groep. De Stichting gaf tijdens de AVA aan dat zij deze overwegingen van ING Groep begrijpt. De Stichting vroeg ING Groep om vóór de jaarlijkse Algemene Vergadering van ING Groep in 2010 haar standpunt ten aanzien van de certificering opnieuw kenbaar te maken. Op 31 december 2009 bedroeg de nominale waarde van de in administratie genomen gewone aandelen EUR 919.347.298,56, waarvoor 3.830.613.744 certificaten zijn uitgegeven, elk met een nominale waarde van EUR 0,24. Gedurende het verslagjaar is het aantal certificaten per saldo met 1.768.433.481 toegenomen. De toename kwam als volgt tot stand: bij: omzetting aandelen in certificaten uitgifte als gevolg van de Claimemissie af: omzetting certificaten in aandelen
40.920 1.768.412.544
In 2009 bedroegen de kosten in verband met de activiteiten van de Stichting EUR 530.204,84. In 2009 heeft de Stichting extern juridisch advies ingewonnen over verschillende onderwerpen die relevant zijn voor haar taakuitoefening. Volgens de Administratievoorwaarden kan de Stichting certificaathouders in een aparte vergadering raadplegen, wanneer zij dit noodzakelijk of wenselijk acht. Hiervan is geen gebruik gemaakt. Het Bestuur zal in een voorkomend geval bezien of het houden van een vergadering van certificaathouders toegevoegde waarde kan hebben naast de algemene vergaderingen van ING Groep. De werkzaamheden verbonden aan de administratie van aandelen worden verricht door Administratiekantoor van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor B.V. te Amsterdam. De contactgegevens van de Stichting zijn: Mevrouw mr. M. Dapperen Tel.: 020 541 86 45 E-mail:
[email protected]
19.983
Het Bestuur is momenteel als volgt samengesteld: • ir. J.J.M. Veraart, voorzitter, voormalig voorzitter Raad van Bestuur van Hollandsche Beton Groep N.V.; • mr. H.J. Blaisse, advocaat en partner bij Blaisse Advocaten; • drs. C.J. van den Driest, voormalig voorzitter Raad van Bestuur van Koninklijke Vopak N.V.; • dr. P.M.L. Frentrop, hoofd Corporate Governance APG Groep N.V.; • H.J. Hazewinkel RA, voormalig voorzitter Raad van Bestuur van Koninklijke Volker Wessels Stevin N.V.
Amsterdam, 15 maart 2010 Bestuur Stichting ING Aandelen
De website van de Stichting (www.stichtingingaandelen.nl) bevat een profielschets en een overzicht van relevante nevenfuncties van de leden van het Bestuur. De leden van het Bestuur worden benoemd door het Bestuur zelf. Volgens de Nederlandse Corporate Governance Code kunnen certificaathouders aan het bestuur personen voor benoeming tot bestuurslid aanbevelen. De Statuten geven hieraan invulling door te bepalen dat elke voorgenomen benoeming wordt aangekondigd in een landelijk verspreid dagblad ten minste dertig dagen voor de datum van de voorgenomen benoeming, zodat de certificaathouders hierop kunnen reageren. Het bestuur zal aanbevelingen van certificaathouders voor bestuursbenoemingen in zijn besluitvorming betrekken. In 2009 zijn er geen benoemingen of herbenoemingen tot het Bestuur geweest. Alle leden van het Bestuur hebben verklaard dat zij voldoen aan de voorwaarden inzake onafhankelijkheid zoals opgenomen in de Statuten en in de Nederlandse Corporate Governance Code. De jaarlijkse vergoeding voor de voorzitter van het Bestuur bedraagt EUR 25.000,00 en voor de overige leden van het Bestuur EUR 20.000,00.
ING Groep Jaarverslag 2009
71
1.3 Onze governance
Rapport Stichting Continuïteit ING Stichting Continuïteit ING, een stichting naar Nederlands recht, werd op 22 januari 1991 opgericht en is gevestigd te Amsterdam. Bij wijziging van de statuten op 23 juni 2003 is de voormalige naam ‘Stichting Cumulatief Preferente Aandelen ING Groep’ gewijzigd in Stichting Continuïteit ING.
Tussen Stichting Continuïteit ING (de ‘Stichting’) en ING Groep N.V. (‘ING Groep’) is een calloptie-overeenkomst gesloten die de Stichting het recht geeft cumulatief preferente aandelen in het kapitaal van ING Groep te verwerven tot een maximum van 4,5 miljard cumulatief preferente aandelen. Voor het verwerven van cumulatief preferente aandelen door de Stichting geldt de beperking dat onmiddellijk na plaatsing van cumulatief preferente aandelen het totale geplaatste kapitaal van ING Groep voor niet meer dan een derde uit cumulatief preferente aandelen bestaat. Indien vervolgens nieuwe, andere dan cumulatieve preferente, aandelen worden uitgegeven, kan de Stichting wederom gebruik maken van bovengenoemd recht met inachtneming van de in de vorige zin genoemde beperking. Bij het nemen van cumulatief preferente aandelen dient ten minste 25% van de nominale waarde van die aandelen te worden gestort. Het bestuur van de Stichting (het ‘Bestuur’) vergaderde drie keer in 2009 en wel op 9 april, 29 oktober en 2 december. De samenstelling van het Bestuur is momenteel als volgt: prof. mr. S.C.J.J. Kortmann, voorzitter van het bestuur, mr. A.C. Metzelaar en dr. ir. W. van Vonno, die per 1 juli 2009 werd herbenoemd. Mr. P.N. Wakkie is per 31 maart 2009 afgetreden als bestuurslid. Alle leden van het Bestuur hebben verklaard dat zij voldoen aan de voorwaarden inzake onafhankelijkheid zoals opgenomen in de statuten van de Stichting. Amsterdam, 15 maart 2010 Bestuur Stichting Continuïteit ING
72
ING Groep Jaarverslag 2009
Conformiteitsverklaring De Raad van Bestuur dient over ieder boekjaar de jaarrekening en het jaarverslag van ING Groep N.V. op te stellen in overeenstemming met de van toepassing zijnde Nederlandse wetgeving en die IFRS-verslaggevingregels welke door de Europese Unie zijn goedgekeurd.
CONFORMITEITSVERKLARING KRACHTENS ARTIKEL 5:25C, LID 2(c) VAN DE WET OP HET FINANCIEEL TOEZICHT De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het bijhouden van een adequate financiële administratie, het beschermen van de activa en voor het ondernemen van redelijke stappen om fraude of andere onregelmatigheden te voorkomen of op te sporen. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het selecteren van passende verslaggevingrichtlijnen en de consistente toepassing daarvan, waarbij voorzichtige en redelijke beoordelingen en schattingen worden gemaakt. De Raad van Bestuur is ook verantwoordelijk voor het opstellen en handhaven van interne procedures die ervoor zorgen dat alle belangrijke financiële informatie ter kennis komt van de Raad van Bestuur, zodat de tijdige, complete en correcte externe financiële verslaggeving is gewaarborgd. Zoals vereist door artikel 5:25c, lid 2(c) van de Wet op het financieel toezicht bevestigt elk van de ondergetekenden hierbij dat naar zijn beste weten: • De Jaarrekening 2009 van ING Groep N.V. een getrouw beeld geeft van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst of het verlies van ING Groep N.V. en de gezamenlijke in de consolidatie opgenomen ondernemingen. • H et Jaarverslag 2009 van ING Groep N.V. een getrouw beeld geeft omtrent de toestand op de balansdatum, de gang van zaken gedurende het boekjaar 2009 van ING Groep N.V. en de gezamenlijke in de consolidatie opgenomen ondernemingen en dat de wezenlijke risico’s waarmee ING Groep N.V. wordt geconfronteerd, zijn beschreven. AMSTERDAM, 15 MAART 2010 Jan Hommen CEO, voorzitter van de Raad van Bestuur
Patrick Flynn CFO, lid van de Raad van Bestuur
Koos Timmermans CRO, lid van de Raad van Bestuur
ING Groep Jaarverslag 2009
73
1.3 Onze governance
Artikel 404 Sarbanes-Oxley-wet Interne beheersing van de financiële verslaggeving
Vanwege de beursnotering aan de New York Stock Exchange is ING Groep verplicht te voldoen aan de regels van de Securities & Exchange Commission (SEC, de Amerikaanse Commissie van Toezicht op het effecten- en beurswezen), zoals vastgelegd in artikel 404 van de Sarbanes-Oxley-wet, ofwel SOX 404. Op grond van deze regels dienen de CEO (de voorzitter van de Raad van Bestuur) en CFO van ING Groep jaarlijks verslag uit te brengen en een verklaring af te leggen over de effectiviteit van de interne beheersing binnen ING Groep van de financiële verslaggeving. Voorts wordt de externe accountants gevraagd hun mening te geven over de effectiviteit van de interne beheersing van financiële verslaggeving van ING Groep.
VERKLARING VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVER DE INTERNE BEHEERSING VAN DE FINANCIËLE VERSLAGGEVING De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het inrichten en handhaven van een adequate interne beheersing van de financiële verslaggeving. De interne beheersing binnen ING Groep van financiële verslaggeving krijgt haar beslag in een proces dat onder toezicht staat van onze voornaamste uitvoerende en financiële functionarissen. Dit proces verschaft een redelijke mate van zekerheid over de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving en de opstelling van de externe jaarrekening in overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor de financiële verslaggeving.
ING Groep hanteert al geruime tijd business principles en een robuuste interne controlecultuur, waaraan alle medewerkers zich dienen te houden. SOX 404-activiteiten worden conform de bestuursstructuur georganiseerd en vereisen de betrokkenheid van het hogere kader binnen de gehele onderneming. Op basis van de SOX 404-aanpak is ING in staat een ongekwalificeerde verklaring af te geven, waarin vastligt dat de interne beheersing van de financiële verslaggeving effectief is per 31 december 2009. De SOX 404-verklaring van de Raad van Bestuur is hiernaast opgenomen, gevolgd door de verklaring van de externe accountant.
Onze interne beheersing van de financiële verslaggeving is gebaseerd op beleid en procedures die: • Betrekking hebben op het voeren van een administratie die in redelijk detail een juist en getrouw beeld geeft van de transacties en beschikking over de activa van ING. • Een redelijke mate van zekerheid verschaffen dat transacties worden vastgelegd op zodanige wijze als noodzakelijk is voor de opstelling van de jaarrekening conform algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en dat onze ontvangsten en uitgaven alleen geschieden met de goedkeuring van onze managers en directeuren. • Een redelijke mate van zekerheid verschaffen over het voorkomen of tijdig opsporen van ongeautoriseerde verwerving en gebruik van of beschikking over onze activa die een belangrijk effect op onze jaarrekening zouden kunnen hebben. Door de inherente beperkingen van de interne beheersing van de financiële verslaggeving kunnen onjuistheden niet altijd worden voorkomen of opgespoord. Daarnaast lopen inschattingen van de verwachte effectiviteit voor toekomstige periodes het risico dat de interne controlemaatregelen door veranderende omstandigheden ontoereikend worden, of dat de mate van naleving van het beleid of de procedures verslechtert. De Raad van Bestuur heeft de effectiviteit van de interne beheersing van de financiële verslaggeving per 31 december 2009 beoordeeld. De Raad van Bestuur heeft bij die beoordeling gebruikgemaakt van toetsingen op basis van de criteria van de Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (COSO) in Internal Control – Integrated Framework. Op basis van de beoordeling van Raad van Bestuur en die criteria is de Raad van Bestuur tot de slotsom gekomen dat de interne beheersing van de financiële verslaggeving per 31 december 2009 effectief was. Onze externe accountant heeft de interne beheersing van de financiële verslaggeving gecontroleerd en heeft daarover een rapport uitgebracht dat op de volgende pagina is opgenomen. AMSTERDAM, 15 MAART 2010 Jan Hommen voorzitter van de Raad van Bestuur Patrick Flynn chief financial officer
74
ING Groep Jaarverslag 2009
RAPPORT VAN DE EXTERNE ACCOUNTANT AAN DE AANDEELHOUDERS, DE RAAD VAN COMMISSARISSEN EN DE RAAD VAN BESTUUR VAN ING GROEP N.V. We hebben de interne beheersing van de financiële verslaggeving van ING Groep N.V. per 31 december 2009 gecontroleerd op basis van criteria zoals die zijn vastgesteld in ‘Internal Control – Integrated Framework’, uitgegeven door de Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (de COSO-criteria). Het is de verantwoordelijkheid van het bestuur van ING Groep N.V. te zorgen voor een effectieve interne beheersing van de financiële verslaggeving en voor de beoordeling van de effectiviteit van de interne beheersing van de financiële verslaggeving zoals deze is opgenomen in bijbehorende Verklaring van de Raad van Bestuur over de interne beheersing van de financiële verslaggeving. Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de interne beheersing van de financiële verslaggeving van de onderneming op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met de standaarden van de Public Company Accounting Oversight Board (Verenigde Staten). Dienovereenkomstig zijn wij verplicht de controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat er in alle materiële opzichten sprake is geweest van effectieve interne beheersing van de financiële verslaggeving. Onze controle omvatte onder meer het verwerven van inzicht in de interne beheersing van de financiële verslaggeving, het beoordelen van het risico dat er sprake is van een materiële tekortkoming, het testen en het evalueren van de opzet en werking van het interne beheerssysteem op basis van het vastgestelde risico en het verrichten van alle overige werkzaamheden die wij gezien de omstandigheden noodzakelijk achtten. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Vanwege haar inherente beperkingen zal de interne beheersing van de financiële verslaggeving niet alle onjuistheden kunnen voorkomen of signaleren. Daarnaast zijn schattingen omtrent de effectiviteit van de beheersingsmaatregelen in de toekomst onderhevig aan het risico dat die maatregelen ontoereikend worden als gevolg van veranderde omstandigheden, of de mate waarin voldaan wordt aan het beleid of de procedures verslechtert. Naar ons oordeel is de interne beheersing van de financiële verslaggeving van ING Groep N.V. per 31 december 2009 op basis van de COSO-criteria in alle materiële opzichten effectief. Tevens hebben wij in overeenstemming met de grondslagen van de Public Company Accounting Oversight Board (Verenigde Staten) de geconsolideerde balans per 31 december 2009, de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerd kasstroomoverzicht en het geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen van ING Groep N.V gecontroleerd. Op 15 maart 2010 hebben wij daarbij een goedkeurende accountantsverklaring verstrekt. AMSTERDAM, 15 MAART 2010 ERNST & YOUNG ACCOUNTANTS
De interne beheersing van de financiële verslaggeving van een onderneming is een proces dat is gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid omtrent de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving en de opstelling van de externe jaarrekening overeenkomstig algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving. De interne beheersing van de financiële verslaggeving van een onderneming heeft betrekking op haar beleid en procedures die (1) relevant zijn voor het voeren van een administratie die, met een redelijke mate van detaillering, een juist en getrouw beeld geeft van de transacties en de beschikking over de activa van de onderneming; (2) een redelijke mate van zekerheid bieden dat transacties zodanig worden vastgelegd dat de jaarrekening kan worden opgesteld in overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en dat de ontvangsten en uitgaven van de onderneming uitsluitend worden verricht met goedkeuring van het bestuur van die onderneming; en (3) een redelijke mate van zekerheid bieden dat ongeoorloofde verwerving en aanwending van, dan wel beschikking over activa van de onderneming die van materiële invloed zou kunnen zijn op de jaarrekening, wordt voorkomen dan wel tijdig wordt gesignaleerd.
ING Groep Jaarverslag 2009
75
1.3 Onze governance
Remuneratierapport Dit hoofdstuk behandelt de remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. In 2009 heeft de Remuneratiecommissie van de Raad van Commissarissen het remuneratiebeleid voor de Raad van Bestuur grondig herzien. De Remuneratiecommissie heeft een nieuw beloningsbeleid voorgesteld, dat door de gehele Raad van Commissarissen werd goedgekeurd. In het eerste deel van dit Remuneratierapport wordt het voorgestelde nieuwe beloningsbeleid nader toegelicht, dat vanaf 1 januari 2010 van kracht wordt en op 27 april 2010 ter goedkeuring aan de jaarlijkse Algemene Vergadering zal worden voorgelegd. Het Remuneratierapport biedt tevens een overzicht van hoe de Remuneratiecommissie het nieuwe beleid in 2010 zal gaan toepassen. Het laatste deel van het Remuneratierapport bevat informatie over de beloning over 2009. Daarnaast is informatie opgenomen over leningen en voorschotten aan de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen, alsmede over certificaten van aandelen ING Groep die door de leden van deze twee raden worden gehouden.
VOORGESTELDE NIEUWE BELONING In het publieke debat over de oorzaken van de financiële crisis is veel aandacht besteed aan de beloningspraktijk in de financiële sector. Toezichthouders en financiële autoriteiten over de gehele wereld hebben gereageerd door een groot aantal beloningsrichtlijnen uit te vaardigen. Op dit punt heeft de Nederlandse banksector, waaronder ING, zelf een proactieve rol in het proces gespeeld door de nieuwe Code Banken te ontwikkelen, waarin onder andere basisprincipes voor beloning zijn opgenomen. Het is uitermate belangrijk dat het beloningsbeleid van ING een juist evenwicht vindt tussen de belangen van klanten, medewerkers, aandeelhouders en de samenleving, en tevens de doelstellingen van de onderneming op de lange termijn ondersteunt. Dit geldt eens te meer in het huidige klimaat, omdat de financiële crisis de aandacht naar deze belangen heeft verschoven, met nog meer focus op de publieke nutsfunctie van financiële instellingen en hun verantwoordelijkheden ten opzichte van hun belanghebbenden. ING is zich terdege bewust van de cruciale rol die banken en verzekeringsbedrijven in de maatschappij vervullen. Door de wereldwijd veranderende visies op het beloningsbeleid worden financiële instellingen steeds nadrukkelijker opgeroepen om hun beloningsbeleid te matigen en meer nadruk te leggen op het creëren van langetermijnwaarde en het meten van prestaties op basis van niet-financiële indicatoren. Tegen deze achtergrond achtten wij het onze verantwoordelijkheid ons remuneratiebeleid te evalueren. Op grond van deze evaluatie en met inachtneming van de beginselen van de Code Banken hebben wij een nieuw beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur en het senior management ontwikkeld. Tijdens dit proces is rekening gehouden met zowel nationale als internationale normen ten aanzien van beloning en zijn diverse relevante belanghebbenden, waaronder de Centrale Ondernemingsraad, de Nederlandse vakbonden en overheid, geraadpleegd. Het nieuwe beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur zal ter goedkeuring aan de jaarlijkse Algemene Vergadering 2010 worden voorgelegd. Bij goedkeuring zal het beleid met ingang van het beloningsjaar 2010 van kracht worden. De algemene beginselen die aan de aanpassingen van het remuneratiebeleid voor de Raad van Bestuur ten grondslag liggen, zullen ook van toepassing zijn op de beloning van de Besturen Bank en Verzekeringen en overig senior management in de gehele organisatie. Een vergelijking van (de toepassing van) het huidige beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur ten opzichte van (de toepassing van) het voorgestelde nieuwe beloningsbeleid wordt op pagina 79 nader uiteengezet. Algemene beginselen van een nieuwe beloningsstructuur Ofschoon ING de beloning van haar management en werknemers altijd vrij conservatief heeft benaderd, zoals blijkt uit het feit dat de onderneming zich altijd heeft gericht op beloning op het mediaanniveau van de relevante markten, voorziet de nieuwe beloningsstructuur in een aantal aanpassingen. De volgende algemene beginselen liggen aan de voorgestelde aanpassingen ten grondslag: • • • •
76
ING Groep Jaarverslag 2009
Meer evenwichtig samengestelde beloningspakketten creëren. Minder nadruk leggen op variabele beloning. Nog meer langetermijnwaarde creëren. Risico en beloning nog beter op elkaar afstemmen.
• V eel meer belang hechten aan niet-financiële, duurzame prestatie-indicatoren. • Invoering van terugvorderingsregelingen. De belangrijkste doelstelling van het beloningsbeleid is om ING in staat te stellen gekwalificeerde en ervaren managers te behouden en aan te trekken, die streven naar excellentie in het dienen van ING en haar belanghebbenden. ING streeft ernaar de beloning van het management op gepaste wijze af te stemmen op een aantal factoren, zoals de complexiteit van functies, omvang van verantwoordelijkheden, afstemming van risico en beloning en de doelstellingen voor de lange termijn van de onderneming en haar belanghebbenden. Dit is des te meer van belang gezien de veranderende internationale normen ten aanzien van verantwoorde beloning. Deze factoren verschillen per functie, sector en land. Dit is met name het geval bij ING, met bedrijfsactiviteiten in meer dan 40 landen en 107.000 medewerkers waarvan er circa 80.000 buiten Nederland werkzaam zijn (60% van het senior management is niet-Nederlands). In zoverre dit mogelijk is bij een wereldwijde financiële instelling van een dergelijke omvang, streeft ING naar inachtneming van al deze verschillen, alsmede van de normen die worden toegepast binnen soortgelijke financiële instellingen in de diverse landen waar zij opereert. VOORGESTELD NIEUW BELONINGSBELEID VOOR DE RAAD VAN BESTUUR De beloning van de Raad van Bestuur zal bestaan uit een combinatie van vaste beloning (basissalaris) en variabele beloning (tezamen ‘totale directe beloning’), pensioenregelingen en aanvullende arbeidsvoorwaarden zoals hieronder beschreven. Totale directe beloning: matiging en minder nadruk op variabele beloning De totale directe beloningsniveaus zullen gebaseerd zijn op de marktgegevens ten aanzien van referentiegroepen zowel binnen als buiten de financiële sectoren van het internationale kader waarbinnen ING opereert. De totale directe beloning zal vergeleken worden met een referentiegroep van ondernemingen die, naar de mening van de Raad van Commissarissen, qua omvang en werkingssfeer vergelijkbaar zijn met ING. In lijn met het voorgaande, heeft de Raad van Commissarissen bepaald dat de referentiegroep zal bestaan uit ondernemingen uit de Dow Jones EURO STOXX 50 index. Dit zijn 50 bedrijven uit zowel financiële als niet-financiële sectoren, die gevestigd zijn in landen binnen de Economische en Monetaire Unie van de EU. In overeenstemming met de Code Banken richt het nieuwe beloningsbeleid van ING voor de Raad van Bestuur zich op totale directe beloning die iets onder het mediaanniveau ligt van vergelijkbare posities in de relevante markten. Bovendien voorziet het nieuwe beloningsbeleid in een meer evenwichtige samenstelling van vaste en variabele beloning. De variabele beloning zal op het moment van toekenning de 100% aan vast salaris niet overstijgen. De vaste beloning (basissalaris) zal in lijn met de relevante marktomgeving worden bepaald, als een integraal onderdeel van de totale directe beloning, en van tijd tot tijd door de Raad van Commissarissen worden getoetst. Het nieuwe beleid voorziet in een variabele beloning van 40% in contanten en 40% in aandelen (totaal 80%) van het basissalaris indien aan de prestatiecriteria wordt voldaan. Als de prestatiecriteria worden overstegen (zoals van tevoren door de Raad van Commissarissen bepaald), kan de variabele component van doelstelling tot maximum worden verhoogd.
Op het moment van toekenning zal het echter niet boven het maximum van 100% van het basissalaris uitkomen. Meer nadruk op langetermijnwaardecreatie Het nieuwe beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur maakt het variabele beloningselement eenvoudiger door de variabele componenten voor de korte en de lange termijn in één structuur te combineren. Met deze structuur wordt beoogd langetermijnwaardecreatie en de doelstellingen van de onderneming voor de korte termijn te ondersteunen. Er zal meer nadruk liggen op prestatie-indicatoren voor de lange termijn binnen het variabele component van het beloningspakket door middel van uitgestelde beloning, een redelijkheidtoets, en terugvorderingsmechanismen. Toekenning van variabele beloning zal afhankelijk zijn van het behalen van een aantal prestatiedoelstellingen. De kortetermijncomponent, met een maximum van 50% van de totale variabele beloning, wordt in het jaar volgend op het prestatiejaar in contanten uitbetaald. De andere 50% van de totale variabele beloning wordt uitgesteld. Deze component voor de lange termijn wordt toegekend in de vorm van aandelen met het oog op gelijkschakeling van de belangen van de Raad van Bestuur met die van de aandeelhouders. Deze component dient tevens om de leden van de Raad van Bestuur voor langere tijd voor de onderneming te behouden. De waarde van het pakket aandelen op het moment van toekenning is zodanig vastgesteld dat de totale variabele beloning het maximum van 100% niet overstijgt. De aandelen worden onvoorwaardelijk drie jaar na de datum van toekenning, afhankelijk van een door de Raad van Commissarissen uit te voeren redelijkheidstoets om vast te stellen of toepassing van de vooraf bepaalde criteria tot een ongewenst resultaat zal leiden. Bijstelling van het aantal aandelen zal alleen in buitengewone omstandigheden in overweging worden genomen. Het is de leden van de Raad van Bestuur niet toegestaan om certificaten van aandelen binnen een periode van vijf jaar na toekenning te verkopen. Het is hen echter wel toegestaan een deel van hun aandelen te verkopen op het moment van onvoorwaardelijke verkrijging om de belasting over het gevestigde recht te betalen. Meer focus op risico en niet-financiële prestaties Variabele beloningen zullen in toenemende mate aan risico en niet-financiële prestaties worden gekoppeld, waarbij zowel individuele prestatiecriteria als de resultaten van de onderneming in aanmerking zullen worden genomen. Bij het meten van prestaties zal sterker rekening worden gehouden met geschatte risico’s en kosten van kapitaal. Naast financiële indicatoren, zullen resultaten ook op basis van niet-financiële factoren worden beoordeeld, aan de hand van een aantal criteria op het gebied van economie, milieu, klanttevredenheid en de maatschappij. Pensioenen leden Raad van Bestuur Als onderdeel van het nieuwe beloningsbeleid voor leden van de Raad van Bestuur, zullen er twee nieuwe pensioenregelingen worden aangeboden: een nieuw plan dat lijkt op het plan dat van toepassing is op personeel dat onder de Nederlandse cao valt (dat echter alleen zal worden ingevoerd na een positieve uitkomst van het pensioenonderzoek dat op dit moment plaatsvindt) en een nieuwe individuele regeling gebaseerd op beschikbare premie. Voor beide regelingen geldt dat de bijdrage van ING lager zal zijn dan bij de huidige pensioenregeling voor de Raad van Bestuur het geval is.
ING Groep Jaarverslag 2009
77
1.3 Onze governance
Remuneratierapport (vervolg)
Iedereen die na 1 januari 2010 als lid van de Raad van Bestuur van ING wordt benoemd en een Nederlandse arbeidsovereenkomst heeft, zal voor één van de twee nieuwe pensioenregelingen kunnen kiezen. Individuele leden die deel uitmaken van de huidige pensioenregeling kunnen kiezen of zij deze al dan niet willen continueren. De huidige pensioenregeling die tijdens de Algemene Vergadering van 2006 werd goedgekeurd, is gebaseerd op beschikbare premie. Eventueel kunnen ook zij overstappen op één van de nieuwe regelingen. In navolging van de premiebetalingen uit hoofde van de ING-cao in Nederland, zijn de leden van de Raad van Bestuur verplicht een deel van hun pensioenpremie zelf te betalen. Leden van de Raad van Bestuur die geen Nederlandse arbeidsovereenkomst hebben, zal een pensioenregeling worden aangeboden in lijn met de plaatselijke praktijk. Aanvullende arbeidsvoorwaarden Leden van de Raad van Bestuur blijven in aanmerking komen voor een reeks aanvullende arbeidsvoorwaarden (zoals het gebruik van een bedrijfsauto, bijdragen in bedrijfsspaarregelingen en, indien van toepassing, vergoedingen voor expatriates). Leden van de Raad van Bestuur kunnen gebruikmaken van de bank- en verzekeringsdiensten op voorwaarden die van toepassing zijn op de meeste vergelijkbare medewerkers van ING die dochtermaatschappijen van ING Groep in hun gewone bedrijfsuitoefening aanbieden. Daarnaast zal worden voorzien in diensten op het gebied van belastingen en financiële planning, om erop toe te zien dat relevante wettelijke eisen worden nageleefd. Arbeidsovereenkomsten De arbeidsovereenkomst voor leden van de Raad van Bestuur bepaalt dat zij worden benoemd voor een periode van vier jaar en biedt de mogelijkheid tot herbenoeming door de Algemene Vergadering. In het geval van onvrijwillige beëindiging hebben leden van de Raad van Bestuur recht op een vertrekregeling die ten hoogste één jaar basissalaris zal bedragen. Andere zaken ter beoordeling van de Raad van Commissarissen Terugvordering en aanpassingen Op basis van het verstrekken van onjuiste gegevens en/of gedrag dat tot aanzienlijke schade voor de onderneming heeft geleid, is de Raad van Commissarissen gemachtigd tot terugvordering van variabele beloning die aan een bestuurslid is toegekend. De Raad van Commissarissen is tevens gemachtigd variabele beloning aan te passen indien toepassing van de vooraf bepaalde criteria tot ongewenste resultaten leidt. Dienovereenkomstig is de Raad van Commissarissen gerechtigd te beslissen in situaties waarin het beleid niet voorziet. Speciale arbeidsvoorwaarden Speciale arbeidsvoorwaarden, zoals verplichtingen die zijn aangegaan om werving van nieuwe bestuurders veilig te stellen, kunnen in buitengewone omstandigheden worden toegepast, maar zijn onderhevig aan streng toezicht door de Raad van Commissarissen.
78
ING Groep Jaarverslag 2009
Herziening van beleid en betaalde beloning ter beoordeling van de Raad van Commissarissen Aangezien ING de komende twee jaar grote veranderingen zal doormaken en de voor ING relevante internationale arbeidsmarkt in beweging is, zal de Raad van Commissarissen in 2012 opnieuw beoordelen of het beloningsbeleid in lijn is met de langetermijnbelangen van de bank, de relevante internationale context en het maatschappelijk draagvlak. Indien bij de beoordeling in 2012 blijkt dat het beloningsbeleid op dat moment onbillijk of onbedoeld is, heeft de Raad van Commissarissen, inclusief de overheidscommissarissen, voorts de bevoegdheid de eerder toegekende variabele beloning te corrigeren, waarbij het in de Code Banken opgenomen maximum van 100% van het vaste salaris in enig jaar niet kan worden overschreden. Met dit remuneratiebeleid vervult ING internationaal een voortrekkersrol in het matigen van beloningen. De commissarissen en de Raad van Bestuur hebben ook de plicht zorg te dragen voor de continuïteit van de onderneming. De commissarissen zullen daarom van tijd tot tijd evalueren hoe deze twee verantwoordelijkheden zich verhouden. Mocht dat nodig zijn dan zullen zij aanpassingen aanbrengen. BELONINGSSTRUCTUUR RAAD VAN BESTUUR 2010 Basissalaris Raad van Bestuur in 2010 Een belangrijke doelstelling van het nieuwe beloningsbeleid is een meer evenwichtig en gematigder beloningspakket voor de toekomst te ontwikkelen. Directe invoering van enkele voorgestelde aanpassingen om dit te bewerkstelligen zouden echter een tegengesteld resultaat teweegbrengen. De voorgestelde wijziging in de verhouding tussen vaste en variabele beloning zou een substantiële verhoging van het vaste component (meer dan 50%) in 2010 inhouden teneinde de totale beloningsniveaus voor de Raad van Bestuur iets onder het mediaanniveau van de markt te laten liggen, in lijn met het nieuwe beleid. Onder de huidige omstandigheden acht de Raad van Commissarissen een dergelijke verhoging van het basissalaris niet passend. De Raad heeft daarom bepaald dat, met uitzondering van de CEO-positie, in 2010 verhoging van de basissalarissen voor de leden van de Raad van Bestuur beperkt moet blijven tot 13%. Deze verhoging van 13% is in overeenstemming met de cumulatieve verhogingen die werknemers de afgelopen zeven jaar uit hoofde van de ING-cao in Nederland hebben ontvangen, minus de gematigde verhoging die op het basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur ING over dezelfde periode van toepassing was (slechts 5%). Wat betreft de positie van de CEO werd besloten het basissalaris helemaal niet te verhogen. Het basissalaris voor de leden van de Raad van Bestuur bedraagt in 2010 EUR 750.000 en voor de CEO EUR 1.353.500. Variabele beloning Raad van Bestuur in 2010 De beoogde variabele beloning is op 80% van het basissalaris vastgesteld. De feitelijke uitbetaling kan variëren van 0% tot 125% van het doelstellingsniveau (tussen 0% en 100% van het basissalaris). Met betrekking hierop heeft de Raad van Commissarissen een analyse uitgevoerd van verschillende scenario’s die relevant werden geacht. Voor ieder afzonderlijk lid van de Raad van Bestuur zullen individuele financiële en niet-financiële prestatie-indicatoren worden vastgesteld en door de Raad van Commissarissen worden goedgekeurd.
Voor ieder Bestuurslid zullen financiële parameters worden gebruikt om de resultaten op Groeps-, Bank- en Verzekeringsniveau vast te stellen. Deze financiële parameters zijn: onderliggend nettoresultaat ING Groep, rendement op het eigen vermogen van ING Groep, de kernkapitaalratio van ING Bank, de verhouding schuld/eigen vermogen van ING Verzekeringen, de onderliggende kosten/ batenverhouding van ING Bank en administratiekosten van ING Verzekeringen. De kwantitatieve elementen van de doelstellingen worden beschouwd als koers- en concurrentiegevoelige informatie en worden daarom niet openbaar gemaakt.
De variabele beloning voor leden van de Raad van Bestuur en de CEO wordt alleen toegekend bij een positief onderliggend nettoresultaat van de ING Groep in 2010. In lijn met het beleid, zal de Raad van Commissarissen de betaalde beloning toetsen. Vergelijking huidige en voorgestelde beloning 2010 De totale beloning van leden van de Raad van Bestuur ING en de CEO in 2010 wordt in de volgende twee tabellen weergegeven.
Voor 2010 zal minstens 40% van de totale variabele beloning zijn gebaseerd op vooraf vastgestelde niet-financiële prestatieindicatoren. Het meewegen van niet-financiële indicatoren in de totale beoordeling is met name gericht op verbetering van bedrijfsresultaten binnen ING. Deze indicatoren zijn afhankelijk van de specifieke verantwoordelijkheden van ieder individueel Bestuurslid. Voor ieder lid van de Raad van Bestuur zal een aantal prestatiedoelstellingen worden geformuleerd die betrekking hebben op klanttevredenheid, verbetering van duurzame bedrijfsvoering, personeelsdiversiteit, werknemersbetrokkenheid en verantwoord ondernemen. Vergelijking van huidige en nieuwe beloning chief executive officer 2010 Huidig
Nieuw beleid
% Mutatie
Basissalaris (1) Variabele beloning – conform doelstelling Variabele beloning – op maximum Totale beloning – conform doelstelling Totale beloning – op maximum
1.353.500 200% 2.707.000 350% 4.737.250 4.060.500 6.090.750
1.353.500 80% 1.082.800 100% 1.353.500 2.436.300 2.707.000
0% –60% –71% –40% –56%
Type variabele beloning Ruimte voor discretionaire aanpassing van variabele beloning? Ruimte voor terugvordering van variabele beloning? Maximale vertrekregeling
In geld + aandelen/opties Neen Neen 1 jaar basissalaris
In geld + aandelen Ja Ja 1 jaar basissalaris (2)
in euro’s
et huidige basissalaris is genoteerd als het laatste basissalaris van de vorige CEO voor zijn vertrek. Het basissalaris van de heer J. Hommen is van toepassing H vanaf zijn aanstellingsdatum in 2009. (2) De heer Hommen komt contractueel niet in aanmerking voor een vertrekregeling. (1)
Vergelijking van huidige en nieuwe beloning 2010 overige leden Raad van Bestuur Huidig
Nieuw beleid
% Mutatie
Basissalaris Variabele beloning – conform doelstelling Variabele beloning – op maximum Totale beloning – conform doelstelling Totale beloning – op maximum
665.500 200% 1.331.000 350% 2.329.250 1.996.500 2.994.750
750.000 80% 600.000 100% 750.000 1.350.000 1.500.000
13% –55% –68% –32% –50%
Type variabele beloning Ruimte voor discretionaire aanpassing van variabele beloning? Ruimte voor terugvordering van variabele beloning? Maximale vertrekregeling
In geld + aandelen/opties Neen Neen 1 jaar basissalaris
In geld + aandelen Ja Ja 1 jaar basissalaris
in euro’s
ING Groep Jaarverslag 2009
79
1.3 Onze governance
Remuneratierapport (vervolg)
In de tabellen hieronder wordt de nieuwe remuneratie van ING vergeleken met het mediaanniveau van de markt van de Dow Jones EURO STOXX 50, zowel conform doelstelling als op maximum. Zij geven aan dat de nieuwe totale beloning van ING voor 2010 aanzienlijk onder het mediaanniveau van de markt ligt. Vergelijking van beloning 2010 conform doelstelling met mediaanniveau van de referentiegroep in euro’s
CEO Basissalaris Variabele beloning – conform doelstelling Totale beloning – conform doelstelling Overige leden Raad van Bestuur Basissalaris Variabele beloning – conform doelstelling Totale beloning – conform doelstelling
ING 2010
Mediaanniveau markt
ING vergeleken met mediaanniveau markt
1.353.500 1.082.800 2.436.300
1.100.000 2.970.000 4.070.000
23% –64% –40%
750.000 600.000 1.350.000
670.000 1.373.500 2.045.500
12% –56% –34%
ING 2010
Mediaanniveau markt
ING vergeleken met mediaanniveau markt
1.353.500 1.353.500 2.707.000
1.100.000 4.455.000 5.555.000
23% –70% –51%
750.000 750.000 1.500.000
670.000 2.060.250 2.730.250
12% –63% –45%
Vergelijking van maximumbeloning 2010 met mediaanniveau van de referentiegroep in euro’s
CEO Basissalaris Variabele beloning – op maximum Totale beloning – op maximum Overige leden Raad van Bestuur Basissalaris Variabele beloning – op maximum Totale beloning – op maximum
VOORGESTELD NIEUW REMUNERATIEBELEID VOOR HET SENIOR MANAGEMENT ING streeft ernaar, voor zover mogelijk voor een wereldwijde financiële instelling van haar omvang, alle verschillen en normen die worden toegepast binnen soortgelijke financiële instellingen in de diverse landen waar zij opereert in acht te nemen. De remuneratie van de leden van de Besturen Bank en Verzekeringen en het senior management zullen in overeenstemming zijn met de algemene beginselen van de nieuwe beloningsstructuur voor de Raad van Bestuur, met inachtneming van internationale en plaatselijke praktijken. Totale directe beloning De totale niveaus voor wat betreft directe beloning zullen gebaseerd zijn op referentiegegevens in het internationale kader waarbinnen wij opereren. ING streeft naar beloning op het mediaanniveau van de markt. De totale beloningsniveaus zullen in lijn met de relevante markt worden bepaald. Meer focus op langetermijnwaardecreatie, risico en nietfinanciële prestaties Variabele beloning zal steeds vaker aan langetermijnwaardecreatie en risico worden gekoppeld en aan de hand van individuele prestatiecriteria en de resultaten van het bedrijf en de Groep worden vastgesteld. In de prestatiemeting zullen in toenemende mate geraamde risico’s en kosten van kapitaal tot uiting komen. Er zal steeds meer nadruk worden gelegd op het creëren van langetermijnwaarde door middel van langetermijnbeloning, uitgestelde betaling en terugvorderingsmechanismen.
80
ING Groep Jaarverslag 2009
Naast financiële indicatoren, zal prestatie ook aan de hand van niet-financiële factoren worden beoordeeld. Het meewegen van niet-financiële indicatoren in de totale beoordeling is met name gericht op verdere verbetering van duurzame bedrijfsvoering binnen ING. Daarom wordt een aantal doelen opgesteld voor prestaties van ING onder andere op het gebied van personeelsdiversiteit, klanttevredenheid, de betrokkenheid van belanghebbenden en duurzame productontwikkeling.
BELONINGSSTRUCTUUR SENIOR MANAGEMENT 2010 Gezien de verschillen in regelgeving voor het bank- en verzekeringsbedrijf en de op hand zijnde scheiding van de bank- en verzekeringsactiviteiten van ING, zijn de beloningsstructuren voor senior management van beide bedrijfsactiviteiten apart vastgesteld. Het remuneratiebeleid voor de Raad van Bestuur zal volledig op de leden van het Bestuur Bank van toepassing zijn. Wat betreft het senior management bij het segment Bank zal zich de komende drie jaar een geleidelijke verschuiving voordoen naar een meer evenwichtige samenstelling van vaste en variabele beloning, conform het remuneratiebeleid voor de Raad van Bestuur. Er kunnen zich uitzonderingen voordoen voor hoogwaardige specialisten en senior management die binnen bepaalde divisies en/of geografische gebieden werkzaam zijn. Voor het Bestuur Verzekeringen en senior management in ons verzekeringssegment zullen aanpassingen worden doorgevoerd die in overeenstemming zijn met de algemene beginselen van het nieuwe remuneratiebeleid voor de Raad van Bestuur. Met het oog op de verschillende regelgeving voor het verzekeringswezen en de op hand zijnde scheiding van de bank- en verzekeringsactiviteiten van ING zullen de wijzigingen in de samenstelling van vaste en variabele beloning echter zorgvuldig moeten worden afgewogen. Bovendien zullen beloningspakketten die met toezichtsfuncties (zoals risicobeheerfuncties) verband houden zo worden samengesteld dat er minder nadruk op variabele beloning komt te liggen. Om de individuele autonomie te waarborgen, zullen meetmethoden gericht op financiële resultaten afhankelijk zijn van de doelstellingen die op divisieniveau zijn bepaald (dat wil zeggen niet op het niveau van het relevante bedrijfsonderdeel). Bovendien zullen prestatiebeoordelingen niet alleen door het management van het bedrijfsonderdeel maar ook langs de functionele lijn worden beoordeeld. REMUNERATIE 2009 HUIDIG ALGEMEEN BELONINGSBELEID VOOR HET TOPMANAGEMENT Achtergrond De belangrijkste doelstelling van het remuneratiebeleid is om de onderneming in staat te stellen gekwalificeerde en ervaren managers aan te trekken en te behouden. Het beloningspakket bevordert een cultuur waarin excellente prestaties worden geleverd, waarbij de doelstellingen van ING op één lijn worden gebracht met die van haar belanghebbenden. ING beloont prestaties op basis van vooraf vastgestelde, uitdagende, meetbare en beïnvloedbare doelstellingen voor de korte en lange termijn. Het remuneratiebeleid van ING is gebaseerd op vijf belangrijke principes die binnen het hele bedrijf gelden. Deze principes zijn: • Het totale beloningsniveau wordt vergeleken met de beloning in relevante markten waarin ING talent aantrekt in concurrentie met andere bedrijven. • ING streeft naar een totale beloning op het mediaanniveau van de relevante markten, waarbij alleen in geval van uitzonderlijke prestaties boven het mediaanniveau zal worden beloond. • Het beloningspakket bestaat onder andere uit variabele componenten (kortetermijn- en langetermijnbonussen) zodat de remuneratie van het topmanagement is gekoppeld aan de prestaties van ING op de korte en lange termijn.
• O m de effectiviteit van het kortetermijnbonusplan te bevorderen worden aan het begin van ieder jaar duidelijke, meetbare en uitdagende doelstellingen vastgesteld. • Bij de langetermijnbonus gaat het om strategische doelstellingen voor de langere termijn en om het gelijkschakelen van de belangen van het management met die van de aandeelhouders. Een groot aantal managers van ING neemt aan het langetermijnbonusplan deel om de gemeenschappelijke aandacht op het totaalresultaat van ING te waarborgen. Beloningsstructuur De beloningsstructuur van ING bestaat uit drie basiscomponenten: • vast of basissalaris, de gegarandeerde jaarlijkse beloning; • een kortetermijnbonus in geld, gerelateerd aan de prestaties in het afgelopen jaar; • een langetermijnbonus in de vorm van aandelenopties en/of prestatieaandelen, gerelateerd aan de prestaties over verscheidene jaren en toekomstgericht. Naast het basissalaris en participatie in het bonusplan genieten het topmanagement en de leden van de Raad van Bestuur dezelfde aanvullende arbeidsvoorwaarden als de meeste vergelijkbare medewerkers van ING Groep, zoals het gebruik van een bedrijfsauto, bijdragen in bedrijfsspaarregelingen en, indien van toepassing, vergoedingen voor expats. REMUNERATIE RAAD VAN BESTUUR 2009 Ten aanzien van het remuneratiebeleid voor 2009 bleef de Raad van Commissarissen voortbouwen op het beleid dat in 2003 werd ingevoerd. In januari 2009 bereikten ING en de Nederlandse Staat een overeenkomst over een zogenoemde Illiquid Assets Back-up Facility (Steunfaciliteit). Volgens de bepalingen van deze overeenkomst zullen de leden van de Raad van Bestuur geen bonussen ontvangen totdat een herzien beloningsbeleid zal zijn opgesteld. Als gevolg van de Back-to-Basics-strategie en de vereenvoudiging van de organisatie die daaruit voortvloeit, maken sinds 1 juni 2009 bepaalde bestuursleden niet langer deel uit van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. Hun huidige arbeidsovereenkomsten met ING Groep N.V. zijn echter in 2009 van kracht gebleven. Basissalaris Raad van Bestuur 2009 Het basissalaris voor alle leden van de Raad van Bestuur is voor 2009 bevroren. Kortetermijnbonus Raad van Bestuur 2009 Volgens de bepalingen van de Steunfaciliteit die met de Nederlandse Staat is overeengekomen, zullen de individuele leden van de Raad van Bestuur over 2009 geen kortetermijnbonus ontvangen. Langetermijnbonus Raad van Bestuur 2009 Volgens de bepalingen van de Steunfaciliteit die met de Nederlandse Staat is overeengekomen, zullen de individuele leden van de Raad van Bestuur over 2009 geen langetermijnbonus ontvangen.
ING Groep Jaarverslag 2009
81
1.3 Onze governance
Remuneratierapport (vervolg)
De heer McInerney ontvangt voorwaardelijke aandelen op dezelfde datum van toekenning als de andere langetermijnbonussen. Deze voorwaardelijke aandelen worden vier jaar na toekenning 100% onvoorwaardelijk mits op dat moment nog steeds sprake is van een actief dienstverband. Deze toekenning vormt onderdeel van het arbeidscontract van de heer McInerney teneinde zijn totale beloning af te stemmen op de markt voor topmanagers in de Verenigde Staten. De heer McInerney zal over 2009 geen voorwaardelijke aandelen toegekend krijgen. De heer Flynn ontving een buyout wegens het komen te vervallen van inkomen dat hij bij zijn vorige werkgever zou hebben ontvangen als hij geen ontslag genomen had. Deze buyout bestaat uit een voorwaardelijke toekenning van aandelen tot een maximum van 100.000. Dertigduizend aandelen worden onvoorwaardelijk tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering in 2010 en nog eens 30.000 tijdens de Algemene Vergadering van 2011. De resterende 40.000 aandelen worden onvoorwaardelijk tijdens de Algemene Vergadering in 2012, afhankelijk van een bevredigende prestatie. De cumulatieve waarde van de voorwaardelijke aandelen is gemaximeerd op EUR 1,3 miljoen. ING heeft het aantal aandelen aangepast aan de gevolgen van de claimemissie, terwijl de cumulatieve maximale waarde van EUR 1,3 miljoen werd gehandhaafd. Het eerste aantal van 39.069 aandelen (30.000 aangepast op de gevolgen van de claimemissie) zal op 27 april 2010 onvoorwaardelijk worden. Langetermijnbonussen toegekend in voorgaande jaren Het langetermijnbonusplan van ING bestaat uit zowel aandelenopties als prestatieaandelen. De aandelenopties van ING hebben een totale looptijd van tien jaar en een wachttijd van drie jaar, waarna ze de resterende zeven jaar uitgeoefend kunnen worden. Prestatieaandelen worden voorwaardelijk toegekend. Het aantal aandelen dat aan het einde van een beoordelingsperiode van drie jaar onvoorwaardelijk wordt toegekend, is afhankelijk van het totale rendement van ING voor aandeelhouders over drie jaar (koerswinsten op aandelen en herbelegde dividenden die aandeelhouders in die periode ontvangen), gerelateerd aan het totale rendement van een vooraf gedefinieerde referentiegroep van vergelijkbare ondernemingen.
82
ING Groep Jaarverslag 2009
De plaats van ING binnen deze groep bedrijven op basis van het totale rendement voor aandeelhouders is bepalend voor het uiteindelijke aantal aandelen dat aan het einde van de beoordelingsperiode van drie jaar vrijkomt. De prestatieaandelen die in 2007 zijn toegekend, worden in 2010 onvoorwaardelijk, na een beoordelingsperiode die liep van 2007 tot en met 2009. Het uiteindelijke resultaat van 43% is gebaseerd op de 15e plaats die ING op basis van het totale aandeelhoudersrendement inneemt in de referentiegroep. Dit resultaat is vastgesteld door een onafhankelijke derde partij. De externe accountant van ING heeft de betreffende berekening getoetst. In mei 2010 zal het definitieve aantal prestatieaandelen worden toegewezen aan de leden van de Raad van Bestuur die in 2007 prestatieaandelen toegekend hebben gekregen als lid van de Raad van Bestuur. Voor de overige topmanagers aan wie voor de periode 2007-2009 prestatieaandelen zijn toegekend, geldt dat deze aandelen in maart 2010 onvoorwaardelijk worden. Het is de leden van de Raad van Bestuur niet toegestaan om certificaten van aandelen, verkregen door het prestatieaandelenplan, binnen een periode van vijf jaar na toekenning te verkopen. Het is deze deelnemers slechts toegestaan een deel van hun aandelen te verkopen op het moment van onvoorwaardelijke verkrijging teneinde de belasting over het gevestigde recht te betalen. Aandelen verkregen uit de uitoefening van opties mogen alleen binnen een periode van vijf jaar na toekenning van de opties worden verkocht teneinde de belasting over het uitgeoefende recht te betalen.
Remuneratie in contanten van de individuele leden van de Raad van Bestuur bedragen in duizenden euro’s
Jan Hommen Basissalaris (1) Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
2009
2008
2007
e heer Hommen is met ingang van 27 april 2009 benoemd tot D lid van de Raad van Bestuur. Hij zal vanaf die datum worden betaald conform het ‘nieuwe’ remuneratiebeleid dat tijdens de Algemene Vergadering van 2010 moet worden goedgekeurd. Het vaste jaarsalaris zal in overeenstemming met dit beleid worden bepaald. Vooruitlopend op goedkeuring van het ‘nieuwe’ remuneratiebeleid door de Algemene Vergadering is in 2009 een bedrag gereserveerd, gebaseerd op een basissalaris per jaar van EUR 1.353.500. De heer Hommen zal voor 2009 geen kortetermijnbonus of langetermijnbonus ontvangen. (2) De heer Flynn is met ingang van 27 april 2009 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor dit lid geven de beloning weer die hij in zijn hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur heeft ontvangen. De cijfers voor 2009 hebben dus betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur. (3) De heren Timmermans en Hele zijn met ingang van 24 april 2007 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. De cijfers voor 2007 hebben dus betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur. (4) De heren Boyer de la Giroday, Harryvan, Leenaars, McInerney, Van der Noordaa en de Vaucleroy maken sinds 1 juni 2009 niet langer deel uit van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. De bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. De cijfers voor 2009 hebben dus betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur. (5) De heren McInerney en Hele ontvangen hun salaris in Amerikaanse dollars. Ieder jaar werd het jaarsalaris in dollars omgerekend in euro’s tegen de gemiddelde koers van dat jaar. (6) De heer Tilmant heeft op 26 januari 2009 zijn functie in de Raad van Bestuur neergelegd en is sinds 1 augustus 2009 gepensioneerd. De bedragen voor dit lid geven de beloning weer die hij tot 1 augustus 2009 heeft ontvangen. Naast zijn basissalaris, ontving de heer Tilmant een uitkering in verband met vervroegde pensionering, berekend op basis van één jaar basissalaris. (7) De heer Hele is op 31 maart 2009 afgetreden als lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor dit lid geven de beloning weer tot de laatste dag van het dienstverband. De cijfers voor 2009 hebben dus betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur. (1)
0
Patrick Flynn(2) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
454 0 454
Koos Timmermans (3) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
665 0 665
665 0 665
423 637 1.060
Eric Boyer de la Giroday (4) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
372 0 372
892 0 892
850 1.319 2.169
Dick Harryvan (4) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
277 0 277
665 0 665
634 842 1.476
Eli Leenaars (4) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
277 0 277
665 0 665
634 956 1.590
Tom McInerney (4) (5) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
404 0 404
879 0 879
946 1.425 2.371
Hans van der Noordaa (4) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
277 0 277
665 0 665
634 956 1.590
Jacques de Vaucleroy (4) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
277 0 277
665 0 665
634 956 1.590
Michel Tilmant (6) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
789 0 789
1.353 0 1.353
1.289 2.001 3.290
John Hele (3) (5) (7) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
169 0 169
603 0 603
412 621 1.033
De beloning in contanten van voormalige leden van de Raad van Bestuur die niet in deze tabel zijn opgenomen, was in 2009 en 2008 nihil en bedroeg in 2007 EUR 729 duizend.
ING Groep Jaarverslag 2009
83
1.3 Onze governance
Remuneratierapport (vervolg)
De tabellen hieronder geven het aantal opties (en hun aangepaste uitoefenprijs) en het aantal prestatieaandelen weer, die zijn aangepast op de gevolgen van de claimemissie. Langetermijnbonus van de individuele leden van de Raad van Bestuur (1, 2) Marktwaarde op de datum van toekenning, in duizenden euro’s
2009
2008
2007
Jan Hommen Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0 0 0
Patrick Flynn (4) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0 0 0
Koos Timmermans (5) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0 0 0
0 0 0
56.405 13.367 499
Eric Boyer de la Giroday Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0 0 0
0 0 0
113.385 26.869 1.003
Dick Harryvan Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0 0 0
0 0 0
84.606 20.050 748
Eli Leenaars Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0 0 0
0 0 0
84.606 20.050 748
Tom McInerney (6) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Voorwaardelijk toegekende aandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0 0 0 0
0 0 0 0
126.159 29.897 70.730 2.571
Hans van der Noordaa Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0 0 0
0 0 0
84.606 20.050 748
84
ING Groep Jaarverslag 2009
L angetermijnbonussen worden toegekend in het jaar volgend op het verslagjaar. Het langetermijnbonusplan voorziet in een combinatie van opties en voorwaardelijke prestatieaandelen gebaseerd op een 50/50-verdeling van de waarde. De verhouding tussen opties en prestatieaandelen varieert ieder jaar als gevolg van de marktwaardeberekening en de 50/50verdeling in waarde. Op basis van de berekening van de marktwaarde voor het prestatiejaar 2009 is de verhouding tussen opties en prestatieaandelen 2.55 : 1 (2008: 2.36 : 1, 2007: 4.22 : 1). (2) Het aantal toegekende opties en prestatieaandelen geeft de aantallen weer zoals die zijn aangepast op de gevolgen van de claimemissie van december 2009. (3) De marktwaarde van de langetermijnbonus geeft de geschatte marktwaarde weer op de datum van toekenning, op basis van een marktwaardeberekening. De waardeberekening van aan de Raad van Bestuur toegekende opties en prestatieaandelen geschiedt jaarlijks op de laatste handelsdag van het betreffende jaar waarin de prestatie is geleverd en wordt niet aangepast aan huidige marktwaarden. (4) De heer Flynn ontving een buyout wegens het komen te vervallen van inkomen dat hij bij zijn vorige werkgever zou hebben ontvangen als hij geen ontslag genomen had. Deze buyout bestaat uit een voorwaardelijke toekenning van aandelen tot een maximum van 100.000. Dertigduizend aandelen worden onvoorwaardelijk tijdens de Jaarlijkse Algemene Vergadering in 2010 en nog eens 30.000 tijdens de vergadering van 2011. De resterende 40.000 aandelen worden onvoorwaardelijk tijdens de Algemene Vergadering in 2012, afhankelijk van een bevredigende prestatie. De cumulatieve waarde van de voorwaardelijke aandelen is gemaximeerd op EUR 1,3 miljoen. ING heeft het aantal aandelen aangepast op de gevolgen van de claimemissie, terwijl de cumulatieve maximale waarde van EUR 1,3 miljoen werd gehandhaafd. (5) De heren Timmermans en Hele zijn met ingang van 24 april 2007 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. (6) De heer McInerney heeft recht op voorwaardelijke aandelen op dezelfde datum van toekenning als de andere langetermijnbonussen. Deze voorwaardelijke aandelen worden vier jaar na toekenning 100% onvoorwaardelijk mits er op dat moment nog steeds sprake is van een actief dienstverband. Deze toekenning vormt onderdeel van het arbeidscontract van de heer McInerney teneinde zijn totale beloning af te stemmen op de markt voor topmanagers in de Verenigde Staten. De heer McInerney zal over 2009 geen voorwaardelijke aandelen toegekend krijgen. (1)
Langetermijnbonus van de individuele leden van de Raad van Bestuur (1) (2) (vervolg) Marktwaarde op de datum van toekenning, in duizenden euro’s
2009
2008
2007
Jacques de Vaucleroy Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0 0 0
0 0 0
84.606 20.050 748
Michel Tilmant Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0 0 0
0 0 0
171.973 40.753 1.521
John Hele (5) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus (3)
0 0 0
0 0 0
54.993 13.032 486
De marktwaarde van de langetermijnbonussen van voormalige leden van de Raad van Bestuur die niet in deze tabel zijn opgenomen, was in 2009, 2008 en 2007 nihil. Informatie over de opties en het verloop gedurende het boekjaar van door de leden van de Raad van Bestuur gehouden opties per 31 december 2009 (1)
Aantal opties
Openstaand per 31 december 2008
Toegekend in 2009
Niet geacUit- cepteerd geoefend of verlopen in 2009 in 2009 (2)
Openstaand per 31 december 2009
Jan Hommen
0
0
0
0
Patrick Flynn
0
0
0
0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
13.674 7.814 11.460 8.504 46.157 56.405 20.675
Koos Timmermans
13.674 7.814 11.460 8.504 46.157 56.405 20.675
Uitoefenprijs in euro’s
Uitoefenprijs in US dollars
22.57 14.37 17.88 25.16 24.72 19.53 14.36
Expiratiedatum
11 mrt 2012 15 mrt 2014 30 mrt 2015 23 mrt 2016 22 mrt 2017 15 mei 2018 17 sep 2018
et aantal opties en hun uitoefenprijs heeft betrekking op het aantal opties H en uitoefenprijzen dat is aangepast op de gevolgen van de claimemissie van december 2009. (2) Niet geaccepteerd op datum toekenning of verlopen per expiratiedatum. (1)
ING Groep Jaarverslag 2009
85
1.3 Onze governance
Remuneratierapport (vervolg)
Pensioenlasten De onderstaande tabel toont de pensioenlasten van de individuele leden van de Raad van Bestuur. Pensioenlasten van de individuele leden van de Raad van Bestuur (1) bedragen in duizenden euro’s
2009
Jan Hommen (2) Patrick Flynn (3) Koos Timmermans (4) Eric Boyer de la Giroday (5) Dick Harryvan (5) Eli Leenaars (5) Tom McInerney (5) (6) Hans van der Noordaa (5) Jacques de Vaucleroy (5) Michel Tilmant (7) John Hele (4) (6) (8)
0 78 115 100 74 48 193 48 48 213 18
2008
2007
m wille van de vergelijkbaarheid zijn de pensioenlasten herberekend volgens IAS 19, O waarbij van algemene aannames is uitgegaan voor de jaren 2007-2009. (2) De heer Hommen neemt niet deel aan de pensioenregeling. (3) De heer Flynn is met ingang van 27 april 2009 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De pensioenlasten voor dit lid over 2009 hebben betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur. (4) De heren Timmermans en Hele zijn met ingang van 24 april 2007 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen van deze leden geven de pensioenlasten weer in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur. De cijfers voor 2007 hebben dus betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur. (5) De heren Boyer de la Giroday, Harryvan, Leenaars, McInerney, Van der Noordaa en de Vaucleroy maken sinds 1 juni 2009 niet langer deel uit van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. De bedragen van deze leden geven de pensioenlasten weer in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur. De cijfers voor 2009 hebben dus betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur. (6) De pensioenlasten van de heren McInerney en Hele zijn omgerekend van Amerikaanse dollars in euro’s tegen de gemiddelde koers van dat jaar. (7) De heer Tilmant heeft op 26 januari 2009 zijn functie in de Raad van Bestuur neergelegd en is vanaf 1 augustus 2009 gepensioneerd. De cijfers voor dit lid hebben betrekking op de pensioenlasten tot 31 juli 2009. (8) De heer Hele is op 31 maart 2009 afgetreden als lid van de Raad van Bestuur. De cijfers voor dit lid geven de pensioenlasten weer tot de laatste dag van het dienstverband. De cijfers voor 2009 hebben dus betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur. (1)
247 639 374 313 285 313 313 971 125
166 566 324 348 286 267 267 874 72
De pensioenlasten van voormalige leden van de Raad van Bestuur, die niet in bovenstaande tabel zijn opgenomen, waren in 2009 en 2008 nihil, en bedroegen in 2007 EUR 1.386 duizend. Leningen en voorschotten aan de leden van de Raad van Bestuur De navolgende tabel geeft een overzicht van de leningen en voorschotten verstrekt aan leden van de Raad van Bestuur en die op 31 december 2009, 2008 en 2007 openstonden. Deze leningen zijn verstrekt onder de normale bedrijfsuitoefening en onder voorwaarden die regulier gelden voor personeelsleden in het algemeen. De Raad van Commissarissen heeft de leningen goedgekeurd. Leningen en voorschotten aan de individuele leden van de Raad van Bestuur Openstaand per 31 december
Gemiddelde rentevoet
Aflossingen
Gemiddelde rentevoet
2009
bedragen in duizenden euro’s
Koos Timmermans
Openstaand per 31 december
380
4,6%
380
4,6%
Certificaten van aandelen ING Groep gehouden door leden van de Raad van Bestuur 2009
Jan Hommen Patrick Flynn Koos Timmermans
86
ING Groep Jaarverslag 2009
2008
2007
2.546
2.000
46.426 14.457
Gemiddelde rentevoet
380
4,6%
2008
Certificaten van aandelen ING Groep gehouden door leden van de Raad van Bestuur De leden van de Raad van Bestuur zijn gerechtigd certificaten van aandelen ING Groep te houden als langetermijnbelegging. De onderstaande tabel toont het aandelenbezit van de leden van de Raad van Bestuur. aantal aandelen
Aflossingen
Openstaand per 31 december
Aflossingen 2007
REMUNERATIE RAAD VAN COMMISSARISSEN Remuneratie De jaarlijkse remuneratie van de leden van de Raad van Commissarissen is als volgt: voorzitter EUR 75.000, vicevoorzitter EUR 65.000 en overige leden EUR 45.000. Voorts ontvangt ieder lid een onkostenvergoeding. Voor de voorzitter en vicevoorzitter bedraagt deze EUR 6.810; voor de overige leden EUR 2.270.
Leden van de Raad van Commissarissen ontvangen een additionele vergoeding van EUR 2.000 per bijgewoonde vergadering van de Raad van Commissarissen of commissievergadering als de vergadering wordt gehouden in een ander land dan waar de commissaris woonachtig is, of een additionele vergoeding van EUR 7.500 voor iedere bijgewoonde vergadering van de Raad van Commissarissen of commissievergadering waarvoor een intercontinentale reis moet worden gemaakt.
Voor de leden van commissies is de remuneratie als volgt: voorzitter van de Auditcommissie EUR 8.000, leden van de Auditcommissie EUR 6.000; voorzitters van de overige commissies van de Raad van Commissarissen EUR 7.500, leden van de overige commissies van de Raad van Commissarissen EUR 5.000. Naast deze vaste vergoeding ontvangen de commissieleden een vergoeding voor elke vergadering die zij bijwonen. Voor de voorzitter van de Auditcommissie is deze vergoeding EUR 2.000 per vergadering en voor de leden EUR 1.500. Voor de voorzitters en leden van de overige commissies bedraagt deze vergoeding EUR 450 per vergadering. De remuneratie en vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie wordt niet uitgekeerd aan de voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen indien zij van een van de commissies lid zijn.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de remuneratie, onkostenvergoeding en de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen per lid van de Raad van Commissarissen voor 2009 en voorgaande jaren.
Remuneratie van de leden van de Raad van Commissarissen bedragen in duizenden euro’s
Peter Elverding (1) Jeroen van der Veer (2) Tineke Bahlmann (3) Henk Breukink (4) Claus Dieter Hoffmann Piet Hoogendoorn (5) Piet Klaver Godfried van der Lugt Harish Manwani (6) Aman Mehta (6) Joan Spero (6) Jackson Tai (6) Karel Vuursteen Lodewijk de Waal (7) Jan Hommen (8) Eric Bourdais de Charbonnière (9) Wim Kok (10)
2009
2008
2007
79 35 46 61 78 64 65 67 69 113 105 152 61 50 27 30 26
68
20
61 67 70 62 70 51 62 55 89 62
35 62 28 47 62
56
89 89 75
67 72 62
De heer Elverding is lid van de Raad van Commissarissen vanaf augustus 2007. Het bedrag over 2007 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. De heer Elverding is voorzitter van de Raad van Commissarissen sinds april 2009. (2) De heer Van der Veer is lid van de Raad van Commissarissen vanaf juli 2009. Het bedrag over 2009 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. De heer Van der Veer is vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen sinds oktober 2009. (3) Mevrouw Bahlmann is lid van de Raad van Commissarissen vanaf april 2009. Het bedrag over 2009 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. (4) De heer Breukink is lid van de Raad van Commissarissen vanaf april 2007. Het bedrag over 2007 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. (5) De heer Hoogendoorn is lid van de Raad van Commissarissen vanaf juni 2007. Het bedrag over 2007 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. (6) De heer Manwani, de heer Mehta, mevrouw Spero en de heer Tai zijn lid van de Raad van Commissarissen vanaf april 2008. De bedragen over 2008 hebben betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. (7) De heer De Waal is lid van de Raad van Commissarissen vanaf april 2009. De heer De Waal is sinds november 2008 actief als waarnemer in de Raad van Commissarissen. Het bedrag over 2009 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. Tot de datum van benoeming heeft de heer De Waal een beloning, een onkostenvergoeding en vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen ontvangen conform het Beloningsbeleid van de Raad van Commissarissen. (8) De heer Hommen is lid van de Raad van Commissarissen geweest vanaf juni 2005 en voorzitter geweest vanaf januari 2008. Per april 2009 is hij afgetreden als lid van de Raad van Commissarissen. Het bedrag over 2009 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. (9) De heer Bourdais de Charbonnière is in april 2009 met pensioen gegaan. Hij is vicevoorzitter geweest vanaf februari 2005. Het bedrag over 2009 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. (10) De heer Kok is in april 2009 met pensioen gegaan. Het bedrag over 2009 heeft betrekking op een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Commissarissen. (1)
De beloning van voormalige leden van de Raad van Commissarissen die niet in bovenstaande tabel zijn opgenomen bedroeg in 2009 nihil, in 2008 EUR 16 duizend en in 2007 EUR 162 duizend.
ING Groep Jaarverslag 2009
87
1.3 Onze governance
Remuneratierapport (vervolg)
Leningen en voorschotten aan leden van de Raad van Commissarissen Leden van de Raad van Commissarissen mogen op in de sector gebruikelijke voorwaarden gebruikmaken van de bank- en verzekeringsdiensten die dochtermaatschappijen van ING Groep in hun gewone bedrijfsuitoefening aanbieden. De navolgende tabel geeft een overzicht van de leningen en voorschotten verstrekt aan leden van de Raad van Commissarissen en die op 31 december 2009, 2008 en 2007 openstonden. Leningen en voorschotten aan de leden van de Raad van Commissarissen Openstaand per 31 december
Gemiddelde rentevoet
Aflossingen 2009
bedragen in duizenden euro’s
Jeroen van der Veer (1) (1)
Openstaand per 31 december
282
Gemiddelde rentevoet
Aflossingen 2008
Openstaand per 31 december
Gemiddelde rentevoet
Aflossingen 2007
8,6%
et bedrag geeft een hypotheek weer die in 1992 al werd toegekend, H geruime tijd voordat de heer Van der Veer tot lid van de Raad van Commissarissen werd benoemd (per 1 juli 2009).
Certificaten van aandelen en aandelenopties gehouden door leden van de Raad van Commissarissen Het is de leden van de Raad van Commissarissen toegestaan (certificaten van) aandelen ING Groep als langetermijnbelegging te houden. Onderstaande tabel toont de aantallen (certificaten van) aandelen gehouden door de leden van de Raad van Commissarissen. Leden van de Raad van Commissarissen bezaten geen ING-opties aan het einde van 2009. Certificaten van aandelen en aandelenopties gehouden door leden van de Raad van Commissarissen (1) aantal aandelen
Piet Klaver Godfried van der Lugt Jeroen van der Veer (2) Karel Vuursteen
88
ING Groep Jaarverslag 2009
2009
2008
2007
13.796 24.142 99.469 2.800
7.430
7.430
1.510
e aantallen certificaten van aandelen hebben betrekking op de D aandelen die in het bezit zijn van het lid van de Raad van Commissarissen en hun partners. (2) De heer Van der Veer is sinds juli 2009 lid van de Raad van 1.510 Commissarissen. (1)
Ondernemingsraden CENTRALE ONDERNEMINGSRAAD per 1 januari 2010 Rob Eijt, voorzitter René van der Linden, secretaris Bernard Wempe, plv. voorzitter Rudie van Doorn, plv. secretaris Goof Bode, Bernardt Bodt, Hans de Boer, Ron Brands, Robert Coleridge, Anneke Dalger, Gerard Dekkers, Petra Delhez, Petra Hartendorp, Winie den Hartog, Thea van der Heide, Piet Hoekstra, Alex Hoogendoorn, Aad Kant, Maarten Kramer, Gerrit Riphagen, Frans Rose, Sunil Tahloe, Michel Vonk, Edwin de Weij.
EUROPESE ONDERNEMINGSRAAD per 1 januari 2010 Mathieu Blondeel, voorzitter, België Marcel Koopman, secretaris, Nederland Norbert Lucas, plv. voorzitter, Duitsland Gerlinde Korterink, plv. secretaris, Nederland Jean-Claude Van Den Abeele, Leo D Antuono, Jean Pierre Lambert, België Kaloyan Marinov, Bulgarije Carolin Simonis, Duitsland Mourad Benzaaza, Frankrijk Nikolaos Ploumis, Griekenland Csilla Dobos, Hongarije Anna Adinolfi, Italië Arsène Kihm, Luxemburg Bernard Bodt, Ron Brands, Jeffrey Dinsbach, Thea van der Heide, Maarten Kramer, Robert Milewski, Gerrit Riphagen, Bernard Wempe, Jelte Wiersinga, Nederland Werner Fözö, Oostenrijk Mieczyslaw Bielawski, Mariusz Cieslik, Jakub Dzianowicz, Polen Mihai Ailincai, Roxana Florescu, Roemenië Miguel Angel Hernandez, Araceli Rodriguez, Spanje Vladimir Koudela, Tsjechië Sam Chaudhuri, Rina Goldenberg, Verenigd Koninkrijk.
ING Groep Jaarverslag 2009
89
Kerncijfers In overeenstemming met IFRS-EU 2009
2008
2007
2006
2005
Baten (in miljoenen euro’s) Bancaire activiteiten Verzekeringsactiviteiten Totale baten (1)
12.311 35.790 47.765
11.731 54.851 66.291
14.602 62.208 76.586
14.195 59.642 73.621
13.848 57.403 71.120
Personeelslasten en bedrijfslasten (in miljoenen euro’s) Bancaire activiteiten Verzekeringsactiviteiten Totaal
9.668 4.381 14.049
10.148 5.423 15.571
9.970 5.498 15.468
9.070 5.269 14.339
8.778 5.195 13.973
2.973
1.280
125
103
88
–826 –699 –1.525 –472 –118 –935
148 –1.635 –1.487 –721 –37 –729
4.510 6.533 11.043 1.535 267 9.241
5.005 4.935 9.940 1.907 341 7.692
4.916 3.978 8.894 1.379 305 7.210
Cijfers per gewoon aandeel (in euro’s) Nettoresultaat Gewoon resultaat Dividend Eigen vermogen (in moederbedrijf)
–0,44 –0,57 – 8,95
–0,36 –0,27 0,74 8,55
4,32 3,31 1,48 17,73
3,57 2,74 1,32 17,78
3,32 2,55 1,18 16,96
Balans (in miljarden euro’s) Balanstotaal ultimo december Totaal eigen vermogen ultimo december Eigen vermogen (in moederbedrijf) ultimo december Kernkapitaaleffecten per ultimo december
1.164 40 34 5
1.332 29 17 10
1.313 40 37
1.226 41 38
1.159 38 37
107.173
124.661
124.634
119.801
116.614
Toevoeging aan voorziening voor dubieuze debiteuren bankbedrijf (in miljoenen euro’s) Resultaat voor belastingen (in miljoenen euro’s) Bankresultaat voor belastingen Verzekeringsresultaat voor belastingen Totaalresultaat voor belastingen Belastingen Minderheidsdeelnemingen Nettoresultaat
Medewerkers (aantal fte’s per jaarultimo) (1)
Inclusief intercompany-eliminaties.
90
ING Groep Jaarverslag 2009
Jaarrekening 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerde balans Geconsolideerde winst-en-verliesrekening Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd mutatie-overzicht eigen vermogen Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening Grondslagen voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht Toelichting op de geconsolideerde balans Additionele informatie bij de geconsolideerde balans Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening Gesegmenteerde informatie Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht Risicobeheer Kapitaalbeheer
92 93 94 95 96 98 116 117 152 184 197 202 203 260
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening Vennootschappelijke balans Vennootschappelijke winst-en-verliesrekening Vennootschappelijk mutatieoverzicht eigen vermogen Grondslagen voor de vennootschappelijke balans en winst-en-verliesrekening Toelichting op de vennootschappelijke balans
266 267 268 269 270
2.3 Overige informatie Accountantsverklaring Voorstel voor bestemming van het resultaat
275 276
2.4 Additionele informatie Risicofactoren RAROC performance Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank Financiële begrippenlijst Algemene informatie
ING Groep Jaarverslag 2009
277 292 293 313 321
91
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerde balans van ING Groep per 31 december
bedragen in miljoenen euro’s
ACTIVA Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken 1 Bankiers 2 Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat 3 – activa aangehouden voor handelsdoeleinden – beleggingen voor risico van polishouders – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen 4 – beschikbaar voor verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten 5 Herverzekeringscontracten 17 Deelnemingen 6 Beleggingen in onroerend goed 7 Gebouwen en bedrijfsmiddelen 8 Immateriële vaste activa 9 Overlopende acquisitiekosten 10 Activa aangehouden voor verkoop 11 Overige activa 12 Totaal activa EIGEN VERMOGEN Eigen vermogen (moedermaatschappij) 13 Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht 13 Minderheidsbelangen Totaal eigen vermogen
2009
2008
15.390 43.397
22.045 48.447
111.444 104.597 11.632
160.378 95.366 16.484
5.517
8.277
197.703 14.409 578.946 5.480 3.699 3.638 6.119 6.021 11.398 5.024 39.229 1.163.643
242.852 15.440 619.791 5.797 4.355 4.300 6.396 6.915 11.843 15.312 47.665 1.331.663
33.863 5.000 38.863 915 39.778
17.334 10.000 27.334 1.594 28.928
10.099 119.981 23.151 240.858 84.235 469.508
10.281 96.488 31.198 240.790 152.265 522.783
VREEMD VERMOGEN Achtergestelde leningen 14 Uitgegeven schuldbewijzen 15 Overige leningen 16 Verzekerings- en beleggingscontracten 17 Bankiers 18 Toevertrouwde middelen 19 Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat 20 – verplichtingen voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Verplichtingen aangehouden voor verkoop 11 Overige schulden 21 Totaal vreemd vermogen
98.245 20.070
152.616 21.773
11.474 4.890 41.354 1.123.865
14.009 15.020 45.512 1.302.735
Totaal eigen en vreemd vermogen
1.163.643
1.331.663
De referenties verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 117, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
92
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep voor de jaren eindigend op 31 december
bedragen in miljoenen euro’s
2009
Rentebaten uit bancaire activiteiten Rentelasten uit bancaire activiteiten Renteresultaat uit bancaire activiteiten 35 Bruto premie-inkomen 36 Opbrengst beleggingen 37 Resultaat uit verkoop van groepsmaatschappijen 38 Bruto provisiebaten Provisielasten Provisie-inkomen 39 Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten 40 Netto handelsresultaat 41 Resultaat deelnemingen 6 Overige baten 42 Totaal baten
79.850 –67.475
Bruto verzekeringstechnische lasten 43 Beleggingsresultaat voor risico van polishouders Herverzekeringsdeel Verzekeringstechnische lasten 43 Mutatie voorzieningen voor dubieuze debiteuren 5 Afschrijving immateriële vaste activa en overige bijzondere waardeverminderingen 44 Personeelskosten 45 Overige rentelasten 46 Overige bedrijfslasten 47 Totale lasten
50.440 –17.742 –1.714
2009
2008
2008
97.011 –85.969 12.375 30.492 3.342 264
6.790 –2.177
2007
11.042 43.812 4.664 17 7.504 –2.539
4.613 –4.676 1.125 –461 691 47.765
2007
76.749 –67.773 8.976 46.818 13.352 430 7.693 –2.866 4.965 2.300 –749 –404 644 66.291
18.831 32.408 –1.754
4.827 –561 1.119 740 885 76.586 51.818 –1.079 –1.906
30.984 2.973
49.485 1.280
48.833 125
568 7.338 716 6.711 49.290
464 8.764 978 6.807 67.778
15 8.261 1.102 7.207 65.543
Resultaat voor belastingen
–1.525
–1.487
11.043
Belastingen 48 Nettoresultaat (voor minderheidsbelangen)
–472 –1.053
–721 –766
1.535 9.508
–935 –118 –1.053
–729 –37 –766
9.241 267 9.508
Verdeling: Aandeelhouders van de moedermaatschappij Minderheidsbelangen
bedragen in euro’s
Nettoresultaat per gewoon aandeel 49 Gewoon resultaat per gewoon aandeel 49 Verwaterd resultaat per gewoon aandeel 49 Dividend per gewoon aandeel 50
2009
2008
2007
–0,44 –0,57 –0,57 0,00
–0,36 –0,27 –0,27 0,74
4,32 3,31 3,29 1,48
De referenties verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 184, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
ING Groep Jaarverslag 2009
93
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van ING Groep voor de jaren eindigend op 31 december
2009
2008
2007
Nettoresultaat
–1.053
–766
9.508
Ongerealiseerde herwaardering na belastingen Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar winst of verlies Mutatie kasstroomhedge reserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Koersverschillen vreemde valuta Overige herwaarderingen Bedragen rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen (overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten)
11.867 1.554 –805 –2.079 59 –9
–18.485 2.476 746 2.193 –1.086 –23
–1.244 –3.186 –925 1.137 –1.358 31
10.587
–14.179
–5.545
9.534
–14.945
3.963
9.665 –131 9.534
–14.703 –242 –14.945
3.746 217 3.963
bedragen in miljoenen euro’s
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Verdeling gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten: Aandeelhouders van de moedermaatschappij Minderheidsbelangen
In Ongerealiseerde herwaardering na belasting is EUR 15 miljoen (2008: EUR 218 miljoen; 2007: EUR –183 miljoen) opgenomen wat betrekking heeft op het aandeel in de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten deelnemingen. In Koersverschillen vreemde valuta is EUR 131 miljoen (2008: EUR –214 miljoen; 2007: EUR –112 miljoen) opgenomen wat betrekking heeft op het aandeel in de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten deelnemingen. Verwezen wordt naar toelichting 21 ‘Overige schulden’ voor een toelichting met betrekking tot de belastingeffecten van elk component van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten met uitzondering van Nettoresultaat welke toegelicht is in de Geconsolideerde winst-en-verliesrekening.
94
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerd kasstroomoverzicht van ING Groep voor de jaren eindigend op 31 december
bedragen in miljoenen euro’s
Resultaat voor belastingen Aanpassingen voor – afschrijvingen – overlopende acquisitiekosten en value of business acquired – verzekeringstechnische voorzieningen en voorzieningen voor beleggingscontracten – mutatie voorzieningen voor dubieuze debiteuren – overige Betaalde belastingen Mutaties in – bankiers (te vorderen), niet direct opeisbaar – activa aangehouden voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – overige financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – kredieten – overige activa – bankiers (verschuldigd), niet direct opeisbaar – toevertrouwde middelen – verplichtingen voor handelsdoeleinden – overige financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – overige schulden Netto kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen en verstrekkingen – groepsmaatschappijen – deelnemingen – voor verkoop beschikbare beleggingen – tot einde looptijd aangehouden beleggingen – beleggingen in onroerend goed – gebouwen en bedrijfsmiddelen – activa onder operationele leaseovereenkomsten – beleggingen voor risico van polishouders – overige beleggingen Desinvesteringen en aflossingen – groepsmaatschappijen – deelnemingen – voor verkoop beschikbare beleggingen – tot einde looptijd aangehouden beleggingen – beleggingen in onroerend goed – gebouwen en bedrijfsmiddelen – activa onder operationele leaseovereenkomsten – beleggingen voor risico van polishouders – overige beleggingen Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten 53 Uitgifte achtergestelde leningen Uitgifte leningen en schuldbewijzen Aflossing leningen en schuldbewijzen Uitgifte van gewone aandelen Uitgifte van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Terugkoop van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Inkoop eigen aandelen Uitgifte eigen aandelen Uitgekeerd dividend (1) Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom 54 Liquiditeiten begin van het jaar Koersverschillen vreemde valuta op liquiditeiten Liquiditeiten eind van het jaar 55 (1)
2009
2008
2007
–1.525 1.701 –1.131
–1.487 1.492 –444
11.043 1.382 –1.338
3.829 2.973 6.015 –412 8.611 47.963 864
16.363 1.280 6.955 –49 7.162 32.386 –2.020
26.494 125 –3.897 –1.347 –8.690 2.997 261
2.196 11.552 6.948 –67.410 21.073 –54.366
3.174 –76.215 –11.847 13.210 6.831 3.501
–4.878 –75.501 –6.534 15.414 28.640 20.916
–5.798 –10.483 –27.400
13.016 –485 12.823
44 6.577 11.708
–5 –181 –165.771
–1.725 –1.034 –228.291 –314 –905 –708 –1.401 –64.735 –881 1.590 972 225.539 1.640 415 137 428 59.251 19 –10.003
–3.215 –1.221 –284.006
2.721 391.915 –354.015 448 10.000
1.764 455.629 –464.982 397
–2.388 252 –3.207 45.726 48.546 –16.811 –464 31.271
–3.446 846 –3.039 –12.831 –15.056 –1.795 40 –16.811
–130 –640 –1.034 –65.362 –338 2.643 294 167.075 1.675 656 82 93 64.158 24 3.239
437.772 –425.182 7.276 –5.000 –101 118 –1.030 13.853 –10.308 31.271 –4 20.959
–876 –575 –1.393 –54.438 –316 1.012 1.049 281.198 822 309 151 417 47.136 13 –13.933
In 2007 en 2008 bestaat het Uitgekeerd dividend uit betaald dividend op gewone aandelen. In 2009 bestaat het uit de betaling met betrekking tot de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht (betaling van de coupon van 2008 van EUR 425 miljoen, de terugbetalingsvergoeding van EUR 346 miljoen en de coupon in verband met de terugbetaling van EUR 259 miljoen).
In de Liquiditeiten per 31 december 2009 zijn Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken opgenomen van EUR 15.390 miljoen (2008: EUR 22.045 miljoen; 2007: EUR 12.406 miljoen). Verwezen wordt naar toelichting 55 ‘Liquiditeiten’. De referenties verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 202, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening. ING Groep Jaarverslag 2009
95
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerd mutatie-overzicht eigen vermogen van ING Groep voor de jaren eindigend 31 december
Minderheids belangen
Totaal
38.266
2.949
41.215
–1.135
–1.135
–109
–1.244
–3.186 –925
–3.186 –925
1.132 –1.381
1.132 –1.381
5 23 31
1.137 –1.358 31
–5.495
–5.495
–50
–5.545
9.241 3.746
9.241 3.746
267 217
9.508 3.963
104
104
–2.999 –2.304
–2.999 –2.304 395
27.935
37.208
–58 2.323
–745 –3.039 –2.304 395 –58 39.531
–18.437
–18.437
–48
–18.485
2.476 746
2.476 746
2.193 –952
2.193 –952
–13.974
bedragen in miljoenen euro’s
Aandelenkapitaal
Agioreserve
Reserves
Balans per 1 januari 2007
530
8.348
29.388
Ongerealiseerde herwaardering na belastingen Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar winst of verlies Mutatie kasstroomhedge reserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Koersverschillen vreemde valuta (1) Overige herwaarderingen Bedragen rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen Nettoresultaat
Op aandelengebaseerde beloningen Veranderingen in de samenstelling van de groep Dividend (2) Inkoop/uitgifte eigen aandelen Uitoefening van warrants en opties Mutaties in minderheidsbelangen Balans per 31 december 2007
4
391
534
8.739
Ongerealiseerde herwaardering na belastingen Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar winst of verlies Mutatie kasstroomhedge reserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Koersverschillen vreemde valuta Overige herwaarderingen Bedragen rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen Nettoresultaat
Emissiekosten Op aandelengebaseerde beloningen Uitgifte kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Veranderingen in de samenstelling van de groep Dividend (3) Inkoop/uitgifte eigen aandelen Uitoefening van warrants en opties Balans per 31 december 2008
Eigen Kernkapitaalvermogen (moeder- effecten zonder stemrecht maatschappij)
–3.186 –925
104 –745 –40
2.476 746
–134 –23
2.193 –1.086 –23
–13.974
–205
–14.179
–729 –14.703
–729 –14.703
–37 –242
–766 –14.945
–20 31
–20 31
–20 31 10.000
–44 5 495
–3.600 –1.986 443 9.182
7.657
–3.600 –2.030 448 17.334
10.000 –455 –32
10.000
1.594
–455 –3.632 –2.030 448 28.928
In 2007 zijn in de Koersverschillen vreemde valuta koersverschillen van EUR –1.153 miljoen en Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar winst of verlies van EUR –228 miljoen opgenomen. Verwezen wordt naar toelichting 13 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/ kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’. (2) 2006 slotdividend van EUR 0,73 per gewoon aandeel en 2007 interimdividend van EUR 0,66 per gewoon aandeel. (3) 2007 slotdividend van EUR 0,82 per gewoon aandeel, 2008 interimdividend van EUR 0,74 per gewoon aandeel en slotdividend van EUR 0,425 per kernkapitaaleffect zonder stemrecht. (1)
96
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerd mutatie-overzicht eigen vermogen van ING Groep (vervolg)
bedragen in miljoenen euro’s
Balans per 31 december 2008 Ongerealiseerde herwaardering na belastingen Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar winst of verlies Mutatie kasstroomhedge reserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Koersverschillen vreemde valuta Overige herwaarderingen Bedragen rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen
Aandelenkapitaal
Agioreserve
495
9.182
Nettoresultaat
Emissiekosten Op aandelengebaseerde beloningen Terugbetaling kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Veranderingen in de samenstelling van de groep Dividend en terugbetalingsvergoeding (4) Claimemissie Inkoop/uitgifte eigen aandelen Balans per 31 december 2009 (4)
Eigen Kernkapitaaleffecten vermogen zonder (moederstemrecht Reserves maatschappij)
7.657
17.334
11.874
11.874
1.554 –805
1.554 –805
–2.079 56
–2.079 56
10.600
10.000
Minderheids belangen
Totaal
1.594
28.928
–7
11.867 1.554 –805
3 –9
–2.079 59 –9
10.600
–13
10.587
–935 9.665
–935 9.665
–118 –131
–1.053 9.534
64
–222 64
–222
–222 64 –5.000
–605 424
7.074
919
16.034
129 16.910
–605 7.498 129 33.863
–5.000 –546 –2
5.000
915
–546 –607 7.498 129 39.778
et bedrag van EUR 605 miljoen in 2009 bestaat uit de coupon (EUR 259 miljoen) en de terugbetalingsvergoeding (EUR 346 miljoen) op de terugbetaling van H EUR 5 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht.
In 2009 bedroegen de latente belastingen over Ongerealiseerde herwaarderingen geboekt in 2009 EUR –3.520 miljoen (2008: EUR 5.381 miljoen; 2007: EUR 1.451 miljoen). Voor verdere informatie over latente belastingen wordt verwezen naar toelichting 21 ‘Overige schulden’. De reserves bestaan uit de herwaarderingsreserve van EUR 2.466 miljoen (2008: EUR –8.502 miljoen; 2007: EUR 4.937 miljoen), de reserve koersverschillen vreemde valuta van EUR –2.008 miljoen (2008: EUR –1.918 miljoen; 2007: EUR –1.354 miljoen) en overige reserves van EUR 16.452 miljoen (2008: EUR 18.077 miljoen; 2007: EUR 24.352 miljoen). De mutaties van deze reserves worden toegelicht in toelichting 13 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’.
ING Groep Jaarverslag 2009
97
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep
VASTSTELLING JAARREKENING De geconsolideerde jaarrekening van ING Groep N.V. (ING Groep) voor het jaar eindigend op 31 december 2009 is vastgesteld door de Raad van Bestuur op 15 maart 2010. ING Groep N.V. is opgericht en gevestigd in Amsterdam. De primaire activiteiten van ING Groep worden beschreven in paragraaf 1.1 ‘ING in het kort’. ALGEMENE GRONDSLAGEN ING Groep past de International Financial Reporting Standards toe zoals aanvaard binnen de Europese Unie (‘EU’). In 2009 zijn de volgende nieuwe of gewijzigde standaarden, interpretaties en aanpassingen van standaarden en interpretaties van kracht geworden: • Aanpassing van IFRS 2 ‘Share-based Payments – Vesting Conditions and Cancellations’; • IFRS 8 ‘Operating Segments’; • IAS 1 ‘Presentation of Financial Statements’; • IAS 23 ‘Borrowing Costs’; • Aanpassing van IAS 32 ‘Financial Instruments: Presentation’ en IAS 1 ‘Presentation of Financial Statements – Puttable Financial Instruments and Obligations Arising on Liquidation’; • Aanpassing van IFRS 1 ‘First-time Adoption of IFRS’ en IAS 27 ‘Consolidated and Separate Financial Statements – Determining the cost of an Investment in the Separate Financial Statements’; • IFRIC 13 ‘Customer Loyalty Programmes’; • IFRIC 15 ‘Agreements for the Construction of Real Estate; • IFRIC 16 ‘Hedges of a Net Investment in a Foreign Operation’; • 2008 Annual Improvements to IFRS; • Aanpassing van IFRS 7 ‘Improving Disclosures about Financial Instruments’; • Aanpassing van IFRIC 9 en IAS 39 – ‘Embedded Derivatives’. Geen van de nieuwe of gewijzigde standaarden of interpretaties had een materieel effect op het eigen vermogen en resultaat over het jaar. De invoeringen van de aanpassing van IFRS 7 ‘Improving Disclosures about Financial Instruments’ heeft een significante impact gehad op de toelichting van de ‘toegepaste methoden voor bepaling reële waarden van financiële activa en verplichtingen’ (de drie niveaus van de reële waarde hiërarchie). Meer informatie is opgenomen in toelichting 34 ‘Reële waarde van financiële activa en verplichtingen’. De volgende nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties uitgegeven door de IASB zijn van toepassing voor ING Groep vanaf 2010 (tenzij anders aangegeven) wanneer deze ook goedgekeurd zijn door de EU: • Aanpassing van IFRS 1 ‘First-time adoption of IFRS’; • IFRS 3 ‘Business Combinations’ (aangepast) en IAS 27 ‘Consolidated and Separate Financial Statements’ (aangepast); • Aanpassing van IAS 39 ‘Financial Instruments: Recognition and Measurement – Eligible Hedged Items’; • IFRIC 17 ‘Distributions of Non-cash Assets to Owners’; • IFRIC 18 ‘Transfers of Assets from Customers’; • 2009 Annual Improvements to IFRS; • Aanpassing van IFRS 2 ‘Group Cash-settled Share-based Payment Transactions’; • Aanpassing van IFRS 1 ‘Additional Exemptions for First-time Adopters’; • ’Classification of Rights Issues’ (aanpassing van IAS 32), van toepassing vanaf 2011; • Aanpassing van IAS 24 ‘Related Party Disclosures’, van toepassing vanaf 2011; • Aanpassing van IFRIC 14 ‘Prepayments of a Minimum Funding Requirement’, van toepassing vanaf 2011; • IFRIC 19 ‘Extinguishing Financial Liabilities with Equity Instruments’, van toepassing vanaf 2011; • Aanpassing van IFRS 1 ‘Limited Exemption from Comparative IFRS 7 Disclosure for First-time Adopters’, van toepassing vanaf 2011. ING Groep verwacht niet dat de invoering van deze nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties een materieel effect zal hebben op de geconsolideerde jaarrekening. Verder is IFRS 9 ‘Financial Instruments’ gepubliceerd, welke van toepassing is vanaf 2013. Aangezien deze standaard nog niet is goedgekeurd door de EU is deze nog geen onderdeel van IFRS-EU. Toepassing van IFRS 9 – wanneer deze is goedgekeurd door de EU – kan een significante impact hebben op het eigen vermogen en/of resultaat van ING Groep. De International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de EU bevatten een aantal opties voor het bepalen van de grondslagen voor financiële verslaggeving. De grondslagen zoals toegepast door ING, inclusief de keuzes die daarbij zijn gemaakt, zijn beschreven in de paragraaf ‘Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling’. In dit document wordt de term ‘IFRS-EU’ gebruikt om te verwijzen naar International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de EU, inclusief de keuzes die ING Groep heeft gemaakt met betrekking tot de opties toegestaan onder International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de EU.
98
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Zoals toegelicht in ‘Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling’ en in toelichting 24 ‘Derivaten en hedge accounting’ maakt ING Groep bij het afdekken van renterisico’s gebruik van de EU ‘carve-out’ in IFRS voor reële-waardehedges op portefeuilleniveau (macrohedges). De presentatie van, en sommige begrippen gebruikt in de geconsolideerde balans, de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, het geconsolideerde kasstroomoverzicht, het geconsolideerde mutatie-overzicht eigen vermogen en bepaalde toelichtingen zijn gewijzigd om additionele en meer relevante informatie te verstrekken. BELANGRIJKSTE WAARDERINGSGRONDSLAGEN ING Groep heeft bepaald welke waarderingsgrondslagen het belangrijkst zijn voor haar bedrijfsactiviteiten en de interpretatie van haar resultaten. Bij het toepassen van deze belangrijkste waarderingsgrondslagen dienen complexe of subjectieve keuzes en inschattingen te worden gemaakt. Het betreft de regels voor het vaststellen van de verzekeringstechnische voorzieningen en overlopende acquisitiekosten, het vaststellen van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren, het bepalen van reële waarden van onroerend goed en financiële activa en verplichtingen, bijzondere waardeverminderingen en de personeelsbeloningen. Deze onderwerpen zijn van fundamenteel belang voor het bepalen van de vermogenspositie en de bedrijfsresultaten van ING Groep. Hierbij worden situaties beoordeeld, gebaseerd op financiële gegevens en informatie die in de tijd aan verandering onderhevig zijn. Het hanteren van andere aannames of financiële gegevens kan tot significant andere uitkomsten leiden. Voor een nadere beschouwing van deze waarderingsgrondslagen wordt verwezen naar de betreffende toelichting op de geconsolideerde jaarrekening en naar de onderstaande informatie in de paragraaf ’Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling’. VERZEKERINGSTECHNISCHE VOORZIENINGEN, OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN EN VALUE OF BUSINESS ACQUIRED (VOBA) Het vormen van de verzekeringstechnische voorzieningen, overlopende acquisitiekosten (ook wel deferred acquisition costs, ‘DAC’) en VOBA is een proces dat van nature is omgeven met onzekerheden. In dit proces worden aannames gedaan met betrekking tot factoren als rechterlijke uitspraken, wetswijzigingen, sociale, economische en demografische trends, inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders en andere factoren en, voor levensverzekeringen, aannames met betrekking tot de ontwikkeling van sterfte en invaliditeit. Significante aannames met betrekking tot genoemde factoren zoals de ontwikkeling van rente, sterfte en invaliditeit, claims uit hoofde van schadeverzekeringen, beleggingsrendementen op aandelen en vastgoed, vreemde valuta en aannames voor de toereikendheid zoals voorzieningen voor levensverzekeringsverplichtingen kunnen een materieel effect hebben op het resultaat. Het gebruik van andere aannames voor deze factoren zou een materieel effect kunnen hebben op de verzekeringstechnische voorzieningen en verzekeringstechnische lasten. Veranderingen in aannames kunnen op den duur leiden tot veranderingen in de verzekeringstechnische voorzieningen. Verder kunnen sommige van deze aannames fluctueren. Daarnaast worden de verzekeringstechnische voorzieningen, verminderd met de overlopende acquisitiekosten en VOBA, regelmatig op toereikendheid getoetst. In de test wordt de bestaande voorziening vergeleken met de beste op dat moment beschikbare inschatting van factoren zoals rechterlijke uitspraken, wetswijzigingen, sociale, economische en demografische trends, inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders ontwikkelingen met betrekking tot sterfte en invaliditeit en andere factoren. Het gebruik van andere aannames in deze test kan leiden tot een andere uitkomst. De verzekeringstechnische voorzieningen bevatten ook het effect van afgegeven garanties begrepen in bepaalde levensverzekeringen. Dit effect is afhankelijk van het verschil tussen de potentiële minimale uitkeringen en het totale opgebouwde bedrag, verwachte sterfte en het percentage van afkopen. Bij het bepalen van de potentiële minimale uitkeringen wordt ook gebruik gemaakt van aannames met betrekking tot factoren zoals inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders, ontwikkeling van sterfte en invaliditeit en andere factoren. Het gebruik van andere aannames voor deze factoren zou een materieel effect kunnen hebben op de hoogte van de verzekeringstechnische voorzieningen en verzekeringstechnische lasten. Het proces van het bepalen van de methodologie en de aannames voor de verzekeringstechnische voorzieningen, DAC en VOBA wordt beheerst door ING Verzekeringen risicomanagement zoals beschreven in de paragraaf ‘Risicobeheer’. Zie de paragraaf ‘Risicobeheer’ voor een gevoeligheidsanalyse van verzekerings-, rente-, aandelen-, vreemde valuta- en vastgoedrisico’s op resultaat en eigen vermogen. Deze gevoeligheidsanalyses zijn gebaseerd op veranderingen in veronderstellingen die het management op balansdatum redelijk acht. VOORZIENINGEN VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN De voorzieningen voor dubieuze debiteuren worden bepaald op basis van een ’incurred loss’ model. Voor het bepalen van de hoogte van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren (bijzondere waardevermindering) wordt gebruik gemaakt van schattingen gebaseerd op beoordelingen van het management van het risico in de portefeuille, huidige economische omstandigheden, geleden verliezen in de laatste jaren en trends in krediet, bedrijfstak en geografische concentraties. Veranderingen in dit soort schattingen en analyses kunnen leiden tot wijzigingen in de voorzieningen voor dubieuze debiteuren over de perioden. Het vaststellen van een bijzondere waardevermindering en het bepalen van de realiseerbare waarde is een van nature met onzekerheden omgeven proces waarbij gebruik wordt gemaakt van diverse aannames en omstandigheden, zoals de kredietwaardigheid van de tegenpartij, de verwachte toekomstige kasstromen, marktprijzen en verwachte verkoopprijzen. ING Groep Jaarverslag 2009
99
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Toekomstige kasstromen in een portefeuille van financiële activa, die collectief worden beoordeeld op bijzondere waardevermindering, worden geschat op basis van de contractueel overeengekomen kasstromen en historische ervaringen met kredietverliezen op activa met gelijkwaardige kredietkenmerken op portefeuilleniveau. De historische ervaringen met kredietverliezen worden aangepast voor recent waargenomen ontwikkelingen om de effecten van de huidige marktomstandigheden weer te geven die nog niet in de historische ervaring met kredietverliezen tot uitdrukking zijn gekomen en om effecten te elimineren van omstandigheden die niet langer actueel zijn. De recent waargenomen ontwikkelingen kunnen veranderingen bevatten met betrekking tot werkloosheidcijfers, prijzen van vastgoed en handelsgoederen. De methodologie en aannames voor het schatten van toekomstige kasstromen worden regelmatig herzien om mogelijke verschillen tussen geschatte en werkelijke verliezen te beperken. REËLE WAARDEN VAN BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED Beleggingen in onroerend goed worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardemutaties in de winst-en-verliesrekening worden verwerkt. De reële waarden van beleggingen in onroerend goed zijn gebaseerd op recente taxaties uitgevoerd door onafhankelijke, gekwalificeerde taxateurs. De reële waarde vertegenwoordigt het bedrag voor welke het vastgoed verhandeld zou kunnen worden op de taxatiedatum tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper in een ‘at arm’s length’ transactie na goed marktonderzoek waarbij de partijen beide goed geïnformeerd, zorgvuldig en zonder verplichting handelen. De waarderingen zijn gebaseerd op de veronderstelling dat het onroerend goed verhuurd is en verkocht aan derden gebaseerd op de actuele huurstand. De waarderingen zijn gebaseerd op de contante kasstroomanalyse van elk onroerend goed. De contante-kasstroomanalyse is gebaseerd op de berekeningen van de toekomstige huuropbrengsten in overeenstemming met de voorwaarden van bestaande huurovereenkomsten en inschattingen van de verhuurde waarden wanneer de huurovereenkomsten aflopen. Elke verslagperiode wordt voor ieder vastgoedobject intern een taxatierapport opgesteld of dit wordt door een onafhankelijk externe taxateur gedaan. Bij interne waardebeoordeling wordt gebruik gemaakt van indexatie. De index is gebaseerd op de resultaten van externe taxaties uitgevoerd in die periode. Markttransacties en verkopen van onroerend goed worden gebruikt als onderdeel van de procedure ter toetsing van de indexatiemethodologie. Taxaties welke eerder in het verslagjaar uitgevoerd zijn worden indien noodzakelijk om de situatie per jaareinde weer te geven, herzien. Bij de waardering van onroerend goed wordt gebruik gemaakt van inschattingen en technieken. Het gebruik van verschillende inschattingen en technieken zou tot significant afwijkende aanpassingen en waarderingen kunnen leiden. REËLE WAARDEN VAN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN De reële waarden van financiële activa en verplichtingen worden bepaald aan de hand van beurskoersen als deze beschikbaar zijn. Zulke beurskoersen worden primair verkregen van handelsprijzen voor genoteerde instrumenten. Wanneer een handelsprijs niet beschikbaar is worden marktprijzen gebruikt van onafhankelijke handelaren/marktpartijen, effectenmakelaars en beursmakelaars. Over het algemeen worden financiële activa gewaardeerd tegen de biedprijs en financiële verplichtingen tegen de laatprijs. In het geval dat posities tegen middenkoers worden gewaardeerd, wordt een correctie op de reële waarde berekend. In bepaalde markten welke significant minder actief of inactief zijn geworden kan voor dezelfde belegging de reikwijdte van de prijzen van de verschillende prijsbronnen significant zijn. Het selecteren van de meest geschikte prijs tussen deze uitersten vereist inschattingsvermogen. Het selecteren van verschillende prijzen kan materieel verschillende reële waardebepalingen veroorzaken. Voor bepaalde financiële activa en verplichtingen is geen beurskoers beschikbaar. Voor deze financiële activa en verplichtingen wordt de reële waarde bepaald met behulp van waarderingstechnieken. Deze waarderingstechnieken variëren van netto contante waardeberekening tot waarderingsmodellen waarbij rekening wordt gehouden met relevante prijsfactoren waaronder marktprijzen van de onderliggende instrumenten waaraan gerefereerd wordt, marktparameters (volatiliteiten, correlaties, kredietwaardigheid) en cliëntgedrag. Alle gebruikte waarderingstechnieken worden intern beoordeeld en goedgekeurd. De meeste gegevens die in deze waarderingstechnieken worden gebruikt worden dagelijks gevalideerd. Waarderingstechnieken zijn van nature subjectief. Het vaststellen van de reële waarde van bepaalde financiële activa en verplichtingen is dan ook in belangrijke mate afhankelijk van inschattingen. Waarderingstechnieken bevatten diverse veronderstellingen met betrekking tot prijsfactoren. Het gebruik van andere waarderingtechnieken en aannames zou tot materieel afwijkende schattingen van reële waarden kunnen leiden. Prijstesten worden uitgevoerd om vast te stellen of het waarderingsproces heeft geleid tot de juiste reële waarde van de positie en of deze waarderingen correct tot uitdrukking zijn gekomen in de winst-en-verliesrekening. Het doel van deze prijstesten is het minimaliseren van het mogelijke risico op economische verliezen veroorzaakt door materieel onjuiste of verkeerd gebruikte modellen. Zie toelichting 34 ‘Reële waarden van financiële activa en verplichtingen’ voor de wijze waarop reële waarden van financiële instrumenten worden bepaald en gerelateerde gevoeligheden.
100
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN De inschatting van bijzondere waardeverminderingen is een complex proces. Inherent aan dit proces is het grote belang van aannames en onzekerheden, deze kunnen een significant effect hebben op de geconsolideerde jaarrekening van ING Groep. Bijzondere waardeverminderingen hebben met name een grote invloed op twee posten: schuldbewijzen en aandelen beschikbaar voor verkoop en immateriële vaste activa, inclusief goodwill. Aandelen en schuldbewijzen welke niet zijn opgenomen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat dienen elke rapportage periode getoetst te worden op eventuele bijzondere waardeverminderingen. De boekwaarde wordt beoordeeld om vast te stellen of een bijzondere waardevermindering is opgetreden. Deze beoordeling omvat zowel getalsmatige als inhoudelijke overwegingen. Voor schuldbewijzen worden onder andere beoordeeld de verwachte en reeds opgetreden kredietverliezen, bijvoorbeeld door wanbetaling, marktgegevens over verwachte en reeds opgetreden kredietverliezen en overig bewijsmateriaal dat de uitgever niet aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt op aandelen wanneer het management van mening is dat er een significante en/of langdurige waardevermindering is opgetreden. Een dergelijke waardevermindering is een indicatie dat de verwervingsprijs niet terugverdiend wordt. De betekenis van ‘significant’ en ‘langdurig’ wordt op individueel niveau voor elke aandelenbelegging apart geïnterpreteerd, in het algemeen gelden een waardedaling van 25% en een tijdsduur van zes maanden als indicatoren. Een bijzondere waardevermindering op schuldbewijzen wordt opgenomen voor het bedrag ter grootte van het verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en de reële waarde. Dit verschil wordt overgeheveld van de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen naar de winst-en-verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen kunnen worden teruggenomen wanneer het bedrag van de bijzondere waardeverminderingen in een volgende periode afneemt en de daling objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die na de afboeking plaatsvond. Bijzondere waardeverminderingen op aandelenbeleggingen kunnen niet worden teruggenomen. Bijzondere waardeverminderingen op overige schuldinstrumenten (leningen en vorderingen en tot einde looptijd aangehouden beleggingen) zijn onderdeel van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren zoals hierboven beschreven. Toetsing van immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur, inclusief goodwill en overige immateriële vaste activa, op bijzondere waardeverminderingen geschiedt minimaal jaarlijks. Wanneer er aanwijzingen zijn dat er een bijzondere waardevermindering opgetreden is, kan er ook tussentijds een toets plaatsvinden. Goodwill wordt getoetst door de boekwaarde van de rapporterende eenheid (inclusief goodwill) te vergelijken met de reële waarde minus verkoopkosten van de rapporterende eenheid waaraan de goodwill is toegewezen. Een rapporterende eenheid is het laagste niveau waarop goodwill gevolgd wordt. Immateriële vaste activa wordt getoetst op bijzondere waardeverminderingen door de boekwaarde te vergelijken met de beste inschatting van de realiseerbare waarde. Het vaststellen van bijzondere waardeverminderingen is een inherent onzeker proces waarbij gebruik gemaakt wordt van verschillende aannames en factoren, waaronder de financiële positie van de tegenpartij, verwachte toekomstige kasstromen, statistische data omtrent verliezen, disconteringspercentages, waarneembare marktprijzen, etc. Inschattingen en aannames zijn gebaseerd op de beoordeling van het management en overige informatie welke beschikbaar is voordat de jaarrekening vastgesteld wordt. Materieel afwijkende resultaten kunnen ontstaan wanneer omstandigheden wijzigen en aanvullende informatie bekend wordt. PERSONEELSBELONINGEN Groepsmaatschappijen zijn met een groot deel van hun medewerkers verschillende defined benefit plans (toegezegde pensioenregelingen) overeengekomen. De voorziening voor defined benefit plans is de contante waarde van de pensioenverplichtingen op balansdatum verminderd met de reële waarde van de beleggingen, aangepast voor niet-verantwoorde resultaten en kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren. De voorziening voor defined benefit plans wordt bepaald aan de hand van interne en externe actuariële modellen en berekeningen. De pensioenverplichtingen worden berekend in overeenstemming met de projected unit credit method. Inherent aan deze actuariële modellen is het gebruik van aannames met betrekking tot disconteringsvoeten, stijgingspercentage van toekomstige salarissen en beloningsniveaus, sterftecijfers, trends in kosten voor gezondheidszorg, de consumenten prijsindex en het verwachte beleggingsrendement. De aannames worden jaarlijks geactualiseerd en zijn gebaseerd op beschikbare marktinformatie en beleggingsrendementen uit het verleden. De actuariële aannames kunnen aanmerkelijk verschillen met de werkelijke resultaten vanwege veranderingen in marktomstandigheden, economische en sterftetrends en andere aannames. Iedere verandering in deze aannames kan een aanzienlijke invloed hebben op de hoogte van de voorziening voor defined benefit plans en de toekomstige pensioenlasten. Verschillen tussen het verwachte en werkelijke rendement op beleggingen door veranderingen in actuariële aannames en aanpassingen van ervaringscijfers worden niet in de winst-enverliesrekening verantwoord, tenzij het totaal van de cumulatieve wijzigingen buiten een bandbreedte van 10% van de grootste van de verplichting uit hoofde van de regeling óf de reële waarde van de bijhorende beleggingen valt. Het deel dat buiten de bandbreedte valt, wordt ten gunste of ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht over het verwachte gemiddeld resterend aantal dienstjaren van de deelnemers. Zie toelichting 21 ‘Overige schulden’ voor de gewogen gemiddelden van de belangrijkste actuariële veronderstellingen met betrekking tot de pensioenverplichtingen en overige verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding. ING Groep Jaarverslag 2009
101
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GRONDSLAGEN VOOR CONSOLIDATIE ING Groep (‘de Groep’) omvat ING Groep N.V., ING Verzekeringen N.V., ING Bank N.V. en alle andere groepsmaatschappijen. De geconsolideerde jaarrekening van ING Groep omvat de jaarrekeningen van ING Groep N.V. en alle maatschappijen waarin ING Groep of direct of indirect overheersende zeggenschap heeft middels het bezit van meer dan de helft van de stemrechten, danwel waarin ING Groep zeggenschap heeft om het operationele en financiële beleid te sturen, via onder andere de volgende situaties: • De macht om de meerderheid van de bestuurders te benoemen of te ontslaan; • Op grond van de statuten of een overeenkomst zeggenschap verkrijgt over het operationele en financiële beleid; en • Krachtens een overeenkomst met andere investeerders zeggenschap verkrijgt over meer dan de helft van de stemrechten. Toelichting 29 ‘Belangrijkste dochterondernemingen’ bevat een lijst met de belangrijkste dochterondernemingen. Het bestaan van potentiële stemrechten die direct uitoefenbaar of converteerbaar zijn worden in overweging genomen bij de beoordeling of een onderneming beschikkingsmacht heeft over een andere onderneming. Voor belangen in beleggingsfondsen wordt bij het bepalen of ING Groep overheersende zeggenschap heeft rekening gehouden met ING Groeps financiële belang voor eigen rekening en de rol van ING Groep als fondsbeheerder. De bedrijfsresultaten en het nettovermogen zijn opgenomen in de winst-en-verliesrekening en de balans vanaf het moment dat overheersende zeggenschap is verkregen tot het moment dat geen sprake meer is van overheersende zeggenschap. Bij verkoop wordt het verschil tussen de verkoopprijs minus de direct toe te rekenen transactiekosten, en het nettovermogen verwerkt in het resultaat. Wanneer ING Groep met een externe partij is overeengekomen een groepsmaatschappij te verkopen maar er nog geen juridische overdracht heeft plaatsgevonden is het mogelijk dat deze op balansdatum nog steeds onder de beschikkingsmacht van ING Groep valt. In dat geval blijft de betreffende groepsmaatschappij opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. Een dergelijk groepsmaatschappij kan als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan kwalificeren als een groep van activa welke wordt afgestoten en geclassificeerd als aangehouden voor verkoop. Een groep van activa welke wordt afgestoten classificeert als aangehouden voor verkoop als de boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik ervan. Voorwaarden voor deze classificatie is dat de verkoop zeer waarschijnlijk is en de groep van activa welke wordt afgestoten direct beschikbaar is voor verkoop in haar huidige staat. Verder moet het management zich gecommitteerd hebben aan de verkoop, waarvan de verwachting is dat deze binnen één jaar na het moment van classificatie als aangehouden voor verkoop plaats zal vinden. Alle intercompanytransacties, -saldi en ongerealiseerde winsten of verliezen op intercompanytransacties worden geëlimineerd. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen worden waar nodig aangepast om ze in overeenstemming te brengen met die van ING Groep. De rapportagedata van groepsmaatschappijen zijn in het algemeen hetzelfde als die van ING Groep N.V. ING Groep past proportionele consolidatie toe op haar aandeel in joint ventures. Bij de proportionele consolidatie worden activa en verplichtingen, baten en lasten en kasstromen naar evenredigheid van het belang opgenomen. Resultaten op transacties met joint ventures worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord voor het belang van andere deelnemers in de joint venture. Als ING Groep activa van de joint venture koopt, wordt het aandeel van ING Groep in de winst van de joint venture op die verkoop pas verantwoord als de activa zijn (door)verkocht aan een derde. Verliezen op vlottende activa of bijzondere waardeverminderingen van vaste activa worden direct verantwoord in de winst-en-verliesrekening. GEBRUIK VAN SCHATTINGEN EN AANNAMES Bij het opstellen van een jaarrekening is het gebruik van schattingen en veronderstellingen noodzakelijk. Deze schattingen en veronderstellingen zijn van invloed op de gerapporteerde omvang van de activa en het vreemd vermogen, de omvang van de voorwaardelijke verplichtingen per balansdatum en de gerapporteerde baten en lasten over het boekjaar. De werkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. Het proces van vaststellen van aannames is omgeven door interne controle procedures en autorisaties en daarbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe onderzoeken, statische informatie met betrekking tot de bedrijfstak, omgevingsfactoren en trends alsmede toezichtsvereisten. GESEGMENTEERDE INFORMATIE Een operationeel segment is een onderdeel van de Groep dat producten voortbrengt of diensten verleent met een rendement- en risicoprofiel dat afwijkt van die van andere operationele segmenten. Een geografisch gebied is een onderdeel van de Groep dat producten verkoopt of diensten verleent in een geografisch gebied dat een van andere geografische gebieden afwijkend rendements- en risicoprofiel heeft. De geografische analyses zijn gebaseerd op de vestigingsplaats van het kantoor waar de transacties zijn geïnitieerd. ANALYSE VAN HET VERZEKERINGSBEDRIJF Wanneer bedragen in verband met het verzekeringsbedrijf worden gesplitst in ‘leven’ en ‘schade’, dan worden de verzekeringen voor ziekte en invaliditeit begrepen onder ‘leven’ aangezien deze grotendeels dezelfde karakteristieken hebben als de levensverzekeringen.
102
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
VREEMDE VALUTA Functionele valuta en rapporteringsvaluta Balansposten van elke groepsmaatschappij worden gewaardeerd in de valuta van de economische omgeving waarin de entiteit voornamelijk haar bedrijfsactiviteiten uitoefent (de functionele valuta). De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in euro, de functionele valuta en rapporteringsvaluta van ING Groep N.V. Transacties en balansposten Transacties in vreemde valuta worden bij de eerste verwerking omgerekend naar de functionele valuta tegen de koers die geldt op de transactiedatum. Koersverschillen die optreden bij de afwikkeling van deze transacties dan wel bij de omrekening van monetaire posten in vreemde valuta worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening, behalve als deze onderdeel uitmaken van een kasstroomhedge of een hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen waarbij koersverschillen worden verantwoord in het eigen vermogen. Voor niet-monetaire posten die worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij de waardemutaties in het resultaat worden beschouwd, worden koersverschillen verantwoord als onderdeel van deze waardemutaties. Omrekening naar rapporteringsvaluta gebeurt voor deze posten gelijktijdig met de bepaling van de reële waarde. Voor niet-monetaire posten waarbij waardemutaties in het eigen vermogen worden verantwoord worden koersverschillen in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen verwerkt. Koersverschillen in de winst-en-verliesrekening worden in het algemeen opgenomen in Netto handelsresultaat. Onder toelichting 41 ‘Netto handelsresultaat’ zijn de bedragen uiteengezet die zijn opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Koersverschillen die betrekking hebben op de verkoop van schuldbewijzen en aandelen beschikbaar voor verkoop worden als een inherent onderdeel beschouwd van de gerealiseerd resultaten en verantwoord onder Opbrengst beleggingen. Zoals hieronder toegelicht bij Groepsmaatschappijen worden koersverschillen uitgesteld in het eigen vermogen en verwerkt in het resultaat bij verkoop van de groepsmaatschappijen. Onder toelichting 13 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/ kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’ zijn de bedragen uiteengezet die zijn opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Groepsmaatschappijen De activa, verplichtingen, baten en lasten van groepsmaatschappijen met een andere functionele valuta dan de rapporteringsvaluta worden als volgt omgerekend: • Activa en verplichtingen worden omgerekend tegen de slotkoers op de balansdatum; • Baten en lasten worden omgerekend tegen gemiddelde koersen. Indien dit gemiddelde geen redelijke benadering is van verwerking tegen de koersen op transactiedatum, worden baten en lasten omgerekend tegen de koersen op transactiedatum; • Het resulterende omrekeningsverschil wordt in een aparte reserve in het eigen vermogen verwerkt. Bij consolidatie worden valutakoersverschillen op monetaire posten die onderdeel uitmaken van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen verantwoord in het eigen vermogen. Tevens worden van schulden en andere posten die zijn aangemerkt als afdekkingsinstrumenten van een dergelijke investering de koersverschillen in het eigen vermogen verwerkt. Bij verkoop van een buitenlands bedrijfsonderdeel wordt het aan dit bedrijfsonderdeel gerelateerde deel van de reserve valutakoersverschillen in het resultaat verantwoord als onderdeel van het resultaat op verkoop. Goodwill en aanpassingen van de reële waarde die het gevolg zijn van acquisities van buitenlandse entiteiten worden gezien als activa en verplichtingen van het buitenlandse bedrijfsonderdeel en verwerkt tegen de koers op balansdatum. REËLE WAARDEN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN De reële waarden van financiële instrumenten zijn gebaseerd op beurskoersen per balansdatum als deze beschikbaar zijn. Voor financiële activa wordt de biedprijs gehanteerd, voor financiële verplichtingen is dat de laatprijs. De reële waarde van financiële instrumenten die niet worden verhandeld op actieve markten wordt bepaald met behulp van waarderingstechnieken. De Groep gebruikt hiervoor verschillende methoden en hanteert veronderstellingen gebaseerd op de marktomstandigheden op de balansdatum. In toelichting 34 ‘Reële waarde van activa en verplichtingen’ zijn de grondslagen voor de bepaling van de reële waarden van de financiële instrumenten opgenomen. FINANCIËLE ACTIVA In de balans opnemen van financiële activa De aankoop of verkoop van financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, geclassificeerd als aangehouden tot einde looptijd of financiële activa beschikbaar voor verkoop die volgens standaard marktconventies worden afgewikkeld, worden, opgenomen op de transactiedatum, de datum waarop de Groep zich verbindt om het actief te kopen of te verkopen. Leningen en vorderingen worden verwerkt op de afwikkelingsdatum, de datum dat de Groep het actief ontvangt of levert.
ING Groep Jaarverslag 2009
103
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Niet langer in de balans opnemen van financiële activa Financiële activa worden niet langer in de balans opgenomen als de Groep geen recht meer heeft op de kasstromen van het actief of wanneer de Groep nagenoeg alle risico’s en voordelen verbonden aan het actief heeft overgedragen. Als de Groep noch nagenoeg alle risico’s en voordelen heeft overgedragen, noch heeft behouden, wordt een financieel actief niet langer in de balans opgenomen, wanneer de Groep geen aanhoudende betrokkenheid over het actief meer heeft. Bij overdracht van een financieel actief waar de Groep nog wel de aanhoudende beschikkingsmacht over het actief heeft, blijft het actief in de balans opgenomen. De mate waarin de Groep blootgesteld is aan veranderingen in de waarde van het actief is hierin bepalend. Gerealiseerde resultaten op beleggingen Gerealiseerde resultaten op beleggingen worden bepaald als het verschil tussen de verkoopopbrengst en de (geamortiseerde) kostprijs. Voor aandelen wordt de kostprijs bepaald door middel van een gewogen gemiddelde per portefeuille. Voor schuldbewijzen wordt de kostprijs bepaald op individueel niveau. CLASSIFICATIE VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bevatten aandelen, schuldbewijzen, derivaten, leningen en vorderingen en overig en bestaan uit de volgende categorieën: activa aangehouden voor handelsdoeleinden, niet-handelsderivaten, financiële activa die door het management zijn aangewezen en zijn geclassificeerd als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat en beleggingen voor risico van polishouders. Financiële activa worden geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat als deze worden aangehouden voor handelsdoeleinden of als deze activa als zodanig zijn geclassificeerd door de Groep. Classificatie door de Groep vindt alleen plaats als dit een asymmetrie in de waardering vermindert, of als de gerelateerde activa en verplichtingen op basis van hun reële waarde worden beheerd. Beleggingen voor risico van polishouders zijn beleggingen waarvoor alle waardemutaties worden gecompenseerd door aanpassingen van de verzekeringstechnische voorzieningen. De transactiekosten worden bij de eerste verwerking verantwoord in de winst-enverliesrekening. Rentebaten op Schuldbewijzen en Leningen en vorderingen geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat zijn opgenomen in Rentebaten uit bancaire activiteiten en Opbrengsten beleggingen in de winst-enverliesrekening met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode. Dividendopbrengsten op aandelen geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat zijn opgenomen in Opbrengst beleggingen en worden over het algemeen verwerkt als het dividend is vastgesteld. Beleggingsresultaat uit hoofde van beleggingen voor risico van polishouders worden geclassificeerd als Beleggingsresultaat voor risico van polishouders. Voor meer informatie over derivaten wordt verwezen naar ‘Derivaten en hedge accounting’. De veranderingen in de reële waarde van alle andere financiële activa geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat worden zijn opgenomen in Netto handelsresultaat. Beleggingen Beleggingen (inclusief leningen die genoteerd zijn op een actieve markt) worden ofwel geclassificeerd als aangehouden tot einde looptijd ofwel als beschikbaar voor verkoop en worden bij de eerste verwerking verantwoord tegen reële waarde vermeerderd met de transactiekosten. Effecten en leningen die genoteerd zijn op een actieve markt, en die een vaste looptijd hebben, worden geclassificeerd als aangehouden tot einde looptijd als de Groep de intentie en de mogelijkheid heeft om de effecten aan te houden tot het einde van de looptijd. Effecten in de beleggingsportefeuille en verhandelbare leningen die worden aangehouden voor een onbepaalde tijd en kunnen worden verkocht als gevolg van liquiditeitsbehoefte, veranderingen in de rente, valutakoersen en aandelenkoersen, worden geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop. Financiële activa beschikbaar voor verkoop Financiële activa beschikbaar voor verkoop bevatten schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop en aandelen beschikbaar voor verkoop. Financiële activa die beschikbaar zijn voor verkoop worden bij eerste verwerking verantwoord tegen reële waarde, vermeerderd met de transactiekosten. Voor schuldbewijzen die beschikbaar zijn voor verkoop wordt het verschil tussen kostprijs en nominale waarde geamortiseerd over de resterende looptijd. Rentebaten worden verantwoord met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode. Voor verkoop beschikbare financiële activa worden verantwoord tegen reële waarde. Rentebaten op schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop zijn opgenomen in de Rentebaten uit de bancaire activiteiten en de Opbrengsten beleggingen in de winst-en-verliesrekening met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode. Dividendopbrengsten op aandelen beschikbaar voor verkoop zijn opgenomen in Opbrengst beleggingen en worden over het algemeen verwerkt als het dividend is vastgesteld. Ongerealiseerde waardemutaties worden verantwoord in het eigen vermogen. Bij verkoop van de stukken wordt de cumulatieve waardemutatie in het resultaat verantwoord onder Opbrengst beleggingen. Voor bijzondere waardeverminderingen van financiële activa beschikbaar voor verkoop wordt verwezen naar de paragraaf Bijzondere waardeverminderingen. Beleggingen in schuldbewijzen welke gevoelig zijn voor vooruitbetalingen, zoals ‘InterestOnly’ en ‘Principal-Only’ coupons, worden over het algemeen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop.
104
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Tot einde looptijd aangehouden beleggingen Financiële activa, niet zijnde derivaten, met vaste of bepaalde betalingen en vaste looptijd waarvoor de Groep de intentie en mogelijkheid heeft om deze tot het einde van de looptijd aan te houden en die zijn geclassificeerd als tot einde looptijd aangehouden beleggingen worden bij eerste verwerking verantwoord tegen reële waarde vermeerderd met de transactiekosten. Na eerste verwerking worden deze verantwoord tegen geamortiseerde kostprijs gebruikmakend van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Rentebaten op schuldbewijzen aangehouden tot het einde van de looptijd zijn opgenomen in de Rentebaten in de winst-en-verliesrekening met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode. Tot einde looptijd aangehouden beleggingen bevatten alleen schuldbewijzen. Leningen en vorderingen Leningen en vorderingen zijn financiële activa, niet zijnde derivaten, met vaste of bepaalde betalingen die niet genoteerd staan op een actieve financiële markt. Deze worden bij de eerste verwerking verantwoord tegen reële waarde vermeerderd met de transactiekosten. Na eerste verwerking worden deze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs gebruikmakend van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Leningen en vorderingen bevatten: Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken, Bankiers, Kredieten en Overige activa en zijn weergegeven in deze balansposten. Rentebaten op leningen en vorderingen zijn opgenomen in de Rentebaten en de Opbrengsten beleggingen in de winst-en-verliesrekening met gebruikmaking van de effectieve-rentemethode. Kredietrisicobeheer classificatie Toelichting met betrekking tot kredietrisicobeheer zijn opgenomen in de paragraaf ‘Risicobeheer’. De relatie tussen de risicoclassificaties in die paragraaf en de bovenstaande classificaties wordt hieronder uitgelegd: • Kredietverleningsrisico ontstaat wanneer ING Groep een lening verstrekt aan een cliënt of garanties afgeeft uit naam van de cliënt en heeft hoofdzakelijk betrekking op de balansclassificatie Kredieten en niet uit de balansblijkende verplichtingen, bijvoorbeeld verplichtingen onder financiële garantiestellingen en accreditieven; • Beleggingsrisico betreft het risico van in gebreke blijven dat is verbonden aan de beleggingsportefeuille van ING Groep en welke onder andere betrekking heeft op de balansclassificaties Beleggingen (beschikbaar voor verkoop en aangehouden tot einde looptijd) en Leningen; • Geldmarktrisico ontstaat wanneer ING Groep kortlopende termijndeposito’s plaatst bij een tegenpartij om zo het liquiditeitsoverschot te beheersen en heeft hoofdzakelijk betrekking op de balansclassificatie Bankiers; • Pre-settlement risico ontstaat wanneer de tegenpartij bij een transactie in gebreke blijft voordat afwikkeling heeft plaatsgevonden en ING Groep het contract moet vervangen met een transactie met een andere tegenpartij tegen de dan geldende marktprijs (welke mogelijk minder gunstig is). De classificatie van pre-settlement risico heeft hoofdzakelijk betrekking op de balanspost Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat (zoals activa voor handelsdoeleinden en niet-handelsderivaten) en effectenfinanciering; • Settlement risico ontstaat wanneer waarden worden uitgewisseld (fondsen, financiële instrumenten of grondstoffen) met dezelfde of verschillende valutadata en de ontvangst niet wordt vastgelegd of verwacht voordat ING haar eigen deel van de transactie heeft voldaan of geleverd. Settlement risico heeft hoofdzakelijk betrekking op het risico dat ontstaat bij verkoop van financiële instrumenten welke classificeren als Financiële activa met waardemutaties in het resultaat (zoals activa voor handelsdoeleinden en niet-handelsderivaten) en Beleggingen (beschikbaar voor verkoop en aangehouden tot einde looptijd). DERIVATEN EN HEDGE ACCOUNTING Derivaten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde op het moment van het aangaan van het contract. Na eerste verwerking wordt het derivaat gewaardeerd tegen reële waarde. Reële waarden worden gebaseerd op beurskoersen of op waarderingtechnieken waarbij gebruik wordt gemaakt van kasstroommodellen en optiewaarderingsmodellen. Derivaten met een positieve marktwaarde worden als activa gepresenteerd, derivaten met een negatieve marktwaarde als vreemd vermogen. Bepaalde contracten die dienen om bescherming van kredieten tegen kredietrisico te kopen of te verkopen, zoals credit default swaps zijn juridisch gezien derivaten, maar worden verantwoord als financiële garanties. Bepaalde in andere contracten besloten derivaten worden gewaardeerd als een apart derivaat als geen nauw verband bestaat tussen de economische kenmerken en risico’s van het in een contract besloten derivaat en die van het basiscontract, als het basiscontract niet tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is gewaardeerd en als een afzonderlijk instrument met dezelfde kenmerken zou voldoen aan de definitie van een derivaat. Deze in een ander contract besloten derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardemutaties in het resultaat worden verwerkt. Deze waardering vindt plaats wanneer de Groep een contract aangaat. Het later opnieuw beoordelen van het contract vindt alleen plaats wanneer een wijziging in de contractvoorwaarden optreedt, welke de verwachte kasstromen aanzienlijk beïnvloedt. Als het derivaat onderdeel uitmaakt van een afdekkingsrelatie worden de waardemutaties anders verantwoord dan wanneer dit niet het geval is. Daarnaast is ook het soort afdekking van invloed op de verwerking. Derivaten kunnen door de Groep worden aangemerkt als afdekking van de reële waarde van een actief of verplichting of van een vastgesteld deel daarvan (reële-waardehedge), afdekking van toekomstige kasstromen die toe te rekenen zijn aan een actief of verplichting of een verwachte transactie (kasstroomhedge), of afdekking van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen. Alleen indien aan bepaalde criteria is voldaan wordt hedge accounting voor deze afdekkingstransacties toegepast. ING Groep Jaarverslag 2009
105
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Bij het afsluiten van afdekkingstransacties documenteert ING Groep de relatie tussen het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie, de doelstellingen ten aanzien van risicobeheer en de gebruikte methode ter beoordeling van de effectiviteit van de afdekkingstransactie. De Groep documenteert ook de beoordeling of de afdekking bij zowel het aangaan van de transactie als gedurende de transactie in hoge mate effectief is in het bereiken van compensatie van aan het afgedekte risico toe te rekenen veranderingen in reële waarde of kasstromen. Bij het afdekken van renterisico’s maakt ING Groep gebruik van de EU ‘carve-out’ in IFRS, welke toestaat om reële-waardehedges toe te passen op portefeuilleniveau (‘macro hedging’). De EU ‘carve-out’ maakt het mogelijk om een groep van derivaten (gedeeltelijk) onderdeel uit te laten maken van een afdekkingstransactie en neemt bepaalde beperkingen met betrekking tot het afdekken van core deposits en het niet geheel afdekken van risico’s ongedaan. Door gebruik te maken van de EU ‘carve-out’ kunnen core deposits onderdeel worden gemaakt van een afdekkingsrelatie en is er alleen sprake van ineffectiviteit als het bedrag aan kasstromen in een bepaald tijdsinterval onder het in de afdekkingsrelatie aangewezen bedrag valt. Ook bij het afdekken van renterisico’s voor de retailactiviteiten maakt ING Groep gebruik van de EU ‘carve-out’ in IFRS voor reëlewaardehedges toe te passen op portefeuilleniveau (‘macro hedging’). Het nettorisico op de retailfunding (spaar- en lopende rekeningen) en de retaillending (hypotheken) wordt afgedekt. De afdekkingsactiviteiten vinden plaats in een reële-waardehedge op portefeuilleniveau voor de hypotheken. Veranderingen in de reële waarde van de derivaten worden in het resultaat verwerkt, samen met de aanpassing van de reële waarde van de hypotheken (afgedekte posities) voor zover deze toe is te rekenen aan het renterisico (het afgedekte risico). Reële-waardehedges Samen met de waardemutaties van het afgedekte instrument die zijn toe te rekenen aan het afgedekte risico, worden de waardemutaties van een derivaat dat onderdeel uitmaakt van een reële-waardehedge verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Als de afdekkingsrelatie niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting, wordt de cumulatieve aanpassing van het afgedekte instrument in het geval van schuldbewijzen geamortiseerd over de resterende looptijd van de afdekkingsrelatie of direct verantwoord zodra het afgedekte instrument niet langer in de balans wordt opgenomen. Voor instrumenten anders dan schuldbewijzen wordt de cumulatieve aanpassing van het afgedekte instrument pas verwerkt in het resultaat op het moment dat het afgedekte instrument niet langer in de balans is opgenomen. Kasstroomhedges Het effectieve deel van de reële waardemutaties van een derivaat dat onderdeel uitmaakt van een kasstroomhedge wordt verwerkt in het eigen vermogen. Het ineffectieve deel van de waardemutaties wordt onmiddellijk verantwoord in het resultaat. Het in het eigen vermogen opgebouwde deel van de waardemutaties wordt gelijktijdig met de resultaatverantwoording van het afgedekte instrument in het resultaat verantwoord. Als een afdekkingsinstrument afloopt of wordt verkocht, of als de afdekkingstransactie niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting, blijft het cumulatieve deel van de waardemutaties in het eigen vermogen opgenomen. Pas als de verwachte transactie in het resultaat wordt verwerkt, worden de waardemutaties uit het eigen vermogen gehaald en in het resultaat verwerkt. Als een verwachte transactie niet langer waarschijnlijk is, wordt het cumulatieve deel van de waardemutaties meteen uit het eigen vermogen gehaald en verantwoord in het resultaat. Hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Hedges van een netto-investering in een buitenlands bedrijfsonderdeel worden op dezelfde wijze verwerkt als kasstroomhedges. Dat deel van de waardemutaties dat gerelateerd is aan het effectieve deel van de hedge wordt verantwoord in het eigen vermogen. Het ineffectieve deel wordt verantwoord in het resultaat. Als het buitenlandse bedrijfsonderdeel wordt verkocht, worden de in het eigen vermogen opgebouwde waardemutaties in het resultaat verwerkt. Niet-handelsderivaten die niet voldoen aan de criteria voor hedge accounting Derivaten die wel worden gebruikt als onderdeel van het risicobeheer van de Groep, maar die niet voldoen aan de criteria voor hedge accounting, worden verantwoord als niet-handelsderivaten. Niet-handelsderivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. SALDERING FINANCIËLE ACTIVA EN FINANCIËLE VERPLICHTINGEN Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en in de balans gepresenteerd voor het nettobedrag als de Groep het juridisch afdwingbare recht tot gesaldeerde of gelijktijdige afwikkeling heeft en de intentie heeft het actief en de verplichting gesaldeerd of gelijktijdig af te rekenen. LENEN EN UITLENEN VAN EFFECTEN Verkochte effecten met een overeenkomst tot terugkoop (‘repos’) blijven in de balans opgenomen. De gerelateerde verplichting is opgenomen in de juiste balanspost. Dit kan zijn onder Bankiers, Overige leningen of Toevertrouwde middelen. Effecten gekocht met een overeenkomst tot terugverkoop (‘reverse repos’) worden gepresenteerd onder de balanspost Bankiers of Kredieten. Het verschil tussen de verkoopprijs en de prijs waartegen zal worden ingekocht wordt verantwoord als interest over de ooptijd van de overeenkomst met behulp van de effectieve-rentemethode.
106
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN KREDIETEN (VOORZIENINGEN VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN) De Groep beoordeelt regelmatig en op elke balansdatum of voor een financieel actief of een portefeuille van financiële activa objectief bewijs bestaat dat sprake is van een bijzondere waardevermindering. Er is slechts sprake van een bijzondere waardevermindering, die als verlies wordt verantwoord, wanneer objectieve indicatoren van bijzondere waardevermindering bestaan als gevolg van een of meerdere gebeurtenissen na verkrijging van het actief, maar vóór balansdatum, die een betrouwbaar te schatten invloed hebben op de verwachte toekomstige kasstromen van het financieel actief of de portefeuille van financiële activa. Onder andere worden de volgende omstandigheden beschouwd als objectieve indicatoren van bijzondere waardevermindering voor een financieel actief of een portefeuille van financiële activa: • De debiteur is failliet verklaard, heeft hier aanvraag toe gedaan of is in vergelijkbare bescherming gesteld waardoor het terugbetalen onmogelijk wordt of wordt vertraagd; • De debiteur heeft al bepaalde tijd een betalingsachterstand voor het terugbetalen van de hoofdsom, rente of provisies; • De debiteur verkeert in significante financiële moeilijkheden en deze omstandigheden hebben een negatieve invloed op toekomstige kasstromen van de vordering; • De vordering is geherstructureerd om andere dan commerciële redenen. ING Groep heeft in verband met de financiële moeilijkheden concessies gedaan om economische of juridische redenen en dit resulteert in een daling van de verwachte toekomstige kasstromen; en • Historische ervaring, aangepast voor recent waargenomen ontwikkelingen, is een indicator dat er sprake is van een bijzondere waardevermindering voor een deel van een portefeuille van activa, ondanks dat samenhangende omstandigheden die fungeren als indicatoren voor bijzondere waardeverminderingen nog niet zijn opgemerkt door de kredietrisicosystemen van ING Groep. De Groep beschouwt mogelijke toekomstige gebeurtenissen niet als een objectieve indicator en die worden dan ook niet gebruikt voor de bepaling of sprake is van een bijzondere waardevermindering van een financieel actief of een portefeuille van financiële activa. Bij de bepaling van de bijzondere waardevermindering worden de toekomstig verwachte kasstromen geschat op basis van de contractueel overeengekomen kasstromen en de historische ervaring ten aanzien van kredietverliezen op activa met gelijkwaardige kredietkenmerken. De historische ervaring wordt aangepast voor recent waargenomen ontwikkelingen om de effecten van de huidige marktomstandigheden weer te geven die nog niet in de historische ervaring tot uitdrukking zijn gekomen en om effecten van omstandigheden die niet langer actueel zijn te elimineren. Verliezen verwacht op basis van toekomstige gebeurtenissen, ongeacht de waarschijnlijkheid, worden niet verantwoord. De Groep beoordeelt eerst of sprake is van bijzondere waardevermindering op individueel niveau voor individueel significante financiële activa en vervolgens op individueel of portefeuilleniveau voor financiële activa die niet individueel significant zijn. Als geen sprake is van een bijzondere waardevermindering op individueel niveau wordt het betreffende actief opgenomen in een portefeuille van financiële activa met een overeenkomstig kredietrisico en wordt op portefeuilleniveau beoordeeld of sprake is van bijzondere waardevermindering. Activa waarvoor op individueel niveau een bijzondere waardevermindering bestaat of blijft bestaan worden niet in een beoordeling op portefeuilleniveau betrokken. Als voor een financieel actief dat wordt gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs een bijzondere waardevermindering is vastgesteld, wordt deze waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen (exclusief toekomstige kredietverliezen die nog niet zijn opgetreden), verdisconteerd tegen het oorspronkelijk effectieve rendement van het actief. De boekwaarde van het actief wordt verlaagd door middel van een voorziening (Voorziening voor dubieuze debiteuren) die ten laste van het resultaat wordt gevormd onder Mutatie voorzieningen voor dubieuze debiteuren. Voor activa met een variabele rentevoet is de disconteringsfactor gelijk aan het huidige effectieve rendement op het actief. Voor de (collectieve) beoordeling van eventuele bijzondere waardeverminderingen op portefeuilleniveau worden financiële activa gegroepeerd op basis van overeenkomstige kredietrisico’s. Deze factoren zijn relevant voor de inschatting van verwachte toekomstige kasstromen voor portefeuilles van activa omdat deze indicatief zijn voor de mate waarin de debiteur in staat is om alle voor de desbetreffende activa contractueel overeengekomen bedragen te voldoen. De collectieve beoordeling van bijzondere waardeverminderingen bevat de toepassing van een ‘loss confirmation period’ met betrekking tot de waarschijnlijkheidsberekening op wanbetaling. De ‘loss confirmation period’ is een concept dat rekening houdt met het feit dat er een bepaalde periode zit tussen het moment dat indicatoren voor bijzondere waardeverminderingen zich voor doen en het moment dat deze worden meegenomen in de kredietrisicosystemen van de Groep. De toepassing van de ‘loss confirmation period’ zorgt er zo voor dat bijzondere waardeverminderingen die zich al wel hebben voorgedaan maar nog niet als dusdanig zijn geïdentificeerd, in voldoende mate worden meegenomen in de Voorzieningen voor dubieuze debiteuren van de Groep. Hoewel het concept ‘loss confirmation period’ inherent onzekerheid in zich heeft, maakt de Groep gebruik van schattingen op basis van sub-portefeuilles (bijvoorbeeld grote, middelgrote en kleine ondernemingen en retailportefeuilles). Hierbij wordt rekening gehouden met factoren als de frequentie waarmee klanten, deeluitmakend van de sub-portefeuille, kredietrisico gevoelige informatie toelichten en de frequentie waarmee ze worden beoordeeld door de accountmanagers van de Groep. Over het algemeen stijgt de frequentie naarmate de klant groter is. ‘Loss confirmation periods’ zijn gebaseerd op historische ervaring en worden gevalideerd, en aangepast waar nodig, door regelmatige back-testing zodat recente ervaringen en actuele gebeurtenissen in deze worden meegenomen.
ING Groep Jaarverslag 2009
107
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Indien in een toekomstige periode het bedrag van de bijzondere waardevermindering afneemt en die afname gerelateerd is aan gebeurtenissen die zijn opgetreden nadat de bijzondere waardevermindering werd verantwoord (zoals een verbetering in de kredietwaardigheid van de debiteur), dan wordt de eerder verwerkte waardevermindering teruggeboekt waarbij de voorziening aangepast wordt. De terugboeking wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Als een vordering definitief niet meer kan worden geïncasseerd, wordt deze afgeboekt ten laste van de gerelateerde voorziening voor dubieuze debiteuren. Vorderingen worden afgeboekt nadat aan alle noodzakelijke procedures is voldaan en het definitieve kredietverlies is bepaald. Bedragen die alsnog worden geïncasseerd nadat een vordering is afgeboekt worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening. BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN OVERIGE FINANCIËLE ACTIVA De Groep beoordeelt op elke balansdatum of er voor een financieel actief of een portefeuille van financiële activa objectief bewijs is dat er sprake is van een bijzondere waardevermindering. In het specifieke geval van aandelenbeleggingen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop wordt een significante of langdurige daling van de marktwaarde onder de kostprijs in de beoordeling meegenomen als indicator voor een mogelijke bijzondere waardevermindering. De betekenis van ‘significant’ en ‘langdurig’ wordt op individueel niveau voor elke aandelenbelegging apart geïnterpreteerd, in het algemeen gelden een waardedaling van 25% en een tijdsduur van zes maanden als indicatoren. Indien er sprake is van bijzondere waardevermindering voor activa geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop wordt het cumulatieve verlies bepaald als het verschil tussen kostprijs en de huidige reële waarde, verminderd met eventueel eerder verantwoorde bijzondere waardeverminderingen en overgeboekt van de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen naar de winst-en-verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen op aandelenbeleggingen kunnen niet worden teruggeboekt via de winst-en-verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen op vastrentende waarden worden teruggeboekt via de winst-en-verliesrekening indien de waardevermindering is afgenomen als gevolg van gebeurtenissen die zijn opgetreden nadat de bijzondere waardevermindering werd verantwoord. DEELNEMINGEN Deelnemingen zijn entiteiten waarin ING Groep invloed van betekenis heeft, maar geen overheersende zeggenschap. In het algemeen is er sprake van invloed van betekenis bij een aandelenbezit tussen de 20% en 50% van de stemrechten, maar ook als de Groep invloed kan uitoefenen op het operationele en financiële beleid, via bijvoorbeeld: • Vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur; • Betrokkenheid bij het besluitvormingsproces; en • Uitwisseling van managementpersoneel. Deelnemingen worden bij eerste verwerking verantwoord tegen kostprijs en daarna volgens de equity-methode. In de post deelnemingen, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen, is ook de bij acquisitie betaalde goodwill begrepen. Onder de equity-methode worden de resultaten van de deelneming na verkrijging verantwoord in de winst-en-verliesrekening van ING Groep. Wijzigingen in de reserves van de deelneming na het moment van verkrijging worden verwerkt in het eigen vermogen van ING Groep. De boekwaarde van de deelneming wordt aangepast voor deze resultaten en wijzigingen in de reserves. Indien de waardering van de deelneming nihil is geworden, worden geen verdere verliezen meer verantwoord, tenzij de Groep verplichtingen is aangegaan of al betalingen voor de deelnemingen heeft verricht. Ongerealiseerde winsten en verliezen op transacties tussen de Groep en deelnemingen worden geëlimineerd voor het belang van de Groep in die deelneming. Ongerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd, behalve als deze het gevolg zijn van bijzondere waardeverminderingen op overgedragen activa. Waarderingsgrondslagen van deelnemingen worden waar nodig aangepast om ze in overeenstemming te brengen met die van de Groep. De rapporteringsdata van alle materiële deelnemingen zijn consistent met de rapporteringsdatum van de Groep. Voor belangen in beleggingsfondsen wordt bij het bepalen of ING Groep significante invloed heeft rekening gehouden met ING Groeps financiële belang voor eigen rekening en de rol van ING Groep als fondsbeheerder. BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED Beleggingen in onroerend goed worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardemutaties in de winst-en-verliesrekening worden verwerkt. Bij verkoop wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde in het resultaat verantwoord. De reële waarden van beleggingen in onroerend goed zijn gebaseerd op recente taxaties uitgevoerd door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs. Elk jaar wordt voor ieder onroerend goed object intern een taxatierapport opgesteld of dit wordt door een onafhankelijke externe taxateur gedaan. Bij interne waardebeoordeling wordt gebruik gemaakt van indexatie. De index is gebaseerd op de resultaten van externe taxaties uitgevoerd in die periode. Markttransacties en verkopen van onroerend goed door de Groep worden gebruikt als onderdeel van de procedure ter toetsing van de indexatiemethodologie. Al het onroerend goed wordt minimaal eens in de vijf jaar onafhankelijk getaxeerd.
108
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
GEBOUWEN EN BEDRIJFSMIDDELEN Onroerend goed voor eigen gebruik Onroerend goed voor eigen gebruik wordt gewaardeerd tegen reële waarde op balansdatum. Stijgingen in reële waarde boven de kostprijs worden verantwoord in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen. Dalingen in reële waarde worden verantwoord in het eigen vermogen voor zover hiermee eerdere stijgingen ongedaan worden gemaakt. Alle andere dalingen in reële waarde worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Stijgingen die een eerdere daling verantwoord in het resultaat ongedaan maken, worden ook in het resultaat verantwoord. Afschrijvingen worden gebaseerd op de reële waarde en de geschatte economische levensduur (meestal 20 tot 50 jaar). Afschrijvingen worden op lineaire basis berekend. Bij verkoop wordt het deel van de herwaardering dat is gerelateerd aan het verkochte onroerend goed overgeheveld naar de overige reserves. De reële waarde van gebouwen en terreinen is gebaseerd op recente taxaties door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs. Uitgaven na de eerste verwerking van het onroerend goed worden geactiveerd als het waarschijnlijk is dat de toekomstige voordelen aan de Groep zullen toevloeien en de kosten op een betrouwbare manier kunnen worden bepaald. Onroerend goed verkregen uit executies Onroerend goed verkregen uit executies wordt gewaardeerd tegen kostprijs of lagere realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de geschatte verkoopprijs onder normale voorwaarden, verminderd met de relevante variabele verkoopkosten. Het onroerend goed verkregen uit executies is opgenomen onder Overige activa – Onroerend goed aangehouden voor verkoop. Onroerend goed in ontwikkeling Onroerend goed ontwikkeld en in ontwikkeling waarvoor ING Groep de intentie heeft het onroerend goed in ontwikkeling te verkopen na gereedkoming zijn opgenomen onder Overige activa – Onroerend goed aangehouden voor verkoop. Onroerend goed in ontwikkeling waarvoor ING Groep de intentie heeft het onroerend goed in ontwikkeling te verkopen na gereedkoming en waarvoor nog geen specifiek afgesloten overeenkomst is, wordt gewaardeerd tegen de tot en met balansdatum gemaakte directe kosten vermeerderd met de financieringskosten en de ontwikkelings- en begeleidingskosten van de Groep, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen. Winst wordt verantwoord op basis van de ‘completed contract’ methode (op de datum van verkoop van het onroerend goed). Als de geschatte verkoopprijs onder normale voorwaarden, verminderd met de relevante variabele verkoopkosten lager is dan de boekwaarde wordt een bijzondere waardevermindering in het resultaat verantwoord. Bij onroerend goed in ontwikkeling waarvoor ING Groep de intentie heeft het onroerend goed in ontwikkeling te verkopen na gereedkoming en waar een specifiek contract met een derde is afgesloten, wordt de winst verantwoord naar rato van de verrichte prestaties bij de uitvoering van het werk (‘percentage of completion’ methode). Onroerend goed in ontwikkeling is gewaardeerd tegen reële waarde (met waardemutaties door het resultaat) als ING Groep de intentie heeft het onroerend goed in ontwikkeling na gereedkoming aan te houden als belegging in onroerend goed. Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd tegen kostprijs na aftrek van cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs wordt lineair afgeschreven over de economische levensduur van het actief. In het algemeen is de economische levensduur voor computers twee tot vijf jaar, en voor inventaris vier tot tien jaar. Onderhoudskosten worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Waardeverhogende uitgaven worden geactiveerd en afgeschreven. Activa onder operationele leaseovereenkomsten Activa onder operationele leaseovereenkomsten waarbij ING Groep optreedt als lessor worden gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs van de activa wordt lineair afgeschreven over de looptijd van de leaseovereenkomst. Zie ook de paragraaf ‘Leaseovereenkomsten’. Verkopen Bij verkoop van gebouwen en bedrijfsmiddelen wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Financieringskosten Financieringskosten met betrekking tot de vervaardiging van een kwalificerend actief worden geactiveerd voor de periode die benodigd is om het actief te vervaardigen en gereed te maken voor gebruik. Financieringskosten worden bepaald op basis van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet van een project. LEASEOVEREENKOMSTEN De vaststelling of een overeenkomst een lease is of een lease bevat wordt bepaald op basis van de economische realiteit van de overeenkomst op aanvangsdatum.
ING Groep Jaarverslag 2009
109
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
De Groep als huurder (lessee) De leaseovereenkomsten die ING Groep afsluit zijn voornamelijk operationele leases. Het totaal van de onder de leaseovereenkomsten betaalde bedragen wordt lineair in de winst-en-verliesrekening verantwoord over de looptijd van de overeenkomst. Als er betalingen aan de verhuurder (lessor) worden verricht in verband met het voortijdig beëindigen van de leaseovereenkomst, worden deze onmiddellijk als last in de winst-en-verliesrekening verantwoord. De Groep als verhuurder (lessor) Voor activa verhuurd onder een financiële leaseovereenkomst wordt de contante waarde van de leasetermijnen in de balans opgenomen onder Kredieten of Bankiers. Het verschil tussen de nominale waarde van de vordering en de contante waarde wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening als niet-verdiend inkomen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten. De lease-inkomsten worden zodanig in de winst-en-verliesrekening verwerkt dat een constant perioderendement ontstaat, berekend over de resterende netto-investering. Activa onder een operationele leaseovereenkomst worden gepresenteerd als Activa onder operationele leaseovereenkomsten. ACQUISITIE VAN GROEPSMAATSCHAPPIJEN, GOODWILL EN OVERIGE IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Goodwill Acquisities van ING Groep worden verantwoord volgens de ‘purchase’ methode, waarbij de kostprijs van de acquisities wordt toegerekend aan de reële waarde van de verkregen activa, vreemd vermogen en niet in de balans opgenomen verplichtingen. De initiële verwerking van de reële waarde van de nettoactiva van de gedurende het jaar verkregen ondernemingen kan alleen een voorlopige bepaling zijn want de bepaling van de reële waarde kan complex zijn en de tijd tussen de aankoop en het opstellen van de jaarrekening kan beperkt zijn. De initiële verwerking dient binnen een jaar na de acquisitiedatum voltooid te zijn. Goodwill, zijnde het verschil tussen de kostprijs van de acquisitie (inclusief overgenomen schulden) en het aandeel van ING Groep in de reële waarde van de verkregen activa, vreemd vermogen en niet in de balans opgenomen verplichtingen op de acquisitiedatum, wordt geactiveerd als immaterieel vast actief. De resultaten van de activiteiten van de overgenomen vennootschappen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening vanaf de datum waarop zeggenschap is verkregen. Goodwill wordt alleen geactiveerd voor acquisities die na de implementatiedatum van IFRS-EU (1 januari 2004) hebben plaatsgevonden. In overeenstemming met de overgangsbepalingen van IFRS worden acquisities van voor die datum niet aangepast. Goodwill en intern gegenereerde immateriële vaste activa gerelateerd aan deze acquisities zijn ten laste van het eigen vermogen gebracht. Voor de beoordeling of bijzondere waardeverminderingen zijn opgetreden wordt goodwill toegerekend aan rapporterende eenheden. Deze rapporterende eenheden stellen het laagste niveau voor waarop goodwill intern wordt beheerst. De beoordeling wordt jaarlijks uitgevoerd, of vaker als er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Bij de beoordeling wordt de boekwaarde van de rapporterende eenheid (inclusief goodwill) vergeleken met de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste van de reële waarde minus de verkoopkosten en de bedrijfswaarde. Correcties in de reële waarde van overgenomen activa en verplichtingen op de overnamedatum die worden geconstateerd voor het einde van het eerste jaar na de overname leiden tot een aanpassing van de goodwill. Correcties die op een later moment worden geconstateerd worden verwerkt als een bate of een last. Echter, het in de balans opnemen van actieve belastinglatenties na acquisitiedatum wordt ook na het einde van het eerste jaar na de overname verantwoord als een aanpassing op de goodwill. Bij verkoop van groepsmaatschappijen wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de kostprijs (inclusief goodwill) en ongerealiseerd resultaat (inclusief het bedrag aan reserve voor koersverschillen vreemde valuta dat hiervoor is opgenomen in het eigen vermogen) verantwoord in de winst-enverliesrekening. Software Gekochte of intern gegenereerde software voor eigen gebruik wordt gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. De software wordt lineair afgeschreven over de economische levensduur, normaal gesproken niet meer dan drie jaar. De afschrijvingslast is opgenomen onder de Overige bedrijfslasten. Value of business acquired (VOBA) De actiefpost VOBA bestaat uit de contante waarde van de toekomstige kasstromen begrepen in de verzekeringscontracten van een overgenomen bedrijf op het moment van overname en vertegenwoordigt het verschil tussen de reële waarde van de verzekeringsverplichtingen en de boekwaarde. VOBA wordt op een soortgelijke wijze geamortiseerd als overlopende acquisitiekosten zoals beschreven in de paragraaf Overlopende acquisitiekosten. Overige immateriële vaste activa Overige immateriële vaste activa worden geactiveerd en geamortiseerd over de economische levensduur, over het algemeen tussen de drie en tien jaar. Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur worden niet geamortiseerd.
110
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN De actiefpost overlopende acquisitiekosten bestaat uit de verwervingskosten van verzekeringscontracten en beleggingsverzekeringen die worden geactiveerd en geamortiseerd. De geactiveerde kosten, die samenhangen met de productie van nieuwe verzekeringscontracten en prolongaties, bestaan voornamelijk uit provisies, polisuitgiftekosten en andere afsluitkosten. Voor traditionele levensverzekeringscontracten, bepaalde typen flexibele levensverzekeringscontracten en schadeverzekeringscontracten worden de overlopende acquisitiekosten geamortiseerd gedurende de premiebetalingsperiode, op dezelfde wijze waarop premieverantwoording plaatsvindt. Voor andere typen flexibele levensverzekeringscontracten worden de overlopende acquisitiekosten geamortiseerd over de looptijd van de polis, gebaseerd op de verwachte toekomstige resultaten. De amortisatie en de overlopende actiefpost worden gecorrigeerd wanneer de veronderstellingen omtrent verwachte huidige en toekomstige winsten worden bijgesteld. De veronderstellingen worden aan het eind van iedere verslagperiode herzien. Ten aanzien van de overlopende acquisitiekosten inzake flexibele verzekeringscontracten veronderstelt ING Groep een fondsgroei, die voor de korte en de lange termijn gelijk is. Een opwaartse/neerwaartse bijstelling van de resultaatverwachting – bijvoorbeeld als gevolg van een verbeterd/verslechterd beleggingsklimaat en een mutatie in het beheerd vermogen – kan resulteren in een lagere/hogere balans van de overlopende acquisitiekosten om de afschrijving met betrekking tot het verleden en de toekomstige jaren te corrigeren. Dit wordt aangeduid als ‘DAC unlocking’. De resultaten uit hoofde van ‘DAC unlocking’ worden in de winst-enverliesrekening verantwoord in de periode waarin de unlocking plaatsvindt. Van overlopende acquisitiekosten worden bij activering beoordeeld of ze realiseerbaar zijn. Daarna worden overlopende acquisitiekosten samen met verzekeringtechnische voorzieningen en VOBA getest. De toereikendheidstoets wordt beschreven onder ‘Verzekerings-, herverzekerings- en beleggingscontracten’. Voor bepaalde producten worden de overlopende acquisitiekosten via het eigen vermogen aangepast voor de impact van de ongerealiseerde resultaten op gerelateerde beleggingen. BELASTINGEN Winstbelasting bestaat uit latente en acute belastingen. Winstbelastingen worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord tenzij de belasting betrekking heeft op posten die direct in het vermogen worden verantwoord. In dit laatste geval wordt ook de belasting in het vermogen verantwoord. Belastinglatenties Belastinglatenties worden opgenomen voor alle tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde, waarbij wordt uitgegaan van belastingtarieven die zijn vastgesteld per balansdatum en die naar verwachting zullen gelden in de periode waarin de actieve belastinglatenties worden gerealiseerd of passieve belastinglatenties worden afgewikkeld. Actieve en passieve belastinglatenties worden niet verdisconteerd. Actieve belastinglatenties worden alleen opgenomen indien het waarschijnlijk is dat in de nabije toekomst fiscale winsten zullen worden gerealiseerd ter compensatie van deze tijdelijke verschillen. Voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en fiscale waarde van investeringen in groepsmaatschappijen en deelnemingen worden belastinglatenties opgenomen, behalve als de Groep het tijdstip kan bepalen waarop deze tijdelijke verschillen aflopen en als het waarschijnlijk is dat deze verschillen niet zullen aflopen in de nabije toekomst. In de toekomst verrekenbare fiscale verliezen worden alleen opgenomen indien verwacht wordt dat in de nabije toekomst fiscale winsten zullen worden gerealiseerd ter compensatie van deze verliezen. Waardemutaties van beleggingen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop en waardemutaties van derivaten die onderdeel zijn van een kasstroomhedge worden onder aftrek van latente belastingen in het eigen vermogen verantwoord. Bij realisatie wordt de waardemutatie tegelijkertijd met de actieve of passieve belastinglatentie verantwoord in het resultaat. FINANCIËLE VERPLICHTINGEN Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs bevatten de volgende categorieën: preferente aandelen, overige leningen, uitgegeven schuldbewijzen, achtergestelde leningen, bankiers en toevertrouwde middelen. Leningen worden bij eerste verwerking tegen de reële waarde verantwoord na aftrek van transactiekosten. Na eerste verwerking worden leningen tegen geamortiseerde kostprijs verantwoord; ieder verschil tussen opbrengst na aftrek van transactiekosten en de aflossingswaarde wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening gedurende de looptijd van de lening op basis van de effectieverentemethode. Bij inkoop van eigen schuldbewijzen door ING Groep, worden deze niet langer opgenomen in de balans. Het verschil tussen de boekwaarde van de verplichting en het betaalde aankoopbedrag wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening.
ING Groep Jaarverslag 2009
111
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bestaan uit de volgende categorieën: verplichtingen voor handelsdoeleinden, niet-handelsderivaten en andere financiële verplichtingen die door het management zijn aangewezen en geclassificeerd als financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. Verplichtingen voor handelsdoeleinden bevatten aandelen, schuldbewijzen, toevertrouwde middelen en derivaten. Aanwijzing door het management zal alleen voorkomen als dit een inconsistentie in waarderingsgrondslagen wegneemt of als samenhangende activa en verplichtingen worden beheerd op basis van reële waarde. ING Groep heeft een insignificant deel van de geplaatste schulden, gerelateerd aan marketmakingactiviteiten, geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. De geplaatste schuld bestaat hoofdzakelijk uit eigen obligaties. De classificatie tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat neemt de inconsistentie in de timing van het verwerken van winsten en verliezen weg. Alle overige financiële verplichtingen zijn tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd. Financiële garantiecontracten Financiële garantiecontracten zijn contracten die vereisen dat de uitgever de houder voor een bepaald bedrag schadeloos stelt voor een verlies dat zich voordoet omdat een specifieke debiteur niet aan zijn verplichtingen voldoet, conform de voorwaarden van een schuldbewijs. Zulke financiële garanties worden bij eerste verwerking tegen reële waarde verantwoord en vervolgens gewaardeerd tegen de waarde van de verdisconteerde verplichting onder de garantie of hogere waarde bij eerste verwerking verminderd met het bedrag van het reeds verantwoorde resultaat onder de garantie. VERZEKERINGS-, HERVERZEKERINGS- EN BELEGGINGSCONTRACTEN Verzekeringscontracten Verzekeringspolissen met een significant verzekeringsrisico en/of met discretionaire winstdeling worden als verzekeringscontracten gepresenteerd. Verzekeringstechnische voorzieningen geven de verwachte toekomstige uitbetalingen weer uit hoofde van aanspraken op leven- en schadeverzekeringsuitkeringen, inclusief de kosten die verband houden met deze uitkeringen. De waardering van sommige verzekeringscontracten weerspiegelt de actuele marktveronderstellingen. Voorziening voor levensverzekeringen De technische voorziening voor levensverzekeringen wordt berekend op basis van een prudente prospectieve actuariële methode, rekening houdend met de voor de lopende verzekeringsovereenkomsten gestelde voorwaarden. Methodologieën van verschillende business units kunnen verschillen door lokale toezichtsvereisten en gebruiken voor specifieke producteigenschappen in de lokale markt. Om de verzekeringstechnische voorzieningen voor levensverzekeringen te bepalen worden diverse aannames gedaan, ondermeer inzake sterfte, arbeidsongeschiktheid, kosten, beleggingsrendement en afkoop. De gebruikte aannames in verband met levensverzekeringen, inclusief overlijdensrisicoverzekeringen, zijn gebaseerd op zo goed mogelijke inschattingen, rekening houdend met marges voor nadelige afwijkingen. Deze aannames worden gedaan op de ingangsdatum van de polis en blijven constant gedurende de looptijd van de polis, behalve in geval van verliezen. Verzekeringstechnische voorzieningen voor ‘universal life’ producten, ‘unit-linked’ producten en overige levenproducten met een beleggingscomponent worden gewaardeerd tegen de fondswaarde. Bepaalde beleggingsverzekeringen bevatten een gegarandeerde minimumuitkering bij overlijden en/of op de einddatum. Bij het berekenen van de verzekeringstechnische voorziening worden deze gegarandeerde minimumuitkeringen in overweging genomen, rekening houdend met het verschil tussen de potentiële minimumuitkering en de fondswaarde, het verwachte overlijdensrisico en afkoop. De nog niet geamortiseerde rentekortingen op koopsomcontracten en contracten met periodieke premiebetaling worden in mindering gebracht op de Voorziening levensverzekeringen. Rentekortingen verleend gedurende het jaar worden geactiveerd en daarna afgeschreven in lijn met het verwachte ‘realisatie’- patroon. Deze afschrijvingen worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. In 2009 is de methodologie voor het bepalen van de verplichting uit hoofde van verzekeringscontracten in Japan herzien. De verplichting voor bepaalde garanties is nu gewaardeerd op reële waarde. De impact van deze wijziging in de grondslag (op 1 januari en op vergelijkende voorgaande jaren) heeft geen materieel effect op eigen vermogen en het resultaat van ING Groep. Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende verzekeringsrisico’s De voorziening wordt berekend naar evenredigheid van de nog niet verstreken risicotermijnen. Voor verzekeringen met een stijgend risico met leeftijdsonafhankelijke premietarieven wordt bij vaststelling van de voorziening rekening gehouden met dit risico. Eveneens worden voorzieningen gevormd ter dekking van schaden in verband met lopende verzekeringsovereenkomsten die hoger kunnen zijn dan de niet-verdiende premies en de nog te ontvangen premies met betrekking tot deze overeenkomsten. Voorziening voor te betalen schaden De voorziening voor te betalen schaden wordt berekend op individuele basis of op basis van ervaringsgegevens. Er zijn ook voorzieningen gevormd voor schades die zich wel reeds hebben voorgedaan maar die nog niet zijn gemeld en voor de kosten van afhandeling van toekomstige schades (claims incurred but not reported). De voorziening voor te betalen schade wordt ieder jaar op toereikendheid getoetst met gebruikmaking van standaard actuariële technieken. Bovendien worden zogenaamde ‘IBNR’ (Incurred But Not Reported) voorzieningen aangehouden om de kosten te dekken van schades die zich wel reeds hebben voorgedaan maar die nog niet zijn gemeld aan ING.
112
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Latente winstdeling Voor verzekeringsproducten met discretionaire winstdeling wordt een latent winstdelingsbedrag opgenomen voor het volledige bedrag van ongerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen. Bij realisatie wordt het latent winstdelingsbedrag voor ongerealiseerde resultaten tegengeboekt en wordt een latent winstdelingsbedrag gevormd voor het deel van de gerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen op basis van de verwachte winstdeling aan polishouders. De latente winstdeling wordt verminderd met de werkelijke winstdeling die wordt toegerekend aan polishouders. Technische voorziening voor levensverzekeringen voor risico van polishouders De technische voorzieningen voor levensverzekeringen voor risico van polishouders zijn voor gesepareerde beleggingsdepots berekend overeenkomstig de voorziening voor levensverzekeringen. Voor verzekeringen voor risico van polishouders worden de technische voorzieningen in het algemeen gewaardeerd op de boekwaarde van de daarmee samenhangende beleggingen. Herverzekeringscontracten Herverzekeringspremies, provisies, schade-uitkeringen, alsmede voorzieningen die betrekking hebben op herverzekering worden op dezelfde wijze verantwoord als de oorspronkelijke contracten waarvoor ze zijn afgesloten. De Groep blijft aansprakelijk jegens haar polishouders voor het herverzekeringsgedeelte als de herverzekeraars niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Dientengevolge worden voorzieningen opgenomen voor als oninbaar beschouwde herverzekeringsontvangsten. Toereikendheidstoets De voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen verminderd met niet geamortiseerde rentekortingen, de overlopende acquisitiekosten en VOBA (de netto-verzekeringsverplichtingen) wordt regelmatig door elke business unit op toereikendheid getoetst. De toets houdt rekening met huidige schattingen van alle contractuele en gerelateerde kasstromen en met toekomstige ontwikkelingen. Opbrengsten van beleggingen worden meegenomen overeenkomstig de verantwoording in het resultaat. Wanneer voor een business unit op basis van een zo goed mogelijke inschatting met een betrouwbaarheidsniveau van 50% is vastgesteld dat een tekort bestaat en geen compensabele bedragen aanwezig zijn bij andere business units binnen het segment, dan wordt dit tekort direct verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Als bij een business unit de netto-verzekeringsverplichtingen niet toereikend zijn bij toepassing van een voorzichtig betrouwbaarheidsniveau van 90%, maar er zijn compenserende bedragen bij andere business units van ING Groep, dan is het de business unit toegestaan om maatregelen te treffen ter versterking van de netto-verzekeringsverplichtingen over een periode van maximaal de verwachte resterende duur van de polissen. Indien er geen compenserende bedragen zijn bij andere business units van ING Groep, dan wordt ieder tekort bepaald met een betrouwbaarheidsniveau van 90% onmiddellijk verantwoord in de winsten-verliesrekening. Als de netto-verzekeringsverplichtingen adequaat zijn met een betrouwbaarheidsniveau van boven de 90%, wordt geen vermindering van de netto-verzekeringsverplichtingen verantwoord. Beleggingscontracten Verzekeringscontracten zonder discretionaire winstdeling die geen significant verzekeringsrisico dragen worden gepresenteerd in de balans als Beleggingscontracten. Voorzieningen voor verplichtingen voor beleggingscontracten zijn gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode (inclusief bepaalde initiële acquisitiekosten) of reële waarde. OVERIGE VERPLICHTINGEN Personeelsverplichtingen – pensioenverplichtingen Groepsmaatschappijen zijn met hun medewerkers verschillende pensioenregelingen overeengekomen. De regelingen zijn in het algemeen gefinancierd door premies aan verzekeringsmaatschappijen of fondsen op basis van periodieke actuariële berekeningen. De Groep heeft pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen (defined benefit plans) en pensioenregelingen waarbij het pensioen is gebaseerd op de door groepsmaatschappijen gestorte bedragen (defined contribution plans). Een defined benefit plan is een regeling waarbij de uitkering aan de gepensioneerde werknemer wordt vastgelegd, rekeninghoudend met factoren als leeftijd, dienstjaren, en salaris. De voorziening voor defined benefit plans is de contante waarde van de pensioenverplichtingen op balansdatum verminderd met de reële waarde van de beleggingen, aangepast voor niet-verantwoorde resultaten en kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren. De pensioenverplichtingen worden jaarlijkse berekend door interne en externe actuarissen in overeenstemming met de ‘projected unit credit method’. De verwachte waarde van de activa in de pensioenverplichting wordt berekend met gebruik van het verwachte rendement op beleggingen. Verschillen tussen het verwachte en het werkelijk rendement op de beleggingen alsmede actuariële wijzigingen worden niet in de winst-enverliesrekening verantwoord, tenzij het totaal van deze cumulatieve verschillen en wijzigingen buiten een bandbreedte van 10% van de grootste van de verplichting uit hoofde van de regeling óf de reële waarde van de bijbehorende beleggingen valt. Het deel dat buiten de bandbreedte valt, wordt ten gunste of ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht over de resterende dienstjaren van de deelnemers. In overeenstemming met de overgangsbepalingen van IFRS, is op de implementatiedatum van IFRS-EU de bandbreedte op nul gezet. ING Groep Jaarverslag 2009
113
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Onder defined contribution plans betaalt de Groep premies aan gemeenschappelijke of particuliere pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen op een verplichte, contractuele of vrijwillige basis. De Groep heeft geen verplichting om verdere betalingen te verrichten nadat de premies zijn betaald. De premies worden verantwoord als personeelskosten wanneer ze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden in de balans als actiefpost opgenomen voor zover sprake is van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding Sommige groepsmaatschappijen verstrekken vergoedingen aan bepaalde medewerkers en voormalige medewerkers met betrekking tot medische verzorging. Het recht op deze vergoedingen is vaak onder de voorwaarde dat de werknemer in dienst blijft tot aan de pensioengerechtigde leeftijd en onder de voorwaarde dat een minimum aantal dienstjaren is verstreken. De verwachte kosten van deze regelingen worden verantwoord over de periode dat de werknemer in dienst is met gebruikmaking van dezelfde methodologie als bij defined benefit plans. Overige voorzieningen Een voorziening is een verplichting waarvan de omvang of het moment van afwikkeling onzeker is. Een voorziening wordt in de balans opgenomen als de Groep een uit het verleden voortvloeiende verplichting heeft, het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling ervan een uitstroom van middelen noodzakelijk is en er een betrouwbare schatting van kan worden gemaakt. Voorzieningen worden verdisconteerd wanneer de tijdswaarde van het geld een materieel effect heeft, hierbij wordt gebruik gemaakt van een bruto disconteringsvoet. Het bepalen van de hoogte van de voorziening is van nature omgeven door onzekerheden waarbij inschattingen met betrekking tot de omvang en het tijdstip van toekomstige kasstromen worden gemaakt. Reorganisatievoorzieningen bevatten vergoedingen voor het uitdienst treden van personeel als de Groep concrete voornemens heeft om conform een gedetailleerd formeel plan bestaande dienstverbanden te beëindigen zonder dat er nog een redelijke mogelijkheid bestaat dit terug te draaien. Daarnaast bevat de voorziening vergoedingen als gevolg van regelingen voor aanmoediging van vrijwillige uitdiensttreding. VERWERKING VAN OPBRENGSTEN Bruto premie-inkomen Premies uit hoofde van levensverzekeringsproducten worden als inkomsten verantwoord wanneer deze verschuldigd zijn door de polishouder. Bruto premie-inkomen uit hoofde van schadeverzekeringen wordt naar rato verantwoord gedurende de periode van de polisdekking. Ontvangsten uit hoofde van beleggingscontracten worden niet verantwoord als bruto premie-inkomen. Rente Rentebaten en rentelasten worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord gebruikmakend van de effectieve-rentemethode. De effectieve-rentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een financieel actief of financiële verplichting en van de allocatie van rentebaten en rentelasten over de relevante periode. De rentevoet waarbij de contante waarde van de verwachte kasstromen over de looptijd van het financieel instrument, of waar van toepassing een kortere periode, precies gelijk is aan de boekwaarde van het financieel actief of financiële verplichting, is de effectieve rente. Bij de berekening van de effectieve rente houdt de Groep rekening met alle contractuele bepalingen van het financiële instrument (zoals bijvoorbeeld vervroegde aflossing), maar niet met toekomstige verliezen als gevolg van oninbaarheid. In de berekening worden alle provisies en andere contractuele kasstromen meegenomen die onderdeel uitmaken van de effectieve-rentemethode evenals transactiekosten, agio en disagio. Als een financieel actief of een groep van financiële activa is afgeschreven als gevolg van een bijzondere waardevermindering, worden rentebaten verantwoord met behulp van de rentevoet die is gebruikt om de hoogte van de bijzondere waardevermindering te berekenen. Alle rentebaten en rentelasten van handelsposities en niet-handelsderivaten worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening als rentebaten en rentelasten. Mutaties in de ’zuivere reële waarde’ worden verantwoord onder Nettohandelsresultaat en Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten. Commissies en provisies Commissies en provisies worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd. Bereidstellingsprovisie op leningen waarvan wordt verwacht dat de leningsovereenkomst tot stand komt, wordt samen met andere direct gerelateerde kosten geactiveerd en behandeld als een aanpassing van de effectieve rente. Consortiumprovisie wordt verantwoord in het resultaat wanneer de syndicaatvorming is voltooid en de Groep geen deel van de leningen zelf heeft genomen, dan wel leningen heeft die dezelfde effectieve rente hebben als de andere consortiumleden. Commissies en provisies uit hoofde van het voeren van onderhandelingen ten behoeve van een transactie van een derde partij zoals de koop van aandelen of andere effecten of de (ver)koop van een bedrijfsonderdeel, worden in het resultaat verantwoord als de transactie tot stand is gekomen. Vergoedingen voor het beheren van portefeuilles worden verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd, gebaseerd op het onderliggende contract. Vergoedingen voor vermogensbeheer die samenhangen met beleggingsfondsen worden verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd. Hetzelfde principe wordt gehanteerd voor continu over de perioden heen verleende diensten zoals vermogensbeheer, financiële planning en bewaring. Ontvangen en betaalde provisies tussen banken voor betalingsverkeer worden geclassificeerd als provisiebaten en -lasten.
114
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Lease-inkomsten De opbrengsten uit operationele leaseovereenkomsten worden gelijkmatig verantwoord over de looptijd van de leaseovereenkomst. Leasetermijnen ontvangen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten waar ING Groep de lessor is worden opgedeeld in een rentedeel (verantwoord in het resultaat als renteopbrengst) en een aflossingsdeel. VERWERKING VAN LASTEN Lasten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer deze zich voordoen of bij een vermindering van het economisch potentieel, verband houdend met een afname van een actief of een toename van vreemd vermogen, heeft plaatsgevonden waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Op aandelen gebaseerde betalingen Kosten voor op aandelen gebaseerde betalingen worden verantwoord gedurende de levering van de prestaties van de werknemers. Een overeenkomstige toename in eigen vermogen wordt verantwoord bij een op aandelen gebaseerde betaling die wordt afgerekend in aandelen. Een verplichting wordt opgenomen bij een op aandelen gebaseerde betaling afgerekend in contanten. De aan deze transactie gerelateerde kosten worden geclassificeerd als personeelskosten. Vóór 2007 verstrekte ING Groep over het algemeen op aandelen gebaseerde betalingen die afgerekend werden in aandelen. Vanaf 2007 verstrekt ING Groep over het algemeen aandelen gebaseerde betalingen die afgerekend worden in contanten. De reële waarde van op aandelen gebaseerde betalingen afgerekend in aandelen wordt op de datum van verstrekking bepaald. De reële waarde van op aandelen gebaseerde betalingen afgerekend in contanten wordt op elke balansdatum bepaald. OVERHEIDSSUBSIDIES Overheidssubsidies worden opgenomen wanneer met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de subsidie zal worden ontvangen en dat aan de daaraan gekoppelde voorwaarden zal worden voldaan. Overheidssubsidies moeten systematisch worden opgenomen over de perioden die nodig zijn om deze subsidies toe te rekenen aan de gerelateerde kosten die ze beogen te compenseren. In dergelijke gevallen wordt de subsidie in mindering gebracht op de gerelateerde kosten in de winst-en-verliesrekening. RESULTAAT PER GEWOON AANDEEL Het resultaat per gewoon aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen. Bij de berekening van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen worden de volgende overwegingen in aanmerking genomen: • het totaal aantal uitgegeven gewone aandelen wordt verminderd met de eigen aandelen die door groepsmaatschappijen worden aangehouden; • de berekening is gebaseerd op gemiddelden per dag; • warrants worden in aanmerking genomen vanaf de dag waarop deze worden uitgeoefend. De kernkapitaaleffecten zonder stemrecht zijn geen gewone aandelen omdat hun voorwaarden en condities, vooral met betrekking tot de coupons en de stemrechten, significant anders zijn. Daardoor is er geen impact op de gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen tijdens het boekjaar uit hoofde van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht. Als gevolg van de claimemissie in 2009 is het resultaat per gewoon aandeel in 2008 en 2007 herzien. Verwezen wordt naar toelichting 49 ‘Resultaat per gewoon aandeel’ voor een nadere uitleg over de aard en het effect van deze herziening. Het verwaterde resultaat per aandeel wordt berekend alsof de aan het eind van het boekjaar alle uitstaande converteerbare instrumenten aan het begin van het boekjaar zijn uitgeoefend. Tevens wordt verondersteld dat de na uitoefening ontvangen opbrengsten door ING Groep worden gebruikt om eigen aandelen tegen de gemiddelde beurskoers gedurende het boekjaar in te kopen. De toename van het aantal aandelen als gevolg van de uitoefening wordt opgeteld bij het gemiddeld aantal aandelen dat wordt gebruikt bij de berekening van het resultaat per aandeel. Opties uit op aandelen gebaseerde betalingen worden voor de berekening van het verwaterde resultaat per aandeel als gewone opties meegenomen hoewel deze nog voorwaardelijk zijn. De opties worden meegenomen vanaf de datum van verstrekking. Opties uit op aandelen gebaseerde betalingen die prestatieafhankelijk zijn, worden als voorwaardelijke aandelen meegenomen omdat de uitgifte van deze aandelen niet alleen afhangt van het verstrijken van de tijd. FIDUCIAIRE ACTIVITEITEN ING Groep houdt of plaatst namens individuele personen, trusts, pensioenmaatschappijen en andere instellingen activa in haar rol van trustee of in andere fiduciaire rollen. Deze activa zijn niet opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening omdat dit geen activa zijn van ING Groep.
ING Groep Jaarverslag 2009
115
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht van ING Groep
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. Bij de nettokasstroom uit operationele activiteiten wordt het resultaat voor belasting gecorrigeerd voor posten in de winst-en-verliesrekening en mutaties in balansposten die niet daadwerkelijk leiden tot kasstromen in het boekjaar. Ten behoeve van het kasstroomoverzicht zijn onder liquiditeiten posten begrepen die op het moment van verkrijgen een looptijd hebben korter dan drie maanden. Daaronder zijn begrepen tegoeden bij centrale banken die ter vrije beschikking staan, leningen en voorschotten aan banken, kortlopende schatkistpapieren en schulden aan banken. Beleggingen kwalificeren als liquiditeiten als deze zonder beperkingen kunnen worden gerealiseerd voor een vaststaand bedrag en niet onderhevig zijn aan materiële risico’s van waardevermindering. Kasstromen luidend in vreemde valuta worden omgerekend naar de functionele valuta door middel van de valutakoers op de dag dat de kasstroom plaatsvindt. De nettokasstroom met betrekking tot kredieten heeft slechts betrekking op transacties die voortvloeien uit daadwerkelijke betalingen en ontvangsten. De toevoegingen aan de voorzieningen voor dubieuze debiteuren die in mindering zijn gebracht op de balanspost Kredieten zijn gecorrigeerd op het resultaat voor belasting en zijn separaat opgenomen in het kasstroomoverzicht. Het verschil tussen de in het kasstroomoverzicht opgenomen nettokasstroom en de mutatie van de in de balans opgenomen liquiditeiten is het gevolg van valutakoersverschillen en is afzonderlijk opgenomen als onderdeel van de aansluiting tussen de nettokasstroom en de balansmutatie van de Liquiditeiten.
116
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
ACTIVA 1 LIQUIDE MIDDELEN EN TEGOEDEN BIJ CENTRALE BANKEN Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken Tegoeden bij centrale banken Kasgelden en banktegoeden Daggeldleningen van het verzekeringsbedrijf
2009
2008
10.989 3.965 436 15.390
16.432 5.052 561 22.045
2 BANKIERS Bankiers Nederland
Leningen en voorschotten aan banken Liquide middelen, rekening-courant
Internationaal
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
9.101 2.550 11.651
15.234 4.800 20.034
30.641 1.151 31.792
25.556 2.942 28.498
39.742 3.701 43.443
40.790 7.742 48.532
11.651
20.034
–46 31.746
–85 28.413
–46 43.397
–85 48.447
Voorziening voor dubieuze debiteuren
Onder Bankiers zijn per 31 december 2008 mede opgenomen vorderingen in verband met effecten die zijn verkregen met een overeenkomst tot terugverkoop uit hoofde van bancaire activiteiten ten bedrage van EUR 2.458 miljoen (2008: EUR 3.005 miljoen) en vorderingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten ten bedrage van EUR 64 miljoen (2008: EUR 100 miljoen). De niet-achtergestelde vorderingen bedragen per 31 december 2009 EUR 43.396 miljoen (2008: EUR 48.443 miljoen) en de achtergestelde vorderingen EUR 1 miljoen (2008: EUR 4 miljoen). Er zijn geen vorderingen op bankiers waarvan de voorwaarden een materieel effect zouden kunnen hebben op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. Voor informatie over significante concentraties wordt verwezen naar de paragraaf ‘Risicobeheer’. 3 FINANCIËLE ACTIVA TEGEN REËLE WAARDE MET WAARDEMUTATIES DOOR HET RESULTAAT Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Activa aangehouden voor handelsdoeleinden Beleggingen voor risico van polishouders Niet-handelsderivaten Geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
2009
2008
111.444 104.597 11.632
160.378 95.366 16.484
5.517 233.190
8.277 280.505
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden per soort Aandelen Schuldbewijzen Derivaten Leningen en vorderingen
2009
2008
2.732 25.287 41.450 41.975 111.444
2.352 26.652 71.925 59.449 160.378
In de balanswaarde per 31 december 2009 zijn aandelen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 175 miljoen (2008: EUR 1 miljoen) en nihil (2008: nihil). In de balanswaarde per 31 december 2008 zijn schuldbewijzen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 325 miljoen (2008: EUR 28 miljoen) en EUR 353 miljoen (2008: EUR 1.904 miljoen). Per 31 december 2009 zijn onder de Activa aangehouden voor handelsdoeleinden vorderingen opgenomen ten bedrage van EUR 40.940 miljoen (2008: EUR 57.968 miljoen) welke betrekking hebben op overeenkomsten tot terugverkoop.
ING Groep Jaarverslag 2009
117
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Beleggingen voor risico van polishouders per soort Aandelen Schuldbewijzen Leningen en vorderingen
2009
2008
93.268 8.215 3.114 104.597
83.208 7.729 4.429 95.366
De aanpassingen in de reële waarde van de Leningen en vorderingen opgenomen onder de Beleggingen voor risico van polishouders, welke toe te schrijven is aan de aanpassingen van het kredietrisico van de financiële activa is nihil (2008: nihil) of cumulatief nihil (2008: nihil). De reële waarde van de kredietderivaten opgenomen in de beleggingen voor risico van polishouders om het kredietrisico op de schuldbewijzen te mitigeren is nihil (2008: EUR –12 miljoen) en de aanpassing van deze reële waarde is nihil (2008: EUR –5 miljoen). De verkrijgingsprijs van de beleggingen voor risico van polishouders bedraagt per 31 december 2009 EUR 106.904 miljoen (2008: EUR 115.929 miljoen). Beleggingen in beleggingsfondsen met onderliggende beleggingen in aandelen, obligaties, derivaten en onroerend goed zijn begrepen in aandelen. Niet-handelsderivaten per soort Derivaten aangehouden voor: – reële waardehedges – kasstroomhedges – een hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Overige niet-handelsderivaten
2009
2008
2.727 5.521
3.862 5.771
38 3.346 11.632
670 6.181 16.484
De reële waarde van de kredietderivaten opgenomen in de niet-handelsderivaten aangehouden om het kredietrisico te mitigeren is EUR 60 miljoen (2008: nihil) en de aanpassing van deze reële waarde is EUR –121 miljoen (2008: nihil). Overige niet-handelsderivaten bestaan voornamelijk uit interest rate swaps waarvoor geen hedge accounting wordt toegepast. Geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Aandelen Schuldbewijzen Leningen en vorderingen Overig
2009
2008
392 3.478 524 1.123 5.517
313 5.445 637 1.882 8.277
De aanpassing in de reële waarde van de Leningen en de vorderingen opgenomen onder Geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, toe te schrijven aan de aanpassing van het kredietrisico van de financiële activa gedurende 2009, is nihil (2008: nihil) en cumulatief nihil (2008: nihil). In Overig zijn beleggingen in private equity fondsen, hedgefondsen, andere niet-traditionele beleggingsvormen en commanditaire vennootschappen opgenomen.
118
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
4 BELEGGINGEN Beleggingen per soort Beschikbaar voor verkoop – aandelen – schuldbewijzen
Tot einde looptijd aangehouden – schuldbewijzen
2009
2008
8.853 188.850 197.703
8.822 234.030 242.852
14.409 14.409
15.440 15.440
212.112
258.292
De reële waarde van de aandelen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop is per 31 december 2009 EUR 14.809 miljoen (2008: EUR 15.566 miljoen). Verloop in beleggingen – beschikbaar voor verkoop en tot einde looptijd aangehouden Aandelen beschikbaar voor verkoop
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Afschrijving Overhevelingen en herrubricering Wijzigingen in de samenstelling van de groep en overig Ongerealiseerde herwaarderingen (Terugboeking van) bijzondere waardeverminderingen Desinvesteringen en aflossingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
Schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop
Tot einde looptijd aangehouden
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
8.822 1.590
19.947 4.503
234.030 161.312 84
255.950 225.703 –48
15.440
16.753 315 –33
258.292 162.902 54
292.650 230.521 –81
689
–28.943
–1.440
–30
19
154
–29.651
–1.594
–1.354
–748
–4.223
–11.670
–5.577
–12.418
3.151
–4.621
14.994
–14.877
18.145
–19.498
–409
–1.916
–2.075
–2.904
–2.484
–4.820
–3.052
–8.320
–186.968
–217.239
–1.675
–1.640
–191.695
–227.199
86
–177
1.347
709
–15
45
1.418
577
8.853
8.822
188.850
234.030
14.409
15.440
212.112
258.292
Opgenomen in overhevelingen en herrubricering beleggingen beschikbaar voor verkoop en tot einde looptijd aangehouden Aandelen beschikbaar voor verkoop 2009
Naar/van tot einde looptijd aangehouden Naar/van beschikbaar voor verkoop Naar/van Kredieten / Bankiers Naar/van deelnemingen
2008
Schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop 2009
2008
Tot einde looptijd aangehouden 2009
–689
10 9 19
154 154
2008
Totaal 2009
2008
–689
–28.962
–1.594
–29.651
–1.594
689
689
689
–28.952 9 –28.943
–1.594 154 –1.440
Herrubriceringen naar beleggingen tot einde looptijd aangehouden Gedurende het tweede kwartaal van 2009 heeft ING Groep EUR 0,7 miljard geherrubriceerd van beleggingen beschikbaar voor verkoop naar aangehouden tot einde looptijd. De herrubriceringen resulteerde in een afname van de marktliquiditeit van deze activa. ING Groep heeft de intentie en mogelijkheid om deze activa aan te houden tot einde looptijd.
ING Groep Jaarverslag 2009
119
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Herrubricering naar Kredieten en Bankiers Herrubriceringen van beleggingen beschikbaar voor verkoop naar Kredieten is toegestaan onder IFRS vanaf het derde kwartaal van 2008. In het eerste en tweede kwartaal van 2009 en het vierde kwartaal van 2008 heeft ING Groep bepaalde financiële activa van Beleggingen naar Kredieten en Bankiers geherrubriceerd. In 2009 is EUR 23.355 miljoen (2008: EUR 1.594 miljoen) geherrubriceerd naar Kredieten en EUR 5.608 miljoen naar Bankiers. ING Groep heeft activa geselecteerd welke in aanmerking komen voor herrubricering en waarvan ING Groep op het moment van herrubricering de intentie heeft deze aan te houden in de nabije toekomst. Herrubricering naar Kredieten en Bankiers Per herrubriceringsdatum Reële waarde Effectief interestpercentage (gewogen gemiddelde) Verwachte terug te verdienen kasstromen Ongerealiseerde herwaarderingsverliezen in het eigen vermogen (vóór belasting) Verwerkte herwaarderingswinst(verliezen) in het eigen vermogen (vóór belasting) tussen het begin van het jaar waarin de herrubricering heeft plaatsgevonden en de herrubriceringsdatum Verwerkte bijzondere waardeverminderingen (vóór belasting) tussen het begin van het jaar waarin de herrubricering plaats heeft gevonden en de herrubriceringsdatum 2009 Boekwaarde per 31 december Reële waarde per 31 december Ongerealiseerde herwaarderingsverliezen in het eigen vermogen (vóór belasting) per 31 december Effect op het eigen vermogen (vóór belasting) als geen herrubricering had plaatsgevonden Effect of het resultaat (vóór belasting) als geen herrubricering had plaatsgevonden Effect op het resultaat (vóór belasting) na de herrubricering tot 31 december (voornamelijk rentebaten) Opgenomen voorziening voor oninbaarheid (vóór belasting) Verwerkte bijzondere waardeverminderingen (vóór belasting) 2008 Boekwaarde per 31 december Reële waarde per 31 december Ongerealiseerde herwaarderingsverliezen opgenomen in het eigen vermogen (vóór belasting) gedurende het jaar Effect op het eigen vermogen (vóór belasting) als geen herrubricering had plaatsgevonden Effect of het resultaat (vóór belasting) als geen herrubricering had plaatsgevonden Effect op het resultaat (vóór belasting) na de herrubricering tot 31 december (voornamelijk rentebaten) Verwerkte bijzondere waardeverminderingen (vóór belasting) Opgenomen voorziening voor oninbaarheid (vóór belasting) 2007 Ongerealiseerde herwaarderingsverliezen opgenomen in het eigen vermogen (vóór belasting) gedurende het jaar Verwerkte bijzondere waardeverminderingen (vóór belasting)
120
ING Groep Jaarverslag 2009
Q2 2009
Q1 2009
Q4 2008
6.135 1,4%-24,8% 7.118
22.828 2,1%-11,7% 24.052
1.594 4,1%-21% 1.646
–896
–1.224
–69
nihil
nihil
–79
nihil
nihil
nihil
6.147 6.472
20.551 20.175
1.189 1.184
–734
–902
–67
325
–376
–5
nihil
nihil
nihil
54
629
47
nihil
nihil
nihil
nihil
nihil
nihil
1.592 1.565 –971
–192
–79
nvt
nvt
–28
nvt
nvt
nihil
nvt
nvt
9
nihil
nihil
nihil
nvt
nvt
nihil
–20 nihil
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Niet meer in de balans opgenomen schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop - Transactie met de Nederlandse overheid Op 26 januari 2009 zijn ING Groep en de Nederlandse overheid een steunfaciliteit voor illiquide activa (de ’steunfaciliteit’) overeengekomen. De transactie is op 31 maart 2009 afgerond. Onder de steunfaciliteit heeft ING 80% overgedragen van het economisch eigendom van de Alt-A portefeuille aan de Nederlandse overheid. Deze portefeuille was opgenomen in Schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop. Voor meer details wordt verwezen naar paragraaf 33 ‘Verbonden partijen’. Aandelen beschikbaar voor verkoop naar bancaire en verzekeringsactiviteiten Beursgenoteerd
Bancaire activiteiten Verzekeringsactiviteiten
Niet-beursgenoteerd
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
3.209 3.257 6.466
1.418 5.083 6.501
473 1.914 2.387
445 1.876 2.321
3.682 5.171 8.853
1.863 6.959 8.822
Schuldbewijzen naar bancaire en verzekeringsactiviteiten Beschikbaar voor verkoop
Bancaire activiteiten Verzekeringsactiviteiten
Tot einde looptijd aangehouden
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
88.500 100.350 188.850
131.502 102.528 234.030
14.409
15.440
14.409
15.440
102.909 100.350 203.259
146.942 102.528 249.470
In de balanswaarde per 31 december 2009 zijn aandelen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van respectievelijk nihil (2008: EUR 182 miljoen) en nihil (2008: nihil). In de balanswaarde per 31 december 2009 zijn schuldbewijzen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 6.853 miljoen (2008: EUR 9.822 miljoen) en EUR 20.900 miljoen (2008: EUR 35.795 miljoen). Geleende aandelen en converteerbare obligaties worden niet in de balans opgenomen en bedragen per 31 december 2009 nihil (2008: nihil). Geleende schuldbewijzen worden niet in de balans opgenomen en bedragen per 31 december 2009 EUR 1.842 miljoen (2008: EUR 166 miljoen). Beleggingen in verband met de verzekeringsactiviteiten met een gecombineerde boekwaarde van EUR 26 miljoen (2008: EUR 47 miljoen) genereerden geen resultaat gedurende 2009. 5 KREDIETEN Kredieten naar bancaire en verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten Verzekeringsactiviteiten Eliminaties
2009
2008
554.682 29.060 583.742 –4.796 578.946
601.638 25.681 627.319 –7.528 619.791
Kredieten per soort – bancaire activiteiten Nederland
Leningen aan of gegarandeerd door de overheid Leningen met hypothecaire zekerheid Leningen gegarandeerd door kredietinstellingen Particuliere leningen Mortgage backed securities Zakelijke leningen
Voorzieningen voor dubieuze debiteuren
Internationaal
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
28.149 164.111 468 4.972
16.288 158.861 295 7.158
48.767 246.467
126.772 309.374
22.933 142.415 9.761 14.988 17.814 104.657 312.568
10.099 145.090 5.606 23.110 9.055 101.830 294.790
51.082 306.526 10.229 19.960 17.814 153.424 559.035
26.387 303.951 5.901 30.268 9.055 228.602 604.164
–1.461 245.006
–761 308.613
–2.892 309.676
–1.765 293.025
–4.353 554.682
–2.526 601.638
ING Groep Jaarverslag 2009
121
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Kredieten naar niet-achtergestelde en achtergestelde vorderingen – bancaire activiteiten Niet-achtergestelde vorderingen Achtergestelde vorderingen
2009
2008
554.267 415 554.682
601.434 204 601.638
Gedurende 2009 zijn bepaalde productkenmerken en interne procedures voor rekening couranten aangepast. Als gevolg daarvan voldoen deze rekening couranten aan de criteria die IFRS stelt voor saldering van posities per cliënt in de balans. Deze aanvullende saldering heeft geresulteerd in een daling van de Kredieten (bancaire activiteiten) en een vergelijkbare afname van de Toevertrouwde middelen van ongeveer EUR 73,9 miljard. Kredieten per soort - verzekeringsactiviteiten Nederland
Internationaal
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
Polisbeleningen Leningen met hypothecaire zekerheid Leningen zonder onderpand Mortgage backed securities Overig
50 6.700 4.030 4.336 427 15.543
52 6.804 3.210
2.853 7.368 2.072
2.908 8.789 2.058
2.960 15.593 5.268
309 10.375
1.335 13.628
1.610 15.365
2.903 14.068 6.102 4.336 1.762 29.171
1.919 25.740
Voorzieningen voor dubieuze debiteuren
–52 15.491
–27 10.348
–59 13.569
–32 15.333
–111 29.060
–59 25.681
Onder Kredieten zijn per 31 december 2009 mede opgenomen vorderingen in verband met effecten die zijn verkregen met een overeenkomst tot terugverkoop uit hoofde van bancaire activiteiten ten bedrage van EUR 2.409 miljoen (2008: EUR 946 miljoen). Geen van de leningen heeft voorwaarden die een materieel effect zouden kunnen hebben op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. Zie de paragraaf ‘Risicobeheer’ voor details over significante concentraties. Vorderingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten die opgenomen zijn onder Kredieten en Bankiers, kunnen als volgt worden geanalyseerd: Vorderingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten Looptijd van bruto-investeringen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten – korter dan 1 jaar – langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar – langer dan 5 jaar
Niet-verdiend inkomen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten Netto-investeringen in financiële leaseovereenkomsten Looptijd van netto-investeringen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten – korter dan 1 jaar – langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar – langer dan 5 jaar
Inbegrepen in Bankiers Inbegrepen in Kredieten
122
ING Groep Jaarverslag 2009
2009
2008
5.163 9.739 6.041 20.943
6.363 9.766 4.836 20.965
–3.783
–3.614
17.160
17.351
4.365 8.088 4.707 17.160
5.157 7.955 4.239 17.351
64 17.096 17.160
100 17.251 17.351
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
In de voorzieningen voor dubieuze debiteuren is per 31 december 2009 EUR 161 miljoen (2008: EUR 88 miljoen) opgenomen als voorziening voor oninbare vorderingen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten. Geen van de financiële leaseovereenkomsten heeft een materieel effect op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. Voorzieningen voor dubieuze debiteuren naar zekerheid – bancaire activiteiten Nederland 2009
Leningen gegarandeerd door de overheid Leningen met hypothecaire zekerheid Leningen gegarandeerd door kredietinstellingen Particuliere leningen Mortgage backed securities Overige zakelijke leningen
De balanswaarde eind van het jaar is inbegrepen in – Bankiers – Kredieten
2008
Internationaal
Totaal
2009
2008
2009
2008
2 425 85 533
2 592 85 653
805 1.850
3 1.356 47 690 15 2.288 4.399
1.279 2.611
85 1.765 1.850
46 4.353 4.399
85 2.526 2.611
290
167
254
120
917 1.461
474 761
3 1.066 47 436 15 1.371 2.938
1.461 1.461
761 761
46 2.892 2.938
Verloop van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren Bancaire activiteiten
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep Afboekingen Ontvangen op reeds afgeboekte kredieten Toename van voorzieningen voor dubieuze debiteuren Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
Verzekeringsactiviteiten
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2.611 –3 –1.217 148
2.001 2 –728 91
59 –3 –13 1
30 –4 –6 2
2.670 –6 –1.230 149
2.031 –2 –734 93
2.973 –47 –66 4.399
1.280 –50 15 2.611
67
38 –1
111
59
3.040 –47 –66 4.510
1.318 –51 15 2.670
Veranderingen in de Voorzieningen voor dubieuze debiteuren welke betrekking hebben op verzekeringsactiviteiten zijn opgenomen onder Opbrengst beleggingen. Veranderingen in de Voorzieningen voor dubieuze debiteuren welke betrekking hebben op de bancaire activiteiten zijn opgenomen als een afzonderlijke regel in de winst-en-verliesrekening.
ING Groep Jaarverslag 2009
123
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
6 DEELNEMINGEN Deelnemingen
Percentage deelneming (%)
2009
TMB Public Company Limited Sul America S.A. ING Winkels Basisfonds ING Dutch Office Master Fund C.V. Lionbrook Property Partnership Property Fund Iberica ING Woningen Basisfonds ING Retail Property Fund Australia Dutch Office Fund II ING Real Estate Asia Retail Fund ING Vastgoed Kantoren C.V. ING Vastgoed Winkels C.V. ING Industrial Fund Australia Lion Industrial Trust Retail Property Fund France Belgium (RPFFB) ING Re French Residential Fund Property Fund Central Europe ING REI Investment DOF B.V. Dutch Residential Fund II Lion Properties Fund ING Re Nordic Property Fund Steadfast Capital Fund II LP ING Retail Property Partnership Southern Europe ING Logistics Property Fund Europe Overige deelnemingen met invloed van betekenis
30 36 16 16 33 30 13 29 16 28 10 10 8 10 15 45 25 3 13 5 16 68 21 25
Reële waarde beursgenoteerde deelnemingen
338
61
Balanswaarde
Totaal activa
457 288 210 201 151 140 111 107 104 99 89 87 78 72 71 67 67 66 65 65 56 56 55 51 886 3.699
11.474 931 1.642 1.527 572 1.635 1.019 886 775 723 952 870 2.265 2.374 1.381 233 806 2.402 626 2.766 940 83 1.001 467
Totaal vreemd vermogen
10.503 121 310 285 148 1.156 194 479 129 417 44 5 1.343 1.640 909 83 540 514 141 1.506 588 745 263
Totaal baten
Totaal lasten
309 3.360 56 –12 27 –51 –34 20 31 –46 10 53 344 –174 2 –1 –25 –215 –25 –226 –7 2 –27 –22
281 3.138 37 30 20 50 22 65 27 140 33 19 387 729 87 8 52 266 26 1.167 52 6 69 23
Overige deelnemingen met invloed van betekenis vertegenwoordigt een groot aantal deelnemingen met een individuele balanswaarde van minder dan EUR 50 miljoen. De cumulatieve bijzondere waardeverminderingen bedragen EUR 59 miljoen (2008: EUR 50 miljoen). Voor de bovenstaande deelnemingen met een aandelenbezit van minder dan 20% van de stemrechten is sprake van invloed van betekenis door de combinatie van ING Groeps financiële belang voor eigen rekening en de rol van ING Groep als fondsbeheerder. De waardes, zoals opgenomen in de bovenstaande tabel, kunnen afwijken van waardes gepresenteerd in de individuele jaarrekeningen van de deelnemingen, omdat voor praktische redenen, de individuele waardes in lijn zijn gebracht met ING Groeps waarderingsgrondslagen. Over het algemeen zijn de rapportagedata van alle materiële deelnemingen gelijk aan de rapportagedatum van ING Groep. Echter, de rapportagedatum van bepaalde deelnemingen wijkt enigszins af van de rapportagedatum van ING Groep, het verschil tussen de rapportagedatum van de deelnemingen en die van ING Groep is in ieder geval niet meer dan drie maanden. In geval de reële waarde van beursgenoteerde deelnemingen lager is dan de balanswaarde is beoordeeld of sprake is van bijzonder waardeverminderingen en heeft een evaluatie van de continuïteit plaatsgevonden.
124
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Deelnemingen
2008
TMB Public Company Limited ING Dutch Office Master Fund C.V. ING Winkels Basisfonds Sul America S.A. ING Industrial Fund Australia Property Fund Iberica Lionbrook Property Partnership Lion Industrial Trust Lion Properties Fund ING Woningen Basisfonds ING Real Estate Asia Retail Fund Dutch Office Fund II ING Retail Property Fund Australia ING Vastgoed Kantoren C.V. ING Vastgoed Winkels C.V. Property Fund Central Europe Retail Property Fund France Belgium (RPFFB) Dutch Residential Fund II ING Retail Property Partnership Southern Europe ING REI Investment DOF B.V. ING European Infrastructure Fund Lion Value Fund ING Logistics Property Fund Europe ING RE Nordic Property Fund ING Property Fund Central and Eastern Europe ING Vastgoed Woningen C.V. ING Re French Residential Fund Overige deelnemingen met invloed van betekenis
Percentage deelneming (%)
30 16 16 36 18 30 29 10 5 13 28 16 29 10 10 25 15 13 21 4 25 22 25 16 20 10 45
Reële waarde beursgenoteerde deelnemingen
171
14
Balanswaarde
Totaal activa
Totaal Vreemd vermogen
443 219 218 168 164 157 145 133 125 122 121 109 109 98 88 83 79 74 73 71 70 68 65 64 55 53 50 1.131 4.355
12.247 1.624 1.736 557 2.377 1.835 626 2.898 4.135 1.064 850 817 790 1.006 898 880 1.602 602 1.218 2.679 662 442 530 979 791 528 182
11.246 258 346 91 1.033 1.301 126 1.528 1.757 155 412 136 412 22 22 546 1.075 51 879 383 409 139 269 579 519 1 69
Totaal baten
Totaal lasten
812 63 119 2.663 166 –2 –283 98 313 58 57 50 13 101 83 69 71 62 6 197 7 –5 16 32 36 3
589 75 51 2.348 147 96 15 207 771 45 72 58 7 93 22 37 57 127 67 212 2 56 21 62 60 25 4
ING Groep Jaarverslag 2009
125
Verloop van deelnemingen Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Overheveling van/naar beleggingen Herwaarderingen Resultaat deelnemingen Ontvangen dividend Desinvesteringen Bijzondere waardeverminderingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
4.355 180 –96 –9 19 –458 –126 –294 –3 131 3.699
5.014 1.034 46 –154 217 –375 –212 –972 –29 –214 4.355
Het Resultaat deelnemingen van EUR –458 miljoen (2008: EUR –375 miljoen) en de Bijzondere waardeverminderingen van EUR –3 miljoen (2008: EUR –29 miljoen) zijn in 2009 opgenomen in de winst-en-verliesrekening in Resultaat deelnemingen EUR –461 miljoen (2008: EUR –404 miljoen).
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
7 BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED Verloop van beleggingen in onroerend goed Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Overheveling van/naar Onroerend goed in eigen gebruik Overheveling van/naar Overige activa Reële waarde-aanpassingen winst/verlies Desinvesteringen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
4.300 130 –54
4.829 905 –296
58 322 –713 –656 251 3.638
–38 117 –400 –415 –402 4.300
De blootstelling aan vastgoedrisico’s is opgenomen in de volgende balansregels: Blootstelling aan vastgoedrisico’s Beleggingen in onroerend goed Deelnemingen Overige activa – onroerend goed aangehouden voor verkoop Gebouwen en bedrijfsmiddelen – onroerend goed in eigen gebruik Beleggingen – beschikbaar voor verkoop
2009
2008
3.638 2.580
4.300 3.200
2.515
3.143
1.686 689 11.108
1.841 663 13.147
Verder bestaat er een blootstelling door belangen in derden, hefboomwerking van fondsen en niet in de balans opgenomen verplichtingen, wat resulteert in een totale blootstelling van EUR 13,1 miljard (2008: EUR 15,5 miljard). Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Risicobeheer’. Beleggingen in onroerend goed naar bancaire en verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten Verzekeringsactiviteiten
2009
2008
2.569 1.069 3.638
3.182 1.118 4.300
Het totale bedrag aan huuropbrengsten dat is verantwoord in de winst-en-verliesrekening is EUR 345 miljoen (2008: EUR 361 miljoen). Het totale bedrag aan voorwaardelijke leasebetalingen dat verantwoord is in de winst-en-verliesrekening is EUR 8 miljoen (2008: EUR 17 miljoen). Het totale bedrag aan directe bedrijfskosten (inclusief kosten van reparatie en onderhoud) met betrekking tot beleggingen in onroerend goed die over 2009 huuropbrengsten genereerden was EUR 87 miljoen (2008: EUR 71 miljoen). Het totale bedrag aan directe bedrijfskosten (inclusief kosten van reparatie en onderhoud) met betrekking tot beleggingen in onroerend goed die over 2009 geen huuropbrengsten genereerden was EUR 46 miljoen (2008: EUR 36 miljoen). Taxatie van beleggingen in onroerend goed getaxeerd door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs per meest recente taxatie (in percentages) 2009
Meest recente taxatie uitgevoerd in 2009 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2008 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2005
126
ING Groep Jaarverslag 2009
98 1 1 100
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
8 GEBOUWEN EN BEDRIJFSMIDDELEN Gebouwen en bedrijfsmiddelen per soort Onroerend goed in eigen gebruik Bedrijfsmiddelen Activa onder operationele leaseovereenkomsten
2009
2008
1.686 1.442 2.991 6.119
1.841 1.407 3.148 6.396
Onroerend goed in eigen gebruik naar bancaire en verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten Verzekeringsactiviteiten
2009
2008
1.364 322 1.686
1.447 394 1.841
Verloop in onroerend goed in eigen gebruik Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Herrubricering van/naar Beleggingen in onroerend goed Herrubricering van/naar Overige activa Afschrijvingen Herwaarderingen Bijzondere waardeverminderingen Terugboeken van bijzondere waardeverminderingen Desinvesteringen Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde Herwaarderingssurplus Balanswaarde begin van het jaar Waardeverandering gedurende het jaar Vrijval gedurende het jaar Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
1.841 46 –2
2.069 85 –150
–58 –24 –33 –51 –8 12 –37 –1 1 1.686
38 5 –39 –5 –1
1.841
2.574 –764
2.701 –755
–124 1.686
–105 1.841
606 –3 –72 531
633 –48 21 606
–114 –47
De kost- of aanschafprijs bedraagt EUR 2.043 miljoen (2008: EUR 2.087 miljoen). De verkrijgingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen zou EUR 1.155 miljoen (2008: EUR 1.226 miljoen) bedragen. Taxatie van onroerend goed in eigen gebruik getaxeerd door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs per meest recente transactie (in percentages) 2009
Meest recente taxatie uitgevoerd in 2009 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2008 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2007 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2006 Meest recente taxatie uitgevoerd in 2005
39 28 18 7 8 100
ING Groep Jaarverslag 2009
127
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop van bedrijfsmiddelen Informatieverwerkende apparatuur
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Desinvesteringen Afschrijvingen Bijzondere waardeverminderingen Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde
Inrichting, installaties en andere bedrijfsmiddelen
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
320 189 –9 –13 –155
1.087 407 –88 –32 –261 4 –19 1.098
989 396 10 –20 –263 –9 –28 12 1.087
1.407 596 –97 –45 –416
6 6 344
281 227 –4 –2 –146 –9 –13 –14 320
10 –13 1.442
1.270 623 6 –22 –409 –18 –41 –2 1.407
1.582 –1.238
1.562 –1.231
3.084 –1.986
2.935 –1.840
4.666 –3.224
4.497 –3.071
344
–11 320
1.098
–8 1.087
1.442
–19 1.407
Verloop van activa onder operationele leaseovereenkomsten Auto’s
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Desinvesteringen Afschrijvingen Bijzondere waardeverminderingen Koersverschillen vreemde valuta Overhevelingen en overig Balanswaarde eind van het jaar Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde
Overig geleasde activa
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
3.140 1.034
8
12
3.148 1.034
–3
28 –334 2.986
2.886 1.401 172 –123 –764 –3 –116 –313 3.140
4.516 –1.530
2.986
–93 –789
–2
–93 –792
5
8
28 –334 2.991
2.898 1.401 170 –123 –766 –3 –116 –313 3.148
4.466 –1.324
27 –22
28 –20
4.543 –1.552
4.494 –1.344
–2 3.140
5
8
2.991
–2 3.148
–2
Overhevelingen en overig hebben voornamelijk betrekking op de overheveling van auto’s onder operationele leaseovereenkomsten naar Overige activa vanwege de afloop van de leaseovereenkomst. Afschrijvingen van activa onder operationele leaseovereenkomsten worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening onder Overige baten en zijn in mindering gebracht op de baten uit operationele leaseovereenkomsten. Geen van de afzonderlijke operationele leaseovereenkomsten bevat contractuele bepalingen welke een materieel effect zouden kunnen hebben op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. De Groep verhuurt activa aan derden middels operationele leaseovereenkomsten. De minimaal te ontvangen toekomstige leasebetalingen uit hoofde van niet-opzegbare operationele leaseovereenkomsten bedragen: Minimale te ontvangen toekomstige leasebetalingen naar looptijd Korter dan 1 jaar Langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar Langer dan 5 jaar
128
ING Groep Jaarverslag 2009
2009
2008
1.094 1.893 4 2.991
1.072 2.072 4 3.148
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
9 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Verloop van immateriële vaste activa Value of business acquired
Balanswaarde begin van het jaar Aankopen Geactiveerde kosten Amortisatie en ‘unlocking’ Bijzondere waardeverminderingen Effect van ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Koersverschillen vreemde valuta Verkopen Balanswaarde eind van het jaar Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde
Goodwill
Software
Overig
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2.084
2.301
3.070 39
2.245 1.329
722 244
98 –298
472 213 420 –173
880 3
79 –120
881 188 132 –342
–120
–157
6.915 230 211 –582
5.740 1.786 518 –628
–27
–9
–44
–9
–226
–482
555
–155
–482
555
–11 –48
–730 158
1.502
2.084
–94 62 –6 3.071
–3 –340 –6 3.070
–62 10 –4 803
5 –17 –12 881
–143 36 –2 645
229 –113 –1 880
–310 60 –12 6.021
–499 –312 –19 6.915
2.518
2.980
3.136
3.225
2.217
1.988
1.007
1.125
8.878
9.318
–1.016
–896
–1.393
–1.051
–308
–200
–2.717
–2.147
1.502
2.084
–21 803
–56 881
–54 645
–45 880
–140 6.021
–256 6.915
–65 3.071
–155 3.070
Amortisatie van software en overige immateriële vaste activa is inbegrepen in de winst-en-verliesrekening in de post Overige bedrijfslasten en Afschrijving immateriële vaste activa en overige bijzondere waardeverminderingen. Amortisatie van value of business acquired is inbegrepen in Bruto verzekeringstechnische lasten. De aankopen in 2009 met betrekking tot Goodwill hebben voornamelijk betrekking op de consolidatie van 3W Holding B.V. (EUR 26 miljoen) en op de uitbreiding van het aandeel in Interhyp AG van ING Groep voor EUR 7 miljoen. Goodwill wordt getoetst op bijzondere waardeverminderingen op het laagste niveau waarop toezicht wordt gehouden voor interne beheersingsdoeleinden. Goodwill wordt als volgt aan de rapporterende eenheden toegerekend: Goodwill toegerekend aan rapporterende eenheden Retail Banking – Centraal Europa Retail Banking – Zuid-west Europa Retail Banking – Nederland ING Direct Commercial Banking Leasing & Factoring Commercial Banking Real Estate Commercial Banking Overig Insurance Europe – Benelux Insurance Europe – Overig Europa Insurance Americas – Latijns Amerika Insurance Americas – Verenigde Staten Insurance Americas – Canada Insurance Asia/Pacific – Zuid Korea Insurance Asia/Pacific – Overig Azië
2009
2008
834 49 1 460 66 39 14 48 122 591 483
839 49 1 456 61 11 15 49 124 543 501 71 164 186 3.070
171 193 3.071
In 2008 werd als gevolg van de nationalisatie van AFJP Pension in Argentinië EUR 155 miljoen goodwill afgeboekt.
ING Groep Jaarverslag 2009
129
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Goodwill wordt minimaal jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen door de boekwaarde van de rapporterende eenheid (inclusief goodwill) te vergelijken met de beste schatting van de reële waarde van de rapporterende eenheid. Als eerste wordt de beste schatting van de reële waarde bepaald op basis van een waardering van het totaal van de verschillende onderdelen (Sum of Partswaardering, ook wel SOP). Als de uitkomst van de SOP aangeeft dat geen significante afwijking bestaat tussen de reële waarde en de boekwaarde zal de reële waarde meer in detail geanalyseerd worden. De belangrijkste veronderstellingen in de SOP-waardering zijn de verwachte resultaten, groei van de activiteiten, disconteringsvoet, waarde van nieuwe productie, overwaarde inbegrepen in de marktwaarde etc. Voor beursgenoteerde ondernemingen worden relevante marktprijzen gehanteerd. De gedetailleerdere analyse maakt gebruik van waarderingsmodellen welke gelijk zijn aan die van de oorspronkelijke waardering bij aankoop, embedded value berekeningen, beoordeling van soortgelijke ondernemingen, etc. De waarderingsmodellen zijn gevalideerd en houden rekening met de ontwikkeling van de activiteiten na de aankoop, de laatste resultaatinschattingen van het management, beoordeling van disconteringspercentages en de maximale groeipercentages, etc. Beoordeling van soortgelijke ondernemingen houdt een analyse in van marktprijs/opbrengsten en marktprijs/boekwaarde van vergelijkbare beursgenoteerde ondernemingen. Veronderstellingen worden gewoonlijk gebaseerd op ervaringen uit het verleden, de meest juiste inschatting van het management van toekomstige ontwikkelingen en waar voorhanden relevante externe informatie. De toetsing van de goodwill op bijzondere waardeverminderingen heeft per 31 december 2009, waarbij de meest juiste inschatting van de veronderstellingen en de meest waarschijnlijke veranderingen daarin gehanteerd zijn, niet geresulteerd in een bijzondere waardevermindering (2008: nihil). 10 OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN Verloop van overlopende acquisitiekosten Beleggingscontracten
Balanswaarde begin van het jaar Geactiveerd Amortisatie en ‘Unlocking’ Effect van ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Koersverschillen vreemde valuta Verkoop van portefeuilles Balanswaarde eind van het jaar
Levensverzekeringen
Schadeverzekeringen
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
89 9 –11
101 50 –12
11.489 1.609 –435
10.183 2.495 –1.884
265 12 –12
408 126 –130
11.843 1.630 –458
10.692 2.671 –2.026
–1.140
1.523
–1.140
1.523
58 –227 1 11.355
–1.289 461
–231 9
–104 –35
–1.427 410
11.489
43
265
–277 –201 1 11.398
–104 17
–34 –16
0
89
11.843
Voor flexibele levensverzekeringcontracten bedraagt de groeiveronderstelling voor het berekenen van de amortisatie van de Overlopende acquisitiekosten voor 2008 8,2% bruto en 5,6% na aftrek van vergoedingen voor vermogensbeheer (2008: 6,4% bruto en 5,6% na aftrek van vergoedingen voor vermogensbeheer). De verandering in Wijzigingen in de samenstelling van de groep in 2008 heeft voor EUR 1.164 miljoen betrekking op de verkoop van ING Life Taiwan. 11 ACTIVA EN VERPLICHTINGEN AANGEHOUDEN VOOR VERKOOP Een groep van activa welke wordt afgestoten classificeert als aangehouden voor verkoop als de boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik ervan. Dit heeft betrekking op activiteiten waarvoor een verkoop overeen is gekomen of een verkoop zeer waarschijnlijk is op balansdatum maar waarvan de transactie nog niet volledig afgewikkeld is. Per 31 december 2009 heeft dit hoofdzakelijk betrekking op de Zwitserse en Aziatische Private Banking activiteiten, Pacific Antai Life Insurance Company (PALIC) en de drie onafhankelijke Amerikaanse retail broker-dealer units. Per 31 december 2008 heeft dit betrekking op ING Life Taiwan. Verwezen wordt naar toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’. Activa aangehouden voor verkoop Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen beschikbaar voor verkoop Kredieten Herverzekeringscontracten Gebouwen en bedrijfsmiddelen Immateriële vaste activa Overlopende acquisitiekosten Overige activa
130
ING Groep Jaarverslag 2009
2009
2008
264 474
80
389 458 3.242 3 37 3 35 119 5.024
1.552 9.801 1.341 41 671 1.164 662 15.312
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verplichtingen aangehouden voor verkoop Verzekerings- en beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden
2009
2008
191 31 4.480
14.294
36 152 4.890
126 600 15.020
In de cumulatieve niet-gerealiseerde resultaten is EUR 13 miljoen (2008: EUR 94 miljoen) opgenomen wat betrekking heeft op Activa aangehouden voor verkoop. 12 OVERIGE ACTIVA Overige activa per soort Vorderingen uit herverzekeringen en verzekeringen Latente belastingvorderingen Onroerend goed aangehouden voor verkoop Terug te vorderen vennootschapsbelasting Overlopende rente en huren Overige overlopende activa Pensioenactiva Overige vorderingen
2009
2008
2.125 3.969 2.515 836 18.306 1.635 3.143 6.700 39.229
3.683 8.034 3.143 776 20.156 1.758 1.781 8.334 47.665
Nadere informatie met betrekking tot latente belastingvorderingen en pensioenactiva is begrepen in de toelichting 21 ‘Overige schulden’. Overlopende rente en huren bevat overlopende rente op financiële activa opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs (geclassificeerd als ‘Leningen en vorderingen’ onder IAS 39) voor een bedrag van EUR 6.956 miljoen (2008: EUR 7.980 miljoen). In 2009 is voor EUR 98 miljoen aan financieringskosten geactiveerd met betrekking tot onroerend goed in ontwikkeling voor derden en onroerend goed aangehouden voor verkoop (2008: EUR 115 miljoen). Herverzekeringen en vorderingen uit verzekeringen Vorderingen uit directe verzekeringen op: – polishouders – tussenpersonen Vorderingen uit herverzekeringen
2009
2008
1.443 113 569 2.125
2.750 191 742 3.683
Onroerend goed aangehouden voor verkoop 2009
2008
Onroerend goed ontwikkeld voor verkoop Onroerend goed verkregen uit executies Onroerend goed in ontwikkeling
917 160 1.438 2.515
640 91 2.412 3.143
Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde
3.228
3.276
–713 2.515
–133 3.143
ING Groep Jaarverslag 2009
131
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
EIGEN VERMOGEN 13 EIGEN VERMOGEN (MOEDERMAATSCHAPPIJ)/ KERNKAPITAALEFFECTEN ZONDER STEMRECHT Eigen vermogen (moedermaatschappij) Aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Reserve voor koersverschillen vreemde valuta Overige reserves Eigen vermogen (moedermaatschappij)
2009
2008
2007
919 16.034 2.466 –2.008 16.452 33.863
495 9.182 –8.502 –1.918 18.077 17.334
534 8.739 4.937 –1.354 24.352 37.208
De herwaarderingsreserve, de reserve deelnemingen (opgenomen in Overige reserves) en de reserve voor koersverschillen vreemde valuta zijn niet vrij uitkeerbaar. De Overige reserves bevatten op 31 december 2009 een bedrag van EUR 645 miljoen (2008: EUR 566 miljoen; 2007: EUR 566 miljoen) aan kapitaal en reserves van de voormalige Stichting Regio Bank dat niet vrij uitkeerbaar is. Aandelenkapitaal Aantal X1.000
Maatschappelijk aandelenkapitaal Aandelenkapitaal in portefeuille Geplaatst aandelenkapitaal
Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24) Bedrag
2009
2008
2007
2009
2008
2007
4.500.000 668.439 3.831.561
4.500.000 2.436.852 2.063.148
3.000.000 773.555 2.226.445
1.080 161 919
1.080 585 495
720 186 534
Verloop in geplaatst aandelenkapitaal Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24) Aantal X1.000
Bedrag
Geplaatst aandelenkapitaal per 1 januari 2007
2.205.093
530
Uitgifte van aandelen Uitoefening warrants B en opties Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2007
5.569 15.783 2.226.445
1 3 534
Uitgifte van aandelen Inkoop aandelen Uitoefening warrants B Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2008
1.848 –183.158 18.013 2.063.148
–44 5 495
Uitgifte van aandelen Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2009
1.768.413 3.831.561
424 919
Agioreserve Het verloop in de agioreserve is toegelicht in het geconsolideerde mutatie-overzicht eigen vermogen van ING Groep. Claimemissie Op 26 november 2009 hebben bestaande houders van (certificaten van) gewone aandelen claims ontvangen die hen het recht geven om zich in te schrijven op nieuw te plaatsen (certificaten van) gewone aandelen, afhankelijk van het toepasselijke effectenrecht. Houders van claims konden zich inschrijven op 6 nieuwe (certificaten van) gewone aandelen in verhouding tot elke 7 claims die zij hielden. De emissieprijs is vastgesteld op EUR 4,24 per aandeel. Dit vertegenwoordigt een korting van 37,3% op de Theoretische Ex-Claim Prijs (TERP), gebaseerd op de slotkoers van ING Groep N.V. aandelen genoteerd aan Euronext Amsterdam en Euronext Brussel op 26 november 2009, van EUR 8,92. In totaal zijn 1.768.412.544 (certificaten van) gewone aandelen aangeboden en verkocht, waarvan ongeveer 97% middels de uitoefening van de claims en het restant door plaatsing bij institutionele beleggers. Als gevolg hiervan heeft ING netto ongeveer EUR 7,3 miljard ontvangen; hierbij is rekening gehouden met vergoedingen en kosten.
132
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Terugkoopprogramma (2007/2008) In mei 2007 heeft ING Groep een plan bekend gemaakt om een terugkoopprogramma te starten om zo de (certificaten op de) gewone aandelen, welke een totale waarde van EUR 5 miljard hebben, terug te kopen over een periode van 12 maanden, aanvangend in juni 2007. Op 23 mei 2008 was dit programma beëindigd, omdat ING Groep nagenoeg de wettelijke grens bereikt had voor het inkopen van eigen aandelen welke op dat moment van kracht was (10% van het geplaatst aandelenkapitaal). In totaal zijn 183,2 miljoen (certificaten van) gewone aandelen teruggekocht onder dit programma tegen een gemiddelde prijs van EUR 26,77 en voor een bedrag van EUR 4,9 miljard (98% van het aangekondigde bedrag van het terugkoopprogramma). Teruggekochte gewone aandelen en certificaten zijn daarom opgenomen in de tabel ‘Verloop in eigen aandelen’. De teruggekochte gewone aandelen (waar de certificaten betrekking op hebben), zijn ingetrokken in twee stappen, van kracht op respectievelijk 25 juni 2008 en 7 oktober 2008, zodat deze nu onderdeel uitmaken van het aandelenkapitaal in portefeuille. Gewone aandelen Alle gewone aandelen staan op naam. Er zijn geen aandeelbewijzen uitgegeven. Gewone aandelen kunnen worden overgedragen. Een overdracht van gewone aandelen vereist een schriftelijke kennisgeving door ING Groep N.V. De nominale waarde van de gewone aandelen is EUR 0,24. Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep bestaan op het moment uit 4.500 miljoen gewone aandelen, het is in 2009 verhoogd van 3.000 miljoen naar 4.500 miljoen aandelen als gevolg van een statutenwijziging op 8 oktober 2008. Per 31 december 2009 zijn 3.832 miljoen gewone aandelen uitgegeven en volgestort. Certificaten van gewone aandelen Meer dan 99% van de gewone aandelen is in bezit van de Stichting ING Aandelen. In ruil voor deze aandelen heeft de Stichting ING Aandelen certificaten aan toonder uitgegeven van deze gewone aandelen. De certificaten zijn genoteerd aan verschillende aandelenbeurzen. Certificaten kunnen worden omgewisseld op verzoek van de houders van certificaten in (niet-genoteerde) gewone aandelen. Dit kan zonder beperking, maar wel dient een administratieve vergoeding van EUR 0,01 per certificaat met een minimum van EUR 25 per omwisseltransactie betaald te worden. De certificaathouder heeft het recht op de dividendbetalingen en uitkeringen die corresponderen met de dividenden en uitkeringen die zijn ontvangen door de Stichting ING Aandelen voor een gewoon aandeel. Daarnaast is de certificaathouder gerechtigd om de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ING Groep bij te wonen en daar het woord te voeren, zowel in persoon als bij volmacht. Een certificaathouder die de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bijwoont is gerechtigd om namens de Stichting ING Aandelen stemrecht uit te oefenen, naar eigen inzicht, voor het aantal aandelen dat correspondeert met het aantal gehouden certificaten. Een certificaathouder die de Algemene Vergadering van Aandeelhouder niet bijwoont, in persoon of bij volmacht, heeft het recht om een bindende stemaanwijzing te geven aan de Stichting ING Aandelen voor het aantal aandelen dat correspondeert met het aantal gehouden certificaten. Certificaten van gewone aandelen gehouden door ING Groep (Eigen aandelen) Per 31 december 2009 hielden ING Groep of haar dochtermaatschappijen 47,0 miljoen (2008: 36,5 miljoen; 2007: 126,8 miljoen) certificaten van gewone aandelen van ING Groep N.V. met een nominale waarde van EUR 0,24. Deze zijn ingekocht om het risico in verband met de aan de leden van de Raad van Bestuur en de overige werknemers toegekende optierechten af te dekken. Beperkingen met betrekking tot dividend en terugbetaling van kapitaal ING Groep N.V. is gebonden aan wettelijke beperkingen ten aanzien van het dividend dat aan de gewone aandeelhouders mag worden uitgekeerd. In het Burgerlijk Wetboek is de beperking opgenomen dat dividend alleen mag worden uitgekeerd voor zover het eigen vermogen van de onderneming groter is dan de som van het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het aandelenkapitaal en de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. Voorts is de mogelijkheid om dividend uit te keren door ING Groep N.V. afhankelijk van de mogelijkheid van de groepsmaatschappijen en deelnemingen om dividend uit te keren. ING Groep N.V. is wettelijk verplicht om een reserve te vormen voor niet-uitkeerbare reserves voorzover de winst van de groepsmaatschappijen en deelnemingen onderworpen is aan beperkingen met betrekking tot de uitkering van dividend welke van toepassing zijn voor de groepsmaatschappijen en deelnemingen zelf. Deze beperkingen kunnen onder andere van vergelijkbare aard zijn als de beperkingen welke van toepassing zijn voor ING Groep N.V. Verder kunnen beperkingen bestaan als gevolg van minimum kapitaalvereisten zoals opgelegd door de toezichthouder in de landen waarin de groepsmaatschappijen opereren, ook kunnen andere beperkingen bestaan in bepaalde landen. Onder voorbehoud van de bevoegdheid van de Raad van Bestuur om de winst toe te wijzen aan de reserves en vanwege het feit dat de gewone aandelen de meest achtergestelde aandelen zijn, bestaat geen specifieke beperking met betrekking tot de uitkering van dividend op gewone aandelen.
ING Groep Jaarverslag 2009
133
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verder is ING Groep N.V. onderworpen aan wettelijke beperkingen met betrekking tot de terugbetaling van kapitaal aan de gewone aandeelhouders. Kapitaal mag terugbetaald worden aan gewone aandeelhouders waarbij overeenkomstig een statutenwijziging de nominale waarde van de gewone aandelen verlaagd wordt. Overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek mag kapitaal alleen terugbetaald worden als geen van de schuldeisers van ING Groep N.V. bezwaar maakt tegen een dergelijke betaling binnen twee maanden na de bekendmaking van het besluit daartoe. Bij uitkering van een dividend is ING Groep verplicht dividendbelasting van 15% in te houden. Warrants B (2007/2008) In 1998 heeft ING Groep N.V. de uitgifte van maximaal 17.317.132 warrants B goedgekeurd, waarvan 17.220.200 uitstonden. Op 5 januari 2008 zijn van de resterende 9.266.097 warrants 259.484 warrants ingetrokken en 9.006.613 uitgeoefend. Als gevolg daarvan stonden per 31 december 2009 geen warrants B uit (2008: nihil; 2007: 9.266.097). Houders van warrants B hadden het recht om certificaten van gewone aandelen ING Groep N.V. te verkrijgen tegen een van tevoren vastgestelde prijs: een warrant B geeft recht op twee certificaten van aandelen. Houders van warrants B mochten hun recht naar eigen inzicht uitoefenen maar niet later dan 5 januari 2008. De sluitingsdatum voor het uitoefenen van warrants B was 5 januari 2008. De uitoefenprijs van warrants B was EUR 49,92 voor twee certificaten van aandelen. Verloop in herwaarderingsreserve Herwaarderingsreserve beleggingen Herwaarderingsbeschikbaar reserve voor verkoop onroerend goed
2009
Balanswaarde begin van het jaar Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar resultaat Mutaties in de kasstroomhedgereserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen/ overlopende acquisitiekosten Balanswaarde eind van het jaar
461 –50
–10.140 12.496 1.406
Kasstroomhedge reserve
1.177
Totaal
–805
–8.502 12.446 1.406 –805 –2.079 2.466
411
–2.079 1.683
372
Herwaarderingsreserve onroerend goed
Herwaarderingsreserve beleggingen beschikbaar voor verkoop
Kasstroomhedge reserve
Verloop in herwaarderingsreserve
2008
Balanswaarde begin van het jaar Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar resultaat Mutaties in kasstroomhedgereserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen/ overlopende acquisitiekosten Balanswaarde eind van het jaar
439 22
4.067 –18.876 2.476
431
Totaal
746
4.937 –18.854 2.476 746 2.193 –8.502
461
2.193 –10.140
1.177
Herwaarderingsreserve onroerend goed
Herwaarderingsreserve beleggingen beschikbaar voor verkoop
Kasstroomhedge reserve
Verloop in herwaarderingsreserve
2007
Balanswaarde begin van het jaar Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar resultaat Mutaties in kasstroomhedgereserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen/ overlopende acquisitiekosten Balanswaarde eind van het jaar
468 –29
439
7.629 –1.508 –3.186
1.132 4.067
1.356
Totaal
–925
9.453 –1.537 –3.186 –925
431
1.132 4.937
Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen / overlopende acquisitiekosten bevat de mutatie in de voorziening voor (uitgestelde) winstdeling en kortingen na belasting. Verwezen wordt naar toelichting 17 ‘Verzekerings- en beleggingscontracten en herverzekeringscontracten’.
134
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop in reserve voor koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde begin van het jaar Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar resultaat Valutakoersverschillen Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
2007
–1.918 –294 148 56 –2.008
–1.354 388 156 –1.108 –1.918
–473 500 –228 –1.153 –1.354
De Ongerealiseerde herwaarderingen na belastingen hebben betrekking op waardeveranderingen van hedge instrumenten welke geclassificeerd zijn als hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen. Verloop in overige reserves 2009
Balanswaarde begin van het jaar Nettoresultaat voor de periode Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Mutatie eigen aandelen Overgeheveld naar Reserve deelnemingen Dividend en terugbetalingsvergoeding Op aandelen gebaseerde betalingen Balanswaarde eind van het jaar
Reserve ingehouden winsten
Reserve deelnemingen
Eigen aandelen
Overige reserves
23.232 –935 –273
726
–866
–5.015
76 –259 64 21.905
–76
–5 129 –346 645
–737
–5.361
Totaal
18.077 –935 –278 129 0 –605 64 16.452
Het bedrag van EUR 605 miljoen in 2009 bestaat uit de coupon (EUR 259 miljoen) en de terugbetalingsvergoeding (EUR 346 miljoen) op de terugbetaling van EUR 5 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht. Verloop in overige reserves 2008
Balanswaarde begin van het jaar Nettoresultaat voor de periode Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Mutatie eigen aandelen Dividend Op aandelen gebaseerde betalingen Emissiekosten Intrekking van aandelen Balanswaarde eind van het jaar
Reserve ingehouden winsten
Reserve deelnemingen
Eigen aandelen
Overige reserves
27.025 –360 –77
1.202 –369 106
–3.740
–135
–3.387 31
–213
–2.030
–20 –4.860 –5.015
23.232
726
4.904 –866
Reserve ingehouden winsten
Reserve deelnemingen
Eigen aandelen
Overige reserves
20.700 8.894
1.181 347
–1.436
–37
Totaal
24.352 –729 29 –2.030 –3.600 31 –20 44 18.077
Verloop in overige reserves 2007
Balanswaarde begin van het jaar Nettoresultaat voor de periode Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Mutatie eigen aandelen Dividend Op aandelen gebaseerde betalingen Overige Balanswaarde eind van het jaar
–135
2007
2009
2008
2007
1.436 2.505
36.457.118 11.648.765
126.759.829 94.105.700
53.859.235 79.652.109
–201
–1.058.658
–183.158.017 –1.250.394
–6.751.515
3.740
47.047.225
36.457.118
126.759.829
–98 –2.304 –2.826 104 153 27.025
–153 1.202
2009
2008
866 47 –64
3.740 2.159
Totaal
20.408 9.241 –98 –2.304 –2.999 104 0 24.352
–173
–3.740
Verloop in eigen aandelen Bedrag
Balanswaarde begin van het jaar Gekocht/verkocht Claimemissie Ingetrokken aandelen Op aandelen gebaseerde betalingen Overige Balanswaarde eind van het jaar
–27 –85 737
–4.904 –22 –107 866
Aantal
ING Groep Jaarverslag 2009
135
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht (Core Tier 1 securities) Op 12 november 2008 heeft ING Groep N.V. 1 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht uitgegeven aan de Nederlandse overheid tegen EUR 10 per kernkapitaaleffect zonder stemrecht; wat resulteerde in een toename van het kernkapitaal van ING Groep met EUR 10 miljard. De nominale waarde van elk effect is EUR 0,24. Deze kernkapitaaleffecten zonder stemrecht maken geen onderdeel uit van het aandelenkapitaal van ING Groep en hebben dus geen stemrecht in de Algemene vergadering van Aandeelhouders. Deze kernkapitaaleffecten zonder stemrecht zijn in geval van liquidatie van ING Groep zeer achtergesteld en hebben gelijke rechten als de gewone aandelen. Op deze kernkapitaaleffecten zonder stemrecht moet een coupon betaald worden gelijk aan de hoogste van: • EUR 0,85 per effect, jaarlijks achteraf betaalbaar, met een coupon van EUR 0,425 per effect betaald op 12 mei 2009; en • 110% van het betaalde dividend op de gewone aandelen over 2009 (betaalbaar in 2010); • 120% van het betaalde dividend op de gewone aandelen over 2010 (betaalbaar in 2011); • 125% van het betaalde dividend op de gewone aandelen over 2011 en latere jaren (betaalbaar in 2012 en latere jaren). Aangezien ING Groep N.V. al een interim dividend van EUR 0,74 per gewoon aandeel betaald had in augustus 2008 heeft ING een verplichting aan de Nederlandse overheid tot betaling van een coupon van EUR 425 miljoen opgenomen in de balans per 31 december 2008. Deze coupon is betaald op 12 mei 2009. Volgende coupons moeten elk jaar betaald worden op 12 mei (de coupondatum) in contanten als het dividend op de gewone aandelen uitbetaald wordt in contanten of in aandelen in het geval het dividend op de gewone aandelen wordt uitgekeerd in aandelen. Coupons zijn alleen opeisbaar en betaalbaar, op een niet-cumulatieve basis, wanneer een dividend wordt betaald op de gewone aandelen over het verslagjaar voorafgaand aan de coupondatum (op een interim of op een slotdividend basis) onder voorwaarde dat De Nederlandsche Bank van mening is dat kapitaalspositie van ING Groep toereikend is en blijft, zowel voor als na de betaling. Op 26 oktober 2009 heeft ING bekend gemaakt dat overeenkomst is bereikt met de Nederlandse overheid over de aanpassing van de terugbetalingsvoorwaarden voor de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht, welke in november 2008 waren uitgegeven, om zo vervroegde terugbetaling mogelijk te maken. Onder de overeenkomst heeft ING op 21 december 2009 EUR 5 miljard van de effecten teruggekocht, dit is de helft van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht, tegen de uitgifteprijs (EUR 10) plus een te betalen coupon en een vergoeding voor terugbetaling. De coupon van 8,5% was EUR 259 miljoen op het moment van terugbetaling en de terugbetalingsvergoeding was EUR 346 miljoen. De totale betaling bedroeg EUR 5.605 miljoen. De voorwaarden voor de resterende kernkapitaaleffecten zonder stemrecht blijven ongewijzigd, inclusief beperkingen op beloningen en corporate governance. Verwezen wordt naar de toelichting in paragraaf 33 ‘Verbonden partijen’. Cumulatief preferente aandelen Als gevolg van de statutenwijziging van ING Groep N.V. op 8 oktober 2008 bestaat het maatschappelijk kapitaal cumulatief preferente aandelen uit 4,5 miljard preferente aandelen, waarvan niets is geplaatst. De nominale waarde van deze cumulatief preferente aandelen is EUR 0,24. De cumulatief preferente aandelen gaan voor de gewone aandelen betreffende de rechten op dividend en verdeling bij liquidatie van ING Groep N.V. Het dividend op cumulatief preferente aandelen is gelijk aan het percentage berekend over het verplicht gestorte of nog te storten bedrag. Dit percentage is gelijk aan het gemiddelde van de Euro OverNight Index Average (EONIA), berekend door de Europese Centrale Bank. Dit percentage wordt gedurende het boekjaar waarover de uitkering geschiedt gewogen naar het aantal dagen waarvoor deze van toepassing was, verhoogd met 2,5 procentpunt. Voor zover de uit te keren winst niet toereikend is om het hierboven genoemde dividend volledig uit te keren, zal het tekort indien mogelijk worden onttrokken aan de reserves. Voor zover het uit te keren dividend niet aan de reserves kan worden onttrokken, zullen de winsten van de volgende jaren eerst worden gebruikt om het tekort te compenseren voordat een uitkering mag plaatsvinden op aandelen uit een andere categorie. Volgens de statuten van ING Groep N.V. kunnen cumulatief preferente aandelen worden ingetrokken. Bij het intrekken van de cumulatief preferente aandelen en bij liquidatie van ING Groep N.V. zal het op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag worden terugbetaald samen met het tekort aan dividend van voorgaande jaren, voor zover dit tekort niet reeds is gecompenseerd.
136
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Cumulatief preferente aandelen – beperkingen met betrekking tot dividend en terugbetaling van kapitaal ING Groep N.V. is gebonden aan wettelijke beperkingen ten aanzien van het dividend dat aan de cumulatief preferente aandeelhouders mag worden uitgekeerd. In het Burgerlijk Wetboek is de beperking opgenomen dat dividend alleen mag worden uitgekeerd voor zover het eigen vermogen van de onderneming groter is dan de som van het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het aandelenkapitaal en de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. Voorts is de mogelijkheid om dividend uit te keren door ING Groep N.V. afhankelijk van de mogelijkheid van de groepsmaatschappijen om dividend uit te keren, aangezien ING Groep N.V. wettelijk verplicht is om een reserve te vormen voor niet-uitkeerbare reserves voorzover de winst van de groepsmaatschappijen onderworpen is aan beperkingen met betrekking tot de uitkering van dividend welke van toepassing zijn voor de groepsmaatschappijen zelf. Deze beperkingen kunnen onder andere van vergelijkbare aard zijn als de beperkingen welke van toepassing zijn voor ING Groep N.V. of kunnen het gevolg zijn van minimum kapitaalvereisten zoals opgelegd door de toezichthouder in de landen waarin de groepsmaatschappijen opereren ook kunnen andere beperkingen bestaan in bepaalde landen. Onder voorbehoud van de bevoegdheid van de Raad van Bestuur om de winst toe te wijzen aan de reserves en vanwege het feit dat de cumulatief preferente aandelen de meest achtergestelde aandelen zijn, bestaat geen specifieke beperking met betrekking tot de uitkering van dividend op cumulatief preferente aandelen. Verder is ING Groep N.V. onderworpen aan wettelijke beperkingen met betrekking tot de terugbetaling van kapitaal aan de cumulatief preferente aandeelhouders. Kapitaal mag terugbetaald worden aan cumulatief preferente aandeelhouders waarbij overeenkomstig (i) een statutenwijziging de nominale waarde van de cumulatief preferente aandelen verlaagd wordt of door (ii) een besluit tot terugbetaling en intrekking van de cumulatief preferente aandelen. Overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek mag kapitaal alleen terugbetaald worden als geen van de schuldeisers van ING Groep N.V. bezwaar maakt tegen een dergelijke betaling binnen twee maanden na de bekendmaking van het besluit daartoe.
ING Groep Jaarverslag 2009
137
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
VREEMD VERMOGEN 14 ACHTERGESTELDE LENINGEN Achtergestelde leningen Interest percentages
Uitgiftejaar
9,000% 8,500% 8,000% 7,375% 6,375% 5,140% 5,775% 6,125% 4,176% Variabel 6,200% Variabel 7,200% 7,050%
2008 2008 2008 2007 2007 2006 2005 2005 2005 2004 2003 2003 2002 2002
Vervaldag
Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend
Nominaal bedrag in originele valuta
EUR USD EUR USD USD GBP USD USD EUR EUR USD EUR USD USD
10 2.000 1.500 1.500 1.045 600 1.000 700 500 1.000 500 750 1.100 800
Balanswaarde 2009
2008
10 1.357 1.479 1.022 713 670 690 472 498 999 337 731 656 465 10.099
10 1.393 1.474 1.048 731 623 711 487 497 939 348 684 773 563 10.281
Achtergestelde leningen bestaan uit eeuwigdurende achtergestelde obligatieleningen uitgegeven door ING Groep N.V. Deze obligatieleningen zijn uitgegeven om hybride kapitaal voor ING Verzekeringen N.V. en tier 1-vermogen voor ING Bank N.V. te verwerven. Onder IFRS-EU worden deze leningen geclassificeerd als verplichtingen, voor wettelijke vereisten met betrekking tot bankentoezicht worden deze obligatieleningen beschouwd als kapitaal. Met uitzondering van de 9% 2008-eeuwigdurende lening van EUR 10 miljoen zijn deze leningen door ING Groep N.V. doorgeleend als achtergestelde leningen aan ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. op dezelfde voorwaarden als de oorspronkelijke obligatieleningen als volgt: Achtergestelde leningen uitgegeven door ING Groep N.V. aan ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. ING Bank N.V. ING Verzekeringen N.V.
138
ING Groep Jaarverslag 2009
2009
2008
6.822 3.267 10.089
5.800 4.471 10.271
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
15 SCHULDBEWIJZEN De uitgegeven schuldbewijzen betreffen obligaties en andere geëmitteerde schuldbewijzen met een vaste of van de rentestand afhankelijke rente, zoals depositocertificaten en geaccepteerde wissels uitgegeven door de Groep, voor zover niet achtergesteld. De uitgegeven schuldbewijzen zijn exclusief de schuldbewijzen die gepresenteerd worden als Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. ING Groep heeft geen schuldbewijzen uitgegeven onder andere voorwaarden dan zoals van toepassing in de normale bedrijfsuitoefening. De looptijden van de uitgegeven schuldbewijzen is als volgt: Looptijden uitgegeven schuldbewijzen 2009
2008
Schuldbewijzen met een vaste rente Korter dan 1 jaar Langer dan 1 jaar en korter dan 2 jaar Langer dan 2 jaar en korter dan 3 jaar Langer dan 3 jaar en korter dan 4 jaar Langer dan 4 jaar en korter dan 5 jaar Langer dan 5 jaar Totaal schuldbewijzen met een vaste rente
64.994 2.376 6.551 4.938 9.542 8.151 96.552
50.994 2.448 2.410 2.429 4.332 6.290 68.903
Schuldbewijzen met een variabele rente Korter dan 1 jaar Langer dan 1 jaar en korter dan 2 jaar Langer dan 2 jaar en korter dan 3 jaar Langer dan 3 jaar en korter dan 4 jaar Langer dan 4 jaar en korter dan 5 jaar Langer dan 5 jaar Totaal schuldbewijzen met een variabele rente
10.021 6.545 1.164 1.375 1.478 2.846 23.429
11.858 5.325 5.189 1.423 28 3.762 27.585
119.981
96.488
Totaal uitgegeven schuldbewijzen
Per 31 december 2009 had ING Groep voor een bedrag van EUR 7.029 miljoen (2008: EUR 5.649 miljoen) aan ongebruikte kredietfaciliteiten beschikbaar, inclusief ‘commercial paper borrowings’ met betrekking tot Uitgegeven schuldbewijzen. In januari 2009 heeft ING Bank voor USD 6 miljard een vastrentende 3 jarige niet-achtergestelde obligatielening (zonder onderpand) met overheidsgarantie uitgegeven. USD 5 miljard van de uitgifte was tegen een vaste rente van 80 basispunten op basis van mid-swaps en USD 1 miljard was tegen een variabele rente van 80 basispunten op basis van 3-maands LIBOR. In februari 2009 heeft ING Bank een vastrentende 5 jarige niet-achtergestelde obligatielening (zonder onderpand) met overheidsgarantie voor een bedrag van EUR 4 miljard uitgegeven. De uitgifte was tegen een vaste rente van 3,375% en 75 basispunten op basis van mid-swaps. In maart 2009 heeft ING Bank een vastrentende 5 jarige niet-achtergestelde obligatielening (zonder onderpand) met overheidsgarantie voor een bedrag van USD 2 miljard uitgegeven. De uitgifte was tegen een vaste rente van 3,90% en 145 basispunten op basis van USD mid-swaps. Deze leningen zijn uitgegeven onder het kredietgarantiestelsel van de Nederlandse staat en zijn onderdeel van de reguliere middellangetermijnfinanciering van ING Groep. ING Groep betaalt een vergoeding van 84 basispunten over de uitgegeven obligatieleningen aan de Nederlandse overheid voor deelname aan het kredietgarantiestelsel.
ING Groep Jaarverslag 2009
139
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
16 OVERIGE LENINGEN Overige leningen naar resterende looptijd 2009
Achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen Preferente aandelen van groepsmaatschappijen Leningen o/g Leningen van kredietinstellingen
2010
2011
2012
2013
2014
Daarna
Totaal
1.107
3.570
1.671
681
81
2.985 2.046 6.138
201 3.771
32 1.703
29 710
74 24 179
7.320 1.040 1.636 654 10.650
14.430 1.040 4.695 2.986 23.151
Overige leningen naar resterende looptijd 2008
Achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen Preferente aandelen van groepsmaatschappijen Leningen o/g Leningen van kredietinstellingen
2009
2010
2011
2012
2013
Daarna
Totaal
553
1.058
1.502
1.706
652
5.590 4.580 10.723
1.126 279 2.463
180 1.682
1 1.707
652
10.398 1.071 1.756 746 13.971
15.869 1.071 8.472 5.786 31.198
De Achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen betreffen kapitaalobligaties en onderhandse leningen die zijn achtergesteld bij alle lopende en toekomstige verplichtingen van ING Bank N.V. Preferente aandelen van groepsmaatschappijen bestaan uit ‘non-cumulative guaranteed Trust Preferred Securities’, die zijn uitgegeven door 100%-dochterdeelnemingen van ING Groep N.V. Deze effecten kennen een prioriteitsrecht bij liquidatie van een bepaald bedrag plus opgelopen interest en onbetaald dividend. Dividenden met betrekking tot deze effecten worden verantwoord in de winst-enverliesrekening als rentelasten. Deze effecten hebben geen stemrecht. 17 VERZEKERINGS- EN BELEGGINGSCONTRACTEN, HERVERZEKERINGSCONTRACTEN De voorzieningen voor verzekerings- en beleggingscontracten, exclusief herverzekering (dat wil zeggen de voorziening voor rekening van ING Groep) wordt bruto opgenomen in de balans onder Verzekerings- en beleggingscontracten en herverzekeringscontracten. Verzekerings- en beleggingscontracten, herverzekeringscontracten Voorziening exclusief herverzekering
Voorziening levensverzekeringen zonder winstdeling Voorziening levensverzekeringen met winstdeling Voorziening voor (uitgestelde) winstdeling en kortingen Voorziening voor verzekeringen voor risico van polishouders Voorziening levensverzekeringen Voorziening niet-verdiende premies en lopende risico’s Voorziening gemelde schades Voorgedane schades, nog niet gemeld (IBNR) Voorziening voor te betalen schaden Totaal technische voorzieningen Beleggingscontracten Beleggingscontracten voor risico van polishouders Totaal voorzieningen voor beleggingscontracten Totaal
Herverzekeringscontracten
Verzekerings- en beleggingscontracten
2009
2008
2009
2008
2009
2008
69.641 50.102 1.600
67.120 55.266 147
4.798 200 3
4.822 217 2
74.439 50.302 1.603
71.942 55.483 149
99.299 220.642
84.279 206.812
374 5.375
541 5.582
99.673 226.017
84.820 212.394
361
1.756
4
13
365
1.769
2.580 493 3.073
3.995 1.345 5.340
96 5 101
202 202
2.676 498 3.174
4.197 1.345 5.542
224.076
213.908
5.480
5.797
229.556
219.705
5.896 5.406 11.302
9.804 11.281 21.085
5.896 5.406 11.302
9.804 11.281 21.085
235.378
234.993
240.858
240.790
5.480
5.797
Voor verzekeringsproducten met discretionaire winstdeling wordt een latent winstdelingsbedrag opgenomen voor het volledige bedrag van ongerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen. Bij realisatie wordt het latente winstdelingsbedrag voor ongerealiseerde resultaten tegengeboekt en wordt een latent winstdelingsbedrag gevormd voor het deel van de gerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen op basis van de verwachte winstdeling aan polishouders. De latente winstdeling wordt verminderd met de werkelijke winstdeling die wordt toegerekend aan polishouders. De verandering in het uitgesteld winstdelingsbedrag met betrekking tot ongerealiseerde herwaardering (rekeninghoudend met latente belasting) is verwerkt in het eigen vermogen in de herwaarderingsreserve. Het uitgesteld winstdelingsbedrag met betrekking tot ongerealiseerde herwaardering is opgenomen in de Voorziening voor (uitgestelde) winstdeling en kortingen en bedraagt EUR 313 miljoen per 31 december 2009 (2008: EUR –1.174 miljoen).
140
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop in voorziening levensverzekeringen Voorziening exclusief herverzekering
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Voorzieningen lopend boekjaar Mutatie in latente winstdelingsverplichting Voorziening voorgaande boekjaren: – uitkeringen aan polishouders – rente-aanwas – herwaarderingen voor risico van polishouders – effect van veranderingen van de disconteringsvoet – effect van veranderingen in andere aannames
Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
Herverzekeringscontracten
Verzekerings- en beleggingscontracten
2009
2008
2009
2008
2009
2008
206.812 –2.864 203.948
227.400 –15.050 212.350
5.582 –65 5.517
5.300 –25 5.275
212.394 –2.929 209.465
232.700 –15.075 217.625
21.598
33.078
574
884
22.172
33.962
1.476
–1.169
1.476
–1.169
–21.191 4.311 16.652 –2 97 –133
–24.626 4.059 –32.408 –1 –32 –53.008
–452 39
–719 –15
–2 –415
–734
–21.643 4.350 16.652 –2 95 –548
–25.345 4.044 –32.408 –1 –32 –53.742
–3.275 –2.972 220.642
9.918 5.643 206.812
–124 –177 5.375
259 –102 5.582
–3.399 –3.149 226.017
10.177 5.541 212.394
Wijzigingen in de samenstelling van de groep in 2009 heeft voornamelijk betrekking op de verkoop van lijfrente- en hypotheekactiviteiten in Chili. In 2008 heeft dit voornamelijk betrekking op ING Life Taiwan. Verwezen wordt naar toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’. Indien de voorziening voor levensverzekeringen wordt verdisconteerd, ligt de disconteringsvoet tussen 2,8% en 5,8% (2008: 3,1% en 6,0%). De disconteringsvoet is gebaseerd op gewogen gemiddelden. In de Voorziening voor verzekeringscontracten zijn de verwachte kosten van de overeenkomst met betrekking tot de beleggingsverzekeringen opgenomen. Voor meer informatie wordt verwezen naar toelichting 31 ‘Juridische procedures’. ING heeft in 2004 een deel van haar levensverzekeringsactiviteiten overgedragen aan Scottish Re door middel van een medeverzekeringscontract. Deze activiteiten blijven opgenomen onder de Voorziening levensverzekeringen. De activa welke samenhangen met dit medeverzekeringscontract zijn opgenomen onder de Herverzekeringscontracten. Op 23 januari 2009 hebben Hannover Re en Scottish Re bekend gemaakt dat Hannover Re overeengekomen is ING Groeps herverzekeringen van de individuele levensverzekeringsactiviteiten over te nemen, deze waren oorspronkelijk overgedragen aan Scottish Re. Voor zover herverzekeraars niet aan hun verplichtingen uit hoofde van deze contracten kunnen voldoen, blijft ING Groep aansprakelijk ten opzichte van polishouders voor het herverzekerde deel. Er worden dan ook voorzieningen gevormd voor vorderingen uit hoofde van herverzekeringen waarvan de ontvangst niet waarschijnlijk wordt geacht. De markt voor herverzekering van levensverzekeringen is in hoge mate geconcentreerd, hetgeen het spreiden van risico’s bemoeilijkt. Om het risico op aanzienlijke verliezen uit hoofde van insolvabele herverzekeraars te minimaliseren, evalueert ING Groep de financiële positie van haar herverzekeraars, bewaakt zij de concentratie van risico’s uit hoofde van gemeenschappelijke geografische gebieden, activiteiten of economische kenmerken van de herverzekeraar en handhaaft zij onderpand. Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Risicobeheer’. Per 31 december 2009 bedroeg de totale blootstelling aan herverzekeringsrisico’s, inclusief herverzekeringscontracten en Vorderingen uit herverzekeringen (zoals opgenomen onder de overige activa), EUR 6.049 miljoen (2008: EUR 6.539 miljoen). Dit is na aftrek van de voorziening voor oninbare herverzekeringen van EUR 1 miljoen (2008: nihil).
ING Groep Jaarverslag 2009
141
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop van de voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico’s Voorziening exclusief herverzekering
Herverzekeringscontracten
Verzekerings- en beleggingscontracten
2009
2008
2009
2008
2009
2008
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep
1.756 –1.454 302
2.614 –643 1.971
13 –11 2
99 –93 6
1.769 –1.465 304
2.713 –736 1.977
Geboekte premies Verdiende premies gedurende het jaar Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
1.702 –1.704 58 3 361
4.747 –4.719 –231 –12 1.756
70 –68
196 –190 –1 2 13
1.772 –1.772 58 3 365
4.943 –4.909 –232 –10 1.769
4
Wijzigingen in de samenstelling van de groep in 2009 heeft voornamelijk betrekking op de verkoop van ING Canada. Verwezen wordt naar toelichting 30 ‘Aankopen en verkopen van maatschappijen’. Verloop van de voorziening voor te betalen schaden Voorziening exclusief herverzekering
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Toevoegingen – lopend boekjaar – vorige boekjaren – rente-aanwas voorzieningen
Betaalde schaden en schadebehandelingskosten – lopend boekjaar – vorige boekjaren
Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
Herverzekeringscontracten
Verzekerings- en beleggingscontracten
2009
2008
2009
2008
2009
2008
5.340 –2.366 2.974
6.172 –401 5.771
202 –110 92
475 –135 340
5.542 –2.476 3.066
6.647 –536 6.111
1.111 –361 277 1.027
2.934 –583 291 2.642
21 –6
–93 –12
15
–105
1.132 –367 277 1.042
2.841 –595 291 2.537
485 574 1.059
1.399 1.209 2.608
2 10 12
8 18 26
487 584 1.071
1.407 1.227 2.634
95 36 3.073
–407 –58 5.340
4 2 101
–26 19 202
99 38 3.174
–433 –39 5.542
Wijzigingen in de samenstelling van de groep in 2009 heeft voornamelijk betrekking op de verkoop van ING Canada. Verwezen wordt naar toelichting 30 ‘Aankopen en verkopen van maatschappijen’. ING Groep heeft per 31 december 2009 een voorziening van EUR 42 miljoen (2008: EUR 52 miljoen) opgenomen voor milieu- en asbestclaims uit het verzekeringsbedrijf. Bij het vormen van de voorziening voor te betalen schaden en schadebehandelingskosten voor asbestgerelateerde ziekten en het opruimen van gevaarlijk afval neemt de Groep de huidige bekende feiten en de huidige status van regelgeving en jurisprudentie op dit gebied in beschouwing. Voorzieningen zijn gevormd voor IBNR schaden en voor bekende schaden (inclusief kosten van de gerelateerde rechtzaken) als genoeg informatie beschikbaar is om een specifieke verzekeringspolis aan te wijzen en de Groep de voorziening redelijk kan inschatten. Bovendien worden de voorzieningen regelmatig herzien. Indien de voorziening voor levensverzekeringen wordt verdisconteerd, ligt de disconteringsvoet tussen 3,0% en 4,0% (2008: 3,0% en 4,0%) op basis van gewogen gemiddelden.
142
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop in verplichtingen uit hoofde van beleggingscontracten Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Voorzieningen lopend boekjaar Voorzieningen voorgaand boekjaar – betalingen aan contracthouders – rente-aanwas – waardeveranderingen van beleggingen
Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
21.085 –8.208 12.877
23.652 –548 23.104
5.573
8.635
–9.711 122 1.089 –8.500
–8.472 268 –1.535 –9.739
981 371 11.302
–1.111 196 21.085
Wijzigingen in de samenstelling van de groep in 2009 heeft voornamelijk betrekking op de verkoop van ING Australië. Verwezen wordt naar toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’. Bruto schade-ontwikkeling Tekenjaar
Schatting van cumulatieve schades: Aan het einde van het tekenjaar 1 jaar later 2 jaar later 3 jaar later 4 jaar later 5 jaar later Schatting van de cumulatieve schades Cumulatieve betalingen Effect van discontering Opgenomen verplichtingen
2004
2005
2006
2007
2008
2009
1.234 1.101 947 924 924 915
1.126 1.055 953 924 909
1.118 1.085 996 984
1.038 954 890
1.088 1.078
1.184
915
909
984
890
1.078
1.184
5.960
–752 163 –21 142
–697 212 –29 183
–746 238 –29 209
–566 324 –40 284
–644 434 –44 390
–487 697 –52 645
–3.892 2.068 –215 1.853
Verplichtingen opgenomen voor voorgaande tekenjaren Totaal bedrag opgenomen in de balans
Totaal
1.321 3.174
ING Groep maakt gebruik van de uitzondering in IFRS-EU om de bruto schade-ontwikkeling niet te presenteren voor de jaren voorafgaand aan 1 januari 2004 (de overgang op IFRS-EU) omdat het praktisch niet haalbaar is deze informatie te verkrijgen.
ING Groep Jaarverslag 2009
143
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
18 BANKIERS Bankiers betreft niet-achtergestelde schulden aan banken, voor zover niet in de vorm van schuldbewijzen. Per 31 december 2009 zijn onder Bankiers verplichtingen opgenomen uit hoofde van tijdelijk verkochte effecten met een overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van EUR 17.991 miljoen (2008: EUR 41.336 miljoen). Bankiers per soort Nederland
Niet-rentedragend Rentedragend
Internationaal
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
1.615 35.681 37.296
1.108 74.580 75.688
669 46.270 46.939
2.482 74.095 76.577
2.284 81.951 84.235
3.590 148.675 152.265
19 TOEVERTROUWDE MIDDELEN Toevertrouwde middelen Spaargelden Creditsaldi van rekeninghouders Zakelijke deposito’s Overig
2009
2008
304.104 110.087 53.272 2.045 469.508
263.637 174.141 80.230 4.775 522.783
Toevertrouwde middelen per soort Nederland
Niet rentedragend Rentedragend
Internationaal
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
13.541 124.488 138.029
14.220 195.727 209.947
5.936 325.543 331.479
5.330 307.506 312.836
19.477 450.031 469.508
19.550 503.233 522.783
Cliënten hebben ING Groep geen middelen toevertrouwd onder andere voorwaarden dan zoals van toepassing in de normale bedrijfsuitoefening. Per 31 december 2009 zijn onder Toevertrouwde middelen tevens verplichtingen opgenomen uit hoofde van tijdelijk verkochte effecten met een overeenkomst tot terugkoop ten bedrage van EUR 7.326 miljoen (2008: EUR 5.759 miljoen). Spaargelden betreffen de saldi van spaarrekeningen, spaarbankboekjes, spaardeposito’s en termijndeposito’s van particulieren. De te betalen rente op spaargelden, voor zover contractueel is overeengekomen dat deze op de spaarrekening wordt bijgeschreven, is eveneens onder deze balanspost opgenomen. Gedurende 2009 zijn bepaalde productkenmerken en interne procedures voor rekening couranten aangepast. Als gevolg daarvan voldoen deze rekening couranten aan de criteria die IFRS stelt voor saldering van posities per cliënt in de balans. Deze aanvullende saldering heeft geresulteerd in een daling van de Kredieten (bancaire activiteiten) en een vergelijkbare afname van de Toevertrouwde middelen van ongeveer EUR 73,9 miljard. 20 FINANCIËLE VERPLICHTINGEN TEGEN REËLE WAARDE MET WAARDEMUTATIES DOOR HET RESULTAAT Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Verplichtingen voor handelsdoeleinden Niet-handelsderivaten Geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
2009
2008
98.245 20.070 11.474 129.789
152.616 21.773 14.009 188.398
Verplichtingen voor handelsdoeleinden per soort Aandelen Schuldbewijzen Toevertrouwde middelen Derivaten
2009
2008
3.052 12.457 42.505 40.231 98.245
3.338 12.448 64.463 72.367 152.616
Per 31 december 2009 zijn onder de Toevertrouwde middelen verplichtingen met betrekking tot terugkooptransacties voor EUR 41.876 miljoen (2008: EUR 63.107 miljoen) opgenomen.
144
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Niet-handelsderivaten per soort Derivaten aangehouden voor: – reële waardehedges – kasstroomhedges – hedges van een investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Overige niet-handelsderivaten
2009
2008
8.866 6.468
8.912 6.089
316 4.420 20.070
370 6.402 21.773
Geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Schuldbewijzen Toevertrouwde middelen Achtergestelde verplichtingen Overig
2009
2008
9.396 560 1.518
9.963 1.972 1.733 341 14.009
11.474
In 2009 is de verandering in de reële waarde van de financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, welke toe te schrijven is aan de aanpassing van het kredietrisico van die verplichting, EUR –191 miljoen (2008: EUR 230 miljoen) en cumulatief EUR 39 miljoen (2008: EUR 208 miljoen). Deze aanpassing is bepaald als het bedrag van de reële waardeverandering van de financiële verplichting welke geen verband houdt met de veranderingen in de marktcondities welke marktrisico veroorzaken (met andere woorden hoofdzakelijk renterisico gebaseerd op rendementscurve). Per 31 december 2009 is in de waardering van de Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat EUR 39 miljoen (2008: EUR 230 miljoen) opgenomen met betrekking tot eigen kredietrisico. Het bedrag dat ING Groep contractueel verplicht is te betalen op vervaldatum aan de houders van de financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is EUR 11.444 miljoen (2008: EUR 14.336 miljoen). 21 OVERIGE SCHULDEN Overige schulden per soort Latente belastingverplichtingen Te betalen vennootschapsbelasting Pensioenverplichtingen Overige personeelsverplichtingen na beëindiging dienstverband Overige personeelsverplichtingen Overige belastingen en premies sociale verzekeringen Depots van herverzekeraars Overlopende rente Nog te betalen kosten Nog te betalen bedragen aan effectenmakelaars Nog te betalen bedragen aan polishouders Reorganisatievoorziening Overige voorzieningen Verplichtingen uit hoofde van op aandelen gebaseerde betalingen Ontvangsten op onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden Vereffeningsrekeningen Te betalen dividend Overige
2009
2008
2.399 1.225 589
3.602 940 609
175 484 1.001 870 16.789 2.654 200 2.182 644 747
219 342 1.104 909 17.552 3.764 89 2.231 583 969
24
11
120 2.930
175 3.753 425 8.235 45.512
8.321 41.354
Onder de Overige personeelsverplichtingen zijn de verplichtingen uit hoofde van vakantiedagen, jubileumuitkering en arbeidsongeschiktheid opgenomen. Onder overige zijn overlopende passiva per jaareinde opgenomen genomen welke betrekking hebben op de normale bedrijfsvoering en welke afzonderlijk niet materieel zijn. Latente belastingverplichtingen en vorderingen worden berekend voor alle tijdelijke verschillen volgens de periodetoerekeningsmethode, met gebruikmaking van de op de Groep van toepassing zijnde belastingpercentages in de landen waarin ING Groep belastingplichtig is. ING Groep Jaarverslag 2009
145
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop in latente belasting Mutaties Mutaties verantwoord verantwoord in het Netto in het eigen resultaat vermogen verplichting 2008
Beleggingen Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overlopende acquisitiekosten en VOBA Fiscale egalisatiereserve Afschrijvingen Voorziening voor verzekeringsverplichtingen Kasstroomhedgereserve Pensioenen en overige personeelsvoorzieningen na dienstverband Overige voorzieningen Vorderingen Kredieten Fiscaal compensabele verliezen Overige
Opbouw: – latente belastingverplichtingen – latente belastingvorderingen
–5.418
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Koersverschillen vreemde valuta
Overig
Netto verplichting 2009
–114
53
209
5.330
341
17
28
–1
–324
–21
10
–4
–312
3.481
–568
–12
–174
–483 –197
55
–1 –2
71 48 1 –56 –9
2.967
15 –494 277
169 –48 –4 –467
12 –1.446 69
4
116 –5 1 82 19 –68
–72 –11 45 7 85 158
700 –1.012 –149 714 –2.508 –814 –1.570
374 –1.422 –61 560 –1.653 –119 –4.432
2
–70 4.013
326 360 –72 136 –951 –695 –1.229
–28 7 –34 –12
2.399 –3.969 –1.570
3.602 –8.034 –4.432
Mutaties verantwoord in het resultaat – Overige heeft hoofdzakelijk betrekking op het belastingeffect op de aanvullende betalingen in verband met de Steunfaciliteit voor illiquide activa als onderdeel van de overeenkomst met de Europese Commissie van EUR 1,3 miljard en fiscaal compensabele verliezen van buitenlandse kantoren. De Mutaties verantwoord in het eigen vermogen met betrekking tot Beleggingen van EUR 5.330 miljoen (2008: EUR –5.409 miljoen) bestaan uit een latente belastingcomponent van EUR 4.836 miljoen (2008: EUR –6.832 miljoen) met betrekking tot Ongerealiseerde herwaarderingen en een latente belastingcomponent van EUR 494 miljoen (2008: EUR 1.423 miljoen) met betrekking tot Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar winst of verlies. Verloop in latente belasting Netto verplichting 2007
Beleggingen Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overlopende acquisitiekosten en VOBA Fiscale egalisatiereserve Afschrijvingen Voorziening voor verzekeringsverplichtingen Kasstroomhedgereserve Overige voorzieningen Vorderingen Kredieten Fiscaal compensabele verliezen Overige
Opbouw: – latente belastingverplichtingen – latente belastingvorderingen
146
ING Groep Jaarverslag 2009
258 156 3.047 15 –11 –871 43 –1.146 100 96 –932 –46 709
3.432 –2.723 709
Mutaties Mutaties verantwoord in het eigen verantwoord vermogen in het resultaat
Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Koersverschillen vreemde valuta
Overig
Netto verplichting 2008
114
–268
350
–5.418
–5.409
–463
–2
–303
17
–10
170
28
778
36 –3 3 –104 –10 –255 –41 494 –633 24 –1.255
–632 –1 22 571
266
–14 –11 4 –484 78 –11 –107 –25 –165 365 150
3.481
1 450 154 19
–52 –4.061
41 –12 –1 97 41 257
–4 –56 12 –70 –1 –4 –20 –77 –232
15 –494 277 –1.422 –61 560 –1.653 255 –4.432
3.602 –8.034 –4.432
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Latente belastingen met betrekking tot fiscaal compensabele verliezen 2009
2008
Totaal fiscaal compensabele verliezen Fiscaal compensabele verliezen niet aangemerkt als een latente belastingvordering Fiscaal compensabele verliezen aangemerkt als een latente belastingvordering
10.073
6.392
–1.779
–638
8.294
5.754
Gemiddeld belastingpercentage Latente belastingvordering
30,2% 2.508
28,7% 1.653
De expiratiedatum van de fiscaal compensabele verliezen is per 31 december als volgt: Totaal fiscaal compensabele verliezen naar expiratiedatum Niet aangemerkt als latente belastingvordering
Tot een jaar Vanaf een jaar tot vijf jaar Vanaf vijf jaar tot tien jaar Vanaf tien jaar tot twintig jaar Onbeperkt
Aangemerkt als latente belastingvordering
2009
2008
2009
2008
54 510 177 962 76 1.779
2 68 219 298 51 638
79 381 3.199 3.960 675 8.294
56 425 2.802 1.540 931 5.754
Latente belastingvorderingen voor voorwaartse verliescompensatie en fiscale verrekeningsmogelijkheden worden opgenomen voor zover realisatie waarschijnlijk wordt geacht. De latente belastingvorderingen bestaan uit bedragen waar van de realisatie afhankelijk is van toekomstige belastbare winsten in geval de betrokken ondernemingen verliezen hebben geleden in het huidige jaar of in het voorafgaande jaar. Het totaalbedrag voor de meest significante ondernemingen waar dit van toepassing is, is EUR 1.754 miljoen. Het opnemen van een latente belastingvordering is gebaseerd op het feit dat het waarschijnlijk is dat de onderneming belastbare winsten zal genereren en/of gebruik kan maken van mogelijkheden uit hoofde van belastingplanning voordat de latente belastingvordering verjaard. Veranderingen in omstandigheden in toekomstige perioden kunnen een tegengesteld effect hebben op de beoordeling van de realiseerbaarheid. Bij het bepalen van de hoogte van de latente belastingvordering is rekening gehouden met de onzekerheid omtrent realisatie. Per 31 december 2009 en 31 december 2008 had ING Groep geen significante tijdelijke verschillen welke betrekking hebben op vennootschappelijke investeringen in groepsmaatschappijen, deelnemingen en joint ventures aangezien enig economisch voordeel uit dergelijke investeringen niet belastbaar is op vennootschappelijk niveau. Verloop van reorganisatievoorziening Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep Toevoegingen Rentelast Vrijval Ten laste gebracht van voorziening Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
583
619 –22 162 15 –18 –169 –6 2 583
686 11 –89 –604 –2 59 644
De reorganisatievoorziening per 31 december 2009, waarvan EUR 433 miljoen betrekking heeft op afvloeiingsregelingen, bestaat voornamelijk uit de reorganisatie van Postbank, Postkantoren, Nationale Nederlanden, RVS en Insurance Americas. Onder de reorganisatievoorziening per 31 december 2008 is EUR 360 miljoen opgenomen voor herstructurering van de retailbusiness van Postbank en ING Bank.
ING Groep Jaarverslag 2009
147
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verloop van overige voorzieningen Rechtzaken
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep Toevoegingen Vrijval Ten laste gebracht van voorziening Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
Overig
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
371 7 24 –3 –109 1 16 307
229 –1 202
598 –35 247 –11 –347 6 –18 440
552 8 313 –6 –279 –15 25 598
969 –28 271 –14 –456 7 –2 747
781 7 515 –6 –307 –21
–28 –6 –25 371
969
In 2009 is onder Overige voorzieningen een voorziening opgenomen voor het deposito garantiestelsel voor het hele bankwezen in Nederland als gevolg van het failliet gaan van DSB Bank. Onder Overige voorzieningen is in 2008 een voorziening opgenomen voor een verlies van EUR 292 miljoen welke betrekking heeft op de overeengekomen verkoop van ING Life Taiwan zoals toegelicht in toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’. Over het algemeen hebben de Reorganisatievoorziening en de Overige voorzieningen een korte looptijd. De bedragen begrepen onder Overige voorzieningen zijn gebaseerd op de beste schattingen omtrent omvang en tijdstip van de verwachte toekomstige kasstromen benodigd om de verplichting af te wikkelen. Pensioen- en overige personeelsverplichtingen na dienstverband Samenvatting van pensioenverplichtingen 2009
2008
2007
2006
2005
Verplichtingen uit hoofde van defined benefit plans Reële waarde van de beleggingen
14.209 15.310 –1.101
14.271 13.366 905
14.499 14.708 –209
15.758 14.361 1.397
15.782 12.937 2.845
Niet-verantwoorde kosten verstreken dienstjaren Niet-verantwoorde actuariële winsten/(verliezen)
–3 –1.450 –2.554
–5 –2.072 –1.172
–3 198 –14
–687 710
–1.778 1.067
589 –3.143 –2.554
609 –1.781 –1.172
425 –439 –14
961 –251 710
1.067 1.067
Gepresenteerd als: – Overige schulden – Overige activa
Samenvatting van overige personeelsverplichtingen 2009
2008
2007
2006
2005
Verplichtingen uit hoofde van defined benefit plans Reële waarde van de beleggingen
156 156
210 210
220 220
239 239
441 441
Niet-verantwoorde kosten verstreken dienstjaren Niet-verantwoorde actuariële winsten/(verliezen)
8 11 175
2 7 219
4 8 232
10 –2 247
–6 –27 408
175 175
219 219
232 232
247 247
408 408
Gepresenteerd als: – Overige schulden
ING Groep is in de meeste landen waar zij actief is, met haar medewerkers pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen (defined benefit plans) overeengekomen. Deze regelingen hebben veelal betrekking op alle medewerkers en leiden tot vergoedingen die gebaseerd zijn op het loon en het aantal dienstjaren van medewerkers op hun pensioengerechtigde leeftijd. Sommige plannen kennen een vorm van indexatie. Voor een aantal plannen wordt indexatie toegewezen door het management, voor andere plannen hangt dit af van de toereikendheid van de activa. Jaarlijks wordt zoveel premie aan de fondsen afgedragen als nodig is ter financiering van de bestaande verplichtingen die in overeenstemming met de lokale wettelijke vereisten zijn berekend. Pensioenregelingen in andere landen zijn in overeenstemming met de relevante lokale regelgeving met betrekking tot beleggingen en de mate van financiering.
148
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
ING Groep verstrekt overige vergoedingen aan bepaalde medewerkers en voormalige medewerkers. Deze vergoedingen hebben voornamelijk betrekking op ziektekosten en kortingen op ING producten voor medewerkers en voormalige medewerkers. Enkele groepsmaatschappijen hebben een pensioenregeling waarbij het pensioen is gebaseerd op de door deze groepsmaatschappijen gestorte bedragen (defined contribution plans). Deze pensioenregelingen leiden niet tot de opname van een voorziening, maar tot opname van een kortlopende schuld in het geval er een verschil bestaat tussen het tijdstip van betaling en afrekening. Het over 2009 verantwoorde bedrag was EUR 81 miljoen (2008: EUR 68 miljoen). Actuariële winsten en verliezen voor pensioen- en overige personeelsverplichtingen bevatten per 31 december 2009 een bedrag van EUR 387 miljoen aan ervaringsaanpassingen op activa (2008: EUR –2.647 miljoen; 2007: EUR –789 miljoen; 2006: EUR –180 miljoen; 2005: EUR 873 miljoen) en een bedrag van EUR 172 miljoen aan ervaringsaanpassingen op de verplichtingen (2008: EUR –70 miljoen; 2007: EUR 83 miljoen; 2006: EUR –163 miljoen; 2005: EUR 116 miljoen). Verloop van verplichtingen uit hoofde van defined benefit plans Pensioenverplichtingen
Balanswaarde begin van het jaar Jaarlast Rentelast Werkgeversbijdrage Werknemersbijdrage Uitkeringen Actuariële winsten en verliezen Kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren Wijzigingen in de samenstelling van de groep en overige wijzigingen Effect van inkrimping of afrekeningen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar Bestaand uit: – Gedekt door onderliggende beleggingen – Niet gedekt door onderliggende beleggingen
Personeelsverplichtingen na dienstverband anders dan pensioenen
2009
2008
2009
2008
14.271 320 778
14.499 356 787
210 –8 10
220 –1 12 2
3 –640 –100 18
7 –601 –369 79
–6 –10 –27
–8 1 1
–372 –96 27 14.209
–169 –135 –183 14.271
–10
–18
–3 156
1 210
14.160 49 14.209
14.219 52 14.271
156 156
210 210
Voor 2010 bedragen de geschatte afschrijvingen van nog niet in de winst-en-verliesrekening verantwoorde kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren en actuariële winsten en verliezen respectievelijk nihil en EUR 16 miljoen. Verloop van reële waarde beleggingen van pensioenregelingen Pensioenverplichtingen
Balanswaarde begin van het jaar Verwachte rendement op activa Werkgeversbijdrage Werknemersbijdrage Uitkeringen Actuariële winsten en verliezen Wijzigingen in de samenstelling van de groep en overige wijzigingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
13.366 842 1.632 3 –600 387
14.708 886 1.366 7 –584 –2.647
–374 54 15.310
–127 –243 13.366
De werkelijke opbrengsten van de beleggingen bedragen EUR 1.229 miljoen (2008: EUR –1.761 miljoen). Uitbetaling van fondsbeleggingen aan ING Groep wordt niet verwacht in 2010.
ING Groep Jaarverslag 2009
149
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Beleggingsbeleid pensioenen De voornaamste financiële doelstelling van het ING Employee Benefit Plan (het plan) is het veiligstellen van de pensioenuitkeringen van de deelnemers. De belangrijkste doelstelling van het financiële beheer van het plan is daarom het bevorderen van stabiliteit en, voor zover van toepassing, verbetering van de dekkingsgraad (d.w.z. de ratio tussen de marktwaarde van de beleggingen en de verplichtingen). Met het beleggingsbeleid voor de beleggingsportefeuille van het plan (het fonds) wordt een evenwicht gezocht tussen de eis om rendement te behalen en de noodzaak de risico’s te beheersen. De samenstelling van de beleggingen wordt gezien als het belangrijkste mechanisme om de opbrengst en risico structuur van het fonds te optimaliseren teneinde de financieringsdoelstellingen van het fonds te behalen. Voor de verschillende categorieën van activa wordt de gewenste samenstelling bepaald. Binnen deze categorieën wordt bijzondere aandacht gegeven aan een evenwichtige verdeling tussen industrieën, geografische spreiding, rentegevoeligheid, afhankelijkheid van economische groei, valuta en andere factoren die het rendement bepalen. De beleggingen worden beheerd door professionele vermogensbeheerders. De vermogensbeheerders zijn gebonden aan strikte mandaten en worden aan de hand van specifieke criteria beoordeeld. Door de beheerders wordt onder andere aandacht gegeven aan het beperken van concentraties in beleggingen, de beleggingsstijl en de afhankelijkheid van bepaalde actieve beleggingsstrategieën. Regelmatig wordt de samenstelling van de beleggingen beoordeeld. In het algemeen zal de samenstelling van de beleggingen worden aangepast aan de voorgenomen samenstelling als individuele portefeuilles hun minimum- of maximumniveaus bereiken. Fondsbeleggingen naar type Doelstelling allocatie
Aandelen Schuldbewijzen Overige
Percentage van fondsbeleggingen
Gewogen gemiddelde verwachte lange termijn rendement
2010
2009
2008
2009
2008
44 45 11 100
40 48 12 100
33 53 14 100
7,8 4,8 6,3 6,0
8,1 4,7 6,5 6,2
Per 31 december 2009 zijn onder Aandelen voor EUR 3 miljoen (0,02% van de fondsbeleggingen) aandelen ING Groep begrepen (2008: EUR 4 miljoen, 0,03% van de fondsbeleggingen). In Overige is voornamelijk onroerend goed opgenomen. Onder Overige is geen (0,0% van de activa) onroerend goed opgenomen dat op 31 december 2009 in gebruik was door ING Groep (2008: nihil, 0,0% van de fondsbeleggingen). Vaststelling van de verwachte rendement op aandelen Een belangrijk onderdeel van de financiële planning is de veronderstelling voor beleggingsrendement (Return On Assets, ROA). De ROA wordt minstens een maal per jaar vastgesteld, hierbij rekening houdend met de samenstelling van de beleggingsmix, historische rendementen op de diverse beleggingscategorieën van het fonds en de huidige economische situatie. Op grond van deze factoren wordt aangenomen dat de beleggingen van het fonds een gemiddeld rendement voor de lange termijn zullen behalen. Deze schatting is gebaseerd op een gewogen gemiddeld rendement, na aftrek voor administratiekosten en externe beleggingskosten. Voor schattingsdoeleinden wordt verondersteld dat op de lange termijn de samenstelling van de beleggingen consistent zal zijn met de huidige samenstelling. Veranderingen in de samenstelling van de beleggingen kunnen van invloed zijn op de gerapporteerde pensioenlasten, de dekkingsgraad van het plan en de noodzaak voor toekomstige stortingen. Gewogen gemiddelden van belangrijkste actuariële veronderstellingen in % per jaar per 31 december Pensioenverplichtingen
Disconteringsfactor Sterfterisico Verwachte salarisontwikkeling (exclusief verhogingen uit hoofde van promoties) Ontwikkeling van medische kosten Consumentenprijsinflatie
150
ING Groep Jaarverslag 2009
Personeelsverplichtingen na dienstverband anders dan pensioenen
2009
2008
2009
2008
5,70 1,30
5,70 1,60
5,30 1,30
5,50 1,60
2,80
2,70
3,10
3,20
2,00
2,10
2,10
2,10
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Deze veronderstellingen zijn gewogen gemiddelden naar grootte van de afzonderlijke pensioenverplichtingen. De veronderstellingen met betrekking tot de salarisontwikkeling, rentedisconteringsfactoren en andere pensioenaanpassingen geven de specifieke omstandigheden in het desbetreffende land weer. De gepresenteerde disconteringsfactor is het gewogen gemiddelde van de verdisconteringsfactoren welke van toepassing zijn in de verschillende landen. Deze factoren zijn gebaseerd op rentes van AA-bedrijfsobligaties van de specifieke landen met looptijden welke overeenkomen met de pensioenverplichtingen. Een stijging van 1% van de veronderstelde trendmatige ontwikkeling van medische kosten voor toekomstige jaren zou op 31 december 2009 hebben geresulteerd in een additionele verplichting van EUR 4 miljoen (2008: EUR 4 miljoen) en EUR 2 miljoen stijging van de lasten voor het jaar (2008: nihil). Een daling van 1% van de trendmatige ontwikkeling van medische kosten voor toekomstige jaren zou op 31 december 2009 hebben geresulteerd in een vrijval van de pensioenverplichtingen van EUR 3 miljoen (2008: EUR 4 miljoen) en EUR 1 miljoen daling van de lasten voor het jaar (2008: nihil). Toekomstige kasstromen Voor 2010 is de verwachte afdracht voor de pensioenregelingen EUR 1.193 miljoen. De toekomstige uitkeringen, in lijn met de toekomstige dienstjaren, zijn als volgt: Uitkeringen
2010 2011 2012 2013 2014 Jaren 2015 – 2019
Pensioenverplichtingen
Personeelsverplichtingen na dienstverband anders dan pensioenen
611 589 543 583 594 3.183
15 14 14 14 13 44
ING Groep Jaarverslag 2009
151
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
22 ACTIVA NAAR CONTRACTUELE LOOPTIJD Activa naar contractuele looptijd Minder dan 1 maand
2009
Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – activa aangehouden voor handelsdoeleinden – beleggingen voor risico van polishouders (1) – niet-handelsderivaten –g eclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen – beschikaar voor verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten Herverzekeringscontracten Immateriële vaste activa Overlopende acquisitiekosten Activa aangehouden voor verkoop Overige activa Activa zonder vaste looptijd (2) Totaal activa
1–3 maanden
3–12 maanden
1–5 jaren
Langer dan 5 jaar
15.390 25.598
2.649
4.448
7.733
2.969
39.844
8.316
12.827
28.014
22.443
Looptijd niet van toepassing
Totaal
15.390 43.397
104.597
111.444 104.597 11.632
320
205
668
4.843
5.596
412
169
626
1.244
1.577
1.489
5.517
3.129 172 61.973 13 3 28 4.524 15.564
6.716 475 14.357 27 7 20 218 3.621
15.449 1.840 32.322 122 254 128 282 7.451
67.065 10.336 141.482 626 705 451
83.655 1.586 324.625 2.591 317 2.752
21.689
6.385
5.594
166.970
36.780
76.417
268.884
453.705
614 13.456 160.887
197.703 14.409 578.946 5.480 6.021 11.398 5.024 39.229 13.456 1.163.643
4.187 2.101 4.735 8.019
Beleggingen voor risico van polishouders worden beheerd ten behoeve van de polishouders op basis van reële waarde. Alhoewel individuele instrumenten een vervaldatum hebben (of niet) welke afhankelijk is van hun aard, heeft dit geen impact op de liquiditeitpositie van ING. In Activa zonder vaste looptijd zijn begrepen gebouwen en bedrijfsmiddelen, beleggingen in onroerend goed en deelnemingen. Gezien de aard van de Activa zonder vaste looptijd bestaan deze voornamelijk uit activa welke na meer dan 12 maanden terugbetaald zullen worden.
(1)
(2)
De gepresenteerde bedragen in deze tabel naar contractuele looptijd komen overeen met de verantwoorde bedragen in de balans. Activa naar contractuele looptijd Minder dan 1 maand
2008
Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – activa aangehouden voor handelsdoeleinden – beleggingen voor risico van polishouders – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen – beschikaar voor verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten Herverzekeringscontracten Immateriële vaste activa Overlopende acquisitiekosten Activa aangehouden voor verkoop Overige activa Activa zonder vaste looptijd Totaal activa
152
ING Groep Jaarverslag 2009
1–3 maanden
3–12 maanden
1–5 jaren
Langer dan 5 jaar
22.045 32.620
3.086
5.019
6.299
1.423
52.759
13.871
22.061
36.396
34.784
2.456
1.024
1.521
3.907
703
232
829
4.508 74 145.911 30 3 11 15.446
10.485 139 16.390 46 7 110 15.312 4.669
276.566
65.371
Looptijd niet van toepassing
Totaal
22.045 48.447
7.531
507 95.366 45
160.378 95.366 16.484
2.057
2.154
2.302
8.277
14.589 1.109 30.279 204 315 247
77.844 10.758 111.262 886 810 390
101.595 3.360 314.858 1.148 2.268 2.637
33.831
9.526
7.075
8.254
85.699
257.684
480.012
2.695 15.051 166.331
242.852 15.440 619.791 5.797 6.915 11.843 15.312 47.665 15.051 1.331.663
1.091 3.483 3.512 8.448
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
23 VERPLICHTINGEN NAAR CONTRACTUELE LOOPTIJD Als gevolg van de aanpassingen in IFRS 7 is de toelichting op de contractuele looptijd herzien voor 2009. De aanpassingen hebben alleen een impact op de toelichting van de financiële verplichtingen naar contractuele looptijd voor 2009, aangezien de aanpassing van IFRS 7 geen vermelding van vergelijkende cijfers vereist. De onderstaande tabel bevat alle financiële verplichtingen naar looptijd gebaseerd op contractuele, niet-verdisconteerde kasstromen. Verder is de niet-verdisconteerde toekomstige couponinterest op te betalen financiële verplichtingen opgenomen in een afzonderlijke regel in de relevante looptijdcategorie. Derivatenverplichtingen zijn netto opgenomen als kasstromen op gesaldeerde basis afgewikkeld worden. Voor overige derivatenverplichtingen is de contractuele bruto te betalen kasstroom opgenomen. Verwezen wordt naar de paragraaf Liquiditeitsrisico in de sectie ‘Risicobeheer’ voor een beschrijving over hoe liquiditeitsrisico wordt beheerst. Verplichtingen naar contractuele looptijd 2009
Achtergestelde leningen Uitgegeven schuldbewijzen Overige leningen Bankiers Toevertrouwde middelen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – overige verplichtingen voor handelsdoeleinden – handelsderivaten – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Financiële verplichtingen Verzekerings- en beleggingscontracten Verplichtingen aangehouden voor verkoop Overige schulden Totaal vreemd vermogen
Minder dan 1 maand
1–3 maanden
3–12 maanden
1–5 jaren
Langer dan 5 jaar
Looptijd niet van toepassing
Aanpassing
10.099 18.851 2.692 45.326 410.522
36.436 528 15.044 26.092
19.717 2.923 10.131 21.819
34.563 4.109 9.768 9.418
11.143 12.332 3.966 1.657
41.942 2.725 1.459
1.891 3.419 2.369
3.243 11.235 6.696
7.022 27.908 24.150
218 523.735
616 86.395
1.715 77.479
1.618
1.830
4.630 15.567 545.550
4.163
Te betalen couponinterest op financiële verplichtingen
Totaal
10.099 119.981 23.151 84.235 469.508
1.040
–729 –473
4.376 12.258 9.755
677
–460 –17.314 –25.036
58.014 40.231 20.070
5.220 122.158
4.047 59.534
11.816
–342 –44.354
11.474 836.763
7.300
33.723
90.322
106.065
240.858
77 3.059 91.361
183 12.256 97.218
5.586 161.467
4.319 154.175
567 118.448
4.890 41.354 1.123.865
1.578
5.654
15.371
55.681
–44.354
82.447
De gepresenteerde bedragen in de kolom Aanpassing geven de aansluiting tussen de contractuele bedragen en de balanswaarden. Verplichtingen naar contractuele looptijd 2008
Achtergestelde leningen Uitgegeven schuldbewijzen Overige leningen Verzekerings- en beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – verplichtingen voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Verplichtingen aangehouden voor verkoop Overige schulden Totaal vreemd vermogen
Minder dan 1 maand
1–3 maanden
3–12 maanden
1–5 jaren
Langer dan 5 jaar
Looptijd niet van toepassing
10.281
Totaal
10.281 96.488 31.198 240.790 152.265 522.783
25.666 3.354 2.345 83.456 438.451
24.299 4.700 2.485 38.600 18.801
11.886 2.668 9.289 17.626 49.951
24.585 6.505 33.569 9.454 12.843
10.052 13.971 93.538 3.129 2.737
99.564
62.251 1.316
13.121 882
16.632 1.134
31.011 7.831
29.598 10.575
3 35
152.616 21.773
573
833 15.020 5.782 124.523
2.429
5.935
4.239
9.540 121.155
7.855 139.588
3.715 171.554
1.567 111.450
14.009 15.020 45.512 1.302.735
17.053 634.465
ING Groep Jaarverslag 2009
153
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
24 DERIVATEN EN HEDGE ACCOUNTING Gebruik derivaten en hedge accounting Zoals ook beschreven in de paragraaf ‘Risicobeheer’, maakt ING Groep gebruik van derivaten (met name renteswaps en ‘cross currency interest rate swaps’) om economisch gezien risico’s af te dekken. Deze hedges maken onderdeel uit van de beheersing van verschillende portefeuilles van activa en verplichtingen en van de beheersing van structurele posities. Doelstelling is om het totale risicoprofiel terug te brengen door posities in te nemen met een risicoprofiel tegengesteld aan dat van een oorspronkelijke positie. Met het afdekken van risico’s wordt beoogd de kosten die gepaard gaan met het verkrijgen van vreemd vermogen te reduceren en marktrisico’s als gevolg van structurele risicoposities in rentegevoeligheid en andere risico’s te beperken. Daarnaast worden risico’s afgedekt die samenhangen met uitstaande hypotheekoffertes in de retailmarkt en rentemarges in relatie tot rentedragende activa en de daaraan gerelateerde financiering. De verwerking van deze transacties in de jaarrekening hangt af van de aard van de activa en verplichtingen waarvan de risico’s worden afgedekt en van het al dan niet voldoen aan de hedge accounting criteria onder IFRS-EU. De verwerking van derivaten die voldoen aan de hedge accounting criteria onder IFRS-EU is afhankelijk van de afgedekte activa of verplichtingen en van het toegepaste hedge accounting model. Onder IFRS-EU zijn drie hedge accounting modellen mogelijk: reële-waardehedges, kasstroomhedges en hedges van nettoinvesteringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen. Deze worden hieronder besproken. De waarderingsgrondslagen voor de hedge accounting modellen worden besproken in de paragraaf Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep. Om voor hedge accounting onder IFRS-EU in aanmerking te komen, moet aan bepaalde strikte criteria worden voldaan. Sommige hedges die vanuit het oogpunt van risicobeheer effectief zijn, kwalificeren niet voor hedge accounting onder IFRS-EU. De waardemutaties van derivaten die niet in aanmerking komen voor hedge accounting worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord. De hieruit voortvloeiende schommelingen in het resultaat worden in bepaalde gevallen tegengegaan door de afgedekte activa en verplichtingen te classificeren als activa of verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. Wanneer hedge accounting onder IFRS-EU wordt toegepast bestaat de mogelijkheid dat gedurende de hedge deze niet meer als hedge classificeert en dat hedge accounting moet worden beëindigd, zelfs wanneer de hedge vanuit economisch perspectief effectief te noemen is. Hierdoor kunnen deze hedges resultaatschommelingen veroorzaken welke vanuit een economisch gezichtspunt niet verwacht zouden worden. Voor de rente- en valutaderivaten geven de nominale of contractuele bedragen van deze instrumenten alleen een indicatie van de nominale waarde van de openstaande transacties per balansdatum. Het nominale bedrag is geen indicatie van het werkelijke risico dat per balansdatum wordt gelopen. Om het kredietrisico te beheren gebruikt ING Groep kredietderivaten, waaronder ‘credit default swaps’ en ‘total return swaps’ om bescherming te kopen of te verkopen tegen kredietrisico’s in lening-, beleggings- of handelsportefeuilles. Met betrekking tot kredietderivaten wordt hedge accounting niet toegepast. Verwerking reële-waardehedges Reële-waardehedges binnen ING Groep bestaan voornamelijk uit renteswaps en ‘cross currency interest rate swaps’ die voor vastrentende instrumenten bescherming bieden tegen wijzigingen in reële waarde als gevolg van wijzigingen in de rentestand. Winsten en verliezen op derivaten onder reële-waardehedges worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Het effectieve deel van de waardemutaties van het afgedekte instrument dat betrekking heeft op het afgedekte risico worden eveneens in de winst-enverliesrekening verantwoord. Hierdoor heeft per saldo alleen het ineffectieve deel van de hedge invloed op het resultaat. In 2009 heeft ING Groep een bedrag van EUR –1.130 miljoen (2008: EUR –5.492 miljoen) verantwoord als veranderingen in reële waarde van derivaten in reële-waardehedges. Dit bedrag wordt deels gecompenseerd door een bedrag van EUR 975 miljoen (2008: EUR 5.697 miljoen) verantwoord als wijziging in reële waarde van activa en verplichtingen die deel uitmaken van reële-waardehedges. Dit heeft geresulteerd in een resultaat van EUR –155 miljoen (2008: EUR 205 miljoen) verantwoord als het ineffectieve deel van reële-waardehedges. Op 31 december 2009 bedroeg de reële waarde van de derivaten die onderdeel uitmaken van reële-waardehedges EUR –6.139 miljoen (2008: EUR –5.050 miljoen). Dit bedrag wordt in de balans gepresenteerd als EUR 2.727 miljoen (2008: EUR 3.862 miljoen) aan positieve reële waarden onder de activa en EUR 8.866 miljoen (2008: EUR 8.912 miljoen) aan negatieve reële waarden onder de verplichtingen. Bij het afdekken van renterisico’s maakt ING Groep gebruik van de EU ‘carve-out’ in IFRS voor reële-waardehedges op portefeuilleniveau. De EU ‘carve-out’ maakt het mogelijk om een groep van derivaten (gedeeltelijk) onderdeel uit te laten maken van een hedge en neemt bepaalde beperkingen weg met betrekking tot het hedgen van deposito’s en het niet geheel hedgen van risico’s (onder-hedgen). Door gebruik te maken van de EU ‘carve-out’ kunnen deposito’s onderdeel worden gemaakt van een hedgerelatie en is er alleen sprake van ineffectiviteit als het bedrag aan kasstromen in een bepaalde periode onder het in de hedgerelatie aangewezen bedrag valt. ING past de IFRS-EU ‘carve-out’ toe voor de retailactiviteiten waarmee een nettorisico op de retailfunding (spaar- en lopende rekeningen) en de retaillending (hypotheken) wordt afgedekt. De hedgingsactviteiten vinden plaats in een reële-waardehedge op portefeuilleniveau op de hypotheken, gebruikmakend van de IFRS-EU voorzieningen.
154
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Kasstroomhedges Kasstroomhedges bestaan voornamelijk uit (forward) renteswaps en ‘cross currency interest rate swaps’ die worden gebruikt om ING Groep te beschermen tegen fluctuaties in kasstromen uit hoofde van rente van niet-handelsportefeuilles die variabel rentend zijn of die in de toekomst worden geherfinancierd of worden herbelegd. De bedragen en timing van de kasstromen worden voor elke portefeuille van activa en verplichtingen geschat op basis van contractuele voorwaarden en andere relevante factoren waaronder vervroegde aflossingen en wanbetaling. Deze kasstromen betreffen zowel rente als aflossing. Het totaal van deze kasstromen vormt de basis voor het bepalen van het nominale bedrag dat onderhevig is aan renterisico en deel uit maakt van de kasstroomhedge. Winsten en verliezen op het effectieve deel van de derivaten die onderdeel zijn van kasstroomhedges worden verantwoord in het eigen vermogen. De rentestromen van de derivaten worden in dezelfde periode in de winst-en-verliesrekening als rente verantwoord als de rente van de afgedekte positie. Winsten en verliezen op het ineffectieve deel van de derivaten worden verantwoord in het resultaat. In 2009 heeft ING Groep een bedrag van EUR –805 miljoen (2008: EUR 746 miljoen) (na belasting) in het eigen vermogen verantwoord als effectieve veranderingen in reële waarde van derivaten in kasstroomhedges. Daardoor bedroeg de kasstroomhedge reserve in het eigen vermogen per 31 december 2009 EUR 442 miljoen (2008: EUR 1.457 miljoen) bruto en EUR 372 miljoen (2008: EUR 1.177 miljoen) na latente belastingen. Dit bedrag fluctueert met de reële waarde van de derivaten in de kasstroomhedges en wordt in het resultaat verantwoord over de looptijd van de afgedekte posities als rentebaten of rentelasten. De kasstroomhedgereserve heeft betrekking op een groot aantal derivaten en afgedekte posities met verschillende looptijden. Voor verzekeringen lopen deze tot 44 jaar en voor de bank tot 50 jaar, met de grootste concentraties voor verzekeringen van 4 tot 9 jaar en voor de bank van 1 tot 13 jaar. Het ineffectieve deel van de winsten en verliezen op derivaten in kasstroomhedges verantwoord in het resultaat bedroeg in 2009 EUR –10 miljoen (2008: EUR 22 miljoen). Op 31 december 2009 bedroegen de derivaten die onderdeel uitmaken van kasstroomhedges EUR –947 miljoen (2008: EUR –318 miljoen). Dit bedrag wordt in de balans gepresenteerd als EUR 5.521 miljoen (2008: EUR 5.771 miljoen) aan positieve reële waarden onder de activa en EUR 6.468 miljoen (2008: EUR 6.089 miljoen) aan negatieve reële waarden onder de verplichtingen. Per 31 december 2009 en 31 december 2008 stonden geen niet-handelsderivaten die onderdeel zijn van de kasstroomhedge uit. Onder renteopbrengsten en rentekosten op niet-handelsderivaten is respectievelijk EUR 2.159 miljoen (2008: EUR 3.082 miljoen) en EUR 1.964 miljoen (2008: EUR 2.744 miljoen) verwerkt met betrekking tot derivaten gehanteerd bij kasstroomhedges verwerkt. Hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen Hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen bestaan uit derivaten (valuta forwards en swaps) en andere financiële instrumenten zoals leningen in vreemde valuta die worden gebruikt om bescherming te bieden tegen valutarisico gerelateerd aan buitenlandse deelnemingen. Winsten en verliezen op het effectieve deel van de derivaten die onderdeel zijn van hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen worden verantwoord in het eigen vermogen. Als de deelneming wordt verkocht, valt het gerelateerde deel van de reserve vrij in het resultaat. Winsten en verliezen op het ineffectieve deel van de derivaten worden verantwoord in het resultaat. Op 31 december 2009 bedroegen de derivaten die onderdeel uitmaken van hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen EUR –278 miljoen (2008: EUR 300 miljoen). Dit bedrag wordt in de balans gepresenteerd als EUR 38 miljoen (2008: EUR 670 miljoen) aan positieve reële waarden onder de activa en EUR 316 miljoen (2008: EUR 370 miljoen) aan negatieve reële waarden onder de verplichtingen. Per 31 december 2009 bedroeg de reële waarde van de uitstaande niet–handelsderivaten die onderdeel zijn van de hedge van de netto-investeringen in de buitenlandse bedrijfsonderdelen EUR 555 miljoen (2008: EUR –881 miljoen). Hedge-instrumenten welke geen derivaten zijn en onderdeel uitmaken van de hedge-instrumenten bestaan hoofdzakelijk uit leningsovereenkomsten. Het ineffectieve deel van derivaten en hedge-instrumenten welke geen derivaten zijn die onderdeel uitmaken van hedges van nettoinvesteringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen verantwoord in het resultaat bedroeg in 2009 EUR 1 miljoen (2008: EUR –6 miljoen).
ING Groep Jaarverslag 2009
155
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
25 MAXIMALE BLOOTSTELLING AAN KREDIETRISICO’S De maximale blootstelling aan kredietrisico’s voor ING Groep per 31 december 2009 en 2008 is als volgt: Maximale blootstelling aan kredietrisico’s Liquide middelen de tegoeden bij centrale banken Bankiers – leningen en voorschotten aan banken – liquide middelen, rekening courant en overige tegoeden Activa aangehouden voor handelsdoeleinden – schuldbewijzen – leningen en schuldbewijzen – derivaten Niet-handelsderivaten Geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop Schuldbewijzen tot einde looptijd aangehouden Kredieten – polisbeleningen – leningen aan of gegarandeerd door de overheid – leningen met hypothecaire zekerheid – leningen gegarandeerd door kredietinstellingen – leningen zonder onderpand – overige particuliere leningen – mortgage backed securities – overige zakelijke leningen – overige Herverzekeringscontracts Herverzekering en verzekeringsvorderingen Overige Maximale blootstelling aan kredietrisico’s uit de balans blijkend Niet uit de balans blijkende krediet verplichtingen: – verdisconteerde wissels – Bank – garanties – Bank – onherroeplijke accreditieven – Bank – overige – Bank – onherroepelijke faciliteiten – verplichtingen – Verzekeringen – garanties – Verzekeringen Maximale blootstelling aan kredietrisico’s niet uit de balans blijkend Maximale blootstelling aan kredietrisico’s
2009
2008
15.390
22.045
39.696
40.705
3.701
7.742
25.287 41.975 41.450 11.632
26.652 59.449 71.925 16.484
5.517 188.850 14.409
8.277 234.030 15.440
2.903 51.079 319.174 10.229 5.995 19.270 22.135 147.097 1.062 5.480 2.125 6.700
2.960 26.385 318.917 5.816 2.612 29.615 9.055 222.533 1.898 5.797 3.683 8.334
981.156
1.140.354
1 21.545 12.352 202 85.835 1.646 3.463
1 22.391 10.458 453 89.081 4.221 2.460
125.044
129.065
1.106.200
1.269.419
De maximale blootstelling aan kredietrisico’s voor de verschillende balansposten is de betreffende boekwaarde. Voor niet uit de balans blijkende verplichtingen is dit het maximale bedrag dat uitbetaald zou kunnen worden. Ontvangen zekerheden zijn hierbij niet in beschouwing genomen. De wijze waarop ING Groep het kredietrisico beheerst en voor dat doel blootstellingen aan kredietrisico bepaalt is uiteengezet in de paragraaf ‘Risicobeheer’.
156
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
26 NIET TER VRIJE BESCHIKKINGSTAANDE ACTIVA Niet ter vrije beschikking staande activa betreffen voornamelijk rentedragende waardepapieren die tot zekerheid dienen voor bij De Nederlandsche Bank en andere banken opgenomen gelden en worden aangehouden in verband met prolongatierekeningverplichtingen en overige wettelijke vereisten. Niet ter vrije beschikkingstaande activa bestaan uit: Niet ter vrije beschikkingstaande activa Beleggingen Kredieten Bankiers Overige activa
2009
2008
5.906 33.053 7.441 6.350 52.750
6.521 3.136 6.889 6.438 22.984
Onder Bankiers zijn de gelden van De Nederlandsche Bank en andere banken opgenomen. ING Bank N.V. had op 31 december 2009 de verplichting om een reserve bij De Nederlandsche Bank aan te houden met een maandsgemiddelde van EUR 5.620 miljoen (2008: EUR 5.810 miljoen). Op 31 december 2009 bedroeg deze reserve EUR 354 miljoen (2008: EUR 3.529 miljoen). Niet ter vrije beschikkingstaande kredieten bestaan uit de lening van de Nederlandse overheid in verband met de Steunfaciliteit voor illiquide activa zoals uiteengezet in toelichting 33 ‘Verbonden partijen’ en leningen die voor liquiditeitsdoeleinden in pand gegeven zijn in de Verenigde Staten van EUR 7 miljard en Duitsland van EUR 5 miljard. De niet ter vrije beschikkingstaande activa, in bovenstaande tabel, hebben geen afzonderlijk significante voorwaarden anders dan het onderpand. 27 VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN EN TOEZEGGINGEN ING Groep is betrokken bij activiteiten waar risico’s aan zijn verbonden die niet of niet volledig in de geconsolideerde balans tot uitdrukking komen. Om in de behoefte van haar klanten te voorzien, biedt ING Groep kredietgerelateerde financiële producten aan. Dit betreft ook de traditionele kredietgerelateerde ‘off-balance sheet’ instrumenten. Voorwaardelijke verplichtingen en toezeggingen
Bancaire activiteiten Voorwaardelijke verplichtingen van: – verdisconteerde wissels – garanties – onherroepelijke accreditieven – overig
Verzekeringsactiviteiten Verplichtingen Garanties
Onherroepelijke faciliteiten
Minder dan 1 maand
1–3 maanden
3–12 maanden
1–5 jaren
14.492 5.413 112 20.017
1 403 4.460 36 4.900
1.017 1.190 42 2.249
2.359 757 12 3.128
1.218
8
292
1.218
8
83 826 909
36.284 57.519
17.539 22.447
8.351 11.509
Langer dan 5 jaar
Looptijd niet van toepassing
3.274 532 3.806
Totaal 2009
Totaal 2008
1 21.545 12.352 202 34.100
1 22.391 10.458 453 33.303
292
2 1.679 1.681
43 958 1.001
1.646 3.463 5.109
4.221 2.460 6.681
20.130 23.550
3.531 9.018
1.001
85.835 125.044
89.081 129.065
Garanties betreffen zowel kredietvervangende als niet-kredietvervangende garanties. Kredietvervangende garanties zijn door ING Groep verstrekte garanties met betrekking tot door derden aan klanten verleende kredieten. Naar verwachting zullen de meeste garanties aflopen zonder dat daarop aanspraak wordt gemaakt en zullen dientengevolge geen toekomstige kasstromen veroorzaken. Behalve de garanties die begrepen zijn in de voorwaardelijke verplichtingen, heeft ING Groep ook garanties afgegeven als deelnemer in collectieve garantieregelingen die zijn opgezet op initiatief van landelijke bedrijfstakorganisaties, of die verplicht zijn voorgeschreven door de overheid in verschillende landen. Onherroepelijke accreditieven garanderen hoofdzakelijk betalingen aan derden voor binnenlandse en buitenlandse handelstransacties in het kader van de financiering van goederenzendingen. Het kredietrisico dat ING Groep loopt is beperkt aangezien de verzonden goederen bij deze transacties als onderpand dienen en de transacties kort van duur zijn. Overige voorwaardelijke verplichtingen zijn geaccepteerde wissels opgenomen met een korte looptijd. Ook zijn hier onder de verplichtingen opgenomen die voortvloeien uit de reguliere vastgoedactiviteiten. Hieronder vallen de verplichtingen uit projectontwikkeling en bouwcontracten. Geen van deze verplichtingen is afzonderlijk significant. ING Groep Jaarverslag 2009
157
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Onherroepelijke faciliteiten bestaan voornamelijk uit onherroepelijke kredietfaciliteiten die zijn toegezegd aan zakelijke klanten, maar waarop nog geen beroep is gedaan. Veel van deze faciliteiten zijn toegezegd voor een vastgestelde tijdsduur en tegen een variabel rentepercentage. Het kredietrisico en renterisico dat ING Groep loopt bij deze transacties is beperkt. Voor het merendeel van de onherroepelijke kredietfaciliteiten waarop geen beroep is gedaan, is zekerheid gesteld in de vorm van onderpand of contra-garanties van de overheid en vrijgestelde organen onder de solvabiliteitsrichtlijnen. Onder onherroepelijke faciliteiten worden tevens de toezeggingen opgenomen tot het aankopen van nog door overheden en private instellingen uit te geven effecten. Toekomstige huurverplichtingen uit hoofde van operationele leasecontracten 209 170 180 231 157 132
2010 2011 2012 2013 2014 jaren na 2014
28 SPECIAL PURPOSE ENTITIES EN SECURITISATIES Securitisaties ING Groep als initiatiefnemer Om het kredietrisico op bepaalde activa te verlagen maakt ING gebruik van synthetische securitisaties. Bij synthetische securitisaties sluit ING een kredietderivaat af met een ‘Special Purpose Entity’ (SPE). Onder dit contract koopt ING Groep bescherming tegen kredietrisico op bepaalde hypothecaire leningen en leningen verstrekt aan het midden- en kleinbedrijf. De SPE dekt dit kredietrisico vervolgens af door ‘credit linked notes’ uit te geven. Als gevolg van deze transacties heeft ING Groep een groot deel van het kredietrisico op deze portefeuilles afgewenteld op investeerders. In het algemeen hebben deze investeerders alleen verhaalsrecht op de activa van de SPE en niet op de activa van ING Groep. Na de securitisatietransactie blijven deze activa opgenomen op de balans van ING Groep onder Kredieten. Deze transacties zijn daarom geen off-balance sheet regelingen. Activa onder synthetische securitisatieprogramma’s Leningen aan het midden- en kleinbedrijf Leningen met hypothecaire zekerheid Totaal
2009
2008
6.583 6.865 13.448
8.603 6.101 14.704
ING Groep als sponsor van een ‘multi-seller conduit’ In het kader van haar normale werkzaamheden, ondersteunt ING Groep haar relaties bij het verkrijgen van financieringsmiddelen door het opzetten van transacties waarbij vorderingen van deze relaties of andere financiële activa worden verkocht aan een SPE. Om deze aankopen te financieren geeft de SPE in de markt ‘asset backed commercial papers’ uit. ING Groep in haar rol als administrateur, ondersteunt deze transactie door deze te structureren, door het verlenen van administratieve en operationele diensten en door het verstrekken van financieringsfaciliteiten. ING Groep ondersteunt de commercial paper uitgiftes door de SPE’s korte termijn liquiditeitsfaciliteiten te verschaffen. Deze faciliteiten zijn bedoeld om tijdelijke verschillen tussen vraag en aanbod in de markt voor commercial paper op te vangen. Zodra deze liquiditeitsfaciliteit door de SPE gebruikt wordt, loopt ING Groep het normale kredietrisico. In een aantal gevallen verstrekt ING Groep naast de gewone liquiditeitsfaciliteiten tevens aanvullende liquiditeitsfaciliteiten, waarbij ING Groep tot op zekere hoogte het kredietrisico dat aan de commercial paper uitgifte verbonden is, overneemt. Hieruit kunnen kredietverliezen voortvloeien. Verder garandeert ING Groep tot een beperkt bedrag, in geval van een zogenaamde Program Wide Credit Enhancement, aan de investeerders in het commercial paper alle overblijvende verliezen binnen de SPE. Deze verschillende faciliteiten hebben elk een eigen risicoprofiel. Zij worden slechts aan de SPE verstrekt nadat de bij ING Groep gebruikelijke beoordeling heeft plaatsgevonden ten aanzien van kredietrisico en liquiditeitsrisico. Voor het verlenen van deze diensten en het ter beschikking stellen van faciliteiten worden marktconforme commissies in rekening gebracht. De SPE is opgenomen in de consolidatie van ING Groep. De transactie is daarom geen off-balance sheet regeling. De verstrekte reguliere korte termijn liquiditeitsfaciliteiten en de aanvullende liquiditeitsfaciliteiten zijn verantwoord onder de onherroepelijke faciliteiten.
158
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Collateralised debt obligations (CDO) transacties Ten behoeve van CDO-transacties gebruikt ING Groep SPE’s. Bij een standaard CDO-transactie wordt een SPE gebruikt om een samenstel van effecten met een rating uit te geven, die worden gedekt door overdraagbare schuldinstrumenten. Naast investeren in CDO’s vervult ING Groep vaak meerdere rollen in deze transacties: • ING Groep arrangeert de transactie, zet de SPE op, verwerft de activa die aan de SPE worden verkocht en verkoopt de CDO aan investeerders; • ING Groep is verantwoordelijk voor het beheer van de activa in de SPE waarbij het beheer geschiedt op basis van strikte voorwaarden zoals verwoord in de statuten van de SPE. ING Groep ontvangt een marktgerelateerde vergoeding voor het opzetten en verkopen van CDO’s aan investeerders. Het totaal van deze vergoeding is niet significant. ING Groep als investeerder ING investeert in schuldpapier uitgegeven door securitisatie SPE’s als onderdeel van haar beleggingsactiviteiten. Voor sommige securitisatieprogramma’s houdt ING Groep beperkte posities aan in de rol van market maker. Investeringen, anders dan middels inbreng in natura, worden gedaan door ING Groep door kredietbescherming te verkopen door middel van kredietderivaten. Andere entiteiten ING Groep is ook betrokken bij SPE’s die worden gebruikt in bijvoorbeeld structured finance en leasetransacties. Beleggingsfondsen ING Groep als fondsbeheerder en belegger ING Groep lanceert nieuwe beleggingsfondsen waarin ING Groep bij oprichting optreedt als fondsmanager en enige investeerder op het moment van oprichting. Daarna worden derden gezocht die willen investeren in het fonds waardoor het aandeel van ING Groep wordt teruggebracht. In het algemeen houdt ING Groep een bescheiden aandeel in het fonds aan. De fondsen zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de Groep als en wanneer zeggenschap bestaat, daarbij wordt rekening gehouden met zowel ING Groeps financiële belang voor eigen risico en haar rol als vermogensbeheerder. ING Groep als fondsbeheerder ING Groep treedt op als fondsbeheerder voor verschillende fondsen. Beheerprovisies die hiervoor in rekening worden gebracht zijn marktconform. In het algemeen treedt ING Groep voor deze fondsen op in een fiduciaire rol en neemt daarom deze fondsen niet op in de geconsolideerde jaarrekening. 29 BELANGRIJKSTE DOCHTERONDERNEMINGEN De belangrijkste dochterondernemingen van ING Groep zijn als volgt: Dochterondernemingen onderdeel van de bancaire activiteiten ING Bank N.V. Bank Mendes Gans N.V. ING Lease Holding B.V. ING Corporate Investments B.V. ING Vastgoed Management Holding B.V. Interadvies N.V. Nationale-Nederlanden Financiële Diensten B.V. ING Commercial Finance B.V. Westland Utrecht Hypotheekbank N.V. ING België N.V. ING Bank Slaski S.A. ING Bank Deutschland A.G. ING Financial Holdings Corporation ING Middenbank Curaçao N.V. ING Vysya Bank Ltd. ING Direct N.V. ING Bank A.S.
Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland België Polen Duitsland Verenigde Staten Nederlandse Antillen India Canada, Duitsland, Spanje, Australië, Frankrijk, Verenigde Staten, Italië, Verenigd Koninkrijk Turkije
ING Groep Jaarverslag 2009
159
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Dochterondernemingen onderdeel van het verzekeringsbedrijf ING Verzekeringen N.V. ING Vastgoed Belegging B.V. Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. Parcom Capital B.V. ING Levensverzekering Retail N.V. ING Schadeverzekering Retail N.V. RVS Levensverzekering N.V. RVS Schadeverzekering N.V. Movir N.V. ING Zivotna Poistovna a.s. ING Nationale-Nederlanden Polska S.A. ING Nationale-Nederlanden Polska Powszechne Towarzystwo Emerytaine S.A. ING Asigurari de Viata S.A. ING Greek Life Insurance Company S.A. ING Nationale-Nederlanden Magyarorszagi Biztosito Rt. Nationale-Nederlanden Vida, Compañia de Seguros y Reaseguros S.A. Nationale-Nederlanden Generales, Compañia de Seguros y Reaseguros S.A. ING America Insurance Holdings, Inc. ING International Insurance Holdings, Inc. ING Life Insurance and Annuity Company ING North America Insurance Corporation Lion Connecticut Holdings Inc. ReliaStar Life Insurance Company ReliaStar Life Insurance Company of New York Security Life of Denver Insurance Company ING USA Annuity and Life Insurance Company ING Life Insurance Company (Bermuda) Limited Security Life of Denver International Limited ING Seguros de Vida S.A. AFP Capital S.A. ING Insurance Berhad ING Afore S.A. de C.V. ING Life Insurance Company (Japan) Limited ING Life Insurance Company (Korea) Limited ING Australia Holdings Limited ING Re (Nederland) N.V.
160
ING Groep Jaarverslag 2009
Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Slowakije Polen Polen Roemenië Griekenland Hongarije Spanje Spanje Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Hong Kong Bermuda Chili Chili Malaysia Mexico Japan Zuid Korea Australië Nederland
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
30 AANKOOP EN VERKOOP VAN MAATSCHAPPIJEN Zoals uiteengezet in toelichting 9 ‘Immateriële vaste activa’ is in 2009 EUR 39 miljoen goodwill verwerkt. Hiervan heeft EUR 26 miljoen betrekking op de consolidatie van 3W Holding B.V. zoals hieronder toegelicht. In 2009 waren er geen significante aankopen. In augustus 2009 heeft ING de volledige beschikkingsmacht verkregen over haar joint venture 3W Holding B.V., een onderneming welke zich bezig houdt met vastgoedontwikkeling, waarvan ING al 50% van het eigendom had. ING kreeg een meerderheidszetel in de Raad van Commissarissen van 3W Holding B.V. en ging een optie-overeenkomst aan welke ING in staat stelde om de resterende 50% te verkrijgen. Als gevolg van de verkregen beschikkingsmacht is 3W Holding B.V. volledig opgenomen in de consolidatie per september 2009. De netto-activa voor consolidatie bedroegen EUR –21 miljoen. Het aankoopbedrag voor het verkrijgen van de resterende 50%, onder de optie-overeenkomst, was ongeveer EUR 5 miljoen. Derhalve is bij de aankoop een goodwill van EUR 26 miljoen opgenomen. De goodwill is hoofdzakelijk toe te schrijven aan operationele synergieën, welke samenhangen met het verkrijgen van de beschikkingsmacht over het professionele netwerk van 3W Holding B.V. en het toekomstige businesspotentieel in het zuiden van Nederland, waar 3W Holding B.V. opereert.
3W Holding B.V.
Algemeen Belangrijkste branche Datum van volledige consolidatie Verwachte te betalen aankoopwaarde
Bank 1 september 2009 5
Activa Diverse overige activa
51
Verplichtingen Toevertrouwde middelen Diverse overige verplichtingen
21 51
Netto activa Geactiveerde goodwill Winst sinds datum van volledige consolidatie Baten als volledige consolidatie plaats had gevonden bij aanvang boekjaar Winst als volledige consolidatie plaats had gevonden bij aanvang boekjaar
–21 26 –16 –5 –19
ING Groep Jaarverslag 2009
161
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verkopen gerealiseerd in 2009 Verkoop van meest significante maatschappijen in 2009
ING Life Taiwan (5)
Algemeen Belangrijkste branche Verkoopopbrengst Opbrengst in contacten (1) Opbrengst anders dan in contanten Verkoopopbrengst Activa Liquiditeiten Beleggingen Kredieten Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Diverse overige activa Verplichtingen Verzekerings- en beleggingscontracten Diverse overige verplichtingen Netto activa % verkocht Netto activa verkocht Winst/verlies op verkoop (2)
ING Canada
Lijfrente- en hypotheekactiviteiten in Chili
Australië/ Nieuw Zeeland
Totaal
Verzekeringen Verzekeringen Verzekeringen Verzekeringen
1.316
217
1.106
466 466
2.639 466 3.105
1.316
217
1.106
80 9.801 1.341
322 2.350 79
2 1.803 413
233 385
637 14.339 1.833
1.552 2.538
1.075 2.092
52 74
8.370 639
11.049 5.343
14.294 260
3.761 223
2.009 95
8.524 334
28.588 912
758 100% 758
1.934 70% (4) 1.354
240 100% 240
769 100% 769
3.701
–292 (3)
–38
–23
337
–16
3.121
In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van individueel immateriële verkopen in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen. (2) Winst/verlies op verkoop bestaat uit de verkoopopbrengst, de netto activa verkocht, de kosten die direct verband houden met de verkoop en de realisatie van de ongerealiseerde reserves. (3) Verlies is verwerkt in 2008. (4) Na verkoop van het 70% -belang heeft ING geen resterend belang in ING Canada. (5) Activa en verplichtingen in deze kolom waren gepresenteerd als activa/ verplichtingen aangehouden voor verkoop per 31 december 2008. (1)
In oktober 2008 heeft ING overeenstemming bereikt om alle Taiwanese levensverzekeringsactiviteiten, ING Life Taiwan te verkopen aan Fubon Financial Holding Co. Ltd. De verkoop is afgerond in februari 2009 tegen een uiteindelijke verkoopprijs van EUR 466 miljoen (USD 600 miljoen). Dit wijkt af van de verantwoorde opbrengst in 2008 van EUR 447 miljoen wat veroorzaakt wordt door fluctuaties in de dollar/euro wisselkoers tussen de datum van ondertekening van de verkoopovereenkomst en de datum van afwikkeling. ING heeft een betaling ontvangen in een vast aantal aandelen waarbij het verschil tussen de reële waarde van die aandelen op de afwikkeldatum en de verkoopprijs betaald is in achtergestelde schuldbewijzen van de koper. Deze transactie resulteerde in een verlies van EUR 292 miljoen. Dit verlies bevat EUR 214 miljoen verkoopverlies (verwerkt in 2008 in Resultaat uit verkopen van groepsmaatschappijen in de winst-enverliesrekening) en EUR 78 miljoen operationeel verlies in de periode dat ING Taiwan classificeerde als aangehouden voor verkoop. ING Life Taiwan was voorheen opgenomen in het segment Insurance Asia/Pacific. In februari 2009 heeft ING de verkoop afgewikkeld van haar belang van 70% in ING Canada, voor een netto-opbrengst van EUR 1.316 miljoen. Dit wijkt af van de verantwoorde opbrengst van EUR 1.265 miljoen in het jaarverslag 2008 wat veroorzaakt wordt door fluctuaties in de Canadese dollar/euro wisselkoers tussen de datum van ondertekening van de verkoopovereenkomst en de datum van afwikkeling. De verkoop is geëffectueerd door een onderhandse plaatsing en een aanvullende gelijktijdige openbare plaatsing. De transactie resulteerde in een verlies van EUR 38 miljoen. ING Canada was voorheen opgenomen in het segment Insurance Americas. In juli 2009 heeft ING overeenstemming bereikt om haar niet-kernactiviteiten met betrekking tot de lijfrente- en hypotheekactiviteiten in Chili te verkopen aan Corp Group Vida Chile S.A voor EUR 217 miljoen. De verkoop heeft geen effect op de pensioen-, levensverzekeringsen investment managementactiviteiten van ING in Chili. Op die gebieden blijft ING toegewijd om zich te ontwikkelen als toonaangevende marktpartij. De transactie is afgewikkeld in november 2009 en resulteerde in een verlies van EUR 23 miljoen. Deze lijfrente- en hypotheekactiviteiten waren voorheen opgenomen in het segment Insurance Americas.
162
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
In september 2009 heeft ING overeenstemming bereikt om haar samenwerkingverband op het gebied van levensverzekeringen en vermogensbeheer in Australië en Nieuw-Zeeland te verkopen aan ANZ, haar joint venture partner. Onder de voorwaarden van de overeenkomst zal ING 51% van haar aandelenbelang in ING Australië en ING Nieuw-Zeeland verkopen aan ANZ, voor EUR 1.106 miljoen in contanten. De transactie is onderdeel van ING’s Back-to-Basics-programma. De verkoop is afgewikkeld in november 2009 en resulteerde in een winst van EUR 337 miljoen voor ING. De joint venture was voorheen opgenomen in het segment Insurance Asia/Pacific. Aankopen en verkopen aangekondigd en plaatsvindend of naar verwachting plaatsvindend in 2010 In oktober 2009 heeft ING overeenstemming bereikt om haar Private Banking activiteiten in Zwitserland te verkopen aan Julius Baer voor een bedrag van EUR 344 miljoen (CHF 520 miljoen). De transactie genereert een nettowinst van ongeveer EUR 70 miljoen voor ING, die is opgenomen bij afwikkeling van de transactie in 2010. Een belastingvoordeel van EUR 83 miljoen met betrekking tot Private Banking activiteiten in Zwitserland was opgenomen in 2009. Op de sluitingsdatum van de verkoop van de Private Banking activiteiten in Zwitserland heeft ING een totale winst van ongeveer EUR 150 miljoen bekend gemaakt. De verkoop is afgewikkeld in januari 2010. De Private Banking activiteiten in Zwitserland zijn opgenomen in het segment Retail Banking. In oktober 2009 heeft ING overeenstemming bereikt om de Private Banking activiteiten in Azië te verkopen voor USD 1.463 miljoen (ongeveer EUR 1.000 miljoen). Dit onderdeel biedt private banking diensten aan in 11 markten, waaronder Hong Kong, de Filippijnen en Singapore. De transactie genereert een nettowinst van ongeveer EUR 300 miljoen voor ING. De verkoop is afgewikkeld in januari 2010. De Private Banking activiteiten in Azië zijn opgenomen in het segment Retail Banking. In november 2009 heeft ING een overeenkomst bereikt om drie van haar onafhankelijke Amerikaanse retail broker-dealer units, wat driekwart van ING Advisors Network inhoudt, aan Lightyear Capital LLC. De transactie omvat Financial Netwerk Investment Corporation, gevestigd in El Segundo, Californië, Multi-Financial securities Corporation, gevestigd in Denver, Colorado, Primevest Financial Services Inc., gevestigd in St. Cloud, Minnesota en ING Brokers Network LLC, de houdstermaatschappij en de back-office welke gemeenschappelijk ondersteunende diensten verleent aan de broker-dealers, welke collectief opereren als ING Advisors Network. De verkoop is in februari 2010 afgerond. De drie onafhankelijke Amerikaanse retail broker-dealer units zijn opgenomen in het segment Insurance Americas. In december 2009 heeft ING bekend gemaakt dat het haar volledige belang in het Chinese Pacific Life Insurance Company Ltd. (PALIC) zal verkopen aan China Construction Bank. Dit is de uitkomst van een strategische analyse zoals bekend gemaakt in april 2009 als onderdeel van ING’s Back-to-Basics-programma. Het belang in het PALIC is opgenomen in het segment Insurance Asia/Pacific. Het is de verwachting dat de transactie in de tweede helft van 2010 afgewikkeld zal worden. Bovengenoemde verkopen zullen niet meer in de consolidatie worden opgenomen in 2010 op het moment dat ING de beslissende zeggenschap niet meer heeft. Ze kwalificeren als groepen van activa die worden afgestoten per 31 december 2009 aangezien ING de boekwaarden hoofdzakelijk zal realiseren door een verkoop. Zij zijn direct beschikbaar voor verkoop in hun huidige staat, onder normale en gebruikelijke voorwaarden bij de verkoop van dergelijk activa, en de verkoop wordt zeer waarschijnlijk geacht.
ING Groep Jaarverslag 2009
163
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Aankoop van meest significante maatschappijen in 2008
Algemeen Belangrijkste branche Datum van aankoop Percentage verkregen stemrecht
Interhyp AG
Universal Lease Iberia
Chileense pensioenactiviteiten van Santander
Bank
Bank
Verzekeringen
1 augustus 2008
1 oktober 2008
16 januari 2008
99%
100%
100%
100%
100%
578 5 583
110 110
1.503 9 1.512
45 538
35 75
80 1.432
45
35
80 8 6 43
Aankoopprijs Aankoopprijs Acquisitiekosten Aankoopprijs in contanten
418
397 4 401
Overgenomen liquiditeiten Uitgaande kasstroom bij aankoop (2)
418
401
Activa Liquiditeiten Beleggingen Kredieten Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Immateriële vaste activa Diverse overige activa Verplichtingen Verzekerings- en beleggingscontracten Toevertrouwde middelen Diverse overige verplichtingen Netto activa Minderheidsbelangen Verkregen netto activa Geactiveerde goodwill (1) Winst sinds datum van aankoop Baten als aankoop plaats had gevonden bij aanvang boekjaar Winst als aankoop plaats had gevonden bij aanvang boekjaar (1)
(2)
418
CitiStreet
Oyak Emeklilik
Verzekeringen
Verzekeringen
1 juli 2008 1 december 2008
8 6 43 78 31 2
8
78 104 289
26 116
2 41
7 224 70 307
112
116
41
307
285
462
69
1.196
3
–7
20
235
16 47
224 20 –9
6 112
47
–9
371
9
73 24
7
–7
Totaal
61
42
17
275
–20
–1
1
8
–11 12
407 –12
oodwill verantwoord op kleine aankopen bedraagt EUR 133 miljoen waardoor het totale bedrag aan goodwill EUR 1.329 miljoen bedraagt. Zie ook toelichting G 9 ‘Immateriële vaste activa’. In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van individueel immateriële verkopen en vastgoedportefeuilles in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen.
164
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Aankopen gerealiseerd in 2008 In december 2008 heeft ING 100% van de aandelen van vrijwillig pensioenfonds Oyak Emeklilik verkregen voor een totaalbedrag van EUR 110 miljoen. Bij de aankoop is goodwill opgenomen van EUR 69 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan de operationele synergieën en het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop. In augustus 2008 heeft ING ongeveer 97% van de aandelen van Interhyp AG, de grootste Duitse onafhankelijke hypotheekverstrekker verkregen, voor een totaalbedrag van EUR 418 miljoen. Bij de aankoop is een goodwill opgenomen van EUR 371 miljoen welke hoofdzakelijk toe te rekenen is aan het toekomstige potentieel voor het verbeteren van ING distributiekanalen in Europa, welke voortkomt uit de aankoop. In juli 2008 heeft ING 100% van de aandelen van CitiStreet verkregen, een vooraanstaande pensioenuitvoerder- en administratieve maatschappij op de Amerikaanse markt voor defined contribution regelingen voor een totaalbedrag van EUR 578 miljoen. Bij de aankoop is een goodwill opgenomen van EUR 462 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan de operationele synergieën en het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop. ING wordt hierdoor één van de grootste aanbieders van defined contribution regelingen in de Verenigde Staten. In januari 2008 heeft ING de transactie afgesloten waarbij 100% van de Latijns Amerikaanse pensioen- en lijfrente-activiteiten van Banco Santander middels de aankoop van de pensioenactiviteiten in Chili. Zie Aankopen gerealiseerd in 2007 voor de volledige details van deze transactie. Verkoop van meest significante maatschappijen in 2008
NRG
Mexicaanse schadeverzekeringsactiviteiten
Verzekeringen
Verzekeringen
Verkoopopbrengst Verkoopopbrengst Opbrengst in contanten
272 272
950 950
1.222 1.222
Verkochte liquiditeiten Ingaande kasstroom bij verkoop (1)
12 260
26 924
38 1.184
12 461 137
26 1.146 65
38 1.607 202
26
41 1.261
41 1.287
210 10
1.497 274
1.707 284
416 100% 416
768 100% 768
1.184
–144
182
38
Algemeen Belangrijkste branche
Activa Liquiditeiten Beleggingen Kredieten Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Diverse overige activa Verplichtingen Verzekerings- en beleggingscontracten Diverse overige verplichtingen Netto activa % verkocht Netto activa verkocht Winst/verlies op verkoop (2)
Totaal
1.184
In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van individueel immateriële verkopen in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen. (2) Winst/verlies op verkoop bestaat uit de verkoopopbrengst, de netto activa verkocht, de kosten die direct verband houden met de verkoop en de realisatie van de ongerealiseerde reserves. (1)
ING Groep Jaarverslag 2009
165
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verkopen gerealiseerd in 2008 In december 2007 is ING met Berkshire Hathaway overeengekomen om het herverzekeringsonderdeel NRG N.V. te verkopen voor EUR 272 miljoen. Deze verkoop heeft geresulteerd in een nettoverlies van EUR 144 miljoen. In 2007 is een verkoopverlies van EUR 129 miljoen verwerkt. In 2008 is een additioneel verlies van EUR 15 miljoen verwerkt wat voornamelijk betrekking had op veranderingen in de valutakoersen. In juli 2008 heeft ING bekend gemaakt dat de verkoop van een deel van haar activiteiten in Mexico, te weten Seguros ING SA de CV en haar dochtermaatschappijen, aan AXA, zoals bekend gemaakt in februari 2008, is afgerond voor een totaalbedrag van EUR 950 miljoen (USD 1,5 miljard). De verkoop resulteerde in een winst van EUR 182 miljoen. In januari 2008 heeft ING de verkoop van haar health-activiteiten in Chili, ING Salud, aan Said Group en Linzor Capital Partners afgerond. Dit resulteerde in een verkoopwinst van EUR 55 miljoen. Zoals opgenomen in de Aankopen gerealiseerd in 2007 heeft ING AFJP Pension (Origines AFJP S.A.) een onderneming in Argentinië gekocht als onderdeel van de Santander-transactie. In november 2008 heeft de Argentijnse overheid wetgeving aangenomen welke private pensioensystemen (AFJPs) nationaliseert. Onder deze wet moeten alle cliëntrekeningen aangehouden door de private pensioensystemen overgedragen worden aan de Argentijnse overheid en de AFJPs pensioenactiviteiten moeten worden beëindigd. De wet werd van toepassing in december 2008 toen de Argentijnse sociale zekerheidsinstantie (ANSES) de beschikkingsmacht over de betrokken rekeningen overnam. De nationalisatie heeft alleen een impact gehad op de pensioenbeleggingen, daarbij bleef ING verantwoordelijk voor de lopende bedrijfslasten en verplichtingen waaronder verplichtingen voor ontslagvergoedingen. Dit heeft geresulteerd in een verlies van EUR 188 miljoen welke verwerkt is in 2008.
166
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Aankoop van meest significante maatschappijen in 2007
Algemeen Belangrijkste branche Datum van aankoop
Oyak Bank
Sharebuilder Corporation
Landmark
Latijns Amerikaanse pensioenactiviteiten van Santander
Bank
Bank
Verzekeringen
Verzekeringen
31 december 2007 15 november 2007
31 juli 2007
4 december 2007
Totaal
Percentage verkregen stemrecht
100%
100%
100%
100%
Aankoopprijs Aankoopprijs Acquisitiekosten Aankoopprijs in contanten
1.903 2 1.905
152 1 153
255 2 257
692 8 700
3.002 13 3.015
Overgenomen liquiditeiten Uitgaande kasstroom bij aankoop (2)
75 1.830
12 141
29 228
28 672
144 2.871
75 1.332 4.824 508
12
29
28 86
144 1.418 4.839 508
520 154 85
563 390 657
500
Activa Liquiditeiten Beleggingen Kredieten Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Immateriële vaste activa Diverse overige activa
41 236 474
15
2 80
18
Verplichtingen Verzekerings- en beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Diverse overige verplichtingen Netto activa Verkregen netto activa
632 5.369 601 888 888
51 58 58
47 47
182 191 191
500 632 5.369 834 1.184 1.184
Geactiveerde goodwill (1)
1.015
94
208
501
1.818
–1
1
8
8
38
15
209
262
–2
4
46
128
Winst sinds datum van aankoop Baten als aankoop plaats had gevonden bij aanvang boekjaar Winst als aankoop plaats had gevonden bij aanvang boekjaar (3)
80
oodwill verantwoord op kleine aankopen bedraagt EUR 222 miljoen waardoor het totale bedrag aan goodwill EUR 2.040 miljoen bedraagt. G Zie ook toelichting 9 ‘Immateriële vaste activa’. In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van individueel immateriële verkopen en vastgoedportefeuilles in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen. (3) De schatting van de winst over het hele jaar van de aangekochte onderneming is gebaseerd op lokale verslaggevingsregels. (1)
(2)
ING Groep Jaarverslag 2009
167
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Aankopen gerealiseerd in 2007 In september 2007 heeft ING EUR 20 miljoen betaald om haar belang in ING Piraeus Life (de joint venture tussen ING en Piraeus Bank) uit te breiden van 50% naar 100%. In april 2007 heeft ING een 100% belang gekregen in AZL, een onafhankelijke verstrekker van management service activiteiten op het gebied van pensioenfondsen, voor EUR 65 miljoen. In juli 2007 heeft ING bekend gemaakt dat zij tot een overeenstemming is gekomen om het volledige eigendom te verwerven in Landmark Investment Co Ltd, de op elf na grootste vermogensbeheerder van Korea. De betaalde aankoopprijs voor Landmark was EUR 255 miljoen. Bij de aankoop is een goodwill opgenomen van EUR 208 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan de operationele synergieën en het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop. Tussen de boekwaarden van de verkregen netto activa net voor de aankoop en hun reële waarden bestond geen significant verschil. Alle immateriële vaste activa met een significante waarde zijn afzonderlijk van de goodwill opgenomen en zijn opgenomen in de Immateriële vaste activa. In 2008 zijn geen significante aanpassingen gemaakt op de bedragen welke voorlopig bepaald waren in 2007. In november 2007 heeft ING 100% van Sharebuilder Corporation, een effectenmakelaarsbedrijf in Seattle gekocht voor EUR 152 miljoen om het aanbod van producten op de markt voor particuliere beleggingen en de geografische spreiding in de Verenigde Staten uit te breiden. Bij de aankoop is goodwill opgenomen van EUR 94 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan de operationele synergieën en het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop. Tussen de boekwaarden van de verkregen netto activa net voor de aankoop en hun reële waarden bestond geen significant verschil. Alle immateriële vaste activa met een significante waarde zijn afzonderlijk van de goodwill opgenomen en zijn opgenomen in de Immateriële vaste activa. Met uitzondering van het effect van de nationalisatie van de Argentijnse pensioen business zoals toegelicht in Bekendgemaakte en verwachte verkopen in 2009, zijn in 2008 zijn geen significante aanpassingen gemaakt op de bedragen welke voorlopig bepaald waren in 2007. In november en december 2007 heeft ING de Latijns-Amerikaanse pensioenactiviteiten van Banco Santander in Mexico gekocht voor 349 miljoen, in Colombia voor EUR 88 miljoen, in Uruguay voor EUR 20 miljoen en in Argentinië voor EUR 235 miljoen. Zoals toegelicht in Aankopen gerealiseerd in 2008 zijn de pensioenactiviteiten in Chili gekocht in januari 2008 voor EUR 450 miljoen. De totale kosten van de transactie bedroegen ongeveer EUR 1.142 miljoen. Bij de aankoop is goodwill opgenomen van EUR 786 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan het toekomstige businesspotentieel welke voortkomt uit de aankoop. De gekochte Latijns-Amerikaanse pensioenactiviteiten bestaan uit de aankoop van toonaangevende posities in pensioenservices in snelgroeiende opkomende markten, waardoor ING een duurzaam schaalbaar platform heeft verkregen in Latijns-Amerika. Tussen de boekwaarden van de verkregen netto activa net voor de aankoop en hun reële waarden bestond geen significant verschil. Alle immateriële vaste activa met een significante waarde zijn afzonderlijk van de goodwill opgenomen en zijn opgenomen in de Immateriële vaste activa. In 2008 zijn geen significante aanpassingen gemaakt op de bedragen welke voorlopig bepaald waren in 2007. In december 2007 heeft ING de afronding van de aankoop van 100% van de aandelen van Oyak Bank voor een bedrag van EUR 1.903 miljoen bekend gemaakt. Oyak Bank is een toonaangevende bank in de Turkse markt en biedt een volledig aanbod van bankdiensten met een focus op retail banking. Bij de aankoop is een bedrag aan goodwill verantwoord van EUR 1.015 miljoen welke hoofdzakelijk is toe te rekenen aan het toekomstige businesspotentieel welke voortkomen uit de aankoop, aangezien Oyak een grote bank is, welke ook een platform biedt voor de distributie van verzekeringen, asset management en pensioenproducten, in Europa’s snelst groeiende economieën. Tussen de boekwaarde van de verkregen netto activa direct voor de transactie en hun reële waarde bestond geen significant verschil. Alle immateriële vaste activa met een significante waarde zijn afzonderlijk van de goodwill opgenomen en zijn opgenomen in de immateriële vaste activa. De jaarwinst (voor afschrijvingen van de immateriële vaste activa, uit hoofde van purchase accounting) over 2007 was ongeveer EUR 80 miljoen. Er is geen winst of verlies verwerkt in het resultaat van 2007 van ING Groep.
168
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Verkoop van meest significante maatschappijen in 2007
ING Trust
Algemeen Belangrijkste branche
Belgische verzekeringsactiviteiten via tussenpersonen en inzake Employee benefit ING Regio B.V.
Totaal
Bank
Bank
Verzekeringen
Verkoopopbrengst Verkoopopbrengst Opbrengst in contanten
25 25
51 51
777 777
853 853
Verkochte liquiditeiten Ingaande kasstroom bij verkoop (1)
25
51
11 766
11 842
4
1.156
11 4.622 301
11 4.622 1.461
10
110
350 463
350 583
5.075 –4
2.052 –811
178
5.075 2.052 –637
18 100% 18
25 100% 25
494 100% 494
537
7
26
418
451
Activa Liquiditeiten Beleggingen Kredieten Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Diverse overige activa Verplichtingen Verzekerings- en beleggingscontracten Toevertrouwde middelen Diverse overige verplichtingen Netto activa % verkocht Netto activa verkocht Winst/verlies op verkoop (2) (1)
(2)
537
In de ingaande en uitgaande kasstromen van maatschappijen in het kasstroomoverzicht zijn ingaande en uitgaande kasstromen begrepen van individueel immateriële verkopen in aanvulling op de hier gepresenteerde kasstromen. Winst/verlies op verkoop bestaat uit de verkoopopbrengst, de netto activa verkocht, de kosten die direct verband houden met de verkoop en de realisatie van de ongerealiseerde reserves.
Verkopen gerealiseerd in 2007 In juni 2007 heeft ING haar belang in Nationale Borg, een gespecialiseerde verstrekker van garanties, verkocht aan Hal Investments BV en Egeria. ING heeft in juli 2007 ING Trust verkocht aan het management en aan Foreman Capital, een onafhankelijke investeringsmaatschappij in Nederland. De verkoop is onderdeel van de strategie van ING om te focussen op de kernactiviteiten van de bank- en verzekeringsactiviteiten en vermogensbeheer. In juli 2007 heeft ING haar totale belang in ING Regio B.V. een dochtermaatschappij van Regio Bank N.V. verkocht aan SNS REAAL voor EUR 50,5 miljoen. Dit resulteerde in een winst van EUR 26 miljoen. Dit onderdeel voerde het grootste deel van de activiteiten van Regio Bank uit. De juridische entiteit Regio Bank N.V. zelf maakte geen onderdeel uit van de transactie. In september 2007 heeft ING haar Belgische verzekeringsactiviteiten via tussenpersonen en inzake Employee benefit aan P&V Verzekeringen verkocht voor EUR 777 miljoen. Deze verkoop resulteerde in een winst van EUR 418 miljoen.
ING Groep Jaarverslag 2009
169
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
31 JURIDISCHE PROCEDURES Vennootschappen behorende tot ING Groep zijn zowel in Nederland als in een aantal andere landen, inclusief de Verenigde Staten, verwikkeld in rechtszaken en arbitrageprocedures die door en tegen deze vennootschappen zijn ingesteld met betrekking tot claims die voortkomen uit de normale bedrijfsuitoefening, inclusief hun activiteiten als verzekeraar, kredietverschaffer, werkgever, belegger en belastingplichtige. In een aantal van deze procedures worden grote of onbepaalde bedragen geëist, inclusief hoge schadevergoedingen en andere soorten vergoedingen. Hoewel het niet mogelijk is de uitkomst van alle lopende of dreigende juridische procedures en procedures tegen de toezichthouder te voorspellen of te bepalen, is de Raad van Bestuur van ING van mening dat noch zij noch ING’s dochtervennootschappen op de hoogte is van enige overheids-, juridische of arbitrage procedure (inclusief een dergelijke procedure waarmee ING Groep bekend is dat aanhangig is of dat daarmee wordt gedreigd) in de 12 maanden voorafgaand aan de datum van dit document die in die periode materiële gevolgen zou kunnen hebben gehad of heeft gehad op de financiële positie of de bedrijfsresultaten van ING Groep. Deze procedures hebben onder meer betrekking op klachten en rechtszaken die zijn aangespannen met betrekking tot de resultaten van bepaalde rentegevoelige producten die werden verkocht door een voormalige dochtermaatschappij van ING in Mexico. Tevens wordt in een procedure die beweerdelijk namens een groep belanghebbenden (zgn. collectieve actie) bij de rechter in New York is aangespannen betoogd dat bepaalde openbaarmakingen ten aanzien van de aanbieding van ING perpetual hybrid capital securites in 2007 en 2008 in strijd zijn geweest met federale effecten wetten. De betwiste openbaarmakingen betreffen vooral de investering door ING Groep in bepaalde door hypotheken gesecuritiseerde effecten. Via een andere beweerdelijke collectieve actie worden handelingen omtrent ING’s Amerikaanse spaar-, ESOP- en 401(k)-plannen voor ILIAC agenten aangevochten. Er is ook een rechtszaak aanhangig die gaat over de renteberekeningsmethodologie die wordt toegepast op annuïteiten producten en over de uitlatingen over die methodologie. Een rechtbank heeft geoordeeld dat deze zaak als nationale collectieve actie kan worden voortgezet. Een hoger gerechtshof is gevraagd om deze zaak opnieuw te beoordelen en het vonnis van de rechtbank te vernietigen. ING voert krachtig verweer in voornoemde zaken, maar is nog niet in staat hun definitieve uitkomst in te schatten. In november 2006 kreeg de kwestie rondom, onder andere, de transparantie met betrekking tot beleggingsverzekeringen de aandacht van zowel de Nederlandse media, de Nederlandse toezichthouder op de verzekeringsbranche als de consumentenorganisaties. ING heeft medio november 2008 met de consumentenorganisaties in Nederland een overeenkomst op hoofdlijnen gesloten teneinde het geschil ten aanzien van de beleggingsverzekeringen, die door de verzekeringsmaatschappijen van ING aan klanten in Nederland werden verkocht, op te lossen. Er is overeengekomen dat de Nederlandse verzekeringsmaatschappijen van ING een schadevergoeding aanbieden aan de polishouders aan wie hogere kosten in rekening zijn gebracht dan het afgesproken maximum. De kosten die met de schikking gemoeid zijn, worden gewaardeerd op EUR 365 miljoen. De Nederlandse verzekeringsmaatschappijen van ING zijn met de desbetreffende consumentenorganisaties in onderhandeling teneinde de overeenkomst nader uit te werken. Ondanks het feit dat de schikking niet bindend is voor de polishouders, is ING van mening dat een significante stap voorwaarts is gemaakt in het oplossen van deze kwestie. Net als veel andere bedrijven op het gebied van fondsen voor gemene rekening, effectenbemiddeling, beleggingen en verzekeringen, hebben verschillende vennootschappen behorende tot ING informele en formele verzoeken om informatie ontvangen van diverse overheidsinstanties en zelfregulerende organisaties of hebben zij op andere manieren kwesties geconstateerd die verband houden met transacties in beleggingsfondsen, beloning, belangenconflicten, mededingingsbeperkende activiteiten, overdracht van verzekeringsrisico, passendheid, contract administratie en interpretatie en verkooppraktijken. ING beantwoordt thans deze verzoeken en werkt aan het oplossen van kwesties met de toezichthouders. ING is van mening dat de kwesties die tot nu toe zijn geconstateerd niet duiden op een structureel probleem in de betrokken ING vennootschappen en dat daarnaast de uitkomst van de onderzoeken geen materieel effect zal hebben op ING Groep. Vanwege de geografische spreiding van haar activiteiten, kan ING op ieder moment onderworpen worden aan belastingcontroles in talrijke jurisdicties. Hoewel ING Groep meent dat zij adequate voorzieningen heeft opgenomen voor alle belastingposities, kan de uiteindelijke uitkomst van deze controles leiden tot aansprakelijkheden die afwijken van de opgenomen bedragen. Op 28 januari 2010 heeft ING beroep aangetekend bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen tegen specifieke onderdelen van de beslissing van de Europese Commissie met betrekking tot ING’s herstructureringsplan. In haar beroepschrift bestrijdt ING de manier waarop de Commissie het bedrag aan door ING ontvangen staatssteun heeft berekend en de disproportionaliteit van de beperkingen met betrekking tot prijsleiderschap in het bijzonder en de disproportionaliteit van de herstructureringseisen in het algemeen.
170
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
32 JOINT VENTURES De volgende joint ventures worden proportioneel geconsolideerd in de geconsolideerde jaarrekening: Belangrijkste joint ventures 2009
Eigendom (%)
Activa
Verplichtingen
Baten
Lasten
50 49 50 26
147 748 236 342 1.473
152 702 214 329 1.397
143 281 57 112 593
141 277 59 122 599
Eigendom (%)
Activa
Verplichtingen
Baten
Lasten
51 50 49 51 50 26
6.690 161 498 95 200 193 7.837
6.218 169 462 3 186 186 7.224
406 226 254 38 94 112 1.130
317 266 257 34 105 132 1.111
Postkantoren B.V. KB Life Insurance Company ING Capital Life Insurance Company Ltd ING Vysya Life Insurance Company Ltd (1) Totaal (1)
Opgenomen als joint venture omdat er sprake is van gezamelijke zeggenschap.
Belangrijkste joint ventures 2008
ING Australia Ltd Postkantoren B.V. KB Life Insurance Company ING (NZ) Holdings Ltd ING Capital Life Insurance Company Ltd ING Vysya Life Insurance Company Ltd (1) Totaal (1)
Opgenomen als joint venture omdat er sprake is van gezamelijke zeggenschap.
33 VERBONDEN PARTIJEN Bij het uitoefenen van haar bedrijfsactiviteiten gaat ING Groep transacties aan met verbonden partijen. Partijen worden als verbonden beschouwd wanneer één partij de mogelijkheid heeft om invloed van betekenis uit te oefenen bij het nemen van financiële of operationele beslissingen door de andere partij. Transacties hebben plaatsgevonden op marktconforme voorwaarden en bestaan uit het leveren van diensten, leasing, overdrachten door middel van financieringsovereenkomsten en het verstrekken van garanties en zakelijke onderpanden. Transacties met joint ventures en deelnemingen Joint ventures
Deelnemingen met invloed van betekenis
2009
2008
2009
2008
Vorderingen Schulden
432 187
204 122
648 6
389 164
Ontvangen opbrengsten Betaalde kosten
103 136
35 82
115
158 31
Transacties met ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. ING Bank N.V.
Vorderingen Schulden Ontvangen opbrengsten Betaalde kosten
ING Verzekeringen N.V.
2009
2008
2009
2008
9.154 793
8.764 1.317
3.412 7
4.564 2
725 237
675 226
299
248
Vorderingen op ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. bestaan voornamelijk uit lange termijn financieringen. Schulden aan ING Bank N.V. bestaan voornamelijk uit kortlopende deposito’s. Transacties met bestuurders (Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen) en pensioenfondsen zijn transacties met verbonden partijen. Deze transacties worden verder toegelicht in het Remuneratierapport in het jaarverslag en in toelichting 21 ‘Overige schulden’. Als gevolg van een wijziging in de strategie van ING Groep N.V. is de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. teruggebracht van acht naar drie leden in 2009. Deze wijziging is effectief geworden per 1 juni 2009. Op hetzelfde moment werd de Raad van Bestuur van ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. omgezet in een Bestuur ING Bank N.V. en Bestuur ING Verzekeringen N.V. De voormalige leden van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. zijn lid geworden van het Bestuur van ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. Verder zijn de drie leden van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. ook lid van het Bestuur van ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. ING Groep Jaarverslag 2009
171
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Beloningen (Raad van Bestuur ING Groep N.V., Bestuur ING Bank N.V. en Bestuur ING Verzekeringen N.V.)
bedragen in duizenden euro’s Basissalaris en kortetermijnbonus (3) Pensioenlasten Uitkeringen bij uitdiensttreding Uitkeringen bij pensionering Totale beloning
Raad van Bestuur van ING Groep N.V. (1)
4.936 935 1.353 7.224
Bestuur ING Bank N.V. en Bestuur ING Verzekeringen N.V. (2)
Totaal 2009
Totaal 2008
2.933 772 665 1.200 5.570
7.869 1.707 665 2.553 12.794
7.052 3.580
10.632
Bestaat uit acht leden van 1 januari 2009 tot 31 mei 2009 en drie leden van 1 juni 2009 tot 31 december 2009. (2) Per 1 juni 2009, exclusief drie leden welke ook leden zijn van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. (3) De stijging in 2009 is veroorzaakt door de wijziging in de samenstelling. (1)
Beloningen (Raad van Commissarissen) Raad van Commissarissen
bedragen in duizenden euro’s Basissalaris en kortetermijnbonus Totale beloning
2009
2008
1.128 1.128
986 986
Leningen aan bestuurders en commissarissen Openstaand per 31 december
bedragen in duizenden euro’s Raad van Bestuur Bestuursleden van ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. Raad van Commissarissen Totaal
Gemiddelde rentevoet
2009
2008
2009
2008
380
999
4,6%
4,8%
244 282 906
1.342
3,6% 8,6%
4,4%
2.341
Aflossingen 2009
2008
16 933
19
933
35
Het totaal aantal opties op aandelen ING Groep N.V. die worden gehouden door de leden van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. bedraagt op 31 december 2009 164.689 (2008: 896.934) en het totaal aantal opties op aandelen ING Groep N.V. die worden aangehouden door de leden van het Bestuur van ING Bank N.V. en het Bestuur van ING Verzekeringen N.V. bedraagt per 31 december 2009 2.718.765 (2008: 2.539.649). De leden van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. hielden op 31 december 2009 60.883 aandelen ING Groep N.V. (2008: 39.456) en de Bestuursleden van ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. hielden op 31 december 2009 266.239 aandelen ING Groep N.V. (2008: 209.131). De leden van de Raad van Commissarissen hielden per 31 december 2009 140.207 aandelen ING Groep N.V. (2008: 8.940). Er zijn geen significante voorzieningen voor dubieuze vorderingen gevormd of kosten gemaakt die verband houden met openstaande posities met verbonden partijen. Transacties met de Nederlandse overheid Steunfaciliteit voor illiquide activa Op 26 januari 2009 zijn ING Groep en de Nederlandse overheid een steunfaciliteit voor illiquide activa (de ‘steunfaciliteit’) overeengekomen. De transactie is op 31 maart 2009 afgerond. De steunfaciliteit dekt de Alt-A portefeuille van zowel ING Direct US en ING Insurance Americas, welke een nominale waarde hebben van ongeveer EUR 30 miljard. Onder de steunfaciliteit heeft ING 80% overgedragen van het economisch eigendom van de Alt-A portefeuille aan de Nederlandse overheid. Een onverdeeld belang van 80% van de risico’s en de voordelen is als gevolg daarvan overgedragen aan de Nederlandse overheid. ING behoudt 100% van het juridisch eigendom van de Alt-A portefeuille. De transactieprijs was 90% van de nominale waarde met betrekking tot het 80%-deel van de portefeuille waar de Nederlandse overheid de economische eigenaar van is geworden. De door de overheid te betalen transactieprijs is niet betaald aan ING, maar wordt afgelost over de resterende looptijd. Verder moet ING onder de steunfaciliteit een garantievergoeding betalen aan de overheid en ontvangt zij een investerings- en beheersvergoeding. Als gevolg van de transactie is 80% van de Alt-A portefeuille niet meer in de balans opgenomen en is een corresponderende vordering op de Nederlandse overheid opgenomen in de balans. Deze portefeuille was voorheen opgenomen in Schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop. De Nederlandse overheid heeft ook bepaalde goedkeuringsrechten verkregen met betrekking tot een overdracht van het 20%-deel van de Alt-A portefeuille welke ING aanhoudt. Binnen de voorwaarden van de transactie, zoals overeengekomen op 26 januari 2009, bedraagt de totale verkoopopbrengst EUR 22,4 miljard. De geamortiseerde kostprijs (na eerdere bijzondere waardeverminderingen) op de transactiedatum was ook ongeveer EUR 22,4 miljard. De transactie resulteerde in een verlies in het eerste kwartaal van 2009 van EUR 109 miljoen na belasting (het verschil tussen de verkoopopbrengst en de geamortiseerde kostprijs). De reële waarde onder IFRS op de transactiedatum was EUR 15,2 miljard.
172
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Om goedkeuring te krijgen van de Europese Commissie voor het Herstructureringsplan van ING Groep (zie hieronder), heeft ING ingestemd met aanvullende betalingen in verband met de steunfaciliteit voor illiquide activa als onderdeel van de totale overeenkomst met de Europese Commissie aan de Nederlandse Staat. Dit betreft een aanpassing van de vergoeding voor de steunfaciliteit. In totaal bedragen deze aanvullende betalingen in verband met de steunfaciliteit als onderdeel van de totale overeenkomst met de Europese Commissie EUR 1,3 miljard vóór belasting, wat opgenomen is als een eenmalige last voor belastingen in het vierde kwartaal van 2009. De overige voorwaarden van de steunfaciliteit, zoals aangekondigd in januari 2009, inclusief de verkoopprijs van de effecten voor 90%, blijft ongewijzigd. Het verschil tussen de totale verkoopopbrengst van EUR 21,1 miljard (EUR 22,4 miljard -/- aanpassing van EUR 1,3 miljard) en de reële waarde onder IFRS-EU van EUR 15,2 miljard classificeert als een overheidssubsidie onder IAS 20. Deze overheidssubsidie wordt beschouwd als een integraal onderdeel van de transactie en wordt daarom verwerkt als onderdeel van het transactieresultaat. De transactie leidde tot een afname van de negatieve herwaarderingsreserve van EUR 4,6 miljard (na belasting) en deed overeenkomstig het eigen vermogen toenemen. De waarderingsmethode van de 20% Alt-A beleggingen in de IFRS balans is niet geraakt door de steunfaciliteit. Voor de methodologie welke toegepast wordt voor het bepalen van de reële waarde voor deze activa in de balans onder IFRS-EU wordt verwezen naar paragraaf 34 ‘Reële waarden van financiële activa en verplichtingen’. Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht (Core Tier 1 securities) Op 12 november 2008 heeft ING Groep N.V. 1 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht uitgegeven aan de Nederlandse overheid tegen EUR 10 per kernkapitaaleffect zonder stemrecht; wat resulteerde in een toename van het kernkapitaal van ING Groep met EUR 10 miljard. De nominale waarde van elk effect is EUR 0,24. Deze kernkapitaaleffecten zonder stemrecht maken geen onderdeel uit van het aandelenkapitaal van ING Groep en hebben dus geen stemrecht in de Algemene vergadering van Aandeelhouders. De kernkapitaaleffecten zonder stemrecht zijn in geval van liquidatie van ING Groep zeer achtergesteld en hebben gelijke rechten als de gewone aandelen. Op deze kernkapitaaleffecten zonder stemrecht moet een coupon betaald worden gelijk aan de hoogste van: • EUR 0,85 per effect, jaarlijks achteraf betaalbaar, met een coupon van EUR 0,425 per effect betaald op 12 mei 2009; en • 110% van het betaalde dividend op de gewone aandelen over 2009 (betaalbaar in 2010); • 120% van het betaalde dividend op de gewone aandelen over 2010 (betaalbaar in 2011); • 125% van het betaalde dividend op de gewone aandelen over 2011 en latere jaren (betaalbaar in 2012 en latere jaren). Aangezien ING Groep N.V. al een interim dividend van EUR 0,74 per effect betaald heeft in augustus 2008 heeft ING een verplichting aan de Nederlandse overheid tot betaling van een coupon van EUR 425 miljoen opgenomen in de balans per 31 december 2008. Deze coupon is betaald op 12 mei 2009. Volgende coupons moeten elk jaar betaald worden op 12 mei (de coupondatum) in contanten als het dividend op de gewone aandelen uitbetaald wordt in contanten of in aandelen in het geval het dividend op de gewone aandelen wordt uitgekeerd in aandelen. Coupons zijn alleen opeisbaar en betaalbaar, op een niet-cumulatieve basis, wanneer een dividend wordt betaald op de gewone aandelen over het verslagjaar voorafgaand aan de coupondatum (op een interim of op een slotdividend basis) onder voorwaarde dat De Nederlandsche Bank van mening is dat kapitaalspositie van ING Groep N.V. toereikend is en blijft, zowel voor als direct na de betaling. ING Groep N.V. heeft op elk moment het recht om alle of een deel van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht tegen EUR 15 per stuk terug te kopen, samen met de pro-rata coupon, indien betaalbaar gesteld, opgenomen als verplichting tot dat moment. ING Groep N.V. en de Nederlandse overheid zijn in oktober 2009 overeengekomen dat EUR 5 miljard van de EUR 10 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht teruggekocht zouden worden op enig moment tot 31 januari 2010 tegen de oorspronkelijke uitgifteprijs van EUR 10 per kernkapitaal zonder stemrecht, inclusief een terugkoopvergoeding en te betalen interest. ING Groep N.V. heeft ook het recht om alle of een deel van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht één op één te converteren naar gewone aandelen vanaf drie jaar na de uitgiftedatum. De Nederlandse overheid heeft in dat geval het recht om een terugbetaling te eisen van EUR 10 per kernkapitaaleffect zonder stemrecht, samen met de pro-rata coupon, indien betaalbaar gesteld, opgenomen als verplichting tot dat moment. Zowel terugkoop als conversie van de effecten moeten goedgekeurd worden door De Nederlandsche Bank. Terugbetaling van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Op 26 oktober 2009 heeft ING Groep N.V. bekend gemaakt dat overeenkomst is bereikt met de Nederlandse overheid over de aanpassing van de terugbetalingsvoorwaarden van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht, welke in november 2008 zijn uitgegeven, om zo een vervroegde terugbetaling mogelijk te maken. De mogelijkheid tot vervroegde terugbetaling is geldig tot eind januari 2010. ING Groep N.V. heeft EUR 5 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht terugbetaald op 21 december 2009. ING Groep Jaarverslag 2009
173
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Onder de overeenkomst heeft ING EUR 5 miljard van de effecten teruggekocht, dit was de helft van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht, tegen de uitgifteprijs (EUR 10) plus een te betalen coupon en een vergoeding voor terugbetaling. De coupon van 8,5% was ongeveer EUR 259 miljoen op het moment van terugbetaling en de terugbetalingsvergoeding was EUR 346 miljoen. De totale betaling bedroeg EUR 5.605 miljoen. De voorwaarden voor de resterende kernkapitaaleffecten zonder stemrecht blijven ongewijzigd, inclusief de beperkingen op de beloningen en de corporate governance. Om de kernkapitaaleffecten terug te kopen en de daarmee gepaard gaande kosten terug te kunnen betalen, alsmede de impact van de additionele betalingen in verband met de steunfaciliteit voor illiquide activa als onderdeel van de overeenkomst met de Europese Commissie om de vermogenspositie te beperken, heeft ING EUR 7,5 miljard kapitaal aangetrokken via de claimemissie (verhandelbaar recht om met voorkeur in te schrijven op nieuw uit te geven aandelen) voor houders van (certificaten van) gewone aandelen. De claimemissie, zoals toegelicht in paragraaf 13 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’, is goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 25 november 2009. De opbrengst van het aangetrokken kapitaal dat het bovengenoemde bedrag te boven gaat, is aangewend voor de versterking van ING’s vermogenspositie. Herstructureringsplan Europese Commissie In 2009 heeft ING Groep N.V. een Herstructureringsplan overlegd aan de Europese Commissie als onderdeel van het proces om goedkeuring te krijgen voor de steunmaatregelen van de overheid. Het Herstructureringsplan is formeel goedgekeurd door de Europese Commissie. De belangrijkste elementen van het Herstructureringsplan zijn bekend gemaakt op 26 oktober 2009 en zijn als volgt: • ING zal de dubbele hefboomwerking elimineren en haar balans significant reduceren; • ING zal alle Verzekerings- en Investment Managementactiviteiten afstoten; • Om goedkeuring te krijgen van de Europese Commissie moet ING ING Direct in de Verenigde Staten verkopen voor het einde van 2013; • ING zal een nieuwe onderneming oprichten in de Nederlandse retailmarkt welke bestaat uit Interadvies (inclusief Westland Utrecht en de hypotheekactiviteiten van Nationale Nederlanden) en de bestaande kredietportefeuille particulieren van ING Retail in Nederland. Deze activiteiten zullen, wanneer deze zijn afgesplitst, worden verkocht; • ING is overeengekomen geen prijsleider te zijn in enig EU-land voor bepaalde retailproducten en bankproducten voor het midden- en kleinbedrijf en zal zich onthouden van de aankoop van financiële instellingen en andere activiteiten welke de terugbetaling van de kernkapitaaleffecten kunnen vertragen; • ING is overeengekomen met de Nederlandse overheid om de terugbetalingsvoorwaarden voor 50% van de kernkapitaaleffecten aan te passen; • Dat EUR 5 miljard van de kernkapitaaleffecten welke uitgegeven waren aan de Nederlandse overheid in november 2008 teruggekocht zullen worden; • Aanvullende betalingen in verband met de steunfaciliteit voor illiquide activa als onderdeel van de overeenkomst met de Europese Commissie. De betalingen moeten worden gedaan aan de Nederlandse overheid in de vorm van een aanpassing van de vergoeding gerelateerd aan de steunfaciliteit voor illiquide activa welke resulteert voor ING in een eenmalige last voor belasting in het vierde kwartaal van 2009 van EUR 1,3 miljard; • ING voert een claimemissie uit van EUR 7,5 miljard om zo de terugbetaling van de 50% van de kernkapitaaleffecten te financieren en om de impact van de additionele betalingen in verband met de steunfaciliteit voor illiquide activa als onderdeel van de overeenkomst met de Europese Commissie van EUR 1,3 miljard aan de Nederlandse overheid mogelijk te maken; en • ING zal het Herstructureringsplan uitvoeren voor eind 2013. Op 28 januari 2010 heeft ING beroep aangetekend tegen specifieke onderdelen van de beslissing van de Europese Commissie. Kredietgarantiestelsel Als onderdeel van de genomen maatregelen om de financiële sector te beschermen heeft de Nederlandse overheid een garantiestelsel van EUR 200 miljard voor de plaatsing van middellangetermijnfinanciering (het Kredietgarantiestelsel) ten uitvoer gebracht. ING Bank heeft door de overheid gegarandeerde schuldbewijzen uitgegeven onder dit Kredietgarantiestelsel als zijn onderdeel van reguliere middellangetermijnfinancieringsactiviteiten (obligatieleningen met overheidsgarantie) van ING Groep. De van toepassing zijnde voorwaarden van het Kredietgarantiestelsel kondigen de regels af die van toepassing zijn voor elke uitgifte onder het Kredietgarantiestelsel en geven informatie over reikwijdte, klassering, contractuele voorwaarden en te betalen vergoedingen door de banken. ING Groep betaalt een vergoeding van 84 basispunten over de uitgegeven obligatieleningen aan de Nederlandse overheid voor deelname aan het Kredietgarantiestelsel. Verwezen wordt naar paragraaf 15 ‘Uitgegeven schuldbewijzen’.
174
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Overige Als gevolg van de transacties zoals uiteengezet in deze toelichting is de Nederlandse overheid een verbonden partij van ING Groep. Alle andere transacties tussen ING Groep en de Nederlandse overheid hebben een normaal zakelijk karakter en vinden plaats op basis van marktconforme voorwaarden. Binnen het raamwerk van de transacties met de Nederlandse overheid zoals uiteengezet in deze toelichting, zijn bepaalde afspraken met betrekking tot corporate goverance en directievergoedingen overeengekomen met de Nederlandse overheid welke van kracht blijven zolang de Nederlandse overheid tenminste 250 miljoen van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht bezit, de steunfaciliteit voor illiquide activa van kracht is of enige obligatielening met overheidsgarantie uitgegeven is (ongeacht welke als laatste vervalt). Deze afspraken houden het volgende in: • De Nederlandse overheid mag twee kandidaten (de ‘overheidskandidaten’) aanbevelen voor benoeming in de Raad van Commissarissen. Bepaalde beslissingen van de Raad van Commissarissen vereisen de goedkeuring van deze overheidscommissarissen; • ING Groep zal een duurzaam beloningsbeleid uiteenzetten voor de Raad van Bestuur en voor het senior management wat aansluit op nieuwe internationale richtlijnen en zal dit indienen bij de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen dient dit goed te keuren. Dit beloningsbeleid zal bestaan uit beloningsplannen welke gekoppeld zijn aan langetermijn waardecreatie, waarbij rekening gehouden wordt met risico en voorkomen wordt dat eventuele wanprestaties beloond worden. Het nieuwe beloningsbeleid zal ondermeer doelstellingen bevatten met betrekking tot bedrijfs- en sociale verantwoordelijkheid; • Leden van de Raad van Bestuur zullen geen prestatiegerelateerde beloning, in zowel geld, opties, aandelen of certificaten van aandelen, ontvangen over de jaren 2008, 2009 en volgende jaren totdat het nieuwe beloningsbeleid, zoals hierboven genoemd, goedgekeurd is; • Uitkeringen aan leden van de Raad van Bestuur bij uitdiensttreding zullen gemaximeerd worden tot een jaarsalaris, in overeenstemming met de Code Tabaksblat; • ING heeft zich verplicht de groei van de kapitaalverschaffing aan bedrijven en consumenten (inclusief hypotheken) te ondersteunen voor een bedrag van EUR 25 miljard, op basis van marktconforme voorwaarden; • ING heeft ingestemd om proactief gebruik te maken van EUR 10 miljard van het kredietgarantiestelsel voor 2009; • ING heeft zich gecommitteerd om het Nederlandse betalingssysteem PIN te in stand te houden voor bankpassen zolang andere marktparticipanten, welke een groot deel van het marktaandeel uitmaken, nog gebruik maken van dit betalingssysteem; en • Benoeming van de Voorzitter van de Raad van Bestuur vereist goedkeuring van de overheidskandidaten.
ING Groep Jaarverslag 2009
175
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
34 REËLE WAARDEN VAN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN De volgende tabel geeft inzicht in de geschatte reële waarde van de financiële activa en verplichtingen van ING Groep. Een aantal balansposten is niet in deze tabel opgenomen, omdat zij niet voldoet aan de definitie van een financieel actief of financiële verplichting. Het totaal van de hieronder weergegeven reële waarden geeft niet de onderliggende waarde van ING Groep weer en moet derhalve niet als zodanig worden geïnterpreteerd. Reële waarden van financiële activa en verplichtingen Geschatte reële waarde
Financiële activa Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – activa aangehouden voor handelsdoeleinden – beleggingen voor risico van polishouders – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen – beschikbaar voor verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten Overige activa (1)
Financiële verplichtingen Achtergestelde leningen Uitgegeven schuldbewijzen Overige leningen Beleggingscontracten Beleggingscontracten voor risico van polishouders Bankiers Toevertrouwde middelen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – verplichtingen voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden (2)
Balanswaarde
2009
2008
2009
2008
15.390 43.506
22.045 48.308
15.390 43.397
22.045 48.447
111.444 104.597 11.632
160.378 95.366 16.484
111.444 104.597 11.632
160.378 95.366 16.484
5.517
8.277
5.517
8.277
197.703 14.809 578.488 28.764 1.111.850
242.852 15.566 622.641 33.931 1.265.848
197.703 14.409 578.946 28.764 1.111.799
242.852 15.440 619.791 33.931 1.263.011
7.478 118.950 22.261 5.896 5.406 84.968 466.822
6.277 93.536 26.544 9.804 11.281 153.368 522.693
10.099 119.981 23.151 5.896 5.406 84.235 469.508
10.281 96.488 31.198 9.804 11.281 152.265 522.783
98.245 20.070
152.616 21.773
98.245 20.070
152.616 21.773
11.474 33.946 875.516
14.009 36.533 1.048.434
11.474 33.946 882.011
14.009 36.533 1.059.031
verige activa bevatten geen (latente) belastingvorderingen, onroerend goed aangehouden voor verkoop, onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van O derden, pensioenbeleggingen en geactiveerde kosten. (2) Overige schulden bevatten geen (latente) belastingverplichtingen, pensioenvoorzieningen, verzekeringsverplichtingen, ontvangsten op onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden, op aandelengebaseerde betalingen andere voorzieningen en overige belastingen en sociale lasten. (1)
De geschatte reële waarden vertegenwoordigen de bedragen, bepaald op basis van de beste schatting, waarvoor de financiële instrumenten op balansdatum op een reële economische basis tussen goed geïnformeerde en bereidwillige partijen kunnen worden verhandeld (‘at arm’s length’). De reële waarde van financiële activa en passiva is gebaseerd op marktprijzen, voor zover deze beschikbaar zijn. Zulke marktprijzen worden primair verkregen van handelsprijzen voor genoteerde instrumenten. Wanneer een handelsprijs niet beschikbaar is worden marktprijzen verkregen van onafhankelijke handelaren/markpartijen, effecten- of beursmakelaars. Daar waar geen markten zijn waar actief wordt gehandeld in deze financiële instrumenten, zijn diverse technieken ontwikkeld om de reële waarde van deze financiële activa en verplichtingen welke niet actief verhandeld worden te benaderen. Deze technieken zijn subjectief van aard en maken gebruik van diverse veronderstellingen met betrekking tot de relevante prijsfactoren, met name voor factoren die niet direct beschikbaar zijn in de markt (zoals credit spreads voor zelf-verstrekte leningen en voorschotten). Veranderingen in deze veronderstellingen kunnen de geschatte reële waarden significant beïnvloeden. Dit kan tot gevolg hebben dat de weergegeven reële waarden geen goede benadering zijn van de directe opbrengstwaarde. Daarnaast is de berekening van de geschatte reële waarde gebaseerd op de marktomstandigheden op een bepaald moment en is daarom mogelijk geen goede benadering van de toekomstige reële waarden.
176
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
De volgende methoden en veronderstellingen zijn door ING Groep gebruikt om de geschatte reële waarde van de financiële instrumenten te bepalen: Financiële activa Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken De boekwaarde van de liquide middelen wordt geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde. Bankiers De reële waarden van de vorderingen op banken zijn over het algemeen gebaseerd op genoteerde marktprijzen. Wanneer deze niet genoteerd zijn dan worden deze geschat op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, gebruik makend van de interestvoet die op de markt geldt voor vorderingen met dezelfde karakteristieken, overeenkomstig Kredieten zoals hieronder beschreven. Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Derivaten Derivatencontracten kunnen of via de effectenbeurs of via de markt voor incourante fondsen verhandeld worden. De reële waarde van derivaten welke verhandeld worden via de effectenbeurs wordt bepaald op basis van genoteerde marktprijzen in een actieve markt. Deze derivaten zijn geclassificeerd in Niveau 1 van de reële waardehiërarchie. Voor die instrumenten welke niet actief worden verhandeld worden de reële waarden bepaald op basis van waarderingsmethoden. Derivaten die niet aan de beurs zijn genoteerd en derivaten welke verhandeld worden in een niet-actieve markt worden gewaardeerd met behulp van waarderingsmethoden omdat genoteerde marktprijzen in een actieve markt niet beschikbaar zijn voor dergelijk instrumenten. De waarderingsmethoden en de input zijn afhankelijk van het soort derivaat en de aard van de onderliggende instrumenten. De belangrijkste waarderingsmethoden om deze instrumenten te waarderen zijn gebaseerd op verdisconteerde kasstromen, Black-Scholes-optiewaarderingsmodellen en Monte Carlo simulatie. Deze waarderingsmodellen berekenen de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, gebaseerd op ‘no-arbitrage’ principes. Deze modellen worden veelal gebruikt binnen het bankbedrijf. Input voor het waarderingsmodel wordt waar mogelijk bepaald op basis van waarneembare marktgegevens. Voor bepaalde inputs is het mogelijk dat deze niet direct waarneembaar zijn in de markt, maar dat deze bepaald kunnen worden op basis van waarneembare prijzen middels verfijning met behulp van het waarderingsmodel. De gehanteerde input bestaat uit prijzen verkregen van beurzen, beurshandelaren, effectenmakelaars of verschaffers van prijsinformatie, rendementscurven, credit spreads, mate van in gebreke blijven, realisatiepercentages, dividendpercentages, volatiliteit van onderliggende interestpercentages, effectenprijzen en vreemde valutakoersen. Deze input wordt bepaald door middel van gepubliceerde noteringen, recentelijk uitgevoerde verkopen, onafhankelijke marktnoteringen en algemeen aanvaarde gegevens, indien beschikbaar. Aandelen De reële waarden van genoteerde aandelen zijn gebaseerd op gepubliceerde noteringen als deze beschikbaar zijn. Waar geen gepubliceerde genoteerde marktprijzen beschikbaar zijn wordt de reële waarde bepaald op basis van genoteerde prijzen voor soortgelijke beleggingen of andere waarderingsmethoden. De reële waarde van private equity is gebaseerd op gepubliceerde noteringen als deze beschikbaar zijn. Wanneer geen gepubliceerde noteringen beschikbaar zijn in een actieve markt wordt de reële waarde geschat op basis van een analyse van de financiële positie en resultaten, vooruitzichten, prijzen, rendementsvergelijking en opbrengstmultiples van de onderneming waarin belegd wordt en door een verband te leggen met marktwaarderingen voor soortgelijke ondernemingen welke wel genoteerd zijn in een actieve markt. Schuldbewijzen De reële waarden van schuldbewijzen is gebaseerd op gepubliceerde genoteerde marktprijzen als deze beschikbaar zijn. Genoteerde marktprijzen kunnen verkregen worden van een beurs, handelaar, effectenmakelaar, branchegroep, verschaffers van prijsinformatie of toezichthoudende instelling. Als gepubliceerde noteringen in een actieve markt niet beschikbaar zijn dan wordt de reële waarde bepaald door het management op basis van een analyse van beschikbare marktgegevens, welke kunnen bestaan uit waarden verkregen van één of meer verschaffers van prijsinformatie of een waarderingsmethode welke verwachte toekomstige kasstromen verdisconteert tegen een marktrentevoet, van toepassing zijnde credit spreads, looptijd van de belegging en ingeschatte vervroegde aflossingpercentages, indien beschikbaar. Bepaalde asset backed securities in de Verenigde Staten worden gewaardeerd door gebruik te maken van prijzen welke verkregen zijn van externe verschaffers van prijsinformatie en effectenmakelaars. Gedurende 2008 was de markt voor deze activa inactief geworden, waardoor de spreiding tussen de prijzen verkregen uit verschillende bronnen voor dezelfde belegging significant was. Het management past aanvullende processen toe om de meest juiste prijs te selecteren, waarbij rekening wordt gehouden met een intern ontwikkelde prijsvalidatiematrix en een proces om de betreffende bron te beoordelen. De waardering van deze portefeuilles zou significant af kunnen wijken wanneer andere prijzen gehanteerd worden.
ING Groep Jaarverslag 2009
177
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Om vast te stellen welke onafhankelijke prijs in de reeks van verkregen prijzen het beste de reële waarde onder IAS 39 weergeeft hanteert ING Groep een kasstroommodel om een indicatieve reële waarde te berekenen. De belangrijkste input voor dit model is een disconteringsfactor welke afgeleid is van een interne matrix die gebruikt wordt voor het vormen van de disconteringsfactor per belegging bij het toepassen van credit en liquidity spreads die relevant zijn voor de karakteristieken van een dergelijk activaklasse. De belangrijkste veronderstellingen in deze matrix zijn: • Een basis spread; • Een premie voor liquiditeitsrisico; • Een additionele credit spread gebaseerd op: • Achterstelling in de kapitaalstructuur – een aanpassing wordt gemaakt voor elke belegging afhankelijk van de positie binnen de kapitaalstructuur; • Jaarlaag – een aanpassing wordt gemaakt voor regels voor het afsluiten van verzekeringen welke verslechterd zijn tussen 2004 en 2007 in combinatie met verschillen in woningprijsontwikkelingen voor deze jaarlagen. De spreads worden uitgedrukt in basispunten en geven de huidige marktkarakteristieken weer voor krediet- en liquiditeitsrisico. De indicatieve reële waarde, verkregen met behulp van het kasstroommodel, wordt gehanteerd voor het selecteren van de onafhankelijk verkregen prijs welke het dichtst ligt bij de indicatieve prijs. Verder vindt beoordeling plaats in geval de resulterende indicatieve reële waarde het dichtst ligt bij de hoogst verkregen verkoopprijs en de prijs een significante uitschieter is vergeleken met de overige verkregen verkoopprijzen. In dergelijke situaties wordt de één na hoogst verkregen verkoopprijs verondersteld de meest representatieve reële waarde te zijn. De indicatieve prijs wordt niet zelf gehanteerd bij het waarderen van de belegging, maar het wordt gebruikt bij het selecteren van de meest juiste prijs verkregen uit onafhankelijke externe bronnen. Als gevolg daarvan wordt de waardering van elke belegging in de portefeuille gebaseerd op een externe prijs, zonder aanpassing door ING Groep. Leningen en vorderingen Verwezen wordt naar Kredieten zoals hieronder beschreven. Kredieten De boekwaarde van kredieten waarvan de waarde regelmatig wordt herzien en het kredietrisico niet in belangrijke mate is gewijzigd, wordt geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde. De reële waarden van de overige leningen zijn geschat op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige geldstromen, gebruikmakend van de rentevoet die op dat moment geldt voor leningen aan kredietnemers met een vergelijkbaar risicoprofiel. De reële waarden van hypothecaire leningen zijn geschat door het bepalen van de contante waarde van de toekomstige kasstromen rekeninghoudend met het aflossingsgedrag en gebruikmakend van de rentevoet die op dat moment geldt voor soortgelijke leningen aan leners met een vergelijkbaar risicoprofiel. De reële waarden van de polisbeleningen met een vaste rente zijn geschat door het bepalen van de contante waarde van de kasstromen, gebruik makend van de rentevoet die geldt voor op dit moment uitgegeven polisbeleningen inzake vergelijkbare polissen. Ten behoeve van de berekening worden leningen met vergelijkbare karakteristieken geaggregeerd. De reële waarde van polisbeleningen met een variabele rente is bij benadering gelijk aan de boekwaarde. Overige activa De boekwaarde van de overige activa wijkt niet materieel af van de reële waarde. Financiële verplichtingen Achtergestelde leningen De reële waarde van achtergestelde leningen is geschat op basis van de contante waarde van de geldstromen, gebruikmakend van de rentevoet en credit spreads die gelden voor vergelijkbare instrumenten. Beleggingscontracten De reële waarden die zijn gerelateerd aan de beleggingscontracten voor risico van de onderneming, zijn geschat door de contante waarde van de geldstromen te bepalen, gebruikmakend van de interestvoet die op dit moment van toepassing is op soortgelijke contracten met een resterende looptijd die overeenkomt met die van de betreffende contracten. De reële waarden die zijn gerelateerd aan beleggingscontracten voor risico van polishouders komen over het algemeen overeen met de reële waarden van de onderliggende activa. Bankiers De reële waarden van de schulden aan banken zijn over het algemeen gebaseerd op genoteerde marktprijzen of wanneer deze niet beschikbaar zijn dan worden deze geschat op basis van de contante waarde van de toekomstige geldstromen, gebruik makend van de rentevoet en credit spreads die op dat moment van toepassing zijn op schulden aan banken met vergelijkbare voorwaarden. Toevertrouwde middelen De boekwaarden van de deposito’s van klanten en overige deposito’s zonder overeengekomen looptijden worden geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde. De reële waarde van de overige deposito’s met overeengekomen looptijden zijn geschat op basis van de contante waarde van de toekomstig geldstromen, gebruik makend van de rentevoet die op dat moment van toepassing is op deposito’s met eenzelfde resterende looptijd.
178
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat De reële waarde van financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is gebaseerd op beurskoersen. Voor verplichtingen waarvoor geen beurskoers beschikbaar is worden interne contante kasstroom-waarderingstechnieken gebruikt, waarbij de rentevoet en credit spreads worden gehanteerd die van toepassing zijn voor soortgelijke instrumenten. Verwezen wordt naar Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat zoals hierboven beschreven. Uitgegeven schuldbewijzen en overige leningen De reële waarden van uitgegeven schuldbewijzen en overige leningen zijn over het algemeen gebaseerd op de genoteerde marktprijzen of wanneer deze niet beschikbaar zijn worden deze geschat op basis van de contante waarde van de toekomstige kasstromen, gebruik makend van de huidige marktrente en credit spreads die van toepassing is op het rendement, kredietkwaliteit en looptijd. Overige schulden De boekwaarde van de overige schulden wijkt niet materieel af van de reële waarde. Reële waardehiërarchie ING Groep heeft haar financiële instrumenten, die in de balans worden gewaardeerd op reële waarde, onderverdeeld in een hiërarchie van drie niveaus gebaseerd op de prioriteit van de input van de waardering. De reële waardehiërarchie geeft de hoogste prioriteit aan gepubliceerde noteringen in een actieve markt voor vergelijkbare activa en verplichtingen en de laagste prioriteit aan waarderingstechnieken gebaseerd op niet op de markt waarneembare input. Een actieve markt voor activa en verplichtingen is een markt waar transacties voor activa en verplichtingen plaatsvinden met voldoende frequentie en omvang om in betrouwbare prijsinformatie te voorzien op een doorlopende basis. De reële waardehiërarchie bestaat uit drie niveaus afhankelijk van het feit of de reële waarde bepaald wordt op basis van gepubliceerde noteringen in een actieve markt (Niveau 1), waarderingsmethoden met in de markt waarneembare parameters (Niveau 2) of waarderingsmethoden die input betrekken die niet-waarneembaar is in de markt en die een meer dan insignificante impact heeft op de reële waarde van het instrument (Niveau 3). Financiële activa in Niveau 3 bestaan onder andere uit niet-liquide schuldbewijzen, complexe niet aan de beurs genoteerde financiële instrumenten en kredietderivaten, bepaalde complexe leningen (waarvoor geen actuele marktinformatie, met betrekking tot vergelijkbare activa, dat kan dienen als waarneembare, ondersteunende data voor alle significante input voor het waarderingsmodel, beschikbaar is) en asset backed securities waarvoor geen actieve markt meer is en waarvoor een brede spreiding van de noteringen bestaat. Waarneembare input geeft marktgegevens weer die verkregen zijn van onafhankelijke bronnen. Niet-waarneembare input is input die gebaseerd is op eigen veronderstellingen van ING Groep met betrekking tot factoren die marktpartijen zouden gebruiken bij het bepalen van de prijs van een actief of verplichting, ontwikkeld op basis van de meest juist informatie beschikbaar in die omstandigheden. Nietwaarneembare input kan bestaan uit volatiliteit, correlatie, spreiding van disconteringspercentages, mate van in gebreke blijven, realisatiepercentages, vervroegde aflossingpercentages en bepaalde credit spreads. De reële waarde van financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde is als volgt bepaald: Toegepaste methoden voor bepaling reële waarden van financiële activa en verplichtingen 2009
Activa Activa aangehouden voor handelsdoeleinden Beleggingen voor risico van polishouders Niet-handelsderivaten Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen beschikbaar voor verkoop
Verplichtingen Verplichtingen voor handelsdoeleinden Niet-handelsderivaten Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingscontracten (voor contracten op reële waarde)
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
40.357 100.541 308
70.872 4.002 11.110
215 54 214
111.444 104.597 11.632
1.469 113.913 256.588
2.477 76.827 165.288
1.571 6.963 9.017
5.517 197.703 430.893
27.234 444
70.956 18.739
55 887
98.245 20.070
3.955
7.184
335
11.474
3.040 34.673
2.327 99.206
39 1.316
5.406 135.195
ING Groep Jaarverslag 2009
179
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Toegepaste methoden voor bepaling reële waarden van financiële activa en verplichtingen 2008
Activa Activa aangehouden voor handelsdoeleinden Beleggingen voor risico van polishouders Niet-handelsderivaten Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen beschikbaar voor verkoop
Verplichtingen Verplichtingen voor handelsdoeleinden Niet-handelsderivaten Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingscontracten (voor contracten op reële waarde)
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
72.139 92.340 2.651
87.027 2.723 13.830
1.212 303 3
160.378 95.366 16.484
2.930 121.437 291.497
3.474 94.054 201.108
1.873 27.361 30.752
8.277 242.852 523.357
69.853 3.313
82.406 18.435
357 25
152.616 21.773
5.591
8.354
64
14.009
9.352 88.109
1.830 111.025
99 545
11.281 199.679
Niveau 1 – Prijsnoteringen in actieve markten In deze categorie zijn financiële instrumenten opgenomen waarvan de reële waarde direct wordt bepaald op basis van gepubliceerde noteringen in een actieve markt. Een financieel instrument wordt beschouwd als genoteerd in een actieve markt als de genoteerde prijs eenvoudig verkrijgbaar en regelmatig beschikbaar is van een beurs, handelaar, effectenmakelaar, branchegroep, verschaffer van prijsinformatie of toezichthoudende instelling en als deze prijzen de actuele en regelmatig voorkomende markttransacties, op basis van marktvoorwaarden, weergeven. Niveau 2 – Waarderingsmethode op basis van waarneembare informatie In deze categorie zijn financiële instrumenten opgenomen waarvan de reële waarde bepaald wordt met behulp van een waarderingstechniek (bijvoorbeeld een model), waarbij inputs worden gehanteerd van een actieve markt of welke waarneembaar zijn. Wanneer bepaalde inputs in het model niet waarneembaar zijn, wordt dit instrument nog steeds geclassificeerd in deze categorie, mits de impact van deze niet waarneembare inputs op de totale waardering niet-significant is. In deze categorie zijn ook items opgenomen waarvan de waarde is afgeleid van genoteerde prijzen of vergelijkbare instrumenten, maar waarvoor de prijzen zijn aangepast aan de andere waarneembare externe marktgegevens. Niveau 3 – Waarderingsmethode op basis van niet waarneembare informatie In deze categorie zijn financiële instrumenten opgenomen waarvan de reële waarde bepaald is met behulp van een waarderingsmethode (bijvoorbeeld een model) waarbij meer dan een insignificant deel van de input als onderdeel van de totale waardering niet waarneembaar is in de markt. In deze categorie zijn ook financiële activa en verplichtingen opgenomen waarvan de reële waarde bepaald is op basis van prijsnoteringen maar waarvoor de markt als niet-actief wordt beschouwd. Beleggingen beschikbaar voor verkoop in Niveau 3 bestaan voornamelijk uit investeringen in asset backed securities in de Verenigde Staten zoals beschreven onder ‘Schuldbewijzen’. In Activa aangehouden voor handelsdoeleinden, niet-handelsderivaten, Activa geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat en Verplichtingen geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat in Niveau 3 zijn financiële instrumenten opgenomen met verschillende eigenschappen en van verschillende aard. Deze worden gewaardeerd op basis van waarderingsmethoden welke zich kenmerken door hantering van één of meer significante inputs welke niet waarneembaar zijn. Een instrument wordt geheel aangemerkt als gewaardeerd op basis van significante niet-waarneembare input als een significant deel van de reële waarde van het instrument gebaseerd is op niet-waarneembare input. Niet-waarneembaar in deze context betekent dat er weinig tot geen courante marktgegevens beschikbaar zijn waarvan de prijs in een waarschijnlijke, tegen algemene marktcondities, transactie afgeleid zou kunnen worden. Meer details met betrekking tot de bepaling van de reële waarde van deze instrumenten zijn opgenomen onder ‘Derivaten’, ‘Schuldbewijzen’ en ‘Kredieten’. Aanpassingen IFRS 7 (van toepassing in 2009) IFRS 7 ‘Financial Instruments: Disclosures’ is herzien in maart 2009 door de publicatie van ‘Improving Disclosures about Financial Instruments’ door de IASB. De aangepaste IFRS 7 is van toepassing voor de jaarrekening van 2009 en vereist dat de activa en verplichtingen opgenomen tegen reële waarde worden toegelicht volgens een hiërarchie van drie niveaus. ING Groep paste deze toelichting van de hiërarchie van drie niveaus al toe in de jaarrekeningen van eerdere jaren vanaf 2007. Hoewel de eerdere toelichting van ING Groep conceptueel in lijn is met de nieuwe vereisten van IFRS 7 leiden de specifieke vereisten van IFRS 7 tot een aantal verschillen. Als gevolg hiervan zijn bepaalde financiële instrumenten welke voorheen geclassificeerd waren als Gerelateerd aan gepubliceerde prijsnoteringen in actieve markten (het equivalent van Niveau 1 volgens IFRS 7) geclassificeerd als Niveau 2 in 2009. De vergelijkende cijfers over 2008 zijn overeenkomstig aangepast. Dit resulteert in een herrubricering van de vergelijkende cijfers over 2008 van Niveau 1 naar Niveau 2. Dit heeft hoofdzakelijk betrekking op derivaten (aangehouden voor handelsdoeleinden en niet-handelsderivaten voor EUR 38,6 miljard (activa) en EUR 38,0 miljard (verplichtingen) en schuldbewijzen (beleggingen beschikbaar voor verkoop), activa geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat en beleggingen/ beleggingscontracten voor risico van polishouders voor EUR 28,9 miljard (activa) en EUR 1,8 miljard (verplichtingen).
180
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Derivaten In voorgaande jaren zijn bepaalde niet-genoteerde derivaten, waarvan de reële waarde is bepaald met behulp van een waarderingsmethode waarbij genoteerde marktprijzen werden gebruikt (wat onder IAS 39 classificeert als een genoteerde prijs), geclassificeerd in de categorie Gerelateerd aan gepubliceerde prijsnoteringen in actieve markten. Hierin zijn derivaten opgenomen waarvan de prijs volgens marktgebruik gebaseerd is op een enkele gepubliceerde koers (bijvoorbeeld een genoteerde rentecurve in geval van een eenvoudig rentederivaat). Onder de aangepaste versie van IFRS 7 worden alleen derivaten waarvan genoteerde prijzen direct beschikbaar zijn (voornamelijk derivaten welke op de beurs verhandeld worden) geclassificeerd als Niveau 1. Overige derivaten worden geclassificeerd als Niveau 2 of 3. Schuldbewijzen In voorgaande jaren zijn bepaalde schuldbewijzen, waarvan de reële waarde was bepaald op basis van prijzen van beurshandelaren, geclassificeerde effectenmakelaars en/of verschaffers van prijsinformatie (wat onder IAS 39 classificeert als een genoteerde prijs) geclassificeerd in de categorie Gerelateerd aan gepubliceerde prijsnoteringen in actieve markten als actief gehandeld werd in die markt voor die beleggingen. Onder IFRS 7 worden deze beleggingen alleen geclassificeerd in Niveau 1 als op individuele basis aangetoond kan worden door ING dat deze genoteerd zijn in een actieve markt. Dat wil zeggen dat de verkregen prijsnoteringen representatief zijn voor actuele handel in de markt (bijvoorbeeld door het verkrijgen van bindende prijsnoteringen of door bevestiging met gepubliceerde marktprijzen). Zo niet dan worden deze in Niveau 2 geclassificeerd. Overige wijzigingen (2009 vergeleken met 2008) Als gevolg van wijzigingen in de portefeuilles en/of de markten in 2009, hebben de volgende belangrijkste wijzigingen in de reële waardehiërarchie zich voorgedaan: • Daling van Niveau 1 en 2: Herrubriceringen van Beleggingen beschikbaar voor verkoop naar Kredieten en Bankiers: De herrubricering in het eerste kwartaal van Beleggingen beschikbaar voor verkoop naar Kredieten (EUR 17,2 miljard) en Bankiers (EUR 5,6 miljard) resulteert in een afname van Niveau 2 van ongeveer EUR 22,8 miljard. Verder zijn bepaalde asset backed securities (ongeveer EUR 6,1 miljard) geherrubriceerd van Niveau 2 naar Niveau 3 gedurende het eerste kwartaal omdat de relevante markten inactief zijn geworden; vervolgens zijn deze geherrubriceerd in het tweede kwartaal. Na herrubricering naar Kredieten en Bankiers zijn deze niet langer opgenomen tegen reële waarde en zijn daarom niet langer onderdeel van de toelichting op de reële waarde hiërarchie; • Daling van Niveau 3 – Het niet meer opnemen van de asset backed securities in de Verenigde Staten: De steunfaciliteit voor illiquide activa zoals overeengekomen met de Nederlandse overheid resulteert in het niet meer opnemen van de asset backed securities in de Verenigde Staten welke zijn geclassificeerd als Niveau 3. Als gevolg van deze transactie zijn de financiële activa (Beleggingen beschikbaar voor verkoop) gedaald met ongeveer EUR 15,2 miljard. Deze daling bestaat uit de verkoopopbrengst van EUR 22,4 miljard en de herwaardering in het eigen vermogen van EUR 7,2 miljard; • Daling van Niveau 3 – Herrubricering van de asset backed securities in de Verenigde Staten en bepaalde beleggingen in private equity naar Niveau 2: Gedurende 2009 nam de transparantie met betrekking tot prijsstelling en de mate van handel in de secundaire markten voor asset backed securities in de Verenigde Staten toe. Ook de prijs van de aandelen zoals verstrekt door onafhankelijke verschaffers van prijsinformatie convergeerde. Overeenkomstig zijn in het vierde kwartaal van 2009 beleggingen in asset backed securities in de Verenigde Staten van EUR 2,8 miljard geherrubriceerd van Niveau 3 naar Niveau 2. Deze activa zijn geherrubriceerd in 2008 toen de markt inactief werd en de spreiding van prijzen voor dezelfde belegging zoals verkregen van verschaffers van prijsinformatie significant toenam. Verder zijn voor ongeveer EUR 0,7 miljard beleggingen in private equity activiteiten (opgenomen in Aangehouden voor handelsdoeleinden en Beschikbaar voor verkoop) geherrubriceerd van Niveau 3 naar Niveau 2, aangezien bepaalde inputs voor prijsstelling waarneembaar werden in de markt; • Overig: De bedragen voor elk van de Niveaus worden beïnvloed door de wijzigingen en samenstelling van de relevante balansposten gedurende het jaar.
ING Groep Jaarverslag 2009
181
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Veranderingen in Niveau 3 Activa
2009
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
Beleggingen voor risico van polishouders
Niet-handelsderivaten
Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
1.212
303
3
1.873
27.361
30.752
–69
2
–133
–90
–1.512
–1.802
164 –112 –41 –43
65 –113 –68
6 94 –4
8 –123 –20
243 5
718 –569 –171 –67 123 –76 –78
7.344 997 –22.204 –3.103 –5.994 7.095 –3.641 698
7.344 1.950 –22.904 –3.387 –6.104 7.469 –4.736 605
54
214
–92 1.571
–78 6.963
–170 9.017
Financiële verplichtingen tegen reële Beleggingswaarde met contracten waardemutaties door het (voor contracten resultaat op reële waarde)
Totaal
Openingsbalans Bedragen verwerkt in de winst-enverliesrekening gedurende het jaar Herwaardering opgenomen in het eigen vermogen gedurende het jaar Aankoop van activa Verkoop van activa Beëindiging of afwikkeling Herrubricering Overhevelingen naar Niveau 3 Overhevelingen van Niveau 3 Koersverschillen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Eindbalans
–896
215
Beleggingen beschikbaar voor verkoop
Totaal
Veranderingen in Niveau 3 Verplichtingen
2009
Openingsbalans Bedragen verwerkt in de winst-enverliesrekening gedurende het jaar Uitgifte van verplichtingen Eerdere aflossing van verplichtingen Herrubricering Overhevelingen naar Niveau 3 Overhevelingen van Niveau 3 Koersverschillen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Eindbalans
Verplichtingen voor handelsdoeleinden
Niet-handelsderivaten
357
25
64
99
545
–64 57 –110 –173 30 –42
–87 541 –26
124 539 –155 –121 174 –290
2 22 –72
18 –1 887
335
39
–25 1.159 –363 –294 629 –342 8 –1 1.316
Niet meer opgenomen in de balans
Totaal
417
55
Bedragen verwerkt in de winst-en-verliesrekening gedurende het jaar (Niveau 3) Tot einde looptijd aangehouden
2009
Activa Activa aangehouden voor handelsdoeleinden Beleggingen voor risico van polishouders Niet-handelsderivaten Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen beschikbaar voor verkoop
Verplichtingen Verplichtingen voor handelsdoeleinden Niet-handelsderivaten Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingscontracten (voor contracten op reële waarde)
–69 2
–69 2 –133
–104 –1.523 –1.829
14 11 27
–90 –1.512 –1.802
–64 –154
67
–64 –87
–133
124
–94
182
ING Groep Jaarverslag 2009
124 2 69
2 –25
8 –10 –10
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep (vervolg)
Gevoeligheid van reële waarden in Niveau 3 Eventuele wijzigingen in niet-waarneembare veronderstellingen in de waarderingsmethoden van activa en verplichtingen in Niveau 3, zouden geen significante impact hebben op het eigen vermogen en resultaat, anders dan hieronder beschreven voor de beleggingen in asset backed securities in de Verenigde Staten. Asset backed securities in de Verenigde Staten Activa in Niveau 3 bestaat voor EUR 6,4 miljard (2008: EUR 25,2 miljard) uit beleggingen in asset backed securities in de Verenigde Staten. De daling heeft voornamelijk betrekking op de overdracht van de Alt-A beleggingen aan de Nederlandse overheid als onderdeel van de steunfaciliteit voor illiquide activa en de herrubricering naar Niveau 2 zoals hierboven is toegelicht. Deze activa worden gewaardeerd door gebruik te maken van externe prijsbronnen welke verkregen worden van onafhankelijke verschaffers van prijsinformatie en effectenmakelaars. In 2008 namen de handelsvolumes in deze markten significant af en werden deze inactief. De spreiding tussen prijzen voor dezelfde belegging verkregen van verschillende bronnen namen ook significant toe. Om zeker te stellen dat de meest accurate en relevante beschikbare bronnen gehanteerd werden bij het bepalen van de reële waarde voor deze beleggingen werd het waarderingsproces verder versterkt in 2008 door gebruik te maken van informatie van meerdere bronnen en versterking van het proces van het selecteren van de meest juiste prijs. Over het algemeen wordt gebruik gemaakt van maximaal vier verschillende verschaffers van prijsinformatie. Het management beoordeelt zorgvuldig de verkregen prijzen in samenhang met de beschikbare informatie, rekeninghoudend, met handel in de markt, noteringen van effectenmakelaars en interne beoordelingen. Wanneer de spreiding tussen verschillende prijzen voor dezelfde belegging beperkt is bestaat een rangorde welke zekerstelt dat een consistente selectie van de meest juiste prijs wordt gemaakt. Wanneer de spreiding tussen verschillende prijzen voor dezelfde belegging significant is worden additionele processen toegepast om de meest juiste prijs te selecteren, waarbij rekening wordt gehouden met een intern ontwikkelde prijsvalidatiematrix en een proces om de externe bron te toetsen. Waardering van deze beleggingen is inherent complex en subjectief. Hoewel iedere belegging in de portefeuille is gewaardeerd op basis van een extern verkregen prijs, zonder aanpassing door ING Groep en het management zeker is dat zij de meest juiste prijs in de huidige marktomstandigheden gekozen heeft, kan de waardering significant afwijken van deze portefeuilles wanneer andere prijzen gehanteerd waren. De gevoeligheid van de waardering in dit verband kan als volgt geïllustreerd worden: • Als de waardering gebaseerd zou zijn op de hoogst beschikbare marktprijs voor iedere belegging in deze portefeuilles dan zou de waardering in totaal ongeveer 2,8% hoger zijn dan de door ING Groep toegepaste waardering (31 december 2008: ongeveer 7,6% hoger); • Als de waardering gebaseerd zou zijn op de laagst beschikbare marktprijs voor ieder belegging in de deze portefeuilles, dan zou de waardering in totaal ongeveer 1,6% lager zijn dan de door ING Groep toegepaste waardering (31 december 2008: ongeveer 18,3% lager); • Als de waardering gebaseerd zou zijn op het gewogen gemiddelde van beschikbare marktprijs voor deze portefeuilles, dan zou de waardering in totaal ongeveer 0,6% hoger zijn dan de door ING Groep toegepaste waardering (31 december 2008: ongeveer 6,3% hoger). Dit zijn indicatoren van de gevoeligheid en geen alternatieven voor de reële waarde onder IFRS-EU. Deze gevoeligheden hebben voornamelijk betrekking op de bancaire activiteiten. Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Risicobeheer’ met betrekking tot de omvang van deze asset backed securities per 31 december 2009 en 2008 en de impact van deze asset backed securities op het resultaat over 2009 en 2008. Verder is in de paragraaf ‘Risicobeheer’ in het onderdeel Effect van de financiële crisis een uiteenzetting gegeven van de gehanteerde methode bij het bepalen van de reële waarden van de onder druk staande beleggingen.
ING Groep Jaarverslag 2009
183
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
35 RENTERESULTAAT UIT BANCAIRE ACTIVITEITEN Renteresultaat bancaire activiteiten Rentebaten op leningen Rentebaten op leningen waarbij sprake is van een bijzondere waardevermindering Totale rentebaten op leningen Rentebaten op beleggingen beschikbaar voor verkoop Rentebaten op tot einde looptijd aangehouden beleggingen Rentebaten op handelsportefeuille Rentebaten niet-handelsderivaten Overige rentebaten Rentebaten uit bancaire activiteiten
2009
2008
2007
24.983
31.174
26.390
24 25.007
–24 31.150
–26 26.364
3.923
7.449
7.397
612 40.844 3.936 5.528 79.850
669 45.510 7.076 5.157 97.011
736 32.443 6.190 3.619 76.749
Rentelasten op deposito’s bij banken Rentelasten op toevertrouwde middelen Rentelasten op uitgegeven schuldbewijzen Rentelasten op achtergestelde leningen Rentelasten op verplichtingen voor handelsdoeleinden Rentelasten op niet-handelsderivaten Overige rentelasten Rentelasten uit bancaire activiteiten
1.266 10.976 2.657 1.784
4.856 19.594 4.109 1.784
5.131 18.563 3.648 1.167
40.023 4.483 6.286 67.475
44.093 7.391 4.142 85.969
29.383 6.115 3.766 67.773
Renteresultaat uit bancaire activiteiten
12.375
11.042
8.976
2009
2008
2007
1,34
1,07
0,94
Rentemarge in percentages Rentemarge
In 2009 heeft de afname van het gemiddeld balanstotaal geresulteerd in een daling van het renteresultaat met EUR 929 miljoen (In 2008 heeft de toename van het gemiddeld balanstotaal geresulteerd in een groei van het renteresultaat met EUR 811 miljoen; in 2007 heeft de toename van het gemiddeld balanstotaal geresulteerd in een groei van het renteresultaat met EUR 753 miljoen). De toename van de rentemarge met 25 basispunten in 2009 heeft geresulteerd in een toename van het renteresultaat met EUR 2.406 miljoen. De toename van de rentemarge met 13 basispunten heeft in 2008 geresulteerd in een toename van het renteresultaat met EUR 1.440 miljoen. In 2007 heeft een verkrapping van de marge van 12 basispunten geresulteerd in een afname van EUR 1.051 miljoen van het renteresultaat. 36 BRUTO PREMIE-INKOMEN Bruto premie-inkomen Bruto premie-inkomen levensverzekeringen Bruto premie-inkomen schadeverzekeringen
2009
2008
2007
28.720 1.772 30.492
38.869 4.943 43.812
40.732 6.086 46.818
Het bruto premie-inkomen is afgenomen als gevolg van de bedrijfsverkopen zoals toegelicht in toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’, waaronder de verkoop van ING Life Taiwan, ING Canada, de lijfrente- en hypotheek-activiteiten in Chili en Australië/ Nieuw-Zeeland. Verder is het bruto premie-inkomen gedaald in verband met de beslissing van ING Groep om verkopen van variabele lijfrentes te beperken in de Verenigde Staten en de beëindiging van de verkoop van variabele lijfrentes in Japan, evenals afgenomen interesse in beleggingsgerelateerde producten. Het bruto premie-inkomen is opgenomen vóór aftrek van afgegeven herverzekerings- en retrocessiepremies. Onder bruto premie-inkomen zijn geen ontvangen premies voor beleggingscontracten opgenomen, hiervoor wordt ‘deposit accounting’ toegepast.
184
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Effect van herverzekering op geboekte premies Schade
Leven
Totaal
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
Geboekte bruto premies Geboekte bruto ontvangen herverzekeringspremies Totaal geboekte bruto premies
1.746 26 1.772
4.920 23 4.943
6.062 24 6.086
27.421 1.299 28.720
37.487 1.382 38.869
39.170 1.562 40.732
29.167 1.325 30.492
42.407 1.405 43.812
45.232 1.586 46.818
Afgegeven herverzekeringspremies
–70 1.702
–196 4.747
–306 5.780
–1.867 26.853
–1.802 37.067
–1.968 38.764
–1.937 28.555
–1.998 41.814
–2.274 44.544
Effect van herverzekering op verdiende schadepremies 2009
2008
2007
Verdiende bruto premies Verdiende bruto ontvangen herverzekeringspremies Totaal verdiende bruto premies
1.746 26 1.772
4.889 20 4.909
6.003 24 6.027
Afgegeven herverzekeringspremies
–68 1.704
–190 4.719
–326 5.701
Verwezen wordt naar toelichting 43 ‘Verzekeringstechnische lasten’ voor een toelichting op de afgegeven herverzekeringspremies. 37 OPBRENGST BELEGGINGEN Opbrengst beleggingen naar bancaire en verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten
Opbrengst uit beleggingen in onroerend goed Dividendopbrengsten
Resultaat op verkoop van aandelen Bijzondere waardeverminderingen op aandelen beschikbaar voor verkoop Resultaat en bijzondere waardeverminderingen op aandelen Veranderingen in reële waarde van beleggingen in onroerend goed Opbrengst beleggingen
Totaal
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
157 46 203
196 84 280
252 70 322
63 172 235
75 646 721
80 750 830
220 218 438
271 730 1.001
332 820 1.152
5.429
6.535
6.857
5.429
6.535
6.857
223 856 177 101
209 1.044 200 92
76 1.313 215 323
223 856 177 101
209 1.044 200 92
76 1.313 215 323
6.786
8.080
8.784
6.786
8.080
8.784
Opbrengst uit beleggingen in schuldbewijzen Opbrengst uit leningen: – leningen zonder onderpand – leningen met hypothecaire zekerheid – polisbeleningen – overig Opbrengst uit beleggingen in schuldbewijzen en leningen Resultaat op verkoop schuldbewijzen Bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop Resultaat en bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen
Verzekeringsactiviteiten
2009
–945
40
138
–168
48
–9
–1.113
88
129
–1.491
–2.127
–57
–584
–777
–76
–2.075
–2.904
–133
–2.436
–2.087
81
–752
–729
–85
–3.188
–2.816
–4
24
30
330
404
685
2.975
428
715
3.305
–49
–331
–17
–360
–1.585
–36
–409
–1.916
–53
–25
–301
313
44
–900
2.939
19
–1.201
3.252
–588 –2.846
–350 –2.458
93 809
–125 6.188
–50 7.122
75 12.543
–713 3.342
–400 4.664
168 13.352
Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Risicobeheer’ voor nadere informatie over bijzondere waardeverminderingen.
ING Groep Jaarverslag 2009
185
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
38 RESULTAAT UIT VERKOOP VAN GROEPSMAATSCHAPPIJEN Resultaat uit verkoop van groepsmaatschappijen 2009
ING Australië en Nieuw Zeeland ING Canada Lijfrente- en hypotheekactiviteiten in Chili Overig
337 –38 –23 –12 264
Overig heeft betrekking op het resultaat uit verkoop van kleine groepsmaatschappijen welke afzonderlijk niet significant zijn. Resultaat uit verkoop van groepsmaatschappijen 2008
ING Salud, Chili Seguros ING, Mexico NRG ING Life Taiwan Overig
55 182 –15 –214 9 17
Verwezen wordt naar toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’. 39 PROVISIE-INKOMEN Provisie-inkomen Bancaire activiteiten
Betalingsverkeer Effectenbedrijf Assurantiebedrijf Beheervergoeding voor asset management Makelaarscourtage en advieskosten Overig
2009
2008
2007
859 780 188 584 317 825 3.553
888 891 175 934 256 850 3.994
746 1.049 180 1.140 233 818 4.166
Verzekeringsactiviteiten 2009
241 1.874 582 540 3.237
2008
87 2.129 763 531 3.510
Totaal
2007
2009
2008
2007
124 2.025 1.014 364 3.527
859 780 429 2.458 899 1.365 6.790
888 891 262 3.063 1.019 1.381 7.504
746 1.049 304 3.165 1.247 1.182 7.693
In Provisie-inkomen zijn beheersvergoedingen welke betrekking hebben op het beheer van beleggingen aangehouden voor risico van polishouders opgenomen voor EUR 825 miljoen (2008: EUR 1.174 miljoen; 2007: EUR 1.261 miljoen). In Overig zijn vergoedingen voor het afsluiten van syndicaatleningen voor EUR 18 miljoen (2008: EUR 21 miljoen; 2007: EUR 26 miljoen) opgenomen. Provisiekosten Bancaire activiteiten
Betalingsverkeer Effectenbedrijf Assurantiebedrijf Beheervergoeding Makelaarscourtage en advieskosten Overig
186
ING Groep Jaarverslag 2009
2009
2008
2007
200 159
185 268 –4 169 5 476 1.099
144 370
24 43 449 875
230 5 491 1.240
Verzekeringsactiviteiten 2009
332 241 496 233 1.302
2008
574 217 573 76 1.440
Totaal
2007
2009
2008
2007
686 182 673 85 1.626
200 159 332 265 539 682 2.177
185 268 570 386 578 552 2.539
144 370 686 412 678 576 2.866
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
40 HERWAARDERINGSRESULTAAT NIET-HANDELSDERIVATEN Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten Bancaire activiteiten
Veranderingen in reële waarde derivaten: – reële-waardehedges – kasstroomhedges (ineffectief deel) – hedges van netto investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen (ineffectief deel) – overige niet-handelsderivaten Netto resultaat op niet-handelsderivaten Verandering in reële waarde van activa en verplichtingen (afgedekte instrumenten) Herwaarderingen op activa en verplichtingen geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat (exclusief handelsportefeuille) Netto herwaarderingsresultaat
Verzekeringsactiviteiten
Totaal
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
–1.321 –2
–5.299
924 –4
191 –8
–193 22
–227 –5
–1.130 –10
–5.492 22
697 –9
–237 –1.560
–28 –5.327
36 956
1 –3.722 –3.538
–6 2.412 2.235
–14 –753 –999
1 –3.959 –5.098
–6 2.384 –3.092
–14 –717 –43
1.201
5.533
–886
–226
164
223
975
5.697
–663
–557 –916
127 333
56 126
4 –3.760
–432 1.967
89 –687
–553 –4.676
–305 2.300
145 –561
Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten is hoofdzakelijk het resultaat van negatieve veranderingen in de reële waarde van derivaten welke gebruikt worden om directe en indirecte blootstelling aan beleggingsrisico’s af te dekken waarbij geen gebruik wordt gemaakt van hedge accounting. Indirecte blootstellingen aan beleggingsrisico’s hebben vooral betrekking op bepaalde gegarandeerde uitkeringen van verzekeringsverplichtingen in de Verenigde Staten, Japan en Nederland. In 2009 waren de veranderingen in de reële waarde van deze derivaten negatief aangezien de beursresultaten positief waren. De veranderingen in de reële waarde van de derivaten welke gerelateerd zijn aan indirecte blootstelling aan beleggingsrisico’s worden over het algemeen gecompenseerd door een tegengesteld bedrag in de verzekeringstechnische lasten (verwezen wordt naar toelichting 43 ‘Verzekeringstechnische lasten’). Herwaarderingen op activa en verplichtingen geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat zijn hoofdzakelijk het resultaat van de veranderingen in de reële waarde van de financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat als gevolg van de marktomstandigheden; het bevat veranderingen in reële waarde van uitgegeven schuldbewijzen geclassificeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, inclusief waardemutaties welke toe te schrijven zijn aan aanpassingen van het kredietrisico van de verplichting zoals uiteengezet in toelichting 20 ‘Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat’. 41 NETTO HANDELSRESULTAAT Netto handelsresultaat Bancaire activiteiten
Resultaat uit handelsportefeuille effecten Valutaresultaat Resultaat uit handelsderivaten Overige
Verzekeringsactiviteiten
Totaal
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
331 –158 815 –185 803
130 274 –766 –43 –405
–2.147 401 2.469 26 749
155 167
–239 –90 79 –94 –344
246 174 30 –80 370
486 9 815 –185 1.125
–109 184 –687 –137 –749
–1.901 575 2.499 –54 1.119
322
Resultaat uit handelsportefeuille effecten bevat de resultaten uit ‘market-making’ voor effecten zoals schatkistpapier, aandelen, obligaties uitgegeven door bedrijven, geldmarktproducten en rentederivaten zoals swaps, opties, futures en termijncontracten. Valutaresultaat bevat resultaten uit contante transacties en termijntransacties, opties, futures en resultaten uit de omrekening van activa en verplichtingen luidende in vreemde valuta. Het deel van het netto handelsresultaat voor het jaar 2009 dat betrekking heeft op effecten uit de handelsportefeuille die op 31 december nog op de balans stonden bedraagt EUR 105 miljoen (2008: EUR –246 miljoen; 2007: EUR –60 miljoen). De meerderheid van de risico’s uit valuta- en effectenhandel is economisch afgedekt door derivaten. Het resultaat uit effectenhandel wordt deels gecompenseerd door deze derivaten. Het resultaat uit deze derivaten is opgenomen onder Resultaat uit handelsderivaten.
ING Groep Jaarverslag 2009
187
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
42 OVERIGE BATEN Overige baten Bancaire activiteiten
Baten uit operationele leaseovereenkomsten Resultaat vastgoedontwikkeling projecten Resultaat postkantoren Overige
2009
2008
2007
175 59 99 123 456
195 124 144 28 491
79 95 148 258 580
Verzekeringsactiviteiten 2009
235 235
2008
153 153
Totaal
2007
2009
2008
2007
305 305
175 59 99 358 691
195 124 144 181 644
79 95 148 563 885
De netto baten uit operationele lease bestaan uit opbrengsten van EUR 967 miljoen (2008: EUR 961 miljoen; 2007: EUR 803 miljoen) afschrijving van EUR 792 miljoen (2008: EUR 766 miljoen; 2007: EUR 724 miljoen) en overige bedrijfslasten van nihil (2008: nihil; 2007: nihil). 43 VERZEKERINGSTECHNISCHE LASTEN Verzekeringstechnische lasten Bruto verzekeringstechnische lasten: – voor het effect van het beleggingsresultaat voor risico van polishouders – effect van het beleggingsresultaat voor risico van polishouders Beleggingresultaat voor risico van polishouders Herverzekeringsdeel Verzekeringstechnische lasten
2009
2008
2007
32.698
51.239
50.739
17.742 50.440 –17.742 –1.714 30.984
–32.408 18.831 32.408 –1.754 49.485
1.079 51.818 –1.079 –1.906 48.833
Beleggingsresultaat en herwaarderingen op beleggingen voor risico van polishouders van EUR 17.742 miljoen (2008: EUR –32.408 miljoen; 2007: EUR 1.079 miljoen) worden niet verantwoord onder Opbrengst beleggingen en herwaarderingen op activa en verplichtingen geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, maar zijn begrepen onder Verzekeringstechnische lasten tezamen met een gelijk bedrag aan verandering van de voorziening voor verzekeringen voor risico van polishouders.
188
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Verzekeringstechnische lasten per soort Lasten uit levensverzekeringen Herverzekerings- en retrocessiepremies Bruto uitkeringen Herverzekeringsdeel Mutatie in technische voorzieningen voor eigen rekening Acquisitiekosten inzake verzekeringsactiviteiten Overige verzekeringstechnische lasten Winstdeling en kortingen
Lasten uit schadeverzekeringen Herverzekerings- en retrocessiepremies Bruto schaden voor eigen rekening Herverzekeringsdeel Mutatie in de voorziening voor niet-verdiende premies Mutatie in de voorziening voor te betalen schaden Acquisitiekosten inzake verzekeringsactiviteiten Overige verzekeringstechnische lasten
Lasten uit beleggingscontracten Acquisitiekosten inzake beleggingscontracten Winstdeling en kortingen Overige wijzigingen in de verplichting voor beleggingscontracten
2009
2008
2007
1.867 24.044 –1.708
1.802 27.159 –1.662
1.968 28.877 –1.749
2.692 350 460 1.029 28.734
17.407 1.877 462 –416 46.629
11.979 1.098 457 424 43.054
70 1.012 –6
196 2.846 –92
306 3.589 –157
–2 –23 290 –4 1.337
28 54 742 –22 3.752
79 13 979 –50 4.759
3 11
9
19 16
899 913
–905 –896
985 1.020
30.984
49.485
48.833
Winstdelingen en kortingen Uitkeringen uit hoofde van renteof verzekeringstechnisch resultaat Winsttoekenningen in de vorm van bijschrijvingen Lasten uit latente winstdeling
2009
2008
2007
682 289 58 1.029
–576 131 29 –416
–133 411 146 424
De totale Acquisitiekosten inzake verzekeringscontracten (leven en schade) en beleggingscontracten bedragen EUR 643 miljoen (2008: EUR 2.628 miljoen; 2007: EUR 2.096 miljoen). Dit is inclusief amortisatie en ‘unlocking’ van de overlopende acquisitiekosten van EUR 458 miljoen (2008: EUR 2.026 miljoen; 2007: EUR 1.552 miljoen) en het saldo van betaalde provisies van EUR 1.815 miljoen (2008: EUR 3.273 miljoen; 2007: EUR 3.598 miljoen) en de provisies geactiveerd in Overlopende acquisitiekosten van EUR 1.630 miljoen (2008: EUR 2.671 miljoen; 2007: EUR 3.054 miljoen). Het totale bedrag aan betaalde en nog te betalen provisies met betrekking tot de verzekeringsactiviteiten bedraagt EUR 2.483 miljoen (2008: EUR 3.804 miljoen; 2007: EUR 4.275 miljoen). Dit is inclusief de provisies opgenomen in Acquisitiekosten inzake verzekeringsactiviteiten van EUR 1.815 miljoen (2008: EUR 3.273 miljoen; 2007: EUR 3.598 miljoen) zoals hierboven beschreven en provisies inbegrepen in de Overige verzekeringstechnische lasten van EUR 668 miljoen (2008: EUR 531 miljoen; 2007: EUR 677 miljoen). Overige verzekeringstechnische lasten bevatten ook ontvangen herverzekeringsprovisies van EUR 255 miljoen (2008: EUR 306 miljoen; 2007: EUR 350 miljoen). De Mutatie in overige technische voorzieningen voor eigen rekening bevat een bedrag van ongeveer EUR 343 miljoen in 2009 gerelateerd aan wijzigingen in de veronderstellingen voor variabele lijfrente producten in de Verenigde Staten en Japan. Deze aannames zijn aangepast om de lager dan verwachte afkopen op deze polissen weer te geven, waar dat bedrag significant is. De Mutatie in overige technische voorzieningen omvatte in 2008 en 2007 een bedrag van respectievelijk EUR 136 miljoen en EUR 110 miljoen voor het versterken van de reserves in de divisie Insurance Asia/Pacific zoals beschreven onder Gesegmenteerde informatie. In 2009 is dit bedrag nihil als gevolg van de verkoop van ING Life Taiwan.
ING Groep Jaarverslag 2009
189
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
In 2004 heeft ING Groep door middel van een medeverzekeringsovereenkomst een deel van de levensverzekeringsactiviteiten aan Scottish Re overgedragen. ING Groep heeft voor deze transactie in 2004 een verlies verantwoord in de Verzekeringstechnische lasten voor een bedrag van EUR 160 miljoen. Dit verlies geeft de vermindering weer van de hieraan gerelateerde overlopende acquisitiekosten. Daarnaast zal een bedrag van EUR 240 miljoen worden afgeschreven over de looptijd van de onderliggende contracten, te beginnen in 2005 en geleidelijk afnemend naar mate de contracten aflopen. Het bedrag aan afschrijving bedroeg in 2009 EUR 13 miljoen (2008: EUR 12 miljoen; 2007: EUR 15 miljoen). De cumulatieve afschrijvingen bedroegen EUR 107 miljoen (2008: EUR 96 miljoen; 2007: EUR 81 miljoen). Op 23 januari 2009 hebben Hannover Re en Scottish Re bekend gemaakt dat Hannover Re overeengekomen is ING Groeps herverzekeringen van de individuele levensverzekeringsactiviteiten over te nemen welke oorspronkelijk overgedragen waren aan Scottish Re in 2004. 44 AFSCHRIJVINGEN IMMATERIËLE VASTE ACTIVA EN OVERIGE BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN Afschrijvingen immateriële vaste activa en (terugboekingen van) bijzondere waardeverminderingen Bijzondere waardeverminderingen
Gebouwen en bedrijfsmiddelen Onroerend goed aangehouden voor verkoop (projecten in ontwikkeling) Goodwill Overige immateriële vaste activa Overig (Terugboeking van) bijzondere waardeminderingen
Terugboekingen van bijzondere waardeverminderingen
2009
2008
2007
2009
8
19
2
–12
450
93 155 71
41
–7
9 467
338
2009
2008
2007
–14
–4
19
–12
–31
–43
443
–2
9
62 155 71
–31
–4 –61
448
307
15 –4 –3
120 568
157 464
18 15
15 58
–19
Totaal
2007
2008
Afschrijvingen overige immateriële vaste activa
Bijzondere waardeverminderingen op Kredieten worden verantwoord onder Mutatie voorzieningen voor dubieuze debiteuren. Bijzondere waardeverminderingen op beleggingen worden verantwoord onder Opbrengst beleggingen. Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Risicobeheer’ voor nadere informatie met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen. De bijzondere waardeverminderingen op onroerend goed aangehouden voor verkoop (projecten in ontwikkeling) zoals opgenomen voor een groot aantal van de vastgoedontwikkelingsprojecten in Europa, Australië (Waterfront City project) en in de Verenigde Staten. Omstandigheden die tot deze bijzondere waardevermindering hebben geleid zijn de ongunstige economische omstandigheden in alle gebieden welke geresulteerd hebben in lagere verwachte verkoopprijzen, de veranderingen in strategie van ING Real Estate Development waardoor bepaalde projecten niet verder ontwikkeld worden en operationele inefficiënties bij een beperkt aantal projecten. Afschrijvingen immateriële vaste activa heeft betrekking op immateriële vaste activa welke worden opgenomen als onderdeel van de aankoop van maatschappijen. Tot 2007 werden deze geclassificeerd onder ‘Overige bedrijfslasten’. De vergelijkende cijfers over 2007 zijn aangepast om deze gewijzigde presentatie weer te geven. De aanpassing heeft geen invloed op de totale lasten. 45 PERSONEELSKOSTEN Personeelskosten Bancaire activiteiten
Salarissen Lasten met betrekking tot pensioenen en andere personeelsverplichtingen Sociale lasten Op aandelen gebaseerde betalingen Uitzendkrachten Scholing Overige personeelskosten
Verzekeringsactiviteiten
Totaal
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
3.555
3.816
3.646
1.521
2.069
2.050
5.076
5.885
5.696
178 510 58 660 57 195 5.213
104 516 75 1.056 105 252 5.924
159 466 73 668 81 331 5.424
142 161 38 96 8 159 2.125
140 205 49 160 11 206 2.840
48 201 54 160
320 671 96 756 65 354 7.338
244 721 124 1.216 116 458 8.764
207 667 127 828 81 655 8.261
324 2.837
Onder Op aandelen gebaseerde betalingen zijn EUR 65 miljoen (2008: EUR 98 miljoen; 2007: EUR 110 miljoen) op aandelen gebaseerde betalingen opgenomen die worden afgerekend in aandelen en voor een bedrag van EUR 31 miljoen (2008: EUR 26 miljoen; 2007: EUR 17 miljoen) op aandelen gebaseerde betalingen die worden afgerekend in contanten.
190
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Pensioen- en andere personeelskosten Personeelskosten na dienstverband anders dan pensioenen
Pensioenkosten
Kosten huidige dienstjaar Kosten verstreken dienstjaren Rentelasten Verwachte opbrengsten op beleggingen Amortisatie van ongerealiseerde kosten verstreken dienstjaren Amortisatie van ongerealiseerde actuariële resultaten Effect van inkrimping of afrekening Overig Defined benefit plans
Overig
Totaal
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
320
356
408
–8
–2
11
–38
5
–13
274
359
406
20 778
77 787
–86 739
–21 10
11
13
9
4
–1 9
–1 797
77 802
–87 761
–842
–886
–869
–841
–886
–869
–1
–1
–5
4
106
–23
33
1 0
–96 1 239
–140 –12 176
–32 –68 139
81
68
68
320
244
207
1
–1
106
–23
29
–96 –14 272
–140 –18 153
–32 –62 127
–1
–5
–5
–25
5
8
–7 12
15 –8
Defined contribution plans
6 15
Beloning van Senior Management, Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen Verwezen wordt naar toelichting 33 ‘Verbonden partijen’. Optie- en aandelenregeling ING Groep heeft optierechten op aandelen ING en voorwaardelijke rechten op certificaten van aandelen toegekend aan een aantal leidinggevende functionarissen (leden van de Raad van Bestuur, alsmede directeuren en overige door de Raad van Bestuur aangewezen functionarissen) en aan een aanzienlijk aantal medewerkers van ING Groep. Het doel van de optie- en aandelenregeling is, naast het bevorderen van een duurzame groei van ING Groep, het aantrekken, behouden en motiveren van leidinggevende functionarissen en medewerkers. ING Groep houdt eigen aandelen aan om te voldoen aan haar verplichtingen die uit de bestaande optieregeling voortvloeien om het positierisico met betrekking tot de betreffende opties af te dekken (een zogenaamde delta hedge). Per 31 december 2009 worden 35.178.086 eigen aandelen (2008: 32.367.870; 2007: 36.028.881) gehouden in verband met de optieregeling tegenover 122.334.486 uitstaande opties (2008: 87.263.381; 2007: 76.888.553). Hiermee zijn de toegekende optierechten afgedekt (door middel van een zogenaamde delta hedge), rekening houdend met de volgende factoren: uitoefenprijs, beurskoers, de zero-coupon rentevoet, dividendrendement, verwachte volatiliteit en het gedrag van medewerkers. Op vooraf vastgestelde tijdstippen wordt bekeken of de afdekking nog voldoende effectief is. In december 2009 heeft ING Groep een claimemissie van EUR 7,5 miljard afgerond. Uitstaande optierechten en aandelenregelingen zijn aangepast om de impact van de claimemissie weer te geven door middel van een herzieningsfactor welke rekening houdt met het feit dat de uitoefenprijs van de claimemissie lager was dan de reële waarde van de aandelen. Als gevolg hiervan zijn de uitoefenprijzen en de uitstaande optierechten en aandelenregelingen aangepast middels een herzieningsfactor van ongeveer 1,3. Verplichtingen uit hoofde van aandelenregelingen worden niet afgedekt. De verplichtingen uit hoofde van deze regelingen zullen in de toekomst worden voldaan in contanten of in aandelen uit de delta hedgeportefeuille op verzoek van de houder. Op 31 maart 2008 zijn 1.786.762 miljoen aandelen uitgegeven met betrekking tot het onvoorwaardelijk worden van aandelenregelingen. ING Groep N.V. heeft 7.260.000 (certificaten van) gewone aandelen gekocht voor haar delta hedge portefeuille, welke gebruikt wordt voor het afdekken van de opties voor werknemers. De aandelen werden gekocht op de open markt tussen 19 maart en 23 maart 2009 tegen een gemiddelde prijs van EUR 4,24 per aandeel. ING Groep N.V. heeft 5.230.000 (certificaten van) gewone aandelen verkocht voor haar delta hedge portefeuille, welke gebruikt wordt voor het afdekken van de opties voor werknemers. De aandelen werden verkocht op de open markt tussen 2 juni en 5 juni 2009 tegen een gemiddelde prijs van EUR 7,80 per aandeel. ING Groep N.V. heeft 1.450.000 (certificaten van) gewone aandelen verkocht voor haar delta hedge portefeuille, welke gebruikt wordt voor het afdekken van de optie voor werknemers. De aandelen werden verkocht op de open markt op 1 en 2 september 2009 tegen een gemiddelde prijs van EUR 10,53 per aandeel. ING Groep Jaarverslag 2009
191
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
In verband met de claimemissie heeft ING Group 34,3 miljoen claims verkocht die zij ontvangen had op (certificaten van) aandelen die aangehouden werden in de delta hedge portefeuille. Deze wordt gebruikt voor het afdekken van de optierechten voor medewerkers. De claims zijn verkocht door middel van onderhandse plaatsing tegen een gemiddelde prijs van EUR 1,85 per claim. ING Group heeft de opbrengst gedeeltelijk gebruikt voor het financieren van de aankoop van 10,4 miljoen (certificaten van) aandelen tegen een prijs van EUR 6,55 per aandeel. Deze transacties zijn uitgevoerd om de economische positie van de delta hedge van ING Groep te handhaven. Optierechten hebben een looptijd van vijf of tien jaar. Optierechten die niet binnen deze periode worden uitgeoefend, komen te vervallen. Toegekende optierechten zullen geldig blijven tot de uitoefendatum, zelfs na beëindiging van de optieregeling. Aan de optierechten zijn bepaalde voorwaarden verbonden, waaronder een dienstverband gedurende een bepaalde aaneengesloten periode. De uitoefenprijzen van de opties zijn gelijk aan de beurskoers van het aandeel ING Groep op de dag dat de opties worden toegekend. Aan het voorwaardelijke recht op certificaten van aandelen zijn bepaalde voorwaarden verbonden. Als de deelnemer vanaf de datum van ontvangst van het recht drie jaar onafgebroken in dienst blijft bij ING, wordt het recht onvoorwaardelijk. In 2009 zijn geen rechten (2008: 211.049; 2007: 139.113) op certificaten van aandelen verstrekt aan de leden van de Raad van Bestuur, de Bestuursleden van ING Bank en ING Verzekeringen en 6.273.467 rechten (2008: 3.380.706; 2007: 2.415.649) op certificaten van aandelen verstrekt aan leidinggevende functionarissen en overig personeel. De Raad van Bestuur van ING Groep zal ieder jaar vaststellen of, en in welke mate, de optie- en aandelenregeling zal worden voortgezet. Mutaties van de openstaande optierechten (1) Aantal uitstaande opties (in aantallen)
Balanswaarde begin van het jaar Verstrekt Uitgeoefend Vervallen Claimemissie Verlopen Balanswaarde eind van het jaar (1)
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in euro)
2009
2008
2007
2009
2008
2007
87.263.381 14.803.109 –22.757 –5.974.275 28.395.811 –2.130.783 122.334.486
76.888.553 14.905.232 –1.225.856 –3.304.548
74.175.909 12.139.472 –7.163.332 –2.263.496
25,93 3,93 5,33 26,30
26,66 21,85 18,09 28,87
25,99 32,13 19,73 27,68
87.263.381
76.888.553
32,11 17,31
25,93
26,66
De aantallen en bedragen van 2008 en 2007 zijn niet aangepast met de herzieningsfactor voor de claimemissie.
Per 31 december 2009 bestaan de totale openstaande optierechten uit 103.523.988 (2008: 73.826.891) optierechten op aandelen gebaseerde betalingen die worden afgerekend in aandelen en 18.810.498 (2008: 13.436.490) optierechten op aandelen gebaseerde betalingen die worden afgerekend in contanten. De gewogen gemiddelde aandelenkoers op de datum van uitoefening in 2009 was EUR 8,57 (2008: EUR 24,07). Mutaties van de voorwaardelijke optierechten (1) Gewogen gemiddelde reële waarde bij verstrekking (in euro)
Voorwaardelijke opties (in aantallen)
Balanswaarde begin van het jaar Verstrekt Onvoorwaardelijk geworden Vervallen Claimemissie Balanswaarde eind van het jaar (1)
2009
2008
2007
2009
2008
2007
37.867.732 14.803.109 –11.100.675 –2.931.533 11.678.032 50.316.665
38.405.158 14.905.232 –13.173.224 –2.269.434
38.551.921 12.139.472 –10.112.348 –2.173.887
6,03 2,52 6,48 5,67
5,83 5,28 3,49 5,64
4,57 6,52 6,14 5,46
37.867.732
38.405.158
3,52
6,03
5,83
Uitoefenbare Gewogen opties per 31 gemiddelde uitoefenprijs december 2009
Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs
3,18 3,35 4,50 1,73 4,40
9,20 14,20 17,77 22,38 25,83
De aantallen en bedragen van 2008 en 2007 zijn niet aangepast met de herzieningsfactor voor de claimemissie.
Uitstaande en uitoefenbare optierechten 2009 uitoefenprijs in euro’s
18.394.697 7.257.362 11.132.430 35.095.363 28.576.153 21.878.481 122.334.486
0,00 – 5,00 5,00 – 10,00 10,00 – 15,00 15,00 – 20,00 20,00 – 25,00 25,00 – 30,00
192
Aantal uitstaande opties per 31 december 2009
ING Groep Jaarverslag 2009
Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode
3,57 8,76 3,51 6,19 4,02 4,50
2,88 9,17 14,20 17,29 23,38 25,82
6.826.298 10.802.627 17.396.930 15.861.602 21.130.364 72.017.821
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Uitstaande en uitoefenbare optierechten (1) 2008 uitoefenprijs in euro’s
0,00 – 15,00 15,00 – 20,00 20,00 – 25,00 25,00 – 30,00 30,00 – 35,00 35,00 – 40,00 (1)
Aantal uitstaande opties per 31 december 2008
Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs
Uitoefenbare opties per 31 december 2008
5.772.054 9.425.787 28.055.499 15.390.859 23.157.582 5.461.600 87.263.381
4,19 4,70 7,49 2,74 7,71 2,13
12,11 18,69 22,49 28,57 32,46 35,51
5.772.054 9.149.037 14.212.102 14.729.456 71.400 5.461.600 49.395.649
Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs
4,19 4,55 5,83 2,44 2,57 2,13
12,11 18,69 23,22 28,71 33,06 35,51
Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs
5,19 5,55 3,21 3,42 3,59 3,14
12,02 18,47 21,83 28,74 33,08 35,51
De aantallen en bedragen van 2008 zijn niet aangepast met de herzieningsfactor voor de claimemissie.
Uitstaande en uitoefenbare optierechten (1) 2007 uitoefenprijs in euro’s
0,00 – 15,00 15,00 – 20,00 20,00 – 25,00 25,00 – 30,00 30,00 – 35,00 35,00 – 40,00 (1)
Aantal uitstaande opties per 31 december 2007
Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs
Uitoefenbare opties per 31 december 2007
6.236.710 9.773.356 15.180.545 15.338.397 24.726.711 5.632.834 76.888.553
5,19 5,55 6,84 3,46 8,69 3,14
12,02 18,47 23,10 28,72 32,47 35,51
6.236.710 9.773.356 1.556.832 15.206.363 77.300 5.632.834 38.483.395
De aantallen en bedragen van 2007 zijn niet aangepast met de herzieningsfactor voor de claimemissie.
De geaggregeerde intrinsieke waarde van uitstaande en uitoefenbare opties was op 31 december 2009 EUR 74 miljoen en nihil respectievelijk. De totale niet-verantwoorde kosten met betrekking tot opties bedraagt per 31 december 2009 EUR 62 miljoen (2008: EUR 94 miljoen; 2007: EUR 69 miljoen). Van deze kosten wordt verwacht dat ze worden verantwoord over een gemiddelde periode van 1,6 jaar (2008: 1,8 jaar; 2007: 1,7 jaar). Het bedrag aan contanten dat is ontvangen bij het uitoefenen van aandelenopties was nihil (2008: EUR 22 miljoen; 2007: EUR 131 miljoen). De reële waarde van de toegekende opties wordt over de periode waarin de opties onvoorwaardelijk worden onder de personeelskosten verantwoord als last. De reële waarden worden bepaald aan de hand van een Monte Carlo simulatie. In dit model wordt de risicovrije interestvoet (tussen 2,64% en 4,62%) in de berekening meegenomen, evenals de verwachte looptijd van de toegekende opties (5 tot 8 jaar), de uitoefenprijs, de huidige prijs van een aandeel (EUR 2,90– EUR 26,05), de verwachte volatiliteit van de certificaten van aandelen ING Groep (25% – 84%) en verwachte dividenden tussen 0,94% en 8,99%. De bron voor de toegepaste volatiliteiten, gehanteerd bij de waardering van de aandelenopties, is het trading systeem van ING. De gehanteerde volatiliteiten in dit systeem zijn vastgesteld door handelaren van ING en zijn gebaseerd op volatiliteiten welke afgeleid zijn van marktgegevens en niet van historische volatiliteiten. Door verschillen in het tijdstip van het toekennen van de optierechten en de inkoop van eigen aandelen om deze optiepositie af te dekken kunnen verschillen ontstaan indien aandelen worden ingekocht tegen een andere prijs dan de uitoefenprijs van de opties. ING Groep is echter niet voornemens dergelijke posities te creëren en indien posities ontstaan, worden deze zo spoedig mogelijk afgedekt. Indien optierechten vervallen wordt het resultaat op (de verkoop van) de aandelen die waren gekocht om de optierechten af te dekken ten gunste dan wel ten laste van het Eigen vermogen gebracht.
ING Groep Jaarverslag 2009
193
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
Verloop van aandelenregeling (1) Gewogen gemiddelde reële waarde bij verstrekking (in euro)
Aandelen (in aantallen)
Balanswaarde begin van het jaar Verstrekt Rendementeffect Onvoorwaardelijk geworden Vervallen Claimemissie Balanswaarde eind van het jaar (1)
2009
2008
2007
2009
2008
2007
7.792.009 6.273.467 –1.085.987 –1.228.764 –498.553 3.401.501 14.653.673
7.133.714 3.591.755 –451.070 –1.945.092 –537.298
8.373.146 2.554.762 2.463.058 –5.569.061 –688.191
22,60 3,29 32,52 32,63 24,01
27,52 16,74 27,44 27,51 25,92
24,90 19,74 19,35 19,35 26,39
7.792.009
7.133.714
7,53
22,60
27,52
De aantallen en bedragen van 2008 en 2007 zijn niet aangepast met de herzieningsfactor voor de claimemissie.
Per 31 december 2009 bestaat de totale openstaande aandelenregeling uit 10.810.687 (2008: 5.719.281) aandelenregelingen op aandelen gebaseerde betalingen die worden afgerekend in aandelen en 3.842.986 (2008: 2.072.728) aandelenregelingen op aandelen gebaseerde betalingen die worden afgerekend in contanten. De reële waarde van de toegekende aandelen wordt over de periode dat de toegekende aandelen onvoorwaardelijk worden als last in de winst-en-verliesrekening verwerkt onder de Personeelskosten. De reële waarden zijn bepaald aan de hand van een op een Monte Carlo simulatie gebaseerd waarderingsmodel. Dit model houdt rekening met de risicovrije rente, de huidige aandelenkoersen, verwachte volatiliteit en de huidige dividenden van de referentiegroep die wordt gebruikt om ING Groeps totale rendement voor aandeelhouders te bepalen. De totale niet-verantwoorde kosten met betrekking tot aandelen bedragen per 31 december 2009 EUR 41 miljoen (2008: EUR 56 miljoen; 2007: EUR 53 miljoen). Van deze kosten wordt verwacht dat ze worden verantwoord over een gemiddelde periode van 1,8 jaar (2008: 1,8 jaar; 2007: 1,7 jaar). 46 OVERIGE RENTELASTEN Overige rentelasten bestaan voor het grootste deel uit rente in verband met verzekeringsactiviteiten, inclusief rente op de eeuwigdurende achtergestelde leningen. Onder de Overige rentelasten is voor nihil en EUR 86 miljoen betaald dividend op preferente aandelen en trust preferred securities begrepen (2008: EUR 1 miljoen en EUR 94 miljoen; 2007: EUR 7 miljoen en EUR 92 miljoen). Het totaal aan rentebaten en -lasten voor instrumenten niet gewaardeerd tegen reële waarde met waarde mutaties door het resultaat voor 2008 bedroeg respectievelijk EUR 41.856 miljoen (2008: EUR 52.505 miljoen; 2007: EUR 46.900 miljoen) en EUR 22.253 miljoen (2008: EUR 33.507 miljoen; 2007: EUR 31.173 miljoen). Het Totaal netto renteresultaat van EUR 18.445 miljoen wordt gepresenteerd in de volgende regels van de winst-en-verliesrekening. Totaal netto renteresultaat Renteresultaat – Bank 35 Opbrengst uit beleggingen – Verzekeringen 37 Rentelasten
2009
2008
2007
12.375 6.786 –716 18.445
11.042 8.080 –978 18.144
8.976 8.784 –1.102 16.658
47 OVERIGE BEDRIJFSLASTEN Overige bedrijfslasten Bancaire activiteiten
Afschrijvingen op gebouwen en bedrijfsmiddelen Afschrijvingen op software Automatiseringskosten Huisvestingskosten Reis- en verblijfkosten Reclame en public relations Kosten externe adviseurs Portokosten Toevoeging/vrijval van voorzieningen voor reorganisaties en bedrijfsverplaatsingen Overig
194
ING Groep Jaarverslag 2009
Verzekeringsactiviteiten
Totaal
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
365 282 637 679 99 539 401 111
353 103 733 687 163 833 459 130
321 117 561 628 153 759 491 113
84 60 270 476 66 90 289
95 70 297 599 101 204 373
98 104 289 660 102 258 455
449 342 907 1.155 165 629 690 111
448 173 1.030 1.286 264 1.037 832 130
419 221 850 1.288 255 1.017 946 113
339 1.003 4.455
136 627 4.224
434 969 4.546
258 663 2.256
8 836 2.583
11 684 2.661
597 1.666 6.711
144 1.463 6.807
445 1.653 7.207
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
In de overige bedrijfslasten zijn huurbetalingen begrepen van EUR 169 miljoen (2008: EUR 172 miljoen; 2007: EUR 156 miljoen) in verband met operationele leaseovereenkomsten waarin ING Groep de huurder is. In 2009 is in Overige bedrijfslasten EUR 22 miljoen opgenomen met betrekking tot integratiekosten van CitiStreet, EUR 21 miljoen met betrekking tot de verkoop van ING Advisors Network en EUR 59 miljoen met betrekking tot assurantiebelasting. Verder zijn in de overige bedrijfslasten ook kosten opgenomen met betrekking tot deposito garantiestelsel voor het hele bankwezen in Nederland als gevolg van het failliet gaan van DSB Bank en premies voor het depositogarantiestelsel in andere landen. Voor Toevoeging/vrijval van voorzieningen voor reorganisaties en bedrijfsverplaatsingen wordt verwezen naar toelichting 21 ‘Overige schulden’ meer informatie over de reorganisatievoorziening. Geen van de afzonderlijke operationele leaseovereenkomsten heeft een materieel effect op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. De Kosten externe adviseurs bevatten vergoedingen voor audit- en niet-auditdiensten voor accountants van ING Groep. Vergoedingen voor accountants ING Groep Auditvergoedingen Audit-gerelateerde vergoedingen Vergoedingen voor belastingadviezen Overige vergoedingen Totaal
2009
2008
2007
35 6 2 2 45
46 3 3 7 59
61 7 5 2 75
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
159 –1.051 –892
–296 –197 –493
6 133 139
598 –178 420
830 –1.058 –228
1.069 327 1.396
757 –1.229 –472
534 –1.255 –721
1.075 460 1.535
48 BELASTINGEN Belastingen per soort Nederland
Acute belastingen Latente belastingen
Internationaal
Totaal
Aansluiting tussen het gewogen gemiddelde wettelijke en het effectieve belastingpercentage van ING Groep Resultaat voor belastingen Gewogen gemiddeld wettelijk belastingpercentage Gewogen gemiddeld wettelijk belastingbedrag Deelnemingsvrijstelling Andere vrijgestelde inkomsten Niet-aftrekbare kosten Impact op latente belasting door wijzigingen in belastingpercentages Latente belastingbate gerelateerd aan niet eerder verantwoorde bedragen Acute belastingbate gerelateerd aan niet eerder verantwoorde bedragen Afboeking/terugdraaiing van latente belastingvoordelen Aanpassingen voorgaande boekjaren Effectief belastingbedrag Effectief belastingpercentage
2009
2008
2007
–1.525 36,3% –554
–1.487 49,9% –742
11.043 28,7% 3.169
–135 –227 47
69 –210 106 –25
546 –117 –472
360 –279 –721
–814 –577 93 –9 –64 –222 8 –49 1.535
30,9%
48,5%
13,9%
–32
Het gewogen gemiddelde statutaire belastingpercentage is afgenomen in 2009 vergeleken met 2008, dit werd veroorzaakt doordat een kleiner deel van de verliezen, vergeleken met 2008, geleden was in jurisdicties met een hoog belastingtarief. Het gewogen gemiddelde statutaire belastingpercentage is significant toegenomen in 2008 vergeleken met 2007, dit werd veroorzaakt door het feit dat de meeste verliezen in 2008 geleden werden in jurisdicties met een hoog belastingtarief. Het effectieve belastingpercentage was in 2009 lager dan het gewogen gemiddelde statutaire belastingpercentage wat resulteert in een lager belastingvoordeel voor het verlies vóór belasting. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de afname van de boekwaarde van de latente belastingvorderingen en de niet-aftrekbare kosten het van belastingvrijgestelde resultaat overschrijdt en door vrijval van belastingvoorzieningen. Het effectieve belastingpercentage was is 2008 iets lager dan het gewogen gemiddelde statutaire belastingpercentage. De voornaamste redenen hiervoor zijn vrijgestelde inkomsten en vrijvallen van belastingvoorzieningen, welke deels gemitigeerd werden door nietaftrekbare kosten en een afname van de latente belastingvorderingen. ING Groep Jaarverslag 2009
195
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van ING Groep (vervolg)
49 RESULTAAT PER GEWOON AANDEEL Resultaat per gewoon aandeel Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen tijdens het boekjaar (in miljoenen)
Bedrag (in miljoenen euro’s)
Nettoresultaat Toekenning aan kernkapitaaleffecten zonder stemrecht (1) Impact claimemissie (2) Gewoon resultaat
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
–935
–729
9.241
2.102,9
2.042,7
2.141,1
–0,44
–0,36
4,32
–729
9.241
583,1 2.686,0
617,5 2.660,2
647,2 2.788,3
–0,57
–0,27
3,31
5,7 5,7
1,0 1,0
4,2 16,0 20,2
2.691,7
2.661,2
2.808,5
–0,57
–0,27
3,29
–605 –1.540
Verwateringseffect Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Warrants Optie- en aandelenregeling
Verwaterde resultaat
Per gewoon aandeel (in euro’s)
–1.540
–729
9.241
Het bedrag van EUR 605 miljoen voor 2009 bestaat uit de coupon (EUR 259 miljoen) en de terugbetalingsvergoeding (EUR 346 miljoen) met betrekking tot de terugbetaling van EUR 5 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht. De coupon in 2008 van EUR 425 miljoen, betaald op de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht, had geen impact op het gewoon resultaat. (2) De claimemissie welke op 15 december 2009 is afgewikkeld heeft een effect op het gewone resultaat en het verwaterde resultaat per aandeel zoals gedefinieerd door IFRS. Alle gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen voor de claimemissie zijn herzien waarbij een herzieningsfactor van 1,3 is gehanteerd welke rekening houdt met het feit dat de uitoefenprijs van de claimemissie lager is dan de reële waarde van de aandelen. Het verwateringseffect van de effecten is ook aangepast. (1)
Het verwaterde resultaat per aandeel wordt berekend alsof de aan het eind van het boekjaar uitstaande opties en warrants aan het begin van het boekjaar zijn uitgeoefend. Tevens wordt verondersteld dat na uitoefening van de opties en warrants en conversie van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht ontvangen opbrengsten door ING Groep worden gebruikt om eigen aandelen tegen de gemiddelde beurskoers gedurende het boekjaar in te kopen. De toename van het aantal aandelen als gevolg van de uitoefening van warrants en opties en conversie van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht wordt opgeteld bij het gemiddeld aantal aandelen dat wordt gebruikt bij de berekening van het verwaterde resultaat per aandeel. De mogelijke conversie van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht heeft een tegengesteld verwateringseffect op de berekening van het resultaat per aandeel (het verwaterde resultaat per aandeel wordt minder negatief dan het gewoon resultaat per aandeel) in 2009 en 2008. Derhalve is geen rekening gehouden met de mogelijke conversie bij vaststelling van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen voor de berekening van het verwaterd resultaat per aandeel in deze jaren. 50 DIVIDEND PER GEWOON AANDEEL Dividend per gewoon aandeel Per gewoon aandeel (in euro’s) Totaal vastgesteld dividend (in miljoenen euro’s) (1)
2009(1)
2008
2007
0,00 0
0,74 1.500
1,48 3.180
e Raad van Bestuur heeft, met goedkeuring van de Raad van Commissarissen, een dividendvoorstel gedaan van EUR 0,00 per aandeel in 2009, dat zal worden D voorgesteld aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
In 2009 is een coupon van EUR 259 miljoen betaald aan de Nederlandse overheid als onderdeel van de terugbetaling van de EUR 5 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht. In 2008 was per kernkapitaaleffect zonder stemrecht een coupon van EUR 0,425 betaald aan de Nederlandse overheid, onder de voorwaarde dat kapitaaltoereikendheidspositie van ING Groep toereikend was en bleef na de betaling volgens De Nederlandsche Bank. Het totale bedrag van EUR 425 miljoen is verwerkt als een verplichting per 31 december 2008. Het bedrag was betaald op 12 mei 2009.
196
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Gesegmenteerde informatie bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
51 OPERATIONELE SEGMENTEN ING Groep past IFRS 8 toe met ingang van 1 januari 2009. IFRS 8 vereist dat operationele segmenten onderscheiden worden op basis van interne rapportages van de onderdelen van ING Groep welke periodiek beoordeeld worden door de hoogstgeplaatste functionaris die belangrijke operationele beslissingen neemt om zo middelen toe te kennen aan en de financiële prestaties te beoordelen van de operationele segmenten van een entiteit. De vorige standaard (IAS 14 ‘Segment Reporting’) daarentegen vereiste dat een onderneming twee soorten segmenten (bedrijfs- of geografisch segment) onderscheidde, gebaseerd op het rendements- en risicoprofiel, waarbij het systeem van interne financiële rapportage aan managers op sleutelposities, zoals gehanteerd door de onderneming diende als het startpunt voor onderscheid van deze segmenten. De indeling van de rapporterende segmenten binnen ING Groep is ongewijzigd als gevolg van de toepassing van IFRS 8. De operationele segmenten van ING Groep hebben betrekking op de indeling van de interne bedrijfsvoering naar divisies. De divisies zijn Retail Banking, ING Direct, Commercial Banking, Insurance Europe, Insurance Americas en Insurance Asia/Pacific. Tot 2008 heette het operationele segment Commercial Banking Wholesale Banking. De samenstelling van het segment blijft ongewijzigd. Onder Overige zijn hoofdzakelijk activiteiten opgenomen die niet direct toe te rekenen zijn aan de divisies. De Raad van Bestuur bepaalt de prestatiedoelstellingen en autoriseert en bewaakt de budgetten die zijn voorbereid door de divisies. Het management van de divisies bepaalt, in overeenstemming met de strategie en prestatiedoelstellingen zoals geformuleerd door de Raad van Bestuur, het strategische, commerciële en financiële beleid van de divisies. Voor een operationeel segment worden dezelfde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gehanteerd als beschreven in Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep. Als verrekenprijzen voor transacties tussen divisies worden de prijzen gehanteerd die zouden ontstaan onder marktomstandigheden (‘at arm’s length’). Overheadkosten van het hoofdkantoor worden aan de divisies toegerekend op basis van de tijdsbesteding van het personeel op het hoofdkantoor, op basis van het relatieve aantal personeelsleden, of op basis van de baten en/of de activa van het operationele segment. De Corporate Line Banking en de Corporate Line Insurance zijn beide opgenomen in Overige. Dit zijn geen aparte rapporterende segmenten omdat zij niet classificeren als operationele segmenten die bedrijfsactiviteiten uitoefenen waaruit opbrengsten kunnen worden verdiend en waarbij kosten kunnen worden gemaakt. De Corporate Line Banking is een afspiegeling van de kapitaalbeheeractiviteiten en van bepaalde kosten welke niet gealloceerd kunnen worden aan bancaire activiteiten. ING Groep past voor haar bancaire activiteiten een systeem toe waarbij een doorbelasting op basis van het kapitaal plaatsvindt, wat het mogelijk maakt om de business units wereldwijd te vergelijken, ongeacht hun boekwaarde en de valuta waarin zij opereren. ING Groep heeft de gedragslijn dat eigen vermogen lokaal alleen geïnvesteerd mag worden tegen de lokale-risicovrije rentevoet. Bancaire business units worden doorbelast vanuit de Corporate Line voor het resultaat dat zij behaald hebben op het geïnvesteerde vermogen en krijgen een vergoeding gebaseerd op de risicovrije euro rentevoet op het geïnvesteerde economische kapitaal. Hieruit volgt dat de resultaten van de segmenten zoals toegelicht de lokale resultaten na de doorbelasting van overheadkosten vanuit de Groep zijn, terwijl het rendement op het eigen vermogen gebaseerd is op de risicovrije euro rentevoet van het economisch kapitaal. De Corporate Line Insurance bestaat uit zaken zoals die gerelateerd aan kapitaalbeheer, winsten op beursgenoteerde beleggingen (rekeninghoudend met bijzondere waardeverminderingen) en afwikkeling van portefeuilles. Alle opbrengsten uit beleggingen in aandelen, rekening houdend met bijzondere waardeverminderingen, gerealiseerd in de business units, worden overgeheveld naar de Corporate Line. In ruil daarvoor ontvangen de business units een vast rendement van 3% over deze beleggingen. Het verschil wordt gepresenteerd in de Corporate Line. ING Groep beoordeelt de resultaten van haar operationele segmenten gebruikmakend van het onderliggende resultaat voor belastingen als prestatiemaatstaf. De informatie zoals toegelicht in deze toelichting is in overeenstemming met de informatie welke verstrekt wordt aan de Raad van Bestuur. Onderliggende resultaat voor belastingen wordt gedefinieerd als IFRS resultaat voor belastingen exclusief desinvesteringen en bijzondere posten. De volgende tabel specificeert de belangrijkste inkomstenbronnen van de segmenten: Specificatie van de belangrijkste inkomstenbronnen van de segmenten Segment Belangrijkste inkomstenbron Retail Banking Baten van retail en private banking activiteiten. De belangrijkste aangeboden producten zijn spaarrekeningen en hypotheken. ING Direct Baten uit directe retail banking activiteiten. De belangrijkste aangeboden producten zijn spaarrekeningen en hypotheken. Baten uit wholesale banking activiteiten. Een volledige range van producten wordt aangeboden van cash management tot Commercial Banking corporate finance. Commercial Banking bestaat ook uit ING Real Estate. Baten van levensverzekeringen, niet-levensverzekeringen, investment management, asset management en Insurance Europe pensioenverzekeringsactiviteiten in Europa. Baten van levensverzekeringen, investment management, asset management en pensioenverzekeringsactiviteiten in de Insurance Americas Verenigde Staten en Latijns-Amerika. Insurance Asia/Pacific Baten van levensverzekeringen, investment management, asset management en pensioenverzekeringsactiviteiten in Azië/Pacific.
ING Groep Jaarverslag 2009
197
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Gesegmenteerde informatie (vervolg)
Deze toelichting geeft geen informatie over de baten gespecificeerd per product of dienst aangezien dit intern niet wordt gerapporteerd en dus niet direct beschikbaar is. Operationele segmenten Retail Banking
2009
Onderliggende baten: – Bruto premieinkomen – Netto renteresultaat – bancaire activiteiten – Provisiebaten – Totale beleggings- en overige baten Totaal onderliggende baten Onderliggende lasten: – Verzekeringtechnische lasten – Bedrijfslasten – Overige rentelasten – Mutatie voorzieningen dubieuze debiteuren – Overige bijzondere waardeverminderingen Totaal onderliggende lasten Onderliggend resultaat voor belasting Belastingen Minderheidsbelangen Onderliggend nettoresultaat
ING Direct
Commercial Banking
Insurance Europe
Insurance Insurance Americas Asia/Pacific
9.750
13.973
6.422
Totaal Overige segmenten
Eliminaties
Totaal
34
30.179
30.179
–155
12.539 4.479
–164
12.375 4.479
5.737 1.332
3.136 167
3.821 1.185
494
1.194
107
170
–1.541
–318
2.390
1.095
1.089
1.436
4.321
–3.161
1.160
7.239
1.762
4.688
12.634
16.262
7.618
1.315
51.518
–3.325
48.193
4.708
1.663
2.350
10.163 1.503 318
14.365 1.611 225
5.877 599 922
33 358 2.576
30.438 12.792 4.041
–3.325
30.438 12.792 716
997
765
1.211
433
2.973
2.973
132
565
565
5.705
2.428
3.994
11.984
16.201
7.398
3.099
50.809
–3.325
47.484
1.534 328 17
–666 –252
694 186 –158
650 135 27
61 146 6
220 80 2
–1.784 –544 –12
709 79 –118
709 79 –118
1.189
–414
666
488
–91
138
–1.228
748
748
Hoewel de voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen voor het bedrijfssegment Insurance Americas toereikend zijn op een betrouwbaarheidsniveau van 50%, bestaat een ontoereikendheid voor een netto-voorziening wanneer een conservatief betrouwbaarheidsniveau van 90% wordt gehanteerd. In overeenstemming met het beleid van de Groep, neemt dit bedrijfssegment maatregelen om de toereikendheid van haar voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen te verbeteren. Tegenover deze ontoereikendheid staan voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen in andere segmenten die wel toereikend zijn, waardoor op Groepsniveau de voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen toereikend zijn bij een conservatief betrouwbaarheidsniveau van 90%. Aansluiting tussen IFRS en Onderliggende baten, lasten en nettoresultaat 2009
Baten
Lasten
Nettoresultaat
Onderliggend
48.193
47.484
748
Desinvesteringen Bijzondere posten IFRS zoals toegepast door ING Groep
840 –1.268 47.765
754 1.052 49.290
76 –1.759 –935
Desinvesteringen in 2009 geven voornamelijk de netto-impact weer van de verkoop van 70%-belang ING Groep in ING Canada, de Bedrijfspensionsfondsportefeuille van Nationale Nederlanden, de lijfrente- en hypotheekactiviteiten in Chili, drie onafhankelijke Amerikaanse retail broker-dealer units (driekwart van ING Advisors Network) en ING Australia Pty Limited. Bijzondere posten in 2009 bestaan voornamelijk uit de netto-impact van het transactieresultaat op de steunfaciliteit voor illiquide activa, waaronder de aanvullende betalingen uit hoofde van de steunfaciliteit voor illiquide activa als onderdeel van de overeenkomst met de Europese Commissie van EUR 1,3 miljard (EUR 930 miljoen na belasting) en herstructureringskosten. Bijzondere waardeverminderingen op beleggingen zijn gepresenteerd onder Opbrengst beleggingen, wat onderdeel is van Totaal baten. In 2009 zijn de totale bijzondere waardevermindering van EUR 2.485 miljoen opgenomen in de volgende bedrijfssegmenten: nihil in Retail Banking, EUR 1.393 miljoen in ING Direct, EUR 130 miljoen in Commercial Banking, EUR 244 miljoen in Insurance Europe, EUR 501 miljoen in Insurance Americas, EUR 12 miljoen in Insurance Asia/Pacific en EUR 205 miljoen in Overige.
198
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Gesegmenteerde informatie (vervolg)
Operationele segmenten 2008
Onderliggende baten: – Bruto premieinkomen – Netto renteresultaat – bancaire activiteiten – Provisiebaten – Totale beleggings- en overige baten Totaal onderliggende baten Onderliggende lasten: – Verzekeringtechnische lasten – Bedrijfslasten – Overige rentelasten – Mutatie voorzieningen dubieuze debiteuren – Overige bijzondere waardeverminderingen Totaal onderliggende lasten Onderliggend resultaat voor belasting Belastingen Minderheidsbelangen Onderliggend nettoresultaat
Retail Banking
ING Direct
Commercial Banking
Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Overige
Totaal segmenten
10.194
18.935
8.591
40
37.760
Eliminaties
Totaal
37.760
5.556 1.535
2.517 150
3.240 1.213
1.201
116
–228 3
11.085 4.709
–43
491
11.042 4.709
308
–1.790
–346
3.804
2.903
2.730
1.028
8.637
–2.861
5.776
7.399
877
4.107
14.489
23.039
11.437
843
62.191
–2.904
59.287
5.307
1.719
2.840
11.559 1.764 513
22.022 1.753 222
10.017 702 719
6 73 2.428
43.604 14.158 3.882
–2.904
43.604 14.158 978
401
283
596
62
2
1.280
1.280
134
198
198
5.708
2.002
3.498
13.838
23.997
11.438
2.641
63.122
–2.904
60.218
1.691 355 36
–1.125 –394 2
609 193 –107
651 159 –6
–958 –240 5
–1 20 19
–1.798 –658 –11
–931 –565 –62
–931 –565 –62
1.300
–733
523
498
–723
–40
–1.129
–304
–304
Aansluiting tussen IFRS en Onderliggende baten, lasten en nettoresultaat 2008
Onderliggend Desinvesteringen Bijzondere posten IFRS zoals toegepast door ING Groep
Baten
Lasten
Nettoresultaat
59.287
60.218
–304
7.004
7.167 393 67.778
–97 –328 –729
66.291
Desinvesteringen in 2008 hebben voornamelijk betrekking op de verkoop van de Chileense health activiteiten (ING Salud), wat onderdeel was van de Mexicaanse activiteiten (ING Seguros SA) en de Taiwanese levensverzekeringsactiviteiten (ING Life Taiwan). Bijzondere posten in 2008 bestaan uit de nationalisatie van de lijfrente-activiteiten in Argentinië, het samenvoegen van ING Bank en Postbank en de afwikkeling van Postkantoren. Bijzondere waardeverminderingen op beleggingen zijn gepresenteerd onder Opbrengst beleggingen, wat onderdeel is van Totaal baten. In 2008 zijn de totale bijzondere waardevermindering van EUR 4,820 miljoen opgenomen in de volgende bedrijfssegmenten: EUR 4 miljoen in Retail Banking, EUR 1.891 miljoen in ING Direct, EUR 267 miljoen in Commercial Banking, EUR 241 miljoen in Insurance Europe, EUR 692 miljoen in Insurance Americas, EUR 223 miljoen in Insurance Asia/Pacific en EUR 1.502 miljoen in Overige.
ING Groep Jaarverslag 2009
199
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Gesegmenteerde informatie (vervolg)
Operationele segmenten Retail Banking
2007
Onderliggende baten: – Bruto premieinkomen – Netto renteresultaat – bancaire activiteiten – Provisiebaten – Totale beleggings- en overige baten Totaal onderliggende baten Onderliggende lasten: – Verzekeringtechnische lasten – Bedrijfslasten – Overige rentelasten – Mutatie voorzieningen dubieuze debiteuren – Overige bijzondere waardeverminderingen Totaal onderliggende lasten Onderliggend resultaat voor belasting Belastingen Minderheidsbelangen Onderliggend nettoresultaat
ING Direct
Commercial Banking
Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Overige
Totaal segmenten
10.253
19.156
9.347
46
38.802
Eliminaties
Totaal
38.802
5.378 1.591
1.932 98
1.748 1.235
978
120
3 9
9.061 4.507
–60
476
9.001 4.507
486
166
1.818
4.626
4.280
1.007
3.804
16.187
–1.838
14.349
7.455
2.196
4.801
15.355
24.414
10.474
3.862
68.557
–1.898
66.659
4.855
1.598
2.884
11.205 1.726 582
20.825 1.705 327
9.181 690 175
53 292 1.910
41.264 13.750 2.994
–1.898
41.264 13.750 1.096
1
125
125
–5
–3
–3
198
68
–142
2 5.053
1.666
2.742
13.515
22.857
10.046
2.251
58.130
–1.898
56.232
2.402 532 44
530 105
2.059 262 68
1.840 252 16
1.557 410 8
428 120 44
1.611 –229 –21
10.427 1.452 159
10.427 1.452 159
1.826
425
1.729
1.572
1.139
264
1.861
8.816
8.816
Per 31 december 2007 had het bedrijfssegment Insurance Asia/Pacific bij een conservatief betrouwbaarheidsniveau van 90% ontoereikende voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen. Tegenover deze ontoereikendheid staan reserves in andere segmenten die wel toereikend zijn, waardoor op Groepsniveau de reserves toereikend zijn bij een conservatief betrouwbaarheidsniveau van 90%. Als gevolg van de overeenkomst om ING Life Taiwan te verkopen, is de ontoereikendheid in Insurance Asia/Pacific niet langer aanwezig per 31 december 2008. Aansluiting tussen IFRS en Onderliggende baten, lasten en nettoresultaat 2007
Baten
Lasten
Nettoresultaat
Onderliggend
66.659
56.232
8.816
Desinvesteringen Bijzondere posten IFRS zoals toegepast door ING Groep
9.971 –44 76.586
8.865 446 65.543
795 –370 9.241
Desinvesteringen in 2007 bestaan hoofdzakelijk uit de verkoop van NRG en de verkoop van de Belgische brokeractiviteiten. Bijzondere posten in 2007 hebben betrekking op de reorganisatie van Oyak Bank en het samenvoegen van ING Bank en Postbank. Rentebaten (extern) en rentelasten (extern) per divisie 2009
Rentebaten Rentelasten
200
ING Groep Jaarverslag 2009
Retail Banking
ING Direct
Commercial Banking
Insurance Europe
16.412 8.903 7.509
10.532 7.451 3.081
52.051 48.743 3.308
2.443 43 2.400
Insurance Insurance Americas Asia/Pacific
3.579 284 3.295
658 3 655
Overig
Totaal
1.458 3.261 –1.803
87.133 68.688 18.445
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Gesegmenteerde informatie (vervolg)
Rentebaten (extern) en rentelasten (extern) per divisie 2008
Rentebaten Rentelasten
Retail Banking
ING Direct
Commercial Banking
Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Overig
Totaal
15.754 12.792 2.962
13.293 10.501 2.792
67.834 60.855 6.979
2.543 87 2.456
4.311 333 3.978
912 4 908
444 2.375 –1.931
105.091 86.947 18.144
Retail Banking
ING Direct
Commercial Banking
Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Overig
Totaal
15.068 12.442 2.626
12.040 9.963 2.077
49.753 43.583 6.170
3.026 85 2.941
4.603 376 4.227
975 4 971
68 2.422 –2.354
85.533 68.875 16.658
Rentebaten (extern) en rentelasten (extern) per divisie 2007
Rentebaten Rentelasten
52 INFORMATIE OVER GEOGRAFISCHE GEBIEDEN De zes divisies van ING Groep zijn actief in zeven belangrijke geografische gebieden: Nederland, België, Overig Europa, Noord-Amerika, Latijns-Amerika, Azië en Australië. ING Groep is statutair gevestigd in Nederland. De bijdragen aan de baten van de geografische gebieden zijn gebaseerd op de herkomst van inkomsten. Een geografisch segment is een onderscheidbaar onderdeel van de Groep dat producten verkoopt of diensten verleent in een geografisch gebied dat een van andere geografische gebieden afwijkend rendements- en risicoprofiel heeft. De geografische analyses zijn gebaseerd op de locatie van het kantoor waar de transacties zijn geïnitieerd. Geografische gebieden Nederland
België
Overig Europa
NoordAmerika
LatijnsAmerika
Azië
Australië
Overig
Eliminaties
Totaal
Totaal baten
13.165
4.569
7.658
15.222
1.210
8.322
838
–150
–3.069
47.765
Totale activa
526.248
156.059
317.312
291.658
15.671
80.594
33.889
28.871
–286.659
1.163.643
Nederland
België
Overig Europa
NoordAmerika
LatijnsAmerika
Azië
Australië
Overig
Eliminaties
Totaal
Totaal baten
13.888
4.070
7.942
24.958
2.498
14.224
786
–513
–1.562
66.291
Totale activa
740.436
173.064
428.722
290.340
25.199
108.074
37.124
45.139
–516.435
1.331.663
Nederland
België
Overig Europa
NoordAmerika
LatijnsAmerika
Azië
Australië
Overig
Eliminaties
Totaal
Totaal baten
16.263
5.149
7.151
27.777
3.364
14.303
1.025
3.526
–1.972
76.586
Totale activa
676.676
177.716
363.178
313.263
23.631
89.079
40.915
36.243
–408.191
1.312.510
2009
Geografische gebieden 2008
Geografische gebieden 2007
ING Groep Jaarverslag 2009
201
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
53 NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN Informatie over verkochte en gekochte ondernemingen is opgenomen in de toelichting 30 ‘Aankoop en verkoop van maatschappijen’. 54 RENTE EN DIVIDEND BEGREPEN IN NETTO KASSTROOM Ontvangen en betaalde rente en dividend Ontvangen rente Betaalde rente
Ontvangen dividend Betaald dividend
2009
2008
2007
89.229 –69.274 19.955
103.534 –84.061 19.473
82.707 –66.463 16.244
218 –1.030
730 –3.207
820 –3.039
55 LIQUIDITEITEN Liquiditeiten Kortlopend schatkistpapier Bankiers Liquide middelen en tegoeden bij centrale banken Liquiditeiten eind van het jaar
2009
2008
2007
3.182 2.387 15.390 20.959
7.009 2.217 22.045 31.271
4.130 –33.347 12.406 –16.811
2009
2008
2007
2.284
2.770
1.806
898 3.182
4.239 7.009
2.324 4.130
2009
2008
2007
–12.334 14.721 2.387
–13.738 15.955 2.217
–42.154 8.807 –33.347
–71.901 28.676 –43.225
–138.527 32.492 –106.035
–124.818 40.068 –84.750
–84.235 43.397 –40.838
–152.265 48.447 –103.818
–166.972 48.875 –118.097
Kortlopend schatkistpapier begrepen in liquiditeiten Kortlopend schatkistpapier begrepen in activa aangehouden voor handelsdoeleinden Kortlopend schatkistpapier begrepen in voor verkoop beschikbare beleggingen
Bankiers Verantwoord in liquiditeiten – bedragen te betalen aan bankiers – bedragen te vorderen van bankiers
Niet verantwoord in liquiditeiten – bedragen te betalen aan bankiers – bedragen te vorderen van bankiers
Verantwoord in de balans – bedragen te betalen aan bankiers – bedragen te vorderen van bankiers
Onder liquiditeiten zijn bedragen te betalen/te vorderen begrepen die op het moment van verkrijgen en looptijd hebben korter dan drie maanden. Het risicobeheer (inclusief liquiditeitsbeheer) is uiteengezet in de paragraaf ‘Risicobeheer’.
202
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer
Inhoud Opbouw van de Risicoparagraaf Risicobeheer in 2009 ING Groep Risicobouwwerk Financieel Risicoprofiel ING Groep ING Bank Risicoprofiel ING Bank ING Bank – Kredietrisico ING Bank – Marktrisico ING Bank – Liquiditeitsrisico ING Verzekeringen Risicoprofiel ING Verzekeringen ING Verzekeringen – Marktrisico ING Verzekeringen – Verzekeringstechnisch risico ING Verzekeringen – Kredietrisico ING Groep – niet-financiële risico’s Operationele risico’s Compliancerisico Modeltoelichtingen
204 208 208 210 215 215 216 222 231 233 234 235 238 240 242 242 245 249
ING Groep Jaarverslag 2009
203
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Risicobeheer bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven Risicobeheer in 2009
RISICOBEHEER IN 2009 Het nemen van afgewogen risico’s vormt onderdeel van de bedrijfsvoering van ING. Als financiële dienstverlener in bankieren, beleggen, levensverzekeringen en pensioenen ziet ING zich geconfronteerd met diverse risico’s. Om zeker te stellen dat die risico’s weloverwogen worden genomen, heeft ING de risicobeheeractiviteiten in de dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de strategische planning geïntegreerd. Ter ondersteuning formuleert Risk Management de risicotolerantie, de risicostrategieën, het risicobeleid en de risicolimieten. De afdeling verzorgt evaluaties, toezicht en ondersteuning voor risicoaangelegenheden voor de hele Groep. De belangrijkste financiële risico’s waaraan ING Groep blootgesteld is zijn kredietrisico (inclusief transferrisico), marktrisico (inclusief rente-, aandelen-, vastgoed- en valutarisico), verzekeringstechnisch risico en liquiditeitsrisico. Daarnaast ziet ING Groep zich geconfronteerd met niet-financiële risico’s. Hieronder vallen onder meer het operationele risico en het compliancerisico. De manier waarop ING Groep het beheer van deze risico’s op dagbasis verzorgt, is het onderwerp van deze risicoparagraaf. Ook in 2009 lag de nadruk weer op risicovermindering en schuldafbouw. Desondanks zijn er ook diverse methodologie updates gerealiseerd, en gebaseerd op de ervaring van de voorgaande twee jaar was stresstesting daarin een belangrijk zwaartepunt. Naast de reguliere stresstesten zijn ook voor de planning op de middellange termijn stresstesten gebruikt. Verder wordt het economisch kapitaalmodel voor kredietrisico geactualiseerd en meer afgestemd op het wettelijk vereiste kapitaal raamwerk, wat diversificatievoordelen uitsluit. Het aangepaste model wordt in 2010 geïmplementeerd. Ook voor de risicotolerantie is het kader herzien en beter afgestemd op de streefdoelen voor de kapitaalratio’s. Tot slot was de meest opvallende wijziging in het risicobouwwerk in 2009 de oprichting van het Risk Committee. Het Risk committee is een subcommissie van de Raad van Commissarissen, en houdt zich speciaal bezig met zaken als het risicobouwwerk, het algehele risicobeleid en het vaststellen van risicotolerantie. MARKTONTWIKKELINGEN IN 2009 Na de crisis van 2008 zijn de financiële markten in 2009 aanzienlijk verbeterd, met uitzondering van direct en indirect onroerend goed beleggingen. De volatiliteit werd fors minder: eind 2009 was het volatiliteitsniveau weer vergelijkbaar met de eerste helft van 2008. Van de meeste belangrijke vermogenscategorieën herstelden ook de koersen over de hele wereld sterk. Aandelenmarkten boekten forse terreinwinst: de S&P 500 steeg op jaarbasis met 23% en de AEX met 36%. De vastgoedprijzen stonden daarentegen nog altijd onder druk: ultimo 2009 lag de belangrijkste vastgoedindex van de Verenigde Staten, de S&P Case-Shiller, 3% lager dan eind 2008. In december 2009 was de prijsindex van Nederlandse koopwoningen, zoals gerapporteerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster, 5.3% lager dan in december 2008. Deze afname had betrekking op alle typen koopwoningen en alle Nederlandse provincies. Daarnaast, na de vergroting van de creditspreads in 2008, was in 2009 weer sprake van een daling van de spreads in de financiële sector en het bedrijfsleven, zowel in de Verenigde Staten als in Europa. In deze beide regio’s is de korte rente in de loop van 2009 verder gedaald, met uitzondering van 3-maands Amerikaans schatkistpapier, dat op een niveau net boven nul bleef. Lange termijn rente percentages stegen in de Verenigde Staten maar nam in Europa licht af ten opzichte van eind 2008. Risicovermindering Vooruitlopend op een verdere neerwaartse ontwikkeling van de markten in 2009 heeft ING aanvullende maatregelen getroffen om het risico in alle belangrijke vermogenscategorieën te verminderen. Het proces van risicoafbouw dat in 2008 was ingezet, is in 2009 verder voortgezet en versneld. Ten tweede is door de afbouw van de schuldpositie het risico verlaagd in de vorm van een balansverkorting. Met het Back to Basics-initiatief is het risico nog verder verminderd: activiteiten werden verkocht en de nadruk kwam steeds duidelijker op de kernactiviteiten en -markten van ING te liggen. De verkortingsinspanningen voor de balans van het bankbedrijf zijn al in 2008 ingezet (EUR 41 miljard), maar in de loop van 2009 is de balans nog verder ingekort met EUR 153 miljard. Het streefdoel van EUR 108 miljard is daarmee gehaald. De balansverkorting was ook duidelijk zichtbaar is de ‘beschikbaar voor verkoop’-portefeuille, die in 2009 EUR 45 miljard lager werd. De verlaging is gerealiseerd door aflopende obligatieleningen en vervroegde aflossingen, maar ook door diverse herrubriceringen naar de categorieën Bankiers en Kredieten. Van de ‘beschikbaar voor verkoop’-positie van ING Bank onderging EUR 22,8 miljard een herrubricering naar leningen en voorschotten. Daarvan houdt EUR 13,3 miljard verband met ABS-effecten en EUR 9,5 miljard met posities in gedekte obligatieleningen. De herrubricering is in januari 2009 uitgevoerd. In January 2009 zijn ING en de Nederlandse staat de steunfaciliteit voor illiquide activa aangegaan. Deze overeenkomst heeft geresulteerd in het feit dat een EUR 15,2 miljard van de ‘beschikbaar voor verkoop’ positie niet meer in de balans hoefde te worden opgenomen. In het begin van het tweede kwartaal heeft ING verzekeringen EUR 6,1 miljard geherrubriceerd van ‘beschikbaar voor verkoop’ categorie naar de categorie Kredieten. Van ING Direct is de beleggingsportefeuille verlaagd en is de nadruk verschoven naar zelf verstrekte activa. Behalve dat de herwaarderingsreserve in 2009 aanzienlijk is verbeterd, is ING ook minder gevoelig geworden voor veranderingen in de herwaarderingsreserve. Door de combinatie van balansverkorting en verbetering van het IFRS-vermogen is de hefboom verbeterd van 35,3 op 31 december 2008 tot 27,8 op 31 december 2009. De nadruk lag in 2009 daarnaast op het bedwingen van de naar risico gewogen activa. Veranderingen in de kredietkwaliteit (‘credit migration’) door verlaging van de kredietbeoordeling van tegenpartijen zorgden voor hogere risicowegingen en vereisten daardoor meer wettelijk kapitaal. Om die toename van de naar risico gewogen activa in te perken, heeft ING diverse stappen ondernomen ter terugdringing van de risico’s. Een eerste, zeer belangrijke stap was de steunfaciliteit voor illiquide activa waarover ING en de Nederlandse Staat het begin 2009 eens werden. Die steunfaciliteit betreft de Alt-A woninghypotheekportefeuille (Alt-A RMBS) van ING. De Nederlandse Staat is door de transactie economisch eigenaar geworden van 80% van de Alt-A RMBS-portefeuille. De transactie is aangegaan voor 90% van de nominale waarde ultimo 2008 (op dat moment circa EUR 30 miljard). ING blijft voor 20% blootgesteld aan
204
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Risicobeheer in 2009
het resultaat van de Alt-A RMBS-portefeuilles en blijft tevens juridisch eigenaar van de effecten (100%). Als zodanig heeft de transactie de onzekerheid van de invloed van mogelijke toekomstige verliezen ingrijpend verlaagd. Als gevolg van de steunfaciliteit wordt 80% van de Alt-A RMBS portefeuille onder IFRS niet langer in de portefeuille opgenomen. In verband hiermee is 80% van de negatieve herwaarderingsreserve voor de effecten teruggenomen en steeg het eigen vermogen met EUR 4,6 miljard. De naar risico gewogen activa zijn hierdoor eveneens met circa EUR 13 miljard gedaald. De ‘migratie’ in de naar risico gewogen activa is mede gerealiseerd door middel van de verdere verlaging van de RMBS-portefeuille, bijvoorbeeld door de verkoop van Amerikaanse ‘prime’ RMBS in het vierde kwartaal van 2009. ING Direct heeft 27 van die kwalitatief hoogwaardige RMBS van de hand gedaan, tegen een geamortiseerde kostprijs van EUR 0,8 miljard. Op de verkoop is een verlies voor belastingen van EUR 83 miljoen genomen. De resterende Amerikaanse ‘prime’ RMBS-portefeuille van ING Direct heeft op dit moment een marktwaarde van EUR 0,9 miljard en heeft een investmentgrade rating voor de volle 100% van de portefeuille. Door deze acties en ander managementingrijpen zijn de naar risico gewogen activa in 2009 met EUR 11 miljard teruggedrongen, van EUR 343 miljard ultimo 2008 tot EUR 332 miljard ultimo 2009. In 2009 heeft ING, bij de productie van nieuwe hypotheken, een reductie doorgevoerd in het aandeel van hypotheken waarbij de schuldberekeningsmethode niet standaard is of hypotheken die een hoge leningwaarde ten opzichte van onderliggende waard (loan to value; LTV) hebben. ING heeft in 2009 de risico’s verder uit het productaanbod verwijderd, onder meer door het herontwerpen van producten en het verwijderen van producten uit het productaanbod in overeenstemming met Back to Basics. Dat herontwerpen van producten betrof met name lijfrentes met variabele uitkeringen in Amerika en Europa en is in fasen uitgevoerd op basis van lagere risico’s en een duurzamer product. In Japan zijn bepaalde koopsompolissen met garanties uit het aanbod gehaald. ING heeft daarnaast ook de beursgenoteerde aandelenpositie van ING Verzekeringen afgedekt met put opties op de Eurostoxx 50. Het afgedekte bedrag was ultimo 2009 EUR 3,0 miljard nominaal, ten dele via een collar-structuur. In het onderdeel Aanvullende informatie van het jaarverslag is uitgebreidere informatie te vinden over de risicofactoren waarmee ING en de financiële sector zich geconfronteerd zien. Effect van de financiële crisis Effect op onder druk staande beleggingscategorieën Diverse markten verkeerden ook in 2009 nog in de problemen, waardoor ING te maken kreeg met negatieve herwaarderingen op de beleggingsportefeuille, die tevens hun weerslag hadden op het eigen vermogen. Verder werd ING Groep geconfronteerd met bijzondere waardeverminderingen, veranderingen in de reële waarde en handelsverliezen die direct ten laste van de winst-en-verliesrekening kwamen. In onderstaande tabel worden de posities, de negatieve herwaarderingen en verliezen geïllustreerd die in 2009 op de onder druk staande activa zijn genomen, zoals Amerikaanse subprime en Alt-A Residential Mortgage-Backed Securities (RMBS), Collateralised Debt Obligations (CDO’s), Collateralised Loan Obligations (CLO’s) en Commerciële Mortgage Backed Securities (CMBS). Amerikaanse subprime RMBS, Alt-A RMBS, CDO- en CLO-posities, CMBS, herwaarderingen en verliezen 31 december 2009
Amerikaans subprime RMBS Amerikaans Alt-A RMBS CDO’s/CLO’s CMBS Totaal
Marktwaarde
Herwaardering via het eigen vermogen (voor belastingen)
Mutatie in 2009 Waarde vermindering via winst-en-verliesrekening (voor belastingen)
Overige veranderingen
Marktwaarde
Herwaardering via het eigen vermogen (voor belastingen)
1.428 2.964 4.087 7.711 16.190
335 7.235 225 1.176 8.971
–350 –1.405 133 –25 –1.647
–335 –21.713 260 –1.179 –22.967
1.778 18.847 3.469 7.739 31.833
–1.146 –7.474 –352 –3.010 –11.982
31 december 2008
• De totale positie van ING Groep van EUR 1,4 miljard in Amerikaanse subprimeleningen betreft niet zelf verstrekte leningen, maar beleggingen in RMBS. Deze positie vertegenwoordigt 0,1% van de totale activa. Per jaarultimo had 50% van de Amerikaanse subprimeportefeuille van ING een rating van A of hoger. ING Groep verstrekt zelf geen subprimehypotheken. Het overgrote deel van alle (woning)hypotheekeffecten (MBS) betreft (woning)hypotheken die niet tot het subprimesegment behoren. • De totale Alt-A positie van ING Groep bedroeg per 31 december 2009 EUR 3,0 miljard. Van deze portefeuille had circa 32% een rating van A of beter. De Alt-A beleggingen beschikbaar voor verkoop van ING worden tegen de reële waarde in de balans opgenomen. Het omvangrijke bedrag aan negatieve herwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen (voor belastingen) op deze portefeuille is hoofdzakelijk toe te schrijven aan markten die in 2009 weinig liquide zijn gebleven. De aanzienlijke verlaging van de positie onder ‘Overige wijzigingen’ was hoofdzakelijk te danken aan de steunfaciliteit voor illiquide activa. Het substantiële bedrag van negatieve herwaarderingen door eigen vermogen is hoofdzakelijk het resultaat van afnemende marktwaarde in markten die niet liquide zijn. Onder de geldende boekhoudstandaard worden bijzondere waardeverminderingen op schuldpapier slechts teweeg gebracht door ING Groep Jaarverslag 2009
205
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Risicobeheer in 2009
kredietgebeurtenissen. Op het moment dat een bijzondere waardevermindering genomen moet worden, moet de volledige ongerealiseerde herwaardering voor de desbetreffende waardepapieren (inclusief het deel veroorzaakt doordat de markt niet liquide is) worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Het bedrag aan bijzondere waardeverminderingen is hoofdzakelijk een weergave van het niet liquide zijn van de markt en krediet gebeurtenissen die plaatsgevonden hebben. • De nettobeleggingen in CDO’s/CLO’s besloegen 0,4% van het balanstotaal per jaarultimo 2009. De overgrote meerderheid van de CDO’s/CLO’s heeft investmentgrade bedrijfsobligaties als onderliggend instrument. Overige wijzigingen bevat aankopen en verkopen van CDO’s/CLO’s en valuta-effecten. • De CMBS portefeuille had een marktwaarde van EUR 7,7 miljard op 31 december 2009. De huidige reële waarde is 81% van de oorspronkelijke aanschafprijs. Verbeteringen in de portefeuille waren hoofdzakelijk zichtbaar in de ‘super senior’ en AAA lagen, desalniettemin heeft ING toch EUR 25 miljoen aan bijzondere waardeverminderingen op de CMBS portefeuille moeten boeken gedurende 2009. Van de EUR 16,2 miljard aan beleggingen in Amerikaans subprime RMBS, Amerikaans Alt-A RMBS en CDO’s/CLO’s wordt voor EUR 12,6 miljard de waardebepaling gedaan op basis van reële waarde (waarvan de herwaardering wordt verantwoord in het eigen vermogen behalve bijzondere waardeverminderingen op deze transacties die verantwoord worden in de winst-en-verliesrekening). Voor de reële waarde van Amerikaanse subprime RMBS, Amerikaanse Alt-A RMBS, CDO’s/CLO’s en CMBS per 31 december 2009, zoals in de tabel hieronder weergegeven, werd de volgende uitsplitsing gebruikt: Niveau 1 – Prijsnoteringen in actieve markten Niveau 2 – Waarderingsmethode op basis van waarneembare informatie Niveau 3 – Waarderingsmethode op basis van niet waarneembare informatie Een analyse van de gehanteerde methode voor de bepaling van de reële waarde van financiële activa en verplichtingen is te vinden in de toelichting op de jaarrekening, toelichting 34 ‘Reële waarden van financiële activa en passiva’. Reële waarde Amerikaanse subprime RMBS, Alt-A RMBS, CDO’s/CLO’s en CMBS 2009
Amerikaans subprime RMBS Amerikaans Alt-A RMBS CDO’s/CLO’s CMBS Totaal
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
2.509 123 2.632
16 2.308 454 5.074 7.852
1.412 656 54 18 2.140
1.428 2.964 3.017 5.215 12.624
Reële waarde Amerikaanse subprime RMBS, Alt-A RMBS, CDO’s/CLO’s en CMBS 2008
Amerikaans subprime RMBS Amerikaans Alt-A RMBS CDO’s/CLO’s CMBS Totaal
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
20
26 244 162 2.050 2.482
1.732 18.244 34 42 20.052
1.778 18.488 3.469 7.112 30.847
3.273 5.020 8.313
Effect op vastgoed Ultimo 2009 bedroeg de totale positie van ING Groep in vastgoed EUR 13,1 miljard (2008: EUR 15,5 miljard), waarvan EUR 7,7 miljard (2008: EUR 9,8 miljard) in de accounting categorie ‘Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat’. In 2009 verantwoordde ING EUR 2.156 miljoen aan negatieve herwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen (voor belastingen). De vastgoedportefeuille van ING heeft een hoge bezettingsgraad en is gespreid over sectoren en regio’s maar ondervond duidelijk negatieve gevolgen van de voortdurend ongunstige vastgoedmarkten over de hele wereld. Effect op aandelen – beschikbaar voor verkoop De directe aandelenpositie op 31 december 2009 was EUR 6,5 miljard (beursgenoteerd) en EUR 2,4 miljard (niet-beursgenoteerd). In 2009 heeft ING EUR 409 miljoen aan waardeverminderingen (voor belastingen) verantwoord op deze directe publieke aandelenpositie. ING gaat in het algemeen over tot afwaardering van een beursgenoteerde aandelenbelegging op basis van twee vuistregels: als de reële waarde minder dan 75% van de kostprijs bedraagt of als de koers zich langer dan zes maanden onder de kostprijs bevindt. Effect op tegenpartijrisico In 2009 is het effect op tegenpartijen hoofdzakelijk beperkt gebleven tot de ondergang van DSB Bank. Die bank viel onder het Nederlandse deposito garantiestelsel, wat betekent dat van ING als één van de deelnemers aan het stelsel een bijdrage wordt verlangd ter dekking van de vorderingen van depositohouders. Uit hoofde van dat garantiestelsel zijn deposito’s tot EUR 100.000 per persoon, voldoen aan de eisen van het deposito garantiestelsel, gegarandeerd.
206
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Risicobeheer in 2009
Effect op monolines ING heeft een blootstelling van EUR 1,1 miljard naar monolines per eindejaar 2009 (2008: EUR 2,2 miljard). Deze positie is gedurende het jaar afgenomen, hoofdzakelijk door verkopen. Effect op liquiditeitsprofiel Door de financiële crisis werd liquiditeit schaars en centrale banken over de hele wereld voorzagen in kapitaal om te voorkomen dat de interbancaire markt op slot zou gaan. Gedurende het jaar bleef de liquiditeitspositie van ING binnen de intern gestelde limieten. ING Bank heeft een gunstig financieringsprofiel omdat het overgrote deel van de financiering afkomstig is van door klanten toevertrouwde middelen. Effect op de kredietvoorzieningen De leningenportefeuille van ING bevat hoofdzakelijk bedrijfsleningen en woninghypotheken. De leningenportefeuille blijft goed presteren ondanks een stijging in de kredietvoorzieningen gedurende het jaar. De aanvullingen voor de kredietvoorzieningen van ING Bank waren EUR 2.973 miljoen of 102 basispunten ten opzichte van de gemiddelde risicogewogen activa voor kredietrisico. Dit in vergelijking met een toename in de voorzieningen van EUR 1.280 miljoenn of 48 basispunten in 2008. Gedurende het eerste half jaar van 2009 werd het grootste deel van de toename zichtbaar bij het Commercial Banking bedrijfsonderdeel, met name in de Structured Finance en vastgoed portefeuilles. Gedurende de tweede helft van 2009 werden de toevoegingen aan de voorzieningen voor Commercial Banking minder door een afname van het aantal incidenten en het sluiten van een aantal herstructureringen. De toename in kredietvoorzieningen was hoofdzakelijk het gevolg van de problemen in het midden-en-klein bedrijf in de thuismarkten van ING, te weten Nederland en België. De toename in kredietvoorzieningen in de hypotheekportefeuille in de thuismarkten was gematigd aangezien er in 2009 geen materiële toename was in betalingsachterstanden en het niveau van ingebrekeblijvingen. De toename in kredietvoorzieningen voor ING Direct werd met name veroorzaakt door de huizenmarkt in de Verenigde Staten. Veranderingen in wet- en regelgeving Na de crisis op de financiële markten gedurende de afgelopen paar jaar en de noodzaak voor overheidssteun aan financiële instellingen worden die instellingen veel nauwlettender in de gaten gehouden door toezichthouders en het grote publiek. In 2009 zijn diverse voorstellen gedaan voor wijzigingen in de regels voor financiële instellingen. De bedoeling van die herziene regels is dat deze een toekomstige crisis in het financiële stelsel helpen voorkomen. De belangrijkste speerpunten zijn: • Strakkere afstemming van de genomen risico’s op de kapitaalpositie van de financiële instellingen (herzien Basel II voor banken). In de voorgestelde herziening van Basel II wordt de definitie van kernkapitaal en tier 1-kapitaal minder ruim en komt er een nieuwe definitie voor de schuldhefboom of ‘leverage ratio’ die onderdeel gaat vormen van pijler 1 van het Basel II-raamwerk. De Basel II commissie heeft ook een voorstel voor nieuwe liquiditeitsvereisten uitgegeven. • Naast de bovengenoemde voorstel, is een ander doel het verminderen van ‘procycliciteit’, om te vermijden dat banken in slechte tijden – en wanneer het kapitaal schaars is – hun kapitaal moeten verhogen. Ten slotte is er het voorstel voor een extra kapitaalvereiste voor kredietrisico uit hoofde van tegenpartijen. • De Basel II-voorstellen bevinden zich nog in de consultatiefase. De feitelijke benchmarks en limieten worden pas na een serie kwantitatieve impact studies nader gespecificeerd. • Onafhankelijk van, maar in lijn met het voorstel voor het herzien van Basel II, worden lokale toezichthouders strenger op het maximale krediet risico dat bankonderdelen en -dochters mogen nemen richting hun moedermaatschappij. Dit leidt tot een nieuw fenomeen van zogenoemde afgesloten liquiditeitsbronnen, te weten onbenut liquiditeit in een land kan niet (ongedekt) worden overgedragen aan een centrale beheerder in een ander land. • Solvabiliteit II: In 2009 is de richtlijn Solvabiliteit II officieel goedgekeurd door de Europese Commissie en het Europees Parlement. Lidstaten moeten de nieuwe richtlijn uiterlijk 31 oktober 2012 in nationale wetgeving hebben omgezet. ING heeft zich altijd een sterk voorstander betoond van het Solvabiliteit II initiatief, een economisch, op risico gebaseerd solvabiliteitsstelsel naar algemeen aanvaarde uitgangspunten, empirische inzichten en de economische realiteit op de financiële markten. De maatregelen voor de wettelijke invoering worden op dit moment nader uitgewerkt. In de branche zijn echter ernstige twijfels gerezen over diverse aspecten van de voorstellen zoals die er nu liggen, aspecten die nadelig zijn voor de consument , de sector en de Europese economie. ING werkt actief samen met alle belanghebbenden aan pragmatische oplossingen waardoor Solvabiliteit II aan de oorspronkelijke intenties kan voldoen. Op de navolgende pagina’s wordt een overzicht gegeven van het risicobouwwerk en het risicoprofiel vanuit het perspectief van de Groep. Daarna wordt gedetailleerder ingegaan op de diverse risico’s, onderverdeeld naar kredietrisico, marktrisico, liquiditeitsrisico, verzekeringsrisico, operationeel risico en compliancerisico voor zowel ING Bank als ING Verzekeringen. De paragraaf wordt afgesloten met modeltoelichtingen voor Earnings at Risk (EaR), Capital at Risk (CaR) en economisch kapitaal.
ING Groep Jaarverslag 2009
207
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
ING GROeP Om zeker te stellen dat risico’s in de gehele organisatie weloverwogen worden genomen, opereert ING Groep door middel van een allesomvattend raamwerk van risicobeheer. De risico’s worden hiermee op alle niveaus van de organisatie gesignaleerd, gemeten en beheerst, zodat de financiële positie van ING Groep gewaarborgd is. De risicobeheerfunctie van ING Groep heeft als missie het creëren van duurzaam concurrentievoordeel door het volledig integreren van risicobeheer in de dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de strategische planning. Deze missie is volledig verankerd in de bedrijfsprocessen van ING Groep. Aan deze missie liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag: • Producten en portefeuilles worden op de juiste manier gestructureerd, geaccepteerd, geprijsd, goedgekeurd en beheerd en de naleving van interne en externe regels en richtlijnen wordt bewaakt; • Het risicoprofiel van ING Groep is transparant, levert geen verrassingen op en is in overeenstemming met gedelegeerde bevoegdheden; • Gedelegeerde bevoegdheden komen overeen met de algehele strategie en risicotolerantie van de Groep; • Over risicobeheer en waardecreatie wordt open gecommuniceerd naar zowel interne als externe belanghebbenden. RISICOBOUWWERK Het risicobouwwerk van ING is gebaseerd op het concept van de ‘drie verdedigingslinies’ dat ervoor zorgt dat risico’s beheerd worden in overeenstemming met de risicotolerantie gedefinieerd door de Raad van Bestuur (en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen). Dat concept wordt in de gehele Groep gehanteerd en voorziet in een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden voor ‘eigendom’ en beheer van risico, waardoor overlappingen en/of gaten in het risicobouwwerk worden vermeden. Het management van de divisies en managers op lokaal en regioniveau hebben de primaire verantwoordelijkheid voor de beheersing van de dagelijkse risico’s; zij vormen de eerste verdedigingslinie. De tweede verdedigingslinie wordt op lokaal, Regio- en Groepsniveau gevormd door de risicobeheerfunctie, die als primaire taak heeft om het nemen van risico af te stemmen op de strategische planning (bijvoorbeeld door het stellen van limieten). Risicobeheerders binnen de divisies hebben een functionele rapportagelijn naar de hoofden van Corporate Risk, zoals hierna beschreven. De interne Audit-afdeling verzorgt een voortdurende, onafhankelijke (dat wil zeggen, buiten de risico-organisatie) en objectieve beoordeling van de effectiviteit van de interne controles, inclusief financieel en operationeel risicobeheer, en vormt daarmee de derde verdedigingslinie. Groepsrisicobeheerfunctie De risicobeheerfunctie is verankerd in alle organisatieniveaus van de organisatie van ING Groep. Chief Risk Officer De Chief Risk Officer (CRO), die lid is van de Raad van Bestuur, is de eerstverantwoordelijke persoon voor de Groepsrisicobeheerfunctie. De CRO is eindverantwoordelijk voor het risicobeheer en de risicobeheersing op geconsolideerd niveau om zeker te stellen dat het risicoprofiel van ING Groep overeenstemt met de financiële middelen en de door de Raad van Bestuur vastgestelde risicotolerantie. De CRO is tevens verantwoordelijk voor de inrichting en handhaving van een solide organisatiebasis voor risicobeheer in de hele organisatie. Groepsrisicobeheerorganisatie In het volgende diagram worden de functionele rapportagelijnen binnen de Groepsrisicobeheerorganisatie weergegeven. Chief Risk Officer
Corporate Credit Risk Management (Bank & Verzekeringen)
Corporate Market Risk Management (Bank)
Corporate Insurance Risk Management (Verzekeringen)
Corporate Operational Risk Management (Bank & Verzekeringen)
Group Compliance Risk Management (Bank & Verzekeringen)
De risico-organisatie functioneert onafhankelijk van de divisies en is onderverdeeld in vijf risicoafdelingen: • Corporate Credit Risk Management (CCRM) is verantwoordelijk voor het kredietrisicobeheer van ING Bank en ING Verzekeringen; • Corporate Market Risk Management (CMRM) is verantwoordelijk voor het beheer van marktrisico en liquiditeitsrisico van ING Bank; • Corporate Insurance Risk Management (CIRM) is verantwoordelijk voor het beheer van verzekeringsrisico, marktrisico en liquiditeitsrisico van ING Verzekeringen; • Corporate Operational Risk Management (CORM) is verantwoordelijk voor het operationele risicobeheer binnen ING Bank en ING Verzekeringen; • Group Compliance Risk Management (GCRM) is verantwoordelijk voor (i) het signaleren, beoordelen, bewaken en rapporteren van de compliancerisico’s waarvoor ING zich gesteld ziet, (ii) het ondersteunen en adviseren van het management over de uitvoering van hun nalevingsverantwoordelijkheden en (iii) het adviseren van medewerkers over hun (persoonlijke) nalevingsverplichtingen.
208
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
De hoofden van deze afdelingen (de directeuren Corporate Risk) rapporteren aan de CRO en dragen directe verantwoordelijkheid voor (het verkleinen van) risico’s en risicobeheersing op Groepsniveau. De directeuren Corporate Risk en de CRO zijn verantwoordelijk voor de harmonisering en standaardisatie van het risicobeheer. Verder rapporteren twee stafafdelingen direct aan de CRO: • De afdeling Risk Integration & Analytics is verantwoordelijk voor de aggregatieprocessen van de risico’s onderling en voor de voorziening van Groepsbrede risico-informatie aan de CRO en de Raad van Bestuur; • De afdeling Model Validation. De afdeling voert periodiek validaties uit op alle door ING gebruikte risicomodellen. Om zeker te stellen dat deze afdeling onafhankelijk opereert van de bedrijfsactiviteiten en de andere risicoafdelingen rapporteert het afdelingshoofd direct aan de CRO. Risicocomités op Groepsniveau De hieronder beschreven risicocomités op Groepsniveau maken eveneens deel uit van de tweede verdedigingslinie. Zij functioneren binnen de grenzen van het algehele risicobeleid en de door de Raad van Bestuur gedelegeerde bevoegdheden en hebben een adviserende rol richting de CRO. Om een nauwe aansluiting tussen de zakelijke divisies en de risicobeheerfunctie te waarborgen, zijn de hoofden van de zakelijke divisies en de directeuren Corporate Risk in elk comité vertegenwoordigd (met uitzondering van het Operational and Residual Risk Committee, waarin de zakelijke divisies niet zijn vertegenwoordigd). • ING Groep Krediet Comité Beleid (GCCP): overlegt over en accordeert beleid, methoden en procedures ten behoeve van krediet-, landen- en reputatierisico’s binnen ING Groep. Het GCCP komt maandelijks bijeen; • ING Groep Krediet Comité Transactie Goedkeuring (GCCTA): overlegt over en accordeert transacties voor het aangaan van kredietrisico (inclusief het kredietrisico met betrekking tot de beleggingsportefeuille). Het GCCTA komt tweemaal per week bijeen; • ING Groep Investment Committee (GIC): overlegt over en accordeert beleggingsvoorstellen voor ING Real Estate. Het GIC komt maandelijks bijeen; • Asset and Liability Committee ING Bank (ALCO Bank): overlegt over en accordeert het totale risicoprofiel van alle marktrisico’s van Commercial Banking, Retail Banking en ING Direct. Het ALCO Bank bepaalt het beleid ten aanzien van de financiering, liquiditeit, rentemismatch en solvabiliteit van ING Bank. Het ALCO Bank komt maandelijks bijeen; • Asset and Liability Committee ING Insurance (ALCO Insurance): overlegt over en accordeert alle risico’s verbonden met de verzekeringsactiviteiten van ING, waaronder volatiliteit (dat gevolgen heeft voor de baten en waardering), financiële risico’s (vereist kapitaal en marktrisico) en verzekeringstechnische risico’s. Het ALCO Insurance komt tien keer per jaar bijeen; • Operational and Residual Risk Committee (ORRC): overlegt over en accordeert zaken aangaande methoden, modellen en parameters met betrekking tot operationeel risico, bedrijfsrisico in het bankbedrijf, diversificatie tussen risico’s onderling en consistentie tussen risicotypes en bedrijfsonderdelen. Het ORRC komt ten minste twee maal per jaar bijeen. Aanvullend fungeert het Finance and Risk Committee (F&RC) als platform voor de CRO en CFO, en de stafmedewerkers die direct aan hen rapporteren, om te overleggen en te besluiten over kwesties met raakvlakken op beide terreinen van financiën en risico. Naar aanleiding van het Back to Basics-initiatief in april 2009 is het Finance & Risk Committee opgedeeld in F&RC Bank en F&RC Insurance, in overeenstemming met de gescheiden managementstrategie voor het bank- en verzekeringsbedrijf. Er wordt ten minste éénmaal per kwartaal op Groepsniveau een bijeenkomst van F&RC georganiseerd, dat zich buigt over zaken die specifiek de Groep aangaan. ING Groep maakt bij haar besluitvorming gebruik van risicobeoordelingen en -meting. Om deze reden is de kwaliteit van de gehanteerde risicomodellen belangrijk. Door het beleidsproces voor de goedkeuring van risicomodellen en methoden, en de bepaling van parameters wordt via een duidelijke toewijzing verantwoordelijkheid voldaan aan de eisen van de bedrijfsonderdelen en de toezichthouder. Risicotoezicht op bestuursniveau ING Groep is een structuurvennootschap met een Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Beide raden spelen een belangrijke rol in het beheren en bewaken van het risicobeheerkader. Op het hoogste niveau van de ING-organisatie houden bestuurscommissies toezicht op het nemen van risico, en tevens vormen deze comités het hoogste beslissingsniveau met betrekking tot het nemen van risico’s. • De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de beheersing van de risico’s die voortvloeien uit de activiteiten van ING Groep. De Raad van Bestuur ziet onder meer toe op de effectiviteit van de interne risicobeheer- en controlesystemen en de naleving van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving door ING Groep. De Raad van Bestuur brengt regelmatig verslag uit over deze aangelegenheden en overlegt over de interne risicobeheer- en controlesystemen met de Raad van Commissarissen. De Raad van Bestuur bespreekt ieder kwartaal het risicoprofiel in verhouding tot de risicotolerantie van de Groep met het Audit Committee en licht eventuele wijzigingen in het risicoprofiel toe. • De raad van Commissarissen is verantwoordelijk voor het toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur, de algehele gang van zaken binnen het bedrijf en de daarmee samenhangende bedrijfsactiviteiten (inclusief de financiële beleidsbepaling en de bedrijfsstructuur). De raad van Commissarissen heeft meerderen subcommissies gerelateerd aan specifieke onderwerpen. Van deze subcommissies zijn er twee relevant voor de risicobeheerfunctie en risico rapportages, te weten: • Het Audit Committee, welke de Raad van Commissarissen assisteert bij de evaluatie en beoordeling van de belangrijkste risicoposities en de werking van de interne risicobeheer- en controlesystemen, evenals beleid en procedures met betrekking tot het naleven van relevante wet- en regelgeving. ING Groep Jaarverslag 2009
209
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
• Het Risk Committee, welke de Raad van Commissarissen assisteert bij zaken gerelateerd aan het risicobouwwerk, het risicobeleid en het vaststellen van risicotolerantie. De commissie is in 2009 in het leven geroepen en brengt verslag uit aan de Raad van Commissarissen over de belangrijkste risicoaangelegenheden binnen de Groep. Lidmaatschap van het Commissies is zodanig georganiseerd dat specifieke zakelijke kennis en ervaring gerelateerd aan de activiteiten van ING en aan het onderwerp van de commissies. De vergaderingen van het Audit Committee en het Risk Committee worden bijgewoond door de CRO. De CRO houdt de raden op de hoogte en ziet erop toe dat de risicopositie van ING Groep hen te allen tijde duidelijk is. Elk kwartaal informeert de CRO de bestuurscommissies over de risicotolerantieniveaus van ING en het risicoprofiel van ING Groep. Daarnaast krijgen de bestuurscommissies van de CRO de laatste ontwikkelingen te horen met betrekking tot intern en extern risico, waarbij de CRO zekerstelt dat de bestuurscommissies specifieke risicoconcepten begrijpen. ING heeft risicobeheer in het jaarlijkse strategische planningsproces geïntegreerd. In dit proces worden de strategische doelstellingen, de bedrijfsstrategieën en de middelen van de hele ING Groep op elkaar afgestemd. Het proces begint met een Planning Letter van de Raad van Bestuur waarin de organisatie op de hoogte wordt gesteld van de Groepsstrategie en de belangrijkste risicopunten. Op basis van die Planning Letter stellen de divisies en bedrijfsonderdelen hun bedrijfsplan op in overeenstemming met de groepsstrategie. Het proces bestaat daarnaast uit een kwalitatieve en kwantitatieve beoordeling van de bijkomende risico’s bij de plannen. Een expliciete discussie van de strategische limieten en risicotolerantieniveaus van de Groep behoort tot dat proces. Op elk niveau worden strategieën en maatstaven vastgesteld aan de hand waarvan het succes van de realisatie van de doelstellingen wordt gemeten. Deze moeten ervoor zorgen dat volgens het strategische plan wordt gehandeld. Op basis van de plannen van de divisies en bedrijfsonderdelen formuleert de Raad van Bestuur het Groep Strategisch Plan dat ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen wordt voorgelegd. Groepsrisicobeleid ING heeft een raamwerk van beleid, procedures en normen voor risicobeheer dat zorgt voor consistentie in de hele organisatie en aan de hand waarvan minimumvereisten worden gedefinieerd waaraan alle bedrijfsonderdelen zich hebben te houden. Het raamwerk voor risicobeheer van de bedrijfsonderdelen is afgestemd op het raamwerk van de Groep en voldoet aan de eisen van onder andere de lokale toezichthouder. Het is aan het senior management om erop toe te zien dat beleid, procedures en normen worden ingevoerd en toegepast. Medewerkers over de hele wereld kunnen via een interne website kennis nemen van het raamwerk voor risicobeheer van de Groep. Beleid, procedures en normen worden regelmatig geëvalueerd en door de betreffende risicocommissies aangepast aan veranderingen in markten en producten en aan de laatste ontwikkelingen in best practice. FINANCIEEL RISICOPROFIEL ING GROEP ING Groep hanteert een geïntegreerde benadering voor risicobeheer. In het risicodashboard worden de risico’s in alle divisies van het bank- en verzekeringsbedrijf in de vorm van Earnings at Risk en Capital at Risk samengebracht. Verder maakt het dashboard het effect van diversificatie voor de Groep duidelijk. De Raad van Bestuur gebruikt het om het feitelijke risicoprofiel ten opzichte van de risicotolerantie van de Groep te bewaken en te beheersen. Hierdoor kan de Raad van Bestuur eventuele risicoconcentraties onderkennen en afgewogen strategische beleidsbeslissingen nemen. Over het risicodashboard wordt op kwartaalbasis aan de Raad van Bestuur verslag uitgebracht en het risicodashboard wordt aansluitend gepresenteerd aan het Risk Committee. De risicotolerantie van ING Groep wordt als onderdeel van het strategische planningsproces door de Raad van Bestuur vastgelegd. Aanvaardbare typen risico’s en risiconiveaus zijn aan strikte grenzen gebonden. Dankzij het risicoraamwerk van de drie verdedigingslinies wordt gewaarborgd dat risico’s beheerst worden in overeenstemming met de risicotolerantie zoals die door de Raad van Bestuur is bepaald. Die risicotolerantie wordt vervolgens van boven naar beneden door de hele Groep doorvertaald, waardoor het nemen van beheerste risico’s zeker wordt gesteld. Het is vervolgens aan de divisies om binnen de vastgelegde risicogrenzen de maximale waarde te realiseren. Elk kwartaal controleert de Raad van Bestuur of de financiële en niet-financiële risico’s binnen de grenzen van het risicotolerantieniveau blijven zoals bepaald in het strategische planningsproces. Het risicotolerantiekader voor ING Groep is in de loop van 2009 herzien en vervolgens door de Raad van Bestuur goedgekeurd. De bepaling van de risicotolerantie sluit nu beter aan bij de streefdoelen voor de kapitaalratio’s. Dit nieuwe kader wordt in 2010 geïmplementeerd. ING Groep Risicomaatstaven in 2009 De risicotolerantie van de Groep wordt op drie verschillende manieren uitgedrukt, namelijk: • Earnings at Risk (EaR): de potentiële daling van het IFRS resultaat voor het komende jaar, bij een gematigd stressscenario (d.w.z. van 1 op de 10); een hoge winstkwaliteit voorkomt een neerwaartse bijstelling van de rating van ING door de ratingbureaus; • Capital at Risk (CaR): de potentiële daling van de huidige nettovermogenswaarde (op basis van reële waarde) voor het komende jaar, bij een gematigd stressscenario (d.w.z. van 1 op de 10); • Economisch kapitaal: het kapitaal dat nodig is om onverwachte verliezen op te vangen bij een ‘ernstig’ stressscenario (d.w.z. van 1 op de 2000), gegeven de beoogde AA-kredietrating van ING Groep. De risicomaatstaven van ING Groep omvatten de belangrijkste aspecten op basis van ernst van de gebeurtenissen (normale ten opzichte van extreme stress) en van prestatiemaatstaven waarin risico kan optreden (waarde ten opzichte van winst). EaR en CaR zijn vanuit het
210
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
perspectief van de aandeelhouder belangrijke maatstaven omdat zij inzicht bieden in het niveau van het risico dat ING neemt om rendement te realiseren bij ‘gematigde stress’-marktverwachtingen. Vanuit het perspectief van de leningsverschaffer- en polishouder is economisch kapitaal daarentegen belangrijker, omdat dit fungeert als buffer tegen extreme verliezen. De belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de risicomaatstaven worden hieronder geïllustreerd: Betrouwbaarheidsinterval Risicomaatstaf in stressscenario Deviatie ten opzichte van Interpretatie
Earnings at Risk
Capital at Risk
90%
90%
Economisch kapitaal 99,95% (op basis van beoogde AArating)
IFRS resultaat IFRS resultaat zonder marktvolatiliteit en risicokosten (voor het komende jaar) Potentiële daling van het IFRS resultaat bij ‘gematigd’ stressscenario (d.w.z. 1 op de 10)
Waarde Huidige nettovermogenswaarde op basis van reële waarde (voor het komende jaar) Potentiële daling van de waarde bij ‘gematigd’ stressscenario (d.w.z. 1 op de 10)
Waarde Huidige nettovermogenswaarde op basis van reële waarde (voor het komende jaar) Potentiële daling van de waarde bij ‘ernstige’ stressscenario (d.w.z. 1 op de 2000)
Bij de interpretatie van de EaR- en CaR-maatstaven is het belangrijk op te merken dat dit geen geschatte verliezen van een specifiek nadelig scenario betreft. Daarnaast wordt er in de maatstaven geen rekening gehouden met discretionair ingrijpen door het management in een specifieke crisissituatie; de berekeningen zijn gebaseerd op crisisscenario’s met onmiddellijke veranderingen. Voor de risicomaatstaf Earnings at Risk is de methode in 2009 geactualiseerd en beter afgestemd op het boekhoudregime. In het bijzonder, voor wat betreft het risico van bijzondere waardeverminderingen. In de aangepaste methode wordt nu ook rekening gehouden met eventuele bijzondere waardeverminderingen op goodwill; ook worden de bijzondere waardeverminderingen op schuldpapier beter verwerkt. Het effect van deze wijzigingen is een toename van ongeveer EUR 900 miljoen op totaal EaR niveau. Het herziene risicotolerantie kader, dat in 2010 wordt ingevoerd, zal een aantal nieuwe risicomaatstaven bevatten, zoals Risk Weighted Assets at Risk voor ING Bank en Local Solvency at Risk voor ING Verzekeringen. In combinatie met de bestaande maatstaven zullen deze nieuwe risicomaatstaven een beter inzicht bieden in de ontwikkeling van de kapitaalratio’s bij een gematigd stressscenario (d.w.z. 1 op de 10). Typen risico’s Het financiële risicoprofiel van ING omvat de volgende belangrijkste typen risico’s die voortvloeien uit de bedrijfsactiviteiten: • Kredietrisico: het risico van verlies door het in gebreke blijven van een debiteur (inclusief emittenten van obligaties) of tegenpartij van ING; • Marktrisico: het risico van verlies als gevolg van nadelige bewegingen in marktvariabelen zoals aandelenkoersen, vastgoedprijzen, rentetarieven en valutakoersen. Deze vier marktrisico’s zijn alle marktrisico’s waarmee ING in haar bedrijfsvoering te maken heeft; • Verzekeringstechnisch risico: risico’s zoals sterfte, invaliditeit en schade behorend bij de claims die ING uit hoofde van verzekeringspolissen ontvangt. Dit betreft specifiek het risico dat de verzekeringspremies en voorzieningen ontoereikend zijn om de (schade)claims te dekken; • Operationeel risico is het risico van directe of indirecte verliezen als gevolg van ontoereikende of tekortschietende interne processen, mensen en systemen of door externe gebeurtenissen. Dit omvat ook het risico van reputatieverlies, evenals het juridisch risico; strategische risico’s vallen hier niet onder; • Bedrijfsrisico - de mogelijkheid van waardeverlies als gevolg van schommelingen in volumes, marges en kosten, als mede klantgedragrisico. Deze schommelingen kunnen voorkomen als gevolg van interne, industriële of bredere marktfactoren. Dit betreft het risico dat onlosmakelijk verbonden is met strategische beslissingen en interne efficiëntie. De aanpak voor bedrijfsrisico bij ING Bank is in 2008 en het eerste kwartaal van 2009 herzien. De nieuwe methode is beter afgestemd op die van ING Verzekeringen en geeft de schommelingen in volume, marge en kosten beter weer dan de vorige. De nieuwe methode bestaat uit drie componenten, (i) volume-/margerisico, (ii) kostenrisico en (iii) klantgedragrisico. De nieuwe methode is na goedkeuring van het ORRC in het eerste kwartaal van 2009 in gebruik genomen. De genoemde risicomaatstaven omvatten niet het liquiditeitsrisico, het risico dat ING of één van haar dochterondernemingen niet op het gewenste moment tegen redelijke kosten aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Voor de beheersing van dit risico hanteert ING een apart liquiditeitsbeheersingsraamwerk. Dat raamwerk wordt nader besproken in het onderdeel liquiditeitsrisico van respectievelijk ING Bank en ING Verzekeringen. In het onderdeel Modeltoelichtingen, aan het eind van het risicobeheer hoofdstuk, is een nadere beschrijving te vinden van de modellen, onderliggende aannames en belangrijkste uitgangspunten voor de berekening van Earnings at Risk, Capital at Risk en economisch kapitaal. Earnings at Risk Het niveau van de Earnings at Risk (EaR) verschaft inzicht in het risico dat ING kan absorberen ten opzichte van haar winstpotentieel. In de onderstaande tabellen wordt de EaR per type risico gegeven, onderverdeeld naar bank en verzekeringen en gecombineerd voor ING Groep. Weergegeven zijn niet gediversifieerde niveaus voor ING Bank en ING Verzekeringen, wat betekent dat de diversifiëring tussen de ING Groep Jaarverslag 2009
211
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
bank- en het verzekeringsbedrijf nog niet in deze cijfers is verwerkt. Het diversificatievoordeel wordt apart gespecificeerd. Op de regel ‘diversificatie Bank-Verzekeringen in %’ wordt aangegeven in welke mate ING profiteert van het combineren van de EaR van de bank en de verzekeraar. Ter illustratie: het cijfer van 1% voor krediet- en transferrisico betekent dat op Groepsniveau het cijfer voor krediet- en transferrisico 1% lager ligt dan wanneer de afzonderlijke cijfers voor krediet- en transferrisico van het bankbedrijf en het verzekeringsbedrijf bij elkaar opgeteld worden. Uit de kolom ‘diversificatie interrisico in %’ valt het diversificatievoordeel af te lezen van het combineren van de diverse soorten risico op het niveau van respectievelijk ING Bank, ING Verzekeringen en ING Groep. Dit presentatieformaat verschilt van het formaat in het 2008 jaarverslag en zodanig zijn de cijfers anders dan vorig jaar weergegeven. Aangezien dit slechts een andere weergave van de cijfers betreft is het totaal getal voor ING Groep niet anders dan dat het vorig jaar was weergegeven. Earnings at Risk per risicotype Krediet en transfer 2009
ING Bank ING Verzekeringen Diversificatie BankVerzekeringen in % Totaal ING Groep
Markt
Verzekeringstechnisch
Bedrijfs
Operationeel
Diversificatie interrisico in %
Totaal
Rente
Aandelen
Vastgoed
FX
2.117 1.378
510 259
85 753
454 428
135 224
194
1.750 211
607 260
38% 39%
3.505 2.269
1% 3.471
4% 737
2% 821
6% 825
6% 337
0% 194
7% 1.814
16% 730
40%
7% 5.371
Totaal
Earnings at Risk per risicotype Krediet en transfer 2008
ING Bank ING Verzekeringen Diversificatie BankVerzekeringen in % Totaal ING Groep
Markt
Verzekeringstechnisch
Bedrijfs
Operationeel
Diversificatie interrisico in %
Rente
Aandelen
Vastgoed
FX
2.519 320
444 61
303 699
476 525
89 224
214
357 223
626 344
30% 42%
3.367 1.519
5% 2.699
9% 458
2% 982
6% 936
5% 297
0% 214
20% 466
26% 714
36%
12% 4.313
De gepubliceerde Earnings at Risk voor ING is in 2009 gestegen. Dat wil niet zeggen dat er in 2009 meer risico is genomen; in het cijfer voor 2009 zijn risico’s verwerkt waarmee in 2008 geen rekening was gehouden. Het kredietrisico lag hoger vanwege specifieke regels voor bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbaar schuldpapier. In overeenstemming met die nieuwe regels wordt dat schuldpapier tot de marktwaarde afgewaardeerd, zelfs als er veel kleinere kredietverliezen worden voorzien. Dit wordt nu beter weergegeven op het risicodashboard. Daarnaast zijn ook de cijfers voor bedrijfsrisico fors omhooggegaan doordat nu rekening wordt gehouden met a) het risico van bijzondere waardeverminderingen op goodwill en b) het risico dat de bedrijfsvolumes lager uitvallen dan wordt verwacht. Zonder de correctie voor de geschetste modelaanpassingen zou het Earnings at Risk-profiel van ING Groep in 2009 gedaald zijn. Bijvoorbeeld zou het kredietrisico lager gelegen hebben door de omvangrijke toevoegingen aan de voorzieningen in 2009. De afname in aandelenrisico heeft te maken met het herstel van de markten: aandelenbeleggingen zijn inmiddels verder uit de buurt van de waardeverminderingsdrempel. Capital at Risk Het niveau van de Capital at Risk (CaR) afgezet tegen de financiële positie van ING maakt duidelijk of ING een solide financiële positie kan handhaven bij een ‘gematigd’ (dat wil zeggen ‘1 op de 10’) stressscenario. In de onderstaande tabellen wordt de EaR per type risico gegeven, onderverdeeld naar bank en verzekeringen en gecombineerd voor ING Groep. Weergegeven zijn niet gediversifieerde niveaus voor ING Bank en ING Verzekeringen, wat betekent dat de diversificering tussen de bank- en het verzekeringsbedrijf nog niet in deze cijfers is verwerkt. Het diversificatievoordeel wordt apart gespecificeerd. In de kolom ‘diversificatie interrisico in %’ wordt aangegeven in welke mate ING profiteert van het combineren van de CaR voor alle typen risico. Ter illustratie: het percentage voor ING Bank van 39% geeft aan dat het totale cijfer voor ING Bank voor alle typen risico 39% lager ligt dan de som van de individuele CaR-cijfers per type risico. Uit de regel ‘diversificatie Bank-Verzekeringen in %’ valt het voordeel op te maken van de combinatie van de CaR-cijfers voor ieder risicotype in het bank- en verzekeringsbedrijf in een Groeps-CaR voor ieder type risico. Dit presentatieformaat verschilt van het formaat in het 2008 jaarverslag en zodanig zijn de cijfers anders dan vorig jaar weergegeven. Aangezien dit slechts een andere weergave van de cijfers betreft is het totaal getal voor ING Groep niet anders dan dat het vorig jaar was weergegeven.
212
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
Capital at Risk per risicotype Krediet en transfer 2009
ING Bank ING Insurance Diversificatie BankVerzekeringen in % Totaal ING Groep
Markt
Verzekeringstechnisch
Bedrijfs
Operationeel
Diversificatie interrisico in %
Totaal
Rente
Aandelen
Vastgoed
FX
3.396 1.047
2.128 3.287
930 2.209
720 401
210 681
736
1.367 1.059
607 260
39% 42%
5.673 5.609
0% 4.427
45% 2.970
8% 2.892
6% 1.054
5% 850
0% 736
21% 1.928
16% 730
41%
18% 9.240
Totaal
Capital at Risk per risicotype Krediet en transfer 2008
ING Bank ING Insurance Diversificatie BankVerzekeringen in % Totaal ING Groep
Markt
Verzekeringstechnisch
Bedrijfs
Operationeel
Diversificatie interrisico in %
Rente
Aandelen
Vastgoed
FX
2.852 710
2.169 2.146
760 1.641
773 473
416 608
758
357 801
626 344
36% 44%
5.097 4.226
0% 3.562
24% 3.294
4% 2.306
6% 1.171
6% 960
0% 758
18% 955
26% 714
40%
12% 8.223
Het cijfer voor Capital at Risk is in 2009 aanzienlijk gestegen door een hoger kredietrisico, aandelenrisico en bedrijfsrisico. De toename van het kredietrisico hield met name verband met veranderingen in de kredietkwaliteit (‘credit migration’) door verlaging van de kredietbeoordeling van tegenpartijen. Het hogere aandelenrisico heeft vooral te maken met het herstel van de markten: een hogere waarde van aandelenbeleggingen betekent dat de blootstelling eveneens groter is. Dat ook het bedrijfsrisico bij ING Bank steeg, had te maken met een herclassificatie van het klantgedragrisico van rente- naar bedrijfsrisico. De risico’s gerelateerd aan klantgedrag (‘Client Behaviour risk’) hangen samen met de particuliere portefeuilles; voorbeelden zijn het risico van uitstroom uit de spaarportefeuilles en het modelrisico van eerdere aflossingen bij hypotheken. Alhoewel deze herclassificatie initieel het renterisico voor ING Bank verlaagd heeft, werd deze afname teniet gedaan door renterisico voor investeringen in kernkapitaal toe te voegen. In de tabel worden Earnings at Risk en Capital at Risk per divisie geïllustreerd. Deze cijfers zijn gediversifieerd binnen ING Bank en binnen ING Verzekeringen, maar niet tussen het bank- en verzekeringsbedrijf. Het diversificatievoordeel Bank-Verzekeringen wordt op een aparte regel getoond. Uit de regel ‘diversificatie Bank-Verzekeringen in %’ valt het voordeel op te maken van het combineren van de risicocijfers in het bank- en verzekeringsbedrijf in een Groepscijfer. Dit presentatieformaat verschilt van het formaat in het 2008 jaarverslag en zodanig zijn de cijfers anders dan vorig jaar weergegeven. Aangezien dit slechts een andere weergave van de cijfers betreft is het totaal getal voor ING Groep niet anders dan dat het vorig jaar was weergegeven. Capital at Risk en Earnings at Risk per divisie Earnings at Risk
Capital at Risk
2009
2008
2009
2008
Commercial Banking Retail Banking ING Direct Overig bankbedrijf Diversificatie Bank divisies in % ING Bank
2.186 1.124 565 120 12% 3.505
2.310 788 558 110 11% 3.367
2.238 1.747 1.575 1.240 17% 5.673
2.752 1.365 1.143 513 12% 5.097
Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Insurance Europe Overig verzekeringsbedrijf Diversificatie Verzekerings divisies in % ING Verzekeringen
1.738 232 718 134 20% 2.269
790 250 655 208 20% 1.519
3.812 678 1.593 768 18% 5.609
2.467 1.038 1.278 782 24% 4.226
Diversificatie Bank-Verzekeringen in % ING Groep
7% 5.371
12% 4.313
18% 9.240
12% 8.223
Het Bank-Verzekeringen diversificatie percentage voor EaR is afgenomen van 12% naar 7%, doordat de krediet risico component gestegen is. Krediet risico diversifieert nauwelijks tussen Bank en Verzekeringen.
ING Groep Jaarverslag 2009
213
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep
Het Bank-Verzekeringen diversificatie percentage voor CaR steeg van 12% naar 18%. De belangrijkste oorzaak is de toename in compenserende posities voor renterisico. Economisch kapitaal ING Groep ING Bank maakt sinds 1999 informatie over economisch kapitaal openbaar, terwijl ING Verzekeringen in 2007 voor het eerst informatie over het economisch kapitaal heeft gepubliceerd. Hoewel de fundamentele uitgangspunten hetzelfde zijn, wordt de informatie over het economisch kapitaal van ING Bank en van ING Verzekeringen momenteel op basis van (gedeeltelijk) apart ontwikkelde modellen berekend (zie onderdeel Modeltoelichtingen). Deze modellen kunnen van elkaar verschillen in de berekenings- en aggregatiebenadering als gevolg van andere marktgewoonten en standaarden in de bank- en verzekeringssector. Het economisch kapitaal en het bank-verzekeringdiversificatievoordeel van ING Groep worden vastgesteld door toepassing van één gezamenlijke geaggregeerde aanpak van ING Bank en ING Verzekeringen. In de onderstaande tabel wordt de opbouw weergegeven van het economisch kapitaal van ING Groep. De specifieke economisch kapitaal-cijfers van het bank- en verzekeringsbedrijf worden in de betreffende paragrafen nader toegelicht. Economisch kapitaal Groep (in miljarden euro’s) ING Bank ING Verzekeringen Geconsolideerd voordeel Totaal ING Groep
2009
2008
23,1 18,1 –6,2 35,0
22,4 13,7 –5,4 30,7
Het potentiële risicokapitaaleffect voor ING Groep van de verplichtingen uit hoofde van de pensioenaanspraken voor de medewerkers van ING is momenteel niet opgenomen in de geaggregeerde risicomaatstaven van de Groep. Het economisch kapitaaleffect van verplichtingen uit hoofde van de pensioenaanspraken voor de medewerkers van ING wordt apart berekend en vanuit kapitaalbeheerperspectief is er momenteel geen noodzaak om extra kapitaal te reserveren voor verplichtingen uit hoofde van pensioenaanspraken van ING. Het economisch kapitaal van ING Groep is 15% lager dan de som der delen (bank- en verzekeringsbedrijf). Drie factoren dragen bij aan dit consolidatievoordeel: 1. compenserende posities tussen het bank- en verzekeringsbedrijf, met name aan de rentekant, waar de langlopende activa van de bank kunnen worden afgezet tegen de langlopende verplichtingen van Verzekeringen; 2. diversificatie van de vermogenscategorieën van de bank en verzekeraar op basis van waargenomen correlaties, zoals minder dan één overeenkomst tussen de aandelenpositie in verzekeren en de vastgoedpositie bij bank; 3. diversificatie tussen de risicofactoren van het bank- en verzekeringsbedrijf op basis van door experts bepaalde correlaties; zo zijn de operationele risico-incidenten bij het bankbedrijf en renterisico bij verzekeringen niet perfect gecorreleerd. Het voor 2009 gehanteerde diversificatievoordeel van 15% is gebaseerd op berekeningen op Groepsniveau (2008: 15%). In de tabel wordt de bijdrage van de verschillende risicofactoren aan het consolidatievoordeel geïllustreerd: Bijdrage aan consolidatievoordeel Type risico Renterisico Aandelenrisico Valutarisico Vastgoedrisico Kredietrisico Bedrijfsrisico Operationeel risico Totaal
2009
2008
70% 7% 1% 2% 1% 13% 6% 100%
60% 7% 1% 3% 3% 12% 14% 100%
Risicoberekening ING Bank en ING Verzekeringen De algehele risicotolerantieniveaus voor ING Groep worden vertaald in specifieke limieten, die binnen de organisatie gelden, waaronder: • kredietrisicolimieten voor het bank- en verzekeringsbedrijf; • limieten op de Market Value at Risk voor het verzekeringsbedrijf; • limieten voor ALM/Value-at -Risk voor de bankactiviteiten; • sterfterisico en concentratierisico limieten voor het verzekeringsbedrijf. De hierna volgende risicotoelichtingen geven meer inzicht in hoe de door de risico-organisatie toegepaste risicomaatstaven samenhangen met het risicodashboard en het economisch kapitaal van ING Groep.
214
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
ING BANK ING Bank is actief in een breed scala van producten. Het Bestuur Bank is verantwoordelijk voor het beheer van risico’s voortkomend uit de activiteiten van ING Bank. De financiële risico’s die voortvloeien uit de verkoop van deze producten worden beheerst door de afdelingen Corporate Credit Risk Management en Corporate Market Risk Management, terwijl de afdeling Corporate Operational Risk Management verantwoordelijk is voor de operationele risico’s. RISICOPROFIEL ING BANK Economisch kapitaal ING Bank Een van de belangrijkste risicobeheerinstrumenten voor ING Bank is economisch kapitaal, dat wordt gebruikt om het bedrag te bepalen dat voor een transactie of een bedrijfsonderdeel nodig is om de economische risico’s op te vangen. ING Bank heeft in 1998 het economisch kapitaal als maatstaf voor intern gebruik ingevoerd en maakt sinds 1999 ook informatie over economisch kapitaal openbaar. In de onderstaande tabellen staan de gegevens voor het economisch kapitaal van ING Bank per type risico en divisie. Economisch kapitaal (alleen ING Bank gediversifieerd) per risicotype Kredietrisico (inclusief transferrisico) Marktrisico Bedrijfsrisico Operationeel risico Totaal activiteiten bankbedrijf
2009
2008
9.991 8.435 2.581 2.074 23.081
8.686 10.349 1.221 2.151 22.407
Economisch kapitaal (alleen ING Bank gediversifieerd) per divisie Commercial Banking Retail Banking ING Direct Overig bankbedrijf (1) Totaal activiteiten bankbedrijf (1)
2009
2008
8.662 7.166 4.466 2.787 23.081
9.849 6.169 4.050 2.339 22.407
nder Overige bankbedrijf vallen onder meer kapitaalactiviteiten op ING Bank-niveau, interne transacties tussen bedrijfsonderdelen en de Corporate Line. De O afdeling Kapitaalbeheer verzorgt het beheer hiervan.
In de cijfers zijn alle diversificatie-effecten binnen ING Bank verwerkt, inclusief de risicoreductie tussen de risicocategorieën onderling. Niet meegenomen zijn de diversificatie-effecten van de combinatie van ING Bank en ING Verzekeringen. In de bepaling van het kapitaal voor bedrijfsrisico wordt rekening gehouden met onverwachte verliezen als gevolg van veranderingen in klantgedrag en kosten. Het economisch kapitaal-model van ING Bank wordt nader beschreven in het onderdeel Modeltoelichtingen. Ondanks de inspanningen tot risicoafbouw resulteerde de kredietverslechtering in een verhoging van het kredietrisicokapitaal. Met ingang van 2009 valt klantgedrag onder bedrijfsrisico in plaats van onder marktrisico. Dit verklaart de toename van bedrijfsrisico. Dat het marktrisicokapitaal nog verder daalde, heeft te maken met de afbouw van de risicopositie. Bij Commercial Banking leidt de risicoafbouw tot lager kapitaal; voor Retail Banking verklaren de waardetoename van strategische aandelenbelangen en de verslechtering van de particuliere portefeuille een toename van het economisch kapitaal; en bij ING Direct valt het hogere kapitaal vooral te wijten aan veranderingen in de kredietkwaliteit (‘credit migration’) ten behoeve van securitisatie. Economisch kapitaal is een niet accounting maatstaaf, welke inherent onderhevig is aan dynamische veranderingen en aanpassingen als een gevolg van de portefeuille samenstelling van ING en de algehele marktontwikkelingen. ING is bezig met het herkalibreren van de onderliggende aannames van de economisch kapitaal modellen om het economisch kapitaal raamwerk beter in lijn te brengen met het raamwerk voor vereist kapitaal, en om tevens de effecten van extreme markt invloeden van de laatste paar jaar op te nemen. Per 1 januari 2010 kan dit als gevolg hebben dat de economisch kapitaal bedragen voor krediet risico op een materieel hoger niveau komen te liggen.
ING Groep Jaarverslag 2009
215
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
ING BANK – KREDIETRISICO’S Kredietrisico is het risico van een verlies door het in gebreke blijven van een debiteur (inclusief emittenten van obligaties) of tegenpartijen. Kredietrisico wordt onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën van risico: a) kredietverlening (inclusief garanties en kredietbrieven; b) beleggingen; c) pre-settlement (derivaten, effectenfinanciering en valutahandel); d) geldmarkten en e) settlement. Corporate Credit Risk Management (CCRM) is verantwoordelijk voor het meten en beheersen van het kredietrisico van alle entiteiten van ING Groep, inclusief het landenrisico. CCRM is georganiseerd op het niveau van de divisies Retail Banking, Commercial Banking, ING Direct en ING Verzekeringen. Het hoofd van CCRM is functioneel verantwoordelijk voor het wereldwijde netwerk van kredietrisicomedewerkers, terwijl de hoofden van de kredietrisicobeheerfuncties van de divisies weer direct aan het hoofd van CCRM rapporteren. Kredietrisicobeheer wordt ondersteund door speciaal daarvoor ingerichte kredietrisico-informatiesystemen en interne kredietrisicomeetmethoden voor debiteuren, emittenten en tegenpartijen. CCRM schept consistentie binnen de kredietrisico-organisatie door middel van gezamenlijk kredietrisicobeleid, gestandaardiseerde methoden, handleidingen en systemen voor de hele Groep. Het kredietbeleid van ING is gericht op het aanhouden van een internationaal gediversifieerde kredietportefeuille, waarbij grote risicoconcentraties worden vermeden. Het accent ligt op het beheren van de activiteiten binnen de divisies door middel van top-down concentratielimieten voor landen, individuele leningnemers en groepen van leningnemers. De doelstelling binnen de bancaire sector is de bancaire relatiebeheeractiviteiten uit te breiden, waarbij strikte interne risico- en rendementsrichtlijnen en beheermaatregelen worden gehandhaafd. Kredietanalyse is gericht op risico en rendement, waarbij het niveau van de kredietanalyse een functie is van de omvang van het risicobedrag, de looptijd, de structuur (bijvoorbeeld ontvangen zakelijke zekerheden) van de faciliteit en de risico’s die worden aangegaan. Voor kredietrisicobeheerdoeleinden worden financiële verplichtingen onderverdeeld in kredietverlening, beleggingen, (pre)settlement, geldmarkten en settlement. ING gebruikt de RAROC-methodologie (risk-adjusted return on capital), die de prestaties van de diverse activiteiten meet en vertaalt naar aandeelhouderswaarde. Het gebruik van RAROC verscherpt de focus op risico versus rendement in het besluitvormingsproces en bevordert daardoor een zo effectief mogelijk gebruik van schaars kapitaal. Meer verfijnde RAROC-instrumenten worden intern gebruikt om te zorgen voor een evenwichtige verhouding tussen risico en rendement binnen de portefeuille- en de concentratieparameters. De kredietanalisten van ING maken gebruik van openbare informatie in combinatie met interne analyses die gebaseerd zijn op informatie die de klant verstrekt, vergelijkingen met andere financiële instellingen, vergelijkingen binnen de bedrijfstak en andere kwantitatieve technieken. Kredietverleningsrisico Kredietverleningsrisico ontstaat wanneer ING een lening verstrekt aan of garanties afgeeft namens een klant. Onder deze meest voorkomende risicocategorie vallen onder andere termijnleningen, hypotheken, doorlopend krediet, bankschulden, garanties, kredietbrieven etc. Het risico wordt berekend tegen de nominale waarde van de financiële verplichting die de klant aan ING moet betalen, exclusief eventuele opgebouwde en onbetaalde rente, amortisaties van kostenopslag of kortingen dan wel bijzondere waardeverminderingen. Beleggingsrisico Het beleggingsrisico is het kredietverzuim- en migratierisico van de rating dat samenhangt met de beleggingen van ING in obligaties, handelspapieren, securitisaties en andere vergelijkbare verhandelbare effecten. Beleggingsrisico ontstaat als ING een (synthetische) obligatie koopt met de bedoeling de obligatie gedurende langere tijd aan te houden (doorgaans tot einde looptijd). Obligaties die zijn gekocht met de bedoeling deze weer op korte termijn door te verkopen worden gezien als handelsrisico’s, die worden gemeten en bewaakt door de afdeling Corporate Market Risk Management. Wat betreft kredietrisico wordt het beleggingsrisico berekend als de historische kostprijs (aankoopkosten) na aftrek van eventuele vooruitbetalingen of amortisatie en exclusief eventuele opgebouwde en onbetaalde rente of de effecten van bijzondere waardeverminderingen. Geldmarktrisico Geldmarktrisico ontstaat wanneer ING kortlopende betaaltegoeden bij een tegenpartij plaatst met als doel een liquiditeitsoverschot te beheren. In beginsel zijn geldmarktdeposito’s kortlopend van aard (1 à 7 dagen is gangbaar). Blijft de tegenpartij in gebreke, dan kan ING de geplaatste tegoeden verliezen. Het geldmarktrisico wordt derhalve eenvoudigweg gemeten als de nominale waarde van het tegoed, exclusief eventuele opgebouwde en onbetaalde rente of de effecten van bijzondere waardeverminderingen. Pre-settlement risico Pre-settlement risico ontstaat als een tegenpartij nog vóór de afhandeling van een transactie in gebreke blijft en ING de overeenkomst moet vervangen door een transactie met een andere tegenpartij, tegen de dan geldende (mogelijk ongunstige) marktkoers. Het presettlement risico (potentieel of verwacht) betreft de kosten van de vervanging van een transactie in de markt. Deze categorie kredietrisico gaat vooral gepaard met dealingroom-producten zoals opties, swaps en effecten-financieringstransacties. Bij een wederzijdse waardeuitwisseling is het uitstaande kredietrisicobedrag over het algemeen gebaseerd op de vervangingswaarde (tegen marktwaarde) plus een potentiële toekomstige volatiliteit, waarbij gebruik wordt gemaakt van een historische tijdshorizon van zeven jaar en een betrouwbaarheidsniveau van 99%.
216
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Settlementrisico Settlementrisico ontstaat wanneer waarden worden uitgewisseld (fondsen, instrumenten of goederen en grondstoffen) voor dezelfde of verschillende valutadata en de ontvangst niet wordt geverifieerd of verwacht voordat ING haar eigen deel van de transactie heeft voldaan of geleverd. Het risico bestaat dat ING levert, maar geen levering van de tegenpartij ontvangt. Settlementrisico kan gewoonlijk worden beheerst en beperkt door transacties met een ‘delivery versus payment’ (DVP) regeling, zoals gebruikelijk is bij de meeste clearingbanken, of middels een settlement-netting overeenkomst. Voor transacties waarbij een DVP-regeling niet mogelijk is, stelt ING settlementlimieten vast via het kredietfiatteringsproces. Het settlementrisico wordt dan nauwlettend bewaakt en beheerd door de kredietrisicobeheerafdelingen. Het risico wordt verder beperkt via operationele procedures waarbij transactiebevestigingen aan de tegenpartijen met alle transactiedetails vereist zijn. Ook kan gebruik worden gemaakt van internationaal aanvaarde documentatie, zoals ‘master agreements’ van de International Swaps and Derivatives Association (ISDA) voor derivatentransacties. Bovendien neemt ING regelmatig deel aan projecten met andere banken om clearingsystemen en -mechanismen te verbeteren en te ontwikkelen met als doel het niveau van het settlementrisico nog verder te verlagen. Vanwege de zeer korte aard van de settlementpositie (dagelijks) zijn settlementrisico’s niet onderhevig aan economische of wettelijke kapitaalvereisten en worden ze niet opgenomen in de risicotoelichting. Landenrisico Landenrisico is het risico dat specifiek is toe te schrijven aan gebeurtenissen in een bepaald land (of bepaalde groep landen). Dit risico kan zich voordoen in elk van de vijf hierboven beschreven risicocategorieën. Alle transacties en handelsposities van ING dragen een landenrisico. Het landenrisico is verder onderverdeeld in economisch risico en transferrisico. Economisch risico is het concentratierisico dat in verband staat met een bepaalde gebeurtenis in het risicoland dat van invloed kan zijn op transacties en elk ander risico in dat land, ongeacht de valuta. Transferrisico is het risico dat wordt gelopen dat ING of haar tegenpartijen niet in staat zijn te voldoen aan de verplichtingen in de betreffende vreemde valuta als gevolg van een specifieke gebeurtenis in het bewuste land. In landen waar ING actief is, wordt het relevante landenrisicoprofiel regelmatig geëvalueerd, op basis waarvan een landenrating wordt toegekend. Op basis van deze rating en de risicotolerantie van ING worden risicolimieten per land bepaald. Risico’s voortkomend uit kredietverstrekking, beleggings-, pre-settlement- en geldmarktactiviteiten worden dagelijks gemeten en gerapporteerd op basis van de risicolimieten per land. Ook voor transferrisico worden per land risicolimieten toegekend, doorgaans alleen in opkomende markten. Bepaling van uitstaand kredietrisico De cijfers over geldmarkt- en kredietverleningsactiviteiten zijn in principe nominale bedragen, terwijl cijfers over beleggingsactiviteiten gebaseerd zijn op het oorspronkelijk geïnvesteerde bedrag minus aflossingen. Off-balance sheet posities omvatten documentaire kredieten en garanties die verband houden met de risicocategorie kredietverlening. Verder bevatten off-balance-sheet posities een deel van de niet gebruikte limieten, dat verband houdt met het statistisch verwachte gebruik van het niet gebruikte deel van de limiet tussen het moment van meting en het theoretische moment van statistische ingebrekeblijving. Gezamenlijk worden deze bedragen uitstaand kredietrisico genoemd. Posities die verband houden met securitisaties (asset-backed-financieringen, commercial/residential mortgage-backed securities en gedekte obligaties) worden apart weergegeven. Deze bedragen houden ook verband met het geïnvesteerde bedrag voorafgaand aan enige bijzondere waardeverminderingsactiviteit of marktwaarde-aanpassing. Ook dit wordt aangemerkt als ‘uitstaand’. Verpanding Zoals alle financiële instellingen, en dat geldt vooral voor banken, neemt ING kredietrisico op zich. Daarom evalueren we continu de kredietwaardigheid van onze klanten, handelspartners en investeringen om na te gaan in hoeverre zij aan de financiële verplichtingen jegens ING kunnen voldoen. Tijdens het beoordelingsproces voor het aangaan van nieuwe leningen, handelslimieten of investeringen, alsook het beoordelen van bestaande leningen, handelsposities en investeringen, bepaalt ING het bedrag en type onderpand, indien vereist, dat een klant zou moeten belenen. In het algemeen geldt dat hoe lager de waarneembare kredietwaardigheid van de kredietnemer of financiële tegenpartij, hoe hoger het bedrag dat de klant of tegenpartij in onderpand moet geven. Als onderdeel van de handelsactiviteiten met andere financiële instellingen sluit ING diverse juridische overeenkomsten af waarbij ING en/of de tegenpartij onderpand verleent/verlenen om marktfluctuaties van hun onderlinge posities af te dekken. Wetten in de verschillende rechtsgebieden hebben invloed op het type en bedrag aan onderpand dat ING kan ontvangen of verlenen. In bepaalde gevallen zal ING kredietderivaten, of een andere soortgelijke transactie aangaan, om het kredietrisico van een bepaalde kredietnemer of portefeuille te verminderen. Het type onderpand dat als zekerheid voor een lening wordt aangehouden wordt bepaald door de structuur van de lening of de positie. Vanwege het gediversifieerde karakter van ING’s portefeuille is er ook een grote verscheidenheid in het type onderpand, waardoor geen enkel soort onderpand is oververtegenwoordigd ten opzichte van andere. KREDIETRISICOPROFIEL ING BANK Het kredietrisico van ING Bank heeft voornamelijk betrekking op de traditionele kredietverlening aan bedrijven en particulieren, gevolgd door investeringen in obligaties en overige gesecuritiseerde activa. Leningen aan particulieren betreffen hoofdzakelijk hypotheken met onroerend goed als zekerheid. Kredieten (inclusief uitgegeven garanties) aan bedrijven zijn veelal gedekt, maar kunnen ook ongedekt worden verstrekt op basis van een interne analyse van de kredietwaardigheid van de kredietnemer. Obligaties in de beleggingsportefeuille zijn doorgaans ongedekt. Securitisaties, zoals ‘Mortgage Backed Securities’(MBS) en ‘Asset Backed Securities’ (ABS), zijn gedekt door het pro rata deel van de onderliggende gediversifieerde activa (zakelijke of woninghypotheken, autoleningen en andere activa), die ING Groep Jaarverslag 2009
217
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
aangehouden worden door de emittent van de securitisatie. Het laatste belangrijke onderdeel van kredietrisico betreft pre-settlement kredietrisico, dat voortvloeit uit handelsactiviteiten, inclusief derivaten, ‘repo’-transacties, het lenen en uitlenen van effecten en vreemde valutatransacties. ING maakt binnen het bankbedrijf gebruik van verschillende marktprijsmodellen en berekeningstechnieken om de omvang van het kredietrisico op pre-settlementactiviteiten te bepalen. Op basis van deze technieken maakt ING een schatting van het mogelijke toekomstige risico op individuele transacties en handelsportefeuilles. Er worden regelmatig raamovereenkomsten en zekerheidsstellingen afgesloten om deze kredietrisico’s te beperken. Probleemleningen Herstructurering ING’s herstructureringsactiviteiten concentreren zich op het beheren van de relatie met de klant, het verbeteren van het risicoprofiel van de debiteur, het maximaliseren van eventuele opbrengsten en, indien mogelijk, het voorkomen van executoriale verkopen en inbeslagnames. Deze herstructureringsactiviteiten zijn pro-actief en voornamelijk gericht op Wholesale Banking- en MKB-klanten (‘Zakelijk’), die nog niet in gebreke zijn. De meest gebruikelijke manieren zijn, onder andere, het herzien dan wel verlengen van de aflossingsperiode, iemand bijstaan bij een financiële reorganisatie en/of operationele reorganisatie, het uitstellen van executoriale verkoop, het aanpassen van leningsvoorwaarden en het opschorten van bepaalde betalingen in afwachting van een verandering van de omstandigheden. Voor consumenten- en hypotheekleningen (‘Particulier’) is de benadering meer portefeuillegericht. Herstructureringsactiviteiten voor zakelijke klanten beginnen doorgaans met een zogeheten watch list-indicatie. Klanten op deze lijst behouden hun rating (1-19). Een watch list-indicatie kan leiden tot een herstructureringsstatus (18-19) of zelfs een probleemleningstatus (20-22). De meeste klanten met een watch list-indicatie keren terug naar een reguliere status. Voor particuliere klanten is de watch list-status of de status van potentiële probleemlening doorgaans het gevolg van betalingsachterstanden (meer dan één maand), die vervolgens tot uitdrukking komt in een risicorating 18-19 (of vergelijkbare status gebaseerd op de gestegen kans op in gebreke blijven). Na herstructurering wordt het relatiebeheer overgedragen aan de normale commerciële bankafdelingen, dan wel beëindigd. ING’s geherstructureerde leningen die anders achterstallig zouden zijn of een bijzondere waardevermindering zouden hebben ondergaan, staan in de volgende tabel: Geherstructureerde leningen die anders achterstallig of voorzien zouden zijn Van herstructurering (18-19) naar normaal (1-17) Van afwikkeling (20-22) tot normale of herstructureringsstatus (1-19) Totaal geherstructureerde leningen
2009
2008
2.737 6.105 8.842
1.183 3.556 4.739
De verdeling tussen Zakelijk en Particulier is als volgt: Geherstructureerde zakelijke leningen die anders achterstallig of voorzien zouden zijn Van herstructurering (18-19) naar normaal (1-17) Van afwikkeling (20-22) tot normale of herstructureringsstatus (1-19) Totaal geherstructureerde zakelijke leningen
2009
2008
2.737 2.895 5.632
1.183 978 2.161
ING blijft zakelijke klanten die financiële problemen ondervinden pro-actief benaderen door leningen te herstructureren en de bewuste ondernemingen te helpen bij het hervinden van hun economische stabiliteit. De omvangrijke stijgingen van 2009 weerspiegelen het grotere aandeel van leningen die als gevolg van de financiële crisis in aanmerking komen voor herstructurering. Geherstructureerde particuliere leningen en hypotheekleningen die anders achterstallig of voorzien zouden zijn Van afwikkeling (20-22) tot normale of herstructureringsstatus (1-19) Totaal geherstructureerde leningen en hypotheken (‘Particulier’)
2009
2008
3.210 3.210
2.578 2.578
De stijging van het totale bedrag aan geherstructureerde consumenten- en hypotheekleningen weerspiegelt de groei van de portefeuille, alsook ING’s pro-actieve portefeuillebeheer. Dit omvat onder andere geautomatiseerde herinnerings- en waarschuwingsbrieven aan particuliere klanten die anders in financiële problemen zouden kunnen zijn gekomen. Particuliere klanten hebben geen herstructureringsstatus. Achterstallige betalingsverplichtingen ING volgt voortdurend de betalingsachterstanden in haar portefeuille. Met name de particuliere portefeuilles worden maandelijks nauwlettend gevolgd om vast te stellen of er significante wijzigingen in het niveau van betalingsachterstanden optreden. In het algemeen wordt een verplichting beschouwd als achterstallig indien een betaling van rente of aflossing meer dan één dag te laat is. In de praktijk worden de eerste 5-7 dagen nadat een betalingsverplichting achterstallig wordt, beschouwd als operationeel van aard bij particuliere
218
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
leningen en leningen aan kleine bedrijven. Na deze periode wordt een brief aan de debiteur verzonden ter herinnering aan de (achterstallige) betalingsverplichtingen. Als de betalingsachterstand na 90 dagen nog steeds bestaat, wordt de verplichting gewoonlijk overgedragen aan één van de ‘probleemleningen’-afdelingen. Om het aantal betalingsachterstanden te verminderen, moedigen de meeste ING bedrijfsonderdelen hun debiteuren aan automatisch te betalen zodat betalingen tijdig ontvangen worden. Leningen naar kredietkwaliteit: portefeuille ING Bank, uitstaand Niet achterstallig,geen bijzondere waardevermindering Achterstallig, maar geen bijzondere waardevermindering (1-90 dagen) (1) Bijzondere waardevermindering (1)
2009
2008
790.377
817.069
7.404 11.983 809.764
7.224 8.592 832.885
Gebaseerd op kredietverlening (alleen hypotheken en leningen aan particulieren).
Ouderdomsanalyse (achterstallig maar geen bijzondere waardevermindering): portefeuille ING Bank, uitstaand (1),( 2) Achterstallig gedurende 1-30 dagen Achterstallig gedurende 31-60 dagen Achterstallig gedurende 61-90 dagen
2009
2008
5.967 1.281 156 7.404
5.844 1.223 157 7.224
Gebaseerd op kredietverlening (alleen hypotheken en leningen aan particulieren). Het bedrag dat achterstallig is maar geen bijzondere waardevermindering heeft ondergaan bij de niet-kredietactiviteiten was niet van materieel belang.
(1) (2)
Er is geen significante concentratie van een specifiek leningtype in de achterstallige leningen of in de portefeuille van leningen met bijzondere waardeverminderingen. De categorie ‘achterstallig, geen bijzondere waardevermindering’ wordt het meest stringent gevolgd bij consumentenleningen en hypotheken. Alle leningen met achterstallige betalingsverplichtingen van meer dan 90 dagen worden over het algemeen automatisch geclassificeerd als lening met bijzondere waardevermindering. Voor de zakelijke kredietverleningsportefeuille en effectenverplichtingen bestaat over het algemeen een reden om een lening vóór het verstrijken van de termijn van 90 dagen als bijzondere waardevermindering aan te merken, zoals de inschatting van ING dat een klant niet aan zijn financiële verplichtingen zal kunnen voldoen, of dat een klant faillissement of surseance van betaling aanvraagt. In sommige gevallen zal een materiële overtreding van de financiële afspraken (contractbreuk) ook aanleiding zijn om een lening te kwalificeren als lening met bijzondere waardevermindering. Procedure voor inbeslagname Het beleid van ING is om geen activa van niet-nakomende debiteuren in beslag te nemen. ING probeert eerder het actief te verkopen vanuit de rechtspersoon die de activa in onderpand heeft gegeven, in overeenstemming met de overeenkomsten tot verpanding zoals ondertekend door de debiteur. In die gevallen dat ING wel het onderpand opeist, zal ING over het algemeen zo snel mogelijk het actief proberen te verkopen aan een gegadigde. Op basis van een interne inschatting van welke aanpak het snelst het hoogste resultaat zal opleveren voor ING, kan de gehele onderneming verkocht worden (of ten minste alle activa), of de activa kunnen stuksgewijs worden verkocht. Leningen die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan: portefeuille ING Bank, uitstaand per economische sector Privépersonen Onroerend goed Bedrijfsleven algemeen Voedingsmiddelen, dranken en persoonlijke verzorging Bouw Diensten Media Vervoer en logistiek Overige Totaal
2009
2008
4.589 1.528 933
3.718 1.094 1.036
681 628 611 583 415 2.015 11.983
397 676 270 135 146 1.120 8.592
In bovenstaande tabel wordt een overzicht gegeven van uitstaand kredietrisico (inclusief leningen die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan) voor leningen en posities die zijn aangemerkt als probleemleningen en waarvoor reserveringen zijn getroffen. Voor deze portefeuille heeft ING specifieke en collectieve voorzieningen getroffen van respectievelijk EUR 2.115 miljoen en EUR 1.246 miljoen (2008: EUR 1.067 miljoen en EUR 799 miljoen), wat het verschil is tussen de geamortiseerde kostprijs van de onderliggende portefeuille en de tegen de effectieve rente verdisconteerde realiseerbare waarde. Daarnaast is een voorziening van EUR 1.005 miljoen voor de gezonde portefeuille. ING Groep Jaarverslag 2009
219
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Voorzieningen De kredietportefeuille wordt doorlopend geëvalueerd. Ieder kwartaal vindt er een formele analyse plaats om de voorzieningen voor mogelijk dubieuze debiteuren vast te stellen volgens een ‘bottom-up’ benadering. Conclusies worden besproken in het IPC, dat over het niveau van de specifieke debiteurenvoorzieningen aan de Raad van Bestuur adviseert. ING Bank beschouwt leningen als zijnde in gebreke indien het, op basis van actuele informatie en gebeurtenissen, waarschijnlijk is dat de contractueel verschuldigde hoofdsom en rentebedragen niet conform de contractbepalingen zullen worden ontvangen. Voorzieningen: portefeuille ING Bank Commercial Banking
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de Groep Afboekingen Ontvangen op reeds afgeboekte kredieten Toename/(afname) voorziening dubieuze debiteuren Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde einde van het jaar
Retail Banking
ING Direct
Totaal ING Bank
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
1.024
921 2 –260 24 596 –17 –242 1.024
1.070 –3 –493 125 997 –12 27 1.711
771
517
309
–399 63 401 –36 270 1.070
–204 2 765 –8 –12 1.060
–69 4 283 3 –13 517
2.611 –3 –1.217 148 2.973 –48 –65 4.399
2.001 2 –728 91 1.280 –50 15 2.611
–520 21 1.211 –28 –80 1.628
In overeenstemming met de ontwikkelingen in de wereldeconomie zijn de risicokosten in 2008 gestegen. Deze trend zette ook in 2009 door, zij het in een lager tempo in de tweede helft van 2009. Zekerheidsstelling ING-onderdelen sluiten actief overeenkomsten tot het kopen en terugkopen van verhandelbare effecten af als onderdeel van hun effectenfinancieringsactiviteiten. Deze transacties kunnen vele juridische vormen hebben. (Omgekeerde) repo-, effectenleen- en -uitleenovereenkomsten; evenals koop/terugverkoop- dan wel verkoop/terugkoopovereenkomsten; en aandelenleen- en uitleenovereenkomsten; zijn de meest gangbare. Het bedrag van als zekerheid aanvaarde financiële activa door ING onder deze overeenkomsten bedroeg EUR 72,7 miljard op 31 december 2009 en EUR 82,1 miljard op 31 december 2008. Deze verlaging komt overeen met de algehele afname in openstaande effectenfinancieringstransacties ultimo 2009 in vergelijking met eind 2008. Deze bedragen zijn exclusief het contante deel van deze transacties en exclusief verpandingen onder tripartiete overeenkomsten (omdat de onderliggende waarde niet direct verpand is aan ING en ook geen eigendom is van ING). Normaal gesproken kunnen deze verhandelbare effecten in de markt worden doorverkocht of doorverpand onder soortgelijke overeenkomsten. ING is verplicht om in zulke situaties soortgelijke effecten terug te geven. Risicoklassen Risicoklassen zijn bepaald op basis van de kwaliteit van de uitstaande bedragen naar kredietwaardigheid, variërend van beleggingsklasse tot probleemklasse uitgedrukt in Standard & Poor’s-equivalenten. Risicoklassen: portefeuille ING Bank per divisie in % van de totaal uitstaande bedragen (1) Commercial Banking
1 (AAA) 2-4 (AA) 5-7 (A) 8-10 (BBB) 11-13 (BB) 14-16 (B) 17-22 (CCC & probleemleningen) (1)
(2)
Retail Banking
ING Direct (2)
Totaal ING Bank
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
3,7% 18,7% 21,4% 20,7% 22,0% 8,5% 5,0% 100,0%
9,3% 19,3% 16,7% 23,2% 23,3% 5,8% 2,4% 100,0%
0,2% 3,5% 4,9% 37,5% 40,9% 7,7% 5,3% 100,0%
1,3% 5,7% 4,0% 34,3% 42,9% 6,9% 4,9% 100,0%
19,8% 17,2% 18,3% 25,0% 11,4% 5,6% 2,7% 100,0%
27,6% 17,1% 15,6% 22,2% 14,8% 1,5% 1,2% 100,0%
7,8% 13,4% 15,2% 27,4% 24,5% 7,3% 4,4% 100,0%
12,6% 14,5% 12,5% 26,2% 26,6% 4,8% 2,8% 100,0%
basis van de berekening van het kredietrisico in kredietverlening, (pre)-settlement, geldmarkt- en beleggingsactiviteiten. Op De ratings drukken uit wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. Gedekte obligaties worden gepresenteerd op basis van de externe kredietrating van de betreffende emittent. Gedekte obligaties hebben doorgaans een betere externe kredietrating dan de emittent op zich, vanwege de structurele kenmerken van dit papier.
220
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Risicoklassen: portefeuille ING Bank in % van de totaal uitstaande bedragen (1) Kredietverlening
1 (AAA) 2-4 (AA) 5-7 (A) 8-10 (BBB) 11-13 (BB) 14-16 (B) 17-22 (CCC & probleemleningen) (1)
Beleggingen
Geldmarkt
Pre-settlement
Totaal ING Bank
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
0,8% 7,0% 9,1% 35,0% 32,7% 9,9%
1,3% 4,2% 10,2% 36,1% 37,8% 6,6%
36,9% 29,4% 23,1% 6,5% 1,8% 0,6%
49,8% 28,8% 15,0% 3,6% 1,5% 0,6%
1,2% 45,6% 40,9% 7,2% 4,7% 0,2%
7,1% 57,3% 26,3% 4,8% 4,4% 0,1%
5,9% 26,1% 46,7% 11,0% 7,3% 1,8%
8,1% 48,3% 21,5% 11,2% 7,2% 2,7%
7,8% 13,4% 15,2% 27,4% 24,5% 7,3%
12,6% 14,5% 12,5% 26,2% 26,6% 4,8%
5,5% 100,0%
3,8% 100,0%
1,7% 100,0%
0,7% 100,0%
0,2% 100,0%
100,0%
1,2% 100,0%
1,0% 100,0%
4,4% 100,0%
2,8% 100,0%
p basis van de berekening van het kredietrisico in kredietverlening, (pre)-settlement, geldmarkt- en beleggingsactiviteiten. O De ratings drukken uit wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.
Bij ING Bank was sprake van een forse neerwaartse verandering in risicoklassen, die grotendeels verband hield met de aanhoudende neerwaartse druk op de externe ratings voor securitisaties in handen van ING Direct en afnemende kredietwaardigheid in de gehele economie. De toename van probleemleningen in de loop van het jaar was vooral te wijten aan de groeiende financiële problemen van het MKB. De trend werd nog verder versterkt door neerwaartse bijstellingen van financiële instellingen, zoals blijkt uit geldmarkt- en pre-settlementactiviteiten. Risicoconcentratie: portefeuille ING Bank, per economische sector
(1) (2)
Commercial Banking
Privépersonen Financiële instellingen (excl. banken) Zakenbanken Overheid Vastgoed Natuurlijke hulpbronnen Centrale Banken Vervoer en logistiek Diensten Overige (1) (2)
Retail Banking
ING Direct
Totaal ING Bank
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
0,2%
0,2%
70,5%
68,4%
49,7%
44,1%
38,2%
34,5%
13,0% 19,5% 12,3% 13,8% 8,7% 3,7% 5,6% 3,2% 20,0% 100,0%
13,5% 20,4% 12,8% 12,5% 6,9% 2,4% 5,4% 3,5% 22,4% 100,0%
1,9% 0,8% 1,8% 4,1% 0,8% 0,3% 1,5% 3,3% 15,0% 100,0%
2,0% 1,2% 1,5% 3,9% 0,7% 1,6% 1,6% 3,1% 16,0% 100,0%
20,0% 14,4% 8,6% 0,8%
29,9% 15,4% 2,7% 0,6%
2,8%
4,5%
0,1% 3,6% 100,0%
2,8% 100,0%
11,8% 12,0% 7,8% 6,6% 3,4% 2,3% 2,5% 2,2% 13,2% 100,0%
15,0% 13,1% 6,2% 6,2% 2,9% 2,8% 2,6% 2,3% 14,4% 100,0%
Percentages zijn gebaseerd op het totale bedrag aan kredietrisico in de betreffende kolom, gemeten volgens de interne kredietrisicoberekeningsmethoden van ING. Economische sectoren met lager aandeel dan 2% zijn samengevoegd onder Overige.
Bij ING Direct ging de diversificatie naar woninghypotheken verder, terwijl de securitisatie- en obligatieportefeuilles verhoudingsgewijs omlaag gingen. De grotere concentratie van de overheid bij ING Direct hangt samen met de Alt-A transactie met de Nederlandse Staat. De volgende sectoren zijn in 2009 onder de drempel van 2% gezakt: Voedingsmiddelen, dranken en persoonlijke verzorging (2008: 2,2%), Bedrijfsleven algemeen (2,1%) en Bouw (2,0%). Grootste economische risico’s: portefeuille ING Bank, per land (1) (2) Commercial Banking
(in miljarden euro’s) Nederland Duitsland België Verenigde Staten Spanje Australië Frankrijk Italië Verenigd Koninkrijk Canada Polen Turkije
Retail Banking
ING Direct
Totaal ING Bank
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
54,8 11,2 26,5 31,3 12,3 4,4 23,0 13,6 13,9 0,7 9,0 0,7
56,2 12,5 25,6 35,3 15,2 4,3 23,4 14,7 15,8 1,4 9,7 0,8
187,0 0,2 52,9 0,6 0,4 0,1 0,8 0,6 0,2 0,0 6,2 9,0
171,9 0,2 52,6 0,2 0,4
17,7 70,3 0,9 48,2 36,4 31,8 5,1 12,2 12,1 21,8
1,0 61,5 1,1 63,6 40,1 23,0 4,2 12,8 13,5 17,4
259,5 81,7 80,3 80,1 49,1 36,3 28,9 26,4 26,2 22,5 15,2 9,7
229,1 74,2 79,3 99,1 55,7 27,3 28,3 28,0 29,5 18,8 11,8 9,4
0,7 0,5 0,2 0,0 2,1 8,6
eeft uitsluitend betrekking op risico’s > EUR 9 miljard, inclusief intercompany risico’s met ING Verzekeringen. De selectie bevat dezelfde landen als vorig jaar, zij H het in een andere volgorde. (2) Land is gebaseerd op het vestigingsland van de schuldenaar. (1)
ING Groep Jaarverslag 2009
221
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
In lijn met de strategie van ING om de risico’s af te bouwen, vormden de portefeuilleontwikkelingen in de meeste landen een afspiegeling van de ontwikkeling van de totale portefeuille. De groei bij ING Direct in Nederland en de afname in de Verenigde Staten vloeien voort uit de Alt-A transactie met de Nederlandse overheid. De stijging in Australië is hoofdzakelijk het gevolg van valuta-effecten, terwijl de grotere positie in Canada op het conto komt van de groei van de portefeuille woninghypotheken. ING BANK – MARKTRISICO’S Marktrisico betreft het risico dat bewegingen in marktfactoren, zoals rentetarieven, aandelenkoersen, valutakoersen en vastgoedkoersen, een negatief effect hebben op de resultaten, de marktwaarde of de liquiditeitspositie van de bank. Marktrisico vloeit voort uit posities in trading boeken of in de banking boeken. De trading posities worden aangehouden om te profiteren van koersbewegingen op de korte termijn, terwijl de posities in de banking boeken worden aangehouden voor de lange termijn (of tot einde looptijd) of voor het doel om andere posities in het banking boek af te dekken. Binnen ING Bank valt het toezicht op het marktrisico (inclusief liquiditeitsrisico) onder de ALCO-functie met ALCO Bank als hoogste autoriteit voor goedkeuring. Het ALCO Bank bepaalt de totale risicotolerantie voor het marktrisico. De ALCO-functie is regionaal georganiseerd met uitzondering van ING Direct, dat een eigen ALCO heeft. De divisies Retail Banking en Commercial Banking zijn vertegenwoordigd binnen de respectievelijke regionale en lokale ALCO’s. De ALCO-structuur binnen ING Bank maakt top-down risicobeheer, limietbepaling, controle van en toezicht op het marktrisico mogelijk. Dit verzekert een correcte implementatie van de risicotolerantie van ING Bank. Als aangewezen onafhankelijke afdeling is Corporate Market Risk Management (CMRM) verantwoordelijk voor het ontwerp en de uitvoering van de marktrisicobeheerfuncties van de bank ter ondersteuning van de ALCO-functie. In de CMRM-structuur wordt onderkend dat het nemen en beheersen van risico voor een groot gedeelte op regionaal/lokaal niveau plaatsvindt. Bottom-up rapportage stelt het management in staat om het marktrisico op alle relevante niveaus volledig te overzien. CMRM is verantwoordelijk voor het bepalen van adequate beleidslijnen en procedures voor het beheren van marktrisico en voor het toezicht op de naleving van deze richtlijnen. Een belangrijk element van de marktrisicobeheerfunctie is de beoordeling van het marktrisico van nieuwe producten en activiteiten. Daarnaast onderhoudt CMRM een adequaat limietenstelsel in lijn met de totale risicotolerantie van de bank. Het is de verantwoordelijkheid van de divisies om zich aan de door ALCO Bank goedgekeurde limieten te houden. Limietoverschrijdingen worden tijdig aan het senior management gerapporteerd en de divisies zijn verplicht om de benodigde acties te ondernemen om de risicopositie te reduceren. Marktrisico in trading boeken Organisatie In de trading boeken worden posities aangehouden op de professionele financiële markten met als doel te profiteren van koersbewegingen op de korte termijn. Marktrisico in de trading boeken vloeit voort uit de blootstelling aan diverse marktrisicofactoren, waaronder rentetarieven, aandelenkoersen en valutakoersen. Het Financial Markets Risk Committee (FMRC) is de marktrisicocommissie die, binnen de door ALCO Bank vastgestelde richtlijnen, marktrisicolimieten vaststelt op zowel geaggregeerd niveau als per trading boek, en die nieuwe producten goedkeurt. CMRM adviseert zowel het FMRC als het ALCO Bank over de risicotolerantie van de Commercial Banking-activiteiten. Voor de trading boeken richt CMRM zich op het beheer van marktrisico’s binnen Commercial Banking (hoofdzakelijk Financial Markets), aangezien dit de enige divisie is waar omvangrijke trading activiteiten plaatsvinden. Trading activiteiten zijn onder andere het faciliteren van klantactiviteiten, market-making en het innemen van eigen posities in effecten- en derivatenmarkten. CMRM is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en implementatie van beleid met betrekking tot marktrisico en methodieken voor risicometing, rapportage en controle van trading risicoposities ten opzichte van goedgekeurde limieten en de validatie van waarderingsmodellen. Verder beoordeelt CMRM mandaten en limieten voor trading activiteiten en bewaakt CMRM het proces met betrekking tot het introduceren van nieuwe producten voor trading activiteiten. Het beheer van de marktrisico’s in de trading boeken wordt op diverse organisatorische niveaus uitgevoerd, van geconsolideerd niveau (CMRM) tot op het niveau van specifieke trading boeken en trading locaties. Risicometing CMRM past de Value at Risk (VaR)-methodiek toe als de belangrijkste risicomaatstaf. VaR voor marktrisico geeft, met een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%, de maximale ééndagsverliezen die kunnen optreden ten gevolge van veranderingen in risicofactoren (zoals rentetarieven, valutakoersen, aandelenkoersen, creditspreads, impliciete volatiliteiten) als de posities onveranderd blijven binnen een tijdsinterval van een dag. Het effect van de historische marktbewegingen op de huidige portefeuille wordt geschat op basis van het gelijk gewogen gemiddelde van de waargenomen marktbewegingen in het voorgaande jaar. ING past VaR toe op basis van een horizon van één dag voor interne risicoberekening, controle en backtesting, en VaR met een horizon van tien dagen voor de bepaling van het wettelijk vereiste kapitaal. Het gebruik van het VaR-model van ING is goedgekeurd door DNB voor de berekening van het wettelijk vereiste kapitaal van de belangrijkste trading activiteiten.
222
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Marktrisico voor de vastrentende waarden- en aandelenmarkten is opgesplitst in twee componenten: algemeen marktrisico en specifiek marktrisico. Het algemene marktrisico geeft een schatting van de VaR die voortvloeit uit algemene waardefluctuaties in de markt (bijvoorbeeld renteschommelingen). Het specifieke marktrisico geeft een schatting van de VaR die voortvloeit uit waardefluctuaties in de markt die betrekking hebben op de onderliggende emittent van waardepapieren in de portefeuilles. Dit specifieke risico betreft alle waardeschommelingen die niet samenhangen met algemene marktbewegingen. CMRM heeft voor de geconsolideerde risicorapportage van de trading boeken een VaR-model op basis van historische simulatie ingevoerd, in plaats van de eerder gehanteerde variantie-covariantie-methode. Gekozen is voor een gefaseerde uitrol en ING is, na goedkeuring van DNB, op 1 januari 2009 met de eerste fase gestart. In die eerste fase zijn de berekeningen van lineaire portefeuilles en aandelenderivatenposities overgegaan van variantie-covariantie naar historische simulatie. Veel andere niet-lineaire en specifieke risico’s worden vooralsnog met Monte Carlo of variantie-covariantie-methoden berekend. De berekening van alle niet-lineaire en specifieke risico’s zal te zijner tijd worden vervangen door historische simulatie-resultaten op basis van volledige herwaardering. De harmonisering van VaR-methoden is een van de belangrijkste doelstellingen van CMRM voor 2010. Beperkingen VaR als risicomaatstaf heeft enige beperkingen. VaR maakt gebruik van historische gegevens om het gedrag van toekomstige prijsfluctuaties te voorspellen. Toekomstige prijsschommelingen kunnen substantieel afwijken van in het verleden waargenomen fluctuaties. Daarnaast veronderstelt het gebruik van een ééndagshorizon (of tien dagen voor wettelijke berekeningen) dat alle posities in de portefeuille in één dag kunnen worden geliquideerd of afgedekt. Ten tijde van illiquiditeit of extreme gebeurtenissen in de markt kan deze veronderstelling onjuist blijken. Tevens geeft het gebruik van een 99% betrouwbaarheidsniveau aan dat VaR geen verliezen meeneemt die buiten dit betrouwbaarheidsniveau vallen. Het Basel Comité heeft nu voorgesteld om het huidige op VaR gebaseerde toezichtsraamwerk voor trading posities aan te vullen met onder andere een Incremental Risk Charge (IRC) en stressed-VaR. Deze maatregelen moeten de tekortkomingen van het huidige risicoraamwerk ondervangen. De bedoeling is dat kapitaaleisen van Basel II met de IRC bepaalde risico’s dekken die momenteel niet tot uitdrukking komen in het 99%, 10-daags VaR-model voor de trading boeken (wanbetalingen, veranderingen in de kredietkwaliteit). De nieuwe IRC-vereisten treden vanaf 2011 in werking. Backtesting Backtesting is een techniek voor de voortgaande bewaking van de aannemelijkheid van het toegepaste VaR-model. Hoewel met VaR-modellen de potentiële toekomstige resultaten worden ingeschat, zijn de schattingen gebaseerd op historische marktgegevens. In een backtest wordt het feitelijke resultaat op dagbasis vergeleken met de ééndags VaR. Naast feitelijke resultaten voor backtesting gebruikt ING ook hypothetische resultaten, waarbij het effect van daghandel (intraday trading), honoraria (fees) en provisies wordt uitgesloten. Wanneer het feitelijke of hypothetische verlies de VaR overstijgt, is er sprake van een overschrijding. Op basis van ING’s eenzijdige betrouwbaarheidsniveau van 99% zal een overschrijding naar verwachting één keer in de 100 trading dagen voorkomen. In 2009 is er net als in 2008 geen overschrijding voorgekomen waarbij een ééndags trading verlies de ééndags geconsolideerde VaR van ING Commercial Banking heeft overschreden. ING brengt op kwartaalbasis aan DNB verslag uit over de uitkomsten van de backtesting. Stresstesting Stresstesten worden gebruikt om marktrisico’s onder extreme marktomstandigheden te bewaken. Aangezien VaR in het algemeen geen schatting geeft van de potentiële verliezen die kunnen voortvloeien uit extreme fluctuaties in de markt, past ING gestructureerde stresstesting toe voor het bewaken van het marktrisico onder extreme marktomstandigheden. Stressscenario’s zijn gebaseerd op historische en hypothetische extreme gebeurtenissen. Het resultaat van deze stresstesting is een ‘event risk’ getal. Dit is een schatting van het resultaat als gevolg van een mogelijke extreme gebeurtenis en het wereldwijde effect daarvan op ING Commercial Banking. Het event risk-getal voor de trading activiteiten van ING Commercial Banking wordt op weekbasis berekend. Net als VaR wordt het event risk gelimiteerd door het ALCO Bank. Het beleid met betrekking tot event risk (en de technische implementatie daarvan) is ING-specifiek, aangezien er voor event risk geen door andere banken en toezichthouders algemeen aanvaarde berekeningsmethode bestaat (zoals voor het VaR-model). Het event risk-model bestaat in feite uit stressparameters per land en per markt (vastrentende waarden, aandelen, vreemde valuta, creditspread en gerelateerde derivatenmarkten). De scenario’s en stressparameters worden achteraf vergeleken met extreme marktbewegingen die zich daadwerkelijk in die markten hebben voorgedaan. Indien nodig evalueert ING specifieke stressscenario’s naast de stresstests die structureel worden uitgevoerd. Deze specifieke scenario’s hebben betrekking op actuele problemen, zoals politieke instabiliteit in bepaalde regio’s, terroristische aanslagen of extreme bewegingen in energieprijzen. Overige controle op de trading boeken Limieten op VaR en event risk zijn de belangrijkste limieten voor de beheersing van de trading boeken. Daarnaast maakt ING gebruik van diverse andere limieten in aanvulling op VaR en event risk. Met limieten op positie en gevoeligheid wordt voorkomen dat er te grote concentraties ontstaan in specifieke emittenten, sectoren of landen. Verder gelden ook andere risicolimieten op de handel in exotische derivaten. Het marktrisico van deze producten wordt beheerst door productspecifieke limieten en beperkingen.
ING Groep Jaarverslag 2009
223
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Ontwikkeling marktrisico Onderstaande grafiek toont de ontwikkeling van de ééndags VaR met een betrouwbaarheidsinterval van 99% en een tijdshorizon van één dag. De ééndags VaR wordt gepresenteerd voor de trading boeken van Commercial Banking gedurende 2008 en 2009 die onder risicotoezicht staan van CMRM. Verscheidene banking boeken worden intern beheerd via het trading risicoproces. Deze boeken zijn daarom uitgesloten van de banking risicotabel (in de volgende sectie) en inbegrepen in de onderstaande trading risicografiek en -tabel. Geconsolideerde Trading VaR ING Commercial Banking 2008-2009 in miljoenen euro’s 80 70 60 50 40 30 20 10 0 jan 08
apr 08
jul 08
okt 08
jan 09
apr 09
jul 09
okt 09
jan 10
Datum Value at Risk
VaR Limiet
Gedurende 2009 varieerde de ééndags-VaR van de Commercial Banking-trading boeken van EUR 25 miljoen tot EUR 60 miljoen. Er was in 2009 sprake van één kleine overschrijding van de VaR-limiet. Op 16 januari 2009 is de VaR-limiet van EUR 60 miljoen met EUR 50.000 overschreden. De gemiddelde VaR was in 2009 aanzienlijk lager dan in 2008 (VaR 2009: gemiddeld EUR 39 miljoen en VaR 2008: gemiddeld EUR 53 miljoen). Na de extreme marktvolatiliteit in het vierde kwartaal van 2008 door de teloorgang van diverse financiële instellingen in combinatie met de sombere economische vooruitzichten is de VaR in het vierde kwartaal van 2009 gezakt tot EUR 27 miljoen. Die daling werd in belangrijke mate ingegeven door de ING-strategie van risico-afbouw en de afnemende volatiliteit op de diverse financiële markten. In onderstaande tabel staat een verdere opsplitsing van de VaR van de trading boeken van Commercial Banking voor 2009 en 2008. Geconsolideerde VaR trading boeken: ING Commercial Bank Laag
Vreemde valuta Aandelen Rente/creditspread Diversificatie (1) Totaal VaR (1)
Hoog
Gemiddeld
Ultimo
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
1 4 20
4 5 33
11 11 54
9 13 58
24
42
60
72
5 7 33 –6 39
5 8 45 –5 53
3 5 24 –5 27
7 7 43 –3 54
e totale VaR voor de kolommen Hoog en Laag kan niet worden berekend als de som van de individuele componenten omdat de gegevens van zowel D individuele markten als voor de totale VaR afkomstig kunnen zijn van verschillende datums. NB: de termen hierboven zijn ontleend aan de terminologie die intern wordt gebruikt voor risicobeheer en zijn geen directe verwijzing naar balansposten.
De VaR lag in 2009 over het algemeen lager en liet na februari 2009 een neergaande ontwikkeling zien. De rentemarkt, waaronder de algemene rentepositie en creditspreadposities, droeg het sterkst bij aan de VaR. Onderstaande tabel geeft de grootste trading posities weer in vreemde valuta en in rente- en creditspread-gevoeligheden. Creditspreadgevoeligheden zijn verder onderverdeeld naar verschillende risicocategorieën en sectoren.
224
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Belangrijkste valutaposities trading boeken (ultimo 2009) 2009
Valuta Amerikaanse dollar Chinese yuan Bulgaarse lev Poolse zloty Zuid-Koreaanse won
–266 208 37 31 20
2008
Valuta Singaporese dollar Mexicaanse peso Zuid-Koreaanse won Amerikaanse dollar Chinese yuan
–91 69 –68 55 46
Belangrijkste rente- en creditspread-gevoeligheden trading boeken (ultimo 2009) in duizenden euro’s
Rente (BPV (1)) Eurozone Verenigde Staten Mexico Verenigd Koninkrijk Japan Creditspread (BPV (1)) Verenigde Staten Eurozone Mexico Japan Rusland (1)
2009
–1.175 –359 –153 –109 107
–115 –86 –57 –17 –13
2008
Rente (BPV (1)) Eurozone Mexico Verenigde Staten Zuid-Korea Taiwan
–1.272 –289 241 –111 60
Creditspread (BPV (1)) Eurozone Verenigde Staten Mexico Japan Verenigd Koninkrijk
–247 –187 –97 –56 –32
BPV (basis point value) betreft de gevoeligheid van de winst-en-verliesrekening per één basispunt toename in de rente of de creditspread.
Gevoeligheid creditspread per risicoklasse en sector trading boeken (ultimo 2009) in duizenden euro’s Creditspread (BPV (1))
Risicoklassen 1 (AAA) 2-4 (AA) 5-7 (A) 8-10 (BBB) 11-13 (BB) 14-16 (B) 17-22 (CCC & probleemleningen) Geen rating Totaal
2009
2008
Bedrijfsleven
Financieel
Bedrijfsleven
Financieel
–18 –18 83 16 –12 –21 –47 15 –2
–145 –34 –100 14 –20 20 –11 –16 –292
–20 –19 4 –75 –37 –6 –21 –19 –193
–40 –115 –88 –103 –54 –18 –2 –28 –448
BPV (basis point value) betreft de gevoeligheid van de winst-en-verliesrekening per één basispunt toename in de rente of de creditspread.
(1)
Marktrisico in banking boeken Organisatie Binnen ING Bank worden posities aangeduid als trading of banking posities. Het belangrijkste aspect voor het onderscheiden van de banking boeken van de trading boeken is de intentie achter de posities die worden aangehouden in deze boeken. De posities in de banking boeken worden aangehouden voor de lange termijn (of tot einde looptijd) of om de risicopositie in andere banking boeken af te dekken (de hypothekenportefeuille bijvoorbeeld).
ING Groep Jaarverslag 2009
225
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Renterisico Het renterisico van de banking boeken is het risico dat de resultaten of de marktwaarde van ING Bank die voortvloeien uit de banking posities nadelig door rentebewegingen worden beïnvloed. Om verantwoordelijkheden voor risico en resultaat binnen de banking boekstructuur duidelijk toe te wijzen is door ALCO Bank een Asset & Liability Management (ALM) raamwerk geïmplementeerd. Door middel van dit raamwerk is een duidelijke splitsing gemaakt in drie typen activiteiten: het investeren van het eigen kapitaal, de commerciële activiteiten en het aansturen van de strategische rentepositie van de Bank in de specifieke ALM-boeken. Onderstaande figuur laat het ALM-raamwerk van ING Bank zien waarbinnen het renterisico wordt gemeten en bewaakt: ING Bank Kapitaalbeheer
ING Direct
Retail Banking
Risicoverplaatsing naar markt
Risicoverplaatsing naar FM ALM
Modelrisico (replicatie, vervroegde aflossingen)
Modelrisico (replicatie, vervroegde aflossingen)
Commercial Banking
Commercial Bank Risicoverplaatsing naar FM ALM
Financial Markets ALM
Financial Markets Handel Voor eigen risico
ING Bank’s kapitaalbeheerposities, zijnde de eigen fondsen (kernkapitaal) en de investeringen van deze eigen fondsen, worden geïsoleerd onder de ING Bank Corporate Line. ALCO Bank bepaalt het looptijdprofiel waaraan de investering van de eigen fondsen moet voldoen. Dit looptijdprofiel geeft het langetermijnkarakter weer van de rendementseis van de investeerders en streeft naar maximalisatie en stabilisatie van de resultaten. Binnen het interne raamwerk van risico-overdracht beschouwt ALCO Bank een evenwichtige portefeuille van vastrentende beleggingen met een lange looptijd als de risiconeutrale positie. Het principe van risico-overdracht vormt de basis van het ALM-raamwerk van ING Bank. Uitgangspunt is dat de open renterisicopositie vanuit de commerciële banking boeken wordt overgedragen naar de ALM-boeken. Het renterisico van de commerciële banking boeken komt voort uit de rentetypische mismatch van de door de bank aangegane bezittingen en schulden. De overdracht van het renterisico is voor een groot gedeelte gebaseerd op het modelleren van klantgedrag. Binnen CMRM wordt uitgebreid onderzoek verricht om het modelleren van het klantgedrag te optimaliseren. Er worden verschillende methoden gebruikt om het renterisico na te bootsen waarbij de contractuele en gedragsafhankelijke karakteristieken van rekeningen-courant, spaargelden en hypotheken in ogenschouw worden genomen. De werking van de gebruikte modellen en veronderstellingen wordt op regelmatige basis geanalyseerd door middel van backtests. De resultaten van deze backtests worden gepresenteerd aan het verantwoordelijke ALCO. Om de rentegevoeligheid van spaargelden en rekeningen-courant te bepalen, zijn verschillende methoden ontwikkeld, afhankelijk van de focus van de risicoanalyse. Voorbeelden hiervan zijn historische simulatie, Earnings Sensitivity-analyse en waarderingsmodellen. Er wordt in deze modellen rekening gehouden met prijsstrategieën, uitstaande volumes en het niveau en de vorm van de yieldcurve. Op basis van deze analyses zijn de investeringsregels voor de verschillende portefeuilles vastgesteld. Het afdekken van de optie om vervroegd af te lossen binnen de hypothekenportefeuilles is gebaseerd op modellen waarin het vervroegd aflossingsgedrag wordt voorspeld. In deze modellen wordt rekening gehouden met de stimulans voor klanten om vervroegd af te lossen. De parameters van deze modellen zijn gebaseerd op historische data en worden regelmatig herzien. De gevoeligheid van de renteopties in de uitstaande hypotheekoffertes wordt bepaald en er is ook een afdekkingsproces om het resulterende renterisico te minimaliseren. Het renterisico dat in de commerciële boeken achterblijft na het overdragen van de open rentepositie naar de ALM-boeken wordt veroorzaakt door basisrisico en optionaliteiten. De commerciële bedrijfsonderdelen dragen de verantwoordelijkheid voor dit overgebleven renterisico dat voortvloeit uit bancaire producten waarvan de toekomstige kasstromen afhankelijk zijn van klantgedrag (bijvoorbeeld optionaliteiten in hypotheken) en van bancaire producten waarvan de klantrente niet perfect correleert met de veranderende marktrente (basisrisico). Rekeningen-courant, spaargelden en hypotheken zijn voorbeelden van producten waar deze risico’s uit voortvloeien.
226
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Binnen ING Direct wordt het renterisico op het niveau van de lokale ING Direct-entiteiten beheerd en gemeten. Het renterisico dat bij de entiteiten van ING Direct achterblijft, wordt eveneens in grote lijnen veroorzaakt door het basisrisico en optionaliteiten, aangezien de open rentepositie grotendeels wordt afgedekt. De ALM-boeken worden beheerd binnen de divisie Commercial Banking en bevatten de strategische rentepositie van de bank. Binnen deze boeken is de belangrijkste doelstelling om de economische waarde te maximaliseren en om adequate en stabiele jaarlijkse resultaten te genereren binnen de risicotolerantiegrenzen van ING Bank. In de volgende onderdelen worden de risicocijfers voor renterisico in de banking boeken gepresenteerd. ING Bank gebruikt verschillende risicomaatstaven om renterisico te beheersen, zowel vanuit een resultaten- als een waardeperspectief. De Earnings Sensitivity-maatstaf laat het winstperspectief zien en de cijfers voor Net Present Value at Risk en Base Point Values tonen het waardeperspectief. Diverse kleine banking boeken vallen onder het trading risicoproces en komen derhalve niet voor in de navolgende banking tabellen. De bewuste banking boeken zijn opgenomen in de trading risicografiek en tabel onder ‘Marktrisico in de trading boeken’. Earnings Sensitivity (ES) ES meet de invloed van veranderende marktrentes op IFRS resultaten (winst-en-verliesrekening, vóór belastingen) over de periode van één jaar. Managementinterventies zijn niet meegenomen in deze berekeningen; veranderingen in balansdynamiek (bijv. nieuwe activiteiten) alleen indien van belangrijke omvang. De ES-cijfers in de onderstaande tabel zijn bepaald op basis van een onmiddellijke opwaartse verandering van de marktrente van 1%. Aangenomen wordt dat de marktrente na zo’n verandering de rest van dat jaar stabiel blijft. Voor de ALM-boeken meet de ES het potentiële verlies dat veroorzaakt wordt door de structurele rentetypische mismatch in de aangehouden posities. De berekeningen voor de ALM-boeken geven de ES van de huidige posities weer. Voor de commerciële boeken geeft de ES het renterisico voortkomend uit de rekeningen-courant, (direct opvraagbare) spaargelden en de meest belangrijke hypothekenportefeuilles weer. Bij de ES-berekeningen voor de rekeningen courant en de (direct opvraagbare) spaargelden is het effect van nieuwe activiteiten wel meegenomen omdat dit het meest relevant is voor deze portefeuilles. De ES van de Corporate Line, zijnde de investering van ING Bank’s eigen vermogen, weerspiegelt het renterisicoprofiel van alleen deze investeringen. Earnings Sensitivity banking boeken (1% onmiddellijke opwaartse verandering van de marktrentes) 2009
2008
Per divisie ING Commercial Banking ING Retail Banking ING Direct ING Bank Corporate Line ING Bank Totaal
–44 –115 –281 5 –435
–91 –102 5 46 –142
Per valuta Euro Amerikaanse dollar Britse pond Overig Totaal
–262 –193 –26 46 –435
–220 80 5 –7 –142
De totale ES is gestegen van EUR –142 miljoen naar EUR –435 miljoen. In 2008 is de rente door stevig ingrijpen van de centrale banken naar een uitzonderlijk laag niveau gedaald. Vooral Retail Banking en ING Direct hebben meer activa kortlopend uitgezet, waardoor de ES ultimo 2008 verhoudingsgewijs laag uitviel. De rente op spaargelden is in de loop van 2009 verlaagd in overeenstemming met de ontwikkeling van de marktrente. Tegelijkertijd werd die klantrente gevoeliger voor opwaartse veranderingen, waardoor de ES verder toenam. Dit effect werd nog uitvergroot door de groei van het spaarvolume. Bovendien is de looptijd van de hypotheken van ING Direct US na de stijging van de lange rente met circa 1% in de loop van 2009 aanzienlijk gestegen. De Earnings Sensitivity is mede hierdoor nog verder toegenomen. Van Commercial Banking ging de ES omlaag na een reductie in de structurele mismatch in de rentepositie van de strategische ALM-portefeuille. NPV at Risk De NPV at Risk-cijfers geven het volledige effect op de waarde (inclusief convexiteit) van de banking boeken weer die het resultaat zijn van veranderende marktrentes. Dit volledige waarde-effect kan niet worden gerelateerd aan de balans of de resultaten omdat de marktwaardemutaties in de banking boeken over het algemeen niet in de resultaten of het eigen vermogen worden geboekt. Het grootste gedeelte, namelijk de waardemutaties van de posities die tegen geamortiseerde kostprijs worden verantwoord, worden noch in de balans noch in de winst-en-verliesrekening meegenomen. Deze mutaties treden naar verwachting in de loop der tijd op in bijvoorbeeld de winst-en-verliesrekening, mits de rente en portefeuille zich gedurende de resterende looptijd van de portefeuille conform de termijnkoersen ontwikkelen. De NPV at Risk-cijfers in de onderstaande tabel zijn vastgesteld op basis van een onmiddellijke parallelle opwaartse verandering van de marktrente van 1% in lijn met de ES-berekeningen. Voor de ALM-boeken bevatten de NPV at Risk-cijfers de potentiële waardeverandering als gevolg van een structurele mismatch in de renteposities. Voor de commerciële bankboeken bevatten de NPV at Risk-berekeningen de convexiteit die resulteert uit de belangrijkste hypothekenportefeuilles, bijvoorbeeld vervroegde aflossing als de klant verhuist. In deze berekeningen wordt aangenomen dat de spaargelden en de rekeningen-courant van Retail Banking en ING Groep Jaarverslag 2009
227
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Commercial Banking perfect worden weergegeven door de replicatiemethoden en daarom volledig zijn afgedekt. De NPV at Risk van de Corporate Line laat opnieuw alleen het renterisicoprofiel van de belegging van de eigen middelen zien. NPV at Risk banking boeken (1% onmiddellijke opwaartse verandering van de marktrentes) 2009
2008
Per divisie ING Commercial Banking ING Retail Banking ING Direct ING Bank Corporate Line ING Bank Totaal
–427 –51 49 –1.406 –1.835
–674 –100 –232 –1.388 –2.394
Per valuta Euro Amerikaanse dollar Britse pond Overig Totaal
–1.811 –39 –53 68 –1.835
–2.105 –238 –40 –11 –2.394
De NPV at Risk per jaarultimo daalde aanzienlijk met EUR 559 miljoen tot EUR 1.835 miljoen negatief. Deze verandering is hoofdzakelijk afkomstig van ING Direct, waar het NPV at Risk-cijfer is omgeslagen van een negatieve naar een positieve waarde door de looptijdverkorting van de beleggingen bij bepaalde onderdelen. Bij Commercial Banking is de structurele mismatch in de rentepositie in de strategische ALM-portefeuille verlaagd. De NPV at Risk daalde hierdoor eveneens. Base Point Values (BPV’s) De onderstaande tabellen geven het waarde-effect weer op de banking boeken van een verandering in de rente met 1 basispunt. Uit de BPV-cijfers komt de richting van de positie bij een kleine opwaartse verandering naar voren en niet de convexiteit die voortkomt uit de optionaliteiten in hypotheken bij grotere rentebewegingen. BPV’s per valuta banking boeken in duizenden euro’s Valuta Euro Amerikaanse dollar Britse pond Overig Totaal
2009
2008
–15.340 757 –684 475 –14.792
–19.176 337 –582 –373 –19.794
De open renterisicopositie die wordt uitgedrukt in BPV’s in de bovenstaande tabel wordt met name veroorzaakt door de investeringen van het kernkapitaal van de Bank. De BPV-cijfers zijn in lijn met de NPV at Risk en weerspiegelen de afgenomen blootstelling aan de veranderende rente. Valutarisico in banking boeken Valutaposities in banking boeken zijn het gevolg van commerciële banking activiteiten van ING-bedrijfsonderdelen (activiteiten in andere valuta’s dan de eigen lokale valuta), translatierisico in niet-euro investeringen (inclusief gerealiseerde resultaten) en strategische aandelenbelangen in buitenlandse deviezen. Het beleid met betrekking tot deze risico’s wordt hieronder kort beschreven. Commerciële banking activiteiten Elk bedrijfsonderdeel dekt het valutarisico van de eigen commerciële activiteiten af naar de lokale valuta. Activa en passiva komen daardoor wat betreft valuta overeen. Valutatranslatieresultaten De strategie van ING is het beschermen van de kernkapitaalratio (Tier 1-ratio) van ING Bank tegen ongunstige wisselkoersschommelingen.(1) De bescherming hiervan wordt grotendeels gerealiseerd door het uitgeven van hybride schuldpapier dat wordt aangemerkt als Tier 1-kapitaal (‘Tier 1-effecten’), in zowel de Amerikaanse dollar als het Britse pond, en door het structureel innemen van posities in buitenlandse valuta. Het bewust innemen van open posities in buitenlandse valuta wordt ingegeven door het streven om het Tier 1-kapitaal en de risico-gewogen activa even gevoelig te maken voor veranderingen in de valutakoersen. De Amerikaanse dollar, het Britse pond, de Poolse zloty, de Australische dollar en de Turkse lira zijn in dit verband de voornaamste valuta’s.
(1)
Recentelijk is de strategie gewijzigd en wordt core Tier 1-ratio, in plaats van de Tier 1-ratio, beschermd tegen wisselkoersschommelingen.
228
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
In de navolgende tabellen worden de valutaposities in de banking boeken gepresenteerd. Netto valutapositie banking boeken Buitenlandse investeringen
Amerikaanse dollar Britse pond Poolse zloty Australische dollar Turkse lira Overige valuta’s Totaal
Afgedekt
Netto positie
2009
2008
2009
2008
2009
2008
6.913 –1.155 1.153 2.186 1.752 7.321 18.170
9.061 –1.132 1.027 1.031 1.687 4.897 16.571
–3.980 1.220 –486 –1.423 –233 –3.549 –8.451
–4.502 1.113 –490 –700 –193 –3.794 –8.566
2.933 65 667 763 1.519 3.772 9.719
4.559 –19 537 331 1.494 1.103 8.005
De buitenlandse investeringen in Amerikaanse dollars zijn in 2009 gedaald door forse negatieve resultaten, vooral binnen ING Direct US. Buitenlandse investeringen in Australische dollars gingen omhoog om de volgende redenen: een kapitaalinjectie in ING Direct Australia, de stijging van de wisselkoers met 25% en positieve gerealiseerde resultaten. De fors hogere nettopositie in de categorie ‘overige valuta’s’ houdt voornamelijk verband met de gestegen koersen van strategische aandelenbelangen. Zo is de koers van Bank of Beijing met meer dan 100% gestegen en daardoor is de positie in de Chinese renminbi eveneens hoger. Voor de bepaling van de resterende gevoeligheid van de Tier 1-ratio voor schommelingen in de wisselkoersen wordt gebruik gemaakt van de maatstaf Tier 1-ratio at risk (TaR), zoals weergegeven in onderstaande tabel. Met de TaR wordt de daling van de Tier 1-ratio gemeten als een bepaalde wisselkoers fors verandert. De voor de berekening van de TaR gehanteerde stressscenario’s worden in de laatste twee kolommen gepresenteerd. Een positief stressscenario betekent dat de buitenlandse munt stijgt ten opzichte van de euro. Voor de Amerikaanse dollar houdt dat in dat de Tier 1-ratio ultimo 2009 met 0,030% zou dalen (absoluut, bijvoorbeeld van 9,030% tot 9,000%) als de dollar 15% inlevert. Tier 1-papier en gevoeligheid Tier 1-ratio ING Bank TaR
Amerikaanse dollar Britse pond Poolse zloty Australische dollar Turkse lira Totaal
Stressscenario
2009
2008
2009
2008
0,030% 0,002% 0,006% 0,010% 0,006% n/a
0,041% 0,000% 0,001% 0,003% 0,017% n/a
–15% –15% –15% –20% –25% n/a
–10% +5% +20% +5% –30% n/a
Aandelenrisico in banking boeken Het risico op aandelen vloeit voort uit het feit dat aandelenkoersen kunnen fluctueren. Dit heeft invloed op de waarde van de aandelen en andere instrumenten waarvan de prijs net zo beweegt als een bepaald aandeel, een mandje met aandelen of een aandelenindex. ING Bank houdt een strategische portefeuille aan met een substantiële aandelenpositie in de banking boeken. Deze bestaat voornamelijk uit de deelnemingen van EUR 1.396 miljoen (2008: EUR 1.813 miljoen) en de aandelen aangehouden in de beschikbaar-voor-verkoop portefeuille van EUR 3.682 miljoen (2008: EUR 1.863 miljoen). De waarde van de aandelen die worden aangehouden in de beschikbaar-voor-verkoop portefeuille is direct verbonden met de aandelenkoersen, waarbij een eventuele toename/daling wordt opgenomen in de herwaarderingsreserve (behalve in het geval van een bijzondere waardevermindering). Tijdens het boekjaar 2009 schommelde de herwaarderingsreserve in verband met aandelen die worden aangehouden in de beschikbaar-voor-verkoop portefeuille tussen een laag maandultimo van EUR 1.198 miljoen (2008: EUR 776 miljoen) en een hoog maandultimo van EUR 2.536 miljoen (2008: EUR 1.969 miljoen). De deelnemingen worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaarde. Om die reden is de balanswaarde niet direct verbonden aan de aandeelkoersen. Vastgoedrisico in banking boeken Het risico op onroerend goed vloeit voort uit de mogelijkheid dat vastgoedprijzen fluctueren. Dit heeft invloed op de waarde van vastgoedbezittingen en de resultaten die met vastgoedactiviteiten samenhangen. ING Bank kent posities in drie verschillende categorieën vastgoed in de banking boeken. Ten eerste is een deel van de gebouwen waarin ING Bank gevestigd is eigendom van ING. Ten tweede heeft ING Bank een vastgoedontwikkelingsbedrijf, ING Real Estate Development, waarvan de resultaten samenhangen met de ontwikkelingen op de vastgoedmarkt, al is het wel beleid om de risico’s waar mogelijk te verminderen door vooraf verkoopovereenkomsten af te sluiten. Ten derde heeft ING Bank voor verscheidene vastgoedfondsen opstartkapitaal en overbruggingskapitaal medegeïnvesteerd voor de introductie van nieuwe fondsen. Bij een daling van de vastgoedprijzen gaat behalve de waarde van dat opstart-, en overbruggingskapitaal ook het niveau van het voor externe klanten beheerd vermogen omlaag, wat dan weer leidt tot minder provisiebaten uit deze activiteiten.
ING Groep Jaarverslag 2009
229
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
De crisis in de financiële markten heeft geleid tot een verdergaande vertraging van de wereldeconomie in het algemeen. Deze mondiale economische factoren hebben ook negatieve consequenties voor de waarde van vastgoed gehad. Voor de derde categorie zoals hierboven aangegeven kunnen prijsschokken een direct effect op de gerapporteerde nettowinst hebben. De totale ING Bank vastgoedpositie (inclusief leverage en toekomstig gecommitteerde aankopen) bedraagt EUR 7,0 miljard waarvan EUR 3,3 miljard geherwaardeerd wordt via de winst-en-verliesrekening en EUR 3,7 miljard niet via de winst-en-verliesrekening geherwaardeerd wordt, maar geboekt wordt tegen kostprijs of geherwaardeerd via het eigen vermogen (met bijzondere waardeverminderingen verwerkt in de winst-en-verlies-rekening). Per saldo is de vastgoedpositie EUR 1,9 miljard in waarde gedaald door afname in de marktwaarde (EUR 800 miljoen), bijzondere waardeverminderingen (EUR 620 miljoen) en netto desinvesteringen (EUR 900 miljoen), met daar tegenover een positief valutaresultaat ter waarde van EUR 420 miljoen. Onroerend goed positie banking boeken (gerapporteerd als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat) 2009
Europa Noord- en Latijns-Amerika Australië Azië Totaal
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
146 18 34 198
357 93 24 24 498
196 91 298 267 852
94 1.040 121
224 220 32
1.255
476
871 1.590 493 325 3.279
Onroerend goed positie banking boeken (gerapporteerd als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat) 2008
Europa Noord- en Latijns-Amerika Australië Azië Totaal
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
1 237 3 244 485
893 172 93 99 1.257
454 234 261 278 1.227
133 1.199 126 7 1.465
98 295 51 19 463
1.579 2.137 534 647 4.897
De vastgoedpositie van ING Bank waarvan de herwaardering in de winst-en-verliesrekening wordt verantwoord, is gedaald als gevolg van waardedalingen, uitstroom van beleggingen in fondsen en verkopen. Voor de vastgoedpositie in Europa werd EUR 80 miljoen aan veranderingen in de marktwaarde verantwoord en deze regio is minder sterk getroffen dan de andere regio’s. Mede door verkopen en de uitstroom uit beleggingsfondsen met een totale omvang van EUR 650 miljoen is de vastgoedpositie in Europa significant gedaald. De positie in Noord-Amerika werd negatief beïnvloed door marktwaardeveranderingen in de Summit-portefeuille (EUR 290 miljoen) en andere Amerikaanse posities (EUR 200 miljoen). De verkoop van Canadese activa (EUR 160 miljoen) waar ten dele de appreciatie van de Canadese munt tegenover stond, resulteerde in een verder daling van de positie. De positie in Australië nam licht af door negatieve marktwaardeveranderingen (EUR 160 miljoen) ten dele gecompenseerd door een sterkere Australische dollar. De vastgoedpositie in Azië daalde vooral door de verkoop van activa, uitstroom uit fondsen (EUR 250 miljoen) en negatieve reële waardeveranderingen (EUR 70 miljoen). Onroerend goed posities banking boeken (niet geherwaardeerd door de winst-en-verliesrekening) 2009
Europa Noord- en Latijns-Amerika Australië Totaal
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
515 95 8 618
1.392 140 15 1.547
846
74
463
37 883
74
99 562
3.290 235 159 3.684
Onroerend goed posities banking boeken (niet geherwaardeerd door de winst-en-verliesrekening) 2008
Europa Noord- en Latijns-Amerika Australië Totaal
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
644 78 22 744
1.500 158 1 1.659
853 7 87 947
81
359 24 147 530
3.437 267 257 3.961
81
De vastgoedpositie van ING Bank waarvan de herwaardering niet in de winst-en-verliesrekening wordt verantwoord, is eveneens afgenomen. De belangrijkste wijzigingen vielen toe te schrijven aan bijzondere waardeverminderingen (EUR 620 miljoen) en nettoinvesteringen (EUR 290 miljoen) in Europa en Australië, ten dele gecompenseerd door de stijging van de Australische dollar.
230
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
ING BANK – LIQUIDITEITSRISICO Net als andere marktrisico’s voor het bankbedrijf valt ook het liquiditeitsrisico onder het toezicht van de ALCO-functie binnen ING Bank, waarbij ALCO Bank als hoogste autoriteit voor goedkeuring fungeert. Definitie Liquiditeitsrisico is het risico dat ING Bank of een van haar dochterondernemingen niet op het gewenste moment tegen redelijke kosten aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Liquiditeitsrisico kan voortvloeien uit zowel de trading als de banking posities. Binnen ING Bank wordt het raamwerk voor liquiditeitsrisico geformuleerd door ALCO Bank, dat eindverantwoordelijk is voor liquiditeitsrisico. Dat raamwerk wordt top-down doorgevoerd in de organisatie onder verantwoordelijkheid van de regionale en lokale ALCO’s. De belangrijkste doelstelling van het liquiditeitsrisicoraamwerk van ING is het handhaven van voldoende liquiditeit om activiteiten goed en stabiel te laten verlopen. Om die reden beschouwt ING het liquiditeitsrisico vanuit drie verschillende invalshoeken: structureel, tactisch en in tijden van crisis. Structureel liquiditeitsrisico Het structurele liquiditeitsrisico betreft het risico dat vanuit langetermijnperspectief bezien de structurele balans niet op het gewenste moment of tegen redelijke kosten kan worden gefinancierd. Bij het structurele liquiditeitsrisico worden de totale posities binnen en buiten de balans bekeken vanuit het perspectief van structureel ALM beheer. Door ALCO Bank is een werkgroep opgezet bestaande uit Corporate Market Risk Management, Capital Management en Financial Markets. De werkgroep richt zich op liquiditeitsrisico-aspecten van de bedrijfsvoering op continuïteitsbasis en heeft als belangrijkste doel om het liquiditeitsprofiel gezond te houden, onder meer door: • een goed gespreide mix van financieringsbronnen aan te houden wat betreft financiële producten (bijv. ongedekte deposito’s, commercial paper, langlopende obligaties of repo-overeenkomsten), geldverstrekkers (bijv. professionele geldmarktpartijen, wholesaleof retailklanten), geografische markten en valuta; • toegang tot de kapitaalmarkten actief te beheren door het regelmatig emitteren van schuldpapier in alle belangrijke markten en het onderhouden van relaties met beleggers; • een brede portefeuille met beleenbare activa aan te houden die kunnen worden ingezet om financieringen op basis van onderpand aan te trekken, bijvoorbeeld vanuit de repo-markt of van de ECB; hierop gebaseerd bedraagt het totale beleenbare onderpand EUR 165 miljard (nominaal); • een adequaat structureel liquiditeitsprofiel aan te houden, waarbij rekening wordt gehouden met de samenstelling van de activa en met de financieringsmogelijkheden van ING Bank al dan niet op basis van onderpand; • een methode voor de funds transfer pricing te onderhouden (interne verrekenprijzen voor liquiditeiten) waarin recht wordt gedaan aan de liquiditeitskosten van ING Bank zowel op basis van continuïteit als in tijden van crisis. Wat de financieringsbronnen betreft wil ING Bank de zelf-georigineerde activa (leningen) in grote mate financieren met eenzelfde bedrag aan zelf-georigineerde verplichtingen (deposito’s), oftewel een verhouding kredieten/toevertrouwde middelen van ongeveer 1 (verhouding per jaareinde 2009: 1,16). De feitelijke financieringsmix wordt in de onderstaande tabel weergegeven. Financieringsmix ING Bank Type financiering Particuliere deposito’s Deposito’s bedrijfsleven & overig Interbancair (incl. centrale bank) Leen-/repo-overeenkomsten Uitgifte schuldpapier Achtergestelde schulden Totaal
2009
2008
46% 17% 10% 8% 16% 3% 100%
36% 25% 14% 11% 11% 3% 100%
N.B. In deze tabel worden eigen vermogen, handels- en niet- handelsverplichtingen, derivaten en overige verplichtingen buiten beschouwing gelaten.
De financieringsmix is gunstig en goed gediversifieerd gebleven. Deposito’s waren goed voor ruim 60% van de totale funding portefeuille.
ING Groep Jaarverslag 2009
231
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Bank
Tactisch liquiditeitsrisico Vanuit tactisch en kortetermijnperspectief wordt het liquiditeitsrisico dat voortvloeit uit de kortlopende posities in kasmiddelen en onderpand bezien. ALCO Bank heeft het dagelijkse liquiditeitsbeheer overgedragen aan Financial Markets Amsterdam, dat verantwoordelijk is voor de beheersing van de totale liquiditeitsrisicopositie van ING Bank, terwijl lokale en regionale afdelingen van Financial Markets zich bezighouden met het liquiditeitsbeheer voor hun eigen locatie en regio. Binnen Financial Markets ligt de nadruk hoofdzakelijk op zowel de eindedagposities in kasmiddelen en onderpand als deze posities gedurende de dag. Het is beleid om de dagelijkse financieringsbehoeften afdoende te spreiden. Met dat doel bewaakt de Treasury afdeling alle vervallende kasstromen, samen met verwachte veranderingen in de financieringseisen voor de kernactiviteiten. De liquiditeitsrisicobeheerfunctie is gedelegeerd aan CMRM, dat de verantwoordelijkheid draagt voor de stresstesting van het liquiditeitsrisico alsmede voor de signalering, meting en bewaking van de liquiditeitsrisicopositie. Bij de meting en bewaking van de feitelijke liquiditeitspositie ligt de nadruk op de dagpositie in kasmiddelen en onderpand. Voor de stresstesting worden de liquiditeitsrisicoposities berekend op basis van de rapportagevereisten inzake liquiditeitsrisico van DNB. Met dat doel worden de wekelijkse en maandelijkse liquiditeitsposities van ING Bank aan een stresstest onderworpen op basis van een scenario dat een mix is tussen een gebeurtenis in de markt en een ING-specifieke gebeurtenis. De resulterende liquiditeitsposities worden gecorrigeerd voor het aanwezige liquiditeitssurplus zowel in niet inwisselbare valuta als op locaties waar kapitaaloverdracht gelimiteerd is. Liquiditeitsrisico in tijden van crisis In dit onderdeel wordt de organisatie van het liquiditeitsbeheer in tijden van crisis geregeld. Binnen ING is een speciaal team verantwoordelijk voor het liquiditeitsbeheer bij een crisis. Het crisisteam bestaat uit de CRO, de CFO, het lid van de Bank Management Board die verantwoordelijk is voor Commercial Banking, de directeuren van CMRM en Kapitaalbeheer en de directie van Treasury van zowel ING Bank als ING Verzekeringen. Binnen de hele organisatie van ING is het beleid om adequate en actuele crisisfinancieringsplannen klaar te hebben liggen. Het belangrijkste doel van de financieringsplannen is om het senior management in staat te stellen om op een effectieve en efficiënte manier te reageren in tijden van crisis. Noodplannen worden opgesteld om tijdelijke en langdurige verstoringen in liquiditeit op te vangen die worden veroorzaakt door algemene marktomstandigheden of door specifieke omstandigheden binnen ING. Op basis van deze plannen zijn alle taken en verantwoordelijkheden duidelijk gedefinieerd en is alle benodigde managementinformatie beschikbaar. De financieringsplannen voor tijden van crisis worden regelmatig getest op lokaal en geconsolideerd niveau zodat ING zo goed mogelijk op potentiële liquiditeitsproblemen is voorbereid.
232
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
ING VERZEKERINGEN ING is actief in een breed spectrum van levens en schadeverzekeringsproducten. De risico’s die voortvloeien uit deze verzekeringsproducten hebben betrekking op de toereikendheid van de verzekeringspremies en de voorzieningen met betrekking tot verzekeringsverplichtingen en de vermogenspositie alsmede de onzekerheid met betrekking tot het toekomstig rendement op investeringen van de verzekeringspremies. Risico’s worden als volgt onderverdeeld: actuarieel en verzekeringstechnisch risico, marktrisico, liquiditeitsrisico, kredietrisico, bedrijfsrisico en operationeel risico. Het Bestuur Verzekeringen is verantwoordelijk voor het beheer van risico’s voortkomend uit de activiteiten van ING Verzekeringen. De verantwoordelijkheid voor het meten en beheersen van het kredietrisico en het operationeel risico ligt respectievelijk bij Corporate Credit Risk Management (CCRM) en Corporate Operational Risk Management (CORM). Corporate Insurance Risk Management (CIRM) is verantwoordelijk voor het meten en beheersen van verzekeringsrisico (actuarieel en verzekeringstechnisch), marktrisico en liquiditeitsrisico en het meten van bedrijfsrisico, en ziet er verder op toe dat in beleggingsmandaten afdoende wordt ingespeeld op het kredietportefeuillerisico. Bouwwerk risicobeheer Insurance Risk Management (IRM) van ING is op basis van functielijnen georganiseerd op drie niveaus van de organisatie: op groeps-, divisie- en bedrijfsonderdeelniveau. Als general manager van CIRM staat de Chief Insurance Risk Officer (CIRO) aan het hoofd van die functie en rapporteert hij of zij direct aan de Groep CRO. Elke divisie en elk bedrijfsonderdeel heeft een vergelijkbare functie met aan het hoofd een Chief Insurance Risk Officer (CIRO divisie en bedrijfsonderdeel). Door deze gelaagde functionele aanpak is ING verzekerd van een consequente toepassing van richtlijnen en procedures, regelmatige rapportages en de juiste communicatie binnen de hele risicobeheerfunctie, alsmede de voortgaande steun aan de business. Het mandaat, de rol, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van de diverse niveaus van de risicobeheerfunctie zijn duidelijk vastgelegd in een raamwerk voor risicobeheer van het verzekeringsbedrijf waaraan alle bedrijfsonderdelen en divisies zich te houden hebben. De risicobeheerfunctie van het verzekeringsbedrijf heeft als doel om samen met de business te werken aan een duurzaam concurrentievoordeel door het volledig integreren van risicobeheer in de tactische dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de bredere bedrijfsstrategie van ING. Insurance Risk Management realiseert dit streven met vier kernactiviteiten. Ten eerste ziet IRM erop toe dat producten en portefeuilles op de juiste manier worden gestructureerd, geaccepteerd, geprijsd, goedgekeurd en beheerd conform interne en externe richtlijnen. Ten tweede zorgt IRM ervoor dat het risicoprofiel van ING Verzekeringen transparant is en goed wordt begrepen door het management, alsmede dat het risicoprofiel in overeenstemming is met gedelegeerde bevoegdheden op basis van een ‘geen verrassingen’-benadering van risicorapportage en -bewaking. In de derde plaats houdt IRM in de gaten dat bij de ontwikkeling van de bedrijfsstrategie zowel risico als rendement afdoende worden meegewogen, bijvoorbeeld door tijdens het strategische planningsproces de planning en de allocatie van economisch kapitaal en limieten te ondersteunen. Tot slot kweekt IRM begrip voor deze stappen bij de belanghebbenden van ING, waaronder de aandeelhouders, ratingbureaus, toezichthouders en polishouders. Beleid en instrumenten risicobeheer In nauwe samenwerking met de CIRO’s van de divisies heeft CIRM ten bate van adequaat risicobeheer diverse standaarden ontwikkeld waarmee richtlijnen en instrumenten voor het beheersen van de risico’s worden aangereikt. In beginsel zijn deze standaarden op algemeen geldende bedrijfsprincipes gebaseerd, al zijn hierin ook de wettelijke vereisten verwerkt. De CIRO van het bedrijfsonderdeel dient aan deze standaarden te voldoen. Een belangrijk uitgangspunt voor het risicobeheer is dat alle nieuwe producten correct worden ontworpen, geaccepteerd en geprijsd. Dit wordt expliciet beschreven in de standaard Product Approval and Review Process (PARP). Deze standaard omvat onder andere vereisten ten aanzien van risicoprofiel, traditionele en op waarde gerichte prijsstellingsmaatstaven alsmede doelstellingen en documentatie. Als onderdeel van de Back to Basics-strategie vormt klantgeschiktheid sinds december 2009 een integraal onderdeel van de PARP-standaard. Behalve op verzekeringstechnisch en marktrisico hebben de vereisten ook betrekking op operationeel, juridisch en compliancerisico etc. Voor laatstgenoemde risico’s werkt het IRM-netwerk nauw samen met de betreffende andere risicoafdelingen. In de PARP-standaard zijn tevens vereisten opgenomen voor de beoordeling van gevoeligheid voor veranderingen in de financiële markten en het verzekeringstechnisch risico (bijvoorbeeld sterfte, ontwikkeling schadeclaims), alsmede de beoordeling van de administratie en de boekhoudkundige verwerking van het product. Overige standaarden beschrijven onder meer de volgende zaken: kwartaalrapportages verzekeringstechnisch risico, ALM-procedures en rapportage, formulering van actuariële en economische aannames, toereikendheidstoetsen en de berekening en rapportage van embedded value. ING Verzekeringen heeft gekozen voor een economisch kapitaal-benadering als een van de belangrijkste risicoberekeningsinstrumenten. De gekozen methode is vergelijkbaar met die van ING Bank. Een nadere beschrijving van dat economisch kapitaal-model volgt hierna. In 2007 heeft ING Verzekeringen het op het intranet gebaseerde ECAPS geïntroduceerd als economisch kapitaal-rapportagesysteem dat gebruik maakt van replicerende portefeuilletechnieken. Het ECAPS-systeem vormt een goed gecontroleerde, automatische basis voor economisch kapitaal en risicorapportage alsmede een sterk verbeterd marktrisicoanalyse-instrument voor de verzekeringsgroep en voor rapportagedoeleinden op groepsniveau. ECAPS is gebaseerd op innovatieve replicerende portefeuille-methoden; de verwachting is dat dit systeem de hoeksteen zal vormen van het interne model van CIRM voor reële waarde en solvabiliteit, inclusief de berekening van de kapitaaleisen na de introductie van Solvabiliteit II. In de loop van 2009 is het systeem verbeterd en is de functionaliteit uitgebreid. ING Groep Jaarverslag 2009
233
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
Voor de verdere risicobeheersing hanteert ING Verzekeringen diverse limietstructuren. Voorbeelden zijn onder andere: • de Market Value at Risk (MVaR) limieten die het fundamentele raamwerk vormen voor de beheersing van de markten kredietrisico’s die voortvloeien uit de mismatch tussen activa en passiva van de verzekeringsactiviteiten; • concentratielimieten voor kredietrisico; • concentratielimieten voor sterfterisico; • bij het verzekeringstechnisch risico, limieten op het eigen behoud voor de blootstelling van ING aan rampen en sterfte, en • richtlijnen beleggingen en derivaten. Meer informatie over een aantal van deze limieten is te vinden in de navolgende onderdelen. Toereikendheid van voorzieningen ING Corporate Insurance Risk Management (CIRM) houdt toezicht op en vaardigt instructies uit aan alle ING bedrijfsonderdelen teneinde zeker te stellen dat de verzekeringsverplichtingen (voorzieningen en kapitaal) worden getoetst op toereikendheid waarbij rekening wordt gehouden met premieniveaus en toekomstige beleggingsopbrengsten. Dat gebeurt aan de hand van een waardering van de verzekeringsverplichtingen op basis van de huidige actuariële ‘best estimate’ aannames plus een risicomarge. Op deze manier wordt zekergesteld dat de voorzieningen op basis van de huidige aannames toereikend zijn. De veronderstelde beleggingsopbrengsten zijn een combinatie van de uitloop van de portefeuillerendementen op bestaande activa, nieuw geld- en herbeleggingsrente. Bij nieuwe gelden en herbeleggingen wordt uitgegaan van ‘best estimate’-veronderstellingen voor de lange termijn, hoewel huidige nieuw geld-rentes worden gehanteerd voor de kortlopende herbeleggingen. Bij de meeste producten is stochastisch toetsen vereist, waarbij het 90% betrouwbaarheidsniveau als uitkomst dient te worden genomen. In het geval dat deterministisch wordt getoetst, wordt het betrouwbaarheidsniveau van 90% bereikt door 1% of 20% van de best estimate-rentes af te trekken, afhankelijk van welke van de twee het hoogste is. Het beleid van ING ten aanzien van de toereikendheidstoetsen is beschreven in ‘Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-enverliesrekening’. Ultimo december 2009 (en per ultimo 2008) waren de voorzieningen voor alle verzekeringsactiviteiten van ING toereikend op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90%. Ook voor elk van de divisies, op basis van zelfstandigheid, waren de voorzieningen voor verzekeringen toereikend op basis van het 90% betrouwbaarheidsniveau, met uitzondering van de divisie Insurance Americas waar sprake was van een ontoereikendheid van EUR 1,6 miljard. (EUR 0,6 miljard toereikend op 31 december 2008). De afname van de toereikendheid bij Insurance Americas is grotendeels het gevolg van gewijzigde aannames met betrekking tot afkoop voor bepaalde retail annuity producten in de US. RISICOPROFIEL ING VERZEKERINGEN Economisch kapitaal ING Verzekeringen Het doel van het economisch kapitaal-raamwerk van ING Verzekeringen is te komen tot een geavanceerd berekenings- en beheersingssysteem voor risico en kapitaal dat: • alle risico’s in de bedrijfsonderdelen bestrijkt en consequent op alle risico’s en bedrijfsonderdelen wordt toegepast; • adequaat risico- en kapitaalbeheer vergemakkelijkt en stimuleert, waaronder ook de juiste prijsstelling van producten en gedegen kapitaalallocatiebeslissingen. Het economisch kapitaal-model van ING Verzekeringen is gebaseerd op een 99,95% Value at Risk-kader met een éénjarige tijdshorizon. Opgemerkt dient te worden dat de praktijken in de bedrijfstak rond economisch kapitaal nog steeds in ontwikkeling zijn en dat bovendien ook nog volop wordt gediscussieerd over de standaarden van Solvabiliteit II. Het valt dan ook te verwachten dat de modellen van ING Verzekeringen zich nog verder zullen uitontwikkelen. In Solvabiliteit II wordt op dit moment een 99,5% Value at Risk-norm voor interne modellen overwogen, wat een lagere risicodrempel inhoudt dan die van het model van ING. Het economisch kapitaalmodel van ING Verzekeringen wordt nader toegelicht in het onderdeel Modeltoelichtingen. De weergegeven cijfers voor economisch kapitaal zijn na diversificatie binnen ING Verzekeringen. Onderstaande tabel geeft de samenstelling van het economisch kapitaal per risicocategorie, waarbij het diversificatievoordeel proportioneel verdeeld is over de risicotypes: Samenstelling economisch kapitaal per risicocategorie ING Verzekeringen (1) Kredietrisico (inclusief transferrisico) Marktrisico Verzekeringstechnisch risico Overige risico’s (2) Totaal verzekeringsbedrijf
2009
2008
1.319 11.552 1.666 3.568 18.105
891 8.455 1.557 2.779 13.682
e bedragen per categorie van het economisch kapitaal zijn exclusief eventuele belastingvoordelen in verband met verliezen die zich voordoen onder nader D gespecificeerde omstandigheden. (2) Overige risico’s omvatten zowel het operationeel risico als het bedrijfsrisico (kostenrisico en royementsrisico). (1)
Totale diversificatie over deze typen risico’s bedroeg 32% in 2009 (2008: 34%).
234
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
Het economisch kapitaal voor ING Verzekeringen hangt met name samen met (afdekbare en niet-afdekbare) marktrisico’s. Per saldo zijn het economisch kapitaal en het risicoprofiel in 2009 gestegen. De belangrijkste verandering was het verhoogde marktrisico in verband met het herstel van de financiële markten in combinatie met verbeterde modellen voor de rente- en creditspreadpositie. Daarnaast waren er diverse veranderingen in het risicoprofiel in verband met de verkoop van bedrijfsonderdelen en het hogere bedrijfsrisico door verbeterde modellen voor het royementsrisico. Onderstaande tabel geeft de samenstelling weer van het economisch kapitaal per divisie waarbij het diversificatievoordeel proportioneel verdeeld is over de divisies: Samenstelling economisch kapitaal per divisie ING Verzekeringen Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Insurance Europe Corporate Line Insurance (1) Totaal verzekeringsbedrijf (1)
2009
2008
9.705 2.256 3.969 2.175 18.105
6.049 2.817 2.985 1.831 13.682
T ot Corporate Line worden de financieringsactiviteiten op het niveau van ING Verzekeringen gerekend, alsmede expliciete interne transacties tussen de bedrijfsonderdelen en Corporate Line (beheerd door Kapitaalbeheer) en herverzekeringen op corporate niveau. De verantwoordelijkheid voor (en het risico van) vrije activa in de divisie waarvoor geen expliciete overdracht via een Corporate Line-transactie geldt, blijft op het niveau van het bedrijfsonderdeel.
Hoewel de cijfers hierboven per divisie getoond worden, wordt de diversificatie tussen risico’s berekend over bedrijfsonderdelen heen. De totale diversificatie tussen de bedrijfsonderdelen en de Corporate Line van ING Verzekeringen bedraagt 32% voor 2009 (2008: 39%). De regio Noord- en Latijns-Amerika is de grootste gebruiker van economisch kapitaal. Door betere modellen voor de rentegarantie in onze verplichtingen en het creditspreadrisico van onze activa is het beslag op economisch kapitaal verhoogd. In de regio Azië/Pacific is dat beslag afgenomen, deels vanwege de desinvestering van bedrijfsonderdelen in Australië en Nieuw-Zeeland. In het economisch kapitaal voor Azië/Pacific en Europa zijn de financiële en niet-financiële risico’s nu in evenwicht, terwijl het kapitaal in Noord- en Latijns-Amerika nog vooral wordt bepaald door de rente, de creditspread en het aandelenrisico dat samenhangt met klantenfondsen. Voor de Corporate Line zit het risico met name in het valutatranslatierisico in verband met het potentiële marktwaardesurplus van bedrijfsonderdelen buiten de eurozone. ING VERZEKERINGEN – MARKTRISICO ING Verzekeringen loopt marktrisico in de mate waarin het marktwaardesurplus nadelig kan worden beïnvloed door financiële marktbewegingen, waaronder rentetarieven, aandelenkoersen, door de markt geïmpliceerde optievolatiliteit, valutakoersen en vastgoedprijzen. Prijsveranderingen in de financiële markten beïnvloeden niet alleen direct de marktwaarde van de huidige activaportefeuille en de afdekkingsderivaten van ING, maar ook de berekende marktwaarde van de verzekeringsverplichtingen van ING. Onderstaande tabel geeft de samenstelling van het economisch kapitaal per risicocategorie: Economisch kapitaal marktrisico’s verzekeringsbedrijf Renterisico Creditspread-risico Aandelenrisico Vastgoedrisico Impliciete volatiliteitsrisico Valutarisico Totaal
2009
2008
4.244 1.914 1.836 239 1.451 1.868 11.552
2.739 880 1.293 252 1.857 1.434 8.455
Renterisico’s vormen de grootste marktrisico’s voor ING Verzekeringen. Renterisico’s zijn vooral significant in de Verenigde Staten. In het algemeen vormt een dalende rente het grootste risico. De tabel laat een aanzienlijke toename van het renterisico over 2009 zien, hoofdzakelijk vanwege de verbeterde modellen voor de rentegaranties in de ‘variable annuities’ producten in de Verenigde Staten. Credit spread risico heeft te maken met oplopende vergoedingen voor kredietrisico op vastrentende beleggingen. Vastgoedrisico is vooral aanwezig in Nederland en betreft grotendeels directe vastgoedbeleggingen. Impliciete volatiliteit is het risico dat de marktwaarde van activa en verplichtingen door optieprijsbewegingen verandert. Doorgaans is ING blootgesteld aan stijgingen in de impliciete volatiliteit omdat dan de aan klanten verstrekte garantie duurder wordt. Valutarisico in de bedrijfsonderdelen zelf is klein, dus het risico is vooral gerelateerd aan het naar euro’s vertaalde marktwaardesurplus van bedrijfsonderdelen buiten de eurozone.
ING Groep Jaarverslag 2009
235
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
Het aandelenrisico is meer bepalend geworden door de afbouw van afdekkingsactiviteiten in verband met de directe en indirecte positie en de hogere waarden van aandelen dankzij het marktherstel in 2009. Directe blootstelling betreft het aanhouden van aandelen en is voor ING vooral van belang in Nederland. Indirecte blootstelling hangt samen met het mogelijke verlies op kostenvergoedingen bij beleggingsverzekeringen, variabele lijfrentes en pensioenbedrijven in alle regio’s. Directe beleggingen in aandelen behelzen ongeveer 25% van het aandelenrisico als rekening wordt gehouden met de afdekkingsposities. Het creditspreadrisico is eveneens bepalender geworden. Dit heeft te maken met hogere op onze activa toegepaste creditspreadveranderingen en verbeterde risicomodellen voor gestructureerde obligatieleningen. ING is verder gegaan met de beheersing van de markt- en kredietrisico’s die voortvloeien uit de internationale verzekeringsactiviteiten aan de hand van het bepalen van limieten voor Market Value at Risk (MVaR). ALCO Insurance bepaalt elk jaar een totale MVaR-limiet voor ING Verzekeringen en sublimieten voor iedere divisie, die uiteindelijk weer worden toegewezen aan de bedrijfsonderdelen. De MVaR-limiet wordt bepaald in overeenstemming met de maatstaf voor economisch kapitaal, namelijk op basis van een betrouwbaarheidsniveau van 99,95% met een éénjarige tijdshorizon. Deze MVaR-limieten worden beheerst door ALCO Insurance op het betreffende organisatieniveau. Dat wil zeggen dat ALCO van ING Verzekeringen de totale limiet bepaalt en erop toeziet dat de Groep binnen de limiet blijft, en verder de sublimieten alloceert aan de divisies. De ALCO’s van de divisies en de bedrijfsonderdelen hanteren dezelfde rolverdeling. Limietoverschrijdingen door de divisies worden gerapporteerd aan ALCO Insurance en – in lijn met bestaand beleid – binnen het volgende kwartaal verholpen. Corporate Insurance Risk Management (CIRM) consolideert en houdt toezicht op de MVaR-omvang van de divisies inclusief de diversificatie effecten op kwartaalbasis. Samen met ING Kapitaalbeheer wordt de MVaR binnen de limieten gehouden. In 2009 was sprake van een limietoverschrijding van de MVaR-limiet van ING Verzekeringen. Deze was te wijten aan overschrijdingen in USFS en de Corporate Line. Voor beide overschrijdingen is tijdelijk toestemming verleend om toezichtsproblemen, die op dat moment hogere prioriteit hadden dan economisch kapitaal, te kunnen oplossen. Maatregelen om het renterisico te mitigeren zouden een nadelig effect op het lokale solvabiliteitskapitaal hebben gehad. Daarom is voor deze overschrijdingen tijdelijk toestemming verleend. Onroerend goed Het prijsrisico op vastgoed vloeit voort uit de mogelijkheid dat de waarde van vastgoed fluctueert door veranderingen in de winstontwikkeling van vastgoedactiviteiten en/of een wijziging in het rendement dat beleggers verlangen. ING Verzekeringen kent posities in twee verschillende vastgoedcategorieën in de verzekeringsboeken. Ten eerste is een deel van de gebouwen waarin ING Verzekeringen gevestigd is, het eigendom van ING. Ten tweede heeft ING Verzekeringen geïnvesteerd in diverse onroerend goed-fondsen alsmede rechtstreeks in onroerend goed. Een daling van de vastgoedprijzen vermindert de waarde van het geïnvesteerd vermogen. ING Verzekeringen staat hierdoor bloot aan eventuele prijsschokken in onroerend goed. De tweede categorie kan worden onderverdeeld in (i) minderheidsbelangen in direct onroerend goed waarvan herwaarderingen in het eigen vermogen worden verantwoord en (ii) belangen in fondsen in beheer bij ING waarvan de herwaarderingen via de winst-enverliesrekening lopen. Veranderingen in de onroerend goed-prijzen hebben alleen voor de laatstgenoemde categorie directe invloed op het gerapporteerde nettoresultaat. De crisis op de financiële markten heeft tot een verdergaande neergang van de wereldeconomie in het algemeen geleid. Deze mondiale economische factoren hadden tevens negatieve consequenties voor de waarde van vastgoed. Per jaareinde 2009 heeft ING Verzekeringen EUR 3,7 miljard aan vastgoedbeleggingen. De totale onroerend goed-positie van ING Verzekeringen (inclusief leverage) bedraagt EUR 6,1 miljard, waarvan EUR 4,4 miljard geherwaardeerd wordt in de winst-en-verliesrekening en waarvan de herwaardering van EUR 1,7 miljard niet via de winst-en-verliesrekening loopt, maar wordt geboekt tegen kostprijs of ten laste van het eigen vermogen wordt gebracht (met bijzondere waardeverminderingen verwerkt in de winst-en-verlies-rekening). In totaal is de vastgoedpositie EUR 0,4 miljard in waarde gedaald door afname in de marktwaarde (EUR 396 miljoen), speciale waardeverminderingen (EUR 77 miljoen), met daar tegenover netto investeringen (EUR 22 miljoen) en een positief valutaresultaat ter waarde van EUR 42 miljoen. Onroerend goed posities (gerapporteerd als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat) 2009
Europa Noord- en Latijns-Amerika Australië Azië Totaal
236
ING Groep Jaarverslag 2009
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
379
1.366
1.958
450
379
1.366
1.958
450
83 94 25 68 270
4.236 94 25 68 4.423
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
Onroerend goed posities (gerapporteerd als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat) 2008
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
438
1.609
2.207
522
438
1.609
2.207
522
28 93 121
4.804 93 4.897
Europa Noord- en Latijns-Amerika Totaal
Onroerend goed posities (niet geherwaardeerd door de winst-en-verliesrekening) 2009
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
747
228 125 20 373
3
5
541
3
5
541
1.524 125 20 1.669
Europa Noord- en Latijns-Amerika Azië Totaal
747
Onroerend goed posities (niet geherwaardeerd door de winst-en-verliesrekening) 2008
Woningen
Kantoren
Winkels
Industrieel
Overig
Totaal
781
250 149 21 420
9
20
469
9
20
469
1.529 149 21 1.699
Europa Noord- en Latijns-Amerika Azië Totaal
781
Earnings at Risk (EaR) In aanvulling op economisch kapitaal, dat gebaseerd is op een analyse van de marktwaarde, berekent ING Verzekeringen risico ook op basis van IFRS-resultaten. In het bijzonder meet ING Verzekeringen met behulp van scenarioanalyse de potentiële gevoeligheid van de resultaten voor belastingen van de verzekeringsactiviteiten op basis van een toename/afname van diverse risicofactoren in een volledig jaar. Deze resultaatgevoeligheden vormen de input voor de Earnings at Risk (maatstaf van ING Groep), waar deze gevoeligheden volledig gediversifieerd worden met ING Bank. Wel dienen de onderliggende resultaatgevoeligheden afzonderlijk te worden geïnterpreteerd, omdat ING er niet vanuit gaat dat alle scenario’s zich op hetzelfde moment zullen voordoen. Resultaatgevoeligheden worden gedefinieerd als het effect van veranderingen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90% op de IFRS-resultaten voor belastingen, gerekend over één jaar vanaf de berekeningsdatum. De onderstaande tabel verschaft daarom resultaatgevoeligheden na veranderingen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90% die met onmiddellijke ingang plaatsvinden en aanhouden tot en met 31 december 2010. Resultaatgevoeligheden marktrisico’s verzekeringsbedrijf Rente (1% omhoog) Rente (1% omlaag) Aandelen (25% omlaag (VS 15%)) Vastgoed (8% omlaag) Vreemde valuta (10% slechtste geval)
2009
2008
–222 270 –814 –434 –224
–67 82 –795 –533 –224
De tabel laat getallen zien voor diversificatie tussen risico’s en bedrijfsonderdelen. Voor renterisicos presenteren we het effect van een parallelle verschuiving van de rentecurve van 1% in alle regio’s en nemen we dan de som van de verschuivingen. Voor de activiteiten in Japan passen we een parallelle verschuiving van 0,5% toe, omdat deze activiteiten opereren in een omgeving met een lagere rente. Valutarisico behelst de som van lokale valuta’s alsmede het valutatranslatierisico voor resultaten van bedrijfsonderdelen buiten de eurozone. Uit de tabel blijkt dat vastgoedfluctuaties relatief grote invloed hebben op de resultaten, aangezien de prijsvolatiliteit van vastgoedbeleggingen volledig in het resultaat terechtkomt. Veranderingen in rente en aandelen hebben normaal gesproken minder invloed op de resultaten dan op het eigen vermogen en het marktwaardesurplus, gegeven het feit dat de huidige boekhoudregels niet volledig op marktwaarden zijn gebaseerd. De resultaatgevoeligheden laten overigens wel de invloed zien van de asymmetrische boekhoudregels, waarbij afdekposities op marktwaarde door het resultaat lopen en de verzekeringsverplichting niet op marktwaarde door het resultaat lopen.
ING Groep Jaarverslag 2009
237
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
Resultaatgevoeligheden geven een indicatie van toekomstige winsten die gevaar lopen als de markten verslechteren. De winstontwikkeling kan hard achteruitgaan als bepaalde drempels voor bijzondere waardevermindering en vrijval van overlopende acquisitiekosten worden bereikt. Op dit moment is er, ondanks de risico-afbouw, sprake van een aanzienlijke toename van de resultaatgevoeligheid voor aandelen. Oorzaken zijn de potentiële vrijval van overlopende acquisitiekosten en negatieve herwaarderingen die de grenzen voor bijzondere waardevermindering naderen of overschrijden. Hierbij is al rekening gehouden met compensatie als gevolg van de afdekkingsprogramma’s. ING Verzekeringen – Liquiditeitsrisico Net als alle andere marktrisico’s van ING Verzekeringen valt het liquiditeitsrisico onder het toezicht van de ALCO functie. Liquiditeitsrisico is het risico dat ING Bank of één van haar dochterondernemingen niet op het gewenste moment tegen redelijke kosten aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. ING Verzekeringen bewaakt het structurele risico, het tactische risico en het liquiditeitsrisico in tijden van crisis. Daarnaast test zij nadelige scenario’s om de veerkracht tegen die risico’s te meten. Door de ernstige economische neergang is het liquiditeitsrisico fors gestegen. Voor de beheersing van deze risico’s heeft ING Verzekeringen meer kapitaal toegewezen aan de liquide activa. ING VERZEKERINGEN – VERZEKERINGSTECHNISCH RISICO Algemeen Actuariële en verzekeringstechnische risico’s zijn risico’s zoals sterfte, langleven, invaliditeit, ongunstige schadeontwikkelingen bij auto- of woningverzekeringen etc. die voortkomen uit de prijsstelling en acceptatie van de verzekeringscontracten. Deze risico’s kunnen over het algemeen niet direct op de financiële markten worden afgedekt en worden veelal verminderd door diversificatie over grote portefeuilles. Zij worden derhalve hoofdzakelijk beheerst op contractniveau door standaard verzekeringsacceptatie, productontwikkelingseisen zoals opgesteld door de ING Insurance Risk Management-functie, onafhankelijke goedkeuringsprocedures van nieuwe producten en risicobeperkingen met betrekking tot de voorwaarden in de verzekeringspolissen overeengekomen met de klanten. Berekening Niet-gediversifieerde portefeuillerisico’s worden voornamelijk beheerst aan de hand van concentratie- en positielimieten naast herverzekering en/of securitisatie. Limieten en risicotolerantie voor de totale portefeuille worden bepaald aan de hand van potentiële verliezen als gevolg van verzekeringsclaims in de ING verzekeringsportefeuilles, die jaarlijks worden vastgesteld door de Raad van Bestuur. ING Groep heeft actuariële en verzekeringstechnische risicotoleranties vastgesteld voor specifieke terreinen van haar verzekeringsactiviteiten, zoals hierna beschreven. Voor de schadeverzekeringen worden de risicotoleranties vastgesteld per verzekeringstype voor catastrofes (bijvoorbeeld natuurgeweld zoals stormen, aardbevingen en overstromingen) en per individueel risico. Voor de belangrijkste schadebedrijven (in de Benelux) is de risicotolerantie voor schadeverzekeringen vastgesteld op 2,5% van het verwachte resultaat van ING Groep na belastingen. Voor 2009 komt dit overeen met een risicotolerantie voor belastingen van EUR 190 miljoen voor de Benelux (2008: EUR 265 miljoen). Voor de bepaling van de omvang van de benodigde herverzekeringen worden deze risicotolerantieniveaus afgezet tegen het geschatte maximaal waarschijnlijke verlies als gevolg van catastrofes met een kans op voorkomen van 1 op 250, wat overeenkomt met de normale praktijk in de bedrijfstak. Het maximaal geschatte waarschijnlijke verlies bij brandverzekeringen is gebaseerd op in de bedrijfstak geaccepteerde modellen voor het beoordelen van de risico’s. Voor de kleinere schadebedrijven gold voor 2009 een risicotolerantie per gebeurtenis per bedrijfsonderdeel van EUR 5 miljoen (2008: EUR 5 miljoen) voor belastingen. Met betrekking tot levensverzekeringsbedrijven is de risicotolerantie (voor belastingen) voor sterfterisico van ING Groep voor 2009 vastgesteld op EUR 22 miljoen (2008: EUR 22 miljoen) per verzekerd leven. Een portefeuille van levensverzekeringsrisico’s wordt geacht van nature diversifieerbaar te zijn omdat elk leven een apart risico vormt. Collectieve contracten kunnen echter resulteren in een grote risicoconcentratie. Voor gebeurtenissen waarbij meerdere levens betrokken zijn, schat ING de mogelijke verliezen ten gevolge van een significante gebeurtenis op het gebied van sterfte niet hoger dan de risicotolerantie voor 2009 van EUR 1.100 miljoen (2008: EUR 1.100 miljoen). De mogelijke gevolgen van epidemieën worden door ING nog altijd op basis van onderzoek door gerenommeerde internationale instanties gemodelleerd. Met het oog op de belangrijk lagere resultaten wordt de bepaling van de risicotolerantie voor toekomstige verzekeringstechnische risico’s op dit moment opnieuw bezien. ING overweegt of risicolimieten moeten worden afgeleid van het economisch kapitaal en beschikbare financiële middelen (AFR at Risk).
238
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
Het totaal van verzekeringsrisico’s en concentraties daarin wordt binnen de gegeven limieten en risicotolerantieniveaus actief beheerd met behulp van herverzekering door goedgekeurde herverzekeraars die voldoen aan de kredieteisen van ING. Met name voor de schadeverzekeringsportefeuilles koopt ING bescherming waardoor het risico door natuurrampen aanzienlijk wordt verkleind. ING is van mening dat de door haar gelopen kredietrisico’s voortvloeiende uit herverzekeringscontracten minimaal zijn. De posities worden regelmatig bekeken en de risico’s worden daarnaast beperkt door een kredietrisicobeleid voor herverzekeren. Voor extreme verliezen als gevolg van bijvoorbeeld terrorisme stelt ING zich op het standpunt dat het niet mogelijk is een bedrijfsmodel te maken waarbij met deze gebeurtenissen in een verzekering op betrouwbare wijze rekening kan worden gehouden. De zeer hoge onzekerheid over zowel de frequentie als de hoogte van dergelijke gebeurtenissen maakt deze naar de mening van ING onverzekerbaar. Voor onze schadebedrijven geldt dat deze verliezen niet zijn gedekt, tenzij wettelijk vereist. In sommige landen worden de risico’s van terrorisme voor de individuele verzekeraars verkleind (waar ze desalniettemin nog steeds aan bloot staan) door middel van pooling binnen de bedrijfstak. ING participeert in zulke pools. De navolgende tabel geeft een overzicht van het economisch kapitaal voor verzekeringstechnische risico’s, onderverdeeld naar sterfterisico, invaliditeitsrisico en met schadeproducten samenhangend risico: Economisch kapitaal verzekeringstechnische risico’s Sterfte Invaliditeit Schade Totaal
2009
2008
981 505 180 1.666
781 483 293 1.557
Sterfterisico heeft te maken met een mogelijk stijgend (kortlevenrisico) of dalend (langlevenrisico) aantal overlijdensgevallen. Sterfterisico kan zich manifesteren in de vorm van rampen en door wijzigingen in de sterftekansen op de lange termijn. Zoals gezegd, beheerst ING schaderisico via limieten en externe herverzekering. Het invaliditeitsrisico houdt verband met arbeidsongeschiktheidsproducten in Nederland en sommige aanvullende gezondheidsdekkingen die worden verkocht in Azië. Schaderisico komt vooral voor in de Benelux. Met behulp van scenarioanalyses meet ING Verzekeringen de gevoeligheid van de resultaten voor belasting van de verzekeringsactiviteiten als gevolg van een stijging of daling van de belangrijke risicofactoren bij verzekeringen gedurende een periode van één jaar. De veranderingen in de resultaten kunnen betrekking hebben op gerealiseerde claims of enige andere resultaatpost die wordt beïnvloed door de verandering van deze factoren. ING gaat er niet vanuit dat al deze veranderingen in risicofactoren gelijktijdig plaatsvinden in alle bedrijfsonderdelen. Resultaatgevoeligheden worden gedefinieerd als het effect van veranderingen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90% op het IFRS-resultaat vóór belastingen, gerekend over één jaar vanaf de berekeningsdatum. Onderstaande tabel verschaft daarom resultaatgevoeligheden na veranderingen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 90% die met onmiddellijke ingang plaatsvinden en aanhouden tot en met 31 december 2010. Resultaatgevoeligheden verzekeringstechnische risico’s Sterfte Invaliditeit Schade
2009
2008
–39 –113 –42
–61 –105 –49
De tabel hierboven laat getallen zien na diversificatie tussen verzekeringsrisico’s en na diversificatie tussen de bedrijfsonderdelen van ING Verzekeringen. De grootste resultaatgevoeligheid van schade-uitkeringen betreft ziekte- en/of invaliditeitsuitkeringen en schadeuitkeringen in Nederland. De resultaatgevoeligheid van sterfte en invaliditeit is gelijkmatiger over de regio’s verdeeld.
ING Groep Jaarverslag 2009
239
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
ING VERZEKERINGEN – KREDIETRISICO Op de kredietrisico’s binnen ING Verzekeringen zijn dezelfde uitgangspunten, hetzelfde beleid, dezelfde definities en berekeningen van toepassing als op die voor het bankbedrijf. De kredietrisico’s worden gemeten en bewaakt door Corporate Credit Risk Management (CCRM) en door lokale kredietrisicobeheerders op de diverse locaties waar binnen ING Verzekeringen en ING Investment Management kredietrisico wordt gelopen. De doelstelling binnen het verzekeringsbedrijf is een laag risico en een goed gediversifieerde portefeuille, die marktconforme maatstaven haalt of overtreft. ING Verzekeringen loopt kredietrisico door het beleggen van verzekeringspremies in activa die gevoelig zijn voor kredietrisico, voornamelijk investeringen in ongedekte obligaties en in mindere mate ook particuliere hypotheken en structured finance-producten. Kredietrisico vloeit ook voort uit derivaten, ‘repo‘- en ‘reverse repo’ transacties, het lenen en uitlenen van effecten en uit herverzekeringscontracten voor het afdekken van de portefeuille. ING Verzekeringen streeft naar een hoge kredietwaardigheid van de beleggingsportefeuille. De totale kredietrisicolimieten worden bepaald en in beleggingsmandaten geïntegreerd door ALCO Insurance op basis van vermogens- of beleggingscategorie en ratingniveau. Individuele kredietlimieten worden vastgesteld op basis van de rating van de debiteur. Deze limieten worden beheerd in de regio waar de moedermaatschappij is gevestigd, maar kunnen in voorkomende gevallen worden toegerekend aan lokale of regioportefeuilles. Daarnaast heeft elk verzekeringsbedrijf één of meer beleggingsmandaten waarbij de kredietrisicotolerantie wordt gespecificeerd naar soort emittent en kwaliteit. De kredietrisicorubricering van emittenten, debiteuren en tegenpartijen binnen de kredietrisicoportefeuilles van het verzekeringsbedrijf wordt steeds verder afgestemd op de methodiek die voor het bankbedrijf wordt gehanteerd. Net als ING Bank maakt ING Verzekeringen gebruik van risicoklassen die zijn gebaseerd op de kans op in gebreke blijven van de emittent, debiteur of tegenpartij. Deze risicoklassen zijn bepaald op basis van de kwaliteit van de kredietwaardigheid van de emittent, variërend van beleggingsklasse tot probleemklasse uitgedrukt in Standard & Poor-equivalenten. Risicoklassen: portefeuille ING Verzekeringen, in % van de totaal uitstaande bedragen (1) Insurance Americas
1 2-4 5-7 8-10 11-13 14-16 17-22
(AAA) (AA) (A) (BBB) (BB) (B) (CCC & probleemleningen)
Insurance Europe
Insurance Asia/Pacific
Totaal ING Verzekeringen
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
24,8% 13,1% 22,7% 20,1% 8,0% 5,0% 6,3% 100,0%
27,5% 19,6% 18,9% 20,0% 5,2% 5,0% 3,8% 100,0%
39,8% 16,0% 22,5% 11,7% 7,2% 1,2% 1,6% 100,0%
34,8% 20,2% 23,5% 9,3% 10,7% 1,2% 0,3% 100,0%
3,5% 21,9% 56,7% 7,4% 0,8% 7,1% 2,6% 100,0%
5,3% 29,6% 43,1% 9,6% 0,9% 9,4% 2,1% 100,0%
28,1% 15,4% 26,9% 15,1% 6,8% 3,7% 4,0% 100,0%
27,2% 21,1% 23,7% 14,8% 6,6% 4,2% 2,4% 100,0%
Op basis van de berekening van het kredietrisico in kredietverlening, (pre)-settlement, geldmarkt- en beleggingsactiviteiten. De risicoklassen drukken uit wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.
(1)
De spreiding over de risicoklassen verslechterde bij ING Verzekeringen in 2009. Neerwaartse bijstellingen van de kredietkwaliteit waren hier grotendeels debet aan. De toename in de klasse CCC en probleemleningen had vooral te maken met securitisaties die een lagere rating kregen. Ook private equity-investeringen zonder rating behoren tot deze categorie. De verschuiving van AA naar AAA bij Insurance Europe werd veroorzaakt door een toename van bij de overheid uitstaande leningen in verband met de risico-afbouw. Risicoconcentratie: portefeuille ING Verzekeringen, per economische sector (1) (2) Insurance Americas
Financiële instellingen (niet-banken) Overheid en semi-overheid Zakenbanken Privépersonen Vastgoed Nutsbedrijven Natuurlijke hulpbronnen Overige
Insurance Europe
Insurance Asia/Pacific
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
47,9% 12,1% 3,8% 3,5% 9,1% 4,0% 3,6% 16,0% 100,0%
53,3% 3,2% 6,2% 3,5% 8,7% 4,0% 3,5% 17,6% 100,0%
23,9% 42,2% 10,5% 10,1% 0,9% 1,8% 0,8% 9,8% 100,0%
26,4% 33,7% 12,8% 10,5% 1,7% 1,7% 0,6% 12,6% 100,0%
14,0% 39,1% 15,1% 7,0% 1,3% 4,4% 2,4% 16,7% 100,0%
18,7% 22,7% 23,7% 11,8% 2,0% 4,0% 1,6% 15,5% 100,0%
34,0% 27,7% 7,9% 6,6% 4,8% 3,1% 2,3% 13,6% 100,0%
39,1% 16,6% 10,8% 7,1% 5,4% 3,2% 2,2% 15,6% 100,0%
p basis van de berekening van het kredietrisico in kredietverlening, (pre)-settlement, geldmarkt- en beleggingsactiviteiten. O De risicoklassen drukken uit wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten (2) Economische sectoren met lager aandeel dan 2% zijn samengevoegd onder Overige. (1)
240
ING Groep Jaarverslag 2009
Totaal ING Verzekeringen
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Verzekeringen
De risicoconcentratie binnen ING Verzekeringen verschoof per saldo naar ‘Overheid en semi-overheid’ in 2009, met name in Europa. Het relatieve aandeel van deze categorie in de totale portefeuille is ook gestegen omdat andere delen van de portefeuille daalden, met name hypotheekleningen bij Insurance Americas. Grootste economische risico’s: portefeuille ING Verzekeringen per land (1)(2) Insurance Americas
Insurance Europe
Insurance Asia/Pacific
Totaal ING Verzekeringen
In miljarden euro’s
2009
2008
2009
2008
2009
2008
2009
2008
Verenigde Staten Nederland Frankrijk Zuid-Korea Duitsland Italië Verenigd Koninkrijk Japan
54,3 2,6 0,3 0,1 0,2 0,3 1,4 0,2
58,6 0,8 0,3 0,1 0,3 0,3 1,8 0,4
2,4 14,7 8,1
2,0 14,6 6,8
6,0 5,0 3,2 0,1
5,3 5,9 3,5
1,2 0,2 0,1 7,4 0,1
1,1 0,2 0,1 6,2 0,1 0,2 0,4 4,5
57,9 17,5 8,5 7,5 6,3 5,3 4,9 4,6
61,7 15,6 7,2 6,3 5,7 6,4 5,7 4,9
(1) (2)
0,3 4,3
Heeft uitsluitend betrekking op risico’s groter dan EUR 4 miljard, inclusief intercompany risico’s met ING Bank. Land is gebaseerd op het vestigingsland van de schuldenaar.
De afgenomen portefeuille in de Verenigde Staten valt hoofdzakelijk toe te schrijven aan de daling van de dollar ten opzichte van de euro, bijzondere waardeverminderingen en de Alt-A transactie met de Nederlandse overheid. De portefeuille in Nederland nam juist toe door de steunfaciliteit voor illiquide activa. Er waren geen andere verschuivingen van belang in de portefeuilleconcentratie.
ING Groep Jaarverslag 2009
241
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep – niet-financiële risico’s
ING GROEP – NIET-FINANCIËLE RISICO’S Behalve de hierboven beschreven financiële risico’s (krediet-, markt-, verzekerings- en liquiditeitsrisico) komen in de navolgende onderdelen de niet-financiële risico’s aan de orde, namelijk de operationele risico’s en de compliancerisico’s. ALGEMEEN Implementatie beleid Voor een krachtige beheersing van het niet-financiële risico ziet ING toe op een volledige invoering van het risicobeleid en de minimumstandaarden van ING. Bedrijfsonderdelen moeten kunnen aantonen dat ze de juiste stappen hebben genomen om het operationele en compliancerisico’s te beheersen. ING maakt gebruik van scorecards om de kwaliteit van de interne controle binnen een bedrijfsonderdeel te meten. Scores hangen samen met de aantoonbare – en effectieve – toepassing van de vereiste risicobeheerprocessen in de bedrijfsonderdelen. Verbeteringen in het Non-Financial Risk Dashboard Het Non-Financial Risk Dashboard (NFRD) is een verslag dat standaard op de agenda staat van het bestuur van het bank- en verzekeringsbedrijf en het Risk Committee. Het NFRD verzorgt geïntegreerde risicoinformatie over operationale, compliance- en juridische risico’s op alle niveaus van de organisatie. ORM, Compliance Risk Management en Legal stellen in nauw overleg het NFRD op, en maken daarbij gebruik van een consistente aanpak en risicoterminologie. NFRD biedt het management een overzicht van de belangrijke risico’s op basis van de eigen risicotolerantie en met een duidelijke beschrijving van de risico’s en acties. Het management kan op die manier zelf tot een afgewogen prioriteitsstelling komen om de operationele, nalevings- en juridische risico’s beheersen. OPERATIONELE RISICO’S Operationele risico’s Operationele risico’s vloeien voort uit directe of indirecte verliezen als gevolg van ontoereikende of tekortschietende interne processen, mensen en systemen of door externe gebeurtenissen. Ook het afgeleide risico op reputatieverlies en het juridische risico worden tot de operationele risico’s gerekend; strategische risico’s echter niet. Effectief toezicht en beheersing van operationele risico’s leiden tot stabielere bedrijfsprocessen (inclusief de onderliggende IT-systemen) en lagere operationele risicokosten. Generieke verplichte beheersingsmaatregelen worden in het ORM-beleid omschreven. Dat beleid is in 2009 geactualiseerd en is gestructureerd naar de onderkende risicogebieden. Voor elke beleidslijn zijn één of meer minimumstandaarden van kracht. ING onderscheidt de volgende operationele risicogebieden: ORM Framework Operational Risk Policies
Beheersrisico
Risico op ongeautoriseerde activiteiten
Proces risico
Arbeidsomstandighedenrisico
Persoonlijke en fysieke beveiligingsrisico’s
Information Technology Risk
Continuïteitsrisico
Fraude risico
• Het beheersrisico betreft het risico van verliezen als gevolg van de niet naleving van beheersingsmaatregelen gerelateerd aan besturingsprocessen en/of projectbeheersingsmethoden. Het beheersingsrisico gaat over, onder andere, het opsporen van potentiële tekortkomingen in de inrichting of structuur van het beheersingsproces, het handhaven van de juiste beheersingsstructuur, het hebben van duidelijke taken en verantwoordelijkheden en een adequate rapportagestructuur, en over het borgen van adequate acties bij signalering van risico’s. Bij een incident is in het algemeen sprake van een tekortschietend besturingsmodel. Dit risico kan leiden tot verliezen als gevolg van de niet-naleving van beheersingsmaatregelen gerelateerd aan besturingsprocessen, procedures voor de goedkeuring van nieuwe producten en/of methoden voor projectbeheersing. Het beheersingsrisico kan voortkomen uit onjuiste of ontoereikende bewaking van bedrijfsonderdelen of activiteiten. • Het risico op ongeautoriseerde activiteiten omvat - maar is niet beperkt tot - het risico van verliezen als gevolg van ongeautoriseerde handelingen door medewerkers of het overschrijden van bevoegdheden. • Het procesrisico betreft het risico van verliezen als gevolg van menselijke fouten of fouten tijdens de (transactie)verwerking door onverwachte of onvoorziene problemen. Bij procesrisico gaat het om het risico van verliezen door falende (transactie)verwerking of falend procesbeheer. Het betreft normaliter onbedoelde gebeurtenissen in verband met documentatie of afronding van lopende bedrijfstransacties. • Het arbeidsomstandighedenrisico betreft het risico op verliezen als gevolg van handelingen die niet stroken met de arbowetten of overeenkomsten, betaling van letselschade of ongelijke behandelings/discriminatievoorvallen. • Het persoonlijke en fysieke beveiligingsrisico betreft het risico van criminele en omgevingsbedreigingen die de veiligheid van het ING personeel (binnen en buiten ING-locaties, reizend of werkzaam als expat) en ING bezittingen in gevaar brengt of van invloed kan zijn op de ING-organisatie. • Informatie (technologie) risico betreft het risico op verliezen als gevolg van tekortschietende informatiebeveiliging, waardoor de vertrouwelijkheid en/of juistheid en/of beschikbaarheid van de informatie in gevaar komt. Aspecten van informatie(technologie)risico zijn de beheersing van de toegang door gebruikers, IT-herstellingsvermogen, platformbeveiliging, verandermanagement, uitbesteding, bewaking van beveiligingsmaatregelen en fundamentale informatiebeveiligingsmaatregelen.
242
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep – niet-financiële risico’s
• Continuïteitsrisico betreft het risico op gebeurtenissen (bijv. natuurrampen, stroomonderbrekingen, terrorisme) die de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten (inclusief mensen en bezittingen) in gevaar brengen. • Het interne en externe frauderisico betreft het risico van verliezen als gevolg van opzettelijk misbruik van procedures, systemen, bezittingen, producten en/of diensten van ING door degenen die bewust zichzelf of anderen wederrechtelijk verrijken. Duidelijk en toegankelijk beleid en minimumstandaarden zijn in de bedrijfsprocessen van alle bedrijfsonderdelen van ING verankerd. Dankzij een goede infrastructuur kan het management incidenten en operationele risico’s volgen. Een allesomvattend systeem van interne beheersing zorgt ervoor dat de operationele risico’s steeds beter beheerst worden. ING gebruikt deze kennis (en leert van incidenten) om de beheersing van de kernprocessen te verbeteren. Organisatie van operationeel risicobeheer De directeur Corporate Operationaal Risk Management (CORM) rapporteert direct aan de CRO en is verantwoordelijk voor de beheersing van de operationele risico’s en de ontwikkeling en invoering van het operationele risicobeheersingskader binnen ING Groep, ING Bank en ING Verzekeringen. De directeur CORM stelt daarnaast beleid en minimumstandaarden op, keurt deze goed en assisteert en ondersteunt de Raad van Bestuur bij de beheersing van de operationele risico’s van ING. De ORM functie is georganiseerd langs functionele rapportagelijnen. De operationele risicomanagers van de divisies rapporteren functioneel aan de directeur CORM. De Corporate ORM functie bestaat uit functionele afdelingen voor operationele risico’s (voor beleid, systemen, SOX-testen, kapitaaltoewijzing en rapportage), voor informatie(technologie)risico’s en voor beveiligingsrisico’s & interne onderzoeken. De Corporate ORM functie is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van en de communicatie over ING’s operationele risicoraamwerk van ING, beleidsnormen, minimumstandaarden en richtlijnen. De corporate functie adviseert de Raad van Bestuur en het senior management, ondersteunt de ORM-medewerkers van de bedrijfsonderdelen, bewaakt de kwaliteit van het operationele risicobeheer en leidt de Groepsbrede rapportage over operationele risico’s aan de Raad van Bestuur. ORM gebruikt een gelaagde, functionele aanpak op divisieniveau, waardoor het groepsbrede ORM-raamwerk, het beleid en de minimumstandaarden systematisch en consequent worden geïmplementeerd. De lokale en regionale/divisie ORM Officer ondersteunt het lokale en regionale/divisiemanagement bij de beheersing van operationele risico’s binnen het bedrijfsonderdeel. De ORM Officer op regio- of divisieniveau heeft daarnaast een toezichthoudende rol in het beheerproces van de operationele risico’s. Hij of zij geeft leiding aan en houdt toezicht op alle functionele activiteiten van de ORM Officers die onder zijn of haar bedrijfsonderdeel en regio/divisie ressorteren. Om mogelijke belangenverstrengelingen te voorkomen, is het van groot belang dat de ORM Officer onpartijdig en objectief advies over operationele risico’s kan geeft aan het management van het bedrijfsonderdeel, de regio of de divisie. Ter verzekering van die onpartijdigheid en objectiviteit is sprake van een sterke functionele rapportagelijn naar de naasthogere ORM manager. Die functionele rapportagelijn gaat gepaard met heldere verantwoordelijkheden voor het bepalen van doelstellingen, beloning, performancemanagement en de benoeming van nieuwe ORM medewerkers. Operationeel risicoraamwerk ING heeft een allesomvattend raamwerk ontwikkeld voor het besturen en ondersteunen van het proces van signalering, vermindering, meting en bewaking van operationele risico’s die staan beschreven in het Enterprise Risk Management-model van COSO (COSO staat voor Committee of Sponsoring Organisations van de Treadway Commission). 1. Besturing
3. Risico-identificatie
4. Risicobeoordeling
8. Bewaking
7. Informatie en communicatie
2. Doelstellingen bepalen
5. Risicoreactie
6. Beheersingsactiviteiten
ING Groep Jaarverslag 2009
243
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep – niet-financiële risico’s
Op alle niveaus van de organisatie zijn Operationele Risico Comités (ORC’s) ingesteld die het operationele risico van de regio of het bedrijfsonderdeel identificeren, meten en bewaken, en erop toezien dat op het juiste niveau (granularity) de juiste managementactie door de verantwoordelijke lijnmanagers wordt ondernomen. De ORC’s, onder vioorzitterschap van het management, sturen in hun eigen bedrijfsonderdeel de risicobeheersingsactiviteiten van de 1e en 2e verdedigingslinie aan. Op Groepsniveau keurt het Operational & Residual Risk Committee het operationele risicokapitaalmodel goed. Besturingsmodel IT: het beheersen van de met informatietechnologie samenhangende risico’s wordt steeds belangrijker. Organisaties worden steeds afhankelijker van IT en ook het IT-risico neemt toe, onder andere in de vorm van computermisdrijven. De Raad van Bestuur heeft in 2009 twee Executive IT Risk Steering Committees in het leven geroepen, één voor ING Bank en één voor ING Verzekeringen, om op die manier het risicobeheersingsproces en de -resultaten voor IT beter te kunnen aansturen en bewaken. De operationele risicotolerantie binnen ING wordt gedefinieerd als het aanvaardbare en geautoriseerde maximale risiconiveau op elk operationeel risicogebied zodat ING haar bedrijfsplan binnen het goedgekeurde budget kan realiseren. De risicotolerantie is gebaseerd op het economisch kapitaal en wordt bewaakt aan de hand van het Non-Financial Risk Dashboard (NFRD) waarin eenmaal per kwartaal over de belangrijkste operationele risico’s wordt gerapporteerd. Er zijn processen voor de signalering van de belangrijkste bedreigingen, kwetsbaarheden en de daarmee samenhangende risico’s die nadelige gebeurtenissen zouden kunnen veroorzaken. De risico-identificatie vindt pro-actief plaats en gaat vooraf aan een risicobeoordeling. Er worden binnen ING diverse technieken voor deze risico-identificatie gehanteerd, onder andere de gestructureerde teambenadering, scenarioanalyse, inventarisatie van externe gebeurtenissen, analyse interne gebeurtenissen (bijvoorbeeld gebaseerd op de informatie uit een incidentenrapportage), rapportages over belangrijke risico-indicatoren en scans van bedreigingen. De bedrijfsonderdelen en afdelingen voeren minstens eenmaal per jaar een geïntegreerde risicobeoordeling uit in samenwerking met andere afdelingen zoals Operational Risk, Compliance, Legal en Finance. Op basis van de uitkomsten van de risicobeoordeling dienen maatregelen te worden bepaald in reactie op de gesignaleerde risico’s. De risicoverlagende maatregelen moeten een goede afweging tussen de verwachte implementatiekosten en de verwachte voordelen van de risicoreactie bevatten. De risicoreactie kan worden gerealiseerd met diverse combinaties van maatregelen zoals het verlagen van de kans dat de gebeurtenis plaatsvindt, het verlagen van het effect, het vermijden van het risico, het accepteren van het risico of het overdragen van het risico. De uitvoering van deze maatregelen wordt gevolgd middels het ING brede Action Tracking-systeem. Bepaalde operationele risico’s kunnen het beste met verzekeringen worden afgedekt, vooral als het risico hoog is maar moeilijk intern te verminderen. Om ING te beschermen tegen de financiële consequenties van onzekere operationele gebeurtenissen zijn verzekeringen afgesloten bij derden met een wereldwijde dekking voor (computer)criminaliteit, beroepsaansprakelijkheid, bestuurdersaansprakelijkheid, aansprakelijkheid met betrekking tot arbo-eisen alsmede fiduciaire aansprakelijkheid. Dat deel van de risico’s dat ING zelf behoudt is van een vergelijkbare grootte als ons eigen risico voor schadeverzekeringen voor catastrofale risico’s. Beheersingsactiviteiten worden gedefinieerd als de controlemaatregelen die zijn geïmplementeerd en worden uitgevoerd. Generieke verplichte controlemaatregelen worden in het ORM beleid beschreven. Op alle niveaus van de organisatie dient het management regelmatig te worden geïnformeerd over de belangrijkste operationele risico’s (inclusief compliance- en juridische risico’s) en de te ondernemen risicoverminderende acties. Om toegang tot dit soort informatie makkelijker te maken rapporteren de bedrijfsonderdelen regelmatig aan de hand van het Non-Financial Risk Dashboard (NFRD). Met de jaarlijkse formulering van doelen voor het management en ORM-professionals wil ING het beheer van de operationele risico’s binnen de hele organisatie blijven verbeteren om er op die manier voor te zorgen dat de huidige en toekomstige operationele risico’s onder controle blijven. Het ORM-raamwerk van ING ontwikkelt zich steeds verder tot een geïntegreerd beheersingskader op basis van afspraken vooraf over vereisten en ontwikkelingsfasen van de afzonderlijke bedrijfsonderdelen. Deze ontwikkeling wordt getoetst middels scorekaarten, een integraal onderdeel van het operationele risicokapitaalmodel. Met het operationele risicokapitaalmodel van ING Bank en ING Verzekeringen wordt berekend hoeveel kapitaal er nodig is om in extreme omstandigheden onverwachte operationele verliezen op te vangen. Het operationele risicokapitaalmodel van ING is gebaseerd op een loss distribution approach’ (LDA). In het model wordt gebruik gemaakt van externe en interne verliesgegevens van meer dan één miljoen euro, de uitkomst van de scorekaarten (waarbij de kwaliteit van de interne beheersing gemeten wordt) en het voorkomen van grote incidenten (bonus/malus) binnen een bedrijfsonderdeel. Deze aanpak stimuleert het management van de bedrijfsonderdelen om de operationele risico’s beter te beheersen.
244
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep – niet-financiële risico’s
Belangrijkste ontwikkelingen in 2009 Beleid voor het beheersingsrisico Er is nieuw beleid ontwikkeld voor het beheersingsrisico waarin door ORM, Finance en Legal richting wordt gegeven aan beheersingsgebieden zoals het besturingsmodel, de goedkeuring van nieuwe producten, projectmanagement, de financiële verslaglegging, uitbesteding en operationele beheersing. In dat beleid worden de standaarden voor risicobeheersing van de diverse functies samengebracht als onderdeel van de inspanningen van ING om het risicobeheer beter te integreren. Frauderisico Op basis van de Corporate Anti-Fraud Policy moest ieder bedrijfsonderdeel van ING in 2009 de implementatie van anti-fraudemaatregelen afronden voor de belangrijkste drie in kaart gebrachte frauderisico’s. De patronen en waarschuwingssignalen van fraude werden aanschouwelijk gemaakt en aan de medewerker gecommuniceerd. Met de uitrol van de algemene antifraude training wil ING er voor zorgen dat alle medewerkers (inclusief het management) hierin de vereiste scholing ontvangt. Om de ORM-gemeenschap streetwise ,te laten functioneren is een e-learning cursus over fraude ontwikkeld en uitgerold. Informatie (technologie) risico ING heeft het beleid en de minimumstandaarden voor het IT-risico volledig herzien en bijgewerkt en afgestemd op de normen van toezichthouders en de internationale ISO-standaarden. Wereldwijd zijn alle informatietechnologie medewerkers van ING op de hoogte gebracht van de wijzigingen in het beleid en de standaarden (e-learning wordt ontwikkeld) . De kwartaallijkse bewakingsproces aan de hand van het NFRD is op het nieuwe beleid en de nieuwe standaarden afgestemd. In het IT risicodomein, een belangrijk hulpmiddel en basisvoorwaarde voor de business van ING wereldwijd, is dan ook continue doorgewerkt aan de vermindering van IT-risico. De beheersing van het IT-risico behoort tot de belangrijkste managementprioriteiten binnen ING. Het Executive IT Risk Steering Committee wordt voorgezeten door de bestuursvoorzitter van ING. ING heeft een risicovoorspellingsmethode ontwikkeld waarmee de effecten van lopende en voorgenomen risicoreducerende maatregelen op het risicoprofiel van de bedrijfsonderdelen in kaart kan worden gebracht. In de loop van 2009 is die voorspellingsmethode met succes ingevoerd voor het informatie(technologie) gebied. Continuïteitsrisico Er is een risicovoorspellingsmodel voor continuïteitsrisco’s geïntroduceerd. Aan de hand van dit model, kan het management bepalen of de huidige acties toereikend zijn om het continuïteitsrisico op een acceptabel niveau te houden dan wel dat risicoverminderende projecten nodig zijn. Er is daarnaast een ranglijst opgesteld voor de totale waardeketen van de Groep met de kritische producten en diensten waarbij het management prioriteiten stellen voor ondersteunende activiteiten. Naar aanleiding van de wereldwijde H1N1-pandemie (de ‘Mexicaanse griep’) is veel aandacht besteed aan crisisbeheer en bedrijfscontinuïteitsplanning op basis van een realistisch afwezigheidscenario van 50% van de medewerkers. COMPLIANCERISICO Compliancerisico wordt gedefinieerd als het risico dat de integriteit van ING schade oploopt door het (vermeend) niet naleven van toepasselijke wet- en regelgeving, intern beleid, procedures en ethische normen. Het niet effectief beheersen van compliancerisico kan voor ING naast reputatieschade ook andere consequenties hebben, zoals (bestuurlijke) boetes, strafrechtelijke boetes, schadevergoedingen, gerechtelijke bevelen en opschorting of intrekking van vergunningen. Dit kan nadelige effecten hebben voor klanten, medewerkers en aandeelhouders van ING. ING is van mening dat een volledig verankerd Compliance Risk Management het vertrouwen dat klanten, aandeelhouders en medewerkers in ING stellen, bestendigt en versterkt. Voor een duurzame bedrijfsvoering is het van essentieel belang dat ING wordt vertrouwd. De Business Principles van ING vormen het fundament voor de hoge ethische normen die we van al onze bedrijfsactiviteiten verwachten. De Business Principles van ING verlangen van alle medewerkers op elk niveau dat ze zich niet alleen gedragen naar de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, maar dat ze te allen tijde integer, open en duidelijk, respectvol en verantwoordelijk handelen. Duidelijk en praktisch beleid en procedures zijn verankerd in de bedrijfsprocessen van alle divisies van ING. Via de aanwezige compliancesystemen kan het management lopende en nieuwe compliancerisicokwesties traceren, hierover met interne en externe belanghebbenden communiceren en voortdurend blijven werken aan verbetering. ING is ervan doordrongen dat voor effectief Compliance Risk Management zij inzicht moet hebben in de verwachtingen van klanten en andere belanghebbenden en aan deze verwachtingen moet kunnen voldoen. Hierdoor wordt de kwaliteit van de voor ING belangrijkste relaties versterkt. Aard en inhoud van Compliance Risk Management Compliance Risk Management richt zich op het beheer van risico’s die voortvloeien uit wet- en regelgeving en maatstaven die specifiek gelden binnen de financiële dienstverlening. Compliance Risk Management vervult een actieve scholingsfunctie en ondersteunende rol binnen de bedrijfsactiviteiten bij het aanpakken van witwaspraktijken, het voorkomen van financiering van terroristen, het beheersen van belangenverstrengelingen, het toezien op correct verkoop- en handelsgedrag, en het beschermen van klantbelangen.
ING Groep Jaarverslag 2009
245
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep – niet-financiële risico’s
ING maakt bij compliancerisico een onderscheid naar vier gedragsverwante integriteitsrisicogebieden. Deze gebieden en onderliggende risico’s worden hieronder beschreven: Klantgerelateerd integriteitsrisico
Met persoonlijk gedrag samenhangend integriteitsrisico
• Marktmanipulatie en handel • Witwassen voor eigen gewin • Financiering van terroristen • Politieke of reputatiegevoelige • Overtreding van ING Business Principles of lokale personen gedragscodes • Klantbetrokkenheid of • Nevenfuncties van INGklanttransacties met landen functionarissen met (extreem) hoge risico’s • Ontvangen of verstrekte geschenken en/of entertainment; omkoping • Externe incidentenrapportage
Met gedrag van de organisatie samenhangend integriteitsrisico
Met financiële dienstverlening samenhangend integriteitsrisico
• Belangenverstrengeling, marktmanipulatie en handel met voorkennis • Kartelvorming en mededinging • Nieuwe of aangepaste producten en diensten (bijv. veranderingen in klantenkring, ontwerp) en wijzigingen in bestuur en toezicht • Afspraken binnen sector/ bedrijfstak • Registratie en verslaggevingseisen toezichthouder • Tussenpersonen als ‘gezicht’ van ING
• Marketing-, verkoop- en handelsgedrag • Gedrag bij adviesactiviteiten • Klachtenafhandeling • Transparantie van het productaanbod (bijv. kosten, informatievoorziening)
Naast effectieve rapportagesystemen heeft ING ook een klokkenluidersregeling. Deze regeling moedigt medewerkers aan melding te maken van (een vermoeden van) eventuele schendingen van externe regelgeving en/of intern beleid en/of de Business Principles. Compliance Risk Management De Chief Compliance Officer (CCO) rapporteert direct aan de Chief Risk Officer (CRO), die lid is van de Raad van Bestuur. De CCO is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en inrichting van het Compliance Risk Management beleid voor de hele groep, stelt de minimumstandaarden voor Compliance Risk Management op en assisteert en ondersteunt de Raad van Bestuur bij de beheersing van de compliancerisico’s van ING. ING hanteert een functionele aanpak binnen de divisies, waardoor het groepsbrede compliancereglement en -raamwerk, het beleid, de minimumstandaarden en aanverwante procedures systematisch en consequent worden geïmplementeerd. De lokale Compliance Officer ondersteunt het lokale management bij de beheersing van compliancerisico’s binnen het bedrijfsonderdeel. De Compliance Officer op regio- of divisieniveau heeft leiding over en toezicht op alle functionele activiteiten van de Compliance Officers die onder zijn of haar regio of onderdeel ressorteren. De Compliance Officer van de divisie doet hetzelfde voor zijn of haar divisie en geeft daarnaast leiding en algehele richting aan de Compliance Officersbinnen de regio of het onderdeel. Functioneel rapporteert deze Compliance Officer aan de CCO. Om eventuele belangenverstrengelingen te voorkomen, is het van groot belang dat de Compliance Officers onpartijdig en objectief advies over compliancerisico’s kunnen geven aan het management van het bedrijfsonderdeel, de regio of de divisie. Ter verzekering van die onpartijdigheid en objectiviteit is sprake van een sterke functionele rapportagelijn naar de naasthogere Compliance Officer. Die functionele rapportagelijn gaat gepaard met duidelijk afgebakende verantwoordelijkheden inzake doelstellingen, bezoldiging, performancemanagement en de benoeming van nieuwe compliancemedewerkers, alsmede verplichtingen voor het uitoefenen van vetorecht en het escaleren van informatie. Beleid en instrumenten voor Compliance Risk Management Tot de verantwoordelijkheden van Compliance Risk Management behoren volgens het reglement en raamwerk het pro-actief: • signaleren, beoordelen, bewaken en verslag uitbrengen van de compliancerisico’s waarmee ING zich geconfronteerd ziet; • assisteren, ondersteunen en adviseren van het management bij het voldoen aan de complianceverantwoordelijkheden; • adviseren van medewerkers of functionarissen over (persoonlijke) complianceverplichtingen.
246
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep – niet-financiële risico’s
Het raamwerk bestaat uit drie kerncomponenten: de Compliance-chart, Advisory en Scorecard Raamwerk Compliance Risk Management
AD
ORY VIS
& SCORE
CA
RD
Signalering van complianceverplichtingen A
Rapportage compliance- E risico
RisicoB beoordeling
De chart
D Bewaking compliancerisico
C Vermindering compliancerisico
1. De Compliance-chart De Compliance-chart is een overzicht van vijf kernactiviteiten die worden uitgevoerd in overeenstemming met de vereisten van het raamwerk: A. Signalering van complianceverplichtingen; B. Risicobeoordeling; C. Vermindering compliancerisico (inclusief training & opleiding); D. Bewaking compliancerisico (inclusief opvolging openstaande acties); E. Rapportage compliancerisico (inclusief incidentbeheer). 2. Advisory Compliance Officers geven proactief avies over compliancerisico, complianceverantwoordelijkheden, -verplichtingen en -aandachtspunten aan de bestuursvoorzitter, het management, lokaal bestuur en lokale commissies, de naasthogere Compliance Officer en medewerkers. Compliance Risk Management maakt gebruik van scorecards van Operational Risk Management. Aan de hand van dat proces wordt gemeten in hoeverre het risicobeheersingkader, inclusief de beheersing van het compliancerisico, in elke divisie is verankerd. Scores hangen samen met de aantoonbare toepassing van de vereiste risicobeheerprocedures en -beleidsmaatregelen binnen de bedrijfsonderdelen. 3. Scorecard Compliance Risk Management maakt gebruik van scorecards voor operationeel risicobeheer om te evalueren hoe goed het raamwerk in een bedrijfsonderdeel is verankerd. Scores hangen samen met de aantoonbare toepassing van de vereiste risicobeheerprocessen en -bedrijfsmaatregelen binnen de bedrijfsonderdelen. Uit de scorecards blijkt de mate van beheersing door de bedrijfsonderdelen. Extraterritoriale wetgeving Als gevolg van onze frequente beoordeling van alle ondernemingen vanuit economisch, strategisch en risicoperspectief blijft ING van mening dat, om zakelijke redenen, het zakendoen met nader omschreven landen dient te worden beëindigd, hetgeen inhoudt dat het beleid van ING is om geen nieuwe relaties met klanten uit deze landen aan te gaan en om de processen te handhaven die een einde moeten maken aan bestaande relaties met betrekking tot deze landen. Momenteel worden Myanmar, Noord-Korea, Soedan, Syrië, Iran en Cuba tot deze landen gerekend. ING Bank N.V. bevindt zich inmiddels in de laatste fase van de liquidatie van de activiteiten van de Netherlands Caribbean Bank, een 100%-dochteronderneming sinds 2007. ING Bank N.V. heeft haar gesprek voortgezet met de Nederlandse toezichthouder, De Nederlandsche Bank (DNB), aangaande transacties met personen in landen die onderhevig zijn aan sancties opgelegd door de EU, de VS en andere autoriteiten en ING Bank’s eerdere evaluatie van transacties met partijen die onderhevig zijn aan deze sancties. In verband met deze evaluatie en daarmee samenhangende gesprekken heeft ING Bank het op zich genomen om een mondiale implementatie van versterkte compliance- en risicobeheerprocedures te voltooien en de implementatie van dergelijke procedures op een voortdurende basis te controleren, zoals opgedragen door DNB. ING Bank blijft ook in gesprek met de autoriteiten in de VS en in andere jurisdicties betreffende deze aangelegenheden, waaronder doorlopende verzoeken om informatie. Het is op dit moment niet mogelijk een voorspelling te doen over de uitkomsten hiervan. ING Groep Jaarverslag 2009
247
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
ING Groep – niet-financiële risico’s
Financiële instellingen worden door toezichthouders, overheidsinstanties, aandeelhouders, kredietbeoordelaars, klanten en andere partijen nauwlettend gevolgd om te zien of deze voldoen aan de relevante wet- en regelgeving, normen en verwachtingen. Bancaire en verzekeringstoezichthouders in Europa, de Verenigde Staten en elders toetsen de activiteiten van financiële instellingen en zien erop toe dat er integer en op efficiënte, ordelijke en transparante wijze zaken wordt gedaan. ING wil aan de normen en verwachtingen van regelgevende autoriteiten en andere belanghebbenden voldoen door een aantal initiatieven te ontplooien, zoals controle van informatie over rekeninghouders, betalingsprocessen en overige transacties op de naleving van de wet- en regelgeving over witwassen, verboden transacties met landen die sancties opgelegd hebben gekregen, omkoperij en andere vormen van corruptie. Het (gezien worden als) niet naleven van de toepasselijke wet- en regelgeving en standaarden door ING zou onder andere kunnen resulteren in het opschorten of intrekken van de vergunning van ING, het opschorten of beëindigen van orders, (bestuurlijke) boetes, strafmaatregelen of andere disciplinaire maatregelen, die een belangrijke negatieve invloed kunnen hebben op de reputatie en financiële positie van ING. De primaire focus van ING is deze nalevingsdoelstellingen als good business practice te ondersteunen via de ING Business Principles en het Groepsbeleid. Belangrijkste ontwikkelingen in 2009 Klantvertrouwen opbouwen Group Compliance Risk Management en Corporate Operational Risk Management hebben nauw samengewerkt met de divisies gewerkt aan de versterking van het proces van productgoedkeuring en -evaluatie. Uit deze werkzaamheden blijkt hoezeer ING zich inzet voor een eerlijke behandeling van de klant en voor de afstemming op de diverse initiatieven van toezichthoudende instanties, inclusief de nieuwe Code Banken in Nederland, nieuwe regels van de FSA in het Verenigd Koninkrijk en het witboek van Amerikaanse president Obama over hervorming van het financiële stelsel. Relaties met toezichthouders Group Compliance Risk Management zich gericht op het continueren van relaties met toezichthouders in de rechtsgebieden waar ING werkzaam is, strevend naar een open aanpak en samenwerking op het gebied van identificatie en beperking van compliance risicos voor ING. Verdere verankering beleid Financieel Economische Criminaliteit (FEC) en extraterritoriale regelgeving ING’s inzet om elke betrokkenheid bij criminele activiteit te voorkomen is nog eens kracht bijgezet met een herziening en actualisering van het extraterritoriale beleid en het beleid Financieel Economische Criminaliteit. Als onderdeel van haar verplichting om relevante scholing te verzorgen, heeft ING een aantal gespecialiseerde persoonlijke trainingssessies georganiseerd voor ruim 250 Money Laundering Officers, stafmedewerkers die zijn belast met witwaspreventie en –rapportage. Op deze manier kon informatie over het bijgewerkte beleid gedeeld worden, en tevens boden de sessies een uitstekende gelegenheid om best practices uit te wisselen. Training & opleiding De gegeven workshop Leading compliance risk management (LRCM) in your business was toegesneden op de bovenste vier lagen van het management wereldwijd (ING Bank en ING Verzekeringen). Dit heeft voor de ruim 12.000 leidinggevenden, die de training bijwoonden hebben, bijgedragen aan het verwerven van meer inzicht in de effectieve verankering van het model van de drie verdedigingslinies van ING en de strategische waarde van Compliance Risk Management. Managers kregen tevens praktische handvatten voor hun eigen bijdrage aan de versterking van Compliance Risk Management en de toepassing van het raamwerk en de instrumenten. Daarnaast hebben ruim 700 Compliance Officers over de hele wereld een vijfdaags programma doorlopen waarin de nadruk vooral lag op het uitbreiden van de technische kennis en aanscherpen van de persoonlijke effectiviteit. Rapportage compliancerisico en kwaliteitsborging: een uitdagend proces De verankering van beleid in alle bedrijfsonderdelen van ING is van cruciaal belang voor de effectiviteit van de strategie van Compliance Risk Management. Ten bate van de duidelijkheid over de status van de beleidsverankering en over de acties die lopen of gepland zijn om ervoor te zorgen dat alle beleid operationeel is en effectief werkt, stellen alle bedrijfsonderdelen van ING elk kwartaal een voortgangsrapportage op. Om de kwaliteit van die beleidsverankeringsverslagen zeker te stellen, hanteert Group Compliance Risk Management een formeel bevragings- en verificatieproces. Dat proces wordt geleid door de Chief Compliance Officer en wordt samen met medewerkers van de bedrijfsonderdelen en leden van het Group Compliance Reporting & Analytics-team uitgevoerd. Communicatie Communicatie richtte zich in 2009 op het leveren van een duidelijke boodschap en bruikbare kennis aan de Compliance Risk Management-medewerkers via elektronische nieuwsbrieven, workshops en postercampagnes. De intranetsite van Group Compliance Risk Management werd vernieuwd om het voor alle medewerkers makkelijker en interessanter te maken om documentatie, beleids en het laatste nieuws over Compliance Risk Management te vinden. In de communicatie naar alle ING-medewerkers toe heeft Group Compliance Risk Management gebruik gemaakt van alle mogelijke mediatoepassingen, van technologisch hoogwaardige intranetuitingen tot cartoons die op lichtvoetige wijze overbrengen hoe medwerkers het beleid gericht op het beheersen van compliancerisico’s in hun werkomgeving kunnen toepassen.
248
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Modeltoelichtingen
MODELTOELICHTINGEN Zoals vermeld in de Risicoparagraaf wordt het risicoprofiel van ING Groep op basis van drie belangrijke risicomaatstaven weergegeven, namelijk: • Earning at Risk; • Capital at Risk; • Economisch kapitaal. Hoewel deze maatstaven voor het totale risicoprofiel van de Groep een waardevolle indicatie geven, dienen de uitkomsten te allen tijde te worden beoordeeld binnen de beperkingen en de onnauwkeurigheid die dergelijke maatstaven eigen is. Immers, het betreft hier maatstaven over toekomstige ontwikkelingen die sterk samenhangen met veronderstellingen en taxaties over de toekomstige ‘toestand in de wereld’; sommige veronderstellingen zijn zo extreem dat het niet reëel is aan te nemen dat de betreffende situaties ook daadwerkelijk zullen plaatsvinden. Het is standaardpraktijk voor ING om de diverse modellen die gebruikt worden bij het berekenen van deze risicomaatstaven verder te ontwikkelen, af te stemmen en te verbeteren, wat kan resulteren in aanpassingen in eerder gepubliceerde risicomaatstaven. In dit onderdeel worden de modellen nader toegelicht die ING toepast bij de bepaling van de drie maatstaven. In de eerste plaats wordt de gebruikte methodiek voor de bepaling van de Earnings at Risk (EaR) en de Capital at Risk (CaR) beschreven, zoals deze wordt gepresenteerd in het risicodashboard van ING Groep. Vervolgens komen de methoden aan de orde aan de hand waarvan het economisch kapitaal van ING Bank, ING Verzekeringen en ING Groep wordt bepaald. De voor de berekening van het economisch kapitaal gebruikte risicomodellen voor ING Bank en ING Verzekeringen alsmede het risicodashboard van ING Groep worden periodiek geëvalueerd en gevalideerd door de interne afdeling Model Validation. De economisch kapitaal-berekening voor ING Bank wordt tevens gebruikt voor het Basel II pijler 2 proces, ‘Internal Capital Adequacy Assessment Process’ (ICAAP) en het Supervisory Review & Evaluation Process (SREP) dat regelmatig wordt uitgevoerd door De Nederlandsche Bank (DNB). EARNINGS EN CAPITAL RISK Earnings at Risk Met de Earnings at Risk (EaR) maatstaf wordt de potentiële daling van het IFRS resultaat voor het komende jaar gemeten. De EaR wordt gemeten aan de hand van een betrouwbaarheidsniveau van 90% (dat wil zeggen, een stressscenario van 1 op de 10). Met discretionair ingrijpen door het management wordt in de modellen niet expliciet rekening gehouden tenzij dit kan worden gemeten op basis van in het verleden behaalde resultaten (bijvoorbeeld bij steeds terugkerende of geplande acties). Opgemerkt dient te worden dat het voor de EaR gebruikte betrouwbaarheidsniveau van 90% geen absolute vereiste is, maar eerder als algemene richtlijn fungeert. Voor elk belangrijk type risico worden de winstgevoeligheden berekend op basis van de bestaande best practices, bijvoorbeeld bij een onmiddellijke renteverandering van 1%. Voor een zo nauwkeurig mogelijke weergave van het resultaat volgens de winst-en-verliesrekening in de EaR-meting wordt ter bepaling van de risicotolerantie een vergelijking gemaakt met het verwachte commerciële resultaat (winst volgens IFRS exclusief volatiele posten). Zo wordt het EaR-kredietrisico van het bankbedrijf gecorrigeerd voor de verwachte risicokosten (toevoeging aan de debiteurenvoorzieningen). Capital at Risk Capital at Risk (CaR) meet de potentiële daling van de economische waarde (op basis van de reële waarde) voor het komende jaar in vergelijking met de verwachte economische waarde. De CaR wordt gemeten aan de hand van een betrouwbaarheidsniveau van 90% (dat wil zeggen, een stressscenario van 1 op de 10). De economische waarde wordt gedefinieerd als de tegen marktwaarde gewaardeerde nettovermogenswaarde (activa na aftrek van verplichtingen). Voor elk belangrijk type risico worden de waardegevoeligheden berekend op basis van de bestaande economisch kapitaalmethoden, onder toepassing van het betrouwbaarheidsniveau van 90%. De CaR-risicotolerantie wordt afgezet tegen de beschikbare financiële middelen (binnen ING ook wel aangeduid met de Engelse afkorting AFR). Risicodashboard: het aggregatiemodel Voor de EaR en de CaR op Groepsniveau worden de onderliggende risicocijfers voor het bank- en verzekeringsbedrijf bottom-up samengevoegd op basis van een combinatie van de variantie-covariantie-methode en een Monte Carlo-simulatie. Voor de feitelijke aggregatie tot op Groepsniveau zijn twee soorten correlatieveronderstellingen nodig, namelijk de bank-verzekeringsbedrijfscorrelaties per type risico en de correlaties tussen de risico’s onderling. De gegevensinput voor het risicodashboard voor ING Groep wordt verzorgd op basis van 13 belangrijke typen risico’s (het aandelenrisico Europa bijvoorbeeld, zie ook tabel hieronder) en wordt gediversifieerd binnen ING Bank of ING Verzekeringen. De eerste aggregatiefase is die tussen ING Bank en ING Verzekeringen per belangrijk type risico. Hiertoe worden alle vormen van risicokapitaal, met uitzondering van kredietrisico dat al voor het bank- en verzekeringsbedrijf wordt verzorgd, afzonderlijk voor ING Bank en ING Verzekeringen aangeleverd. Deze ‘risicokapitalen’ worden op basis van een variantie-covariantie-benadering getotaliseerd voor ING Bank en ING Verzekeringen. Afhankelijk van de boekhoudkundige verwerking kunnen de voor de EaR gebruikte bank-verzekeringencorrelatiefactoren afwijken van de CaR-correlatiefactoren (bijvoorbeeld voor het renterisico). De uitkomst van deze aggregatiefase is een op Groepsniveau gediversifieerd EaR- en CaR-cijfer per belangrijk type risico. ING Groep Jaarverslag 2009
249
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Modeltoelichtingen
Verdeling belangrijkste typen risico’s: Type risico Krediet- en transferrisico (2) Marktrisico (8) – Renterisico Europa, Azië & Amerika – Aandelenrisico Europa, Azië & Amerika – Valutarisico – Vastgoedrisico Verzekeringsrisico (1) Bedrijfsrisico (1) Operationeel risico (1)
Gebruikte verdeling
KMV-verdeling
Normale verdeling Normale verdeling Normale verdeling Empirische verdeling
(De nummers tussen haakjes geven het aantal onderscheiden typen risico’s weer, uit een totaal van 13).
De tweede fase is de aggregatie tussen deze belangrijke typen risico’s op Groepsniveau. De op Groepsniveau gediversifieerde EaR en CaR per belangrijk type risico worden met behulp van een Monte Carlo-simulatie verzameld en vervolgens voor de bepaling van het totale EaR- en CaR-cijfer van ING Groep gecombineerd met een correlatiematrix voor de risico’s onderling. De uitkomsten van de simulatie weerspiegelen de met de belangrijkste typen risico’s samenhangende potentiële verliezen, die bij elkaar worden opgeteld tot een totaal aan potentiële verliezen. De gediversifieerde EaR of CaR van de Groep wordt dan berekend als het 90%-percentiel van de gesimuleerde totale potentiële verliezen. Voornaamste aannames berekening EaR en CaR Cijfers voor CaR en EaR dienen te allen tijde te worden beschouwd tegen de achtergrond van de belangrijkste aannames ten bate van de vergelijkbaarheid en de actuele bepaling van het risicoprofiel van ING Groep: • De risicoaspecten zijn gebaseerd op historische observatie; historische gebeurtenissen worden gebruikt als uitgangspunt voor de schatting van toekomstige risico’s. Voorbeelden: koerswijzigingen, wanbetaling, onderlinge verbanden tussen markten; • Presentatie actuele risicoprofiel van de huidige bedrijfsomstandigheden; in de risicometing worden over het algemeen toekomstige volumes en marges buiten beschouwing gelaten; • Met discretionair ingrijpen door het management wordt in de modellen niet expliciet rekening gehouden tenzij dit kan worden gemeten op basis van in het verleden behaalde resultaten (bijvoorbeeld bij steeds terugkerende of geplande acties); • Correlatiefactoren tussen voor diversificatie gebruikte typen risico’s zijn gebaseerd op ‘best estimate’-aannames die worden ondersteund door statistische analyse van historische gegevens, ter zake kundige beoordeling door ING risicodeskundigen, externe benchmarkonderzoeken en gezond verstand; • Gedragsaannames over klanten worden waar van toepassing in de risicobeoordeling meegenomen, bijvoorbeeld bij variabele spaargelden, optierechten op hypotheken of royementspercentages. Raamwerk voor de verslaglegging Alle gegevens voor elk type risico en voor elke divisie worden net als de empirische risicoverdeling op Groepsniveau ge-upload in een op het intranet gebaseerd risicodashboard-programma. De hierboven beschreven aggregatie- en simulatiefasen worden uitgevoerd in een op een veilige server gebaseerde omgeving. ECONOMISCH KAPITAAL ING BANK Economisch kapitaal wordt gedefinieerd als het bedrag dat voor een transactie of een bedrijfsonderdeel nodig is als ondersteuning van het economische risico dat wordt gecreëerd. Dat bedrag wordt bepaald als het onverwachte verlies boven het verwachte verlies bij een gegeven betrouwbaarheidsniveau. De specifieke berekening per type risico wordt nader toegelicht in de afzonderlijke onderdelen voor het type risico, dat wil zeggen, krediet- en transferrisico, operationeel, markt- en bedrijfsrisico bank. Deze definitie van economisch kapitaal komt overeen met de definitie voor de netto marktwaarde (of meerwaarde). Een belangrijk aspect van een model op basis van economisch kapitaal is dat ING Bank hierdoor het economisch kapitaal aan de diverse bedrijfsonderdelen kan toewijzen en de berekening van het naar risico gewogen rendement op kapitaal (RAROC) kan ondersteunen. Voor het model zijn de volgende fundamentele uitgangspunten en definities vastgesteld: • ING Bank hanteert voor de berekening van het economisch kapitaal een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99,95% – conform de beoogde schuldrating (AA ) – en een horizon van één jaar. • Aangenomen wordt dat alle bekende en meetbare risicobronnen zijn opgenomen. • De ‘best estimate’ risicoaannames zijn zo objectief mogelijk en gebaseerd op een correcte analyse van statistische gegevens. Er mag bij ING Bank maar één verzameling ‘best estimate’ aannames worden gebruikt per type risico. • De berekening van het economisch kapitaal geschiedt op basis van reële waarde. Bij volledige en efficiënte markten is de reële waarde gelijk aan de marktwaarde. • Bij de berekening van het economisch kapitaal wordt rekening gehouden met bekende optierechten en de invloed van klantgedrag op bankproducten. • Het economisch kapitaal wordt berekend voor belastingen en het effect van verslaggevings- en solvabiliteitsvereisten van de toezichthouder op het kapitaalniveau wordt buiten beschouwing gelaten.
250
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Modeltoelichtingen
• In het raamwerk worden de eventuele franchisewaarde van de activiteiten, discretionair ingrijpen door het management en toekomstige bedrijfsvolumes en marges niet meegenomen. Nadere gegevens zijn te vinden in de betreffende modelbeschrijvingen per risicogebied. Aggregatiemodel In het stroomschema worden de belangrijkste processen geïllustreerd die in het aggregatiemodel voor economisch kapitaal van ING Bank worden uitgevoerd. In de witte vakken staan de processen die door het model worden uitgevoerd. In het blauwe vak wordt de input van andere risicobeheerafdelingen weergegeven. Bepalen correlaties
Bepalen correlaties onder stress
Bereken diversificatierisico per risicotype
Economisch kapitaal per risicotype
Bereken gediversifiseerd economisch kapitaal
Als uitgangspositie hebben wij gebruik gemaakt van de huidige correlaties in het risicodashboard op basis van een betrouwbaarheidsniveau van 90%. Dat wil zeggen dat deze overeenkomen met de waargenomen correlaties in de 10% meest omvangrijke neerwaartse bewegingen (een gebeurtenis van ‘1 op de 10’). Zoals uit het stroomschema blijkt, worden deze correlatiefactoren waar nodig naar aanleiding van stress naar boven bijgesteld. Op die manier wordt rekening gehouden met potentiële bepalingsonjuistheden bij extreme gebeurtenissen vanwege beperkte historische gegevens. Bij de samenvoeging van overige risico’s (bedrijfs- en operationele risico’s) wordt advies ingewonnen van experts. Bij de bepaling van het economisch kapitaal van ING Bank wordt het totaal genomen van de onderliggende cijfers voor het economisch kapitaal van vijf typen risico’s, namelijk kredietrisico, transferrisico, marktrisico, operationeel risico en bedrijfsrisico (waarvan de laatste twee worden aangeduid als ‘overige risico’s). Met behulp van de variantie-covariantie-methode op basis van een 5 x 5 interrisico correlatiematrix worden deze typen risico’s samengevoegd tot een totaal gediversifieerd economisch kapitaal voor ING Bank. Voor de toerekening van economisch kapitaal aan bedrijfseenheden en producten worden voor elk type risico diversificatiefactoren berekend. Deze factoren worden in heel ING Bank consequent toegepast. Het diversificatieniveau is afhankelijk van zowel de interrisicocorrelaties als de relatieve omvang van het niet gediversifieerde economisch kapitaal per type risico. Raamwerk voor de verslaglegging Voor elk bedrijfsonderdeel en elke productlijn wordt het bruto economisch kapitaal per type risico doorgegeven aan MISRAROC – het financiële gegevensopslagcentrum voor RAROC en de economisch kapitaal-rapportage van ING Bank. Het netto economisch kapitaal wordt berekend als product van het bruto economisch kapitaal en één, verminderd met de diversificatiefactor. Het totale economisch kapitaal wordt berekend als de som van het netto economisch kapitaal per type risico op alle niveaus van de verslaglegging. KREDIET- EN TRANSFERRISICO Economisch kapitaal voor kredietrisico en voor transferrisico betreft dat deel van het economisch kapitaal dat wordt aangehouden om onverwachte verliezen in de kredietportefeuilles op te vangen die verband houden met (onvoorziene) wijzigingen in de onderliggende kredietwaardigheid van de debiteuren of de verhaalswaarde van het onderpand (indien van toepassing). Het economisch kapitaal voor krediet- en transferrisico wordt berekend voor alle portefeuilles die blootstaan aan krediet- of transferrisico, inclusief beleggingsportefeuilles. Dezelfde methode wordt toegepast op zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten. Economisch kapitaal voor kredietrisico en voor transferrisico wordt berekend aan de hand van intern ontwikkelde modellen met een betrouwbaarheidsniveau van 99,95% en een tijdshorizon van één jaar, wat de door ING gewenste kredietrating vertegenwoordigt. ING maakt gebruik van diverse kredietrisicomodellen, die in drie hoofdgroepen kunnen worden onderverdeeld: zogenoemde ‘probability of default’ (PD)-modellen voor de kans dat een debiteur in gebreke blijft, waarmee de afzonderlijke kredietwaardigheid van de individuele debiteur wordt gemeten; ‘exposure at default’ (EAD) modellen die de omvang van de financiële verplichting op het toekomstige moment van wanbetaling schatten; en ‘loss given default’ (LGD) modellen, die de verhaalswaarde berekenen van het onderpand of de ontvangen garanties (indien van toepassing). Alles bij elkaar zijn er voor kredietrisico bij ING meer dan 100 modellen in gebruik. De diverse modellen kunnen worden onderverdeeld naar drie categorieën: statistisch, expert en hybride. Elk model wordt elk jaar afzonderlijk beoordeeld en gevalideerd door de afdeling Model Validation (MV), die bepaalt of het model nog bestaansrecht heeft en of aanpassingen geboden zijn.
ING Groep Jaarverslag 2009
251
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Modeltoelichtingen
De economische kapitaal-formule voor krediet- en transferrisico hangt samen met zeven verschillende risicobepalende factoren. Behalve de hierboven genoemde PD-, EAD- en LGD-modellen worden in de formule ook de sector en het land van de debiteur meegewogen alsmede de resterende looptijd van de onderliggende transacties. Tot slot houdt de formule ook rekening met het verband tussen de afzonderlijke transacties en de portefeuille als geheel. In een bottom-up benadering formuleert ING aan de hand van Monte Carlo-simulatietechnieken bepaalde parameters die vervolgens op afzonderlijke transacties worden toegepast ter bepaling van het niveau van het economisch kapitaal voor krediet- en transferrisico. De correlaties, die elk kwartaal worden bijgewerkt, worden vastgesteld op divisieniveau, terwijl het diversificatie-effect op het transactieniveau wordt toegepast. De formules en modellen die ten grondslag liggen aan de bepaling van het economisch kapitaal voor krediet- en transferrisico zijn soortgelijk aan die voor de bepaling van het wettelijk vereist kapitaal onder Basel II (Pijler 1). Ondanks dat dezelfde formules worden gebruikt zijn (intern) economisch kapitaal en het wettelijk vereist kapitaal niet hetzelfde, als gevolg van diverse specifieke regels die door Basel II worden opgelegd (zoals wettelijk vereiste boven- en ondergrenzen), en als gevolg van het gebruik van de standaardaanpak voor bepaalde delen van de portefeuille van ING. Deze verschillen zijn toegestaan conform de richtlijnen van Basel II. In de onderstaande tabel zijn diverse, voor verschillende doeleinden gebruikte kapitaalmaatstaven opgenomen. Uit de tabel blijken de verschillen in de belangrijkste elementen en doeleinden. Kapitaalwaardering kredietrisico Methode Wettelijk vereist kapitaal Basel II-formule
Economisch kapitaal
Gesloten algebraïsche formule Risk Adjusted Capital (RAC)
Locatie Vortex Basel Engine (‘VBE’) in de centrale risicodatabase Vortex Risk Engine (‘VRE’) in de centrale risicodatabase
CaR en EaR
Monte Carlo-simulatie op basis van totale portefeuille (‘portefeuilleberekeningen EC-MC’)
Losstaand instrument dat dezelfde gegevens uit de centrale risicodatabase gebruikt als VRE
Betrouwbaarheidsniveau 99,90%
Input Basel II-modeloutput
Doel Naar risico gewogen activa
99,95%
Basel II-modeloutput exclusief Basel II-bovenen ondergrens, looptijd, aflossingsschema, correlatie factoren, migratiematrix. Sommige input afkomstig van portefeuilleberekeningen EC-MC, maar met betrouwbaarheidsniveau van 99,95% voor landen en sectoren.
Prijsstelling, economisch kapitaal voor leningen op transactieniveau en hoger
90,00%
Basel II-modeloutput exclusief Basel II-bovengrens en correlatiefactoren, migratiematrix landen en industrieën.
Risk dashboard op line of business-niveau en hoger
Wat betreft methode levert de EC-MC Portfolio Calculator een geavanceerd en consistent raamwerk op waarmee kapitaalcijfers voor kredietrisico kunnen worden berekend. Vanwege de complexiteit en de vereiste berekeningstijden is de EC-MC Portfolio Calculator geschikter voor portefeuilleberekeningen dan voor een omgeving waarin real-time op transactieniveau moet worden gerapporteerd over het dagelijks beheer, de prijsstelling van nieuwe transacties en limietbepaling. Als gevolg hiervan zijn de cijfers voor economisch kapitaal gebaseerd op RAC-uitkomsten die zijn afgeleid van, maar niet helemaal gelijk zijn aan, de portefeuilleberekeningen EC-MC. De belangrijkste kenmerken zijn: • RAC wordt berekend op het niveau van de kredietfaciliteit met behulp van gesloten algebraïsche formules in plaats van een Monte Carlo-simulatie. In de algebraïsche RAC-formule wordt onder andere gebruik gemaakt van parameters voor het effect van portefeuillefactoren, zoals correlaties en diversificatie-effecten. Deze parameters zijn afgeleid van een regressie van de uitkomsten van de portefeuilleberekeningen EC-MC. • Omdat de EC-MC Portfolio Calculator een eigen product is, is de input gebonden aan bepaalde technische boven- en ondergrenzen (LGD/EAD is constant en de PD-migratiematrix is gemaximeerd) die bij RAC niet van toepassing zijn. Door de geïmplementeerde mathematische handelingen geldt voor de EC-MC Portfolio Calculator verder een minimale PD en een maximale looptijd, die evenmin op RAC van toepassing zijn. Voor de bankactiviteiten wordt daarnaast gebruik gemaakt van het RAC-model bij de bepaling van de optimale prijsstelling voor (nieuwe) krediettransacties, om zeker te stellen dat ING het gewenste RAROC-rendement realiseert. In 2009 is op dagbasis het economisch kapitaal-niveau voor krediet- en transferrisico berekend voor het leeuwendeel van Commercial Banking en de beleggingsportefeuilles van ING Direct en voor de MKB-portefeuilles bij Retail Banking. Voor consumentenkrediet, woninghypotheken, creditcards en de verzekeringsportefeuilles worden de berekeningen op maandbasis uitgevoerd. Verder worden de cijfers voor het economisch kapitaal voor krediet- en transferrisico elk kwartaal geconsolideerd met de overeenkomstige economisch kapitaal-componenten van andere disciplines.
252
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Modeltoelichtingen
Bouwwerk economisch kapitaal voor krediet- en transferrisico Alle PD-, EAD- en LGD-modellen worden elk jaar opnieuw goedgekeurd door het Credit Risk Committee (CRC) nadat eerst de documentatie van het Model Development Steering Committee (MDSG) en MV grondig is bestudeerd. Elk model heeft een sponsor op het gebied van kredietrisico en uit het frontoffice. In zowel het MDSG als het CRC hebben kredietrisicofunctionarissen zitting naast vertegenwoordigers uit het frontoffice. Dit om een maximale acceptatie door de organisatie zeker te stellen. Marktrisico Bankbedrijf Algemeen Economisch kapitaal voor marktrisico (MRC) betreft het economisch kapitaal dat nodig is om onverwachte bewegingen als gevolg van wijzigingen in marktvariabelen (rente, aandelenkoersen, valutakoersen, vastgoedprijzen) op te vangen. MRC wordt berekend voor posities in trading boeken en in banking boeken. Berekening Economisch kapitaal voor marktrisico wordt berekend aan de hand van intern ontwikkelde modellen met een betrouwbaarheidsniveau van 99,95% en een tijdshorizon van één jaar, de gebruikelijke uitgangspunten voor extreme gebeurtenissen en de door ING gewenste rating. Voor de banking boeken wordt het economisch kapitaal voor marktrisico berekend per type risico, terwijl het economisch kapitaal voor marktrisico voor trading boeken op portefeuilleniveau wordt vastgesteld. Het economisch kapitaal voor marktrisicoberekeningen heeft onder andere betrekking op het vastgoedrisico, het vreemde valutarisico, het aandelenkoersrisico en het renterisico. Tot het vastgoedrisico behoort zowel het marktrisico van de beleggingsportefeuille als het ontwikkelingsrisico van ING Real Estate. Voor ING Real Estate wordt het vastgoedrisico berekend op basis van de onderliggende marktvariabelen. In de stressscenario’s op portefeuilleniveau worden alle diversificatie-effecten voor de diverse regio’s en vastgoedsectoren meegewogen. Tevens wordt rekening gehouden met het hefboomeffect van participaties in vastgoedbeleggingsfondsen. Voor het vastgoedontwikkelingsproces wordt behalve naar het prijsrisico (voor verkopen in de markt) ook gekeken naar risicofactoren als huurprijzen, rendement en vertragingen bij de bouw. Bovendien verandert het risicomodel per ontwikkelingsfase (dat wil zeggen onderzoek, ontwikkeling en bouw) om zo de relevante risico’s in elke fase juist weer te geven. Op basis van correlaties, alle risicofactoren en -fasen wordt het eventuele marktwaardeverlies berekend: het economisch kapitaal voor marktrisico voor de ontwikkelingsportefeuille. Voor de ‘economisch kapitaal voor marktrisico’-berekening van het directe marktrisico wordt uitgegaan van de feitelijke VaR (betrouwbaarheidsniveau 99%, ééndagshorizon, aanname verwachte waarde nul) van de trading boeken en de banking boeken. Het economisch kapitaal voor marktrisico wordt berekend aan de hand van een op simulatie gebaseerd model waarin de VaR-waarde wordt opgeschaald tot het gewenste betrouwbaarheidsniveau en de gewenste tijdshorizon. Bij de bepaling van de schaalfactor wordt daarnaast rekening gehouden met diverse andere factoren zoals eventuele omvangrijke marktontwikkelingen (gebeurtenissen) en interventies door het management. Het economisch kapitaal voor de aandelenbeleggingen wordt berekend op basis van het ECAPS-systeem. Met behulp van Monte Carlosimulatie genereert het model 20.000 mogelijke situaties door willekeurig alle risicofactoren tegelijkertijd te simuleren. Voor iedere ‘toestand in de wereld’ wordt de marktwaarde herberekend en de 99,95% ergst mogelijke mutatie in marktwaarde is het economisch kapitaal-niveau. Voor de hypotheekportefeuilles binnen ING Retail Banking en ING Commercial Banking wordt het economisch kapitaal voor marktrisico berekend op basis van het risico van ingebouwde opties (bijvoorbeeld om de hypotheek vervroegd af te lossen).De ingebouwde opties worden afgedekt middels een delta hedge methode. Het economisch kapitaal model voor het convexity risico is gebaseerd op de 99% nadelige renteontwikkeling. Bij het optellen van de verschillende uitkomsten van het economisch kapitaal voor marktrisico voor de verschillende portefeuilles wordt rekening gehouden met diversificatievoordelen. Immers, extreme marktontwikkelingen zullen zich naar verwachting niet allemaal op hetzelfde moment voordoen. Het is soms moeilijk om op een statistisch robuuste manier op basis van de beschikbare historische data te bewijzen of het marktrisicokapitaal daadwerkelijk de impact van extreme stress met een 99,95% betrouwbaarheidsniveau weergeeft. De economisch kapitaal-cijfers gepubliceerd door ING Groep zijn gebaseerd op een zo goed mogelijke schatting op basis van beschikbare gegevens en meningen van experts. OPERATIONEEL RISICO Operationele risico’s vloeien voort uit directe of indirecte verliezen als gevolg van ontoereikende of tekortschietende interne processen, mensen en systemen of door externe gebeurtenissen. Ook het afgeleide risico op reputatieverlies en het juridische risico worden tot de operationele risico’s gerekend; strategische risico’s echter niet. Hoewel het operationele risico door beheersingsmaatregelen en verzekeringen kan worden ingeperkt,kunnen diverse incidenten toch een aanzienlijk effect op de winst-en-verliesrekening van financiële instellingen hebben.
ING Groep Jaarverslag 2009
253
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Modeltoelichtingen
Het kapitaalmodel, een actuarieel model, bestaat uit een combinatie van drie technieken: • Loss Distribution approach (LDA), waarbij een statistische analyse op historische verliesgegevens wordt toegepast; • Scorekaartmethode, gericht op de kwaliteit van de risicobeheersingsmaatregelen binnen een specifiek bedrijfsonderdeel; • Bonus/malus-methode, die gericht is op de werkelijke operationele incidenten van ING-onderdelen. Loss Distribution Approach (LDA) Het belangrijkste doel van de loss distribution approach is te komen tot een objectief kapitaalcijfer op basis van de omvang en de risicotolerantie van een bedrijfsonderdeel van ING. In deze benadering wordt voor elke combinatie van bedrijfsonderdeel en verliestype de waarschijnlijke (‘dikke staart’) verdeling van operationeel risico-verliezen bepaald voor een toekomstige tijdshorizon. Het belangrijkste kenmerk van deze loss distribution approach is de expliciete afleiding van een verliesverdeling, die is gebaseerd op afzonderlijke verdelingen voor frequentie (Poisson) en impact (‘inverse Gaussian’) van de gebeurtenissen. In het model wordt gebruik gemaakt van externe en interne verliesgegevens van meer dan één miljoen euro. Bij de berekening van het operationeel risicokapitaal van de bedrijfsonderdelen worden de volgende vijf uitgangspunten gehanteerd: • Uitgangspunt 1: Als het risico in de wereld toeneemt, hebben de bedrijfsonderdelen meer economisch kapitaal nodig; • Uitgangspunt 2: Als de omvang van een bedrijfsonderdeel toeneemt, dient het benodigde kapitaal te groeien; • Uitgangspunt 3: Als de activiteiten van een bedrijfsonderdeel complexer zijn, is meer kapitaal nodig; • Uitgangspunt 4: Als het beheersingsniveau van een bedrijfsonderdeel verbetert, is minder kapitaal nodig; • Uitgangspunt 5: Als een bedrijfsonderdeel als gevolg van interne incidenten meer verliest dan ingecalculeerd bij de eerste vier uitgangspunten, is meer kapitaal nodig. Het volgens de hierboven beschreven eerste drie uitgangspunten berekende kapitaal is ‘generiek’: als twee bedrijfsonderdelen van dezelfde omvang in dezelfde markten met dezelfde producten opereren zal ook het benodigde kapitaal hetzelfde zijn. Door de hieronder genoemde specifieke kapitaalcorrecties wordt het generieke kapitaal van een specifieke instelling vervolgens toegesneden op het specifieke benodigde kapitaal voor operationeel risico. Scorekaartmethode (uitgangspunt 4) De scorekaartaanpassing reflecteert de kwaliteit van de beheersingsmaatregelen in een specifiek bedrijfsonderdeel. Het doel van de scorekaarten is om de kwaliteit van belangrijke operationele risicobeheerprocessen te meten. In deze procedure gaat het om kwantitatieve gegevens, kwalitatieve beoordelingen of ja/nee-vragen (bijvoorbeeld over de naleving van ING beleidsregels). De scorekaarten worden ingevuld door alle bedrijfsonderdelen middels self-assessments en worden beoordeeld door een panel van deskundigen dat de eindscore bepaalt. De scorekaarten monden vervolgens uit in een verhoging of een verlaging van het kapitaal van het betreffende bedrijfsonderdeel. Bonus/malus-methode (uitgangspunt 5) Bedrijfsonderdelen krijgen extra kapitaal toegewezen als de verliezen door interne incidenten het niveau van de door de verliesverdelingsmethode voorziene verliezen overtreffen. Vallen de feitelijke verliezen lager uit dan verwacht op basis van een vergelijking met de externe verliezen van vergelijkbare ondernemingen, dan gaat het kapitaal van het bewuste bedrijfsonderdeel omlaag. BEDRIJFSRISICO ING BANK Het bedrijfsrisico voor ING Bank wordt gedefinieerd als het blootgesteld zijn aan waardeverliezen als het gevolg van schommelingen in volumes, marges en kosten, als mede klantgedragrsisico. Dit risico is inherent aan strategiebeslissingen en interne efficiëntie. Bij de berekening van bedrijfsrisicokapitaal worden drie componenten onderscheiden en berekend, namelijk het (i) volume-/margerisico, (ii) kostenrisico en (iii) klantgedragrisico. (i) Volume-/margerisico betekent het risico dat volumes en marges zich ongunstig ontwikkelen in vergelijking met het verwachte niveau. (ii) Kostenrisico betreft de (in)flexibiliteit in de aanpassing van de kosten wanneer dat nodig is. (iii) Klantgedragrisico hangt samen met klanten die zich anders gedragen dan voorzien en het effect van dat gedrag op toevertrouwde middelen en vooruitbetalingen bij hypotheken. Elke component wordt apart berekend en vervolgens samengevoegd tot een cijfer voor bedrijfsrisico volgens de variance-covariancemethode. Voor de berekening van EaR, CaR en EC wordt dezelfde methode gehanteerd, met twee verschillen. Het eerste verschil is het gehanteerde betrouwbaarheidsniveau: 90% voor EaR en CaR, 99,95% voor economisch kapitaal. Het tweede verschil is dat de component volume/marge voor EaR wordt gebruikt, maar niet voor CaR en economisch kapitaal wordt gebruikt. ECONOMISCH KAPITAAL ING VERZEKERINGEN Economisch kapitaal wordt door ING gedefinieerd als de activa die dienen te worden aangehouden boven de marktwaarde van de verplichtingen om een niet-negatief overschot zeker te stellen op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 99,95% en een tijdshorizon van één jaar. ING bepaalt het economisch kapitaal aan de hand van het effect op de marktwaarde van de balans (‘market value surplus’ of MVS) van nadelige gebeurtenissen die optreden met een nader gespecificeerde waarschijnlijkheid in verband met de AA-kredietrating. Het economisch kapitaal-model van ING is derhalve gebaseerd op het concept ‘Surplus at Risk’. Het met een AA-kredietwaardering overeenkomende betrouwbaarheidsniveau is vastgesteld als een eenzijdig interval van 99,95% bij een tijdshorizon van één jaar. De MVS-verandering betreft het gecombineerde effect van veranderingen in de marktwaarde van activa na aftrek van de marktwaarde van de verplichtingen en een correctie voor illiquiditeitspreads als gevolg van de huidige ontwrichte markten. De MVS wordt hiervoor gecorrigeerd door de toepassing van een ‘illiquiditeitsspread’ op de kasstromen voortvloeiende uit passiva.
254
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Modeltoelichtingen
ING blijft de AFR aanpassen om de illiquiditeit in haar verzekeringsporteuilles weer te geven. Het rapporteren van AFR verdisconteerd tegen de Swap rentes resulteert in een asymmetrie tussen de activa en passiva inzake de toeslagen voor illiquiditeit. Naast het waarderen van activa tegen huidige marktwaarde, wordt het illiquiditeits risicoprofiel voor de passiva in Euro’s benaderd door een samengestelde Bloomberg Euro AAA spread (gewogen gemiddelde van 44 bps boven swap). Voor illiquide passiva in de VS wordt de samengestelde Bloomberg Euro AAA spread aangepast door de Basis swap curve, wat resulteert in een aanvullende 20 bps spread illiquiditeits toeslag boven de USD swaps. Deze correctie van de MVS voor de illiquiditeit van onze verzekeringsverplichtingen heeft het volgende effect op het marktrisico in ons economisch kapitaal-model: • Renterisico: door de illiquiditeitsspread op de kasstromen voortvloeiende uit passiva neemt de duration van onze verplichtingen af. De duration ‘mismatch’ tussen de activa en passiva wordt hierdoor verlaagd en daarmee tevens ook het renterisico; • Creditspreadrisico: in het economisch kapitaal-model wordt zowel de activaspread als de illiquiditeitsspread op onze verplichtingen benadrukt. De saldering van het activaspreadrisico met het risico van de illiquiditeitsspread voor de passiva leidt tot een lager creditspreadrisico; • Het model voor de illiquiditeitsspread is in 2009 nader verfijnd. Die illiquiditeitsspread is in vergelijking met 2008 aanzienlijk gedaald en het effect daarvan op ons economisch kapitaal is daarmee eveneens afgenomen. Er zijn binnen de branche en met de toezichthouders gesprekken gaande over een consistente toepassing van illiquiditeit; • Valutarisico: de correctie van de MVS voor illiquiditeit resulteert in een lagere nettopositie in valutabewegingen, met name in de Amerikaanse dollar. Het uiteindelijke valutarisico wordt daardoor lager. De marktwaarde van de verplichtingen bestaat uit de financiële component van de verplichtingen en een ‘marktwaardemarge’ voor risico’s die niet kunnen worden afgedekt (het verzekeringstechnisch risico bijvoorbeeld). Die marge wordt berekend op basis van de kosten van vereist kapitaal, ontleend aan een schatting van het vereiste aandeelhoudersrendement op economisch kapitaal. Voor het model gelden de volgende fundamentele uitgangspunten: • Economisch kapitaal-vereisten worden berekend; doel: een AA-kredietrating voor polishouderverplichtingen; • Alle risicobronnen moeten in aanmerking worden genomen; • De actuariële ‘best estimate’ aannames dienen zo objectief mogelijk te zijn en daarnaast te zijn gebaseerd op een juiste analyse van de economische, sector- en bedrijfsspecifieke statistische gegevens. Per product mag er bij ING maar één verzameling ‘best estimate’ aannames worden gebruikt voor alle doeleinden; • De waardering van activa en verplichtingen geschiedt op basis van reële waarde. Bij volledige en efficiënte markten is de reële waarde gelijk aan de marktwaarde; • De berekeningen van economisch kapitaal en waarde dienen te worden opgesteld met inachtneming van de optierechten in de verzekeringscontracten; • De berekeningen van het economisch kapitaal zijn voor belastingen; in de waardering wordt het effect van verslaggevings- en solvabiliteitsvereisten van de toezichthouder op het kapitaalniveau buiten beschouwing gelaten. Er wordt aangenomen dat kapitaal tussen rechtspersonen volledig overdraagbaar is; • Niet meegenomen is de eventuele franchisewaarde van de activiteiten, maar wel het kostenrisico van een eventueel lager omzetvolume in het volgende jaar. In het economisch kapitaal-model wordt het effect van de diverse typen risico als volgt gekwantificeerd: • Marktrisico voor ING Verzekeringen betreft de waardeverandering als gevolg van veranderingen in rentetarieven, aandelenkoersen, vastgoedprijzen, creditspreads, impliciete volatiliteiten (rente en aandelen) en vreemde valutakoersen. Marktrisico treedt op bij een minder dan perfecte afstemming van de activa op de verplichtingen. In het verzekeringsbedrijf kan marktrisico het gevolg zijn van de verkoop van producten met garanties of optierechten (gegarandeerde rentedeling, afkoopmogelijkheden, winstdeling etc.) die met het oog op de beschikbare activa in een bepaalde markt niet afdekbaar zijn. Er kan ook sprake zijn van marktrisico bij een opzettelijke mismatch tussen activa- en passivakasstromen, zelfs als die kasstromen kunnen worden afgestemd of afgedekt; • Kredietrisico vloeit voort uit veranderingen in de kredietkwaliteit van emittenten als gevolg van wanbetalingen of kredietmigratie van effecten (in de beleggingsportefeuille), tegenpartijen (bijvoorbeeld met betrekking tot herverzekeringscontracten, derivatencontracten of toevertrouwde deposito’s) en tussenpersonen waarin ING een positie heeft. Behalve met kredietrisico houdt ING rekening met het transferrisico voor het risico dat gelden als gevolg van overheidsrestricties niet vrijelijk kunnen worden gerepatrieerd; • Bedrijfsrisico wordt gedefinieerd als de kans dat de feitelijke ervaring afwijkt van de verwachtingen met betrekking tot kosten, schadeuitloop (behoud) en toekomstige herziening van premies; • Operationeel risico wordt gedefinieerd als het risico van directe of indirecte verliezen als gevolg van ontoereikende of tekortschietende interne processen, mensen en systemen of door externe gebeurtenissen. Kapitaal voor operationeel risico valt moeilijk te kwantificeren, omdat het wordt veroorzaakt door niet vaak voorkomende maar ernstige gebeurtenissen. Operationele risico’s kunnen aanzienlijk worden verminderd of verergerd door de kwaliteit van de interne controle en/of richtlijnen. Voor een deel kan dit risico worden verlaagd door het te verzekeren; • Levenrisico heeft betrekking op de afwijkingen in het tijdstip en de omvang van de kasstromen (premiebetalingen en uitkeringen) als gevolg van overlijden of niet-overlijden. Het risico van niet overlijden staat ook wel bekend als het langlevenrisico om het te onderscheiden van het risico dat samenhangt met verzekeringsproducten ter bescherming tegen de gevolgen van overlijden. Rekening wordt gehouden met risico’s als de onzekerheid van ‘best estimate’ aannames inzake het niveau en de ontwikkeling van sterftecijfers, de wisselvalligheid van ‘best estimates’, en potentiële calamiteiten. Ook externe herverzekeringen tellen mee; ING Groep Jaarverslag 2009
255
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Modeltoelichtingen
• Invaliditeitsrisico hangt samen met variaties in het niveau en timing van claims door fluctuaties in de invaliditeit van polishouders (ziekte of arbeidsongeschiktheid), waarin tevens rekening wordt gehouden met externe herverzekeringen. Voor veel soorten polissen is het risico van invaliditeit relevant, waaronder arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, dood en arbeidsongeschiktheid door een ongeval, versnelde uitkeringen bij overlijden, ongevallenverzekeringen voor werknemers, zorgverzekeringen en verzekeringen voor langdurige zorg; • Schaderisico bestaat uit het risico van variabiliteit van omvang, frequentie en de uitbetalingstermijn van toekomstige claims, de ontwikkeling van uitstaande claims en de toegerekende expertkosten voor schadeverzekeringsproducten (inclusief externe herverzekering). Het strategisch bedrijfsrisico is bij de economisch kapitaal-berekeningen van ING Verzekeringen buiten beschouwing gelaten. Economisch kapitaal-model De berekening van het economisch kapitaal van ING is gebaseerd op het concept ‘Surplus at Risk’. Dit gebeurt op de hierna beschreven manier: • Bereken de totale balans (alle activa en verplichtingen) op basis van marktwaarde; • Stel Monte Carlo-scenario’s op voor alle relevante risicofactoren (markt en niet-markt); • Bereken voor elk scenario de totale balans opnieuw (alle activa en verplichtingen) op basis van marktwaarde. Om praktische redenen wordt de marktwaardemarge bij die scenario’s niet herberekend; • Bereken de 99,95% ‘worst-case’ daling van de MVS voor alle scenario’s. Dit is het economisch kapitaal. Het scenario dat voor het economisch kapitaal zorgt, varieert per bedrijfsonderdeel, divisie en op het niveau van ING Verzekeringen. In 2007 heeft ING Verzekeringen het op intranet gebaseerde ECAPS geïntroduceerd als economisch kapitaal-rapportagesysteem dat gebruik maakt van replicerende portefeuilletechnieken. Het ECAPS-systeem vormt een beheerste, automatische basis voor economisch kapitaal en risicoberekening. Elk bedrijfsonderdeel voert regelmatig de risicokenmerken van de activa en verplichtingen in. Deze kenmerken worden vervolgens op uniforme wijze vertaald naar replicerende portefeuilles van gestandaardiseerde financiële instrumenten. Op basis van de constellatie van replicerende portefeuilles (inclusief voorstellingen van niet-marktrisico’s) kan het ECAPS-systeem vervolgens het economisch kapitaal berekenen op elk niveau van de aggregatie. Hieronder volgt een korte beschrijving van het model.
256
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Modeltoelichtingen
1. Marktgegevens en scenariogeneratie
2. Stochastische kasstromen en niet-markt risicokapitaal
3. Replicerende portefeuille
4. Berekening economisch kapitaal
• Automatische benadering van alle huidige en historische marktgegevens • Aan ieder bedrijfsonderdeel worden 500 risicoscenario’s gezonden om lokaal stochastische kasstromen voor activa en passiva te ontwikkelen • 20.000 ‘real world’ Monte-Carlo-scenario’s voor de berekening van economisch kapitaal
• Actuariële software waarmee de kasstromen stochastisch per scenario kunnen worden berekend • Uploaden door de bedrijfsonderdelen van de stochastische kasstromen uit activa en passiva tbv optimale replicerende portefeuille • Asset Derivaten worden direct meegenomen als replicerende instrumenten • Conform ING-normen berekend niet-markt risicokapitaal wordt doorgegeven aan ECAPS ten behoeve van risico-aggregatie
• Vaststelling risicoprofiel van de financiële component van de verzekeringsverplichtingen door verdeling over een kleine verzameling standaard financiële instrumenten • Standaardinstrumenten zijn onder andere beneden pari uitgegeven obligaties, swaptions, ‘callable’ obligaties, CMS opties, aandelentermijnopties en valutaopties • Bepaal replicerende portefeuille die de kasstromen voor de 500 risico scenario’s zo getrouw mogelijk weergeeft
• Replicerende portefeuille gebruikt voor de vaststelling van het risicoprofiel van de activa en passiva van ING Verzekeringen • Marktveranderingen economisch kapitaal en diversificatievoordelen van ‘real world’ Monte Carlo-scenario’s • Niet-markt risico-aggregatie • Totaal gediversifieerd economisch kapitaal
Nadere informatie over het economisch kapitaal-model Genereren marktgegevens en scenario’s ING Verzekeringen maakt gebruik van de Global Market Database (GMDB) van ING Bank voor informatie over marktkoersen en risicogegevens voor financiële risicofactoren. Alle marktgegevens worden betrokken van gerenommeerde gegevensleveranciers als Reuters en Bloomberg. Het GMDB-team checkt vervolgens de marktgegevens en berekent de toelaatbare risico’s. De geaccordeerde gegevens worden automatisch doorgegeven aan het ECAPS-systeem. Omdat ING Verzekeringen in veel opkomende financiële markten actief is, wordt met behulp van algoritmes verder geëxtrapoleerd dan waarneembare marktgegevens waar dat nodig is voor de berekening van de marktwaarde van de verplichtingen en het economisch kapitaal. Deze algoritmes zijn ontleend aan vergelijkbare gegevens in volwassen markten. Met behulp van de marktgegevens van GMDB zet ING twee economische scenariogenerators in: • De Risk Neutral Economic Scenario Generator (RN ESG): met de risiconeutrale economische scenariogenerator kunnen meerdere aandelenindices en valutakoersen worden gegenereerd, conform een multi-valuta dynamisch termijnstructuurmodel. Gebruik wordt gemaakt van scenario’s bij de kasstroomprognoses voor de bepaling van replicerende portefeuilles. De scenario’s RN ESG komen overeen met waargenomen marktkoersen voor aandelen, valuta’s en renteopties; • De Real World Economic Scenario Generator (RW ESG): deze op de praktijk gerichte economische scenario-generator kan tegelijkertijd alle typen risico’s tezamen simuleren, dat wil zeggen marktrisico, kredietrisico, bedrijfsrisico, operationeel risico, risico leven, risico invaliditeit en risico schade. Met de spreiding tussen de risico’s wordt rekening gehouden aan de hand van een ‘Gaussian copula’, wat verschillende marginale kansverdelingen mogelijk maakt op het niveau van de risicofactoren. De scenario’s RW ESG komen overeen met de historische tijdreeksen van de marktrisicofactoren op basis van vijf jaar van wekelijkse gegevenswaarnemingen. De volatiliteiten worden aangepast van week naar kwartaal en de wekelijkse correlaties worden direct gebruikt voor de schattingen van de kwartaalcorrelaties.
ING Groep Jaarverslag 2009
257
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Modeltoelichtingen
Stochastische kasstromen en kapitaal niet-marktrisico De marktrisico’s van de activa en passiva worden vastgelegd en weergegeven in stochastische kasstroommodellen voor 500 scenario’s. De bedrijfsonderdelen zijn verantwoordelijk voor het genereren van de kasstromen, het in modellen vastleggen van eventuele optierechten en garanties en de juiste indeling van risico’s in het scenario, afgezet tegen bepalende kasstroomfactoren als het gedrag van polishouders en managementacties (beperkt tot dynamische afdekkingsprogramma’s en de bepaling van rente- en/of winstdeling). Voor een beter inzicht in de staart van de verdeling bestaat de verzameling scenario’s uit 300 risiconeutrale scenario’s en 200 scenario’s met volatiele risico’s, waarin de volatiliteiten zijn verdubbeld. Dat gemiddelde van 300 risiconeutrale scenario’s fungeert als controle op de marktwaarde van de replicerende portefeuille. Wel dient te worden opgemerkt dat het hier slechts om een controlefunctie gaat en dat de feitelijke marktwaarde van de verplichtingen direct van de replicerende portefeuille wordt afgeleid. Dankzij de 200 ‘volatiel risico’-scenario’s kan ervan worden uitgegaan dat de replicerende portefeuille op genoeg extreme scenario’s is afgestemd om veilig in de berekeningen van het economisch kapitaal te kunnen worden gebruikt. Het economisch kapitaal voor de niet-marktrisico’s wordt berekend door de bedrijfsonderdelen, door Corporate Credit Risk Management en Corporate Operational Risk Management, met input in ECAPS op het niveau van de diverse (sub)risico’s. In ECAPS worden 21 subtypen risico’s (de ontwikkeling van sterftecijfers bijvoorbeeld) samengevoegd tot 9 typen niet-marktrisico’s. Gebruik wordt gemaakt van een bottom-up diversificatiebenadering voor economisch kapitaal op basis van een matrix van correlaties in de staart. De ingevoerde informatie heeft betrekking op de 9 subtypen risico’s: • Kredietrisico; • Bedrijfsrisico; • Operationeel risico; • Levenrisico – rampen; • Levenrisico – niet-rampen; • Invaliditeitsrisico – rampen; • Invaliditeitsrisico – niet-rampen; • Schaderisico – rampen; • Schaderisico – niet-rampen. De informatie wordt vervolgens gebruikt om de marginale verdeling voor deze typen risico’s te bepalen. Samen met de ‘Gaussian copula’ worden deze marginale verdelingen gebruikt voor de berekening van economisch kapitaal ter bepaling van de diversificatie tussen marktrisico’s en niet-marktrisico’s. Replicerende portefeuilles Om recht te doen aan de complexiteit van de diversificatieberekeningen aan de hand van een Monte Carlo-simulatie brengt ING de activa en passiva in kaart aan de hand van een verzameling standaard financiële instrumenten. Die verzameling standaardinstrumenten bestaat uit couponloze obligaties, marktindexen, aandelentermijncontracten, swaptions, aflosbare obligaties, valutaopties en aandelenopties. Activa en de financiële componenten van de passiva worden vertegenwoordigd door een portefeuille van deze standaardverzameling instrumenten. Via een gebruikersinterface kunnen voor verschillende soorten kasstromen verschillende soorten replicerende instrumenten worden geselecteerd. Op die manier wordt een optimale replicerende portefeuille gecreëerd die zo goed mogelijk aansluit bij het risicoprofiel van de stochastisch gegenereerde kasstromen. De hieruit voortvloeiende portefeuille wordt vervolgens gebruikt voor de berekening van het economisch kapitaal. Door ook aandelenopties, valutaopties en swaptions in de verzameling replicerende instrumenten op te nemen, kan ING rekening houden met het impliciete volatiliteitsrisico van de meegewogen typen risico’s. Datzelfde geldt voor het creditspreadrisico, namelijk door de opname van kredietrisicogevoelige couponloze obligaties in de replicerende verzameling instrumenten. De kwaliteit van de replicerende portefeuille wordt bewaakt aan de hand van diverse statistische criteria (o.a. ‘R-squared’) en wordt afgezet tegen marktwaardegevoeligheden als duration, convexiteit en waardeveranderingen in verband met forsere rente- en aandelenveranderingen. Hoogwaardige replicerende portefeuilles zijn op verschillende manieren belangrijk. Ten eerste vormen zij een goede afspiegeling van het feitelijke risicoprofiel en een accurate berekening van economisch kapitaal. Ten tweede hebben bedrijfsonderdelen bij afdekkingsstrategieën en het beheer van economisch kapitaal baat bij replicerende portefeuilles. En tot slot wordt door het proces van replicerende portefeuilleberekening het inzicht vergroot in de complexe aard van de verzekeringsverplichtingen in een op de markt geënte omgeving. Replicerende portefeuilles worden momenteel bepaald aan de hand van een enkelvoudig RN ESG-rentemodel. Hierdoor kan de replicerende portefeuille maar beperkt gevoeligheden voor niet-parallelle verschuivingen in de rentetermijnstructuur registreren. Om die reden zijn ook de RW ESG rentescenario’s voor de Value at Risk-berekeningen op basis van een enkelvoudig model opgesteld. Het RN ESG- en het RW ESG-model komen echter wel overeen met respectievelijk de RN ESG- en RW ESG-volatiliteitsstructuur van de rente.
258
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer (vervolg)
Modeltoelichtingen
Berekening economisch kapitaal In ECAPS wordt gebruik gemaakt van Monte Carlo-simulatie voor de bepaling van de diversificatievoordelen voor de totale ‘portefeuillehiërarchie’ van het niveau van de bedrijfsonderdelen tot dat van ING Groep. Alle diversificatieberekeningen worden binnen ECAPS uitgevoerd op basis van de ‘Gaussian copula’ van alle risicofactoren met medeneming van de op elk type risico van toepassing zijnde onderliggende verdelingen. Voor de berekening van het economisch kapitaal gebruikt ING een tijdshorizon van één jaar. In de praktijk worden met het model echter onmiddellijke veranderingen per kwartaal berekend, en wordt de VaR die daaruit voortrolt vertaald naar een economisch kapitaalcijfer op jaarbasis. Dat de verandering op kwartaalbasis wordt bekeken heeft als doel de resultaten te stabiliseren, ervoor te zorgen dat de veranderingen binnen een bandbreedte blijven waardoor ING de activa en passiva aannemelijker kan waarderen, het effect van dynamische afdekkingsstrategieën beter in kaart kan brengen, reëler gebruik van wekelijkse correlaties van risicofactoren kan maken en dichter bij de feitelijke risicopraktijken en rapportagecycli kan blijven. Het economisch kapitaal-model van ING levert met behulp van de Monte Carlo-simulatietechniek 20.000 mogelijke ‘toestanden in de wereld’ op door willekeurig en tegelijkertijd alle risicofactoren te simuleren. Voor elke ‘toestand in de wereld’ wordt de marktwaarde van de activa en passiva herberekend en de verandering in de MVS opgeslagen. Al die MVS-veranderingen worden gesorteerd en de 99,95% worst-case veranderingen worden opgespoord om het niveau van het economisch kapitaal te bepalen voor het gegeven aggregatieniveau. ECONOMISCH KAPITAAL GROEP Het economisch kapitaal en de diversificatievoordelen tussen het bank- en verzekeringsbedrijf van ING Groep worden vastgesteld door middel van één aggregatiebenadering voor bankieren en verzekeren. Uitgangspunt zijn de feitelijk gerapporteerde economisch kapitaalcijfers voor ING Bank en ING Verzekeringen, exclusief de diversificatie tussen de risico’s onderling. Daarnaast wordt een hierop afgestemde verzameling ‘best-estimate’ correlatie-aannames geconstrueerd op basis van het maximum van de bank- en verzekeringsspecifieke interrisico correlatie-aannames voor elk van de vijf belangrijkste typen risico’s: kredietrisico, marktrisico, verzekeringstechnisch risico, bedrijfsrisico en operationeel risico (zie ook de aparte onderdelen economisch kapitaal voor ING Bank en ING Verzekeringen). De diversificatievoordelen voor de Groep worden berekend met een ‘Gaussian copula’-simulatietechniek. Rekening houdend met onzekerheden omtrent de correlatie-aannames en veranderingen in de risicopositie voert ING uitgebreide gevoeligheidstesten uit.
ING Groep Jaarverslag 2009
259
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
Kapitaalbeheer bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
DOELSTELLINGEN ING Groep Capital Management (Kapitaalbeheer) is verantwoordelijk voor voldoende kapitalisatie, te allen tijde, van de ING Groep enti teiten ter ondersteuning van het risicoprofiel van de zakelijke activiteiten. Hierbij gaat het om het beheer, de planning en de verdeling van kapitaal binnen ING Groep. De Corporate Treasury van ING is onderdeel van Kapitaalbeheer. Het voert de noodzakelijke kapitaalmarkt transacties, lange-termijn financiering en risicobeheer transacties uit. Kapitaalbeheer controleert volgt en raamt de vermogenspositie op geconsolideerde basis op drie niveaus: ING Groep, ING Verzekeringen en ING Bank. De ratingdoelstelling voor deze drie entiteiten is momenteel AA. Kapitaalbeheer houdt rekening met de eisen van toezichthouders (EU Solvency, tier 1 en BIS ratio’s en limieten voor hybride kapitaal), rating agencies (leverage ratio’s, gecorrigeerd vermogen) en interne modellen en balansen op marktwaarde (economisch kapitaal (EC) en beschikbare financiële middelen (AFR)). De drie belangrijkste kapitaaldefinities die ING hanteert zijn: • Gecorrigeerd vermogen (voor ING Groep en ING Verzekeringen) – Dit is een rating agency concept gedefinieerd als het eigen vermogen plus kernkapitaaleffecten, hybride kapitaal, prudentiële correcties en de Value in Force en overlopende acquisitiekosten. Zie de ‘Kapitalisatie en ratio’s’ tabel op de volgende pagina. Deze kapitaaldefinitie wordt gebruikt om beschikbaar kapitaal met de kernschuld (leverage) van ING Groep en ING Verzekeringen te vergelijken; • Kern tier 1-kapitaal, tier 1 en BIS kapitaal (voor ING Bank) – Dit zijn definities van de toezichthouder die van toepassing zijn op ING Bank. Tier 1-kapitaal wordt gedefinieerd als eigen vermogen plus hybride kapitaal minus bepaalde prudentiële correcties en aftrekposten. Tier 1 en BIS kapitaal gedeeld door naar risico gewogen activa is gelijk aan respectievelijk de tier 1 en de BIS ratio. Kern tier 1-kapitaal is gelijk aan tier 1-kapitaal exclusief hybride kapitaal; • AFR (voor ING Verzekeringen) – Dit is een marktwaarde concept, gedefinieerd als de marktwaarde van de activa (MVA) minus de marktwaarde van de passiva (MVL) op de balans. Hybride kapitaal en de kernkapitaaleffecten (‘core Tier 1 securities’) worden gerekend tot het vermogen en tellen dus niet mee bij de passiva. De waardering van ING Verzekeringen bevat een aanpassing voor de illiquiditeit van de portefeuille. Aangezien er voor ING Bank geen balans op marktwaarde beschikbaar is, is het AFR voor ING Bank gedefinieerd als IFRS eigen vermogen inclusief een aantal aanpassingen (zie de tabel in dit hoofdstuk). AFR wordt gebruikt als een maatstaf voor beschikbaar kapitaal in vergelijking met EC. EC, economisch kapitaal, is de hoeveelheid kapitaal die nodig is om onverwachte verliezen in tijden van zware stress op te vangen gegeven de ‘AA’ rating doelstelling van ING Groep. In eerdere jaren hanteerde ING ook AFR voor ING Bank en ING Groep. Maar gedurende 2009 verschoof de focus van het management hoofdzakelijk naar grootheden die de toezichthouders en rating agencies hanteren voor ING Bank (Kern tier 1, tier 1 en BIS) en voor ING Groep (de ratio van vreemd / eigen vermogen). Voor ING Verzekeringen is AFR nog steeds van belang, maar met een lagere prioriteit dan voorheen. De focus ligt nu voornamelijk op het waarborgen dat de operationele entiteiten van ING Verzekeren adequaat gekapitaliseerd blijven volgens de normen van de lokale toezichthouders en rating agencies en dat op geconsolideerd niveau de verhouding vreemd/eigen vermogen binnen juiste normen blijft. ONTWIKKELINGEN In 2009 had Kapitaalbeheer als voornaamste doel het versterkten van de kapitaalpositie van ING Groep, ING Bank en ING Verzekeringen. Daartoe heeft ING Groep in 2009 geen dividend uitgekeerd en in november voor EUR 7,5 miljard nieuwe certificaten van aandelen uitge geven. De opbrengst van deze emissie werden grotendeels gebruikt voor de terugbetaling van EUR 5 miljard van de kernkapitaaleffecten die in november 2008 aan de Nederlandse Staat waren uitgegeven en voor de betaling van een extra EUR 1,3 miljard bruto vergoeding aan de Nederlandse Staat zoals overeengekomen met de Europese Commissie. BELEID De activiteiten van Kapitaalbeheer worden uitgevoerd op basis van bestaande beleidsdocumenten, richtlijnen en procedures. De belangrijkste documenten die dienen als richtlijnen voor capital planning zijn de Capital Letter (die de goedgekeurde doelen en limieten voor kapitaal bevat), de Capital Planning Policy, de Dividend Policy en de Capital Request Policy. Voor de Corporate Treasury zijn vele beleidsdocumenten en limieten die als leidraad dienen voor het beheer van de balansen en de uitvoering van kapitaalmarkttransacties. De bovenstaande kapitaaldefinities en beleidsdocumenten zijn goedgekeurd door de Raad van Bestuur van ING Groep of gedelegeerde autoriteiten. PROCESSEN VOOR HET BEHEER VAN KAPITAAL In aanvulling op het beoordelen van de kapitaaltoereikendheid, zorgt Kapitaalbeheer er ook voor dat voldoende kapitaal aanwezig is door middel van het stellen van doelen en limieten die betrekking hebben op de bovenstaande maatstaven voor ING Bank, ING Verzekeringen en ING Groep. Tevens verzekert Kapitaalbeheer dat aan de gestelde doelen en limieten wordt voldaan door het plannen en uitvoeren van kapitaalbeheertransacties. Dit proces wordt aangevuld met stresstesting en scenario-analyse. De voortdurende beoordeling en monitoring van de kapitaaltoereikendheid is vastgelegd in het proces waarmee Kapitaalbeheer de kapitaalpositie raamt en dit resulteert in een Capital Adequacy Assessment Report dat ieder kwartaal aan de ING Group Finance and Risk Committee en de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen van ING Groep wordt aangeboden. Het belangrijkste doel van deze beoordeling is te verzekeren dat ING Groep als geheel zowel op de korte als op de lange termijn voldoende kapitaal beschikbaar heeft in verhouding tot het risicoprofiel.
260
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Kapitaalbeheer (vervolg)
BEOORDELING VAN DE KAPITAALTOEREIKENDHEID Per 31 december 2009 en 2008 voldeden ING Groep, ING Bank en ING Verzekeringen aan alle belangrijke kapitaaldoelstellingen en maatstaven. Per 31 december 2009 en 2008 waren ING Groep, ING Bank en ING Verzekeringen voldoende gekapitaliseerd in verhouding tot hun risicoprofiel en strategische doelen. ING’s kapitalisatie en ratio’s Verzekeringen
Eigen vermogen (moedermaatschappij) Kernkapitaaleffecten Hybride kapitaal (1) Kernschuld (2) Totaal kapitalisatie Aanpassingen op het vermogen: Herwaarderingsreserves obligaties Herwaarderingsreserves voor rekening polishouders Herwaarderingsreserves kasstroomhedge Goodwill –– Herwaarderingsreserves obligaties en overig –– Herwaarderingsreserve geen onderdeel van tier 1 (3) –– Hybride kapitaal Verzekeringen (4) –– Belang van derden Aftrekposten tier 1 (vanaf 2007) Beschikbaar kapitaal (tier 1-kapitaal voor Bank)
Bank
Groep
2009
2008
2009
2008
2009
2008
15.887
11.893
30.222
22.889
3.410
4.560
8.057
7.085
19.297
16.453
38.279
29.974
33.863 5.000 11.478 6.913 57.254
17.334 10.000 11.655 7.170 46.159
2.334
8.271
123
5.185
2.481
13.456
–156 –926 –1.857 –605
–2.235 –1.360 –1.889 2.787
472 –1.636 –1.040 –3.111
128 –1.636 3.677 –1.790
–156 –372 –3.244 –1.291
–2.235 –1.177 –3.275 6.769
2.250 80
2.250 520
21.022
22.010
960 –1.073 34.015
1.198 –1.040 32.019
10.716
11.870
44.731
43.889
–6.913 49.050
–7.170 45.758
6.913 12,35%
7.170 13,55%
Overig kwalificerend kapitaal (5) Overlopende acquisitiekosten/Value in Force aanpassing (50%) (6) Kernschuld van de Groep Gecorrigeerd vermogen (BIS kapitaal voor Bank) (a)
2.931
1.893
23.954
23.903
Ratio’s Kernschuld (b) Vreemd vermogen / eigen vermogen ratio (b/(a+b))
2.586 9,74%
2.301 8,78%
ybride kapitaal betreft tier 1 instrumenten uitgegeven door de Groep zoals eeuwigdurend schuldpapier en preferente aandelen tegen nominale waarde. De H hybride instrumenten anders dan preferente aandelen zijn doorgeleend aan ING Bank en ING Verzekeringen als hybride kapitaal. (2) Investeringen in deelnemingen minus het eigen vermogen (inclusief kernkapitaaleffecten) van de moedermaatschappij van de Groep. Deze netto schuldpositie wordt als vermogen verstrekt aan ING Verzekeringen en ING Bank. (3) Bevat voornamelijk EUR –2.536 miljoen (2008: EUR –1.019 miljoen) in participaties (waaronder Kookmin en Bank of Beijing) en andere aandelenbeleggingen, EUR –546 miljoen (2008: EUR –615 miljoen) in onroerend goed voor eigen gebruik. De Nederlandse toezichthouder schrijft voor dat deze worden afgetrokken van tier 1-kapitaal en worden toegevoegd aan tier 2-kapitaal. (4) Hybride kapitaal Verzekeringen betreft hybride instrumenten uitgegeven door ING Verzekeringen zoals eeuwigdurend schuldpapier tegen nominale waarde. (5) Bevat EUR 11.789 miljoen (2008: EUR 12.910 miljoen) tier 2 en geen (2008: nihil) tier 3, verminderd met EUR 1.073 miljoen (2008: EUR 1.040 miljoen) aan aftrekposten. (6) Deze aanpassing betreft voornamelijk 50% van het meerdere van de contante waarde van toekomstige winsten van huidige polissen verminderd met de overlopende acquisitiekosten buiten Nederland. (1)
Alle leverage ratio’s waren aan het eind van het 2009 binnen hun limiet. De vreemd vermogen/eigen vermogen ratio van ING Groep stond eind 2009 op 12,35% (2008: 13,55%). Deze ratio van ING Verzekeringen eindigde het jaar op 9,74% (2007: 8,78%). De Basel II tier 1-ratio van ING Bank was 10,23% eind 2009, een sterke stijging in vergelijking met de Basel I tier 1-ratio van 9,32% eind 2008. WETTELIJKE VEREISTEN MET BETREKKING TOT SOLVABILITEIT ING Bank Kapitaalvereisten en het gebruik van vereist kapitaal zijn gebaseerd op richtlijnen die zijn ontwikkeld door het ‘Basel Committee on Banking Supervision’ (het Bazels comité) en de Richtlijnen van de Europese Unie in verband met het toezicht die zijn overgenomen door De Nederlandsche Bank (DNB). De tier 1-ratio dient minimaal 4% te bedragen. De kapitaalratio (aangeduid als de ‘BIS ratio’) dient minimaal 8% te bedragen van alle naar risico gewogen activa. BASEL II Vanaf 2008 publiceert ING Bank alleen risico gewogen activa (RWA), tier 1 en BIS kapitaal en de bijbehorende kapitaalratio’s gebaseerd op Basel II. Tevens publiceert ING het minimaal vereiste kapitaalniveau volgens Basel II en volgens het Basel I minimum. Het Basel I minimum is gebaseerd op 80% van Basel I RWA. Deze minimale vereisten volgens Basel II en Basel I worden beide vergeleken met het totale BIS kapitaal zoals uitgerekend onder Basel II.
ING Groep Jaarverslag 2009
261
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Kapitaalbeheer (vervolg)
Vereist kapitaal met betrekking tot ING Bank 2009
2008
Eigen vermogen (moedermaatschappij) Belangen van derden Achtergestelde leningen aangemerkt als tier 1-kapitaal (1) Goodwill en immateriële vaste activa Aftrekposten tier 1 (vanaf 2007) Herwaarderingsreserve (2) Kernkapitaal – tier 1
30.222 960 8.057 –1.636 –1.073 –2.515 34.015
22.889 1.198 7.085 –1.636 –1.040 3.523 32.019
Aanvullend kapitaal – tier 2 Beschikbaar tier 3 vermogen Aftrekposten BIS kapitaal
11.789
12.910
–1.073 44.731
–1.040 43.889
Naar risico gewogen activa (4)
332.375
343.388
Tier 1 ratio BIS ratio
10,23% 13,46%
9,32% 12,78%
Vereist kapitaal gebaseerd op het Basel I minimum (5) BIS ratio gebaseerd op het Basel I minimum
28.709 12,46%
34.369 10,22%
Achtergestelde leningen aangemerkt als tier 1 kapitaal zijn door ING Groep N.V. bij ING Bank N.V. geplaatst. Bevat herwaarderingsreserve obligaties, herwaarderingsreserve cash flow hedge en herwaarderingsreserves aandelen en onroerend goed (zie voetnoot 3 van de kapitalisatie en ratio’s tabel). (3) Bevat lager tier 2 leningen en herwaarderingsreserves aandelen en onroerend goed uit het tier 1. (4) In 2009 en 2008 respectievelijk 80% en 90% van de Basel I risico gewogen activa. Als in 2008 de 80% grens van toepassing was geweest zou het vereiste kapitaal gebaseerd op het Basel I minimum EUR 30.550 miljoen hebben bedraagt en de bijbehorende BIS ratio 11,49%. (1)
(2)
ING Verzekeringen Europese richtlijnen vereisen dat verzekeringsmaatschappijen gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie een minimale solvabiliteitsmarge aanhouden. De maatschappijen van ING Verzekeringen buiten de EU moeten voldoen aan hun respectievelijke lokale vereisten. De maatschappijen van ING verzekeringen voldoen aan hun lokale vereisten met betrekking tot solvabiliteit. Onderstaande tabel toont het wereldwijde vereiste kapitaal van ING verzekeringen gebaseerd op de vereisten van de Europese Unie. Deze vereisten worden vergeleken met het geconsolideerd aanwezige kapitaal van ING Verzekeringen. Vermogenspositie ING Verzekeringen Aanwezig kapitaal (1) Vereist kapitaal Surpluskapitaal Ratio aanwezig versus vereist kapitaal (1)
2009
2008
21.022 7.774 13.248
22.010 8.582 13.428
270%
256%
Zie voor specificatie aanwezig vermogen table ING’s kapitalisatie en ratio’s.
AFR wordt gebruikt als een maatstaf voor beschikbaar kapitaal in vergelijking met EC. De AFR/EC ratio van ING Verzekeringen stond eind 2009 op 107% (2008: 106%). ING Groep ING Groep rapporteert aan De Nederlandsche Bank zoals verplicht volgens de Nederlandse implementatie van de richtlijn financiële groepen. Deze richtlijn beslaat voornamelijk risicoconcentratie in de groep, intra-groep transacties en een beoordeling van de kapitaaltoereikendheid van de groep. In onderstaande tabel laten we de kapitaaltoereikendheid van ING Groep zien op basis van: • Voor het vereist kapitaal van ING Verzekeringen worden de Europese Solvency I regels toegepast op alle ING Verzekeringen entiteiten wereldwijd (ongeacht de lokale kapitaal vereisten); • Het vereiste kapitaal van ING Bank is gebaseerd op Basel II met de toepassing van het Basel I minimum (in 2008 en 2009 respectievelijk 90% en 80% van Basel I risico gewogen activa); • Voor het aanwezig kapitaal van ING Groep wordt een benadering gebruikt die gelijk is aan het bank BIS kapitaal waarbij IFRS eigen vermogen wordt aangepast voor bepaalde herwaarderingsreserves, belang derden wordt toegevoegd, goodwill en bepaalde immateriële activa worden afgetrokken en Groep hybride kapitaal en achtergestelde schuld van ING Bank en ING Verzekeringen wordt meegeteld.
262
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Kapitaalbeheer (vervolg)
Vermogen ING Groep vereist voor toezichtsdoeleinden 2009
2008
Eigen vermogen (moedermaatschappij) Kernkapitaaleffecten Exclusief: herwaarderingsreserve (1) Hybride kapitaal ING Groep Goodwill en immateriële activa aftrekbaar van tier 1 Belang derden Kapitalisatie ING Groep
33.863 5.000 1.953 11.478 –3.244 915 49.966
17.334 10.000 10.044 11.655 –3.275 1.593 47.351
Achtergestelde leningen ING Bank N.V. (begrepen in tier 2) Achtergestelde leningen ING Verzekeringen N.V. Kapitalisatie inclusief achtergestelde leningen
10.127 2.250 62.343
11.879 2.250 61.480
Vereist kapitaal bancaire activiteiten Vereist kapitaal verzekeringsactiviteiten Totaal vereist kapitaal Surpluskapitaal Groep kapitaalratio
28.709 7.774 36.484 25.859 171%
34.369 8.582 42.951 18.529 143%
(1)
Herwaarderingsreserve obligaties, herwaarderingsreserves voor rekening polishouders en cash flow hedge.
Kapitaaltoereikendheid en ratio’s Kwantitatieve meldingen met betrekking tot kapitaalmaatstaven en ratio’s Groep 2009
Bank 2009
2008
Tier 1-ratio (Bank) Tier 1 ratio per jaareinde Minimum tier 1-ratio volgens de toezichthouder Tier 1-ratio minimum doelstelling
10,23% 4,00% 9,00%
9,32% 4,00% 7,20%
BIS ratio (Bank) BIS ratio per jaareinde Minimum BIS ratio volgens de toezichthouder BIS ratio minimum doelstelling
13,46% 8,00% 10,50%
12,78% 8,00% 10,80%
2008
EU Solvabiliteitsratio (Verzekeringen) EU Solvabiliteitsratio per jaareinde Minimum EU Solvabiliteitsratio EU Solvency ratio minimum doelstelling Vreemd vermogen/eigen vermogen ratio Vreemd/eigen vermogen ratio Vreemd/eigen vermogen ratio maximum doelstelling
12,35% 15,00%
13,55% 15,00%
Verzekeringen 2009
2008
270% 100% 150%
256% 100% 150%
9,74% 15,00%
8,78% 15,00%
ING Groep Jaarverslag 2009
263
2.1 Geconsolideerde jaarrekening Kapitaalbeheer (vervolg)
Belangrijkste credit ratings van ING per 31 december 2009 (1) Standard & Poor’s
ING Groep –– langlopend ING Bank –– kortlopend –– langlopend –– financiële kracht ING Verzekeringen –– kortlopend
(1)
Fitch
A stabiel
A1 negatief
A stabiel
A-1 A+ stabiel
P-1 Aa3 negatief C+
F1+ A+ stabiel
A-2 A- negatief
–– langlopend
Moody’s
P-2 in Baa1 ontwikkeling
A- negatief
Moodies heeft op 2 februari de langlopende credit rating ‘outlook’ van ING Groep en ING Bank veranderd van negatief naar stabiel.
ING’s langlopende credit ratings worden getoond in bovenstaande tabel. Elk van deze ratings reflecteert alleen de mening van het betreffende ratingbureau wanneer de rating werd verstrekt en een uitleg over de betekenis van een rating alleen kan worden verkregen van het ratingbureau. Een effectenrating is geen aanbeveling om effecten te kopen, verkopen of deze aan te houden en elke rating moet onafhankelijk van iedere andere rating worden beoordeeld. Er is geen verzekering dat enige rating zal blijven gelden voor gegeven tijdsperiode of dat een rating niet zal worden verlaagd, opgeschort of geheel worden ingetrokken door het ratingbureau als, in het oordeel van het ratingbureau dit door de omstandigheden wordt gerechtvaardigd. ING accepteert geen enkele verantwoordelijkheid voor de nauwkeurigheid of betrouwbaarheid van de ratings.
264
ING Groep Jaarverslag 2009
2.1 Geconsolideerde jaarrekening
VASTSTELLING VAN DE JAARREKENING Amsterdam, 15 maart 2010 DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Peter A.F.W. Elverding, voorzitter Jeroen van der Veer, vice-voorzitter Tineke (J.) P. Bahlman Henk W. Breukink Claus Dieter Hoffmann Piet Hoogendoorn Piet C. Klaver Godfried J.A. van der Lugt Harish Manwani Aman Mehta Joan E. Spero Jackson P. Tai Karel Vuursteen Lodewijk de Waal
De raad van bestuur Jan H.M. Hommen, CEO en voorzitter Patrick G. Flynn, CFO Koos (J.) V. Timmermans, CRO
ING Groep Jaarverslag 2009
265
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening
Vennootschappelijke balans van ING Groep per 31 december voor bestemming van het resultaat
bedragen in miljoenen euro’s
ACTIVA Beleggingen in 100% deelnemingen 1 Overige activa 2 Totaal activa EIGEN VERMOGEN 3 Aandelenkapitaal Agioreserve Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Wettelijke reserves (1) Overige reserves Onverdeeld resultaat VREEMD VERMOGEN Achtergestelde leningen 4 Overige schulden 5 Totaal eigen vermogen en vreemd vermogen
2009
2008
46.006 13.124 59.130
34.698 13.610 48.308
919 16.034 5.000 1.030 16.815 –935 38.863
495 9.182 10.000 –9.670 18.056 –729 27.334
11.139 9.128 59.130
11.352 9.622 48.308
De Wettelijke reserves bestaan uit de Reserve deelnemingen van EUR 1.985 miljoen (2008: EUR –8.719 miljoen) en de Reserve koersverschillen vreemde valuta van EUR –955 miljoen (2008: EUR –951 miljoen).
(1)
De referenties verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 270, die onderdeel uitmaakt van de vennootschappelijke jaarrekening.
266
ING Groep Jaarverslag 2009
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening
Vennootschappelijke winst-en-verliesrekening van ING Groep voor de jaren eindigend op 31 december
bedragen in miljoenen euro’s
Resultaat van groepsmaatschappijen na belastingen Overige resultaten na belastingen 6 Nettoresultaat
2009
2008
167 –1.102 –935
–569 –160 –729
ING Groep Jaarverslag 2009
267
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening
Vennootschappelijk mutatie-overzicht eigen vermogen ING Groep voor de jaren eindigend op 31 december
bedragen in miljoenen euro’s
Aandelenkapitaal
Balans per 1 januari 2008
534
Kernkapitaal effecten zonder stemrecht Agioreserve
8.739
Reserve deelnemingen
Reserve koersverschillen vreemde valuta
Overige reserves (1)
Totaal
6.053
–950
22.832
37.208
324
–18.718
Ongerealiseerde herwaarderingen na belastingen Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar winst of verlies Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Mutatie kasstroomhedgereserve Mutatie in hedge van een netto investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Koersverschillen vreemde valuta Bedragen rechtstreeks verantwoord in het vermogen
–19.042
388 –951 –14.190
–1 –1
324
388 –952 –13.867
Nettoresultaat
–369 –14.559
–1
–360 –36
–729 –14.596
–20 –76
17.327
–20 –76 10.000 –3.600 –2.030 448 27.334
–112
12.232
Emissiekosten Op aandelen gebaseerde betalingen Uitgifte van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Dividend Inkoop en uitgifte eigen aandelen Uitoefening van warrants en opties Balans per 31 december 2008
2.476
2.476
2.193 746
2.193 746
10.000 –213 –44 5 495
443 9.182
10.000
–8.719
–3.387 –1.986 –951
12.344
Ongerealiseerde herwaarderingen na belastingen Gerealiseerde resultaten overgeheveld naar winst of verlies Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Mutatie kasstroomhedgereserve Mutatie in hedge van een netto investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Koersverschillen vreemde valuta Bedragen rechtstreeks verantwoord in het vermogen
1.406
1.406
–2.079 –805
–2.079 –805
–294 208 10.780
–4 –4
–112
–294 204 10.664
10.780
–4
–935 –1.047
–935 9.729
Nettoresultaat
Overgeheveld naar Reserve deelnemingen Emissiekosten Terugbetaling van kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Dividend en terugbetalingsvergoeding (2) Claimemissie Inkoop en uitgifte eigen aandelen Balans per 31 december 2009
–76
76
–222
–222 –5.000 –605
424
7.074
919
16.034
5.000
1.985
–955
129 15.880
–5.000 –605 7.498 129 38.863
Overige reserves bevatten de Reserve ingehouden winsten, Eigen aandelen, de Overige reserves en het Onverdeeld resultaat. Het bedrag van EUR 605 miljoen in 2009 bestaat uit de coupon (EUR 259 miljoen) en de terugbetalingsvergoeding (EUR 346 miljoen) op de terugbetaling van EUR 5 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht.
(1)
(2)
268
ING Groep Jaarverslag 2009
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening
Grondslagen voor de vennootschappelijke balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep
ALGEMENE GRONDSLAGEN De vennootschappelijke jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. De grondslagen voor presentatie en toelichting zijn in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling, zoals beschreven bij de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening, zijn eveneens van toepassing op de vennootschappelijke balans en winst-en-verliesrekening met uitzondering van de deelnemingen in groepsmaatschappijen en andere deelnemingen. Deelnemingen in groepsmaatschappijen en andere deelnemingen worden opgenomen tegen nettovermogenswaarde waarbij eventuele goodwill opgenomen wordt als immateriële activa. De vennootschappelijke winst-en-verliesrekening is opgesteld in overeenstemming met artikel 402 Boek 2 BW. Een lijst met de informatie conform artikel 379 lid 1 Boek 2 BW is gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam conform artikel 379 lid 5 Boek 2 BW. Wijzigingen in de balanswaarde als gevolg van mutaties in de herwaarderingsreserve van de deelnemingen worden in de Reserve deelnemingen verantwoord, welke is begrepen in het Eigen vermogen. Wijzigingen in de balanswaarde uit hoofde van overeenkomstig de grondslagen van ING Groep verantwoorde resultaten van de deelnemingen worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Andere wijzigingen in de balanswaarde van de deelnemingen, voorzover niet het gevolg van wijzigingen van het aandelenkapitaal, worden verantwoord onder Reserve deelnemingen, welke is begrepen in het Eigen vermogen. Er wordt een wettelijke reserve aangehouden ter hoogte van het aandeel in de resultaten uit de deelnemingen sinds de eerste waardering tegen nettovermogenswaarde, verminderd met de uitkeringen waarop aanspraak kan worden gemaakt. Uitkeringen waarvan zonder beperking ontvangst in Nederland kan worden bewerkstelligd, worden eveneens in mindering gebracht op de Reserve deelnemingen.
ING Groep Jaarverslag 2009
269
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening
Toelichting op de vennootschappelijke balans van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
1 BELEGGINGEN IN 100% DEELNEMINGEN Beleggingen in 100% deelnemingen Balanswaarde
ING Bank N.V. ING Verzekeringen N.V. Overige
2009
2008
30.211 15.880 –85 46.006
22.885 11.887 –74 34.698
Overige bevat intercompany eliminaties tussen ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. Verloop in beleggingen in 100% deelnemingen Balanswaarde begin van het jaar Herwaarderingen Resultaat van groepsmaatschappijen Kapitaalstorting Dividend
Mutaties in door groepsmaatschappijen gehouden aandelen ING Groep N.V. Balanswaarde eind van het jaar
2009
2008
34.698 10.800 167 700 –350 46.015
41.864 –13.709 –569 12.720 –7.050 33.256
–9 46.006
1.442 34.698
2 OVERIGE ACTIVA Overige activa Vorderingen op groepsmaatschappijen Overige vorderingen, vooruitbetalingen en overlopende activa
2009
2008
12.566 558 13.124
13.322 288 13.610
2009
2008
919 16.034 5.000 1.985 –955 15.880 38.863
495 9.182 10.000 –8.719 –951 17.327 27.334
3 EIGEN VERMOGEN Eigen vermogen Aandelenkapitaal Agioreserve Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht Reserve deelnemingen Reserve koersverschillen vreemde valuta Overige reserves Eigen vermogen
De Reserve deelnemingen bestaat uit de volgende componenten: Reserve voor niet-vrij uitkeerbare winsten van deelnemingen van EUR 645 miljoen (2008: EUR 726 miljoen) en herwaarderingsreserve deelnemingen van EUR 1.340 miljoen (2008: EUR –9.445 miljoen). Aandelenkapitaal Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24) Aantal x1.000
Nominaal aandelenkapitaal Aandelenkapitaal in portefeuille Geplaatst aandelenkapitaal
270
ING Groep Jaarverslag 2009
Bedrag
2009
2008
2009
2008
4.500.000 668.439 3.831.561
4.500.000 2.436.852 2.063.148
1.080 161 919
1.080 585 495
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening Toelichting op de vennootschappelijke balans van ING Groep (vervolg)
Verloop in geplaatst aandelenkapitaal Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0.24) Aantal x1.000
Bedrag
Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2007 Uitgifte van aandelen Inkoop aandelen Uitoefening warrants B Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2008
2.226.445 1.848 –183.158 18.013 2.063.148
534 –44 5 495
Uitgifte van aandelen Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2009
1.768.413 3.831.561
424 919
Agioreserve Het verloop in de agioreserve is toegelicht in het vennootschappelijk mutatie-overzicht eigen vermogen van ING Groep. Verloop in Overige reserves en Onverdeeld resultaat
2009
Balanswaarde begin van het jaar Nettoresultaat Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Mutatie eigen aandelen Dividend en terugbetalingsvergoeding Overheveling naar Reserve deelnemingen Overheveling naar reserve onverdeelde winst Balanswaarde eind van het jaar
Reserve ingehouden winsten
Eigen aandelen
Overige reserves
Totaal overige reserves
23.838
–866
–4.916
18.056
–112 129 –346 76 –988 22.814
–737
–5.262
–112 129 –346 76 –988 16.815
Onverdeeld resultaat
–729 –935
–259 988 –935
Totaal
17.327 –935 –112 129 –605 76 15.880
Het bedrag van EUR 605 miljoen in 2009 bestaat uit de coupon (EUR 259 miljoen) en de terugbetalingsvergoeding (EUR 346 miljoen) op de terugbetaling van EUR 5 miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht. Verloop in Overige reserves en Onverdeeld resultaat
2008
Balanswaarde begin van het jaar Nettoresultaat Ongerealiseerde herwaarderingen na belasting Mutatie eigen aandelen Dividend Overheveling naar Reserve deelnemingen Overheveling naar reserve onverdeelde winst Op aandelen gebaseerde betalingen Emissiekosten Intrekking van aandelen Balanswaarde eind van het jaar
Reserve ingehouden winsten
Eigen aandelen
Overige reserves
Totaal overige reserves
17.367
–3.740
–36
13.591
324 –2.030
324 –2.030
4.904 –866
582 5.641 –76 –20 44 18.056
Onverdeeld resultaat
9.241 –729
–3.600 582 5.641 –76
23.838
–20 –4.860 –4.916
Totaal
22.832 –729 324 –2.030 –3.600 582
–5.641
–729
–76 –20 44 17.327
Per 31 december bevatte de Reserve deelnemingen een bedrag van EUR 645 miljoen (2008: EUR 566 miljoen) met betrekking tot de voormalige Stichting Regio Bank dat niet vrij uitkeerbaar is. Positieve componenten van de Reserve deelnemingen en Reserve koersverschillen vreemde valuta zijn niet vrij uitkeerbaar. De reserve voor kasstroomhedges is in de Reserve deelnemingen opgenomen als een nettobedrag. De Reserve ingehouden winsten is vrij uitkeerbaar met uitzondering van een bedrag gelijk aan de negatieve stand van elke van de componenten van de Reserve koersverschillen vreemde valuta en de Reserve deelnemingen. Ongerealiseerde winsten en verliezen op derivaten die geen onderdeel uitmaken van kasstroomhedges worden verantwoord in het resultaat en zijn daarmee onderdeel van de Reserve ingehouden winsten.
ING Groep Jaarverslag 2009
271
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening Toelichting op de vennootschappelijke balans van ING Groep (vervolg)
Het totale eigen vermogen in de vennootschappelijke jaarrekening is gelijk aan het eigen vermogen (moedermaatschappij) in de geconsolideerde jaarrekening. Een aantal componenten verschillen echter als gevolg van de volgende presentatieverschillen tussen de geconsolideerde en de vennootschappelijke jaarrekening: • ongerealiseerde herwaarderingen van geconsolideerde deelnemingen die in de geconsolideerde jaarrekening zijn begrepen in de herwaarderingsreserve, worden in de vennootschappelijke jaarrekening gepresenteerd als Reserve deelnemingen; • vreemde valuta translatie van geconsolideerde deelnemingen die in de geconsolideerde jaarrekening zijn begrepen in de Reserve koersverschillen vreemde valuta, worden in de vennootschappelijke jaarrekening gepresenteerd als Reserve deelnemingen; • herwaarderingen op beleggingen in onroerend goed en op bepaalde participaties opgenomen in de winst-en-verliesrekening en vervolgens in de Reserve ingehouden winsten in de geconsolideerde jaarrekening, worden in de vennootschappelijke jaarrekening gepresenteerd als Reserve deelnemingen. Het totaalbedrag van de niet-uitkeerbare reserves bedraagt EUR 2.940 miljoen (2008: EUR 11.121 miljoen). Voor meer informatie omtrent beperkingen met betrekking to dividend en terugbetaling van kapitaal wordt verwezen naar toelichting 13 ‘Eigen vermogen (moedermaatschappij)/Kernkapitaaleffecten zonder stemrecht’ in de geconsolideerde jaarrekening. Verloop eigen aandelen Bedrag
Balanswaarde begin van het jaar Gekocht/verkocht Claimemissie Ingetrokken Op aandelen gebaseerde betalingen Overige Balanswaarde eind van het jaar
Aantal
2009
2008
2009
2008
866 47 –64
3.740 2.159
36.457.118 11.648.765
126.759.829 94.105.700
–1.058.658
–183.158.017 –1.250.394
47.047.225
36.457.118
–27 –85 737
–4.904 –22 –107 866
4 ACHTERGESTELDE LENINGEN Achtergestelde leningen Interest percentages
Uitgiftejaar
Vervaldag
Nominaal bedrag in originele valuta
9,000% 8,500% 8,000% 7,375% 6,375% 5,140% 5,775% 6,125% 4,176% Variabel 6,200% Variabel 7,200% 7,050% 8,439%
2008 2008 2008 2007 2007 2006 2005 2005 2005 2004 2003 2003 2002 2002 2000
Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend 31 december 2030
EUR 10 USD 2.000 EUR 1.500 USD 1.500 USD 1.045 GBP 600 USD 1.000 USD 700 EUR 500 EUR 1.000 USD 500 EUR 750 USD 1.100 USD 800 USD 1.500
Balanswaarde 2009
2008
10 1.357 1.479 1.022 713 670 690 472 498 999 337 731 656 465 1.040 11.139
10 1.393 1.474 1.048 731 623 711 487 497 939 348 684 773 563 1.071 11.352
5 OVERIGE SCHULDEN Overige schulden per soort Obligatieleningen Schulden aan groepsmaatschappijen Overige schulden en overlopende passiva Derivaten van groepsmaatschappijen
272
ING Groep Jaarverslag 2009
2009
2008
6.545 532 1.783 268 9.128
7.488 1.254 815 65 9.622
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening Toelichting op de vennootschappelijke balans van ING Groep (vervolg)
Obligatieleningen Balanswaarde Interest percentages
Uitgiftejaar
Vervaldag
5,625% 4,699% 4,750% Variabel Variabel 4,125% 6,125% 5,500%
2008 2007 2007 2006 2006 2006 2000 1999
3 september 2013 1 juni 2035 31 mei 2017 28 juni 2011 11 april 2016 11 april 2016 4 januari 2011 14 september 2009
2009
2008
1.073 117 1.864 749 997 745 1.000
1.053 117 1.830 749 996 745 999 999 7.488
6.545
Het aantal door groepsmaatschappijen gehouden obligaties bedraagt per 31 december 2009 114.760 met een balanswaarde van EUR 11 miljoen (2008: 49.540 met een balanswaarde van EUR 4 miljoen). Schulden aan groepsmaatschappijen naar resterende looptijd Tot en met een jaar Vanaf een jaar tot en met vijf jaar
2009
2008
32 500 532
1.254
2009
2008
30 238 268
43 22 65
1.254
Derivaten van groepsmaatschappijen naar resterende looptijd Vanaf een jaar tot en met vijf jaar Vanaf vijf jaar
6 OVERIGE RESULTATEN NA BELASTING Om goedkeuring te krijgen van de Europese Commissie voor het Herstructureringsplan van ING Groep, heeft ING Groep in oktober 2009 ingestemd met additionele betalingen in verband met de steunfaciliteit voor illiquide activa als onderdeel van de overeenkomst met de Europese Commissie aan de Nederlandse Staat, zijnde een aanpassing van de vergoeding voor de steunfaciliteit. In totaal bedragen deze additionele betalingen in verband met de steunfaciliteit als onderdeel van de overeenkomst met de Europese Commissie een nettowaarde van EUR 1,3 miljard vóór belasting (EUR 930 miljoen na belasting). Dit is opgenomen als een eenmalige last voor belastingen voor ING Groep N.V. (moedermaatschappij) in het vierde kwartaal van 2009. Verwezen wordt naar toelichting 33 ‘Verbonden partijen’. Zekerheden Per 31 december 2009 heeft ING Groep geen zekerheden aan derden verstrekt (2008: nihil). ING Groep heeft aansprakelijkheidsverklaringen in overeenstemming met artikel 403 Burgerlijk Wetboek en overige zekerheden uitgegeven voor een aantal groepsmaatschappijen.
ING Groep Jaarverslag 2009
273
2.2 Vennootschappelijke jaarrekening
BELONING SENIOR MANAGEMENT, RAAD VAN BESTUUR EN RAAD VAN COMMISSARISSEN De informatie aangaande op aandelen gebaseerde betalingsregelingen en de beloning van leden van de Raad van Bestuur en leden van de Raad van Commissarissen is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening (pagina 171 tot en met 172). VASTSTELLING VAN DE VENNOOTSCHAPPELIJKE JAARREKENING Amsterdam, 15 maart 2010 DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Peter A.F.W. Elverding, voorzitter Jeroen van der Veer, vice-voorzitter Tineke (J.) P. Bahlman Henk W. Breukink Claus Dieter Hoffmann Piet Hoogendoorn Piet C. Klaver Godfried J.A. van der Lugt Harish Manwani Aman Mehta Joan E. Spero Jackson P. Tai Karel Vuursteen Lodewijk de Waal
274
ING Groep Jaarverslag 2009
DE RAAD VAN BESTUUR Jan H.M. Hommen, CEO en voorzitter Patrick G. Flynn, CFO Koos (J.) V. Timmermans, CRO
2.3 Overige informatie
Accountantsverklaring
Aan de Aandeelhouders, de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. VERKLARING BETREFFENDE DE JAARREKENING Wij hebben de in dit jaarverslag op pagina 92 tot en met 274 opgenomen jaarrekening 2009 van ING Groep N.V. te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de vennootschappelijke jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2009, winst-en-verliesrekening, overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, mutatieoverzicht eigen vermogen en kasstroomoverzicht over 2009 alsmede uit een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De vennootschappelijke jaarrekening bestaat uit de vennootschappelijke balans per 31 december 2009 en de vennootschappelijke winst-en-verliesrekening over 2009 met de toelichting. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW, alsmede voor het opstellen van het verslag van de Raad van Bestuur in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht en met de standaarden van de Public Company Accounting Oversight Board (United States). Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waar onder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de vennootschap heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van ING Groep N.V. per 31 december 2009 en van het resultaat en de kasstromen over 2009 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW. Oordeel betreffende de vennootschappelijke jaarrekening Naar ons oordeel geeft de vennootschappelijke jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van ING Groep N.V. per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. VERKLARING BETREFFENDE ANDERE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 15 maart 2010 Ernst & Young Accountants LLP namens deze w.g. drs. C.B. Boogaart RA
ING Groep Jaarverslag 2009
275
2.3 Overige informatie
Voorstel voor bestemming van het resultaat bedragen in miljoenen euro’s, behalve bedragen per aandeel
VOORSTEL VOOR BESTEMMING VAN HET RESULTAAT De bestemming van het resultaat vindt plaats overeenkomstig artikel 37 van de statuten van ING Groep N.V. Daarin wordt, voorzover hier van belang, bepaald dat de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen heeft bepaald welk gedeelte van het resultaat wordt gereserveerd, en dat het gedeelte van het resultaat dat resteert ter beschikking staat van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Voor 2009 heeft de Raad van Bestuur, met goedkeuring van de Raad van Commissarissen, bepaald dat het gehele resultaat in mindering op de algemene reserve gebracht wordt, derhalve zal geen dividend uitbetaald worden. In 2009 is geen interimdividend betaald. Voorgestelde bestemming van het resultaat Nettoresultaat Onttrekking van reserves, krachtens artikel 37 (4) van de statuten Betaald op de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht (1) Krachtens artikel 37 (5) van de statuten ter beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders
–935 –1.194 259 0
Dividend van EUR 0,00 per gewoon aandeel (1)
it bedrag is de coupon die betaald is aan de Nederlandse overheid in verband met de terugbetaling van de EUR 5 miljard kernkapitaaleffecten zonder D stemrecht. Aangezien de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht in de balans zijn gepresenteerd als eigen vermogen wordt de coupon gepresenteerd als dividend en onderdeel van de resultaatbestemming.
276
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie
Risicofactoren
De risico’s zoals hieronder beschreven kunnen een aanzienlijk negatieve invloed hebben op de bedrijfsactiviteiten, de financiële positie, de bedrijfsresultaten en de vooruitzichten voor ING. De koers van het ING-aandeel kan door deze risico’s dalen en beleggers kunnen een deel van of hun gehele investering kwijtraken. Additionele risico’s, waarvan het bedrijf zich momenteel niet bewust is, kunnen eveneens hun uitwerking hebben op ING en een aanzienlijke negatieve invloed hebben op de bedrijfsactiviteiten, de financiële positie, de bedrijfsresultaten en de vooruitzichten van ING. Daarnaast zijn de activiteiten van een internationale, gevarieerde financiële dienstverlener zoals ING blootgesteld aan risico’s die pas achteraf duidelijk worden. De volgorde waarmee onderstaande risico’s worden weergegeven is geen indicatie voor de waarschijnlijkheid dat dit risico zich voordoet of voor de mogelijke omvang van hun financiële gevolgen. RISICO’S IN VERBAND MET DE SECTOR FINANCIELE DIENSTVERLENING ING is een geïntegreerde financiële dienstverlener die wereldwijd activiteiten ontplooit. De omzet- en winstontwikkeling wordt dan ook beïnvloed door de volatiliteit en kracht van het economische, bedrijfs- en kapitaalmarktklimaat in de regio’s waarin we zaken doen. De aanhoudende turbulentie en volatiliteit van die factoren hebben op de winstgevendheid van de verzekerings-, bank- en vermogensbeheeractiviteiten van ING een nadelige invloed gehad en kunnen deze nadelig blijven beïnvloeden. Factoren als de rentestand, effectenkoersen, credit (inclusief liquiditeits-) spreads, valutakoersen, consumentenbestedingen, bedrijfsinvesteringen, waarderingen van vastgoed en private equity, overheidsbestedingen, inflatie, de volatiliteit en kracht van de kapitaalmarkten en terrorisme zijn allemaal van invloed op het bedrijfs- en economisch klimaat en uiteindelijk ook op de omvang en de winstgevendheid van de zakelijke activiteiten die ING in een specifieke regio ontplooit. Zo wordt bij een economische neergang zoals die de wereldeconomieën beïnvloedt sinds halverwege 2007 en die wordt gekenmerkt door hogere werkloosheid, lagere gezinsinkomens, lagere bedrijfswinsten, meer wanbetalingen bij particulieren en bedrijven, lagere bedrijfsinvesteringen en consumentenbestedingen, de vraag naar bank- en verzekeringsproducten nadelig beïnvloed terwijl de reserves en voorzieningen daarentegen waarschijnlijk zullen stijgen, wat leidt tot lagere winsten. Effectenkoersen en waarderingen van vastgoed en private equity kunnen hierdoor negatief beïnvloed worden en zulke verliezen worden via de winst-en-verliesrekening en het eigen vermogen verwerkt. Op sommige verzekeringsproducten is een garantie afgegeven ten aanzien van een minimaal rendement of een minimale vermogensopbouw. Indien het rendement niet voldoet aan het garantieniveau of dat overtreft, dienen er eventueel extra voorzieningen te worden getroffen om deze toekomstige gegarandeerde uitkeringen te financieren. Daarnaast kan er sprake zijn van een verhoogd aantal schadeclaims, royementen of afkopen van polissen. Polishouders kunnen het betalen van verzekeringspremies uitstellen of daar helemaal mee ophouden. Op een vergelijkbare manier kan een neergang van de aandelenmarkten, zoals op dit moment gaande is, leiden tot afname van de provisiebaten uit het beheer van portefeuilles voor derden, van de baten die we op onze eigen portefeuilles verdienen, van op activa gebaseerde provisiebaten op bepaalde verzekeringsproducten en van onze vermogenspositie. Wij bieden daarnaast een aantal financiële en verzekeringsproducten waardoor wij zijn blootgesteld aan risico’s in verband met schommelingen in de rente, effectenkoersen, wanbetalingen bij particulieren en bedrijven, de waarde van vastgoedobjecten en beleggingen, valutakoersen en credit spreads. Zie ook ‘Risico’s in verband met de groep – De volatiliteit van de rente kan de winstgevendheid nadelig beïnvloeden.’ hieronder. Indien de winstgevendheid van de activiteiten door een of meer van de hierboven beschreven activiteiten wordt beïnvloed, kan dit onder meer de volgende gevolgen hebben: • De invloed van het zogenaamde ‘unlocking’ van overlopende acquisitiekosten, wat het resultaat beïnvloedt; en/of • Het niet toereikend zijn van verzekeringstechnische voorzieningen die uiteindelijk in het resultaat en het eigen vermogen moeten worden verantwoord; en/of • Afwaarderen van belastingvorderingen, wat het resultaat beïnvloedt; of • Bijzondere waardeverminderingen in verband met goodwill en andere immateriële activa, wat het resultaat beïnvloedt. Het eigen vermogen en het resultaat zijn in 2008 en 2009 significant beïnvloed door de turbulentie en de extreme volatiliteit in de wereldwijde financiële markten. Deze financiële markten en de wereldwijde economieën. Verdere negatieve ontwikkelingen in deze financiële markten en/of economieën zouden een materieel nadelige invloed op het eigen vermogen en het resultaat in toekomstige perioden, mede als gevolg van de hierboven geschetste consequenties. Wij zijn onze economisch kapitaal modellen aan het herijken aan de extremen marktomstandigheden zoals in de afgelopen kwartalen ervaren met als doel deze in lijn te brengen met maatstaven van de toezichthouder. Zie ook ‘Risico’s in verband met de groep – ING heeft te lijden van de aanhoudende turbulentie en volatiliteit op de financiële markten en kan hiervan ook in de toekomst hinder ondervinden’. Negatieve omstandigheden op de kapitaal- en kredietmarkten kunnen van invloed zijn op de toegang tot liquiditeit en kapitaal evenals op de kosten van krediet en kapitaal. De kapitaal- en kredietmarkten hebben al meer dan twee jaar te maken met extreme volatiliteit en verstoringen. In het tweede halfjaar van 2008 liepen die volatiliteit en verstoringen op tot een niet eerder vertoond niveau. In sommige gevallen hebben de marktontwikkelingen geleid tot beperking van de beschikbaarheid van liquiditeit en kredietcapaciteit voor bepaalde uitgevende instellingen. In de dagelijkse bedrijfsactiviteiten zijn liquiditeiten nodig om de bedrijfslasten, de rente op de schulden en de dividenduitkering over ons aandelenkapitaal te betalen; het uitlenen van effecten voort te zetten; en bepaalde verplichtingen die vervallen, te vervangen. De belangrijkste bron van liquiditeit zijn depositogelden, verzekeringspremies, lijfrente-opbrengsten, kasstromen uit onze beleggingsportefeuille en activa, die met name bestaan uit contanten of activa die zonder beperkingen in contanten kunnen worden ING Groep Jaarverslag 2009
277
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
omgezet. In normale markten fungeren diverse korte en langlopende instrumenten eveneens als bron van liquiditeit, zoals repoovereenkomsten, handelspapier, (middel)lange schulden, achtergesteld junior schuldpapier, effecten en eigen vermogen. Indien de huidige middelen ontoereikend zijn om aan de behoeften van ING te voldoen kan aanvullende financiering worden aangetrokken. De beschikbaarheid van aanvullende financiering hangt af van een aantal factoren zoals marktomstandigheden, de algehele beschikbaarheid van krediet, het volume van de handelsactiviteiten, de algehele beschikbaarheid van krediet voor de financiële dienstverleningssector, de kredietratings van ING en kredietcapaciteit, evenals de kans dat klanten of kredietverschaffers een negatief beeld kunnen ontwikkelen over de financiële vooruitzichten van ING op de korte of lange termijn. Ook kan de toegang tot financiering worden beperkt als toezichthouders of ratingbureaus overgaan tot negatieve ingrepen voor ING. Als de interne liquiditeitsbronnen ontoereikend blijken, bestaat het risico dat externe financieringsbronnen niet beschikbaar zijn of alleen tegen ongunstige voorwaarden. Verstoringen, onzekerheid of volatiliteit op de kapitaal- en kredietmarkten kunnen tevens de toegang beperken tot kapitaal dat benodigd is ben voor de bedrijfsvoering van ING. Dergelijke marktomstandigheden kunnen ons tevens belemmeren bij het ophalen van extra kapitaal om de groei van het bedrijf te ondersteunen of als tegenwicht voor de gevolgen van verliezen of hogere wettelijke kapitaalvereisten. Hierdoor kunnen we ons gedwongen zien om (1) het aantrekken van kapitaal uit te stellen, (2) dividenduitkeringen op onze aandelen te verminderen, stop te zetten of uit te stellen, (3) rentebetalingen op andere effecten te verminderen, stop te zetten of uit te stellen, (4) kapitaal van een ander soort te plaatsen of onder andere voorwaarden dan we anders zouden hebben gedaan, of (5) hogere kapitaalkosten te betalen dan onder stabiele marktomstandigheden het geval zou zijn. Dit zou zowel winstgevendheid als de financiële flexibiliteit van ING kunnen aantasten. Onze bedrijfsresultaten, financiële positie, kasstromen en wettelijk vereiste kapitaalpositie kunnen aanzienlijk negatief worden beïnvloed door verstoringen op de financiële markten. In de loop van 2008 en 2009 hebben overheden over de hele wereld, inclusief de Nederlandse overheid, ongekende maatregelen genomen om financiële instellingen te steunen. In bepaalde gevallen heeft dat een (indirecte) invloed op dan wel wijzigingen in het goverance- en remuneratiebeleid met zich mee gebracht. Sommige ondernemingen zijn geheel of gedeeltelijk genationaliseerd. In Nederland bestonden de maatregelen zowel uit het verschaffen van liquiditeit, kapitaalversterkingen en een Nederlands garantiestelsel. De liquiditeits- en kapitaalversterkingsmaatregelen golden tot 10 oktober 2009, terwijl het kredietgarantiestelsel in Nederland tot en met 30 juni 2010 van kracht blijft. Tot op heden heeft ING van deze maatregelen kunnen profiteren, maar daarnaast is ING een aantal significante beperkingen opgelegd, waaronder beperkingen die zijn overeengekomen met de Europese Commissie (EC) als onderdeel van het herstructureringsplan van ING. Zie hiervoor ‘Risico’s in verband met de Groep – Ingevolge de overeenkomsten met de Nederlandse Staat is ING gebonden aan bepaalde beperkingen met betrekking tot de uitgifte en inkoop van aandelen en de bezoldiging voor bepaalde functies in het topmanagement’, ‘Risico’s in verband met de Groep – Door de implementatie van het herstructureringsplan en de desinvesteringen in verband met dat plan zullen omvang en structuur van Groep aanzienlijk veranderen; dit zal grote kosten en onzekerheden met zich meebrengen die van grote invloed kunnen zijn op de Groep’. Het herstructureringsplan evenals eventuele toekomstige transacties met de Nederlandse Staat of andere overheden of ingrijpen door dergelijke overheden ten aanzien van ING kunnen een nadelige invloed hebben op de positie of de rechten van aandeel- of obligatiehouders, klanten en crediteuren alsmede op onze resultaten, activiteiten, solvabiliteit, liquiditeit- en goverancestructuur. Daarnaast hebben we ons liquiditeitsrisicoraamwerk gebaseerd op de veronderstelling dat onze liquiditeit het meest efficiënt en effectief kan worden beheerd door een centrale Groepsfunctie. We zijn echter onderworpen aan de jurisdictie van verschillende toezichthoudende instanties voor zowel het bank- als het verzekeringswezen. Een aantal daarvan heeft voorstellen tot wijziging van het toezicht ingediend die, wanneer deze worden ingevoerd, een belemmering vormen voor een dergelijk gecentraliseerd liquiditeitsbeheer binnen ING. Daarnaast worden in een aantal jurisdicties waar ING actief is de liquiditeitseisen stringenter, waardoor onze inspanningen op het gebied van een gecentraliseerd liquiditeitsbeheer eveneens worden belemmerd. Door deze ontwikkelingen kunnen bepaalde liquiditeitsbronnen worden afgesloten, waardoo waardoor er kosteninefficiënties ontstaan in ons liquiditeitsbeheer, en onze inspanningen om onze balans te verkorten, een essentieel onderdeel van ons Back-to-Basics-programma en ons herstructureringsplan, worden belemmerd. Het in gebreke blijven van een grote marktpartij kan de markten verstoren. Binnen de financiële dienstverleningssector zou het in gebreke blijven van de ene instelling kunnen leiden tot het in gebreke blijven van andere instellingen. Het omvallen van een voldoende grote en invloedrijke instelling kan de effectenmarkten of het afwikkelingssysteem in onze markten verstoren. Dit kan volatiliteit veroorzaken of een daling van de markt. Een dergelijk omvallen kan er toe leiden dat meer instellingen in gebreke blijven, wat een negatieve invloed op ons en onze tegenpartijen kan hebben. Bezorgdheid over of het in gebreke blijven van een instelling kan resulteren in aanzienlijke liquiditeitsproblemen, verliezen of het in gebreke blijven van andere instellingen, zoals het geval was bij het faillissement van Lehman Brothers. De commerciële en financiële stabiliteit van veel financiële instellingen is vaak nauw met elkaar verbonden door hun krediet-, handels-, vereffenings- of andere relaties. Zelfs wanneer bij een tegenpartij gebrek aan kredietwaardigheid wordt vermoed of wanneer deze in twijfel wordt getrokken dan kan dit resulteren in sectorbrede liquiditeitsproblemen of verliezen dan wel het in gebreke blijven van zowel ING als andere instellingen. Dergelijk risico wordt vaak ‘systeemrisico’ genoemd en kan van negatieve invloed zijn op financiële tussenpersonen, zoals afwikkelings- en verrekeningsinstituten, banken, effectenbedrijven en beurzen waar wij dagelijks mee samenwerken. Systeemrisico kan een aanzienlijk negatief effect hebben op de mogelijkheid om nieuwe gelden aan te trekken en op onze bedrijfsactiviteiten, financiële positie, bedrijfsresultaten, liquiditeit en/of vooruitzichten. Daarnaast kan een dergelijk falen van invloed zijn op de toekomstige productverkoop doordat het vertrouwen in de financiële dienstverleningssector is afgenomen.
278
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
Het management is van mening dat, ondanks de toegenomen aandacht voor dit probleem, het systeemrisico voor de markten waarin wij actief zijn nog steeds bestaat en dat verstoringen die worden veroorzaakt door de onderlinge afhankelijkheid van de deelnemers op de financiële markten een aanzienlijke negatieve invloed kunnen hebben op onze bedrijfsactiviteiten, bedrijfsresultaten en financiële positie. Aangezien de levens-, schade- en herverzekeringsactiviteiten van ING te maken kunnen krijgen met verliezen uit nietvoorziene gebeurtenissen en/of catastrofes, die inherent onvoorspelbaar zijn, kunnen de feitelijk ontvangen claims hoger uitvallen dan de vastgestelde reserves. ING kan zich daarnaast ook geconfronteerd zien met een abrupte onderbreking van de activiteiten, die kan leiden tot een lager nettoresultaat en een nadelige uitwerking kan hebben op het bedrijfsresultaat. In de levens-, schade- en herverzekeringsactiviteiten kan ING te maken krijgen met verliezen als gevolg van natuurrampen en door mensen veroorzaakte catastrofes. Bij dergelijke gebeurtenissen kan men onder andere denken aan met het weer samenhangende en andere natuurrampen zoals orkanen, overstromingen, aardbevingen en epidemieën, alsook aan terroristische aanslagen. De frequentie en ernst van dergelijke gebeurtenissen alsmede de daaruit voortvloeiende verliezen zijn inherent onvoorspelbaar en het is niet altijd mogelijk toereikende voorzieningen te treffen. Bovendien heeft ING te maken met actuariële en verzekeringstechnische risico’s als sterfterisico, lang leven risico, invaliditeitsrisico en de ontwikkeling van woningschadeclaims die voortkomen uit de prijsstelling en acceptatie van verzekeringscontracten. Zoals in de sector gebruikelijk is, worden modellen van natuurrampen opgesteld en risicoverminderende maatregelen getroffen. Voorzieningen voor eventuele schade worden getroffen op basis van schattingen waarin we gebruikmaken van actuariële taxatietechnieken. Het schattingsproces is gebaseerd op de beschikbare informatie op het moment dat de voorzieningen worden getroffen en wordt bijgesteld naarmate verdere informatie beschikbaar is. Hoewel de toereikendheid van de schadereserve aan een voortdurende herbeoordeling onderhevig is, kunnen we er niet voor instaan dat het feitelijke schadeverloop de geschatte schadevoorzieningen niet zal overtreffen. Indien feitelijke schadebedragen de geschatte voorzieningen overtreffen, kan dit de winst verlagen en het nettoresultaat nadelig beïnvloeden. Omdat niet-voorziene en/of catastrofale gebeurtenissen daarnaast de activiteiten abrupt kunnen onderbreken, kunnen de bank- en verzekeringsactiviteiten zich geconfronteerd zien met verliezen als gevolg van dergelijke verstoringen. Verliezen kunnen samenhangen met eigendommen, financiële activa, handelsposities, en verzekerings- en pensioenuitkeringen aan (sleutel)medewerkers. Als de plannen voor de continuïteit van de bedrijfsvoering niet kunnen worden uitgevoerd of als daarin geen rekening wordt gehouden met dergelijke gebeurtenissen, dan kunnen de verliezen nog verder toenemen. ING is actief in sterk gereguleerde sectoren. Financiële dienstverleningswet- en regelgeving kan toenemen of nadelig wijzigen. ING is onderhevig aan gedetailleerde bank-, verzekerings-, vermogensbeheer- en andere financiële dienstverleningswetten en overheidsregels in alle rechtsgebieden waarin zaken worden gedaan. Regelgevende instanties kunnen verstrekkende zeggenschap hebben over veel aspecten van de financiële dienstverlening, onder andere liquiditeit, solvabiliteit en toegestane beleggingen, ethische zaken, witwassen, privacy, het bewaren van klant- en transactiegegevens, en marketing en verkooppraktijken. Bank-, verzekerings- en andere financiële dienstverleningswet- en regelgeving en beleid waaraan ING en haar dochtermaatschappijen op dit moment onderhevig zijn, kunnen daarnaast op elk moment veranderen en op manieren die nadelig zijn voor het bedrijf. Het is bovendien moeilijk om de timing of vorm van eventuele toekomstige initiatieven in de wetgeving of in de handhaving daarvan te voorspellen. Verder blijven bancaire toezichthouders alsmede overige toezichthoudende instanties binnen de EU, de Verenigde Staten en elders betalingsprocessen en overige onder toezicht vallende transacties toetsen op onrechtmatigheden zoals witwassen, verboden transacties met landen die sancties opgelegd hebben gekregen, omkoperij en corruptie. Toezicht wordt steeds uitgebreider en complexer en de toezichthouders richten steeds meer de aandacht op de sectoren waarin ING actief is. Hiervoor zijn veelal extra middelen nodig. Door die wet- en regelgeving kunnen de activiteiten worden ingeperkt, onder andere via het nettokapitaal, eisen op het gebied van klantbescherming en marktgedrag, en beperkingen op de activiteiten die kunnen worden ontplooid of waarin mag worden geïnvesteerd. Indien ING deze zaken niet aanpakt of indien de schijn wordt gewekt dat ING deze zaken niet aanpakt, zou dat reputatieschade kunnen veroorzaken. Dit zou extra juridisch risico met zich mee kunnen brengen, waardoor het aantal en de omvang van de schadeclaims zouden kunnen toenemen en we geconfronteerd worden met handhavingsacties, boetes en strafmaatregelen. In het licht van de huidige omstandigheden op de internationale financiële markten en de internationale economie richten toezichthouders de blik nu nog sterker op de regulering van de sector financiële dienstverlening. In de belangrijkste markten waarop ING zaken doet, zijn als reactie op de financiële crisis belangrijke wets- en/of toezichtsinitiatieven ondernomen of in voorbereiding. In het bijzonder implementeren (toezichthoudende) instanties in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en elders maatregelen die het toezicht op de financiële markten en de sector financiële dienstverlening moeten aanscherpen, onder andere wat betreft prudentiële regels, kapitaalvereisten, de bezoldiging van (uitvoerende) bestuurders en de financiële verslaggeving. Overheden in Nederland en daarbuiten hebben met name de laatste tijd op ongekende schaal ingegrepen vanwege het noodweer op de internationale financiële markten. Door sommige van die maatregelen krijgen ING en andere instellingen waarvoor die maatregelen bedoeld zijn, te maken met aanvullende beperkingen, kosten of meer toezicht. Zie voor de beperkingen uit hoofde van de kernkapitaaleffecten zonder stemrecht en de steunfaciliteit (samen ‘de overeenkomsten met de Nederlandse staat’) ‘Risico’s in verband met de groep - Ingevolge de overeenkomsten met de Nederlandse staat is ING gebonden aan bepaalde beperkingen met betrekking tot de uitgifte en inkoop van aandelen en de bezoldiging voor bepaalde functies van het topmanagement.’ Door de overheidssteun die wij via de transacties met de Nederlandse Staat hebben ontvangen, was ING verplicht een herstructureringsplan in te dienen bij de EC teneinde
ING Groep Jaarverslag 2009
279
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
goedkeuring voor de transacties met de Nederlandse Staat te verkrijgen. Zie ‘Risico’s in verband met de Groep – Door de implementatie van het herstructureringsplan en de desinvesteringen in verband met dat plan zal de omvang en structuur van Groep aanzienlijk veranderen; dit zal grote kosten en onzekerheden met zich meebrengen die van grote invloed kunnen zijn op de Groep’. Niet te voorspellen valt wanneer er op het gebied van de wet- en regelgeving of het toezicht wordt ingegrepen, of welk (eventueel) effect de tot nu toe genomen of toekomstige maatregelen op het bedrijf, het bedrijfsresultaat en de financiële positie (kunnen) hebben. Ondanks onze inspanningen om effectieve compliance-procedures aan te houden en de toepasselijke wet- en regelgeving na te leven, blijven er risico’s op bepaalde terreinen waarop de toepasselijke regels onduidelijk, voor meerderlei uitleg vatbaar of in tegenspraak met elkaar zijn, waarop de toezichthouder de eerdere richtlijnen herziet of de rechter eerdere uitspraken vernietigt, of waarop wij niet voldoen aan de toepasselijke standaarden. Toezichthouders en andere autoriteiten kunnen administratieve of gerechtelijke procedures opstarten, wat onder andere zou kunnen resulteren in het opschorten of intrekken van de vergunning van ING, het gesommeerd worden met activiteiten te stoppen, (bestuurlijke) boetes, strafmaatregelen of andere disciplinaire maatregelen, die een belangrijke negatieve invloed kunnen hebben op de resultaten en financiële positie van ING. RISICO’S IN VERBAND MET DE GROEP ING heeft te lijden van de aanhoudende turbulentie en volatiliteit op de financiële markten en kan hiervan ook in de toekomst hinder ondervinden. Het bedrijfsresultaat van ING Groep wordt wezenlijk beïnvloed door omstandigheden op de internationale kapitaalmarkten en in de economie in het algemeen. De in het tweede halfjaar van 2007 ingezette onrust op de internationale kapitaalmarkten hield aan, verergerde aanzienlijk in 2008 en, alhoewel de marktomstandigheden zijn verbeterd, is de volatiliteit ook een belangrijke factor geweest in de eerste maanden van 2009. De crisis op de Amerikaanse hypothekenmarkt als gevolg van een ernstige verslechtering van de kredietkwaliteit was de directe aanleiding voor een herwaardering van kredietrisico’s. Dit resulteerde in een toegenomen volatiliteit, hogere credit spreads en een algeheel gebrek aan liquiditeit en een wereldwijde verkrapping van de financiële markten. Daarnaast zijn de prijzen voor vele soorten asset-backed securities (ABS) en andere gestructureerde producten aanzienlijk verslechterd. De zorg over ABS is vervolgens ook overgeslagen naar diverse vastrentende waarden, waaronder ook schuldpapier met de rating ‘investment grade’, de internationale krediet- en interbancaire geldmarkten in het algemeen, een groot aantal financiële instellingen en markten, beleggingscategorieën, zoals public en private equity, en vastgoed. De markt voor vastrentende instrumenten ziet zich hierdoor geconfronteerd met dalende liquiditeit, toegenomen koersvolatiliteit, neerwaartse kredietbijstellingen en een gestegen kans op wanbetaling. Minder liquide effecten zijn verder moeilijker te waarderen en in voorkomende gevallen ook lastig te verkopen. Ook de internationale aandelenmarkten hebben te maken met verhoogde volatiliteit en turbulentie. Vooral uitgevende instellingen met een positie in vastgoed, hypotheken, private equity en kredietmarkten (waaronder ook ING Groep) zijn hard getroffen. Deze gebeurtenissen en de aanhoudende marktonrust, inclusief de extreme volatiliteitsniveaus, hebben een nadelige invloed op de omzet en het bedrijfsresultaat en zullen dat vooralsnog ook blijven doen, mede omdat ING een omvangrijke beleggingsportefeuille en over de hele wereld uitgebreide vastgoedactiviteiten heeft. Daarnaast wordt het consumentenvertrouwen in financiële instellingen op de proef gesteld. Het consumentenvertrouwen in financiële instellingen zou bijvoorbeeld kunnen verminderen doordat ING Groep of een van haar concurrenten haar cliënten onvoldoende informeert over de voorwaarden en risico’s van bepaalde complexe producten of producten met een hoge provisie. Een verminderd vertrouwen kan nadelig uitwerken op de omzet en het bedrijfsresultaat, onder andere door een toename in royementen en afkopen van polissen en de opname van deposito’s. Aangezien een groot aantal spaarders gebruik maakt van internetbankieren kan een verminderd vertrouwen leiden tot een snelle uitstroom van gelden via het internet. Als gevolg van de aanhoudende en ongekende volatiliteit op de wereldwijde financiële markten in 2007 en 2008 zijn er aanzienlijke negatieve herwaarderingen geweest op onze beleggingsportefeuille, die impact hebben gehad op de resultaat en het eigen vermogen. In 2009 hebben de herwaarderingsreserves zich aanmerkelijk verbeterd, wat een positief resultaat had op het eigen vermogen. Hoewel de voorzieningen voor de verzekeringsverplichtingen toereikend zijn op Groepsniveau, hebben zich op productniveau hier en daar ontoereikendheden ontwikkeld. De hierboven beschreven effecten doen zich met name voor als gevolg van waarderingsproblemen rond de beleggingen in vastgoed (zowel binnen de Verenigde Staten als daarbuiten) en private equity, de positie in Amerikaanse gestructureerde beleggingsproducten, waaronder subprime en Alt-A RMBS en CMBS, CDO’s, CLO’s, garanties van monoline verzekeraars, structured investment vehicles (SIV’s) en andere beleggingen. In veel gevallen zijn de markten voor dergelijke instrumenten zeer illiquide en is de onzekerheid over de prijsstelling en waardering verder toegenomen door problemen ten aanzien van de kredietratings van tegenpartijen en andere factoren. De waardering van dergelijke instrumenten is een complex proces waarin markttransacties, waarderingsmodellen, inschattingen van het management en andere factoren aan de orde komen. Ook externe factoren zoals de mate van het in gebreke blijven van debiteuren op de onderliggende hypotheken, de rentestand, acties van ratingbureaus en waarderingen van onroerend goed spelen een rol. Wij blijven onze posities bewaken, maar in het licht van het huidige marktklimaat en de daarmee samenhangende onzekerheden over waarderingen kan niet worden gegarandeerd dat deze vermogenscategorieën in de toekomst geen verdere negatieve invloed op het eigen vermogen of de winst-en-verliesrekening zullen ondervinden.
280
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
Door de implementatie van het herstructureringsplan en de desinvesteringen in verband met dat plan zal de omvang en de structuur van Groep aanzienlijk veranderen; dit zal grote kosten en onzekerheden met zich meebrengen die van grote invloed kunnen zijn op de Groep. In november 2008 kocht de Nederlandse Staat kernkapitaaleffecten en in het eerste kwartaal 2009 sloten we een overeenkomst met de Nederlandse Staat voor een steunfaciliteit voor illiquide activa, als gevolg waarvan we de economische risico’s en het rendement van 80% van de Alt-A-RMBS-portefeuille van ING Direct USA en Insurance Americas met een nominale waarde van ongeveer EUR 30 miljoen hebben overgedragen aan de Nederlandse Staat. Door de overheidssteun die wij via de transacties met de Nederlandse Staat hebben ontvangen, was ING verplicht een herstructureringsplan in te dienen bij de EC teneinde conform de EC-regels op het gebied van overheidssteun uiteindelijke goedkeuring voor de transacties met de Nederlandse Staat te verkrijgen. Op 26 oktober 2009 maakten wij ons herstructureringsplan bekend op basis waarvan wij verplicht zijn voor eind 2013 al onze verzekeringsactiviteiten te desinvesteren, inclusief onze vermogensbeheeractiviteiten, evenals ING Direct USA, verantwoordelijk voor onze direct-bankingactiviteiten in de Verenigde Staten, en bepaalde delen van onze retail-bankingactiviteiten in Nederland. Op 18 november 2009 werd ons herstructureringsplan goedgekeurd door de EC. Op 28 januari 2010 kondigden we aan dat we in beroep gaan bij het Europese Hof van Justitie tegen bepaalde onderdelen in de besluitvorming van de EC rond ons herstructureringsplan. Ondanks dit beroep zullen wij ons inspannen om het op 26 oktober 2009 aangekondigde herstructureringsplan uit te voeren. Daarnaast zullen we, teneinde goedkeuring te verkrijgen voor het herstructureringsplan, een aantal additionele betalingen verrichten aan de Nederlandse Staat, overeenkomstig aanpassingen in de nettovergoedingen die voor de steunfaciliteit voor illiquide activa moeten worden betaald. Door deze betalingen zijn de kosten voor ING voor deze steunfaciliteit aanzienlijk gestegen, wat heeft geresulteerd in een eenmalige last voor belastingen van EUR 1,3 miljard, die in het vierde kwartaal van 2009 is verantwoord. Dit had een negatieve invloed op onze bedrijfsresultaten en financiële positie. In januari 2010 hebben we beroep aangetekend bij het Europese Hof tegen specifieke onderdelen in het besluit van de EC inzake het herstructureringsplan. Hoewel wij geloven in de ontvankelijkheid van dit beroep, is er wat dat betreft geen garantie en is onduidelijk wat de gevolgen zullen zijn wanneer het beroep wordt afgewezen. In verband met het herstructureringsplan mag ING met een aantal producten op de particuliere, private-banking- en directbankingmarkten in de Europese Unie geen prijsleider worden en geen financiële instellingen of andere bedrijven overnemen waardoor de terugkoop van de kernkapitaaleffecten, die na de claimemissie nog niet zijn teruggekocht, vertraging op zou kunnen lopen. Deze beperkingen lopen tot uiterlijk 18 november 2012 en kunnen een negatieve invloed hebben op onze mogelijkheden om ons marktaandeel in belangrijke markten te handhaven of uit te breiden dan wel op onze bedrijfsresultaten. Zie ook ‘Risico’s in verband met de Groep – De beperkingen die met de EC zijn overeengekomen inzake onze concurrentiemogelijkheden, het doen van acquisities en het uitgeven van bepaalde schuldbewijzen kunnen van grote invloed zijn op de Groep’. We hebben aangekondigd dat we overwegen de vereiste desinvesteringen uit te voeren door middel van een openbare bieding, verkoop of afsplitsing, een combinatie daarvan of anderszins. Er is geen garantie dat we in staat zullen wij het herstructureringsplan succesvol te implementeren dan wel de aangekondigde desinvesteringen tegen gunstige voorwaarden af te ronden, vooral gezien de in het plan opgenomen deadline van 2013 en de verwachte moeilijke marktomstandigheden waarin andere financiële instellingen gedurende dezelfde periode wellicht vergelijkbare activa te koop aanbieden en op een vergelijkbare manier activa willen afstoten. Wanneer het niet lukt het herstructureringsplan met succes te implementeren, dan zou de EC handhavingsmaatregelen kunnen opleggen die een aanzienlijke negatieve invloed kunnen hebben op de activa, winstgevendheid, kapitaaltoereikendheid en bedrijfsactiviteiten van de Groep. In verband met de implementatie van het herstructureringsplan, inclusief de voorgestelde desinvesteringen, zouden wij of potentiële kopers de goedkeuring moeten verkrijgen van onder andere aandeelhouders, ondernemingsraden, toezichthoudende en mededingingsautoriteiten en zouden wij of potentiële kopers problemen kunnen ondervinden bij het (tijdig) verkrijgen van dergelijke goedkeuring. Daarnaast zou door de implementatie van het herstructureringsplan de relatie met onze medewerkers onder druk kunnen komen te staan en zouden bepaalde voorstellen op tegenstand kunnen stuiten van vakbonden of ondernemingsraden. Verder zijn na de bekendmaking van het herstructureringsplan de kredietwaardigheidsrating van verschillende dochterondernemingen van ING naar beneden bijgesteld of zijn zij door ratingbureaus op een waarschuwingslijst geplaatst. Zie ook ‘Risico’s in verband met de Groep – Ratings zijn om een aantal redenen belangrijk voor het bedrijf, onder andere voor de uitgifte van schuldpapier, de verkoop van bepaalde producten en de risicoweging van de activa. Neerwaartse bijstellingen kunnen nadelig uitwerken op de activiteiten en het nettoresultaat’. Andere factoren die de succesvolle implementatie van het herstructureringsplan zouden kunnen hinderen zijn het onvermogen van eventuele kopers om voldoende financiering te verkrijgen als gevolg van de verslechterde kredietmarkten, onvoldoende toegang tot aandelenmarkten, onwilligheid bij eventuele kopers om onder de huidige marktomstandigheden investeringsverplichtingen aan te gaan, mededingingskwesties, negatieve veranderingen in de marktrentes of andere financieringskosten en dalingen in de waarde van de te desinvesteren activa. Hoewel de aandelenmarkten in de afgelopen maanden zijn verbeterd, zou het daarnaast moeilijk kunnen worden om onze verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten geheel of gedeeltelijk te desinvesteren door middel van een of meerdere beursintroducties. Er is ook geen garantie dan we een gunstige prijs ontvangen voor de verkoop van onze verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten of gedeeltes daarvan op de openbare markt of erin slagen om de betreffende dochterondernemingen te veranderen in levensvatbare, zelfstandige ondernemingen. Een desinvestering zou ook minder wettelijk kapitaal kunnen opleveren dan
ING Groep Jaarverslag 2009
281
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
verwacht. Wanneer het niet lukt om de desinvesteringen tegen gunstige voorwaarden af te ronden, of dat nu plaatsvindt door verkoop, beursintroductie, afstoting of anderszins, dan kan dit een aanzienlijke negatieve invloed hebben op onze activa, winstgevendheid, kapitaaltoereikendheid of bedrijfsactiviteiten. Wanneer we niet in staat zijn de aangekondigde desinvesteringen tijdig af te ronden, zijn we wellicht genoodzaakt andere manieren te vinden om onze balans in te korten, en krijgen wij wellicht handhavingsmaatregelen of rechtszaken opgelegd door de EC. Vooral wanneer het ons niet lukt de desinvesteringen opgenomen in het herstructureringsplan binnen de vastgestelde termijn af te ronden, dan zou de EC de Nederlandse Staat kunnen vragen een bewindvoerder aan te wijzen die de betreffende desinvesteringen afrondt zonder rekening te houden met een minimum prijs. Daarnaast is het mogelijk dat een derde partij het besluit van de EC om het herstructureringsplan goed te keuren aanvecht bij het Europese Hof. ING denkt niet dat dit succesvol zou verlopen, maar wanneer dat wel het geval is, dan zou de EC haar besluit moeten heroverwegen. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op onze bedrijfsresultaten en financiële positie. Implementatie van de desinvesteringen zoals aangekondigd in het herstructureringsplan, inclusief de afscheiding van het verzekeringsbedrijf en het merendeel van de vermogensbeheeractiviteiten van het bankbedrijf, zal ook resulteren in additionele kosten in verband met de juridische en financiële beoordeling van mogelijke transacties. De implementatie kan tevens leiden tot hogere bedrijfsen administratieve kosten. Uitvoering van de maatregelen zoals verwoord in het herstructureringsplan kan een verstorend effect hebben op onze bedrijfsactiviteiten en de bedrijfsonderdelen die wij trachten te verkopen en kan onderbreking of inkrimping van onze bedrijfsactiviteiten en van de bedrijfsonderdelen die moeten worden verkocht veroorzaken, wat onder andere kan leiden tot verlies van belangrijke medewerkers of klanten. Ook kan de aandacht van het management worden afgeleid van de dagelijkse gang van zaken doordat het desinvesteringsproces en eventuele onderbrekingen en moeilijkheden die ontstaan gedurende het desinvesteringsproces moet worden begeleid. Ook kunnen wij tijdens de implementatie van het herstructureringsplan en de afronding van de geplande desinvesteringen op moeilijkheden stuiten. Zo kunnen de desinvesteringen, individueel of gezamenlijk, resulteren in voorzieningen voor verschillende contractuele verplichtingen, waaronder schuldbewijzen, waardoor wij genoodzaakt zijn de bijbehorende verplichtingen aan te passen, te herstructureren of te herfinancieren. We zijn wellicht niet in staat een dergelijke herstructurering of herfinanciering opnieuw of onder dezelfde voorwaarden af te sluiten. Daarnaast kunnen de aangekondigde desinvesteringen resulteren in rechtszaken of kortgedingen en een rechtbank zou eventuele desinvesteringstransacties kunnen vertragen of niet onder de voorgestelde voorwaarden laten plaatsvinden of in zijn geheel kunnen verbieden. Dit zou een negatief effect kunnen hebben op onze mogelijkheden om de fondsen afkomstig van de desinvesteringen te gebruiken voor terugkoop van kernkapitaaleffecten, het verminderen of elimineren van de dubbele hefboomwerking, versterken van onze kapitaalratio’s en het elimineren van de concurrentierestricties die zijn opgelegd door de EC. De beperkingen die met de EC zijn overeengekomen inzake onze concurrentiemogelijkheden, het doen van acquisities en het uitgeven van bepaalde schuldbewijzen kunnen van grote invloed zijn op de Groep. Als onderdeel van ons herstructureringsplan zijn we met de EC bepaalde beperkingen overeengekomen inzake onze concurrentiemogelijkheden op de particuliere, private-banking- en direct-bankingmarkten in de Europese Unie evenals onze mogelijkheden om financiële instellingen en bedrijven over te nemen, wanneer dit de terugkoop van de kernkapitaaleffecten van de Nederlandse Staat zou vertragen. Deze beperkingen gelden tot (1) 18 november 2012, of indien eerder (2) de datum waarop we alle resterende kernkapitaaleffecten in bezit van de Nederlandse Staat hebben teruggekocht. Daarnaast zijn we overeengekomen dat we het terugkopen van tier 2-kapitaal en hybride tier 1-kapitaal zullen beperken. Wanneer de EC ook in de toekomst financieringstransacties met tier 2-kapitaal en hybride tier 1-kapitaal niet goedkeurt, dan kan dit negatieve gevolgen hebben voor ING, resulterend in additionele betalingen en beperking van onze mogelijkheid om herfinanciering te realiseren tegen meer gunstige voorwaarden. Bovengenoemde beperkingen houden aanzienlijke restricties in voor onze bancaire activiteiten en voor onze mogelijkheid te profiteren van marktomstandigheden en groeimogelijkheden. Dergelijke beperkingen kunnen een negatieve invloed hebben op onze mogelijkheden om ons marktaandeel in belangrijke markten te handhaven of uit te breiden alsmede op onze bedrijfsresultaten. Na implementatie van het herstructureringsplan zijn we minder gediversifieerd en dit kan leiden tot concurrentienadeel of andere nadelen. Na afronding van de geplande desinvesteringen volgens het herstructureringsplan, zullen we naar verwachting een aanzienlijk kleinere, regionale financiële instelling zijn geworden gericht op retail-, direct- en commercial banking in de Benelux en bepaalde andere delen van Europa alsmede een aantal geselecteerde markten buiten Europa. Hoewel we gericht blijven op bancaire activiteiten, kan het zijn dat we een kleinere bank worden dan uit onze huidige bancaire activiteiten blijkt. Op de zeer concurrerende markt in de Benelux en de andere markten waarin we actief zijn, kunnen onze concurrenten groter, meer gediversifieerd en beter gekapitaliseerd zijn met een grotere geografische spreiding. Dit kan een aanzienlijke negatieve invloed hebben op onze concurrentiepositie en op onze winstgevendheid. De gedesinvesteerde bedrijven kunnen, zelfstandig of als onderdeel van de overnemende partij, de concurrentie aangaan met de achtergebleven onderdelen. Daarnaast kunnen de beperkingen op onze prijsleiderschap, op het doen van acquisities en op ons beloningsbeleid onze mogelijkheden om te concurreren met bedrijven waarbij dergelijke beperkingen niet zijn opgelegd belemmeren, wat een aanzienlijk negatief effect kan hebben op onze bedrijfsresultaten. Er is geen garantie dat de implementatie van het herstructureringsplan geen aanzienlijk negatief effect heeft op het marktaandeel, groeimogelijkheden en bedrijfsresultaten van de achterblijvende bancaire kernactiviteiten.
282
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
Onze herstructureringsprogramma’s zouden niet de verwachte daling van kosten, risico’s en schuldpositie kunnen opleveren. In april 2009 maakte we ons Back-to-Basics-programma bekend op basis waarvan we onze kosten, risico’s en schuldpositie willen terugbrengen. Naast de herstructurering van onze bank- en verzekeringsbedrijven, zodat zij apart onder de paraplu van ING opereren, bestaat het Back-to-Basics-programma ook uit kostenbesparende maatregelen en desinvesteringsplannen. Op 26 oktober 2009 maakten we bekend dat we een overeenkomst hadden bereik met de EC inzake ons herstructureringsplan, waarna wij verdere desinvesteringen aankondigden. De verwachte kostenbesparingen en de invloed van deze initiatieven op ons risicoprofiel en kapitaalpositie zijn onderhevig aan verschillende risico’s, waaronder: • De met deze initiatieven gepaarde gaande kosten kunnen hoger uitvallen dan verwacht; • De netto-opbrengsten van geplande desinvesteringen in verband met het herstructureringsplan kunnen lager uitvallen dan verwacht – zoals beschreven in ‘Risico’s in verband met de Groep – Door de implementatie van het herstructureringsplan en de desinvesteringen in verband met dat plan zullen de omvang en de structuur van Groep aanzienlijk veranderen; dit zal grote kosten en onzekerheden met zich meebrengen die van grote invloed kunnen zijn op de Groep’; • Voor initiatieven die wij in overweging nemen moeten wellicht de verschillende toezichthoudende en personeelsvertegenwoordigende instanties alsmede de vakbonden worden geraadpleegd en deze raadpleging kan van invloed zijn op het tijdstip, kosten en de omvang van de verwachte besparingen; • Verlies van bekwame medewerkers in verband met deze initiatieven; • De verwachte besparingen kunnen lager uitvallen dan de doelstellingen. Hoewel we zijn gestart met de implementatie van deze strategieën, en dit ook zullen voortzetten, kan er geen zekerheid worden gegeven dat we in staat zijn dit succesvol af te ronden of dat we de verwachte voordelen van deze en andere herstructurerings- en kostenbesparende maatregelen zullen kunnen realiseren. Wanneer we niet in staat blijken de verwachte kostenbesparingen te realiseren dan kan dit een negatieve invloed hebben op ons bedrijf. Daarnaast kan de voortdurende implementatie van herstructurerings- en kostenbesparende maatregelen een aanzienlijke negatieve invloed hebben op ons bedrijf, de financiële positie, bedrijfsresultaten en kasstromen. Omdat ING in zeer concurrerende markten opereert (inclusief de thuismarkt) is het niet altijd mogelijk marktaandeel te verhogen of te behouden. Dit kan een nadelige invloed hebben op het bedrijfsresultaat. Er bestaat in Nederland en de andere landen waarin wij zakendoen forse concurrentie in de soorten verzekerings-, commercial banking-, investment banking-, vermogensbeheer- en andere producten en diensten die we verzorgen. De loyaliteit en het behoud van de klant worden door een aantal factoren beïnvloed, waaronder het relatieve serviceniveau, de prijzen en kenmerken van producten en diensten, alsmede wat de concurrentie doet. Als ING niet in staat is de producten en diensten van de concurrentie te evenaren of daarmee te concurreren, kan dat een nadelig effect hebben op de mate waarin het marktaandeel kan worden behouden dan wel verder kan worden verhoogd. Dit heeft op zijn beurt weer een negatieve uitwerking op het bedrijfsresultaat. Die concurrentie is het sterkst in de meer volgroeide markten van Nederland, België, de rest van west Europa, de Verenigde Staten, Canada en Australië. De afgelopen jaren is de concurrentie op de opkomende markten van Latijns-Amerika, Azië en Centraal- en Oost-Europa echter eveneens toegenomen. Grote bank- en verzekeringspartijen uit meer ontwikkelde landen wilden zich vestigen in markten die volgens de perceptie hoger groeipotentieel hebben. Lokale instellingen zijn ondertussen meer ontwikkeld en concurrerend geworden, en zijn op zoek gegaan naar samenwerkingsverbanden, fusies of strategische relaties met de concurrenten van ING. Nederland en de Verenigde Staten zijn voor ING de grootste markten wat betreft zowel bankieren als verzekeren. De belangrijkste concurrenten in de banksector in Nederland zijn ABN AMRO/Fortis en Rabobank. In de Nederlandse verzekeringssector zijn dat Achmea, ASRen Aegon. Voor de Verenigde Staten zijn verzekeraars als Lincoln National, Hartford, Aegon Americas, AXA, Met Life, Prudential, Nationwide en Principal Financial de belangrijkste concurrenten. Toenemende concurrentie in deze of andere markten kan een aanzienlijk effect op de resultaten hebben als wij de producten en diensten van de concurrentie niet kunnen evenaren. Bepaalde delen van de sector financiële dienstverlening zijn in de loop der tijd geconcentreerder geworden. Uiteenlopende financiële diensten zijn overgenomen door of gefuseerd met andere bedrijven, terwijl weer andere spelers failliet zijn gegaan. In 2008 en 2009 is die ontwikkeling aanzienlijk versneld: verschillende grote financiële instellingen consolideerden, werden gedwongen te fuseren of ontvingen forse overheidssteun. Deze ontwikkeling zet mogelijk door vanwege het nauwkeurig onderzoek door de EC van de verstrekte overheidssteun. Dit zijn allemaal ontwikkelingen waardoor de concurrentie mogelijk meer toegang tot kapitaal en liquiditeit zou kunnen krijgen, het product- en dienstenaanbod kan verbreden of aan geografische diversiteit kan winnen. ING kan zich door deze factoren met prijsdruk geconfronteerd zien, bijvoorbeeld als concurrenten door verlaging van de prijzen hun marktaandeel proberen te verhogen. Als onderdeel van het Restructuring Plan heeft ING ingestemd met bepaalde beperkingen opgelegde door de EC waaronder zaken met betrekking tot onze prijsleiderschap op de bancaire markten in de EU alsmede onze bevoegdheid tot het aankopen van financiële instellingen en andere ondernemingen. Zie ook ‘Risico’s in verband met de groep – De beperkingen die met de EC zijn overeengekomen inzake onze concurrentiemogelijkheden, het doen van acquisities en het uitgeven van bepaalde schuldbewijzen kunnen van grote invloed zijn op de Groep.’
ING Groep Jaarverslag 2009
283
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
Ingevolge de overeenkomsten met de Nederlandse staat is ING gebonden aan bepaalde beperkingen met betrekking tot de uitgifte en inkoop van aandelen en de bezoldiging voor bepaalde functies in het topmanagement. Zolang de Nederlandse staat tenminste 25% van de door ING op 12 november 2008 uitgegeven kernkapitaaleffecten in bezit heeft, of zolang de steunfaciliteit voor illiquide activa van kracht is, of zolang de door de overheid gegarandeerde niet-achtergestelde, niet door zekerheid gedekte obligaties uitstaan die opeenvolgend op 30 januari 2009, 20 februari 2009 en 12 maart 2009 door ING Bank N.V. uit hoofde van de kredietgarantieregeling van de Nederlandse staat zijn uitgegeven, is het ING niet toegestaan eigen aandelen uit te geven dan wel in te kopen (behalve als onderdeel van de reguliere afdekkingsactiviteiten) of zonder de toestemming van de door de Nederlandse staat benoemde bestuurders in de Raad van Commissarissen aandelen uit te geven als onderdeel van een arbeidsvoorwaardenregeling. Daarnaast zijn in de overeenkomsten, met betrekking tot kernkapitaal en de steunfaciliteit, tussen ING en de Nederlandse staat afspraken gemaakt met de Nederlandse staat over bepaalde beperkingen op de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur en het senior management, inclusief bonussen of prestatieafhankelijke beloningen. Door deze beperkingen zijn wij mogelijk niet (of moeilijk) in staat de best gekwalificeerde managers met het talent en de ervaring om het bedrijf effectief te managen, aan te trekken en te behouden. In verband met deze transacties heeft de Nederlandse staat het recht gekregen om twee kandidaten voor te dragen voor benoeming in de Raad van Commissarissen. Deze door de Nederlandse staat voorgedragen leden hebben vetorecht over bepaalde transacties van materieel belang. Aanvullend is ING, uit hoofde van het herstructureringsplan, nadere beperkingen overeengekomen met de Europese commissie. Deze nadere beperkingen hebben onder andere betrekking op prijsleiderschap in de Europese banken markt en ons mogelijkheden voor het doen van overnames van financiële dienstverleners en andere bedrijven. Zie ook ‘Risico’s in verband met de groep – De beperkingen die met de EC zijn overeengekomen inzake onze concurrentiemogelijkheden, het doen van acquisities en het uitgeven van bepaalde schuldbewijzen kunnen van grote invloed zijn op de Groep.’ Omdat ING met veel tegenpartijen zaken doet, kan het bedrijfsresultaat aanzienlijk negatief worden beïnvloed als deze tegenpartijen niet aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen. Algemeen Derden die ING geld, effecten of andere activa verschuldigd zijn, zouden niet kunnen betalen of anderszins hun verplichtingen niet nakomen. Tot die derden kunnen ook de uitgevende instellingen behoren waarvan ING effecten in bezit heeft, leningnemers van door ING verstrekte leningen, klanten, handelspartijen, tegenpartijen in swap-, kredietderivaten- en andere derivatenovereenkomsten, clearinginstellingen, beurzen en overige financiële tussenpersonen. Het in gebreke blijven van een of meer van deze partijen jegens ING als gevolg van faillissement, gebrek aan liquiditeit, neergang van de economie of vastgoedwaarden, tekortkomingen bij de uitvoering etc., of zelfs maar geruchten over het eventueel in gebreke blijven van een of meer van deze partijen of over de sector financiële dienstverlening in het algemeen kunnen bij ING tot verliezen leiden en tot wanbetalingen van andere instellingen. In het licht van de wezenlijke beperkingen op de liquiditeit en de hoge kosten van financiering in de interbancaire markt voor kapitaaluitzettingen, die zich in 2008 en begin 2009 aftekenden, met name na de teloorgang van Lehman Brothers in september 2008, en mede gezien de hoge mate van wederzijdse afhankelijkheid van financiële instellingen bestaat en blijft het gevaar van een verslechtering van de (vermeende) commerciële en financiële soliditeit van andere financiële dienstverleners. Dit is met name van belang voor de positie van ING als grote en belangrijke tegenpartij op de markt voor aandelen, vastrentende waarden en buitenlandse deviezen, inclusief de daarmee samenhangende derivaten, wat concentratierisico met zich meebrengt. ING voert als onderdeel van haar gebruikelijke werkzaamheden een hoog volume transacties uit met tegenpartijen in de financiële sector, waaronder effectenmakelaars en handelaars, zakenbanken, investeringsbanken, beleggingsfondsen en hedgefunds, verzekeringsmaatschappijen en andere institutionele partijen. Met die transacties zijn op dagbasis grote settlementbedragen en aanzienlijk kredietrisico gemoeid. ING is hiermee dan ook blootgesteld aan concentratierisico ten aanzien van specifieke tegenpartijen en klanten. Zo is het tegenpartijrisico toegenomen als gevolg van de recente faillissementen en zwakte van financiële instellingen en loopt ING nog altijd het risico van verlies indien een tegenpartij/financiële instelling in gebreke blijft of anderszins niet in staat is aan haar verplichtingen te voldoen. Wanbetaling door of zelfs maar bezorgdheid over de kredietwaardigheid van een of meer financiële dienstverleners kan leiden tot verdere belangrijke systemische liquiditeitsproblemen, of verliezen of wanbetalingen door andere financiële instellingen. Wat betreft door onderpand gedekte transacties kan het kredietrisico worden versterkt als het door ING aangehouden onderpand niet kan worden gerealiseerd of te gelde wordt gemaakt tegen een prijs die ontoereikend is voor het volledige bedrag van de lening of voor de aan ING verschuldigde derivatenpositie. Daarnaast heeft ING in een aantal financiële instellingen een positie in de vorm van niet door onderpand gedekte schuldbewijzen, derivatentransacties en aandelenbeleggingen. Zo wordt belegd in bepaalde door financiële instellingen uitgegeven hybride kapitaalinstrumenten waarvan de uitgevende instelling het recht heeft om onder bepaalde omstandigheden of naar keuze de couponbetalingen op te schorten. De Europese Commissie heeft al aangegeven dat deze financiële instellingen in voorkomende gevallen kunnen worden gesommeerd de betaling op te schorten. Als dat inderdaad gebeurt, voorzien we neerwaartse bijstellingen van de kredietrating van dergelijke instrumenten en/of een daling van de waarde daarvan. En dat kan betekenen dat ING hiervoor een bijzondere waardevermindering moet verantwoorden, wat tot aanzienlijke verliezen zou kunnen leiden. Er is geen garantie dat verliezen of bijzondere waardeverminderingen op de boekwaarde van deze activa niet een aanzienlijk nadelig effect van materieel belang op het bedrijf of bedrijfsresultaat zou veroorzaken.
284
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
Daarnaast loopt ING het risico dat haar rechten jegens derden niet onder alle omstandigheden afdwingbaar zijn. De (vermeende) verslechtering van de kredietkwaliteit van derden waarvan ING effecten of schuldpapier in bezit heeft, kan voor ING tot verliezen leiden en/of een negatief effect hebben op het vermogen om deze effecten of dit schuldpapier voor liquiditeitsdoeleinden opnieuw te belenen of anderszins te gebruiken. Een belangrijke neerwaartse bijstelling van de kredietrating van tegenpartijen kan tevens een negatief effect hebben op de inkomsten en risicoweging, waardoor ING aan hogere kapitaalvereisten moet voldoen. In veel gevallen kan van een tegenpartij die in financiële problemen verkeert extra onderpand worden verlangd, maar er kunnen geschillen ontstaan over het bedrag aan extra zekerheid waarop ING recht heeft en over de waarde van in onderpand gegeven activa. Het kredietrisico van ING kan ook toenemen als het aangehouden onderpand niet kan worden gerealiseerd of wordt geliquideerd tegen prijzen die het volledige bedrag van de verschuldigde lening of derivatenpositie niet dekken. Dat gebeurt met name in tijden van geringe liquiditeit en wanneer de waarde van activa onder druk staan, zoals momenteel het geval is. Door contractbeëindiging en de executoriale verkoop van onderpand kan ING te maken krijgen met schadeclaims voor de niet behoorlijke uitoefening van de rechten daarop. Faillissementen, neerwaartse bijstellingen en geschillen met tegenpartijen over de waarde van onderpand nemen doorgaans toe in tijden van marktstress en illiquiditeit. Deze ontwikkelingen of verliezen kunnen op de activiteiten, financiële toestand, het resultaat uit activiteiten, de liquiditeit en/of vooruitzichten van ING een invloed van belang hebben. Herverzekeraars De verzekeringsdivisies van ING kopen bescherming voor risico’s die bepaalde risicotoleranties overschrijden die voor het leven- en schadebedrijf zijn vastgesteld. Door middel van herverzekeringsovereenkomsten worden eventuele verliezen met deze bescherming verkleind. In de meeste gevallen wordt echter aan de polishouder uitgekeerd voordat van de herverzekeraar kan worden teruggevorderd, waardoor ING op al die bedragen kredietrisico loopt ten aanzien van de herverzekeraar. In percentages van de (potentiële) herverzekeringsvorderingen per jaarultimo 2009 bedroeg de grootste positie, na aftrek van het onderpand, in één herverzekeraar circa 27%, kwam ongeveer 45% voor rekening van vier andere herverzekeraars en hing de rest van de vorderingen samen met diverse andere herverzekeraars. Als een herverzekeraar niet in staat of bereid is om aan de financiële verplichtingen jegens ING te voldoen, dan wel insolvent is of wordt, kunnen het nettoresultaat en de financiële resultaten van ING hiervan nadelige effecten van materieel belang ondervinden. In de huidige omstandigheden is het risico gestegen dat op leningen bijzondere waardeverminderingen moeten worden toegepast. ING staat bloot aan de dalende waarde van vastgoed onderpand inzake woninghypotheken en zakelijke kredietverlening. ING loopt het risico dat leningnemers hun lening niet in overeenstemming met de contractvoorwaarden aflossen en/of dat het onderpand ter zekerstelling van deze aflossing ontoereikend blijkt. Er kunnen altijd nadelige veranderingen in de kredietwaardigheid van leningnemers en tegenpartijen (blijven) optreden, omdat ze bijvoorbeeld niet in staat blijken om hun schuldpositie te herfinancieren, wat een toenemend aantal gevallen van verzuim, wanbetaling en insolventie in diverse sectoren tot gevolg heeft. Deze ontwikkeling heeft al geleid en kan nog verder leiden tot bijzondere waardeverminderingsverliezen op leningen en andere activa, hogere kosten en hogere debiteurenvoorzieningen. De hoeveelheid leningen waarop een bijzondere waardevermindering moet worden verantwoord, kan, als de economische omstandigheden ongunstig blijven, aanhouden. Een belangrijke toename van de omvang van de debiteurenvoorzieningen kan daarnaast een wezenlijk nadelig effect op de financiële positie en het bedrijfsresultaat van ING hebben. Als gevolg van de verslechtering van de economische omstandigheden in de afgelopen twee jaar heeft ING inderdaad te maken met een toenemend aantal leningen waarvoor een bijzondere waardevermindering geldt. De daling van de vastgoedprijzen (woningen en bedrijfspanden) en het gebrek aan marktliquiditeit heeft de afgelopen twee jaar een nadelig effect gehad op de waarde van het door ING aangehouden onderpand. Door economische en andere factoren kan de markt voor woninghypotheken en zakelijke kredietverlening nog verder krimpen en kunnen de prijzen voor woningen en bedrijfsruimten nog verder dalen. De bijzondere waardeverminderingsverliezen kunnen hierdoor fors toenemen. De volatiliteit van de rente kan de winstgevendheid nadelig beïnvloeden. Wijzigingen in de rente kunnen een negatief effect op de activiteiten hebben, onder andere op het niveau van de rente die ING per saldo verdient en in het bankbedrijf op het niveau van de toevertrouwde middelen en de vraag naar leningen. In een tijd van veranderende rente kan de rentelast in een ander tempo stijgen dan de rente die op de activa wordt verdiend. Al met al kan een rentewijziging een daling van de nettorentebaten veroorzaken. Wijzigingen in de rente kunnen een negatief effect hebben op de waarde van de activa en het vermogen van ING om met die activa winst te realiseren of verliezen te vermijden, wat uiteindelijk zijn weerslag heeft op de winstontwikkeling. Bovendien kan een hogere rente zorgen voor minder vraag naar leningen. Daarnaast kan de klant in een tijd van dalende rente levensverzekeringen en lijfrentepolissen interessanter vinden, waardoor er meer premie-inkomen wordt gerealiseerd op producten met flexibele premiekenmerken en er op jaarbasis een hoger percentage polissen van kracht blijft. Dit leidt weer tot een mismatch in de looptijd van de activa en de verplichtingen. Bij een dalende rente is eventueel ook een hogere voorziening geboden voor de garantiecomponent in levensverzekeringen: die garantie krijgt onder deze omstandigheden meer
ING Groep Jaarverslag 2009
285
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
waarde voor de polishouder. In een periode van lage rente kunnen de beleggingsopbrengsten lager liggen, omdat de rentebaten op de beleggingen in vastrentende waarden naar alle waarschijnlijkheid gelijk op dalen met de marktrente op de activa die tegen reële waarde worden verantwoord. De dalende rente kan tevens negatief uitpakken op de toetsing van de toereikendheid van de reserves, waardoor de reserves moeten worden versterkt. Bovendien zijn (vervroegde) aflossingen op hypotheken en vastrentende effecten in onze beleggingsportefeuille in dit klimaat waarschijnlijker omdat de klant tegen een lagere rente wil lenen. Het kan zijn dat de opbrengsten moeten worden herbelegd in effecten met een lagere rente. De winstgevendheid van ING kan in een periode van dalende rente te lijden hebben van een toenemend verschil tussen de rente die de polishouder in rekening wordt gebracht en het rendement op de beleggingsportefeuilles. In tijden van snel stijgende rente kunnen leningen en opnames op polissen alsmede het aantal afgekochte levensverzekerings- en lijfrentepolissen toenemen, omdat de polishouder zekerheid inruilt voor hogere beleggingsrendementen. Om aan die verplichtingen te voldoen moet ING uit vastrentende beleggingen liquiditeiten vrijmaken in een tijd dat de marktkoersen door de hogere rente onder druk staan, met als gevolg dat er beleggingsverliezen worden gerealiseerd. Dergelijke contante betalingen zorgen, of er nu wel of niet een beleggingsverlies wordt geboekt, voor een afname van het totaal belegd vermogen en mogelijk ook van de nettowinst. Door voortijdige opnames moet de afschrijving van geactiveerde acquisitiekosten mogelijk ook versneld verlopen, wat de nettowinst eveneens drukt. ING kan verlies lijden als gevolg van het faillissement van banken die onder compensatieregelingen van de overheid vallen. In Nederland en andere rechtsgebieden zijn depositogarantie- en vergelijkbare regelingen in werking getreden, die voorzien in de genoegdoening aan klanten van financiële instellingen indien deze instelling in gebreke blijft. In veel van de rechtsgebieden waarin ING actief is, worden dergelijke regelingen direct of indirect gefinancierd door de financiële dienstverleners die in het betreffende rechtsgebied een vergunning hebben en/of actief zijn. Door het hogere aantal faillissementen onder banken, met name sinds het najaar van 2008, voorzien we stijgende heffingen in verband met die regelingen. Zo neemt ING deel aan de depositogarantieregeling in Nederland, dat een bedrag van EUR 100.000 per persoon per bank garandeert (ongeacht het aantal aangehouden rekeningen). De kosten voor deze regeling worden door De Nederlandsche Bank verhaald op de deelnemende banken met behulp van een toerekeningssleutel op basis van marktaandeel in de door de regeling gedekte deposito’s. Gezien de omvang van ING kan er sprake zijn van aanzienlijke betalingen uit hoofde van de depositogarantieregelingen, die mogelijk niet op de failliete boedel kunnen worden verhaald. De definitieve betalingen uit hoofde van de regeling zijn vooralsnog onzeker, maar kunnen aanzienlijk zijn. Deze betalingen en de daarmee samenhangende kosten kunnen een nadelig effect van materieel belang op het bedrijf of de financiële positie van ING veroorzaken. De risico’s kunnen onvoldoende met derivaten worden beheerst. ING maakt gebruik van diverse economische hedgingstrategieën om het inherente marktrisico in de activiteiten af te dekken. Tot die risico’s behoren wisselkoersschommelingen, veranderingen in de reële waarde van de beleggingen, de gevolgen van wijzigingen in de rente, de aandelenmarkten en de creditspread alsmede veranderingen in aannames rondom sterfte en langleven. Die risico’s beheerst ING onder andere door middel van een aantal derivaten, zoals swaps, opties, futures en termijncontracten, inclusief ‘macro hedges’ voor delen van onze activiteiten. Het ontwikkelen van een effectieve strategie om met deze risico’s om te gaan is een complexe aangelegenheid; één strategie die totaalbescherming biedt tegen het risico van deze fluctuaties bestaat niet. De gehanteerde hedgingstrategie is daarnaast gebaseerd op veronderstellingen en schattingen ten aanzien van de activa, algemene marktfactoren en de kredietwaardigheid van de tegenpartijen van ING. Die veronderstellingen en schattingen kunnen onjuist of ontoereikend blijken. In dat geval heeft de hedgingstrategie niet het gewenste gunstige effect op het resultaat van de activiteiten of op de financiële positie. Niet goed opgezette strategieën of onjuist uitgevoerde transacties kunnen daarentegen de risico’s en verliezen versterken. Beëindigt ING een afdekkingsovereenkomst voortijdig, dan kunnen er extra kosten worden gerekend in de vorm van transactie- of verbrekingskosten. Het is in het verleden wel voorgekomen (en kan mogelijk ook in de toekomst gebeuren) dat ING op transacties (aanzienlijk) verlies lijdt als het gevolg van haar hedgingstrategie. Sterker nog, de risico’s en verliezen kunnen door de aard en de timing van de hedgingtransacties zelfs groter worden. Bovendien zijn met hedgingstrategieën transactie- en andere kosten gemoeid. De gebruikte hedgingstrategieën en derivaten bieden mogelijk onvoldoende compensatie voor of vermindering van het risico van rentevolatiliteit. De hedgingstrategieën kunnen derhalve tot verliezen leiden. De verzekeringstechnische voorzieningen, overlopende acquisitiekosten en de value of business acquired (‘VOBA’) worden bepaald op basis van aannames ten aanzien van bepaalde factoren. Wordt echter uitgegaan van andere aannames dan kan dit een nadelig effect hebben op het bedrijfsresultaat. De bepaling van verzekeringstechnische voorzieningen, inclusief het effect van de gegarandeerde minimumuitkering in bepaalde beleggingsverzekeringen, de toereikendheidstoets die wordt uitgevoerd op de voorzieningen voor levensverzekeringen en de bepaling van overlopende acquisitiekosten (‘deferred acquisition costs’ of DAC) en de VOBA zijn per definitie onzekere processen, waaraan aannames te pas komen over gerechtelijke uitspraken, wetswijzigingen, maatschappelijke, economische en demografische ontwikkelingen, inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders (royement, verval etc.) en andere factoren, en in het levenbedrijf over sterfte-, langleven- en invaliditeitstrends.
286
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
Het gebruik van andere aannames voor deze factoren zou een materieel effect kunnen hebben op de verzekeringstechnische voorzieningen en verzekeringstechnische lasten. Veranderingen in aannames kunnen op den duur leiden tot veranderingen in de verzekeringstechnische voorzieningen. Daarbij kunnen sommige van deze aannames op korte termijn fluctueren. Voor de berekening van het marktrisico maakt ING gebruik van aannames over de ontwikkelingen van het klantengedrag. Het verschil tussen de realisatie en de aannames kan derhalve een negatief effect hebben op de risicocijfers en de toekomstige resultaten. In de risicoberekeningen van de bank- en verzekeringsportefeuilles wordt gebruik gemaakt van modellen op basis van aannames over het klantengedrag. Aannames worden gebruikt om de verzekeringsverplichtingen en de prijsgevoeligheid van spaarrekeningen en rekeningencourant te bepalen, alsook om het ingebouwde optionele risico in de hypotheken- en beleggingsportefeuilles in te schatten. De realisatie of het gebruik van andere aannames om het klantengedrag te bepalen, kan op de berekende risicocijfers en uiteindelijk op de toekomstige resultaten een nadelig effect van materieel belang hebben. Beleid en richtlijnen voor risicobeheer kunnen ontoereikend blijken voor de risico’s waarvoor ING zich gesteld ziet. De methoden die ING hanteert voor het beheersen, schatten en meten van risico’s zijn ten dele gebaseerd op historisch marktgedrag. Die methoden kunnen daardoor ontoereikend blijken voor het voorspellen van de toekomstige risicopositie, die aanzienlijk groter kan zijn dan wat de historische ervaring weergeeft. De verliezen van de laatste tijd zijn door die methoden bijvoorbeeld niet voorspeld. Het voorspellen van omstandigheden als gevolg van overheidsinterventies en stimuleringsmaatregelen kan mogelijkerwijs niet goed gedaan worden met deze modellen, waardoor de evaluatie van risico’s lastiger wordt. Andere risicobeheermethoden zijn gebaseerd op de evaluatie van algemeen bekende of anderszins tot de beschikking staande informatie over markten, klanten etc. Die informatie is niet altijd correct, actueel of juist geëvalueerd. ING kan zich geconfronteerd zien met verdere verplichtingen uit hoofde van de toegezegde pensioenregelingen indien de activa in die regeling ontoereikend blijken voor de potentiële verplichtingen. De maatschappijen van ING Groep hebben verscheidene pensioenregelingen met toezeggingen over de uitbetaling (‘defined benefit retirement plans’). Deze pensioenregelingen gelden voor een groot deel van de medewerkers van ING Groep. De verplichting, voor de toegezegde pensioenregelingen, in de geconsolideerde balans is de contante waarde van de pensioenverplichtingen op balansdatum, verminderd met de reële waarde van de beleggingen behorend bij de pensioenregelingen, aangepast voor niet-gerealiseerde actuariële winsten en verliezen en kosten met betrekking tot veranderingen betrekking hebbend op verstreken dienstjaren. De verplichting voor de toegezegde pensioenregelingen wordt bepaald aan de hand van interne en externe actuariële modellen en berekeningen op basis van de ‘projected unit credit’-methode. Inherent aan deze actuariële modellen is het gebruik van aannames met betrekking tot disconteringsvoeten, stijgingspercentage van toekomstige salarissen en beloningsniveaus, sterftecijfers, trends in kosten voor gezondheidszorg, consumentenprijsindex en verwacht beleggingsrendement. De veronderstellingen worden jaarlijks geactualiseerd en zijn gebaseerd op beschikbare marktinformatie en beleggingsrendementen uit het verleden. Desalniettemin kunnen de werkelijke resultaten aanmerkelijk verschillen van de gebruikte veronderstellingen vanwege veranderingen in marktomstandigheden, economische en sterftetrends en andere aannames. Iedere verandering in deze veronderstellingen kan een aanzienlijke invloed hebben op de huidige en toekomstige verplichtingen en de lasten in verband met de toegezegde pensioenregelingen. ING staat bloot aan diverse toezichtsrisico’s door haar activiteiten in minder ontwikkelde markten. In de minder ontwikkelde markten waarin ING opereert kan er sprake zijn van een minder sterk ontwikkeld rechtsstelsel of systeem voor het oplossen van geschillen. Bij contractbreuk kan het derhalve minder makkelijk zijn om een vordering op de andere partij in de overeenkomst af te dwingen. Bij een vordering op ING kan het eveneens lastig blijken in verweer te komen tegen dergelijke aantijgingen. Als ING betrokken raakt bij gerechtelijke procedures op een markt met een onvoldoende ontwikkeld rechtsstelsel kan dit een nadelig effect hebben op de activiteiten van ING en het nettoresultaat. Doordat er in minder ontwikkelde markten wordt gewerkt, loopt ING daarnaast het risico op nationalisatie, onteigening, prijs- en deviezencontrole en andere beperkende overheidsmaatregelen, alsmede op het uitbreken van vijandelijkheden. Onder de huidige economische omstandigheden, in bepaalde minder ontwikkelde markten, is het bovendien waarschijnlijker geworden dat de toezichthouder met initiatieven komt om huizenbezitters te beschermen tegen executoriale verkopen. Een dergelijke maatregel kan een nadelig effect hebben op het vermogen van ING om het economische belang van ING bij in gebreke blijvende hypotheekbetalingen te beschermen.
ING Groep Jaarverslag 2009
287
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
ING is een financiële dienstverlener en ontwikkelt voortdurend nieuwe financiële producten. Indien niet aan de verwachtingen van de klant wordt voldaan, kunnen hieruit schadeclaims voortvloeien die een nadelige uitwerking hebben op de activiteiten en het nettoresultaat. Bij de introductie van nieuwe financiële producten op de markt wordt in de communicatie en marketing gestreefd naar een evenwichtig beeld van het product (al ligt de nadruk wel op de potentiële voordelen voor de klant). Hoewel er bij de ontwikkeling van producten een due diligence proces wordt uitgevoerd, kunnen wij te maken krijgen met schadeclaims van klanten als de producten niet de verwachte winst of zelfs verlies opleveren, of anderszins niet aan de verwachtingen voldoen. Dergelijke claims kunnen een nadelig effect hebben op de activiteiten en het nettoresultaat. Ratings zijn om een aantal redenen belangrijk voor het bedrijf, onder andere voor de uitgifte van schuldpapier, de verkoop van bepaalde producten en de risicoweging van de activa. Neerwaartse bijstellingen kunnen nadelig uitwerken op de activiteiten en het nettoresultaat. Kredietratings voor ING worden afgegeven door Standard & Poor’s Ratings Service (Standard & Poor’s), een onderdeel van McGraw-Hill Companies, Moody’s Investor Services (‘Moody’s’) en Fitch Ratings. Deze ratingbureaus (her)beoordelen de afgegeven ratings en gehanteerde ratingmethoden periodiek en kunnen te allen tijde overgaan tot een neerwaartse bijstelling. Als gevolg van een dergelijke neerwaartse bijstelling zullen de kosten van de uitgifte van schuldpapier stijgen, wat een nadelig effect heeft op het nettoresultaat. Bepaalde institutionele beleggers kunnen gedwongen worden hun bij ING ondergebrachte gelden over te brengen naar andere banken als gevolg van een neerwaartse bijstelling van ING. Dit kan een negatief effect hebben op de liquiditeitspositie van ING Groep. Als gevolg van de aankondiging van het Herstructureringsplan hebben een aantal dochterondernemingen van ING een neerwaartse bijstelling van de rating gekregen of zijn onder verscherpt toezicht geplaatst. De concurrentiepositie van verzekeraars wordt met name bepaald door het vermogen om bij schade uit te keren, op het niveau van zowel de Groep als de dochtermaatschappij, alsmede door de ratings voor de financiële positie. Door een neerwaartse bijstelling van die rating kunnen royementen of polisafkopen toenemen. Dit vergt contante uitkeringen, waardoor ING zich gedwongen kan zien activa te verkopen tegen een koers die tot realisatie van beleggingsverliezen leidt. Verlagingen van de totale belegde activa en amortisatie van overlopende acquisitiekosten moeten in dat geval mogelijk worden versneld, wat het resultaat negatief beïnvloedt. Een neerwaartse bijstelling kan tevens negatief zijn voor de relatie met distributeurs van producten en diensten van ING alsmede met klanten, wat vervolgens de nieuwe productie en concurrentiepositie aantast. De activa van het bankbedrijf worden naar risico gewogen. Een neerwaartse bijstelling van de rating van die activa kan een hogere risicoweging opleveren, wat op haar beurt weer hogere kapitaaleisen met zich mee brengt. Dat laatste kan van invloed zijn op het nettoresultaat en het rendement op kapitaal, en kan de concurrentiepositie nadelig beïnvloeden. Kapitaaleisen voor het verzekeringsbedrijf in een aantal jurisdicties, waaronder de Verenigde Staten en de Europese Unie, zijn gebaseerd op een risicogewogen kapitaal model. Een neerwaartse bijstelling van de rating van de activa kan ook hier een hogere risicoweging opleveren, wat leidt tot hogere kapitaaleisen. Het bedrijf kan hinder ondervinden van een duurzame toename van de inflatie. Een duurzame stijging van de inflatie op de belangrijkste markten van ING zou op meerdere vlakken invloed kunnen hebben op ING en kan negatief uitwerken op de activiteiten, de solvabiliteit en het bedrijfsresultaat. Zo kan bijvoorbeeld een blijvend hoge inflatie aanleiding zijn voor een toename van de marktrente waardoor (1) de waarde van bepaalde vastrentende effecten in de beleggingsportefeuille kan afnemen en daarmee ook het niveau van de niet-gerealiseerde winsten die ons ter beschikking staan, wat de solvabiliteit en het nettoresultaat negatief kan beïnvloeden, (2) de afkopen van bepaalde levensverzekerings- en spaarproducten kunnen toenemen, met name producten waarop de vaste rente onder de marktrente ligt, en waardoor (3) ING als emittent van effecten een hogere rente moet betalen op het schuldpapier dat van tijd tot tijd op de financiële markten wordt uitgegeven om de activiteiten te financieren, wat de rentelast verhoogt en het bedrijfsresultaat verlaagt. Een aanzienlijke en aanhoudende stijging van de inflatie gaat veelal gepaard met lagere aandelenkoersen en een matige ontwikkeling van de aandelenmarkten in het algemeen. Een aanhoudende daling van de aandelenmarkten kan (1) ING nopen tot het boeken van bijzondere waardeverminderingen op de effecten in de beleggingsportefeuille alsmede van een lager niveau van de niet-gerealiseerde winsten die ons ter beschikking staan, wat het nettoresultaat verlaagt en een negatief effect heeft op de solvabiliteit, (2) een negatief effect hebben op de resultaatontwikkeling, de toekomstige verkopen en afkopen van de beleggingsgerelateerde producten waarvan de onderliggende beleggingen vaak in aandelenfondsen belegd zijn, en (3) een negatief effect hebben op het vermogen van de vermogensbeheerders van ING om beheerd vermogen aan te trekken en te behouden, evenals op de waarde van het vermogen dat daadwerkelijk onder beheer is, wat uiteindelijk het bedrijfsresultaat negatief kan beïnvloeden. Daarnaast kan, in de context van bepaalde schadeverzekeringsrisico’s van de verzekeringsmaatschappijen (met name bij verzekeringen met een lange uitloop), een duurzame stijging van de inflatie gekoppeld aan een toename van de marktrente resulteren in (1) claiminflatie (dat wil zeggen, een toename van het bedrag dat meerdere jaren na de dekkingsperiode of de gebeurtenis die aanleiding was voor de claim uiteindelijk wordt uitgekeerd als onderdeel van de schadeafhandeling), in combinatie met (2) een onderschatting van de daarmee samenhangende schadevoorzieningen op het moment van vaststelling als gevolg van het niet volledig anticiperen op een inflatietoename
288
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
en het effect daarvan op de uiteindelijk aan polishouders uit te keren bedragen, en derhalve in (3) feitelijke schade-uitkeringen die de daarmee samenhangende voorzieningen aanzienlijk overtreffen, wat een negatief heeft op het bedrijfsresultaat. Bovendien kan het niet nauwkeurig inschatten van hogere inflatie en de verdiscontering daarvan in de aannames voor de prijsstelling van producten leiden tot het systematisch onjuist prijzen van producten, wat via verzekeringstechnische verliezen een negatief effect op het bedrijfsresultaat uitoefent. Operationele risico’s zijn inherent aan de activiteiten. Voor de divisies van ING is het essentieel dat grote aantallen transacties efficiënt en correct worden verwerkt. Er kunnen verliezen optreden door inadequaat handelen van medewerkers, door falende IT-systemen of tekortschietende interne beheersingsprocessen en/of -systemen, schending van toezichtsvereisten, menselijke fouten, wangedrag van medewerkers waaronder fraude of door externe gebeurtenissen die de normale bedrijfsactiviteiten doorbreken. ING is daarnaast afhankelijk van de veilige verwerking, opslag en transmissie van vertrouwelijke en andere informatie in haar computersystemen en -netwerken. De gebruikte apparatuur en software in de computersystemen en -netwerken kunnen aan het einde van de gebruiksduur zijn gekomen of kunnen de informatie niet volgens verwachting verwerken, opslaan of doorgeven. Het kan voorkomen dat computersystemen en/of -netwerken onvoldoende capaciteit hebben voor herstel bij storingen of gegevensverlies. Bovendien kunnen dergelijke systemen en netwerken gevoelig zijn voor ongeautoriseerde toegang, computervirussen, overige schadelijke computercode en overige externe aanvallen of interne veiligheidsschendingen die effect kunnen hebben op de beveiliging en de vertrouwelijke informatie van ING, haar klanten of tegenpartijen in gevaar kunnen brengen. Deze gebeurtenissen zouden kunnen leiden tot financieel verlies en/of reputatieschade en kunnen de operationele effectiviteit van ING belemmeren. ING loopt daarnaast het risico dat de getroffen controlemaatregelen en procedures ontoereikend blijken of omzeild worden. ING heeft in het verleden verliezen geleden uit hoofde van operationeel risico en er is geen zekerheid dat ING geen materiële verliezen uit hoofde van operationeel risico zal lijden in de toekomst. Verder heeft de recentelijk wereldwijde uitbraak van overdraagbare ziekten zoals de Mexicaanse griep (H1N1 influenza) ING vooralsnog niet getroffen, maar als dat virus sterker om zich heen grijpt of er een andere overdraagbare ziekte uitbreekt, kan dat de gezondheid van de medewerkers treffen, wat tot hoger verzuim kan leiden, of kan dat leiden tot een significant hoger gebruik van de zorg die ING haar medewerkers biedt. Dit kan een nadelig effect op het bedrijf hebben. Herverzekeringen zijn mogelijk niet verkrijgbaar, betaalbaar of toereikend om ING tegen verliezen te beschermen. Daarnaast kan er worden besloten om primaire verzekeringen of herverzekeringen te verminderen, te beëindigen of af te bouwen. Als onderdeel van de totale risicostrategie worden bepaalde door de verzekeringsactiviteiten van ING aangegane risico’s herverzekerd. Of herverzekering beschikbaar is en wat dat kost, wordt door onbeïnvloedbare marktomstandigheden bepaald. ING kan derhalve voor herverzekeren extra kosten moeten maken of onvoldoende herverzekering onder aanvaardbare voorwaarden vinden, wat weer nadelig kan zijn voor de nieuwe productie. ING beoordeelt regelmatig aan de hand van een aantal factoren het juiste niveau van primaire verzekeringen en herverzekeringen die nodig is. Van tijd tot tijd gaat ING op basis van deze beoordeling van de kosten en voordelen over tot het verminderen, beëindigen of afbouwen van de dekking. In die gevallen blijft het niet-verzekerd risico bij ING. De activiteiten van ING kunnen nadelig worden beïnvloed door negatieve publiciteit, ingrijpen door toezichthouders of gerechtelijke vervolging van ING, andere bekende bedrijven of de sector financiële dienstverlening in het algemeen. Nadelige publiciteit en schade aan de reputatie van ING als gevolg van het (gezien worden als) niet naleven van de wettelijke of toezichtseisen, onregelmatigheden in de financiële verslaggeving bij andere grote en bekende ondernemingen, toenemend toezicht van de toezichthouder en wetgever op Ken uw klant-procedures, witwassen, verboden transacties met landen die sancties opgelegd hebben gekregen, omkoping of andere anticorruptiemaatregelen en (de effectiviteit van) procedures tegen de financiering van terrorisme, onderzoek van de toezichthouder naar de sectoren beleggingsfondsen, bankieren en verzekeren, en rechtszaken die het gevolg zijn van het (gezien worden als) niet naleven van de wettelijke, toezichts- of compliance-eisen, kunnen leiden tot negatieve publiciteit en reputatieschade en tot toenemend toezicht door de toezichthouder, kunnen het moeilijker maken om klanten aan te trekken en te behouden en toegang tot de kapitaalmarkten te houden, kunnen betekenen dat we gesommeerd worden activiteiten stop te zetten, en kunnen leiden tot rechtszaken, handhavingsacties, (bestuurlijke) boetes en strafmaatregelen of andere disciplinaire maatregelen of andere wezenlijke nadelige effecten hebben die niet vallen te voorspellen. ING is een Nederlandse vennootschap en de Stichting ING Aandelen heeft meer dan 99,9% van de gewone aandelen in bezit. De rechten van de aandeelhouders kunnen daardoor verschillen van de rechten van aandeelhouders in andere rechtsgebieden of van bedrijven welke niet een soortgelijke structuur hebben, wat effect kan hebben op uw rechten als aandeelhouder. Houders van certificaten aan toonder hebben het recht de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (‘Algemene Vergadering’) bij te wonen en daar te spreken. Aan de certificaten van aandelen is echter geen stemrecht verbonden. Stichting ING Aandelen heeft meer dan 99,9% van de gewone aandelen ING in handen en oefent het stemrecht op deze gewone aandelen uit (waarop certificaten zijn
ING Groep Jaarverslag 2009
289
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
uitgegeven). Houders van certificaten van aandelen die de Algemene Vergadering persoonlijk of via volmacht bijwonen dienen stemrecht per volmacht van de Stichting te krijgen. Houders van certificaten van aandelen en houders van American Depositary Shares (ADS) die deze certificaten van aandelen vertegenwoordigen, die de Algemene Vergadering niet bijwonen, kunnen de Stichting een bindende steminstructie geven. De Stichting is gerechtigd het stemrecht uit te oefenen op de gewone aandelen die ten grondslag liggen aan de certificaten van aandelen waarover geen volmacht is afgegeven of waarvoor geen steminstructies aan de Stichting zijn gegeven. Bij de uitoefening van stemrecht is de Stichting gehouden gebruik te maken van de stemrechten van de gewone aandelen in het belang van de houders van certificaten van aandelen, waarbij rekening wordt gehouden met • de belangen van ING, • de belangen van gelieerde ondernemingen, en • de belangen van de overige belanghebbende op een zodanige manier dat alle belangen zo effectief mogelijk zijn afgewogen en veiliggesteld. De Stichting heeft de mogelijkheid certificaathouders of houders van ADS te raadplegen inzake de uitoefening van het stemrecht op de gewone aandelen, maar is daartoe niet gehouden. Deze regeling wijkt af van de gebruiken in andere rechtsgebieden en kan derhalve de rechten van de houders van certificaten van aandelen of ADS en de mate waarin deze invloed uitoefenen op de beslissingen en activiteiten van ING beïnvloeden. De koers van de aandelen van ING Groep is zeer volatiel geweest, en kan dat ook blijven. Deze volatiliteit kan van invloed zijn op de waarde van de aandelen van ING Groep. De koers van de certificaten van aandelen en de American Depositary Shares van ING Groep is in het verleden zeer volatiel geweest, met name in het afgelopen jaar. Als gevolg van de claimemissie kunnen de koers en het handelsvolume van de certificaten van aandelen aanzienlijk fluctueren. Dit wordt deels veroorzaakt door wijzigingen in de werkelijke of verwachte resultaten van ING Groep en het vermogen om te voldoen aan de winstverwachtingen van analisten. Daarnaast is dat te wijten aan de hoge volatiliteit van de effectenmarkten in het algemeen en van de aandelen van financiële instellingen in het bijzonder. Andere factoren buiten onze financiële resultaten die van invloed kunnen zijn op de koers zijn onder andere: • de marktverwachtingen van de prestaties en de solvabiliteit van financiële instellingen in het algemeen; • het succes en effect van de strategieën van ING in de ogen van de belegger; • neerwaartse bijstellingen of herzieningen van de kredietratings; • gerechtelijke of toezichtsacties gericht op ING Groep of op sectoren waarin de Groep via de bank- of verzekeringsactiviteiten een positie heeft; • aankondigingen over financiële problemen bij of anderszins onderzoek naar de verslaggevingsmethoden van andere financiële instellingen; en • algemene marktomstandigheden. ING kan niet garanderen dat er in de toekomst dividend op gewone aandelen wordt uitgekeerd. Het dividendbeleid van ING voorziet in de uitkering van dividend op basis van de onderliggende langetermijnontwikkeling van de winst. Aandeelhouders kunnen alleen een dividend betaalbaar stellen indien de Raad van Bestuur een dergelijke uitkering gepast vindt, rekening houdend met de financiële omstandigheden van het moment en de vooruitzichten voor de langere termijn. In het huidige onzekere financiële klimaat zal ING over 2009 geen dividend uitkeren, en kan er niet gegarandeerd worden dat er in de toekomst dividend zal worden uitgekeerd. Door bepaalde transacties is de cumulatieve verandering in het eigendom in ING’s Amerikaanse groepsmaatschappijen voor fiscale doeleinden per 21 december 2009 uitgekomen op ongeveer 43%. Toekomstige kapitaaluitbreiding of andere wijzigingen in de eigendomsverhoudingen zouden het nettoresultaat en het eigen vermogen van ING nadelig kunnen beïnvloeden. In artikel 382 en 383 van de Amerikaanse Internal Revenue Code zijn verliesbeperkende maatregelen (ook wel anti-misbruikregels) opgenomen, die moeten voorkomen dat er wordt gehandeld in fiscaal compensabele verliezen. Deze regels treden in werking als de eigendomsverhoudingen in een onderneming bezien over een periode van drie jaar cumulatief met meer dan 50% veranderen (bepaald op basis van de waarde). Wanneer die regels van toepassing zijn, dan kunnen beperkingen worden opgelegd aan het toekomstige gebruik van gerealiseerde compensabele verliezen alsmede aan bepaalde verliezen die in de activa van de onderneming zijn verwerkt op het moment van de eigendomswijziging en die binnen een periode van vijf jaar daarna worden gerealiseerd. In het kader van artikel 382 en 383 bedroeg de cumulatieve verandering in het eigendom in de Amerikaanse groepsmaatschappijen ongeveer 43% (rekening houdend met de uitgifte van kernkapitaaleffecten aan de Nederlandse staat op 12 november 2008, de inkoop van een deel van de kernkapitaaleffecten op 21 december 2009 en de uitgifte van gewone aandelen op 21 december 2009). Deze berekening is echter met de nodige onzekerheden omgeven en is gebaseerd op diverse veronderstellingen. Eventuele toekomstige kapitaalverhogingen of andere eigendomswijzigingen zouden een nadelig effect kunnen hebben op het nettoresultaat of het eigen vermogen van ING.
290
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Risicofactoren (vervolg)
De resterende kernkapitaaleffecten die aan de Nederlandse staat zijn uitgegeven kunnen worden geconverteerd naar gewone aandelen of certificaten van aandelen en voor de bestaande aandeelhouders tot verwatering leiden. In november 2008 heeft ING voor EUR 10 miljard aan kernkapitaaleffecten aan de Nederlandse staat uitgegeven. Van die kernkapitaaleffecten is EUR 5 miljard na de claimemissie teruggekocht. Zowel de betaling als de claimemissie zijn op 21 december 2009 afgerond. Als gevolg staat er nu nog slechts EUR 5 miljard aan kernkapitaaleffecten uit. Volgens de voorwaarden van de kernkapitaaleffecten mag ING na 12 november 2011 sommige of alle dan nog resterende kernkapitaaleffecten converteren in gewone aandelen of certificaten van aandelen in een verhouding van 1:1. Voor de bestaande aandeelhouders brengt zo een conversie een verwatering van hun belang met zich mee. Indien ING gebruik maakt van dat conversierecht, dan kan de Nederlandse staat verlangen dat de kernkapitaaleffecten per de conversiedatum worden afgelost. Bepaalde houders van aandelen ING kunnen mogelijk niet deelnemen aan toekomstige aandelenemissies met inschrijvingsrechten. ING kan in de toekomst overgaan tot een aandelenemissie met inschrijvingsrechten. In sommige rechtsgebieden kunnen houders van aandelen ING die rechten niet uitoefenen tenzij deze en de daarmee samenhangende aandelen zijn geregistreerd of voor verkoop zijn aangemerkt uit hoofde van de betreffende wet- en regelgeving of het betreffende toezichtkader. Houders van aandelen ING in die rechtsgebieden kunnen, als het hen niet is toegestaan om deel te nemen aan toekomstige aandelenemissies met inschrijvingsrechten, te maken krijgen met een verwatering van hun belang.
ING Groep Jaarverslag 2009
291
2.4 Additionele informatie
RAROC performance
ING Bank past het RAROC-concept toe. RAROC is de afkorting voor Risk-Adjusted Return on Capital (naar risico gewogen rendement op kapitaal). Deze methodiek meet de performance van de verschillende activiteiten op een consistente wijze die aansluit bij de creatie van aandeelhouderswaarde. RAROC ondersteunt het besluitvormingsproces door een consequente afweging tussen verwachte opbrengsten en aanwezige risico’s. Het stimuleert een zo efficiënt mogelijke aanwending van het aanwezige kapitaal. Instrumenten die de prijs aanpassen op het risico worden gebruikt ter ondersteuning van de prijsstelling op transactieniveau en in het kredietfiatteringsproces. RAROC wordt berekend door het naar risico gewogen rendement te delen door het economisch kapitaal. Het naar risico gewogen rendement is gebaseerd op dezelfde waarderingsgrondslagen als in de jaarrekening, met twee belangrijke uitzonderingen. De feitelijke risicokosten voor kredietrisico worden vervangen door de te verwachten verliezen op basis van statistisch berekende gemiddelde kredietverliezen over de gehele economische cyclus. Bovendien wordt de winst-en-verliesrekening gecorrigeerd voor het verschil tussen het aanwezige boekkapitaal en het economische kapitaal. Onderliggende RAROC voor bancaire activiteiten RAROC (na belastingen)
RAROC (voor belastingen)
2009
2008
2009
2008
Nederland België Centraal Europa Azië Totaal Retail Banking
30,4% 55,0% –5,9% 5,4% 22,7%
42,2% 26,3% –7,2% 5,5% 21,7%
41,1% 66,6% –6,1% 6,0% 29,4%
53,6% 32,7% –8,9% 6,0% 27,2%
Totaal ING Direct
–1,0%
–18,2%
–2,0%
–27,8%
General Lending & PCM Structured Finance Leasing & Factoring Financial Markets Overige producten Subtotaal Commercial Banking
15,2% 30,5% 24,7% 36,7% 11,9% 27,0%
9,4% 25,1% 19,1% 7,4% –25,7% 10,0%
19,4% 40,6% 36,0% 44,4% 2,7% 33,6%
11,9% 30,9% 27,9% 11,1% –40,8% 12,9%
ING Real Estate Totaal Commercial Banking
–49,2% 9,5%
–13,3% 4,9%
–55,2% 13,1%
–13,5% 7,1%
Corporate Line Totaal bancaire activiteiten
–26,9% 7,2%
–71,2% 2,6%
–36,8% 9,4%
–122,1% 1,3%
1,7%
1,2%
1,8%
–0,3%
Totaal bancaire activiteiten inclusief desinvesteringen en bijzondere posten Noot: De onderliggende cijfers zijn exclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
292
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie
Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
INLEIDING In dit hoofdstuk over Pijler 3 is informatie opgenomen die volgens de vereisten van Basel II openbaar gemaakt moet worden, met uitzondering van informatie die al te vinden is in het hoofdstuk Risicobeheer in de jaarrekening, oftewel de risicoparagraaf. Onderhavige informatie heeft betrekking op ING Bank N.V. en haar dochterondernemingen, en is niet door de externe accountant van ING gecontroleerd. NIEUWE MINIMUMKAPITAALEISEN: BASEL II De regels met betrekking tot kapitaaltoereikendheid – Regulatory Capital (RECAP) of wettelijk kapitaal – geven aan hoeveel kapitaal (in de vorm van naar risico gewogen activa) een bank of andere gereguleerde kredietinstelling volgens de toezichthouder en wetgever moet aanhouden in verhouding tot de omvang en het type risico dat wordt gelopen. Het belangrijkste deel van de kapitaalbasis wordt gevormd door het eigen vermogen, oftewel het kapitaal van de aandeelhouders. Naast aandelen kan een instelling schuldpapier uitgeven zoals achtergestelde leningen die ook onderdeel uitmaken van de kapitaalbasis. Volgens de wet moet de kapitaalbasis ten minste 8% van de naar risico gewogen activa (RWA) bedragen. In december 2006 is in Nederland de Capital Requirements Directive (CRD) verwerkt in het Besluit implementatie kapitaalakkoord Bazel 2, waarmee de prudentiële regels van de Wft zijn gewijzigd. In de nieuwe regelgeving wordt uitgegaan van een op risico gebaseerde aanpak voor de bepaling van de vereiste kapitaalbasis. Dat levert belangrijke verschillen op in de kapitaalberekening ten opzichte van de oude regels. Er is daarom besloten de nieuwe regels in fasen te implementeren. Voor 2008 mocht de kapitaalbasis niet minder zijn dan 90% van het bedrag dat van toepassing zou zijn geweest onder de oude Basel I-regels. Voor 2009 is die ondergrens verlaagd naar 80%. Alhoewel de de ondergrens oorspronkelijk zou komen te vervallen voor 2010 en verder, heeft de Nederlandse overheid besloten om de ondergrens ook voor 2010 op 80% te houden. Dit hoofdstuk over Pijler 3 staat in het teken van marktdiscipline en verschaft inzicht in uiteenlopende onderwerpen. Sommige verplichte informatie is elders in het jaarverslag al gepresenteerd, zoals in de paragrafen over Risicobeheer en Kapitaalbeheer. Dit onderdeel verschaft dan ook vooral aanvullende informatie en verwijst waar relevant naar de andere paragrafen. Centraal in deze paragraaf staat met name kredietrisico, maar ook marktrisico, operationeel risico en securitisaties komen aan de orde. De vereisten betreffen met name onderliggende posities, naar risico gewogen activa en wettelijk kapitaal. Daarmee is Pijler 3 verbonden met Pijler 1 van Basel II, de minimumkapitaaleisen. Pijler 2 betreft het intern gebruik van kapitaal (economisch kapitaal) en het oordeel van toezichthouders over dat kapitaal en de onderliggende modellen. Economisch kapitaal is uitvoerig behandeld in de paragraaf Risicobeheer. De paragraaf over Pijler 3 dient dan ook in samenhang met de paragrafen Risicobeheer en Kapitaalbeheer van de jaarrekening te worden gelezen, waarin het risico- en kapitaalbeheer uitgebreid worden behandeld. RISICOBEHEER BIJ ING BANK Het risicobeheer op Groepsniveau is via een allesomvattend risicobouwwerk verankerd in alle lagen van de organisatie. De eindverantwoordelijkheid voor het risicobeheer van ING Bank ligt bij de Chief Risk Officer (CRO), die lid is van de Raad van Bestuur. De CRO is verantwoordelijk voor het beheren en beheersen van risico’s op Groepsniveau. Hij of zij ziet erop toe dat het risicoprofiel van ING Bank in overeenstemming is met de financiële middelen en risicobereidheid zoals gedefinieerd door de Raad van Bestuur. De CRO stuurt diverse managers aan, die elk verantwoordelijk zijn voor een specifieke risicobeheerfunctie binnen ING Bank.
Chief Risk Officer
Corporate Credit Risk Management
Corporate Market Risk Management
Corporate Operational Risk Management
Group Compliance Risk Management
Een uitgebreidere beschrijving van het risicobeheer binnen ING is terug te vinden in de paragraaf Risicobeheer.
ING Groep Jaarverslag 2009
293
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
WETTELIJKE KAPITAALVEREISTEN Wettelijke kapitaalvereisten 2009
2008
2.540
3.083
245 1.235 9.629 4.360 1.129 16.598
309 1.680 9.366 3.062 885 15.302
1.156
2.321
364 2.132 22.790
194 2.166 23.066
150 341 491
449 587 1.036
3.309
3.368
Totaal wettelijk kapitaal onder Basel II
26.590
27.470
Ondergrens Basel II* Aanvullende kapitaalvereisten
28.709 2.119
34.369 6.899
Kredietrisico Portefeuilles volgens de standaardmethode Portefeuilles volgens de IRB-methode –– Overheden en centrale banken –– Instellingen –– Bedrijven –– Woninghypotheken –– Overige retail Totaal portefeuilles volgens IRB-methode Securitisatieposities Aandelenportefeuilles in de bankboeken volgens ‘gewone’ methode op basis van risicoweging Overige Non-Credit Obligation Assets (ONCOA) Totaal kredietrisico Marktrisico Standaardmethode Interne modellen – handelsboeken Totaal marktrisico Operationeel risico Geavanceerde meetmethode
* In 2008 was de ondergrens 90% van het Basel I vereiste kapitaal, terwijl de ondergrens in 2009 gelijk is aan 80%.
Om te voorkomen dat er op de korte termijn omvangrijke effecten in de kapitaalvereisten optreden, hebben toezichthouders over gangsregels ingesteld (de kapitaalondergrens) voor instellingen die de nieuwe solvabiliteitsrapportage invoeren. Voor 2008 en 2009 mogen de kapitaalvereisten niet minder zijn dan respectievelijk 90% en 80% van de kapitaalvereisten onder Basel I. De aanvullende vereisten volgens de overgangsregels komen voor ING Bank uit op EUR 2.119 miljoen voor 2009 (2008: EUR 6.899 miljoen). Het in deze paragraaf vermelde vereiste wettelijke kapitaal dient te worden vergeleken met het beschikbare wettelijke kapitaal; zie voor verdere details de paragraaf Kapitaalbeheer.
294
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
KREDIETRISICO ALGEMENE GRONDSLAGEN KREDIETRISICO De navolgende onderdelen behandelen de risico-informatie voor de verslaglegging inzake Pijler 3. Voor kredietrisico houden de gegevens in de tabellen verband met de kernactiviteiten voor kredietrisico van ING Bank op het gebied van effectenfinanciering en derivaten (samen pre-settlement risico); geldmarktactiviteiten (inclusief reservedeposito’s bij centrale banken); kredietverlening (zowel on- als off-balance sheet) en beleggingsrisico’s. De bedragen in dit hoofdstuk zijn gebruikt voor kredietrisicodoeleinden en zijn in lijn met de interpretatie van ING van de definities in het Basel II. Deze cijfers kunnen afwijken van de financiële gegevens zoals gepresenteerd in de jaarrekening onder IFRS-EU. Cijfers voor derivaten en effectenfinanciering zijn gebaseerd op naar risico gewogen bedragen die in het algemeen gelijk zijn aan de marktwaarde van de onderliggende transacties plus een (wettelijk omschreven) opslag voor de geschatte toekomstige positie. De bedragen zijn vervolgens verder aangepast voor het onderpand (marktwaarde na toepassing van een reductiefactor) ) en eventueel wettelijk toegestane saldering of compensatie uit hoofde van raamovereenkomsten (ISDA, CSA, GMLA). De cijfers over geldmarkt- en kredietverleningsactiviteiten zijn in principe nominale bedragen, terwijl bedragen in verband met beleggings activiteiten gebaseerd zijn op het oorspronkelijk geïnvesteerde bedrag minus aflossingen. Off-balance-sheet posities zijn onder meer docu mentaire kredieten en garanties die verband houden met de kredietverlening. Verder omvat deze categorie een deel van de niet gebruikte limieten, dat verband houdt met het statistisch verwachte gebruik van het niet gebruikte deel van de limiet tussen het moment van meting en het theoretische moment van statistische ingebrekeblijving. Deze bedragen worden samen ‘uitstaand kredietrisico’ genoemd. Posities die verband houden met securitisaties (asset-backed-financieringen, commercial/residential mortgage-backed securities en gedekte obligaties) worden apart weergegeven. Deze bedragen houden ook verband met het geïnvesteerde bedrag voorafgaand aan enige bijzondere waardeverminderingsactiviteit of marktwaarde-aanpassing. Ook dit wordt aangemerkt als ‘uitstaand’. Tenzij anders aangegeven, meten de tabellen in dit hoofdstuk de ‘exposure at default’ (EAD) en de naar risico gewogen activa zoals gedefinieerd in Basel II. EAD is in principe de som van (on- en off-balance) kredietverlening, beleggings- en geldmarktactiviteiten, plus een schatting van de niet gebruikte kredietfaciliteit die aan de kredietnemer ter beschikking is gesteld. Verder worden de naar risico gewogen bedragen (plus aanvulling) opgenomen. Het vermenigvuldigen van de naar risico gewogen activa met 8% levert het niveau van het wettelijk verplichte kapitaal op (RECAP) dat als zekerheid voor deze portefeuilles moet worden aangehouden (voor het kredietrisicodeel van de activiteiten). In dit onderdeel is, waar van toepassing, een drempel toegepast van 2% van de gerapporteerde waarde voor het bepalen van de materialiteit. Alle categorieën met een waarde onder de drempel zijn opgenomen in de categorie ‘Overige’. KREDIETRISICO BIJ ING Het kredietbeleid van ING is erop gericht om een internationaal gediversifieerde portefeuille van leningen en obligaties aan te houden, en tegelijkertijd grote risicoconcentraties te voorkomen. De nadruk ligt op het managen van bedrijfsontwikkelingen binnen de divisies door middel van top-down concentratielimieten voor landen, individuele debiteuren en groepen debiteuren. Het doel is goede relaties met klanten op te bouwen maar intern wel strakke interne risico/rendementsrichtlijnen en controles te behouden. Kredietrisico is het risico op verlies als gevolg van het niet nakomen van verplichtingen door debiteuren of tegenpartijen. Kredietrisico’s treden op in ING Bank’s kredietverlening, geldmarktactiviteiten, pre-settlement en beleggingsactiviteiten, als ook in haar handelsactiviteiten. Kredietrisicobeheer wordt ondersteund door speciale risico-informatiesystemen en interne ratingmethodes voor debiteuren en tegenpartijen. Het kredietrisico van ING geldt met name traditionele leningen aan particulieren en bedrijven, obligaties in beleggingsportefeuilles en handelsactiviteiten op financiële markten. Leningen aan particulieren betreffen hoofdzakelijk hypotheken met onroerend goed als onder pand. Bedrijfsleningen zijn veelal voorzien van onderpand maar kunnen ook ongedekt zijn, gebaseerd op interne analyse van de krediet waardigheid van de kredietnemers. De Financial Markets-activiteiten betreffen derivatenhandel, effectenfinanciering en vreemde valuta transacties die gezamenlijk worden aangeduid als pre-settlementrisico’s. ING gebruikt verschillende marktwaarderingsmodellen en bereke ningstechnieken om het kredietrisico op pre-settlement activiteiten vast te stellen. Met behulp van deze technieken worden ING’s poten tiële toekomstige posities in individuele transacties en handelsportefeuilles geschat. Raamovereenkomsten en zekerheidsstellingen worden frequent toegepast om kredietrisico’s te beperken. KREDIETRISICO IN DE PRAKTIJK: PIJLER 3 Basel II verandert niet alleen de manier waarop ING haar kredietrisico’s rapporteert aan toezichthouders; ook de dagelijkse activiteiten en praktijk van alle vormen van risicobeheer op alle niveaus binnen ING Bank worden er anders door. Op de verzekerings- en vermogens beheeractiviteiten van ING heeft Basel II geen effect.
ING Groep Jaarverslag 2009
295
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
Een van de essentiële elementen van Basel II is de gebruikstest. Volgens die gebruikstest moet ING Bank in haar dagelijkse activiteiten gebruik maken van de concepten van Basel II. In onderstaande figuur zijn die concepten geïntegreerd in de dagelijkse activiteiten van ING, zowel lokaal als wereldwijd: Kredietbeoordeling/acceptatie
Wettelijk kapitaal/risico gewogen bezittingen
Performance meeting
Basel II Risico Componenten PD EAD LGD Looptijd Kredietvoorziening
Economisch kapitaal
Prijsstelling van de lening
RISICOMETING EN RAPPORTAGE ING onderscheidt drie verschillende informatievereisten aan het senior management in verband met de geavanceerde IRB-methode (AIRB) voor kredietrisico’s: • rapportage over (minimum) wettelijke kapitaaleisen; • rapportage bewaking modellen; en • rapportage stresstesting. De acceptatie, het onderhoud, de meting, het beheer en de rapportage van kredietrisico’s op alle niveaus van ING Bank worden gerealiseerd aan de hand van eenduidige, gezamenlijke kredietrisicorichtlijnen en de integratie daarvan in gemeenschappelijke kredietrisico-instrumenten die de gestandaardiseerde en transparante kredietrisicoprocedures ondersteunen. DE (A)IRB-METHODE IN HET KORT Vier elementen bepalen de kapitaalbasis die ten grondslag ligt aan de op risico gebaseerde benadering van Basel II. Voor elk van deze vier elementen heeft ING een reeks van statistische, expert- en hybride modellen ontwikkeld die gebaseerd zijn op ING’s historische ervaring en op andere waarnemingen in de markt. • Probability of Default (PD): Het eerste element is de kans dat de kredietnemer, tegenpartij of emittent van obligaties (gezamenlijk debiteur genoemd) in gebreke blijft. De kans dat dit gebeurt, is bepalend voor de kredietwaardigheid van de debiteur. De PD geeft een schatting van de senior ongedekte op zichzelf staande kredietwaardigheid van een organisatie, zonder daarbij essentiële elementen van de transactie zoals onderpand, prijsstelling en looptijd te betrekken; • Exposure at Default (EAD): Het tweede element is de financiële verplichting van de debiteur op het moment dat deze in gebreke blijft. De EAD-modellen maken een schatting van het uitstaande bedrag of de verplichting op het toekomstige moment van ingebrekeblijving. Omdat het niet bekend is of een debiteur in gebreke raakt, en de hoogte van het uitstaande bedrag op dat moment eveneens onbekend is, gebruikt ING een combinatie van statistische, expert- en hybride modellen om de EAD te schatten. Met uitzondering van garanties en documentaire kredieten is de EAD altijd gelijk aan of hoger dan het overeenkomstige uitstaande kredietbedrag, ervan uitgaand dat debiteuren eerst de beschikbare kredietbronnen zullen uitputten voordat de financiële problemen zichtbaar worden voor de kredietverstrekkers; • Loss Given Default (LGD): Het derde element is de ‘loss given default’. Hiermee wordt een schatting gemaakt van het verlies dat ING lijdt als het onderpand voor een lening of financiële verplichting wordt uitgewonnen, of bij liquidatie van een onderneming als onderdeel van een uitwinningsproces. LGD-modellen zijn gebaseerd op het type onderpand, de geschatte verhaalswaarde uitgaande van een ordentelijk verlopen liquidatie en de (in)directe kosten van liquidatie; • Looptijd (M): Het vierde element is de looptijd van de onderliggende financiële verplichting. Basel II hanteert een maximale looptijd van vijf jaar, hoewel vele verplichtingen langer dan vijf jaar lopen.
296
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
Expected Loss (EL): Het verwachte verlies is een maatstaf voor de omvang van de kredietverliezen die ING redelijkerwijs kan verwachten in haar portefeuille. ING moet (als onderdeel van haar kapitaalbasis) een voorziening aanhouden om deze verwachte verliezen op te vangen. Het verwachte verlies kan als volgt worden weergegeven: EL = PD * EAD * LGD Unexpected Loss (UL): Daarnaast moet ING een kapitaalbuffer aanhouden om zichzelf te beschermen tegen onverwachte kredietverliezen door ongebruikelijke marktbewegingen die buiten de gehanteerde statistische normen vallen. Basel II gebruikt dezelfde componenten (verwacht verlies en onverwacht verlies) bij de bepaling van de naar risico gewogen activa (RWA). Net als bij EL, worden bij de naar risico gewogen activa de PD, EAD, en LGD meegenomen, maar worden tevens het type en de omvang van de debiteur in de berekening betrokken. De PD-, EAD- en LGD-modellen die gebruikt worden bij de berekening van het wettelijke kapitaal onder Basel II zijn dezelfde modellen die ING gebruikt bij de bepaling van het interne economisch kapitaal. Deze modellen worden verder ook gebruikt bij de prijsstelling van leningen, de berekening van klantwinstgevendheid en voor de berekening van de kredietvoorzieningen. KREDIETRISICOMODELLEN ING beschouwt een evenwichtige en beheerste set van regels voor modelontwikkeling, -onderhoud en -validatie als een essentieel onderdeel van professionele risicometing en -beheer. In 2006 ontwikkelde en implementeerde ING een raamwerk voor het beheer van kredietrisicomodellen dat bestaat uit een uitgebreide verzameling richtlijnen en eisen waar alle betrokken partijen aan moeten voldoen bij het ontwikkelen, implementeren en onderhouden van PD-, LGD- en EAD- modellen. Soorten van kredietrisicomodellering Binnen ING Bank bestaan drie modelvormen die samen ten grondslag liggen aan de PD-, EAD- en LGD- modellen die binnen de bank worden gebruikt. • Expertmodellen zijn gebaseerd op de kennis van experts bij zowel Risk Management als de frontoffice-medewerkers en op publicaties van ratingbureaus, toezichthouders en wetenschappers. Dit soort modellen is met name bedoeld voor portefeuilles met beperkte historische gegevens voor wat betreft ingebrekeblijving, waardoor een statistisch model minder betrouwbaar is. Deze portefeuilles worden ook wel ’low default’-portefeuilles genoemd. • Statistische modellen worden gemaakt indien er een grote hoeveelheid gedetailleerde verliesdata beschikbaar is. Deze modellen worden gekenmerkt door een voldoende aantal datapunten waardoor bruikbare statistische schattingen van de modelparameters kunnen worden gemaakt. Die parameters worden geschat met statistische technieken op basis van de beschikbare verzameling gegevens. • Hybride modellen bevatten kenmerken van zowel expert- als statistische modellen. Naast de modelkeuze is ook de keuze voor de definitie van ingebrekeblijving een belangrijk startpunt voor modelbouw. ING gebruikt een raamwerk dat elementen van de wettelijke definitie van ingebrekeblijving combineert met de indicatoren voor voorzieningen onder IAS 39. Het idee hierachter is dat verschillende indicatoren nagenoeg gelijk zijn aan de onder Basel II (en soortgelijke regelgeving) gebruikte ‘unlikeliness to pay’. Door de integratie van beide raamwerken is het mogelijk om de wettelijke risicocomponenten PD, LGD en EAD in het proces voor collectieve voorzieningen onder IAS 39 te gebruiken, waardoor ING nog beter voldoet aan de gebruikstest van Basel II. Onafhankelijke modelvalidatie is een van de hoekstenen van dit raamwerk. Die validatie heeft tot doel te bepalen of een model geschikt is voor het beoogde gebruik. Het gaat om een continu proces waarbij de betrouwbaarheid van de modellen wordt getoetst gedurende de verschillende fasen van de levenscyclus: aan het begin, vóór goedkeuring, periodiek na implementatie en als er significante aanpassingen in het model worden aangebracht. Het validatieproces bestaat uit een mix van ontwikkelingsbewijs, procesverificatie en uitkomstenanalyse. DOOR ING BANK GEHANTEEERDE WERKWIJZEN In lijn met de goedkeuring van DNB en andere lokale toezichthouders gebruikt ING sinds 1 januari 2008 de AIRB-aanpak voor het grootste deel van haar belangrijke portefeuilles die kredietrisico’s bevatten. Een klein deel van de portefeuilles valt echter nog steeds onder de standaardaanpak (SA). Het betreft hier kleine sterk gespecialiseerde portefeuilles of nieuw verkregen portefeuilles van acquisities die zelf nog niet de AIRB-aanpak volgen. In enkele gevallen is de standaardaanpak verplicht, in combinatie met overgangseisen die zijn opgelegd door lokale toezichthouders. Gedurende 2009 verkleinde ING de SA portefeuille met 28% in termen van uitstaande kredietrisico’s, waarmee het doel om de SA portefeuille met 50% te verkleinen niet werd gehaald. De lager dan verwachte reductie werd veroorzaakt door tragere goedkeuring van interne modellen door toezichthouders in een aantal landen. ING houdt vast aan het doel van verkleining van het relatieve aandeel van de SA portefeuille. ING Groep Jaarverslag 2009
297
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
ING gebruikt de AIRB en de Internal Assessment Approach (IAA) voor de liquiditeitslijnen van Asset Backed Commercial Paperprogramma’s. Voor een aantal portefeuilles – te weten die portefeuilles waarvan afscheid wordt genomen of die qua omvang of risicoprofiel immaterieel zijn – wordt de standaardaanpak gebruikt. GROEPEN KREDIETRISICO Binnen Basel II worden zogenaamde ‘exposure classes’ onderscheiden. Dit zijn groepen kredietrisico’s met eenzelfde type debiteur of product. Voor AIRB geldt dat de meeste van deze exposure classes weer subcategorieën kennen. ING hanteert de volgende definities voor de bepaling van exposure classes: Overheden betreft alle Rijksoverheden, centrale banken, onder Basel II erkende lagere overheden en supranationale organisaties; Instellingen betreft alle commerciële banken, niet-bancaire financiële instellingen (zoals leasemaatschappijen, fondsen en fondsmanagers, en verzekeringsmaatschappijen) en lagere overheidsinstanties die niet worden aangemerkt als overheden; Bedrijven betreft alle rechtspersonen, niet zijnde overheden, instellingen of Overige Retail; Woninghypotheken betreft alle hypotheekleningen voor woningen die niet zijn gesecuritiseerd; Overige Retail betreft alle overige kredieten aan Retail MKB (zoals maatschappen, kleinere vennootschappen (VOF, BV) en eenmanszaken) en particulieren, zoals consumentenleningen, autoleningen en creditcards. Volgens deze definities van ‘exposure classes’ kunnen particulieren onder zowel Woninghypotheken als onder Overige Retail vallen. Voor alle andere partijen is geen overlap mogelijk. KREDIETRISICO-EXPOSURES Bruto kredietrisico ‘exposure’ (EAD) per ‘exposure class’
Standaardaanpak (SA) AIRB-aanpak Totaal 2009
Rijksoverheden en Centrale Banken
Instellingen
Bedrijven
Woning hypotheken
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
8.721 84.994 93.715
3.052 103.581 106.633
15.965 252.330 268.295
5.981 293.074 299.055
12.020 34.819 46.839
45.739 768.798 814.537
63.848 761.857 825.705
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA.
Bruto kredietrisico ‘exposure’ (EAD) per land
Nederland Duitsland België Verenigde Staten Spanje Australië Frankrijk Verenigd Koninkrijk Italië Canada Overige Totaal
Rijksoverheden en Centrale Banken
Instellingen
Bedrijven
Woning hypotheken
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
26.399 10.808 13.181 2.973 4.123 59 8.345 307 6.638 3.176 17.706 93.715
2.298 21.880 5.906 9.590 14.681 5.953 9.715 7.335 2.284 2.828 24.163 106.633
74.657 6.497 30.231 30.601 10.376 4.897 12.988 14.670 6.973 941 75.464 268.295
137.985 47.397 19.838 26.500 7.534 25.668 989 2.215 6.405 17.028 7.496 299.055
19.451 4.239 8.813 161 1.263 67 310 1.535 2.951 476 7.573 46.839
260.790 90.821 77.969 69.825 37.977 36.644 32.347 26.062 25.251 24.449 132.402 814.537
244.843 92.876 80.773 69.178 45.891 29.308 37.449 29.453 26.234 20.094 149.606 825.705
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA.
Deze tabel geeft de ‘exposures at default’ (EAD) weer op basis van het land waar de debiteur gevestigd is. Deze cijfers illustreren nadrukkelijk niet het landen(transfer)risico , bijvoorbeeld een beperking op de omwisselbaarheid van lokale valuta in internationale verhandelbare munteenheden. Ook geven de cijfers geen indicatie van de economische positie in een land. De weergegeven cijfers zijn de belangrijkste exposures, kleinere vallen onder Overige. Geen van die exposures is groter dan EUR 15,0 miljard. Voor het transferrisico en het economisch landenrisico (inclusief definities) verwijzen we naar de risicoparagraaf. De cijfers voor de categorie ‘Overheden’ voor Italie, zijn inclusief EUR 1,5 miljard exposure aan de Centrale Bank en EUR 4,8 miljard in beleggingen in schuldpapier uitgegeven door de Centrale Overheid. De Spaanse cijfers bevatten EUR 2,2 miljard exposure aan de Centrale Bank en EUR 1,5 miljard aan beleggingen in schuldpapier, uitgegeven door de Centrale Overheid.
298
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
Bruto kredietrisico ‘exposure’ (EAD) per economische sector Rijksoverheden en Centrale Banken
Bouwbedrijven en aannemers Centrale Banken Rijksoverheden Zakenbanken Voeding, dranken en pers. verzorging Industrie Algemeen Lagere overheden Grondstoffen Niet-bancaire financiële instellingen Particulieren Vastgoed Diensten Transport en logistiek Overige Totaal
Instellingen
22.022 64.675 488
87.610
6.177
Bedrijven
Woning hypotheken
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
13.506
2.581
331
65
16.087 22.022 64.675 88.494
19.351 23.786 53.794 112.093
17.082 14.774
2.435 2.096 96 441
19.517 16.870 20.642 31.603
20.449 20.209 20.651 29.200
869 21.978 3.045 4.475 1.366 7.392 46.839
50.645 321.174 56.706 21.366 22.497 62.239 814.537
52.879 299.065 55.545 22.973 25.232 70.478 825.705
14.369 31.162 3.514
332
21 93.715
1.140 106.633
46.262 141 53.329 16.891 21.131 53.686 268.295
299.055
299.055
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA.
De bovenstaande cijfers zijn EAD zoals gedefinieerd door Basel II en wijken daardoor af van de sectorverdeling zoals gepresenteerd in de jaarrekening. NB: alle overige sectoren hebben een exposure kleiner dan EUR 15,0 miljard. ING gebruikt de NAICS-sectorclassificatie (North American Industry Classification System). Deze onderverdeling bestaat uit ruim 1.500 gedetailleerde sectorbeschrijvingen die (op het hoogste niveau) in 22 sectorcategorieën vallen. Sommige landen verplichten ING lokaal te rapporteren op basis van andere sectorclassificaties, maar die zijn in het algemeen afgeleid van de NAICS-onderverdeling. Uitstaande bedragen per looptijd per jaarultimo
Huidige uitstaande bedragen 1 maand 3 maanden 6 maanden 1 jaar 2 jaar 3 jaar 5 jaar 7 jaar 10 jaar
Rijksoverheden en Centrale Banken
Instellingen
Bedrijven
Woninghypotheken
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
88.331 80.839 61.797 54.379 51.169 46.400 42.219 30.085 22.698 9.763
107.763 106.565 85.032 81.612 75.423 68.774 58.784 46.538 33.442 12.315
232.178 225.948 211.372 203.467 164.262 135.767 110.734 77.057 52.417 35.831
288.244 287.781 287.339 286.568 283.352 279.657 274.706 256.328 245.610 224.947
35.855 35.268 34.452 33.497 23.739 20.622 17.882 13.270 10.931 8.327
752.371 736.401 679.992 659.523 597.945 551.220 504.325 423.278 365.098 291.183
749.213 714.735 653.817 636.540 572.949 525.787 477.955 400.858 340.794 259.858
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * In bovenstaande cijfers zijn geen probleemleningen opgenomen (rating 20-22).
Onder Basel II wordt geen kasstroommethode aangegeven voor de eventuele toekomstige portefeuille-uitstroom. Om die reden geeft de tabel uitstaande bedragen voor kredietrisico’s en geen EAD. In de uitstaande bedragen voor kredietrisico’s zijn wel on- en off-balance sheet-producten begrepen maar niet de ongebruikte limieten. Voor derivaten en effectenfinanciering zijn de uitstaande bedragen geba seerd op de marktwaarde plus een opslag. Die opslag is echter over het algemeen minder conservatief berekend dan onder Basel II. Verondersteld in deze cijfers is dat leningen, geldmarktuitzettingen en beleggingen in vastrentende waarden aan het einde van de looptijd volledig worden afgelost. Daarnaast wordt ervan uitgegaan dat limieten worden teruggebracht conform de overeengekomen aflossings voorwaarden, zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met eventuele verlengingen of vernieuwingen, dan wel de aan- of verkoop van portefeuilles. Pre-settlement risico’s worden geacht af te nemen naar gelang de juridische looptijd van de onderliggende transacties. Met de ‘marktwaarde plus opslag’ methode is het echter mogelijk dat een positie in de tijd toe- in plaats van afneemt. Dit is afhankelijk van de inschatting van de toekomstige rente en wisselkoersen door ING alsmede van potentiële veranderingen in de toekomstige verplich tingen in verband daarmee. Uitstaande bedragen voor kredietrisico zijn echter over het algemeen lager dan de EAD.
ING Groep Jaarverslag 2009
299
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
Verder zijn de cijfers gebaseerd op de veronderstelling dat er in de portefeuille geen nieuwe kredietrisico’s bijkomen, dat er geen vertra gingen optreden in de aflossing van probleemleningen en dat er geen afschrijvingen in verband met voorzieningen en bijzondere waarde verminderingen plaatsvinden. De portefeuille-uitstroom is het verschil tussen twee opeenvolgende perioden. DEBITEURENVOORZIENINGEN Er zijn drie soorten voorzieningen: • Individually Significant Financial Asset (ISFA). Deze voorzieningen worden getroffen voor leningen die aparte voorzieningen vereisen. Het gaat hier in het algemeen om leningen die een drempel overschrijden(1). De voorzieningen zijn gebaseerd op de netto contante waarde van toekomstige kasstromen bij uitwinning. Die kasstromen zijn op hun beurt weer een beste inschatting van de herstructureringsexpert over het tijdstip van inning. Die inning kan op uiteenlopende manieren plaatsvinden, onder andere door verkoop van onderpand, lopende kasstromen, verkoop van bedrijfsonderdelen/dochterondernemingen etc. Alle ISFA-voorzieningen binnen ING Bank worden volgens eenzelfde systeem berekend; • Incurred But Not Recognised (IBNR). Deze voorzieningen worden getroffen voor de lopende (‘gezonde’) leningenportefeuille en vormen een schatting van de verliezen/ingebrekeblijvingen die mogelijk al in de portefeuille hebben plaatsgevonden maar die ING nog niet heeft vastgesteld of onderkend. De voorzieningen zijn gebaseerd op een aangepaste verwachte verliesmethode. De belangrijkste aanpassing is dat de tijdshorizon van 12 maanden is ingekort tot 3, 6, of 9 maanden, afhankelijk van het type debiteur. In het algemeen geldt: hoe groter de debiteur, hoe korter de tijdshorizon. IBNR-voorzieningen binnen ING Bank worden centraal en volgens eenzelfde systeem berekend; • Individually Not Significant Financial Asset (INSFA). Deze voorzieningen worden getroffen voor onderkende probleemleningen (rating 20-22) onder een bepaald minimumbedrag. Vanwege de geringe omvang van deze leningen staat IFRS een statistische aanpak toe voor de berekening daarvan. ING Bank gebruikt hiervoor dezelfde statistische formule als bij de IBNR- bepaling. Ook deze voorzieningen worden centraal en volgens hetzelfde systeem berekend. (1)
Dat minimum verschilt per bedrijfsonderdeel maar bedraagt internationaal doorgaans nihil en in de thuismarkten EUR 1 miljoen.
Cumulatieve voorzieningen per land
Land Nederland Verenigde Staten Duitsland België Spanje Polen Frankrijk Turkije Britse maagdeneilanden Italië Roemenië India Rusland Oekraïne Australië Overige Totaal
Rijks overheden en centrale banken
1
Instellingen
2
1 1 17 2 3
44 65
Bedrijven
598 211 94 242 249 131 147 59 107 48 48 48 59 37 29 396 2.503
Woning hypotheken
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
2
337 3 122 152 6 22 2 73
3 1 2
29 26 23
22 5 979
54 849
1.039 750 479 429 260 154 149 137 107 80 75 74 60 54 51 501 4.399
629 266 354 332 116 122 98 85 36 60 11 40 45 40 14 363 2.611
104 536 263 35 5 1
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief herwaarderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt.
Bovenstaande tabel is gebaseerd op het land waar de debiteur is gevestigd. In landen die niet in de lijst voorkomen, is sprake van een cumulatieve voorziening van minder dan EUR 50 miljoen. Deze landen zijn samengevoegd onder Overige.
300
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
Cumulatieve voorzieningen per economische sector Rijks overheden en Centrale Banken
Auto-industrie Bouwbedrijven en aannemers Chemie, Gezondheid & Pharmacie Zakenbanken Voeding, dranken en pers. verzorging Industrie Algemeen Media Grondstoffen Niet-bancaire financiële instellingen Particulieren Vastgoed Retail Diensten Telecom Transport en logistiek Overige Totaal
Instellingen
119 290 72 19 246 359 82 129 180 35 350 82 194 54 140 152 2.503
59
4
3 3
Woning hypotheken
Bedrijven
2 65
979
979
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
17 65 12 1 49 48 19 6 12 365 29 51 71 2 33 69 849
136 355 84 79 295 407 101 135 196 1.379 379 133 265 56 173 226 4.399
103 217 45 106 185 226 54 79 87 870 167 95 136 11 70 160 2.611
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief bijzondere waardeverminderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt.
De bovenstaande tabellen dienen te worden gelezen in samenhang met de onderstaande tabellen voor achterstallige leningen per land en achterstallige leningen per economische sector, alsmede met de informatie en toelichting in de jaarrekening . In economische sectoren die niet in de lijst voorkomen, is sprake van een cumulatieve voorziening van minder dan EUR 50 miljoen. Deze sectoren zijn samengevoegd onder Overige. Achterstallige leningen per land (op basis van uitstaande bedragen) Woning hypotheken
België Nederland Australie Verenigde Staten Duitsland Turkije Canada Overige Totaal
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
324 23
2.525 2.397 905 454 282 246 179 416 7.404
2.399 2.330 775 585 258 321 137 419 7.224
2.201 2.374 905 454 272 94 178 205 6.683
10 152 1 211 721
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief herwaarderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt.
Bovenstaande tabel is gebaseerd op het land waar de debiteur is gevestigd. In landen die niet in de lijst voorkomen, is sprake van achterstallige leningen van minder dan EUR 150 miljoen. Deze landen zijn samengevoegd onder Overige. Achterstallige leningen per economische sector (op basis van uitstaande bedragen) Woning hypotheken
Particulieren Overige Totaal
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
373 348 721
7.056 348 7.404
6.868 356 7.224
6.683 6.683
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief herwaarderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt.
In economische sectoren die niet in de lijst voorkomen, is sprake van achterstallige leningen van minder dan EUR 150 miljoen. Deze sectoren zijn samengevoegd onder Overige. De bovenstaande tabellen dienen te worden gelezen in samenhang met de tabellen voor cumulatieve voorzieningen per land en voor cumulatieve voorzieningen per economische sector, alsmede de informatie en toelichting in de jaarrekening.
ING Groep Jaarverslag 2009
301
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
Achterstallige leningen zijn voor ING leningen waarvan de betaling van rente of aflossing meer dan één dag achterstallig is. De methode geldt ook voor leningen aan particulieren zoals hypotheekleningen voor woningen, autoleningen en andere consumentenleningen. Voor zakelijke leningen (aan overheden, instellingen, bedrijven) is het beleid van ING om debiteuren te classificeren als probleemlening zodra er niet wordt afgelost. Het begrip achterstallige leningen geldt niet voor dit type debiteuren (en dat verklaart waarom voor bepaalde soorten leningposities geen cijfers worden gegeven). De tabel geeft uitstaande bedragen voor kredietrisico’s en geen EAD. In de uitstaande bedragen voor kredietrisico’s zijn wel on- en offbalance sheet-producten begrepen maar niet de ongebruikte limieten. Voor derivaten en effectenfinanciering zijn de uitstaande bedragen gebaseerd op de marktwaarde plus een opslag. Die opslag is echter over het algemeen minder conservatief berekend dan onder Basel II. Voorzieningentekort Het voorzieningentekort is het verschil tussen het verwachte verlies en de voorziening voor AIRB-posities. Dit verschil wordt veroorzaakt door het verschil in tijdshorizon tussen IAS 39-voorzieningen (drie, zes en negen maanden) enerzijds en de 12-maands tijdshorizon voor de verwachte verliezen en wettelijke kapitaalvereisten anderzijds. Onder Basel II wordt het tekort in mindering gebracht op het wettelijk verplichte kapitaal, 50% van het kernkapitaal en 50% van tier 2. Ultimo 2009 bedroeg het voorzieningentekort (voor belastingen) EUR 1.579 miljoen. Het relatieve niveau van het voorzieningentekort, vergeleken met het feitelijke voorzieningenniveau, neemt in het algemeen toe in perioden waarin de voorzieningen op portefeuilleniveau afnemen en het neemt af in perioden waarin de voorzieningen toenemen. Standaardaanpak (SA) In tegenstelling tot AIRB werkt de standaardaanpak met een vaste risicoweging voor elk actief, zoals voorgeschreven door de toezicht houdende instanties. Dit gewicht is gebaseerd op de klasse. De standaardaanpak is daarmee de minst verfijnde aanpak van Basel II en minder gevoelig dan de op risico’s gebaseerde aanpak. Indien externe ratings beschikbaar zijn, kunnen deze worden gebruikt ter ver vanging van de vaste risicowegingen. Omdat de onderliggende debiteuren relatief klein zijn hebben deze doorgaans geen externe rating. PORTEFEUILLES VOLGENS DE STANDAARDAANPAK Brutopositie volgens standaardaanpak (SA) Positie voor risico vermindering
Positie na risico vermindering
Positie voor risicovermindering
2009
Risicocategorieën: 0% 10% 20% 35% 50% 75% 100% 150% 200% 1250%
Positie na risicovermindering 2008
4.722
5.055
6.881
7.072
9.012 5.639 6.802 16.263 30.808 799
9.029 5.639 7.217 15.636 29.852 745
4.240 20.188 4.131 24.259 35.081 610
4.414 20.188 4.200 21.456 33.947 562
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief herwaarderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt.
Met de standaardmethode zijn er in het algemeen twee methodes waarmee het kredietrisico kan worden verminderd: a) verlagen van kredietrisico doordat ING financieel onderpand accepteert, zoals verhandelbare effecten of contanten; of b) verminderen of doorschuiven van kredietrisico naar een lagere wegingsgroep doordat ING garanties van niet verwante derden accepteert.
302
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
De risicogewichten zijn omschreven in Basel II en door ING als volgt geïnterpreteerd: Risicoweging 0% Deze activa vallen uiteen in drie categorieën zoals hieronder beschreven. In al deze gevallen heeft ING kredietrisicomodellen ontwikkeld voor de specifieke portefeuilles maar is de AIRB-aanpak nog niet geïmplementeerd vanwege restricties van lokale toezichthouders. In de meeste gevallen zullen deze portefeuilles in 2009 worden omgezet naar de AIRB-aanpak. Overheden en centrale banken In lijn met de nationale regelgeving is het risicogewicht voor vele overheden en centrale banken onder de standaardaanpak gelijk aan 0%. Regionale en lokale overheden In veel landen wordt een positie in provinciale, regionale en gemeentelijke overheden behandeld als een positie in de overheid van het rechtsgebied. Multilaterale ontwikkelingsbanken Een positie in specifieke multilaterale ontwikkelingsbanken en andere internationale organisaties zoals de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling kennen een risicogewicht van 0%. Risicoweging 10% De risicoweging van 10% geldt onder de standaardaanpak voor gedekte obligaties. Alle gedekte obligatieposities van ING vallen onder de AIRB. Risicoweging 20% De risicoweging van 20% geldt voor posities op basis van categorie en externe rating. Het betreft doorgaans posities van hoge kwaliteit. Risicoweging 35% Vorderingen die gedekt zijn door woninghypotheken krijgen een risicogewicht van 35%. Het gewicht wordt alleen verlaagd voor dat deel van de positie dat geheel door zekerheden is gedekt. Risicoweging 50% De risicoweging van 50% geldt voor posities op basis van categorie en externe rating. Het betreft doorgaans geen posities van hoge kwaliteit. Risicoweging 75% In de standaardaanpak krijgen retailposities een risicogewicht van 75%. Risicoweging 100% In de standaardaanpak krijgen posities zonder externe rating die niet in een van de andere categorieën vallen, een risicogewicht van 100%. Risicoweging 150% In de standaardaanpak krijgen bepaalde specifieke posities, zoals die in durfkapitaal, private equity, of het niet gedekte deel van een achterstallige verplichting een risicogewicht van 150%. Risicoweging 200% De risicoweging van 200% geldt voor instellingen voor collectieve beleggingen met zeer risicovolle aandelenbeleggingen. PORTEFEUILLES VOLGENS DE AIRB-AANPAK RISICORATINGMETHODIEK In principe zijn alle risicoratings gebaseerd op een ‘probability of default’ (PD) risicoratingmodel dat voldoet aan de minimumeisen zoals beschreven in de kapitaalrichtlijn (CRD), de toezichtregels van DNB en de CEBS-richtlijnen. Dit betreft alle types en segmenten debiteuren, inclusief landen. De PD-ratingmodellen van ING kennen een schaal van 1 tot 22, die grofweg overeenkomt met de indeling die door externe ratingbureaus wordt gebruikt, zoals Standard & Poor en Fitch. Zo komt een ING-rating van 1 overeen met de rating AAA van S&P/Fitch; een ING rating van 2 correspondeert met een S&P/Fitch-rating van AA+ etc.
ING Groep Jaarverslag 2009
303
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
Risicoratings ratingmodellen De risicoratingprocessen kennen onderstaande vormen: • Ratingmodellen op basis van handmatig ingrijpen: dit zijn modellen die handmatige tussenkomst door de gebruiker vereisen. Deze beantwoordt vragen van het ratingmodel over elke individuele rechtspersoon, wat uiteindelijk leidt tot een risicorating. Als de risicorating niet wordt herzien, verloopt deze anderhalf jaar na de laatste herziening. Deze modellen worden vooral gebruikt voor overheden, instellingen en grote bedrijven. • Geautomatiseerde ratingmodellen: dit zijn modellen die geen handmatige tussenkomst vereisen. In plaats daarvan worden de gegevens automatisch verzameld en gebruikt om de risicorating te bepalen (dit proces wordt nader beschreven in de paragrafen over het gegevensbeheer en de IT-processen van ING). Deze modellen worden met name gebruikt voor kleine bedrijven, consumentenleningen en woninghypotheken. • Risicoratings na beroep: uitkomsten van ratingmodellen die als onjuist worden beschouwd, kunnen aan de hand van een beroepsprocedure worden herzien, indien aanwezig. Er zijn beroepsprocedures voor alle ratingmodellen die handmatige tussenkomst vereisen, maar niet voor geautomatiseerde ratingmodellen voor consumentenleningen en woninghypotheken. • Ratings die tot stand komen buiten ratingmodellen om: dit zijn ratings die niet berekend zijn op basis van een goedgekeurd ratingmodel maar handmatig zijn berekend of vastgesteld op basis van een goedgekeurde subjectieve methode. Deze ratings worden in het algemeen alleen gebruikt voor de classificatie van probleemleningen (18-22) die onder beheer zijn bij de centrale of regionale kredietherstructureringseenheid en voor securitisatieportefeuilles. In dat laatste geval zijn de externe ratings van de tranche waarin ING heeft geïnvesteerd, bepalend. EAD-posities per ‘probability of default’ categorie volgens de AIRB-aanpak Rijksoverheden en Centrale Banken
1 (AAA) 2 (AA+) 3 (AA) 4 (AA-) 5 (A+) 6 (A) 7 (A-) 8 (BBB+) 9 (BBB) 10 (BBB-) 11 (BB+) 12 (BB) 13 (BB-) 14 (B+) 15 (B) 16 (B-) 17 (CCC-C) 18 (Speciale vermelding) 19 (Substandaard) 20 (Twijfelachtig) 21 (Liquidatie – zonder verlies) 22 (Liquidatie – met verlies) Totaal
Instellingen
Bedrijven
1 2
2.129 5.435 7.446 28.297 18.456 13.412 11.344 5.907 3.915 3.131 1.139 792 881 604 116 101 299 50 15 102
84.994
10 103.581
3.014 3.255 5.467 5.591 7.335 8.959 15.742 19.119 25.924 32.163 28.187 28.032 23.171 17.061 8.394 3.720 5.372 4.364 1.237 5.392 168 663 252.330
14.562 41.369 15.958 733 8.304 2.073 84 611 153 36 320 468 42 159 56 53 10
Woning hypotheken
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
71 2.014 467 3.887 3.940 24.490 26.976 48.909 54.390 64.684 22.522 9.739 4.805 13.740 2.157 3.190 372 2.935 2.261 1.462 63 293.074
10 70 610 302 625 753 1.343 3.689 3.433 5.296 4.896 3.727 2.768 2.088 1.455 573 999 476 536 765 229 176 34.819
19.715 50.200 31.495 35.390 38.607 29.137 53.003 56.302 82.334 95.016 99.226 55.541 36.601 24.717 23.761 6.604 9.870 5.262 4.724 8.522 1.859 912 768.798
38.481 32.014 29.711 62.706 40.248 24.966 44.940 52.281 76.884 93.115 110.469 66.082 33.177 17.566 13.946 3.894 8.048 3.034 2.450 5.689 1.607 549 761.857
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief herwaarderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt.
Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op EAD en wijken af van de in de jaarrekening gepresenteerde cijfers omdat de gebruikte meetmethode verschilt. Meer dan 95% van de kredietrisico’s van ING heeft een rating op basis van PD-modellen die binnen ING zelf zijn ontwikkeld. Binnen de AIRB-portefeuille is het aantal Basel II-ratings groter dan 99% (op basis van positie). Bankbreed kent ING meer dan 100 rating modellen, inclusief een aantal submodellen. Sommige modellen bestrijken de hele wereld, zoals die voor grote bedrijven, zakenbanken, verzekeraars, Rijksoverheden, lagere overheden, fondsen, fondsmanagers, projectfinancieringen en bedrijven die met een schuldenlast kampen. Andere modellen gelden specifiek voor een land of regio zoals de PD-modellen voor het MKB in Centraal Europa, de Benelux en het Verenigd Koninkrijk, alsmede voor woninghypotheken en consumentenleningen in de diverse retailmarkten.
304
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
Ratingmodellen voor particuliere debiteuren zijn overwegend statistisch en geautomatiseerd, en kunnen daardoor maandelijks of elke twee maanden worden geactualiseerd. Modellen voor het MKB en voor grote bedrijven, instellingen en banken worden handmatig bijgewerkt en ten minste eenmaal per jaar doorgelicht. Voor de bepaling van de naar risico gewogen activa (en het wettelijk vereiste kapitaal) van een portefeuille wordt onder Basel II de nominale positie gewogen volgens een op risico gebaseerde aanpak. In die aanpak is minder kapitaal nodig voor kredietrisico’s met een goede rating terwijl er steeds meer kapitaal nodig is naarmate de rating van een debiteur slechter wordt. Boekhoudkundig betekent dit dat de naar risico gewogen activa toe- of afnemen naar gelang de risicorating verandert, zonder dat er een significante verandering in de omvang van de onderliggende financiële activa hoeft te hebben plaatsgevonden. ING volgt ratingmigraties dan ook op de voet. Gemiddelde ‘loss given default’ per PD categorie volgens de AIRB-aanpak Rijksoverheden en Centrale Banken
Instellingen
Bedrijven
Woning hypotheken
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
20% 20% 20% 20% 20% 20% 27% 30% 13% 43% 38% 24% 4% 8% 8% 60% 11% 20% 80% 36%
14% 22% 19% 19% 21% 20% 24% 23% 26% 39% 29% 44% 41% 35% 44% 51% 30% 29% 46% 43%
20%
11% 22%
26% 32% 26% 42% 31% 29% 33% 36% 30% 26% 25% 21% 20% 19% 22% 20% 24% 16% 24% 28% 16% 32% 26%
10% 10% 23% 10% 10% 21% 19% 18% 16% 14% 14% 17% 18% 21% 21% 19% 15% 21% 20% 29% 15% 16% 16%
46% 61% 64% 76% 63% 63% 43% 39% 41% 37% 31% 33% 31% 32% 50% 41% 34% 35% 36% 47% 64% 65% 38%
21% 21% 22% 23% 22% 24% 25% 26% 22% 20% 19% 20% 21% 21% 23% 22% 22% 19% 23% 30% 21% 37% 22%
23% 20% 23% 23% 27% 25% 26% 27% 23% 19% 17% 20% 20% 23% 21% 25% 24% 17% 18% 27% 16% 36% 22%
1 (AAA) 2 (AA+) 3 (AA) 4 (AA-) 5 (A+) 6 (A) 7 (A-) 8 (BBB+) 9 (BBB) 10 (BBB-) 11 (BB+) 12 (BB) 13 (BB-) 14 (B+) 15 (B) 16 (B-) 17 (CCC-C) 18 (Speciale vermelding) 19 (Substandaard) 20 (Twijfelachtig) 21 (Liquidatie – zonder verlies) 22 (Liquidatie – met verlies) Totaal
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief herwaarderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt.
In de tabel wordt de gewogen gemiddelde ‘loss given default’ (LGD) weergegeven voor iedere mogelijke combinatie van PD en klasse. De gewogen gemiddelde LGD voor een onderneming met een AAA-rating is bijvoorbeeld 26%, terwijl dat voor een BBB-naam 30% is. LGDpercentages worden beïnvloed door de transactiestructuur van de financiële verplichting, het onderpand of de verkregen dekkingen, en het land waar het eventuele onderpand zou moeten worden uitgewonnen. In bepaalde gevallen is de portefeuille-omvang relatief gering. Dit kan effect hebben op de gewogen gemiddelde LGD voor een gegeven PD-rating en klasse. Het is dan ook raadzaam de tabel in samenhang met de voorgaande te lezen. Niet opgenomen kredietfaciliteiten
Standaardaanpak AIRB-aanpak Totaal
Rijksoverheden en Centrale Banken
Instellingen
Bedrijven
Woning hypotheken
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
6 195 201
272 1.181 1.453
2.470 52.425 54.895
586 9.232 9.818
5.492 11.776 17.268
8.826 74.809 83.635
10.518 76.177 86.695
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief herwaarderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt.
Deze cijfers illustreren de potentiële positie die door de kredietnemers van ING uit hoofde van toegezegde faciliteiten kan ontstaan . In de meeste gevallen kan een kredietnemer van deze faciliteiten gebruik maken tenzij deze in gebreke is gebleven, of anderszins niet aan de voorwaarden van de kredietovereenkomst heeft voldaan. Over het niet-gebruikte deel van de faciliteit betaalt de kredietnemer veelal een bereidstellingsprovisie aan ING. Pre-settlement-, geldmarkt- en beleggingslimieten worden in het algemeen niet toegezegd.
ING Groep Jaarverslag 2009
305
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
Als alle niet-gebruikte faciliteiten op hetzelfde moment zouden worden opgenomen, dan zou het kredietrisico van ING (gemeten in uitzettingen) met 11% toenemen. Als onderdeel van de ‘exposure at default’ (EAD) modellen schat ING in hoeveel van deze niet gebruikte gelden onder normale omstandigheden opgenomen zouden kunnen worden. Dit is vervolgens meegenomen in de berekening van de naar risico gewogen activa (RWA), samen met een vergelijkbaar effect voor niet-toegezegde faciliteiten, zij het tegen een lager percentage. Exposures gegarandeerd door derden Rijksoverheden en Centrale Banken
Standaardaanpak AIRB-aanpak Totaal
14.022 14.022
Instellingen
Bedrijven
7.738 7.738
852 42.583 43.435
Woning hypotheken
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
563 563
13 5.856 5.869
865 70.762 71.627
483 143.444 143.927
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief herwaarderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt.
Van tijd tot tijd verstrekt ING leningen waarvoor zij van een niet-gerelateerde tegenpartij of debiteur (derde) een specifieke financiële garantie ontvangt. In deze tabel wordt de EAD weergegeven die door derden is gegarandeerd. Niet- gegarandeerde bedragen zijn buiten beschouwing gelaten. Als een kredietrisico slechts ten dele is gegarandeerd, dan komt alleen dat gegarandeerde deel van het bedrag in bovenstaande cijfers terug. Garanties die zijn verstrekt door een aan de kredietnemer gelieerde partij, zoals een moeder- of dochterbedrijf, zijn niet meegenomen. Ook wordt geen rekening gehouden met impliciete garanties in de vorm van bijvoorbeeld credit default swaps. Verder zijn bedragen die gegarandeerd zijn als onderdeel van een door de overheid gesponsord hypotheekprogramma buiten beschouwing gelaten. De bovenstaande cijfers bevatten wel bedragen die gegarandeerd zijn via een niet-gefinancierde risicodeelnemingsconstructie. Tegenpartijrisico (kredietrisico) EAD door derivaten (SA en AIRB) Rijksoverheden en Centrale Banken
Instellingen
Bedrijven
203 2.729
1.543 23 475 2.431 11.863
2.941
16.335
875 92 837 2.508 7.616 3 11.931
9
Kredietderivaten Derivaten Aandelenderivaten Valutaderivaten Rentederivaten ‘Commodity’ derivaten Totaal
Woning hypotheken
Overige retail
4 11 41 99 155
Totaal 2009
Totaal 2008
2.427 119 1.323 5.183 22.307 3 31.362
4.243 64 1.597 10.694 23.289 39.887
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief herwaarderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt.
De bovenstaande tabel illustreert de uitkomsten van de naar risico gewogen activa onder Basel II volgens de methode ‘marktwaarde plus (wettelijke) opslag’, gecorrigeerd voor compensatie en wettelijke saldering. Dankzij deze methode kan ING nagenoeg haar gehele derivatenpositie classificeren volgens de AIRB-aanpak. Tegenpartijrisico (kredietrisico) EAD door derivaten (SA en AIRB) Rijksoverheden en Centrale Banken
Instellingen
Bedrijven
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
Bruto MTM plus wettelijke opslag Bedrag na compensatie
3.275 2.941
62.566 19.254
20.361 12.606
156 155
86.358 34.956
129.767 43.869
Bedrag na compensatie, saldering en onderpand
2.941
16.335
11.931
155
31.362
39.887
Woning hypotheken
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief herwaarderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt.
ING gaat als onderdeel van de normale effectenfinancieringstransacties en derivatenhandel raamovereenkomsten aan (ISDA’s, GMRA’s). In de afspraken over drempelbedragen en minimale transferbedragen van Collateral Support Annexes (CSA’s) of vergelijkbare bepalingen kunnen ING en tegenpartijen overeenkomen om additioneel onderpand in te brengen indien de rating van een van de partijen door de externe ratingbureaus neerwaarts wordt bijgesteld. ING heeft vastgesteld dat een neerwaartse bijstelling van één punt onder de huidige markt omstandigheden beperkt effect heeft op de omvang van het onderpand dat van ING wordt verlangd. De hoeveelheid onderpand die ING in de toekomst eventueel moet inbrengen kan echter variëren en is afhankelijk van de portefeuillesamenstelling (derivaten en in onderpand gegeven effecten in effectenfinancieringstransacties), marktomstandigheden, het aantal punten afwaardering, alsmede de voorwaarden van toekomstige CSA’s of vergelijkbare overeenkomsten die ING aangaat.
306
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
Kredietrisico tegenpartij (EAD) in verband met effectenfinanciering (SA en AIRB) Rijksoverheden en Centrale Banken
330
Verstrekte obligatiefinanciering Verstrekte aandelenfinanciering Verkregen obligatiefinanciering Verkregen aandelenfinanciering Totaal
330
Instellingen
Bedrijven
2.997 555 2.143 541 6.236
3.062 2.187 1.289 607 7.145
Woning hypotheken
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
33 75
6.389 2.784 3.432 1.181 13.786
2.080 11.764 1.230 2.292 17.366
42
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief herwaarderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt
Kredietrisico tegenpartij (EAD) in verband met effectenfinanciering (SA en AIRB) Rijksoverheden en Centrale Banken
Instellingen
Bedrijven
Overige retail
Totaal 2009
Totaal 2008
Bruto MTM plus wettelijke opslag Bedrag na compensatie
339 330
10.045 9.493
10.797 9.489
75 75
21.256 19.387
29.472 22.543
Bedrag na compensatie, saldering en onderpand
330
6.236
7.145
75
13.786
17.366
Woning hypotheken
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief herwaarderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt.
In de voorgaande vier tabellen zijn de brutoposities bepaald aan de hand van de methode ‘marktwaarde plus (wettelijke) opslag’ waarmee de naar risico gewogen activa onder Basel II worden berekend. Bij de bepaling van het kredietrisicobedrag vergelijkt ING allereerst transacties met vergelijkbare kenmerken (om te bepalen of er compensatiemogelijkheden zijn). Vervolgens verlaagt ING het bedrag via saldering zoals toegestaan in de diverse raamovereenkomsten (ISDA’s, GMRA’s en GMSLA’s). Tot slot wordt het bedrag verder verminderd met eventueel onderpand dat ING aanhoudt in het kader van een CSA of soortgelijke overeenkomst. KREDIETRISICOVERMINDERING Kredietderivaten (nominale bedragen) Kredietderivaten voor beschermingsdoeleinden – gekochte kredietbescherming Kredietderivaten voor handelsactiviteiten – gekochte kredietbescherming – verkochte kredietbescherming
2009
2008
982
2.019
35.235 30.276
50.092 45.395
* Inclusief AIRB- en SA-portefeuilles; exclusief securitisaties, aandelen en ONCOA. * Exclusief herwaarderingen die direct in het eigen vermogen worden geboekt.
ING is actief in de markt voor kredietderivaten (CDS) en heeft in 2009 per saldo meer kredietrisicobescherming gekocht dan verkocht. ING heeft een kleine hoeveelheid daarvan gekocht voor afdekking, meestal om de concentratie van bepaalde groepen kredietnemers, die wettelijk één tegenpartij vormen, te verminderen zonder dat de klantgerichte bankactiviteiten hoeven te worden teruggeschroefd. ING verkoopt geen credit default swaps voor afdekkings- of beleggingsdoeleinden. Hoewel Basel II onder bepaalde omstandigheden ruimte biedt om het kredietrisicokapitaal te verlagen daar waar ING juist bescherming heeft gekocht, heeft ING bij de bepaling van de kapitaalbasis volgens Basel II tot op heden geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. In de tabel wordt het nominale bedrag aan door ING gekochte credit risk default swaps weergegeven. Met het tegenpartijkredietrisico van credit default swaps is rekening gehouden in de pre-settlement risicoberekeningen voor de betreffende tegenpartij en niet in bovenstaan de cijfers. Voor verkochte kredietbescherming loopt ING een synthetisch emittentenrisico waarvoor kapitaal wordt berekend, afhankelijk van het doel (bescherming, handel).
ING Groep Jaarverslag 2009
307
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
SECURITISATIE Reikwijdte De navolgende informatie is opgesteld naar aanleiding en op basis van de good practice-sectorrichtlijnen inzake de informatieverschaffing over securitisatie (de Industry Good Practice Guidelines on Pillar 3 Disclosure Requirements for Securitisation) van de European Banking Federation en andere brancheorganisaties. De richtlijnen dateren van 18 december 2008 en betreffen de kwalitatieve en kwantitatieve toelichting over de positie die is gesecuritiseerd evenals de aangehouden securitisatieposities. Kwantitatief is de informatievoorziening beperkt tot de securitisaties die worden meegenomen in de berekening van de wettelijke kapitaalvereisten uit hoofde van de CRD; kwalitatief is de reikwijdte groter en wordt een overzicht gegeven van de volledige securitisatieactiviteit van ING Bank. Afhankelijk van de rol die ING op dat moment vervult (belegger, verstrekker of sponsor) kunnen de doelstellingen, de betrokkenheid en de toegepaste regels verschillen. ING is hoofdzakelijk actief in securitisatie als belegger in door derden geregelde securitisatietransacties. ING verzorgt of begeleidt in mindere mate ook zelf securitisaties, die over het algemeen via de openbare kapitaalmarkt worden verhandeld. Waardering en grondslagen De securitisatieactiviteiten van ING worden nader beschreven in toelichting 28 ‘Special Purpose Entities en securitisaties’ op de jaarrekening. De van toepassing zijnde grondslagen worden in diezelfde jaarrekening beschreven in het onderdeel ‘Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van ING Groep/Bank’. De meest relevante grondslagen voor de door ING zelf uitgegeven securitisaties zijn het ‘niet langer in de balans opnemen van financiële activa’ en ‘consolidatie’. In die gevallen waarin ING belegt in securitisatieposities is de meest relevante grondslag de ‘classificatie van financiële instrumenten’. Gebruikte wettelijk vereiste kapitaalmethode en ratingbureaus ING hanteert de AIRB-methode voor kredietrisico. In verband daarmee past ING de Rating Based Approach (RBA) toe op beleggingen in tranches asset-backed securities (ABS) en mortgage-backed securities (MBS) die een rating hebben van een extern ratingbureau. Door ING gebruikte ratingbureaus uit hoofde van de RBA zijn onder andere Standard & Poor’s, Fitch, Moody’s en DBRS. In het kader van de RBA bepaalt ING de naar risico gewogen activa door het bedrag van de positie te vermenigvuldigen met de toepasselijke wettelijke risicowegingen, die op hun beurt weer afhankelijk zijn van: • de externe rating dan wel een beschikbare geëxtrapoleerde rating; • de senioriteit van de positie. ING maakt gebruik van een interne beoordelingsmethode voor de verstrekte faciliteiten aan de ABCP-maatschappij Mont Blanc Capital en baseert zich daarbij op extern gepubliceerde methoden van ratingbureaus. ING als belegger ING Direct is binnen ING Bank de belangrijkste belegger in securitisatietransacties. De kernstrategie van ING Direct bestaat uit het aan trekken van middelen van klanten en het herbeleggen van die toevertrouwde middelen in de beleggingsportefeuille en particuliere activa, hoofdzakelijk hypotheken. Het verschil tussen particuliere verplichtingen (sparen is meestal het eerste product dat we in een land neer zetten) en particuliere activa (hypotheken worden meestal als tweede product geïntroduceerd) wordt belegd in kwalitatief hoogwaardige schulden. De voorsprong van ING Direct op de concurrentie is nu juist gelegen in de kostenefficiënte uitvoering van dit bedrijfsmodel. Dat model voorziet in op verplichtingen gebaseerde activiteiten met een sterke focus op kostenefficiëntie en ING Direct wil in haar beleggin gen dan ook het kredietrisico minimaliseren bij een toereikende liquiditeit. ING Direct bouwt hiertie posities op in schuldpapier met een hoge kwaliteitsrating en minimaal kredietrisico, en benut op deze manier haar schaalgrootte. De securitisatiemarkten bieden beleggingskansen in liquide en verdisconteerbaar schuldpapier met een hoge kwaliteitsrating (doorgaans AAA) en vormen daarmee een belangrijke categorie in de beleggingsportefeuille van ING Direct. In het beleggingsbeleid van ING Direct zijn de in aanmerking komende producten, minimale ratings, maximale looptijden en positiebedragen zorgvuldig vastgelegd, op het niveau van de uitgifte, de uitgevende instelling en de portefeuille. De belangrijkste productklassen in de beleggingsportefeuille zijn door banken, andere financiële instellingen en (semi-) overheden uitgegeven RMBS, Agency RMBS, gedekte obligaties en ongedekt seniorpapier. Voorafgaand aan de feitelijke aankoop wordt elk voorstel voor belegging van een treasurycentrum geanalyseerd door Credit Risk Management. De uiteindelijke beslissing wordt op het juiste niveau genomen door een Treasury Officer en kredietrisicomanager met de juiste fiatteringsbevoegdheden. ING Direct heeft in 2009 buiten Agency MBS geen nieuwe ABS of MBS aangeschaft. Securitisatie-aankopen In de volgende tabel wordt de samenstelling van de aangekochte posities weergegeven per weging. Het bedrag van van derden gekochte securitisaties is gebaseerd op de berekening van de wettelijke waarden volgens de CRD, met inachtneming van kredietconversiefactoren indien van toepassing uit hoofde van Pijler 1 maar voorafgaand aan de toepassing van kredietrisicoverminderende factoren op de securitisatiepositie.
308
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
Positie per risicoweging (ING als belegger) Aangekocht 31 december 2009 31 december 2008
Risicoweging 1 <= 10% Risicoweging 2 >10% en >= 18% Risicoweging 3 >18% en >= 35% Risicoweging 4 >35% en >= 75% Risicoweging 5 >75% Risicoweging 1250% Totaal
35.384 10.397 605 162 2.652 212 49.412
64.678 11.381 1.008 764 933 1.336 80.100
ING als verstrekker ING verzorgt zelf ook securitisaties, voor diverse doeleinden: economisch en wettelijk vereist kapitaal, liquiditeit, financiering. • Economisch en wettelijk vereist kapitaal Sinds ING in 2003 zelf de securitisatie van de eigen activa ter hand nam, zijn er zeven synthetische securitisaties van hypotheken en leningen aan het MKB en grote ondernemingen uitgegeven. Toen eind 2007 de regels voor overdracht en wettelijk vereiste solvabiliteit meer op elkaar werden afgestemd, heeft ING de meest senior tranches van de eigen securitisaties in de eigen boeken opgenomen. Met uitzondering van Memphis 2005 zijn in 2009 tevens de ‘first-loss’ tranches afgedekt. Mezzanine- tranches worden nog altijd aan derden overgedragen. De eerste transacties (Moon en Memphis 2003) zijn in 2008 zonder verlies voor de belegger afgelost. Ook Mars 2004 keerde in 2009 uit zonder dat de belegger erop inleverde. Ultimo 2009 stonden er nog vier transacties uit voor een totaal van circa EUR 15 miljard (Mars 2004, Mars 2006 en BEL SME 2006 leningen MKB, Memphis 2005 en Memphis 2006 woninghypotheken), zoals hierna nader toegelicht. Met Memphis 2006 worden Nederlandse hypotheken overgedragen met een hoge verhouding hypotheekschuld/waarde eigen woning. Voor securitisaties van woninghypotheekleningen wordt onder Basel II minder kapitaal verlangd dan onder Basel I. • Liquiditeit/Financiering De meest senior tranches van securitisaties mogen onder Basel II niet meer worden ingezet voor wettelijk vereist kapitaal. Wel kunnen deze tranches worden gebruikt om financiering aan te trekken en de liquiditeit te verbeteren. Om voor een centrale bank als onderpand in aanmerking te komen moet een gesecuritiseerde positie aan een Special Purpose Vehicle (SPV) worden verkocht, die op zijn beurt weer securitisatie-notes in twee tranches uitgeeft (‘traditionele securitisaties’), één achtergestelde tranche en één senior tranche met een AAA-beoordeling van een ratingbureau. Die AAA-tranche kan vervolgens door ING in de geldmarkt worden gebruikt als onderpand voor met zekerheidsstelling aan te trekken leningen. ING Bank heeft een aantal securitisaties gecreëerd met een positie per ultimo 2009 van circa EUR 70 miljard aan notes met een AAArating. De onderliggende positie betreft woninghypotheken in Nederland, Canada, Duitsland, België en Australië. ING Direct heeft daarnaast ook zelf RMBS-papier gecreëerd op basis van Spaanse hypotheken. Zolang de securitisatiepositie niet in andere handen overgaat, is het wettelijk vereiste kapitaal onveranderd. Deze securitisaties komen dan ook niet in het onderstaande overzicht voor. Met uitzondering van de kosten voor structurering en administratie zijn deze securitisaties winst/verliesneutraal. Gesecuritiseerde posities als verstrekker: alle securitisaties in dit onderdeel zijn synthetisch en worden gebruikt om risico aan derden over te dragen. Transacties voor financierings- en/of liquiditeitsdoeleinden vallen hier niet onder. De bepaling van bijzondere waardevermindering en verliezen vindt ten minste éénmaal per kwartaal plaats tot de uiterste datum die voor die transactie geldt. Waar mogelijk zijn cijfers per jaarultimo 2009. Gesecuritiseerde posities 2009
Woninghypotheken Memphis 2005 Memphis 2006 MKB Mars 2006 BEL SME 2006 Totaal
Kredietgebeurtenissen
Achterstallig
Verliezen
2.954 3.911 6.865
2 12
40 143
<1 2
4.351 2.232 6.583
29 22
34 18
3 3
‘Cut off’ Datum
Aanvang
Uitstaand
31 okt 2009 31 okt 2009
3.000 4.000 7.000
30 sep 2009 30 nov 2009
4.500 2.500 7.000
ING Groep Jaarverslag 2009
309
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
Gesecuriseerde posities 2008
Woninghypotheken Memphis 2005 Memphis 2006 MKB Mars 2004 Mars 2006 BEL SME 2006 Totaal
Kredietgebeurtenissen
Achterstallig
Verliezen
2.351 3.750 6.101
3 11
62 207
<1 2
1.995 4.202 2.406 8.603
3 12 11
25 32 5
<1 2 1
‘Cut off’ Datum
Aanvang
Uitstaand
31 okt 2008 31 okt 2008
3.000 4.000 7.000
31 okt 2008 31 dec 2008 30 nov 2008
2.000 4.500 2.500 9.000
Toelichting: ‘Cut off’ datum Meest recente datum waarop de verliezen zijn bepaald en toegewezen in overeenstemming met de juridische documentatie voor de transactie. Over de resultaatontwikkeling van de gesecuritiseerde posities van ING wordt regelmatig gepubliceerd. Uitstaand EAD per jaarultimo van de uitzettingen per de ‘cut off’ datum. Kredietgebeurtenissen Totaal uitstaand als gevolg van een kredietgebeurtenissen in de twaalf maanden voorafgaand aan de ‘cut off’ datum. Achterstallig Uitstaand achterstallig per de ‘cut off’ datum maar niet in verband met een kredietgebeurtenis per die datum, zoals nader toegelicht in de kwartaalverslagen. Achterstallig bij woninghypotheken betekent dat er een betalingsachterstand bestaat van meer dan één maand. Achterstallig bij het MKB betekent dat entiteiten een rating van 20-22 krijgen. Verliezen Totaal over gesecuritiseerde activa verantwoorde verliezen in de twaalf maanden voorafgaand aan de ‘cut off’ datum.
Behouden securitisatieposities Tot de behouden posities op de securitisatie van de eigen activa van ING behoren onder andere de meest senior tranches en het vermogensdeel (‘first loss’) van Memphis 2005. Economisch heeft ING op een totaal van circa EUR 13 miljard aan onderliggende positie in de vier genoemde transacties zo’n EUR 6 miljoen aan ‘first loss’ behouden en circa EUR 1,1 miljard aan mezzanine- en equity tranches aan derden overgedragen (‘first loss’ en ‘second loss’). Door een onderneming verstrekte securitisaties kunnen alleen worden aangemerkt als niet langer in de balans opgenomen als is voldaan aan de overdrachtsvereisten voor belangrijk kredietrisico. Wil een securitisatietransactie worden verantwoord als reductie van naar risico gewogen activa dan kan alleen de overdracht van risico onvoldoende zijn door het sterkere effect van de looptijdenmismatchformule. De naar risico gewogen activa van de behouden tranches voor een van de transacties in de tabel hierboven zou dan hoger zijn dan de totale naar risico gewogen activa van de onderliggende pool vóór securitisatie. Om die reden wordt de transactie wat betreft naar risico gewogen activa behandeld alsof deze niet gesecuritiseerd is. ING als sponsor ING Bank structureert als onderdeel van de normale bedrijfsuitoefening financieringstransacties, bijvoorbeeld door voor de klant liquiditeiten aan te trekken door middel van de verkoop van vorderingen of andere financiële activa aan een SPV. Deze transacties worden gefinancierd door Mont Blanc Capital Corp., dat Asset Backed Commercial Paper (ABCP) verkoopt en een rating van A-1/P-1 heeft. Ondanks de omstandigheden op de internationale geldmarkten is Mont Blanc Capital Corp. vooralsnog in staat gebleken extern op de ABCP-markten fondsen aan te trekken. ING fungeert als administratiekantoor voor Mont Blanc Capital Corp. In die rol maakt ING transacties mogelijk door middel van diensten op het gebied van structurering, boekhoudkundige verwerking, financiering en operations. ING Bank verzorgt daarnaast ook faciliteiten (liquiditeits- en programmaverbeteringen) ter ondersteuning van de door deze ‘doorsluismaatschappij’ gefinancierde transacties. De activa in Mont Blanc bestaan onder andere uit handelsfinancieringen, consumentenkredieten, creditcardvorderingen, autoleningen, RMBS en CDO’s/CLO’s. Gesecuritiseerde posities als sponsor De totale beschikbare liquiditeitsfaciliteit voor Mont Blanc, inclusief programmaverbeteringen, bedraagt EUR 3.240 miljoen. Ultimo 2009 was daarvan EUR 584 miljoen opgenomen. Securitisatie in de trading boeken De securitisatieposities in de trading boeken bestaan vooral uit synthetische Collateralised Debt Obligations (CDO’s), waarbij in plaats van fysieke activa een credit default swap als onderliggende kredietpositie fungeert. De CDO’s zijn een vorm van securitisatie waarin betalingen uit een portefeuille met vastrentende activa worden samengevoegd en in verschillende tranches worden doorgesluisd naar diverse soorten eigenaars. De activa/leningen worden verdeeld over diverse tranches op basis van senioriteit: senior tranches (rating AAA), mezzanine tranches (AA tot BB) en equity tranches (geen rating). Verliezen worden toegepast in de omgekeerde volgorde van senioriteit. De CDO’s in de trading boeken worden gewaardeerd op basis van de marktwaarde. Onderliggende activa zijn een verzameling van veelal investment grade bedrijfsobligaties. De netto CDO-positie in de trading portefeuille bedroeg ultimo 2009 EUR 28 miljoen negatief (2008: EUR 83 miljoen negatief).
310
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
OVERIGE NON CREDIT OBLIGATION ASSETS De categorie Other Non Credit Obligation Assets (ONCOA) bestaat uit andere activa die geen kredietverplichting vertegenwoordigen die niet zijn meegenomen in de SA- of AIRB-berekeningen. De kapitaaleis voor ONCOA bedroeg ultimo 2009 EUR 2.275 miljoen (2008: EUR 2.166 miljoen). OPERATIONELE RISICO’S Het operationeel risicokapitaal model van ING is gebaseerd op een ‘Loss Distribution Approach’ (LDA). In dat model wordt gebruik gemaakt van externe en interne verliesgegevens van meer dan één miljoen euro. In het model wordt gecorrigeerd voor de uitkomsten van de scorekaarten (waarbij de kwaliteit van de interne beheersing gemeten wordt) en het optreden van grote incidenten (bonus/malus) binnen een bedrijfsonderdeel. Deze aanpak stimuleert het management van de bedrijfsonderdelen om het operationele risico beter te beheersen. De kapitaalberekening voldoet aan sectorstandaarden en is in april 2008 goedgekeurd door DNB. Het model is oorspronkelijk ontwikkeld voor economisch kapitaal (betrouwbaarheidsniveau 99,95%) en het Financial Risk Dashboard (betrouwbaarheidsniveau 90%). Het model wordt sinds 2008 ook gebruikt voor de wettelijk vereiste kapitaalrapportages. Het operationele risicokapitaal op basis van Advanced Measurement Approach (AMA) is in 2009 licht gedaald naar EUR 3.309 miljoen, ten opzichte van EUR 3.368 miljoen in 2008, als gevolg van de daling van de omvang van ING Bank in verhouding tot de totale banksector. MARKTRISICO De algemene beschrijving van marktrisico is te vinden in de risicoparagraaf, waarin ook de organisatie, berekening en beheersing van marktrisico worden toegelicht. Voor 2009 is de scope van de Pijler 3 banking posities in lijn met de risicoparagraaf, waar diverse banking boeken geïntegreerd zijn in het trading risicoproces. Voor de Pijler 3 cijfers van 2008 werden deze banking posities uit het trading risicoproces gehaald waardoor er minimale verschillen met de risicoparagraaf ontstonden. KAPITAALVEREISTEN Kapitaalvereisten Standaardaanpak
Renterisico Aandelenrisico Valutarisico (1) Totaal (1)
Intern model
Totaal
2009
2008
2009
2008
2009
2008
127
255
23 150
194 449
233 75 33 341
456 80 51 587
360 75 56 491
711 80 245 1.036
In de valutapositie volgens de standaardmethode zijn de valutaposities van zowel de trading als de banking boeken begrepen.
POSITIES TRADING BOEKEN Modelbenadering Volgens de toepasselijke wet- en regelgeving in Nederland mag het wettelijk vereiste kapitaal voor de trading portefeuilles worden berekend met het standaardmodel (CAD1) of met een eigen, intern model (CAD2). In 1998 heeft ING voor de bepaling van het wettelijk vereiste kapi taal voor het marktrisico in de trading boeken van ING Bank de goedkeuring van DNB gekregen voor een intern Value-at-Risk (VAR)-model. Het marktrisicokapitaal van CAD2-trading boeken wordt met het interne VaR-model berekend, waarin rekening wordt gehouden met correlaties en volatiliteiten. Het marktrisicokapitaal van CAD1-boeken wordt daarentegen berekend op basis van standaard risicowegingen. ING heeft in 2009 voor de meeste trading boeken het CAD2-model toegepast. Het standaard CAD1-model wordt gebruikt voor sommige trading boeken op kleinere locaties en/of voor producten waarvoor het interne model nog niet voldoet aan de CAD2-regels. ING streeft naar een CAD2-status voor alle trading boeken. N.B.: door de conservatieve aard van het CAD1-model is het kapitaalbeslag voor de standaardmethode veel groter dan bij de interne modelbenadering. VaR-waarden CAD 2-trading boeken Hoog
Midden
Laag
Verslagperiode 2009
Renterisico Aandelenrisico Valutarisico Diversificatie-effect Totaal
49 11 10
29 7 4 6 35
19 4 1
Ultimo 2009
Ultimo 2008
21 5 3 4 25
40 7 6 3 50
Een samenvatting van de VaR-berekening die van toepassing is op het interne model is beschreven bij het onderdeel marktrisico in de risicoparagraaf van dit jaarverslag. Opgemerkt dient te worden dat de VaR-cijfers in bovenstaande tabel alleen betrekking hebben op de trading boeken waarop het interne model wordt toegepast. De VaR-cijfers in de rest van de risicoparagraaf hebben daarentegen betrekking op alle boeken in het trading risicoproces.
ING Groep Jaarverslag 2009
311
2.4 Additionele informatie Aanvullende Pijler-3 informatie ING Bank (vervolg)
POSITIES BANKING BOEKEN Aandelen De totale positie volgens de simpele risicowegingsmethode bedroeg ultimo 2009 EUR 1.746 miljoen (2008: EUR 1.042 miljoen). Hier tegenover staat een kapitaaleis van EUR 364 miljoen (2008: EUR 194 miljoen). Niet-gerealiseerde winsten en verliezen aandelenposities Bruto ongerealiseerde winsten Bruto ongerealiseerde verliezen Totaal
2009
2008
2.570 –12 2.558
874 –211 663
In het onderdeel marktrisico van de risicoparagraaf is een beschrijving te vinden van aandelenbelangen en de gehanteerde boekhoudkundige verwerking. Renterisico Earnings Sensitivity 2009
2008
Divisie ING Commercial Banking ING Retail Banking ING Direct Overig bankbedrijf Totaal
–44 –115 –281 5 –435
–132 –101 5 46 –182
Valuta Euro Amerikaanse dollar Britse pond Overig Totaal
–262 –193 –26 46 –435
–221 36 3 –182
NPV at Risk 2009
2008
Divisie ING Commercial Banking ING Retail Banking ING Direct Overig bankbedrijf Totaal
–427 –51 49 –1.407 –1.835
–710 –100 –232 –1.388 –2.430
Valuta Euro Amerikaanse dollar Britse pond Overig Totaal
–1.811 –39 –53 68 –1.835
–2.140 –238 –41 –11 –2.430
De EaR en NPV at risk zijn gebaseerd op een eenmalige opwaartse verandering van 1%. In de risicoparagraaf is een uitgebreide beschrijving te vinden van het renterisico in de niet-handelsboeken. Voor 2009 is de scope van de Pijler 3 banking posities in lijn met de risicoparagraaf, waar diverse banking boeken geïntegreerd zijn in het trading risicoproces. Voor de Pijler 3 cijfers van 2008 werden deze banking posities uit het trading risicoproces gehaald waardoor er minimale verschillen met de risicoparagraaf ontstonden.
312
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie
Financiële begrippenlijst
ACTUARIEEL EN VERZEKERINGSTECHNISCH RISICO Actuariële en verzekeringstechnische risico’s, zijn risico’s zoals sterfte, langleven, invaliditeit nadelige motorvoertuigen of huizenclaims die voortvloeien uit de prijsstelling en acceptatie van verzekeringscontracten. Het actuariële risico betreft het risico dat de hoogte van de premies en de voorzieningen voor verzekeringstechnisch risico niet (langer) correct blijken te zijn. Het verzekeringstechnisch risico betreft het risico dat een (schade) claim uit hoofde van een verzekeringspolis wordt ontvangen. Het maximale verzekeringstechnische risico wordt beperkt door uitsluitingen, dekkingslimieten en herverzekering. AFKOOP De beëindiging van een levensverzekerings- of pensioenovereenkomst op verzoek van de polishouder, waarbij de polishouder, indien van toepassing, de afkoopwaarde van de overeenkomst ontvangt. AFLOSSINGSWAARDE Het bedrag dat met betrekking tot beleggingen in nominale waarden op vervaldatum moet worden terugbetaald. ALT-A RESIDENTIAL MORTGAGE BACKED SECURITY (ALT-A RMBS) Een hypotheekklasse voor woningen in de VS welke beschouwd wordt als minder risicovol dan subprime-hypotheken, maar meer risicovol dan de zogenaamde ‘prime’ hypotheken. Bij de categorisatie van Alt-A wordt over het algemeen gebruik gemaakt van kredietscores van de hypotheeknemer, waarde van het onderpand en de hypotheekverstrekking ten opzichte van de executiewaarde. Overige kenmerken van Alt-A hypotheken zijn een beperkte vermogens- en/of inkomenscontrole. ASSET BACKED COMMERCIAL PAPER (ABCP) Schuldpapier dat is gedekt door andere financiële activa. ASSET BACKED SECURITIES (ABS) Asset backed securities zijn obligaties of andere schuldpapieren die een portefeuille van activa als onderpand hebben, of kasstromen die gegenereerd worden uit een nader gespecificeerde portefeuille van activa. ASSET & LIABILITY COMMITTEE (ALCO) Het Asset & Liability Committee (ALCO) beheert de balans van ING, met name met betrekking tot het strategische niet-handelsrisico. Het niet-handelsrisico bestaat onder meer uit renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, liquiditeitsrisico en schommelingen in solvabiliteit en valuta. ASSET LIABILITY MANAGEMENT (ALM) Asset Liability Management is een wijze van bedrijfsvoering waarbij beslissingen over activa en verplichtingen op elkaar worden afgestemd. ALM is een voortdurend proces van formuleren, implementeren, bewaken en herzien van strategieën die betrekking hebben op de activa en verplichtingen. BASEL I Toezichthoudende eisen uitgevaardigd door het Bazels Comité voor Bankentoezicht voor de solvabiliteitsberekening, welke voor ING Groep vanaf 2008, zijn vervangen door Basel II.
BASEL II Toezichthoudende eisen uitgevaardigd door het Bazels Comité voor Bankentoezicht voor de solvabiliteitsberekening, welke ING Groep toepast vanaf 2008. Basel II is een internationale standaard voor het berekeningen van het benodigd kapitaal gebaseerd op interne modellen welke rekening houden met financiële en operationele risico’s. BASIS POINT VALUE (BPV) De verandering van de netto contante waarde van een kasstroom of van een aantal kasstromen veroorzaakt door een verandering in de rente met 1 basispunt. BASISRISICO Het basisrisico vloeit voort uit een onvolledige correlatie in de afstemming tussen verdiende en betaalde rente op verschillende financiële instrumenten. Dit risico is onder andere inherent aan betaaltegoeden, spaarrekeningen en hypotheken met de mogelijkheid van vervroegde aflossing. BEDRIJFSRISICO De mogelijkheid tot waardeverlies als gevolg van fluctuaties in volumes, marges en kosten. Deze fluctuaties kunnen voorkomen als gevolg van interne, bedrijfstak of bredere marktfactoren. Het is het risico dat onlosmakelijk verbonden is aan strategische beslissingen en interne efficiëntie. BELEGGINGEN INZAKE PENSIOENVERPLICHTINGEN Beleggingen inzake pensioenverplichtingen betreffen fondsbeleggingen die bestaan uit de netto activa gerelateerd aan pensioenverplichtingen gehouden door een fonds of entiteit of die gehouden worden in relatie tot kwalificerende verzekeringspolissen. Bij fondsbeleggingen gehouden door een fonds of entiteit geldt dat: • het fonds of de entiteit formeel juridisch afgescheiden moet zijn van de rechtspersoon en alleen bestaat om aanspraken van (voormalig) personeel en hun nabestaanden uit te keren of te financieren; • de fondsbeleggingen alleen beschikbaar zijn voor de nakoming van de aanspraken van (voormalig) personeel en hun nabestaanden, geen verhaalsobject zijn voor de schuldeisers van de rechtspersoon (zelfs niet bij faillissement) en niet kunnen terugvloeien naar de rechtspersoon, tenzij er sprake is van een overschot of wanneer de fondsbeleggingen terugvloeien naar de rechtspersoon ter compensatie van reeds uitgekeerde aanspraken. Een kwalificerende verzekeringspolis is een verzekeringspolis die is uitgegeven door een verzekeringsmaatschappij, niet zijnde een aan de Groep verbonden partij, waarvan de opbrengst: • alleen gebruikt kan worden ter financiering van de employee benefits onder een defined contribution plan; en • niet beschikbaar is voor de schuldeisers van de rechtspersoon (zelfs niet bij faillissement) en niet aan de rechtspersoon kan worden uitgekeerd, tenzij de opbrengst een overschot vertegenwoordigt dat niet noodzakelijk is om aan de verplichtingen onder de polis te voldoen of de opbrengst een compensatie is voor reeds uitgekeerde aanspraken.
ING Groep Jaarverslag 2009
313
2.4 Additionele informatie Financiële begrippenlijst (vervolg)
BELEGGINGSPORTEFEUILLE De beleggingsportefeuille bevat die activa die worden aangehouden met betrekking tot duurzame activiteiten en als zodanig zijn aangewezen. Deze beleggingen dienen ter dekking van de verplichtingen uit hoofde van verzekeringstechnische voorzieningen en om het rente-, solvabiliteits- en liquiditeitsrisico te beheersen. BELEGGINGSRISICO Het beleggingsrisico is het kredietverzuim- en migratierisico van de rating dat samenhangt met de beleggingen van ING in obligaties, handelspapieren, securitisaties en andere vergelijkbare verhandelbare effecten. Beleggingsrisico ontstaat als ING een (synthetische) obligatie koopt met de bedoeling de obligatie gedurende langere tijd aan te houden (doorgaans tot einde looptijd). BESCHIKBARE FINANCIËLE MIDDELEN (AFR) De beschikbare financiële middelen zijn de marktwaarde van de activa minus de marktwaarde van de verplichtingen op de balans exclusief hybride kapitaal uitgegeven door ING Group wat wordt gerekend tot het vermogen. ING Groeps beleid is dat de beschikbare financiële middelen niet het economisch kapitaal van Bank, Verzekeringen en Groep overstijgt. BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN Van een bijzondere waardevermindering is sprake indien de opbrengstwaarde duurzaam lager is dan de boekwaarde van het actief. In dit geval is een afwaardering van het actief noodzakelijk. BIS De Bank for International Settlements (BIS) is een internationale organisatie die internationale monetaire en financiële samenwerking aanmoedigt en dienst doet als een bank voor centrale banken. BIS heeft een minimum bepaald voor de solvabiliteitsratio, die de verhouding weergeeft tussen kapitaal en risico gewogen activa. Deze ratio moet minimaal 8% zijn. BUITENLANDS VALUTARISICO Het risico dat een verlies ontstaat door een negatieve verandering in de buitenlandse valutakoersen. CAPITAL AT RISK (CAR) De Capital at Risk is het maximale negatieve effect op de economische waarde van ING Groep onder normale marktomstandigheden op basis van een tijdshorizon van één jaar. CaR wordt berekend op basis van een betrouwbaarheidsniveau van 90%. CERTIFICATEN VAN AANDELEN Certificaten van gewone en van preferente aandelen, uitgegeven door de Stichting ING Aandelen, in ruil voor gewone en preferente aandelen uitgegeven door ING Groep N.V. COLLATERALISED DEBT OBLIGATION (CDO) Een ‘asset backed security’ welke beleggers blootstelt aan het kredietrisico van een portefeuille vastrentende waarden. COLLATERALISED LOAN OBLIGATION (CLO) Een soort CDO waarbij zekerheid voornamelijk wordt verschaft door onderpand bestaande uit vorderingen van commerciële leningen.
314
ING Groep Jaarverslag 2009
COMMERCIAL PAPER Een schuldbewijs (uitgegeven door financiële instellingen of grote ondernemingen) met een zeer korte tot korte looptijd (gewoonlijk 2 tot 30 dagen en niet meer dan 270 dagen) en welke niet gedekt is. COMPLIANCE RISICO Het risico dat de reputatie van ING Groep wordt aangetast, doordat toepasselijke wet- en regelgeving, intern beleid en procedures en ethische standaarden niet worden nageleefd. CONCENTRATIES VAN KREDIETRISICO Er is sprake van een concentratie van kredietrisico wanneer een verandering in economische, bedrijfstak en geografische factoren op soortgelijke wijze groepen van tegenpartijen, wiens gezamenlijke verplichtingen ten opzichte van de totale verplichtingen van ING Groep materieel is, beïnvloedt. CONVERTEERBARE OBLIGATIES Converteerbare obligaties zijn obligaties die in combinatie met een optierecht worden uitgegeven door ondernemingen. De houder heeft het recht om op een bepaald moment in de toekomst tegen een bepaalde koers een converteerbare obligatie om te wisselen voor aandelen in de uitgevende onderneming. Een converteerbare obligatie is meestal opeisbaar. Dit betekent dat deze op een vast moment in de toekomst tegen een vooraf bepaalde prijs kan worden teruggekocht door de uitgevende onderneming. Wanneer de obligaties worden opgeëist heeft de houder de mogelijkheid om de obligaties te converteren vóór het moment van terugkoop. CONVEXITEIT De niet-lineaire relatie tussen wijzigingen in de rente enerzijds en in obligatiekoersen/netto contante waarde anderzijds. Convexiteit is een zeer belangrijke maatstaf van marktrisico bij portefeuilles met al dan niet expliciete optierechten (‘embedded options’). DEELNEMING Deelnemingen zijn entiteiten waarin ING Groep in het algemeen tussen de 20% en 50% zeggenschap heeft, of waarop de Groep op andere wijze significante invloed kan uitoefenen, maar waarin de Groep geen overheersende zeggenschap heeft. DEFINED BENEFIT PLAN Een defined benefit plan is een pensioenregeling, anders dan een defined contribution plan. DEFINED CONTRIBUTION PLAN Een defined contribution plan betreft een pensioenregeling waarbij de onderneming een vaste bijdrage betaalt aan een aparte entiteit (een fonds). De onderneming heeft geen wettelijke of feitelijke verplichtingen om aanvullende bijdragen te betalen als het fonds niet voldoende middelen heeft om aan alle huidige en toekomstige employee benefits te voldoen. DELTA HEDGE De delta hedge minimaliseert het risico dat voortvloeit uit optie- en aandelenregelingen door een bepaald aantal (certificaten van) aandelen aan te houden. Het risico wordt elk kwartaal beoordeeld en waar nodig worden aandelen gekocht in de markt of van werknemers.
2.4 Additionele informatie Financiële begrippenlijst (vervolg)
DEPOSITOCERTIFICATEN Verhandelbare schuldbewijzen aan toonder met een korte looptijd uitgegeven door banken. DERIVATEN Derivaten zijn financiële instrumenten en bestaan met name uit termijncontracten, futures, opties en swaps, waarvan de waarde is gebaseerd op een onderliggende waarde, index of referentiekoers. DISCRETIONAIRE WINSTDELING Een contractueel recht om aanvullend op een gegarandeerde uitkering bijkomstige voordelen te ontvangen, die waarschijnlijk een significant deel zijn van de totale contractuele voordelen en waarvan de hoogte en het tijdstip contractueel bepaald worden door de verzekeraar. Deze uitkering is contractueel gebaseerd op prestaties van een specifiek gemeenschappelijk fonds of van een bepaald contract, de (on)gerealiseerde beleggingsresultaten van een gemeenschappelijk fonds of activa aangehouden door de verzekeraar of de winst van de onderneming, het fonds of een andere onderneming die het contract heeft uitgegeven. DOCHTERMAATSCHAPPIJ Een maatschappij: • waarin de rechtspersoon of een of meer van zijn dochtermaatschappijen, al dan niet krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering kan uitoefenen; of • waarvan de rechtspersoon of een of meer van zijn dochtermaatschappijen lid of aandeelhouder zijn en, al dan niet krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de bestuurders of van de commissarissen kan benoemen of ontslaan. EARNINGS AT RISK (EAR) EaR meet het effect van veranderingen in de marktprijzen op de winst onder IFRS, op basis van een periode van één jaar. ECONOMISCH KAPITAAL Economisch kapitaal is het minimale kapitaal dat benodigd is om onverwachte verliezen op te vangen in ernstige stresssituaties. Vanwege de beoogde kredietrating A voor ING Groep wordt voor het vereiste economische kapitaal gerekend met een betrouwbaarheidsniveau van 99,95%. Dit betrouwbaarheidsniveau is afgeleid van de historische frequentie van ingebreke blijven van ondernemingen met een kredietrating AA (waarschijnlijkheid van ingebreke blijiven eens per 2000 jaar of 0,05%). EFFECTIEVE-RENTEMETHODE Een methode om de geamortiseerde kostprijs van een financieel actief of financiële verplichting te bepalen en de rentebaten of rentelasten toe te rekenen aan de relevante periode. EIGEN AANDELEN Aandelen ingekocht door de uitgevende instelling of een van de groepsmaatschappijen.
EMBEDDED VALUE De embedded value is de contante waarde van alle toekomstige kasstromen van de contracten welke op dit moment worden aangehouden (embedded value houdt geen rekening met toekomstige verkopen). De gehanteerde disconteringsvoet is gelijk aan de Weighted Average Cost of Capital. EMBEDDED VALUE WINST (EVP) De embedded value winst is een verandering in de embedded value over een bepaalde periode en boven een bepaald bedrag gerelateerd aan het afwikkelen van de disconteringsvoet. EMPLOYEE BENEFITS Iedere vorm van beloning die door een onderneming in ruil voor bewezen diensten van (voormalige) werknemers wordt gegeven. FINANCIEEL ACTIEF Elk actief dat bestaat uit: • een overeengekomen recht om liquide middelen of een ander financieel actief van een andere onderneming te ontvangen; • een contractueel overeengekomen recht om financiële instrumenten met een andere onderneming te ruilen onder voorwaarden die potentieel voordelig zijn; of • een eigen vermogensinstrument van een andere onderneming. FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP Die financiële activa, niet zijnde derivaten, die zijn aangewezen als beschikbaar voor verkoop of die niet worden gerubriceerd als (a) kredieten, (b) tot einde looptijd aangehouden beleggingen, of (c) financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. FINANCIËLE INSTRUMENTEN Financiële instrumenten zijn overeenkomsten die leiden tot een financieel actief bij een onderneming en een financiële verplichting of een eigen-vermogens-instrument bij een andere onderneming. FINANCIËLE LEASE Een leasecontract waarbij feitelijk alle risico’s en beloningen die samenhangen met het eigendom van een activum aan de lessee zijn overgedragen. Het is hierbij mogelijk dat het eigendom uiteindelijk wordt overgedragen. FINANCIËLE VERPLICHTING Elk contractueel overeengekomen verplichting om: • liquide middelen of een ander financieel actief aan een andere onderneming over te dragen; of • financiële instrumenten te ruilen met een andere onderneming onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn. FUTURES Futures zijn verplichtingen om valuta of andere financiële instrumenten te kopen of te verkopen op een van te voren vastgesteld toekomstig tijdstip. Beursen treden op als intermediairs en vereisen dagelijkse afrekeningen in contanten en storting van zekerheden.
ELIMINATIE Eliminatie is een proces waarbij de transacties tussen groepsmaatschappijen onderling met elkaar worden afgestemd en gesaldeerd, waardoor zowel activa, verplichtingen, baten als lasten niet te hoog worden voorgesteld.
ING Groep Jaarverslag 2009
315
2.4 Additionele informatie Financiële begrippenlijst (vervolg)
GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS Het bedrag waarvoor financiële activa of verplichtingen bij eerste verwerking worden gewaardeerd minus aflossingen, plus of minus de cumulatieve afschrijving gebruikmakend van de effectieverentemethode voor het verschil tussen het oorspronkelijke bedrag en het bedrag op de vervaldatum, en minus bijzondere waardeverminderingen of niet ontvangen bedragen. GEBOEKTE BRUTO PREMIES Het totaal van geboekte premies (al dan niet verdiend) in een bepaalde periode voor verzekerings- en herverzekeringscontracten (met inbegrip van deposito’s voor beleggingscontracten met een beperkt of geen levensverzekeringskarakter) met inbegrip van de afgegeven herverzekeringspremies. GEBOEKTE NETTO PREMIES De geboekte bruto premies verminderd met de afgegeven herverzekeringspremies in een bepaalde periode. GECOMBINEERDE RATIO De som van de schaderatio en de kostenratio van een schade- of herverzekeringsmaatschappij. Een gecombineerde ratio van meer dan 100% betekent niet noodzakelijkerwijs dat er sprake is van een verlies met betrekking tot schadeverzekeringen, omdat aan het resultaat ook opbrengsten uit beleggingen worden toegerekend. GELDMARKTRISICO Geldmarktrisico ontstaat wanneer ING Groep kortlopende betaaltegoeden bij een tegenpartij plaatst met als doel een liquiditeitsoverschot te beheren. In beginsel zijn geldmarktdeposito’s kortlopend van aard (1 à 7 dagen is gangbaar). Blijft de tegenpartij in gebreke, dan kan ING Groep de geplaatste tegoeden verliezen. Het geldmarktrisico wordt derhalve eenvoudigweg gemeten als de nominale waarde van het tegoed, exclusief eventuele opgebouwde en onbetaalde rente of de effecten van bijzondere waardeverminderingen.
HISTORISCHE SIMULATIE Een model om de Value at Risk te berekenen waarbij aangenomen wordt dat toekomstige veranderingen in de risicofactoren dezelfde verdeling zullen hebben als wanneer deze in het verleden zouden hebben plaatsgevonden waarbij rekening wordt gehouden met het niet-lineaire gedrag van financiële producten. INDIRECTE OPBRENGSTWAARDE De contante waarde van de geschatte verwachte toekomstige kasstromen die voortvloeien uit het voortdurende gebruik van een activum en uit de verkoop hiervan aan het einde van de levensduur. INTERN RENDEMENT Intern rendement is de disconteringsvoet waartegen de contante waarde van de uitkeerbare resultaten van de nieuwe productie worden berekend (m.a.w. het verwacht resultaat op de investeringen in nieuwe productie). IN THE MONEY Een call optie is ‘in the money’ als de uitoefenprijs lager is dan de prijs van de onderliggende waarde; een put optie is ‘in the money’ als de uitoefenprijs hoger is dan de prijs van de onderliggende waarde. INVLOED VAN BETEKENIS Invloed van betekenis is de macht om deel te nemen aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, maar houdt geen overheersende zeggenschap in over het betreffende beleid. Invloed van betekenis kan worden verkregen door aandeelhouderschap of andere statutaire en/of contractuele bepalingen. JOINT VENTURE Een contractuele overeenkomst waarbij twee of meer partijen een economische activiteit ondernemen en waarbij er sprake is van gedeelde zeggenschap.
GEWOON AANDEEL Een eigen vermogen instrument dat achtergesteld is ten opzichte van alle andere eigen vermogen instrumenten. Gewone aandelen delen pas in de nettowinst van het verslagjaar na alle andere soorten aandelen, zoals preferente aandelen.
KAPITAALKOSTEN De kosten gerelateerd aan het eigen kapitaal. Deze kunnen gesplitst worden in kosten voor vermogen, hybride leningen en schulden, waarbij rekening wordt gehouden met een target leverage.
HANDELSPORTEFEUILLE In de handelsportefeuille worden financiële instrumenten opgenomen die worden aangehouden om op korte termijn transactieresultaten te behalen, om transacties voor rekening van cliënten te vergemakkelijken of om andere posities in de handelsportefeuille af te dekken.
KERNKAPITAALEFFECTEN ZONDER STEMRECHT De kernkapitaaleffecten (core tier 1-securities) welke uitgegeven zijn aan de Nederlandse overheid in november 2008 voor een totaalbedrag van EUR 10 miljard. In december 2009 is EUR 5 miljard terugbetaald aan de Nederlandse overheid. Deze kapitaalstorting kwalificeert als kernkapitaal voor toezichtsdoeleinden.
HERVERZEKERING De praktijk, waarbij de ene partij, de herverzekeraar, er in toestemt om in ruil voor een premie een andere partij, de verzekeraar of cederende onderneming, schadeloos te stellen voor een gedeelte of de gehele verplichting met betrekking tot een of meerdere verzekeringscontracten uitgegeven door de verzekeraar. De verzekeraar wordt ook de oorspronkelijke of primaire verzekeraar genoemd, de ‘direct writing company’ of de cederende onderneming.
KERNSCHULD Investeringen in ING Groep dochtermaatschappijen minus het kapitaal van de houdstermaatschappij inclusief hybride kapitaal.
316
ING Groep Jaarverslag 2009
KOSTENRATIO Verzekeringstechnische kosten uitgedrukt als percentage van de netto geboekte premie. KREDIETINSTELLINGEN Kredietinstellingen zijn alle instellingen die onderhevig zijn aan bancair toezicht door centrale banken. Onder toezicht vallen ook hypotheekbanken, kapitaalmarktinstellingen, multilaterale ontwikkelingsbanken en het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
2.4 Additionele informatie Financiële begrippenlijst (vervolg)
KREDIETRISICO Kredietrisico is het risico van een verlies door het in gebreke blijven van een debitEUR (inclusief uitgevers van obligaties) of een tegenpartij. Kredietrisico’s ontstaan bij de lening, pre-settlement en beleggingsactiviteiten alsmede bij de handelsactiviteiten van ING Groep. Kredietrisicobeheer wordt ondersteund door speciaal daarvoor ingerichte kredietrisico-informatiesystemen en interne ratingmethoden voor debiteuren en tegenpartijen. KREDIETVERLENINGSRISICO Kredietverleningsrisico ontstaat wanneer ING Groep een lening verstrekt aan of garanties afgeeft namens een klant. Onder deze meest voorkomende risicocategorie vallen onder andere termijnleningen, hypotheken, doorlopend krediet, bankschulden, garanties, kredietbrieven etc. Het risico wordt berekend tegen de nominale waarde van de financiële verplichting die de klant aan ING Groep moet terugbetalen, exclusief eventuele opgebouwde en onbetaalde rente, of amortisaties van kostenopslagen of kortingen dan wel bijzondere waardeverminderingen. KWALIFICEREND ACTIEF (IN DE ZIN VAN GEACTIVEERDE RENTELASTEN) Een kwalificerend actief is een actief waarvoor noodzakelijkerwijs een aanzienlijke periode benodigd is om het actief gereed te maken voor gebruik of verkoop. LANDENRISICO Het risico dat een overheid om financiële redenen (transfer risico) dan wel andere redenen (politiek risico) niet aan haar verplichtingen kan voldoen of de betalingsopdrachten van debiteuren blokkeert. LATENTE BELASTINGVERPLICHTINGEN De in de toekomst te betalen belastingsbedragen in verband met tijdelijke waarderingsverschillen tussen de boekwaarde van activa en vreemd vermogen volgens de jaarrekening en de fiscale boekwaarde. Hierbij worden belastingtarieven gehanteerd die naar verwachting van toepassing zijn in de periode waarin de activa en het vreemde vermogen worden gerealiseerd of afgewikkeld. LIQUIDITEITSRISICO Liquiditeitsrisico is het risico dat ING Groep of een van haar dochterondernemingen niet op het gewenste moment tegen redelijke kosten aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. MARKET VALUE AT RISK (MVAR) Met de berekeningsmethode market-value-at-risk wordt gemeten hoeveel de marktwaarde van de balans daalt door financiële marktbewegingen, bij een betrouwbaarheidsinterval van 99,95% en een tijdshorizon van één jaar. MARKTRISICO Marktrisico is het risico van verlies als gevolg van nadelige bewegingen in marktvariabelen zoals aandelenkoersen, vastgoedprijzen, rentetarieven en valutakoersen. MINDERHEIDSBELANGEN Het deel van het nettoresultaat en het netto vermogen van een dochtermaatschappij dat betrekking heeft op een belang dat direct of indirect in handen is van de moedermaatschappij.
MONETAIRE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN Monetaire activa en verplichtingen zijn activa en verplichtingen die, uit hoofde van een contract of op een andere wijze, een vast aantal valutaeenheden representeren. Voorbeelden zijn liquide middelen, kort- en langlopende rekeningen en schuldpapier te ontvangen of te betalen in liquiditeiten. MONOLINER Een financiële instelling welke alleen in één specifiek onderdeel van de financiële bedrijfstak opereert. MONTE CARLO-SIMULATIE Een Monte Carlo-simulatie is een model om de Value-at-Risk te berekenen waarbij ervan uit wordt gegaan dat veranderingen in risicofactoren (gemeenschappelijk) normaal verdeel zijn waarbij rekening wordt gehouden met het niet-lineair gedrag van financiële instrumenten. MORTGAGE BACKED SECURITIES (MBS) Gebundelde hypotheekleningen of ‘Mortgage-Backed Securities’ zijn effecten waarvan de kasstromen worden gedekt door de hoofdsom en/of de rentebetalingen van een portefeuille hypotheken. NAAR RISICO GEWOGEN ACTIVA ONDER BASEL I Activa welke gewogen worden voor het kredietrisico volgens de formule gehanteerd door de Nederlandsche Bank, welke overeenkomt met de richtlijnen voor het aanhouden van voldoende kapitaal van BIS (Bank of International Settlements). Balansitems en niet op de balans opgenomen items zijn gewogen voor het risico, waarbij niet op de balans opgenomen items omgerekend zijn per soortgelijke balansposten (gebruikmakend van conversiefactoren) voor dat een risicoweging is toegepast. NAAR RISICO GEWOGEN ACTIVA ONDER BASEL II Activa welke gewogen worden voor het krediet- en marktrisico in overeenstemming met de Basel II methodologie. De risicogewogen activa zijn berekend gebruikmakend van interne modellen welke goedgekeurd zijn door de Nederlandsche Bank. Toezichthoudende kapitaalvereisten voor operationeel risico zijn berekend waarbij geen rekening is gehouden met risicogewogen activa. NET PRESENT VALUE (NPV)-AT-RISK Met de NPV (netto contante waarde)-at-risk wordt de verandering in de waarde van de toekomstige kasstromen als gevolg van rentewijzigingen uitgedrukt in een huidige monetaire waarde. NETTOVERMOGENSWAARDE De nettovermogenswaarde is een vorm van de equitymethode. De initiële nettovermogenswaarde van het kapitaalbelang wordt bepaald op basis van de reële waarde van de verkregen activa en passiva. Na de initiële waardering van de activa en verplichtingen tegen de reële waarde, worden de activa en verplichtingen van het kapitaalbelang op basis van de grondslagen van de moedermaatschappij gewaardeerd. In de winst-en-verliesrekening van de moedermaatschappij wordt het aandeel in het resultaat van de deelneming opgenomen. NIEUWE PRODUCTIE Nieuwe productie van levensverzekeringen, gemeten als Annual Premium Equivalent (APE), is het totaal van de jaarlijkse premies en 10% van afzonderlijke premies ontvangen uit de bedrijfsvoering in een bepaalde periode. ING Groep Jaarverslag 2009
317
2.4 Additionele informatie Financiële begrippenlijst (vervolg)
NOTIONAL AMOUNTS De notional amounts geven de rekeneenheden weer die met betrekking tot derivaten de verhouding weergeven met de onderliggende waarden van de activa. Deze notional amounts geven echter niet de kredietrisico’s als gevolg van derivatentransacties aan. ONDER DRUK STAANDE BELEGGINGEN Onder druk staande beleggingen worden gedefinieerd als ABSposities, Alt-A ABS-posities, CDO/CLO’s, SIV, ABCP beleggingen, leverage finance en posities op monoliners. ONDERHANDSE LENING Onderhandse leningen aan overheden, andere publieke organen, openbare nutsbedrijven, ondernemingen, overige instellingen of individuen met een leningovereenkomst als enig eigendomsrecht. ONDERHANDSE PLAATSING Een emissie, waarbij de nieuw uitgegeven aandelen of obligaties in bezit komen van een gelimiteerd aantal inschrijvers die de nieuwe effecten willen kopen. ONHERROEPELIJKE ACCREDITIEVEN Een onherroepelijk accreditief betreft een verplichting om ten behoeve van cliënten onder bepaalde voorwaarden betalingen te verrichten bij ontvangst van een bepaald document of een wissel. Een onherroepelijk accreditief kan niet door de bank worden opgezegd of aangepast gedurende de looptijd van de overeenkomst tenzij alle betrokkenen hiermee instemmen. ONHERROEPELIJKE FACILITEITEN Onherroepelijke faciliteiten bestaan voornamelijk uit faciliteiten die zijn toegezegd aan zakelijke klanten, maar waarop nog geen beroep is gedaan en toezeggingen tot het aankopen van nog door overheden en private instellingen uit te geven effecten. OPERATING LEASE Een leasecontract welke niet voldoet aan de definitie van een financiële lease. OPERATIONEEL RISICO Operationeel risico vloeit voort uit directe of indirecte verliezen als gevolg van inadequate of falende interne processen, mensen en systemen, of door externe gebeurtenissen. OPTIECONTRACTEN Optiecontracten geven de koper, na betaling van een premie, het recht, maar niet de verplichting, om een financieel instrument of valuta te kopen of te verkopen binnen een vooraf overeengekomen termijn tegen een contractprijs, die kan worden verrekend in contanten. Bij geschreven opties is ING Groep onderhevig aan marktrisico, maar niet aan kredietrisico, omdat de tegenpartij al aan haar verplichtingen heeft voldaan door het betalen van een premie. OUT OF THE MONEY Een call optie is ‘out of the money’ als de uitoefenprijs hoger is dan de prijs van de onderliggende waarde. Een put optie is ‘out of the money’ als de uitoefenprijs lager is dan de prijs van de onderliggende waarde.
318
ING Groep Jaarverslag 2009
OVERHEERSENDE ZEGGENSCHAP (‘CONTROL’) Overheersende zeggenschap (‘control’) is de macht om het financiële en operationele beleid van een onderneming te sturen teneinde voordelen uit haar activiteiten te verwerven. OVER-THE-COUNTER INSTRUMENT Niet-gestandaardiseerd financieel instrument dat niet op een beurs wordt verhandeld, maar rechtstreeks tussen marktpartijen. POST-EMPLOYMENT BENEFIT PLANS (VERGOEDINGEN NA UITDIENSTTREDING) Formele of informele overeenkomsten waarbij een onderneming aan één of meerdere werknemers na uitdiensttreding vergoedingen versterkt. Vergoedingen na uitdiensttreding betreffen employee benefits, met uitzondering van ontslaguitkeringen, die verschuldigd zijn na beëindiging van het dienstverband. PREFERENTE AANDELEN Een preferent aandeel is gelijk aan een gewoon aandeel, maar heeft bepaalde voorkeursrechten. Deze rechten hebben veelal betrekking op een gegarandeerd vast (cumulatief) dividend of een gegarandeerd rendement op de investering van de aandeelhouder. PRE-SETTLEMENTRISICO Pre-settlement risico ontstaat als een tegenpartij nog vóór de afhandeling van een transactie in gebreke blijft en ING Groep de overeenkomst moet vervangen door een transactie met een andere tegenpartij aan te gaan, tegen de dan geldende (mogelijk ongunstige) marktkoers. Het pre-settlement risico (potentieel of verwacht) betreft de kosten van de vervanging van een transactie in de markt. Deze categorie kredietrisico gaat vooral gepaard met dealingroom-producten zoals opties, swaps en effectenfinancieringstransacties. Bij een wederzijdse waarde-uitwisseling is het uitstaande bedrag over het algemeen gebaseerd op de vervangingswaarde (tegen marktwaarde) plus potentiële toekomstige volatiliteit, waarbij gebruik wordt gemaakt van een historische tijdshorizon van zeven jaar en een betrouwbaarheidsniveau van 99%. PROJECTED UNIT CREDIT METHOD Een actuariële waarderingsmethode, waarbij ieder dienstjaar recht geeft op een afzonderlijke aanspraak en iedere aanspraak in aanmerking wordt genomen bij het bepalen van de uiteindelijke verplichting. REALISEERBARE WAARDE De netto verkoopprijs van een actief of de hogere gebruikswaarde. REËLE WAARDE Het bedrag waarvoor een actief of verplichting op balansdatum op een reële economische basis tussen goed geïnformeerde en bereidwillige partijen kan worden verhandeld (‘at arm’s length’). RENDEMENT OP EIGEN VERMOGEN Het rendement op het eigen vermogen is het nettoresultaat als percentage van het gemiddelde eigen vermogen. RENTEDRAGENDE INSTRUMENTEN Een rentedragend instrument is een financieel actief of financiële verplichting waarvoor een tijdsafhankelijke vergoeding wordt betaald, in verhouding tot een bepaalde nominale waarde.
2.4 Additionele informatie Financiële begrippenlijst (vervolg)
RENTEKORTING Winstdeling bij levensverzekeringen. Een aan de polishouder verleende korting, die gebaseerd is op de contante waarde van het verschil tussen de rekenrente gebruikt voor het berekenen van de premie en het verwachte rendement op beleggingen. De winstdeling wordt verstrekt in de vorm van een lagere premie, die is gerelateerd aan het rendement op schatkistpapier. RENTERISICO Risico dat de marktrente significant meer zal stijgen dan de rente die ontvangen wordt op de beleggingen zoals obligaties wat resulteert in een lagere marktwaarde. RISK ADJUSTED RETURN ON CAPITAL (RAROC) Een performancemaatstaf welke de omzet meet in relatie tot het risico dat genomen moest worden om die omzet te behalen. RAROC wordt berekend door het rendement, aangepast voor het risico, te delen door het economisch kapitaal. In de RAROCberekening wordt de huidige voorziening voor kredietrisico vervangen door de statistisch verwachte verliezen welke de gemiddelde kredietverliezen over de gehele looptijd weergeven.
TERMIJNCONTRACTEN Termijncontracten zijn verplichtingen om valuta of andere financiële instrumenten te kopen of verkopen op een van te voren vastgesteld toekomstig tijdstip. TIER 1-KAPITAAL Het tier 1-kapitaal wordt ook wel aangeduid als kernkapitaal van ING Bank. Het bevat het volgestorte aandelenkapitaal, alle reserves uitgezonderd de herwaarderingsreserve, het fonds voor algemene bankrisico’s kernkapitaaleffecten, ingehouden winsten en het belang van derden. TIER 1-RATIO De tier 1-ratio geeft het tier 1-kapitaal van ING Bank weer als percentage van haar totale risico gewogen activa. De Nederlandsche Bank heeft bepaald dat dit minimaal 4% moet zijn. TOTAAL ONDERLIGGEND RESULTAAT Het verschil tussen het totaal en het onderliggend resultaat wordt veroorzaakt door desinvesteringen en speciale items.
SCHADE Een verzoek om uitkering op een polis naar aanleiding van een verzekerde gebeurtenis, zoals overlijden of invaliditeit van de verzekerde, de afloop van een levensverzekering, ziektekosten, vernietiging of beschadiging van eigendommen en daaraan gerelateerde ongevallen of overlijden, gebreken aan, pandrechten of aanspraken op de eigendomstitel van onroerend goed of een borgverlies.
TOT EINDE LOOPTIJD AANGEHOUDEN BELEGGINGEN Financiële activa, niet zijnde derivaten, met vaste of vooraf bepaalde betalingen en een vastgelegde vervaldatum waarvoor de Groep de intentie en mogelijkheid heeft om deze tot het einde van de looptijd aan te houden anders dan die activa: (a) die bij eerste verwerking zijn aangewezen als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, (b) die zijn aangewezen als beschikbaar voor verkoop (c) die voldoen aan de definitie van kredieten.
SCHADERATIO De schaderatio betreft de schaden, inclusief de schadebehandelingskosten, uitgedrukt als percentage van de netto verdiende premie.
TRANSFERRISICO Risico op een verlies door restricties op het omwisselen om valuta opgelegd door een buitenlandse overheid wat het onmogelijk maakt om geld over te maken naar het buitenland.
SCHATKISTPAPIER In het algemeen korte termijn schuldbewijzen uitgegeven door een centrale overheid. Certificaten van Nederlands schatkistpapier worden beschouwd als Nederlands schatkistpapier.
VALUE-AT-RISK (VAR) De value-at-risk maatstaf kwantificeert, met een eenzijdige betrouwbaarheidsniveau van tenminste 99%, de maximale ééndagsverliezen in de netto contante waarde die kunnen optreden ten gevolge van veranderingen in risicofactoren (zoals rentetarieven, vreemde valutakoersen, aandelenkoersen, creditspreads, impliciete volatiliteit) als de posities één dag onveranderd blijven.
SETTLEMENT-RISICO Settlement-risico ontstaat wanneer waarden (fondsen, instrumenten of goederen en grondstoffen) worden uitgewisseld op dezelfde of verschillende valutadata en de ontvangst niet wordt geverifieerd of verwacht voordat ING Groep haar eigen deel van de transactie heeft voldaan of geleverd. Het risico bestaat derhalve dat ING Groep levert, maar geen leverantie van de tegenpartij ontvangt. SUB-PRIME MORTGAGES Hypotheken verstrekt aan hypotheeknemers die geen reguliere hypotheek kunnen krijgen omdat zij een aantekening in het kredietregister of een beperkt inkomen hebben. SWAPCONTRACTEN Swap-contracten zijn verplichtingen om contanten op een van te voren vastgesteld toekomstig tijdstip te verrekenen, gebaseerd op verschillen tussen specifieke financiële indices met betrekking tot de nominale hoofdsommen. In het algemeen vindt op contractdatum geen verrekening van contanten plaats en worden door geen van beide partijen hoofdsommen uitgewisseld.
VARIANCE-COVARIANCE Een model om de Value-at-Risk te berekenen. Hierbij wordt verondersteld dat alle risicofactoren (gemeenschappelijk) normaal verdeeld zijn en dat de verandering van de waarde van de portefeuille lineair afhankelijk is van alle veranderingen van de risicofactoren. VERDIENDE PREMIES Het gedeelte van de geboekte nettopremies in de huidige en voorgaande perioden, dat betrekking heeft op het verstreken deel van de looptijd van de polis, berekend door de mutaties in de voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico’s in mindering te brengen op de nettopremies. VERDISCONTEERDE WISSELS Wissels die onder aftrek van interest zijn verkocht en de eigenaar het recht geven om op een bepaalde datum een bepaald geldbedrag te ontvangen. ING Groep Jaarverslag 2009
319
2.4 Additionele informatie Financiële begrippenlijst (vervolg)
VERWERKING Verwerking is het proces van opname in de balans en winst-enverliesrekening van een post die aan de definitie van een element en aan de volgende criteria voldoet: • het is waarschijnlijk dat enig aan die post verbonden toekomstig economisch voordeel aan de onderneming zal toevloeien of gepaard zal gaan met een uitstroom; en • de post heeft een kostprijs of waarde waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN Voorwaardelijke verplichtingen betreffen toezeggingen of risico’s, waarvan het onzeker is of deze resulteren in een uitstroom uit ING Groep van middelen. De onderliggende waarde van deze verplichtingen is niet als vreemd vermogen in de balans verantwoord. Voor deze producten, vertegenwoordigt de onderliggende waarde het maximaal potentiële kredietrisico voor ING Groep, verondersteld dat al haar tegenpartijen hun contractuele verplichtingen niet meer zouden nakomen en alle bestaande zekerheden geen waarde zouden hebben. WAARDECREATIE Waardecreatie wordt gemeten als de economische winst (met betrekking tot non-life, asset management en banking activiteiten) en embedded value winst (met betrekking tot life en long term heath activiteiten). WARRANT Een financieel instrument dat de houder ervan het recht geeft gewone aandelen te kopen. WEIGHTED AVERAGE COST OF CAPITAL (WACC) De weighted average cost of capital wordt gebruikt als disconteringsvoet voor het berekenen van de contante waarde van de kasstromen.
320
ING Groep Jaarverslag 2009
2.4 Additionele informatie
Algemene informatie
ING-PUBLICATIES – Jaarverslag, in het Nederlands en Engels – Annual Report on Form 20-F, in het Engels (volgens SEC-richtlijnen) Deze publicaties zijn beschikbaar op internet: www.ing.com. De publicaties kunnen worden aangevraagd op internet: www.ing.com, onder ‘Publicaties’, per fax: 0411 652125 of per post: Postbus 258, 5280 AG Boxtel. In dit jaarverslag zijn opgenomen het Verslag van de Raad van Bestuur, het Bericht van de Raad van Commissarissen en de Jaarrekening. Dit Jaarverslag is een vertaling van het Engelstalige Annual Report. In geval van strijdigheid tussen de Engelstalige en de Nederlandstalige versie is het Engelstalige Annual Report leidend. ING Groep N.V. Amstelveenseweg 500, 1081 KL Amsterdam Postbus 810, 1000 AV Amsterdam Telefoon: 020 5415411 Fax: 020 5415444 Handelsregister Amsterdam, nr. 33231073
jURidische kennisgeving ten aanzien van verwachtingen over toekomstige gebeurtenissen Bepaalde uitgesproken verwachtingen, niet zijnde historische feiten, die in dit jaarverslag zijn opgenomen, met inbegrip van bepaalde verwachtingen gebaseerd op verwachtingen van toekomstige gebeurtenissen die zijn gebaseerd op de huidige inzichten en veronderstellingen van het management met betrekking tot bekende en onbekende risico’s en onzekerheden, kunnen er toe leiden dat de feitelijke resultaten, prestaties of andere omstandigheden in meer dan geringe mate afwijken van de die uitgesproken verwachtingen. De feitelijke resultaten, prestaties of andere omstandigheden kunnen in meer dan geringe mate afwijken van de uitgesproken verwachtingen als gevolg van wijzigingen met inbegrip van (i) veranderingen van de algemene economische omstandigheden, vooral in voor ING belangrijke markten, (ii), wijzigingen in de prestaties van financiële markten, inclusief opkomende markten (iii) de implementatie van het herstructureringsplan van ING om haar bank en verzekeringsactiviteiten te scheiden, (iv) veranderingen in de beschikbaarheid van, en kosten verbonden aan, liquiditeitsbronnen zoals interbancaire kredietverlening, alsmede de omstandigheden op de kredietmarkten in het algemeen, waaronder veranderingen in de krediet-waardigheid van kredietnemers en andere tegenpartijen, (v) de frequentie en ernst van verzekerde schadegevallen, (vi) veranderingen in de sterfte-, invaliditeits- en ziektecijfers en ontwikkelingen hierin, (vii) veranderingen in het verval in portefeuilles, (viii) veranderingen in het rentepeil, (ix) veranderingen in valutakoersen, (x) veranderingen in concurrentie-verhoudingen, (xi) wijzigingen in wet- en regelgeving, (xii) wijzigingen in het beleid van overheden en/of regelgevende toezicht-houders, (xiii) conclusies inzake het verkrijgen van accounting aannames en methodes, (xiv) wijzigingen in de eigendomsverhoudingen die voor ons mogelijk het toekomstig gebruik van fiscaal verrekenbare verliezen (verliezen uit gewone bedrijfsuitoefening, vermogens-verliezen en ongerealiseerde verliezen) beperken en (xv) het vermogen van ING om ten doel gestelde synergieën te halen. ING acht zich niet verplicht de in dit document opgenomen toekomstverwachtingen op enig moment te actualiseren.
REDACTIE EN PRODUCTIE ING Groep N.V. Corporate Communicatie, Amsterdam ONTWERP Addison Corporate Marketing, Londen DRUKWERK Drukkerij Tesink, Zutphen
ING Groep Jaarverslag 2009
321
232429
ING Groep N.V. Amstelveenseweg 500 1081 KL Amsterdam Postbus 810, 1000 AV Amsterdam Telefoon: 020 5415411 Fax: 020 5415444 Internet: w ww.ing.com Handelsregister Amsterdam, nr. 33231073
WW W.IN G .COM