Informatiemap BVAT
Logo BVAT
1
Informatiemap BVAT
Inhoudsopgave 1 De BVAT in één oogopslag ................................................................................ 3 2 Beroepsvereniging Voor APS-Therapie (BVAT) ............................................... 4 3 APS-Therapie ...................................................................................................... 6 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Wat is APS-therapie?......................................................................................... 6 Actiepotentiaal ................................................................................................... 6 Adenosinetrifosfaat (ATP) .................................................................................. 6 Hoe werkt APS?................................................................................................. 7 Behandeling ....................................................................................................... 8 Contra-indicaties ................................................................................................ 8 Te behandelen klachten..................................................................................... 9
4 Kwaliteitsbeheerssysteem ............................................................................... 10 4.1 Kwaliteitscriteria voor toetreding tot de vereniging ........................................... 11 4.1.1 Diploma APS therapie................................................................................... 11 4.1.2 Verklaring Omtrent het Gedrag ..................................................................... 12 4.1.3 Beroepsaansprakelijkheidsverzekering......................................................... 12 4.1.4 Beroepscode en gedragsregels APS-therapeuten ........................................ 12 4.1.5 Klacht- en tuchtrecht ..................................................................................... 13 4.2 Kwaliteitscriteria voor continuering van het lidmaatschap ................................ 14 4.2.1 Bij- en nascholing.......................................................................................... 14 4.2.2 Cliëntenuren.................................................................................................. 15 4.2.3 Herkenbaarheid............................................................................................. 15 4.2.4 Bereikbaarheid .............................................................................................. 15 4.2.5 Praktijkinrichting ............................................................................................ 15 4.2.6 Cliëntendossier ............................................................................................. 15 4.2.7 Hygiënebewaking.......................................................................................... 15 4.2.8 Informatie over tarieven en vergoedingen..................................................... 16 4.2.9 Intercollegiale toetsing .................................................................................. 16 4.2.10 Factuur........................................................................................................ 16 Bijlagen A B C D E
Inhoudsopgave lesmateriaal opleiding APS-therapeut Beroepscode en gedragsregels APS-therapeuten Klacht- en Tuchtrechtreglement Beroepsvereniging voor APS Therapie (BVAT) Checklist ten behoeve van visitatie BVAT leden Eisen praktijkinrichting
2
Informatiemap BVAT
1 De BVAT in één oogopslag Onderwerp
Ja/nee
Opmerkingen
Beroepsregister Beroepsregister? Openbaar? Is het te raadplegen? Leden herkenbaar? Toetreding tot vereniging
Ja Ja Ja Ja
www.bvat.nl muurschild
Opleidingseisen? Medische basiskennis op HBO niveau?
Ja Ja
APS-diploma In APS-opleiding
Verklaring Omtrent Gedrag? Beroepsaansprakelijkheidsverzekering? Beroepscode en gedragsregels? -Geheimhoudingsplicht? -Verbod op seksuele toenadering naar cliënt? -Verbod op seksuele relatie met cliënt? -Toestemming voor behandeling?
Ja Ja Ja Ja Ja
Geheimhoudingsplicht, verbod op seksuele toenadering/seksuele relatie met cliënt, toestemming voor behandeling in beroepscode opgenomen.
Ja
Beroepscode wordt onderschreven bij toetreding Klacht- en tuchtrecht?
Ja
Klacht- en tuchtcommissie gescheiden
Ja
Verlengen lidmaatschap Lidmaatschap eindig
Ja
Controle door visitatiecommissie? Bij- en nascholing verplicht? Minimum aantal cliënten uren? Bereikbaarheid? Eisen praktijkinrichting? Cliëntendossier? Hygiënebewaking? Informatie over tarieven/vergoedingen? Intercollegiale toetsing Minimumeisen factuur?
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Overige Eisen voorgeschreven middelen
N.v.t.
Klacht- en tuchtrecht wordt onderschreven bij toetreding.
Wordt 1 jaar verlengd als men aan kwaliteitscriteria voldoet
Volgens WGBO
De APS-therapeut schrijft geen middelen voor.
3
Informatiemap BVAT
2 Beroepsvereniging Voor APS-Therapie (BVAT) De Beroepsvereniging Voor APS-Therapie (BVAT), gevestigd Elzenpas 15, 6666 HD Heteren is sinds 28 oktober 2002 als vereniging onder nummer 09131715 in het Handelsregister ingeschreven. De vereniging heeft tot doel: 1. APS Therapie meer landelijke bekendheid te geven. 2. Criteria en procedures te ontwikkelen en te handhaven ten behoeve van de kwaliteitsbewaking. 3. Voor zover mogelijk samenwerking tot stand te brengen tussen APS en andere instanties met soortgelijke doelstelling. Het bestuur van de vereniging is door de algemene ledenvergadering gekozen. Het bestuur wordt in hun werkzaamheden gesteund door de diverse commissies. Het bestuur bestaat uit (stand 1 januari 2010): • Mevrouw G. Blaauw - van Laar • De heer J. Uytdewilligen • De heer W. van Varik • De heer R. Blaauw
voorzitter vice-voorzitter secretaris penningmeester
De ledenvergadering vindt eenmaal per jaar plaats in de maand april. De volgende commissies zijn actief: • Commissie Klacht • Commissie Kwaliteit • Commissie Opleidingen • Commissie Public Relations • Commissie Tucht • Commissie Zorgverzekeringen
4
Informatiemap BVAT De beroepsvereniging kent twee soorten leden: • gecertificeerde leden; • geaccrediteerde leden. Per 1 januari 2010 bedroeg het aantal: • gecertificeerde leden: 44; • geaccrediteerde leden: 105. Alle leden zijn opgenomen in het beroepsregister, dat openbaar toegankelijk is en via de website van de beroepsvereniging www.bvat.nl door iedereen te raadplegen is. De gecertificeerde leden hebben een korte cursus APS-therapie gevolgd. De geaccrediteerde leden hebben de opleiding APS-therapie gevolgd. In deze informatiemap blijven de gecertificeerde leden verder buiten beschouwing. Alle verdere teksten hebben betrekking op de geaccrediteerde leden.
5
Informatiemap BVAT
3 APS-Therapie 3.1 Wat is APS-therapie? APS Therapie is een micro electro therapie (MET) die de lichaamseigen zenuwimpuls, de actiepotentiaal, nabootst. De actiepotentiaal is een belangrijk signaal in het lichaam en vele processen in ons lichaam zijn afhankelijk van dit signaal. Daarnaast wordt door het stimuleren van weefsel met behulp van de APS prikkel onder andere doorbloeding gestimuleerd. Daarnaast wordt er in een verhoogde concentratie ATP vrijgemaakt, namelijk 5 tot 8 keer meer dan normaal. ATP staat voor Adenosonetrifosfaat. Deze stof, ook wel de levensmolecule genoemd, zorgt voor het energie transport door het lichaam. 3.2 Actiepotentiaal Een actiepotentiaal is een golf van elektrische ontlading over het membraan van een neuron. Actiepotentialen vormen een essentiële eigenschap van menselijk en dierlijk leven, maar komen ook voor in sommige planten. Ze maken het mogelijk om snel informatie te verzenden tussen verschillende weefsels. Met name het zenuwstelsel maakt uitvoerig gebruikt van actiepotentialen, om informatie tussen zenuwcellen onderling uit te wisselen, maar ook tussen zenuwcellen en andere delen van het lichaam, zoals spieren of klieren. 3.3
Adenosinetrifosfaat (ATP)
Adenosinetrifosfaat of ATP is een verbinding die in de celstofwisseling een sleutelrol vervult als drager van chemische energie. Het bestaat uit een adenosinemolecuul met het suikermolecuul ribose met 3 fosfaatgroepen. Naast Adenosinetrifosfaat bestaat er ook van de andere basen zo'n energiedragende variant (CTP, UTP, GTP, TTP) elke variant speelt in werkelijkheid bij specifieke reacties een rol. Om in energie te kunnen rekenen spreekt men meestal alleen over ATP als energiedrager. Voor de meeste in de cellen spelende processen is energie nodig. ATP is zo'n energiedrager. De bindingen van de fosfaatgroepen van het molecuul zijn energierijk. De fosfaten zijn aan elkaar gebonden met anhydride-bindingen. Bij splitsing in fosfaat en adenosinedifosfaat (ADP) komt chemische energie vrij, deze reactie loopt af over het enzym adenosinedehydrogenase. Bij deze reactie komt 30 kJ/mol energie vrij. Adenosinedifosfaat kan door nog een fosfaatgroep af te splitsen verder omgezet worden naar adenosinemonofosfaat (AMP), waarbij wederom 30 kJ/mol vrijkomt.
6
Informatiemap BVAT De energie wordt bijvoorbeeld gebruikt voor synthese van organische moleculen of transport van stoffen over het celmembraan. AMP en ADP worden geregenereerd om opnieuw te dienen als energiedrager. Hiertoe worden fosfaatgroepen gebonden aan AMP of ADP. Dit wordt in de oxidatieve fosforylering gedaan door het enzym ATP synthase. Daarbij wordt energie gebruikt die is opgeslagen in de vorm van een protonengradiënt tussen het dubbele membraan van het mitochondrion. Deze gradiënt is op zijn beurt afkomstig van NADH en FADH2 uit de glycolyse, citroenzuurcyclus en beta-oxidatie. Bij dieren en mensen wordt ATP gemaakt in het mitochondrion, bij planten daarnaast ook in het chloroplast met behulp van zonne-energie.
3.4 Hoe werkt APS? De afkorting APS is afgeleid van de Engelse benaming Action Potential Simulation. Deze vorm van elektrotherapie dankt zijn naam aan het feit dat de toegediende elektrische stroom een positieve amplitude heeft die de natuurlijke actiepotentiaal van de celwand benadert. Het gaat bovendien om een gelijkstroom van lage intensiteit, uitgedrukt in microampère. Daarom is APS te classificeren als Microcurrent Electrical Therapy (MET). Het APS-apparaat maakt het mogelijk om een dergelijke microstroom op een eenvoudige en veilige manier toe dienen aan het menselijk lichaam. APS Therapie maakt gebruik van electroden om het signaal aan het lichaam door te kunnen te geven. Deze electroden zijn meestal kleefelectroden die eenvoudig hergebruikt kunnen worden. APS TherapyTM raadt aan hier de PALS electroden van Axelgaard te gebruiken daar deze getest zijn op biocompatibiliteit samen met APS. De electroden worden aangebracht op het lichaam, zodanig dat het te behandelen gebied zich tussen de zwarte en rode electroden bevindt. Er gaat dan een microstroom in de vorm van de actiepotentiaal lopen van het ene electrodenpaar naar het andere. Deze microstroom loopt dan ook door het lichaam.
7
Informatiemap BVAT
3.5 Behandeling In de onderstaande afbeelding ziet u het effect van een behandeling op een ontsteking in de knie.
Situatie 1
Situatie 2
Dit is de situatie voor behandeling. In deze situatie zijn de electroden Er is duidelijk op deze thermofoto te aangebracht en wordt de zien dat er hotspots zijn. Deze behandeling uitgevoerd. hotspots zijn de plaatsen waar de ontsteking zit en dus ook de pijn.
Situatie 3
Situatie 4
Dit is 5 minuten na de behandeling. Dit is 10 minuten na de We zien een duidelijke vermindering behandeling. Er is duidelijk te zien van de hotspot. En tevens zien we dat de hotspots nagenoeg een verplaatsing in de richting van verdwenen zijn en dat het lichaam de probleemstoffen afgevoerd het lichaam. heeft.
3.6 Contra-indicaties APS Therapie mag niet toegepast worden bij: • Personen met elektrische implantaten (pacemaker, enz) • Personen die lijden aan epilepsie • Personen die lijden aan kanker • Kinderen beneden de leeftijd waarop zij kunnen aangeven wat zij voelen • Personen die zwanger zijn • Personen met recentelijk hersen- of hartinfarct of acute trombose
8
Informatiemap BVAT 3.7
Te behandelen klachten
Met APS kunnen ondermeer de volgende klachten worden behandeld: • aangezichtspijn • artritis • artrose • astma • burnout • bursitis • carpaal tunnelsyndroom • chronische pijn • depressie • EDS • fibromyalgie • hoofdpijn • ischias • jicht • ME (CVS) • menstruatiepijn • migraine • MS • neuropathische pijn • osteoporose • pijn als gevolg van een botbreuk • pijn na operatieve ingreep • pijn waarvoor geen lichamelijke oorzaak kan worden gevonden • restless leg-syndroom • reuma • RSI • rugpijn • slapeloosheid • slijmbeursontsteking (bursitis) • sportblessures • tennisarm • verrekking van spieren • zenuwpijn • ziekte van Raynaud
9
Informatiemap BVAT
4 Kwaliteitsbeheerssysteem De BVAT beschikt over een kwaliteitsbeheerssysteem. De doelen van het kwaliteitsbeheerssysteem zijn: • het optimaliseren en handhaven van de professionele uitvoering van werkzaamheden door de APS-therapeut, alsmede diens imago en dat van de BVAT • het – met name middels een beroepscode – bijdragen tot een eenduidig gedrag en houding van de APS-therapeuten die aangesloten zijn bij de BVAT • het dienen van het gemeenschappelijk belang van alle betrokken, de cliënten, APS-therapeuten, vertegenwoordigd door de BVAT en verwijzers, zoals artsen en specialisten. Hierbij wordt aangetekend, dat: • kwaliteitsbeleid een continu en dynamisch proces is en derhalve regelmatig aan wijzigingen en/of aanvullingen onderhevig zal zijn. • de beoordelingscriteria meetbaar zijn om het systeem beheersbaar te houden. Het kwaliteitsysteem omvat enerzijds een aantal kwaliteitscriteria die bij de toetreding tot de beroepsvereniging van belang zijn en anderzijds een aantal kwaliteitscriteria die bij de continuering van het lidmaatschap van belang zijn.
10
Informatiemap BVAT 4.1
Kwaliteitscriteria voor toetreding tot de vereniging
Kwaliteitscriteria voor toetreding als geaccrediteerd lid tot de vereniging zijn: • diploma APS therapie • Verklaring Omtrent het Gedrag • beroepsaansprakelijkheidsverzekering • beroepscode en gedragsregels APS-therapeuten • klacht- en tuchtrecht Aan alle bovengenoemde kwaliteitscriteria moet worden voldaan. 4.1.1 Diploma APS therapie Als geaccrediteerd lid kunnen uitsluitend toetreden degenen die: • de opleiding APS-therapie met een diploma hebben afgerond. De opleiding wordt gegeven onder auspiciën van APS Therapy, Ressenerbroek 20a, 6666 MR Heteren. APS Therapy is onder nummer 091553730000 ingeschreven in het Handelsregister. APS Therapy is de leverancier van APS-apparatuur en heeft distributeurs in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Chili en Zuid-Afrika. De opleiding APS-therapie is een opleiding op HBO-niveau. De opleiding bestaat uit een schriftelijk gedeelte (zelfstudie), randuren en 10 praktijkdagen. Het totaal aantal studieuren is 700 = 25 ECTS-punten. Verdeling: Contacturen (met docent): Randuren (practicum, toetsing etc.): Zelfstudie uren:
80 220 400
De opleidingsduur is minimaal 1 jaar. De opleiding omvat 11 modules met aandacht voor toepassing van APS-therapie, medische en psychologische aspecten.
11
Informatiemap BVAT De opleiding bevat de volgende modules: • Inleiding in APS therapie • Communicatievaardigheden bij APS • Behandelschema’s • Algemene psychologie bij APS • Medische basiskennis • Communicatiekunde 1 • Communicatiekunde 2 • Klinische psychologie 1 • Klinische psychologie 2 • Voedingsleer • Praktijkvoering
De volledige inhoudsopgave van het lesmateriaal van de opleiding tot APS-therapeut is als bijlage A opgenomen. 4.1.2 Verklaring Omtrent het Gedrag Als geaccrediteerd lid kunnen uitsluitend toetreden degenen die: • een verklaring Omtrent het Gedrag overleggen, niet ouder dan 3 maanden. 4.1.3 Beroepsaansprakelijkheidsverzekering Als geaccrediteerd lid kunnen uitsluitend toetreden degenen die: • aantonen dat zij een beroepsaansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. 4.1.4 Beroepscode en gedragsregels APS-therapeuten Als geaccrediteerd lid kunnen uitsluitend toetreden degenen die: • een ondertekende verklaring overleggen, waarin zij aangeven dat zij de ‘beroepscode en gedragsregels APS-therapeuten’ onderschrijven en zich daaraan committeren. In de beroepscode is o.a. de geheimhoudingsplicht en de relatie tot verwijzers, collega’s en ander zorg- of hulpverleners opgenomen. De ‘beroepscode en gedragsregels APS-therapeuten’, in werking getreden op 1 juni 2007, is als bijlage B opgenomen.
12
Informatiemap BVAT 4.1.5 Klacht- en tuchtrecht Als geaccrediteerd lid kunnen uitsluitend toetreden degenen die: • een ondertekende verklaring overleggen, waarin zij aangeven dat zij het ‘Klacht- en Tuchtrechtreglement Beroepsvereniging voor APS Therapie (BVAT)’ onderschrijven en zich daaraan committeren Het ‘Klacht- en Tuchtrechtreglement Beroepsvereniging voor APS Therapie (BVAT)’, in werking getreden op 1 juni 2007, is als bijlage C opgenomen. De klachtcommissie en tuchtcommissie zijn twee onafhankelijke commissies. Leden van de klachtcommissie maken geen deel uit van de tuchtcommissie. Leden van de tuchtcommissie maken geen deel uit van de klachtcommissie. Beide commissies worden voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter, zijnde een jurist.
13
Informatiemap BVAT 4.2
Kwaliteitscriteria voor continuering van het lidmaatschap
Kwaliteitscriteria voor continuering van het lidmaatschap als geaccrediteerd lid zijn: • bij- en nascholing • cliëntenuren • herkenbaarheid • bereikbaarheid • praktijkinrichting • cliëntendossier • hygiënebewaking • informatie over tarieven en vergoedingen • intercollegiale toetsing • factuur Aan alle bovengenoemde kwaliteitscriteria moet worden voldaan. Bij het voldoen aan deze criteria krijgen de leden een verlenging van hun registratie voor de tijd van 1 jaar.
Visitatiecommissie De controle op een aantal kwaliteitscriteria vindt plaats door een visitatiecommissie bestaande uit tenminste twee leden van de werkgroep kwaliteit dan wel andere personen die door het bestuur van de BVAT daartoe gemachtigd zijn. Jaarlijks bezoekt de visitatiecommissie een aantal leden. De visitatiecommissie maakt gebruik van de “checklist ten behoeve van visitatie BVAT leden’. Bij een beoordeling ‘onvoldoende’ op één of meerdere kwaliteitscriteria heeft het lid 3 maanden de tijd om alsnog hieraan te voldoen. Dit wordt door de visitatiecommissie gecontroleerd. De checklist is als bijlage D opgenomen. Het origineel van de door de visitatiecommissie en door het gevisiteerde lid ondertekende checklist wordt bij de BVAT bewaard.
4.2.1 Bij- en nascholing De bij- en nascholing bedraagt minimaal 4 dagdelen per jaar (circa 12 – 15 uur). De scholing moet gegeven zijn door: • een door de BVAT erkende opleidingsinstelling • de BVAT zelf.
14
Informatiemap BVAT
4.2.2 Cliëntenuren Er geldt een minimum aantal cliënten/contacturen van gemiddeld 8 uur per week. 4.2.3 Herkenbaarheid De leden zijn als zodanig herkenbaar voor de consument door de aanwezigheid van het BVAT-muurschild.
4.2.4 Bereikbaarheid Leden geven aan hun (potentiële) cliënten aan op welke dagen en tijdstippen zij (telefonisch) bereikbaar zijn. Leden dragen er zorg voor, dat ook telefonische bereikbaarheid buiten de spreekuren goed geregeld is. In voorkomende gevallen worden met collegae afspraken gemaakt over waarneming tijdens vakanties e.d.
4.2.5 Praktijkinrichting De praktijkinrichting moet voldoen aan bepaalde eisen. Deze eisen zijn als bijlage E opgenomen.
4.2.6 Cliëntendossier Leden houden conform de WGBO een medisch behandeldossier bij. 4.2.7 Hygiënebewaking Leden hanteren voor wat betreft de behandelruimte, de wachtkamer en toilet(ten) de normale normen die voor een schone ruimte gebruikelijk zijn. Leden gebruiken voor iedere cliënt een eigen set plak-elektroden. Voor iedere cliënt worden schone handdoeken gebruikt.
15
Informatiemap BVAT
4.2.8 Informatie over tarieven en vergoedingen Leden informeren cliënten voorafgaand aan de behandeling over de tarieven, de (gemiddelde) duur van een consult en de totale kosten van de behandeling. De tarievenlijst is tevens duidelijk zichtbaar in de praktijkruimte aanwezig. Tevens wijzen de leden hun cliënten op de vergoedingsmogelijkheden van de consulten vanuit de aanvullende zorgverzekering.
4.2.9 Intercollegiale toetsing Intercollegiale toetsting vindt ondermeer plaats tijdens de verplichte na- en bijscholingen. In de nieuwsbrief wordt regelmatig een casus behandeld. Alle leden kunnen contact opnemen met de helpdesk van APS-therapie met vragen, opmerkingen e.d..
4.2.10 Factuur Leden verstrekken aan hun cliënten een factuur. Hierop staan minimaal vermeld: • NAW-gegevens van de cliënt • Factuurdatum • Factuurnummer • Behandeling • Datum behandeling(en) • • • •
BTW tarief (19%) Bedrag exclusief BTW Bedrag BTW Bedrag inclusief BTW
•
KVK nummer
• •
AGB/VEKTIS code(s) Lidmaatschapsnummer beroepsvereniging
16
Informatiemap BVAT
Bijlagen: A B C D E
Inhoudsopgave lesmateriaal opleiding APS-therapeut Beroepscode en gedragsregels APS-therapeuten Klacht- en Tuchtrechtreglement Beroepsvereniging voor APS Therapie (BVAT) Checklist ten behoeve van visitatie BVAT leden Eisen praktijkinrichting
17
Informatiemap BVAT
Bijlage A: Inhoudsopgave opleiding APS-therapie
18
Informatiemap BVAT Inhoud module 1: Inleiding in APS Therapie Onderwerpen: 1
Inleiding in APS Therapy 1.1 De historie 1.2 Actie Potentiaal Simulatie 1.2.1 Simulatie of Stimulatie
2
Fysiologische processen 2.1 De Actiepotentiaal 2.2 De natrium / kaliumpomp 2.3 ATP 2.4 Mitochondrion 2.5 Conclusie
3
Basiskennis elektriciteit 3.1 Het SI-Stelsel 3.2 Elektrische spanning 3.2.1 Meeteenheid 3.2.2 Meten van spanningen 3.2.3 Spanningsbereiken 3.2.4 Gelijkspanning en wisselspanning 3.3 Elektrische stroom 3.3.1 Meeteenheid 3.3.2 Het meten van stroom 3.3.3 Stroomrichting 3.4 Elektrische weerstand 3.4.1 Weerstandvariaties 3.4.2 Vervangingsweerstand 3.5 Wet van OHM 3.6 Water analogie
19
Informatiemap BVAT 4
Toepassing van APS 4.1 Inleiding 4.2 Chronische klachten 4.3 Acute klachten 4.4 Psychische klachten 4.5 Psychosomatische klachten 4.6 Contra - indicaties 4.6.1 Elektrische implantaten 4.6.2 Epilepsie 4.6.3 Kanker 4.6.4 Jonge kinderen 4.6.5 Zwangerschap 4.6.6 Herseninfarct / hartinfarct / acute trombose
5
Het APS apparaat 5.1 Intensiteitregelaar en aan/uit schakelaar 5.1.1 Timer 5.2 Display 5.3 Mode schakelaar 5.4 Behandelpoorten 5.5 Batterij 5.6 Accessoires 5.6.1 Elektroden
6
De werking van APS Therapie 6.1 Het APS signaal 6.2 APS in vergelijking met andere elektrotherapieën 6.2.1 Lichaamseigen versus lichaamsvreemd 6.2.2 Spierstimulatie 6.2.3 TENS
20
Informatiemap BVAT 7
Maken van behandelschema´s 7.1 Inleiding 7.2 Vuistregels 7.2.1 Behandelstand bepalen (intensiteit) 7.2.2 Water drinken 7.2.3 Tijdsduur 7.2.4 Behandelrichting 7.3 Behandelschema´s 7.3.1 De opening 7.3.2 Het plot 7.3.3 De afsluiting
Praktijkcasussen Praktijkoefening
21
Informatiemap BVAT Inhoud module 2: Communicatievaardigheden bij APS Onderwerpen: 1. Wat is communicatie? 2. Wat is communicatiekunde? 3. Het communicatieproces 4. Communicatie: signalen en symbolen 5. Verbale communicatie 6. Non verbale communicatie 7. Objectieve communicatie 8. Weerstand 9. Weerstand en wat daarachter schuil gaat 10. Wat is counselling? 11. De origine van counselling 12. Wie counselt wie? 13. Counsellingtechnieken en –vaardigheden 14. De confrontatie 15. Effectief counsellen 16. Stress en het functioneren van de mens 17. Praktische hulpmiddelen in de praktijk Praktijkcasussen Praktijkoefening
22
Informatiemap BVAT Inhoud module 3: Behandelschema´s Onderwerpen 1. Basisregels APS behandeling 2. Algemene behandelpatronen 3. Specifieke behandelpatronen 3.1. Algemene behandeling (wervelkolom) 3.2. Achillespeesontsteking (hielspoor) 3.3. Arachnoiditis (hersenvliesontsteking) 3.4. Armtrauma 3.5. Armen en benenpijn 3.6. Artritis (gezicht) 3.7. Artritis (handen) 3.8. Artritis (polsen) 3.9. Artritis (vingers) 3.10. Artritis (h. p. v. – watertherapie) 3.11. Artritis (voeten) 3.12. Artritis (enkels) 3.13. Artritis (tenen) 3.14. Artritis (v. e. t. – watertherapie) 3.15. Artritis elleboog 3.16. Artritis heup 3.17. Artritis heupen 3.18. Artritis knie 3.19. Artritis schouder 3.20. Astma 3.21. Beentrauma 3.22. Benen bloedcirculatie 3.23. Ziekte van Bechterew 3.24. Bindweefselontsteking (gewrichten) 3.25. Bindweefselontsteking (spieren) 3.26. Borstgebied (zenuwvlechtwerk arm) 3.27. Burn-out syndroom 3.28. Carpaal Tunnel Syndroom 3.29. Decubitus 3.30. Fantoompijn 3.31. Fibromyalgie 1 3.32. Fibromyalgie 2
23
Informatiemap BVAT 3.33. 3.34. 3.35. 3.36. 3.37. 3.38. 3.39. 3.40. 3.41. 3.42. 3.43. 3.44. 3.45. 3.46. 3.47. 3.48. 3.49. 3.50. 3.51. 3.52. 3.53. 3.54. 3.55. 3.56. 3.57. 3.58. 3.59. 3.60. 3.61. 3.62. 3.63. 3.64. 3.65. 3.66. 3.67. 3.68. 3.69. 3.70. 3.71. 3.72. 3.73. 3.74.
Gewricht (zwelling, blessures) Gordelroos (Herpes zoster) Halswervelgewrichtsontsteking Halswervelgewricht spondylosis 1 Halswervelgewricht spondylosis 2 Halszenuwwortel beknelling Herpes zoster (gelaat) Heuppijn (gewricht) Heuppijn (uitstr. billen) Heuppijn (uitstr. knie etc.) Hoofdpijn (kramp trapezius) Hoofdpijn (kramp nekspieren) Hoofdpijn (door spanning) Immuunsysteem Ischias Kaakgewricht (eenzijdig) Kaakholte-ontsteking (eenzijdig) Kaakholte-ontsteking (tweezijdig) Keelpijn Lendepijn (eenzijdig) Lumbale gewrichtsontsteking M.E. Menstruatieproblemen Middenvoets (fractuur/pijn) Migraine 1 Migraine 2 Multiple Sclerose 1 Multiple Sclerose 2 Multiple Sclerose 3 Multiple Sclerose 4 Oorpijn Osteoporose Restless legs Rugpijn (algemeen) Rugpijn (lendenen) Rug (onderrug uitstralende pijn) Rug (onderrug) Sacroiliaal syndroom/ontsteking Schouders Schouderblad Schoudergewricht Schouderklachten
24
Informatiemap BVAT 3.75. 3.76. 3.77. 3.78. 3.79. 3.80. 3.81. 3.82. 3.83. 3.84. 3.85. 3.86. 3.87. 3.88. 3.89.
Schouderklachten (fractuur) S.I.-gewricht (artrose, “slijtage”) Slapeloosheid 1 Slapeloosheid 2 Spastische dikke darm (Sp. Colon) Spier (stijfheid/blessures) Spondylitis (ankyloserende) 1 Spondylitis (ankyloserende) 2 Stress-gerelateerde klachten Tennisarm Verkoudheid (allergie) Voorhoofdsholte (tweezijdig) Whiplash Zenuwwortelbeknelling (lumbaal) Zenuwwortelbeknelling (uitstralingsgeb.)
Praktijkcasussen Praktijkoefening
25
Informatiemap BVAT Inhoud module 4: Algemene Psychologie Onderwerpen: 1. Hoofdstuk 1 Kennismaking met de psychologie 1.1. Inleiding 1.2. Wat is psychologie? 1.3. Wat is gedrag? 1.4. De psycholoog 1.5. De psychologie als wetenschap 1.6. Psychisch probleem? 1.6.1. Ontwikkelingspsychologie 1.6.2. Sociale psychologie 1.6.3. Persoonlijkheidspsychologie 1.6.4. Klinische psychologie 1.6.5. Biopsychologie 1.7. Wat is wetenschap? 1.8. Vaktaal versus spreektaal 1.9. Informatie verzamelen in de psychologie 1.10. Wetenschappelijk onderzoek in de psychologie 1.11. Basisgebieden binnen de psychologie 1.11.1. Methodeleer 1.11.2. Functieleer 1.11.3. Persoonlijkheidsleer 1.11.4. Ontwikkelingsleer 1.11.5. Gedragsleer 2. Hoofdstuk 2 Geschiedenis en stromingen 2.1. Geschiedenis van de psychologie 2.1.1. Stenen tijdperk 2.1.2. Egypte 2.1.3. Plato 2.1.4. Artistoteles 2.1.5. Descartes 2.1.6. John Locke 2.1.7. Immanuel Kant 2.1.8. Frans Jozef Gall 2.1.9. Broca 2.1.10. Wernicke 2.1.11. Afasie 2.2. Psychoanalyse
26
Informatiemap BVAT 2.3. Structuralisme 2.4. Behaviorisme 2.5. Gestaltpsychologie 2.6. Cognitieve psychologie 2.7. Humanistische psychologie 2.8. Biopsychologie 3. Hoofdstuk 3 Psychologie en fysiologie; een wisselwerking tussen lichaam en geest 3.1. Inleiding 3.2. Het centrale zenuwstelsel en de hersenen 3.3. De cellen en hun functie 3.4. Het centrale zenuwstelsel 3.4.1. De cerebrale hemisfeer 3.4.2. De cerebrale cortex 3.4.3. Het limbisch systeem 3.4.4. De Amygdala 3.4.5. De Hippocampus 3.4.6. De thalamus 3.4.7. De hypothalamus 3.4.8. De medulla 3.4.9. Het cerebellum 3.4.10. De formatio reticularis 3.5. De werking van het zenuwstelsel 3.6. Neurotransmitters 3.6.1. Acetylcholine 3.6.2. Dopamine 3.6.3. Serotonine 3.6.4. Noradrenaline 3.7. Het endocriene systeem 3.7.1. Hypofyse 3.7.2. Schildklier 3.7.3. Bijnieren 3.8. Waarneming en de zintuigen 3.9. Leren 3.10. Klassieke conditionering 3.11. Operante conditionering 3.12. Het geheugen 3.12.1. Geheugenpaden 3.12.2. Het episodisch geheugenpad 3.12.3. Het semantische geheugen 3.12.4. Het procedurele geheugen
27
Informatiemap BVAT 3.12.5. 3.12.6.
Het automatische geheugen Het emotionele geheugen
4. Hoofdstuk 4 Persoonlijkheidsleer 4.1. Inleiding 4.1.1. De normale persoonlijkheid 4.1.2. De positief abnormale persoonlijkheid 4.1.3. De negatief abnormale persoonlijkheid 4.2. De mens als individu 4.3. De vele rollen van de mens
28
Informatiemap BVAT 4.4. Factoren (determinanten) die de ontwikkeling beïnvloeden 4.4.1. Genetische en fysiologische determinanten 4.4.2. Sociale determinanten 4.4.3. Culturele determinanten 4.5. Temperamentenleer 4.5.1. De temperamentenleer van Empedocles 4.5.2. De temperamentenleer van Hippocrates 4.5.3. De temperamentenleer van Galenus 4.6. Typologieën 4.6.1. Frenologie 4.6.2. De typologie van C.G. Jung 4.6.3. De typologie van Freud 4.6.4. De typologie van Kretschmer en Sheldon 4.7. Traits (persoonlijkheidstrekken) 4.8. De wereld volgens Eysenck 4.9. De Big Five 4.10. Persoonlijkheidsstoornissen 4.11. Angststoornissen 4.11.1. Gegeneraliseerde (of algemene) angststoornis 4.11.2. Obsessief-compulsieve stoornis 4.11.3. Paniekstoornis 4.11.4. Fobieën 4.12. Stemmingsstoornissen 4.13. Bipolaire stoornis 4.14. Dissociatieve stoornissen 4.14.1. Dissociatieve fugue 4.14.2. Dissociatieve identiteitsstoornis 4.15. Schizofrenie en psychose 4.16. Anorexia Nervosa 5. Hoofdstuk 5 De ontwikkelingsleer 5.1. Inleiding 5.2. Generaties 5.2.1. De vooroorlogse generatie 5.2.2. De stille generatie 5.2.3. De protestgeneratie 5.2.4. De verloren generatie 5.2.5. De nieuwe generatie 5.3. De fasen in de ontwikkeling van de persoon 5.4. De cognitieve ontwikkeling 5.4.1. Piaget
29
Informatiemap BVAT 5.5. De morele ontwikkeling volgens Lawrence Kohlberg 5.6. De ontwikkeling volgens de psychoanalyse 5.6.1. De orale fase 5.6.2. De anale fase 5.6.3. De fallische fase 5.6.4. De latente fase 5.6.5. De puberteit 5.7. Erikson 5.7.1. Presociale en symbiotische fase in de ontwikkeling van het ego 5.7.2. De impulsfase 5.7.3. De opportunistische fase 5.7.4. De conformistische fase 5.7.5. De zelfbewuste fase 5.7.6. De autonome fase 5.7.7. De geïntegreerde fase 5.8. De volwassenheid 5.9. De ouderdom 6. Hoofdstuk 6 Gedraglseer 6.1. Inleiding 6.2. De mens en zijn omgeving 6.2.1. Sociale omgeving 6.2.2. Fysische omgeving 6.2.3. Heden, verleden en toekomst 6.2.4. Determinanten vanuit de fysieke omgeving 6.3. De sociale omgeving 6.3.1. De maatschappij 6.3.2. Cultuur 6.3.3. Sociale klassen 6.3.4. De persoon en de groep 6.4. De motivatie: gerichtheid in gedrag 6.4.1. Theoretische opvattingen over motivatie 6.5. Positief abnormaal gedrag 6.5.1. Bovennatuurlijke begaafdheid Praktijkcasussen Praktijkoefening
30
Informatiemap BVAT Inhoud module 5: medische basiskennis (op HBO niveau) Onderwerpen Deel 1 - Anatomie, fysiologie en pathologie I 1.1 Kennis van het menselijk lichaam 1.1.1 Inleiding 1.1.2 Het menselijk lichaam als eenheid 1.1.3 De uiterlijke verschijningsvorm van de mens 1.1.4 Anatomische terminologie 1.1.5. Herstelvermogen van verschillende weefsels. 1.2 De huid 1.2.1 Functies van de huid 1.2.2 Bouw van de huid 1.3 De stofwisseling (metabolisme) 1.3.1 Inleiding 1.4 De circulatie 1.4.1 Inleiding 1.4.2 Afweer en immuniteit 1.5 Rode bloedlichaampjes (erytrocyten) 1.6 Witte bloedlichaampjes (leukocyten) 1.7 Bloedplaatjes (trombocyten) 1.7.1 Hart 1.7.2 Bloedvaten 1.7.3 Bloedcirculatie 1.7.4 Lymfe
Deel 2 - Anatomie, fysiologie, pathologie II 2.1 Inleiding 2.2 De ademhaling 2.3 De spijsvertering 2.4 Andere spijsverteringsorganen 2.5 De uitscheiding 2.6 De geslachtsorganen
Deel 3 - Anatomie, fysiologie, pathologie III 3.1 Inleiding 3.2 Het zenuwstelsel 3.2.1 Het ontstaan van prikkels
31
Informatiemap BVAT 3.2.2 Het geleiden van prikkels 3.2.3 De reflex 3.3 De hersenen 3.3.1 De inwendige bouw en functies van de hersenen 3.3.2 De vaatverzorging van de hersenen 3.3.3 Het ruggenmerg (medulla spinalis) 3.3.4 De inwendige bouw van het ruggenmerg 3.3.5 De functie van het ruggenmerg 3.3.6 Het perifere zenuwstelsel 3.3.7 De hersenzenuwen 3.3.8 De ruggenmergzenuwen 3.3.9 Het autonome zenuwstelsel 3.3.10 Het hormonale systeem 3.4 De zintuigen 3.4.1 Het oog 3.4.2 Het gehoororgaan 3.4.3 Reuk en smaak 3.5 Het bewegingsapparaat (tractus locomotorius) 3.5.1 Algemene Bouw 3.5.2 Het geraamte 3.5.3 Spieren 3.5.4 Bindweefsel 3.5.5 Bouw en functie van hoofd en hals 3.5.6 De hersenschedel 3.5.7 De aangezichtsschedel 3.5.8 De spieren van het hoofd 3.5.9 De hals 3.5.10 Het skelet van de rompwand en bekken 3.5.11 De spieren van de rompwand 3.6 De bouw en functie van de ledematen 3.6.1 Inleiding 3.6.2 De arm 3.6.3 Het been 3.6.4 De belangrijkste spiergroepen 3.7 Veroudering 3.7.1 Inleiding 3.7.2 Verouderingsprocessen. 3.7.3 Lichamelijke aspecten bij het sterven 3.8 Klachten en ziektebeelden m.b.t. de ademhaling 3.8.1 Inleiding 3.8.2 Astma 3.8.3 Bronchitis
32
Informatiemap BVAT 3.8.4 Longemfyseem 3.8.5 Hyperventilatie 3.9 Klachten en ziektebeelden m.b.t. het hart- en vaatstelsel 3.9.1 Inleiding 3.9.2 Een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed 3.9.3 Arteriosclerose 3.9.4 Angina pectoris 3.9.5 Hartaanval 3.9.6 Hartstilstand 3.10 Klachten en ziektebeelden m.b.t. het bewegingsapparaat 3.10.1 Inleiding 3.10.2 Rugklachten 3.10.3 Hernia 3.10.4 R.S.I. 3.10.5 Whiplash 3.11 Klachten en ziektebeelden m.b.t. het spijsverteringsstelsel 3.11.1 Inleiding 5.11.2 Braken 3.11.3 Obstipatie 3.11.4 Maagzweer 3.12 Klachten en ziektebeelden m.b.t. het zenuwstelsel 3.12.1 Inleiding 3.12.2 CVA of beroerte 3.12.3 Epilepsie 3.12.4 Multiple sclerose 3.13 Klachten en ziektebeelden m.b.t. het hormoonstelsel 3.13.1 Inleiding 3.13.2 Diabetes mellitus 3.13.3 Schildklierproblemen
33
Informatiemap BVAT Inhoud module 6: communicatiekunde 1 Onderwerpen: 1. De Hersenen 2. De menselijke hersenen 3. Ontwikkeling 4. Geschiedenis van de neurowetenschap 4.1.1. Brocca / Wernicke / Gall 5. Afasie 6. Agnosie 7. Apraxie 8. Hersenschors 8.1.1. Cortex 8.1.2. Neo-cortex 8.1.3. Voorhoofdskwab 8.1.4. Schedelkwab 8.1.5. Achterhoofdskwab 8.1.6. Slaapkwab 9. Hersenstam 10. Kleine hersenen 11. Het limbisch systeem 11.1.1. Hippocampus 11.1.2. Thalamus 11.1.3. Hypothalamus 11.1.4. Hypofyse 11.1.5. Amygdala 11.1.6. Frontale cortex 11.1.7. Medulla 11.1.8. Formatio reticularis 12. Linker en rechter hersenhelft 13. Associatievezels 14. Commissuurvezels 15. Structuur hersenen 15.1.1. Cerebrum 15.1.2. Cerebellum 15.1.3. Hersenstam 15.1.4. Grijze stof 15.1.5. Witte stof 15.1.6. Zenuwcellen 15.1.7. Gliacellen 15.1.8. Apoptose
34
Informatiemap BVAT 16. Zenuwcellen / neuronen 17. Kalium / natrium pomp 18. Dopamine / serotonine Praktijkcasussen Praktijkoefening
35
Informatiemap BVAT Inhoud module 7: communicatiekunde 2 Onderwerpen: 1. De mens en zijn gevoelswereld 1.1. Wat is gevoel? 1.2. Waar ontstaat gevoel? 2. Verticale benadering hersenen 3. Het limbischsysteem en de gevoelswereld 4. Emoties (gevoelens) 5. Gedrag & keuzes 6. Wetten in de gevoelswereld De wet van: 6.1 aandacht erkenning en waardering 6.2 acceptatie 6.3 angsten 6.4 emoties, gevoelens en complexen 6.5 gezondheid 6.6 het individualisme 6.7 verdriet 6.8 vertrouwen 6.9 verwachtingen 6.10 verzorging 6.11 vriendschappen 6.12 vrijheid 7. Persoonlijkheidsvorming 7.1. Denkactiviteiten 7.2. Gedragsactiviteiten 8. Stress / overspanning / burnout 8.1. Eu-stress 8.2. Di-stress
36
Informatiemap BVAT 9. Stress- Burn-out en APS 10. Communicatievormen 11. Transactionele- analyse (TA.) 11.1. Doelen van TA 11.2. Ego-positie 11.3. OVK model Praktijkcasussen Praktijkoefening
37
Informatiemap BVAT Inhoud module 8 Klinische psychologie 1 Onderwerpen: Emoties en depressies 1. Depressies 1.1. Wat is depressie? 1.2. Verloop depressie 1.3. Verschijnselen 1.4. Symptomen 1.5. Oorzaken 1.6. Omgeving 1.7. Levensgebeurtenissen 1.8. Behandeling 1.9. Soorten depressies 1.9.1. Endogene depressie 1.9.2. Exogene depressie 1.10. Lichamelijke factoren 2. Emoties 2.1. De 7 basisemoties 2.2. Emoties en cultuur 3. Burn-out 4. Theoretisch kader Praktijkcasussen Praktijkoefening
38
Informatiemap BVAT Inhoud module 9: klinische psychologie 2 Onderwerpen Agressie / Angst / Drang / Dwang 1. Angst 1.1. Lichamelijke effecten 1.2. Somatische klachten 1.3. Soorten angst 1.3.1. Objectloze angst 1.3.2. Existentiële angst 1.4. Angst neurose 2. Agressie 2.1. Zeven basis emoties 2.2. Soorten agressie 2.2.1. Emotioneel 2.2.2. Instrumenteel 2.3. Agressie in de praktijk 2.4. Agressiebeheersing 3. Dwang 3.1. Aandoeningen 3.2. Voorkomen dwangstoornis 4. Drang Praktijkcasussen Praktijkoefening
39
Informatiemap BVAT Inhoud module 10:
Voedingsleer
Onderwerpen: 1. Spijsvertering 1.1. Mond 1.2. Slokdarm 1.3. Maag 1.4. Maagportier 1.5. Darmen 1.6. Alvleesklier en gal 1.7. Dikke darm 1.8. Endeldarm en anus 1.9. Bacteriën en micro-organismen in de darmen 2. Water 2.1. Bronwater 2.2. Waterfilters 3. Koolhydraten 3.1. Enkelvoudige suikers 3.1.1. Glucose 3.1.2. Fructose 3.1.3. Galactose 3.2. Enkelvoudige suikers 3.2.1. Sacharose 3.2.2. Maltose 3.2.3. Lactose 3.3. Overige koolhydraten 3.3.1. Zetmeel 3.3.2. vezelstoffen 3.4. Fotosynthese 3.5. Bloedsuikerspiegel 3.6. Zoetmiddelen 4. Eiwitten 4.1. Opbouw 4.2. Opneembaarheid 4.3. Behoefte 4.4. Overmatige eiwitconsumptie 4.5. Gluten
40
Informatiemap BVAT 5. Vetten 5.1. Structuur 5.2. Opbouw 5.3. Verbranding 5.4. Vetgebruik 5.5. Anti-oxidanten 6. Micronutrienten 6.1. Vitaminen 6.2. Mineralen 6.3. Enzymen, fermenten etc. 7. Mineralen 7.1. Misvattingen, mythen, misverstanden 7.2. Vrije radicalen en anti-oxidanten 7.2.1. Normale verdeling 7.2.2. Belang anti-oxidanten complex 7.2.3. Lichaamseigen radicaal productie 7.2.4. Lipide peroxidatie 7.2.5. Oxidatie van eiwitten 8. Het immuunsysteem 8.1. De rol van macrovoedingsstoffen in het immuunsysteem 8.1.1. Koolhydraten 8.1.2. Eiwitten 8.1.3. Vetten 9. Gewrichtsklachten 9.1. Oorzaken 9.2. Proces 9.3. Gewrichtsaandoeningen 9.3.1. Osteo-artritis 9.3.2. Reumatische artritis 9.3.3. Hernia 9.3.4. Spondylose 9.3.5. Ankylosing spondytis (AS) 9.3.6. Jicht 9.4. Urine zuur 9.5. Algemene aanpak gewrichtsproblemen 9.6. Aanpak ontstekingsbeeld 9.7. Bouwstenen voor de gewrichten
41
Informatiemap BVAT 9.8. Bescherming 9.9. Voedingsmaatregelen 10. Samenvattend 11. Het zenuwstelsel 11.1. Neurohormonen 11.2. De relatie tussen voeding en hersenen 11.3. Vetzuren en fosfolipiden 11.4. Omgea-6-vetzuren 11.5. Omega-3-vetzuren 11.6. Fosfatiden 11.7. Aminozuren, neurohormonen en methylering 11.8. Cytokinen 11.9. Cortisol 12. Stress 12.1. 12.2. 12.3. 12.4. 12.5. 12.6. 12.7. 12.8. 12.9. 12.10. 12.11. 12.12.
De 3 fasen van stress Hart en bloedvaten Spieren Spijsvertering Ademhaling Bloedsuikerspiegel Immuunsysteem Hersenfuncties Algemene maatregelen bij stress Oefening, afleiding, ontspanning Algemene voedingsmaatregelen De bijnieren
13. Vermoeidheid en energie 13.1. Lichamelijke energie 13.2. Geestelijke energie 13.3. Dieetadviezen 13.4. Samenvatting en conclusies Praktijkcasussen Praktijkoefening
42
Informatiemap BVAT Inhoud module 11:
Praktijkvoering
Onderwerpen 1. Aspecten praktijkvoering 1.1.1. Administratie / Software 1.1.1.1. Patiënten dossier 1.1.2. Bepalen doelgroep 1.1.3. Hoe bereik ik mijn doelgroep(en)? 1.1.3.1. Waar voel ik me prettig (sport, chronisch, bedrijf) 1.1.4. Locatie 1.1.4.1. Ambulant 1.1.4.2. Praktijk aan huis 1.1.4.3. Gezondheidscentrum 1.1.5. Hoe presenteer ik mijn praktijk? 1.1.5.1. Adverteren 1.1.5.2. Mond tot mond 1.1.5.3. Contacten leggen (netwerken) 1.1.6. Beroepsvereniging 1.1.7. Huisstijl 1.1.8. Tarieven 1.1.9. Rechtsvormen 1.1.10. KVK 2. Maken van behandelplannen Praktijkcasussen Praktijkoefening
43
Informatiemap BVAT
Bijlage B: Beroepscode en gedragsregels APS-therapeuten
44
Informatiemap BVAT
BEROEPSCODE EN GEDRAGSREGELS APS-THERAPEUTEN ALGEMENE ASPECTEN MET BETREKKING TOT DE BEROEPSUITOEFENING. 1. De APS-therapeut verricht zijn werkzaamheden conform de kwaliteitscriteria voor de APS–therapeut. 2. De APS–therapeut is te allen tijde bereid en in staat om verantwoording over zijn handelen en genomen beslissingen af te leggen. 3. De APS–therapeut heeft op basis van zijn opleiding voldoende kennis en vaardigheid om een juist advies en adequate behandeling op het gebied van APS–therapie te geven, doorgaans, doch echter niet strikt noodzakelijk, op basis van een diagnose door een arts gesteld. De APS–therapeut zal nimmer zelf een diagnose stellen of de diagnose van een medisch specialist (arts) betwisten of in twijfel trekken. 4. De APS–therapeut houdt zijn kennis en vaardigheden op peil door middel van onder andere na- en bijscholing, het bijwonen van bijvoorbeeld regiooverleggroepen of soortgelijke bronnen en intervisie. De nascholing dient minimaal tweemaal per jaar te worden gevolgd. 5. De APS–therapeut behandelt de cliënt zonder aanzien des persoons. 6. De APS–therapeut verricht geen handelingen die in strijd zijn met de beroepsethiek. 7. De APS–therapeut draagt zorg voor de continuïteit van de behandeling. 8. De APS–therapeut aanvaardt geen opdracht die in strijd is met de Wet of met deze beroepscode. 9. De APS–therapeut vermijdt handelingen of gedrag waardoor het aanzien van het beroep van APS–therapeut kan worden geschaad. In het geval dat de APS-therapeut over andere disciplines dan de APS–therapie beschikt en deze andere disciplines effectiever acht voor de betreffende cliënt en deze “niet APS-therapie” in overleg met de cliënt uitvoert, dan valt de verantwoordelijkheid voor diens handelen volledig toe aan de therapeut in kwestie en is er geen sprake meer van APS–therapie. 10. De APS–therapeut noteert volledig de gegevens van de cliënt volgens de richtlijnen en legt een deugdelijk dossier aan.
45
Informatiemap BVAT ASPECTEN IN RELATIE TOT DE CLIËNT 1. De APS–therapeut geeft de cliënt de meest adequate behandeling. 2. De APS–therapeut gaat pas tot behandeling over wanneer toestemming van de cliënt, ouder en/of verzorger is verkregen. 3. De APS–therapeut biedt de cliënt recht op: a. informatie (op begrijpelijke wijze verwoord); b. inzage en afschrift van gegevens; c. privacy en bescherming van privacy; d. het weigeren van een behandeling of het beëindigen ervan; e. vrije keuze van de hulpverlener; f. het indienen van een klacht (en informatie over de te volgen procedure). 4. De APS–therapeut stimuleert en respecteert de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt. 5. De APS–therapeut verricht zijn werk op basis van een vertrouwensrelatie. 6. De APS–therapeut respecteert de levensbeschouwelijke opvattingen en persoonlijke keuzes van de cliënt, de ouder en /of verzorger van een minderjarige cliënt. 7. De APS–therapeut onderneemt uit eigen beweging adequate actie indien hij bij de cliënt schade heeft berokkend. 8. De APS-therapeut onthoudt zich van seksuele toenadering ten opzichte van zijn cliënt en gaat niet in op dergelijke toenaderingen van diens kant. Hij onthoudt zich van gedragingen die seksueel getint zijn of in het algemeen als zodanig kunnen worden opgevat. 9. De APS-therapeut gaat met zijn cliënt geen seksuele relatie aan tijdens de professionele relatie, of direct aansluitend daaraan. Ook nadien is hij daarin terughoudend. 10. De APS–therapeut heeft geheimhoudingsplicht over al hetgeen hem ter ore is gekomen in de uitoefening van zijn functie als APS-therapeut. Overleg met derden, uitgezonderd de verwijzer, kan slechts na schriftelijke toestemming van de cliënt. Voor minderjarigen geldt bovenstaande in beperkte mate met dien verstande dat de ouders/wettelijke verzorgers altijd, indien gewenst, informatie over de behandeling kunnen krijgen. 11. De APS–therapeut heeft de plicht de cliënt de noodzaak van de behandeling voor te houden, wanneer dit in het belang van de cliënt is.
46
Informatiemap BVAT 12. De APS–therapeut dwingt de cliënt in geen geval tot behandeling. Hij onthoudt zich van het toepassen van dwang, het geven van onjuiste informatie of het misbruik maken van de omstandigheden waarin de cliënt verkeert. 13. De APS–therapeut draagt (afhankelijk van de situatie) zorg voor de behandeling van de cliënt op een zo kort mogelijke termijn. 14. De APS–therapeut draagt bij onverwachte afwezigheid zorg voor deskundige waarneming danwel vervanging.
47
Informatiemap BVAT ASPECTEN IN RELATIE TOT VERWIJZERS 1. De APS–therapeut verricht zijn werkzaamheden overeenkomstig de Deskundigheidsomschrijving van de Therapeut zoals beschreven volgens het beroeps- en kwaliteitsprofiel. 2. De APS–therapeut brengt bij verwijzing verslag uit over het verloop van de behandeling aan de verwijzer. 3. Indien de APS–therapeut het (evt. schriftelijk) verzoek tot behandeling niet wil of kan aanvaarden, dan meldt hij dit per omgaande en met opgave van redenen aan de betreffende verwijzer en neemt het initiatief voor overleg met de verwijzers. 4. Indien de APS–therapeut meent dat de hem verstrekte gegevens niet kunnen leiden tot een doelmatige behandeling, dan treedt hij zo spoedig mogelijk met de betreffende verwijzer in overleg. 5. Indien de APS–therapeut meent dat het wenselijk is een andere zorg- of hulpverlener te raadplegen dan neemt de hij/zij het initiatief voor overleg met de betreffende verwijzer.
48
Informatiemap BVAT
ASPECTEN IN RELATIE TOT COLLEGA’S EN ANDERE ZORG– OF HULPVERLENERS. 1. De APS–therapeut is bereid zijn collega’s en andere zorg- en/of hulpverleners alle professionele hulp en steun te verlenen. 2. De APS–therapeut deelt, wanneer er sprake is van een multidisciplinair behandelingsplan, in de collectieve verantwoordelijkheid voor de opstelling en realisatie van het behandelingsplan van de cliënt. 3. De APS–therapeut is bereid om met collega’s en ander zorg- en/of hulpverleners samen te werken en kennis en informatie uit te wisselen met inachtname van de geldende privacywetgeving. 4. De APS–therapeut toont respect voor collega’s en andere zorg- en/of hulpverleners. 5. De APS–therapeut levert in het openbaar en/of in het bijzijn van de cliënt geen kritiek op collega’s of andere zorg- en hulpverleners. 6. De APS–therapeut werkt binnen zijn professioneel handelen mee aan intercollegiale toetsing volgens daartoe gestelde normen. 7. De APS–therapeut wijst, met name indien hij van mening is dat in strijd wordt gehandeld met de beroepscode en/of de gedragsregels, zijn collega’s hierop. 8. De APS–therapeut is binnen redelijke grenzen bereid voor collega’s waar te nemen. 9. De beroepscode en gedragsregels zijn onverkort van toepassing voor anderen tot de praktijk behorende medewerkers zoals bijvoorbeeld assistenten en stagiaires.
49
Informatiemap BVAT
ASPECTEN IN RELATIE TOT DE SAMENLEVING. 1. De APS–therapeut verbetert en bevordert in samenwerking met zijn collega’s de kwaliteit en doelmatigheid van het therapeutisch handelen. 2. De APS–therapeut informeert en treedt zonodig in overleg met cliëntenorganisaties. 3. De APS–therapeut maakt een zorgvuldige afweging tussen de kwaliteit van de behandeling en de (meer)kosten die aan deze zorg verbonden zijn.
Opmerking: Daar waar de mannelijke persoonsvorm wordt gebruikt kan desgewenst ook de vrouwelijke persoonsvorm worden gelezen.
In werking getreden op 1 juni 2007
50
Informatiemap BVAT
Bijlage C: Klacht- en Tuchtrechtreglement Beroepsvereniging voor APS Therapie (BVAT)
51
Informatiemap BVAT
Klacht- en Tuchtreglement Beroepsvereniging voor APS Therapie (BVAT) Begripsbepaling Artikel 1 Lid 1 In dit reglement wordt verstaan onder: a. de vereniging De Beroepsvereniging voor APS-therapie, hierna te noemen BVAT. b. klacht Een uiting van onvrede over de organisatie van de praktijk, de bejegening of behandeling door de therapeut in de uitoefening van de APS-therapie; dit met uitsluiting van andere disciplines. c. officiële klacht. Iedere schriftelijke melding van een klager waarin deze de commissie verzoekt om de klacht in formele behandeling te nemen. d. APS-therapeut. De therapeut die lid van de vereniging is, of was op het moment van het begin van de gebeurtenis die tot klacht geleid heeft, als gecertificeerd of geaccrediteerd therapeut. e. aangeklaagde. De therapeut over wie geklaagd wordt. Bij (officiële) klachten over personen werkzaam voor de aangesloten therapeut wordt de therapeut aangesproken. f. klager. Ieder die gebruik wil maken, gebruik maakt of heeft gemaakt van de therapeutische diensten, dan wel namens deze zijn wettelijk vertegenwoordiger of degene die door deze is gemachtigd. g. partijen. Klager en aangeklaagde en/of eventuele gemachtigden. h. de commissie. De door de algemene ledenvergadering van de vereniging ingestelde tuchtcommissie die verantwoordelijk is voor de klachtafhandeling. i. commissieleden. De leden van de tuchtcommissie waaronder een onafhankelijke voorzitter, vaste leden en/of eventuele plaatsvervangers die voor de desbetreffende officiële klacht zitting hebben in de commissie. j. klachtopvang. Het geven van informatie en advies over dit klachtreglement, de mogelijkheden van klachtopvang en klachtbehandeling; het mogelijkerwijs uit de weg helpen van misverstanden; bemiddeling; het eventueel doorverwijzen en/of het bieden van ondersteuning bij het aankaarten en indienen van een officiële klacht. k. klachtbehandeling. De formele behandeling van de officiële klacht waaronder het onderzoek naar de gegrondheid ervan, zonodig resulterend in een niet-juridisch afdwingbare uitspraak. Lid 2. In deze regeling kan onder hij/hem/zijn mede worden verstaan zij/haar/haar.
52
Informatiemap BVAT
Doelstelling van de klachtregeling Artikel 2 Doelstellingen van de klachtregeling zijn: a. het recht doen aan de individuele klager; b. het bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening door de APStherapeuten. Uitgangspunten bij de klachtenregeling Artikel 3 De klachtenregeling is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: a. De klager dient de klacht eerst gemotiveerd schriftelijk kenbaar te hebben gemaakt aan de aan te klagen therapeut. b. De klacht moet vlot afgehandeld worden volgens vaste, overzichtelijke procedures. c. De klachtregeling is voor de klager laagdrempelig en kosteloos. De kosten die de (officiële) klacht c.q. het verweer met zich meebrengen zoals onder meer de eigen administratieve kosten, portokosten, reiskosten en verblijfkosten zijn en blijven voor eigen rekening van klager c.q. aangeklaagde. d. De vereniging biedt de mogelijkheid van klachtopvang, die primair gericht is op het herstel van vertrouwen tussen klager en aangeklaagde en secundair tussen klager en de beroepsgroep van APS-therapeuten. De commissie biedt de mogelijkheid tot een behandeling van de (officiële) klacht, waarbij zij streeft naar onpartijdigheid. e. Indien de commissie niet bevoegd is of de klager niet ontvankelijk is kan de commissie na ontvangst van de officiële klacht geen uitspraak doen maar zal de bescheiden onder vermelding van de reden retourneren. f. De commissie mag ambtshalve onderzoek doen naar de oorzaak van de (officiële) klacht. g. Beide partijen hebben het recht om zich bij de behandeling van de officiële klacht voor eigen rekening door schriftelijk gemachtigde derden te laten bijstaan of vertegenwoordigen. h. Beide partijen kunnen gehoord worden volgens het beginsel van hoor en wederhoor. i. Zonodig doet de commissie een uitspraak over de ingediende officiële klacht en geeft zij een advies aan de aangeklaagde en/of aan de vereniging over te nemen maatregelen. j. Beide partijen hebben recht op inzage van alle bij de behandeling van de officiële klacht ingebrachte stukken. k. Persoonlijke gegevens over de klager en aangeklaagde worden zorgvuldig en vertrouwelijk behandeld en geregistreerd. l. De uitspraken van de commissie zijn bindend. m. De commissie spreekt zich niet uit over eventuele aansprakelijkheid.
53
Informatiemap BVAT
Taken van de commissie Artikel 4 De commissie heeft de volgende taken: a. In het kader van klachtopvang: 1. Het op verzoek verstrekken van informatie over de klachtregeling. 2. Het behulpzaam zijn van de klager bij het vinden van een bevredigende oplossing voor de klacht, waarbij de zelfredzaamheid van de klager wordt gestimuleerd en waarbij het doel, dat de klager met het indienen van de officiële klacht voor ogen stond, inzichtelijk wordt gemaakt en als uitgangspunt wordt gehanteerd. 3. Het zonodig behulpzaam zijn van de klager bij een poging tot herstel van het vertrouwen in de relatie met de beroepsbeoefenaar. 4. Adviseren en/of bemiddelen bij het tot een oplossing brengen van de klacht. b. In het kader van klachtbehandeling uitspraak doen over de bevoegdheid van de commissie, de ontvankelijkheid van de klager en de gegrondheid van de officiële klacht. c. In het kader van de kwaliteitsverbetering voor de beroepsgroep het aan de vereniging signaleren van uit klachtbehandeling gebleken structurele tekortkomingen bij de beroepsuitoefening en het ambtshalve adviseren van maatregelen en/of verbeteringen. Melding van een klacht Artikel 5 Lid 1. Zodra een medewerker op het secretariaat van de vereniging een verzoek om informatie over de klachtregeling krijgt en/of verneemt van een mogelijke klacht, zal hij informatie verstrekken over dit tuchtreglement en over de mogelijkheden van klachtopvang en klachtbehandeling. Een potentiële klager zal hij wijzen op het in lid 2 bepaalde. Voor klachtopvang en klachtbehandeling zal hij doorverwijzen naar de commissie. Lid 2. a. De klager dient de APS-therapeut een brief te schrijven waarin hij zijn klacht schriftelijk motiveert en aangeeft wat hij van de APS-therapeut verwacht. b. De APS-therapeut dient binnen een maand na ontvangst van deze brief schriftelijk te hebben gereageerd aan het adres van degene met de klacht.
54
Informatiemap BVAT
Klachtopvang Artikel 6 Lid 1. Indien de klacht niet is weggenomen door de reactie van de APS-therapeut stuurt de klager de commissie in het kader van de klachtopvang een afschrift van zijn eigen klachtbrief aan de APS-therapeut en indien van toepassing van de reactie van de APS-therapeut. Lid 2. Als de klager op voorhand van mening is dat het in artikel 5 lid 2 sub a bepaalde niet van hem verlangd kan worden, dan kan hij de commissie gemotiveerd verzoeken of hij zijn klacht direct kenbaar kan maken aan de commissie. De commissie kan de klager van deze verplichting ontslaan en onmiddellijk tot klachtopvang overgaan. Lid 3. Afhankelijk van de behoefte van de potentiële klager en de aard van de problematiek zulks ter beoordeling van de commissie, zal een vast lid van de commissie bemiddelen, misverstanden uit de weg helpen, de klager eventueel doorverwijzen en/of hem adviseren tot het indienen van een officiële klacht over te gaan. Lid 4. Dit traject is niet aan termijnen gebonden: indien de (potentiële) klager een bepaalde voortgang mist, dan staat het hem vrij de klacht officieel in te dienen bij de commissie. Indienen van een officiële klacht Artikel 7 Lid 1. Indien de klacht niet is weggenomen door de reactie van de APS-therapeut of anderszins stuurt klager de commissie in het kader van de klachtbehandeling een officiële klacht. Lid 2. Klager stuurt de commissie als bijlagen bij de officiële klacht voor zover van toepassing en nog niet eerder door de commissie ontvangen een afschrift van de klachtbrief, van de eventuele reactie van de APS-therapeut en van eventueel andere relevante stukken en/of bewijzen. Lid 3. Als de klager op voorhand van mening is dat het in artikel 5 lid 2 sub a. bepaalde niet van hem verlangd kan worden, dan kan hij dit in zijn officiële klacht gemotiveerd toelichten. De commissie beslist hierover en kan tot onmiddellijke klachtbehandeling overgaan.
55
Informatiemap BVAT
Klachtbehandeling Artikel 8 Lid 1. Klager ontvangt binnen een maand na de ontvangst van de officiële klacht door de commissie een ontvangstbevestiging van de commissie. De commissie informeert klager daarin over de samenstelling van de commissie. Lid 2. Indien de officiële klacht naar het oordeel van de commissie onvoldoende informatie bevat, stelt de commissie de klager in de gelegenheid de benodigde aanvullende informatie binnen een maand te verschaffen. Lid 3. De commissie draagt er binnen een maand na de ontvangst van de officiële klacht of, indien van toepassing, van de gevraagde aanvullende informatie zorg voor dat de aangeklaagde, onder overlegging van de van klager ontvangen stukken, wordt verzocht om hierop binnen een maand te reageren, met uitzondering van de in artikel 10 lid 1 en artikel 13 genoemde gevallen. Lid 4. Binnen een maand na ontvangst van de reactie van de aangeklaagde stuurt de commissie een afschrift hiervan door aan de klager en bericht zij partijen dat zij zich beraadt over de volgende stap of nodigt zij partijen uit voor een hoorzitting of doet zij een tussenuitspraak of een einduitspraak. Lid 5. De klager, de aangeklaagde, getuigen en/of deskundigen, die naar het oordeel van de commissie gehoord moeten worden, worden uitgenodigd voor de mondelinge behandeling van de officiële klacht door de commissie. Lid 6. Partijen kunnen verstek laten gaan bij de behandeling. Dit is voor eigen risico. Zij zullen niet weer in staat worden gesteld gehoord te worden behoudens zeer uitzonderlijke gevallen van overduidelijke en aantoonbare overmacht. Lid 7. Bij het niet tijdig reageren door een der partijen, zal de commissie op basis van de haar op dat moment ter beschikking staande gegevens beslissen. Bevoegdheden van de commissie Artikel 9 In het kader van de klachtbehandeling kan de commissie: a. klager en/of aangeklaagde verzoeken om bewijs te leveren van een stelling(name). b. personen die betrokken zijn bij de ingediende officiële klacht oproepen en horen. c. deskundigen inschakelen. d. informatie inwinnen en stukken raadplegen en inzien. e. de klachtbehandeling in de in artikel 13 genoemde gevallen tussentijds te beëindigen.
56
Informatiemap BVAT
Uitspraak Artikel 10 Lid 1. De commissie doet uitspraak binnen een maand na ontvangst van de officiële klacht, tenzij de commissie niet bevoegd is, de klager niet ontvankelijk is in zijn officiële klacht of de officiële klacht volstrekt ongegrond is. Lid 2. Na de in artikel 8 beschreven procedure doet de commissie binnen drie maanden na ontvangst van de laatste stukken dan wel drie maanden na de hoorzitting uitspraak. In het geval deze termijn wordt overschreden stelt de commissie partijen hiervan schriftelijk en gemotiveerd in kennis. Lid 3. De commissie kan partijen mededelen of – en zo ja, welke – kwaliteitsbevorderende, dan wel preventieve stappen naar aanleiding van de uitspraak zullen worden genomen. Lid 4. De commissie doet geen uitspraak over eventuele aansprakelijkheid, maar kan partijen (door)verwijzen naar de daartoe geëigende instanties. Sancties Artikel 11 Lid 1. De commissie kan de aangeklaagde in haar einduitspraak de volgende disciplinaire maatregelen opleggen: a. schriftelijke waarschuwing b. schriftelijke berisping c. schorsing voor bepaalde of voor onbepaalde tijd in het lidmaatschap van de vereniging d. royement voor bepaalde of voor onbepaalde tijd als lid van de vereniging Lid 2. De commissie kan voorwaardelijk schorsen of royeren. Lid 3. Het staat de commissie vrij een of meerdere voorwaarden aan de maatregelen te verbinden zoals een schriftelijk excuus aan klager, en/of een gehele of gedeeltelijke schadevergoeding waaronder eventuele restitutie van reeds betaalde honoraria aan klager en/of een vergoeding of een tegemoetkoming in de kosten van deze klachtenprocedure aan de vereniging. Lid 4. Klager kan aan een uitspraak van de commissie rechten noch financiële aanspraken jegens aangeklaagde, de vereniging en/of de commissie(-leden) ontlenen. De enige uitzondering die hierop gevormd wordt is dat de klager naleving door de commissie kan afdwingen van de door haar in haar einduitspraak opgelegde disciplinaire maatregelen.
57
Informatiemap BVAT
Niet ontvankelijkheid Artikel 12 Klager is niet ontvankelijk in zijn officiële klacht indien: a. de APS-therapeut geen lid was van de vereniging of aspirant-lid op het moment van het begin van de gebeurtenis die tot de officiële klacht heeft geleid;. b. de APS-therapeut niet functioneerde in het kader van zijn beroepsuitoefening; c. de periode tussen het indienen van een klacht en het begin van de gebeurtenis dit tot de klacht heeft geleid langer dan een jaar is; d. het een geschil betreft over de niet-betaling van een factuur en daaraan geen inhoudelijke klacht ten grondslag ligt; e. klager misbruik maakt van het klachtrecht.
Tussentijds einde klachtbehandeling Artikel 13 Lid 1. De commissie kan beslissen dat een officiële klacht niet of niet verder in behandeling wordt genomen indien: a. de klacht kennelijk ongegrond is; b. de klacht anoniem is ingediend; c. de zakelijke inhoud van de klacht van te geringe betekenis is; d. klager zich uit de procedure terugtrekt; e. klager niet of niet tijdig reageert; f. een der partijen overlijdt; g. de commissie gegronde reden heeft om aan te nemen dat zij de aangeklaagde niet effectief sancties kan opleggen; h. de officiële klacht bij in lid 2 genoemde instantie(s) voorligt, ingebracht wordt of is afgerond. Lid 2. In alle gevallen behoudt klager de mogelijkheid zich te wenden tot een andere daartoe geëigende (externe) instantie, zoals de Geneeskundige Inspectie voor de Volksgezondheid, het Medisch Tuchtcollege, de burgerlijke rechter, de administratieve rechter of de strafrechter. Lid 3. Van het niet of niet verder behandelen van een officiële klacht wordt onder vermelding van redenen schriftelijk mededeling gedaan aan partijen.
58
Informatiemap BVAT
Samenstelling van de commissie Artikel 14 Lid 1. De commissie bestaat uit een oneven aantal vaste leden met een minimum van 3. De commissie kan zich laten ondersteunen door een ambtelijk secretaris. Er wordt voorzien in minstens een plaatsvervanger. Lid 2. De vaste leden van de commissie en hun plaatsvervangers worden op voordracht van het bestuur van de vereniging aangewezen door de algemene ledenvergadering van de vereniging. Lid 3. De vaste leden van de commissie en hun plaatsvervangers worden voor vier jaar benoemd. Lid 4 De commissie heeft een onafhankelijke voorzitter, zijnde een jurist, waarvan de onafhankelijkheid gewaarborgd is doordat op geen enkele wijze verbonden (binding) is met de BVAT. Lid 5. Indien een officiële klacht betrekking heeft op een lid van de commissie, op diens familieleden of op diens directe collega’s, dan dient het lid zich te onthouden van deelneming aan de behandeling van die officiële klacht en zal de plaatsvervanger als lid optreden. Lid 6. Een klager kan met redenen omkleed, en hooguit één commissielid wraken. In dat geval treedt een plaatsvervanger in plaats van het gewraakte commissielid. Lid 7. Plaatsvervangers kunnen verder optreden in geval van ziekte of afwezigheid van vaste leden van de commissie en kunnen onverwijld door het bestuur als vast lid van de commissie worden benoemd in geval een vast lid van de commissie zijn functie neerlegt. Werkwijze commissie Artikel 15 Lid 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter het nodig oordeelt. De vergadering heeft een besloten karakter. Lid 2. De commissie kan alleen geldige besluiten nemen als tenminste een twee derde meerderheid het besluit ondersteunt. Lid 3. De commissieleden, exclusief de voorzitter, leggen een dossier aan van iedere in behandeling genomen klacht, doen het voorbereidende werk en leggen na afloop van deze werkzaamheden het totale dossier voor aan de voorzitter ter bespreking en besluitname, waarna de procedure vervolgd wordt. Lid 4. De commissieleden kunnen intern en met toestemming van klager en/of aangeklaagde met klager respectievelijk aangeklaagde virtueel communiceren. Lid 5. De commissie maakt een verslag van de eventuele hoorzitting waarin eventuele verklaringen van partijen, getuigen en deskundigen zijn opgenomen. Lid 6. De commissie toetst aan de Beroeps- en Gedragscode voor APS-therapeuten van de vereniging. Daarnaast neemt de commissie bij de beoordeling van een officiële klacht de eisen van de redelijkheid en de billijkheid in acht.
59
Informatiemap BVAT
Geheimhouding Artikel 16 De commissieleden en andere bij de procedure betrokkenen waaronder de administratieve ondersteuning hebben een geheimhoudingsplicht ten aanzien van hetgeen hen uit hoofde van hun functie dan wel uit hoofde van hun betrokkenheid bekend is geworden. Indien en voor zover een partij de commissie(leden) daartoe vooraf schriftelijk toestemming verleent, kan de commissie of kunnen een of meer van haar leden van deze geheimhoudingsplicht jegens hem worden ontslagen. Verantwoording Artikel 17 Lid 1. Het bestuur van de vereniging ontvangt van elke uitspraak en van elke schriftelijke mededeling van de commissie ex artikel 13 een geanonimiseerde versie, tenzij een opgelegde sanctie het noodzakelijk maakt om de anonimiteit op te heffen. Lid 2. De commissie draagt zorg voor een jaarlijkse geanonimiseerde rapportage aan de vereniging over het aantal (officiële) klachten dat is ingediend, alsmede van de aard en inhoud van deze klachten. Bij voorkeur wordt bij klachten aangegeven of deze aanleiding hebben gegeven tot een verbetering van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en welke maatregelen naar aanleiding hiervan zijn genomen en/of welke adviezen zijn gegeven. Termijnen Artikel 18 Lid 1. Bij elke in deze regeling genoemde termijn is een eenmalig uitstel van dezelfde periode mogelijk. Lid 2. De in deze regeling genoemde termijnen gelden niet in gevallen van overmacht Werkingssfeer van het klachtreglement Artikel 19 Lid 1. Dit reglement geldt voor alle gecertificeerde en geaccrediteerde leden van de vereniging vanaf het moment dat het formeel in werking is getreden. Lid 2. Dit reglement kan alleen door de meerderheid van stemmen op een algemene ledenvergadering van de vereniging worden gewijzigd of nietig verklaard. Lid 3. De bepalingen van dit reglement blijven geldig voor de APS-therapeut die geen lid meer is van de vereniging, indien hij op het moment van het begin van de gebeurtenis die tot de klacht geleid heeft, was aangesloten bij de vereniging.
60
Informatiemap BVAT Slotbepaling. Artikel 20. In alle gevallen waarin dit reglement inhoudelijk niet voorziet, beslist de commissie, met inachtneming van eisen van redelijkheid en billijkheid. In werking getreden op 1 juni 2007
61
Informatiemap BVAT
Bijlage D: Checklist ten behoeve van visitatie BVAT leden
62
Informatiemap BVAT
Checklist ten behoeve van visitatie BVAT-leden Richtlijn
Vold
Onv
EHBO-diploma
ja
neen
Tarievenlijst aanwezig?
ja
neen
Worden er tijdens APS-behandeling andere technieken toegepast. Aantal consulten per week?
Ja Welke?
neen
Is vervanging van je praktijk geregeld bij vakantie en calamiteiten, bijvoorbeeld plotselinge ziekte therapeut?
Ja, hoe?
Neen
Afspraak
Deurplaat BVAT bij entree Ontvangst- en wachtruimte Trap met leuning (>1.20m breedte, beide zijden) Deuren (>60 cm) Drempels verwijderd (struikelgevaar) Vloeren stabiel, vast en stroef en goed te reinigen Wanden licht van kleur en goed te reinigen Kraan goed bereikbaar op/of vanuit behandelruimte Toilet in nabijheid van de werkplek+fonteintje Compleet ingerichte verbandtrommel(vervaldatum inhoud!) Blusmiddel draagbaar en direct voorhanden(goedkeuring tot................................) Afvalemmer met deksel Afsluitbare archiefkast Voldoende daglichtinval (>5% vloeroppervlak) Geen inkijk van buiten mogelijk Geen planten in praktijkruimte (bespreekpunt) Voldoende handdoeken aanwezig Cliëntendossier met minimaal NAW-gegevens gezondheidsgegevens, gedane verrichtingen en resultaten Antwoordapparaat of voicemail Indien trap bezwaarlijk is, alternatieven
Plaats en datum: Handtekening visiteur 1:
Naam APS-therapeut:
Handtekening visiteur 2:
Handtekening APS-therapeut voor gezien:
63
Informatiemap BVAT
Bijlage E: Eisen praktijkinrichting
64
Informatiemap BVAT
Praktijkinrichting Behandelruimte • Minimaal 10 m² • Voldoende schone handdoeken aanwezig. • Voldoende nieuwe elektrodes aanwezig. • Voldoende batterijen (APS-apparaat) aanwezig. • Kraan (t.b.v. watertherapie) in de nabijheid van behandelruimte aanwezig.
Entree • Bij de entree van de praktijkruimte is het muurschild van de BVAT aanwezig.
Toilet • Er is tenminste 1 toilet aanwezig. • Toilet is goed geventileerd en bevindt zich in de nabijheid van de behandelruimte. • Toilet heeft een wasbak met kraan en stromend water. • Zeep in houder aanwezig. • Wegwerphanddoeken in houder aanwezig. • Afvalemmer met deksel en uitneembare wegwerpzakken aanwezig. Wachtruimte • Minimaal 5 m² • In de wachtruimte zijn minimaal aanwezig: a. stoel(en) b. afvalemmer c. kapstok • Wachtruimte is voldoende afgescheiden van de behandelruimte, zodanig dat de gesprekken gevoerd in de behandelruimte niet gevolgd kunnen worden. Een aparte wachtruimte is niet noodzakelijk als de consulten op afspraak zijn en de tijd tussen twee consulten voldoende ruim is, zodat de vertrekkende en de aankomende cliënt elkaar niet ontmoeten.
65
Informatiemap BVAT Deuren • Transparante (delen van) deuren hebben op ooghoogte een markering. • Deuren zijn altijd direct en eenvoudig te openen in noodsituaties. • Deuren en doorgangen zijn voldoende breed (minimaal 60 cm).
Drempels • Er zijn geen drempels aanwezig (struikelgevaar).
Ramen • Daglichtinval is tenminste 5% van het vloeroppervlak. • Geen inkijk van buitenaf mogelijk.
Trappen • Trappen hebben tenminste 1 leuning • Trappen breder dan 1,2 m hebben aan beide zijden een leuning • Trappen zijn niet te steil. • Traptreden zijn voorzien van antislipprofiel.
Vloeren • Vloeren zijn vast, stabiel en stroef. • Vloeren zijn goed te reinigen (hygiëne)
Wanden • Wanden zijn te goed te reinigen. • Transparante wanden zijn duidelijk met een markering aangegeven.
Archiefkast • Er is een afsluitbare archiefkast aanwezig (ten behoeve van de dossiers) Eerste hulp • Er is een compleet ingerichte verbandtrommel aanwezig. • De geldigheidsduur van de inhoud mag niet verstreken zijn.
66
Informatiemap BVAT Brandpreventie en –bestrijding • Er is een draagbaar blusmiddel aanwezig. • Brandblusmiddel is aangegeven door een bord of rode veiligheidskleur. • Brandblusmiddel is gemakkelijk bereikbaar en te bedienen.
Evacuatie (nooduitgang en –verlichting) • Elke ruimte is veilig en via de kortst mogelijke weg te verlaten • Nooduitgangen kunnen altijd van binnenuit naar buiten toe worden geopend en zijn niet geblokkeerd door obstakels (kasten, garderobe, apparatuur). • Nooduitgangen zijn aangegeven met veiligheidssignalering • Reddings / hulpmiddelen zijn duidelijk aangegeven.
Verlichting • Behandelruimte, wachtruimte, toilet en de directe toegangen zijn tijdens aanwezigheid goed verlicht. • Rechtstreeks invallend zonlicht kan worden afgeschermd.
Verwarming en Ventilatie • In de ruimtes is voldoende niet verontreinigde lucht aanwezig. • In de ruimtes zijn geen zwaar geurende planten of andere overgevoeligheidsreactie bevorderende zaken aanwezig. • In alle ruimtes heerst een rookverbod dat wordt nageleefd.
67