Informatiemaatschappij Tentamen Departement Informatica Faculteit Bètawetenschappen Universiteit Utrecht Woensdag 7 november 2007 09:00 – 12:00 uur EDUC-theta
Vooraf • • • •
Vul je naam en collegekaartnummer in. De toets is gesloten boek. Mobiele telefoons dienen uitgeschakeld te zijn. Vroegste vertrek is om 9:30 uur.
Tijdens • • • •
Het tentamen bestaat uit 6 vragen. Formuleer helder en zorgvuldig. Schrijf leesbaar. Onleesbare antwoorden worden niet nagekeken. Licht je antwoorden altijd toe.
Na afloop • •
Controleer of je naam en collegekaartnummer is ingevuld. Laat bij het inleveren je collegekaart zien.
Vraag 1 Informatie (20pt) Het computerspel ‘20 questions’ werkt als volgt. Als speler neem je een bepaald onderwerp in gedachten (zoals bijv. theezakje, sok, laptop, …) en vervolgens probeert de computer door middel van ja/nee-vragen te achterhalen welk onderwerp je in gedachten hebt. Als dit met 20 vragen of minder lukt dan is de computer de winnaar. Heeft de computer het onderwerp na 20 vragen nog niet geraden dan heb jij gewonnen. Een voorbeeld van het eind van een spel waarin de computer na 18 vragen het onderwerp raadt en dus wint, is de volgende: … 15. Computer: Heeft het een zwarte kleur? Speler: Ja 16. Computer: Vliegt het? Speler: Nee 17. Computer: Is het zwaar behaard? Speler: Ja 18. Computer: Is het een gorilla? Speler: Ja a) Leg aan de hand van dit spel uit dat informatie een reductie van mogelijkheden betreft. (5pt) b) Waarom zal de computer een vraag als ‘Is het zwaar behaard?’ of ‘Is het een gorilla?’ niet als een van de eerste vragen stellen? Wat zijn dan wel geschikte eerste vragen? Verklaar vanuit de informatietheorie. (5pt) Klaartje heeft een brief aan haar moeder in een enveloppe gestopt, er het adres op geschreven en deze vervolgens gepost. Frits is postbode en moet de brief van Klaartje bezorgen. In normale gevallen weerspiegelt het adres waar Frits de enveloppe bezorgt het adres dat Klaartje op de brief heeft geschreven. c) Beschrijf een abnormale situatie waarin het bezorgen van de brief equivocatie bevat (t.o.v. het schrijven van het adres). En beschrijf een situatie waarin het ruis bevat. Licht toe (10pt)
Vraag 2 Betrouwbaarheid (20pt) a) Beschrijf een voorbeeld van ‘actief liegen’. Verander dit voorbeeld vervolgens zo dat het een voorbeeld van ‘passief liegen’ wordt. Licht toe. (5pt) b) Wat zijn de eigenschappen van een betrouwbaar kanaal? Beschrijf voor onderstaande kanalen een betrouwbare en een onbetrouwbare variant (5pt): 1. email 2. zoekmachine 3. fotograaf c) Hoe kun je als ontvanger van informatie in bovenstaande drie gevallen bepalen of je met de betrouwbare of met de onbetrouwbare variant te maken hebt? Welk(e) handvat(ten) gebruik je? Licht toe. (10pt)
Vraag 3 Toegankelijkheid (20pt) Jan werkt bij een grote IT-onderneming. Er wordt gebeld: “Dag Jan, je spreekt met Frans van de afdeling financiële zaken. Ik heb even een vraagje. Ik ben met een spoedklus bezig en nou ben ik door alle drukte en stress het nieuwe wachtwoord vergeten en kan ik niet inloggen. Wat was het wachtwoord ook al weer?” a) Leg aan de hand van bovenstaande situatie het begrip ‘social engineering’ uit. (5pt) De informatie die Jan haalt uit wat hij door de telefoon te horen krijgt hangt af van zijn (mentale) denkkader. b) Illustreer dit aan de hand van twee verschillende denkkaders van Jan. (5pt) c) Wanneer is een uitspraak falsificeerbaar? Zijn onderstaande antwoorden van Jan voor de beller falsificeerbaar? Zo ja, hoe dan? Zo nee, waarom niet? (10pt) 1) “Het wachtwoord is: gluip8erd.” 2) “Ik weet het wachtwoord niet.” 3) “Bert weet mogelijk het wachtwoord.”
Vraag 4 Informatiebewustzijn (20pt) In het artikel “Aandacht, aandacht, … Over overvloed en tekort in de informatiesamenleving” behandelt hoogleraar Jan van Cuilenborg het begrip aandacht. Hij gebruikt hierbij de volgende formule: Aandacht = (Tijd * Snelheid) / Informatie. a) Beschrijf in woorden wat deze formule uitdrukt. b) Wat zegt deze formule over het fenomeen‘information overload’? Illustreer aan de hand van een voorbeeld. (a+b: 10pt) Het probleem van aandacht splitst zich op in drie deelaspecten: concentratie, selectie en dosering. De ICT (Informatie- en communicatietechnologie) speelt hierbij een dubbele rol: enerzijds als veroorzaker van problemen en anderzijds als mogelijke oplossing voor problemen. c) Geef voor elk van de drie deelaspecten een voorbeeld van een probleem dat wordt veroorzaakt door ICT en van een mogelijke oplossing door middel van ICT. (10pt)
Vraag 5 Ethiek en portretrecht (30pt) a) Leg uit hoe de begrippen ‘feit’, ‘standpunt’, ‘oordeel’ en ‘visie’ zich tot elkaar verhouden en wat de verschillen zijn. Illustreer aan de hand van de casus beschreven in onderstaand bericht uit de Spits van 12 september 2007 (10pt). Internet sloopt klimaat - Uitstoot van CO2 bijna zo groot als van het vliegverkeer De CO2-uitstoot van de IT-industrie en internet is bijna net zo groot als die van alle vliegverkeer in de wereld. De hoeveelheid data op internet verdubbelt iedere vier maanden. Deskundigen schatten dat de hoeveelheid elektriciteit die nodig is voor één individuele zoekopdracht via een zoekmachine als Google genoeg is om een spaarlamp een uur lang te laten branden. Dat blijkt uit onderzoek van Gartner, een van 's werelds grootste adviesbedrijven op het gebied van informatietechnologie. IT-bedrijven als Google, Yahoo en Microsoft, maar ook hoogwaardige dienstverlenende bedrijven en instellingen als banken en overheden, moeten alle zeilen bijzetten om het groeiende dataverkeer via hun serverparken op peil te houden, stelt Gartner. Het energieverbruik groeit navenant mee. b) Schrijf n.a.v. dit bericht een ethische dialoog uit tussen twee consequentialisten met een verschillend standpunt. (10pt)
Beschouw het volgende nieuwsbericht van 2 november 2007: Ernstige inbreuk op privacy geoorloofd De geplande uitzending van ‘Peter R. de Vries, misdaadverslaggever’ over de zeilschool van een veroordeelde ontuchtpleger mag doorgaan, mits enige aanpassingen worden gemaakt. Dat heeft het hof in Amsterdam gisteren bepaald. Eerder had de voorzieningenrechter de uitzending in de huidige vorm verboden. De veroordeelde ontuchtpleger maakte bezwaar tegen de uitzending. De voorzieningenrechter van de rechtbank in Amsterdam stelde hem op 19 oktober in het gelijk. De rechter achtte de privacy van de zeilschoolhouder zwaarder dan het belang van uitzending. Het hof heeft woensdag bepaald dat de uitzending van Peter R. de Vries door mag gaan mits de naam van de betrokkene en van zijn zeilschool niet worden genoemd. Het hof geeft bij die uitspraak veel gewicht aan de omstandigheid dat de zeilschoolhouder tijdens zijn proeftijd, na zijn veroordeling, weer met kinderen is gaan werken. Blijkbaar was dat gelet op de strafrechtelijke veroordeling van de zeilschoolhouder niet toegestaan. Door andermaal in de fout te gaan, is het belang van De Vries om deze misstand aan te kaarten extra groot. Het hof spreekt zich ook uit over de rechtmatigheid van de overvaljournalistiek die De Vries heeft toegepast. De wijze waarop de ontuchtpleger onverhoeds wordt geconfronteerd met De Vries en zijn cameraploeg levert volgens het hof een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer op. Ondanks deze ernstige inbreuk is het hof van mening dat de vrijheid van meningsuiting toch zwaarder weegt. Het hof is van mening dat de inbreuk "niet zó ernstig is dat het tonen van het resultaat ervan de grenzen van hetgeen heden ten dage in de journalistiek aanvaardbaar geacht moet worden overschrijdt". Daarmee heeft het hof extra ruimte gecreëerd voor de wijze van journalistiek bedrijven van De Vries.
c) Speelt in dit nieuwsbericht het portretrecht een rol? Zo ja, leg uit welk van de belangen er in het geding is. Zo nee, leg uit waarom niet. (10pt)
Vraag 6 Keteninformatisering (20pt) TNO organiseert momenteel een ideeënwedstrijd onder de naam ‘Not invented yet’. Eén van de ingestuurde ideeën is de zogenaamde ‘biopas’. De beschrijving is als volgt:
“Hallo, ik ben Robert Kuipers en ik heb samen met een aantal anderen een idee dat levens kan redden en wat hulpverlening, efficiënter, effectiever en simpeler kan maken, namelijk: de biopas. Een pas op creditcardformaat en met een chipknipprincipe waarbij de medische gegevens van de persoon op de chip staan. Op de pas zelf staat een foto met naam en het burgerservicenummer. Op de chip staan: naam, adres en woonplaatsgegevens van de persoon zelf en van zijn eerste relaties (partner / familie) en een medisch dossier dat onder andere bevat: donorcodicil, medicatie, allergieën, bloedgroep, ziektes van lichamelijk of psychische aard en welke verzekeringen die persoon heeft. Door dit alles kan de hulpverlener effectiever hulp verlenen. Als iemand bijvoorbeeld bewusteloos ligt pakt de hulpverlener de biopas, stopt deze in de kaartlezer en dan kan hij gelijk zien welke medicatie die persoon wel of niet kan hebben waardoor beide partijen beter af zijn. En omdat je je eigen medische dossier bij je hebt kan je dus naar je huisarts gaan en die kan simpelweg jouw medische achtergrond zien, hij kan de juiste medicatie in de pas invoeren en dan ga je naar de apotheek daar wordt de pas uitgelezen en krijg je de goede medicatie. Geen briefjes meer, geen gezeur van hoe heet dat zalfje ook al weer, gewoon simpel, effectief, makkelijk. En last but not least jouw eerste relaties worden gewoon gelijk en juist op de hoogte gesteld van wat er is gebeurd en waar je bent. Het scheelt een hoop leed. Het is gewoon een hulp in de hulpverlening: De biopas.” Adviseer als (aankomend) expert op het gebied van de keteninformatisering de jury van de wedstrijd over dit voorstel. Geef aan wat er goed aan het voorstel is, wat er niet goed is, welke onduidelijkheden er zijn en/of wat er beter zou kunnen. Behandel de volgende aspecten: verwijsindex, privacybescherming, nummerstelsel en misbruikpreventie. (20pt)
Totaal 130pt