Informatieafspraak 2015 VSNU, OCW, Inspectie van het Onderwijs. 18 maart 2015
Universiteiten en hogescholen hebben met het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, en de Inspectie van het Onderwijs afspraken gemaakt om informatie over de sector te leveren aan het ministerie en aan derden. Er zal worden bezien of onderwerpen zich lenen voor de programmering van gezamenlijk onderzoek van VSNU, Vereniging Hogescholen en ministerie, inspectie. Daarnaast gaat de informatieafspraak over ad hoc informatievragen/onderzoeken vanuit OCW. Over de ad hoc onderzoeken die min of meer belastend zijn voor de instellingen in het hoger onderwijs zijn procesafspraken gemaakt. Over dergelijke onderzoeken vindt eerst communicatie plaats met de VSNU resp. Vereniging Hogescholen, zo nodig in een bestuurlijk, maar in ieder geval in ambtelijk overleg. Het opvragen van informatie bij de instellingen vindt plaats via het College van Bestuur van de universiteit resp. de hogeschool. Jaarlijks vindt overleg plaats over voorziene ad hoc onderzoeken. Een overzicht van het voorziene onderzoek door OCW en de Inspectie in 2015 staat hieronder weergegeven. Tenzij anders is aangegeven betreft het onderzoek zowel het hoger beroepsonderwijs als het wetenschappelijk onderwijs. De informatieafspraak wordt, voor het OCW deel, medio 2015 geactualiseerd, en dan wordt ook vooruitgekeken naar de informatieafspraak 2016. Net als bij de informatieafspraak 2014 is een overzicht toegevoegd van de afgeronde onderzoeksrapportages met hun digitale vindplaats (bijlage 1). De informatieafspraak sluit aan op andere ontwikkelingen in en om het HO. 1. OCW sluit met de onderwijsraden een OCW breed convenant over de informatiehuishouding en de wijze waarop informatie met elkaar wordt uitgewisseld. Om de samenwerking in het informatiedomein binnen het onderwijsveld en met het ministerie van OCW beter te maken zijn spelregels nodig. Het startpunt voor deze spelregels is het kennen en respecteren van elkaars positie, verantwoordelijkheden en belangen. Gemeenschappelijke belangen kunnen de basis vormen voor commitment aan de afgesproken spelregels, waarop veld en OCW elkaar kunnen aanspreken. 2. OCW heeft met de hogescholen en universiteiten afspraken gemaakt over de verbetering van de kwaliteit en het studiesucces, profilering en valorisat ie voor de periode 2012 tot 2016. Voor deze prestatieafspraken wordt een beperkte set verplichte indicatoren gehanteerd. Veel van de gebruikte indicatoren kunnen worden afgeleid van bestaande informatiebronnen, wat de administratieve lasten beperkt: uitval uit het eerste jaar, rendement en studenttevredenheid. Daarnaast wordt aan universiteiten en hogescholen gevraagd om informatie te geven over de volgende indicatoren gericht op verbetering van kwaliteit en studiesucces: kwaliteit docenten, onderwijsintensiteit, excellentie en indirecte kosten. 3. In de informatieafspraak zijn geen onderzoeken opgenomen die voortvloeien uit de programmering van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO), dat onderdeel is van NWO. Dit regieorgaan is opgericht naar aanleiding van het advies van
e-doc 713165
de commissie Nationaal Plan Toekomst Onderwijswetenschappen. Het NRO coördineert en financiert onderzoek naar onderwijs in brede zin (po, vo, mbo en ho) en heeft als doelstelling de verbinding tussen praktijk en onderzoek te verbeteren. De onderzoeken zijn niet opgenomen omdat er, net als bij al het door NWO uitgezette onderzoek, geen directe invloed van OCW is op de uitwerking en aanpak van dit onderzoek. 4. In de loop van 2013 hebben Inspectie, NVAO, Reviewcommissie en OCW het initiatief ontwikkeld de onderlinge afstemming/afbakening te verbeteren zodat de instellingen minder last hebben van evt. overlappende taken en evt. dubbele bevraging. Via de Vereniging Hogescholen en de VSNU zijn/worden de instellingen betrokken bij dit afstemmingsproces. Dit initiatief heeft geleid tot enkele aanpassingen in de werkwijze, ook in de Informatieafspraak: a. een nieuwe indeling van de belasting van onderzoeken, meer vanuit het perspectief van de instellingen die object van onderzoek zijn; de belasting wordt beoordeeld vanuit het perspectief van de instelling die in de steekproef zit ; daarbij wordt het aantal instellingen dat in de steekproef zit vermeld. b. steekproef (1): Voor de nieuwe, belastende onderzoeken wordt bij de omschrijving van het onderzoek de steekproef van inst ellingen vermeld zodra deze is vastgesteld. Bij de half jaarlijkse actualisatie wordt ook de informatie voor de belastende onderzoeken aangevuld met de inmiddels vastgestelde steekproeven. c. steekproef (2): Inspectie en directie HO&S houden bij het bepalen van de steekproef voor elk belastend onderzoek rekening met de al vastgestelde steekproeven. Een voorgestelde steekproef stemmen Inspectie en DHO&S vooraf af met VH/VSNU. Als binnen een week (5 werkdagen) geen bezwaar kenbaar is gemaakt, wordt er vanuit gegaan dat de steekproef akkoord is. Als de ervaringen positief zijn, wordt deze werkwijze uitgebreid naar de enigszins belastende onderzoeken. d. steekproef (3): Inspectie en directie HO&S gaan bij het bepalen van de steekproef voor elk belastend onderzoek rekening houden met de steekproeven van onderzoeken van de NVAO zodra de planning van de clustergewijze accreditatie in het hbo gereed is. Dit is naar verwachting in juni 2014 het geval. e. Ook het kwartaal van de publicatiedatum wordt zo mogelijk al vermeld in de informatieafspraak Bij elk onderzoek wordt aangegeven of het ‘belastend’ of ‘beperkt belastend’ is. Zo mogelijk wordt ook opgenomen of de belasting voor een klein aantal instellingen, of voor een grotere groep geldt. In de informatieafspraak 2015 zijn niet belastende onderzoeken alleen ter informatie opgenomen in een bijlage. De volgende criteria zijn gehanteerd: 1. belastend: uitgebreide vragenlijst; intensieve instellingsbezoeken (interviews met belanghebbenden, observaties, documentenanalyses); 2. beperkt belastend: validerend contact met instellingen en belanghebbenden; korte vragenlijst; niet intensief instellingsbezoek en opvragen aanvullende documentatie op basis van specifieke onderzoeksvragen; 3. niet belastend: deskresearch; analyse bestaande gegevens; Wanneer er veranderingen plaatsvinden in de ordening van onderzoeken in ‘niet belastend’, ‘beperkt belastend’ of ‘belastend’, zal dit beschouwd worden als nieuw onderzoek (en dus opnieuw met de VSNU/VH worden besproken). Bij de steekproeftrekking wordt rekening gehouden met de mate waarin een instelling reeds in het kader van ander onderzoek wordt belast, om te voorkomen dat bepaalde instellingen naar verhouding zwaarder worden bevraagd dan andere instellingen. Deel 1 van dit document betreft het onderzoeksprogramma van de Inspectie. Deel 2 gaat over het onderzoek van OCW.
2
Deel 1: Inspectieonderzoek 2015 De taken van de inspectie in het hoger onderwijs zijn te vinden in de Wet op het onderwijstoezicht (WOT), artikel 3, lid b, c en d en 12a, en in de Wet hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) art. 6.9. De grondslag voor het toezicht op de financiële rechtmatigheid en continuïteit ligt besloten in artikel 3 lid 2 onder a, b en d van de WOT. Zie voor de wetteksten bijlage 1. Verder schrijft de WOT (art. 13) voor dat de inspectie haar werkwijze vastlegt in een toezichtkader. Sinds kort geldt dit ook voor het hoger onderwijs. Na overleg met het onderwijsveld hierover stelt de inspectie dit in voorjaar 2014 vast, waarna het de goedkeuring van de minister behoeft. ONDERDELEN EN REIKWIJDTE VAN HET TOEZICHT Onze taken in het hoger onderwijs vertalen we in de volgende onderdelen van het toezicht: 1. beoordelen en bevorderen van de kwaliteit van het stelsel voor hoger onderwijs; 2. beoordelen en bevorderen van de kwaliteit van het Nederlandse accreditatiestelsel; 3. beoordelen en bevorderen van de financiële rechtmatigheid en continuïteit bij bekostigde instellingen; 4. incidenteel onderzoek bij instellingen bij ernstige klachten of signalen; 5. advisering over toetredingsaanvragen. Onderzoek naar de naleving van wettelijke voorschriften kan zich bij elk van deze o nderdelen voordoen. Op stelselniveau gaat het niet alleen om de kwaliteit maar ook om het bevorderen van de naleving van aan de orde zijnde voorschriften bij meerdere instellingen, dan wel binnen het accreditatiestelsel. Op instellingsniveau gaat het bij incidenten om de naleving van aan de orde zijnde voorschriften door de desbetreffende instelling. Indien bij incidenten de kwaliteit in het geding is, kan de NVAO op verzoek van de minister een onderzoek instellen. Het toezicht betreft zowel onderwijs bij bekostigde instellingen als bij de niet bekostigde rechtspersonen voor hoger onderwijs. Het financieel toezicht betreft echter alleen de bekostigde instellingen, met uitzondering van de advisering over het recht van rechtspersonen om graden te verlenen, waarvoor ook de financiële continuïteit getoetst wordt. Ook bij incidenten waarbij de belangen van studenten aan de orde zijn, kan de inspectie de financiële continuïteit bij rechtspersonen onderzoeken. Ad 1. Stelseltoezicht De inspectie rapporteert over de ontwikkelingen in het stelsel in het jaarlijkse onderwijsverslag. Om meer zicht te krijgen op verschillen tussen vergelijkbare opleidingen, presenteren we in aanvulling op het onderwijsverslag enkele sectorbeelden. Per sector wordt in deze rapportage ingegaan op betekenisvolle verschillen binnen de sector en in vergelijking met andere sectoren. Een voorbeeld van een dergelijk sectorbeeld is het sectorbeeld educatie (zie verder). Bijzonder aandacht is er ook voor het groene onderwijs, door middel van een st elselbeeld; in dat stelselbeeld worden de belangrijkste ontwikkelingen in het groene VO, MBO en HO in beeld gebracht. Ad 3. Financieel toezicht Het financiële toezicht is gericht op financiële risico’s en omvat de volgende aspecten: de financiële continuïteit, financiële doelmatigheid en financiële rechtmatigheid. Doel van het toezicht op financiële continuïteit is dat besturen in het bekostigde onderwijs beschikken over een gezonde financiële positie en een goed financieel beheer. Op basis van een jaarlijkse risico inventarisatie (bureauonderzoek van bestaande informatie) kan de inspectie in incidentele gevallen overgaan tot het opvragen van aanvullende informatie.
3
Ad 4. Incidenteel onderzoek Toezicht op instellingsniveau vindt plaats in de vorm van incidenteel onderzoek voortkomend uit klachten of signalen, dan wel in het verlengde van een thematisch nalevingsonderzoek. Hiervoor geldt een volgende oplopende intensivering, waarbij in eerste instantie altijd een verkenning plaatsvindt in overleg met het college van bestuur. Het aantal signalen over het hoger onderwijs is de afgelopen jaren fors toegenomen, evenals het aantal signalen waarvan in de binnenring werd besloten dat deze tot contact met de instelling moesten leiden. Die groei lijkt nu te stabiliseren. In 2013 heeft de inspectie 181 signalen ontvangen (2012:153). Activiteiten 2015 In deze informatieafspraak besteden we vooral aandacht aan de beperkt belastende en de belastende onderzoeken. Niet -belastende onderzoeken worden telkens beknopt toegelicht Onderstaand worden de onderzoeken en activiteiten toegelicht, die de inspectie in 2015 uitvoert. Uiteindelijk kunnen deze activiteiten ook leiden tot interventies op het niveau van individuele instellingen op opleidingen. Om de samenhang tussen de onderzoeken te verstevigen, worden ze zo veel mogelijk geclusterd binnen meerjarige programmalijnen. Voor vrijwel alle activiteiten geldt dat er vooraf aan, tijdens het onderzoek en voorafgaand aan de publicatie van resultaten overleg wordt gevoerd met de betrokken koepels, de NVAO en OCW. Uiteindelijk stelt de inspectie op basis van dat overleg vanuit haar eigen verantwoordelijkheid voor het toezicht de onderzoeksopzet vast.
A. Doorloop onderzoek 2014 1. Selectie en toegankelijkheid (WO + HBO) Status: op verzoek van TK, lopende planning, verdieping op onderwerpen Belastend Betreft een meerjarig programma waarbij de inspectie de toegankelijkheid van het HO in kaart brengt , knelpunten bij de invoering van de maatregelen aangaande in-en doorstroom signaleert en waar mogelijk adresseert en goede praktijken in beeld brengt. Elk jaar wordt onderzoek gedaan naar enkele aspecten, nieuwe regelgeving en specifieke risicogebieden. In 2015 doen we onderzoek naar twee deelonderwerpen. Aanpak: Twee deelonderzoeken – exacte onderwerpen nader te bepalen in overleg met koepels en OCW: a. Maatregelen in- en doorstroom bachelor (invoeren maatregelen KiV bachelor d.w.z. decentrale selectie en studiekeuzecheck, en het bsa) en de gepercipieerde effecten hiervan voor toegankelijkheid, rendement en onderwijskwaliteit b. Maatregelen in- en doorstroom master: met name afschaffen doorstroommaster -> specifieke situatie vaak ‘geweigerde studenten’ (master heeft andere focus, selectie is meer geaccepteerd) Websearch | Vragenlijsten steekproef | Gesprekken centraal en opleidingsniveau | Kwantitatieve monitor op basis van bestaande bestanden (met name van DUO) 2. Examencommissies (WO + HBO + NBI) Status: doorloop, benutten van bevindingen uit enquête en case studies 2014 Beperkt belastend In 2015 ronden we ons onderzoek af naar de rol en het functioneren van examencommissies als belangrijke waakhond voor de kwaliteit van de toetsing en d e examinering. Uit de enquête in 2014, uit de ronde tafel gesprekken en uit analyse van de signalen zijn specifieke onderwerpen naar voren gekomen waar examencommissies mee worstelen. Over die onderwerpen zal worden gerapporteerd. Aanpak:
4
Bestaande vragenlijsten aanvullen dat aan met enkele gerichte gesprekken |Themapublicaties rond fraude, examencies van opleidingen met in opzet gezamenlijke tentamens inkoop nbi (afgestemd met NRTO), de docent als examinator bke/ske | Conferentie 3. Lerarenopleidingen (WO + HBO + NBI) Status: doorloop stakeholdersonderzoek Beperkt belastend Goede lerarenopleidingen zijn essentieel voor de kwaliteit van het onderwijs als geheel. In 2014 is een begin gemaakt met het stakeholdersonderzoek, waarbij recent afgestudeerden worden bevraagd over hun mening over de kwaliteit van hun opleiding. Dat onderzoek wordt gecontinueerd. Onderzoek vindt plaats in overleg met NRO, LOBO, ICL, ADEF en andere belanghebbenden. Aanpak: Analyse vragenlijsten | Rapport Pabo jan 2015, rapport 2e graads Zomer 2015, rapport 1e graads dec 2015 4. Promoties (WO) Status: doorloop, afgestemd met rectorencollege Belasting PM In overleg met het rectorencollege zijn twee onderwerpen geïdentificeerd die mogelijk nadere aandacht vragen. Aanpak: Focus op Joint doctorates en Korte promotietrajecten in de medische wetenschappen| Websearch | Gesprekken instellingen (enkele) | Gesprekken stakeholders | Eind 2015 ronde tafel 5. Groen onderwijs (WO + HBO) Status: laatste jaar monitor, eindrapportage Belasting PM 2015 Is het laatste jaar van de monitor ‘de groene school als kenniscentrum’ die de inspectie in opdracht van EZ uitvoert | Publicatie OV en groen stelselbeeld B. Nieuw onderzoek 2015 6. Studenten met functiebeperking (WO + HBO + NBI) Status: toegezegd in vorige rapportage, aansluiten bij bestaand onderzoek Beperkt belastend Aanpak: Speerpunt autisme | Good practices in beeld brengen | Inbedding binnen accreditatie (zijn er trails op dit gebied)| Handicap en studie analyseert al accreditatierapporten, deze benutten| sept 2015- jul 2016 7. Rafelranden bestel (instellingen buiten bestel) Status: op basis van signalen, geclusterde aanpak Belasting: voor het stelsel als geheel: laag; voor betreffende instellingen: groot (aanleveren documenten, OER, aanpassen communicatie en website mogelijk) Aanbieders die zich buiten/aan de randen van het bestel bevinden, oneigenlijk gebruik maken van termen als ‘geaccrediteerd’, universiteit, onduidelijke organisatorische positionering en onduidelijke en misleidende voorlichting. Zorgpunten zijn de uitstraling op hoger onderwijs als geheel, positionering wettelijk verplichte faciliteiten, klachtrecht.
5
Aanpak: Websearch | Analyse signalen om omvang van probleem in kaart te brengen | Individuele gesprekken en mogelijk handhavende actie richting instelling | Opstarten/deelnemen aan bredere discussie over naamgeving en definitie van opleiding, mede in het licht van Rinnooy Kan | Deelname aan wetgevingsoverleg | In samenwerking met NVAO C. Dossiers en permanente stelselactiviteiten 8. Dossier LevenLangLeren Ontwikkelingen in het aanbod, ontwikkelingen in de kwaliteit, het verdwijnen van opleidingen (met name DT), kwaliteitsbewaking van afstandsonderwijs, Beroepskolom – aansluiting VMBO-MBO-HO, flexibilisering aanbod Status: toezegging aan TK Aanpak: Monitoring pilots Rinnooy Kan 9. Dossier Extra kosten Het in rekening brengen van aanvullende kosten. Status: mede nav brief M Aanpak: Op basis van signalen 10. OV Aanpak: Data-analyse | Literatuuronderzoek | Rapportage 11. Sectorbeelden Aanpak: Data-analyse | Literatuuronderzoek | Gesprekken met stakeholders | Publicatie 12. Uitontwikkele n instellingsprofielen en opleidingsprofie len Aanpak: Overleg RCHO, NVAO, VH, VSNU en NRTO | Ontwikkeling van standaarden en definities 13. Accreditatiestelsel Aanpak: Gesprek NVAO uitvoering aanbevelingen onderzoek accreditatiestelsel 2013 | Analyse aangeleverd materiaal | Deelname project - en stuurgroep accreditatie 3.0 14. Continuïteitstoezicht Analyse van de continuïteitsparagrafen in jaarverslaggeving 2013 aan de hand van de relevante verantwoordingsvoorschriften. Doel: verbeterpunten en good practices onder de aandacht brengen. Aanpak: jaarverslagen van alle sectoren worden geanalyseerd (po, so, vo, mbo, hbo, wo) | Instellingen worden in dit themaonderzoek niet bevraagd | Verwachte publicatie themarapport: voorjaar 2015.
6
Deel 2: Overzicht onderzoeken OCW Hieronder is het onderzoek weergegeven dat vanuit OCW wordt geïnitieerd. Daarbij zijn de onderzoeken van de directie Hoger Onderwijs en Studiefinanciering (HO&S) meegenomen, maar ook de relevante onderzoeken die worden uitgezet vanuit de directies Onderzoek en Wetenschapsbeleid (OWB), Leraren (DL), Kennis (DK) Emancipatie (DE) en Financieel Economische Zaken (FEZ). De nieuwe onderzoeken die belastend of beperkt belastend kunnen zijn voor instellingen staan in paragraaf I.1. De (belastende en beperkt belastende) onderzoeken die al langer lopen zijn in paragraaf I.2 opgenomen en de onderzoeken die geen belasting opleveren voor instellingen staan in paragraaf I.3. In paragraaf 1.4 is het onderzoeksprogramma van de kennisunit onderzoeks- en wetenschapsbeleid van het CPB opgenomen.
I.1 Nieuw te starten onderzoeken in 2015 (belastend of beperkt belastend) HO&S 1501 Verdieping monitor uitrol Associate degree (hbo) Doel/aanleiding: op basis van de resultaten die uit het lopende monitoronderzoek (tussenrapportage) naar voren zijn gekomen, wordt een drietal onderwerpen nader onderzocht: studiesucces, behoefte werkgevers en succes- en faalfactoren. Soort onderzoek: monitor Stand van zaken: gestart februari 2015 en oplevering resultaten in de eindrapportage van de monitor. Belasting instellingen hbo: beperkt belastend. Data-analyse, casestudies en interviews met instellingen. HO&S 1502 Medezeggenschapsmonitor (hbo & wo) Doel/aanleiding: Uit de evaluatie Wet Versterking Besturing (2013) kwam naar voren dat het wettelijk kader voor een goed functionerende medezeggenschap op orde is maar dat de cultuur binnen de instellingen nog verbetering behoeft, met name op het gebied van communic atie en voorlichting. Om de medezeggenschapscultuur te versterken heeft de Minister de studentenbonden gevraagd om samen met de VH, VSNU, LOVUM en VMH voor de komende drie jaar een medezeggenschapsmonitor te ontwikkelen en jaarlijks een “Dag van de Medezeggenschap” te organiseren. Op die manier kunnen instellingen en medezeggenschapsraden elkaar spiegelen, feedback geven en best practices uitwisselen over het functioneren van de medezeggenschap. Soort onderzoek: monitor Stand van zaken: ISO heeft het voortouw genomen en heeft hiervoor subsidie van OCW ontvangen. Het onderzoek wordt begin 2015 uitgezet onder medezeggenschapsraden van hogescholen en universiteiten. Eind april worden de eerste resultaten verwacht en zal ook de Dag van de Medezeggenschap plaatsvinden. In 2016 en 2017 wordt de meting herhaald. Belasting instellingen hbo/wo: beperkt belastend voor hbo en wo. Medezeggenschapsraden worden bevraagd, geen instellingsbezoeken. HO&S 1503 Lerarenagenda: vervolgonderzoek effecten van masteropgeleide leraren (hbo & wo) Doel/aanleiding: In het kader van de lerarenagenda; meer zicht krijgen op de effecten van meer masteropgeleide leraren in po, vo en mbo. Het onderzoek streeft naar vaststellen van effecten van de masteropleiding op leraren en hun omgeving en naar het geven van een verklaring voor het al dan niet optreden van deze effecten. In ieder geval wordt gekeken naar effecten op de kwaliteit van de leraar, de kwaliteit van het onderwijs en de kwaliteit van de schoolorganisatie. Een nulmeting van dit onderzoek is al eerder uitgevoerd. Soort onderzoek: effectonderzoek (experimentele opzet)
7
Stand van zaken: Onderzoek is gestart begin 2015. Het loopt tot 2017. Jaarlijks in juli/augustus is er een rapportage. Belasting instellingen hbo/wo: Beperkt belastend. Vooral enquêtes onder leraren die een masteropleiding volgen en schoolleiders, mogelijk ook een of twee interviews bij instellingen. PM HO&S 1504 Monitor Studievoorschot (hbo & wo) In 2015 zal een monitoronderzoek gestart worden gericht op de effecten van de invoering van het studievoorschot. De opzet van dit onderzoek zal nog besproken worden met de VSNU. Dit onderzoek is toegezegd bij de behandeling van het wetsvoorstel studievoorschot in Tweede en Eerste Kamer. Er zal in ieder geval aandacht zijn voor toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor verschillende doelgroepen (verschillende studierichtingen, sociaaleconomische achtergronden, gehandicapten etc), instroom en doorstroom naar meerjarige masters, leengedrag, relatie met voorlichting/trajecten voor loopbaanoriëntatie en begeleiding enz. De precieze aanpak is nader uit te werken, en zal waar mogelijk gekoppeld worden aan lopende monitoronderzoeken zoals de studentenmonitor en de monitor beleidsmaatregelen. DE 1501 Achterliggende factoren verschillen studiesucces jongens en meisjes in mbo, hbo en wo Doel/aanleiding: Dit onderzoek is aangekondigd in de Hoofdlijnenbrief Emancipatiebeleid 20132016 (mei 2013). Doel is meer inzicht te krijgen in de achterliggende factoren en mechanismen, die een verklaring kunnen bieden voor de rendementsverschillen tussen jongens en meisjes met aandacht voor, en wellicht ook aangrijpingspunten om de kans op studiesucces bij jongens te vergroten. Soort onderzoek: literatuuronderzoek en beperkt veldonderzoek (best practices) Stand van zaken: onderzoek is begin 2015 gestart, augustus 2015 gereed Belasting instellingen hbo/wo: beperkt (enkele interviews bij instellingen, na overleg te bepalen)
I.2 Nog lopende onderzoeken 2015 (belastend of beperkt belastend) HO&S 1401 Monitor Associate degree (hbo) Doel/aanleiding: De verdere uitrol van de Associate degree (Ad) in het hbo wordt door het departement en het werkveld gestimuleerd. Voor de kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkeling van de Ad wordt een meerjarige monitor ingericht. Uit het Landelijk Platform Ad wordt een begeleidingscommissie samengesteld voor deze monitor. Het doel van het monitor is meer inzicht te krijgen in de ontwikkeling van Ad-programma’s en de betekenis ervan voor de leerloopbaan van Ad-studenten en over hun positie op de arbeidsmarkt. Aan de betrokken hogescholen kan medewerking aan dit onderzoek worden gevraagd. Soort onderzoek: monitor Stand van zaken: Het onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium van SEO, Kohnstamm, ECBO en ROA. Start begin 2014, afgerond september 2015. Belasting instellingen hbo/wo: Beperkt belastend voor instellingen met Ad-programma’s. HO&S 1402 Excellentie in het hoger onderwijs naar aanleiding van het Siriusprogramma (hbo & wo) Doel/aanleiding: Het doel van het onderzoek is in kaart te brengen hoe en welke excellentie in het Sirius Programma wordt gerealiseerd. Het is de bedoeling tot uitspraken te komen die breed toepasbaar zijn en de individuele projecten uit het Sirius Programma overstijgen, maar daar wel (mede) op gebaseerd zijn. Het onderzoek betreft zowel analyse van bestaande informatie als het verzamelen van nieuwe informatie. In beide gevallen dient het onderzoek in samenspraak en in samenwerking met de universiteiten en hogescholen die deelnemen, dan wel deel hebben genomen, aan het Sirius Programma (hierna: universiteiten en hogescholen), te gebeuren. Soort onderzoek: Evaluerend
8
Stand van zaken: het onderzoek wordt uitgevoerd door ITS, in samenwerking met Cheps en ROA. Het onderzoek start begin 2014 en loopt tot april 2015. Belasting instellingen hbo/wo: Naar verwachting beperkt belastend (alleen voor de 8 instellingen die deelnemen aan het Sirius programma en hebben aangegeven bereid te zijn mee te helpen bij de voorbereiding en uitvoering van het onderzoek: Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Utrecht, Hogeschool Rotterdam, Maastricht University, Radboud Universiteit Nijmegen, Saxion, Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit). DL 1301 Monitoring en evaluatie verbetering opleidingen leraren beroepsonderwijs, 2013 – 2017 (hbo) Doel/Aanleiding: Lopend onderzoek waarbij uitvoering van drie maatregelen wordt gemonitord en geëvalueerd: 1) Invoering van twee afstudeerrichtingen bij de tweedegraads lerarenopleidingen: een afstudeerrichting voor algemeen vormend onderwijs en één voor beroepsgericht onderwijs; 2) Verhoging van de kwaliteit van zij-instromers in het MBO door het opstellen van een kwaliteitskader en door betere scholingstrajecten voor zij-instromers; 3) Aanspreken van nieuwe doelgroepen door invoering van een educatieve minor beroepsonderwijs voor HBO bachelor studenten buiten de lerarenopleiding. Deze minor wordt een nieuwe route naar het leraarschap in de beroepsgerichte vakken in VMBO en MBO. Soort onderzoek: monitoring/evaluatie Stand van zaken: onderzoek is gestart in september 2013, loopt t/m 2017. Belasting instellingen hbo/wo: Beperkt belastend voor de hbo instellingen met tweedegraads lerarenopleidingen. DL 1302 Evaluatie regeling samenwerkingsverbanden Pabo’s en werkveld (po- en vo scholen), 2013 – 2017 (hbo) Doel/aanleiding: Lopend onderzoek. In het Begrotingsakkoord 2013 zijn extra middelen beschikbaar gesteld ter verbetering van de kwaliteit van schoolleiders en leraren. Verbetering zal onder meer plaatsvinden door extra te investeren in de samenwerking tussen lerarenopleidingen en het ‘werkveld’, besturen van scholen voor basis - en voortgezet onderwijs. Doel van het onderzoek is het uitvoeren van een gedegen (proces)evaluatie. De evaluatie moet antwoord geven op de volgende vragen: - Hoeveel nieuwe samenwerkingsverbanden worden gevormd? En hoeveel van deze samenwerkingsverbanden hebben na de subsidieperiode de ambitie om opleidingsschool te worden? - Tot welke activiteiten komen de huidige en nieuwe samenwerkingsverbanden? - Tot welke (waargenomen) resultaten leiden deze activiteiten, dwz tot welke aanpassingen leiden ze in het opleiden van studenten? En: tot welke resultaten leidt het anders opleiden van studenten zowel in het algemeen, als specifiek op de drie thema’s (o pbrengstgericht werken, omgaan met verschillen en begeleiding van beginnende leraren)? En: in welke mate neemt de tevredenheid bij alle betrokkenen toe (zowel van de lerarenopleiding als van het werkveld)? Soort onderzoek: procesevaluatie Stand van zaken: onderzoek is gestart in september 2013 en loopt t/m 2017. Belasting instellingen hbo/wo: Beperkt belastend voor de hbo instellingen met tweedegraads lerarenopleidingen. DK 1501 Monitor open standaarden Doel/aanleiding: Vaststellen op welke wijze het veld gebruik maakt van open standaarden en aandacht besteed aan privacy en beveiliging. Hiervoor zijn vragenlijsten opgesteld voor scholen, uitgevers en leveranciers van administratieve systemen (leerlingvolgsystemen en leerlingadministratiesystemen). De vragen zijn toegespitst op de drie doelgroepen. Het onderzoek loopt via Kennisnet en SURF. Soort onderzoek: inventariserend Stand van zaken: De uitvraag is afgesloten, momenteel worden de resultaten geanalyseerd. In maart 2015 zijn de resultaten beschikbaar.
9
Belasting instellingen hbo/wo: beperkt belastend DE 1501 Ongelijke beloning van mannen en vrouwen bij hogescholen (hbo) Doel/aanleiding: Uit een onderzoek bij algemene ziekenhuizen door het College voor de Rechten van de Mens is gebleken dat vrouwen voor gelijke functies soms minder betaald krijgen dan mannen, mede omdat mannen beter zijn in onderhandelbare elementen. Het onderzoek is nu uitgebreid naar twee andere sectoren: verzekeringsbranche en hogescholen. Soort onderzoek: De onderzoekers bestuderen digitale gegevens, maar voeren ook gesprekken en bekijken aselecte personeelsdossiers met P-functionarissen van hogescholen. Stand van zaken: Het onderzoek loopt al. Zes hogescholen hebben vrijwillig hun medewerking toegezegd. Belasting instellingen hbo/wo: De onderzoekers zullen 1-2 dagen met de P-functionarissen bezig zijn.
I.3 Niet belastende onderzoeken (nieuw en lopend) Te starten in 2015 HO&S 1505 Internationale vergelijking voor Strategische Agenda 2015 Doel/aanleiding: Onderbouwing voor de Strategische Agenda. Beschrijving van best practices uit het buitenland, op het gebied van onder meer: kleinschalig activerend onderwijs, flexibilisering, verbinding onderwijs en onderzoek, internationalisering, digitalisering, 21st century skills enz. Daarnaast een update van kerncijfers internationaal vergeleken. Soort onderzoek: internationaal vergelijkend, deels kwalitatief, deels kwantitatief Stand van zaken: offertefase (2 aparte onderzoekstrajecten) Belasting instellingen hbo/wo: niet belastend HO&S 1506 even lang leren: nulmeting evaluatie experimenten vraagfinanciering en pilots flexibilisering Doel/aanleiding: Er worden n.a.v. de brief over LLL van oktober 2014 pilots met flexibilisering en experimenten met vraagfinanciering opgestart voor het hoger onderwijs. Om de pilots en experimenten goed te kunnen evalueren wordt in 2015 een eerste nul-meting opgezet en zal de aanpak/opzet van de evaluatieonderzoeken uitgewerkt worden. Het gaat om kwantitatieve informatie zoals aantallen studenten en diplomering, maar ook om meer kwalitatieve informatie. Hoe is de studenttevredenheid? Hoe denken betrokken werkgevers over de opleidingen? Hoe ziet de opleiding eruit en welke wijzigignen worden doorgevoerd? Soort onderzoek: evaluatieonderzoek Stand van zaken: moet nog opgestart worden Belasting instellingen hbo/wo: nulmeting zoveel mogelijk op basis van beschikbare informatie DUO e.d. Voor private (hbo) instellingen waarschijnlijk belastend. Voor overige aan de pilots/experimenten deelnemende instellingen naar verwachting beperkt belastend. HO&S 1507 Leven lang leren: update en verdieping internationale vergelijking (HO&S, MBO, SZW) Doel/aanleiding: de brief over leven lang leren beleid is op 21 januari 2015 in de TK besproken, samen met de minister van SZW. SZW heeft toegezegd dat er in het voorjaar onderzoek naar de Kamer gaat met een verdieping van de lessen uit Scandinavische landen, over de leercultuur in die landen. Dit onderzoek wordt een update/verdieping van eerder onderzoek naar leven lang leren in andere landen, samen met SZW en directie MBO, en met voor HO de focus op verschillen in publiek/privaat aanbod, kosten voor studenten en werkgevers, diplomagerichtheid e.d. Soort onderzoek: internationaal vergelijkend Stand van zaken: moet nog opgestart worden Belasting instellingen hbo/wo: niet belastend
10
Al lopend niet belastend onderzoek (zie informatieafspraa k 2014) HO&S 1404 Nulmeting BSA tweede studiejaar (geen onderzoek alleen datalevering, evaluatie volgt pas in 2018) DK 1401 Behoorlijk bestuur van onderwijsinstellingen (voorjaar 2015 afgerond – case study wo wordt op dit moment uitgewerkt, hbo is afgerond) DK 1402 OESO ad hoc survey educational R&D (in 2015 afgerond) OWB 1401 CPB onderzoeken: zie bijlage met actuele programma CPB onderzoeken DL 1301 monitoring en evaluatie verbetering opleidingen leraren beroepsonderwijs (loopt t/m 2017) DL 1302 Evaluatie regeling samenwerkingsverbanden Pabo’s en werkveld (loopt t/m 2017) DL1303 Effectevaluatie impuls tekortvakken (loopt t/m 2017) HO&S 1410 CBS onderzoek arbeidsmarktpositie afgestudeerden; gericht op arbeidsmarktgegevens op opleidingsniveau (loopt, opgezet in overleg met SK123, VH en VSNU) HO&S 1411 Monitor studie en leengedrag/beleidsmaatregelen (begin 2015 rapportage afgerond, het volgende rapport volgt eind 2015) HO&S 1303 Studentenmonitor (wordt jaarlijks uitgevoerd)
1.4 CPB Kennisunit onderzoek- en wetenschapsbeleid Optimale financieringscontracten Omschrijving: Dit onderzoek beoogt inzicht te bieden in de werking van verschillende typen financieringscontracten tussen overheid en onderzoeker. In het project wordt theorie en empirie over effectief beleid op dit gebied in kaart gebracht door middel van literatuuronderzoek. Het theoretische deel betreft in ieder geval de toepassing van principaal-agentmodellen op de situatie waarin de overheid (principaal) opdracht geeft aan een onderzoeksinstelling of onderzoeker (agent). Op basis van de literatuur worden voor- en nadelen van financieringsvormen belicht. Type onderzoek: Beleidsvoorbereidend en strategisch onderzoek. Belastend voor onderwijsinstellingen: Nee. Verwachting publicatie: Q2 2015. Internationalisering wetenschap Omschrijving: Dit project beoogt de voor-en nadelen van internationalisering voor Nederland in kaart te brengen. Het onderzoek focust op internationalisering van AiO’s. Een belangrijk onderdeel van de studie is het schatten van blijfkansen: welk deel van de buitenlandse AiO’s blijft na het behalen van een PhD in Nederland wonen en werken? Op basis hiervan kan mogelijk een inschatting gemaakt worden van de effecten v an internationalisering voor de Nederlandse overheidsfinanciën. Voor dit project zal gebruik gemaakt worden van WOPIgegevens, die gekoppeld worden aan de GBA. Deze gegevens zijn reeds ter beschikking gesteld Type onderzoek: Beleidsvoorbereidend en strategisch onderzoek. Belastend voor onderwijsinstellingen: Nee. Verwachting publicatie: Q2 2015. Value of Science; 'Het effect van publieke investeringen in wetenschap op lange termijn economische groei'. Omschrijving: Dit project richt zich op de relatie tussen publieke onderzoeksuitgaven en productiviteit en economische groei op de lange termijn. Het betreft zowel een state-of-the-art literatuuroverzicht als een empirische (macro-economische) analyse voor 35 OECD landen. Mede vanwege het lange-termijn karakter van wetenschappelijk onderzoek is het niet eenvoudig om de effecten van investeringen in publieke R&D op latere economische uitkomsten te isoleren. De studie beoogt verschillende technieken en tijdsperiodes te be nutten om tot een evenwichtig oordeel te komen. Dit project is een vervolg op het KNAW rapport ‘Publieke
11
Kennisinvesteringen en de Waarde van Wetenschap’, waarin naar voren kwam dat er behoefte is aan meer inzicht op dit terrein. Type onderzoek: effectonderzoek- en verklarende evaluaties volgens (quasi) experimenteel design. Belastend voor onderwijsinstellingen: Nee. Verwachting publicatie: Nederlandstalig memo met resultaten Q1 2015/ Engelstalig Discussion Paper later (Q2/Q3) in 2015. Regionale effecten van onderzoeksinstellingen Omschrijving: Dit project richt zich op de toegevoegde waarde van onderzoeksinstellingen in de regio. Verschillen in economische structuur en ontwikkeling kunnen het gevolg zijn van lokale kennisontwikkeling. Het project kent t wee onderdelen. Het eerste betreft een brede beschrijving van mogelijke mechanismen waarlangs universiteiten impact kunnen hebben op de regionale groei of innovatie, op basis van literatuuronderzoek. Het tweede betreft een empirische analyse specifiek gericht op kennisspillovers van universiteiten naar bedrijven in de regio. Deze spillovers worden gemeten aan de hand van citaten van patenten van universiteiten in patenten van bedrijven. Voor de analyse wordt gebruik gemaakt van de dataset PATSTAT. Type onderzoek: effectonderzoek- en verklarende evaluaties volgens (quasi) experimenteel design. Belastend voor onderwijsinstellingen: Nee. Verwachting einde termijn:: 2016. De relatie tussen onderzoek en onderwijs Omschrijving: Dit project beoogt meer zicht te bieden op de complementariteit tussen onderzoek en onderwijs. Hiertoe zal allereerst literatuuronderzoek worden uitgevoerd om goed zicht te krijgen op bestaande kennis en relevante mechanismen. Vervolgens is het doel een empirische analyse uit te voeren met Nederlandse data. Een mogelijkheid is om het effect van de onderzoekskwaliteit van docenten op de universiteit (op basis van publicatie - of citatiegegevens) te schatten op de onderwijsprestaties van studenten, conditionee l op overige relevante docent- en studentkenmerken. Type onderzoek: effectonderzoek- en verklarende evaluaties volgens (quasi) experimenteel design. Belastend voor onderwijsinstellingen: Mogelijk belastend in dataverzameling voor empirische analyse. Verwachting publicatie: EQ3 2015 (onder voorbehoud van tijdige beschikbaarheid data). Policy brief Phd’s Omschrijving: Dit project richt zich op het functioneren van de markt voor PhD’s en beoogt meer zicht te bieden op de kosten en baten van PhD’s voor de ma atschappij. Een relevante deelvraag is waar PhDs na het afronden van hun promotietraject terechtkomen. Eerdere studies over het individuele rendement op promoveren en over internationalisering van gepromoveerden dienen als input voor dit project Type onderzoek: Beleidsvoorbereidend en strategisch onderzoek. Belastend voor onderwijsinstellingen: Nee Mogelijk belastend in dataverzameling voor empirische analyse. Verwachting publicatie: Q4 2015
12
Bijlage 1. Afgeronde onderzoeken, vanaf 2013 (HO&S) 2013 Monitor beleidsmaatregelen (deel 1), de relatie tussen beleidsmaatregelen studiekeuze en studiegedrag, 31 januari 2013, ResearchNed http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2013/01/31/monitorbeleidsmaatregelen.ht ml OECD, Assessment of Higher Education Learning Outcomes, Feasibility Study Report, Volume 1 – Design and implementation. Volume 2 – Data analysis and national experiences. OECD, 2013 http://www.oecd.org/education/skills-beyondschool/testingstudentanduniversityperformancegloballyoecdsahelo.ht m ResearchNed/ITS Nijmegen, Studeren met een functiebeperking 2012. De relatie tussen studievoortgang, studieuitval en het gebruik van voorzieningen. Eindmeting onderzoek ‘Studeren met een functiebeperking’. Studeren met een functiebeperking 2012 | Rapport | Rijksoverheid.nl CHEPS, Continuing Higher Education part one; General Impressions of an International Inventory and Explorative Analysis of Policies concerning Flexibility in Continuing Higher Education for Workers, 2013 Studie CHEPS - Continuing Higher Education (part 1) | Publicatie | Rijksoverheid.nl CHEPS, Continuing Higher Education part two; five countries, 2013. studie cheps - continuing higher education 2 | Publicatie | Rijksoverheid.nl CHEPS, Higher Education and the Labour Market, International Policy Frameworks for Regulating Graduate Employability, 2013. http://www.government.nl/issues/education/documents-andpublications/reports/2013/02/01/higher-education-and-the-labour-market.ht ml CPB, Up or out? How individual research grants affect academic careers in the Netherlands, CPB Discussion Paper 249, 4-07-2013 http://www.cpb.nl/publicatie/up-or-out-de-invloed-van-individuele-onderzoeksubsidies-opwetenschappelijke-carrieres-in-nederland CPB, The effects of research grants on scientific productivity and utilization, CPB Discussion Paper 248, 4-07-2013 http://www.cpb.nl/publicatie/de-effecten-van-onderzoekssubsidies-op-wetenschappelijkeproductiviteit-en-utilisatie SCP, De studie waard, 7 juni 2013 (stond niet in informatieafspraak) http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2013/06/07/de-studiewaard.html ITS, De sector economie in beeld, een analyse van opleidingen en arbeidsmarkt van de hbosector economie, september 2013. http://cdho.nl/page/downloads/Rapport_sectorstudie_economie_20130919.pdf ResearchNed, Monitor beleidsmaatregelen 2013, De relatie tussen beleidsmaatregelen, studiekeuze en studiegedrag, november 2013. http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ocw/documenten-enpublicaties/rapporten/2013/11/01/monitor-beleidsmaatregelen-2013.ht ml ResearchNed, De bepaling van studielast in het hoger onderwijs, een inventarisatie, september 2013. http://www.researchned.nl/wp-content/uploads/2013/11/rapport -normeringstudielast.pdf
13
Panteia, Het kastje en de muur voorbij? Evaluatie van de rec htsgang voor studenten, oktober 2013, http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2013/10/09/het kastje-en-de-muur-voorbij.html 2014 Nuffic, Vormen van internationalisering (internationalisering @ home, deel 1 en deel 2 afgerond, een laatste deel volgt nog). Zie: 'Internationalisation at home' biedt veel kansen — De Nuffic Flexibele arbeid in het onderwijs (nog niet gepubliceerd, alleen onderdeel po.vo wordt gepubliceerd, mbo/ho is niet representatief en komt beschikbaar als werkdocument (niet openbaar)). CHEPS, voor niets gaat de zon 3.0 op, het accreditatiestelsel in Duitsland en Vlaanderen, oktober 2014. Zie: Voor niets gaat de zon 3.0 op | Rapport | Rijksoverheid.nl ResearchNed, Studentenmonitor 2014. Zie www.studentenmonitor.nl SEO, Eindrapportage monitor experimenten Open Bestel, december 2014. Zie: Eindrapportage monitor Experimenten Open Bestel | Rapport | Rijksoverheid.nl SEO, Verkenning effect studievoorschot op instroom meerjarige masters in tekortsectoren, september 2014. Zie: Verkenning effect studievoorschot op instroom meerjarige masters tekortsectoren | Rapport | Rijksoverheid.nl 2015 ResearchNed, Monitor beleidsmaatregelen 2014, december 2014. Zie: Monitor Beleidsmaatregelen 2014 | Rapport | Rijksoverheid.nl Evaluatie Handicap en studie (begin 2015 afgerond, nog niet gepubliceerd). Internationale vergelijking kwaliteits/prestatiebekostiging (begin 2015 afgerond, nog niet gepubliceerd). Financiële gevolgen afname feitelijke studieduur (afgerond, nog niet gepubliceerd) .
14