Informatie voor zwangeren
U heeft deze brochure ontvangen, omdat u een medische indicatie heeft voor uw zwangerschap en/of bevalling in het ziekenhuis. In deze brochure leest u over de controles op de polikliniek en over de gang van zaken rondom de bevalling.
De brochure is in een aantal hoofdstukken ingedeeld, die in verschillende fasen van de zwangerschap van belang zijn. Bewaart u deze brochure daarom gedurende uw gehele zwangerschap. Wij proberen u op deze manier zo goed mogelijk te informeren. Het kan echter nooit volledig zijn. Daarom, wanneer u vragen heeft, stelt u ze dan gerust aan de gynaecoloog of de assistente.
De polikliniek De controles op de polikliniek De zorg vóór de geboorte (prenatale zorg) is ingesteld om tijdig op het spoor te komen van mogelijke storingen in de ontwikkeling van de zwangerschap, en ze te kunnen behandelen.
Bij een normale zwangerschap komt u in het begin iedere 4 tot 6 weken voor controle, daarna om de 3 weken, vervolgens om de 2 weken en ten slotte iedere week. In totaal bezoekt u de polikliniek 10 à 12 keer voor controle door de gynaecoloog. Soms wordt met u afgesproken om de controles voor een deel door de verloskundige te laten gebeuren. Altijd geldt dat er een reden moet zijn wanneer u gecontroleerd wordt door een specialist of bevalt onder verantwoordelijkheid van een specialist. Met andere woorden, er moet een zogenaamde medische indicatie zijn. Dit is met name van belang voor uw ziektekostenverzekering.
-1-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie voor zwangeren
Wie komt u tegen tijdens uw zwangerschap Bij de controles op de polikliniek komt u in contact met de volgende medewerkers: •
De polikliniekassistente zit achter de balie. Bij binnenkomst meldt u zich bij haar.
•
De gynaecoloog verricht de eigenlijke controle.
•
De assistent-gynaecoloog is een arts die (al of niet) bezig is met de specialisatie tot gynaecoloog. Hij of zij is een volledig bevoegd arts. Ook een arts-assistent kan de controles bij u doen. De arts-assistent staat altijd onder supervisie van één van de gynaecologen.
•
De klinisch verloskundige is een verloskundige die in het ziekenhuis werkt en zelfstandig controles doet.
•
De coassistent is een aankomend arts in het laatste deel van zijn of haar opleiding. Hij of zij doet in het algemeen geen zelfstandige controles, maar ‘loopt mee’ met de specialist of de assistent-gynaecoloog.
•
Op het laboratorium werken laboranten. Zij nemen bloed af als uw arts dit bloedonderzoek nodig vindt.
Het streven is dat u steeds zo veel mogelijk dezelfde arts krijgt bij de controles. Helaas is dat niet altijd mogelijk door vakanties, congresbezoek of ziekte. Ook kan het voorkomen dat uw gynaecoloog tijdens het spreekuur weggeroepen wordt voor een bevalling of een spoedgeval, waardoor een collega moet invallen. Vraag bij uw eerste bezoek wie uw behandelend gynaecoloog is of zal worden. Deze arts zal uw vaste aanspreekpunt blijven.
Wat gebeurt er tijdens de controles Eerste controle De eerste controle is de meest uitgebreide. Wilt u uw patiëntenpas/patiëntenstickers en de verwijsbrief van uw huisarts of verloskundige meenemen. Als u geen patiëntenpas/patiëntenstickers heeft kunt u deze laten maken bij de patiëntenpasbalie van het MCL (bij de hoofdingang) of van MCL Harlingen.
-2-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie voor zwangeren
Bij polikliniek 18 t/m 21 (MCL) of polikliniek gynaecologie (MCL Harlingen) meldt u zich bij de assistente. In het MCL zijn er vier balies, per gynaecoloog staat aangegeven bij welke balie u zich moet melden.
De gynaecoloog neemt uw medische gegevens op en stelt zo nodig aanvullende vragen. Bij de eerste controle wordt in het algemeen een echoscopie (echo) gemaakt. Een echoscopie is een onderzoek met geluidsgolven. Dit onderzoek is niet schadelijk voor de zwangerschap. Met een echo kan onder andere de duur van de zwangerschap worden bepaald. Bij vervolgbezoeken wordt alleen een echo gemaakt als er een reden voor bestaat.
Na het bezoek aan de gynaecoloog regelt de polikliniekassistente een aantal administratieve zaken met u en maakt een vervolgafspraak. Als laatste gaat u met een aanvraagformulier naar het laboratorium, waar wat bloed van u wordt afgenomen.
Verdere controles De latere controles duren meestal minder lang dan de eerste. Wilt u bij elke controle uw patiëntenpas/patiëntenstickers meenemen? U hoeft alleen (ochtend)urine mee te nemen als dat aan u gevraagd wordt. De procedure is elke keer: •
U meldt zich bij de assistente.
•
De assistente meet uw bloeddruk.
•
De arts beoordeelt de uitslag van uw bloeddruk, beoordeelt de groei van uw buik en luistert naar het hartje van de baby.
•
Bij iedere controle spreekt u met de arts. Aan hem of haar kunt u vragen stellen.
Wanneer u de vragen thuis opschrijft, is de kans kleiner dat u ze vergeet.
Na het bezoek aan de arts maakt u via de assistente een afspraak voor een vervolgbezoek.
-3-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie voor zwangeren
Bloedonderzoek Bij de eerste controle, en indien nodig gedurende het verdere verloop van de zwangerschap, wordt bloed bij u afgenomen en onderzocht. Wanneer u hiertegen bezwaar heeft kunt u dit aangeven. Het gaat hierbij om het bepalen van de bloedgroep, of zich bij u bloedarmoede ontwikkelt en hoe uw lever of nieren functioneren. Verder wordt het bloed van alle zwangeren in Nederland onderzocht op geslachtsziekte (Lues), op het geelzuchtvirus (Hepatitis B) en HIV-antistoffen.
Het gaat bij deze onderzoeken om het opsporen van eventuele aandoeningen die van invloed kunnen zijn op uw gezondheid en ook op de gezondheid van uw kind. Het onderzoek naar Hepatitis B en HIV-antistoffen is ook van belang ter bescherming van de ziekenhuismedewerkers.
Wanneer de uitslag van deze onderzoeken goed is, hoort u er niets meer van. Wilt u de uitslagen precies weten of heeft u vragen over de onderzoeken, stelt u ze dan gerust. Uw arts zal uw vragen graag beantwoorden.
Eventueel aanvullende onderzoeken
Echo-onderzoek Echo-onderzoek vindt plaats met hoogfrequente geluidsgolven waarvan tot nu toe geen schadelijke invloed op kinderen is vastgesteld. Afhankelijk van hoe lang u zwanger bent, kan er met de echo meer of minder gezegd worden over het kind of de moederkoek (placenta). Alleen als uw gynaecoloog daartoe een reden heeft, zal hij/zij een echo maken. Er worden dus geen ‘pretecho's’ gemaakt.
Het is mogelijk de echo op video vast te leggen, dit wordt echter alleen gedaan indien uw arts hiervoor een reden heeft, bijvoorbeeld om de beelden met een collega te bespreken of om te bewaren om met latere opnames te vergelijken.
-4-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie voor zwangeren
Hoeveel er ook te zien is, na afloop van een echo kan nooit geconcludeerd worden dat ‘alles goed is’. Helaas blijven ook met echo-onderzoek afwijkingen moeilijk of niet op te sporen of worden ze over het hoofd gezien.
Prenatale screening en diagnostiek Iedere zwangere kan kiezen voor prenatale screening. Dit is onderzoek om te kijken of er een toegenomen kans is dat er bij de baby een aangeboren afwijking bestaat. De onderzoeken zijn: de combinatietest naar het syndroom van Down en de 20 weken echo. Uw gynaecoloog kan u hierover meer vertellen bij het eerste bezoek. Deze prenatale screening wordt in Nederland niet door de gynaecoloog gedaan maar door gecertificeerde echobureaus.
Alleen als hiervoor een speciale reden is, zal de gynaecoloog extra onderzoeken bij u (laten) verrichten. Dit heet prenatale diagnostiek. U kunt dan denken aan een vlokkentest, een vruchtwaterpunctie, een uitgebreide echografie of aan een niet-invasieve prenatale test (NIPT). Eén van de redenen is de leeftijd van de moeder (ouder dan 36 jaar op het moment dat de zwangerschap 18 weken of verder is). Andere redenen kunnen zijn: een afwijkende uitslag van de combinatietest (zie folder ‘Het bepalen van de kans op het syndroom van Down’), het vóórkomen van een erfelijke afwijking in de familie, een afwijking bij een eerder kindje of een ziekte bij de aanstaande vader of moeder.
Als u denkt dat één van deze redenen bij u aanwezig is en u wilt hier onderzoek naar laten doen, vraag dan uw gynaecoloog hiernaar. Deze onderzoeken zijn uiteraard niet verplicht.
Er zijn speciale folders over prenatale screening en diagnostiek verkrijgbaar op de polikliniek.
Langlopend onderzoek naar aangeboren aandoeningen De afdeling Obstetrie & Gynaecologie van het MCL werkt mee aan een langlopend onderzoek naar aangeboren aandoeningen. Dit onderzoek, met de naam Eurocat, wordt uitgevoerd door het Universitair Medisch Centrum Groningen. In het kader van dit onderzoek is het mogelijk dat aan onderzoekers van Eurocat inzage wordt verleend in uw gegevens. Mocht in uw zwangerschap
-5-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie voor zwangeren
sprake zijn van een kind met een aangeboren aandoening, dan kunt u benaderd worden voor deelname aan dit onderzoek. Wanneer u bezwaar hebt tegen inzage van uw gegevens en eventuele benadering, kunt u dat aangeven bij uw behandelaar. Meer informatie over dit onderzoek vindt u op www.eurocat.umcg.nl.
Voorlichtingsavond Zes keer per jaar wordt er in het MCL een voorlichtingsavond voor zwangeren georganiseerd. U wordt hiervan onder andere op de hoogte gebracht door aankondigingen in de wachtruimte van de polikliniek. Ook zullen uw arts en de polikliniekassistente u hierop attenderen. U kunt de data zien en u opgeven via www.mcl.nl/zwangerenvoorlichting.
Wanneer waarschuwen De controles vinden steeds op afspraak plaats. U kunt echter altijd zelf contact opnemen wanneer zich problemen voordoen tussen twee controles in. U kunt altijd rechtstreeks bellen voor zaken die met de zwangerschap te maken hebben. Overdag kunt u bellen naar de polikliniek, 's avonds, 's nachts en in het weekeinde naar de verloskamers van het MCL. De telefoonnummers vindt u achterin deze brochure en op het afsprakenkaartje dat u na elk bezoek aan de polikliniek weer mee krijgt.
U moet altijd direct bellen bij: •
Bloedverlies uit de schede, zeker indien dit met buikpijn gepaard gaat.
•
Buikpijn. Als u plotselinge, heftige buikpijn heeft, en hierbij de baarmoeder hard wordt, moet u dit melden. Dit geldt ook voor alle andere heftige buikpijnen die u eerder niet had.
•
Aflopen van vocht. Dit zou vruchtwater kunnen zijn. Probeer hiervan wat op te vangen en neem dit mee.
-6-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie voor zwangeren
•
Minder ‘leven’ voelen. Wanneer u in de tweede helft van de zwangerschap gedurende een dag uw kind niet meer voelt bewegen of veel minder leven voelt dan voorheen, neemt u dan contact op en wacht hiermee niet tot de volgende controle.
•
Iedere andere klacht die u niet vertrouwt zoals koorts, ernstige hoofdpijn die u tevoren niet had, sterretjes voor de ogen, etc.
Aarzel niet, maar bel meteen. U kunt dag en nacht contact opnemen!
Als u bij ons onder controle bent, bel dan als eerste met ons en niet met uw huisarts of verloskundige. Wij beoordelen dan wat u het beste kunt doen.
De bevalling Het begin van de bevalling is niet bij iedereen hetzelfde. Bij de meeste vrouwen kondigt de bevalling zich aan doordat: •
De buik om de 3 à 5 minuten hard wordt (dit kunnen weeën zijn) en u wat slijmerig bloed verliest uit de schede.
•
Er vocht afloopt uit de schede. Het zou kunnen dat de vliezen gebroken zijn en dat het vocht vruchtwater is.
U dient direct te bellen met de verloskamer indien het aflopende vocht niet helder is maar groenig of bruinig van kleur. Voor wat het hard worden van de buik betreft kunt u het eerste uur afwachten of dit doorzet. Als u belt, krijgt u de verpleegkundige van de verloskamers aan de telefoon. Zij zal beoordelen of u nog even thuis kunt blijven of dat het beter is dat u naar het ziekenhuis komt. Zo nodig neemt de verpleegkundige onmiddellijk contact op met de gynaecoloog.
Als er een kans is dat het vruchtwater wegloopt terwijl het hoofdje van het kind in het geheel niet ingedaald is, zal uw arts u bij de controle op de polikliniek speciale adviezen geven. Als dat onder andere inhoudt dat u per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd moet worden, wordt dit in uw dossier vermeld en regelt de verpleegkundige, als u belt, dat de ambulance gewaarschuwd wordt.
-7-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie voor zwangeren
Het is dus beslist niet de bedoeling dat u zelf de ambulance belt.
De verloskamers bevinden zich in het MCL op de tweede verdieping (afdeling E, via liftblok 2). Tussen 21.00 – 7.00 uur is de hoofdingang gesloten en is de toegang via de Spoedeisende hulp.
Wat moet u meenemen voor de bevalling? •
uw patiëntenpas/patiëntenstickers
•
een pyjama of nachtjapon (wanneer u borstvoeding wilt geven, is een voorsluiting het gemakkelijkst)
•
ondergoed
•
een duster of ochtendjas
•
pantoffels/slippers
•
warmwaterzak (kan prettig zijn in geval van rugweeën)
•
toiletspullen
•
een stevig zittende BH of voedings-BH
•
gewone kleding
•
eventuele medicijnen die u gebruikt
•
kleertjes voor uw kind en een mutsje
•
maxicosi
•
op de afdeling is flesvoeding Nutrilon standaard 1 aanwezig; wilt u iets anders gaan gebruiken (een ander merk of bijvoorbeeld hypoallergene voeding) neem dit dan mee
•
laptop/telefoon (er is wifi binnen het MCL)
•
iets anders wat u afleiding kan geven tijdens de periode van ontsluiting
•
fototoestel
-8-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie voor zwangeren
Wat is de gang van zaken bij de bevalling Als u op de verloskamers bent aangekomen begint de verpleegkundige in het algemeen met het maken van een ‘hartfilmpje’ of cardiotocogram (CTG). Hierbij wordt de hartslag van het kind gedurende ongeveer een half uur à drie kwartier geregistreerd en wordt tevens onderzocht of de baarmoeder hard wordt. Dit gebeurt met twee banden die om uw buik worden aangebracht. Dit voelt wat ongemakkelijk, maar is niet pijnlijk. De verpleegkundige stelt u verder een aantal vragen.
Wie zijn er bij de bevalling aanwezig Uw partner kan natuurlijk bij de bevalling steeds aanwezig zijn. Wilt u graag dat (nog) iemand anders aanwezig is, dan kunt u dit het beste van tevoren met de verpleegkundige bespreken.
Vanuit het ziekenhuis zullen in het algemeen de volgende personen bij de bevalling aanwezig zijn: •
de arts-assistent of klinisch verloskundige (van het MCL)
•
de coassistent
•
de verpleegkundige
Tijdens de bevalling wordt u medisch begeleid door de arts-assistent of klinisch verloskundige, deze overlegt regelmatig met de gynaecoloog. Of dit uw eigen gynaecoloog is, is van tevoren niet bekend. Het is immers onmogelijk dat alle gynaecologen zeven dagen per week 24 uur per dag werken.
Bij bevallingen die normaal verlopen is de gynaecoloog normaal gesproken niet aanwezig. De dienstdoende gynaecoloog is echter altijd beschikbaar. In andere gevallen zal hij of zij juist altijd wel aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld bij een stuitbevalling en/of een keizersnede. Een kinderarts zal alleen aanwezig zijn indien daarvoor een reden is.
De bevalling Degenen die u begeleiden, steunen u zoveel mogelijk bij het opvangen van de weeën. U kunt zelf de houding kiezen die u het prettigste vindt: bijvoorbeeld lopen, zitten of liggen. Indien het hartfilmpje continu gemaakt moet worden, bent u beperkt in uw bewegingsruimte.
-9-
MCL | Patiënteninformatie
Informatie voor zwangeren
Heeft u speciale wensen ten aanzien van de bevalling dan kunt u die van tevoren kenbaar maken aan de gynaecoloog tijdens de controles of aan de verpleegkundige tijdens het opnamegesprek. Tijdens de bevalling krijgt u uitleg over de handelingen die de arts-assistent of klinisch verloskundige bij u zullen doen. De verpleegkundige zal u helpen bij het opvangen van de weeën en zal de taken uitvoeren die de arts-assistent of klinisch verloskundige haar vraagt.
Het gebruik van mobiele telefoons is toegestaan op de verloskamers.
Het is altijd mogelijk om snel na de bevalling uw baby aan te leggen voor borstvoeding. Dit zal zoveel mogelijk door alle medewerkers bevorderd worden, ook bijvoorbeeld na een keizersnede.
Er mogen foto's of korte video-opnames gemaakt worden tijdens de bevalling. Er wordt geen medewerking verleend aan tv-opnamen.
In de buurt van de verloskamer is een wachtruimte aanwezig. Roken is in het hele ziekenhuis niet toegestaan, met uitzondering van de rookruimte in de gang bij route 95.
Bevallingen zijn niet te plannen, het proces is onvoorspelbaar en het duurt soms langer dan gedacht. Dat betekent dat u te maken kunt krijgen met verschillende ploegen van verpleegkundigen, assistenten, klinisch verloskundigen en gynaecologen.
Na de geboorte Na de bevalling gaat u naar de kraamafdeling. Uw baby ligt dag en nacht bij u op de kamer, dit heet 'rooming in'. We streven er altijd naar dat moeder en kind zo spoedig mogelijk naar huis kunnen. Dit hangt uiteraard wel af van hoe de bevalling is verlopen en van eventuele adviezen van bijvoorbeeld een kinderarts.
Een verloskundige of uw huisarts zal u controleren in de eerste week na de bevalling als u thuis bent gekomen. Zij verwijderen ook eventuele hechtingen.
- 10 -
MCL | Patiënteninformatie
Informatie voor zwangeren
Als uw baby op de kinderafdeling moet worden opgenomen, kunt u zelf op de kraamafdeling opgenomen blijven tot in het algemeen acht dagen na de bevalling (het aantal verblijfdagen is afhankelijk van wat uw verzekering vergoedt). Het is mogelijk dat u in zo'n geval via een intern videosysteem steeds uw baby in zijn of haar wiegje kunt zien liggen. Ook krijgt u een persoonlijke inlogcode om thuis via internet mee te kunnen kijken naar uw kindje in het ziekenhuis. De klinisch verloskundige of de zaalarts komt, zo mogelijk, elke ochtend dat u op de kraamafdeling opgenomen bent bij u langs. Uw eigen gynaecoloog zal meestal in de loop van de dag na de bevalling ook komen. Het kan voorkomen dat dit niet gebeurt omdat u inmiddels alweer naar huis bent gegaan of omdat hij of zij afwezig is.
Het moment van ontslag bespreekt u met de arts of de verpleegkundige. Dit kan op elk moment van de dag zijn. Ook wanneer u ’s nachts bent bevallen en er geen medische reden is om nog te moeten blijven, zou u, als u dat wenst, naar huis kunnen. Wel is het van belang dat de kraamzorg voor het opstarten nog wel bij u thuis kan komen, maar ook deze bieden tegenwoordig vaak 24 uur per dag zorg.
Bij uw ontslag krijgt u een brief mee voor de verloskundige en/of huisarts met daarin de belangrijkste gegevens van de zwangerschap, de bevalling en de baby. Deze brief moet eerst ondertekend worden door de arts-assistent of klinisch verloskundige. Het kan daardoor zijn dat u hier nog even op moet wachten. De brief kunt u aan hen overhandigen tijdens het eerste bezoek dat zij aan u thuis brengen. Uw huisarts en de verloskundige worden door de verpleging op de hoogte gesteld van uw thuiskomst.
Opname in het ziekenhuis tijdens de zwangerschap Het kan gebeuren dat u al tijdens de zwangerschap moet worden opgenomen in het MCL. De arts op de polikliniek legt u dan uit waarom en overlegt met u wanneer de opname het beste kan plaatsvinden. Soms is dat nog dezelfde dag. U komt dan te liggen op afdeling E.
- 11 -
MCL | Patiënteninformatie
Informatie voor zwangeren
U kunt alle dagen van 14.30 – 16.30 uur en van 18.30 – 20.00 uur bezoek ontvangen. In het weekend en op feestdagen is er een extra bezoekmogelijkheid van 10.00 – 12.00 uur. Partners van zwangeren en kraamvrouwen zijn altijd welkom, behalve tussen 12.00 en 14.00 uur. Ander bezoek moet zich aan de bezoektijden houden.
Wanneer uw zwangerschap normaal verloopt wordt u pas bij het begin van de bevalling opgenomen. U wordt dan rechtstreeks op de verloskamers opgenomen. Na de bevalling gaat u naar de kraamafdeling op afdeling E.
Geboorteaangifte burgerlijke stand Als u bent bevallen, moet uw baby binnen drie werkdagen worden aangegeven bij de burgerlijke stand. Dit kan bij het stadskantoor van de gemeente Leeuwarden. Bezoekadres: Oldehoofsterkerkhof 2 Leeuwarden Maandag, dinsdag, woensdag, vrijdag 8.30 – 17.00 uur Donderdag 8.30 – 19.30 uur
Degene die aangifte doet moet meenemen: •
zijn/haar identiteitsbewijs
•
eventueel trouwboekje
•
eventueel akte van erkenning van het ongeboren kind (als u niet getrouwd bent)
- 12 -
MCL | Patiënteninformatie
Informatie voor zwangeren
Belangrijke telefoonnummers Algemeen nummer MCL
058 – 286 66 66
Algemeen nummer MCL Harlingen
0517 – 499 999
Afspraken polikliniek MCL
058 – 286 32 00
Afspraken polikliniek MCL Harlingen
0517 – 499 850
Verloskamers (MCL)
058 – 286 14 55
Verpleegafdeling (Afd. E, MCL)
058 – 286 32 32
www.mcl.nl
Polikliniek Gynaecologie MCL
058 – 286 32 00
MCL Harlingen
0517 – 499 850
©MCL juni 2015 Docnr. 21614 (5)
- 13 -
MCL | Patiënteninformatie