Informatie voor aanstaande moeders
door Laura van Zonneveld
Colofon Verantwoording Deze brochure is samengesteld door Laura van Zonneveld, verpleegkundig AIDS consulent van het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. Publicatie is financieel mogelijk gemaakt door Boehringer Ingelheim bv te Alkmaar. De auteur bedankt dr. M.E. van der Ende (Erasmus Medisch Centrum) en leden van de WVAC voor hun waardevolle adviezen. Het overnemen van tekst uit deze uitgave met bronvermelding juicht de auteur toe. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden de auteur noch de sponsor enige aansprakelijkheid. De auteur houdt zich gaarne aanbevolen voor eventuele aanvullingen en suggesties voor verbetering. Vertalingen Deze brochure zal tevens beschikbaar komen in het Engels, Frans, Spaans en Portugees. Op verzoek en in overleg zijn eventueel andere vertalingen mogelijk. Bestellingen Verpleegkundigen kunnen het gewenste aantal brochures bestellen bij: Boehringer Ingelheim bv Antwoordnummer 1300 1800 VC Alkmaar Telefoon 072 566 2424 (Marieke Noort) E-mail:
[email protected] Referenties hiv i-base: hiv pregnancy and women’s health; www.i-base.info; Richtlijn antiretrovirale behandeling NVAB.
Informatie voor aanstaande moeders met hiv • Inleiding
4
• Verklaring nieuwe woorden en begrippen
8
• Voor de bevalling
11
• Na de bevalling
16
• Tips om therapietrouw te zijn
21
• Tips bij misselijkheid
24
• Adressen en telefoonnummers
26
Projectbegeleiding: Volle Maan Communicatiebureau, Amsterdam Illustraties: Richard Kleist, Almere Vormgeving: Martijn Schönfeld, Amsterdam
2
3
Inleiding Van harte gefeliciteerd met uw zwangerschap! Voor iedere vrouw die een kindje verwacht is dat een heel belangrijke en vaak ook emotionele periode: blijdschap en zorgen wisselen elkaar vaak af. Als u hiv-positief bent en zwanger, komen daar extra zorgen bij: u vraagt zich af of uw kindje hiv-positief geboren kan worden, u maakt zich misschien ook zorgen over uw eigen gezondheid, en wellicht twijfelt u of u wel goed voor uw kindje kunt zorgen. Misschien vindt u het spijtig dat u geen borstvoeding kunt geven, misschien ziet u op tegen al het medische gedoe rondom uw zwangerschap. Maar: elk jaar krijgen honderden hiv-positieve vrouwen een baby. Met de juiste medische zorg is de kans dat de baby ook hiv heeft heel erg klein: minder dan 1%. De meeste vrouwen kunnen, ondanks de zorgen die er zijn, ook genieten van hun zwangerschap en van hun baby. Probeert u dat ook: laat u niet uit het veld slaan door de beperkingen die uw hiv-infectie met zich meebrengt. Als u een moeilijke tijd hebt, denk dan aan al die vrouwen die u voorgingen, en die nu de gelukkige moeder zijn van een gezond kind. Deze brochure geeft antwoord op veel vragen die hiv-positieve vrouwen hebben, vóór de zwangerschap, maar ook tijdens en erna.
4
Het belangrijkste risico van een hiv-infectie bij zwangerschap is de overdracht van het hivvirus op het kind. Tegenwoordig kan dit worden voorkomen door tijdens de zwangerschap medicijnen tegen hiv (zogenoemde hiv-remmers) te gebruiken. Hiermee wordt de kans op overdracht kleiner dan 1%. Ook voor uw eigen gezondheid geldt dat er de laatste jaren enorm veel vooruitgang is geboekt bij de medische behandeling. Het kan zijn dat dit de eerste keer is dat u informatie leest over hiv. Zowel bij een zwangerschap als bij een hiv-infectie krijgt u te maken met veel nieuwe woorden en begrippen; daarom vindt u in deze folder een lijst van die woorden en begrippen, met een toelichting. Het advies dat u krijgt is anders dan het algemene advies dat gegeven wordt aan zwangere vrouwen. U zult informatie krijgen over medicatie, over bevallen met een keizersnee of natuurlijk bevallen en over het geven van flesvoeding in plaats van borstvoeding. De meeste mensen met hiv hebben veel tijd om aan de diagnose hiv te wennen voordat ze moeten gaan nadenken over medicijnen. Dit is meestal niet het geval als u de diagnose hiv hebt gekregen tijdens de zwangerschap. U zult (moeilijke) beslissingen rondom het gebruik van medicijnen wellicht sneller moeten nemen. De beslissingen die u neemt over uw zwangerschap zijn erg persoonlijk. Veel informatie verzamelen maakt het vaak makkelijker om tot goede beslissingen te komen.
5
De juiste keuzes maakt u zelf; daarbij kan het helpen als u zoveel mogelijk te weten komt over hiv en zwangerschap. Het is belangrijk dat u alle informatie die u krijgt goed begrijpt:
• Stel vragen. • Neem uw partner of een vriend(in) mee naar uw afspraken. • Maak gebruik van een tolk of de tolkentelefoon als er taalproblemen zijn. • Als u wilt kunt u in contact komen met een andere moeder die hetzelfde heeft meegemaakt: via uw consulent, of via de Hiv Vereniging.
6
7
Verklaring nieuwe woorden en begrippen Om alle informatie goed te kunnen begrijpen is het belangrijk dat u op de hoogte bent van een aantal woorden en begrippen die veel worden gebruikt bij hiv en zwangerschap. Hieronder wordt een aantal van die woorden en begrippen uitgelegd. CD4-cellen: witte bloedcellen die het lichaam beschermen tegen infecties. Dit zijn ook de cellen die het hiv-virus gebruikt om zichzelf te vermenigvuldigen. Het aantal CD4-cellen wordt weergegeven in een aantal per kubieke millimeter (mm³). De hoeveelheid CD4-cellen zegt iets over de kracht van uw afweer tegen infecties. Hoeveel CD4-cellen men heeft verschilt van persoon tot persoon, maar een hiv-negatieve volwassene heeft een gemiddeld aantal CD4-cellen tussen de 400 en 1300 per mm³. Sommige factoren zoals depressie, ziekte en ook zwangerschap zorgen voor een tijdelijke daling van de hoeveelheid CD4-cellen. Bij minder dan 200 CD4-cellen per mm³ bestaat er een grotere kans dat u een infectie oploopt en ziek wordt. Uit voorzorg krijgt u dan antibiotica om te voorkomen dat u een infectie krijgt door uw verlaagde afweer. Meestal krijgt u echter al eerder het advies om met hiv-medicatie te starten; daarmee wordt voorkomen dat deze infecties kunnen optreden. Combinatietherapie of HAART (Highly Active Anti-Retroviral Therapy): termen voor drie of meer verschillende medicijnen voor de behandeling van hiv. De medicijnen remmen de vermenigvuldiging van het virus.
8
Opportunistische infecties: infecties die niet vóórkomen bij mensen met een gezond afweersysteem, maar wél kunnen optreden bij mensen met hiv met minder dan 200 CD4cellen (dus met een verlaagde afweer). Als men op tijd start met hiv-medicatie en de afweer zich herstelt, dan komen deze infecties niet voor.
Resistentie: een nadeel van de hiv-medicatie is dat er vrij snel resistentie kan ontstaan. Resistentie wil zeggen dat het virus zich heeft aangepast aan het medicijn, zodat dit medicijn niet meer werkt. Dat kan gebeuren als er niet genoeg medicijn in het bloed aanwezig is om de vermenigvuldiging van het virus te voorkomen. Men spreekt dan van een te lage medicijnspiegel. Die kan door de volgende oorzaken ontstaan:
• Iemand vergeet een dosis of slaat een dosis over. • Iemand gebruikt niet de voorgeschreven dosering maar minder. • Iemand neemt de medicijnen niet op de juiste tijd in. Dit is erg belangrijk. Bij hiv-medicatie wordt de medicijnspiegel snel te laag; de medicijnen moeten dan ook strikt om de 12 of 24 uur (afhankelijk van welke medicijnen men slikt) worden ingenomen. • De hiv-medicatie wordt niet op de juiste wijze ingenomen. Sommige middelen moeten met (vet) voedsel ingenomen worden, andere juist weer op een lege maag. Als men zich hier niet goed aan houdt wordt het medicijn niet goed in het bloed opgenomen waardoor een te lage medicijnspiegel ontstaat. • De medicijnen worden door een andere oorzaak niet goed in het bloed opgenomen, bijvoorbeeld door ernstige diarree, door het gelijktijdig gebruik van andere medicijnen of door nog andere oorzaken. Het is erg belangrijk om te voorkomen dat resistentie ontstaat. Als het virus eenmaal resistent is tegen een bepaald medicijn, dan is de hiv-infectie daarna moeilijker te behandelen. 9
Voor de bevalling Therapietrouw: u bent therapietrouw als het u lukt om de medicijnen altijd op tijd in te nemen. Als er nog meer voorschriften zijn (bijvoorbeeld innemen met eten) moeten die goed opgevolgd worden. Daarmee is de kans dat het virus resistent wordt heel erg klein, zodat u jarenlang met succes kunt worden behandeld. Viral load test: deze test meet de hoeveelheid virus in uw bloed. De hoeveelheid wordt uitgedrukt in het aantal virusdeeltjes of viruskopieën per milliliter, bijvoorbeeld 20.000 kopieën per milliliter. Als u wordt behandeld met combinatietherapie is het doel om uw viral load te laten dalen tot minder dan 50 kopieën per ml, dit noemen we dan ‘niet detecteerbaar’. Als de viral load van de moeder niet detecteerbaar is tijdens de bevalling, is de kans dat de baby wordt geïnfecteerd kleiner dan 1%.
Onderstaand vindt u vragen die veel worden gesteld vóór de bevalling. Kan een vrouw met hiv moeder worden zonder dat haar baby het risico loopt óók hiv-positief te worden? Ja, als op tijd bekend is dat de moeder hiv heeft, dan kunnen artsen ervoor zorgen dat de kans dat de baby geïnfecteerd wordt, kleiner wordt dan 1%. Uw hiv-infectie heeft geen invloed op de gezondheid van de baby tijdens de zwangerschap. Kan een moeder met hiv goed voor haar kinderen zorgen? Vrouwen met hiv gebruiken al bijna tien jaar combinatietherapie, en veel van hen zijn heel therapietrouw. Daardoor zijn hun levensverwachting en kwaliteit van leven enorm verbeterd, waardoor ze veel vaker dan vroeger besluiten tot het krijgen en grootbrengen van kinderen. Wat is het voordeel van behandeling tijdens de zwangerschap? Door behandeling tijdens de zwangerschap is de kans dat uw baby ook hiv krijgt kleiner geworden dan 1%. Hoe is hiv overdraagbaar naar de baby? Zonder het gebruik van medicijnen is de kans dat de baby van een hiv-positieve moeder ook hiv krijgt 25%. Meestal wordt de baby dan geïnfecteerd in de laatste drie maanden van de zwangerschap of tijdens de geboorte. Ook kan de baby geïnfecteerd worden door het geven van borstvoeding.
10
11
Krijgen alle zwangere vrouwen een hiv-test? Ja, sinds januari 2004 wordt in Nederland elke zwangere vrouw op hiv getest. De test is onderdeel van het standaardonderzoek in de eerste drie maanden van de zwangerschap. Hoe kunnen hiv-medicijnen de baby beschermen? De hoeveelheid virus in het bloed van de moeder (viral load) is bepalend voor de kans dat hiv wordt overgedragen. Het is dus belangrijk om te zorgen dat de moeder weinig virus in haar bloed heeft. Doordat de hiv-remmers de hoeveelheid virus in het bloed van de moeder sterk verlagen, wordt de kans dat de baby ook hiv krijgt kleiner dan 1%. Is het veilig om hiv-medicijnen te nemen tijdens de zwangerschap? In het algemeen is het beter om geen medicijnen te nemen tijdens een zwangerschap, maar soms zijn medicijnen nodig om de gezondheid van het kind te beschermen. U wilt voorkomen dat uw baby ook hiv krijgt en daarom is het nodig om tijdens de zwangerschap toch medicijnen te nemen. Niet alle medicijnen tegen hiv zijn veilig tijdens de zwangerschap. Als u al hiv-remmers gebruikt en u wordt zwanger, of u wilt zwanger worden, bespreek dat dan met uw arts en verpleegkundig consulent. Indien nodig krijgt u dan andere medicijnen.
Kan de zwangerschap mijn hiv-infectie verergeren? Zwangerschap kan zorgen voor een daling van de CD4-cellen. Deze daling is tijdelijk en na de zwangerschap zullen de cellen weer toenemen tot het oude niveau. U hoeft zich hierover geen zorgen te maken, behalve als u minder CD4-cellen hebt dan 200. In dat geval loopt u risico op opportunistische infecties. In het algemeen krijgen zwangere vrouwen dezelfde behandeling om deze infecties te voorkomen als andere mensen met hiv. Moet iedereen hiv-remmers gebruiken tijdens de zwangerschap? Ja, om de baby te beschermen tegen hiv moet iedere zwangere vrouw met hiv medicijnen gebruiken tijdens de zwangerschap. Hoe lang moet ik medicijnen blijven gebruiken? U moet in ieder geval medicijnen gebruiken tot na de bevalling. Als u genoeg CD4-cellen hebt, kan het zijn dat u na de bevalling weer kunt stoppen met de medicijnen. Het is belangrijk dat u nooit stopt zonder overleg met uw arts of verpleegkundig consulent: met sommige medicijnen moet u later stoppen dan met andere, om te voorkomen dat het virus resistent wordt. Als dat gebeurt zijn er voor u in de toekomst minder mogelijkheden voor behandeling. Wanneer moet ik met hiv-medicatie gaan beginnen? Als u minder dan 200 CD4-cellen hebt, dan zal uw arts u adviseren om al na de eerste drie maanden zwangerschap te beginnen met hiv-medicijnen. Als u meer dan 200 CD4-cellen hebt dan kan over het algemeen worden gewacht tot na de 20e week.
12
13
Wat moet ik doen als ik pas aan het einde van mijn zwangerschap ontdek dat ik hiv-positief ben? Ook aan het einde van de zwangerschap is het nog steeds zinvol om met hiv-remmers te beginnen. Ook na 36 weken zwangerschap kan de viral load nog verlaagd worden. Al gebruikt u de hiv-remmers maar een week, dan nog zorgt dit voor een verlaging van de hoeveelheid virus, en dus van de kans dat uw baby hiv-positief wordt. Wat moet ik doen als ik al hiv-medicatie gebruik en ik word zwanger? Het is dan belangrijk dat u dit zo snel mogelijk aan uw arts of verpleegkundig consulent vertelt. Het kan zijn dat de medicatie die u gebruikt niet geschikt is tijdens de zwangerschap. In dat geval zou u van medicatie moeten veranderen.
Wat moet ik doen als het niet lukt om de medicijnen goed in te nemen? Als u merkt dat het u niet lukt om de medicijnen goed in te nemen, neem dan snel contact op met uw arts of verpleegkundig consulent om dit te bespreken. U kunt dan samen zoeken naar een oplossing om resistentie te voorkomen. Dat is van groot belang voor de gezondheid van uw kind en van uzelf. Kan ik normaal bevallen? Als de hiv-behandeling goed aanslaat en uw viral load is vlak voor de bevalling niet detecteerbaar, dan kunt u normaal bevallen. Als de viral load wel detecteerbaar is (meer dan 50 kopieën per ml), dan heeft een keizersnede de voorkeur, om te voorkomen dat uw baby ook hiv krijgt.
Kan ik bijwerkingen verwachten van de medicijnen? Voor het starten met de therapie zal uw arts of verpleegkundig consulent de meest voorkomende bijwerkingen met u bespreken. Welke bijwerkingen u kunt verwachten hangt af van de medicatie die u krijgt voorgeschreven. Hoe zit het met resistentie? Als u de medicijnen niet iedere dag volgens de voorschriften inneemt kan er resistentie ontstaan. Het virus past zich dan aan de medicijnen aan. Dat is heel vervelend, want de hivinfectie wordt dan lastiger te behandelen.
14
15
Na de bevalling Onderstaand vindt u vragen die veel worden gesteld na de bevalling. Welke rol speelt mijn eigen gezondheid? Als u na de bevalling moet doorgaan met het gebruiken van hiv-remmers dan is het nog steeds noodzakelijk dat u de medicijnen goed blijft innemen. Sommige moeders hebben de neiging beter voor de baby te zorgen dan voor zichzelf; ze zijn heel therapietrouw tijdens de zwangerschap, maar als de baby is geboren wordt het hiermee soms minder. Dit is niet zo vreemd; als de baby er eenmaal is, verandert er veel in uw leven, ook uw dagelijkse routine. Maar het is voor uw baby heel belangrijk dat u als moeder gezond blijft! Probeer steun te zoeken bij familie of vrienden of raadpleeg uw verpleegkundig consulent als u meer hulp nodig hebt. Wanneer weet ik of mijn baby hiv-negatief is? Vlak na de geboorte en na zes weken wordt er bij uw baby een viral load test gedaan. Als de baby dan geen virus in zijn of haar bloed heeft, dan is de kans heel groot dat het kind hivnegatief is en blijft. Helemaal zeker is dat pas als de baby ook geen antistoffen meer heeft tegen hiv (stoffen waarmee het lichaam zelf de infectie bestrijdt). Het kan maximaal 18 maanden duren voordat de moederlijke antistoffen uit het lichaam van de baby verdwenen zijn. Daarom weet u pas na 18 maanden helemaal zeker dat uw baby geen hiv heeft.
16
Heeft mijn baby medicijnen nodig na de geboorte? Ja, uw baby start vrijwel direct na de bevalling met hiv-medicatie, vier weken lang. Tijdens de bevalling is de baby in aanraking gekomen met uw bloed. De medicatie zorgt ervoor dat een mogelijke infectie alsnog wordt voorkomen. De baby moet elke zes uur medicijnen krijgen, dus vier keer per dag. Bijvoorbeeld om 6.00 uur – 12.00 uur – 18.00 uur – 24.00 uur. Geef de medicijnen op vaste tijdstippen. De medicatie is vloeibaar en u kunt dit met een spuitje in mond geven. De verpleegkundige van de kraamafdeling zal u hier in het begin bij helpen. Als u dit goed zelf kunt, dan mag u met uw baby naar huis. De verpleegkundig (kinder-)consulent bezoekt u op de kraamafdeling om alles rondom de medicatie van uw baby door te nemen. Wat moet ik doen als de baby zijn medicijnen uitspuugt? Als uw kind een enkele keer braakt na inname van de medicatie veroorzaakt dit geen problemen. Als dit vaak gebeurt dan is het raadzaam contact op te nemen met uw verpleegkundig consulent. Of u uw kind de medicijnen opnieuw moet geven hangt af van de tijd tussen de inname van de medicijnen en het uitspugen ervan: - bij braken minder dan 15 minuten na inname: geef de volledige nieuwe dosis als uw kind weer rustig is; - bij braken tussen de 15 en 30 minuten na inname: geef nog een halve dosis als uw kind weer rustig is; - bij braken meer dan een half uur na inname: u hoeft de medicatie niet opnieuw te geven. Bij twijfel kunt u altijd contact opnemen met uw verpleegkundig consulent. 17
Kan ik ondersteuning krijgen als ik het geven van medicijnen lastig vind? De hiv(kinder-)consulent zal voor de bevalling alles met u doornemen. Ook na de bevalling komt zij nog langs, om u praktische tips te geven. U mag altijd bellen met vragen. Zonodig wordt er extra hulp ingeschakeld bij het geven van de medicijnen aan uw kind. Moet ik nog op controle komen in het kinderziekenhuis voor mijn baby? Uw kind zal nog anderhalf jaar regelmatig gecontroleerd worden door de kinderarts. Vraag aan uw (kinder-)consulent hoe dat in uw ziekenhuis is georganiseerd en hoe vaak u voor die controle moet langskomen. Hoe weet ik dat de bloeduitslagen van mijn baby goed zijn? Als er iets niet goed is met de uitslagen neemt de kinderarts meteen contact met u op. Bovendien krijgt u de uitslagen bij elke volgende controle te horen. Waarom kan ik geen borstvoeding geven? Als u hiv-positief bent, dan zit er hiv in uw bloed, maar ook in de moedermelk. De kans dat uw baby door borstvoeding alsnog hiv krijgt is veel te groot. Daarom kunt u echt geen borstvoeding geven, en moet u flesvoeding geven. Om de productie van de moedermelk af te remmen krijgt u na de bevalling eenmalig medicatie.
18
19
Tips om therapietrouw te zijn Mag ik ook niet af en toe borstvoeding geven? Nee, u mag echt geen borstvoeding geven, ook niet heel af en toe. Als mensen mij vragen waarom ik geen borstvoeding geef, wat moet ik dan zeggen? Als u niet over uw hiv wilt praten, dan kunt u een andere reden noemen waarom u geen borstvoeding geeft. Er zijn allerlei redenen waarom moeders hun kind flesvoeding geven. Bijvoorbeeld omdat de borstvoeding niet op gang is gekomen, of omdat ze tepelkloven hebben. Dit komt allebei regelmatig voor en is heel normaal. U bent zeker geen slechte moeder als u geen borstvoeding geeft. In uw situatie bent u juist een goede moeder als u flesvoeding geeft: u beschermt daarmee de gezondheid van uw kind. Moet ik anticonceptie gebruiken na de bevalling? Door anticonceptie te gebruiken kunt u voorkomen dat u meteen opnieuw zwanger wordt. Als u daarvoor ‘de pil’ wilt gebruiken en u blijft na de bevalling ook hiv-remmers slikken, bespreek dat dan met uw arts; van sommige hiv-remmers wordt ‘de pil’ onbetrouwbaar. U kunt ook voorkomen dat u opnieuw zwanger wordt door altijd condooms te gebruiken. Bovendien voorkomt u daarmee dat uw partner hiv-positief wordt, of dat u en uw partner andere seksueel overdraagbare aandoeningen op elkaar overdragen.
Als u start met medicatie is het belangrijk dat u een goed tijdstip kiest waarop u de medicatie gaat innemen – overleg hierover met uw consulent. Het moet een tijdstip zijn dat makkelijk is voor u, bijvoorbeeld het tijdstip waarop u gewend bent andere dagelijkse dingen te doen (ontbijt, avondeten etc.). Als u zwanger bent is het waarschijnlijk dat u twee keer per dag medicatie in moet nemen; tussen deze twee momenten moet 12 uur zitten. Neemt u bijvoorbeeld de ochtendmedicatie om 8.00 uur, dan moet u de avondmedicatie om 20.00 uur innemen.
• Probeer zoveel mogelijk informatie te krijgen over de medicatie voordat u start: - Hoeveel tabletten moet u nemen? - Hoe vaak moet u ze nemen? - Hoe precies moet u zijn met de innametijd? - Moeten de medicijnen op een speciale manier bewaard worden (koelkast)? - Moet u eten bij de medicijnen? - Heeft u nog een andere keuze in de medicatie (makkelijker, minder pillen, kleinere pillen, minder bijwerkingen)?
• Hou in het begin een dagboekje bij waarin u noteert of u de medicatie hebt ingenomen en hoe laat. U kunt ook noteren of u last hebt van bijwerkingen; zo kunt u zien of u in de loop van de tijd minder of meer last van bijwerkingen hebt.
20
21
• Neem contact op met uw verpleegkundig consulent als er problemen zijn: u hebt bijvoorbeeld veel last van bijwerkingen. Of het lukt u niet om u aan de afgesproken tijdstippen te houden. Of u vergeet soms de medicatie in te nemen. U kunt dan samen naar een passende oplossing zoeken.
• Gebruik een pillendoos voor de hele week; u kunt dan makkelijker controleren of u de medicatie daadwerkelijk hebt ingenomen.
• Gebruik een pillenwekker of een alarm (mobiele telefoon) om u te helpen herinneren aan uw ‘pillentijd’.
• Zorg dat u altijd reservemedicijnen bij u hebt in uw tas of in uw auto; mocht u onverwacht ergens naartoe gaan, dan hebt u uw medicijnen bij u.
• Als u weggaat voor een paar dagen vergeet dan uw medicatie niet. • Vraag aan vrienden of familie (als zij op de hoogte zijn) om u te helpen herinneren de medicijnen op tijd in te nemen.
• Vraag tips aan mensen die ook hiv-remmers gebruiken.
22
23
Tips bij misselijkheid U kunt last krijgen van misselijkheid, vaak of af en toe. Dat kan komen door uw zwangerschap of door uw hiv-remmers. Vaak is het niet duidelijk wat de oorzaak van uw misselijkheid is. Onderstaand vindt u een paar handige tips.
• Eet kleinere maaltijden dan u gewend bent, of neem tussendoor een snack. Als u bij uw
• Pepermunt kan ook helpen tegen de misselijkheid, in thee of in kauwgom. • Bij erge misselijkheid kan er ook medicatie worden voorgeschreven. Overleg dit met uw arts of verpleegkundig consulent.
medicijnen moet eten, let er dan wel op dat u bij het slikken genoeg eet.
• Gebruik niet te veel kruiden in uw voedsel. Vermijd voedsel dat erg pittig of vet is en voedsel dat sterk ruikt.
• Eet ’s morgens een droge cracker of beschuit op uw nuchtere maag. • Als u last hebt van kookluchtjes, zorg dan voor voldoende ventilatie. Vraag of iemand anders een keer voor u kookt.
• Eet aan tafel, rechtop en niet liggend op de bank. • Probeer om niet te veel te drinken tijdens en na het eten; het is beter om een uurtje te wachten en dan wat te drinken.
• Eet een koude maaltijd in plaats van een warme, of laat uw warme maaltijd kouder worden. 24
25
Adressen en telefoonnummers Ziekenhuis algemeen
Verloskundige
Afsprakenbalie
Kraamhulp
Hiv-consulent
Consultatiebureau
Hiv-kinder-consulent
EHBO
Hiv-behandelaar
Huisarts
Kinderarts
Hiv Vereniging Nederland Telefoon: 020 – 689 25 77, te bereiken op werkdagen van 14.00 tot 22.00 uur (indien gewenst anoniem). website: www.hivnet.org
26
27
Deze brochure geeft antwoord op veel vragen die hiv-positieve vrouwen hebben, vóór de zwangerschap, maar ook tijdens en erna. De brochure is samengesteld door Laura van Zonneveld, verpleegkundig consulent van het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. Publicatie is financieel mogelijk gemaakt door Boehringer Ingelheim bv te Alkmaar. Rotterdam, mei 2006