Informatie over volledige en plaatselijke verdoving en pijnstilling bij een operatie

Havenziekenhuis ROTTERDAM

Anesthesie Informatie over volledige en plaatselijke verdoving en pijnstilling bij een operatie

Binnenkort wordt u geopereerd. U heeft gesproken met de anesthesioloog of diens assistent(e) op de Pre-operatieve Polikliniek (POP). Hij/zij heeft u verteld welke vorm van verdoving (volledig of plaatselijk) nodig is voor uw operatie. In deze folder staan de belangrijkste punten voor u op een rij.

Leest u de aangekruiste onderwerpen voor uw operatie goed door:

O 1. Voorbereiding op de operatie O 2. Uw eigen medicijnen O 3. Wijzigingen in uw gezondheidstoestand O 4. Dagbehandeling O 5. Anesthesie O 5.1 Algehele narcose O 5.2 Algehele narcose met ruggenprik (epiduraal) O 5.3 Pijnstilling met PCA pomp O 5.4 Ruggenprik (spinaal) O 5.5 Zenuwblokkade van arm of been O 6. Pijnstilling thuis O 7. Nazorg O 8. Complicaties

Heeft u na uw bezoek aan de anesthesioloog nog vragen, bel dan naar de Pre-operatieve Poli: - Telefoonnummer: 010 - 404 35 49 - Bereikbaarheid: maandag t/m vrijdag tussen 8.00 - 12.30 uur en tussen 13.30 - 16.00 uur

Havenziekenhuis en Instituut voor Tropische Ziekten B.V. is een dochteronderneming van


1. Voorbereiding op de operatie Tijdstip opname De werkdag voor uw operatie belt u naar Bureau Opname (telefoonnummer 010 - 404 33 03). Zij geven u het tijdstip van uw opname aan u door.

Ziek op operatiedag Als u ziek bent op de dag van uw operatie (38 graden Celcius of hoger koorts), wordt de ingreep meestal uitgesteld. U moet dan bellen naar de Pre-operatieve Poli (POP) (telefoonnummer 010 - 404 35 49) en Bureau Opname (telefoonnummer 010 - 404 33 03).

Reanimatie- en behandelbeperking Met uw behandelend specialist is een afspraak met u gemaakt over welke behandelingen wel gedaan moeten worden en welke niet in het geval dat uw vitale functies te kort schieten (o.a. wel of niet reanimeren). Deze afspraken gelden NIET op de operatiekamer.

Nuchter zijn De dag van de operatie moet u nuchter komen. U mag vanaf 24.00 uur (in nacht voor uw opname) NIET eten en NIET drinken. Uitzondering: Tot twee uur voor het tijdstip van OPNAME mag u WEL water, thee, limonadesiroop en koffie zónder melk of melkpoeder (suiker mag wel) drinken. Let op: U mag dus NIET vetbevattende dranken (melkprodukten) en dranken met vruchtvlees drinken.

www.havenziekenhuis.nl

Have_Inprintfolders_Def.indd 2

- 2 van 15 -

Anesthesie

31-10-11 14:55


Roken Op de dag van de operatie mag u niet meer roken.

Sieraden, kunstnagels, make-up, bril, lenzen, gehoorapparaat Voor de operatie moet u: - Sieraden afdoen en piercings verwijderen. - Make-up, crème, nagellak en kunstnagels verwijderen. - Uw bril, contactlenzen en kunstgebit achterlaten op de verpleegafdeling. - Uw gehoorapparaat mag u alleen inhouden als u zonder apparaat niets hoort.



- 3 van 15 -

Anesthesie

31-10-11 14:55


2. Uw eigen medicijnen NB. Neem altijd uw eigen medicijnen mee als u in het ziekenhuis wordt opgenomen!

Medicijnen voor de operatie

Medicijnen na de operatie Voor dagbehandeling of bij operaties met een kort verblijf in het ziekenhuis geldt: - Ascal (carbasalaatcalcium) of Aspirine kunt u de dag na de operatie weer gaan gebruiken (tenzij de operateur anders aangeeft) - Marcoumar of Sintrommitis (Acenocoumarol) mag u de dag na de operatie weer gaan gebruiken (tenzij de operateur anders aangeeft).



- 4 van 15 -

Anesthesie

31-10-11 14:55


U moet zelf voor de operatie de trombosedienst inlichten. De trombosedienst bepaalt hoeveel tabletten u moet nemen en wanneer u weer bloed moet laten prikken.

3. Wijzigingen in gezondheidstoestand Meesta[53/1942]een tijd tussen het bezoek aan de anesthesioloog en het moment van de ingreep. Als er in deze tijd iets verandert in uw gezondheidstoestand, moet u dit doorgeven aan de preoperatieve poli (telefoon 010 - 404 35 49). Bijvoorbeeld als uw medicijnen zijn veranderd, of als u ziek of opgenomen bent geweest.

4. Dagbehandeling Ontslag van de afdeling Dagbehandeling Sommige operaties kunnen in dagbehandeling plaatsvinden. Dit betekent dat u geen nacht in het ziekenhuis hoeft te blijven slapen, maar op dezelfde dag al naar huis mag. Het type operatie en uw medische voorgeschiedenis bepalen of u in dagbehandeling geopereerd kan worden. Hieraan is, in het kader van uw veiligheid, een aantal voorwaarden verbonden, vóórdat u met ontslag mag. - U moet goed georiënteerd zijn in tijd, plaats, persoon. U moet kunnen eten en drinken. U moet kunnen plassen. U moet u zelf kunnen aankleden en u moet kunnen lopen zonder hulp. - U moet naar huis worden begeleid door een volwassene. U mag niet zelf autorijden. Er moet zekerheid bestaan dat gedurende de eerste 24 uur een volwassene aanwezig is in nabijheid van de patiënt.

Voorlichting Van de verpleegkundigen krijgt u voorlichting mee voor thuis, o.a. over de pijnstilling voor de eerste twee dagen, specifieke nazorg van wond, arm of been (na vb. een zenuwblokkade). U krijgt informatie over wanneer of onder welke omstandigheden u contact moet opnemen met het ziekenhuis (met de operateur of anesthesioloog).



- 5 van 15 -

Anesthesie

31-10-11 14:55


5. De operatie Op de operatieafdeling wordt u ontvangen op de holding door de anesthesiemedewerker, die u begeleidt en die de anesthesioloog assisteert. Hier wordt u klaargelegd voor de operatie (infuus, bloeddrukband en monitordraden). Hier worden ook de ruggenprik (epiduraal) en zenuwblokkade gegeven. Daarna wordt u naar de operatiekamer gebracht , waar de anesthesioloog u de volledige (algehele anesthesie) of plaatselijke verdoving (spinaal) geeft. Dit kan een andere anesthesioloog zijn dan degene met wie u op de preoperatieve poli hebt gesproken. Tijdens de operatie blijft de anesthesioloog of zijn assistent(e) bij u. Uw hartritme, bloeddruk en ademhaling worden goed in de gaten gehouden. Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Ook hier wordt uw hartritme, bloeddruk en ademhaling goed in de gaten gehouden, totdat u weer naar de gewone afdeling terug kan gaan. Er wordt gekeken of de verdoving voldoende aan het uitwerken is. Er wordt een pijnscore bijgehouden. Dit betekent dat er een paar keer aan u wordt gevraagd om de pijn die u voelt een cijfer te geven (dit cijfer ligt tussen 0 en 10, waarbij 0 geen pijn is en 10 onhoudbare pijn is). O.a. aan de hand deze pijnscore kunnen wij u de pijnstillers geven die u nodig heeft. Bij uw opname op de verpleegafdeling krijgt u hierover meer informatie.

5.1 Algehele anesthesie Bij de algehele narcose wordt uw hele lichaam verdoofd. Voordat u de verdoving krijgt, sluiten we de bewakingsapparatuur aan. U krijgt op de voorbereidingskamer een infuusnaald in uw hand. Hierdoor spuit de anesthesioloog op de operatiekamer het verdovingsmiddel, waardoor u in



- 6 van 15 -

Anesthesie

31-10-11 14:55


een diepe slaap valt. Om de ademhaling tijdens de volledige narcose te kunnen controleren, brengen we in veel gevallen een plastic buisje in de keel. Hier merkt u niets van. U kunt hierdoor na de operatie wat keelpijn hebben of hees zijn. Dit gaat vanzelf weer over. Terug op de afdeling kunt u nog wat slaperig zijn. Ook kunt u pijn krijgen, misselijk zijn, en misschien moet u overgeven. De verpleging weet precies hoe zij u het beste kan helpen.

5.2 Algehele anesthesie met ruggenprik (epiduraal) Bij sommige (grotere) operaties wordt er naast de narcose nog een ruggenprik gedaan. Voordat de prik in de rug wordt gegeven sluiten we de bewakingsapparatuur aan. Bij de ruggenprik wordt vaak een licht slaapmiddel gegeven. Via een prik in de rug wordt er een slangetje ingebracht voor u onder narcose gaat. Door dit slangetje wordt na de operatie continu een verdovingsmiddel rond de zenuwbanen gegeven. Hiermee kan ook twee tot vier dagen na de operatie een goede pijnstilling worden gegeven. Elke dag komt de anesthesioloog langs om te kijken hoe de pijnstilling gaat. Ook wordt door de verpleging een pijnscore bijgehouden. Soms krijgt u door de pijnstilling het gevoel in uw benen alsof ze verdoofd zijn. U kunt ook krachtverlies in de benen krijgen. Geef dit dan direct door aan de verpleging van de afdeling.

5.3 Pijnstilling met PCA morfine-pomp Na de operatie treedt pijn op die iedere patiënt anders ervaart. Voor een spoedig herstel na de operatie is het belangrijk om pijn zo goed mogelijk te bestrijden. Hiervoor zijn verschillende methoden. Welke methode de voorkeur heeft, hangt ook af van de operatie. De PCA-methode is, in overleg met de anesthesioloog, een mogelijke keuze voor u. In het Engels betekent dit 'Patiënt Controlled Analgesia'. PCA betekent dat u uw pijnbestrijding zelf beheert. U voelt de pijn en kunt het beste beoordelen hoeveel pijnstilling u nodig heeft. Zodra u na de operatie wakker bent krijgt u de bedieningsknop in de hand. Deze knop is verbonden met de PCA-pomp. Uit de pomp loopt een dun slangetje dat samen met het infuus is aangesloten op de infuusnaald in uw arm. Zodra u pijn voelt opkomen drukt u op de knop. Er wordt dan een geringe dosis morfine aan u gegeven. Het effect is al na enkele minuten merkbaar. Blijkt het effect onvoldoende, dan drukt u na ongeveer 5 minuten weer op de knop. Dit kunt u net zolang herhalen tot de pijn



- 7 van 15 -

Anesthesie

31-10-11 14:55


aanvaardbaar is. In overleg met de verpleegkundige en/of uw behandelend arts, houdt u de PCA-pomp zolang als u dit nodig vindt. De pomp geeft bij iedere druk op de knop slechts een kleine hoeveelheid morfine vrij. Onmiddellijk weer indrukken wordt niet gehonoreerd (meestal pas weer na ongeveer 5 minuten). U gaat naar een voor u aanvaardbaar pijnniveau. De ervaring leert dat u zoveel morfine kunt toedienen als nodig is. U krijgt zelden teveel morfine. Als morfine wordt gebruikt tegen de pijn is de kans op verslaving nauwelijks aanwezig. Iedere dag komt de anesthesioloog of pijnconsulent bij u langs om te kijken of de PCA naar wens verloopt. Naar wens houdt in: -

Uw pijn is acceptabel. Eventuele misselijkheid is onder controle te houden. U bent niet te suf. U durft te bewegen, op te hoesten en door te ademen.

PCA pijnstilling gaat samen met Paracetamol en eventuele andere pijnstillers op de afdeling. De verpleging houdt een pijnscore bij.

5.4 Ruggenprik (spinaal) Voordat de prik wordt gegeven sluiten we de bewakingsapparatuur aan. Bij de ruggenprik wordt vaak een licht slaapmiddel gegeven. De prik doet niet meer pijn dan een gewone injectie. Bij een ruggenprik wordt een verdovingsmiddel ingespoten bij de zenuwen die vanuit het ruggenmerg naar alle lichaamsdelen lopen. Hierdoor wordt binnen een paar minuten het hele onderlichaam tijdelijk gevoelloos en bewegingsloos. Dit kan twee tot zes uur duren.

5.5 Zenuwblokkade arm of been Bij een zenuwblokkade wordt alleen de arm, schouder of het onderbeen verdoofd. Dit is een tijdelijke en plaatselijke verdoving. U blijft wakker, maar voelt geen pijn. Voordat de blokkade wordt gegeven sluiten we de bewakingsapparatuur aan. U krijgt ook altijd een infuus. Hierdoor krijgt u als het nodig is een slaapmiddel.



- 8 van 15 -

Anesthesie

31-10-11 14:55


De anesthesioloog zoekt met behulp van de echo de plaats van de zenuw op. Als de zenuw goed in beeld is spuit de anesthesioloog met behulp van een naald een verdovend middel rondom de zenuw. Het is belangrijk dat u tijdens het prikken stil ligt. Even later merkt u dat de arm of been gaat tintelen en warm wordt. Later verdwijnt dit gevoel en kunt u de arm en hand of been niet meer bewegen. Soms wordt op dezelfde manier een dun slangetje achtergelaten bij de zenuwbanen. Hierdoor kan een paar dagen pijnstilling gegeven worden. In sommige gevallen wordt u daarna nog onder narcose gebracht voor de operatie. Het duurt ongeveer 12 tot 24 uur voordat de verdoving is uitgewerkt en u weer gevoel in uw arm of been heeft. U kunt uw arm/been dan ook weer bewegen. Afhankelijk van de operatie blijft u opgenomen in het ziekenhuis of u mag op dezelfde of volgende dag alweer naar huis. U hoeft niet in het ziekenhuis te blijven totdat de verdoving van uw arm/been weer is uitgewerkt. Zolang de arm/been verdoofd is, moet u hem in een draagdoek houden of op een kussen leggen. Als de verdoving uit gaat werken als u al thuis bent, kunt u pijnstillers nemen zoals tegen u is gezegd. Als u pijn krijgt en u bent nog in het ziekenhuis, vraag dan een pijnstiller aan de verpleging. Zij weet wat zij mag geven om de klachten te verhelpen. Zenuwblokkade arm De arm wordt verdoofd door de zenuwbanen die naar de arm lopen tijdelijk uit te schakelen. U krijgt de verdovingsprik in de schouder, in de hals of in de oksel, afhankelijk van de plaats waar u geopereerd moet worden. Zenuwblokkade been Het been kan worden verdoofd door de zenuwbanen die naar het been lopen tijdelijk uit te schakelen. Het bovenbeen kan worden verdoofd met een prik in de lies. Bij operaties waarbij een kunstheup of kunstknie (geheel of gedeeltelijk) wordt ingebracht brengt de orthopeed verdovingsvloeistof aan in het gewricht aan het eind van de operatie (LIA techniek). Dit geeft een goede pijnstilling. Daarnaast kun u op de verpleegafdeling zelf vragen om extra pijnstilling (morfinetabletten) als u een pijnscore groter dan 4 heeft.



- 9 van 15 -

Anesthesie

31-10-11 14:55


Het onderbeen kan worden verdoofd met een prik in het bovenbeen en/of een prik in de knieholte. De anesthesioloog vertelt u hoe u het beste kan gaan liggen voor het geven van de prik. U wordt daar zo nodig bij geholpen.

6. Pijnstilling thuis Bij operaties met kans op napijn in dagbehandeling en korte opname krijgt u bij de preoperatieve poli al een recept mee voor pijnstillers voor de dagen na de operatie. Deze pijnstillers kunt u innemen als Paracetamol onvoldoende pijnstillend effect heeft. Heeft u maagklachten, let dan op met het slikken van pijnstilling. Het is beter om dan geen Diclofenac meer te nemen.

7. Nazorg Heeft u na de narcose of verdoving nog vragen, of houdt u klachten die hier volgens u mee te maken hebben, neem dan contact op met de anesthesioloog. Telefoon POP-poli: 010 - 404 35 49 Bereikbaarheid: maandag t/m vrijdag tussen 8.00 - 12.30 uur en tussen 13.30 - 16.00 uur Buiten deze uren kunt u via het algemene telefoonnummer, 010 - 404 33 00, vragen naar de anesthesioloog die dienst heeft.

8. Complicaties Risico’s en mogelijke complicaties tijdens het geven van een narcose De anesthesioloog bewaakt uw lichaamsfuncties vóór, gedurende en tijdens de ingreep. Hij doet dit om eventuele risico’s en complicaties te voorkomen, die zich kunnen voordoen tijdens de ingreep of tijdens de narcose. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen kunnen wij niet uitsluiten dat in zeldzaam voorkomende gevallen u tijdens de narcose pijn kunt hebben of in het extreme geval het gevoel kunt hebben dat u wakker bent.



- 10 van 15 -

Anesthesie

31-10-11 14:55


Als de klachten erg zijn of u bent ongerust, neem dan contact op met de anesthesioloog via POP-poli. Hij of zij kan u helpen bij uw herstel.

Mogelijke complicaties - Algemeen Houdt u alstublieft het volgende in de gaten: de complicaties die hieronder beschreven worden en gemarkeerd zijn met een * zijn uiterst zelden voorkomende complicaties. In totaal komen deze voor bij 1:10.000 patiënten die anesthesie ondergaan. Bloeding Oorzaak: bij het inbrengen van een infuusnaald kan er een bloeding optreden door het aanprikken van een bloedvat. Mogelijke gevolgen: bloeding, bloeduitstorting, infectie bij de insteekopening, (zelden) afsterven van een stukje huid, ontsteking van een bloedvat, prikkeling bloedvat door zenuwbeschadiging (bijv. pijn bij aanraking of een rare sensatie), (zeldzaam) bloedvergiftiging Behandeling: neem contact op met het ziekenhuis (uw operateur of anesthesioloog) Weefselschade (*) Oorzaak: tijdens de operatie ligt u op een operatietafel. Door de ligging op deze tafel kan er een huid- of weefselschade optreden. Ook kunnen er door drukplekken op bepaalde plekken op uw lichaam (door de houding die u moet aannemen) optreden. Mogelijke complicaties: zenuwletsels en verlammingsverschijnselen aan armen en benen (zelden) Behandeling: deze verschijnselen treden op binnen een paar maanden. Neem contact op met het ziekenhuis (uw operateur of anesthesioloog) Overgevoeligheidsreacties Oorzaak: ongewenste reacties op één van de narcosemiddelen of andere medicaties, desinfecteermiddelen bijv. jodium) of latex kunnen met name optreden bij overgevoeligheid reacties (allergie) en bij bepaalde aandoeningen. Mogelijke gevolgen: misselijkheid, jeuk, huiduitslag, ademhalingsproblemen, bloeddrukdaling, te lage hartslag Behandeling: beoordeling hierop gebeurt op het pre-operatieve spreekuur anesthesiologie op de POP-poli. Als een overgevoeligheidsreactie optreedt wordt er direct actie ondernomen.

Mogelijke complicaties - Narcose Houdt u alstublieft het volgende in de gaten: de complicaties die hieronder



- 11 van 15 -

Anesthesie

31-10-11 14:55


beschreven worden en gemarkeerd zijn met een * zijn uiterst zelden voorkomende complicaties. In totaal komen deze voor bij 1:10.000 patiënten die anesthesie ondergaan. Misselijkheid en braken Oorzaak: door gebruik van morfine en morfine-achtige middelen Mogelijke gevolgen: misselijkheid, braken Behandeling: medicatie tegen misselijkheid en braken Aspiratie (*) Oorzaak: speeksel of maaginhoud loopt terug naar de longen Mogelijke gevolgen: opname op de intensive care, longontsteking Behandeling: bewaking, indien nodig medicatie Spasme Oorzaak: verkramping van uw luchtwegen gedurende de narcose door prikkeling van de luchtwegen Mogelijke gevolgen: moeite met ademhalen, daling zuurstofgehalte in het bloed Behandeling: medicatie Stijging lichaamstemperatuur (*) Oorzaak: Uiterst zelden kan het voorkomen dat uw lichaamstemperatuur extreem gaat stijgen door een stofwisselingsaandoening (maligne hyperthermie) als reactie op de narcose. Mogelijke gevolgen: extreme stijging lichaamstemperatuur Behandeling: medicatie, koeling, opname op de intensive care Gebit, keel Oorzaak: tijdens de narcose wordt een beademingsbuisje tussen de stembanden door in de luchtpijp geplaatst, waardoor de patiënt beademd wordt. Mogelijke gevolgen: heesheid, keelpijn, slikklachten, (zelden) beschadiging tanden/kronen/bruggen Behandeling: beoordeling nekbewegelijkheid, mondopening en gebitsstatus op de pre-operatieve poli anesthesiologie (POP-poli). Bij eventuele beschadiging wordt patiënt direct doorverwezen naar een KNOarts of kaakchirurg.

Mogelijke complicaties – Ruggenprik (spinale of epidurale verdoving) Houdt u alstublieft het volgende in de gaten: de complicaties die hieronder beschreven worden en gemarkeerd zijn met een * zijn uiterst zelden



- 12 van 15 -

Anesthesie

31-10-11 14:55


voorkomende complicaties. In totaal komen deze voor bij 1:10.000 patiënten die anesthesie ondergaan. Hoofdpijn Oorzaak: na een ruggenprik kan er hersenvloeistof blijven lekken uit het prikgaatje. Mogelijke gevolgen: hoofdpijn bij overeind komen Behandeling: pijnstillers, veel drinken, rust. Indien nodig opname voor vochttoediening via een infuus. Bij ernstige aanhoudende hoofdpijn een bloedpatch (er wordt dan bloed bij u afgenomen en dit bloed wordt ingespoten op de plek waar u de ruggenprik heeft gehad). Rugpijn Oorzaak: lastige ruggenprik Mogelijke gevolgen: rugpijn Behandeling: pijnstillers Zenuwbeschadiging (*) Oorzaak: directe verwonding aan het ruggenmerg bij het zetten van een ruggenprik (zeer zelden), druk op de zenuwen door een bloeding of infectie na het zetten van een ruggenprik Mogelijke gevolgen: verlammingsverschijnselen Behandeling: direct contact met neuroloog/neurochirurg ‘Total spinal’ Oorzaak: verdovingsvloeistof van de ruggenprik is te hoog opgestegen in het ruggenmerg Mogelijke gevolgen: bloedrukdaling, misselijkheid, agitatie, ademhalingsproblemen, bewustzijnsdaling Behandeling: zuurstof, medicatie, indien nodig intubatie Overig: plasprobleem, gehoorbeschadiging, hersenvliesontsteking, erectiestoornis (*) Oorzaak: na het zetten van een ruggenprik Mogelijke gevolgen: plasprobleem, (zeer zelden) gehoorbeschadiging, hersenvliesontsteking, erectiestoornis Behandeling: blaascatheter (tijdelijk), als nodig direct contact met uroloog, KNO-arts

Mogelijke complicaties – Regionale verdoving Houdt u alstublieft het volgende in de gaten: de complicaties die hieronder beschreven worden en gemarkeerd zijn met een * zijn uiterst zelden



- 13 van 15 -

Anesthesie

31-10-11 14:55


voorkomende complicaties. In totaal komen deze voor bij 1:10.000 patiënten die anesthesie ondergaan. Hangend ooglid Oorzaak: lekken vloeistof naar zenuw die ooglid aanstuurt Mogelijke gevolgen: hangend ooglid Behandeling: niet nodig Ademhalingsproblemen (*) Oorzaak: lekken van verdovingsvloeistof bij het prikken van een blok in de hals naar het ruggenmerg van de hals Mogelijke gevolgen: insufficiënte ademhaling Behandeling: intubatie en beademing, opname op de intensive care Intoxicatie (*) Oorzaak: Tijdens het inspuiten van de verdovingsvloeistof voor een locoregionale blokkade kan de vloeistof accidenteel in een bloedvat terecht komen. Mogelijke gevolgen: ritmestoornissen, trage hartslag, hartstilstand, epileptische aanvallen Behandeling: zuurstof, medicatie, indien nodig intubatie, monitoring Pneumothorax (*) Oorzaak: bij prikken van blok voor verdoving van de arm aanprikken van de longvliezen, waardoor er een aanzuigend lek ontstaat. Mogelijke gevolgen: ademhalingsproblemen Behandeling: drain plaatsen tussen de longvliezen om deze lucht weg te zuigen



- 14 van 15 -

Anesthesie

31-10-11 14:55


Wat is uw mening? Het Havenziekenhuis wil haar patiënten goede zorg mét persoonlijke aandacht bieden. Als u tevreden bent over onze zorg, dan horen we het graag. Maar ook ideeën voor verbetering van onze zorg en service zijn van harte welkom. U kunt uw suggesties doorgeven via onze website www.havenziekenhuis.nl bij 'patiënten' of uw mening delen via www.zorgkaartnederland.nl

Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze stellen aan uw medisch specialist via ons algemene telefoonnnummer 010 - 404 33 00.

Afspraak afzeggen of wijzigen Bent u onverwacht verhinderd? Laat u dit dan zo spoedig mogelijk aan ons weten. Een andere patiënt kan dan wellicht eerder worden geholpen.

Meer informatie Voor meer informatie kunt u kijken op www.havenziekenhuis.nl

113381 ANE/15/12/ANESTHESIE

Deze folder is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. © Havenziekenhuis

POSTADRES

Telefoon & fax

HOOFDLOCATIE

buitenpolikliniek krimpen

Postbus 70031

010 - 404 33 00

Haringvliet 2

Patrijzenstraat 59

3000 LN Rotterdam

010 - 412 15 17

Rotterdam

Krimpen aan den IJssel


- 15 van 15 -

Anesthesie

Informatie over volledige en plaatselijke verdoving en pijnstilling bij een operatie

Recommend Documents