Informatie en leefregels na een gynaecologische operatie
2
Inleiding U heeft recent een gynaecologische operatie ondergaan waarbij: • uw baarmoeder is verwijderd en/of • één of beide eierstokken zijn verwijderd en/of • een voorwandplastiek en/of achterwandplastiek is uitgevoerd. Het herstel van de operatie is bij elke vrouw verschillend. De snelheid van het herstel zal afhangen van een aantal persoonlijke omstandigheden, zoals uw conditie tevoren en uw leeftijd, maar ook van het verloop en het type van de operatie. Zo heeft een vaginale operatie meestal een vlotter herstel, dan een abdominale (via snede in de buik) operatie. Het is belangrijk om naar uw lichaam te luisteren: uw lichaam geeft de grens aan.
3
Leefregels en adviezen T.a.v. de wond: • wanneer de buikwond onderhuids gehecht is, lossen deze hechtingen vanzelf op. Rond de zesde dag na de operatie worden de draadjes aan de zijkant van de buikwond door de verpleegkundige of door de huisarts afgeknipt; • wanneer de wond is gesloten met behulp van agraves (nietjes), dan moeten deze rond de zesde dag na de operatie verwijderd worden. Dit kan gebeuren op de afdeling door een verpleegkundige of bij uw huisarts; • de operatiewond kan nog een tijdje pijnlijk zijn. Ook kan de huid onder en boven de bikinisnede nog een aantal maanden gevoelloos of minder gevoelig zijn; • vaginale hechtingen lossen vanzelf op. U kunt ze tot zes weken na de operatie vaginaal verliezen. T.a.v. tillen en sporten: • de eerste zes weken na de operatie mag u niet zwaar tillen, bijvoorbeeld sjouwen met zware boodschappentassen of vuilniszakken en dergelijke. Wel kunt u lichtere werkzaamheden, zoals koken en afwassen geleidelijk aan weer zelf doen; • fietsen en sporten kunt u geleidelijk aan weer gaan beoefenen. Zware sportbeoefening kunt u beter pas na 6 weken weer oppakken; • autorijden mag zodra u zich daartoe weer in staat voelt; • uw lichaam geeft zelf aan wat wel en niet kan!! T.a.v. vaginale afscheiding: • zowel na vaginale als na abdominale ingrepen zult u mogelijk nog een tijdje vaginale afscheiding hebben die wat bloederig kan zijn. Is dit meer dan bij een normale menstruatie dan moet u contact opnemen met uw (huis)arts; • het gebruik van tampons in de eerste zes weken na de operatie raden we af. Dit in verband met het gevaar op infectie en beschadiging van de hechtingen; • douchen na de operatie mag, ook met een buikwond. Baden en zwemmen wordt de eerste zes weken afgeraden in verband met de kans op infectie. 4
T.a.v het plassen en de ontlasting: • het plassen en het hebben van ontlasting hoeft geen problemen te geven; • het plassen kan wel tijdelijk anders aanvoelen. Het is belangrijk dat u de tijd neemt om te plassen en dat u goed uitplast; • de darmen zullen al in de periode in het ziekenhuis weer opgang komen. Dit kan gepaard gaan met vervelende darmkrampen. Dit komt vanzelf weer in orde. Het is belangrijk dat u voldoende drinkt en vezelrijk eet. T.a.v. seksualiteit: • gemeenschap wordt afgeraden zolang er nog vaginale afscheiding van bloed of wondvocht bestaat, maar kan in principe na ongeveer vier weken na de operatie weer worden hervat. Soms kan gemeenschap in het begin anders aanvoelen dan tevoren en ook pijnlijk zijn. Het is verstandig om te wachten met gemeenschap tot na het controlebezoek bij de arts. Dit is meestal zes weken na het ontslag; • als bij de operatie de baarmoederhals verwijderd is, is er in de top van de schede een litteken. Het is in dit geval voor de genezing van de schede beter om in de eerste zes weken na de operatie geen gemeenschap te hebben of om tampons te gebruiken. Er is niets op tegen om al eerder opgewonden te raken of te masturberen; • wanneer bij het controlebezoek blijkt dat de wond genezen is, kunt u proberen om gemeenschap te hebben. U hoeft niet bang te zijn dat de wond opengaat; deze is na zes weken genezen. De buik kan nog wel wat gevoelig zijn. T.a.v. werken: • het is verstandig niet te snel weer aan het werk te gaan. In het algemeen kunt u zes weken na de operatie uw werk hervatten. Doet u dit in overleg met uw bedrijfsarts; • mocht u zich nog niet fit voelen zes weken na de operatie, overlegt u dan met uw gynaecoloog, huisarts of bedrijfsarts.
5
Bijzonderheden Hormonale veranderingen: • wanneer bij de operatie beide eierstokken zijn verwijderd en u voor de operatie nog niet in de overgang was, kunnen er hormonale verschijnselen optreden. Dit zal uw gynaecoloog voor of na de operatie met u bespreken; • wanneer bij de operatie één of beide eierstokken zijn achtergebleven, dan zullen deze normaal blijven functioneren. U zult niet vroeger in de overgang komen. Uitstrijkje: • als de baarmoederhals verwijderd is, hoeven er geen uitstrijkjes meer gemaakt te worden, tenzij de gynaecoloog dit adviseert. Vragen Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de gynaecologie verpleegkundige op de volgende werkdagen: maandag 11.30 dinsdag 11.30 donderdag (even weken)11.30 vrijdag 11.30
-
12.30 12.30 12.30 12.30
0597 0596 0596 0597
-
459 644 644 459
533 492 492 533
Mocht u toch dringende vragen hebben en geen mogelijkheid hebben om op deze tijden te bellen, kunt u contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie: - locatie Lucas - locatie Delfzicht
0597 - 459 237 0596 - 644 523.
6
7
Ommelander Ziekenhuis Groep
locatie Delfzicht
locatie Lucas
Jachtlaan 50, Delfzijl
Gassingel 18, Winschoten
Postbus 30.000 9930 RA Delfzijl Telefoon 0596 - 644 444
Postbus 30.000 9670 RA Winschoten Telefoon 0597 - 459 111
E-mail:
[email protected] Web: www.ozg.eu
(11.11-080) © OZG, locatie Delfzicht
8