INFORMATIE GROEP 6 2013- 2014 KENMERKEN: De overgang van groep 5 naar groep 6 heeft qua ontwikkeling en leerstof een geleidelijk verloop. Natuurlijk wordt er in vergelijking met groep 5 van de kinderen van groep 6 weer een groter beroep gedaan op hun zelfstandigheid. ORGANISATIE: De kinderen zitten in groepen, met tweetallen of alleen als zij hun eigen werk maken. Om goed te zorgen voor hun gemeenschappelijke spullen en het lokaal is er elke week een ander drietal klassendienst. De kinderen werken met een weektaak. Hierop staan de taken die ze zelfstandig of met een korte instructie kunnen maken. Kinderen plannen op deze manier een deel van hun eigen werk. In tweetallen of groepen kan er worden samen gewerkt. Samen werken houdt in dat de kinderen leren om rekening met elkaar te houden wanneer het werk dit vereist, maar houdt ook een stuk overleg. Ze leren om samen een bepaald probleem aan te pakken/op te lossen. Samenwerken komt alleen dan tot stand als de leerlingen op basis van vertrouwen en respect elkaars standpunten kunnen accepteren en respecteren. Naast het elkaar helpen en samen een opdracht uitvoeren krijgen de kinderen ook gerichte samenwerkingsopdrachten. In een klein groepje wordt een gezamenlijke opdracht uitgevoerd. Hierbij leren ze bewust samen te werken, door onderling te verdelen, op te komen voor zichzelf binnen een groep, leren te delen, enz. Indien kinderen hulp nodig hebben (en er zelf en/of met behulp van andere kinderen er niet uit kunnen komen) kunnen zij ten allen tijde bij de leerkracht terecht. Een uitzondering hierop vormt het zelfstandig werken. Dit zijn bewust ingebouwde momenten waarbij de leerkracht tijd heeft om kinderen die extra uitleg/hulp nodig hebben bij bepaalde vakken, te begeleiden. De andere kinderen werken op dat moment zelfstandig aan hun eigen taken. Bij bijna alle vakgebieden werken we als volgt: een aantal weken wordt er gewerkt aan de basisstof, daarna volgt een toets. Er wordt gekeken of de stof
wordt beheerst. Kinderen die de stof nog niet voldoende beheersen, krijgen extra uitleg en maken herhalingsstof (evt. thuis oefenen). De kinderen die de basisstof wel voldoende beheersen krijgen verdiepingsstof aangeboden. Naast methode gebonden toetsen krijgen de leerlingen ook landelijk genormeerde toetsen (CITO LVS) waaruit kan blijken of een kind wel of geen extra ondersteuning nodig heeft. In overleg met de interne begeleidster en de ouders kan dan besloten worden een hulpprogramma (handelingplan) op te zetten. DE VAKKEN: taal: Wij werken met de taalmethode “Taal op maat”. Deze methode bestaat uit een taal- en spellingsgedeelte. In het taalboek komen spreken, luisteren, woordenschat, taalbeschouwing en stellen aan de orde. Hier wordt 4 keer per week uit gewerkt. In het spellingsgedeelte worden de spellingafspraken van de voorgaande jaren herhaald en komen er weer nieuwe bij. Ook wordt er veel aandacht besteed aan de werkwoordspelling. Twee keer per week wordt er spelling gegeven.Na elke 2 lessen volgt er een dictee. Elk blok bestaat uit 8 lessen, onderverdeeld in leerkrachtgebonden lessen en zelfstandig werken lessen. Elk blok wordt afgesloten met een toets waarna remediering of verdieping kan plaats vinden. schrijven: Een maal per week wordt er aandacht besteed aan het methodische schrijven. Dit jaar wordt het blokschrift voor het eerst geoefend. Het schrijven aan elkaar wordt moeilijker omdat er alleen nog maar een onderlijn is om op te schrijven. lezen: Het komende schooljaar werken we twee keer per week met de methode “Nieuws begrip” aan begrijpend en studerend lezen. –zie bijlage We besteden we veel aandacht aan stillezen waarbij de kinderen lezen voor zichzelf in een zelf gekozen boek op hun eigen niveau. Dit schooljaar gaan we ook “Anders lezen”-hierover kunt u meer lezen in de aparte bijlage.
rekenen: Op dit moment gebruiken we nog de methode “Pluspunt.” Dagelijks wordt er gerekend. De methode bestaat uit blokken van 15 lessen waarbij in elk blok een bepaald thema centraal staat. De lessen zijn onderverdeeld in leerkrachtgebonden lessen en lessen zelfstandig werken. Aan het eind van elk blok volgt een toetsles waarna er aandacht wordt besteed aan herhaling of verrijking. In groep 6 komt een groot aantal rekenkundige problemen aan de orde, zoals breuken, oppervlakte, lengtematen, het kunnen lezen en hanteren van grafieken,het cijferend optellen en aftrekken van getallen boven de 1000 en cijferend vermenigvuldigen.. wereldoriëntatie wereldoriëntatie bestaat in groep 6 uit de volgende onderdelen: natuur en techniek: We maken gebruik van de schooltv-serie “Nieuws uit de natuur”en de daarbij horende lessen. Naast biologie wordt er ook aandacht besteed aan techniek.
aardrijkskunde: De methode “Wijzer door de wereld” belicht een aantal aardrijkskundige gegevens binnen Nederland en gaat in op de factoren die daaraan ten grondslag liggen. Thema’s zijn bv.: wonen in een dorp of de stad, duinen en dijken, industrie en verschillen in landschap. De topografie is ook een onderdeel van de methode. De plaatsen, provincies, rivieren e.d. in Nederland komen daarbij aan de orde. De topografielijn sluit aan bij de inhoud van de lessen. geschiedenis: 1 keer per week. We werken met de methode "Wijzer door de tijd". In groep 6 wordt de geschiedenis van de prehistorie tot en met de Middeleeuwen chronologisch behandeld. verkeer: We gebruiken de verkeerskrant “Op voeten en fietsen” waarbij alle verkeersregels, afspraken en borden aan de orde komen. Tevens hebben we de methode “Wegwijs.” We werken hier 1 keer per week mee.
bewegingsonderwijs: Dit doen we in de gymzaal of op het veld. Sportkleding is hierbij verplicht. We gymmen 2 keer per week en werken aan de hand van het gemeentelijke gymprogramma. Twee keer per jaar komt de gymconsulent een periode op school. Daarnaast is er schoolzwemmen (nat bewegingsonderwijs) 1 keer in de twee weken. U bent altijd van harte welkom op de tribune. Wij horen graag van uzelf (of met een briefje) als uw kind niet mee kan gymmen en/of zwemmen. cultuureducatie Op de Sprenge wordt cultuureducatie gegeven. We laten de kinderen kennis maken met diverse kunst- en cultuuruitingen. Cultuureducatie omvat de kunstvormen taal, muziek, handenarbeid, tekenen, cultureel erfgoed, drama, dans en audiovisueel. De kinderen kunnen zich hierin verdiepen en hun creatieve en kunstzinnige talenten ontwikkelen. Hierbij zijn zij zelf actief bezig zodat ze kennis krijgen van de materialen, gereedschappen en instrumenten en verwerven ze vaardigheden en technieken. Ze leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. Daarnaast is er een kunstbezoek mogelijk zoals een theater- of dansvoorstelling, concerten, film en tentoonstellingen. Zo krijgen de kinderen kennis en inzicht in de diverse kunstvormen. Kunst kan ons in al haar verschijningsvormen vermaken en raken en ons ook aanzetten tot nadenken. De kinderen leren op hun eigen werk en dat van anderen te reflecteren. Taal, muziek, tekenen en handvaardigheid zijn al vaste onderdelen van het lesprogramma. Bij de geschiedenislessen wordt aandacht besteed aan ons cultureel erfgoed zoals monumenten, musea, archeologische vondsten, maar ook oude tradities, rituelen en gebruiken komen aan bod. Het versterkt de binding met het verleden en het historisch besef. Bovendien staat bij ons op school elk jaar 1 van bovenstaande kunstdisciplines centraal en besteden we extra aandacht aan die kunstvorm. Dit jaar is dat muziek en ontvangt u t.z.t. nog nadere informatie.
documentatiecentrum: De kinderen werken met Informatie Junior. Aan de hand van lees- en vragenboekjes leren ze een werkstukje maken over zelf gekozen onderwerpen. Ook houden ze minimaal 1 spreekbeurt. tekenen: De kinderen hebben 1 keer per week een tekenles. Ze leren omgaan met verschillende materialen en technieken. De thema’s van de w.o. vakken vormen vaak een aanknopingspunt voor de onderwerpen. crea: Dit is ook 1 keer per week. Ook hier komen verschillende materialen en technieken aan bod. Het kunnen bijv. onderwerpen zijn naar aanleiding van bv. feesten/thema’s. Verder wordt samen met ouders gewerkt aan verschillende technieken gedurende een langere periode van gemiddeld 3 weken. muziek: 1 keer per week. De volgende onderdelen komen aan de orde: zingen, luisteren naar muziek, zelf muziek maken en bewegen op muziek. Dit schooljaar wordt muziek geïntegreerd is de lessen Engels met de methode Groove.me Engels: We starten dit jaar met de Engels methode Groove.me – zie aparte bijlage sociaal-emotionele ontwikkeling: Het is belangrijk dat een kind zich binnen school maar ook daarbuiten zich fijn voelt en met plezier naar school gaat. Met je eigen gevoelens en die van anderen om kunnen gaan is van groot belang. Ieder kind moet zichzelf kunnen en durven zijn. We gebruiken hiervoor de methode “Goed gedaan”waarbij onderwerpen als opkomen voor jezelf, vrienden, wensen en dromen, allemaal anders en samen spelen en werken aan bod komen. Via ouderbrieven wordt u op de hoogte gehouden van de onderwerpen die zijn behandeld. Daarnaast herhalen en verdiepen we ons Kiva –project. Een preventief lesprogramma om pesten te voorkomen.
godsdienstonderwijs/humanistische vorming: Drie kwartier per week is er godsdienstles, dit wordt verzorgd door mevr.Margreeth Oldenhuis. Daarnaast wordt er humanistische vorming gegeven door mevr Annemarie Zweers. De kinderen die zich niet opgeven voor de godsdienstlessen of humanistische vorming zijn aan het werk onder begeleiding van de leerkracht.
ALGEMENE ZAKEN; zorgbreedte: Om kinderen goed te kunnen volgen in hun ontwikkeling wordt er regelmatig getoetst (o.a. Cito Leerlingvolgsysteem). De ontwikkeling van een kind verloopt niet altijd volgens de verwachtingen. Soms is er extra ondersteuning nodig. De klassenleerkracht zal in eerste instantie zelf de hulpverlening opstarten, maar hij of zij kan altijd terugvallen op de ondersteuning van de interne begeleidster. Naast deze begeleiding kunnen we evt. ook een beroep doen op externe deskundige hulp. Er kan dan een hulpprogramma (handelingsplan) opgestart worden. De leerkracht geeft het kind extra uitleg/ondersteuning bij die vakken waar hij/zij nog extra hulp nodig heeft. Extra ondersteuning van de interne begeleidster en/of aanpassing van de leerstof en/of extra inoefening thuis behoren hierbij tot de mogelijkheden. huiswerk: Ons uitgangspunt is dat kinderen op school al hun werk maken en ook leren plannen om het op tijd (uiterlijk voor het eind van de week) af te hebben. In groep 6 houden alle kinderen een spreekbeurt en een voorbereiding van een leesvorm van Anders lezen. die zij thuis kunnen voorbereiden. Natuurlijk kunnen zij vanuit school hierbij ook ondersteuning krijgen.
Daarnaast hebben ze de mogelijkheid om de belangrijkste woorden van de spellinglessen te leren voordat ze een dictee krijgen. Tevens krijgen ze, op van te voren doorgegeven data, een aantal repetities voor de vakken van wereldverkenning. De stof kunnen ze thuis bestuderen. Het is de bedoeling dat de kinderen het thuis leren van deze repetities leren plannen. En natuurlijk ontdekken hoe en wanneer je het beste kunt leren. De meeste kinderen hebben hierbij (zeker in het begin) ook vanuit thuis ondersteuning en begeleiding nodig. Ook kan het zijn dat een kind voor spelling en/of rekenen en/of begrijpend lezen extra oefenstof voor thuis mee krijgt. eten en drinken We stellen het op prijs als dit iets gezonds is, ook bij de traktaties.
schoolspullen: De kinderen krijgen van school een aantal spullen waar zij verantwoordelijk voor zijn (vulpen, schaar, liniaal). Bij vernieling of kwijtraken moeten ze van thuis vervangend materiaal meenemen of via school het nieuw aanschaffen.
U bent met vragen van uw kant altijd van harte welkom! Met vriendelijke groeten, De leerkrachten
DE SPRENGE LEEST ANDERS Dit jaar gaan we extra aandacht besteden aan de leesbeleving en het plezier in lezen. Elke maandag en woensdag wordt er door de hele school op hetzelfde moment “anders gelezen”. We pakken dus niet gewoon een boek en gaan lezen, maar we gebruiken de boeken op een andere manier en gaan ook andere soorten boeken lezen, bekijken en bespreken. De leesactiviteiten die dit schooljaar aan bod zullen komen zijn: Stripboeken lezen: Zoveel mogelijk verschillende stripboeken worden gelezen Dutorlezen: terug van weggeweest: de betere lezers lezen samen met de mindere lezers en helpen deze. KinderBoekenweek: natuurlijk doen we daaraan mee. Het thema dit jaar is: “boeken over sport” Wedstrijd grootste boekenwurm: Per gelezen boek wordt een gekleurde cirkel opgehangen hierop staat naam leerling, titel en schrijver en datum en een beoordeling van het boek. Na een bepaalde periode wordt gekeken welke groep de meeste boekenheeft gelezen en dus de grootste boekenwurmgroep is. Theaterlezen: Leerlingen krijgen boek mee naar huis met een rol om te oefenen. Tijdens lezen wordt het toneelstuk voorgedragen aan de rest van de groep Boekenkring met criteria: Leerlingen krijgen opdracht een boek te zoeken en mee te nemen dat voldoet aan een aantal criteria. Tijdens het lezen opschool worden de boeken op signaal doorgegeven inde kring en bekijken de leerlingen de boeken van elkaar en beoordelen of ze inderdaad voldoen aan de criteria Boeken met een opdracht: Kinderen lezen eersteen (eigen of uit de klas) boek en kiezen daarna een kaartje met een opdracht. Deze voeren ze uit over het gelezen boek. Meerdere opdrachten kan; men is dus de gehele periode met één boek bezig. Sinterklaas en Kerstverhalen lezen: In de decembermaand worden alleen maar boeken en verhalen gelezen die te maken hebben met Sinterklaas en Kerst Leesmarathon: Voor elke afgesproken tijdsduurlezen krijgen de leerlingen (en docenten) een stempel .Elke stempel kan geld opleveren voor een van tevoren afgesproken goed doel. Leerlingen zorgen van te voren voor sponsors. Speuren in boeken: op drie verschillende manieren wordt een speurtocht met boeken gedaan Voorleeswedstrijd: Kinderen kunnen zich opgeven voor de voorleeswedstrijd. Na voorrondes volgt een finale, waarna de voorleeskampioen vanDe Sprenge bekend zal zijn. Voorleesontbijt: terwijl de kinderen op school ontbijten worden ze voorgelezen door een speciaal persoon. Radio/krantenlezen: de leerlingen zoeken in kranten naar een interessant artikel en lezen dit voor de groep voor alsof ze nieuwslezer van de radio zijn. Tijdschriften lezen: net als stripboeken lezen,maar dan met allerlei verschillende tijdschriften. .Sprookjes (voor)lezen: Leerkrachten en kinderen lezen sprookjes (voor). Voor de jongere kinderen de meest bekende sprookjes, voor de oudere wat onbekende sprookjes / alternatieve sprookjes Mandjeslezen; Per 5 á 6 leerlingen is er een“mandje” met een bepaald soort boeken (boeken over een bepaald onderwerp, buitenlandse boeken,boeken over landen, etc. ) Volgens schema krijgen de groepjes de gelegenheid om de boeken te bekijken en hier en daar te lezen. Na 4 leesmomenten hebben alle groepjes alle mandjes gehad. Gedichten lezen en voordragen: Leerlingen lezen verschillende gedichten, kiezen er één uit en bereiden deze voor. De laatste (2) keer worden de gedichten voorgedragen voor de eigen groep Boek en film: Per groep wordt minimaal één boek voorgelezen waarvan ook een film is verschenen. Deze wordt ook met de leerlingen gekeken.
NIEUWSBEGRIP Nieuw dit jaar: Nieuwsbegrip, een mooie nieuwe begrijpend lezen methode die aansluit op de actualiteit en interactief is. Nieuwsbegrip wordt gebruikt om kinderen te leren hoe ze teksten moeten leren lezen en leren begrijpen. Vanaf groep 4 lezen we wekelijks een tekst over iets wat in het nieuws is, op hun eigen niveau. Elke week is er een nieuw onderwerp, in totaal 42 keer per jaar. Onze school kan het onderwerp zelf meebepalen door onze keuze te mailen naar de redactie van Nieuwsbegrip. Deze redactie zorgt ervoor dat er veel afwisseling is. Na een moeilijk onderwerp, zoals de herdenking van 9/11, volgt een luchtig onderwerp. Het doel van de lessen Nieuwsbegrip is het strategisch leren lezen van teksten. Het nieuws is een middel om de kinderen te interesseren om de tekst te lezen. De leerkracht doet in de Nieuwsbegriplessen hardopdenkend voor hoe het lezen van en tekst in je hoofd werkt. Daarbij maken we gebruik van het digibord, touchscreen en beamer. Elke week oefenen de kinderen met een strategie die ze bij de tekst kunnen gebruiken. Ze leren bijv. dat ze eerst naar de titel en de plaatjes bij de tekst moeten kijken, voordat ze de tekst gaan lezen. Als je eerst voorspelt waar de tekst over gaat, begrijp je de tekst beter. Voorspellen is 1 van de 5 strategieën die kinderen Nieuwsbegrip leren. Ze werken verder met een Stappenplan.
Bij de teksten horen ook opdrachten. De opdrachten maken de kinderen in de klas, na het lezen van de tekst. Soms zijn de opdrachten op papier en soms op de computer. Vaak moeten ze samenwerken. Door over de tekst en de opdrachten te praten, kunnen de kinderen van elkaar leren. In elke les maken de kinderen en schema van de tekst; een sleutelschema. Het schema heeft bijv. de vorm van een tijdbalk. De kinderen moeten dan de jaartallen en gebeurtenissen uit de tekst in de tijdbalk schrijven. Een sleutelschema is ook heel handig om te maken als je teksten moet leren, bijv.. voor aardrijkskunde of geschiedenis. Aan de teksten zijn leesbegrip- en woordenschatoefeningen gekoppeld, met als doel de kinderen strategisch te laten lezen.
Met Nieuwsbegrip oefenen de kinderen de volgende leesstrategieën: Voorspellen Ophelderen en verduidelijken Samenvatten Vragen stellen Relatie/verwijswoorden Visualiseren
Nieuwsbegrip kent voor onze basisschool een 3-tal niveaus: Niveau AA voor groep 4 Niveau A voor groep 5/6 Niveau B voor groep 7/8 Het NOS Jeugdjournaal maakt elke week een filmpje dat inhoudelijk aansluit op de teksten van Nieuwsbegrip. Hiermee worden de teksten ondersteund en oefenen onze kinderen met kijk- en luisteropdrachten aan de hand van het stappenplan Luisteren en Kijken.
Engels: Dit jaar zijn we gestart met Engels voor alle groepen; 1 t/m 8. We waren o.a. op zoek naar een methode die kinderen over de drempel helpt als het gaat om spreekvaardigheid. De Engelse methode die we hiervoor gebruiken is Groove.me. Groove.me is een digibordmethode Engels voor het basisonderwijs. De eerste complete lesmethode waarbij muziek de basis is van alle lessen. De muziek die gebruikt wordt is “echte” muziek: bekende popsongs en eigentijdse hits in hun oorspronkelijk uitvoering. In de lessen wordt het thema van het liedje gebruikt om de leerlingen Engels te leren en daarbij komen alle vaardigheden aan bod. De lessen beperken zich niet tot alleen de woorden uit het liedje, maar worden uitgebreid met woorden passend bij het thema. Na de Herfstvakantie is de methode ook toegankelijk voor de groepen 1 t/m 4. 1 lesmoment per week is voldoende om de kinderen Engels te leren en voortgang te boeken. Ieder op zijn/haar eigen niveau. De keuze om Engels te leren aan de hand van eigentijdse popmuziek komt voort uit recent wetenschappelijk onderzoek. Met muziek leren kinderen op school sneller Engels en leren ze ook thuis ongemerkt verder, zonder dat ze er thuis bewuste inspanning voor hoeven te doen. De komende jaren blijven de makers van Groove onderzoek doen naar de leeropbrengst in de praktijk om de effectiviteit van onze lesmethode Groove.me elk jaar te verhogen. Omdat de methode uitgaat van digibord en werkbladen, kunnen ze elk jaar de verbeteringen doorvoeren. Muziek werkt! Muziek helpt kinderen om Engels beter te onthouden. Tijdens het luisteren naar deze muziek, ontstaat er bij de kinderen emotie. Wetenschappers hebben vastgesteld dat door deze emotie er een stof vrijkomt en werking in de hersenen ontstaat waardoor kinderen het geleerde makkelijker kunnen onthouden. Bijna alle kinderen houden van muziek. Muziek geeft zelfvertrouwen Met muziek leer je Engels via zoveel mogelijk intelligenties; zien, kijken, horen, luisteren, zeggen, zingen, lezen, voelen en bewegen Deze methode gaat uit van drie leerlijnen en afsluitende niveaus. Alle niveaus zijn kerndoeldekkend, maar bij het ene niveau bereiken de kinderen een hoger niveau in Engels dan het andere niveau.
Groove.me:
Sluit aan bij de natuurlijk motivatie van kinderen om Engels te leren Leert kinderen sneller en beter Engels Is ontwikkeld in de praktijk Heeft antwoord op niveauverschillen tussen leerlingen