Informatie groep 4 Na een jaar (groep 3) waarin er voor de kinderen heel veel nieuwe zaken aan bod zijn geweest, is groep 4 een vervolg van groep 3. De vaardigheden en vakken lopen ononderbroken door naar groep 4.
Kenmerken De leerlingen van groep 4 bevinden zich weer in een nieuwe fase. Enerzijds vinden ze het nog plezierig dat vader/moeder alles voor ze regelt. Anderzijds is het heel interessant om zelf allerlei zaken te gaan ondernemen. Dat deze fase een proces is van vallen en opstaan spreekt voor zich. Ouders spelen in dit proces een heel belangrijke rol. Zij begeleiden de kinderen immers om dat te doen wat wenselijk is.
Accenten In groep 4 worden de kinderen ook begeleid in dit proces. In het begin van het jaar worden de meeste vakken zo aangeboden dat alle leerlingen, die dit wensen, de hulp van de juf snel/direct kunnen inroepen. In de loop van het jaar wordt er steeds vaker een beroep gedaan op de zelfstandigheid van de leerling. Veel opdrachten zullen in ‘t begin van het jaar eerst gezamenlijk bekeken en opgelost worden. In de loop van het jaar zal een leerling moeten proberen ook zelf (of met anderen leerlingen) tot een oplossing te komen. Ook het afmaken van een opgedragen taak hoort bij deze zelfstandigheid, evenals samenwerking in groepjes.
Organisatie De kinderen zitten in groepjes of twee aan twee en leren zo samen te werken met andere leerlingen. De groepen wisselen in de loop van het jaar regelmatig van samenstelling; het leren samenwerken met iedereen ( ook degene die je niet zo leuk vindt) is heel belangrijk. Een leerling kan/mag ten allen tijde er voor kiezen ( of op aanraden van de leerkracht) om alleen te gaan zitten wanneer zij hun eigen werk maken. Een tweetal leerlingen heeft klassendienst. Zij zorgen voor de gemeenschappelijke spullen en het lokaal. (‘t is belangrijk dat de leerlingen naast verantwoordelijkheid voor de persoonlijke zaken ook algemene verantwoordelijkheid ervaren). Zij hebben als taak het verzorgen van de planten, het opruimen van de keuzekast en leeshoek etc. Het kan dan ook gebeuren dat deze leerlingen wat later uit school komen, omdat een deel van deze taken buiten schooltijd gedaan wordt. Indien leerlingen hulp nodig hebben, kunnen zij ten allen tijde bij de leerkracht terecht. Een uitzondering hierop vormt het zelfstandig werken. Dit zijn bewust ingebouwde momenten, waarbij de leerkracht tijd heeft om kinderen die extra uitleg/hulp nodig hebben bij bepaalde vakken, te begeleiden zonder daarbij “gestoord” te worden door andere kinderen. De leerlingen die deze begeleiding niet nodig hebben werken op dat moment zelfstandig aan een taak, zonder daarbij de leerkracht te mogen storen. (Deze manier van werken wordt de kinderen al vanaf groep 2 aangeleerd - het rode stoplicht). Bij alle vakken maken alle kinderen de basisstof, waarbij bv. met rekenen en taal een toets wordt gemaakt over de behandelde basisstof. Kinderen die de stof nog niet voldoende beheersen, krijgen extra uitleg (hiervoor gebruiken we de instructietafel) en maken herhalingsstof. De kinderen die de basisstof wel voldoende beheersen krijgen verdiepingsstof aangeboden. Naast deze methode gebonden toetsen krijgen de kinderen ook landelijk genormeerde toetsen (vanuit het Cito), waaruit kan blijken of een kind wel of geen extra ondersteuning nodig heeft. In overleg met de interne begeleider van de school en de ouders ( en eventueel na onderzoek van het Kenniscentrum) kan dan besloten worden een hulpprogramma op te zetten.
De vakken LEZEN: Het taal/leesonderwijs is in het groep 3 nog sterk aan elkaar gekoppeld. In groep 4 worden deze vakken losgekoppeld; voor lezen wordt gebruik gemaakt van de begrijpend leesmethode Nieuwsbegrip ( vanaf januari) en wordt er naast stillezen, gelezen in de vorm van “anders lezen;, allerlei leesvormen die het plezier in het lezen bevorderen. Voor voortgezet technisch lezen gebruiken we de methode Estafette. Dit gebeurt vier keer per week. Het begrijpend lezen wordt later in het schooljaar ook geoefend m.b.v. de miniinformatie-boekjes.
De kinderen kiezen zelf een boekje en maken hierover vragen.(docu)
Duo-lezen: = samen lezen van twee leerlingen met ongeveer hetzelfde leesniveau. Stillezen: = individueel lezen in een aantrekkelijk, zelf gekozen boek. Tutor-lezen: = een kind met een hogere leesvaardigheid (=tutor+ leest samen met een leerling met een lagere leesvaardigheid (=tutee) een leesboek dat geschikt en bedoeld is voor de leerling met het lagere leesniveau of een speciaal tutor-leesboek. Begrijpend lezen,in de tweede helft van het jaar beginnen we met Nieuwsbegrip: De methode nieuwsbegrip behandelt onderwerpen uit de actualiteit. Tijdens het lezen leren de kinderen bepaalde strategieën aan, die leiden tot begrip van de tekst. Ze stellen bijvoorbeeld vragen aan zichzelf, zoeken naar verbanden en trekken conclusies. Bij onze methode Nieuwsbegrip wordt elke nieuwe vaardigheid behandeld in een instructieles. Elke vaardigheid wordt bovendien in het volgende leerjaar opnieuw aangeboden op een hoger niveau. Om de vaardigheden waarin ze instructie hebben gehad, zelf toe te passen, worden de instructielessen vaak afgesloten met zelfstandig te maken oefeningen. TAAL: We gebruiken de methode “Taal op maat” . De methode bestaat uit een taalgedeelte en een apart spellinggedeelte. In het taalboek komen spreken en luisteren, woordenschat, taalbeschouwing en stellen (het schrijven van verhaaltjes) aan de orde. Voor de spellingslessen gebruiken de leerlingen een eigen spellingswerkboek. Daar worden wekelijks de spellingsafspraken behandeld. Er zijn twee spellingslessen per week. Wekelijks is er een dictee en een blok van acht lessen wordt afgesloten met een toets. Daarna volgen remediering en verdiepingslessen, voor dat aan een nieuw blok wordt begonnen.
REKENEN De kinderen gaan verder met de rekenmethode “Pluspunt”. Wat komt er allemaal aan de orde:
Omgaan met getallen en hoeveelheden tot en met 100 Het verkennen van getallen en hoeveelheden boven 100 Automatiseren en memoriseren van de optel- en aftreksommen t/m 20 Optellen en aftrekken onder 100 Handig rekenen onder 100 De tafels van 1, 2, 3, 4, 5 en 10 Meten Inhoudsmaten Hele, halve en kwarturen op een analoge klok Waarde van geld (euro) Omgaan met verhoudingen Plattegronden en bouwtekeningen
Staafgrafieken Hoe zijn de lessen opgebouwd? Per blok van 15 lessen zijn de lessen onderverdeeld in leerkrachtgebonden lessen en lessen zelfstandig werken. Daarnaast is er een toetsles, waarna een aantal lessen besteed wordt aan remediëring en verrijking.
SCHRIJVEN Het schrijven in groep 4 valt onder te verdelen in: * methodisch schrijven - 2 keer per week we maken gebruik van de methode “schrijftaal” dit jaar komen de hoofdletters aan de orde * schrijven in andere schriften - in alle “gewone” schriften wordt geschreven in methodeschrift; alle letters + verbindingen zijn in groep 3 aangeleerd. de leerlingen leren nu alle hoofdletters en de toepassing daarvan. Alles wordt zoveel mogelijk geschreven met vulpen.
WERELDORIËNTATIE Hieronder vallen de vakken biologie, aardrijkskunde, geschiedenis en verkeer. Deze vakken worden voornamelijk thematisch aangeboden. Er wordt gebruik gemaakt van de methode Wijzer door de tijd (geschiedenis) en werken we met werkboekjes voor verkeer. Daarnaast maken we ook veelvuldig gebruik van de tv-serie Huisje Boompje Beestje. In de loop van het jaar is het de bedoeling een begin te maken met het werken met het documentatiecentrum. De kinderen werken dan met de boekjes Mini Informatie.
BEWEGINGSONDERWIJS De gymlessen vinden 2 keer per week plaats in de eigen gymzaal. Zomers bij mooi weer op het veld aan de Boxhofstede. CREATIEVE VORMING In groep 4 komen diverse technieken en materialen aan bod. Zowel bij tekenen als crea (handvaardigheid) bieden de w.o. lessen vaak een aanknopingspunt voor een onderwerp. Daarnaast wordt m.b.v. ouderhulp tijdens de crea-lessen aan een aantal technieken wat meer aandacht besteed. In groepjes van 4/5 leerlingen wordt in periodes van 3 weken met een techniek en materiaal uitgebreid gewerkt.
MUZIKALE VORMING We werken met de methode "Muziek moet je doen". De volgende onderdelen komen aan de orde: * zingen * luisteren naar muziek * zelf muziek maken * bewegen op muziek Daarnaast wordt veelvuldig gebruik gemaakt van diverse andere methoden en liedbundels. CULTUUREDUCATIE Op de Sprenge wordt cultuureducatie gegeven. We laten de kinderen kennis maken met diverse kunst- en cultuuruitingen. Cultuureducatie omvat de kunstvormen taal, muziek, handenarbeid, tekenen, cultureel erfgoed, drama, dans en foto/film. De kinderen kunnen zich hierin verdiepen en hun creatieve en kunstzinnige talenten ontwikkelen. Hierbij zijn ze zelf actief bezig zodat ze kennis krijgen van materialen, gereedschappen en instrumenten en verwerven ze vaardigheden en technieken. Ze leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. Daarnaast is er kunstbezoek mogelijk zoals een theater- of dansvoorstelling, concerten, film en tentoonstellingen. Zo krijgen de kinderen kennis en inzicht in de diverse kunstvormen. Kunst kan ons in al zijn verschijningsvormen vermaken en raken en ons ook aanzetten tot nadenken. De kinderen leren op hun eigen werk en dat van anderen te reflecteren. Taal, muziek, tekenen en handenarbeid zijn al vaste onderdelen van het lesprogramma. Bij de geschiedenislessen wordt aandacht besteed aan ons cultureel erfgoed zoals monumenten en archeologische vondsten, maar ook tradities, rituelen en gebruiken komen aan bod. Het versterkt de binding met het verleden en het historisch besef. Bovendien staat bij ons op school elk schooljaar 1 van bovenstaande kunstdisciplines centraal en besteden we extra aandacht aan die kunstvorm. Dit jaar is dat ons foto en film. Ook gaan we toneelvoorstellingen bezoeken (oa. in de Kinderboekenweek).
SOCIAAL EMOTIONELE ONTWIKKELING Het is belangrijk dat een kind zich binnen school, maar ook daarbuiten fijn voelt en met plezier naar school gaat. Dan zal een kind ook verder beter kunnen functioneren. Met je eigen gevoelens en die van anderen om kunnen gaan is van groot belang. Ieder kind moet zich zelf kunnen en durven zijn in de klas en daar buiten. De kring is hierbij meestal uitgangspunt waarbij gepraat kan worden over wat vind je prettig/niet prettig, regels, pesten, andere gewoontes etc. Ook in samenwerkingsopdrachten wordt gericht aandacht besteed aan de sociaal emotionele aspecten. De methode Goed Gedaan geeft ons op school de mogelijkheid om kinderen – schoolbreed en gedurende 8 jaar –op een leuke en positieve manier eenduidige en duidelijke uitleg en feedback te geven over gevoelens, gedrag en omgaan met elkaar. Zo weet ieder kind op school en ook daarbuiten wat er verwacht wordt, waarom dat gevraagd wordt en weet het hoe het dat kan aanpakken. Zo hopen we dat ieder kind op school zichzelf en anderen beter leert begrijpen en dat het leert hoe het zichzelf positief kan aansturen. Goed gedaan! is een praktisch programma voor sociaal-emotionele ontwikkeling in het basisonderwijs. Goed gedaan geeft op een positieve en concrete manier aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Dit draagt bij aan een prettig schoolklimaat en geeft de kinderen een goede basis mee voor later. Preventief Goed gedaan! is een preventief programma: het biedt de mogelijkheid op een positieve en concrete manier aandacht te schenken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, wat bijdraagt aan een prettig schoolklimaat en de kinderen een goede basis meegeeft voor later. Goed gedaan! Slaat een brug van de schoolsituatie naar thuis. Vanuit die opvatting is bij elke les een ouderbrief ontwikkeld met informatie en tips voor thuis. HUISWERK In groep 4 zal er in principe weinig of geen huiswerk gegeven worden. Wel zullen in de loop van het jaar de tafels geoefend moeten worden. Via de kinderen en de nieuwsbrief wordt u hierover geïnformeerd. In individuele gevallen, als wij het gevoel hebben dat een kind met een klein extra duwtje in de vorm van huiswerk over een “drempel” heen komt, zal er in overleg met de interne begeleider en de ouders een hulpprogramma voor een bepaald vak voor thuis worden opgesteld. ALGEMENE ZAKEN * andere mensen in de klas:
-
* bijzondere activiteiten
de gymconsulent is een periode tijdens de gymlessen aanwezig crea ouders stagiaires PABO Arnhem stagiaires ROC Aventus de kinderen worden regelmatig op hun leesniveau getoetst door Gerry Berkhoff
- projecten ( klasse-, middenbouw-, schoolprojecten)
- voorstellingen van Stichting Kunstzinnige Vorming - excursies n.a.v. projecten - gastsprekers n.a.v. een project * eten en drinken
- we stellen het op prijs als dit iets gezonds is; ook bij traktaties
* gymnastiek
- gymkleding en gymschoenen zijn verplicht s.v.p. een briefje meegeven als uw kind niet mag gymen.
* schoolspullen
- de kinderen krijgen van school een aantal spullen waar zij verantwoordelijk voor zijn ( vulpen, schaar, liniaal, potloden, tas, etui) - bij vernieling of kwijtraken moeten ze van thuis vervangend materiaal meenemen
Voor vragen en/of opmerkingen kunt U natuurlijk altijd even binnen komen lopen of een afspraak maken voor een gesprek. Met vriendelijke groeten, Sabrina van Herpen en Inge Hoekstra.