Martin Op ’t Land, Karin Middeljans, Klaas van der Poel, Anton Slijkhuis en Lucas van der Valk
INFORMATIEARCHITECTUUR: NAAR EEN VERANTWOORDE DEFINITIE
INFORMATIE-ARCHITECTUUR: EEN METAFOOR De term ‘architectuur’ is in informatiseringsland een metafoor: een bekend begrip uit de bouwwereld, dat wordt gebruikt om iets duidelijk te maken over aspecten van een andere wereld, de informatisering. Het is niet verwonderlijk dat een nieuw vakgebied als informatisering naar voorbeelden uit andere, beter bekende vakgebieden grijpt om zichzelf te beschrijven en te verklaren. Dat is in de informatisering al eerder gedaan: de term cybernetica om de verwantschap aan te geven met de meet- en regel-
60
Het Genootschap voor Informatie Architecten (GIA) heeft het begrip informatie-architectuur verkend en heeft een begripsbepaling gedefinieerd. Het is een eerste versie en commentaar is welkom.
techniek. Het zwaartepunt van de informatisering bleek ergens anders te liggen, maar de term leeft nog voort als een soort toverwoord: Cyberspace. En toen er zo’n twintig jaar geleden grote aandacht ontstond voor het maken van programma’s, kwam de vergelijking op met de constructie-industrie: software engineering en gestructureerd programmeren. Dat heeft destijds in ieder geval een heleboel zaken op orde gebracht. Nu wordt dus voor de verduidelijking van bepaalde aspecten van de informatisering het begrip ‘architectuur’ gebruikt uit de bouwwereld. Architectuur is een vertrouwd begrip. We
MANAGEMENT & INFORMATIE 99/3
D E
hebben het op school geleerd: Romaanse en Gotische architecturen. Het heeft iets te maken met stijl en duurzaamheid. Cuypers was de architect van het Rijksmuseum. Langs de weg staat het bovenaan op de borden: architectenbureau zusof-zo. Een architect heeft kennelijk iets te vertellen, regelt, geeft de toon aan. Als je veel geld hebt en je wilt een heel mooi huis dat voldoet aan al jouw specifieke wensen, laat je dat onder architectuur bouwen. Architectuur is duur, maar levert fraaie resultaten. Kennelijk zijn we aan deze noties toe in informatiseringsland. We willen stijl, duurzaamheid, visie, toezicht en hebben daar geld voor over. Dus gebruiken we de metafoor van de ‘informatie-architectuur’ en gaan ervan uit dat we zo de concepten die aan het begrip architectuur in de bouwwereld kleven, kunnen transponeren naar de informatisering. Zal dat lukken? Voor een deel zeker wel. De bouwwereld heeft veel ervaring, de informatisering heeft nog veel te leren. Nu leren we nog van de bouwwereld, straks misschien van de medische wetenschap of van de muziek of de beeldende kunst. Een metafoor bergt echter wel een gevaar in zich. Zij schept bijna zeker ook valse verwachtingen. Wat in de ene ‘wereld’ werkt, gaat meestal maar gedeeltelijk op in de andere. Waar de grenzen liggen, of je bijvoorbeeld de taakscheiding tussen architect en aannemer inderdaad met vrucht naar de informatisering kunt verplaatsen, moet nog maar blijken. Een metafoor moet dus worden onderzocht op de grenzen van haar bruikbaarheid. Dat kan door termen nader te definiëren, waartoe dit artikel een aanzet is.
TERUGBLIK Met het woord informatie-architectuur in gedachten hoef je in informatiseringsland niet ver terug te blikken. Vermoedelijk de eerste die de term architectuur in deze context gebruikte was Gerrit Blaauw, in de jaren zestig mede-ontwerper van de IBM 360-computerfamilie, later hoogleraar in Twente. Zijn artikel gaat over de
MANAGEMENT & INFORMATIE 99/3
O P I N I E
Werkgroep Definitie Voor het Genootschap voor Informatie Architecten (GIA) is de vraag, ‘wat is informatie-architectuur’ van wezenlijk belang. Voor deze beroepsvereniging vormt dat het vertrekpunt voor professionalisering en discussie. De eerste werkgroep van het GIA, de ‘werkgroep Definitie’, kreeg dan ook de volgende opdracht mee: ‘Kom eind oktober 1998 tot een zinvolle "definitie" van het begrip informatie-architectuur, zo’n half A4-tje. Het resultaat mag best 80 procent zijn; het gaat immers nog in een bredere groep getoetst worden. Het gaat erom dat het als basis kan dienen voor verdere invulling van beroepen rond dit begrip, en dat we op basis daarvan verder kunnen praten en denken.’
architectuur (het ontwerp) van computers. Moderne onderwerpen als modulariteit, betrouwbaarheid en consistentie komen aan de orde. Hij worstelt met de kwaliteitscriteria die aan een architectuur te stellen zijn. De begrippen architectuur en ontwerp liggen hier dicht bij elkaar. Ongeveer te zelfder tijd verschijnen de publicaties van Dijkstra. Hij gebruikt het woord architectuur niet, maar hamert op het belang van de structuur van software. Daarmee legt hij ten minste enkele fundamenten voor een architectuur. Een belangrijke bijdrage aan zowel de inhoud als de bekendheid van het begrip architectuur komt uit artikelen van Zachman en later van Zachman en Sowa. Zij gebruiken de term ‘Information Systems Architecture’ voor de informatievoorziening van een organisatie. Opmerkelijk is dat een eenvoudige definitie (‘een architectuur is ...’) ontbreekt.
HET RESULTAAT VAN HET DEFINIËREN De werkgroep heeft zich, in overleg met het bestuur, beperkt tot de vraagstelling: ‘wat is een informatie-architectuur en hoe verhoudt deze zich tot de belendende architecturen?’ Dit heeft de volgende definitie opgeleverd:
61
’Een informatie-architectuur is een samenhangende visie van een organisatie1 op haar bestaande en gewenste informatievoorziening. Een informatie-architectuur komt tot stand door een gezamenlijk proces van beeldvorming van en onderhandeling tussen alle betrokkenen. In een informatie-architectuur komen de elementen van de informatievoorziening en hun samenhang tot uitdrukking, alsmede hun aansluiting op de bedrijfsarchitectuur2 en de ICT-architectuur en het waarom hiervan. Inherent aan een informatie-architectuur zijn keuzes op het gebied van informatie-functionaliteiten en -structuren. Deze keuzes worden vastgelegd in de vorm van principes, standaarden en modellen. Daarmee is een informatie-architectuur het bestemmingsplan voor de vernieuwing van de informatievoorziening van een organisatie. 1. Onder “organisatie” wordt hier verstaan een bedrijf/instelling/ instantie, of een deel daarvan, of een samenwerkingsverband tussen meer bedrijven/instellingen/instanties. De formele term hiervoor is Universe of Discourse (UoD). 2. Overwogen kan worden hier te spreken van “bedrijfsarchitecturen” (meervoud dus). Je kunt immers veel aspectmodellen maken van een organisatie, die allemaal op zich weer een architectuur genoemd zouden kunnen worden.’
Tot zover de integrale definitie, zoals die op de website van het GIA staat; hierna worden de belangrijkste samenstellende delen verder uitgewerkt (in de definitie gecursiveerd). Een samenhangende visie op haar bestaande en gewenste informatievoorziening Hiermee heeft de werkgroep willen aangeven dat een informatie-architectuur een visie op of een beeld van een groter geheel is of omvat. Zo gedetailleerd als een systeemontwerp is een informatie-architectuur doorgaans niet; het is figuurlijk gesproken meer een schets, een soort kleimodel of een maquette. Die is wel op de een of andere manier vastgelegd; het is niet iets dat zich alleen maar in de hoofden van mensen bevindt. Overigens heeft de afbakening tussen (systeem)ontwerp en architectuur binnen de werkgroep tot stevige discussies geleid; het laatste woord hierover is zeker nog niet gesproken. Wel is duidelijk geworden dat een informatiearchitectuur in ieder geval over de samenhang
62
der informatiesystemen moet gaan, en over de opbouw (structuur) van zo’n groter geheel. Een informatie-architectuur nu verschaft een beeld van de informatievoorziening van een organisatie. Het is gebruikelijk dat hiermee primair die informatievoorziening bedoeld wordt die door computers en netwerken wordt afgehandeld, of zal gaan worden afgehandeld. Eigenlijk gaat het hier om twee beelden, en wel van de huidige en de gewenste situatie. Want er is per organisatie allereerst een informatie-architectuur nodig die de huidige informatievoorziening in kaart brengt. De reden hiervoor is dat je alleen op projectmatige wijze naar de gewenste situatie kunt migreren als je ook de huidige situatie in kaart hebt gebracht. Het in beeld brengen van de gewenste informatievoorziening gebeurt meestal naar aanleiding van verwachte veranderingen in markten, processen, producten en technologieën. Ook de wens naar standaard softwarepakketten over te willen stappen is zo’n aanleiding tot informatiearchitecturering. Let wel, een informatie-architectuur is een beeld of afbeelding van een (bestaande of toekomstige) informatievoorziening. Het is dus geen fysieke installatie, zoals een infrastructuur. Toch worden de begrippen architectuur en infrastructuur door elkaar gehaald, onzes inziens ten onrechte. Want een infrastructuur is, volgens de gebruikelijke definitie, een concrete gemeenschappelijke voorziening. Zo is bijvoorbeeld een ICT-infrastructuur het geheel van ICT-systemen en -netwerken die de informatievoorziening van een organisatie vormen en/of ondersteunen. Kortom, een infrastructuur hééft een architectuur, maar is zelf geen architectuur. Zoals een concreet huis niet een architectuur is, maar in veel gevallen wel een architectuur heeft. Een organisatie Allereerst de eerste voetnoot in de definitie: het begrip organisatie dient enerzijds te worden uitgebreid tot delen van organisaties, zoals business units en divisies, maar anderzijds ook tot allerlei samenwerkingsverbanden tussen organisaties, zoals joint ventures, allianties, en andere al dan niet tijdelijk opgezette virtuele organisaties. Verder valt natuurlijk ook te denken aan digitale communicatie binnen branche-organisaties, binnen supply-chains en met afnemers.
MANAGEMENT & INFORMATIE 99/3
D E
Ten tweede wordt hiermee aangegeven dat een informatie-architectuur zowel een eigenschap als het eigendom van een organisatie is, weer in die ruime zin des woords. Een informatie-architectuur is daardoor dus per se niet een eigenschap, of nog specifieker een ontwerp, van een informatiesysteem, een softwarepakket, of van een netwerk van systemen. Natuurlijk hebben zulke systemen, applicaties en netwerken een architectuur, zoals een systeem-, een applicatie- en een netwerkarchitectuur, maar dat is niet hetzelfde als een informatie-architectuur. Dé ideale informatie-architectuur kan daardoor alleen maar dé ideale architectuur zijn voor een specifieke, concrete organisatie. Dat wil zeggen, op maat gemaakt voor deze organisatie, en dus optimaal passend bij deze organisatie. Bij het volgende aandachtspunt, waar de vraag aan de orde komt wie nu een informatiearchitectuur tot stand brengt, wordt verder ingegaan op dit vraagstuk. Overigens wordt er door informatie-architecten wel vaak dankbaar gebruik gemaakt van model- of referentie-architecturen. Deze blijken echter in de praktijk nooit voor de volle honderd procent te passen op de concrete situatie van een specifieke organisatie. Zij zijn dan het ruwe materiaal dat nog voor de klant van de architect op maat moet worden gemaakt. Een gezamenlijk proces van beeldvorming van alle betrokkenen Uiteindelijk werkt een informatie-architect altijd voor een opdrachtgever, meestal het bestuur of management van een organisatie. Zijn of haar werk bestaat uit het, in overleg met die opdrachtgever, helpen vormgeven van de wensen van alle direct betrokkenen, en het vertalen ervan in de gewenste informatie-architectuur. Een andere visie zou zijn dat een expert-architect ook in staat zal zijn in splendid isolation de ‘beste’ informatie-architectuur te ontwerpen. De vraag is hier echter wat ‘beste’ dan betekent. Zoals gezegd, is de werkgroep tot het standpunt gekomen dat ‘beste’ in dit verband alleen maar ‘beste voor déze specifieke organisatie’ kon betekenen. En die betekenis van ‘beste’ kan uiteindelijk alleen maar samen met alle, of samen met in ieder geval de belangrijkste, betrokkenen worden gedefinieerd. Kortom, uit het voorgaande blijkt al dat het ontwikkelen van een infor-
MANAGEMENT & INFORMATIE 99/3
O P I N I E
matie-architectuur nooit het werk van een eenling kan zijn, hoe creatief die ook mag zijn. Wel blijft het proces van totstandkoming een creatief proces, terwijl het resultaat zijn rationaliteit ontleent aan de gezamenlijke afstemming en discussies tussen alle betrokkenen. Onderhandelingsproces tussen alle betrokkenen Nu duidelijk is dat er een gezamenlijk proces doorlopen moet worden om tot een informatiearchitectuur te komen, moet er even iets langer stilgestaan worden bij dat ‘gezamenlijk’. Het betreft hier verschillende ‘stakeholders’ of partijen die betrokken zijn bij het ontwerp, de financiering, de totstandkoming, het beheer, het gebruik, etc. van de informatievoorziening van een organisatie. Het mag duidelijk zijn dat al deze partijen niet altijd dezelfde belangen hebben, maar ook gedeeltelijk hun eigen belangen. De financiers letten bijvoorbeeld primair op de investeringen en het daarvan te verwachten rendement, de gebruikers op de functionaliteit en het gebruiksgemak, de ICT-aannemers op bouwbaarheid, en de beheerders op de onderhoudbaarheid. Zij willen allemaal dat de uiteindelijke informatie-architectuur met hun specifieke gezichtspunten en belangen rekening zal houden. Daardoor zal een informatie-architectuur veelal ontstaan als de uitkomst van een meer of minder expliciet onderhandelingsproces. De elementen van de informatievoorziening Een architectuur moet iets zeggen over elementen, hun samenhang en daarmee hun bijdrage tot het geheel. Maar hoe noem je zoiets nou? Samenstellende delen? Componenten? Dat laatst woord heeft zeker voor informatici een te specifiek technische betekenis gekregen. Het woord ‘elementen’ bleek uiteindelijk neutraal genoeg te zijn voor dit doel. Hun samenhang Elementen zonder samenhang zijn als los zand. En architectuur gaat juist over het tegendeel van los zand, over bouwwerken, in de ruimste zin des woords. Architectuur gaat over opbouw of structuur, maar dat wel altijd op basis van een visie. Want niet elke structuur is een architectuur; daarvoor is visie nodig.
63
Hun aansluiting op de bedrijfsarchitectuur en de ICT-architectuur en het waarom hiervan De werkgroep hanteert hier een fundamentele driedeling van architecturen: 1. bedrijfsarchitectuur of bedrijfsarchitecturen; 2. informatie-architectuur; 3. ICT- of technische architectuur.
bestaat in essentie uit uitspraken over en modellen voor de functionaliteit van informatiesystemen, en de structuren van de benodigde gegevens, alsmede hun beider kwaliteit. Deze functionele oriëntatie op informatie omvat tevens het (uitwendige) gedrag van de informatie systemen.
Naast deze driedeling worden nog twee belangrijke uitgangspunten gehanteerd. Ten eerste dat een informatie-architectuur de bedrijfsdoelstellingen en -strategie dient te ondersteunen. (Voor ‘bedrijf’ kan hier natuurlijk ook ‘organisatie’ worden gelezen.) Is dit niet het geval, dan wordt het al snel een ‘l’art pour I’art’excercitie, en dus weggegooid geld voor de organisatie in kwestie. Ten tweede dat de informatie-architectuur ondersteund moet worden door een adequate technische of ICT-architectuur. Hieruit volgt bovendien dat deze drie architecturen zo goed mogelijk op elkaar afgestemd moeten worden en blijven. Met andere woorden, de elementen van de informatie-architectuur en hun onderlinge samenhang dienen enerzijds gebaseerd te zijn op de bedrijfsarchitectuur, en anderzijds optimaal ondersteund te worden door de ICT-architectuur. Deze twee vormen van samenhang moeten dus binnen de informatie-architectuur geëxpliciteerd en gedocumenteerd worden.
Principes, standaarden en modellen Om de uitdrukkings- en communicatie-effectiviteit van een informatie-architectuur te kunnen maximaliseren verdient het de voorkeur deze vast te leggen in de vorm van: – Principes: volzinnen die relevante fundamentele keuzes van de organisatie uitdrukken; – Modellen: grafische representaties van allerlei aard en vorm; – Standaarden en normen: vaak kwantificeerbaar.
Keuzes Uit het voorgaande mag duidelijk worden dat de essentie van een informatie-architectuur wordt gevormd door gemaakte keuzes. Keuzes die ook anders hadden kunnen uitvallen, maar die door deze organisatie op dit moment als de beste beschouwd worden. Keuzes voor de wat langere termijn, die de basis en het gemeenschappelijk referentiekader moeten gaan vormen voor alle cruciale beslissingen op het gebied van de informatievoorziening van de organisatie. De informatie-architectuur van een organisatie wordt daarmee primair een managementinstrument, met name om de inhoudelijke kwaliteit van de vernieuwing van de informatievoorziening te sturen en te borgen.
Het bestemmingsplan Enerzijds geeft de term ‘bestemmingsplan’ wel, in figuurlijke zin dan, de reikwijdte weer die we ook aan een informatie-architectuur willen toekennen. Anderzijds laat de term veel zaken onbepaald die in een informatie-architectuur wel geëxpliciteerd en vastgelegd moeten worden. Met deze term heeft de werkgroep vooral aan willen geven dat informatie-architectuur vooral gaat over doelen en functies, en over samenhangen. En ook dat het perspectief ervan de langere termijn betreft, bijvoorbeeld een tijdshorizon van twee tot vier jaar. Ten slotte wijst de term op een hoger abstractieniveau, hoger dan bijvoorbeeld een functioneel detailontwerp van een of meerdere informatiesystemen. De vernieuwing van de informatievoorziening van een organisatie In het voorafgaande is al duidelijk gemaakt waarom het woord ‘vernieuwing’ in de definitie is terechtgekomen. Vernieuwing betekent nieuwe visies of gebeurtenissen waardoor een organisatie anders naar haar informatievoorziening gaat kijken. Om te kunnen vernieuwen dient er een solide basis aanwezig te zijn in de vorm van een informatie-architectuur.
Informatiefunctionaliteiten en -structuren De inhoud van een informatie-architectuur
64
MANAGEMENT & INFORMATIE 99/3
D E
O P I N I E
Hoe nu verder De definitie zal in diverse GIA-werkgroepen als uitgangspunt gebruikt worden. In eerste instantie zijn dat de werkgroepen Profiel informatie-architect en Vakgebied informatie-architect. Duidelijk is dat de werkgroep Definitie er met deze versie nog niet is. In de maanden na het plaatsen van de definitie op de GIA-website (http://www.gia.nl) zijn verschillende reacties binnengekomen van mensen van universiteiten en uit het bedrijfsleven. Meer reakties zijn zeer welkom.
Over de auteurs Martin Op ’t Land is senior business consultant en certified architect bij Cap Gemini Finance Benelux. Karin Middeljans is relatiemanager bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Klaas van der Poel is zelfstandig adviseur en informatie-architect. Anton Slijkhuis is senior informatie-analist bij het ministerie van Defensie. Lucas van der Valk is senior manager MT en informatie-architect bij Devote Business Solutions.
Referenties Blaauw, G.A., ‘Computer Architecture’, in: Electronische Rechenanlagen, nr. 4, 1972. Sawa, J.F. en J.A. Zachman, ‘Extending and formalising the framework for information systems architecture’, in: IBM Systems Journal, nr. 3, 1992. Zachman, J.A., ‘A framework for Information Systems Architecture’, in: IBM Systems Journal, nr. 3, 1987.
MANAGEMENT & INFORMATIE 99/3
65