Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.1) Uitvoering, praktijk en procedures voor trainingsinstituten
Pagina 1 van 23
Doel Deze instructie biedt begeleiding en, waar nodig, instructies in het proces van het erkennen van trainingen. Instructie #1 richt zich met name op de gevolgen van de wijzigingen in het STCW Verdrag en de wijzigingen in de Wet zeevarenden.
Toepassing Deze instructie geldt voor alle trainingen die door de Wet zeevarenden zijn genoemd als te erkennen trainingen.
Pagina 2 van 23
Inhoud Doel ......................................................................................................................................................... 2 Toepassing ............................................................................................................................................... 2 Algemeen deel......................................................................................................................................... 5 Ad.1 Aanvragen van erkenning ........................................................................................................... 5 Ad.2 Status van LoR’s. ......................................................................................................................... 5 Ad. 3 Doorlooptijden en aanvraagtermijnen ...................................................................................... 5 Ad. 4 Gebruik modelcourses inclusief tijdstabellen ............................................................................ 6 Ad. 5 Trainen op andere locatie en/of trainen met andere apparatuur dan oorspronkelijk erkend . 6 Ad. 6 Trainingen combineren .............................................................................................................. 6 Ad. 7 Lay-out van certificaten ............................................................................................................. 7 Ad. 8 Erkennen van niet verplichte trainingen .................................................................................... 8 Ad. 9 Categorie indeling ...................................................................................................................... 8 Ad. 10 Rollen en verantwoordelijkheden ILT ...................................................................................... 8 Ad. 11 Uitvoering van audits ............................................................................................................... 9 Categorie 1 trainingen ........................................................................................................................... 10 Ad. 1 Training reddingmiddelen ........................................................................................................ 10 Ad. 2 Training brandbestrijding voor gevorderden ........................................................................... 10 Ad. 3 Training bekwaamheid in het gebruik van snelle hulpverleningsboten .................................. 10 Ad. 4 Training crisisbeheersing en menselijk gedrag ........................................................................ 11 Ad. 5 Training passagiersveiligheid, ladingveiligheid en waterdichtheid van de scheepsromp ....... 11 Ad. 6 Training radarnavigator management level............................................................................. 11 Categorie 2 trainingen ........................................................................................................................... 12 Ad.1 Training basisveiligheid ............................................................................................................. 13 Ad. 2 Training scheepsbeveiligingsfunctionaris ................................................................................ 13 Ad. 3, Ad. 4 en Ad. 5 training ladingbehandeling olietankschepen voor gevorderden, training ladingbehandeling chemicaliëntankschepen voor gevorderden en training ladingbehandeling gastankschepen voor gevorderden ................................................................................................... 13 Ad. 6 en Ad. 7 training medische eerste hulp aan boord en training medische zorg aan boord...... 14
Pagina 3 van 23
Ad. 8, Ad. 9 , Ad. 10 en Ad. 11 Herhaling training basisveiligheid, Herhaling training reddingmiddelen, Herhaling training brandbestrijding voor gevorderden en Herhaling training bekwaamheid in het gebruik van snelle hulpverleningsboten ......................................................... 15 Ad. 12 Training wetgeving en openbaar gezag ................................................................................. 16 Categorie 3 ............................................................................................................................................ 16 Ad. 1 en Ad. 2 Training stoomvoortstuwing en Training gasturbinevoortstuwing ........................... 17 Ad. 3 en Ad. 4 Training uitvoering beveiligingstaken en Training bewustwording scheepsbeveiliging ........................................................................................................................................................... 17 Ad. 5 en Ad. 6 Training aanvulling-N voor reizen nabij de internationale kust en Training aanvullingW voor reizen nabij de internationale kust ....................................................................................... 18 Ad. 7 Training ECDIS .......................................................................................................................... 18 Ad. 8 Training hoogspanning ............................................................................................................. 19 Ad. 9 en Ad. 10 Training scheepsmanagement-N en Training scheepsmanagement-W .................. 20 Ad. 11 en Ad. 12 Training basis ladingbehandeling olie- en chemicaliëntankschepen en 12. Training basis ladingbehandeling gastankschepen ......................................................................................... 20 Categorie 4 Trainingen .......................................................................................................................... 21 Ad. 1 en Ad. 2 Training scheepsgezondheidszorg-B en Training scheepsgezondheidszorg-O .......... 21 Ad. 3, Ad. 4, Ad. 5 en Ad. 6 Training vertrouwd raken met de dienst aan boord van tankschepen (tanker familiarisatie), Training behandeling en vervoer van aardolie en aardolieproducten in bulk aan boord van olietankschepen, Training behandeling en vervoer van chemicaliën in bulk aan boord van chemicaliëntankschepen en Training behandeling en vervoer van tot vloeistof verdichte of samengeperste gassen in bulk aan boord van gastankschepen. .................................................. 21 Ad. 7 Training passagiersveiligheid. .................................................................................................. 22 Ad. 8 en Ad. 9 Training bridge resource management en Training engineroom resource management ..................................................................................................................................... 22 Ad. 10 Training herintreders artikel 8 vierde lid sub a Besluit zeevaartbemanning ......................... 22 Index ...................................................................................................................................................... 23
Pagina 4 van 23
Algemeen deel In het algemene deel komen de volgende zaken aan bod: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Aanvragen van erkenning Status van letter of recognition Doorlooptijden en aanvraagtermijnen Gebruik modelcourses inclusief tijdstabellen Trainen op andere locatie en/of trainen met andere apparatuur dan oorspronkelijk erkend Trainingen combineren Lay-out van certificaten Erkennen van niet verplichte trainingen Categorie indeling Rol en verantwoordelijkheid ILT Uitvoering van audit
Ad.1 Aanvragen van erkenning Alle bestaande erkenningen en Letters of Recognition(LoR) vervallen op de inwerkingtreding datum van de Wet zeevarenden (Wz). Het is daarom van belang dat alle trainingen, nieuwe en bestaande trainingen die terugkeren als een te erkennen training in de Wz, elk worden voorzien van een nieuw erkenningcertificaat. Een aantal trainingen keert niet terug in de Wz als een te erkennen training, deze erkenningen vervallen bij inwerkingtreding van de Wz. Het overheidsbeleid is om zoveel mogelijk digitaal af te handelen. Echter niet altijd zijn er voldoende faciliteiten bij de inspectie om alles digitaal te verwerken zoals bijvoorbeeld gelimiteerde e-mail faciliteiten qua bestandsgrootte. Het aanvraag formulier kan altijd digitaal verzonden worden. Overige documenten kunnen digitaal, per USB stick of in hardcopy aan de inspectie verzonden worden.
Ad.2 Status van LoR’s. Er zijn in het verleden LoR’s afgegeven op trainingen waarvan het de verwachting was dat deze een te erkennen status zouden krijgen in de Wz. Voor een beperkt aantal trainingen, zoals ECDIS, is dat het geval. Echter voor een aantal trainingen, zoals Bridge Resource Management (BRM) en Engine Room Resource Management (ERM), is dat niet het geval. LoR’s van trainingen die niet in de Wz zijn opgenomen vervallen bij de inwerkingtreding van de Wz en zullen niet opnieuw voorzien worden van een LoR.
Ad. 3 Doorlooptijden en aanvraagtermijnen Op de aanvragen zijn de termijnen uit de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing. De termijn van behandeling van de aanvraag is 6 weken. Vanaf 6 maanden voor de einddatum van een erkenning kan er gestart worden met het proces van vernieuwen van de erkenning zonder dat dit invloed heeft op de nieuwe einddatum (bestendiging van de afspraak uit mei 2010). Pagina 5 van 23
Ad. 4 Gebruik modelcourses inclusief tijdstabellen De IMO modelcourses en de daarin vermelde timetables zijn richtlijnen. De inspectie bepaalt op basis van haar eigen expertise de inhoud en tijdsduur van te erkennen trainingen. Indien nodig consulteert de inspectie experts op het gebied van trainingen om tot een wel afgewogen oordeel te komen. Daarnaast kan de inspectie, in lijn met Sectie A-I/2.6 van de STCW Code, zoals gewijzigd, modelcourses raadplegen. Ten aanzien van de tijdsduur hanteert de inspectie een normduur, niet wettelijk voorgeschreven, van 8 klokuren per dag. Deze normduur is tot stand gekomen na consultatie met de Inspectie van het Onderwijs (IvhO). Navraag bij de IvhO geeft aan dat de 8 klokuren voor een lesdag gebruikelijk is en overeen stemt met de gangbare duur van een arbeidsdag. Daarnaast geeft de IvhO aan dat langere dagen vanuit didactisch/pedagogisch oogpunt minder effectief is zijn. Bovendien geeft de IvhO aan dat een incidentele lesdag van meer dan 8 klokuren zou kunnen, mits er ook sprake is van effectieve pauzes en een specifiek doel of gelegenheid zoals oefeningen op locatie. De inspectie zal voorgaande gebruiken als er sprake is van tijdschema’s die meer dan 8 klokuren bevatten.
Ad. 5 Trainen op andere locatie en/of trainen met andere apparatuur dan oorspronkelijk erkend De Erkenningsregeling opleidingen zeevaartbemanning vermeldt in artikel 6 dat indien men gebruik maakt van de apparatuur of faciliteiten van een ander instituut dat betreffende instituut ook erkend dient te zijn voor die uitbestede onderdelen. In een bredere context wordt in artikel 6 aangegeven dat een erkenning gebonden is aan de gebruikte apparatuur en faciliteiten. Indien er in de apparatuur, faciliteit of beide dusdanige wijzigingen plaats vinden dat de oorspronkelijke erkenning niet meer past, dan is een nieuwe erkenning op zijn plaats. De inspectie verwacht dat de trainingsinstituten zelf de afweging maken of de verkregen erkenning nog past binnen de aangebrachte wijzigingen, bij twijfel kan de inspectie geraadpleegd worden. Daarnaast wijst de inspectie erop dat het intrekken van een erkenning betrekking heeft op alle onderdelen onder de erkenning. In dat kader is het aan te bevelen om voor verschillende locaties waar identieke trainingen worden gegeven toch te voorzien in verschillende erkenningen.
Ad. 6 Trainingen combineren Elke training dient een erkenning te hebben, ook de herhalingstrainingen. Indien een trainingsinstituut dit wenselijk acht mag zij trainingen combineren, zonder aanvullende toestemming van de inspectie. De inspectie neemt hier als uitgangspunt dat overlap in tijd en inhoud van een training niet twee maal, maar slechts eenmaal, behandeld hoeft te worden. Het combineren is eigenlijk slechts goed mogelijk indien de kennis en kunde behorende bij onderwerpen uit de overlappende onderdelen daadwerkelijk aanwezig is. De te combineren trainingen dienen aaneengesloten te worden gegeven.
Pagina 6 van 23
Er wordt per erkenning een certificaat afgegeven aan de deelnemer, een certificaat voor een combinatie is niet mogelijk, omdat er ook geen erkenning op een combinatie wordt afgegeven. De inspectie wijst erop dat het combineren van trainingen waarbij de overlap volledig is, niet zinvol is. Een voorbeeld hiervan zijn de trainingen bewustwording scheepsbeveiliging en uitvoering beveiligingstaken. Combineren heeft hier weinig nut, in deze gevallen is het instellen van een instroom eis nuttiger. In het voorbeeld van de beveiligingstrainingen zou een instroomeis tot het in het bezit zijn van een geldig certificaat bewustwording scheepsbeveiliging kunnen leiden tot een andere insteek van de training uitvoering beveiligingstaken. Let wel, instroomeisen voor een training zijn onderdeel van het erkenningsproces. Bij het stellen van instroomeisen in relatie tot de duur van de training zal de duur van de training in overleg vastgesteld worden. De richtlijn hierbij is dat instroomeisen tot ten hoogste 50% reducering van de trainingsduur kan leiden. Het erkennen van trainingen met aangepaste instroomeisen dient apart aangevraagd te worden. Het combineren van door de inspectie erkende trainingen en trainingen vanuit andere industriestandaards ontwikkelde training (NOGEPA, OPITO, OLF etc.) zijn mogelijk maar een erkenning op basis van reeds verworven erkenningen vanuit industriestandaards is niet mogelijk. Een volledig afgerond erkenningsproces op basis van de erkenningsregeling is de enige wijze om een erkenning van de inspectie te krijgen. De leidnorm van 8 klokuren is ook van toepassing op gecombineerde trainingen.
Ad. 7 Lay-out van certificaten In de Beleidsregel zeevaartbemanning is de IMO circulaire STCW.7/15 - DATA REQUIRED TO BE INCLUDED IN DOCUMENTARY EVIDENCE OF TRAINING LEADING TO THE AWARD OF A CERTIFICATE OF COMPETENCY opgenomen. Deze circulaire wordt door de inspectie toegepast op het bij de erkenningsaanvraag aan te leveren certificaat dat uitgereikt wordt na succesvolle afsluiting van de training. In deze circulaire maar ook in Voorschrift I/2.3 wordt vermeld dat certificaten in de officiële taal van het land moeten worden opgesteld, indien dat niet de Engelse taal is dan dient er een vertaling in het Engels te zijn. De inspectie streeft er naar om voor 1-12017 alle certificaten te laten voldoen aan deze taal eis. In het erkenningsproces zal vanaf heden aandacht zijn voor deze taaleis en, in overleg, getracht worden om ruim voor 1-1-2017 certificaten te laten voldoen aan de tweetaligheid. De term Certificate of proficiency (CoP) is een toevoeging aan het STCW 2010 Verdrag. Het gebruik van deze term op de uit te reiken certificaten is enigszins verwarrende, mede door de status die de CoP’s voor tankers hebben in het STCW. Gebaseerd op STCW 2010 Voorschrift I/2.2 komt de inspectie tot onderstaande invulling over het gebruik van de term CoP: Tankertrainingen: • • • •
op certificaten basic tankertraining uitgereikt aan kapiteins en officieren GEEN vermelding CoP, CoP wordt door Kiwa uitgegeven op certificaten basic tankertraining uitgereikt aan gezellen WEL vermelding CoP op certificaten advanced tankertraining uitgereikt aan kapiteins en officieren GEEN CoP, CoP wordt door Kiwa uitgegeven op certificaten advanced tankertraining uitgereikt aan gezellen WEL melding CoP
Trainingen met een STCW achtergrond: Pagina 7 van 23
•
op deze certificaten WEL melding CoP
Trainingen met een Nederlandse regelgeving achtergrond: • • • • • • • •
op de certificaten Scheepmanagement EIGEN KEUZE melding CoP op de certificaten aanvulling op reizen nabij de internationale kust EIGEN KEUZE melding CoP op het certificaten stoomturbine voorstuwing EIGEN KEUZE melding CoP op het certificaat gasturbine voorstuwing EIGEN KEUZE melding CoP op het certificaat wetgeving en openbaar gezag EIGEN KEUZE melding CoP op het certificaat ECDIS EIGEN KEUZE melding CoP op het certificaat Hoogspanning EIGEN KEUZE melding CoP op het certificaat radar navigator management level EIGEN KEUZE vermelding CoP
Het Rijkslogo en logovarianten, zoals die voor de inspectie, zijn merk- en auteursrechtelijk beschermd en mogen niet gebruikt worden door niet overheidsdiensten. Naast het uitreiken van een certificaat zijn trainingsinstituten gemachtigd om aantekeningen in Nederlandse monsterboekjes te maken via de Regeling monsterrol en monsterboekje zeevaart. Een vergelijkbare regeling zal in de nieuwe regelgeving terugkeren waarbij alle erkende trainingen mogen worden aangetekend in het monsterboekje.
Ad. 8 Erkennen van niet verplichte trainingen De inspectie zal alleen aanvragen in behandeling nemen indien het trainingen betreft die genoemd worden in de Wet zeevarenden en in de Wet zeevarenden zijn aangeduid met door Onze Minster te erkennen.
Ad. 9 Categorie indeling Bij de indeling in categorieën zijn de volgende uitgangspunten aangenomen: • •
er is in het verleden een erkenning op een training afgeven aan de aanvrager deze erkenning is geldig op het tijdstip van aanvragen
Deze voorwaarden zijn gesteld omdat bij de categorie indeling gebruik gemaakt wordt van geen of gereduceerde audits die zijn gebaseerd op bestaande materialen, apparatuur en faciliteiten. Bij de afwezigheid van een dergelijke basis om gebruik te maken van een gereduceerde audit rest slechts de mogelijkheid van een volledige audit.
Ad. 10 Rollen en verantwoordelijkheden ILT De inspectie heeft een onafhankelijke rol bij het toezien en handhaven van bestaande regelgeving. In het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport wordt dit als volgt weergegeven: “De Inspectie Leefomgeving en Transport bewaakt en stimuleert de naleving van wet- en regelgeving voor een veilige en duurzame leefomgeving en transport.”. Met voorgaande in gedachte is de inspectie terughoudend bij het geven van advies aan trainingsinstituten bij de ontwikkeling van nieuwe of te wijzigen regelgeving. Pagina 8 van 23
Bovenstaande speelt ook een rol in de wijze waarop de inspectie omgaat met signalen zoals het ontbreken van de onderdelen elementry first aid en personal safety and social responsibilities in de herhalingstraining basis veiligheid, of waarom het onderwerp ensure safe working practices alleen is opgenomen in de beroepsvereisten voor Scheepsmanagementtraining voor werktuigkundigen. De wenselijkheid om deze zaken anders te regelen is een signaal wat de trainingsinstituten aan dienen te geven bij de wetgever en niet bij de inspectie. Er zijn een aantal manieren waarop signalen doorgegeven kunnen worden zoals via de KVNR indien men als trainingsinstituut buitengewoon lid is of via het nationale vooroverleg van DGB wat voorafgaand aan de IMO subcomité bijeenkomst in Londen wordt gehouden. Voor 2015 staat er een kleine revisie ronde gepland bij de IMO. Verzoek aan de trainingssector om alle omissies, inclusief deze, tijdens het nationale vooroverleg voor het voetlicht te brengen bij de wetgever.
Ad. 11 Uitvoering van audits In overleg kunnen audits voor verschillende trainingen gecombineerd worden. Uitgangspunt van de inspectie is om de inspectiedruk zo laag mogelijk te houden. Daarbij dient wel rekening gehouden te worden met wat er binnen de tijdsduur van een audit uitgevoerd kan worden. De inspectie kan daarom dit alleen in overleg en na individuele beoordeling van de situatie uitvoeren. Voorwaarde zijn o.a. dat het geen uitzoekpuzzel wordt en dat de losse elementen moet duidelijk herkenbaar zijn.
Pagina 9 van 23
Categorie 1 trainingen In deze categorie zijn trainingen ondergebracht die niet of nauwelijks verschillen van de reeds bestaande trainingen die erkend zijn onder de oude regelgeving. Zoals eerder aangegeven vervallen de bestaande erkenningen en is het ook voor deze categorie trainingen nodig om een aanvraag in te dienen. Er hoeft geen documentatie opgestuurd te worden. Na ontvangst van de aanvraag zal een nieuw certificaat worden uitgereikt aan het trainingsinstituut om aan te geven dat het bevoegd is om de op het certificaat genoemde erkende training volgens het aangepaste STCW Verdrag uit te voeren. Het certificaat zal kosteloos worden verstrekt. De trainingen onder categorie 1 zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Training Training Training Training Training Training
reddingmiddelen brandbestrijding voor gevorderden bekwaamheid in het gebruik van snelle hulpverleningsboten crisisbeheersing en menselijk gedrag passagiersveiligheid, ladingveiligheid en waterdichtheid van de scheepsromp radarnavigator management level
Ad. 1 Training reddingmiddelen Deze training is qua inhoud ongewijzigd gebleven. Slechts de naam is gewijzigd om deze beter te laten weergeven waar de training over gaat. In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving.
Ad. 2 Training brandbestrijding voor gevorderden Deze training is qua inhoud ongewijzigd gebleven. In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving.
Ad. 3 Training bekwaamheid in het gebruik van snelle hulpverleningsboten Deze training is qua inhoud ongewijzigd gebleven. In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving.
Pagina 10 van 23
Ad. 4 Training crisisbeheersing en menselijk gedrag In het STCW Verdrag en de STCW Code zijn de trainingen voor passagiersschepen en ro-ro passagiersschepen samengevoegd en is het onderscheid tussen deze twee typen passagiersschepen komen te vervallen. Deze samenvoeging heeft geen invloed op deze training. In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving.
Ad. 5 Training passagiersveiligheid, ladingveiligheid en waterdichtheid van de scheepsromp In het STCW Verdrag en de STCW Code zijn de trainingen voor passagiersschepen en ro-ro passagiersschepen samengevoegd en is het onderscheid tussen deze twee typen passagiersschepen komen te vervallen. Voor deze training heeft dat tot gevolg dat het onderwerp ‘waterdichtheid van de scheepsromp’ ook onderdeel is geworden voor bemanningsleden die werkzaam zijn op passagiersschepen. Aangezien ook dergelijke schepen veelal zijn voorzien van speciale openingen in de huid zoals toegangsdeuren betekent deze toevoeging in de training geen grote wijziging. In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving.
Ad. 6 Training radarnavigator management level Deze training was reeds een overgangsregeling in de oude regelgeving, in verband met het uitfaseren van de rangen-opleidingen. De training keert noodzakelijkerwijs terug in de nieuwe wetgeving omdat de vaarbevoegheden die gebaseerd zijn op de oude regelgeving geldig blijven tot 1-1-2017. Houders van dergelijke vaarbevoegdheden zijn gerechtigd om tot 1-1-2017 hun bevoegdheden te behouden , te vernieuwen en te verhogen op basis van de oude regelgeving. Bij het verhogen van dergelijke vaarbevoegdheden hoort de eis tot het aantonen van deze radartraining. Of de erkenningen van deze training na 1-1-2017 geldig blijven, dan wel nodig blijven, is op dit ogenblik nog niet helder. In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving.
Pagina 11 van 23
Categorie 2 trainingen Trainingen in deze categorie zijn trainingen waar de inhoud op een klein aantal punten afwijkt van de bestaande trainingen van dezelfde aard. Ook in dit geval is het vervallen van bestaande erkenning bij inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving van toepassing en geldt ook in dit geval dat er ten alle tijde een aanvraag ingediend moet worden. Bij deze aanvraag is het niet nodig om een volledige set documenten aan te leveren, maar kan volstaan worden met het aanleveren van een beperkte set documenten: • • • •
het tijdens de training te gebruiken lesmateriaal voor alleen die onderdelen die gewijzigd zijn; een volledig lesplan dat inzicht geeft in de inhoud en tijdsduur van de totale training en de te volgen examenprocedure een opgave van de voor de opleiding of training te gebruiken apparatuur voor alleen die onderdelen die gewijzigd zijn een voorbeeld van het na een succesvolle voltooiing van de training uit te reiken diploma, certificaat of getuigschrift.
Nadat de audit met een positief resultaat is afgerond zal een nieuwe certificaat worden uitgereikt aan het trainingsinstituut om aan te ge ven dat het bevoegd is om de op het erkenningscertificaat genoemde training uit te voeren. Een aantal trainingen is ingedeeld in categorie 2 op basis van de gegevens die ten tijde van het opstellen van categorieën bekend waren. Inmiddels zijn de kaders van deze trainingen duidelijker geworden waardoor deze trainingen onder categorie 3 geplaatst dienen te worden. Het betreft de trainingen scheepsmanagement-N en Scheepsmanagement-W. De trainingsinstituten die een erkenning voor deze trainingen hebben beamen deze verschuiving. Deze trainingen worden verder toegelicht onder categorie 3 in dit verslag. Daarnaast zijn de uitgangspunten zoals aangegeven onder de categorie indeling niet van toepassing op de training basis ladingbehandeling olie- en chemicaliëntankschepen en de training basis ladingbehandeling gastankschepen. Voor deze training is er geen geldige erkenning aanwezig in Nederland. Deze trainingen worden verder toegelicht onder categorie 3 in dit verslag. De trainingen onder categorie 2 zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Training basisveiligheid Training scheepsbeveiligingsfunctionaris Training ladingbehandeling olietankschepen voor gevorderden Training ladingbehandeling chemicaliëntankschepen voor gevorderden Training ladingbehandeling gastankschepen voor gevorderden Training medische eerste hulp aan boord Training medische zorg aan boord Herhaling Training basisveiligheid Herhaling Training reddingmiddelen Herhaling Training brandbestrijding voor gevorderden Herhaling Training bekwaamheid in het gebruik van snelle hulpverleningsboten Training wetgeving en openbaar gezag
Pagina 12 van 23
Ad.1 Training basisveiligheid Er zijn enkel nieuwe onderdelen aan deze training toegevoegd. Deze onderdelen hebben betrekking op het voorkomen van milieuverontreiniging, communicatie en groepsdynamiek. De gemiddelde normduur van deze training inclusief de nieuwe onderdelen is vastgesteld op 30 klokuren.
In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving.
Ad. 2 Training scheepsbeveiligingsfunctionaris Er zijn enkele nieuwe onderdelen aan deze training toegevoegd. Deze onderdelen betreffen vooral het toevoegen van maatregelen ter voorkoming van piraterij en gewapende overvallen. De gemiddelde normduur van deze training inclusief de nieuwe onderdelen is vastgesteld op 15 klokuren. Met STCW.7/Circ.22 - certification requirements for ship security officers and seafarers with designated security duties heeft de IMO aangegeven dat er hiërarchie aanwezig is tussen de beveiligingstrainingen. De scheepsbeveiliginsfunctionaris (SSO) training omvat zowel de training bewustwording scheepsbeveiliging als de training uitvoering beveiligingstaken. Er hoeven dus geen andere certificaten in het bezit te zijn als men in het bezit is van een SSO certificaat. Indien men in het bezit is van het certificaat uitvoering beveiligingstaken dan hoeft men niet in het bezit te zijn van een certificaat bewustwording scheepsbeveiliging. Deze hiërarchie kan vermeld worden op het certificaat van de desbetreffende training. De, als losse opgestelde Regeling scheepsbeveiligingsfunctionaris, zal worden ingetrokken. De inhoud van de training zal worden opgenomen in de algemene regeling voor beroepsvereisten die nog in ontwikkeling is. In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving.
Ad. 3, Ad. 4 en Ad. 5 training ladingbehandeling olietankschepen voor gevorderden, training ladingbehandeling chemicaliëntankschepen voor gevorderden en training ladingbehandeling gastankschepen voor gevorderden In de basis bestaan de wijzigingen van deze trainingen voornamelijk uit het opstellen van tabellen in de STCW 2010 Code. Het aantal onderwerpen wat nieuw is toegevoegd is beperkt. De gemiddelde normduur van de training ladingbehandeling olietankschepen inclusief de nieuwe onderdelen is vastgesteld op 27 klokuren.
Pagina 13 van 23
De gemiddelde normduur van de training ladingbehandeling chemicaliëntankschepen inclusief de nieuwe onderdelen is vastgesteld op 37,5 klokuren. De gemiddelde normduur van de training ladingbehandeling gastankschepen inclusief de nieuwe onderdelen wordt op een later tijdstip vastgesteld. In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving.
Ad. 6 en Ad. 7 training medische eerste hulp aan boord en training medische zorg aan boord De trainingen scheepsgezondheidszorg-B en scheepgezondheidszorg-O waren nationale trainingen die afweken van het STCW Verdrag. Om een level-playing-field te creëren heeft de wetgever aansluiting gezocht bij het STCW Verdrag, waarbij tevens rekening gehouden is met de EU richtlijn over de medische training van zeevarenden. De herhalingsverplichting voor de kapitein en de persoon aan wie de medische zorg aan boord is gedelegeerd komt voort uit de EU Richtlijn. De herhaling zal in Nederland inhouden dat minimaal één maal per vijf jaar de volledige training gevolgd dient te worden; er is geen sprake meer van apart te erkennen herhalingstrainingen. Er is geen verplichting tot de aanwezigheid van een arts bij de nieuwe trainingen medische eerste hulp en medische zorg. De medisch adviseurs van de inspectie raden wel aan om een arts te betrekken bij het ontwikkelen van het trainingmateriaal. ILT kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor gevolgen van onjuistheden in het door het trainingsinstituut aangeboden lesprogramma. Alle onderwerpen uit de STCW tabellen, inclusief zwangerschap, dienen te worden behandeld. De invasieve handelingen, die alleen op advies van een Radio Medische Dienst mogen worden uitgevoerd (injectie toedienen, infuus aanbrengen, wond hechten, blaas katheteriseren) en bij SGB-O hoorden, worden onderdeel van de training medische zorg aan boord. In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving. De oorspronkelijke geldigheidsduur van de onder de oude regeling afgegeven certificaten blijft van kracht. Voor de certificaten SGZ-B(beperkt) is geen overgangsregeling opgesteld echter indien er op de verstrekte certificaten vermeld is dat deze ook het bewijs zijn voor het hebben van de competenties onder STCW Voorschrift VI/4.1 Medical First Aid. Op basis van deze verwijzing zal de inspectie deze certificaten accepteren en geven deze certificaten toegang tot de training Medische eerste hulp aan boord, indien de houder als kapitein of gedelegeerde in het bezit moet zijn van een geldig medische training certificaat. Voorgaande heeft vooral betrekking op zeevarenden in het bezit van vaarbevoegdheden voor reizen nabij de kust. Deze zeer beperkte training keer niet terug als een te erkennen training in de nieuwe regelgeving. De gemiddelde normduur van de training medische eerste hulp aan boord is vastgesteld op 16 klokuren. De gemiddelde normduur van de training medische zorg aan boord is vastgesteld op 24 klokuren.
Pagina 14 van 23
Uit EU Richtlijn 92/29 komt naar voren dat de herhalingsverplichting van toepassing is op de kapitein en op diegene aan wie de kapitein de medische zorg heeft toevertrouwd. Het delegeren van de verantwoordelijkheid voor de medisch zorg ontslaat de kapitein dus niet van de verplichting zelf in het bezit te zijn van deze (geldige) certificaten. De in deze Richtlijn genoemde ziekenhuisstage is een aanbeveling in een Richtsnoer die als bijlage bij de Richtlijn is gevoegd maar geen harde eis en zal daarom geen onderdeel meer zijn van de Nederlandse benadering van de medische trainingen. Het STCW vermeldt alleen dat personen opgeleid onder hoofdstuk II, III of VII van het STCW verdrag en STCW Code getraind moeten zijn volgens VI/4 1-3 = Medical First Aid. In het STCW Verdrag en Code wordt Medical Care voorgeschreven aan diegene aan wie de medische zorg is opgedragen zonder te specificeren wie dat zijn, er wordt geen functie genoemd maar gesproken over Seafarers designated tot take charge of medical care on board ship. De Richtlijn 92/29 EU specificeert, in tegenstelling tot de STCW, wel, in artikel 5 wordt aangegeven dat de kapitein medische zorg moet kunnen verlenen en eventueel de persoon die naast de kapitein is aangewezen. Qua onderwerpen en handelingen is het STCW leidend en speelt de Richtlijn 92/29/EU geen rol. Feitelijk is de Richtlijn niet interessant voor de medische trainingen maar alleen van belang vanwege de 5-jaarlijkse herhalingsverplichting.
Ad. 8, Ad. 9 , Ad. 10 en Ad. 11 Herhaling training basisveiligheid, Herhaling training reddingmiddelen, Herhaling training brandbestrijding voor gevorderden en Herhaling training bekwaamheid in het gebruik van snelle hulpverleningsboten De indeling van deze trainingen is gebaseerd op de aanname dat er een erkenning is, of aangevraagd is, voor de initiële training. In die gevallen kan volstaan worden met een beperkte audit. Daar waar de STCW 2010 Code ruimte biedt om onderdelen te accepteren die aan boord getraind kunnen worden is deze keuze niet overgenomen in de Nederlandse regelgeving waardoor de genoemde onderwerpen ook onderdeel zijn van de herhalingstrainingen. Er zijn nog enkele onduidelijkheden over de inhoud van de herhalingstraining basisveiligheid zoals deze zullen worden opgenomen in de Regeling Zeevaartbemanning. De Nota van Toelichting bij de wijzing van het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart vermeld dat de herhalingstrainingen alle onderdelen van de initiële training zullen bevatten daarmee zijn de tabellen A-VI/1-3 en AVI/1-4 ook onderdeel van de initiële training geworden. De duur van de herhalingstraining kan worden verminderd gebaseerd op o.a. de aanwezige basiskennis. De gemiddelde normduur is 50% van de duur van de initiële training. Na afloop van een herhalingstraining wordt een certificaat afgegeven waarop zowel de datum van de initiële training als de datum van de herhalingstraining wordt vermeld. Pagina 15 van 23
Ad. 12 Training wetgeving en openbaar gezag De doelgroep van deze training is gewijzigd. Daar waar in het verleden het hebben van een certificaat wetgeving en openbaar gezag een verplichting was voor de kapitein, 1ste stuurman en hoofdwerktuigkundige is deze verplichting slechts nog geldig voor de kapitein. De 1ste stuurman, hoofdwerktuigkundige én, deze functie is toegevoegd, de 2de werktuigkundige moeten wel kennis hebben van Nederlandse wetgeving maar dienen dit te kunnen aantonen door middel van schriftelijk bewijs, er is geen erkenning van de inspectie nodig. Dit schriftelijke bewijs is te vergelijken met het bewijs groepsbegeleiding in noodsituaties aan boord van passagiersschepen, wel kunnen aantonen, maar er is geen erkende training. Er wordt geen syllabus o.i.d. voorgeschreven, de regeling met de beroepsvereisten somt slechts de wetten op waarvan de kapitein, die zijn vaarbevoegdheidsbewijs wil laten erkennen, kennis van dient te hebben. Deze training bestaat in hoofdzaak uit het vaststellen van kennis van de Nederlandse wetgeving er wordt daarom geen normtijd voor de training vastgesteld. In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving.
Categorie 3 Trainingen in deze categorie zijn nieuwe trainingen, sterk gewijzigde trainingen of trainingen die wel genoemd worden in de oude regelgeving maar waarvoor nimmer een erkenning is aangevraagd of afgegeven. De trainingen onder categorie 3 zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Training Training Training Training Training Training Training Training
stoomvoortstuwing gasturbinevoortstuwing uitvoering beveiligingstaken bewustwording scheepsbeveiliging aanvulling-N voor reizen nabij de internationale kust aanvulling-W voor reizen nabij de internationale kust ECDIS hoogspanning
Overgeheveld van categorie 2 naar categorie 3 9. 10. 11. 12.
Training Training Training Training
scheepsmanagement-N scheepsmanagement-W basis ladingbehandeling olie- en chemicaliëntankschepen basis ladingbehandeling gastankschepen
Pagina 16 van 23
Ad. 1 en Ad. 2 Training stoomvoortstuwing en Training gasturbinevoortstuwing Op de toekomstige vaarbevoegdheden voor werktuigkundigen zal een aanvulling dan wel beperking opgenomen worden met betrekking tot het type voorstuwing. Aanvullingen op vaarbevoegdheden voor stoomvoorstuwing of gasturbinevoorstuwing zal gebeuren aan de hand van de certificaten behorende bij deze erkende trainingen. De gemiddelde normduur van de training stoomvoorstuwing en de gemiddelde normduur van de training gasturbinevoortstuwing is nog niet vastgesteld.
Ad. 3 en Ad. 4 Training uitvoering beveiligingstaken en Training bewustwording scheepsbeveiliging De training bewustwording scheepsbeveiliging is voor alle zeevarenden verplicht. De Wet zeevarenden definieert zeevarenden als Iedereen die aan boord een functie uitoefent is een zeevarende, behalve: • • • • •
passagiers; meevarende familieleden of relaties van een zeevarende; militairen, inspecteurs en loodsen; personen die uitsluitend in een haven of een havenfaciliteit aan boord zijn; andere personen van wie de werkzaamheden geen deel uitmaken van de normale werkzaamheden aan boord van het schip.
Wie kan uitsluitsel geven of iemand een zeevarende is of niet? Het is mogelijk om de minister te verzoeken een besluit te nemen of een persoon voor de toepassing van de wet al dan niet een zeevarende is. De scheepsbeheerder of een persoon die aan boord van een schip werkt of gaat werken, kan dit verzoek aan de minister doen. Om één en ander in goede banen te leiden, hebben de vertegenwoordigende organisaties van scheepsbeheerders en zeevarenden een Commissie ingesteld die de minister hierover adviseert. De scheepsbeheerder of een andere belanghebbende wordt aangeraden via zijn brancheorganisatie advies aan deze Commissie te vragen of de persoon die een genoemde functie vervult aan boord wel of niet zeevarende is, als hij van mening is dat deze persoon geen zeevarend is en deze functie niet met name wordt genoemd in de bovenstaande lijst. Als de Commissie het met de scheepsbeheerder eens is, wordt de minister hierover geadviseerd en kan de minister besluiten de Regeling zeevarenden op dit punt aan te passen. De gemiddelde normduur van de training bewustwording scheepsbeveiliging is vastgesteld op 4 klokuren. De training uitvoering beveiligingstaken is gekoppeld aan de rol die zeevarenden hebben toegewezen gekregen via het scheepsbeveiligingsplan. Met STCW.7/Circ.22 - certification requirements for ship security officers and seafarers with designated security duties heeft de IMO aangegeven dat er hiërarchie aanwezig is tussen de beveiligingstrainingen. De scheepsbeveiliginsfunctionaris (SSO) training omvat zowel de training bewustwording scheepsbeveiliging als de training uitvoering beveiligingstaken. Er hoeven dus geen andere certificaten in het bezit te zijn als men in het bezit is van een SSO certificaat. Indien men in Pagina 17 van 23
het bezit is van het certificaat uitvoering beveiligingstaken dan hoeft men niet in het bezit te zijn van een certificaat bewustwording scheepsbeveiliging. Deze hiërarchie kan vermeld worden op het certificaat van de desbetreffende training door te vermelden dat de genoten training en het afgegeven certificaat tevens het bewijs is dat men voldoet aan de, lager in de hiërarchie geplaatste, training(en). De gemiddelde normduur van de training uitvoering beveiligingstaken is vastgesteld op 10 klokuren. In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving. (SSO certificaten)
Ad. 5 en Ad. 6 Training aanvulling-N voor reizen nabij de internationale kust en Training aanvulling-W voor reizen nabij de internationale kust Deze trainingen zijn toegevoegd om gebruik te kunnen maken van de herziende mogelijkheden die het STCW 2010 Verdrag biedt voor reizen nabij de kust. In Nederland is de Schipper-Machinist Beperkt-Werkgebied (SMBW) een niveau 2 training die te weinig ruimte biedt om onderwerpen op management niveau te behandelen. Om deze onderwerpen toch aan bod te laten komen om zo te voldoen aan het STCW Verdrag is gekozen om deze onderwerpen in een aparte, door de inspectie, te erkennen training te plaatsen. In die zin is het vergelijkbaar met de Scheepsmanagementtraining. Er zijn echter nog zoveel onduidelijkheden rondom deze training en de wijziging van de SMBW opleiding en vaargebied dat dit op een later tijdstip in werking treedt. Mede hierdoor is er nog geen gemiddelde normduur van de training aanvulling-N & aanvulling-W is vastgesteld.
Ad. 7 Training ECDIS De training ECDIS is een bijscholingstraining om het hiaat tussen de STCW 1995 en STCW 2010 te overbruggen. ECDIS is een onderdeel geworden in de opleidingen onder de Wet educatie beroepsonderwijs(WEB) Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Hiermee is de training ECDIS een overgangsregeling voor diegene die nog niet getraind zijn in ECDIS volgens de STCW 2010. Door de status van overgangsregeling kan het zijn dat de erkenning voor de training ECDIS per 1-1-2017 vervalt. Echter omdat de verwachting is dat ook na 1-1-2017 er nog behoefte is aan deze training zal de inspectie de, in de Erkenningsregeling opleidingen zeevaartbemanning genoemde, maximale duur van 5 jaar blijven hanteren ook indien dat tot gevolg heeft dat de einddatum na 1-1-2017 ligt tot er duidelijkheid is over de status van de training ECDIS. De inhoud van deze training is gewijzigd o.a. door de toevoeging van AIS. De grootste wijziging is de wijze waarop het verkrijgen van de competenties wordt beoordeeld. In de regeling met de beroepsvereisten zijn geen vereisten opgenomen voor ECDIS. De inspectie hanteert dat de training ECDIS dient te voldoen aan sectie A-II/2 van de STCW-Code en sectie BI/12, de paragrafen 36 tot en met 66 van de STCW-Code. Niet alle ECDIS simulator leveranciers Pagina 18 van 23
kunnen een fictief zeegebied, zoals beschreven in sectie B-I/12.46, aan leveren. In plaats van een dergelijk fictief zeegebied mag ook volstaan worden met het inventariseren van de onbekendheid met bepaalde zeegebieden onder de deelnemers aan de training en de training in een gemeenschappelijk onbekend zeegebied te laten plaats vinden. De afgifte van een type specifiek certificaat is een keuze die het trainingsinstituut moet maken. Op geen enkele wijze mag op het type specifieke certificaat verwezen worden naar de inspectie of de Nederlandse maritieme autoriteit. De gemiddelde normduur van de training ECDIS is vastgesteld op 40 klokuren. In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving m.a.w. ECDIS certificaten afgegeven onder LoR’s uit het verleden kunnen ook dienen ter overbrugging van het hiaat tussen STCW 2010 en STCW 1995.
Ad. 8 Training hoogspanning De training hoogspanning is een bijscholingstraining om het hiaat tussen de STCW 1995 en STCW 2010 te overbruggen. Hoogspanning is een onderdeel geworden in de opleidingen onder de Wet educatie beroepsonderwijs(WEB) Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Hiermee is de training hoogspanning een overgangsregeling voor diegene die nog niet getraind zijn in hoogspanning volgens de STCW 2010. Door de status van overgangsregeling kan het zijn dat de erkenning voor de training hoogspanning per 1-1-2017 vervalt. Echter omdat de verwachting is dat ook na 1-1-2017 er nog behoefte is aan deze training zal de inspectie de, in de Erkenningsregeling opleidingen zeevaartbemanning genoemde, maximale duur van 5 jaar blijven hanteren ook indien dat tot gevolg heeft dat de einddatum na 1-1-2017 ligt tot er duidelijkheid is over de status van de training hoogspanning. In de regeling met de beroepsvereisten zijn geen vereisten opgenomen voor hoogspanning. De inspectie hanteert dat de training hoogspanning dient te voldoen aan sectie A-III/2 van de STCW Code en sectie B-III/2 van de STCW-Code. De hardware eisen voor deze training zijn: •
•
•
Een metaal omsloten hoogspanningsbord met ten minste drie velden. Hier moeten ten minste twee vermogensschakelaars in zitten, het derde veld kan bijvoorbeeld een met zekeringen beveiligd kabelveld zijn. De vermogensschakelaars moeten van een uitrijdbaar type zijn. Meetapparatuur voor hoogspanning (meetstokken) en polarisatie index, met meters van ten minste twee fabrikanten. Diëlektrisch absorptie ratio en diëlektrische discharge metingen zijn optioneel, maar wel aangeraden. Beschermende kleding (PPE) voor gebruik bij laagspanning en hoogspanning, bijvoorbeeld HRC Cat 1 en 3, van ten minste twee verschillende merken.
De gemiddelde normduur van de training hoogspanning is vastgesteld op 40 klokuren.
Pagina 19 van 23
Ad. 9 en Ad. 10 Training scheepsmanagement-N en Training scheepsmanagement-W De opsomming van onderwerpen voor de Scheepsmanagementtraining is gebaseerd op de huidige onderwerpen en die onderwerpen die, na consultatie met sociale partners, zijn aangemerkt als van belangzijnde voor het uitoefenen van functies op management niveau waarbij ervaring een aanzienlijke invloed heeft op de kennisoverdracht en bijdraagt aan het verdiepende karakter van deze trainingen. De onderwerpen die in de huidige artikelen 68 en 69 van het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart worden opgesomd en de onderwerpen die in de nieuwe regelgeving wordt aangegeven verschillen in de kern nauwelijks. Als voorbeeld: het onderdeel ‘het reageren op noodsituaties’ wordt in de huidige regelgeving genoemd en de uitdieping van het kennisgebied stabiliteit was hierbij ondergebracht. In de nieuwe beroepsvereisten is het kennisgebied stabiliteit bij een gelijksoortig onderwerp onder te brengen nml. bij de onderwerp Actions to limit damage and salve the ship following a fire, explosion, collision or grounding en develop emergency and damage control plans and handle emergency situations. De onderwerpen in de bijlage dienen in de training zitten, de onderwerpen die de werkgevers en werknemers voorstellen niet. Gezien de onderwerpen die de wetgever heeft aangedragen versus de onderwerpen die nu in het besluit worden genoemd is de inspectie van mening dat de training met de verplichte onderwerpen minimaal 60 uur in beslag neemt. Het certificaat hoeft niet in het Engels, het betreft hier een Nederlandse training en geen STCW training. Een gecombineerd certificaat is niet mogelijk. Bij het ophogen van de vaarbevoegdheden voor wordt in de nieuwe regelgeving aangegeven dat er losse certificaten moeten worden aangeleverd. Dit sluit een gecombineerd certificaat uit. Losse onderdelen van de scheepsmanagement training worden niet apart erkend. In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving.
Ad. 11 en Ad. 12 Training basis ladingbehandeling olie- en chemicaliëntankschepen en 12. Training basis ladingbehandeling gastankschepen Deze training komt in de plaats van de erkende training om zich vertrouwd te maken met de dienst aan boord van tankschepen (tanker familiarisatie). De gemiddelde normduur van de training basis ladingbehandeling olie- en chemicaliëntankschepen inclusief de nieuwe onderdelen is vastgesteld op 31,5 klokuren. De gemiddelde normduur van de training basis ladingbehandeling gastankschepen inclusief de nieuwe onderdelen wordt op een later tijdstip vastgesteld.
In de wettelijke overgangsbepalingen wordt aangegeven dat de certificaten uitgegeven onder de oude regelgeving worden gelijk gesteld met certificaten uitgegeven onder de nieuwe regelgeving.
Pagina 20 van 23
Categorie 4 Trainingen Deze trainingen zijn in de nieuwe regelgeving niet teruggekomen of zijn in een andere vorm teruggekeerd. Aanvragen voor het erkennen van deze trainingen worden niet in behandeling genomen. Bij inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving vervallen de bestaande erkenningen en LoR’s. Het betreft de volgende trainingen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Training scheepsgezondheidszorg-B. Training scheepsgezondheidszorg-O. Training vertrouwd raken met de dienst aan boord van tankschepen (tanker familiarisatie). Training behandeling en vervoer van aardolie en aardolieproducten in bulk aan boord van olietankschepen. Training behandeling en vervoer van chemicaliën in bulk aan boord van chemicaliëntankschepen. Training behandeling en vervoer van tot vloeistof verdichte of samengeperste gassen in bulk aan boord van gastankschepen. Training passagiersveiligheid. Training bridge resource management Training engineroom management Training herintreders artikel 8 vierde lid sub a Besluit zeevaartbemanning
Ad. 1 en Ad. 2 Training scheepsgezondheidszorg-B en Training scheepsgezondheidszorg-O Deze trainingen worden vervangen door de Training medische eerste hulp aan boord en de Training medische zorg aan boordtrainingen Medische hulp.
Ad. 3, Ad. 4, Ad. 5 en Ad. 6 Training vertrouwd raken met de dienst aan boord van tankschepen (tanker familiarisatie), Training behandeling en vervoer van aardolie en aardolieproducten in bulk aan boord van olietankschepen, Training behandeling en vervoer van chemicaliën in bulk aan boord van chemicaliëntankschepen en Training behandeling en vervoer van tot vloeistof verdichte of samengeperste gassen in bulk aan boord van gastankschepen. Deze trainingen worden vervangen door de Training basis ladingbehandeling olie- en chemicaliëntankschepen, Training basis ladingbehandeling gastankschepen, Training ladingbehandeling olietankschepen voor gevorderden, Training ladingbehandeling chemicaliëntankschepen voor gevorderden en Training ladingbehandeling gastankschepen voor gevorderden. Pagina 21 van 23
Ad. 7 Training passagiersveiligheid. Deze training wordt vervangen door de training passagiersveiligheid, ladingveiligheid en waterdichtheid van de scheepsromp.
Ad. 8 en Ad. 9 Training bridge resource management en Training engineroom resource management De LoR’s die zijn afgegeven op de trainingen vervallen bij inwerkingtreding van de Wet zeevarenden. Deze trainingen hebben geen plaats gekregen in de nieuwe regelgeving, aanvragen voor deze trainingen zullen niet in behandeling worden genomen.
Ad. 10 Training herintreders artikel 8 vierde lid sub a Besluit zeevaartbemanning Artikel 8 is aangepast aan de wijzigingen naar aanleiding van de Manilla-wijzigingen. De optie om via een door de inspectie erkende herintreders-training het verlopen vaarbevoegdheidsbewijs weer geldig te maken is vervangen door een traject via het onderwijs wat valt onder de WEB of WHW.
Pagina 22 van 23
Index A aanvraag · 5, 10, 12
B brandbestrijding · 3, 10, 12, 15
C certificaten · 3, 5, 7, 8, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19 combineren · 3, 5, 6, 7 CoP · 7, 8
E erkenningsregeling · 7
H herhalingstraining · 8, 15 hoogspanning · 4, 16, 18, 19
L letter of recognition · 5 locatie · 3, 5, 6 LoR · 3, 5, 18, 20, 21
M medische zorg · 3, 12, 14, 20 modelcourses · 3, 5, 6
R radar · 8 resource · 20, 21 resource management · 4, 20, 21
S scheepsmanagement · 4, 12, 16, 19
T tanker · 4, 19, 20
V veiligheid · 8
W WEB · 17, 18, 21 WHW · 18, 21
Pagina 23 van 23