InfoPensioenen. Beste lezer. Veel leesgenot. tewerkgesteld binnen de lokale overheden. Juni 2013 Nummer 02

Juni 2013 Nummer 02

Driemaandelijkse informatie over wettelijke en aanvullende pensioenen

InfoPensioenen

Beste lezer Een visie op lange termijn is één van de belangrijkste aandachtspunten voor iedereen die professioneel actief is in de pensioenen. Meer dan ooit is Ethias een partner die een duurzame relatie wil aangaan, zowel op het vlak van financiering als op het vlak van technische dienstverlening in dit domein. Zo hebben we belangrijke inspanningen geleverd om er voor te zorgen dat onze informatica werd aangepast aan de nieuwe reglementering. Op een ogenblik dat overheidsobligaties historisch lage rendementen bieden, investeert Ethias ook meer in bejaardentehuizen en woonzorgsites. U vindt verder in deze nieuwsbrief een interview met dhr. Benoît Verwilghen, vice-CEO en tevens CFO, die niet alleen hierover meer uitleg geeft maar ook aanduidt welke financiële informatie nu al voor u beschikbaar is. Op lange termijn denken, betekent ook dat we de nodige middelen aanreiken om samen met jullie de toekomst beter te leren kennen om de gepaste maatregelen te kunnen nemen. Om uw behoeften zo goed mogelijk te kennen, hebben we recent een enquête verstuurd. Het is nog te vroeg voor de resultaten maar ongetwijfeld zullen we hierop nog terugkomen in één van de volgende nieuwsbrieven. Ik ben zeer benieuwd!

Veel leesgenot

Edwin Hoeven Directeur Leven Collectiviteiten

Aanvullend pensioenplan voor contractuele ambtenaren tewerkgesteld binnen de lokale overheden Na het sectorale akkoord 2008-2013 in het Vlaamse Onderhandelingscomité C1 werd de RSZPPO belast met het gunnen van een overheidsopdracht met als doel aan een erkende verzekeringsinstelling een groepsverzekering toe te vertrouwen voor een aanvullend pensioen van het type ‘vaste bijdragen’ ten gunste van de huidige en toekomstige contractuele personeelsleden van de lokale overheden in België die zich bij de groepsverzekering aansluiten. De opdracht werd op 14 juni 2010 gegund aan de tijdelijke handelsvennootschap ‘Belfius Insurance-Ethias Contractuelen PPO’. Alle types van Belgische lokale overheden zijn bij deze opdracht betrokken: de gemeenten en autonome gemeentebedrijven, de OCMW’s en OCMW-verenigingen,

Juni 2013 InfoPensioenen

de provincies en autonome provinciebedrijven en de intercommunales. Dit aanvullend pensioenplan is juridisch gezien geen sectoraal pensioenplan want het sectoraal akkoord verplicht de lokale besturen niet tot het invoeren van een aanvullend pensioenstelsel en verduidelijkt dat deze laatste de inrichters zijn van hun pensioenstelsel. Elk lokaal bestuur blijft dus vrij om al dan niet een aanvullend pensioenstelsel in te voeren voor de contractuelen die het tewerkstelt. Indien ze zich bij de door de RSZPPO opgestarte overheidsopdracht aansluiten, moet het plan de bepalingen naleven van het raamakkoord dat het voorwerp heeft uitgemaakt van de overheidsopdracht die zelf de bepalingen van de WAP naleeft.

1-2

2, 4

3-4

5

6

Aanvullend pensioenplan voor contractuele ambtenaren

Korte berichtgeving

Ethias legt het accent opnieuw op groei

De financiering van de pensioenen van het statutair personeel

Overzicht relevante wetgeving 15/3/2012 – 4/6/2013

Copyright ©2013, Ethias. Alle rechten voorbehouden. – Deze nieuwsbrief is beschikbaar in 2 talen en werd conform de wet op het privéleven verstuurd. Indien u deze nieuwsbrief niet meer wenst te ontvangen, uw gegevens wenst aan te passen, de nieuwsbrief in een andere taal wenst te ontvangen of contact met ons wilt opnemen, klik dan hier.

∆

1

uitbetaald. Indien het jaarlijkse bedrag van de aanvullende pensioen- of overlijdensrente van in het begin tussen 500 en 800 euro ligt, wordt de aanvullende rente in ondeelbare driemaandelijkse fracties na vervallen termijn uitbetaald. Het rentebedrag wordt berekend op basis van de omzettingscoëfficiënten die door de verzekeringsmaatschappijen bij het openen van de rente worden gebruikt. Wanneer de verzekeringsmaatschappijen de coëfficiënten wijzigen, brengen ze de verzekeringnemer, de RSZPPO en het toezichtscomité daarvan minstens tien maanden vóór de datum waarop ze van kracht worden op de hoogte. De groepsverzekeringsovereenkomst is een overeenkomst waarvan de activa worden beheerd via een gekantonneerd fonds in tak 21 en waarvan de financiering, uitsluitend door de werkgever, kan variëren naargelang de beslissingen van het bestuur. Elk bestuur heeft de mogelijkheid om de verleden loopbaanjaren geheel of gedeeltelijk te valoriseren. De uitkeringen bij leven of overlijden worden verplicht vereffend in de vorm van maandelijkse rentes na vervallen termijn met een jaarlijkse indexering van 2%. Indien het jaarlijkse bedrag van de aanvullende pensioen- of overlijdensrente van in het begin lager of gelijk is aan 500 euro, wordt de uitkering aan de begunstigde in de vorm van kapitaal

De gewaarborgde interestvoet is alleen van toepassing op de reserves. Hij geldt dus niet voor de toekomstige stortingen. De premies worden driemaandelijks na vervallen termijn verrekend met de individuele overeenkomsten in een combinatie ‘uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de reserve’. De begunstigden bij overlijden van de werknemer vóór de pensioenleeftijd zijn de echtgenoot of de wettelijk samenwonende, bij ontstentenis, de kinderen en bij ontstentenis het financieringsfonds. Albert Seret Departementsverantwoordelijke tweede pijler

Korte berichtg e ving

Eindbelasting op aanvullende pensioenen stijgt vanaf 1 juli 2013

O

p 1 juli 2013 verhoogt de eindbelasting op de aanvullende pensioenkapitalen van de tweede pijler die worden uitgekeerd aan werknemers en bedrijfsleiders. Tot nu toe bedroegen die tarieven 16,5% voor een uitkering vanaf 60 jaar en 10% indien de aangeslotene actief was tot 65 jaar. Vanaf 1 juli 2013 worden de kapitalen onderworpen aan gewijzigde degressieve percentages. De aanslagvoet van de uitkering op 60 jaar stijgt daardoor van 16,5% naar 20%; die op 61 jaar stijgt van 16,5% naar 18%. De aanslagvoeten op uitkeringen voor de andere leeftijden blijven ongewijzigd. Bij de uitkering op 65 jaar blijft het tarief van 10% van toepassing op voorwaarde dat de verzekerde werkelijk actief is gebleven gedurende de laatste 3 jaren van zijn beroepsloopbaan. Anders geldt ook daar het tarief van 16,5%. De aanpassing geldt voor de pensioenkapitalen en afkoopwaarden die worden toegekend vanaf 1 juli 2013 en treft enkel de aanvullende pensioenen die gevormd zijn met


Leeftijd op ogenblik van betaling 60 jaar 61 jaar 62 tot 64 jaar 65 jaar

Voor 01/07/2013

Na 01/07/2013

16,5% 16,5% 16,5% 10% (of 16,5% indien de verzekerde niet actief was gedurende de laatste 3 jaren)

20% ➚ 18% ➚ 16,5% 10% (of 16,5% indien de verzekerde niet actief was gedurende de laatste 3 jaren)

bijdragen van de werkgever of de onderneming. Voor de pensioenen gevormd met persoonlijke bijdragen wijzigt het belastingtarief niet. De verhoging van het belastingtarief bij uitkering op 60 en 61 jaar is een gevolg van de pensioenhervorming van Di Rupo I, die de minimumleeftijd voor vervroegde pensionering geleidelijk optrekt van 60 jaar tot 62 jaar. De tariefwijziging is bepaald in artikels 64 en 65 van de Programmawet van 22 juni 2012 (BS 28 juni 2012).

1-2

2, 4

3-4

5

6


Korte berichtgeving




∆

2

Interview met Benoît Verwilghen, vice-CEO en CFO van Ethias

Ethias legt het accent opnieuw op groei ‘De fase van herstructurering is goed doorlopen en wordt nu afgerond. Ethias kiest resoluut opnieuw voor rendabele groei.’ Dat zijn de woorden van Benoît Verwilghen, viceCEO en CFO van Ethias. Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 is de grootste angst bij de bevolking dat banken en verzekeraars hun engagement op lange termijn niet kunnen waarmaken. Hoe gegrond is deze vrees voor Ethias? Benoît Verwilghen: ‘In het begin van deze crisis kampte Ethias met heel wat opnames van gelden op de First-rekeningen. Dat was een gevaarlijke situatie voor de maatschappij. We moesten deze exit snel een halt toeroepen. Dat is gelukt dankzij een aantal snelle en daadkrachtige ingrepen (zie kader). We hebben het beschadigde vertrouwen vrij snel kunnen herstellen en zelfs versterken. Ethias is weer rendabel. Wij durven vandaag met de hand op het hart zeggen dat wij alles in het werk hebben gesteld om alle verplichtingen op korte én lange termijn te kunnen nakomen. Onze recente cijfers bevestigen dat.’ Wij stellen inderdaad vast dat Ethias goede operationele resultaten kan voorleggen. Hoe verklaart u dan de minder goede rating zoals die van Fitch : BBB-stable outlook? Benoît Verwilghen: ‘Fitch verlaagde eind 2008 inderdaad onze rating naar BBB met negatieve outlook. Deze forse

daling heeft volgens mij een dubbele oorzaak. Enerzijds was er uiteraard twijfel over de levensvatbaarheid van Ethias. Anderzijds werden ook de ratingbureaus mee in het bad getrokken als één van de veroorzakers van de ellende. Ook zij hadden bepaalde producten – wereldwijd – een veel te hoge rating toegeschreven. Een fout die niet voor herhaling vatbaar was, waardoor ze nu veel voorzichtiger werden. Maar wie de commentaren op Ethias goed gevolgd heeft, stelt vast dat die systematisch beter worden. Zo was er al eens de verhoging naar BBB met stabiele outlook, want zij smaakten wel de snelheid en de daadkracht waarmee Ethias de interne herstructurering aanpakte. Voor een betere rating wachten de bureaus altijd op recurrente, bevestigende cijfers. Die hebben ze recent gekregen. Meer nog, Ethias mikt duidelijk opnieuw op groei. De herstructurering laten wij achter ons. Wij knopen weer aan bij een mooie rendabiliteit en bewijzen regelmatig dat wij zinvolle innovaties teweegbrengen die door de concurrentie meteen gevolgd worden, zoals de sportverzekering. In juni komen de ratingcomités opnieuw samen. Enkele maanden later volgt dan de beslissing. We hopen op een verhoging van de rating, maar daar beslissen wij niet over. Uiteraard zouden wij graag een grote sprong maken, maar dat gebeurt zelden. Meestal is het een geleidelijk proces. Wij zijn benieuwd.’

Vijf doeltreffende ingrepen om een crisis een halt toe te roepen 1. Sluit een p erformant akkoord met de overheid. In 2008 bereikte Ethias met de federale, de Vlaamse en de Waalse overheid een akkoord voor een kapitaalsinbreng van 1,5 miljard euro, niet toevallig de tegenwaarde van hun participatie in Dexia. 2. Voer een grondige interne herstructurering door. Ethias verving haar raad van bestuur en installeerde een nieuw directiecomité. 3. Hanteer een nieuw risicomanagement en investeringsbeleid. Ethias paste haar strategie aan, meer op maat van een verzekeringsmaatschappij. Ethias had immers een groter risicoprofiel dan vergelijkbare verzekeraars. Daardoor konden zij in goede tijden betere rendementen aanbieden maar dit leidde ook tot volatielere rendementen in moeilijke tijden. Vandaag zijn de risico’s opnieuw aanvaardbaar en de rendementen marktconform.


4. Stel Europa tevreden. Europa legde aan Ethias strenge saneringsmaatregelen op, een beetje om de ‘stoute leerling van de klas’ te straffen en de concurrentie te herstellen. Sommige waren pijnlijk en onverwacht, zoals de verplichte stopzetting van de tak leven aan particulieren. Maar Ethias slikte de bittere pil door en begon meteen aan de klus. Binnen de 5 jaar voldeed Ethias aan quasi alle voorwaarden. 5. De klant blijft koning. Hoe moeilijk het ook is, de service aan de klant moet onberispelijk blijven. Er werd resoluut geopteerd voor een transparante, grondige en permanente communicatie, rechtstreeks aan de klant, via de agentschappen, het callcenter en internet. Ethias heeft daar bewust veel personeel voor uitgetrokken. Deze 5 maatregelen hebben ervoor gezorgd dat Ethias op minder dan 5 jaar tijd opnieuw een concurrentiële positie inneemt.

1-2

2, 4

3-4

5

6


Korte berichtgeving




∆

3

laatste sluit goed aan bij ons sociaal DNA. Er zijn grote behoeften in die richting. Het rendement evolueert bovendien samen met de index, niet onbelangrijk. We denken na over een formule waarbij klanten aan een soort ‘zorgbehoeftigheidssparen’ kunnen doen. In sommige landen is dit zelfs verplicht en ik vind dat nog niet zo slecht. Vergrijzing dreigt onbetaalbaar te worden. Mensen beleggen dan hun spaargeld in hun eigen toekomstige noden, in casu rusthuizen, en verzekeren zich zo van een plaats wanneer ze zelf behoeftig zouden worden. Maar dit concept staat voorlopig nog in de kinderschoenen.’

Benoît Verwilghen: Ethias mikt duidelijk opnieuw op groei.

Ethias investeert voortaan ook in bejaardentehuizen en woonzorgsites. Vanwaar die nieuwe interesse? Benoît Verwilghen: ‘Het is eigenlijk nogal gemeengoed dat verzekeraars investeren in vastgoed, vaak tot 5% of meer van de portefeuille. Bij Ethias zat dat niet zo in de genen, wij hadden slechts 1% immo-investeringen. Dat wilden we optrekken tot minstens 4 à 5% in de komende jaren – we spreken toch al snel over 500 miljoen euro aan bijkomende investeringen – maar wel in een veilig en weldoordacht kader. De keuze viel op kantoren en rusthuizen. Dat

De financiële markten blijven de gemoederen beroeren. Er is een voortdurende nood aan informatie. Welke informatie stelt Ethias ter beschikking en waar? Benoît Verwilghen: ‘Ik denk dat Ethias op dit vlak goed scoort. Om te beginnen hebben wij een website met een duidelijke rubricering van de info én een gebruiksvriendelijke vraagfunctie. Er is ook een bladzijde ‘over Ethias’ waar onze waarden, persberichten, jaarverslagen en zo verder te vinden zijn. De gebruiksvriendelijkheid ervan is een permanent aandachtspunt. Vooral voor de collectiviteiten organiseren wij 2 maal per jaar een consultatieve commissie en publiceren we regelmatig marktcommentaren die hen kunnen helpen bij hun beleidskeuzes. Minstens even belangrijk is de rechtstreekse contactmogelijkheid, hetzij via één van onze 41 agentschappen (overdag) of ons callcenter, dat 24/24 u operationeel is. Wij zijn dus goed geëquipeerd om onze klanten ten dienste te staan.’ De persberichten van Ethias vindt u op de website. De financiële informatie van Ethias vindt u ook terug in de e-zines op www.ethias.be/e-zines

Korte berichtg e ving

‘Commissie Pensioenhervorming 2020-2040’ uit de startblokken

M

inister van Pensioenen Alexander De Croo en minister van Zelfstandigen Sabine Laruelle, die bevoegd is voor de zelfstandigenpensioenen, riepen half april de ‘Commissie Pensioenhervorming 2020-2040’ in het leven. Die krijgt als taak verdere hervormingen voor te bereiden om zo de sociale en financiële duurzaamheid van onze pensioenstelsels te versterken. Zo moet ze onderzoeken welke specifieke hervormingen bijdragen aan de sociale en financiële duurzaamheid van de Belgische pensioenstelsels op middellange en lange termijn. De commissie van 12 experts zal in het voorjaar 2014 een rapport opleveren met concrete


beleidsaanbevelingen. Dat eindverslag moet specifieke scenario’s aanreiken voor de verdere hervormingen van de pensioenstelsels. Die scenario’s worden het uitgangspunt van het politieke en maatschappelijke debat met de sociale partners en andere bevoorrechte stakeholders. De aanbevelingen die daaruit voorvloeien, worden de basis voor de beleidsbeslissingen in de periode 2020-2040. De 12 leden van de commissie zijn Jos Berghman, Jacques Boulet, Bea Cantillon, Pierre Devolder, Jean Hindriks, Ria Janvier, Alain Jousten, Françoise Masai, Gabriel Perl, Erik Schokkaert, Yves Stevens, Frank Vandenbroucke

1-2

2, 4

3-4

5

6


Korte berichtgeving




∆

4

De hervorming van de financiering van de pensioenen van het statutair personeel – een lokaal standpunt Over enkele weken zullen de meeste van onze lokale instellingen de individuele berekening van hun definitieve bijdrage 2012 ontvangen die ze aan de RSZPPO moeten storten om de financiering van de pensioenen van het gepensioneerde statutaire personeel van het lokale openbaar ambt mogelijk te maken. In het licht van de nieuwe bepalingen van de wet van 24 oktober 2011 kunnen gegronde vragen worden gesteld over de toekomstige financiële impact en de eventuele te ontwikkelen strategieën (individuele en/of collectieve) om die impact tot een minimum te beperken. Het lijkt evident dat de lokale bijdragen aan de RSZPPO de komende jaren in stijgende lijn zullen gaan, rekening houdend met de verwachte evolutie van de basistarieven van de RSZPPO en de responsabiliseringscoëfficiënt die van toepassing zal zijn op alle entiteiten, waaronder de politiezones. Dit is de enige manier om de stijgende pensioenlasten in een repartitiestelsel met communicerende vaten te financieren. Het is interessant te onderstrepen dat een veralgemeend niet-benoemingsbeleid zou kunnen leiden tot een sneller dan verwachte stijging van de responsabiliseringsfactor en vooral sneller dan de evolutie van het basistarief. Dit belet niet dat, hoewel minder voordelig dan in het verleden, het in een individuele financiële strategie nog steeds verkieslijk blijft niet meer te benoemen, want de daaruit voortvloeiende vermindering van de basisbijdrage wordt snel groter dan de verhoging van de responsabiliseringsfactuur (bij gelijkblijvende andere variabelen). Men moet evenwel bedenken dat deze strategie betwistbaar is om de volgende redenen: • zij bestaat erin een groter deel van haar pensioenlast naar het solidaire stelsel te verschuiven (behalve op zeer lange termijn); • zij zou de responsabiliseringsfactor sneller kunnen doen stijgen dan verwacht en vooral sneller dan de evolutie van het basistarief, waardoor in fine het financiële belang om niet meer te benoemen nog meer zou kunnen afnemen. Wat dit betreft zal de wijze waarop de RSZPPO de basistarieven en de responsabiliseringsfactoren in de komende jaren zal vaststellen een belangrijk element vormen voor elke entiteit die volgens haar eigen karakteristieken


(loonmassa, pensioenlast) de stijging van de ene veeleer dan de andere parameter verschillend zal beoordelen. Blijft de vraag van de sanctie voor laattijdige benoeming. Deze zet de entiteiten die van plan zijn om over te gaan tot benoemingen aan om die benoemingen te bekrachtigen vóór 2017, binnen de mogelijkheden van het (benoemings) kader en de rekruteringsreserves. Daarentegen is het voor al wie de realiteit op het lokale terrein kent onmogelijk om maatregelen die bedoeld zouden zijn om de sancties voor laattijdige benoemingen te vermijden te nemen na 2017, of met andere woorden aan de benoemingseis tegemoet te komen binnen de vijf jaar. Deze bepaling roept vragen op en is ongetwijfeld financieel te belastend voor de lokale besturen alleen. Zij dreigt trouwens een definitief einde te maken aan de benoemingen vanaf 2017 en dus aan de toekomstige financiering van de RSZPPO, waardoor de basis- en responsabiliseringstarieven noodzakelijk zouden worden verhoogd (behalve op zeer lange termijn, aangezien een stopzetting van de benoemingen tot de uitdoving leidt van een toekomstige pensioenlast bij het overlijden van de ambtenaar). Deze bepaling is des te verbazender omdat de aanwezigheid van meer contractuelen bij het lokale openbaar ambt tevens meer lasten zou plaatsen op het federale niveau aangezien de pensioenen van de contractuelen onder het privéstelsel (RvP) vallen. Wat dit betreft en rekening houdend met de grote toename van de lasten op de politiezones (federaal statuut), zou een federale tegemoetkoming in dit soort meerkosten gewettigd zijn. Ten slotte, en dat is ongetwijfeld het belangrijkste, opent de kwestie van de financiering van de RSZPPO het debat over welk type lokaal openbaar ambt men wenst. Het juiste evenwicht tussen (individuele en collectieve) financiële en managementbelangen ligt wellicht in een benoemingsbeleid dat de responsabiliseringsfactuur nipt weet te ontwijken. Daarbij komt dan nog dat elke entiteit op dezelfde lijn moet zitten. Hoe dan ook, indien binnen uw entiteit de wil bestaat om opnieuw te gaan benoemen of dat proces voort te zetten, is het in elk geval aan te raden dit te doen vóór 2017, namelijk vóór de inwerkingtreding van de sanctie wegens laattijdige benoeming. De integrale versie van de tekst is te vinden op Legal World.

1-2

2, 4

3-4

5

6


Korte berichtgeving




5

Overzicht relevante wetgeving 15 maart – 4 juni 2013 Circulaire nr. Ci.RH.243/624.279 (AAFisc 17/2013) Belastingstelsel van de bijdragen gestort ter uitvoering van een aanvullende verzekering tegen ouderdom en vroegtijdige dood of van een aanvullende pensioentoezegging inzake een rust- en/of overlevingspensioen met het oog op de vorming van een rente of van een kapitaal (02/05/2013) Wet van 23 april 2013 tot wijziging van artikel 7 van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels (BS 07/05/2013) Een wet van 23 april 2013 voert een algemene regel in waarbij het overlevingspensioen voor werknemers automatisch wordt vastgesteld op 80% van het aan de overleden echtgenoot in de maand van overlijden betaalbare bedrag van het rustpensioen. Het is de bedoeling om de dossiers sneller af te handelen.


Grondwettelijk Hof nr. 71/2013, 22 mei 2013 Wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen. Het Hof verwerpt de beroepen tot vernietiging van de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen.

1-2

2, 4

3-4

5

6


Korte berichtgeving




6

InfoPensioenen. Beste lezer. Veel leesgenot. tewerkgesteld binnen de lokale overheden. Juni 2013 Nummer 02

Recommend Documents