Beste lezer Het OCMW heeft als opdracht om iedere mens een menswaardig bestaan te verzekeren. Dit betekent veel meer dan louter het geven van financiële middelen. Want uiteindelijk heeft armoede niet alleen te maken met gebrek aan geld, maar hangt het ook samen met alle vormen van uitsluiting op verschillende levensdomeinen. Om sociale uitsluiting maar ook vereenzaming bij senioren structureel aan te pakken, streeft OCMW Gent ernaar om mensen volwaardig te laten participeren in de maatschappij. De afgelopen legislatuur hebben we daarom sterk ingezet op het activeren van leefloners en senioren. De kern van het sociaal beleid was duurzaamheid. Vandaar ook de titel van dit jaaroverzicht: duurzaam activeren! Want uiteindelijk is het streven naar zelfredzaamheid het finale doel van iedere OCMW-interventie. De afgelopen legislatuur hebben we sterk ingezet op een duurzame activering, op maat van de cliënt en met aandacht voor intensieve nazorg. En onze inspanningen werpen hun vruchten af. Meer dan 50% van de cliënten stroomde door naar de reguliere tewerkstelling, sociale tewerkstellingsprojecten of sociale activeringsprogramma’s. Hoewel het leiden naar een job één van onze beleidsaccenten is, blijven we echter oog hebben voor cliënten voor wie een duurzame en kwaliteitsvolle job geen haalbare kaart is. In 2011 voerden we de strijd tegen zwartwerk en sociale fraude op. Zwartwerkers hebben immers geen enkele sociale bescherming en dit komt de maatschappelijke integratie niet ten goede. We richtten een controlecel op en sloten met het arbeidsauditoraat een samenwerkingsprotocol af. Dit is geen heksenjacht, wel een rechtvaardigheidsbeleid want de schaarse overheidsmiddelen moeten terechtkomen bij de mensen die het écht nodig hebben. Ook bij ouderenzorg geldt het motto ‘gezonde senioren zijn actieve senioren’. Het activeringsbeleid binnen ouderenzorg is er op gericht om senioren zo lang mogelijk actief te houden. De afgelopen legislatuur werden projecten opgezet om de vereenzaming te bekampen en de participatie van senioren aan de maatschappij te stimuleren en op te drijven. Talrijke activiteiten en openlucht fitnesstoestellen aan de lokale dienstencentra zetten senioren aan tot meer bewegen. Er werd extra geïnvesteerd in de uitbouw en renovatie van de lokale dienstencentra. Heel veel senioren zijn actief als vrijwilligers in de lokale dienstencentra en de woonzorgcentra. We streven ook binnen Ouderenzorg naar duurzame oplossingen voor structurele problemen. Eén van de belangrijkste duurzame oplossingen om het tekort aan seniorenwoningen aan te pakken is de introductie van het GOLLD-project, het concept van levensloopbestendig wonen. Het betekent heel simpel dat mensen hun woning op elk moment goedkoop en gemakkelijk kunnen aanpassen aan hun noden. Verder leggen we in 2012 de eerste steen voor de uitbreiding van het pension De Baai, waar chronisch thuislozen van boven de 45 jaar terecht kunnen. Ook de plannen voor een nieuw woonzorgcentrum met 135 bedden in Mariakerke, voor 40 serviceflats op de campus Zonnebloem in Zwijnaarde en voor 43 serviceflats op de campus Het Heiveld in Sint-Amandsberg zitten in een vergevorderd stadium. Om een volwaardige maatschappelijke participatie mogelijk te maken, is het beleid van het OCMW erop gericht om de obstakels die dit in de weg staan weg te werken. Daarom investeren we niet alleen in de activering van leefloners en senioren, maar investeren we ook in woningen, duurzame samenwerking, toegankelijke dienstverlening, enz… Allemaal zaken waaraan we de afgelopen jaren gewerkt hebben. Veel leesplezier! Luc Kupers secretaris
Geert Versnick
voorzitter
3
1
Duurzaam geactiveerd!
onze dienstverlening
Activering Leefloon en levensminimum - cijfers en tendensen Juridische hulp Zorg en wonen voor senioren Wonen voor kansarmen en thuislozen Energie en duurzaamheid Psychologische hulp Vrije tijd
2
6 25 33 38 52 58 62 67
Duurzaam geactiveerd! interne werking
Bestuur en beleid Het personeel Welzijn op de werkvloer Kwaliteit Communicatie en imago Financiën
72 74 79 84 86 90
1
Duurzaam geactiveerd!
onze dienstverlening
Activering De missie van OCMW Gent is om de sociale dienstverlening te verzekeren zodat alle inwoners van Gent –met prioritaire aandacht voor kwetsbare groepen- een menswaardig leven kunnen leiden. Mensen die niet over voldoende middelen beschikken, kunnen bij het OCMW terecht voor een leefloon. Maar deze financiële hulp is niet vrijblijvend. Cliënten moeten werkbereid zijn. Dat is meer dan een verplichting. Op zichzelf kan een leefloon immers geen menswaardig bestaan waarborgen. Het beleid van OCMW Gent is er daarom op gericht om op een duurzame wijze de obstakels weg te nemen die een volwaardige maatschappelijke integratie in de weg staan. Onderwijs en werk blijven dé hefbomen om de armoedespiraal te doorbreken. Een job is het meest efficiënte middel om in onze samenleving volwaardig mee te tellen en eraan deel te nemen. Een baan geeft niet alleen financiële maar ook sociale zekerheid en is een boost voor het zelfvertrouwen van de cliënt. Daarom activeren we leefloontrekkers via oriëntering, opleiding, werkervaring, actieve bemiddeling en sociale economie. Voor elke trap op de activeringsladder is een specifieke aanpak nodig, met instrumenten op maat van de cliënt. Dat is een werk van vele OCMW-diensten samen: het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum, de Emancipatorische Werking, de Juridische en Psychologische dienst,… Reguliere arbeid Arbeidstoeleiding Arbeidsactivering Sociale activering
Zorg en hulpverlening
• leefloon en
levensminimum
Via screening naar werk oriënteringsprogramma’s ervaringsbewijzen
• • Basiswerking • Dialooggroep • Klantenparticipatie Via opleiding naar • Extra Time werk • Herverhalen • technische vormingsPerfect is saai • modules • Receptiewerking • taalopleidingen Nederlands Werkt • taalcoaching
• nazorg
• infomomenten • Jobwerkbank • Lokale Werkwinkel • Actieplan Werk
Via werkervaring naar werk werkervaringsprojecten artikel 60 arbeidszorgprojecten
• • •
Zelfredzaamheid is het uiteindelijke doel van elke interventie door OCMW Gent. Daarom willen we dat er zoveel mogelijk leefloners doorstromen naar reguliere tewerkstelling, sociale tewerkstellingsprojecten of sociale activeringsprogramma’s.
6
Cliënten kunnen in het OTC een opleiding op maat volgen.
Resultaatgerichte aanpak In 2011 is een nieuw concept uitgedacht, ‘performanter activeren’, dat nog beter dan vroeger garant staat voor een resultaatgerichte aanpak. Nieuw is dat men voor de arbeidsactivering met specialistenequipes gaat werken en dat ook binnen de sociale activering individuele trajectbegeleiding haar plaats krijgt.
Taalactivering Onvoldoende kennis van het Nederlands is een barrière voor wie wil starten met een opleiding of in een werkomgeving wil functioneren. OCMW Gent werkt voor taalopleidingen samen met het Huis van het Nederlands. Voor het eerst beschikken we over nieuw en belangrijk cijfermateriaal. Meer dan 2.000 cliënten hebben nood aan Nederlandse taallessen. Dat betekent bijna 40% van alle steungerechtigden. Van deze groep heeft drie vierde nog niet het niveau bereikt om naar een tewerkstelling met een artikel 60-contract door te kunnen stromen. Dat zijn ongeveer 1.500 cliënten of meer dan een kwart van alle steungerechtigden. Zolang deze mensen geen basiskennis van het Nederlands hebben, zijn zij niet arbeidsactiveerbaar. Een derde van die groep is bovendien analfabeet in de eigen moedertaal, wat het aanleren van het Nederlands fel bemoeilijkt en vertraagt.
Snel Werk Snel Werk is een nieuw project dat in 2011 van start ging en dat de werkbereidheid toetst van cliënten met een verhoogd risicoprofiel voor sociale fraude. We spreken dan over mensen die naar Gent migreren met de intentie een leefloon te krijgen, die vermoedelijk oningeschreven werken of die weinig medewerking vertonen in hun arbeidstraject. Aan deze cliënten doen we, in samenwerking met 6 uitzendkantoren, een snel en concreet werkaanbod. Het gaat om jobs die weinig scholing en kennis van het Nederlands vergen. Gaan de cliënten hier niet op in, dan verliezen ze hun leefloon. Nemen ze de baan wél aan, dan zorgt het OCMW voor ondersteuning. Voldoen ze niet aan de minimale arbeidsvoorwaarden, dan nemen we hen terug op in het klassieke activeringsverhaal, zoals taallessen en artikel 60-tewerkstelling. Cijfers • Eind 2011 waren 58 cliënten doorverwezen naar Snel Werk. In 21 gevallen ging het om verplichtte doorverwijzingen.
7
• Er zijn 17 tewerkstellingen gerealiseerd, waarvan 10 via de interimkantoren waarmee het project samenwerkt.
• Voor 22 cliënten is het project inmiddels afgesloten. Twee personen waren niet werkbereid, drie kenden
onvoldoende Nederlands. Acht cliënten vonden een tewerkstelling, die na de stopzetting van het traject voortloopt. De anderen gingen uit steun of stapten over naar een ander arbeidstraject. • Van de 36 cliënten die eind 2011 nog in traject waren, waren er een tiental die werkten of al gewerkt hadden. Vaststellingen We stellen vast dat: 1. doorverwezen kandidaten gestimuleerd zijn om zelf werk te zoeken; 2. van de naar de uitzendkantoren doorverwezen kandidaten er maar een beperkt aantal effectief aan de slag gaat; 3. ook kandidaten met veel interim-ervaring moeilijk aan de bak komen.
In samenwerking met 6 uitzendkantoren doet OCMW Gent aan cliënten met een verhoogd risicoprofiel op sociale fraude een snel en concreet werkaanbod.
Kinderopvang Cliënten halen vaak het gebrek aan kinderopvang aan om niet met een activeringstraject te moeten starten. Dankzij samenwerkingsovereenkomsten met de cvba Beleven en de stedelijke kinderopvangdiensten (respectievelijk 4 en 17 plaatsen) konden we in 2011 op elke vraag voor kinderopvang ingaan. Op geen enkel moment was een wachtlijst. In een 10-tal gevallen merkten we wel dat cliënten niet ingingen op ons aanbod kinderopvang en plots zelf een oplossing vonden. Dat doet vermoeden dat het gebrek aan kinderopvang wel eens als drogreden wordt gebruikt om niet te moeten starten met een traject.
8
Activeren van cliënten naar werk Het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC) is de belangrijkste actor in de arbeidsactivering van OCMW-cliënten. Cliënten die zonder werk zitten, worden door de welzijnsbureaus naar het OTC doorverwezen. Daar wordt voor hen, na evaluatie van hun vaardigheden, een passende opleiding of (sociale) tewerkstelling gezocht binnen het OCMW of bij andere diensten. Trajectbegeleiders volgen de cliënten op en sturen bij waar nodig.
• In 2011 kwamen er 1.135 nieuwe steungerechtigden in trajectbegeleiding bij het OTC (2010: 1.370). • Het totaal aantal cliënten dat het OTC in 2011 volgde, steeg licht tot 1.728. Dit wijst erop dat de gemiddelde begeleidingsduur per cliënt is toegenomen.
De trajectbegeleiders van het OTC nemen eerst een intakegesprek van de cliënt af en stellen daarna een persoonsprofiel op, dat de kwaliteiten en verbeterpunten van de cliënt beschrijft.
figuur
1: cliëntenprofiel van het opleidings- en tewerkstellingscentrum (otc) 2008
Afkomst
Geslacht Leeftijd
Scholing
2009
2010
Belgen van Belgische origine
47,7%
42,6%
40,4%
Belgen van allochtone origine
16,3%
15,3%
17,6%
Allochtone origine met een niet-Belgische nationaliteit
36,0%
42,1%
42,0%
Mannen
61,2%
56,3%
57,3%
Vrouwen
38,3%
42,7%
42,7%
<25j
36,2%
31,4%
31,1%
Tussen 25 en 34 jaar
30,7%
32,3%
31,1%
Tussen 35 en 44 jaar
21,5%
20,1%
22,4%
>45jaar
11,7%
16,2%
15,3%
Geen
6,0%
14,5%
6,5%
Max. Lager onderwijs
40,4%
32,7%
32,4%
Max. Lager secundair onderwijs
24,0%
28,9%
29,0%
Hoger secundair of hoger
16,4%
15,7%
16,4%
13,1%
8,2%
15,6%
Alleenwonend
65,3%
58,4%
57,0%
Alleenwonend met kinderen
16,7%
22%
23,4%
Samenwonend met partner (en kinderen)
18,0%
19,6%
19,6%
59%
54,5%
52,2%
Buitenlands diploma Scholing
Kinderlast
Geen kinderen
In 2011 is het aandeel allochtonen weer gestegen. Iets minder dan 60% van de toegeleide cliënten is van allochtone afkomst. Bijna 40% heeft hooguit lager onderwijs gevolgd.
9
Via screening naar werk (figuur 3) Tijdens intakegesprekken maken medewerkers van het OTC een persoonsprofiel van de cliënt op en bepalen ze wat zijn vaardigheden zijn. Met deze diagnose kan de maatschappelijk werker, samen met de cliënt, op zoek gaan naar een gepaste job. figuur
2: screenings otc
2008
115
2009
34
26
Totaal: 175
181
91
29
Scala
26
Totaal: 327
Technische screening
Administratieve screening 2010
138
2011
84
131
0
50
30
76
100
150
38
200
19
17
250
39
Totaal: 301
39
Individuele vervolgscreening Keuken- en poetsscreening
Totaal: 310
300
350
Oriënteringsprogramma’s Daarnaast biedt het OTC oriënteringsprogramma’s aan, die in een gesimuleerde werkomgeving de competenties, werkbereidheid en motivatie van de cliënten in beeld brengen. Deze programma’s zijn uniek in Vlaanderen omdat ze specifiek gericht zijn op kortgeschoolden. Deze vijf oriënteringsprogramma’s zijn: ‘Scala’ (een basisscreening), ‘Technische screening’, ‘Keuken- en poetsscreening’, ‘Administratieve screening’ en ‘Individuele vervolgscreening’ (een screening op maat).
• In totaal volgden in 2011 301 cliënten één van deze vijf oriënteringsprogramma’s (2008: 175, 2010: 310). Ervaringsbewijzen
Sommige mensen bezitten wel de nodige vaardigheden of ervaring om een job uit te oefenen, maar hebben niet de juiste diploma’s of attest. In een testcentrum kunnen ze, na een gesprek en een praktische proef, een officieel attest van beroepsbekwaamheid (een ‘ervaringsbewijs’) behalen. Het OTC is door de Vlaamse overheid erkend als testcentrum voor de beroepen van verhuizer, monitor/begeleider in beschutte en sociale werkplaatsen en keukenmedewerker.
• In 2011 volgden 18 personen een traject binnen onze testcentra (2010: 24). Via opleiding naar werk
De einddoelstelling, een tewerkstelling vinden in het reguliere arbeidscircuit, vraagt vaak een verdere bijscholing op meerdere vlakken. Het OTC beschikt hiervoor over eigen opleidingen, maar verwijst ook door naar andere instanties.
Trajectbegeleiding voor anderstaligen Een cliënt moet al beschikken over een basiskennis Nederlands, vooraleer het welzijnbsureau hem doorstuurt naar het OTC. Daar komt hij terecht in het team ‘NederlandsWerkt’. Deze equipe is gespecialiseerd in het begeleiden van anderstaligen in een traject naar werk. Er zijn twee dergelijke trajecten.
• Het Voortraject voor de Integratie van Anderstaligen (VIA) legt de klemtoon op het mondeling inoefenen van het
Nederlands aan de hand van een aantal activiteiten. Dit project loopt over twee maanden en werd in 2011 vier keer aangebonden voor in totaal 78 deelnemers (2010: 77). • JOB-INTRA is een voortraject dat anderstaligen specifiek voorbereidt op een artikel 60-tewerkstelling of een ander werkervaringsproject. Dit project loopt over zes maanden en er zijn drie instapmomenten. In 2011 startten 69 cliënten in dit project (2010: 70).
10
Taalcoaching Via individuele taalcoaching probeert ‘NederlandsWerkt’ het gebruik van het Nederlands op de werkvloer aan te zwengelen. Per cliënt vergt dit gemiddeld 6 uur coaching.
• In 2011 bereikte de individuele taalcoaching 72 cliënten (2010: 46).
Taalcoaching geeft ook aan technische instructeurs en werkplaatsverantwoordelijken praktische tips om de communicatie met anderstaligen te verbeteren.
• In 2011 werden 22 begeleiders zo gevormd (2010: 23). Samsara
Het project Samsara wil voortijdige schooluitval bij allochtone meisjes in de derde graad van het secundair onderwijs of deeltijds onderwijs voorkomen. De ervaring leert dat allochtone meisjes vaker vroegtijdig met hun studies stoppen en veel minder doorstromen naar het hoger onderwijs dan autochtone meisjes. Daardoor staan ze zwak op de arbeidsmarkt en lopen ze meer kans op armoede en economische afhankelijkheid. Deze doelgroep is evenwel zeer moeilijk te bereiken. In eerste instantie werkte het project samen met de bestaande meisjeswerkingen van vzw Jong. Na enkele maanden bleek dat ook deze vzw de voeling met deze groep van jonge allochtone vrouwen aan het verliezen was. Er werd daarom overgestapt naar ambassadeursacties, waarmee heel wat scholen en jongeren bereikt werden, met duidelijk goede resultaten. Alleen lenen dergelijk ambassadeursacties zich niet tot langdurige individuele begeleidingen. Daarom maakte de stuurgroep van het project na de zomer de keuze om Samsara specifiek te richten op allochtone meisjes uit de stedelijke VIP-school.
• In 2011 bereikte Samsara via ambassadeursacties 66 allochtone meisjes. Dit bleef beperkt tot een eenmalig contact.
• Er waren in 2011 40 korte begeleidingen (1 tot 4 contacten). Het ging om meisjes die doorgestuurd waren via het CLB, vzw’s, scholen, het OCMW of via vriendinnen.
• Het project Koppel K in Het Labyrint, de freinetafdeling van de VIP-school waar de leerlingen een beroepsopleiding in de verzorgingssector kunnen volgen, bereikte 13 leerlingen.
• 24 meisjes werden intensief begeleid. Via werkervaring naar werk
Sommige cliënten hebben nood aan een eerste werkervaring als voorbereiding op de reguliere arbeidsmarkt. Voor hen heeft OCMW Gent een aanbod van werkprojecten. Er wordt altijd gezocht naar een job die het best past bij de vaardigheden en interesses van de cliënt.
Werkervaringsproject (Wepplus) Het OTC vormt samen met het Lokaal Werkgelegenheidsbureau (LWB) van de Stad Gent het leerwerkbedrijf LeerWerk Gent. In dit kader kan het OTC 15 langdurig werklozen voor één jaar tewerkstellen binnen de eigen diensten van het OCMW (zoals de woonzorgcentra) of enkele vzw’s. Tijdens deze tewerkstelling moeten ze een aantal verplichte vormingen volgen en krijgen ze intensieve begeleiding. Door deze combinatie van werkervaring met intensieve begeleiding kan de ‘Webplusser’ weer makkelijker aansluiting vinden bij de arbeidsmarkt.
Arbeidszorg Voor sommige leefloners is een permanente tewerkstelling (vooralsnog) niet haalbaar. Zij kunnen terecht in arbeidszorg, een niet-voltijdse werkvorm op maat gesneden van de cliënt. Het gaat om vrijwillig onbetaald werk onder begeleiding. Intussen behoudt de cliënt zijn uitkering.
• In 2011 subsidieerde het OCMW 8 vzw’s om extra tewerkstellingsplaatsen te creëren voor artikel 60-ers met een laag profiel en voor cliënten in arbeidszorg. Vanuit het OTC startten 99 cliënten in arbeidszorg.
• Vanuit het ‘Proefproject arbeidszorg’ konden 15 kandidaten arbeidszorg aan de slag in de wijken Nieuw Gent en de
Brugse Poort. Het project werd na 7 maanden afgesloten. Vanaf 2012 volgt de Emancipatorische Werking het luik arbeidszorg verder op, in het kader van ‘performanter activeren’.
11
Aan de slag met artikel 60§7 Artikel 60§7 van de OCMW-wet geeft het OCMW de mogelijkheid werk aan te bieden aan cliënten zodat zij werkervaring kunnen opdoen en recht krijgen op een werkloosheidsuitkering. De cliënt krijgt dan een job binnen OCMW Gent of bij één van de 234 werkervaringsplaatsen, die een plaats vrijhouden voor artikel 60-cliënten en waarmee het OCMW een samenwerkingsovereenkomst heeft. Deze tewerkstellingsplaatsen zijn o.a. vzw’s met een sociaal, cultureel of ecologisch doel, de Stad Gent, andere gemeenten, de provincie, intercommunales, openbare ziekenhuizen en sociale economie-initiatieven.
• In 2011 waren er gemiddeld per maand 349 artikel 60-tewerkgestelden aan de slag. Dat is een duidelijke groei in vergelijking met voorgaande jaren (2008: 251, 2010: 320).
• In 2011 startten 294 cliënten in een artikel 60-contract (2010: 289).
Via het artikel 60§7 van de OCMW-wet kan het OCMW cliënten tewerkstellen zodat ze werkervaring opdoen of recht krijgen op een werkloosheidsuitkering.
figuur
3: aantal starters in artikel 60 in 20011 en hun profiel 2010
Leeftijd
289
100%
294
100%
< 25jaar
42
14,5%
70
23,8%
25-34 jaar
94
32,5%
101
34,4%
35-44 jaar
92
31,8%
58
19,7%
45-54 jaar
44
15,2%
57
19,4%
> 55 jaar Geslacht Nationaliteit
2011
17
6%
8
2,7%
Man
179
62,4%
168
57,1%
Vrouw
108
37,6%
126
42,9%
Belg
146,0
50,5%
158
53,9%
Niet- Belg
143,0
49,5%
135
46,1%
Een groot aantal personen dat voor een artikel 60-tewerkstelling in aanmerking komt, moet eerst een maand werkstage doorlopen. Zo kunnen de cursist en de werkplaats elkaar beter leren kennen. Is de klik er niet, dan kan probleemloos worden uitgekeken naar een andere werkplek.
• In 2011 doorliepen 298 cliënten deze werkstage (2010: 243).
12
Leerwerkplekken Binnen het OTC lopen vier specifieke werkervaringsprojecten, waar leefloners voor een bepaalde periode worden tewerkgesteld met een artikel 60- contract of met vervolgcontracten zoals sociaal activa, wepplus en sine. Zij worden in deze leerwerkplekken individueel begeleid, krijgen een algemene en technische vorming en doen werkervaring op.
• In totaal waren in 2011 binnen deze projectwerking een 65 cursisten tewerkgesteld.
De KarWIJdienst verricht kleine renovatiewerkzaamheden, zoals schilderen, behangen, vloeren, isolatie- en elektriciteitswerkzaamheden, tuinonderhoud, enzovoort. De Poetsploeg bestaat uit een tiental medewerkers en staat in voor het onderhoud van OCMW-gebouwen en de huurwoningen van de dienst Wonen De Laadbrug verzorgt een deel van de materiële dienstverlening aan OCMW-cliënten, zoals ontruimingen en verhuizingen, kleine herstellingen aan meubilair, enzovoort. In 2011 voerde De Laadbrug 438 opdrachten uit. Deelnemers aan De Schuitschaaf leren alle aspecten van houtbewerking, restauratie en meubelschilderen aan. 12 cursisten volgden met succes een opleiding houtbewerking aan het CVO Leerdorp.
De Laadbrug voerde in 2011 438 opdrachten uit, waaronder verhuizingen voor OCMW-cliënten.
13
De Schuitschaaf bouwt drie sloepen voor de zeescouts De meest tot de verbeelding sprekende opdracht van De Schuitschaaf in 2011 was de Pegasus II, een houten tweemast roei- en zeilsloep die gemaakt werd in opdracht van de zeescouts van De Wilde Eend. De boot werd op de Belgian Boat Show in Flanders Expo voorgesteld. Voor de cursisten van De Schuitschaaf was het een uniek werkervaringsproject. Indrukwekkende boten De Wilde Eend is de enige, nog actieve zeescoutsvereniging in Gent en telt meer dan 370 leden. Blikvanger in haar botenbestand zijn de B2-sloepen. Mooie, ranke vaartuigen met behoorlijk indrukwekkende afmetingen: 9 meter lang, 2,5 meter breed en twee masten van 6,50 m hoog. De sloepen dateren van de jaren vijftig en waren oorspronkelijk instructieboten van de Nederlandse en Belgische marine. Intussen zijn ze al dertig jaar in dienst bij De Wilde Eend en dringend aan vervanging toe. Replica Nieuwe sloepen zijn in de handel niet meer te krijgen en tweedehands vind je ze ook nog nauwelijks, zeker niet in goede staat. De leiding van De Wilde Eend besloot daarom om van één van de sloepen een mal te laten maken en daaruit vier replica’s in polyester te laten trekken. Het eerste casco werkten de zeescouts met de hulp van vrijwilligers zelf af. Dat nam zoveel tijd en werk in beslag dat ze uitkeken naar externe hulp, die daarin meer deskundig was maar toch betaalbaar bleef. Zo kwamen ze uit bij De Schuitschaaf. Een permanent team van zes mannen en vrouwen werkte zes maanden lang aan de afwerking van de Pegasus II. Ze maakten de kiel en het roer en stonden in voor al het houtwerk en de hele binnenbekleding, alsook het buitenschilderwerk en het inoliën. Cursisten overtroffen zichzelf De cursisten deden een schat aan ervaring op en kregen de juiste arbeidsattitudes bijgebracht: leren samenwerken, concentratie, doorzettingsvermogen, orde en netheid, nauwkeurigheid. Het hele project gaf hen ook een enorme boost. Hun geloof in eigen kunnen nam enorm toe. “Ze waren terecht fier over het eindresultaat. Sommigen hebben zichzelf overtroffen en zegden letterlijk ‘we wisten niet dat we dat konden’, zegt hoofdmaatschappelijk werkster Katty Henau.
Cursisten van De Schuitschaaf werkten een sloep af voor de zeescouts van De Wilde Eend.
14
Arbeidstoeleiding - hulp bij de zoektocht naar werk Ook cliënten die klaar zijn voor de arbeidsmarkt en die misschien al een specifieke job voor ogen hebben, kunnen bij het OCMW terecht. Het OTC begeleidt hen, vaak in samenwerking met partnerorganisaties, bij hun zoektocht naar een job. Maar de begeleiding stopt niet wanneer de cliënt een contract ondertekent. Ook bij de start van een tewerkstelling volgt het OTC de cliënt verder op.
Vormingsmomenten artikel 60 Artikel 60-werknemers moeten verplicht twee vormingen volgen vóór hun contract ten einde loopt.
• In Delta (3 maanden vóór het einde) proberen we te achterhalen of de cliënt een haalbaar jobdoelwit heeft en met welke ondersteuning hij dit kan bereiken. Delta vond 11 keer plaats in 2011. 143 cliënten namen eraan deel.
• Bij het infomoment ‘Wat na artikel 60?’ vernemen de cliënten wat hun doorstroommogelijkheden zijn. Dit gebeurt in samenwerking met de VDAB. Deze infosessie had in 2011 12 keer plaats.
Jobwerkbank De Jobwerkbank helpt steungerechtigden, mensen in een artikel 60-contract en personen in nazorg bij hun zoektocht naar een vaste baan. Dit gebeurt via concrete acties zoals het schrijven sollicitatiebrieven, telefoneren naar werkgevers en begeleiden van sollicitatiegesprekken. Extra ondersteuning door een bedrijfsconsulent is mogelijk.
• De Jobwerkbank nodigde in 2011 91 nieuwe kandidaten uit. 9 mensen namen al deel in 2010, wat een totaal geeft van 100 deelnemers in 2011.
• Voor 71 cliënten (71%, in 2010: 62%) was actieve bemiddeling mogelijk. 29 cliënten daagden nooit op (29%, in 2010: 38%).
• In 2011 sloot de Jobwerkbank het traject van 78 cliënten af. 23 personen kwamen nooit opdagen, 55 namen wel
effectief deel. Van die 55 slaagden er 27 in om een job te vinden (49%, in 2010: 42%). 1 persoon stroomde door naar een opleiding.
OCMW Gent en VDAB leren cliënten solliciteren Sinds 2010 werken de Jobwerkbank van OCMW Gent en de Jobclub van de VDAB samen om cliënten te leren solliciteren. De cliënt moet eerst tien halve dagen verplichte training volgen. Daarna gaat hij over naar een sollicitatieruimte tot hij een job vindt, met een maximum van 5 maanden. Er wordt gewerkt met gemengde groepen van leefloners en mensen die een werkloosheidsuitkering ontvangen.
• In 2011 werden 103 personen uitgenodigd voor deze training. 47 van hen namen effectief deel. • Van die 47 stroomden er 23 (48%) door naar werk, 3 naar een opleiding (6%). Tien deelnemers zetten de training stop (23%). De anderen worden verder opgevolgd of waren eind 2011 nog bezig.
Actieplan Werk In maart 2011 kwam een einde aan het project ‘Actieplan Werk’ dat in 2009 door het OCMW, de Stad Gent en de VDAB was opgestart. Bedoeling was om mensen, die door de economische crisis werkloos waren geworden, zo snel mogelijk weer aan een baan te helpen. De begeleiding gebeurde door vijf trajectbegeleiders van de VDAB en één van het OCMW.
• In totaal werden 174 mensen doorverwezen naar de trajectbegeleider van het OCMW. • 89 personen vonden werk (51%). • 13 personen volgden een opleiding (7,5%). • 48 personen zijn nog werkzoekend (27,5%). • 19 personen daagden nooit op (11%). • 2 personen worden gevolgd door een andere dienst, 1 persoon had geen geldige arbeidskaart, een tweede viel ziek weg en een derde verhuisde (3%).
15
Doorstroming en nazorg Cliënten worden tijdens hun activeringstraject regelmatig geëvalueerd. De weg stopt wanneer het dossier van de cliënt wordt afgesloten. Bij voorkeur gebeurt dit als de cliënt een job heeft gevonden en zijn situatie voldoende stabiel is geworden. Maar ook andere redenen liggen aan de basis voor het afsluiten van een dossier, zoals geen interesse, uitstroom naar een werkloosheidsuitkering, psychosociale problemen of medische problemen. figuur
4: doorstroom en uitstroom cliënten otc na afsluiten dossier
1.400 Totaal: 1.181
1.200 1.000 800 600 400 200 0
Totaal: 807 170
Totaal: 887 178 73
32
178
210
143
113 28
32 284
254
2007
2008
Uitstroom naar werkloosheidsuitkering
132
Uitstroom wegens geen interesse of te laag profiel
293
286
Uitstroom door psychosociale of medische problemen
188
176
301
180
37
Doorstroom naar opleiding
270
175 53 203
2009
Uitstroom wegens andere redenen (overlijden, detinering, verhuis, ...)
244
Totaal:948
66
Totaal: 1.218
59
31
302
349
2010
2011
Doorstroom naar arbeidsmarkt
In 2011 sloot het OTC 1.218 dossiers af (2008: 887, 2010: 1.181). Met andere woorden: de doorstroom naar de arbeidsmarkt steeg in 2011.
• 348 cliënten (of 28,7%) stroomden door naar de arbeidsmarkt. (25,5% in 2010): • 201 contracten in loondienst; • 106 interimcontracten; • 10 wep+contracten; • 9 activacontracten; • 9 contracten dienstencheques; • 7 zelfstandige activiteit; • 5 sine-contracten; • 1 PWA. • 2,5% stroomde door naar een opleiding (5% in 2010). • 23,5% toonde geen (verdere) interesse in begeleiding (24,9% in 2010). 6,2% hiervan zijn mensen die tijdens het
traject afhaakten. • 14,5% had problemen van psychische, sociale of medische aard die een verdere begeleiding naar tewerkstelling belemmerden (15,9% in 2010). • 10,8% ging uit arbeidstrajectbegeleiding als ze een werkloosheidsvergoeding konden verkrijgen (3,1% in 2010). • Andere redenen om uit arbeidstrajectbegeleiding te gaan, waren: detentie, dringend ontslag, geen erkend politiek vluchteling zijn, gevolgd worden door een externe dienst, leeftijd, overlijden, taalproblemen, verhuizing (20% in 2011, 29,6% in 2010).
16
figuur
5: doorstroom cliënten na afsluiten dossier in detail (werk + opleiding) 2006
2007
2008
2009
2010
2011
105
151
172
124
183
201
Interim contracten
28
48
66
38
73
106
Contracten activa
20
29
12
5
13
9
Contracten WEP+
15
9
14
13
11
10
Contracten SINE
3
2
3
3
3
5
Contracten dienstencheques
15
8
7
10
11
9
Zelfstandige activiteit
12
6
8
9
7
7
Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA)
1
0
0
1
1
1
Interne Beroepsopleiding (IBO)
1
1
2
0
0
0
Startbaan
1
0
0
0
0
0
Vrijwilligerswerk
1
0
0
0
0
0
28
28
32
53
59
30
230
282
316
256
361
378
Contracten in loondienst
Opleiding Totaal
Cultuur- en taalbarrière doorbreken De sociale dienstverlening van OCMW Gent moet voor etnisch-culturele minderheden even kwaliteitsvol en toegankelijk zijn als voor andere Gentse burgers. De dienst Interculturalisering helpt om de taal- en cultuurbarrière te doorbreken. Alle maatschappelijk werkers kunnen daarom altijd een beroep doen op intercultureel medewerkers (ICM’ers) en intercultureel bemiddelaars (ICB’ers).
• Tolken is de hoofdopdracht van de ICM’ers. In 2011 namen ze 5.881 individuele opdrachten op (2010: 4.979).
De begeleiding van allochtone cliënten vraagt vaak een andere aanpak. De dienst Interculturalisering helpt om de cultuur- en taalbarrière te doorbreken.
17
Voor nieuwe EU-burgers (Bulgaren en Slowaken) organiseert het OCMW met de dienst Vreemdelingen verplichte groepssessies, waarin ze geïnformeerd worden over het rechten- en plichtenverhaal binnen OCMW Gent. Een ICB’er leidt de groepssessie.
• In 2011 waren 202 cliënten ingeschreven voor deze groepssessie, van wie er 156 (77%) aanwezig waren. Dat is mer-
kelijk minder dan in 2010 (774 ingeschreven, 553 aanwezig). Zolang cliënten niet aan de groepssessie deelnemen, wordt er voor hen geen leefloondossier geopend.
Sedert 1 april 2011 organiseert de dienst Interculturalisering de GOAL-sessie. Waarbij GOAL staat voor Gemeenschappelijk Onthaal voor Allochtonen. Alle anderstalige cliënten zijn verplicht om deze sessie te volgen. GOAL informeert de cliënten over het activeringsen taaltraject dat ze moeten volgen, over hun rechten en plichten, de sociale zekerheid, enzovoort.
• In 2011 werden 567 cliënten doorgestuurd, van wie er op de sessie 300 effectief aanwezig waren (53%).
Sociale activering van cliënten Een kwaliteitsvolle en duurzame baan: dat blijft het hoofddoel. Maar voor een deel van de cliënten is dit geen haalbare kaart. Door een kluwen van problemen (ontoereikende sociale bekwaamheden of intellectuele vaardigheden, fysieke beperkingen, psychische problemen) kunnen zij niet voldoen aan de eisen en de verwachtingen op de arbeidsmarkt. Ook voor die mensen wil OCMW Gent deelname aan het maatschappelijk leven garanderen. We doen dit via sociale activering. Dit is het werkterrein van de Emancipatorische Werking (EW). Deze dienst zet projecten op die maatschappelijk zinvol zijn en die de attitudes en het zelfbeeld van de cliënten maximaal versterken en hun competenties helpen ontplooien. Voor sommigen is sociale activering een opstap naar werk, voor anderen is het een eindpunt.
Basiswerking De basiswerking is een wijkgerichte groepswerking, waarbij cliënten uit dezelfde buurt op vaste tijdstippen samenkomen. De deelnemers werken in een veilige en warme groepssfeer en de activiteiten komen tot stand vanuit hun eigen ervaringen: met een beperkt budget aankopen doen in de supermarkt, een uitstap maken, het klaarmaken van een voedzame maaltijd,… Zo leren de cliënten sociale vaardigheden aan en worden ze gesterkt in hun eigenwaarde. Voor elke deelnemer wordt een individueel activeringstraject uitgestippeld. Het accent ligt daarbij vooral op de doorstroming uit de groepswerking naar bestaande initiatieven. Dit bevordert een verdere integratie, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk. Er waren in 2011 nog twee basiswerkingen.
• In 2011 namen 23 cliënten deel aan de Basiswerking Ledeberg. Tien groepsleden stroomden door, vier stopten we-
gens andere, te belastende factoren. • Basiswerking (BW) ’t Centrum ontstond eind 2010 uit een fusie tussen BW Sint-Amandsberg en BW Gent Noord. BW ’t Centrum kende in 2011 een verloop van 37 groepsleden. Tien cliënten stroomden door, 16 stopten wegens andere belastende factoren of waren niet meer te motiveren na de fusie.
Perfect is saai ‘Perfect is saai’ is een project met als thema ‘schoonheid vanbinnen en vanbuiten’. In interactieve workshops staan de cliënten stil bij zaken als make-up, kledij, kapsel, lichaamsexpressie (hoe kom ik over op de buitenwereld?) en communicatie. De boodschap is dat wie zich uiterlijk verzorgt, zich beter in zijn vel voelt. En dat wie zich van binnen beter voelt, er ook beter uit ziet.
• 33 cliënten werden doorverwezen naar ‘Perfect is saai’. • 16 cliënten zijn nooit gestart wegens niet te motiveren (9), medische en psychische redenen (6) en praktische problemen (1).
• Van de 17 cliënten die startten, haakten er onderweg 9 af wegens psychische en psychiatrische problemen (5), niet gemotiveerd (2) en doorstroming (2).
• De 8 cliënten die het project beëindigden, stroomden door naar andere initiatieven zoals vrijwilligerswerk, groepswerking, artikel 60-tewerkstelling en een opleiding.
18
After work swishing De verborgen krachten en talenten van de groepsleden van ‘Perfect is saai’ kwamen tot uiting op een after work swishing, tijdens de Week tegen Armoede, op de OCMW-campus Het Heiveld in Sint-Amandsberg. Actrice Helga Van Der Heyden, vooral bekend van de VTM-soap ‘Familie’, was zo onder de indruk van het kunnen van de groepsleden dat ze prompt meter van het project werd. Hype Een swishing of kledingruilfeestje is de nieuwste hype in modeland. Kledingstukken, schoenen en accessoires die je niet meer draagt wegens te groot, te klein of omdat je eropuit bent gekeken, hoef je niet meer in je kast te laten verkommeren. Je kan er op de swishing iemand anders een plezier mee doen en misschien vind je zelf wel iets tussen de afgeschreven spullen van een andere deelnemer. Hip en cool De deelnemers aan ‘Perfect is saai’ leidden de kledingruilbeurs voor het OCMW-personeel in goede banen. En met het milieuvriendelijke evenement bewezen ze ook dat niemand zich hoeft te schamen om tweedehandskledij en –spullen te dragen. Ook met een beperkt budget kan je er cool en hip uitzien. En wie er goed uit ziet, voelt zich ook beter en zelfverzekerd. Zo sloot de swishing perfect aan bij de doelstellingen van het project.
Op het kledingruilfeestje van het project ‘Perfect is saai’ konden OCMW-personeelsleden een mooie slag slaan.
Bougez Bougez Bougez Bougez is een project rond muziek en dans dat openstaat voor cliënten uit alle welzijnsbureaus. Deelnemers zingen samen, bewerken teksten, dansen, maken muziek en treden regelmatig op voor een groot publiek. Dit vergroot hun vaardigheden, stimuleert hun zelfvertrouwen en geeft hen nieuwe energie.
• In de loop van 2011 kende Bougez Bougez een verloop van 32 groepsleden. • 16 deelnemers stapten uit het project, van wie er 2 doorstroomden. De 14 anderen stopten wegens persoonlijke, belastende factoren.
• Van de 16 overblijvende groepsleden, waren er eind 2011 dertien die een extern engagement (zoals vrijwilligerswerk) waren aangegaan.
19
Digi-tale Digi-tale is een tijdelijk project dat van februari tot juni 2011 liep. Een digi-tale is een combinatie van storytelling en nieuwe media. Het project wil de digitale kloof bij mensen in armoede helpen dichten.
• Er waren in 2011 tien bijeenkomsten. Die resulteerden in vier kortfilmpjes die de deelnemers maakten over een eigen ervaring of een activiteit binnen Bougez Bougez.
OCMW info OCMW info is een verplichte vormingsdag voor nieuwe cliënten die een leefloon of levensminimum ontvangen (studenten hoger onderwijs zijn vrijgesteld). Cliënten vernemen op de vormingsdag wat hun rechten en plichten zijn en welke activeringstrajecten ze kunnen volgen. Na een proefproject ging OCMW info in 2011 effectief van start.
• OCMW info vond 30 keer plaats en er waren 583 inschrijvingen. • 238 cliënten waren aanwezig (41%), 354 personen daagden niet op (59%). • Per vormingsdag waren gemiddeld 8 deelnemers aanwezig, in plaats van de verwachte 25.
Het aanwezigheidspercentage bedraagt dus minder dan de helft, hoewel de vorming verplicht is. De welzijnsbureaus werden ingelicht en streven ernaar om in 2012 het aantal aanwezige cliënten te doen stijgen.
Dialooggroep klantenparticipatie De Dialooggroep Klantenparticipatie bestaat uit cliënten die ervaring hebben met de hulpverlening van het OCMW. Ze komen samen om de dienstverlening te bespreken, evalueren waar het nog beter kan en doen voorstellen voor de toekomst. De Dialooggroep kan worden ingeschakeld voor schriftelijke communicatie naar de doelgroep (is die duidelijk genoeg?), als klankbordgroep rond een specifieke maatregel, als partner in een beleidsproces en als meewerkende partner in vormingen en dialoogmomenten. Zo werkte de Dialooggroep in 2011 mee aan de bedrijfsfilm van OCMW Gent en fungeerde hij als testgroep bij de lancering van de nieuwe OCMW-website.
• In 2011 namen 23 personen deel aan de Dialooggroep (2010: 21 deelnemers). Er vonden 56 bijeenkomsten plaats. • 3 cliënten stopten, van wie er 2 doorstroomden. Zeven nog actieve leden gingen daarnaast ook nog een extern engagement aan.
De Dialooggroep Klantenparticipatie helpt om de dienstverlening van het OCMW nog beter af te stemmen op de noden van de cliënten.
20
Herverhalen Herverhalen is een groepswerking waarbij kansarme cliënten zelfgeschreven gedichten voordragen. Bedoeling is om een meer genuanceerd beeld op te hangen over generatiearmoede. Er is meer dan alleen kommer en kwel in het leven. Door de positieve krachten en creativiteit van de deelnemers naar voren te brengen, worden ze in hun eigenwaarde gesterkt en groeien hun kansen om verdere stappen te zetten in hun activeringstraject. Het project resulteerde in de uitgave van de poëziebundel ‘En nu…activeren via een creatief proces’. Er waren 3 voordrachten, onder meer op de persconferentie bij het begin van de Week tegen Armoede.
• 7 mensen namen deel aan dit project. Er waren 20 groepsbijeenkomsten. • 2 deelnemers stopten voortijdig wegens een te belemmerende problematiek. De 5 anderen stroomden door, o.m. naar de Dialooggroep Klantenparticipatie.
In het project ‘Herverhalen’ droegen cliënten zelfgeschreven gedichten voor.
Cultuurparticipatie Deze groepswerking activeert de groepsleden van de Emancipatorische Werking door middel van deelname aan een brede waaier van culturele evenementen (film, muziek, theater, het Gents Boksgala).
• 165 groepsleden genoten in 2011 van een cultuuraanbod op maat. (2010: 47deelnemers).
De forse groei in vergelijking met 2010 is te verklaren door het mooie en uitgebreide aanbod en de begeleiding ter plaatse. Samen onder begeleiding naar een culturele activiteit gaan, neemt blijkbaar heel wat drempels weg.
Opnieuw je eigen centen beheren Dit project loopt in samenwerking met Leerpunt en de Juridische dienst van OCMW Gent en omvat wekelijkse groepsbijeenkomsten rond de thema’s schulden en budgetteren. Bedoeling is dat de deelnemers uit de ervaringen van anderen leren en haalbare stappen zetten om op termijn hun financiën zelfstandig te beheren.
• In 2011 waren er 24 doorverwijzingen vanuit het wijkwerk. Na een intake bleken 16 cliënten voldoende gemotiveerd om aan het project deel te nemen.
• 11 cliënten haalden de eindstreep. • Ook op het vlak van activering leverde de groepswerking resultaten op. 9 deelnemers stroomden door naar een opleiding, een werkstage, een arbeidszorgproject,…
Het opleidingsniveau van de deelnemers in 2011 lag opvallend laag. De meesten hadden hun buso- of beroepsscholing niet afgemaakt en enkelen konden heel moeilijk rekenen, lezen en schrijven.
21
Extra Time Extra Time richt zich tot jongeren tussen 18 en 25 jaar die nog niet klaar zijn voor de reguliere arbeidsmarkt. Via groepswerking en individuele begeleiding wil het OCMW hen activeren en aan hun attitudes en competenties werken. Het project bestaat inhoudelijk uit een mix van vormende groepswerkingen, doe-activiteiten, sportieve momenten en deelname aan culturele activiteiten. Zo nam een ploeg van Extra Time deel aan de Belgian Homeless Cup, de sociaal-sportieve voetbalcompetitie voor dak- en thuislozen. Extra Time, dat in de plaats kwam van het project Voorzet, vond in 2011 voor de eerste keer plaats, met steun van het Europees Sociaal Fonds. Er is een structurele samenwerking met de trajectbegeleiding van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC).
• Vanuit de Jongerenwerking van OCMW Gent waren er 28 doorverwijzingen. Uiteindelijk ging het project van start
met 16 deelnemers. • 2 jongeren verhuisden en kwamen zo bij een ander OCMW terecht, een derde haakte af. • De 13 anderen stroomden door naar arbeidszorg, artikel 60-tewerkstelling, een job op de reguliere arbeidsmarkt, een opleiding, vrijwilligerswerk,…
Jongeren Extra Time organiseren internationaal minivoetbaltornooi Eén van de meest opvallende activiteiten van Extra Time in 2011 was de organisatie van een internationaal minivoetbaltornooi. Deelnemende ploegen waren o.a. Oud-Buffalo’s AA Gent, Politie ‘Flikken’ Gent, Eandis, Hattrick Mechelen, V-Tex Kortrijk, Jong Ronse, OCMW Gent en Teamplay NAC Breda. De jongeren van Extra Time namen de hele organisatie op zich. Iedereen had zijn eigen taak. Opbouwen van het terrein, de bewegwijzering, het opzetten van een tent, het in orde brengen van de kleedkamers en het sanitair, de veiligheid, EHBO, het onthaal, ervoor zorgen dat de spelers eten en drinken hebben, het bijhouden van de wedstrijdscores. Leerrijke ervaring Voor de jongeren was het een zeer leerrijke ervaring. “Met de organisatie van dit tornooi werkten we aan basisvaardigheden zoals samenwerken, verantwoordelijkheid en initiatief nemen, aanvaarden van gezag, taakafspraken nakomen en op tijd komen”, stippen begeleiders Joke Lecluyse, Dirk De Ridder en Joost Neukermans aan. “Ook flexibiliteit was erg belangrijk. De jongeren moesten overal kunnen invallen als er iemand te kort was. En ze moesten ook leren omgaan met kritiek. Bij zo’n evenement is er altijd wel iemand die een opmerking over dit of dat heeft.”
De jongeren van Extra Time brachten de organisatie van een internationaal minivoetbaltornooi tot een goed einde.
22
Receptiewerking De Receptiewerking is een arbeidszorgproject (AZP). Deelnemers aan het project verzorgen de catering voor OCMWdiensten, en occasioneel ook voor stads- en provinciediensten en voor sociale organisaties. Ze bereiden zelf hapjes, warme maaltijden, koude beuffetten en belegde broodjes. Daarnaast bedienen de cliënten ook zelf tijdens recepties en maaltijden. De Receptiewerking verzorgt ook op vaste momenten de middagmaaltijden in het welzijnsbureau Gent Noord en het buurtcentrum De Vaart in Gentbrugge. In De Vaart maakten de cliënten in 2011 gemiddeld 50 maaltijden per dag.
• De Receptiewerking sloot 2011 af met 43 actieve groepsleden (2010: 35). • Over heel 2011 presteerden de groepsleden 12.678 uren. • 16 groepsleden stroomden door. Bij 7 van hen ging het om een artikel 60-tewerkstelling. Basisopleiding Keuken en Zaal
Deze basisopleiding werd in 2011 een eerste keer georganiseerd en is een soort ‘spin off’ van het opleidingsproject IKOOK, dat in 2010 werd stopgezet. De deelnemers krijgen gedurende 3 maanden een opleiding in de keuken en de zaal van het welzijnsbureau Gent Noord.
• Van de 20 gestarte cursisten haalden er 17 de finish. • Van die groep ontvingen er 8 een officieel attest, nadat ze geslaagd waren in 4 modules (basis keuken, initiatie warme keuken, basis zaal, omgang met gasten).
23
Activering in cijfers Sociale activering
Arbeidsactivering
• In 2011 is er voor 2.251 cliënten een Geïndividualiseerd • Het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC) be-
Project Maatschappelijke Integratie (GPMI) opgegeleidde in 2011 gemiddeld 1.728 cliënten (2010: 1.669), maakt (2010: 1.763). met als doel hen aan een job op de reguliere arbeids• Daarvan zijn er 621 GPMI’s afgesloten voor studenten markt te helpen. (2010: 614). In 2011 kwamen er 1.135 nieuwe steungerechtigden in • 716 GPMI’s werden afgesloten in het kader van een ar- • trajectbegeleiding (2010: 1.370). beidstraject (2010: 708), 833 voor het volgen van een • Ongeveer 1.500 cliënten (meer dan een kwart van het vorming, waaronder taallessen (2010: 278). totale aantal steungerechtigden) zijn niet arbeidsacDe wijkgerichte Basiswerking werkte met 60 cliënten. • tiveerbaar –zelfs niet om naar een artikel 60-tewerk• 8 cliënten beëindigden het project ‘Perfect is saai’. stelling door te stromen- omdat zij onvoldoende Ne• Bougez Bougez werkte in 2011 met 32 cliënten. • 238 cliënten namen deel aan de verplichte vormings- derlands kennen. dag OCMW info. 345 cliënten daagden niet op. Via screening naar werk • De Dialooggroep Klantenparticipatie verwelkomde 23 • 300 cliënten werden gescreend op competenties en cliënten om over een toegankelijker OCMW-dienstvaardigheden (2010: 310). verlening te praten. • Via Cultuurparticipatie genoten 165 cliënten van een • 18 cliënten volgden een traject in één van de drie testcentra, met als doel een ervaringsbewijs te behalen. gevarieerd cultuuraanbod (2010: 47). 16 cliënten namen deel aan het project ‘Opnieuw je • Via opleiding naar werk eigen centen beheren’. 147 anderstalige cliënten namen deel aan één van de • In het jongerenproject ‘Extra Time’ gingen 16 deelne- • twee taalprojecten VIA en JOB-Intra (2010: 147). mers van start, die op één na allemaal doorstroomden • 72 cliënten kregen tijdens hun tewerkstelling een naar werk, een opleiding of vrijwilligerswerk. • De Receptiewerking sloot 2011 af met 43 actieve leden. taalcoaching (2010: 46). • 8 cursisten behaalden een officieel attest in de Basis- • Samsara begeleidde 24 allochtone meisjes uit de derde graad van het middelbaar onderwijs. opleiding Keuken en zaal.
Arbeidstoeleiding
• In
2011 sloot het OTC 1.218 dossiers af. Bijna 29% stroomde door naar de arbeidsmarkt (2010: 25,5%) en 2,5% stroomde door naar een opleiding (2010: 5%). • Via de Jobwerkbank vonden 27 cliënten, of 49% (2010: 42%), werk. 1 cliënt startte een opleiding. • Via de samenwerking met de Jobclub van de VDAB vonden 23 cliënten werk (48%). 3 stroomden door naar een opleiding. • 174 cliënten werden via het Actieplan Werk doorverwezen. 89 personen (51%) vonden werk, 48 personen (27,5%) zijn nog werkzoekend van wie er 10 zijn die tussentijds een poos gewerkt hebben. 13 personen (7,5%) volgen een opleiding. • Via Snel Werk werden 17 tewerkstellingen gerealiseerd, waarvan 10 via de interimkantoren waarmee OCMW Gent samenwerkt. 7 personen vonden werk via andere kanalen.
Wat kost het?
Via werkervaring naar werk
• Net zoals de vorige jaren werden 15 langdurig werklo-
zen binnen het OCMW tewerkgesteld in het kader van het Werkervaringsproject (Wepplus). • 298 cliënten doorliepen een werkstage van één maand, als voorbereiding op een artikel 60-tewerkstelling (2010: 243). • 99 cliënten startten vanuit OTC in arbeidszorg (2010: 75). • Gemiddeld per maand waren 349 cliënten met een artikel 60-contract actief (2010: 320) • In de Leerwerkplekken binnen het OTC (De KarWIJdienst, De Poetsdienst, De Schuitschaaf, De Laadbrug) waren een 65-tal cursisten tewerkgesteld.
OCMW Gent kreeg 11,8 miljoen euro subsidies van de Vlaamse en federale overheid voor de financiering van tewerkstellingsprojecten (2010: 11,4 miljoen).
24
Leefloon en levensminimum Cijfers en tendensen
Voor het eerst sinds 2006 nam het aantal cliënten dat een leefloon of levensminimum kreeg af. Het aantal cliënten dat in 2011 minstens één dag financiële steun kreeg, daalde met 6,9 procent van 8.866 naar 8.254. Het handhavingsbeleid, waarbij OCMW Gent er strikt op toeziet dat cliënten hun plichten naleven en fraude systematisch opspoort, sorteert dus duidelijk effect. Ruim 28 procent van het aantal steungerechtigden was jonger dan 25 jaar. 11,8 procent is student.
Gemiddeld kregen 4.577 cliënten per maand een leefloon. Dat is ruim 11% minder dan in 2010.
Het leefloon in detail – cijfers en tendensen Als iemand geen middelen meer heeft om in het eigen levensonderhoud te voorzien, kan hij of zij bij het OCMW een leefloon aanvragen. Dat is een basisinkomen dat mensen de kans geeft op een menswaardig leven. Vreemdelingen die een asielaanvraag hebben ingediend of die ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister, ontvangen een levensminimum. Dat is hetzelfde bedrag als het leefloon. figuur
6: bedragen leefloon /levensminimum vanaf 1 september 2011: Jaarbasis
Categorie 1 (samenwonend)
Maandbasis
6.161,46 euro
513,46 euro
Categorie 2 (alleenstaand)
9.242,20 euro
770,18 euro
Categorie 3 (persoon die samenwoont met een gezin ten laste)
12.322,93 euro
1.026,91 euro
25
Aantal steungerechtigden Tussen 2006 en 2010 steeg het aantal leefloners en levensminimumgerechtigden onder de Gentse bevolking. Tegelijkertijd steeg ook het aantal studenten met een leefloon. In 2011 daalde het aantal cliënten dat een leefloon (LL) of levensminimum (LM) ontving, voor het eerst in 5 jaar, zowel in absolute cijfers als in aandeel van de beroepsactieve Gentse bevolking. Ook het aantal leefloonstudenten daalde voor het eerst in 3 jaar. figuur
7: deze tabel is een momentopname van telkens de laatste dag van het jaar LL/LM
LL/LM op 1000 inw
LL/LM op 1000 inw (18-64)
studenten LL op 1000 inw (18-64)
31/12/2006
4.438
18,9
29,8
2,7
31/12/2007
4.585
19,4
30,3
3,2
31/12/2008
4.588
19,1
29,9
3,1
31/12/2009
5.419
22,3
34,8
3,4
31/12/2010
6.025
24,4
38,1
3,5
31/12/2011
5.335
21,6
33,8
3,2
Op 31 december 2011 waren er ruim 11% minder steungerechtigden dan het jaar tevoren. We merken wel dat de evolutie binnen het leefloon er anders uitziet dan de evolutie binnen het levensminimum. figuur
8: uniek aantal leefloners en levensminimumgerechtigden op jaarbasis
14.000 12.000 10.000 8.000
10.958 11.341
Cliënten met financiële steun (incl. LL/LM) 11.494
Cliënten met Leefloon/Levensminimum # Leefloon
7.072
6.878
5.695
5.875
1.356
1.408
2.000 0
10.846 8.866
6.000 4.000
11.492
12.170
7.220
6.186
1.229
2006
2007
2008
7.870
6.834
1.174
2009
7.373
8.254
# Levensminimum
6.678
1.641
1.650
2010
2011
Er is dus een sterke daling van het aantal leefloners met 9,4 procent, van 7.373 in 2010 naar 6.678 in 2011. In de tweede helft van 2011 lag het aantal leefloners ook lager dan het aantal leefloners in de tweede helft van 2009. Bij de levensminimumgerechtigden zien we een andere evolutie. Na een grote daling in 2008, is er vanaf 2009 een onafgebroken stijging. Om op het einde van 2011 op een ongekend hoog aantal cliënten met een levensminimum (1.650, een stijging met 0,5 procent ten opzichte van 2010) uit te komen. Eén bemerking nog: bij het lezen van deze grafiek merkt u dat de som van het aantal leefloners (LL) en levensminimumgerechtigden (LM) groter is dan het totale aantal LL/LM’ers. Dit komt doordat mensen in één jaar kunnen overgaan van LL naar LM of omgekeerd. Bij het weergegeven totaal zijn de dubbele cliënten uitgezuiverd.
26
Wie zijn de steungerechtigden? Sekse In 2011 was er, zoals de voorgaande jaren, een evenwichtige verdeling tussen mannen (49,5%) en vrouwen (50,5%).
Leeftijd figuur
9: vergelijking per leeftijdscategorie van leefloners en levensminimumgerechtigden
met de gentse inwoners met een beroepsactieve leeftijd (gemeten op 31 december 2011)
Leeftijdscategorie
LL
LL in%
LM
LM in%
inwoners Gent
inwoners in%
18-24
1.182
29,4
282
25,2
21.577
13,7
25-29
492
12,2
154
13,8
22.631
14,3
30-34
448
11,1
156
13,9
21.457
13,6
35-39
369
9,2
136
12,2
17.440
11,0
40-44
336
8,3
121
10,8
16.231
10,3
45-49
325
8,1
102
9,1
16.365
10,4
50-54
323
8,0
87
7,8
15.717
10,0
55-59
263
6,5
59
5,3
14.009
8,9
60-64
286
7,1
22
2,0
12.440
7,9
Totaal
4.024
100
1.119
100
157.867
100
Uit deze cijfers blijkt dat 18- tot 24-jarigen met een leefloon of levensminimum oververtegenwoordigd zijn, in vergelijking met het aantal Gentse inwoners van dezelfde leeftijdscategorie. Dit heeft vanzelfsprekend te maken met de grote groep studenten in deze categorie.
Afkomst Bijna 67% van de cliënten die een leefloon of levensminimum ontvangen, is niet in België geboren. Dat is 1,3% meer dan in 2010. figuur
10: evolutie steungerechtigden op basis van afkomst
7.000 6.000 5.819
5.000 4.000 3.000
3.769
3.988
4.213
4.815
3.109
3.084
3.007
3.055
3.047
2006
2007
2008
2009
2010
2.000
5.526
niet geboren in België geboren in België
2.728
1.000 0
2011
De grafiek geeft aan dat door de jaren heen de cliënten, die niet in België geboren zijn, een almaar groter deel van de totale groep leefloners en levensminimumgerechtigden vormt. De verhouding is nu: 1/3 in België geboren en 2/3 niet in België geboren.
27
figuur
11: leefloon : verdeling volgens geboorteland Nieuw
Andere
Hernieuwd
EU 15 zonder België
Gekend
Amerika Azië Midden Oosten Noord-Afrika Afrika (Centraal en Zuid) Azië excl. Midden Oosten Europa niet EU EU 12+ België 0
500
1000
1500
2000
2500
3000
De grootste groep van leefloners of 40,8% is geboren in België, gevolgd door nieuwe EU-burgers (19,1% of 1.278 cliënten). In 2010 vertegenwoordigden zij nog 19,4% of 1.430 cliënten. Dit zijn vooral leefloners geboren in Bulgarije (52%) en in Slowakije (42%). In 2010 was er een grote instroom van nieuwe EU-burgers. In 2011 is er een duidelijke kentering. Het aandeel van nieuwe cliënten ligt veel lager dan het aandeel van cliënten dat al gekend was bij het OCMW. Dat betekent dus dat de instroom van nieuwe EU-burgers in 2011 daalde. De maatregelen die OCMW Gent en de Stad Gent namen om de instroom van nieuwe EU-burgers in te dijken, hebben hun effect dus niet gemist. Zo wordt er hard opgetreden tegen huisjesmelkerij, frauduleuze arbeidscontracten en nepbedrijven en een strengere toepassing van de gemeentewet bij inschrijvingen in het vreemdelingenregister. Het aantal aanvragen van nieuwe EU-burgers zal in de toekomst nog meer dalen met de gewijzigde opvangwet, waarbij nieuwe EU-burgers de eerste drie maanden van hun verblijf geen recht hebben op sociale bijstand. Europeanen die niet tot de EU behoren, nemen 11% (of 736 personen) in van het totale cliënteel leefloon. Een aanzienlijk deel zijn Turken (502 personen of 68%), gevolgd door mensen uit het vroegere Joegoslavië (178 personen of 24%) en Albanezen (36 personen of 5%).
Figuur 12: levensminimum : verdeling volgens geboorteland Nieuw
België
Hernieuwd
Andere
Gekend
EU 15 zonder België Amerika EU 12+ Noord-Afrika Azië Midden Oosten Afrika (Centraal en Zuid) Europa niet EU Azië excl. Midden Oosten 0
100
200
300
400
500
600
Het profiel van de levensminimumgerechtigden (LM) ziet er anders uit dan dat van de leefloners.Hier zien we een publiek dat vooral geboren is in Azië, Europa (niet Europese Unie) en Afrika. 29% komt uit Azië (het Midden-Oosten niet meegerekend). Het gaat in de eerste plaats om mensen die geboren zijn in het Aziatische deel van de vroegere Sovjet-Unie, gevolgd door Afghanen en Pakistani. Bij de cliënten die geboren zijn in een Europees land buiten de EU merken we een sterke stijging van Albanezen, die binnen deze categorie nu 41,5% uitmaken. Er was in 2011 een grote instroom van Albanezen: 92 personen of 59% van het totale aantal nieuwe LM’rs geboren in Europa buiten de EU. Zo was er in het laatste kwartaal van 2011 een opvallende piek van asielzoekers die bij het OCMW aanklopten voor financiële hulp. Er kwamen 84 nieuwe aanvragen binnen, 42% van hen was afkomstig uit Albanië. Binnen de categorie Centraal- en Zuid-Afrika zien we, zoals in 2010, een groot aandeel Ghanezen, Congolezen en Somaliërs.
28
Studenten en leefloon Studeren is de beste investering voor een job. Maar deze investering kost geld. Studenten die zelf geen inkomen hebben en die niet door hun ouders financieel worden gesteund, kunnen bij het OCMW terecht voor een leefloon. Zo krijgen ook die studenten kansen om hun talenten te ontwikkelen. Universiteits- en hogeschoolstudenten moeten in principe gedurende één maand tijdens de zomervakantie een vakantiejob uitoefenen. Ze ontvangen dan geen leefloon. Deze verplichting geldt niet voor wie tijdens het academiejaar een vakantiejob doet. Ook in andere gevallen is een vrijstelling mogelijk (bv. een zware tweede zittijd).
• In 2011 keerde OCMW Gent maandelijks aan gemiddeld 515 studenten een leefloon uit. Dat is 11,3 procent van het
gemiddeld aantal leefloners per maand (4.577). In vergelijking met 2010 daalde het gemiddeld aantal leefloonstudenten per maand met 28.
Activering van steungerechtigde cliënten OCMW Gent helpt zijn cliënten op allerlei manieren aan een job op de reguliere arbeidsmarkt:
• via sociale tewerkstelling; • via deelname aan sociale activeringsprojecten; • via opleiding. figuur
13: evolutie aantal geactiveerden in een sociale tewerkstelling (maandgemiddeldes) Totaal LL/LM
Uniek aantal geactiveerden in een sociale tewerkstelling
% geactiveerden in een sociale tewerkstelling op totaal LL/LM
2006
4.536
370
8,2
2007
4.659
348
7,5
2008
4.653
295
6,3
2009
5.153
295
5,7
2010
5.999
354
5,9
2011
5.669
395
7,0
In 2011 bleef het uniek aantal geactiveerde cliënten in een sociale tewerkstelling (vooral met een art.60-contract) stijgen. In 2011 haalden we een activeringspercentage van 7,0%. Dat is 1,1% meer dan in 2010. Met alle cliënten die jonger zijn dan 25 jaar sluit de maatschappelijk werker een Geïndividualiseerd Project Maatschappelijke Integratie (GPMI) af. Dat gebeurt ook met oudere cliënten in het kader van het opheffen van dakloosheid, het volgen van een vorming of van een arbeidsproject. Een GPMI is een schriftelijk contract dat het integratie- en tewerkstellingstraject van de cliënt beschrijft, samen met de inspanningen waartoe beide partijen zich verbinden om dit traject tot een goed einde te brengen. Het GPMI wordt op maat van de cliënt gemaakt, rekening houdend met zijn mogelijkheden. Leeft de cliënt zijn GPMI niet na, dan riskeert hij een sanctie. figuur
14: evolutie aantal gpmi’s Uniek aantal GPMI's
GPMI student
GPMI vorming
GPMI daklozen
GPMI arbeidsproject
Totaal aantal GPMI's
2006
583
258
65
ongekend
260
1.098
2007
863
356
93
ongekend
414
1.227
2008
1.328
489
130
ongekend
709
1.997
2009
1.502
555
269
157
521
2.530
2010
1.763
614
278
163
708
2.828
2011
2.251
621
833
81
716
3.151
Sedert 2006 stijgt het aantal GPMI’s elk jaar. In 2011 met 11,4% in vergelijking met 2010. Opvallend is dat er in 2011 veel GPMI’s vorming zijn afgesloten. Het gaat om een stijging met bijna 200%! Dat heeft te maken met het sterke beleidsaccent op activering van cliënten. In het kader daarvan is begin 2011 afgesproken dat iedere maatschappelijk werker een GPMI opmaakt voor elke anderstalige cliënt die nood heeft aan het volgen van Nederlandse taallessen. Ook bij de voortrajecten van ‘NederlandsWerkt’ moet er een GPMI worden afgesloten.
29
Figuur 15: uitsplitsing steungerechtigden – evolutie 7.000
Gemiddeld aantal steungerechtigden/maand
6.000 5.000
5.153
5.999
4.659
4.000
4.653
2.251
2.000
0
Gemiddeld aantal leefloonstudenten/maand Gemiddeld aantal steungerechtigden in sociale tewerkstelling/maand
3.000
1.000
5.699
4.536
Aantal GMPI’s gemeten op 31 december
1.502
1.328 863
583
473
370
2006
348
2007
498
470 295
2008
295
1.763 543 354
2009
515 395
2010
Het aantal cliënten dat maandelijks gemiddeld aan het werk was binnen een sociale tewerkstellingsmaatregel steeg met 11,6 procent, van 354 in 2010 naar 395 in 2011. Gemiddeld kregen 515 studenten per maand een leefloon, tegenover 543 studenten gemiddeld per maand in 2010 (of een daling met 5 procent).
Hulpverlening start in de welzijnsbureaus In de acht welzijnsbureaus en hun antennes starten alle hulpvragen van de Gentenaar. In 2011 kregen de welzijnsbureaus 5.136 hulpvragen te verwerken (of een maandelijks gemiddelde van 428 vragen), die tot het openen van een dossier en het opstarten van een begeleiding leidden. De meeste vragen sloegen op het aanvragen van leefloon. Op 31 december 2011 boden de welzijnsbureaus en de themadiensten van de Sociale Dienst hulp aan 9.569 Gentse huishoudens. In vergelijking met 2010, toen 10.437 gezinnen werden opgevolgd, is dat een daling met 8,3%. Of anders gezegd, 8,4% van alle Gentse gezinnen heeft in 2011 een beroep gedaan op één van de diensten van de Sociale Dienst van OCMW Gent (2010: 9%).
Sociale Infopunten In de loop van 2011 werd de laatste hand gelegd aan de Sociale Infopunten, een proefproject tussen OCMW Gent en de Stad Gent dat half januari 2012 van start ging. Hartelijk doorverwijzen In een Sociaal Infopunt kunnen buurtbewoners terecht met vragen over de sociale hulp- en dienstverlening van het OCMW en de Stad. Dat gaat dan onder meer over financiële hulpverlening, schuldbemiddeling en budgetbeheer, ouderenzorg, energie, wonen, juridische en administratieve hulp, mobiliteit, vrijetijdsbesteding, vrijwilligerswerk en pensioenen. De belangrijkste taak van een Sociaal Infopunt is burgers correct en helder informeren én doorverwijzen. Dat laatste gebeurt op een hartelijke manier. Het Sociaal Infopunt legt zoveel mogelijk het eerste contact met de dienst die de bezoeker verder kan helpen en maakt, indien gewenst, al een afspraak. Klantvriendelijk Het grote voordeel van deze manier van werken is dat de burger zelf niet meer zijn weg moet zoeken in het kluwen van sociale organisaties. Hij kan met zijn vraag gewoon terecht in het Sociaal Infopunt in zijn buurt, waar hij op een klantvriendelijke en efficiënte manier wordt verder geholpen.
30
De eerste Sociale Infopunten gingen open in:
• het welzijnsbureau Gent Noord aan het Anseeleplein; • het lokaal dienstencentrum Wibier aan de Antwerpsesteenweg in Sint-Amandsberg; • en het stedelijk buurtcentrum Brugse Poort-Malem in de Kokerstraat.
Het gaat om een proefproject voor zes maanden. Bedoeling is dat er op termijn een netwerk van Sociale Infopunten over heel Gent komt.
OCMW-voorzitter Geert Versnick en schepen van Welzijn Guy Reynebeau openden het eerste Sociaal Infopunt, waar buurtbewoners terecht kunnen met hun vragen over de sociale dienstverlening van de Stad en van het OCMW.
Tevredenheidsmeting Eind 2010, begin 2011 vond een tevredenheidsmeting plaats. Aan 273 cliënten werd gevraagd hoe tevreden zij zijn over de hulp- en dienstverlening van het departement Sociale Dienstverlening (SD) van OCMW Gent. Zowel het eerste contact met het OCMW (via de onthaalmaatschappelijk werker) als de relatie met de vaste maatschappelijk werker scoorden relatief hoog (meer dan 8 op 10). Ook de algemene hulpverlening van OCMW Gent liet eenzelfde, relatief hoge tevredenheidsscore optekenen (met een algemeen gemiddelde van 8,18 op 10). De cliënten waren het meest tevreden over de directe doorverwijzing naar de juiste persoon bij het onthaal aan de balie, het respect voor de privacy en de bereikbaarheid van OCMW Gent. Het minst tevreden waren ze over de vervanging, als hun vaste maatschappelijk werker er niet is. Andere aandachtspunten zijn de bereikbaarheid voor dringende hulp buiten de kantooruren en de wachttijd in de wachtzalen.
In de grote tevredenheidsmeting van SD lieten cliënten zich positief uit over het onthaalbeleid van het OCMW.
31
Leefloon en levensminimum in cijfers Leefloon in cijfers Aantallen
• 6.678 unieke cliënten kregen een leefloon op jaarba-
sis. • Dat is een daling met 9,4% ten opzichte van 2010 (7.373 unieke leefloners). • Gemiddeld per maand ontvingen 4.577 cliënten een leefloon. • Dat is 8,2 procent minder dan in 2010 (4.990 leefloners gemiddeld per maand). • Gemiddeld per maand ontvingen 5.669 cliënten een leefloon of een levensminimum (2010: 5.999). • In 2011 kregen per 1.000 Gentse inwoners 21,6 mensen een leefloon of levensminimum (2010: 24,4). • Gemiddeld waren er per maand 395 steungerechtigde cliënten actief in een sociale tewerkstelling, waaronder artikel 60. Dat is 7% van het gemiddeld aantal steungerechtigden per maand (in 2010 was dat 5,9%, wat gelijkstond met 354 cliënten).
Jongeren/studenten en leefloon
• 28,8% van de cliënten die een leefloon ontvingen,
was jonger dan 25 jaar. • Het OCMW keerde maandelijks aan gemiddeld 515 studenten een leefloon uit. • Dat is 11,3% van het gemiddeld aantal leefloners per maand, dat 4.577 cliënten bedroeg. • Ten opzichte van 2010 daalde het gemiddeld aantal leefloonstudenten per maand met 28 (= 5,1%). • In 2011 maakten de maatschappelijk werkers in totaal 3.151 GPMI’s op (2010: 2.828). • Specifiek voor studenten die een leefloon krijgen, werden 621 GPMI’s opgemaakt (2010: 614). • Het aantal GPMI’s vorming, in het kader van activering, steeg met bijna 200%, van 278 naar 833.
Levensminimum in cijfers Aantallen
• 1.650 unieke cliënten ontvingen een levensminimum op jaarbasis.
• Dat zijn er 9 meer dan in 2010 (1.641). • Het gemiddeld aantal levensminimumgerechtigden
per maand bedroeg 1.092, tegenover 1.021 in 2010 (of een stijging met bijna 7%) en 700 in 2009. Of anders gezegd , in twee jaar tijd is het gemiddeld aantal levensminimumgerechtigden per maand met 56% gestegen.
Profiel steungerechtigden (leefloon + levensminimum)
• 49,5% van de steungerechtigden was man, 50,5 pro-
cent vrouw. • Bijna 29% van de leefloners was jonger dan 25 jaar. Ruim 36% was ouder dan 40 jaar. • Onder de leefloners is op jaarbasis 11,8% student. • 33% van de steungerechtigden (2.728 cliënten) is in België geboren, 67% was niet in België geboren (5.526 personen).
Wat kost het? In 2011 kregen 11.494 mensen een of andere vorm van financiële steun van OCMW Gent (2010: 12.170). Het totale bedrag aan financiële steun (leefloon, stookoliepremie, medische kosten,…) bedroeg 59,4 miljoen euro (2010: 59,9 miljoen euro). Het leefloon (37,1 miljoen euro) maakte hier het grootste deel van uit, maar nam wel gevoelig af in vergelijking met 2010 (39,1 miljoen of een daling met 5%). 11,1 miljoen euro was voor rekening van het OCMW (2010: 12,8 miljoen euro). De overige kosten werden gerecupereerd via subsidies (40,9 miljoen euro) en cliënten (7,4 miljoen euro). In 2011 keerde het OCMW 2,8 miljoen euro aan leefloon voor studenten uit (2010: 3 miljoen euro). Zo kunnen studenten die het minder breed hebben een opleiding volgen, wat hun kansen op de arbeidsmarkt sterk vergroot.
32
Juridische hulp Elke Gentenaar, met de nadruk op de meer kansarme burger, is bij OCMW Gent welkom voor juridisch advies en juridische bemiddeling tussen betrokken partijen. De Juridische dienst ontvangt cliënten in zijn bureaus op de campus Prins Filip aan de Jubileumlaan of op één van zijn zitdagen in de welzijnsbureaus. De Juridische dienst gaf in 2011 ook nadrukkelijk gestalte aan het handhavingsbeleid, met de oprichting van een controlecel die sociale fraude moet opsporen en aanpakken. Om sociale fraude nog accurater te kunnen aanpakken, sloot OCMW Gent ook een samenwerkingsprotocol af met het arbeidauditoraat, dat ter zake over veel meer middelen en bevoegdheden beschikt.
Naar een accurater handhavingsbeleid De OCMW-raad keurde in januari 2011 de beleidsnota ‘Naar een accurater handhavingsbeleid in het OCMW Gent’ goed. Mensen die zonder inkomen vallen, hebben recht op maatschappelijke integratie via een leefloon en een gepaste tewerkstelling. Maar OCMW-cliënten hebben ook plichten. Zoals werkbereidheid, het aangeven van tewerkstelling en het afleggen van juiste verklaringen over hun gezinssamenstelling. Ervoor zorgen dat ze die plichten nakomen, noemen we handhaving.
Een rechtvaardigheidsbeleid Een handhavingsbeleid past binnen de kerntaak van OCMW Gent: zorg dragen voor de allerzwaksten in onze samenleving. De overheidsmiddelen zijn schaars. Sociale uitkeringen moeten daarom terecht komen bij de mensen die de centen écht nodig hebben. Wie geen recht heeft op een uitkering, omdat hij bijvoorbeeld bijklust in het zwart, mag er ook geen krijgen. Een handhavingsbeleid is daarom een rechtvaardigheidsbeleid.
Handhaving in drie stappen In OCMW Gent hebben we een traditie van kordate vriendelijkheid om cliënten op hun plichten te wijzen. Dit gebeurt in drie stappen. 1. We informeren cliënten eerst grondig over wat we van hen verwachten op vlak van activering en werkbereidheid. Sinds 2011 bijvoorbeeld moeten alle nieuwe cliënten, die een leefloon krijgen, het verplicht vormingsmoment OCMW info volgen. 2. Als cliënten hun afspraken niet nakomen, dan confronteren we hen hiermee en stellen we hen voor hun verantwoordelijkheid. Cliënten krijgen altijd een tweede kans. 3. Blijven cliënten hardleers, dan volgen er sancties. Dat kan gaan van een schorsing tot een stopzetting van het leefloon of tot verplichte tewerkstelling.
Controlecel Met de beleidsnota ‘Naar een accurater handhavingsbeleid’ steekt OCMW Gent een tandje bij. Bedoeling is om sociale fraude, zwartwerk, schijnscheidingen, valse arbeidscontracten, schijnzelfstandigheid en schijnvennootschappen actief op te sporen en die misbruiken systematisch aan te pakken. Binnen de Juridische dienst is er daartoe een controlecel opgericht die uit twee maatschappelijk werkers bestaat. De cel ondersteunt maatschappelijk werkers in individuele cliëntendossiers, waar vermoedens van sociale fraude bestaan. Daarnaast doet de controlecel structureel onderzoek naar schijnvennootschappen en malafide werkgevers.
33
figuur
16: controlecel – stand van zaken op 5 januari 2012
Controle en uitstroom Controlecel 2011: stand van zaken op 5 januari 2012
Aantal aanvragen
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Totaal
32
21
12
11
4
10
4
6
3
6
109
Aard fraude gegronde aanvraag versus aanvraag
% aanvragen
onaangegeven bestaansmiddelen
0/1
0/1
0
0
0
0
0
0
0
0
1.8%
onaangegeven tewerkstelling
0/7
0/5
0/4
0
0/1
1/5
0
0/1
0
0
21.1%
samenwoonst
8/15
6/10
4/5
7/10
2/3
3/5
1/3
2/4
0/3
0/5
57.8%
verblijfsadres
6/9
4/5
2/3
1/1
0
0
0/1
0/1
0
0/1
19.3%
6/12
8/11
2/4
4/10
1/4
2/6
0/3
0/6
Totaal gegrond versus aanvragen Onderzoek afgerond
14/32 10/21 30
19
8
11
3
9
2
2
84
gegrond
14
10
6
8
2
4
1
2
47
ongegrond
10
7
2
2
1
2
opdracht ingetrokken
6
2
1
1
3
24 1
14
Op 5 januari 2012 had de Controlecel 84 dossiers grondig onderzocht. In 47 dossiers was er sprake van fraude. 33 cliënten logen over het feit dat ze alleen woonden, terwijl ze eigenlijk samenwonend waren. Zo kregen ze een hogere uitkering. 13 cliënten gaven een vals verblijfsadres op. Eén geval ging over niet aangegeven tewerkstelling. Bij een laatste stand van zaken in maart 2012 stond de teller op 57 dossiers, waarin gefraudeerd was. In totaal kon OCMW Gent, onder meer dankzij het werk van de Controlecel, voor 600.000 euro onterecht uitgekeerde steun terugvorderen.De aanpak van fraude heeft daarnaast ook een ontradend effect, maar dat kunnen we niet meten. De cijfers illustreren ook dat het handhavingsbeleid niet gelijkstaat met een heksenjacht. De controlecel onderzoekt à charge en à décharge. In 38 dossiers bracht doorgedreven onderzoek geen fraude aan het licht of werd de onderzoeksopdracht ingetrokken.
De controlecel onderzoekt individuele cliëntendossiers, waarin vermoedens van sociale fraude bestaan.
34
Samenwerking met externen: uitwisselen van gegevens
• In 2011 diende de controlecel bij het parket tegen 5 personen klacht in. • In 2011 gaf de controlecel 7 verdachte vennootschappen door aan het arbeidsauditoraat. • In 2011 ontving de Juridische dienst 15 kantschriften naar aanleiding van ambtshalve opgestarte onderzoeken. Dit
wil zeggen dat de dienst informatie kreeg over onderzoeken die bij het gerecht lopen en waarin mogelijk sprake is van fraude: > 14 dossiers handelden over sociale fraude. > In 2 van die dossiers ging het over verdachten die niet gekend waren bij het OCMW. > 1 dossier betrof verblijfsfraude: 44 personen bleken op 1 fictief adres ingeschreven.
Samenwerkingsprotocol met arbeidsauditoraat OCMW Gent en het arbeidsauditoraat ondertekenden in 2011 een samenwerkingsprotocol. De overeenkomst bevat afspraken om op een structurele manier gegevens met elkaar uit te wisselen. De bedoeling is om sociale fraude accurater aan te pakken, zonder dat er geraakt wordt aan het beroepsgeheim van de maatschappelijk werkers van het OCMW. Arbeidsauditeur Danny Meirsschaut, OCMW-voorzitter Geert Versnick en OCMW-secretaris Luc Kupers ondertekenen een samenwerkinsgprotocol om sociale faude accurater aan te pakken.
Zwartwerk Het arbeidsdauditoraat, zeg maar het parket van de arbeidsrechtbank, is bevoegd om fraude bij leefloon op te sporen en te vervolgen. Stel dat de sociale inspectie een leefloner op zwart werk betrapt. Of dat een identiteitsfraude aan het licht komt, waarbij een vreemdeling onder verschillende aliassen OCMW-steun krijgt. Wél, ingevolge het nieuwe samenwerkingsprotocol, zal het arbeidsauditoraat die informatie aan het OCMW overmaken. Het OCMW kan dan een klacht indienen, zodat er verder onderzoek kan worden gevoerd. De diensten verstrekken daarbij aan het arbeidsauditoraat objectieve gegevens (zoals aard en omvang van de OCMWsteun, de duur ervan), die van belang zijn voor het opsporingsonderzoek van de arbeidsauditeur. Omgekeerd kan het OCMW bij vermoeden van fraude ambtshalve klacht indienen bij het arbeidsauditoraat en vragen om een onderzoek te starten. De diensten doen dit bv. als ze op schijnvennootschappen stoten. Schijnvennootschappen Nieuwe EU-burgers kunnen een verblijfsrecht krijgen op basis van het feit dat ze hier een tewerkstelling of zelfstandige activiteit hebben. Als ze dat verblijfsdocument hebben, kunnen ze bij het OCMW aankloppen. Op dat moment blijkt dat ze nooit (of zeer kortstondig) hebben gewerkt of een zelfstandige activiteit uitoefenden. We stellen vast dat het vaak dezelfde firma’s zijn die terugkeren. Ze gebruiken hiervoor fictieve of dubieuze arbeidscontracten. De enige bedoeling van die arbeidscontracten is om een verblijfsvergunning en dus OCMW-steun te krijgen, niet dat er op basis van die contracten wordt gewerkt. Dit oneigenlijke gebruik van arbeidscontracten wordt georganiseerd. Het is duidelijk dat de arbeidsauditeur in zijn opsporingsonderzoek over veel meer middelen en bevoegdheden beschikt dan een maatschappelijk werker voor zijn sociaal onderzoek. Ter illustratie: de onderzoeksmethoden van de controlecel van de Juridische dienst beperken zich doorgaans tot frequente huisbezoeken, observaties en contacten met de huisbaas en wijkpolitie. Afschrikeffect Door frequenter gebruik te maken van de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de arbeidsauditeur, beoogt het OCMW een afschrikeffect op potentiële fraudeurs en wil het zo het misbruik van uitkeringen significant terugdringen.
35
Schuldbemiddeling De cel Schuldbemiddeling binnen de Juridische dienst fungeert als juridische helpdesk voor maatschappelijk werkers, die cliënten hebben met schulden. De juristen houden in elk welzijnsbureau een zitdag voor rechtshulp, waarop ze zowel aan maatschappelijk werkers als aan cliënten advies geven.
• In 2011 resulteerde dat in 203 nieuwe dossiers (2010: 216).
Hierbij dient opgemerkt dat de cel in veel gevallen alleen een mondeling en eenmalig advies verleent en hiervoor geen rechtshulpdossier opmaakt.
Collectieve schuldenregeling Bij een collectieve schuldenregeling stelt de rechtbank een schuldbemiddelaar aan om de inkomsten van de cliënt te beheren. De regeling heeft als voordeel dat het leefgeld van de cliënt wordt verzekerd en dat de schuldeisers geen extra stappen meer kunnen ondernemen. OCMW Gent is in 2000 voor het eerst door de rechtbank aangesteld als schuldbemiddelaar.
• In 2011 heeft de rechtbank het OCMW 30 keer aangesteld als schuldbemiddelaar (2010: 34). • In 2011 kon het OCMW 29 dossiers collectieve schuldenregeling afsluiten. In 20 dossiers waren alle schulden aangezuiverd en kon de betrokkene met een propere lei een nieuwe start nemen. In 6 dossiers werd de collectieve schuldenregeling stopgezet. • In 1 dossier verleende de rechtbank een totale kwijtschelding. In een ander dossier stelde de rechtbank, op vraag van het OCMW, een andere schuldbemiddelaar aan. Het laatste dossier werd afgesloten wegens het overlijden van de cliënt.
Figuur 17: totaal aantal aanvragen /infovragen schuldenregeling tov aantal verzoekschriften dat daaruit resulteert
500 444
400
300
356
381
Aantal verzoekschriften OCMW aan Arbeidsrechtbank voor opstart schuldenregeling
332
200
164
140
185
139
2010
2011
98
100
0
Aantal infovragen/aanvragen schuldenregeling van cliënten aan OCMW
455
2007
2008
2009
Voor het eerst sinds 2007 behandelde de cel Schuldbemiddeling minder dossiers van cliënten rond de procedure collectieve schuldenregeling. Een mogelijke verklaring is dat meer aanvragen via de advocatuur gebeurd zijn.
Budgetbeheer en -begeleiding Bij budgetbegeleiding blijft de cliënt zelf alle betalingen uitvoeren. Bij budgetbeheer krijgt de maatschappelijk werker hiertoe een volmacht.
• In 2011 volgden de maatschappelijk werkers 1.213 budgetbeheren op (2010: 1.227). Er waren 2.902 cliënten in budgetbegeleiding (2010: 2.519).
36
Juridische hulp in cijfers
• In
Rechtshulp en juridisch advies
Bijstand bij schulden
2011 ontving de Juridische dienst 369 cliënten Budgetbeheer en budgetbegeleiding (2010:426). Van deze cliëntcontacten werden 138 dos- • De maatschappelijk werkers van de Sociale Dienst volgden 1.213 budgetbeheren op en 2.902 budgetbesiers aangelegd. • De meeste vragen werden gesteld over schuldbemid- geleidingen. deling (192), gevolgd door huurkwesties (46) en echtCollectieve schuldenregeling scheiding en onderhoudsgeld (35). In 2011 stelde de rechtbank het OCMW 30 keer aan als • Voor de arbeidsrechtbank waren 162 gewone beroeps- • schuldbemiddelaar. zaken hangende (2010: 132), waarvan 36 (2010: 28) in • Sinds 2000 is het OCMW 339 keer aangesteld als 2011 werden ingeleid. schuldbemiddelaar. Van die dossiers waren er eind • Er waren 232 politieke vluchtelingendossiers (2010: 2011 nog 164 actief. 220) hangende voor de arbeidsrechtbank, waarvan 9 • In 118 actieve dossiers is er een minnelijk akkoord tot (2010: 7) in 2011 werden ingeleid. aanzuivering en volgt het OCMW de zaken verder op, • De Juridische dienst verstuurde in 2011 701 uitnodi- in 40 dossiers is er nog geen akkoord bereikt. In 4 dosgingen voor een hoorzitting (2010: 612). siers legde de rechtbank een gerechtelijk akkoord tot • In 2011 legde de Juridische dienst 4 verzoekschriften aanzuivering op. In 2 dossiers stond de rechtbank een neer voor de aanstelling van een voorlopig bewindtotale kwijtschelding toe. voerder (2010: 4). • In 2011 werden 29 dossiers collectieve schuldenregeling definitief afgesloten. In 20 dossiers waren alle Handhaving schulden aangezuiverd, in 6 dossiers werd de regeling De controlecel van de Juridische dienst had op 5 jastopgezet. In 1 dossier stond de rechtbank een volle• nuari 2012 84 verdachte dossiers van cliënten onderdige kwijtschelding toe. De 2 overige dossiers werden zocht. afgesloten omdat de cliënt overleed of omdat er een In 47 dossiers was er inderdaad sprake van fraude. andere schuldbemiddelaar werd aangesteld. • Het gros daarvan (33) betrof cliënten die beweerden • De cel Schuldbemiddeling behandelde in 2011 381 dosalleenstaand te zijn, terwijl ze in werkelijkheid sasiers (2010: 455) van cliënten, die informatie vroegen menwonend waren. 13 andere gevallen gingen over over (het opstarten van) een procedure collectieve het opgeven van een vals verblijfsadres. Een laatste schuldenregeling. dossier behelsde een niet aangegeven tewerkstelling. • In 139 dossiers stelde de cel effectief een verzoek• In 22 dossiers bleken de vermoedens van fraude on- schrift op tot het verkrijgen van een collectieve schulgegrond. denregeling (2010: 185). Voor de resterende 10 dossiers werd de opdracht tot • • In 2 dossiers diende de cel een verzoekschrift in tot onderzoek ingetrokken. het verkrijgen van een onbeperkt uitstel voor de inDe controlecel diende bij het parket klacht in tegen 5 vordering van belastingen. • personen. • Op hun zitdagen in de welzijnsbureaus maakte de Er werden 7 verdachte vennootschappen doorgegecel Schuldbemiddeling 203 nieuwe dossiers op, voor • ven aan het arbeidsauditoraat. cliënten die rechtshulp vroegen rond schuldbemiddeDe Juridische dienst ontving informatie over 15 lopenling (2010: 216). • de gerechtelijke onderzoeken, waarin sprake is van sociale fraude.
37
Zorg en wonen voor senioren Zorg voor senioren behoort tot de kerntaken van OCMW Gent. Senioren hebben het recht een eigen invulling aan hun leven te geven. OCMW Gent wil hen daarin maximaal ondersteunen. Hun zelfredzaamheid behouden en verstevigen, hun kansen op een zelfstandig leven vrijwaren en hen helpen om sociale contacten te onderhouden. Hen stimuleren en hen het gevoel geven dat ze nog meetellen in de maatschappij. Gezonde senioren zijn actieve senioren. Dat zijn belangrijke beleidsaccenten voor OCMW Gent Actieve en zelfstandige senioren kunnen terecht in het lokaal dienstencentrum voor informatie, activiteiten en zorg. Wie wel nog zelfstandig kan wonen, maar in zijn huidige woning niet goed meer uit de voeten kan, kan kiezen uit een brede waaier van kwaliteitsvolle, aangepaste woonvormen. En voor senioren die niet langer zelfstandig kunnen wonen, zijn er de vier woonzorgcentra.
Negen lokale dienstencentra – voor kwaliteitsvol thuis wonen De lokale dienstencentra hebben als doel de buurtbewoners – en dan met name de senioren- zo lang mogelijk thuis te laten wonen in de best mogelijke omstandigheden. Ze beschikken daarvoor over een uitgebreid aanbod van dienstverlening, dat op drie grote pijlers rust: 1. informatie over hulp- en dienstverlening; 2. organiseren van activiteiten en cursussen om zo de bezoekers te stimuleren actief te blijven en een sociaal netwerk uit te bouwen; 3. aanbieden van zorg op maat. De lokale dienstencentra helpen de senioren om actief en in beweging te blijven, zoals het volgen van lessen taichi
38
figuur
18: gebruikersaantallen ldc 2009-2011
12.000 10.000 8.000 6.000 9.285
10.408
8.043
2009
2010
2011
4.000 2.000 0
De forse daling van het aantal gebruikers is uitsluitend te verklaren door de ingebruikname van een nieuw registratiesysteem. Dit systeem geeft het totaal aantal unieke gebruikers weer, daar waar we de afgelopen jaren het aantal gebruikers van de negen lokale dienstencentra (ldc) optelden. Uiteraard zijn er heel wat gebruikers die verschillende ldc bezoeken. Het nieuwe systeem laat voorlopig evenmin toe om het aantal bezoekers per ldc uit te splitsen. De cijfers die het nieuwe registratiesysteem gaf voor informatie, activiteiten en vorming bleken niet betrouwbaar. Dit wordt samen met de leverancier bekeken en rechtgezet. Voor het luik dienstverlening zijn er wel cijfers. Onder dienstverlening verstaan we pedicure, manicure, haar- en gelaatsverzorging, hulp bij boodschappen, vervoer, thuiszittersactiviteiten (voor mensen die moeilijk nog in het ldc geraken), warme maaltijden, huishoudelijke hulp en telefoonster. figuur
19: dienstverlening lokale dienstencentra in 2011
20.000
Aantal deelnemers
18.801
18.000
Aantal prestaties
16.000 14.000 12.000 10.000 8.000
6.225
6.000
5.130
4.000 2.000 0
1.040
Pedicure
64
181
Manicure
195
1.030
Haar- en gelaatsverzorging
512
Hulp bij boodschappen
595
Vervoer
261
494
Thuiszittersactiviteiten
Globaal gesproken kunnen we stellen dat de cijfers, zowel qua prestaties als op vlak van aantal gebruikers, stijgen. Tussen de lokale dienstencentra zijn er onderling wel grote verschillen.
39
Hulp bij boodschappen is één van de vormen van dienstverlening waarop bezoekers van een lokaal dienstencentrum een beroep kunnen doen.
40
Lokale dienstencentra brengen bib aan huis De lokale dienstencentra breidde hun dienstverlening in 2011 uit met bib aan huis. Een vrijwilliger haalt voor minder mobiele mensen (ouderen die slecht ter been zijn, chronisch zieken, mensen met een beperking) (luister)boeken, cd’s, dvd’s en tijdschriften uit de stadsbibliotheek en brengt ze daarna ook terug. ‘Bib aan huis’ hanteert soepele leenvoorwaarden (leentermijn, aantal stuks, enz.) om het thuisbezorgen vlot te laten verlopen. De dienstverlening is volledig gratis. Bib@huis ging van start met een 20-tal vrijwilligers die 35 leners bedienden.
Lokaal dienstencentrum Speltincx toegankelijker dankzij nieuwbouw Het lokaal dienstencentrum Speltincx nam in 2011 zijn intrek in een moderne nieuwbouw. Het gebouw verrees naast het anderhalve eeuw oude kasteel aan de Meersemdries in Gentbrugge, waar Speltincx al sinds 1976 gevestigd is. Dankzij de nieuwbouw kreeg Speltincx er 800 m2 ruimte bij, nagenoeg een verdubbeling van de oppervlakte waarover het ldc tot dan toe beschikte. Moeilijk toegankelijk Bovendien was het kasteel zeer moeilijk toegankelijk voor mensen die slecht ter been zijn of in een rolstoel zitten. Die problemen behoren tot het verleden, want de nieuwbouw heeft zowel een buiten- als een binnenlift. Op het gelijkvloers van het nieuwe gebouw bevinden zich het onthaal en een ruime cafetaria. In de kelder is er een volledig ingerichte leskeuken. Op de eerste verdieping zijn er bureaus voor het personeel. De tweede verdieping bestaat uit technische ruimtes en kijkt uit op een groendak. Oud en nieuw door elkaar In het kasteel komen alle lokalen voor de activiteiten van Speltincx. Maar eerst moet het kasteel grondig worden verbouwd. Zo komt er op alle verdiepingen een verbinding tussen het kasteel en de nieuwbouw. Oud en nieuw zullen zo door elkaar lopen. Tegen eind 2012 moet alles klaar zijn. Aan de nieuwbouw en aan de verbouwingen hangt een prijskaart van 2,5 miljoen euro.
Naast het anderhalve eeuw oude kasteel verrees links een nieuwbouw, die ook vlot toegankelijk is voor rolstoelgebruikers.
41
Lokale dienstencentra nemen de kaap van 800 vrijwilligers In het Europees Jaar van de vrijwilliger rondden de lokale dienstencentra voor het eerst de kaap van 800 vrijwilligers, om tegen eind 2011 af te klokken op 804 vrijwilligers. Het aantal vrijwilligers in de lokale dienstencentra neemt jaar na jaar toe. In 2009 waren ze met 748, in 2010 met 774. Die cijfers spreken boekdelen. Het is vandaag onmogelijk om nog een ldc te runnen, zonder de inzet van vrijwilligers. Het personeel is er niet om de vrijwilligers te ondersteunen. Het is andersom. De vrijwilliger is in veel gevallen het gezicht van het lokaal dienstencentrum. Vrijwilligers worden, het woord zegt het zelf, niet betaald. Om hen te motiveren, organiseren de lokale dienstencentra vormingen, bieden ze vrijwilligerswerk op maat aan en laten ze via de centrumraad vrijwilligers aan het beleid deelnemen. Informatienota Ook de nieuwe informatienota voor vrijwilligers komt hieraan tegemoet. Deze nota bevat afspraken over aard, duur en frequentie van het vrijwilligerswerk en over de plaats van de vrijwilliger binnen OCMW Gent. De nota houdt ook een betere bescherming in voor wie onder het vrijwilligersstatuur werkt. Op 14 april 2011 organiseerde het OCMW een groot vrijwilligersevenement in het ICC. Met 669 bezoekers werd dat een groot succes. Zonder de inbreng van vrijwilligers is het vandaag niet meer mogelijk om een lokaal dienstencentrum te runnen.
Lokale dienstencentra slagen met grote onderscheiding in tevredenheidsenquête Meer dan 90 procent van de bezoekers is tevreden tot zeer tevreden over de werking van de lokale dienstencentra. Er is een ruim aanbod van activiteiten, de sfeer is opperbest, het personeel en de vrijwilligers zijn uitermate vriendelijk en behulpzaam. Sommige activiteiten zijn wel te duur, terwijl de dienstverlening en de inspraak- en klachtenprocedure onvoldoende bekend zijn. Dat zijn de voornaamste resultaten van de grote tevredenheidsenquête die de negen lokale dienstencentra in 2011 onder hun bezoekers hielden. Van de 800 verstuurde enquêtes kwamen er 481 (of 60%) volledig ingevuld terug. Een zeer mooie respons die maakt dat de resultaten representatief zijn. Tijdschrift Wijs Ruim 70 procent van de respondenten gaat minstens één keer per week naar een lokaal dienstencentrum en dan bij voorkeur naar het ldc dat het dichtst in zijn buurt ligt. De informatie over activiteiten halen ze vooral uit het tijdschrift Wijs. Een kleine 20 procent vindt dat sommige activiteiten te duur uitvallen.
De bezoekers van de lokale dienstencentra zijn zeer tevreden over het ruime aanbod van activiteiten, zoals cursussen in het leren werken met een computer.
Dienstverlening Zestien procent van de respondenten (voornamelijk 80-plussers) heeft dagelijks hup nodig. Maar de dienstverlening waarvoor ze bij het ldc terecht kunnen, is nog te weinig bekend. Het was de eerste maal dat de ldc op zo’n grote schaal een bevraging hielden. Het is de bedoeling om die tijdens elke legislatuur te herhalen
42
Drie aangepaste woonvormen – voor aangepast zelfstandig wonen Uit het seniorenbehoeftenonderzoek 2011 blijkt dat ruim 85% van de Gentse senioren in een huis of appartement woont dat matig of niet is aangepast. Verhuizen is door het schaarse aanbod van seniorenwoningen niet evident. OCMW Gent beschikt over 120 aangepaste woonvormen, die geschikt zijn voor senioren die in een aangepaste woonomgeving nog voldoende zelfstandig zijn.
• Antoniushof heeft 48 flats voor alleenstaanden, 34 flats voor echtparen en 6 flats voor personen met een handi-
cap. Senioren ouder dan 65 jaar die nog voldoende zelfredzaam zijn, kunnen hier terecht. Op 1 september wijzigde de 24-uurspermanentie. Overdag blijft de permanentie gewaarborgd door het personeel. Na de kantooruren en in het weekeinde nemen de conciërge en het aanwezige personeel van het nabije woonzorgcentrum Sint-Jozef in de Molenaarstraat deze taak over. Elke bewoner beschikt over een personenalarmsysteem, waarmee hij meteen hulp kan oproepen. Per maand zijn er gemiddeld 2 noodoproepen. • Het woningcomplex met dienstverlening (wcd) Wibier bestaat uit 20 woningen en richt zich naar koppels, van wie één van de partners hulpbehoevend is. • Seniorenflats Ter Pielvaecx in het Sint-Elisabethbegijnhof telt 12 flats van gemiddeld 65 m2 groot. Bewoners moeten bereid zijn elkaar te helpen en te ondersteunen. Voor dagelijkse hulpverlening kunnen ze terecht in het vlak bijgelegen lokaal dienstencentrum Ten Hove.
GOLLD moet tekort aan aangepaste seniorenwoningen aanpakken Buiten deze drie aangepaste woonvormen wil OCMW Gent nog een stap verder gaan. In het ouderenbeleidsplan van het OCMW is er sprake van het realiseren van 800 extra aangepaste seniorenwoningen. Maar die zelf bouwen is niet realistisch en evenmin de taak van het OCMW. Levensloopbestendig wonen Daarom dat OCMW Gent inzet op het levensloopbestendig of aanpasbaar wonen. Ook vanuit de wetenschap dat de meeste senioren liefst zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving blijven wonen. Verhuizen staat immers vaak gelijk met het wegvallen van het sociaal netwerk. Levensloopbestendig wonen betekent dat je bij de bouw of renovatie van een woning rekening houdt met enkele criteria (bv. een breder gangpad). Daardoor kan de bewoner op gelijk welk moment zijn woning aanpassen aan zijn noden van dat moment, zonder zware investeringen of grote structurele ingrepen. Charter De ergotherapeuten van het project Ergo@huis hebben hiervoor ontwerprichtlijnen opgelijst, die gekend staan als de GOLLD-principes. GOLLD staat voor Gents OCMW LevensLoopbestendig Design. Om deze principes toe te passen is een charter afgesloten met het Autonoom Gemeentelijk Stadsontwikkelingsbedrijf (AG SOB). Het SOB engageert zich om de GOLLD-principes op te nemen in alle grote nieuwbouwprojecten in Gent, zoals de Oude Dokken, Kaai 24, de Koningin Fabiolalaan en de Academiestraat. Hoe aflopend mag een inloopdouche zijn en voorzie in een douchezit. Dat zijn enkele van de praktische ontwerprichtlijnen waarover de ergotherapeuten van het GOLLD-project waken.
43
Woningcomplex Wibier bestaat 10 jaar Het woningcomplex met dienstverlening (wcd) Wibier, op de campus Het Heiveld aan de Antwerpsesteenweg, vierde in 2011 zijn tienjarig jubileum. OCMW Gent kon de 20 woningen realiseren dankzij een recordgift van een rijke weduwe, Marcella Wibier. Zij liet in 1994 5,4 miljoen euro na aan het OCMW. Voorwaarde was dat het OCMW met het geld woningen bouwde voor koppels, van wie de vrouw in die mate zorgbehoevend was dat ze haar dagelijks werk niet meer kon doen. Marcella Wibier wilde zo vermijden dat koppels gescheiden zouden worden, omdat één van hen naar een rusthuis moet. Modernste domotica Naast het woonzorgcentrum Het Heiveld bouwde het OCMW 20 gelijkvloerse woningen rond een binnentuin. De huizen zijn uitgerust met de modernste domotica inzake verlichting, verluchting en verwarming. Vanuit Het Heiveld krijgen ze verzorging, administratieve ondersteuning en sociale begeleiding. . De bewoners kunnen ook deelnemen aan activiteiten in het woonzorgcentrum en in het lokaal dienstencentrum Wibier. Conform het testament van Marcella Wibier moeten de bewoners van Wibier wel aan een reeks voorwaarden voldoen. Zo moeten ze al minstens vijf jaar samen zijn. Als een van de partners overlijdt, mag de ander er blijven wonen. Zo kon het gebeuren dat er in 2011 in het wcd Wibier meer alleenstaanden woonden dan koppels (11 alleenstaanden tegenover 9 koppels). De 20 gelijkvloerse woningen van Wibier zijn rolstoelaangepast, uitgerust met de modernste domotica en aangelegd rond een binnentuin.
Innovatieve projecten Voor senioren die moeilijk de weg vinden naar het lokaal dienstencentrum, worden er speciale projecten en activiteiten georganiseerd om hen toch nog naar de centra toe te leiden. Het project ‘Voorkomen van eenzaamheid’ wil eenzame senioren (80-plussers) detecteren door hen systematisch te bezoeken. De lokale dienstencentra (ldc) volgen de risicopersonen verder op.
• In 2011 werden 842 huisbezoeken uitgevoerd (2010: 1.139). 242 senioren werden verder opgevolgd (2010: 479).
Het tempo van de preventieve huisbezoeken daalde, omdat de maatschappelijk werkers van de ldc almaar meer senioren onder hun hoede hebben, die sociaal geïsoleerd dreigen te raken. Het is belangrijk dat de risicopersonen goed begeleid worden, alvorens nieuwe bezoeken af te leggen. Het project ‘Ergo aan huis’ wil met thuisbezoeken ervoor zorgen dat senioren zo lang mogelijk zelfstandig en veilig thuis kunnen wonen.
• De ergotherapeuten deden het voorbije jaar 956 interventies bij 421 cliënten (2010: 1.072 interventies bij 555 cliënten).
De cijfers liggen lager omdat het project in 2011 vooral inzette op GOLLD en de medewerkers ook betrokken waren bij ene grootschalig woonwensenonderzoek, waarbij 422 50-plussers bevraagd werden. De woonzorgzone Ledeberg is een duidelijk afgebakend gebied met speciale woonvormen voor senioren, waarbinnen die senioren een beroep kunnen doen op allerlei diensten op maat (boodschappendienst, thuiszorg, maaltijden, vervoer, schoonmaak- en strijkhulp,…).
• Het aantal telefonische contacten steeg van 362 in 2010 naar 764 in 2011. Het aantal huisbezoeken vertoonde
dezelfde stijgende lijn: van 276 naar 597. Wat ‘ergo aan huis’ betrof, breidde het aantal huisbezoeken uit van 82 in 2010 naar 153 in 2011. Ook aan het woonzorgloket kwam er meer volk: 136 contacten tegenover 74 in 2010. Deze evolutie toont aan dat de woonzorgzone almaar bekender wordt.
44
Het project ‘Samen gaan we ervoor’ heeft als doel senioren met psychische problemen (zoals depressies) op te sporen en te begeleiden. Het project breidde in 2011 uit van de lokale dienstencentra De Boei en De Waterspiegel naar De Thuishaven. Het project biedt ook ondersteuning aan het personeel van de andere ldc.
• In 2011 begeleidde de psychologe van het project 133 senioren met psychische problemen (2010: 89). Die sterke stijging heeft natuurlijk te maken met de opstart van het project in De Thuishaven.
Het project ‘Toeleiden van allochtone senioren naar de reguliere zorgsector’ wil allochtone senioren beter bereiken en naar de zorg toeleiden. De lokale dienstencentra werken hiervoor nauw samen met sleutelfiguren uit de allochtone gemeenschap.
• In 2011 lanceerde OCMW Gent de fotostrip ‘Thuiszorg. Ook iets voor jou?’ Zonder dat er tekst bij komt kijken, maakt
de fotostrip allochtone senioren duidelijk in welke gevallen ze een beroep kunnen doen op de dienstverlening van het lokaal dienstencentrum in hun buurt. De fotostrip toont zeer herkenbare situaties, die zich afspelen in de belevingswereld van de allochtone senioren.
Lokale dienstencentra bestrijden eenzaamheid Uit het seniorenbehoeftenonderzoek blijkt dat ongeveer 20% van de senioren kampt met ernstige eenzaamheidsgevoelens. Deze mensen uit hun isolement is één van de speerpunten van het Gentse OCMWbeleid. Medewerkers van het project ‘Voorkomen van eenzaamheid’ bezoeken systematisch 80-plussers die door omstandigheden weinig of geen contact meer hebben met de buitenwereld. Eind 2011 legden ze in Oostakker hun 3.500ste huisbezoek af. De bedoeling is om tegen 2013 de kaap van 5.000 huisbezoeken te ronden. Aanschrijven “Sinds 2008 schrijven we 80-plussers aan, met de vraag of we mogen langskomen” vertelt projectmedewerkster Muriel Milleville. Eind 2011 stond de teller op 4.750 aangeschreven senioren van wie er 3.500 een huisbezoek toezegden. “Er werden al meer dan 1.000 mensen opgevolgd. Deze opvolgingen hebben niet alleen te maken met vereenzaming en isolement. Dat kunnen ook doorverwijzingen naar schoonmaakdiensten zijn, hulp bij de aanvraag van premies of van dienstencheques, inschakelen van ergotherapie aan huis, administratieve ondersteuning zoals bellen naar een nutsleverancier bij problemen rond een factuur, enzovoort”, vervolgt Muriel Milleville. Telefooncirkel 600 bezochte 80-plussers vertoonden specifieke risico’s op vereenzaming. Zij worden verder opgevolgd door de lokale dienstencentra, die bv. een telefooncirkel inleggen waarbij vrijwilligers de mensen opbellen. Het opvolgen van deze mensen kan niet alleen door het OCMW gebeuren. Daarom werkt het project nauw samen lokale verenigingen, thuishulpdiensten, maar ook met familieleden en buren.
Ongeveer 20% van de Gentse senioren kampt met ernstige eenzaamheidsgevoelens. Deze mensen uit hun isolement halen is één van de speerpunten van het OCMW-beleid.
45
Vier woonzorgcentra - voor begeleid wonen De vier woonzorgcentra van OCMW Gent zijn moderne, hedendaagse gebouwen met de meest aangepaste zorg- en dienstverlening. Zo willen de woonzorgcentra een aangename en kwalitatief hoogstaande woon-, leef- en zorgomgeving zijn voor Gentse senioren die niet langer zelfstandig kunnen leven. De vier woonzorgcentra beschikken over 603 bedden. Daarnaast zijn er nog 16 plaatsen voor kortverblijf, 15 plaatsen in een dagverzorgingscentrum en 2 woningen voor nachtopvang.
Aanvragen voor opname in woonzorgcentrum In 2011 waren er 960 nieuwe aanvragen voor opname in een woonzorgcentrum (2010: 896). Het grootste aantal aanvragen kwam uit ziekenhuizen. Het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst (BCSD) beslist of de aanvraag wordt goedgekeurd of niet. Wie in aanmerking komt, belandt op een wachtlijst. Zwaar zorgbehoevenden krijgen voorrang. Zij krijgen gemiddeld 3 maanden na het akkoord van het BCSD een plaats.
Vier woonzorgcentra – voor begeleid wonen De vier woonzorgcentra van OCMW Gent zijn moderne, hedendaagse gebouwen met de meest aangepaste zorg- en dienstverlening. Op die manier willen de woonzorgcentra een aangename en kwalitatief hoogstaande woon-, leef-, zorg- en zingevende omgeving zijn voor de ouder wordende inwoners van Gent. De vier OCMW-woonzorgcentra verlenen niet alleen zorg aan senioren die langdurig zijn opgenomen, maar beschikken samen ook over 16 plaatsen voor kortverblijf, 15 plaatsen in een dagverzorgingscentrum en 2 woningen voor nachtopvang. figuur
20: aanvragen voor ocmw-woonzorgcentra
2.000
Kortverblijf en nachtopvang
1.800
Woonzorgcentra
1.600 1.400
884
1.200 1.000
492
620
601
609
385
800 600 400
846
928
949
918
896
2006
2007
2008
2009
2010
960
200 0
2011
We zien dus een enorme stijging van het aantal aanvragen voor kortverblijf: van 609 naar 884 of een toename met 45%. Een verklaring is dat men almaar langer moet wachten eer er een plaats in een woonzorgcentrum vrijkomt en daarom als tussenoplossing voor het kortverblijf kiest. 616 aanvragen gingen pasief (plaatsgebrek, intrekken aanvraag), de overige 268 resulteerden in een opname.
46
figuur
21: wachtlijsten woonzorgcentra volgens zorgprofiel
600
Cd
500
50 37
400 300 200
30 18
167
28
55 34
186
B
A
O
187
123
133
C
48
140
156 125
100 0
99
127
129
2008
2009
2010
88
2011
Er staan duidelijk minder lage zorgprofielen (A en O) op de wachtlijst. Dit is een gevolg van het ontraden van deze groep om een aanvraag in te dienen, aangezien ze weinig kans maken op een effectieve opname. De zwaarste zorgprofielen (C en CD) nemen een klein deel in omdat zij relatief snel opgenomen worden en dus van de wachtlijst verdwijnen. figuur
22: totaal aantal nieuwe opnames in wzc
168 166
Nieuwe opnames 167
164 162
162
160 158 156
156
154
155
152 150
2008
2009
2010
2011
Het totaal aantal opnames is sinds enkele jaren in dalende lijn. Het aantal opnames hangt af van het aantal plaatsen dat vrijkomt. Dat het aantal nieuwe opnames afneemt, is te verklaren door een stijging van de gemiddelde verblijfsduur van de bewoners (van 3,2 jaren in 2009 naar 3,4 jaren in 2011).
Meer dan u denkt! De vier woonzorgcentra van OCMW Gent leveren al jaren grote inspanningen om een tweede thuis te zijn voor hun bewoners. Meer huiselijkheid en meer zelfstandigheid voor de bewoners zijn de twee pijlers van deze nieuwe zorgfilosofie. De woonzorgcentra zijn open, warme huizen, waar de bewoners en hun familie centraal staan en zich thuis voelen. Waar iedereen welkom is. Waar de bewoners hun woning naar eigen smaak kunnen inrichten en onbeperkt bezoek kunnen ontvangen. En waar plaats is voor amusement, voor lekker eten en drinken, voor cultuur. Dat vertaalt zich in allerlei aanstekelijke projecten, die een positief beeld van de woonzorgcentra ophangen, die de buitenwereld naar binnen brengen en die een verbinding leggen met de buurt en met jongere generaties. Zo willen we het imago van het woonzorgcentrum verbeteren en de schrik voor een opname wegnemen.
47
Jonge leefloners begeleiden bewoners van Het Heiveld naar voetbalmatch van AA Gent Een mooi voorbeeld van een intergenerationeel project, dat jongeren en ouderen samenbrengt om elkaar beter te leren kennen, was er in het wzc Het Heiveld. Jonge leefloners die bij OCMW Gent het activeringstraject ‘Extra Time’ volgden, begeleidden vijf bewoners naar de voetbalmatch tussen AA Gent en Cercle Brugge. Onder de rusthuisbewoners was het enthousiasme bijzonder groot, want daar wonen heel wat verstokte Buffalo-supporters. Zoals Esther De Wilde die 74 jaar lang elke thuismatch van AA Gent bijwoonde. Tot ze bij een val haar schouder brak en naar het woonzorgcentrum moest. Via televisie volgt ze nog alle wedstrijden van AA Gent. Maar een kans om een match van haar lievelingsclub live te volgen, liet ze natuurlijk niet liggen. Per rusthuisbewoners waren er twee begeleiders. De jonge leefloners brachten de senioren naar hun plaats in het stadion, keken voortdurend of ze iets nodig hadden, waakten over hun veiligheid en meldden als er iets fout ging. Voor die jonge gasten was dat direct een grote verantwoordelijkheid, waaruit ze veel leerden. Heel de uitstap was voor hun zelfbeeld en eigenwaarde een geweldige opsteker. Jonge leefloners begeleidden bewoners van het woonzorgcentrum Het Heiveld naar een thuismatch van AA Gent. Aan Esther De Wilde, al 74 jaar lang een trouwe supporter van de Buffalo’s, hoefden ze dat geen twee keren te vragen!
Zonnebloem toont troeven in zelfgemaakte videoclip Dat het goed leven is in een woonzorgcentrum, toonde Zonnebloem het afgelopen jaar in een zelfgemaakte muziekclip. Het filmpje ‘Anders ziet er anders uit hier in Zonnebloem’ kaapte op het Festival van de Bedrijfsfilm de prijs van meest creatieve film weg. Geen schrik voor opname Verhuizen naar een woonzorgcentrum blijft een ingrijpend moment in het leven van ouderen. Maar het is niet het einde van de wereld. Wel het begin van een nieuw leven dat aan kwaliteit niks moet inboeten. In het filmpje zien we hoe Roger alleen en verdrietig aankomt in het rust- De makers van de videoclip ‘Alles ziet er anders uit hier in Zonnebloem’ vielen op het Festival van de Bedrijfsfilm in de prijzen in de categorie huis. Maar de andere bewoners en het personeel ‘meest creatieve film’. zorgen ervoor dat hij zich direct thuis voelt. De boodschap is duidelijk: je hoeft geen schrik te hebben voor een opname in een woonzorgcentrum. Voor het liedje in de clip stond het nummer van André van Duin ‘alles ziet er anders uit, als de zon schijnt’ model. Zanger van dienst was kok Fabian uit Zonnebloem. En in de clip speelden alleen maar bewoners, personeelsleden en vaste bezoekers van Zonnebloem mee. Feel good-filmpje De jury van het Festival van de bedrijfsfilm kon de clip erg waarderen. “De clip slaagt er wonderwel om een woonzorgcentrum als een joviale woonomgeving in beeld te brengen. Het is echt een feel good-filmpje. Als kijker word je er vrolijk van en krijg je er direct een warm gevoel bij”, aldus het juryverslag.
48
De Liberteyt tovert zich om tot ideale trouwlocatie Bewoners en personeelsleden van De Liberteyt en leerlingen van het zevende jaar Thuis- en Bejaardenzorg van de Benedictuspoort staken een sociaal-artistiek project rond trouwen en bruidsjurken in elkaar. Dat resulteerde in een hilarische voorstelling over wat er bij een trouwfeest allemaal goed en fout kan gaan. Bedoeling was dat studenten uit de zorgrichting (allemaal meisjes van 17-18 jaar) een ander beeld kregen van hoe de bewoners van een rusthuis leven. Want vaak kennen ze een woonzorgcentrum alleen via de klassieke stage met verzorgende taken. Fotoshoot Trouwen was het ideale onderwerp om die twee generaties samen te brengen. Het is iets dat heel sterk leeft bij die jonge meisjes. En de bewoners bewaren aan hun huwelijk nog veel herinneringen. Studenten en bewoners kwamen geregeld samen om het project voor te bereiden. Er was bv. een workshop rond het maken van bruidstaarten. In het Gentse stadhuis hielden ze een fotoshoot in trouwjurken. Enkele bewoners zochten de leerlingen op school op. Ze volgden er mee les en voor één keer verzorgden zij de leerlingen. Het eindresultaat was een walking performance, waarbij de centrale gang van het woonzorgcentrum als catwalk werd ingericht voor een modeshow met bruidsjurken. In een kapsalon werden er trucs getoond om er mooi uit te zien. Huwelijksaanzoek Tijdens de performance waren ook gefilmde interviewfragmenten met de deelnemers te zien. De studentes vertelden daarin over verliefd zijn, hoe de ideale man er voor hen uit ziet, wat de bruidsjurk van hun dromen is, wat een leuke manier is om een huwelijksaanzoek te doen. Anderen willen helemaal niet trouwen, zijn er radicaal tegen. De bewoners haalden herinneringen op aan hun huwelijk. De meesten trouwden kort na de Tweede Wereldoorlog. De mensen hadden toen weinig geld en dus waren het meestal sobere feesten. Ook de pastoor drong daar op aan. Weinig vrouwen trouwden in het wit. Ze verkozen een gekleurd mantelpakje, dat ze nadien nog konden dragen.
Studenten en bewoners van woonzorgcentrum De Liberteyt hielden voor hun bruidsjurkenproject in het Gentse stadhuis een fotoshoot in trouwjurken.
49
Bewoners van De Vijvers toeren in historische tram door Gent op autoloze zondag Zo’n dertig bewoners van De Vijvers maakten van de autoloze zondag op 18 september gebruik om een rit door Gent te maken met een oud tramstel. Voor vier bewoners werd het iets heel speciaals want zij hadden een professioneel tramverleden als bestuurder en controleur. Samen reden ze meer dan 100 jaar met de tram! Versleten De senioren toerden door Gent met een PCC-01, de bekende blauwe tram die in 1971 voor het eerst in het Gentse straatbeeld opdook. Een tramstel ook dat voor bewoner Remi Tack geen geheimen kent. “Ik heb nog met deze tram gereden toen deze gloednieuw was! Ze kwamen geen dag te vroeg. De oude trams waarmee ik sinds 1946 reed, waren door en door versleten. De remmen werkten soms zo slecht dat je niet meer op tijd kon stoppen voor een hindernis die vijftig meter verder op de sporen lag.” Tramverleden Ook medebewoners Petrus Cap en Roger Bauwens werkten jarenlang als trambestuurder en Roger Andries was controleur. En ook al sleurden ze alle vier een indrukwekkend tramverleden mee, het was voor het eerst in jaren dat ze nog eens voet zetten in een tramstel. Een onvergetelijke ervaring. De rondrit met de tram sloot meteen ‘De week van de tram’ in De Vijvers af, met onder meer een tentoonstelling vol foto’s van oude trams in het woonzorgcentrum.
De bewoners van De Vijvers toerden op Autoloze Zondag in een historische tram door Gent.
50
Zorg voor senioren in cijfers 9 lokale dienstencentra
Bezoekers en vrijwilligers
• De
lokale dienstencentra kregen 8.043 unieke bezoekers over de vloer. • In 2011 konden de lokale dienstencentra een beroep doen op 804 vrijwilligers (2010: 774).
Dienstverlening
• Pedicure blijft de dienst waarvan
4 woonzorgcentra
Verblijf
• De
4 woonzorgcentra bieden 603 erkende plaatsen voor langdurig verblijf en 16 plaatsen voor kortverblijf. Het Heiveld heeft als enige een dagverzorgingscentrum met 17 plaatsen. De grootste groep bewoners is tussen de 80 en 90 jaar oud. 10 bewoners vierden in 2011 hun eeuwfeest. De meeste gebruikers van het dagverzorgingscentrum zijn tussen de 75 en 90 jaar. 73 procent van de bewoners is een vrouw. De Vijvers beschikt als enig woonzorgcentrum over echtparenkamers (19). Het gemiddelde bezettingspercentage bedroeg in 2011 99,1% (2010: 97,85%). In het dagverzorgingscentrum was dat 97,8%. Bewoners verblijven gemiddeld 3,45 jaar in een wzc. 200 vrijwilligers ondersteunden mee de werking van de wzc (2010: 191). In het dagverzorgingscentrum waren ze met 4.
• • •
bezoekers het meest gebruikmaken. In 2011 kregen 1.040 mensen (2010: 990) 5.130 keer (2010: 4.655) een voetverzorging. • In 2011 werden 40.611 warme • maaltijden geserveerd (2010: • 35.981). Elk ldc is gemiddeld goed voor 19 warme maaltijden per dag (2010: 17). • • 512 gebruikers kregen 6.225 keer hulp bij boodschappen (2010: 5.759). • In 2011 bedroeg het aantal uren • geleverde huishoudelijke hulp 9.007 (2010: 8.008). 425 mensen • maakten er gebruik van (2010: 367). • De telefoonster was in 2011 goed Aanvragen voor 8.251 prestaties (2010: 8.151). Het aantal gebruikers daalde van • In 2011 waren er 960 nieuwe aanvragen voor opname in een woonzorg220 naar 174. (2010: 896). • In 2011 maakten 595 mensen ge- • centrum 68 aanvragen resulteerden in een bruik van de mogelijkheid om vergoedkeuring voor opname (2010: voer te krijgen vanuit het ldc. Dat 412). aantal bleef nagenoeg gelijk tov. Het aantal niet-behandelde aanvra• 2010. Maar het aantal ritten steeg gen steeg van 238 naar 383. Dit zijn van 12.963 naar 18.80 (+ 45%). Of ouderen met een zeer laag zorgproeen stijging van 22 ritten per perfiel die in de praktijk sowieso geen soon in 2010 naar 31 in 2011. kans maken op opname. • Het aantal deelnemers aan sur- • Van de 368 goedgekeurde aanvraplusactiviteiten (voor mensen die gen gingen er 94 passief. Dit wil niet meer zo gemakkelijk naar het zeggen dat de betrokkenen naar een ldc geraken) daalde van 332 naar privé-rusthuis gingen, bij familie 261. gingen inwonen of vóór de opname
Wat kost het?
De opbrengsten van recreatieve, vormende, informatieve en hygiënische activiteiten in de lokale dienstencentra en woonzorgcentra bedroegen 1.759.380 euro (2010: 1.633.278 euro). Dit stelt de centra in staat om deze activiteiten in belangrijke mate zelf te financieren en geeft hen de vrijheid om nieuwe initiatieven op te starten.
3 aangepaste woonvormen
Verblijf
• OCMW Gent biedt 120 woningen, senioren- en serviceflats voor senioren aan. • De gemiddelde leeftijd ligt bij de mannen tussen 79 en 82.5 jaar. Bij de vrouwen schommelt dat tussen de 78 en 82 jaar. • 68 procent van de bewoners is een vrouw. • In het Antoniushof (serviceflats) is het aantaal alleenstaanden in 2011 gestegen van 65 naar 73. Ook in het wcd Wibier wonen er voor het eerst sinds drie jaar meer alleenstaanden dan koppels (11 tgov. 9). • De gemiddelde verblijfsduur in het Antoniushof en Wibier is 5,5 jaar, een daling in vergelijking met 2010 (6 jaar in Antonioushof en 7 jaar in Wibier). In Ter Pielvaecx stijgt de gemiddelde verblijfsduur jaar na jaar, om in 2011 uit te komen op 10 jaar (9 in 2010).
Wat kost het?
De werkingsopbrengsten van de seniorenwoningen bedroegen samen 1,25 miljoen euro (2010: 1,14 miljoen euro). Deze volstaan echter niet om alle kosten te dekken. Samen leden de seniorenwoningen nog een verlies van 511.846 euro. Serviceflats Antoniushof leed het grootste verlies met 575.675 euro.
overleden.
• In 2011 stonden 489 mensen op de wachtlijst (2010: 547). • Het aantal aanvragen voor kortverblijf steeg van 609 naar 884. Er gebeurden 268 opnames (2010: 247).
Wat kost het?
OCMW Gent voorzag in 2011 in een financiële tussenkomst voor 700 senioren (2010: 752) in een woonvoorziening, voor een totaal bedrag van 2,16 miljoen euro (2010: 2,01 miljoen euro). Een bewoner in een woonzorgcentrum kost per dag ongeveer 150 euro. De dagprijs die de bewoner zelf betaalt (gemiddelde gerekend over de vier woonzorgcentra) bedraagt 49,50 euro, de ziekteverzekering betaalt 56 euro. Na verrekening van subsidies blijft van de 150 euro nog ongeveer 20 euro ( 2010: 25 euro) over, voor rekening van het OCMW. Dit toont aan dat het financieel beheer van de woonzorgcentra een evenwichtsoefening is tussen een betaalbare en laagdrempelige opvang enerzijds en een financieel gezond beheer anderzijds. Ongeveer 106 euro van de 150 euro die een bewoner kost per ligdag, gaat naar personeelskosten. Voldoende en gevarieerd personeel is noodzakelijk voor een goede begeleiding van de bewoners.
51
Wonen voor kansarmen en thuislozen Een behoorlijke huisvesting is een grondwettelijk recht. Maar in de praktijk blijkt dit niet zo eenvoudig te realiseren. Vooral bij de huisvesting van kansarmen en lage inkomensgroepen rijzen er problemen. De dienst Wonen van OCMW Gent fungeert als centraal aanspreekpunt voor onder meer:
• het bemiddelen bij huurachterstal; • het bieden van hulpverlening bij gerechtelijke procedures uithuiszetting; • het aanvragen van sociale woningen voor daklozen; • het aanbieden van interne herhuisvesting via het Sociaal Verhuurkantoor (SVK); • het voorzien van noodwoningen.
Wonen voor kansarmen Het Sociaal Verhuurkantoor (SVK) bouwt zelf geen woningen, maar huurt op de private markt woningen en appartementen om die dan door te verhuren aan OCMW-cliënten. Het SVK biedt de privé-eigenaars stevige garanties, zoals het op tijd betalen van de huur en het onderhouden van de woning.
• Het aantal woningen dat het SVK in 2011 huurde, steeg van 94 naar 95. Er kwamen 5 nieuwe woningen bij, maar er gingen er ook 4 uit beheer. Tegenover 2007 is het aantal woningen wel uitgebreid met 38%.
• Bovendien zijn er in 2011 intentieverklaringen afgesloten voor 13 nieuwe woongelegenheden. Deze woningen waren op 31 december 2011 nog niet afgewerkt. Tel je die erbij, dan groeit het patrimonium van het SVK, in vergelijking met 2007, met 56%.
Bestaande kandidaat-huurders SVK: update gegevens figuur
23: analyse 708 kandidaat-huurders voor svk-woning 3
25
37
Kandidaat-huurders weerhouden Geschrapt wegens geen reactie Geschrapt wegens niet te bereiken 373
270
Geschrapt op vraag van cliënt Geschrapt wegens overlijden cliënt
In 2011 gebeurde een actualisatie van de gegevens van de 708 kandidaat-huurders die in 2009 waren ingeschreven. 373 kandidaat-huurders ( of 52, 7%) bleven behouden omdat ze nog voldeden aan de inkomstenvoorwaarde. De overigen werden geschrapt.
52
Nieuwe kandidaat-huurders Personen die zich willen inschrijven in het SVK, worden sinds eind 2010 uitgenodigd op gezamenlijke infosessies, die tweewekelijks plaatsvinden.
• Het aantal nieuwe kandidaat-huurders nam voor het eerst sinds jaren af. In 2011 waren er 345 nieuwe inschrijvin-
gen: 188 rechtstreeks bij het SVK en 157 na doorverwijzing via de vzw Woonfonds. De daling is wellicht het gevolg van de nieuwe manier van inschrijven. Van de 758 mensen die geïnteresseerd waren om een woning bij het SVK te huren, daagden er maar 357 op het infomoment op. Van die 357 werden er uiteindelijk 188 ingeschreven. • Niettemin sloot het SVK 2011 nog altijd af met 1.302 actieve kandidaat-huurders (1.331 in 2010).
Huurbegeleiding Het SVK biedt aan alle huurders een laagdrempelige huurbegeleiding aan. De huurbegeleiding werd in 2011 ernstig bemoeilijkt door een groeiende groep huurders die af te rekenen hebben met psychiatrische problemen en/of verslaafd zijn. Politie en parket moesten meerdere keren tussenbeide komen voor bedreigingen, agressie en vernielingen. In één geval werd voor meer dan 10.000 euro huurschade aangericht.
• In 2011 namen 11 nieuwe huurders hun intrek in een woning van het SVK. 2 zittende huurders werden gemuteerd. • Van deze 13 nieuwe verhuringen ontvingen 9 huurders op het moment van toewijzing een leefloon of levensminimum.
Bemiddeling bij huurachterstand De dienst Wonen is voor de vijf Gentse sociale huisvestingsmaatschappijen het centrale aanspreekpunt als hun huurders twee maanden huurachterstand hebben. Het OCMW gaat dan op zoek naar een oplossing om de huurachterstal zo snel mogelijk weg te werken en zo een uithuiszetting te vermijden.
• In 2011 stuurden de sociale huisvestingsmaatschappijen 686 personen (2010: 639) met een huurachterstand door naar het OCMW. • Bij 284 ging het over mensen die al een actief dossier hadden bij het OCMW. Samen met hun maatschappelijk werker zochten ze naar een oplossing.
Dreigt een huurprobleem toch te escaleren, en wordt een gerechtelijke procedure tot uitzetting opgestart, dan bemiddelt de dienst Wonen tussen alle betrokkenen om te vermijden dat het zo ver komt.
• In 2011 werden 768 procedures tot uithuiszetting opgestart (890 in 2010). In 261 gevallen (326 in 2010) ging het om
cliënten die al door het OCMW gevolgd werden. Hun wijkwerker volgde daarom het dossier verder op. In de andere gevallen bemiddelde de dienst Wonen.
Wonen voor dak- en thuislozen Iedere dakloze kan bij OCMW Gent terecht voor hulpverlening. Naast een leefloon kunnen daklozen ook nog andere financiële hulp krijgen zoals een huurwaarborg, een ziekenfondsbijdrage, een tussenkomst in ziekenhuisfacturen, kledij, schoolkosten voor kinderen, huur… OCMW Gent geeft niet alleen financiële hulp. Het streeft ook naar structurele maatregelen om de situatie van daklozen te verbeteren. De dienst Thuislozenzorg doet inspanningen om thuisloze hulpvragers weer te laten aansluiten bij allerhande diensten zoals ziekenfonds, RVA en VDAB. Daarnaast probeert de dienst om thuislozen naar een vaste woning en werk te leiden.
Hulpvragen voor daklozen Alle hulpaanvragen voor daklozen vanuit OCMW-diensten of onthaaltehuizen komen terecht bij de dienst Thuislozenzorg van het OCMW. De dienst probeert in overleg met alle hulpverleners op het terrein een omvattende oplossing te vinden. Want het gaat vaak meer dan om een probleem van huisvesting. Veel daklozen sleuren een verleden mee van psychische/psychiatrische problemen, schulden en verslaving.
• In 2011 ontving Thuislozenzorg 621 aanvragen tot steunverlening aan daklozen. • Ongeveer de helft van de aanvragen, 289, kwam van personen die nog niet gekend waren bij het OCMW.
53
figuur
24: versnelde toewijzing van sociale woningen aan daklozen 2008
Totaal aantal aanvragen ontvangen (vanuit welzijnsbureaus, OCMW-diensten...)
53 93
43 43
Aanvragen doorverwezen naar sociale huisvestingactoren of op wachtlijst 30
Aantal woningen bezet
0
20
51
2009
104
2010
99
2011
74
37 37 38
40
60
80
100
120
In 2011 waren er 43 woningen voorbehouden voor daklozen. Daarvan waren er op 31 december 2011 38 bezet door een dakloze. (wat gelijkstaat met een bezettingsgraad van 88%). Aan 5 naar de sociale huisvestingsmaatschappijen doorgestuurde daklozen was nog geen woning toegewezen.
Winterplan daklozen Op 1 december 2011 startte het winterplan 2011-2012. De opvang aan de Gasmeterlaan (25 bedden) en in Huize Triest (16 bedden) die het hele jaar door loopt, werd in de winter uitgebreid met de vroegere gebouwen van de brandweer in de Academiestraat. CAW Artevelde zorgde daar voor de opvang van 40 daklozen. Samen met het winterplan werd een nieuwe manier van toeleiden naar de nachtopvang geïntroduceerd. Met deze nieuwe manier van werken willen we de dak- en thuislozen, die in de nachtopvang terechtkomen, naar de hulpverlening leiden en hen zo een begin van structurele oplossing aanbieden.
Betere bescherming huurders dankzij nieuw samenwerkingsprotocol tussen OCMW en sociale huisvestingsmaatschappijen OCMW Gent en de sociale huisvestingsmaatschappijen hernieuwden in 2011 hun samenwerkingsprotocols Woonbegeleiding en Wonen. Nieuw hierbij was dat het OCMW voortaan ingeschakeld wordt bij huurachterstal van álle huurders van een sociale woning op Gents grondgebied. Alle sociale huurders gelijk behandeld Dat was in het verleden niet altijd het geval. Het samenwerkingsprotocol verbond alleen de sociale huisvestingsmaatschappijen de Volkshaard, de Gentse Haard en de fusiemaatschappij woninGent (woninGent, de Goede Werkmanswoning, Scheldevallei en de Stadswoningen). De maatschappijen ABC en de Merelbeekse Sociale Woningen vielen er niet onder. In het nieuwe protocol is dat wel zo. Alle huurders van een sociale woning worden nu op dezelfde voet behandeld. Met het protocol kunnen wanbetalers niet zomaar op straat worden gezet. Het OCMW bemiddelt bij huurders met een huurachterstand van 2 maanden. Via een afbetalingsplan probeert men binnen de 6 maanden de schuld aan te zuiveren. Zolang het OCMW tussenbeide komt, ondernemen de sociale huisvestingsmaatschappijen geen gerechtelijke stappen. Meer huisvesting voor daklozen Het nieuwe samenwerkingsprotocol voorziet ook in een uitbreiding van het aantal huurcontracten voor daklozen. Vanaf 1 januari 2012 maken 52 daklozen via een versnelde toewijzing kans op een sociale woning. In vergelijking met 2007 is dat een verruiming met 75%. Het OCMW staat de daklozen niet alleen administratief bij. Zij krijgen van het OCMW ook een intensieve wooncursus, waarbij ze onder meer huishoudelijke vaardigheden aangeleerd krijgen.
54
Dankzij een nieuw samenwerkingsprotocol met de sociale huisvestingsmaatschappijen zijn alle sociale huurders in Gent nu beter beschermd en komen meer daklozen versneld in aanmerking voor een sociale woning.
Project Intensieve Woonbegeleiding Dit project wil via een intensieve woonbegeleiding bij de cliënten thuis een structurele oplossing bieden voor hun problematische huisvestingssituatie. Het probleem van thuisloosheid is meer dan een woonprobleem alleen. Woonbegeleiding wil via sociale reactivering deze mensen weer integreren in de maatschappij (uitbouwen van sociale netwerken, iets zinvols om handen hebben). Op termijn kan dit leiden tot reactivering via opleiding of tewerkstelling. De prioritaire doelgroep zijn de daklozen die, via een versnelde toewijzing, een sociale woning kregen. Voor hen is deze woonbegeleiding in de eerste zes maanden verplicht. Deze mensen komen in een volledig nieuwe situatie terecht. Begeleiding is dan van groot belang om klachten over wangedrag of wanbetaling te voorkomen. Een tweede doelgroep zijn (sociale) huurders, die problemen hebben om een aanvaardbare huisvesting of wooncultuur te realiseren. Het gaat dan bv. over mensen die na een opname in een psychiatrisch centrum weer zelfstandig gaan wonen, huurders die uit huis dreigen te worden gezet of tegen wie een overlastprocedure loopt.
• In 2011 begeleidde het project 175 cliënten
(2010: 170). • 116 cliënten waren ex-daklozen. • 62 woonbegeleidingen werden afgesloten. In 33 gevallen omdat de cliënt een stabiele woonsituatie had bereikt. In 13 situaties werd de begeleiding stopgezet na een negatieve evaluatie, voornamelijk omdat de betrokkenen weigerden zich te laten begeleiden.
Onderschrift: Via huisbezoeken proberen de woonbegeleiders een structurele oplossing te bieden voor de problematische huisvestingssituatie van sommige cliënten.
55
Pensionwonen De Baai Chronisch thuislozen, boven de 45 jaar, die niet langer in staat zijn om zelfstandig te wonen, kunnen definitief terecht in De Baai. In 2011 woonden er 20 mannen in het pension. Kandidaat-bewoners moeten een hele toelatingsprocedure doorlopen. De selectievoorwaarden zijn streng. Een goede inschatting van de kandidaat- bewoner is belangrijk om de stabiliteit van de bewonersgroep te garanderen. Sinds de oprichting in 1998 ontving De Baai 213 aanvragen. In 2011 waren dat er 13 (2010: 12). 7 aanvragen kregen een positief advies. Deze kandidaten kwamen op een wachtlijst terecht. Op 31 december 2011 stonden er 8 kandidaatbewoners op de wachtlijst.
De Baai geeft alleenstaande volwassenen boven de 45 jaar, die het al langer niet meer lukt om een vaste woning te behouden, een permanent dak boven het hoofd.
Wonen bij nood De dienst Woningen beheert 29 noodwoningen. Gentenaars, die getroffen zijn door rampspoed, kunnen daar tijdelijk terecht.
• In 2011 verbleven 50 huurders in een noodwoning (2010: 56). In de meeste gevallen (34) ging het om mensen die
hun huis na een brand moesten verlaten. Andere redenen waarom mensen in een noodwoning terecht kwamen, waren onbewoonbaarverklaring (8), acties tegen huisjesmelkerij (5) en noodopvang CAW (2). • Voor 33 gezinnen werd in 2011 zelf nog een oplossing gevonden.
De dienst merkte in 2011 een zeer hoge werkdruk op de huurbegeleider van de noodwoningen. Huurders kunnen wettelijk maar maximaal 4 maanden in een noodwoning verblijven. Binnen die termijn is het haast onmogelijk om een nieuwe huisvesting te vinden.
Zelfs bij een eventuele, eenmalige verlenging met 4 maanden is er in veel gevallen geen oplossing mogelijk. Dan kan de dienst juridisch niet anders dan een procedure tot uithuiszetting uit de noodwoning opstarten. In 2011 gebeurde dat 10 keer. Uiteindelijk werden er daarvan 2 effectief uitgevoerd.
56
Wonen voor kansarmen en thuislozen in cijfers Wonen voor kansarmen
Woonbegeleiding en bemiddeling
Wonen voor dak- en thuislozen
Sociaal Verhuurkantoor
Begeleiding
van OCMW Gent verhuurde in 2011 95 woningen (2010: 94). • In 2011 waren er 345 nieuwe inschrijvingen. • In 2011 gebeurde een actualisatie van de gegevens van 708 kandidaat-huurders die in 2009 waren ingeschreven. Van die groep werden er 335 (ruim 47%) geschrapt, in de meeste gevallen omdat zij niet reageerden op een schrijven van het SVK. • Het SVK sloot 2011 af met 1.302 actieve kandidaat-huurders (2010: 1.331).
ning kregen in 2011 intensieve • De Gentse sociale huisvestingsmaatschappijen verbonden er woonbegeleiding (2010: 170). • 116 cliënten waren ex-daklozen, de zich in 2011 toe om 43 huurconoverige begeleidingen gebeurden tracten via een versnelde proceop vraag van de maatschappelijk dure aan daklozen toe te wijzen. werker of van de sociale huisves- • De dienst Wonen ontving hiervoor 99 aanvragen (2010: 93). tingmaatschappij. • Er waren 133 mannen en 50 vrou- • 8 aanvragen werden doorgewen in woonbegeleiding. 84% is stuurd naar de huisvestingsmaatalleenstaand. schappijen. 66 aanvragen beland• In 2011 werden 62 woonbegeleidin- den op de wachtlijst van 2012. gen afgesloten (2010: 76). 33 persoVoor 13 aanvragen vroeg de dienst nen hadden een stabiele woonsiom bijkomende informatie, maar tuatie bereikt. In 13 gevallen werd kwam er geen antwoord. 12 aande woonbegeleiding stopgezet na vragen werden geannuleerd. een negatieve evaluatie (geen me- • Bij een evaluatie van het Samenwerkingsprotocol Daklozen bleek dewerking van de betrokkene). Andat 77% nog altijd in hun woning dere redenen tot stopzetting waverbleef. 72% van de cliënten gaf ren: betrokkene vond een andere aan dat de woonbegeleiding een woonvorm waar begeleiding niet belangrijke rol had gespeeld in meer aan de orde was, detentie, hun stabiele huisvestingssituatie. overlijden,verhuizing,.. • De gemiddelde begeleidingsduur Pensionwonen De Baai bedroeg in 2011 35 maanden. • De Baai ontving in 2011 13 aanvraBemiddeling gen voor een opname (12 in 2010). • De vijf Gentse sociale huisves- • 7 aanvragen kregen een positief tingsmaatschappijen stuurden in advies en werden op de wachtlijst 2011 686 huurders met een huurgeplaatst. 2 aanvragen werden geachterstal van 2 maanden door annuleerd. Voor de andere loopt naar het OCMW (2010: 639). de intakeprocedure nog. • Bij 284 meldingen ging het over • Op 31 december 2011 stonden er 8 mensen die al in begeleiding wakandidaat-bewoners op de wachtren bij het OCMW. lijst. • In 2011 werden er 768 procedures • In 2011 woonden er 20 mensen tot uithuiszetting opgestart (2010: in het pension. Hun gemiddelde 890). leeftijd is 65,7 jaar. • De maatschappelijk wijkwerker • De langst verblijvende bewoner volgde hiervan 261 personen acwoont al 13,5 jaar in De Baai. tief op. • 4 bewoners verlieten De Baai in 2011: 3 gingen zelfstandig wonen en 1 vertrok vrijwillig. Een vijfde bewoner overleed.
• Het Sociaal Verhuurkantoor (SVK) • 1175 huurders van een sociale wo-
Wonen in nood
• OCMW
Gent heeft 29 noodwoningen voor mensen die hun huis verloren door brand, waterschade, onbewoonbaarverklaring,… • 50 gezinnen en alleenstaanden verbleven in 2011 in een noodwoning (2010: 56). • Voor 33 mensen werd in 2011 een oplossing gevonden. • Er werden 10 procedures tot uithuiszetting opgestart, omdat de huurders langer dan wettelijk mag in een noodwoning verbleven. • In 2 gevallen werd de uithuiszetting effectief uitgevoerd.
Samenwerkingsprotocol Daklozen
Wat kost het?
De verleende som voor borgen huishuur bedroeg in 2011 530.485 euro (2010: 590.971 euro). Dit kon bijna volledig worden teruggevorderd. De tegemoetkomingen in huishuur daalden in 2011 tot 812.261 euro (2010: 1.085.626 euro). Daarvan werd 172.074 euro teruggevorderd, wat ongeveer 21 procent is. De opbrengsten van woningen, verhuurd door het Sociaal Verhuurkantoor van OCMW Gent, stegen tot 332.707 euro (2010: 311.966 euro). De huurachterstand van de SVK-huurders bedroeg in 2011 6.211 euro ( = 2,64%). De opbrengsten van de noodwoningen stegen met 25% tot 64.728 euro (2010: 51.638 euro). Dit is te verklaren door een hogere bezettingsgraad van de noodwoningen. De totaalopbrengst van alle verhuringen en verpachtingen (SVK, De Baai, noodwoningen, seniorenflats,…) bedroeg 2.311.408 euro (2010: 2.274.716 euro).
57
Energie en duurzaamheid OCMW’s hebben de wettelijke taak om de meest hulpbehoevenden op het gebied van energielevering te begeleiden en financieel te steunen. De Energiecel van OCMW Gent investeert vooral in preventieve maatregelen om cliënten uit de schulden te houden en in intensieve begeleiding van cliënten die al schulden hebben. Begeleiding en financiële steun zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
De Energiecel van het OCMW investeert vooral in preventieve maatregelen en sensibiliseringsacties om cliënten uit de schulden te houden.
Energie en schulden Wie energieschulden heeft, kan bij het OCMW aankloppen. Het OCMW neemt die schulden dan voor zijn rekening. Maar deze hulp is niet vrijblijvend. De aanvrager moet een verbintenis ondertekenen, waarin hij zich ertoe verbindt om toekomstige energiefacturen tijdig te betalen en een actieve, desnoods langdurige, begeleiding van de Energiecel te aanvaarden. Daarbij streeft de Energiecel naar een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de dienst en de cliënt. figuur
25: energieschulden ten laste
250.000
Energieschulden ten laste
227.486
Cliënten met energieschulden ten laste
200.000 164.741
150.000 100.000
138.178
127.827
118.727
50.000 0
85
2007
58
146
146
69
122
2008
2009
2010
2011
We zien dus dat de Energiecel 122 dossiers opende. In vergelijking met 2010 (69 dossiers) is dat bijna een verdubbeling. Maar het totaalbedrag van energieschulden steeg niet evenredig: van 118.727 euro in 2010 naar 138.178 euro in 2011. Eén dossier in 2011 vertegenwoordigt dus gemiddeld een kleinere energieschuld dan in 2010. Dat wijst erop dat de maatschappelijk werkers almaar alerter zijn voor de aanpak van energie-armoede en kort op de bal spelen. De energieschulden blijven zo beheersbaar. Door de tussenkomst te koppelen aan een resultaatsverbintenis, kunnen we de cliënt beter opvolgen en hem op zijn verantwoordelijkheden wijzen. Voor mensen met energieschulden werkte de Energiecel verschillende modaliteiten uit, die financiële steun onlosmakelijk koppelen aan begeleiding.
Water en schulden Tegen dezelfde voorwaarden als bij energie (aangaan van een resultaatsverbintenis), neemt het OCMW ook waterschulden over. In 2011 gebeurde dat 27 keer voor een totaal bedrag van 41.625 euro (in 2010 ging het om 10 dossiers voor een totaalbedrag van 9.713 euro). Per dossier gaat het om een gemiddeld bedrag van 1.542 euro. Dat is merkelijk meer dan in 2010 (gemiddelde van 971 euro) en dan bij energieschulden (gemiddelde van 1.133 euro). De voornaamste reden hiervoor is dat water, nog veel meer dan gas en elektriciteit, als levensnoodzakelijk wordt beschouwd en er daarom minder snel tot afsluiting wordt overgegaan. Komt het wel zover, dan liggen de schulden doorgaans hoger dan bij energie. Bovendien bestaat er voor water geen budgetmeter.
Budgetmeter Het aantal gezinnen bij wie Eandis een budgetmeter voor aardgas plaatst, stijgt. Eind 2011 waren er in Gent 2.080 budgetmeters aardgas actief. Voor deze mensen is het vaak moeilijk om in de wintermaanden (van december tot en met februari) voldoende opladingen te verrichten. Zij komen in aanmerking voor 2 maatregelen, zodat ze niet zonder elektriciteit en verwarming vallen.
• De Vlaamse regering verleent sinds december 2010 tijdens de wintermaanden een premie voor een minimale
levering van de aardgasbudgetmeter. Deze tussenkomst gebeurt via de Energiecel. • In januari 2011 verleende de Energiecel 177 tussenkomsten, in december 2011 was dat al verhoogd tot 379. De maatregel raakt dus almaar bekender. Het totaal opgeladen bedrag bedroeg 30.498 euro. Dat bedrag wordt voor 70% gesubsidieerd door Eandis, de overige 30% recupereert het OCMW via het Energiefonds. • Een tweede, interne, maatregel bestaat erin dat de cliënt maandelijks zijn budgetmeter aardgas herlaadt. Dus ook in de zomer, zodat hij spaart voor de komende winter. Als hij die verbintenis nakomt, laadt het OCMW gedurende 12 maanden 50 euro per maand op zijn aardgasbudgetmeterkaart. In 2011 ontvingen 16 personen deze tussenkomst van 600 euro. In 2010 ging het nog om 42 mensen. Deze daling is te verklaren door de invoering van de Vlaamse maatregel.
Lokale Adviescommissie Iedereen heeft recht op een minimale levering van water, gas en elektriciteit voor huishoudelijk gebruik. In elke Vlaamse gemeente is er daarom een Lokale Adviescommissie (LAC) opgericht, waarin afgevaardigden van het OCMW en de verschillende energieleveranciers zitting hebben. Afsluiting is alleen nog mogelijk als de LAC dit positief heeft geadviseerd. Het OCMW verdedigt in de commissie de belangen van de cliënt. Als de energieleverancier de minimale levering van energie wil stoppen, voert een maatschappelijk werker van het OCMW een sociaal en financieel onderzoek uit, onder meer via huisbezoeken. Alleen als de cliënt niet wil betalen en geen enkele hulp wil aanvaarden, wordt alle energie afgesloten (behalve in de wintermaanden).
• In 2011 sloot Eandis 179 keer af (202 keer in 2010). • Watermaatschappij TMVW sloot in 2011 66 mensen af van water (26 in 2010). De Energiecel zocht samen met de betrokkenen naar een oplossing, zodat van die groep van 66 er in januari alweer 52 waren aangesloten. De gevoelige stijging van het aantal waterafsluitingen heeft te maken met het feit dat de LAC op initiatief van de TMVW een pak meer dossiers behandelde: 601 in 2011 tegenover 485 in 2010.
59
figuur
26: dossiers behandeld voor LAC’s
3.500 3.000 2.500
Behandelde dossiers voor LAC Eandis (gas en elektriciteit)
3.030
Behandelde dossiers voor LAC TMVW (water)
2.727
2.156
2.149
2.455
2.000 1.500 1.000 485
500 0
83
2007
2008
601
320
2009
2010
2011
Tussenkomst bij stookolie- en brandstofkosten Huishoudens met een verhoogd recht op ziekteverzekering, huishoudens met een laag inkomen en personen met een formele schuldenlast, komen in aanmerking voor een federale stookoliepremie. Kandidaten moeten deze premie aanvragen bij het OCMW in hun gemeente. Twee maatschappelijk werkers van de Energiecel houden hiervoor vaste zitdagen in de welzijnsbureaus, buurt- en dienstencentra in heel Gent.
• De Energiecel ontving in 2011 1.240 aanvragen voor de federale stookoliepremie, verspreid over 667 gezinnen. Tegenover 2010 is dat een daling met 12% Toen waren er 1.415 aanvragen. Aan 1.147 personen werd effectief een premie toegekend, voor een totaal bedrag van 93.832 euro (2010: 89.454 euro).
OCMW Gent kwam in 2011 ook tussen in de brandstofkosten. Opnieuw hangt de financiële hulp samen met een verbintenis. Het OCMW neemt de betaling van 1.000 liter brandstof alleen op zich, als de cliënt belooft om de voorafbetalingen voor een volgende levering maandelijks correct uit te voeren. Leeft hij die afspraak niet na, dan moet hij het overgenomen bedrag terugbetalen aan de Energiecel.
• Zeven cliënten ontvingen een tussenkomst voor 1.000 liter brandstof (in 2010: 11 cliënten). Samen met de lopende dossiers uit 2008-2010, verrichten momenteel 17 personen voorafbetalingen.
Samen duurzaam Samen met de stedelijke vzw ReGent spoort het OCMW de Gentenaars aan om rationeel om te springen met energie en water, zonder aan comfort in te boeten. Dat gebeurt onder meer via energiescans in woningen. En dan met name bij kansarmen en senioren, omdat zij vaak in onaangepaste huizen wonen. Na de scan ontvangen de mensen een brief met verbetermogelijkheden, waardoor ze in hun woning energie kunnen besparen. Wie op basis van deze brief een energiezuinige maatregel wil laten uitvoeren, komt in aanmerking voor een financiële tussenkomst van maximaal 500 euro. Dat geld komt uit het eigen OCMW-budget en uit het Sociaal Fonds voor Gas en Elektriciteit.
• In 2011 voerde vzw ReGent, op vraag van OCMW Gent, een gratis
De KARWijdienst van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum voert energiebesparende maatregelen uit bij cliënten thuis.
60
energiescan uit bij 432 gezinnen. Een stijging met 18% tov. 2010 (365 scans). • 397 mensen kregen nadien een tussenkomst voor een energiebesparende maatregel (243 in 2010). • 34 gezinnen verkregen, via vzw ReGent, een goedkope lening om energiebesparende werkzaamheden in hun woning te financieren. Dat is evenveel als in 2010.
Energie en duurzaamheid in cijfers Energie Energie- en waterschulden • OCMW Gent nam de energieschulden van 122 cliënten (2010: 69) voor zijn rekening, voor een totaal bedrag van 138.178 euro (2010: 118.727 euro). • Van 27 cliënten (10 in 2010) nam het OCMW de achterstallige waterschulden op zich, voor een totaal bedrag van 41.625 euro (9.713 euro in 2010).
Duurzaamheid
• Vzw ReGent voerde bij 432 gezinnen een energiescan
uit (2010: 365). • 397 mensen kregen na de scan een tussenkomst voor een energiebesparende maatregel (2010: 243). • 34 cliënten verkregen via vzw ReGent een goedkope lening voor energiebesparende ingrepen in hun woning. (2010: 34 procent). • Het OCMW kocht in 2011 voor 90% koffie uit eerlijke Lokale Adviescommissie handel voor alle OCMW-diensten, woonzorgcentra en • Om een afsluiting van water- en energietoevoer te lokale dienstencentra. vermijden, bracht de Energiecel 1.236 huisbezoeken • Al het aangekochte papier en omslagen zijn 100% mi(2010: 1.194) en ontving ze 2.045 cliënten (2010: 1.245) lieuvriendelijk. op zitdag. • 2.455 dossiers werden doorverwezen naar de LAC Eandis (2010: 2.149). De Energiecel slaagde erin om 54% van deze dossiers op te lossen vóór ze effectief op het LAC behandeld werden. In 2010 was dit nog maar 28%. • In 2011 sloot Eandis 179 keer af (202 keer in 2010). • De LAC TMVW behandelde 601 dossiers van wanbetalers (485 in 2010). • 66 mensen werden afgesloten van water in 2011 (26 in 2010). Budgetmeter • 16 personen kregen een tussenkomst van 600 euro voor hun budgetmeter aardgas (42 in 2010). • In december 2011 ontvingen 379 gezinnen (in 2010: 119 gezinnen) een premie van de Vlaamse overheid voor een minimale levering van de aardgasbudgetmeter. Wat kost het? Het totaal opgeladen bedrag 30.498 euro (2010: 9.124 De steun voor de energiekosten (meestal gas en elektrieuro). citeit) is fors gestegen, van 556.000 euro in 2010 naar Tussenkomst in stookolie- en brandstofkosten 859.000 euro in 2011. De verklaring ligt bij het succes • Het OCMW ontving 1.240 aanvragen voor de federale van de tussenkomst voor de aankoop van gas (in 2010 stookoliepremie (2010:1.415 aanvragen). –toen de maatregel pas van kracht werd- was er al• Aan 1.147 personen werd effectief een premie toege- leen maar in december een minimale levering, in 2011 kend (in 2010 waren dat er 1.277), voor een totaal be- waren er gedurende vier maanden tussenkomsten). drag van 93.832 euro (2010: 89.445 euro). Cliënten deden ook meer een beroep op bestaande • 7 cliënten ontvingen een tussenkomst voor 1.000 liter maatregelen zoals de stookoliepremie. De verklaring brandstof (2010: 11 cliënten). hiervoor ligt bij de strengere winter en de gestegen • Samen met de lopende dossiers van 2008-2010 ver- brandstofprijzen. richtten eind 2011 17 personen voorafbetalingen voor een volgende levering (2010: 15 cliënten).
61
Psychologische hulp Cliënten die bij het OCMW aankloppen, hebben vaak onderliggende psychische problemen. Of ze kampen met een verslavingsproblematiek. Een grote groep bevindt zich ook in een negatieve spiraal van generatiearmoede. Dit maakt dat zij hun problemen niet zelfstandig kunnen overwinnen en hulpverlening op maat nodig hebben. De Psychologische dienst speelt dan ook een belangrijke rol vóór, tijdens en na de activering van cliënten naar maatschappelijke integratie en werk. En die rol wint almaar aan belang. Maatschappelijk werkers verwijzen meer mensen door in het kader van de activering. In een kwart van de dossiers moet de Psychologische dienst advies geven over de werkbekwaamheid van cliënten, die psychische problemen aangeven als belemmering om te werken.
Klemtoon op activering figuur
27: aantal behandelde cliënten in 2011
1.000
800
778
813
716
600
400
581 465
452
200 0
2006
2007
2008
2009
2010
2011
In 2011 volgde de Psychologische dienst 813 dossiers actief op. Het aantal cliënten dat bij een psycholoog passeert, stijgt jaar na jaar. In het kader van activering verwijzen maatschappelijk werkers almaar meer mensen door. De Psychologische dienst werkt mee aan het ontwikkelen van vaardigheden en attitudes die noodzakelijk zijn om tot activering te komen of om een tewerkstelling vol te houden. Zoals zelfwaardegevoel, motivatieversterking, omgaan met regels en gezag en assertiviteit. Bij een groot aantal cliënten zijn ontbrekende competenties vaak niet op te lossen met een eenvoudige training, maar is een diepgravende psychologische-therapeutische aanpak nodig. Voor mensen met een mentale beperking zijn er specifieke begeleidingen. De psychologen plaatsen elke cliënt op een trap van de activeringsladder en schatten in welke trap de cliënt kan bereiken na begeleiding.
62
De Psychologische dienst ontvangt cliënten voor een intakegesprek, een gerichte doorverwijzing, begeleiding of therapie.
Figuur 28: Verdeling van cliënten op activeringsladder Huidige verdeling van cliënten op de activeringsladder
Inschatting van de situatie van cliënten op de activeringsladder na hulp: (oa.) psychologische ondersteuning
2011 (2010)
2011 (2010)
Zorg en hulpverlening
54% (51%)
18% (21%)
Sociale activering
21% (20%)
30% (26%)
Arbeidsactivering
13% (14%)
16% (16%)
Reguliere arbeid
12% (15%)
35% (37%)
Trappen op de activeringsladder
Concreet zegt deze tabel dat 54 procent van de cliënten zich nu in de zorg- en hulpverlening bevindt, maar dat we na behandeling dit cijfer kunnen terugbrengen tot 18 procent. Verder leert deze tabel ons dat maar 35% van deze cliënten ooit tot reguliere arbeid kan komen. De Psychologische dienst ondersteunt ook maatschappelijk werkers bij het opleggen van sancties aan moeilijke cliënten. Door deze mensen individueel te begeleiden, kan de dienst inschatten of het gaat om niet willen of niet kunnen werken. In 2011 formuleerde de Psychologische dienst in 221dossiers (ofwel 1 op 4) een dergelijk advies.
63
Laagdrempelige hulp In 30% van de gevallen behaalde de Psychologische dienst de doelstellingen van de therapie. In 2009 was dat nog maar 20%, in 2010 27%. Een zeer mooi resultaat, temeer daar het om een moeilijk bereikbare doelgroep gaat. De dienst levert dan ook grote inspanningen om zo laagdrempelig mogelijk te werken en zet maximaal in op rechtstreekse communicatie met de doelgroep. Bereid zijn belemmerende psychische problemen aan te pakken, is voor velen een eerste noodzakelijke stap in het activeringsproces. De psychologen houden wekelijkse zitdagen in de welzijnbureaus en hun antennes. Indien nodig gaan ze op huisbezoek bij de cliënt. In een kleine helft van de gevallen werken ze ook samen met externe diensten (huisartsen, psychiaters, wijkgezondheidscentra, justitie).
Gespecialiseerde hulp Sinds 2008 zijn Integrale Gezinsbegeleiding, het project Perspectief en de Jongerenwerking ondergebracht in drie Methodische Cellen. De cellen bundelen gespecialiseerde hulpverlening voor respectievelijk multiprobleemgezinnen, (ex-)drugsverslaafden en randgroepjongeren. De maatschappelijk werkers opereren decentraal vanuit de welzijnsbureaus, dicht bij de cliënten dus, maar worden centraal aangestuurd en ondersteund. Bedoeling is om intensief met de cliënten samen te werken en de problemen in de wortel aan te pakken. Het grote voordeel van deze werkwijze is dat de cliënten te malen krijgen met hulpverleners die, door intensieve vorming, inhoudelijk gespecialiseerd zijn in hun specifieke problematiek.
Integrale Gezinsbegeleiding Integrale Gezinsbegeleiding (IG) richt zich tot gezinnen met problemen op verschillende levensdomeinen(gezondheid, huisvesting, financieel, enzovoort) en daardoor nood hebben aan opvoedingsondersteuning in de brede zin van het woord. De cel bestaat uit 8 maatschappelijk werkers en 1 intercultureel medewerker voor Turkse gezinnen. De centrale aansturing gebeurt door 2 psychologen. Belangrijke externe partners zijn de Centra voor Leerlingenbegeleiding, Kind & Gezin en Medisch Pedagogische Instituten.
• In 2011 begeleidde IG 122 gezinnen (2010: 118, 2009: 98). • 60% van de gezinnen zat in budgetbeheer, waardoor veel tijd ging naar financiële opvolging. • Eén op de vier gezinnen kreeg psychologische begeleiding aangeboden. Dit toont aan dat de doelgroep veel innerlijke kwetsuren heeft en extra hulp kan gebruiken.
• Qua activering zien we dat 19% van de gezinnen deelneemt aan één van de projecten van de Emancipatorische Werking en 16% begeleiding krijgt van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum.
Jongerenwerking Het doelpubliek van Jongerenwerking (JOW) zijn 18- tot 25-jarigen die woononstabiel zijn of in het recente verleden onder een maatregel van bijzondere jeugdbijstand vielen. De cel bestaat uit 5 maatschappelijk werkers, die vanuit de welzijnsbureaus Gent Noord en Gent Zuid werken. Daarnaast volgen twee halftijdse trajectbegeleiders de jongeren op. Zij leggen de link met het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC) en de Emancipatorische Werking (en dan met name het project Extra Time), want professionele en sociale activering is een belangrijk thema voor deze jongeren. Elke medewerker krijgt opvolging van zijn hoofdmaatschappelijk werker. De centrale aansturing gebeurt door de Psychologische dienst.
• In 2011 behandelde JOW 314 dossiers (2010: 264). Veel cliënten gingen op 1 jaar passief en keerden nadien terug met
een nieuwe vraag. De cel gaat er daarom op letten om dossiers niet te vroeg af te sluiten om zo geen draaideurcliënten te creëren. • 152 dossiers (49%) werden doorverwezen naar het OTC. • 18,5% van de dossiers sloeg op jongeren die dakloos waren. • 13% van de jongeren heeft zelf al kinderen. Slechts 57% van deze kinderen woont bij hen. JOW probeert deze vicieuze cirkel van plaatsingen te doorbreken en helpt zo de generatiearmoede te bestrijden.
64
Perspectief Perspectief wil (ex-)drugsverslaafden in de samenleving (re)integreren via een traject naar werk. Het project vertrekt hiervoor vanuit een persoonlijke begeleiding, in overleg met de cliënt en aangepast aan diens tempo. Perspectief werkt structureel samen met de vzw Sociale Werkplaats De Sleutel, die gespecialiseerd is in drugshulpverlening. In de cel Perspectief werken 15 maatschappelijk werkers, onder wie 4 trajectbegeleiders van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum. De centrale aansturing gebeurt door een psycholoog, die kan bogen op veel ervaring in de drugshulpverlening.
• In 2011 telde Perspectief in totaal 121 actieve dossiers (2010: 92), waarvan er 36 afgerond raakten. • Er gebeurden 56 nieuwe aanmeldingen. 45 cliënten werden effectief in begeleiding genomen. Figuur 29: activeringstraject van cliënten met een (ex-) drugsprobleem 35
2009
30
20
2011
19 17
15
20
16
11
15
9
10
0
20 18
25
5
2010
22
5 3
2
3 0
Detentie of werkstraf
1
4
2
Arbeidstoeleiding
Reguliere arbeid
Arbeidsactivering
Sociale activering
Zorg- en hulpverlening
De grafiek toont aan dat Perspectief sterk inzet op langdurige activering van cliënten en op toeleiding naar structurele tewerkstelling. De trappen ‘Sociale Activering’, ‘Arbeidsactivering’ en ‘Reguliere Arbeid’ vertonen de jongste jaren een sterkte toename, terwijl het aantal cliënten binnen ‘Zorg en Hulpverlening’ afneemt.
65
Psychologische hulp in cijfers Psychologische ondersteuning (Methodische cellen)
Psychologische hulp Profiel cliënten
• De psychologen voerden 1.552 gesprekken van min-
• De psychologen stuurden de drie Methodische Cellen
aan: Integrale Gezinsbegeleiding, Perspectief en de Jongerenwerking. stens één uur (2010: 1.703). 1.217 afspraken (of 44%) gingen niet door omdat de cliënten niet kwamen opIntegrale Gezinsbegeleiding (IG) dagen. Dat laatste cijfer is vergelijkbaar met vorig jaar. • IG begeleidde 122 gezinnen (2010: 118). Er kwamen 16 • De psychologen legden 67 huisbezoeken af, bij cliën- nieuwe dossiers bij, 18 werden afgesloten. ten die niet op eigen kracht tot in de dienst geraakten. • Op vraag van de ouders werd vooral opvoedingson• De psychologen behandelden in totaal 813 dossiers dersteuning geboden (62%). (2010: 778). • Verder werkte IG preventief (30%), waakte de cel over • In deze groep was er een instroom van 350 nieuwe de veiligheid van de kinderen (25%), ondersteunde ze cliënten (43%) en waren de andere 463 cliënten (57%) mentaal zwakke ouders (25%), trad ze op als casemagekend van vorige jaren. nager (17%),… • De verhouding man – vrouw bedroeg respectievelijk • Het aantal huisbezoeken daalde van ruim 600 naar 485 (59%) en 330 (41%). een 500. De reden hiervoor is dat 2011 een jaar was • Kinderen en jongeren tot 25 jaar maakten 21% uit van met veel administratieve vernieuwingen in het wijkhet totaal aantal begeleide cliënten. werk, die veel tijd opeisten van de medewerkers. • 287 cliënten (of 35%) hadden een andere etnischculturele achtergrond. In 2010 bedroeg hun aandeel Jongerenwerking (JOW) • In 2011 behandelde JOW 314 dossiers (2010: 264). 28,5%. • 152 dossiers (49%) werden doorverwezen naar het Hulpvragen OTC. • Bij 91% van de begeleidingen in 2011 was activering • 65 jongeren (20%) studeren nog. Van hen probeert een thema. Twee jaar geleden was dat nog maar in de 62% zijn middelbare studies af te maken, 38% volgt helft van de dossiers het geval. hoger onderwijs. JOW stimuleert dit, want maar 89 • Daarnaast werkten de psychologen rond thema’s als van alle gevolgde jongeren (of 28%) heeft een of ander social vaardigheden (45% van de cliënten), emotieregetuigschrift behaald. gulering (50%), zelfbeeld (73%) en relatieproblemen • 58 jongeren (19%) werden vroeger door de jeugdrechmet de partner (48%). ter in een gesloten instelling geplaatst. 16% wordt • 12% van de cliënten die langskomen bij de Psychologi- momenteel opgevolgd door justitie. sche dienst is aan de slag. Na psychologische hulp is • 33% van de jongeren is drugsverslaafd. In de helft van dit 35 procent. de gevallen is de verslaving te wijten aan het gebruik • Bij 43% van de cliënten werkte de Psychologische van soft drugs. dienst samen met externe partners. • 101 jongeren (32%) hebben af te rekenen met psychi• Bij 30% van de cliënten werden de doelstellingen van sche of psychiatrische problemen. de therapie behaald (2009: 23%, 2010: 27%). • 13% van de jongeren heeft zelf al kinderen. In 5% van de gevallen zijn die ergens anders geplaatst.
Perspectief
• In
2011 behandelde Perspectief 121 actieve dossiers (2010: 92). • 36 dossiers werden in de loop van het jaar afgesloten. • Van de 85 actieve begeleidingen die er op 31 december 2011 nog liepen, zat 95% in een activeringstraject. • De overige 5% zijn zorgdossiers. Het gaat dan om zorgwekkende zorgmijders, voor wie het OCMW vaak de enige link met de hulpverlening is. • In 2011 gebeurden 56 nieuwe aanmeldingen. 45 cliënten werden effectief in begeleiding genomen
66
Vrije tijd OCMW Gent wil de drempel, naar cultuur en vrije tijd verlagen voor gezinnen die het minder breed hebben. Dat werkt aan twee kanten. Cultuur verzet de zinnen, maar draagt ook bij tot persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie.
In 2011 volgden gemiddeld 60 kinderen per dag de speelpleinwerking van Vakantiewerking De Pagadder van OCMW Gent.
De Pagadder Kinderen in armoede verdienen om dezelfde kansen en een gelijke behandeling te krijgen als hun meer gefortuneerde leeftijdgenootjes. Zeker op vlak van ontspanning, want een kind is geen kind als het niet kan spelen. De kinderen van ouders die een beroep doen op het OCMW vinden vaak de weg niet naar het bestaande jeugdwerk. Voor hen biedt de OCMW-vakantiewerking De Pagadder een alternatief. Tijdens schoolvakanties biedt De Pagadder vakantieopvang aan voor kinderen van cliënten van 3 tot en met 15 jaar. Ook de kinderen van personeelsleden van OCMW Gent en het AZ Jan Palfijn zijn op de activiteiten van De Pagadder welkom.
• In 2011 kwamen gemiddeld 60 kinderen per dag naar de vakantieopvang (2010: 47 kinderen per dag)
Paaseierenraap in De Vijvers De Pagadder kon kinderen, die het thuis financieel moeilijk hebben, in 2011 een leuke Pasen aanbieden. Op paaszondag mochten de kinderen in de tuin van het woonzorgcentrum De Vijvers hun mandje met chocoladen paaseieren vullen. Er kwamen 97 kinderen en 117 volwassenen op af en zij beleefden een fantastische dag. Een Chocoladekeizerin, een Hofdame en een Paashazin van Speeltheater Savooi leidden de zoektocht naar eieren in goede banen. Hetzelfde theatergezelschap zorgde ook voor randanimatie met een schmink- en kappersstand. ’s Middags werden de ouders en hun kinderen op een barbecue getrakteerd. Dit unieke paasevenement was mogelijk dankzij de steun van het Oost-Vlaams Notariaat, die hiervoor een cheque van 5.000 euro veil had.
Kinderen uit kansarme gezinnen mochten op paaszondag in de tuin van het woonzorgcentrum De Vijvers hun mandje met chocoladen passeieren vullen.
Financiële ondersteuning OCMW-cliënten en hun gezinsleden kunnen een financiële ondersteuning krijgen voor activiteiten die de socioculturele participatie versterken.
• In 2011 verleende OCMW Gent aan 1.198 cliënten (1.065 in 2010) een financiële tegemoetkoming in het lidgeld van een culturele of sportvereniging, het inschrijvingsgeld voor een jeugdbeweging, een kunstacademie, een pc- of andere vrijetijdscursus, het toegangsgeld voor een toneelvoorstelling, bioscoopuitstap,…
OCMW Gent fungeerde ook in 2011 als centraal aanspreekpunt voor het Steunpunt Vakantieparticipatie van Toerisme Vlaanderen. Via dat initiatief kunnen mensen met een laag inkomen tegen een sociaal tarief daguitstappen en meerdaagse vakanties reserveren.
• In 2011 reserveerden 152 cliënten (178 in 2010) een daguitstap via het Steunpunt. 17 cliënten (23 in 2010) boekten een meerdaagse vakantie.
68
Gents Netwerk Vrijetijdsparticipatie Stad Gent en OCMW Gent richtten samen met armoedeverenigingen het Gents Netwerk Vrijetijdsparticipatie op. Binnen dit netwerk werd het ‘stedelijk reglement 80/20’ uitgewerkt. Dat houdt in dat sociale organisaties, die zich richten op mensen in armoede, 80 procent van de gemaakte kosten, voor deelname aan cultuur, sport of jeugdwerk, terugbetaald krijgen. Het Netwerk Vrijetijdsparticipatie koopt ook tickets aan bij organisaties , die daarna voor 1 euro via OCMW Gent en erkende Gentse armoedeverenigingen verdeeld worden onder mensen met een laag inkomen.
• Het Netwerk Vrijetijdsparticipatie kocht in 2011 3.425 tickets aan, die via OCMW Gent tegen 1 euro onder cliënten werden verdeeld.
• In 2011 betaalde het Netwerk Vrijetijdsparticipatie aan 40 organisaties 80 procent van de kosten terug voor projec-
ten en activiteiten die de vrijetijdsparticipatie van mensen in armoede willen verhogen. Hiermee was een totaal bedrag van 100.000 euro gemoeid.
Cultuur voor 1 euro Verschillende socioculturele organisaties bieden OCMW Gent gratis tickets aan voor voorstellingen of evenementen. Daarnaast koopt het netwerk Vrijetijdsparticipatie ook zelf tickets aan van culturele organisaties. De dienst Communicatie beheert dit aanbod en maakt het via folders, brochures of mailings bekend aan OCMWcliënten, die zich inschreven in een zogenaamde evenementendatabase. Wie geïnteresseerd is, kan een ticket kopen voor de symbolische prijs van 1 euro. Sinds 2010 wordt het aanbod ook bekendgemaakt via sms. Dit gebeurt in twee gevallen: bij een last minute aanbod als we de cliënt niet meer per brief of mail kunnen verwittigen én als de ticketverkoop niet vlot verloopt.
• In 2011 waren er 5.585 tickets beschikbaar voor 1 euro-evenementen. Dat is 39% minder dan in 2010 (9.284 tickets). De verklaring hiervoor is tweeërlei: in 2011 waren er geen tickets voor de Floraliën (in 2010 goed voor 2.000 tickets) en de jaarlijkse voorstelling in de Capitole vond plaats in de eerste week van januari 2012 en zit dus niet in de cijfers van 2011. • Van de aangeboden tickets zijn er 5.368 effectief verkocht. Dat staat gelijk met een verkooppercentage van 96%, wat 2% meer is dan in 2010. • Op 31 december 2011 bevatte de evenementendatabase 1.041 gsm-nummers (2010: 1.136). In totaal verstuurde Communicatie 470 sms’jes voor één evenement: het Filmfestival waar de verkoop niet echt vlotte. Tegenover 2010 (4.528 sms-berichten) is dat een sterke daling. De reden is dat we alle evenementen lang genoeg op voorhand konden aankondigen.
69
Vrije tijd in cijfers OCMW Vakantiewerking
Financiële tussenkomsten voor vrije tijd
• De kinderen van cliënten en personeelsleden konden • OCMW Gent verleende aan 1.198 cliënten (2010: 1.065)
een financiële tussenkomst voor een deelname aan een socioculturele activiteit (sport, jeugdbeweging, toneel, cursus,…). of een gemiddelde van 60 kinderen per dag. cliënten reserveerden via het Steunpunt Vakantie• • De Vakantiewerking bereikte 222 verschillende kinde- 152 participatie een daguitstap, 17 cliënten boekten een ren (2010: 212) uit 120 gezinnen (2010: 111). meerdaagse vakantie. • 62 kinderen gingen in augustus mee op kamp naar de • In de database voor één-euro-evenementen waren op Fiertel in Ronse (2010: 68 kinderen). 31 december 2011 1.535 cliënten ingeschreven (1.549 in 2010). De top drie van voorkeuren is al enkele jaren ongewijzigd: film, theater en musical, muziekconcerten. • OCMW Gent ontving van verschillende organisaties in totaal 5.585 één-euro-tickets. • Er werden 5.368 tickets effectief verkocht, wat gelijk staat met een verkooppercentage van 96%. 58 dagen bij de Vakantiewerking terecht (2010: 55).
• In totaal waren er 3.416 aanwezigheden (2010: 2.600)
Wat kost het?
In 2011 was het communiceren over één-euro-acties goed voor 17.810 euro aan extern gefactureerde kosten (postklaar maken en portkosten). In 2011 kregen 1.198 cliënten een financiële tegemoetkoming om aan een socio-culturele activiteit te kunnen deelnemen (2010: 1.065 gezinnen). In totaal maakte het OCMW daarvoor 233.824,15 euro vrij (2010: 223.610 euro).
70
2
Duurzaam geactiveerd! interne werking
71
Bestuur en beleid Het OCMW van Gent wordt bestuurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn die bestaat uit 15 raadsleden. Zij zijn verkozen door de gemeenteraad en vertegenwoordigen een politieke fractie. De Raad stippelt het OCMW-beleid uit en neemt alle grote beslissingen in verband met de werking. Aan het hoofd staat de voorzitter die de maandelijkse OCMW-raad leidt. In 2011 kwam de OCMWRaad 12 keer samen. Geert Versnick
Open Vld
Voorzitter
Erwin Lampaert
sp.a
Lid Ondervoorzitter Vast Bureau
Evita Willaert
Groen!
Lid
Chantal Sysmans
CD&V
Lid
Anna Inghelram
Vlaams Belang
Lid
Anne Bottequin
Open Vld
Lid
Dirk Holemans
Groen!
Lid
Ingrid Vandaele
sp.a
Lid
Christian Bauwens
Vlaams Belang
Lid
Jurgen Bockstaele
sp.a
Lid
Cédric Verschooten
Open Vld
Lid
Aline Maes
sp.a
Lid
Jeroen Lemaitre
N-VA
Lid
Pascal Verbeke
sp.a
Lid
Frank Wijnakker
Open Vld
Lid
72
De OCMW-raad verwelkomde in 2011 nieuwkomer Evita Willaert in zijn midden. Raadslid Frank Wijnakker ontbreekt op de foto.
Paul Pataer van Groen nam in 2011 ontslag uit de OCMW-raad. Hij stapte over naar de gemeenteraad. In de OCMWRaad werd hij vervangen door Evita Willaert. Uit zijn midden kiest de Raad voor Maatschappelijk Welzijn vijf leden, die samen het Vast Bureau vormen. Het Vast Bureau komt wekelijks samen, handelt zaken van dagelijks bestuur af en geeft advies aan de OCMW-Raad. Daarnaast richtte de OCMW-Raad enkele Bijzondere Comités op, die belast zijn met welomschreven bevoegdheden:
• Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst; • Bijzonder Comité voor Campus Het Heiveld; • Bijzonder Comité voor Campus De Vijvers; • Bijzonder Comité voor Campus Zonnebloem; • Bijzonder Comité voor Campus De Liberteyt; • Bijzonder Comité voor Ouderenzorg; • Bijzonder Comité Patrimonium en Bouwprojecten; • Bijzonder Comité Woonbeleid.
73
Het personeel De OCMW-medewerkers vormen het fundament van onze organisatie. Zij dragen de vier kernwaarden uit, waarvoor OCMW Gent staat:
• cliëntgerichtheid; • kwaliteit; • respect en rechtvaardigheid; • transparantie.
Dat vertaalt zich in een klantvriendelijk onthaal, dienstverlening op maat, deskundig advies, heldere communicatie, een correcte en gelijkwaardige behandeling en het vinden van snelle en tastbare oplossingen. Daarom is het belangrijk te investeren in gedreven en professionele medewerkers, die hun werk graag én goed doen. Een goed uitgebalanceerd personeelsbeleid creëert een optimale werksfeer, versterkt de motivatie en het teamgevoel van de medewerkers en laat ruimte voor vorming en loopbaanbegeleiding. Werk en gezin worden zo kwaliteitsvol mogelijk gecombineerd, bv. via telewerk en schoolbelbanen.
Op de schouders van de dienst Human Resources rust de zware taak om een goed uitgebalanceerd personeelsbeleid uit te stippelen voor 1.963 medewerkers.
Het OCMW-personeel in cijfers Eind 2011 waren er 1.963 personeelsleden in dienst bij het OCMW Gent, verspreid over 24 locaties. figuur
30: overzicht personeelsbezetting
2.500
Totaal
Contractueel 2.000
1.921 1.761
1.963
Statutair Artikel 60
1.886
1.500
1.000
890
975
634
619
1.010
586
552
325
359
500
0
237
2008
292
2009
1.052
2010
2011
Als we rekening houden met halftijdse en deeltijdse tewerkstellingen, dan komen we tot een effectieve tewerkstelling van 1745,9 FTE (= aantal personeelsleden uitgedrukt in voltijds tewerkgestelde equivalenten).
74
Figuur 31: Vergelijking tussen statutair ; contractueel personeel en personeel art. 60
18,29% 359
28,12% 552
Statutair personeel Contractueel personeel Personeelsleden Artikel 60
53,59% 1052
De jongste jaren zien we een opvallende stijging van het aantal personeelsleden met een artikel 60-contract. Het aantal statutairen daarentegen daalt jaar na jaar.
Figuur 32: overzicht personeel volgens functiegroep in 2011
15%
Totaal: 1.596 personeelsleden
11%
Leidinggevend personeel Administratief personeel 27%
22%
Maatschappelijk werkers Technisch personeel Paramedisch personeel
4%
2%
19%
Verplegend en verzorgend personeel Onderhoud en keukenpersoneel
Deze grafiek houdt geen rekening met het artikel 60-personeel en vertrekt vanuit een totaal van 1.604 personeelsleden (statutair en contractueel). Uit een vergelijking tussen contractuele en statutaire personeelsleden per functiegroep blijkt een overwicht aan statutaire invulling bij leidinggevend personeel.
Een nieuwe personeelsformatie De OCMW-Raad keurde in 2011 een nieuwe personeelsformatie goed. Daardoor ging ook het organogram er anders uitzien. De departementen Bestuursorganisatie, Human Resources en Facility Management verdwenen en kregen onderdak binnen het nieuwe overkoepelende departement Personeel en Organisatie. OCMW-Gent bestaat nu uit vier grote departementen:
• Sociale Dienstverlening (SD); • Ouderenzorg (OZ); • Financiën; • Personeel en Organisatie (P&O).
75
Op zoek naar nieuw talent Een grote organisatie als het OCMW heeft medewerkers met allerlei vaardigheden nodig, zoals maatschappelijk werkers, verpleegkundigen, verzorgenden, ergotherapeuten, kinesisten, technici, stafmedewerkers, administratief personeel, enzovoort. De dienst Selectie streeft er elke keer opnieuw naar de juiste persoon voor de job te vinden.
35 werknemers verlieten in 2011 het OCMW, 141 mensen kwamen erbij (artikel 60-werknemers niet meegerekend).
Diversiteit op alle niveaus Een modern Human Resourcesmanagement heeft oog voor diversiteit en gelijke kansen. OCMW Gent probeert altijd de juiste persoon voor de juiste job aan te werven, ongeacht leeftijd, handicap, ras of religie.
Diversiteit op de werkvloer De diversiteit in de samenleving weerspiegelt zich ook in het OCMW-personeelsbestand. De jongste jaren steeg het aantal allochtone medewerkers. OCMW Gent streeft ernaar om de juiste persoon voor de job aan te trekken, ongeacht leeftijd, religie, ras of geslacht.
Figuur 33: OCMW-medewerkers van allochtone afkomst 2007
2008
2009
2010
235
230
284
341
401
Autochtoon
1.524
1.533
1.602
1.580
1.562
% allochtoon
13,36%
13,05%
15,06%
17,75%
20,43%
% autochtoon
86,64%
86,95%
84,94%
82,25%
79,57%
Allochtoon
Een vijfde van alle medewerkers zijn van allochtone afkomst.
76
2011
figuur
34: verdeling per functieniveau van personen van allochtone afkomst B + BV
225
60%
C
D
186
50%
E 130
148
40% 30%
2007
2008
55
49
48
20
22
44
44
36
2009
3
4
16 2
1
2
10
14
31
10%
33
44
52
20%
0%
A
272
70%
2010
2011
In 2011 werkten maar 3 allochtone werknemers op A-niveau (= 0,75%) tegenover 121 autochtone werknemers op Aniveau (= 7,75%). Liefst 67,83% van de allochtone werknemers (= 272 personeesleden) werkte op E-niveau. Voor autochtone werknemers is dat maar 13,96% (= 218 medewerkers).
Diversiteit bij selectie In 2011 nam het aantal allochtonen dat bij OCMW Gent solliciteerde licht af. figuur
35: verhouding sollicitanten allochtonen - autochtonen
90% 80%
83,57%
70%
82,48%
81,43%
78,97%
78,42%
60%
% allochtoon
50%
% autochtoon
40% 30% 20% 10% 0%
16,43%
2007
17,52%
21,58%
2008
2009
21,03%
2010
18,57%
2011
Naast personen van allochtone origine stimuleert OCMW Gent ook volgende groepen om zoveel mogelijk te solliciteren voor een job bij onze organisatie: 50-plussers, personen met een arbeidshandicap en kortgeschoolden. Eind 2011 gaf dit het volgende beeld:
Figuur 36: Diversiteit in 2011 allochtonen
Werknemers (op 31/12/2011)
Sollicitanten (tot 31/12/2011)
Streefcijfer OCMW
20,43%
18,57%
15%
0,36%
0,15%
4.5% (RPR = 2% )
26,08%
7,46%
/
kortgeschoolden
41,26%
28,78%
/
Man
27,51%
29,98%
/
72,49%
70,02%
/
personen met een arbeidshandicap ervaren werknemers
Vrouw
Alleen voor het percentage allochtonen en personen met een arbeidshandicap bepaalde het OCMW een streefcijfer.
77
Het OCMW-personeel in cijfers Talent
• Het OCMW telde 1.963 personeelsleden in 2011 (2010:
Diversiteit (afkomst – gender – leeftijd – handicap)
Op de werkvloer 1.921), van wie 1.052 contractuelen, 552 statutairen en • 20,43% (2010: 17,8%) van de OCMW-werknemers is van 359 medewerkers met een artikel 60-contract. allochtone afkomst. • 135 personeelsleden verlieten het OCMW, 141 mensen • 67,8% van de allochtone werknemers is op E-niveau kwamen erbij (artikel 60-werknemers niet inbegretewerkgesteld, nog geen 1 procent op A-niveau. pen). • Er werken in 2011 1.423 (72%) vrouwen en 540 (28%) • In 2011 waren er 17 reguliere aanwervingsprocedurs mannen voor OCMW Gent. (deze lijken erg sterk op de statutaire examens van • 7,13% van de personeelsleden was jonger dan 25 jaar vroeger). Van de 375 kandidaten slaagden er uiteindeterwijl 26% 50 jaar en ouder was. lijk 102. • In 2011 waren er 7 werknemers (of 0,36%) in dienst • Daarnaast gebeuren er aanwervingen via een verkor- met een arbeidshandicap. In 2010 waren dit er 5. te procedure. Deze medewerkers kunnen maximaal Sollicitanten 2 jaar in dienst blijven, tenzij ze intussen slagen voor • 18,57% van alle sollicitanten was van allochtone afeen aanwervingsprocedure. komst (2010: 21%). • In 2011 namen 424 kandidaten deel aan een selectie- • 30% van de sollicitanten was man (2010: 24,8%). gesprek. 208 kandidaten (49%) werden geschikt be• 7,46% was ouder dan 50 jaar (2010: 6,8%). vonden, 8 kandidaten (2%) minder geschikt, 145 kan• 2 personen met een handicap solliciteerden bij het didaten (34%) niet geschikt en 63 kandidaten (15%) OCMW (2010: 5 personen). verzaakten. • Van de 208 geschikte kandidaten waren er 33 mannelijke kandidaten (19%) en 175 vrouwelijke kandidaten (81%).
Wat kost het?
De personeelskosten bedroegen in 2011 84,7 miljoen euro (2010: 82,7 miljoen euro). Dat is ongeveer 49 procent van de totaalkosten, terwijl 34 procent (59,4 miljoen euro) ging naar steun zoals leefloon, levensminimum en tussenkomsten in energiekosten. Dit past binnen de visie van het OCMW om cliënten vooral op een structurele manier te helpen. Financiële steun is een tijdelijke oplossing, een tussenstap naar zelfredzaamheid. Om de vele cliënten begeleiding op maat te kunnen aanbieden, is dan ook bekwaam personeel nodig.
78
Welzijn op de werkvloer Onze werknemers zijn het gezicht van de organisatie. Zij zijn het die elke dag met raad en daad cliënten bijstaan. De reputatie die OCMW Gent bij de Gentenaars geniet, staat of valt met de kwaliteit van onze dienstverlening. Daarom draagt het OCMW het welzijn van zijn werknemers hoog in het vaandel. Want ontevreden personeel kan geen tevreden cliënten maken.
OCMW Gent doet voor heel wat vormingen een beroep op interne lesgevers.
Vorming en Loopbaanbegeleiding – plaats voor opleiding en ambitie OCMW Gent is een werkgever die veel aandacht besteedt aan de groei en ontwikkeling van zijn personeel. Dat is een investering die voor iedereen opbrengt. Onze werknemers krijgen de kans om hun carrière zelf uit te stippelen en hun ambities te verwezenlijken. Het OCMW kan dan weer vertrouwen op goed opgeleid en bekwaam personeel. Een toffe werkplaats motiveert medewerkers en trekt nieuw talent aan. Zo blijft de kwaliteit van de dienstverlening in de toekomst verzekerd.
Vorming – opgeleid en bekwaam personeel De dienst Vorming focust zich vooral op interne vormingen, met lesgevers uit de eigen organisatie. Dit sluit beter aan bij de opleidingsbehoeften die bij de eigen medewerkers leven. figuur
37: aantal unieke vormingen in 2011
600
501
500 400
Totaal vormingen
533
496 449 320
300
Externe vormingen
499
Interne vormingen met interne docent
401 382
369
Interne vormingen met externe docent
359
200 100 0
75
73
67
61
54
54
65
58
2007
2008
70
2009
2010
2011
79
In 2011 namen 1.363 werknemers deel aan één of meerdere vormingen. Dat is een stijging van 7% ten opzichte van het gemiddelde 2008-2010. Het aantal unieke interne vormingen, zowel met een interne als een externe docent, nam toe met respectievelijk 3% en 17% ten opzichte van het gemiddelde 2008-2010. Dit wijst op een trend dat OCMWdiensten eerder maat- dan standaardopleidingen verwachten. Opleidingen worden daarbij gericht naar specifieke en kleinere doelgroepen. Daartegenover staat een sterke daling van het aantal gevolgde vormingen ( - 20%) en van het aantal uren ( - 10%) dat aan vorming werd besteed. Een aanzienlijk aantal vormingen werd zelfs geannuleerd wegens te weinig deelnemers. Als voornaamste reden werd de verhoogde werkdruk aangehaald.
De arbeidspsychologen van Loopbaanbegeleiding geven het personeel alle kansen om door te stromen of om het over een andere boeg te gooien
Loopbaanbegeleiding – een nieuwe carrière binnen het OCMW Gent In OCMW Gent zijn er heel wat carrièrekansen voor het personeel.Medewerkers met vragen over persoonlijke ontwikkeling en loopbaankeuze kunnen terecht bij de dienst Loopbaanbegeleiding. De dienst geeft deskundig advies, organiseert vormingssessies en geeft individuele begeleiding. In 2010 ging men ook van start met groepsbegeleidingen.
• In 2011 kwamen 62 personen in individuele loopbaanbegeleiding. Ruim een kwart van hen kwam voor meer info over hun loopbaanmogelijkheden. • 150 personeelsleden namen deel aan één van de groepsbegeleidingen (bv. ‘Intern solliciteren’). figuur
38: initiële aanleiding voor loopbaanbegeleiding 2011 3% 5%
Algemene infovraag
22%
10%
Functionerings- en evaluatiegesprek Info over loopbaanmogelijkheden
5%
Medische problematiek 16%
13%
Competentieontwikkeling Naar aanleiding van een conflict Naar aanleiding van reorganisatie
26%
80
Andere vraag
Sodico – welzijn centraal Sodico is de sociale dienst voor de actieve en gepensioneerde personeelsleden van OCMW Gent en het Jan Palfijnziekenhuis. De vzw wil het welzijn van haar leden verzekeren en doet dit door: 1. het organiseren van ontspanningsactiviteiten; 2. financiële ondersteuning; 3. maatschappelijke dienstverlening.
Realisaties in 2011
• In 2011 telde Sodico 3.031 leden. Dat zijn er 145 minder dan het jaar voordien. De reden hiervoor is dat men vanaf 2011 alleen nog lid kan zijn als men een maandelijkse bijdrage betaalt.
• Sodico organiseerde in 2011 nog 8 activiteiten. Dat zijn er 10 minder dan in 2010. Voor een stuk heeft dat met
budgettaire redenen te maken, maar ook met een meer persoonlijke aanpak. Zo ondersteunt Sodico voortaan de organisatie van een ontspanningsactiviteit op de eigen dienst. • Doordat er minder activiteiten waren, daalde ook het aantal deelnemers met 681 naar 1.496. Bovendien stonden in 2010 de Floraliën op het programma, die op zich alleen al 600 deelnemers trokken. • De maatschappelijk werker van Sodico behandelde in 2011 40 dossiers. Dat is bijna dubbel zoveel als in 2010. De verklaring ligt bij een grotere bekendheid van deze dienstverlening, én bij de crisis, met meer dossiers over bv. afbetalingsproblemen.
Faciliteiten – comfort en veiligheid als uitgangspunt Werknemers moeten hun job op een zo comfortabele en veilige manier kunnen uitoefenen. Daarom investeert OCMW Gent in een duurzame en veilige werkomgeving met aangepaste gebouwen en geschikt werkmateriaal. De dienst Facility Management (FM) startte in november 2011 met de renovatie van de vroegere UCO-site in de Maïsstraat. In 2012 verhuist het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum van het OCMW naar de vroegere textielfabriek. De veiligheid van alle werknemers waarborgen en het aantal arbeidsongevallen tot een minimum beperken, zijn de twee hoofdbekommernissen van de dienst Preventie en Veiligheid.
Verder ging in 2011 de nieuwbouw van het lokaal dienstencentrum Speltincx open en startte de bouw van een nieuw kantoorgebouw met een ondergrondse parking in de Sint-Martensstraat. De nieuwbouw gaat 4 bouwlagen tellen. De diensten van de secretaris en de voorzitter worden er gehuisvest, plus enkele andere diensten die nu nog in een huurpand zitten. Het gebouw biedt ook onderdak aan een nieuwe raadzaal en een kantine voor het personeel. Ondergronds komen er 20 parkeerplaatsen. De dienst Aankoop en Logistiek is belast met het lokalenbeheer en het onderhoud van OCMW-gebouwen. De dienst zorgt er ook voor dat personeelsleden over het juiste materiaal beschikken om hun job goed te kunnen uitoefenen.
• Aankoop en Logistiek kocht ongeveer 30.000 verschillende producten aan, voor een totaal bedrag van 3.301.958 euro. Dat is minder dan in 2010 (3.608.665 euro), wat wijst op een kostenbewust en duurzaam aankoopbeleid.
De veiligheid van alle werknemers waarborgen en het aantal arbeidsongevallen tot een minimum beperken, zijn de twee hoofdbekommernissen van de dienst Preventie en Veiligheid.
• In 2011 gebeurden er 72 arbeidsongevallen (2010: 125), waarvan 48 op het werk, 2 op de sportdag en 22 op de weg van en naar het werk.
• De arbeidsongevallen gaven aanleiding tot 1.319 dagen arbeidsverlet (2010: 2.074).
81
OCMW Gent verhuist als eerste naar de UCO-site in de Maïsstraat OCMW Gent startte in 2011 als eerste met de herontwikkeling van de terreinen van UCO Sportswear in de Maïsstraat. De jeansproducent sloot in 2009 definitief de deuren. Sindsdien stonden de fabrieksgebouwen leeg. Tegen eind 2012 neemt het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC) van het OCMW zijn intrek in een deel van het complex. Het nieuwe onderkomen van het OTC heeft een oppervlakte van 7.375 m2. Die ruimte is meer dan welkom, want het OTC zit nu verspreid over diverse locaties. En in de hoofdzetel aan de Franse Vaart in Ledeberg zit het OTC zo krap, dat sommige projecten in de koelkast blijven omdat men aan het personeel letterlijk geen stoel kan geven. Hét activeringscentrum van OCMW Gent In totaal verhuizen een 100-tal medewerkers naar de Maïsstraat. Over enkele jaren verhuist ook de Emancipatorische Werking naar de Maïsstraat. De UCO-site kan zo uitgroeien tot hét grote activeringscentrum van het OCMW. Ook het gegeven dat bedrijven uit de sociale economie zich de komende jaren op de site vestigen, opent interessante samenwerkingsperspectieven. De verbouwing van de fabriek kost het OCMW 4,8 miljoen euro. Met de stad Gent zijn onderhandelingen aangeknoopt om de gebouwen aan de Franse Vaart te verkopen, in het kader van het stadsvernieuwingsproject ‘Ledeberg leeft!’.
Deze weidse ruimte in de vroegere textielfabriek wordt in de plannen van de dienst Facility Management omgeturnd tot een landschapsbureau voor de OTC-medewerkers..
82
Het OCMW-personeel in cijfers Vorming en Loopbaanbegeleiding
Vorming
• Het personeel kon deelnemen aan
499 unieke vormingen (2010: 501): 70 interne vormingen met een interne docent, 70 interne vormingen met een externe docent en 359 externe vormingen. • Er namen 1.363 personeelsleden deel aan één of meerdere vormingen (2010: 1.376). • In totaal werden 5.436 deelnames geregistreerd (2010: 6.402).
Loopbaanbegeleiding
• In
2011 kwamen 62 personen in individuele loopbaanbegeleiding, van wie 22 statutairen en 40 contractuelen. • Van de 62 medewerkers, behoorden er 18 tot het verplegend en verzorgend personeel, 17 tot het administratief personeel, 7 tot het onderhouds- en keukenpersoneel, 4 tot het ledinggevend personeel, 4 tot het technisch personeel en 1 tot het paramedisch personeel. 11 medewerkers waren tewerkgesteld als maatschappelijk werker. • 17 personen kwamen naar Loopbaanbegeleiding voor meer info over hun loopbaanmogelijkheden, 14 personen stelden een algemene infovraag, 10 personen kwamen n.a.v. een functionerings- of evaluatiegesprek, 6 n.a.v. een conflict, 3 met het oog op het ontwikkelen van competenties, 3 personen n.a.v. een reorganisatie, en 2 personen met een andere vraag. • Van de 62 dossiers waren er eind 2011 32 afgesloten.
Sociale Dienst voor het Personeel (Sodico vzw)
Veiligheid
• Sodico telde 3.031 leden. Voortaan • 72 incidenten werden erkend als aanvaardt Sodico alleen nog betalende leden (maandelijkse bijdrage van 1,50 euro). • Van de leden zijn er 1.535 tewerkgesteld in het OCMW en 745 in het ziekenhuis Jan Palfijn. 751 leden zijn met pensioen. • 1.496 leden namen deel aan een activiteit, zoals een uitstap naar Thuin, de picknick Tour de France in het wzc Zonnebloem, een wandeling in de Antwerpse Ruien en een bezoek aan Delft. • Het sinterklaasfeest mocht 580 kinderen en volwassenen verwelkomen. • De Sodico-leden kregen in 62 winkels kortingen van 2,5 tot 50 procent. • Sodico verkocht exact 2.013 tickets voor pretparken en, voor het eerst, voor het bioscoopcomplex Kinepolis. • Sodico betaalde aan zijn leden 355 premies uit, voor een totaal bedrag van 48.400 euro.
arbeidsongevallen. Daarvan gebeurden er 48 op het werk, 2 op de sportdag en 22 op de weg van en naar het werk. • De arbeidsongevallen gaven aanleiding tot 1.319 dagen arbeidsverlet (2010. 2.074 dagen). • In 2011 waren er 45 aangiften van agressie (2010: 39). • In alle gevallen ging het om verbaal geweld, in 8 gevallen kwam er ook fysieke agressie bij kijken. • 8 keer was er tussenkomst van politie nodig (2010: 6 keer). • 11 keer moest het agressielokaal worden gebruikt. • 2 slachtoffers deden een beroep op psychologische hulp.
Wat kost het?
In 2011 werd 310.025 euro geïnvesteerd in de vorming van medewerkers (2010: 336.523 euro)
83
Kwaliteit Bedrijven en organisaties doen de laatste jaren grote inspanningen op het vlak van kwaliteitszorg. Bij OCMW Gent stippelt de dienst Kwaliteit en Interne Controle een overkoepelend kwaliteitsbeleid uit. Bedoeling is om de interne werking te verbeteren om zo de best mogelijke dienstverlening aan de cliënten te brengen.
Deontologische code De dienst begon in 2011 met het opstellen van een deontologische code. De code moet de medewerkers duidelijk maken wat wel en niet verstaan wordt onder integer handelen. Een projectgroep, met vertegenwoordigers van alle departementen, werkt het concept verder uit.
Interne controle Met interne controle wordt niet zozeer het controleren bedoeld, wel het beheersen van de organisatie en van de processen en risico’s die daarmee gepaard gaan. Of anders gezegd, een goede interne controle houdt in dat de organisatie weet waar ze naartoe wil, beseft welke hinderpalen hierbij opduiken, acties onderneemt om die hinderpalen te beheersen en intussen zo kostenbewust mogelijk blijft werken. In 2011 maakte de dienst verder werk van de uitbouw van een goed intern controleysteem. Zo verscheen er een actieplan met 10 concrete verbeteracties.
De klachten- en meldingsbeheerder zorgt voor een snelle en persoonlijke afhandeling van de klachten.
Klachtenprocedure ‘Niet akkoord? U wordt gehoord!’ In 2011 werden in totaal 193 uitingen van (on)tevredenheid (meldingen, klachten, suggesties, felicitaties, enz.) geregistreerd en verwerkt. Dat is een stijging met bijna 23 procent tegenover 2010 (157 klachten). De verklaring ligt bij een grotere bekendheid van het klachten- en meldingssysteem en bij een lagere drempelvrees. De klachten- en meldingsbeheerder zorgt ervoor dat de antwoordbrieven persoonlijk ondertekend worden door de voorzitter en de secretaris. Verder ziet hij toe op de behandelingstermijnen. Voor een ontvangstmelding bedraagt de termijn minimaal 5 tot maximaal 9 kalenderdagen, voor een antwoord met oplossing maximaal 28 kalenderdagen.
84
39: klachten in 2011 per soort
figuur
140 122
120 100
87
80 60 40
33
20
19
9
0
t ch
ht ac
7
ig
d
a
Kl
u vo er
e
m
29
i
eld
M
ng
lic Fe
tie ita
9
3
6
ag
ra pv ul
H
8
1
7
tie
ag
I
ra ov nf
6
S
s ge ug
1
er
t Ex
3
0
n
l aa
0
gn
Si
Kl
Duurzaamheid Kwaliteit en Interne Controle is voorzitter van de werkgroep Duurzaamheid binnen OCMW Gent. Zo wordt er met het digitale besluitvormingsproces e-Besluit jaarlijks veel minder papier verbruikt. Elk jaar is er een dikketruiendag, die medewerkers stimuleert tot een rationeler energieverbruik
Ik beweeg ook zonder auto Met de wedstrijd ‘Ik beweeg ook zonder auto’ daagden Stad Gent en OCMW Gent hun medewerkers tijdens de Mobi-week van 19 tot 23 september uit om zoveel mogelijk woon-werkverkeer en dienstverplaatsingen te voet, per fiets of met het openbaar vervoer af te leggen. De resultaten mochten er wezen. In totaal namen 531 personeelsleden uit 40 verschillende diensten deel. Zij maakten liefst 3.750 verplaatsingen zonder auto, samen goed voor 26.425 km die op een duurzame manier werden afgelegd. Daardoor kwam er 5,3 ton CO2 minder in de atmosfeer terecht. Voor OCMW Gent viel An Bevernage van de dienst Wonen in de prijzen. Zij mocht een splinternieuwe vouwfiets mee naar huis nemen.
Dankzij de wedstrijd ‘Ik beweeg ook zonder auto’ maakte het OCMW- en stadspersoneel 3.750 verplaatsingen zonder auto.
85
Communicatie en imago OCMW Gent wil bekend staan als een moderne, dynamische en klantvriendelijke organisatie. Het personeel zet zich elke dag in om deze identiteit waar te maken. Maar dat wil nog niet zeggen dat de burger het OCMW ook zo ziet. Integendeel, het OCMW roept bij veel mensen nog vaak het beeld op van een oubollige overheidsinstelling. Om dat imago bij te schaven, onderneemt de dienst Communicatie heel wat acties. Een goede reputatie is belangrijk voor zowel cliënten als werknemers. Cliënten voelen minder schroom om een beroep te doen op OCMW-diensten. Werknemers kunnen trots zijn op hun job binnen het OCMW.
Externe communicatie Folders, affiches, flyers, brochures, infoboekjes en persberichten zijn er om de burger op de hoogte te houden van de dagelijkse werking van OCMW Gent en om bepaalde projecten in de kijker te zetten. Sinds 2010 verschijnt om het half jaar de Infokrant. De krant wordt gratis verspreid in alle brievenbussen op het grondgebied van Gent. Met het vier bladzijden tellende magazine wil de dienst Communicatie de burger informeren over het OCMW-aanbod, dat heel wat veelzijdiger is dan mensen denken. Door regelmatig te communiceren, willen we ook de drempel naar het OCMW verlagen. Op 21 juni 2011 ging de vernieuwde website van OCMW Gent online. Eén van de nieuwigheden op de website was een bedrijfsfilm, die de dienst Communicatie samen met een extern productiehuis maakte over de dienstverlening van het OCMW. De film van een klein half uur behandelt de thema’s wonen, werk en opleiding, rechten, gezondheid, vrije tijd en geld. Het filmpje is ook op YouTube te zien. Nog in 2011 werden in de wachtzalen van de welzijnsbureaus infoschermen geplaatst. Bedoeling is om voor onze cliënten op een zeer laagdrempelige manier het aanbod van onze dienstverlening in beeld te brengen.
Interne communicatie Geïnformeerde medewerkers zijn betrokken medewerkers. Daarom investeren we ook flink in interne communicatie. Wekelijks worden er elektronische nieuwsbrieven verspreid, om de drie maanden verschijnt er een personeelsmagazine en het intranet wordt dagelijks up-to-date gebracht. In 2011 voerden we ook campagne rond onze huisstijlgids, die klantvriendelijkheid en correct taalgebruik in onze communicatie met cliënten benadrukt. Rond hetzelfde onderwerp liepen er ook vormingen.
86
Nieuwe website verlaagt drempel naar OCMW Gent Op 21 juni lanceerde OCMW Gent een nieuwe website. Het frisse ontwerp maakte nog eens duidelijk dat OCMW Gent een moderne en dynamische organisatie is, die er voor alle Gentenaars is. Ook de informatie is zo toegankelijk en begrijpbaar mogelijk. Alle teksten zijn in een vlot leesbare stijl herschreven en de website is opgebouwd vanuit de verschillende thema’s waarrond het OCMW werkt. Zo vindt een bezoeker veel makkelijker informatie terug. Naast een algemene hoofdsite kregen de vier woonzorgcentra en de negen lokale dienstencentra een eigen plaats op de website. Daar kunnen ze zelf nieuws over hun dienstverlening en activiteiten kwijt. Ook vrijwilligers kunnen teksten of fotoreportages online zetten.
Met een druk op de knop lanceerden OCMw-secretaris Luc Kupers, OCMW-voorzitter Geert Versnick en een vrijwilligerster van het ldc De Horizon de nieuwe website.
Communicatie en imago in cijfers Communicatie
• Het OCMW verstuurde 35 persberichten in 2011 (2010: 37). • OCMW Gent verscheen 127 keer met artikels in de kranten (2010: 74 keer). Het grote verschil met vorig jaar is te verklaren door een beter registratiesysteem. Daarnaast kwam OCMW Gent ook regelmatig aan bod op de regionale televisiezender AVS en op Radio 2 Oost-Vlaanderen. Daarvan zijn geen cijfers bekend. • Intern werden 44 Nieuwsflitsen en 11 Gebriefds verstuurd. • Er verschenen 45 nieuwsbrieven voor de medewerkers van het departement Sociale Dienst. • Het personeelsmagazine OCMWerkt verscheen 4 keer. • De Drukkerij verwerkte 1.354 bestellingen van OCMW-diensten, of een gemiddelde van 6,7 bestellingen per dag. • De Drukkerij maakte 66 fotoreportages naar aanleiding van feestelijkheden en protocollaire aangelegenheden of op vraag van specifieke publicaties.
Wat kost het?
In 2011 betaalde het OCMW 161.241 euro aan externe drukkosten (2010: 135.238 euro) en 211.749 euro aan portkosten (2010: 272.174 euro). Portkosten zijn gedaald doordat minder brieven verstuurd werden. (publicaties Infokrant, personeelsmagazine..).
87
Het Archief Het Archief organiseerde in 2011 de tentoonstelling ‘Publiek geheim – Dagboek van een weeskind’ over de geschiedenis van de Gentse weeshuizen van 1945 tot 1984. Met ruim 1.800 bezoekers was de tentoonstelling een succes. De tentoonstelling belichtte twee periodes. Toen de jongens en de meisjes nog apart zaten in respectievelijk de Martelaarslaan en de Rodelijvekensstraat. En toen ze van 1962 tot 1984 samen huisden in het tehuis Prins Filip op de Jubileumlaan, waar nu diverse diensten van het OCMW zijn gevestigd. Rode draad Rode draad door de tentoonstelling was het dagboek van Emma. Een fictief personage, maar het dagboek –dat samengesteld was uit verschillende interviewfragmenten met vroegere weeskinderen- gaf wel een goed beeld hoe het er in de weeshuizen elke dag aan toe ging. Vroegere weeskinderen kijken met gemengde gevoelens terug op die periode. Ze waren blij dat ze ergens terecht konden, maar hadden moeite met hun beperkte bewegingsvrijheid en de strikte huisregels. En over het eten –vaak dezelfde kost- waren ze niet te spreken.
Het Archief organiseerde een felgesmaakte tentoonstelling over de geschiedenis van de Gentse weeshuizen.
Het Archief in cijfers
• De omvang van het Archief bedroeg eind 2011 3.573,87 meter (2010: 3.404,10 m), dat is gelijk aan 24.775 verhuis-
dozen. • In 2011 kreeg het Archief 597,64 strekkende meter documenten van de OCMW-diensten om te archiveren. • In 2011 werd 119,4 strekkende meter archief, waarvan de bewaartermijn was verstreken, vernietigd. • Er werden 4.220 dossiers en stukken geleend of gekopieerd uit het Archief. • Het Archief kocht voor 152.705 euro documentatie aan, zoals tijdschriften en boeken voor de OCMW-diensten. • De leeszaal van het Archief registreerde 183 werkbezoeken. • Eind 2011 waren in totaal 2.640 voorwerpen volledig beschreven en vrijgegeven voor publicatie op de website www.museuminzicht.be.
88
Coördinatie Informatica Digipolis is de telematicapartner van OCMW Gent. Om kleine informaticaprojecten te ondersteunen, werd in 2009 binnen het OCMW de informaticacel ‘Coördinatie Informatica’ (COINF) opgericht. Voorbeelden van IT-projecten die COINF ondersteunt, zijn Business Intelligence (BI), het Digitaal Sociaal Dossier, eBesluitvorming, de Beeldbank en de nieuwe website. COINF helpt ook om de digitale kloof binnen het OCMW te dichten. Zo organiseert de dienst sinds 2011 de opleiding ‘pc-gebruik en pc-kennis voor beginners’. De opleiding is bedoeld voor personeelsleden die voor hun job geen computer nodig hebben en daarom niet altijd goed weten hoe een computer werkt.
Gebruikersondersteuners vieren 10 jaar vrijwilligerswerk Lang vóór er sprake was van een eigen dienst informatica werd binnen OCMW Gent een netwerk van vrijwilligers uitgebouwd, die binnen hun dienst eerste hulp bij computerproblemen bieden. Deze zogenaamde gebruikersondersteuners (GO’s) zijn intussen met 53 en zijn niet meer weg te denken. In 2011 werden ze uitgebreid in de bloemetjes gezet voor tien jaar vrijwilligerswerk. De GO’s zijn geen rasechte IT’ers met een informaticaopleiding, maar jarenlange ervaringsdeskundigen die nieuwe collega’s makkelijk wegwijs kunnen maken in de ICT-omgeving van OCMW Gent. Onthaalcursus Informatieveiligheid en het onthaal van nieuwe medewerkers zijn twee kerntaken van de GO’s. Er komt een onthaalcursus ICT, die de gebruiksondersteuner met elke nieuwe medewerker doorneemt. Zo wordt iedereen op dezelfde manier gecoacht. Om al deze taken goed te kunnen uitvoeren, gaat de dienst Coördinatie Informatica de GO’s extra ondersteunen.
De gebruikersondersteuners bieden binnen hun dienst eerste hulp bij computerproblemen.
Financiën Een OCMW is geen privé-bedrijf dat succes afmeet in termen van winst en opbrengst. Als overheidsorganisatie is het in de eerste plaats te doen om een laagdrempelige en efficiënte dienstverlening aan de burger. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat het OCMW zijn centen niet goed moet spenderen. Integendeels zelfs. Aangezien de inkomsten voor een heel groot deel uit belastingen worden gehaald, moet het OCMW meer nog dan private bedrijven zijn geld op een weldoordachte manier besteden.
Een inkijk op de inkomsten OCMW Gent heeft net als iedere organisatie geld nodig om goed te kunnen functioneren. In 2011 bedroegen de inkomsten 123.261.932 euro (2010: 119.292.157 euro). figuur
40: opbrengsten per soort 2011 ( in euro)
Totale opbrengsten: 123,2 miljoen
24%
Werkingsopbrengsten Uitzonderlijke opbrengsten 3%
Recuperatie steun Financiële opbrengsten
6%
Andere opbrengsten
66% 1%
Het grootste deel van de opbrengsten, 80,9 miljoen euro, haalt het OCMW uit ‘andere opbrengsten’. Dit omvat vooral subsidies van de federale, Vlaamse en gemeentelijke overheden (80,6 miljoen euro) en een klein deeltje gerecupereerde kosten van de verzekeringen. In 2010 bedroegen de subsidie-inkomsten 79,1 miljoen, in 2009 70,3 miljoen.
figuur
41: subsidie-inkomsten ocmw2011 ( in euro) 2008
2009
2010
2011
OCMW-aandeel in Gemeentefonds
19,6 milljoen
20,2 milljoen
21,2 miljoen
21,9 miljoen
Toelagen federale overheid (leefloon en ‘wet 65’)
30,3 miljoen
35,2 miljoen
40,7 miljoen
40,9 miljoen
Toelagen voor tewerkstellingsprojecten
8,8 miljoen
9,2 miljoen
11,4 miljoen
11,8 miljoen
De federale overheid betaalt het OCMW dus een aanzienlijk deel terug van de financiële steun die wordt uitgekeerd aan cliënten. Daarnaast toont de eerste figuur aan dat het OCMW ongeveer een kwart van zijn inkomsten, 29,84 miljoen, uit de eigen werking recupereert (2010: 28 miljoen). Dat geld komt onder meer van de verhuur van OCMW-woningen, opbrengsten van activiteiten en aangerekende medische kosten.
90
De totale middelen – wie betaalt wat? De totale middelen waarover het OCMW beschikt, bestaan grof genomen uit de totale opbrengsten 123,2 miljoen – zie eerste figuur) plus de gemeentelijke bijdrage (52, 38 miljoen). Een uitsplitsing van de middelen geeft een mooi overzicht van wie allemaal bijdraagt tot de werking van het OCMW.
Figuur 42: Totale middelen 2011 – wie betaalt wat? ( in euro)
7%
2%
Subsidies overheden
14%
Gemeentelijke bijdrage 47%
Cliënten Ziekteverzekering OCMW eigen middelen
30%
Andere (0%)
Deze verhoudingen liggen in de lijn van de twee voorgaande jaren. Subsidies blijven met voorsprong de belangrijkste bron van opbrengsten voor het OCMW. Sinds 2006 zijn ze met een derde gestegen, van 60 naar ruim 80 miljoen euro. Dit hangt natuurlijk samen met de stijging van het aantal cliënten in die periode.
Een overzicht van de kosten In 2011 bedroegen de totale kosten van het OCMW 173,5 miljoen euro. Dat is een stijging van 2,5 procent ten opzichte van 2010, toen de kosten 169,2 miljoen euro bedroegen. We merken wel dat de kosten in 2011 minder snel gestegen zijn dan in voorgaande jaren. In 2010 bv. was er een stijging met 10 procent, in vergelijking met 2009 (toen de totale kosten op 154,9 miljoen euro uitkwamen). figuur
43: kosten per soort 2011 ( in euro) 0,46% 4,55%
9%
0,63% 1,50%
Diensten Financiële kosten Goederen Personeel
34,20%
Steun 48,70%
Afschrijvingen Andere kosten
De personeelsuitgaven blijven met 84,7o miljoen euro de belangrijkste uitgavenpost. Maar de kosten kwamen, na een stijging met 7 miljoen euro in 2010, onder controle. In 2011 bleef de stijging beperkt tot 2 miljoen euro.
91
Daarnaast betaalde het OCMW 59,4 miljoen euro aan financiële steun. In vergelijking met 2010, toen de teller afklokte op 60 miljoen, is dat een daling met één procent. Financiële steun bevat onder meer de uitgekeerde leeflonen en tussenkomsten bij energie- en medische kosten. Vooral het totale bedrag aan uitgekeerd leefloon daalde. Voor een gedetailleerde uitsplitsing: zie de figuur hieronder.
Detail kosten: samenstelling steun figuur
44: samenstelling steun 2007-2011 (in euro)
70.000.000 Totaal: €59.879.025
60.000.000 50.000.000
Totaal: €46.096.694
Totaal: €47.192.592
Totaal: €53.849.990
Leefloon Steun in speciën Steun in natura Steun wet 65 Toelagen aan derden
39.081 milj.
40.000.000 30.000.000
Totaal: €59.400.000
37.148 milj.
34.738 milj.
26.871 milj.
29.170 milj.
10.148 milj.
9.747 milj.
9.379 milj.
11.859 milj.
2007
2008
2009
2010
20.000.000 10.000.000 0
13.176 milj.
2011
Deze grafiek toont duidelijk aan dat het leefloon, voor het eerst sinds jaren, in 2011 daalde. De uitgekeerde steun zakte van 39 miljoen naar 37,1 miljoen, ook al werden de bedragen voor het leefloon in 2011 opgetrokken. De daling is uitsluitend toe te schrijven aan een significante daling van het aantal leefloners (7.373 op jaarbasis in 2010 tegenover 6.678 in 2011, of een daling met 9,4 procent). Steun wet 65 bestaat vooral uit levensminimum en daar zien we dus een omgekeerde tendens. De bedragen stegen er van 11,8 miljoen naar 13,1 miljoen. Dit is te verklaren door een blijvende toename van het aantal levensminimumgerechtigden, dat met 1.650 nog nooit zo hoog was. In deze bedragen zitten ook de stijgende kosten voor dringende medische hulpverlening vervat. Het gebruik van de medische kaart verhoogt de toegankelijkheid tot de medische zorg voor personen zonder wettig verblijf. Steun in speciën omvat de energietoelages, financiële steun voor vrije tijd en voorschotten. Steun in natura behelst in eerste instantie de onderhoudskosten van senioren in privé-tehuizen. De toelagen aan derden bestaan vooral uit de toelagen voor dag- en nachtopvang.
92
Inkomsten en kosten tegenover elkaar De kosten van het OCMW zijn groter dan de opbrengsten. Er is dus een tekort. Dit tekort van het werkingsbudget wordt opgevuld door de gemeentelijke bijdrage. Anders gezegd de stad Gent zorgt ervoor dat op het einde van het jaar de kas van het OCMW in evenwicht is. In 2011 kwam de stad tussen voor 52,38 miljoen euro (2010: 50,25 miljoen).
Het resultaat door de jaren heen De gemeentelijke bijdrage is ten opzichte van 2006 (31,7 miljoen euro), bij het begin van deze legislatuur dus, met 65,2 procent gestegen. Twee derde van die stijging is toe te schrijven aan inflatoire effecten. Voor het andere derde zijn de nieuwe beleidsaccenten en de crisis verantwoordelijk. Onder nieuwe beleidsaccenten verstaan we de aanpassing van de personeelsformatie (uitbouw van de dienst Communicatie, de oprichting van een informaticacel, loopbaanbegeleiding,…) en nieuwe initiatieven (nieuw lokaal dienstencentrum, ergo aan huis, woonbegeleiding daklozen, Receptiewerking, vernieuwen van de Vakantiewerking, dagverzorgingscentra,..). Door de crisis steeg het aantal steungerechtigden tussen 2006 en 2010 met 33%. In dezelfde periode nam de energiefactuur toe met 75% toe. Niettemin bleven de gevolgen van deze stijgingen beperkt. Onder meer door een forse verhoging van de werkdruk.
• Het aantal personeelsleden dat cliënten opvangt en begeleidt, steeg met maar 9%. • Het personeel in de woonzorgcentra steeg met 7%, terwijl de zorggraad er met 15% toenam. • Bij de dienst Facility Management daalde het personeelsbudget met 600.000 euro (of 30%).
93
figuur
45: evolutie van de resultatenrekening (uitgedrukt in 1000 euro): Evolutie 20062011
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Opbrengsten
92.474
101.563
96.309
105.243
119.292
123.262
33%
Werkingsopbrengsten
23.036
22.866
24.940
25.541
28.034
29.838
30%
Prestaties
8.959
9.302
9.627
9.996
11.588
12.346
38%
Riziv
9.664
9.158
10.675
10.728
11.727
12.496
29%
Diverse opbrengsten
1.210
1.283
1.487
1.526
1.633
1.759
45%
Aangerekende med. kosten
594
633
640
634
662
669
13%
Andere aangerekende kosten
471
489
358
361
653
791
68%
Verhuring
2.102
1.998
2.153
2.301
1.770
1.776
-15%
Andere OCMW’s
36
1
0
-3
36
0
-100%
Recuperatie bijstand
6.268
4.482
4.774
5.402
6.318
7.353
17%
258
162
197
160
126
36
-86%
20.488
21.180
22.724
23.734
24.680
25.325
24%
Geproduceerde vaste activa Werkingssubsidies Tewerkstellingssubsidies Subsidies steun Andere
7.711
11.853
10.833
11.066
13.246
13.635
77%
30.587
30.582
30.324
35.212
40.787
40.901
34%
809
836
1.066
1.080
1.166
1.042
29%
Financiële opbrengsten
1.614
1.798
833
494
479
868
-46%
Uitzonderlijke opbrengsten
1.703
7.804
617
2.554
4.458
4.265
150%
125.798
137.736
140.392
154.896
169.168
173.516
38%
1.915
2.140
2.375
2.491
2.628
2.598
36%
-14
40
14
6
-10
12
-184%
42.313
46.097
47.193
53.850
59.734
59.403
40%
Leefloon
23.834
26.871
29.170
34.738
39.081
37.148
56%
Speciën
5.092
5.610
4.815
5.495
4.216
4.203
-17%
In natura en wet 65
12.034
11.865
11.578
11.811
14.244
15.746
31%
Aan derden
1.353
1.752
1.629
1.806
2.193
2.305
70%
10.498
11.949
12.240
14.378
15.349
17.265
64%
Huur
838
957
1.060
1.036
1.133
1.502
79%
Kosten Aankopen goederen Voorraadwijzigingen Sociale dienstverlening
Diensten en diverse leveringen Externe diensten
5.626
6.614
6.543
8.394
8.796
10.237
82%
Algemene kosten
200
253
258
263
279
268
34%
Onderhoud & herstellingen
890
957
985
1.348
1.310
1.163
31%
Verzekeringen
324
369
394
420
754
737
127%
Diverse adm. Leveringen
137
148
134
180
184
191
40%
Vergoedingen & rechten
1.074
1.128
1.359
986
1.086
1.264
18%
Externe verzorging
513
597
598
576
563
589
15%
Andere
896
925
908
1.175
1.244
1.314
47%
Lonen en sociale lasten
61.917
66.518
70.420
75.763
82.772
84.647
37%
Afschrijvingen en waardeverminderingen
6.232
5.779
5.799
4.681
6.243
7.904
27%
Andere
1.410
630
834
1.319
648
812
-42%
Financiële kosten
901
1.129
1.499
2.035
1.268
1.055
17%
Uitzonderlijke kosten
626
3.454
19
372
535
-180
-129%
-33.324
-36.173
-44.082
-49.652
-49.875
-50.255
51%
Resultaat
94
Het resultaat per activiteitencentrum Een activiteitencentrum is een entiteit binnen het OCMW, die een geheel van gelijkaardige activiteiten uitvoert. Het gaat vooral om diensten, lokale dienstencentra, woonzorgcentra, welzijnsbureaus. Elk activiteitencentrum heeft één of meer budgethouders, die elk een eigen (deel)budget beheren. Ook in 2011 woog vooral het departement Sociale Dienstverlening sterk door op het resultaat, met een exploitatietekort van 47 miljoen euro (2010: 46 miljoen, 2009: 40,5 miljoen). Het exploitatietekort van de woonzorgcentra daalde in 2011 naar 4,5 miljoen euro (2010: 4,7 miljoen, 2009: 7,8 miljoen). Dit komt vooral door een stijging van de RIZIV-subsidies wegens een hogere zorgengraad van de bewoners (+ 0,65 miljoen euro), een hogere dagprijs ( + 0,65 miljoen euro) en dalende personeelskosten ( - 0,86 miljoen euro).
Een financieel gezonde organisatie Het is van belang dat het OCMW op lange termijn een financieel stabiele organisatie is, die de nodige slagkracht kan opbrengen. Een belangrijke indicator daarbij is de solvabiliteit. Deze drukt uit in hoeverre het OCMW afhankelijk is van vreemd vermogen (geleend geld) om zijn werking te financieren. Door minder te lenen en dus te besparen op intrestlasten, beschikt het OCMW over meer ademruimte. Voor het OCMW is de verhouding vreemd vermogen tegenover totaal vermogen 30 procent. Daarmee doet OCMW Gent beter dan het Vlaamse gemiddelde. In 2011 bedroeg de schuld van OCMW Gent per inwoner 244 euro (2010: 235 euro) tegenover een Vlaams gemiddelde van 273 euro (2010: 309 euro) en 316 euro (2010: 637 euro) bij de grootsteden.
95
96