Infokrant doelgericht editie 5
bestrijden
Teken
& ziekte van Lyme
Zevenblad
halt toeroepen
Slakken
biologisch aanpakken
Beukenbladluis
lente - zomer - winter
Bamboe
afdoden
Bewust
omgaan met belagers van
home • garden • pet
Verantwoord gebruik van
biocide & gewasbeschermingsmiddel. Informatie over een verantwoord gebruik is terug te vinden op het etiket of de bijsluiter van elke productverpakking. Lees deze daarom aandachtig voor gebruik. Ze vermelden namelijk meer dan alleen de dosering. ‘Voorzorgsmaatregelen’ en ‘bijzondere gevaren’ zijn bijvoorbeeld ook meer dan de moeite waard om te lezen. Bestrijdingsmiddelen mogen enkel in originele verpakkingen verhandeld of opgeslagen worden. Aanvaard dus nooit bestrijdingsmiddelen die hieraan niet voldoen en geen origineel etiket dragen.
Bereiden van de spuitvloeistof Bescherm uzelf tijdens het bereiden van de spuitvloeistof door middel van handschoenen en veiligheidsbril. U loopt immers het risico om in contact te komen met het geconcentreerd product. Een wasplaats met stromend water, zeep en een handdoek nabij de plaats waar u mengt is ideaal indien er toch per ongeluk spatten op uw lichaam terechtkomen. Het is ook belangrijk lekken en morsen te voorkomen omdat geconcentreerd product via een verhard oppervlak kan afspoelen naar de riolering en zo het water bezoedelt.Voorkom ook elke overstroming van het spuitvat tijdens het vullen. Lege verpakkingen dient men minstens 3 maal te spoelen met proper water. Het bekomen spoelwater wordt steeds in de spuittank gegoten. De aldus gespoelde verpakking en sluitdop kunt u inleveren op het containerpark. In geen geval mag de lege verpakking opnieuw gebruikt worden voor andere doeleinden. Om spuitoverschotten na de behandeling te vermijden moet de benodigde hoeveelheid spuitvloeistof nauwkeurig worden berekend aan de hand van :
de te behandelen oppervlakte het spuitdebiet van uw spuittoestel
Gebruik van de spuitvloeistof Voorkom het inademen van de spuitnevel tijdens de behandeling. Gebruik hiertoe een masker of spuit op zijn minst van u weg. Houd ook steeds rekening met de windrichting. Voorkom dat bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht komen. Let op drift van spuitnevel naar oppervlaktewater (hou rekening met de windrichting!) en spuit nooit rechtstreeks over wateroppervlakken.
verantwoord
iddelen
2
gewa s be sc sm ing rm
De reiniging van het spuittoestel moet ook op een verantwoorde manier gebeuren. Ook hier mag het spoelwater absoluut niet geloosd worden in een sloot, of via een afvoerput in de riolering. Spoelwater verspuiten op het reeds behandeld perceel volgens de gebruiksvoorschriften.
van ik ru
he
Wat doen na het spuiten ?
ge b
Probeer om zo weinig mogelijk spuitvloeistof over te houden. Spuitoverschotten verdunnen en verspuiten op het reeds behandeld perceel volgens de gebruiksvoorschriften. Het is absoluut uit den boze om spuitoverschotten te laten weglopen in een sloot of via een afvoerput in de riolering!
Afvalcontainer
insectenvrij houden.
Veel insecten en andere kruipende organismen komen in onze leefomgeving vertoeven. Afval trekt daarenboven extra beestjes aan. Hoe warmer het wordt, hoe vlugger ze zich vermenigvuldigen en hoe vaker we ze dan ook te zien krijgen. Zolang ze zich op grote afstand houden van onze directe leefomgeving, laten we hen gerust hun gang gaan. Maar als ze in onze onmiddellijke woonomgeving voor overlast zorgen, kunnen we hen beter een halt toeroepen. Uitroeien is niet mogelijk, maar de overlast tot een minimum herleiden is perfect haalbaar.
Welk product ? Het product TOPSCORE® PAL CONTAINERSPRAY ruimt ze allemaal op: vliegen, fruitvliegjes, pissebedden, motmuggen, … Door zijn uitgekiende samenstelling heeft het product een zéér vlugge aanvangswerking, gecombineerd met lange nawerking. Bovendien verspreidt het een frisse citroengeur. Het volstaat om de wanden en het oppervlak van de afvalbak gelijkmatig met TOPSCORE® PAL CONTAINERSPRAY nat te spuiten. Zo vermindert u in een handomdraai de overlast veroorzaakt door vliegen en andere insecten in en rond vuilnisbakken, afvalcontainers, .. Na het ledigen van deze past men het product opnieuw toe. Bespuit de blote wanden.
De voordelen : TOPSCORE® PAL CONTAINERSPRAY met citroengeur is een gebruiksklare formulering, die zonder verdere verdunning onmiddellijk kan aangewend worden. De lange nawerking biedt de garantie dat insectenpopulaties plaatselijk onder de knie gehouden worden.
Handig hulpmiddel De RESCUE® TERRACE vliegenval is een handig hulpmiddel om vliegen, die op rottend afval afkomen, weg te vangen in open lucht. En dit vooraleer ze hun eitjes kunnen deponeren. Meer info over de RESCUE® TERRACE : zie www.edialux.com
2890/B Topscore® Pal containerspray Samenstelling: 2 g/l permethrin 25/75 cis - trans, 0,2 g/l bioresmethrin, 15 g/l piperonyl butoxide Dosis: 50 - 100 ml/m2
Rescue® terrace vliegenval Samenstelling: Rescue lokstof
3
Teken, een toenemend probleem voor
mens & dier.
Dat teken, die de ziekte van Lyme kunnen veroorzaken, heel wat mensen met paniek overstelpen is terecht. Toch moeten we dit fenomeen nuanceren en op dezelfde lijn plaatsen als de vele andere ziektes die we van nature kunnen oplopen.
Hoe te herkennen ? = 2 mm nuchter
Teken zijn géén insecten (zoals muggen, dazen, bedwantsen, ..) maar behoren tot de groep van de mijten en spinnen. Ze hebben 8 poten in het volwassen stadium (volwassen insecten hebben daarentegen slechts 6 poten). Ze kunnen niet vliegen en kunnen zich dus enkel verplaatsen door zelf te kruipen of zich vast te hechten aan dieren en zich verderop opnieuw op de grond te laten vallen. Teken zijn bloedzuigende organismen, donkerbruin-zwart van kleur en zeer klein in “nuchtere” toestand: 0.5 mm groot in het larvenstadium, tot 2 mm groot in het volwassen stadium. Ze zijn dus niet groter dan een deftige zandkorrel ! De tekensoort die we hier in België voornamelijk aantreffen is Ixodes ricinus. Deze soort kan drager zijn van de ziekteverwekkende bacterie Borrelia burgdorferi, die na overdracht op de mens, de ziekte van Lyme kan induceren. Uit statistische gegevens blijkt dat dergelijk besmette teken in alle Belgische provincies voorkomen.
vol gezogen
Reden dus voor alertheid, maar zeker niet voor algemene paniek.
Wat doen teken en waar vinden we ze terug Teken hebben bloed nodig om zich te kunnen ontwikkelen, en ook om zich voort te planten. Na het zuigen van bloed kan een volwassen teek uiteindelijk toch bijna 1 cm groot worden. Het volwassen wijfje laat zich na het volzuigen op de grond vallen, legt haar eitjes af en sterft. Teken komen voor in bossen en andere plaatsen met lage begroeiing en hoge luchtvochtigheid (hoog gras, struikgewas, weelderige parken, ..) waar warmbloedige dieren van nature voorbij komen. In de natuur zijn o.a. muizen, reeën, egels, eekhoorns, konijnen, … gekend als gastheren van teken. Teken kruipen in de lage begroeiing omhoog (top van grassprieten of lagere takken in struiken) en wachten daar tot mens óf dier passeert om zich vast te klampen. Enkel als de teek rechtstreeks op de huid terecht komt, zal hij zich vastzetten en vervolgens bloed opzuigen. Vooral wandelaars, ruiters, fietsers en mensen die beroepsmatig veel in het groen vertoeven lopen een grotere kans op aanvallen door teken. Teken houden géén winterslaap en zijn dus het jaar rond actief. Zowel volwassen teken als hun nymfen overwinteren in hoog gras en onder afgevallen bladeren vanwaar ze nieuwe slachtoffers belagen. Piekperiodes van activiteit zijn de warmere maanden van het jaar !
4
Het is niet waar …
Het is wel waar …
… dat teken onmiddellijk na het bijten de ziekte van Lyme kunnen veroorzaken. Een teek, die daarenboven nog drager moet zijn van de ziekteverwekkende bacterie Borrelia, moet minstens 12 uur (tot ongeveer 24 uur) op de huid zitten vooraleer hij die ziekteverwekkende bacterie kan overdragen. De bacterie bevindt zich namelijk in de darm van de teek en gaat zich pas vermenigvuldigen na het opzuigen van een beetje bloed.
… dat het bedekken van heel het lichaam de beste bescherming biedt. Voor kinderen een hoofddeksel voorzien is eveneens een extra bescherming. De meeste meldingen van tekenbeten zijn dan ook in de warme perioden, dan dragen de mensen zomerse kledij. … dat het gebruik van de afweerproducten MOSQUITO ROLL-ON en MOSQUITO SPRAY uw huid en zelfs kledij meerdere uren beschermt tegen aanvallen van teken. MOSQUITO ROLL-ON of MOSQUITO SPRAY bieden enkel bescherming op plaatsen waar zij effectief werden aangebracht. Een volledige bedekking van de blote huid door één van beide producten is dus de juiste manier. Slechts hier en daar een streepje aanbrengen is fout. MOSQUITO ROLL-ON of MOSQUITO SPRAY na enkele uren opnieuw aanbrengen bij lange wandeltochten in risicogebied.
… dat alle teken de ziekte van Lyme kunnen overdragen. Slechts een klein percentage (ongeveer 10 %) van de teken in de natuur zijn drager van de ziekteverwekkende bacterie Borrelia, die de ziekte van Lyme kan veroorzaken. Daarenboven ontwikkelt slechts 1 % van de besmette personen uiteindelijk de ziekte van Lyme. … dat een tekenbeet pijn doet. De beet van de teek zelf wordt helemaal NIET waargenomen. Het jeuken zelf begint pas enkele uren later.
… dat de vacht van uw huisdier tot 3 weken bescherming geniet tegen ectoparasieten door aanbrengen van PINTO® SPOT CAT of PINTO® SPOT DOG. Deze producten worden op de rug aangebracht, waarna ze zich egaal verspreiden over het hele lichaam.
… dat besmette personen de ziekte van Lyme kunnen overdragen naar anderen in hun omgeving. De ziekte van Lyme is niet overdraagbaar tussen mensen onderling, ook niet tussen huisdieren en mensen onderling zonder de tussenkomst van een teek.
Mosquito Roll On & Spray
Pinto® Spray
Tot 8 uur bescherming Bevat als actieve stof DEET
Samenstelling: 5 g/l pyrethrinen, 12 g/l piperonyl butoxide
9387/B
Dosis: 5-10 ml/kat en 7-15 ml/hond
Pinto® Shampoo
… dat de vacht van uw hond na een wandeling in risicogebied gemakkelijk door middel van de unieke PINTO® SHAMPOO kan gereinigd worden, en dat aanwezige teken hierbij gedood worden. 25 ml PINTO® SHAMPOO is voor een kleine hond of kat reeds effectief. Voor grotere honden gebruikt men tussen de 50 en 75 ml PINTO® SHAMPOO.
10707/B
Samenstelling: 1 g/l permetrin Dosis: 25 ml/kat en 50-75 ml/hond
Zerox® - P
4383/B
Samenstelling: 0,2% pyrethrinen, 2 % piperonyl butoxide Dosis: 5-10 g/kat en 10-20 g/hond
Gebruik biociden veilig. Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
… dat de vacht van uw huisdier enkele uren kan beschermd worden tegen ectoparasieten door gebruik van de vloeistof PINTO® SPRAY of het poeder ZEROX®-P. Deze producten eenvoudig op de vacht aanbrengen en lichtjes inwrijven. Ideaal voor een wandeling van een halve dag in risicogebied.
Pinto® Spot cat & dog Samenstelling: Margosa extract, Limonen excipient, Cymbopogon winterianus, Litsea citrata, Lavandula angustifolia, Pelargonium asperum Dosis: 1 ml/kat en 1,5 ml/hond
5
Vlooien, topatleten in hoogspringen toch gehaat door
mens & dier.
Vlooien zijn piepkleine insecten, slechts 2 - 3 mm groot. Ze hebben geen vleugels en kunnen zich dan ook niet verplaatsen door te vliegen. Maar dit wordt vlot gecompenseerd door hun topprestaties in het hoogspringen: zij springen tot meer dan honderd keer hun eigen lichaamshoogte (tot 30-35 cm hoog !!)
Hoe te herkennen ?
= 2 mm
Vlooien vormen vaak op korte tijd een hinderlijke plaag in onze leefomgeving. Veel mensen zijn trouwens erg gevoelig voor vlooienbeten. Ze krijgen jeuk, en de zuigplekken zwellen op tot kleine bultjes die dagenlang kunnen blijven staan. De aanhoudende jeuk werkt negatief op de nachtrust en op het concentratievermogen overdag. Ook onze huisdieren ondervinden gelijkaardige hinder. Daarenboven verblijven vlooien bij bv. de hond soms op voor hem niet bereikbare plaatsen zoals achter de oren en bij de staartaanzet.
De meest voorkomende soort is de kattenvlo (Ctenocephalides felis) die naast katten ook frequent op honden voorkomt en zelfs de mens durft te belagen. Minder frequent zijn de echte hondenvlo (Ctenocephalides canis) en de mensenvlo (Pulex irritans).Verder kennen we ook vogelvlooien, rattenvlooien, …
Zijn levensstadia ? Er zijn vier opeenvolgende levensstadia : ei, larve, pop en vervolgens volwassen vlo. Zo’n cyclus duurt, afhankelijk van de temperatuur en vochtigheid, 1 tot soms 6 maanden. Na elke bloedmaaltijd legt het volwassen wijfje 4 tot 8 eitjes, die vanuit de vacht van de hond, kat, .. op de grond vallen. Dit kan zowel buiten- als binnenshuis gebeuren. Het merendeel van die eitjes komt uiteraard terecht op plaatsen die onze huisdieren het meest bezoeken. Na enkele dagen ontluiken er uit die onzichtbaar kleine eitjes langgerekte wormachtige larfjes. Deze larfjes (1 – 5 mm) verschuilen zich op donkere plaatsen, bv. in spleten en kieren, en leven daar van organisch afval (huidschilfers, ..) én restanten van bloed uit achtergebleven uitwerpselen van volwassen vlooien. Na drie vervellingen wordt er uiteindelijk een pop gevormd, die géén voedsel meer opneemt. Dit popstadium is een zéér belangrijk aandachtspunt in de beheersing van een vlooienplaag. Poppen kunnen immers tot 1 ½ jaar schijndood blijven liggen (bv. in weinig betreden ruimtes) en dan plots massaal ontluiken onder invloed van trillingen en warmte veroorzaakt door passerende mensen of dieren. Tenslotte komt er uit die pop een volwassen vlo die bloed zuigt bij zijn gastheer (mens of dier). Het nieuw volwassen wijfje legt op haar beurt eitjes en zo ontstaat wéér een nieuwe generatie.
6
Hoe te voorkomen ? zeer regelmatig en intensief stofzuigen met extra aandacht voor tapijten, manden, slaapkussens en allerlei spleten waar vlooienlarven zich voeden met afval. Dit verkleint de kans op een uitbraak van een plaag. Plak na het stofzuigen steeds de stofzuigermond af met een breed stuk kleefband, om te voorkomen dat vlooien ontsnappen uit de stofzuigerzak. breng op uw kat of hond respectievelijk de ampulles PINTO® SPOT CAT of PINTO® SPOT DOG aan (afbeelding: zie pg 4-5). Deze ampulles met preventieve werking beschermen uw huisdier gedurende 3 weken tegen alle ectoparasieten. Druppel de PINTO® SPOT ampulle in de nek, en eventueel ook extra op de staartbasis bij de hond. Let erop dat u de haren van uw huisdier goed opzij duwt zodat PINTO® SPOT rechtstreeks op de huid terecht kan komen. of pas uw volwassen katten en honden preventief de vlooienband PINTO® CAT COLLAR of PINTO® DOG COLLAR aan. Deze ultiem samengestelde vlooienbanden blijven tot 5 maanden werkzaam. Na het op maat passen van de vlooienband rondom de nek van uw huisdier, kan men het afgesneden stuk opzuigen in de stofzuigerzak. Daar kan het vervolgens zijn dodende werk doen op eventueel opgezogen vlooien of hun larven. in de zomermaanden kan men op periodieke basis de honden- of kattenmand preventief behandelen met TOPSCORE® OMGEVINGSSPRAY, of met de gebruiksklare vloeistof BIOSECT®.
Pinto® cat & dog collar 10807/B Samenstelling: 10% permethrin Formulatie: halsband
896/B Topscore® Spray omgevingspray Samenstelling: 0,3% permethrin 25/75 cis-trans, 0,2% tetramethrin, 1% piperonyl butoxide Dosis: op een afstand van min. 40 cm de plaatsen met vlooien bespuiten
Hoe te behandelen ? behandel de vacht van uw hond of kat met de vloeistof PINTO® SPRAY of het poeder ZEROX®-P. Deze middelen op plantaardige basis doden in een mum van tijd alle aanwezige vlooien in de vacht van uw huisdier. Herbehandelen na 1 week kan nuttig zijn bij eventuele hardnekkige uitbraak. Behandel àlle in huis aanwezige honden en katten gelijktijdig. Gebruik biociden veilig. Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
of was uw hond of kat met de vlooiendodende PINTO® SHAMPOO (afbeelding: zie pg 4-5). Behandel ook hier àlle in huis aanwezige honden en katten gelijktijdig. maak de verblijfsomgeving nog eens extra schoon met de stofzuiger. Zo verwijdert u vele aanwezige larven, poppen en volwassen vlooien. Maar 100 % alles opzuigen is haast onmogelijk. verdun daarom vervolgens het product PERMAS® 100 EC met water en verspuit het in de woning en aanpalende gebouwen waar uw huisdieren vaak vertoeven. PERMAS® 100 EC zal op die plaatsen (spleten, tapijt, dekens, ..) de larven en volwassen vlooien afdoden. of verdun het geconcentreerd product FENDONA 60 SC (zelfde gebruik als PERMAS® 100 EC) en verspuit het. of pas de gebruiksklare vloeistof BIOSECT® toe als er slechts kleine oppervlakten moeten behandeld worden. Ook BIOSECT® doodt larven en volwassen vlooien op behandelde plaatsen. of spuit met de aerosol TOPSCORE® OMGEVINGSSPRAY op de plaatsen waar de vlooien zich ophouden. vergeet ook niet uw auto te behandelen met BIOSECT® als uw huisdier erin meereist (of meereisde) op het moment van de vlooienplaag. herhaal de bespuiting met PERMAS® 100 EC, FENDONA 60 SC, BIOSECT® of TOPSCORE® OMGEVINGSSPRAY indien nodig. Het kan zijn dat niet elk hoekje bij de eerste bespuiting goed geraakt werd. Permas® 100 EC
4381/B
Bio Sect®
7507/B
Samenstelling: 100 g/l permethrin 25/75 cis - trans
Samenstelling: 2 g/l permethrin 25/75 cis - trans
Dosis: 25 ml/1 liter water/10m2
Dosis: 50 - 100 ml/m2
Fendona 60 SC
4798/B
Samenstelling: 60 g/l alfa-cypermethrin Dosis: 25 ml/5 liter water/100m2
7
Onkruidgrassen tussen planten zijn
geen probleem meer.
Bodembedekkende planten zorgen voor speciale accenten en bepalen zo mee het karakter en de schoonheid van de tuin. Bodembedekkers worden ook gekozen om hun onkruidwerende eigenschappen, zodat het wieden in de tuin tot een minimum kan herleid worden.
Wat met onkruidgras ? Toch groeien meerjarige grassen zoals kweek graag doorheen deze plantenblokken omhoog. Ook eenjarige grassen kunnen alsnog de kans krijgen om massaal te kiemen. Zeker bij slechte groei van die bodembedekkende sierplanten. Wieden is dan een hels karwei. Met ARAMO® is er nu een passende oplossing voor dit probleem. ARAMO® bestrijdt immers meerjarige grassen zoals kweek en eenjarige grassen zoals straatgras, hanepoot, bloedgierst, duist, raaigras, …
ARAMO® is een selectieve grasbestrijder voor gebruik tussen bodembedekkers, rozen, sierstruiken en bomen en tussen de meeste groentesoorten in de moestuin. De planten die behandeld mogen worden met ARAMO® staan vermeld op de bijsluiter in de productverpakking. ARAMO® doodt enkel grassen, géén andere onkruiden.
Aramo®
9281/B
Samenstelling: 50 g/l tepraloxydim Dosis: 10 - 20 ml/5 liter water/100m2
Een zeer trage killer ! Na opname in het blad wordt ARAMO® getransporteerd naar de ondergrondse en bovengrondse groeipunten die vernietigd worden. Vervolgens ‘verhongert’ het onkruidgras. Vandaar de ogenschijnlijk trage afdoding. Het duurt minimum 2 tot 3 weken vooraleer de behandelde grassen geel verkleuren. Daarna gaat het vrij snel. Eén week later zijn de bespoten grassen bruin verdroogd en verdwijnen ze. Het is dus normaal dat u na bespuiting 2 tot 3 weken geduld moet hebben om visueel iets te bemerken. Het gras gaat echter zeker dood. Aandachtpunten voor een optimaal resultaat met ARAMO® : • ARAMO® moet gebruikt worden op grassen in volle groei. Wacht dus niet tot de grassen in bloei komen. Dan is de beste periode voor bestrijding reeds achter de rug. • Het bladoppervlak van de grassen moet voldoende groot zijn om voldoende product te kunnen opnemen. Dus niet kortmaaien voor toepassing.
• Behandel bij groeizaam (= geen nachtvorst en dagtemperaturen boven de 12 °C) en windstil weer. Spuit nooit bij temperaturen boven de 24 °C. Behandel daarom in warme periodes steeds ’s avonds of ’s morgens vroeg.
• Na een bespuiting met ARAMO® moet het minstens 1 uur droog blijven. Zo kan er volledige opname in het blad gebeuren.
8
• Meng ARAMO® nooit met andere producten (ook niet met producten tegen breedbladige onkruiden !).
Tuintips voor elk seizoen:
www.edialux.com
Een BRON aan INFORMATIE • afbeeldingen van schade en schadeverwekkers • handige zoekmachine op naam van ziekte of plaag •
zoekmogelijkheid op frequent voorkomende ziekten en plagen door middel van: - een probleemgroep te selecteren - een alfabetisch overzicht van tuinproblemen
• uitgebreide tuintips voor elk seizoen • productverpakkingen met hun wettelijk gebruik en toepassingsmogelijkheden • eerder gepubliceerde edities 1, 2, 3 en 4 van deze Edialux infokrant • inlogmogelijkheid voor Garden Alert (info zie pg. 24)
CIE
Groene Vingers
LE
VTM
RTNER GROEN PA E NG VI
mag gebruikt worden in de moestuin tussen wortelen, uien, broccoli, bloemkool, spruitkool, sluitkool, erwten, prei, rode biet, aardappel, enz ? Zowel meerjarige grassen, als eenjarige grassen kunnen met ARAMO® worden afgedood.
Tuintips via tuinprogramma:
Groene Vingers voorjaars uitzendschema :
ERS
OFF I
Wist je dat ARAMO ®…
2009
21 & 22 maart
biologische slakkenbestrijding
4 & 5 april
totale onkruidbestrijding op opritten en paden
11 & 12 april
insecten en mijten op buxus
2 & 3 mei
witziekte, sterroetdauw en bladluizen op rozen
9 & 10 mei
beukenbladluis bij hoge hagen
23 & 24 mei
tomatenplaag ecologisch aanpakken
6 & 7 juni
ten oorlog tegen mieren in gazons
20 & 21 juni
preimot en andere plagen in de moestuin
27 & 28 juni
dop- en schildluizen in de tuin
9
Zevenblad, woekeraar eerste klas! Zevenblad, Aegopodium podagraria, is gemakkelijk te herkennen aan zijn 7-delig samengesteld blad. Er bestaan ook “bastaard” planten waarvan de deelblaadjes deels vergroeid zijn. Het onkruidblad telt dan slechts 5, soms zelfs maar 3 deelblaadjes.Toch blijft het zijn Nederlandse naam ‘zevenblad’ behouden.
Hoe te herkennen ? Zevenblad behoort tot dezelfde plantenfamilie als wortel, selder en peterselie maar wijkt af van deze groenten doordat het sterk uitgroeiende ondergrondse wortelstokken heeft. Net deze dikke witte wortels maken het onkruid zo onpopulair. Eens zevenblad zich in de tuin heeft gevestigd, is het niet meer gemakkelijk weg te krijgen. Vanuit de witte ondergrondse wortelstokken woekert het continu verder zonder mededogen.
Hoe te behandelen ? De oplossing is om deze woekerplant te behandelen met een menging van PANIC (glyfosaat) 60 ml + SILVANET 75 ml per 10 liter water. Dit moet gebeuren in een jong stadium (= 10 tot 20 cm hoog) en vóór het verschijnen van de bloemknoppen. Na 1 toepassing zullen er uit de resterende wortelstokken sowieso opnieuw scheutjes bovenkomen. Deze dienen op dezelfde manier (jong & vóór de bloei) behandeld te worden. Desnoods een derde of vierde keer bespuiten tot volledige uitputting van de ondergrondse wortelstokken. Geef vooral de moed niet op. De aanhouder wint.
Panic Glyfosaat 360
9155/B
Samenstelling: 360 g/l glyfosaat Dosis: 20 - 100 ml/5 liter water/100m2
Staat zevenblad verscholen tussen doorlevende sierplanten die je wenst te behouden, dan is het al helemaal een ramp. De enige oplossing is dan om zevenblad handmatig aan te wrijven met de menging PANIC (glyfosaat) + SILVANET. Het is een titanenwerkje, maar helaas de enige manier. Je boekt hiermee wel goede resultaten. Ook hier geldt : herbehandelen tot volledige uitputting.
Japanse duizendknoop, een lastige exoot.
Japanse duizendknoop (Fallopia japonica), een houtig wordend onkruid, vinden we in grasbermen, ruigten, perceelsranden, enz. Het kan tot 2 1/2 meter hoog worden en bloeit met witte bloemtrossen vanaf september.
Hoe te behandelen ? Net als het eerder beschreven zevenblad is ook dit onkruid zeer moeilijk op te ruimen. Maar het kan ! Vanaf mei uitgroei van 60 cm tot 1 meter bespuiten met SILVANET 100 ml per 10 liter water, gemengd met een uitvloeiende stof, brengt soelaas. Er zullen vanuit de ondergrondse wortelstokken opnieuw scheuten omhoog komen. Deze scheuten worden op dezelfde manier bespoten. Blijven herhalen tot uitputting van de ondergrondse wortelstokken. Lukt perfect ! Silvanet
8629/B
Samenstelling: 60 g/l triclopyr, 20 g/l fluroxypyr Dosis: 100 -150 ml/5 liter water/100m2 te behandelen bladoppervlakte (plaatselijk toepassen)
10
Onkruiden op opritten en paden vanaf nu
“op maat bestrijden”.
Elk jaar komen er weer onkruiden op plaatsen waar we ze niet graag zien verschijnen : op en tussen dolomietpaden, kiezelsteentjes, betonklinkers, onverharde paden, onder afsluitingen, … . Zelfs uit de kleinste voeg of spleet komen er onkruiden naar boven. Al vlug ziet het er onverzorgd uit.
Innovatie in onkruidbestrijding “Op het juiste moment een geschikt product toepassen verlost u van deze ergernis.” Er worden strenge eisen gesteld aan de kwaliteiten van onkruidbestrijders. Zo mogen ze niet uitspoelen naar randbeplanting, of via de regen uitspoelen tot bij de wortels van sierplanten en bomen. Daarenboven moeten ze lang kunnen nawerken en als het eventjes kan ook nog vrij krachtig de aanwezige onkruiden verdelgen. Ons gloednieuwe product PREMAZOR – Glyfatex bezit al deze positieve eigenschappen !! Met het product PREMAZOR – Glyfatex geeft Edialux een volledig nieuwe benadering aan onkruidbestrijding. Het is de moeite waard om hier eventjes dieper op in te gaan. PREMAZOR – Glyfatex garandeert een maandenlang onkruidvrije bodem. De productverpakking bevat namelijk twee componenten die na menging elkaar versterken. De component Glyfatex verzekert een snelle vernietiging van aanwezige onkruiden. De tweede component PREMAZOR zorgt voor maanden nawerking op nog te kiemen onkruidzaadjes.
Te z ien bij ...
De twee vloeibare componenten van PREMAZOR – Glyfatex worden meestal samen gebruikt. Men doseert ze dan één voor één in het spuittoestel, waar ze vlot met elkaar vermengen en na het spuiten elkaar versterken in hun vernietigende werking.
Gebruik je steeds beide componenten ? Het antwoord is vrij eenvoudig. Als het pad nog onkruidvrij is dan wordt enkel PREMAZOR (de component die de nawerking verzekert) toegepast en hoeft er géén component Glyfatex bijgemengd. Dit komt voordelig uit !! Glyfatex (de component die werkt op aanwezige onkruiden) wordt gebruikt indien er reeds onkruiden aanwezig zijn op het moment dat men gaat spuiten. Een meer flexibel systeem is er niet te bedenken. Het gepast doseren is goed voor uw eigen portemonnee, en voor het milieu !! PREMAZOR – Glyfatex heeft dus alles in zijn mars om op de meest economische wijze de beste onkruiddoding te verzekeren. PREMAZOR – Glyfatex mag toegepast worden op zowel verharde als niet-verharde permanent onbeteelde terreinen. Opritten, paden, ... kunnen vanaf nu “op maat” onkruidvrij gemaakt én onkruidvrij gehouden worden. Premazor
9683/B
100 ml – 140 m²
Samenstelling: 57 g/l diflufenican
250 ml – 350 m²
Glyfatex
500 ml – 700 m²
Samenstelling: 360 g/l glyfosaat
9149/B
11
Aardappelplaag, de vrees van
elke moestuinbezitter.
De valse meeldauwschimmel, Phytophthora infestans, veroorzaakt de beruchte “plaag“ bij aardappelen. Deze schimmel is gevreesd omwille van zijn verwoestend effect op blad en stengels van de aardappelplant.
Hoe te herkennen ? Jaar na jaar treedt deze aardappelziekte vroeger op. De schimmel past zich dus blijkbaar aan aan lagere temperaturen. Vaak verschijnen reeds eind april – begin mei de eerste symptomen van aantasting bij vroege aardappelrassen. De vlekken op de bovenzijde van het blad zijn eerst geelgroen, maar verkleuren zeer vlug bruin. Aan de onderzijde van het blad is er op de grens tussen gezond en aangetast bladweefsel wit schimmelpluis zichtbaar. Dit is een zeer zichtbare uiting van de aardappelplaag. Ook stengels en bladstelen kunnen door deze aardappelziekte aangetast worden. Ze worden donkerbruin en sterven af.
Hoe te voorkomen ? Algemene maatregelen ter voorkoming van de “plaag” : • uitsluitend gezond (= gekeurd) pootgoed gebruiken • vroege aardappelen onder plastiek extra goed opvolgen (hogere luchtvochtigheid = meer kans op plaag ) • een geschikt product kiezen dat niet te vlug afregent bij wisselvallig weer en/of veel neerslag • een goede spuittechniek hanteren (= alle delen van de aardappelplant raken, dus blad & stengels)
12
Hoe te behandelen ? PROXANIL is het meest complete van alle producten die tot nu toe ter beschikking stonden van de tuinliefhebber. Hierbij een opsomming van zijn topeigenschappen : • PROXANIL penetreert snel in het blad en is hierdoor uitstekend regenvast, ook bij veel neerslag. Het middel is dus onmisbaar in regenrijke zomers. • PROXANIL herverdeelt zich continu in het blad. Hierdoor wordt zelfs een nog verder uitgroeiend blad prima beschermd. Ideaal dus in periodes met snelle loofgroei. • Door transport naar de onderkant van het blad verhindert PROXANIL de uitstoot van nieuwe sporen. Dit vermindert zeer sterk de locale ziektedruk. • Ook de stengels van het aardappelloof worden beschermd door PROXANIL. Wat een pluspunt ten opzichte van vele andere middelen. • PROXANIL staat garant voor een langdurige preventieve bescherming van het blad en de stengels (7 dagen volop !) • Naast zijn voorbehoedende werking, geneest PROXANIL ook die schimmelvlekken die één of twee dagen vroeger werden gevormd. Het middel werkt dus 2 dagen terug in de tijd ! • PROXANIL is vloeibaar en dus makkelijk te doseren. Met PROXANIL is er dus eindelijk een geschikt product om uw aardappelen gedurende het hele groeiseizoen te beschermen, en dit in alle omstandigheden.
Proxanil
9565/B
Samenstelling: 400 g/l propamocarb HCI, 50 g/l cymoxanil Dosis: 25 ml/10 liter water/100m2
NIEUW
: Loofdoding Loofdoding bij aardappelen verbetert de schilafharding van de knol. Zeker voor aardappelen die lange tijd bewaard moeten worden is het een pluspunt om minstens 2 weken voor de oogst het loof dood te spuiten. Deze termijn is nodig om voldoende schilafharding en het loskomen van het loof te bekomen. Dit laatste vergemakkelijkt het rooien aanzienlijk. Loofdoding met SPOTLIGHT PLUS kan op elk moment, maar het optimale tijdstip is bij het begin van de verkleuring van het aardappelloof (als het loof evolueert van groen naar geel). Een goede toepassing gebeurt door - ’s morgens (zelfs bij lichte dauw) of in de vroege namiddag te spuiten. Licht activeert immers de snelheid van werking - veel spuitvloeistof te gebruiken en zowel bladeren als stengels te raken. SPOTLIGHT PLUS werkt namelijk enkel via contact. Twee dagen na de bespuiting met SPOTLIGHT PLUS worden de eerste symptomen van afsterving zichtbaar. Het hele afstervingsproces duurt ongeveer 10 tot 14 dagen.
Spotlight plus
9426/B
Samenstelling: 60 g/l carfentrazon-ethyl Dosis: 10 ml/5 liter water/100m2
13
Slakken, geduchte vijanden. Waarom zoveel slakken ? Slakken hebben een technisch hoogstandje meegekregen van Moeder Natuur, dat grotendeels verklaart waarom zij zich zó massaal voortplanten. Slakken zijn namelijk volwaardig tweeslachtig (= man én vrouw tegelijkertijd).Toch moeten ze paren met een soortgenoot om zich te kunnen voortplanten. Bij het paren bevruchten ze elkaar. Zo ontstaan 2 afstammingslijnen per koppel. Elke slak die op aarde leeft, zorgt dus voor nakomelingen !
Aandachtspunten voor goede bestrijding Slakken leggen vanaf april hun eitjes af in slijmpropjes onder aardkluiten, boomschors, …Uit deze kleine glazige bolletjes komen na een 3-tal weken minuscule slakjes die zich onmiddellijk beginnen te voeden. Twee maanden later zijn ze volwassen. Het is dus zeer belangrijk om vroeg op het jaar hun aantal serieus in te perken. We beginnen daarom best vanaf maart reeds BIO-SLAK / LIMACES slakkenkorrels uit te strooien in de tuin. Op dat moment is vaak nog maar weinig slakkenvraat op te merken. Zo wordt de populatie minimaal gehouden en is er dus minder paring en eiafleg.
Te z ien bij ...
Als er in de loop van het groeiseizoen opnieuw slakken worden opgemerkt, of verse slakkenschade, dan is het uitstrooien van BIO-SLAK / LIMACES zinvol. Om de bestrijding te optimaliseren gebruikt men slakkenkorrels best ’s avonds. Dan zijn de slakken immers het meest actief. Er wordt geadviseerd om BIO-SLAK / LIMACES gelijkmatig over de hele bodemoppervlakte te verdelen. Een goede gebruiksdosis is 5 gram (= 1 koffielepel) per m². Herhaalde toepassing van nieuwe korrels kan nodig zijn om een uit de hand gelopen plaag in te dijken. Herhaal zolang de korrels worden weggevreten. BIO-SLAK
/ LIMACES kan zowel preventief als curatief ingezet worden. Een rationeel gebruik blijft echter de boodschap!
Het product BIO-SLAK / LIMACES is een groene korrel, samengesteld uit voor slakken zeer aantrekkelijke bestanddelen. BIO-SLAK / LIMACES bevat de werkzame stof ferrifosfaat, die van nature in de bodem voorkomt. Na het eten van de korrel stoppen de slakken met hun verwoestende vreetpartijen. Ze trekken zich terug in hun schuilplaats waar ze doodgaan. Er worden dus geen dode slakken in de tuin gevonden. De resten van de slak worden vervolgens probleemloos opgenomen in de ecologische kringloop. Bio-slak / Limaces
759/P
Samenstelling: 1% ijzerfosfaat Dosis: 5 g/m2
14
Gal- en roestmijten, onzichtbare schadeverwekkers. Roest- en galmijten (Eriophyidae) zijn zeer klein, slechts één tiende van een millimeter groot. Met het blote oog zijn ze dus niet waar te nemen. Enkel aan de hand van de typische schadebeelden die ze veroorzaken kunnen we hun aanwezigheid vlot vaststellen.
Hoe te herkennen ? Roestmijten zijn mijten die zich vrijlevend aan de onderzijde van de bladeren bewegen. Mijten die verdikkingen veroorzaken waarin ze vervolgens verscholen leven, noemen we “galmijten”, “viltmijten” of “rondknopmijten” afhankelijk van het schadebeeld. Zijn het zeker gal- of roestmijten ? Gebruik een loupe met méér dan 15 x vergroting om dit te verifiëren. Bekende voorbeelden van schadelijke Eriophyidae mijten : • buxustopgalmijt (Aceria unguiculata) zuigt aan de groeipunten. Hierdoor worden jonge buxusblaadjes kroezelig misvormd. • rondknopmijten op taxus (Cecidophyopsis psilaspis), hazelaar (Phytoptus avellanae), tros- en sierbessen (Phytoptus ribis), ... veroorzaken abnormaal gezwollen ronde knoppen. Die aangetaste knoppen groeien soms nog kurkentrekkerachtig uit maar sterven meestal af zonder verder uit te lopen. • perenpokmijt (Eriophyes pyri) veroorzaakt opgeblazen kamertjes langsheen de hoofdnerf van het perenblad. Die bollen lichtjes op en zijn bleekgroen van kleur.
perenpokmijt
viltmijt notelaar
Andere voorbeelden van Eriophyidae mijten die vooral esthetische schade veroorzaken maar verder weinig impact hebben op de vitaliteit van de plant : • viltmijt bij notelaar (Eriophyes erineus), druivelaar (Eriophyes vitis), ... . Deze mijten veroorzaken opbollingen aan de bladbovenzijde. Aan de bladonderzijde vindt men minuscule harige structuren. Tussen deze fijne haartjes leven de viltmijten. • op elzen komt roestmijt (Acalitus brevitarsus) voor. Op de bladbovenzijde zijn gele opbollingen terug te vinden, aan de onderzijde witharige structuren. • esdoorngalmijt (Artacris cephaloneus), lindegalmijt (Eriophyes tiliae), … veroor zaken rode galletjes op het blad. Deze zijn zeer opvallend maar vrij onschuldig.
buxus topgalmijt
taxus rondknopmijt
esdoorn galmijt
elzen roestmijt
Hoe bestrijden ? SANMITE WP bestrijdt àlle mijten : zowel de klassieke spintmijten als de hierboven beschreven gal-, roest-, rondknop- en viltmijten. SANMITE WP is het enige beschikbare middel voor de tuinliefhebber dat al deze mijtensoorten doodt.
Sanmite WP
9427/B
Samenstelling: 20 % pyridaben Dosis: 3,75 g/10 liter water/100m2
Aandachtspunten voor een geslaagde bestrijding : • mijten moeten rechtstreeks geraakt worden. Voor een optimaal bestrijdingsresultaat dus veel spuitoplossing gebruiken. Spuit de aangetaste plant volledig nat. • de bespuiting minstens één maal herhalen na 10 à 14 dagen om de hele cyclus op te ruimen. • de complexe levenswijze van al deze mijtensoorten maakt de bestrijding moeilijker. Men kan deze speciale mijten afdoden op het moment dat ze zich vrij verplaatsen op de plant. Maar dat moment verschilt van soort tot soort. garden alert (zie pg. 24) informeert u over de geschikte bestrijdingsmomenten. 15
Beukenbladluis, een plantenbeschadiger in
schapenvacht.
Beuken worden vrij vaak aangetast door de ‘wollige beukenbladluis’ (Phyllaphis fagi), een specifieke bladluis die énkel op beuk kan leven. Deze luis besmet geen andere plantensoorten in de tuin.Vindt u op andere planten donzig witte luizen, dan zijn dat sowieso andere luizensoorten.
Hoe te herkennen ? Wollige beukenbladluizen vindt men aan de onderzijde van het beukenblad, als witte vlokjes. De luizen zijn namelijk bedekt met donzige wasdraden, die soms zo dicht bij elkaar staan dat de luizen het uitzicht krijgen van witte schuimpropjes. Ze leven van sappen die ze uit het blad opzuigen. Beukensap bevat méér suiker dan eiwit. Luizen gaan dit teveel aan suiker uit hun lichaam afscheiden als kleverige druppels die op de onderliggende bladeren vallen. Deze kleverige druppels suikersecretie noemen we ‘honingdauw’. Dit vormt een goede voedingsbodem voor roetdauwschimmels die het kleverige blad snel zwart doen kleuren.
Wat doen we in het voorjaar ? Op het moment dat de nieuwe blaadjes uitschuiven, kruipen de jonge luisjes mee. Omdat er dan nog maar weinig natuurlijke vijanden zijn kan de populatie luizen zeer sterk uitbreiden. Op enkele weken tijd kan de zuigschade aan het blad enorm toenemen. Er ontstaan geelbruine vlekken aan de bladbovenzijde. In een later stadium kunnen de bladeren ook naar onderen toe omkrullen. Nu wordt het moeilijk om de luizen nog te raken met een geschikt middel (zie verder ‘moeilijke omstandigheden’). De witte wasdraden van de wollige beukenbladluis zijn ook nog waterafstotend. Dit belemmert een goede contactwerking van luizendodende middelen. Daarom wordt geadviseerd om :
Te z ien bij ...
• vroeg te spuiten met INSECTICIDE 10 ME. De eerste helft van mei is hiervoor een goede periode. • de onderzijde van het blad goed te raken met INSECTICIDE 10 ME. •
vanaf eind mei een beetje ELEFANT SOMMERÖL toe te voegen aan het spuitmengsel van INSECTICIDE 10 ME. Dit geeft een betere bedekking (dit mengsel niet spuiten bij felle zon; ideaal is ’s avonds).
• gebruik voldoende spuitmenging INSECTICIDE 10 ME zodat ook binnenin de haag alles goed vochtig wordt.
Insecticide 10 ME
9459/B
Samenstelling: 10 g/l cypermethrin Dosis: 15 - 50 ml/10 liter water
16
Elefant Sommeröl
5703/B
Samenstelling: 820 g/l paraffineolie Dosis: 100 ml/10 liter water
Wat in moeilijke omstandigheden ? Is het blad volop aan het omkrullen, en is de maand juni nog niet voorbij, dan kan het interessant zijn om INSECTICIDE 10 ME met het product GAZELLE® te mengen. GAZELLE® zorgt voor een systemische werking, bovenop de contactwerking van INSECTICIDE 10 ME. Vanaf juli is de systemische verdeling in de plant niet meer zo goed omdat de echte groei stilvalt. Een systemisch luizenmiddel toevoegen heeft dan nog maar weinig zin. Als uiterste maatregel bij zeer zware aantasting later in de zomer, kan de bespuiting met INSECTICIDE 10 ME één à tweemaal herhaald worden, met veertien dagen tussentijd.
Wat doen we in de winterperiode ? Vanaf september worden de eitjes afgezet op twijgjes in de buurt van nieuwe knoppen. Deze eitjes zijn zéér klein en amper met het blote oog waarneembaar. Ze zijn blauwzwart van kleur. Het volgende voorjaar, vanaf half april, komen de eitjes uit. Dus vóórdat er nieuwe bladeren op de beukenhaag ontluiken !! Door in de winterperiode de beukenhaag te bespuiten met SUN SPRAY 7 E of ELEFANT SOMMERÖL, worden overwinterende eitjes vernietigd. Dit voorkomt massale heraantasting in het voorjaar. Men moet zoveel mogelijk takken en twijgjes raken zodat er een gesloten “film” van SUN SPRAY 7 E of ELEFANT SOMMERÖL ontstaat die de luizeneitjes verstikt en afdoodt. Gazelle®
9374/B
Samenstelling: 20% acetamiprid Dosis: 2,5 - 5 g/10 liter water
herken het verschil Beuk (Fagus sp.) die we in een haagvorm aanplanten noemen we een “haag van beuk” of “beukenhaag”. De bladrand is mooi effen. Dit om duidelijk het verschil te maken met een andere plantensoort : ‘haagbeuk’ (Carpinus sp.). Deze wordt ook als haagplant gebruikt maar wordt als “haag van haagbeuk” of “haagbeukhaag” benoemd. Haagbeuk heeft een dubbel gezaagde bladrand.
Sun Spray 7E
6556/B
Samenstelling: 850 g/l paraffineolie Dosis: 62 - 100 ml/10 liter water
Handig gereedschap Om de spuitvloeistof tot bovenin een metershoge haag te krijgen is speciale, maar budgetvriendelijke spuitapparatuur nodig. BIRCHMEIER® ontwikkelde de unieke sproeirevolver VARIO GUN, een lichte en handige sproeirevolver voor rugsproeiers. Met een koppelstukje is hij trouwens monteerbaar op elk type sproeier met een darmdiameter van 8 mm. VARIO GUN heeft een spuitbereik tot 6 meter. Tel daar nog eens je eigen lichaamlengte bij op, en je bereikt al vlug hagen en bomen op zowat 7 à 8 meter hoogte !
Vario Gun
beukenhaag
haagbeukhaag 17
Sierlijk bamboe ... tot ze op stap gaan
in de tuin.
Verhalen over woekerende bamboeplanten die met hun grondscheuten overal in de tuin ongewenst tevoorschijn komen, kennen we allemaal. Ook over bamboe die zich niets aantrekt van perceelsgrenzen en de tuin van de buren gaat terroriseren, wordt er wel eens vaker verteld. Deze verhalen bezorgen bamboe een slechte reputatie als tuinplant.
Interessante weetjes ?
Fargesia murieliae
Bamboe hoeft echter niet altijd vereenzelvigd te worden met dergelijke schrikbeelden. Zeker niet als men een juiste soortkeuze maakt. • er zijn soorten die polvormig uitgroeien en dus gegarandeerd niet woekeren zoals Sirundinaria murielae (= Fargesia murieliae). • andere bamboesoorten kan men beter reeds bij aanplant “indijken” met mechanische barrières. Anders trekken hun ondergronds uitlopende wortelstokken in alle wind richtingen verder de tuin in. Voorbeelden hiervan zijn : Phyllostachys sp., Pleioblastus sp., Pseudosasa sp., .. . Wenst men bamboe te vernietigen, dan moet men op een juiste manier handelen. Een onkruidbestrijder zomaar op bamboe spuiten geeft zelden goede resultaten.
Belangrijk om weten is dat : Phyllostachys sp.
• bamboe een grassoort is.
Krachtige middelen tegen heermoes, braam, netel, distel, enz. zoals ‘Silvanet’,‘Genoxone’ en ‘For-Gazon distels & netels’ sparen allemaal de grassen. Deze middelen zijn dus zeer geschikt om onkruiden in een gazon af te doden. Maar ze werken dus niet tegen bamboe, een grasssoort. Dit is zeer belangrijk om weten. Veel tuinliefhebbers denken immers dat bamboe geheel resistent is tegen onkruidverdelgers. Dit is niet waar. Er zijn mogelijkheden (zie verder).
• bamboe verdikte wortelstokken heeft die volzitten met reservevoedsel.
Als bamboe bovengronds afsterft (bv. na afkappen of bespuiten) dan worden er zeer vlug nieuwe grond scheuten gevormd door die massaal aanwezige reserves.
Pseudosasa sp.
• bamboe een wintergroene plant is. Het inwendig transport is echter op zijn hoogst in het voorjaar en vroege zomer. Deze periodes zijn dan ook het meest geschikt om bamboe te vernietigen.
Hoe ga je te werk ?
men hakt in het voorjaar alle bovengrondse scheuten af, net boven de grond laat de bamboe terug uitlopen tot de scheuten minimaal 5 echte blaadjes hebben gevormd spuit PANIC op deze jonge scheuten : 80 ml/ 5 liter water laat die jonge scheuten afsterven. Als er nog voedselreserves zijn dan verschijnen hier en daar opnieuw enkele jonge scheuten. Herhaal de behandeling met PANIC op deze nieuwe scheuten. blijf behandelen met PANIC tot volledige uitputting (soms 2 behandelingen, soms tot 5 behandelingen) Panic Glyfosaat 360
9155/B
Samenstelling: 360 g/l glyfosaat Dosis: 20 - 100 ml/5 liter water/100m2
18
Stronken, best onmiddellijk na velling aanpakken.
Vooraleer er tot velling wordt overgegaan, moet men zich eerst informeren bij de plaatselijke officiële instanties. Een “kapvergunning” moet immers eerst verleend worden.
Waarom vellen ? Bomen worden om diverse redenen geveld. Omdat bijvoorbeeld een locatie een andere bestemming krijgt of omdat de uitdunning van een bomenbestand is gewenst in functie van verdere uitgroei. Of simpelweg omdat de boom op een verkeerde plaats werd aangeplant. Nog te vaak worden bomen aangeplant omdat men ze mooi vindt, zonder dat er wordt stilgestaan bij de uiteindelijke grootte die die boom zal bereiken bij zijn volle wasdom.
Wat na het vellen ? Zwakke bomen die van nature afsterven vormen geen nieuwe scheuten meer. Dat is anders voor gezonde bomen. Deze lopen na het rooien vaak opnieuw uit vanuit de achtergebleven stronk. Om heropslag te voorkomen kan men de pas gerooide stronk insmeren/bespuiten met GENOXONE: 500 ml product mengen met 500 ml water. Het is belangrijk dat GENOXONE toegepast wordt op een verse zaagsnede. Hierin wordt GENOXONE goed opgenomen en vlotjes naar de diepte getransporteerd. Eens dat een zaagsnede ouder is dan 2 weken verloopt die opname nog slechts moeizaam. Er zijn dan minder goede resultaten te verwachten.
Genoxone … Genoxone is ook een krachtige onkruid- en struikgewasdoder. Genoxone spaart alle grassen en kan dus veilig gebruikt worden in weiland, gazons, grasveld, ruigten, … Genoxone bestrijdt éénjarige en meerjarige moeilijke onkruiden zoals brandnetel, braam, paardestaart, haagwinde, hondsdraf, klaver én klaverzuring, weegbree, enz.
Genoxone
9497/B
Samenstelling: 93 g/l 2,4-D, 103,6 g/l triclopyr Dosis: bladbehandeling: 125 ml/10 liter water insmeren: 500 ml/ 500 ml water
19
Rupsen ...
ontembare vreetmachines. Rupsen zijn de larven van motten (vooral ’s nachts actief) en vlinders (vooral overdag actief). Ze ontluiken uit het ei als nietige, piepkleine larfjes. De meeste soorten voeden zich met bovengrondse plantendelen.Vaak zijn de rupsen op enkele weken tijd geheel volgroeid. In die korte periode hebben ze dus zeer veel voedsel nodig. Rupsen zijn dan ook de schadelijke fase van het vlinderleven. In het popstadium en het stadium vlinder / mot wordt geen schade meer aangericht.
Wat staat er op hun menu-kaart ?
rups kleine wintervlinder
Sommige rupsen kunnen leven op een uitgebreide lijst van plantensoorten. De rups van de kleine wintervlinder vinden we bijvoorbeeld terug op berk, haagbeuk, appelaar, kerselaar, hazelaar, … Deze weinig kieskeurige rupsen kunnen over de hele tuin vraatschade veroorzaken. Andere rupsen verkiezen dan weer een bepaalde plantenfamilie. De rups van het koolwitje treft men enkel aan op koolsoorten zoals bloemkool, spruitkool, chinese kool, enz. Er bestaan echter ook rupsen die nog kieskeuriger zijn, en hooguit vreten van één bepaalde plant. Denk maar aan de rups van de paardekastanjemineermot. Deze rups is verder onschadelijk voor andere tuinplanten of bomen.
Te z ien bij ...
Hoe zo efficient mogelijk aanpakken ? Het afdoden van aanwezige rupsen kan best zo snel mogelijk gebeuren. Hun ontembare vraatzucht verzwakt niet alleen de aangevreten plant, dit zorgt ook voor jarenlange visuele schade op groenblijvende planten zoals keukenlaurier e.a.. Klassieke producten zoals FORMUSECT, TALSTAR® 2.5 TB en OKAPI® kunnen aangewend worden tegen alle vrijlevende rupsen. Ook BIO-PYRETREX, een 100 % plantaardig middel, doodt vlot vrijlevende rupsen. Ideaal als men biologisch wil telen. Recent werd ook het natuurlijk middel CONSERVE® erkend tegen rupsen. Zowel vrijlevende, minerende als verscholen levende rupsen kunnen vanaf nu afgedood worden. CONSERVE® is een absolute aanwinst in de strijd tegen rupsen !
Formusect
9299/B
Samenstelling: 3 g/l bifenthrin Dosis: 10 -20 ml/1,5 liter water
20
Talstar® 2,5 TB
9119/B
Samenstelling: 2,5 % bifenthrin Dosis: tegen bladluizen 2 tabletten/10 liter water. Tegen rupsen en kevers 3 tabletten/10 liter water. Tegen witte vliegen en spintmijten 5 tabletten/10 liter water.
Okapi® Garden
7978/B
Samenstelling: 5 g/l lambdacyhalothrin, 100 g/l pirimicarb Dosis: 12 - 15 ml/10 liter water/100 m²
rups klein koolwitje
schadebeeld paardekastanje mineermot
Bio-Pyretrex
9267/B
Samenstelling: 20 g/l pyrethrinen, 255 g/l piperonyl butoxide Dosis: 50 ml/10 liter water/100 m²
Verdedigings mechanisme ... Enkele rupsensoorten verdedigen zich bijvoorbeeld tegen hun natuurlijke vijanden met “brandharen”. Een bekend voorbeeld hiervan is de eikenprocessierups (Thaumetopoea processionea). Deze veelbesproken rups bezorgt, door dit specifiek afweermechanisme met brandharen, mens en (huis)dier grote problemen. De loslatende brandharen veroorzaken irritatie van de ogen, de luchtwegen en de huid. Raak deze rupsen dus nooit aan en verstoor ze niet. Bij dreiging lossen de oudere rupsen immers hun minuscule brandharen. Die kunnen rechtstreeks of indirect op de huid terechtkomen of ingeademd worden. Ter verduidelijking : De lange witte haren op de rug van eikenprocessierupsen zijn NIET de beruchte brandharen. De eigenlijke brandharen zijn slechts 0,1 - 0.2 mm groot en zitten verscholen tussen die ongevaarlijke lange haren. Brandharen zijn dus met het blote oog nauwelijks te zien en worden pas gevormd op eikenprocessierupsen die minstens 2 keer verveld zijn. Piepjonge rupsjes hebben deze brandharen dus niet. Het grote gevaar van de eikenprocessierups voor de volksgezondheid begint dus pas ten vroegste de tweede helft van mei. Eikenprocessierupsen vinden we hoofdzakelijk terug op zomereik (Quercus robur). Wintereik (Q. petraea) en andere eikensoorten worden iets minder aangevallen.
Conserve®
9557/B
Samenstelling: 120 g/l spinosad Dosis: - bladbehandeling: 2 - 6 ml/5 liter water - plantvoetbehandeling (50 planten): de voet van de koolplanten aangieten met 100 ml van een verdunning van 4 ml/5 liter water
CONSERVE® heeft als selectief en trefzeker rupsenmiddel alle troeven in handen om goede dodingcijfers te halen. Belangrijk hierbij is dat zoveel mogelijk eikenblaadjes worden geraakt in de bovenste helft van de eiken. Daar gebeurt de massale vraat van de jonge rupsjes. Het gebruik van het “verre afstands” spuitpistool VARIO GUN (meer info: pg 17) wordt aanbevolen.
Uiterst doeltreffend ! CONSERVE® doodt met hoge precisie rupsen. Dit dankt het product aan volgende bijzondere eigenschappen :
• directe doding : door het rechtstreeks raken van de rups met CONSERVE®.
• indirecte doding ter plaatse: na spuiten wordt CONSERVE® opgenomen in het blad. Bij vraat van behandeld bladweefsel sterft de rups. • indirecte doding verderaf : na opname in de plant en opwaarts transport via de vaatbundels, gebeurt er depositie van CONSERVE® in het hoger gelegen planten weefsel. Bij vraat aan dit plantenweefsel sterft de rups.
Spaart natuurlijke vijanden ! VEILIG VOOR
CONSERVE® is een middel van de nieuwste generatie. Het is geen “alom breedwerkend” product dat alle levende organismen (goede en slechte) afdoodt, zoals bv het oude middel E605. CONSERVE® werkt zeer selectief. Het bestrijdt doelgericht rupsen, mineervliegen, groentevliegen en tripsen. Andere worden ongemoeid gelaten. Natuurlijke vijanden zoals lieveheersbeestjes, roofwantsen en sluipwespen worden dus gespaard.
21
Muizen & Ratten géén noodzakelijk
kwaad !
Ratten zijn veel groter dan muizen, en belopen tevens een veel groter territorium. Hou hiermee rekening bij het uitkiezen van het aantal plaatsen en de hoeveelheid lokaas die u zal uitleggen.Voor muizen kiezen we een vijftal plaatsen uit binnen hun territorium (max. 10 meter rondom nestplaats). Daar leggen we telkens 20-40 gram lokaas.Voor ratten selecteren we een tiental plaatsen verdeeld over hun territorium (ongeveer 30 meter rondom nestplaats). Leg telkens 100-120 gram lokaas uit.
Welk lokaas kiezen ? SORKIL® BLOC, een attractief lokaas in blokvorm, kan zowel in droge als vochtige omstandigheden ingezet worden. Het product kan hierdoor zowel preventief als op het moment dat er zich een probleem met aanwezige muizen of ratten voordoet, gebruikt worden. SORKIL® BLOC is namelijk samengesteld uit zorgvuldig geselecteerde graansoorten, die volledig ingebed zijn in paraffine. Dit combineert een hoge aantrekkelijkheid met een langdurige weerstand aan vocht. Deze laatste eigenschap maakt SORKIL® BLOC tot een uiterst geschikt preventief lokaas voor gebruik buitenshuis en in niet verwarmde gebouwen in de tuin. SORKIL® BLOC geeft daarenboven een vlotte doding van muizen en ratten. SORKIL® BLOC bevat een actieve stof die de stolling van het bloed afremt. Hierdoor ontstaan kleine inwendige bloedingen. Vier à vijf dagen na het eten van SORKIL® BLOC sterven de eerste muizen of ratten een pijnloze dood. Hierdoor krijgen hun soortgenoten geen argwaan tegenover het lokaas, en blijven ze er volop van eten. Indien de dood onmiddellijk zou intreden, dan zouden de andere muizen en ratten de relatie leggen tussen het lokaas en de sterfte, en eten ze er niet meer van. Kadavers drogen langzaam op, zonder enige geurhinder.
Veiligheid is belangrijk !
Muizenvoerdoos Aegis
Rattenvoerdoos compleet
22
Om de veiligheid voor mens en (huis)dier te verhogen, zijn er speciaal ontworpen lokaasbakjes ter beschikking.Voor muizen zijn ze kleiner in afmeting in vergelijking met deze voor ratten, maar het principe is hetzelfde. Men plaatst de lokaasbakjes met de juiste zijde (= zijde waar beide ingangen het dichtst bijliggen) tegen een muur, bij voorkeur nabij hoeken en deuren. Als men ze aan de buitenzijde van een gebouw plaatst, dan kunnen ratten of muizen vooraleer ze binnenkomen reeds lokaas eten. Ook binnenshuis zijn ze vlot te gebruiken. Plaats de lokaasbakjes steeds tegen vaste structuren of muren want ratten en muizen hebben instinctief ‘pleinvrees’. Ze lopen dus zelden grote open ruimtes over. Dit hebben ze onbewust gedurende de duizenden jaren evolutie en uitselectie geleerd. In open ruimtes vallen ze namelijk gemakkelijker ten prooi aan o.a. roofvogels. Controleer regelmatig of er opname is geweest. Zo nodig moeten de lokaasbakjes worden aangevuld met SORKIL® BLOC.
7249/B Sorkil® Bloc 3899/B Samenstelling: 0,005% difenacoum Dosis: 20 g (1 miniblokje)/ voerplaats tegen muizen en 40 - 100 g (2-5 miniblokjes)/ voerplaats tegen ratten
Moeilijke eters ... Ratten en muizen zijn zeer kieskeurig, en laten zich enkel verleiden door zeer attractief lokaas. Verwijder daarom na 6 maanden de onaangeroerde blokjes, en breng deze naar het containerpark. Plaats vervolgens verse SORKIL® BLOC in de lokaasbakjes. Zo ligt er steeds goed lokaas ter beschikking van muizen en ratten.
Hun gedrag ... Bij muizen en ratten groeien de snijtanden hun hele leven lang door. Met behulp van die snijtanden knagen ze overal doorheen. Zo kunnen ze enorm veel schade aanrichten aan bv. houtstructuren, isolatie, elektriciteitsleidingen, voedingsverpakkingen, enz. Alleen door continu te knagen kunnen muizen en ratten een evenwicht behouden tussen de aangroei en het terug afslijten van hun voortanden. Zonder afslijten groeit hun muil letterlijk toe ! Verder bevuilen deze knaagdieren onze leefomgeving met hun uitwerpselen en urine, die daarenboven een hinderlijke geur nalaten. Reden te meer om ook eens preventief op te treden tegen deze ongewenste beestjes. Permanente aanwezigheid van voeder kan op korte tijd een ware populatie-explosie teweegbrengen. Vijf nesten van telkens 6 à 10 jongen per wijfje per jaar zijn absoluut geen uitzondering ! Hou kippenvoeder, etensresten, enz dus goed afgedekt (bv gesloten ton) en onbereikbaar voor deze behendige klimmers.
Kant-en-klaar Voor muizen is er nu ook de SORKIL® BLOC KANT-EN-KLAAR: dit met SORKIL® BLOC opgevuld muizenlokaasbakje heeft een ingebouwd slot, en is kant en klaar voor gebruik ! Sorkil® Bloc “kant-en-klaar” Samenstelling: 0,005 % difenacoum Dosis: 1 muizendoosje/voerplaats
7249/B 3899/B
23
garden alert voor de tuinliefhebber
Het “unieke waarschuwingssysteem voor ziekten en plagen van Edialux” is nu iets langer dan een jaar operationeel. Meer dan 10.000 tuinliefhebbers hebben zich reeds aangemeld voor het ontvangen van deze gratis berichten. Dit weerspiegelt zeer duidelijk de grote nood aan doelgerichte informatie omtrent ziekten en plagen voor de tuinliefhebber. Het project van Edialux wordt dan ook verder verfijnd en uitgebreid in 2009. Het unieke waarschuwingssysteem voor ziekten en plagen kreeg een nieuwe naam: garden alert. Deze naam garden alert werd niet zomaar gekozen, maar om volgende redenen : • Besproken items via garden alert handelen over de tuin, de ‘GARDEN’ in de ruimste zin van het woord. • Dankzij de hoge ALERTheid en expertise van onze gewas beschermingsspecialisten, die voor u alles nauwlettend opvolgen, ontvangt u op regelmatige basis onze waarschu wingsberichten per email. Zo wordt u er op attent gemaakt dat het meest geschikte moment is aangebroken om een besproken ziekte, plaag, ... op te sporen en eventueel te bestrijden. Samen met de nieuwe naam werden ook de emailberichten in een nieuw kleedje gestoken. Neem gerust een kijkje op onze website www.gardenalert.be. Het ontvangen van de infoberichten blijft geheel gratis voor de tuinliefhebber.
Waarom zo nuttig ?
Waarom zo nuttig ? Een waarschuwingsbericht van garden alert zal u, als tuinliefhebber, op de hoogte brengen van de mogelijke aantasting door ziekte of plaag op dat moment van het seizoen. Wij wensen hierin enkel te melden dat er een verhoogd risico bestaat op de aanwezigheid van de besproken ziekte of plaag. Controleer daarom eerst zelf in uw tuin of u ook symptomen waarneemt. Is dat niet zo, dan bent u gespaard gebleven en hoeft u (nog) niet te behandelen.
REGISTREER
GRATIS
Heeft u ook interesse om deze waardevolle informatie geheel GRATIS via mailbericht te ontvangen ? Schrijf u dan in via www.gardenalert.be. Uw gratis inschrijvingsbon met unieke code vindt u in één van de verdeelpunten van Edialux producten bij u in de buurt.
waarschuwingssysteem voor ziekten en plagen
Door gebruik te maken van dergelijke adviserende systemen, die trouwens al jaren bestaan voor de professionele sector, kan het gebruik van bestrijdingsmiddelen veel efficiënter gebeuren. Veel tuinbezitters gebruiken immers pas gewasbeschermingsmiddelen wanneer de schade reeds volop zichtbaar is. Dan valt het immers op dat er iets aan de hand is. Maar in dat stadium is het niet altijd evident om op een verantwoorde manier planten terug gezond te krijgen. Het is ideaal om in te grijpen op het moment dat de plaag en de schade minimaal aanwezig zijn.
Wat doen Wat doen wij voor u ? wij voor u ?
Om dit ideale moment van toepassing te kennen, worden op regelmatige basis gerichte waarnemingen uitgevoerd door onze gewasbeschermingsspecialisten. Worden tijdens die waarnemingen de eerste sporen van een ziekte en/of plaag vastgesteld, dan vertrekt onmiddellijk een gedocumenteerd waarschuwingsbericht. Dit bestaat uit een woordje uitleg over de ziekte en/of plaag, een aantal duidelijk herkenbare foto’s en een degelijk bestrijdingsadvies. Zo kan de tuinliefhebber, met een minimaal aantal behandelingen, een optimaal bestrijdingsresultaat bekomen. Dit stemt iedereen tevreden en geeft vertrouwen om later weer op deze doelgerichte manier te werk te gaan.
www.gardenalert.be Edialux n.v. • Rijksweg 28 • B-2880 Bornem • Tel. +32 (0)3 8862211 Fax +32 (0)3 8862460 • E-mail
[email protected] • www.edialux.com
Bovendien is het 100% gratis ! 2009 - v.u. ir Koen Linskens