Bosschap Postbus 65 3970 AB Driebergen www.bosschap.nl
Arbo Unie Postbus 85101 3508 AC Utrecht www.arbounie.nl
Stigas Postbus 747 2700 AS Zoetermeer www.stigas.nl
19600098
Teken, tekenbeten en de ziekte van Lyme in de sector Bos en Natuur
1
Uitvoering onderzoek:
maart - juni 2009
Rapportage:
december 2009
Opdrachtgever:
Commissie Arbeidsomstandigheden van het Bosschap
Projectgroep:
Mirjam de Groot, projectleider, preventieadviseur Stigas Els Reinders, bedrijfsarts Arbo Unie Ad de Rooij, medisch adviseur Stigas Anja van der Zwan, statistisch onderzoeker Stigas
Klankbordgroep:
Andre Efftink, Landschapsbeheer Drenthe Jacques Fonville, Natuurmonumenten Wim Vons, Natuurmonumenten Wilma Roelfsema, Staatsbosbeheer
Foto’s:
Andre Efftink, Landschapsbeheer Drente Fedor Gassner, Wageningen Universiteit (WUR) Mirjam de Groot, Stigas Jeroen Janse, Stichting SAAG Margriet Montizaan, KNJV
Beeldmateriaal:
Toolkit Teken en Lyme van het RIVM
Grootte van teken in diverse levenscyclus; van ei tot volwassen teek;
teek op vingernagel
2
Voorwoord Voor u ligt het rapport Teken, tekenbeten en de ziekte van Lyme in de sector Bos en Natuur. Het beschrijft de resultaten van het inventariserend onderzoek naar het vóórkomen van tekenbeten en de ziekte van Lyme bij werkenden in organisaties als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Provinciale Landschappen, landschapsbeheersorganisaties, bosaannemingsbedrijven en particuliere eigenaren. Het onderzoek geeft informatie over werkzaamheden en werklocaties waar tekenbeten worden opgelopen en waar de teken zich vastzetten op het lichaam. Preventieve maatregelen die worden genomen worden uitgebreid behandeld en per organisatie bekeken. Ook wordt ingegaan op de ziekte van Lyme, de ervaren gezondheidsklachten en de medische behandeling. Overigens blijkt de ziekte van Lyme al lang niet meer een arboprobleem. Ook als het gaat om volksgezondheid wordt het steeds meer een punt van aandacht. Het onderzoek is tot stand gekomen in opdracht van de Commissie Arbeidsomstandigheden van het Bosschap en gefinancierd door het Fonds Colland Arbeidsmarktbeleid. De Projectgroep bestond uit Mirjam de Groot, Els Reinders, Ad de Rooij en Anja van der Zwan. Als klankbordgroep fungeerden Andre Efftink van Landschapsbeheer Drenthe, Wim Vons en Jacques Fonville van Natuurmonumenten en Wilma Roelfsema van Staatsbosbeheer. Onze dank gaat uit naar alle bedrijven en werknemers die aan dit onderzoek hebben meegewerkt. De meeste organisaties hebben voor, tijdens of na de landelijke ‘Week van de Teek’ intern extra aandacht besteed aan het gekozen thema van 2009 ‘Tekenbeten, een risico op het werk’. Er werd extra voorlichting gegeven en de vragenlijsten werden aan de buitendienstmedewerkers uitgedeeld. Ook willen wij het Bosschap en Widia Mahespalsingh van Stigas bedanken die voor de verzending van de vragenlijsten hebben gezorgd en Henk Arnoldus voor de verwerking ervan. Dit rapport wordt geplaatst op de website van het Bosschap: www.bosschap.nl en op www.weekvandeteek.nl. Het rapport zal bij Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten geplaatst worden op het intranet. Om verantwoord om te gaan met het milieu wordt er een kleine oplage van dit rapport met de bijbehorende bijlagen geprint. Het rapport is op te vragen via
[email protected] of via het Bosschap.
Teek op grashalm
3
Samenvatting Onderzoek Werknemers in het bos en de natuur lopen een reëel risico om door een geïnfecteerde teek te worden gebeten en de ziekte van Lyme te krijgen. Onder auspiciën van de Commissie Arbeidsomstandigheden van het Bosschap heeft Stigas in samenwerking met Arbo Unie, een inventariserend onderzoek uitgevoerd onder werknemers in de Bos- en Natuursector. In het onderzoek wordt ingegaan op de factoren die samenhangen met het oplopen van tekenbeten: de aard van de werkzaamheden de werklocatie gedrag in de natuur kleding kennis van preventieve maatregelen kennis van het juist verwijderen van teken kennis van de ziekte van Lyme tekenbeten en ervaren gezondheidsklachten Zowel grote (53 procent) als kleinere organisaties (47 procent) hebben deelgenomen. Veldmedewerkers (18 procent), boswachters (14 procent) en bosarbeiders (8 procent) zijn in het onderzoek het ruimst vertegenwoordigd. De gemiddelde deelnemer werkt twintig jaar in de natuur. In totaal deden 1017 werkenden aan het onderzoek mee. De totale respons op de verspreide vragenlijsten is 60 procent. Dit geeft de betrokkenheid van de werknemers in de bos- en natuursector bij dit onderwerp goed weer.
Resultaten 81 procent ooit gebeten 81 procent van de respondenten gaf aan ooit tijdens het werk een of meer tekenbeten te hebben opgelopen. 78 procent heeft ook in het huidige werk last van tekenbeten. De tekenbeet komt vooral voor in de oksel, op de arm, rug, navel, lies, boven- en onderbeen en in de knieholte. De liesstreek wordt het meest genoemd (62 procent). 91 procent van de deelnemers verwijdert de teek bijna altijd, conform de richtlijn, binnen 20 uur. Iets meer dan een derde van de respondenten desinfecteert de wond na het verwijderen. Grootste risico voor toezichthouders, beheerders en jagers 300 deelnemers aan het onderzoek (36 procent) zijn een of meerdere keren met antibiotica behandeld voor de ziekte van Lyme. Toezichthouders, beheerders en jagers hebben de grootste kans op een tekenbeet en dus ook op het ontwikkelen van de ziekte van Lyme. Onder de deelnemers is het aantal behandelingen voor de ziekte van Lyme de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Ook wordt men vaker voor de tweede of derde keer behandeld. Van de 827 respondenten die tijdens het werk tekenbeten hebben opgelopen zegt 8 procent de afgelopen periode problemen te hebben gehad met functioneren op het werk. 8 procent heeft zich ziek gemeld vanwege de gevolgen van een tekenbeet. Heidevelden Werken in heidevelden, het versnipperen van takken en rasteren brengen het grootste risico op tekenbeten met zich mee. Respectievelijk 22 en 15 procent van de respondenten die dit soort werk vaak doet, heeft dagelijks tot wekelijks tekenbeten. Het hoogste percentage werknemers met tekenbeten werkt in heidevelden. 92 procent van hen heeft ooit een tekenbeet opgelopen tijdens het werk.
4
Contact met dieren Ook het contact met levende of dode dieren verhoogt de kans op tekenbeten. Met name het verwijderen van aangereden en/of geschoten wild levert bij de onderzochte groep respondenten een grote kans op tekenbeten op. Maatregelen Het is belangrijk dat werknemers zich van de risico’s bewust zijn en de juiste maatregelen treffen. Teken komen volgens de deelnemers gedurende het hele jaar voor, zij het in de wintermaanden (november tot en met februari) veel minder. Bij de planning van werkzaamheden kan hier rekening mee worden gehouden. Dit gebeurt echter nog nauwelijks. Gezondheidsklachten De behandelde respondenten noemen met name de volgende gezondheidsklachten: uitslag of andere huidafwijkingen (47 procent), vermoeidheid (46 procent), zwelling, pijnlijke gewrichten (28 procent), griepachtige verschijnselen (27 procent), pijnlijke aanhechting van spieren/pezen (22 procent) en krachtsverlies in armen en benen (18 procent). Genomen maatregelen tot nu toe Bijna 40 procent van de respondenten heeft aangegeven dat er een speciaal protocol voor teken op het werk aanwezig is. Van de respondenten werkzaam bij Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer bevestigt ruim 60 procent dat er op het werk afspraken zijn over preventiemaatregelen ten aanzien van teken en tekenbeten. Bijna een derde van de respondenten geeft aan dat er een registratieformulier voor tekenbeten op het werk aanwezig is. Meer dan de helft van de respondenten controleert zichzelf vaak op tekenbeten na het werk in het groen. Toch is er ook een groep van 11 procent die dat nooit doet. In totaal geeft 67 procent van de respondenten aan dat er een tekenverwijderaar op het werk is. 23 procent geeft aan dit niet te weten. Tips Deelnemers aan het onderzoek hebben veel tips gegeven om tekenbeten tegen te gaan. Het belangrijkste is het dagelijks controleren van kleding en lichaam. Elke dag alert blijven! Let vooral op een jeukende plek; het kan al een aanwijzing zijn voor een tekenbeet. Vervolg De resultaten van dit inventariserende onderzoek worden besproken met de Commissie Arbeidsomstandigheden van het Bosschap en de deelnemende partijen aan dit onderzoek. In de week van de teek 2010 wordt er gerichter voorlichting gegeven door de deelnemende partijen en Stigas. Daarnaast is er meer en nader onderzoek nodig naar: preventiegedrag van de werknemers: hoe is de werknemer nog meer te motiveren om dagelijks lichaam en kleding te controleren en tekenbeten te registreren? de effectiviteit van de te dragen kledingcombinaties en de bijbehorende kledingdiscipline
Teek op hand,
teken op grashalm
5
Inhoudsopgave Samenvatting 1
Inleiding: aanleiding en doel van het onderzoek
p. 7
2
Werkwijze en verslag
p. 8
2.1 2.2
p. 8 p. 8
3
4
Werkwijze Verslag
Resultaten
p. 9
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
p. 9 p. 13 p. 15 p. 22 p. 25
De deelnemers aan het onderzoek Aard van de werkzaamheden Preventieve maatregelen Tekenbeten: werkgebied waar opgelopen en plek op het lichaam Tekenbeten: gevolgen en behandeling
Conclusie en aanbevelingen
p. 31
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
p. 31 p. 31 p. 31 p. 32 p. 32 p. 33
Algemeen Soort werkzaamheden Preventieve maatregelen Tekenbeten: werkgebied, waar opgelopen en plek op het lichaam Tekenbeten: gevolgen en behandeling Informatie en tips uit de open vragen
Bijlagen I II III IV
Enquête (brief en vragenlijst) Rechte tellingen Tips van collega’s Meer informatie
6
1
Inleiding: aanleiding en doel van het onderzoek
Werkgevers en werknemers hebben steeds meer aandacht voor de teken in de natuur. Uit onderzoek1 blijkt dat het aantal mensen dat met de bacterie Borrelia is geïnfecteerd is verdrievoudigd in de periode 1994 tot en met 2005 (Zie Figuur 1). Deze bacterie die door teken wordt overgebracht kan de ziekte van Lyme veroorzaken. Ook het aantal mensen dat met een tekenbeet bij de huisarts komt, is in die periode verdrievoudigd2. Uit onderzoek van Wageningen Universiteit3 op 25 veldlocaties naar het aantal teken dat de bacterie bij zich draagt, blijkt dat het gemiddeld aantal besmette teken op deze locaties maandelijks varieert tussen de 0 en 29 procent. Op individuele locaties kan het aantal besmette teken beduidend hoger zijn. Net als de besmettingspercentages is ook de tekendichtheid zeer variabel in ruimte en tijd. Uit het onderzoek blijkt verder dat teken het hele jaar actief kunnen blijven indien de winters warm zijn. Het onderzoek heeft nog geen verklaring opgeleverd voor de grote variaties in de besmettingsgraad en het aantal teken. Vanwege de variatie is het moeilijk te bepalen waar en wanneer de risico’s voor mensen het grootst zijn.
Figuur 1 Huisartsconsulten voor erythema migrans (ontstaan van een rode vlek), veroorzaakt door besmetting met de 4
Borrelia-bacterie, per 100.000 mensen, in Nederland in 1994, 2001 en 2005 (bron: RIVM 2006)
De werknemers in Bos en Natuur vormen een specifieke risicogroep: er is een reëel risico om met een geïnfecteerde teek in aanraking te komen en de ziekte van Lyme op te lopen. Het is belangrijk om een goed beeld te krijgen van de omvang van het probleem om goed te kunnen adviseren over (de noodzaak van) een preventief beleid. Vragen die daarbij beantwoord moeten worden zijn: - Hoe vaak komen de werknemers in Bos en Natuur in aanraking met teken? - Zijn er locaties/gebieden aan te geven waar teken duidelijk meer voorkomen? - Hoe vaak lopen de werknemers in Bos en Natuur daadwerkelijk een tekenbeet op? - Zijn er specifieke werkzaamheden/activiteiten aan te geven met een grotere kans op een tekenbeet? 1 Hofhuis A, van der Giessen JW, Borgsteede FH, Wielinga PR, Notermans DW, van Pelt W. Lyme borreliosis in the Netherlands: strong increase in GP consultations and hospital admissions in past 10 years. Euro Surveillance 2006 Jun 22;11(6):E060622.2. 2 Hofhuis A, van der Giessen JW, Borgsteede FH, Wielinga PR, Notermans DW, van Pelt W. Lyme borreliosis in the Netherlands: strong increase in GP consultations and hospital admissions in past 10 years. Euro Surveillance 2006 Jun 22;11(6):E060622.2. 3
Takken, W., A.J.H. van Vliet, L. van Overbeek, F. Gassner, F. Jacobs, W.A. Bron, S. Mulder, 2008. Teken, tekenbeten en Borrelia infecties in Nederland Deel II. Onderzoeksrapport, Wageningen Universiteit. Pp. 18. 4
Hofhuis A, van der Giessen JW, Borgsteede FH, Wielinga PR, Notermans DW, van Pelt W. Lyme borreliosis in the Netherlands: strong increase in GP consultations and hospital admissions in past 10 years. Euro Surveillance 2006 Jun 22;11(6):E060622.2.
7
- Is er kennis over de preventieve maatregelen bij werknemers? - Hoe vaak is er sprake van besmetting en komen Lymegerelateerde klachten voor? - Hoe is de behandeling verlopen en zijn er nog (rest)klachten? - Algemeen: welke tips zijn er te geven voor collega’s? Om hierachter te komen, hebben werknemers in Bos en Natuur een vragenlijst ontvangen. Deze vindt u in bijlage I. In de vragenlijst is met voorlichtingsitems tussen de vragen ook getracht aandacht te schenken aan de risico’s van het buiten werken in het groen. Een goede kennis van de risico’s bij de besmetting door de bacterie Borrelia, die door een tekenbeet veroorzaakt kan worden, zal kunnen bijdragen aan een kleinere kans op de (ontwikkeling van de) ziekte van Lyme.
2
Werkwijze en verslag
2.1
Werkwijze
De Commissie Arbeidsomstandigheden van het Bosschap heeft sinds een aantal jaren het onderwerp tekenbeten en de ziekte van Lyme hoog op de agenda staan en heeft voor de sector in informatieve zin al veel werk verricht. Bekend is dat in absolute zin in de loop van de tijd veel meer gevallen van tekenbeten worden geregistreerd en dat daarmee ook sprake is van een toename van het aantal infecties met de bacterie Borrelia die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Onder auspiciën van de Commissie Arbeidsomstandigheden van het Bosschap is in samenwerking tussen onder meer Stigas, Arbo Unie en het Bosschap een groot inventariserend onderzoek uitgevoerd onder werknemers van bedrijven en organisaties in de sector Bos en Natuur. Daarbij zijn de grote terreinbeherende organisaties zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de landschapsbeheerorganisaties en de Provinciale Landschappen afzonderlijk benaderd. Verder is een groot aantal particuliere boseigenaren en bosaannemers uit de registratie van het Bosschap voor dit onderzoek benaderd. Het onderzoek bestond uit het invullen van een vragenlijst met het doel zicht te krijgen op het vóórkomen van Lyme-gerelateerde klachten en hoe met tekenbeten en genoemde klachten wordt omgegaan. Het onderzoek is gefinancierd door het Fonds Colland Arbeidsmarktbeleid. De arbocoördinatoren van terreinbeherende organisaties als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, maar ook organisaties als de Provinciale Landschappen en de Landschapsbeheersorganisaties zijn benaderd over de inhoud en de werkwijze van het onderzoek en de bijbehorende vragenlijst. Ook via de website van het Bosschap werden bedrijven uitgenodigd om aan dit voor de sector belangrijke onderzoek mee te werken. De meeste organisaties hebben voor, tijdens of na de landelijke Week van de teek intern extra aandacht besteed aan het gekozen thema van 2009 ‘Tekenbeten, een risico op het werk’. Er is voorlichting gegeven en de vragenlijsten zijn aan de buitendienstmedewerkers uitgedeeld. Het Bosschap en Stigas hebben samen voor de verzending en verwerking van de vragenformulieren gezorgd.
2.2
Verslag
Deze rapportage vormt het verslag van het onderzoek. In hoofdstuk 3 worden de uitkomsten van het onderzoek besproken. Paragraaf 3.1 geeft een overzicht van de respons. In paragraaf 3.2 wordt ingegaan op de aard van de werkzaamheden van de respondenten. In paragraaf 3.3 worden de preventiemaatregelen uitgebreid behandeld. Paragraaf 3.4 gaat in op tekenbeten, werklocaties waar ze vaak worden opgelopen en plekken op het lichaam waar teken zich vaak vastzetten. In paragraaf 3.5 wordt ingegaan op de ziekte van Lyme, de klachten en de behandeling. Hoofdstuk 4 ten slotte bevat de conclusies en aanbevelingen. Achterin het rapport zijn als bijlagen de vragenlijst opgenomen (bijlage I), de rechte tellingen van de antwoorden op de vragen (bijlage II) en de antwoorden op de open vragen (bijlage III). In bijlage IV vindt u links naar meer informatie over de tekenproblematiek.
8
3.
Resultaten
3.1
De deelnemers aan het onderzoek
Aan het onderzoek hebben in totaal 1017 werknemers van bedrijven en organisaties in de sector Bos en Natuur meegedaan door de vragenlijst in te vullen en retour te zenden. Dat is 60% van het aantal benaderde werknemers. Er zijn 1.700 vragenlijsten uitgezet (bron: www.Bosschap.nl). Omdat precieze gegevens over alle werknemers in de sector Bos en Natuur, zoals aantal, leeftijd en functies ontbreken, kan de representativiteit van de resultaten niet worden getoetst. De bespreking van de uitkomsten betreft daarom uitsluitend de onderzochte groep respondenten. Naast Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten (53%), respectievelijk 371 en 190 deelnemers, hebben meerdere kleinere organisaties als de Landschapsbeheerorganisaties en Provinciale Landschappen in dit onderzoek geparticipeerd. Figuur 1 geeft daar een beeld van.
Figuur 1: De organisaties waar de respondenten werkzaam zijn
Anders 3%
Bosaannemingsbedrijf 8% Landschapsbeheerorganisatie 13%
Staatsbosbeheer 35%
Natuurmonumenten 18%
Provinciale Landschappen 14%
Particuliere eigenaar 9%
De verhouding grote en kleine deelnemende organisaties is ongeveer gelijk.
9
Tabel 1 geeft een overzicht van de functies van de deelnemers aan het onderzoek. Het was in de vragenlijst mogelijk om meerdere functies in te vullen. Van de 1017 respondenten hebben 1008 de vraag naar hun functie ingevuld, 236 respondenten hebben meer dan een functie (23%).
Tabel 1. De functies van de respondenten (N=1008 (meerdere antwoorden waren mogelijk) Aantal functies
Percentage
Veldmedewerker Boswachter Bosarbeider Terreinbeheerder Opzichter Toezichthouder Kantoormedewerker Landschapsbeheerder Jager Bosaannemer Management Hovenier Beheerder landgoed Medewerker bezoekerscentrum Vrijwilliger Boomverzorger Natuurbeschermer Uitvoerende technische functie Onderzoeker/hydroloog/ecoloog Boseigenaar Medewerker groenvoorziening Medewerker BOB Andere functie
257 196 106 103 92 84 82 80 43 40 37 36 36 36 34 25 24 24 23 12 11 10 5
18% 14% 8% 7% 7% 6% 6% 6% 3% 3% 3% 3% 3% 3% 2% 2% 2% 2% 2% 1% 1% 1% 0%
Totaal aantal genoemde functies
1.396
100%
Vooral de veldmedewerkers (18%), boswachters (14%) en bosarbeiders (8%) zijn ruim vertegenwoordigd. Het gemiddeld aantal dienstjaren bij het bedrijf is 16 en gemiddeld werkt men 20 jaar in de natuur. De groep werknemers die aan het onderzoek heeft meegedaan bestaat voor 88% uit mannen (894) en voor 12% uit vrouwen (119). De leeftijd van de respondenten ligt vooral tussen de 46 en 55 jaar (38%) en 60% is ouder dan 45 jaar, zoals te zien is in figuur 2.
10
Figuur 2: Leeftijd van de respondenten leeftijd onbekend 2% 56 jaar en ouder 22%
t/m 25 jaar 5% 26-35 jaar 12%
36-45 jaar 21%
46-55 jaar 38%
3.1.1 Tekenbeten en de ziekte van Lyme Wie in het groen werkt, loopt kans op tekenbeten en ook op de ziekte van Lyme. Voorlichting over de risico’s en het nemen van preventieve maatregelen (bijvoorbeeld ten aanzien van kleding) kunnen helpen om tekenbeten te voorkomen. Maar als een teek zich toch in de huid heeft vastgezet is het van het grootste belang deze tijdig en zorgvuldig te verwijderen om te voorkomen dat een besmetting met de ziekte van Lyme kan ontstaan. In dit onderzoek wordt ingegaan op de factoren die kunnen samenhangen met het oplopen van tekenbeten, zoals de aard van de werkzaamheden, de werklocatie, het gedrag in de natuur, kleding, (kennis van) preventieve maatregelen en middelen op het werk en kennis van het verwijderen van teken en preventie van de ziekte van Lyme. Van de 1017 werknemers uit de Bos- en Natuursector die aan dit onderzoek hebben meegedaan hebben 827 (81%) aangegeven ooit een of meer tekenbeten te hebben opgelopen tijdens het werk. 78% heeft ook in het huidige werk last van tekenbeten. De frequentie waarmee de werknemers in het tekenseizoen tekenbeten oplopen tijdens hun huidige werk varieert van dagelijks/wekelijks 11% (107 respondenten), maandelijks 14% (142 respondenten), soms 54% (550 respondenten) tot nooit 20% (204 respondenten). 1% heeft deze vraag niet ingevuld (14 respondenten). Dat de frequentie van het oplopen van tekenbeten samenhangt met de kans op de ziekte van Lyme is te zien in figuur 3.
11
Figuur 3: Van het aantal mensen dat een tekenbeet oploopt: de relatie tussen de frequentie van tekenbeten en het percentage mensen behandeld voor Lyme 60%
57% 45%
50%
36%
40%
Behandeld voor Lyme
31% 25%
30%
Meerdere keren behandeld voor Lyme
19% 20%
12%
8%
10%
m et te ke nb et en
Al le
re sp on de nt
en
so m s
te ke nb et en
te ke nb et en s
m aa nd el i jk
da ge lij k s/ w
ek el ij k s
te ke nb et en
0%
Van de respondenten die dagelijks of wekelijks tekenbeten oplopen tijdens hun werk heeft meer dan de helft wel eens een behandeling voor de ziekte van Lyme ondergaan, een kwart heeft dat zelfs meerdere keren gehad. Voor alle respondenten met tekenbeten (helemaal rechts in figuur 3) geldt dat meer dan een derde wel eens is behandeld voor de ziekte van Lyme.
3.1.2 Functie en risico voor het oplopen van tekenbeten Hoe vaker je in het groen werkzaam bent, hoe meer kans je loopt op een tekenbeet. Om te bepalen welke functies de grootste risico’s voor het oplopen van tekenbeten hebben, is gekeken naar de frequentie waarmee de werknemers tekenbeten oplopen (vraag 33 van de enquête, zie bijlage I). De functies met het grootste risico voor het oplopen van tekenbeten en mogelijk de ziekte van Lyme zijn die functies waarvan de bekleders in de enquête aangeven dagelijks of wekelijks tekenbeten te hebben. Dit geldt voor 17 van de 23 functies in meer of mindere mate. Gemiddeld geldt voor alle functiebekleders samen dat 11% dagelijks/wekelijks last heeft van tekenbeten tijdens het werk. De functies die 11% of een hoger percentage dagelijkse/wekelijkse tekenbeten hebben, zijn ingedeeld in de groep functies met meer dan gemiddeld risico. Tabel 2 geeft hier een overzicht van.
Tabel 2. Functies en frequentie van tekenbeten tijdens het werk Functies in volgorde van risico op tekenbeten
Aantal deelnemers met deze functie
Percentage functies met dagelijks tot wekelijks tekenbeten
Percentage functies met maandelijks tekenbeten
Percentage functies met soms tekenbeten
Percentage functies met nooit tekenbeten
84 36 43 92 40 106 196 24 23
23% 22% 21% 16% 15% 14% 14% 13% 13%
15% 17% 26% 16% 15% 23% 19% 17% 30%
46% 44% 49% 54% 48% 52% 58% 58% 52%
14% 14% 5% 12% 23% 10% 9% 13% 4%
Meer dan gemiddeld risico Toezichthouder Beheerder landgoed Jager Opzichter Bosaannemer Bosarbeider Boswachter Natuurbeschermer Onderzoeker/hydroloog/ecoloog
12
Veldmedewerker Terreinbeheerder
257 103
12% 11%
12% 15%
56% 55%
19% 15%
80 34 36 25 36 82 12 10 11 24 37 5
9% 9% 6% 4% 3% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
15% 6% 22% 16% 3% 9% 8% 10% 18% 13% 27% 0%
50% 47% 50% 56% 42% 44% 67% 80% 55% 63% 57% 80%
25% 29% 22% 24% 50% 46% 17% 10% 27% 21% 16% 20%
Totaal aantal 1.396 11% 14% 54% (Voor 1% van de functies ontbreekt het antwoord op de vraag naar frequentie van tekenbeten.)
20%
Minder dan gemiddeld risico Landschapsbeheerder Vrijwilliger Hovenier Boomverzorger Medewerker bezoekerscentrum Kantoormedewerker Boseigenaar Medewerker BOB Medewerker groenvoorziening Uitvoerende technische functie Management Andere functie
Voor de functiegroepen geldt: hoe meer de respondenten in het groen werkzaam zijn en ook hoe vaker contact met (levende en vooral ook zieke en dode) dieren hoe groter de kans op teken en tekenbeten. Ook de aard van de werkzaamheden die de respondenten uitvoeren, kan samenhangen met de kans op een tekenbeet. Hoofdstuk 3.2 gaat hierop in. De toezichthouder, beheerder en jager hebben de grootste kans op een tekenbeet en dus op de ziekte van Lyme.
3.2
Aard van de werkzaamheden
Bij de aard van de werkzaamheden is vooral gelet op de taken, activiteiten en handelingen die een risico kunnen vormen op tekenbeten. In de vragenlijst konden de respondenten aangeven welke werkzaamheden zij uitvoeren. Bijlage II geeft een overzicht van de antwoorden op deze vragen. In dit hoofdstuk is gekeken naar het percentage respondenten dat ‘bijna altijd’ of ‘vaak’ de genoemde werkzaamheid uitvoert. In tabel 3 wordt per werkzaamheid aangegeven hoe vaak daarbij tekenbeten worden opgelopen.
Tabel 3. Werkzaamheden en frequentie van tekenbeten tijdens het werk Werkzaamheden (bijna altijd/vaak) Werkzaamheden in heidevelden (N=105) Takken versnipperen, rasteren e.d. (N=240) Werkzaamheden in duingebieden (N=54) Uitvoerend werk aan bomen (snoeien e.d.) (N=236) Inventarisatie- en controlewerkzaamheden (N=417) Voorlichting/excursies (N=160) Onderhoudswerkzaamheden (N=259) Gemiddeld (N=1.017)
Dagelijks/wekelijks tekenbeten 22%
Maandelijks tekenbeten 18%
Soms tekenbeten 52%
Nooit tekenbeten 8%
Totaal
15%
13%
56%
15%
100%
13%
22%
52%
13%
100%
11%
14%
56%
19%
100%
11%
18%
60%
11%
100%
11% 10%
14% 12%
61% 56%
14% 22%
100% 100%
11%
14%
54%
20%
100%
100%
(14 respondenten hebben de vraag naar de frequentie van tekenbeten niet ingevuld, 1%)
Het grootste risico voor het oplopen van tekenbeten hebben werkzaamheden in heidevelden, het versnipperen van takken en rasteren. Respectievelijk 22% en 15% van de respondenten die dit soort werkzaamheden vaak doen, hebben dagelijks tot wekelijks last van tekenbeten. Het hoogste
13
percentage werknemers met tekenbeten komt voor bij het werk in heidevelden (92% van deze werknemers heeft ooit een tekenbeet gehad tijdens het werk), het laagste bij onderhoudswerkzaamheden (78%). Naast deze werkzaamheden zijn er nog een aantal andere werkaspecten waarover vragen zijn gesteld in het onderzoek. In tabel 4 wordt per werkaspect gepresenteerd hoe vaak degenen die dit werkaspect bijna altijd of vaak uitvoeren tekenbeten oplopen tijdens het werk.
Tabel 4. Werkaspecten en frequentie van tekenbeten tijdens het werk Werkaspecten (bijna altijd/vaak) Contact met dieren tijdens het werk (N=163) Op het gras zitten voor werkzaamheden of tijdens lunch Loopt tussen dichte bomen of struikgewas door Sanitaire stop in de natuur Gemiddeld (N=1.017)
Dagelijks/wekelijks tekenbeten 17%
Maandelijks tekenbeten 16%
Soms tekenbeten 54%
Nooit tekenbeten 13%
Totaal
15%
15%
53%
16%
100%
14%
17%
56%
12%
100%
13% 11%
14% 14%
57% 54%
16% 20%
100% 100%
100%
(14 respondenten hebben de vraag naar de frequentie van tekenbeten niet ingevuld, 1%)
Vooral het werken met dieren verhoogt de kans op het dagelijks of wekelijks oplopen van tekenbeten (17% van de respondenten die aangeven dit ‘bijna altijd’ of ‘vaak’ te doen, hebben dagelijks of wekelijks last van tekenbeten). Maar ook op het gras gaan zitten om te lunchen verhoogt de kans. Het contact met dieren betreft de werkzaamheden genoemd in tabel 5.
Contact met de kudde schapen; werken aan afrastering in hoog gras; op de grond zittend lunchen.
Tabel 5. Werkzaamheden met dieren en frequentie van tekenbeten tijdens het werk Werkaspecten met dieren (bijna altijd/vaak) Verwijderen van aangereden en/of geschoten wild (N=53) Verzorgen dieren in gevangenschap (N=43) Paardrijden, werk met paarden (N=21) Verzorgen vee/grote grazers (N=84 Werk met schapen/kudde (N=47) Verwijderen kleine kadavers
Dagelijks/wekelijks tekenbeten
Maandelijks tekenbeten
Soms tekenbeten
Nooit tekenbeten
Totaal
23%
19%
51%
8%
100%
19%
12%
51%
19%
100%
14%
10%
57%
19%
100%
14%
15%
54%
17%
100%
13% 7%
19% 16%
55% 60%
13% 16%
100% 100%
14
(N=43) Vangen konijnen, muizen, e.d. (N=27) Gemiddeld (N=1.017)
7% 11%
7% 14%
56% 54%
30% 20%
100% 100%
(14 respondenten hebben de vraag naar de frequentie van tekenbeten niet ingevuld, 1%)
Het verwijderen van aangereden of geschoten wild levert bij de onderzochte groep respondenten de grootste kans op het oplopen van tekenbeten op (23% van de respondenten die aangeven dit bijna altijd of vaak te doen, hebben dagelijks of wekelijks last van tekenbeten). Ook het verzorgen van dieren in gevangenschap levert een verhoogde kans op. Risico lopen op tekenbeten tijdens het werk maakt het noodzakelijk om werknemers goed te informeren over maatregelen die tekenbeten kunnen voorkomen of die kunnen voorkomen dat een tekenbeet de ziekte van Lyme als gevolg krijgt. In hoofdstuk 3.3 wordt nader ingegaan op de preventieve maatregelen die bedrijven en werknemers kunnen treffen en op de mate waarin de werknemers van deze maatregelen op de hoogte zijn.
3.3
Preventieve maatregelen
Het is belangrijk om te weten in hoeverre werknemers op de hoogte zijn van de preventieve maatregelen en of ze zich er ook naar gedragen. Dus of ze voldoende bewust zijn van de risico’s en dit ook in het gedrag op en buiten het werk laten zien. De preventie is op meerdere momenten mogelijk: - Zorg dat je niet in aanraking komt met teken. - Zorg dat de teek geen kans krijgt om zich vast te zetten. - Zorg dat er geen kans is op overdracht van de bacterie (op tijd en op de juiste wijze verwijderen). In het algemeen is aan de respondenten gevraagd of er afspraken zijn over preventiemaatregelen op het werk ten aanzien van teken en tekenbeten. In totaal antwoordt hierop 48% van de 1.017 respondenten bevestigend. Per soort organisatie verschilt dit nogal. Figuur 4 geeft hier een beeld van.
to ta al
r be he e at sb os St a
ch ap pe n La nd s
ei ge na ar
Pr ov in ci al e
cu l ie re
Pa rti
N
at uu rm on um en te n
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Bo sa an ne m in gs La be nd dr sc ij f ha ps be he er or ga ni ...
Percentage afspraken preventiemaatregelen op het werk
Figuur 4: Afspraken preventiemaatregelen op het werk per soort organisatie
Organisaties
Van de respondenten werkzaam bij Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer bevestigt ruim 60% dat er op het werk afspraken zijn over preventiemaatregelen ten aanzien van teken en tekenbeten. De particuliere eigenaren scoren het minst op deze vraag.
15
3.3.1 Zorg dat je niet in aanraking komt met teken en dat teken zich niet kunnen vastzetten in de huid Preventieve maatregelen ter voorkoming van contact met teken zijn: - rekening houden met tekenperiodes in de planning van de werkzaamheden - het dragen van beschermende kleding tijdens het werk - waarschuwen voor en signaleren van teken en tekenbeten op de werklocatie Wanneer in de planning van het werk rekening wordt gehouden met periodes waarin teken veel voorkomen, kan het contact met teken tot een minimum worden beperkt. Aan de respondenten is gevraagd in welke maanden teken in hun bevinding het meest voorkomen en of in de planning van hun werk rekening wordt gehouden met deze periodes.
ju ni
m ei
ap ri l
j au uli gu st us se pt em be r ok to no ber ve m de ber ce m be r
fe b
ja nu
ru ar i m aa rt
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% ar i
percentage respondenten
Figuur 5: Maanden waarin teken het meest voorkomen volgens de deelnemers van dit onderzoek
Tekenmaanden
De teken komen volgens de deelnemers aan het onderzoek gedurende het hele jaar voor, zij het in de wintermaanden (november tot en met februari) veel minder. Hiermee wordt nauwelijks rekening gehouden met de planning van de werkzaamheden. Slechts 7% antwoordt hierop bevestigend. In de enquête is gevraagd wat de respondenten dragen als ze aan het werk zijn. In figuur 6 staan verschillende varianten van kleding op een rij met daarbij het percentage respondenten dat aangeeft hier bijna altijd of vaak gebruik van te maken.
16
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Pe t je le di ng So ,g kk la en d. . ov er de In br sm oe In er k sm en er bl en ot e br hu oe id k/ s G ok eï ke m n/ pr ... eg ne er de br oe k
kl eu rk Li ch te
m ou w
en
br oe k
om la ag
Bijna altijd/vaak
La ng e
La ng e
Percentage respondenten
Figuur 6: Kleding tijdens het werk
Kleding tijdens het werk
Over de kleding tijdens het werk is duidelijk dat er bijna altijd (98%) een lange broek wordt gedragen. Daarnaast draagt meer dan de helft van de respondenten een shirt of hemd met lange mouwen omlaag tijdens het werk. Een kwart draagt ter bescherming bovendien een petje. Ook licht gekleurde kleding van gladde stof wordt door bijna een kwart van de respondenten gedragen tijdens het werk. Verdere specifieke preventieve maatregelen worden in mindere mate getroffen, zoals het dragen van de sokken over de broek (11%), het insmeren van de huid (6%) en sokken/schoenen (3%) en het dragen van een geïmpregneerde broek (1%). Naast werkkleding kunnen er nog meer maatregelen worden getroffen tegen teken, zoals het afborstelen van de kleding alvorens in de auto te stappen en het zich verkleden direct na het werk in het groen. Dit wordt door respectievelijk 11% en 36% van de respondenten gedaan. Verder wordt van 94% van de respondenten de werkkleding thuis gewassen.
sokken over de broek
kleding roller
Meerdere antwoorden op de vraag naar kleding tijdens het werk waren mogelijk en de respondenten gebruiken ter bescherming vaak meerdere soorten kleding gelijktijdig, zoals een lange broek, lange mouwen en een petje. De respondenten noemden in totaal 50 kledingcombinaties. De 7 meest voorkomende combinaties (genoemd door 80% van de respondenten) zijn in tabel 6 op een rij gezet.
17
Tabel 6. Meest gedragen kledingcombinaties tijdens het werk Kledingcombinaties (bijna altijd/vaak) Alleen een lange broek Lange broek + mouwen omlaag Lange broek + mouwen omlaag + lichte gladde kleding Lange broek + mouwen omlaag + petje Lange broek + petje Lange broek + lichte gladde kleding Lange broek + mouwen omlaag + petje + lichte gladde kleding Overige combinaties Totaal
Aantal respondenten 258 238 94
Percentage respondenten 25% 23% 9%
90
9%
62 40
6% 4%
36
4%
199 1.017
20% 100%
De meest genoemde kleding die tijdens het werk gedragen wordt, is uitsluitend een lange broek (258 respondenten), gevolgd door de combinatie van een lange broek met daarnaast de mouwen van het shirt of hemd omlaag (238 respondenten). In tabel 7 wordt per genoemde kledingcombinatie aangegeven hoe vaak de respondenten hinder hebben van tekenbeten tijdens het werk.
Tabel 7. Kledingcombinaties tijdens het werk en frequentie tekenbeten Kledingcombinaties (bijna altijd/vaak) Alleen een lange broek (258) Lange broek + mouwen omlaag (238) Lange broek + mouwen omlaag + lichte gladde kleding (94) Lange broek + mouwen omlaag + petje (90) Lange broek + petje (62) Lange broek + lichte gladde kleding (40) Lange broek + mouwen omlaag + petje + lichte gladde kleding (36) Overige combinaties (199) Totaal (1.017 resp.)
Dagelijks tekenbeten 1%
Wekelijks tekenbeten 10%
Maandelijks tekenbeten 15%
Soms tekenbeten 53%
Nooit tekenbeten 19%
3%
8%
16%
51%
21%
3%
11%
12%
56%
18%
0% 0%
7% 8%
9% 19%
66% 53%
19% 19%
0%
5%
10%
58%
25%
0% 1% 2%
11% 11% 9%
6% 15% 14%
47% 53% 54%
33% 19% 20%
(14 respondenten hebben de vraag naar de frequentie van tekenbeten niet ingevuld, 1%)
Over de effectiviteit van diverse kledingcombinaties kan op basis van dit onderzoek geen uitspraak worden gedaan. Daarvoor is nader onderzoek noodzakelijk. Wel is het zo dat respondenten verschillende voorkeuren hebben voor kledingcombinaties. Dat blijkt uit de antwoorden op vraag 54 (zie bijlage III), waarin tips werden gevraagd. Daar waar de ene respondent aangeeft: ‘Donkere kleding dragen, de huid zoveel mogelijk bedekken’, zegt een ander: ’Het maakt niet uit welke kleding je draagt, het voordeel van weinig kleding is dat je alle kriebels voelt’, of: ‘Een witte broek is heel handig om teken te zien.’ Ter voorkoming van teekcontact is het verder van belang om andere collega’s te waarschuwen voor teken en tekenbeten op de werklocatie en het te melden als teken worden gesignaleerd. Hiervoor is het van belang dat er een meldings- en registratieprotocol op het werk aanwezig is. En dat tekenbeten ook daadwerkelijk worden gemeld. Tabel 8 geeft daar inzicht in.
18
Landschapsbeheerorgani satie N-132
Natuurmonumenten N=190
Particuliere eigenaar N=88
Provinciale Landschappen N=140
Staatsbosbeheer N=371
Totaal N=1017
Registratieformulier voor tekenbeten Speciaal protocol voor teken en Lyme Meldt tekenbeten
Bosaannemingsbedrijf N=79
Tabel 8: Meld- en registratieprotocol teken en tekenbeten bij organisaties (percentage “ja”)
19%
15%
38%
10%
16%
43%
30%
19%
23%
55%
8%
19%
50%
37%
34%
40%
37%
17%
38%
47%
41%
Bijna 40% van de respondenten bevestigt dat er een speciaal protocol voor teken op het werk aanwezig is. Bij Natuurmonumenten (55%) en Staatsbosbeheer (50%) zijn de percentages positieve antwoorden het hoogst. Bij particuliere eigenaren komt dit het minst voor (8%). Bijna een derde van de respondenten geeft aan dat er een registratieformulier voor tekenbeten op het werk aanwezig is. Ook hierin scoren Staatsbosbeheer (43%) en Natuurmonumenten (38%) het hoogst. Het daadwerkelijk melden van tekenbeten gebeurt het meest bij Staatsbosbeheer (47%), gevolgd door de Landschapsbeheerorganisaties (40%).
3.3.2 Zorg dat er bij een tekenbeet geen kans is op overdracht van de bacterie (op tijd en op de juiste wijze verwijderen) Heeft men ondanks de nodige voorzorgsmaatregelen toch een teek in de huid opgelopen, dan zijn een aantal zaken van belang om een infectie met de ziekte van Lyme te voorkomen: - de teek niet voorbehandelen (verdoven of op enige manier prikkelen) - de teek op de juiste wijze verwijderen - de teek zo snel mogelijk (in ieder geval binnen 20 uur) verwijderen - de tekenbeet op het lichaam registreren en in de gaten houden Om een teek tijdig te kunnen verwijderen, is het van belang dat de teek in de huid snel wordt opgemerkt. Daarom is controle na het werk van groot belang.
Landschapsbeheerorgani satie N-132
Natuurmonumenten N=190
Particuliere eigenaar N=88
Provinciale Landschappen N=140
Staatsbosbeheer N=371
Totaal N=1017
Bijna altijd/vaak Soms Nooit Totaal
Bosaannemingsbedrijf N=79
Tabel 9: Controle na groenwerk op tekenbeten, uitgesplitst naar organisatie
57% 34% 19% 100%
59% 27% 12% 100%
65% 26% 8% 100%
60% 31% 6% 100%
45% 42% 11% 100%
48% 39% 12% 100%
53% 34% 11% 100%
(15 respondenten hebben de vraag naar de controle na groenwerk niet ingevuld, 2%)
19
Meer dan de helft van de respondenten controleert zichzelf vaak op tekenbeten na het werk in het groen. Bij Natuurmonumenten doet 65% van de respondenten dat. Toch is er ook een groep respondenten (11%) die zichzelf nooit op teken controleert na het werken in het groen. Het is belangrijk deze groep te motiveren dit toch te gaan doen.
volgezogen nimf, vastzittend in de huid Heeft een teek zich in de huid vastgezet, dan moet men daar voorzichtig mee omgaan. Aan de respondenten is gevraagd of zij op de hoogte zijn van het feit dat een teek in de huid nooit voorbehandeld mag worden met alcohol of mag worden bevroren.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
ja nee
to ta al
Bo sa an La ne nd m sc in ha gs ps be be dr he ij f er or ga ni sa N at tie uu rm on um Pa en rti te cu n l i e Pr re ov ei in ge ci na al e ar La nd sc ha pp St en aa ts bo sb eh ee r
Percentage respondenten
Figuur 7: Kennis van voorbehandeling teek, uitgesplitst naar organisatie
Het grootste deel van de respondenten is op de hoogte hoe om te gaan met een teek die zich heeft vastgebeten in de huid. Dit geldt met name voor de werknemers van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Veel respondenten hebben ervaring met het verwijderen van teken, tabel 10 geeft hier inzicht in. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is de tekenverwijderaar. In tabel 10 wordt per soort organisatie aangegeven hoeveel procent van de respondenten op de hoogte is van het hebben van een tekenverwijderaar op het werk.
20
verwijder de teek snel met een goede tekenpincet en noteer de datum
beeld RIVM
Bij zichzelf teken verwijderd Bij een ander teken verwijderd Door een ander teken laten verwijderen Tekenverwijderaar op werk beschikbaar
Totaal N=1017
Staatsbosbeheer N=371
Provinciale Landschappen N=140
Particuliere eigenaar N=88
Natuurmonumenten N=190
Landschapsbeheerorgani satie N-132
Bosaannemingsbedrijf N=79
Tabel 10: Ervaring met verwijderen van teken, tekenverwijderaar op het werk (percentage “ja”)
75%
77%
86%
97%
79%
86%
83%
48%
60%
72%
73%
64%
72%
67%
52%
55%
65%
60%
58%
61%
59%
73%
85%
79%
65%
75%
76%
67%
In totaal geeft 67% van de respondenten aan dat er een tekenverwijderaar op het werk is. Daartegenover staat dat 23% dit ontkent of hiervan niet op de hoogte is. Bij de Landschapsbeheerorganisaties antwoorden de meeste respondenten bevestigend op de vraag over de tekenverwijderaar (85%). Het laagst scoren de particuliere eigenaren. Aanbevolen wordt dat er altijd tekenverwijderaars beschikbaar zijn op de werkplek en dat de medewerkers hiervan op de hoogte zijn. Het verwijderen van teken gebeurt het meest met een speciale tekenverwijderaar, maar ook het met de hand verwijderen komt regelmatig voor. Tabel 11 geeft hiervan een overzicht.
Met de hand Met een gewone pincet Met een speciale tekenverwijderaar
Totaal N=905
Staatsbosbeheer N=338
Provinciale Landschappen N=123
Particuliere eigenaar N=86
Natuurmonumenten N=174
Landschapsbeheerorgani satie N-113
Bosaannemingsbedrijf N=65
Tabel 11: Wijze van verwijderen van teken uit de huid (percentage bijna altijd/vaak)
25%
24%
33%
34%
20%
29%
28%
11%
18%
19%
21%
20%
20%
19%
63%
55%
57%
53%
58%
52%
55%
21
Leg de tekenverwijderaar in de keukenla, de EHBO doos, in de auto of bijvoorbeeld in je portemonnee, in je broekzak of aan je sleutelbos. Geef het een vaste en logische plek.
Het tijdig verwijderen van een teek is van groot belang. Aan de respondenten die zelf tekenbeten hebben opgelopen tijdens hun werk (827 respondenten) is gevraagd of zij teken binnen 20 uur verwijderen, of zij de wond na het verwijderen desinfecteren en of zij de tekenbeten registreren.
Teek verwijderen binnen 20 uur Wond desinfecteren met alcohol of jodium Tekenbeet registreren in agenda met datum en plaats op lichaam
Totaal N=827
Staatsbosbeheer N=313
Provinciale Landschappen N=116
Particuliere eigenaar N=84
Natuurmonumenten N=159
Landschapsbeheerorgani satie N-93
Bosaannemingsbedrijf N=60
Tabel 12: Tijdigheid verwijderen, wondbehandeling en registratie (percentage bijna altijd/vaak)
98%
91%
92%
90%
95%
89%
91%
42%
35%
25%
31%
43%
34%
34%
38%
44%
44%
29%
49%
58%
48%
Zoals in de richtlijnen aangegeven, verwijderen de respondenten de teken bijna altijd of vaak binnen 20 uur (91%). Iets meer dan een derde van de respondenten desinfecteert de wond na het verwijderen bijna altijd of vaak. Men registreert niet consequent (48% geeft aan dit bijna altijd/vaak te doen). Het meeste gebeurt dit bij Staatsbosbeheer (58% zegt tekenbeten bijna altijd of vaak te registreren). Op de vraag wat men met de verwijderde teek doet, antwoordt 99% dat de teek wordt weggegooid of vernietigd. 1% bewaart de teek voor onderzoek.
3.4
Tekenbeten: werkgebied waar opgelopen en plek op het lichaam
Aan de 827 respondenten die ooit tijdens het werk een tekenbeet hebben opgelopen is gevraagd in wat voor soort gebied ze wel eens een tekenbeet hebben opgelopen.
22
Percentage respondenten
Figuur 8: Soort gebied waar tekenbeten zijn opgelopen
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Bossen
Duinen
Heide
Moeras
Parken
Tuinen
Weiland Anders
Soort gebied opgelopen tekenbeet
Een tekenbeet wordt vooral in bossen, weiland (weide in natuurgebied) en op de heide opgelopen. Verder komt het ook voor in moerassen, duinen, tuinen en parken. Figuur 9 geeft een overzicht waar de respondenten de tekenbeten hebben opgelopen in Nederland.
Figuur 9: Provincies waar de tekenbeten zijn opgelopen
51 (7%) 23 (3%)
90 (13%)
62 (9%)
35 (5%)
82 (12%)
25 (4%) 34 (5%) 130 (18%)
32 (4%)
73 (10%)
75 (11%)
Verspreid over het hele land worden tekenbeten opgelopen. De meest genoemde Provincie is Gelderland, gevolgd door Drenthe. Het minst genoemd zijn Utrecht en Zeeland (beide 4%).
23
Aan de respondenten die tekenbeten hebben opgelopen tijdens het werk is gevraagd om aan te geven waar op hun lichaam de tekenbeten waren gelokaliseerd. Figuur 10 geeft een overzicht van de antwoorden.
Figuur 10: Plek van tekenbeten op het lichaam
Percentage respondenten
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10%
O ve ra l W ee tn ie t
t
av el Bi ln aa Li d es st re ek In de zi j Bi Bo lle n ve nb en en Kn ie ho O l te nd e O rb nd en er en ri n Vo g/ ho et en rlo ge ba nd je G en ita lie n O nd Bu er ik br oe kr ie m
N
ug R
Bo rs
an d H
Ar m
O or ek /h al s O ks el N
H
oo fd
0%
Plek teek op lichaam
Op het lichaam komt de tekenbeet vooral voor in de oksel/arm, op de rug, navel, lies, boven/onderbeen en in de knieholte. Hierbij valt op dat in de liesstreek (62%) het meeste voorkomt. In figuur 11 is aangegeven welke tekenbeetplekken op het lichaam door 20% of meer van de respondenten zijn genoemd.
Figuur 11:
Locaties tekenbeten op het lichaam, door 20% of meer van de respondenten genoemd
20% 34%
24% 43% 31% 56%
28%
62% 40% 54% 44%
voorzijde
achterzijde
Teken kunnen heel verschillende vormen en afmetingen hebben, al naar gelang het stadium van volwassenheid. Op de vraag naar het stadium van volwassenheid van de teken die men op het lichaam heeft gevonden werden de volgende antwoorden gegeven (figuur 12).
24
Percentage respondenten
Figuur 12: Stadium van volwassenheid van teken gevonden op het lichaam
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Larven
Nimfen
Volgezogen nimfen
Volw assen teken
Volgezogen volw assen teken
Stadium volwassenheid van teken gevonden op lichaam
Bij de gevonden teken betreft het zowel de jongere stadia zoals larven en nimfen als de volwassen teek, zij het dat de jongere vormen frequenter voorkomen dan de oudere. Als de teek die een beet heeft veroorzaakt een besmette teek was, kan dit de ziekte van Lyme tot gevolg hebben. Paragraaf 3.5 gaat hierop in.
3.5
Tekenbeten: gevolgen en behandeling
Aan de respondenten die in hun werk tekenbeten hebben opgelopen is gevraagd of zij ooit een kringvormige huidafwijking hebben opgemerkt rond de plaats van de tekenbeet. Iets meer dan een kwart van de betreffende respondenten (28%) bevestigt dat (233 respondenten). Op de vraag of zij ooit een foto van een teek of een rode kring op hun huid hebben gemaakt antwoordt 3% bevestigend. De locatie waar de 233 respondenten ooit een rode kring op hun lichaam hebben gehad varieert. Figuur 13 geeft daar een overzicht van.
25
Figuur 13: Plek van rode kringen op het lichaam
Percentage respondenten
30% 25% 20% 15% 10% 5%
R ug Bo rs t N av el Bi ln a Li ad es st re ek In de zi j Bi Bo l l e ve nb n en Kn en ie h O nd ol te O e rb nd en er en ri n g/ V oe ho rlo te n ge ba nd G j en e ita l ie n O nd Bu er i br k oe kr ie m O ve ra W l ee tn ie t
an d H
Ar m
O or ek /h al s O ks el N
H
oo fd
0%
Plek rode kring op lichaam
De meest voorkomende lokalisaties van rode kringen op het lichaam zijn bovenbeen (25%), onderbeen (20%), arm (20%), knieholte (19%) en liesstreek (14%). In figuur 14 zijn de locaties van rode kringen vermeld die door 5% of meer van de respondenten zijn genoemd.
Figuur 14:
Locaties rode kringen op het lichaam, door 5% of meer van de respondenten genoemd
12%
7% 5% 14% 25%
8% 5%
19% 20%
voorzijde
achterzijde
Erythema migrans
Aan de respondenten die tekenbeten hebben opgelopen tijdens het werk is vervolgens gevraagd of zij ooit zijn behandeld voor de ziekte van Lyme en in welk jaartal die behandeling heeft plaatsgevonden. Dit werd door 36% (300 van de 827 respondenten) bevestigd. 12% (96 respondenten) gaf aan meerdere behandelingen voor de ziekte van Lyme te hebben ondergaan in de afgelopen jaren. Figuur 15 geeft een overzicht van de Lymebehandelingen.
26
Figuur 15: Jaartal waarin men behandeld is voor Lyme, voor de eerste, tweede of derde keer 60
50
40 3e behandeling 30
2e behandeling 1e behandeling
20
10
19 80 19 85 19 86 19 88 19 89 19 90 19 91 19 92 19 93 19 94 19 95 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08
0
Het aantal behandelingen van de ziekte van Lyme is onder de respondenten in de loop van de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Ook worden dezelfde personen vaker voor de tweede of derde keer behandeld. Besmette teken kunnen overal voorkomen. Tabel 13 geeft een overzicht van de provincies waar de meeste tekenbeten tijdens het werk zijn opgelopen volgens de respondenten, met daarachter het percentage respondenten dat ooit voor Lyme is behandeld en het percentage respondenten met meervoudige Lymebehandelingen.
Tabel 13: Provincie waar de meeste tekenbeten zijn opgelopen, Lymebehandelingen en meervoudige Lymebehandelingen Aantal respondenten met opgelopen tekenbeten Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord Holland Zuid Holland Zeeland Noord Brabant Limburg Divers Nederland totaal
23 51 90 82 35 130 25 62 34 32 73 75 115 827
Percentage respondenten met Lyme behandeling 48% 43% 40% 37% 31% 45% 32% 34% 41% 34% 34% 33% 23% 36%
Percentage respondenten met meervoudige Lymebehandelingen 4% 16% 13% 7% 11% 18% 12% 11% 21% 13% 11% 7% 7% 12%
Wat opvalt in tabel 13 zijn de relatief hoge percentages meervoudige Lymebehandelingen van respondenten in Zuid Holland, Gelderland en Friesland. Op de vraag door wie men behandeld is voor de ziekte van Lyme wordt de huisarts het vaakst genoemd (89%), gevolgd door de specialist (15%), beide (13%) en de homeopaat/natuurarts (3%). Bij 96% van de respondenten is antibiotica voorgeschreven.
27
De bekende rode kring (erythema migrans) is niet het enige verschijnsel van de ziekte van Lyme. Op de vraag welke verschijnselen men had, werden de volgende antwoorden gegeven (tabel 14).
Tabel 14: Verschijnselen ziekte van Lyme genoemd door behandelde respondenten Verschijnselen ziekte van Lyme van respondenten die zijn behandeld voor de ziekte van Lyme (300 respondenten).
Aantal respondenten
Uitslag of andere huidafwijking tpv de beet Vermoeidheid Zwelling/pijnlijke gewrichten (knie) Griepachtige verschijnselen Pijnlijke aanhechting spieren/pezen Krachtsverlies in armen of benen Concentratieproblemen, vergeetachtigheid Rode, paarse verkleuring van de huid Dubbel-, tunnelzien moeite met scherp zien Heftige pijn in arm, been en romp Hartritmestoornissen Blauw-rode zwelling Huiduitslag op andere plaatsen Flauwvallen, benauwdheid Geïrriteerde blaas Frequente infecties Halfzijdige gezichtsverlamming Anders
141 135 83 80 64 54 54 47 37 38 28 29 15 11 10 9 2 32
Percentage respondenten
47% 46% 28% 27% 22% 18% 18% 16% 13% 13% 10% 10% 5% 4% 3% 3% 1% 11%
Het meest genoemd worden uitslag of andere huidafwijkingen (47%), vermoeidheid (46%), zwelling, pijnlijke gewrichten (28%), griepachtige verschijnselen (27%), pijnlijke aanhechting van spieren/pezen (22%) en krachtsverlies in armen en benen (18%). Op de vraag of men tevreden is over de behandeling antwoordt 85% bevestigend (254 van de 300 respondenten). Naast de 42 respondenten die bij deze vraag aangeven ontevreden te zijn over de behandeling bij hun huisarts/specialist zijn er nog 4 respondenten die dat in de open vragen aangeven (in totaal 46 respondenten, 15% van de 300 respondenten die behandeld zijn voor Lyme). Dat betekent dat bijna 1 op de 7 behandelde respondenten niet tevreden is over de behandeling. Daarnaast geven 7 respondenten in de open vragen aan ontevreden te zijn over de bloedtest, voornamelijk omdat het weinig heeft opgeleverd. Nog geen kwart van de respondenten heeft tijdens de behandeling voor de ziekte van Lyme contact gehad met de bedrijfsarts. Van de 827 respondenten die tekenbeten hebben opgelopen tijdens het werk zegt 8% de afgelopen periode na het oplopen ervan problemen gehad te hebben met functioneren op het werk. Eveneens 8% heeft zich de afgelopen periode na het oplopen van een tekenbeet ziek gemeld. Van de respondenten geeft 13% (108) op het moment van de enquête aan nog klachten te hebben na het oplopen van een tekenbeet. De volgende klachten worden genoemd (tabel 15).
28
Tabel 15: Klachten op het moment van de enquête, na het oplopen van een tekenbeet Klachten op het moment van de enquête, na het oplopen van een tekenbeet
Vermoeidheid Zwelling/pijnlijke gewrichten (knie) Griepachtige verschijnselen Pijnlijke aanhechting spieren/pezen Concentratieproblemen, vergeetachtigheid Uitslag of andere huidafwijking tpv de beet Krachtsverlies in armen of benen Dubbel-, tunnelzien moeite met scherp zien Heftige pijn in arm, been en romp Hartritmestoornissen Huiduitslag op andere plaatsen Blauw-rode zwelling Rode, paarse verkleuring van de huid Flauwvallen, benauwdheid Geïrriteerde blaas Frequente infecties Halfzijdige gezichtsverlamming Anders
Aantal respondenten met klachten op moment enquête (N=108) 58 48 37 36 33 30 28 26 22 18 9 9 9 8 7 3 0 15
Percentage respondenten met klachten op moment enquête
54% 44% 34% 33% 31% 28% 26% 24% 20% 17% 8% 8% 8% 7% 6% 3% 0% 15%
Het meest genoemd worden vermoeidheidsklachten (54%), zwelling, pijnlijke gewrichten (44%), griepachtige verschijnselen (34%, pijnlijke aanhechting spieren/pezen (33%) en concentratieproblemen/vergeetachtigheid (31%). Van de 300 respondenten, die behandeld zijn geweest voor de ziekte van Lyme, heeft ongeveer 20% problemen gehad met het functioneren en zich nog ziek gemeld. 35% geeft aan nu nog een of meerdere klachten te hebben. Vervolgens zijn er in de enquête enkele open vragen gesteld, die zeer bruikbare informatie hebben opgeleverd. De voornaamste bevindingen zijn hieronder samengevat.
Vraag 53: Heeft u nog iets anders op te merken over eventuele klachten in de afgelopen periode, na het oplopen van een tekenbeet? Uit de reacties blijkt dat het lastig is een goede diagnose te stellen en dat er onduidelijkheid bestaat over de betekenis van het bloedonderzoek daarbij. Ook na een behandeling met antibiotica blijven er klachten, waarbij de vraag is of dit de ziekte van Lyme is of niet. Verder voelt men geen erkenning van de klachten door de huisarts.
Vraag 54: Heeft u nog tips voor collega’s ter voorkoming van teken op uw huid, over het dragen van kleding, speciale voedingsmiddelen of tekenverwijderaars? Deze vraag leverde veel informatie op. Onder andere tips die gegeven werden aan collega’s over onder andere eigen gedrag, preventieve maatregelen te nemen door kleding en geur, tekenverwijderaars en behandeling.
Het belangrijkste is de controle. Elke dag attent/alert blijven! Let vooral op een jeukende plek, het kan al een aanwijzing zijn voor een tekenbeet. Zorg dat je in goede conditie bent en voorkom zo veel mogelijk dat je in gebieden met teken (met reeën) komt.
29
Het kledingsadvies is: zo veel mogelijk bedekkend en sluitend (pet met flap, laarzen, sokken over broek, gamachen etc.), elke dag uitkloppen en wassen, behandelen met tekenspray. Preventieve maatregel in de vorm van lichaamsgeur door voeding of insmeren lijken in de praktijk te werken. Genoemd wordt vooral het eten van knoflook. Verder: ui, biergist, karnemelk, yoghurt, geitenmelk, augurken. Het insmeren met neutraal ruikende deodorant, care plus met deet, zonnebrandcrème Vision, teatree-olie geeft goede ervaringen van minder teken(beten). Voorkom zweten en een slechte adem. De tekenverwijderaars worden zeer verschillend beoordeeld. Het lijkt erg persoonlijk, afhankelijk van de handigheid ermee. Onderzoek naar de kwaliteit ervan zal eerder een aantal tekenverwijderaars kunnen uitsluiten, dan een aanbeveling kunnen doen van de beste. Er zijn goede ervaringen met de tekentang (Saag), de tekenlepel, het plastic kaartje, maar ook met handen zonder verder hulpmiddel.
30
4 4.1
Conclusie en aanbevelingen Algemeen
Er is een goede respons geweest op de uitgezette enquêtes; meer dan 1000 zijn er ingevuld ontvangen (60%) en daarmee is er door de deelnemende bedrijven op een participatieve wijze weer aandacht geweest voor de risico’s op de ziekte van Lyme. Vanuit goed werkgeverschap lijkt dit voor deze beroepsgerelateerde ziekte een positieve stap. Naast Staatsbosbeheer (35% van de deelnemers) en Natuurmonumenten (18% van de deelnemers) hebben meerdere kleinere organisaties, als de landschapsbeheerorganisaties en Provinciale Landschappen geparticipeerd in dit onderzoek. Gelet op de functies zijn vooral de veldmedewerkers (18%), boswachters (14%) en bosarbeiders (8%) ruim vertegenwoordigd.
4.2
Werkzaamheden met tekenbeten
Het werkterrein levert bij de werknemers in de Bos- en Natuursector zeker risico’s op tekenbeten: de helft van de werknemers loopt tijdens het werk tussen dichte bomen en struiken, doet onderhoudswerk, inventarisatie- en controlewerk. Soms komt men hierbij in contact met dieren; dit zijn dan vooral vee en grote grazers. Het grootste risico voor het oplopen van tekenbeten hebben werkzaamheden in heidevelden en het versnipperen van takken en rasteren; respectievelijk 22% en 15% van de respondenten die dit soort werkzaamheden doen, heeft dagelijks/wekelijks last van tekenbeten. Voor de functiegroepen geldt: hoe meer in het groen werkzaam en ook hoe vaker contact met dode of levende dieren, hoe groter de kans op teken en tekenbeten. Met name het verwijderen van aangereden en/of geschoten wild is risicovol. Maar ook op het gras gaan zitten om te lunchen betekent een verhoogde kans.
4.3
Preventieve maatregelen
Van de respondenten bevestigt bijna de helft (48%) dat er op het werk afspraken zijn gemaakt over preventiemaatregelen tegen teken en tekenbeten. Bij Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer bevestigt ruim 60% dat. De particuliere eigenaren scoren het minst op deze vraag. Bijna 40% van de respondenten bevestigt dat er een speciaal protocol voor teken op het werk aanwezig is. Bij Natuurmonumenten (55%) en Staatsbosbeheer (50%) zijn de percentages positieve antwoorden het hoogst. Bij particuliere eigenaren komt dit het minst voor (8%). Bijna een derde van de respondenten geeft aan dat er een registratieformulier voor tekenbeten op het werk aanwezig is. Ook hierin scoren Staatsbosbeheer (43%) en Natuurmonumenten (38%) het hoogst. Het daadwerkelijk melden van tekenbeten gebeurt het meest bij Staatsbosbeheer (47%), gevolgd door de Landschapsbeheerorganisaties (40%). Meer dan de helft van de respondenten controleert zichzelf op tekenbeten na het werk in het groen. Bij Natuurmonumenten doet 65% van de respondenten dat. Toch is er ook een groep deelnemers (11%) die zichzelf nooit op teken controleert na het werken in het groen. In totaal bevestigt 67% van de respondenten de aanwezigheid van een tekenverwijderaar op het werk. Daar tegenover staat dat 23% dit ontkent of hiervan niet op de hoogte is. Het grootste deel van de respondenten is op de hoogte van de wijze van omgaan met een teek die zich heeft vastgebeten in de huid. Dit geldt met name voor de werknemers van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Een groot deel van de respondenten heeft wel eens een teek bij zichzelf of een ander verwijderd en dit gebeurde het meest met een speciale tekenverwijderaar, maar ook met de hand verwijderen komt regelmatig voor. Zoals in de richtlijnen aangeven verwijderen de respondenten de teken binnen 20 uur (91%). Iets meer dan een derde van de respondenten desinfecteert de wond
31
na verwijderen. Men registreert niet consequent (48% geeft aan dit bijna altijd/vaak te doen). Het meeste gebeurt dit bij Staatsbosbeheer (58% zegt tekenbeten bijna altijd of vaak te registreren). De teken komen volgens de participanten van het onderzoek gedurende het hele jaar voor, zij het in de wintermaanden (november tot en met februari) veel minder. Hiermee wordt echter nauwelijks rekening gehouden met de planning van de werkzaamheden (minder dan 10%). Over de kleding tijdens het werk is duidelijk dat bijna iedereen (98%) altijd een lange broek draagt en dat de kleding thuis wordt gewassen (94%). Verdere specifieke maatregelen worden nauwelijks (1020%) getroffen. Den aan het insmeren/impregneren van huid en kleding, sokken over de broek dragen en kleding met een lichte kleur en gladde stof dragen. De respondenten gebruiken ter bescherming vaak meerdere soorten kleding gelijktijdig. De respondenten noemden in totaal 50 kledingcombinaties. De meest genoemde kleding die tijdens het werk gedragen wordt om teken geen kans te geven is uitsluitend een lange broek (258 respondenten), gevolgd door de combinatie van een lange broek met daarnaast de mouwen van het shirt of hemd omlaag (238 respondenten). In dit onderzoek is het niet mogelijk om te achterhalen welke combinatie van beschermende kleding en middelen het meest effectief is. Nader onderzoek is nodig op dit gebied.
4.4
Tekenbeten: Werkgebied waar opgelopen en plek op het lichaam
Een tekenbeet wordt vooral in bossen, weiland en heide opgelopen. Verder komt het ook voor in moeras, duinen, tuinen en parken. Men komt zowel de larven en nimfen tegen als de volwassen teek, zij het dat de jongere stadia wel frequenter worden gezien. Verspreid over het hele land worden tekenbeten opgelopen. De meest genoemde provincie is Gelderland, gevolgd door Drenthe. Het minst genoemd zijn Utrecht en Zeeland (beide 4%). Op het lichaam komt de tekenbeet vooral voor in de liesstreek (62%) en verder in de oksel, op de arm rug, navel, boven/onderbeen en in de knieholte.
4.5
Tekenbeten: gevolgen en behandeling
Van de respondenten die ooit een tekenbeet heeft gehad, is 36% wel eens behandeld voor de ziekte van Lyme. Dit gebeurde dan voornamelijk door de huisarts met een antibioticakuur. Van hen is 15% (1 op de 7) ontevreden over de behandeling. Het aantal behandelingen van de ziekte van Lyme is onder de groep respondenten in de loop van de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Ook worden dezelfde personen vaker voor de tweede of derde keer behandeld. De meest voorkomende lokalisaties van rode kringen op het lichaam zijn bovenbeen (25%), onderbeen (20%), arm (20%), knieholte (19%),en liesstreek (14%). De bekende rode kring (erythema migrans) is echter niet het enige verschijnsel van de ziekte van Lyme. Als ziekteverschijnselen worden het meest genoemd: uitslag of andere huidafwijkingen (47%), vermoeidheid (46%), zwelling, pijnlijke gewrichten (28%), griepachtige verschijnselen (27%), pijnlijke aanhechting spieren/pezen (22%) en krachtsverlies in armen en benen (18%). Van de 827 respondenten die tekenbeten hebben opgelopen tijdens het werk zegt 8% de afgelopen periode na het oplopen ervan problemen gehad te hebben met functioneren op het werk. Eveneens 8% heeft zich de afgelopen periode na het oplopen van een tekenbeet ziek gemeld. 13% (108 respondenten) geeft aan op het moment van de enquête nog klachten te hebben na het oplopen van een tekenbeet. Van de 300 respondenten, die behandeld zijn geweest voor de ziekte van Lyme, heeft ongeveer 20% problemen gehad met het functioneren en zich nog ziek gemeld. 35% geeft aan nu nog een of meerdere klachten te hebben.
32
4.6
Informatie en tips uit de open vragen van collega’s
Het gedeelte van de open vragen leverde veel informatie op, zoals tips die gegeven werden aan collega’s over onder andere eigen gedrag, preventieve maatregelen door kleding en geur, tekenverwijderaars en behandeling. Het belangrijkste is de controle: elke dag en attent/alert blijven! Let vooral op een jeukende plek, het kan een aanwijzing zijn voor een tekenbeet. Zorg dat je in goede conditie bent en voorkom zo veel mogelijk dat je in gebieden met teken komt. Het kledingsadvies wat vaak wordt genoemd is zo veel mogelijk bedekkend en sluitend (pet met flap, laarzen, sokken over broek, gamachen etc.), kleding elke dag uitkloppen en wassen, behandelen met tekenspray. Preventieve maatregelen in de vorm van de eigen lichaamsgeur door voeding of insmeren worden ook als tip gegeven. Genoemd wordt vooral het eten van knoflook en verder ui, biergist, karnemelk, yoghurt, geitenmelk en augurken. Het insmeren met neutraal ruikende deodorant, care plus met deet, zonnebrandcrème Vision, teatree-olie geven goede ervaringen voor minder teken(beten). Overmatig zweten en een slechte adem trekt teken juist aan. De tekenverwijderaars worden zeer verschillend beoordeeld, het lijkt erg persoonlijk, afhankelijk van de handigheid ermee. Onderzoek naar de kwaliteit ervan zal eerder een aantal tekenverwijderaars kunnen uitsluiten, dan een aanbeveling kunnen doen van de beste. Er zijn goede ervaringen met de tekentang (Saag), de tekenlepel, een plastic kaartje, maar ook met handen zonder verder hulpmiddel.
33
Bijlagen I
Enquête (brief en vragenlijst)
II
Rechte tellingen
III
Tips van collega’s
IV
Meer informatie
34
Bijlage II
Rechte tellingen vragen Tekenbetenvragenlijst Bosschap 2009
1. Respons Aantal verzonden vragenlijsten: 1.700 Aantal respondenten: 1.017 (60%).
Vraag 1:
Naam respondent
Vraag 2:
Geboortedatum Op basis hiervan is de leeftijd van de respondenten op het moment van de enquête berekend. Aantal respondenten 16 46 122 218 392 223 1.017
Geboortedatum niet ingevuld t/m 25 jaar 26-35 jaar 36-45 jaar 46-55 jaar 56 jaar en ouder Totaal
Vraag 3:
Geslacht
Mannen: Vrouwen: Geslacht niet ingevuld: Totaal
Vraag 4:
894 119 4 1.017
Bedrijf/organisatie (meerdere antwoorden mogelijk)
Ingevuld: Niet ingevuld:
1012 5
Bosaannemingsbedrijf Landschapsbeheerorganisatie Natuurmonumenten Particuliere eigenaar Provinciale Landschapsstichting Staatsbosbeheer Anders
Vraag 5:
(87,9%) (11,7%) (0,4%)
Aantal respondenten 79 132 190 88 140 371 31
Postcode bedrijfs/werkgebied (omgerekend naar provincie)
Divers of onbekend Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord Holland Zuid Holland
Aantal respondenten 32 44 63 107 112 38 152 42 100 69
percentage 2% 5% 12% 21% 39% 22% 100%
Zeeland Noord Brabant Limburg Totaal
45 92 121 1.017
Vraag 6:
Functie deelnemer
Ingevuld: Niet ingevuld:
1.008 9 niet
beheerder landgoed boomverzorger bosaannemer bosarbeider boseigenaar boswachter hovenier jager kantoormedewerker landschapsbeheerder medewerker bezoekerscentrum medewerker BOB medewerker groenvoorziening natuurbeschermer onderzoeker/hydroloog/ecoloog opzichter terreinbeheerder toezichthouder uitvoerende technische functie Veldmedewerker Vrijwilliger andere functie Management Totaal
Vraag 7:
Aantal respondenten 36 25 40 106 12 196 36 43 82 80 36 10 11 24 23 92 103 84 24 257 34 5 37 1.396
Hoeveel jaren bent u in dienst van uw bedrijf?
Ingevuld: 991 Niet ingevuld: 26 Gemiddeld aantal jaren in dienst bedrijf: 16 jaar
Vraag 8:
Hoeveel jaren bent u werkzaam in bos en natuur?
Ingevuld: 1001 Niet ingevuld: 16 Gemiddeld aantal jaren werkzaam in bos en natuur: 20 jaar
Vraag 9: Wat doet u meestal als u in de natuur werkzaam bent?
Bijna altijd
vaak
soms
nooit
Niet ingevuld
totaal
Uitvoerend werk aan bomen (snoeien e.d.) Takken versnipperen, rasteren e.d. Onderhoudswerkzaamheden Inventarisatie- en controlewerkzaamh. Voorlichting/excursies Werkzaamheden in heidevelden Werkzaamheden in duingebieden Langhout slepen met paarden
53 43 54 123 38 21 19 0
185 199 209 299 125 84 36 0
392 336 383 340 399 360 98 9
233 261 189 140 283 348 618 741
154 178 182 115 172 204 246 267
1017 1017 1017 1017 1017 1017 1017 1017
Vraag 10:
Bijna altijd 31
Zit u wel eens op het gras voor werkzaamheden of een lunch?
Vraag 11:
Bijna altijd 95
Loopt u tussen dichte bomen of struikgewas door?
Vraag 12:
Bijna altijd 40
Heeft u contact met dieren tijdens het werk?
vaak
soms
nooit
191
675
113
vaak
soms
nooit
512
386
16
vaak
soms
nooit
124
498
336
Niet ingevuld 7
Niet ingevuld 8
Niet ingevuld 19
totaal 1017
totaal 1017
totaal 1017
Vraag 13: Als u contact met dieren heeft, gebeurt dat dan:
Bijna altijd
vaak
soms
nooit
Niet ingevuld
totaal
Tijdens verwijderen aangeschoten wild Tijdens verwijderen kleine kadavers Tijdens vangen konijnen/muizen/ratten Tijdens paardrijden Tijdens verzorgen vee/grote grazers Tijdens werken met schapen/kudde Tijdens verzorgen dieren in gevangenschap anders
15 17 14 5 20 15 13 15
37 25 7 16 60 31 28 31
144 284 91 45 244 149 142 51
392 271 452 481 277 379 374 39
429 420 453 470 416 443 460 881
1017 1017 1017 1017 1017 1017 1017 1017
Vraag 14:
Bijna altijd 96
vaak
soms
nooit
totaal
337
524
55
Niet ingevuld 5
Bijna altijd 3
vaak
soms
nooit
23
362
601
Vraag 16
ja
nee
Wordt er met de planning van het werk rekening gehouden met de periodes dat er veel teken in bepaalde gebieden zijn?
68
802
Weet niet 123
Niet ingevuld 24
Maakt u wel eens een sanitaire stop in de natuur?
Vraag 15 Neemt u planten, grassen mee voor onderzoek?
Niet ingevuld 28
Vraag 17:
In welke maanden komen teken in uw bevindingen het meeste voor?
jan 9
mrt 141
feb 24
apr 420
mei 713
juni 816
juli 851
aug 824
sept 621
okt 256
1017
totaal 1017
totaal 1017
nov 51
dec 11
Vraag 18: Als u aan het werk bent, wat draagt u dan?
Bijna altijd
vaak
soms
nooit
Niet ingevuld
totaal
Lange broek Sokken over de broek Insmeren broek/sokken/schoenen Insmeren blote huid Geïmpregneerde broek
910 69 8 12 6
84 47 19 47 4
8 206 99 247 25
3 670 854 676 925
12 35 37 35 57
1017 1017 1017 1017 1017
Lange mouwen omlaag Lichte kleur kleding, gladde stof Afborstelen kleding voor in auto stappen Verkleden direct na werk Werkkleding thuis gewassen petje
209 87 42 185 894 118
356 148 70 179 59 137
339 365 219 344 29 367
84 372 640 275 16 365
Vraag 19:
ja
nee
Zijn er op uw bedrijf afspraken over preventiemaatregelen op het gebied van tekenbeten?
492
309
Weet niet 201
Niet ingevuld 15
Vraag 20:
ja
nee
Meldt u tekenbeten aan uw leidinggevende?
413
575
Vraag 21:
ja
nee
Is er een registratieformulier voor tekenbeten op uw bedrijf of in uw agenda?
301
429
Vraag 22:
ja
nee
Is er op uw bedrijf een speciaal protocol voor teken en de ziekte van Lyme?
373
315
Vraag 23:
ja
nee
Is er op uw werk altijd een tekenverwijderaar beschikbaar?
774
129
Vraag 24:
ja
nee
Een teek mag NOOIT voorbehandeld worden met alcohol of bevriezen. Bent u daarvan op de hoogte?
942
65
Vraag 25: Heeft u wel eens
ja
nee
Bij uzelf een teek verwijderd? Bij iemand anders een teek verwijderd? Een teek door iemand laten verwijderen?
840 677 596
164 311 400
Niet ingevuld 13 29 21
Vraag 26: Indien u bij vraag 25 ‘ja’ heeft ingevuld, hoe is dat gebeurd? (N=840)
Bijna altijd
vaak
soms
nooit
Niet ingevuld
totaal
Met de hand Met een gewone pincet Met een speciale tekenverwijderaar
176 81 375
79 88 125
214 242 206
242 295 120
194 199 79
840 840 840
Vraag 27:
Bijna altijd 261
vaak
soms
nooit
237
341
161
Niet ingevuld 17
Controleert u zichzelf dagelijks (in ieder geval voor het slapengaan) op teken en/of
Niet ingevuld 29
1017 1017 1017 1017 1017 1017
totaal 1017
totaal 1017
Weet niet 269
Niet ingevuld 18
Weet niet 311
Niet ingevuld 18
Weet niet 104
Niet ingevuld 10
Niet ingevuld 10
29 45 46 34 19 30
totaal 1017
totaal 1017
totaal 1017
totaal 1017
totaal 1017 1017 1017
totaal 1017
tekenbeten?
Vraag 28:
Bijna altijd 306
vaak
soms
nooit
234
349
113
Vraag 29:
ja
nee
totaal
Heeft u ooit wel eens tijdens uw werk een teek of tekenbeet opgelopen?
788
190
Weet niet 39
Controleert u zichzelf na activiteiten in het groen op teken en/of tekenbeten?
Niet ingevuld 15
totaal 1017
1017
________________________________________________________________________________________ Het tweede deel van de vragenlijst is alleen bestemd voor degenen die ooit tijdens het werk een tekenbeet hebben opgelopen of niet zeker weten of het een teek was: 827 respondenten.
Vraag 30: bossen 727
Waar heeft u wel eens een teek opgelopen? duinen 136
heide 311
moeras 196
parken 100
tuinen 133
weiland 440
anders 24
Niet ing. 1
Vraag 31:
Hoe heet het werkgebied of de gemeente waar u de meeste tekenbeten vermoedelijk heeft opgelopen? (zie Bijlage III Open vragen, tips collega’s)
Vraag 32:
postcodegebied waar de meeste tekenbeten vermoedelijk zijn opgelopen omgerekend naar provincie Aantal respondenten 115 23 51 90 82 35 130 25 62 34 32 73 75 827
Divers of onbekend Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord Holland Zuid Holland Zeeland Noord Brabant Limburg
Vraag 33: dagelijks 15
Hoe vaak heeft u tekenbeten? wekelijks 92
maandel. 142
soms 550
nooit 14
Niet ing. 14
totaal 827
Vraag 34:
Waar heeft u tekenbeten gehad?
Ingevuld: Niet ingevuld:
777 50 Aantal malen genoemd 62 51 157 330 431 80 261 183 240 115 484 214 137 308 422 338 95 105 39 20 12 6 6
Hoofd Oor Nek/hals Oksel Arm Hand Rug Borst Navel Bilnaad Liesstreek In de zij Billen Bovenbenen Knieholte Onderbenen Voeten Onder ring/horlogebandje Genitaliën Buik Onder broekriem Overal Weet niet
Vraag 35:
Wat voor teken heeft u op uzelf gevonden? (ingevuld: 779) meerdere antwoorden mogelijk
Larven
Nimfen
Volgezogen nimfen
Volwassen teken
479
558
163
347
Vraag 36 Verwijdert u teken binnen 20 uur?
Vraag 37 Desinfecteert u de wond na verwijderen teek met alcohol of jodium?
Vraag 38 Registreert u tekenbeten met plaats op lichaam en datum in agenda?
Vraag 39: Wat doet u met de verwijderde teek? Ingevuld: 796 Niet ingevuld: 31 Meerdere antwoorden mogelijk
Bijna altijd 627
Bijna altijd 218
Bijna altijd 311
Volgezogen Volwassen teken 103
Niet ingevuld 48
vaak
soms
nooit
128
33
6
vaak
soms
nooit
67
151
358
vaak
soms
nooit
88
155
239
weggooien
In plakbandje plakken en bewaren
anders
564
8
286
Niet ingevuld 33
Niet ingevuld 33
Niet ingevuld 34
totaal 827
totaal 827
totaal 827
Vraag 40
ja
nee
Ooit kringvormige huidafwijking na tekenbeet opgemerkt bij uzelf?
233
580
Vraag 41
ja
nee
Heeft u wel eens een foto gemaakt van een tekenbeet of rode huidafwijking na tekenbeet?
23
781
Vraag 42:
Waar heeft u rode kringen gehad?
Ingevuld: Niet ingevuld:
229 4
Niet ingevuld 23
totaal 827
totaal 827
Aantal malen genoemd 2 1 7 16 45 2 27 10 11 3 33 18 11 56 44 46 3 3 1 4 1 0 2
Hoofd Oor Nek/hals Oksel Arm Hand Rug Borst Navel Bilnaad Liesstreek In de zij Billen Bovenbenen Knieholte Onderbenen Voeten Onder ring/horlogebandje Genitaliën Buik Onder broekriem Overal Weet niet
Vraag 43:
ja
nee
Bent u behandeld geweest (of wordt u behandeld) voor de ziekte van Lyme?
300
499
Vraag 44:
In welk jaar bent u behandeld?
Ingevuld: Niet ingevuld:
283 17
1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986
Niet ingevuld 14
Aantal 1e jaar 1
5 2
Niet ingevuld 28
Aantal 2e jaar
1
totaal 827
Aantal 3e jaar
1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
2 2 5 3 5 1 5 9 5 10 18 19 16 12 15 14 18 28 25 35 27 1
Vraag 45: Door wie bent u behandeld? Ingevuld: 300 Niet ingevuld: 0
2
1
2 1 1 2 4 3 3 1 6 8 6 10 10 12 12 10 4
1
2 2 3 1 2 1 2 4 12 1
huisarts
specialist
beide
Homeopaat/ natuurarts
bedrijfsarts
267
46
38
9
2
Vraag 46
ja
nee
totaal
Heeft u toen antibiotica gebruikt of gebruikt u dat nog?
289
11
300
Vraag 47:
Welke verschijnselen had u toen?
Ingevuld: Niet ingevuld:
293 7
Uitslag of andere huidafwijking tpv de beet Huiduitslag op andere plaatsen Blauw-rode zwelling Halfzijdige gezichtsverlamming Dubbel-, tunnelzien moeite met scherp zien Zwelling/pijnlijke gewrichten (knie) Heftige pijn in arm, been en romp Krachtsverlies in armen of benen Geïrriteerde blaas Flauwvallen, benauwdheid Griepachtige verschijnselen Concentratieproblemen, vergeetachtigheid Vermoeidheid Frequente infecties Pijnlijke aanhechting spieren/pezen Rode, paarse verkleuring van de huid hartritmestoornissen anders
Aantal 141 15 29 2 37 83 38 54 10 11 80 54 135 9 64 47 28 32
Vraag 48:
ja
nee
Bent u tevreden over uw behandeling bij uw huisarts/specialist?
254
42
Vraag 49:
ja
nee
Heeft u in de behandelperiode contact gehad met de bedrijfsarts?
62
233
Vraag 50:
ja
nee
Heeft u de afgelopen periode, na het oplopen van een tekenbeet, problemen gehad met het functioneren op het werk?
67
694
Vraag 51:
ja
nee
Heeft u de afgelopen periode, na het oplopen van een tekenbeet, nog ziek gemeld?
65
699
Vraag 52:
ja
nee
Heeft u nu nog een of meerdere klachten zoals vermeld bij vraag 47 na het oplopen van een tekenbeet?
108
611
Niet ingevuld 4
Niet ingevuld 5
Niet ingevuld 66
Niet ingevuld 63
Niet ingevuld 108
totaal 300
totaal 300
totaal 827
totaal 827
totaal 827
Vraag 53:
Heeft u nog iets anders op te merken over eventuele klachten in de afgelopen periode, na het oplopen van een tekenbeet? (zie Bijlage III)
Vraag 54:
Heeft u nog tips voor collega’s ter voorkoming van teken op uw huid, over het dragen van kleding, speciale voedingsmiddelen of tekenverwijderaars? (zie Bijlage III)
Bijlage III
Informatie en tips uit de open vragen van collega’s
Het gedeelte van de open vragen leverde veel informatie op, zoals tips die gegeven werden aan collega’s over onder andere eigen gedrag, preventieve maatregelen die medewerkers nemen door het dragen van kleding, (lichaams)geur en het gebruik van tekenverwijderaars.
Het belangrijkste advies van uw collega is: Controleer je kleding en lichaam aan het einde van de dag op teken (lichaamscheck). Let vooral op een jeukende plek, het kan al een aanwijzing zijn voor een tekenbeet. Zorg dat je in goede conditie bent. Voorkom zo veel mogelijk dat je in gebieden met teken komt.
Het kledingsadvies wat vaak wordt genoemd is: Draag kleding zo veel mogelijk bedekkend en sluitend. Draag bijvoorkeur shirts met lange mouwen en een lange broek. Draag eventueel lichte gekleurde en gladde kleding. Draag eventueel geïmpregneerde kleding. Draag indien nodig handschoenen. Smeer onbedekte delen van je huid in met een insectenwerend middel (DEET). Eventueel kleding en schoenen behandelen met insectenwerend middel (DEET). Draag een pet met flap. Draag (gladde, hoge) laarzen. Eventueel sokken over de broek, of gamachen. Je kleding elke dag uitkloppen. Kleding elke dag wassen.
Preventieve maatregelen in de vorm van de eigen lichaamsgeur door voeding of insmeren worden ook als tip gegeven: Genoemd wordt vooral het eten van knoflook, ui, biergist, vitamine B complex, augurken en het drinken van karnemelk, yoghurt en, geitenmelk. Gebruik een neutraal ruikende deodorant, (geen sterk ruikende deodorant, geen after shave of geurmiddelen).
Overmatig zweten en een slechte adem trekt juist teken aan volgens de antwoorden gegeven in de openvragen. Smeer je in met care plus of met DEET(30%), zonnebrandcrème Vision en teatree-olie geven volgens de gebruikers goede ervaringen voor minder teken(beten).
Gebruik een goed tekenverwijderinstrument en verwijder de teek op de juiste wijze en zo snel mogelijk. De tekenverwijderaars worden zeer verschillend beoordeeld, het lijkt erg persoonlijk, afhankelijk van de handigheid ermee en afhankelijk waar op het lichaam de teek verwijderd moet worden. Nader onderzoek naar de kwaliteit ervan zal eerder een aantal tekenverwijderaars kunnen uitsluiten, dan een aanbeveling kunnen doen van de beste. Er zijn goede ervaringen met de tekentang, het tekenhaakje, de tekenlepel, het plastic kaartje, maar ook met handen zonder verder hulpmiddel.
Bijlage IV
Voor meer informatie kunt u terecht bij de onderstaande organisaties
Publieksvoorlichting, onderzoeksinstellingen, kennisinstituten Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) http://downloadcenter.infectieziekten.eu/toolkit/. De toolkit Teken en Lyme bevat eenvoudig te downloaden voorlichtingsmateriaal dat u op verschillende manieren kunt gebruiken om zelf voorlichtingsmateriaal samen te stellen. Richtlijn Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI): http://www.rivm.nl/cib/infectieziekten/lymeborreliose/lyme-borreliose.jsp In 2007 is het RIVM het Landelijk Tekenbetenonderzoek gestart onder huisartsen. De nieuwsbrieven vindt u op http://www.rivm.nl/cib/actueel/nieuwsbrieven/index.jsp Kijk op de website van de GGD www.ggd.nl Voor meer informatie bij u in de regio. Zie voor het rapport ‘Effectieve preventie van tekenbeten’ ook de website van de GGD West Brabant www.ggdwestbrabant.nl NHG-Patiëntenbrief Insectenbeet: www.nhg.nl kenniscentrum voorlichting patiëntenbrief www.Lymemed.nl LymeMed Nederland Informatie over Lyme-borreliose voor medici De Natuurkalender is een waarnemingsprogramma dat ecologische veranderingen in beeld wil brengen. Leerstoelgroep Milieusysteemanalyse, Wageningen UR. www.natuurkalender.nl voor meer informatie over teken, tekenbeten en Borrelia infecties in Nederland. Zie ook het rapport teken, tekenbeten en Borrelia infecties in Nederland Deel II. Stichting Samenwerkende Artsen en Adviesorganisaties in de Gezondheidszorg. Geven ook een boekje uit met alle informatie over de teken en de ziekte van Lyme: www.saag.nl KIZA kennissysteem Infectieziekten en arbeid: www.kiza.nl Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB): www.beroepsziekten.nl Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) protocol Lyme Borreliose: www.vwa.nl Richtlijn Lyme-borreliose van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, 2010: www.cbo.nl Nederlandse Vereniging voor Lymepatiënten met informatie over teken en de ziekte van Lyme: www.lymevereniging.nl met o.a. de vernieuwde informatiefolder van de NVLP, ook in het Arabisch Spaans en Turks
Preventiediensten, arbodiensten Stigas Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sectoren: www.stigas.nl Arbo Unie www.arbounie.nl Achmea Vitale www.achmeavitale.nl
Organisaties in de groene en agrarische sector Bosschap www.bosschap.nl voor het onderzoek teken, tekenbeten en de ziekte van Lyme in de sector Bos en Natuur Stigas www.weekvandeteek.nl op deze site vindt u informatie over de teek, tekenbeten, de ziekte van Lyme, diagnostiek en behandeling voor de groene sector.
Met informatie van Cumela Nederland deze organisatie heeft een Toolbox Teken gemaakt hierin staan tips en vuistregels voor uw toolbox in de loonwerksector. De Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV) heeft een speciale uitgave gemaakt met veel artikelen over de teken, tekenbeten en de ziekte van Lyme zie de pagina nieuws op de website www.weekvandeteek.nl
Tekenverwijderaars Meer informatie over tekenverwijderaars kunt u vinden op o.a. Entetorpet tekenverwijderaar kunt u vinden op www.enetorpet.nl deze kunt u makkelijk aan uw sleutelbos hangen. De tekenlepel kan u vinden via www.teekweg.nl Een tekenpen met een lasso. Te koop bij de betere buitensportzaak, drogist of apotheek. Deze TRIX tekenverwijderaar kunt u ook vinden op www.codaproducts.com Teek it easy tekenverwijderaar met een vergrootglaasje, twee alcoholsachets voor desinfectie en een voorlichtingsboekje via www.saag.nl Een tekenhaakje kunt u vinden op www.otom.com
Informatie over de website week van de teek De week van de Teek heeft zijn eigen website: www.weekvandeteek.nl. Deze website wordt onderhouden door Stigas (Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sectoren). De website is vooral praktisch ingericht, met antwoorden op vragen als: Hoe voorkom ik een tekenbeet als ik een dag de natuur in ga? Loop ik ook risico als ik gewoon in de tuin werk? Kan ik een teek zelf verwijderen? Wat zijn de verschijnselen van de ziekte van Lyme? Wat kan ik als werkgever of werknemer aan preventie doen? Op de website staat ook informatie over een tekenprotocol. Het tekenprotocol Het doel van een tekenprotocol is dat de werkgever en bedrijfsarts inzicht krijgen in hoe vaak er vermoedelijk Lymegerelateerde klachten voorkomen. Het registreren van het aantal werknemers dat een tekenbeet oploopt, geeft een indicatie van de omvang van het probleem van deze mogelijk beroepsgerelateerde ziekte. Er kunnen gerichte preventieve maatregelen getroffen worden. Voor meer informatie over dit protocol, het melden van een tekenbeet en (vermoedelijk) Lyme gerelateerde klachten kunt u contact opnemen met uw bedrijfsarts. Het protocol bestaat uit drie formulieren: - registratieformulier - meldingsformulier - screeningsformulier
Bosschap Postbus 65 3970 AB Driebergen www.bosschap.nl
Arbo Unie Postbus 85101 3508 AC Utrecht www.arbounie.nl
Stigas Postbus 747 2700 AS Zoetermeer www.stigas.nl
19600098
Teken, tekenbeten en de ziekte van Lyme in de sector Bos en Natuur