Lopende zaken...
2
Omschrijving van het begrip “in dienst en door de dienst”
3
Organisatie van de arbeidstijd als bescherming van de gezondheid
4
Vrijwillige Opschorting van de Prestaties (VOP)
5
Terugbetaling medische kosten inzake farmaceutische producten
6
Goedkopere hospitalisatieverzekering op vraag
8
Parlementaire vragen
9
Herinvoering van de maatregel “verwijzing naar de korpstucht”
10
Uitstel vorming om medische redenen
11
Persberichten uit de Ministerraad
12
Specifieke documenten voor militairen in geval van overlijden
13
Te weinig vrouwen bij Defensie
16
Vernieuwing van de militaire identificatiekaart
17
Fiscale fraude bestrijden ? Ja, graag !
18
Wat verandert er op 1 juni voor uw geld...
19
INFO DEFENSIE — JUNI 2010
IN DIT NUMMER...
INFO DEFENSIE JUNI 2010
1
Lopende zaken... De dag voorafgaand aan het schrijven van de edito hebben de kiezers de kaarten stevig dooreen geschud. Zowel Vlaanderen als Wallonië kent zijn winnaars maar ook zijn vele verliezers. Hoe het nu verder moet weten we niet maar zonder over een glazen bol te beschikken kunnen we toch nu al zeggen dat het wel eens lang zou kunnen duren vooraleer we een nieuwe regering op de been krijgen. Ondertussen moeten wij het doen met dezelfde regering wat voor ons betekent dat minister De Crem alsnog op post blijft om de “lopende zaken” af te handelen.
Bevoegdheden “Lopende zaken” betekent dat de ontslagnemende minister slechts over de beperkte bevoegdheden beschikt om zijn beleid verder te zetten. Sommige ministers houden zich daar strikt aan en beperken zich tot het uitvoeren van hun “dagelijks werk”. Anderen halen dan weer al hun kasten leeg en proberen nieuwe of nog niet goedgekeurde dossiers af te handelen. Minister De Crem behoort ongetwijfeld tot deze laatste categorie.
“Lopende of geen lopende zaken” maar de Minister wenste dat er onderhandeld werd over wetswijzigingen aan niet minder dan twintig verschillende wetten en meer dan dertig verschillende Koninklijke besluiten. Aangezien het overgrote deel van die dossiers niet enkel tot de bevoegdheid van Defensie behoort maar ook het akkoord moet krijgen van andere ministers zullen die dossiers onaangeroerd blijven tot op het ogenblik dat er een nieuwe regering is.
Herstructurering Op 17 mei, naar aanleiding van een ontmoeting met de vakbonden, benadrukte de CHOD zijn voornemen om het transformatieplan verder uit te voeren en dit ongeacht de resultaten van de federale verkiezingen. Het Koninklijk Besluit “Transformatie” met de sociale begeleidingsmaatregelen zal verder afgewerkt worden tijdens de periode van “lopende zaken”. Hij gaf DGHR opdracht om in afwachting van publicatie van dit dossier de nodige richtlijnen te verspreiden.
Enkele voorbeelden Op 28 april ll. nadat de regering reeds zijn ontslag
Op 2 juni riep minister De Crem de vakbonden terug bijeen om een voorontwerp van wet te bespreken die moet zorgen voor een uitbreiding aan het begrip “toekenning van eretitel van veteraan aan sommige personeelsleden van het departement landsverdediging”; een uitbreiding met als bedoeling de gesneuvelden in operaties ook de eretitel van veteraan toe te kennen. Na fel protest van de vakbonden besloot de overheid die agendapunten te schrappen.
had aangeboden liet de Minister het onderhandelingscomité bijeenkomen om het dossier van de overgang van militairen naar het operationeel korps van de Politie te bespreken. Daar dit dossier niet enkel Defensie betreft maar ook Binnenlandse Zaken moesten ook de Hoe moet het nu verder ? politievakbonden en minister Turtelboom onderhandelen. Minister Turtelboom oordeelde Vandaag kunnen we enkel zeggen dat de situatie dat dit dossier niet thuishoorde onder “lopende voor het defensiepersoneel niet zeer duidelijk is. De zaken” en besloot de onderhandelingen op te huidige minister moet zich beperken tot het schorten. afhandelen van de “lopende zaken” en wie zijn opvolger zal worden en welk beleid hij zal voeren Op 31 mei riep minister De Crem het weten we evenmin. Veel zal afhangen van hoelang de onderhandelingscomité opnieuw bijeen. periode van “lopende zaken” zal duren.
2
INFO DEFENSIE JUNI 2010
Omschrijving van het begrip “in dienst en door de dienst” Wil men kunnen genieten van een vergoedingspensioen dan moet het schadelijk feit gebeurt zijn in dienst en door de dienst. Pas wanneer de invaliditeitsgraad minstens 10 % ( percentage vreemde factoren tellen niet mee) bedraagt bekomt men een financiële vergoeding. De commissies van vergoedingspensioenen zijn de enige die bevoegd zijn om te bepalen of een schadelijk feit "in dienst" en "door de dienst" gebeurd is. Op basis van de huidige rechtspraak, kunnen deze Rechtspraak begrippen niettemin als volgt worden begrepen: Uit de rechtspraak van de Raad van State (R.v.St.) kan "in dienst" betekent: terwijl de militair tot de bovendien worden afgeleid dat de militairen die soldij- of weddetrekkende getalsterkte behoort, werkzaam zijn binnen het raam van de Militaire zonder hetzij met verlof of vergunning, hetzij Technische Samenwerking, en die er het slachtoffer voorlopig in een burgerlijke gevangenis worden van een ongeval in dienst en door de dienst, opgesloten of onwettig afwezig te zijn. onder de toepassing vallen van de samengeordende wetten op de vergoedingspensioenen (SWVP). "in dienst en door de dienst" betekent: tijdens de uitvoering van een prestatie of van een dienst, De militairen die bijvoorbeeld fungeren als VNdie door een reglement of door een chef waarnemer kunnen eveneens een beroep doen op de voorgeschreven is. SWVP in geval van dienstongeval. Dit geldt enkel voor de militairen die rechtstreeks door de UNO worden aangeworven. Verduidelijking De uitdrukking "door de dienst" moet niet op beperkende wijze worden uitgelegd. Wanneer het voorval heeft plaatsgehad omdat de man (of vrouw) een bevel uitvoert, moet het recht op pensioen erkend worden. De voorwaarde "door de dienst" moet als vaststaand beschouwd worden van het ogenblik af dat de oorzaak van een kwetsuur of gebrekkigheid gelegen is in de omstandigheid die ontwijfelbaar (stellig) verband houdt met de uitvoering van de militaire dienst, op voorwaarde, wel te verstaan, dat die oorzaak niet aan de wil, aan een schuld of aan een klaarblijkelijke onvoorzichtigheid van de betrokkene te wijten is. Inzake de vergoedingspensioenen houdt de commissie voor vergoedingspensioenen alleen rekening met voormelde definitie, volgens welke een militair met verlof of vergunning NIET in dienst is. Elke andere interpretatie hernomen van een ander reglement of van een andere wetgeving wordt niet in aanmerking genomen. Er dient bovendien op gewezen dat de vereiste "in dienst" gecombineerd moet worden met de voorwaarde "door de dienst", opdat er aanspraak zou kunnen gemaakt worden op het voordeel van de SWVP.
Een sportongeval tijdens de dienst wordt beschouwd als een ongeval “in dienst en door de dienst” en kan dus het recht openen op een vergoedingspensioen.
Opgelet : Volgens een arrest van de R.v.St. biedt een marsbevel geen garantie dat een ongeval wordt aanzien als een ongeval “door de dienst”. Dit kan van belang zijn in het geval een militair deelneemt aan een activiteit op strikt vrijwillige basis en waarvoor hij toch een marsbevel krijgt (deelname op vrijwillige basis aan een Te Deum of aan een plechtigheid in een petergemeente of – stad bijvoorbeeld in het kader van wapenstilstand, vrijwillige deelname ten individuele titel aan sportevenementen, …). Er dient ook opgemerkt dat een medische fout tijdens een medische behandeling in het militair hospitaal voor een aandoening vreemd aan de dienst niet noodzakelijk wordt aanzien als een ongeval “door de dienst”. Het dienstverband zal dus steeds geval per geval worden onderzocht op basis van de feitelijke omstandigheden.
INFO DEFENSIE JUNI 2010
3
Organisatie van de arbeidstijd als bescherming van de gezondheid Op 20 mei 2010 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie tegen de Spaanse staat een tweede streng arrest uitgesproken omdat Spanje zijn verplichtingen niet is nagekomen op het vlak van de omzetting van bepaalde richtlijnen over de organisatie van de arbeidstijd als bescherming van de gezondheid. We leggen uit waarom België zich zorgen moet maken over dit arrest.
Wat verwijt het Hof de Spaanse staat ? Op 12 januari 2006 had de Commissie van de Europese Gemeenschappen reeds een procedure aangespannen tegen Spanje. De Commissie stelde vast dat door de Europese richtlijn 89/391/CE niet toe te passen, het niet burgerlijk personeel van de overheden werd uitgesloten van het toepassingsveld. Deze richtlijn over de invoering van maatregelen ter bevordering van een betere veiligheid en gezondheid van de werknemers stelt immers dat hoewel deze richtlijn niet wordt toegepast op alle activiteitensectoren, zowel privé als openbare (krijgsmacht, politie of bepaalde specifieke functies van de civiele bescherming), er toch moet worden op toegezien dat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers zo goed mogelijk worden verzekerd!
wetgever. Deze laatste had zich gebaseerd op de aard van de activiteiten en niet op volledige werknemerscategorieën. Welnu, Spanje baseerde zich op het statuut van de Guardia Civil (rijkswacht) om deze uit te sluiten, en niet op een aantal specifieke opdrachten van bepaalde werknemers.
En toch zijn er uitzonderingen... Uitzonderingen zijn inderdaad voorzien, maar niet in de zin van diegene die u dagdagelijks te horen krijgt als militair! Het Hof van Justitie herhaalde dat de voorziene uitzonderingen beperkend moeten zijn. De interpretatie heeft uitsluitend betrekking op wat strikt noodzakelijk is om de belangen te vrijwaren , die ze de lidstaten toelaat te beschermen, zoals bijvoorbeeld de absolute noodzaak om de gemeenschap een doeltreffende bescherming te garanderen. We zijn ver van de slogan “veiligheid en welzijn op het werk zijn niet van toepassing op het militair personeel !” Slechts in uitzonderlijke gevallen, die maatregelen vergen die absoluut noodzakelijk zijn om het leven, de gezondheid, en de veiligheid van de collectiviteit te beschermen, kunnen sommige bepalingen de overhand hebben op de richtlijn.
Bovendien voorziet de tekst ook dat de lidstaten alle nodige maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat de werkgevers, de werknemers en hun vertegenwoordigers onderworpen worden aan de bepalingen van de Europese richtlijn EN dat ze de wetsbepalingen, reglementeringen en administratieve regels toepassen, die nodig zijn om zich te voegen naar de richtlijn. Hoewel Spanje zich op nationale bepalingen had beroepen om zich naar de Europese richtlijn te voegen, oordeelde de Commissie destijds dat deze bepalingen niet beantwoordden aan het criterium van de Europese
4
INFO DEFENSIE JUNI 2010
Het Hof had dus een streng arrest uitgesproken toen het Spanje veroordeelde voor zijn tekortkomingen. Interessant is ook dat het Hof in zijn arrest van 12 januari 2010 herhaalde dat “de bepalingen van een Europese richtlijn onbetwistbaar bindend moeten zijn in hun toepassing, met de vereiste specificiteit, nauwkeurigheid en duidelijkheid”. Dit houdt in dat eenvoudige administratieve handelingen niet beschouwd kunnen worden als een geldige uitzondering op de verplichtingen die voortvloeien uit het Europees recht.
Arrest in de zaak C-158/09 Op 20 mei 2010 werd Spanje een tweede keer veroordeeld voor tekortkomingen in de omzetting van de Europese richtlijn die de bepalingen coördineert
over bepaalde aspecten inzake organisatie van de arbeidstijd. Hoewel algemene instructies werden verspreid had het deze keer niet alleen betrekking op de Guardia Civil of de krijgsmacht, maar op alle niet burgerlijke personeelsleden van de overheid.
van de wet van 14 december 2000 in die zin wordt geïnterpreteerd dat de vrijwilligers van de openbare brandweerdiensten en van de hulpzones niet vallen onder de definitie van de werknemers!
Op welke manier zou dit betrekking kunnen hebben op België ? Voor wat ons betreft heeft België zich in overeenstemming gebracht met de Europese richtlijnen ter zake en dit via de wet “organisatie van de arbeidstijd in de administratieve openbare diensten” van 14 december 2000. Helaas sluit ons land de op twee niveaus gestructureerde geïntegreerde politie en de krijgsmacht, met inbegrip van het burgerpersoneel van Defensie, uit van het toepassingveld. Sterker nog, de wet van 30 december 2009 houdende allerlei bepalingen verduidelijkt dat de interpretatie
Zonder al te veel risico te lopen , kunnen we dus stellen dat België – gelet op de veroordeling van Spanje – zich ook zorgen moet maken omdat het zijn verplichtingen inzake het beperkend karakter op het vlak van uitzonderingen bij de organisatie van de arbeidstijd niet nauwgezet nakomt.
Vrijwillige Opschorting van de Prestaties (VOP) De Minister bepaalt jaarlijks hoeveel plaatsen er opengesteld worden, per categorie, met eventueel uitsluitsel voor bepaalde doelgroepen. De initiële planning was om jaarlijks 500 plaatsen te openen om het aantal personeelsleden tegen 2013 te herleiden tot 34.000. De Minister besliste in 2009 en 2010 om alle militairen die wensten gebruik te maken van de VOP en die in de voorwaarden waren, toe te laten. Voor wat betreft de opening van de plaatsen voor de VOP 2011 zal een dossier Minister in de komende dagen aan zijn kabinet voorgelegd worden. Er is geen enkele garantie dat er nog plaatsen zullen geopend worden in de jaren nadien. Daarom wordt aangeraden aan de militairen die in aanmerking komen en die er wensen gebruik van te maken, om bij de eerstvolgende gelegenheid hun aanvraag te doen.
Bron:
HRM-C&I-10-00242415 van 10 mei 2010
SYNDICALE PREMIES Met regelmaat worden ons nog steeds – al dan niet individueel – “aanvragen vakbondspremie referentiejaar 2009” toegestuurd.
We willen er aan herinneren dat de afsluitdatum voor het indienen van de “aanvraag vakbondspremie” 1 juli 2010 is ! Te laat ingediende aanvragen kunnen dit jaar NIET meer uitbetaald worden!
INFO DEFENSIE JUNI 2010
5
Terugbetaling medische kosten inzake farmaceutische producten In het kader van het “transformatieplan” hebben wij u in de Info Defensie maart 2010 een eerste keer geïnformeerd over de hervormingen en de toekomstige structuur bij de medische component. Het hoofdstuk “curatieve geneeskunde” zal in een nieuwe richtlijn opgenomen worden en de eerstelijns geneeskunde (algemene geneeskunde, tandheelkunde,kinesitherapie en het verstrekken van farmaceutische producten) zal op uitzondering van de scholen uitbesteed worden. De laatste tijd ontvangen wij tal van vragen over de wijze waarop de (gratis) medicatie kan bekomen worden. Het is bij velen niet meer duidelijk welke geneesmiddelen nog in een militaire apotheek afgeleverd worden en welke geneesmiddelen die werden voorgeschreven door een militaire of aangenomen geneesheer met een “dubbel geel voorschrift” gratis verkrijgbaar zijn in een burgerapotheek.
Terugbetalingscategorieën De geneesmiddelen worden gerangschikt naar gelang hun sociaal en therapeutisch nut. Uw persoonlijk aandeel varieert afhankelijk van de terugbetalingcategorie waartoe het geneesmiddel behoort. De letters A, B, C, Cs en Cx op de verpakking duiden deze categorie aan. De lijst van de farmaceutische producten is terug te vinden op de website http://www.riziv.fgov.be/drug/ nl/drugs/index.htm.
In sommige militaire apotheken is er een stockbreuk van bepaalde farmaceutische producten, en met de “outsourcing” van de apotheken in het vooruitzicht zullen deze producten niet meer aangevuld worden. Deze geneesmiddelen kunnen dan door het personeelslid van Defensie met een “dubbel geel voorschrift” kosteloos bekomen worden in een burgerapotheek.
Defensie heeft echter een eigen intern systeem van indeling waarbij geneesmiddelen van de categorieën F+, V+, P+, N+ en de magistrale bereidingen in een burgerapotheek naar eigen keuze van de patiënt moeten worden afgehaald met een “dubbel geel voorschrift”. Dit geldt enkel voor de rechthebbende van Defensie op Belgisch grondgebied, met uitzondering van gehospitaliseerde patiënten in het HCB-KA.
Niet alle geneesmiddelen zijn echter gratis te verkrijgen in de burgerapotheek! De geneesmiddelen zijn ingedeeld in categorieën waarbij bepaald wordt onder welke voorwaarden het RIZIV al dan niet een tussenkomst voorziet in de kosten of gratis verkrijgen in de burgerapotheek. Als de terugbetaling wordt toegestaan door de Minister van Sociale Zaken, wordt het geneesmiddel opgenomen in de lijst van de vergoedbare farmaceutische specialiteiten. Deze lijst is opgedeeld in verschillende hoofdstukken, in functie van de terugbetaalde indicaties of van de aard van de geneesmiddelen.
6
INFO DEFENSIE JUNI 2010
F+ geneesmiddelen : Geneesmiddelen waarvoor het RIZIV slechts tussenkomt mits de voorafgaande toelating van de adviserende arts van het ziekenfonds.
V+ geneesmiddelen : Geneesmiddelen waarvoor het RIZIV slechts tussenkomt indien ze voor welomschreven aandoeningen worden voorgeschreven.
P+ geneesmiddelen : Geneesmiddelen met RIZIV tussenkomst die wegens hun niet-operationeel indicatiegebied enkel in een burgerapotheek worden afgeleverd.
N+ geneesmiddelen : Geneesmiddelen (een kleine groep weinig courante) waarvoor het RIZIV de derdebetalersregel in de burgerapotheek niet toepast. De burgerapotheker levert een formulier “contante betaling (Model 704)” af aan de patiënt, die dit formulier overmaakt aan zijn ziekenfonds. Als er voldaan werd aan de terugbetalingsvoorwaarden van het RIZIV (welomschreven aandoeningen) en het RIZIV een financiële tussenkomst heeft goedgekeurd, kan de patiënt zijn persoonlijk betaald aandeel terugvragen aan BFA-M (Sectie Tarificatie).
In dat geval vraag je een Attest BVAC (Bijkomende Verzekering - Assurence Complementair) aan uw apotheker! Voorbeeld zie: ht t p: // int r ane t .m il.int r a/ s ite s / budfin/ BFAM Documents/Attest BVAC.pdf Dit attest vermeldt onder andere de gekochte farmaceutische producten en het betaald bedrag waarmee u met het formulier “terugbetalingsaanvraag medische kosten” (in tweevoud) samen met het attest BVAC, een terugbetaling kunt aanvragen aan de Sectie Tarificatie (BFA-M).
+ geneesmiddelen : Geneesmiddelen die zonder voorwaarden door het RIZIV terugbetaald worden.
- geneesmiddelen : Geneesmiddelen die niet door het RIZIV terugbetaald worden, maar door Defensie aanvaard worden. De geneesmiddelen (categorie -) die niet door het RIZIV worden terugbetaald, maar die door Defensie aanvaard worden zijn nu enkel in een militaire apotheek gratis te verkrijgen! Het gaat hier dikwijls om medicamenten die courant gebruikt worden in een huis- of reisapotheek zoals bv.: aspirine, hoestsiropen, buscopan, domperidon, extrapan, ibuprofen, isobetadine, motillium, maalox, nurofen, terramycine, enz… Een volledige lijst is terug te vinden op de intranet site van Defensie : http://intranet.mil.intra/sites/BudFin/Pages/ Medical.aspx#N Het valt nog voor dat de burgerapotheker de gele briefjes niet aanvaardt en u toch verplicht te betalen, hoewel uw geneesmiddel op de lijst met terug te betalen geneesmiddelen staat.
Ook hier moet gezegd dat sommige producten (zoals deze die niet weerhouden werden door het RIZIV of degene die gratis worden afgeleverd door de militaire keten) NIET in aanmerking worden genomen voor terugbetaling, tenzij het om een urgentie gaat of indien een afwijkende beslissing wordt genomen door de dienst WB T&D Med! In afwachting van een herziening van de richtlijnen zijn de hierboven vermelde regels nog steeds van toepassing en terug te vinden op intranetwebsite van Defensie. De vraag die wij ons stellen is of alle geneesmiddelen die nu gratis verkrijgbaar zijn dit ook zullen zijn in uw burgerapotheek wanneer de militaire apotheken verdwijnen. Een andere mogelijkheid is dat Defensie een regeling zal treffen waarbij alle farmaceutische producten in aanmerking worden genomen voor terugbetaling door BFA-M. Vandaag hebben we er nog geen duidelijk zicht op en wellicht zullen de nieuw uit te vaardigen richtlijnen ons een antwoord geven op de gestelde vragen.
INFO DEFENSIE JUNI 2010
7
Goedkopere hospitalisatieverzekering op vraag Wanneer de prijs van hospitalisatieverzekeringen voor de verzekerde te duur wordt, moet de klant de gelegenheid krijgen om over te schakelen op een goedkoper alternatief. Dat is afgesproken tussen minister van Financiën Didier Reynders en Assuralia, de beroepsvereniging voor verzekeringsondernemingen. De gedragscode waarin de afspraak vervat zit, treedt onmiddellijk in werking. Dit voorstel kan ook verzekerden van meer dan 65 jaar ten goede komen, die hun polis tussen 1 januari 2008 en 1 juli 2009 opgezegd hebben. Met de gedragscode verbindt de verzekeringssector er zich toe om een goedkopere polis aan te bieden wanneer de premie voor de hospitalisatieverzekering met een dekking in een éénpersoonskamer te duur wordt voor de verzekerde. Bovendien krijgen personen, die ouder zijn dan 65 jaar en die na 1 januari 2008 hun polis hadden opgezegd omdat hun premie te sterk was gestegen, de mogelijkheid om alsnog een goedkopere polis aan te vragen. De verzekeringsondernemingen zullen deze aanvragen positief beantwoorden, mochten zij die mogelijkheid in 2008 nog niet hebben voorzien. De geïnteresseerden kunnen hun aanvraag tot de verzekeringsondernemingen richten tot 30 september 2009. Deze gedragscode sluit aan bij de meest recente wijzigingen aan de wetgeving die op deze verzekering van toepassing is. Het federale Parlement heeft op 28 mei 2009 zijn goedkeuring gegeven aan een aantal belangrijke wijzigingen van het wettelijke kader voor de verzekeringsondernemingen. Vanaf 1 juli 2009 is het voor de consumenten nog voordeliger geworden:
zij bekomen een recht op levenslange hospitalisatiepolissen, die de verzekeraar niet meer kan opzeggen; de aanpassing van de verzekeringspremies voor hospitalisatieverzekeringen worden gereglementeerd. De gedragscode staat op de website van Assuralia in de rubriek gedragsregels: http://www.assuralia.be/fileadmin/content/documents/gedragsregels/NL_code_assurance_hospitalisation.pdf
Bron:
www.spaargids.be van 21 mei 2010
bezoek onze website www.acod-defensie.be 8
INFO DEFENSIE JUNI 2010
Parlementaire vragen Buitenlandse operaties — teruggestuurde militairen Als militairen tijdens een buitenlandse zending vervroegd naar huis gestuurd worden, wordt de term "blue flight" gebruikt. OpenVLD volksvertegenwoordigster Hilde Vautmans vroeg aan Minister De Crem hoeveel militairen er de jongste vijf jaar teruggestuurd werden uit buitenlandse opdrachten. Ze vroeg ook naar de verschillende redenen voor die blue flights en uit welke operatiegebieden gebieden zij werden teruggestuurd. Ook peilde ze naar de gevolgen na thuiskomst, gezien deze maatregel als dusdanig geen straf is. De minister antwoordde haar als volgt : Het aantal teruggestuurde militairen uit buitenlandse opdrachten door middel van een "Blue Flight" bedroeg:
in 2005 in 2006 in 2007 in 2008 in 2009
: : : : :
21 20 31 50 24
De evolutie van deze cijfers, rekening houdend met het aantal militairen dat tijdens die jaren werd ingezet, geeft geen duidelijke tendens aan. De redenen voor het terugsturen van de militairen waren: drankmisbruik, diefstal, vechtpartijen, veiligheidsincidenten, wangedrag, insubordinatie, bedreiging, gerechtelijke onderzoeken, gebruik van drugs, enzovoort. Militairen werden teruggestuurd uit volgende operatiegebieden (in volgorde per aantal): Libanon, Kosovo, Afghanistan, Burundi, DRCongo, Benin, Hoorn van Afrika (ATALANTA). De militairen in kwestie werden nog ter plaatse of na terugkeer in de eenheid onderworpen aan een tuchtprocedure. Indien het eveneens mogelijke inbreuken tegen het strafrecht betrof, werd door het federaal parket tevens een gerechtelijk onderzoek geopend.
Psychische moeilijkheden terugkerende militairen uit buitenlandse operaties Volgens OpenVLD politica Hilde Vautmans leest men met de regelmaat van de klok leest in de pers dat terugkerende militairen uit buitenlandse operaties kampen met psychische moeilijkheden. In veel gevallen gaat het volgens haar om angststoornissen ten gevolge van de psychisch zware belasting tijdens buitenlandse missies. Volgens de Nederlandstalige media zou 5% van de uit Irak teruggekeerde Nederlandse militairen langdurig kampen met angststoornissen. Bij de Amerikaanse strijdkrachten zou dit cijfer voor de oudgedienden in Irak om en bij de 30% liggen.
vragenlijsten gepeild naar de psychische toestand van de militairen. Aan minister De Crem vroeg ze of onze militairen ook met dat soort problemen te kampen hebben.
Omwille van de alarmerende cijfers richtten de Nede rla ndse strij dk ra chten ee n soort adaptatieprogramma op. Daarna vinden er terugkeergesprekken plaats en wordt aan hand van
INFO DEFENSIE JUNI 2010
9
De minister antwoordde dat hij enkel via de wetenschappelijke literatuur in dit verband en de diverse internationale contacten met het Centrum Geestelijke Gezondheid (CGG) van het Militair Hospitaal Koningin Astrid kennis heeft kunnen nemen van deze problematiek die optreedt bij militairen uit het bondgenootschap die in "high risk missions" ingezet worden.
in hoofdzaak in het CGG terecht op doorverwijzing van de eenheidsgeneesheer, de Raadgever Mentale Operationaliteit (RMO) of de Sociale Dienst Defensie. Het dient echter vermeld te worden dat de militairen met een psychische hulpvraag niet altijd op het centrum terechtkomen. Ze kunnen immers ook in de civiele keten op consultatie gaan.
Het centrum voor geestelijke gezondheidszorg (CGG) bekommert zich, als tweedelijns instantie "geestelijke gezondheidszorg", over alle personeelsleden van Defensie met een psychosociale hulpvraag. Deze hulpverlening dekt het brede gamma van geestelijke gezondheidsproblemen (depressie, angst, pe rsoonlij khei dsproble ma ti ek , we rken zendingsgerelateerde stoornissen). Militairen die uit een zending terugkeren en die om hulp vragen komen Bron:
Schriftelijke vragen van Hilde Vautmans aan de Minister van Landsverdediging
Herinvoering van de maatregel “verwijzing naar de korpstucht” De wet van 23 april 2010 heeft de wettelijke basis gecreëerd voor een herinvoering van de maatregel van de verwijzing naar de korpstucht vanaf 17 Mei 10. Artikel 44 van de tuchtwet wordt vervangen als volgt: "Wanneer de feiten weinig ernstig schijnen te zijn, kan het openbaar ministerie, de kamer van inbeschuldigingstelling, de raadkamer of elke andere strafrechtbank die belast wordt met de vervolging van een inbreuk op het militair strafwetboek, ten laste van een persoon die overeenkomstig de artikelen 14, 14bis en 14ter aan de militaire strafwetten onderworpen is, de beklaagde naar zijn korpscommandant verwijzen om tuchtrechtelijk te worden gestraft. De beslissing tot verwijzing naar de tucht van het korps maakt het aanhangig bij de militaire meerdere bevoegd voor de tuchtrechtelijke procedure, en doet de strafvordering vervallen. De bepalingen van het eerste en tweede lid gelden eveneens wanneer de feiten in het buitenland werden gepleegd en volgens de Belgische wet eender welke overtreding of eender welk wanbedrijf uitmaken die weinig ernstig schijnt te zijn.". De gerechtelijke autoriteiten kunnen dus beslissen om de gerechtelijke vervolging van een door een militair gepleegde inbreuk tegen het militair Strafwetboek of een door een militair gepleegde gemeenrechtelijke overtreding of wanbedrijf in het buitenland, die weinig ernstig lijkt, te staken en door te verwijzen naar de korpscommandant van de betrokken militair. Deze is dan verplicht een tuchtprocedure op te starten, maar blijft vrij in de beslissing die hij op het einde van de procedure wenst te nemen. Het staat hem eveneens vrij om daarnaast een procedure te starten voor het nemen van een statutaire maatregel. Dit mechanisme laat een vlugge reactie toe van de gerechtelijke autoriteiten voor feiten waarvan het parket oordeelt dat het niet moet vervolgen voor de rechtbanken of dat het niet binnen een redelijke termijn vervolgd kan worden, rekening houdend met de gerechtelijke achterstand. De voortzetting van de gerechtelijke procedure voor de tuchtautoriteit vermijdt zo een zeker gevoel van straffeloosheid voor ernstige feiten op militair vlak, zoals bijvoorbeeld de desertie of de insubordinatie. Bron:
10
INFO DEFENSIE JUNI 2010
HRP-R/Adm 10-00328530 van 25 Mei 2010
Uitstel vorming om medische redenen De kandidaat kan in bepaalde gevallen uitstel bekomen indien hij in de onmogelijkheid verkeert of verkeerde om zich voor te bereiden op of om deel te nemen aan de proeven of examens (professioneel of MTLG) of indien hij in de onmogelijkheid verkeerde om één of meerdere vormingsgedeelten, geheel of gedeeltelijk te volbrengen. De bevoegde autoriteit kan de beslissing betreffende het al dan niet toekennen van een uitstel a priori of a posteriori nemen. Reglementair gezien ligt het initiatief om gebruik te kunnen maken van uitstel tijdens de vorming bij de kandidaat-militair zelf. De dienst belast met de opvolging van de kandidaat militairen (HRG-A/Kand) stelt regelmatig vast dat kandidaten die, om medische redenen, gedurende lange tijd niet deelnemen aan de vorming, zeer laattijdig of helemaal geen uitstel vorming aanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de kandidaten die afwezig blijven uit de vorming om medische redenen. Het is daarom aangewezen dat de onderrichters en de hoofdofficier verantwoordelijk voor de vorming zich ervan vergewissen dat alle kandidaten op de hoogte zijn van de reglementaire bepalingen. Ze moeten ook te allen tijde evalueren of deze kandidaat bij terugkomst nog in staat zal zijn de vorming verder te zetten en of hij die met vrucht kan beëindigen. Verder moeten de onderrichters en de hoofdofficier verantwoordelijk voor de vorming ook de autoriteit bevoegd voor het toekennen of weigeren van een uitstel op de hoogte te houden van de situatie van de kandidaten met (langdurige) vrijstelling voor medische redenen. Tenslotte moeten ze goed kunnen inschatten wat de mogelijkheden zijn voor de kandidaat. HRG-A/Kand moet door hen zo snel mogelijk ingelicht worden over een, in voorkomend geval, beslissing betreffende het uitstel. Een kandidaat die de woonplaats mag verlaten tijdens de afwezigheid om gezondheidsredenen (AGR) kan worden opgeroepen voor het afhandelen van de administratieve procedure. Voor een kandidaat die de woonplaats niet mag verlaten tijdens de AGR mag de procedure per briefwisseling worden toegepast indien dit nodig wordt geacht, Een snelle afhandeling van de procedure aanvraag uitstel vorming is in het belang van zowel de kandidaat als van de organisatie. De kandidaat moet immers zo snel mogelijk worden genotificeerd over de statutaire gevolgen van de beslissing op zijn aanvraag, zodat de organisatie het nieuwe vormingstraject kan bepalen en de nodige maatregelen kan nemen opdat een (eventuele) afwachtingperiode zo kort mogelijk zou zijn en zo zinvol mogelijk kan worden ingevuld. Bron:
HRG-A/Kand2-00279614 van 30 april 2010
INFO DEFENSIE JUNI 2010
11
Persberichten uit de Ministerraad Regeling van geldelijke statuut van personeel Landsverdediging tijdens B-fast operatie in Haïti De ministerraad heeft op voorstel van minister van Landsverdediging Pieter De Crem het geldelijke statuut van de militairen die deelnamen aan de B-fast operatie in Haïti in januari en februari 2010 vastgelegd. De militairen namen deel aan de reddingsoperatie na de aardbeving van 12 januari 2010 op vraag van de Haïtiaanse overheid. De actie bestond uit de zending van een urban-search-and-rescueteam, een veldhospitaal, een beveiligingsdetachement en het versturen van een lading tenten van het Rode kruis. De operatie eindigde op 3 februari 2010. De ministerraad heeft nu het geldelijke statuut van het personeel vastgelegd:
hulpverlening buiten het nationale grondgebied, coëfficiënt 2 voor het personeel van B-fast en Imago en Public relations
in operationele inzet beschermingsinzet, coëfficiënt 3 voor het personeel van Force protection van Landsverdediging Bron:
Presscenter.org — Ministerraad 19 mei 2010
Omzendbrief over de overheidsopdrachten en belangenvermenging - verklaring op erewoord De ministerraad heeft een ontwerp van omzendbrief goedgekeurd over de overheidsopdrachten en belangenvermelding. De omzendbrief bevat eveneens de modellen voor de verklaring op erewoord die de personeelsleden van de federale overheidsdiensten moeten ondertekenen wanneer ze taken uitvoeren in het kader van de toekenning en het toezicht van overheidsopdrachten. Het gaat om twee modellen. Het eerste is een schriftelijke verklaring die de personeelsleden van de federale en programmatorische openbare diensten, de instellingen voor sociale zekerheid en de federale instellingen van openbaar nut ondertekenen en waarmee ze bevestigen dat ze kennis hebben genomen van de wet op de overheidsopdrachten die de belangenvermenging verbiedt. De verklaring maakt deel uit van het personeelsdossier. Het tweede dient te worden ondertekend indien het personeelslid zich in een toestand van belangenvermenging bevindt of kan bevinden bij een bepaalde overheidsopdracht. Hij of zij dient dan onmiddellijk zijn overste te verwittigen. De verklaring maakt deel uit van het personeelsdossier, maar wordt ook aan het dossier van de overheidsopdracht toegevoegd. Het Bureau voor ambtelijke ethiek en deontologie geeft op vraag advies over de toestand van belangenvermenging. Het voorstel van eerste minister Yves Leterme en staatssecretaris voor Begroting Melchior Wathelet past de internationale verplichtingen en aanbevelingen over belangenvermining in de regelgeving toe. Het sluit aan op het preventieve integriteitsbeleid van de federale overheid waarvoor al een deontologisch en een sterk juridisch kader werden gecreëerd. Bron: Presscenter.org — Ministerraad 19 mei 2010
12
INFO DEFENSIE JUNI 2010
Specifieke documenten voor militairen in geval van overlijden Wij wensen iedereen een lang, gelukkig en gezond leven maar toch kunnen alle militairen zich best een exemplaar van de GID-SOCMOR-001 aanschaffen en het nu reeds invullen (in potlood voor de variabele gegevens) en vooral het te blijven actualiseren. Het zal voor de nabestaanden ingeval van overlijden stukken gemakkelijker zijn om de nodige aanvragen, die het recht openen op bepaalde vergoedingen, in te dienen.
Het vergoedingspensioen Het vergoedingspensioen is een forfaitaire vergoeding voor een lichamelijke of morele schade (overlijden, invaliditeit, beroepsziekte, …) die werd geleden in dienst en door het feit van de dienst. Het gaat om een specifieke regeling die alleen geldt voor militairen. Dit pensioen wordt toegekend aan de militair zelf (bij invaliditeit) of aan de langstlevende echtgenoot, de wezen, of zelfs aan de ascendenten (ouders, …) wanneer de militair ter gelegenheid of ten gevolge van het schadelijk feit overlijdt. De betaling ervan wordt stopgezet wanneer de langstlevende echtgenoot hertrouwt, wanneer de jongste wees 21 jaar geworden is of bij het overlijden van de rechthebbende.
Te gebruiken documenten Indien de langstlevende echtgenoot of de rechthebbenden van oordeel zijn recht te hebben op een vergoedingspensioen ingevolge het overlijden van de militair dient een aanvraag te worden ingediend volgens het model in bijlage B, C of D aan de GID. Er moet altijd een medisch getuigschrift bijgevoegd worden (bijlage E). indien nodig moet bijlage F ook bijgevoegd worden.
Naar wie versturen ? per aangetekend schrijven aan: De Pensioendienst voor de Overheidssector Victor Hortaplein 40 bus 30 1060 BRUSSEL
die u daarna nog zal vragen om bepaalde documenten op te sturen.
Luchtvaartongeval In geval van overlijden ingevolge een luchtvaartongeval aan boord van een militair
vliegtuig of tijdens een parachutesprong kan een “bijzondere vergoeding in geval van luchtvaartongeval in vredestijd” worden aangevraagd door de langstlevende echtgenoot, de partner die met het slachtoffer wettelijk samenwoonde of de kinderen van het slachtoffer.
Te gebruiken documenten De aanvraag moet ingediend worden met een document waarvan een voorbeeld te vinden is in bijlage G aan het GID. Voor eventuele documenten die met de aanvraag ingediend moeten worden, verwijzen we u naar de bijlage H.
Naar wie versturen ? per aangetekend schrijven aan: De Heer (of Mevrouw) Minister van Landsverdediging Lambermontstraat 8 1000 BRUSSEL
Aanslagvergoeding De aanslagvergoeding kan toegekend worden aan de langstlevende echtgenoot of partner die met het slachtoffer wettelijk samenwoonde of de kinderen van het slachtoffer overleden ten gevolge van opzettelijke gewelddaden of de ontploffing van oorlogs- en ontploffingstuigen (mijnen).
Te gebruiken documenten Een model van het aanvraagformulier bevindt zich in bijlage I en J aan de GID.
Naar wie versturen ? per aangetekend schrijven : De Heer (of Mevrouw) Minister van Landsverdediging Lambermontstraat 8 1000 BRUSSEL
INFO DEFENSIE JUNI 2010
13
Aanvraag voor de begrafenisvergoeding voor een gepensioneerde militair
Aanvraag van de omzettingsrente van oudstrijder, krijgsgevangene, enz …
Te gebruiken documenten
Te gebruiken documenten
Hier moet men het formulier in bijlage K aan de GID gebruiken. Bij dit formulier moet een uittreksel van de overlijdensakte gevoegd worden. Het attest moet door de gemeente ondertekend zijn voordat het opgestuurd wordt.
De aanvraag indienen aan de hand van het formulier in bijlage N aan de GID. Men mag niet vergeten om er de vereiste uittreksels en een dossier voor aanvraag rente aan toe te voegen.
Naar wie versturen ? per aangetekend schrijven aan: De Pensioendienst voor de Overheidssector Ontvangst Briefwisseling Victor Hortaplein 40 bus 30 1060 BRUSSEL
Aanvraag om tussenkomst in de begrafeniskosten voor een militair die overleden is in dienst en door het feit van de dienst
Te gebruiken documenten De aanvraag om tussenkomst in de begrafeniskosten moet ingediend worden aan de hand van het formulier in bijlage L.
Naar wie versturen ? Deze aanvraag om tussenkomst moet gericht worden aan HRP-R/Pec, langs de CDSCA Sociale Dienst om, met de vereiste rechtvaardigingsstukken. Om het adres te bekomen van het bevoegde bureau van de Sociale Dienst, dient men te bellen naar 02/264.60.45/46/47 of te surfen via het internet naar de website www.mil.be/sociocult/
Aanvraag vergoeding begrafeniskosten
Te gebruiken documenten De aanvraag vergoeding begrafeniskosten moet samen met de vereiste rechtvaardigingsstukken gebeuren aan de hand van het model in bijlage M van de GID.
Naar wie versturen ? per aangetekend schrijven aan: De Pensioendienst voor de Overheidssector Ontvangst Briefwisseling Victor Hortaplein 40 bus 30 1060 BRUSSEL
Aanvraag tussenkomst verzekering bij schade ingevolge deelneming aan operationele of humanitaire zendingen naar het buitenland Van zodra de Divisie Operaties van het Stafdepartement Operaties en Training (ACOS Ops & Trg, Div Ops) op de hoogte wordt gebracht van het overlijden van een militair tijdens een buitenlandse zending zal deze de Algemene Directie Juridische Steun en Bemiddeling (DGJM) op de hoogte brengen. Deze zal dan een schadedossier openen teneinde samen met ACOS Ops & Trg, Div Ops alle nodige inlichtingen te verzamelen. Dit dossier zal geopend worden onder de verantwoordelijkheid van DGJM, Dienst JMLITIG-Claims.
Naar wie versturen ? Aan DGJM Dienst JMLITIG-Claims Kwartier Koningin Elisabeth, Eversestraat 1 1140 BRUSSEL Tel : 02/701.69.48 of 02/701.12.57
De aangifte van het overlijden aan de maatschappij AGPM Leven wordt steeds gedaan door DGJM, Dienst JMLITIG-Claims.
Overlijden na een buitenlandse zending
Naar wie versturen ? Aan BFA-R, Kwartier Koningin Elisabeth Eversestraat 1 1140 BRUSSEL
14
INFO DEFENSIE JUNI 2010
Indien het overlijden plaats heeft na het beëindigen van een buitenlandse zending en de begunstigde het vermoeden heeft dat dit overlijden verband houdt
met een buitenlandse zending kan hij/zij binnen de 5 jaar volgend op het einde van deze zending een schriftelijke aanvraag indienen.
Naar wie versturen ? Aan ACOS Ops & Trg Div Ops Kwartier Koningin Elisabeth Eversestraat 1 1140 BRUSSEL Tel : 02/701.37.40
ACOS Ops & Trg, Div Ops zal op zijn beurt DGJM hierover inlichten. Deze zal dan een schadedossier openen teneinde samen met ACOS Ops & Trg, Div Ops alle nodige inlichtingen te verzamelen. De aangifte van het overlijden aan de maatschappij AGPM Leven wordt steeds gedaan door DGJM, Dienst JMLITIG-Claims. Deze schriftelijke aanvraag dient, indien mogelijk, volgende gegevens en/of documenten te bevatten:
naam, graad en stamnummer van de verzekerde (militair);
overlijdensakte; een kopie van het ongevallenverslag opgesteld door de bevoegde autoriteit;
De gedetailleerde instructie DGHR-GID-SOCMOR001 bevat de nadere uitleg en de specifieke documenten voor militairen ingeval van overlijden. De instructie kan geraadpleegd worden op de website DGHR en vervolgens klikken op Reg & Doc DGHR/SIS/Deel H: dossier overlijden.
een uiteenzetting van de omstandigheden die tot het overlijden hebben geleid;
elk
ander document dat toelaat het waarschijnlijke oorzakelijk verband te leggen tussen het overlijden en de opdracht van de militair.
INFO DEFENSIE JUNI 2010
15
Te weinig vrouwen bij Defensie Naar aanleiding van Internationale Vrouwendag op 8 maart 2010 vroeg Wouter De Vriendt aan Minister De Crem hoe het gesteld is met het aandeel vrouwen binnen Defensie. De cijfers, die de stand van zaken op 1 januari 2010 weergeven, zijn verhelderend. Het personeel van Defensie wordt in twee categorieën ondergebracht: militairen en burgers. Slechts 8% van de militairen zijn vrouwen (2859). Bij het burgerpersoneel ligt dat percentage veel hoger: 41,6% (979). Hij vroeg de minister heel specifiek naar gegevens per graad.
Adjudant-majoor, het lelijke eendje Wat bij de cijfers meteen in het oog springt, is dat bij beroepsvrijwilligers en onderofficieren het aantal vrouwen netjes de lijn van het gemiddelde volgt. Dit is echter niet het geval bij de hoogste graden in de categorie van de onderofficieren. Vrouwen maken 10% (1439) van de Beroepsvrijwilligers en 7,1% (1013) van de Onderofficieren uit. Bij de Onderofficieren wordt dat gemiddelde wel zwaar verlaagd door de opmerkelijke ondervertegenwoordiging van vrouwen in de hoogste graad. Slechts 9 vrouwen zijn Adjudant-majoor (goed voor 1,9%).
Het glazen plafond telt drie sterren Bij de 3 laagste graden bij het officierenkader tekenen vrouwen dan dubbel zo hard present: een kleine 16 % van de Onderluitenanten, Luitenanten en Kapiteins zijn vrouw. Zo telt Defensie 78 vrouwelijke Onderluitenanten (16,2 procent), 115 Luitenanten (14,6 procent) en 94 Kapiteins (16,8 procent). Vanaf de graad van Kapitein-commandant botsen vrouwen tegen het glazen plafond. Vanaf die graad gaat het aandeel van de vrouwen in vrije val. Er zijn slechts 5,8 procent vrouwelijke Kapitein-commandanten, 2,2 procent Majoors, 3,7 procent Luitenant-kolonels en 4,5 procent Kolonels. De allerhoogste graden zijn voor vrouwen nog altijd zo goed als onbereikbaar. Er dient slechts 1 vrouwelijke generaal, op een totaal van 35 (en dan nog in de laagste graad, nl. Brigadegeneraal). En dan tellen we de generaals die in internationale organisaties, ambassades … werken niet mee – en niet op de loonlijst van Defensie staan. Daar zit geen enkele vrouw bij. De eindteller blijft steken op 1 vrouw voor een totaal van 43 Belgische generaals.
Topfunctie zoekt vrouw De ene vrouwelijke opperofficier, Brigade-generaal Danielle Levillez werd in 2007 nog door toenmalig Minister Flahaut aangesteld. Ze stond toen aan het hoofd van de Medische Component en voert vandaag het bevel over het stafdepartement Welzijn. Haar verdere doorstroming werd onder Minister De Crem plotseling veel moeilijker.
The usual suspects: para Gevechtseenheden tellen nog altijd het minste aantal vrouwen. Onder de 1161 para-commando’s is er geen enkele vrouw. Wellicht spelen hier de zware fysieke vereisten een rol. Ook het aandeel vrouwen in buitenlandse operaties is zeer klein: 41 op een totaal van 1017.
16
INFO DEFENSIE JUNI 2010
De ondervertegenwoordiging van vrouwen in de hoge graden, gevechtseenheden en op missies heeft ook financiële gevolgen. De “gemiddelde weddes” liggen voor mannen iets hoger dan voor vrouwen, maar dit komt vooral omdat een mannelijk personeelslid gemiddeld over meer anciënniteit beschikt dan een vrouw.
Defensie mag geen eiland zijn Blijkbaar slagen vrouwen er bij Defensie zeer moeilijk in om door te dringen tot de hoogste graden. Het diversiteitsbeleid bij Defensie moet zich daar op richten: analyseren hoe dit komt en vrouwen stimuleren om door te groeien. Ook de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de hoogste graden bij de onderofficieren moet worden uitgeklaard. Defensie is uiteraard een heel bijzondere werkomgeving, maar toch weerspiegelt Defensie onvoldoende de maatschappelijke realiteit. Nochtans is Defensie een overheidsorganisatie gefinancierd met belastinggeld, deze zou dus eigenlijk wel het goede voorbeeld mogen geven. De laatste jaren is er wel duidelijk een vooruitgang merkbaar, maar er blijft nog veel werk aan de winkel. Diversiteit is in elke organisatie belangrijk en creëert ook meerwaarde. Een bijkomende inspanning op het vlak van sensibilisering is dus nodig, net als een uitbreiding van de combinatiemogelijkheden tussen zorg/ gezin en een loopbaan in het leger.
Het beleid van Minister De Crem De Minister erkent dat er bij Defensie, net zoals in de samenleving, nog een aantal obstakels zijn die vrouwen belemmeren in de ontwikkeling van hun loopbaan, bijv. het feit dat vrouwen veelal de zorgtaken in het gezin opnemen. Hij spreekt van nieuwe acties die Defensie op dit moment uitwerkt om deze obstakels te verminderen, inzake beheer van het personeel, recrutering, communicatie, vorming en training. Wellicht maakt de hervorming van Defensie de aantrekkelijkheid van het leger voor vrouwen er niet beter op: verder liggende kazernes en opleidingen maken combinatie met gezin nog moeilijker. Misschien moet er ook eens gekeken worden naar de maatregelen die bij de federale politie genomen werden om de instroming van vrouwen te verbeteren. Deze dateren van enkele jaren geleden en hebben wel tot resultaten geleid.
Wouter De Vriendt Kamerlid Groen!
Vernieuwing van de militaire identificatiekaart De CHOD wenst dat een meer moderne versie van een identificatiekaart (ID-kaart) de bestaande kartonnen versie zou vervangen. De studie van de mogelijkheden werd recent beëindigd en de implementatiefase gestart. De invoering van de nieuwe ID-kaart Defensie (zelfde formaat als de burger ID-kaart) zal geleidelijk gebeuren met als objectief het verstrekken van de kaart aan een maximum van het personeel Defensie tegen eind 2011. De beschrijving van de procedure ter toekenning en verdeling is in ontwikkeling en de op de kaart vermelde informatie zal uit HRIS komen. De draaispil in het aanvragen, verdelen, recupereren en opslaan van de kaarten zal de Offr veiligheid van het kwartier zijn.
Bron:
Nota CHOD van 4 juni 2010
INFO DEFENSIE JUNI 2010
17
Fiscale fraude bestrijden ? Ja, graag ! Op initiatief van het ABVV werd in het buitengewoon interprofessioneel akkoord 2009-2010, fraudebestrijding als één van de prioriteiten opgenomen. De sociale gesprekspartners verbonden zich ertoe hieraan te werken in de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Bedoeling was aanbevelingen te formuleren om het beleid inzake fraudebestrijding te verbeteren. Maar van bij het begin werden die werkzaamheden door de werkgevers geblokkeerd. De strijd tegen fiscale fraude was altijd al het stokpaardje van het ABVV, dat streeft naar een rechtvaardige fiscaliteit, zowel op Belgisch als op Europees niveau. Het ABVV had met genoegen kennis genomen van het Rapport van de Parlementaire “commissie fiscale fraude”, waarin het Parlement de conclusies van een internationale studie van professor Schneider had opgenomen. Volgens dit rapport is de zwarte economie in ons land goed voor 60 miljard euro, wat neerkomt op een inkomstenderving van 30 miljard euro voor de Staatskas. Om de omvang aan te tonen van het probleem van de fiscale fraude en om te proberen politieke en economische actoren eindelijk te overtuigen zich in te schrijven in een concreet en daadkrachtig beleid van fraudebestrijding, vroeg het ABVV aan DULBEA (ULB) een studie uit te voeren. De studie van DULBEA maakt een uitgebreide inventaris van de diverse wetenschappelijke methodes om fiscale fraude te meten. Op grond van dit overzicht selecteerde DULBEA twee methodes om de fraude in ons land te meten. Zonder verder in detail te treden, moeten we onderstrepen dat beide methodes aantonen dat de fiscale fraude ervoor zorgt dat de Staat tussen de 16 en de 20 miljard euro aan inkomsten misloopt. Bij dat bedrag moet dan nog de sociale fraude geteld worden – sociale fraude die eveneens aangepakt moet worden en die op 8 à 10 miljard geraamd kan worden, op basis van een verdeelsleutel 2/3 fiscale fraude, 1/3 sociale fraude. In deze tijden van financiële en economische crisis moet de strijd tegen de fiscale fraude en tegen de ontsporingen van ons huidig financieel systeem dé prioriteit zijn, zowel op internationaal als op Europees en Belgisch vlak. In België toont de hoogte van het bedrag aan dat er een enorme marge bestaat om in te grijpen, ondermeer via volgende maatregelen: de concrete uitwerking van alle aanbevelingen van de parlementaire commissie over de fiscale fraude en in het bijzonder de afschaffing van het bankgeheim. In een eerste fase betekent dit op zijn minst de goedkeuring van het voorstel dat de kaap van de Raad van State en van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer al voorbij is. Maar op termijn zal ons land, wil het het werk van de belastingadministratie echt efficiënter maken, een systeem moeten invoeren dat vergelijkbaar is met dat wat in Frankrijk bestaat. Daar stellen de banken ieder jaar de gegevens over de rekeningen, de rekeninghouders en de intresten ter beschikking van de Franse belastingadministratie. Volgens het ABVV moet de strijd tegen de belastingontduiking en het verlies aan budgettaire inkomsten dat daaruit voortvloeit, één van de prioriteiten van de toekomstige regering worden om op die manier tegemoet te kunnen komen aan de echte problemen van de werknemers. Bron:
18
INFO DEFENSIE JUNI 2010
Echo ABVV Nr 5 — mei 2010
Wat verandert er op 1 juni voor uw geld... Juni is traditioneel de maand waarin u uw belastingaangifte invult. Maar de eerste dag van juni brengt ook veranderingen voor uw geld. Een bloemlezing... Goedkoper krediet Consumentenkredieten van minstens 5.000 euro worden goedkoper. De intresten die aangerekend mogen worden dalen met 1 procent. Het jaarlijkse kostenpercentage voor een lening op afbetaling bedraagt maximaal 11,5 procent, voor een financieringshuur 9,5 procent, voor een kredietopening met kaart 12 procent en voor een kredietopening zonder kaart 10 procent.
Is uw gasketel gekeurd? In Vlaanderen gelden specifieke regels voor het onderhoud en nazicht van de centrale verwarming. Heeft u een cv-ketel op aardgas, die al in gebruik was op 1 juni 2007, dan moet die vóór 1 juni 2010 een eerste onderhoud gehad hebben door een erkende technicus. Daarna heeft u die onderhoudsplicht om de 2 jaar. Ook voor een eerste ingebruikname bent u wettelijk verplicht uw gasketel te laten keuren. Bij de verkoop van een woning is een verkoper niet verplicht om een attest voor te leggen. Alle informatie over de keuringen van de centrale verwarming is terug te vinden op: www.centraleverwarming.lne.be.
Bodemattest duurder Vanaf 1 juni 2010 is er een nieuw aanvraagformulier voor een bodemattest. Het attest wordt bovendien duurder:
een standaardbodemattest kost 32 euro; een bodemattest van een deel van een perceel 127 euro.
Energieprestatiecertificaat in Wallonië Ook in Wallonië moet verplicht een Energieprestatiecertificaat worden voorgelegd bij een verkoop. Het certificaat wordt opgesteld door een energiedeskundige en geeft een indicatie hoe energiezuinig het gebouw is. Voorlopig is die verplichting er in Wallonië alleen bij de verkoop van een eengezinswoning. Voor de verkoop van appartementen en bij verhuur komt die verplichting er vanaf 1 juni 2011. In Vlaanderen is het certificaat al langer verplicht bij de verkoop of verhuur van een woning, appartement, studio’s,…
INFO DEFENSIE JUNI 2010
19
Go Pass 1 Voor jongeren onder de 26 jaar is er naast de Go Pass nu ook de Go Pass 1. Met de nieuwe formule is het niet langer nodig om 10 ritten in één keer te kopen. Met een Go Pass 1 betaalt de jongere 6,50 euro voor één reis in België. Voor een traject van of naar Brussel-Nationaal-Luchthaven moet de jongere 8,50 euro betalen. Het ticket is exclusief te koop via Ticket Online. Dat kan al 1 maand op voorhand, maar het is niet omruilbaar of terugbetaalbaar.
Onderhoud bij garage naar keuze Op 1 juni worden nieuwe Europese regels van kracht die het eenvoudiger moeten maken om uw auto door een garage naar keuze te laten onderhouden en repareren zonder te moeten vrezen voor uw garantie. Door de nieuwe regelgeving zal de Europese Commissie kunnen optreden tegen autoproducenten die de garantie op hun auto’s koppelen aan de verplichting om het onderhoud bij bepaalde garages te laten uitvoeren. Autoproducenten mogen wel nog eisen dat de reparaties die onder de garantie vallen, bij een door hen aangewezen garage worden gedaan.
Juni en uw belastingsaangifte Ook al kan een belastingaangifte via Tax-on-Web nog tot 15 juli ingediend worden, een aangifte op papier moet uiterlijk op 30 juni 2010 bij de belastingadministratie zijn.
Doorgeven adreswijzigingen
ACOD Defensie Fontainasplein 9/11 — 1000 Brussel Nog steeds krijgen we op ons secretariaat tientallen Info’s Defensie terug. De reden blijft onveranderd dat het lid in kwestie niet meer op het door ons gekend adres woont. Het is telkens opnieuw een opzoekwerk om te weten te komen wat het nieuw adres is. Sommige leden hebben het leger verlaten en bij Defensie werd geen gekend adres achtergelaten, wat het voor ons nog moeilijker maakt. Hierbij vragen wij onze leden nogmaals ons hun adreswijziging zo snel mogelijk door te willen geven.
20
INFO DEFENSIE JUNI 2010
℡
02/508 58 62
02/508 59 34
[email protected]