Inèz van Dillen maart 2013 KABK Eindexamenscriptie Bachelor Deeltijd
belichaamd
Inhoudsopgave inleiding 4 de huid - het vlees Johan Tahon Chloe Piene
10 13 15
het afstotelijke - de dood
20
Intimiteit - seksualiteit
30
Christian Boltanski Vera Pouw Sayaka Abe
Ulricke Bolenz Ronald Ophuis Berlinde de Bruyckere
23 23 25 35 36 36
Transparantie 42 Dorien Plaat Lucian Freud Caren van Herwaarden
Een soort van slotgedachten Transparantie De huid - het vlees Het afstotelijke - de dood Intimiteit - seksualiteit
46 46 47
54
54 58 62 66
Literatuurlijst 69 lijst van afbeeldingen
70
3
De gedachte dat men zal sterven is bitterder dan sterven, maar niet zo bitter als de gedachte dat een ander gestorven is, dat zich, weer vlak geworden na een mens te hebben verzwolgen, zonder zelfs maar een kolking op die plek, een werkelijkheid uitstrekt waarvan de mens is uitgesloten, waar geen enkel willen, geen enkel kennen meer bestaat… Marcel Proust Ik ben een kunstenaar van de ontroering en de reflectie. Ik bedoel niet het sentimentalisme, het emotionele, maar de schok van de ontroering die de reflectie als het ware opstart. Alleen de reflectie creëert ruimte Philippe Vandenberg
4
inleiding Als een kunstwerk een op zichzelf staand werk is, dan betekent dit dat het kunstwerk zich losmaakt van een beredeneerde context en zich beroept op een veronderstelde zelfstandigheid. Maar dat wil zeggen dat er aan het kunstwerk niet beschrijfbare intenties of effecten aanwezig zijn, die de zelfstandigheid ervan mogelijk maken in de kunstwereld. In mijn eigen opvatting is een kunstwerk in staat tot deze zelfstandigheid. Het kunstwerk kan beroeren, ontroeren, enz.. De vraag die echter hieruit volgt is, waarop is dit vermogen waarbij zelfstandigheid en affecten samengaan, gebaseerd? Hiervoor zou je dus eerst jezelf moeten afvragen, met hulp van literatuurstudie, welke de affecten zijn die jezelf wenselijk acht en die het mogelijk maken dat een kunstwerk als zelfstandig werk kan bestaan. Het onderliggende verslag, verhaalt van mijn zoektocht naar wat aan de ene kant de gewenste en verwachtte mogelijkheden hierin zijn en wat het is dat de toeschouwer beroert. Dat een kunstwerk al snel het eigendomsrecht van de kunstenaar verlaat, wil niet zeggen dat het de kunstenaar niet mogelijk zou zijn, om zijn geesteskind ook met voldoende bagage, proviand en wat er zo nog meer nodig is, op pad te sturen. Aan de andere kant moet de kunstenaar zich bewust zijn, dat een
5 kunstwerk niet volgeladen kan worden met bagage, omdat het dan al bij zijn eerste stappen zal bezwijken onder de last van wat de kunstenaar meende te moeten aanbrengen. Het gaat hier dus om een delicaat evenwicht tussen geladenheid en de mogelijkheid om onderweg zelfstandigheid te hebben en hiermee een eigen lading te verwerven. Het vinden van dit evenwicht, zeker als het gaat om de thema’s die mij bijzonder aanspreken, is dan ook een kwestie van bepalen of thema’s, al dan niet van een zekere zwaarte, niet voortdurend een herhaling zijn van een reeds bekende invalshoek en een bekend perspectief bieden, maar of het mogelijk is om nieuwe perspectieven, nieuwe vergezichten te openen en hiermee de mogelijkheid te bieden om nieuwe reizen te maken, naar nog onbekende oorden. Als een kunstwerk de toeschouwer hierin kan meenemen, dan verwerft het zijn eigen zelfstandigheid en kan het juist de toeschouwer zijn die de benodigde nieuwe bagage, nieuwe proviand, aanlevert en meebrengt. De aanpak voor een onderzoek naar deze mogelijkheid, is de vraag stellen wat het betekent dat een kunstwerk een intensiteit heeft, een indringendheid, die de toeschouwer raakt, hem affecteert en die hem hierin meeneemt. Hierbij heb ik mij verdiept in het werk van George Bataille. Ik heb al zijn romans gelezen en zijn filosofisch werk ‘De Tranen van Eros’. George Bataille heeft zich op literair niveau eenzelfde intensiteit verworven en heeft dit in filosofische
6 zin uitgewerkt, in een aantal begrippen. Vanuit deze begrippen van George Bataille, zijn er dan ook thema’s ontstaan, waarbij het voor mij ineens duidelijk werd, waar ik in mijn eigen werk mee bezig ben. Met behulp van literatuur en het lezen van andere filosofen heb ik de hieronder beschreven gedachten en inzichten vergaard, maar ook op basis van onderzoek naar beelden en vooral teksten op internet, van een veertigtal kunstenaars. De kunstenaars heb ik hierna geselecteerd op basis van hun beeldend werk, dat een verwantschap met de benoemde thema’s leken te hebben. Tekstueel is vervolgens gekeken of een dergelijke verwantschap ook in de gevonden teksten aanwezig was. Vervolgens is er aan de benoemde thema’s een selectie van twee of drie kunstenaars per thema en de over hen geschreven teksten toegevoegd. Uit deze teksten zijn nieuwe slotgedachten geformuleerd, waarbij ieder van de thema’s, met een nieuw inzicht of een veranderde positie is beschreven. Een en ander heeft tot gevolg dat deze scriptie minder een weerslag is van een onderzoeksweg, maar meer de persoonlijke weergave is van een ontwikkelingsgang in het denken, over wat het mogelijk maakt om in een werk een niet beschrijfbare intensiteit op te nemen en welke gevolgen het heeft voor mij als kunstenaar, om mij in een ander perspectief te begeven, omtrent van wat als algemeen bekend en aanvaard wordt geacht. Eigenlijk is het dus ook een invulling op de vraag, of het als kunstenaar mogelijk is, om de toeschouwer nieuwe inzichten en nieuwe ontwikkelingen te bieden.
7 De persoonlijke klank in deze scriptie is volgens mij niet te vermijden. De werking van het kunstwerk wordt in de filosofie gezien, als dat wat zich buiten het denken en dus buiten het filosoferen afspeelt. Hierdoor wordt een grens bereikt. Daarom kan het in mijn scriptie ook niet anders dan een persoonlijke invulling, een persoonlijke verwerking zijn, omdat het in de ervaring niet anders kan dan ‘het middels het gaan van een weg’ te ervaren. Dit is vergelijkbaar met de denkweg die Martin Heidegger voor zijn denken ontwikkelde, waarbij je door een heel proces van stappen heen moet, om zijn visie te kunnen volgen, om deze te begrijpen en te doorvoelen. Of ook zoals dat in de filosofie van Gilles Deleuze ligt besloten, waarin hij beschrijft dat in de elke creatieve daad je een nieuwe wereld schept. Waarbij in de actie het begrijpen ingesloten ligt. Dit is ook het geval in het werk, dat veel kunstenaars in de jaren ’90 van de vorige eeuw ontwikkelden. Kunstenaars van een generatie die ik ook in mijn scriptie heb opgenomen. Na deze kunstenaars is er welliswaar een generatie gekomen, die weer terug dacht te moeten gaan naar de orde van de dag, maar die daardoor in zekere zin weer terugstappen naar een eclectische beeldtaal, waarin het ’samplen’ het hergebruik en de herwaardering van oude beelden en technieken belangrijk is. Met mijn scriptie sluit ik aan bij een generatie, waarin de oorspronkelijkheid van het kunstwerk, nog de verwachting geeft dat hiermee de autonomie, de
8 zelfstandigheid van het kunstwerk mogelijk wordt. Een oorspronkelijkheid die dus haar affect uit het persoonlijke en niet uit een herwaardering en hergebruik van de beeldtaal put. En hiermee is mijn positionering, zover die kunsthistorisch correct kan zijn zodanig, dat de taalvormige uitwerking in deze scriptie, zich niet wil en ook niet kan uitlaten over de mogelijkheid van de ervaring, die bij een kunstwerk behoort. Zoals de grenservaring beschreven in de filosofie van George Bataille, voorbij het denken, in de ervaring, probeerde door te dringen. Deze scriptie wil dus aanzetten tot een ervaring, maar beschrijft deze ervaring niet.
9
Er is geen schuld in de wereld, alleen wat zich voordoet Hij ligt in bed, lichaam gekromd tegen mijn rug, zijn arm rond mijn borst, binnen de cirkelomtrek van mijn eenzaamheid weet ik dat ik een moment van absolute liefde heb gevonden Anais Nin Alle filosofie is niets anders dan de bekentenis van een lichaam, de autobiografie van een mens Friedrich Nietzsche
10
de huid - het vlees De kunst is een wond die in licht verandert. Maar wat wil dat zeggen wond en licht en waarom deze samenhang ? De wond is die aantasting van het lichaam die lijden tot gevolg heeft. In het lijden ervaren wij. En het is dit ervaren, dat de filosoof George Bataille bij Nietzsche vond, die het extatische in zich herbergt. De wond is dus die aantasting van het lichaam, die een ultieme ervaring zou moeten mogelijk maken middels het lijden. Het licht haalt het lijden uit de verborgenheid naar voren. Het licht zoals in verlichting, illumiere, het licht zoals bij middeleeuwse denkers, maar ook het licht zoals bij de filosoof Martin Heidegger, is het moment van verhelderen, oplichten, het naar voren brengen. Het licht maakt niet alleen zichtbaar, maar is ook een aanzet tot het kennen. Het is het kennen van de wond, niet het helen, of de ontzetting van het lijden, maar het weten van het lijden. De gebroken mens heeft slechts een oplossing, een obsessie, zich heel maken. Voor de kunstenaar, voor mij, zal dat zijn door de eenheid van het beeld. Maar dat heel maken is geen genezen, niet zomaar terug naar de staat van normaal zijn, maar eerder het leren leven in het lijden. Het lijden omarmen als de mogelijkheid om te ervaren.
11
Het is de hoop en de angst die me voortduwt. Ik heb een voorliefde voor de representatie van de mens, de mens in relatie tot het vlees, de huid, zijn kwetsbaarheid en transparantie. Kunsthistoricus Richard Wollheim schreef hierover in 1978: ‘het schilderij is een vat, net als een lichaam’. Als kunstenaar beseft ik maar al tegoed, dat het ultieme beeld niet bestaat, noch dat het geschapen kan worden. Maar een idealisme bestaat uit meer dan het ultieme beeld. Niet het beeld is wat er toe doet, maar de wond die naar voren wordt gebracht. De dingen kunnen slechts dingen zijn als we ze niet als beeld, maar als ding, uniek en zelfstandig, naast elkaar zien. Niet als de uitdrukking van de algemene bekendheid, maar via het lijden, door de wond, komt het bijzondere, het vergetene tevoorschijn. Elk idealisme, als het er al ooit was, is bij voorbaat gedoemd tot falen. Het ultieme beeld bestaat immers niet. Het bestaat bij benadering, relatief, in het zoeken naar en het verlangen ernaar. En juist in dit verlangen moeten we er afstand van nemen. Het singuliere beeld zijn we verloren, zoals ook de singuliere ervaring niet langer meer deel uitmaakt van ons vocabulaire. De ervaring van het ultieme van George Bataille, is die singuliere ervaring, die door de filosoof Merleau Ponty in het boekje, De wereld waarnemen (2003), verder is
12 uitgewerkt als de unieke wijze van ervaren, die alleen mogelijk is middels ‘het vlees’. Het vlees, het lichamelijke, is je verbinding met de wereld, Dit is hoe je de wereld ervaart. De kern van de filosofie van Merleau Ponty, bestaat uit het idee dat de waarneming een fundamentele rol speelt in ons begrijpen van de wereld en ook onze interactie ermee. Merleau Ponty legde de nadruk op het lichaam als primair middel om de wereld te kennen. Dit in tegenstelling tot de klassieke filosofische traditie, die het bewustzijn als vertrekpunt aannam. ‘Mijn lichaam bepaalt het gemeenschappelijke weefsel van alle objecten en het is in ieder geval wat betreft de waargenomen wereld, het algemene instrument van mijn begrijpen’. Iemands eigen lichaam is niet enkel een ding, maar het is ook de permanente voorwaarde voor ervaring. Voorlopers in de kunst die ook probeerde om materie om te vormen in licht, die trachtte om de harmonieuze en precaire samengaan te bereiken tussen lichaam en geest, tussen gevoel en cognitie zijn voor mij onder andere: • • • • •
Tiziano Vecelli (1487-1576) Francisco José de Goya y Licientes (1746-1828) Jean Auguste Dominique Ingres (1780-1867) Gustave Courbet (1818-1877) Vincent van Gogh (1853-1890)
13 • • • •
Egon Schiele (1890-1918) Hans Bellmer (1902–1975) Lucian Freud (1922-2011) Anton Heyboer (1924-2005)
Hoe kan je de huid schilderen/tekenen en daarbij de materie doen vergeten? En tegelijkertijd zijn breekbaarheid, zijn beschadiging en zijn erotische lading, zijn lichtgevendheid accentueren? Hoe kan je de materie vergeestelijken zonder het lichaam te verloochenen? Dat zijn vragen die mij en mijn voorgangers bezig houden/hielden. Het zijn de bijna’s die maken dat ik hardnekkig met mijn pogingen doorga. Waarbij het niet het streven naar het ideale is, maar naar het unieke. Uniek als iets wat zelfstandig is, een werk dat op zichzelf is, wat geen hulp of uitleg nodig heeft. Niet als hoogste modus van kunstbestaan, maar als het volstrekt zelfstandige. Het kunstwerk dat geen kunst wil zijn, maar alleen zichzelf. Dit is de wond die de toegang is van het ge-lichte lijden. Johan Tahon Zijn beelden beschermen hem tegen de volledige eenzaamheid: ze vullen letterlijk de leegte. Ze weerspiegelen ook het allergrootste verhaal dat er is: dat
14 van de angstwekkende eenzaamheid. Ze geven een soort volledigheid waardoor hij een soort rust krijgt. Ze helpen hem ook bevrijden van angst. Dankzij kunst kan hij een bestaansruimte voor zichzelf creëren, omdat het een plaats is waar niemand hem kan raken. Het helpt hem ook een plaats te vinden in de maatschappij. Tahon heeft van zijn eigen werk gezegd: “Mijn sculpturen denken na over de wereld maar ook over hun eigen wezen. Ze staan in verbinding met de werkelijkheid, maar wisselen ook met zichzelf van gedachten. Deze tweespalt, soms uitgedrukt in een dubbelhoofdige vorm, is kenmerkend voor mijn sculpturen. Deze gespletenheid vind ik terug bij mezelf”. Hij zegt ook “Mijn beelden tonen de toestand van de mens als zoekend en nadenkend wezen. Het zijn sculpturen die het wezen raken van de mens, zijn denken weerspiegelen en er begrip voor trachten op te brengen. Uiteindelijk gaat het om de mens. Ik ben enkel in staat om mezelf zo goed mogelijk te onderzoeken en daarvan verslag uit te brengen. En dan hoop ik dat mijn subjectief onderzoek iets algemeens wordt”. Johan Tahon’s beelden lijken puzzelstukken die samen een identiteit vormen. Hij verwerkt veelal onderdelen van het ene beeld in het andere totdat hij een ziel voelt. Als resultaat levert dat soms hybride figuren in ongemakkelijke posities op en de huid vertoont kwetsuren. Koppen vertonen deuken, gestolde emoties en gespannen indrukken. De sculpturen zijn gevisualiseerde verhalen
15 van een innerlijke fantoompijn. Hij voelt er zoekende, nadenkende wezens in. Chloe Piene In haar tekeningen en sculpturen maakt Chloe Piene gebruik van motieven, die zowel verwijzen naar erotiek als naar de dood. Haar tekeningen bestaan uit zeer fijn getrokken houtskoollijnen die ledematen en figuren vormen. Deze figuren situeren zich ergens tussen leven en dood, tussen lust en vergankelijkheid. Zowel de sculpturen als de tekeningen, lijken te zijn gevormd door de ongecontroleerde intuïtie van de kunstenaar. De wereld die ze laat ontstaan wordt als subversief en duister ervaren door de toeschouwer, maar is tegelijk ook opgeladen met existentialistische gedachten en kunsthistorische verwijzingen naar Vanitas-motieven.
16
19
Alleen de mens is tot het onmogelijke in staat Goethe
Kunst is onmaatschappelijk. Het onderstreept slechts de totale onzin van het bestaan Wim T. Schippers
20
het afstotelijke - de dood De dood begint bij de herhaling die niets nieuws meer brengt, die niet meer tot avontuur uitnodigt. De tekening overstijgt vaak het statuut van schets of ontwerp en deze vormt als het ware ‘het skelet’ waaromheen het picturale lichaam groeit en waar het lichaam zuurstof haalt, wanneer het schilderen stokt. Mijn eerste daad van verzet, was mijn eerste tekening. Ik ben met tekenen begonnen, om uit de beklemming van het dagelijkse bestaan te komen. Tekenen gaf mij kracht en ook een zekere bescherming. Het tekenen werpt zich op als een vrije gedachtestroom. Een zowel bewust als onbewust proces waaruit nieuwe thema’s, beeldmotieven, composities, preoccupaties en scènes ontstaan. Vaak worden ze hertaald in grafiek, soms bestaan ze louter en alleen in de tekenkunst en groeien er uit enkelvoudige scènes, series van tekeningen over hetzelfde thema. Dit ontstaansproces, kan je zien als de beleving van de wond. Van het lijden, dat zichtbaar moet worden voor diegene die zich in het werk wilt verdiepen. Het werk is er niet voor de toeschouwer, niet voor hem, of met de toeschouwer in gedachte gemaakt, maar
21 het werk is er vanwege de wond die aan het licht komt. Niet alleen maar in het licht als zichtbaarheid, maar ook in het licht als een middeleeuws heiligenlicht, dat alles doordringt, dat het tot een lijden voert. Tot een extatische beleving in zijn volle lichamelijkheid. Het geheel van de tekening kan worden doorkruist met woorden, al dan niet leesbaar, bv. in braille, spiegelbeeld of afgedrukt zonder inkt. Het zijn geschreven gedachten, uitroepen of gehele teksten, gedichten ( van Anais Nin, George Bataille, Merleau Ponty...) of slecht de titel die de wond duidt. Woorden en beelden liggen in het verlengde van elkaar en soms wordt een woord ook tekening. De woorden vormen de grens en de overgang waar het beeld het overneemt. Maar het zijn de woorden, die de grootste wonden zijn. De woorden zijn te weinig in het licht en het beeld kan dan ook niet anders, dan deze grote wonden laten oplichten. Het functioneert er als vraag in relatie tot het beeld, als verduidelijking, als titel, cynisch commentaar of geuite angst. Het hertekenen of overtrekken van dezelfde scènes met minimale wijzigingen kan refereren aan een creatieve impasse, waarbij door middel van herhaling gestreefd wordt naar het bezweren en openbreken van een inert moment. Gilles Deleuze schreef in 1983, verder bouwend op de inzichten van de filosoof Henri Bergson; “we kunnen dus zeggen dat objecten behorende tot een
22 gesloten systeem, door beweging opnieuw verbonden worden met een open tijdsduur en dat het tijdsverloop verbonden wordt met de objecten binnen het systeem dat het betracht te openen. Herhaling is een beweging waarin gezocht wordt naar verschil, verandering of naar een uitweg uit de impasse”. (Deleuze ‘83, Cinéma I: L’image-mouvement) Geldt dit misschien zelfs wel voor de erotiek..? In de continue recitatie dient verandering op te treden, anders rest enkel de dood. De dood is zowel de uiterste grens als de uiterste wond. De dood die we ons bewust zijn en die we vrezen, omdat die ons een grens oplevert. Maar deze grens is tevens de overgang van het zekere naar de mogelijkheid van een verschil, van het dagelijks gelijkvormige. De dood, als wond, maakt dat we ons moeten vermoeien met het zoeken naar nieuwe verschillen. Zowel voor de filosoof Martin Heidegger als voor Gilles Deleuze betekent het verschil dat, wat we laten oplichten als het unieke van ieder ding, dat door het lijden van de dood getekend is. Pas in het besef van je eindigheid ben je instaat om de dingen te kunnen zien voor wat ze zijn bv. dat alle stoelen anders zijn, dat elke stoel uniek is. Het feit dat je weet dat je leven eindig is, maakt dat je op de toekomst gericht bent. En dat wil zeggen, dat alles mogelijks is en dat je iets te kiezen hebt. En omdat je zo goed mogelijk wilt kiezen, wil je alles beleven, om de wereld op
23 een zo goed mogelijke manier te kunnen zien. In het besef van onze eindigheid, en in het lijden over dit besef, realiseren we onze wens, via onze keuzes, dit extatische in ons leven te verkiezen boven de eenvormigheid van het nihilisme dat de dood ontkent of omvormt tot een wens tot eeuwig leven. Een eeuwigheid die leidt tot een monotoon bestaan waar langzaam alles eender wordt. Het eeuwige leven viert niet het leven, maar de uitgestelde dood. Christian Boltanski Geen andere kunstenaar heeft zich zo expliciet en consistent met het thema van de dood geëngageerd als Boltanski. In overdrachtelijke zin, houdt hij zich met de schaduwwereld bezig. Zijn werk staat in het teken van de dood en in samenhang daarmee van herinneren en gedenken. Zijn werk reflecteert de dood in vele gedaanten: de gewelddadige dood en de ‘gewone’ dood; en ook de kindertijd die voor iedere volwassene een onherroepelijk afgesloten leven is. Vera Pouw Je zou een schilderij van haar behalve als een muur of een stuk grond, ook kunnen zien als een huid, waarin sporen te zien zijn van wat er onderhuids heeft
24 plaatsgevonden. Het gaat dus over grenzen tussen buiten en binnen, tussen ik en zelf, tussen stoffelijk en onstoffelijk en hoe die grenzen in de kunst overschreden kunnen worden. Tijdens onze drukke levens blijven we maar al te vaak keurig binnen de grenzen, vergeten we nogal eens dat we meer dan alleen ons uiterlijke, handelende ik zijn, lopen we met andere woorden aan ons zelf voorbij, en worden dan rusteloos, vervreemd en ongeïnspireerd. De kunst en dat is volgens mij een van haar belangrijkste taken, kan ons weer bewust maken van die innerlijke wereld, waardoor we een pas op de plaats maken, tot rust komen en de dialoog met ons zelf weer kunnen aanvangen, die juist de kern van onze menselijkheid uitmaakt. In tegenstelling tot de dingen en de meeste dieren, is de mens zich van die dubbelheid bewust. Hij of zij weet dat hij zowel over een uiterlijk, de huid, de oppervlakte, kortom over een lichaam beschikt, dat gemotiveerd wordt door levensdriften, maar dat er ook een innerlijk is, dat bestaat uit onstoffelijke, niet fysieke gedachten, gevoelens en herinneringen. De mens is met andere woorden een tweestemmig wezen, dat daarom ook over zichzelf heen kan buigen, over zichzelf na kan denken en wat heel belangrijk is voor het denken en de creativiteit, een dialoog met zichzelf kan voeren.
25 Sayaka Abe Het werk van Sayaka Abe ontstaat met een vraag over mensen die ze in haar omgeving ontmoet. Ze onderzoekt verschillende verhalen zoals een pijnlijke ervaring in het leven; de toenemende eenzaamheid van het ouder worden; of het verliezen van de zintuigen door het stadsleven. Het zijn verhalen die zich ontvouwen door middel van Abe’s eigen ervaringen en door ze met anderen te delen. Ze transformeert deze gebeurtenissen in 3D-tekeningen en creëert intieme ruimtes. Haar levensgrote tekeningen, de presentatie, de ruimte, de situatie, het geluid, het licht en het materiaalgebruik vormen een bron van reflectie, voor haarzelf als voor haar toeschouwer. Het uitnodigen van de bezoeker in het werk, door er letterlijk binnen te treden, is voor Abe een belangrijk aspect. Gedurende de vijf jaren dat Sayaka Abe in Nederland woont, ontdekt ze dat binnen de Japanse cultuur vaker wordt gecommuniceerd via visuele en nonverbale uitingen dan door taalkundige zoals in Europa. Vanuit haar eigen achtergrond is het tekenen voor Abe uitgegroeid tot een belangrijke vorm van communicatie. Door haar verblijf in Nederland is ze gedreven de tegenstellingen en kruisingen tussen Japan en Nederland verder te onderzoeken.
26
29
Naast liefde op het eerste gezicht is er ook liefde op eerste aanraking Vladimir Nabokov Geluk is een seconde die eeuwigheid wil zijn Gerrit Komrij
30
Intimiteit - seksualiteit Seks is niet iets, waar we ons makkelijk bevrijd zullen voelen. Het is niet toevallig dat seks ons duizenden jaren lang zo heeft verward. We hebben het altijd moeilijk gehad met seks, doordat het een van nature ontregelde overweldigende en krankzinnige kracht is, die op geen enkele manier strookt met het merendeel van onze ambities en vrijwel onmogelijk op discrete wijze in een beschaafde samenleving kan worden geïntegreerd. Ondanks onze verwoede pogingen het verschijnsel van zijn eigenaardigheden te ontdoen, zal seks zich nooit conformeren aan ons idee van eenvoudig of leuk. Seks is van nature niet democratisch of teder, maar onlosmakelijk verbonden met wreedheid, overschrijdingen en het verlangen naar onderwerping en vernedering. Seks laat zich niet netjes terugbrengen tot een bekroning van onze liefde, zoals we dat graag zouden zien. Ook al doen we nog zo ons best de boel onder controle te houden, seks heeft de hardnekkige neiging een ravage aan te richten in ons leven. Seks vormt een absurd en wellicht onvermijdelijk contrast met enkele van onze meest hoogstaande overtuigingen en waarden. Geweldige seks zou, net als geluk in het algemeen, wel eens de verrukkelijke, sublieme uitzondering kunnen zijn. Maar diep van binnen raken we nooit helemaal de behoeften kwijt waarmee we zijn geboren. Om te worden geaccep-
31 teerd zoals we zijn, onafhankelijk van onze daden, om liefdeblijken middels het lichaam te ervaren, om in iemands armen te worden gesloten, om anderen met de geur van onze huid in verrukking te brengen. In zijn boek De erotiek verwoordt George Bataille het als volgt: ‘[...] op dat moment van die diepe stilte - in deze ure des doods - openbaart zich de eenheid van het zijn in de intensiteit van de ervaring, een intensiteit die zo groot is dat de waarheid zich losmaakt van het leven en van haar objecten. Die extase, meer dan een plompverloren orgasme, is een soort witte plek, een land waarvan geen kaart bestaat en waaruit niemand terugkomt’ (Bataille ‘57 De Erotiek). Volgens George Bataille is de mens laag verleid, zonder sublimering en tot schreeuwens toe, met wijd opengesperde ogen. Het lichaam en zijn driften dringen zich op in het menselijke kijken en handelen, onvermijdelijk. Dat de mens, althans sommigen en dan nog in verschillende gradaties genot kan ondervinden in het kijken naar het leed van anderen, is algemeen bekend. In haar boek Regarding the pain of others (2002) merkt Susan Sontags op, dat de honger naar beelden die lichamen in pijn tonen, even groot is, als het verlangen om het naakte lichaam gepresenteerd te zien. Dit inzicht is niet nieuw. Reeds bij Plato wordt er melding gemaakt, van de aantrekkingskracht die gemutileerde lichamen uitoefenen op de menselijke psyche. Plato, aldus
32 Sontag, vindt het nagenoeg vanzelfsprekend dat er zoiets bestaat als de menselijke honger naar beelden van pijn, degradaties en mutilatie, al gaat er met het kijken een mentaal conflict gepaard. Ook Edmund Burke schreef in zijn Philosophical enquiry into the origin of our ideas of the sublime and beautiful (1957), dat de mens verrukking vindt in tegenslagen en de pijn van anderen. Ook de geschiedenis van de kunst is bezaaid met beelden vol wreedheden en agonie.’Kwelling’, zo schrijft Sontag, ‘wordt eveneens gerepresenteerd als een vorm van spektakel, als iets dat bekeken wordt door passieve omstanders. De passiviteit van de kijkers zinspeelt op de idee, dat er niets kan worden gedaan aan de gruwel die zich voltrekt. Men kan zich emfatisch inleven, zelf vergenoegen indien men wil, maar de gruwel stoppen is onmogelijk’. (Regarding 2002) Deze gedachten helpen ons om een beter begrip te krijgen over enkele aspecten van de etsenreeks ‘Los desastres de la guerra’ van Goya en bv. de tekeningen van Philippe Vandenberg. De gruwel die de kunstenaar voorstelt, is bedoeld om ons, zo stelt Sontag, te choqueren, om ons wakker te schudden, ja zelfs te verwonden... Goyas etsen en tekeningen, ontzeggen de kijker elk genot dat gevonden kan worden in het leed van anderen. Ze wekken compassie op voor de slachtoffers en woede tegenover diegenen die het leed aanrichten. De beelden veroordelen en zijn de vrucht van een ontzette blik. In die zin staan deze etsen,
33 diamentraal tegenover beelden die enkel en alleen ons verlangen naar gruwel aanspreken. Ze zijn het product van een diepe morele verontwaardiging, net zoals de tekeningen van Philippe Vandenberg een product zijn van gechoqueerd zijn, van een weigering te aanvaarden. Toch onderscheid hij zich van Goya. Vandenberg heeft namelijk niet alleen een penetrant beeld gegeven van een gruwelijke mensheid, hij is er ook in geslaagd de beschouwer te confronteren met de eigen fascinatie voor het perverse en mutilerend sadistische. De naaktheid, de expliciete seksuele taferelen en de confronterende perversiteiten trekken aan. Vandenberg weet dit zo treffend te realiseren door de blik in eerste instantie te geven wat hij zoekt, maar om hem vervolgens meteen genadeloos te confronteren met zijn eigen onmogelijke bestaan. Vandenberg boort diep in de psyche van de mens. Hij schotelt ons een ontspoorde orgie voor. Een driftige lust zonder morele grenzen, een door doodsdrift gedomineerd orgasme. Zijn vleeskleur ademt zowel verleiding als vernieling. De orgastische beelden zijn afstotend attractief. Waar de tekeningen uiteindelijk op aansturen, is wegkijken, wegkijken vanuit een diep morele verontwaardiging over het meedogenloze sadisme dat in de mens schuilt. Wegkijken ook omwille van de huivering, schaamte of ontzetting die volgt op de initiële fascinatie voor de vleselijke gruwel, de apocaliptische implosie, het leed. Het zijn de wonden van het bestaan. Ze vangen de genotzoekende blik, maar ontsluieren meteen de perversiteit
34 van het genot dat hierin sluimert. Lust ontmoet walging, genot ontmoet afgrijzen. Aantrekking stoot zichzelf uiteindelijk af. Deze beweging , waarin de driftmatige pulsaties van de menselijke binnenwereld hun perverse verlangens ontbloot ontmoeten, werd door de Franse psychoanalyticus Jaques Lacan geïntroduceerd in zijn analyse over de werking van de schilderkunst. Deze kan ook ingezet worden voor de analyse van de tekenkunst en andere artistieke beelden. “Aan de kijker geeft de schilder iets dat zich laat samenvatten als; je wilt kijken..? wel, kijk dan naar dit!” (Vandenberg 2012 Reflections on the Drawings) Hij geeft iets waar het oog zich mee kan voeden, maar hij nodigt diegene tot wie het schilderij zich richt uit, om zijn blik daar neer te leggen, net zoals bij het neerleggen van wapens. Er wordt niet zozeer iets gegeven aan de blik maar aan het oog, iets dat het achterlaten, het neerleggen van de blik omvat. Schilderkunst kan volgens Lacan het oog bevrijden van de verlokkingen van de blik. Deze verlokkingen vinden hun oorsprong in ‘ het gemis dat de castratieangst mede doet ontstaan’. Het is dit gemis dat ervoor zorgt dat we nooit echt kijken naar wat we willen zien, omdat datgene wat we zien gedicteerd wordt door de misleidende blik. Kunst doet ons uiteindelijk zien. Het is het oplichten, het alles doordringende ervaren, van wat we vergeten zijn. Mijn uitgeproken voorkeur om de naakte mens weer te geven laat in het aqua-
35 relleren toe, hoe op zeer subtiele wijze en met zeer penetrante toonschakeringen, de menselijke vlees en bloedkleur weergegeven kan worden. Dit laatste zie je ook terug in de aquarellen van kunstenaars als Philippe Vandenberg (1952-2009), David Austin (1960), Berlinde de Bruykere (1964), Madeleine Heublein (1963) en Caren van Herwaarden (1961). De aquarellen worden meestal in een breekbare grafietlijn getekend en vervolgens ingekleurd met transparante lagen waterverf die het frêle karakter van het menselijk lichaam en bestaan benadrukken. Het is de lichamelijk broze, maar ook de gewetenloze mens, die zichzelf en zijn medemens in een nachtmerrie stort. Ulricke Bolenz Ze heeft vooral oog voor de verscheurdheid van de wereld, voor de tragiek die eruit bestaat dat de mooie kant van het leven onvermijdelijk gepaard gaat met de lelijke. De vrouw transplanteert haar psyche, haar ziel, op de huid. Behalve zichtbaar wordt die innerlijke wereld aldus ook strafbaar. Althans zo lijkt het. Deze betekenis van de intimiteit wordt nog brozer doordat tevens de gedachte aan de vergankelijkheid opgeroepen wordt.
36 Ronald Ophuis Hoewel Ophuis onderwerpen gebruikt uit de moderne wereldgeschiedenis als Irak, Srebrenica en WOII, lijkt de politieke invalshoek niet altijd de belangrijkste. Werden in het verleden nog executies afgebeeld om een politiek statement te verspreiden, zoals Goya dat deed met zijn schilderij, el tres de mayo de 1808 en Madrid, bij Ophuis lijkt geweld en menselijk leed op zichzelf te staan. Beelden van de terreur in de wereld zien we tegenwoordig immers al meer dan genoeg. Ophuis wil de zaken zichtbaar en bespreekbaar maken. En dan juist datgene waar we liever niet over praten. Het gevaarlijkste van geweld ligt wezenlijk in de ontkenning ervan.” Berlinde de Bruyckere Het werk van Berlinde De Bruyckere kenmerkt zich door een grote lichamelijkheid. Haar tekeningen en sculpturen zijn letterlijk uitbeeldingen van lichamen en lichaamsvormen waarvan de anatomie dikwijls verwrongen en geschonden is. Wat zich vooral toont is de huid die als een fragiel oppervlak het lichaam omspant en protectie geeft. Ook de haren, en bij de dierfiguren de vacht, lijken bedoeld om het lichaam te beschermen en te bedekken. Hiermee zijn deze werken verwant aan de eerdere beelden van de Bruyckere, waarin zij
37 allerhande oude dekens gebruikte als een metafoor voor kwetsbaarheid en beschutting. Maar dekens kunnen ook afdekken en verstikken. Deze positieve en negatieve aspecten corresponderen met het ‘mensbeeld’ van de Bruyckere. Over de beelden aanéén-genaaid heeft ze gezegd: ‘Ze zijn met zwart garen aaneengenaaid uit allemaal losse stukken. Op een bepaald moment schiet er van het mens-beeld niets meer over, vind ik. Als ik denk aan hoe wij als mens reageren op sommige situaties, hoe wij met elkaar omgaan, dan vind ik dat wij soms zeer lelijk zijn, en dan valt dat mooie-mensenbeeld uit elkaar. Met die beelden Aanéén-genaaid heb ik geprobeerd vanuit flarden mens terug één beeld te grijpen, alles aan elkaar te naaien en te proberen om dat mensbeeld weer samen te stellen. En de deken heb ik daarbij echt wel gebruikt als een huid die de stukken mens weer bijeenmaakt en die een nieuw beeld creëert.’
38
41
Wat andere niet van mij weten, daar leef ik van Peter Handke Wellicht schuilt in de twijfel de grootste wijsheid Roger Raveel
42
Transparantie Ik geloof dat een kunstenaar probeert om een bepaalde orde te scheppen, maar dan een andere orde dan de bestaande. Daar beginnen soms de problemen, het gaat vaak om een orde die niet past in het heersende systeem. Dat er uit bestaat de wonden te verduisteren, ze onzichtbaar en onbeleefbaar te maken, zodat alleen het genot nog overblijft. Zoals bv. Ikea producten, waarbij het maken niet langer meer de wond naar het licht brengt, maar het maken achter de designschil verborgen blijft, om het eenvoudige genot van het geüniformeerde beeld over te houden. Ik kan me voorstellen dat onze emoties fysieke sporen nalaten. Ik wil in mijn werk mijn liefde voor het kwetsbare individu zichtbaar maken. Om allerlei redenen is dat niet altijd een situatie die een veilig gevoel geeft. Het werken met de huid en de transparantie laat zich niet zomaar verenigen. Het is niet slechts het transparant maken van de huid of omgekeerd het oppervlakkig maken van de transparantie. De spanning tussen de huid en de transparantie is wat zichtbaar moet worden. En in die spanning ontstaat de kwetsbaarheid van o.a. de intimiteit. De rol en de positie ervan die we als mensen steeds verder privatiseren. Intimiteit en kwetsbaarheid zijn waarden die in het dagelijkse leven geen rol meer hebben, bv. Facebook zit vol met onkwetsbaarheid, iedereen
43 moet daar op zijn allerbest in beeld worden gebracht. De ervaring, die Bataille nog als grenservaring opzocht, wordt steeds minder ruimte toebedeeld. Alleen in de spanning, kan die mogelijk nog uitgedrukt worden. Niet als resultaat maar als werking van het kunstwerk. De genoemde thema’s zoeken zowel naar de grenservaring van Bataille, als dat ze de wens in zich hebben om de soevereine levenswijze terug te vinden, die in ieder mens aanwezig is. Maar dit zijn ook thema’s die gaan over de aard en de wijze van kunstbeleving. De extase of juist de meer economische manier waarop je kunst kan waarderen. Als kunstenaar ben ik uiteraard meer geïnteresseerd in de beleving van de extase, in de vervoering die een kunstwerk kan verkrijgen en op welke wijze deze gelezen of, beter nog, veroorzaakt kan worden. Jacques Derrida, die in navolging van Georges Bataille eveneens in dit thema is gedoken, heeft over de gelaagdheid van een tekst of een schilderij geschreven. Juist de gelaagdheid, in combinatie met de intimiteit van de thema’s zouden hierin op elkaar kunnen aansluiten. Door het werken met transparantie, met een driedimensionaliteit van het werk, kan aan een dergelijke gelaagdheid letterlijk vorm worden gegeven. Zijn teksten gaan over de multi-interpretatie die je kan hebben bij het lezen. Voor hem is de schrijver al tijdens het schrijven, al niet meer de eigenaar van het geschrevene. Vanaf dan is het van
44 de lezer, die het kan lezen zoals hij wil. Hoe je als lezer niet alleen inhoudelijke betekenis leest, maar ook hoe je als lezer, door de leeswijze los te maken van de inhoud (de semantiek), kan komen tot een vormgeving die de lezer zelf aanzet tot creativiteit. Het gaat er dus niet om dat er door de kunstenaar een boodschap wordt verkondigd. Dit is in een maatschappij die al overmatig is voorzien van informatie aanbod, overbodig. Het gaat erom hoe de kunst de lezer kan aanzetten tot een eigen lezing en tot het verkrijgen van een eigen bron van informatie. Het kunstwerk moet daarom mijns inziens, ook gaan over thema’s die de lezer niet alle dagen al krijgt aangeboden, maar meer over onderwerpen die stilletjes in een hoekje verdwijnen. Thema’s die Batailles grenservaring mogelijk maken. Wij kennen in de media een overaanbod aan emoties. Het openbaar opbiechten van zaken, of het nu de drugsverslaving van een filmster is, of de ellende van een huiselijke Nederlandse echtscheiding, alles gaat gepaard met een overschot aan emoties. Emoties, die zichtbaar zijn in het tranendal dat erbij hoort, die altijd dezelfde zijn. We leren ons een standaard set van emoties aan. Die emoties staan ook allang niet meer tegenover het verstand, zoals dat in een ouder beeld, jaren ‘70 het geval was. Emoties en verstand verhouden zich op hetzelfde niveau, maar wel door de media bepaalde manieren van denken en emoties. De hyper visibiliteit die geen enkele negativiteit van het verborgene, ontoegankelijke en geheime kent, is obsceen. Obsceen is ook de
45 dwang om alles aan communicatie en zichtbaarheid bloot te stellen. Obsceen is de pornografische uitstalling van lichaam en ziel. De transparante samenleving staat vijandig tegenover de lust, de lust als het erotisch verlangen. In de economie van de menselijke lust is voor transparantie geen plaats. Het is immers juist de negatieve kracht van het geheim, van de sluier en de verhulling die de begeerte wekt en de lust intensiveert. Wie verleidt zend dubbelzinnige signalen uit. Spelen met dubbelzinnigheid en ambivalentie, met geheimen en raadsels, verhoogt de erotische spanning. Transparantie of eenduidigheid zou het einde van de eros betekenen, zou pornografie worden. Porno vernietigt niet alleen de eros, maar ook de seks. De pornografische uitstalling ontvreemd de seksuele lust en maakt een lustleven onmogelijk. Het is dan ook geen toeval dat onze transparante samenleving tegelijk ook een pornografische samenleving is. Het is de opgave van mijn kunst, om op mijn wijze te kijken naar emoties en naar verstand. Om deze transparantie aan de kaak te stellen. Om de ontbrekende schakels boven water te halen en te zoeken op welke wijze die niet alleen zichtbaar worden, maar ook beleefbaar worden. En niet zoals dat al veel te veel gebeurd in de moderne hedendaagse mediacommunicatie.
46 Dorien Plaat De figuren op haar doeken nemen geen genoegen met oppervlakkige beschouwing. Ze lijken te zeggen, kijk maar , hier ben ik, ik nodig je uit echt naar mij te kijken, in al mijn naaktheid, in al mijn kwetsbaarheid. Nee niet weglopen, kijk nu eens echt naar me. In een keiharde wereld, waarin het uiterlijk vertoon, de buitenkant het belangrijkst lijkt, dwingen de figuren van Dorien Plaat ons bij hen naar binnen te kijken. Die buitenkant is flinterdun, met iets meer aandacht kan en mag je ook naar binnen kijken. En dan zie je hoe mooi ze zijn. Een ander ‘mooi’ dan die van een vergankelijk fysiek schoonheidsideaal. Een ‘mooi’ met eeuwigheidswaarde en authenticiteit. De figuren laten zich zien zoals ze zijn. Ze zijn daardoor echter niet zwak maar sterk. Als dat geen mooie boodschap is voor de wereld waarin we nu leven. Wie niet geraakt wordt door deze kunst, heeft misschien niet goed gekeken... naar de schilderijen... of naar zichzelf. Lucian Freud Wereldberoemd zijn zijn indringende en niets verhullende portretten en naakten. Met zijn scherpe persoonlijk blik legt de Duits Britse schilder Lucian Freud de verborgen gevoelens en gedachten bloot van degene die voor hem zit. het gaat hem niet om oppervlakkige schoonheid of gelijkenis, maar juist om
47 het eigenlijke wezen, om wat zich onder die oppervlakte afspeelt. dit resulteert in indrukwekkende en zeer persoonlijke portretten van kwetsbare individuen. in deze voor hem zo kenmerkende stijl, zet hij zijn modellen genadeloos neer. Voor sentimentaliteit of gene is in zijn visie geen plaats. Hangbuiken , rimpels, wallen, onderkinnen en plooien niets ontgaat hem. Toch maakt hij geen mechanische reproductie van wat hij voor zich ziet, hij maakt een autonoom kunstwerk waarbij hij niet zozeer streeft naar een gelijkenis met het model, maar naar een portret dat het model is. Hij is niet alleen niets ontziend voor andere, maar ook voor zichzelf. Caren van Herwaarden Haar aquarellen hebben een verleidelijk uiterlijk. Door het geraffineerde kleurgebruik, door een haast fabelachtige techniek, door de manier waarop ze de leegte effectief laten zijn, maar vooral ook omdat ze onomwonden laten zien waarom het gebruikte medium het beste is, waarom het het meeste voldoet aan de eisen van de inhoud. Want uiteindelijk is het die inhoud die je het meeste intrigeert. Waarom zijn die mensen zo kwetsbaar? Waarom laten ze die kwetsbaarheid zo openlijk zien? Waarom zijn die mensen naakt en vooral, waarom ziet dat er zo vanzelfsprekend uit? Waarom zijn die mensen eigenlijk niet meer dan een samenstel van transparante vlekken? Waarom zien we ze vaak van bovenaf
48 zodat ze helemaal vertekend zijn? Worden ze begluurd? Is er iemand die op ze neerkijkt? Waarom groepen ze veel samen? En waarom veranderen ze dan in een letterlijke vorm die de aandacht van het individu afleidt? Waarom lijken ze daarbij hun identiteit in te leveren? Iemand die op deze manier mensen verbeeldt moet van mensen houden. Iemand die mensen zo kwetsbaar weet weer te geven moet niet alleen nieuwsgierig zijn naar het innerlijk van mensen, maar daar tevens enig inzicht in hebben. Het is er Van Herwaarden om te doen om duidelijk te maken dat mensen juist meer zijn dan een transparante buitenkant. Ze zijn meer dan een medisch object dat technische mankementen kan vertonen, dat fysieke tekortkomingen kan hebben en dat volgens al dan niet gangbare normen mooi of lelijk kan zijn. Het zijn wezens die angsten kennen, die vaak onzeker zijn, die kunnen dromen over leuke of minder leuke zaken, die vol met ideeën zitten, die verstand hebben van zaken, die veel kwetsbaarder zijn dan je op het eerste gezicht zou denken. Het is niet voor niets dat de naakten van Van Herwaarden niets hebben van de ongenaakbare naakten die we kennen uit pornoblaadjes of zelfs uit de kunstgeschiedenis. Ze dragen hun naaktheid niet met trots, ze zijn bloot. Het zijn mensen die weliswaar deel uit maken van een groep, die gesteund kunnen worden door die groep, maar die daardoor ook het risico lopen zichzelf kwijt te raken en volledig op te gaan in die
49 groep. Een aquarel uit 2000 met als titel ‘Special Case’ en is in vergelijking tot veel andere werken klein van formaat. Niet meer dan 30x20 centimeter. Een naakt mannenfiguur houdt zijn hoofd achterover. Twee (getekende) handen omvatten het hoofd. Beschermend, liefdevol, zorgzaam. Kan kwetsbaarheid krachtiger worden uitgedrukt? Caren Van Herwaarden werkt op papier. Dat materiaal vertaalt de inhoud het beste. Het mist de perfectie en duurzaamheid van linnen. Het is evenmin verbazend dat ze dat papier ook papier wil laten zijn en dat ze daar bij de presentatie rekening mee houdt. Eigenlijk zouden de vellen zo aan de muur moeten hangen. Natuurlijk, als zichzelf. Omdat dat om praktische redenen onmogelijk is en omdat Van Herwaarden ze perse niet op de gangbare manier wil inlijsten, hangt ze de aquarellen en tekeningen in een soort glazen kast. Beschermd, maar nog steeds als hun kwetsbare zelf.
50
53
Cheshire Kat, vroeg Alice. Wil jij mij alsjeblieft vertellen welke kant ik op moet vanaf hier? Dat ligt er voornamelijk aan waar jij naartoe wil, zei de Kat. Dat kan mij niets schelen, zei Alice. Dan doet het er niet toe welke kant je opgaat, zei de Kat Charles “Lewis Carroll” Dodgson 1832-1898
De kunstenaar moet in zijn werk zijn als God in de schepping: onzichtbaar en almachtig; men moet hem overal voelen en nergens zien Gustave Flaubert
54
Een soort van slotgedachten Transparantie Tegenwoordig lijkt het erop alsof transparantie een soort deugd is, of beter nog, een discipline waar iedereen naar verlangt. Overheden en organisaties zijn behept met dit streven, werkelijk alles en iedereen wordt geacht doorschijnend te zijn. Schouders eronder en total transparency zal uw deel worden! Deze nieuwe maxime ofwel stelregel roept op tot noeste arbeid en disciplinering ter meerdere eer en glorie van de doorzichtigheid. De denkwijze hierachter is echter zelf ongedisciplineerd en gemakzuchtig. We associëren transparantie bijvoorbeeld vaak met mooie morele deugden als openheid en eerlijkheid. Maar is het wel mooi als ik iemand open en eerlijk de waarheid zeg? Weet ik eigenlijk wel wat de waarheid is? Totale transparantie ook als bewustzijnsniveau wordt gezien als de eigenschap die volledig doorzicht geeft. En we hebben als maatschappij, mede op basis van een christelijke achtergrond, bedacht dat het voor ons economische presteren van belang is, dat we rationeel doorzicht kunnen hebben op alles wat ons aangaat. De politiek wil transparant zijn, zodat we de burger kunnen
55 dwingen tot verantwoordelijkheid middels deelname. Vanuit de beheerspolitiek, zijn we tot de participatie overgegaan. Dat zien we ook terug in de productieprocessen. Transparantie van de economische maatschappelijke omgeving dwingt tot transparantie van het individu. Volledige transparantie is een vorm van porno, van niets meer verhult zijn en daarmee van het uitputten van de lust. De porno kan alleen nog maar hopen interesse te wekken door zich te richten op het extreme. Het nu zeer populaire Vijftig Tinten van E.L. James (2012), is hiervan een goed voorbeeld. Het mysterieuze, ons eigen domein met onze eigen onvolmaaktheden met verrassingen, verdwijnen onder de grote inspanningen die de plicht tot transparantie, tegenover de wens om eigen kleine geheimen te hebben, als strijd opleveren.
56
57
Bijna nooit zie je een vogel in de lucht. Zich bedenken, zwenken, terug Judith Herzberg We hebben kunst om niet aan de waarheid te sterven Friedrich Nietzsche
58 De huid - het vlees Google de huid en je vindt een keur van verwijzingen naar producten die de huid en de verzorging ervan als onderwerp hebben. De huid, het grootste orgaan van het menselijk lichaam is verworden tot een scheidingslijn die verhult wat er aan de binnenkant aanwezig is. De huid is die buitenkant die zichtbaar is, als het eerste begin van het lichaam. En het uiterlijk, de esthetische kwaliteit ervan, is wat ons hierbij steeds verder bezig houdt. Toch is deze huid door die esthetische aandacht allang niet meer beperkt tot de vorm van ons lichaam. Een vorm die veel mensen ook moeilijk of niet in de gewenste normatieve vorm weten te houden. Veroudering, een overmaat van slecht voedsel en de stress van de dagelijkse zoektocht naar geluk en tevredenheid, maken dat de huid verweert en vervormt. Veel mensen expanderen hun huid, niet alleen door gewichtstoename, maar ook door je te tonen, zoals bij de sociale media. Door de huid, die zichtbaarheid, om te zetten tot de maakbaarheid van hun verschijning. We zijn met de huid bezig als grens, als grenservaring. De niet zichtbare binnenkant, die we zo transparant mogelijk moeten tonen, is tevens ons laatste domein van onze onvolkomenheid geworden. Maar hiermee zijn we vergeten dat de huid datgene is waarmee we de wereld voelen, zien en tot ons laten komen. Huid en binnenkant, het vlees, zijn een geheel. Ons vlees (La charre) is voor Merleau Ponty, dat wat ons denken bepaald. De
59 wijze waarop we de wereld ervaren is wat we zijn. Niet alleen esthetisch maar vooral als identiteit.
60
61
Wij kunnen niet vermijden dat we sterven, en wij kunnen evenmin vermijden grenzen te overschrijden. Sterven en grenzen overschrijden is trouwens hetzelfde George Bataille Het kerkhof ligt vol met mensen die ooit gedacht hebben: gelukkig lig ik hier niet Herman Brusselmans
Denk hieraan: bij uw geboorte was iedereen verheugd en gij weende; bij uw doodgaan weent iedereen, maar gij zult in vreugde zijn Arabisch
62 Het afstotelijke - de dood De dood kennen we als het onherroepelijke einde. Als dat moment waarop we, nu geseculariseerd zijn, geen hoop meer hebben op een hemel, een beloning of zelfs een wederkeer. Door onze achtergrond, met een beloning als vooruitzicht zijn we de dood gaan beschouwen als het onherroepelijke moment waarop het ik niet langer meer zal bestaan. Heidegger, noemde dit zelfs ‘Das sein zum Tode’ (Heidegger 1927 Sein und Zeit). Het leven in het bewustzijn dat we er op een bepaald moment niet meer zijn, en met name ons bewustzijn zal zijn verdwenen. Heidegger schreef hierover in zijn boekje, Over denken bouwen wonen (1991) ; ‘de stervelingen zijn de mensen. Ze heten stervelingen omdat ze kunnen sterven. Sterven betekent tot de dood, als dood in staat zijn. Alleen de mens sterft. Het dier crepeert. Het heeft de dood als zodanig net zo min voor zich, als achter zich. De dood is het schrijn van het niets, namelijk van datgene wat in elk opzicht nooit een puur zijnde is, maar dat toch zijn wezen uitoefent en zelf als het geheim van het Zijn zelf. De dood bergt als het schrijn van het niets, het wezende van het Zijn in zich’. Science fiction boeken hebben een keur aan oplossingen voor deze onherroepelijkheid, waarbij het brein, het bewustzijn van de eigen identiteit, bewaard kan worden. Daarom moet ons leven ook zo zinvol mogelijk ingevuld worden
63 en zijn we sterk gericht op het hebben van een zo groot mogelijk gevoel van geluk. Tegenslag en ellende nemen stukken van ons leven in beslag, dat we toch al als beperkt ervaren. We hebben hiervoor oplossing zoals het leven per dag, of het nieuwe slow leven, zodat de tijd die we hebben zolang mogelijk kan zijn. In Aziatische filosofieën is het leven dat, wat we achterlaten. Kinderen vereren de voorouders, omdat zij diegenen zijn die ervoor hebben gezorgd dat die kinderen er zijn. Door te leven, en niet anders dan dat, vervult een ieder al meer dan genoeg. De dood is alleen dan een probleem, als er nog geen mogelijkheid tot leven is geweest. Dus ieder leven is al bij de geboorte vervult. De dood betekent alleen dat je niet langer deelneemt aan dat wat je achterlaat. De dood is dus niet na te streven, je doet het goed, als je zo veel mogelijk kan achterlaten dat weer bijdraagt tot het leven. Maar de dood is geen breuk of einde, maar juist de voortgang van het leven. Dit perspectief is volledig anders dan die van onze liberale samenleving. Hier zijn we, in het door de verlichting uitgezette pad van de zelfverwerkelijking ingegaan, en hebben we vergeten dat we al door geboren te worden ons zelf verwerkelijkt hebben. Niet omdat we langzaam sterven vanaf onze geboorte, maar omdat we deelnemen aan het continue leven.
64
65
Ook de spiegel van de wijsheid beslaat Japan
De enige dood is afwezigheid van liefde Barjavel
66 Intimiteit - seksualiteit Kijk je op wikipedia naar een definitie voor intimiteit, dan toont de wikipediabeschrijving de intimiteit als een verlangen. Dit kan fysiek zijn, dit kan emotioneel zijn en kan spritueel zijn. Het legt het verlangen, tegen de onmogelijkheid ervan bloot. Dat wil zeggen, dat in de definitie de onmogelijkheid van de intimiteit zichtbaar wordt. Een onmogelijkheid, omdat we altijd een besef meedragen van de afstand die er is tussen jezelf en de ander. We kunnen niet delen, omdat de ander in zijn eigen individualiteit volstrekt ontoegankelijk is. Het basiskenmerk van de individualiteit is, dat ik mijn beleving en mijn zicht op de wereld heb en dat die anders is dan van een ander. We zien als we naar eenzelfde kleur kijken niet diezelfde kleur, die kleurwaarneming wordt vertekend door wat we als onze bagage meebrengen, of dit nu cultureel of door ervaringen is bepaald. Ieders huid is niet transparant. En daarmee is ieder individu wie hij is en niet eens transparant voor zichzelf. Onze identiteit is wat we denken dat we zijn. Michel Houellebecq laat dit in zijn boeken, bv. Elementaire deeltjes (1998) ook duidelijk zien. Identiteit en het verlangen naar intimiteit horen bij elkaar. Het vlees kan niet langer meer voelen, omdat het aan de oppervlakte is verhard. Alleen in een vergaande sexuele kruistocht probeert men nog de extase, die Bataille niet op deze wijze bedoelde, te voelen als een vorm van intimiteit. Waar George Batail-
67 le op zoek was naar een extase die de identiteit overschrijdt en die een open relatie met de wereld mogelijk maakt, is de zoektocht naar grenzen van de seksualiteit die we sinds de studentenopstand van 1968 kennen, een bevestiging van onze uniciteit als identiteit en daarmee van de onmogelijke intimiteit. Het leven op het gevoel, de wens tot emotionaliteit zoals dat in de huidige media, film en zelfs in het feitelijke nieuws zichtbaar wordt, is een vervanging voor dat wat we verloren hebben, door de identiteit als uiterste zelfvervulling na te streven. De televisie staat bol van de emotionele ontboezemingen die mensen doen om de harteloosheid van onze samenleving te tonen. Met graagte zien we de emoties die bij het succes horen, of dit nu een talentenshow of een voetbalwedstrijd is, doet er niet toe. We tonen met graagte de juiste emoties, zodat we een gevoel van intimiteit kunnen hebben. Maar zoals het Bijbelse naaste liefde, vooral de scheiding tussen jouw en de ander bewerkstelligt, kunnen we nooit de ander ervaren, als we ons zelf niet opofferen op de wijze als Bataille heeft beschreven. Sexualiteit en de dood zijn hierbij dezelfde affecten, dezelfde handeling. Om jezelf op te geven moet je een beetje doodgaan. Het besef van ‘leven’ is de sexualiteit, het is deze grensoverschrijdende ervaring. Niet zoals bladen als bv. de Magriet, Cosmo enz. ons voorschrijven. Houellebecq toont ons dit ook in zijn boeken. Deze gaan over de leegheid van het persoonlijk orgasme.
68
69
Literatuurlijst George Bataille: Al zijn verhalen en gedichten George Bataille: De tranen van eros Rhea Hummel: Kunstlevens, een academisch proefschrift Merleau Ponty: De wereld waarnemen Byung-chul Han: De transparante samenleving Alain de Botton: Meer denken over seks Michel Houellebecq: Elementaire deeltjes Michel Houllebecq: Mogelijkheid van een eiland A.A. van den Braembussche: Denken over kunst Ad de Visser: De tweede helft Rudiger Safranski: Nietzsche Hans den Hartog Jager: Verf Hans den Hartog Jager: Het sublieme Martin Gayford: Man met blauwe sjaal, over Lucian Freud Philippe Vandenberg: Reflections on the drawings Martin Heidegger: Over denken bouwen wonen E.L. James: Vijftig tinten Anais Nin : Henry en June Michel Foucault: De woorden en de dingen Marcel Proust: Op zoek naar de verloren tijd
70
lijst van afbeeldingen 3 Hans Bellmer - La poupée 5 Anton Heyboer - Zonder titel 7 Hans Bellmer - The educated Caveman 9 Cloe Piene - Mmasturbator 11 Jean Auguste Dominique Ingres - Male torso 13 Johan Tahon - Waq Waq 15 Cloe Piene - Death Carrying Her Brood 19 Francisco José de Goya y Luciantes - Los Desestros de la guerra 21 Gustave Courbet - L’ Origine du monde 23 Vera Pouw - Even helemaal stil 25 Sayaka Abe - Re-collect 29 David Austin - Blue negligee 31 Philippe Vandenberg - After The Martyrdom of St. Sebastian 33 Lucian Freud - Sunny Morning–Eight Legs 35 Ulricke Bolenz - Cocons 37 Vincent van Gogh - zelfportret 41 Philippe Vandenberg - Pelgrims keel 43 Egon Schiele - Selbstbildnis 45 Dorien Plaat - Titel onbekend 47 Caren van Herwaarden: Speciaal geval
71 49 Tiziano Vecelli - Venus Anadyomene 53 Christian Boltanski - Change 55 Lucian Freud - At work at night 57 Madeleine Heublein - Glückloser Engel II 59 Ronald Ophuis - Boy of sorrow 61 Berlinde de Bruyckere - Into One-Another To P.P.P 63 David Austin - Titel onbekend 65 Berlinde de Bruyckere: In the Flesh aanéén-genaaid 67 Caren van Herwaarden: A necessary Man II
72