BEOORDELINGSRAPPORT Uitgebreide opleidingsbeoordeling hbo-bachelor Informatica deeltijd Hogeschool E3
Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
BEOORDELINGSRAPPORT Uitgebreide opleidingsbeoordeling hbo-bachelor Informatica deeltijd Hogeschool E3 CROHO nr. 34479
Hobéon Certificering Datum: 10 juni 2013 Auditteam: Drs. G.J. Stoltenborg Drs. C. Adriaanse Drs. M. van der Voort G. Lombarts Secretaris: Drs. G.W.M.C. Broers
INHOUDSOPGAVE 1.
BASISGEGEVENS
1
2.
SAMENVATTING
3
3.
INLEIDING
7
4.
OORDELEN OP NIVEAU VAN DE STANDAARDEN
9
5.
ALGEMEEN EINDOORDEEL
41
6.
AANBEVELINGEN
43
BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE
I II III IV V VI
Scoretabel Opleidingsspecifieke eindkwalificaties Schematisch overzicht opleidingsprogramma Programma, werkwijze en beslisregels Lijst geraadpleegde documenten Overzicht auditteam
45 47 63 67 71 73
1.
BASISGEGEVENS
NAAM INSTELLING
Hogeschool E3
status instelling
Rechtspersoon voor hoger onderwijs
resultaat instellingstoets kwaliteitszorg
n.v.t.
NAAM OPLEIDING
B Informatica
registratienummer croho
34479
domein/sector croho
Techniek
oriëntatie opleiding
hbo
niveau opleiding
bachelor
graad en titel
Bachelor ICT
aantal studiepunten
240 EC
afstudeerrichtingen
onderwijsvorm1
Systeemontwikkeling en Beheer IT Service Management Information Management Competentiegericht onderwijs
locatie
Maastricht
variant
Deeltijd
relevante lectoraten
-
datum audit / opleidingsbeoordeling
5 maart 2013
1
Hieronder worden bijvoorbeeld verstaan: afstandsonderwijs, werkplekgerelateerd onderwijs, flexibel onderwijs, competentiegericht onderwijs of onderwijs voor excellente studenten.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 1
Basisgegevens hbo-bacheloropleiding, deeltijd2 Instroom (aantal) deeltijd
2007 17
2008 37
2009 12
2010 75
2011 42
2012 40
uitval (percentage) uit het eerste jaar deeltijd 3
2007 0
2008 0
2009 0
2010 0
2011 0
2012 0
uit de hoofdfase deeltijd 4
2006 0
2007 0
2008 0
rendement (percentage)5 deeltijd docenten (aantal + fte) deeltijd
2006 100
2007 100 Fte 3
2008 100
aantal 3
opleidingsniveau docenten (percentage)6 deeltijd
Bachelor 67
docent–student ratio7 deeltijd
1:40
contacturen (aantal)8 deeltijd
1e jaar 106
Master 33
2e jaar 80
PhD.
3e jaar 80
4e jaar 120
Hierbij is van belang om op te merken dat de gemiddelde groepsgrootte ongeveer 6 studenten bedraagt. Er zijn soms grotere groepen tot maximaal 15 studenten, maar evenzeer komt de een-op-een variant voor zoals bij de scriptiebegeleiding.
Het aantal contacturen is uitgesplitst naar leerjaren.
De opleiding is niet ingedeeld in leerjaren maar in fasen, omdat het instapmoment voor een student niet gebonden is aan een jaar of een andere vaste periode. Een student kan op een door hem zelf gekozen moment met de studie starten. De contacturen per fase zijn als volgt: Propedeuse: 106 Hoofdfase: 160 Afstudeerfase: 120
2
3
4
5
6
7
8
Bron: Basisgegevens opleidingsbeoordeling ‘Indicatoren en definities’, Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie, 11 september 2012 Het aandeel van het totaal aantal bachelorstudenten (eerstejaars ho) dat na één jaar niet meer bij de opleiding staat ingeschreven, zo mogelijk voor de laatste zes cohorten. Het aandeel van de bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijven (herinschrijvers) dat in de nominale studieduur zonder het diploma te hebben behaald alsnog uitvalt uit de opleiding, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten. Het aandeel van de bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijven (herinschrijvers) dat het bachelordiploma haalt in de nominale studieduur + één jaar, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten. Het aandeel docenten (onderwijzend personeel) met een hbo, master en PhD in het totaal aantal docenten (onderwijzend personeel). De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven studenten en het totaal aantal fte’s aan onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar. Het gemiddeld aantal klokuren per week aan geprogrammeerde contacttijd, voor ieder jaar van de opleiding.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 2
2.
SAMENVATTING
Inleiding Hogeschool E3 is een door OCenW aangewezen onderwijsinstelling: een ‘Rechtspersoon voor Hoger Onderwijs’. De hogeschool biedt de opleiding die onderwerp is van deze visitatie, de hbobachelor Informatica, sinds 2008 aan als een door de NVAO geaccrediteerde hbo opleiding. De onderwijsinstelling kenmerkt zich door kleinschaligheid waarbij sprake is van korte lijnen en een platte organisatiestructuur: de leiding van Hogeschool E3 stuurt de overige medewerkers direct aan, zonder dat er sprake is van tussenliggende managementlagen. Hoewel het hier een uitgebreide opleidingsbeoordeling (UOB) betreft, is er voor gekozen de audit in één dag uit te voeren. Tijdens de voorbereiding op de audit is gebleken dat door de kleinschaligheid van de opleiding, het auditteam regelmatig tegenover dezelfde personen zou zitten. Door een combinatie van verschillende gespreksthema’s binnen één sessie, kon het auditteam op een efficiënte wijze de audit uitvoeren zonder daarbij de inhoudelijke beoordeling en het auditproces uit het oog te verliezen. 1. Beoogde eindkwalificaties De eindkwalificaties vormen een voldoende basis voor de opleiding en zijn geformuleerd en vastgesteld in overleg met het werkveld. Het gaat hierbij niet alleen om informatica-technische kwalificaties maar ook om bedrijfsmatige/managerial aspecten van het vakgebied en een sociaal agogische invalshoek zoals het kunnen samenwerken en adviseren in een informaticabedrijfsmatige context. Het auditteam beoordeelt de set eindkwalificaties als voldoende. Zij sluiten aan bij de eisen die de arbeidsmarkt stelt aan afgestudeerde informatici; in de eindkwalificaties is de body of knowledge, vereist voor een gedegen beroepsuitoefening, in voldoende mate zichtbaar. De relatie met het werkveld, nodig voor het up to date houden van de set eindkwalificaties, is in voldoende mate geborgd in het regionale beroepenveld waarbij de opleiding contacten heeft met grote spelers in de regio. Deze contacten zijn nauw én direct. Het auditteam beoordeelt Standaard 1 daarmee als voldoende. 2. Programma De vakinhoudelijke basis van het vakgebied informatica is aanwezig. De opleiding haalt de beroepspraktijk ‘naar binnen’ via stages, via de leden van de beroepenveldcommissie en via individuele docent-, student- en managementcontacten met het werkveld. Het curriculum stelt studenten in staat de eindkwalificaties op het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar op het terrein van informatica op hbo-bachelor niveau te ontwikkelen. Het curriculum is zodanig vormgegeven, dat de studenten al in een vroege fase tijdens hun studie de theorie verwerven die ze vervolgens in de praktijk/op hun werkplek en in casussen en praktijkopdrachten toepassen. De vakinhoud staat daarbij niet los van de praktijk. Het werkveld wordt actief benaderd om vakinhoudelijke input te leveren en voor opdrachten. De opleiding zorgt ervoor dat de studenten zowel in het binnen- als in het buitenschools programma (stage, uitvoeren van opdrachten) voldoende mogelijkheden krijgen vaardigheden te oefenen. De onderzoekscomponent is thans in beperkte mate in het curriculum opgenomen. Dit is een punt van aandacht.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 3
De door de opleiding gebruikte literatuur is op hbo-bachelorniveau, maar de internationale component en de actualiteit verdienen versterking. De opleiding heeft een omvang van 240 EC’s. Veel studenten beschikken al bij de start van de opleiding over dusdanige vakinhoudelijke- en praktijkkennis op het terrein van informatica dat vrijstellingen mogelijk zijn. De procedure rond het verlenen van vrijstellingen dient uitgebreider vastgelegd te worden. Hier is sprake van een noodzakelijke inhaalslag. De voorzieningen voor studenten met een functiebeperking zijn goed en studenten zijn tevreden over de begeleiding door docenten en hun beschikbaarheid. Het auditteam beoordeelt Standaard 4 als goed, de Standaarden 2, 3, 5, 6 en 7 als voldoende. 3. Personeel De docenten zijn vakbekwaam, zowel wat didactiek als wat vakinhoud betreft, en in staat een voor studenten samenhangende leeromgeving te realiseren. De docenten beschikken voor een deel over recente werkervaring of zijn deels werkzaam in de praktijk. De studenten en alumni zijn tevreden over de opleiding in het algemeen en meer specifiek over hun docenten. De lijnen tussen management en docenten zijn kort, preciezer: rechtstreeks; er zijn intern nauwelijks afstanden. De omvang van het docententeam is beperkt. De docent-student ratio bedraagt rekenkundig 1:40. In de praktijk is de docent-student ratio echter aanmerkelijk lager omdat E3 in kleine groepen doceert. De opvolging van de onderwijskundig directeur van E3 is de komende periode een nadrukkelijk punt van aandacht evenals het masterniveau bij de werving van docenten. Het auditteam beoordeelt de Standaarden 8, 9 en 10 als voldoende. 4. Voorzieningen De opleidingsspecifieke voorzieningen, waaronder computerruimtes en mediatheek, zijn van voldoende niveau. De studieloopbaanbegeleiding is voldoende geregeld. De aandacht voor de voortgang van de studie en het leren reflecteren op het leerproces is in handen van docenten. Omdat de lijnen tussen management/docenten enerzijds en studenten anderzijds kort zijn, kunnen studenten direct bij hen terecht in geval van studieproblemen. Het auditteam beoordeelt Standaarden 11 en 12 als voldoende. 5. Kwaliteitszorg De opleiding heeft zicht op haar sterke en zwakke punten. Op het terrein van kwaliteitszorg kan de opleiding procedures, verantwoordelijkheden en deadlines beter op papier vastleggen. Ook mag de opleiding nog daadkrachtiger optreden waar het verbetermaatregelen betreft. De opleiding besteedt aandacht aan de evaluatie van de inhoud van het curriculum. De opleiding evalueert in voldoende mate onder haar studenten en (hun) werkgevers. Het management bezoekt regelmatig werkgevers die hun werknemers deze opleiding laten volgen. De planning van verbeteracties kan beter. Het auditteam beoordeelt de Standaarden 13, 14 en 15 als voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 4
6. Toetsing De opleiding beschikt over een kleine examencommissie. Het auditteam heeft met representanten van deze commissie gesproken en constateert dat zij is toegerust voor haar wettelijke taak maar dat uitbreiding van de commissie zeker te overwegen valt. De opleiding toetst en beoordeelt op een valide en betrouwbare wijze of studenten hun tussenen einddoelen bereikt hebben. De door het auditteam bestudeerde toetsen laten een variëteit aan toetsvormen zien waarbij sprake is van zowel kennis- als inzichttoetsen. Docenten beschikken over voldoende vaardigheden om toetsten op een adequate wijze te kunnen opstellen. Het beleid rond toetsen en beoordelen moet de opleiding beter vastleggen. Wat betreft het gerealiseerde niveau van de studenten is er sprake van een voorbehoud. Het auditteam trof bij de set door haar bestudeerde eindwerkstukken een aantal aan, die niet voldeden aan de hbo-bachelor eisen wat betreft de onderzoekscomponent. Hier moet de opleiding nog een inhaalslag maken. Het auditteam heeft er voor gekozen niet op te schalen maar om de opleiding de gelegenheid te bieden voor het einde van het kalenderjaar ook dit aspect van het hbo-niveau van studenten en hun eindwerkstukken alsnog te realiseren. Het auditteam heeft er vertrouwen in dat dit dan ook het geval zal zijn; de opleiding is inmiddels met een verbetertraject gestart. Het werkveld is tevreden over de opleiding in het algemeen en over het niveau van de afgestudeerde studenten in het bijzonder. Het auditteam beoordeelt Standaard 16 als onvoldoende. Algemene conclusie: Wij sluiten deze samenvatting af met de constatering dat de opleiding gekenmerkt wordt door kleinschaligheid, hetgeen de kwaliteitszorg, de communicatie en de implementatie van veranderingen vergemakkelijkt. Het gerealiseerde niveau verdient aandacht. Gelet op het verbetertraject dat de opleiding is gestart, moet het voor de opleiding mogelijk zijn om eind 2013 ook wat dit aspect betreft aan de eisen te voldoen om voor accreditatie in aanmerking te komen. Het auditteam bepleit een hersteltermijn van één jaar om de opleiding de gelegenheid te bieden de eindwerkstukken volledig op hbo bachelor- niveau te brengen.
Den Haag, 10 juni 2013.
drs. G.J. Stoltenborg, Voorzitter
drs. G.W.M.C. Broers, secretaris
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 5
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 6
3.
INLEIDING
Hogeschool E3 biedt de opleiding tot hbo-bachelor Informatica aan en verschillende opleidingen op hbo- en mbo-niveau, een MBA met specialisatie IT en leidt studenten op voor specifieke ITgetuigschriften. Hogeschool E3 is ontstaan uit een informatica-opleiding op mbo-niveau en een automatiseringsopleiding op hbo-niveau, meer specifiek uit de AMBI-opleiding (Automatisering en Mechanisering van de Bestuurlijke Informatievoorziening). In een periode van tien jaar is uit beide opleidingen een curriculum ontwikkeld dat zich kenmerkt door een modulaire opbouw. Deze modulen dekken de complete System Life Cycle af, de cyclus die een IT-systeem doorloopt vanaf de ontwikkeling tot en met de vervanging door een nieuw systeem. Kenmerkend voor E3 zijn kleinschaligheid en flexibiliteit. Het eerste leidt tot een overzichtelijke organisatiestructuur, het tweede tot het aanbieden van opleidingen op maat. Voor veel werkgevers die hun werknemers laten studeren bij E3, is flexibiliteit een belangrijke aspect. Het aantal afstudeerders van de opleiding wisselt per jaar maar bedraagt structureel enkele tientallen. Het betreft deeltijders die veelal beschikken over ruime werkervaring op het voor de opleiding relevante terrein en die vaak ook al in het bezit zijn van relevante diploma’s/getuigschriften/certificaten op voor IT relevante terreinen. Een belangrijk unique selling point is de sterke gerichtheid op en contacten met het werkveld. Het werkveld constateert dat er binnen Hogeschool E3 sprake is van een toenemende mate van ‘volwassenheid’. Dat blijkt onder meer uit het steeds meer vastleggen van processen en onderliggende taken en de verdeling van die taken onder medewerkers, zo constateert het auditteam. Eén van beide eigenaren van de organisatie is werkzaam als hoofddocent, de ander is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en de marketing. Vorige beoordeling In juni 2008 heeft de NVAO een positief besluit genomen ten aanzien van de aanvraag Toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Informatica van E3 nadat de Inspectie van het Onderwijs een positief advies had uitgebracht en de minister van OC&W een positief aanwijzingsbesluit had genomen. Uit het accreditatierapport, waarop de NVAO haar oordeel over de opleiding baseert, blijkt dat er sprake was van een initiële audit én een additionele audit. Tijdens de additionele audit is het onderwerp ‘Personeel’ opnieuw beoordeeld door het auditteam. In het bijzonder is daarbij gelet op de maatregelen die de opleiding heeft genomen om docenten aan te trekken van buiten de organisatie waardoor het innovatief vermogen en de actualiteit van de opleiding versterkt konden worden. Tevens diende het auditteam zich in de additionele audit een oordeel te vormen over de consequenties van het aantrekken van docenten van buiten de instelling voor de kwaliteit van de eindwerkstukken. Uiteindelijk leidden initiële en additionele toetsing tot één rapportage met daarin aandacht voor zeven onderwerpen met bijbehorende facetten die deel uitmaken van de Toets nieuwe opleiding. De onderwerpen werden beoordeeld met tenminste een voldoende score.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 7
De leerdoelen van het studieprogramma waren duidelijk geformuleerd en opgesteld in samenwerking met het voor deze opleiding relevante werkveld. Het van de leerdoelen afgeleide curriculum was op hbo-niveau, de literatuur relevant en voldoende complex. De studielast was voor deeltijdstudenten aanvaardbaar en de opleiding sloot aan op het kennispeil van de instromende groep studenten. De toetsen die het auditteam bestudeerde waren op hbo-niveau en toonden voldoende spreiding over de te bestuderen lesstof. Tijdens de additionele audit heeft het panel cv’s bestudeerd van de nieuwe docenten waaruit bleek dat zij beschikten over tenminste een hbo opleiding en over relevante contacten met het werkveld. De docent-student ratio was gunstig; studenten kregen les in kleine groepen. De voorzieningen waren adequaat; in het bijzonder de grootte en inrichting van de leslokalen die uitnodigde tot het lesgeven aan kleine groepen studenten. De studiebegeleiding was in orde, evenals de kwaliteitszorg die gekenmerkt werd door korte lijnen. Tenslotte waren de door het auditteam bestudeerde eindwerkstukken op hbo-bachelor niveau geschreven.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 8
4.
OORDELEN OP NIVEAU VAN DE STANDAARDEN
Beoogde eindkwalificaties Standaard 1: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Toelichting NVAO: De beoogde eindkwalificaties passen wat betreft niveau (bachelor–master) en oriëntatie (hbo–wo) binnen het Nederlands kwalificatieraamwerk. Zij sluiten bovendien aan bij de actuele eisen die in internationaal perspectief vanuit het beroepenveld en het vakgebied worden gesteld aan de inhoud van de opleiding.
Bevindingen Positie opleiding binnen het hoger onderwijs en de arbeidsmarkt Hogeschool E3 is binnen het hoger onderwijs een nichespeler die zich vooral richt op het opleiden, het op hbo-niveau brengen, van werknemers bij bedrijven/organisaties die te kennen hebben gegeven zich verder te willen ontwikkelen. Uit de gesprekken met studenten is het auditteam gebleken dat het met name werknemers/studenten betreft die over een duidelijke focus beschikken waarom ze deze opleiding volgen. De kleinschaligheid van de onderwijsinstelling speelt hierbij een belangrijke rol. Daarnaast betreft het vaak werknemers/studenten die al op mbo+ of hbo niveau binnen het bedrijf functioneren, maar nog niet beschikken over een hbo-getuigschrift. Op de arbeidsmarkt bestaat vraag naar afgestudeerden van dit type opleidingen waar het frequent contact tussen student en docent een belangrijke karakteristiek vormt. Was er bij de start van de opleiding sprake van een nog niet geheel uitgekristalliseerd beeld van het brede werkveld waar afgestudeerden terechtkwamen, meer dan tien jaar later is er op de arbeidsmarkt sprake van (h)erkenning van deze opleiding. Zeker in de regio waar E3 zich bevindt. De potentiële markt voor goed opgeleide informatici overstijgt de huidige opleidingscapaciteit. Visie Hogeschool E3 Zoals de opleiding aangeeft in de documentatie, wil zij een onderwijsinstelling zijn die voor de student altijd beschikbaar is en daarbij persoonlijk contact tussen docent en student hoog in het vaandel heeft staan. De naam ‘E3’ verwijst naar de begrippen: efficiënt, effectief en educatief, drie kernbegrippen waarmee zij zich wil onderscheiden van andere onderwijsaanbieders. De afgestudeerde informaticus dient in de visie van Hogeschool E3 voorbereid te zijn op ontwikkelingen in het informatica-vakgebied en op de rol die hij speelt in de realisatie van doelstellingen van de organisatie. Tevens moet hij in staat zijn om de persoonsgebonden competenties dusdanig te gebruiken dat hij deze zowel binnen zijn eigen werkplek als daarbuiten op adequate wijze hanteert. De eindkwalificaties/competenties De opleiding hanteert een set eindkwalificaties, geformuleerd in de vorm van competenties, die terug te vinden zijn in verschillende documenten. Het betreft documenten waarvan de basis al zo’n tien jaar geleden is gelegd. Dit geldt in het bijzonder voor het ‘Frameworks’ document dat rond 2001 is opgesteld. De opleiding geeft aan dat het ‘… aan actualiteit nog niets heeft ingeboet’; een vergelijking met relevante actuele documenten levert weinig nieuws. Dat is dus de basis. Daarnaast maakt de opleiding gebruik van een aantal documenten die aanvullend zijn (vakinhoudelijk en wat actualiteit betreft) voor de eindkwalificaties. Het is adequaat dat de opleiding zich hierbij baseert op:
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 9
het European e-Competence Framework uit 2012; de meest recente uitgave (2009) van de uitgave Hbo-I: Bachelor of ICT, Domeinbeschrijving; de uitgave: Op de Coul J.C. Taken, Rollen en Competenties in de IT (2001).
In het document ‘Frameworks’ is sprake van een onderverdeling in vier niveaus. Niveau 1 is het startersniveau (‘Legt relaties tussen bestaande IT-middelen en de doelstellingen van de business’), niveau 4 het hoogste niveau (‘Legt relaties tussen nieuw te ontwerpen werkprocessen en de veranderende inrichting en werkprocessen van de business organisatie’). In Nederland gebruiken hogescholen in de regel de tweede hier genoemde uitgave, de Domeinbeschrijving. Uitgangspunt hierbij is een driedimensionaal model dat als eerste dimensie de life cycle fasen beschrijft: analyse, advies, ontwerp, realisatie en beheer. De tweede dimensie beschrijft de ICT architectuurlagen: gebruikersinteractie, bedrijfsprocessen, software, infrastructuur en hardware interfacing. De derde dimensie bestaat uit de beheersingsniveaus: zelfstandigheid, gedrag en context. We zien deze uitwerking op een andere wijze geordend overigens ook terug in het European e-Competence Framework 2.0. Daarmee biedt het Nederlandse model ook aansluiting op de internationale standaarden. De hier genoemde driedimensionale indeling zien we ook terug in het curriculum van Hogeschool E3. Beroepsprofiel, beroepsbeeld en beroepsrollen De opleiding heeft een duidelijk beroepsprofiel geformuleerd en beschikt over een duidelijk omschreven beroepsbeeld. Zij onderscheidt daarbij verschillende beroepsrollen. Het auditteam constateert, de set documentatie bestuderend, dat de opleiding recente ontwikkelingen in het vakgebied heeft verwerkt in de set eindkwalificaties. Studenten geven aan dat de opleiding in voldoende mate aansluit bij hun verwachtingen wat betreft de vakinhoudelijke component én voldoende aansluiting biedt bij hun beroepstaken. De opleiding heeft een duidelijk beeld van de werkvelden waar afgestudeerden terechtkomen, alsmede van hun beroepsrollen in dat werkveld. Daartoe beschikken management en docenten over structurele banden met het werkveld. Zij weten wat er in het beroepenveld ‘speelt’ en over welke specifieke kennis en vaardigheden hbo beroepsbeoefenaren dienen te beschikken. Rol werkveld Het werkveld participeert nadrukkelijk bij het leveren van input voor de opleiding, bijvoorbeeld daar waar het gaat om opdrachten. Het auditteam vindt het belangrijk dat de opleiding het werkveld blijft raadplegen: zo blijft de oriëntatie van de opleiding gericht op recente ontwikkelingen in het vakgebied en blijft zij op de hoogte van de eisen die het werkveld stelt aan afgestudeerde informatici. Vertegenwoordigers uit het werkveld bespreken verder actuele thema’s met de opleiding en doen suggesties voor verbeteringen of voor het opnemen van andere studieonderdelen in het curriculum. Het auditteam beoordeelt dit als een sterk punt van deze opleiding: het regelmatig ‘schakelen’ tussen de praktijk en de opleiding. In het programma wordt in alle fasen gewerkt vanuit beroepssituaties met zoveel mogelijk concrete praktijkopdrachten. De praktijk levert daarbij een aanzienlijk deel van de opdrachten. Internationalisering Het auditteam is van mening dat het vakgebied informatica voldoende internationale componenten bevat en dat internationalisering geen doel op zich moet zijn. Het moet ook functioneel zijn voor de opleiding. Zo leidt de opleiding op voor de Nederlandse arbeidsmarkt maar een informaticus die is afgestudeerd, moet ook in het buitenland terecht kunnen met zijn kennis. Internationalisering is een beperkt thema binnen Hogeschool E3. Er zijn wel contacten met internationale onderwijs/ICT-organisaties maar deze hebben beperkte consequenties voor de inhoud van het studieprogramma.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 10
Toch meent het auditteam de opleiding te moeten aansporen om op dit terrein actiever te zijn om zo de scoop van de opleiding te verbreden. Mede gelet op de plaats van Maastricht binnen de Euregio, ligt het voor de hand samenwerking te zoeken met hoger onderwijsinstellingen in België en Duitsland. In dit verband merkt de opleiding op dat de samenwerking met de Universiteit Maastricht niet is doorontwikkeld en dat samenwerking met de Open Universiteit door laatstgenoemde instelling is afgehouden. Onderzoek(svaardigheden) De onderzoekscomponent komt in de opleiding aan bod binnen het studieonderdeel ‘Bronnenonderzoek’ waarbij studenten leren onderzoek voor te bereiden, uit te voeren, erover te rapporteren en te presenteren. In het studieonderdeel ‘Analyseren en ontwerpen van informatiesystemen’ leren studenten literatuur te bestuderen, hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden en leren zij hoe zij literatuur kunnen gebruiken in de praktijk. De competentie die betrekking heeft op taken als ontwerpen, vervaardigen en uitvoeren, verwijst naar de onderzoekscomponent in de opleiding: de informaticus dient voorbereid te zijn op ontwikkelingen in het vakgebied. Hij kan op basis van een probleemstelling een onderzoek opzetten en uitvoeren op zijn vakgebied. Dit kan hij zowel in de vorm van een theoretisch onderzoek (literatuurstudie en modelvorming) als in de vorm van een toegepast onderzoek (gebruikersonderzoek). De onderzoekscomponent dient sterker dan thans het geval is geïntegreerd te worden in het hele curriculum. Het is nu nog een te geïsoleerde onderdeel. Veeleer zou onderzoek als een rode draad door de opleiding moeten lopen (zie ook Standaard 16). Weging en oordeel Het auditteam stelt vast dat de opleiding een studieprogramma hanteert dat de student de basis biedt om voldoende kennis en vaardigheden te verwerven. Het auditteam stelt vast dat de internationale component meer aandacht verdient. De internationale contacten zijn thans mager. De onderzoekscomponent is weliswaar bij verschillende studieonderdelen ondergebracht, maar dient wel nadrukkelijker dan thans het geval is als een rode draad door de opleiding te lopen. Op basis van deze conclusies komt het auditteam bij Standaard 1 tot het oordeel: voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 11
Programma Standaard 2: De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk. Toelichting NVAO: Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het beroepenveld en het vakgebied.
Bevindingen Het curriculum is gebaseerd op zowel nationale als internationale competenties, die elkaar overigens in belangrijke mate overlappen. In de uitwerking ervan bestaan wel accentverschillen. De opleiding heeft de eindkwalificaties uitgewerkt in het studieprogramma. Studieprogramma Het auditteam heeft het studieprogramma van de opleiding bestudeerd en stelt vast dat de praktische toepasbaarheid centraal staat en het uitgangspunt vormt voor de inhoud van de opleiding en de vaardigheden van de student. Als essentieel beschouwt het auditteam hierbij dat de vakinhoudelijke basis in voldoende mate geborgd is binnen de opleiding. Deze vakinhoudelijke basis vormt het fundament voor studenten. Zowel bij projecten, stages als tijdens het afstuderen, werken studenten aan opdrachten die afkomstig zijn uit óf gerelateerd zijn aan de beroepspraktijk. Projecten herziet de opleiding regelmatig, mede op basis van input vanuit het werkveld én input door studenten die zelf in de praktijk werkzaam zijn en de opleiding vanuit die positie op interessante ontwikkelingen/casussen wijzen. Dit leidt tot een consistent beleid wat betreft de input van nieuwe projecten uit het werkveld. De getoonde voorbeelden van projecten die studenten moeten uitvoeren, laten zien dat het curriculum de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van informatica voldoende borgt. Het auditteam merkt op, dat de business-kant van informatica sterk vertegenwoordigd is. Het is van belang die breedte mee te nemen in de communicatie naar buiten toe. Wat betreft het niveau van het studieprogramma merkt het auditteam op dat afgestudeerden tevreden zijn. De verworven kennis en vaardigheden sluiten aan bij hetgeen de praktijk van hen vraagt. Er overheerst bij studenten een tevreden gevoel: de opleiding leidt er toe dat zij kennis verwerven op hbo-niveau; de werkgever erkent dat zij op hbo-niveau werkzaam zijn. Een naar de mening van het auditteam belangrijke vaststelling. Literatuur De vakinhoudelijke kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur en opdrachten uit de praktijk. De literatuur is voor een deel geschreven door docenten van de opleiding zelf in samenwerking met andere opleiders. De opleiding maakt gebruik van Nederlandstalige literatuur en in beperkte mate van Engelstalige publicaties. De actualiteit van publicaties is een aandachtspunt evenals de breedte ervan. Dit geldt bijvoorbeeld voor de literatuur op het terrein van Infrastructure management, Information Systems Design and Development en Organisatie en samenhang van ICT-beheer. Om de actualiteit te borgen is raadpleging van internationale vaktijdschriften op het terrein van Informatica een punt van aandacht. Nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied kan de opleiding in de vorm van artikelen in readers opnemen. Deze readers kunnen relatief eenvoudig jaarlijks worden bijgesteld. Ontwikkelingen in het vakgebied Ontwikkelingen in het werkveld volgt de opleiding op de voet. Dit is essentieel omdat de opleiding in sterke mate afhankelijk is van deeltijdstudenten die rechtstreeks uit het werkveld afkomstig zijn en die met een duidelijk verwachtingspatroon (of eisenpakket) de opleiding starten. De opleiding moet dan ook goed op de hoogte zijn van ontwikkelingen in het werkveld én van de verwachtingen die het werkveld heeft van hbo-bachelor afgestudeerde informatici.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 12
Als positief beoordeelt het auditteam tevens dat de opleiding relevante contacten heeft met organisaties met een informatica afdeling. Het mes snijdt dan aan twee kanten voor de opleiding: studenten en opleiding hebben door deze contacten toegang tot het werkveld; daarnaast bereiken nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied (ver)snel(d) de opleiding. Weging en oordeel Het auditteam concludeert dat de opleiding een studieprogramma hanteert dat de student voldoende basis biedt om kennis op het gebied van informatica te verwerven. De literatuur is op niveau en biedt een voldoende mix van theorie en praktijk. De actualiteit van de literatuur is een aandachtspunt, waarbij de opleiding meer gebruik kan maken van relevante (internationale) vaktijdschriften. Door het gebruik van readers kan de opleiding nieuwe ontwikkelingen in het programma verwerken. Ontwikkelingen in het werkveld vinden hun weg naar de opleiding, mede door de ruime contacten van de opleiding met dat werkveld. Op basis van deze conclusies komt het auditteam tot het oordeel: voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 13
Standaard 3: De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Toelichting NVAO: De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. Studenten volgen en samenhangend studieprogramma.
Bevindingen Competentieprofiel Het auditteam bestudeerde het competentieprofiel en concludeert dat het voldoet aan de eisen die het beroepenveld stelt aan afgestudeerden van deze opleiding. Dat wil zeggen: er zijn voldoende informatica- en management aspecten in verwerkt. Hoe en waar studenten competenties verwerven, is terug te vinden in het competentieoverzicht in de modulebeschrijvingen. De set competenties is onderverdeeld in beroepsspecifieke, algemeen beroepsgerichte en persoonsgebonden competenties. Per onderdeel in het curriculum is traceerbaar waar in het curriculum de student aan de verschillende competenties werkt. Inhoud programma Bestudering door het auditteam van het curriculum toont aan dat de opleiding ruim aandacht besteedt, zowel in de breedte als in de diepte, aan relevante vakken en thema’s. Tot de thema’s die in de opleiding uitgebreid aan bod komen behoren: het ontwerpen van informatiesystemen, de organisatie en samenhang van ICT-beheer en beveiliging van ITsystemen. De opleiding biedt in de eerste studiefase modules aan waarbij telkens een bepaald onderwerp centraal staat, ingebed in de doorlopende leerlijnen. Een voorbeeld hiervan is een framework voor applicatiemanagement of voor functioneel beheer. Uit de beschrijving van de verschillende modules blijkt dat de opleiding in voldoende mate aansluit bij de praktijk en dat studenten de relevante kennis en inzichten verwerven die nodig zijn om op hbo-bachelor niveau te kunnen werken. Nauw gerelateerd aan de vakinhoudelijke kennis zijn informatica vaardigheden. Vakinhoud staat binnen deze opleiding niet los van de praktijk. Studenten moeten een koppeling kunnen maken in twee richtingen, van vakinhoud naar vaardigheid en omgekeerd, van vaardigheid naar kennis. Door te oefenen in verschillende situaties beheerst de student de vaardigheden steeds beter. Studenten vertelden tijdens de audit, dat zij op hun werkplek met de op de opleiding verworven kennis aan de slag kunnen. Niet alleen om aan een praktijkopdracht te werken, maar ook binnen de kaders van hun reguliere werkzaamheden. Voor het auditteam een belangrijk punt om hier vast te stellen dat de kennis die de student verwerft ook functioneel inzetbaar is. Het verdient zeker aanbeveling om studenten de gelegenheid te bieden om ook de praktijk te leren kennen buiten het eigen bedrijf; in het algemeen werken de studenten en is hun werkplek de enige plaats waar zij ‘buitenschools’ zijn. De opleiding merkt in dit verband op dat studenten tijdens hun opleiding al informatie op dit terrein uitwisselen. De opleiding laat de student direct het nut zien van de aangeboden theorie in de praktijk. Het (h)erkennen van de relevantie van de aangeboden stof is voor de student een belangrijke voorwaarde om gemotiveerd te blijven om zich de stof eigen te maken. Colleges hebben een sterk interactief karakter waarbij kennisverwerving en directe toepassing van deze kennis elkaar afwisselen. Voor deze opleiding een adequate aanpak. De ruimten waar colleges gegeven worden, zijn daar op ingericht: hier zijn computers beschikbaar waar studenten kunnen oefenen en waar hetgeen de docent beschrijft direct terug te vinden is op het beeldscherm.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 14
Inhoud programma en leerdoelen Ieder programmaonderdeel kent meerdere leerdoelen en heeft betrekking op één of meerdere eindkwalificaties. Het basisstudieonderdeel over beveiliging van IT-systemen onderscheidt als doelstellingen: kennis van en inzicht in de basisbegrippen op het terrein van Information Security Foundation, de continuïteit van de IT-dienstverlening en juridische aspecten van informatica. Voor het vervolgstudieonderdeel gelden complexere doelstellingen zoals het informatiebeveiligingsbeleid, de organisatie van informatiebeveiliging, risicomanagement, risicoanalyse, informatiebeveiligingsplan en standaarden, methoden en hulpmiddelen op het terrein van informatiebeveiliging. Duidelijk afleidbaar uit het programma is dat er sprake is van een opbouw in complexiteit: van kennis en inzicht in de Foundation modules via vaardigheden in de Advanced modulen naar oordeelsvorming in de Specialisatiemodulen. De opleiding gaat er terecht vanuit dat de praktijk een essentiële rol speelt om te komen tot een beheersing van de verschillende studieonderdelen. Rol werkveld én studenten De opleiding beschikt over een uitgebreid netwerk. Het management van Hogeschool E3 heeft veel contact met het werkveld in de regio; beter is het om hier te spreken over een vinger aan de pols houden met het (regionale) werkveld. Zo zijn er uitgebreide contacten met organisaties die met informatici werken. Het management spreekt vertegenwoordigers van deze organisaties regelmatig en is zo goed op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied en van de eisen die het werkveld stelt aan afgestudeerde informatici. Studenten volgen de opleiding in deeltijd en zijn werkzaam in het voor de opleiding relevante werkveld. Concreet betekent dit dat studenten al over de nodige kennis en ervaring beschikken op het terrein van informatica en elkaar tijdens de opleiding op de hoogte brengen van recente ontwikkelingen binnen hun werkterrein. Het auditteam beoordeelt dit als een verrijking van de leeromgeving: het is niet alleen de docent die kennis overbrengt, ook studenten onderling wisselen relevante kennis uit. Weging en oordeel De opleiding beschikt over een uitgewerkt competentieprofiel. Het auditteam kon mede op basis hiervan vaststellen op welke wijze en waar studenten hun competenties verwerven. Uit de vormgeving van het programma is af te leiden dat de opleiding verschillende leerlijnen onderscheidt. Belangrijke overwegingen voor het auditteam om deze standaard met een ‘voldoende’ te beoordelen hebben te maken met: de projecten die student nadrukkelijk de gelegenheid bieden om de beoogde kwalificaties te bereiken op een wijze waarbij theorie en praktijk gecombineerd zijn. Dus: de student gebruikt tijdens projecten zijn theoretische kennis, verworven binnen de kaders van de theoretische leerlijn, om deze in zijn werksituatie toe te passen, het actief betrekken van het werkveld én studenten bij de inhoud van het programma. Op basis van deze overwegingen komt het auditteam bij Standaard 3 tot het oordeel: voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 15
Standaard 4: De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Toelichting NVAO: Het didactisch concept is in lijn met de beoogde eindkwalificaties en de werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.
Bevindingen Algemeen beeld vormgeving In deze rapportage hebben we eerder gewezen op de kleinschaligheid van de onderwijsorganisatie en de opleiding. Veelal is er sprake van lessen in kleine groepen tot maximaal 15 studenten. Zo is de opleiding in staat om effectief én efficiënt onderwijs te verzorgen waarbij zij de leerstof in modulaire vorm aanbiedt. In de praktijk is sprake van interactieve sessies. De omgeving is daarvoor uitermate geschikt: kleine lokalen met voor de opleiding relevante voorzieningen. Studenten zitten achter een pc en volgen al handelend en in interactie met de docent diens betoog. De verantwoordelijkheid van het onderwijsproces rust daarbij bij de docent. Het studiemateriaal leent zich bij uitstek om de student door middel van kleinschalige bijeenkomsten de gelegenheid te bieden in een eigen tempo de lesstof te verwerven. De onderwijsinstelling maakt daarbij gebruik van boeken en zelf ontwikkeld studiemateriaal. Tijdens de colleges geven docenten een toelichting op de door student vooraf bestudeerde lesstof. Colleges kenmerken zich door interactie tussen docent en student waarbij laatstgenoemde óók kennis en ervaring kan inbrengen uit de praktijk. In het laatste studiejaar is er een beperkt aantal colleges waaronder op het terrein van Strategisch management. Studenten werken dan in de praktijk aan opdrachten en studeren af. De inhoud van de colleges is duidelijk beschreven in het studiemateriaal voor de student. Werkvormen De opleiding hanteert verschillende werkvormen die aansluiten bij de deeltijdstudent. We noemen: colleges of zoals de opleiding het noemt ‘verhandelingen/presentaties, de bespreking van uitwerking van opdrachten, de bespreking van vragen over voorbeeldexamens, het werken in kleine groepen, één op één begeleiding, brainstormsessies en presentatie door studenten. Bezien we het totale curriculum van deze opleiding en letten we daarbij met name op de vormgeving ervan, dan valt de praktische component op. De ontwikkeling van vaardigheden op het terrein van de beroepspraktijk, waarborgt de opleiding doordat er nadrukkelijk aandacht bestaat voor de beroepspraktijk. Zoals studenten tijdens de audit aangeven, is dit voor hen een belangrijke reden om juist voor deze deeltijdopleiding te kiezen. Er lijkt nauwelijks een college te zijn waarbij de student niet individueel of in groepsvorm aan de slag moet met een opdracht. Navraag bij studenten leert, dat zij dit waarderen. Voor hen is het essentieel dat er tijdens de opleiding telkens sprake is van een nauwe relatie tussen de theorie en de praktijk. Positief daarbij is dat de opleiding studenten de gelegenheid biedt het geleerde ook op hun werk/stageplek toe te passen hetgeen geldt als een belangrijke motiverende factor bij leerprocessen. De opleiding biedt een groot aantal studieonderdelen aan (bijvoorbeeld: Object Oriented Foundation, Application Services Library en Strategisch Management) waarbij studenten tevens praktijkopdrachten dienen uit te voeren op hun werkplek of privé. Studenten hebben zicht op de verschillende werkvormen per studieonderdeel. Zo biedt de opleiding voor het studieonderdeel Professional Communication Advanced de volgende werkvormen aan: interactieve hoorcolleges, werkcolleges en praktijkoefeningen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 16
Voor het studieonderdeel Information Security Management Advanced zijn de werkvormen: interactieve hoorcolleges en werkcolleges. Didactiek en docent De vormgeving van het programma heeft consequenties voor de rol van de docent en de wijze waarop de interactie plaatsvindt tussen studenten en docenten van Hogeschool E3. Daartoe zijn een aantal uitgangspunten geformuleerd die adequaat zijn, gelet op de doelgroep waarop de onderwijsinstelling zich richt: volwassen deeltijdstudenten. Van de groep deeltijdstudenten verwacht de opleiding terecht dat zij in staat zijn te plannen (maar zie ook Standaard 6), zich de stof voor een deel zelfstandig eigen te maken en hun praktijkervaringen in te brengen tijdens de colleges. Interactie tijdens colleges tussen student en docent staat voorop. Belangrijk vindt het auditteam dat de opleiding studenten taalkundig begeleidt vanaf de casusuitwerking tot en met de scriptie. Maatregelen doorlichting studieprogramma Twee jaar geleden heeft de opleiding het ‘oude’ studieprogramma kritisch tegen het licht gehouden met als doel te komen tot een, in de terminologie van de opleiding, verdere stroomlijning van het curriculum. Het curriculum moest zodanig zijn vormgegeven, dat een flexibele aanpassing mogelijk is aan de snelle veranderingen op het vakgebied. Het curriculum moest nadrukkelijker verschillende leerlijnen laten zien, minder afhankelijk van verschillende daarvóór centraal staande studieonderdelen en meer recht moeten doen aan het principe van de System Life Cycle (analyse, ontwerp, realisatie, testen en beheer). De doorlichting van het studieprogramma leidde tot een aantal nieuwe karakteristieken van het curriculum, zowel vakinhoudelijk als didactisch. Samengevat: er is sprake van doorlopende leerlijnen die aanwijsbaar zijn, bijvoorbeeld op het terrein van beheer en systeemontwikkeling, op ieder niveau van de opleiding zijn de fasen van de System Life Cycle herkenbaar aanwezig, de actualiteit van de modulen is bijgesteld hetgeen leidt tot aanpassing van de studielast. Studenten over de vormgeving van het programma Studenten zijn positief over de inhoud van het programma: het is uitdagend en leidt tot nieuwsgierigheid bij hen; het biedt de student de gelegenheid de eindkwalificaties te behalen. Wel is het programma vrij zwaar: met name de combinatie van werk-privé-opleiding leidt ertoe dat studenten een forse inspanning moeten leveren. Weging en oordeel Het auditteam stelt vast dat de opleiding een concept hanteert, dat aansluit bij de eisen die de doelgroep stelt. De keuze daarbij om versterkt in te zetten op een vormgeving die gekenmerkt wordt door een praktische component gecombineerd met het bieden van een theoretisch fundament, is een sterk punt. Studenten zijn tevreden over het studieprogramma, de opbouw ervan en de mate waarin én de wijze waarop zij de gelegenheid krijgen zich de theoretische en praktische kennis eigen te maken. Op basis van deze conclusie komt het auditteam bij Standaard 4 tot het oordeel: goed.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 17
Standaard 5: Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. Toelichting NVAO: De gehanteerde toelatingseisen zijn realistisch met het oog op de beoogde eindkwalificaties.
Bevindingen De meeste studenten die deze deeltijdopleiding volgen, beschikken in de regel al over bekendheid met het vakgebied en de vakinhoud. Zij beschikken dan ook op specifieke terrein over kennis en vaardigheden, over eerder verworven competenties. Voor E3 impliceert dit dat studenten starten vanuit een verschillende beginsituatie, vanuit een andere achtergrond. Daarom bepaalt de opleiding bij de start van de opleiding over welke vakinhoudelijke kennis en over welke relevante vaardigheden de student beschikt. De omvang van het studieprogramma verschilt per student. We komen hier op terug. Vrijstelling E3 biedt de opleiding aan in een deeltijdvariant. Studenten combineren werken en studeren. Hun werkervaring speelt dan een belangrijke rol binnen het opleidingsprogramma. Het auditteam is van mening dat het goed is dat de opleiding tijdens de intake ruim aandacht besteedt aan de achtergrond van de student om zo de beginsituatie te bepalen. Op basis van diploma’s en/of getuigschriften van de student, bepaalt uiteindelijk de examencommissie óf en zo ja voor welke studieonderdelen de student vrijstelling krijgt. Bij het vergelijken van studieonderdelen waarvoor de student vrijstelling vraagt, moet sprake zijn van equivalentie van leerstofonderdelen op de onderdelen: vakinhoud, literatuurlijst, contacturen, actualiteit en wijze van examinering. De formele eisen voor toelating tot de opleiding zijn beschreven in de Onderwijs en Examenregeling. Om in aanmerking te komen voor vrijstellingen, dient de student een gemotiveerd verzoek in bij de examencommissie. Hierbij voegt de student het diploma, getuigschrift of bewijsstukken waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan de vereisten voor de onderwijseenheid waarvoor hij vrijstelling vraagt. Vrijstellingen kunnen mede gebaseerd zijn op een EVC-procedure die de opleiding in haar Onderwijs- en Examenreglement heeft beschreven. De verifieerbaarheid van stage/werkervaring is mogelijk door verklaringen van een leidinggevende van de organisatie waar de student werkt of gewerkt heeft, een functiebeschrijving of een contract. Hogeschool E3 kent een vrijstellingscommissie die functioneert onder eindverantwoordelijkheid van de examencommissie. De opleiding heeft de taken van de vrijstellingscommissie beschreven in een bijlage van het Onderwijs- en Examenreglement. Naar de mening van het auditteam heeft de vrijstellingscommissie een beperkte samenstelling. De opleiding, i.c. de examencommissie, kent een vrijstelling toe per module. De vrijstellingen worden uitsluitend toegekend voor bewijsschriften die behaald zijn bij door Hogeschool E3 erkende instituten. Studenten die menen op basis van een EVC-procedure in aanmerking te komen voor vrijstellingen, dienen daartoe een gemotiveerd verzoek in bij de examencommissie. De toelaatbaarheid tot de opleiding gaat uitsluitend om de vooropleidingseisen (mbo-4, havo of vwo). Daarnaast is er sprake van toelatingseisen op het terrein van wiskunde en computervaardigheden. Vrijstelling voor stage/werkervaring wordt gegeven op basis van het cv van de student én de verifieerbaarheid van de informatie. Er is volgens het auditteam sprake van een lichte vorm van toetsing wat betreft hun kennis, ervaring en competenties.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 18
Studenten over de aansluiting Studenten zijn tevreden over de aansluiting van de opleiding op hun werkervaring en vooropleiding. Zij hebben vaak een mbo-diploma op niveau 4 of een havodiploma en zijn al geruime tijd werkzaam in het werkveld. Zo beschikken zij niet alleen over werkervaring, maar zij hebben ook al verschillende andere opleidingen/cursussen gevolgd waardoor de vakinhoud van de opleiding aansluit bij hun kennisniveau. De opleiding is niet alleen interessant voor de studenten, maar ook voor werkgevers omdat zij hun werknemers door het laten volgen van deze opleiding, op een hoger plan brengen én aan zich kunnen binden. Weging en oordeel De opleiding heeft voldoende zicht op de kwaliteiten van de instromende groep studenten. Wel dient de opleiding de vrijstellingen, beter dan thans het geval is, uit te werken en te beschrijven. De basis van de vrijstellingscommissie kan breder. De toetsing van kennis en ervaring bij binnenkomst is nu licht. Studenten geven aan tevreden te zijn over de aansluiting van hun vooropleiding en voorkennis op de opleiding. Genoemde aspecten van weging zijn aanleiding voor het auditteam deze standaard met een score ‘voldoende’ te beoordelen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 19
Standaard 6: Het programma is studeerbaar. Toelichting NVAO: Factoren die betrekking hebben op het programma en die de studievoortgang belemmeren, worden zoveel mogelijk weggenomen. Studenten met een functiebeperking krijgen bovendien op dit aspect extra studieloopbaanbegeleiding.
Bevindingen Het auditteam stelt vast dat de studiebelasting varieert gedurende de opleiding. Er zijn perioden met een hoge studiebelasting en perioden met geringe studiebelasting. Studenten geven aan dat dit het nodige vergt van hun planningsvaardigheden. Mede gelet op persoonlijke omstandigheden en het feit dat deze niet altijd goed planbaar zijn, maakt dit dat de opleiding voor studenten zwaar kan zijn. Echter, studenten zijn vaak zo sterk gemotiveerd, dat zij de opleiding toch weten af te ronden. Concreet studeren studenten 20-25 uren per week, inclusief vakanties en inclusief de colleges. Voor deeltijdstudenten is dit een forse belasting, zo stelt het auditteam vast. De opleiding besteedt binnen de kaders van de begeleiding van studenten aandacht aan het gericht sturen van studenten in het doorlopen van de opleiding volgens het reguliere schema. Planning van studieactiviteiten staat dan centraal. Tenslotte, voor studenten die door vertraging onderdelen uit verschillende jaren volgen, is een goede planning essentieel. Studeren met een beperking Een enkele student met een functiebeperking volgt de opleiding. Overeenkomstig de richtlijnen binnen de onderwijsinstelling, biedt de opleiding in overleg met de betreffende student aanpassingen. Binnen Hogeschool E3 bestaat een aanspreekpunt voor studenten die extra begeleiding willen. Het auditteam stelt vast dat de maatregelen die genomen zijn rond het studeren met een functiebeperking adequaat zijn. Studielast en studeerbaarheid De opleiding heeft beschreven hoe groot de studielast is per studieonderdeel. Uit het overzicht blijkt dat de opleiding veel aandacht besteedt aan de kenniscomponent. Hiertoe behoren vakken als Informatieanalyse, IT-Infrastructuur, Systeemontwerp en Systeemrealisatie. Aan projectmanagement en beheer besteedt de opleiding gedurende de volledige opleiding aandacht. Het auditteam constateert dat de feitelijke studielast en de door de opleiding bepaalde nominale studielast niet altijd overeenkomen (de nominale studielast is een gemiddelde). Soms investeren studenten meer/minder tijd aan een studieonderdeel dan gegeven is, zo geven zij aan. Vaak is dit terug te voeren op de vooropleiding, de leervaardigheden van de student, de leeftijd en hun werk- en studeerervaring. Informatie over de inhoud en de invulling van de studieonderdelen, alsmede over de competenties en/of leerdoelen per onderwijseenheid, is voor studenten beschikbaar. Deze informatie levert de student voldoende inzicht in hetgeen aan voorkennis vereist is en wat aan het eind van het studieonderdeel van hem verwacht wordt. De toetsvorm is bekend evenals de te bestuderen literatuur, de werkvormen en de studielast. Uitwerking studie- en contacttijd De opleiding heeft inzicht in de studie- en contacttijd, met daarbij een onderscheid tussen studie-/contacttijd met en zonder docent. Uit gesprekken met studenten blijkt dat gedurende de eerste studiefase het aantal uren hoorcolleges het hoogst ligt, tussen de 8 en maximaal 16 uren per week. Later in de studie neemt dit af. Het totaal aantal contacturen met docenten wisselt gedurende de studieperiode en hangt ook in sterke mate af van de behoefte van studenten aan contact.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 20
Studenten zijn tevreden over de intensiteit van de contacten met docenten. In dit verband wijzen zij op de ‘open deur’ cultuur binnen de opleiding: ze kunnen gemakkelijk bij docenten binnenlopen en, indien gewenst, extra hulp krijgen van docenten tijdens momenten/periodes van zelfstudie. Weging en oordeel De opleiding heeft het aantal uren dat de student aan zijn studie besteedt in kaart gebracht. Het auditteam wijst erop dat de formele- en de feitelijke studielast niet altijd overeenkomen. Meer overeenstemming tussen deze formele- en feitelijke studielast is noodzakelijk. Dit neemt niet weg dat de opleiding naar de mening van studenten voldoende studeerbaar is, maar de studielast zou meer gespreid kunnen worden. De voorzieningen voor studenten met een functiebeperking zijn goed. Studenten waarderen de ‘open ‘deur’ cultuur binnen het docentenkorps. Op basis van deze conclusie komt het auditteam bij Standaard 6 tot het oordeel: voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 21
Standaard 7: De opleiding voldoet aan de wettelijke eis m.b.t. omvang en duur van het programma. Toelichting NVAO: hbo bachelor: 240 ec’s. / master: (in beginsel minimaal) 60 ec’s wo bachelor: (: in beginsel minimaal) 180 ec’s / master: (in beginsel minimaal) 60 ec’s
Bevindingen Het opleiding omvat 240 EC’s. De opleiding heeft het aantal studiepunten per studieonderdeel beschreven. In het studentenstatuut is de inrichting van het onderwijs beschreven. Studenten kunnen, zoals eerder onder Standaard 5 aangegeven, vrijstelling krijgen voor studieonderdelen. De examencommissie kent deze vrijstelling(en) toe. Oordeel: Voldoet aan de formele eis. Op basis van deze conclusie komt het auditteam bij Standaard 7 tot het oordeel: voldoet.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 22
Personeel Standaard 8: De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid Toelichting NVAO: Het personeelsbeleid voorziet in de voor de realisatie van het programma benodigde kwalificaties, scholing, boordeling en omvang van het personeel.
Bevindingen Zoals in deze rapportage op meerdere plaatsen is aangegeven, zijn de lijnen tussen management van de onderwijsorganisatie en medewerkers kort. Dit leidt ertoe dat het management beschikt over voldoende inzicht in de kwaliteiten van het personeel en snel kan ingrijpen indien dat noodzakelijk mocht zijn. Wel merkt het auditteam op dat er maar in beperkte mate sprake is van een scheiding van verantwoordelijkheden. Medewerkers hebben veel overlappende verantwoordelijkheden waardoor begrippen als ‘commissie’ en ‘management’ een beperkte betekenis hebben. De opleiding is zich er terdege van bewust dat zij te maken heeft met een doelgroep, deeltijdstudenten, die al beschikken over levenservaring en vaak al meerdere opleidingen gevolgd hebben. Een groep studenten die kritisch is als het gaat om de kwaliteit van het onderwijs. Er is daarom de opleiding veel aan gelegen om docenten in te zetten die voldoen aan de vaak strenge criteria van deze groep studenten. Essentieel is daarbij dat docenten state of the art opgeleid zijn en daarbij in staat worden gesteld door de opleiding, indien nodig, zich bij te scholen. De opleiding monitort de kwaliteit van docenten. Uitgangspunten van het beleid, zo blijkt tijdens de audit, zijn het up-to-date houden van de didactische kwaliteiten, aangepast aan nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen, alsmede het bijhouden van de vakinhoudelijke kennis. Er zijn verschillende meetinstrumenten voorhanden, zoals collegiale toetsing en student-evaluaties om de kwaliteit van de docenten regelmatig te peilen. De opleiding maakt hier gebruik van, naast meer informele vormen van kwaliteitstoetsing van haar docenten zoals studenten ‘op de gang’ te vragen naar de kwaliteit van de colleges. Een SWOT-analyse leidt tot een opsomming van de sterktes en zwaktes én de kansen en bedreigingen van de opleiding. De werkdruk van de docenten en wisselende instroomcijfers zijn aandachtspunten voor de opleiding. Het management spreekt regelmatig met docenten, zowel in een formele setting tijdens een functioneringsgesprek als tijdens een meer informele setting ‘op de gang’. In beide gevallen kan dat leiden tot nieuwe informatie voor het management over een medewerker/docent en tot specifieke actiepunten. Uit de gesprekken kunnen individuele scholingswensen naar voren komen. Als deze scholingswensen passen binnen het bestaande of toekomstige takenpakket van de medewerker, dan kan het management besluiten de scholingswens te honoreren. Essentieel vindt het auditteam dat de opleiding docenten aanmoedigt om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen op hun vakgebied, bijvoorbeeld door actief deel te nemen aan congressen en de vakliteratuur bij te houden. Uit het gesprek met (gast)docenten is gebleken dat verschillende docenten elkaar beperkt of vrijwel nooit zien. Op dit punt dient de opleiding maatregelen te nemen zodat (gast)docenten elkaar binnen zowel formele als informele settings ontmoeten. Weging en oordeel Het management van de opleiding heeft zicht op de kwaliteiten van de docenten. De lijnen zijn kort tussen management-docenten-studenten. De scheiding van verantwoordelijkheden kan wel meer zichtbaar. De opleiding is zich terdege bewust van het belang van goede docenten en houdt een vinger aan de pols daar waar het de kwaliteit betreft van het docententeam. Om blijvend zicht te houden op de kwaliteit van de docenten, is er sprake van zowel informele informatieverzameling over de kwaliteit van docenten als een meer formele wijze van beoordeling. De opleiding beschikt over een voldoende uitgewerkt personeelsbeleid.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 23
Een punt van nadrukkelijke aandacht betreft de formalisering van contacten tussen (gast)docenten onderling. Op basis van deze conclusie komt het auditteam bij Standaard 8 tot het oordeel: voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 24
Standaard 9: Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorisch realisatie van het programma. Toelichting NVAO: De feitelijke bij het personeel aanwezige expertise sluit aan bij de eisen gesteld aan een hbo opleiding.
Bevindingen De opleiding investeert in haar personeel waar dat noodzakelijk is. Leidraad hierbij is, en het auditteam onderschrijft dit, dat de opleiding meer wo-opgeleide docenten in dienst neemt óf zittende docenten de gelegenheid biedt zich bij te scholen en/of een opleiding te volgen. Niet alle docenten beschikken over een wo-opleiding op een voor informatica relevant vakgebied. Docenten volgen een opleiding gericht op een specifiek softwareprogramma of volgen een masterstudie. Het auditteam stelt vast dat verschillende docenten als hoogste genoten opleiding beschikken over een hbo-bachelor Informatica diploma. Het auditteam pleit er nadrukkelijk voor, geheel in lijn met het bovenstaande, om meer docenten in dienst te nemen die over een masteropleiding beschikken op het voor de opleiding relevante terrein. Hogeschool E3 geeft aan hier nadrukkelijk mee bezig te zijn (geweest). Bestudering van de cv’s van de docenten laat zien dat zij voldoende zijn toegerust voor hun taak. Zij beschikken over relevante vakinhoudelijke kennis en over kennis van het werkveld. Studenten geven aan tevreden te zijn over het niveau van hun docenten. Het is met name de combinatie theorie en praktijk die studenten belangrijk vinden. Concreet: een student neemt een aan het vakgebied gerelateerd probleem mee vanuit zijn werkplek, bespreekt dit tijdens het college en krijgt vervolgens antwoord op zijn probleem van docent en medestudent. Vervanging van docenten die uitstromen (door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd) verdient thans en de komende jaren veel aandacht. Eén van de oprichters én docent van de opleiding verlaat over een paar jaar de opleiding. Hij heeft de opleiding opgebouwd en gedragen, zijn band met de opleiding is zonder meer sterk. Voor de opleiding de opdracht eenzelfde enthousiaste docent in de (nabije) toekomst te werven. Het auditteam stelt vast dat een eerste stap daartoe al gezet is door één van de vaste docenten de portefeuille ‘onderwijs’ toe te wijzen. Ten behoeve van de overdracht heeft E3 een rapport opgesteld ‘De bedrijfsoverdracht van E3 ICT bv’ en de paper ‘Kennismanagement’. Weging en oordeel Personeel beschikt over voldoende theoretische- en praktische kennis en vaardigheden. Van belang is, en dat is tevens een uitdaging voor de opleiding, de kwaliteit van het personeel vast te houden in de komende jaren omdat een aantal docenten de komende jaren zullen uitstromen. De werving van op master niveau opgeleid personeel blijft een aandachtspunt voor de opleiding. Het vraagstuk rond de opvolging van één van de oprichters van E3, is inmiddels expliciet ter hand genomen. Op basis van deze conclusie komt het auditteam bij Standaard 9 tot het oordeel: voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 25
Standaard 10: De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma.
Bevindingen E3 beschikt over zeven fte, verdeeld over negen personen die ieder hun taak hebben op het terrein van administratieve ondersteuning, bedrijfsvoering, technische ondersteuning en onderwijs. Tevens kent E3 een flexibele schil die bestaat uit freelance/gastdocenten die veelal werkzaam zijn in het voor de opleiding relevante werkveld. Daarbij vindt de opleiding het belangrijk, dat docenten naast hun specialisatie, breed inzetbaar zijn. Dat is belangrijk om de planning rond te krijgen maar heeft als mogelijk risico dat docenten zich moeilijker kunnen concentreren op een bepaald vakgebied. Er is sprake van een behoorlijke werkdruk bij docenten. Dit is vooral terug te voeren op het feit dat docenten meerdere rollen combineren en de kleinschaligheid van de organisatie. Een andere oorzaak voor werkdruk/piekbelasting is het feit dat de omvang van de instroom zich voor Hogeschool E3 moeilijk laat voorspellen. Een belangrijke taak van het management ligt dan ook in het tijdig signaleren van een verhoogde instroom om vervolgens passende maatregelen te nemen. Door een gericht aannamebeleid, waarbij sprake is van een zo breed mogelijke inzetbaarheid van docenten, is de kwetsbaarheid afgenomen. Gelet echter op de eisen die deze opleiding stelt aan docenten, zal zij alle zeilen bij moeten zetten om de omvang van het personeel op de huidige gunstige docent-student ratio te houden. De docent-student ratio is rekenkundig ongeveer 1:40. Zoals eerder in deze rapportage aangegeven, is het van belang om op te merken dat de gemiddelde groepsgrootte ongeveer zes bedraagt. Er zijn soms grotere groepen van 12 studenten, maar evenzeer komt de een-op-een variant voor, zeker bij de scriptiebegeleiding. Het auditteam is van mening, dat het beperkt aantal docenten het gevaar met zich meebrengt dat studenten een (te) eenzijdig beeld krijgen van de beroepspraktijk. Ook bestaat het gevaar dat door het beperkt aantal medewerkers, de kans op onderlinge kritische reflectie (te) gering is. Weging en oordeel Er is sprake van een zo breed mogelijke inzetbaarheid van docenten. Gelet echter op de hoge eisen die deze opleiding stelt aan docenten, zal de opleiding moeite moeten doen om blijvend te beschikken over kwalitatief voldoende toegeruste docenten. Het is goed dat de opleiding zich hiervan rekenschap geeft. Op basis van deze conclusie komt het auditteam bij Standaard 10 tot het oordeel: voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 26
Voorzieningen Standaard 11: De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma.
Bevindingen E3 is gevestigd in een pand gelegen tegen de binnenstad van Maastricht. De voorzieningen, in het bijzonder de leslokalen zijn geschikt om les te geven aan 10-15 studenten. De voorzieningen zijn adequaat. De server bevindt zich in een afzonderlijke ruimte en wordt op een deskundige wijze beheerd. De locatie maakt een opgeruimde indruk met als belangrijkste kenmerk: kleinschaligheid en overzichtelijkheid. De kleinschaligheid leidt tot korte communicatielijnen die kenmerkend zijn voor E3. De inrichting van de lokalen is recent verbeterd waaronder de presentatiemogelijkheden in ieder lokaal. Tot de faciliteiten van de opleiding behoort ook een bibliotheek met relevante publicaties . Van deze voorziening maken studenten niet veel gebruik omdat veel kennis en inzichten op het vakgebied terug te vinden zijn op internet. Daarnaast beschikken studenten over informatie op hun eigen werkplek en kunnen zij van daaruit relevante documenten raadplegen. De studentenadministratie is goed bereikbaar en herkenbaar ondergebracht bij de in-/uitgang van het pand. De directie houdt kantoor op de begane grond, bij de administratie hetgeen de communicatie tussen directie en ondersteunende diensten enerzijds en de studenten anderzijds ten goede komt. Weging en oordeel De voorzieningen waaronder de ICT-voorzieningen zijn toereikend. Het gebouw is overzichtelijk ingericht en studenten vinden er gemakkelijk hun weg. Reden om deze Standaard met een score ‘voldoende’ te beoordelen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 27
Standaard 12: De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten.
Bevindingen Uit het gesprek met studenten is gebleken dat de studieloopbaanbegeleiding er vooral op gericht is om de student te leren zo zelfstandig mogelijk de studie te volgen. In de Onderwijsen Examenregeling besteedt de opleiding ruime aandacht aan de studieloopbaanbegeleiding en het studieadvies. Het gaat hierbij om het studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving, het bindend afwijzend studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving, de verdere voorwaarden rond het bindend afwijzend studieadvies, de gevolgen van het bindend afwijzend studieadvies (degene met een bindend negatief studieadvies kan zich niet meer bij E3 voor deze opleiding inschrijven) en de doorstroming van de propedeuse naar de postpropedeuse. De opleiding besteedt bij de studiebegeleiding aandacht aan onder andere het reflecteren op het eigen handelen en de bewaking van de voortgang van de studie. Voor de studiebegeleiding is voor studenten geen vooraf bepaalde hoeveelheid begeleidingsuren vastgesteld. Veelmeer hangt dit af van de behoefte van de studenten. De begeleiding door de opleiding van studenten bij het uitvoeren van opdrachten op hun werkplek vereistt continue aandacht. Begeleidingsgesprekken De aandacht voor de voortgang van de studie en het leren reflecteren is in handen van de studiebegeleider. Deze voert verschillende gesprekken met de student in de propedeusefase en vervolgens naar behoefte van de student in de hoofdfase. In de loop van zijn studie, en in het bijzonder tijdens de hoofdfase verwacht de opleiding van de student dat deze steeds meer eigen verantwoordelijkheid neemt, óók daar waar dit het bijhouden van de studievoortgang betreft. Studiebegeleiding blijft ook dan mogelijk, maar het initiatief hiervoor ligt in toenemende mate bij de student. Niet alleen de begeleider speelt een rol bij de begeleiding, maar ook de reguliere docenten en het management. Voor studenten fungeren zij als een klankbord op het terrein van studie aangelegenheden. Het auditteam is positief over een dergelijke gecombineerde vorm van begeleiding. Persoonlijke leerdoelen Naast de door de opleiding vastgestelde leerdoelen is er ook ruimte voor persoonlijke leerdoelen. Deze zijn onderdeel van het studiebegeleidingstraject. De persoonlijke leerdoelen bieden studenten de mogelijkheid om aan een deel van de competenties extra aandacht te schenken. Informatievoorziening Voorafgaand aan de studie is er een kennismakingsgesprek met de student, met onder andere als doel te verifiëren of het beeld van de student over de opleiding klopt. Het auditteam vindt dit een goede maatregel. Het auditteam bestempelt de interne informatievoorziening als klassiek: de opleiding maakt gebruik van een ‘portal’ voor de interne informatievoorziening, zoals voor mededelingen en de digitale weergave van roosters. Alle inhoudelijke informatie is te vinden op een intranet waar docenten achtergrondinformatie plaatsen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 28
Er is een studentvolgsysteem waarin de opleiding onder andere de resultaten van examens en praktijkopdrachten registreert. Dit functioneert naar tevredenheid. Zodra een docent cijfergegevens invoert zijn die voor de student direct zichtbaar. Studenten geven tijdens de audit aan, en enquêtes bevestigen dit, dat de begeleiding en de informatievoorziening binnen de opleiding toereikend zijn. Weging en oordeel Docenten zijn naar de mening van het auditteam in voldoende mate in staat om studenten te begeleiden. Ook de studenten bevestigen dit. De informatievoorziening over de opleiding aan potentiële studenten is voldoende. Het intakegesprek dat de opleiding voert met aspirant studenten geeft de opleiding voldoende indruk van de werkervaring van de studenten en zijn beginsituatie op het terrein van informatica. Op basis van deze conclusie komt het auditteam bij Standaard 12 tot het oordeel: voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 29
Kwaliteitszorg Standaard 13: De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van meetbare doelen. Toelichting NVAO: De opleiding bewaakt de kwaliteit van de beoogde eindkwalificaties, het programma, het personeel, de voorzieningen, de toetsing en de gerealiseerde eindkwalificaties via regelmatige evaluaties. De opleiding verzamelt tevens managementinformatie met betrekking tot rendementen en staf–student ratio.
Bevindingen Algemeen beeld Het auditteam constateert dat de opleiding aandacht besteedt aan kwaliteitszorg. Concreet heeft de opleiding doelen vastgesteld voor de locatie, materialen, de docenten en de tevredenheid. De opleiding geeft aan dat zij bij het bepalen van en het behoud van het systeem van kwaliteitszorg gebruik maakt van de essenties van het ISO 20000 systeem die toepasbaar zijn op een onderwijsorganisatie. De opleiding besteedt aandacht aan de evaluatie van de inhoud van het onderwijs (niveau en inhoud eindkwalificaties, programma), naast evaluatie van ondersteunende processen. Bij de evaluaties neemt de opleiding vragenlijsten af. Voordeel van deze werkwijze is dat een genuanceerd oordeel ontstaat over de sterke en zwakke punten van een onderwijsdeel en over het functioneren van docenten daarbinnen. Evaluaties en informele contacten met studenten geven de opleiding een beeld van opleidingsrelevante onderwerpen. Het auditteam vindt het van belang dat de opleiding een duidelijk beeld heeft, en dit ook vastlegt, wie verantwoordelijk is voor een verbetertraject binnen kwaliteitszorg, wie dat traject uitvoert en binnen welke termijn dat vervolgens tot resultaten leidt. Strategie en initiatieven rond kwaliteitszorg Het bovenstaande impliceert dat de opleiding voortdurend een vinger aan de pols houdt wat betreft de kwaliteit van haar onderwijs. Niet alleen moeten de korte lijnen tussen de medewerkers voor de borging van de kwaliteit garant staan, maar ook is het oordeel van stakeholders waaronder studenten essentieel. De opleiding maakt gebruik van regelmatig uitgevoerde SWOT-analyses die voor de opleiding belangrijke input geven wat betreft sterkten en zwakten. Het auditteam onderschrijft de intentie en ambitie van de onderwijsinstelling om de kwaliteit van het onderwijs voortdurend tegen het licht te houden en, waar nodig, te verbeteren. Dit betekent dat zij verbeteringen bestendigt door procedures te verbeteren, door streefdoelen te formuleren en door periodieke controles, hierbij gebruikmakend van de PDCA-cyclus. Het is positief dat de opleiding zelf aangeeft er nog niet te zijn wat betreft professionalisering en standaardisering. Zo stelt het auditteam vast dat er wat betreft de vastlegging van procedures nog aandacht behoeft. De bestudeerde documentatie bevatte op dit punt nog letterlijk lege bladzijden. De opleiding wil nationaal en internationaal de samenwerking uitbreiden. Zij wil kennismanagement implementeren en de PDCA-cyclus toepassen op (leer)middelen. Hierbij stelt de opleiding concrete doelen. Zo wijst de opleiding op het regelmatig beoordelen van boeken, het actualiseren van opdrachten en het regelmatig herzien van het Jaarboek van E3. Ook wil de opleiding een onderzoek uitvoeren naar de carrière van haar alumni en het onderzoek naar de studielast verder uitbreiden. Een nieuwe Raad van Advies is geïnstalleerd.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 30
Het auditteam beschouwt genoemde initiatieven als relevant voor deze opleiding (zie ook Standaard 14). Voor E3 zal het moeilijk zijn om genoemde aspecten tegelijkertijd ter hand te nemen. Door prioriteiten te stellen en door een duidelijke tijdslijn te hanteren waarbinnen het een en ander gerealiseerd dient te zijn, voorkomt zij overbelasting van haar medewerkers en zorgt ze voor een betere kans op realisatie. Ook is het van belang de verschillende rollen te scheiden. Nu vervult een beperkt aantal personen teveel rollen en trekt het management veel zaken naar zich toe. Dit is inherent aan een kleine organisatie. Zoals de opleiding zelf vaststelt maakt haar dit kwetsbaar. SWOT-analyse Het auditteam beschouwt het als van wezenlijk belang voor de opleiding dat zij zicht heeft op haar eigen sterke en zwakke punten en tevens ziet waar kansen liggen. De opleiding heeft een goed beeld van haar eigen sterke en zwakke punten, van de kansen en bedreigingen. Weging en oordeel De opleiding heeft mede door de evaluaties zicht op haar eigen sterke en zwakte punten. Het auditteam vindt dit belangrijk omdat alleen door met een open vizier naar het eigen functioneren te kijken, management en docenten in staat zijn een hbo opleiding aan te bieden op het gewenste niveau. Het auditteam heeft er begrip voor dat de opleiding de afgelopen jaren minder heeft kunnen investeren in kwaliteitszorg. Toch wil zij er met nadruk op wijzen dat kwaliteitszorg een belangrijk thema is en blijft. Op basis van deze conclusie komt het auditteam bij Standaard 13 tot het oordeel: voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 31
Standaard 14: De uitkomsten van de evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de doelen.
Bevindingen Tot de standaard kwaliteitscyclus van E3 behoort een interne audit. Zo heeft er een interne audit plaatsgevonden ter voorbereiding op de audit waar deze rapportage een weergave van is. Doel was om in kaart te brengen wat de status was van de kwaliteit van de opleidingen die E3 aanbiedt en om op grond van de bevindingen te kunnen bepalen welke verbeteringen in gang moesten worden gezet op weg naar de heraccreditatie. Het auditteam constateert dat de rapportage naar aanleiding van de interne audit weliswaar een goed beeld geeft van de sterke en zwakke punten van de opleiding maar dat het ontbreekt aan een systematische en consequente uitvoering van verbeteringen. Verbeteringen die de opleiding wel heeft doorgevoerd hebben betrekking op: het periodiek bijstellen van het businessplan, het aansluiten bij een branchevereniging, het verder formaliseren van het kwaliteitszorgsysteem en het duidelijker omschrijven van de inspraak van stakeholders. Positief is het auditteam over het feit dat de opleiding evalueert per module en de resultaten van studenten tegen het licht houdt na het afstuderen. Zo verzamelt de opleiding scriptieresultaten en analyseert en bespreekt deze vervolgens met de examinatoren. Bij het monitoren van de kwaliteit van docenten, maakt de opleiding gebruik van een kwaliteitszorgsysteem dat naar de mening van het auditteam beter vastgelegd kan worden. Veel zit ‘in de hoofden’ van verantwoordelijke personen. Het blijkt te functioneren maar beter en noodzakelijk is het om dit ook goed te documenteren. Voorbeelden verbetermaatregelen Recent, in 2012, heeft de onderwijsinstelling een intern onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteitsbeleving bij haar medewerkers. Doel hiervan was om zicht te krijgen op mogelijke verbeterpunten op dit terrein. De basis voor de meting vormde ISO 9001. Het auditteam heeft de resultaten van het onderzoek bestudeerd en beoordeelt de opzet van het onderzoek als adequaat. De uitkomsten zijn zeker relevant voor de onderwijsorganisatie. Uit de resultaten blijkt dat medewerkers tevreden zijn over de wijze waarop kwaliteitszorg vorm krijgt binnen E3. Inmiddels hebben er informele gesprekken plaatsgevonden met medewerkers naar aanleiding van de resultaten. Het verder in kaart brengen van de kwaliteitszorg waarbij de standaarden uit het NVAOaccreditatiekader centraal staan, heeft geleid tot een aantal concrete verbeteracties. We noemen het verder formaliseren van de procedures rond de scripties. Concreet gaat het dan om de wijze van begeleiding, de beoordeling en de wijze waarop de controle plaatsvindt van de studentgegevens rond het afstuderen. Daarnaast investeert de opleiding in voorzieningen waaronder het student volg systeem. Het auditteam merkt op dat de opleiding in voldoende mate verbetermaatregelen neemt. Wat daarbij nog ontbreekt is een deadline waarbinnen de verbetermaatregel gerealiseerd moet zijn; de regie op de verbeteracties kan beter. Ook zou meer duidelijkheid kunnen ontstaan over de verantwoordelijke functionaris voor de verschillende verbetermaatregelen. Mede gelet op het aantal verbetermaatregelen dat in de pijplijn zitten is dit van belang. In de documentatie heeft de opleiding verschillende verbetermaatregelen opgesomd. Een prioritering ontbreekt daarbij vooralsnog. Daarom heeft de opleiding een notitie opgesteld waarin zij ingaat op de wijze waarop zij verbeteracties zal uitvoeren, in het bijzonder wat betreft de planning, de uitvoering en de afronding ervan.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 32
Tevens heeft de opleiding de status beschreven van de verbeterpunten die zij noemt in haar kritische reflectie. De systematiek van het formuleren van verbeteracties, de communicatie hierover naar stakeholders en de controle op de uitvoerbaarheid, blijven aandacht vragen. Weging en oordeel Belangrijk vindt het auditteam dat er niet alleen sprake is van een formeel evaluatiesysteem maar ook van een informeel systeem waarbij studenten en werkveld off the record commentaar kunnen leveren op de kwaliteit van E3 en de door haar geboden opleiding. Van belang is hierbij wel, dat de opleiding daadkracht toont en een duidelijke prioriteiten stelt bij het nemen van verbetermaatregelen. Niet alleen plannen, óók uitvoeren. Tevens dient de opleiding duidelijker aan te geven wie verantwoordelijk is om binnen de afgesproken termijn de verbetermaatregel te realiseren. Op basis van deze conclusie komt het auditteam bij Standaard 14 tot het oordeel: voldoende
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 33
Standaard 15: Bij de interne kwaliteitszorg zijn de volgende partijen actief betrokken: opleidingscommissie, examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en afnemend beroepenveld.
Bevindingen De opleiding betrekt, naar de mening van het auditteam, de voor de opleiding relevante partijen bij de kwaliteitszorg: studenten, medewerkers, alumni en, niet in de laatste plaats, het werkveld. Zo kent de opleiding de volgende vormen van ‘geïnstitutionaliseerd overleg’ met: de Raad van Advies: deze is betrokken bij de ontwikkeling en het valideren van het beroepsopleidingsprofiel en de inhoud van het curriculum. de examencommissie die nadrukkelijk betrokken is bij de kwaliteitsborging van toetsing en afstuderen. Het auditteam stelt vast dat de opleiding de docenten meer dan thans het geval is, nauwer kan betrekken bij het realiseren van een goed functionerend systeem van kwaliteitszorg. Met name het op termijn terugtreden van de onderwijskundig directeur van Hogeschool E3 is een goede gelegenheid om docenten blijvend nauw te betrekken bij de opleiding. Daartoe heeft de organisatie de eerder genoemde twee notities opgesteld. Inmiddels heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar de kwaliteitsbeleving van de medewerkers van E3. Op basis van dit onderzoek heeft het management gesprekken gevoerd met haar medewerkers. De opleiding richt zich op het waarborgen van kwaliteit en staat daarbij in nauw contact met de studenten en het werkveld. Studenten kunnen naast rechtstreekse feedback aan docenten ook via evaluaties hun mening geven over verschillende aspecten van de opleiding. Op alle punten die studenten aandragen, volgt een reactie. Reacties en interventies op basis van de evaluatiegegevens geeft de opleiding door aan studenten. De opleiding maakt gebruik van externe informatiebronnen rond kwaliteitszorg waaronder werkgevers waar haar deeltijdstudenten werkzaam zijn. Dit laatste is duidelijk een sterk punt van Hogeschool E3. Alumni en werkveld zijn vooral betrokken bij het opstellen en evalueren van beleidsdoelstellingen. Voor een lange termijnmeting zou de opleiding meer gebruik kunnen maken van alumni-enquêtes. Bij de vraag naar professionele vaardigheden blijkt dat de alumni in de ogen van de werkgevers voldoende scoren. In een aantal gevallen nemen werkgevers waar studenten werkzaam zijn, zelf contact op met de opleiding om studieverloop en planning te bespreken. Indien zij dat wensen, ontvangen werkgevers een rapportage over de studievoortgang van hun werknemers. Studenten en alumni Het auditteam heeft verschillende partijen bevraagd over hun bijdrage aan de kwaliteitszorg van de opleiding. Alumni voelen zich minder betrokken bij de opleiding dan studenten. Alumni zijn tevreden over de opleiding en de aansluiting op het werkveld. Zij beschikken na afronding van de studie over voldoende theoretische kennis en praktijkrelevante vaardigheden. Studenten geven aan dat de lijnen kort zijn en er sprake is van een ‘open deur’ cultuur. Zij hebben niet zoveel behoefte aan formele overlegstructuren, zo blijkt. Belangrijk is dat de opleiding hen ook langs informele weg een luisterend oor biedt. Stand van zaken rond kwaliteitszorg 2012/13 Op het terrein van kwaliteitszorg zijn de processen voldoende duidelijk beschreven, evenals de doelen en de kritische succesfactoren. Wel staat de kwaliteitszorg en het realiseren van een formeel kwaliteitszorgsysteem nog in de kinderschoenen. Teveel documenten bevatten nog witte vlekken. De opleiding wijst daar zelf nadrukkelijk op. De afgelopen jaren is hier minder aandacht aan besteed dan wenselijk is.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 34
Weging en oordeel De opleiding betrekt de voor haar belangrijke partijen bij het evalueren. Positief is het auditteam over het feit dat ook langs informele weg studenten actief participeren op het terrein van kwaliteitszorg en dat de banden met het werkveld stevig zijn. De opleiding betrekt haar docenten in voldoende mate bij de kwaliteitszorg. Een inspanning rond het realiseren van een formeel kwaliteitszorgsysteem is een punt van aandacht. Op basis van deze conclusie komt het auditteam bij Standaard 15 tot het oordeel: voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 35
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 16: De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Toelichting NVAO: Het gerealiseerde niveau blijkt uit de tussentijdse en afsluitende toetsen, de afstudeerwerken en de wijze waarop afgestudeerden in de praktijk of in een vervolgopleiding functioneren. De toetsen en de beoordeling zijn valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk.
Bevindingen De opleiding beschikt over een examencommissie. In een apart document heeft Hogeschool E3 de taken en verantwoordelijkheden van de examencommissie beschreven. Het auditteam heeft met de twee vertegenwoordigers van deze commissie gesproken. Hieruit is het beeld ontstaan dat zij in voldoende mate toegerust zijn om hun taak uit te voeren. Zo is op verzoek van de examencommissie de Onderwijs- en examenregeling kritisch tegen het licht gehouden door het management. Dit heeft geleid tot een aantal aanvullingen en verbeteringen. Deze wijzigingen dienen nog wel te worden goedgekeurd door het bevoegd gezag van E3. Het auditteam merkt op dat het aantal leden van de examencommissie uitbreiding verdient, bij voorkeur met een lid ‘van buiten’. De opleiding heeft de afgelopen periode verschillende examens voor modules ontwikkeld. Daarnaast gebruikt de opleiding ook examens ‘van buiten’ die zij wel eerst tegen het licht houdt en daarbij beoordeelt op aspecten als diepgang/niveau en de mate waarin zij de leerstof dekken. Bijzonder is dat de opleiding examens aanbiedt via externe certificerende instanties zoals de Duitse Tüv-Süd. Toetsontwikkeling en eindverantwoordelijkheid Het auditteam heeft tijdens de audit ruim aandacht besteed aan de wijze waarop de opleiding toetsen ontwikkelt en de wijze waarop zij vervolgens toetst. Daartoe zijn gesprekken gevoerd met docenten, studenten en met de examencommissie. De opleiding beschikt over een toetsbeleid en heeft dit in beperkte mate op papier gezet. De opleiding besteedt in de documentatie aandacht aan de toetsing door exameninstituten, de eigen ontwikkeling van toetsen en aan de verantwoordelijkheden bij de ontwikkeling van toetsen. Uit dit document en uit de gesprekken tijdens de audit ontstaat het volgende beeld. Tot 2009 ontving Hogeschool E3 vrijwel alle examens van het exameninstituut EXIN. Hogeschool E3 is betrokken geweest bij het opstellen van de EXIN-examens. Toen de kwaliteit van de EXIN-examens volgens Hogeschool E3 voor bepaalde curriculumonderdelen verminderde (maar niet voor studieonderdelen op het terrein van ASL en BiSL), is Hogeschool E3 op zoek gegaan naar alternatieven. Dit heeft geleid tot het zoeken naar een alternatief exameninstituut en examinering door E3 zelf van díe modulen waarin EXIN geen examens meer aanbiedt of die Hogeschool E3 niet meer afneemt. De opleiding maakt thans zelf verschillende toetsen en maakt daarnaast gebruik van toetsen van externe exameninstituten waaronder EXIN voor een deel van het curriculum en Tüv-Süd. De opleiding controleert daarbij of de toetsen aan de kwaliteitseisen voldoen. De opleiding kent verschillende mechanismen om de validiteit en betrouwbaarheid van (de wijze van) toetsen te borgen. Binnen de opleiding overleggen de docenten regelmatig met elkaar over de beoordeling van de toetsen, hetgeen ertoe leidt dat de betrouwbaarheid tussen beoordelaars verder toeneemt. Voor de kennis- en vaardigheidstoets ligt de eindverantwoordelijkheid voor het ontwikkelen ervan bij de docenten. Meerdere collega’s zijn betrokken bij de ontwikkeling van een toets doordat zij de toetsvragen opstellen en feedback geven op de concept eindtoetsen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 36
De eindverantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de projectopdrachten ligt bij de docenten. De praktische opdrachten van de studie zijn afkomstig uit de eigen beroepspraktijk van de student. De beoordeling van het niveau van de inhoud van de stage opdrachten is de verantwoordelijkheid van de docenten, op basis van voldoende duidelijke uitgewerkte criteria. Het vaststellen van de beoordelingscriteria is de eindverantwoordelijkheid van de opleidingscoördinator. De opleiding moet in haar documentatie bij het beschrijven van haar toetsbeleid een duidelijk antwoord formuleren op de vraag: wát wilt zij toetsen en waaróm. Op welke wijze meet zij wat het eindniveau is en welke toetsvormen hanteert zij daarbij? Een kritische noot plaatst het auditteam bij het aantal beschikbare toetsen dat het auditteam als beperkt kwalificeert. Ook dienen de toetsen frequenter dan thans het geval is te worden geëvalueerd. Zoals de opleiding zelf aangeeft, gebeurt dat nu nog teveel op ad-hoc basis. Beoordeling auditteam niveau toetsen Het auditteam constateert dat de toetsinstructie helder en volledig is en dat er sprake is van een gecombineerde toetsing van feitenkennis/inzicht, open en gesloten vragen. De toetsen zijn zowel theoretisch (toetsen vakinhoud) als praktisch (student voert een opdracht uit) en passend voor het hbo. In elke module is sprake van de beoordeling van de theorie en de praktijk. De theoriecomponent toetst de opleiding in de vorm van een multiple choice toets. De beoordeling van de praktijkcomponent gebeurt op basis van een door de student uitgewerkte casus of een door hem geschreven paper afgerond met een presentatie. De praktijkopdrachten en groepsopdrachten die studenten dienen uit te voeren zijn relevant voor het beroep en zijn op hbo-niveau. Van belang is hier op te merken dat toetsen/examens die bij een extern exameninstituut worden afgelegd, alleen voor vrijstelling van modules in aanmerking komen, als zowel het exameninstituut als het bij het examen behorende certificaat voorkomen op de door de examencommissie van Hogeschool E3 samengestelde vrijstellingenlijst. Afstuderen Het onderwerp van afstuderen kiest de student in overleg met de organisatie waar hij de opdracht uitvoert. Uitgangspunt hierbij is dat het een opdracht is die zinvol is voor de organisatie. Het auditteam merkt hierbij op dat dit wel het gevaar met zich meebrengt dat de eindwerkstukken dicht bij de werkgever liggen en (te) uitvoerend van karakter zijn. De onderwijsinstelling accordeert het onderwerp om er voor te zorgen dat het een zinvolle opdracht betreft. Van de totale omvang van de scriptie beschrijft 40 procent de ‘ist’ situatie en 60 procent hoe de situatie moet zijn (de ‘soll’ situatie). Ook moet blijken dat de student beschikt over voldoende theoretische basis. Bij de start van een scriptietraject vindt er een voorlichtingsbijeenkomst plaats. Daarna schrijft de student een plan van aanpak. Hierin is opgenomen: de hoofdstukindeling, de kernbegrippen en een tijdsplanning. Na akkoordbevinding door de begeleidend docent, start de student met het schrijven van zijn scriptie. Hierbij begeleidt een docent de student waarbij eerstgenoemde vooral let op de structuur ervan, de consistentie, het gebruik van theoretische modellen, taalgebruik, aansluiting bij de probleemstelling, concrete resultaten en de consequenties van de invoering van het resultaat. Bij de beoordeling van de scriptie zijn twee examinatoren betrokken, waarvan één de begeleider van de student was. Alvorens de student zijn scriptie mag verdedigen, overleggen de examinatoren om te bepalen of de scriptie van voldoende niveau is. Als dit niet het geval is, dient de student de scriptie aan te passen/te herschrijven.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 37
Bij de verdediging van de scriptie is, naast de student en twee examinatoren, ook een vertegenwoordiger uit het werkveld betrokken. Van de verdediging maken de examinatoren een verslag en vullen zij beoordelingsformulier in. Het auditteam heeft voorafgaand aan de audit een lijst met eindwerkstukken opgevraagd en hieruit 15 eindwerkstukken geselecteerd die door de vak- en de werkvelddeskundige bestudeerd zijn. De opleiding onderscheidt hierbij eindwerkstukken die onder te verdelen zijn in: Ist-soll transitie; Questionnaire onderzoek; Product ontwikkeling; Business informatieplan. Goed vast te stellen is dat de eindwerkstukken wat taalgebruik zeker van voldoende niveau zijn. Spelfouten komen slechts in zeer beperkte mate voor, de structuur en consistentie zijn eveneens in orde. Het auditteam constateert echter dat niet bij alle eindwerkstukken de onderzoekscomponent zichtbaar is. Dit betekent nadrukkelijk niet dat deze eindwerkstukken slecht zijn. Veelmeer is er bij deze eindwerkstukken sprake van het niet voldoen aan de eisen die het auditteam stelt ten aanzien van de aantoonbaarheid van het onderzoeksproces. Specifiek is er dan niet zichtbaar of en in welke mate er sprake is geweest van een onderzoeksopzet en is er, bijgevolg, niet zichtbaar of en op welke wijze onderzoek is uitgevoerd. Dit is mede terug te voeren op de vier vormen van eindwerkstukken die de opleiding onderscheidt. In een eindwerkstuk in de vorm van een ist-soll overgang of een business informatieplan is in de regel minder ruimte voor een onderzoekscomponent dan bij een ‘questionnaire’ onderzoek. Studenten gaan snel van opdracht/vraag naar uitvoering waardoor de vraagstelling en de afleiding naar deelproblemen mager is of ontbreekt. De gebruikte bronnen zijn op onderdelen gedateerd waarbij meer aandacht moet zijn voor primaire bronnen en meer internationale literatuur. Gelet op het bovenstaande, heeft het auditteam deze eindwerkstukken met een onvoldoende score beoordeeld. Wel zijn de door het auditteam om genoemde reden als onvoldoende beoordeelde eindwerkstukken relevant voor het beroepenveld, beschikken zij over wat het auditteam noemt ’een aanzet tot onderzoek’ en zal de opdrachtgever tevreden zijn geweest met de kwaliteit en de uitkomst van het rapport. De structuur van de eindwerkstukken kan beter: soms is er sprake van overbodige informatie. Het auditteam heeft uitgebreid bij de hierboven beschreven vaststellingen stilgestaan en met de opleiding de maatregelen besproken die zij zelf in gang heeft gezet. Indien de accreditatie verleend zou zijn tot eind 2014, dan zou opschaling met een aantal eindwerkstukken nog dit kalenderjaar zinvol zijn geweest. Het auditteam had dan een tweede steekproef getrokken uit een lijst met nieuwe eindwerkstukken van studenten die in de zomer en vroege herfst afstuderen. Omdat dit niet het geval is, accreditatie is verleend tot eind juni 2014, is besloten niet op te schalen. Het management van Hogeschool E3 heeft tijdens de pending issues het auditteam laten weten tot eind 2013 nodig te hebben om aan de eisen te voldoen die het auditteam stelt aan eindwerkstukken. Weging en oordeel De examencommissie is voldoende toegerust voor haar taak. De opleiding toetst en beoordeelt op een valide en betrouwbare wijze of de studenten de tussen- en einddoelen hebben bereikt. De verschillende vormen van de toetsen sluiten aan bij de competenties, het gestelde competentieniveau, de lesstof en de gestelde beoordelingscriteria.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 38
Het afstuderen is duidelijk vorm gegeven, de opleiding betrekt de relevante partijen bij het afstudeerproces. Het niveau van de eindwerkstukken is niet altijd aantoonbaar bachelorniveau: op de onderzoekscomponent moet de opleiding sterker inzoomen omdat deze slechts in beperkte mate aanwezig of althans zichtbaar aanwezig is in de werkstukken. De onderwijsinhoud op het terrein van onderzoek moet worden aangepast. Het auditteam verwacht niet bij opschaling met tien extra te beoordelen eindwerkstukken dat het beeld dat het auditteam heeft van de eindwerkstukken verandert. Op basis van deze conclusie komt het auditteam bij Standaard 16 tot het oordeel: onvoldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 39
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 40
5.
ALGEMEEN EINDOORDEEL
Het auditteam is van oordeel dat de door de opleiding gehanteerde set competenties en de hiervan afgeleide leerdoelen in overeenstemming zijn met de eisen die het werkveld stelt aan hbo-bachelor afgestudeerde informatici. De opleiding speelt in voldoende mate in op recente inzichten uit het vakgebied en weet deze ontwikkelingen te verwerken in het curriculum. De literatuur is op onderdelen een aandachtspunt. Het curriculum is voldoende uitgewerkt zowel wat breedte als diepgang betreft en maakt inhoudelijke een verzorgde indruk. Binnen de opleiding is sprake van een samenhangende leeromgeving, die de studenten de mogelijkheid geeft de competenties en de basiskennis te verwerven. De opleiding beschikt over vakbekwame docenten met voldoende theoretische en aan de praktijk gerelateerde kennis. Het aantal docenten verdient uitbreiding. De samenwerking van de opleiding met het regionale werkveld beoordeelt het auditteam positief; de samenwerking met hoger onderwijsinstellingen, ook in het buitenland, kan intensiever. De voorzieningen zijn op niveau. Studenten zijn tevreden over de opleiding, i.c. de vakinhoud, over de begeleiding en over de informatievoorziening/communicatie door de opleiding, zo constateert het auditteam. De examencommissie functioneert op een adequate wijze. Zij beschikt over een duidelijk ontwikkelingspotentieel, zet de juiste prioriteiten en houdt een vinger aan de pols wat betreft de kwaliteit en het niveau van de opleiding. De toetsen zijn op hbo-niveau, het beleid rond toetsen moet duidelijker vormgegeven worden. Wat de door het auditteam bestudeerde eindwerkstukken betreft stelt het auditteam vast dat deze niet altijd aantoonbaar over de breedte van het vereiste bachelor-niveau beschikken. Meer specifiek ontbreekt een duidelijke onderzoeksmatige component in het afstudeerwerk. De opleiding heeft inmiddels actie ondernomen om de eindwerkstukken op dit punt te verbeteren. Het auditteam is op basis van het bovenstaande van oordeel dat de kwaliteit van de opleiding hbo-bachelor Informatica van Hogeschool E3 op het punt van de eindwerkstukken nog niet voldoende is. Daarom beoordeelt het auditteam de opleiding thans als onvoldoende. Het auditteam is wel van mening dat de lopende maatregelen rond de eindwerkstukken binnen afzienbare tijd, in ieder geval vóór eind 2013, moeten leiden tot een verbetering van het niveau. Daarom stelt het auditteam de NVAO voor de opleiding een hersteltermijn toe te kennen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 41
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 42
6.
AANBEVELINGEN
Het auditteam doet geen specifieke aanbevelingen anders dan die in het voorliggende rapport zijn opgenomen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 43
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 44
BIJLAGE I
Scoretabel Scoretabel paneloordelen hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3 deeltijd
Onderwerpen / Standaarden
Oordeel
Beoogde eindkwalificaties Standaard 1. De beoogde eindkwalificaties
v
Programma Standaard 2. Standaard 3. Standaard 4. Standaard 5. Standaard 6. Standaard 7.
v v G v v v
Oriëntatie programma Inhoud programma Vormgeving programma Instroom programma Studeerbaarheid programma Omvang en duur programma
Personeel Standaard 8. Doeltreffendheid personeelsbeleid Standaard 9. Kwalificaties personeel Standaard 10. Omvang personeel
v v v
Voorzieningen Standaard 11. Huisvesting en materiele voorzieningen Standaard 12. Studiebegeleiding en informatievoorziening
v v
Kwaliteitszorg Standaard 13. Periodiek evalueren Standaard 14. Evalueren en verbetermaatregelen Standaard 15. Betrekken van partijen bij interne kwaliteitszorg
v v v
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 16.Toetsen en eindkwalificaties
o
Algemeen eindoordeel
o
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 45
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 46
BIJLAGE II
Opleidingsspecifieke eindkwalificaties
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 47
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 48
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 49
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 50
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 51
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 52
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 53
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 54
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 55
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 56
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 57
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 58
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 59
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 60
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 61
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 62
BIJLAGE III Schematisch overzicht opleidingsprogramma Verplicht
Tot het verplichte gedeelte behoren de volgende modulen: -
Foundation niveau
-
Vaardigheid European Computer Driving Licence Basis (ECDL)
3
Projectmanagement Project Participation Foundation Professional Communication Foundation
3 3
-
-
-
-
-
-
-
Informatie-analyse Information Systems Foundation IT and Management Foundation
3
6
6 3 3
IT-infrastructuur Information Technology Foundation
3
3
Systeemontwerp InformationSystemsDesignandDevelopment Foundation Object Oriented Foundation
3 3
Systeemrealisatie Databases and Structured Query Language Foundation
3
6
3
Kwaliteit
6 Test Management Approach Foundation (Tmap) Quality Management Foundation (ISO 20000)
3 3
Infrastructure Management Foundation IT Infrastructure Library (ITILv3)
3 3
Beheer
6
PRAKTIJKOPDRACHT
6
TOTAAL EC’s -
45
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 63
Hogeschool E3 ICT 63
-
Advanced niveau
-
Managementvaardigheden Managementmodellen (MM) IT Project Management (ITPMA) Professional Communication Advanced (PCA)
-
-
-
-
17 5 7 5
Informatie-analyse Universele Informatiekunde (UI)
10
10
Systeemontwerp HS.1
10
Systeemrealisatie SE.1
10
10
10
Beheer
10 Drievoudig model (DML) Beheerprocessen (ITILv2) Application Services Library (ASL) BusinessInformationServicesLibrary (BiSL)
1 3 3 3
PRAKTIJKOPDRACHT
8
TOTAAL EC’s
65
Expert niveau -
Werkervaring (in aantal jaren)/leerbedrijf (in aantal uren) Uitvoerend niveau Operationeel management Tactisch management
-
Afstudeeronderzoek Scriptie (op het niveau van Business-IT alignment)
TOTAAL EC’s
45 15 15 15 25 25
70
Opmerking: De modulen van het Foundation niveau vormen samen met de werkervaring op uitvoerend niveau de inhoud van de Propedeuse.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 64
Hogeschool E3 ICT 64
Keuze
Uit de verzameling afstudeerspecialisaties en uit de verzameling verbredingscombinaties moet een thema worden gekozen.
Afstudeerspecialisaties
-
-
-
-
Systeemontwikkeling HS.2 Strategisch Management HS.A Bronnenonderzoek
30 10 10 7 3
Beheer
30 HX.2 Strategisch Management HX.A Bronnenonderzoek
10 10 7 3
IT Service Management ITILv3 Intermediates of ITILv3MALC IT Service Management Bronnenonderzoek
20 7 3
Information Management BIMA Strategisch Management Kennismanagement Business Informatie Plan Bronnenonderzoek
8 10 6 3 3
30
30
Verbredingscombinaties Tot nog toe gedefinieerde verbredingscombinaties zijn:
-
Systeembeheer (Microsoft, Novell, Citrix)9
-
Security
30 Information Security Foundation Information Security Management Advanced Network and Internet Security Advanced Information Security Management Expert Bronnenonderzoek
-
-
30
IT and Sustainability10 Foundation Advanced Expert
3 7 10 7 3 30 5 10 15
ISO 2000011
9
Bijvoorbeeld:Microsoft Enterprise Administration (70-680, 70-640, 70-642, 70-643, 70-647) IT and Sustainability wordt hier wel genoemd, maar is nog in ontwikkeling. 11 In ontwikkeling in samenwerking met Tüv Süd. 10
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 65
Hogeschool E3 ICT 65
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 66
Hogeschool E3 ICT 66
BIJLAGE IV
Programma, werkwijze en beslisregels
Programma Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bachelor Informatica, Hogeschool E3 Datum audit: 5 maart 2013 Tijd 08.15 – 8.30 08.30 – 09.15 09.15 – 10.15
10.15 – 10.30 10.30 – 11.30
Lokaal
Gesprekspartners Inloop & ontvangst auditteam Management E3 en kwaliteitszorg
Audit panel
Onderwerpen
audit panel audit panel
vooroverleg - Strategisch beleid, visie, missie - Ontwikkelingen in het werkveld/relatie beroepenveld - Marktpositie / positionering & profilering - Internationale focus - Visie op onderzoek - Kwaliteitszorg - Personeelsbeleid / Scholing - Resultaten / Onderwijsrendement - intern overleg - Curriculumontwikkeling, -evaluatie en – bijstelling in het algemeen - Kenmerken van het programma - Samenhang programma (ook aansluiting instroom – propedeuse) - Praktijkcomponenten - Toetsbeleid - Toegepast onderzoek - Programma studieloopbaanbegeleiding/ studeerbaarheid, studielast - intern overleg - bestudering documenten ter inzage - Taken en rollen van de examencommissie - Bevoegdheden, ook met het oog op de Wet Versterking Besturing - Relatie tot het management - Kwaliteitsborging toetsen en beoordelen - Kwaliteitsborging afstudeerders - intern overleg - bestudering documenten ter inzage - Verificatie algemene en opleidingsspecifieke voorzieningen (denk aan: mediatheek, ICTvoorzieningen, studentvolgsysteem)
Opleidingscoördinator en
audit panel
11.45 – 12.30
Leden examencommissie en/of toetscommissie
audit panel
12.30 – 13.15
Lunch
audit panel
13.15 – 13.45
Rondleiding/ Open spreekuur
audit panel
13.45 – 14.45
Docenten
audit panel
11.30 – 11.45
14.45 – 15.00
-
Relatie met / input van beroepenveld Ontwikkelingen beroepsdomein Internationale focus Programmaontwikkeling Inhoud programma Toegepast onderzoek Toetsen en beoordelen Begeleiding Professionele ruimte / scholing werkdruk intern overleg
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 67
Hogeschool E3 ICT 67
Tijd 15.00 – 16.00
16.00 – 16.45
Lokaal
Gesprekspartners Studenten
Audit panel audit panel
Werkveld en alumni
16.45 – 17.30 17.30 – 18.00
Onderwerpen Kwaliteit docenten Informatievoorziening - Aansluiting vooropleiding / toelating - Toetsen en beoordelen - Samenhang programma - Studiebegeleiding (incl. buitenschoolse component / stages) - Studeerbaarheid / studielast - Materiële voorzieningen - Afstuderen - Evaluatie van resultaten - Maatregelen tot verbetering - Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld - monitoring & verantwoording - intern overleg - bepaling pending issues
Terugkoppeling
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 68
Hogeschool E3 ICT 68
Werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende opleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Beoordelingskader accreditatiestelsel hoger onderwijs” van 22 november 2011. Daarin staan de standaarden vermeld waarop een Evaluatiebureau zich bij de uitgebreide opleidingsbeoordeling van een opleiding moet richten en de criteria aan de hand waarvan een Evaluatiebureau moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Op basis van de door opleiding geleverde documentatie heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de deeltijdvariant. De visitatie was gericht op een verificatie van de bevindingen uit de documentenanalyse en het verkrijgen van aanvullende informatie over de inhoud van het programma. Dit geschiedde door gesprekken met vertegenwoordigers van de opleiding, studenten en het werkveld, die waren te kenschetsen als ‘gesprekken tussen vakgenoten’. De verificatie door het auditteam geschiedde door verscheidene malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en aan de hand van additionele documentatie en daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. Verantwoording keuze gesprekspartners Na overleg met de betreffende opleiding heeft het auditteam met in achtneming van de daartoe strekkende regels van de NVAO en op basis van zijn documentanalyse en de daaruit voortvloeiende specifieke aandachtspunten de keuze van de gesprekspartners vastgesteld. Een open spreekuur maakte deel uit van het programma. Het auditteam heeft geconstateerd, dat de betreffende opleiding het open spreekuur tijdig en op correcte wijze onder de aandacht heeft gebracht van studenten en medewerkers. Het oordeel van het auditteam vastgelegd in een conceptrapport werd aan de opleiding voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ , ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Hobéon heeft de beslisregels toegepast, zoals deze zijn opgesomd in het ‘Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs, 22 november 2011’. Indien een opleiding onder één CROHO-registratie wordt aangeboden op meerdere locaties, kan de opleiding alleen voor accreditatie in aanmerking komen als uit de beoordeling blijkt dat elke locatie voldoet aan de in het betreffende kader genoemde standaarden voor basiskwaliteit. Uitgebreide opleidingsbeoordeling Het eindoordeel over een opleiding is in elk geval ‘onvoldoende’ indien standaard 1 of 16 als ‘onvoldoende’ beoordeeld wordt. Een onvoldoende bij standaard 1 kan niet leiden tot het toekennen van een herstelperiode door de NVAO. Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘goed’ zijn indien ten minste de standaarden 1, 3, 6, 9, 13, 14, 15 en 16 als ‘goed’ worden beoordeeld. Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘excellent’ zijn indien ten minste de standaarden 1, 3, 6, 9, 13, 14, 15 en 16 als ‘excellent’ worden beoordeeld.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 69
Hogeschool E3 ICT 69
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 70
Hogeschool E3 ICT 70
BIJLAGE V
Lijst geraadpleegde documenten
Lijst geraadpleegde documenten
Kritische reflectie opleiding. Organigram organisatie. Domeinspecifiek referentiekader en de eindkwalificaties. Schematisch programmaoverzicht. Inhoudsbeschrijving (op hoofdlijnen) van de programmaonderdelen, met vermelding van o eindkwalificaties, leerdoelen, werkvormen, wijze van toetsen, literatuur (verplicht / aanbevolen), betrokken docent(en) en studiepunten. Studentenstatuut; Onderwijs- en examenregeling – OER. Overzicht van het ingezette personeel: o naam, functie, omvang aanstelling, graad en deskundigheid. o differentiatie in graad uitgedrukt in percentage van het totaal. Overzichtslijst van alle afstudeerwerkstukken van de laatste twee jaar (of van portfolio’s / werkstukken waaruit het door de student bereikte eindniveau kan worden afgeleid). Overzicht van de contacten met het werkveld. Samenvatting en analyse recente evaluatieresultaten en relevante managementinformatie. Verslagen overleg in relevante commissies / organen. Documentatie over student- en docenttevredenheid. Toetsopgaven + beoordelingscriteria en normering (antwoordmodellen) en een representatieve selectie van gemaakte toetsen en beoordelingen. Handboeken en overig studiemateriaal. Kwaliteitszorgplan. De door het panel bepaalde representatieve selectie van (15) afstudeerwerkstukken van de afgelopen twee jaar met beoordelingscriteria en normering. Overzicht 15 afstudeerwerkstukken op titel: 1. Beperken suboptimalisatie in IT projecten 2. Business-informatieplan DSW Zorgverzekeraar 3. Thuiswerk 4. Kenniscarrousel interactief delen van gegevens en kennis 5. De ‘mobiele’ werkplek 6. Technisch beheer INDIGO 7. Inkoopproces voor ICT 8. Is er een IWMS op de markt dat meer biedt dan Planon? 9. Het kunnen waarnemen en leveren van het afgesproken servicepakket met de klant 10. Efficiency met een omweg 11. Gemeente Bergen op Zoom Business Informatieplan 12. Shared Service Center. Wie is er voor delen? 13. Waarmee kan ik u helpen? 14. Facilitaire services, the next level 15. Security awareness bij APG
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 71
Hogeschool E3 ICT 71
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 72
Hogeschool E3 ICT 72
BIJLAGE VI
Overzicht auditteam
Samenstelling, korte functiebeschrijvingen (cv’s) en onafhankelijkheidverklaringen van voorzitter, leden en secretaris. Samenstelling en expertise van het auditteam laten zich als volgt weergeven: Panelleden
Expertise
- audit - kwaliteitzorg
voorzitter Dhr drs. G.J. Stoltenborg
Expertise - onderwijs
Expertise - werkveld
Expertise - vakinhoud
x
werkveld- / vakdeskundige Dhr. drs M. Van der Voort werkveld- vakdeskundige
Expertise
- internationaal
Expertise
- studentzaken
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Dhr. C. Adriaanse x
Studentlid Dhr G. Lombarts
secretaris Dhr drs. G.W.M.C. Broers
x
x
Op 26 februari 2013 heeft de NVAO goedkeuring gegeven aan de samenstelling van het panel Informatica nr. 001466 - Hogeschool E3. Korte functiebeschrijvingen panelleden 1
2 3 4
De heer G.J. Stoltenborg is senior adviseur bij de Hobéon Groep BV, heeft specifieke deskundigheid op het gebied van onderwijs en kwaliteitszorg en ervaring als lead-auditor in het hoger (beroeps)onderwijs. De heer V.d. Voort is thans directeur van het International Software Quality Institute in Duitsland. De heer C. Adriaanse is adjunct- directeur binnen Fontys Hogeschool ICT. De heer G. Lombarts is ICT-student bij Fontys.
Secretaris/Coördinator De heer G.W.M.C. Broers
Gecertificeerd d.d oktober 2010
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 73
Hogeschool E3 ICT 73
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 74
Hogeschool E3 ICT 74
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 75
Hogeschool E3 ICT 75
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 76
Hogeschool E3 ICT 76
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 77
Hogeschool E3 ICT 77
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Informatica, Hogeschool E3, versie 2.0 78
Hogeschool E3 ICT 78