Indicatorenset Obstructief slaapapneusyndroom (OSAS) bij volwassenen Uitvraag 2014 over verslagjaar 2013
Definitieve versie – okt. 2013
Colofon Internet: Portal voor aanlevering kwaliteitsgegevens verslagjaar 2013: http://ziekenhuizentransparant.nl. Meer informatie: Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen: www.nvz-ziekenhuizen.nl/onderwerpen/zichtbare-zorg; Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra: www.nfu.nl.
Samengesteld door: Zorginhoudelijke indicatoren Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare), UMC St Radboud Klantpreferentievragen Consumentenbond Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF)
Eerder tot stand gekomen in opdracht en onder eindverantwoordelijkheid van de stuurgroep Zichtbare Zorg Ziekenhuizen.
Let op: Zichtbare Zorg is per 1 januari 2013 gestopt en gaat op in het Kwaliteitsinstituut. De ondersteuning die het programmabureau Zichtbare Zorg leverde aan ziekenhuizen en ZBC’s met betrekking tot het verzamelen en aanleveren van de indicatoren, komt hiermee te vervallen. Het beschikbaar stellen van kwaliteitsinformatie is een wettelijke opdracht aan zorgaanbieders, die van kracht blijft. De indicatoren uit deze indicatorengids worden daarom in 2014 niet aangeleverd via de ZiZo-portal, maar via een webportal van Dutch Hospital Data.
Den Haag, oktober 2013
2
Inhoudsopgave Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren 1. Algemene informatie over zorginhoudelijke indicatoren 2. Factsheets zorginhoudelijke indicatoren OSAS 3. Lijst te verzamelen variabelen Bijlage 1: Wijzigingstabel zorginhoudelijke indicatoren Bijlage 2: Autorisatie zorginhoudelijke indicatoren door wetenschappelijke verenigingen
4 5 6 8 9 10
Deel 2: Klantpreferentievragen Klantpreferentievragen OSAS Bijlage 1: Wijzigingstabel
11 12 18
Afkortingenlijst
19
3
Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren
4
1. Algemene informatie over Zorginhoudelijke indicatoren OSAS Indicatorwerkgroep De werkgroep voor de ontwikkeling van de indicatorenset OSAS in 2009 bestond uit de volgende personen: NVALT: Dhr. Drs. M.M. Eijsvogel (voorzitter), longarts, Medisch Spectrum Twente, Enschede Dhr. Drs. J. Asin, longarts, Amphia Ziekenhuis, Breda Mw. Dr. P.J.E. Vos, longarts, Alysis Zorggroep, Arnhem NVN: Dhr. Drs. K.E. Schreuder, Arts klinische slaapgeneeskunde, St. Kempenhaeghe, Heeze KNO: Dhr. Dr. N. de Vries, KNO-arts, St. Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam NVAB: Mw. Drs. D.N. Visser, bedrijfsarts, Maetis, Houten ZN: Mw. N. Huiskes MBA, arts Beleid en Advies, Medisch Advies Groep CZ Actief in Gezondheid, Tilburg Mw. T. Braam, zorgbemiddelaar hulpmiddelen, UVIT Dhr. C. Itz, adviserend arts, afd. zorgbemiddeling UVIT NVSAP: Dhr. Drs. P.H.J.M. van Mechelen, voorzitter ApneuVereniging De werkgroep voor de revisie van de indicatorenset OSAS bestond in 2010 uit de volgende personen: NVALT: Dhr. Drs. M.M. Eijsvogel (voorzitter), longarts, Medisch Spectrum Twente, Enschede KNO: Mw. Dr. E.H. van den Akker, KNO-arts, Meander Medisch Centrum, Amersfoort NVN: Dhr. Dr. R.J. Schimsheimer, neuroloog, Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag Dhr. Drs. K. Schreuder NVSAP: Dhr. van Mechelen, afgevaardigde van de patiëntvereniging De werkgroep voor de tweede revisie van de indicatorenset OSAS in 2011 bestond uit de volgende personen: KNO: Mw. Dr. E.H. van den Akker, KNO-arts, Meander Medisch Centrum, Amersfoort Dhr. Dr. M.H.J.M. Majoor, KNO-arts, ziekenhuis Gelderse Vallei, Ede, Veenendaal en Barneveld Dhr. Dr. J. Tan, KNO-arts, St. Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam NVALT: Dhr. Drs. H.H.M. Hassing, longarts, Viecuri, Venlo NVN: Dhr. Dr. R.L.M. Strijers, neuroloog, VU Medisch Centrum, Amsterdam Dhr. Dr. C.J.W. van de Vlasakker, neuroloog, Slingeland ziekenhuis, Doetinchem ZN: Mw. Drs. R. Geels, Adviserend Geneeskundige, Zorg en Zekerheid Dhr. Drs. G. Salemink, vertegenwoordiger Zorgverzekeraars Nederland, huisarts (n.p.) NVSAP: Dhr. Drs. P.H.J.M. van Mechelen, voorzitter ApneuVereniging Afstemming met bestaande richtlijnen Bij de ontwikkeling van de indicatoren is gebruik gemaakt van de kennis die is opgedaan in het ontwikkeltraject van de Richtlijn Diagnostiek en behandeling van het obstructieveslaapapneusyndroom bij volwassenen (CBO, 2009). Populatiebepaling OSAS Voor het bepalen van de indicatoren moet eerst de populatie worden vastgesteld. Het aantal patiënten met OSAS kan niet via DBC’s of DBC-zorgproducten worden vastgesteld. De reden is dat de drie belangrijkste specialismen (Longziekten, KNO, Neurologie) verschillende DBC’s of DBC-zorgproducten kennen, waarbij OSAS patiënten niet of gedeeltelijk worden aangemerkt. U kunt het aantal OSAS patiënten exact weergeven wanneer u beschikking heeft over een diagnose-database; anders zult u een zo betrouwbaar mogelijke schatting moeten maken. Het betreft de optelsom van alle nieuwe patiënten met de diagnose OSAS die een behandeling ondergaan van alle betrokken specialismen in uw kliniek. Conservatieve therapie valt ook onder behandeling in het kader van deze indicatoren. Peildatum De structuurindicatoren worden, in verband met de actualiteit, eenmaal per jaar op peildatum 1 maart geregistreerd.
5
2. Zorginhoudelijke indicatoren OSAS 1. BMI Relatie tot kwaliteit
Overgewicht is een belangrijke risicofactor die mede ten grondslag ligt aan het ontstaan van OSAS. Begeleiding bij vermindering van overgewicht is daarom belangrijk. Operationalisatie Wordt in uw ziekenhuis begeleiding bij vermindering van overgewicht aangeboden of wordt nagegaan of dit in de eerste lijn wordt gedaan? Begeleiding door eigen ziekenhuis/Begeleiding in de eerste lijn/Geen begeleiding Definitie(s) BMI: Body Mass Index Overgewicht is een BMI >25 In- /exclusiecriteria Inclusie: alle volwassen OSAS-patiënten Bron DBC-registratie en verrichtingenregistratie, ziekenhuisregistratie Meetfrequentie 1x per jaar Peildatum 01-03-2014 Rapportagefrequentie 1x per jaar Type indicator Structuur Meetniveau Ziekenhuisniveau Kwaliteitsdomein Effectiviteit, patiëntgerichtheid
Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg Obesitas is een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van OSAS (Young, 2002; Peppard, 2000; Tishler, 2003). Uit de literatuur komt verder naar voren dat het verlagen van het BMI een gunstig effect heeft op OSAS (Peppard, 2000; Sampol, 1998; CBO, 2009). Mogelijkheden tot verbetering Het verminderen van de BMI kan een gunstig effect hebben op OSAS. Het opnemen van de behandeling van overgewicht bij OSAS kan daarom de kwaliteit van de OSAS behandeling vergroten. De werkgroep is het er over eens dat de start met behandeling van OSAS de negatieve spiraal waarin een patiënt met obesitas zich bevind (de OSAS en obesitas kunnen elkaar versterken) zou kunnen doorbreken. Begeleiding bij vermindering van overgewicht kan de kwaliteit van zorg daarom vergroten. Beperkingen bij gebruik en interpretatie De werkgroep realiseert zich dat het verminderen van de BMI iets is waar de behandelaar niet al te veel invloed op heeft. De motivatie van de patiënt is erg belangrijk. Omdat de start van de behandeling van de OSAS de start van een opwaartse spiraal kan betekenen vindt de werkgroep het toch interessant om deze indicator uit te vragen. Inhoudsvaliditeit De relatie tussen een te hoge BMI (>25) en OSAS is in de literatuur onomstreden. Uit de literatuur komt verder naar voren dat het verlagen van het BMI een gunstig effect heeft op OSAS (Peppard, 2000; Sampol, 1998; CBO, 2009). De mate van bewijskracht voor deze indicator is C. Statistisch betrouwbaar onderscheiden De werkgroep verwacht dat er voldoende variatie in de praktijk bestaat, waardoor de indicator discrimineert tussen de ziekenhuizen en verbeteringen in kwaliteit van zorg zal registreren. Vergelijkbaarheid Bij deze indicator spelen bias en case-mix geen rol.
6
Registratiebetrouwbaarheid De werkgroep verwacht dat de indicator onder gelijkblijvende omstandigheden (min of meer) hetzelfde resultaat oplevert. Aangezien het hier gaat om een structuurindicator is er sprake van een geringe registratielast. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij de aanleverende ziekenhuizen zelf.
Referenties - CBO Richtlijn Diagnostiek en behandeling van het obstructieve slaapapneusyndroom bij volwassenen. 2009: Centraal Begeleidingsorgaan. http://www.cbo.nl/thema/Richtlijnen/Overzichtrichtlijnen/Richtlijnen-O-t-m-R. - Peppard PE, Young T, Palta M, Dempsey J and Skatrud J. Longitudinal study of moderate weight change and sleep-disordered breathing. JAMA 2000;284:3015–21. - Sampol G, Munoz X, Sagales MT, Marti S, Roca A, Dolors-de-la CM, et al. Long-term efficacy of dietary weight loss in sleep apnoea hypopnoea syndrome. Eur Resp J 1998;12:1156 -9. - Tishler PV, Larkin EK, Schluchter MD, Redline S. Incidence of sleep-disordered breathing in an urban adult population: the relative importance of risk factors in the development of sleep-disordered breathing. JAMA 2003;289:2230-7. - Young T, Peppard PE, Gottlieb DJ. Epidemiology of obstructive sleep apnea: a population health perspective. Am J Respir Crit Care Med 2002;165:1217-39.
7
3. Lijst te verzamelen variabelen In dit hoofdstuk leest u hoe u de gegevens voor het bepalen van de indicatoren kunt verzamelen. Dit gebeurt aan de hand van een variabelenlijst. Een variabele is een te verzamelen data-element. Variabelenlijst Structuurindicatoren worden op ziekenhuisniveau verzameld. Het is voor deze indicatoren voldoende om één keer per jaar een vraag met ja of nee te beantwoorden.
8
Bijlage 1: Aanpassingen in zorginhoudelijke indicatoren n.a.v. gegevensuitvraag in 2013 over verslagjaar 2012
De zorginhoudelijke indicatoren van deze set zijn ongewijzigd gebleven.
9
Bijlage 2: Autorisatie zorginhoudelijke indicatoren door wetenschappelijke vereniging De zorginhoudelijke indicatoren uit de indicatorset OSAS zijn in 2010 geautoriseerd door: -
Nederlandse Vereniging voor Neurologie Nederlandse Vereniging voor KNO-heelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
10
Deel 2: Klantpreferentievragen
11
Vragenlijst klantpreferenties Obstructief Slaapapneu Syndroom De volgende vragen gaan in op het aanbod van de zorg rondom OSAS. Deze informatie kan bijdragen aan de beeldvorming van de patiënt/consument om een keuze te maken voor een zorgaanbieder. De klantpreferentievragen zijn opgesteld door de Consumentenbond en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie, in samenwerking met de Apneuvereniging; Nederlandse Vereniging Slaapapneu Patiënten. Om te achterhalen welke informatie de patiënt wil gebruiken om een ziekenhuis op te kiezen, zijn er focusgroepen en/of telefonische interviews gehouden. Door middel van een vragenlijst aan een grotere groep patiënten is onderzocht welke aspecten voor deze groep patiënten het meest van belang zijn. Bij elke vraag worden, waar nodig, definities beschreven en de technische haalbaarheid toegelicht. Daar waar ‘ziekenhuis’ of ‘ziekenhuislocatie’ staat, kan ook ‘zelfstandig behandelcentrum’ gelezen worden. Vaste hoofdbehandelaar A. Heeft de patiënt met OSAS gedurende het gehele zorgtraject één Vraag 1 1 verantwoordelijk hoofdbehandelaar ?* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee 1
B. Welke zorgprofessional(s) is/zijn hoofdbehandelaar van de patiënt met OSAS?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) KNO-arts Longarts Neuroloog Tandheelkundig specialist 2 Gespecialiseerd verpleegkundige Anders, namelijk ____ Definities
Technische haalbaarheid
1
Met verantwoordelijk hoofdbehandelaar wordt bedoeld: de zorgverlener die de zorg voor de patiënt coördineert en op wie de inhoudelijke eindverantwoordelijkheid van de zorgverlening rust. 2 Een gespecialiseerd verpleegkundige kan zijn: de OSAS-verpleegkundige, de SAAS-verpleegkundige of een verpleegkundig specialist. * Peildatum: 1 maart 2014
12
Aangeboden behandelmethoden A. Welke behandelmethoden zijn op uw ziekenhuislocatie beschikbaar voor de Vraag 2 behandeling van OSAS?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) 1 Conservatieve behandeling 2 Continous positive airway pressure (CPAP) apparaat 3 Chirurgische ingrepen tegen OSAS Septumcorrectie tegen OSAS Beugel (MRA, MDA en/of snurkbeugel) Anders, namelijk ____
B. Welke soorten CPAP-apparaten worden er op uw ziekenhuislocatie door specialisten voorgeschreven?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) ‘Standaard’ CPAP-apparaat 2 Expiratiedrukverlagende CPAP 4 Auto-CPAP (APAP) 5 BilevelPAP Anders, namelijk ____
C. Welke chirurgische ingrepen tegen OSAS worden op uw ziekenhuislocatie uitgevoerd?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Uvulo-palato-faryngo-plastiek (UPPP, wegsnijden delen verhemelte en huig) Somnoplastiek (radiofrequente thermotherapie van de tongbasis) Hyoïdthyroïdpexie (hyoïdsuspensie, verplaatsen van het tongbeen) Genioglossus advancement (verplaatsen van de onderste tongspier) Kaakoperatie (mandulaire repositie, verplaatsen van de kaak) Pillartechniek (variant op somnoplastiek maar met preparaten) Meervoudige chirurgie (operatie waarbij combinatie van bovenstaande ingrepen wordt uitgevoerd) Anders, namelijk ____
Definities
Technische haalbaarheid
1
Conservatieve behandeling bestaat uit leefstijladviezen. Het expiratiedrukverlagende CPAP-apparaat is een ‘standaard’ CPAP met een extra functie. Het apparaat herkent wanneer de patiënt inademt en uitademt. Tijdens de uitademing (expiratie) blaast het apparaat minder hard, waardoor het uitademen comfortabeler is. 3 Hiermee worden chirurgische ingrepen bedoeld die specifiek op uw ziekenhuislocatie worden ingezet tegen OSAS, zoals UPPP en somnoplastiek. 4 Auto-CPAP past voortdurend de druk aan, op basis van snurkgeluid, apneus en hypopneus. Bedoelt voor patiënten die de standaard CPAP niet verdragen of bij wie het onvoldoende effect heeft. 5 Bij BilevelPAP wordt de druk tijdens inademing en uitademing apart ingesteld. Het apparaat herkent wanneer de patiënt inademt en uitademt. Bedoelt voor patiënten die de standaard CPAP niet verdragen of bij wie het onvoldoende effect heeft. * Peildatum: 1 maart 2014 2
13
Slaaponderzoek A. Welke mogelijkheden biedt uw ziekenhuis voor het uitvoeren van het Vraag 3 polysomnografisch onderzoek (slaaponderzoek)?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Thuisregistratie Registratie in de instelling/kliniek Doorverwijzing/gebruikmakend van de faciliteiten op locatie ____ Anders, namelijk ____
B. Beschikt uw ziekenhuis over een speciaal ingericht 1 2 slaaplaboratorium/slaapcentrum voor bewaakte polysomnografie ?* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee, polysomnografie vindt bij ons alleen onbewaakt plaats Anders, namelijk ____
Definities
Technische haalbaarheid
1
Onder slaaplaboratorium wordt verstaan de samenwerking tussen verschillende disciplines met het oog op diagnose en behandeling van slaapstoornissen. 2 Dit is een onderzoek waarbij onder monitortoezicht van een zorgverlener de hersenactiviteit en verschillende lichaamsfuncties worden gemeten tijdens de slaap. * Peildatum: 1 maart 2014
14
Betrokken (ondersteunende) zorgverleners en bereikbaarheid A. Welke ondersteunende zorgverleners zijn op uw ziekenhuislocatie standaard Vraag 4 betrokken bij de behandeling en/of verzorging van patiënten met OSAS?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Verpleegkundig specialisten 1 OSAS-verpleegkundigen 2 SAAS-verpleegkundigen Physician Assistants Anders, namelijk _____
B. Welke ondersteunende zorgverleners voeren op uw ziekenhuislocatie een zelfstandig spreekuur voor patiënten met OSAS?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Verpleegkundig specialist 1 OSAS-verpleegkundige 2 SAAS-verpleegkundige Physician Assistants Geen van bovenstaande zorgverleners voert een zelfstandig spreekuur Anders namelijk ______
C. Hoe is de bereikbaarheid van de zorgverleners voor patiënten met OSAS * buiten de reguliere spreekuren op de poli, geregeld op uw ziekenhuislocatie? (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) De patiënt kan tijdens kantooruren naar het ziekenhuis of naar de poli bellen, en wordt te woord gestaan of teruggebeld Via een telefonisch spreekuur, op gezette tijden 3 Via de e-mail De zorgverleners zijn alleen bereikbaar via reguliere spreekuren op de poli Anders namelijk ______
D. Krijgt de patiënt, de in vraag 4C aangegeven mogelijkheden voor de 4 bereikbaarheid, altijd op papier mee?* Ja Nee Definities
Technische haalbaarheid
1
De OSAS-verpleegkundige is gespecialiseerd in de zorg voor en begeleiding van mensen die lijden aan OSAS. 2 SAAS betekent slaapafhankelijke ademhalingsstoornissen en derhalve is de SAAS-verpleegkundige overkoepelend voor alle slaapafhankelijke ademhalingsstoornissen. 3 E-mail binnen 72 uur beantwoord. 4 Dit kan bijvoorbeeld middels de afsprakenkaart, een brief of een visitekaartje. * Peildatum: 1 maart 2014
15
Informatievoorziening A. Welke informatie krijgt de patiënt op papier mee van uw ziekenhuis(locatie)?* Vraag 5 (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Algemene informatie over wat OSAS is en de mogelijke oorzaken van OSAS Informatie over de invloed van OSAS op het dagelijks leven van de patiënt (zoals autorijden) Informatie over wat patiënten zelf kunnen doen om OSAS te verminderen/voorkomen (zoals leefstijladviezen) Informatie over de behandelmogelijkheden die, in geval van OSAS, op de ziekenhuislocatie beschikbaar zijn 1
B. Welke informatie is te vinden op de website van uw ziekenhuis(locatie)?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Algemene informatie over wat OSAS is en de mogelijke oorzaken van OSAS Informatie over de invloed van OSAS op het dagelijks leven van de patiënt (zoals autorijden) Informatie over wat patiënten zelf kunnen doen om OSAS te verminderen/voorkomen (zoals leefstijladviezen) Informatie over de behandelmogelijkheden die, in geval van OSAS, op de ziekenhuislocatie beschikbaar zijn
C. Wordt de uitleg aan de patiënt ondersteund door beeldmateriaal?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Ja, foto’s/plaatjes ter verduidelijking wat OSAS is Ja, video’s over de behandelingsvormen/operatietechnieken bij OSAS Nee
D. Krijgt de patiënt dit beeldmateriaal ook mee naar huis?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Ja 1 Dit staat op de website en is dus altijd beschikbaar voor de patiënt Nee Definities Technische haalbaarheid
1
Met website wordt de website van het ziekenhuis bedoeld of een duidelijke verwijzing op de website naar een andere website waar de informatie te vinden is. * Peildatum: 1 maart 2014
16
Afspraken en onderzoeken op 1 locatie Vraag 6 Vinden alle onderzoeken, afspraken met zorgprofessionals en een eventuele operatie voor de patiënt met OSAS op één locatie plaats?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Ja Nee, voor sommige diagnostische onderzoeken moet de patiënt naar een andere locatie Nee, voor sommige zorgverleners moet de patiënt naar een andere locatie Nee, voor de operatie moet de patiënt naar een andere locatie
Definities Technische haalbaarheid
Geen bijzonderheden. * Peildatum: 1 maart 2014
17
Bijlage 1: Wijzigingstabel vragenlijst klantpreferenties De klantpreferentievragen van deze set zijn ongewijzigd gebleven.
18
Afkortingenlijst indicatorengids OSAS AIRE AHI CBO CPAP DBC’s EPD IGZ KNO MRA NFU NIVEL NPCF NVALT NVN NVSAP NVZ OECD OMS OSAS RVZ SCP TNS Nipo VWS ZA-code ZBC’s ZIS ZN
Appraisal of Indicators, Research and Evaluation Apneu-hypopneu-index Centraal Begeleidingsorgaan Continuous Positive Airway Pressure Diagnose Behandeling Combinaties Elektronisch patiëntendossier Inspectie voor de Gezondheidszorg Keel-, Neus- en Oorheelkunde Mandibulair repositie apparaat Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose Nederlandse Vereniging voor Neurologie Nederlandse Vereniging Slaapapneu Patiënten Vereniging van Ziekenhuizen is de organisatie van de branche ziekenhuizen Organisation for Economic Co-operation and Development Orde van Medisch Specialisten Obstructief Slaapapneu Syndroom Raad voor de Volksgezondheid en Zorg Sociaal en Cultureel Planbureau Nederlands opinieonderzoeksbureau Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Zorgactiviteitscode Zelfstandige Behandelcentra Ziekenhuis informatiesysteem Zorgverzekeraars Nederland
19