Indicatorenset Migraine Uitvraag 2014 over verslagjaar 2013
Definitieve versie – okt. 2013
1
Colofon Internet: Portal voor aanlevering kwaliteitsgegevens verslagjaar 2013: http://ziekenhuizentransparant.nl. Meer informatie: Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen: www.nvz-ziekenhuizen.nl/onderwerpen/zichtbare-zorg; Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra: www.nfu.nl.
Samengesteld door: Zorginhoudelijke indicatoren Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare), UMC St Radboud Klantpreferentievragen Consumentenbond Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF)
Eerder tot stand gekomen in opdracht en onder eindverantwoordelijkheid van de stuurgroep Zichtbare Zorg Ziekenhuizen.
Let op: Zichtbare Zorg is per 1 januari 2013 gestopt en gaat op in het Kwaliteitsinstituut. De ondersteuning die het programmabureau Zichtbare Zorg leverde aan ziekenhuizen en ZBC’s met betrekking tot het verzamelen en aanleveren van de indicatoren, komt hiermee te vervallen. Het beschikbaar stellen van kwaliteitsinformatie is een wettelijke opdracht aan zorgaanbieders, die van kracht blijft. De indicatoren uit deze indicatorengids worden daarom in 2014 niet aangeleverd via de ZiZo-portal, maar via een webportal van Dutch Hospital Data.
Den Haag, oktober 2013
2
Inhoudsopgave Migraine Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren 1. Algemene informatie over zorginhoudelijke indicatoren 2. Factsheets zorginhoudelijke indicatoren Migraine 3. Lijst te verzamelen variabelen Bijlage 1: Wijzigingstabel zorginhoudelijke indicatoren Bijlage 2: Autorisatie zorginhoudelijke indicatoren door wetenschappelijke verenigingen
4 5 7 9 12 13
Deel 2: Klantpreferentievragen Klantpreferentievragen Migraine Bijlage 1: Wijzigingstabel klantpreferentievragen
14 15 20
Afkortingenlijst
21
3
Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren
4
1. Algemene informatie over Zorginhoudelijke indicatoren Migraine Indicatorwerkgroep De werkgroep voor de ontwikkeling van de indicatorenset Migraine bestond in 2010 uit de volgende personen: NVN: Dhr. Dr. E. Couturier, neuroloog, MC Boerhaave (voorzitter) Mevr. Drs. P. Eekers, neuroloog, Laurentius Ziekenhuis Dhr. Dr. W. Mulleners, neuroloog, CWZ Mevr. Dr. G.M. Terwindt, neuroloog, LUMC NVKNO: Dhr. Dr. J.A. de Ru, KNO arts, UMCU ZN: Dhr. Drs. C. Itz, medisch adviseur, UVIT NVvHP: Mevr. A. Mensing, vertegenwoordiger, Nederlandse vereniging van hoofdpijnpatiënten Dhr. L. van Os, vertegenwoordiger, Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten NPCF: Mevr. Mr. Drs. M.M. Versluijs, senior beleidsmedewerker NPCF De werkgroep voor de revisie van de indicatorenset Migraine bestond in 2011 uit de volgende personen: NVN: Dhr. Dr. E. Couturier, neuroloog, MC Boerhaave Mevr. Dr. G.M. Terwindt, neuroloog, LUMC Mevr. Drs. P. Eekers, neuroloog, Laurentius Ziekenhuis NVKNO: Dhr. Dr. J.A. de Ru, KNO arts, UMCU ZN: Mevr. Drs. K. Scheele, medisch adviseur, CZ Dhr. Drs. G. Salemink, medisch adviseur, ZN NVvHP: Mevr. A. Mensing, vertegenwoordiger, Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten Afstemming met bestaande richtlijn(en) De richtlijn ‘Richtlijnen diagnostiek en behandeling chronisch recidiverende hoofdpijn zonder neurologische afwijkingen‘ (NVN, 2007) is als basis gebruikt voor de indicatoren in deze gids. Populatiebepaling Migraine De eerste stap in het bepalen van de indicatoren is het vaststellen van de populatie. Voor alle Zichtbare Zorg indicatorensets was als uitgangspunt gekozen om de populatie te bepalen aan de hand van de Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s). Door de invoering van DOT (DBC’s op weg naar transparantie) per 1 januari 2012, is de populatiebepaling van de Zichtbare Zorg indicatoren gewijzigd. Let op: In deze indicatorengids zijn nog de oude DBC’s vermeld die voor verslagjaar 2012 en eerder nodig waren om de populatie te bepalen. Specifieke DOT-instructies zijn opgenomen in een separaat document bij de indicatorengidsen. De populatie voor de indicatorenset Migraine bestaat uit het aantal patiënten dat op enig moment in het verslagjaar een DBC heeft die voldoet aan: - DBC 0330.11.701 (betekent automatisch dat het patiënten met migraine zijn en dat ze onder behandeling zijn van de neuroloog). - De DBC 0330.11.799 (overig hoofdpijn) dient geëxcludeerd te worden voor deze set, omdat deze DBC ook andere hoofdpijn-patiënten bevat. - Daarbij richtten we ons op migraine gediagnosticeerd volgens de ICHD-II classificatie uit 2004, zie tabel 1. Besloten werd om categorieën 1.1, 1.2 en 1.6 (probable migraine) mee te nemen. De categorieën 1.3, 1.4 en 1.5 werden uitgesloten.
5
Tabel 1: De International Classification of Headache Disorders II (2004) Code
Disorder
1. 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.3
Migraine Migraine without aura Migraine with aura Typical aura with migraine headache Typical aura with non-migraine headache Typical aura without headache Familial hemiplegic migraine (FHM) Sporadic hemiplegic migraine Basilar-type migraine Childhood periodic syndromes that are commonly precursors of migraine Cyclical vomiting Abdominal migraine Benign paroxysmal vertigo of childhood Retinal migraine Complications of migraine Chronic migraine Status migrainosus Persistent aura without infarction Migrainous infarction Migraine-triggered seizures Probable migraine Probable migraine without aura Probable migraine with aura
1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.4 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.5.5 1.6 1.6.1 1.6.2 -
Het gaat om volwassen patiënten (>18 jaar). Inclusie/exclusiecriteria zoals benoemd in de factsheets in hoofdstuk 2.
De populatie wordt uiteindelijk bepaald door de in 2013 afgesloten DBC-zorgproducten. In het document met DOT-instructies vindt u relevante DBC-zorgproducten. Om dubbelregistratie te voorkomen, dient – indien de indicator gebaseerd is op tellingen op patiëntniveau – geselecteerd te worden op het unieke patiëntnummer. In alle andere gevallen wordt geteld op verrichtingenniveau en telt iedere verrichting apart mee. Voor codes en instructies, zie de variabelenlijst en rekenregels (tabellen 1 en 2). Peildatum De structuurindicatoren worden, in verband met de actualiteit, eenmaal per jaar op peildatum 1 maart geregistreerd. In- en exclusiecriteria Om een eerlijke vergelijking tussen zorgaanbieders te kunnen maken, heeft de werkgroep in- en exclusiecriteria vastgesteld. Zo kunnen patiënten bijvoorbeeld op leeftijd of comorbiditeit worden uitgesloten. Ook kunnen extra eisen worden gesteld aan het DBC-zorgproduct. Bijvoorbeeld de aanwezigheid van een specifieke verrichting. In- en exclusiecriteria hoeven niet per definitie voor alle indicatoren in de set gelijk te worden toegepast. Soms dienen er bijvoorbeeld extra gegevens te worden verzameld om later te kunnen corrigeren voor comorbiditeit, die de waarde van de indicator beïnvloedt. Op basis van de populatie en de in- en exclusiecriteria wordt de noemer van de indicator vastgesteld.
6
2. Zorginhoudelijke indicatoren Migraine 1. Enkelvoudig poliklinisch consult Relatie tot kwaliteit
Operationalisatie Teller Noemer Definitie(s) Inclusiecriteria Bron Meetfrequentie Verslagjaar Rapportagefrequentie Type indicator Meetniveau Kwaliteitsdomein
Een optimale behandeling van migraine verloopt via een zogenaamde behandelladder. Om deze goed te doorlopen is tenminste een herhaal bezoek gewenst. De indicator meet het percentage patiënten dat geen vervolgconsult hebben gehad. Percentage nieuwe migrainepatiënten dat een enkelvoudig poliklinisch consult heeft gehad Aantal nieuwe migrainepatiënten dat een enkelvoudig poliklinisch consult heeft gehad Aantal nieuwe migrainepatiënten Enkelvoudig poliklinisch consult: Patiënt is maar één keer geweest; er heeft geen vervolgconsult plaatsgevonden Inclusie: Alle nieuwe migrainepatiënten ouder dan 18 jaar DBC-registratie Continu 01-01-2013 tot en met 31-12-2013 1x per verslagjaar Proces Patiëntniveau Patiëntgerichtheid, doelmatigheid en effectiviteit
Rekenregels Indicator 1 Teller
Noemer
Enkelvoudig poliklinisch consult Voor de teller wordt uitgegaan van de populatie van de noemer. Selecteer de patiënten die een enkelvoudig poliklinisch consult hebben gehad Selecteer alle nieuwe patiënten ouder dan 18 jaar met migraine.
Formule # patiënten noemer waarvoor geldt MI4 # patiënten waarvoor MI1 geldt en waarvoor geldt MI5>18 jaar
Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg Om tot een optimale aanvalsbehandeling van migraine te komen wordt in de richtlijn een behandelladder beschreven. Deze behandelladder dient ertoe om tot een individueel behandelplan te komen aangepast aan de ernst van de aanvallen (Steiner, 2007). Deze behandelladder begint met medicamenten gekozen omdat ze het veiligst en goedkoopst zijn en waarvan bekend is dat ze effectief zijn (NVN, 2007). De patiënten zouden moeten starten op de eerste trede van deze ladder (“stepped care”). Deze vorm van aanvalsbehandeling berust op een wetenschappelijke bewijsvoering en is direct toepasbaar op de individuele patiënt. Het is immers niet duidelijk of er een beter alternatief bestaat, en indien de medicatie niet effectief blijkt kan daarnaar verder gezocht worden. Er wordt gesuggereerd dat drie keer mislukken van aanvalsbehandeling het criterium zou moeten zijn om naar de volgende trede te gaan. Het gebruik van deze behandelladder in de klinische praktijk betekent dus dat vervolgconsulten noodzakelijk zijn om de therapiekeuze te evalueren en aan te passen. Daarnaast is het bij een deel van de migrainepatiënten geïndiceerd om profylactische behandeling te starten, dit vergt zeker vervolgconsulten van patiënten. Mogelijkheden tot verbetering De werkgroep is van mening dat er patiënten zijn die slechts een enkelvoudig poliklinisch consult krijgen en dus geen vervolgconsult. Er lijkt dus voldoende ruimte voor verbetering.
7
Beperkingen bij gebruik en interpretatie De meeste indicatoren zijn zo opgesteld dat geldt: hoe hoger de score hoe beter de kwaliteit van zorg. Dit geldt niet voor deze indicator. Hoe hoger de score op deze indicator hoe minder voldaan wordt aan goede zorg. Het is mogelijk om de score te lezen als (100-x) waarbij x de score is op de indicator. Dan geldt wel weer het principe ‘hoe hoger de score’ hoe beter de zorg. Inhoudsvaliditeit Nieuwe migraine patiënten dienen een poliklinisch vervolgconsult hebben gehad. De werkgroep ziet dit als een voorwaarde voor implementatie van de behandelladder, zoals beschreven in de NVN richtlijn. De mate van bewijskracht is tenminste D, maar niet met zekerheid vast te stellen. Het is echter wel een voorwaarde om zorg zoals beschreven in de NVN richtlijn (2007) te realiseren. Statistisch betrouwbaar onderscheiden De werkgroep verwacht dat er voldoende variatie in de praktijk bestaat, waardoor deze indicator discrimineert tussen de ziekenhuizen en verbeteringen in kwaliteit van zorg zal registreren. Vergelijkbaarheid De werkgroep is van mening dat bias en case-mix niet van toepassing zijn. Registratiebetrouwbaarheid De werkgroep verwacht dat deze indicator op betrouwbare wijze is te meten en onder gelijkblijvende omstandigheden (min of meer) dezelfde resultaten oplevert. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij de aanleverende ziekenhuizen zelf. De gegevens die nodig zijn voor deze indicator worden op patiëntenniveau verzameld en kunnen vrij gemakkelijk uit DBC registratie gehaald worden. Referenties - NVN. Richtlijnen diagnostiek en behandeling chronisch recidiverende hoofdpijn zonder neurologische afwijkingen, 1ste herziening. Utrecht, 2007: Commissie Kwaliteit van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, Werkgroep Richtlijnen Hoofdpijn. - Steiner TJ, Paemeleire K, Jensen R, Valade D, Savi L, Lainez JM, Diener HC, Martelletti P, Couturier EGM. European principles of management of common headache disorders in primary care. J Headache Pain 2007;8:S3-47.
8
3. Lijst te verzamelen variabelen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de gegevens voor het bepalen van de indicatoren verzameld worden. Dit gebeurt aan de hand van een variabelenlijst. Een variabele is een te verzamelen dataelement. Variabelenlijst Structuurindicatoren worden op ziekenhuisniveau verzameld. Het is voor deze indicatoren voldoende om één keer per jaar een vraag met ja of nee te beantwoorden. Om de proces- en uitkomstindicatoren te kunnen bepalen, worden gegevens op patiëntniveau verzameld en worden verschillende bronnen geraadpleegd. Op de volgende pagina’s worden alle variabelen beschreven die nodig zijn om de indicatoren te kunnen bepalen van de set Migraine. Van de variabelen worden de volgende gegevens vastgelegd: -
Variabele nummer:
-
Naam: Vast te leggen waarde:
-
Bron:
-
Instructie:
-
Nodig voor indicator:
Het nummer van de variabele wordt later gebruikt om uit te kunnen leggen welke variabelen gebruikt moeten worden voor de berekening van een indicator. Naam/beschrijving van de variabele. De vast te leggen waarde is een omschrijving om aan te geven wat een ziekenhuis moet vastleggen. Dit kan bijvoorbeeld een codering zijn, ja/nee of een datum. De bron is bedoeld om het zoeken naar de variabele (het dataelement) te vereenvoudigen Dit is gebaseerd op de bevindingen van de ziekenhuizen uit de praktijktest. Het kan zijn dat dit in andere ziekenhuizen onder een andere naam of op een andere plaats/systeem wordt vastgelegd. Deze beschrijft met welke zoekwaarden gezocht moet worden. Ook worden praktijktips gegeven. Als laatste staat aangegeven voor welke indicatoren de variabele gebruikt wordt.
Voor sommige variabelen is het niet mogelijk om direct uit de data de waarde van de variabele te bepalen. Leeftijd is hierbij het meest duidelijke voorbeeld. Om de leeftijd te kunnen bepalen is een peildatum en een geboortedatum nodig. Deze eerste twee gegevens zijn opgenomen bij de variabelen. Bij de indicatoren zijn rekenregels gedefinieerd die de uiteindelijke variabele berekenen. Een voorbeeld is: peildatum – geboortedatum = leeftijd.
9
Tabel 2 Variabelen uit verschillende bronnen in het ziekenhuis Variabele
Naam
MI0
Patiëntnummer
MI1
Nieuwe migraine patiënten
0330.11.701.111 0330.11.701.112 0330.11.701.113 0330.11.701.114
DBCregistratie
MI2
Datum diagnose migraine Geboortedatum
dd-mm-jjjj
Enkelvoudig poliklinisch consult
MI3 MI4
Vast te leggen waarde
Bron
Instructie
Benodigd voor indicator
ZIS
Het patiëntnummer is een uniek element dat de basis vormt om koppelingen te maken tussen registratiesystemen De patiënten van wie een DBC met de onderstaande codering is afgesloten en gevalideerd in de meetperiode, dienen geselecteerd te worden
1: Enkelvoudig poliklinisch consult
DBCregistratie
De datum van de diagnose migraine (variabele MI1) dient te worden genoteerd.
1: Enkelvoudig poliklinisch consult
dd-mm-jjjj
ZIS
0330.11.701.114
DBCregistratie
De geboortedatum van de betreffende patiënten wordt genoteerd De patiënten van wie een DBC met de onderstaande codering is afgesloten en gevalideerd in de meetperiode, dienen geselecteerd te worden
1: Enkelvoudig poliklinisch consult 1: Enkelvoudig poliklinisch consult
1: Enkelvoudig poliklinisch consult
10
Tabel 3: Rekenregels voor te berekenen variabelen Variabele Te berekenen gegevens
Berekening
Formule
Validatieregels
Nodig voor indicator
MI5
Datum openen DBC – geboortedatum
MI2 – MI3
>18 jaar
1: Enkelvoudig poliklinisch consult
Leeftijd
11
Bijlage 1: Aanpassingen in zorginhoudelijke indicatoren n.a.v. gegevensuitvraag in 2013 over verslagjaar 2012 De zorginhoudelijke indicatoren van deze set zijn ongewijzigd gebleven.
12
Bijlage 2: Autorisatie zorginhoudelijke indicatoren door wetenschappelijke vereniging De zorginhoudelijke indicatoren uit deze set zijn in 2010 geautoriseerd door: - Nederlandse Vereniging voor Neurologie - Nederlandse Vereniging voor Keel-, Neus- & Oorheelkunde en Heelkunde van het HoofdHalsgebied
13
Deel 2: Klantpreferentievragen
14
Vragenlijst klantpreferenties Migraine De volgende vragen gaan in op het aanbod van de zorg rondom migraine. Deze informatie kan bijdragen aan de beeldvorming van de patiënt/consument om een keuze te maken voor een zorgaanbieder. De klantpreferentievragen zijn opgesteld door de Consumentenbond en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie, in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten. Om te achterhalen welke informatie de patiënt wil gebruiken om een ziekenhuis op te kiezen, zijn er focusgroepen en/of telefonische interviews gehouden. Door middel van een vragenlijst aan een grotere groep patiënten is onderzocht welke aspecten voor deze groep patiënten het meest van belang zijn. Bij elke vraag worden, waar nodig, definities beschreven en de technische haalbaarheid toegelicht. Daar waar ‘ziekenhuis’ of ‘ziekenhuislocatie’ staat, kan ook ‘zelfstandig behandelcentrum’ gelezen worden.
Vaste neuroloog 1* Vraag 1 Heeft de patiënt met migraine op uw ziekenhuislocatie een vaste neuroloog? (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee
B. Wordt de patiënt met migraine vooraf geïnformeerd indien de patiënt bij een 1 vervolgafspraak door een andere neuroloog dan de vaste neuroloog wordt gezien (bij onvoorziene verhindering van de vaste neuroloog)?* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja, de patiënt wordt geïnformeerd wanneer hij/zij zich meldt op de polikliniek Ja, indien de verhindering vóór de dag waarop de afspraak plaatsvindt bekend is, wordt de patiënt voor aankomst op de polikliniek geïnformeerd Nee Niet van toepassing, op onze ziekenhuislocatie hebben patiënten met migraine geen vaste neuroloog Anders, namelijk ___ Definities
1
Technische haalbaarheid
*Peildatum: 1 maart 2014
Met vaste neuroloog wordt bedoeld: de neuroloog die de patiënt bij elk poliklinisch consult en controleafspraak ziet en die het behandelplan opstelt, uitvoert en evalueert (situaties uitgezonderd waarbij de patiënt tijdens afwezigheid van de vaste behandelaar wegens medische noodzaak door een vervangende behandelaar wordt gezien).
15
Migrainepolikliniek en hoofdpijncentrum 1 A. Beschikt uw ziekenhuislocatie over een migrainepolikliniek? * Vraag 2 (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee 2
B. Heeft uw ziekenhuislocatie een hoofdpijncentrum? * (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee C. Maken de onderstaande zorgprofessionals deel uit van de migrainepolikliniek of het hoofdpijncentrum?* (aanvinken, per zorgprofessional één antwoord mogelijk) Maakt deel uit van Ja, vast Ja, op hoofdpijncentrum of afroep 1 migrainepoli Zorgprofessional a. Neuroloog b. Revalidatie arts c. Psychiater d. Gynaecoloog e. Psycholoog f. Maatschappelijk werker g. Diëtist h. Fysiotherapeut 3 i. Gespecialiseerd verpleegkundige j. Anders, namelijk
Nee
___
D. Over welke faciliteiten/therapieën op het gebied van migraine beschikt de migrainepoli of het hoofdpijncentrum op uw ziekenhuislocatie?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Aanvalscouperende medicatie (inclusief sumatriptan spuit) Preventieve medicatie Psychologische diagnostische begeleiding Fysiotherapie Anders, namelijk ___ E. Wordt een kind, op verdenking van migraine, standaard gezien door een neuroloog op uw ziekenhuislocatie?*
Definities
Technische haalbaarheid
(aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee 1 In een migrainepoli werken verschillende zorgprofessionals gezamenlijk aan diagnosticering en behandeling van patiënten met migraine. 2 Een hoofdpijncentrum behandelt patiënten met clusterhoofdpijn, aangezichtspijn, chronische dagelijkse hoofdpijn. 3 Verpleegkundigen die zijn gespecialiseerd in migraine kunnen zijn: hoofdpijnverpleegkundigen, neurologieverpleegkundigen en/of verpleegkundig specialisten. * Peildatum: 1 maart 2014
16
Tijdsduur consult neuroloog A. Hoeveel minuten worden ingepland voor het eerste consult bij de neuroloog, Vraag 3 indien er sprake is van verdenking op migraine?* (invullen) ___ minuten
B. Hoeveel minuten worden ingepland voor een vervolgconsult bij de neuroloog, indien er sprake is van verdenking op migraine?* (invullen) ___ minuten Definities Technische haalbaarheid
MDO Vraag 4
Geen bijzonderheden. * Peildatum: 1 maart 2014
A. Worden patiënten met migraine op uw ziekenhuislocatie (of binnen uw samenwerkingsverband) besproken in een multidisciplinair teamoverleg (MDO)?* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee B. Met welke frequentie vindt er een MDO plaats waarin patiënten met migraine worden besproken?* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ad hoc Wekelijks 2-wekelijks Maandelijks 1 keer per kwartaal Anders, namelijk ___ C. Welke zorgprofessionals nemen deel aan het MDO waarin patiënten met migraine worden besproken?* (aanvinken, per zorgprofessional één antwoord mogelijk) Aanwezig bij MDO Ja, vast Ja, op afroep Zorgprofessional a. Neuroloog b. Revalidatie arts c. Psychiater d. Gynaecoloog e. Psycholoog f. Diëtist g. Fysiotherapeut h. Verpleegkundige gespecialiseerd 1 in migraine i. Anders, namelijk
Nee
_____
17
Definities
Technische haalbaarheid
1
Verpleegkundigen die zijn gespecialiseerd in migraine kunnen zijn: hoofdpijnverpleegkundigen, neurologieverpleegkundigen en/of verpleegkundig specialisten. * Peildatum: 1 maart 2014
Betrokkenheid gespecialiseerd verpleegkundige(n) Vraag 5 Zijn er bij de behandeling en/of verzorging van patiënten met migraine standaard 1 een of meerdere verpleegkundigen betrokken die zijn gespecialiseerd in migraine?* (aanvinken en aantal invullen indien betrokken, meerdere antwoorden mogelijk) 2 Ja, __ FTE neurologieverpleegkundigen 2 Ja, __ FTE verpleegkundig specialisten 2 Ja, __ FTE hoofdpijnverpleegkundigen Nee Definities
Technische haalbaarheid
1
Met verpleegkundigen gespecialiseerd in migraine wordt hier bedoeld: neurologieverpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en/of hoofdpijnverpleegkundigen. 2 1 FTE is 36 uur/week. * Peildatum: 1 maart 2014
Bereikbaarheid Vraag 6
A. Hanteert uw ziekenhuislocatie een antwoordtermijn voor telefoontjes van de 3 patiënt met migraine, waarbinnen hij antwoord op zijn vraag krijgt? * (aanvinken en/of invullen, één antwoord mogelijk) Ja, de patiënt krijgt direct telefonisch antwoord Ja , telefoontjes van de patiënt moeten binnen ___ uur worden beantwoord Ja, telefoontjes van de patiënt moeten binnen ___ dag(en) worden beantwoord Nee, hierover zijn geen afspraken vastgelegd 1
B. Krijgt de patiënt met migraine een e-mailadres mee op papier waar hij vragen naartoe kan mailen?* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee, maar de patiënt kan wel een vraag stellen via de website van de ziekenhuislocatie middels een e-mail of een contactformulier Nee C. Hanteert uw ziekenhuislocatie een antwoordtermijn voor e-mails van de patiënt 3 met migraine, waarbinnen hij antwoord op zijn vraag krijgt? * (aanvinken en/of invullen, één antwoord mogelijk) Ja, e-mails van de patiënt moeten binnen ___ uur worden beantwoord Ja, e-mails van de patiënt moeten binnen ___ dag(en) worden beantwoord Nee, hierover zijn geen afspraken vastgelegd Definities
1
Dit kan bijvoorbeeld middels de afsprakenkaart, een brief of een visitekaartje. Met dringende vragen worden vragen bedoeld die, naar inzicht van de patiënt, niet kunnen wachten tot aanvang van de reguliere kantoortijden. Het gaat hier niet om spoedvragen waarvoor men naar de SEH moet of waarvoor men 112 moet 2
18
bellen. 3 Het gaat om een inhoudelijk antwoord en dus niet om een ontvangstbevestiging. Technische haalbaarheid
* Peildatum: 1 maart 2014
Informatievoorziening A. Over welke van onderstaande onderwerpen wordt door uw ziekenhuislocatie Vraag 7 1 schriftelijk informatie verstrekt aan de patiënt?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) 2 Aanvalscouperende medicatie 3 Preventieve medicatie Hormonale invloeden pil/spiraaltje 4 Uitlokkende factoren Bijwerkingen van medicatie Comorbiditeit 5 Folders van de NVvHP
B. Welke van onderstaande mogelijkheden worden aangeboden op de website van uw ziekenhuis?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) 6 E-consult met neuroloog/psycholoog Online patiënten portal Online zelfmanagementtraining Link/ informatie leidend naar website NVvHP Direct e-mailadres van verpleegkundige waar de patiënt terecht kan voor vragen 7 Digitaal spreekuur Definities
Technische haalbaarheid
1
Met schriftelijke informatie wordt foldermateriaal en informatie via de website van het ziekenhuis bedoeld. 2 Met aanvalscouperende medicatie wordt bedoeld: die de migraineaanval afbreken. 3 Met preventieve medicatie wordt bedoeld: medicatie om een migraineaanval te voorkomen. Zoals anti-epileptica. 4 Uitlokkende factoren zijn: uitslapen, slaapgebrek, te laat eten, stressfactoren. 5 NVvHP: Nederlandse Vereniging van HoofdpijnPatiënten. Folders zoals: Migraine, Hormonale Hoofdpijn en Hormonale Migraine, Hoofdpijn en Migraine bij kinderen, Chronische Dagelijkse Hoofdpijn en Medicatie Afhankelijke Hoofdpijn, Hoofdpijndagboek en Werk & Hoofdpijn: u staat er niet alleen voor (Adviespunt Werk). 6 Patiënt kan in een beveiligde omgeving vragen stellen aan de arts en heeft binnen 1 dag antwoord op gestelde vragen. 7 Online een consult op een gezette tijd. * Peildatum: 1 maart 2014
19
Bijlage 1: Wijzigingstabel vragenlijst klantpreferenties De klantpreferentievragen van deze set zijn ongewijzigd gebleven.
20
Afkortingenlijst indicatorengids Migraine DBC ICHD-II IGZ KNO NPCF NVKNO NVN NVvHP ZIS ZN
Diagnose Behandeling Combinatie De tweede classificatie volgens de International Classification of Headache Disorders Inspectie voor de Gezondheidszorg Keel-, Neus- & Oorheelkunde Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie Nederlandse Vereniging voor Keel-, Neus- & Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied Nederlandse Vereniging voor Neurologie Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten Ziekenhuis Informatie Systeem Zorgverzekeraars Nederland
21