InDetail Kwartaal uitgave van Nationaal Restauratiefonds
| InDetail | jaargang 20 nr. 2 | 2009 |
3 | Open Monumentendag
4 | Cultuurfonds voor Monumenten groot succes
8 | Alles in één: Totaal-financiering
Samenwerking voor Zuid-Hollandse molens Gedeputeerde Martin van Engelshoven Huls en directeur Pieter Siebinga hebben een samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Zuid-Holland en het Restauratiefonds getekend. Zuid-Holland verstrekt subsidies om het in stand houden van 224 molens in de provincie te bevorderen. Het Restauratiefonds zorgt voor een efficiënte en eenvoudige uitbetaling van deze subsidies. De ondertekening vond plaats op ruim 100 meter boven de grond, op de Euromast. Op hetzelfde moment werd een bijzonder exemplaar van het boek Molenrijk Zuid-Holland, het langste boek ter wereld, onthuld.
het Restauratiefonds het Rijk en de decentrale overheden bij het uitvoeren van het financiële monumentenbeleid. De samenwerking met de provincie Zuid-Holland is hier een mooi voorbeeld van.
Het Restauratiefonds zet zich als financier in voor het behoud van gemeentelijke, provinciale en rijksmonumenten. Daarnaast ondersteunt
Wilt u meer weten over de provinciale instandhoudingssubsidie? Gaat u dan naar www.restauratiefonds.nl/indetail. π
9 | Lekker bezig in het Grote Blokhuis in Terwolde
13 | Herbestemmen proces van lange adem
16 | Cursus programma van start
Verstand van financieren, hart voor monumenten.
Uitgesproken |
Pieter Siebinga, Directeur Restauratiefonds
Mooie resultaten en spannende tijden Het voorjaar is met de langste dag van het jaar net voorbij en de zomer is begonnen. Het klinkt nog ver weg, maar voordat u het weet is het al weer september, de maand van de Open Monumentendag. Een prachtige dag waarop landelijk duizenden monumenteneigenaren hun deuren openen om u, en met u honderdduizenden geïnteresseerden, te laten genieten van de mooie resultaten van vele restauratieprojecten en onderhoudsinspanningen. Het Restauratiefonds ondersteunt dit initiatief al jaren van harte. Met het thema van dit jaar, zetten wij ‘onze monumenten’ niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk ‘op de kaart’. Immers, onbekend maakt onbemind. Het Restauratiefonds zet zich elke dag van het jaar in om het monumentenbestand in Nederland in een zo goed mogelijke staat te behouden. Door onze kennis te delen en door restauraties financieel mogelijk te maken. Dat doen wij uiteraard niet alleen. Zo is begin mei een samenwerking gestart met de provincie Zuid-Holland om provinciale onderhoudssubsidies uit te betalen aan 224 molens. Daarnaast wil de provincie Overijssel een financiële bijdrage in het Cultuurfonds voor Monumenten storten. Deze regeling blijkt zo succesvol dat aanvulling van middelen noodzakelijk is voor de continuïteit. Het Cultuurfonds voor Monumenten werd, zo’n 10 jaar geleden, ontwikkeld met het Prins Bernhard Cultuurfonds. Met deze regeling wordt ook financiële ondersteuning geboden aan het behoud van gemeentelijke monumenten, een belangrijk speerpunt van het Restauratiefonds. Het blijven spannende tijden, want het Ministerie van OCW komt deze zomer met de beleidsbrief aan de Tweede Kamer. In deze brief worden de
2
toekomstplannen voor de monumentensector (Modernisering Monumentenzorg) verder toegelicht. Spannend voor de monumentensector, aangezien de structurele financiering van de monumentenzorg naar verwachting een belangrijk onderdeel uitmaakt van deze beleidsbrief. Een onderwerp waar het Restauratiefonds al jaren voor pleit. Meer zekerheid over de financiële ondersteuning voor monumenten is een vereiste voor behoud, maar ook om extra investeringen vanuit de markt te bewerkstelligen. Pas dan wordt de ‘last’ daadwerkelijk omgezet in een ‘lust’, ook voor de monumenteneigenaar. Zodra er meer duidelijk is, zullen wij hier uiteraard op terugkomen. Bij het verschijnen van deze InDetail is ook onze thema-uitgave 2008 beschikbaar, met dit jaar als onderwerp: herbestemmen. Een veelbesproken onderwerp met een eigen problematiek, die de monumentensector de komende jaren een grote uitdaging biedt. In deze thema-uitgave komen onverwachte overeenkomsten naar voren tussen beleidsmakers en ontwikkelaars. Uiteraard vragen wij aandacht voor financiële instrumenten die bij kunnen dragen aan de oplossing voor dit vraagstuk. Zoals u kunt lezen, zijn er mooie resultaten behaald maar blijven het ook spannende tijden. Ik hoop dat ik in de volgende uitgave van InDetail meer mooie resultaten voor de monumentensector met u mag delen. π
Open Monumentendag Het tweede weekend van september is het weer zover. Dan openen duizenden monumenten hun deuren om wederom honderdduizenden bezoekers voor één keer in het jaar te laten genieten van al het moois dat monumenten ons te bieden hebben. De Open Monumentendag is daarmee een van de grootste culturele evenementen in Nederland. Het Restauratiefonds ondersteunt dit initiatief al jaren, waarmee het een bijdrage wil leveren aan het draagvlak voor investeringen in dit prachtige culturele erfgoed. Het thema van dit jaar is ‘Op de kaart’, waarmee de organisatie letterlijk verwijst naar de kaarten en plattegronden die van oudsher rond monumentale gebouwen werden ingetekend. Met het thema wordt echter ook verwezen naar monumentale gebouwen die beter ‘op de kaart gezet’ zouden moeten worden. Een prachtig thema, dat mooi aansluit bij de initiatieven van het Restauratiefonds om aandacht te vragen voor het behoud van ons gebouwde erfgoed. Dus zet zaterdag 12 en zondag 13 september vast in uw agenda en tot ziens op de Open Monumentendag! Kijk voor meer informatie op www.restauratiefonds.nl/indetail. π
Pand ouder dan 15 jaar? Laag BTW-tarief voor onderhoud Bent u als particulier in het bezit van een woning die ouder is dan 15 jaar, dan valt het schilder- en stukadoorswerk onder het lage BTW-tarief van zes procent. Het lage tarief geldt voor alle werkzaamheden van de schilder of stukadoor, inclusief de gebruikte materialen. Veel eigenaren, maar ook stukadoors en schilders, zijn niet op de hoogte van deze regeling. Als u binnenkort een offerte aanvraagt, geeft u dan aan
dat u gebruik wilt maken van het lage BTW-tarief van zes procent. Om gebruik te kunnen maken van de regeling moet u aantonen dat uw woning ouder is dan 15 jaar. Dit kunt u doen met een uittreksel uit de gemeentelijke WOZ-administratie of met de inschrijving in het monumentenregister. Dit bewijs moet in het bezit zijn van de schilder of stukadoor, zodat hij het lage BTW-tarief kan toepassen. Meer informatie kunt u vinden op de site van de Belastingdienst: www.belastingdienst.nl. π
| InDetail | jaargang 20 nr. 2 | 2009 |
3
Interview |
Cultuurfonds voor Monumenten groot succes Het eerste contact voor het oprichten van het Cultuurfonds voor Monumenten dateert van ongeveer tien jaar geleden. Bedoeling was om door een samenwerkingsverband van het Prins Bernhard Cultuurfonds en Nationaal Restauratiefonds ook de restauratie van gemeentelijke en provinciale monumenten financierbaar te maken. Anno 2009 blijkt het Cultuurfonds voor Monumenten een schot in de roos. Het fonds is zelfs zo succesvol dat het bijna aan het eigen succes ten onder dreigt te gaan. Het pand waarin het Prins Bernhard Cultuurfonds is gevestigd is niet alleen een van de mooiste grachtenpanden in Amsterdam, het ligt ook nog eens in de zogenoemde Gouden Bocht van de grachtengordel. Daar waar ooit de rijkste handelaren uit de Gouden Eeuw woonden. Adriana Esmeijer, directeur van het Prins Bernhard Cultuurfonds, ontvangt ons en mede-gesprekspartner Pieter Siebinga, directeur van Nationaal Restauratiefonds, op de statige bel-etage voor een gesprek over de succesvolle samenwerking tussen beide organisaties. De lezers van InDetail kennen het Restauratiefonds. Van het Prins Bernhard Cultuurfonds kent iedereen de naam, maar wat doet het fonds precies? Esmeijer: “Wij zijn opgericht door - de naam zegt het al - prins Bernhard. Die startte in de Tweede Wereldoorlog een fonds om Spitfires aan te schaffen om Nederland te helpen bevrijden. Hij haalde miljoenen guldens op en heeft zo flink wat vliegtuigen kunnen financieren. Na de oorlog is het fonds blijven bestaan en werd de opdracht de morele weerbaarheid van de Nederlandse bevolking te versterken. Mensen moesten weer in zichzelf geloven.” Hoe doe je dat? Esmeijer: “Door de identiteit te bevestigen. Dat kan bijvoorbeeld door muziek, dans of toneel. Wij ondersteunen cultuur op alle terreinen: van fanfares tot moderne dans, of natuurbehoud. Dit doen wij met giften van particulieren, bedrijven en loterijen. Er komt geen overheidsgeld aan te pas. Ons activiteitenbudget is dit jaar iets meer dan 25 miljoen euro.”
4
Wat was de aanleiding voor het oprichten van het Cultuurfonds voor Monumenten? Esmeijer: “Wij wilden graag meer doen met het vermogen van ons fonds. Van oudsher geven wij alleen maar geld. Het idee van het verstrekken van leningen was een nieuwe vorm van financieren voor ons. Daarnaast zijn de bezitters van gemeentelijke en provinciale monumenten een nieuwe doelgroep voor het Prins Bernhard Cultuurfonds. Want voor deze groep bestond nog niets, ook niet via het Restauratiefonds.” Siebinga: “Voor het Restauratiefonds gold dat wij tot begin 2000 eigenlijk alleen maar laagrentende leningen verstrekken aan eigenaren van rijksmonumenten. Voor de groep eigenaren van gemeentelijke en provinciale monumenten was er nagenoeg niets. Deze tekortkoming in het beleid wilden we samen met het Prins Bernhard Cultuurfonds wegwerken.” Het is de bedoeling dat het Cultuurfonds voor Monumenten zichzelf moet bedruipen. Is dat gelukt? Siebinga: “Ja en nee. Het is gelukt een revolverend fonds in het leven te roepen waarin de rente en aflossingen van gerestaureerde gemeentelijke en provinciale monumenten worden teruggestort. Met dat geld kunnen weer nieuwe restauraties worden uitgevoerd. Waar we meer van verwacht hadden is het vinden van lokale geldgevers. Wij dachten dat de bedrijven wel zouden staan te trappelen om mee te doen. Wat is er mooier dan deel te nemen aan de ‘restauratie van het monument bij u op de hoek’? Dat viel nogal tegen. Dat lag ook aan het tijdsgewricht: wij zaten op het moment dat wij ermee begonnen, in 2002, net in een economische dip.”
“Wij ondersteunen cultuur op alle terreinen”
Toch staat het Cultuurfonds op de rails en hebben bijna alle provincies een Cultuurfonds voor Monumenten… Esmeijer: “Ja, wij konden hierbij mooi gebruikmaken van ons netwerk. Het Prins Bernhard Cultuurfonds heeft in elke provincie een afdeling, waarvan de commissaris van de koningin altijd voorzitter is. Doordat wij zo’n ruimtelijk vertakte organisatiestructuur hebben, is de lokale fondsenwerving een stuk gemakkelijker. Bovendien zijn wij als organisatie volledig gericht op fondsenwerving.” Inmiddels hebben de meeste provincies toegehapt? Siebinga: “Dat klopt, dat was omdat wij per provincie een budget hadden vastgesteld. Dit bedrag moest vervolgens door de provincies worden verdubbeld, niet met geld uit de monumentenbegroting van de provincie zelf, maar met geld dat ze moesten werven bij derden. Dat was natuurlijk voordelig voor ze, met gevolg dat de meeste provincies hebben toegehapt. Ook omdat wij onze aanpak hebben gewijzigd: wij zijn woningbouwverenigingen en andere vermogensfondsen gaan benaderen om geld te storten in het Cultuurfonds voor Monumenten. En op die manier zijn we erin geslaagd in negen provincies een Cultuurfonds voor Monumenten op te richten.” Welke provincies doen niet mee? Siebinga: “Drenthe, Flevoland en Limburg hadden geen interesse. Drenthe, omdat ze zelf een monumentenbeleid wilden voeren. Flevoland heeft niet meegedaan omdat het aantal monumenten in deze provincie heel beperkt is. En Limburg deed niet mee omdat ze vonden dat de gemeenten dat zelf wel konden doen.” Het Cultuurfonds voor Monumenten is in 2002 van start gegaan: hoe is de stand van zaken nu? Esmeijer: “Van het totale budget van ongeveer 24 miljoen euro is zo’n 20 miljoen euro toegezegd. Dat geld zit in zo’n 280 provinciale en gemeentelijke monumenten. Van de negen provinciepotjes zijn er drie bijna leeg.” Siebinga: “Eigenlijk kun je stellen dat het Cultuurfonds voor Monumenten aan zijn eigen succes ten onder dreigt te gaan. Zo goed loopt het. Het wachten is nu op de gelden die als Adriana Esmeijer en Pieter Siebinga
| InDetail | jaargang 20 nr. 2 | 2009 |
5
rentebetaling en aflossing binnenkomen. Dit revolverende fonds moet uiteindelijk zorgdragen voor de financiering van de restauratie van alle gemeentelijke en provinciale monumenten in Nederland. Hoe meer geld ‘uit staat’, hoe eerder dit fonds weer wordt gevuld. Het is een vliegwieleffect. Dat maakt het ook zo aantrekkelijk voor instanties om erin te investeren: het geld is niet weg.” Ten slotte, het Cultuurfonds voor Monumenten is vorig jaar geëvalueerd. Wat kwam daar uit? Esmeijer: “Het was een positieve uitkomst. Als directeur van een organisatie die uitsluitend werkt met particuliere giften vind ik zo’n evaluatie nood-zakelijk. Wij hebben de plicht om verantwoord om te gaan met het geld van onze geldschieters, variërend van een euro in de collectebus tot legaten van enkele tonnen. Omdat het Prins Bernhard Cultuurfonds veel geld in het Cultuurfonds voor Monumenten heeft
6
gestoken, was deze evaluatie niet meer dan logisch.” Was er ook kritiek? Siebinga: “Een van de punten van kritiek betrof de procedure die eigenaren van gemeentelijke en provinciale monumenten moeten doorlopen. Die was wat ingewikkeld, maar dat hebben we al veranderd. De procedure loopt nu via één loket. Maar verder was er vooral lof: het Cultuurfonds voor Monumenten voorziet duidelijk in een behoefte. Zo zeer zelfs dat het mij wel eens zorgen baart hoe al die eigenaren van gemeentelijke en provinciale monumenten bediend kunnen worden. Maar ik ga ervan uit dat het fonds een vruchtbare toekomst heeft: de behoefte is er, het is duurzaam, en het past in deze tijd.” Wilt u lezen wat Adriana Esmeijer en Pieter Siebinga de ‘perfecte samenwerking’ vinden? Kijkt u dan op www.restauratiefonds.nl/indetail. π
“Het Cultuurfonds voor Monumenten dreigt aan zijn eigen succes ten onder te gaan”
Het gezicht van |
Margreet Haleber:
“Als ik echt vakantie zou willen, moet ik naar Almere of zo.” Margreet Haleber (30) werkt nu bijna vijf jaar bij het Restauratiefonds op de afdeling Voorlichting en Advies. Zij begon hier als uitzendkracht en is nu contentmanager van de website Monumenten.nl. Deze website is een samenwerking tussen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het Restauratiefonds. “Ik verzorg de inhoud van de site, denk mee over nieuwe ontwikkelingen en ben voorzitter van het redactieoverleg.” Dat het leven vol verrassingen zit, blijkt wel weer uit Margreets verhaal. “Dat ik bij het Restauratiefonds terecht zou komen, had ik niet verwacht na mijn studie docent Beeldende kunst en vormgeving. Maar ik kan in mijn werk, met tekst, taal en vormgeving, heel goed mijn ei kwijt. Vorig jaar is Monumenten.nl volledig vernieuwd en mijn achtergrond komt dan goed van pas. Daarbij: internet is erg in ontwikkeling bij het Restauratiefonds. Het is erg leuk om onderdeel te zijn van dit proces.”
Zelf woont Margreet in het historische hart van Amersfoort. Genoeg monumenteninspiratie dus voor haar dagelijkse werkzaamheden. “Steeds weer realiseer ik me dat dit zo’n mooie stad is. Nu kom ik voor mijn werk ook op bijzondere plekken waar anderen niet zo snel komen.” Wat dat betreft, woont zij middenin haar baan. “Als ik echt vakantie zou willen, moet ik naar Almere of zo.” π
Raymond Cornet:
“Het Restauratiefonds is een goed team” Raymond (31) is als consulent Financieringen & Subsidies werkzaam ‘achter de schermen’ van het Restauratiefonds. Toch zijn de werkzaamheden van Raymond wel degelijk direct voelbaar voor de klant: hij is namelijk verantwoordelijk voor de uitkering van subsidies en financieringsgelden. “Het werk dat ik doe, is overigens niet alleen het uitbetalen van de gelden, maar ook het aktebeheer,” vult hij aan. “De monumenten waar het uiteindelijk om draait, zie ik inderdaad maar nauwelijks, maar door mijn werk hier ben ik er wel achtergekomen dat er meer bij een monument komt kijken dan alleen het restaureren zelf. Er zit nog heel veel meer werk achter.” En dat draagt evenzeer bij aan het voortbestaan van de monumenten. Ook Raymond gaat er daarom af en toe op uit
om te kijken naar het resultaat van zijn werk: “Laatst zijn wij met een aantal collega’s naar kasteel De Haar geweest. Het was fantastisch te zien hoe mede door de inzet van het Restauratiefonds en natuurlijk door andere partijen zo’n monument kan blijven bestaan.” Raymond is sinds de Meao Bedrijfsadministratie altijd al in de financiële wereld werkzaam geweest. Twee jaar geleden kwam hij via via op tijdelijke basis terecht bij de Binnendienst van het Restauratiefonds, en dat beviel aan beide zijden: “Op een gegeven moment vroegen ze of ik interesse had in een functie als consulent. En dat leek me wel wat. Ik vind het in ieder geval super hier; de werksfeer is prima en wij zijn een goed team.” π
| InDetail | jaargang 20 nr. 2 | 2009 |
7
Etalage |
Alles in één: Totaal-financiering Omdat iedere restauratie anders is, biedt het Restauratiefonds, naast voorlichting en advies, keuze uit een breed scala aan gunstige financieringsmogelijkheden. Een monumenteneigenaar is pas écht geholpen als de gehele financiering van de restauratie is geregeld en hij zich geen zorgen hoeft te maken over de bijbehorende administratieve rompslomp. Vanuit die gedachte is de Totaal-financiering ontwikkeld: een financiering op maat voor het gehele restauratieproject. Hierin wordt naast de laagrentende lening of de beschikbare subsidie ook de aanvullende financiering van het eigen aandeel (de niet subsidiabele of fiscale onderhoudskosten) of de aankoopfinanciering opgenomen. Hierdoor kan de totale financiering van de restauratieplannen, afgestemd op specifieke wensen en mogelijkheden, op één plek ondergebracht worden.
Restauratiefonds aangeboden worden. Deze informatie is tevens beschikbaar in brochurevorm. Deze kunt u ook op de website downloaden. Heeft u vragen? Neem dan contact met ons op via
[email protected] of per telefoon 033 - 253 94 39. π
Op www.restauratiefonds.nl vindt u, naast uitgebreide informatie over dit product, een compleet overzicht van alle producten en diensten die door het
Overdrachtsbelasting: uitspraak gerechtshof Den Haag In mei heeft het gerechtshof van Den Haag in hoger beroep een particulier in het gelijk gesteld die bezwaar heeft gemaakt tegen de 6% overdrachtsbelasting die hij moest betalen bij de aanschaf van zijn rijksmonument. In de wet is een vrijstelling opgenomen voor rechtspersonen die zijn opgericht ten behoeve van het behoud van een monument. Een zogeheten Monumenten BV hoeft bij overdracht geen overdrachtsbelasting te betalen. Indien zij het pand binnen 25 jaar verkoopt, komt er een ‘alsnog heffing’ en wordt de Monumenten BV alsnog aangeslagen voor de overdrachtsbelasting. Na 25 jaar vervalt deze ‘alsnog heffing’.
8
De uitspraak is gebaseerd op het gelijkheidsbeginsel. Het gerechtshof is van mening dat een particulier net zo goed een monument kan behouden als een rechtspersoon (BV). Wat de exacte verdere gevolgen van deze uitspraak zijn, is op dit moment moeilijk in te schatten. De Belastingdienst overweegt nu eerst of zij in cassatie zal gaan. Daarna zal de Belastingdienst en/of de wetgever overwegen hoe zij hier verder mee omgaan. Wij adviseren op dit moment om bij aankoop van een rijksmonument gewoon rekening te houden met de te betalen overdrachtsbelasting. Wilt u hier meer over weten? Neemt u dan contact op met uw belastingadviseur. π
Uitgelicht |
Ron en Annemiek Willems, Grote Blokhuis, Terwolde
Lekker bezig in het Grote Blokhuis in Terwolde
“Ik zou niet gelukkig zijn als er niets meer op te knappen viel” Ron en Annemiek Willems hebben niet één monument, ze hebben er vier! Een oude boerderij en drie schuren. De pas gerestaureerde gebouwen vlakbij de IJssel, onder aan de Bandijk in Terwolde, maken een paradijselijke indruk. “We genieten hier nog elke dag,” beaamt Annemiek. En dat wil wat zeggen. Ze wonen hier immers al zeventien jaar. Tot die tijd woonden ze in het naburige Deventer, op steenworpafstand van Terwolde. En hoewel het ‘platteland’ altijd al dichtbij was, wilden ze zich er op een gegeven moment ook echt vestigen. ‘Meer ruimte om wat te hobbyboeren’ stond er bovenaan hun verlanglijstje. Nou, die ruimte hebben ze nu; op het land bij de boerderij lopen schapen, geiten, kippen, konijnen, een paard en een vrolijk balkende ezel. Vanaf de dijk heb je een mooi
uitzicht over de uiterwaarden en het binnenland. In de verte stroomt de IJssel traag voorbij. Strategisch Het Grote Blokhuis, zoals de boerderij heet, was meer dan perfect om hun droom te vervullen. “We dachten dat dit veel te groot was en ver buiten ons bereik lag,” vertelt Ron. Maar ja, zoals dat vaker gaat, was de vonk al bij de eerste bezichtiging overgeslagen. Ron en Annemiek deden een poging.
| InDetail | jaargang 20 nr. 2 | 2009 |
9
Het detail Peilmerksteen. In de gevel van het woongedeelte van de boerderij zit een zogenaamde peilmerksteen gemetseld. Het is een van de vele hoogtemeetpunten in Nederland die rond 1800, met name langs de Zuiderzee en de grote rivieren, werden aangebracht. Op de steen staat: 8 el, 36 dm boven AP. Dat geeft aan hoe hoog deze steen ligt ten opzichte van het Amsterdams Peil, de gemiddelde hoogte van de zee tijdens de zomervloed. Dit peil werd na enkele correcties, eind negentiende eeuw, het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Maten als de el en de duim werden tot 1816 gebruikt toen het metrieke stelsel met meters en centimeters ingevoerd werd. Er waren overigens verschillende ‘duimen’ en ‘ellen’ in omloop. Zo was de Gelderse duim 2,7 cm en de Amsterdamse 2,573. Ellen varieerden van 58,7 cm tot 68,8 cm. Naast een leuk detail, tevens een duidelijke datering van het huis van Annemiek en Ron.
Met succes. “Op de een of andere manier heb ik de indruk dat ons dit werd gegund. Er was ruimte om te onderhandelen en de eigenaar wilde zelfs een stuk van de grond af doen om tot een haalbare prijs te komen.” Hun droom kwam uit. De boerderij zelf is een zogenaamde T-boerderij. Het woongedeelte ervan staat haaks op de dijk en de deel vormt de steel van de ‘T’. Tegenover de boerderij ligt een zogenaamde doorrijdschuur. Hier kon je vroeger met paard en wagen aan de ene kant inrijden en aan de andere kant er weer uit, zonder te keren. Deze schuur herinnert nog aan de oorspronkelijke bestemming van de boerderij: een fruitteeltbedrijf. Vanuit hier werden de appels en de peren gemakkelijk ingeladen. Zowel de schuur als de boerderij zijn rijksmonument. Naast de boerderij liggen nog twee kleinere schuren. Hierin werd ooit het fruit opgeslagen. Dit zijn gemeentelijke monumenten. De naam, het Grote Blokhuis, stamt uit de tijd dat op de plaats van de boerderij een verdedigingswerk stond, een soort militaire post. Zoiets heette een blokhuis. “Dit was namelijk een zeer strategische plek.” Ron, zelf beroepsmilitair, heeft het allemaal uitgezocht. De boerderij ligt in de bocht van de Bandijk. Het is precies in deze bocht
10
dat de weg uit Vaassen uitkomt op de dijk. “Hier was vroeger een laad- en loswal voor goederen en die weg was de enige verbinding met het achterland en de overkant.” Het blokhuis is tweehonderd jaar geleden afgebroken en in de plaats daarvan kwam deze boerderij. Logistiek gezien dus een prima plek voor een fruitteler. Bewust Ron en Annemiek konden na de koop de boerderij direct betrekken. “Het was al helemaal gemoderniseerd. Dat was wel jammer omdat alle authentieke details waren verdwenen,” vertelt Annemiek. De binnenkant heeft dan ook geen monumentale waarde meer. Toch zijn er nog enkele opmerkelijke onderdelen bewaard gebleven. Boven een van de buitendeuren prijkt een apart bovenlicht: een ovaal, ingeklemd tussen vier spijlen. Boven een andere deur schitteren gekleurde ramen die de vier jaargetijden moeten voorstellen. Van winterblauw tot herfstrood. Ondertussen is er de afgelopen jaren al heel wat werk verzet. Ron: “Met vrienden en familie hebben we het dak van de boerderij aangepakt en veel geschilderd. Verder hebben we de binnenboel gedaan.” Maar nu
“De authentieke details waren verdwenen”
werd het tijd om enkele grote slagen te maken. Met name de schuren waren er slecht aan toe. Ook de buitenkant van de boerderij kon wel een opknapbeurt gebruiken. Ron en Annemiek namen de tijd om alles goed uit te zoeken. “We werden daarbij heel goed begeleid door het Restauratiefonds. Diverse financieringsmogelijkheden kwamen op tafel. We konden hierdoor een bewuste keuze maken.” De twee kleine schuren werden als gemeentelijk monument gefinancierd met een laagrentende lening uit het Cultuurfonds voor Monumenten. De twee rijksmonumenten konden via het Restauratiefonds worden gefinancierd. De kosten van de restauratie en het herstel van de rijksmonumenten waren ook nog eens fiscaal aftrekbaar. Waterpas Een jaar geleden is gestart met de restauratie. De buitenkant van de boerderij betrof vooral onderhoud zoals schilderwerk maar de drie schuren naast en tegenover de boerderij moesten ingrijpender aangepakt worden. Zowel de muren als de gebinten waren behoorlijk aangetast. In de doorrijdschuur werden grote stukken balk vervangen. Op sommige plaatsen is nog te zien waar met groot vakmanschap de nieuwe delen zijn gevoegd in de oude gebintenconstructie. Op sommige plaatsen in de twee andere schuren
waren de houten balken al eerder vervangen door staal. Hiervoor in de plaats kwam weer hout terug. “Met hulp van iemand van de gemeente kon de timmerman uitvinden waar de balken ooit in de muren staken en hoe ze weer aan elkaar verbonden moesten worden.” Een klus dat geheel op het oog gedaan moest worden. De tweehonderd jaar oude schuren werden namelijk ooit gebouwd met een houten geraamte als basis. Omdat de balken de vorm bepaalden, zijn de schuren niet waterpas maar volgen ze de vormen van het hout. De taps toelopende paadjes tussen de schuren laten duidelijk zien hoe scheef ze staan. Ondertussen zijn de schuren prachtig opgeknapt. Een van de twee kleinere moet nu een activiteitenen expositieruimte worden waar workshops beeldhouwen, schilderen of bloemschikken kunnen worden gehouden. In de andere zijn de geiten en schapen ondergebracht. De grote doorrijdschuur is voorlopig een caravanstalling. Levenslang Zowel op de boerderij als op de doorrijdschuur prijken nog de oorspronkelijke geveltekens en uilenborden op de nok. Een rond gat hierin geeft uilen toegang tot de schuur om er op muizen te jagen. Boven de boerderij geeft het gat toegang tot een nestkast. “Vanaf het eerste jaar dat we
| InDetail | jaargang 20 nr. 2 | 2009 |
11
hier wonen, nestelen er steenuilen in de doorrijdschuur en kerkuilen in de boerderij,” vertelt Annemiek trots. Elk voorjaar is vanaf hun terras het tafereel te volgen van moederuil die af en aan vliegt met muizen terwijl, na verloop van tijd, de jonkies hun eerste stapjes op het schuine rietendak wagen. Achterop het erf belanden we bij een hooiberg en een zogenaamde kapschuur; een houten overkapping voor tractoren en machines. Deze twee zijn afgelopen jaar helemaal nieuw gebouwd. “De oude kapschuur en de hooiberg hebben we op oude foto’s gezien en die hebben we herbouwd. Daarvoor stond er een lelijke ‘moderne’ kapschuur van hout en staal op deze plek,” verklaart Ron. Deze nieuwe stukken
12
passen dus als gegoten in de rest van de compositie “Hier kunnen op het erf. De gemeente gaf er zelfs subsidie voor. we levenslang Vanaf de hooiberg heb je een mooi uitzicht over klussen” het erf. Een ideale plek om te mijmeren en terug te kijken op een geslaagd project. Ron: “We zijn helemaal binnen het budget gebleven, gemeente en provincie kwamen alle toezeggingen na en de vergunningen waren er op tijd. Onze bouwarchitect heeft in goed overleg met ons en monumentenzorg alles vlot afgehandeld.” En wat het resultaat betreft: “We zijn er echt blij mee.” Maar ondertussen is er nog genoeg af te werken. Gelukkig maar: “Ik zou ongelukkig worden als er niets meer op te knappen viel. En hier kunnen we levenslang klussen,” stelt Annemiek. Kortom: de juiste mensen op de juiste plaats. π
Uitgelicht |
Dominicanenkerk, Maastricht
Herbestemmen: proces van lange adem Een bekende vuistregel binnen de monumentzorg is dat een monument zonder rendement niet levensvatbaar is. Idealiter moet een monument zichzelf kunnen bedruipen. Het gemakkelijkst is dat wanneer een monument zijn oorspronkelijke functie behoudt. Soms echter is herbestemmen - een verandering van functie - nodig om een monument te kunnen behouden. De andere optie, sloop, kan immers altijd nog. Toch wordt herbestemmen de laatste decennia steeds meer als een uitdaging ervaren. Voor Nationaal Restauratiefonds aanleiding om herbestemmen als thema van het jaarverslag te kiezen. Het jaarverslag 2008 is vanaf begin juni beschikbaar. Ooit werd het gebouw gebruikt als reptielenmuseum, carnavalstempel en zelfs als fietsenstalling. Nu zetelt in de 800 jaar oude Dominicanenkerk in het centrum van Maastricht een boekhandel, volgens sommigen zelfs de mooiste boekhandel ter wereld. Het is een voorbeeld van geslaagde herbestemming die helaas niet bij elk gebouw gerealiseerd kan worden. In de praktijk is het herbestemmen van monumenten vaak een weer-
barstig proces: het al of niet slagen ervan is onder meer afhankelijk van de locatie, de omvang en het specifieke karakter van het te behouden monument. De noodzaak een nieuwe functie te zoeken voor het gebouw komt relatief vaak voor bij fabriekscomplexen, boerderijen en kerken. Wat deze laatste categorie betreft geldt dat niet elke nieuwe functie voor een kerk onomstreden is: zo vinden sommigen het niet gepast om in een
| InDetail | jaargang 20 nr. 2 | 2009 | 13
voormalig Godshuis carnavalsbijeenkomsten of een lingerieshow te houden. Door de ontkerkelijking van Nederland komen er echter ieder jaar nog steeds leegstaande kerken bij. Allemaal slopen zou doodzonde zijn. Voor boerderijen geldt eigenlijk hetzelfde: ook hier is steeds meer leegstand door de schaalvergroting in de agrarische sector. Steeds meer boerderijen verliezen hun functie en het wordt steeds moeilijker om een andere bestemming voor de leegstaande boerderijen te vinden. Bij oude fabrieksgebouwen zijn het vaak de grootte de ligging en het onhandige formaat - wat kun je doen met een silo? - die een geslaagde herbestemming zo moeilijk maken. Bij de herbestemming van de ijzergieterij Dru in Ulft kwamen daar ook nog eens de negatieve herinneringen van de voormalige fabrieksarbeiders bij kijken. Voor hen stond Dru gelijk aan vies en slecht betaald werk. Daarom vonden velen dat ‘die oude meuk’ het best gesloopt kon worden. Later ging men echter beseffen dat het Dru-terrein juist een waardevol voorbeeld was van een vervlogen tijd en dat daarom herbestemmen van het complex op zijn plaats was.
Dru-complex, Ulft
14
Verzamelbegrip Herbestemmen is een verzamelbegrip waaraan door de diverse beroepsgroepen een andere invulling wordt gegeven. Zo bedoelen stedenbouwkundigen met herbestemmen vaak het herontwikkelen van een gebied, dus niet alleen van een gebouw. Architecten daarentegen hebben het bij een herbestemming eerder over het herontwerpen van een specifiek gebouw. Beide definities zijn goed, zolang de onderhandelende partijen van elkaar weten wat men bedoelt en monumentale waarden zoveel mogelijk behouden blijven. Dat is namelijk een van de gevaren als men met zoveel partijen om de tafel zit: projectontwikkelaars, overheden, financiers, stichtingen die opkomen voor de herbestemming van een gebouw, etcetera. Duurzaamheid Uit het oogpunt van duurzaamheid is het herbestemmen van een monumentaal gebouw vaak te prefereren boven het slopen ervan en over te gaan tot nieuwbouw. Immers, het zijn juist deze oude gebouwen die een plek een toegevoegde waarde geven. Het geeft een (nieuwbouw-)wijk of straat een bepaalde cultuurhistorische waarde
als er oudere gebouwen met een nieuwe functie bewaard zijn gebleven. Om niet heel Nederland vol te bouwen met nieuwbouw, is het aan te raden om eerst te kijken naar hergebruik van bestaande panden.
ons industrieel erfgoed: de Van Nelle fabriek in Rotterdam. Eigenaar Sara Lee gaf reeds jaren vantevoren aan de fabriek te gaan sluiten. Hierdoor kon men in een vroeg stadium al gaan nadenken over een nieuwe functie voor het gebouw.
Financieel Herbestemmen is soms een dure aangelegenheid, waarbij het niet altijd zeker is of de gepleegde investeringen weer worden terugverdiend. Daarom is het belangrijk dat een gebouw bij een herbestemming de tijd krijgt om ook financieel in zijn nieuwe rol te groeien. Het Restauratiefonds pleit ervoor dat de overheid een bijdrage levert om de hoge kosten voor restauratie en herbestemmen te dekken. Uiteindelijk moet de herbestemming ertoe leiden dat het gebouw genoeg inkomsten genereert om het onderhoud te kunnen betalen. Daarnaast is het raadzaam dat eigenaren van gebouwen op tijd te kennen geven dat het gebouw leeg komt te staan. Dit werd bijvoorbeeld gedaan met een van de opvallendste monumenten van
De roep om betere oplossingen voor de herbestemmingsproblematiek wordt sterker. Het beter mogelijk maken van herbestemmingen is dan ook één van de speerpunten van het project Modernisering Monumentenzorg. Het Restauratiefonds werkt nu met overheden samen aan het opzetten van nieuwe financieringsregelingen voor herbestemmingsprojecten. Uiteindelijk moet dit ertoe leiden dat onze monumenten meer zijn dan de stille getuigen van een bewogen verleden. Dankzij een nieuwe nuttige bestemming zijn ze ook nu nog springlevend. Wilt u meer weten over herbestemmen en de aandacht dat dit onderwerp krijgt in het landelijke beleid? Of wilt u het jaarthema lezen? Kijkt u dan op www.restauratiefonds.nl/indetail. π
Dru-complex, Ulft
| InDetail | jaargang 20 nr. 2 | 2009 |
15
Verstand van financieren, hart voor monumenten.
Nieuws |
Cursusprogramma van start Na de zomer gaan de cursussen van ‘Erfgoed in de praktijk’ weer van start. Het cursusaanbod richt zich op iedereen die te maken heeft met de zorg voor cultureel erfgoed en ruimtelijke kwaliteit. Naast de basis- en verdiepingscursussen biedt ‘Erfgoed in de praktijk’
netwerkbijeenkomsten in uw eigen provincie: ‘Actualiteiten & Ontwikkelingen’. Iedere netwerkbijeenkomst vindt plaats op een bijzondere locatie. U kunt in deze mooie omgeving bijpraten met en bijgepraat worden door docenten en collega’s uit de erfgoedsector. Het programma wordt samengesteld in samenwerking met de provincie en de provinciale steunpunten Monumentenzorg. Het is daarom ook aan te raden om de bijeenkomst in uw eigen provincie te volgen. Aanmelden voor alle cursussen die na de zomer starten, en dus ook voor ‘Actualiteiten & Ontwikkelingen’, is mogelijk via www.erfgoedindepraktijk.nl. U kunt zich hier eenvoudig inschrijven. Wij zien u graag op één van de bijeenkomsten. π
Boerderij en Landschap verwerft monumentale stolpboerderij Bij steeds meer boerderijen verdwijnt de agrarische functie als gevolg van schaalvergroting in de landbouw. Veel van deze boerderijen vervallen, worden afgebroken of onherstelbaar verbouwd. Boerderij en Landschap streeft het behoud van dit agrarisch erfgoed na door het op verantwoorde wijze te ontwikkelen. Boerderij en Landschap is een samenwerkingsverband waaraan naast Nationaal Groenfonds en BOEi ook Nationaal Restauratiefonds deelneemt. De organisatie is in 2008 opgericht en heeft recent een eerste boerderij in eigendom verkregen in Hitzum, Friesland. De eerste steen voor deze rijksmonumentale stolpboerderij werd gelegd op 7 april 1855.
Sindsdien lijkt het alsof de tijd hier heeft stilgestaan. Zowel het woon- als het bedrijfsgedeelte zijn in uitzonderlijk originele staat bewaard gebleven. Moderne ontwikkelingen op het gebied van woongenot en landbouwtechnieken hebben geen vat gehad op het in- en exterieur van de gebouwen. Maar, verval echter des te meer. Reden voor Boerderijenstichting Fryslân en Boerderij en Landschap om in actie te komen. Er wordt voor deze boerderij een bestemming gezocht die recht doet aan de monumentale waarden van het pand in haar landschappelijke omgeving. Voor wie meer wil weten over Boerderij en Landschap: www.restauratiefonds.nl/indetail. π
Colofon Nationaal Restauratiefonds Westerdorpsstraat 68 Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken t 033 25 39 439 f 033 25 39 598
[email protected] www.restauratiefonds.nl Redactie Peter Conradi, Amsterdam Boudewijn Drechsler, Amersfoort Tjitske Plakké, Nationaal Restauratiefonds Fotografie Vincent van den Hoven, Voorschoten Foto voorpagina provincie Zuid-Holland Ontwerp intens Reclame en Marketing, Amersfoort InDetail is een periodieke uitgave van Nationaal Restauratiefonds. Het bulletin wordt kosteloos verspreid en verschijnt ca. vier keer per jaar. Wilt u regelmatig op de hoogte blijven van de activiteiten van Nationaal Restauratiefonds, bel of mail dan voor een (gratis) abonnement. ISSN 1574-9339