Indeling verkeersovertredingen en
alcohol, drugs en geneesmiddelen 14
Indeling van de verkeersovertredingen
14.1
De verkeerswet bepaalt vier graden van overtredingen, volgens het gevaar dat ze opleveren. Per graad gelden specifieke straffen. Hoe gevaarlijker de overtreding, hoe zwaarder de straf. • Overtredingen van de 1e graad zijn alle overtredingen die niet tot de andere graden behoren (behalve overtredingen betreffende snelheid, rijden onder invloed en het rijbewijs). • Overtredingen van de 2e graad brengen de veiligheid van personen onrechtstreeks in gevaar. • Overtredingen van de 3e graad brengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar. • Overtredingen van de 4e graad brengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar en leiden bij een ongeval bijna onvermijdelijk tot fysieke schade. Snelheidsovertredingen worden apart ingedeeld. Ook hier geldt: hoe gevaarlijker de overtreding, hoe zwaarder de straf. Als je meer dan 10 km/u te snel rijdt, worden de straffen zelfs berekend per bijkomende km/u te snel.
Overtredingen van de eerste graad 14.1.1
Overtredingen van de 1e graad zijn alle overtredingen die niet tot de andere graden behoren (behalve overtredingen met betrekking tot snelheid, rijden onder invloed en het rijbewijs). Voorbeelden • De gordel niet dragen. • De richtingaanwijzers niet gebruiken wanneer dat verplicht is. • ‘s Nachts zonder verlichting fietsen. • Onrechtmatig op een busstrook rijden. • Onrechtmatig op een pechstrook rijden.
Overtredingen van de tweede graad 14.1.2
Overtredingen van de 2e graad brengen de veiligheid van personen onrechtstreeks in gevaar.
163
Voorbeelden • Een vast oranje verkeerslicht negeren. • Als bestuurder bellen met de gsm in de hand. • Rechts inhalen waar dit verboden is. • De veiligheidsafstand voor vrachtwagens niet naleven. • De achtermistlichten niet aanzetten wanneer dit verplicht is. • Bepaalde gevallen van gevaarlijk en/of hinderlijk parkeren. • Onrechtmatig parkeren op plaatsen voorbehouden voor personen met een handicap.
14.1.3 Overtredingen van de derde graad Overtredingen van de 3e graad brengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar. Voorbeelden • Een rood verkeerslicht negeren. • Een inhaalverbod niet naleven. • Dubbel inhalen waar dit verboden is. • Inhalen nabij een oversteekplaats voor voetgangers of fietsers. • Voetgangers of fietsers in gevaar brengen. • De regels betreffende het kruisen niet naleven.
14.1.4 Overtredingen van de vierde graad Overtredingen van de 4e graad brengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar en leiden bij een ongeval bijna onvermijdelijk tot fysieke schade. Voorbeelden • Links inhalen op een helling of in een bocht wanneer dit verboden is. • Andere bestuurders aansporen tot overdreven snel rijden. • Verkeerstekens op een overweg negeren. • Rechtsomkeer maken op de autosnelweg. • Straatraces houden.
14.1.5 Snelheidsovertredingen Voor wat betreft de snelheidsboetes wordt de volgende berekeningsmethode gehanteerd.
164
Bebouwde kom, schoolomgevingen, zone 30, woonerven en erven 14.1.5.1 • Tot 10 km/u boven de maximum toegelaten snelheid: 50 euro. • Boven die 10 km/u: 50 euro + 10 euro per bijkomende km/u. • Voor snelheden die meer dan 30 km/u boven de toegelaten maximumsnelheid liggen: verplichte verschijning voor de rechter, verval van het recht tot sturen, een strafrechterlijke boete en betaling van de gerechtskosten.
Andere wegen 14.1.5.2
• Tot 10 km/u boven de maximum toegelaten snelheid: 50 euro. • Boven die 10 km/u: 50 euro + 5 euro per bijkomende km/u. • Voor snelheden die meer dan 40 km/u boven de toegelaten maximumsnelheid liggen: verplichte verschijning voor de rechter, verval van het recht tot sturen, een strafrechterlijke boete en betaling van de gerechtskosten.
Strengere bestraffing voor beginnende bestuurders 14.1.6
Bepaalde overtredingen die begaan worden met een motorvoertuig door een persoon die sinds minder dan twee jaar houder is van het rijbewijs B worden strenger bestraft dan wanneer diezelfde overtreding zou worden begaan door een bestuurder die reeds meer dan twee jaar in het bezit is van zijn rijbewijs B.
Alcohol, drugs en geneesmiddelen
14.2
Definities 14.2.1
• Het verkeersreglement is van toepassing op de openbare weg maar overtredingen die te maken hebben met dronkenschap of alcoholopname kunnen ook opgespoord en vastgesteld worden op andere openbare plaatsen, d.w.z. plaatsen die toegankelijk zijn voor een al of niet beperkt publiek, b.v. een betaalparking, de parking van een dancing of een restaurant, enz.
165
De begrippen ‘dronkenschap’ en ‘alcoholopname’ hebben een eigen, specifieke betekenis. • Dronkenschap Dronkenschap wordt als dusdanig niet omschreven in de verkeerswet. In de rechtspraak heet het ‘de toestand van een persoon die onder invloed van de drank geen permanente controle meer heeft over zijn handelingen, niet noodzakelijk zonder dat hij ook geen besef meer heeft van zijn daden.’ Dronkenschap is te herkennen aan uiterlijke tekenen, zoals een onvaste stap, een troebele blik, spreken met een dikke tong, ... • Alcoholopname Is het objectief meetbare gegeven van ‘de hoeveelheid alcohol in het bloed of in de uitgeademde alveolaire lucht’. Alveolaire lucht is de lucht aan het eind van een diepe uitademing.
Als de alcoholopname een bepaald niveau bereikt heeft, is dat strafbaar. Het niveau wordt gemeten met wetenschappelijke methodes die het alcoholgehalte in het bloed vaststellen of door de analyse van de uitgeademde alveolaire lucht met behulp van een ademanalysetoestel.
In de regel is er een rechtstreeks verband tussen een te hoge alcoholopname en dronkenschap, maar: - iemand kan uiterlijk in een staat van dronkenschap verkeren zonder dat de ademanalyse een wettelijk te hoog alcoholgehalte uitwijst; - iemand kan uiterlijk een normaal gedrag vertonen, niet zichtbaar in een staat van dronkenschap verkeren dus, terwijl de ademanalyse wel degelijk een wettelijk te hoog alcoholgehalte uitwijst; dat is nogal eens het geval bij personen die gewoon zijn alcohol te drinken.
• Ademtest De ademtest gebeurt met behulp van een draagbaar toestel dat de aanwezigheid van alcohol in de uitgeademde alveolaire lucht kan opsporen. Het resultaat van deze test geeft wel een aanwijzing maar is geen wettelijk bewijsmiddel. • Ademanalyse Met het ademanalysetoestel wordt het alcoholgehalte in de uitgeademde alveolaire lucht exact gemeten. Deze test heeft wettelijke bewijskracht en op basis van het resultaat kan de gerechtelijke overheid eventueel onmiddellijke maatregelen bevelen.
166
Aan wie kunnen de ademtest en de ademanalyse opgelegd worden 14.2.2
• Aan de vermoedelijke dader van een VERKEERSONGEVAL en aan iedere persoon die het ongeval mee kan veroorzaakt hebben, ook al gaat het om een slachtoffer. • Aan iedereen die op een openbare plaats een voertuig of een rijdier BESTUURT en aan iedereen die een bestuurder BEGELEIDT in het kader van een rijopleiding. • Aan iedereen op een openbare plaats die AANSTALTEN MAAKT om een voertuig of een rijdier te besturen. • Aan iedereen die, na een periode van 6 uur rijverbod, zijn rijbewijs TERUG wil KRIJGEN.
Het wettelijk toegelaten maximum alcoholgehalte 14.2.3
Er zijn twee strafbare drempels wat het alcoholgehalte betreft. Er zijn ook twee verschillende manieren om dat gehalte uit te drukken: • 0,5 en 0,8 promille (‰), d.w.z. het aantal grammen alcohol per liter bloed; • 0,22 en 0,35 milligram, d.w.z. alcohol per liter uitgeademde alveolaire lucht.
BLOED (g/liter)
LUCHT (mg/liter)
0,5
0,22
0,8
0,35
Hoeveel mag ik drinken 14.2.4
Eenzelfde hoeveelheid ingenomen alcohol geeft niet altijd en bij iedereen hetzelfde alcoholgehalte in het bloed; het lichaamsgewicht, het geslacht, de leeftijd en het ritme van de alcoholinname zijn factoren die een invloed hebben op de concentratie van de alcohol in de bloedbaan. Gemiddeld levert een standaardglas alcoholische drank - 25 cl pils, 10 cl wijn, 7 cl aperitief, 3 cl sterke drank (jenever, whisky, ...) - 0,2 à 0,3‰ (promille) alcoholgehalte op, m.a.w. kom je na twee à drie glazen in de ‘risicozone’ boven 0,5‰. De alcohol wordt door het lichaam afgebroken met een ritme van ± 0,15‰ per uur. Hoe dan ook, je drinkt best geen alcohol als je nog met de auto moet rijden.
167
14.2.5 De alcoholcontrole
14.2.5.1 Ademtest en ademanalyse Bij een alcoholcontrole word je eerst gevraagd in het ademtesttoestel te blazen. Je hebt het recht om 15 minuten te wachten. Het is verstandig om van dat recht gebruik te maken als je kort voor de test nog alcohol gedronken hebt. Je mag de test echter niet weigeren; doe je dat toch, dan wordt je automatisch als ‘positief’ beschouwd, met alle gevolgen vandien.
Er zijn drie resultaten mogelijk: S(safe): A(alarm):
P(positief):
het alcoholgehalte is kleiner dan het wettelijk toegelaten maximum. (< 0,22 mg/liter). het resultaat is positief, d.w.z. het alcoholgehalte is hoger of gelijk aan 0,22 mg/liter maar lager dan 0,35 mg/liter. het resultaat is positief, d.w.z. het alcoholgehalte is hoger of gelijk aan 0,35 mg/liter.
Als het resultaat S is, is alles oké en mag je gewoon verder rijden. Als het resultaat A of P is, mag je niet verder rijden; je moet je dan aan een ademanalyse onderwerpen, die het exacte alcoholgehalte meet. Als je een ademtest, een ademanalyse of een bloedproef zonder wettige reden weigert, zal je de betaling van een som voorgesteld worden en krijg je hoe dan ook een rijverbod van 6 uur opgelegd.
1. Het resultaat is 0,22 mg/l of meer, maar is lager dan 0,35 mg/l (A): • je moet je rijbewijs afgeven en je hebt een rijverbod van 3 uur, • je betaalt een boete, • indien er geen schade is toegebracht aan derden en indien je akkoord gaat, moet men je een onmiddellijke inning voorstellen. Als je dat bedrag niet wilt betalen, zal de rechter je een boete opgleggen.
168
2. Het resultaat is 0,35 mg/liter of hoger (P): • je geeft je rijbewijs af en hebt 6 uur rijverbod, • je betaalt een boete, • je riskeert een gevangenisstraf, • op bevel van de Procureur des Konings kan je rijbewijs onmiddellijk ingetrokken worden voor een periode van minimum 15 dagen, • na de periode van 6 uur rijverbod wordt een nieuwe ademanalyse uitgevoerd; als het resultaat positief blijft, wordt het rijverbod verlengd met 3 of 6 uur naargelang het blijvende alcoholgehalte op het ogenblik van de test (A: 3uur, P: 6 uur). Opmerkingen • Na een eerste positieve analyse heb je het recht om een tweede ademanalyse te vragen. • Je mag altijd zelf een bloedproef vragen bij wijze van tegenexpertise. De kosten zijn dan wel voor jou. • Als de controle gebeurt als je enkel aanstalten maakt om te rijden, kan enkel een rijverbod van 3 of 6 uur opgelegd worden. Er wordt dan ook geen proces-verbaal opgesteld. • Als er een medische reden is waarom je geen ademtest of ademanalyse zou mogen afleggen, moet je dat altijd kunnen aantonen met een medisch attest. • Tijdens de periode van het rijverbod mag je altijd als passagier meerijden, zowel in je eigen wagen als in die van derden.
De bloedproef 14.2.5.2
Met het gebruik van de ademanalysetoestellen is de bloedproef de uitzondering geworden. Als een bloedproef toch noodzakelijk blijkt, mag je ze niet weigeren zonder geldige (medische) reden. Weigering staat gelijk met het toegeven van een alcoholgehalte van minstens 0,35 mg/liter. Een bloedproef kan afgenomen worden: • na een ademtest, als er geen ademanalysetoestel beschikbaar is; • als dronkenschap vastgesteld is of het vermoeden bestaat van een alcoholgehalte van meer dan 0,35 mg/liter en er geen ademtest- of ademanalysetoestel ter beschikking is; • als na drie ademanalyses de resultaten blijven verschillen; • op verzoek van de aanvrager, bij wijze van tegenexpertise.
169
14.2.6 Een rijtje strafbare feiten i.v.m. alcoholgebruik In verband met alcoholgebruik zijn er een aantal strafbare feiten die minder gekend zijn. Je bent strafbaar • als je je aan de controle door de politiediensten wil onttrekken; • als je de ademtest, de ademanalyse of de bloedproef weigert zonder geldige medische reden; • als je een voertuig bestuurt in de periode van rijverbod na een positieve test. Daarenboven kan je veroordeeld worden voor het besturen van een voertuig zonder rijbewijs; • als je een persoon die in kennelijke staat van dronkenschap is, aanzet om te rijden; • als je iemand die duidelijk dronken is nog alcoholische drank schenkt of als je iemand aanzet om alcohol te drinken tot de dronkenschap er op volgt; • als je de controle over het stuur geheel of gedeeltelijk kan verliezen als gevolg van de inname van geneesmiddelen of niettoegelaten producten. Opmerkingen 1. Als je ‘in positieve toestand’ een ongeval veroorzaakt hebt, kan je verzekering de aan je slachtoffers uitbetaalde sommen van jou terugvorderen. 2. Wie met een kennelijk dronken chauffeur meerijdt en dan in een ongeval betrokken raakt, riskeert zelf te delen in de verantwoordelijkheid. 3. De kosten van een eventuele bloedproef of ademanalyse in de boven genoemde omstandigheden moeten niet ter plaatse afgerekend worden; ze worden bij de gerechtskosten gevoegd.
14.2.7 Geneesmiddelen en drugs Door invoering van de wet van 16 maart 1999 kunnen automobilisten die onder invloed zijn van bepaalde illegale drugs op dezelfde manier worden aangepakt als chauffeurs die rijden onder invloed van alcohol.
14.2.7.1 Over welke illegale drugs gaat het Het betreft volgende producten met tussen haakjes de op te sporen stoffen of verbindingen van stoffen: • cannabis (THC), • amfetaminen en designer amfetaminen (amfetamine, MDMA, MDEA, MBDB), • heroïne/opiaten (vrije morfine), • cocaïne en derivaten (cocaïne, benzoylecgonine). 170
De procedure 14.2.7.2
Voor het opsporen van voornoemde stoffen worden eerst tests uitgevoerd, die bedoeld zijn om op redelijk eenvoudige wijze bestuurders te screenen op de aanwezigheid van die illegale drugs in het organisme. Zoals voor de alcoholopname kan de test opgelegd worden: a. aan de vermoedelijke dader van een verkeersongeval of aan ieder die het mede heeft kunnen veroorzaken, zelfs indien hij het slachtoffer ervan is; b. aan ieder die op een openbare plaats een voertuig of een rijdier bestuurt of een bestuurder begeleidt met het oog op de scholing; c. aan ieder die aanstalten maakt om op een openbare plaats een voertuig of een rijdier te besturen of die aanstalten maakt om een een bestuurder te begeleiden met het oog op de scholing. In geval de speekseltest positief is, zal overgegaan worden tot een speekselanalyse of eventueel een bloedproef, uitgevoerd door een geneesheer.
De uit te voeren tests 14.2.7.3
Deze tests bestaan uit twee delen: • ter plaatse, bij het staande houden van een bestuurder, dienen eerst, door middel van een gestandaardiseerde check-list, uiterlijke tekenen vastgesteld te worden die laten vermoeden dat de bestuurder onder invloed is van bepaalde illegale stoffen; • indien de eerste test een positief resultaat oplevert, wordt daarna – als tweede deel van de test – een speekselstaal afgenomen door middel van een apparaatje waarmee je enkele keren over de tong wrijft. Vervolgens kan er afgelezen worden of er al dan niet drugs werden gebruikt en welke dat zijn. Als de speekseltest positief is, wordt overgegaan tot een speekselanalyse.
De speekselanalyse 14.2.7.4
In het geval van een positieve speekseltest wordt dus overgegaan tot een speekselanalyse. Daarvoor wordt opnieuw een speekselstaal afgenomen van de gecontroleerde persoon. Dit speekselstaal wordt later onderzocht in een labo. De speekselanalyse is bijzonder eenvoudig en snel en zal dus in zeer veel gevallen de bloedproef vervangen. Alleen in geval de speekselanalyse onmogelijk is (praktische onmogelijkheid, weigering, …) kan er worden overgegaan tot het opleggen van een bloedproef. Een gevorderde geneesheer neemt dan een bloedstaal af, dat later in een labo zal onderzocht worden. 171
14.2.7.5 Sancties Na een positieve test of een weigering volgt automatisch een rijverbod van 12 uur, of zelfs een intrekking van het rijbewijs opgelegd door de parketmagistraat. Na verloop van deze 12 uur wordt altijd een nieuwe speekseltest afgenomen. Deze moet negatief zijn vooraleer het rijbewijs kan teruggegeven worden. Verder kan ook de politierechter nog straffen opleggen: geldboetes, verval van het recht tot sturen, zelfs gevangenisstraffen.
14.2.8 En tenslotte... • Als je naar een feestje gaat, spreek dan van tevoren af wie BOB zal zijn: hij of zij die rijdt en dus geen alcohol zal drinken. • Bied je gasten niet-alcoholische dranken aan; ook zonder alcohol kan je een feestje bouwen. • Laat iemand die te veel gedronken heeft nooit achter het stuur kruipen; je bewijst er hem of haar een goede dienst mee. • Denk niet dat een paar frisdrankjes aan het einde van het feest de alcohol sneller uit je lichaam zal doen verdwijnen; om een gehalte van 0,35 mg/liter te elimineren heeft je lichaam minstens 6 uur nodig. • Het is een misvatting te denken dat koffie alcohol verdrijft, integendeel koffie versterkt het effect van alcohol. • Als je gedronken hebt, blijf dan ter plaatse slapen of kijk uit naar een nuchtere chauffeur of naar een taxi of het openbaar vervoer. • Geneesmiddelen kunnen het alcoholgehalte in het bloed niet beïnvloeden, maar de invloed van geneesmiddelen op de rijvaardigheid wordt door alcohol versterkt.
172